FLANDERS’ FOOD · 2010-12-05 · 05. Valorisatie van afvalwater uit voedingsverwerkende industrie...
Transcript of FLANDERS’ FOOD · 2010-12-05 · 05. Valorisatie van afvalwater uit voedingsverwerkende industrie...
PAGINA 1/36
FLANDERS’ FOOD
PROJECTVOORSTELLEN
OPROEP 2010
Met de steun van
de Vlaamse Regering
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 2/36
FLANDERS’ FOOD PROJECTEN – OPROEP 2010
OVERZICHT PROJECTVOORSTELLEN
Ook dit jaar lanceert Flanders‟ FOOD nieuwe projecten voor voedingsbedrijven. In deze projecten doen kennisinstellingen onderzoek op vraag van een groep ondernemingen. In de oproep 2010 hebben kennisinstellingen 27 voorstellen voor projecten ingediend. Enkel die projecten die in het verdere traject voldoende gesteund worden door bedrijven, kunnen opgestart worden. In dit document krijgt u een overzicht van de aangemelde projecten
INSCHRIJVEN PROJECT CONTACTDAGEN
Via een webformulier op www.flandersfoodprojecten.com/projectvoorstellen kan u zich gratis inschrijven voor de contactdagen van 22 en 27 april 2010. Tijdens deze contactdagen worden de meeste projectvoorstellen door de onderzoekers toegelicht. Door deel te nemen:
Is er gelegenheid om samen met de onderzoekers de inhoud van de projecten te bespreken en in te vullen
Maakt u kennis met de expertise van Vlaamse onderzoeksgroepen
Krijgt u een beeld van de laatste evoluties rond bepaalde topics
Wordt u getoond hoe concrete onderzoeksvragen aangepakt kunnen worden
De sessies van 22 en 27 april vinden plaats in de Carestel te Groot-Bijgaarden
(E40 richting Gent). Opmerking: 27 april is geen herhaling van 22 april
BLIJF OP DE HOOGTE
Indien u één of meerdere voorstellen niet kan bijwonen op de contactdag(en), kan u op het webformulier (www.flandersfoodprojecten.com/projectvoorstellen ) eveneens aangeven dat u op de hoogte wil blijven van één of meerdere nieuwe Flanders‟ FOOD projecten en extra info wenst te ontvangen.
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 3/36
TRAJECT TOT EN MET DE OPSTART
Maart 2010: 27 voorstellen voor nieuwe Flanders’ FOOD projecten
22 en 27 april: project contactdagen
Deelnemen via www.flandersfoodprojecten.com/projectvoorstellen
Vanaf 22 april tot 1 juni: interesse bekend maken om voorstellen te ondersteunen
Interesse via www.flandersfoodprojecten.com/interesse
6 juni 2010: indiendatum voor pre-proposals
Vanaf juni tot 10 september: overlegmomenten tussen kennisinstellingen en bedrijven
Vanaf juni tot 10 september: intentie tot deelname bekend maken met intentieverklaring(en) Intentieverklaringen via www.flandersfoodprojecten.com/intentieverklaringen
19 september 2010: indiendatum voor full-proposals
Begin oktober: evaluatie van de full proposals door experts
Eind oktober: selectie van nieuwe Flanders‟ FOOD projecten
Vanaf 1 december: opstart goedgekeurde projecten
Voor meer info, contacteer Erwin Lamot, Tel: +32 (0)2 788 43 64, [email protected]
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 4/36
Inhoudsopgave
Sensorisch wiel ...................................................................................................................................... 8
01. Aanrijking van eieren met omega 3 vetzuren met behulp van algen........................................... 10
02. Vergelijking van omega-3 rijke oliën op basis van nutritionele en (fysico)chemische
eigenschappen............................................................................................................................. 11
03. Mogelijkheden van Daphnia voor de voedingsindustrie .............................................................. 12
04. Toepassing van micro-algen in de voedingsindustrie ................................................................. 13
05. Valorisatie van afvalwater uit voedingsverwerkende industrie via algentechnologie .................. 14
06. Toepassing van gepulseerde hoogspanning bij verwerking en conservering van
levensmiddelen ............................................................................................................................ 15
07. Gebruik van plantencomponenten in water als tool voor de verwijdering van pathogene en
bederfflora .................................................................................................................................... 16
08. Evaluatie en implementatie van alternatieve technieken voor snelle detectie en tracering
van voedselpathogenen in het productieproces .......................................................................... 17
09. Structuur- en textuurveranderingen in kant-en-klare pastamaaltijden ......................................... 18
10. Bereiding van functionele en gezondere levensmiddelen via verhittingsextrusie ....................... 19
11. Carrageen in kookworst ............................................................................................................... 20
12. Koeling van runderkarkassen: optimalisering en alternatieve systemen .................................... 21
13. Praktijkrichtlijnen voor reiniging en desinfectie in levensmiddelenbedrijven ............................... 22
14. Efficiënte reiniging en decontaminatie van installaties en de evaluatie ervan ............................ 23
15. Impact van materiaal, proces & design op zuurstofdoorlaatbaarheid van
gethermoformeerde verpakkingen ............................................................................................... 24
16. Verantwoord optimaliseren van secundaire en tertiaire verpakking ............................................ 25
17. Meervoudige toepassingen van meervoudige emulsies: vetreductie en ingrediënt-
encapsulatie via dezelfde technologie ......................................................................................... 26
18. Onderzoek naar ijs en zuiveldesserten met verminderd caloriegehalte ...................................... 27
19. Procesoptimalisatie in de zuivelindustrie: hoe ftalaten vermijden ............................................... 28
20. Contactloze millimetergolfsensoren voor opvolging van industriële vriesprocessen .................. 29
21. Ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke geografische webtoepassing voor de beheersing
van zware metaalconcentraties in groenten geteeld in Vlaanderen ............................................ 30
22. Voorbehandeling van agro-industriële reststromen voor bio-energieproductie ........................... 31
23. Zetmeelfunctionaliteit ................................................................................................................... 32
24. Verlaging nitrietgehalten voor de productie van gezonde vleesproducten .................................. 33
25. Functionele appelsappen door gerichte cultivarselectie en verwerking ...................................... 34
26. Invloed van oxidatie van spierweefseleiwitten bij de verwerking ................................................. 35
27. Aromaveranderingen in voedingsmiddelen tijdens verwerking ................................................... 36
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 5/36
Contactdag donderdag 22/04/2010, Carestel, Groot-Bijgaarden (E40 richting Gent)
Zaal 1
Van Tot Nr. Acronym Titel Kennisinstelling Naam
10u 11u Senswiel Sensorisch wiel TIS Smaak TD SENSTECH
Charlotte Boone Inge Dirinck
11u 12u 1 OMEGA-EI Aanrijking van eieren met omega 3 vetzuren met behulp van algen KULeuven Campus Kortrijk
Imogen Foubert
12u 13u 2 OMEGAOIL Vergelijking van omega-3 rijke oliën op basis van nutritionele en (fysico)chemische eigenschappen
KULeuven Campus Kortrijk
Imogen Foubert
14u 15u 3 DAPHNIAFOOD Mogelijkheden van Daphnia voor de voedingsindustrie KULeuven Campus Kortrijk
Imogen Foubert
15u 16u 4 ALGFOOD Toepassing van micro-algen in de voedingsindustrie KULeuven Campus Kortrijk
Imogen Foubert
16u 17u 5 Valorisatie van afvalwater uit voedingsverwerkende industrie via algentechnologie
KHBO Oostende Boudewijn Meesschaert
Zaal 2
Van Tot Nr. Acronym Titel Kennisinstelling Naam
10u 11u Senswiel Sensorisch wiel TIS Smaak TD SENSTECH
Charlotte Boone Inge Dirinck
11u 12u 6 PEFFOOD Toepassing van gepulseerde hoogspanning bij verwerking en conservering van levensmiddelen
KULeuven Marc Hendrickx
12u 13u 7 pathwater Gebruik van plantencomponenten in water als tool voor de verwijdering van pathogene en bederfflora
Hogeschool West-Vlaanderen
Imca Sampers Katleen Raes
14u 15u 8 PathFinDer Evaluatie en implementatie van alternatieve technieken voor snelle detectie en tracering van voedselpathogenen in het productieproces
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst
Hans Rediers
15u 16u 9 PastaBite Structuur- en textuurveranderingen in kant-en-klare pastamaaltijden KHKempen Johan Claes
16u 17u 10 EXTRUFOOD Bereiding van functionele en gezondere levensmiddelen via verhittingsextrusie
ILVO Hendrik De Ruyck Jan De Block
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 6/36
Contactdag dinsdag 27/04/2010, Carestel, Groot-Bijgaarden (E40 richting Gent)
Zaal 1
Van Tot Nr. Acronym Titel Kennisinstelling Naam
10u 11u 11 CARRAGENIOUS Carrageen in kookworst KaHo Sint-Lieven Sandra Impens
11u 12u 12 ChillMeat Koeling van runderkarkassen: optimalisering en alternatieve systemen KULeuven Pieter Verboven
12u 13u 13 DECONTFOODINDUST Praktijkrichtlijnen voor reiniging en desinfectie in levensmiddelenbedrijven ILVO Koen De Reu Marc Heyndrickx
14u 15u 14 CleanGuide Efficiënte reiniging en decontaminatie van installaties en de evaluatie ervan
VITO Sabine Kreps
15u 16u 15 MaProDe_Ox Impact van materiaal, proces & design op zuurstofdoorlaatbaarheid van gethermoformeerde verpakkingen.
XIOS Hogeschool Limburg
Roos Peeters, Mieke Buntinx, Dimitri Adons
16u 17u 16 Veropack Verantwoord optimaliseren van secundaire en tertiaire verpakking KaHo Sint-Lieven Marc Juwet
Zaal 2
Van Tot Nr. Acronym Titel Kennisinstelling Naam
10u 11u 17 WOW Meervoudige toepassingen van meervoudige emulsies: vetreductie en ingrediënt-encapsulatie via dezelfde technologie
UGent Paul Van der Meeren
11u 12u 18 Onderzoek naar ijs en zuiveldesserten met verminderd caloriegehalte ILVO De Block Jan
12u 13u 19 FTALATEN Procesoptimalisatie in de zuivelindustrie: hoe ftalaten vermijden VITO Mirja Van Holderbeke
14u 15u 20 Freeze Contactloze millimetergolf sensoren voor opvolging van industriële vriesprocessen
VUB Johan Stiens
15u 16u 21 VEGEO Ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke geografische webtoepassing voor de beheersing van zware metaalconcentraties in groenten geteeld in Vlaanderen
VITO Mirja Van Holderbeke
16u 17u 22 Agronergie Voorbehandeling van agro-industriële reststromen voor bio-energieproductie
Hogeschool Gent Anita Van Landschoot
17u 18u 27 AroMax Aromaveranderingen in voedingsmiddelen tijdens verwerking KULeuven Bart Nicolaï
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 7/36
Geen voorstel op contactdagen
Nr. Acronym Titel Kennisinstelling Naam
23 Combistarch Zetmeelfunctionaliteit KULeuven Jan Delcour
24 NITRILOW Verlaging nitrietgehalten voor de productie van gezonde vleesproducten
VUB Frédéric Leroy
25 FuncJuice Functionele appelsappen door gerichte cultivarselectie en verwerking
VITO Kelly Servaes
26 MEATOXPRO Invloed van oxidatie van spierweefseleiwitten bij de verwerking
UGent Stefaan De Smet
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 8/36
PAGINA 8/36
SENSORISCH WIEL
Acroniem Senswiel
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Smaak & SENSTECH
Contactpersoon Charlotte Boone
02 213 84 72
Mede – uitvoerder(s) Inge Dirinck
09 265 86 39
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Binnen de projecten „Smaak‟ en SENSTECH wordt een reeks werkgroepen opgericht, met als doel
het genereren van een vocabularium („sensorisch wiel‟) voor sensorische omschrijving van een
bepaald type product. Een dergelijk wiel is gelijkaardig aan de reeds bestaande sensorische wielen
voor wijn, bier, chocolade, koffie en kaas.
De werkgroepen worden ingedeeld per sector/producttype. Per werkgroep zal in enkele
bijeenkomsten per producttype een sensorisch wiel worden opgesteld. Een werkgroep bestaat uit een
4-tal deelnemende bedrijven (minimum aantal voor het laten doorgaan van een werkgroep),
SENSTECH en „Smaak‟. Per producttype zal uitgaande van literatuuronderzoek en een sensorische
proefsessie met commerciële producten (al of niet van deelnemende bedrijven) een sensorisch wiel
worden ontwikkeld. Via instrumentele analyse (GC-MS profilering) zal SENSTECH inzicht geven in de
chemische achtergrond van de smaak/aroma van de producten. De aromadescriptoren uit het
sensorisch wiel zullen immers gecorreleerd worden met specifieke aromacomponenten, die in
belangrijke mate de sensorische eigenschappen van het producttype bepalen.
De producten zullen beoordeeld worden op hun verschillende aspecten:
Smaak o Herkennen van basissmaken (zuur, zoet, zout, bitter en umami)
Aroma o Herkennen van aromakarakters, die kunnen gekoppeld worden aan specifieke
aromacomponenten
Textuur & trigeminale waarnemingen o Herkennen van de verschillende texturele eigenschappen o Herkennen van eigenschappen zoals astringentie, tintelend gevoel, branderigheid,
frisheid, … Bepaalde termen kunnen gekoppeld worden aan een bepaalde chemische component of eigenschap van een stof (chillipeper, alcohol, polyfenolen, erythritol of menthol, …)
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 9/36
Verwachte resultaten
Het uiteindelijke resultaat is het „sensorisch wiel‟, dat ondersteuning biedt bij:
Het beschrijvend sensorisch onderzoek. Beschrijvende sensoriek is immers belangrijk in het achterhalen van de sterke en zwakke punten van een product en biedt bijgevolg de mogelijkheid om gerichter productontwikkeling en -verbetering te doen.
Bij het definiëren van marktopportuniteiten door een gefundeerde beschrijvende sensorische analyse van wat er op de markt aanwezig is.
Als belangrijk communicatiemiddel tussen bedrijf/klant en bedrijf/leverancier.
Vandaag de dag is het vaak zoeken wie wat met welke term bedoelt. Een omschrijving van de descriptoren zal hierbij een duidelijk hulpmiddel zijn.
Als marketing tool in het positioneren van nieuwe producten in de markt.
Doelgroepbedrijven
Sectoren waarvoor een werkgroep kan opgezet worden (indien voldoende interesse). Een bedrijf kan
aan meerdere werkgroepen tegelijk deelnemen.
Vlees
Biscuiterie
Brood & cake
Fruitpreparaten en confituren
Crèmes, caramels en puddings
Soepen & sauzen (hartig)
Snoepgoed en suikerwerk
Hartige snacks en koekjes
Andere
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 10/36
01. AANRIJKING VAN EIEREN MET OMEGA 3 VETZUREN MET BEHULP VAN ALGEN
Acroniem OMEGA-EI
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KULeuven Campus Kortrijk
Onderzoeksgroep Food & lipids
Contactpersoon Prof. Imogen Foubert
056/246173
Mede – uitvoerder(s) KULeuven, Dierproductie, Prof. Johan Buyse
KULeuven Campus Kortrijk, Aquatische Biologie, Prof. Koenraad Muylaert
Kennisinstelling ; onderzoeksgroep ; verantwoordelijke
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Micro-algen wekken recent heel wat belangstelling o.a. omdat ze rijk zijn aan zowel omega-3 als aan
omega-6 poly-onverzadigde vetzuren (PUFA). Ze betekenen dus een belangrijke potentiële bron van
PUFA voor de humane voeding. Immers, het is onomstotelijk bewezen dat PUFA een dankbaar
middel zijn in de strijd tegen metabole aandoeningen zoals obesitas en cardiovasculaire
aandoeningen. Daarnaast heeft preliminair onderzoek reeds laten uitschijnen dat toevoeging van
algen aan voeders voor eenmagigen niet alleen de zootechnische prestaties kan verbeteren maar
daarnaast mogelijks ook gunstige effecten heeft op hun voederopname en immunocompetentie.
Gegeven dat maar een zeer beperkte fractie van de humane populatie bereid zou zijn om micro-algen
als dusdanig tot zich te nemen, is het noodzakelijk om meer conventionele voedingsingrediënten met
een gunstige PUFA verhouding ter beschikking van de consument te stellen. De bedoeling van dit
project is dan ook om de effecten van algen gesupplementeerd aan het voeder voor legkippen te
onderzoeken. Deze dieren zullen gedurende een voldoende lange tijd verschillende concentraties aan
micro-algen in hun voeder ingemengd krijgen. Tijdens deze periode zullen volgende parameters
gevolgd worden: voeropname, lichaamsgewicht, eiproductie en zullen regelmatig bloedstalen genomen worden teneinde het vetzuurprofiel in het plasma te onderzoeken. Een eerste toepassing is
zeker de aanrijking van de eieren met omega-3 vetzuren (er kan ook gedacht worden aan extractie
van de lipiden rijk aan omega-3 vetzuren uit de eieren). Daarnaast zullen de effecten op de
voederopname via eetluststimulering en de immunostimulerende effecten onderzocht worden. Wat dit
laatste betreft, zal de productie van antilichamen na immunisatie met humaan serum albumine
bepaald worden.
Verwachte resultaten
Eieren met een verhoogd gehalte omega 3 vetzuren
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Wijzigen vetzuursamenstelling
Doelgroepbedrijven
Producenten van eieren en afgeleide producten, ingrediëntenleveranciers, producenten van vetten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 11/36
02. VERGELIJKING VAN OMEGA-3 RIJKE OLIËN OP BASIS VAN NUTRITIONELE EN
(FYSICO)CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN
Acroniem OMEGAOIL
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KULeuven Campus Kortrijk
Onderzoeksgroep Food & Lipids
Contactpersoon Prof. Imogen Foubert
056/246173
Mede – uitvoerder(s) Nog nader te bepalen
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Omega-3 vetzuren hebben recent zeer veel interesse gewekt binnen de voedingsindustrie. Klassieke
bron van deze omega-3 vetzuren zijn vette vissen. Daarnaast zijn ook de volgende bronnen reeds
aangehaald of worden reeds gebruikt: algen olie, krill olie, olie afkomstig van schimmels, …
De bedoeling van dit project is de globale kwaliteit van deze verschillende omega-3 oliën te
vergelijken. Naast de hoeveelheid omega-3 vetzuren die aanwezig zijn zal vooral aandacht gaan naar
de vorm waaronder deze aanwezig zijn (bv. fosfolipiden, triglyceriden) en wat de gevolgen daarvan
zijn voor bv. de biobeschikbaarheid, de stabiliteit (tegen oxidatie), de fysicochemische eigenschappen
(bv. smeltpunt). Daarnaast zal ook nagegaan worden wat de nutritionele waarde is van lipofiele
extracten(volledige extract gebruiken ipv volledig opgezuiverde omega-3 vetzuren) van deze bronnen
door na te gaan wat er naast omega-3 vetzuren nog aan interessante componenten aanwezig is.
Denken we daarbij bv. aan sterolen (cholesterolverlagend), antioxidanten (rechtstreeks positief effect
op de oxidatie stabiliteit van de olie, maar ook nutritioneel interessant voor de consument),
carotenoïden, … Daarnaast zal ook aandacht besteed worden aan de aanwezigheid van potentieel
toxische stoffen.
Verwachte resultaten
Vergelijking (op alle vlakken) van omega-3 rijke oliën en dus weten voor welke toepassing welke bron
het beste geschikt is
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Wijzigen vetzuursamenstelling: verhogen van het gehalte aan onverzadigde vetzuren
Doelgroepbedrijven
Bedrijven die voedingsvetten (of voedingsingrediënten in het algemeen) produceren of gebruiken in
hun producten en producenten van voedingsmiddelen met welzijns- en gezondheidsaspecten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 12/36
03. MOGELIJKHEDEN VAN DAPHNIA VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE
Acroniem DAPHNIAFOOD
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KULeuven Campus Kortrijk
Onderzoeksgroep Food & Lipids
Contactpersoon Prof. Imogen Foubert
056/246173
Mede – uitvoerder(s) KULeuven Campus Kortrijk, Aquatische biologie, Prof. Ellen Decaestecker
Eventueel nog toe te voegen afhankelijk van concrete invulling van project(en)
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Daphnia is een klein kreeftachtig organisme dat leeft in zoetwatersystemen, en er het belangrijkste
organisme uitmaakt dat zich voedt met algen. Er wordt reeds zeer veel onderzoek gedaan naar Daphnia
omwille van hun sleutelrol in deze ecosystemen en omwille van hun veelvuldig gebruik in toxiciteitstesten.
Hoewel het ook mogelijk is Daphnia te kweken op grote schaal en het zelfs mogelijk is te kweken op
nevenstromen van bv. de voedingsindustrie is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van
Daphnia voor de humane voeding. Er is slechts één artikel beschikbaar dat de mogelijkheid van Daphnia
als bron van chitine en chitosan bestudeerd.
De bedoeling van dit project is om na te gaan wat de mogelijkheden zijn van Daphnia voor de humane
voeding, en dit zowel voor rechtstreekse consumptie als voor extractie van hoogwaardige componenten. Er
zal de nadruk gelegd worden op gezondheidsbevorderende / functionele eigenschappen.
Hiertoe zal enerzijds een uitgebreide biochemische analyse van de Daphnia biomassa worden uitgevoerd
en anderzijds zal nagegaan worden of het economisch haalbaar is Daphnia voor deze doelstelling te
kweken. Er zal ook nagegaan worden hoe de inhoud aan bepaalde interessante componenten kan
gestuurd worden (bv. via de voeding).
Qua componenten wordt bv. gedacht aan omega-3 vetzuren, daar Daphnia in het voedingsweb de stap
vormt tussen de micro-algen (nu intensief onderzocht voor het aanleveren van omega-3 vetzuren) en de
vissen, die nu voornamelijk gebruikt worden als bron van omega-3 vetzuren. De specifieke componenten
waar naar kan gezocht worden zullen bepaald worden in overleg met de geïnteresseerde bedrijven.
Verwachte resultaten
Voedingsmiddelen, ingrediënten, supplementen afkomstig van Daphnia
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Toevoeging van gezondheidsbevorderende / functionele ingrediënten
Doelgroepbedrijven
Diverse sectoren kunnen geïnteresseerd zijn in dit projectvoorstel, maar de doelgroep zijn
voornamelijk ingrediëntenleveranciers en producenten van voedingsmiddelen met welzijns- en
gezondheidsaspecten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 13/36
04. TOEPASSING VAN MICRO-ALGEN IN DE VOEDINGSINDUSTRIE
Acroniem ALGFOOD
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KULeuven Campus Kortrijk
Onderzoeksgroep Food & Lipids
Contactpersoon Prof. Imogen Foubert
056/246173
Mede – uitvoerder(s) KULeuven Campus Kortrijk, Aquatische biologie, Prof. Koenraad Muylaert
Eventueel nog toe te voegen afhankelijk van concrete invulling van project(en)
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Micro-algen zijn een evolutionair diverse groep van fotosynthetische micro-organismen. Door hun
exponentiële groeisnelheiden, overtreft de productie van algenbiomassa deze van de meeste
landbouwgewassen. Algenbiomassa is bovendien rijk aan eiwitten en lipiden en arm aan lignine en
cellullose. Tot slot hebben micro-algen geen nood aan landbouwgrond of aan zoetwater zodat ze
maar in beperkte mate competitie vormen voor traditionele landbouwgewassen.
De voedingsindustrie is nu reeds geïnteresseerd in micro-algen als potentiële bron van omega-3
vetzuren, maar daarnaast bevatten micro-algen allicht nog andere componenten (vaak andere dan in
traditionele landbouwgewassen) met een gezondheidsbevorderend effect. De kennis van de
biochemische samenstelling van algen is echter vrij beperkt. De bedoeling van dit project is om na te
gaan wat de mogelijkheden zijn van micro-algen als leverancier van gezondheidsbevorderende
componenten. Hierbij kan gedacht worden aan fytosterolen, antioxidanten, carotenoïden, …
Op 30 maart wordt er door de Campus Kortrijk in samenwerking met UGent en het Vlaams
Algenplatform een informatiesessie georganiseerd over de mogelijkheden van micro-algen voor de
voedingsindustrie. Op basis daarvan zal met de geïnteresseerde bedrijven de speerpunten van dit
project vastgelegd worden en zal er gekeken worden of dit in één of meerdere projecten dient
gegoten te worden.
Verwachte resultaten
Voedingsmiddelen, ingrediënten, supplementen met een gezondheidseffect afkomstig van micro-
algen.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Toevoeging van gezondheidsbevorderende / functionele ingrediënten
Doelgroepbedrijven
Diverse sectoren kunnen geïnteresseerd zijn in dit projectvoorstel, maar de doelgroep zijn
voornamelijk ingrediëntenleveranciers en producenten van voedingsmiddelen met welzijns- en
gezondheidsaspecten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 14/36
05. VALORISATIE VAN AFVALWATER UIT VOEDINGSVERWERKENDE INDUSTRIE VIA
ALGENTECHNOLOGIE
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KHBO Oostende
Onderzoeksgroep Afdeling Chemie
Contactpersoon Prof. Boudewijn Meesschaert
e-mail: [email protected]
tel: +32 59 56 90 53
Mede – uitvoerder(s) Prof. K. Muylaert (K.U.Leuven Campus Kortrijk – Aquatische Biologie)
Prof. I. Foubert (K.U.Leuven Campus Kortrijk – Levensmiddelentechnologie)
Prof. L. De Cooman (KaHo St.-Lieven – Brouwerijtechnologie)
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
De voedingsindustrie produceert vaak een afvalwater dat vrij is van zware metalen of organische
contaminanten, maar met te hoge nitraat en fosfaat concentraties. Door de steeds strengere
lozingsnormen voor oppervlaktewater wordt het lozen van dit afvalwater een probleem. Algen kunnen
fosfaat en nitraat uit afvalwater opnemen tot zeer lage concentraties. Algen zetten dit nitraat en
fosfaat om in een biomassa die interessante componenten bevat. De biomassa is rijk aan essentiële
aminozuren en onverzadigde vetzuren en heeft dus potentieel voor verwerking tot additieven voor
dierenvoeding. Algen bevatten daarnaast diverse componenten die als additief in de
voedingsindustrie gebruikt kunnen worden, zoals krachtige anti-oxidanten, natuurlijke pigmenten of
suikers met mogelijke prebiotische werking. Algen hebben een productiviteit die 5 tot 10 keer hoger is
dan traditionele gewassen, waardoor op een kleine oppervlakte een relatief grote afvalstroom
verwerkt kan worden. Algen kunnen daarom relatief zuivere afvalstromen uit de voedingsindustrie die
steeds moeilijker te verwerken zijn omzetten in innovatieve, hoogwaardige producten die van nut
kunnen zijn voor de voedingsindustrie.
Verwachte resultaten
Valorisatie van fosfaat/nitraatrijk afvalwater (inclusief RO-concentraten)
Innovatieve producten uit algen voor toepassingen in de voedingsindustrie
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Valorisatie nevenstromen
Toevoeging van gezondheidsbevorderende/functionele ingrediënten
Doelgroepbedrijven
BelgaPom, VeGeBe
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 15/36
06. TOEPASSING VAN GEPULSEERDE HOOGSPANNING BIJ VERWERKING EN CONSERVERING
VAN LEVENSMIDDELEN
Acroniem PEFFOOD
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Katholieke Universiteit Leuven
Onderzoeksgroep Laboratorium Levensmiddelentechnologie, Centrum voor Levensmiddelen- en
microbiële technologie
Contactpersoon Prof. Marc Hendrickx
Tel: +32-16-321572 Fax: +32-16-321960
Mede – uitvoerder(s) Prof. Chris Michiels, Laboratorium Levensmiddelenmicrobiologie, Centrum
voor Levensmiddelen- en microbiële technologie, KULeuven
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Gepulseerde hoogspanning (pulsed electric fields PEF) wordt sinds enkele jaren voorgesteld als een
nieuwe technologie met verschillende toepassingsmogelijkheden in de voedingsindustrie. Recent is
de nodige apparatuur beschikbaar om deze technologie te implementeren op industriële schaal.
Bij voldoende hoge veldsterkte (10-30kV/cm) kan PEF aangewend worden om vloeibare
(verpompbare) voedingsmiddelen en nevenstromen te decontamineren (pasteuriseren) met een
minimaal verlies aan kwaliteitseigenschappen/functionele eigenschappen.
Bij lage veldsterkte (0.5-1.5 kV/cm) kan PEF aangewend worden om cellen te permeabiliseren en
bijgevolg toegepast worden om o.a. (i) het rendement bij de productie van groenten- en fruitsappen te
verbeteren, (ii) het rendement van extracties uit cellulaire systemen ter verhogen, (iii) de opname van
ingrediënten door weefselsystemen te verbeteren (bv. pekel bij productie van bereide vleeswaren),…
Het project heeft tot doel voor een aantel gedefinieerde modelsystemen (die nauw aansluiten bij
levensmiddelen die relevant zijn voor de bedrijven die deelnemen aan het consortium) de relatie
tussen procesparameters en de gewenste impact (bv. microbiële inactivatie, extractierendement) in
kaart te brengen alsook na te gaan in hoeverre ongewenste wijzigingen (bv. behoud functionele
eigenschappen, evolutie van kwaliteitsparameters tijdens bewaring) een beperking kunnen betekenen
bij de industriële implementatie van deze technologie.
Verwachte resultaten
Basisinzichten PEF behandeling van voedingsmiddelen: kritische procesparameters
Basisinzichten relatie procesparameters en effecten op voedingsmiddelen (celdesintegratie,
inactivatie micro-organismen, kwaliteitsindices, functionele eigenschappen)
Toepassing van basisinzichten op relevante matrices (te bepalen in functie van de deelnemende
bedrijven)
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing, verlenging van productkwaliteit
Doelgroepbedrijven
Diverse sectoren in de voedingssector, decontaminatie van vloeibare producten, permeabilisatie van
cellulaire systemen
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 16/36
07. GEBRUIK VAN PLANTENCOMPONENTEN IN WATER ALS TOOL VOOR DE VERWIJDERING
VAN PATHOGENE EN BEDERFFLORA
Acroniem pathwater
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Hogeschool West-Vlaanderen
Onderzoeksgroep EnBiChem
Contactpersoon Imca Sampers – Katleen Raes
[email protected] - [email protected]
056 24 12 55
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Het verwijderen van de pathogene en/of bederfflora bij de rauwe, niet-bewerkte voedingsproducten
(bv. groenten, vis, karkassen, vlees) alsook de desinfectie van de productielijnen gebeurt momenteel
door de levensmiddelen te spoelen met water, al of niet gesupplementeerd met een chemische
antimicrobiële stof. Echter, in de hedendaagse trend van „minimal processing foods‟ en „natuurlijke‟
additieven, kan het gebruik van natuurlijke antimicrobiële componenten een belangrijke rol spelen,
zoals het gebruik van essentiële oliën en plantenextracten. Het effect hiervan op pathogenen en
bederfflora in modelsystemen is duidelijk, de kennis en interacties van componenten uit essentiële
oliën/plantenextracten met de voedingsmatrix of toegevoegd aan het (proces)water, en het daarbij
horend effect op de antibacteriële activiteit en de minimale inhibitorische concentratie is meestal
onbekend. Daarnaast zijn essentiële oliën minder wateroplosbaar, maar gelijkaardige actieve
componenten (fenolische zuren, terpenen) zijn in verschillende plantenextracten terug te vinden. Het
doel van dit projectvoorstel is aan het water essentiële oliën / plantenextracten toe te voegen om op
een natuurlijke en milieuvriendelijke manier de bederf- en pathogene flora te reduceren, al of niet in
combinatie met andere natuurlijke antimicrobiële componenten (bv. organische zuren). Hierbij zal
aandacht besteed worden aan de mate van 1) reductie in aantal bacteriën (ongewenste + gewenste),
2) de residuele concentratie van de actieve componenten op het voedingsproduct en de residuele
activiteit (microbieel, sensorieel, oxidatief, …), 3) matrixeffecten van de producten.
Verwachte resultaten
Bedrijven zullen kennis hebben van de mogelijkheden om plantenextracten en/of essentiële oliën te
gebruiken als antimicrobiële component ter verwijdering van de initiële belading van ongewenste
bacteriën en dit via de supplementatie via het water. Informatie omtrent structuur en concentratie van
antimicrobiële componenten ten opzichte van welbepaalde pathogenen en bederfflora in reële
voedingsmatrices, en mogelijke neveneffecteen zullen in kaart gebracht worden.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Gebruik van „natuurlijke‟ antimicrobiële componenten
Doelgroepbedrijven
Groenten- en fruitverwerkende; Waterbedrijven; slachthuis; uitsnijderijen; vlees- en visverwerkend;
producenten van plantenextracten/essentiële oliën
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 17/36
08. EVALUATIE EN IMPLEMENTATIE VAN ALTERNATIEVE TECHNIEKEN VOOR SNELLE
DETECTIE EN TRACERING VAN VOEDSELPATHOGENEN IN HET PRODUCTIEPROCES
Acroniem PathFinDer
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - Campus De Nayer
Onderzoeksgroep Process Microbial Ecology and Bio-Inspirational Management
Contactpersoon Hans Rediers ([email protected] ; tel +32 15 31 69 44)
Mede – uitvoerder(s) Katholieke Hogeschool Limburg; ir. Myriam Meyers
([email protected]; tel +32 11 230790)
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Microbiologische analyses van voeding en proceswater zijn uiterst belangrijk om de kwaliteit en veiligheid van
voedingsproducten te garanderen. De huidige iso-normen voor detectie van pathogenen zijn dikwijls gebaseerd
op een selectieve aanrijking, gevolgd door een bevestiging met enzymatische en/of immunologische testen. Dit is
erg tijdsrovend en arbeidsintensief omdat deze procedures voor verschillende pathogenen afzonderlijk
uitgevoerd moeten worden. In dit onderzoeksproject zullen twee DNA-gebaseerde detectiemethodes, i.e. real-
time PCR en een DNA array, ontwikkeld worden waarmee pathogenen gedetecteerd en geïdentificeerd kunnen
worden. Met behulp van specifieke real-time PCR kunnen pathogenen zeer snel gedetecteerd en
gekwantificeerd worden. Maar bij real-time PCR-gebaseerde detectiemethodes is het echter vaak moeilijk om
verschillende pathogenen simultaan te detecteren. Er zijn immers meer dan 250 soorten van voedselvergiftiging
bekend, die veroorzaakt kunnen worden door tientallen ziekteverwekkers. Met behulp van DNA-arrays kunnen tal
van doelorganismen opgespoord en geïdentificeerd worden door middel van één enkele test. Daarom zal in dit
onderzoeksproject ook een DNA-array ontwikkeld worden, waarin verschillende bacteriële en virale humane
pathogenen, alsook relevante bederfmicro-organismen snel en simultaan gedetecteerd kunnen worden. Na
ontwikkeling van de DNA-gebaseerde detectiemethode zal nagegaan worden of de vooraanrijkingsstap, zoals
beschreven in de huidige iso-normen, ingekort of zelfs weggelaten kan worden, wat een additioneel tijdsvoordeel
kan opleveren. Omdat het in sommige sectoren van belang is om at-line te monitoren, zal ook een derde snelle
detectietechniek ontwikkeld worden, die gebaseerd is op de RABIT-technologie. „Rapid Automated Bacterial
Impedance Technique‟ (RABIT) is een „real-time‟ hygiëne-monitoringsysteem, gebaseerd op metabolisme van
micro-organismen in een groeimedium. De snelheid en de eenvoud van deze techniek, alsook de mogelijkheid
tot „in-proces‟-integratie, maken dat de impedantietechniek een zeer geschikte methode is om een
productieproces van verse levensmiddelen op een goedkope en snelle wijze te monitoren.
Verwachte resultaten
(i) Ontwikkeling van een real-time PCR detectiemethode voor Salmonella, Listeria en Bacillus cereus;
(ii) Ontwikkeling van een DNA-array voor snelle en simultane detectie van een uitgebreid panel aan humane
pathogenen en bederfmicro-organismen;
(iii) Ontwikkeling van een impedantietechniek voor snelle at-line detectie van Salmonella, Listeria en B. cereus;
(iv) Evaluatie, validatie en „benchmarking‟ van deze technieken ten opzichte van de testen die beschreven
worden in de huidige iso-normen.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Snelle detectie- en screeningsmethoden van micro-organismen, in het bijzonder: Salmonella, Listeria
monocytogenes en Bacillus cereus
Doelgroepbedrijven
- Bedrijven in voedingssector en/of bedrijven die proceswater hergebruiken
- Laboratoria die microbiologische analyses uitvoeren, incl. FAVV
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 18/36
09. STRUCTUUR- EN TEXTUURVERANDERINGEN IN KANT-EN-KLARE PASTAMAALTIJDEN
Acroniem PastaBite
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Katholieke Hogeschool Kempen
Onderzoeksgroep Labo Voedingsindustrie
Contactpersoon Johan Claes
e-mail: [email protected]
tel 014/56.23.10
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Het onderzoek op pasta is tot op heden vooral gefocust op de productie van de pasta, en minder op
de verwerking in, b.v. kant-en-klare maaltijden. Deze maaltijden nemen een groeiend marktaandeel in
en bijgevolg neemt hun economisch belang toe.
Een van de belangrijkste kwaliteitsaspecten van kant-en-klare pastamaaltijden (waarbij pasta en saus
worden gemengd) is de “bite” van de pasta. Deze “bite” wordt beïnvloed door een veelheid van
factoren: pastakwaliteit, voorkoken van de pasta, samenstelling en hoeveelheid van de gebruikte
saus, verpakkings- en bewaarcondities, bereiding bij de consument, …
In dit project wordt de impact onderzocht van drie groepen van factoren op de “bite” van de pasta bij
consumptie van kant en klare maaltijden door de consument:
1. de samenstelling en de fysico-chemische eigenschappen van droge pasta
2. de receptuursamenstelling (pH, droge stof, stabilisatoren, …)
3. processing van de kant-en-klaarmaaltijd bij de producent en de consument, met inbegrip van
bewaaromstandigheden.
Deze factoren zullen steeds zo nauw mogelijk aansluiten bij de specificaties van de bedrijven (pasta
aangeleverd door de doelbedrijven, recepturen, bewaarcondities, …).
Tijdens het onderzoek zullen de invloedsfactoren daarbij zowel texturometrisch als sensorisch worden
onderzocht. Ook structuurveranderingen (zetmeel en gluten) zullen in kaart worden gebracht.
Verwachte resultaten
Inzicht in de voornaamste invloedsfactoren op de textuurveranderingen van pasta in kant-en-
klaarmaaltijden
Richtlijnen voor het gericht optimaliseren van het productieproces
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing m.b.t. fysico-chemische kwaliteit van een product
Doelgroepbedrijven
Bedrijven met kant-en-klaar maaltijden, pastaproducerende bedrijven, grondstofleveranciers
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 19/36
10. BEREIDING VAN FUNCTIONELE EN GEZONDERE LEVENSMIDDELEN VIA
VERHITTINGSEXTRUSIE
Acroniem EXTRUFOOD
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling ILVO – Eenheid Technologie en Voeding
Onderzoeksgroep Productkwaliteit en -innovatie
Contactpersonen Naam: Hendrik De Ruyck/Jan De Block
e-mail:[email protected]/[email protected]
Tel: 09/272.30.31/09/272.30.06
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Ook levensmiddelenproducenten van geëxtrudeerde voedingsproducten voor de consumentenmarkt
hebben bij het ontwikkelen van nieuwe producten veel aandacht voor maatschappelijke trends waarbij
gezondheidsbevorderende ingrediënten of een gezonder alternatief met meer natuurlijke ingrediënten
heel aantrekkelijk zijn. Verhittingsextrusie, een transformatie- en vormgevingstechnologie waarmee
op continue wijze halffabrikaten of afgewerkte levensmiddelen met een zetmeelstructuur of een
eiwitbasis bereid worden, leent zich uitstekend om bij nieuwe productontwikkelingen de formulatie
eenvoudig en snel aan te passen. De aanwezige testextruder op pilootschaal met co-roterend,
wisselbaar dubbelschroefsysteem is modulair opgebouwd en de procesparameters kunnen over een
brede range gevarieerd worden waardoor een grote productdiversificatie mogelijk is.
Het suikergehalte kan verlaagd worden door naast gangbare suikervervangers ook de mogelijkheden
van alternatieve zoetstoffen zoals steviolglycosiden te onderzoeken. Belangrijk is ook een verhoging
van het vezelgehalte via bv. inulinehoudende ingrediënten maar ook nieuwere ingrediënten als poly-
dextroses. I.v.m. gezondere vetstoffen, behoren naast een aangepaste vetzuursamenstelling ook
nieuwe vetvervangers op zetmeel- of eiwitbasis tot de mogelijkheden. Nieuwe smaak- en aroma-
stoffen kunnen wellicht nog het zoutgehalte doen verminderen.
Een mogelijke onderzoeksaanpak zou erin kunnen bestaan om met een basisreceptuur een proces-
en productoptimalisatie door te voeren met de RSM procedure via experimental designs waarmee het
aantal extrusie-experimenten beperkt kan gehouden worden. De invloed en functionaliteit van de
verschillende soorten nieuwe ingrediënten kan dan onderzocht worden via een beperkte aanpassing
van de procesparameters. Belangrijke productkarakteristieken die dienen gemeten of beoordeeld te
worden zijn structuur- en textuureigenschappen, gelatinisatiegraad en andere functionele eigen-
schappen, en een organoleptische keuring.
Verwachte resultaten
1) Inzicht in beïnvloeding van specifieke ingrediënten op het extrusieproces 2) Gezondere,
geëxtrudeerde levensmiddelen met aangepaste recepturen op basis van gezondheidsbevorderende,
functionele en natuurlijke ingrediënten of een lager vet-, suiker- of zoutgehalte 3) Meer inzicht in
toepassingsmogelijkheden van nieuwe ingrediënten in geëxtrudeerde voedingsmiddelen
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Toevoeging van gezondheidsbevorderende/functionele en natuurlijke ingrediënten en verlaging van
vet-, suiker- of zoutgehalte
Doelgroepbedrijven
Voedingsbedrijven uit volgende sectoren: geëxtrudeerde snacks - ontbijtgranen - zetmeelproducten -
bakkerij - ingrediëntenleveranciers
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 20/36
11. CARRAGEEN IN KOOKWORST
Acroniem CARRAGENIOUS
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Katholieke Hogeschool Sint-Lieven R&D
Onderzoeksgroep Onderzoeksgroep voor Technologie en Kwaliteit van Dierlijke Producten
Contactpersoon Sandra Impens – 0476 / 90 77 46 – 09 / 265 87 28 -
Mede – uitvoerder(s) Nader te bepalen
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Carrageen, algemeen bekend als additief onder de naam E407, wordt vaak gebruikt in recepturen van
vleeswaren -waaronder (vetgereduceerde) kookworst- als verdikkingsmiddel en omwille van zijn
gelerende eigenschappen. Studies hebben immers aangetoond dat kappa( )- en iota( )-carrageen -al
dan niet in een mengsel- een oplossing kunnen bieden voor o.a. het probleem van waterbinding in het
eindproduct.
Carrageen, dat hoofdzakelijk bestaat uit kalium-/natrium-/magnesium- en calciumzouten van
sulfaatesters van polysacchariden (een aaneenschakeling van galactose- en 3,6-
anhydrogalactosemolecules), wordt door extractie verkregen uit natuurlijk voorkomende zeewieren
(van de families Gigartinaceae, Solieriaceae, Hypneaceae en Furcellariaceae van de klasse
Rhodophyceae (roodwieren)) die wereldwijd worden geoogst. Volgens de Europese (en Belgische)
wetgeving moet een carrageenpreparaat voldoen aan bepaalde specifieke zuiverheidseisen
vooraleer het kan worden gebruikt bij de productie van levensmiddelen, waaronder vleesproducten (KB 20/01/2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in
voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, ter omzetting van Richtlijn 2009/10/EG).
Om de kwaliteit en functionaliteit van huidig verkrijgbare carragenen te evalueren voor toepassing in
(vetgereduceerde) kookworst, zal een collectie van wereldwijd geproduceerde carragenen
aangemaakt worden. Hierbij zal aandacht worden besteed aan cultivatie (locatie), oogst (wijze,
tijdstip), extractiemethode, …. De kwaliteit en graad van functionaliteit van de carragenen bij de
bereiding van (vetgereduceerde) kookworst zullen worden geëvalueerd (emulsiestabiliteit/gelsterkte,
microstructuur, reologische eigenschappen, textuur, geleiafzet, kleur, waterbinding in functie van
bewaartermijn, mondgevoel, …) ten opzichte van de samenstelling en zuiverheid van de toegevoegde
preparaten.
Verwachte resultaten
Inzicht in de relatie tussen graad van functionaliteit en kwaliteit/samenstelling van carrageen-
preparaten bij de bereiding van (vetgereduceerde) kookworst.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
“Verlaging van het vet-, suiker- of zoutgehalte” OF “gebruik van natuurlijke ingrediënten:
verdikkingsmiddelen en stabilisatoren”
Doelgroepbedrijven
Producenten van verhitte verkleinde vleesproducten (kookworst) en toeleveranciers van ingrediënten
en additieven
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 21/36
12. KOELING VAN RUNDERKARKASSEN: OPTIMALISERING EN ALTERNATIEVE SYSTEMEN
Acroniem ChillMeat
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling K.U.Leuven
Onderzoeksgroep Adeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren
Contactpersoon Dr. Ir. Pieter Verboven
Tel. 0032 16 321453
Mede–uitvoerder(s) UGent, Vakgroep Dierlijke Productie, prof. dr. ir. S. De Smet
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Achtergrond: In een eerder uitgevoerd Flanders‟ Food project “Optimalisering van de kleurstabiliteit van
rundvlees” is gebleken dat de kleur en de kleurstabiliteit van dieper gelegen delen bij runderkarkassen ten dele
bepaald wordt door de snelheid van glycolyse. Een te snelle daling van de zuurtegraad in combinatie met een te
trage temperatuuurdaling binnen de eerste uren post mortem leidt tot verhoogde denaturatie van eiwitten. Dit
heeft een blekere kleur en een lagere kleurstabiliteit tot gevolg. Bijsturing van het glycolyseverloop d.m.v. een
aangepast sneller koelregime bleek potentieel te hebben om kleurverschillen binnen eenzelfde stuk vlees te
verminderen. Het warm ontbenen van karkassen kort na slachten zorgde voor een uniformer en kleurstabieler
eindproduct.
Doelstelling: In dit projectvoorstel is het de bedoeling om na te gaan of er naast warm ontbenen alternatieven
zijn om de dieper gelegen delen van karkassen sneller te koelen. Daarnaast zal ook aandacht besteed worden
aan optimalisering van de bestaande koelinfrastructuur in slachthuizen.
Projectomschrijving: In een eerste deel zal worden nagegaan of optimalisatie van de bestaande
koelinfrastructuur van de deelnemende slachthuizen mogelijk is. In dit project combineren we de jarenlange
kennis over luchtstroming, warmte- en massaoverdracht bij koeling van K.U.Leuven-MeBioS met de uitgebreide
productkennis van UGent-Dierlijke Productie tot een uniek platform voor evaluatie van verschillende
koelinfrastructuren voor karkaskoeling. Een aantal bestaande koelsystemen van de deelnemende slachthuizen
worden gemonitord, met behulp van metingen van de verdeling van temperatuur, luchtvochtigheid en
luchtsnelheid. De metingen van de koelparameters zullen aangevuld worden met metingen van het temperatuur-
en pH verloop in de karkassen, wat zeer bepalend is voor de vleeskwaliteit. Met behulp van simulatiemodellen
zal de impact van omgevingstemperatuur, relatieve luchtvochtigheid, luchtsnelheid en -circulatie, vullingsgraad
van de koelcellen op het koelverloop binnenin karkassen worden verduidelijkt en gekwantificeerd. Op basis van
deze kennis en aangetoond door berekeningen worden voorstellen gedaan voor het optimaliseren van bestaande
systemen naar het bereiken van een snellere inkoeling aan een zo laag mogelijke koelkost en zo hoog mogelijke
kwaliteit (o.a. kleurbehoud, beperken vochtverliezen). In een tweede deel zal vooreerst aan de hand van
literatuur en modelberekeningen worden nagegaan wat de mogelijke innovatieve koelingsalternatieven zijn en
hun te verwachten resultaten. Hierbij wordt o.a. gedacht aan beneveling, insnijdingen maken in de karkassen
vroeg postmortaal (partieel ontbenen), CO2 koeling, koeling d.m.v. infusie en lokaal koelen d.m.v. „koelsondes‟.
Aan de hand van deze studie zal in samenspraak met de betrokken partijen en in functie van de haalbaarheid
een keuze worden gemaakt om één of meerdere van deze systemen in de praktijk uit te testen in een prototype-
opstelling, waarbij het koelverloop, de koelkost en de kwaliteit van de karkassen en het vlees worden
geëvalueerd.
Verwachte resultaten
Op het einde van het project kan worden verwacht dat slachthuizen meer inzicht hebben verworven over hoe de
karkaskoeling binnen hun bedrijf kan worden geoptimaliseerd en of er alternatieven bestaan. Zowel slachthuizen
als koelbedrijven zullen kennis verwerven over welke bestaande of nieuwe systemen er mogelijk zijn om
slachtwarme karkassen beter te koelen en welke hun impact is op de koelingscurve en kwaliteit. Concrete
resultaten worden verwacht van het uittesten van minstens één alternatief koelsysteem.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing (m.b.t. de fysico-chemische kwaliteit van een product)
Doelgroepbedrijven
Slachthuizen, versnijderijen en leveranciers van koelsystemen
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 22/36
13. PRAKTIJKRICHTLIJNEN VOOR REINIGING EN DESINFECTIE IN
LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN
Acroniem (eventueel) DECONTFOODINDUST
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling ILVO- Eenheid Technologie & Voeding
Onderzoeksgroep Voedselveiligheid
Contactpersoon Naam: Koen De Reu/ Marc Heyndrickx/Geertrui Vlaemynck
e-mail: [email protected]/[email protected]
tel 09/272.30.44/43
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Ieder bedrijf dat levensmiddelen produceert, bewerkt, verpakt, verhandelt, opslaat of vervoert moet
een systeem toepassen dat de hygiëne en voedselveiligheid waarborgt. Reiniging en desinfecteren
zijn een essentieel onderdeel van dit systeem. Het toepassen van reiniging en desinfectie lijdt echter
niet steeds tot het gewenste effect. Enkele belangrijke redenen hierbij zijn: te weinig kennis over de
bestaande reinigings- en desinfectietechnieken, het niet goed toepassen van de te volgen procedure,
hardnekkige besmettingen en moeilijk bereikbare plaatsen. In eerste instantie zal een inventarisatie
gemaakt worden van de beschikbare reinigings- en desinfectietechnieken zoals de klassieke
reiniging en desinfectie, foamgelreiniging, droogijsstralen, hoge druk, ultrasoon, thermische
desinfectie, desinfecteren door fogging, sprayen of schuimen, … .De verschillende technieken en hun
toepassingsmogelijkheden binnen de levensmiddelenindustrie zullen met behulp van workshops
toegelicht worden. Periodieke verificatie van de goede reiniging en desinfectie is noodzakelijk.
Afdrukplaatjes zijn een hulpmiddel maar zijn niet steeds bruikbaar. Bijkomende technieken zoals het
nemen en geschikt analyseren van swabs en het gebruik van snelle reinigings- en hygiënetesten (bv.
eiwit, allergeen en ATP) zullen onderzocht worden. Dit moet leiden tot een meetsysteem waarmee
snel en eenduidig de effectiviteit van reinigen en desinfecteren kan vastgesteld worden. Moeilijk
bereikbare plaatsen in de productie en zijn omgeving blijven occasionele of persisterende bronnen
van besmetting met bv. pathogenen als Listeria en Salmonella of met sporenvormende bacteriën.
Deze kritische punten van besmetting zijn vaak onvoldoende gekend. Uitgebreide staalnames moeten
deze punten voor de diverse sectoren van de levensmiddelenindustrie in kaart brengen en tools
aanbieden om een efficiënte verwijdering van deze contaminatie mogelijk te maken. Het project zal
ook aandacht hebben voor het hygiënisch ontwerpen, secundair afval en slijtage.
Dit alles moet finaal leiden tot het opstellen van verschillende praktijkrichtlijnen voor reiniging en
desinfectie. Deze richtlijnen moeten duidelijk maken welke de basisvoorwaarden, voorbereidingen,
vormen van reiniging, vormen van desinfectie en wijze van verificatie van de goede uitvoering zijn.
Verwachte resultaten
1) Grondige inventarisatie van de reiniging en desinfectiemethoden voor de voedingsindustrie, 2) Ter
beschikken hebben van praktijkrichtlijnen voor geoptimaliseerde reiniging en desinfectie, 3) Opstellen
van meetsysteem om de effectiviteit van reinigen en desinfecteren te kunnen aantonen en 4) Meer
inzicht in persisterende besmettingsbronnen
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Efficiënte reiniging en decontaminatie van installaties en de evaluatie ervan
Doelgroepbedrijven
Alle voedingsbedrijven, in het bijzonder zuivel, vlees, vis, kant-en-klaarmaaltijden
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 23/36
14. EFFICIËNTE REINIGING EN DECONTAMINATIE VAN INSTALLATIES EN DE EVALUATIE
ERVAN
Acroniem CleanGuide
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling VITO
Onderzoeksgroep MANT & SCT
Contactpersoon Naam: Sabine Kreps
e-mail [email protected]
tel 014/33.51.25
Mede – uitvoerder(s) Te bespreken
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Goede hygiëne van een installatie, van apparatuur en van materialen in gebruik in de
voedingsindustrie omvat zowel een optimale reiniging als een optimale desinfectie. Een hoge
standaard van hygiëne en ontsmetting is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat installaties en
materialen voor hergebruik steeds rein zijn en microbiologisch beheerst blijven.
In deze studie worden installaties doorgelicht om te zien hoe het huidige reinigings- en
decontaminatieproces wordt uitgevoerd. Oppervlaktehygiëne en efficiënt reinigen zijn kritische
controlepunten, maar ook de technische aspecten van de installaties zoals het ontwerp, de gebruikte
materialen, de koppelingen van onderdelen en het voorkomen van moeilijk toegankelijke plaatsen zijn
belangrijk. Daarnaast zijn de verschillende stappen van het voedselbereidingsproces fundamenteel:
elke stap in het proces kan repercussies hebben op de hygiënetoestand van de installaties. Na een
grondige doorlichting zullen zowel technische, procesgerelateerde en hygiënische richtlijnen worden
opgesteld.
Micro-organismen en biofilms adheren op alle mogelijke oppervlakken, en accumuleren in
ontoegankelijke delen van de machines en de apparatuur. Om de hygiënetoestand van de installaties
te beoordelen, zijn systematische microbiologische controles vereist. Aan de hand van staalnames en
analyses zullen de kritische punten worden bepaald. Om deze fundamentele controles te
vergemakkelijken en te systematiseren wordt een staalnamecampagne voorgesteld, en worden
protocols voor een optimaal reinigings- en ontsmettingprogramma uitgewerkt.
Bij het ontwerp van een nieuwe of optimalisatie van de huidige reinigings- en desinfectiemethode zal
rekening worden gehouden met de volgende overwegingen: de wettelijke eisen conform de hygiëne
en voedselveiligheid, het ontwerp van een compatibele, snelle en effectieve methode, mogelijke
corrosieve eigenschappen van de voorgestelde methode, de invloed van de desinfectie van de
apparatuur op de geur of smaak van het verwerkte voedsel, de veiligheid van de methode en de
financiële implicaties.
Verwachte resultaten
Als resultaat van deze studie worden procesmatige en technische ondersteuning gegeven, alsook
uitgewerkte reinigings- en desinfectierichtlijnen.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Efficiënte reiniging en decontaminatie van installaties en de evaluatie ervan
Doelgroepbedrijven
Alle voedingsbedrijven
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 24/36
15. IMPACT VAN MATERIAAL, PROCES & DESIGN OP ZUURSTOFDOORLAATBAARHEID VAN
GETHERMOFORMEERDE VERPAKKINGEN
Acroniem MaProDe_Ox
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling XIOS Hogeschool Limburg – VerpakkingsCentrum
Onderzoeksgroep Verpakkingstechnologie
Contactpersoon dr. Roos Peeters – dr. ir. Mieke Buntinx – Ing. Dimitri Adons
[email protected] [email protected] [email protected]
011/370.789 VerpakkingsCentrum
Mede – uitvoerder prof. dr. Robert Carleer; onderzoeksgroep TOES IMO/CMK; Universiteit Hasselt
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Een verbrede kennis in het domein van gaspermeabiliteit kan een grote impact hebben op de ontwikkeling van
verpakkingsmaterialen en –concepten, die op korte termijn besparingen kunnen opleveren door o.a. een
verlengde shelf life van het verpakte voedingsproduct.
Thermovorming, een veelgebruikte techniek om via verwarmen en druk (en vacuüm) een verpakking vorm te
geven en te produceren, heeft een directe impact op enerzijds het design van de verpakking (vorm, volume,
aantrekkelijkheid, etc.), maar anderzijds ook op diverse fysische en chemische eigenschappen van het
uitgangsmateriaal zoals dikte, gasdoorlaatbaarheid, kristalliniteit, mechanische en optische eigenschappen.
Design is belangrijk voor de marketing. Permeabiliteit staat in rechtstreeks verband met de houdbaarheid van
het product. Een optimalisatie van beide factoren is gewenst voor een ideaal verpakkingsconcept.
De wetenschappelijke gegevens omtrent gasdoorlaatbaarheid van de originematerialen die beschikbaar zijn, zijn
niet altijd eenvoudig extrapoleerbaar naar gethermoformeerde verpakkingen, o.a. als gevolg van moeilijk
controleerbare materiaalverdunningen in de wanden en hoeken en het gecombineerde effect van verstrekking-
temperatuur-druk-snelheid op intrinsieke materiaalkarakteristieken. Bovendien blijken deze effecten op de
zuurstofdoorlaatbaarheid sterk materiaalafhankelijk te zijn.
In dit project wil het VerpakkingsCentrum i.s.m. TOES IMO/CMK en geïnteresseerde bedrijven en consortia (bv.
Pack4Food) de impact onderzoeken van de materiaalkeuze, het thermovormingsproces en het
verpakkingsdesign op de zuurstofdoorlaatbaarheid en de fysico-chemische eigenschapen van
commerciële verpakkingsmaterialen vóór en na thermovorming (meer specifiek in de hoeken, wanden en de
globale verpakking).
Verwachte resultaten
1. Verbrede kennis betreffende effecten van het thermovormingsproces op de zuurstofpermeabiliteit en
andere gerelateerde fysische, mechanische en chemische eigenschappen van commercieel belangrijke verpakkingsmaterialen.
2. Innovatie in gethermoformeerde verpakkingsconcepten (materiaal, proces & design).
3. Een meer interactieve relatie tussen materiaalproducent, -leverancier, voedingsproducent en inpakker.
4. Gerichte verspreiding van de opgebouwde kennis rond gaspermeabiliteit van verpakkingsmaterialen en
verpakkingsconcepten via seminaries, technische opleidingen, publicaties, etc. Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Verpakking – Verlenging van de productkwaliteit (onrechtstreeks)
Doelgroepbedrijven
1. Bedrijven die materialen en verpakkingen ontwikkelen, produceren en verdelen;
2. Bedrijven die gethermoformeerde verpakkingen „gebruiken‟ in de voedingsindustrie.
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 25/36
16. VERANTWOORD OPTIMALISEREN VAN SECUNDAIRE EN TERTIAIRE VERPAKKING
Acroniem Veropack
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling KaHo Sint-Lieven
Onderzoeksgroep VCAT
Contactpersoon Naam: Marc Juwet
e-mail: [email protected]
tel: 09 265 87 05
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Elk bedrijf dat goederen laat vervoeren over de weg in België, moet sinds kort zorgen voor een
voldoende stevige transportverpakking. Sinds februari 2010 zijn ook de concrete criteria en de
bijbehorende testprocedure gekend om de stevigheid van een transportverpakking te beoordelen.
Samengevat komen die hierop neer dat verpakte voeding vormstabiel moet zijn tot 0,5g.
Momenteel is duidelijk dat
- de transportverpakking van voedingswaren vaak niet is geoptimaliseerd en bijgevolg goedkoper
kan voor dezelfde performantie of veel beter kan gemaakt worden voor dezelfde kost.
- Dat 3% van de getransporteerde voeding beschadigd wordt tijdens transport en moet vernietigd
worden of verkocht aan een gereduceerde prijs, soms met schadeclaims tot gevolg.
In dit project worden de verschillende parameters die invloed hebben op de vormstabiliteit onderzocht
op een pragmatische maar wetenschappelijk verantwoorde manier.
In dit project worden fysische testen uitgevoerd met palletten verpakte voeding van de
projectpartners. Deze testen worden gefilmd met een hogesnelheidscamera. De analyse van de
beelden levert enerzijds rechtstreeks informatie om de verpakking (meestal secundaire - en
transportverpakking) te verbeteren. Anderzijds levert de gemeten vervorming in functie van de tijd ook
de kwantitatieve informatie om ons bestaand computermodel van verpakte goederen af te stemmen
op de werkelijkheid voor een bepaalde klasse van verpakte producten.
Verwachte resultaten
Technisch: Concrete richtlijnen voor de diverse parameters van een transportverpakking die voldoet
aan de huidige wetgeving, geordend voor 10 tot 20 klassen van verpakte producten.
Parameters omvatten type van folie, verwerkingsparameters van de folie, aantal en aard van
tussenvellen in karton of antislippapier, stapelpatroon, gebruik van verlijming, …
Economisch: persoonlijke aansprakelijkheid van CEO afgedekt zonder meerkost voor verpakking.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Verpakking
Doelgroepbedrijven
Alle sectoren
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 26/36
17. MEERVOUDIGE TOEPASSINGEN VAN MEERVOUDIGE EMULSIES: VETREDUCTIE EN
INGREDIËNT-ENCAPSULATIE VIA DEZELFDE TECHNOLOGIE
Acroniem : WOW
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Universiteit Gent
Onderzoeksgroep Deeltjes- en grensvlaktechnologie (www.paint.ugent.be)
Contactpersoon Prof. Paul Van der Meeren
Tel 09/2646003
Mede – uitvoerder(s) Universiteit Gent ; Lab Food Technology & Engineering (www.fte.ugent.be);
Prof. Koen Dewettinck
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Meervoudige emulsies van het W/O/W-type zorgen voor een inwendige waterige fase die fysische
gescheiden is (via een oliefase) van een externe waterige fase. Dit opent twee belangrijke
perspectieven. Vooreerst laat deze benadering toe een deel van de vetfase te substitueren met water,
waardoor verlaagd vet-toepassingen mogelijk worden met behoud van functionaliteit (zoals viscositeit
en opklop van room, textuur van kaas, ...). Anderzijds laat deze benadering ook toe wateroplosbare
verbindingen fysisch te scheiden zodat niet-compatibele ingrediënten toch in dezelfde mix kunnen
geïncorporeerd worden. Een typisch voorbeeld is een enzym-mix voor broodverbeteraars waar
proteasen andere enzymen afbreken.
Bedoeling van het project is de „proof of principle‟ te leveren aan de hand van een aantal specifieke
toepassingen, die gekozen zullen worden op basis van de interesses van deelnemende bedrijven.
Hierbij zal het onderzoek zich in eerste instantie richten op de aanmaak, waarbij
formuleringsaspecten zoals types en concentraties oppervlak-actieve verbindingen en
procescondities belangrijk zijn. Een tweede belangrijk aspect is de migratie van zowel water als
opgeloste componenten tussen de inwendige en uitwendige waterfase en dit niet enkel onder
stationaire omstandigheden, maar ook bij processing (zoals bijvoorbeeld opklop). Tenslotte dient
natuurlijk ruim aandacht besteed te worden aan de functionele eigenschappen, eventueel in
vergelijking met huidig beschikbare alternatieven.
Verwachte resultaten
a) Deze W/O/W technologie laat toe een aanzienlijke vetreductie te realiseren met behoud van
de fractie aan gedispergeerde fase en dus minimaal verlies aan functionaliteit.
b) Anderzijds maakt deze technologie vloeibare, watergedragen ingrediënt-mixen mogelijk van
componenten die in een 1-fasig systeem zouden reageren
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
a) Verlaging van vet-, suiker- of zoutgehalte
b) Bescherming van ingrediënten via coating of encapsulatie
Doelgroepbedrijven
a) Zuivelsector of sauzensector voor wat aspect vetreductie betreft;
b) ingrediënt-toeleveraars (of eindgebruikers) voor wat inkapseling betreft
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 27/36
18. ONDERZOEK NAAR IJS EN ZUIVELDESSERTEN MET VERMINDERD CALORIEGEHALTE
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO)
Onderzoeksgroep Technologie & Voeding – Productkwaliteit en -innovatie
Contactpersoon De Block Jan
tel. 09 272 30 06
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
IJs en zuiveldesserten zijn producten die heel erg gewaardeerd worden als verfrissend tussendoortje
of als dessert. Het grote nadeel van (room)ijs, sorbets en zuiveldesserten is dat ze een belangrijke
aanbrenger zijn van calorieën. Zowel vet als suiker zijn belangrijke ingrediënten en vervullen
verschillende functies. Vet helpt met het stabiliseren van het schuim bij luchtinslag, het is grotendeels
verantwoordelijk voor de romige structuur, het bepaalt bij ijs het afsmeltgedrag en het is noodzakelijk
voor de vrijstelling van vetoplosbare aromamoleculen. De rol van suiker is niet alleen zoetmakend, het
zorgt bij ijs eveneens voor een vriespuntverlagend effect, draagt bij tot het volume van het dessert
(bulk), is viscositeitsverhogend, kan effect hebben op aroma‟s en speelt een rol bij de bewaring.
In dit project zal gezocht worden naar alternatieve formuleringen, gebruik makend van vet- en
suikervervangers om het aantal calorieën in (room)ijs (o.a. vanille-ijs, chocolade-ijs, yoghurtijs, …),
sorbets en zuiveldesserten (o.a. rijstpap, pudding, chocomousse, vla, …) te reduceren rekening
houdend met de verschillende bovenvermelde functionele eigenschappen waaraan in de mate van
het mogelijke moet voldaan worden. Als doel wordt minstens een 30% calorische reductie
vooropgesteld waarbij zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van natuurlijke ingrediënten. Zowel
recepturen voor industriële als ambachtelijke bereidingen zullen aan bod komen.
Verwachte resultaten
Een inventaris van de meest interessante en bruikbare combinaties van vet- en suikervervangers voor
(room)ijs, sorbets en zuiveldesserten. Kennis van bijkomende ingrediënten en wijzigingen in de
receptuur die noodzakelijk zijn als corrigerende maatregelen (met betrekking tot onder meer
vriespunt, droge stof, schepbaarheid, mondgevoel en zoetkracht). Kennis en optimalisatie van gedrag
bij processing en gedrag bij bewaring.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Verlaging van het vet-, suiker- of zoutgehalte
Doelgroepbedrijven
IJsproducenten, zuivelbedrijven, ingrediëntenleveranciers
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 28/36
19. PROCESOPTIMALISATIE IN DE ZUIVELINDUSTRIE: HOE FTALATEN VERMIJDEN
Acroniem FTALATEN
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Vlaamse Instelling voor Technologische Onderzoek (VITO)
Onderzoeksgroep Unit Milieurisico en Gezondheid
Contactpersoon Mirja Van Holderbeke
014/33 51 33
Mede – uitvoerder(s) VITO: Unit Milieuanalyse en -techniek; Kelly Servaes
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Dialkyl- en alkylbenzylftalaatesters, kortweg ftalaten genoemd, vormen een groep van chemische
verbindingen die op grote schaal geproduceerd worden voor gebruik als weekmaker in o.a.
consumptieartikelen, flexibele slangen, transportbanden en verpakkingsmateriaal. Omwille van dit
veelvuldig gebruik zijn ftalaten alomtegenwoordig in ons milieu. Ftalaten worden verantwoordelijk
geacht voor negatieve gezondheidseffecten bij mensen, zoals verstoring van de
hormoonhuishouding.
Blootstelling van de mens aan deze verbindingen gebeurt hoofdzakelijk door inname via de voeding.
De aanwezigheid van ftalaten in zuivelproducten levert hiertoe een significante bijdrage. Contaminatie
gebeurt hoofdzakelijk via verwerking en verpakking van melk en afgeleide zuivelproducten zoals
kaas, kwark en yoghurt. Doelstelling van het project is inzicht te krijgen in de bronnen van
ftalaatcontaminatie bij de productie en verpakking van zuivelproducten. Hiervoor zal een kritische
analyse gebeuren van de mogelijke bronnen van contaminatie. Door gerichte bemonstering en
chemische analyse zal het belang van elk van de mogelijke bronnen gekwantificeerd worden. Deze
procesanalyse zal gebeuren bij verschillende bedrijven en onder verschillende omstandigheden van
verwerking en verpakking. Op basis van de bekomen resultaten zal een voorstel voor
procesoptimalisatie uitgewerkt worden.
Verwachte resultaten
Kwantitatieve analyse van de bronnen van ftalaten tijdens productie en verpakking van
zuivelproducten
Voorstellen voor procesoptimalisatie
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Beheersing van welbepaalde chemische contaminanten
Doelgroepbedrijven
zuivelsector
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 29/36
20. CONTACTLOZE MILLIMETERGOLFSENSOREN VOOR OPVOLGING VAN INDUSTRIËLE
VRIESPROCESSEN
Acroniem FREEZE
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling VUB
Onderzoeksgroep Etro
Contactpersoon Johan Stiens, [email protected] 02/6292397
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Situering: Invriezen en vriesdrogen van voedingsproducten zijn veel voorkomende processen in de
voedingssector en blijven gestaag groeien. Een goede kwaliteitsbewaking van een industrieel invries
of vriesdroog proces kan belangrijk zijn om velerlei redenen: controle van de invriessnelheid,
zekerheid van 100% invriezen, minder energie consumptie, opvolging van temperatuursfluctuaties
tijdens logistiek transport van het voedingsproduct.
Bestaande meettechnieken laten echter niet toe om op een niet-destructieve wijze in de ingevroren
producten te gaan kijken en de temperatuur binnenin het product op te volgen.
Oplossing: mm golf sensoren. Millimetergolven zijn elektromagnetisch golven met een frequentie
tussen de 30 en 300 GHz. De corresponderende golflengtes zijn 10 en 1 mm. Zij situeren zich tussen
de microgolven en het infrarode licht. Zij bieden een unieke combinatie van horizontale en verticale
resolutie en penetratiediepte doorheen heel wat materialen (bvb verpakking, maar ook droge
voedingsproducten). Water, één van de meest voorkomende stoffen in de voedingswereld vertoont
echter een heel sterke interactie (absorptie of reflectie) met mm golven wegens zijn polair karakter. In
de vaste toestand (ijs) verliest water zijn polair karakter en zal de interactie sterk afnemen. Bovendien
is deze interactie temperatuursafhankelijk. D.m.v. een geschikte sensorconfiguratie kan men
contactloos de relatieve fractie van water en ijs gaan opvolgen in een product opvolgen.
Waarom nu? Daar de technologische elektronische sensorbouwstenen in opgang zijn bij deze
frequenties, wordt verwacht dat er op korte termijn kost efficiënte en innovatieve sensor oplossingen
kunnen aangeboden worden. In een huidig lopende innovatieproject met een Vlaams bedrijf wordt
een zeer gevoelige sensorconfiguratie ontwikkeld om op een contactvrije manier absolute
vochtigheidpercentages op te meten in voedingstoffen met beperkt vochtigheid (< 20%) en beperkte
dikte (mm tot cm). Dit lopende onderzoekswerk is een uitstekende uitvalsbasis om innovatieve
sensorapplicaties bij invries en vriesdroogprocessen uit te werken.
Verwachte resultaten
bouwen en uittesten van sensoren voor volgende scenario‟s
- Tijdstip bepalen waarbij product voor 100% ingevroren is
- Temperatuur van een ingevroren product bepalen in functie van tijd en locatie in een
installatie
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing
Doelgroepbedrijven
fabrikanten van diepvries- en vriesdrooginstallaties, voedingsbedrijven die producten invriezen,
transportbedrijven voor logistieke opvolging van temperatuursevolutie van producten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 30/36
21. ONTWIKKELING VAN EEN GEBRUIKSVRIENDELIJKE GEOGRAFISCHE WEBTOEPASSING VOOR DE
BEHEERSING VAN ZWARE METAALCONCENTRATIES IN GROENTEN GETEELD IN VLAANDEREN
Acroniem VEGEO
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Vlaamse Instelling voor Technologische Onderzoek (VITO)
Onderzoeksgroep Unit Milieurisico en Gezondheid
Contactpersoon Mirja Van Holderbeke
014/33 51 33
Mede – uitvoerder(s) VITO: Unit Milieu-analyse en Techniek; Kristof Tirez
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Bestaande kennis en geografisch gespecificeerde gegevensrond bodemkenmerken en
metaalconcentraties in bodems worden geïntegreerd met berekeningsmodellen voor de opname van
zware metalen door diverse gewassen en vormen de basis voor een interactieve,
gebruiksvriendelijke, geografische (GIS) webtoepassing. Deze toepassing biedt de groentesector de
mogelijkheid om een inschatting te maken van de te verwachten zware metaalconcentraties in
geteelde groenten in Vlaanderen, zowel op regionaal als perceelspecifiek niveau. Daarnaast kan ook
een ruwe inschatting gemaakt worden van de impact van teeltspecifieke maatregelen (bv. bekalking
of het gebruik van organisch materiaal) op de metaalconcentraties in groenten. Het model zal
gevalideerd worden met de resultaten van een statistisch onderbouwd bemonsterings- en
analyseplan.
Op basis van consumptiedata uit de Belgische voedselconsumptiepeiling en concentraties in
levensmiddelen (gemeten of uit literatuur) kan de gemiddelde inname van zware metalen voor de
Belgische bevolking ingeschat worden. In samenspraak met de bedrijven kan voor een aantal
gewassen de impact van een verhoogde concentratie op de dagelijkse inname van de Belgische
bevolking beoordeeld worden.
Verwachte resultaten
Een interactieve gebruiksvriendelijke geografische webtoepassing die de groentesector de
mogelijkheid biedt om een inschatting te maken van de te verwachten metaalconcentraties in
groenten in Vlaanderen, zowel op regionaal als perceelspecifiek niveau. Daarnaast kan ook een
inschatting gemaakt worden van de impact van verhoogde concentraties in bepaalde gewassen op de
dagelijkse inname van de Belgische bevolking.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Beheersing van welbepaalde chemische contaminanten
Doelgroepbedrijven
groentesector Vlaanderen
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 31/36
22. VOORBEHANDELING VAN AGRO-INDUSTRIËLE RESTSTROMEN VOOR BIO-
ENERGIEPRODUCTIE
Acroniem Agronergie
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Hogeschool Gent
Onderzoeksgroep Biochemie-Brouwerij
Contactpersoon Naam: Anita Van Landschoot
e-mail: [email protected]
tel 09 2424236
Mede – uitvoerders Ingeborg Stals en Dana Vanderputten, zelfde onderzoeksgroep
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Het project focust zich op brandstoffen die kunnen geproduceerd worden uit agro-industriële
reststromen. Het project onderzoekt de geschiktheid van (poly)sachariderijke agro-industriële
reststromen in Vlaanderen als grondstof voor bio-energieproductie. Het project beoogt een
enzymatische versuikering, al dan niet na een extra voorbehandeling, van de residuele
(poly)sachariden in de reststromen en de daaropvolgende vergisting tot biogas of bio-ethanol. Het
onderzoek van de reststromen is dus tweeledig. Er zal nagegaan worden of de voorbehandeling(en)
1) het biogasrendement kunnen verhogen bij de anaerobe vergisting van de reststromen of 2)
resulteren in een hoger gehalte aan fermenteerbare suikers en bijgevolg in een verhoogde opbrengst
aan bio-ethanol bij anaerobe fermentatie. Agro-industriële reststromen die na een specifieke
voorbehandeling op laboratoriumschaal een goed rendement aan biogas of aan bio-ethanol geven
zullen opgeschaald worden op pilootschaal (60 L) en/of semi-industriële schaal (EBIT) en in
casestudies onderzocht worden. Het kan opportuun zijn om de reststromen lokaal te versuikeren, de
suikerhoudende massa eventueel te concentreren en deze te transporteren naar de bio-
energieproducenten die deze omzetten via hun normale procesvoering. Aldus wordt voldoende
schaalgrootte bekomen, kunnen de transportkosten gedrukt worden en wordt het probleem van
onregelmatige en heterogene reststromen sterk gebufferd. Het project sluit aan bij drie lopende
projecten van de onderzoeksgroep: 1) Enzymatische voorbehandeling van agro-industriële
reststromen (PWO); 2) Voorbehandeling en fractionatie van lignocellulose biomassa in hoogwaarde
co-producten (Hogeschool Gent) en 3) Valorisatie van (ligno-)cellulose reststromen (IWT TETRA)
Verwachte resultaten
De projectresultaten bieden een valorisatie van agro-industriële reststromen voor de eigen
biogasinstallatie van het bedrijf of voorzien in een nieuw aanvoerkanaal voor de bedrijven uit de bio-
energie sector. Deze nieuwe instroom is bovendien een duurzaam alternatief voor energierijke
gewassen van de schaarse landbouwgrond voor voedsel- en voedergewassen.
Door de aansluiting met drie lopende projecten kan het project gerealiseerd worden tegen een
beperkte kost voor de participerende bedrijven.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Valorisatie nevenstromen
Doelgroepbedrijven
Brede doelgroep van voedingsindustrieën met nevenstromen
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 32/36
23. ZETMEELFUNCTIONALITEIT
Acroniem Combistarch
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Katholieke Universiteit Leuven
Onderzoeksgroep Laboratorium voor Levensmiddelenchemie en -biochemie
Contactpersoon Naam Jan Delcour
e-mail [email protected]
tel 016/32.16.34
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Natuurlijke zetmelen voldoen in vele levensmiddelentoepassingen niet aan de nodige functionele
eisen. Chemische modificatie is een veel gebruikte tool om aan zetmelen gewenste eigenschappen te
geven. Verknoopte zetmelen worden gebruikt om de zetmeelzwelling uit te stellen en de granules
steviger te maken, terwijl geoxideerde of geacetyleerde zetmelen na verstijfseling voor een lagere
eindviscositeit van de resulterende gelen zorgen. Het vervangen van chemisch gemodificeerde
zetmelen biedt onbetwistbare (marketing)voordelen. Het is een uitdaging om deze behandelingen
overbodig te maken. In dit project wordt beoogd op basis van een hypothesegedreven aanpak de
functionele eigenschappen van gemodificeerde zetmelen te benaderen door mengsels van al dan niet
hydrothermaal voorbehandelde zetmelen samen te stellen. Op basis van de kennis van de veelzijdige
eigenschappen van zetmelen van diverse botanische oorsprong, wordt hypothesegedreven nagegaan
welke (combinaties van) zetmeelbronnen een volwaardig alternatief zouden kunnen vormen voor
chemisch gewijzigde zetmelen. Zo wordt inzicht verworven in een mogelijke wisselwerking tussen
verschillende zetmelen en in de unieke eigenschappen die een combinatie ervan mogelijk met zich
meebrengt.
Verwachte resultaten
Zetmeelformuleringen met eigenschappen die deze van gemodificeerde zetmelen benaderen.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Gebruik van clean label (zonder E-nummer) en/ of natuurlijke ingrediënten
Optimalisatie van processing
Doelgroepbedrijven
Zetmeelindustrie
soep- en sausproducenten
pudding- en dessertproducenten
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 33/36
24. VERLAGING NITRIETGEHALTEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GEZONDE VLEESPRODUCTEN
Acroniem NITRILOW
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Vrije Universiteit Brussel
Onderzoeksgroep Industriële Microbiologie en Voedingsbiotechnologie
Contactpersoon Prof. Dr. ir. Frédéric Leroy; e-mail: [email protected]; tel: 026293612
Mede – uitvoerder(s) Universiteit Gent; Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van Dierlijke
Producten; Prof. Dr. ir. Stefaan De Smet
Universiteit Gent; Laboratorium voor Levensmiddelenmicrobiologie en –
Conservering; Prof. Dr. ir. Frank Devlieghere
KaHo Sint-Lieven; Onderzoeksgroep voor Technologie en Kwaliteit van
Dierlijke Producten; Dr. Apo. Sandra Impens
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Er is bezorgdheid dat de aanwezigheid van nitriet in vleesproducten aanleiding zou geven tot een verhoogd risico
op o.a. intestinale kankers. Nitriet, als dusdanig of als zijn precursorvorm nitraat, blijft voorlopig echter vereist
voor voldoende kleur, kleurstabiliteit en voedselveiligheid van het eindproduct. In dit project zal het verband
tussen de nitriet- en nitraatgehalten en de fysicochemische kleur- en vetstabiliteit van verhitte, gefermenteerde
en rauwe vleesproducten in kaart worden gebracht door het Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van
Dierlijke Producten. Aandacht zal hierbij ook gaan naar residuele nitrietgehalten in de eindproducten. In geval
van verhitte vleesproducten zal ook gekeken worden naar door verhitting gevormde verbindingen, zoals N-
nitrosamines (Onderzoeks-groep voor Technologie en Kwaliteit van Dierlijke Producten). Dalingen in
nitrietgehalten zullen worden opgevangen door natuurlijke bestanddelen, zoals alternatieve (E-nummer-vrije)
kleurstoffen en antimicrobiële componenten, met oog voor een optimale omzetting van myoglobine naar
nitrosomyoglobine (Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van Dierlijke Producten). Voor gefermenteerde
vleesproducten zal op niveau van de startercultuur door de Onderzoeksgroep Industriële Microbiologie en
Voedingsbiotechnologie gebruik worden gemaakt van melkzuurbacteriën die bacteriocines produceren
(voedselveiligheid) en/of NO produceren uit hun aminozuurmetabolisme (kleurstabiliteit), bijvoorbeeld via
voorincubatie. Ook bestaat ruimte om de werking van nitraat-reducerende stafylokokken beter af te stemmen op
de pekelzoutgehalten met oog op nitrietreductie. De vereiste analysen zullen gebeuren op in vitro-simulatie (in
computergestuurde laboratorium-fermentoren; Onderzoeksgroep Industriële Microbiologie en
Voedingsbiotechnologie) en in situ-piloot-schaalfermentaties (Onderzoeksgroep voor Technologie en Kwaliteit
van Dierlijke Producten). De groei van pathogenen in relatie tot de nitrietgehalten zal in de tijdens dit project
bestudeerde vleesproducten worden nagegaan door het Laboratorium voor Levensmiddelenmicrobiologie en –
Conservering. In het bijzonder is onderzoek nodig naar de inhibitie van Clostridium botulinum, waarop de
effecten van natuurlijke antimicrobiële alternatieven voor nitriet (o.a. organische zuren) amper bekend zijn, aan
de hand van o.a. modellering en challenge-testen.
Verwachte resultaten
De hoofddoelstelling is te komen tot vleesproducten met verlaagde nitriet- en nitraatgehalten. Het in kaart
brengen van de relatie tussen nitrietgehalten en de kleurstabiliteit en voedselveiligheid van het eindproduct zal
zorgen voor een betere kwantificatie, controle en sturing van de beoogde effecten. Reductie van de nitriet/nitraat-
gehalten van vleesproducten biedt ruime valorisatiemogelijkheden, gezien zowel de voedingsindustrie, de
consumenten als de overheid hierbij gebaat zijn.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Gebruik van clean label (zonder E-nummer) en/ of natuurlijke ingrediënten
Doelgroepbedrijven
Vleesproductensector en ingrediëntenleveranciers
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 34/36
25. FUNCTIONELE APPELSAPPEN DOOR GERICHTE CULTIVARSELECTIE EN VERWERKING
Acroniem FuncJuice
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO)
Onderzoeksgroep Unit Milieuanalyse en -techniek
Contactpersoon Dr. Kelly Servaes - [email protected] – 014/33 50 39
Mede – uitvoerder(s) ILVO; Eenheid Technologie en Voeding; Dr.Ir. Bart Van Droogenbroeck
Nog verder te identificeren afhankelijk van de door de industrie gewenste expertise
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Fruitsappen maken een essentieel onderdeel uit van een lekkere, gevarieerde en gezonde voeding.
Wat appelsappen betreft, is er echter nog veel ruimte voor innovatie, optimalisatie en diversificatie. Zo
zijn de meeste sappen die we vandaag kunnen kopen vaak zeer rijk aan suikers (veel calorieën) maar
arm aan functionele componenten die van nature in appels voorkomen.
Dit project heeft als doel een appelsap te produceren dat rijker is aan gezondheidsbevorderende
componenten dan het huidige commerciële aanbod. Een eerste fase zal daarom bestaan uit de
karakterisering van de grote diversiteit aan appelrassen die in Vlaanderen geteeld worden. Hier ligt de
focus op sapopbrengst, suikergehalte, zuurheid en inhoud aan functionele componenten (vitamines,
flavonoïden, fenolische zuren en vezels). In een tweede fase zullen op basis van de verkregen
informatie de meest interessante rassen worden gecombineerd voor de pilootproductie van nieuwe
sappen. Hierbij zal ook onderzoek verricht worden naar de aanpassing/optimalisatie van de gebruikte
verwerkingsprocessen om het behoud van de functionele ingrediënten in het eindproduct te
garanderen. In de klassieke sapbereidingsprocessen belanden deze gezondheidsbevorderende
componenten immers hoofdzakelijk in de belangrijkste nevenstroom, de appelpulp. Deze waardevolle
appelpulp wordt vandaag niet gevaloriseerd: de pulp wordt afgevoerd als veevoeder of vergist voor de
opwekking van bio-energie. Na productie zullen de nieuwe appelsappen dan ook opnieuw worden
geanalyseerd om de inhoud aan gezondheidsbevorderende componenten te bepalen. Zodoende kan
de impact van de verwerking op de gehaltes aan gewenste componenten in het eindproduct worden
achterhaald. In de laatste fase van het project zullen de sappen onderworpen worden aan
organoleptisch onderzoek door middel van smaakpanels en instrumentele sensorische metingen.
Verwachte resultaten
- Karakterisering van appelrassen geschikt voor productie van kwaliteitsvolle, functionele sappen
- Aangepaste/geoptimaliseerde productieprocesstappen met maximaal behoud aan nutritionele
waarde, secundaire metabolieten en smaak; verhoogd vezelgehalte; verlaagd suikergehalte in het
eindproduct
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Toevoeging van gezondheidsbevorderende/functionele ingrediënten – Valorisatie van nevenstromen-
Verlaging suikergehalte
Doelgroepbedrijven
Fruitteelt(organisaties) - Fruitverwerkende bedrijven – Sapproducenten – Distributiesector
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 35/36
26. INVLOED VAN OXIDATIE VAN SPIERWEEFSELEIWITTEN BIJ DE VERWERKING
Acronym MEATOXPRO
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Universiteit Gent
Onderzoeksgroep Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van Dierlijke Producten
Contactpersoon Prof. Dr. ir. Stefaan De Smet, e-mail: [email protected]; tel: 09 264
90 03
Mede – uitvoerder(s) Hogeschool West-Vlaanderen Departement PIH, Onderzoeksgroep
EnBiChem, Dr. ir. Katleen Raes (EnbiChem)
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Een tot nog toe weinig onderzocht fenomeen in relatie tot de kwaliteit van vleesproducten is oxidatie van
vleeseiwitten tijdens de initiële bewaring en de processing. Evenwel is bekend dat oxidatie van geïsoleerde
eiwitten de functionaliteit van deze eiwitten beïnvloedt en dus ook mogelijk een impact heeft op de
eigenschappen van het eindproduct.
Het doel van dit project is om 1/ de impact van eiwitoxidatie op de eigenschappen (bv. textuur, uitzicht,
vochtverlies) en de houdbaarheid van het eindproduct na te gaan, 2/ de oxidatie in verschillende fracties
van spierweefseleiwitten te karakteriseren in functie van de herkomst van de grondstoffen (bv. type vlees,
bewaarduur) en de processing in een model voor kookproducten, 3/ het effect van additieven (bv.
antioxidantia) te onderzoeken die aan het product kunnen toegevoegd worden om eiwitoxidatie te beperken
en alzo de eigenschappen van het eindproduct te verbeteren. Het meten van eiwitoxidatie zal gebeuren
a.h.v. reeds beschikbare methoden in de laboratoria van de aanvragers en a.h.v. in de literatuur
beschreven maar nog te implementeren methoden. Dit omvat o.a. het meten van carbonyls, vrije thiols,
dityrosine, SDS-PAGE, Western blotting en HPLC technieken.
Verschillende types vleesproducten zullen onderzocht worden met variatie in de te verwachten
eiwitoxidatie, waarbij enerzijds de grondstof en anderzijds de kwaliteit van het eindproduct gekarakteriseerd
wordt, d.i. het meten van de textuur, vochtbindend vermogen etc. Tevens zal op dit eindproduct de
oxidatieve stabiliteit tijdens de verdere bewaring gemeten worden in zijn verschillende facetten, d.w.z.
eiwitoxidatie, vetoxidatie en kleurverval. Variatie in de grondstofkwaliteit zal gezocht en gemeten worden op
basis van verschillen in eind pH, PSE vs. normaal vlees, interval slachten tot versnijden en verwerken,
verschillende deelstukken (met inherente verschillen in spiervezeltype), vers t.o.v. diepgevroren en
ontdooid vooraleer te verwerken. Dit moet toelaten de invloed van eiwitoxidatie op de eigenschappen van
het eindproduct na te gaan. Op basis van deze kennis zullen specifieke additieven getest worden die
toelaten eiwitoxidatie te beperken en alzo de eigenschappen van eindproducten te verbeteren.
Welke grondstoffen en producten als einddoel zullen onderzocht worden, zal mede afhangen van de
deelnemende bedrijven en zal in gezamenlijk overleg bepaald worden. Ook de visproductensector komt in
aanmerking. In functie van de interesse kunnen spierweefseleiwitten van vis eveneens bekeken worden.
Verwachte resultaten
Meer inzicht in oxidatie van spierweefseleiwitten en de invloed daarvan op het eindproduct moet
vleesverwerkende bedrijven toelaten gerichter grondstoffen te selecteren en daardoor ook betere eindproducten
met minder kwaliteitsverlies te bekomen.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing (m.b.t. de fysico-chemische kwaliteit van een product)
Doelgroepbedrijven
Sector van vlees- en visproducten, en ingrediëntenleveranciers.
Overzicht projectvoorstellen –contactdagen Flanders‟ FOOD projecten - Oproep 2010
PAGINA 36/36
27. AROMAVERANDERINGEN IN VOEDINGSMIDDELEN TIJDENS VERWERKING
Acronym AroMaX
GEGEVENS AANVRAGERS/UITVOERDERS
Kennisinstelling Katholieke Universiteit Leuven
Onderzoeksgroep BIOSYST-MeBioS
Contactpersoon Naam: Bart Nicolaï
e-mail: [email protected]
tel: 016 322375
Mede – uitvoerder(s) Afhankelijk van de keuze van de voedingsmiddelen door de industriële
partners zal samengewerkt worden met andere actoren binnen de associatie
K.U.Leuven, het ILVO en/of andere onderzoeksgroepen
INHOUD VOORSTEL
Inhoud voorstel
Het aroma van levensmiddelen wordt bepaald door vluchtige verbindingen die rechstreeks ofwel
tijdens het kauwen worden vrijgesteld. Het aroma van voedingsproducten en hun ingrediënten kan
drastisch veranderen tijdens verwerking, dikwijls ongewenst (b.v., verlies van de meest vluchtige
componenten tijdens het concentreren van appelsappen; synthese van off-flavours tijdens
verwarmingsprocessen) maar soms ook gewenst (vorming van gebrande aroma‟s tijdens bakken).
Vermits de consument steeds meer belang hecht aan smaak is het belangrijk om
levensmiddelenprocessen te optimaliseren met betrekking tot aroma. Omwille van de hoge kost van
sensorische panels was dit tot voor kort niet evident. Recent werden echter snelle analyse-technieken
ontwikkeld die toelaten om het aroma van een groot aantal stalen op korte termijn te analyseren.
Deze technieken zijn meestal gebaseerd op massaspectrometrie (b.v., fast GC-MS, headspace
fingerprinting MS) in combinatie met snelle bemonsteringstechnieken (headspacebemonstering,
SPME) en nieuwe statistische analysetechnieken (deconvolutie, PLS, multiway-analyse).
De doelstelling van dit project is het optimaliseren van levensmiddelen processen en verlengen van
hun uitstalleven met betrekking tot aroma.
Verwachte resultaten
Een methodologie om levensmiddelenprocessen te optimaliseren met betrekking tot aroma
Een methodologie om het uitstalleven te verlengen met betrekking tot aroma
Case studies van geoptimaliseerde processen
De processen/producten worden gekozen in samenspraak met de bedrijven. De procesoptimalisatie
zelf wordt uitgevoerd in de deelnemende bedrijven ofwel in de proeffabriek van Flanders‟ FOOD.
Onderzoeksthema‟s oproep 2010
Optimalisatie van processing m.b.t. de fysicochemische kwaliteit van een product
Verlenging van de productkwaliteit
Doelgroepbedrijven
Bij voorkeur producenten van levensmiddelen van plantaardige oorsprong