financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF...

52
financiewezen & samenleving Belgische Federatie van het Financiewezen Jaarverslag 2005

Transcript of financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF...

Page 1: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

f inanc iewezen& samenleving

Belgische Federatievan het Financiewezen

Belgische Federatie van het Financiewezen

B.T.W. BE536.067.827Bankrekening nummer 001-4314280-87

D / 2005 / 1197 / 09

Verantwoordelijke uitgever: Michel Vermaerke,Ravensteinstraat 36 - 1000 Brussel

Ravensteinstraat 36 - 1000 Brussel - Tel.: 02-507 68 11e-mail: [email protected] - www.febelfin.be

Jaarverslag 2005

cover2005.pmd 17/11/2005, 10:017

Page 2: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatievan het Financiewezen

GEWONE LEDENBelgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen (BVB)Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA)Beroepsvereniging van het Krediet (BVK)Belgische Vereniging van Beursleden (BVBL)Belgische Leasingvereniging (BLV)

AANGESLOTEN LEDENDe leden van de vijf constituerende verenigingen dragen van rechtswege de titelvan 'aangesloten lid' van Febelfin (zie algemeen overzicht op cover 3).

Aangesloten leden met een bijzonder statuutBanksysErkenningsraad voor EffectenmakelaarsEuronext BrusselIsabel

(1) Tot 7 december 2005.(2) Vanaf 7 december 2005.(3) Nieuwe voorzitter van de BVBL (vervangt Jean-Pierre de Buck van Overstraeten).(4) Vanaf 1 januari 2005.(5) Vanaf 23 september 2005 (vervangt Daniel Angerhausen).(6) Vanaf 28 januari 2005 (vervangt Mark Lambrechts).

UITVOEREND COMITÉ EN VERANTWOORDELIJKENVAN STAFDIENSTEN & BUSINESS LINESMichel Vermaerke,

gedelegeerd bestuurder & voorzitter van het Uitvoerend ComitéWerner Abelshausen,

Directeur 'Sociale zaken' en 'Opleiding'Michel Billocq,

Secretaris-generaal van de BLV & verantwoordelijkevan de Business Line 'Corporate Banking'

Marc Dechèvre,Secretaris-generaal van de BVK & verantwoordelijkevan de Business Line 'Kredieten aan particulieren'

Dirk De Cort,Adviseur, verantwoordelijke 'Economie & Statistiek'

Sébastien de Brouwer,Adviseur, verantwoordelijke van de 'European Desk'

Patrick-C. Drogné,Directeur van de BVBL & verantwoordelijkevan de Business Line 'Financiële markten'

Josette Leenders,Secretaris-generaal van BEAMA & verantwoordelijkevan de Business Line 'Asset Management & Private Banking'

Daniel Mareels,Directeur 'Fiscaliteit', 'Boekhoudnormen' en 'Prudentiële regels'

Françoise Sweerts,Directeur 'Juridische zaken' & verantwoordelijkevan de Business Line 'Retail Banking'

Jozef Van den Nieuwenhof,Verantwoordelijke 'Interne administratie' & Directeur'Organisatie en bancaire informatica'

RAAD VAN BESTUURVAN FEBELFIN

BureauLuc Vandewalle(1),

voorzitter (BVB)Jan Vanhevel(2),

voorzitter (BVB)Peter De Proft,

ondervoorzitter (BEAMA)Paul Hermans,

ondervoorzitter (BVK)Eric Struye de Swielande(3),

ondervoorzitter (BVBL)Michel Vermaerke(4),

gedelegeerd bestuurder,voorzitter van het Uitvoerend Comité

Overige ledenAndré Bergen (BVB)Marianne Delbrouck(5) (BVK)Jan Ingelbrecht (BLV)Christian M. Jacobs (BVB)Axel Miller (BVB)Dirk Van den Broeck (BEAMA)Arnaud van Doosselaere (BEAMA)Piet Verbrugge(6) (BVB)Herman Verwilst (BVB)

Capital@Work n.v.Caterpillar Financial Services Belgium b.v.b.a.CBC Banque N.V.Centea N.V.Centrale Kredietverlening N.V. (CKV)Cetelem Belgium N.V.CIC Banques (rep. office)Citibank Belgium N.V.Citibank International plcCofidisCofinimmoCommerzbank AktiengesellschaftCommerzbank Belgium N.V.Compagnie de Gestion PrivéeComputers Services & Leasing N.V.Confederacion Espanola de Cajas de Ahorros

(CECA) (rep. office)Contassur N.V.Cortal Consors - Succursale voor BelgiëCredibeCredimo N.V.Daimlerchrysler Financial Services N.V.Damien Courtens & Cie b.v.b.a.de Buck Bankiers N.V.De Hypothecaire Vereniging c.v.De Lage Landen Leasing N.V.Degroof Institutional Asset ManagementDelande en Cie n.v.Delta Lloyd Bank N.V.Delta Lloyd Securities NVDeutsche Bank AktiengesellschaftDexia Asset ManagementDexia Bank België N.V.Dexia Fund Services BelgiumDexia LeaseDexia Société de CréditDHB Bank - Brussels BranchDierickx, Leys & Cie nv EffectenbankDMR Finance N.V.Dresdner Bank AG - Brussels BranchDWS Investments BelgiumEB-Lease N.V.Econocom Lease N.V.Ethias Bank N.V.Euler Hermes Credit Insurance N.V.Eural N.V.Euroclear N.V.Europabank NVF. van Lanschot Bankiers België N.V.F.Delcour-A.Vancrayebeck-E.Ernould s.p.r.l.Fastnet BelgiumFCE Bank PLCFidelity Capital ManagementFidelity Investments InternationalFides Asset ManagementFidexis N.V.FidusudFimaser N.V.Finansbank (Holland) N.V. - Bijkantoor BelgiëFinaref Benelux

(1) Aangesloten leden met een bijzonder statuut, zie cover 1.(2) “Inclusief de volgende kassen: Antwerps Beroepskrediet (ABK), Bank van Brabant, Banque de Crédit Professionnel (CP-Banque), Federale Kas voor het Beroepskrediet (FKBK),

Interfederaal Beroepskrediet (IBK), Middenstands Deposito- en Kredietkantoor (MDK), Onderling Beroepskrediet (OBK), Oostvlaams Beroepskrediet (OVBK) en West-Vlaamse Bank (WVB).”

Aachener Bank eGAareal Bank AG - Brussels BranchAB Lease N.V.ABN Amro Asset ManagementABN AMRO Bank N.V. - Belgian BranchAGF Belgium Insurance N.V.Agfa Finance N.V.Agricaisse c.v.b.a.AlenaAlpha Card c.v.b.a.Alpha Credit N.V.American Express Services europe ltdAmstel Lease België NVAntwerpse Diamantbank nvAremas N.V.Atradius Credit Insurance N.V.Attijariwafa BankAuxifina N.V.Axa Bank Belgium N.V.AXA IM BeneluxAxitisBanca di Roma (rep. office)Banca Intesa (rep. office)Banca Monte Paschi Belgio N.V.Banca Nazionale del Lavoro (rep. office)Banco Bilbao Vizcaya Argentaria S.A.Bank Card Company N.V.Bank Corluy EffectenbankiersBank Degroof N.V.Bank Delen & de Schaetzen N.V.Bank J. Van Breda & Co N.V.Bank of America, N.A.Bank of BarodaBank of ScotlandBank van De Post N.V.Banque Chaabi du MarocBanque CPH c.v.b.a.Banque Privée

Edmond de Rothschild Europe s.a.Banque Transatlantique Belgium N.V.BearbullBelgian BankBelgolaise Bank N.V.Belstar Verzekeringen N.V.Beroepskrediet nv (2)

Beursfondsen-BeheerBHW Bausparkasse AGBMW Financial Services Belgium N.V.BNP Paribas Lease Group N.V.BNP Paribas Private Bank-Bijkantoor

van BelgiëBNP Paribas Securities Services -

Succursale de BruxellesBNP Paribas, Bijkantoor

van BelgiëBocklandt B.V.B.A.Buttonwood VermogensbeheerdersByblos Bank Europe N.V.CALYON - Succursale de BruxellesCapital & Finance Asset Management

AANGESLOTEN LEDEN VAN FEBELFIN(1)

Fonds du Logement Wallon c.v.Fortis AGFortis Bank N.V.Fortis Credit Card N.V.Fortis InvestmentsFortis Lease N.V.Fortis Real Estate Asset ManagementG.E. Capital N.V.General Motors Acceptance Corporation,ContinentalGoffin Bank N.V.Goldwasser Exchange bvbaGroep LandbouwkredietHewlett-Packard Belgium b.v.b.a.Home Invest BelgiumHoratius VermogensbeheerHSBC Bank plcHSBC CCFHSBC Dewaay N.V.ING België N.V.ING Car (financial) Lease Belgium N.V.ING Insurance N.V.ING Investment ManagementING Lease Belgium NVING Private Portfolio ManagementIntervest OfficesInvesco Asset ManagementJ. Quatannens & Co N.V.JPMorgan Chase Bank Brussels BranchJPMorgan Chase Bank, N.A.JPMorgan International Bank LimitedKBC Asset ManagementKBC Bank N.V.KBC Lease Holding NVKBC Pinto Systems N.V.KBC SecuritiesKempen Capital ManagementKey Equipment Finance Belgium NVKeytrade Bank N.V.Komatsu Financial Europe NVKrefima N.V.Lanbokas c.v.b.a.Lawaisse N.V.Leasing J. Van Breda & Co N.V.Leasinvest Real Estate Management N.V.Leleux Associated Brokers NVL’Entr’aide Financiere du TournaisisLeo Stevens & CieL’IntégraleLloyds TSB Bank plcLocinvest S.A.Lombard Odier Darier Hentsch &

Cie (België) N.V.Maxitruck Finance & Lease N.V.MCC S.p.A. (rep. office)Mélice & Co N.V.Merciervanderlinden Asset ManagementNamur Invest Lease S.A.Neckermann Postorders N.V.Neofin N.V.

NIB Capital Bank N.V.Nissan Finance Belgium N.V.P&V Verzekeringen c.v.Patronale Hypotheek Maatschappij N.V.Petercam N.V.Pire & Cie S.A.Priv-GestPSA Finance Belux N.V.PuilaetcoPuilaetco Private Bankers n.v.Quaestor VermogensbeheerQuest for GrowthRabobank International Antwerp BranchRampelbergs & CieRBS (rd europe) b.v.Record Bank N.V.Record Credit Services c.v.b.a.Retail EstatesRobecoRobeco Bank BelgiumRouws en CeulenSaint-brice N.V.Sambrelease S.A.SanPaolo IMI S.p.A. (rep. office)Santander Benelux N.V.Sarelco N.V.Scania Finance Belgium N.V.Schroders Investment Management BeneluxSG Bank De Maertelaere N.V.SG Equipment FinanceShizuoka Bank (Europe) N.V.Société Générale (Succursale de

la Société Générale France)State Bank of IndiaState Street Bank Europe, Ltd.Sumitomo Mitsui Banking Corporation (SMBC)The Bank of New YorkThe Bank of New York (Luxembourg) sa -

Brussels BranchThe Bank of Tokyo - Mitsubishi, Ltd.Triodos Bank N.V.Trustinvest N.V.UBS Belgium N.V.UniCredito Italiano Spa (rep. office)United Taiwan Bank N.V.Van Bauwel & Co G.C.V.Van Breda Car Finance N.V.van de Put & C‘ EffectenbankVan Glabbeek en C‘ b.v.b.a.Van Goolen & C‘ b.v.b.a.Van Moer Santerre & Co N.V.VDK Spaarbank N.V.Volkswagen Bank GmbHVolvo Car Finance Belgium N.V.Warehouses De PauwWeghsteen & Driege N.V.WereldhaveWinterthur Europe N.V.Xerox Credit N.V.

cover2005.pmd 16/11/2005, 09:123

Page 3: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Woord vooraf: ‘Samen sterker’ ______________________________ 2

Diensten voor particulieren _________________________________ 5

Financiële diensten aan bedrijven ___________________________ 11

Fiscale omgeving __________________________________________ 14

Prudentieel toezicht, rapportering, boekhoudnormen _________ 20

Human resources _________________________________________ 22

Financiële markten ________________________________________ 27

Betalingssystemen & informatietechnologie _________________ 31

Strijd tegen de criminaliteit ________________________________ 38

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken _____________ 40

Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen _____________ 46

2 0 0 5

Onder de titel 'financiewezen & samenleving' stellen wij u graag het allereerste

jaarverslag voor van Febelfin, de Belgische Federatie van het Financiewezen. Febelfin over-

koepelt sedert maart 2003 de financiële beroepen in ons land (zie covers 1 en 3 voor de

namen van de constituerende verenigingen en hun aangesloten leden). In een aparte

brochure onder de titel 'Samen sterker – Kencijfers en duiding' zijn nog meer

facts & figures opgenomen, en worden de constituerende verenigingen uitvoerig beschreven.

Het jaarverslag en de brochure kunnen worden gedownload via Febelfin's webstek

www.febelfin.be.

Het jaarverslag 2005 van Febelfin vervangt dat van de Belgische Vereniging van Banken,waarvan de 2004-editie onder de titel 'De Bank in de Samenleving' dus tevens de laatste was.

1

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:371

Page 4: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 20052

Wat de consolidatiegolf betreft, is België ongetwijfeld een

voortrekker in Europa. Onze bancaire en financiële markt wordt

niet alleen gekenmerkt door een consolidatie op het niveau van

de grotere spelers, maar ook door een grote openheid naar

internationale operatoren en zogenaamde nichespelers. België

is een openmarkt-economie, onder meer dankzij zijn ligging in

het hart van Europa. Onder het motto ‘samen sterker’ beslisten

de zgn. ‘grootspelers’ samen te gaan met de ‘niche’-spelers en

enkele regionale spelers, om hun slagkracht te vergroten.

Aldus zetelen aan de bestuurstafel van Febelfin de vier groot-

banken samen met de vertegenwoordigers van de overige

banksegmenten, van de beursvennootschappen en van de

‘productverenigingen’ (BEAMA, BVK en BLV).

Febelfin is erin geslaagd in weinige jaren uit te groeien tot hét

beroepsforum voor het Belgische financiewezen. De consolidatie-

golf viel ook samen met een nieuw toezichthoudend kader. Het

verheugt ons vast te kunnen stellen dat de Febelfingemeenschap een

bijzonder constructieve dialoog en relatie heeft kunnen opbouwen

met de recent gecreëerde CBFA enerzijds en de NBB anderzijds.

Het algemeen sectoraal overleg is de jongste jaren moei-

zaam gebleken. Voor de periode 2005-2006 is geen sectorale

CAO tot stand gekomen in de banksector (PC310), niettegen-

staande LBC en CNE enerzijds en BVB anderzijds een akkoord

bereikten over een ontwerptekst. De bankiers hebben steeds aan

het overleg deelgenomen vanuit een dubbele optiek: enerzijds

de concurrentiepositie van de sector en derhalve ook zijn

rendabiliteit vrijwaren, anderzijds zorgen voor duurzame

tewerkstelling. Toch willen wij onderstrepen dat het overleg steeds

constructief en positief werd benaderd, met openheid voor dia-

loog en streven naar een gemeenschappelijk draagvlak. Bij de

spaarbanken kwam er recent wel een CAO tot stand.

De eerder genoemde ingrijpende maatregelen wat consolidatie

en herstructurering betreft, hebben uiteraard een invloed op de

werkgelegenheid, de opleiding en de loonevolutie. Consolida-

tie en herstructurering gaan gepaard met natuurlijke afvloeiing

en overlegde begeleidingsplannen. Maar dat betekent uiter-

aard niet dat de sector niet blijft aanwerven, en zelfs in grote

mate, en dan gaat het meestal om hoger opgeleide werknemers.

Zo vertoont de sector eind 2004 een steeds hogere scholings-

graad. Bijna 60% van de werknemers is nu reeds houder van

een hoger diploma (23,3% universitair diploma, 35,6% hoge-

school). Ook inzake opleiding worden en werden er heel wat

inspanningen geleverd, met bv. Elan+ als paritair sectorinitiatief.

Het Belgische financiewezen dient meer dan ooit te worden

gesitueerd in een internationaal en voornamelijk Euro-

pees kader. Strategie, operationeel beleid en regelgeving

worden sterk bepaald door de internationale en Europese

reflectie en agenda. Europa nam de voorbije jaren verscheidene

initiatieven om de Europese bancaire en financiële markt ver-

der vrij te maken, en te zorgen voor convergentie en harmoni-

satie van het toezicht. Denken we maar aan initiatieven als het

Financial Services Action Plan (FSAP), de richtlijn ‘markten voor

financiële instrumenten’ (MiFID), de Europese spaarrichtlijn, de

Single European Payments Area (SEPA) of de CapitalRequirements Directive (CRD). Die verschillende Europese wet-

gevende projecten zijn ook verbonden met initiatieven voor de

Eurozone, rond marktmonitoring en rapportering en een reflec-

tie rond aangelegenheden zoals het depositogarantiesysteem.

Koppelt men dergelijke Europese initiatieven aan andere inter-

nationale normerende initiatieven zoals Basel II en IFRS, dan

wordt de fundamentele impact van Europa op banken, beleggings-

fondsen, kredietmaatschappijen, leasingbedrijven en beurs-

vennootschappen heel duidelijk, en voelbaar.

In dat kader heeft Febelfin een eigen ‘European Desk’ opge-

richt om de Europese ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen,

en om ook in dat vlak de belangen van al haar leden te verdedigen.

Het is noodzakelijk dat alle betrokken partijen goed beseffen dat

België en het Belgisch financieel en bancair bestel geen eiland

vormen, dat normatief los zou kunnen staan van een veel ruimere

internationale en Europese context. Hoe nobel geïnspireerd of

goed bedoeld hij ook is, een nationale overheidsmaatregel die

geen rekening houdt met de internationale concurrentiepositie

van de Belgische financiële operatoren, zal een gezonde duur-

zame ontwikkeling alleen maar ontkrachten en een voorspoedig

sociaal en duurzaam tewerkstellingsbeleid ondermijnen.

Het zal voor Febelfin en haar nieuwe voorzitter die op 7 decem-

ber 2005 aantreedt, één van de belangrijke opdrachten zijn om

op constructieve wijze en in een duurzame dialoog het verande-

Samen sterker !De voorbije drie jaar is het Belgische bank- en financiewezen met succes erin geslaagd zowelde consolidatiegolf als de Europeanisering en de internationalisering van de verschillende markten teverwerken. Tevens reageerde de financiële sector positief op de concretisering van nieuwe maatschappe-lijke ontwikkelingen en taken. Over dit alles leest u meer in dit allereerste jaarverslag van Febelfin.

Het past in die context van harte dank te zeggen aan alle collega’s en medewerkers uit de Belgischebancaire en financiële wereld, die elke dag weer meetimmeren aan de weg van de morgen. Als federa-tie kan Febelfin zonder die inbreng van competente en plichtsgetrouwe mannen en vrouwen immers nietfunctioneren. Samen zijn we inderdaad sterker ...

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:372

Page 5: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 3

rende landschap aan alle stakeholders (overheden, sociale part-

ners en drukkingsgroepen) uit te leggen, en om samen met hen na

te gaan waar de groei- en tewerkstellingskansen van

morgen liggen. Eind 2005 is voor die dialoog nog steeds een

goede voedingsbodem aanwezig, en zoals iedereen weet heb-

ben de ‘Belgen’ steeds getuigd van heel veel flexibiliteit en aan-

passingsvermogen. Maar! Nu reeds dient gesteld dat de binnen-

landse bancaire bedrijvigheid vandaag één van de laagste

rendabiliteitsgraden in Europa kent. Bovendien is het duidelijk

dat andere Europese financiële centra niet bij de pakken blijven

zitten, en alvast in ‘public-private partnership’ verantwoorde

reglementeringen uitdokteren met een innoverend en aantrekke-

lijk karakter. De steile opgang van Ierland of het succes van Luxem-

burg voor de beleggingsfondsen spreken boekdelen.

Febelfin buigt zich thans pro-actief over de strategische thema’s

‘concurrentiepositie’ en ‘tewerkstelling’. In de loop van 2006 zullen

terzake reeds besluiten worden genomen. Het is onze wens dat de

reflectie en de uitwerking hiervan mogen verlopen in een gezonde

dialoog met overheid, sociale partners en belangengroepen.

Laten we ten slotte ook even stilstaan bij enkele recente thema’s,

zoals corporate governance, duurzame ontwikkeling,

sociaal verantwoord ondernemen en nieuwe fiscale

cultuur. Verscheidene initiatieven van wetgevende aard of ont-

staan op vrijwillige basis hebben de jongste jaren vorm en gestalte

gekregen. Alle willen ze een nauwere brug slaan tussen de finan-

ciële wereld en het maatschappelijk draagvlak. Het heeft misschien

wat meer tijd gevraagd om ten volle tot het inzicht te komen hoe

snel de samenleving aan het evolueren is en nieuwe uitdagingen

en verwachtingen plaatst in de bancaire en financiële wereld. Dit

verklaart mede waarom sommige elementen via de wetgever

werden bedongen: een goed voorbeeld is het investerings- en

financieringsverbod inzake antipersoonsmijnen. Van de andere

kant is de sector inzake KMO-kredietfinanciering zelfregulerend

opgetreden, in een permanent streven naar dialoog.

Het is onze sterke overtuiging dat we de dialoog dienen te blij-

ven voortzetten, en de sector moeten blijven sensibiliseren voor

de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Sectoraal zelf-

regulerend optreden is vaak, doch niet altijd aangewezen. Onze

leden ontwikkelen immers ook hun eigen strategisch en operatio-

neel beleid, waarbij het hen vrij staat om nieuwe maatschappe-

lijke thema’s zoals duurzaam ondernemen te verwerken zoals

hen dat goeddunkt. Anderzijds is het goed bepaalde maatschap-

pelijke verzuchtingen te temperen. De enkele ‘klachten’ bij het

vorig jaar opgerichte KMO-contactpunt wijzen niet echt op een

groot probleem. Het is eveneens positief te noemen dat de ban-

ken hebben kunnen bijdragen aan de nieuwe fiscale cultuur,

belichaamd in de vorig jaar succesvol afgesloten EBA-operatie.

De voorbije drie jaar waren voor de financiële sector bijzonder

boeiend, gevarieerd en vol uitdagingen. Uiteraard treden in

tijden van evolutie en uitdaging verschillende meningen op de

voorgrond. Degelijk onderbouwde dossierkennis, gebalanceerde

standpunten en de zoektocht naar dialoog waren echter altijd

het uitgangspunt. Het aloude adagium ‘it takes two to tango’

getrouw is het uiteraard zo dat win-win-resultaten bereiken

alleen mogelijk is wanneer men het standpunt van de andere

erkent en de bereidheid heeft om een gemeenschappelijke

entente te vinden. Dat is behoudens enkele uitzonderingen (bv. het

sociaal overleg of de recente bevek-maatregelen) in het meren-

deel van de situaties en dossiers het geval gebleken. De compo-

nenten van de financiële sector erkennen het recht van elkeen

om andere standpunten in te nemen en eigen opties na te stre-

ven. Ieder neemt daarbij zijn verantwoordelijkheid. Onze ver-

antwoordelijkheid is er altijd één geweest naar onze leden, en

naar hun activiteiten van vandaag en morgen.

Het was voor mij een bijzonder voorrecht om de BVB en Febelfin voor te zitten. In 2006 bestaat de BVB 70 jaar, terwijl Febelfinvandaag haar eerste operationele werkjaar nog aan het voltooien is. Wel een treffende symboliek van hoe oud en jong,verandering en uitdaging, verleden en toekomst hand in hand kunnen gaan. Febelfin mag zich roemen op een sterke engediversifieerde ‘achterban’ van leden met variërende grootte, business model en toekomstplannen, die ieder voor zich in Febelfinde beste verdediger van hun sectorale belangen kunnen vinden. De Febelfin-medewerkers hebben een grote technische expertiseen toewijding: hen wacht nu binnen dat nieuwe en grotere Febelfinhuis de uitdaging om met vereende krachten hun blijvendetoegevoegde waarde te creëren.

Ik wens al onze leden en alle Febelfin-medewerkers veel succes toe ! Moge onze nationale leuze ‘Eendracht maakt macht’ henen mijn opvolger sterkte blijven bieden. Luc Vandewalle

Luc Vandewalle,voorzitter

Michel Vermaerke,gedelegeerd bestuurder

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:373

Page 6: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 20054

BCP Business Continuity PlanBEAMA Belgische Vereniging van Asset ManagersBIC Bank Identifier CodeBVB Belgische Vereniging van Banken en BeursvennootschappenBVK Beroepsvereniging van het KredietCAO Collectieve ArbeidsovereenkomstCBF Commissie voor het Bank- en FinanciewezenCBFA Commissie voor het Bank-, Financie- en AssurantiewezenCDV Controledienst voor de VerzekeringenCEBS Committee of European Banking SupervisorsCFI Cel voor Financiële InformatieverwerkingCFS Comité voor Financiële StabiliteitCIK Interprofessionele Effectendeposito- en GirokasCRD Capital Requirements DirectiveEBA Eenmalige Bevrijdende AangifteEBF Europese BankfederatieEBIC European Banking Industry CommitteeEC Europese CommissieECB Europese Centrale BankEGU Elektronische gegevensuitwisselingEMF Europese Hypothecaire Federatie (European Mortgage Federation)EPC European Payment CouncilEU Europese UnieFSAP Financial Services Action PlanIAS International Accounting StandardsIBAN International Bank Account NumberICB Instelling voor Collectieve BeleggingIFRS International Financial Reporting StandardsIPA Interprofessioneel AkkoordISD Investment Services DirectiveKMO Kleine & Middelgrote OndernemingenMAC Market Advisory CommitteeMEC Market Evolution CommitteeMiFID Directive on Markets in Financial InstrumentsMOB Maatschappelijk Overleg BetalingssystemenNAR Nationale ArbeidsraadNBB Nationale Bank van BelgiëNLF New Legal Framework for Payments in the Internal MarketOESO Organisatie voor Economische Samenwerking en OntwikkelingPE-ACH Pan-European Automated Clearing HouseROFD Raad van toezicht van de Overheid der Financiële DienstenRV Roerende VoorheffingSEPA Single European Payments AreaSSP Single Shared PlatformTLT Taks op de levering van effecten aan toonderTOB Taks op de beursverrichtingenUCV Uitwisselings- en VerrekencentrumWFS Waarborgfonds voor scholenbouwWSH ‘Woonstaatheffing’XBRL eXtensible Business Reporting Language

In dit verslag treft u onder meer volgende afkortingen aan:

Afko

rtin

gen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:374

Page 7: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 5

Consumentenkrediet

Europese richtlijn‘consumentenkrediet’

Op 10 oktober 2005 keurde de Europese

Commissie een gewijzigd voorstel van

richtlijn inzake consumentenkrediet goed.

Met die tekst wil men een doelgerichte

harmonisatie van bepaalde sleutel-

elementen tot stand brengen, en tegelijk

de lidstaten meer armslag geven om som-

mige bepalingen aan de nationale situatie

aan te passen alsmede de eenheidsmarkt

beschermen dankzij een clausule voor

‘wederzijdse erkenning’.

Volgens Markos Kyprianou, Europees Com-

missaris voor gezondheid en consumenten-

bescherming, biedt het nieuwe voorstel niet

alleen een maximum aan voordelen voor de

consumenten, maar wordt ook de ‘admini-

stratieve rompslomp’ zoveel mogelijk beperkt.

De Raad van Ministers moet de ontwerp-

richtlijn nu onderzoeken. Het gemeenschap-

pelijke standpunt wordt tegen 2006 verwacht.

Collectieve schuldenregeling

Eind mei 2005 keurde de Kamer de wets-

ontwerpen tot wijziging van de wetgeving

inzake de collectieve schuldenregeling

goed. Ook de Senaat staat op het punt de

ontwerpen te bekrachtigen, zodat de

bekendmaking van de nieuwe wetgeving

op korte termijn kan worden verwacht.

Sommige punten zijn duidelijk positief,

zoals de mogelijkheid voor de fiscus om

schuldkwijtschelding te verlenen, en be-

paalde technische verbeteringen. De finan-

ciële sector ziet zich echter verplicht

uiting te geven aan zijn bezorgdheid om-

trent andere aspecten, zoals de bijzondere

regels inzake borgstelling of de kans op

een toenemend beroep op het Fonds ter

bestrijding van de overmatige schuldenlast,

dat enkel door de kredietgevers wordt

gestijfd.

Diensten voorparticulieren

Diensten voor particulieren

Enkele van de belangrijkste elementen uit het herzienevoorstel van de richtlijn consumentenkrediet

❚ het toepassingsgebied is beperkt tot kredieten kleiner dan of gelijk aan50.000 euro;

❚ de regelgeving is niet van toepassing op hypothecair krediet (met inbegripvan consumentenkredieten gewaarborgd door een hypotheek);

❚ voor kredieten kleiner dan of gelijk aan 300 euro geldt een specifieksysteem van precontractuele en contractuele informatie;

❚ de lidstaten beschikken over enige vrijheid om de bepalingen op sommigegebieden aan hun nationale situatie aan te passen, maar voor een beperktaantal gevallen geldt een clausule van wederzijdse erkenning om deeenheidsmarkt te beschermen;

❚ in de tekst is ook sprake van een grotere mate aan vergelijkbaarheiddankzij een geharmoniseerde methode voor de berekening van de kostprijsvan het krediet;

❚ de informatie die de kredietverstrekker aan de consumenten moet bezor-gen, wordt opgesomd;

❚ de consumenten kunnen gedurende 14 dagen een verzakingsrecht uitoefenen;

❚ de consumenten hebben het recht hun lening vervroegd terug te betalen;

❚ de consumenten mogen de kredietovereenkomst opzeggen wanneer zeafzien van de daaraan verbonden verkoop.

Voornaamste punten van de wetsontwerpen’Collectieve schuldenregeling’

❚ de overdracht van de bevoegdheid inzake collectieve schuldenregeling vande beslagrechter naar de arbeidsrechtbank;

❚ de opschorting van de middelen van uitvoering t.a.v. de persoonlijkezekerheden tot de bekrachtiging van de minnelijke aanzuiveringsregeling,tot de indiening van het proces-verbaal van onmogelijkheid van minnelijkeregeling of tot de verwerping van de aanzuiveringsregeling;

❚ vanaf het begin van de procedure zal de schuldbemiddelaar een bedrag terbeschikking van de eiser moeten stellen dat minstens gelijk is aan debedragen die niet vatbaar zijn voor beslag. Met de schriftelijke instemmingvan de eiser kan dat bedrag worden verminderd, echter nooit tot eenbedrag dat lager is dan het minimumbedrag van maatschappelijke integratie;

❚ elke schuldeiser, overheid of particulier, zal een volledige of gedeeltelijkekwijtschelding van schuld kunnen toestaan (wat vooral slaat op de fiscus ende instellingen van sociale zekerheid);

❚ de schulden die het recht van de eiser en zijn gezin op een menswaardigbestaan in gevaar kunnen brengen, zullen bij voorrang moeten wordenbetaald, zowel in de minnelijke als in de gerechtelijke regeling;

❚ als de eiser volledig insolvent is, zal de rechter een totale kwijtscheldingvan schulden kunnen verlenen, zonder aanzuiveringsregeling maar meteventuele begeleidingsmaatregelen gedurende maximum vijf jaar;

❚ natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk borg hebben gesteld,zullen door de rechter kunnen worden bevrijd, indien hij vaststelt dat hunverbintenis niet in verhouding staat tot hun inkomen en hun vermogen.Die bevrijding kan bovendien als hoofdeis worden gevraagd, wanneer deschuldenaar die voldoet aan de voorwaarden voor collectieve schulden-regeling, er niet om vraagt;

❚ op verzoek van de schuldbemiddelaar zal de rechter kunnen beslissenwelk deel van de erelonen en kosten door het Fonds ter bestrijding vande overmatige schuldenlast ten laste moet worden genomen.

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:375

Page 8: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 20056

Evoluties op de Belgische hypotheekmarkt

Belastinghervorming

In november en december 2004 voerde

de regering een belastinghervorming in-

zake hypothecair krediet in als onderdeel

van een programmawet. Febelfin had pas

begin november vernomen dat zo’n her-

vorming op til was. Niet meteen een aan-

pak die de hypotheekondernemingen in

staat stelt om zich tijdig voor te bereiden,

hun kantorennet in te lichten en de

belastingplichtige terdege te informeren.

Bovendien doken tal van uitvoerings- en

interpretatieproblemen op waarvan een

aantal nog steeds niet zijn opgelost.

Reparatiewetgeving zal ongetwijfeld vol-

gen. Febelfin heeft daarentegen wel kun-

nen meewerken aan de opstelling van korte

antwoorden op een lijst met 19 vaak

gestelde vragen die het

Kabinet van de minister van

Financiën in februari op zijn

website publiceerde.

Die belastinghervorming

vervangt voor nieuwe kre-

dieten de bestaande aftrek-

mogelijkheden voor interes-

ten toegepast op inkomen en belasting-

verminderingen voor kapitaalterug-

betalingen en premies van levens- en/of

overlijdensverzekeringen door een aftrek

op het netto-belastbare inkomen voor een

korf van bestedingen die zowel de interes-

ten als de kapitaalterugbetalingen en de

premies van de levens-/overlijdens-

verzekeringen omvat.

Sinds september 2004 heeft Febelfin ook

niets meer vernomen over de voortgang in

het project voor elektronische gegevens-

uitwisseling (EGU) met het oog op de

invoering van het systeem van geïnte-

greerde verwerking, waarvoor de admini-

stratie in september 2003 zelf het initia-

tief had genomen. Ondertussen hebben

de hypotheekondernemingen weliswaar

rekening moeten houden met de belasting-

hervorming. Febelfin vraagt dan ook dat

het EGU-project pas later in werking zou

treden. Ook zouden de bestaande model-

len van fiscale attesten inzake hypothecair

krediet, in afwachting van de eventuele

inwerkingtreding van de EGU, bruikbaar

moeten blijven.

Integratie van de Europese hypotheekmarkten ...

De EC publiceerde op 19 juli 2005 haar

Groenboek inzake hypothecair krediet op

basis van de Aanbevelingen van de ForumGroup on Mortgage Credit van december

2004. Twee weken later volgde de studie

van de consultant van de EC, London

Economics, over de kosten en voordelen

van een integratie van de Europese

hypotheekmarkten. Die studie is een offi-

ciële tegenhanger van de indrukwekkende

vergelijkende studie die consultant Mercer

Oliver Wyman in oktober 2003 maakte

voor de Europese Hypothecaire Federatie

(EMF).

Na een consultatie en een hoorzitting zal

de EC in de tweede helft van 2006 haar

beslissingen over een eventuele voortge-

zette integratie van de hypotheekmarkten,

de eventuele toekomstige reglementering

inzake hypothecair krediet en wellicht ook

de Europese Gedragscode inzake woning-

kredieten opnemen in een Witboek.

Die consultatie liep tot eind november

2005 en betrof de aanbevelingen van de

Forum Group, het Groenboek en de stu-

die van London Economics. In het kader

van de consultatie heeft Febelfin de voor-

bije maanden meegewerkt aan de

standpuntennota’s van de EMF, de EBF en

de koepelorganisatie European BankingIndustry Committee (EBIC).

Febelfin en het notariaat

De communicatie tussen Febelfin en het

Notariaat over de uniformering van

werkwijzen en documenten is toege-

nomen in vergelijking met vroeger. De

essentiële elementen uit de besprekin-

gen en de afspraken in de inter-

professionele werkgroep ‘Krediet-

instellingen – Notariaat’ zijn verwerkt

in een Protocolakkoord dat op 7 maart

2005 werd ondertekend. Voor de sec-

tor van de hypotheekondernemingen

keurden Febelfin en Assuralia de tekst

goed. Het gaat om een evolutief docu-

ment, dat dus te allen tijde kan worden

verbeterd en aangevuld. Febelfin,

Assuralia en de Federatie van Notaris-

sen bevelen hun leden aan de instruc-

ties uit het Protocol na te leven.

Daarnaast werkt Febelfin mee aan het

extranet-project van de Federatie van

Notarissen m.b.t. de beveiligde uitwis-

seling van gegevens met de krediet-

instellingen en de administratieve

vereenvoudiging.

Diensten voor particulieren

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:386

Page 9: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 7

... en de gevolgen daarvan voor de Belgische wetgeving

kan dit product worden ingeschakeld in

een geheel van mogelijke projecten ter

uitbreiding van de derde pijler (vrijwil-

lig individueel pensioensparen) of in de

oprichting van een vierde pijler (indivi-

duele beleggingen rekening houdend

met het vermogen van de personen die

tot de doelgroep behoren);

Als de EC een richtlijn laat volgen op het

Witboek, zal die nog in Belgisch recht

moeten worden omgezet. Febelfin dringt

erop aan om nu al de nodige maatregelen

inzake wetgeving op Belgisch

niveau te treffen. Die maatregelen moeten

niet alleen klaarheid brengen omtrent een

aantal recente vragen inzake hypothecaire

kredietverstrekking, maar ook over een

aantal problemen die al lang aanslepen.

In de loop van 2005 werden daarover

gesprekken aangevat met de CBFA met als

resultaat twee nota’s:

❚ een eerste nota betreft de eventuele

commercialisering van de ‘reverse mort-gage’ op de Belgische markt. Het gaat

om een techniek waarbij een gepensio-

neerde eigenaar het ‘slapende vermo-

gen’ van zijn woning liquide maakt zon-

der afstand van eigendomsrecht, als aan-

vulling van een pensioen, en het daar-

toe aangegane krediet wordt gewaar-

borgd door een hypotheek ten belope

van 100% van de waarde van de

woning. Gezien de vergrijzing van de

bevolking en de toenemende druk op de

financiering van het wettelijke pensioen,

Febelfin dringt in dat verband aan op een

totale – geen maximale – harmonisering,

eventueel aan de hand van kader-

reglementering. Die elementen kunnen

dus van kapitaal belang zijn voor het

uittekenen van een toekomstige

Belgische regelgeving inzake

hypothecair krediet, met het oog op een

beter evenwicht tussen enerzijds de

gerechtvaardigde bescherming van

de kredietnemers en anderzijds de

rendabiliteit en risicobeheersing van

de hypotheekondernemingen.

Spaardeposito’s:wijziging valuteringsstelsel

Tijdens de laatste maanden van 2004 en

begin 2005 liep een publiek en politiek

debat over de mogelijke manieren om de

berekening en toekenning van intrest op

fiscaal vrijgestelde spaardeposito’s trans-

paranter en meer uniform te maken. Daarbij

ging de aandacht vooral uit naar de regels

die de banken moeten naleven inzake de

aangroei- en de getrouwheidspremie.

De banksector koos voor een constructieve

opstelling om reële vooruitgang te kun-

nen boeken. De sector legde zelf een

uitgebreid voorstel op tafel, om

dankzij een aanpassing van de

reglementering de bankpraktijken te

vereenvoudigen en meer eenvormigheid

te brengen. Op die manier zou de

consument de door de banken aange-

boden spaardepositovoorwaarden ge-

makkelijker kunnen vergelijken bij het

maken van zijn beleggingskeuzes. De sec-

tor verzette zich echter resoluut tegen in-

grepen die een ernstige aantasting van het

spaarkarakter van het spaardeposito tot ge-

volg konden hebben. Zulke maatregelen zou-

den immers negatief inwerken op het duur-

zame spaarvolume, evenals op de beschik-

baarheid en de kostprijs van het krediet.

Tevens zouden ze prudentiële risico’s kunnen

inhouden en een gevaar kunnen betekenen

voor de financiële stabiliteit.

Diensten voor particulieren

❚ de tweede nota geeft de aanzet voor een

gezamenlijk onderzoek door Febelfin en

de CBFA naar enkele aspecten van het

hypothecair krediet die de sector al ge-

ruime tijd als problematisch ervaart. Het

gaat hierbij onder meer om de invoe-

ring van een jaarlijks kostenpercentage

met uniforme berekeningsmethode en

-basis om de vergelijkbaarheid te

optimaliseren, aspecten van de

veranderlijkheid van de interestvoet en

een adequate berekening van de weder-

beleggingsvergoeding. Die aspecten

worden ook onderzocht in het verslag

van de Forum Group on MortgageCredit en in het Groenboek, en zullen

wellicht eveneens in het Witboek van

de EC ter sprake komen.

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:387

Page 10: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 20058

Depositobescherming:bestaande Europese regelgeving biedt adequaat kader

Voor de verplichte garantieregelingen voor

deposito’s in de EU-lidstaten gelden

minimumnormen (EU-Richtlijn van 1994).

In het geval van faling van een krediet-

instelling heeft de depositohouder een

garantie op terugbetaling van het verlo-

ren deposito ten bedrage van minstens

20.000 euro.

Om de vijf jaar moet de Europese Commis-

sie (EC) het bedrag toetsen dat de

beschermingsregelingen minimaal moeten

garanderen(1). Momenteel organiseert de

EC zo’n periodieke toetsing. Ze maakt van

de gelegenheid gebruik om de Richtlijn van-

uit een veel ruimere invalshoek te evalue-

ren. Centrale vraag is of de betrokken

regelgeving wel voldoende aan de vereis-

ten van de Eenheidsmarkt beantwoordt.

De Belgische beschermingsregeling is door

de jaren heen verder ontwikkeld, in over-

eenstemming met de Europese regel-

geving. Het eenheidsstelsel, dat sinds 1999

in ons land van kracht is, behelst niet

alleen de bescherming van de deposito’s bij

de kredietinstellingen, maar biedt ook een

gelijkaardige garantie voor de houders van

financiële instrumenten. Dat tweede deel

moet overigens beantwoorden aan de

EU-Richtlijn inzake de beleggers-

compensatiestelsels uit 1997.

Dat Belgische geïntegreerde systeem (voor

deposito’s en financiële instrumenten) geeft

voldoening. Het is opgebouwd rond ver-

scheidene evenwichtsfactoren en levert

een beperkte maar niettemin daadwerke-

lijke bescherming van de spaarders en

beleggers, waarbij de sector zelf een soli-

daire en draagbare financiële inspanning

levert. De optie voor een eenheidsregeling

voor kredietinstellingen en beleggings-

ondernemingen speelt in het voordeel van

de financiële draagkracht. De betrokken

financiële instellingen storten immers jaar-

lijks een bijdrage aan het Beschermings-

fonds, dat momenteel over een interventie-

vermogen van meer dan 700 miljoen euro

beschikt.

De Belgische financiële sector is daarom

van mening dat de Europese regelgeving

inzake depositobescherming liefst ongewij-

zigd blijft. De minimumnormen van de Richt-

lijn leveren het kader voor de bescherming

van de gewone beleggers en spaarders,

maar de stelsels van de lidstaten kunnen

toch rekening houden met lokale omstan-

digheden en gevoeligheden. Het concept

ervan stemt voorts overeen met dat van

het prudentieel toezicht (‘home country’-verantwoordelijkheid). Het lijkt niet raad-

zaam de regelgeving voor de deposito-

bescherming te wijzigen, los van de evolutie

inzake bankwetgeving en -toezicht. Dat de

Europese regelgeving geen doorgedreven

gelijkschakeling van de nationale

beschermingssystemen inhoudt, is geen

echte belemmering voor de Eenheidsmarkt.

Bepaalde grensoverschrijdende aspecten

kunnen immers worden behandeld via con-

tacten tussen de diverse regelingen, zonder

dat daarvoor nieuwe wetgeving nodig is.

Evenmin is het aangewezen de systemen

strenger te maken. De garantieregelingen

strekken ertoe een minimum aan bescher-

ming te bieden, zonder de marktwerking

te verstoren. Bovendien zullen de

prudentiële regels als gevolg van het

Basel II-Akkoord veel strenger worden met

eigen-vermogensvereisten voor de banken

die veel sterker aan de risico’s zijn gekop-

peld, en met een intensievere doorlichting

door de toezichthouders.

(1) Aanvankelijk bedroeg die garantie 15.000 euro, maarvanaf 1999 werd het bedrag – via een bepaling in deRichtlijn zelf – opgetrokken tot 20.000 euro.

Aangezien tal van aspecten zwaar door-

wogen, besloot de regering uiteindelijk om

enkel het valuteringsstelsel te wijzigen. Daar-

bij zouden de banken de mogelijkheid ver-

liezen om (al te) frequente geldafhalingen

te ontmoedigen door tot hoogstens zeven

kalenderdagen verlies van basisrente aan

de cliënt aan te rekenen. Volgens het

regeringsontwerp zullen de banken vanaf

januari 2006 de toekenning van basis-

intrest niet eerder mogen stopzetten dan

de dag van de opvraging zelf.

Het ontwerp van koninklijk besluit terzake

heeft momenteel nog niet de volledige for-

mele adviesprocedure doorlopen. De sec-

tor had gehoopt op een snelle officiële

bekrachtiging en bekendmaking van het

wijzigingsbesluit. De banken moeten im-

mers over voldoende tijd beschikken om

de nodige informatica-aanpassingen in te

voeren en om hun cliënten op een cor-

recte manier te informeren over het gewij-

zigde valuteringsstelsel. Iedereen heeft er

belang bij dat die omschakeling op een

vlotte manier kan verlopen, zonder verwar-

ring en misverstanden. Door de opgelopen

vertraging in de adviesverstrekking komt

de haalbaarheid van de voorgenomen

datum van inwerkingtreding onvermijde-

lijk op de helling te staan.

Diensten voor particulieren

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:388

Page 11: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 9

Faillissementswet: bevrijding van de borg

De wet van 20 juli 2005 tot wijziging van

de faillissementswet komt tegemoet aan

de kritiek van het Arbitragehof en houdt

rekening met bepaalde verzuchtingen van

de financiële sector, die sterk gekant is

tegen de automatische bevrijding van de

borgen.

Het Arbitragehof was inderdaad van oor-

deel dat vermits de wetgever ervoor heeft

gezorgd dat ook de kosteloze borg

automatisch het voordeel van de

verschoonbaarheid geniet, bijgevolg van

de schuldeisers een offer wordt gevraagd

dat niet in verhouding staat tot het streef-

doel. Doordat de wetgever het voordeel

van de verschoonbaarheid ontzegt aan

rechtspersonen, heeft hij daarenboven een

discriminatie tussen de kosteloze borgen

in het leven geroepen. Het Hof heeft dan

ook besloten de bewuste artikelen in de

faillissementswet te vernietigen.

Voortaan moet elke schuldeiser die een

persoonlijke zekerheidsstelling geniet, dit

vermelden in zijn aangifte van schuld-

vordering, bij ontstentenis waarvan wiezich persoonlijk zeker heeft gesteld, be-vrijd is.

Om eventueel voor bevrijding in aanmer-

king te komen, moeten degenen die zich

persoonlijk borg hebben gesteld voor de

gefailleerde, ter griffie van de rechtbank

van koophandel een verklaring indienen

waarin zij bevestigen dat hun verbintenis

niet in verhouding staat tot hun inkomsten

en hun vermogen. Die verklaring moet ob-

jectieve elementen bevatten voor de be-

oordeling door de rechter, die op basis daar-

van een beslissing zal nemen omtrent een

eventuele gehele of gedeeltelijke bevrij-

ding van hij die zich persoonlijk borg heeft

gesteld voor de gefailleerde.

Wel is in de nieuwe wet bepaald dat de

middelen van uitvoering ten laste van de-

gene die zich kosteloos persoonlijk borg

heeft gesteld, worden opgeschort tot aande afsluiting van het faillissement. Die

opschorting heeft echter geen zin meer, als

de rechtbank de volledige of gedeeltelijke

bevrijding heeft verworpen van degene die

zich persoonlijk borg heeft gesteld, in het

kader van een rechtsvordering die is inge-

steld vóór het afsluiten van het faillissement.

Dat kan inderdaad gebeuren, aangezien

de schuldeiser zes maanden na de datum

van het vonnis van faillietverklaring de recht-

bank kan verzoeken om uitspraak te doen

over de bevrijding van wie zich persoonlijk

borg hebben gesteld.

Vandaar dat Febelfin een later nog aan te

brengen wijziging van dat artikel heeft voor-

gesteld, opdat de schuldeisers opnieuw het

recht verkrijgen om hun vordering in te stel-

len tegen degene die zich persoonlijk borg

heeft gesteld, als hij niet is bevrijd.

Het is van belang te weten dat in de wet

wordt vastgehouden aan het principe dat

een failliet verklaarde rechtspersoon niet

verschoonbaar kan worden verklaard.

Ten slotte zijn er een aantal overgangs-

bepalingen voor lopende faillissementen of

voor die welke nog niet zijn afgesloten op

het ogenblik waarop de wet in werking

treedt.

Met de nieuwe wet worden dus de vroe-

gere door de financiële sector bekritiseerde

bepalingen grotendeels verbeterd, maar

er blijven nog een aantal negatieve pun-

ten, zoals het gebrek aan een definitie van

de kosteloze borgstelling (ofschoon het

Arbitragehof zelf een definitie daarvan had

gegeven).

De belangrijkste wijzigingen als gevolg van de nieuwe faillissementswet zijn:

❚ de tekst slaat niet meer op de borgen maar op de personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteldvoor de gefailleerde;

❚ het begrip ‘delging van de schuld van de gefailleerde’ verdwijnt en wordt vervangen door:‘indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet meer worden vervolgd door zijn schuldeisers’;

❚ de situatie van de personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld, wordt beschouwd los van dievan de gefaillleerde;

❚ de rechtbank van koophandel oordeelt over de gehele of gedeeltelijke bevrijding van degene die zich persoonlijk borgheeft gesteld, wanneer zij vaststelt dat zijn verbintenis niet in verhouding staat tot zijn inkomsten en zijn vermogen.

Het Arbitragehof te Brussel

Diensten voor particulieren

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:389

Page 12: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200510

Reclame van kredietinstellingen gericht op jongeren

In 2003 had de banksector op verzoek

van de minister van Consumentenzaken

een constructieve dialoog aangeknoopt met

de consumentenverenigingen teneinde

gedragsregels op te stellen inzake bank-

reclame gericht op jongeren. Die dialoog

leverde een aantal gedragsregels op voor

bankmarketing en -reclame gericht op

minderjarigen, die in de BVB-Gedragscode

zijn opgenomen.

Begin 2005 werd er echter in de Kamer

een wetsvoorstel tot reglementering van

de op jongeren gerichte reclame van

kredietinstellingen ingediend. Dat voorstel

is een uitvloeisel van een enquête door

het OIVO, dat de websites van een aantal

grootbanken had ‘uitgetest’ en zich vra-

gen stelde omtrent de mate waarin de

gedragsregels in acht werden genomen.

Aan die gedragsregels inzake reclame zijn

wel degelijk sancties verbonden. Volgens

de wet op de handelspraktijken mag de

Economische Inspectie inderdaad een

rechtsvordering instellen als de gedrags-

regels op het gebied van reclame niet wor-

den nageleefd. De niet-naleving van een

gedragscode kan worden beschouwd als

een oneerlijke handelspraktijk.

Het genoemde wetsvoorstel brengt in dat

opzicht dan ook niets bij. In vergelijking

met wetsbepalingen bieden gedragsregels

het grote voordeel van soepelheid die

nodig is in een gevoelige materie waar

men zich snel moet kunnen aanpassen.

Bovendien verschillen de specifiek voor de

banksector goedgekeurde regels niet fun-

damenteel van die welke over het alge-

meen worden aanvaard en goedgekeurd.

Derhalve rijst de vraag naar de verantwoor-

ding van een specifiek voor de banksector

bedoelde wetgeving terzake.

Uiterste waakzaamheid blijft dan ook ge-

boden op het stuk van de marketing en

reclame gericht op jongeren. De in de BVB-

Gedragscode ingeschreven regels dienen

in acht te worden genomen. Bij de beoor-

deling van de vraag of de reclame-

campagnes en marketingboodschappen

wel degelijk met die regels stroken, moet

het gezond verstand primeren en moet

worden gekeken naar de waarden die via

die regels worden beschermd.

(1) Met financiële dienst wordt bedoeld iedere dienst vanbancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking,verzekering, individuele pensioenen, beleggingen enbetalingen.

Verkoop op afstand van financiële diensten

Vanaf 1 januari 2006 is de consument

wettelijk beschermd wanneer hij een over-

eenkomst op afstand sluit (bv. per telefoon

of per brief) m.b.t. financiële diensten.

Vanaf die datum geldt immers de wet van

24 augustus 2005 tot omzetting van richt-

lijn 2002/65 betreffende de verkoop op

afstand van financiële diensten(1).

De nieuwe regeling is een specifiek op

financiële diensten gerichte aanvulling

op de algemene regeling van de verkoop op

afstand binnen de Wet Handelspraktijken.

Ze biedt een dubbele bescherming:

❚ de verlener van financiële diensten moet

aan een aantal specifieke informatie-

verplichtingen voldoen, vooraleer de

consument gebonden is door een aan-

bod. De consument moet ook de kans

krijgen om kennis te nemen van de con-

tractuele voorwaarden voordat de over-

eenkomst wordt gesloten.

❚ de consument krijgt 14 kalenderdagen

tijd om eventueel af te zien van de aan-

gegane overeenkomst. Er zijn evenwel

enkele logische uitzonderingen op dit

verzakingsrecht: financiële diensten

waarvan de prijs afhankelijk is van de

financiële markt (zoals financiële instru-

menten), overeenkomsten die op uitdruk-

kelijk verzoek onmiddellijk volledig zijn

uitgevoerd, en de hypothecaire krediet-

overeenkomsten die vallen onder de wet

van 4 augustus 1992.

Ten slotte bevat de nieuwe wet ook de aan-

passingen aan de voorschriften van de richt-

lijn financiële diensten op afstand in de

wet van 12 juni 1991 op het consumenten-

krediet en in de wet van 25 juni 1992 op

de landverzekeringsovereenkomst.

Na de nodige aanpassingen overeenkom-

stig het zeer uitgebreide advies van de

Raad voor het Verbruik is de wet – op

enkele kleine punten na – een correcte

omzetting van de richtlijn. Toch blijven er

nog vele vragen betreffende de praktische

uitvoering. Ook de complexe samenhang

met onder meer de wetgeving betreffende

de elektronische handel kan tot

interpretatieproblemen leiden. Febelfin zal

proberen die problemen tijdig op te sporen

en zo mogelijk een gemeenschappelijk

sectorstandpunt naar voor te brengen.

Diensten voor particulieren

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3810

Page 13: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 11

Financiële diensten aan bedrijvenBanken en KMO’s:partnerschap met verantwoordelijkheid

1 november 2004 was de datum waarop

de door de banken en de vertegenwoordi-

gers van de ondernemingen ondertekende

gedragscode van kracht werd en tevens

de startdatum voor het Contactpunt dat op

de correcte toepassing ervan moet toezien.

Die gedragscode moet bijdragen tot de be-

vordering van de goede betrekkingen tus-

sen kredietinstellingen en KMO’s dankzij

een beter wederzijds begrip van hun res-

pectieve rol en verantwoordelijkheid. Vol-

gens de partijen die de gedragscode heb-

ben ondertekend, gaat het om een stap

vooruit in het vlak van de communicatie en

transparantie; sommige banken die zich

ertoe hebben verbonden de gedragscode

na te leven, hebben hun handelwijze aan-

gepast.

Na twaalf maanden zijn er amper een tien-

tal klachten binnengelopen. Wel dient de

aandacht te worden gevestigd op de kwa-

liteit van de antwoorden die de banken

hebben verstrekt. Doordat de besprekin-

gen in het Contactpunt erg constructief

verlopen, kan elke partij zich rekenschap

geven van de moeilijkheden die de andere

ondervindt. Het is best mogelijk dat het

geringe aantal klachten het gevolg is van

de relatieve onbekendheid van het

Contactpunt, maar het kan ook een teken

zijn dat de banken en de KMO’s in hun

onderlinge dialoog blijk geven van rijpheid

en verantwoordelijkheidszin, omdat ze er

belang bij hebben een win-win situatie in

stand te houden.

De meeste klachten betreffen reacties van

cliënten op een weigering tot krediet-

verlening, onbegrip tegenover de opzeg-

ging van een krediet, te zware waarborg-

eisen in de ogen van de cliënt of een wei-

gering om kosten te betalen die nochtans

in de overeenkomst stonden vermeld. Uit

de aard van die klachten blijkt duidelijk

dat de bemiddeling het best verloopt via

een overlegorgaan (zoals het Contactpunt)

in plaats van via een ombudsman die

advies uitbrengt: een externe persoon of

een extern orgaan zou inderdaad moeilijk

de ene of de andere partij gelijk kunnen

geven, omdat de standpunten uiteenlopend

en toch gefundeerd kunnen zijn.

Het Contactpunt krijgt ook een aanzien-

lijk aantal vragen om inlichtingen, onder

meer van ondernemingen die willen

weten of hun bank correct handelt en die

doorgaans bij het Contactpunt luister-

bereidheid en nuttig advies vinden.

Tevens heeft het Contactpunt de klemtoon

gelegd op bepaalde gedragingen van de

banken tegenover de KMO’s die zouden

moeten evolueren: in grotere mate pas-

sende financieringen aanbieden (kas-

krediet is niet altijd de beste oplossing) en

soms ook alternatieven voor bankkrediet;

in geval van een kredietaanvraag duide-

lijk zeggen wat de kredietgever van de

onderneming verwacht. In dat opzicht is

er een educatieve rol weggelegd voor de

BVB, onder meer door, in samenwerking

met de organisaties die de ondernemin-

gen vertegenwoordigen, conferenties te

organiseren waardoor de ondernemers

betere kansen krijgen om een krediet te

verkrijgen en ze worden geholpen om een

duidelijk en volledig dossier samen te stel-

len, vooral dan in het kader van de nieuwe

Basel-akkoorden.

In 2005 onderhield de BVB regelmatig con-

tact met de vertegenwoordigers van de

ondernemingen maar ook met de federale

en gewestelijke overheid teneinde de

beste hulpmaatregelen voor de KMO’s te

bespreken.

Contactpunt Banken-KMO’sc/o Febelfin

Ravensteinstraat 36, bus 5, – 1000 Brusselfax 02 507 69 29 – e-mail [email protected]

Financiële diensten aan bedrijven

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3811

Page 14: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200512

De ARKimedes-regeling

Met de ARKimedes-regeling wil de

Vlaamse overheid risicokapitaal activeren

voor Vlaamse starters en KMO’s én de

ondernemingszin bij de bevolking aanwak-

keren. Door middel van zgn. ARKimedes-

fondsen wordt bij het publiek geld ingeza-

meld (via uitgiften van aandelen en obliga-

ties).

De ARKimedes-fondsen beleggen bij risico-

kapitaalverstrekkers voor starters en KMO’s.

Tegenover elke euro die wordt geïnves-

teerd door een ARKimedes-fonds, dient één

euro van de risicokapitaalverstrekker zelf

te staan. Over de eerstkomende vijf jaar

wenst de Vlaamse overheid via die fond-

sen 225 miljoen euro in te zamelen.

Met de gecombineerde uitgifte van aan-

delen en obligaties van het eerste

ARKimedes-fonds (looptijd van 15 septem-

ber tot en met 5 oktober 2005) wilde de

Vlaamse overheid 75 tot 110 miljoen euro

ophalen bij het publiek. Daarbij had de

belegger de keuze om in te schrijven op

aandelen of obligaties, of op een combina-

tie van beide. Drie grote banken werden

aangeduid om de aandelen en obligaties

van het eerste ARKimedes-fonds aan de

belegger te verkopen. De operatie bleek

een groot succes – na amper vijf dagen

werd de intekenperiode al afgesloten om-

dat het gewenste bedrag van 110 miljoen

euro was bereikt.

De nieuwe waarborgregelingen van het Vlaamse Gewest

❚ In het voorjaar van 2005 ging de

nieuwe waarborgregeling van het

Vlaamse Gewest voor investerings-

kredieten aan KMO’s van start. Wan-

neer voor een investeringskrediet aan

een KMO een beroep wordt gedaan op

die regeling, draagt het Vlaamse Gewest

maximum 75% van het risico verbon-

den aan dat krediet; de bank die het

krediet verstrekt, neemt minimum 25%

op zich. Het Vlaamse Gewest kent de

waarborg toe aan de kredietverlenende

instelling, die deze waarborg kan toe-

passen voor kredieten aan KMO’s die

aan de voorwaarden voldoen.

❚ De nieuwe waarborgregeling voor

investeringskredieten is inmiddels reeds

aangevuld met een waarborgregeling

voor KMO’s die hinder ondervinden als

gevolg van openbare werken. In die re-

geling kunnen kredieten voor de finan-

ciering van bedrijfskapitaal en kredie-

ten voor de herfinanciering van schul-

den op minder dan één jaar onder de

waarborg worden gebracht. In tegen-

stelling tot de waarborgregeling voor

investeringskredieten, dient in deze

Belastingplichtigen van hetVlaamse Gewest die aan depersonenbelasting zijn onder-worpen en die aandelenvan het ARKimedes-fondsaankopen, krijgen recht opeen vermindering van diebelasting ten belope van35% van de uitgifteprijsgespreid over vier jaar.Daarnaast genieten debeleggers die aandelen vanhet ARKimedes-fonds aan-kopen, een kapitaalgarantieten belope van 90% van denominale waarde van hunaandelen. Beleggers dieobligaties aankopen, krijgengeen belastingverminderingmaar genieten wel eengewestgarantie op 100%van hun kapitaalinbreng ende beloofde interesten.

In het kader van de nieuwewaarborgregelingen heeftde Vlaamse minister vanEconomie de financiëleinstellingen reeds tweemaalgevraagd zich op te gevenals zijnde geïnteresseerd ineen waarborg. Ongeveervijftien banken zijn daaropingegaan en hebben eenwaarborg van het VlaamseGewest gekregen.

regeling geen premie te worden betaald

en moet de bank aan de KMO geen

andere zakelijke of persoonlijke zeker-

heden vragen.

Financiële diensten aan bedrijven

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3812

Page 15: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 13

De Staat moet zich houden aan zijn waarborg, ook na regionalisering

Er rijst een probleem wanneer een bank

een beroep doet op de federale staats-

waarborg en als de federale bevoegd-

heden naderhand worden geregionaliseerd.

In veel gevallen raken de dossiers geblok-

keerd als gevolg van de ingewikkelde insti-

tutionele structuur en de politieke proble-

men waardoor de uitbetaling van het geld

wordt vertraagd of volledig wordt geblok-

keerd. Dat was meer bepaald het geval

tijdens de dioxinecrisis toen de federale

overheid en de BVB op 25 augustus 1999

een overeenkomst ondertekenden waarin

sprake was van een waarborg van 50%

als de betrokken kredietnemer een

krachtens het krediet verschuldigd en

invorderbaar bedrag niet heeft betaald,

30 dagen nadat de kredietinstelling hem

een schriftelijke aanmaning heeft gestuurd.

Die regeling gold tot 1 januari 2002, maar

daarna werd die aangelegenheid

geregionaliseerd. Momenteel proberen de

Gewesten en de federale overheid onder

elkaar uit te maken wie de waarborg op

zich moet nemen en vooral waar het geld

daarvoor moet worden gevonden.

Herhaaldelijk heeft de BVB tal van beleids-

verantwoordelijken erop gewezen hoe

belangrijk en dringend het is dat in het

Overlegcomité Federale regering/Gewes-

ten een oplossing wordt gevonden, opdat

de staatswaarborg kan spelen. Als de staats-

waarborg achterwege blijft, verliest die aan

geloofwaardigheid en dat kan ernstige

gevolgen hebben, meer bepaald in het

kader van de Baselakkoorden, waar een

waarborg vanwege de Belgische Staat niet

meer als een volstrekte waarborg zou wor-

den beschouwd. Het zou erg gevaarlijk

zijn mocht een verbintenis vanwege de

Staat op de helling komen te staan als ge-

volg van de ingewikkelde en soms onover-

zichtelijke institutionele structuur van

ons land.

Het is niet de eerste maal dat de staats-

waarborg aldus geblokkeerd geraakt om

institutionele redenen. In het kader van de

bouw van schoolgebouwen hebben de

De federale overheid heeftmet de BVB onderhandeldover overeenkomsten totafbakening van de grenzenwaarbinnen de bankenkredieten met staats-waarborg mogen toekennen.Zo deden de banken in1975 een beroep op defederale staatswaarborgvoor de bouw van school-gebouwen (geregionaliseerdin 1981), alsook in 1999voor de steun aanlandbouwbedrijven en niet-landbouwbedrijven die hetslachtoffer waren van dedioxinecrisis (geregiona-liseerd in 2002).

banken kredieten met federale staats-

waarborg toegekend aan de scholen op

grond van de overeenkomst uit 1975,

waarin staat dat de bank zich tot het

Waarborgfonds voor scholenbouw (WFS)

mag wenden om uitbetaling te verkrijgen,

als de inrichtende macht van de school twee

weken achterop is met de betaling. Sedert

een aantal jaren kampen bepaalde scho-

len met ernstige financiële problemen; hun

schulden zijn reeds herschikt en in som-

mige gevallen wachten de banken nu reeds

drie jaar op de uitbetaling van de waar-

borg. Voor die uitbetaling heeft het WFS

evenwel het akkoord nodig van de Inspec-

teur van Financiën, die vaak voorbehoud

maakt, omdat de dossiers die het WFS door-

stuurt, onvolledig zijn, of omdat de scholen

eerst de door de Gemeenschap gewaar-

borgde kredieten terugbetalen en pas

daarna de kredieten die door de federale

regering zijn gewaarborgd, of nog omdat

de scholen grotere schulden hebben aan-

gegaan dan wat hun was toegestaan. De

banken hebben het moeilijk met die ver-

antwoordingen, die buiten de door de BVB

en de Staat ondertekende overeenkomst

vallen.

Financiële diensten aan bedrijven

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3813

Page 16: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200514

Fiscale omgeving

Bij de herziening van debelasting op de roerendeinkomsten gaat het zowel omeen politieke keuze als omtechnische aspecten. In eenEuropese om niet te zeggenwereldcontext van toenemendvrij verkeer van kapitaal, kanhet niet anders dan dat eenondoordachte maatregel diealternatieven laat voorspaarders en beleggers,economisch niet het verwachteresultaat zal opleveren.Uiteindelijk is zoiets negatiefvoor de beleggers, de sector enhet land in zijn geheel. Om datte voorkomen pleit Febelfin voorvoorafgaand overleg overenigerlei hervorming op datgebied, alsmede voorstabiliteit in het fiscaal beleid.Niet alleen de belangen vande Schatkist maar ook die vande financiële sector en van despaarders en beleggers staanop het spel.

Roerende inkomsten van spaarders en beleggersin het brandpunt van de belastingherziening

Over één zaak zijn alle democratische po-

litieke partijen in België het blijkbaar eens,

ongeacht hun ideologische strekking, m. n.

dat de belasting op het inkomen uit arbeid

te zwaar is.

In een Europese context waarin het

begrotingsevenwicht het absolute streef-

doel is geworden (zoals bij alle streef-

doelen, slaagt de ene staat al beter dan de

andere erin om op dat gebied resultaat

te boeken), leidt dat onvermijdelijk tot de

conclusie dat in de uitgaven moet worden

gesnoeid of dat naar andere bronnen van

inkomsten moet worden gezocht, of nog

dat in een subtiele combinatie van beide

oplossingen moet worden voorzien.

In fiscaal opzicht bestaat er een duidelijk

onderscheid tussen het beroepsinkomen en

de – rechtstreeks minder belaste – roe-

rende inkomsten, en dus geven die laatste

aanleiding tot een hernieuwde belang-

stelling om dat streefdoel te bereiken

(in werkelijkheid kan men vraagtekens daar-

bij plaatsen, als rekening wordt gehouden

met de diverse belastingmaatregelen).

In feite is het huidige belastingstelsel een

pragmatisch uitvloeisel van het gegeven dat

de roerende inkomsten vaak zelf voort-

komen uit kapitaal dat werd vergaard dankzij

de (reeds belaste) inkomsten uit arbeid, en

van hun intrinsiek roerende aard waardoor

de begunstigden een ‘mobiel’ stemgedrag

kunnen vertonen en hun toevlucht tot het

buitenland kunnen of willen nemen zodra

het nationale klimaat (te) ongunstig is of lijkt.

In politiek en technisch opzicht is het dus

moeilijk om die inkomsten te belasten en

daarbij komt nog dat er reeds tientallen ja-

ren lang concurrentie in fiscaal opzicht

heerst tussen de lidstaten (en bepaalde

derde landen die satellietlanden van de EU

zijn), die steeds erop uit zijn om kapitaal uit

het buitenland binnen te rijven dankzij een

gunstig belastingstelsel.

Het gevolg daarvan is dat een succesvolle

ombuiging van de reeds sedert jaren be-

staande trend om inkomsten uit kapitaal te

bevoordelen veronderstelt dat met die ge-

gevens rekening wordt gehouden, onge-

acht de economische en fiscale verdien-

sten (of illusies) van een ‘herschikking’ van

de belasting op het inkomen uit arbeid en

de inkomsten uit kapitaal.

Dit jaar werd na 16 jaar onafgebroken

inspanningen een belangrijke stap in die rich-

ting gezet met de inwerkingtreding van de

spaarrichtlijn (infra). Zich baserend op de

vaststelling dat kapitaal (en dus ook het al-

dus verkregen inkomen) zich kan verplaat-

sen naar oorden waar het belastingstelsel

gunstiger is, heeft de EU een ‘level playing

field’ opgelegd dat voorziet in een belas-

ting op spaarinkomsten in de vorm van intrest-

uitkering, niet alleen aan alle lidstaten maar

ook aan een aantal derde landen en

gebieden die, zonder die maat-

regel, een toevluchtsoord hadden kunnen

zijn voor hen die zich aan hun fiscale

verplichtingen proberen te onttrekken.

De tijd die nodig was om die richtlijn uit te

werken en in toepassing te brengen en de al

bij al beperkte draagwijdte ervan tonen

tegelijk aan hoe ingewikkeld die materie is

en hoe een hervorming op dat gebied tot

stand moet worden gebracht. Niet alleen moet

duidelijk worden aangegeven wat men

wenst te bereiken (omdat anders de teksten

niet kunnen worden toegepast), maar tevens

dient ruim overleg te worden gepleegd op-

dat iedereen, zowel de overheid, de finan-

ciële actoren, de belastingadministratie als

de beleggers en spaarders zich sereen kun-

nen voorbereiden op de verandering zon-

der gevaar voor verstoring van de markten.

Na een lange nacht van begrotings-

onderhandelingen deelde de Belgische

regering op 11 oktober jl. mee dat zij met

het oog op het evenwicht in de staats-

begroting voor 2006 van plan was (gedeel-

telijk) een roerende voorheffing in te

voeren op de opbrengst van bepaalde

obligataire beleggingsfondsen.

Al snel bleek echter dat de regering was

‘vergeten’ rekening te houden met de ken-

merken van de hierboven beschreven

roerende inkomsten en met de omstandig-

heden waarin die richtlijn was goedge-

keurd. In werkelijkheid had zij zich vooraf

blijkbaar niet ten volle beraden over de

manier waarop die maatregel precies moest

worden uitgewerkt.

Bijgevolg zag de overheid zich verplicht

om haar verklaringen herhaaldelijk bij te

stellen om zeker te zijn dat de belasting op

coherente wijze kan worden toegepast,

Fiscale omgeving

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3814

Page 17: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 15

geen paniek veroorzaakt op de markten en

vooral niet tot gevolg heeft dat de spaarders

en beleggers, die dankzij de EBA de weg

naar België hadden teruggevonden,

opnieuw hun blik naar het buitenland

zouden richten.

Op het ogenblik waarop wij dit schrijven

(14 november), blijft het evenwel nog

steeds gissen naar de precieze inhoud van

die belasting, maar een aantal punten zijn

wel al duidelijk.

Wat het technische aspect betreft, zullen

die beperkingen, ongeacht de oplossing

die uit de bus zal komen, onvermijdelijk

een juridische tekst opleveren die ingewik-

keld en moeilijk te interpreteren is en die,

gezien de haast waarmee hij werd opge-

steld, moeilijk toepasbaar zal zijn.

In economisch opzicht is die maatregel

nogal ongelukkig, want hoe dan ook wordt

daarmee een belasting ingevoerd op een

product waarvoor er minder belaste alter-

natieven op de markt bestaan (waardoor

de concurrentie wordt verstoord tussen hen

die deze verschillende producten aanbie-

den, en op termijn een hypotheek op de

opbrengst van de belasting wordt gelegd).

In het vlak van de communicatie ten slotte,

hebben de plotselinge en verwarde aankon-

diging van die maatregel en de opeenvol-

gende tegenstrijdige verklaringen daarover

het beeld van de wijze waarop in België het

belastingbeleid inzake roerende inkomsten

wordt gevoerd, in ernstige mate aangetast

zowel op binnenlands niveau als in het bui-

tenland. (De dag nadat de maatregel bekend

was gemaakt, verklaarde een Luxemburgse

bankier geamuseerd dat de fiscaliteit in

het Groothertogdom niet telkenjare ver-

andert ... - zie L’Echo van 19 oktober 2005).

Dit soort maatregel illustreert de uitdaging

voor de regering om de juiste toedracht

ervan uit te leggen aan de bevolking, voor

de administratie, om met een samenhan-

gende ontwerptekst voor de dag te komen,

en ten slotte ook voor Febelfin (en onrecht-

streeks voor de financiële sector in zijn

geheel), die vooraf niet echt werd geraad-

pleegd en zich derhalve gedwongen zag

de technische tekortkomingen van het ont-

werp zelfs in de openbaarheid te brengen.

Een dergelijke situatie wordt dan ook in

de toekomst best vermeden. De overheid

moet zich ervan bewust zijn dat zo’n voor-

beeld van een onvoorspelbare en ondui-

delijke belastingregel nefast is voor de

stabiliteit en het vertrouwen die nodig zijn

om de spaarders en beleggers naar België

te lokken en hier te houden.

De huidige situatie heeft nogmaals aan-

getoond dat de moeilijkheden die aan een

wijziging van het belastingstelsel voor

roerende inkomsten zijn verbonden best

worden aangepakt in voorafgaandelijk

overleg met de financiële sector.

Febelfin is dan ook van oordeel dat spoedig

de basis moet worden gelegd voor een sere-

ner en meer constructief debat over de toe-

komstige ontwikkelingen inzake de belasting

op roerende inkomsten. De financiële sector

is bereid om zijn kennis en ervaring daar-

voor ten dienste te stellen van de regering.

Blijkbaar zijn de regering en de minister

van Financiën zich daarvan nu terdege be-

wust, aangezien er is voorgesteld een ‘task

force’ op te richten waarin de sector zou

zijn vertegenwoordigd en die zich over dit

soort problemen zou buigen. Beter laat dan

nooit!

De pro-actieve houding van de financiële sector is doorslaggevendgeweest opdat België zijn Europese verplichtingen in het kadervan de spaarrichtlijn kan nakomen. Meteen is gebleken dat eendialoog tussen de belastingadministratie en de sector nodig istelkens wanneer die laatste de rol van belastingontvanger tengunste van de Staat moet spelen.

Doorslaggevende bijdrage van de financiële sectoraan toepassing Europese spaarrichtlijn

In haar jaarverslag van 2004 maakte de

BVB zich zorgen in verband met de on-

zekerheid omtrent de datum van inwerking-

treding van de regels die voortvloeien uit de

spaarrichtlijn, vooral dan het uitblijven van

maatregelen voor de toepassing van een tekst

waarvan de technische ingewikkeldheid zeer

vaak werd beklemtoond.

In elk opzicht was er inderdaad behoefte

aan duidelijke toelichting bij de nieuwe

regels: om welke inkomsten gaat het juist ?

Hoe moet de identificatie gebeuren van

degenen die recht hebben op die inkom-

sten ? Wat is de belastbare basis waarop de

nieuwe belasting – de ‘woonstaatheffing’

(WSH) – moet worden geheven en hoe dient

dat te gebeuren ? Hoe moeten de aangif-

ten worden ingevuld ? Hoe zullen vergissin-

gen bij de inhouding worden rechtgezet ?

Belangrijk was dat die vragen een antwoord

kregen lang vóór de inwerkingtreding van

de richtlijn opdat de toekomstige ‘uitbeta-

lende instanties’ voldoende tijd kregen om

de systemen en procedures voor de daad-

werkelijke toepassing van de nieuwe regels

aan te passen, in te voeren en uit te testen.

Vermits de inwerkingtreding was gepland

op 1 juli 2005 (die datum lag toen nog

niet echt vast, maar kwam wel gevaarlijk

dichtbij), besloot Febelfin om weliswaar

contact te houden met de Belgische

Fiscale omgeving

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3815

Page 18: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200516

een aangifteformulier. Zij werkte recht-

streeks mee aan het opstellen van bepaalde

koninklijke besluiten, schreef en publiceerde

eigenhandig een toelichting voor haar leden

die tijdens een infovergadering in april

2005 werd voorgesteld. Tegelijk werden

veelvuldige besprekingen met de belasting-

administratie gehouden.

Uiteindelijk bleek dat dit de goede aanpak

was. Zoals de sector één jaar voordien had

gevreesd, werden de spaarrichtlijn en de wet

tot omzetting van 17 mei 2004 uiteindelijk

op 1 juli 2005 van kracht en heerste er zelfs

tot in juni onzekerheid omtrent die datum.

Vier van de koninklijke uitvoeringsbesluiten

werden in het Staatsblad van 29 juni 2005

gepubliceerd juist vóór de inwerkingtreding.

De administratieve omzendbrief, die sterk

was geïnspireerd op de commentaar van

Febelfin, volgde pas medio juli.

belastingadministratie maar niettemin het

voortouw te nemen en zelf de nodige maat-

regelen en commentaar voor te bereiden.

Daartoe werd besloten niet alleen omdat

de datum van inwerkingtreding niet meer

veraf was, maar ook enerzijds omdat nut-

tige informatie omtrent de nieuwe verplich-

tingen zo snel mogelijk aan de leden moest

worden meegedeeld, en anderzijds omdat

men wilde voorkomen dat de markt voor

uiteenlopende oplossingen zou kiezen

wegens het ontbreken van officiële richt-

lijnen en commentaar. Last but not least,was het ook de bedoeling ervoor te

zorgen dat de Belgische financiële sector

min of meer op gelijke hoogte werd geplaatst

met die in de buurlanden, waarvan sommige

al grote vooruitgang hadden geboekt.

Overeenkomstig die beslissing werkte

Febelfin onder meer een voorstel uit voor

Dankzij het initiatief van Febelfin konden

de meeste van de dringende vragen nog

vóór de inwerkingtreding worden beant-

woord en konden de nieuwe regels inzake

de belasting op het sparen vanaf 1 juli 2005

op een bevredigende wijze effectief wor-

den toegepast. Dat betekent echter niet dat

alle problemen nu van de baan zijn. In de

loop van de komende weken en maanden

moet nog een oplossing voor tal van prak-

tische aspecten worden gevonden. Daarom

heeft Febelfin een ‘help desk’ opgericht waar

de leden met hun vragen terecht kunnen

en waar kan worden nagegaan welke vra-

gen belangrijk zijn voor de sector in het

algemeen. Regelmatige contacten met de

belastingadministratie worden overigens

ook voortgezet.

De EBA: een uitzonderlijke operatieDe operatie ‘EBA’ – met18.543 aangiften – brachtde Schatkist maar liefst496.240.916 euro aanbelastingen op en zorgde vooreen kapitaalinjectie van meerdan 5,7 miljard euro in deBelgische economie: eenresultaat dat er mag zijn ! Erzijn niet alleen de onmiddel-lijke gevolgen maar ook oplange termijn zal die operatieeen gunstige weerslag heb-ben op de Belgische economieen op de overheidsinkomsten.In ieder geval geldt dieoperatie als een positiefvoorbeeld van een efficiëntesamenwerking tussen overheiden financiële sector.

De eenmalige bevrijdende aangifte (EBA)

zal herinnerd worden als één van de meest

in het oog springende maatregelen van de

jongste twee jaar. De beslissing werd geno-

men in moeilijke politieke omstandigheden.

De tekst waarop de EBA was gebaseerd,

was geen schoolvoorbeeld van leesbaarheid

en duidelijkheid in juridisch opzicht en her-

haaldelijk werd gevreesd voor een misluk-

king. Uiteindelijk was het resultaat toch

meer dan eervol, ook al werd het oorspron-

kelijke streefdoel niet bereikt.

Van bij de aanvang werd de EBA opgevat

als een in de tijd beperkte kans voor

belastingplichtigen met inkomsten die niet

aan de fiscus waren aangegeven, om zich

fiscaal in regel te stellen zonder gevaar

voor strafrechtelijke vervolging.

Eind 2004 wees de banksector in zijn jaar-

verslag erop hoe verheugd hij was over de

vertrouwensfunctie waarmee de financiële

sector in het kader van de EBA werd belast.

De kredietinstellingen en de verzekerings-

maatschappijen alsmede de beurs-

vennootschappen kregen immers als op-

dracht samen met de diensten van de

Thesaurie de aangiften van de berouwvolle

belastingplichtigen bijeen te brengen, de

belasting voor de Schatkist te innen, het attest

te leveren waarop de aangifte recht geeft,

en na te gaan of aan de voorwaarden voor

een EBA was voldaan. Die medewerking

vanwege de financiële sector stond trouwens

garant voor het vertrouwelijke karakter van

de procedure, dat in het algemeen als een

conditio sine qua non voor het welslagen

van de operatie werd beschouwd.

Lange tijd zag het ernaar uit dat de resul-

taten van de EBA veeleer pover zouden

zijn. In oktober had men de indruk dat het

streefcijfer van 850 miljoen euro aan be-

lasting diende te worden bijgesteld tot

250 miljoen. Pas tegen het einde van het

jaar begon het aantal aanvragen specta-

Fiscale omgeving

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3816

Page 19: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 17

culair te stijgen: op ongeveer anderhalve

maand tijd – tussen medio november 2004

en eind december 2004 – liepen er een

aanzienlijk aantal aangiften binnen.

Om die toevloed de baas te kunnen, sloot

Febelfin met de minister van Financiën een

akkoord omtrent de precieze voorwaarden

voor de indiening van een aangifte. Tot dan

toe had de sector zich erg behoedzaam

opgesteld en werd geen rekening gehou-

den met aangiften voor tegoeden in het

buitenland die nog niet materieel naar Bel-

gië waren overgedragen. In gemeenschap-

pelijk overleg werd besloten dat als essen-

tiële voorwaarde gold dat een onomkeer-

bare opdracht tot overdracht was gegeven

(er was voorzien in specifieke maatregelen

voor de gevallen waarin de tegoeden niet

volgden) en dat de banken zonder gevaar

dergelijke EBA’s mochten aanvaarden.

Ondanks die precisering en de enorme in-

spanningen vanwege het personeel belast

met de verwerking van de aangiften,

zagen de financiële instellingen al snel dat

hun capaciteit tot verwerking van de dos-

siers niet meer volstond. Febelfin bracht dit

probleem ter kennis van de belasting-

administratie. Een verlenging van de

indieningstermijn was absoluut niet

mogelijk, maar niettemin hadden alle

belastingplichtigen wettelijk het recht om tot

en met 31 december 2004 een EBA in te

dienen. De belastingadministratie besloot

om de druk op de sector te verlichten en te

De taks op de beurs-verrichtingen (TOB) en detaks op de levering vaneffecten aan toonder (TLT)ondergingen tijdens hetverslagjaar ingrijpendewijzigingen – soms op eennodeloos ongelukkigemanier, laat ons dat nietvergeten.

TOB en TLT:een jaar van fundamentele veranderingenen (on)gecontroleerde uitschuivers

Na de veroordeling door het Europees Hof

van Justitie op 15 juli 2004 moest België

afzien van de heffing van de TOB en de

TLT voor transacties op de primaire markt

(uitgifte van effecten). Die veroordeling

impliceerde ook dat de betwiste taksen die

in het verleden waren geheven, dienden

te worden terugbetaald.

Die veroordeling kwam niet echt als een

verrassing. De Europese richtlijn waarmee

die taksen in strijd waren, was immers goed-

gekeurd in 1969 en de daarin vastgelegde

regels lieten niet echt veel twijfel bestaan

over de afloop van het geschil. Het arrest

van het Hof was dus een reactie op het

uitblijven van maatregelen van de Belgische

wetgever, die beide taksen in de wet had

behouden en ze bijgevolg ook toepasse-

lijk maakte op de Belgische financiële

tussenpersonen.

Onmiddellijk na het arrest heeft de belasting-

administratie de financiële sector meege-

deeld dat hij een punt mocht zetten achter

de inning van de betwiste taksen. Wel

diende nog een wettekst te worden uitge-

werkt voor de opheffing van de bepalingen

in strijd met het Europees recht en om de

beleggers de kans te geven om de onrecht-

matig betaalde taksen terug te vorderen.

❚ Het eerste deel van die twee verplichtin-

gen – de bijwerking van de artikelen in

het Wetboek van de met het zegel gelijk-

gestelde taksen – werd geregeld via de

programmawet van 27 december 2004.

Zonder enige vorm van voorafgaand over-

leg ging de Belgische Staat daarbij ech-

ter verder dan een loutere formele aan-

passing van de teksten en besloot hij

de maximumbedragen van 250 en

375 euro inzake de TOB af te schaffen

(m.a.w. de taks te ‘deplafonneren’).

Door die ‘deplafonnering’ hadden de

Belgische financiële actoren een reëel

nadeel kunnen lijden. Die taksen zijn

inderdaad verschuldigd alleen voor

zover zij tussenkomen in de transactie.

Als de beleggers die taksen willen

ontlopen, volstaat het dus dat ze een

beroep doen op een in het buitenland

gevestigde financiële tussenpersoon

voor de uitvoering van hun trans-

acties. Febelfin nam dus het initia-

tief om de belastingadministratie

ervan te overtuigen dat die maatregel

gevaarlijk contraproductief kon zijn zo-

wel voor de betrokken actoren als voor

de overheidsinkomsten. Na korte bespre-

kingen, werd reeds in januari 2005

besloten tot herinvoering van de

maximumbedragen die op het stuk van

voorzien in bijkomende termijnen voor het

leveren van de attesten aan hen die aan-

gifte hadden gedaan, en voor het betalen

van de bijdragen op basis van de in decem-

ber 2004 ingediende EBA’s.

In economisch en fiscaal opzicht heeft de

operatie dus een aanzienlijk positief effect

gekend. Dat kwam ook tot uiting in de

overheidsinkomsten, want de administratie

is tot de vaststelling gekomen dat de bedra-

gen aan roerende voorheffing aanzienlijk

zijn gestegen. Voor de financiële sector ten

slotte is de EBA-operatie een voorbeeld van

een geslaagde samenwerking met de over-

heid, doordat regelmatig van gedachten

kon worden gewisseld.

Fiscale omgeving

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3817

Page 20: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200518

de TOB verschuldigd kunnen zijn (even-

wel werden ze verdubbeld in vergelij-

king met vroeger).

❚ Pas met de bekendmaking van een

koninklijk besluit op 21 januari 2005 kon

de laatste hand worden gelegd aan het

tweede deel, met name een regeling voor

de terugbetaling van de in het verleden

onrechtmatig geheven taksen. Die rege-

ling kwam er na overleg met de financiële

sector, maar blijft toch tamelijk omslachtig

wat de informatie betreft die de

belastingplichtige moet verstrekken en

daarenboven zijn de daaraan verbonden

verjaringstermijnen nogal ingewikkeld.

Ondanks de beslissing van de Staat om al-

leen die taksen terug te betalen die wer-

den geheven tijdens de twee kalender-

jaren vóór de beslissing van het Europees

Hof (wat niettemin neerkomt op een totaal

terug te betalen bedrag dat op 250 mil-

joen euro wordt geraamd), blijven tal van

aanvragen tot terugbetaling van de jong-

ste maanden nog steeds zonder gevolg,

met als gevolg dat de aanvragers klacht

indienen bij hun financiële instellingen.

Het gereglementeerde spaardeposito:een ingewikkelde decumulatie

Het bankproduct dat (wellicht) het meest populair is, moet tegelijkook omzichtig worden behandeld. Als gevolg van de hervormingvan de personenbelasting, moet de intrest op boekjes op naam vanechtgenoten of wettelijk samenwonenden worden ‘gedecumuleerd’in die zin dat elke partner recht heeft op een belastingvrij bedragal naargelang zijn deel.

De administratie maande dan ook in een circulaire de banken aanrekening te houden met het huwelijksstelsel (of de vorm van samen-wonen) van de partners om die dubbele vrijstelling toe te passen.Het duurde niet minder dan zes maanden vooraleer de overheidtot het besef kwam dat die benadering weinig realistisch was enze ervan kon worden overtuigd om te kiezen voor de door Febelfinvoorgestelde oplossing, die efficiënt is en tegelijk oog heeft voor depersoonlijke levenssfeer van de cliënten.

In het BVB-jaarverslag 2004 stond te

lezen dat de begin dat jaar in werking

getreden hervorming van de personen-

belasting een volledige decumulatie van

de inkomsten van echtgenoten tot gevolg

had. Voortaan wordt de belasting voor elke

echtgenoot/wettelijk samenwonende

afzonderlijk berekend.

Volgens de banksector was die

decumulatie, voor dat jaar, ipso facto niet

van toepassing op de roerende voorheffing

en dus had hij laten weten dat hij de

Het spreekt vanzelf dat dergelijk getreuzel

(nonchalance bij de aanpassing van de na-

tionale regels aan de Europese regels, eerst

afschaffing en vervolgens herinvoering van

de maximumbedragen en vertraging bij de

terugbetaling van de onrechtmatig betaalde

taksen) het imago van het Belgisch finan-

cieel centrum negatief beïnvloedt en vra-

gen doet rijzen omtrent de ernst van het

centrum en de stabiliteit van de omstandig-

heden waarin het werkt. Die handelwijze is

dus een erg ongelukkig voorbeeld van hoe

het niet meer moet in de toekomst.

zaken ongemoeid zou laten wat de intrest

op de spaarboekjes betreft. Dat betekent

m.a.w. dat de sector voor gemeenschappe-

lijke boekjes geopend op naam van beide

echtgenoten of wettelijk samenwonenden

de vrijstelling voor het eerste bedrag van

1.250 euro (te indexeren) maar één keer

zou toepassen.

Begin 2005 publiceerde de belasting-

administratie echter, zonder voorafgaand

overleg met de financiële instellingen, een

omzendbrief waarin zij verduidelijkte hoe

de decumulatieregels in dat geval concreet

moesten worden toegepast.

Er wordt daarin geen afbreuk gedaan aan

het standpunt van de banksector m.b.t.

2004, maar uit die omzendbrief kan wor-

den opgemaakt dat van de banken wordt

verwacht dat ze nagaan welk deel van de

intrest op de boekjes toekomt aan elke

partner, en dat ze voor elk van hen de

wettelijk vastgelegde vrijstelling toepassen

ten belope van ieders deel. In die circu-

laire wordt zelfs verder gegaan dan die

vereiste, want die dubbele vrijstelling kan

worden toegepast, ook al staat het boekje

maar op naam van één persoon en komt

de intrest toe aan beiden.

Fiscale omgeving

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3918

Page 21: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 19

Die omzendbrief staat bol van goede voor-

nemens, maar kan praktisch (en zelfs wet-

telijk) niet worden toegepast.

Als men zich aan de omzendbrief wilde

houden, dan was het inderdaad nodig dat

elke instelling bij alle houders van een

boekje navraag deed omtrent hun

huwelijksstelsel en te allen tijde kon be-

palen welk bedrag aan welke echtgenoot

toebehoorde en bijgevolg welk deel van

de intrest naar die persoon moest gaan.

Uiteraard is het onrealistisch bij elke

beweging op de rekening navraag te doen

bij de cliënt, maar tevens rees de vraag of

de verplichte vermelding van het huwelijks-

stelsel bij het aanvragen van een gewoon

gemeenschappelijk spaarboekje niet in

strijd was met de regels ter bescherming

van de persoonlijke levenssfeer.

Reeds in april 2005 kwam Febelfin met

een alternatief: voor de boekjes op naam

van echtgenoten of wettelijk samenwonen-

den zouden voortaan twee vrijstellingen

worden toegepast, telkens op de helft van

de intrest op de rekening. Ook zouden de

begunstigden jaarlijks erop worden ge-

wezen dat ze in de personenbelasting

aangifte moeten doen van de teveel

vrijgestelde bedragen, of de te veel geïnde

roerende voorheffing terug moeten eisen

van de administratie.

Het duurde zes maanden vooraleer die

oplossing werd aanvaard. Uiteindelijk

gebeurde dat door de minister van Financiën

n.a.v. een vraag van volksvertegenwoordi-

ger Hendrik Bogaert in de Kamercommis-

sie voor Financiën en Begroting.

Tijdens diezelfde periode kregen de ban-

ken herhaaldelijk kritiek op het uitblijven

van de toepassing van de decumulatie voor

spaarboekjes. De kans was echter vrij groot

dat er nog veel meer problemen zouden

zijn gerezen als de richtlijnen van de

administratie klakkeloos waren toegepast.

Net zoals voor andere aangelegenheden

(zie meer bepaald het artikel over de TOB),

luidt de conclusie dus eens te meer dat het

wel degelijk mogelijk is veel pijnlijke situa-

ties te voorkomen door – vooraf – overleg

te plegen met de financiële sector.

Fiscale omgeving

‘Back office’-activiteiten:dringend nood aan een passend belastingstelsel

De vraag naar de beste en voordeligste

lokatie voor back office-activiteiten is bran-

dend actueel. Dat heeft te maken met de

toenemende mondialisering van de econo-

mie, de totstandkoming van een Europese

eenheidsmarkt voor financiële diensten, het

ontstaan van verschillende internationale

financiëledienstengroepen en het streven

naar synergieën en kostenbesparingen.

De evolutie van de financiële markten in Euro-

pa (cf. Euronext) heeft de consolidatie gestart

van de custody-activiteiten van de finan-

ciële instellingen. Zij besteden zo’n activitei-

ten alsmaar meer uit aan gespecialiseerde

instellingen. Financiële groepen kiezen vaak

ervoor om de custody-activiteiten zelf te ont-

wikkelen en te centraliseren in één vennoot-

schap van de groep, en eventueel ook om

die diensten aan derden aan te bieden.

België heeft traditioneel een sterke positie

inzake custody. Er bestaat een goede regel-

geving en de nodige expertise is aanwezig,

en er is goed opgeleid en meertalig perso-

neel voorhanden (meer dan 5.000 perso-

nen in 2005). Belgische financiële instellin-

gen beschikken ook over voldoende know

how in andere deelgebieden (optreden als

belangrijkste uitbetalende instantie, bij

internationale emissies of als ‘agent’ in

gesyndiceerde internationale kredieten,

‘Cash Management’), maar het is niet

evident die positie thans te valoriseren.

De recente modernisering van de Belgische

financiële wetgeving betreffende de ‘collateral’-

verrichtingen via een passend belastingstelsel

biedt eveneens een aantal nieuwe mogelijk-

heden om in ons land een aantal back office-

activiteiten voor buitenlandse financiële instru-

menten te ontwikkelen.

De bestaande regeling betreffende de roe-

rende voorheffing (RV) op buitenlandse roe-

rende inkomsten maakt echter het ontplooien

van die activiteiten in België nodeloos inge-

wikkeld. Daar waar ze toch mogelijk zijn,

hebben zij een negatieve invloed op de om-

standigheden waarin Belgische instellingen

moeten opereren. De back office-activiteiten

ontwikkelen zich immers hoofdzakelijk, om

niet te zeggen uitsluitend, in landen waar

geen bronheffing op buitenlandse roerende

inkomsten wordt toegepast. Een ernstig

concurrentienadeel dus voor de Belgische

financiële instellingen.

België en de er gevestigde instellingen staan

niet buiten de huidige evolutie. Het open en

internationaal karakter van de Belgische

financiële sector, die verscheidene instellingen

telt die deel uitmaken van internationale groe-

pen, kan binnen die evolutie zowel positieve

als negatieve gevolgen hebben.

Wil men de Belgische financiële instellin-

gen een kans geven en hen in staat stellen

hun echte troeven ten volle uit te spelen,

dan komt het erop aan de bestaande fis-

cale handicap (RV) op korte termijn volle-

dig weg te werken, en een zo duidelijk

mogelijk internationaal kader te creëren

dat rechtszekerheid biedt en de concur-

rentiepositie vrijwaart.

Alleen op die manier wordt de werkgelegen-

heid binnen de back office-activiteiten gevrij-

waard en kan voldoende transactievolume

worden bereikt om nieuwe fiscale en parafiscale

inkomsten voor de Schatkist te genereren. In

het tegenovergestelde geval dreigen heel wat

activiteiten te verhuizen naar het buitenland,

met alle gevolgen vandien, zowel op financieel

gebied als inzake werkgelegenheid.

De gestage verwezenlijking van de Europese eenheidsmarkt voorfinanciële diensten alsook de toenemende internationalisering enintegratie van de financiëledienstengroepen vormen een aantalnieuwe uitdagingen op het gebied van de uitoefening van ‘backoffice’-activiteiten in België. Het Belgisch financieel centrum wil dehandschoen opnemen, maar dat kan alleen indien op korte termijneen aantal positieve fiscale maatregelen worden genomen.Zo niet, dreigen een aantal activiteiten uit ons land te verdwijnen.

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3919

Page 22: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200520

Prudentieel toezicht, rapportering, boekhoudnormen2005, een overgangsjaar

De financiële sector bevindt zich in ver-

scheidene opzichten in een overgangs-

fase, niet het minst op het stuk van de

boekhoudnormen en het prudentieel toe-

zicht. Dit komt tot uiting in de omvangrijke

voorbereidingen voor de invoering van de

IFRS-normen en de Capital RequirementsDirective (CRD). Die voorbereidingen ge-

beuren in nauwe samenwerking met de

Europese en de eigen controleautoriteiten

en worden steeds intenser. Het komt erop

aan om binnen de massa nieuwe

prudentiële regels een aantal beleidslijnen

te definiëren die als lichtbaken kunnen fun-

geren voor zowel de toezichthouder als

de instellingen die worden gecontroleerd.

De eerste vaststelling is dat het Europese

prudentieel toezicht aan revisie toe is. De

diepgewortelde nationale aanpak in dit vlak

is niet meer van deze tijd. Hoewel de op-

richting van het CEBS (Committee ofEuropean Banking Supervisors) doet ver-

moeden dat er een politieke wil bestaat

om het toezicht verder te harmoniseren, is

hiervan in de praktijk nog (te) weinig te

merken. De kloof tussen de verschillende

(cultureel geïnspireerde) toezichtsprak-

tijken blijkt in vele gevallen te groot om

een snel akkoord tussen toezichthouders

mogelijk te maken. De financiële sector

identificeert twee grote werkdomeinen:

❚ voluit streven naar ‘supervisoryconvergence’: de huidige organisatie

van het prudentieel toezicht is niet meer

aangepast aan grote internationale

financiëledienstengroepen. Al te vaak

worden die groepen geconfronteerd met

elkaar overlappende en/of tegenstrij-

dige vereisten van home en host super-

visors. Een nieuwe werkwijze is nodig

waarbij de home-toezichthouder een

coördinerende rol op zich kan nemen

en waarbij nutteloze en overlappende

toezichtstaken worden geëlimineerd.

Daarvoor is een intensere samenwerking

tussen alle toezichthouders nodig, die

steunt op een daadwerkelijke harmoni-

satie van de toezichtspraktijken.

❚ proportionaliteit voor kleine

financiële instellingen: hoewel de

financiële sector voorstander blijft van

een level playing field inzake prudentieel

toezicht om concurrentievervalsing te

voorkomen, is het nodig dat de toezicht-

houders meer rekening houden met de

diversiteit in de sector. De implementatie

van de Pijler II aspecten van de CRD en

de uitbreiding van het toepassings-

gebied van het bancaire boekhoudrecht

zijn maar twee voorbeelden waarbij een

soepelere aanpak door de toezicht-

houder beter zou inspelen op de econo-

mische werkelijkheid van kleine instel-

lingen, zonder gevaar voor scheef-

trekking van de concurrentie.

Nieuw systeem van gegevensinzameling voor de betalingsbalans

Begin 2006 komt er een grondige wijzi-

ging van het gegevensinzamelingssysteem

voor de betalingsbalans. In het nieuwe sys-

teem zullen de banken enkel nog de bui-

tenlandse verrichtingen voor eigen reke-

ning en de effectenverrichtingen moeten

rapporteren. Er wordt afgestapt van rap-

portering op dagbasis en van het streven

naar volledigheid. De NBB zal rechtstreeks

gegevens inzamelen bij een groep van on-

dernemingen en maximaal gebruik maken

van de bestaande statistische bronnen.

Voor de gegevensinzameling inzake effec-

ten dienen de kredietinstellingen een

effecteninventaris op maandbasis op te

maken, in de vorm van vier reeksen tabel-

len. Die tabellen behandelen de activa of

haussepositie, de baissepositie, de uitgif-

ten van effecten door de kredietinstellingen

zelf en de aan de instelling toevertrouwde

effecten. Een analoge rapportering wordt

gevraagd aan de beursvennootschappen,

de ICB’s, de pensioenfondsen, de verzeke-

ringsmaatschappijen en andere grote

ondernemingen, waaronder sommige

holdings en coördinatiecentra.

Zoals steeds kunnen er bij de inwerking-

treding van een nieuw systeem nog wat

specifieke problemen rijzen. Om te voor-

komen dat in de beginfase onvoldoende

gegevens beschikbaar zijn voor de opstel-

ling van de betalingsbalans, wenst de NBB

dat de kredietinstellingen tijdens een over-

gangsperiode van maximum één jaar de

buitenlandse betalingen van hun cliënten-

inwoners blijven rapporteren. De banken

zullen die cliënten evenwel niet meer hoe-

ven te vragen de aard van de onderlig-

gende transacties te vermelden.

De NBB heeft de BVB en haar leden uitge-

breid geconsulteerd bij de voorbereiding

van het nieuwe gegevensinzamelings-

systeem. Wat de banken betreft, was dat

nieuwe systeem reeds volledig uitgetekend

eind 2004, zodat zij een jaar tijd hadden

om het in toepassing te brengen.

Prudentieel toezicht, rapportering, boekhoudnormen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3920

Page 23: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 21

(1) XBRL = eXtensible Business Reporting Language: de internationale norm voor het elektronische gegevensformaat van financiële rapportering. Het voordeel van XBRL is dat de gegevens nietenkel visueel beschikbaar zijn, maar ook eenvormige labels bevatten zodat ze automatisch kunnen worden verwerkt en uitgewisseld volgens de internationale normen.

XBRL: gebruiksgemak voor rapporteur en rapportenlezer

In haar jaarverslag van 2003 wees de BVB

reeds op de kosten van de rapportering:

‘Uit Amerikaanse studies is gebleken datde kosten veroorzaakt door dereglementering 6 tot 13% kunnen bedra-gen van de uitgaven exclusief intrestvan de banken. Vertaald naar Belgischniveau (...) zou dat een kostenplaatjeopleveren tussen 680 miljoen euro en1,48 miljard euro, d.i. 26 tot 57% van hetwinstcijfer van de banken in 2002 (2,6 mil-jard euro)’.

Het is niet enkel de rapporteur die zwaar

moet investeren om de vele en complexe

rapporten op te stellen, maar ook de ge-

adresseerde die ze moet analyseren. Zon-

der ICT kan dat niet langer.

De XBRL(1)-norm maakt het mogelijk om alle

rapporten op te stellen in een elektronisch

standaardformaat, wat zorgt voor een

optimalisatie van de investeringen bij de

rapporteur. De geadresseerde kan die rap-

porten ook automatisch inlezen en analy-

seren. Dat gebruiksgemak verklaart de

keuze voor XBRL als mondiale norm.

De Belgische XBRL-projecten zijn onder-

tussen nader uitgewerkt. Om XBRL te

promoten en berichtspecificaties te ontwik-

kelen en te verspreiden, werd in novem-

ber 2004 de vzw XBRL België opgericht.

Vanaf 2007 zullen ook de jaarrekeningen

bij de Balanscentrale in XBRL kunnen wor-

den ingediend. De Balanscentrale werkt

hiervoor een taxonomie (bericht-

specificatie) uit en zal de nodige software

ter beschikking stellen. Dankzij de soepele

XBRL zal de (eventueel gedeeltelijke) over-

gang naar IFRS vlotter kunnen verlopen.

De BVB heeft ook overleg gepleegd met de

CBFA over de toepassing van XBRL voor de

prudentiële rapportering. XBRL wordt in-

gevoerd voor de geconsolideerde rappor-

tering begin 2006.

Forum compliance.be

Assuralia en Febelfin hebben samen ‘Forum compliance.be’ opgericht. Dat Forumbrengt de ‘compliance officers’ van alle in België gevestigde financiële ondernemin-gen samen: verzekeringen, banken, beleggingsondernemingen, enz. Door de ontwik-keling van de regelgeving de jongste jaren, met name op financieel vlak, is die functiesteeds belangrijker geworden en evolueert ze voortdurend. In dat opzicht wil hetForum een plaats bij uitstek zijn voor de uitwisseling van gegevens en best practicestussen compliance officers. Dat initiatief werd volop gesteund door de autoriteiten,zoals werd bevestigd door de CBFA en de CFI tijdens de openingsvergadering opdonderdag 14 april 2005. Bovendien werd de nadruk gelegd op de behoefte aaneen permanente dialoog tussen de ‘compliance officers’ en de controleautoriteiten.

Prudentieel toezicht, rapportering, boekhoudnormen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3921

Page 24: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200522

Human Resources

De BVB heeft de sociale partners verzocht

de sectoronderhandelingen te

beschouwen als een verlengstuk van de

interprofessionele onderhandelingen,

meer bepaald het (ontwerp van) inter-

professioneel akkoord 2005/2006 van

januari 2005, dat achteraf ‘ne varietur’

door de overheid diende te worden be-

krachtigd(1). In het akkoord is sprake van

een loonnorm van 4,5%, die in de bank-

sector echter met 2,15% wordt over-

schreden als gevolg van de reeds

bestaande loonmechanismen. Volgens de

BVB-berekeningen is het resultaat van

de indexaanpassingen en loonschaal-

verhogingen in 2005 en 2006 inderdaad

een stijging met 6,65% (tabel 1).

Vanuit een positieve ingesteldheid en zin

voor constructieve dialoog met haar ge-

sprekspartners wenste de BVB de sector-

onderhandelingen te plaatsen in de meer

algemene context van de ruime omgeving

waarin de banken werken. Zij heeft voor-

gesteld om de relevante aspecten van de

economische omgeving en de

positionering van de sector in een constant

evoluerende internationale context als

leidraad voor de onderhandelingen te

nemen, met het oog op een bijdrage aan

de instandhouding en, zo mogelijk, voort-

gezette ontwikkeling van de werkzaam-

heden van de financiële sector in België.

In dit verband heeft de BVB er herhaalde-

lijk op gewezen dat de Belgische finan-

ciële sector een reële loonkosten- en

inkomstenhandicap kent tegenover de

omringende landen, met personeelskosten

per personeelslid die volgens OESO-gege-

vens 12% hoger liggen dan het Europees

gemiddelde, wat natuurlijk nefast is voor

de Belgische concurrentiepositie (tabel 2).

Ook een vergelijking tussen de loonschalen

in de Belgische banksector en die in an-

dere sectoren geeft duidelijk aan dat de

banken zich aan de top bevinden (tabel 3).

(1) Wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (B.S. van 19 augustus 2005).

Tabel 1: Loonnorm van 4,5% – indexaanpassingen en loonschaalverhogingen in de banksectorPeriode 2005-2006

Indexaanpassingen 4,23%

Loonschaalverhogingen 2,42%

Totaal 6,65%

Negatieve marge voor koopkrachtverhoging (6,65% – 4,5%) –2,15%

Bron: BVB.

Tabel 2: Personeelskosten in vergelijking met andere Europese landenGemiddeld 2000-2001 Personeelskosten per personeelslid (in euro) Eur =100

Zwitserland 124.272 203%

Luxemburg 74.888 122%

België 68.829 112%

Zweden 66.710 109%

Oostenrijk 65.439 107%

Italië 61.138 100%

Ierland 57.498 94%

Duitsland 57.167 93%

Denemarken 57.158 93%

Spanje 53.879 88%

Verenigd Koninkrijk 53.740 88%

Finland 39.440 64%

Portugal 38.849 63%

Griekenland 38.537 63%

Frankrijk n.b. –

Nederland n.b. –

Europees gemiddelde 61.253 (*) 100%

(*) Europees gemiddelde zonder Frankrijk en Nederland.Bron: BVB-berekeningen op basis van OESO-gegevens.

Tabel 3: Vergelijking basisloonschalen van toepassing in april 2005 in de Belgische banksectormet die in andere Belgische sectoren

Paritair Bediende BediendeComité Hoogste categorie Hoogste categorie

35j 55j

Banksector 310 2.427 2.762

Spaarbanken 308 2.223 2.715

Beursvennootschappen 309 2.110 2.479

Verzekeringen 306 2.319 2.763

Voedingsnijverheid 220 2.131 2.462

Aanvullend Nationaal Paritair Comité Bedienden 218 1.977 2.204

Notarisbedienden 216 2.183 2.860

Scheikundige nijverheid 207 1.870 2.207

Middelgrote levensmiddelenbedrijven 202 1.952 2.163

Bron: BVB.

Sectoronderhandelingenin de banksector

In de loop van de komende maanden en

jaren zal de sector enorme investeringen

moeten doen in het vlak van allerlei nieuwe

prudentiële en andere normen en regle-

mentaire vereisten (bv. Basel II, IFRS, IAS,

SEPA, MiFID, de Europese spaarrichtlijn

enz.). Bovendien wordt hij in ons land stee-

vast geconfronteerd met allerlei maatschap-

pelijke vereisten rond basis-dienstverlening,

het kosteloos aanbieden van een aantal

bankdiensten en het inperken van de com-

merciële vrijheid.

De BVB heeft de sociale partners opgeroe-

pen om rekening te houden met die ele-

menten, realiteitszin aan de dag te leggen

en de sector niet te ondermijnen door een

Human Resources

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3922

Page 25: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 23

onverantwoorde verhoging van de lasten

die op hem rusten. Misschien is dit het

geschikte ogenblik om allen samen na te

denken over hoe de welvaart van morgen

in onze sector te bestendigen in een

bedrijfs- en bankvriendelijker omgeving.

Tegen deze achtergrond kwam op 20 juni

2005 uiteindelijk een ontwerptekst (zie

hiernaast) tot stand voor een toekomstig

akkoord in de banksector. Die tekst werd

goedgekeurd door de BVB en de vakbon-

den LBC en CNE. BBTK en ACLVB verwier-

pen de tekst, omdat ze de inhoud van het

akkoord te mager vonden. Ze vonden in

de tekst geen spoor terug van een

betekenisvolle en als vast verworven be-

schouwde koopkrachtverhoging en gaven

aan ongevoelig te zijn voor de ruimere

economische internationale context en de

significante overschrijding van de loon-

norm als gevolg van de indexaanpassingen

en loonschaalverhogingen.

Een ultieme poging vanuit het gemeen-

schappelijk vakbondsfront om in de maand

september 2005 alsnog een akkoord te

bereiken vond opnieuw geen steun bij

BBTK, zodat er geen sectoraal akkoord is

voor de periode 2005-2006.

Het ontwerpakkoord (*) voor de banksector van juni 2005behelsde o.a. de volgende punten:

Koopkracht De sectorloonschalen zouden met 18 euro worden verhoogd vanaf1 september 2005, alsook de lonen van de werknemers die volgens of juistboven de loonschaal worden betaald. Voor de werknemers die al een hogerloon hebben, werd in 2005 en 2006 in een premie van 200 euro voorzien.Ten slotte zouden de lage loonschalen van de sector worden afgeschaft.Zo zouden alle werknemers een substantiële koopkrachtverhoging krijgen.

Brugpensioen De CAO inzake conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar zouvoor een maximumperiode worden verlengd.

Opleiding Het individuele recht van elke werknemer op opleiding zou wordenverlengd en beter worden omkaderd. Het gaat om gemiddeld twee tot drieopleidingsdagen per personeelslid en om de bijzondere opdracht van deondernemingsraad inzake controle op de opleiding. Ook het bijzonder stelselvoor de risicogroepen en Elan+ zouden worden verlengd. Wat dit laatstebetreft, worden enkel de lopende opleidingsinitiatieven afgewerkt.

Tijdskrediet De uitbreiding van het recht op tijdskrediet voor alle werknemersvan 50 jaar en meer zou worden verlengd en zelfs nog worden verruimd. Nuvalt de sector terug op de algemene bepalingen van CAO nr. 77bis van de NAR.

Er werd eveneens in initiatieven voorzien op het stuk van het mobiliteits-probleem, de functieverdeling, de tegemoetkoming van de werkgever in devervoerkosten en de bestrijding van stress en discriminaties.

(*) Dit ontwerpakkoord werd niet door alle vakbonden aanvaard.

Onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) 2005-2006

❚ verlenging van de brugpensioensystemen;

❚ sluitingspremie voor bedrijven met gemiddeld 10 tot 19 werk-

nemers in geval van faillissement;

❚ versoepeling van de bestaande regeling inzake overuren met

het oog op meer flexibiliteit in de arbeidsorganisatie;

❚ vergroting van de gedeeltelijke vrijstelling van de bedrijfsvoor-

heffing in geval van betaling van ploegen- en nachtpremies;

❚ verlaging van de kostprijs van de eerste 65 overuren;

❚ fiscale en parafiscale vrijstelling van de innovatiepremies;

❚ verkorting van de RSZ-verjaringstermijn tot drie jaar.

In dit akkoord gingen de sociale partners ook het engagement

aan om deel te nemen aan een constructief debat over de finan-

ciering van de sociale zekerheid en de eindeloopbaan.

Tijdens het sectoroverleg heeft de BVB meermaals verwezen

naar de loonafspraken die werden gemaakt in het

kader van de IPA-besprekingen voor 2005-2006, waarbij de

BVB via haar participatie in het VBO betrokken was. In dat

akkoord is sprake van een loonnorm van 4,5% en wordt een

oproep gedaan tot gematigdheid en aandacht voor de interna-

tionale concurrentiepositie van de ondernemingen.

De IPA-besprekingen verliepen erg moeizaam. Het ontwerp-

akkoord werd verworpen door alle bediendenvakbonden, maar

uiteindelijk overgenomen door de regering. Die zorgde via de

wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende

het sociaal overleg voor een integrale uitvoering, met als voor-

naamste punten:

❚ verlenging van de 0,10% bijdragen ten bate van de

inschakeling van de risicogroepen;

Niet alle sociale partners konden dus

gehoor geven aan de oproep van de BVB

tot realiteitszin. De BVB betreurt dit

zowel voor de sector als voor alle mede-

werkers van de financiële instellingen:

zonder sectorakkoord zal in de loop van

de komende maanden geen concreet

gevolg kunnen worden gegeven aan be-

paalde thema’s die tijdens de onderhan-

delingen ter sprake zijn gebracht en bij

uitstek onder de noemer van de sociale

dialoog op sectorniveau vallen.

Human Resources

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3923

Page 26: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200524

(1) De percentages zijn het resultaat van berekeningen uitsluitend op basis van de personeelsleden die ressorteren onder Paritair Comité nr. 310 (banken in strikte zin), dat 95% van het totaalaantal personeelsleden vertegenwoordigt.

Werkgelegenheid in de banksector

De resultaten van de werkgelegenheids-

statistieken op 1 januari 2005 wijzen op

een daling van het totale personeelsbestand

in de banksector met 2,42%. Het aantal

arbeidsplaatsen is gedaald van 68.381

(1 januari 2004) naar 66.723.

Enkele vaststellingen(1):

❚ De daling doet zich voor vooral bij het

uitvoerend personeel, dat 56,7% van

het personeelsbestand uitmaakt

(37.881 bedienden). Vorig jaar waren

er 39.723 bedienden, d.i. 58,1% van

het totaal aantal personeelsleden.

Het kaderpersoneel nam ondanks de

dalende werkgelegenheid in de sector

toe met 0,59%. Die stijging doet zich

voor bij de vrouwelijke kaderleden. De

categorie kaderpersoneel telt

25.883 werknemers, d.i. 38,8% van

het personeelsbestand. Die stijging duidt

erop dat de doorstroming van het

bankpersoneel naar de hogere

personeelscategorieën blijft duren.

Het relatief aandeel van het directie-

personeel in het totaal aantal personeels-

leden bedraagt iets meer dan 4%, een

cijfer dat in de loop der jaren niet veel is

geëvolueerd.

❚ Wat het aantal vrouwen onder de per-

soneelsleden betreft, is al een hele weg

afgelegd. Op 1 januari 2005 telde de

banksector 30.387 vrouwen (45,54%

van het bankpersoneel), tegenover

36.336 mannen.

Maar er is nog een minstens even lange

weg te gaan vooraleer sprake kan zijn

van een evenwicht tussen mannen en

vrouwen in de hoogste functies. Het

percentage vrouwen met een directie-

functie ligt nog steeds op het niveau van

vijf jaar geleden (rond 17%). Dit geldt

niet voor de kaderfuncties, waar de vrou-

wen 30,89% van de groep uitmaken,

een positieve evolutie. Bij het uitvoerend

personeel zijn ze dan weer sterk

vertegenwoordigd (57,56%).

❚ De gemiddelde leeftijd van de bank-

werknemer is nog nooit zo hoog geweest

(net geen 43 jaar) en ook de gemid-

delde anciënniteit was nog nooit zo hoog

(bijna 19 jaar).

❚ De jongste jaren is er een constante stij-

ging merkbaar van de deeltijdse arbeid.

Van de 66.723 werknemers in de bank-

sector werken er 17.167 deeltijds. Dit

is gelijk aan 25,7% van het totaal aantal

personeelsleden. In dit cijfer zijn de

stelsels van tijdskrediet, loopbaan-

vermindering of de thematische ver-

loven (ouderschapsverlof, medische bij-

stand en palliatief verlof) inbegrepen.

❚ Er is ook sprake van een groei van het

tijdskrediet. Op 1 januari 2005 waren

7.588 werknemers in tijdskrediet of

loopbaanvermindering, d.i. 11,37% op

het algemeen totaal qua werknemers

(in 2004 was dit 7,99%). Het gaat vooral

om 55-plussers en 50- tot 54-jarigen in

het stelsel van 50% tijdskrediet en in dat

van 1/5 loopbaanvermindering.

❚ Op een totaal van 66.723 zijn er 5.460

niet-actieve personeelsleden in een einde-

loopbaanstelsel. Dit is 8,18% van het to-

tale personeelsbestand, m.a.w. een stijging

ten opzichte van 2004 (toen 6,93%).

❚ De beroepsvereisten voor het bank-

personeel liggen zeer hoog en dat komt

onder meer tot uiting in het niveau van

de nieuw in dienst genomen medewer-

kers. 78,14% van de nieuw in dienst

genomen personeelsleden heeft een

universitair diploma (38,31%) of een

diploma hoger niet-universitair onderwijs

(39,83%).

Wel een akkoord voor de spaarbanken

In het Paritair Comité nr. 308 (voor de maatschappijen voorhypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie) is op 26 ok-tober 2005 een sectorakkoord ondertekend voor de periode2005-2006 m.b.t. de volgende punten:

Koopkracht: een eenmalige koopkrachtverhoging van200 euro bruto in 2005 en 2006;

Werkzekerheid: verhoging van de sanctie bij niet nalevingvan de informatieprocedure in geval van fusie of sluiting vanzes naar acht maand loon voor werknemers met meer danvijf jaar anciënniteit;

Vorming: voortzetting van de werking van het paritairvormingsfonds voor risicogroepen voor 2006; een globaalvormingsrecht van drie dagen op jaarbasis en een vormings-plicht voor werknemers die het werk hervatten na lang-durige schorsing;

Mobiliteit: verhoging van 90 naar 100% terugbetaling vanhet jaarabonnement voor de trein, tram, bus of metro;

Tijdskrediet: verlenging voor één jaar van het absoluutrecht op tijdskrediet voor werknemers van 50 jaar ofouder; bestaande werkgeverstussenkomst naar 190 eurobij tijdskrediet voor werknemers van 55 jaar of ouder;

Brugpensioen: verlenging van de CAO inzake hetconventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar tot en met2008; berekening van de aanvullende vergoeding op hetlaatste loon voorafgaand aan het tijdskrediet wanneerbrugpensioen volgt na een periode van maximum drie jaartijdskrediet;

Syndicale vorming: verhoging van de dotatie aan het fondsvoor syndicale vorming tot 60.000 euro;

Werkdruk, functieclassificatie en anti-discriminatie: voort-zetting van de werkzaamheden van de werkgroepen rondbovenstaande thema’s.

Human Resources

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3924

Page 27: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 25

Het opleidingsaanbod van Febelfin wordt

elk jaar groter en omvat, naast de steeds

weerkerende klassieke opleidings-

programma's, verschillende nieuwe cursus-

sen. Naast het Elan+ project (zie hier-

onder) heeft Febelfin tal van andere, beta-

lende deelnemers mogen ontvangen (voor

wat betreft de banktechnische opleidingen:

1.383 deelnemers voor een totaal van

3.778 mandagen opleiding).

De volgende opleidingen werden aan dereeds omvangrijke lijst toegevoegd:

❚ een lange opleidingscyclus ‘A Professio-nal Certificate in Treasury and FinancialRisk Management’: dat programma van

één jaar is een uniek initiatief dat wordt

gesteund door de banksector en de

beroepsverenigingen die actief zijn in

Treasury Management. De eerste editie

ging van start in september 2005 en

telde 29 deelnemers. Veel inschrijvings-

aanvragen moesten worden geweigerd

omdat het maximum aantal deelnemers

reeds kort na de verspreiding van de

brochure was bereikt.

❚ een nieuw seminarie inzake ‘collectieve

schuldenregeling’, resultaat van de

samenwerking met de BVK; het werd in

het Nederlands en het Frans gelanceerd

en kende een enorm succes;

❚ een opleiding over ‘Business Continuity

Planning’: gebaseerd op concrete ge-

vallen, beantwoordt zij aan een echte

behoefte ten gevolge van de nieuwe wet-

geving die in de sector van kracht is;

❚ opleidingsprogramma’s over het nieuwe

geconsolideerde schema A worden voor-

bereid.

Tevens werd van start gegaan met een

reeks zeer interactieve cursussen die de

sociale vaardigheden van de medewerkers

moeten verbeteren. De deelnemers aan die

opleidingen getuigden van een zeer grote

tevredenheid.

De samenwerking met de academische

wereld blijft actief dankzij de derde editie

van de ‘Solvay Master Classes’ en een

Nederlandstalige studiedag ‘Openbare

uitgifte van effecten en de prospectusplicht’

i.s.m. de KULAK.

Elan+De sociale partners hebben in 2004 een nieuw opleidingsprogramma ontwikkeld dat wordtgefinancierd door het Paritair Fonds en is bestemd voor de bankmedewerkers die ressorterenonder Paritair Comité nr. 310. Aan werkgeverszijde wordt dit project gecoördineerd doorFebelfin. De meeste opleidingen vonden plaats tijdens de eerste helft van 2005.

Het ELAN+ opleidingsprogramma bestaat uit verschillende delen:

❚ een e-learningprogramma ‘Inleiding tot het bankwezen’ dat openstaat voor elke nieuwemedewerker in de sector. Dat studieprogramma wordt vanaf eind 2005 beschikbaar;

❚ bijwerking van de schriftelijke zelfstudieprogramma’s ‘Oriëntatie bankbedrijf’, ‘Algemene opleiding bankbedrijf’,‘Distributie van verzekeringen’ en de complete herziening van ‘Banking English’;

❚ deelname aan seminaries in de loop van de eerste helft van 2005, waardoor medewerkersin de sector zich verder hebben kunnen bekwamen:- in het ontwikkelen van de eigen vaardigheden en zelfontplooiing zoals bv. ‘Assertiviteit’,

‘Omgaan met moeilijke klanten en klachten’, ‘Efficiënt organiseren van uw taken’ en ‘Zelfontplooiing’- in bureautica: cursussen die worden gegeven in een PC-lokaal in de omgeving van waar de cursist woont,

op basis van een vooraf bepaald programma en met de hulp van een lesgever- in banktechnieken: de medewerker kan kiezen uit veertien basisopleidingsprogramma’s,

zoals ‘Introductie tot de fiscaliteit’, ‘Introductie tot kredieten’, ‘Basel II: guided tour’ of ‘Initiatie tot IAS’- in taalonderwijs: ‘Banking English’ en ‘Le français bancaire’

❚ de mogelijkheid om zich in te schrijven voor cursussen voor sociale promotie met een financiële tegemoetkomingvan het Paritair Fonds;

❚ de opleiding van personeelsvertegenwoordigers van de bedrijfsraden van banken over IAS.

Het Paritair Fonds neemt de cursus- en seminariekosten op zich.

De resultaten van het Elan+ programma in de loop van de eerste helft van 2005 wijzen op de grote belangstellingvan sectormedewerkers voor de ruime waaier aan opleidingsprogramma’s.Het aantal inschrijvingsaanvragen (2.750) lag veel hoger dan het aantal beschikbare plaatsen. Teneinde aan zoveelmogelijk belangstellenden een kans te bieden, werd beslist dat iedere medewerker die verscheidene inschrijvingen hadverstuurd, aan ten minste één opleidingsprogramma zou kunnen deelnemen. Op die manier kon gevolg worden gegevenaan 2.092 aanvragen vanwege 1.144 medewerkers. Het initiatief werd positief onthaald met een gemiddelde evaluatiedoor de deelnemers van 8,37 op 10 voor het geheel van de seminaries.

Het Febelfin-opleidingsaanbod

Human Resources

Meer info: www.abb-bvb.be

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3925

Page 28: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200526

Stakingsprocedures geregeld in een bank-CAO

Op 3 februari 2005 werd in Paritair

Comité nr. 310 (banken in strikte zin) een

CAO betreffende de procedure tot rege-

ling van sociale conflicten gesloten. De over-

eenkomst bepaalt de procedure en de ter-

mijnen voor de organisatie van acties of

stakingen in de banksector. Nog maar

weinig sectoren hebben tot nu toe hier-

over het akkoord van de vakbonds-

organisaties kunnen verkrijgen, wat die

CAO een bijzonder karakter verleent.

Bij een conflict op ondernemings- of sector-

niveau schrijft die CAO een stappenplan

in drie fases voor:

1 via wederzijds overleg op het passende

niveau naar een oplossing streven.

2 mislukt dat overleg, dan dient de partij die

dat wenst, een officieel verzoek in tot

bijeenroeping van het verzoeningsbureau

bij het Paritair Comité van de banken.

Zo’n verzoeningsaanvraag vanwege de

vakbondsorganisaties moet voortaan via

de sectorvertegenwoordigers passeren (en

dus niet via een plaatselijk of regionaal

afgevaardigde). Het verzoeningsbureau

dient bijeen te komen op datum en uur

bepaald door de Voorzitter binnen vijf-

tien kalenderdagen in normale omstandig-

heden en binnen zeven kalenderdagen

in spoedeisende gevallen.

3 mislukt ook de verzoeningspoging, dan

kan een stakingsaanzegging worden

ingediend door de permanent secreta-

rissen van de vakbondsorganisaties. De

aanzeggingstermijn van minimum zeven

kalenderdagen gaat in op de derde dag

na verzending van de aanzegging.

Tevens gaan in de CAO de partijen de

verbintenis aan om zowel bij stakingen als

bij acties een aantal principes uit het Gent-

leman’s Agreement van 15 februari 2002

in acht te nemen. Voor de vakbonds-

organisaties is dat o.a.: geen gebruik

maken van fysiek of materieel geweld en

alleen de rechtstreeks bij het conflict be-

trokken werknemers mobiliseren. De werk-

gevers moeten o.a. aandacht hebben voor

rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening

in alle omstandigheden en zo weinig

mogelijk hun toevlucht nemen tot het gerecht.

De procedure inzake sociale conflicten werd

tijdens de maand juni 2005 naar aanlei-

ding van de loononderhandelingen (zie

p. 22) meteen in de praktijk gebracht. Om-

dat de werkgeversvoorstellen niet voldeden

aan de vakbondsverwachtingen werd na

een verzoeningspoging op 26 mei 2005

een sociaal actieplan aangekondigd voor

de week van 13 juni 2005.

Statuut van zelfstandige bankagent, en nieuw statuut van bankmakelaar

Eind 2003 diende Senator Luc Willems een

wetsvoorstel in betreffende de bemiddeling in

bankzaken en de distributie van financiële

instrumenten. Omdat het voorstel voorbij ging

aan een aantal duidelijke conclusies van de

controleautoriteiten (CBF en CDV) en heel

wat vragen onbeantwoord liet, organiseerde

de NBB in het najaar van 2004 een overleg

tussen alle betrokken partijen. Concreet werd

de Raad van toezicht van de Overheid der

Financiële Diensten (ROFD) gelast om vóór

het einde van 2004, verslag uit te brengen

aan de betrokken ministers, en indien een

consensus werd bereikt, voorstellen te formu-

leren voor amendering van het wetsvoorstel.

De BVB heeft zich nooit verzet tegen het

statuut van bankmakelaar. Wel heeft zij al-

tijd gewezen op de bescherming van de con-

sument. Zo moest een oplossing worden ge-

vonden voor het probleem van de controle

op cashverrichtingen door bankmakelaars.

De discussie werd vergemakkelijkt door de

Europese Richtlijn van 21 april 2004 betref-

fende markten voor financiële instrumenten

(de zgn. MiFID-richtlijn). Die richtlijn kiest

duidelijk voor de optie van de exclusieve

agenten, maar laat – bij wijze van uitzonde-

ring – een opening voor een ‘multitied agent’(= makelaar) indien deze o.a. cashloos werkt.

In de ROFD werd dan ook snel duidelijk dat

de toekomstige bankmakelaar bij wet cash-

loos zou moeten werken. Dit is ook altijd de

stelling geweest van de BVB.

Er zijn geen alternatieven mogelijk. On-

der die voorwaarde kon de BVB op haar

beurt ermee instemmen dat de makelaar

niet alleen financiële instrumenten maar

ook andere bankproducten zoals zicht- en

spaarrekeningen mag aanbieden. Binnen

de Raad werd over beide punten een echte

consensus bereikt.

Het enige overgebleven twistpunt betreft

het probleem van cumulatie tussen een bank-

makelaar en een verzekeringsmakelaar. De

BVB blijft van oordeel dat een verzekerings-

makelaar in dat geval ook bij de wet een

cashverbod zou moeten opgelegd krijgen

voor de spaarverzekeringsproducten van

de takken 21, 23 en 26. De ratio legis

is hier ook de bescherming van de

consument en het wegwerken van

ongelijke concurrentievoorwaarden.

Voor het incasso van premies van de schade-

verzekeringen zouden daarentegen nog

wel cashverrichtingen mogelijk blijven.

Om redenen van coherentie werd vanuit poli-

tieke hoek de beslissing genomen om eerst

het wetsontwerp tot omzetting van de richt-

lijn van 9 december 2002 betreffende de

verzekeringsbemiddeling te behandelen. De

wet van 27 maart 1995 betreffende de

verzekeringsbemiddeling, waarop het wets-

voorstel Willems is gebaseerd, zal immers hier-

door moeten worden aangepast in het najaar.

Amendementen op dit wetsvoorstel werden in

de loop van november 2005 ingediend.

Eindeloopbaandebat mondtuit in 24-urenstakingen

Via het VBO volgde Febelfin het eindeloopbaandebat, brandend actueel gedurende het hele jaar 2005, van zeer nabij. Dat debat is intussen uitgemond ineen Generatiepact, een regeringstekst met 66maatregelen inzake werkgelegenheid, opleiding enz.De werkgevers beschouwden het als een compromis-tekst met noodzakelijke maatregelen. De vakbondenzagen in het pact het verlies van het rechtop brugpensioen met 24-urenstakingen tot gevolg.Febelfin vond dit pact een stap in de goede richting.Het valt uiteraard af te wachten hoe de maatregelenconcreet vorm zullen krijgen en of de regering alhaar plannen zal kunnen uitvoeren.

Human Resources

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3926

Page 29: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 27

Financiële marktenEuropese integratie vordert gestaag

Tijdens de voorbije zes jaar werden grote

stappen gezet op weg naar een geïnte-

greerde Europese kapitaal- en financiële-

dienstenmarkt. De meeste van de 42 maat-

regelen voorgesteld in het in mei 1999

door de EC vastgelegde Financial ServicesAction Plan (FSAP) werden door de Euro-

pese overheden goedgekeurd.

Een aantal van die maatregelen bevinden

zich in de eindfase, m.n. de uitvoerings-

maatregelen inzake de MiFID-richtlijn (zie

infra); andere moeten nog in Belgisch recht

worden omgezet, meer bepaald de richt-

lijn inzake marktmisbruik en de prospectus-

richtlijn, waarvoor België een achterstand

heeft opgelopen m.b.t. de omzetting. Het

is van het allergrootste belang dat de

Belgische wetgeving zo snel mogelijk wordt

aangepast opdat volledige rechtszekerheid

kan worden geboden aan de Belgische

financiële instellingen en de omzetting in

evenwicht kan worden gebracht (d.w.z. dat

de zwaarst wegende opties niet systema-

tisch worden gekozen), en dit teneinde de

concurrentiepositie van onze instellingen

in Europa te vrijwaren.

Via de publicatie van haar Groenboek over

het financiële dienstenbeleid (Green Paperon Financial Services Policy – 2005-2010)heeft de EC reeds haar eerste ideeën be-

kendgemaakt met betrekking tot de priori-

teiten voor de periode 2005-2010.

Het definitieve programma van het financiële

dienstenbeleid, in het licht van de opmerkin-

gen van de betrokken partijen, wordt in prin-

cipe voor einde 2005 door de Commissie

voorgesteld in de vorm van een Witboek.

In het algemeen steunt de banksector (zo-

wel de Belgische als de Europese) de doel-

stellingen van de EC, en meer bepaald de

behoefte om voor een consolidatie van de

bestaande en toekomstige wetgeving te

zorgen, alsook het toezicht op een cohe-

rente toepassing ervan, in plaats van nieuwe

initiatieven inzake regelgeving goed te keu-

ren (gelet op de enorme inspanningen die

de financiële instellingen reeds hebben ge-

leverd en nog zullen leveren teneinde de

reeds goedgekeurde maatregelen in het

kader van het FSAP uit te voeren).

Bijgevolg zouden, buiten wat reeds is ge-

zegd, initiatieven in het vlak van de regel-

geving moeten worden genomen. Enkel op

het door de EC in aanmerking genomen

gebied van de financiële retaildiensten

dringt de Belgische banksector aan op een

ambitieuzer beleid van de EC inzake de

convergentie van het prudentieel toezicht

(geconsolideerd toezicht) op de

transnationale groepen en inzake de her-

ziening van het BTW-stelsel voor financiële

diensten. De sector vindt ook dat de EC

een reëel convergentiemodel inzake

consumentenbescherming zou moeten ont-

wikkelen.

De ‘MiFID’-richtlijn

De zogenaamde MiFID-richtlijn werd op

21 april 2004 goedgekeurd en zou normaal

gezien samen met de uitvoeringsmaatregelen

op 1 mei 2007 in werking moeten treden, als

het voorstel van de EC om de datum van 1 mei

2006 te verschuiven, wordt goedgekeurd.

Die richtlijn zal op heel wat vlakken grote

gevolgen hebben, meer bepaald m.b.t.:

❚ de integratie van de financiële markten in

Europa via een uitbreiding en verbetering

van de werking van het Europese paspoort;

❚ een modernisering en harmonisering

van de gedragscode en van de regels

voor de bescherming van de beleggers,

die vroeger meer onder de bevoegd-

heid van de lidstaten vielen;

❚ de bekrachtiging van een nieuwe wijze

van uitvoering van de cliëntenorders, de

zgn. internalisatie, en de invoering van

een volledig vrije concurrentie wat de

verschillende uitvoeringswijzen betreft

(gereglementeerde markten, multilaterale

verhandelingssystemen, internalisatie);

❚ een efficiëntere en beter geharmoni-

seerde organisatie van de controle

alsook een betere samenwerking tussen

controleautoriteiten.

Die nieuwe bepalingen zullen leiden tot wij-

zigingen in de regelgeving in België waar-

door aanpassingen in de verschillende seg-

menten van de financiële instellingen zullen

moeten worden aangebracht. Als gevolg van

die vereisten, onder meer op organisatorisch

gebied, komen de kleine marktspelers op

Europees niveau onder grotere druk te staan.

De MiFID-richtlijn is een kaderrichtlijn. Op

Europees niveau wordt nog gedebatteerd

over de maatregelen tot uitvoering ervan,

die concreet vorm zullen geven aan de ver-

eisten. In samenwerking met de betrokken

Europese federaties blijft Febelfin dan ook

van nabij de werkzaamheden van de EC

volgen. De raadplegingen volgen elkaar trou-

wens zo vlug op dat het gevaar bestaat dat

de markt niet langer correct erop kan ant-

woorden, wat grote vragen doet rijzen m.b.t.

de juiste inschatting van de gevolgen van

die maatregelen door de Commissie.

In het algemeen is de banksector van oor-

deel dat sommige van de huidige voorstel-

len onevenredige, rigide en formele vereis-

ten bevatten, vooral inzake de aan de cliën-

ten mee te delen informatie en op het

gebied van rapportering. De toepassing

daarvan zal zeer ingewikkeld en duur zijn.

Tevens wordt ook de verplichting voor

beleggingsondernemingen om alle via de

telefoon doorgegeven orders te registreren,

als volstrekt overdreven beschouwd, aange-

zien er thans geen grote problemen zijn op

dat vlak en gezien de buitensporige kosten

die de invoering van die vereiste inhoudt.

Financiële markten

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3927

Page 30: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200528

De zgn. ‘Collateral’-richtlijn

De wet betreffende financiële zekerheden

werd in november 2004 door de Kamer

goedgekeurd en zorgde aldus voor de om-

zetting in Belgisch recht van de eveneens

in het FSAP opgenomen Europese richtlijn

van 6 juni 2002 betreffende financiële-

zekerheidsovereenkomsten (de zgn.

‘collateral’-richtlijn). De wet beoogt m.n. een

verhoogde doeltreffendheid van de zake-

lijke zekerheidsmechanismen en bevat

bovendien de nodige fiscale bepalingen.

Die wet is ongetwijfeld een belangrijke stap

vooruit op het gebied van het recht inzake

financiële zekerheden en moet, rekening

houdend met het erg ruime toepassings-

gebied ervan, als een belangrijke kans voor

de Belgische financiële sector worden

beschouwd.

Het werk van de CBFA, die heeft gepro-

beerd de collateral-richtlijn zo goed moge-

lijk om te zetten ten voordele van het Bel-

gisch financieel centrum, verdient alle lof.

Die wet staat borg voor efficiëntie en

rechtszekerheid op het gebied van de

financiële zekerheden, zodat het gebruik

ervan gemakkelijker zal worden en nieuwe

mogelijkheden terzake moeten ontstaan.

Financiering van antipersoonsmijnen

De Belgische financiële sector gaat, zon-

der voorbehoud omtrent de principes, ak-

koord met de totnogtoe door België gele-

verde inspanningen met het oog op een

verbod op het gebruik van antipersoons-

mijnen. De meeste Belgische financiële in-

stellingen voeren op dat vlak een verant-

woord beleid en de belangrijkste onder

hen hebben uitdrukkelijk laten weten, vooral

na de interpellaties door Netwerk Vlaan-deren, dat zij zullen afzien van de recht-

streekse financiering van de productie van

dergelijke wapens. De Belgische financiële

instellingen vervullen in dat opzicht een

echte voortrekkersrol.

Febelfin heeft tijdens een openbare hoor-

zitting in de Senaat tevens haar principiële

steun uitgedrukt inzake het wetsvoorstel

van senator Mahoux.

Niettemin moeten de vereisten terzake

binnen de perken blijven opdat de in Bel-

gië gevestigde financiële instellingen niet

van hun buitenlandse concurrenten wor-

den geïsoleerd. Bovendien is een volledige

rechtszekerheid onontbeerlijk, te meer

omdat volgens het wetsvoorstel Mahoux de

Belgische of buitenlandse bestuurders van

de betrokken financiële instellingen straf-

rechtelijk aansprakelijk kunnen worden

gesteld. De sector is van oordeel dat in het

in de Senaat goedgekeurde wetsvoorstel

een aantal verbeteringen moeten worden

aangebracht.

Ten slotte zou het, net als in andere geval-

len (bv. de financiële embargo’s), aangewe-

zen zijn dat de overheid haar verantwoor-

delijkheid neemt en bijvoorbeeld de lijst

ter beschikking stelt van de ondernemin-

gen waarop het verbod van toepassing is.

Het hoger besproken wetsvoorstel van se-

nator Mahoux verruimt voor de financiële

wereld een beperking die in België al ex-

pliciet opgelegd was aan de Instellingen

voor Collectieve Belegging (ICB’s). In de

specifieke wetgeving van toepassing op

deze beleggingsvehikels, die een beroep

doen op het publiek sparen, is immers een

verbod ingeschreven om rechtstreeks te

investeren in bedrijven waarvan de activi-

teit bestaat uit het vervaardigen, het ge-

bruik of het bezit van antipersoonsmijnen.

Alle ICB’s naar Belgisch recht dienen zich

bijgevolg aan dit verbod te conformeren.

Om haar leden hierin op een praktische

manier te ondersteunen heeft BEAMA op

sectorniveau een werkwijze uitgewerkt. In

het kader van dit initiatief, gefinancierd

door de betrokken leden, worden met

behulp van een gespecialiseerde

onderzoeksinstelling een drietal zaken

gerealiseerd. De deelnemers ontvangen

minstens twee maal per jaar een geactua-

liseerde lijst met vennootschappen waarin

volgens het wettelijke verbod niet mag

worden geïnvesteerd. De reikwijdte van

het onderzoek is het geheel van alle beurs-

genoteerde bedrijven wereldwijd. Deze

‘screening’ wordt aangevuld met een uit-

gebreide verslaggeving rond bedrijven die

mogelijke banden zouden hebben met één

of ander aspect van antipersoonsmijnen.

Voorts is ook voorzien in advies aan de

deelnemers om specifieke vragen of ge-

beurtenissen op te vangen (early warnings).

Een aantal van de voorgestelde regels lijkt

verder te gaan dan het aan de EC gegeven

mandaat om de uitvoeringsmaatregelen i.v.m.

de kaderrichtlijn vast te leggen en diepgaan-

der overleg met de markt lijkt nodig teneinde

alle gevolgen te kunnen evalueren.

Financiële markten

CBFA-gebouw te Brussel

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3928

Page 31: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 29

Dematerialisering

Reeds in de zomer van 2004 richtte

Febelfin een werkgroep ‘dematerialisering’

op teneinde tegemoet te komen aan de

vraag van sommige financiële emittenten

om te worden vrijgesteld van de verplichte

emissie van materiële effecten bij de uit-

gifte van effecten aan toonder. Die werk-

groep werd al vlug aangevuld met verte-

genwoordigers van het VBO, Euroclear,

Enige tijd geleden gaven een aantal politiek verantwoordelijken te kennen dat zij op termijn de effectenaan toonder willen zien verdwijnen. Als antwoord op de invoering van de EBA werd een politiekeverbintenis aangegaan om de aan de effecten aan toonder verbonden anonimiteit af te schaffen.Aan de vooravond van de invoering van de dematerialisering gaat de aandacht van de financiëlesector vooral uit naar❚ het belastingstelsel dat op de gedematerialiseerde effecten van toepassing zal zijn;❚ de bescherming die hij inzake witwassen zal genieten op het stuk van de bijna gedwongen aanvaar-

ding van materiële effecten;❚ het voorkomen van enigerlei blokkering in de kanalen voor het opvragen van materiële effecten.Het succes van de operatie zal vooral worden bepaald door de mate waarin de overheid erin zal slagenom een sfeer van vertrouwen in stand te houden en het spookbeeld van een vermogenskadaster te weren.

Wetsontwerp betreffende de afschaffing van effecten aan toonder

❚ dat wetsontwerp heeft betrekking op alle Belgische uitgiftes,

zowel door de overheid als door de privé-sector, met enkele

technische uitzonderingen;

❚ vanaf 1 januari 2008 mogen alleen nog gedematerialiseerde

effecten of effecten op naam worden uitgegeven;

❚ vanaf 1 januari 2008 is materiële levering uitgesloten voor

Belgische effecten aan toonder die op een rekening zijn inge-

schreven, en voor buitenlandse effecten aan toonder.

❚ op 1 januari 2008 worden effecten aan toonder die op een

rekening zijn ingeschreven en op een gereglementeerde markt

zijn genoteerd, alsmede op een rekening ingeschreven effec-

ten aan toonder zoals kasbons en daarmee gelijkgestelde effec-

ten, van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten.

❚ voor beide categorieën zullen de materiële effecten die na

1 januari 2008 met het oog op inschrijving op rekening wor-

den gedeponeerd, van rechtswege in gedematerialiseerde

effecten worden omgezet.

❚ wat de overige uitgiften betreft, kunnen de eigenaars van effec-

ten aan toonder verzoeken om omzetting in effecten op naam of

in gedematerialiseerde effecten, al naargelang de statuten van

de emittent, vóór 31 december 2013 (2012 voor effecten die

na de bekendmaking van de wet zijn uitgegeven).

❚ bij het verstrijken van die termijnen zullen de nog niet omgezette

effecten aan toonder van rechtswege worden omgezet in

gedematerialiseerde effecten (of in effecten op naam) al naarge-

lang de statuten van de emittent. Na die data worden de eraan

verbonden rechten opgeschort.

❚ vanaf 1 januari 2015 zullen de niet-geïdentificeerde effecten

worden verkocht op een door de Koning bepaalde wijze en de

netto-opbrengst van die verkoop zal bij de Deposito- en

Consignatiekas worden gedeponeerd,

❚ vanaf 31 december 2015 zal een jaarlijkse boete van 10%

worden aangerekend in geval van afhaling bij de Deposito- en

Consignatiekas.

Euronext en de CIK en zo ontstond de

‘DEMAT Task Force’.

De Ministerraad van 4 maart 2005 heeft

de beleidslijnen bepaald inzake de afschaf-

fing van effecten aan toonder, alsmede de

extreem korte termijnen waarin de wet-

teksten beschikbaar moesten zijn. Op 1 au-

gustus 2005 werd dan in het Parlement een

wetsontwerp tot afschaffing van effecten

aan toonder ingediend, met het oog op

bespreking na het reces. Dat ontwerp (hier-

onder) gaat gepaard met een ontwerp van

koninklijk besluit (p. 30) betreffende de

gedematerialiseerde effecten van vennoot-

schappen, waarin de werkingsprincipes

inzake gedematerialiseerde effecten wor-

den bekrachtigd.

Financiële markten

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3929

Page 32: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200530

Clearing & Settlement

Op verzoek van haar leden neemt Febelfin

de coördinatie op zich van een werkgroep

(Market Evolution Committee, MEC) die

zich buigt over alle dossiers betreffende

de verrekening en vereffening van

effectentransacties in de ruimste zin van

het woord.

Het MEC ondersteunt de gebruikersgroep

(Market Advisory Committee, MAC) die

Euroclear heeft opgericht in het kader van

de overschakeling op grensoverschrijdende

organen voor vereffening en levering over-

eenkomstig de integratie van Euronext. Het

MEC brengt adviezen uit op het niveau

van het financieel centrum, en verstrekt

een antwoord op de talrijke ‘consultation

papers’ die het van Euroclear krijgt i.v.m.

de richting waarin de overschakeling moet

evolueren en de ontwikkelingen in dat vlak.

Op verzoek van het Comité Retailstrategie

van Febelfin bestudeert het MEC ook de

mogelijkheden om de overdracht van

effecten tussen particulieren vlotter te doen

verlopen. Binnenkort zal het MEC aan de

Raad van Bestuur van Febelfin gedrags-

regels (‘best practices’) voorleggen die in

verband met die transacties gelden voor

alle leden, met het oog op een snellere

uitvoering en meer transparantie voor de

particuliere cliënt op dat gebied.

De financiële sector is in verscheidene opzichten betrokken bij het dematerialiseringsproject

❚ de financiële sector bestaat uit al dan

niet genoteerde vennootschappen die

zelf zullen moeten overschakelen op

gedematerialiseerde effecten of effec-

ten op naam, en hun statuten in die zin

zullen moeten aanpassen;

❚ de financiële sector geeft financiële

producten uit (beveks, kasbons, ...)

waarop het project rechtstreeks betrek-

king heeft;

❚ de sector neemt de financiële dienstver-

lening van de emittenten op zich en zal

in dat opzicht bij de verschillende fasen

van de dematerialisering worden

betrokken;

❚ de sector zal de beleggers moeten infor-

meren en de omzetting van de mate-

riële effecten moeten verwezenlijken;

❚ de banken en beursvennootschappen

zullen erkende rekeninghouders kunnen

worden, wat impliceert dat beide zich

moeten houden aan de prudentiële ver-

eisten van de controleautoriteit en dat

de banken er een tweeledige effecten-

boekhouding op na moeten houden.

KB betreffende de gedematerialiseerde effecten van vennootschappen

❚ De gedematerialiseerde effecten worden bijgehouden door een

erkende rekeninghouder (NBB, een kredietinstelling of beurs-

vennootschap naar Belgisch recht, een verrekenings- of

vereffeningsinstelling (CIK, Euroclear, ...), een in België geves-

tigd bijkantoor van een kredietinstelling of beleggings-

onderneming naar buitenlands recht die in het land van oor-

sprong effecten voor rekening van derden in bezit mag houden).

❚ De erkende rekeninghouders moeten:

- hun werkzaamheden vooraf ter kennis brengen van de CBFA,

die jaarlijks de lijst ervan publiceert,

- er een tweeledige effectenboekhouding op na houden,

- zich houden aan de prudentiële vereisten van de CBFA.

❚ De vereffeningsinstelling vormt de ‘top van de piramide’ in het

gedematerialiseerde stelsel. De emittent draagt zijn uitgifte in

haar geheel over aan een vereffeningsinstelling die de over-

eenstemming nakijkt en zorg draagt voor het in omloop bren-

gen. De vereffeningsinstelling controleert of het aantal effecten

in omloop steeds overeenstemt met het aantal effecten dat is

uitgegeven (overeenstemming). De omloop van de effecten

gebeurt giraal tussen de rekeningen die de rekeninghouders

bij de vereffeningsinstelling hebben geopend.

❚ Voor genoteerde effecten en overheidsschuldpapier moet de

top van de piramide een vereffeningsinstelling zijn (de NBB

voor obligaties en de CIK voor de overige effecten). Wat de

overige effecten (niet-genoteerde effecten, kasbons en daar-

mee gelijkgestelde effecten, ...) betreft, mag de top van de pira-

mide bestaan uit een vereffeningsinstelling of een erkende

rekeninghouder met dezelfde functies (controleren overeen-

stemming en in omloop brengen).

Financiële markten

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3930

Page 33: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 31

Betalingssystemen en informatietechnologie

Aan de ‘SEPA’ valt niet meer te ontkomen

De banken bereiden die moeilijke overstap volop voor ...

SEPA zorgt voor omwentelingen in alle

aspecten van betalingssystemen. De

Belgische systemen zijn echter al zo geavan-

ceerd, snel, veilig en goedkoop, dat de in-

voering van één Europees ‘compromis-

systeem’ bezwaarlijk tot een verbetering

kan leiden voor de Belgische gebruikers.

Toch nemen de banken samen met de NBB

hun verantwoordelijkheid op. Er zijn nog

verscheidene obstakels te overwinnen:

❚ er zijn nog steeds geen Europese stan-

daarden voor het betalingsverkeer, in

tegenstelling tot de Belgische, die al meer

dan 35 jaar bestaan. Dat geldt ook voor

de betaalinfrastructuur;

Voor de banken wordt het stilaan een gewoonte om megaprojecten opte starten en te financieren. De jongste tien jaar waren dat o.a. deinvoering van de girale euro, Y2K en de invoering van de eurobiljettenen -munten. De invoering van de Single European Payments Area (SEPA),de volgende omwenteling, dreigt van die drie voorbeelden non-eventste maken. SEPA heeft enorme gevolgen voor betalers, begunstigdenen alle tussenliggende partijen. De aanpassingstermijn zal kort zijn.SEPA betekent immers dat de bestaande en goed werkendenationale betalingssystemen integraal moeten worden vervangendoor nieuwe Europese betalingssystemen.

De omzetting van de Belgische betalingssystemennaar de Single European Payments Area

In december 2004 verschenen twee documenten die de voorbe-

reiding van de afbouw van nationale betalingssystemen en de

conversie naar SEPA-betalingssystemen dringend aan de orde

stelden.

1. Het ECB Third Progress Report ‘Towards a Single Euro Payments

Area’ werkt in detail de stellingen uit die al in september 2004

werden verwoord door Mevr. Tumpel-Gugerell, lid van de Executive

Board van de Europese Centrale Bank (ECB). Dit rapport bena-

drukt dat de Europese banksector tegen 2008 moet garanderen

dat de Europese burgers kunnen beschikken over betaal-

instrumenten die zowel voor binnenlandse als voor grens-

overschrijdende betalingen bruikbaar zijn. Bovendien moeten

tegen 2010 alle nationale infrastructuren in pan-Europese infra-

structuren zijn omgezet.

Elk land diende nog tijdens de eerste helft van 2005 nationale

migratieplannen op te stellen. Daarnaast heeft elk land ook nood

aan een bestuursorgaan dat alle beslissingen van de European

Payments Council (EPC) binnen de zes maand in nationaal

afdwingbare richtlijnen moet omzetten.

2. De EPC-Draft Roadmap 2004-2010: de EPC heeft zijn plan-

ning bijgewerkt, rekening houdend met voornoemde doeleinden

van de ECB. In de Roadmap worden concrete mijlpalen opgesteld

voor de volgende jaren die door zes werkgroepen in detail moe-

ten worden uitgewerkt (credit transfers, direct debit, cards, cash,

legal en operations). De nadruk ligt daarbij op zelfregulering en

commerciële autonomie van banken en nationale verenigingen

en infrastructuren.

Om de nationale bankgemeenschappen te ondersteunen bij het in-

vullen van de Roadmap, zond de EPC hen een bijkomende vragen-

lijst. Het antwoord van de BVB luidde kort samengevat:

❚ de Belgische bankgemeenschap aanvaardt dat op 1 januari

2008 de SEPA voor de burgers moet zijn gerealiseerd, mits is

voldaan aan alle voorwaarden die zij daarvoor stelt in haar

antwoorden op de EPC-vragenlijst;

❚ indien de voorwaarden m.b.t. de doelstellingen voor 2008 ver-

vuld zijn, zal de Belgische bankgemeenschap een eigen beslissing

nemen over de beste timing om haar nationale infrastructuur aan

te passen of te laten migreren. In die zin kon zij nog geen volledig

engagement aangaan wat de 2010 SEPA deadline betreft.

Betalingssystemen en informatietechnologie

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3931

Page 34: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200532

❚ de door de EC, de ECB en de EPC vastge-

stelde termijnen zijn bijzonder kort. Syste-

men waarvan de verwezenlijking in Bel-

gië decennia heeft gevergd, moeten voor

Europa op enkele jaren tijd en op een

veel grotere schaal worden toegepast;

❚ er bestaat geen Europees orgaan dat is

belast met de tijdige en correcte toepas-

sing van de nieuwe normen door ban-

ken, betalers, begunstigden en alle tus-

senpersonen.

Al die factoren zorgen ervoor dat de overstap

naar de SEPA stilaan op een bijzonder moei-

lijke opdracht begint te lijken. Maar ook de

weerslag van andere ontwikkelingen valt niet

te onderschatten.

Naar een Europees of mondiaalrekeningnummer?

Sinds 1972 kent België het ‘3-7-2 rekening-

nummer’, dat gemakkelijk en foutloos wordt

gehanteerd in het kader van alle betalings-

systemen waarmee de banken werken. Dat

zorgt voor snelle, goedkope en veilige be-

talingen in ons land. De STP-rate(1) van de

Belgische betalingssystemen is dan ook de

hoogste ter wereld.

Die eenvoudige rekeningstructuur zal wor-

den vervangen door het International BankAccount Number (IBAN), dat bestaat uit

minstens vier groepen van telkens vier let-

ters en cijfers, plus een alfanumerieke BankIdentifier Code (BIC) van elf tekens. IBAN

bevat – net zoals het huidige Belgische

rekeningnummer – een controlegetal, zo-

dat fouten bij het gebruik van het nummer

kunnen worden voorkomen. Bij BIC is dat

niet het geval. België kan echter probleem-

loos zonder BIC werken, in tegenstelling

tot sommige van zijn buurlanden.

Europese betaalinstrumenteni.p.v. de bestaande overschrijvingenen domiciliëringen?

Belgen zijn echt efficiënte betalers. Ze

maken immers veelvuldig gebruik van

overschrijvingen en domiciliëringen.

Tal van wetsbepalingen en technische

regels en controles garanderen snel-

heid, veiligheid en gebruiksgemak van

die ins trumenten. Het is lang niet

zeker dat al die Belgische verworven-

heden in de Europese standaarden

zullen worden opgenomen.

Het UCV moet zich integrerenin de Pan-European AutomatedClearing Houses

Het UCV, dat door de banken en de NBB wordt

geëxploiteerd, is al meer dan 32 jaar een

efficiënt uitwisselingscentrum van betalingen.

Het behoort tot de goedkoopste ter wereld.

In het kader van de SEPA zal het UCV nu

een plaats zoeken tussen de Pan-EuropeanAutomated Clearing Houses (PE-ACHes).

Waarschijnlijk zijn de Belgische volumes

te klein om het UCV in staat te stellen zich

te positioneren als basis voor het nieuwe

Europese systeem. Een aantal mogelijk-

heden staan open:

❚ alle Europese landen richten zich tot het

bestaande EBA-systeem, dat reeds het

grootste deel van de grensoverschrijdende

betalingen uitwisselt en dan zou uitgroeien

tot de enige PE-ACH; of

❚ sommige grote landen proberen hun

uitwisselingscentrum over de grenzen

heen te gebruiken; of

❚ de bestaande uitwisselingscentra maken

zich SEPA-compliant (d.w.z. dat ze de

nieuwe Europese betaalinstrumenten

kunnen behandelen) en gaan zich

onderling verbinden. Dit laatste is

natuurlijk trager en duurder.

Wissels en cheques zijn gedoemdom te verdwijnen

De Europese betaalinstrumenten zijn baar

geld, overschrijvingen, domiciliëringen en

kaarten. Voor cheques en wissels is er in

Europa geen toekomst weggelegd. Die

instrumenten, die nochtans in bepaalde sec-

toren en scenario’s nog zeer nuttige dien-

sten bewijzen, zijn dan ook gedoemd om

te verdwijnen.

... maar ook de gebruikers koesteren grote verwachtingen

Een algehele vernieuwing van de betaal-

infrastructuur komt niet vaak voor. Integen-

deel, betalingen zijn bepaald door ge-

woonten en procedures en veranderen dus

stapsgewijs. Het spreekt vanzelf dat ver-

tegenwoordigers van grote gebruikers

(bv. Eurocommerce, BEUC, EuropeanAssociation of Corporate Treasurers, UnionEuropéenne de l’Artisanat et des Petites etMoyennes Entreprises) in die context hun

verlanglijstjes zullen voorleggen. Tegemoet

komen aan die verwachtingen en tegelij-

kertijd een grote Europese uniformering

verwezenlijken, dat is de dubbele uit-

daging voor de banken.

(1) STP staat voor Straight-Through Processing, het foutloos en automatisch doorseinen van alle gegevens van betaler naar begunstigde en omgekeerd.

(2) SiNSYS is een gemeenschappelijk ICT-platform, opgericht door Banksys, het Nederlandse Interpay en het Italiaanse SSB. SiNSYS verwerkt vanaf de tweede helft van 2005 kredietkaart-transacties in binnen- en buitenland en de Maestro-transacties van buitenlandse kaarthouders in België.

Betalingssystemen en informatietechnologie

Europese kaartsystemen i.p.v.de vertrouwde Belgische debet-en kredietkaartbetalingen?

België was met Bancontact/Mister Cash

een pionier inzake debetkaar t -

betalingen. Dit werd eind 2004 uitvoe-

rig in de verf gezet tijdens de viering

van 15 jaar Banksys en 25 jaar kaart-

betalingen. Steeds waren die betalingen

in ons land bij de meest vooruitstrevende

ter wereld, zowel op het stuk van pin-

codes en on-line verwerking als voor de

omvorming van magnetische strip in

chip. Proton is nog altijd één van de

meest gebruik te e lek t ronische

portemonnees ter wereld.

Maar ook hier rijst de vraag van de

Europese integratie. Zal Banksys zichzelf

positioneren als Europese speler, zelfstan-

dig of binnen de bestaande Sinsys(2) con-

figuratie? Komt het tot een samenwer-

king in een Europees systeem van opera-

toren? Moet Banksys de plaats ruimen

voor grotere Europese of mondiale spe-

lers, of groeit het bedrijf uit tot een

nichespeler?

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3932

Page 35: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 33

De Europese Commissie werkt aan een Europees level playing field,vooral inzake consumentenbescherming

Gebruikers moeten vertrouwen kunnen hebben in betalings-systemen en dus is er behoefte aan wets- en reglementsbepalingeninzake het gebruik van de betalingssystemen en betaal-instrumenten alsmede de consumentenbescherming.

Die wetten en reglementen gelden echter uitsluitend voor nationalebetalingen en vormen dus een hinderpaal voor de verwezenlijkingvan de SEPA. De EC werkt daarom aan een New LegalFramework for Payments in the Internal Market (NLF).

Momenteel wordt de vijfde versie van dit NLF

besproken, waarin veel aandacht gaat naar

consumentenbescherming. België bevindt zich

wel in een bijzondere positie. De Europese

Consumentenorganisatie beschouwt België als

De Belgische financiële sector was altijd al een voorbeeldige Europeaan

‘Europe-minded’ als hij is, steunt de

Belgische financiële sector de overgang

naar SEPA. Het Belgische migratieplan

wordt met de dag duidelijker, en is binnen

Europa waarschijnlijk het verst gevorderd.

De Belgische financiële sector wil echter

zijn klanten met de Europese systemen van

morgen dezelfde zeer volledige, veilige,

comfortabele en goedkope dienstverlening

bieden die vandaag met eigen Belgische

systemen wordt aangeboden.

De SEPA moet dus een stap vooruit zijn

voor iedereen. Maar de weg is nog erg

lang. De meeste consumentenbetalingen

gebeuren immers nog steeds binnen een

straal van circa 20 kilometer rondom de

woning van de consument. 98% van de

betalingen is nationaal, en dat zal in grote

mate ook zo blijven. Voor die 98% de norm

van de 2% grensoverschrijdende betalin-

gen toepassen, is geen eenvoudige klus,

zeker als men ook nog eens weet dat de

helft van die grensoverschrijdende be-

talingen buiten de SEPA plaatsvinden.

Dat alles betekent dus dat we over drie

betalingssystemen zouden beschikken, een

nationaal, een Europees, en een mondi-

aal. Dat is van het goede teveel en – vooral –

té duur, voor alle betrokkenen.

het land(je) van belofte op het stuk van

consumentenbescherming inzake betalings-

systemen, omdat de meeste artikelen van het

NLF er al van kracht zijn. De hamvraag luidt

dus of de Belgische consument niet juist

minder zal worden beschermd wanneer het

Europese ‘gemiddelde’ van kracht wordt.

Een erg belangrijk aspect van het NLF, ook

voor België, vormt de bescherming tegen-

over niet-bancaire aanbieders van betaal-

diensten. De technologische vernieuwing en

de opkomst van elektronische gadgets met

verschillende functies (bv. de mobiele tele-

foon als betaalterminal) hebben immers tot

gevolg dat ook niet-banken betaaldiensten

kunnen aanbieden. Die aanbieders vallen

echter meestal niet onder de wetten inzake

de consumentenbescherming en voldoen

zeker niet aan de prudentiële vereisten

die aan de banken worden opgelegd.

Toekomst van betalingssystemen onzekerder dan ooit

De toekomst is aan de elektronische betalingssystemen. De con-

vergentie tussen de elektronische apparaten is groot – PC’s,

interactieve televisie, Personal Digital Assistants en mobiele tele-

foons hebben alsmaar meer gemeenschappelijke functies, ook

al zijn de uitgangsposities totaal anders.

Dat stelt de financiële sector voor een dilemma: betalingen moeten

gebeuren in een sfeer van vertrouwen en in volkomen veiligheid.

Dit vergt stabiliteit, bekendheid en consumentenbescherming. Maar

de technologische evolutie biedt met de dag meer mogelijkheden

en gebruikscomfort, en consumenten wensen doorgaans hiervan

onmiddellijk en intensief gebruik te kunnen maken.

Nieuwe dienstenaanbieders nemen steeds meer betaaldiensten

op in hun technologische ‘platformen’, weliswaar met een dienst-

verlening die vroeg of laat wel via een bankrekening moet wor-

den verrekend. Banken en technologiebedrijven hebben elkaar

dus nodig, maar ze concurreren op het niveau van de gebrui-

kers-interface (de ‘terminal’, zeg maar).

Vroeg of laat zal deze concurrentie sporen nalaten en zal het

tot een meer definitieve taakverdeling komen. De vraag rijst of

banken zich geroepen kunnen en moeten voelen om op techno-

logisch vlak te concurreren met daartoe meer gespecialiseerde,

maar minder gereguleerde en dus flexibelere ’vernieuwers’. De

EC trekt immers ook duidelijk de kaart van de ‘niet-bancaire’

dienstenaanbieders en dat kan op termijn niet zonder gevolgen

blijven.

Het kruissubsidiëren van betalingssystemen, zoals de banken

dat vandaag doen, is economisch onverantwoord in een open

economie. Maar zowel het Belgische als het Europese beleid

hebben daartoe bijgedragen, en maakten kruissubsidiëring zelfs

noodzakelijk. Andere operatoren beschikken minder over die

mogelijkheid. ‘Innovatieve’ systemen zoals PayPal zijn relatief

gezien zelfs vreselijk duur als men ze vergelijkt met de Belgische

bancaire systemen. Ook de tarifering van betalingssystemen

wordt dus met de dag complexer.

Betalingssystemen en informatietechnologie

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3933

Page 36: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200534

(1) TARGET is het pan-Europees betalingssysteem voor de verwerking van interbancaire betaalopdrachten voor grote bedragen en is gebaseerd op het principe van real time brutovereffening.Het huidige TARGET-systeem verbindt de verschillende nationale systemen (in België het ELLIPS-systeem).

Betalingssystemen voor grote bedragen steeds meer Europees

In oktober 2002 nam de Raad van Gouver-

neurs van de ECB strategische beslissingen

omtrent de toekomst van TARGET(1). De invoe-

ring van een geactualiseerd systeem

– TARGET2 – heeft tot doel geharmoniseerde

diensten aan te bieden, de kosten beter te

beheersen, de integratie van de nieuwe

EU-lidstaten in de eurozone te vergemakkelij-

ken en rekening te houden met de behoeften

van de banksector.

Naarmate de werkzaamheden vorderden,

werd duidelijk dat de meeste centrale ban-

ken bereid waren om hun eigen systeem op

te geven ten voordele van het gemeenschap-

pelijk platform. Vandaar het idee om als werk-

hypothese te opteren voor één platform voor

TARGET2. De Bundesbank, de Banque deFrance en de Banca d‘Italia hebben onder-

tussen een gezamenlijk voorstel voor zo’n

Single Shared Platform (SSP) uitgewerkt.

De algemene functies van het nieuwe sys-

teem zijn ontwikkeld op basis van informa-

tie die werd verzameld tijdens diverse open-

bare raadplegingen waaraan de Belgische

banksector heeft deelgenomen.

Medio december 2004 stemde de ECB-

Raad in met het principe van een overgang

naar TARGET2 in vier ‘golven’, telkens

met een groep landen. In oktober 2005

besloot de ECB dat die overgang plaats zal

vinden in de periode van 19 november

2007 tot 15 september 2008.

Het directiecomité van de NBB heeft in

dat kader onlangs beslist om:

❚ het interbancair verkeer, dat thans via

ELLIPS en TARGET verloopt, om te

schakelen naar TARGET2; België zal om-

schakelen in de tweede golf, gepland

voor 18 februari 2008;

❚ alle operaties van de monetaire tegen-

partijen naar TARGET2 om te schakelen.

Dit houdt in dat de NBB de optionele

modules zal gebruiken voor het beheer

van de monetaire reservevorming en van

de ‘standing facilities’. De vereffening van

de operaties van de randsystemen zal

via het SSP gebeuren. Er zal tevens een

rechtstreekse interface worden opgesteld

tussen het SSP en de toepassing voor het

beheer van collateral van de NBB.

Die maximalistische aanpak vergt uitgebreide

technische ingrepen en aanpassingen op

verschillende niveaus waardoor een ‘big

bang’-overschakeling te grote risico’s zou

inhouden en derhalve niet wenselijk is. De

NBB neemt zich voor om deze omschakeling

te realiseren binnen twee jaar na haar aan-

sluiting op het SSP. De omschakeling van de

betrokken activiteiten zal tijdens deze

periode stapsgewijze verlopen.

Geen ‘blinde vlekken’ meer in het geldautomatennet

België was altijd al een voorloper inzake

elektronisch betalen en bankieren. Om zo

snel mogelijk de nodige kritische massa te

bereiken in die nieuwe markt, ging de

Belgische banksector ongeveer dertig jaar

geleden samenwerken binnen Bancontact/

Mister Cash. Dat verklaart de gezamen-

lijke exploitatie van ATMs (geldautomaten)

en POS-terminals (betaalautomaten in win-

kels, tankstations, e.d.).

Als gevolg van de toenemende automati-

sering van de dienstverlening, begonnen

de banken ook met de installatie van

‘selfservice’-kantoren, waar ook geld kan

worden afgehaald. Zo komt het dat België

vandaag beschikt over één van de dichtste

distributienetten met zowel gemeenschap-

pelijke automaten, privatieve automaten

als bankkantoren. Iedereen heeft wel een

automaat of een kantoor in zijn onmiddel-

lijke omgeving.

De kosten van baar geld (in het bijzonder

voor beveiliging) worden echter met de dag

groter. Een optimalisatie kon niet uitblijven,

wat de banken ertoe aanzette om het ge-

meenschappelijk net kleiner te maken en

de automaten in hun vestibules open te stel-

len voor de klanten van andere banken.

Daarvoor worden onderlinge vergoedingen

aangerekend die rekening houden met de

respectievelijke investeringen in netwerken.

Wanneer alle automaten zullen zijn aan-

gepast, zullen geldafhalingen voor de cliën-

ten van de kredietinstellingen in België nog

gemakkelijker worden. De combinatie van

automaten, bankkantoren en ‘cash back’

(in grootwarenhuizen) zal een zeer grote

concentratie geldafhaalmogelijkheden per

inwoner opleveren. Wat meteen ook het

probleem van de ‘blinde vlekken’ in het

ATM-net en van de lege automaten oplost.

Maar ook op langere termijn zal de maat-

regel belangrijke gevolgen hebben. Zo zal

de concurrentie tussen de banken toe-

nemen. Elke bank kan zelf beslissen of ze

de geldafhalingen via haar eigen net ver-

werkt, of liever het net van andere banken

‘huurt’. Bilaterale tarieven zijn dan het

logische gevolg. Net zoals bij de ‘open net-

ten’ in de telecommunicatiesector zullen

ook hier transparantie en evenwicht de

regel moeten zijn. Dat wordt niet eenvou-

dig, rekening houdend met de vele moge-

lijke parameters, zoals de commerciële

inplanting van de automaten en de dicht-

heid van het net van de bank die haar net

‘aanbiedt’, of het aantal uitgegeven kaar-

ten en het gebruik daarvan voor de bank

die het net ‘inhuurt’.

Optimalisatie van het aantal automaten

vormt hierbij mogelijk een eerste stap. De

ongeveer duizend automaten van Banksys

volstonden niet om alle regio’s gelijkmatig

te bedienen, maar het nieuwe net van meer

dan zesduizend automaten zal waarschijn-

lijk te dicht blijken. Die optimalisatie zal

nog belangrijker worden in de toekomst,

wanneer bepaalde automaten niet alleen

voor geldafhalingen zullen dienen, maar

Betalingssystemen en informatietechnologie

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3934

Page 37: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 35

ook voor automatische stortingen met

recyclage van de biljetten. Die machines

zullen het gestorte geld dus nauwkeurig

moeten toetsen op vervalsing en op goede

staat – een erg complex en duur proces.

Het ideale biljettenscenario dat de ban-

ken nastreven, komt dus dichterbij. Eerst

de automaten gemeenschappelijk maken,

ze daarna in aparte ruimtes plaatsen (even-

tueel geëxploiteerd door niet-bancaire

instellingen, zoals waardetransporteurs)

en zo op termijn het ideale kantoor

zonder baar geld creëren.

De Belgische banksector wijst al vijftien jaar

op de steeds stijgende kosten verbonden

aan baar geld. Wanneer de NBB in het

najaar van 2005 de resultaten van de

Belgische studie ‘Betalen kost geld’ bekend

zal maken, zal duidelijk worden dat alle

gezinnen, consumenten en handelaars

beter af zijn met minder baar geld en meer

elektronische betalingen. Het zal ook de

veiligheid van alle burgers ten goede ko-

men. De beslissing van de banken leidt dus

tot een duidelijke ‘win-win-win’ situatie.

Positief voor de samenleving, de gebrui-

kers en de banken.

Baar geld, een gevaarlijk product

Wie met baar geld betaalt, is zich niet bewust van de lange, dure

en gevaarlijke keten die elk bankbiljet doorloopt. De bij een aan-

koop gebruikte biljetten doorlopen telkens de hele keten (afhaling

aan geldautomaat, betaling, verwerking door de handelaar, afhaling

bij de handelaar, verwerking bij bank en waardevervoerder, ver-

voer naar NBB – soms met dure escorte, controle bij NBB, afhaling

door waardevervoerder – soms met escorte, verwerking bij bank

en waardevervoerder, laden van geldautomaat) en dat alles voor

slechts één betaling.

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat elke betaling met

een 20, 50 of 100-eurobiljet enkele tientallen eurocent aan

verwerking kan kosten. Al die handelingen moeten immers ge-

beuren met een maximum aan veiligheid.

De nieuwe regeling voor de recyclage van biljetten buiten de

centrale banken, waarover in het EPC is onderhandeld, biedt

mogelijkheden om die cyclus in te korten. Maar de voorwaar-

den voor de uitvoering van een dergelijke recyclage blijven

zeer zwaar. Bovendien zou het goed zijn dat die maatregel,

naar het voorbeeld van andere Europese landen, wordt aange-

vuld met de mogelijkheid voor de banken om hun rekeningen

van op een afstand te crediteren bij de NBB met de cashgeld-

bedragen die niet effectief in omloop zijn.

Baar geld moet op een industriële wijze worden verwerkt. Pro-

bleem is hier dat de NBB als verantwoordelijke voor de geld-

circulatie een zeer speciale positie inneemt. Een optimale taak-

verdeling tussen de NBB, de waardetransporteurs, banken en

gebruikers blijft dus nodig. Een taakverdeling waarbij iedereen

zijn functie op een gestandaardiseerde wijze vervult, met een

maximum aan automatisering en veiligheid, en waarbij die kos-

ten volledig door de cash-gebruikers worden betaald.

OVERHEID

❚ De studie omtrent de kosten van de betaal-instrumenten liep vertraging op. Nu is het berekenen vandie kosten niet eenvoudig, en bovendien bestaat er in België,vooral bij de gebruikers, geen traditie op dat gebied. Dit integenstelling tot bv. Nederland, waar zo’n studies al sinds tienjaar worden gevoerd. De NBB heeft het dan ook nietgemakkelijk om cijfers te verzamelen.

BANKEN

❚ alle banken bieden een aantal gratis afhalingen aan, zonderdat hiervoor een prijzenovereenkomst nodig was (de concurrentie-wetgeving verbiedt overigens zo’n overeenkomsten);

❚ hun klanten kunnen door middel van een prijzensimulatorde tarieven van de banken vergelijken. Die simulator is nietperfect, maar toch reeds bruikbaar;

❚ de basis-bankdienst wordt nog steeds actief aangeboden.

Uitwerking Gentleman’s Agreement rond het betalingsverkeer loopt – vooral bij deoverheid – niet van een leien dakje

In 2004 sloten de banken een ‘Gentleman’s Agreement’ met de ministers van Economie en van Consumentenbescherming. Debanksector heeft inmiddels al zijn in het akkoord opgelegde taken vervuld, wat niet kan worden gezegd van de overheid en hetMaatschappelijk Overleg Betalingssystemen (MOB) (cf. BVB-Jaarverslag 2004, blz. 5).

❚ De overheid is nog lang geen efficiënte betaler.Er is behoefte aan een overgang naar meer elektronischebetalingen. Betalen met baar geld en met papiereninstrumenten is inefficiënt. Bovendien zijn elektronischebetalingen maatschappelijk verantwoord: denken wemaar aan de toegenomen veiligheid voor de postbodes,dankzij de vervanging van pensioenbetalingen aanhuis door bankoverschrijvingen.

Het is dan ook jammer dat er binnen het MOB nagenoeggeen vooruitgang wordt geboekt inzake efficiëntie vande overheidsbetalingen. Veelal is dit te wijten aan de inertievan het overheidsapparaat en aan het bestaan van de veleofficiële en semi-officiële uitbetalingskassen. Die inertie istrouwens het gevolg van allerlei wetten, besluiten, reglementenen procedures. In het ruimere kader van de SEPA zal dieinertie België eveneens duur te staan komen.

Betalingssystemen en informatietechnologie

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3935

Page 38: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200536

Klantentevredenheid over betaaldiensten in de lift

Betaaldiensten vormen de meestprioritaire dienstverlening van debank

Het Directoraat-generaal Consumenten-

bescherming van de EU organiseert elk jaar

een opiniepeiling over o.a. de financiële

diensten. De jongste peiling gebeurde in

december 2003 bij de bestaande en

toekomstige lidstaten en gaf duidelijk de

financiële prioriteiten van de burgers aan.

In afnemende vorm van belangrijkheid zijn

dat:

1. Rekeningen betalen

2. Sparen voor noodgevallen

3. Zo goed mogelijk leven met het hui-dige inkomen

4. Familiebescherming in geval van ziekteof werkloosheid

5. Schulden terugbetalen

6. Sparen voor pensioen

7. Een woning of appartement kopen

8. Geld overlaten aan kinderen en klein-kinderen

9. Een bedrijf oprichten

Betaaldiensten zijn dus de meest prioritaire

diensten die de burger van zijn bank ver-

langt.

Peilen naar de tevredenheidvan klanten is erg moeilijk,zeker op het complexedomein van betalings-systemen. Iedereen wilvolledig comfort inzakebetalingssystemen, maar nietiedereen wil betalen om tebetalen.

Betalingssystemen en informatietechnologie

Test Aankoop: ‘Belgen vinden banken niet te duur’

Test Aankoop was verrast door de resulta-

ten van haar eigen opiniepeiling omtrent

de klantentevredenheid van de Belgen. De

meeste Belgen vinden bankdiensten immers

niet te duur. Slechts een kwart van de

ondervraagden had moeite met de kosten.

Die kosten spelen bovendien nauwelijks

een rol bij de keuze voor een bank, de

bepalende factoren zijn veeleer de nabij-

heid van het kantoor (50%), of familie-

traditie (33%).

80% van de klanten heeft nooit een klacht

gehad. Dat doet de vraag rijzen of consu-

mentenverenigingen, politici en media niet

een onjuist beeld ophangen om hun ‘eisen’

te staven, die blijkbaar niet altijd door de

klanten worden onderschreven.

Een duidelijk bewijs hiervan is ook het

geringe succes van de bankverhuisdienst.

Hoewel consumentenorganisaties bij hoog

en bij laag beweren dat de klant bij de

bank ‘gevangen zit’, wordt net het tegen-

deel bewezen. De verhuisdienst van de

banken wordt nauwelijks gebruikt, omdat

klanten blijkbaar uiterst zelden van bank

wensen te veranderen.

Soms gaan er nog stemmen op voor de

overdraagbaarheid van het rekening-

nummer. Op basis van de diverse peilin-

gen mag het overduidelijk zijn dat dit

zware kosten met zich zou brengen, zon-

der dat iemand er iets aan heeft.

In het BVB-jaarverslag 2004 werd reeds

vermeld dat België het op twee na goed-

koopste land ter wereld was inzake betaal-

diensten. Die uitstekende score werd be-

vestigd in 2005. De studie maakt echter

abstractie van de onderliggende kwaliteit,

het gebruiksgemak en de veiligheid van

de diensten, alsook van indirecte kosten

zoals valutering. Indien we die elementen

mee in aanmerking nemen, komt België

ongetwijfeld op het bovenste schavotje.

Belgische bankkosten behoren tot de laagste ter wereld.Totale kost van bankdiensten t.o.v. het BBP per inwoner (in %).

Bron: Capgemini analysis, 2005.

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3936

Page 39: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 37

De CBFA schetst het kader van debedrijfscontinuïteit in de financiëleinstellingen

Elke financiële instelling moet inzake

bedrijfscontinuïteit een strategie en een

beleid hebben. De discontinuïteitsrisico’s

en de verschillende scenario’s die op de

onderneming van toepassing zijn, moeten

daarbij aan bod komen. Vervolgens die-

nen er gedetailleerde continuïteits-

maatregelen (Business Continuity Plan –

BCP) te worden opgesteld om het gestelde

doel te kunnen bereiken. Zo’n BCP omvat

crisismanagement, communicatie,

recuperatie van kritieke documentatie,

personeel en uitrusting, herstel van kritieke

functies en IT-herstel.

Indien de aard, de omvang en complexi-

teit van het bedrijf dit vereisen, dan moet

het BCP ook voorzien in een uitwijk-

centrum. Het plan dient bovendien regel-

matig te worden getest en bijgewerkt. Ook

bij uitbesteding gelden die richtlijnen.

De CBFA verwacht dat de financiële instel-

lingen hun bedrijfscontinuïteitsbeleid en

-planning tegen eind 2005 evalueren en bin-

nen een redelijke termijn realiseren. Valt die

na eind 2007, dan moet de instelling de

timing individueel bespreken met de CBFA.

Banksys, essentieel onderdeel vanhet Belgisch betalingsverkeer

In het Comité voor Financiële Stabiliteit

(CFS) wordt onder meer de continuïteit van

Banksys in het kader van de stabiliteit van

ons financieel systeem bekeken. Naar aan-

leiding van het Banksys-incident van 4 de-

cember 2004 en de langdurige regionale

stroompannes in New York en Rome enkele

jaren geleden, wil het CFS een BCP op sector-

niveau opstellen voor het geval zich een

rampscenario voordoet waarbij Banksys

meer dan vier uur (CFS-aanbeveling) of zelfs

enkele dagen onbeschikbaar zou zijn.

Voor rampen die enkel Banksys treffen, gaat

men ervan uit dat het elektronisch

betalingsverkeer in België wordt hersteld

binnen twee tot vier uur (indien het BCP

normaal werkt) en uiterlijk binnen 24 uur

(bij slecht werkend BCP). Rampen die meer

dan alleen maar Banksys treffen (bv. regio-

nale uitval van telecommunicatie of elektri-

citeit), komen niet in het scenario voor.

Daarom werken de BVB en Banksys in over-

leg met het CFS ook hiervoor een BCP uit.

Er wordt een operationele crisiscel op-

gericht die ook in contact staat met het

federaal crisiscentrum.

In zo‘n geval wordt in eerste instantie over-

gestapt op ‘off line’ elektronische betalin-

gen (Proton en kredietkaarten) en TINA

(‘off-line’ debetkaartbetalingen in groot-

warenhuizen). Die oplossingen zijn onmid-

dellijk operationeel maar beperkt qua aan-

tal winkels, tijdsduur, bedrag, aantal beta-

lingen en/of aantal kaarthouders.

Betalingsbehoeften waaraan niet kan wor-

den voldaan via die ‘off-line’ elektronische

betalingen, moeten in een tweede stadium

worden opgelost door cash beschikbaar te

stellen via geldautomaten (en bankloketten).

Beveiliging van bankieren op afstand

Vanaf begin 2006 zal elke Belg dankzij

de zogenaamde 3D secure technologyveilig kunnen betalen op het internet. Die

technologie zal de cliënt doorschakelen

naar de website van zijn bank voor

authentificatie. Voor de kredietkaart kan

dat vandaag al, en het systeem zal binnen-

kort ook op de debetkaart van toepassing

zijn. De kaarthouder zal toegang krijgen

tot 3D secure zodra zijn bank aansluit op

het interbancaire systeem beheerd door

Banksys. Elke bank kan dit tijdstip zelf

bepalen. De nieuwe technologie zal de

populariteit van de internetbetaling onge-

twijfeld verhogen, omdat ze internauten

met alleen maar een debetkaart, toegang

geeft tot veilige ‘on line’ betalingen op

Belgische websites.

In de loop van 2006 zal ook het betalen

met de mobiele telefoon, de zogenaamde

M-POS, beschikbaar zijn voor handelaars

en consumenten. Ook hier wordt na een

langzame start geleidelijk voldoende

kritieke massa verwacht – en dus netwerk-

effecten – mits er een efficiënte samen-

werking komt tussen Banksys, de banken

en de operatoren van mobiele telefonie.

Het internetbankieren in België kent een

enorme groei: eind 2004 waren er reeds

2,4 miljoen gebruikers, een stijging met

50% in vergelijking met 2003! Die gebrui-

kers voerden in 2004 alleen al meer dan

145 miljoen elektronische overschrijvingen

in. De Belgische banken behoren tot de

wereldtop inzake beveiliging van het

internetbankieren omdat de meeste –

naast het paswoord – ook andere

beveiligingselementen gebruiken, zoals

extra software en/of hardware. De

Belgische banken houden bovendien de

evoluties qua internetfraude nauwlettend

in het oog en gebruiken die kennis om de

risico’s zoveel mogelijk te beperken. De

consument is bovendien beschermd door

de wet op de elektronische geldtransacties

en kan dus in alle comfort en vertrouwen

internetbankieren.

Uit de tragische gebeurtenis-sen van 11 september 2001is onder meer gebleken hoebelangrijk de beveiligingvan financiële systemen welis. Vandaar dat veel aan-dacht gaat naar bedrijfs-continuïteit. Maar ook voorhet intensieve gebruik vanbankieren op afstand is depermanente beschikbaar-heid van de systemenonontbeerlijk vanuit commer-cieel oogpunt.

Bedrijfscontinuïteit

Betalingssystemen en informatietechnologie

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3937

Page 40: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200538

Volgens die regels zijn de banken verplicht

steeds meer gegevens over hun cliënten te

verzamelen, of het nu gaat om particulie-

ren of bedrijven, teneinde te beantwoor-

den aan hun verplichtingen inzake

waakzaamheid. In het bijzonder de vereis-

ten betreffende de identificatie van de eco-

nomisch rechthebbenden van ondernemin-

gen zijn uiterst streng, rekening houdend

m.n. met een gebrek aan transparantie van

het aandeelhouderschap in ons land. De

modaliteiten van de verplichtingen staan

duidelijk haaks op enigerlei administratieve

vereenvoudiging. Bovendien plaatsen zij de

Wat het voorkomen van het witwassen van geld betreft, hebbenin 2005 belangrijke nationale en internationale ontwikkelingenplaatsgevonden. Ter uitvoering van de wet van 12 januari 2004werden door de CBFA in november 2004 een reglement en eencirculaire uitgevaardigd. De daarin opgenomen verplichtingenwaren uitermate gedetailleerd en vereisten nogmaals aanzienlijkeuitvoeringsinspanningen vanwege de financiële instellingen.

Strijd tegen de criminaliteitWitwassen: steeds strengere vereisten

Toegang tot het Rijksregister van natuurlijke personen geweigerd!

In april 2005 diende Febelfin bij de Commissie voor de bescherming van de persoon-

lijke levenssfeer een aanvraag in voor het gebruik van het nationaal nummer en voor

toegang tot het Rijksregister ten behoeve van haar leden.

Als verantwoording voor die aanvraag door de financiële sector wordt in de eerste

plaats verwezen naar de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van

het financiële stelsel voor het witwassen van geld en naar het reglement van de CBFA.

In de wet staat inderdaad dat de financiële ondernemingen ‘hun cliënten en delasthebbers van hun cliënten dienen te identificeren en hun identiteit te controleren,aan de hand van een bewijsstuk’ en is bovendien bepaald dat ‘de [financiële] onderne-mingen [...] een bestendige waakzaamheid aan de dag moeten leggen ten opzichtevan de zakenrelatie.’

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft de leden van

Febelfin geen toegang verschaft tot de informatie in het Rijksregister. Die weigering is

een principiële beslissing, met als reden dat de wet van 11 januari 1993 reeds twaalf

jaar wordt toegepast zonder dat een beroep op het Rijksregister dient te worden

gedaan. De Commissie is van oordeel dat de wetgever van bij het begin in die toegang

zou hebben voorzien als hij dat nodig had gevonden voor de toepassing van de wet.

Febelfin heeft de Voorzitter van die Commissie daarop een brief gestuurd opdat hij de

aanvraag tot toegang opnieuw zou bekijken op basis van elementen die de Commissie

niet had onderzocht, m. n. het probleem m.b.t. afstandsbankieren alsook de bijwerking

van de gegevens in het kader van de verplichting tot permanente waakzaamheid. De

Commissie bleef echter bij haar principiële weigering en schonk nogmaals geen aan-

dacht aan de voornoemde aspecten.

Inmiddels heeft de CBFA de modaliteiten gewijzigd volgens dewelke de financiële instellin-

gen het adres van een cliënt met een elektronische identiteitskaart kunnen nagaan. Wan-

neer die verificatie niet kan gebeuren aan de hand van de informatie die op de micropro-

cessor van de kaart is opgeslagen, is de CBFA voortaan van oordeel dat dezelfde bepalin-

gen gelden voor cliënten die in België of in het buitenland wonen.

financiële instellingen soms in een moeilijke

concurrentiepositie, m.n. ten opzichte van

de buitenlandse tegenpartijen, inclusief de

Europese, die in hun land niet systematisch

aan gelijkaardige regels zijn gebonden. In

dat opzicht dringt de Belgische financiële

sector aan op een Europees level playing

field terzake.

Bovendien wenst Febelfin bij de overheid

erop aan te dringen dat de financiële in-

stellingen de middelen krijgen die nodig

zijn om de hen opgelegde taken te kun-

nen vervullen. Het is bijvoorbeeld betreu-

renswaardig dat de toegang tot het Rijks-

register, onontbeerlijk voor de verzame-

ling van de gegevens voor cliënten-

identificatie en vooral voor de bijwerking

ervan, hen nog steeds wordt geweigerd,

alhoewel in de CBFA-circulaire aanvanke-

lijk daarin was voorzien (zie hiernaast).

Op internationaal niveau was er het evaluatie-

rapport van de GAFI over België, waarvan

de resultaten in juni 2005 werden goed-

gekeurd. In dat rapport werden de door ons

land geleverde inspanningen, m.n. die van

de banken en de beursvennootschappen

teneinde te beantwoorden aan hun verplich-

tingen in het kader van de strijd tegen het

witwassen van geld en de financiering van

terrorisme, positief belicht. Een derde Euro-

pese richtlijn betreffende het voorkomen van

witwassen werd goedgekeurd. Aangezien

België reeds ruimschoots vooruit is gelopen

op de daarin opgenomen bepalingen, zou

de omzetting van die richtlijn in principe geen

grote wijzigingen in onze wetgeving teweeg-

brengen. In dat opzicht wenst de financiële

sector erop te wijzen dat voor de goede

werking van het preventief systeem inzake

witwassen, waarvoor de medewerking van de

privé-sector wordt gevraagd, het nodig is dat

de strijd tegen de zware en georganiseerde

misdaad als een prioriteit wordt beschouwd.

Op het stuk van de repressie herhaalt de

sector nogmaals zijn uitdrukkelijke wens dat

artikel 505 van het Strafwetboek wordt

gewijzigd, want door dat artikel lopen zijn

Strijd tegen de criminaliteit

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3938

Page 41: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 39

bedrijven een buitensporig groot risico.

Onder het personeel van de financiële in-

stellingen heerst inderdaad een alsmaar

toenemende malaise, in het bijzonder door

het gebrek aan rechtszekerheid waarmee

zij moeten leven. Bovendien vreest de

financiële sector dat een dergelijke on-

zekerheid, voor experts, eveneens voor

verwarring en excessen inzake vervolgingen

zal zorgen, zoals het geval was in sommige

buurlanden. Zo’n evolutie zou niet alleen

uitermate schadelijk zijn voor de financiële

tussenpersonen, maar ook voor het Belgisch

financieel centrum in zijn geheel.

Het in de Kamer ingediende wetsvoorstel

betekent ongetwijfeld een grote stap voor-

uit. Toch zullen niet alle problemen daar-

door worden opgelost. Het toepassings-

gebied van de strafwet en dat van de wet

ter voorkoming moeten volledig op één lijn

worden gebracht opdat een doorslag-

gevende stap in de goede richting kan

worden gezet.

Dat zou bovendien een oploss ing

kunnen bieden voor de onvermijdelijke

problemen speciaal op het stuk van

de in het voorui tz icht ges te lde

dematerialisering van de effecten aan

toonder. Net als bij de EBA, is het voor

het welslagen van die operatie immers

van cruciaal belang dat de financiële

instellingen volstrekte rechtszekerheid

hebben en dat bi jgevolg in een

uitzondering op artikel 505 SW wordt

voorzien.

Hold-ups blijven een reële bedreiging, ondankszware investeringen in veiligheid

arrondissementen zou bijzondere aan-

dacht moeten worden besteed door politie

en overheid.

De gemiddelde buit daalde licht, vooral

als gevolg van het grotere aantal

mislukte overvallen. Ook het aantal

inbraken verminderde. De zware inves-

teringen door de banksector zijn hier-

aan niet vreemd.

Zelfs al bleef het totale aantal hold-ups in

2004 historisch laag, toch valt een lichte

stijging waar te nemen van de kans op een

overval per bankkantoor. Het aantal

verkooppunten daalt immers sneller dan

het aantal overvallen.

De meeste overvallen deden zich voor in

de gerechtelijke arrondissementen Luik,

Charleroi, Brussel en Antwerpen. Aan die

De intelligente koffer

Een duidelijke illustratie van overcompen-

satie door de privé-sector is het gebruik

van de plofkoffer. Die koffer wordt al sinds

de zware overvallen medio van de jaren

90 als oplossing naar voren geschoven.

Vele parameters maken de invoering

echter moeilijk:

❚ sociale problemen in de sector van het

waardetransport. Plofkoffers vragen min-

der begeleiding, wat tot werkloosheid

bij de geldtransporteurs zou leiden;

❚ aanvaarding en standaardisering van de

koffers, die moeten worden getest op doel-

treffendheid en geen gevaar mogen vor-

men voor de legitieme gebruikers. Boven-

dien zou er best een nationale – of zelfs

internationale – standaard worden

opgesteld om de installatiekosten over vele

gebruikers om te slaan, en om de gebrui-

kers niet te lang aan het monopolie van

één installatie bloot te stellen. En vermits

de euro een Europese munt is, moet ook

de plofkoffer probleemloos over de gren-

zen heen kunnen worden gebruikt.

Banken verwerken het geld van hun klan-

ten. Veiligheid is maar zo sterk als de zwak-

ste schakel in de kringloop van safe tot safe.

Vandaar dat ook grote gebruikers en han-

delaars met een plofkoffer moeten kunnen

werken, niet alleen overdag voor hun

eigen kassa, maar ook voor het vervoer

’s avonds van hun zaak tot aan het

telcentrum van de waardetransporteur.

De minister van Binnenlandse Zaken heeft

de algemene invoering van de plofkoffer

vanaf 1 januari 2009 bevolen. De verschil-

lende betrokken partijen pleiten zelfs er-

voor om die invoering te vervroegen, wat

van België een wereldtopper zou maken

inzake beveiliging.

Toch moeten nog enkele problemen wor-

den overwonnen:

❚ er is in België weinig concurrentie in-

zake waardevervoer. Het gevaar is niet

denkbeeldig dat de zware investeringen

die voor de plofkoffer nodig zijn, dit pro-

bleem nog zullen verscherpen;

❚ vele plofkoffers werken met inkt die in de

biljetten dringt. Natuurlijk moet de over-

heid dan een campagne starten om alle

burgers ervan bewust te maken dat een

dergelijk gekleurd biljet een gestolen bil-

jet is. Als de ECB ooit plastic biljetten in

omloop brengt, zou het goed zijn dat

ook die biljetten met dat procédé kunnen

worden behandeld. Anders zouden de

miljoeneninvesteringen voor niets zijn.

‘Tiger-kidnapping’

Een verontrustend feit, dat ookhet sterk onveiligheidsgevoel aanwakkert,zijn de hold-ups met kidnapping.Bankmedewerkers kunnen zich hiertegenmoeilijk verweren, en investeringen omdit soort misdrijven te voorkomen zijn nieteenvoudig. Het is niet de taak van deprivé-sector om door eigen investeringeneen lacune in de openbare veiligheidongedaan te maken.

Natuurlijk bespreken politie en veilig-heidsdiensten van de banken een aantalte volgen procedures in geval vankidnapping. Maar er zijn duidelijkegrenzen aan wat in gezinsverband enpsychologisch haalbaar is.

Strijd tegen de criminaliteit

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3939

Page 42: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200540

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken(1)

De economische en financiële omgeving:groeiprestaties in de Verenigde Staten en de Eurozone zeer uiteenlopend

door het positief rendementsverschil met

de Eurozone aan het einde van de pe-

riode beduidend was opgelopen. Zowel in

de Verenigde Staten als in de Eurozone

hebben de rente-ontwikkelingen de rente-

curve sterk afgevlakt.

Tot begin december 2004 deprecieerde

de dollar verder tegenover de euro (gra-

fiek 2). Nadien zette de dollar een herstel-

beweging in. Nochtans waren de structu-

rele factoren, met name het grote handels-

en begrotingstekort in de Verenigde Sta-

In de Verenigde Staten liet de economie

het voorbije jaar opnieuw forse groeicijfers

optekenen. De Japanse economie zette

haar herstel, dat in 2004 was ingezet, ver-

der. Verwacht wordt dat de jaargroei van

het bruto binnnenlands product (BBP) in

de Verenigde Staten en in Japan in 2005

respectievelijk 3,6% en 1,5% zal bedra-

gen. In de Eurozone zou in 2005 slechts

een groei van 1,2% worden gerealiseerd.

Onder meer de stijgende olieprijzen ston-

den een beduidend herstel van de Euro-

pese economie in de weg. Ze deden

zowel in de Verenigde Staten als in de

Eurozone vrezen voor oplopende inflatie,

maar tot nog toe bleef die impact vrij

beperkt.

De Federal Reserve (Fed) en de Europese

Centrale Bank (ECB) voerden een uiteen-

lopend monetair beleid. De Fed voerde een

politiek van geleidelijke verstrakking en trok

van juni 2004 tot eind september 2005

in elf kleine stappen haar centraal tarief

op van 1% tot 3,75%. Het centraal tarief

van de ECB bleef gedurende de volledige

periode ongewijzigd en bedroeg 2%. Hier-

door lag het rendement op korte termijn in

de Verenigde Staten aan het einde van de

periode beduidend hoger dan in de

Eurozone.

De rendementen op lange termijn lagen

reeds aan het begin van de periode hoger

in de Verenigde Staten dan in de

Eurozone. Door de aanhoudende zwakke

economische conjunctuur liepen de ren-

dementen op lange termijn in de Eurozone

sterk terug en bereikten eind september

2005 een na-oorlogs dieptepunt van circa

3,1% (grafiek 1). In de Verenigde Staten

was de rendementsdaling beperkter, waar-

ten, die de depreciatie van de dollar in de

hand hadden gewerkt, nog altijd aanwe-

zig. Maar de aandacht van de financiële

markten ging vooral uit naar de betere

economische prestaties en de hogere ren-

dementen in de Verenigde Staten.

De dalende obligatierendementen en de

goede bedrijfsresultaten ondersteunden de

beurzen. Vooral de Bel 20 presteerde

sterk. Van midden 2004 tot eind septem-

ber 2005 klom de Belgische beursindex

met ongeveer een derde.

(1) Dit deel behandelt de bedrijvigheid van de in België gevestigde banken gedurende de periode medio 2004 tot medio 2005. De resultaten hebben betrekking op het eerste semestervan 2005. Het betreft de bedrijvigheid en de resultaten op vennootschappelijke basis, d.w.z. voor de banken naar Belgisch recht inclusief de bedrijvigheid en de resultaten van hunbijkantoren in het buitenland, maar exclusief de bedrijvigheid en de resultaten van hun dochters en andere ondernemingen die zijn opgenomen in de consolidatie. Voor de bankennaar buitenlands recht betreft het hun bedrijvigheid en resultaten in België.

Grafiek 1: Rendementen op korte en lange termijn en renteverschil in euro (in %)

Bron: BVB.

Grafiek 2: Verloop wisselkoers EUR / USD

Bron: BVB.

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3940

Page 43: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 41

Balanstotaal groeit sterk

Het balanstotaal van de in België geves-

tigde banken klom in het jaar eindigend in

juni 2005 met 9,5% tot 1.085,7 miljard

EUR. De groei deed zich uitsluitend voor

in het eurosegment en dit zowel langs de

actiefzijde als langs de passiefzijde van de

balans. De deviezenverrichtingen trokken

samen, nadat ze het jaar voordien zeer

fors waren geëxpandeerd (grafiek 3).

Forse toename netto-beroep op andere bankiers

liquiditeiten via repo’s verstrekt aan derde

partijen. Die derde partijen zijn niet nood-

zakelijk banken. In dat laatste geval wordt

die verrichting geboekt bij de termijn-

kredieten op zeer korte termijn (zie ver-

der) en niet bij de interbanken-

verrichtingen. Hierdoor groeien de

interbankendeposito’s sterker dan de inter-

bankenvorderingen, wat het netto-beroep

op andere bankiers doet toenemen.

Wereldwijd stellen een aantal centrale

banken, zoals bijvoorbeeld de Russische

en de Chinese centrale bank, gelden ter

beschikking aan banken. Sommige

Belgische banken nemen regelmatig der-

gelijke gelden op. Het voorbije jaar wer-

den die gelden vooral aangewend om de

eigen liquditeitsbehoeften te financieren.

De cliëntendeposito’s namen immers slechts

in beperkte mate toe zodat de banken

beroep dienden te doen op andere

financieringsmiddelen. Ook dit had een

opwaarts effect op het netto-beroep op

andere bankiers. Dat netto-beroep

expandeerde het jongste jaar met 51,5%.

Na de zeer sterke expansie vorig jaar, na-

men de interbankenverrichtingen ook dit jaar

nog verder toe. In het jaar eindigend in juni

2005 klommen de interbankendeposito’s en

de interbankenvorderingen respectievelijk

met 10,9% en 3,2% (grafiek 4).

Enkele in België gevestigde banken die tot

een grote financiële groep behoren, vor-

men sinds midden 2003 het ‘competence

center’ voor het liquiditeitsbeheer van de

hele groep. Dit heeft een opwaarts effect

op de interbankenverrichtingen. Vennoot-

schappen van de groep met

liquiditeitstekorten nemen via repo-verrich-

tingen liquiditeiten bij het ‘competence

center’ in België op. Met het aldus verkre-

gen onderpand, neemt de centraliserende

instelling kredieten op bij de ECB.

Vennootschappen van de groep met een

liquiditeitsoverschot verstrekken die

liquiditeiten via de interbankenmarkt aan

de centraliserende bank in België, die die

Meer dan de helft van de kredietverlening betreft buitenlandse partijen

Midden 2005 had de Belgische banksector

638 miljard euro kredieten uitstaan in de

vorm van schuldtitels en via directe krediet-

verlening. Ruim de helft van dat bedrag

(52,2%) waren kredieten aan het buiten-

land. Aan het einde van de jaren negentig

was dat nog maar circa 30% (tabel 1). Naast

de invoering van de euro, speelde ook de

sterke internationalisering van de Belgische

banksector een rol in die evolutie. De ver-

schuiving van kredieten aan België naar

kredieten aan het buitenland heeft zich de

voobije jaren zowel in het privé-segment

als in het overheidssegment voorgedaan.

Het jongste jaar kenden zowel het privé-

segment als het overheidssegment van de

kredieten aan het buitenland een bedui-

dende groei. De directe kredietverlening

aan het buitenland klom van midden 2004

tot midden 2005 met 12,4% tot 135,1 mil-

jard euro. Deze evolutie kan voor een be-

Grafiek 3: Structuur van de balans

Grafiek 4: Evolutie van de jaargroei van de interbankenverrichtingen (in %)

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3941

Page 44: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200542

broken. Het jongste jaar liep het volume kre-

dieten aan de Belgische overheid met 8,6%

terug tot 88 miljard euro. Nochtans lag het

uitstaand bedrag van de geconsolideerde

brutoschuld (definitie Maastricht) van de

gezamenlijke overheid eind maart 2005

1,2% hoger dan een jaar eerder. Maar daar-

tegenover stond dat de Belgische banken

een kleiner deel van die overheidsschuld

aanhielden. Eind maart 2005 waren 11,8%

van de schatkistcertificaten en lineaire obli-

gaties van de Belgische overheid in handen

van de Belgische banken. Een jaar eerder

was dat nog 12,9%. De buitenlandse inves-

teerders voerden hun houderschap van die

certificaten en obligaties op.

Het uitstaand volume kredieten aan particu-

lieren en zelfstandigen klom in het jaar ein-

digend in juni 2005 met 14,6%. Het uit-

staand bedrag aan hypothecaire kredieten,

dat bijna 75% van de kredietverlening aan

de particulieren en zelfstandigen vertegen-

woordigt, nam toe met 14,7%. Vooral het

gemiddeld bedrag dat werd opgenomen bij

een hypothecaire lening klom fors. De sterke

stijging van de prijzen voor woningen en

bouwgronden, de zeer lage rentevoeten en

het nieuwe fiscaal regime voor hypotheek-

leningen dat in 2005 in voege trad, speel-

den hierin een rol. Door de lage rentetarieven

kan een gezin een groter bedrag lenen voor

dezelfde aflossingslast. In het nieuwe fiscaal

regime is het fiscaal voordeel het grootst ge-

durende de eerste tien jaar, wanneer de

aflossingslast het zwaarst weegt voor de

kredietnemer. Door het fiscaal voordeel naar

voor te schuiven, verlicht de aflossingslast bij

het begin van de lening.

Het uitstaand volume aan consumenten-

kredieten lag midden 2005 3,6% hoger

dan een jaar eerder, toen het nog met 3,5%

kromp. Hoewel die kredieten niet meer ver-

der samentrokken, kennen ze nog steeds

geen beduidende groei. De consumptieve

bestedingen van de particulieren namen in

de eerste helft van 2005 minder snel toe

dan de twee voorgaande jaren. Het aan-

houdend onzeker conjunctuurklimaat en de

stijgende olieprijzen, zetten de particulie-

ren aan tot voorzichtigheid.

Het uitstaand bedrag kredieten aan

Belgische ondernemingen via directe

kredietverlening en in de vorm van schuld-

titels liep het jongste jaar met 2,2% terug.

Het jaar voordien bedroeg die daling

5,1%. De aanhoudende terugloop van de

kredieten aan ondernemingen kwam er

niettegenstaande de bedrijfsinvesteringen

langrijk deel worden verklaard door een

specifiek fenomeen. Een aantal banken ver-

strekken gelden die ze via de interbanken-

markt hebben ontvangen in de vorm van

repo’s aan derde partijen (zie supra). Als

die derde partij geen bank is, worden die

verrichtingen bij de termijnkredieten op zeer

korte termijn geboekt. De leningen op ter-

mijn op minder dan een jaar aan het bui-

tenland expandeerden het voorbije jaar met

10,8%. Veelal zijn die derde partijen

clearinginstellingen die niet het bankstatuut

hebben. De eigenlijke tegenpartij bij die

repo-verrichtingen is doorgaans een krediet-

instelling, zodat het economisch gezien veel-

eer om interbankenverrichtingen gaat.

Aan de Belgische privé-sector en de

Belgische overheid had de banksector mid-

den 2005 304,9 miljard euro kredieten

uitstaan, wat 0,3% minder was dan een

jaar eerder. Enkel de kredietverlening aan

de particulieren en zelfstandigen was ex-

pansief. De ondernemingen en de

Belgische overheid hadden minder kredie-

ten opgenomen bij de Belgische banksector

dan het jaar voordien (tabel 2).

Sinds 1999 loopt de kredietverlening aan

de Belgische overheid voortdurend terug.

Enkel in 2004 werd die trend even onder-

Tabel 1: Kredieten aan de privé- en de overheidssector in de vorm van schuldtitels en directe kredietverlening: geografisch (*)

Einde periode Ingezetenen Niet-ingezetenen Totaal

Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroeibedrag het totaal bedrag het totaal bedrag

6.2000 329,2 -2,8% 63,7% 187,8 20,2% 36,3% 517,0 4,4%6.2001 326,8 -0,7% 59,8% 219,4 16,8% 40,2% 546,2 5,6%6.2002 304,0 -7,0% 57,8% 222,2 1,3% 42,2% 526,2 -3,7%6.2003 299,1 -1,6% 55,4% 241,2 8,6% 44,6% 540,3 2,7%6.2004 305,7 +2,2% 51,0% 293,5 21,7% 49,0% 599,2 10,9%6.2005 304,9 -0,3% 47,8% 332,7 13,4% 52,2% 637,6 6,4%

(*) Uitstaande bedragen in miljarden euro.Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB.

Tabel 2: Kredietverlening aan de Belgische economie (*)

Particulieren en zelfstandigen Ondernemingen (**) Overheid Totaal

Einde Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroeiperiode bedrag het totaal bedrag het totaal bedrag het totaal bedrag

6.2000 81,4 4,2% 25,3% 117,5 8,1% 36,5% 123,4 -10,3% 38,3% 322,3 -0,6%6.2001 84,4 3,6% 26,8% 117,0 -0,4% 37,2% 113,5 -8,0% 36,0% 314,9 -2,3%6.2002 82,7 -2,1% 28,0% 113,4 -3,1% 38,5% 98,8 -13,0% 33,5% 294,9 -6,4%6.2003 87,5 5,8% 30,0% 111,6 -1,6% 38,3% 92,4 -6,7% 31,7% 291,5 -1,2%6.2004 93,1 6,3% 31,5% 105,9 -5,1% 35,9% 96,3 4,3% 32,6% 295,3 1,3%6.2005 106,7 14,6% 35,8% 103,6 -2,2% 34,7% 88,0 -8,6% 29,5% 298,3 1,0%

(*) Uitstaande bedragen in miljarden euro; in de vorm van schuldtitels en via directe kredietverlening; directe kredietverlening op territoriale basis (m.a.w. zonder de kredieten verleend door debijkantoren in het buitenland van de banken naar Belgisch recht), schuldtitels op vennootschappelijke basis.

(**) Financiële en niet financiële ondernemingen.Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB.

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3942

Page 45: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 43

Portefeuille risicodragende activa: deelnemingen stagneren

Belgisch recht. De deelnemingen in andere

financiële ondernemingen krompen daar-

entegen met 7,3%. In de grote financiële

groepen gebeurt het dat de deelnemingen

Midden 2005 hadden de Belgische ban-

ken 29,5 miljard euro risicodragende ac-

tiva (aandelen) in portefeuille, of 2,1% meer

dan een jaar eerder. Hun belang in de

totale activa liep verder terug van 2,9%

midden 2004 tot 2,7% midden 2005.

Dankzij het goede beursklimaat herstelde

de activiteit op de aandelenmarkten ver-

der. De portefeuille te plaatsen aandelen, te

realiseren aandelen en beleggingsaandelen

van de Belgische banken expandeerde met

15,1% in het jaar eindigend in juni 2005.

Het volume aan deelnemingen trok daar-

entegen licht samen (- 0,3%). De deelne-

mingen in kredietinstellingen klommen met

4,2%, onder meer door de overname van

een kleinere bank naar Belgisch recht die

in handen was van een buitenlandse aan-

deelhouder door een andere bank naar

in andere financiële ondernemingen meer

en meer worden doorgeschoven van de

banken naar het groepsniveau (grafiek 5).

Cliëntendeposito’s: zwakke groei

De jaargroei van het uitstaand volume

cliëntendeposito’s bij de banken liep terug

van 8,1% midden 2004 tot 3,2% midden

2005. Die groeivertraging kwam volledig

op rekening van de cliëntendeposito’s van

niet-ingezetenen (tabel 3).

De uitstaande cliëntendeposito’s van niet-

ingezetenen trokken met 0,4% samen. Het

jaar voordien bedroeg hun jaargroei nog

19,5%. Dit heeft te maken met de forse

fluctuaties in het uitstaand bedrag aan

depositocertificaten. Hierbij gaat het door-

gaans om programma’s aan

depositocertificaten die door bijkantoren

van Belgische banken in het buitenland

worden uitgegeven. Het uitstaand volume

aan depositocertificaten bij niet-ingezete-

nen kromp in het jaar eindigend in juni

2005 met 16,0%. Het jaar voordien was

dat volume met 87,8% toegenomen.

De jaaraanwas van de cliëntendeposito’s

van ingezetenen nam licht toe, van 4,0%

midden 2004 tot 4,8% midden 2005.

Verschillende, aan elkaar tegengestelde

factoren, speelden een rol in die nagenoeg

stabilisatie van de groei. Dank zij de een-

malige bevrijdende aangifte (EBA) stroom-

den gelden naar België terug. Daartegen-

over stond dat de particuliere spaarquote

daalde van 15,5% in 2003 tot 14,2% in

2004 en dat de Belgen opnieuw meer

belangstelling toonden voor niet-bancaire

beleggingsproducten. Door het aanhou-

dend beursherstel, namen de rechtstreekse

beleggingen in aandelen toe. Ook waren

de instellingen voor collectieve belegging

volgens gegevens van het Instituut voor de

Nationale Rekeningen (INR) in het eerste

en het tweede kwartaal van 2005 respec-

tievelijk 3,1% en 9,8% hoger lagen dan in

de overeenstemmende periode van het

jaar voordien. Uit gegevens van het Ob-

servatorium voor het krediet aan vennoot-

schappen bij de Nationale Bank (NBB) blijkt

dat de hapering in de kredietverlening zich

nog steeds vooral voordoet in het segment

van de kredieten aan grote bedrijven, ter-

wijl het uitstaand bedrag van de kredieten

aan kleine vennootschappen is blijven toe-

nemen. De terugloop van de kredieten aan

de grote bedrijven heeft allicht te maken

met de betere cashpositie van deze onder-

nemingen (als gevolg van betere winst-

cijfers) en de tendens om rechtstreeks op

de financiële markten te ontlenen (om maxi-

maal te genieten van de lage rentetarieven

en risicospreads op schuldpapier).

Grafiek 5: Samenstelling van de risicodragende activa

Grafiek 6: Evolutie van de cliëntendeposito’svan ingezetenen

(*) Onder aandelen wordt verstaan te plaatsen aandelen, te realiseren aandelen en beleggingsaandelen.Bron: BVB – berekeningen op gegevens NBB.

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3943

Page 46: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200544

(icb’s) weer meer in trek. Midden 2005

lag de netto-actiefwaarde van de icb’s

19,6% hoger dan een jaar eerder. Een

deel van die toename moet uiteraard wor-

den toegeschreven aan koersstijgingen.

Op het vlak van de verzekeringsproducten

kozen de beleggers nog steeds voor

zekerheid. Het incasso bij de individuele

levensverzekeringen met gewaarborgd

rendement (Tak 21-producten) bedroeg

13,0 miljard euro in 2004, komend van

11,6 miljard euro in 2003. Maar ook het

incasso van de levensverzekeringen gekop-

peld aan beleggingsfondsen (Tak 23-

producten) liep licht op van 2,3 miljard euro

in 2003 tot 2,9 miljard euro in 2004. De

staatsbons ondervonden, in navolging van

Buiten-balansactiviteiten: minder indekkingsverrichtingen

De onderliggende waarde van de buiten-

balansactiviteiten nam het voorbije jaar toe

met 9,5%, waardoor deze activiteiten

voor het eerst maar even snel groeiden als

de balansverrichtingen.

Naar volume vormen de open

bewaargevingen de belangrijkste categorie

buiten-balanstransacties. Dankzij het gunstige

klimaat op de financiële markten en de geste-

gen aandelenkoersen versnelde de jaargroei

van de open bewaargevingen van 15,1%

midden 2004 tot 16,9% midden 2005.

Bij de termijnverrichtingen werd voor de

eerste maal een (zij het lichte) afname van

de activiteit vastgesteld. De notionele bedra-

gen van de termijnverrichtingen van de

Belgische banksector verminderden in het

jaar eindigend in juni 2005 met 2%. De

vermindering deed zich zowel voor bij de

termijnverrichtingen op rente als op vreemde

valuta’s (grafiek 7). De onzekerheid over de

impact die de IFRS-regels hebben op de

termijnverrichtingen kan hierin een rol heb-

ben gespeeld. Daarnaast verminderden de

lage rentetarieven, de vlakke rentecurve en

de gedaalde volatiliteit op de wisselmarkten,

de noodzaak om risico’s in te dekken en de

opportuniteiten om posities in te nemen.

De opgenomen verbinteniskredieten trok-

ken met 26,6% samen. Die kredieten lagen

midden 2004 evenwel op een uitzonder-

lijk hoog niveau door de borgtochten die

een grote bank aan haar dochter-

maatschappijen had verstrekt in het kader

van de aandeelhoudersaansprakelijkheid.

de kasbons, het voorbije jaar hinder van

het lage renteniveau. In de periode mid-

den 2004 tot midden 2005 werd met de

uitgifte van staatsbons 690 miljoen euro

opgehaald, tegenover 1.175 miljoen euro

een jaar eerder.

Bij de banken situeerde de groei van de

cliëntendeposito’s van ingezetenen zich

voornamelijk bij de zichtdeposito’s en de

gereglementeerde spaardeposito’s die res-

pectievelijk met 9,7% en 10,7%

expandeerden (grafiek 6). Door de zeer

lage rendementen op vastrentende effec-

ten vervullen die deposito’s ten volle hun

rol van afwachtende belegging en is de

opportuniteitskost voor het aanhouden van

zicht- en spaardeposito’s minder groot.

Maar ook de termijndeposito’s trokken het

voorbije jaar aan (+ 4,7%), terwijl ze het

jaar voordien nog met 2% verminderden.

In 2004 zette het herstel van de

ondernemingswinsten, dat reeds was ge-

start in 2003, zich verder. Hierdoor be-

schikten de ondernemingen over meer

middelen om te beleggen. Het uitstaande

bedrag aan kasbons trok voor het elfde

opeenvolgende jaar samen. Het jongste

jaar verminderde het met 17,7%. Het

belang van de kasbons in de totale

cliëntendeposito’s van ingezetenen liep

bijgevolg verder terug tot 10,4% midden

2005. Aan het begin van de jaren negen-

tig bedroeg het nog ruim 40%.

Tabel 3: Samenstelling van de cliëntendeposito’s van de banken naar de geografische oorsprong (*)

Einde periode België Buitenland Totaal

Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroei Aandeel in Uitstaand Jaargroeibedrag het totaal bedrag het totaal bedrag

6.2000 291,1 5,2% 76,8% 88,0 4,5% 23,2% 379,1 5,0%6.2001 280,8 -3,5% 70,6% 117,0 32,9% 29,4% 397,8 4,9%6.2002 292,7 4,2% 73,3% 106,8 -8,7% 26,7% 399,5 0,4%6.2003 300,4 2,6% 73,5% 108,2 1,3% 26,5% 408,6 2,3%6.2004 312,4 4,0% 70,7% 129,3 19,5% 29,3% 441,7 8,1%6.2005 327,2 4,8% 71,8% 128,8 -0,4% 28,2% 456,0 3,2%

(*) Uitstaande bedragen in miljarden euro; inclusief in schuldbewijzen belichaamde schulden (kasbons, obligaties, depositocertificaten).Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB.

Grafiek 7: Evolutie van de termijnverrichtingen (index juni 2000 = 100)

Bron: BVB – berekeningen op gegevens NBB.

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3944

Page 47: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 45

Grote uitzonderlijke winst versluiert afname courant resultaatvan banken naar Belgisch recht

Het resultaat van het boekjaar vóór belastin-

gen klom met 11,6%. De belastingen op het

resultaat liepen daarentegen met 13,9% te-

rug. Dit heeft te maken met het hoge uitzon-

derlijke resultaat, dat vooral fiscaal vrijge-

stelde elementen bevat. Bovendien hebben

de banken beduidend minder risico-

voorzieningen aangelegd. Risico-

voorzieningen zijn slechts deels fiscaal af-

trekbaar, zodat een toename van de winst

op die basis niet tot een evenredige uitbrei-

ding van de belastbare basis aanleiding geeft.

De winst van de banken naar buitenlands

recht liep op van 54,2 miljoen euro in het

eerste halfjaar van 2004 tot 101,2 mil-

joen euro in dezelfde periode van 2005.

Dat winstherstel kwam er vooral dankzij

de toename van de netto-inkomsten met

22,1%. De rentemarge verruimde van

0,73% tot 0,80% en de diverse inkomsten

namen met nagenoeg een kwart toe.

De bedrijfskosten klommen beduidend min-

der snel (+5,9%) dan de netto-inkomsten,

waardoor de cost-income ratio terugliep

van een zeer hoge 79,7% tot 69,2%.

De banken naar buitenlands recht namen

in het eerste halfjaar van 2005 3,6 miljoen

euro aan waardecorrecties terug, terwijl er

het jaar voordien nog 4 miljoen werden

aangelegd. Het uitzonderlijk resultaat klom

van 1 miljoen euro tot 3,2 miljoen euro.

De winst van het boekjaar lag bij de banken

naar Belgisch recht in de eerste helft van

2005 17,7% hoger dan in dezelfde periode

van het jaar voordien. Het rendement op

eigen vermogen(1) klom van 13,2% tot

16,1%. Die rendementsverbetering heeft

evenwel geen duurzaam karakter, gezien

ze voornamelijk tot stand kwam dank zij een

forse toename van het uitzonderlijk resultaat

en doordat beduidend minder risico-

voorzieningen werden aangelegd. Het

recurrente brutoresultaat (zonder het uitzon-

derlijk resultaat en vóór waardecorrecties)

na belastingen liep met 10,7% terug.

De daling van de rendementen op lange

termijn heeft de rentecurve afgevlakt. De

rentemarge trok bijgevolg verder samen

van 0,98% in de eerste helft van 2004 tot

0,87% in dezelfde periode van 2005 en

bereikte een nieuw historisch dieptepunt.

Dankzij de beduidende toename van het

volume verrichtingen, bleef de daling van

het renteresultaat beperkt tot 1,9%.

De diverse inkomsten liepen met 6,1%

terug. Bijna 56% van de diverse inkomsten

komen uit activiteiten die provisie-inkomsten

genereren, zoals de verkoop van beleggings-

fondsen en verzekeringsproducten, het asset

management en de dienstverlening inzake

betaalverkeer. Dank zij het verbeterd klimaat

op de financiële markten, stegen die inkom-

sten met 7,4%. Doordat aan enkele banken,

waaronder een grote, een deel van hun

bijdragen in het kader van de vroegere

depositobeschermingsregelingen werden terug-

betaald, klommen de overige bedrijfsopbreng-

sten met 12,7%. Daartegenover stond dat de

financiële resultaten uit het wisselbedrijf en uit

trading fors terugliepen (-57,2%), evenals de

dividenden uit aandelen en participaties

(-16,7%). Ook werden beduidend minder meer-

waarden op beleggingseffecten gerealiseerd

(-14,4%).

De netto-inkomsten (renteresultaat en di-

verse inkomsten, ook het bankproduct ge-

noemd) liepen met 3,9% terug.

De banken naar Belgisch recht leverden

opnieuw een belangrijke inspanning om

hun kosten te beheersen. De bedrijfskosten

klommen slechts met 0,2%, wat beduidend

minder was dan de jaarinflatie.

Door de vermindering van de netto-inkom-

sten, volstond de zeer beperkte kosten-

stijging niet om de kostendruk te vermin-

deren. De cost-income ratio klom van

64,1% tot 66,9%.

De waardecorrecties m.b.t. de normale bank-

activiteit lagen in de eerste helft van 2005

59,6% lager dan in dezelfde periode van

2004. Uiteraard is de toekomstige evolu-

tie in dit vlak afhankelijk van de ontwikke-

lingen in de gelopen risico’s, onder meer

in de kredietverstrekking. Vanuit dat oog-

punt is ook het algemeen economisch kli-

maat mee bepalend en zou een zich dui-

delijker aftekenend herstel hoopgevend

zijn.

In de eerste helft van 2005 realiseerden de

banken naar Belgisch recht een uitzonder-

lijke winst van 645,7 miljoen euro. Die uit-

zonderlijke winst was voornamelijk afkom-

stig van meerwaarden die werden gereali-

seerd bij intra-groepsverkopen van deelne-

mingen bij een grote bank. In dezelfde pe-

riode van 2004 werd slechts een uitzonder-

lijke winst van 115,6 miljoen euro geboekt.

(1) De cijfers m.b.t. het rendement op eigen vermogen liggen in de loop van het jaar doorgaans vrij hoog omdat de gereserveerde winst pas aan het einde van het boekjaar bij het eigenvermogen wordt gevoegd.

Tabel 4: Rendabiliteitsverhoudingen (in %)1993 2004 1e sem. 1e sem.

2004 2005

Banken naar Belgisch recht

Rentemarge (*) 1,53 0,95 0,98 0,87Cash flow/ingezette werkmiddelen 0,53 0,42 0,53 0,43Cost/income ratio 71,6 69,4 64,1 66,9Winstmarge (ROA) 0,28 0,37 0,51 0,54Rendabiliteit van het eigen vermogen (ROE) 8,70 9,77 13,2 16,1

Banken naar buitenlands recht

Rentemarge 0,28 0,73 0,73 0,80Cash flow/ingezette werkmiddelen 0,21 0,25 0,28 0,43Cost/income ratio 64,6 82,2 79,7 69,2Winstmarge (ROA) 0,17 0,18 0,27 0,46

(*) Renteresultaat in verhouding tot de werkmiddelen van derden.Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB.

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3945

Page 48: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200546

Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-BeleggingenOp 1 november 2004 werd de

Bemiddelingsdienst grondig hervormd als

gevolg van een protocolakkoord dat minis-

ter van Consumentenzaken Freya Van den

Bossche, de consumentenverenigingen en

Febelfin hadden gesloten.

De klachten komen nu terecht bij de

‘Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleg-

gingen’, die is samengesteld uit de Ombuds-

man en de permanente vertegenwoordiger

van de consumentenbelangen. Als de klacht

ontvankelijk wordt verklaard, wordt ze

behandeld door de Ombudsman en zijn

medewerkers, die een ontwerpadvies voor-

bereiden. Dat ontwerpadvies wordt voor-

gelegd aan de permanente vertegenwoor-

diger van de consumentenbelangen, die

het geschil aanhangig maakt bij het

Bemiddelingscollege als er geen overeen-

stemming kan worden bereikt. Dat College

wordt voorgezeten door een onafhankelijk

persoon (momenteel een magistraat) en is

paritair samengesteld uit vertegenwoordi-

gers die enerzijds door de consumenten-

verenigingen en anderzijds door de finan-

ciële sector zijn aangewezen. De Ombuds-

man kan een zaak ook van rechtswege aan

het College voorleggen.

Een ‘Begeleidingscomité’ bestaande uit ver-

tegenwoordigers van de overheid, de

Basisdienst

Tussen 1 september 2003, de datum

van inwerkingtreding van de wet be-

treffende de basis-bankdienst, en

31 december 2004, kreeg de

Bemiddelingsdienst 570 berichten van

weigering door de banken, meestal met

als reden dat de aanvrager reeds een

rekening of een krediet heeft bij een

andere instelling. In 2004 werden er

slechts 11 klachten ingediend en tij-

dens de eerste helft van 2005 liep er

bij de Bemiddelingsdienst geen enkele

klacht binnen in verband met een wei-

gering tot verlening van de basis-bank-

dienst. (In 60% van de gevallen bleek

de klacht gegrond en werd er op naam

van de klager een rekening geopend.)

In dat verband dient erop gewezen

dat het geringe succes van de basis-

dienst niet zozeer aan de banken is te

wijten, maar veeleer aan cliënten (per

definitie met schulden en met een erg

bescheiden inkomen) die vrezen dat

beslag op hun rekening zal worden

gelegd. Krachtens de wet die momenteel

nog van toepassing is, kan inderdaad

beslag worden gelegd op beschermde

inkomsten zodra ze op een rekening

worden geplaatst. Weliswaar heeft het

Parlement zijn goedkeuring gehecht

aan een wet volgens welke ook het

beschermd inkomen dat op een reke-

ning wordt geplaatst, tot op zekere

hoogte niet vatbaar is voor beslag, maar

die wet is blijkbaar wegens administra-

tieve redenen nog niet in werking

getreden. Dat is jammer, want zonder

die bepaling is de wet betreffende de

basis-bankdienst niet echt doeltreffend.

consumentenverenigingen en de financiële

sector ziet toe op de goede werking van

het systeem. In het eerste verslag dat dit

comité in juni 2005 voorlegde aan de

minister, stond te lezen dat ’het systeem datis ingevoerd, voldoet en beantwoordt aande verwachtingen van de consumenten, definanciële instellingen en de overheid’.

Meer bepaald werd erop gewezen dat:

❚ de consumenten meer geneigd zijn omeen beroep te doen op de Bemiddelings-dienst en niet aarzelen om vragen testellen omtrent de nieuwe functie vanpermanente vertegenwoordiger van deconsumentenbelangen;

❚ de Bemiddelingsdienst aan legitimiteit,geloofwaardigheid en transparantie wintdoordat de consumenten de inbreng vandie vertegenwoordiger kunnen zien;

❚ de brieven en adviezen soms meer gede-tailleerd worden opgesteld/gemotiveerd,aangezien bijzondere aandacht wordtgeschonken aan de didactische functie diehet optreden van de Bemiddelingsdienstheeft voor de consument;

❚ de interne bemiddelingsdiensten van definanciële instellingen erop vooruit zijngegaan en er voor een groter aantalklachten een oplossing op dat niveauwordt gevonden.

Het aantal klachten blijft dalen

In het vorige verslag was reeds sprake van

een daling van het aantal klachten en die

trend bleef zo in 2004. Het aantal dos-

siers bij de Bemiddelingsdienst daalde van

2.209 in 2003 tot 2.092 in 2004. Van

die klachten werden er 1.185 ontvanke-

lijk verklaard (1.379 in 2003).

Net zoals vorig jaar kan die daling wellicht

worden verklaard door twee factoren: de

betere klachtenbehandeling in de finan-

ciële instellingen zelf en de gunstigere

beursconjunctuur na de krach van 2000-

2001, die veel cliënten met een gevoel

van ontevredenheid achterliet. In 2005

zagen we een gelijkaardige trend.

Door de band genomen zijn de door de

Bemiddelingsdienst behandelde klachten

ingewikkelder, vermits de meer eenvoudige

geschillen gemakkelijker in de financiële

instellingen zelf worden opgelost.

In 2004 bracht het Bemiddelingscollege

32 adviezen uit, tegenover 24 in 2003. Het

nieuwe paritair samengestelde Bemiddelings-

college ging pas begin 2005 van start.

Aantal verzoeken en dossiers 2003-2004afgehandeld lopend geseponeerd on- niet verzoeken buiten het

ontvankelijk bevoegd om inlichtingen vakgebied2003 1193 173 3 3 344 177 7 8 2112004 905 327 - 530 171 128 3 1

Aantal verzoeken2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 41.859 2.007 2.328 2.209 2.092

Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3946

Page 49: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 47

Belangrijkste onderwerpen

Veel van de dossiers die in 2004 aan de

Bemiddelingsdienst werden voorgelegd,

hadden nog betrekking op de gevolgen

van de beurscrisis 2000-2001, aangezien

een groot aantal beleggingsproducten pas

onlangs de vervaldatum hebben bereikt.

Veel cliënten waren erg verbaasd over hun

soms aanzienlijke verliezen. Volgens hen

zijn ze verkeerd ingelicht door het kantoor-

personeel dat hen zou hebben verzekerd

dat er geen risico’s aan het product waren

verbonden of had verzuimd hun aandacht

op de risico’s te vestigen. Vermits het in de

meeste gevallen niet mogelijk is de gesprek-

ken tussen de cliënten en het personeel

van de financiële instellingen na te trek-

ken, is het doorgaans erg moeilijk om zich

uit te spreken. Men moet zich dan base-

ren op het type van cliënt en op de omstan-

digheden waarin de belegging plaats heeft

gevonden. Uiteraard zal het dossier van

een cliënt die vroeger reeds veel riskante

beleggingen heeft gedaan, anders worden

behandeld dan dat van iemand die zijn

spaarrekening heeft leeggehaald om

‘reverse convertibles’ te kopen ...

Een groot aantal geschillen heeft ook te

maken met betaal- of kredietkaarten. Krach-

tens een recente wet die op 1 februari 2003

in werking trad, is de cliënt, bij verlies of

diefstal, aansprakelijk tot een bedrag van

150 euro voor het misbruik van de kaart

tot op het ogenblik waarop aangifte wordt

gedaan van het verlies of de diefstal. Na de

aan de dag moet worden gelegd: met betaal-

instrumenten moet minstens even voorzich-

tig zo niet voorzichtiger worden omgespron-

gen als met bankbiljetten.

Er zijn nog (te) veel geschillen in verband

met circulaire cheques en vervalste papie-

ren overschrijvingen. Daaruit blijkt dat die

instrumenten voorbijgestreefd en gevaar-

lijk zijn. Als de wet betreffende de

onvatbaarheid voor beslag in werking

treedt, dan zouden er ongetwijfeld nage-

noeg geen geschillen rond het gebruik van

circulaire cheques meer zijn, omdat velen

die op sociale uitkeringen zijn aangewe-

zen, dan hun betalingen op een bankreke-

ning zouden kunnen ontvangen zonder

vrees voor beslag.

aangifte is de kaarthouder niet meer aan-

sprakelijk voor misbruik van zijn kaart. De

beperkte aansprakelijkheid tot 150 euro

geldt echter niet als de kaarthouder ern-

stige nalatigheid kan worden aangewreven.

De emittenten hebben de (moeilijke) taak

om het bewijs van ernstige nalatigheid te

leveren. Als de juiste code reeds bij de eer-

ste poging wordt ingetikt, dan is dat op zich

niet meer voldoende opdat er een vol-

doende vermoeden van ernstige nalatig-

heid kan zijn. Het gebruik van de code vol-

staat dus niet opdat de emittenten de con-

clusie kunnen trekken dat de code zodanig

was neergeschreven dat de dief ze gemak-

kelijk kon achterhalen of dat ze aan een

derde was meegedeeld. De

consument moet uiteraard

worden beschermd, maar min-

stens even belangrijk is dat de

kaarthouders in eenieders be-

lang ertoe worden aangezet

om voorzichtig te zijn en er-

voor te zorgen dat de kans op

fraude wordt verkleind. Het

Bemiddelingscollege heeft

zich gebogen over verschei-

dene dossiers die betrekking

hadden op kaarten. Het is jam-

mer genoeg nog te vroeg voor

een synthese.

Wel kan niet genoeg worden

gewezen op de uiterste voor-

zichtigheid die in dat opzicht

BEMIDDELINGSDIENST BANKEN – KREDIET – BELEGGINGEN

Aangewezen door de consumentenverenigingen:LedenNicolas ClaeysFrédéric de PatoulLuc Jansen

HET BEMIDDELINGSCOLLEGE BANKEN – KREDIET – BELEGGINGENPaul Blondeel, voorzitterAloïs Van Oevelen, plaatsvervangend voorzitter

Jacques Zeegers, Ombudsman(1)

Marjorie Dedryvere, Permanente vertegenwoordiger van de consumentenbelangen

Aangewezen door de financiële sector:LedenPatrick-C. DrognéRobert JonckheereClaude Louis

de Meeûssquare 35 – 1000 Brussel – Tel.: +32 2 545 77 70 – Fax: +32 2 545 77 79 – E-mail: [email protected]

PlaatsvervangersDaniel AngerhausenJan HauwaertsJean-Louis Raemdonck

PlaatsvervangersYves EvenepoelFabienne Maes

(1) Sedert 5 september 2005. Hij vervangt Claude Piqueur, Ombudsman a.i. sedert 1 januari 2005 (opvolger van Paul Caeyers).

www.ombfin.be

Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3947

Page 50: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatie van het Financiewezen 200548 Belgische Federatie van het Financiewezen 200548

Woord vooraf: ‘Samen sterker!’ _______________________________________________________________________________________ 2

Diensten voor particulieren ___________________________________________________________________________________________ 5Consumentenkrediet

Europese richtlijn ‘consumentenkrediet’Collectieve schuldenregeling

Evoluties op de Belgische hypotheekmarktBelastinghervormingFebelfin en het notariaatIntegratie van de Europese hypotheekmarkten ...... en de gevolgen daarvan voor de Belgische wetgeving

Spaardeposito’s: wijziging valuteringsstelselDepositobescherming: bestaande Europese regelgeving biedt adequaat kaderFaillissementswet: bevrijding van de borgVerkoop op afstand van financiële dienstenReclame van kredietinstellingen gericht op jongeren

Financiële diensten aan bedrijven ____________________________________________________________________________________ 1 1De banken en de KMO’s: partnerschap met verantwoordelijkheidDe ARKimedes-regelingDe nieuwe waarborgregelingen van het Vlaamse GewestDe Staat moet zich houden aan zijn waarborg, ook na regionalisering

Fiscale omgeving __________________________________________________________________________________________________ 1 4Roerende inkomsten van spaarders en beleggers in het brandpunt van de belastingherzieningDoorslaggevende bijdrage van de financiële sector aan toepassing Europese spaarrichtlijnDe EBA: een uitzonderlijke operatieTOB en TLT: een jaar van fundamentale veranderingen en (on)gecontroleerde uitschuiversHet gereglementeerde spaardeposito: een ingewikkelde decumulatie‘Back office’-activiteiten: dringend nood aan een passend belastingstelsel

Prudentieel toezicht, rapportering, boekhoudnormen ___________________________________________________________________ 2 02005, een overgangsjaarNieuw systeem van gegevensinzameling voor de betalingsbalansXBRL: gebruiksgemak voor rapporteur en rapportenlezerForum compliance.be

Human Resources __________________________________________________________________________________________________ 2 2Sectoronderhandelingen in de banksectorOnderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) 2005-2006Werkgelegenheid in de banksectorHet Febelfin-opleidingsaanbodStakingsprocedures geregeld in een bank-CAOStatuut van zelfstandige bankagent, en nieuw statuut van bankmakelaar

Financiële markten _________________________________________________________________________________________________ 2 7Europese integratie vordert gestaag

De MiFID-richtlijnDe zgn. ‘Collateral’-richtlijn

Financiering van antipersoonsmijnenDematerialiseringClearing en Settlement

Betalingssystemen en informatietechnologie ___________________________________________________________________________ 3 1Aan de ‘SEPA’ valt niet meer te ontkomen

De banken bereiden die moeilijke overstap volop voor …... maar ook de gebruikers koesteren grote verwachtingenDe Belgische financiële sector was altijd al een voorbeeldige EuropeaanDe Europese Commissie werkt aan een Europees level playing field, vooral inzake consumentenbescherming

Toekomst van betalingssystemen onzekerder dan ooitBetalingssystemen voor grote bedragen steeds meer EuropeesGeen ‘blinde vlekken’ meer in het geldautomatennetBaar geld, een gevaarlijk productGentleman’s Agreement’ rond het betalingsverkeerKlantentevredenheid over betaaldiensten in de liftBedrijfscontinuïteitBeveiliging van bankieren op afstand

Strijd tegen de criminaliteit __________________________________________________________________________________________ 3 8Witwassen: steeds strengere vereisten

Toegang tot het Rijksregister van natuurlijke personen geweigerd !Hold-ups blijven een reële bedreiging

Tiger-kidnappingDe intelligente koffer

De bedrijvigheid en de resultaten van de banken _______________________________________________________________________ 4 0De economische en financiële omgeving: groeiprestaties in de Verenigde Staten en de Eurozone zeer uiteenlopendBalanstotaal groeit sterkForse toename netto-beroep op andere bankiersMeer dan de helft van de kredietverlening betreft buitenlandse partijenPortefeuille risicodragende activa: deelnemingen stagnerenCliëntendeposito’s: zwakke groeiBuiten-balansactiviteiten: minder indekkingsverrichtingenGrote uitzonderlijke winst versluiert afname courant resultaat van banken naar Belgisch recht

Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen _______________________________________________________________________ 4 6Het aantal klachten blijft dalenBasisdienstBelangrijkste onderwerpen

febelfinranl2005.pmd 17/11/2005, 13:3948

Page 51: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

Belgische Federatievan het Financiewezen

GEWONE LEDENBelgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen (BVB)Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA)Beroepsvereniging van het Krediet (BVK)Belgische Vereniging van Beursleden (BVBL)Belgische Leasingvereniging (BLV)

AANGESLOTEN LEDENDe leden van de vijf constituerende verenigingen dragen van rechtswege de titelvan 'aangesloten lid' van Febelfin (zie algemeen overzicht op cover 3).

Aangesloten leden met een bijzonder statuutBanksysErkenningsraad voor EffectenmakelaarsEuronext BrusselIsabel

(1) Tot 7 december 2005.(2) Vanaf 7 december 2005.(3) Nieuwe voorzitter van de BVBL (vervangt Jean-Pierre de Buck van Overstraeten).(4) Vanaf 1 januari 2005.(5) Vanaf 23 september 2005 (vervangt Daniel Angerhausen).(6) Vanaf 28 januari 2005 (vervangt Mark Lambrechts).

UITVOEREND COMITÉ EN VERANTWOORDELIJKENVAN STAFDIENSTEN & BUSINESS LINESMichel Vermaerke,

gedelegeerd bestuurder & voorzitter van het Uitvoerend ComitéWerner Abelshausen,

Directeur 'Sociale zaken' en 'Opleiding'Michel Billocq,

Secretaris-generaal van de BLV & verantwoordelijkevan de Business Line 'Corporate Banking'

Marc Dechèvre,Secretaris-generaal van de BVK & verantwoordelijkevan de Business Line 'Kredieten aan particulieren'

Dirk De Cort,Adviseur, verantwoordelijke 'Economie & Statistiek'

Sébastien de Brouwer,Adviseur, verantwoordelijke van de 'European Desk'

Patrick-C. Drogné,Directeur van de BVBL & verantwoordelijkevan de Business Line 'Financiële markten'

Josette Leenders,Secretaris-generaal van BEAMA & verantwoordelijkevan de Business Line 'Asset Management & Private Banking'

Daniel Mareels,Directeur 'Fiscaliteit', 'Boekhoudnormen' en 'Prudentiële regels'

Françoise Sweerts,Directeur 'Juridische zaken' & verantwoordelijkevan de Business Line 'Retail Banking'

Jozef Van den Nieuwenhof,Verantwoordelijke 'Interne administratie' & Directeur'Organisatie en bancaire informatica'

RAAD VAN BESTUURVAN FEBELFIN

BureauLuc Vandewalle(1),

voorzitter (BVB)Jan Vanhevel(2),

voorzitter (BVB)Peter De Proft,

ondervoorzitter (BEAMA)Paul Hermans,

ondervoorzitter (BVK)Eric Struye de Swielande(3),

ondervoorzitter (BVBL)Michel Vermaerke(4),

gedelegeerd bestuurder,voorzitter van het Uitvoerend Comité

Overige ledenAndré Bergen (BVB)Marianne Delbrouck(5) (BVK)Jan Ingelbrecht (BLV)Christian M. Jacobs (BVB)Axel Miller (BVB)Dirk Van den Broeck (BEAMA)Arnaud van Doosselaere (BEAMA)Piet Verbrugge(6) (BVB)Herman Verwilst (BVB)

Capital@Work n.v.Caterpillar Financial Services Belgium b.v.b.a.CBC Banque N.V.Centea N.V.Centrale Kredietverlening N.V. (CKV)Cetelem Belgium N.V.CIC Banques (rep. office)Citibank Belgium N.V.Citibank International plcCofidisCofinimmoCommerzbank AktiengesellschaftCommerzbank Belgium N.V.Compagnie de Gestion PrivéeComputers Services & Leasing N.V.Confederacion Espanola de Cajas de Ahorros

(CECA) (rep. office)Contassur N.V.Cortal Consors - Succursale voor BelgiëCredibeCredimo N.V.Daimlerchrysler Financial Services N.V.Damien Courtens & Cie b.v.b.a.de Buck Bankiers N.V.De Hypothecaire Vereniging c.v.De Lage Landen Leasing N.V.Degroof Institutional Asset ManagementDelande en Cie n.v.Delta Lloyd Bank N.V.Delta Lloyd Securities NVDeutsche Bank AktiengesellschaftDexia Asset ManagementDexia Bank België N.V.Dexia Fund Services BelgiumDexia LeaseDexia Société de CréditDHB Bank - Brussels BranchDierickx, Leys & Cie nv EffectenbankDMR Finance N.V.Dresdner Bank AG - Brussels BranchDWS Investments BelgiumEB-Lease N.V.Econocom Lease N.V.Ethias Bank N.V.Euler Hermes Credit Insurance N.V.Eural N.V.Euroclear N.V.Europabank NVF. van Lanschot Bankiers België N.V.F.Delcour-A.Vancrayebeck-E.Ernould s.p.r.l.Fastnet BelgiumFCE Bank PLCFidelity Capital ManagementFidelity Investments InternationalFides Asset ManagementFidexis N.V.FidusudFimaser N.V.Finansbank (Holland) N.V. - Bijkantoor BelgiëFinaref Benelux

(1) Aangesloten leden met een bijzonder statuut, zie cover 1.(2) “Inclusief de volgende kassen: Antwerps Beroepskrediet (ABK), Bank van Brabant, Banque de Crédit Professionnel (CP-Banque), Federale Kas voor het Beroepskrediet (FKBK),

Interfederaal Beroepskrediet (IBK), Middenstands Deposito- en Kredietkantoor (MDK), Onderling Beroepskrediet (OBK), Oostvlaams Beroepskrediet (OVBK) en West-Vlaamse Bank (WVB).”

Aachener Bank eGAareal Bank AG - Brussels BranchAB Lease N.V.ABN Amro Asset ManagementABN AMRO Bank N.V. - Belgian BranchAGF Belgium Insurance N.V.Agfa Finance N.V.Agricaisse c.v.b.a.AlenaAlpha Card c.v.b.a.Alpha Credit N.V.American Express Services europe ltdAmstel Lease België NVAntwerpse Diamantbank nvAremas N.V.Atradius Credit Insurance N.V.Attijariwafa BankAuxifina N.V.Axa Bank Belgium N.V.AXA IM BeneluxAxitisBanca di Roma (rep. office)Banca Intesa (rep. office)Banca Monte Paschi Belgio N.V.Banca Nazionale del Lavoro (rep. office)Banco Bilbao Vizcaya Argentaria S.A.Bank Card Company N.V.Bank Corluy EffectenbankiersBank Degroof N.V.Bank Delen & de Schaetzen N.V.Bank J. Van Breda & Co N.V.Bank of America, N.A.Bank of BarodaBank of ScotlandBank van De Post N.V.Banque Chaabi du MarocBanque CPH c.v.b.a.Banque Privée

Edmond de Rothschild Europe s.a.Banque Transatlantique Belgium N.V.BearbullBelgian BankBelgolaise Bank N.V.Belstar Verzekeringen N.V.Beroepskrediet nv (2)

Beursfondsen-BeheerBHW Bausparkasse AGBMW Financial Services Belgium N.V.BNP Paribas Lease Group N.V.BNP Paribas Private Bank-Bijkantoor

van BelgiëBNP Paribas Securities Services -

Succursale de BruxellesBNP Paribas, Bijkantoor

van BelgiëBocklandt B.V.B.A.Buttonwood VermogensbeheerdersByblos Bank Europe N.V.CALYON - Succursale de BruxellesCapital & Finance Asset Management

AANGESLOTEN LEDEN VAN FEBELFIN(1)

Fonds du Logement Wallon c.v.Fortis AGFortis Bank N.V.Fortis Credit Card N.V.Fortis InvestmentsFortis Lease N.V.Fortis Real Estate Asset ManagementG.E. Capital N.V.General Motors Acceptance Corporation,ContinentalGoffin Bank N.V.Goldwasser Exchange bvbaGroep LandbouwkredietHewlett-Packard Belgium b.v.b.a.Home Invest BelgiumHoratius VermogensbeheerHSBC Bank plcHSBC CCFHSBC Dewaay N.V.ING België N.V.ING Car (financial) Lease Belgium N.V.ING Insurance N.V.ING Investment ManagementING Lease Belgium NVING Private Portfolio ManagementIntervest OfficesInvesco Asset ManagementJ. Quatannens & Co N.V.JPMorgan Chase Bank Brussels BranchJPMorgan Chase Bank, N.A.JPMorgan International Bank LimitedKBC Asset ManagementKBC Bank N.V.KBC Lease Holding NVKBC Pinto Systems N.V.KBC SecuritiesKempen Capital ManagementKey Equipment Finance Belgium NVKeytrade Bank N.V.Komatsu Financial Europe NVKrefima N.V.Lanbokas c.v.b.a.Lawaisse N.V.Leasing J. Van Breda & Co N.V.Leasinvest Real Estate Management N.V.Leleux Associated Brokers NVL’Entr’aide Financiere du TournaisisLeo Stevens & CieL’IntégraleLloyds TSB Bank plcLocinvest S.A.Lombard Odier Darier Hentsch &

Cie (België) N.V.Maxitruck Finance & Lease N.V.MCC S.p.A. (rep. office)Mélice & Co N.V.Merciervanderlinden Asset ManagementNamur Invest Lease S.A.Neckermann Postorders N.V.Neofin N.V.

NIB Capital Bank N.V.Nissan Finance Belgium N.V.P&V Verzekeringen c.v.Patronale Hypotheek Maatschappij N.V.Petercam N.V.Pire & Cie S.A.Priv-GestPSA Finance Belux N.V.PuilaetcoPuilaetco Private Bankers n.v.Quaestor VermogensbeheerQuest for GrowthRabobank International Antwerp BranchRampelbergs & CieRBS (rd europe) b.v.Record Bank N.V.Record Credit Services c.v.b.a.Retail EstatesRobecoRobeco Bank BelgiumRouws en CeulenSaint-brice N.V.Sambrelease S.A.SanPaolo IMI S.p.A. (rep. office)Santander Benelux N.V.Sarelco N.V.Scania Finance Belgium N.V.Schroders Investment Management BeneluxSG Bank De Maertelaere N.V.SG Equipment FinanceShizuoka Bank (Europe) N.V.Société Générale (Succursale de

la Société Générale France)State Bank of IndiaState Street Bank Europe, Ltd.Sumitomo Mitsui Banking Corporation (SMBC)The Bank of New YorkThe Bank of New York (Luxembourg) sa -

Brussels BranchThe Bank of Tokyo - Mitsubishi, Ltd.Triodos Bank N.V.Trustinvest N.V.UBS Belgium N.V.UniCredito Italiano Spa (rep. office)United Taiwan Bank N.V.Van Bauwel & Co G.C.V.Van Breda Car Finance N.V.van de Put & C‘ EffectenbankVan Glabbeek en C‘ b.v.b.a.Van Goolen & C‘ b.v.b.a.Van Moer Santerre & Co N.V.VDK Spaarbank N.V.Volkswagen Bank GmbHVolvo Car Finance Belgium N.V.Warehouses De PauwWeghsteen & Driege N.V.WereldhaveWinterthur Europe N.V.Xerox Credit N.V.

cover2005.pmd 16/11/2005, 09:123

Page 52: financiewezen & samenleving...ABN Amro Asset Management ABN AMRO Bank N.V. - Belgian Branch AGF Belgium Insurance N.V. Agfa Finance N.V. Agricaisse c.v.b.a. Alena Alpha Card c.v.b.a.

f inanc iewezen& samenleving

Belgische Federatievan het Financiewezen

Belgische Federatie van het Financiewezen

B.T.W. BE536.067.827Bankrekening nummer 001-4314280-87

D / 2005 / 1197 / 09

Verantwoordelijke uitgever: Michel Vermaerke,Ravensteinstraat 36 - 1000 Brussel

Ravensteinstraat 36 - 1000 Brussel - Tel.: 02-507 68 11e-mail: [email protected] - www.febelfin.be

Jaarverslag 2005

cover2005.pmd 17/11/2005, 10:017