Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

12
‘Uitbreiden over de grens vergt een duidelijke strategie, visie en missie’ INTERNATIONAAL ZAKENDOEN DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE. NR. 4 MAART 2014 SCAN DE QR-CODE EN LEES MEER OP WWW.INTERNATIONAALZAKENDOEN.COM featuring KANSRIJK MAROKKO Kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven WINACTIE Doe mee en vlieg businessclass naar Aruba. Ga naar pagina 2 voor meer informatie HANDELSBEVORDERING MKB moet mogelijkheden over de grens benutten Manage uw zakenreizen

description

Article about the

Transcript of Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Page 1: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

‘Uitbreiden over de grens

vergt een duidelijke

strategie, visie en missie’

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE.

NR. 4 MAART 2014SCAN DE QR-CODE EN LEES MEER OPWWW.INTERNATIONAALZAKENDOEN.COM

featuring

KANSRIJK MAROKKOKansen voor hetNederlandse bedrijfsleven

WINACTIEDoe mee en vlieg businessclass naar Aruba. Ga naar pagina 2 voor meer informatie

HANDELSBEVORDERINGMKB moet mogelijkhedenover de grens benutten

Manage uwzakenreizen

Eigenaar
CAB van der Vinne
Page 2: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

“KLM is de oudste l u c h t v a a r t m a a t -schappij die nog on-der eigen naam vliegt. Naast onze 95e ver-jaardag dit jaar, vlie-gen we ook al weer 80

jaar op Aruba en Curaçao. Er is dus veel ervaring met opereren over de grens. De charme daarvan is voor mij dat je met heel veel verschil-lende culturen en landen te ma-ken hebt. Ook al gaat uitbreiding soms met uitdagingen gepaard –op de eilanden waar ik werk is dat bij-voorbeeld in de politiek en qua con-currentie. Dan is het noodzakelijk om het overzicht te houden en stap voor stap te werken. Het is belang-rijk om nooit je core business uit het oog te verliezen, al heb je -zo-als wij- te maken met steeds weer andere autoriteiten en werkt het overal weer anders. Veiligheid en service aan de klant blijven altijd voorop staan.”

Kracht en tips“De kracht achter die wereldwijde aanwezigheid is dat het bedrijf de eigen cultuur goed weet te mengen met die van de gebieden waarop het vliegt, zonder de eigen merk-waarden (Nederlands, inspirerend, open en betrouwbaar) uit het oog

te verliezen. Bij internationaal za-kendoen is het heel belangrijk om altijd goed rekening te houden met lokale omstandigheden zoals de levenswijze en de taal in een ge-bied. Kennis van de cultuur is voor elk bedrijf een echte must. We ad-verteren daarom bijvoorbeeld ook in de lokale taal; in het Papiamen-to op Aruba, Bonaire en Curaçao, omdat het mensen aanspreekt. Uitbreiden over de grens vergt daarnaast een duidelijke strategie, visie en missie waarmee de team-leden bekend moeten zijn. Ook is er een goede voorbereiding ver-eist. In ons geval is er sprake van een snel veranderend vak dat elke dag anders is en waaraan je je be-drijf steeds moet aanpassen. Houd daarom altijd het doel voor ogen en besef ook dat er soms meerde-re wegen zijn om dat doel te berei-ken.”

Investeren in relaties“Op de genoemde punten kan het ook misgaan, bijvoorbeeld wan-neer een bedrijf zich niet genoeg verdiept in het gebied en de cul-tuur waar het zaken wil doen. Het is een aanrader om veel tijd en energie in relaties te investeren en je in te leven in hoe mensen den-ken en werken. In de praktijk be-

tekent het voor KLM bijvoorbeeld dat we relaties zoeken in de po-litiek en het zakenleven. Een sa-menwerking met lokale partners kan van toegevoegde waarde zijn bij het internationaal zakendoen. Zelf merken we dat in onze con-nectie met Chinese collega’s van maatschappijen waarmee KLM een partnership heeft. Dankzij die relatie hebben we bijvoorbeeld on-ze capaciteit kunnen verdubbelen en kunnen we gebruikmaken van het netwerk van onze partner ter-wijl die weer profijt heeft van on-ze hub.”

Bedrijfs-dna“Saamhorigheid in het bedrijf is natuurlijk heel belangrijk. De neu-zen moeten in dezelfde richting blijven wijzen. Kun je voldoen aan alle genoemde factoren, dan is in-ternationaal zakendoen zeker aan te raden. Nederland bevindt zich waar het nu is dankzij de avontu-riers die die stap eveneens hebben gezet. Ook wij zijn op die manier een ondernemend en innovatief bedrijf geworden.”

VOORWOORD

“Het is belangrijk om nooit

je core business uit het oog

te verliezen, al heb je -zoals

wij- te maken met steeds

weer andere autoriteiten

en werkt het overal weer

anders. Veiligheid en service

aan de klant blijven altijd

voorop staan.”

2 · MAART 2014

‘Zorg voor kennis van het gebied’

Max Smits is General Manager van Air France-KLM Dutch Caribbean, Cuba, Dominicaanse Republiek en Suriname. De luchtvaartmaatschappij is al sinds 1919 in de lucht en natuurlijk al jaren wereldwijd actief.

Max SmitsGENERAL MANAGER AIR FRANCE-KLM DUTCH CARIBBEAN, CUBA, DOMINICAANSE REPUBLIEK EN SURINAME

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

Colofon: Uitgave van MediaplanetHerengracht 174 1016 BR Amsterdam

Head of Content & Production: Stella van der Werf Designer: Imre Engbers Managing Director: Marc Reineman

Project Manager: Shadë CybulkiewiczBusiness Developer: Micky Jongen

Gedistribueerd:Het Financieele Dagblad, maart 2014

Drukkerij: Drukkerij Noordholland

Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000

Fax: 020-7077099

Een tip voor de redactie?Mail dan naar:

[email protected]

Dit is een bijlage bij het Financieele Dagblad. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele

verantwoordelijkheid van het Financieele Dagblad.

Copyright Mediaplanet Publishing HouseVolledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking

of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding:

Mediaplanet Publishing House.

facebook.com/MediaplanetNL

@MediaplanetNL

@mediaplanetnl

MEER INTERNATIONAAL ZAKENDOEN? SCAN DE QR-CODE OF GA NAAR

WWW.INTERNATIONAALZAKENDOEN.COM

WINACTIEBusiness op Aruba!

Goede plannen worden beloond! Wil jij met je businessplan onder de arm, businessclass naar Aruba? Doe dan

mee en dien je plan in op www.internationaalzakendoen.com.

Naast de reis overzees maak je bo-vendien kans op een meet & greet met minister president Mike Eman om je

businessplan of idee eens haarfijn toe te lichten. De voorwaarden voor deel-

name vind je op de website.

Meedoen is mogelijk tot en met 1 mei 2014. De winnaar krijgt persoonlijk

bericht op 1 juni 2014.

Miljoenen meisjes in Kenia missen gemiddeld vijf dagen school per maand wanneer ze ongesteld zijn. De midde-len die zij gebruiken, zoals stukken matras, doeken, ve-ren of zand en bladeren, zijn onhygiënisch en lekken door met schaamte tot gevolg.

Chantal Heutink, Founding Director van I-Care, was zo geraakt dat zij be-sloot met een duurzame oplossing te komen. In 2011 is zij met de produc-tie van I-Care pads begonnen. Doel-stelling is om meisjes in Afrika te voorzien van kwalitatief hoogstaand en betaalbaar wasbaar maandver-band zodat ze in staat zijn onderwijs te volgen. Daarnaast wil Heutink met I-Care pads het zel� ewustzijn

van de meisjes versterken door het geven van voorlichting over men-strual hygiene management en het bieden van spaarprogramma’s. De pads worden in Kisumu, West Kenia, geproduceerd en levert zo een bijdra-ge aan het creëren van banen en het ondersteunen van de lokale econo-mie. Inmiddels pro� teren duizenden meisjes van het maandverband.

I-Care en de 1 miljoen droom steunen? Geef I-Care vleugels via � e Unreasonable Institute, zie: http : / /marketplace .unreasona-bleeastafr ica.org/campaign/de-tail/2640

www.icarepads.com

Een simpele oplossing met veel impact

Voor bedrijven is het van groot belang om relaties met klanten, zakenrelaties en medewerkers te onderhouden en te verster-ken. Er is geen betere relatie- en marketingtool hiervoor dan het inzetten van een incentivereis.

Global Event Management organiseert op maat gemaakte reizen voor bedrijven met de kernwoorden uniek, impactvol, onvergetelijk, motiverend, tot in de punt-jes geregeld en afgestemd op uw wensen en doelen.

Hee� u als internationaal zaken doener wel eens gedacht aan de volgende mogelijkheden? Ook � scaal bekeken zijn het interessante manieren voor het inzet-ten van een incentive reis.

■ Verbreed uw export of import moge-lijkheden door een handelsmissie. ■ Organiseer een reis naar uw buiten-landse fabriek of vestiging waardoor dealers en medewerkers het product beter leren begrijpen. ■ Vergader op een inspirerende locatie in het buitenland■ Lanceer uw nieuwe product in de woestijn■ Bepaal met elkaar de nieuwe strategie tijdens een journey■ Kom dichter tot elkaar tijdens een lei-derschapsreis, coachingreis of manage-ment training

Een incentive reis zet mensen in bewe-ging en motiveert!

Voor u een onbezorgde organisatie, voor uw gasten een onvergetelijke ervaring.

Incentives powered by service!

Uw reis begint hier! www.globaleventmanagement.nl 020-77 43 543

Page 3: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

“Voor het zakendoen in Afrika komen ondernemers al een heel eind met een olifanten-huid, volhardendheid, humor en improvisatievermogen. Elk project dat wij er uitvoeren is een feest. Uiteraard zijn er uit-

dagingen op terreinen die we in Nederland in het geheel niet kennen. Maar zolang er een professionele aanpak is en je tijdig op de rem trapt als dat nodig is, komt de onder-neming voor weinig verrassingen te staan.”

Nieuwe marktAan het woord is Jan van Vulpen, General Manager van Remco Ruimtebouw, onder-deel van Janssen de Jong Groep uit Son en Breugel. Het bedrijf realiseert al 42 jaar uitsluitend industriële bedrijfshuisvesting. Bij de trek oostwaarts zo’n 20 jaar geleden -waarbij veel ondernemers hun kansen beproefden in Centraal en Oost-Euro-pa- volgde ook Remco Ruimtebouw in de slipstream van diens relaties. Inmiddels is het alleen daar al goed geweest voor de op-levering van 1.600.000 vierkante meter aan bedrijfspanden. Aangezien het bedrijf zich altijd al op de export oriënteerde, is de om-zet dan ook voor tweederde tot driekwart van het buitenland afkomstig, vertelt Van Vulpen. Sinds 2010 hoort ook Afrika bij het afzetgebied.

“Gezien de gebrekkige infrastructuur in veel Afrikaanse landen en de beperkte om-vang van de markt was het daar lastig pan-den van begin tot eind te produceren, dus moesten die worden geïmporteerd. Al bij een van de eerste bezoeken kreeg ik hetzelf-de gevoel als jaren daarvoor in Oost-Eu-ropa; er hing iets in de lucht. Een gunstig economisch klimaat. Inmiddels weten we

dat de stap naar Afrika geen incidenteel succes was, maar dat er sprake is van een geheel nieuwe markt. Vanaf september 2010 ging het kogelhard. Inmiddels zijn we actief in Gabon, Nigeria, de Demo-cratische Republiek Congo, Senegal en Ethiopië. In andere landen lopen nog onderhandelingen. ”

MVORemco Afrique produceert prefab sta-len constructies die op de plaats van bestemming bijna geen afval opleveren en relatief eenvoudig zijn te assemble-ren. “Minimaal verbruik van staal is de kracht van het bouwsysteem van Rem-co en dus zeer efficiënt in relatie tot traditionele bouwmethoden.Bovendien bieden we in alle Afrikaanse landen te-zamen 150 tot 180 mensen werk, zodat zij een fatsoenlijk inkomen hebben en een vak leren. Dat deze montagemede-werkers daarmee meer stabiliteit in hun leven hebben, valt natuurlijk ook onder MVO.”

De reacties die dat bij de arbeids-krachten oplevert bezorgen Van Vulpen soms kippenvel, zo zegt hij. “Ze stralen namelijk vaak dankbaarheid uit. Mo-menteel sturen zes Nederlandse super-visors hen aan op de projecten aldaar. Er bestaat ook veel enthousiasme onder ons personeel om die taak te verrich-ten, omdat het prachtig is om kennis en kunde over te brengen aan de leergierige Afrikanen. Het geeft een dankbaar ge-voel dat zij voor een bepaalde periode de zekerheid van inkomsten hebben en er meer vorm wordt gegeven aan hun bestaan. In Ethiopië zag ik bijvoorbeeld dat de werknemers de supervisor netjes een handje gaven, maar hem ook op een speciale manier begroetten door hem met de rechterschouder aan te raken. Dat was een warm moment.”

Het bedrijf zoekt ten behoeve van de projecten altijd de meest gedisciplineer-de mensen om die vervolgens allereerst enkele dagen onder diens hoede te ne-men, vertelt Van Vulpen. “Voor het doornemen van de veiligheidsmanuals bijvoorbeeld, aangezien de veiligheid op topniveau moet zijn. Niet voor niks komen er containers vol met allerlei speciale hulpgereedschappen en per-soonlijke beschermingsmiddelen zoals helmen, brillen, veiligheidsgordels en veiligheidsschoenen binnen. Dat maakt echt verschil.”

Ontzorgen in Afrika De hoofdmoot van de bedrijfhuisvesting dient voor bedrijven in de logistiek en productie, hoewel Remco ook hangars voor vliegtuigen levert en momenteel een beursgebouw realiseert in het Ni-

geriaanse Lagos. “Overeenkomstig is dat de klanten zich bevinden aan de bovenkant van de markt. Vooral lokale elitebedrijven en multinationals vinden het prettig dat onze procesgang inmid-dels zo is geautomatiseerd dat er een betrouwbare planning is en de deadline dus wordt gehaald. Daarnaast geeft deze groep de voorkeur aan een product van Westerse kwaliteit dat zekerheden biedt en de continuïteit ten goede komt. De klant ontzorgen is hier misschien een modekreet, maar in Afrika een begrip dat nog zeer in opkomst is.”

Risicospreiding Een gegeven waar de Nederlandse on-dernemer misschien zijn voordeel mee kan doen. “Nederland heeft de naam een exportland te zijn, maar de bouw is nog een traditionele tak van sport waar-in het hard sappelen is. De bedrijven die minder moeite zullen hebben om zich daarin staande te houden, hebben een regio overschrijdende -en misschien ook wel internationale- focus nodig. In die zin zijn de activiteiten die Remco Ruimtebouw in verschillende landen ontplooit de optimale vorm van risico- spreiding. Het gaat namelijk nooit over-al tegelijk slecht.”

Heeft Van Vulpen nog meer onder-nemerstips? “De formule voor succes is dat je weet wat je wilt, hoe je het wilt en waarom. Zijn er geen duidelijke ant-woorden, dan heeft internationaal on-dernemen geen zin.

En: blijf altijd jezelf.”

“Ontzorgen is hier in opkomst”Remco Afrique verzorgt industriële bedrijfshuisvesting in Afrika. Inmiddels heeft het bedrijf in totaal al zo’n 85.000 vierkante meter recent opgeleverd of momenteel in aanbouw. Kansen zijn er genoeg, meent algemeen directeur Jan van Vulpen. “Zo lang je maar weet wat je wilt, hoe en waarom.”

Jan van VulpenAlgemeen directeur Remco Afrique

Page 4: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

S iemons, algemeen directeur van het Nederlands Centrum voor Handels-bevordering (NCH), meent dat veel mkb’ers het potentieel over de grens onvoldoende benutten. “Het mid-den- en kleinbedrijf beslaat meer dan 90 procent van alle bedrijven maar

slechts acht procent onderneemt internationaal. Ze-ker bedrijven in bepaalde sectoren kunnen zich uit de crisis werken door internationaal te gaan, zoals kassenbouwers. In landen als China, Indonesië, Viet-nam en India is nog een groeipotentie en zijn we nog niet zo sterk.” De algemeen directeur denkt dat er nog te weinig bekend is over internationaal ondernemen en dat Nederlandse mkb’ers meer en beter dienen te worden ondersteund.

“Dagelijks informeren we bedrijven over markt-kansen. In hoge volumemarkten, zoals de VS, India, China, Rusland, Brazilië en Indonesië maar ook op locaties waar de poorten dreigen open te gaan. Denk aan Myanmar en Cuba, daar moet je gewoon al zitten. Voor een grote groep ondernemers zijn er ook kansen in Turkije, Marokko en Suriname omdat er vele Ne-derlanders zijn met voorouders uit deze landen en zij een voorsprong kunnen hebben. Daarnaast benutten we bepaalde gebieden in Europa niet genoeg. Daar-om zetten we met de 35 NCH-landenkamers in op matchmaking en praktische advisering van Neder-landse mkb-bedrijven. Zo brengen we met de Europe-Council tijdens de WereldExpo van 2015 in Milaan zes maanden lang Nederlandse bedrijven in contact met buitenlandse ondernemingen uit vijf van de negen topsectoren.”

Om kansen te kunnen grijpen moet de mkb’er aan ze-kere eisen voldoen. “Inzicht hebben in wat de markt vraagt, wie goede lokale partners zijn en realistisch zijn is heel belangrijk. Internationaal zakendoen ver-eist ambitie, een langetermijnfocus en goed risico-management”, zegt Siemons.

RONDETAFEL

4 · MAART 2014

Op zoek naar succes

Nederland staat al van oudsher bekend als een handelsland. Wel blijft het mkb ten opzichte van de multinationals achter in de internationalisering, zo zegt Jan Siemons. Op zoek naar successen en wijze lessen spreekt hij vier internationaal opererende partijen.

SCHAAL 3

‘Bepaalde gebieden worden niet genoeg benut’

Jan Willem Drijver is verbonden aan het familiebedrijf Lely, dat ac-tief is in meer dan 60 landen en on-der meer landbouwmachines en melkrobots verkoopt. Zo ook in Po-len, waarmee het in 2008 met een joint venture startte. Drijver: “Le-ly won vorig jaar zelfs de Dutch Po-lish Business Award voor meest succesvolle bedrijf in Polen.” De keuze voor het land leek een logi-sche voor de Nederlandse onder-neming. “Het merendeel van de grond in het land wordt agrarisch aangewend. De economie was en is daar nog erg in ontwikkeling. Ook interessant voor ons was dat overheden een duurzame aanpak subsidiëren. Bovendien is Polen re-latief dichtbij gelegen.”

Jan Siemons Algemeen Directeur NCH

Eén van de gesprekspartners is Alwin van Gils van The Makers, dat eigendom is van de familie Van Gils en waaraan verschillen-de bedrijven zijn verbonden. Hij doet al jaren zaken in Marokko en heeft daar een kledingfabriek die goed is voor bijna de gehele pro-ductie. “In de jaren zeventig werd het voor ons onmogelijk om kost-prijstechnisch nog te produceren in Nederland. Marokko was een goed alternatief, ook omdat daar wel genoeg personeel was te vin-den. Inmiddels zitten we al zo lang in Tanger dat we loyaliteit hebben opgebouwd; 56 procent van de me-dewerkers is langer dan 10 jaar in dienst. We realiseerden een onder-nemingsraad en een ziektekosten-

verzekering in een tijd waarin dat in Marokko nogal ongebruikelijk was. Door respect te geven krijg je het ook terug.”

Dat betekende niet dat de Ne-derlandse mores ook meteen gol-den in Marokko, zo verduidelijkt Van Gils. “U en meneer zeggen, dat hoort. En Marokkanen hebben be-hoefte aan hiërarchie. Discussië-ren over religie doe je ook niet, dat getuigt niet van respect.” Van Gils waarschuwt ondernemers niet al-leen op woorden af te gaan. “Ver-wacht in Marokko bovendien geen quick deals, want die bestaan daar niet. Ga met je zakenpartners eten en bouw een band op. Lukt dat, dan is het voor het leven.”

Kleding uit Marokko

Melkrobots in Polen

Algemeen directeur van het NCH in gesprek met vier internationaal opererende partijen

Page 5: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

MAART 2014 · 5

Op zoek naar succes

Van Brazilië wordt wel eens ge-zegd dat het er moeilijk za-ken doen is. Klopt dat? “Het is niet makkelijk, maar dat geldt ook voor andere landen”, zegt Floris Holla van Tema B.V. Het be-drijf brengt onder meer machi-nes voor de scheiding van vaste en vloeibare stoffen aan de man en verkoopt apparatuur voor grond-stofverwerking, vooral in de mi-nerale en chemische industrie. “In Brazilië hecht men veel waar-de aan local content, dus is het be-langrijk om je als onderneming te onderscheiden. Hoewel we 30 jaar geleden merkten dat de tijd niet rijp was om er te beginnen, is dat nu wel het geval. Er is een enorm potentieel in Brazilië. Het hebben

van een lokale partner is daarbij een must, met het oog op de taal-barrière en kennis van de markt. Ook vinden Brazilianen lokale service heel belangrijk. Wie er on-derneemt moet op de hoogte zijn van ontzettend veel regels en be-lastingen, maar ook van de moge-lijkheden tot financiering om de kansen te benutten”, vertelt hij.

De uitdaging van onderne-men in Brazilië ligt onder meer in de grootte van het land, ver-volgt Holla. “De industrieën lig-gen nogal verspreid. Daarnaast hebben de grote concerns een be-paalde arrogantie waardoor het lastig is om tot zaken te komen. Handelsmissies kunnen daarbij helpen.”

Bart Leenhouts’ interesse in Rus-land werd gewekt toen het land in 1998 op zijn gat lag door een zware crisis. “De economie moest wel gaan groeien en ik wilde mee-deinen op die ‘boom’.” Inmiddels heeft hij meer dan tien jaar het taalinstituut Petrion dat in Sint Petersburg cursussen Russisch met accommodatie verzorgt voor mensen uit het bedrijfsleven. Dit zijn werknemers van zowel gro-tere als kleinere ondernemin-gen, en voor een groot deel ook Nederlanders. “In Rusland liggen veel kansen, maar het is wel een moeilijk land om in te onderne-men. Het is belangrijk er altijd de sleutel in eigen hand te houden”, tipt hij, “en om rekening te hou-

den met de bureaucratie en rela-tief hoge opstartkosten.”

Rusland is met name interes-sant voor leveranciers van equip-ment en bedrijven die er produc-tie opstarten, zo vertelt Leenhouts. “De economie converteert van im-port naar eigen productie. Neder-landse bedrijven denken nog wel eens dat ze ‘even’ een product kun-nen verkopen in Rusland, maar importeurs worden overspoeld met aanbiedingen. Je moet er dus echt in investeren en dat is een kwestie van lange adem. Doe het dus ook alleen als het land ook echt van strategisch belang voor je is. Maar: zit je er eenmaal, dan zijn de marges zeker de moeite waard.”

Taalinstituut in Rusland

Centrifuges en zeef-machines in Brazilië

Melkrobots in Polen

Het bedrijf verdiepte zich in de Poolse cultuur en gebruiken, maar kon niet alles voorzien. “We inves-teerden bijvoorbeeld veel in de-monstraties, maar hadden niet genoeg rekening gehouden met de taal. Onze trainingen en handlei-dingen voor machines waren voor-namelijk in het Engels terwijl een groot deel van de krachten die taal niet machtig was. Daarnaast had-den we meer van de overheid ver-wacht en hebben we geleerd dat die ook wispelturig kan zijn. Het is dus belangrijk om altijd een plan B te hebben. En ook: om kenbaar te maken dat je als bedrijf van plan bent om er te blijven voor de lange termijn.”

Algemeen directeur van het NCH in gesprek met vier internationaal opererende partijen Tekst: Marjolein Straatman Foto’s: Imre Engbers

Page 6: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Monir Toutouh is enthou-siast, als het gaat over de mogelijkheden voor het bedrijfsleven in Ma-

rokko. Niet verwonderlijk, gezien zijn functie als directeur van Chaabi Bank Nederland, dochterbedrijf van de Marokkaanse Groupe Banque Populaire. Maar de cijfers geven hem geen ongelijk. Marokko maakt de afgelopen jaren een enorme groei door.

Nederland exportland!?Toutouh: “Er liggen kansen voor de Nederlandse ondernemer in Ma-rokko: als uitvalbasis richting Afrika, maar ook vanwege ontwikkelingen in de interne markt. Marokko hee� een strategische ligging; de meest nabije grens met Spanje ligt op 14 kilometer, vanaf Amsterdam is het 3 uur vliegen en een containerschip van Rotterdam naar Casablanca is maar vier dagen onderweg.”

Toch bezet exportland Nederland van alle Europese landen die expor-teren naar Marokko slechts de neg-ende plek. Dat kan veel beter, vindt

Toutouh. “Marokko is in opkomst en hee� behoe� e aan ondermeer technische knowhow. Het kijkt nu om zich heen: met wie kunnen wij samenwerken? De contacten met Spanje en Frankrijk zijn al goed, maar in samenwerking met de Ma-

rokkaanse ambassade in Den Haag en Nederlandse ambassade in Rabat wil ik ook Nederland aan tafel kri-jgen.”

KansrijkEn daarvoor biedt Nederlandse deskundigheid een uitgelezen kans. “De Marokkaanse overheid hee� strategische plannen gemaakt voor kansrijke sectoren. Die passen bij de expertise van Nederlandse bedri-jven. Zo komt voor de uitbreiding van de toeristische sector Neder-landse kennis van infrastructuur en logistiek goed van pas. Nederland hee� een ijzersterke agrosector – ook iets waar veel behoe� e aan is in Marokko. Net als aan technologie op het gebied van water, zonne-energie en ICT. Daarbij genieten buitenland-se bedrijven allerlei � scale voordel-en, zijn er stimuleringsmaatregelen en is er geïnvesteerd in een aantrek-kelijke infrastructuur.”

AdviesChaabi Bank hee� zich ten doel gesteld een brug te zijn tussen Ma-rokko en Nederland. Particulieren

kunnen er terecht voor allerlei pro-ducten en diensten, zoals betaal-rekeningen en internationaal betal-ingsverkeer, maar de bank legt nu ook de focus op het bedrijfsleven.

“Veel Nederlandse bedrijven over-wegen zaken te doen in Marokko. Chaabi Bank organiseert infor-matiemiddagen, B2B-meetings en handelsmissies. We adviseren over de kansen en bedreigingen, maar ook over bancaire zaken. We ge-bruiken de deskundigheid en die van ons hoofdkantoor op het ge-bied van economische ontwikke-lingen. Groupe Banque Populaire is bovendien de grootste � nanciële dienstverlener in Marokko. Inter-nationaal betalingsverkeer van en naar Marokko kunnen wij sneller, tegen de beste prijs en de beste ko-ers aanbieden.”

Nederlandse expertise past goed bij Marokkaanse ambities

Een gemiddelde groei van 4,3 procent in de afgelopen vijf jaar. Een strategische ligging,

op slechts drie uurtjes vliegen van Amsterdam. Een land waarmee al 400 jaar betrekkingen

bestaan, en dat nu behoefte heeft aan technische knowhow, agrokennis, infrastructurele

expertise. Dit is hét moment voor Nederlandse bedrijven om zaken te doen met Marokko.

Monir ToutouhDirecteur Chaabi Bank Nederland

Page 7: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Redouan Boussaid is oprichter van adviesbureau Invest in Morocco, en vertelt over de ervaringen van zijn klanten die in Marokko zakendoen:

“Ik ben elf jaar geleden begonnen met het begeleiden van ondernemers die in Marokko zaken willen doen. Toen waren het vooral start ups, maar sinds twee jaar adviseer ik ook bestaande en opkomende bedrijven. Bijvoorbeeld Nederlandse ondernemers in de agrarische sector, die

blijk geven van veel interesse in Marokko. Er is immers veel goede grond, voldoende water, een gunstig landbouwklimaat en een lang groeiseizoen voor hoge producties van een heel scala aan gewassen. De Marokkaanse bankensector biedt mogelijkheden en is stabiel. Toch hebben Nederlandse ondernemers soms te hoge verwachtingen, bijvoorbeeld van de professionaliteit en kennis van Marokkaanse boeren. In Nederland is de agrarische kennis van erg hoog niveau. Het is dan belangrijk de matching goed te organiseren. Al zijn er ook sectoren waarin juist veel hoogopgeleiden werken, bijvoorbeeld de ICT. Ook is de energiesector nu booming: multinationals stappen in die markt in Marokko. Die brengen kennis en ervaring mee en zetten trajecten op om werknemers op te leiden.

Vanuit mijn ervaring met de begeleiding zijn er een paar dingen die opvallen. Het tijdsbesef in Marokko is anders, daar zul je aan moeten wennen, en er is meer hiërarchie. Soms kunnen dingen informeel, maar hoe hoger je in de boom komt, hoe formeler het wordt. Met de conciërge gaan praten, daar begrijpen Marokkanen niets van – al kunnen ze het wel waarderen.

Als ik met bedrijven achteraf probeer te analyseren wat er beter kon, moeten we regelmatig concluderen dat Nederlanders zich nogal eens te star opstellen in onderhandelingen. Nederlanders willen duidelijke stappen zetten in een gesprek en leggen alles vast in strikte afspraken. In Marokko gaat het meer uit de losse pols. Men kan het zeker waarderen als jij je aan de afspraken houdt, maar er moet wel flexibiliteit mogelijk blijven. Naar mijn idee zijn Spanjaarden en Fransen daar een stuk beter in. Maar ik denk dat een echte ondernemer dat feilloos aanvoelt. Voor hem gaan veel deuren open in Marokko.”

Binnenlandse hervormin-gen, een strategische agen-da en incentives voor inves-teerders zijn voor Marokko de bouwstenen op weg naar een competitieve, sociale en groene economie, stelt Ab-delouahab Bellouki, ambas-sadeur voor Marokko in Ne-derland.

“Marokko is een stabiel land. Die sta-biliteit wordt gevoed door de grote en nog altijd voortdurende hervormin-gen sinds de jaren negentig, gericht op het verbeteren van het investerings-klimaat, op het moderniseren van de financiële markten en de infrastruc-tuur en op het verzekeren van positie-ve macro-economische indicatoren.

Strategische keuzesIn een ranking van het World Econo-mic Forum uit 2013 blijkt Marokko de meest competitieve economie in Noord-Afrika. Marokko’s geografische ligging vormt een knooppunt tussen Europa, Afrika en de Arabische wereld. Dit maakt directe toegang tot enorme markten mogelijk, zeker omdat Ma-rokko met heel wat landen free trade agreements heeft afgesloten. Tussen Marokko en de EU kunnen al veel pro-ducten tariefvrij worden verhandeld en momenteel wordt er onderhandeld voor uitbreiding van die afspraken.

Marokko heeft de afgelopen ja-ren bovendien strategische keuzes gemaakt. Om investeerders aan te trekken zijn veel incentives in wer-king gesteld, in sectoren als lucht-vaart, automotive, electronica, off shore, ICT, agri-business, textiel, bouw, energie, water en elektrici-teit. Door het hele land worden tax free areas gecreëerd. Regionale in-vesteringscentra functioneren als one-stop-shop. Toegang tot kredie-ten wordt makkelijker gemaakt. In ‘Doing Business 2014’ van de We-reldbank staat Marokko op nummer

39 op de ranking van landen waarin het makkelijk is om een bedrijf te starten.

Innovatie hoog op agendaDaarnaast is Marokko in de ‘Climate Change Performance Index 2014’ het vijftiende land op wereldschaal en eerste in Afrika en de Arabische wereld. De auteurs ervan zeggen: “Het is opmerkelijk dat Marokko probeert sociaal-economische ont-wikkelingen in te zetten voor een groene economie en dat het land een verscheidenheid aan initiatieven en programma’s inzet voor dit doel.”

Het aantrekkelijk maken van in-novatieve investeringen staat hoog op de agenda in Marokko. Dat is de sleutel voor groei, werkgelegenheid, concurrentiekracht en de ontwik-keling van nieuwe technologieën. Zo streven we ernaar de nieuwe di-gitale kloof te overbruggen – door ontwikkeling van de infrastructuur, maar ook in economisch en sociaal opzicht. Betere toegang tot ICT en het aanmoedigen van ICT-gebruik zal een duurzame economische groei stimuleren en een boost geven aan de welvaart.

UitdagingenNatuurlijk blijven er uitdagingen, ob-stakels en te nemen hordes. Maar Marokko is vastberaden om die te overwinnen - door het uitbreiden van de hervormingen, door te luiste-ren naar investeerders en door een betrouwbare partner te zijn voor el-ke investeerder die het pad wil volgen van de vele grote buitenlandse inves-teerders die hem voorgingen.”

Dit is een verkorte en bewerkte versie van de

speech van de ambassadeur tijdens de AMDI-

conferentie over investeren in Marokko, begin fe-

bruari in het Hilton Hotel in Amsterdam.

MAROKKO

MAART 2014 · 7

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

Marokko: op weg naar een competitieve, sociale en groene economie

Hiërarchie is belangrijk in Ma-rokko. Hoe hoger je in de boom komt, hoe formeler het wordt. Met de conciërge gaan praten daar begrijpen Marokkanen niets van, al kunnen ze het best waar-deren.

In een kennismakingsgesprek is het ongewenst om direct over zaken te praten.

Onderhandelingen lopen nog-al eens stuk op het feit dat Neder-landers zich te star opstellen. Ben je flexibel, dan gaan deuren eer-der voor je open.

Marokkanen zullen zich nooit negatief uitlaten over jouw idee of product. Dat maakt bijvoor-beeld marktonderzoek lastig.

Je maakt indruk als je je in de cultuur hebt verdiept en bij-voorbeeld iets weet over de ge-schiedenis van de regio waarin je verkeert.

Marokkanen zijn een trots volk. Met een houding die uitstraalt: ‘ik weet het beter’ zet je kwaad bloed.

Zorg voor iemand die Frans of liever nog Frans en Arabisch spreekt.

‘Nederlanders stellen zich nog wel eens te star op in onderhandelingen’

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

TIPS van Redouan Boussaid, oprichter adviesbureau Invest in Morocco

“Het tijdsbesef in Marokko is anders”

Page 8: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

The fastest growing economy among the OECD members with an average annual growth rate of 5.2% (OECD 2012-2017)

One of the fastest growing economies in the world and the fastest growing economy in Europe with an average annual real GDP growth rate of 5% overthe past decade (2002-2012)

16th largest economy in the world with over $1 trillion GDP at PPP (IMF 2012)

A population of 76 million with half under the age of 30

Access to Europe, Caucasus, Central Asia,the Middle East and North Africa

Highly competitive investment incentives as wellas exclusive R&D supportAround 600,000 university graduates per year

“VSO gelooft in de samenwerking met bedrijven om uiteindelijk een betere positie te realiseren voor mensen die in armoede leven. We doen dat al meer dan tien jaar,” vertelt Wim de Jong. Hij betrekt het bedrijfsleven bij VSO. “Enerzijds werken we samen met bedrijven als Randstad en Accenture die niet direct een voet aan de grond (willen) hebben in ontwikkelingslanden, maar vanwege hun maatschappelijke betrokkenheid en vanuit een HR-oogpunt met ons samenwerken. Zij willen hun medewerkers de kans geven een bijdrage te leveren terwijl ze hun eigen capaciteit vergroten door via VSO hun kennis te delen.”

Daarnaast werkt VSO samen met internationale bedrijven die wel werkzaam zijn in ontwikkelingslanden. Ook hier is het van belang dat vooral diegenen die in armoede leven, de kans krijgen te profiteren van de aanwezigheid van de onderneming daar. “We vinden dat deels een verplichting van de betreffende multinational, zeker daar waar (jeugd)werkloosheid één van de grootste problemen is. Anderzijds levert dit ook voordelen voor het bedrijf zelf op.”

Kansen door kennisDuurzaam helpen door kennis te delen. Dat is wat de internationale ontwikkelingsorganisatie VSO doet. Deze werkt samen met multinationals zoals de BG Group.

SkillsEen voorbeeld van een dergelijke samenwerking is die met de BG Group in Tanzania, regio Mtwara en Lindi. Recent is daar gas ontdekt en de multinational constateerde dat om écht succesvol te zijn deze afhankelijk is van lokale betrokkenheid, zowel direct als in de supply chain. Te denken valt aan loodgieters en lassers die nodig zijn. Toen het bedrijf lokale mensen wilde betrekken ontdekte het dat hun niveau niet voldeed aan de eisen. VSO analyseerde daarop het beoogde kennis niveau en ontwikkelde een programma om het beroeps onderwijs naar internationale maatstaven te tillen. “VSO- vakdeskundigen spelen een grote rol in dit programma, dat we hebben op-gezet met de Tanzaniaanse overheid en beroepsonderwijsinstellingen. Naast de ontwikkeling van een curriculum trainen zij de docenten en begeleiden zij hen minimaal één jaar ‘on the job’. Dit is karakteristiek voor VSO’s aanpak: inzet van vakdeskundigen die hun kennis delen met lokale docenten. Het is veel duur zamer dan je richten op studenten”, aldus De Jong.

Hulp aan het mkbAfgezien van het verhogen van het niveau van beroepsopleidingen in de regio en daarmee het realiseren van beter opgeleide werknemers, staat VSO op het punt om ook kleinere bedrijven in Tanzania te begeleiden. De Jong vertelt: “Zij voldoen bijvoorbeeld nog niet aan veiligheidseisen van de BG Group of weten überhaupt niet hoe ze zaken kunnen doen met grote multinationals. Ook daarvoor moet een programma worden ontwikkeld zodat de lokale ondernemingen ook opdrachten kunnen uitvoeren voor bijvoorbeeld de BG Group. Voor BG Group is dan het voordeel dat die uiteindelijk goedkoper

kan inkopen op de lokale markt, in plaats van afhankelijk te zijn van de inter-nationale markt. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Naast voordelen voor het bedrijf, realiseren wij namelijk ons doel dat mensen in armoede een perspectief krijgen op een betere toekomst.”

Voor meer informatie bezoek:

www.vso.nl

Page 9: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

“Do not be late for Tur-key”. Dat is het advies van İlker Aycı, als hem gevraagd wordt wat zijn gouden tip is aan Europese investeerders. Aycı is directeur van ISPAT (Investment Support and Promotion Agency of Tur-key), het investeringsagent-schap van Turkije. Deze tip is ook voor Nederlandse be-drijven, zeker als die actief zijn in de energiesector.

Waarom is de Turkse economie succesvol?

“Jaren geleden is Turkije begonnen met hervormingen op het gebied van publieke financiën, waardoor de over-heid ruimte kreeg om te zorgen voor fiscale aanpassingen en hervorming van banken, sociale zekerheid en zorg. Aan het begin van deze eeuw had Tur-kije nog een begrotingstekort van ruim 10 procent, en een staatsschuld van meer dan 70 procent van het BNP. Inmiddels is het begrotingstekort te-ruggebracht naar twee procent en de schuld verlaagd naar 36 procent. Tur-kije is veerkrachtig gebleken tijdens de Europese schuldencrisis. Hervor-mingen van de bankensector zorgen voor een verdere versterking van de Turkse economie, waardoor er geen hulppakketten of bail-outs van de banken nodig zijn gebleken.”

Waarom is Turkije interessant voor investeer-ders en ondernemers?

“Wij hebben een jonge en dynami-sche bevolking; de helft van de popu-latie is jonger dan 30. Gecombineerd met de Turkse economische presta-ties, een strategische ligging en een liberaal investeringsklimaat zorgt dat voor veel mogelijkheden voor in-vesteerders. Er is een douane-unie met de EU-landen sinds 1996 en er zijn vrijhandelsverdragen met 23 landen, die meestal ook getekend zijn samen met de ons omliggende lan-den. Investeren in Turkije betekent dus dat het gemakkelijk is om pro-ducten naar andere bestemmingen te exporteren.”

Welke ontwikkelen verwacht u de komende twee jaar?

“Vanzelfsprekend bekijk ik econo-mische ontwikkelingen in relatie tot buitenlandse investeringen. Die ver-tonen sinds 2008 in een neerwaartse trend. Maar veel onderzoeken wijzen uit dat de wereldeconomie zich in 2014 en 2015 zal herstellen. Men ver-wacht dat ontwikkelde landen een bescheiden groei zullen doormaken en ontwikkelingslanden de motor zullen zijn van het herstel. Chine-se investeringen zullen toenemen

en als de Europese landen hun be-grotingsproblemen weten op te los-sen, zullen ook die investeringen weer groeien. Dat is goed nieuws voor Tur-kije, want zij zijn onze traditionele in-vesteringspartners – waaronder zeker ook Nederland. De Turkse economie zal met vier of vijf procent groeien. Bo-vendien zullen veel verschillende in-vesteringsprojecten afgerond worden de komende jaren, en daarvan ver-wacht ik een positieve invloed.”

Welke sector is extra aantrekkelijk voor het Nederlandse bedrijfsleven, denkt u?

“Ik kan er natuurlijk meerdere noe-men, maar het meest geschikt is de energiesector, gezien ook de Neder-landse expertise op dat gebied. De groeiende economie betekent on-der meer dat de vraag naar elektrici-teit de afgelopen tien jaar gemiddeld met 6,2 procent steeg; tot 2020 wordt deze verwacht jaarlijks te groeien met 7,5 procent. Daarom proberen we minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen; de over-heid stimuleert dus ondernemers die daarin investeren.”

TURKIJE

MAART 2014 · 9

‘Stijging Turkse energieverbruik is kans voor het Nederlandse bedrijfsleven’

MARIE-LOUISE SCHONEWILLE

[email protected]

Ufuk Arig is general manager van Ferro Steel Internati-onal, dat al enkele jaren staal importeert vanuit Turkije en sinds een jaar ook aldaar actief is in de staalbewer-kingsindustrie. Hij vertelt over zijn ervaringen.

“Sinds 2009 importeren wij staal uit China, India en Turkije, voor de export naar landen in Europa, Noord-Afrika en Latijns-Amerika. Maar de positie van middle man heeft in onze ogen te weinig toekomst, dus zijn we gaan nadenken over waardetoevoegende activiteiten. Vanwege onze positie in de staal trading hadden we inzicht in de handel in ver-schillende gebieden. Toen hebben we gekozen voor Turkije, vanwege de groei van dat land, het investeringsklimaat en de relatieve nabijheid ten opzichte van Rotterdam. Rogiad, een stichting voor jonge onderne-mers in Nederland, heeft ons daarbij begeleid.

Het beginWe begonnen met heel veel vragen, en zij hielpen ons aan een groot deel van de antwoorden. Inmiddels hebben we machines gekocht, het materiaal staat klaar en er zijn in Turkije drie technische mensen in dienst. Voor de internationale im- en export is het niet nodig, maar voor de lokale handel is het wel handig dat we hier in Nederland men-sen in dienst hebben die Turks spreken, al is dat geen absolute voor-waarde. Cultuurverschillen zijn verder niet zo heel groot, zeker niet in het contact met internationaal opererende bedrijven. Ik heb gemerkt dat we in Nederland wat directer zijn met onderhandelen, in Turkije neem je daar meer tijd voor. Maar dat is absoluut geen barrière waar ik tegenop zie. Bij lokale bedrijven moet je sommige afspraken bovendien wat losser interpreteren. Voor ons heeft dat weinig gevolgen, we moe-ten ons alleen soms flexibel opstellen.

Denken in oplossingenEen zeer positieve verrassing was het contact met de Turkse banken. Ze zijn minder strikt in kredietverlening en denken echt met je mee, dat is in Nederland wel anders. Bij de bank waar wij aanklopten was een specialist voor de staalindustrie, dat hielp. De bank stelde zich ook con-structief op door te zoeken naar oplossingen die voor ons en voor hen gunstig zijn.”

‘De Turkse bank denkt echt met ons mee’

MARIE-LOUISE SCHONEWILLE

[email protected]

Tips voor ondernemen in Turkije

Bouw marges in als je zaken doet met lokale bedrijven. Mochten zij een afspraak anders hebben begrepen of er wat losser mee omgaan, dan beschik je zelf ook over de nodige flexibili-teit om daar niet te veel last van te hebben.

Gebruik Turkije als toegangspoort naar omliggende landen.

Maak gebruik van de mogelijkheden te inves-teren in sectoren als infrastructuur, logistiek, mijnbouw, automotive, ict en techniek.

Schakel iemand in die je in contact kan brengen met Turkse leveranciers, afnemers, arbeids-krachten. Vind niet zelf het wiel uit. Het is geen noodzaak, maar het kan handig zijn iemand aan jouw kant te hebben die Turks spreekt.

Neem de tijd voor een klant of voor een onder-handeling met een zakenpartner. Thee drin-ken, lunchen of dineren hoort erbij.

12345

İlker AycıDirecteur ISPAT

Page 10: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Bijna alle Afrikaanse landen beleven een groei van meer dan vijf procent en ook is het welvaartspeil per hoofd van de bevolking relatief laag, zo somt hij op. “De private sector heeft er ruim baan gekregen van veel re-geringen waardoor een vriendelijker klimaat is ontstaan. Hoewel de over-heden vaak nog wel een onvoldoen-de scoren, gaan veel landen stapjes vooruit en wordt de corruptie min-der. Daarnaast zijn de banken er con-servatief en hebben deze daardoor het huishoudboekje op orde. Dankzij de ‘boom’ in resources is bovendien de infrastructuur verbeterd. Tel daar-bij op dat Afrika hoge geboortecijfers kent terwijl veel landen vergrijzen, en je ziet dat er enorme kansen lig-gen. De vraag is alleen hoe die zijn te vertalen naar een concreet plaatje”, zegt Van der Bijl.

ConsumentenmarktWat op het moment het meest in het oog springt is de consumentenmarkt. Waar Afrika nu één miljard mensen telt, zijn dat er volgens schattingen over 40 jaar twee miljard, haalt hij aan. “Dat heeft impact op consump-tie en de opties tot productie. Nigeria, waar nu meer dan 170 miljoen men-sen leven, is hiervan een goed voor-beeld. Maar ook in Ghana en Kenia is er een grote opkomende middenklas-

se. In food and beverages en telecom wordt nu al veel geld verdiend. Ook voor de transport- en logistieksec-tor zijn er veel kansen, net zoals voor ondernemers in housing, health-care en vrije tijd. In veel landen is het bedrijfsleven nog niet zo groot waardoor er relatief weinig concur-rentie en hoge winstmarges te beha-len zijn.”

Ghana ziet hij als ‘Afrika voor be-ginners’ vanwege zijn laagdrempe-ligheid en relatieve stabiliteit. “Tege-lijkertijd heeft bijvoorbeeld Nigeria meer krachtige lokale spelers, het-geen ook interessant kan zijn, en is Kenia een echte powerhouse voor de private sector met een relatief groot bedrijfsleven.”

Afrikaanse motorDit alles neemt natuurlijk niet weg dat er de nodige spelregels zijn voor het welslagen van de zaken. Van der Bijl tipt: “Wees niet te goed van ver-trouwen. Een klant kan een agent worden, misschien later een distri-buteur en pas veel later eventueel een joint venturepartner. De meest suc-cesvolle verhalen kennen de weg van de geleidelijkheid. Zorg voor een goed netwerk en leer van je collega’s.”

Tussen de voorbeelden van aldaar actieve bedrijven die hij opnoemt valt al snel de naam Philips. “Nadat

Nederlandse bedrijven een tijd lang nogal terughoudend waren met be-trekking tot Afrika, zet het concern er nu volop op in. Daarnaast is het Ne-derlandse Wienco in Ghana inmid-dels het grootste agribedrijf. Een veel kleiner voorbeeld is de lowbudget motorfiets van het bedrijf Koneksie, die op de Keniaanse markt wordt ge-bracht.”

Na dit kleine, maar diverse palet zegt Van der Bijl lang na te moeten denken over ondernemersactivitei-ten die men beter níet ontplooit in Afrika. “Belangrijk is dat onderne-mers zich vasthouden aan hun core business.”

AFRIKA

10 · MAART 2014

Afzet in Afrika

Bob van der BijlManaging Director The Netherlands-African Business Council

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

“Afrika is nog het enige continent met een gigantisch poten-tieel”, zegt Bob van der Bijl. Ondernemers moeten nog flink hun best doen om er niet te slagen, zo vindt de Managing Director van The Netherlands-African Business Council.

Na een verblijf van acht jaar in Nigeria met een vader die er scheepsagent was had Bas de Vaal wel feeling met ondernemen overzees. In-middels heeft hij voor het-zelfde beroep gekozen, maar dan in Ghana.

Zijn bedrijf Portside International beheert daarnaast een containerde-pot in de haven van Tema en een wa-rehouse, waar op het moment van spreken overigens blikjes tonijn lig-gen opgeslagen. De Vaal was drie jaar geleden op zoek naar een uitdaging. Ghana leek hem een mooi startland. “Het is er nog goedkoop en relatief stabiel. Natuurlijk, corruptie en on-veiligheid zijn er ook. Maar als je de verkeerde buurten mijdt is er niet zo heel veel aan de hand. Ons voordeel was dat de haven in Tema te klein is voor de aanvoer en dat er hoge boe-tes bestaan voor wie zijn containers daar niet binnen zeven dagen ver-wijdert. Een depot beginnen was dus een goed idee.” Met een scheeps-agentschap daarnaast probeert De Vaal kansen en risico’s te spreiden.

Geduld Niettemin omschrijft hij het opzet-ten van het bedrijf als een “klus van jewelste”. Voordat de benodigde li-centies op zak waren was er een jaar verstreken. “De bureaucratie is om moedeloos van te worden en mijn geduld is erg op de proef gesteld. Daarnaast is het verstandig om de cash goed in de gaten te houden met een inflatie van 20 procent. En: voor

het overmaken van de betreffende currency zijn allerlei documenten vereist. Het vertraagt zaken, maar je leert ermee werken”, zo vertelt De Vaal.

Lokale kleurDat hij het nog steeds zag zitten in het land, komt doordat de onder-nemer probeerde niet meer als een Nederlander te denken “Het helpt ook om aandeelhouders ter plaatse te hebben die het bedrijf een lokale kleur geven en kunnen adviseren. Verder moet je alles goed in de gaten houden en af en toe een oogje dicht-knijpen. De grootste uitdaging is het echter om goed personeel te vinden. Ghanezen zijn heel erg vriendelijke en open mensen. Wel is het nodig hen zo nu en dan te motiveren.”

Ondernemen in Ghana is volgens De Vaal wel een echte aanrader, ook al vragen de extreme omstandighe-den zoals de tropische temperatuur, de armoede, corruptie en inflatie dan wel een gedegen voorstudie. “Ghana is een ontzettend leuk land. Ondernemers moeten zich niet la-ten afschrikken door horrorverha-len, maar gewoon hun huiswerk doen. En de samenwerking zoeken. Ga er niet alleen zitten maar vorm je met behulp van een partner eerst een beeld van wat er in Ghana ge-beurt. Veel mensen onderschatten dat.”

Business in Ghanese haven

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

Bas de VaalDirecteur Portside International

Boeren in Afrika hebben vaak een beperkte markttoegang. Het initi-atief 2SCALE moet die verbeteren middels intensieve samenwer-king. “En dat biedt eveneens veel kansen voor het Nederlands bedrijfsleven.”

“Nederlandse ondernemers kun-nen bijvoorbeeld een technologische bijdrage leveren. In clusters streven Afrikanen en verschillende partijen samen naar concurrerende loka-le productie voor met name lokale markten”, vervolgt Myrtille Danse, directeur van BoP Innovation Center, dat Nederlandse bedrijven de kansen op de Afrikaanse markt leert ontdek-ken en de behoeften ter plaatse inven-tariseert.

Doel is om in totaal 1 miljoen boeren markttoegang te verschaffen, wat leidt tot inkomensverbetering en meer werkgelegenheid. Ze worden geor-ganiseerd en ondersteund. Een goed voorbeeld van een lead firm die het

project een boost geeft is Friesland-Campina, zegt Danse.

Lokale melk“Dit bedrijf probeert met lokale boe-ren de melkproductie ter plaatse op gang te krijgen.” Hiervoor wordt technologie meegebracht, maar ook trainingen. Een werkwijze die uitein-delijk ook in 500 andere clusters moet gaan gelden zoals in de tuinbouw, aardappelteelt, veevoederproductie en visteelt.

2SCALE is een consortium van vier partijen. Het Ministerie van Buiten-landse Zaken, het International Fer-tilizer Development Center, het In-ternational Centre for development oriented Research in Agriculture en BoP Innovation Center. IFDC is hierin de leidende partij, zegt pro-jectleider Arno Maatman. “Wij voe-ren samen met ICRA de activiteiten in het veld uit, om lokaal onderne-merschap te stimuleren. Samen met BoPInc faciliteert IFDC in het leggen

van relaties en het ontwikkelen van ondernemingsstrategieën, om een goed product duurzaam op de markt te brengen.”

Technologische ondersteuningEen participant is het bedrijf Equator Kenya Limited, dat onder meer Afri-kaanse pepersoorten afneemt van zo’n 6000 lokale boeren. “Ze hebben meer zekerheid, worden getraind in de teelt en komen in contact met financiële instituties”, zegt directeur Jan Willem van Casteren. “Dankzij 2SCALE krij-gen wij technische ondersteuning. Zo is er nu bijvoorbeeld druppelirrigatie.”

Lees het hele artikel op www.internationaalzakendoen.com

Agri & Food: kansen in Afrika

Page 11: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Afrika is onderhevig aan stedelijke ontwikkeling. En juist daar liggen de kansen voor de langere termijn, zo meent Robert van Kats van de Dutch Alliance for Sustai-nable Urban Development in Africa (DASUDA).

“Als gevolg van economische groei, bevolkingsgroei en een trek naar de stad ligt er een enorme druk op veel Afrikaanse steden. Een goed voor-beeld is de stad Lagos in Nigeria waar inmiddels 17 miljoen mensen wonen en er te weinig voorzieningen, zoals huisvesting, zijn. Voor Nederlandse ondernemers is dat gunstig omdat in veel Afrikaanse landen expertise ontbreekt. Niet alleen qua huisves-ting, maar ook in mobiliteit, water en duurzame energie-oplossingen”, zegt Van Kats.

Beeld van AfrikaEr bestaan volgens hem goede plan-nen in Afrika. Vaak lukt het echter niet die te realiseren door het ontbre-ken van strategie en business cases. “Bij een woningbouwproject den-ken de makers vooraf niet na over de drinkwatervoorziening. Er is dus ge-noeg werk. En toch is het verbazing-wekkend hoe weinig ondernemers de stap naar Afrika maken. De beeldvor-ming in de media is negatief, terwijl je er wel degelijk zaken kunt doen zon-der met corruptie te maken te heb-ben.”

Van Kats is positief over de drive tot stedelijke vernieuwing, al is hij ook kritisch. Bijvoorbeeld over zogeheten ‘new towns’ om bestaande steden, en over de toekomst ervan. “De vraag is hoe realistisch ze zijn met betrekking tot implementatie en uitvoering. DA-SUDA werkt in Nairobi momenteel aan de bestaande stad, want die mag niet vergeten worden.”

MAART 2014 · 11

MARJOLEIN STRAATMAN

[email protected]

Continent in bewegingGH

ANA

Nigeria is een van de top­producenten van olie, gas en LNG maar is tegelijkertijd een uitdagend land om zaken in te doen. Deze uitdagingen behel­zen een fragiele democratie met continue onzekerheden in het wetgevende proces en een sociale disbalans en religieus extremisme die levens en bezit­tingen bedreigen. Daarnaast is er een eeuwenoude corruptie en een sterk haperende fysieke en sociale infrastructuur. Positieve ontwikkelingenDe National Content Act biedt echter hoop. Deze heeft na­melijk geresulteerd in actieve participatie van Nigerianen en Nigeriaanse ondernemingen in de gehele industriële keten van ontwikkeling van olie­ en gas­bronnen. Dit creëert duurzame werkgelegenheid en stimuleert de lokale economie.Nigeria heeft 99 productieve offshore velden en ruim 150

Mogelijkheden totPartnership

Voor meer info: +31 6 58 83 80 47

Nigeria heeft een belangrijke positie in de olie-en gas-industrie. Deltalift Resources Nigeria Ltd, onder meer actief in projectmanagement in deze tak, is constant op zoek naar internationale leveranciers en partners.

Chijioke en Etan van Deltalift Resources Nigeria Ltd

onontgonnen velden. Hiervan ligt meer dan 50 procent in on­diep water op het continentaal plat. Deltalift Resources Nigeria Ltd levert projectmanagement­ en inkoopdiensten aan de lo­kale industrie volgens wereld­wijde normen. Het bedrijf staat onder leiding van CEO Chijioke Igwe en COO Etan Ogbemi en heeft meer dan 40 jaar lokale en internationale ervaring in de olie­ en gasindustrie. Groei en waardeOnder de huidige leiding heeft Deltalift Resources een fenome­nale groei doorgemaakt en uit­zonderlijke waarde gecreëerd

voor zijn belanghebbenden. Dankzij zijn kennis en know­how stelt Deltalift cliënten in staat uitmuntend te opereren. Deze zakelijke benadering re­sulteert in wederzijds vertrou­wen en respect. Deltalift is op zoek naar internationale part­ners. In het bijzonder bedrijven uit Nederland, waarmee Nigeria al geruime tijd samenwerkt. Deze strategische brug tussen Deltalift en Nederlandse olie­ en gasleveranciers is ontstaan door de samenwerking met Joop van der Vinne van CAB, die erg actief is in de zakenwereld van Nigeria. 

KENIA

NIGE

RIA

Page 12: Financieel Dagblad bijlage internationaal zakendoen CAB op pag. 11

Rechtstreeks boeken bij een luchtvaartmaatschappij of de

boeking onderbrengen bij VCK Travel?

Met alleen een ticket bent u er nog niet. Er is een hotel nodig,

vervoer van en naar de luchthaven enzovoort. VCK Travel biedt

totaaloplossingen waardoor we inzichtelijker én goedkoper

reizen kunnen boeken dan wanneer u dat zelf zou doen. Bij onze

totaaloplossing hoort ook managementinformatie over alles wat met

de reis te maken heeft: wanneer, waarheen, hoe en de besparing

die het opgeleverd heeft. Met deze managementinformatie heeft

elke organisatie inzicht in hoe vaak er door wie waarheen gereisd is

en wat dat in totaal gekost heeft.

Kosten besparen

Men denkt vaak nog dat vroeg boeken goedkoper is, maar dat

gaat niet altijd op. Luchtvaartmaatschappijen hebben soms

overcapaciteit waardoor de tickets een stuk goedkoper worden

vlak voor de vlucht gepland staat. VCK Travel kan in dat geval het

ticket omboeken naar de goedkopere aanbieding. Vanzelfsprekend

hebben we prijsafspraken met hotels, autoverhuurbedrijven en

luchtvaartmaatschappijen waardoor de totaalkosten lager zijn dan

wanneer u dit zelf regelt. Tel dat op bij de tijdwinst, het gemak en de

rapportages, dan is duidelijk dat u kunt besparen door zakenreizen

over te laten aan VCK Travel.

Ontzorgen

We nemen u als zakelijk reiziger werk uit handen. Voor recht-toe-

recht aan boekingen maakt u gebruik van onze geavanceerde

online bookingstool, waarbij zelf reserveringen, optieboekingen

en low-cost airlines ingeboekt kunnen worden. Voor complexere

reisschema’s die veel uitzoekwerk kosten, is altijd één van onze

deskundige Travel Consultants beschikbaar. En omdat alle

reisbewegingen en –verblijven bij één partij zijn ondergebracht,

weet VCK Travel met één druk op de knop waar iedereen zich op

dat moment bevindt.

Onafhankelijk advies

VCK Travel werkt vanuit zeven regionale vestigingen voor overheid,

MKB en scheepvaart. Ons klantenbestand is zeer divers en we zijn er

trots op dat ze ‘honkvast’ zijn. Hoe dat komt? Door ons onafhankelijk

advies, omdat we goed luisteren naar de wensen en eisen van de klant

en omdat we iedereen die via ons reist, een maatwerkoplossing kunnen

bieden. Elke klant heeft een eigen contactpersoon een vast team. Ieder

team kent zijn klanten, is op de hoogte van het reisbeleid, klantspecifi eke

autorisatieprocessen en persoonlijke voorkeuren van reizigers. Bij VCK

Travel houden we van een open en persoonlijke aanpak.

Eric van Denderen, Manager Corporate Accounts & Events VCK Travel

vcktravel.nltel: +31 20 6800 802email: [email protected]: @vcktravel.nl

“Ik help u graag bij het inzichtelijk maken van de uitgaven van uw zakenreizen. Zo kunnen we de processen beter inrichten en daar besparen we gegarandeerd kosten mee!”

van Eric van Denderen

Manage uw

met VCK Travelzakenreizen

Bedrijven proberen te besparen door zelf zakenreizen te boeken, maar dat is zeker niet goedkoper.