Final ReportGetConnected

Auteurs(s): KTV309Versie: 1.0Status: conceptDatum: 28 mei 2013

VersiebeheerVer. Status Datum Auteur(s) Wijzigingen0.1 concept 28-5 Menno Kruijt Opmaken van document0.2 concept 31-5 Menno Kruijt Inleidingen gemaakt, alle documenten

erin gezet en PID verbeterd0.3 concept 31-5 KTV309 Bijdrages van elk teamlid1.0 Final 6-6 KTV309 Laatste aanpassingen

GoedkeuringUitvoering Controle Goedkeuring

Ver. Naam Datum Naam Datum Naam Datum

2

1. Inleiding

Dit is het Final Report voor het project GetConnected van KTV309. Hierin is te lezen wat wij tijdens dit project hebben gedaan en in welke stappen. Het Final Report is chronologisch geordend.Hierin staat alle belangrijke informatie met betrekking tot ons project. Het doel van dit Final Report is dan ook het beschrijven van het project. De opgeleverde producten staan daarom dan ook in dit Final Report. Tot slot kunt u de bijdrages vinden van elk teamlid.

Opgeleverde producten die in het Final Report staan:

Fase 1: Research reportPresentatie slides

Fase 2: Project Initiatie DocumentPresentatie slides

Fase 3: KlasseDiagramUser ManualTest Approach

Fase 4: Bijdrages van elk teamlid

3

2. Inhoudsopgave

Inleiding.....................................................................................................................................3Research Report.......................................................................................................................4Fase 1 presentatie slides........................................................................................................15Project Initiatie Document.......................................................................................................21Fase 2 presentatie slides........................................................................................................38Klasse diagram.......................................................................................................................43User Manual............................................................................................................................44Test Approach.........................................................................................................................53Bijdrages.................................................................................................................................65

4

3. Research Report InleidingIn dit Research Report wordt duidelijk gemaakt wat er allemaal onderzocht moet worden om ons product zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. Dit doen we doormiddel van het opstellen van onderzoeksvragen en probleemstellingen.

Wij hebben de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Op welke manier kunnen de scholieren, buiten school, bezig worden gehouden met

lesstof die zij hebben gehad en krijgen? Hoe kunnen de scholieren blijvend worden gestimuleerd zodat ze de lesstof goed

opnemen? Hoe kunnen wij scholieren helpen die moeite hebben met leren?

Als probleemstellingen hebben we: Wat als de scholier de lesstof helemaal kent? Zijn er ook nog bonussen of prijzen te verdienen om de scholier meer te stimuleren? Wat gebeurd er wanneer een scholier helemaal onderaan staat in de leaderboards? Hoe kan de docent controleren of de scholier wel zijn huiswerk doet?

De voornaamste reden dat wij dit research report maken is om informatie te vergaren om het product zo te ontwikkelen dat de scholieren geboeid zijn en meer willen leren buiten schooltijd. Door het maken van dit researchreport kan er een product ontwikkeld worden dat aansluit bij de eisen en wensen van de opdrachtgever.

5

4. Inhoudsopgave

1. Inleiding.............................................................................................................................32. Inhoudsopgave..................................................................................................................43. Research Report Inleiding.................................................................................................54. Inhoudsopgave..................................................................................................................65. People, Activities, Context en Technology?......................................................................9

5.1 People........................................................................................................................95.2 Activities.....................................................................................................................95.3 Context.....................................................................................................................105.4 Technology...............................................................................................................10

6. Planning...........................................................................................................................116.1 Field research...........................................................................................................116.2 Desk research..........................................................................................................11

7. Bijlages............................................................................................................................127.1 Vragenlijst scholieren over het digitaal leren............................................................127.2 Vragenlijst docenten over het digitaal leren.............................................................147.3 Persona’s..................................................................................................................15

6

5. People, Activities, Context en Technology?In dit hoofdstuk beschrijven wij de PACT analyse. We hebben het over de doelgroep (People), hoe de activiteiten die in het product naar voren komen matchen met de doelgroep (Activities), het gebruik van het product (Context) en het gebruikte materiaal (Technology).

5.1 People

Voor onze Fieldresearch:Onze doelgroep zijn de basisschool leerlingen uit groep 7 en 8. Het concept heeft als vakgebied aardrijkskunde en daarom hebben wij deze doelgroep uitgekozen, omdat dit wat ouderen leerlingen zijn. Ook willen wij topografische elementen in ons product verwerken, meestal krijg je dit in groep 7 en 8. Het concept is voor elke cultuur mogelijk, van Nederlands tot Hindoestaans. Om te beslissen wat we allemaal willen gaan gebruiken en wat er in het product moet komen zijn we van plan onderzoek te gaan doen bij verschillende basisscholen. We gaan dan een dagdeel meelopen om er achter te komen welke invloed digitale lesstof heeft op de kinderen en of de stof ook goed wordt beheerst als je de kinderen overhoord. Zo zullen we ook aan een aantal scholieren vragen, met wat voor digitaal techniek ze het leren leuk vinden (video's, spelletjes). Ook willen we gaan onderzoeken welke manier het beste is om de scholieren te motiveren om veel na schooltijd te gaan leren. Bijvoorbeeld door een extra niveau vrij te spelen of door een snoepreep te krijgen. We weten allemaal dat de mensen graag zijn mede mens wil verslaan in iets of de beste wilt zijn. Dit willen we natuurlijk gaan triggeren, door een soort van highscore/leaderboard. Omdat de doelgroep groep 7 en 8 is, zal er niet veel aandacht worden besteed aan kleuterige dingen, er zal worden geprobeerd er een aantrekkelijk geheel van te maken. Maar vooral geen kinderachtige dingen erin, want als groep 7/8’er wil je niet als kindje worden behandeld.

5.2 Activities

Om de leerstof goed over te brengen wordt er gebruik gemaakt van een app. Om deze app te begrijpen en te gebruiken heb je verstand nodig van aardrijkskundige termen en lengtematen. Verder moet je goed kunnen lezen en rekenen. Daarom zijn leerlingen van groep 1 en 2 niet de doelgroep, omdat dit niveau te hoog voor hen is. Ook zal deze app voor jonge kinderen niet echt fascinerend zijn, omdat er niet echt speelse dingen in voorkomen. Daarom is de doelgroep groep 7 en 8 omdat die verder zijn in ontwikkeling en dit wel zullen begrijpen. Zij zullen hier wel de plezier van inzien, omdat het ze aanspreekt en het graag willen leren.

7

5.3 Context

Het product gaat gebruikt worden in de thuisomgeving van de scholier zelf en speelt af op de computer. Het is de bedoeling dat de scholier na schooltijd gebruik maakt van de applicatie. Om ervoor te zorgen dat de scholier ook daadwerkelijk bezig is met de lesstof willen we gaan kijken of het mogelijk is dat de docent de volgende dag kan zien of de scholier zijn werk wel heeft gedaan. Het visuele van het product moet er niet al te druk uitzien, want de scholier moet niet te veel worden afgeleid van onnodige dingen. Een aantal voorbeelden hiervan zijn drukke kleuren, veel bewegende beelden etc. Teksten zullen niet in sierletters en dergelijke worden getoond, maar in normale zwarte tekst. De achtergrond krijgt wel een leuk kleurtje en er zal achtergrond muziek bij zitten, om het niet al te saai te maken. Ook bij elk goed of fout antwoord hoor je een toepassend geluidje. Ook zal er gebruikt worden gemaakt van plaatjes in de app, deze worden gebruikt bij voltooiing van een opdracht.

5.4 TechnologyHet product wordt in Java geprogrammeerd. Binnen Java gebruiken wij alleen web elementen zodat het product op een site/webserver gezet kan worden. Doormiddel van het plaatsen van de applicatie op een site kan er ook met een PDA of tablet gewerkt worden. Het product maakt gebruik van een database (MySQL) om gegevens zoals: Gebruikersnamen, wachtwoorden, scores en verloop te registreren. In de applicatie kunnen twee actoren: Gebruiker (kind) en Administrator (leraar) voorkomen. Bij het laden van schermen en opdrachten moet er altijd een feedback gegeven worden. De doelgroep heeft al snel de neiging te denken dat iets kapot is omdat zij niet beter weten. Op het moment dat men ergens op drukt zonder een reactie te zien kan dit resulteren in verwarring.De interface word zo simpel mogelijk gehouden, een te grote hoeveelheid aan knoppen sliders en checkboxes zou kinderen in de war maken. Het kind moet de mogelijkheid hebben een moeilijkheid graad te kunnen kiezen in het geval dat hij/zij nog niet of juist wel bekend is met de stof.De leraar kan per leerling zien wat en wanneer zij gepresteerd hebben zodat zij hier extra hulp bij kunnen bieden. Door de pogingen bij te houden die de leerling gemaakt heeft kan de leraar precies zien vanaf welk punt het te moeilijk werd voor de desbetreffende leerling. Leraren moeten wachtwoorden van leerlingen kunnen resetten en of veranderen in geval dat dat nodig is.

8

6. PlanningEr zullen verscheidene field- en desk researches worden uitgevoerd. Deze zullen de kwaliteit van het project verbeteren en hierdoor wordt er meer kennis vergaard over de doelgroep en de eisen en wensen van de opdrachtgever. Deze researches zullen zeker van pas komen bij de ontwikkeling van het product.

6.1 Field researchEr zullen een aantal van ons langs basisscholen gaan om informatie te verkrijgen om een zo goed mogelijk product te ontwikkelen. Er zal worden gekeken naar hoe de les verloopt en hoe de leerstof wordt opgenomen door de leerlingen. Uiteindelijk wordt er een vragenlijst aan de scholieren en aan de docenten uitgedeeld. Uit het resultaat van de vragenlijst krijgen wij een beeld van hoe wij het effectief en efficiënt kunnen ontwikkelen.[Zie bijlage: vragenlijst scholier][Zie bijlage: vragenlijst docent]

6.2 Desk researchIn dit project zal er niet veel gebruik worden gemaakt van desk research. Wel zullen wij ons in de lesstof verdiepen om zo een product zonder fouten in te leveren. Deze desk research kan voor een theoretische verdieping zorgen voor een extra fundering voor onze field research (bijvoorbeeld met enquetes). Ook levert deze desk research een kwalitatieve en kwantitatieve input voor ons project.

9

7. Bijlages.

7.1 Vragenlijst scholieren over het digitaal leren.

10

Vragen over lerenDit is een korte vragenlijst over hoe jullie op school leren en of jullie thuis ook nog bezig zijn met school.

1. Vraag 1.Hoe vaak leer je door gebruik van de computer, op school?

o nooit.o 1 tot 2 keer per week.o 2 tot 3 keer per week.o 3 tot 4 keer per week.o 4 tot 5 keer per week.

2. Vraag 2.Hoe vaak leer je thuis, na schooltijd?

o nooit.o 30 minuten tot 1 uur per dag.o 1 uur tot 2 uur per dag.

3. Vraag 3.Op welke manier vind je het leuk om te leren?

o geen een manier, want ik vind leren niet leuk.o wanneer de juf/meester alles uitlegt.o wanneer ik een video kijk.o wanneer ik een spelletje op de computer doe

4. Vraag 4.Ik heb moeite met het materiaal wat wij in de les krijgen?

o ik heb geen moeite met de lesstof.o ik heb soms moeite met de lesstof.o ik heb moeite met de lesstof.

11

5. Vraag 5.Ik zou graag na school meer willen leren.

o ik wil niet meer leren na school.o ik wil wel meer leren na school.

6. Vraag 6.Ik zou meer tijd besteden na school met leren, wanneer ik hier een prijs mee kan winnen.

o ja, ik zou meer tijd in het leren steken, als hier een leuke prijs tegenover staat.o nee, ik zou nooit meer tijd aan leren besteden, ook al krijg ik een leuke prijs kan winnen.

Dit waren de vragen over het leren op en na school. Nu komen er een paar andere vragen:7. Vraag 7.Ik heb thuis een iPad of een ander merk tablet.

o ja, een iPad.o ja, een ander merk tablet.o nee, ik heb thuis geen tablet.

8. Vraag 8.Ik zit vaak op de iPad of tablet.

o ja, ik speel vaak spelletjeso ja, ik kijk vaak video's.o nee, ik maak geen gebruik van de iPad of tablet.

9. Vraag 9.Zou je verder leren als dit kon die op de iPad of Tablet? Zo ja, hoe zou je dan verder willen leren?......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

7.2 Vragenlijst docenten over het digitaal leren.

12

Vragenlijst docenten over het digitaal leren.In deze vragenlijst komen er een aantal vragen aanbod over hoe de scholieren leren tijdens de les.

Vraag 1.De scholieren leren veel via de computer door educatieve spelletjes en/of video's.

o ja, we geven de scholieren de mogelijkheid om digitaal te leren doormiddel van spelletjes en video's.

o ja, we geven de scholieren de mogelijkheid om te leren doormiddel van spelletjes.o ja, we geven de scholieren de mogelijkheid om te leren doormiddel van video's.o nee, we geven de scholieren niet de mogelijkheid om te leren via digitale leerstof.

Vraag 2.ik kan en mag de scholieren controleren of zij de lesstof goed hebben begrepen, doormiddel van overhoringen.

o ja, wij kunnen en mogen de scholieren overhoren over de lesstof.o ja, wij kunnen de scholieren overhoren, maar maken hier geen gebruik van.o nee, wij kunnen en mogen de scholieren niet overhoren over de lesstof.

Vraag 3.De scholieren krijgen huiswerk mee naar huis en word gecontroleerd.

o ja, het huiswerk wordt nagekeken.o nee, het huiswerk wordt niet nagekeken.

Vraag 4.Ik zou graag een systeem hebben waarbij de scholieren verplicht worden om thuis aan de slag te gaan met leerstof door gebruiken van een iPad of tablet. Nee/ja, want .........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

13

Vraag 5.Op wat voor een manier kunnen wij de scholieren, die moeite hebben met leren, te stimuleren om de stof toch goed te kunnen begrijpen?...............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Vraag 6.Is er onderling de scholieren een strijd van wie het beste is in de klas?Nee/ja, ..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

7.3 Persona’s

Anna de Vries is 11 jaar oud en zit in groep 8 van de Beatrixschool in Amsterdam. Samen met haar 6 jarige zusje uit groep 3 en haar vader Rob en moeder Anja, wonen zij in Amsterdam Zuid. Anna houdt erg van Rekenen, Topografie en van lezen. Wanneer zij geen huiswerk heeft speelt zij het liefst op de computer met vriendjes. De klas gaat dit jaar op schoolkamp en daar heeft Anna heel veel zin in. Ze vindt reizen leuk en was dan ook dol enthousiast toen de juf vertelde dat de klas zelf een plaats mocht uitkiezen waar ze op kamp zouden gaan. Ze bekijkt regelmatig via Google Maps en de kaart van Nederland wat leuke plaatsen zijn om naar schoolkamp toe te gaan. Anna vindt het jammer dat zij met deze middelen niet kan zien waar het bijvoorbeeld lekker warm weer is en waar weinig regen valt. Anna wilt van alles weten, maar op de map die zij gebruikt staat zoveel informatie, dat ze het soms even niet meer weet.

Marco Vogel is 12 jaar oud en zit in groep 7/8 van de Akker in Alkmaar. De groep waarin hij zit is een combinatieklas, maar hij zit zelf in groep 7. Marco zijn ouders zijn gescheiden en hij woont daarom samen met zijn broertje Guus van 9 jaar oud bij zijn moeder in Ouddorp. Zijn klas is de eerste klas van de basisschool die allemaal met eigen laptops werkt. Hij vindt dit veel leuker dan al die saaie boeken die ze voorheen hadden. De leukste vakken vindt hij Begrijpend Leren Lezen en Topografie. Wanneer hij thuis komt met zijn broertje zijn ze vaak een uurtje alleen, omdat hun moeder dan nog aan het werk is. Wanneer zijn moeder dan thuis komt, moet ze vaak nog allerlei dingen doen. Hulp bij huiswerk heeft Marco dan niet, maar dat vindt hij niet erg, omdat hij het merendeel zelf kan doen op zijn eigen laptop. Zijn jongere broertje Guus uit groep 6 heeft wat meer moeite met huiswerk maken, maar Marco helpt hem daar graag bij. Ze gaan dan samen achter de computer zitten om huiswerk te maken en spelen na afloop nog een spelletje tegen elkaar waarbij ze strijde

14

8. Fase 1 presentatie slides

15

16

17

18

19

20

PROJECT INITIATIE DOCUMENT

Project: Get Connected

Opdrachtgever: KlasseTV

Bestandsnaam: ITopia PID

Project: Get Connected Versie: 1.1

Auteur: KTV309 Datum: 21-5-2013

21

ManagementsamenvattingIn de managementsamenvatting geef je kort-en-krachtig de belangrijkste aspecten van het project weerKlasseTV heeft ITopia de opdracht gegeven om een app te maken om kinderen te stimuleren thuis bezig te zijn met het materiaal van KlasseTV. ITopia heeft besloten dit project uitgevoerd te laten worden door de junior-medewerkers van ITopia van de richtingen: IT-management, Software Engineering en System & Network Engineering. Het product zal worden opgeleverd in de volgende 4 fases: Idea, Proof of Concept, Alpha, Beta. Aan het eind van elke fase wordt de oplevering beoordeeld door ITopia, uit dit resultaat zal blijken of dit project zo verder zal gaan of dat het moet worden veranderd. Het eindproduct wordt gedemonstreerd op 11 juni 2013.

Fase Opleveringen*Idea Video, Research report, PresentationProof of Concept Proof of Concept, PID, PresentationAlpha Alpha product, Test approach, Klasse diagram, User manualBeta Beta product, Final report*Deze opleveringen zullen verder in dit document worden uitgelegd.

KTV309 heeft een budget van €100 van ITopia gekregen, dit wordt alleen vergoed na goedkeuring van de uitgaven. De initiële kosten voor dit project bedragen €22.000 en de operationele kosten bedragen €2.000 per jaar.

22

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting...............................................................................................................21Inhoudsopgave.................................................................................................................................229. Inleiding.....................................................................................................................................24

9.1 Gebruik van de PRINCE2 projectmanagementmethode...................................................249.2 Doel van dit document.......................................................................................................259.3 Opbouw van het document................................................................................................25

10. Projectdefinitie.......................................................................................................................2610.1 Achtergrond.......................................................................................................................2610.2 Projectdoelstellingen..........................................................................................................2610.3 Projectresultaat..................................................................................................................2610.4 Scope & afbakening...........................................................................................................2610.5 Randvoorwaarden & aannames........................................................................................2610.6 Relaties met andere projecten...........................................................................................2610.7 Projectaanpak....................................................................................................................26

11. Business Case......................................................................................................................2811.1 Redenen om te starten met het project.............................................................................2811.2 Alternatieven......................................................................................................................2811.3 Voordelen..........................................................................................................................2811.4 Nadelen.............................................................................................................................2811.5 Kosten................................................................................................................................2811.6 Investeringsanalyse...........................................................................................................29

12. Projectorganisatie..................................................................................................................3012.1 Organigram........................................................................................................................3012.2 Rollen & verantwoordelijkheden........................................................................................30

13. Projectplan............................................................................................................................3213.1 Plan aannames..................................................................................................................3213.2 Gantt-chart.........................................................................................................................3213.3 Productdecompositiestructuur...........................................................................................3213.4 Productstroomdiagram......................................................................................................3313.5 Activiteitenplanning............................................................................................................3313.6 Overzicht benodigde middelen..........................................................................................3313.7 Productbeschrijvingen.......................................................................................................33

14. Beheersinstrumenten............................................................................................................3414.1 Toleranties.........................................................................................................................3414.2 Risicomanagement............................................................................................................3414.3 Uitzonderingsprocedure.....................................................................................................3414.4 Voortgangsrapportages.....................................................................................................35

Bijlage 1. Grafische Projectplanning................................................................................................36Bijlage 2. Productbeschrijvingen......................................................................................................37

23

9. Inleiding

9.1 Gebruik van de PRINCE2 projectmanagementmethode.

In dit project wordt er gebruik gemaakt van de PRINCE2 ( Projects in a controlled environment 2) methode. Met behulp van deze methode kan je beter managen, besturen en organiseren. Er is structuur en dit zorgt voor kwaliteit. De methode PRINCE2 is gebaseerd op zeven principes:

- Voortdurende businessrechtvaardiging- Leren van ervaringen,- Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden,- Managen per fase,- Manage by exception- Productgericht- Aanpassen aan de projectomgeving.

Voortdurende businessrechtvaarding houdt in dat het doel van het project de hele tijd zijn waarde moet houden. Hierdoor moeten er onderdelen van het project steeds een klein beetje bijgesteld worden, het doel hiervan is dat het project niet maar door blijft gaan.

Tijdens het project wordt er van je verwacht dat je steeds door blijft leren, en de nieuwe kennis gebruikt tijdens het project. Dit wordt ‘leren van ervaring’ genoemd, belangrijk hierbij is dat je aan het eind van het project terug kijkt op wat goed en minder goed is gegaan.

Gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden zijn belangrijk voor het slagen van het project. Daarom is het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheden en taken binnen het project kent. Binnen PRINCE2 bestaat er een structuur van taken en rollen, hiermee moet het mogelijk zijn om de stuurgroep die bestaat uit een opdrachtgever, leverancier en gebruiker tevreden te stellen.

PRINCE2 is erop gericht om de stuurgroep tevreden te stellen, hiervoor moet je geregeld afspreken met de stuurgroep om het project per fase te evalueren. Dit wordt managen per fase genoemd, je verdeeld het project op is fases en werkt deze af. Elke fase wordt beoordeeld met go’s en no go’s, je mag pas aan een nieuwe fase beginnen als je een go hebt van de stuurgroep.Het idee is dat er vanaf een hoger niveau zo weinig mogelijk moet worden gemanaged, alleen als dit echt nodig is. Dit wordt manage by exception genoemd. Als je niks hoort dan gaat het goed, zo niet dan wordt de klant geinformeerd.

Binnen een project staat het product centraal en daarom ook bij PRINCE2. Daarom is het belangrijk om productgericht te plannen, hierbij moet je rekening houden met de gestelde eisen aan het product door de stuurgroep.

Met aanpassen aan de projectomgeving wordt bedoeld dat je zelf kiest wat je van PRINCE2 wel of niet gebruikt. PRINCE2 is namelijk ontzettend uitgebreid en het is niet allemaal voor

24

elk project relevant, vandaar dat je zelf vrij bent om aanpassingen te doen in de management methode.

9.2 Doel van dit document

Dit document geeft ons houvast bij het uitvoeren van het project. Het maken van het Project Initiatie Document (PID) verplicht ons om al na te denken over bijvoorbeeld de risico’s en de planning van het project. In het document leggen wij ook al afspraken met onszelf en de opdrachtgever vast. Ook krijgen wij een beter beeld van het project, wat er precies moet gebeuren en waar de opdrachtgever naar verlangt. Het PID vormt de basis voor het project en heeft mede het doel om zowel de belanghebbenden als de verantwoordelijken in een vroegtijdig stadium bij de besluitvorming te trekken

9.3 Opbouw van het document

Het PID begint met een projectdefinitie, dit hoofdstuk bestaat vooral uit informatie voor de projectgroep.Hierin komen een aantal zaken met betrekking tot het project, zoals: De achtergrond, projectdoelstellingen, projectresultaat, scope & afbakening, randvoorwaarden & aannames, relaties met andere projecten en projectaanpak.

Het volgende hoofdstuk is de business case. Hierin wordt net als in de projectdefinitie informatie vast gelegd maar deze is bedoeld voor de opdrachtgever. Deze informatie heeft net als met de projectdefinitie betrekking tot het project. De volgende informatie komt aan bod: Redenen om te starten met het project, alternatieven, voordelen, nadelen, kosten en de investeringsanalyse.Het hoofdstuk projectorganisatie dient ervoor om een duidelijker beeld te krijgen van de betrokken partijen. Hierin wordt de stuurgroep beschreven en grafisch weergegeven. Ook zullen de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen beschreven worden.In het hoofdstuk projectplan gaan we dieper in op het project, hierin worden de opleveringen besproken en de planningen weergegeven. Ook worden de opgeleverde producten beschreven en de middelen die nodig zijn voor het project.In het laatste hoofdstuk, beheersinstrumenten, zullen de toleranties en risico’s van het project besproken worden. Ook wordt er besproken op welke manier en hoe vaak de voortgang van ons project wordt besproken met de betrokkenen

25

10. Projectdefinitie

10.1 AchtergrondHet bedrijf KlasseTV is een bedrijf dat les materiaal voor scholen op het internet aanbied. De leraren en leerlingen kunnen hier gebruik van maken. KlasseTV wilt nu ook dat kinderen niet alleen op school gebruik hier van maken maar ook na schooltijden. Om dit mogelijk te maken heeft KlasseTV het bedrijf ITopia benaderd om een (web)applicatie te maken. De app die gemaakt gaat worden moet zowel leerzaam als leuk zijn. Daarnaast moet natuurlijk gekeken worden naar de daadwerkelijke software. ITopia heeft haar junior-medewerkers ingehuurd om dit voor elkaar te krijgen.

10.2 ProjectdoelstellingenDe opdrachtgever wil een op maat gemaakte applicatie hebben die zijn leermateriaal ook makkelijker buiten school beschikbaar en aantrekkelijker maakt. Onze doelstelling is om de opdrachtgever een volledig functionerende prototype van onze applicatie te leveren. Deze applicatie zal leuk en leerzaam zijn. Er wordt gestreefd naar een applicatie, met als vakgebied aardrijkskunde, die de gebruikers leert om te gaan met kaarten en topografie. Ook zullen leraren een grote inbreng krijgen, zij kunnen leerstof toevoegen in de applicatie. Anders gezegd, het doel van dit project is een product leveren waar alle betrokken partijen tevreden mee zullen zijn.

10.3 ProjectresultaatHet resultaat zal een op maat gemaakte applicatie zijn, gebaseerd op richtlijnen gegeven door leerlingen, leraar en van de opdrachtgever. Het opgeleverde product zal een een prototype zijn dat goed getest is en goed functioneerd.

10.4 Scope & afbakeningWij gaan een applicatie voor het vakgebied aardrijkskunde en hebben het lespakket kaartwijzer gekozen. Wij zullen dus geen applicatie ontwikkelen voor ander les materiaal. Onze doelgroep is groep 7 en 8 en met anderen doelgroepen zullen wij geen rekening houden. Deze applicatie is bestemd voor de leerling, maar de leraar speelt ook een rol.

10.5 Randvoorwaarden & aannamesAlle benodigde informatie hebben wij vooraf ter beschikking gekregen. Er zijn wel een aantal randvoorwaarden aan de applicatie bijvoorbeeld: De applicatie moet leerzaam zijn en passen bij de doelgroep die wij hebben gekozen. Het is ook de bedoeling dat kinderen er thuis mee bezig zijn.

10.6 Relaties met andere projectenEr zijn naast ons ook andere teams, deze gaan net als ons te werk aan een applicatie voor KlasseTV. Wij hoeven hier niet veel rekening mee te houden, wel moeten wij er op letten om niet dezelfde applicatie te maken.

26

10.7 ProjectaanpakOm het uiteindelijke product op te leven gaan wij zorgvuldig te werk, door goed naar de eisen en wensen van de opdrachtgever te luisteren, zodat de opdrachtgever tevreden kan zijn met het opgeleverde product. We doen eerst research op verschillende scholen. We zullen enquêtes uitdelen aan leerlingen en aan leraren en sommige zullen wij ook interviewen. Wij nemen elke enquete/interview zeer serieus en zullen dit ook mee nemen in ons product. Nadat we weten wat onze richtlijnen zijn van de applicatie gaan we kijken hoe we deze kunnen realiseren. We zullen gebruik maken van de programmeertaal Java. En de applicatie is bestemd voor desktop/laptop gebruik.

- Het project valt uiteen in een aantal fases, op volgorde: - Starting up a Project- Initiating a Project, Controlling a Stage- Managing Stage Boundaries- Managing Product Delivery - Closing a Project.

In de eerste fase, Starting up a Project, wordt nog niet aan het project gewerkt, in deze fase wordt nagegaan of het zin heeft om het project te starten.

In de fase Initiating a Project bevinden wij ons nu, dit is een ontzettend belangrijke fase in de methode van PRINCE2. Deze fase is bedoeld om van tevoren goed na te denken over het project, bijvoorbeeld over de risico’s, kwaliteitseisen vast stellen en het opstellen van het Project Initiatie Document ofwel PID.

De volgende fase is Controlling a Stage waarin word vastgesteld wat gedaan moet worden en taken worden verdeeld, deze fase wordt vaak tegelijk uitgevoerd met Managing Stage Boundaries en Managing Product Delivery. De fase Managing Stage Boundaries bestaat vooral uit communicatie tussen de projectmanager en de stuurgroep, de stuurgroep beoordeeld het resultaat van de fase en moet met de projectmanager tot een akkoord komen over de planning van de volgende fase.

In de fase Managing Product Delivery maken we afspraken over het uitvoeren en opleveren van het werk en over de eisen die we hieraan stellen.

De laatste fase, Closing a Project, is heel belangrijk in de methode van PRINCE2. Niet alleen wordt in deze fase het product opgeleverd maar het bestaat ook uit een evaluatie van het project. De evaluatie is ontzettend belangrijk omdat het je helpt jezelf te verbeteren, het is een fase waar je leert van je fouten en waar je uitdagingen kan stellen voor een volgend project.

27

11. Business Case

11.1 Redenen om te starten met het projectKlasseTV wilt ervoor zorgen dat scholieren buiten de schooltijd ook nog bezig zijn met de lesstof. Dit komt omdat er veel kinderen tijd besteden aan de lesstof na schooltijd. Dit is dus een groot probleem vooral voor de scholieren van groep 7 en 8, omdat deze aan het voorbereiden zijn voor het middelbare onderwijs. Het is verstandig dat kinderen dus na schooltijd ook aan school werken, om alvast te wennen aan het ‘huiswerk’ dat je krijgt op de middelbare school. Daarom heeft KlasseTV ITopia ingehuurd om een product te leveren die dit proces zal verbeteren.

11.2 Alternatieven Er zijn genoeg alternatieven zoals video’s, spelletjes, groepsopdrachten en nog veel meer. Op deze manier kan je kinderen ook laten leren buiten schooltijd op een leuke manier. Je kunt ook niks doen (het 0 scenario), dan zullen de kinderen niet veel bezig zijn met de lesstof en het niet goed tot zich nemen.

11.3 Voordelen Het uiteindelijke product zorgt ervoor dat kinderen met plezier de lesstof zullen leren, hierdoor begrijpen ze de lesstof die KlasseTV biedt. Ook zal met behulp van dit project de naamsbekendheid van KlasseTV verhoogd worden. De immateriële baten zullen uiteindelijk tot omzetsverhoging leiden. Als het product geld gaat kosten voor de gebruikers, zal er meteen een omzetsverhoging zijn. Elke fase wordt er gecontroleerd, hierdoor zullen er geen tot weinig misverstanden voorkomen. De opgeleverde producten worden streng nagekeken en als het niet goed is, moet het worden verbeterd, dit zorgt voor een beter kwaliteit van het product. Het project zal ook niet veel geld kosten, er wordt namelijk geen gebruik gemaakt van dure hardware/software.

11.4 NadelenHet nadeel van dit project is dat het niet veel winst zal opleveren in de vorm van geld (materiële baten).De terugverdientijd zal een tijd duren, de investering zal waarschijnlijk niet in het eerste jaar zijn terug verdiend. Dit geldt niet als het product geld gaat kosten. Een nadeel is zoals bij ieder ander ICT-project, dat als het fout gaat het en dure grap wordt, maar er wordt vanuit gegaan dat dit niet gebeurd. Een ander nadeel is dat er continu een server moet runnen en deze ook onderhouden moet worden.

De kosten die er aan vast zitten is, tijd. Er moet veel tijd geinvesteerd worden in research met eindgebruikers om zo een goed product te realiseren (Bijvoorbeeld Vragenlijsten en interviews). Ook moeten er een aantal werkzaamheden verricht worden die veel tijd in beslag nemen.

28

11.5 Kosten

De Initiële kosten voor dit project zullen €22.000 (alles bij elkaar) bedragen.Werkzaamheden Menno

KruijtLou van de Laarse

Mike Stokkel

Ko Smits Tim Vonseé

Wesley Scheper

Organiseren €1.000Programmeren €2.000 €2.000 €2.000Conceptualiseren €1.000 €1.000 €1.000 €1.000 €1.000 €1.000Testen €1.000 €1.000 €1.000 €1.000 €1.000 €1.000Het organiseren kost 50 uur, het programmeren kost 300 uur, het conceptualiseren kost 250 uur en het testen kost 250 uur. Het uurtarief is €20.

De operationele kosten bedragen €2.000 (100 uur) per jaar, want de database achter de applicatie moet onderhouden worden.

11.5 InvesteringsanalyseAls de baten groter zijn dan de kosten, dan is de business case haalbaar. De applicatie zal over de jaren heen veel opleveren, niet alleen materiële baten, maar ook immateriële baten. Hierbij moet je denken aan naamsbekenheid.

29

klasseTVStefan van Goor

ITopia

OpdrachtgeverStefan van Goor

Project ManagerDop Terlingen

Alexander Mulder

CoachWilma van Hoogenhuyzen

ConsultantKarel PietersonProject Groep

Team Leden:Lou van de Laarse

Wesley ScheperMike StokkelTim Vonseé

Ko Smits

Team Leider:Menno Kruyt

12. Projectorganisatie

12.1 Organigram

30

De stuurgroep is in dit organigram niet aangegeven, maar deze bestaat uit de opdrachtgever (Executive), de gebruiker (Senior User) en de leverancier (Senior supplier). De gebruiker en de leverancier spelen in dit project niet een grote rol en dit is ook de reden dat niet is opgenomen in het organigram.

12.2 Rollen & verantwoordelijkhedenKlasseTV

Naam Rol Email

Stefan van Goor Opdrachtgever Stefan.van.Goor@KlasseTV.nl

De opdrachtgever zoals de naam al zegt, geeft een opdracht. De opdrachtgever is degene die de eisen en wensen van het project stelt aan een project. Ook is de opdrachtgever belangrijk bij de besluitvorming en zit daarom in de stuurgroep.

Projectmanager, Consultant en Coach

Naam Rol Email

Dop Terlingen Project manager d.terlingen@hva.nl

Alexander Mulder Project manager a.p.mulder@hva.nl

Karel Pieterson Consultant k.k.pieterson@hva.nl

Wilma van Hoogenhuyze Coach b.w.van.hoogenhuyze@hva.nl

De projectmanagers zorgen ervoor dat de opdrachtgever te weten komt hoe ver de projectgroepen zijn. De projectmangerers zorgen ervoor dat de aangeleverde opdrachten met voldoende kwaliteit en op tijd worden gemaakt.De consultant geeft advies om de kwaliteit van de gemaakte producten te verbeteren.De coach helpt het team een goede sfeer te creeëren. Ze bemiddeld bij problemen met zowel teamleden als docenten, want een goede samenwerking zorgt natuurlijk voor kwaliteit.

31

13. Projectplan

13.1 Plan aannamesBinnen het project nemen wij aan dat leraren en leerlingen van de basisschool (groep 7 en 8) onze enquêtes willen invullen en eventueel een interview wil afleggen. Uit ervaring zijn de meeste scholen vrij flexibel en vinden leraren het geen probleem om een enquête rond te laten gaan.Aan de technische kant nemen wij aan dat wij verschillende opdrachten binnen een bepaalde grafische interface kunnen laden. Er is bijna geen informatie of voorbeeld te vinden over dit onderwerp. Dus de conclusie trekken of dit mogelijk is kan nog niet.

13.2 Gantt-chartZie bijlage 1.

13.3 ProductdecompositiestructuurHet product valt uiteen in 3 deel producten: de applicatie, de database en structuur en de documentatie/handleiding.

1. De web-applet, ook wel JApplet genoemd is een applicatie die de leerling topografie en kaartvaardigheid laat beoefenen. Binnen deze applicaties kunnen docenten de voortgang van hun leerlingen bekijken en kijken wat zij nog moeilijk vinden. De leraren moeten de prestaties niet alleen kunnen bekijken maar ook kunnen bewerken. De applicatie speelt zich af in een browser en kan via een site bezocht worden.2. De database (structuur). Om de voortgang van de leerlingen te volgen wordt er een database gemaakt die dit overzichtelijk weer kan geven en onderhoudbaar is. Ook moeten er gebruikersgegevens zoals naam klas en leeftijd opgeslagen worden met de benodigde privacy protectie. 3. De documentatie en handleiding moeten worden afgeleverd samen met de applicatie. De handleiding legt uit hoe de applicatie werkt. Bijvoorbeeld: Hoe zou je als leraar een van de vragen traject kunnen resetten? Ook geeft de handleiding simpele handelingen weer zoals registreren en inloggen. Bij de documentatie hoort het functionele ontwerp en niet-functionele ontwerp. Deze vormen samen de informatie benodigd om het project voort te zetten.

32

13.4 Productstroomdiagram

Voordat we aan de applicatie kunnen beginnen moet de database structuur opgezet worden. Hierin bepalen wij hoe wij bepaalde informatie gaan opslaan en hoe wij deze weer terug kunnen vinden. Dit doen wij aan de hand van het technisch ontwerp dus dat moet dan al af zijn. De handleiding kan gelijktijdig met het project gemaakt en bijgehouden worden. Het is de bedoeling dat de meeste handelingen die een gebruiker kan doen er bij de oplevering van het Alpha product uitgeschreven zijn. Tijdens het verbeteren van het Alpha product (Beta product) word de handleiding afgemaakt en eventueel uitgebreid.

13.5 ActiviteitenplanningVolgens de Gantt-chart en het productstroom diagram kunnen wij concluderen dat het begonnen word met een technisch ontwerp. Op het moment dat het technisch ontwerp af is kan er geprogrammeerd worden(Nummer 5 in bijlage 1). Tijdens deze fase wordt het product zoveel mogelijk afgerond. De handleiding word gelijktijdig met het programmeren gemaakt en bijgehouden. Voor meer informatie over de planning zie bijlage 1.

13.6 Overzicht benodigde middelenOm de applicatie te kunnen realiseren zijn er bepaalde technische onderdelen nodig. Zo gaat de applicatie gebruik maken van een MySQL database en een MySQL database connector. Ook is een JApplet verplicht om in een browser afgespeeld te worden (als Java applicatie). Er is dus een browser met internet nodig om de applicatie te kunnen afspelen. Ook heb je JRE (Java Runtime Environment) nodig om de apllicatie te kunnen afspelen.

13.7 ProductbeschrijvingenZie bijlage 2.

33

14. Beheersinstrumenten

14.1 TolerantiesTijdens het project zijn er twee voortgangsmomenten waarop er een GO of NO-GO kan worden gegeven door de project managers. Deze twee voortgangsmomenten zijn respectievelijk de idee fase en de Proof of Concept fase. Voor een NO-GO in de idee fase is er de mogelijkheid om een verbeterde versie van het Research Report op te leveren binnen één week. Een tweede NO-GO bij het tweede voortgangsmoment levert een STOP op. Het team kan dan een beoordeling bezwaar aantekenen bij de projectleider met een verbeterplan. De projectleider bepaalt hierbij de eventuele volgende stappen die genomen dienen te worden.

14.2 RisicomanagementHieronder worden tussen blokhaken ([]) de namen van risico’s aangegeven met bijbehorende omschrijvingen:[NO-GO idee] Het idee is afgekeurd en er dient een verbeterde versie van het Research Report opgeleverd te worden. Dit risico is reeël aanwezig en kan worden afgevangen door duidelijk te achterhalen wat de opdrachtgever precies wilt en ons daar op te anticiperen.[NO-GO PoC]  Het Proof of Concept is afgekeurd. Waarschijnlijk dient er een verbeterde versie van de PoC opgeleverd te worden. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken doet het team er verstandig aan om ruim op tijd een conceptversie te bespreken. Zo kunnen eventuele fouten vroegtijdig worden ontdekt en opgelost.[2x NO-GO/ STOP] Wanneer er tweemaal een NO-GO wordt afgegeven vindt er een STOP plaats. Het team kan dan een bezwaar indienen bij de projectleider. De projectleider beslist of er verdere stappen zullen worden genomen en of het team mag door gaan, danwel met een verbetering. Wanneer er na fase 2 een STOP wordt afgegeven, dan wordt het team ontbonden. Via een bezwaar kan de projectleider een student de kans geven om opnieuw te solliciteren bij een ander projectteam. Om dit risico zoveel mogelijk te vermijden dienen de risico’s [NO-GO idee] en [NO-GO PoC] niet op te treden. Alleen dan kan dit kleine risico worden vermeden.[opgestapt teamlid] Een teamlid kan besluiten te stoppen met het project of een teamlid kan na de ontslagprocedure worden verwijderd uit het team. In overleg met de projectleiding kan dan een alternatief traject worden afgesloten. De kansen van dit risico zijn moeilijk in te schatten, daar het nooit van te voren is te voorspellen wat een teamlid doet. Het gezamenlijk ontslaan van een lid kan worden vermeden door goede afspraken te maken over de samenwerking en deze vast te leggen in een samenwerkingscontract.

14.3 UitzonderingsprocedureTe allen tijden, bij elk opgetreden risico, zal er door het gehele team actie moeten worden ondernomen. Betrekking van de coach en of project manager kan hierbij nodig zijn.

34

14.4 VoortgangsrapportagesTwee wekelijks vindt er een Project Meeting plaats met één vertegenwoordiger van ieder team en de twee projectmanagers, Alexander Mulder en Dop Terlingen. Hierin wordt de voortgang van het project besproken. Daarnaast is er eveneens twee wekelijks een coaching gesprek met Wilma van Hoogenhuyze waarin de voortgang van het team besproken wordt. De opdrachtgever staan in contact met de projectmanager en de opgeleverde producten worden bekeken door de opdrachtgever.

35

Bijlage 1. Grafische Projectplanning

36

Bijlage 2. ProductbeschrijvingenProductbeschrijving

Product ID 1

Productnaam Aardrijkskunde/kaartvaardigheid applicatie (JApplet)

Doel Het leren van kaart- en topografische vaardigheden in een spelende omgeving. De leerling moet zich vrij voelen zijn eigen leerstof te kunnen bepalen. De leraar kan vervolgens zien wat de leerling af heeft en wat hij/zij moeilijk vind/vond.

Samenstelling 1. Technisch ontwerp2. Database structuur3. Alpha product4. Beta product5. Handleiding

Kennis en kunde nodig om product te vervaardigen

Programmeren binnen Java met GUI onderdelen en MySQL. Om dit product te kunnen realiseren moet de desbetreffende persoon kunnen programmeren met GUI elementen, zonder design view.

Kwaliteitscriteria Het product moet functioneel zijn. Dat wil zeggen dat eventueel voorkomende bugs niet het proces van de applicatie mogen stoppen en/of onbruikbaar maken.

Kwaliteitsmethode De kwaliteit word beoordeeld doormiddel van het doorlopen van de stappen vastgelegd in de Use Case Tabellen. Ook de “uitzonderingen” moeten worden uitgetest.

Productbeschrijving

Product ID 2

Productnaam Database structuur

Doel Zo effectief mogelijk opslaan van de data die de applicatie nodig heeft voor het opslaan/laden van onderdelen.

Samenstelling 1. Structuur doormiddel van CaseTalk of Infagon.

Kennis en kunde nodig om product te vervaardigen

Kunnen werken met CaseTalk / Infagon. En het kwalificeren en classificeren van data.

Kwaliteitscriteria

Kwaliteitsmethode

37

15. Fase 2 presentatie slides

38

39

40

41

42

16. Klasse diagram

43

17. User Manual IntroductionThis user manual is written by the developers of the application: “Smart World”. It is written in order to explain you how use the application and it will help you understand the application. The purpose of this user manual is NOT to inform you about the technical components or the programming code. This user manual will be an instruction to help you use the application.The following subjects will be discussed:

Starting the application.How do you start the app and how do you log-in the application and be able to use it.

HomescreenHow do you use the app and what can you do with the application? In this chapter all menu options will be discussed, such as “Mijn Kaart”, leaderboards and logout

The application is Dutch, so most of the terms that are used are Dutch. These terms will be used in this user manual and will NOT be replaced with English terms.

44

18. Inhoudsopgave

17. Introduction............................................................................................................................4418. Inhoudsopgave......................................................................................................................4519. Start the application...............................................................................................................47

19.1 Starting the application......................................................................................................4719.2 Log-in the application.........................................................................................................47

20. Homescreen..........................................................................................................................4820.1 “Mijn Kaart”........................................................................................................................4820.2 Leaderboards.....................................................................................................................5320.3 Logout................................................................................................................................53

45

19. Start the applicationIn this part we are going to discuss how you start the application. Under starting the application we defide it into two parts, starting the application and logging in.

19.1 Starting the applicationTo start the application you need to click on the application. Your internet browser will now open, and the application will start.

19.2 Log-in the application

After you have started the application you need to log-in, every student has his/her own username and password (“Gebruiker” means username and “Wachtwoord” means password). You can only use the application if you fill in the correct username and password. There is a textfield for your username and a textfield for your password. When you did this, click on the button login and you will be redirected to the homescreen of the application.

46

20. HomescreenAfter you are logged in you will be redirected to the homescreen. In this homescreen you can see several menu options and a welcome text as you can see in the picture below.

All menu options will be discussed in this chapter. Every menu option is available for you and you will be redirected if you click on it with your mouse.

20.1 “Mijn Kaart”“Mijn Kaart” is one of the menu options and can be accessed from the homescreen by clicking on the button with your mouse.

When the button is clicked, a map of Europe will pop up on the display.

47

As you know Europe consists of countries, each individual country can be clicked on with your mouse.

48

When a country is clicked several buttons will appear in the display.

The buttons are numbered and each individual button presents a question. Every button can be pressed by clicking on it with your mouse. You can easily navigate through the questions.

When a button is clicked a question will appear in the display.Here is an example of a question:

As you can see the question is multiple choice, there are 4 choices: A, B, C and D. Every question consists of the choices.

You can click with your mouse on every choice and when the answer is wrong a big red cross will pop up and you can try again.

49

When the answer is correct a green checkmark will pop up.

50

When all questions of that country are completed a pop up will come up.

You will be redirected back to map of Europe and the country you completed will be colored.

If you want to answer more questions, simply click on one of the countries you didn’t complete yet. Complete all the countries and you finished the game and whole Europe will be colored.

Recap:1. Click on “Mijn Kaart”2. Click on a country (repeat until all countries are complete)3. Click on a question (repeat until all questions are complete)4. Click on a answer (repeat until you click the correct answer)

51

20.2 LeaderboardsLeaderboards is one of the menu options and can be accessed from the homescreen by clicking on it with your mouse.

When the button is clicked, the leaderboards will pop up in the display

The leaderboards consists of all the users who ever played the game, as you can see the leaderboards show the ranking, name, progress and ID of the other users.

20.3 LogoutLogout is one of the menu options and can be accessed from the homescreen by clicking on it with your mouse. When the button is clicked, you will be logged out and redirected to the login screen.

52

53

KTV309Subtitel van het document

Table of contents

Revision history 541 Test Information 55

1.1 System Under Test 551.2 Test Personnel 55

2 Test Summary 562.1 Acceptance Criteria 562.2 Results 56

3 Background 573.1 Purpose and Scope of all test cases 573.2 Additional Information 573.3 Experience required 573.4 Test Items / Equipment Needed 573.5 Reference Documents 57

4 Preparing the Test Environment 584.1 Application Setup 584.2 Equipment Checks 58

5 Dynamic Quality Testing 595.1 Test Case: Login 595.2 Test Case: Answering questions 605.3 Test Case: Checking Progress 615.4 Test Case: Configuring options 62

6 Static Code Testing 636.1 Test Metrics and Tools 646.2 Code conventions 65

Revision history

Date By Description of changes16-04-2013 Mike,

MennoFrontpage, Layout and Chapter 2.1 - Acceptance Criteria

23-04-2013 Mike, Ko, Menno

Chapter 3 – Background, Chapter 4 – Preparing the Test Environment and Chapter 5 – Dynamic Quality Testing

24-04-2013 Menno Chapter 1 – Test Information and improvements6-6-2013 Menno,

Mike, LouLast Changes, Chapter 6 – Static Code Testing

21. Test Information

21.1System Under TestSystem name: Smart World

Version: 0.9

21.2Test PersonnelName: Lou Date: 03-05-2013, 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Name: Wesley Date: 03-05-2013, 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Name: Tim Date: 03-05-2013, 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Name: Menno Date: 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Name: Mike Date: 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Name: Ko Date: 07-05-2013 Time: 15:00-16:00

Comments: This will be the test personnel for our alpha phase, our beta phase test personnel will be indicated in the second test approach.

22. Test Summary

22.1Acceptance CriteriaThe application has to be dynamically and statically correct. The application has to be coded to the ITopia Code Conventions rules. Our code must be checked by a metric tool, we use JAVA as programming code and so our metric tool will be: “SourceMonitor”. The system must be educational for the users and it must be user friendly. The lesson material in the system relates to our subject: geography. Our target audience and we will test our system; our functionality and usability will be tested. The results of this test will influence our system and we will try to improve our system.

When we discover an error/bug in the code, the programmers will work together to try and fix the error/bug. If we discover a mistake in the requirements, the whole team will come together and try to solve the mistake.

22.2ResultsConclusion of the tests: 86% Passed, 14% Failed

Comments: The code meet the requirements of th HvA code conventions.

23. Background

23.1Purpose and Scope of all test casesThe main functionalities of the application will be tested. Does every question has a correct answer, does every startup check for already made questions and does every question work the right way it should be. We will also test the docility and usability of the application. These are the main things we are looking for. Every other complication that will arise when testing will be solved.The main functionalities are:

Starting the application Log-in the application Answering the questions Checking progress of users

23.2Additional InformationThe instructions for the application can be found in the user manual. Every test case will be instructed in this user manual and when testing the app, the tester will receive our user manual to successfully test the application.

23.3Experience requiredThere is no technical knowledge to test this application as an end user. But for first testing debugging can be needed so technical knowledge about the code is needed.The only technical knowledge the user needs to know is how to browse using the internet. To solve the questions you will need a little geographical knowledge.

23.4Test Items / Equipment NeededA computer that is able to run Java application and a user for testing. Also, the computer needs to be able to go on the Internet by using a browser. Otherwise the user won’t be able to log-in to the application and it can’t retrieve other user’s scorecard.

23.5Reference Documents [RD1] Research Report, Research_Report_Final.pdf, Google Drive, 8 March, 100%

complete

[RD2] Project PID ITOPIA_PID_KTV.pdf, Google Drive, 26 March, 100% complete

[RD3] User Manual, User_manual_gtcn_final.pdf, 14 may, 100% complete

24. Preparing the Test Environment

24.1Application SetupEvery test case needs a computer that can run Java and a user to test the application. Every computer must have a browser and internet connection. Also there is a user manual included if needed. These are the only requirements for starting a test case.

24.2Equipment Checks Possible checks that has to be done to verify that the Application is functional before the tests can be started.

The tester has an internet connection

The tester got the latest version of Java

The database server must be running.

The tester must have the application installed on his/her laptop.

Comments: For the application to be running smoothly, it is suggested to have a laptop with good specifications, although it isn’t needed.

25. Dynamic Quality Testing

25.1Test Case: LoginSpecial Instructions

NONE

Test Case ID TC_FUNCT_01

Description Tests the Login Screen

Initial Conditions Equipment is set up as per Equipment Setup section.

Step Task & Expected Result1 Open the login screen/menu.

2 Verify that the login screen is displayed on any browser. Pass / Fail

3 Enter Username and Password.

4 Verify that the username can be entered. Pass / Fail

5 Verify that the password is masked and can be entered. Pass / Fail

6 Verify that an ok and reset button is displayed. Pass / Fail

7 Verify that Username and Password are correct Pass / Fail

8 Check if you will be redirected to the homescreen of the application Pass / Fail

Comments:homescreen of the application: This is the screen you will see when logged in, it contains a welcome message for the user.

25.2Test Case: Answering questionsSpecial Instructions

NONE

Test Case ID TC_FUNCT_02

Description The user select the “Mijn Kaart” option from the menu and the user answers several questions from different countries

Initial Conditions The user is already logged in

Step Task & Expected Result1 Press the button “Mijn Kaart” from the menu and check if a map of

Europe will appear in the displayPass / Fail

2 Select the country you want to make questions from

3 Will a question list appear in the display? Pass / Fail

4 Click on the question you want to answer

5 Will a question appear in the display? Pass / Fail

6 Click on the right answer

7 Will you be redirected to the next question? Pass / Fail

8 When all questions are answered correctly will the country you selected be completed? And will you be redirected to the begin screen of the application?

Pass / Fail

Comments:Completed: Is the country colored and locked?

Display: The display is a field next to the menu.

25.3Test Case: Checking ProgressSpecial Instructions

NONE

Test Case ID TC_FUNCT_03

Description Look at your progress and the progress of other users

Initial Conditions The user is already logged in.

Step Task & Expected Result1 Click on leaderboards in the menu section

2 You will be redirected to the leaderboards Pass / Fail

3 You will see the progress of other users Pass / Fail

4 When you click on a user, will you be redirected to their begin screen? Pass / Fail

Comments:

Progress: How many and which countries are completed.

26. Static Code Testing

26.1Test Metrics and Tools Describe which metrics and tools you used to test of the static quality of your code ITOPIA (alpha version).

Total number of files 18Total number of classes 39Total number of code lines 2.567Total number of code statements 1426Percentage code comments 16.8Average number of methods per class 3.44Average number of statements per method

7.07

The “biggest” file is: AddQuestion.java Number of classes: 6The “biggest” class is: AddQuestion.java Number of methods:7The “biggest” method is: Loader() Number of statements:19

Comments:The code itself is pretty clean. De big classes are between 30 and 345 lines without the AddQuestion class. De AddQuestion class is 508 lines big and hereby the biggest in our application. There are a few double used methods. Also is the Javadoc missing some annotations in some methods. For this problem we have picked a moment to meet the requirements.

26.2Code conventionsThe code has to be in a structured layout, so it will be visible correctly when printed out.Code lines should not be longer than 100 characters. Variables, methods and classes should have a name that will make clear what it is. Do no use stripes or any other illegal character for long name variables. Constants has to be written in all upper case characters. Commenting should be done good, what is the purpose of the written code. What does it do exactly

Comments:Not all the programming code in our project meets the code convention, that’s why we go through to the code again. The attributes are already named correctly. The constant variables also have the right naming. There aren’t any illegal characters in our code. The Javadoc annotation differs from each programmer, but the level is reasonably high. Some code is missing, but we included this in our to do list when we go through the code again.

27. Bijdrage’s

27.1 Bijdrage van Lou van de LaarseBinnen ons project ben ik software engineer geweest. Ik heb mij dan ook vooral bezig gehouden met het programmeren van onze applicatie. Als software engineer probeer is zoveel mogelijk mijn mede software engineers op niveau te houden (indien nodig). Dit is mij in die project in mindere mate gelukt. Ik vermoed dat het komt doordat wij 3 software engineers minder hadden  dan in het voorgaande project. Hierdoor was er dus meer programmeer werk voor elke software engineer. En ligt de druk per software engineer hoger.

Fase 1:In fase één heb ik met mijn team ons product (applicatie) bedacht, hiervoor hebben wij een lespakket gekozen. Het leek ons leuk om voor de “Kaartwijzer” te kiezen en hier een applicatie bij te maken. Ik had in gedachten een JApplet te maken. De benaming voor de applicatie “JApplet” was bij mij toen nog niet bekend. De laatste keer dat ik een Applet gemaakt had was een single class file applet in de 5de HAVO. Ik heb dit uitgezocht en het bleek de benaming een “JApplet” te hebben. Helaas heb ik hierdoor wel een beetje verwarring geschept met wat voor een applicatie we precies gingen maken. In fase één heb ik ook het technische deel over de applicatie in het PID geschreven. Dit hebben wij later aangepast omdat het idee ook werd aangepast.

Fase 2:In fase twee heb ik de basis van onze applicatie opgezet. Ik heb de main klasse gemaakt en de database klassen van Project Outfit gekopieerd naar ons nieuwe project. Deze twee klassen werkte prima in Outfit en het leek me dus ook geen probleem ze te her-gebruiken voor onze applicatie.

Het idee van onze kaartwijzer applicatie is nog een paar keer besproken. Aan de hand van feedback uit de coaching, PM meeting en consultancy. Echte grote richtlijnen werden niet veranderd binnen het idee van ons project.

Het leek mij slim om de interface van de applicatie op de delen in schermen (JPanels) en dan vanuit de JPanels schermen in onze applicatie te laden. Toen ik dit in de praktijk ging testen lukte het mij niet om de ”Mouse Listeners” op de bovenliggende panel actief te krijgen. Om tijd te besparen ben ik toen verder gegaan zonder panels. Wesley vond dit een omweg en is het toen gelukt om toch de Events binnen de Panels werkend te krijgen. Dit heb ik bestudeerd en tot mij genomen. Zodat ik later zelfstandig dit probleem kan oplossen. Ook hadden we kleine problemen met het lokaliseren van landen op onze land kaart. Op de landen word geklikt, alleen hadden we nog geen idee hoe wij er achter komen op welk land er geklikt werd. Ik heb mij hier in verdiept en ben met het idee gekomen (de klasse) Polygons te gebruiken.

Fase 3:In fase drie moesten wij de applicatie gereed maken voor Alpha release. Hiervoor moest alles in de database gezet worden en gelinked aan de applicatie. Ik heb de meeste database queries ingevoerd die op dat moment benodigd waren. Hiermee kon onze applicatie de spelers en zijn/haar verloop laden. Ook werden vragen en landen geladen. Wesley heeft later enkele van mijn methoden verbeterd door middel van de query verbeteren.

Ook moest de database gevuld worden. Dit was nog een aardig karwei dat ik flink onderschat heb. Een database vullen is een redelijk tijd gebonden activiteit maar vooral een erg langdradig werkje. Ik heb dan ook mijn deadline for het volledig invullen van de database niet gehaald. Wel heb ik er voor gezorgd dat er genoeg informatie in de database stond. Hierdoor was testen van onze applicatie gewoon mogelijk.

Na onze test approach hebben wij de overgebleven bugs en werkjes weer verdeeld onder de SE’ers. Hier hebben wij nog besloten een “Leaderboard” en “Login” toe te voegen. Met het leaderboard kunnen gebruikers elkaars kaart zien. Het leader board viel onder mijn verantwoordelijkheid en is naar mijn mening goed gelukt. De overige bugs zijn rond de zelfde tijd ook verbeterd.

Fase 4:In fase vier heb ik mij bezig gehouden met een deel van de feedback die we kregen op de alpha oplevering. De opdracht gever wou graag zelf vragen kunnen toevoegen. Het leek ons verstandig dan de zelfde funtie voor klasse en leerlingen te maken. Ik heb me bezig gehouden met het scherm waar de leraar kiest wat hij/zij wil toevoegen. En met het klas en leerling toevoegen. In het menu scherm is er ook een knop voor het toevoegen van een vraag. Deze knop leidt naar het scherm waar Tim aan gewerkt heeft.

27.2 Bijdrage van Wesley ScheperTijdens het project was ik één van de drie software engineers. De major contributions van mij bestaan voornamelijk uit code, maar tijdens het project ben ik ook actief bezig geweest met het geven van feedback op sommige producten en het controleren van taken.

Fase 1In de beginfase heb ik een interview gehouden met een docent/intern begeleider van een basisschool. Daarnaast heb ik de persona’s geschreven voor het research report.

Fase 2In de tweede fase waren we naast de documenten om het project op te starten ook met de code begonnen. Voor het PID heb ik eerst nog het hoofdstuk “Beheersinstrumenten” geschreven. Daarna heb ik de basiscode voor de land en vraag objecten geschreven en de losse componenten die werden gebruikt voor de interface vervangen zodat de applicatie met panels werkte. Omdat we de code voor het

demonstreren van de app nog niet allemaal konden maken heb ik voor het grootste gedeelte code geschreven voor een prototype zodat we dat konden laten zien.

Fase 3Na fase 2 konden we rustig op ons gemak verder met de code voor het programma. Tijdens deze fase heb ik het initiatief genomen voor het houden van een “brainstormsessie” zodat we als team objecten konden gaan bedenken die in de applicatie moesten komen. Dit was ook input voor het klasse diagram en de database waar ik ook voor een groot deel aan gewerkt heb. Daarnaast heb ik in deze fase nog vooral gewerkt aan de QuestionPanel dat de vraag met antwoorden toont, feedback geeft en waarbij je met volgende en vorige door vragen kan bladeren. Ook voor de functionaliteit achter het inloggen, waarbij de landen en vragen voor verschillende users werden opgehaald (uit de database) en gebruikt, heb ik gezorgd.

Fase 4Bij de eindfase heb ik de functionaliteit voor het blokkeren van een vraag (voor een uur) na twee mislukte pogingen gemaakt. De laatste puntjes voor het toevoegen van een nieuwe vraag en het daarbij wegschrijven naar de database heb ik aan mee geholpen.

27.3 Bijdrage van Tim VonseéIk was tijdens ons project Software Engineer. Samen met Wesley en Lou. Wij hebben met ze drieën aan de applicatie gewerkt (het programmeer werk). Ik heb ook de interface ontworpen van de applicatie. Daarnaast heb ik ook mee geholpen aan bepaalde documentatie.

Fase 1In het begin heb ik meegeholpen met het bedenken van hoe de app eruit kwam te zien en welke functies belangrijk waren voor de alpha oplevering. En de latere applicatie. Ik heb ook de promotie video gemaakt (en al een basis idee van de interface).

Fase 2Hier heb ik meegeholpen aan de project documentatie en ook bepaalde functies gemaakt voor de applicatie. Voor de documentatie heb ik aan het PID gewerkt. Ik heb hier de Project Definition voor gemaakt. Ik heb voor het programmeren heb ik de leaderboard functie gemaakt.

Fase 3Hier heb ik samen met wesley en Lou aan een UML diagram gewerkt om alles duidelijk te krijgen voor het team wat er moet gebeuren. Ook ben ik opnieuw gaan kijken naar de interface hoe deze mooier kon worden en heb ik ook nieuwe dingen toegevoegd als hier om gevraagd werd. Ik ben toen ook begonnen aan de Login functie, maar deze werd uiteindelijk niet gebruikt.

Fase 4

Hier had ik samen met Lou de interface bedacht voor de Leaderboard/Highscore. Hier heb ik de leraren functie gemaakt waar de leraar een vraag zelf kan toevoegen door middel van een afbeelding van het internet. Ik heb ook nog een laatste paar interface toevoegingen bij het project toegevoegd.

27.4 Bijdrage van Mike StokkelBinnen ons project had ik de taak van System & Netwerk engineering.  Aangezien het project niet al te veel raakvlakken had met mijn richting heb ik mijzelf bezig gehouden met documentatie en het beheren van een database. Dit heb ik samen met mijn mede SNE'er Ko Smits gedaan. Vanaf het begin van het project hebben we ook besloten dat ik alle documenten zou opleveren op de SVN.

Fase 1:In fase 1 was het voor een groot deel alleen maar documentatie opleveren en het bedenken van de applicatie. In deze fase kwam nog geen SNE aspecten voor, dus heb ik geholpen aan het Research Report en aan het PID. Ik heb in deze fase ook nog samen met Menno Kruijt ons idee gepresenteerd. Ook ben ik naar de 2e PM meeting geweest.

Fase 2:In fase 2 kwam eindelijk een SNE aspect naar voren. Na een paar probleempjes hebben is het samen met Ko Smits gelukt om een database op te zetten en toegankelijk te maken voor programmeurs. In deze fase heb ik ook nog gewerkt aan de Proof of Concept. Ik heb zelfs nog als noodoplossing het Proof of Concept gepresenteerd. Alleen werd ik daar een beetje lullig door een van de project begeleiders "onderuit" gehaald. Maar uiteindelijk is het toch nog goed gekomen.

Fase 3:In fase 3 heb ik samen met Ko Smits en Menno Kruijt aan het Test Approach gewerkt, maar ook aan de User Manual. Ik heb hierbij de spelling en formulering gecontroleerd, aangezien alles in het Engels moest.

Fase 4:Voor fase 4 was er vrij weinig voor mij toe doen, maar heb een paar documenten aangepast voor het Final Report.

27.5 Bijdrage van Ko SmitsDoor mijn afwezigheid in de eerste fase van het project, heb ik niet erg veel bijgedragen aan het proces. Ik heb aan de meeste documenten een kleine bijdragen geleverd, zoals de test approachen de vragen. Daarnaast heb ik ook gezorgd voor een database, die remote accessibel is. Zodat er van buitenaf altijd connectie gemaakt kan worden naar de toegestane IP-adressen. De rest niet echt meer dan alleen een spellingscontrole. Aangezien ik ga switchen van opleiding, is een verdere reflectie voor mijn rol niet nodig naar mijn mening, waarbij ik natuurlijk de gedane taken niet terugdraai en de database al voor de komende maanden nog laat draaien, zodat er geen problemen ontstaan door mijn keuze van het veranderen van opleiding.

27.6 Bijdrage van Menno Kruijt

Ik ben teamleider geweest tijdens dit project, ik heb georganiseerd en gepland. Ook heb ik taken verdeeld en de planningen maakte ik in Trello (een online planning site). De taken werden door mij en Wesley gecontroleerd. Verder gaf ik feedback op documentatie die ingeleverd moest worden. Ik heb ook het samenwerkingscontract opgesteld en een rolverdeling gemaakt. Verder opende ik vergaderingen en maakte voor elke vegadering agendapunten.

Fase 1:Ik heb een bijdrage geleverd aan het bedenken van het idee en heb deze ook uitgewerkt. Tijdens de oplevering heb ik de presentatie gemaakt en deze gepresenteerd. Verder heb ik in deze fase mee gewerkt aan het research report en ben ook naar de lezing daarvan geweest.. Ook ben ik naar de eerste pm meeting gegaan. Ik heb vragen bedacht en kaarten opgezocht om zo gepaste opdrachten voor de applicatie te maken. Ik heb deze vragen en kaarten in de applicatie geprogrammeerd en deze zijn later door anderen verwerkt.

Fase 2:In fase 2 ben ik naar de lezing van het project initatie document geweest en heb vervolgens de Inleiding, managementsamenvatting en de business case gemaakt voor het project initiatie document. Verder heb ik ook fouten verbeterd in het pid .Ook heb ik de presentatie gemaakt voor Proof of ConceptFase 3In fase 3 ben ik naar de lezing Software Quality & Testing geweest. Vervolgens heb ik meegewerkt aan het Test Approach. Ook heb ik de User Manual gemaakt.. Verder heb ik bij de alpha demonstratie gepresenteerd.

Fase 4:In deze fase heb ik Final Report gemaakt. Ook heb ik reflectieverslag format gemaakt en zelfreflectie + feedback aan teamleden gegeven.