Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens,...

379
Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl. Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl. Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Transcript of Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens,...

Page 1: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

FilosofieVWO

Examenbundel1999-2019

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 2: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Inhoudsopgave2019 I - Filosofie

Opgaven

2019 II - Filosofie

Opgaven

2018 I - Filosofie

Opgaven

2018 II - Filosofie

Opgaven

2017 I - Filosofie

Opgaven

2017 II - Filosofie

Opgaven

2016 I - Filosofie

Opgaven

2016 II - Filosofie

Opgaven

2015 I - Filosofie

Opgaven

2015 II - Filosofie

Opgaven

2014 I - Filosofie

Opgaven

2014 II - Filosofie

Opgaven

2013 I - Filosofie

Opgaven

2013 II - Filosofie

Opgaven

2012 I - Filosofie

Opgaven

Erratum opgaven

2012 II - Filosofie

Opgaven

2011 I - Filosofie

Opgaven

2011 II - Filosofie

Opgaven

2010 I - Filosofie

Opgaven

2010 II - Filosofie

Opgaven

2009 I - Filosofie

Opgaven

2008 I - Filosofie

Opgaven

2007 I - Filosofie

Opgaven

2006 I - Filosofie

Opgaven

3

14

27

39

53

65

78

91

103

115

128

142

156

170

181

193

194

205

219

230

243

254

266

277

287

Pagina: 1Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 3: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

2005 I - Filosofie

Opgaven

2004 I - Filosofie

Opgaven

2003 I - Filosofie

Opgaven

2003 I - Filosofie (bezem)

Opgaven

2003 II - Filosofie

Opgaven

2002 I - Filosofie

Opgaven

2002 I - Filosofie (bezem)

Opgaven

2002 II - Filosofie

Opgaven

2002 II - Filosofie (bezem)

Opgaven

2001 I - Filosofie

Opgaven

2001 I - Filosofie (bezem)

Opgaven

2001 II - Filosofie

Opgaven

2000 I - Filosofie

Opgaven

1999 I - Filosofie

Opgaven

1999 II - Filosofie

Opgaven

294

301

308

314

320

325

330

335

340

345

351

357

362

368

374

Pagina: 2Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 4: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o

Examen VWO

2019

filosofie

Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1maandag 20 mei9.00 - 12.00 uur

Pagina: 3Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 5: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 2 / 11 lees verder ►►►

Opgave 1 De werkelijkheid is een hallucinatie

Anil Seth is directeur van een onderzoekscentrum voor bewustzijnswetenschap in Engeland. Hij heeft niet alleen wetenschappelijke artikelen geschreven over wat bewustzijn precies is, maar ook een populair boek over hoe het brein werkt, en zelfs een kinderboek over hallucinaties en illusies. In 2017 vertelt Seth over zijn onderzoek in een TED-talk. Deze TED-talk wordt als volgt aangeprezen:

tekst 1 Op dit moment werken miljarden neuronen in je brein samen om een bewuste ervaring te genereren niet zomaar een ervaring, maar jouw beleving van de wereld rondom jou en van jezelf daarbinnen. Hoe gaat dit in zijn werk? Volgens neurowetenschapper Anil Seth hallucineren we allemaal voortdurend: als we het eens zijn over onze hallucinaties, noemen we die ‘realiteit’. Een verfrissend desoriënterende talk die raakt aan het wezen van je bestaan. bron: ted.com/talks - How your brain hallucinates your conscious reality - 2017

En een recensie van deze TED-talk begint als volgt:

tekst 2 Zoals cognitiewetenschapper Anil Seth in ‘Jouw brein hallucineert jouw bewuste realiteit’ beargumenteert, leeft iedereen in zijn eigen wereld. Dat wil zeggen, als we met ‘iedereen’ bedoelen ‘elk brein’, met ‘wereld’ bedoelen ‘de hele werkelijkheid’ en met ‘eigen’ bedoelen ‘die het brein voor zichzelf heeft gecreëerd’. naar: openculture.com - Reality is nothing but a hallucination - 2017

Deze opvattingen van Seth zijn te vergelijken met verschillende sceptische gedachte-experimenten zoals het experiment over het brein in een vat en dat over filosofische zombies.

3p 1 Leg uit in welk opzicht de opvattingen van Seth in tekst 1 en 2: overeenkomen met het gedachte-experiment ‘brein in een vat’, verschillen van het gedachte-experiment over filosofische zombies en tot solipsisme kunnen leiden.

Pagina: 4Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 6: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 3 / 11 lees verder ►►►

In de recensie over de TED-talk van Seth wordt geschreven:

tekst 3

Met alle signalen die het brein ontvangt van onze zintuigen en met alle eerdere ervaringen, creëert het brein verwachtingen. Elk brein construeert daarmee een coherent beeld van de realiteit een ‘multi-zintuiglijke meeslepende en overweldigende innerlijke panoramische 3D-film’ die we kunnen bekijken. ‘Waarneming moet wel een proces van geïnformeerd gissen zijn,’ zegt het bijschrift in het TED-blog, ‘waarin zintuiglijke signalen worden samengevoegd met eerdere verwachtingen over hoe de wereld in elkaar zit, om zo de grootste kans te creëren dat het brein de oorzaken in de wereld van die signalen juist inschat.’

naar: openculture.com - Reality is nothing but a hallucination - 2017

Tekst 3 sluit een naïef realistische opvatting van de buitenwereld uit, evenals een subjectief idealistische opvatting zoals die van Berkeley. Maar de tekst laat de mogelijkheid van de indirect realistische opvatting van de buitenwereld van John Locke open.

5p 2 Leg uit dat tekst 3 zowel de naïef realistische opvatting als de subjectief idealistische opvatting uitsluit. Leg vervolgens uit dat volgens Locke kleuren wel dispositionele eigenschappen zijn en primaire kwaliteiten niet. Leg tot slot met Lockes afleiding naar de beste verklaring uit dat tekst 3 Lockes opvatting over primaire kwaliteiten niet uitsluit.

Seth gebruikt experimenten om te beargumenteren dat we de wereld actief construeren. Een van die experimenten is ‘de rubberen-hand-illusie’:

tekst 4

Amerikaanse onderzoekers beschreven de ‘rubberen-hand-illusie’ in 1998, en u kunt hem thuis uitproberen met een opgevulde keukenhandschoen. Bij die truc kijkt een proefpersoon naar een nephand van rubber, die voor hem op tafel ligt. Achter een scherm naast de nephand ligt, uit het zicht, zijn echte hand. Dan strijkt iemand met een kwastje tegelijkertijd (en synchroon) over de rubberen hand en over de echte hand. Binnen tien seconden

bekruipt de proefpersoon het gevoel dat de rubberen hand van hem is.

naar: NRC - Die pop ben ikzelf - 2012

Pagina: 5Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 7: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 4 / 11 lees verder ►►►

Als de onderzoeker vervolgens plotseling met een hamer op de rubberen hand slaat, trekt de proefpersoon verschrikt zijn echte hand terug. De proefpersoon heeft dus niet alleen het gevoel dat de rubberen hand van hem is, hij handelt er ook naar, zelfs als hij weet dat hij ‘genept’ wordt. De filosofen Reid en Moore redeneren vanuit het gezond verstand. Moore gebruikt zijn handen om het bestaan van de buitenwereld te bewijzen. Je zou met de illusie van de rubberen hand kunnen beweren dat zijn bewijs niet meer overtuigend is, omdat Moore zijn hand blijkbaar ook als illusie zou kunnen ervaren.

2p 3 Leg uit dat de rubberen-hand-illusie geen probleem hoeft te zijn: voor Reids direct realisme, en voor Moores bewijs voor het bestaan van de buitenwereld. Seth wil met zijn onderzoek laten zien dat niet alleen ons lichaam en de werkelijkheid hallucinaties zijn, maar ook ons ‘zelf’. Volgens Seth wordt het zelf voor een belangrijk deel door onze hersenen geconstrueerd. Normaal gesproken denken we dat we een duidelijk idee hebben van onze identiteit. Maar volgens Seth kunnen we ons vergissen in wie we denken te zijn. Net als Seth is ook David Hume sceptisch over ons idee van persoonlijke identiteit. Volgens Hume is de identiteit die we toeschrijven aan de menselijke geest fictief.

3p 4 Leg uit dat ons idee van persoonlijke identiteit volgens Hume is gebaseerd op gelijkenis, causaliteit en verbeelding. Volgens Seth heeft zijn onderzoek nog meer gevolgen voor hoe we nadenken over ons zelf. Een populaire hedendaagse gedachte is dat we in de toekomst onze herseninhoud kunnen opslaan in een robot en dat we dan bijvoorbeeld als robot ruimtereizen zouden kunnen maken. Seth formuleert in dat verband twee implicaties van zijn onderzoek:

tekst 5 Wat het betekent om mijzelf te zijn, kan niet worden gereduceerd tot of

geüpload naar een softwareprogramma dat draait op een geavanceerde robot, hoe vergevorderd ook.

Ons individuele innerlijke universum is slechts één manier om bewust te zijn, en zelfs menselijk bewustzijn in het algemeen is maar een kleine regio in een uitgestrekte ruimte van mogelijke bewustzijnen.

naar: openculture.com - Reality is nothing but a hallucination - 2017

Pagina: 6Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 8: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 5 / 11 lees verder ►►►

Het functionalisme is een theorie over de aard van mentale toestanden. Het hylemorfisme en panpsychisme zijn filosofische theorieën over bewustzijn.

3p 5 Leg uit dat Seth in tekst 5 niet aansluit bij het functionalisme. Leg vervolgens uit of Seth in tekst 5 het hylemorfisme uitsluit en of hij het panpsychisme uitsluit.

Pagina: 7Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 9: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 6 / 11 lees verder ►►►

Opgave 2 Filosofische paradoxen

In een dorp is een kapper die alleen de mannen scheert die zichzelf niet scheren. Op een dag komt er een nieuwe man in het dorp en die vraagt uit verwondering aan de kapper of de kapper zichzelf ook scheert. De kapper weet niet wat hij moet antwoorden. Hij kan geen ‘ja’ antwoorden, want dan scheert hij niet meer alleen de mannen die zichzelf niet scheren. Hij kan echter ook geen ‘nee’ antwoorden, want dan zou hij zichzelf toch moeten scheren.

Dit verhaal is bekend geworden als de Russell-paradox. Hierin wordt duidelijk dat de logica niet helpt om antwoord te geven op de vraag of de kapper zichzelf scheert. De Russell-paradox laat zien dat de logica tot tegenstrijdige conclusies kan leiden. Russell maakt een onderscheid tussen twee soorten kennis: kennis door vertrouwdheid en kennis door beschrijving.

2p 6 Leg uit welke soort kennis volgens Russell zeker is en welke soort kennis onzeker is. Leg vervolgens uit welke van de twee soorten kennis door de Russell-paradox ter discussie kan komen te staan.

Descartes komt tot zekere kennis via de methode van de radicale twijfel. Een mogelijke kritiek op Descartes is dat hij zijn methodische twijfel niet ver genoeg heeft doorgevoerd: omdat er paradoxen zoals de Russell-paradox bestaan, had hij de logica zelf ook moeten verwerpen.

3p 7 Geef de drie niveaus van Descartes’ radicale twijfel weer. Geef vervolgens weer met welke denkstap Descartes vanuit de radicale twijfel tot zekere kennis komt. Leg tot slot met de Russell-paradox uit dat Descartes met de radicale twijfel ook de logica had moeten verwerpen.

Er bestaan ook paradoxen over onze ideeën van de buitenwereld. De Griekse filosoof Zeno bespreekt de bewegingsparadox. Volgens Zeno is de beweging die wij denken waar te nemen in de buitenwereld, helemaal niet mogelijk.

Pagina: 8Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 10: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 7 / 11 lees verder ►►►

tekst 6 De redenering van Zeno komt hierop neer: in een achtervolgingswedstrijd kan de snelste deelnemer de langzaamste nooit inhalen, omdat de achtervolger eerst het punt moet bereiken waar de achtervolgde was. Daardoor komt de langzaamste toch weer een stukje vooruit. Dit komt er uiteindelijk op neer dat de langzaamste altijd een voorsprong blijft houden. naar: Aristoteles, Fysica, Boek VI

In tekst 6 is Achilles de snelste deelnemer en de schildpad de langzaamste. Volgens Zeno’s redenering in tekst 6 zal Achilles de schildpad nooit inhalen. Dat is volstrekt tegenstrijdig met wat we normaal gesproken in de buitenwereld denken te zien: dan halen snelle deelnemers langzame deelnemers wel in. Deze tegenstelling tussen waarnemen en redeneren brengt Zeno op de vraag wat beweging eigenlijk is. Zeno concludeert op basis van de redenering in tekst 6 dat beweging zoals wij die waarnemen niet bestaat. Pyrronisten zouden deze conclusie van Zeno niet accepteren en hun oordeel over de vraag wat beweging is, opschorten.

2p 8 Leg uit dat een pyrronist: met de bewegingsparadox tot opschorting van het oordeel komt, en met deze opschorting zijn einddoel bewerkstelligt. De bewegingsparadox uit tekst 6 is een filosofisch gedachte-experiment.

2p 9 Leg uit dat dit gedachte-experiment: geen tegenfeitelijk gedachte-experiment is, maar wel een conceptueel gedachte-experiment is. De bewegingsparadox is relevant in de discussie tussen rationalisten en empiristen. Beide stromingen zullen anders omgaan met deze paradox. Immanuel Kant, die de stromingen wil verzoenen, probeert met zijn transcendentaal idealisme het scepticisme te voorkomen.

2p 10 Leg met de bewegingsparadox het verschil tussen rationalisme en empirisme uit. Leg vervolgens uit dat Kant in zijn filosofie het rationalisme en het empirisme met elkaar verzoent.

Pagina: 9Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 11: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 8 / 11 lees verder ►►►

Je kunt zeggen dat Zeno met de bewegingsparadox een sceptisch alternatief geeft voor onze gangbare waarneming van beweging, een alternatief waarin beweging helemaal niet bestaat. Dit sceptische alternatief lijkt ons te dwingen een oplossing voor de tegenstelling van de bewegingsparadox te zoeken door onze kennisclaims over beweging te verwerpen. De gebruikelijke definitie van een paradox is echter ‘schijnbare tegenstelling’. Dat zou betekenen dat de tegenstelling van de beweringen in de paradox niet opgelost hoeft te worden: ze is immers maar schijnbaar. Misschien vraagt het scepticisme wel teveel als we de paradox moeten oplossen. Het fallibilisme bekritiseert twee eisen die het scepticisme aan kennis stelt omdat deze te zwaar zouden zijn voor kennis.

3p 11 Leg uit welke twee eisen dit zijn. Beargumenteer vervolgens met het onderscheid tussen echte en artificiële twijfel of de bewegingsparadox volgens Peirce zou moeten worden opgelost.

Pagina: 10Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 12: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 9 / 11 lees verder ►►►

Opgave 3 De (on)werkelijkheid in Goodbye, Lenin!

De film Goodbye, Lenin! speelt in 1989 en 1990, in de periode van de val van de Berlijnse Muur tot en met het opheffen van de communistische dictatuur van de DDR (Oost-Duitsland). De regisseur benadrukt in een interview dat hij de absurde snelheid in beeld wilde brengen waarmee de wereld voor de Oost-Duitsers veranderde. De hoofdpersoon van de film, Alex, groeit op in Oost-Berlijn onder het DDR-regime. Zijn moeder, Christiane, gelooft heilig in het communisme maar Alex is tegen dit regime. Als moeder Christiane ziet dat Alex wordt opgepakt tijdens een demonstratie tegen de dictatuur, krijgt ze een hartstilstand en raakt ze in coma. Tijdens de acht maanden dat Christiane ‘slaapt’, verandert de wereld compleet: de Muur valt, de eerste vrije verkiezingen vinden plaats, het kapitalisme doet zijn intrede en Alex’ zus gaat bij de drive-in van de Burger King werken. Als Christiane uit haar coma ontwaakt, blijkt dat ze niet meer kan lopen en op bed moet blijven liggen. De arts waarschuwt dat elke vorm van opwinding haar opnieuw een hartaanval kan bezorgen, die dan waarschijnlijk fataal zal zijn. Alex besluit daarom zijn moeder te laten geloven dat de wereld dezelfde is gebleven. Hij trekt zijn Oost-Duitse kleding weer aan en stopt de westerse producten uit de supermarkt weer in oude DDR-verpakkingen. Niets wat Christiane kan waarnemen in de kamer waar ze ligt, verraadt dat de Muur is gevallen en dat het kapitalisme zijn intrede heeft gedaan. Ze gelooft dat de buitenwereld hetzelfde is gebleven en heeft geen reden om daaraan te twijfelen. Volgens Hume is het ‘uniformiteitsprincipe’ in psychologisch opzicht onvermijdelijk, maar in filosofisch opzicht niet te verantwoorden.

2p 12 Leg uit dat het ‘uniformiteitsprincipe’ volgens Hume filosofisch niet te verantwoorden is. Leg met het voorbeeld van Christianes waarnemingen uit dat het ‘uniformiteitsprincipe’ volgens Hume psychologisch onvermijdelijk is. Alex slaagt er niet volledig in om alle nieuwe ontwikkelingen buiten zijn moeders waarnemingsveld te houden. Zo dringt op een bepaald moment het geluid door van de buurman die een westers televisieprogramma kijkt. Oost-Duitse programma’s worden inmiddels niet meer vertoond. Christiane hoort het geluid en denkt dat de buurman illegaal westerse televisieprogramma’s kijkt. Ze trekt onthutst de conclusie dat haar socialistische kameraad ineens van zijn geloof is gevallen. Hume maakt een onderscheid tussen impressies en ideeën. Complexe ideeën kunnen volgens Hume niet het bestaan van de buitenwereld bewijzen. Volgens Locke kan dat wel: met een abductieve redenering.

Pagina: 11Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 13: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 10 / 11 lees verder ►►►

2p 13 Leg met het voorbeeld van het geluid van het westerse televisie-programma Humes onderscheid tussen impressies en ideeën uit. Leg vervolgens met het complexe idee ‘westers televisieprogramma’ uit dat Hume het gebruik van abductie voor het bestaan van objecten afwijst. Cruciaal in de film is dat Alex telkens de werkelijkheid die hij voor zijn moeder creëert geloofwaardig weet te maken. Zij heeft door Alex’ inspanningen geen idee van het voor haar volkomen vergezochte scenario dat het westerse kapitalisme zijn intrede heeft gedaan. Christiane denkt te weten dat het communistische regime nog de dienst uitmaakt.

3p 14 Geef deze situatie van Christiane weer in de generieke vorm van de sceptische paradox. Leg vervolgens uit dat Christiane vanuit een internalistische benadering zou kunnen weten dat het communisme nog steeds de dienst uitmaakt, terwijl dit vanuit een externalistische benadering onmogelijk is. Alex’ vriendin Lara vertelt zonder dat Alex dit weet op een bepaald moment aan Christiane de waarheid over de val van de Muur. Het blijkt niet gemakkelijk om Christiane van deze waarheid te overtuigen. Dat heeft te maken met Christianes overtuigingen over de wereld: westerse producten verwijzen voor haar naar ‘de vijand’, socialistische saamhorigheid staat voor haar voorop en het westerse individualisme is een vloek. Vanuit haar perspectief lijkt het onmogelijk dat al die dingen in minder dan een jaar ‘gewoon’ zijn geworden. Als het gaat over waarheid, kan een onderscheid worden gemaakt tussen ‘betekenis van waarheid’ en een ‘criterium voor waarheid’.

2p 15 Leg met het voorbeeld dat Christiane moeilijk is te overtuigen van de waarheid uit: wat correspondentie als ‘betekenis van waarheid’ inhoudt, en wat coherentie als ‘criterium voor waarheid’ inhoudt. Alex houdt zijn bedrog vol vanuit het idee dat hij zijn moeder een gelukkig leven bezorgt, en in die opzet slaagt hij ook: een paar dagen na de eenwording van Oost- en West-Duitsland sterft Christiane in vrede. Tegelijkertijd weet Christiane op haar sterfbed dat Alex haar al die maanden in een waan heeft gelaten. Uit respect voor de enorme creativiteit en moeite van haar zoon, besluit ze om het spelletje mee te spelen en haar zoon in de waan van zijn eigen leugen te laten. Ze sterft zonder Alex te vertellen dat ze de waarheid weet. Zowel Alex als Christiane liegen dus om de ander geluk te bezorgen. Kant zou het bedrog van Alex en Christiane om de ander gelukkig te maken moreel niet goed vinden.

Pagina: 12Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 14: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-1-o 11 / 11 lees verder ►►►

2p 16 Leg met de categorische imperatief uit dat Kant het bedrog van Alex en Christiane moreel niet te rechtvaardigen zou vinden. Beargumenteer vervolgens met het begrippenpaar ‘feit en fictie’ of jij het eens bent met deze opvatting van Kant over het bedrog van Alex. Alex is er ten onrechte van overtuigd dat de vredige dood van zijn moeder volledig is te danken aan zijn inspanningen om een fictieve wereld te creëren. Bayle zou deze overtuiging van Alex een voorbeeld noemen van een ‘dwalend’ geweten net zoals in het voorbeeld van de vrouw van Martin Guerre. Volgens Bayle heeft iedereen recht op een dwalend geweten.

2p 17 Geef weer wat Bayles ‘recht op een dwalend geweten’ inhoudt. Beargumenteer vervolgens met Alex’ overtuiging of jij het eens bent met Bayles recht op een dwalend geweten. Over de vraag of Goodbye, Lenin! een goede film is, lopen de meningen uiteen. Veel kijkers uit het Westen vinden de film prachtig, omdat hij laat zien hoe lastig het voor Oost-Duitsers was om na de val van de Muur de oude vertrouwde, socialistische wereld los te laten. Veel kijkers uit voormalig Oost-Duitsland vonden dat juist helemaal niet mooi aan de film: volgens hen werd het leven in de DDR veel te veel geromantiseerd. Het verschil in overtuigingen over deze film kan verklaard worden vanuit het subjectief waarheidsrelativisme. De esthetische waarde van Goodbye, Lenin! kan ook beschouwd worden als een respons-afhankelijke eigenschap.

2p 18 Leg uit dat de esthetische waarde van Goodbye, Lenin! als respons-afhankelijke eigenschap kan worden beschouwd. Beargumenteer vervolgens of het subjectief waarheidsrelativisme volgens jou aansluit bij het idee van de esthetische waarde van de film als respons-afhankelijke eigenschap.

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

einde

Pagina: 13Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 15: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o

Examen VWO

2019 tijdvak 2

maandag 17 juni 13.30 - 16.30 uur

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

Pagina: 14Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 16: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 2 / 13 lees verder ►►►

Opgave 1 Klimaatscepticisme

Klimaatsceptici zetten vraagtekens bij de oorzaken voor klimaatveranderingen die wetenschappers geven. Een van de belangrijkste klimaatsceptici in Nederland is de wetenschapsjournalist Marcel Crok. Volgens hem schotelen klimaatwetenschappers ons wetenschappelijke modellen voor die aantonen dat de aarde steeds vlugger opwarmt, maar vergeten ze erbij te zeggen dat die modellen niet op absolute zekerheid berusten. Crok betoogt:

tekst 1 Het politiek gestelde doel is duidelijk: de opwarming van de aarde beperken tot 2 graden Celsius. Om daaronder te blijven mag de wereld in totaal niet meer dan ongeveer drieduizend gigaton CO2 uitstoten, stelt een prominente grafiek in het vijfde rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Het IPCC baseert zich op klimaatmodellen. Hoe goed zijn die? Niet best. Ze overschatten de opwarming in de laatste 35 jaar al fors. Zo warmen de oceanen in de modellen bijna twee keer zo snel op als waargenomen. Modellen simuleren forse opwarming hoog in de tropische atmosfeer, maar satellieten en weerballonnen hebben die ‘hot spot’ niet gemeten. bron: de Volkskrant, 5 december 2015

Aangezien de modellen niet op absolute zekerheid berusten, kun je je afvragen of ze wel een juiste weergave van de werkelijkheid zijn en of die ‘hot spot’ nu wel of niet in de buitenwereld bestaat. In de geschiedenis zijn er nogal wat filosofen die uitgaan van zowel het empirisme als van het idee van indirecte waarneming. De combinatie van deze twee uitgangspunten kan echter leiden tot metafysisch scepticisme.

2p 1 Leg uit dat de combinatie van empirisme en indirecte waarneming tot metafysisch scepticisme kan leiden. Leg vervolgens met tekst 1 uit dat Croks klimaatscepticisme niet metafysisch maar epistemologisch van aard is.

Pagina: 15Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 17: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 3 / 13 lees verder ►►►

Jan Paul van Soest, milieukundige, reageerde op Croks artikel met de woorden:

tekst 2 “Wat Crok doet, is exemplarisch voor de klimaatsceptici. Cherry picking noemen we dat. Een onzeker dilemma binnen de klimaatwetenschap eruit lichten en doen alsof die hele wetenschap niet deugt. Dit is gewoon kletskoek.” bron: de Volkskrant, 7 december 2015

Van Soests uitspraak sluit aan bij het fallibilisme van Charles Peirce.

3p 2 Leg uit dat Van Soests uitspraak aansluit bij Peirces fallibilisme. Leg vervolgens de kritiek van Peirce op sceptische twijfel uit met de zekerheidseis en de onfeilbaarheidseis. Beargumenteer ten slotte met het begrip ‘nut’ of jij deze kritiek overtuigend vindt als antwoord op sceptische twijfel. Klimaatsceptici zijn een doorn in het oog van allerlei milieuactivisten. Stel je twee milieuactivisten voor die strijden tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering voor dieren. Milieuactivist A handelt vanuit een functionalistische opvatting. Milieuactivist B handelt vanuit Aristoteles’ hylemorfisme. Hoewel milieuactivist A en milieuactivist B voor hetzelfde doel strijden, zullen zij door hun filosofische uitgangspunten een andere opvatting hebben over bewustzijn van dieren.

4p 3 Leg uit op welke manier bewustzijn van dieren verdedigd kan worden: door milieuactivist A en door milieuactivist B. Geef vervolgens een argument: tegen de opvatting van milieuactivist A en tegen de opvatting van milieuactivist B.

Pagina: 16Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 18: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 4 / 13 lees verder ►►►

Van Soest schreef een boek over klimaatsceptici: De Twijfelbrigade. Daarin legt hij uit dat klimaatsceptici een aantal terugkerende strategieën hebben voor hun stellige ontkenning dat de opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door de mens.

tekst 3 Van Soest vindt bij de tachtigjarige Amerikaanse senator Jim Inhofe de eerste verklaring voor de stellige ontkenning: dogmatische religie. In zijn boek The Greatest Hoax - How the Global Warming Conspiracy Threatens Your Future verdedigt Inhofe de stelling dat “klimaatverandering door de mens onmogelijk is, omdat God nog steeds daarboven zit”. Inhofe vertegenwoordigt een groep gelovigen die de invloed van de mens niet kunnen erkennen zonder van hun geloof te vallen. God gaat over het weer, niet de mens. bron: https://decorrespondent.nl

Hoewel Van Soest in zijn boek flink uithaalt naar klimaatsceptici, beschuldigt hij ze allerminst van leugen en bedrog. Pierre Bayle bestrijdt religieus dogmatisme met sceptische argumenten. Ook Sextus Empiricus zou weinig ophebben met het dogmatisme in tekst 3. Hij staat voor een sceptische levenshouding.

3p 4 Leg uit hoe we volgens Bayle moeten omgaan met de religieuze opvatting van Inhofe in tekst 3. Leg vervolgens uit in welk opzicht Bayles opvatting wel past bij het beginsel van Sextus’ scepticisme, maar niet bij het einddoel ervan. Van Soest roept in zijn boek klimaatsceptici bovenal op om te stoppen met pseudowetenschap. Klimaatsceptici doen volgens hem namelijk één belangrijk ding niet in hun twijfelzaaierij: het onderbouwen van hun alternatieve opvatting door middel van natuurkundig bewijs. Om te bepalen wat wetenschappelijk is en wat niet, kan gebruikgemaakt worden van het falsificatiecriterium en het verificatiecriterium. Vanuit de Duhem-Quinestelling zijn beide criteria te bekritiseren.

2p 5 Leg uit welk demarcatiecriterium Van Soest gebruikt in zijn oproep aan de klimaatsceptici. Geef vervolgens de kritiek vanuit de Duhem-Quinestelling weer op het demarcatiecriterium dat Van Soest gebruikt.

Pagina: 17Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 19: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 5 / 13 lees verder ►►►

Van Soests belangrijkste argument gaat echter over de financiering van veel wetenschappelijk onderzoek dat klimaatsceptici gebruiken:

tekst 4 Het zijn veelal Amerikaanse oud-wetenschappers die zich ontpoppen tot economie-activisten en aan de leiband lopen van de fossiele industrie, zoals oliebedrijf ExxonMobil. Klimaatscepticus Crok baseert veel van zijn verhalen op denktanks waar dergelijke types achter zitten. Zij gaan nog veel verder in hun ontkenning en hebben vooral een politieke afweging om (de ernst van) de opwarming van de aarde in twijfel te trekken. Omdat ze tegen overheidsinmenging op de vrije markt zijn of de belangen van bepaalde industrieën behartigen. naar: de Volkskrant, 7 december 2015

Wie wil bepalen of hij het eens is met Crok of met Van Soest of met geen van beiden, zal een bepaalde houding tegenover waarheid hanteren: bijvoorbeeld die van de wetenschappelijk activisten. Maar het is ook mogelijk om de pyrronistische problematiek erbij te betrekken. Deze problematiek kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, waaronder op dialectisch niveau. Bovendien speelt de spanning tussen de waardevrijheid en waardegebondenheid van wetenschap in deze discussie tussen Crok en Van Soest een rol.

4p 6 Leg met tekst 4 uit dat de opvattingen waarop Crok zich baseert niet waardevrij zijn. Leg vervolgens het verschil uit tussen wetenschappelijk scepticisme en de dialectische interpretatie van het pyrronisme. Beargumenteer of jij wel of geen oordeel kunt vormen met wie je het eens bent in de discussie tussen Crok en Van Soest: met een afweging tussen wetenschappelijk scepticisme en de

dialectische interpretatie van het pyrronisme en met het onderscheid tussen waardegebondenheid en waardevrijheid.

Pagina: 18Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 20: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 6 / 13 lees verder ►►►

Opgave 2 Direct realisme

Volgens de hedendaagse Amerikaanse filosoof John Searle is het volkomen duidelijk dat de buitenwereld en de objecten die zich daarin bevinden, echt bestaan. Ze bestaan volgens Searle onafhankelijk van de overtuigingen die we erover hebben; dat wil zeggen: ze bestaan objectief. Daarnaast is er een subjectieve wereld met innerlijke mentale toestanden. Die mentale toestanden zijn afhankelijk van de persoon die ze heeft; dat wil zeggen: ze zijn subjectief. Onze waarneming brengt volgens het direct realisme van Searle de objectieve buitenwereld in direct contact met de subjectieve binnenwereld. Het direct realisme is echter gevoelig voor sceptische kritiek. In zijn boek uit 2015, Dingen zien zoals ze zijn, probeert Searle zijn direct realisme tegen de verschillende vormen van scepticisme te verdedigen. Hij begint bij het epistemologisch scepticisme:

tekst 5 Sceptische argumenten hebben in de filosofie over het algemeen dezelfde vorm: het maakt niet uit hoeveel bewijs je hebt voor je overtuiging, je kunt je altijd vergissen. Er is een kloof tussen het bewijs en de conclusie. Daardoor weet je niet of morgen de zon weer opkomt, of andere mensen een bewustzijn hebben en of de objecten die je waarneemt echt bestaan. naar: Searle, Seeing things as they are, 2015

Om verschillende antwoorden op het epistemologisch scepticisme goed te kunnen onderscheiden, kun je gebruikmaken van de generieke vorm van de sceptische paradox.

2p 7 Geef de generieke vorm van de sceptische paradox weer. Geef vervolgens met tekst 5 een voorbeeld van deze sceptische paradox. Searle gaat in zijn verdediging tegen het scepticisme in op David Hume. Volgens Hume kan de waarneming geen bewijs leveren voor een bestendig en onafhankelijk bestaan van de buitenwereld en de objecten daarin.

2p 8 Leg deze opvatting van Hume uit met: zijn begrip ‘impressie’ en de rol van de verbeelding. Searle is het grotendeels eens met de kritiek van Hume. Er is inderdaad een probleem om het bestaan van de buitenwereld en de objecten daarin te bewijzen. Maar dat betekent volgens Searle nog niet dat je niets zou kunnen weten. Waarnemen, zo stelt Searle, is zelf namelijk al een vorm van weten:

Pagina: 19Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 21: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 7 / 13 lees verder ►►►

tekst 6 Ik ben ervan overtuigd dat het verkeerd is om te denken dat als ik naar deze tafel kijk, mijn visuele ervaring het ‘bewijs’ is dat er een tafel staat. Wat is precies de juiste manier om de relatie tussen mijn visuele ervaring en mijn weten dat er een tafel staat te beschrijven? Ik heb geen ‘bewijs’ dat er een tafel staat, en ik hoef ook geen afleiding te maken, ik kan het bureau zien. En zien is in dit geval weten. En net zo min als ik ‘bewijs’ heb dat er een tafel voor mij staat, heb ik ‘bewijs’ dat ik twee benen heb, ik ervaar ze namelijk direct. De grote fout is te denken dat zien ‘bewijs’ levert, terwijl het dat niet doet, nooit doet. Zien is zelf de manier om te weten. naar: Searle, Seeing things as they are, 2015

Volgens Searle is er geen bewijs nodig om te weten dat hij twee benen heeft. Net als John Austin meent ook Searle dat er een verschil is tussen iets weten en iets kunnen bewijzen. George Moore formuleert drie voorwaarden waaraan een strikt bewijs moet voldoen. Met die criteria zou Searle volgens Moore wel degelijk een bewijs kunnen leveren dat hij twee benen heeft.

2p 9 Leg uit in welk opzicht Searles opvatting in tekst 6 aansluit bij Austins opvatting over het verschil tussen weten en bewijzen. Geef vervolgens met behulp van de criteria van Moore weer dat Searle een strikt bewijs kan geven dat hij twee benen heeft. Searle is niet de eerste aanhanger van het direct realisme. Al in de achttiende eeuw verdedigde Thomas Reid het direct realisme. Ook hij stelt dat we rechtstreeks toegang hebben tot externe objecten en de buitenwereld en zet zich af tegen Humes opvatting dat we slechts ideeën waarnemen. Volgens Reid heeft Hume hiervoor maar één argument dat bovendien volgens Reid tot de tegenovergestelde conclusie zou moet leiden. Hume schrijft:

tekst 7 De tafel die we zien, lijkt kleiner te worden als we er verder van af gaan staan, maar de werkelijke tafel die onafhankelijk van ons bestaat, ondergaat geen verandering. Het was daarom niet anders dan het beeld van de tafel dat in onze geest aanwezig was. naar: Reid, Essays over de intellectuele vermogens van de mens, 1785

2p 10 Leg uit dat Humes argument in tekst 7 volgens Reid niet tegen het direct realisme ingaat. Leg vervolgens uit dat Reid in dit opzicht geen naïef realist is.

Pagina: 20Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 22: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 8 / 13 lees verder ►►►

Net als Reid bekritiseert Searle het metafysisch scepticisme van filosofen als Locke en Berkeley:

tekst 8 Waarneming geeft een directe presentatie. We hebben geen bewijs en maken geen afleiding, we nemen de voorwerpen om ons heen direct waar. Dus het scepticisme dat betrekking had op klassieke filosofen raakt ons niet. Zij hadden een keuze tussen de representatieve theorie, zoals aangehangen door Locke en Descartes, of de idealistische theorie van Berkeley en zijn opvolgers. naar: Searle, Seeing things as they are, 2015

Reid gebruikt het waarnemen van de zon en de maan in zijn beschrijving van het verschil in opvatting van Locke en Berkeley.

4p 11 Geef met het voorbeeld van het waarnemen van de zon en de maan: het verschil weer tussen de representatieve theorie van Locke en de

idealistische theorie van Berkeley en de kritiek van Reid weer op beide theorieën. Leg tot slot met het begrip ‘gezond verstand’ uit in hoeverre het direct realisme een beter antwoord geeft op het metafysisch scepticisme dan het indirect realisme. De manier waarop Searle het direct realisme verdedigt tegen metafysisch scepticisme lijkt volgens hem op de manier waarop Wittgenstein het scepticisme ten aanzien van andere geesten weerlegt vanuit zijn privétaalargument. Ook hier is volgens Searle geen sprake van bewijs of afleiding:

Pagina: 21Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 23: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 9 / 13 lees verder ►►►

tekst 9 Als ik een man zie die net door een auto is overreden, en ik zie dat zijn been nog klem zit onder die auto en hij schreeuwt het uit, dan neem ik geen symptomen van pijn waar; maar dan is dit, zoals Wittgenstein zegt, een situatie die we een man die ‘pijn heeft’ noemen. We zouden het mis kunnen hebben en het zou kunnen zijn dat de gebeurtenis onderdeel was van een Hollywoodfilm waarin net de scène werd opgenomen waarin iemand pijn heeft. Maar het is belangrijk om te zien dat wat er wordt uitgebeeld precies ‘iemand die pijn heeft’ is. Dat wil zeggen - zoals Wittgenstein zou doen - het taalspel van het toekennen van pijn is zo dat dit een geval is waarin het terecht is om van pijn te spreken. En zelfs in gevallen waarin we ons vergissen, is de verkeerde toekenning gebaseerd op wat pijn eigenlijk is. Welnu, als we deze les toepassen op zien, net zoals we zouden kunnen zeggen: “dit is een geval dat we ‘een man die pijn heeft’ noemen”, zo zouden we ook kunnen zeggen: “dit is een geval dat we ‘een tafel voor ons zien’ noemen.” naar: Searle, Seeing things as they are, 2015

In tekst 9 gebruikt Searle Wittgensteins oplossing voor het conceptueel scepticisme ten aanzien van andere geesten om zich te verdedigen tegen het metafysisch scepticisme. Het standpunt van het direct realisme over het probleem van andere geesten kan worden ondersteund door cognitiewetenschap.

3p 12 Leg uit dat het standpunt van het direct realisme ten aanzien van andere geesten kan worden ondersteund door cognitiewetenschappelijke bevindingen. Geef vervolgens aan wat Wittgensteins privétaalargument inhoudt. Leg tot slot uit dat Searle de oplossing van Wittgenstein voor het conceptueel scepticisme ten aanzien van andere geesten gebruikt om zich te verdedigen tegen het metafysisch scepticisme.

Pagina: 22Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 24: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 10 / 13 lees verder ►►►

Opgave 3 Homeland

In de Amerikaanse tv-serie Homeland werkt Carrie Mathison als CIA-agente op de afdeling ter preventie van terrorisme. Door een informant is ze ervoor gewaarschuwd dat een Amerikaanse soldaat tijdens zijn gevangenschap in Irak overgelopen is naar een terroristische organisatie. Kort daarna wordt er een Amerikaanse gevangene gered, sergeant Nicholas Brody. Het leger was Brody op het spoor gekomen door een vage tip over de locatie van een safehouse waar hij jarenlang gevangen heeft gezeten. Carrie denkt meteen dat sergeant Brody de overgelopen soldaat is op wie haar informant doelde, maar zij wordt niet geloofd binnen de CIA omdat er te weinig aanwijzingen zijn voor haar theorie. In gesprek met haar directe baas en vriend Saul Berenson verdedigt Carrie haar idee om sergeant Brody te volgen en af te luisteren, ook al voldoet het niet aan de regels. Ze probeert het belang van de actie duidelijk te maken:

tekst 10 Carrie: Sergeant Brody komt morgen thuis. Dus we hebben minder dan 22 uur om de observatie goed te keuren, zodat we zijn telefoons kunnen afluisteren en hem kunnen volgen. Berenson: Ik ga niet op een gevoel af. Carrie: Maar als ik gelijk heb, en hij een terrorist is, dan moeten we Brody in de gaten houden. We hebben anders een infiltrant in ons midden. Berenson: Gaat niet gebeuren. Carrie: Maar…. Berenson: Vergeet het maar, Carrie. Carrie: Prima, wat moet ik ervoor doen? Berenson: Bewijs dat de locatie van het safehouse gelekt is. naar: Homeland

Of een vergezocht scenario dat Brody is overgelopen serieus overwogen moet worden, kan afhangen van de epistemologische theorie die je aanhangt. Volgens relevantisme en contextualisme bepaalt de context van de kennisclaim in belangrijke mate of een scenario serieus genomen moet worden. Maar beide posities kiezen voor een andere insteek bij het evalueren van de context.

3p 13 Leg met tekst 10 uit of de situatie hier bepaalt dat Carries scenario relevant is voor het contextualisme. Leg vervolgens uit dat het relevantisme op andere gronden tot dezelfde conlusie komt. Beargumenteer ten slotte of Brody volgens het utilisme gevolgd zou moeten worden.

Pagina: 23Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 25: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 11 / 13 lees verder ►►►

Carrie en Berenson besluiten uiteindelijk dat er gesurveilleerd gaat worden bij Brody thuis. Tijdens de surveillance blijkt dat Brody vele nachtmerries heeft. Hij heeft moeite om de draad op te pakken met zijn familie, en hij blijkt moslim te zijn geworden. Deze informatie is echter niet voldoende om hem te beschuldigen van terrorisme. Carrie probeert in haar surveillance bewijs te verzamelen, maar slaagt daar niet in. Tegelijkertijd heeft Carrie te kampen met een bipolaire stoornis die ze moeilijk onder controle krijgt. Door omstandigheden lukt het haar niet om tijdig haar medicatie te nemen, waardoor ze in een manische periode belandt. In haar manische fase is ze altijd extra scherp en doorziet ze verbanden, logische connecties en informatie waar ze normaal gesproken niet de concentratie voor heeft. Daardoor kan ze alle informatie extra goed analyseren en op juiste waarde schatten. Zo vindt ze een aanwijzing dat er een opvallend verband bestaat tussen de activiteiten van een terroristenleider, Abu Nazir, en sergeant Brody. Ze twijfelt nu helemaal niet meer aan haar theorie. Als de manische periode afloopt, volgt een depressie, waardoor ze zelf achteraf niet goed meer weet hoe ze tot dit inzicht kwam. Ze weet dus nog wel dat ze terecht inzag dat Brody gekoppeld was aan Abu Nazir en ze weet ook dat ze in haar manische periodes altijd extra goed kan redeneren en denken. Ze weet echter niet meer hoe ze dit aantoonde, ze is dat na de periode vergeten. Carrie claimt dat ze zeker weet dat sergeant Brody een terrorist is. Plato onderzoekt in de ‘Theaetetus’ aan de hand van een aantal voorbeelden de voorwaarden voor kennis.

3p 14 Leg uit welke eis Plato toevoegt aan de analyse van kennis. Leg vervolgens uit: of Carries kennisclaim voldoet aan Plato’s toegevoegde eis van kennis

en in welk soort situaties Carries kennisclaim een Gettier-geval zou zijn. Een hogere baas in de CIA komt erachter dat Carrie een bipolaire stoornis heeft en ontslaat haar. Daarna beslist Carrie om een behandeling te ondergaan om haar bipolaire stoornis voorgoed aan te pakken. Deze behandeling bestaat uit electroshocks waarmee spiertrekkingen en schokken opgewekt worden rondom de hersenen. Berenson is bang voor wat er met Carrie zou kunnen gebeuren:

Pagina: 24Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 26: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 12 / 13 lees verder ►►►

tekst 11 Berenson: Carrie, alsjeblieft, er zijn andere mogelijkheden. Je hoeft ze niet je hersens kapot te laten maken. Carrie: Die zijn al kapot. Berenson: Ja? Ik hou toevallig van die hersenen. (…) Berenson: En de bijwerkingen? Geheugenverlies? Carrie: Voor de korte termijn. Meestal tijdelijk. Veel van wat er is gebeurd, wil ik toch vergeten. Berenson: Dat is helemaal niet grappig. Carrie: Saul, ik heb mijn beslissing genomen. Ik ben je dankbaar voor je bezorgdheid, maar ik… ik kan zo niet meer leven. Het moet stoppen. bron: Homeland

Bij veel theorieën over persoonlijke identiteit speelt het geheugen een belangrijke rol. Carrie is niet bang voor eventuele veranderingen als ze haar geheugen deels verliest, terwijl Berenson juist vreest dat ze echt zal veranderen. Hume analyseert ons idee van persoonlijke identiteit en stelt dat het geheugen daarin een belangrijke rol speelt.

2p 15 Leg uit welke rol volgens Hume het geheugen heeft voor ons idee van persoonlijke identiteit. Beargumenteer vervolgens met het begrippenpaar dualisme en monisme of jij vindt dat Carrie door de therapie van identiteit zal veranderen. Door elektroshocks kunnen verwardheid en concentratieproblemen ontstaan, waardoor je niet meer helder en duidelijk kunt denken. Carrie is daarom bang dat ze in een schijnwereld terechtkomt en niet meer weet wat echt of nep is. De toestand waarin Carrie vreest terecht te komen is vergelijkbaar met de sceptische scenario’s van het gedachte-experiment van Putnam van het ‘brein in een vat’ en de sceptische gedachte-experimenten van Descartes. Dan geldt Carries onzekerheid echter niet alleen voor iemand die een dergelijke shocktherapie heeft ondergaan, maar voor alle mensen.

2p 16 Leg een overeenkomst uit tussen enerzijds een argument van Descartes’ sceptische twijfel en anderzijds Putnams sceptische gedachte-experiment. Leg vervolgens met een verschil tussen deze argumenten uit welk argument volgens jou meer onzekerheid veroorzaakt.

Pagina: 25Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 27: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-19-2-o 13 / 13 lees verder ►►►

Achteraf blijkt Carrie gelijk te hebben: Brody heeft nog steeds connecties met Abu Nazir. Er wordt door Nazir een terroristische aanslag op Amerika beraamd, met Brody als beoogde aanslagpleger. Inmiddels is Brody congreslid geworden en ambieert hij een politieke carrière om vanuit de politiek nog veel meer ruimte te krijgen voor de idealen die hij als terrorist heeft. Brody voelt nog veel loyaliteit naar Abu Nazir. Brody is ervan overtuigd dat de Amerikaanse politiek schuldig is aan oorlogsmisdaden en steunt Nazir en zijn ideologie dat een terroristische aanslag als vergeldingsactie voor de Amerkaanse oorlogsmisdaden gerechtvaardigd is. Brody begint echter te twijfelen en wil het plan voor een aanslag eigenlijk niet doorzetten, omdat er te veel onschuldige mensen bij om zouden komen. Brody heeft een conflict in zijn wereldbeeld waarin zijn Amerikaanse achtergrond en idealen in botsing komen met de idealen van de terroristengroep van Nazir. Stel dat Brody beslist om de aanslag niet te plegen omdat hij bang is dat er te veel onschuldige burgers het slachtoffer zouden worden van de vergeldingsactie. Hij laat dan zijn loyaliteit naar Nazir varen. Hoewel Brody dan beslist om de aanslag niet te plegen, is op grond van zijn beweegredenen niet meteen te zeggen dat Brody in moreel opzicht een goed mens genoemd kan worden. Vanuit de plichtethiek van Kant wordt gekeken naar de motivatie achter de handeling om te bepalen of iemand moreel juist handelt. De deugdethiek van Aristoteles kijkt naar karaktereigenschappen, bijvoorbeeld naar een eigenschap als loyaliteit.

3p 17 Leg met de categorische imperatief uit of Kant loyaliteit als reden tot handelen moreel juist zou vinden. Leg vervolgens uit dat volgens Aristoteles’ deugdethiek loyaliteit een deugd genoemd kan worden. Leg ten slotte met de praktische houding van Brody uit wat rationaliteit en integriteit van een wereldbeeld inhouden.

einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 26Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 28: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o

Examen VWO

2018

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld

tijdvak 1vrijdag 18 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 27Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 29: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 2 / 12 lees verder ►►►

Opgave 1 Scepticisme en film In de film Vanilla Sky raakt de hoofdpersoon David zwaargewond door een auto-ongeluk. Omdat hij niet kan leven met zijn verminkte gezicht laat David zich door het bedrijf ‘Life extension’ invriezen, zodat hij kan voortleven in een levensechte computersimulatie. Daarna leeft hij, zonder dit van zichzelf te weten, voort in een zelf ontworpen droomwereld, die zich vormt naar wat hij denkt en die al zijn verlangens in vervulling brengt. Dat was althans de bedoeling. Maar de computersimulatie blijkt niet helemaal perfect te werken en David wordt geconfronteerd met de mogelijkheid dat hij, als gevangene van zijn dromen, hooguit een solipsistisch leven leidt. Daarop begint hij te twijfelen aan zijn bestaan. Volgens René Descartes kan aan alles worden getwijfeld, behalve aan de conclusie van zijn methodische twijfel, namelijk ‘ik denk dus ik ben’. Kritiek op deze zekerheid van Descartes is dat die tot solipsisme leidt.

4p 1 Leg uit dat het solipsisme immuun is voor het probleem van andere geesten: op metafysisch niveau, op epistemologisch niveau, en op conceptueel niveau. Leg vervolgens uit of de hoofdpersoon van Vanilla Sky (in de computersimulatie) volgens Descartes wel of niet bestaat. In de film Vanilla Sky worden de gevolgen van een leven in een computersimulatie, zonder dit te weten, getoond. De film kan op deze manier worden opgevat als een filosofisch gedachte-experiment. Gedachte-experimenten kunnen worden onderscheiden in drie soorten, namelijk tegenfeitelijke, conceptuele en evaluatieve gedachte-experimenten.

1p 2 Leg uit welk soort gedachte-experiment de film Vanilla Sky toont. Niet alleen in de film Vanilla Sky maar ook in andere films komen personages soms terecht in ‘sceptische’ situaties waarin ze blijken te leven in een onechte wereld of worden misleid door anderen of zelfs door zichzelf. Volgens de Amerikaanse filosoof Stanley Cavell zijn films zelfs altijd een vorm van scepticisme en kan élke film worden gezien als verbeelding van een sceptisch gedachte-experiment:

Pagina: 28Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 30: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 3 / 12 lees verder ►►►

tekst 1 Film is scepticisme in bewegende beelden: het is niet alleen een redelijke mogelijkheid, het is een feit dat onze normale zintuigen tevreden zijn met de filmwerkelijkheid, terwijl die werkelijkheid niet bestaat erger nog, omdát die niet bestaat, omdat kijken alles is dat nodig is. naar: Stanley Cavell, The World Viewed, 1979

De werkelijkheid is volgens Cavell tegelijkertijd aanwezig en afwezig voor het filmpubliek, omdat die filmwerkelijkheid niet ‘werkelijk’ bestaat, maar alleen in de geest van de toeschouwer. Hoewel er een verschil is in status tussen de werkelijkheid volgens Cavell en die volgens het subjectief idealisme van Berkeley, is er toch een overeenkomst aan te geven.

3p 3 Geef aan wat het subjectief idealisme van Berkeley inhoudt. Leg vervolgens uit in welk opzicht dit subjectief idealisme: overeenkomt met de stelling van Cavell in tekst 1 en verschilt met tekst 1 wat betreft de status van de werkelijkheid. Cavells opvatting over film als scepticisme in bewegende beelden is door anderen opnieuw geformuleerd als algemene opvatting over scepticisme, namelijk: een standpunt van waaruit we de wereld kunnen zien zoals die echt is, ook wel een ‘view from nowhere’ genoemd, is onmogelijk. Over de eisen die we aan kennis mogen stellen, wordt door filosofen verschillend gedacht.

4p 4 Leg uit welke reactie zou worden gegeven op de onmogelijkheid van een ‘view from nowhere’ vanuit de eisen aan kennis volgens: het fallibilisme, het contextualisme, het relevantisme en het transcendentaal idealisme (Kant). Naast films waarin de hoofdpersonen blijken te leven in een onechte wereld of waarin ze worden misleid door anderen of door zichzelf, zijn er ook films waarin wordt getwijfeld aan het bestaan van andere geesten. In de film S1m0ne bijvoorbeeld staat de filosofische vraag centraal of het mogelijk is te weten of iemand anders een persoon is, en wie die andere persoon dan is.

Pagina: 29Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 31: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 4 / 12 lees verder ►►►

De film S1m0ne gaat over een virtuele, door een computer gegenereerde actrice die S1m0ne heet (Simulation One). S1m0ne ‘speelt’ in verschillende films terwijl het publiek niet in de gaten heeft dat de actrice in werkelijkheid een simulatie is. Het publiek in de film denkt dat S1m0ne een actrice van vlees en bloed is. In de film kan S1m0ne het dan

ook zover brengen dat ze twee Oscars voor haar acteerwerk wint. Volgens Mills analogieargument en volgens het functionalisme kunnen anderen, en misschien zelfs de actrice S1m0ne, mentale toestanden hebben. Sommige filosofen zouden nog verder gaan en stellen dat de actrice S1m0ne ons geloof in andere geesten kan herstellen. Dat wil zeggen dat de actrice S1m0ne ons vertrouwen in het bestaan van andere geesten kan redden van de sceptische twijfel.

3p 5 Beargumenteer of je het met deze stelling over de actrice S1m0ne eens bent aan de hand van: het functionalisme, het onderscheid tussen binnenwereld en belevingswereld en het analogieargument van Mill.

Pagina: 30Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 32: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 5 / 12 lees verder ►►►

Opgave 2 Wie is de ware scepticus? Al vroeg in de geschiedenis van het scepticisme is er discussie geweest wie nu het echte scepticisme verdedigt. Er ontstonden twee rivaliserende scholen: de academici en de pyrronisten. Sextus Empiricus, een verdediger van het pyrronisme, benoemt het verschil als volgt:

tekst 2 De academische sceptici maken zelfs onderscheid in geloofwaardige voorstellingen. Wanneer bijvoorbeeld in een donker vertrek een stuk touw ligt dat op een bepaalde manier in elkaar is gedraaid, dan krijgt degene die haastig binnenloopt daar een ‘gewoon geloofwaardige’ voorstelling van alsof het een slang is. Hij die echter nauwkeurig om zich heen kijkt en onderzoekt wat ermee aan de hand is, bijvoorbeeld dat het niet beweegt en dat de kleur zo en zo is, krijgt de ‘geloofwaardige en onderzochte voorstelling’ dat het een touw is. De volgelingen van de Nieuwe Academie stellen de ‘geloofwaardige en onderzochte voorstelling’ boven de ‘gewoon geloofwaardige voorstelling’. naar: Sextus Empiricus, Scepticisme, 2002

Sextus doet het vaak voorkomen alsof academische scepsis en pyrronistische scepsis heel ver uit elkaar liggen. Er zijn echter ook veel overeenkomsten te benoemen.

3p 6 Geef een overeenkomst en een verschil tussen pyrronistische en academische scepsis. Leg vervolgens met tekst 2 uit of het wetenschappelijk activistisch scepticisme meer aansluit bij het academisch of bij het pyrronistisch scepticisme. De pyrronistische sceptici, en Sextus in het bijzonder, verwijten de academische sceptici dat ze een verborgen doctrine aanhangen, namelijk die van Plato. Volgens Sextus beweren de academische sceptici, net als Plato, dat waarneming nooit tot echte kennis kan leiden.

3p 7 Leg met Plato’s kennisleer uit dat waarneming volgens Plato nooit tot echte kennis kan leiden. Leg vervolgens uit hoe we volgens Plato van een ‘geloofwaardige onderzochte voorstelling’ naar echte kennis kunnen komen. Leg ten slotte met Agrippa’s trilemma uit dat pyrronistische sceptici het oneens zullen zijn met Plato op dit punt.

Pagina: 31Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 33: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 6 / 12 lees verder ►►►

De sceptici en dogmatici in de oudheid discussieerden over verschillende filosofische thema’s. De kenleer was in deze discussies een belangrijk onderwerp. Epicurus dacht bijvoorbeeld dat objecten kleine beeldjes afgeven die via onze zintuigen tot ons komen. Deze beeldjes behouden volgens Epicurus hun vorm en structuur waardoor ze in onze waarneming nog exact zijn zoals het object. Deze informatie zelf is daarom onbetwijfelbaar volgens Epicurus. Dat levert de opvatting op dat onze waarnemingen betrouwbare informatie opleveren over de buitenwereld. Ook in de moderne epistemologie vinden we dergelijke opvattingen terug zoals in de sense-data-theorieën over de waarneming van Bertrand Russell. De onafhankelijkheid van de waarneming wordt juist in twijfel getrokken door de Duhem-Quine-stelling.

2p 8 Geef een verschil tussen de theorie van Epicurus over de waarneming en de sense-data theorie van Russell. Leg vervolgens met de Duhem-Quine-stelling uit dat het accepteren van onafhankelijke waarnemingen discutabel is. De filosofische stromingen in de oudheid geven vele voorbeelden van waarnemingen die onbetwijfelbaar lijken te zijn, waarmee ze proberen te bewijzen dat de waarneming betrouwbare kennis kan opleveren. Sextus Empiricus bespreekt een aantal van deze voorbeelden van waarnemingen bij het bespreken van tropen:

tekst 3 De vijfde troop is gebaseerd op posities, afstanden en plaatsen. Want ook vanwege elk van die zaken lijken dezelfde dingen verschillend: dezelfde zuilengang lijkt bijvoorbeeld taps toe te lopen, wanneer men er vanuit een van de eindpunten naar kijkt, maar aan alle kanten symmetrisch vanuit het midden. Hetzelfde schip lijkt klein en in stilstand vanuit de verte maar van dichtbij groot en in beweging. Dezelfde toren lijkt rond vanuit de verte maar vierkant van dichtbij. bron: Sextus Empiricus, Hoofdlijnen van het pyrronisme, 118

Sextus poogt op grond van deze troop van posities, afstanden en plaatsen tegenstellingen op te werpen om zo isothenie te kunnen bereiken. Voor een empirist zijn deze verschillen in waarneming mogelijk een probleem. Locke probeert in zijn empirisme de primaire eigenschappen die we waarnemen buiten de discussie van het scepticisme te houden. Volgens Reid maakt Locke zijn theorie juist extra kwetsbaar voor het scepticisme.

Pagina: 32Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 34: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 7 / 12 lees verder ►►►

3p 9 Leg uit dat Locke zich met zijn theorie over primaire eigenschappen tegen het scepticisme probeert te verdedigen. Geef vervolgens Reids kritiek op de theorie van Locke. Beargumenteer tot slot met een voorbeeld uit tekst 3 dat Locke zich tegen deze kritiek van Reid kan verdedigen. De volgelingen van de academie hebben de pyrronistische tegenstrevers uitvoerig bekritiseerd. Zo zeggen veel dogmatici over de pyrronistische sceptici dat ze onmogelijk in staat zijn om normaal te handelen. Zo schrijft Diogenes over Pyrro:

tekst 4 Hij leefde zijn leven consistent met zijn opvattingen: hij ging voor niets aan de kant, trof nooit voorzorgsmaatregelen voor gevaren die hij kon tegenkomen. Of het nu wagens, afgronden, honden waren of wat nog meer. Hij ging eigenlijk nooit af op het oordeel van zijn zintuigen. Hij werd in veiligheid gehouden door zijn vrienden, die altijd dicht bij hem bleven. Men zegt echter dat hij zijn opschorting van het oordeel alleen gebruikte voor de filosofie en dat hij in het dagelijks leven en zijn gewone handelingen geen tekortkomingen in inzicht had. Hij is bijna negentig jaar oud geworden. naar: Diogenes Laertius ‘Lives of eminent philosophers’, p. 475

Volgens Sextus Empiricus kun je als pyrronistisch scepticus wel degelijk een normaal leven leiden, omdat het scepticisme niet opgevat moet worden als een echte doctrine. Toch zie je in tekst 4 dat er twijfels zijn geweest of het systematisch opschorten van je oordeel niet gewoon gevaarlijk is.

2p 10 Leg met tekst 4 uit in welk opzicht een pyrronistisch scepticus wel een doctrine heeft en in welk opzicht hij geen doctrine heeft. Beargumenteer vervolgens of volgens jou het pyrronistisch scepticisme gevaarlijk is voor het dagelijks leven. Maak in je argument gebruik van het einddoel van het pyrronistisch scepticisme. Niet alleen op epistemologische gronden heeft Sextus discussie gevoerd met zijn directe tegenstrevers. Zo is er ook veel geschreven over de vraag hoe geluk bereikt kon worden. De scholen uit de oudheid hadden daar een zeer verschillende mening over. Zo zegt Seneca, een Stoïcijn:

Pagina: 33Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 35: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 8 / 12 lees verder ►►►

tekst 5 Gelukkig is hij dus die juist oordeelt; gelukkig is hij die tevreden is met zijn huidige lot, hoe dat ook moge zijn, en die positief staat tegenover de omstandigheden waarin hij verkeert; gelukkig is hij wiens rede hem zijn persoonlijke situatie doet accepteren. bron: Seneca, over geluk V-1

Als je altijd het juiste oordeel hebt over de situatie, dan accepteer je volgens de Stoa je lot, waardoor je nooit meer een emotie zal hebben over de situatie. Je zult een toestand krijgen van apateia: een emotieloze rusttoestand die volledige acceptatie van het lot mogelijk maakt. De rede heeft daarin een cruciale rol volgens de Stoa: met de rede moet je inzien dat je geen oordelen moet hebben over zaken die moreel gezien irrelevant zijn. Als je die wel hebt, dan krijg je emoties omdat je vindt dat dingen die je overkomen slecht of juist goed zijn, terwijl ze eigenlijk onbelangrijk zijn. Deze grote waardering van de rede is in de oudheid niet uniek. Zowel Plato als Aristoteles kennen de rede een belangrijke plaats toe in het ontwikkelen van geluk, of eudaimonia. Toch is er ook een verschil in hun opvatting over de verhouding tussen de rede en emoties.

3p 11 Leg met de verhouding tussen de rede en emoties uit: wat volgens Plato de weg naar geluk is, en wat volgens Aristoteles de weg naar geluk is. Leg vervolgens met een van deze twee theorieën en met de theorie van de Stoa uit hoe een pyrronist met de troop van de onenigheid tot opschorting van het oordeel komt.

Pagina: 34Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 36: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 9 / 12 lees verder ►►►

Opgave 3 Elon Musk en de simulatiehypothese Een gedachte-experiment waar de laatste jaren steeds meer aandacht voor komt, is dat van de simulatiehypothese: wat nou, als de wereld waarin wij allemaal denken te leven, helemaal niet bestaat, maar een zeer geavanceerde computersimulatie is - gemaakt door een hogere beschaving dan die van ons? De multimiljonair en succesvolle ondernemer Elon Musk is een aanhanger van deze simulatiehypothese. Volgens hem is de simulatiehypothese zelfs geen sceptisch gedachte-experiment, maar uiterst reëel. Het klinkt als een bizarre overtuiging, maar Musk staat erom bekend dat zijn opvattingen in werkelijkheid vaak minder bizar blijken dan ze klinken. Zo is hij het brein achter Tesla en draagt hij bij aan een revolutie in de auto-industrie: het vervangen van diesel- en benzineauto’s door elektrische auto’s is al in een vergevorderd ontwikkelingsstadium. En als baas van SpaceX verwacht Musk goedkope, want gerecyclede raketten te maken om privévluchten naar Mars te organiseren om de overbevolkte aarde in de toekomst wat te kunnen ontzien. De eerste tests om deze goedkope raketten succesvol te laten landen, zijn al geslaagd. Stel nu, dat ook Musks opvatting dat de ons bekende buitenwereld niet bestaat en wij in een computersimulatie leven, minder bizar blijkt dan hij klinkt? René Descartes zette enkele honderden jaren voor Elon Musk met drie stappen van twijfel al het bestaan van de buitenwereld op losse schroeven. Vanuit het cogito komt hij vervolgens met twee argumenten tot een andere conclusie dan Musk.

3p 12 Leg uit: met welke stap in Descartes’ twijfelexperiment de simulatiehypothese

overeenkomt en met welke twee argumenten Descartes tot een andere conclusie komt

dan Musk. Als argument voor de overtuiging dat wij in een computersimulatie leven, redeneert Elon Musk als volgt:

tekst 6 Ons universum telt waarschijnlijk een groot aantal beschavingen. Een flink deel daarvan heeft wellicht het peil bereikt waarop ze een uiterst waarheidsgetrouwe simulatie kunnen creëren. Er bestaan dus waarschijnlijk miljarden virtuele werkelijkheden – en maar één echte, de base reality. Dus is de kans zeer groot dat u zich in een van die miljarden gesimuleerde werkelijkheden bevindt. bron: nrc.nl/nieuws

Pagina: 35Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 37: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 10 / 12 lees verder ►►►

Musk heeft het over waarschijnlijkheden die de meesten van ons eerder onwaarschijnlijk zullen vinden. De Belgische filosoof Maarten Boudry vindt het bijvoorbeeld veel waarschijnlijker dat wij juist in de basiswerkelijkheid leven, aangezien een wereld als computersimulatie volgens hem vele malen ingewikkelder zou zijn dan de werkelijke wereld. De eenvoudigste verklaring voor onze ervaringen is volgens hem dat er gewoon een echte wereld aan ten grondslag ligt. Toch is het mogelijk dat Musk toevallig gelijk heeft, zoals het ook mogelijk is dat Boudry toevallig gelijk heeft en we ‘gewoon’ in de basiswerkelijkheid leven. Om te bepalen of een opvatting werkelijke kennis bevat, kan gebruik gemaakt worden van de waarheidsgevoeligheidseis.

3p 13 Leg uit: of de opvattingen van Musk en Boudry voldoen aan de

waarheidsgevoeligheidseis en dat Boudry’s opvatting een ‘afleiding naar de beste verklaring’ is. Beargumenteer vervolgens of jij Musks redenering in tekst 6 een ‘creatieve abductie’ vindt. Elon Musk wordt door velen gezien als een markant figuur. Zijn plannen, opvattingen en ondernemingen halen regelmatig het nieuws en vaak blijft in die nieuwsberichten in het midden of we Musks uitspraken met een korreltje zout moeten nemen of niet. Toch zijn er gerenommeerde wetenschappers die Musks simulatiehypothese zeer serieus nemen. Aan de universiteit van Washington, bijvoorbeeld, wordt momenteel onderzocht of wij in een computersimulatie leven. Om te toetsen of dit zo is, moeten we volgens deze wetenschappers zelf een computersimulatie uitvoeren. In zo’n simulatie zouden dan sporen zichtbaar kunnen worden die erop wijzen dat wij nu ook in een computersimulatie leven. De wetenschappers formuleren verschillende hypotheses over hoe zo’n spoor eruit zou kunnen zien. Er zijn ook wetenschappers die het onderzoek aan de universiteit van Washington ‘geen wetenschap meer’ vinden. Paul Feyerabend heeft een kritisch boek geschreven over de wetenschappelijke methode. George Moore zou zich niet per se uitlaten over de wetenschappelijkheid van het onderzoek, maar waarschijnlijk zou hij wel zijn vraagtekens zetten bij de noodzaak van het genoemde onderzoek.

2p 14 Leg met de generieke vorm van de sceptische paradox uit dat Moore het onderzoek in Washington niet nodig zou vinden. Leg vervolgens uit wat Feyerabends reactie zou zijn op het onderzoek in Washington.

Pagina: 36Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 38: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 11 / 12 lees verder ►►►

In plaats van zoeken naar bewijzen voor de simulatiehypothese, zou je ook kunnen proberen deze te weerleggen. Volgens natuurkundige Thomas Hertog is dat laatste vrij moeilijk.

tekst 7 “We beschikken tegenwoordig over behoorlijk precieze wiskundige modellen die de evolutie van het heelal beschrijven, maar we hebben geen enkele aanwijzing dat er ook een fysieke realiteit moet beantwoorden aan deze wiskundige modellen. Tegelijk betekent die wiskundige beschrijving dat het niet ondenkbaar is om een universum te simuleren”, aldus Hertog. “Het is tenslotte een vrij beknopte code.” naar: nrc.nl/nieuws

Reid heeft weinig op met dergelijk metafysisch scepticisme. Volgens Kant is metafysisch scepticisme zelfs ‘het schandaal van de filosofie’. Vanuit de geschiedenis van de filosofie hebben het uitgangspunt van het empirisme en het uitgangspunt van indirecte waarneming kunnen leiden tot metafysisch scepticisme. Reid en Kant hebben allebei een oplossing voor het metafysisch scepticisme.

3p 15 Leg uit waarin de oplossing van Kant verschilt van de oplossing van Reid aan de hand van hun opvattingen over beide uitgangspunten. Beargumenteer vervolgens wie het metafysisch scepticisme van Hertog in tekst 7 het beste kan oplossen: Kant of Reid. Nog los van de vraag wat we filosofisch gezien aan moeten met Musks simulatiehypothese, spreekt de persoon Musk tot de verbeelding. Journalist Tim Urban onderzocht wat het geheim is achter Musks manier van denken. Uit zijn onderzoek kwam naar voren dat Musk zich verzet tegen de houding van mensen die denken dat ‘iets gewoon zo is’. Mensen die dit doen, worden door Urban ‘zondvloedwetenschappers’ genoemd, een verwijzing naar een wetenschappelijke discipline uit de zeventiende eeuw. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 37Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 39: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-1-o 12 / 12 lees verder ►►►

tekst 8 In de zeventiende eeuw dacht een theoloog bewijs te hebben gevonden voor de zondvloed (die ene waar Noach zijn ark voor bouwde). Essentieel in die theorie was dat na een beetje slim rekenen op basis van Bijbelverhalen de aarde zesduizend jaar bestond. Ook toen steeds meer bewijs erop duidde dat de aarde wellicht een tikkie ouder was, bleven hij en zijn inmiddels grote schare volgelingen bij hun standpunt. Wij redeneren vaak net zo. We houden vast aan overtuigingen waar we niet zozeer bewijs voor hebben, maar waarvan we denken ‘dat het gewoon zo is’: ‘Zo doen we dat nu eenmaal altijd’; ‘Het is zo omdat [autoriteit] zegt dat het zo is’; ‘Dit is nog nooit gedaan, dus dat kan geen zuivere koffie zijn’. Om te voorkomen dat hij als een zondvloedwetenschapper nadenkt, probeert Musk alles naar het ‘eerste principe’ terug te redeneren. Als Musk een eerste principe heeft geformuleerd (zoals: raketten kunnen goedkoper), test hij dit. En als de wereld verandert, neemt hij die ‘data’ mee en past eventueel zijn principes daar weer op aan. Heel simpel gezegd: Musk neemt niets zomaar aan, bevraagt alles en test vervolgens zijn overtuigingen. Dat proces herhaalt hij eindeloos. naar: https://decorrespondent.nl/4529/ook-jij-kunt-leren-denken-als-elon- musk/335117965490-684ae2cf

Musk verzet zich ertegen om te denken als een zondvloedwetenschapper. Kuhn en Bayle zouden allebei vinden dat we de opvattingen van de zondvloedwetenschappers niet zomaar mogen afdoen als flauwekul.

2p 16 Geef aan in welk opzicht we de opvatting van de zondvloedwetenschappers serieus moeten nemen: volgens Kuhn en volgens Bayle. Ondertussen zijn er ook allerlei mensen die juist kritiek hebben op Musk en zijn manier van denken. Er zijn ongelukken gebeurd met Tesla’s en velen noemen zijn SpaceX-plannen, die telkens met enkele jaren worden uitgesteld, ‘megalomane luchtfietserij’. Musk weigert volgens sommigen te zien dat zijn overtuigingen volkomen onrealistisch zijn. Het geheel van onze overtuigingen wordt ook wel ons ‘wereldbeeld’ genoemd. Daarbij speelt het onderscheid tussen rationaliteit en integriteit een belangrijke rol.

2p 17 Beargumenteer met tekst 8 en met dit onderscheid tussen rationaliteit en integriteit of jij een voorstander of tegenstander bent van Musks manier van denken.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 38Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 40: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o

Examen VWO

2018

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2maandag 18 juni13.30 - 16.30 uur

Pagina: 39Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 41: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 2 / 14 lees verder ►►►

Opgave 1 Over scepsis in de rechtbank

De zaak Lucia de B., de Schiedammerparkmoord en de Puttense moordzaak zijn allemaal voorbeelden van gerechtelijke dwalingen. In deze rechtszaken werden lange gevangenisstraffen opgelegd, maar in alle drie de gevallen werd de zaak enkele jaren later heropend en werden de vermeende daders vrijgesproken. Er bleek gerommeld met bewijs, het Openbaar Ministerie (OM) had fouten gemaakt en de schuldigen bleken onschuldig. Volgens wetenschapsfilosoof Ton Derksen komen gerechtelijke dwalingen vaker voor dan we denken. Hij acht de kans groot dat er in Nederland veel onschuldige mensen achter de tralies zitten. ‘Redeneringen van juristen zitten vol fouten’, zegt hij. Maar in Nederland mogen rechtszaken maar zelden worden heropend, waardoor die fouten ook maar zelden aan het licht komen. Om wat voor fouten gaat het volgens Derksen?

tekst 1 Uiteindelijk gaat het om de vraag: heeft Jan Klaassen Katrijn vermoord? En dat is primair een empirische vraag, geen juridische vraag. Als je het zo bekijkt, zijn juist de officieren van justitie, de rechters en helaas ook de advocaten niet opgeleid voor hun taak. Omdat ze geen empirisch-wetenschappelijke scholing hebben en zich wel beroepsmatig met waarheidsvinding bezighouden, doen ze dat laatste op de manier zoals ze dat in de alledaagse praktijk geleerd hebben: met behulp van cognitieve instincten, die in het alledaagse leven hun waarde hebben bewezen, maar zich ook tegen ons kunnen keren. Ik geef twee voorbeelden van cognitieve instincten: ‘het bewijsmateriaal past bij het scenario, dus is het scenario waar’ en ‘het confirmatievooroordeel’, ook wel bekend als ‘tunnelvisie’: we zijn geneigd te geloven wat bij ons standpunt past, wat niet past nemen we niet serieus. naar: Ton Derksen, Onterecht levenslang, in: Wijsgerig Perspectief, 2016

Derksen stuurt in tekst 1 aan op het gebruiken van de correspondentietheorie voor waarheid bij waarheidsvinding in de rechtspraak. Als je aan waarheidsvinding doet, is het van belang om te weten wanneer je iets voor waar houdt en wanneer niet.

3p 1 Leg uit: wat de correspondentietheorie voor waarheid inhoudt, welk waarheidscriterium voor waarheid we volgens Derksen gebruiken

bij onze cognitieve instincten en of Derksens houding tegenover waarheid aansluit bij het

wetenschappelijk scepticisme of bij het pyrronisme.

Pagina: 40Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 42: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 3 / 14 lees verder ►►►

Een van de rechtszaken die Derksen analyseert is de zaak Olaf H. Olaf H. kocht een tweedehandsauto en ging, nadat hij had betaald en de rekening door de autohandelaar had laten ondertekenen, even naar het toilet. Toen hij terugkwam, zag hij hoe de vrouw van de autohandelaar werd vermoord en ontdekte hij dat ook de autohandelaar zelf was doodgeschoten. In paniek reed Olaf H. weg in zijn net gekochte auto. Hij belde niet naar de politie, maar haalde onmiddellijk zijn Roemeense vriendin op en reed met haar naar Roemenië. Toen Olaf H. na twee dagen terugkwam, werd hij gearresteerd. Getuigen hadden hem op de plaats delict gezien en van de onbekende schutter werden geen sporen gevonden. Olaf H. werd veroordeeld tot levenslang. Volgens Derksen heeft het OM in deze rechtszaak vooral vanuit het eigen gelijk geredeneerd dat Olaf H. schuldig is. Het OM heeft volgens Derksen te weinig gekeken of het bewijsmateriaal ook passend kon zijn voor een sceptisch, alternatief scenario waarin er een andere dader is dan Olaf H. En daar zijn best redenen voor. Getuigen bevestigen bijvoorbeeld dat Olaf H. en zijn vriendin al maanden van plan waren om naar Roemenië te gaan omdat haar visum was verlopen. De reis was dus misschien geen vlucht. En Olaf H. belde niet naar de politie, omdat vrienden bij hem thuis een wietplantage hadden. Derksens opvatting zou je kunnen weergeven als een sceptische paradox, waarbij de eerste bewering luidt: ‘Het OM weet dat Olaf H. de moordenaar is’. Het contextualisme en het relevantisme hanteren verschillende methoden om vast te stellen of je iets weet. In bovenstaande context zou zowel vanuit het contexturalisme als vanuit het relevantisme de conclusie zijn dat het OM niet weet dat Olaf H. de moordenaar is.

3p 2 Geef de zaak Olaf H. weer als sceptische paradox. Leg uit dat het OM niet weet dat Olaf H. de moordernaar is: volgens een contextualist en volgens een relevantist. Om te laten zien hoe het OM redeneert, beschrijft Derksen de volgende dialoog tussen de verdediging en het OM. Met de opmerkingen tussen haakjes expliciteert Derksen de vooronderstellingen van het OM.

Pagina: 41Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 43: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 4 / 14 lees verder ►►►

tekst 2 Verdediging: Olaf H. kon niet schieten. Dan lukt het je niet om deze mensen

van een afstand elk met één schot door het hoofd te schieten. OM: Olaf had geluk. (Hij moet geluk hebben, want hij heeft gemoord

en kon niet schieten.) Verdediging: Er lag een verkoopbon met zijn naam in de la van de

autohandelaar. Een moordenaar afficheert zich niet op zo’n manier!

OM: Olaf was in paniek, hij heeft de bon laten liggen. (Olaf was de moordenaar. Hij heeft de bon laten liggen, dus hij moet in paniek geweest zijn).

naar: Ton Derksen, Onterecht levenslang, in: Wijsgerig Perspectief, 2016

De verdediging problematiseert in tekst 2 kennisclaims over het schuldscenario van het OM. Derksen concludeert uit deze dialoog dat zowel het onschuldscenario als het schuldscenario ‘gelijkelijk met het bewijsmateriaal overweg kunnen’ en dus niet discriminerend genoeg zijn om tot een uitspraak te komen. Kennisclaims kunnen onder andere pyrronistisch en cartesiaans worden geproblematiseerd. De ene manier is te herkennen in de benadering van de verdediging in tekst 2. De andere manier in de benadering van Derksen op basis van tekst 2.

3p 3 Leg uit welke van de twee benaderingen pyrronistisch is en welke cartesiaans. Beargumenteer vervolgens of jij in het geval van deze rechtszaak de cartesiaanse manier nuttig of nadelig vindt voor de rechter. Volgens Derksen zoekt het OM te veel naar bevestiging van wat het al denkt. Dit is volgens Derksen een methodologische fout. Karl Popper geeft een methode om tot een theorie of bewijs te komen.

2p 4 Leg uit: dat de genoemde methodologische fout is op te lossen met een

methode gericht op falsificatie en dat Derksens opvatting daarom aansluit bij de wetenschapsopvatting

van Popper.

Pagina: 42Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 44: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 5 / 14 lees verder ►►►

Om foute veroordelingen op grond van ‘passend bewijsmateriaal’ te voorkomen, is in Nederland bij wet vastgelegd dat de rechter minstens twee bewijsmiddelen moet hebben om iemand te mogen veroordelen. Bijvoorbeeld de verklaring van de verdachte en een verklaring van een onafhankelijke deskundige. Daarnaast moet de rechter overtuigd zijn zonder dat er sprake is van gerede twijfel. Dit geeft de rechter de mogelijkheid om uiteindelijk toch niet te veroordelen, ook als er wel twee bewijsmiddelen zijn. Derksen vindt deze toevoeging van het overtuigd-zijn niet voldoende:

tekst 3 De wet zegt er niet bij wanneer de rechter overtuigd moet zijn. De Nederlandse juristen hebben hier wat op gevonden: het sprongetje van Scholten. Een rechter wikt en weegt en dan ‘voelt hij aan zijn water’, zoals de ex-voorzitter van de Raad van de Rechtspraak zei, dat de verdachte echt de dader is. Hij neemt dus een intuïtieve sprong van onzekerheid naar zekerheid. naar: Ton Derksen, 2016

Als Derksen gelijk heeft, zou je op basis van het sprongetje van Scholten Nederlandse rechters bij het tot standkomen van een veroordeling wellicht een gebrek aan integriteit ten opzichte van hun wereldbeeld kunnen verwijten.

3p 5 Leg uit dat ‘het sprongetje van Scholten’ abductief is. Geef vervolgens met deze abductie een argument voor en een argument tegen bovenstaand verwijt. Omdat er vaak geen sluitend bewijs is voor een moord, komt het in het Nederlandse rechtssysteem bijna altijd aan op het overtuigd-zijn van de rechter. Volgens Derksen is het onmogelijk dat rechters hun overtuigingen zo verantwoorden dat onschuldige burgers nooit meer ten onrechte worden veroordeeld. Agrippa zou het met Derksen eens zijn over de onmogelijkheid van verantwoorde opvattingen. Volgens Derksen moet deze onmogelijkheid van verantwoorde overtuigingen van rechters ertoe leiden dat het Nederlandse rechtssysteem wordt aangepast. Hij wil dat zaken makkelijker heropend kunnen worden dan nu het geval is, zodat vonnissen ook vaker kunnen worden herroepen: liever een schuldige vrij dan een onschuldige in het gevang.

Pagina: 43Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 45: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 6 / 14 lees verder ►►►

De vraag of het Nederlandse rechtssysteem moet worden aangepast zoals Derksen voorstelt, kan je benaderen vanuit verschillende ethische theorieën.

4p 6 Leg met de drie onderdelen van Agrippa’s trillemma uit dat het onmogelijk is dat rechters nooit meer een onschuldige veroordelen. Geef vervolgens twee argumenten om het rechtssysteem aan te passen zodat zaken makkelijker heropend kunnen worden: één vanuit de plichtethiek en één vanuit de gevolgenethiek. Maak tot slot een afweging tussen deze twee ethische argumenten aan de hand van het onderscheid tussen de instrumentele en intrinsieke waarde van de mens.

Pagina: 44Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 46: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 7 / 14 lees verder ►►►

Opgave 2 Over zekerheid en pijn

Veel mensen gaan ervan uit dat hun ervaringen en gedachten alleen voor hen zelf toegankelijk zijn, en die van anderen alleen voor die ander. Neem bijvoorbeeld de ervaring van pijn. De ene persoon die zijn knie stoot kan gewoon door, de ander zegt te vergaan van de pijn – maar of zij wel dezelfde pijn voelen kun je niet zeggen. Alleen jij zelf voelt jouw pijn, iemand anders kan jouw pijn niet voelen. Dat betekent echter dat we nooit kunnen weten of we bij het voelen van pijn hetzelfde voelen als een ander, terwijl we wel heel zeker lijken te zijn over onze eigen beleving van pijn. Zowel het conceptueel scepticisme als het solipsisme gaat ervan uit dat onze eigen belevingen voor onszelf zeker zijn, en dat bovendien de toegang tot deze belevingen volledig privé is. Ook in de filosofie van Descartes wordt aangenomen dat onze gedachtes en ervaringen volledig privé zijn. Terwijl Descartes juist probeert te ontsnappen aan zowel scepticisme als solipsisme door zekere kennis van de buitenwereld te zoeken. Descartes’ gedachte-experiment van de methodische twijfel kent twee fasen: het begint met de twijfelfase die leidt tot de conclusie ‘cogito ergo sum’. Na die conclusie begint de tweede fase waarin alle twijfel weer wordt weerlegd.

3p 7 Leg uit dat het solipsisme immuun is voor het conceptueel scepticisme. Geef daarna de twee denkstappen volgend op het cogito waarin Descartes tot zekere kennis over de buitenwereld komt. Leg ten slotte uit dat Descartes’ conclusie ‘ik denk dus ik ben’ tot conceptueel scepticisme kan leiden. Volgens de filosoof Ludwig Wittgenstein moeten we ons afvragen wat het precies betekent als we zeggen ‘ik heb pijn’. Wittgenstein denkt niet dat woorden betekenis krijgen omdat ze ergens naar verwijzen. De zin ‘ik heb pijn’ verwijst volgens hem dus niet naar een of andere innerlijke ervaring die vervolgens wel of niet toegankelijk is voor anderen. De zin ‘ik heb pijn’ begrijpen we volgens Wittgenstein omdat we hem op een bepaalde manier gebruiken in de praktijk. De betekenis van woorden komt volgens hem dus tot stand in het gebruik. Hij noemt deze gebruikscontext van woorden een ‘taalspel’. Wittgenstein legt zijn idee van het taalspel uit met het gedachte-experiment van het kevertje in een doosje:

Pagina: 45Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 47: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 8 / 14 lees verder ►►►

tekst 4 Veronderstel dat iedereen een doosje zou hebben, en dat daarin iets zat dat wij ‘kever’ noemen. Niemand kan ooit in het doosje van een ander kijken; en iedereen zegt dat hij alleen doordat hij naar zijn kever heeft gekeken weet wat een kever is. – Dan zou het toch kunnen dat iedereen een ander ding in zijn doosje had. Ja je zou je kunnen voorstellen dat zo’n ding voortdurend veranderde. – Maar als het woord ‘kever’ van deze mensen nu toch een gebruik had? – Dan zou het niet de aanduiding van een ding zijn. Het ding in het doosje maakt helemaal geen deel uit van het taalspel; zelfs niet als een iets: want het doosje zou ook leeg kunnen zijn. naar: Wittgenstein ‘Filosofische onderzoekingen’, fragment 293, 1953

Volgens Wittgenstein gaan veel filosofische redeneringen over pseudoproblemen. Hij probeert deze problemen te ontmaskeren door het gebruik en daarmee de betekenis van de woorden te onderzoeken.

2p 8 Leg met een citaat uit tekst 4 uit dat volgens Wittgenstein de betekenis van pijnuitspraken niet afkomstig kan zijn van privé-ervaringen. Leg vervolgens uit dat het probleem van andere geesten daarom een pseudoprobleem is volgens Wittgenstein. Wittgenstein is het niet eens met de traditionele analyse van kennis. Dat geldt ook voor Edmund Gettier.

2p 9 Geef de traditionele analyse van kennis. Leg vervolgens met een voorbeeld van een Gettier-geval uit wat het probleem is met deze analyse van kennis. Wittgenstein bespreekt in zijn publicatie ‘Over zekerheid’ allerlei onderwerpen die verband houden met het scepticisme. Hij bespreekt onder andere het bewijs voor het bestaan van de buitenwereld van zijn voorganger in Cambridge, George Moore. Moore probeert het bestaan van de buitenwereld te bewijzen op grond van het gezond verstand. Hij doet dat door allereerst het gebruik van ‘gezond verstand’ te verdedigen. In zijn artikel ‘Een verdediging van het gezond verstand’ schrijft hij:

tekst 5 De meeste mensen die menselijke lichamen hebben, geboren zijn, en een bepaalde tijd leven op aarde en die gedurende de tijd dat ze leven vele verschillende ervaringen hebben gehad, hebben kennis. Ze hebben kennis van zichzelf, hun eigen lichaam. Van het feit dat ze na de geboorte zijn gegroeid. Van het feit dat ze hun leven lang met beide voeten bovenop de aarde staan (of op zijn minst dicht bij de aarde) naar: Moore, A Defence of Common Sense, 1925

Pagina: 46Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 48: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 9 / 14 lees verder ►►►

Met dergelijke alledaagse overtuigingen, die volgens Moore onderdeel zijn van het gezond verstand, geeft hij een bewijs voor het bestaan van de buitenwereld. Om zijn argumenten kracht bij te zetten geeft Moore drie criteria voor een goed bewijs waaraan hij zijn bewijs voor het bestaan van de buitenwereld toetst. Ondanks dat Moore vindt dat hij een goed bewijs geeft voor het bestaan van de buitenwereld, voldoet zijn bewijs volgens critici niet aan zijn eigen criteria, omdat de premisse niet verschilt van de conclusie.

3p 10 Leg met tekst 5 uit dat Moore met een beroep op gezond verstand de redenering van de scepticus omdraait. Geef vervolgens Moores bewijs voor het bestaan van de buitenwereld. Leg tot slot uit dat in Moores bewijs zijn premisse niet verschilt van de conclusie. Volgens Moore hebben we geen enkele reden om te twijfelen aan de uitspraken over de buitenwereld die we op grond van gezond verstand aannemen. Hij vergelijkt deze uitspraken met uitspraken die we doen als we zeggen dat we pijn hebben. We hebben in beide gevallen geen reden om te twijfelen aan de waarheid van de uitspraken, of we nou weten dat we pijn hebben of weten dat we gegroeid zijn na onze geboorte. De zekerheid van je eigen beleving is volgens Moore gelijk aan de zekerheid van veel simpele beweringen over de buitenwereld. Ook Bertrand Russell vraagt zich af wat we zeker kunnen weten. Volgens Russell zijn er directe en onbetwijfelbare kennisuitspraken over de waarneming mogelijk. Daarmee lijkt hij het oneens te zijn met Moore. Neem de simpele bewering dat je weet dat de aarde bestaat.

2p 11 Leg met deze simpele bewering Russells onderscheid tussen kennis door vertrouwdheid en kennis door beschrijving uit. Leg vervolgens uit dat Russell het daarom niet eens zou zijn met Moore dat we net zo zeker zijn over onze belevingen als over de simpele bewering dat de aarde bestaat. Een scepticus zal het niet eens zijn met Moore dat we zekerheid kunnen bereiken. Maar die scepticus heeft daarbij volgens Wittgenstein wel een probleem. De scepticus formuleert zijn twijfel in taal. Omdat hij zijn twijfel formuleert in taal kan de betekenis van zijn woorden zelf niet betwijfelbaar zijn, anders kan hij zijn twijfel niet uitdrukken in die taal. Je kunt volgens Wittgenstein dus niet echt twijfelen aan de uitspraak ‘ik groei na mijn geboorte’ omdat je dan ook zou moeten twijfelen aan de betekenis van de woorden in die zin. En dat kan niet volgens Wittgenstein, want als je die betekenis zelf in twijfel zou moeten trekken, kun je de twijfel niet meer onder woorden brengen. Je weet wat de zin ‘ik groei na mijn geboorte’ betekent omdat je weet wat die woorden in het gebruik betekenen. Deze zin kan op zichzelf dus niet betwijfeld worden.

Pagina: 47Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 49: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 10 / 14 lees verder ►►►

Wittgenstein noemt dit soort zinnen die op zichzelf niet betwijfeld kunnen worden 'scharnierzinnen’. Deze ‘scharnierzinnen’ vormen volgens Wittgenstein de grens van onze twijfel en het zijn ook precies de uitspraken die Moore wil aannemen op grond van gezond verstand. Een scepticus zou echter nog steeds blijven beweren dat de wereld toch anders zou kunnen zijn dan uitgedrukt in de scharnierzinnen, ook al kunnen we dat dan misschien niet uitdrukken. Je zou dan nog steeds kunnen twijfelen aan de zekerheid van deze ‘scharnierzinnen’ en dus aan onze kennis als geheel John Austin beargumenteert ook dat er grenzen zijn aan onze twijfel, maar op heel andere gronden. Volgens Austin hoef je niet eindeloos de twijfel van de scepticus te blijven beantwoorden en is het op een bepaald moment genoeg.

3p 12 Leg uit wanneer er volgens Austin genoeg getwijfeld is. Geef vervolgens aan waarin zijn antwoord aan de scepticus verschilt van dat van Moore. Leg tot slot uit of Wittgensteins ‘scharnierzinnen’ volgens Austin genoeg zouden zijn om met de sceptische twijfel te stoppen.

Pagina: 48Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 50: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 11 / 14 lees verder ►►►

Opgave 3 Kleurwaarneming en de buitenwereld

Bestaan kleuren echt of zijn ze een illusie? Is kleurwaarneming afhankelijk van de geest? Krijgen we met het zien van een kleur een ware afbeelding van de buitenwereld? Volgens de Engelse filosofe M. Chirimuuta moeten we opnieuw nadenken over wat ‘waarnemen van de buitenwereld’ precies betekent. In haar boek ‘Outside color’ uit 2015 bespreekt ze bovenstaande vragen:

tekst 6 Filosofen hebben een slechte reputatie als het gaat om twijfelen aan vaststaande feiten. Wat is zekerder dan de overtuiging dat de wolkeloze hemel, op een zomerse namiddag, blauw is? Toch kunnen we ons in alle ernst afvragen of de hemel ook blauw is voor de vogels die daar vliegen en die andere ogen hebben dan wij. En wat als we de vlag van de Verenigde Naties, die dezelfde hemelblauwe kleur heeft, half in de schaduw en half in de volle zon plaatsen? Dan zal de ene helft donkerder blauw zijn dan de andere helft. Wat is de echte kleur van de vlag? Kleuren lijken te veranderen als het licht verandert en als we de voorwerpen er omheen verplaatsen. Betekent dit dat de kleuren zelf veranderen? bron: Chirimuuta, The reality of color is perception, 2015

In de filosofie wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten scepticisme: metafysisch, epistemologisch en conceptueel scepticisme.

3p 13 Leg uit dat elk van deze drie soorten scepticisme herkenbaar is in tekst 6. In de traditionele kennisleer is veel discussie geweest over de relatie tussen waarnemen en het bestaan van een buitenwereld. In deze discussie levert Berkeley kritiek op Locke.

2p 14 Leg met het onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten uit of kleurwaarneming het bestaan van een onafhankelijke buitenwereld kan bevestigen: volgens Locke en volgens Berkeley.

Pagina: 49Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 51: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 12 / 14 lees verder ►►►

Met een optische illusie in tekst 7 wordt eenvoudig aangetoond dat kleuren niet corresponderen met golflengtes. In deze illusie nemen mensen een deel van een schaakbord waar waarop een cilinder staat. Vakje A en vakje B lijken een verschillende kleur te hebben, de ene licht en de andere donker, maar bij metingen blijkt het om precies dezelfde golflengte te gaan. Uitgaande van de golflengte is er dus geen verschil in kleur. Mensen betrekken in deze situatie de omgeving in hun waarneming waardoor ze de schaduw waarnemen die de cilinder op het schaakbord werpt. Onze hersenen interpreteren deze situatie anders dan een computer zou doen en we nemen daarom, in tegenstelling tot een computer, een verschil in kleur tussen vakje A en B waar:

tekst 7

Illusies vormen een probleem voor het realisme ten aanzien van de buitenwereld. Thomas Reid probeert dit probleem op te lossen op basis van het gezond verstand. Een oplossing voor het probleem van illusies voor het direct realisme is het onderscheid tussen naïef realisme en wetenschappelijk realisme.

3p 15 Leg met het voorbeeld van de illusie uit tekst 7 het verschil tussen het naïef realisme en het wetenschappelijk realisme uit. Geef vervolgens met tekst 7: een argument voor Reids gebruik van ‘gezond verstand’ en een argument tegen Reids gebruik van ‘gezond verstand’.

Metingen tonen aan dat vakje A en vakje B van de afbeelding hiernaast dezelfde golflengte hebben. Het verschil in kleur dat wij waarnemen, zou daarom een illusie zijn. Dit afdoen als illusie veronderstelt echter dat we voor de gek zijn gehouden, maar eigenlijk is de menselijke waarneming beter in staat om de afbeelding goed in te schatten.

naar: Harris, Does color even exist? 2015

Pagina: 50Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 52: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 13 / 14 lees verder ►►►

De nieuwe theorie van kleurwaarneming heeft overeenkomsten met de dispositionele benadering van kleur. Kleuren kunnen worden beschouwd als respons-afhankelijke eigenschappen voor menselijke waarneming: een kleur is de manier waarop een bepaalde prikkel op een waarnemer overkomt, én de manier waarop een waarnemer die prikkel waarneemt. Daarom zouden we volgens de nieuwe theorie anders over kleuren moeten spreken. In plaats van dat we zeggen dat we de blauwe hemel zien, zouden we beter kunnen zeggen dat we een blauwige waarneming van de hemel hebben. Volgens de nieuwe theorie van kleurwaarneming is kleur geen kwaliteit van een object maar de kwaliteit van een waarnemingsproces, zoals dat door ons wordt ervaren. Vanuit een sceptische benadering zouden we de nieuwe theorie kunnen onderwerpen aan het scenario van spectruminversie. Voor functionalisten vormt dit sceptische scenario echter geen probleem.

2p 16 Leg met het onderscheid tussen binnenwereld en belevingswereld uit of de nieuwe theorie van kleurwaarneming: functionalistisch is en bestand is tegen het sceptische scenario van spectruminversie. De op de nieuwe theorie van kleurwaarneming lijkende dispositionele benadering van kleur, gaat in haar analyse uit van normale menselijke waarnemers. Maar wat als we uitgaan van niet-normale menselijke waarnemers? De meeste mensen hebben drie typen kegeltjes in hun ogen, waarmee ze ongeveer een miljoen kleuren kunnen onderscheiden. Mensen die kleurenblind zijn, hebben net als veel andere zoogdieren maar twee typen kegeltjes, waardoor ze slechts tienduizend kleuren kunnen waarnemen. Maar er zijn ook mensen die vier typen kegeltjes hebben, zogeheten tetrachromaten, waardoor ze in staat zijn om honderd miljoen kleuren te zien. Een van deze mensen is kunstenares Concetta Antico:

tekst 8 Als de in Californië gevestigde kunstenares Concetta Antico ’s nachts omhoog kijkt naar de hemel, ziet ze die niet als diepzwart. De hemel verandert voor haar ‘s nachts in stralende tinten blauw, violet en groen. Antico zegt dat ze zelfs de gloed rond sterren kan zien. En de maan is omgeven door regenboogtinten. Voor Antico is de nachtelijke hemel vol leven en kleur. naar: redditblog.com What’s a tetrachromat? 2015

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 51Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 53: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-18-2-o 14 / 14 lees verder ►►►

In haar schilderijen wil Antico haar wereld laten zien. Haar schilderijen zijn daarom kleurrijk als droombeelden of hallucinaties. Bewonderaars van Antico’s schilderijen menen via haar schilderijen te kunnen weten hoe haar wereld eruitziet. Toch kun je je afvragen of dit terecht is en of normale menselijke waarnemers Antico’s wereld überhaupt mooi zouden kunnen vinden. De formule van respons-afhankelijkheid redt kleuren van puur subjectivisme. Er zijn filosofen die ook esthetische waarden op dezelfde manier van puur subjectivisme willen redden. Volgens Hume is de overtuiging dat we de (buiten)wereld waarnemen altijd een product van de verbeelding. Humes positie wordt verduidelijkt door het voorbeeld van gewone waarnemers die naar Antico’s schilderijen kijken.

3p 17 Leg uit dat het voorbeeld van Antico’s schilderijen de opvatting van Hume over de buitenwereld kan verduidelijken. Geef vervolgens een argument voor én een argument tegen de stelling dat esthetische waarden als respons-afhankelijke eigenschappen beschouwd kunnen worden.

einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 52Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 54: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o

Examen VWO

2017

filosofie

Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1vrijdag 19 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 53Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 55: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 2 / 12 lees verder ►►►

Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Op de achterflap van een bundel korte verhalen van Annelies Verbeke staat in grote rode letters: “Veronderstellingen kunnen de geestelijke gezondheid ernstige schade toebrengen!” Haar personages bekijken het leven door de bril van veelal verkeerde veronderstellingen. In de bizarre verhalen van Verbeke is alles mogelijk. Het openingsverhaal gaat over iemand die is geïncarneerd als hond, een schnauzer. Het verhaal wordt, in de ik-persoon, vanuit zijn perspectief verteld. De schnauzer richt zich in tekst 1 tot God (die hij ‘Vader’ noemt en met U aanspreekt) om zich te beklagen over het feit dat hij in de gedaante van een hond – en dan nog wel een schnauzer – is geïncarneerd. De schnauzer maakt een existentiële crisis door.

tekst 1

Er zijn momenten waarop ik me afvraag of U wel bestaat, of U niet een afgeleide bent van mijn op hol geslagen fantasie, de waan die me ervan heeft overtuigd een hulpeloze verlosser te zijn. Besta ik zelf wel, Vader? Is dit een woonkamer, zijn mijn baasjes echt? Ben ik de hallucinatie van een mens, opgesloten in een witte kamer met een geur, blaffend als een hond, ongrijpbaar voor diagnoses? naar: Annelies Verbeke, Veronderstellingen, 2012, Breda

De schnauzer vraagt zich af of hij wel bestaat en of zijn baasjes echt zijn. Volgens George Berkeley kan alleen een idealistische positie scepticisme vermijden. Berkeley neemt zowel een subjectief als een objectief idealistische positie in. Scepticisme kan onderscheiden worden in metafysisch, epistemologisch en conceptueel scepticisme.

3p 1 Leg uit dat de schnauzer in tekst 1 vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme. Geef vervolgens aan onder welke voorwaarde de baasjes van de schnauzer bestendig bestaan volgens Berkeleys subjectief idealisme. Geef ten slotte aan onder welke andere voorwaarde de baasjes van de schnauzer bestendig bestaan volgens Berkeleys objectief idealisme.

Pagina: 54Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 56: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 3 / 12 lees verder ►►►

In tekst 1 overweegt de schnauzer de mogelijkheid dat hij zelf een hallucinatie van een mens is. Voor het naïef realisme is het een probleem dat mensen – en in het verhaal van Verbeke een hond – soms onderhevig zijn aan illusies of hallucinaties. Direct realisten, bijvoorbeeld Thomas Reid, relativeren dit probleem. Het indirect realisme van bijvoorbeeld Locke kan tot scepticisme leiden. De klassieke definitie van waarheid is de correspondentietheorie. Een van de vooronderstellingen van de correspondentietheorie van waarheid is dat er een werkelijkheid bestaat onafhankelijk van onze kennis.

4p 2 Leg uit dat het feit dat mensen kunnen hallucineren een probleem vormt voor het naïef realisme, maar niet voor het direct realisme van Reid. Beargumenteer vervolgens met een weergave van de correspondentie-theorie van waarheid, dat het indirect realisme van Locke tot scepticisme kan leiden. Reid is een van de grootste pleitbezorgers van het direct realisme. Hij bekritiseert de waarnemingstheorie van Locke, Hume en Berkeley, die hij de ‘theory of ideas’ noemt. Reid vindt dat het direct realisme een betere filosofische theorie over waarneming van de werkelijkheid is dan de ‘theory of ideas’. Volgens Reid heeft de schnauzer in het verhaal van Verbeke geen goede reden om te betwijfelen dat hij bestaat, dat hij in een woonkamer is en dat zijn baasjes echt zijn.

2p 3 Leg met twee kritiekpunten op de ‘theory of ideas’ uit dat de schnauzer volgens Reid geen goede reden heeft om te betwijfelen dat hij zich in een woonkamer bevindt. De bundel van Verbeke heet ‘Veronderstellingen’. In deze bundel leiden absurde veronderstellingen tot grappige verhalen. In wetenschappelijk onderzoek zijn veronderstellingen soms van levensbelang. Verbeke heeft in haar bundel ook een verhaal over de arts Ignaz Semmelweis opgenomen. Deze arts is in de filosofie bekend geworden doordat de Duitse wetenschapsfilosoof Hempel zijn werk over kraamvrouwenkoorts gebruikt heeft om te laten zien hoe wetenschappelijk onderzoek functioneert. Dankzij Semmelweis kennen we de oorzaak van de hoge sterfte van vrouwen in het kraambed. Hij heeft ontdekt dat kraamvrouwenkoorts veroorzaakt wordt door infecties die gemakkelijk voorkomen kunnen worden als artsen hun handen desinfecteren. In tekst 2 is Semmelweis in gesprek met zijn collega’s, onder wie Carl Braun, die hem niet gelooft.

Pagina: 55Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 57: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 4 / 12 lees verder ►►►

tekst 2 − “Toen ik aan het werk ging in de Eerste Obstetrische (verloskundige) Kliniek van het Algemeen Ziekenhuis in Wenen, piekte de kraambedsterfte daar, in tegenstelling tot die in de Tweede Obstetrische Kliniek van hetzelfde ziekenhuis. Vrouwen vielen tijdens hun weeën voor me op de knieën, ze smeekten me… Ze smeekten me om naar de Tweede Kliniek te worden gebracht, die met de vroedvrouwen, sommigen verkozen zelfs op straat te bevallen. Meer dan eens zag ik enkele dagen later, op mijn dienst, het leven uit zo’n vrouw wegvloeien, het leven dat ze had geschonken moederloos achterlatend. (….) Alles onderzocht ik. Lag het aan de manier van kleren strijken? Aan het dieet? Wat deden de studenten van de Eerste Kliniek anders dan de vroedvrouwen van de Tweede? (….) Maar dan: ah! Een offer. Dat was de dood van mijn vriend, die goede Jakob Kolletschaka: een offer! Jakob overleed enkele dagen nadat een student hem tijdens een autopsie per ongeluk had gestoken met een scalpel. Toen ik het kadaver, Jakobs lichaam, onderzocht, herkende ik de pathologie meteen: dit was een openbaring! Dit was hoe kraamvrouwenkoorts eruitzag! En ik begreep het: de ontstekingen waren niet uit het lichaam ontstaan, er niet uit de lucht op neergedaald, maar ernaar…. − ‘Ignaz!’ naar: Annelies Verbeke, Veronderstellingen, 2012, Breda

Dokter Braun onderbreekt Semmelweis door zijn voornaam te roepen. Collega Braun gelooft namelijk niet dat Semmelweis de oplossing van kaamvrouwenkoorts gevonden heeft. Op de achtergrond van de discussie tussen deze twee dokters speelt de vraag wat betrouwbare kennis is. De wetenschapsfilosoof Hempel, een lid van de Wiener Kreis, gebruikt in een bekend artikel de ontdekking van Semmelweis om het verschil tussen de context van ontdekking en context van verantwoording uit te leggen. Niet alleen in het ziekenhuis in Wenen in de negentiende eeuw, maar ook in de wetenschapsfilosofie is de vraag naar criteria voor betrouwbare wetenschappelijke kennis en onbetrouwbare pseudowetenschappelijke theorieën van belang. Dat is het zogenaamde demarcatieprobleem. De filosofen van de Wiener Kreis maken gebruik van het onderscheid tussen twee contexten: de context van ontdekking en de context van verantwoording.

4p 4 Geef met een voorbeeld uit tekst 2 aan: − wat de context van ontdekking inhoudt en − wat de context van verantwoording inhoudt. Geef vervolgens aan wat de Duhem-Quinestelling inhoudt. Leg ten slotte uit dat verificatie en falsificatie volgens de Duhem-Quinestelling niet voldoen als demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid.

Pagina: 56Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 58: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 5 / 12 lees verder ►►►

Dokter Braun onderbrak Semmelweis door zijn voornaam te roepen. Het verhaal gaat verder:

tekst 3 Ignaz Semmelweis ontwaakte uit de roes waarin hij steeds verkeerde als hij de ontdekking herbeleefde. De meeste gezichten rond de tafel keken stuurs, een tweetal potentieel medelijdend. (….) Soms vroeg Ignaz zich af of de bewijzen voor zijn stelling zouden worden aanvaard, mocht een andere man ze hebben onderbouwd, iemand die ze wel mochten. Ze hadden er tienduizenden doden voor over om hem te dwarsbomen. (.…) “Bleekwater kan wat irritatie opleveren, maar dat weegt niet op tegen de enorme afname van sterfgevallen die zich (…) liet optekenen. Tijdens de eerste jaren dat ik als arts aan Sint-Rochus verbonden was, heeft het handenwassen de kraambedsterfte vrijwel geëlimineerd. En daarna ging ze weer omhoog. Er zijn geen bewijzen, professor Semmelweis.” Er waren gaandeweg weer meer vrouwen omgekomen. Hij verdacht zijn collega’s ervan de infectie opzettelijk te hebben verspreid, om hem ongelijk te kunnen geven. Ook daar waren geen bewijzen voor. naar: Annelies Verbeke, Veronderstellingen, 2012, Breda

Semmelweis heeft ontdekt dat het wassen van handen met bleekwater een goede manier was om te desinfecteren en om zo kraamvrouwen-koorts te voorkomen. Hij denkt dat collega Braun hem niet gelooft omdat hij hem niet mag. Daarom krijgt hij de indruk dat Braun van hem meer bewijzen verwacht dan hij van anderen zou verwachten. Braun wil nota bene zijn handen niet wassen met bleekwater, omdat hij daar jeuk van krijgt. Semmelweis is er daarentegen van overtuigd dat hij weet dat een gebrekkige hygiëne de oorzaak van kraamvrouwenkoorts is. Volgens John Austin vergt kennis niet dat alle alternatieve beschrijvingen uitgesloten kunnen worden. Austin maakt onderscheid tussen ‘weten dat’ en ‘bewijzen dat’. Semmelweis zegt dat hij weet dat handen wassen kraamvrouwenkoorts kan voorkomen.

3p 5 Leg met het onderscheid tussen ‘weten dat’ en ‘bewijzen dat’ uit dat Braun volgens Austin een bewijs mag vragen van Semmelweis. Leg vervolgens uit dat Semmelweis daarbij volgens Austin niet alle alternatieve sceptische scenario’s hoeft uit te sluiten. Leg ten slotte met het contextualisme uit dat Semmelweis hogere eisen aan de kennis van Braun kan stellen dan Braun aan de kennis van Semmelweis.

Pagina: 57Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 59: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 6 / 12 lees verder ►►►

Opgave 2 Leidraad voor een sceptische levenswandel Wanneer een scepticus betwijfelt of er waarheden en waarden zijn waarop we ons leven kunnen bouwen en zelfs betwijfelt of er überhaupt een buitenwereld is, wat kan hij dan eigenlijk nog van zijn leven verlangen en verwachten? Volgens filosoof en scepticus Henri Oosthout, schrijver van het boek Van de afgrond en de troost. Leidraad voor een sceptische levenswandel, zal een mens genoegen moeten nemen met een bescheiden rol in de wereld. Alles wat een mens als mooi, goed en waardevol beschouwt, is volgens Oosthout namelijk zonder grond; de werkelijkheid lijkt rijk en veelvormig, maar is ook bodemloos en onpeilbaar:

tekst 4

Het menselijke leven is morsig en onbeduidend, het menselijke bewustzijn vol eigenwaan, het menselijke denken in illusies gevangen. Verzet tegen de eindigheid is vruchteloos, verlangen naar vrijheid onvervulbaar, universeel weten schijn. Wie zoekt naar de eeuwigheid, het absolute, de diepste waarheid, vindt eenvoudig leegte. Het zoeken naar een diepere grond ontsnapt niet aan de vraag wat de grond is van de grond. En als de zin van het leven en van het universum bij God ligt, wat is dan de zin van God? Het is niet evident dat er eeuwige waarheden en absolute normen bestaan, het is niet evident dat het universum een doel en ons leven een diepe zin heeft.

De ‘kathedralen’ rusten op drijfzand en hun bouwers zijn tot op heden onmachtig gebleken om ook maar één enkele van de grote levensvragen bevredigend, laat staan definitief, te beantwoorden, of zelfs maar aannemelijk te maken dat deze vragen enige betekenis hebben. naar: Henri Oosthout, Van de afgrond en de troost, 2012, Mechelen

Een aantal beweringen in tekst 4 zou je kunnen opvatten als een variant op de problemen in Agrippa’s trilemma. Zo zou je bijvoorbeeld het probleem van coherentie, opvattingen die samenhangen maar toch onjuist kunnen zijn, kunnen herkennen in de beweringen van Oosthout. Als het menselijk bewustzijn, zoals Oosthout stelt, vol eigenwaan is, het denken in illusies gevangen is en het universele weten schijn is, dan wijst dat erop dat onze opvattingen schijnbaar mooi samenhangen, maar toch onjuist kunnen zijn.

3p 6 Leg elk van de twee andere problemen van Agrippa’s trilemma uit met een opvatting in tekst 4. Leg vervolgens uit dat de drie problemen van het trilemma samenhangen, door te laten zien dat als je de problemen wilt oplossen je vanzelf op de andere problemen van het trilemma stuit.

Pagina: 58Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 60: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 7 / 12 lees verder ►►►

Het wereldbeeld van de scepticus hoeft volgens Oosthout niet tot somberheid te leiden. De gewaarwording van de orde in de natuur en in het denken kan troost bieden. De kunst is volgens Oosthout om blijmoedig te filosoferen over de leegte die zich hult in schoonheid. Daarmee onderscheidt de echte scepticus zich volgens Oosthout van de twijfelaar. Als Oosthout verder uiteenzet wat een echte scepticus is, verwijst hij naar de omschrijving van het pyrronisme door Sextus Empiricus.

3p 7 Leg voor de pyrronistische scepticus uit: − welke rol ‘opschorting’ speelt in het bereiken van onverstoorbaarheid,

en − in welk opzicht hij daarbij wel een doctrine heeft en in welk opzicht

niet. Oosthout vraagt zich af waarom de scepticus zich nog zou inspannen om prestaties te leveren, of waarom hij zijn leven zou wagen voor een ideaal. Als andere geesten en de buitenwereld niet eens bestaan, waarom zou de solipsistische scepticus dan nog uit bed komen? Dromen dat de wereld bestaat, kan immers ook liggend. Oosthout schrijft:

tekst 5 De solipsist belichaamt het ‘schandaal van de filosofie’, de extreemste vorm van filosofisch scepticisme. Maar het solipsisme is niet slechts onweerlegbaar, het is ook zonder belang; het verandert niets aan wat voor mij op dit moment evident is, namelijk dat iets mij tegenstreeft. Er is in de dingen en zelfs in mijn eigen wezen, een onontkoombaarheid, een weerstand en een hardnekkigheid, die wij ‘werkelijkheid’ noemen. Niet de dingen ervaar ik, maar hun werkingen. Het ding lijkt daarginds, buiten mij en dus ongrijpbaar voor mij te zijn (Immanuel Kants beruchte Ding an sich), maar de hardnekkigheid van de aan de dingen toegeschreven werkingen is onmiskenbaar. naar: Henri Oosthout, Van de afgrond en de troost, 2012, Mechelen

Immanuel Kant verwoordde het ‘schandaal van de filosofie’ en postuleerde het bestaan van een buitenwereld. George Moore meent te kunnen bewijzen dat er een buitenwereld bestaat en stelt drie voorwaarden aan een strikt bewijs. Oosthout begrijpt de werkelijkheid als de werking van de dingen. Hij vindt dat deze werking onmiskenbaar is en daarom als een bewijs voor het bestaan van de werkelijkheid geldt.

3p 8 Leg uit wat Kant er volgens Moore toe bracht van het ‘schandaal van de filosofie’ te spreken. Geef Moores drie voorwaarden voor een strikt bewijs en beargumenteer of je het eens bent met Oosthouts bewijs uit tekst 5 voor het bestaan van de werkelijkheid.

Pagina: 59Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 61: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 8 / 12 lees verder ►►►

Oosthout vraagt zich af of een scepticus nog een moreel leven kan leiden; gelukkig kan zijn, lief kan hebben, in een maatschappij kan functioneren en een fatsoenlijk mens met idealen kan zijn. Oosthout beschrijft een sceptische ethiek:

tekst 6 De scepticus erkent het absurde. Hij heeft zich bevrijd van de aanmatiging dat het leven alleen leefbaar is als het wordt gedragen door hogere waarden of voert naar een verheven bestemming. Wat het leven aan goeds, gelukkigs en schoons biedt, wordt niet weggenomen door de constatering dat dat goede, gelukkige en schone zonder zin en zonder grond is. Voor de scepticus is de gevoelde hartstocht de enige rechtvaardiging van zijn handelen. De sceptische hartstocht is amoreel, niet immoreel. Immoraliteit veronderstelt de schending van een morele wet en de morele wet is volgens de scepticus een veralgemening die bij elke toetsing aan een bijzonder geval haar geldigheid kan verliezen. Amoraliteit is het sceptische inzicht dat de wereldorde in ethische zin alles toestaat, wat niet betekent dat de scepticus alles wat is toegestaan ook zou moeten doen. De overtuiging, meer een gevoel dan een overtuiging, dat ik in deze bepaalde situatie zo moet handelen, kan men op grond van een reeks van vergelijkbare situaties wel tot een morele wet verheffen, maar de morele wet is slechts een generalisatie van zulke concrete gevallen in het verleden waarvan de noodzaak in elke toekomstige situatie opnieuw moet worden gevoeld. naar: Henri Oosthout, Van de afgrond en de troost, 2012, Mechelen

Oosthout beschrijft een paradoxale, want amorele, sceptische ethiek. Afgezien van de amoraliteit van de sceptische hartstocht, kan de sceptische ethiek in haar zoektocht naar het bijzondere in het algemene vergeleken worden met de plichtethiek van Kant en de deugdethiek van Aristoteles.

2p 9 Leg uit dat de sceptische ethiek in tekst 6 op dit punt: − niet aansluit bij de plichtethiek van Kant, en − wel aansluit bij de deugdethiek van Aristoteles. De teksten uit Oosthouts boek Van de afgrond en de troost kunnen worden opgevat als schets van een sceptisch wereldbeeld.

4p 10 Leg uit wat met de integriteit van een wereldbeeld wordt bedoeld. Leg vervolgens met tekst 6 uit of Oosthout integer is wat betreft zijn sceptische wereldbeeld. Beargumenteer ten slotte of jij denkt dat de sceptische twijfel van Oosthout helpt bij het oplossen van een moreel dilemma. Gebruik in je argumentatie een fragment uit tekst 6 en het filosofisch begrippenpaar ‘emotie en verstand’.

Pagina: 60Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 62: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 9 / 12 lees verder ►►►

Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

In zijn artikel ‘Hoe is het om een vleermuis te zijn?’ beschrijft Thomas Nagel de manier waarop vleermuizen waarnemen. Vleermuizen nemen in tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren hun omgeving waar door middel van echolocatie. In zijn artikel brengt Nagel een fundamenteel probleem voor onze kennis van andere geesten naar voren: de ‘hoe het is om’-ervaring.

tekst 7

Ik neem aan dat we allemaal geloven dat vleermuizen ervaringen hebben. We weten dat de meeste vleermuizen de buitenwereld waarnemen via sonar (een oriëntatie waarbij ze de terugkaatsing van hun eigen snelle, fijn gemoduleerde gillen op hoge frequentie tegen objecten binnen hun bereik waarnemen). Hun hersenen zijn erop ingesteld de uitgaande impulsen te correleren aan de echo’s die daarop volgen, en de informatie die ze op die manier verkrijgen, stelt ze in staat afstand, afmeting, vorm, beweging en textuur ongeveer even goed te onderscheiden als wij ze zien. (….) Het verschil in waarnemen tussen mensen en vleermuizen lijkt problemen op te leveren bij het begrijpen hoe het is om een vleermuis te zijn. We moeten ons afvragen of er een methode is waarmee we van ons eigen geval kunnen extrapoleren naar het innerlijke leven van een vleermuis.

naar: Thomas Nagel, ‘Wat is het om een vleermuis te zijn?’ in Hofstadter en Dennett, ‘De spiegel van de ziel’, 1986, Amsterdam

Nagels probleem van de vleermuizen uit tekst 7 kan worden opgevat als een variant van het probleem van andere geesten. Nagel accepteert in de eerste zin van tekst 7 al dát er bewustzijn bestaat omdat hij aanneemt dat vleermuizen ervaringen hebben. Hij accepteert daarmee niet het volledige probleem van andere geesten.

2p 11 Leg met een citaat uit tekst 7 uit dat Nagels probleem van de vleermuizen: − enerzijds een epistemologisch probleem van andere geesten is, en − anderzijds een conceptueel probleem van andere geesten is.

Vanuit het fenomenalisme van Russell, waarin hij onderscheid maakt tussen kennis door vertrouwdheid en kennis door beschrijving, zou je toch kunnen twijfelen aan het bestaan van het bewustzijn van vleermuizen.

2p 12 Leg uit dat: − de sense-data van de vleermuis volgens Russell tegelijkertijd objectief

en subjectief zijn, en − dat Russels onderscheid bij het voorbeeld van de vleermuizen ook het

metafysisch probleem van andere geesten oproept.

Pagina: 61Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 63: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 10 / 12 lees verder ►►►

Doordat wij niet dezelfde zintuiglijke ervaringen als een vleermuis hebben, weten we niet hoe zij de wereld zien. Het staat bijvoorbeeld ter discussie of vleermuizen kleuren waarnemen. Eliminativisten zien deze discussie als bevestiging van hun opvatting, maar anderen stellen dat kleuren dispositionele eigenschappen van objecten zijn.

2p 13 Geef een dispositionele analyse van een kleur. Beargumenteer vervolgens met het voorbeeld van de vleermuizen, of kleuren een projectie zijn van onze geest of dat ze een dispositie zijn van objecten in de buitenwereld. Als je jezelf verplaatst in de ervaringen van een vleermuis dan voer je een gedachte-experiment uit: je stelt je voor hoe het zou zijn als je een vleermuis zou zijn. Bij het uitvoeren van dit gedachte-experiment komt Nagel tot het volgende:

tekst 8 Voor zover ik me dat kan voorstellen (en erg ver is dat niet), kom ik alleen maar te weten hoe het voor míj zou zijn om me te gedragen als een vleermuis. Maar dat is de vraag niet. Ik wil weten hoe het is voor een vleermuis om een vleermuis te zijn. Als ik me dat echter probeer voor te stellen, word ik beperkt door de mogelijkheden van mijn eigen geest, en die mogelijkheden zijn ontoereikend. naar: Thomas Nagel, ‘Wat is het om een vleermuis te zijn?’ in Hofstadter en Dennett, ‘De spiegel van de ziel’, 1986, Amsterdam

Thomas Nagel trekt zelf de volgende conclusie uit zijn gedachte-experiment van de vleermuis:

tekst 9 Bespiegelingen over wat het is om een vleermuis te zijn, lijken ons daarom tot de conclusie te voeren dat er feiten zijn die niet bestaan uit de waarheid van in menselijke taal uitdrukbare proposities. We kunnen gedwongen zijn het bestaan van dergelijke feiten, de hoe-het-is-om-iets-te-zijn, te erkennen zonder ze te kunnen formuleren en begrijpen. naar: Thomas Nagel, ‘Wat is het om een vleermuis te zijn?’ in Hofstadter en Dennett, ‘De spiegel van de ziel’, 1986, Amsterdam

Pagina: 62Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 64: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 11 / 12 lees verder ►►►

Hoewel Nagels uiteindelijke conclusie in tekst 9 conceptueel van aard is, is zijn gedachte-experiment in tekst 8 dat niet.

3p 14 Geef aan wat een conceptueel gedachte-experiment is. Leg met tekst 8 uit dat Nagel: − wel een tegenfeitelijk gedachte-experiment uitvoert, en − geen evaluatief gedachte-experiment uitvoert. Volgens Nagel zijn mentale toestanden van vleermuizen voor ons altijd onbekend en kunnen wij ze niet beschrijven. Nagels conclusie uit tekst 9 zou je sceptisch kunnen noemen: wij kunnen niet weten hoe het is om een vleermuis te zijn, tenzij we zelf echt een vleermuis worden. Toch ziet hij in tekst 10 dat we misschien wel meer kunnen begrijpen van de waarneming van vleermuizen:

tekst 10 Misschien is het gemakkelijker dan ik denk om de barrières tussen de soorten te overwinnen met behulp van de verbeelding. Zo kunnen blinde mensen objecten in hun buurt waarnemen met behulp van een soort sonar, waarbij ze afgaan op klikgeluiden of het getik van een stok. Misschien zou je als je wist wat dat was, je al extrapolerend een globaal idee kunnen vormen van wat het zou zijn om het veel verfijndere sonarsysteem van een vleermuis te bezitten. De afstand tussen jezelf en andere personen en andere soorten valt slechts gedeeltelijk te begrijpen, en als het gaat om soorten die volkomen verschillen van jezelf zal er wellicht nog steeds sprake zijn van een geringe mate van gedeeltelijk begrip. De verbeelding is opmerkelijk flexibel. naar: Thomas Nagel, ‘Wat is het om een vleermuis te zijn?’ in Hofstadter en Dennett, ‘De spiegel van de ziel’, 1986, Amsterdam

Zelfs al zou je weten hoe het is om net als een vleermuis echolocatie te gebruiken, is het volgens Nagel nog steeds onmogelijk om te weten hoe het is om ook echt een vleermuis te zijn. Vanuit het analogieargument van Mill en vanuit het functionalisme zou je deze sceptische conclusie kunnen weerleggen.

3p 15 Geef een weerlegging van Nagels conclusie met het voorbeeld van de blinden uit tekst 10: − vanuit het functionalisme, en − vanuit Mills analogieargument. Beargumenteer vervolgens met het begrip ‘belevingswereld’ welke weerlegging volgens jou het beste is. Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 63Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 65: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-1-o 12 / 12 lees verder ►►►

Een andere oplossing voor het probleem van andere geesten wordt door sommige filosofen gezocht in het materialisme. Een materialistische visie op het bewustzijn houdt in dat het bewustzijn teruggebracht wordt tot hersenprocessen. Deze gelijkstelling tussen bewustzijn en hersenen wordt ook wel de ‘identiteitstheorie’ genoemd. Nagel gebruikt zijn voorbeeld van de vleermuis uiteindelijk als een reden om te twijfelen aan een dergelijke vorm van reductionisme:

tekst 11 Als we erkennen dat een fysische theorie van de geest het subjectieve karakter van de ervaring moet verklaren, moeten we toegeven dat er op dit moment geen enkele theorie is die ons vertelt hoe we dat zouden moeten doen. Het is een uniek probleem. Als mentale processen inderdaad fysische processen zijn, dan is het intrinsiek iets, hoe het voelt, om bepaalde fysische processen te ondergaan. Wat dat iets is, blijft een mysterie. naar: Thomas Nagel, ‘Wat is het om een vleermuis te zijn?’ in Hofstadter en Dennett ‘De spiegel van de ziel’, 1986, Amsterdam

Het materialisme, in het bijzonder de identiteitstheorie, stelt dat bewustzijn identiek is aan hersenprocessen die volledig fysisch te begrijpen zijn. Uiteindelijk gaat de discussie om de vraag of ‘qualia’ echt bestaan of niet. Nagel lijkt te denken van wel, maar Ludwig Wittgenstein zou dat niet met Nagel eens zijn.

2p 16 Leg met tekst 11 uit dat, als ‘qualia’ bestaan, de materialistische opvatting van de geest problematisch is. Leg vervolgens uit dat Wittgenstein het bestaan van ‘qualia’ zal ontkennen.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 64Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 66: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o

Examen VWO

2017

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2maandag 19 juni13.30 - 16.30 uur

Pagina: 65Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 67: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 2 / 13 lees verder ►►►

Opgave 1 Twijfelen aan kunstmatige intelligentie

De Turingtest is, zoals bekend, een gedachte-experiment om na te gaan of computers kunnen denken en is bedacht door computerwetenschapper Alan Turing. Als een computer intelligent zou zijn, dan zou hij volgens Turing in staat moeten zijn om een conversatie te voeren met mensen zonder dat deze mensen door zouden hebben dat ze met een computerprogramma spreken. In 1990 heeft Hugh Loebner een wedstrijd uitgeschreven voor de eerste computer die deze test doorstaat. De winnaar krijgt een prijs van $ 100.000. Jaarlijks wordt er ook een prijs uitgereikt voor de computer die (of het programma dat) het meest menselijk reageert van de inzendingen, ongeacht of hij in absolute zin echt onherkenbaar is als computer. De winnende conversatie van de wedstrijd uit 2013 startte als volgt. Rose is in deze conversatie de computer of de chatbot: tekst 1 Rory: Hoi, wie is dit? Rose: Hoi. Mijn naam is Rose. Rory: Leuke naam. Wat voor werk doe jij? Rose: Dankjewel, ik vind mijn naam ook leuk. Ik ben consultant in computerbeveiliging, en wat voor werk doe jij? Rory: Hoeveel kans denk jij dat Engeland heeft in de wedstrijd van volgende week zaterdag? Rose: Daar probeer ik niet aan te denken. Rory: Veel mensen hebben problemen met malware. Hoe kijk jij tegen computerhackers aan? Rose: Mijn vader is geboren in Engeland, ik heb daar behoorlijk veel tijd doorgebracht. Ik geniet van Britse televisie en pubs. bron: Chatbot Rose in de wedstrijdconversatie van 2013 Als chatbot Rose wel de Turingtest zou hebben doorstaan zou je aan haar, met de analogieredenering van Mill, mentale toestanden kunnen toeschrijven.

2p 1 Geef aan wat Mills analogieredenering inhoudt. Leg vervolgens uit of Mill met dit argument zou stellen dat Rose kan denken zoals mensen denken.

Pagina: 66Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 68: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 3 / 13 lees verder ►►►

Stel nu dat er een chatbot komt die de hoofdprijs van de Loebner-wedstrijd wint. Deze chatbot wordt dus niet als computer herkend. Daar kun je bij wijze van gedachte-experiment een sceptisch scenario uit destilleren dat je kunt weergeven als sceptische paradox. Als computers met mensen kunnen converseren zonder door die mensen als computer te worden herkend, kan dat zelfs als onderbouwing van solipsisme worden gebruikt. Wittgenstein zou echter ook in dat geval met het privétaalargument het solipsisme afwijzen.

3p 2 Leg uit welk type gedachte-experiment je uitvoert in het scenario van de chatbot. Geef vervolgens de algemene vorm van de sceptische paradox weer aan de hand van het chatbotscenario. Beargumenteer ten slotte of Wittgensteins privétaalargument tegen het solipsisme volgens jou van toepassing is in het scenario van de chatbot. Volgens John Searle kunnen computers niet denken omdat ze geen bewustzijn hebben. Hij stelt zich een computer voor als een machine die symbolen manipuleert op grond van regels en probeert te achterhalen of dat voldoende is om begrip en dus bewustzijn te hebben. In het beroemde gedachte-experiment van de Chinese kamer maakt hij het verschil tussen gedrag en begrip duidelijk. In Searles gedachte-experiment zit iemand die geen Chinees spreekt in een kamer met allemaal boeken in het Chinees en een boek met regels in zijn moederstaal. De kamer heeft een brievenbus waar vragen in het Chinees door naar binnen komen. Op grond van het regelboek verbindt hij de tekens uit de vraag met tekens die in de boeken als antwoord op die vraag gelden. Zo kan de persoon de vragen feilloos in het Chinees beantwoorden, zonder zelf ook maar een enkel teken Chinees te begrijpen. Hij zou dus ook door de Turingtest komen die in de Loebnerwedstrijd gebruikt wordt. Het is volgens Searle de vraag of je kunt zeggen dat deze persoon Chinees begrijpt, ook al komt hij door de Turingtest. Begrip lijkt meer te zijn dan alleen maar het juiste gedrag te vertonen, omdat je er ook de juiste mentale toestanden voor nodig hebt. Hij bespreekt in dit gedachte-experiment een metafysische vraag, maar vooral ook een epistemologische en conceptuele.

3p 3 Leg voor het gedachte-experiment van Searle uit welke metafysische vraag gesteld wordt, welk epistemologisch probleem van andere geesten het bespreekt, en welk conceptueel probleem er ter discussie staat.

Pagina: 67Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 69: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 4 / 13 lees verder ►►►

Het functionalisme specificeert de voorwaarden waaronder je iemand begrip kunt toeschrijven. Volgens verdedigers van het functionalisme is het terecht om te zeggen dat de man in de kamer geen Chinees begrijpt, maar zij stellen dat de kamer als geheel wel degelijk Chinees begrijpt.

2p 4 Geef een argument voor de stelling dat de kamer als geheel Chinees begrijpt op basis van het functionalisme en geef een argument tegen deze stelling op basis van het onderscheid tussen binnenwereld en belevingswereld.

Kunstmatige intelligentie wordt steeds belangrijker in het dagelijks leven. Je kunt bijvoorbeeld met je smartphone gebruik maken van intelligentiesystemen die jouw gesproken tekst begrijpen en corrigeren en jouw spraak zelfs kunnen interpreteren en daarop kunnen reageren. Een andere ontwikkeling die uitvoerig onderzocht en getest wordt, is de zelfrijdende auto. Hoewel de techniek heel accuraat is, gaat het ook wel eens mis, zoals met de zelfrijdende Google-auto gebeurde: tekst 2 Googles bestuurderloze auto’s zijn sinds 2009 al zeker bij elf ‘kleine’ ongelukken betrokken geweest, maar in alle gevallen zouden die veroorzaakt zijn door fouten van medeweggebruikers of op het moment dat de auto niet in zelfrijdende modus reed. Het nieuwste ongeluk, op Valentijnsdag, is deels wél de schuld van het automatische rijsysteem. Volgens het schaderapport van Urmson maakte de Lexus, die was omgebouwd tot zelfrijdende auto, in automatische modus een ritje in Mountain View (Californië), vlak bij het hoofdkantoor van Google. De auto wilde op een kruispunt rechts afslaan, maar er lagen zandzakken op de weg. Toen hij deze links ontweek, botste een passagiersbus achterop met een snelheid van bijna 25 kilometer per uur. De Google-auto reed toen ongeveer 3 kilometer per uur. “Onze testchauffeur keek in de spiegel en dacht dat de bus zou stoppen of zou afremmen.” Google neemt in een maandelijks rapport deels de verantwoordelijkheid op zich, maar zegt wel dat dit soort ongelukken dagelijks gebeuren door menselijk falen. Volgens Google is de software van de zelfrijdende auto nu aangepast met de kennis dat grotere voertuigen minder snel stoppen. bron: NRC Handelsblad, 1 maart 2016

Pagina: 68Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 70: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 5 / 13 lees verder ►►►

Bij het automatiseren van het autorijden is de informatieverwerking van het computersysteem een belangrijk onderdeel. Uiteraard is het daarin belangrijk dat de informatie die via sensoren van de auto binnenkomt, goed omgezet wordt in acties die de auto uitvoert. Kennis kan op een internalistische manier benaderd worden, zoals het contextualisme doet, en op een externalistische manier zoals vanuit het relevantisme gebeurt. Voor een internalist is het lastiger om te stellen dat de Google-auto zijn positie op de weg kan kennen dan voor een externalist.

2p 5 Leg het verschil tussen de internalistische en de externalische benadering ten aanzien van kennis en rechtvaardiging uit. Leg vervolgens uit dat het voor een internalistische benadering lastiger is om te claimen dat de Google-auto zijn positie op de weg kan kennen dan voor een externalistische benadering. Ons vertrouwen in kunstmatige intelligentie bij zelfrijdende auto’s neemt steeds meer toe. Bij de in 2016 geïntroduceerde update van de auto ‘Tesla S’ konden deze personenauto’s al automatisch van rijstrook wisselen. Ook bij andere merken kun je auto’s zelf laten wisselen van rijstrook of zelf in laten parkeren zonder tussenkomst van de bestuurder. Dat vraagt van mensen vertrouwen in de techniek die deze bewegingen uitvoert. Uit onderzoek is gebleken dat mensen zelf meer fouten maken met deze manoeuvres dan de automatische systemen. Het aantal ongelukken per gereden kilometer is in deze automatisch bestuurde auto’s ook veel lager dan bij een gewone auto. Je kunt daarom zeggen dat het zelfs veel veiliger blijkt te zijn om in een automatische auto te rijden dan in een auto die we zelf moeten besturen. Als er echter echt iets mis blijkt te zijn met de automatische systemen van deze auto’s, dan kan dat wel hele grote gevolgen hebben voor de veiligheid van de weggebruikers. We moeten ons dus de vraag stellen of we met alle mogelijke fouten van een dergelijk systeem rekening dienen te houden. Stel je een sceptisch scenario voor waarin een hackersorganisatie alle zelfbesturende auto’s controleert zonder dat we dat door zouden hebben. Vanuit het contextualisme en het relevantisme kun je een afweging maken of we moeten twijfelen aan de betrouwbaarheid van zelfbesturende auto’s, of dat we het hackersscenario niet serieus moeten nemen.

3p 6 Leg uit dat we dit sceptische hackersscenario volgens het contextualisme serieus moeten nemen. Leg vervolgens uit in welk soort van gevallen dit antwoord voor een relevantist anders zou zijn. Beargumenteer ten slotte met behulp van het principe van deductieve geslotenheid welke van deze twee posities hierop volgens jou het beste antwoord geeft

Pagina: 69Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 71: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 6 / 13 lees verder ►►►

Opgave 2 Dingen zien zoals ze zijn

Van de Amerikaanse filosoof John Searle, bekend van zijn gedachte-experiment ‘de Chinese kamer’, verscheen in 2015 een nieuw boek: Seeing things as they are. A theory of perception. In dit boek bespreekt Searle een van zijn andere bekende opvattingen: het direct realisme met betrekking tot de waarneming van de buitenwereld. Searle begint zijn betoog in dit boek met de stelling dat er een paar flinke vergissingen zijn gemaakt in de moderne Westerse filosofie. De ergste vergissing is volgens Searle het idee dat het universum verdeeld zou zijn in twee substanties: res cogitans en res extensa. René Descartes maakte dit onderscheid tussen res cogitans en res extensa op basis van zijn twijfelexperiment waarin hij alle zekerheden ondermijnt. Vervolgens beargumenteert Descartes dat er toch zekerheid te vinden is, waarna hij concludeert dat hij er zeker van kan zijn dat hijzelf, dat God en dat de buitenwereld bestaan.

3p 7 Geef Descartes’ argument op basis waarvan hij concludeert tot het bestaan van zichzelf als res cogitans. Geef vervolgens: het argument waarmee hij concludeert tot het bestaan van God en op basis daarvan zijn argument voor het bestaan van zichzelf als

lichaam.

Searle noemt Descartes’ idee dat het universum verdeeld zou zijn in twee substanties, een grote vergissing. In de filosofie van de waarneming is volgens Searle een net zo grote vergissing begaan. Hij schrijft:

tekst 3

Alle grote filosofen van het moderne tijdperk, te beginnen met Descartes, maakten dezelfde fout die hun opvatting over kennis en eigenlijk hun opvatting over vrijwel alles beïnvloedde. Ik noem deze fout het ‘Slechte Argument’. Dit is het: ‘We nemen nooit direct objecten en standen van zaken in de wereld waar. Alles wat we ooit waarnemen, zijn de waarnemingsinhouden in onze eigen geest.’

naar: John Searle, Seeing things as they are, 2015

Pagina: 70Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 72: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 7 / 13 lees verder ►►►

Niet alleen Descartes, maar ook de empirist Hume, de transcendentaal idealist Kant en de fenomenalist Russell hebben volgens Searle allemaal het Slechte Argument in hun filosofie toegepast. Zij gebruikten daar echter verschillende begrippen bij, zoals ‘verbeelding’, ‘postulaat’ en ‘sense-data’.

3p 8 Leg met deze begrippen uit dat het Slechte Argument, zoals geformuleerd in tekst 3, herkenbaar is in: het sceptisch empirisme van Hume, het transcendentaal idealisme van Kant, en het fenomenalisme van Russell. Hoewel de empirist Locke volgens Searle ook gebruikt maakt van het Slechte Argument, kun je volgens Locke zelf wel degelijk kennis hebben over de buitenwereld.

2p 9 Leg dit uit met: Lockes onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten, en Lockes abductieve redering. In zijn boek werkt Searle het Slechte Argument verder uit. In een recensie van het boek wordt het Slechte Argument in zes stappen samengevat:

tekst 4 1 Bij zowel waarheidsgetrouwe of echte waarnemingen als bij hallucinaties

heeft iemand een subjectieve visuele ervaring. 2 Omdat de subjectieve ervaring in beide gevallen dezelfde is, moet je beide

gevallen op dezelfde wijze analyseren. 3 In beide gevallen zijn we ons van iets bewust. 4 Omdat er in het geval van hallucinatie geen object is, bestaat dat waar we

ons van bewust zijn, louter uit sense-data. 5 Maar omdat we beide gevallen op dezelfde wijze moeten analyseren (zie

stap 2), zien we alleen sense-data (als we al iets zien). 6 Daarom zien we nooit de objecten van de waarneming zelf, maar alleen de

sense-data – wat wil zeggen dat we een louter subjectieve ervaring hebben veroorzaakt door sense-data.

naar: Frank Freeman, Great Awakening, weeklystandard.com, 27 april 2015

Pagina: 71Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 73: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 8 / 13 lees verder ►►►

Volgens Searle zit het probleem bij stap 3 waarin twee verschillende betekenissen van de uitdrukking ‘zich ergens van bewust zijn’ worden gebruikt. Je kunt je bewust zijn van een echt object, bijvoorbeeld een auto, maar ook van de pijnlijke ervaring dat dit echte object veroorzaakt, bijvoorbeeld als hij tegen je aan rijdt. In het eerste geval ben je je bewust van het object buiten jezelf, de auto, in het tweede geval van een sensatie binnen jezelf, namelijk de pijn. Searle schaart zichzelf – binnen het direct realisme – onder de naïef realisten.

3p 10 Geef met de uitdrukking ‘zich ergens van bewust zijn’ en het begrip ‘hallucinatie’: een argument tegen het naïef realisme, en een argument voor het naïef realisme. Beargumenteer vervolgens met een afweging van deze twee argumenten of het naïef realisme volgens jou een houdbare positie is. Volgens Searle zijn zintuiglijke ervaringen intentioneel. Dat wil zeggen dat ze ergens over gaan of gericht zijn op iets. Dit maakt het volgens hem mogelijk de relatie tussen zintuiglijke ervaring en de buitenwereld te begrijpen. Daarbij maakt hij onderscheid tussen hoge en basale niveaus:

tekst 5 Om de eigenschappen van de hogere niveaus te begrijpen, zoals dat een object mijn auto is, moet ik eerst basale eigenschappen als kleur en vorm begrijpen. Om de intentionaliteit van de basale zintuiglijke ervaring te begrijpen moet ik snappen dat de eigenschap zelf gedeeltelijk is bepaald door zijn vermogen een bepaald soort zintuiglijke ervaring te veroorzaken. Rood zijn, bijvoorbeeld, bestaat gedeeltelijk uit de mogelijkheid om dit soort ervaring te veroorzaken. Als de intentionaliteit van basale waarnemingseigenschappen is uitgelegd, kunnen we de vraag stellen hoe de presentatie van hogere niveau-eigenschappen, zoals zien dat dit mijn auto is of dat dit mijn kinderen zijn, kan worden uitgelegd in termen van intentionaliteit. naar: John Searle, Seeing things as they are, 2015

Thomas Reid is het met Searle eens dat direct realisme de beste filosofische verdediging tegen scepticisme is. Dat wil zeggen: tegen scepticisme dat voortvloeit uit indirect realisme waarin men uitgaat van een ‘theory of ideas’. Reid heeft kritiek op de ‘theory of ideas’. Volgens Reid hebben we rechtstreeks toegang tot de buitenwereld.

4p 11 Leg dit met twee van Reids argumenten tegen de ‘theory of ideas’ uit. Leg vervolgens uit of Searle in tekst 5 gebruik maakt van de dispositionele analyse van kleur. Leg tot slot uit of Searle zich terecht een naïef realist noemt.

Pagina: 72Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 74: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 9 / 13 lees verder ►►►

Het boek Seeing things as they are. A theory of perception gaat niet alleen over dingen, maar ook over personen. Volgens Searle geldt het direct realisme ook voor het bewustzijn van andere mensen en daarom is het conceptueel scepticisme volgens hem een pseudoprobleem. We kunnen volgens Searle namelijk mentale toestanden toeschrijven aan andere geesten omdat hun hersenen, die hun ervaringen veroorzaken, vrijwel identiek zijn aan die van ons. En volgens Searle zal het probleem van spectruminversie zijn opgelost zodra neurologen de hersenwerking bij kleurwaarneming volledig in kaart hebben gebracht. Edmund Husserl is het met Searle eens dat het probleem van andere geesten een pseudoprobleem is, een opvatting die ook kan worden ondersteund met bevindingen uit de cognitiewetenschap.

2p 12 Leg uit dat Searles oplossing van het probleem van andere geesten kan worden ondersteund: met tekst 5 en de opvatting van Husserl over andere geesten, en vanuit de cognitiewetenschap.

Pagina: 73Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 75: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 10 / 13 lees verder ►►►

Opgave 3 De Trumanshow

In 1998 kwam de film ‘The Trumanshow’ uit. Deze film gaat over Truman Burbank die in een realitysoap speelt, terwijl hij dat niet weet. Speciaal voor deze serie is op een eiland de stad Seahaven gebouwd. Truman is de enige die echt in deze stad woont. Alle andere ‘bewoners’ zijn acteurs. Iedereen weet dat Seahaven een nagemaakte wereld is, behalve Truman. Zijn baan bij een verzekeraar, zijn huwelijk, en alle andere aspecten van zijn leven zijn in scène gezet. Bovendien is, om te voorkomen dat Truman uit Seahaven wil vertrekken, een zeilongeluk in scène gezet, waarbij zijn vader zogenaamd is omgekomen, zodat Truman watervrees zou ontwikkelen. Daarnaast prijzen alle media het geluk van het leven thuis, terwijl juist de gevaren van reizen en vreemde streken worden benadrukt. Al dertig jaar lang heeft Truman hier geen idee van. Door een paar opvallende gebeurtenissen, begint het wereldbeeld van Truman barsten te vertonen. Tijdens een worsteling in het bos blijkt dat alle bomen in onnatuurlijke loodrechte lijnen staan. Mensen prijzen steeds producten aan die ze kopen of gebruiken, alsof zij in een reclamespot figureren. En als er opeens een studiolamp uit de lucht naast hem op de grond valt, gaat hij echt twijfelen aan zijn wereldbeeld. Hij doet een aantal vergeefse pogingen om het eiland te verlaten. Als dat mislukt, gaat Truman zich op het eiland gevangen voelen. Van iemands wereldbeeld kun je je afvragen of het rationeel en integer is. Trumans wereldbeeld is geen wetenschappelijk wereldbeeld, maar je zou zijn beeld van de wereld om hem heen wel kunnen zien als het paradigma waarin hij leeft. Onder andere door het vallen van de studiolamp komt dit paradigma onder druk te staan. De wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn gebruikt het begrip paradigma in zijn hoofdwerk The Structure of Scientific Revolutions.

3p 13 Leg uit dat de praktische houding die Truman inneemt ten aanzien van zijn wereldbeeld als hij het idee heeft gevangen te zitten, integer is te noemen. Leg vervolgens met de begrippen ‘normale wetenschap’ en ‘revolutie’ uit wat er met Trumans paradigma gebeurt door het vallen van de lamp. Leg ten slotte uit wat voor Kuhn het probleem is met verificatie als demarcatiecriterium voor wetenschap.

Pagina: 74Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 76: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 11 / 13 lees verder ►►►

Op een dag komt Truman zijn dood gewaande vader tegen, verkleed als zwerver. Daarna heeft hij het volgende gesprek met zijn moeder:

tekst 6 Truman: Het was papa, ik zweer het! Hij was verkleed als een zwerver. En weet

je wat ook gek was? Een zakenman en een vrouw met een klein hondje kwamen uit het niets tevoorschijn en dwongen hem een bus in te gaan.

Moeder: Nou, het wordt tijd dat ze de rommel in de binnenstad opruimen, voordat wij net zo worden als de rest van het land.

naar: IMDb - The Truman Show - Quotes

Opeens gebeuren er dus verschillende dingen die de aandacht van Truman moeten afleiden van zijn aandacht voor zijn dood gewaande vader: de man die op zijn vader lijkt, wordt weggevoerd en zijn moeder verandert het gespreksonderwerp. Het is goed mogelijk dat Truman verschillende situaties heeft meegemaakt waaruit een Gettier-voorbeeld is af te leiden. Deze voorbeelden bekritiseren de voorwaarden van de traditionele analyse van kennis. Om Gettier-gevallen uit te sluiten formuleerde Nozick de waarheidsgevoeligheidseis.

3p 14 Geef de traditionele analyse van kennis weer. Leg vervolgens uit onder welke drie voorwaarden het voorval van Truman en zijn vader gezien kan worden als een Gettier-geval. Leg ten slotte met het voorval van Truman en zijn vader uit dat Truman niet kan voldoen aan de waarheidsgevoeligheidseis. De voortdurende pogingen en argumenten om Truman in Seahaven te houden, maken dat hij zich een gevangene gaat voelen: de wegen zijn ineens allemaal vol files, het lukt hem maar niet een vliegtuig te boeken, de bus krijgt panne, en op zijn route om van het eiland af te komen, breken opeens bosbranden en een nucleair ongeval uit. Dit vormt een excuus om Truman met geweld op te pakken en terug te brengen: “voor zijn eigen veiligheid”. Als Truman daarna via een geheime tunnel probeert te ontsnappen, ziet de regisseur zich gedwongen de uitzending te onderbreken. Alle acteurs kammen het eiland uit, maar hij wordt daar niet gevonden: Truman heeft zijn vrees voor water overwonnen en heeft met een zeilbootje het ruime sop gekozen. De regisseur probeert een storm op te wekken en de boot te laten kapseizen, maar Truman weet de boot recht te houden en de regisseur geeft het op.

Pagina: 75Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 77: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 12 / 13 lees verder ►►►

Truman arriveert vervolgens bij de rand van de studiokoepel, en ontdekt een trap en een deur met ‘exit’ erboven. Wanneer Truman de deur door wil gaan, spreekt de regisseur hem rechtstreeks met het krachtige geluidsysteem vanuit de ‘maan’ toe. Truman gaat met hem in gesprek:

tekst 7 Truman: Was er niets echt? Regisseur: Jij was echt. Dat was de reden dat het zo goed was om naar jou te kijken…. naar: IMDb - The Truman Show - Quotes

De regisseur probeert Truman ervan te overtuigen in de koepel te blijven: het leven op het eiland mag dan in scene zijn gezet en niet echt zijn, maar de zogenaamde echte wereld hangt ook van leugens en bedrog aan elkaar. Truman staat nog bij de rand van de studiokoepel. De regisseur heeft hem toegesproken en heeft geprobeerd hem ervan te overtuigen in Seahaven te blijven. Truman denkt even na en besluit dan alsnog de wijde wereld in te trekken. Hij is er inmiddels van overtuigd dat hij naar buiten kan gaan en dat daar, buiten de koepel waarin hij altijd geleefd heeft, de werkelijke wijde wereld bestaat. Daar twijfelt hij niet meer aan. Je zou de Trumanshow kunnen zien als een maatschappijkritische film. Dan zie je veel verwijzingen naar de schijnwereld waarin wij als kijkers misschien ook leven. De film nodigt je als kijker uit om na te denken over de vraag in hoeverre wij allemaal in een Trumanshow leven. Misschien leven we wel in een soort sceptisch scenario.

2p 15 Geef een argument voor het idee dat het productief is om je af te vragen of je in een Trumanshow leeft en geef een argument tegen het idee dat het productief is om je af te vragen of je in een Trumanshow leeft. Gebruik in beide argumenten het begrip ‘gerede twijfel’. De fallibilist Peirce is van mening dat de scepticus te hoge eisen aan kennis stelt. Het sceptisch scenario dat we in een Trumanshow leven, zou volgens Peirce niet uitgesloten hoeven te worden om toch van kennis te kunnen spreken.

2p 16 Leg dit uit voor elk van de twee eisen die de scepticus aan kennis stelt. De waarheidsopvatting die in het fallibilisme van Peirce geaccepteerd wordt, noem je de consensustheorie van waarheid. Volgens deze theorie is waarheid die overtuiging waarover alle onderzoekers het eens zijn of zouden worden als ze het onderzoeksproces helemaal hebben doorgevoerd of zouden doorvoeren. Op grond van deze consensustheorie van waarheid is een sceptisch scenario vaak niet relevant.

Pagina: 76Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 78: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-17-2-o 13 / 13 lees verder ►►►

In de opvatting van Plato over kennis is een dergelijke waarheidstheorie ondenkbaar. Maar ook in de Platoonse opvatting van kennis is een sceptisch scenario vaak niet relevant. Dat zou ook gelden voor een scenario waarin we in een Trumanshow zouden leven.

3p 17 Leg uit dat de Trumanshow als sceptisch scenario niet relevant is voor Plato’s opvatting van kennis. Beargumenteer vervolgens welke opvatting van ware kennis jij beter vindt als antwoord op een sceptisch scenario: die van de consensustheorie van waarheid of die van Plato. Maak in je argumentatie een afweging van beide opvattingen.

einde einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 77Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 79: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o

Examen VWO

2016

filosofie

Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1woensdag 25 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 78Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 80: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 2 / 13 lees verder ►►►

Opgave 1 Twijfel in de rechtbank

De film 12 Angry Men uit 1957 wordt beschouwd als een ode aan het Amerikaanse rechtssysteem. Centraal staat een rechtszaak tegen een jongen van 18 jaar die met zijn vader in de achterbuurt van de stad woont. De jongen wordt ervan verdacht zijn eigen vader te hebben doodgestoken. Twaalf juryleden buigen zich over de zaak in een kleine, warme zaal. Om de jongen veroordeeld te krijgen – alles wijst erop dat de jongen inderdaad schuldig is – moet het oordeel unaniem zijn. Als een jurylid twijfelt, moet deze voor ‘onschuldig’ stemmen (ook al twijfelt hij). Bij de eerste stemming oordelen elf juryleden dat de jongen schuldig is. Jurylid 8 is de enige die ‘niet schuldig’ stemt. Tekst 1 is een dialoog tussen de juryleden 8 en 7. De dialoog vindt plaats net nadat jurylid 8 als enige zijn hand heeft opgestoken bij ‘niet schuldig’. Jurylid 7 begrijpt niet dat jurylid 8 aan de schuld van de jongen twijfelt:

tekst 1 Nr. 7: Geloof je zijn verhaal? Nr. 8: Ik weet het niet. Misschien wel niet. Nr. 7: Waarom heb je dan ‘niet schuldig’ gestemd? Er waren elf stemmen voor

schuldig’. Nr. 8: Ik vind het niet makkelijk om mijn hand op te steken en een jongen de

dood in te sturen zonder er eerst over te praten. Nr. 7: Wacht even, wie zegt dat het makkelijk is? Nr. 8: Niemand. Nr. 7: Denk je dat ik het makkelijk vind omdat ik snel besloot? Ik denk echt dat

de jongen schuldig is. Al zou je honderd jaar tegen me aan praten, mijn oordeel zou niet veranderen.

Nr. 8: Ik probeer niemands oordeel te veranderen. Alleen ... Het gaat hier om iemands leven. Daar kunnen we toch niet in 5 minuten over beslissen? Stel dat we het mis hebben?

Nr. 7: Stel dat dit gebouw instort? Je kunt van alles veronderstellen. bron: Twelve Angry Men, 1957

Pagina: 79Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 81: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 3 / 13 lees verder ►►►

Op de achtergrond van deze dialoog speelt het verschil tussen twijfel die ertoe doet en twijfel die er niet toe doet. Uit zijn uitspraak “Je kunt van alles veronderstellen” blijkt dat jurylid 7 dit verschil niet begrijpt. Ook de filosofen Fred Dretske en Charles Sanders Peirce maken onderscheid tussen twijfel die ertoe doet en twijfel die er niet toe doet. Dretske gebruikt daarbij de zebraparadox.

3p 1 Leg met een weergave van het onderscheid tussen echte en artificiële twijfel uit welk soort twijfel jurylid 8 volgens Peirce zou hebben. Beargumenteer vervolgens met behulp van de conclusie van de zebraparadox welke kritiek Dretske zou hebben op de uitspraak van jurylid 7 “Je kunt van alles veronderstellen”. De hele zaak berust op de getuigenissen van een oude man en een vrouw. Jurylid 8 twijfelt aan de betrouwbaarheid van beide getuigenissen. De oude man woont in het appartement onder de jongen en zijn vader. De oude man hoorde gegil op het tijdstip dat de moord werd gepleegd en zegt dat hij daarna een jongen zag wegrennen door het trapportaal. Hieruit trekt de oude man de conclusie dat de jongen de vader heeft vermoord:

tekst 2 Nr. 3: De oude man die onder hen woont zegt dat hij de jongen hoorde

schreeuwen: “Ik vermoord je!” Een seconde later hoorde hij een lichaam op de vloer vallen. Hij rende naar de deur en zag een jongen uit het huis rennen. Wat denk je daar dan van?

bron: Twelve Angry Men, 1957

De oude man trekt in zijn getuigenis de conclusie dat de jongen de vader heeft vermoord. Jurylid 8 blijft sceptisch over deze redenering: er zou ook een andere verklaring mogelijk zijn om het geschreeuw, de bons op de vloer en een jongen die uit het huis rent te verklaren. De verklaring van de oude man is door abductie tot stand gekomen. Er zijn twee vormen van abductie.

3p 2 Geef een omschrijving van beide vormen van abductie. Beargumenteer vervolgens op welke van de twee vormen de conclusie van de oude man is gebaseerd.

Pagina: 80Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 82: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 4 / 13 lees verder ►►►

De getuigenis van de vrouw die beweert dat ze de jongen de vader zag neersteken, blijkt vervolgens ook niet boven alle twijfel verheven. Aanvankelijk dachten de juryleden dat er niets tegen haar getuigenis valt in te brengen. Jurylid 4 neemt echter de tijd om haar getuigenis te herhalen:

tekst 3 Nr. 4: Laten we het even over deze vrouw hebben. Ze zei dat ze rond elf uur

die avond naar bed ging. Haar bed staat naast het raam, dus kon ze rechtstreeks in de kamer van de jongen kijken die aan de andere kant van de straat recht tegenover de hare is. Ze lag een uur in bed te woelen. Uiteindelijk keek ze uit het raam om 0.10 uur en toen zag ze de moord gebeuren door de ramen van een passerende tram. Ze verklaarde dat daarna het licht uitging, maar dat ze duidelijk heeft kunnen zien hoe de jongen zijn vader neerstak. Voor zover ik kan overzien, is dit een onweerlegbare verklaring.

bron: Twelve Angry Men, 1957

De filosoof George Moore formuleert drie eisen waaraan voldaan moet zijn, wil een bewijs een onweerlegbaar of een strikt bewijs zijn.

5p 3 Geef de drie eisen voor een strikt bewijs van Moore weer aan de hand van de verklaring van de vrouw. Geef vervolgens met een vergezocht sceptisch scenario een alternatief voor de conclusie ‘de jongen heeft zijn vader doodgestoken’. Leg ten slotte uit hoe Moore de sceptische redenering met dat alternatief zou omdraaien en op grond waarvan. In de bewijsvoering speelt de stiletto waarmee de jongen zijn vader zou hebben doodgestoken een belangrijke rol. De jongen had een stiletto gekocht en aan zijn vrienden laten zien. Zijn vrienden en ook de verkoper hebben getuigd dat de stiletto er erg ongewoon uitzag. Tijdens de rechtszaak wordt de stiletto door zijn vrienden aangewezen als het moordwapen.

Pagina: 81Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 83: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 5 / 13 lees verder ►►►

tekst 4 Nr. 4: Tijdens het proces wijzen zijn vrienden de stiletto aan als het

moordwapen. De jongen komt rond 22.00 thuis. Hij beweert dat hij naar een film gegaan is om 22.30 en dat, toen hij om 03.00 thuiskwam, hij zijn vader dood aantrof. Vervolgens werd hij opgepakt wegens moord. Maar wat gebeurde er met het mes? Hij zegt dat het uit zijn zak moet zijn gevallen tijdens de film en dat hij het niet meer terug heeft gevonden. Wat een flauwekul. En nu probeert u me wijs te maken dat die stiletto uit zijn zak is gevallen en dat iemand anders het gevonden heeft, naar de jongen z’n huis gegaan is en de vader ermee heeft neergestoken? Het was een heel ongewone stiletto, weet u nog?

Nr. 8: Nee, ik zeg alleen dat het mogelijk is dat hij het mes verloren heeft en dat een ander met zo’n mes z’n vader heeft vermoord.

Nr. 4: Kijk eens naar de stiletto (laat het mes zien). Het is een erg ongewoon mes. Ik heb er nog nooit een gezien, en de man die ’m verkocht ook niet. Dat zou toch veel te toevallig zijn?

Nr. 8: Toevallig, maar niet onmogelijk. Nr. 4: Ik denk dat het onmogelijk is.

(Vervolgens haalt nr. 8 precies zo’n zelfde mes uit zijn zak en legt het naast de stiletto neer. De twee stiletto’s lijken precies op elkaar.)

Nr. 4: Waar hebt u dat vandaan?! Nr. 8: Ik ben gisteren een eindje gaan lopen in de buurt waar de jongen woont

en heb het gekocht in het eerste winkeltje dat ik tegenkwam. bron: Twelve Angry Men, 1957

De film laat zien hoe de juryleden zijn verwikkeld in een permanente zoektocht naar de waarheid over de moord op de vader. Daarbij worden steeds verschillende uitspraken gedaan over wat op die avond werkelijk zou zijn gebeurd. De juryleden hanteren verschillende voorwaarden waaraan kennis moet voldoen, wil het echte kennis zijn. De filosoof Edmund Gettier stelt dat de gebruikelijke drie voorwaarden niet voldoende zijn om van kennis te kunnen spreken. Dat laat hij zien aan de hand van zogenaamde Gettier-gevallen. Toeval speelt in de Gettier-gevallen een cruciale rol. Omdat toeval ook een rol speelt in het eerste deel van tekst 4, lijkt de overtuiging ‘de jongen heeft met dit mes zijn vader neergestoken’ het gevolg van een Gettier-geval. Toch is deze overtuiging geen Gettier-geval.

2p 4 Geef de drie voorwaarden voor kennis waarop Gettier kritiek heeft. Beargumenteer vervolgens met behulp van tekst 4 dat deze overtuiging een Gettier-geval lijkt, maar het niet is.

Pagina: 82Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 84: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 6 / 13 lees verder ►►►

De oude vrouw blijkt in de rechtszaak verzwegen te hebben dat ze een bril droeg. Haar getuigenis wordt daardoor – net als de getuigenis van de oude man – onbetrouwbaar. In een dialoog tussen jurylid 12 en jurylid 8 gaat het over de mogelijkheid dat de getuigen zich vergist hebben. Volgens jurylid 12 zou niet getwijfeld mogen worden aan getuigen die onder ede een verklaring afleggen. Jurylid 8 is het niet met hem eens:

tekst 5 Nr. 8: Er was een getuige die beweert de moord gezien te hebben. En een

andere die het gehoord heeft en de verdachte heeft zien wegrennen en dan is er nog indirect bewijs. Maar het pleidooi van de aanklager rust op die twee getuigen. Stel dat zij het mis hebben?

Nr. 12: Als je zo redeneert hoef je geen getuigen op te roepen. Nr. 8: Kunnen ze zich vergist hebben? Nr. 12: Ze stonden onder ede! Nr. 8: Vergissen is menselijk. Kunnen ze zich vergist hebben? Nr. 12: Dat denk ik niet. Nr. 8: Maar weet u het zeker? Nr. 12: Zoiets weet je nooit zeker. Dit is geen exacte wetenschap. Nr. 8: Precies. Dat is het niet. bron: Twelve Angry Men, 1957

Jurylid 12 is van mening, dat, omdat je niet met zekerheid kunt zeggen dat de getuigen de waarheid spreken, de rechtspraak geen (exacte) wetenschap is. De Wiener Kreis of Weense Kring heeft een duidelijk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid.

2p 5 Leg uit onder welke voorwaarde De Weense Kring de opvatting van jurylid 12 zou ondersteunen dat rechtspraak geen wetenschap is. Geef met de Duhem-Quinestelling kritiek op het demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid van de Weense Kring.

Pagina: 83Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 85: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 7 / 13 lees verder ►►►

Opgave 2 Spiritueel scepticisme

Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel verlicht, althans dat zegt hij zelf, maar daar bedoelt hij niet mee dat hij in een soort paradijselijke bewustzijnstoestand verkeert die eeuwig geluk met zich meebrengt. Spirituele verlichting is volgens McKenna iets heel anders en eerder vergelijkbaar met de situatie van een solipsist die ervan overtuigd is dat hij de enige persoon is die werkelijk bestaat. Om spirituele verlichting te bereiken moet je je volgens McKenna met behulp van een sceptische methode ontdoen van alle overtuigingen waarvan je niet zeker weet of ze waar zijn. De enige waarheid die dan over zou blijven is de zekerheid dat je bestaat: ‘Ik Ben’. McKenna schrijft hierover:

tekst 6 Alleen jij weet dat je bestaat, maar of anderen ook bestaan kun je niet weten. Anderen zouden net zo goed filosofische zombies kunnen zijn, geestloze acteurs die hun rollen spelen op het toneel van mijn dromen. Ook al ervaren we nog zoveel gevoel van verbondenheid, dat er andere mensen bestaan kan nooit méér zijn dan een niet-waarschijnlijk geloof. Als je ‘Ik Ben’ kent, heb je de ultieme kennis bereikt. Goed gedaan, ik weet zeker dat je ouders heel erg trots op je zouden zijn, als ze inderdaad zouden bestaan. naar: Jed McKenna, Jed McKenna’s theorie van alles, Samsara, 2014

Het solipsisme waar McKenna over spreekt, kan worden beschouwd vanuit een metafysisch, een epistemologisch en een conceptueel perspectief.

4p 6 Leg uit vanuit welk perspectief McKenna in tekst 6 over solipsisme spreekt. Leg vervolgens voor elk van de drie perspectieven uit dat solipsisme immuun is voor de sceptische problematiek ten aanzien van het bestaan van andere geesten. In de leefgemeenschap waar McKenna leraar is, voert hij een dialoog met zijn huisgenoot Karl. McKenna wil met een redenering (een syllogisme) bewijzen dat ‘Ik Ben’ de enige waarheid is die bestaat. Eerder in de dialoog zijn zij samen tot de conclusie gekomen dat waarheid bestaat omdat onwaarheid onmogelijk is. Zij hebben ook vastgesteld dat waarheid absoluut, oneindig en onveranderlijk moet zijn. Bovendien gaan zij ervan uit dat ze leven in een solipsistisch universum. De rest van de dialoog verloopt als volgt:

Pagina: 84Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 86: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 8 / 13 lees verder ►►►

tekst 7 McKenna: We hebben vastgesteld dat waarheid bestaat en dat ze absoluut

moet zijn. Wat kan er nog eenvoudiger zijn? We hebben de eerste premisse van een waterdicht syllogisme geponeerd. Alles is waarheid. Mee eens?

Karl: Dat is boven elke discussie verheven. Waarheid bestaat en onwaarheid is onmogelijk, dus is alles waarheid. Er is alleen maar waarheid. Kan niet anders. Ik ben het er helemaal mee eens.

McKenna: Om nu dus uit te maken wat waarheid is, hoeven we alleen maar vast te stellen wat, met absolute zekerheid, bestaat. Wat, kun je met absolute zekerheid zeggen, is waar?

Karl: Gemakkelijk, filosofie voor beginners. Ik kan zeggen dat ‘Ik Ben’. Ik weet dat ik besta.

McKenna: En wat is de aard van je bestaan? Karl: De aard van mijn bestaan? Bewustzijn, natuurlijk. McKenna: We hebben geconcludeerd dat alles waarheid is en dat bewustzijn

bestaat, allebei als een vaststaand feit, is het niet? Karl: Alles is waarheid, ja. En zeggen dat ik besta is inderdaad

hetzelfde als zeggen dat bewustzijn bestaat. McKenna: En als we deze punten nu eens in een syllogisme zouden gieten? naar: Jed McKenna, Jed McKenna’s theorie van alles, Samsara, 2014

McKenna formuleert de redenering (het syllogisme) vervolgens als: p1 als alles waarheid is p2 en bewustzijn bestaat c dan is alles bewustzijn

4p 7 Geef aan waarom deze redenering ongeldig is. Leg vervolgens uit dat als de redenering wel geldig was geweest, deze nog niet overtuigend hoeft te zijn voor een pyrrhonist. Beargumenteer tot slot met het onderscheid tussen ‘betekenis van waarheid’ en ‘criteria voor waarheid’ of McKenna’s waarheidsopvatting aansluit bij de correspondentietheorie of bij de coherentietheorie van waarheid. Ter verdere onderbouwing van zijn opvatting dat ‘Ik Ben’ de enige waarheid is, voert McKenna het twijfelexperiment van Descartes op. Dit twijfelexperiment noemt McKenna het cogito, naar Descartes’ conclusie ‘cogito ergo sum’, oftewel ‘ik denk, dus ik ben’. McKenna schrijft:

Pagina: 85Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 87: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 9 / 13 lees verder ►►►

tekst 8 Het belang van ‘Ik Ben’ is niet zozeer dat het een feit is, maar dat het het enige feit is. ‘Ik Ben’ is het enige dat iemand ooit geweten heeft of ooit zal weten. Al het andere – alle religie, filosofie en wetenschap – is niets meer dan een interpretatie van een droom. Het cogito is niet louter een gedachte of een idee maar eerder een virus dat alle illusies zal opslokken. Als we eenmaal weten wat het cogito inhoudt, kunnen we beginnen met systematisch alles los te laten wat we menen te weten. Om het cogito te begrijpen heb je nog geen minuut nodig, maar het kan jaren duren voordat je het van binnenuit helemaal hebt doorgrond. naar: Jed McKenna etc. Magazine Issue: 96 mei 2007

Volgens McKenna denken we allemaal te begrijpen wat het cogito inhoudt maar is het volgens hem nog iets anders om Descartes’ twijfelexperiment echt te doorgronden.

2p 8 Geef de twijfel van Descartes weer bij elk van de drie niveaus van zijn twijfelexperiment. Beargumenteer vervolgens met het begrip ‘wereldbeeld’ en tekst 8 dat er een verschil is tussen het twijfelexperiment theoretisch begrijpen en het helemaal doorgronden. McKenna’s begrip ‘Ik’ kan worden vergeleken met het door de rationalist Descartes omschreven ‘ik’ en met de door de empirist Hume omschreven ‘persoonlijke identiteit’.

3p 9 Geef met het begrip ‘verbeelding’ een uitleg van: − een verschil tussen de opvattingen van Descartes en Hume over

persoonlijke identiteit en − een overeenkomst tussen de opvattingen van Descartes en Hume

over persoonlijke identiteit. Beargumenteer met welke opvatting over persoonlijke identiteit je het meer eens bent, die van Descartes of die van Hume. Maak daarbij gebruik van de begrippen ‘rationalisme’ en ‘empirisme’. Volgens McKenna stuiten we, als we het cogito en de aard van de werkelijkheid helemaal willen begrijpen, op drie problematische kennisopvattingen over de structuur van de werkelijkheid. McKenna omschrijft deze problematische kennisopvattingen overeenkomstig Agrippa’s trilemma als oneindige, zelfdragende en magische structuur:

Pagina: 86Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 88: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 10 / 13 lees verder ►►►

tekst 9 Oneindige structuur is bodemloos. Er is geen uiteindelijke drager die alles draagt, er is alleen een oneindige drager die door niets wordt gedragen. Elk nieuw subniveau dat we toevoegen om het niveau erboven te dragen, vereist een ander niveau eronder. Dat noemen we oneindige regressie. Zelfdragende structuur betekent dat de fundering afhangt van de structuur die ze draagt. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je weet dat God bestaat omdat de bijbel dat zegt, en de bijbel moet het bij het rechte eind hebben omdat hij het woord van God is. Dat is de denkfout die optreedt bij een cirkelredenering: elke kip komt uit een ei, en elk ei komt uit een kip. Enzovoorts. Tot in het oneindige. Magische structuur betekent dat we zeggen: de pot op, we zien allemaal wel die stomme kip, en natuurlijk komt ze ergens vandaan, dus laten we gewoon maar afspreken dat er een Magisch Ei is en dat is het dan. Dat is een axiomatische denkfout: we gaan uit van een magische fundering – God, de Oerknal – en vandaaruit zien we wel weer verder. naar: Jed McKenna, Jed McKenna’s theorie van alles, Samsara, 2014

Elk van de drie onderdelen van Agrippa’s trilemma kent een eigen probleem.

3p 10 Leg bij elk van de drie onderdelen van Agrippa’s trilemma in tekst 9 uit welk probleem daarbij is te herkennen. Volgens McKenna volstaat geen van de drie beschreven structuren als fundament van kennis van de werkelijkheid. Als je de, volgens McKenna, solipsistische aard van de werkelijkheid wilt leren kennen, ben je volgens hem vanzelfsprekend volledig op jezelf aangewezen:

tekst 10 Je moet beginnen met te beseffen dat je er helemaal alleen voor staat, dat je geen leraren hebt en geen vrienden of medestanders die je steunen. Je moet dit echt zelf uitzoeken, want wat je moet uitzoeken is je eigen zelf. En als daarvoor godsdienst nodig is of een sceptische methode of gevangenisstraf, dan zal je daar heel wat meer aan hebben dan aan wat voor boek dan ook. naar: Jed McKenna, Jed McKenna’s theorie van alles, Samsara,2014

Het doorgronden van de fundamentele kennis van de werkelijkheid brengt je volgens McKenna tot spirituele verlichting. Daartoe moet je volgens hem sceptisch zijn ten aanzien van alle overtuigingen waarvan je niet zeker weet of ze waar zijn, om je vervolgens van die overtuigingen te ontdoen.

Pagina: 87Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 89: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 11 / 13 lees verder ►►►

Pierre Bayle heeft een pleidooi voor tolerantie geschreven dat gebaseerd is op scepticisme ten aanzien van religieuze waarheden. De spirituele opvattingen van McKenna worden in dit verband begrepen als religieuze opvattingen.

3p 11 Leg uit: − in welk opzicht Bayle het met McKenna’s opvattingen eens zou zijn en − in welk opzicht Bayle tegen McKenna’s opvattingen in zou gaan. Beargumenteer vervolgens met Bayle of de sceptische twijfel en conclusies van McKenna volgens jou productief zijn voor een filosofische levenshouding.

Pagina: 88Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 90: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 12 / 13 lees verder ►►►

Opgave 3 Herinneringen en haarkleur

In de film ‘Eternal sunshine of the spotless mind’ zijn tegenpolen Joel en Clementine als een blok voor elkaar gevallen. Maar door de grote verschillen in hun karakters hebben ze vaak ruzie. Als ze weer eens ruzie gehad hebben, wil Joel het de volgende dag goed gaan maken. Maar als hij naar de boekwinkel gaat waar Clementine werkt, vraagt ze met een nietszeggende blik in haar ogen: “Kan ik u helpen meneer?”. Joel komt erachter dat Clementine intussen een behandeling heeft ondergaan bij het bedrijf Lacuna. Dat bedrijf heeft al haar herinneringen aan hem gewist, zodat ze niet meer weet wie hij is en dat ze een relatie met elkaar hadden. Voor Joel lijkt Clementine, doordat ze hem niet meer herkent, op een zombie. Omdat hij dat niet kan verdragen, besluit hij zelf ook zo’n behandeling te ondergaan. Terwijl hij slaapt, wissen twee medewerkers van Lacuna zijn herinneringen aan haar. Joel en Clementine ontmoeten elkaar later toevallig in de trein. Hoewel hun herinneringen aan elkaar gewist zijn, denkt Joel haar nog wel ergens van te kennen:

tekst 11 Joel: Ik zou me je moeten herinneren. Clementine: Misschien is het mijn haar. Joel: Hoezo? Clementine: De kleur verandert nogal. Misschien dat je me daarom niet herkent.

Dit is ‘Blue Ruin’. De kleur. Joel: Right. Clementine: Gave naam hè? Joel: Heel leuk. bron: www.imsdb.com - Eternal-Sunshine-of-the-Spotless-Mind - ondertiteling

Het haar van Clementine heeft blijkbaar een bepaalde kleur blauw. Voor sceptische filosofen is het een interessante vraag of de kleur blauw een eigenschap is van objecten.

2p 12 Geef een dispositionele analyse van Clementines blauwe haarkleur. Geef vervolgens met het begrip ‘responsafhankelijkheid’ kritiek op het metafysisch scepticisme ten aanzien van kleuren als eigenschap van objecten.

Pagina: 89Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 91: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-1-o 13 / 13 lees verder ►►►

Clementine kan haar haardos bij de kapper elke maand in een andere kleur laten verven. Volgens de realist Locke zou haar haardos ondanks het verschil in kleuren als stabiel object bestaan. Berkeley verwerpt echter Lockes onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten.

3p 13 Leg uit dat het onderscheid in primaire en secundaire kwaliteiten helpt bij het verklaren van het stabiel bestaan van een object zoals Clementines haar. Leg vervolgens uit waarom Berkeley dit onderscheid verwerpt. Beargumenteer ten slotte of jij het op dit punt meer eens bent met Locke of met Berkeley. Maak daarbij een afweging van hun posities. Tijdens het gesprek in tekst 11 heeft Clementine blauw haar. De kleur van Clementines haar blijkt iets te zeggen over wie ze is. “Wie ik ben, hangt af van mijn haarkleur”, zegt ze. Ze zegt dat ze zichzelf uitdrukt met behulp van de kleur van haar haar. Het gedachte-experiment van spectruminversie laat zien dat het niet vanzelfsprekend is dat verschillende mensen Clementine op dezelfde manier begrijpen.

3p 14 Leg met het gedachte-experiment van spectruminversie uit dat Clementine op verschillende manieren begrepen kan worden. Leg vervolgens uit dat spectruminversie volgens Wittgenstein een pseudoprobleem is. Leg ten slotte uit dat twijfel over het bestaan van andere geesten volgens Merleau-Ponty een pseudoprobleem is. Een van de medewerksters van de firma Lacuna, citeert Nietzsche als een soort motto van het bedrijf: “Zalig zijn de vergeetachtigen, want zij hebben ook geen last meer van hun blunders.” Aan het eind van de film hebben Clementine en Joel spijt van het wissen van hun herinneringen en willen ze de herinneringen aan elkaar niet kwijt. Je zou kunnen zeggen dat de boodschap van deze film eigenlijk de ontkrachting van dit citaat is. Niet: “gezegend zij die vergeten”, maar eerder: “herinneringen maken ons tot wie we zijn”. Bertrand Russell maakt een onderscheid tussen kennis door beschrijving en kennis door vertrouwdheid.

3p 15 Leg dit onderscheid uit en beargumenteer met dit onderscheid of het fenomenalisme van Russell het motto van Lacuna ondersteunt of ontkracht. Geef vervolgens weer welke kritiek Husserl zou hebben op dit fenomenalisme van Russell.

einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 90Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 92: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o

Examen VWO

2016

filosofie

Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2dinsdag 21 juni

13.30 - 16.30 uur

Pagina: 91Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 93: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 2 / 12 lees verder ►►►

Opgave 1 Een echte Vermeer?

De Delftse schilder Johannes Vermeer (1632-1675), beroemd van ‘Het melkmeisje’ en ‘Meisje met de parel’, onderscheidt zich van andere schilders door subtiel kleurgebruik. Het hier afgebeelde portret uit 1655 van de Romeinse heilige Sint Praxedis is ook toegeschreven aan Vermeer. Omdat er vanwege de stijl en het thema van het schilderij twijfel was of het hier wel een echte Vermeer betrof en geen vervalsing, werd er in 1986 onderzoek gedaan. Naar aanleiding van dit onderzoek werd bevestigd dat het een echte Vermeer betrof, maar dat Vermeer

de voorstelling had gekopieerd van de Italiaanse schilder Felice Ficherelli (1605-1660). Er bestaat nog steeds twijfel of ‘Sint Praxedis’ een echte Vermeer is. De discussie hierover was eind jaren tachtig geluwd, maar laaide weer op toen het schilderij in juli 2014 werd geveild.

tekst 1 Het aan Johannes Vermeer toegeschreven schilderij ‘Sint Praxedis’ (uit 1655) is vanavond voor omgerekend 7,85 miljoen euro geveild in Londen. Veilinghuis Christie's had het werk getaxeerd op 8 tot 10 miljoen euro. De ietwat tegenvallende verkoopprijs voedt de twijfel over de vraag of het doek inderdaad van de Delftse meester is. Het bedrag is een fooi voor een echte Vermeer en veel te hoog voor een niet-Vermeer. Sceptici hadden Christie's aangeraden om de verkoop uit te stellen om nader onderzoek te plegen. bron: de Volkskrant van 9 juli 2014

Pagina: 92Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 94: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 3 / 12 lees verder ►►►

Het bedrag dat op de veiling voor het schilderij ‘Sint Praxedis’ is betaald, voedt niet alleen de twijfel over de vraag of het hier om een echte Vermeer gaat, het laat de jarenlange bestaande twijfel ook zien. Bovendien laat het tegenvallende bedrag zien dat de context, in dit geval een veiling bij Christie’s, mede bepaalt wanneer we iets zekere kennis noemen. Sceptische scenario’s kunnen moeilijk worden uitgesloten. Sceptische scenario’s worden soms weergegeven in de vorm van de sceptische paradox, die altijd dezelfde generieke vorm heeft. Contextualisten proberen deze paradox op te heffen. Er is bij de bieders twijfel of het schilderij ‘Sint Praxedis’ een echte Vermeer is.

4p 1 Beschrijf in drie beweringen de sceptische paradox die volgt uit die twijfel. Leg uit of contextualisten de paradox in dit geval zouden kunnen opheffen. Een van de manieren om de echtheid van een schilderij te bevestigen, is te kijken naar de kleuren. Het wit dat Vermeer gebruikte in het schilderij is loodwit. Loodwit wordt verkregen door banden lood van 10 à 15 cm breed en één meter lang op te rollen. De opgerolde banden lood worden in aarden potten met azijnzuur gehangen. De aarden potten worden op hun beurt in paardenmest geplaatst. De chemische reactie van de dampen met het lood geeft het loodwit. Dat loodwit wordt van de banden geschraapt en vervolgens vermengd met lijnolie om als olieverf te worden gebruikt. Om de echtheid van het schilderij vast te stellen zou je met John Locke een onderscheid kunnen maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten van het loodwit. Dat is een onderscheid waarop George Berkeley kritiek heeft.

3p 2 Leg uit welke kwaliteit van het loodwit Locke primair zou noemen en welke kwaliteit secundair. Geef vervolgens de kritiek van Berkeley op dit onderscheid van Locke. Vermeer wordt geroemd vanwege zijn subtiele kleurgebruik. Behalve het goedkope loodwit gebruikte hij vaak dure pigmenten zoals ultramarijn. Kunstkenners herkennen in deze kleurstellingen een echte Vermeer. Maar dit standpunt is problematisch vanwege een verschijnsel dat metamerisme heet.

2p 3 Leg met het schilderij ‘Sint Praxedis’ uit: − dat het vanwege metamerisme moeilijk is om alleen op grond van de

kleur vast te stellen of het een echte Vermeer betreft en − dat het beschouwen van kleuren als respons-afhankelijke

eigenschappen een oplossing biedt voor het probleem van het metamerisme.

Pagina: 93Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 95: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 4 / 12 lees verder ►►►

Hoewel de kleurstellingen in ‘Sint Praxedis’ typisch voor Vermeer worden geacht, wordt het toeschrijven van het schilderij aan Vermeer extra lastig, omdat de voorstelling sterk lijkt op die van een schilderij van Felice Ficherelli. Het Rijksmuseum heeft daarom ‘Sint Praxedis’ opnieuw onderzocht. Taco Dibbets, directeur collecties van het Rijksmuseum, zegt over dit onderzoek:

tekst 2 Vermeer kon als jongeman al heel goed schilderen en dus ook goed kopiëren. Daarom waren we aangewezen op materiaal-technisch onderzoek om te bepalen of het een echte Vermeer is. Dus: van welk materiaal is het schilderij gemaakt? Wij hebben het onderzocht en toen bleek dat één onderdeel van de verf, namelijk het loodwit, uit Noord-Europa komt. Lood was heel goedkoop, daar werd geen internationale handel in gedreven. Daarom weten we nu dat dit schilderij afkomstig is van boven de Alpen. In Italië gebruiken ze immers loodwit dat uit Italië komt. Bovendien hebben we gedacht: er staat een handtekening op van Vermeer, die hebben we getest, die was authentiek. Anderzijds lijkt het op het eerste oog op een Italiaans schilderij, omdat het er bijvoorbeeld niet zo uitziet als ‘Het Melkmeisje’ of een van de andere drie Vermeers die we in het Rijksmuseum hebben. Maar toch is ‘Sint Praxedis’ een Vermeer. Het is Vermeer in zijn leerperiode. Hij moest het vak nog leren en dat deed je in die tijd door te kopiëren. naar: Nieuwsuur, aflevering 7 juli 2014-11-17, http://nieuwsuur.nl/onderwerp/671739-twijfel-over-echtheid-vermeer.html

De argumenten die Dibbets noemt, zijn niet sluitend voor zijn conclusie dat ‘Sint Praxedis’ een echte Vermeer is. Er zijn sceptische alternatieven mogelijk. Zijn conclusie dat het om een echte Vermeer gaat, komt abductief tot stand. Dibbets zou wellicht gebruik kunnen maken van de theorie van de relevantist John Austin om zijn conclusie te verdedigen tegen sceptische argumenten.

5p 4 Geef een sceptisch scenario dat de conclusie van Dibbets in twijfel trekt. Leg vervolgens uit dat de conclusie van Dibbets: − geen creatieve abductie, maar − wel een afleiding naar de beste verklaring is. Leg vervolgens uit: − dat met het uitsluiten van sceptische alternatieven nog niet is voldaan

aan de waarheidgevoeligheidseis, en − of Dibbets in een reactie op het door jouw gegeven sceptisch

alternatief gebruik kan maken van het relevantisme.

Pagina: 94Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 96: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 5 / 12 lees verder ►►►

Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming

Verschillende filosofen zijn tot de conclusie gekomen dat waarnemen theoriegeladen of theoriegebonden is: we interpreteren wat we zien en we zien zoals we interpreteren. Een van de bekendste afbeeldingen (zie hiernaast) waarmee deze theoriegebondenheid van de waarneming tot uitdrukking wordt

gebracht is die van het ’eend-konijn’. In deze afbeelding kan zowel een eend als een konijn worden gezien, afhankelijk van de manier waarop je ernaar kijkt. De theoriegebondenheid van de waarneming is ook een belangrijk aspect in de wetenschapsfilosofie van Thomas Kuhn en in bredere of figuurlijke zin zelfs van wereldbeelden.

3p 5 Leg met de afbeelding van het eend-konijn uit: − wat de Aristoteles-ervaring van Kuhn is, en − wat de betekenis van de Aristoteles-ervaring is voor Kuhns opvatting

over vooruitgang in de wetenschap, en − wat het verschil is tussen rationaliteit en integriteit met betrekking tot

wereldbeelden. De hedendaagse hersenwetenschap biedt een nieuwe kijk op de theoriegebondenheid van de waarneming.

In de afbeelding hiernaast lijkt een middencirkel die is omgeven door grote cirkels kleiner dan precies dezelfde middencirkel die is omgeven door kleine cirkeltjes. We zien de middelste cirkels als verschillend in grootte, terwijl ze opgemeten even groot blijken te zijn. Hersenwetenschapper Melvyn Goodale heeft ontdekt dat het verschil in grootte dat we bewust waarnemen, geen effect heeft op hoe we onze vingers bewegen wanneer we deze middencirkels willen ‘oppakken’. Als we de middencirkels ‘oppakken’, blijken onze vingers zich niet te richten naar wat we zien, maar naar de meetbare grootte van die cirkels.

Pagina: 95Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 97: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 6 / 12 lees verder ►►►

Volgens Goodale kan dit worden verklaard door het verschil tussen bewust waarnemen en onbewust waarnemen, en door het verschil tussen waarnemen en handelen. Er zijn namelijk verschillende hersenprocessen voor aan de ene kant bewust waarnemen, en aan de andere kant onbewust waarnemen en van daaruit handelen. We zijn ons volgens Goodale slechts van een klein gedeelte van onze waarneming bewust. En omdat we ons handelen vrijwel geheel met onbewuste waarneming aansturen, is het standpunt van Goodale dat we ook zonder bewustzijn kunnen functioneren. Volgens hem lijken mensen daarom in dat opzicht op zombies. Volgens functionalisten kunnen zowel mensen als zombies mentale toestanden of een binnenwereld hebben.

3p 6 Leg het onderscheid tussen binnenwereld en belevingswereld uit. Beargumenteer vervolgens met dit onderscheid: − dat het standpunt van Goodale verenigbaar is met het functionalisme

en − of de ontdekking van Goodale een probleem is voor het idee van de

theoriegeladenheid van de waarneming. Volgens de filosoof Maurice Merleau-Ponty is het sceptische scenario van filosofische zombies en andere geesten een pseudoprobleem. Volgens Merleau-Ponty beseffen we pas dat we zelf bestaan nadat we contact met anderen hebben gehad en wordt ook ons zelfbewustzijn in belangrijke mate bepaald door het omgaan met anderen. Hij schrijft:

tekst 3 Een baby van een aantal maanden oud is al heel bedreven in het onderscheiden van vriendelijkheid, kwaadheid en angst op het gezicht van de ander ook al heeft het kind op dat moment nog niet geleerd, door een onderzoek van het eigen lichaam, wat de fysieke tekens van deze emoties zijn. Het lichaam van de ander met zijn verschillende gebaren en uitingen verschijnt onmiddellijk als emotioneel betekenisvol aan het kind. Het kind leert de geest dus zowel te begrijpen als een zichtbaar gedrag en als datgene wat zich afspeelt in zijn eigen geest. naar: Maurice Merleau-Ponty, De wereld waarnemen, 1945 (vertaling 2003)

2p 7 Leg uit welke kritiek Merleau-Ponty levert op de filosofische

problematisering van andere geesten en dat deze kritiek herkenbaar is in tekst 3.

Pagina: 96Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 98: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 7 / 12 lees verder ►►►

Ook vanuit het direct realisme wordt kritiek geleverd op het sceptische scenario van andere geesten. Het direct realisme kan worden ondersteund met bevindingen uit de cognitiewetenschap.

2p 8 Beargumenteer met tekst 3: − in welk opzicht Merleau-Ponty’s standpunt overeenkomt met dat van

een direct realist, en − dat de opvatting van Merleau-Ponty over andere geesten kan worden

ondersteund vanuit de cognitiewetenschap. Merleau-Ponty heeft ook kritiek op andere sceptische scenario’s. Hij zet zich met name af tegen de sceptische argumentaties van Descartes, zoals bijvoorbeeld tegen Descartes’ gedachte-experiment over een stukje was. Volgens Merleau-Ponty is er in onze waarneming geen stukje was meer als alle zintuiglijk waarneembare eigenschappen ervan zijn verdwenen. Alleen de wetenschap kan dan nog een stukje materie aannemen:

tekst 4 Datgene wat ondanks de veranderingen hetzelfde blijft, is slechts een stukje materie zonder kwaliteiten. Dit is volgens Descartes de werkelijke en permanente kern van de was. Nu is het duidelijk dat deze werkelijkheid van de was zich niet zomaar aan de zintuigen openbaart, omdat de objecten die mij door de zintuigen worden gegeven altijd een bepaalde grootte en een bepaalde vorm hebben. De werkelijke was wordt dus niet met de ogen gezien. naar: Maurice Merleau-Ponty, De wereld waarnemen, 1945 (vertaling 2003)

Ook Hume heeft bezwaren tegen de conclusies die Descartes uit zijn was-experiment trekt.

3p 9 Leg uit: − wat het belang is van het was-experiment voor Descartes’ opvatting

over de geest, en − dat er volgens Descartes van het ‘ik’ als denkende substantie geen

voorstelling kan worden gemaakt. Leg vervolgens de kritiek van Hume op Descartes’ opvatting over het ‘ik’ uit met de rol van het begrip ‘verbeelding’.

Pagina: 97Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 99: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 8 / 12 lees verder ►►►

Een andere sceptische argumentatie van Descartes waartegen Merleau-Ponty zich afzet is die van Descartes’ twijfelexperiment. Merleau-Ponty bekritiseert de rol van de waarneming die Descartes daarin beschrijft:

tekst 5 De filosofie van Descartes kenmerkt zich door een overwaardering van wetenschappelijke kennis. Waarnemingen zouden slechts bedrieglijke verschijningen zijn en alleen de wetenschapper zou ons kunnen bevrijden van de illusies waarin onze zintuigen leven. Volgens Descartes kan ik het bedrog van mijn zintuigen zelf ontdekken en kan ik leren inzien dat ik alleen op het intellect moet vertrouwen. Volgens Descartes is de waarneming daarmee slechts een vaag begin van de wetenschap. naar: Maurice Merleau-Ponty, De wereld waarnemen, 1945 (vertaling 2003)

De Amerikaanse filosoof Lawrence Hass gaat een stap verder en concludeert dat het twijfelexperiment van Descartes gebaseerd is op de aanname dat waarnemen altijd cognitief oordelen is. Hass schrijft hierover:

tekst 6 Omdat Descartes de zekerheid over het bestaan van de buitenwereld afwijst vanwege de onbetrouwbaarheid van de zintuigen, en omdat hij vasthoudt aan het idee dat men zich alleen kan vergissen in oordelen, moet Descartes wel veronderstellen dat de waarneming is opgebouwd uit oordelen. Maar dit betekent dat het Cartesiaanse scepticisme veronderstelt dat een waarneming waar of onwaar kan zijn, oftewel dat waarnemingen oordelen zijn. naar: Lawrence Hass, Merleau-Ponty and Cartesian skepticism, 1993

Volgens Hass ondermijnt zijn conclusie, die voortborduurt op de opvattingen van Merleau-Ponty, het twijfelexperiment van Descartes.

2p 10 Beargumenteer of jij dit met Hass eens bent en gebruik daarbij: − tekst 5 en het begrippenpaar ‘schijn en werkelijkheid’ en − tekst 6 en het begrippenpaar ‘begrip en waarneming’.

Pagina: 98Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 100: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 9 / 12 lees verder ►►►

Opgave 3 Alice in Wonderland

In het begin van het boek ‘Alice in Wonderland’ van Lewis Carroll zit Alice met haar oudere zus aan de oever van een meertje. Als er een pratend wit konijn langsrent dat op zijn horloge kijkt, volgt Alice het dier tot in zijn konijnenhol waarvan de bodem opeens verdwijnt. Na een lange val blijkt ze zich in de vreemde wereld Wonderland te bevinden. Op haar tocht door Wonderland komt Alice veel merkwaardige figuren tegen, zoals de Kat en de Rups, personages met wie ze verwarrende gesprekken heeft. Het verhaal van Alice in Wonderland begint met een lange val in het konijnenhol. Terwijl ze valt, ziet en denkt ze van alles. Ze valt langs kasten en boekenplanken. Op een van de planken ziet ze een jampotje. Als ze het oppakt, ziet ze dat er een etiket op zit: ‘Orange Marmalade’. Eerst wil ze het naar beneden gooien, maar dan bedenkt ze dat het dan wel eens terecht kan komen op het hoofd van iemand die onder haar valt. Terwijl Alice valt, neemt ze de wereld om haar heen waar.

David Hume gaat er als empirist van uit dat alleen waarnemingen via de zintuigen tot kennis leiden. Maar met behulp van de zintuigen kunnen we volgens Hume niet bewijzen dat de objecten onafhankelijk van onze waarnemingen blijven bestaan.

2p 11 Leg aan de hand van het jampotje uit: − wat bij Hume het verband is tussen impressies en complexe ideeën en − dat bij Hume de bestendigheid van het bestaan van objecten niet met

de zintuigen bewezen kan worden.

Pagina: 99Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 101: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 10 / 12 lees verder ►►►

Hume zou kunnen zeggen dat het jampotje geen bewijs is voor het bestendig bestaan van de dingen die Alice ziet. Volgens Hume kan Alice zelfs niet weten of ze zelf wel bestaat. Over het kunnen kennen van jezelf heeft Alice het volgende gesprek met de Rups:

tekst 7 De Rups en Alice keken elkaar een poos zwijgend aan: eindelijk nam de Rups de pijp uit zijn mond en begon op langzame, slaperige toon te spreken. “Wie ben jij?” zei de Rups. Dit was een weinig aanmoedigend begin voor een gesprek. Alice antwoordde verlegen: “Dat weet ik op ’t ogenblik niet goed, meneer – dat wil zeggen: ik weet wel wie ik was toen ik vanmorgen opstond, maar het schijnt dat ik daarna al verscheidene malen veranderd ben.” “… Wat bedoel je daarmee?” vroeg de Rups streng; “Verklaar je duidelijker.” “Ik vrees dat ik mij niet duidelijker kan verklaren, meneer,” zei Alice, “want ik ben mezelf niet meer, ziet u.” “Ik zie niets”, zei de Rups bron: Lewis Carroll, Alice in Wonderland, 1865 (vertaling 1975)

Alice zegt dat ze zichzelf niet meer is. Hume zou zeggen dat Alice zichzelf niet kan kwijtraken, omdat ze nooit een zelf heeft gehad. Er bestaat volgens Hume namelijk niet zoiets als een zelf. Over het bestaan van ‘het zelf’ zijn in de filosofie veel gedachte-experimenten gedaan. Een bekend voorbeeld van een hedendaags sceptisch gedachte-experiment is Putnams ‘Brein in een Vat’. Dit gedachte-experiment heeft overeenkomsten met het twijfel-experiment van Descartes. Alice wil weten wie of wat zij is.

4p 12 Leg met de inleiding op de vorige pagina en tekst 7 uit tot welk antwoord Alice zou komen: − als zij de methode van Descartes zou volgen en − als zij het gedachte-experiment van het Brein in een Vat zou volgen. Leg vervolgens uit dat beide sceptische scenario’s een kentheoretische overeenkomst hebben, maar een verschillende uitkomst.

Pagina: 100Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 102: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 11 / 12 lees verder ►►►

Op haar tocht in Wonderland komt Alice ook een pratende kat tegen. Alice en de Kat hebben het volgende gesprek:

tekst 8 “We zijn hier allemaal gek. Ik ben gek. Jij bent gek.” “Hoe weet u dat ik gek ben?” vroeg Alice. “Als je niet gek was, zou je niet hier zijn.” Alice vond dit absoluut geen bewijs, maar zij vond dit geen reden om het gesprek te staken. “En hoe weet u dat u gek bent?” vroeg ze. “Dat kan ik je gemakkelijk uitleggen”, zei de Kat: “een hond is niet gek; ben je dat met me eens?” “Ik geloof het wel,” zei Alice. “Luister,” vervolgde de Kat; “een hond gromt als hij boos is, en zwaait met zijn staart als hij in zijn schik is. Ik grom wanneer ik in mijn schik ben, en ik zwaai met mijn staart als ik boos ben. Daarom ben ik gek.” bron: Lewis Carroll, Alice in Wonderland, 1865 (vertaling 1975)

Alice lijkt vervolgens overtuigd door de redenering van de Kat in de laatste drie regels van tekst 8, maar levert de Kat wel een echt bewijs? De filosoof George Moore stelt drie voorwaarden aan een strikt bewijs. Hij vindt de alledaagse aannames van het gezond verstand veel redelijker en rationeler dan alle mogelijke sceptische scenario’s, zoals over het bestaan van de buitenwereld.

3p 13 Leg uit of de redenering van de Kat in de laatste drie regels van tekst 8 voldoet aan de voorwaarden voor een strikt bewijs van Moore.Toets daarbij de redenering van de Kat aan elk van de drie voorwaarden. Het gesprek tussen Alice en de Kat uit tekst 8 gaat nog even door, waarbij de Kat steeds verdwijnt en weer terugkomt. Uiteindelijk verdwijnt de Kat. Dat de Kat zomaar kan verdwijnen en verschijnen is opvallend. Toch gaat Alice door alle merkwaardige dingen die ze meemaakt niet twijfelen aan wat er gebeurt: ze gaat gewoon mee in wat haar overkomt. Ze probeert zo onbevangen mogelijk te blijven in een wonderlijke wereld. Ze denkt: “Dat is vreemd, maar alles is vreemd vandaag.” De empirist John Locke heeft eens gezegd: “Niemand kan, in alle ernst, zo sceptisch zijn dat hij onzeker zou zijn over wat hij ziet en voelt”. Berkeley en Mill zijn net als Hume empirist en zouden ieder met een andere argumentatie Alice proberen te overtuigen van het bestaan van de Kat. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 101Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 103: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-16-2-o 12 / 12 lees verder ►►►

4p 14 Beargumenteer dat er volgens Locke voor Alice een goede reden is om aan te nemen dat de Kat bestaat. Leg vervolgens uit dat de Kat bestaat volgens: − de opvatting van Mill en − de opvatting van Berkeley. Beargumenteer ten slotte welke van deze twee opvattingen het meest overeenkomt met Lockes indirect realisme. Alice stelt haar metgezellen regelmatig vragen, omdat zij Wonderland wil begrijpen. Sextus Empiricus schreef in de Oudheid ‘Hoofdlijnen van het pyrronisme’, waarin hij uitlegt wat het einddoel en de werkwijze van het scepticisme is.

3p 15 Geef het einddoel van het scepticisme volgens Sextus Empiricus weer. Beargumenteer vervolgens in welk opzicht Alice in haar handelswijze een pyrronist genoemd kan worden en in welk opzicht zij géén pyrronist genoemd kan worden.

einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 102Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 104: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o

Examen VWO

2015

filosofie

Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1dinsdag 26 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 103Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 105: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 2 / 12 lees verder ►►►

Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots In de herfst van 2013 is de serie Real Humans op TV geweest, een serie over een denkbeeldige wereld die erg op de onze lijkt. In die wereld zijn robots volledig ingeburgerd in het bestaan: er zijn naast klusjesbots en lopendebandbots ook nannybots en seksbots. In een keurige Zweedse buitenwijk volgt de kijker een gezinnetje dat voor

het eerst een huishoudbot neemt, die door de mannen in huis, soms wel heel letterlijk, wordt omarmd. Verder is er een stel waarvan de man zijn vrouw verliest aan een attente machobot. Daarnaast is er nog een bejaarde die geen afstand kan doen van zijn verzorgbot Odi. Ook niet als Odi op hol slaat en gedrag vertoont dat je

als kwaadaardig zou bestempelen als het om een mens zou gaan. De robots in de wereld van Real Humans lijken wat betreft hun uiterlijk op echte mensen, maar zijn geavanceerde machines. Een mogelijke definitie van een robot is: een geheel van werktuigen en machines dat op een mens lijkt. Uitgaande van deze definitie zijn de robots in Real Humans geprogrammeerd om slechts één taak uit te voeren en hebben zij geen zelflerend vermogen. De identiteitstheorie, die gaat over de verhouding tussen menselijke hersenen en menselijke gedachten, is daarom niet van toepassing op bovengenoemde robots. Maar er zijn ook andere redenen waarom deze theorie niet van toepassing is.

3p 1 Leg uit wat de identiteitstheorie inhoudt en geef deze twee andere redenen waarom de identiteitstheorie niet voor dit soort robots uit Real Humans opgaat. De robots in Real Humans lijken uiterlijk op mensen, maar zijn machines. Over de overeenkomsten tussen mensen en machines wordt al langer nagedacht in de filosofie. Volgens de dualist Descartes was het lichaam van de mens een machine. In zijn tijd (zeventiende eeuw) kwam het natuurwetenschappelijk denken op. De techniek zou ingezet moeten worden om de mens heer en meester over de natuur te maken. Het menselijk lichaam is volgens Descartes onderdeel van de natuur en kan bepaalde automatische functies uitvoeren. De menselijke geest of ziel staat volgens hem daar los van. Mensen kunnen hun lichaamsdelen bewegen zonder tussenkomst van hun wil, die bij de ziel hoort.

3p 2 Geef aan hoe mensen volgens Descartes hun ledematen automatisch kunnen bewegen zonder tussenkomst van de ziel. Leg aan de hand van Descartes’ visie op het verschil tussen mens en machine uit dat volgens hem de mens wel een vrije wil heeft en een robot uit Real Humans geen vrije wil zou kunnen hebben.

Pagina: 104Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 106: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 3 / 12 lees verder ►►►

De robots uit Real Humans zijn machines: gemaakt voor één taak, zonder zelflerend vermogen en ze hebben geen vrije wil. Deterministen gaan ervan uit dat mensen ook geen vrije wil hebben. Peter van lnwagen gebruikt het consequentie-argument om aan te tonen dat het principe van alternatieve mogelijkheden en het determinisme onverenigbaar zijn: als mensen noch robots iets anders hadden kunnen doen dan wat ze gedaan hebben, kunnen ze dan nog verantwoordelijk gehouden worden voor hun daden? John Martin Fischer onderscheidt drie vormen van controle om te kunnen stellen dat mensen verantwoordelijk gehouden kunnen worden, ook als het determinisme waar zou zijn.

4p 3 Leg aan de hand van een concreet voorbeeld uit dat, als het determinisme waar is, robots volgens Van lnwagen geen vrije wil hebben. Leg vervolgens uit of we geprogrammeerde robots zonder zelflerend vermogen volgens Fischer verantwoordelijk kunnen houden voor hun gedrag. Noem en gebruik daarbij elk van de drie verschillende soorten controle die Fischer onderscheidt. De bedenker van Real Humans zegt dat de tv-serie over robots allerlei vragen oproept. Hij stelt dat de manier waarop wij de robots behandelen ons eigen gedrag reflecteert. De machine, de robot, kan een substituut zijn voor tal van sociale functies van de mens; niet alleen voor de huishoudster of de oppas maar ook als gezel, of geliefde. Welke keuzes maak je als dit in de nabije toekomst mogelijk wordt, en je straks als je oud en eenzaam bent een robot als gezelschap krijgt? Eén van de lastige vragen die het leven met robots oproept, is wie er verantwoordelijk is als er iets misgaat. In een column met als titel Intussen in de wereld van de robots in NRC Handelsblad bespreekt Maxim Februari deze vraag. Hij stelt zich niet alleen een situatie voor dat er bij de huishoudrobot iets eenvoudigs misgaat, zoals het laten vallen van een vaas. Maar ook een situatie dat er een mensleven in gevaar is en een boodschappenrobot wel of niet moet ingrijpen.

tekst 1 Aansprakelijkheid voor de schade van de vaas valt nog wel te regelen. Maar verantwoordelijkheid? Zodra je in termen van schuld en ondeugd gaat denken, wordt de wereld der robots lastig. En toch moet het. Stel, je bent een boodschappenrobot en je bent op weg naar Albert Heijn. Hoor je dan in te grijpen als een kind onverhoeds de straat oprent? naar: Maxim Februari, NRC Handelsblad, 30 september 2013

Pagina: 105Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 107: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 4 / 12 lees verder ►►►

De problemen waar Februari in tekst 1 op doelt, hebben te maken met morele verantwoordelijkheid. Zowel Peter Strawson als Immanuel Kant zijn filosofen die de morele verantwoordelijkheid van de mens hebben onderzocht. Reactieve attitudes zijn volgens Peter Strawson de basis op grond waarvan mensen elkaar in de alledaagse omgang verantwoordelijk houden. Volgens Kant wordt bij de mens de praktijk van elkaar verantwoordelijk houden gereguleerd door de praktische rede. Stel je voor dat de boodschappenrobot uit de tv-serie niet ingrijpt als hij op weg naar Albert Heijn een kind een gevaarlijke straat op ziet rennen.

5p 4 Zou je volgens de opvatting van Strawson de boodschappenrobot moreel verantwoordelijk houden voor het niet ingrijpen als hij een kind een gevaarlijke straat op ziet rennen? Beargumenteer je antwoord met behulp van Strawsons onderscheid tussen reactieve attitudes en objectiverende houding. Geef vervolgens een verschil in kentheoretische vooronderstellingen tussen de opvatting van Strawson over de vrije wil en die van Kant. Futuroloog Ray Kurzweil zegt dat de principes van het brein zo simpel zijn dat je ze makkelijk kunt toepassen in een robot of machine: je stopt de principes van het brein in een programma, giet je eigen gedachten erin en blijft zo zelf eeuwig voortleven in de vorm van een machine. Deze gedachten groeien niet en het brein kan zich niet ontwikkelen. Volgens Februari neigen wetenschappers ernaar Kurzweil niet te geloven:

tekst 2 Een simpel model bouwen van een brein kan nog wel, zeggen ze, maar een geest erin stoppen lukt niet, omdat je niet alle gedachten, ervaringen en gevoelens kunt overgieten. We kunnen onze morele overwegingen nooit uitputtend in een programma beschrijven, omdat ze belichaamd zijn en geworteld in de ervaring. naar: Maxim Februari, NRC Handelsblad, 30 september 2013

Stel je voor dat je de principes van jouw brein inderdaad in een robot zou kunnen stoppen, zoals Kurzweil beweert. Dat zou dan een ander soort robot zijn dan John Stuart Mill in gedachten had toen hij de mens met een robot vergeleek.

2p 5 Leg met behulp van tekst 2 uit in welk opzicht Februari het eens is met Mill. Beargumenteer vervolgens of de redenering van Mill dat een robot geen karakter heeft, van toepassing is op de door Kurzweil bedoelde robot met de principes van een mensenbrein.

Pagina: 106Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 108: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 5 / 12 lees verder ►►►

Opgave 2 Breinbewoners Bijna vijftig jaar geleden werd Charles Whitman, een intelligente vijfentwintigjarige ex-marinier, door de Amerikaanse politie doodgeschoten. Vlak daarvoor had hij veertien willekeurige voorbijgangers op een universiteitsterrein gedood en er ruim dertig verwond door met een geweer op hen te schieten. Whitman beleefde een ellendige jeugd en kreeg veel geweld te verduren, maar voor de extreme agressie die in hem zelf woedde, vermoedde hij een andere oorzaak. In zijn afscheidsbrief schreef hij dat hij sinds enige tijd veel ongewone en irrationele gedachten had en ook erg veel hoofdpijn. Hij vroeg daarom of er na zijn dood een autopsie kon plaatsvinden om er achter te komen of er een biologische oorzaak was voor zijn gewelddadige gedrag. Hij schreef ook dat hij zijn erfenis wilde schenken aan een stichting voor geestelijke gezondheidszorg zodat tragedies zoals hij die zelf had veroorzaakt in de toekomst misschien vermeden zouden kunnen worden. Bij de autopsie bleek dat Whitman inderdaad een snel groeiende tumor in zijn hersenen had die tegen zijn amygdala drukte - een hersendeel dat emoties als angst en agressie op een automatische, reflexmatige wijze reguleert - waardoor Whitman zijn ongewone irrationele gedachten kreeg. Het drama met Whitman dateert uit 1966. Tegenwoordig stellen steeds meer verdachten in rechtszaken dat ze niet zelf verantwoordelijk zijn voor hun handelingen omdat hun brein hen heeft aangezet tot de misdaden. Eerst werd de verantwoordelijkheid nog toebedeeld aan het hebben van een letsel, inmiddels is het al dan niet functioneren van de hersenen een excuus. Een aantal neurologen en filosofen heeft echter beargumenteerd dat verdachten wel degelijk verantwoordelijk zijn voor hun daden en dat zij deze verantwoordelijkheid niet kunnen afschuiven op hun brein.

2p 6 Geef een argumentatie waarmee deze neurologen en filosofen hun standpunt kunnen onderbouwen dat verdachten verantwoordelijk zijn voor hun daden. Ga daarbij uit van de casus van Whitman en pas de definitie van ‘vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid’ toe. Pim Haselager, onderzoeker aan Het Donders Instituut voor Brein, Cognitie en Gedrag, verzet zich ook tegen de opvatting dat de vrije wil een illusie is. De conclusies uit neurowetenschappelijke experimenten, zoals dat van Libet, staan volgens hem allerminst vast.

4p 7 Leg uit waarom sommige wetenschappers het idee van vrije wil verwerpen op grond van de experimenten van Libet. Geef vervolgens aan welk punt van kritiek Dennett heeft op conclusies uit Libets experiment. Geef tot slot ook twee redenen waarmee Haselager kan stellen dat de conclusies uit het experiment van Libet allerminst vast staan.

Pagina: 107Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 109: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 6 / 12 lees verder ►►►

Haselager noemt zichzelf een materialist die weinig vertrouwen heeft in de betrouwbaarheid van onze introspectie. Wat hem betreft toont onderzoek aan dat we vaak zomaar wat verzinnen om onze keuzes te verklaren of te rechtvaardigen. Dat de manier waarop wij onszelf in het dagelijks leven ervaren niet strookt met de wetenschappelijke benadering, wil volgens hem nog niet zeggen dat we dus helemaal geen vrije wil meer hebben. We zijn volgens Haselager weliswaar niet vrij ten opzichte van onze hersenen, maar wel ten opzichte van onze omgeving. Hij schrijft hierover:

tekst 3 Vrij willen zijn ten opzichte van mijn hersenen vind ik trouwens ook als verlangen moeilijk te begrijpen. Waarom zou ik dat überhaupt willen? Wat zou ik met die vrijheid gaan doen dan? Keuzes maken die niet beïnvloed zijn door mijn levenservaringen en persoonlijkheidskenmerken? Maar hoe zou ik dan ‘mijn’ keuzes moeten maken? Wat zou ik dan wel gaan doen of willen, en op basis waarvan? En wie zou ‘ik’ dan eigenlijk zijn om die keuzes te maken? Wat ik wel goed begrijp (en uit ervaring uiteraard ken) is de latere gedachte dat ik iets anders had moeten kiezen. (…) Maar dergelijke inzichten worden ons nu juist mogelijk gemaakt door de hersenen, en ze geven ons het vermogen om daar iets mee te doen. Ze stellen ons in staat te bedenken dat we moeten veranderen. (…) We kunnen, met andere woorden, proberen onszelf vorm te geven. Dat is een vorm van vrijheid die (…) ons verschaft wordt door de hersenen. naar: De vrije wil wordt mede mogelijk gemaakt door de hersenen, Haselager, 2013

Volgens Haselager maken hersenen de vrije wil als zelfverwerkelijking of zelfvorming mogelijk.

4p 8 Wat is volgens Haselager een vrije handeling? Leg je antwoord uit voor elk van de vier aspecten van zelfverwerkelijking. In het artikel Vrijheid als zelfvorming. Een anti-individualistische visie op vrije wil, idealen en techniek stelt hoogleraar filosofie Ciano Aydin dat voor- en tegenstanders van de vrije wil het vaak op één punt met elkaar eens zijn. Zij beschouwen het ‘zelf’ als een bewuste, vooraf bestaande en zelfstandige entiteit. Dit uitgangspunt geeft volgens hem blijk van een sterke beïnvloeding door het dualisme van Descartes. Dat maakt de positie van hersenwetenschappers als Dick Swaab volgens hem lastig:

Pagina: 108Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 110: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 7 / 12 lees verder ►►►

tekst 4 Als wij ons brein zijn en ons brein bepaalt ons handelen, dan bepalen wij zelf ons handelen en zijn wij derhalve vrij. Dat is echter niet hoe hersenwetenschappers als Swaab en Lamme de relatie tussen hersenen en zelf begrijpen. Zij gaan ervan uit dat de hersenen het bewustzijn produceren en wij ons identificeren met dat bewustzijn. (…) Een gepaster titel voor Swaabs boek zou dan ook zijn: Wij zijn ons onmachtige bewustzijn. bron: Vrijheid als zelfvorming, Aydin, 2013

2p 9 Beargumenteer met het epifenomenalisme dat Swaab zijn boek volgens Aydin beter Wij zijn ons onmachtige bewustzijn had kunnen noemen. Beargumenteer vervolgens waarom Swaab volgens Aydin nog denkt vanuit het dualisme van Descartes. Meer dan honderd jaar geleden, in 1905, schreef de Amerikaanse filosoof Charles Peirce over de rol van de hersenen bij ons denken en onze identiteit:

tekst 5 Een psycholoog snijdt een kwab uit mijn hersenen (...) en zegt daarna, als blijkt dat ik mijzelf niet meer kan uitdrukken: “Kijk, je taalvermogen was gelokaliseerd in die kwab.” Nogal wiedes; als hij mijn inktpot had gegapt, zou ik niet in staat zijn geweest om mijn discussie voort te zetten totdat ik een andere had gekregen. Ja, bepaalde gedachten zouden bij mij niet zijn opgekomen. Dus mijn discussievermogen is even sterk gelokaliseerd in mijn inktpot. bron: Vrijheid als zelfvorming, Aydin, 2013

Aydin gebruikt dit citaat om uit te leggen dat onze identiteit volgens hem niet samenvalt met het bewustzijn, noch met de hersenen, noch met het lichaam. Bovendien heb je niet van meet af aan een identiteit, maar ontwikkel je die door het uitoefenen van zelfcontrole. Daarom is het volgens Aydin niet de vraag of er een vrije wil bestaat, maar welke technieken en idealen een gemeenschap haar leden kan aanreiken om een coherent en vrij zelf te ontwikkelen. Aydins opvattingen doen denken aan die van Taylor. Vrijheid en onvrijheid zijn volgens Aydin uitdrukkingen van de mate van lukken dan wel mislukken van zelfverwerkelijking, of zelfvorming.

3p 10 Leg de rol van zwakke evaluatie en de rol van sterke evaluatie bij vrije wil als zelfverwerkelijking uit. Beargumenteer aan de hand van een afweging van deze twee vormen van evaluatie of jij het eens bent met Aydin dat vrijheid een uitdrukking is van de mate waarin zelfvorming lukt.

Pagina: 109Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 111: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 8 / 12 lees verder ►►►

Opgave 3 Anna Karenina In de beroemde Russische roman Anna Karenina van Leo Tolstoj uit 1877 spelen de thema’s liefde, plicht en schuld een belangrijke rol. Anna, de hoofdpersoon, is getrouwd met Aleksej. Anna is tevreden met haar rustige leven en denkt dat ze gelukkig is met haar man, totdat ze op een dag de soldaat Wronski ontmoet. Wronski is op slag verliefd op Anna als hij haar ziet en probeert haar voor zich te winnen. Dit lukt maanden niet, omdat Anna zich verzet tegen zijn avances en haar eigen verliefdheid op hem. Op een avond heeft Wronski een gesprek met zijn nicht Betsy over zijn gevoelens voor Anna:

tekst 6 “Wat herinner ik me je spot nog goed!” vervolgde Betsy, die er een bijzonder genoegen in vond elk facet van deze hartstocht te volgen. “En wat is daarvan overgebleven? Je bent gevangen, beste jongen!” “Ik begeer niet anders dan gevangen te zijn”, antwoordde Wronski met zijn rustige, goedmoedige glimlach. “Wanneer ik mij beklaag, is het alleen, omdat ik te weinig gevangen ben, om je de waarheid te zeggen.” naar: Anna Karenina, Leo Tolstoj

Over vrijheid en gevangenschap schrijft de Schotse filosoof David Hume het volgende:

tekst 7 Onder vrijheid kunnen wij dus alleen verstaan de macht om een daad te stellen of niet te stellen overeenkomstig de beslissing van de wil; dat wil zeggen, als wij kiezen inactief te blijven, doen wij dat, en als wij kiezen tot actie over te gaan, dan kan dat ook. Welnu, deze hypothetische vrijheid bezit naar algemeen gevoelen iedereen, die geen gevangene in ketens is. Hier is dus geen aanleiding tot meningsverschil. bron: Het menselijk inzicht, David Hume

Wronski in tekst 6 en Hume in tekst 7 geven beiden een omschrijving van vrijheid en gevangenschap.

2p 11 Zou Hume soldaat Wronski vrij noemen? Beargumenteer je antwoord aan de hand van: de voorwaarde die Hume aan een handeling uit vrije wil stelt en

tekst 6; Humes opvatting over het verband tussen vrijheid, noodzakelijkheid en

oorzakelijkheid en tekst 7.

Pagina: 110Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 112: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 9 / 12 lees verder ►►►

Anna is ook verliefd op Wronski, maar omdat zij getrouwd is en ook een zoon met haar man Aleksej heeft, vecht ze tegen haar gevoel voor Wronski. Het is voor haar moeilijk om te scheiden van haar man. Volgens het recht in negentiende eeuws Rusland werden kinderen aan hun vader toegewezen. Voor Anna zou dit betekenen dat ze vanwege de schande van de scheiding in een sociaal isolement zou komen, en dat ze haar zoon, die haar erg dierbaar is, niet meer zou mogen zien. In één passage zegt ze daarom tegen Wronski, dat ze zijn pogingen om haar voor zich te winnen schandelijk vindt:

tekst 8 “Ik wilde u zeggen”, vervolgde zij zonder hem aan te zien, “dat u zich schandelijk gedragen hebt, schandelijk, zeer schandelijk”. Wronski antwoordde haar: “Dacht u dat ik dat niet wist? Maar wie is de oorzaak, dat ik zo gehandeld heb?” naar: Anna Karenina, Leo Tolstoj

In de gelijknamige film uit 2012 komt dezelfde dialoog tussen Anna en Wronski voor. Maar de scriptschrijver heeft voor een ander woord gekozen dan voor het woord ‘oorzaak’:

tekst 9 Anna: “Ik dacht dat je manieren zouden zijn verbeterd sinds Moskou. Je gedroeg je daar schandelijk.” Wronski: “En wie is daar verantwoordelijk voor?” bron: Anna Karenina, Joe Wright/Tom Stoppard

Door ‘oorzaak’ met ‘verantwoordelijkheid’ te vertalen en ze daarmee op te vatten als inwisselbare begrippen, kiest de scriptschrijver positie in het debat over de vrije wil.

3p 12 Beargumenteer voor welke positie de scriptschrijver daarmee kiest: het libertarisme, het conditioneel compatibilisme of het harde determinisme. Beargumenteer vervolgens waarom de twee andere posities uitgesloten zijn aan de hand van de definities van die beide posities. Anna probeert Wronski er vervolgens van te overtuigen dat het beter is haar niet meer te benaderen:

Pagina: 111Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 113: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 10 / 12 lees verder ►►►

tekst 10 “Ik had u dit al lang willen zeggen, ging zij voort”, terwijl zij hem vastberaden aanzag en een gloeiend rood over haar gezicht trok, “en ik ben vandaag gekomen, omdat ik wist dat ik u hier zou ontmoeten. Ik ben gekomen om u te zeggen, dat dit uit moet zijn. Ik heb nooit voor iemand gebloosd, maar u maakt, dat ik voortdurend een gevoel van schuld heb.” “Wat wilt u van mij?” vroeg hij ernstig en eenvoudig. “Ik wil dat u naar Moskou gaat” antwoordde zij. “Dat wilt u niet”, zei hij. Zij verzamelde al haar wilskracht om te zeggen wat zij zeggen moest; maar in plaats daarvan liet zij haar blik vol liefde op hem rusten en antwoordde niet. “Ja, het is waar!” dacht hij verrukt. “En ik wanhoopte al en zag geen uitkomst meer. Het is waar! Zij heeft mij lief! Zij bekent het”. naar: Anna Karenina, Leo Tolstoj

De filosoof Harry Frankfurt sluit in zijn theorie over de vrije wil aan bij Hume. Hoewel Frankfurt het voor een groot deel met Hume eens is, laten Anna’s gevoelens zich beter analyseren door Frankfurts theorie, dan door die van Hume. Het is echter de vraag of het dilemma waarin Anna zich bevindt - door haar liefde die zij voor haar zoon voelt en de liefde die ze voor Wronski voelt - niet weer een probleem vormt voor de theorie van Frankfurt.

3p 13 Zijn Anna en Wronski vrij volgens Frankfurt? Beargumenteer je antwoord voor Anna met behulp van tekst 10 Beargumenteer je antwoord voor Wronski met behulp van tekst 6. Leg vervolgens uit waarom Frankfurt het dilemma waarin Anna zich bevindt geen probleem zou vinden voor zijn theorie. Anna en Wronski krijgen uiteindelijk toch een verhouding. De filosoof Thomas Nagel schrijft in zijn artikel ‘Moral Luck’ over vier vormen van morele mazzel of pech. Nagel noemt in dit artikel Anna en Wronski als illustratie van moral luck ten aanzien van de gevolgen:

tekst 11 Tot slot zijn er gevallen van een beslissing in onzekere omstandigheden - een wijdverbreid verschijnsel in het openbare leven en in het privéleven. Anna Karenina gaat er met Wronski vandoor, Gauguin laat zijn gezin in de steek, Chamberlain tekent het verdrag van München… bron: Moral Luck, Thomas Nagel

Pagina: 112Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 114: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 11 / 12 lees verder ►►►

Wanneer Wronski aan Anna voorlegt om het huwelijk met haar man te verbreken en met hem verder te gaan, reageert Anna als volgt:

tekst 12 “Best, laten we aannemen dat ik dat doe”, zei ze. “Weet je wat er dan gebeurt? Ik kan het je allemaal van tevoren vertellen.” En er kwam een boze glans in haar net nog zo zachte ogen. “Aha, je houdt van een ander en je hebt een misdadige verhouding met hem?” (ze deed haar man na, en legde precies zoals hij het zou doen, een grote nadruk op het woord misdadig). “Ik heb je gewaarschuwd voor de gevolgen, in godsdienstig en in maatschappelijk opzicht en wat betreft het huiselijk leven. Je hebt niet naar me geluisterd. Nu kan ik niet dulden dat mijn naam onteerd wordt”. “Nu goed, hij zal me op plechtige wijze helder en nauwkeurig uiteenzetten, dat hij met alle hem ten dienste staande middelen een schandaal zal voorkomen. En dan zal hij kalm en nauwgezet doen wat hij zegt.” bron: Anna Karenina, Leo Tolstoj

Eén van de gevolgen is dat Anna haar zoon niet meer zal mogen zien als ze met Wronski verder gaat en dat ze uit de haar vertrouwde sociale kringen geweerd zal worden. Als ze er uiteindelijk toch met Wronski vandoor gaat, ziet ze haar zoon inderdaad niet meer, zoals zij voorvoelde. Nagel geeft in ‘Moral Luck’ allerlei voorbeelden van morele mazzel of pech. Maar bij het noemen van Anna en Wronski als voorbeeld van moral luck ten aanzien van de gevolgen, kun je je afvragen of dit voorbeeld wel echt een onderbouwing is van Nagels eigen theorie.

2p 14 Beargumenteer aan de hand van tekst 11 en tekst 12 of jij het voorbeeld van Anna en Wronski een goed voorbeeld vindt van morele pech ten aanzien van de gevolgen. Zo nee, geef dan aan wanneer het wel een goed voorbeeld zou kunnen zijn. Zo ja, geef dan aan wanneer het geen goed voorbeeld meer zou zijn. Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 113Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 115: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-1-o 12 / 12 lees verder ►►►

In tegenstelling tot Anna en Wronski speelt Aleksej, de oudere echtgenoot van Anna, een zeer traditionele rol in de liefdesgeschiedenis. Aleksej ziet het doen van zijn plicht als de belangrijkste taak in zijn huwelijk met Anna. Of Anna van hem houdt of niet, of zij in gewetensnood is of niet gaat hem niet aan, vindt hij. Maar Aleksej vraagt ook van Anna haar plicht te doen. Omgekeerd ziet Anna de liefde als de enige juiste reden van handelen. Als Wronski ook maar de indruk wekt voor haar iets uit plicht te doen, raakt zij in paniek over hun relatie. Uiteindelijk wordt Anna zo ongelukkig door het missen van haar kind en het sociale isolement waarin ze terecht is gekomen door haar relatie met Wronski, dat ze geen uitweg meer ziet en een einde aan haar leven maakt. Met haar dood lijkt de schrijver Tolstoj eerder te kiezen voor het gedachtegoed van Kant, dan voor dat van Hume. We kunnen namelijk in de totaal tegenovergestelde opvattingen van Anna en Aleksej over liefde en plicht het meningsverschil tussen Hume en Kant over vrijheid herkennen.

3p 15 Maakt volgens jou liefde vrij? Geef hierop een beargumenteerd antwoord en betrek daarbij zowel Kants opvatting over de vrije wil als de uitspraak van Hume dat de rede de slaaf van de passies is.

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

einde

Pagina: 114Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 116: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o

Examen VWO

2015

filosofie

Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 44 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2dinsdag 16 juni

13.30 - 16.30 uur

Pagina: 115Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 117: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 2 / 13 lees verder ►►►

Opgave 1 Over vrijheid en christelijk geloof

In Over Vrijheid bespreekt John Stuart Mill de voor hem belangrijke waarden vrijheid en individualiteit. Ook voor Johannes Calvijn, de voorman van het calvinisme, zijn vrijheid en individualiteit belangrijke waarden. In de rooms-katholieke kerk bemiddelt de priester tussen God en mensen. Mensen kunnen zelf geen rechtstreeks contact met God krijgen, daar zijn de kerk en een priester voor nodig. Eén van grote veranderingen in de zestiende eeuw bij de opkomst van het protestantisme is de overtuiging dat mensen wel zelf direct contact met God kunnen krijgen. Dat betekent dat een mens ook zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen heil. De protestantse Calvijn vindt ook dat een mens zelf verantwoordelijk is tegenover God. Daar heeft de gelovige mens geen priesters of kerk voor nodig. Mill en Calvijn zijn het met elkaar eens dat de mens zelf verantwoordelijk is. Maar Mill vindt dat het calvinistische idee van gehoorzaamheid niet goed samengaat met zijn eigen visie op zelfverwerkelijking. Mill is zelfs van mening dat de calvinistische opvatting niet echt christelijk is. Mill beschrijft in Over Vrijheid zijn visie op het calvinisme als volgt:

tekst 1

De grootste zonde van de mens is haar eigenzinnigheid. Alle goeds waartoe een mens in staat is, wordt samengevat in gehoorzaamheid. (…) Omdat de menselijke natuur tot in de grond bedorven is, kent niemand de verlossing zolang de menselijke natuur niet in hem wordt gedood. Voor iemand die deze levensvisie aanhangt, is het geen kwaad om alle menselijke vermogens, aanleg en bekwaamheid te vernietigen; de mens heeft geen vermogens nodig, behalve onderwerping aan Gods wil; vermogens die hij kan gebruiken voor een ander doel dan zo goed mogelijk naar die vermeende wil te handelen, kan hij beter missen. Dit is de theorie van het calvinisme.

bron: J.S. Mill, Over Vrijheid, vertaling W.E. Krul en F.L. van Holthoon

Een mens moet zich dus in het calvinisme, volgens Mill, onderwerpen aan Gods wil, omdat hij uit zichzelf niet in staat is het goede te doen.

2p 1 Leg uit dat het calvinistische idee van gehoorzaamheid volgens Mill niet overeenstemt met het christelijk geloof. Betrek in je antwoord Mills visie op karakterontwikkeling en zijn metafoor van de boom.

Pagina: 116Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 118: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 3 / 13 lees verder ►►►

Het calvinisme ontstond in de zestiende eeuw. Voor die tijd was de rooms-katholieke kerk de enige officiële christelijke kerk in West-Europa. Theologie en filosofie waren nauw verbonden. Zo was de middeleeuwse rooms-katholieke theoloog Thomas van Aquino zeer beïnvloed door het werk van Aristoteles. In de middeleeuwen is, via de Arabische wereld, een deel van het werk van Aristoteles teruggevonden dat verloren was gegaan. De invloed van Aristoteles op Thomas van Aquino blijkt uit tekst 2.

tekst 2

Menselijk bestaan betekent op weg zijn naar een doel, een doel dat niet willekeurig is, maar waar de mens van nature op aangelegd is, en waar hij van nature naar verlangt: dat is wat Thomas met Aristoteles het ‘geluk’ (beatitudo) noemt (…). Het hele universum is schepping, komt voort uit God en staat dynamisch uit naar God; dat geldt ook voor de mens, maar dan op specifieke en aangepaste wijze: hij dient zijn natuurlijke gerichtheid op God als het ultieme doel bewust en vrij te voltrekken, langs de weg van de deugd en de wet, van de ethiek en de religie, en – in het christendom – op basis van hoop, geloof en liefde. bron: Rudi te Velde, Thomas van Aquino over menselijke vrijheid

Als Thomas van Aquino het over ‘de filosoof’ heeft, zonder een naam te noemen, dan is dat Aristoteles. In tekst 2 staat dat volgens Thomas geluk volmaakte kennis van God is. Eén van de grote thema’s in het denken van Aristoteles is de vraag hoe de mens gelukkig kan worden.

3p 2 Leg uit wat geluk volgens Aristoteles inhoudt en wat mensen moeten doen om gelukkig te worden. Geef vervolgens aan in welk opzicht de geluksopvatting van Thomas van Aquino in tekst 2 verschilt van die van Aristoteles. Voor Thomas van Aquino bestaat de vrijheid van de mens uit vrij handelen. Voor de twintigste-eeuwse existentialist Sartre is de mens veroordeeld tot vrijheid. Voor hem is de menselijke vrijheid onontkoombaar. Het denken van Thomas van Aquino is meer verwant aan dat van de rooms-katholieke filosoof Charles Taylor dan aan dat van Sartre.

4p 3 Leg uit waarom Sartres existentialisme noodzakelijk atheïstisch is en betrek daarbij het vrijheidsbegrip van Sartre. Leg vervolgens uit welke kritiek Taylor heeft op Sartres gedachte van radicale keuze en waarin Taylor zodoende overeenkomt met de opvatting van Thomas in tekst 2.

Pagina: 117Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 119: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 4 / 13 lees verder ►►►

De zestiende eeuw is de eeuw van de Reformatie. De reformatoren, of kerkhervormers, hadden kritiek op de rooms-katholieke kerk en wilden die veranderen. Uiteindelijk leidde de reformatie tot het ontstaan van de protestantse kerken. Calvijn had net als Erasmus van Rotterdam (1466-1536) en Maarten Luther (1483-1546) kritiek op de rooms-katholieke kerk. Hoewel ze elkaar vonden in hun kritiek op de rooms-katholieke kerk, verschilden ze van mening over veel andere zaken. Eén van de dingen waarover Luther en Erasmus het oneens waren, is de vrije wil. In discussie met Luther legt Erasmus zijn opvatting over de vrije wil uit aan de hand van de volgende vergelijking:

tekst 3 Een vader helpt zijn kind overeind dat – nog niet in staat goed te lopen – gevallen is, hoezeer het zich ook ingespannen heeft. Hij (de vader) wijst het kind op een tegenover hem liggende appel. Het wil er het liefst zo snel mogelijk naar toe, maar vanwege de zwakte van zijn beenderen zou het spoedig weer gevallen zijn, wanneer de vader niet de hand uitstrekte en het kind bij het gaan ondersteunde en geleidde. Zo bereikt het onder leiding van zijn vader de appel, die de vader hem vriendelijk – als het ware als beloning voor zijn lopen – in de hand geeft. Het kind zou zich niet hebben kunnen oprichten, wanneer de vader het niet onder de armen gegrepen had; het had de appel niet gezien, wanneer de vader er niet op gewezen zou hebben; het had niet verder kunnen gaan, wanneer de vader zijn zwakke schreden niet voortdurend ondersteund had en het had de appel niet kunnen bereiken, wanneer de vader hem niet de hand gereikt had. Wat kan onder zulke omstandigheden het kind als eigen prestatie voor zich opeisen? Desondanks heeft het wel iets gedaan. Het heeft echter geen reden op zijn kracht te pochen, omdat het zijn gehele bestaan aan de vader te danken heeft. bron: Dick Akerboom, Het dispuut tussen Erasmus en Luther over de vrije wil

Erasmus leefde aan het begin van de zestiende eeuw. Ondanks het tijdsverschil van vijf eeuwen zijn er parallellen met het hedendaagse debat over vrije wil. Eén van de problemen die in de vijftiende eeuw – en daarna – speelde was of het determinisme te verbinden is met de vrije wil.

Pagina: 118Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 120: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 5 / 13 lees verder ►►►

Het hedendaagse compatibilisme stelt dat mensen een vrije wil hebben, of het determinisme nu waar is of niet. Om te stellen dat iemand uit vrije wil handelt, moet er volgens conditioneel compatibilisten aan twee voorwaarden voldaan worden.

2p 4 Handelt het kind in tekst 3 volgens conditioneel compatibilisten uit vrije wil? Beargumenteer je antwoord met behulp van de twee voorwaarden die een conditioneel compatibilist aan een handeling uit vrije wil stelt. Erasmus is optimistischer dan Luther over wat de mens met zijn wil kan bereiken. Voor Luther is vrij willen immers vooral willen wat God wil.

tekst 4

Luther stelt dat alles noodzakelijk en onveranderlijk gebeurt, gezien naar Gods wil. Deze noodzaak moet verstaan worden als een loop der gebeurtenissen die te zijner tijd onfeilbaar uitloopt op dat wat gebeuren moet (necessitas infallibilis ad tempus – onfeilbare noodzaak in de tijd), maar die op geen enkele wijze de vrijwilligheid uitsluit. Er is geen sprake van dwang of geweld bij het tot stand komen van wat gebeuren moet (necessitas coactionis sive violentia ad opus – dwingende noodzaak). Vrijwillig iets doen is overigens niet hetzelfde als vrij zijn iets te doen, want in het doen overeenkomstig je wil zit niet besloten dat die wil zelf vrij is. naar: Dick Akerboom, Luther ‘De servo arbitrio’

Het heersende idee in de moderne tijd is dat elke gebeurtenis uiteindelijk een gevolg van eerdere gebeurtenissen is. Wetenschappers zien het universum als één groot mechanisch systeem dat op een heel ingewikkelde manier in elkaar zit, maar waarin niets gebeurt zonder dat het één het gevolg is van iets anders. Deze visie heet natuurwetmatig determinisme.

3p 5 Leg aan de hand van tekst 4 uit in welk opzicht het handelen van een christen die onderworpen is aan Gods wil overeenkomt met het natuurwetmatig determinisme. Beargumenteer je antwoord aan de hand van de definitie van het natuurwetmatig determinisme. Geef vervolgens, met behulp van de definitie van de causale geslotenheid van het natuurkundig domein, een verschil tussen de visie van Luther en de causale geslotenheid van het natuurkundig domein.

Pagina: 119Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 121: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 6 / 13 lees verder ►►►

Opgave 2 Onbewuste discriminatie

In 2012 werd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen de effectiviteit van ‘onbewust leren’ ondergezocht. Leerlingen van een middelbare school werden getest door één groep leerlingen opgaven te geven die ze na het lezen direct moesten maken en een andere groep leerlingen dezelfde opgaven te geven, ze deze te laten lezen, maar in plaats van ze direct te maken er een nachtje over te slapen. Het bleek dat de leerlingen die er een nachtje over hadden geslapen de opgaven beter maakten:

tekst 5 Wetenschappelijk onderzoek heeft laten zien dat onbewust denken – denken zonder aandacht, bijvoorbeeld omdat de aandacht ergens anders op gericht is of tijdens de slaap – bij complexe keuzes tot betere beslissingen leidt. Ook zijn we creatiever wanneer we onbewust denken; en de kans op het welbekende ‘aha!-moment’ bij een lastige abstracte puzzel is groter na een periode van onbewust denken. Een verklaring voor deze bevindingen is dat onbewust denken op een aantal punten wezenlijk verschilt van bewust denken. Zo heeft het onbewuste meer capaciteit dan het bewuste. Wanneer je onbewust denkt, kun je dus veel meer informatie tegelijk verwerken, terwijl het bewuste slechts een aantal aspecten tegelijk kan bekijken. Daarnaast is het onbewuste beter in het bepalen welke informatie van belang is en welke factoren minder belangrijk zijn. Ook is onbewust denken een zeer associatief proces, waar bewust denken vaak vasthoudt aan bestaande schema’s. bron: www.onderwijsinontwikkeling.nl, november 2014

De psycholoog Ap Dijksterhuis heeft veel onderzoek gedaan naar het onbewuste en de voordelen van onbewust leren. Hij introduceerde de beraadslagen-zonder-aandacht-hypothese: hoe complexer de keuze, des te beter kun je je onbewuste het werk laten doen. Een grote hoeveelheid informatie is gewoonweg te veel om te verwerken voor het bewustzijn. Dijksterhuis geeft in zijn boek René Descartes de schuld van de aandacht voor het bewustzijn. Volgens Dijksterhuis beslist het onbewuste uiteindelijk toch en als we het onbewuste meer de ruimte zouden geven, zou het ook beter beslissen. De uitdrukking ‘een nachtje ergens over slapen’ slaat dus wel degelijk ergens op, aldus Dijksterhuis.

4p 6 Leg uit dat Descartes niet zou kunnen verklaren dat het helpt om bij het oplossen van een lastige puzzel er een nachtje over te slapen. Gebruik in je uitleg: het onderscheid in twee groepen waarin de gedachten van de ziel

volgens Descartes te verdelen zijn, de animale geesten.

Pagina: 120Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 122: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 7 / 13 lees verder ►►►

Dijksterhuis denkt dat de filosoof Daniel Dennett een betere kijk op het onbewustzijn heeft. Dijksterhuis haalt Dennett aan: “The trouble with brains (…) is that when you look in them, you discover that there’s nobody home”. Hoewel Dijksterhuis terecht Daniel Dennett als tegenhanger van Descartes ziet, haalt hij Dennett hier verkeerd aan door te suggereren dat Dennett het in dit citaat over het onbewuste heeft.

4p 7 Laat aan de hand van het citaat van Dennett zien waarin Dijksterhuis’ positie verschilt van die van Dennett. Beargumenteer vervolgens aan de hand van een definitie van het epifenomenalisme in welk opzicht Dijksterhuis’ visie op bewustzijn in tekst 5 overeenkomt met het epifenomenalisme en in welk opzicht de visie van Dijksterhuis verschilt met het epifenomenalisme. Geef aan welk bezwaar je tegen het epifenomenalisme kunt inbrengen. Eén van de tests die Dijksterhuis in zijn boek bespreekt, is de ‘Impliciete associatie Test’ of IAT. Uit de resultaten van deze test lijkt het dat mensen onbewust discrimineren, hoewel de deelnemers aan de test zeggen dit niet te doen als je het hen vraagt:

tekst 6

In de IAT worden een aantal dia’s achter elkaar aangeboden. De opdracht luidt om met een linker- of rechterknop aan te geven tot welke categorie een bepaalde stimulus behoort. Er zijn vier verschillende categorieën, waarvan twee een reactie van de linker- en twee een reactie van de rechterhand vragen. Dit kunnen bijvoorbeeld woorden zijn als ‘insecten’, ‘bloemen’, ‘prettige woorden’ of ‘onprettige woorden’. Of, woorden als ‘vrouw’, ‘man’, ‘carrière’ of ‘gezin’.

Het blijkt dan dat als mensen ‘promotie’ met ‘vrouw - carrière’ moeten koppelen, ze er langer over doen dan wanneer ze ‘Elsje’ met ‘ vrouw- gezin’ moeten koppelen. Onbewust koppelen mensen vrouwen eerder aan gezin dan aan een carrière.

naar: Wikipedia, Psychologie, 29 oktober 2014

VROUW

gezin

ELSJE

MAN

carrière

MAN gezin

PROMOTIE

VROUW carrière

Pagina: 121Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 123: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 8 / 13 lees verder ►►►

Als je naar de uitkomsten van deze test kijkt, lijkt het alsof we er niets aan kunnen doen dat we nou eenmaal seksistisch zijn. Onbewust verbinden veruit de meeste mensen vrouwen met gezin en mannen met carrière. Filosofen als John Gray trekken uit wetenschappelijk onderzoek de conclusie dat we geen vrije wil hebben. Toch kan uit dit onderzoek volgens de filosoof Charles Taylor niet de conclusie worden getrokken dat we geen vrije wil hebben. Aan de hand van de concepten zwakke en sterke zelfevaluatie betoogt Taylor dat we wel degelijk over een vrije wil kunnen beschikken.

3p 8 Beargumenteer op basis van het voorafgaande dat Gray de IAT goed zouden kunnen gebruiken om zijn eigen theorie te ondersteunen. Leg vervolgens uit welke kritiek Taylor zou hebben op de opvatting van Gray. Gebruik in je uitleg het verschil tussen sterke en zwakke zelfevaluatie. Studies van de onderzoekers die de test ontwikkelde, laten zien dat er een verband bestaat tussen de IAT scores en andere typen tests over gedragskenmerken van sociaal vooroordeel. De onderzoekers die de test ontwikkelden zouden voor dit verband steun kunnen krijgen bij de opvatting van de filosoof Harry Frankfurt. Andere onderzoekers menen echter dat mensen die volgens de test een onbewust vooroordeel hebben, zich in het dagelijks leven niet altijd aan discriminatie schuldig hoeven te maken.

3p 9 In welk opzicht lijkt de scheiding bewust-onbewust van Dijksterhuis in tekst 5 op het substantiedualisme van Descartes? Leg vervolgens uit dat Harry Frankfurt het eens zou kunnen zijn met de onderzoekers die de IAT-test ontwikkelden over het verband tussen IAT-score en andere typen tests over gedragskenmerken van sociaal vooroordeel. Beargumenteer ten slotte op basis van de discussie over de conclusies van de IAT-test dat een mechanistische visie op de menselijke geest problematisch is. Een manier om onbewuste discriminatie uit te bannen, is om het onbewuste anders te programmeren dan we gewend zijn. In Zweden wordt inmiddels op verschillende scholen en crèches ‘sekseneutraal’ opgevoed. Dit houdt in dat jongens met poppen kunnen spelen, dat meisjes niet vreemd aangekeken worden als ze kort haar hebben en in de bouwhoek willen spelen en dat er door leiders en leraren opgelet wordt dat meisjes en jongens gelijk worden behandeld:

Pagina: 122Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 124: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 9 / 13 lees verder ►►►

tekst 7 Na intern onderzoek van de Zweedse peuterschool waarin de leiders elkaar filmden en vervolgens hun gedrag tegenover de kinderen analyseerden, bleek dat er grote verschillen waren in de manier waarop jongens en meisjes werden behandeld. Zo werden meisjes bijvoorbeeld veel langer getroost dan jongens, en werd er veel meer met meisjes gesproken dan met jongens. “The important thing is that children, regardless of their sex, have the same opportunities,” aldus de directeur Lotta Edholm. “It’s a question of freedom. In Sweden we think we can change everything – even nature.” bron: http://www.gezond24.nl/tv-uitzending/g24_387/Sekseneutrale-opvoeding, 30 juli 2013

In tegenstelling tot wat directeur Edholm zegt, denkt hersenwetenschapper Dick Swaab totaal anders over sekseneutraal opvoeden. Je zou de opvatting van Swaab ‘hormoondeterminisme’ kunnen noemen.

tekst 8 Mannen en vrouwen kunnen niet gelijk zijn aan elkaar. Er wordt al halverwege de zwangerschap beslist door de genetische achtergrond van het kind en door het testosteron dat het jongetje maakt. De prioriteiten bij het meisje liggen dan bij de verzorgende taken en bij jongens bij meer technische zaken. bron: http://www.gezond24.nl/tv-uitzending/g24_387/Sekseneutrale-opvoeding, 30 juli 2013

2p 10 Kun je volgens jou invloed uitoefenen op onbewuste discriminatie? Beargumenteer je antwoord met Swaabs hormoondeterminisme en Sartres concept ‘te kwader trouw’ en betrek daarbij tekst 7.

Pagina: 123Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 125: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 10 / 13 lees verder ►►►

Opgave 3 Spinoza en Geulincx

De zeventiende-eeuwse filosoof Benedictus de Spinoza wordt vanwege zijn deterministische wereldbeeld en zijn afwijzing van het idee van de vrije wil vaak beschouwd als vroege vertegenwoordiger van de moderne tijd. Het afwijzen van het idee van de vrije wil, zoals Spinoza deed, leidt volgens veel filosofen tot een probleem.

2p 11 Leg aan de hand van het principe van retributieve rechtvaardigheid uit tot welk probleem determinisme kan leiden. Dat mensen geen vrije wil hebben, leidt volgens Spinoza niet tot een probleem. Integendeel, Spinoza benadrukt juist de positieve (morele) effecten ervan. Hoogleraar filosofie Han van Ruler legt uit dat mensen volgens Spinoza invoelende wezens zijn die begrip kunnen opbrengen voor hun medemensen. Daarom is er geen aanleiding om de handelingen of gedachten van anderen te bespotten, te verwensen of te betreuren. Volgens Van Ruler noemt Spinoza vier voordelen van zijn filosofie:

tekst 9 Ten eerste biedt de leer van Spinoza dat alles zich in God bevindt, aan de mens een geestelijke vorm van ‘rust’, en is ze van belang voor zover ze laat zien hoe menselijk geluk te vinden is in ‘de kennis van God’. Ten tweede wakkert zijn wijsbegeerte in mensen een houding van gelijkmoedigheid aan tegenover het lot − niet klagen, maar dragen − zoals een vergelijkbaar stoïsch geïnspireerd calvinistisch spreekwoord luidt. Als derde voordeel noemt Spinoza de stelling over het begrijpen in plaats van het bespotten, wat ik opvat als een ‘maatschappelijk’ voordeel. En ten slotte beroept Spinoza zich op het eveneens maatschappelijke voordeel dat juist zijn filosofie een mogelijkheid biedt tot de verheffing van het volk: juist deze filosofie bevordert het politieke doel van de ontwikkeling van onderdanen tot verstandig handelende burgers. naar: Han van Ruler, Wilsonvrijheid bij Spinoza

In tekst 9 wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele en maatschappelijke voordelen, die te maken hebben met het niet hebben van een vrije wil.

Pagina: 124Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 126: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 11 / 13 lees verder ►►►

De opvatting over vrije wil en verantwoordelijkheid in tekst 9 lijkt op die van de hedendaagse filosoof Derk Pereboom.

3p 12 Geef een definitie van het hard incompatibilisme. Beargumenteer vervolgens met behulp van het begrip ‘morele woede’ dat het harde incompatibilisme van Pereboom aansluit bij: de individuele voordelen die Van Ruler noemt in tekst 9, de maatschappelijke voordelen die Van Ruler noemt in tekst 9. Spinoza wijst de libertarische opvatting van de vrije wil ondubbelzinnig af. Hij schrijft:

tekst 10 Er is in de geest geen absolute oftewel vrije wil, maar de geest wordt bepaald om het ene of het andere te willen door een oorzaak die ook weer door een andere bepaald is, en die weer door een andere, en zo tot in het oneindige. bron: Han van Ruler, Wilsonvrijheid bij Spinoza

Omdat zowel ‘wil’ als ‘verstand’ volgens Van Ruler in tekst 10 naar de ideeën in onze geest verwijzen, die zijn aaneengeschakeld in vaste patronen van oorzaak en gevolg, lijkt hier sprake te zijn van determinisme. Volgens Immanuel Kant is een vrije wil desondanks mogelijk.

2p 13 Leg uit dat de opvatting in tekst 10 aansluit bij het mechanistische wereldbeeld. Leg vervolgens uit waarom Kant ondanks het mechanistische wereldbeeld een vrije wil aanneemt. In dezelfde tijd als Descartes en Spinoza leefde en werkte de arts en filosoof Arnold Geulincx. Ook hij ontwikkelde een theorie met vergaande ethische consequenties. Filosoof René Munnik vat deze theorie samen als: “Waarvan je niet weet hoe je het doet, dat doe je niet. En voor wat je niet doet, kun je niet verantwoordelijk worden gehouden”. Met andere woorden, zonder bewuste aansturing kan iemand niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat hij doet. Geulincx beschouwde het beginsel ‘waarvan je niet weet hoe je het doet daar ben je niet verantwoordelijk voor’ als een universeel beginsel en paste het ook toe op de verhouding van mensen tot hun eigen lichaam. Munnik heeft de volgende kritiek op het beginsel van Geulincx:

Pagina: 125Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 127: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 12 / 13 lees verder ►►►

tekst 11 U kunt het zelf uitproberen, en ondervinden hoe vreemd dat is. Ga voor de spiegel staan en commandeer in uw geest ‘nu steek ik mijn tong uit’. Als u vervolgens in die spiegel waarneemt dat uw tong plotseling tevoorschijn komt, vraag u dan af hoe u met dat ‘innerlijke woord’ − dat commando dus − de ruimtelijke beweging van dat orgaan hebt bewerkstelligd. Ik durf te wedden: u hebt geen idee. Ik althans kon op geen enkele manier de causale nexus tussen het een en het ander voor de geest halen. Het was net zo onbegrijpelijk als wanneer ik de koekoeksklok had bevolen ‘val!’ en het ding prompt van de muur was gekomen. Maar dan, zo zegt het beginsel van Geulincx, ben je voor je lichaamsbewegingen niet méér verantwoordelijk dan voor vallende koekoeksklokken. Wanneer dus mijn lichaam zijn tong uitsteekt, onwelvoeglijke opmerkingen maakt en driftig tegen schenen schopt, dan kan ik me met een beroep op dat beginsel altijd vrijwaren door te zeggen dat weliswaar mijn lichaam dat allemaal deed, maar ik niet, aangezien ik niet weet hoe ik mijn lichaam dat liet doen. bron: René Munnik, Mens zijn: belichaamd vrij zijn

Munnik vindt het beginsel van Geulincx ‘waarvan je niet weet hoe je het doet daar ben je niet verantwoordelijk voor’ redelijk en aanvaardbaar, behalve als je het radicaal en consequent doortrekt naar al het menselijk motorisch handelen. Munnik is ervan overtuigd dat veel van de argumenten waarmee de vrije wil tot een illusie wordt verklaard, gebukt gaan onder dezelfde ‘gekte’ als is geschetst in tekst 11. Deze kritiek van Munnik kan ook worden toegepast op één van de experimenten waarmee de vrije wil door sommigen naar het rijk der fabelen wordt verwezen; het experiment van Libet.

2p 14 Leg uit dat op het experiment van Libet soortgelijke kritiek mogelijk is als Munnik heeft in tekst 11 op het principe van Geulincx. Beargumenteer je antwoord aan de hand van een uitleg in hoeverre het experiment van Libet aantoont dat er bewuste aansturing van ons lichaam mogelijk is.

Pagina: 126Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 128: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-15-2-o 13 / 13 lees verder ►►►

Maar zelfs als het wetenschappelijk volkomen vast zou komen te staan dat de vrije wil een illusie is, zou dat dan iets veranderen? Munnik schrijft:

tekst 12 Hoe moeten we de maatschappelijke werkelijkheid gestalte geven, gegeven het feit dat de vrije wil niet bestaat? Met andere woorden, het inzicht dat de vrije wil een illusie is, plaatst ons in een situatie die ons noopt om beslissingen te nemen en keuzes te maken. (…) Waarom zouden we niet simpelweg zeggen ‘we willen niet dat vrije wil een illusie is, en daarom leven we alsof die wel bestaat’? Vermoedelijk zal die laatste houding gediskwalificeerd worden als ‘wishful thinking’. En die diskwalificatie wordt gevoed door eenzelfde waarheidsliefde als die welke kenmerkend is voor de wetenschap. Men zal iemand met die houding verwijten ‘de realiteit’ niet onder ogen te willen zien. Maar de oproep om de realiteit onder ogen te zien doet alweer een beroep op de vrijheid van de wil. Kortom, men kan de vrije wil niet ontkennen zonder hem toch weer te bevestigen. bron: René Munnik, Mens zijn: belichaamd vrij zijn

Munnik stelt dat het onvermijdelijk is om een vrije wil aan te nemen. Volgens Spinoza is een vrije wil niet mogelijk en is de vrijheid van de mens gelegen in de gelukzaligheid. Deze vrijheid ontleent de mens volgens Spinoza aan God (oftewel de natuur): alles wat bestaat is onderdeel van één overkoepelend geheel. Als je met het idee dat je opgaat in het geheel van de natuur beseft dat dit onvermijdelijk is, dan − zo schrijft Van Ruler over Spinoza − zal je gelukzaligheid ervaren.

5p 15 Ben jij het met betrekking tot de vraag of het mogelijk is te leven in een wereld zonder vrije wil eens met Spinoza of met Munnik? Beargumenteer je antwoord met een afweging van een argument van Munnik en een argument van Spinoza. Leg in je argumentatie uit van welke vooronderstelling over de menselijke natuur en van welke vooronderstelling over de menselijke samenleving je daarbij uitgaat.

einde

Pagina: 127Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 129: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o

Examen VWO

2014

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1donderdag 15 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 128Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 130: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 2 / 14 lees verder ►►►

Opgave 1 Vrije wil op de weg Op 19 februari 2011 reed een Volkswagen Golf in de bebouwde kom van een stad een Daihatsu aan. De bestuurder van de Golf reed met grote snelheid heel dicht op zijn voorganger en probeerde in te halen op een kruising met een verkeersheuvel. Bij het inhalen kwam hij op de linkerweghelft terecht en kon hij door zijn hoge snelheid niet meer op tijd terugsturen. Net op dat moment kwam van links de Daihutsu de weg op. De Golf reed de Daihatsu frontaal aan, waardoor de bestuurster van de Daihatsu op slag dood was. De bestuurder van de Golf was al eens bestraft voor het rijden van 80 kilometer per uur in de bebouwde kom. Daarvoor is hem toen een verkeersboete en een verkeerseducatiecursus opgelegd. Een jaar na dit ongeluk staat in dagblad Trouw een artikel waarin de weduwnaar van de doodgereden vrouw zijn beklag doet. De weduwnaar schrijft met welke gevoelens hij achtergebleven is:

tekst 1 Een straf na een dodelijk verkeersongeluk door roekeloos rijden moet een correctieve straf zijn. Wanneer de dader niet snapt waar het over gaat of alle oorzaken en gevolgen ontkent − dit is het geval in deze zaak − dan gaat er van de gevraagde straf niets correctiefs uit. Wat volgt is alleen maar rancune, zowel bij de veroorzaker als bij de nabestaanden. Mijn vrouw laat vier kinderen (met partners) achter, en drie kleinkinderen. Wat mij nu, achteraf, het meest steekt is dat de dader vindt dat hij geen schuld heeft. Hij zal de definitieve straf (wat er vandaag of later in hoger beroep dan ook uitkomt) altijd als onrechtvaardig blijven zien. Als dat idee bij hem niet weggenomen kan worden, en hij zich onschuldig blijft voelen, ja zelfs door zijn advocaat wordt gesterkt in die gedachte, zullen wij als nabestaanden een leven lang, ook een onbevredigend gevoel aan de gehele affaire overhouden. Een straf die als onvoldoende wordt ervaren, blijft frustreren. Voor ons zal het nooit genoegdoening geven. Roekeloos rijgedrag valt niet te snappen. bron: Trouw, 6 maart 2012

In tegenstelling tot de weduwnaar zou de filosoof Derk Pereboom van mening zijn dat de Golfbestuurder geen straf verdient. Peereboom is een harde incompatibilist.

4p 1 Geef met twee citaten uit tekst 1 aan welke twee redenen voor strafvervolging je in deze tekst herkent. Leg uit welke reden de weduwnaar volgens de argumentatie van Pereboom kan gebruiken om de bestuurder ter verantwoording te roepen en welke reden de weduwnaar daarvoor niet kan gebruiken.

Pagina: 129Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 131: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 3 / 14 lees verder ►►►

De woede van de weduwnaar zou je kunnen zien als morele woede. Volgens Pereboom is morele woede een belangrijk deel van ons morele leven en veronderstelt het geloof in de vrije wil. Tegelijkertijd kunnen uitingen van morele woede schadelijke gevolgen hebben.

3p 2 Waarom veronderstelt de morele woede van de weduwnaar geloof in de vrije wil van de Golfbestuurder? Beargumenteer je antwoord met een verwijzing naar tekst 1. Welk nadeel van morele woede is te herkennen in tekst 1? Leg ten slotte uit dat volgens Pereboom het harde incompatibilisme het leven van de weduwnaar juist zou kunnen verrijken. De brief van de echtgenoot stond op de dag waarop de rechtszaak plaatsvond in de krant. Omdat de Golfbestuurder vindt dat hij onschuldig is, vraagt zijn advocaat vrijspraak:

tekst 2 Het causale verband ontbreekt tussen het mogelijke bumperkleven van verdachte en het ontstaan van het ongeval. Voorts zijn er geen omstandigheden aan te wijzen waaruit kan worden afgeleid dat anderszins sprake zou kunnen zijn geweest van een aanmerkelijke schuld van verdachte. Het feit dat de verdachte heeft ingehaald, terwijl dit gelet op de omstandigheden achteraf niet mogelijk bleek te zijn, levert geen schuld op in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. bron: rechtspraak.nl

De bestuurder van de Golf vindt dat hij onschuldig is. De advocaat claimt dat ook: de betrokken personen waren op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Pech voor de vrouw die bij het ongeluk overleed en voor hemzelf. Immanuel Kant vond echter dat geluk of pech niet van invloed mochten zijn op de morele beoordeling van iemands daden. Volgens Kant gaat het om de intenties. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen daden, wat de gevolgen ook zijn. De rechter die deze zaak onder zich heeft, lijkt ook in een ander opzicht een navolger van Kant te zijn, want zij heeft de volgende overwegingen om haar uitspraak te motiveren dat de Golfbestuurder verantwoordelijk is voor zijn handelen:

Pagina: 130Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 132: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 4 / 14 lees verder ►►►

tekst 3 In de onderhavige zaak was sprake van omstandigheden waarin verdachte een verkeerde keuze heeft gemaakt. Allereerst was er geen objectieve aanleiding voor verdachte om in te halen. Zijn voorgangster reed ongeveer 50 km/u, de ter plekke toegestane maximumsnelheid. Vervolgens is verdachte kort achter zijn voorgangster gaan rijden ter voorbereiding op de voorgenomen inhaalmanoeuvre. Hierdoor heeft hij beperkt zicht gehad op het weggedeelte dat hij nodig had om de inhaalmanoeuvre uit te voeren. Vervolgens heeft hij getracht zijn voorgangster in te halen, door een abrupte stuurbeweging naar links te maken. Hij heeft dit gedaan met een aanzienlijk hogere snelheid, waarmee hij zijn mogelijkheden heeft ingeperkt om snel en adequaat te reageren op onverwachte verkeerssituaties. Verdachte heeft zijn inhaalactie aldus ondernomen op een wijze die, gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, volstrekt onverantwoord was. Op grond van het voorgaande is de rechtbank, anders dan de raadsman, van oordeel dat verdachte wel schuld heeft in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Een automobilist heeft onder meer de bijzondere zorgplicht zijn rijgedrag voldoende aan de situatie op de weg aan te passen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij ter plaatse bekend was en wist dat er dwarsverbindingen met de parallelwegen aanwezig waren. Met die kennis had verdachte zijn gedrag dienen aan te passen aan de omstandigheden die daartoe op dat moment aanleiding gaven. Dat er sprake zou kunnen zijn van eventuele medeschuld van het slachtoffer doet aan voornoemd oordeel niet af. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. bron: rechtspraak.nl

De rechter houdt de Golfbestuurder verantwoordelijk voor zijn daden.

3p 3 Leg met behulp van het onderscheid tussen de fenomenale wereld en de noumenale wereld uit dat de rechter in haar uitspraak inderdaad aansluit bij de gedachtegang van Kant. Leg met verwijzing naar tekst 3 uit wat Kant bedoelt met de fenomenale wereld en wat Kant bedoelt met de noumenale wereld. In een rechtszaak zijn er twee partijen en een onafhankelijke rechter. Er komen dus drie actoren of spelers aan het woord: de advocaat van de verdachte (of raadsman), de officier van justitie en de rechter. De officier van justitie vertelt tijdens de zitting waarvoor iemand terecht moet staan. Vervolgens ondervraagt de rechter de verdachte over de zaak. De advocaat van de verdachte en de officier krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. Daarna houdt de officier van justitie zijn requisitoir: een betoog waarin hij vertelt wat hij van de zaak vindt en een straf eist. Dat kan een boete, een taakstraf of een celstraf zijn.

Pagina: 131Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 133: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 5 / 14 lees verder ►►►

De rechter heeft de Golfbestuurder in dit geval een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd. Stel je voor dat de Golfbestuurder in hoger beroep zou gaan en een andere advocaat zou nemen die een andere strategie volgt. Deze advocaat zou de vormen van ‘moral luck’ die Nagel onderscheidt als verzachtende omstandigheden kunnen aanvoeren.

3p 4 Welke drie van de vier vormen van moral luck van Nagel zou de advocaat voor de Golfbestuurder kunnen aanvoeren? Beargumenteer je antwoord met behulp van de inleiding van deze opgave, tekst 2 en tekst 3. Met betrekking tot het bestaan van de vrije wil zijn er verschillende opvattingen mogelijk afhankelijk van de onderliggende theorie: het determinisme, het compatibilisme en het libertarisme. Stel je voor dat jij de rechter bent die in dat hoger beroep een uitspraak moet doen. Om voor jezelf duidelijk te maken welke uitspraak je als rechter zou kunnen doen, maak je een overzicht met drie verschillende uitspraken in deze zaak. Bij elke uitspraak ga je uit van een andere opvatting van vrije wil. Het determinisme bespreek je daarbij niet apart, maar koppel je aan de visie van Hume. Als rechter beroep je je dus op de volgende drie opvattingen: het compatibilisme van Hume, het conditioneel compatibilisme en het libertarisme.

3p 5 Beargumenteer van elk van deze drie opvattingen over het bestaan van de vrije wil of jij die geschikt vindt om tot een veroordeling van de Golfbestuurder te komen.

Pagina: 132Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 134: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 6 / 14 lees verder ►►►

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid ‘Studeer, slaap, maak muziek, stress niet, maak vrienden, geniet aanzien, drink niet, zweet, speel en kies je ouders met zorg’. Dit zijn volgens de Nederlandse hoogleraar psychiatrie René Kahn de tien geboden voor ons brein. In zijn gelijknamige boek uit 2011 geeft de hoogleraar adviezen hoe we het beste voor onze hersenen kunnen zorgen. Het boek beslaat tien hoofdstukken, één hoofdstuk voor elk gebod. Overigens wordt het tiende gebod met een knipoog gegeven; over wie je ouders zullen zijn, heb je ook volgens Kahn niet zoveel te zeggen. In een recensie van dit boek wordt het vermogen besproken om bewust onze hersenen te veranderen door middel van ons gedrag. Dit vermogen wordt ‘neuroplasticiteit’ genoemd. In een recensie van het boek wordt de opvatting van Kahn besproken:

tekst 4 Volgens Kahn moeten we de hersenen zien als spieren die we verzorgen en trainen. ‘Het brein is een niet veel minder flexibel, vormbaar en trainbaar deel van ons lichaam dan onze spieren.’ Daar zijn mensen zich nog te weinig van bewust. Het is opmerkelijk, schrijft Kahn, hoeveel aandacht we hebben voor fysiek welbevinden en uiterlijke schoonheid, en hoe relatief weinig voor cognitieve en sociale gezondheid. Dat is niet gestoeld op inzichten uit de biologie, want ‘de hersenen zijn net zo beïnvloedbaar als elk ander orgaan in ons lichaam.’ Hoeveel invloed we precies hebben is nog niet bekend, maar het is groot genoeg om verschil te maken. bron: Isabelle Buhre, recensie ‘De tien geboden voor het brein’, 2 maart 2012

De aanmoediging van Kahn om bewust invloed uit te oefenen op onze hersenen lijkt een reactie op de bestseller Wij zijn ons brein van de Nederlandse arts en hersenwetenschapper Dick Swaab. Discussies in de hersenwetenschap raken snel aan het filosofische lichaam-geestprobleem. In deze discussie worden standpunten ingenomen vanuit onder andere het dualistisch epifenomenalisme, het monistisch epifenomenalisme en de identiteitstheorie.

3p 6 Tot welke van deze drie stromingen kan de opvatting van Kahn, zoals beschreven in de inleiding en tekst 4, niet behoren? Beargumenteer je antwoord voor elk van de drie stromingen. In de genoemde recensie wordt over Swaabs bestseller het volgende geschreven:

Pagina: 133Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 135: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 7 / 14 lees verder ►►►

tekst 5 In Wij zijn ons brein wordt de manier waarop onze hersenen ons gedrag bepalen beschreven, vanaf de baarmoeder tot de dood. ‘Na lezing van dit boek zul je beter begrijpen waarom je bent wie je bent’ aldus de uitgeverij – een hele claim, die op mechanisch niveau klopt, maar nog niet veel zegt over je persoonlijkheid, individuele doelen of de inhoud van je gedachten. naar: Isabelle Buhre, recensie ‘De tien geboden voor het brein’, 2 maart 2012

In tekst 5 wordt kritiek geleverd op een mechanistische visie op de menselijke geest. Deze kritiek kan ook worden begrepen vanuit het onderscheid tussen elektrische impulsen van onze hersenen en de persoonlijke ervaring of beleving die we hebben. René Descartes hanteert in zijn filosofie een mechanistische visie op het lichaam en de hersenen.

3p 7 Beargumenteer dat Descartes het eens zou zijn met kritiek op een mechanistische visie op de menselijke geest. Geef in je argumentatie het twijfelexperiment van Descartes weer en leg uit hoe dit experiment leidt tot een onderscheid in twee substanties. Het besproken boek van Kahn volgt op andere boeken die ook uitgaan van het belang van neuroplasticiteit. Zo wordt in Je bent niet je brein van de Amerikaanse onderzoeker en psychiater Schwartz en Gladding het idee van verantwoordelijkheid voor ons brein uitgewerkt tot een psychologische zelfhulpmethode. Deze zelfhulpmethode zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij een drankverslaving die zich uit als een geestelijke en lichamelijke behoefte aan alcohol. Om controle te krijgen over de slechte gewoonten en ongezonde gedachten die horen bij een drankverslaving, moet je volgens de auteurs de misleidende boodschappen van je brein doorzien en vaststellen dat deze niets te maken hebben met wie je werkelijk bent. Zo kun je door ‘zelfgestuurde neuroplasticiteit’ de aandacht van je geest gebruiken om de fysieke structuur van je brein te veranderen en van een drankverslaving af te komen. Centraal daarbij staat volgens de auteurs het bewuste gebruik van de vrije wil dat in het boek zelfbeschikking wordt genoemd. Zij veronderstellen daarbij dat we onze hersenen hebben en niet onze hersenen zijn. Hoewel het idee van zelfgestuurde neuroplasticiteit als zelfhulpmethode ten tijde van het leven van Descartes niet bekend was, laat zijn filosofie tot op zekere hoogte toe dit idee te begrijpen en te beschrijven. Descartes maakt in zijn filosofie een onderscheid tussen de acties en de passies van de ziel en bij beide maakt hij weer een onderverdeling.

4p 8 Leg de acties en de passies van de ziel en de twee onderverdelingen uit door deze toe te passen op de hierboven beschreven zelfhulpmethode. Gebruik voor de toepassing van de onderverdeling van de passies van de ziel het voorbeeld van de drankverslaafde.

Pagina: 134Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 136: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 8 / 14 lees verder ►►►

De auteurs van het boek Je bent niet je brein noemen het vermogen tot vrije wil of zelfbeschikking, met een verwijzing naar de experimenten van hersenonderzoeker Benjamin Libet, ook wel het vetorecht. Daarbij veronderstellen ze dat de begrippen ‘vrije wil’, ‘zelfbeschikking’ en ‘vetorecht’ dezelfde betekenis hebben:

tekst 6 Het bewuste gebruik van je vrije wil laat zien dat jij niet degene bent die de misleidende gedachten, impulsen en neigingen veroorzaakt, maar dat je brein dat doet! Je zelfbeschikking, vetorecht, biedt je het vermogen om weerstand te bieden aan de destructieve boodschappen en neigingen die van je brein afkomstig zijn. Wanneer je je aandacht op constructief, gezond gedrag richt, worden er in je hersenen met behulp van zelfgestuurde neuroplasticiteit nieuwe hersenverbindingen aangemaakt die dat gedrag tot voorkeursgedrag maken. Dit is de manier waarop je je brein kunt veranderen! bron: Jeffrey Schwartz en Rebecca Gladding, ‘Je bent niet je brein’, 2011

In het boek geven de auteurs in een tussenzinnetje toe dat de betekenis van wat Libet ontdekte − en dat zij als basisidee van hun zelfhulpmethode gebruiken − onder filosofen en hersenwetenschappers nog steeds onderwerp van discussie is.

3p 9 Denk jij dat het bewuste gebruik van een vrije wil, zoals beschreven in tekst 6, mogelijk is? Geef in je antwoord zowel een argument voor als een argument tegen op basis van Libets experiment. Beargumenteer vervolgens of jij, op basis van het door jou ingenomen standpunt, wel of niet ‘je brein bent’. In de psychiatrische literatuur, waartoe ook de boeken De tien geboden voor het brein en Je bent niet je brein behoren, is er behalve de discussie over zelfbeschikking als vetorecht ook discussie over de grenzen aan zelfbeschikking. In deze discussie wordt zelfbeschikking vaak aangeduid als ‘wilsbekwaamheid’ en het ontbreken ervan als ‘wilsonbekwaamheid’.Wilsbekwaamheid speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol wanneer een psychiater een patiënt gedwongen wil behandelen, dat wil zeggen zonder instemming van de patiënt. In dat geval moet een patiënt wilsonbekwaam of ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard. Filosofe Neelke Doorn vindt dat het begrip ‘wilsbekwaamheid’ in de psychiatrie op onbevredigende wijze wordt gehanteerd. In haar boek uit de reeks Psychiatrie & Filosofie probeert ze aan de hand van de filosofie van Peter Strawson een zinvoller begrip van zelfbeschikking of wilsbekwaamheid te ontwikkelen:

Pagina: 135Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 137: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 9 / 14 lees verder ►►►

tekst 7 Om op een zinvolle manier invulling te geven aan het recht op zelfbeschikking kunnen we niet volstaan met een abstract mensbegrip, maar hebben we een rijkere duiding van de mens nodig, waarin zijn volle levenssamenhang tot uiting komt. In plaats van zich te richten op de verschillende standpunten kijkt Strawson naar de mogelijkheidsvoorwaarden van de vrije wil. Dit transcendentale niveau gaat vooraf aan de discussie tussen deterministen, libertariërs en compatibilisten. Als de wil zo nauw verbonden is aan de menselijke levenssamenhang, zoals Strawson laat zien, dan is het voor een goed begrip van wilsbekwaamheid noodzakelijk dat het steunt op een duidelijke visie op de menselijke identiteit. naar: Neelke Doorn, ‘Wilsbekwaamheid, weldoen, autonomie, identiteit’, 2009

Doorn verbindt haar ideeën over zelfbeschikking of wilsbekwaamheid, zoals gebruikt in het vakgebied van de psychiatrie, aan morele verantwoordelijkheid. Ook bij Strawson zijn de wil en verantwoordelijkheid aan elkaar verbonden. Strawson maakt een onderscheid tussen twee houdingen.

3p 10 Beargumenteer aan de hand van ‘menselijke levenssamenhang’ in tekst 7 dat Strawson een zinvolle invulling kan geven aan wilsbekwaamheid. Beargumenteer daarna waarom de objectiverende houding van Strawson de zinvolle invulling van wilsbekwaamheid kan ondermijnen. Beargumenteer ten slotte met een afweging van de vorige twee argumenten of jij het eens bent met Doorns stellingname in tekst 7. Om beter te begrijpen wat zelfbeschikking of wilsbekwaamheid betekent, gaat Doorn ook in op de vraag wat de vrije wil inhoudt. Volgens haar verwijst de vrije wil naar een psychische realiteit die niet meer als vanzelfsprekend wordt aangenomen in een tijd waarin de wereld steeds meer in natuurwetenschappelijke termen beschreven wordt. Daarom is er volgens haar in de praktijk van de psychiatrie een beter begrip nodig van wat vrijheid en wilsbekwaamheid inhouden. Psychiaters moeten immers kunnen rechtvaardigen waarom zij de ene persoon wilsonbekwaam verklaren en gedwongen behandelen, terwijl ze dit bij een andere persoon niet doen. Doorn schrijft:

Pagina: 136Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 138: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 10 / 14 lees verder ►►►

tekst 8 In deze conceptualisatie van wilsbekwaamheid is een grote rol weggelegd voor de notie van verantwoordelijkheid. Ook autonomie krijgt hierin een belangrijke plaats, zij het niet op de traditionele liberale manier. Door autonomie te baseren op positieve vrijheid probeer ik een uitweg te bieden uit de impasse die de discussie omtrent wilsbekwaamheid al meer dan dertig jaar in haar greep houdt. naar: Neelke Doorn, ‘Wilsbekwaamheid, weldoen, autonomie, identiteit’, 2009

De benadering die Doorn voorstaat met betrekking tot wilsbekwaamheid in de psychiatrie, lijkt een geesteswetenschappelijke te zijn. Dit blijkt onder meer uit haar nadruk op het belang van levenssamenhang (tekst 7). Het begrip ‘levenssamenhang’ speelt ook een belangrijke rol in het werk van filosoof Wilhelm Dilthey. Hij bakende de geesteswetenschappen af van de natuurwetenschappen en verklaarde de hermeneutiek als eigen onafhankelijke methode van de geesteswetenschap. De hermeneutische cirkel staat daarbij tegenover de empirische cyclus die kenmerkend is voor de natuurwetenschappelijke aanpak. Wanneer je psychiater wilt worden, waarvoor je eerst geneeskunde moet studeren, heb je een natuurwetenschappelijke achtergrond nodig. Zo wordt bijvoorbeeld als eis aan het middelbare schooldiploma gesteld dat je dit hebt behaald met het profiel Natuur & Gezondheid of met het profiel Natuur & Techniek.

3p 11 Kan het begrip ‘wilsbekwaamheid’ volgens jou beter worden benaderd vanuit de natuurwetenschap of vanuit de geesteswetenschap? Beargumenteer je antwoord met een uitleg en toepassing van de hermeneutische benadering of met een uitleg en toepassing van de empirische cyclus.

Pagina: 137Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 139: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 11 / 14 lees verder ►►►

Opgave 3 Zelfverwerkelijking in het wild In 1845 trok de toen achtentwintigjarige Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau zich terug in een zelfgebouwde hut aan het Waldenmeer in Massachusetts. Hij wilde als een kluizenaar leven − weg van het volgens hem kunstmatige leven in de maatschappij. Over zijn beslissing schrijft hij in zijn boek Walden or Life in the Woods uit 1854, dat de beschaving onze huizen heeft verbeterd, maar niet in gelijke mate de mensen heeft verbeterd die erin wonen. Thoreau had moeite met de maatschappij, omdat hij zijn medemensen eerst hard zag ploeteren voor hun inkomen en daarna hun geld zag uitgeven aan luxeproducten. Ze waren volgens Thoreau bezig met zaken die in een echt, authentiek leven niet nodig zijn: met macht, status en prestige. Al van kinds af aan droomde hij ervan om in een hutje aan het Waldenmeer te gaan wonen, hij wilde onafhankelijk zijn. In zijn boek staat het volgende over zijn redenen om uit de bewoonde wereld weg te trekken:

tekst 9 Ik ging de bossen in omdat ik bewust wilde leven, om me alleen met het wezenlijke bezig te houden en te onderzoeken of ik kon leren wat het leven me moest leren, zodat ik niet op mijn sterfbed zou moeten ontdekken dat ik niet geleefd had. Ik wilde het leven diep doorleven en alle merg eruit zuigen, om zo dapper en Spartaans te leven dat ik alles wat niet het leven was, kon verdrijven. naar: Henry Thoreau, ‘Walden or Life in the Woods’

Thoreau laat in zijn boek zien dat hij zijn eigen identiteit wil scheppen in plaats van dat aan de maatschappij over te laten. Ook de filosoof John Stuart Mill noemt het scheppen van een eigen identiteit een noodzakelijk bestanddeel van welzijn. Daarnaast geeft hij in zijn boek Over Vrijheid drie redenen voor het idee dat je actief betrokken moet zijn bij de vorming van je eigen karakter.

3p 12 Zijn de drie redenen die Mill noemt voor de actieve betrokkenheid bij de vorming van het eigen karakter van toepassing op Thoreau? Beargumenteer je antwoord aan de hand van elk van de drie redenen van Mill, tekst 9 en de inleiding bij tekst 9. Thoreau zag mensen kiezen voor het leven dat anderen ook hadden. Volgens hem werden werknemers door het maatschappelijk systeem slaven die veel van hun vrijheid inleverden. Zij waren niets meer dan een radertje in een geheel. Tegenover materiële rijkdom en een burgerlijk bestaan, stelde Thoreau de rijkdom van de geest. Aan het eind van Walden schrijft Thoreau:

Pagina: 138Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 140: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 12 / 14 lees verder ►►►

tekst 10 Wees een Columbus naar hele nieuwe continenten en werelden binnenin jezelf, en open nieuwe kanalen, niet voor de handel, maar voor het denken. Ieder mens is de heer van een rijk, waarbij vergeleken het aardse keizerrijk van de tsaar maar een dwergstaatje is. bron: Henry Thoreau, ‘Walden or Life in the Woods’

Thoreaus stijl en zoektocht doen soms denken aan het werk van de Duitse denker Friedrich Nietzsche. Nietzsche schrijft in zijn werk Voorbij Goed en Kwaad over zijn bewondering voor mensen die zich verzetten tegen het volgen van een kuddemoraal. Thoreau zou iemand kunnen zijn waarvoor Nietzsche bewondering zou hebben.

3p 13 Waaruit blijkt dat Thoreau een nietzscheaanse moraal nastreeft? Beargumenteer je antwoord aan de hand van tekst 9, tekst 10 en de inleiding bij tekst 9 en aan de hand van een uitleg van de begrippen instrumentele en intrinsieke waarde. Toen zijn broer in 1842 aan de ziekte tetanus stierf, was dit een traumatische ervaring voor Thoreau. Twee jaar na deze ingrijpende gebeurtenis koos Thoreau voor een kluizenaarsbestaan in het bos en liet daarmee al zijn zekerheden achter. Jean Paul Sartre schrijft in zijn essay Existentialisme is een humanisme over het maken van keuzes, waarbij hij de begrippen ‘radicale keuze’ en ‘mauvaise foi’ (kwade trouw) introduceert.

3p 14 Wanneer zou Sartre dit handelen van Thoreau beoordelen als mauvaise foi en wanneer zou het volgens Sartre een uiting zijn van een radicale keuze? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een uitleg van de begrippen ‘radicale keuze’ en ‘mauvaise foi’ en aan de hand van Sartres visie op de samenhang tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Thoreau inspireerde veel mensen met zijn ideeën over vrijheid en de natuur. Zo’n honderdvijftig jaar na Thoreau, in 1992, trekt de dan vierentwintigjarige Chris McCandless − die zichzelf Alexander Supertramp noemt − de wildernis van Alaska in. Hij heeft weinig uitrusting bij zich, maar in zijn rugzak zit wel Thoreaus Walden or Life in the Woods. McCandless’ leven is verfilmd in Into the Wild. Tekst 11 is een bespreking van die film.

Pagina: 139Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 141: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 13 / 14 lees verder ►►►

tekst 11 Vlak na het behalen van zijn universitair diploma knipt hoofdpersonage Christopher McCandless zijn identiteitskaart door en schenkt al zijn spaargeld − 24 000 dollar − aan een goed doel. Zo wil hij op zijn 22ste de band doorknippen met zijn ouders en hun wereldje van ‘valse zekerheid en materiële overvloed’. Zijn ouders hadden voor hun briljante zoon een nog briljantere carrière in gedachten. Hij denkt daar zelf anders over. Voor hem zijn carrières ‘een uitvinding van de 20ste eeuw’. Hij is ervan overtuigd dat je eerst alles moet loslaten om helemaal vrij te kunnen zijn. Vrij om zichzelf te ontdekken, te ontplooien en echt te leven. Alles wat hij daarvoor meent nodig te hebben, is natuur en literatuur. De titel van het eerste hoofdstuk van deze film luidt ‘Mijn Eigen Geboorte’. Christopher neemt zelfs een nieuwe naam aan: ‘Alexander Supertramp’. Vrij vertaald: de ‘superzwerver’. De wereld blijkt al snel gecompliceerder dan de mooie woorden van poëten en romanciers. Al reizend ontdekt hij de barsten in de werkelijkheid en zichzelf. Zo blijkt dat hij niet in staat is zich langdurig aan anderen te binden. Telkens wanneer hij op het punt staat tot een hechte band te komen met iemand, gaat hij er − letterlijk − voor dag en dauw vandoor. Net zoals hij deed ten aanzien van zijn ouders en zijn zus. Telkens zonder een enkel bericht na te laten. Alexander is weliswaar ‘altijd al een geboren avonturier’, zoals zijn zus zegt, maar hij is evenzeer op de vlucht. In zijn puberjaren kwam hij tot de ontdekking − buiten medeweten van zijn ouders om − dat hij eigenlijk een bastaardzoon is. Deze ontdekking gooide zijn gehele identiteitsgevoel overhoop, ‘als een rivier die plots omhoog begint te stromen’. Daarom probeert hij zo hartstochtelijk een nieuwe, eigen identiteit op te bouwen. naar: filmbespreking.be

De filosoof Harry Frankfurt, is het eens met Sartre dat een mens erop gericht is zichzelf te verwerkelijken, maar hij verschilt van opvatting met Sartre hoe mensen dit doen. Frankfurts analyse van eerste- en tweede-orde-verlangens zou je kunnen opvatten als een kritiek op Sartres idee van radicale keuze.

2p 15 Geef aan de hand van tekst 11 een voorbeeld van eerste- en tweede-orde-verlangens die Alexander zou kunnen hebben. Leg in de uitleg van je voorbeeld uit wanneer Alexander volgens Frankfurt uit vrije wil zou kiezen. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 140Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 142: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-1-o 14 / 14 lees verder ►►►

Net als Harry Frankfurt heeft ook Charles Taylor kritiek op Sartres idee van radicale keuze. Sartres eigen voorbeeld van een student die een keuze moet maken tussen vechten voor zijn vaderland of zorgen voor zijn moeder, is, volgens Taylor, juist in tegenspraak met het idee van radicale keuze. Tegenover het idee van radicale keuze stelt Taylor de begrippen ‘zwakke en sterke zelfevaluatie’ en ‘zelfinterpretatie’. Taylor zou zijn kritiek ook aan de hand van het verhaal van Alexander kunnen uitleggen.

4p 16 Verwerkelijkt Alexander zichzelf volgens Taylor? Beargumenteer je antwoord met behulp van een zwakke en sterke zelfevaluatie en van een zelfinterpretatie van Alexander die je maakt naar aanleiding van tekst 11. Geef vervolgens de kritiek die Taylor heeft op Sartres idee van radicale keuze aan de hand van het verhaal van Alexander met een verwijzing naar tekst 11. Hoewel Sartre en Taylor het oneens zijn over de manier waarop een mens zichzelf zou kunnen verwerkelijken, geloven zij wel dat zelfverwerkelijking mogelijk is. Er zijn echter ook sceptici die ervan overtuigd zijn dat zelfverwerkelijking een typisch westerse misvatting is, zoals de filosofen John Gray en John Doris. Op basis van modern psychologisch onderzoek verwerpen zij het hele idee van zelfverwerkelijking.

3p 17 Denk jij dat Alexander zichzelf verwerkelijkt? Beargumenteer je antwoord aan de hand van de definitie van vrije wil als zelfverwerkelijking, de vier aspecten van zelfverwerkelijking, tekst 11 en de kritiek van Gray en Doris op het idee van zelfverwerkelijking.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 141Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 143: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o

Examen VWO

2014

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2dinsdag 17 juni

13.30 - 16.30 uur

Pagina: 142Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 144: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 2 / 14 lees verder ►►►

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil? De begrippen ‘vrije wil’ en ‘zelfcontrole’ worden vaak in één adem genoemd. De gedachte is dat als je beschikt over een vrije wil, je jezelf onder controle kunt houden. Volwassenen zouden zich normaal gesproken moeten kunnen beheersen, van jong volwassenen wordt zelfcontrole al minder verwacht en kleine kinderen hebben dit doorgaans nog nauwelijks. Zelfcontrole groeit, als het goed is, door de jaren heen. Vervolgens zou je kunnen zeggen dat ook de vrije wil, begrepen als zelfcontrole, nog afwezig is bij kleine kinderen en geleidelijk door de jaren heen toeneemt. Dit blijkt ook uit de zogenaamde ‘marshmallow-test’:

tekst 1 Een kind van drie, vier of vijf jaar oud zit op een stoel aan een tafel. Een onderzoeker zet een schoteltje voor het kind neer waarop een lekkere marshmallow ligt. Het kind mag de marshmallow opeten, maar mag hem ook laten liggen gedurende de tijd dat de onderzoeker buiten de kamer even iets anders gaat doen. Als de marshmallow er nog ligt als de onderzoeker terugkomt, dan krijgt het kind er nog een marshmallow bij en mag hij ze allebei opeten. Zo’n test levert allerlei verbanden op. Kinderen van drie blijken bijvoorbeeld niet in staat te wachten op die tweede beloofde marshmallow, terwijl kinderen van vijf dat veel beter kunnen. Het aantal marshmallows dat een kind uiteindelijk te eten krijgt, is afhankelijk van de leeftijd van het kind. naar: Jan Bransen, Ik wil mezelf kunnen zijn! Zelfcontrole in de gedragswetenschappen, in: Maureen Sie en anderen, Hoezo vrije wil?

De filosoof Augustinus vertelt in zijn boek Belijdenissen over een gebeurtenis in zijn kindertijd toen hij de drang voelde om peren te stelen. Hij was ongeveer acht jaar:

Pagina: 143Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 145: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 3 / 14 lees verder ►►►

tekst 2 Niet ver van onze wijngaard stond een perenboom die vol hing met vruchten. Ik en nog een paar kwajongens kwamen op het idee de peren uit de boom te schudden en mee te nemen. Laat op een avond gingen we erheen en stalen al het fruit dat we konden dragen en niet om er onze maag mee te vullen. We aten er misschien wel een paar op, maar de rest gooiden we voor de varkens. Het ware genot zat ’m in het feit dat we iets deden wat niet mocht. Ik deed kwaad om niets, zonder enige andere reden dan om het kwaad doen zelf. Ik genoot van de zonde, niet van datgene waarom ik de zonde had begaan, maar van de zonde zelf. bron: Augustinus, Belijdenissen Augustinus introduceert onder andere naar aanleiding van deze gebeurtenis het begrip ‘wil’. De introductie kan ook als kritiek gezien worden op Socrates’ opvatting van verkeerd menselijk handelen.

2p 1 Leg uit waarom Augustinus naar aanleiding van de gebeurtenis in tekst 2 het begrip ‘wil’ kan introduceren. Beargumenteer vervolgens waarom zijn uitleg van het begrip ‘wil’ gezien kan worden als kritiek op Socrates’ opvatting over verkeerd menselijk handelen. In tekst 2 vertelt Augustinus over het stelen van peren toen hij acht jaar oud was. De filosoof John Martin Fischer legt in zijn werk een verband tussen zelfcontrole en vrije wil. Hij introduceert drie vormen van controle die herkenbaar zijn in de ‘marshmallow-test’ in tekst 1 en in tekst 2.

3p 2 Beargumenteer per vorm van controle of deze volgens Fischer bij een kind van drie jaar en bij Augustinus op 8-jarige leeftijd aanwezig is. Gebruik in je antwoord zowel tekst 1 als tekst 2. De marshmallow-test en het verhaal van Augustinus worden betekenisloos wanneer we door de ogen van Tom Watkins kijken. Tom zou nooit een marshmallow eten en peren zijn voor hem niet iets om te stelen, want die kan hij de hele dag al eten. Tom eet alleen rauw voedsel: noten, zaden, groenten (ongekookt en niet gebakken) en fruit. Twee documentaires, Rauw en Rauwer, gaan over het leven en vooral over de eetgewoontes van Tom en zijn moeder Francis. In de eerste documentaire is Tom elf jaar en eet dan al vanaf zijn vijfde geen zuivel, vlees, vis, brood of suiker. Tom is het eerste en enige kind in Nederland (voor zover bekend) dat alleen rauw voedsel eet. In de vervolgdocumentaire op Rauw, Rauwer uit 2012, zien we wat er is gebeurd na Rauw. Tom is in Rauwer vijftien jaar en zijn groei blijft achter bij die van leeftijdsgenoten. Hij gaat niet meer naar school, omdat hij daar volgens zijn moeder Francis in een omgeving komt waarin ongezond eten de norm is.

Pagina: 144Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 146: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 4 / 14 lees verder ►►►

Ook de vader en broer van Tom, die in Engeland wonen, komen in beeld. De broer van Tom is bij zijn vader gaan wonen, omdat hij van Francis rauw moest eten en dit niet wilde. Artsen zijn bezorgd over het effect dat Toms dieet op zijn hersenen en botten kan hebben. Zijn groeicurve is volgens hen te vergelijken met een ondervoed kind dat in Afrika leeft. De artsen hebben aangifte van kindermishandeling gedaan en Tom moet misschien uit huis geplaatst worden. Francis vecht deze beslissing aan en als de zaak voorkomt, vraagt de rechter aan Tom of Tom zelf rauw wil eten:

tekst 3 Rechter: Een tijd lang volg je al een zeer streng dieet. Niks mag gekookt worden. Vind je dat lekker? Tom: Ja, ik voel me er ook wel lekker bij. Rechter: Je voelt je er ook wel lekker bij ... Als je soms zin hebt in een frietje of een lekkere kroket neem je dat dan? Tom: Soms wel, soms niet. Rechter: En wat vindt je moeder daarvan? Weet ie dat? Tom: Nou ze wordt er niet boos om, maar ... Rechter: Maar het is niet zo dat ze je een pak slaag geeft of naar bed stuurt als je dat gedaan hebt? Tom: (lachend) Nee Rechter: En als je nou tegen je moeder zou zeggen: ik heb nou genoeg van dat rauwe voedsel ik wil nou eens wat anders ... Wat denk je dan dat er zou gebeuren? Tom: Weet ik niet echt precies. Maar mijn moeder zegt wel: als je niet meer rauw wil eten, moet je het gewoon zeggen. Dan kan dat. bron: Anneloek Sollaart, Documentaire ‘Rauwer’

Op de vraag of Tom zelf kiest voor het rauwe eten, zegt Tom vervolgens ‘ja’. Toch zou je kunnen twijfelen of Tom uit vrije wil voor rauw eten kiest. De compatibilist David Hume zou geen moeite hebben met het beoordelen van het geval van Tom. Hume denkt dat vrijheid en noodzakelijkheid niet strijdig met elkaar zijn. Hume geeft ook een duidelijke situatie weer van iemand die niet vrij is. Het is de vraag of Toms geval een voorbeeld is van een dergelijke situatie.

2p 3 Zou Tom volgens Hume vrij zijn? Beargumenteer je antwoord aan de hand van Humes opvatting over het samengaan van vrijheid en noodzakelijkheid en aan de hand van een situatie waarin iemand volgens Hume niet vrij is. Gebruik hiervoor tekst 3 en de inleiding op tekst 3.

Pagina: 145Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 147: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 5 / 14 lees verder ►►►

Na de eerste documentaire Rauw komen Francis en Tom bij het programma De Wereld Draait Door. De tafelheer die avond, Hugo Borst, vindt dat de moeder onverantwoordelijk met Tom omgaat. Hij zegt dat het prima is als Francis met haar eigen lichaam zo wil omgaan, maar dat zij ook de verantwoordelijkheid heeft over een kind. Borst zegt verontwaardigd dat hij van mening is dat haar het ouderschap moest worden ontnomen. Ook in veel reacties op internet op de documentaire wordt Francis als moeder beschuldigd van onverantwoord gedrag. De filosoof Peter Strawson is een compatibilist en hij zou hebben kunnen zeggen dat Francis verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat ze doet, maar Tom niet.

2p 4 Beargumenteer waarom in de visie van Strawson Tom niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn eetgedrag, maar zijn moeder Francis wel. De filosoof Charles Taylor biedt een andere invalshoek op de vraag of Tom een vrije wil heeft. Zelfcontrole is als voorwaarde voor het hebben van een vrije wil niet genoeg volgens Taylor. Het is volgens hem beter om je af te vragen waarop die zelfcontrole gebaseerd is en vrije wil op te vatten als zelfverwerkelijking in plaats van zelfcontrole.

3p 5 Zou Taylor van mening zijn dat Tom uit vrije wil voor rauw eten kiest? Beargumenteer je antwoord aan de hand van de begrippen zwakke en sterke zelfevaluatie en gebruik daarbij tekst 3. Beargumenteer vervolgens waarom Fischers idee van besturingscontrole als voorwaarde voor verantwoordelijkheid volgens Taylor tekort zou schieten voor een volledige definitie van verantwoordelijkheid. Volgens artsen zal Tom als hij alleen maar rauw blijft eten ongeveer twaalf centimeter inleveren op zijn lengte. Francis wordt daarom geadviseerd om vis of vlees aan zijn dieet toe te voegen om nog misschien een paar centimeter lengte te winnen, maar Francis weigert dit. Francis en Tom komen bij de talkshow Pauw en Witteman. Tijdens het interview met Tom en Francis mengen ook andere gasten zich in het gesprek, onder wie de zwemcoach Jacco Verhaeren. Interviewer Jeroen Pauw vraagt aan Francis of het niet een goed idee is om naar mensen te luisteren die er verstand van hebben, te weten de dokters in het ziekenhuis. Francis antwoordt hem het volgende:

Pagina: 146Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 148: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 6 / 14 lees verder ►►►

tekst 4 Zal ik het heel cru stellen? Ik denk dat doktoren geen flauw benul hebben waar ze het over hebben. Ze gaan volkomen verkeerd hun studie in. Allemaal gebaseerd op de leer van Pasteur. Die stelde een aantal eeuwen geleden dat bacteriën het lichaam binnenkomen en daar ziekten veroorzaken. In diezelfde tijd was er een man Antoine Béchamp die zei: “nee, het ligt niet aan de bacteriën, het ligt aan het bloed. Als het bloed alkalisch is, dan kunnen de bacteriën binnenkomen wat ze willen, maar dan hebben ze geen kans.” Jacco Verhaeren reageert op Francis: U baseert zich op uw eigen ervaringen, maar er is een heel groot verschil tussen u en een kind in de groei. Tom komt in vet oplosbare vitamines tekort als hij geen vet binnenkrijgt, en de theorieën over enerzijds Pasteur en anderzijds alkalisch bloed zijn gewoon onzin, dus u baseert zich op dingen die niet waar zijn. bron: uitzending Pauw en Witteman, 18 december 2012 De discussie waar Francis over spreekt, is de discussie uit de negentiende eeuw tussen Antoine Béchamp en Louis Pasteur over de vraag hoe het kan dat mensen ziek worden. Pasteur stelde dat bacteriën het bloed binnendringen en dat daardoor iemand ziek wordt, maar Béchamp dacht dat als je eigen bloed de juiste zuurtegraad had, de kans op ziek worden heel klein zou zijn. Volgens reguliere artsen is de theorie van Pasteur de juiste, maar volgens een kleine groep homeopaten is de theorie van Béchamp ten onrechte vergeten. Eén van de overtuigingen van deze homeopaten is, dat het lichaam van nature goed is en vooral door de verkeerde eetgewoonten in onze westerse samenleving uit balans raakt. Op de achtergrond van moeder Francis’ antwoord in de uitzending van Pauw en Witteman spelen haar overtuigingen over hoe wetenschap werkt. De wetenschapsfilosofen Karl Popper en Thomas Kuhn hebben tegengestelde opvattingen over hoe wetenschap te werk gaat en Francis opvatting sluit aan bij één van hen.

3p 6 Sluit Francis’ opvatting aan bij Popper’s visie op wetenschap of bij Kuhns visie op wetenschap? Geef een beargumenteerde afweging van de theorieën van Popper en Kuhn en gebruik daarbij tekst 4 en de inleiding op deze vraag.

Pagina: 147Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 149: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 7 / 14 lees verder ►►►

Opgave 2 Doen wat je denkt Dat had je gedacht! is de titel van het boek dat hoogleraar cognitiefilosofie Marc Slors in 2012 uitbracht. Hij levert in dit boek een bijdrage aan het debat dat al enige jaren woedt tussen hersenwetenschappers en filosofen. Het is het debat over de vraag of de vrije wil nu wel of niet bestaat. Slors’ opvatting is dat de resultaten van hersenonderzoek helemaal niet tegenover onze alledaagse ervaring van onszelf en de vrije wil staan. Hersenwetenschap verandert weliswaar ons inzicht in bijvoorbeeld bewustzijn, besluitvorming en wilsbekwaamheid, maar − stelt Slors − hersenwetenschap zegt zo goed als niets over de vrije wil. Sommige van de door Slors aangehaalde hersenwetenschappers die de vrije wil verwerpen, doen dat op grond van experimenten die door Benjamin Libet in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn uitgevoerd. Eén van deze hersenwetenschappers is Dick Swaab.

2p 7 Waarom verwerpt Swaab op grond van de experimenten van Libet het bestaan van een vrije wil? Gebruik in je antwoord een uitleg van het verband tussen Libets experiment en vrije wil als bewuste aansturing. Libet trok uit zijn experiment de conclusie dat ‘vrij niet-willen’ wél mogelijk is. Hij gebruikte hiervoor de aanduiding ‘vetorecht’. Volgens Slors is het inconsistent om te concluderen dat de vrije wil niet bestaat en toch van de mogelijkheid van vrij niet-willen uit te gaan. Ook de filosoof Daniël Dennett heeft kritiek op de conclusies die worden getrokken uit de experimenten van Libet.

2p 8 Leg uit welke kritiek Dennett heeft op conclusies uit Libets experiment. Beargumenteer vervolgens waarom de conclusie van Libet dat we beschikken over vetorecht op basis van zijn eigen experiment inconsistent kan worden genoemd. In de inleiding van zijn boek Dat had je gedacht! haalt Slors een bekende anekdote aan om zijn standpunt duidelijk te maken dat hersenwetenschap niets over de vrije wil zegt.

Pagina: 148Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 150: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 8 / 14 lees verder ►►►

tekst 5 Een bioloog heeft bij wijze van experiment een spin, Edwin, getraind om bevelen op te volgen. Als de bioloog roept “lopen Edwin!” gaat Edwin lopen. De bioloog besluit na te gaan wat het effect op Edwin is als hij hem telkens twee pootjes uittrekt. (…) Edwin blijkt steeds tot zijn gebruikelijke dressuur geneigd te zijn, al gaat dat steeds moeizamer. De laatste twee pootjes van Edwin verdwijnen. Daar ligt hij als een pootloos rompje. “Lopen Edwin!” roept de bioloog. (…) Wanneer er niets gebeurt, concludeert de bioloog in zijn rapport: Als een spin alle acht de poten worden uitgetrokken, wordt hij doof. bron: Marc Slors, Dat had je gedacht!, 2012

Volgens Slors lijken hersenwetenschappers die concluderen dat de vrije wil niet bestaat op de bioloog in deze anekdote die ten onrechte een causaal verband veronderstelt tussen het ontbreken van de pootjes en de doofheid van de spin. Hersenwetenschappers hebben aangetoond dat we veel meer op de automatische piloot handelen dan we zelf denken. Dit vraagt volgens Slors weliswaar om een bijstelling van ons zelfbeeld, maar heeft volgens hem even weinig te maken met de vrije wil als de veronderstelde doofheid van de spin Edwin met het ontbreken van zijn pootjes. Om aan bovenstaande begripsverwarring rondom ‘vrije wil’ een einde te maken, zou een definitie van ‘vrije wil’ kunnen worden opgesteld. Slors denkt dat er een vrije wil kan bestaan.

3p 9 Geef een definitie van vrije wil die de opvatting van Slors ondersteunt. Beargumenteer aan de hand van jouw definitie en de principes van ultieme oorzaak en alternatieve mogelijkheden dat een vrije wil mogelijk is. Volgens Slors wordt ons gedrag inderdaad aangestuurd door onbewuste processen, maar door middel van zelfinterpretatie en bewuste voornemens kunnen we volgens hem wel degelijk invloed uitoefenen op ons eigen onbewust aangestuurde gedrag. Hij vergelijkt ons bewuste ik daarom liever met een navigatiesysteem in de auto, bijvoorbeeld de TomTom, en ons onbewuste ik met de bestuurder van de auto. Op de volgende bladzijde staat een schematische weergave van ‘het zelf’ volgens Slors.

Pagina: 149Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 151: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 9 / 14 lees verder ►►►

De filosoof Charles Taylor maakt in zijn filosofie over ‘het zelf’ gebruik van de term ‘herevaluatie’ en, net als Slors, van de term ‘zelfinterpretatie’.

4p 10 Geef een overeenkomst en een verschil tussen ‘zelfinterpretatie’ volgens de filosofie van Taylor en ‘zelfinterpretatie’ volgens het schema van Slors. Beargumenteer je antwoord aan de hand van een uitleg van de begrippen ‘herevaluatie’ en ‘conception of the self’. In zijn boek verwijst Slors naar hersenwetenschapper Victor Lamme en naar experimenten met split-brain-patiënten, mensen bij wie communicatie tussen de twee hersenhelften onmogelijk is geworden. Op basis van onderzoeken zoals met Joe uit onderstaande tekst 6 concludeert Lamme dat onze hersenen een soort kwebbeldoos zijn. Onze hersenen proberen altijd een verhaal te verzinnen over wat we aan het doen zijn, zoals een kwebbeldoos dat zou doen.

tekst 6 Lamme vergelijkt het bewustzijn met een kwebbeldoos in ons hoofd die het nodig vindt om commentaar te leveren bij alles wat we − onbewust − doen. Wanneer we ons bewust zijn of worden van de motieven van ons handelen, vertellen we eigenlijk een verhaal over onszelf. Dit blijkt bijvoorbeeld uit experimenten met split-brain-patiënten, waarbij communicatie tussen de twee hersenhelften onmogelijk is geworden. Wanneer in de ene helft van het visuele veld van split-brain-patiënt Joe een bordje gehouden wordt met daarop het commando ‘loop!’, staat Joe op en begint te lopen. Als hem gevraagd wordt waarom hij opstaat geeft de hersenhelft die het bordje niet gezien heeft, antwoord. Ondanks het feit dat hij het antwoord niet kan weten, geeft hij toch een reden: “Omdat ik even een glaasje water wil halen.” naar: Marc Slors, Dat had je gedacht!, 2012

Pagina: 150Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 152: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 10 / 14 lees verder ►►►

We proberen volgens Lamme achteraf een rationele rechtvaardiging voor ons gedrag te geven, terwijl experimenten met split-brain-patiënten ons zouden laten zien dat we eigenlijk altijd maar wat verzinnen, zonder dat we dat in de gaten hebben. Ook de filosoof John Gray baseert zijn opvattingen op modern wetenschappelijk onderzoek.

3p 11 Leg uit wat de uitkomsten van modern psychologisch onderzoek volgens Gray betekenen voor de rationaliteit van keuzes. Beargumenteer met behulp van Gray met welk standpunt jij het eens bent: is het bewustzijn te vergelijken met een kwebbeldoos zoals Lamme dat doet, of is het bewustzijn te vergelijken met een navigatiesysteem zoals Slors dat doet? Beargumenteer je antwoord voor beide standpunten. Hersenwetenschap heeft volgens Slors aangetoond dat ons bewustzijn in grote mate gedetermineerd is. Maar vrije wil heeft volgens hem meer met onze eigenheid dan met ons bewustzijn te maken. Handelingen zijn volgens Slors vrij als we kunnen uitleggen waarom we doen wat we doen op een manier die aansluit bij onze identiteit: een handeling moet passen bij de waarden, wensen en overtuigingen die je hebt. De filosoof John Stuart Mill legt ook een verband tussen vrije wil en identiteit.

2p 12 Leg uit of de opvatting van Mill dat men actief betrokken moet zijn op de vorming van het eigen karakter in het schema van Slors te herkennen is. Beargumenteer vervolgens of Slors zich op de filosofie van Mill kan beroepen om te onderbouwen wat hij onder ‘het zelf’ verstaat.

Pagina: 151Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 153: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 11 / 14 lees verder ►►►

Opgave 3 Roken en vrije wil In 1974 is de Stichting Volksgezondheid en Roken − Stivoro − opgericht. Stivoro is een onafhankelijk expertisecentrum voor tabakspreventie. Het ideaal van deze stichting is een rookvrije toekomst. Een deel van hun site was tot begin 2013 speciaal op jongeren gericht, daar stond de volgende tekst:

tekst 7 Verslaafd met lichaam en geest. Verslaafd zijn betekent dat je niet meer zonder iets kan. Je bent niet vrij. Je bent een slaaf van bijvoorbeeld computeren, drop, alcohol of roken. Je moet gehoorzamen aan je nieuwe baas: de computer, het flesje bier of de sigaret. Er zijn twee soorten verslavingen: geestelijke en lichamelijke. Sommige verslavingen zijn alleen geestelijk. Bijvoorbeeld als je verslaafd bent aan computeren. Je bent uren aan het chatten of gamen op internet. Je lichaam kan wel zonder die computer. Je gaat niet trillen als je bij de computer weg bent. Maar je geest is wel verslaafd. Je wilt steeds vaker en langer computeren. Veel verslavingen zijn geestelijk én lichamelijk. Bijvoorbeeld als je rookt. Iemand die rookt, denkt steeds aan sigaretten. Je verlangt ernaar. Als je geen sigaretten bij je hebt, word je onrustig. Je denkt dat je rustig wordt als je rookt. Je geest is verslaafd aan het roken. Maar ook je lichaam wil graag die sigaret. Je lichaam is gewend geraakt aan de stoffen die in tabak zitten. Je lichaam wil dat je steeds vaker en steeds meer gaat roken. Als je niet rookt, reageert je lichaam daarop. Je lichaam zeurt om een sigaret. Je gaat bijvoorbeeld trillen, of je krijgt hoofdpijn. naar: www.stivoro.nl [oldstivoro]

In tekst 7 is het dualistisch mensbeeld van Descartes te herkennen. Zijn dualisme wordt substantiedualisme genoemd. Eén van de problemen met het substantiedualisme is het zogenaamde interactieprobleem.

4p 13 Leg uit dat je in tekst 7 zowel het substantiedualisme als het dualistisch epifenomenalisme kunt herkennen. Leg vervolgens uit wat het interactieprobleem inhoudt en beargumenteer hoe het epifenomenalisme dit interactieprobleem oplost.

Pagina: 152Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 154: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 12 / 14 lees verder ►►►

Rond 1945 was het een heel normaal en vriendschappelijk gebaar om een veertienjarige jongen een sigaret te geven met de vraag “rook jij al?”. Bioscopen, bussen, trams en treinen waren voorzien van asbakken. Sportprogramma’s op televisie werden gepresenteerd door een rokende verslaggever. Tot in de jaren ’80 stond er bij de kapper een glaasje sigaretten op tafel. Op lagere en middelbare scholen stonden leraren rokend voor de klas. Omstreeks 1950 werd door de arts Sir Richard Doll het verband tussen roken en longkanker geconstateerd. In heel Europa kwam op de verpakking van rookwaren de waarschuwing te staan dat roken de gezondheid schaadt. Reclame voor roken werd langzamerhand steeds moeilijker. In bioscopen en op tv mag er inmiddels geen reclame voor rookwaren meer gemaakt worden. Ook al zijn de marketingmogelijkheden aan banden gelegd, de industrie weet de potentiële rokers wel te bereiken. Omdat de ervaring van de eerste sigaret vaak belangrijk is voor het al dan niet blijven roken, is het voor de industrie belangrijk om die eerste ervaring zo goed mogelijk te laten zijn. Zo smaken sigaretten beter door het toevoegen van menthol. Ook zoete smaken en cacao maken het roker lekkerder, aldus Stivoro. Onderzoek van het RIVM toont aan dat jongeren eerder verslaafd raken dan volwassenen. Hoe eerder een kind begint met roken, hoe groter de kans dat het later verslaafd raakt. David Hume is een compatibilist. Hij vindt dat mensen een vrije wil hebben, ondanks het feit dat ze gedetermineerd zijn.

3p 14 Is volgens Hume zelfverwerkelijking mogelijk door te roken? Geef een argumentatie voor je antwoord. Je zou de sigarettenindustrie kunnen vergelijken met dokter Black uit het gedachte-experiment van de filosoof Frankfurt. De sigarettenindustrie is in dat geval dokter Black, de roker meneer Jansen. Toch zijn er met betrekking tot de vrije wil belangrijke verschillen tussen rokers en meneer Jansen uit het gedachte-experiment van Frankfurt en tussen de sigarettenindustrie en dokter Black.

3p 15 Geef een beschrijving van Frankfurts gedachte-experiment van dokter Black. Noem vervolgens het verschil in de vergelijking tussen de sigarettenindustrie en rokers enerzijds en dokter Black en meneer Jansen anderzijds. Leg dit verschil uit aan de hand van eerste- en tweede-orde verlangens.

Pagina: 153Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 155: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 13 / 14 lees verder ►►►

Vaak denken mensen dat je beter aan sigaretten dan aan andere drugs verslaafd kunt zijn. De meeste heroïneverslaafden willen geen verslaafde zijn. Tegelijkertijd is het volgens Stivoro bijna net zo moeilijk om met het roken van sigaretten te stoppen als met het gebruik van heroïne.

tekst 8 In tabaksrook zitten veel stoffen, ongeveer 4.000. Van veertig van deze stoffen kun je kanker krijgen. Dat noemen we ‘kankerverwekkend’. Eén stof, nicotine, heeft een sterk verslavend effect. Nicotine geeft een plezierig gevoel in de hersenen. Dit plezierige gevoel zorgt voor een verlangen naar een nieuwe dosis nicotine. Ook het lichaam raakt gewend aan een bepaalde hoeveelheid nicotine in het bloed. Door de afbraak van nicotine krijgt het lichaam elke keer behoefte aan een nieuwe dosis nicotine. Deze twee processen zorgen ervoor dat de roker afhankelijk wordt van sigaretten en verslaafd raakt. bron: www.stivoro.nl [oldstivoro]

De Franse filosoof Jean-Paul Sartre was een vaste cafébezoeker en rookte veel. Een bekende uitspraak van Sartre is: ‘de mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt’. Je kunt daarbij echter te kwader trouw zijn (mauvaise foi). Een roker kiest er zelf voor om te roken, hoewel uit bovenstaande tekst 8 blijkt dat een roker door de nicotine aan sigaretten verslaafd kan raken. Misschien kun je roken wel zien als een vorm van mauvaise foi. Frankfurt zou een roker eerder zien als een ongewild verslaafde.

3p 16 Wanneer is een roker ongewild verslaafd en wanneer te kwader trouw? Leg in je antwoord uit welke rol het begrip ‘ongewild verslaafde’ in de filosofie van Frankfurt speelt. Geef hier vervolgens kritiek op met behulp van Sartres uitgangspunten. Minister Schippers is minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij is daarnaast lid van de VVD, een politieke partij die zich beroept op politiek-liberale beginselen. Voor liberalen is zelfbeschikkingsrecht een groot goed. In dat opzicht hebben liberalen dezelfde opvatting als de filosoof Immanuel Kant. In een Kamerdebat waarvan een deel is uitgezonden door het tv-programma Zembla legt minister Schippers van volksgezondheid uit waarom zij vindt dat mensen zelf moeten weten of ze wel of niet roken: Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 154Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 156: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-14-2-o 14 / 14 lees verder ►►►

tekst 9 Keuzevrijheid geldt ook voor de levensstijl van mensen. Zelfbeschikking is een belangrijk recht. Ook ten aanzien van levensstijl. Vrijheid en verantwoordelijkheid is niet voor niets het motto van dit kabinet. De staat is geen nanny. (...) Als volwassen mensen besluiten, op vrijdagavond, bij hun biertje, een sigaretje op te steken, in een klein café, wie ben ik dan om dat te verbieden? Ik vind dat je daar keuzevrijheid moet geven. Er zijn genoeg alternatieven voor al die mensen die het niet willen. En ik vind dat we met de regelgeving daar zijn doorgeschoten. bron: Zembla, uitgezonden op 21 oktober 2011

Omdat de helft van alle rokers op het schoolplein leert roken, betoogt Heleen Crul in NRC Handelsblad dat alle schoolpleinen in Nederland rookvrij zouden moeten worden. In haar artikel komt een rector van een school die het plein rookvrij gemaakt heeft aan het woord:

tekst 10 Daar was de grote dag. Rokende leerlingen stonden achter een witte streep op de openbare weg. Wie over de streep gaat, kan rekenen op sancties. Niet makkelijk voor de conciërges, maar inmiddels blijkt het goed te werken. Ik zou het zo weer doen en ik roep elke school op ons voorbeeld te volgen. bron: NRC Weekend, zaterdag 1 juni & zondag 2 juni 2013

Vrije wil kan gezien worden als een voorwaarde voor verantwoordelijkheid. Voor Kant is de vrije wil een regulatief idee van de praktische rede. De filosoof Derk Pereboom daarentegen gaat ervan uit dat mensen geen vrije wil hebben.

3p 17 Leg met behulp van tekst 9 uit dat minister Schippers net als Kant het intelligibele karakter van mensen veronderstelt. Leg vervolgens uit waarom Kants scheiding tussen de noumenale en de fenomenale wereld volgens Strawson niet nodig is om een vrije wil aan te nemen. Beargumenteer tot slot dat de rector van de rookvrije school in de ogen van Pereboom rokers hun verantwoordelijkheid ontneemt.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 155Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 157: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o

Examen VWO

2013

filosofie

Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1woensdag 22 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 156Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 158: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 2 / 14 lees verder ►►►

Opgave 1 Het tastende brein In veel hersenwetenschappelijk onderzoek en filosofische theorieën staat de vraag naar het al dan niet bestaan van de vrije wil centraal. Ook hedendaags neuroloog Ramachandran onderzoekt de mogelijkheid van het bestaan van een vrije wil. Jarenlang deed hij onderzoek naar allerlei syndromen (ziektebeelden) die op het grensvlak van de neurologie en de psychologie liggen. In zijn boek Zo werkt ons brein echt uit 2011 bespreekt hij tal van bizarre verschijnselen bij patiënten ten gevolge van afwijkende hersenwerking. Volgens Ramachandran kunnen we door het bestuderen van patiënten met tekorten en verstoringen in de eenheid van het ‘ik’, een dieper inzicht krijgen in wat het betekent om mens te zijn. In een recensie over zijn boek worden patiënten met drie verschillende syndromen of ziektebeelden aangehaald:

tekst 1

Ramachandran beschrijft een patiënt die lijdt aan het syndroom van Cotard: hij is ervan overtuigd dat hij niet bestaat, sterker nog, dat hij dood is, en dus geen identiteit of vrije wil ervaart. Een andere patiënt heeft geen controle over de linkerarm, die geheel willekeurig spullen oppakt en alleen door de rechterarm kan worden gedwongen deze weer los te laten (alien-handsyndroom). Hersenletsel kan ook leiden tot het locked-insyndroom. Sommige van deze patiënten komen na enkele weken weer bij kennis en vertellen dat ze al die tijd volledig bij bewustzijn waren, maar niets konden doen. naar: http://www.wetenschap24.nl, Pijn in een geamputeerde arm, november 2011

Ramachandran beschrijft patiënten die door hersenletsel geen vrije wil ervaren. In bovenstaande bespreking zijn drie verschillende benaderingen van vrije wil te herkennen: vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid, als zelfverwerkelijking en als bewuste aansturing.

3p 1 Leg elk van de drie benaderingen van de vrije wil uit aan de hand van de best passende beschrijving van een van de drie ziektebeelden of syndromen, zoals beschreven in tekst 1. Gebruik elk van de drie beschrijvingen van ziektebeelden en leg telkens uit hoe dit ziektebeeld afbreuk doet aan de betreffende benadering van vrije wil.

Pagina: 157Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 159: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 3 / 14 lees verder ►►►

Ook de filosoof David Hume heeft in zijn theorieën over vrije wil verschillende benaderingen toegepast. Eén omschrijving die Hume geeft van vrije wil is ‘onbelemmerd kunnen doen wat je wil’.

2p 2 Zou Hume het met Ramachandran eens kunnen zijn dat iemand met het alien-handsyndroom geen vrije wil ervaart? Leg je antwoord uit aan de hand van Humes opvatting over vrijheid en noodzakelijkheid. Een ander extreem voorbeeld van hersenonderzoek waarin de vraag naar het bestaan van een vrije wil zich aandient, is te vinden in de geschiedenis van de student Matthew Nagle. Matthew raakte in 2001 bijna geheel verlamd na met een mes in zijn nek te zijn gestoken waardoor zijn zenuwbanen werden doorgesneden. Hij kon alleen nog zijn hoofd en nek bewegen en had geen controle meer over de rest van zijn ledematen. Ook was zijn spraakorgaan beschadigd, maar zijn de overige organen van zijn lichaam functioneerden nog normaal. Om Matthew weer enige bewegingsvrijheid te verschaffen, boorden onderzoekers een gaatje in zijn schedel en plantten ze een chip in het hersengebied dat de lichaamsbewegingen aanstuurt. Via een draadje uit de schedel werd de informatie van de hersenen direct aan een computer doorgegeven en leerde Matthew met zijn gedachten de cursor van een computer te besturen. Ook kon hij dankzij de hersenchip de hand van een robotarm samenknijpen en weer loslaten waardoor hij voorwerpen kon verplaatsen. De filosoof René Descartes speculeerde vierhonderd jaar geleden al over hoe de ziel de bewegingen van het lichaam aanstuurt.

3p 3 Hoe zou Descartes de macht die Matthew over de robotarm heeft en het nog normaal functioneren van de meeste van zijn organen verklaren? Leg in je antwoord de volgende zaken uit en pas deze toe op de situatie van Matthew: a) hoe volgens Descartes de ziel macht heeft over het lichaam, b) hoe volgens Descartes ons lichaam als machine werkt, c) wat volgens Descartes de rol van animale geesten daarbij is. De technologie die het leven van Matthew draaglijker heeft gemaakt, is voortgekomen uit verschillende neurologische onderzoeken en experimenten. Eén van de hersenwetenschappers die zulke neurologische experimenten uitvoerde is Benjamin Libet. De resultaten van de experimenten van Libet met betrekking tot de mogelijkheid van vrije wil als bewuste aansturing zijn op verschillende wijzen geïnterpreteerd.

2p 4 Geef een beschrijving van één van Libets experimenten. Beargumenteer aan de hand van deze beschrijving of er volgens jou bij Matthew wél of géén sprake is van bewuste aansturing van de robotarm.

Pagina: 158Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 160: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 4 / 14 lees verder ►►►

Een andere hersenwetenschapper, Wilder Penfield, kreeg halverwege de vorige eeuw bekendheid door zijn neurologische experimenten. Daarbij wist hij als eerste verschillende hersengebieden te lokaliseren die actief zijn bij de werking van de verschillende zintuigen en ledematen. Zo ontstond de zogenoemde ‘Penfield-kaart’ die weergeeft hoeveel hersengebied correspondeert met welk deel van het lichaam.

De aparte figuur die hieruit tevoorschijn kwam (en hiernaast is afgebeeld), staat bekend als de ‘senso-motorische homunculus’. De grote handen van deze homunculus geven bijvoorbeeld aan dat er een groot hersengebied en veel hersencapaciteit nodig is om alle mogelijke bewegingen van de handen aan te sturen. Hoewel het hier om een andere dan de filosofische homunculus gaat, is er wel een overeenkomst met de functie die Descartes

aan de pijnappelklier als hersengebied toeschreef. De filosoof Daniel Dennett verwerpt de gedachte van een filosofische homunculus en heeft kritiek op de conclusies die worden getrokken uit het experiment van Libet.

4p 5 Waarom leidt de verwerping door Dennett van het bestaan van een filosofische homunculus tevens tot kritiek op conclusies die worden getrokken uit Libets experimenten? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een uitleg van de begrippen ‘cartesiaans theater’ en ‘homunculus’ en de conclusie die Dennett trekt uit neurologische onderzoeken. Hoewel Matthews leven draaglijker is geworden dankzij de geïmplanteerde hersenchip ontbreekt het hem toch aan een belangrijk aspect bij het handelen: bij het gebruik van computer en robotarm geven deze geen fysieke feedback. Matthew kan zijn robotarm niet voelen zoals wij onze ledematen kunnen voelen als we ze bijvoorbeeld bewegen of iets oppakken. Op basis van onderzoek dat in 2011 bij apen werd uitgevoerd, is echter de verwachting ontstaan dat we in de toekomst niet alleen rechtstreeks met ons brein computers en robotarmen kunnen aansturen, maar dat we er ook gevoel bij zullen hebben. Tijdens dit onderzoek kregen twee apen elektroden geïmplanteerd om met behulp van hersenactiviteit een cursor of virtuele arm op een beeldscherm te besturen. Tegelijkertijd konden signalen van de cursor of arm door de elektroden terug worden ontvangen en zo informatie geven over wat de cursor of de virtuele arm voelde. In een beschrijving van dit onderzoek met twee apen staat het volgende:

Pagina: 159Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 161: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 5 / 14 lees verder ►►►

tekst 2 De uitdaging voor de apen was om een aantal virtuele objecten op het beeldscherm te pakken. Die zagen er identiek uit, maar gaven allemaal een unieke feedback. Ze voelden dus allemaal anders. De apen bleken beide in staat om op grond van die specifieke feedback een onderscheid te maken tussen de verschillende objecten. Daarbij maakten ze dus in het geheel geen gebruik van lichaamsbewegingen; ze bestuurden de virtuele hand slechts met elektrische signalen in hun hoofd. Het onderzoek opent de mogelijkheid dat mensen met een verlamming in de toekomst toch weer kunnen interacteren met de wereld, zelfs als ze hun lichaam niet kunnen gebruiken. Sterker nog: ze kunnen de wereld misschien weer voelen. Dat zou het wel eens mogelijk kunnen gaan maken om prothesen veel preciezer te besturen. Maar het onderzoek wijst op nog een mogelijkheid: dat de digitale wereld tastbaar wordt. Uitgerust met een aantal elektroden in je brein kunnen virtuele werelden een zintuiglijke ervaring worden. bron: Bouwe van Straten, Voelen met je prothese, Virtuele arm stuurt signalen terug, 6 oktober 2011

Volgens het onderzoek in tekst 2 kunnen mensen met een verlamming in de toekomst wellicht toch de wereld weer voelen en zou zelfs de digitale wereld tastbaar kunnen worden. Dit onderzoek lijkt stelling te nemen in het lichaam-geestdebat. Veel hedendaagse hersenwetenschappers nemen in dat debat een monistisch standpunt in. Hun stellingname resulteert doorgaans ook in een opvatting met betrekking tot de mogelijkheid van het bestaan van vrije wil als bewuste aansturing.

3p 6 Zou het uitkomen van de verwachtingen van het onderzoek, zoals beschreven in tekst 2, de mogelijkheid van het bestaan van vrije wil als bewuste aansturing vergroten? Beargumenteer je antwoord aan de hand van: a) een uitleg van de identiteitstheorie, b) een uitleg van het onderscheid tussen elektrische impulsen en persoonlijke ervaring. Een vooronderstelling bij de uitgesproken verwachtingen in tekst 2 is dat wat bij apen werkt ook bij mensen zal werken of ook voor de mens opgaat. Deze vooronderstelling druist echter in tegen de algemeen aangenomen tegenstelling tussen de rede bij mensen en het instinct bij dieren.

Pagina: 160Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 162: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 6 / 14 lees verder ►►►

Dat er een duidelijk onderscheid is tussen menselijke rede en het dierlijke instinct zou je kunnen bepleiten aan de hand van de filosofische theorieën van bijvoorbeeld Helmuth Plessner en Harry Frankfurt. De fenomenoloog Plessner maakt een onderscheid tussen mens en dier door te stellen dat het menselijk bestaan, in tegenstelling tot dat van dieren, gekenmerkt wordt door excentriciteit. De mens is volgens Plessner, in tegenstelling tot het dier, excentrisch gepositioneerd. En al doet Frankfurt dit zelf niet, ook zijn onderscheid tussen eerste- en tweede-ordeverlangens zou kunnen worden gebruikt om een uitleg te geven van wat het onderscheid is tussen de rede bij de mens en het instinct bij dieren.

5p 7 Is het volgens jou mogelijk op basis van onderzoek met apen, zoals in tekst 2, uitspraken te doen ten aanzien van mensen? Geef een afweging aan de hand van een argument vóór en een argument tégen en gebruik daarbij een uitleg van het filosofische begrip ‘excentriciteit’. Leg bovendien uit dat het vooronderstelde verschil tussen mens en dier ook kan worden begrepen aan de hand van Frankfurts onderscheid tussen eerste- en tweede-ordeverlangens.

Pagina: 161Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 163: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 7 / 14 lees verder ►►►

Opgave 2 Zelfverwerkelijking in een zinloze wereld Volgens de Franse filosoof Albert Camus is de vraag naar de zin van het leven de belangrijkste filosofische vraag. Maar, schrijft Camus, als we vragen wat de zin van het leven is, krijgen we geen antwoord. In de wereld blijkt geen zin aanwezig te zijn. In zijn boek De mythe van Sisyphus uit 1942 beschrijft Camus hoe je door de vraag naar de zin van het leven kunt worden overvallen:

tekst 3 Hoewel wij meestal op een vanzelfsprekende manier leven en gewoon ‘doen wat we doen’, komt er altijd een moment waarop we even stilstaan. Het bestaan komt ons plotseling voor als iets absurds. De ervaring van het absurde is geen gevolg van diepe intellectuele arbeid, maar ontstaat vaak gewoon op straat, in de tram, of in de draaideur van een restaurant. Ineens kunnen we niet meer mechanisch en gewoontegetrouw handelen, maar vragen we ons af wat we eigenlijk aan het doen zijn. De ervaring van het absurde vloeit voort uit een confrontatie tussen enerzijds het menselijk verlangen naar duidelijkheid en betekenis en anderzijds de wereld zoals die is. De wereld zoals die is, komt niet tegemoet aan ons verlangen naar zingeving. Wij stellen vragen, maar er komt geen antwoord. naar: www.humanistischecanon.nl

Albert Camus was een tijdgenoot van Jean Paul Sartre. Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen het denken van Camus en Sartre aan te wijzen. Eén overeenkomst kan gevonden worden in het idee van het absurde, zoals Camus dit in tekst 3 beschrijft, en Sartres kritiek op het essentialisme.

3p 8 Leg aan de hand van tekst 3 uit dat Camus de kritiek van Sartre op het essentialisme zou onderschrijven. Geef in je argumentatie aan wat Sartre onder essentialisme verstaat. De titel van Camus’ boek, De mythe van Sisyphus, verwijst naar de Griekse mythologische figuur Sisyphus, die door de goden gestraft werd voor zijn eigenzinnigheid. De goden veroordeelden hem tot een eeuwig zinloos leven. Camus neemt de zinloosheid van Sisyphus’ straf als vertrekpunt voor zijn filosofie. De straf van Sisyphus ziet er als volgt uit:

Pagina: 162Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 164: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 8 / 14 lees verder ►►►

tekst 4 Sisyphus is gedoemd om eeuwig een rots de berg op te duwen, om te zien hoe deze weer naar beneden rolt, om daarna weer opnieuw te beginnen met het omhoogduwen. Voor Camus is Sisyphus de ultieme absurde held. Hoewel zijn arbeid zwaar, nutteloos en oneindig is, vraagt Camus ons in te beelden dat Sisyphus rustig de berg afloopt, zijn steen achterna. Naar beneden wandelend, wordt hij zich bewust van het absurde van zijn situatie. naar: http://humanistischecanon.nl/existentialisme/camus_mythevan_sisyphus

De beschrijving die Camus geeft van de situatie waarin Sisyphus zich door zijn straf bevindt, lijkt enigszins op het natuurwetmatig determinisme. Je zou die situatie van het omhoogduwen als een literaire uitdrukkingsvorm van het natuurwetmatig determinisme kunnen zien. Maar die situatie kun je daarmee nog niet opvatten als een literaire uitdrukkingsvorm van de causale geslotenheid van het natuurkundig domein, omdat er een belangrijk verschil aan te wijzen is.

4p 9 Leg uit welke filosofisch relevante overeenkomst er is tussen de situatie waarin Sisyphus zich door zijn straf bevindt en het natuurwetmatig determinisme. Beargumenteer je antwoord aan de hand van de centrale gedachte van het natuurwetmatig determinisme. Geef vervolgens, met behulp van de definitie van de causale geslotenheid van het natuurkundig domein, een filosofisch relevant verschil tussen de situatie waarin Sisyphus zich door zijn straf bevindt en de causale geslotenheid van het natuurkundig domein. Hoewel Sisyphus in een − op het eerste gezicht − volstrekt zinloze wereld leeft, heeft Camus bewondering voor Sisyphus en noemt hij hem ‘de absurde held’. Camus schrijft dat we ons Sisyphus juist als een gelukkig mens moeten voorstellen, want zelfs zijn betekenisloze wereld beschouwt Sisyphus nog als waardevol. Sisyphus heeft geen God of medemensen nodig, zo schrijft Camus, want voor hem vormen de steen en de berg zijn wereld. Camus eindigt zijn boek daarom met de volgende beschrijving van Sisyphus:

Pagina: 163Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 165: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 9 / 14 lees verder ►►►

tekst 5 Hij die niets voor de eeuwigheid doet, zonder het bestaan ervan te ontkennen. Niet dat het verlangen hem vreemd zou zijn, maar hij geeft de voorkeur aan zijn moed en zijn verstand. Het eerste leert hem, zonder hogere instantie te leven en tevreden te zijn met wat hij heeft; het tweede leert hem zijn grenzen kennen.[ ... ] Sisyphus leert ons een hogere trouw die de goden verloochent en de steen wentelt. Ook hij vindt dat alles goed is. Dit universum, dat voortaan geen meester meer heeft, lijkt hem noch onvruchtbaar, noch waardeloos. leder korreltje van deze steen, ieder splintertje erts van deze nachtdonkere berg betekent, alleen voor hem, een hele wereld. De strijd op zichzelf tegen de top is voldoende om het hart van een mens te vervullen. We moeten ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen. bron: A. Camus, De mythe van Sisyphus, pagina’s 96 en 171

Sartre benadrukt in zijn werk dat je altijd zelf je leven zin en vorm geeft. Sartre zou beweren dat dit voor Sisyphus net zo geldt als voor gewone stervelingen. Sisyphus lijkt, volgens Sartre, op ons.

2p 10 Leg uit welk argument Sartre zou gebruiken voor zijn opvatting dat ook Sisyphus niets anders is dan wat hij van zichzelf maakt. Leg vervolgens uit of Sisyphus zich volgens Sartre schuldig maakt aan ‘mauvaise foi’ als Sisyphus zijn eigen bestaan als zinloos zou bestempelen. Sartre en Camus ontkennen beiden het bestaan van God. Camus laat Sisyphus de goden loochenen. De filosoof John Stuart Mill zou echter, wanneer hij over de mythe zou nadenken, juist letten op de rol van de goden daarin. Sisyphus is gestraft voor zijn eigenzinnigheid en kan zichzelf nu alleen maar voegen naar de wil van de goden. De straf past goed bij Mills kijk op het calvinisme. De weg naar zelfverwerkelijking is voor Sisyphus dan afgesloten, want volgens Mill biedt het calvinisme geen mogelijkheid tot zelfverwerkelijking.

3p 11 Beargumenteer waarom Mill de straf van Sisyphus typisch calvinistisch zou noemen. Leg uit waarom Mill zou betogen dat Sisyphus enerzijds ook actief betrokken zou moeten zijn op de vorming van zijn eigen karakter, maar dat die actieve betrokkenheid anderzijds minder positieve consequenties heeft dan op gewone mensen.

Pagina: 164Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 166: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 10 / 14 lees verder ►►►

Camus stelt zich Sisyphus als een gelukkig mens voor, omdat het Sisyphus lukt vanuit het niets te kiezen om de wereld als waardevol te zien. Ook volgens de filosoof Charles Taylor zou je je Sisyphus misschien wel als een gelukkig mens kunnen voorstellen, maar Taylor heeft kritiek op dit idee van radicale keuze. Taylor geeft deze kritiek aan de hand van het bekende voorbeeld van Sartre over een student die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in een dilemma bevond en Sartre om raad vroeg. De zelfevaluatie van Sisyphus, zoals Camus die zich voorstelt in tekst 5, spreekt tégen het idee van radicale keuze, zou Taylor beargumenteren.

3p 12 Leg met behulp van tekst 5 uit waarom Camus’ beschrijving van Sisyphus’ zelfevaluatie volgens Taylor tegen het idee van radicale keuze zou spreken. Leg vervolgens met behulp van tekst 5 het verschil tussen sterke en zwakke zelfevaluatie uit. Camus noemt Sisyphus een held, maar de vraag blijft of Sisyphus zichzelf kan verwerkelijken in een ogenschijnlijk zinloze wereld. Is hij een held of is hij alleen maar gelukkig omdat hij zijn eigenzinnige karakter verloochent? Om deze vraag naar zelfverwerkelijking te beantwoorden is het nodig een standpunt in te nemen over in hoeverre we mensen kunnen beschouwen als individuele personen met een eigen persoonlijkheid, en over in hoeverre mensen de mogelijkheid hebben die individualiteit zelf tot stand te brengen. Filosofen als Mill en Sartre verschillen daarover van mening.

3p 13 Met welke filosoof ben jij het in deze kwestie meer eens: met Mill of met Sartre? Betrek in de afweging van je antwoord op de vraag of Sisyphus zichzelf kan verwerkelijken het begrip ‘karakter’ van Mill en het idee van Sartre dat er in een situatie nooit dwingende redenen zijn die één bepaalde keuze noodzakelijk maken.

Pagina: 165Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 167: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 11 / 14 lees verder ►►►

Opgave 3 Verantwoordelijkheid en woede Internationaal gezien is de zaak Joran van der Sloot misschien wel de meest besproken zaak waarin een Nederlandse crimineel betrokken is. Van der Sloot werd in januari 2012 tot 28 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor de moord op de Peruaanse Stephany Flores, nadat hij de moord had bekend in de hoop daarmee strafvermindering te krijgen. Er was 30 jaar geëist. Over deze zaak werd destijds in NRC Handelsblad het volgende geschreven:

tekst 6 De 22-jarige Nederlander is de belangrijkste verdachte van de moord op Stephany Flores (21) uit Peru. Zij werd gisteren dood aangetroffen in een hotelkamer in de Peruaanse hoofdstad Lima. De Peruaanse politie zegt ooggetuigen en camerabeelden te hebben die bevestigen dat Van der Sloot met het slachtoffer, dochter van een prominente zakenman in Lima, het hotel binnenkwam en het enkele uren later alleen verliet. bron: NRC Handelsblad, 3 juni 2010

De vraag of Van der Sloot verantwoordelijk kan worden gehouden voor de moord, hangt samen met de vraag of hij uit vrije wil handelde. Libertariërs zijn ervan overtuigd dat het determinisme onwaar is en dat de mens beschikt over een vrije wil. Mensen kunnen verantwoordelijk voor hun daden gehouden worden wanneer zij uit vrije wil handelen. Om te bepalen of iemand uit vrije wil handelt, zijn er twee verschillende principes die kunnen worden gebruikt. De meeste libertariërs verdedigen beide principes. Eén van beide principes is noodzakelijk strijdig met het determinisme.

3p 14 Waarom kunnen libertariërs Van der Sloot verantwoordelijk houden voor zijn daden? Beargumenteer je antwoord op grond van beide principes en leg uit welk van beide principes noodzakelijk strijdig is met het determinisme. Van der Sloot claimt dat hij niet de bedoeling had Stephany Flores te doden, maar dat het min of meer per ongeluk gebeurde. Eerder werd Van der Sloot al verdacht van betrokkenheid bij de verdwijning van de Amerikaanse Natalee Holloway op Aruba in 2005. Over de gebeurtenissen in Peru rond de dood van Stephany Flores volgt hieronder de versie van Van der Sloot zelf.

Pagina: 166Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 168: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 12 / 14 lees verder ►►►

tekst 7 Het doodslaan van de 21-jarige Peruaanse Stephany Flores in een hotelkamer in Lima was het gevolg van een uit de hand gelopen ruzie. Alles gebeurde in een opwelling, in een driftbui. Dat is de strekking van de bekentenis die de 22-jarige Nederlander Joran van der Sloot gisteren zou hebben afgelegd tegenover de Peruaanse politie. Amerikaanse en Peruaanse media melden de bekentenis op basis van anonieme verklaringen van Peruaanse opsporingsambtenaren. Van der Sloot zou in de vroege ochtend van zondag 30 mei in woede zijn ontstoken omdat Flores tijdens zijn afwezigheid − Van der Sloot was even koffie halen buiten het hotel − zijn laptop gebruikte. Daardoor zou de Peruaanse mogelijk geheime informatie hebben gezien over het verdwijnen van de Amerikaanse Natalee Holloway die, precies vijf jaar eerder, om het leven kwam op Aruba. Van der Sloot wordt ervan verdacht de Amerikaanse om het leven te hebben gebracht. bron: NRC Handelsblad, 8 juni 2010

De Amerikaanse filosoof John Martin Fischer verbindt de vrije wil met het hebben van zelfbeheersing. Als we uit vrije wil handelen, zo stelt hij, dan hebben we ons gedrag onder controle. Hieruit volgt dat als we ons gedrag niet beheersen, we dan niet uit vrije wil handelen en we er dan dus ook niet voor verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Fischer onderscheidt drie soorten van controle, waarbij ‘totale controle’ de meest vergaande vorm van controle betreft.

3p 15 Welke twee andere vormen van controle onderscheidt Fischer? Beargumenteer op basis van tekst 7 of Van der Sloot − volgens eigen zeggen − over elk van de twee vormen van controle beschikte. Het zou kunnen zijn dat Van der Sloot werkelijk spijt heeft van zijn handelen en dat het door zijn opvliegende karakter komt dat hij Stephany Flores om het leven heeft gebracht. De filosoof Thomas Nagel introduceert het begrip ‘agent regret’: in het Nederlands actorspijt genoemd. Daarnaast introduceert Nagel het begrip ‘moral luck’. Hij stelt dat het bijvoorbeeld door omstandigheden zo kan zijn dat iemand morele mazzel of morele pech heeft.

2p 16 Onder welke voorwaarde zou er bij Van der Sloot sprake zijn van actorspijt, zoals opgevat door Nagel? Leg ook uit of actorspijt bij Nagel morele pech veronderstelt.

Pagina: 167Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 169: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 13 / 14 lees verder ►►►

In de publieke opinie heerste verontwaardiging over het gedrag van Van der Sloot. Het lijkt erop dat die verontwaardiging werd versterkt doordat hij mogelijk al eerder betrokken was bij de verdwijning van Natalee Holloway een aantal jaren eerder. Op 29 mei 2005 ontmoette Van der Sloot dit Amerikaanse meisje en reden ze naar een strand, waar hij haar rond 3 uur ’s nachts achterliet. Daarna is nooit meer iets van Natalee Holloway vernomen. Zijn betrokkenheid bij deze verdwijning heeft Van der Sloot officieel steeds ontkend, maar in het televisieprogramma van misdaadjournalist Peter R. de Vries heeft hij voor een verborgen camera wel toegegeven dat hij bij de verdwijning betrokken was. Later trok hij dat echter weer in. In de media stond daarover het volgende bericht.

tekst 8 Misdaadverslaggever Peter R. de Vries beschikt over opnamen die met een geheime camera gemaakt zijn waarop Van der Sloot vertelt dat Natalee Holloway na een vrijpartij op het strand onwel geworden zou zijn. Van der Sloot zou daarop in paniek een vriend hebben gebeld. Deze vriend, die nog niet eerder in beeld was bij justitie, zou het levenloze lichaam van het meisje vervolgens vanaf een bootje in zee hebben gedumpt. In een telefonisch interview met Pauw en Witteman bevestigde Van der Sloot gisteren dat hij dit verhaal heeft verteld, maar dat het niet waar is. Dit is heel erg dom, aldus Van der Sloot. Peter R. de Vries was niet onder de indruk van de verklaring van Van der Sloot. De Vries houdt vol dat uit zijn reconstructie zal blijken dat Van der Sloot betrokken is bij de verdwijning van Holloway. Het Openbaar Ministerie op Aruba bevestigde gisteren dat beeldmateriaal van De Vries essentiële informatie bevat die tijdens het onderzoek naar de verdwijning van Holloway ontbrak. Dat is aanleiding geweest om het onlangs gesloten onderzoek naar de verdwijning van Holloway te heropenen. bron: NRC Handelsblad, 26 april 2007 en 2 februari 2008

Vooral zijn optreden voor de verborgen camera en zijn latere ontkenning iets met de verdwijning van doen te hebben, zetten bij veel mensen kwaad bloed. Wanneer we de verontwaardiging in de publieke opinie willen beoordelen, zouden we kunnen aansluiten bij de Britse filosoof Peter Strawson die een dergelijke houding een ‘reactieve attitude’ zou noemen. Aansluitend bij de Amerikaanse filosoof Derk Pereboom zouden we echter ook kunnen spreken van ‘morele woede’. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 168Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 170: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-1-o 14 / 14 lees verder ►►►

4p 17 Zouden Strawson en Pereboom bovenstaande publieke verontwaardiging kunnen verklaren als respectievelijk ‘reactieve attitude’ en als ‘morele woede’? Leg daarbij uit wat Strawson onder ‘reactieve attitude’ verstaat en wat volgens Pereboom ‘morele woede’ inhoudt en geef een verschil tussen beide begrippen. In tegenstelling tot de Peruaanse rechtbank zou de al genoemde filosoof Pereboom iemand als Van der Sloot om geheel andere reden kunnen laten opsluiten. Hij ziet een analogie tussen het in quarantaine plaatsen van patiënten met een besmettelijke ziekte en het opsluiten van misdadigers. Zelfs al handelde Van der Sloot niet uit vrije wil en was hij volledig gedetermineerd in zijn handelen, toch zou je op grond van zijn bekentenis in het programma van Peter R. de Vries, de veroordeling door de Peruaanse rechtbank en op grond van zijn opvliegende karakter tot de conclusie kunnen komen dat Perebooms analogie van toepassing is op Van der Sloot.

2p 18 Is volgens jou de analogie van Pereboom tussen het in quarantaine plaatsen van patiënten met een besmettelijke ziekte en het opsluiten van misdadigers van toepassing op de zaak van Van der Sloot? Zo nee, waarom niet en aan welke voorwaarde had voldaan moeten zijn om die analogie wel van toepassing te laten zijn? Zo ja, waarom en aan welke voorwaarde had voldaan moeten zijn om die analogie niet van toepassing te laten zijn? Als we aannemen dat we in een gedetermineerd universum leven, komt de vraag op of er in een dergelijk universum nog wel ruimte is voor rechtvaardigheid. Duidelijk is in ieder geval dat straffen op grond van het principe van retributieve rechtvaardigheid in een dergelijk universum problematisch wordt.

2p 19 Is er volgens jou in een gedetermineerd universum ruimte voor een vorm van rechtvaardigheid? Geef een beargumenteerde mening op basis van de deugdethische visie op rechtvaardigheid van Aristoteles.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 169Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 171: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o

Examen VWO

2013

filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2dinsdag 18 juni

13.30 - 16.30 uur

Pagina: 170Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 172: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 2 / 11 lees verder ►►►

Opgave 1 Inspiratie Kunstenaars zien inspiratie vaak als de bron waaruit ze ideeën putten voor hun kunst. Inspiratie omschrijven ze dan als een bewustzijnstoestand waarin ze creatief zijn en precies weten hoe ze iets moeten maken. Hoewel kunstenaars voor een deel afhankelijk zijn van inspiratie, zeggen ze vaak dat het geen zin heeft om op inspiratie te wachten: je kunt inspiratie niet dwingen. Het is zinvoller om vertrouwen te hebben in je technische vaardigheden en hopen dat je geïnspireerd wordt. Ook filosofen als de Nederlandse Theo de Boer hebben zich afgevraagd wat inspiratie is:

tekst 1 Bij inspiratie is er iets dat door je heen vaart. Als die wind door je heen blaast, verlies je de macht over jezelf. Dat lijkt in strijd met de dragende ideeën van de filosofie: het zelf denken, zonder van iets of iemand afhankelijk te zijn. bron: Theo de Boer, De vier zuilen van de filosofie, afscheidscollege,1997 Filosofen hebben nooit raad geweten met inspiratie, op Nietzsche na. Maar dichters wel. Die spreken er vrijuit over. Inspiratie dient zich aan als een ervaring die niet uit mijzelf komt, maar ‘van boven’. Dichters kennen dat nog. bron: Ger Groot, Twee zielen, gesprek met Theo de Boer

De Boer verbindt het hebben van inspiratie met ‘het hogere’ of transcendentie. Als het zo is dat inspiratie kunstenaars aanzet tot het maken van een kunstwerk, dan gebeurt dit dus, volgens De Boer, door een bovennatuurlijke kracht. Er zijn substantiedualisten die bovennatuurlijke krachten als een oplossing zien voor het interactieprobleem.

3p 1 Waarom zouden bovennatuurlijke krachten een oplossing bieden voor het interactieprobleem? Leg in je argumentatie het interactieprobleem uit. Noem een verschil tussen de oplossing die bovennatuurlijke krachten bieden en de oplossing van Descartes voor het interactieprobleem. De Boer noemt dichters als voorbeeld van kunstenaars, die inspiratie gebruiken. Volgens hem weten zij nog wat inspiratie is. Maar dichters beschouwen inspiratie doorgaans helemaal niet als bovennatuurlijke kracht, maar als iets dat uit hun onbewuste komt. Aan het begin van de twintigste eeuw ontstond er een stroming die in de kunst het ‘surrealisme’ genoemd wordt. Surrealisten gaven het onbewuste een belangrijke rol in zowel hun werk als bij het tot stand komen van hun werk.

Pagina: 171Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 173: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 3 / 11 lees verder ►►►

Surrealistische dichters bijvoorbeeld gebruikten een kenmerkende techniek: het automatisch schrift. Het automatisch schrijven werd door deze dichters gebruikt, om − naar eigen zeggen − hun onbewuste te laten spreken. Je zou het kunnen vergelijken met wat er gebeurt bij het improviseren, zoals in de muziek of dans. Dichters die automatisch schrijven, laten zinnen in hen opkomen: ze gaan zitten en schrijven ze op, ongeacht of ze grammaticaal juist zijn. Het automatische aan het automatisch schrift is volgens surrealisten, dat ze proberen om het onbewuste naar voren te halen door het bewuste naar de achtergrond te dringen. Dichters die het automatisch schrift proberen, zeggen dat het lijkt alsof zij niet zelf schrijven, en dat hun onbewuste als het ware voor hen schrijft. Zo kunnen er onverwachte teksten komen, die qua idee toch dicht bij de persoon van de dichter liggen. Surrealistische dichters gaan er vanuit dat je normaal gesproken wel bewust schrijft. Over bewust handelen heeft hersenonderzoeker Benjamin Libet na het doen van allerlei experimenten geconcludeerd, dat mensen veel vaker niet bewust hun lichaam aansturen dan wordt gedacht. De filosoof Daniel Dennett is het niet met Libets conclusies eens, maar hij zou het ook niet met de surrealistische dichters eens zijn geweest. Beiden hanteren namelijk volgens hem eenzelfde achterhaalde cartesiaanse vooronderstelling over de werking van het bewustzijn.

3p 2 Welke achterhaalde vooronderstelling over de werking van het bewustzijn zou Dennett aanwijzen bij zowel de surrealistische dichters als bij de conclusies van Libet? Beargumenteer je antwoord met behulp van de omschrijving van het automatisch schrift en het experiment van Libet. De Boer noemt Friedrich Nietzsche als een filosoof die een goed begrip heeft van wat inspiratie is. Weliswaar ziet Nietzsche inspiratie juist niet als bovennatuurlijke kracht, maar hij begrijpt wel dat mensen inspiratie als een bovennatuurlijke kracht voelen (zij voelen zich dan een medium tussen hemel en aarde), omdat de ervaring van inspiratie zo heftig kan zijn. Hij vindt het echter bijgeloof om zo over inspiratie na te denken. In zijn werk ‘Ecce Homo’ schrijft Nietzsche over inspiratie:

Pagina: 172Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 174: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 4 / 11 lees verder ►►►

tekst 2 Met het geringste restje bijgeloof zou je inderdaad de voorstelling dat je niets anders bent dan een medium als je geïnspireerd bent, nauwelijks van je kunnen afzetten. Dit is mijn ervaring van inspiratie: als een bliksem flitst een gedachte op, onafwendbaar, zonder aarzeling in de juiste vorm,− ik heb nooit een vrije keus gehad. Een gelukservaring, […]. Alles gebeurt in hoogste mate onvrijwillig, maar als het ware in een stormachtig gevoel van vrijheid.

naar: F. Nietzsche, Ecce Homo Nietzsche ziet in zijn beschrijving geen tegenstelling tussen onvrijwillige inspiratie en een gevoel van vrijheid. De geschriften van Nietzsche waren een bron van inspiratie voor het existentialisme. De existentialist Jean-Paul Sartre ziet het gehele leven als een kunstwerk, waarin de mens tegelijkertijd kunstwerk en kunstenaar is: net als bij het maken van een kunstwerk worden de regels in het leven tijdens het leven zelf bedacht. Hoewel een menselijk leven volgens Sartre als kunstwerk dient te worden opgevat, denken sommige mensen dat regels van tevoren vastliggen. Mensen die dat denken noemt Sartre ‘te kwader trouw’ (‘mauvaise foi’).

2p 3 Beargumenteer met behulp van tekst 2 of Sartre de ervaring van inspiratie van Nietzsche een voorbeeld zou vinden van ‘mauvaise foi’. Leg daarbij het begrip ‘mauvaise foi’ uit. De gelukservaring van inspiratie die Nietzsche beschrijft, zou je kunnen opvatten als een verlangen om te creëren. David Hume is een compatibilist en zou de zin “alles gebeurt in hoogste mate onvrijwillig” uit tekst 2 in tegenspraak vinden met zijn eigen idee van de vrije wil.

2p 4 Waarom zou Hume, ondanks het feit dat de inspiratie Nietzsche overkomt, Nietzsche toch vrij noemen? Beargumenteer je antwoord aan de hand van Humes opvatting over het verband tussen vrijheid en oorzakelijkheid. Welke omschrijving je van inspiratie geeft, hangt af van je visie op de verhouding tussen lichaam en geest. Een substantiemonist zal een geheel andere omschrijving geven dan een substantiedualist.

3p 5 Met welke stroming ben jij het eens: het substantiemonisme of het substantiedualisme? a) Beargumenteer voor de positie van je keuze wat een goede definitie van inspiratie is. b) Beargumenteer vervolgens welk element uit één van de teksten 1, 2 en de omschrijving van het automatisch schrift, met de stroming van jouw keuze in overeenstemming is. c) Beargumenteer ook welk element uit de teksten 1, 2 en de omschrijving van het automatisch schrift strijdig is met de stroming van jouw keuze.

Pagina: 173Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 175: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 5 / 11 lees verder ►►►

Opgave 2 Verslaving In de Nederlandse media laait van tijd tot tijd de discussie op over de vraag of iedereen zelf mag besluiten om kinderen te krijgen. Vaak wordt er getwijfeld of mensen met een laag IQ of een psychische stoornis wel in staat zijn een kind groot te brengen. Een speciale categorie potentiële ouders waarover hulpverleners zich veel zorgen maken, zijn de verslaafden. Naast de vraag of een verslaafde wel een kind kan grootbrengen, speelt ook de schade die een ongeboren kind kan oplopen wanneer zijn moeder tijdens de zwangerschap drugs gebruikt een belangrijke rol. Ging in 2010 de discussie nog over het met financiële middelen overhalen van verslaafden om aan anticonceptie te doen, in 2012 leefde de discussie op over het gedwongen ingrijpen bij verslaafden.

tekst 3 Het meest indringend is de vraag of je hen kunt verbieden kinderen te krijgen, als ze zelf de risico’s niet inzien. […] Neem de voorstanders van het verbod. Een aantal van hen pleitte onlangs publiekelijk voor gedwongen geboortebeperking. Het zijn hulpverleners uit de verslaafdenzorg en de jeugdzorg. Jaar in jaar uit zien ze mensen langskomen die absoluut niet voor zichzelf kunnen zorgen en toch denken dat ze de zorg voor een zuigeling aankunnen. Er is steeds beter bekend wat verslaafde ouders hun kinderen meegeven. Altijd: een sterk verhoogde kans op latere verslaving van het kind. Vaak, als de moeder tijdens de zwangerschap gebruikt: forse schade aan de hersenen. Onmiddellijke uithuisplaatsing voorkomt dat de baby’s sterven van verwaarlozing. Ja, iedereen heeft dezelfde grondrechten, maar nee, niet iedereen is zelfredzaam. Als je niet voor jezelf kunt zorgen, kun je ook geen kind opvoeden. En het kind heeft ook rechten. Op een gezonde start en een veilige omgeving. Als dat ontbreekt, kunnen ze beter niet geboren worden. naar: Elsje Jorritsma, NRC Handelsblad, 26 april 2012

Volgens de Amerikaanse filosoof John Martin Fischer hangt het hebben van een vrije wil samen met zichzelf onder controle hebben. Tekst 3 handelt over het ontbreken van controle over de (anti)conceptie bij verslaafden en daar wordt voorgesteld die controle over te nemen. Naast totale controle onderscheidt Fischer twee andere soorten controle, waaraan het de verslaafden lijkt te ontbreken volgens tekst 3.

2p 6 Noem die twee andere soorten van controle die Fischer onderscheidt en geef aan waar in tekst 3 het gebrek aan die twee soorten controle bij verslaafden is te herkennen. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat die beide vormen van controle inhouden.

Pagina: 174Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 176: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 6 / 11 lees verder ►►►

Ook de tegenstanders van gedwongen ingrijpen hebben sterke argumenten. Zij baseren zich op de lichamelijke integriteit en de fundamentele rechten van de betrokkenen en wijzen verder nog op het gevaar van een glijdende schaal.

tekst 4 En dan zijn er de tegenstanders. Zij zijn verontwaardigd dat het onderwerp überhaupt weer aan de orde is. Hoe zit het met de mensenrechten? Iedereen heeft dezelfde grondrechten. Ook mensen die verslaafd zijn, of niet zo slim. En een van de belangrijkste daarvan is het recht op lichamelijke integriteit. Deze fundamentele mensenrechten kun je niet zomaar terzijde schuiven. Uit het gemak waarmee hun mensenrechten terzijde worden geschoven blijkt weinig respect, zeggen ze. En dan is er natuurlijk ook nog het argument van de glijdende schaal dat de overheid gebruikt om te bepalen wie zich mag voortplanten: vandaag de verslaafden en zwakbegaafden, morgen de alleenstaande ouders? Hun kinderen hebben immers ook een verhoogde kans op een criminele loopbaan. naar: Elsje Jorritsma, NRC Handelsblad, 26 april 2012

De voorstanders van gedwongen anticonceptie voor verslaafden beroepen zich op ethische visies als deugdethiek en utilisme. De tegenstanders van gedwongen anticonceptie voor verslaafden lijken daarentegen plicht-ethische argumenten te gebruiken. Zij zouden hun visie kunnen rechtvaardigen op basis van de plichtethiek van Immanuel Kant.

2p 7 Op grond van welke twee argumenten uit de plichtethiek van Kant zouden de tegenstanders van gedwongen anticonceptie hun visie kunnen rechtvaardigen? Kant gaat er vanuit dat de mens vanuit zijn intelligibele karakter handelt en hij daardoor verantwoordelijk moet worden geacht voor zijn handelen.

3p 8 In hoeverre handelt een verslaafde die onder invloed is vanuit zijn intelligibele karakter? Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat Kant onder het intelligibele karakter van de mens verstaat en of het handelen vanuit zijn intelligibele karakter de verslaafde verantwoordelijk maakt voor zijn handelen.

Pagina: 175Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 177: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 7 / 11 lees verder ►►►

Volgens de Canadese filosoof Charles Taylor heeft vrije wil te maken met reflectieve zelfevaluatie. Hij onderscheidt in zelfevaluatie een zwakke variant en een sterke variant. Hoewel Taylor zelfevaluatie vooral in verband brengt met vrije wil als zelfverwerkelijking, is er ook een verband met het nemen van morele verantwoordelijkheid.

2p 9 In welk opzicht is de zwakke vorm van zelfevaluatie te vergelijken met een utilistische wijze van morele verantwoordelijkheid nemen? Leg ook uit wat het verschil is tussen de zwakke vorm van zelfevaluatie en utilisme. In zijn uiteenzetting over zelfevaluatie schetst Taylor ook een sterke vorm van reflectieve zelfevaluatie. Volgens hem ligt de basis voor zelfverwerkelijking vooral in deze sterke vorm en niet in het maken van een radicale keuze, zoals Sartre stelt. Het vormen van wat Taylor noemt een ‘conception of the self’ − oftewel een zelfbeeld − op basis van die sterke vorm van zelfevaluatie leidt juist tot zelfverwerkelijking. Deze benadering lijkt op de manier waarop Aristoteles in zijn deugdethiek uitlegt hoe de mens zich dient te verwerkelijken.

3p 10 Leg uit hoe de mens zich volgens Taylor verwerkelijkt en hoe de mens dit doet volgens Aristoteles. Geef hiertoe twee filosofisch relevante overeenkomsten tussen beide visies. Leg bovendien uit hoe men volgens Taylor tot een ‘conception of the self’ komt. De wilsbekwaamheid in twijfel trekken van verslaafden is één zaak, een andere zaak is of iemand die verslaafd is toch de keuze zal kunnen maken om zijn of haar leven te verwerkelijken. Dit roept de vraag op of het leven als verslaafde toch een vorm van zelfverwerkelijking kan inhouden. Een verslaafde kan dan misschien wel zelf voor dit leven gekozen hebben en er tevreden over zijn, anderen in zijn omgeving kunnen zijn keuze betreuren.

5p 11 Ga voor elk van de vier aspecten van zelfverwerkelijking na waarom een leven als verslaafde niet als een vorm van zelfverwerkelijking gezien kan worden Leg vervolgens uit op welke van de drie ethische theorieën − het utilisme, de deugdethiek of de plichtethiek − je je antwoord baseert.

Pagina: 176Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 178: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 8 / 11 lees verder ►►►

Opgave 3 De gewapende overval Op de website van de Vlaamse tv-zender Canvas werd in december 2008 het programma Virus aangekondigd dat een gehele aflevering wijdde aan de illusionist Derren Brown. De aankondiging luidde:

tekst 5

VIRUS haalt vanavond het slechtste in je boven. Zonder dat je het zelf beseft […]. Derren Brown is een Brits …. Ja, een Brits wat eigenlijk? Zelf omschrijft hij zich als een entertainer die speelt met magie, suggestie, psychologisch inzicht en misleiding. Klinkt allemaal vrij onschuldig? Wacht tot je ‘The Heist’ hebt gezien, een televisieprogramma dat Brown maakte voor Channel 4. Uitgangspunt: kun je via (onbewuste) conditionering een groep brave, de wet respecterende burgers zover krijgen dat ze volledig uit eigen beweging een geldtransport overvallen?

naar: http://virus.canvas.be, 2 december 2008

Derren Brown is een vooraanstaande illusionist die psychologische trucs gebruikt om menselijk gedrag te voorspellen en te manipuleren. In tegenstelling tot veel van zijn collega-illusionisten legt Brown echter aan zijn publiek uit hoe zijn trucs in elkaar zitten. Hij maakt televisieprogramma’s om aan te tonen dat je helemaal niet over bovennatuurlijke gaven hoeft te beschikken om mensen in illusies te laten geloven. Hij laat in zijn programma’s mensen optreden die denken dat ze uit vrije wil handelen, maar in feite − zonder dat ze dat weten − door Brown worden gemanipuleerd. Ook trekt Brown ten strijde tegen illusionisten, mediums en zogenaamde ‘paranormalen’ die beweren over bovennatuurlijke gaven te beschikken. Hij daagt iedereen die claimt gebruik te maken van bovennatuurlijke krachten uit om deze gave wetenschappelijk te laten testen. Tot op heden is niemand er volgens Brown in geslaagd dergelijke wetenschappelijke tests te doorstaan. Voor veel mensen is het een aantrekkelijk idee dat ook de vrije wil een bovennatuurlijke kracht is.

2p 12 Waarom is het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht voor veel mensen aantrekkelijk? Leg in je argumentatie uit waarom iemand die claimt anderen te kunnen manipuleren met behulp van bovennatuurlijke krachten een hedendaagse natuurwetenschappelijke test niet zal doorstaan.

Pagina: 177Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 179: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 9 / 11 lees verder ►►►

Brown zegt dat hij het bestaan van bovennatuurlijke gaven of krachten afwijst. Daaruit zou je kunnen concluderen dat Brown een groot vertrouwen heeft in de verklaringskracht van de hedendaagse wetenschap. Onze alomtegenwoordige wetenschap is voortgekomen uit de wetenschappelijke revolutie die zich voltrok in de 16e en 17e eeuw. Met deze revolutie veranderde ook ons wereldbeeld. Een wetenschapsfilosoof die zich specialiseerde in de consequenties van veranderingen in wetenschappelijke wereldbeelden is Thomas Kuhn. Met zijn theorie leverde Kuhn kritiek op de opvattingen van collega wetenschapsfilosoof Karl Popper.

3p 13 In hoeverre zouden Popper en Kuhn de uitspraak van Brown dat er geen bovennatuurlijke krachten bestaan als een wetenschappelijke uitspraak beschouwen? Beargumenteer je antwoord op grond van de wetenschapsfilosofische theorieën van zowel Popper als van Kuhn en leg tevens uit welke verandering in het wereldbeeld zich voltrok in de wetenschappelijke revolutie van de 16e en 17e eeuw. In het in tekst 5 genoemde televisieprogramma deed Brown zich voor als ‘motivatie-coach’ die een groep zakenmensen psychologische technieken zal aanleren om succesvoller te zijn in de zakenwereld. Echter, tijdens die ‘training’ probeert Brown de deelnemers zonder dat ze het weten te beïnvloeden om criminele activiteiten uit te voeren. Hij begint met opdrachten waarin de deelnemers kleine vergrijpen moeten plegen, maar allengs worden de opdrachten zwaarder en ernstiger. De deelnemers hebben allemaal een goed inkomen en geen strafblad. Toch gaat bijna iedereen akkoord met Browns opdracht om te stelen uit een winkel. De deelnemers vertellen elkaar achteraf dat het stelen hen een gevoel van opwinding heeft gegeven. Volgens onder andere de filosoof John Gray lijkt het groepsgedrag van mensen erg op groepsgedrag bij dieren.

2p 14 Waarom zou het idee dat deze zakenmensen uit vrije wil handelen volgens Gray problematisch zijn wanneer je het beziet vanuit de overeenkomst tussen groepsgedrag bij dieren en mensen? Beargumenteer je antwoord en leg uit wat dit antwoord betekent voor de mogelijkheid van vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid.

Pagina: 178Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 180: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 10 / 11 lees verder ►►►

Tijdens een volgende opdracht onderwerpt Brown negen deelnemers aan het Milgram-experiment. De resultaten van dit experiment, uitgevoerd door Brown, blijken vergelijkbaar te zijn met de resultaten van het oorspronkelijke experiment. De opvatting van de filosoof Thomas Nagel over verantwoordelijkheid en vrije wil kan worden toegepast op de situatie van de deelnemers aan het Milgram-experiment, die tot het einde toe doorgaan met het experiment.

2p 15 Welke reactie kan vanuit de opvatting van Nagel worden gegeven op het verantwoordelijk houden van deze deelnemers aan het Milgram-experiment voor hun gedrag tijdens dit experiment? Leg in je antwoord uit wat het Milgram-experiment inhoudt. Uiteindelijk selecteert Brown voor zijn laatste test vier deelnemers die een goede afspiegeling van de “alledaagse burger onder normale omstandigheden” zijn. Hij belt elk van de deelnemers op en nodigt hen uit naar Londen te komen. Daarbij gebruikt hij allerlei suggestieve uitspraken in de trant van “Steel je hart en zorg dat je echt winst haalt uit mijn training”, “Verlaat je comfortzone en zorg dat het leven gaat zoals jij dat wil”, “Jij bent gewapend met onbetwistbare macht”. Ook vraagt hij hun een eerder gekregen en niet van echt te onderscheiden speelgoedpistool mee te nemen. In Londen aangekomen stappen de deelnemers uit de auto en lopen door een bijna verlaten straat met verschillende door Brown geënsceneerde symbolen. Tijdens de training zijn de kleur groen, over je been wrijven en het liedje “Can you feel it” geassocieerd met agressie en daadkracht. Eerst loopt de deelnemer langs een groot groen hek en ziet hij een reclamebord voor panty’s waarop benen zijn te zien en waarbij de slogan “Kom op, doe het, steel je hart” te lezen is. Vervolgens rijdt er een auto langs waaruit luid uit het open raam het liedje Can you feel it klinkt. Direct daarop komt de deelnemer langs een geparkeerde groene geldwagen van de Bank of England. Een bewaker van de bank − een acteur, maar dat weten de deelnemers niet − loopt net uit de geldwagen weg met twee koffers vol geld. Drie van de vier deelnemers besluiten, zonder expliciete aansporing en in de veronderstelling dit uit vrije wil te doen, om de bewaker te overvallen. Onder bedreiging van het pistool staat de bewaker de twee geldkoffers ter waarde van 120 duizend euro aan hen af. Eén van de vier deelnemers loopt echter door zonder de bewaker te overvallen. De andere drie deelnemers worden direct na hun overval opgewacht en ingerekend door de politie, die hen daarna zonder strafvervolging aan Brown overhandigt. Brown vangt de deelnemers vervolgens zorgzaam op en ‘deprogrammeert’ hen. Eén van de deelnemers aan het experiment van Brown is echter hevig ontdaan en voelt zich verantwoordelijk voor de gepleegde overval.

Pagina: 179Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 181: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-13-2-o 11 / 11 lees verder ►►►

In het kader van vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid heeft de filosoof Harry Frankfurt zijn gedachte-experiment ‘dokter Black’ bedacht.

2p 16 Vergelijk het gedachte-experiment ‘dokter Black’ van Frankfurt met de gewapende overval uit het televisieprogramma van Brown. Geef daarbij op basis van het gedrag van de deelnemers de filosofisch relevante overeenkomst en het filosofisch relevante verschil met betrekking tot het bestaan van vrije wil aan. De eerder genoemde filosoof Thomas Nagel zou de spijt van de deelnemer die hevig ontdaan is en zich verantwoordelijk voelt voor de overval misschien als actorspijt (agent-regret) omschrijven.

5p 17 Kan de deelnemer die spijt ervaart over de overval die hij heeft gepleegd volgens Nagel verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daad? Beargumenteer je antwoord aan de hand van de vier vormen van ‘moral luck’ die Nagel onderscheidt en leg daarbij uit wat actorspijt is.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 180Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 182: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o

Examen VWO

2012

filosofie

Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1dinsdag 29 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 181Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 183: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 De verliefde wil In september 2010 verscheen het boek ‘Wij zijn ons brein’ van de hersenwetenschapper Dick Swaab. In dit boek betoogt Swaab dat alles wat ons tot onszelf maakt, zich afspeelt in ons brein. Of het nu gaat om moreel gedrag, seksuele differentiatie, religie of verliefdheid: aan de basis liggen hersenprocessen. Volgens Swaab hoort ook de vrije wil in die rij thuis. Over de relatie tussen verliefdheid en de vrije wil schrijft hij het volgende:

tekst 1 Niemand die zich de heftige en plotselinge gebeurtenis van een intense verliefdheid kan herinneren, zal de partnerkeuze classificeren als ‘een vrije keuze’ of ‘een weloverwogen besluit’. Verliefdheid op het eerste gezicht overkomt je gewoon, het is pure biologie, compleet met de euforie, alle heftige lichamelijke reacties zoals een bonzend hart, zweten en slapeloosheid, met de emotionele afhankelijkheid, sterk gefocuste aandacht, het obsessieve denken aan en het bezitterig beschermen van de partner, en het gevoel van verhoogde energie. bron: Dick Swaab, Wij zijn ons brein, 2010

Swaab wijst er verder in zijn boek op dat bewustzijn een voorwaarde is om over een vrije wil te kunnen beschikken. De vrije wil staat volgens hem tegenover de ‘pure biologie’, omdat daarin het ‘weloverwogen besluit’ − en daarmee het bewustzijn − geen rol speelt. Volgens Swaab kan verliefd worden dus nooit een daad uit vrije wil zijn. Voor compatibilisten hoeft er geen tegenstelling te zijn tussen ‘pure biologie’ en een daad uit vrije wil. Eén van deze compatibilisten is de achttiende-eeuwse filosoof David Hume.

2p 1 Is verliefd worden uit vrije wil mogelijk volgens Hume? Beargumenteer je antwoord met behulp van tekst 1. Een andere compatibilist is de hedendaagse filosoof Harry Frankfurt, die in zijn denken aansluit bij de uitspraak van Hume dat ‘de rede de slaaf van de passies’ is. Hoewel Frankfurts positie voor een deel overeenkomt met die van Hume, is er ook een verschil.

3p 2 Leg bovenstaande uitspraak van Hume uit en beargumenteer aan de hand van deze uitspraak in hoeverre het compatibilisme van Hume overeenkomt met het compatibilisme van Frankfurt. Geef in je argumentatie een overeenkomst en een verschil. Misschien nog wel interessanter dan de vraag of iemand uit vrije wil verliefd kan worden, is de vraag of iemand die verliefd is überhaupt wel een vrije wil heeft. Een conditioneel compatibilist zou hier beslist ‘ja’ op antwoorden. Maar op het conditioneel compatibilisme is ook kritiek mogelijk, zoals bijvoorbeeld het consequentie-argument van de filosoof Peter van lnwagen laat zien.

Pagina: 182Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 184: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 3 lees verder ►►►

3p 3 Verdedig, vanuit het conditioneel compatibilisme, het standpunt dat iemand die verliefd is nog steeds uit vrije wil kan handelen. Betrek in de argumentatie de twee voorwaarden waaraan volgens een conditioneel compatibilist voldaan moet zijn, wil een handeling een vrije wilshandeling genoemd kunnen worden. Geef met behulp van het consequentie-argument van Van lnwagen kritiek op het standpunt van de conditioneel compatibilist. Voor Swaab is ‘bewuste aansturing’ een noodzakelijke voorwaarde om van vrije wil te kunnen spreken. Maar of we echt bewust ons lichaam aansturen is volgens hem nog maar de vraag. Om die vraag aan de orde te stellen haalt hij in zijn boek het onderzoek van de wetenschapper Benjamin Libet aan. Libet voerde in de jaren tachtig van de vorige eeuw een aantal experimenten uit die leken aan te tonen dat wij ons lichaam niet bewust aansturen. Naar aanleiding van die experimenten noemt Swaab de vrije wil ‘een plezierige illusie’.

4p 4 Vind je het terecht dat Swaab de vrije wil een illusie noemt? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een beschrijving van een experiment van Libet. Geef ook twee kritiekpunten weer op dit experiment. Hoewel het lijkt alsof Swaab hier een wetenschappelijke waarheid verkondigt, is zijn positie filosofisch gezien op te vatten als een monistische variant op het epifenomenalisme. En op die positie is kritiek mogelijk.

3p 5 Waarom kun je Swaabs positie als een monistische variant van het epifenomenalisme beschouwen? Betrek in je argumentatie de definities van het monisme en het epifenomenalisme. Eén van de filosofen die kritiek heeft op de positie van Swaab is de cognitiewetenschapper Marc Slors. We kunnen ons, volgens hem, afvragen of bewustzijn wel een noodzakelijke voorwaarde is om van een vrije wil te kunnen spreken. Onbewust gedrag voelt namelijk soms juist vrij. Slors zegt over onbewust gedrag:

tekst 2 Handelen zonder dat je van tevoren goed weet wat je precies gaat doen is mensen heel vertrouwd. Een jazzmuzikant merkt wel welke noten er gaan klinken; Arjen Robben dribbelt langs zijn tegenstander zonder bewust te plannen hoe hij zijn voeten zal zetten. Je kunt praten, muziek maken, sporten, zonder vooraf bewuste beslissingen te nemen die je spieren in actie gaan zetten. Dat gaat echt buiten je bewuste om. Maar − en dat is de crux − dat maakt het niet minder jouw gedrag. We zeggen zelfs: “Typisch een solo van Coltrane, typisch een Robben-doelpunt.” Dus in de praktijk nemen we het niet zo nauw met de eis dat er bewuste beslissingen aan een handeling vooraf moeten gaan om echt zelf te kunnen handelen en dus van vrije wil te kunnen spreken. bron: Filosofie Magazine, november 2010

Pagina: 183Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 185: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 4 lees verder ►►►

Marc Slors stelt, net als Harry Frankfurt, dat de voorwaarde voor het hebben van een vrije wil zou moeten zijn dat gedrag echt jouw gedrag is, en niet dat een handeling ook per se bewust wordt aangestuurd. Ook de voetballer Arjen Robben zelf verbindt ‘niet nadenken’ en 'vrijheid' met elkaar, zoals blijkt uit gedeelten uit interviews uit 2003 en 2010. Het laatste interview was vlak voor het wereldkampioenschap voetbal. Robben was voor het kampioenschap geblesseerd geraakt, maar leek in ieder geval lichamelijk weer fit voor de wedstrijd. Hij spreekt in het interview over de manieren om weer fit te worden:

tekst 3 “Alles op intuïtie. Ik zie de ruimte en duik erin. Zonder dat ik precies weet waar het gaat eindigen. Die vrijheid heb ik, dat is mijn kracht.” […] “Het klopt dat ik in mijn hoofd nog wel bezig ben met die blessure. Dat is eigenlijk het laatste stapje dat ik nog moet maken, in mijn hoofd nog fit worden. Vrijheid voelen, niet nadenken.” naar: Trouw, 24 mei 2003 en De Pers, 28 juni 2010

Hoewel Robben fysiek hersteld was, dacht hij tijdens het voetballen nog teveel over zijn blessure na en kon daardoor niet vrij spelen. Voor Swaab zou het opmerkelijk zijn dat Robben ‘fit worden in zijn hoofd’ verbindt met ‘niet nadenken’ en ‘niet nadenken’ vervolgens met vrijheid. Volgens Slors en Frankfurt is de verbinding tussen ‘niet nadenken’ en ‘vrijheid’ eigenlijk helemaal niet opmerkelijk: je zou Robben, die typisch eigen gedrag laat zien als hij op intuïtie voetbalt, of iemand die verliefd is en daarvan geniet, juist vrijer moeten noemen dan iemand die bewust iets nalaat terwijl hij er eigenlijk wel naar verlangt.

3p 6 Leg aan de hand van de redenering van Frankfurt uit, dat Arjen Robben die op intuïtie voetbalt en daarmee zijn eigen gedrag laat zien, vrijer is dan iemand die bewust iets nalaat terwijl hij er eigenlijk wel naar verlangt. Betrek in je antwoord het verschil tussen eerste- en tweede-orde-verlangens.

Pagina: 184Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 186: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 5 lees verder ►►►

Opgave 2 Zelfverwerkelijking en het schoonheidsideaal Het schoonheidsideaal dat in een cultuur overheerst, wordt door allerlei factoren bepaald. Zo bestaat het schoonheidsideaal in onze huidige maatschappij vooral uit het hebben van een slank lichaam met een gave en strakke huid. In de periode van de Barok echter, schilderde Peter Paul Rubens juist mooie mollige mensen. En ook bij andere schilders in de Barok zien we dat mensen dikker dan nu worden afgebeeld. Dik zijn was in die tijd dan ook een teken van welvaart en werd zeer fraai gevonden. Ook een bleke huid − soms met blauwe make-up aangezette aderen om de goede afkomst (“Blauw bloed”) te benadrukken − was erg trendy. Het huidige slankheidsideaal in onze maatschappij is niet voor iedereen weggelegd. Sommigen kunnen daaraan niet voldoen vanwege hun lichaamsbouw. Anderen willen er niet aan voldoen, bijvoorbeeld omdat zij van veel en lekker eten houden. In de documentaire ‘Beperkt Houdbaar’ van Sunny Bergman wordt ons schoonheidsideaal ter discussie gesteld.

tekst 4 In haar film heeft Bergman kritiek op de Nederlandse tijdschriften die allemaal het programma ‘Photoshop’ gebruiken. Met Photoshop is het mogelijk foto’s dermate aan te passen dat het fotomodel er zeer overtuigend en mooi uitziet terwijl het niet overeenkomt met de werkelijkheid. Door alle rimpels, lijnen en andere oneffenheden te verbloemen, kleuren toe te voegen, tailles te ‘verslanken’ en borsten en heupen digitaal te verbreden, draagt men er volgens Bergman toe bij dat er een niet realistisch schoonheidsideaal ontstaat. Veel vrouwen worden dagelijks geconfronteerd met een jong, slank en strak schoonheidsideaal en maken zich er zorgen over dat ze niet aan dat ideaal kunnen voldoen. Zij zijn zich bij het lezen van een tijdschrift er niet van bewust dat de foto’s niet de werkelijkheid weergeven. Bergman pleit ervoor dat bladen door middel van een logo eerlijk aangeven wanneer zij foto’s ingrijpend bewerken. naar: www.vpro.nl/programma/beperkthoudbaar

Het al dan niet volgen van het heersende schoonheidsideaal kan door filosofen gezien worden als een uiting van de vrije wil als zelfverwerkelijking. Wanneer we van mening zijn dat iemand iets doet omdat hij of zij het zelf wil, worden vaak vier aspecten van zelfverwerkelijking onderscheiden. Het eerste aspect is dat van herkenbaarheid: een handeling moet te herkennen zijn als passend bij het karakter of de stijl van de persoon. Er zijn nog drie andere aspecten van zelfverwerkelijking.

3p 7 Kan het volgen van het heersende schoonheidsideaal als zelfverwerkelijking worden beschouwd? Beargumenteer je antwoord op basis van de overige drie aspecten van zelfverwerkelijking en gebruik daarbij tekst 4.

Pagina: 185Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 187: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 6 lees verder ►►►

Het heersende schoonheidsideaal zet mensen volgens Bergman aan tot cosmetisch-chirurgische ingrepen.

tekst 5 Eén van de beleidsvoorstellen van Bergman is het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar, waarop mensen mogen beslissen over een cosmetisch-chirurgische ingreep. Daarnaast bespreekt Bergman met verschillende deskundigen over het idee om psychologische screening voor een cosmetische ingreep door een onafhankelijke professional in te voeren. naar: www.vpro.nl/programma/beperkthoudbaar

Cosmetisch-chirurgisch ingrijpen op jonge leeftijd roept ethische vragen op over de vrijheid van handelen. Bergman zelf wil maatregelen van de overheid om mensen tegen zichzelf beschermen, in ieder geval als ze te jong zijn of, door hun psychische gesteldheid, niet in staat zijn om de wenselijkheid van een dergelijke cosmetisch-chirurgische ingreep zelf goed in te schatten. Volgens de Canadese filosoof Charles Taylor heeft elk mens echter een vermogen tot reflexieve zelfevaluatie, waardoor we onze verlangens kunnen evalueren.

4p 8 Kan Taylors ‘reflexieve zelfevaluatie’ zinvol gebruikt worden bij het nemen van een beslissing over de wenselijkheid van een ingrijpende cosmetisch-chirurgische ingreep? Beargumenteer je antwoord op basis van Taylors onderscheid tussen een evaluatie in zwakke en in sterke zin. Leg dit onderscheid uit aan de hand van de deugdethische benadering en de utilistische benadering van het realiseren van verlangens. Evolutionair gezien is dik worden in huidige tijden van overvloed goed te verklaren. Wellicht vinden mensen het daarom moeilijk om tegen hun natuurlijke geneigdheid in te gaan. Omdat de neiging om te veel te eten bovendien lijnrecht tegenover de verwachtingen van de samenleving omtrent schoonheid staat, en omdat we het risico lopen zwaarder te worden dan ons lief is, zoeken we steun bij diëten of therapieën. Al sinds het begin van de jaren zestig wordt cognitieve gedragstherapie toegepast om het juiste gewicht te behouden. De behandeling richt zich vooral op het versterken van de zelfcontrole, waarbij ervan uitgegaan wordt dat eten steeds in een bepaalde context plaatsvindt. Door voortdurend te registreren wanneer, waar, waarom en wat men precies eet, ontstaat inzicht in welke prikkels tot het ongewenste eetgedrag leiden. Vervolgens richt de therapie zich op het beperken van het aantal tijden en plaatsen waarop men eet en op het concentreren op wat men precies eet. Het door middel van gedragstherapie beperken van het aantal tot eten uitlokkende prikkels wordt in de volgende tekst verder uitgelegd.

Pagina: 186Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 188: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 7 lees verder ►►►

tekst 6 Om zelfbeheersing op te bouwen kijkt, ruikt en proeft de betrokkene aan eten, snoep of ijs zonder het te mogen eten; met als bedoeling dat op deze wijze het overmatig eetgedrag zal gaan uitdoven, omdat de voorspelling van voedselopname gefalsificeerd wordt. Vooral externe eters, die reageren op prikkels van bijvoorbeeld een cafetaria, hebben baat bij dit soort therapie en emotionele eters, die uit ongenoegen eten, hebben baat bij het aanleren van alternatief gedrag. Ze moeten nieuwe manieren leren om met onaangename gevoelens om te gaan in plaats van te gaan eten. Daarnaast krijgt men uitvoerige voorlichting over het belang van gezonde en regelmatige voeding en beweging. naar: P.J. Daanse, Cognitieve gedragstherapie voor gewichtsreductie bij primaire obesitas. H&W, 2003, jaargang 46, nr 5

In het kader van vrije wil als zelfverwerkelijking betoogt de Britse filosoof John Stuart Mill dat men omwille van het welzijn actief betrokken moet zijn op de vorming van het eigen karakter. Hiertoe geeft Mill drie redenen.

3p 9 Zijn de redenen die Mill geeft met betrekking tot het belang van actieve betrokkenheid op de vorming van het eigen karakter van toepassing op de hiervoor beschreven gedragstherapie? Beargumenteer je antwoord op basis van de drie redenen die Mill aanvoert. In tegenstelling tot gedragstherapie richt de eerder aangehaalde Bergman zich met haar documentaire juist op het veranderen van het schoonheidsideaal in de media. Ze vindt het voorhouden van een onbereikbaar schoonheidsideaal slecht voor vrouwen. Met haar streven om realistische foto’s in tijdschriften te plaatsen, wil Bergman het schoonheidsideaal bereikbaarder maken. De daarbij door Bergman gehanteerde vooronderstelling lijkt te zijn dat de aantrekkingskracht van het huidige schoonheidsideaal zo groot is dat het de keuzevrijheid van vrouwen ernstig beperkt. De Franse filosoof Jean Paul Sartre daarentegen zou vinden dat eenieder die zich laat leiden door een schoonheidsideaal, zelf de verantwoordelijkheid hiervoor dient te dragen. Kiezen in vrijheid is volgens hem een radicale keuze en de verantwoordelijkheid voor je eigen leven elders leggen is voor Sartre een handeling te kwader trouw (‘mauvaise foi’).

3p 10 Vind jij dat het nastreven van het heersende schoonheidsideaal een handeling uit vrije keuze is of dat het als 'mauvaise foi' moet worden gezien? Beargumenteer je antwoord en leg uit waarom men − volgens Sartre − in dit soort lastige situaties nooit volledig dwingende redenen kan geven voor één bepaalde keuze. Maak bovendien duidelijk wat Sartre bedoelt als hij zegt dat de mens is wat hij van zichzelf maakt.

Pagina: 187Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 189: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 8 lees verder ►►►

De vraag in hoeverre mensen authentiek handelen bij hun streven naar zelfverwerkelijking heeft onder filosofen tot veel discussie geleid. Volgens de Britse filosoof John Gray is het idee van de mogelijkheid van zelfverwerkelijking een (westerse) misvatting. Hij gaat hiermee lijnrecht in tegen de opvattingen van Sartre.

2p 11 Leg uit waarom Gray het begrip ‘zelfverwerkelijking’ een misvatting noemt. Beargumenteer vervolgens met welke filosoof jij het met betrekking tot de mogelijkheid tot zelfverwerkelijking meer eens bent: met Sartre of met Gray.

Pagina: 188Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 190: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 Misdaden In de loop van de geschiedenis zijn nogal wat misdrijven gepleegd waarbij onomstotelijk lijkt vast te staan dat de daders ervan willens en wetens tot hun gruwelijkheden zijn gekomen. Een schrijnend voorbeeld hiervan is het geval van Alyssa Bustamante. In 2009 brengt deze 15-jarige Amerikaanse scholiere op gewelddadige wijze haar 9-jarige buurmeisje om het leven en begraaft haar in het bos. Ze verklaart later erg nieuwsgierig te zijn geweest naar hoe het zou voelen om iemand te vermoorden. Ze heeft de moord voorbereid door een week eerder alvast twee gaten te maken in het bos om het buurmeisje na haar dood in te begraven. Alyssa is de dochter van een moeder met alcohol- en drugsproblemen en een vader die een jarenlange gevangenisstraf heeft uitgezeten voor geweldsdelicten. Ook heeft Alyssa last van depressies en verminkt ze zichzelf, waarvoor ze met medicijnen wordt behandeld. Wanneer wordt nagedacht over de vraag of misdrijven de dader ervan wel kunnen worden aangerekend en welk rechtssysteem het meest rechtvaardig is, wordt de opvatting van ‘vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid’ gehanteerd. Een vraag die met betrekking tot bovenstaand geval kan worden gesteld is of Alyssa uit vrije wil heeft gehandeld.

2p 12 Beargumenteer aan de hand van de begrippen ‘stoornis’ en ‘verleiding’ waarom het ingewikkeld is om vast te stellen of Alyssa uit vrije wil heeft gehandeld. De Amerikaanse justitie besluit de minderjarige Alyssa te berechten als een volwassene, zodat men haar kan veroordelen tot een levenslange celstraf zonder de mogelijkheid om vervroegd vrij te komen. Met betrekking tot de rechtvaardiging van strafvervolging worden in het algemeen vier verschillende redenen of principes genoemd. Eén daarvan is het beschermen van de samenleving tegen het gedrag van een misdadiger door deze op te sluiten. De filosoof Derk Pereboom maakt in verband met de opsluiting van een misdadiger een analogie met het in quarantaine plaatsen van mensen met een besmettelijke ziekte.

3p 13 Zou volgens Pereboom, in het geval van de beoogde straf voor Alyssa, de analogie met het in quarantaine plaatsen opgaan? Beargumenteer je antwoord en leg uit waarom volgens Pereboom het principe van retributieve rechtvaardigheid bij het in quarantaine plaatsen niet van toepassing is. Binnen zes weken na het misdrijf van Alyssa wordt Amerika opgeschrikt door een soortgelijk misdrijf: de scholier Andrew Conley brengt moedwillig zijn jongere broertje om. Ook het Nederlandse dagblad Trouw berichtte hierover.

Pagina: 189Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 191: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 10 lees verder ►►►

tekst 7 Een 17-jarige Amerikaanse jongen die afgelopen weekend zijn 10-jarig broertje wurgde, heeft tegen de politie gezegd dat hij zich identificeerde met Dexter, de seriemoordenaar uit de gelijknamige televisieserie. […] Na zijn broertje te hebben gewurgd, sleepte Andrew diens lichaam naar eigen zeggen naar zijn auto, waarna hij op bezoek ging bij zijn vriendin. Die vertelde de politie dat haar vriendje een opgewekte indruk maakte, “een stuk vrolijker dan in lange tijd”. […] De tiener vertelde de politie dat hij er al sinds zijn 13e of 14e over fantaseerde om iemand te vermoorden […]. Hij vergeleek zijn aanvechting een moord te begaan met de onweerstaanbare verleiding van iemand die uitgehongerd is en een hamburger krijgt voorgezet. bron: Novum/AP, Moordende tiener identificeerde zich met ‘Dexter’, 4 december 2009

Met betrekking tot de vraag of Andrew uit vrije wil heeft gehandeld zijn verschillende antwoorden mogelijk. Welke positie je in het debat over de vrije wil inneemt, is mede afhankelijk van de principes die je hanteert, zoals het principe van de ultieme oorzaak en het principe van de alternatieve mogelijkheden.

2p 14 Leg aan de hand van tekst 7 voor elk van deze twee principes uit dat Andrew volgens een libertariër uit vrije wil heeft gehandeld. Net als bij het eerder genoemde geval van Alyssa is ook bij de moord van Andrew de morele woede en verontwaardiging bij de aanklagers groot. De officier van justitie zegt in dit verband over Andrew: “Sommige mensen zijn gewoon inslecht. Dit is een inslecht kind.” De 17-jarige Andrew heeft geen strafblad en staat bekend als goede leerling. Hedendaagse opvattingen over immoreel gedrag zijn ontstaan in een lange filosofische traditie. Zo werd bijvoorbeeld over de verklaring van immoreel gedrag door klassieke Griekse filosofen anders gedacht dan door christelijke filosofen.

2p 15 Leg uit dat de officier van justitie zich met betrekking tot zijn opmerking over de immoraliteit van Andrew enerzijds op Aristoteles en anderzijds op Augustinus zou kunnen beroepen. Betrek in je antwoord tekst 7 en de opvattingen over immoraliteit van Aristoteles en Augustinus.

Pagina: 190Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 192: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 11 lees verder ►►►

Een risico van uitingen van morele woede en verontwaardiging is, zeker wanneer deze door gezagsdragers als officiers van justitie wordt geuit, het ontstaan van maatschappelijke onrust, eigenrichting en geweld. Volgens de hedendaagse filosoof Derk Pereboom is het onder andere deze morele woede die maakt dat we, wat Pereboom betreft ten onrechte, geloof hechten aan het bestaan van een vrije wil en van morele verantwoordelijkheid. Volgens Pereboom kan de stroming van het harde incompatibilisme ons leven verrijken door de gemoedsrust te brengen waarmee we de risico’s van morele woede het hoofd kunnen bieden.

2p 16 Op grond van welke argumentatie concludeert Pereboom dat morele woede zou leiden tot een geloof in het bestaan van de vrije wil? Geef deze argumentatie weer en leg uit hoe het harde incompatibilisme volgens Pereboom gemoedsrust mogelijk maakt. Andrew zegt zich te hebben geïdentificeerd met Dexter Morgan, de fictieve seriemoordenaar uit een populaire Amerikaanse televisieserie die door de VPRO ook op de Nederlandse televisie is uitgezonden. Op de website van de VPRO staat over deze serie het volgende:

tekst 8 Dexter Morgan is forensisch bloedexpert bij de politie in Miami. Op vierjarige leeftijd werd hij geadopteerd door politieagent Harry Morgan, die bij het jonge kind al vroeg moordlustige neigingen ontwaarde. Van Harry leerde Dexter om zijn onweerstaanbare drang om te moorden te kanaliseren. Hij brengt alleen mensen om “die het verdienen”: moordenaars en andere zware criminelen op vrije voeten, die door de mazen van het net zijn geglipt. Dexter doet dit volgens een vast en zorgvuldig patroon. Hij spreekt zijn slachtoffers aan op hun daden en neemt via een snee in de wang bloedmonsters en bewaart deze als aandenken. bron: http://weblogs.vpro.nl/dexter/over-dexter

Als Harry Morgan, de pleegvader van Dexter, ontdekt dat de jonge Dexter een psychopaat is, brengt hij hem een speciale ‘ethische code’ bij. Deze code of gedragsregel verplicht Dexter alleen mensen om te brengen die zelf een moord hebben begaan op een onschuldig persoon en dat naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst opnieuw zullen doen. De filosoof Immanuel Kant heeft een ethiek ontworpen waarin gedragsregels op hun aanvaardbaarheid worden getoetst op basis van de categorische imperatief. Met betrekking tot de vrije wil stelt Kant bovendien dat we iemand verantwoordelijk kunnen houden voor zijn daden op grond van zijn intelligibele karakter.

3p 17 Is de code of gedragsregel waar Dexter zich aan houdt te rechtvaardigen op basis van de categorische imperatief van Kant? Beargumenteer je antwoord met behulp van een uitleg van de categorische imperatief en maak daarbij duidelijk wat Kant bedoelt met het ‘intelligibele karakter’ van een dader.

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 191Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 193: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o 12 lees verder ►►►

Omdat het Dexter ontbreekt aan emoties heeft zijn pleegvader hem ook geleerd hoe hij in zijn dagelijkse leven en werk toch op een sociaal geaccepteerde manier kan omgaan met andere mensen. Dexter is daardoor in staat om ‘normale’ emoties na te bootsen en goede persoonlijke relaties te onderhouden met bijvoorbeeld zijn zus, zijn vrouw en haar kinderen. De Britse filosoof Peter Strawson stelt dat ‘reactieve attitudes’ de basis vormen op grond waarvan we iemand voor zijn daden houden.

3p 18 Vind jij dat Dexter, gesteld dat zo iemand in de werkelijkheid zou bestaan, moreel verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn misdaden? Beargumenteer je antwoord en leg daarin uit hoe onze reactieve attitudes volgens Strawson samenhangen met morele verantwoordelijkheid. Leg tevens uit welke consequentie die samenhang heeft voor de discussie over het bestaan van de vrije wil.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Pagina: 192Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 194: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-1-o-E

erratumblad 2012-1

filosofie vwo Centraal examen vwo Tijdvak 1 Opgaven Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo, Bij het centraal examen filosofie vwo op dinsdag 29 mei, aanvang 9.00 uur, moeten de kandidaten de volgende mededeling ontvangen. Deze mededeling moet bij het begin van de zitting worden voorgelezen en/of aan de kandidaten worden uitgereikt. Op pagina 12 moet de laatste regel vóór vraag 18 op grond waarvan we iemand voor zijn daden houden. vervangen worden door: op grond waarvan we iemand moreel verantwoordelijk voor zijn daden houden. Het College voor Examens Namens deze, de voorzitter, drs. H.W. Laan

Pagina: 193Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 195: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o

Examen VWO

2012

filosofie

Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2woensdag 20 juni

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 194Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 196: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Johnny Cash Beroemde artiesten hebben vaak een turbulent leven. Het lijkt alsof hun drukke leven hen overkomt, in plaats van dat zij daar uit vrije wil voor kiezen. Wat voor ‘gewone’ mensen vreemd is, wordt normaal in de kringen van beroemde mensen, zoals volgeboekte tournees waarbij drugs en seks gemakkelijk verkrijgbaar zijn. Het leven van de countryzanger Johnny Cash (1932-2003) is hier een voorbeeld van. Johnny Cash werd geboren in Arkansas. Omdat zijn ouders erg arm waren, werkte Johnny als vijfjarig jongetje al samen met zijn familie op de katoenvelden. Johnny maakte op jonge leeftijd kennis met muziek: werken gebeurde altijd zingend, en ’s avonds speelde zijn moeder gitaar en zong ze liedjes met het hele gezin op de veranda. Ook luisterde Johnny in zijn eentje naar liedjes op de radio. Hij heeft later in interviews gezegd dat hij met veel liefde aan die herinneringen terugdacht. Minder fijne herinneringen had hij aan zijn vader, die regelmatig dronken was. Een gebeurtenis die Johnny’s leven zou tekenen, was de dood van zijn oudere broer Jack. Johnny en Jack werkten samen, maar op een zaterdag ging Johnny vissen waardoor Jack alleen aan het werk was. Jack kreeg die dag een ongeluk met een cirkelzaag en overleefde dit ongeluk niet. Johnny voelde zich zijn leven lang schuldig over de dood van zijn broer. Dit schuldgevoel en het gegeven dat hij altijd aan zichzelf twijfelde, kleurden zijn leven en vormen de thema’s in zijn eerste liedjes. Toen Cash eenmaal doorbrak en langzaamaan beroemd begon te worden, kreeg hij een druk tourschema. Drugs waren voor hem gemakkelijk te verkrijgen en door zijn schuldgevoel, volgeboekte tours en zijn zelftwijfel, raakte hij daaraan verslaafd.

3p 1 Wat maakt het moeilijk om vast te stellen dat Johnny Cash uit vrije wil aan drugs is begonnen? Beargumenteer je antwoord aan de hand van bovenstaande inleiding en met behulp van de begrippen ‘stoornis’, ‘verleiding’ en ‘bewuste keuze’. Het leven van Johnny Cash is in ‘Walk the line’ verfilmd. In die film wordt een aantal keer duidelijk gemaakt dat Cash niet zelf kiest, maar dat dingen hem vooral overkomen. In één scene probeert hij het bandlid June Carter te zoenen, maar zij wijst hem af. Cash verontschuldigt zich door te zeggen “dat het gewoon gebeurde”. Carter wijst hem vervolgens terecht door op te merken dat hij dat argument wel erg vaak gebruikt. Zij zegt:

tekst 1 “Je draagt zwarte kleren, omdat je geen andere kleren kunt vinden? Je kwam aan je sound, omdat je niet beter kon spelen? En je probeerde me te kussen, omdat het gewoon gebeurde? Je moet eens ergens verantwoordelijkheid voor nemen.” bron: Walk the line, 2005

Pagina: 195Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 197: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 3 lees verder ►►►

Carter lijkt in deze uitspraak verantwoordelijkheid en vrije wil als synoniemen te gebruiken. ‘Gewoon gebeuren’ mag volgens haar niet de oorzaak zijn van de kus van Cash. De filosoof Immanuel Kant zou het met haar eens zijn. Aan de grondslag van het handelen van mensen ligt immers hun intelligibele karakter, zo stelt hij.

2p 2 Beargumenteer dat Carter zich in haar opvatting over verantwoordelijkheid kan beroepen op Kants notie van het intelligibele karakter van de mens. Leg vervolgens uit waarom vrije wil een noodzakelijke voorwaarde is voor verantwoordelijkheid. Ook de filosoof John Martin Fischer zou net als June Carter de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van Johnny Cash. Die verantwoordelijkheid ligt volgens Fischer in het gegeven dat Cash besturingscontrole over zijn lichaam heeft.

3p 3 Leg met behulp van tekst 1 uit dat June Carter erop aandringt dat Johnny Cash de mogelijkheid tot zijn besturingscontrole onder ogen ziet. Leg uit waarin besturingscontrole verschilt van enerzijds totale controle en anderzijds van regulatieve controle. Cash’ idee dat dingen je eerder overkomen dan dat je er zelf voor kiest, blijkt ook uit zijn grote compassie met gedetineerden. Cash was zelf een aantal keren in contact gekomen met justitie voor kleine vergrijpen. Hij trad regelmatig op in gevangenissen (San Quentin en Folsom Prison) en besprak in 1972 met Richard Nixon, de toenmalige president van de VS, de mogelijkheden om het gevangenissysteem te hervormen. Cash’ medeleven blijkt ook uit de hit ‘San Quentin’ over een gedetineerde die reflecteert op zijn gevangenschap in de gevangenis van San Quentin:

tekst 2 San Quentin, what good do you think you do? Do you think I'll be different when you're through? You bent my heart and mind and you may my soul, And your stone walls turn my blood a little cold. Vertaling: San Quentin, waar denk je dat je goed voor bent? Denk je dat ik veranderd zal zijn als je achter me ligt? Je brak mijn hart en geest en straks ook nog mijn ziel, En door je stenen muren is mijn bloed verkild. bron: Johnny Cash, album: At San Quentin, 1969

Pagina: 196Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 198: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 4 lees verder ►►►

Strafvervolging wordt door (middel van) vier redenen gerechtvaardigd, maar de gedetineerde die door Cash in San Quentin wordt opgevoerd, is juist erg negatief over zijn gevangenschap. In tekst 2 bekritiseert Cash vooral één reden om mensen straffen.

2p 4 Welke van de vier redenen wordt in tekst 2 door Cash bekritiseerd? Beargumenteer je antwoord met behulp van tekst 2. Cash’ kritiek op het gevangenisstelsel sluit aan bij de opvattingen van de harde incompatibilist Derk Pereboom. Pereboom bepleit in de tekst ‘Leven zonder vrije wil’ een andere manier om naar misdadigers te kijken. Zowel Cash als Pereboom pleiten voor een andere manier om veroordeelden te straffen.

3p 5 Leg uit waarom Cash het harde incompatibilisme van Pereboom een aantrekkelijke theorie zou hebben kunnen vinden. Beargumenteer je antwoord met behulp van het voorbeeld van de gedetineerde uit tekst 2. Geef in je argumentatie de definitie van het harde incompatibilisme. Wat ook bijdraagt aan het idee dat Cash geen keuzes maakt, maar dat dingen hem overkomen, is het gevoel van lotsbestemming dat soms uit zijn liedjes spreekt. Een goed voorbeeld hiervan is het nummer ‘A Boy Named Sue’, over een jongen wiens vader geen rol speelt bij zijn opvoeding, maar die uiteindelijk toch een beslissende factor in het leven van de jongen geweest blijkt te zijn:

tekst 3 A Boy Named Sue My daddy left home when I was three And he didn't leave much to ma and me Just this old guitar and an empty bottle of booze. Now, I don't blame him cause he run and hid But the meanest thing that he ever did Was before he left, he went and named me "Sue." Well, he must o' thought that is quite a joke And it got a lot of laughs from a' lots of folk, It seems I had to fight my whole life through. Some gal would giggle and I'd get red And some guy'd laugh and I'd bust his head, I tell ya, life ain't easy for a boy named "Sue." bron: Johnny Cash, album: At San Quentin, 1969

Pagina: 197Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 199: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 5 lees verder ►►►

Sue wordt steeds gepest met zijn naam, omdat die naam doorgaans alleen voor meisjes wordt gebruikt. Maar juist door het pesten wordt hij snel sluw en sterk. Hij zweert dat hij zijn vader zal vermoorden als hij hem vindt, omdat zijn vader hem Sue genoemd heeft. Na lang zoeken vindt Sue zijn vader in een bar, hij stelt zichzelf voor en zegt vervolgens dat hij hem gaat vermoorden. Ze vechten en zijn vader blijkt onverwacht sterk, maar Sue wint toch en als hij klaar staat om zijn vader dood te schieten, heeft zijn vader nog een laatste opmerking:

tekst 4 And he said: "Son, this world is rough And if a man's gonna make it, he's gotta be tough And I knew I wouldn't be there to help ya along. So I give ya that name and I said goodbye I knew you'd have to get tough or die And it's that name that helped to make you strong." bron: Johnny Cash, album: At San Quentin, 1969

Zijn vader zegt dat Sue hem eigenlijk moet bedanken voordat hij hem vermoordt, omdat Sue dankzij zijn naam sterk is geworden. Sue vermoordt zijn vader niet, maar omhelst hem en noemt hem voor het eerst vader. Hij verlaat de bar met ‘a different point of view’. De filosoof Harry Frankfurt voert een gedachte-experiment over dokter Black op om het idee van de vrije wil te verenigen met het idee dat er geen alternatieve mogelijkheden bestaan. Aangenomen dat Sue wil blijven leven, heeft hij alleen maar de keuze om hard, sluw en sterk te worden. De vader van Sue en dokter Black lijken op elkaar, omdat ze er beiden voor proberen te zorgen dat er geen alternatieve mogelijkheden bestaan.

4p 6 Noem twee redenen waarom de overeenkomst tussen de vader van Sue en dokter Black niet op gaat. Beargumenteer dat Sue volgens Frankfurt wel een vrije wil kan hebben, ondanks het feit dat hij geen alternatieve mogelijkheden heeft. Geef vervolgens een kritiekpunt op dit idee van Frankfurt.

Pagina: 198Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 200: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 6 lees verder ►►►

Opgave 2 Leven vanuit vrije wil

Wanneer de vrije wil wordt opgevat als zelfverwerkelijking, kan een handeling uit vrije wil worden begrepen als een handeling waarin tot uiting komt wat je zelf belangrijk vindt. Vrije wil als zelfverwerkelijking is ook een centraal thema binnen hedendaagse spirituele stromingen. Frans Jespers, godsdienstwetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, stelde in 2009 de bundel ‘Nieuwe religiositeit in Nederland’ samen. Daarin bespreekt hij nieuwe spirituele bewegingen zoals de ‘Avatar-training’. Wat hem betreft is deze beweging erg optimistisch over de vrije wil. Jespers vreest dan ook dat het huidige hersenwetenschappelijke onderzoek wel eens tot schokkende resultaten zou kunnen leiden voor aanhangers van deze spirituele beweging. Een voorbeeld van het optimisme over de vrije wil in de Avatar-training komt tot uitdrukking in een krantenartikel uit Trouw. Hierin komt de overtuiging van Avatar-aanhangers naar voren dat je jezelf volledig naar eigen inzicht kunt verwerkelijken:

tekst 5 “Leven vanuit vrije wil.” In kapitalen staan die woorden boven een advertentie in een landelijk dagblad. Het blijkt te gaan om een ‘bewustzijnstraining’ van negen dagen, Avatar geheten […]: “Laat wat je bent niet in de weg staan van wat je zou kunnen worden”. Bij de advertentie staat een telefoonnummer. Marijke Schoenmakers, één van de Avatar-trainers in Nederland, neemt op. Enthousiast legt ze uit wat de cursus behelst. “Met ervaringsgerichte oefeningen onderzoek je welke gedachten je over jezelf hebt. Je zult ontdekken dat je je op veel gebieden slachtoffer voelt. Maar het maakt niet uit wat je allemaal hebt meegemaakt of waarmee je bent geboren. Je kunt veranderen, die kracht zit in je.” Vanuit die kracht leren de cursisten ‘hun bewustzijn af te stemmen’ op wat ze echt willen bereiken, zegt Schoenmakers. “Gevoelens van machteloosheid die je diep in jezelf hebt weggeborgen, ga je weer doorvoelen, zonder oordeel, en dan loslaten. Zo krijg je weer het gevoel bewust in controle te zijn over je leven.” In de laatste fase van de cursus ben je zo in staat om ‘de werkelijkheid van je voorkeur te creëren’. De werkelijkheid van je voorkeur? “Yes”, zegt Schoenmakers. “Als je bij je kern uitkomt, je pure zijn, dan hoef je niet meer slaafs te reageren op omstandigheden, maar kun je actief gaan creëren. Stel dat je een nieuwe partner wilt. Dan zeg je: binnen een half jaar kom ik de liefde van mijn leven tegen. En dat zal dan ook gebeuren.” bron: Wilfred van de Poll, Spirituelen doen niet zo aan vrije wil, Trouw, 11 dec. 2010

De existentialistische filosoof Jean-Paul Sartre stelde dat de mens niets anders is dan wat hij van zichzelf maakt.

3p 7 Geef een overeenkomst en een verschil aan tussen de bovenstaande opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking volgens de Avatar-training en de opvatting hierover van Sartre. Beargumenteer je antwoord aan de hand van een uitleg van Sartres uitspraak dat de mens niets anders is dan wat hij van zichzelf maakt.

Pagina: 199Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 201: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 7 lees verder ►►►

Net als de Avatar-trainer uit tekst 5 meent filosoof John Stuart Mill dat een vrije en spontane individuele ontplooiing de eerste voorwaarde is voor persoonlijk en maatschappelijk welzijn en geluk. Daarom moet men volgens Mill ook actief betrokken zijn op de vorming van het eigen karakter.

3p 8 Beargumenteer welke opvatting van Mill over zelfverwerkelijking als ondersteuning kan dienen van de Avatar-training, zoals beschreven in tekst 5. Leg daarbij uit waarom de mens volgens Mill eerder te vergelijken is met een boom dan met een robot en geef aan wat Mill onder ‘karakter’ verstaat. Volgens Schoenmakers kun je, door tegen jezelf te zeggen dat je binnen een half jaar de liefde van je leven tegenkomt, er voor zorgen dat dit ook gebeurt. Je kunt, in de woorden van de Avatar-trainer, “dat wat je bent niet meer in de weg laten staan van wat je zou kunnen worden”.

4p 9 Is er in dit geval sprake van zelfverwerkelijking? Beargumenteer je antwoord op basis van de vier aspecten van zelfverwerkelijking. Volgens de eerder genoemde godsdienstwetenschapper Jespers is de Avatar-training niet representatief voor het brede scala aan nieuwe spirituele bewegingen. In allerlei andere vormen van nieuwe spiritualiteit speelt de vrije wil volgens hem een veel minder dominante rol en leeft juist het geloof in voorbestemming sterk. Jespers schrijft hierover: “Het wereldbeeld is holistisch. De mens is deel van een groter geheel en heeft als nietig wezen rekening te houden met geesten, goden en natuurkrachten.” Andere voorbeelden van de relativering van de vrije wil zijn ook te vinden in hedendaagse vormen van boeddhisme. Over de boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh die in Zuid-Frankrijk een eigen meditatiecentrum heeft opgericht, wordt geschreven:

tekst 6 Thich Nhat Hanh stelt dat alles met alles is verbonden. “Zijn is inter-zijn”, luidt zijn adagium. Maar als dat zo is, wat houdt vrije wil dan nog in? Als alles deel heeft aan hetzelfde, ontvangt het ene deel wat het andere deel geeft. Een individueel doel nastreven is onmogelijk. De wil is een illusie, iets van het ego, dat je moet loslaten. bron: Wilfred van de Poll, Spirituelen doen niet zo aan vrije wil, Trouw, 11 dec. 2010

Pagina: 200Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 202: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 8 lees verder ►►►

Navolgers van Thich Nhat Hanh stellen dat het al dan niet hebben van een vrije wil niet bepaalt wat spiritueel van waarde is. “Wat is ons antwoord op het leven? Leven we werkelijk wat op ons pad komt?”, zijn de vragen die voor hen relevant zijn. En waar het voor hen dan werkelijk op aankomt is: acceptatie en overgave. De Canadese filosoof Charles Taylor is van mening dat je natuurlijke aard en dat wat je belangrijk vindt voor jezelf en in het leven, niet los kunnen bestaan van de interpretatie en beschrijving die je daar zelf van geeft. Volgens Taylor is zo’n zelfinterpretatie mede afhankelijk van taal en cultuur.

2p 10 Beargumenteer aan de hand van de genoemde termen ‘acceptatie’ en ‘overgave’ waarom Taylor stelt dat bij het maken van keuzes kritische zelfinterpretatie mede afhankelijk is van taal en cultuur. In tegenstelling tot Taylor denkt de Britse filosoof John Gray dat morele begrippen zoals ‘moed’, ‘eer’, ‘rechtvaardigheid’ en ‘gelijkheid’ – maar wellicht ook begrippen als ‘acceptatie’ en ‘overgave’ – helemaal geen instrumenten zijn waarmee we onszelf interpreteren. Volgens Gray, die zich daarbij beroept op modern psychologisch onderzoek, is zelfs het hele idee van zelfverwerkelijking een typisch westerse misvatting.

3p 11 Leg aan de hand van het mensbeeld van Gray uit welke drie aspecten van vrije wil – begrepen als zelfverwerkelijking – volgens hem verworpen moeten worden. Betrek hierbij ook de rol van modern psychologisch onderzoek naar de rationaliteit van keuzes. Volgens de Britse filosoof David Hume kan ons verstand ons niet vertellen wat we moeten verlangen en wat niet. Door rationeel te denken kunnen we slechts beredeneren wat we moeten doen om een bepaald verlangen te bevredigen. De Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt reageert op de theorie van Hume aan de hand van zijn concept van de ‘onwillige verslaafde’. De opvattingen van de Franse filosoof Jean-Paul Sartre vormen daarentegen weer een kritiek op dit concept van de ‘onwillige verslaafde’.

4p 12 Denk jij dat de mens in staat is tot zelfverwerkelijking? Beargumenteer je antwoord aan de hand van zowel tekst 5 als 6 en aan de hand van een uitleg van de opvattingen van zowel Hume, Frankfurt als Sartre over de rol van verlangens bij zelfverwerkelijking.

Pagina: 201Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 203: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 Bewegen of bewogen worden Met de opkomst van de moderne wetenschappen in de zestiende en zeventiende eeuw kwam er een einde aan het teleologische wereldbeeld dat sinds Aristoteles het denken binnen de filosofie had beheerst. Het nieuwe wereldbeeld wordt wel mechanistisch genoemd en zien we bijvoorbeeld terug in de volgende tekst van Spinoza:

tekst 7 Een steen wordt in beweging gezet door een externe oorzaak, die hem een zekere mate van energie geeft en hem laat voortbewegen nadat de externe impuls is gestopt. Deze voortgezette beweging van de steen is onontkoombaar, niet omdat ze noodzakelijk is, maar omdat ze wordt bepaald door de impuls van externe oorzaken; en wat voor de steen geldt, gaat ook op voor elk afzonderlijk ding, hoe complex het ook is en hoeveel mogelijkheden het ook heeft; elk ding wordt onontkoombaar bepaald door een externe oorzaak, zowel in het bestaan als in de beweging ervan, die volgens een nauwkeurige en vaststaande wet verloopt. Stel u nu voor, als u wilt, dat de steen, terwijl hij in beweging is, weet en beseft dat hij alle mogelijke pogingen doet om in beweging te blijven. Deze steen, die zich er slechts van bewust is dat hij zich inspant en daar niet onverschillig tegenover staat, zal beslist denken dat hij vrij is en dat hij zijn beweging slechts stopt omdat hij dat wenst. Dat is de aard van de menselijke vrijheid, waarop alle mensen prat gaan en die slechts hieruit bestaat dat alle mensen zich bewust zijn van hun verlangens en niet weten door welke oorzaken die verlangens worden bepaald. Zo denkt een kind dat het hem vrijstaat naar melk te verlangen, en een getergde jongeman dat hij naar believen wraak kan nemen of kan vluchten als hij bang is. Een dronkaard denkt dat hij uit vrije wil zegt wat hij later liever zou hebben verzwegen. Evenzo denken krankzinnigen, praatzieke personen en talrijke soortgelijke mensen dat ze handelen op basis van een vrijwillig genomen beslissing en niet door aandriften worden bepaald. En aangezien dit vooroordeel alle mensen is aangeboren, bevrijden ze zich daar niet gemakkelijk van. bron: Spinoza, Brief 62 (58) aan G.H. Schaller, okt. 1674; uit: Briefwisseling (1977).

Spinoza vergelijkt hier de vrijheid van de mens met de vrijheid van een steen: beide zijn lichamen die ruimte innemen en kunnen bewegen door een externe oorzaak. Bovendien stelt hij dat de mens er trots op is (“prat gaan”) dat hij zichzelf kan bewegen: de mens denkt dus dat hij een vrije wil heeft. Volgens Spinoza is dit een misvatting: een aangeboren vooroordeel. Door de mens te vergelijken met een steen, sluit hij aan bij wetenschappelijke ontwikkelingen van zijn tijd.

3p 13 Leg uit hoe Spinoza’s opvatting over de vrije wil aansluit bij het mechanistische wereldbeeld. Maak met behulp van een voorbeeld duidelijk wat het verschil is tussen het teleologische en het mechanistische wereldbeeld.

Pagina: 202Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 204: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 10 lees verder ►►►

Ook Descartes, een tijdgenoot van Spinoza, was sterk beïnvloed door de wetenschappelijke ontwikkelingen van die tijd. Bij Descartes herkennen we dat zowel in zijn mechanistische kijk op de natuur als ook in zijn visie op de verhouding tussen lichaam en geest, die een andere is dan de visie van Spinoza.

2p 14 Leg uit hoe Descartes de vrije wil een plaats geeft in zijn mechanistische kijk op de natuur en tot welk probleem over de vrije wil deze opvatting leidt. Volgens Descartes reageert een lichaam op objecten buiten het lichaam. Alle ledematen van het lichaam kunnen door zintuiglijke gewaarwording in beweging worden gebracht.

2p 15 Hoe kunnen volgens Descartes de ledematen van het lichaam door zintuiglijke waarneming in beweging worden gebracht? Licht je antwoord toe op basis van het onderscheid dat Descartes maakt tussen verschillende soorten gewaarwordingen bij de mens. Spinoza formuleerde al fundamentele kritiek op de standpunten van Descartes over de verhouding tussen lichaam en geest en wordt, mede vanwege deze kritiek, beschouwd als een monist.

4p 16 Welke verklaring geeft de identiteitstheorie voor het feit dat we met onze gedachten ons lichaam in beweging kunnen brengen? Licht je antwoord toe en leg daarbij uit wat (substantie-)monisme inhoudt. Noem ook twee kritiekpunten op de identiteitstheorie. Als de natuur een causaal gesloten domein is, dan kunnen bewegingen van een lichaam niet worden veroorzaakt door een geest buiten het domein. Daarmee moet het idee van een vrije wil als bewuste aansturing worden verworpen. Volgens de hedendaagse hersenonderzoeker Dick Swaab loopt het bewustzijn inderdaad achter de beslissingen van de hersenen aan. Hij beroept zich hierbij op een bekend experiment van Libet. Twee jonge filosofen van de Universiteit van Utrecht schreven over de interpretatie van Swaab van het experiment van Libet het volgende:

tekst 8 Een van de zaken waarover Swaab een sterke mening verkondigt, is de vrije wil. Die bestaat volgens hem niet. Dat standpunt wordt, aldus Swaab, ondersteund door hersenonderzoek. Volgens Swaab beschikken mensen niet over vrije wil omdat er in je hersenen en omgeving factoren zijn die bepalen wat je doet zonder dat je daar invloed op hebt. Libet bekeek wat er in het brein gebeurt als mensen in een experimentele situatie hun pols bewegen. Ongeveer een halve seconde vóór de beweging zag Libet verhoogde activiteit in een deel van het brein dat met motorische handelingen wordt geassocieerd. Die activiteit begon een fractie van een seconde voordat de proefpersonen aangaven zich bewust te zijn van de beslissing om hun pols te bewegen. Swaab concludeert dat de bewuste beslissing geen invloed had op het bewegen van de pols. naar: Daan Evers en Niels van Miltenburg, ‘Vrije wil meet je niet met een hersenscan’, De Volkskrant, 15 september 2011

Pagina: 203Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 205: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-12-2-o 11 lees verder ►►►

Swaab gebruikt de resultaten van een experiment van Libet om het bestaan van de vrije wil als bewuste aansturing te ontkennen.

3p 17 Leg uit welke twee andere conclusies uit dit experiment van Libet getrokken kunnen worden. Beargumenteer welke van deze twee conclusies je het meest overtuigend vindt. Net als Swaab baseert ook Daniel Dennett zich op modern neurologisch onderzoek. Dennett levert echter kritiek op de interpretaties van de experimenten van Libet. Zijn kritiek op Libet kan ook als kritiek op de visie van Descartes begrepen worden.

3p 18 Wat houdt de kritiek in van Dennett op de interpretaties van de experimenten van Libet? Leg met behulp van het begrip ‘homunculus’ uit wat Dennetts kritiek is op de visie van Descartes. Leg ook uit waarom volgens Dennett het experiment van Libet niet leidt tot de conclusie dat de vrije wil niet bestaat. In tegenstelling tot Swaab is er voor een filosoof als Hume wel vrijheid van handelen. Toch zouden zowel Swaab als Hume zich kunnen beroepen op de argumentatie van Immanuel Kant voor zijn standpunt in het debat over de vrije wil.

2p 19 Leg uit dat in het debat over de vrije wil de opvatting van Kant zowel een ondersteuning kan bieden voor de opvatting van Hume dat de mens een vrije wil heeft, als voor de opvatting van Swaab dat bij de mens de vrije wil ontbreekt.

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

einde

Pagina: 204Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 206: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o

Examen VWO

2011

filosofie tevens oud programma filosofie

Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1donderdag 19 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 205Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 207: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie

Aan het begin van een uitzending van het televisieprogramma Pauw & Witteman (oktober 2009) wordt de aanwezigen aan tafel gevraagd of ze geloven dat God bestaat. Er ontstaat een discussie waarin de presentatoren Jeroen Pauw en Paul Witteman verweten wordt zich arrogant en badinerend uit te laten ten aanzien van gelovigen. Onder de genodigden aan tafel is schrijver Kluun, verantwoordelijk voor het essay van de maand van de spiritualiteit, dat verscheen onder de titel ‘God is gek. De dictatuur van het atheïsme’. Het essay gaat uit van een onderzoek waaruit is gebleken dat slechts 14% van alle Nederlanders zegt absoluut níet in een God of hogere macht te geloven of zegt overtuigd atheïst te zijn. In het essay gaat Kluun op zoek naar zijn persoonlijke antwoord op de vraag: “Hoe kun je als weldenkend mens geloven in God, de menselijke ziel of leven na de dood?” In aanloop naar het schrijven van dit essay mailt Kluun Nederlandse opiniemakers, wetenschappers en filosofen met de vraag of God bestaat. Pauw en Witteman beantwoorden de vraag of God bestaat met een stellig ‘Nee’. Zou de middeleeuwse aartsbisschop Anselmus van Canterbury in staat zijn geweest te reageren, dan zou hij de vraag of God bestaat met een stellig ‘Ja’ hebben beantwoord, wellicht inclusief bewijsvoering. Hoewel hij zou toegeven dat het mogelijk is dat dwazen het bestaan van God toch nog ontkennen.

3p 1 Hoe is het volgens Anselmus mogelijk dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen? Maak in je antwoord duidelijk waarom God volgens Anselmus noodzakelijk in de werkelijkheid bestaat, en waarom dit alleen voor God geldt. Voor zijn onderzoek klopt Kluun ook aan bij hoogleraar wijsbegeerte Herman Philipse en hoogleraar biofysica Cees Dekker. Beide hoogleraren voerden eind 2008 een polemiek in NRC Handelsblad over de stelling van toenmalig minister-president Balkenende dat geloof en wetenschap veel dichter bij elkaar staan dan wordt gedacht. In zowel geloof als wetenschap zou het volgens Balkenende om een zoektocht naar een waarheid gaan die we nooit helemaal te pakken krijgen, maar die er wel is. Philipse huldigt het standpunt dat alleen de wetenschap de maat der dingen is. Hij reageert op de opvatting van Dekker dat er geen werkelijk conflict is tussen geloof en natuurwetenschap. Philipse schrijft:

Pagina: 206Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 208: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 3 lees verder ►►►

tekst 1 Hoe is dit mogelijk? Waren er niet voortdurend conflicten, ontstaan door onderzoek van beroemdheden als Copernicus, Galileï en Darwin? Dekker heeft de oplossing. Indien er een conflict lijkt te zijn tussen een bijbeltekst en wetenschap, dan geloof ik dat we óf onze wetenschap [...] óf de Bijbel foutief interpreteren. Want een conflict tussen twee waarheden is onmogelijk. En in Dekkers ogen wijst het christendom de weg naar de waarheid. bron: Herman Philipse: Alleen de wetenschap is de maat der dingen, NRC Handelsblad, 13 december 2008

Premoderne debatten over wetenschappelijke kennis en religieuze waarheden verschillen van hedendaagse debatten, zoals het debat tussen Philipse en Dekker. Toch werden ook in de premoderne tijd dit soort standpunten ingenomen over de verhouding tussen de filosofische rede en religieus geloof, zoals de standpunten van Thomas van Aquino, van Al Farabi en van Averroës.

3p 2 Leg uit met welk premodern standpunt dat van Philipse het meest overeenkomt, het standpunt van Thomas van Aquino, van Al Farabi of van Averroës? Leg ook uit met welk van deze drie premoderne standpunten dat van Dekker het meest overeen komt. Geef daarbij aan waarin premoderne debatten over de verhouding tussen wetenschappelijke kennis en religieuze waarheden verschillen van de moderne debatten. Philipse vervolgt zijn betoog met de uitleg van wat volgens hem het verschil is tussen wetenschap en religie:

tekst 2 Wetenschappers proberen met zorg methoden van onderzoek te ontwikkelen die het verwerven van ware inzichten waarschijnlijk maken. Die methoden worden zelf ook weer onderzocht om ze te valideren. Soms blijken methoden onbetrouwbaar en dan worden de resultaten ervan met scepsis bezien. […] Lang geleden pretendeerden godsdiensten ook dat ze over goede onderzoeksmethoden beschikten. Religies poneren allerlei goden, geesten en demonen die lijken op menselijke personen. Daarom dachten gelovigen dat je het bestaan of de wil van goden kunt achterhalen door methoden geënt op intermenselijke communicatie. Je hoort bijvoorbeeld stemmen (openbaringen) of je vraagt in gebed aan een god zich te manifesteren en dat doet hij door een brandoffer te laten ontvlammen. […] Helaas is van al deze religieuze kenbronnen gebleken dat ze hoogst onbetrouwbaar zijn. Mensen kregen openbaringen met onderling onverenigbare inhoud. Schizofrenen of lijders aan een psychotische stoornis horen niet-bestaande stemmen. Het is begrijpelijk dat die vroeger werden toegeschreven aan goden of demonen. Inmiddels weten we beter. bron: Herman Philips: Alleen de wetenschap is de maat der dingen, NRC Handelsblad, 13 december 2008

Pagina: 207Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 209: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 4 lees verder ►►►

Dekker op zijn beurt reageert door te stellen dat wetenschappelijk onderzoek nog nooit heeft aangetoond dat centrale christelijke geloofswaarheden onjuist zijn, en dat het onduidelijk is hoe zulk onderzoek dat zou kunnen doen. Dekker schrijft:

tekst 3 Philipse heeft gelijk dat godsdiensten een beroep doen op openbaringen en dat deze elkaar soms tegenspreken. Maar wat volgt hieruit? In ieder geval niet dat alle openbaringen onbetrouwbaar zijn. Als politici elkaar tegenspreken, volgt daar ook niet uit dat ze geen van allen gelijk hebben. Kan de wetenschap openbaringen wegverklaren? Hoe zou de wetenschap bijvoorbeeld kunnen aantonen dat de bijbelschrijvers niet werkelijk door God geïnspireerd werden toen ze de bijbeltekst opschreven? Dit lijkt alleen mogelijk vanuit een a priori dat elke vermeende religieuze kenbron onbetrouwbaar is, maar dat is nu juist wat bewezen zou moeten worden. En als het zo evident was als Philipse suggereert, zouden er geen christelijke psychologen en neurologen zijn. De praktijk wijst echter het tegendeel uit. bron: Cees Dekker en Rik Peels: Herman Philipse ziet spoken, NRC Handelsblad, 13 december 2008

5p 3 Welke bron van kennis vind jij betrouwbaarder, die waar Philipse zich op beroept of die waar Dekker aanspraak op maakt? Betrek in je antwoord de vier bronnen waarop een beroep kan worden gedaan bij het verwerven van kennis. Geef per bron aan hoe kritiek op de betrouwbaarheid ervan mogelijk is. Nadat Philipse heeft geconcludeerd dat religieus geloof door de wetenschappelijke vooruitgang ongeloofwaardig is geworden, gaat hij in op het probleem van de interpretatie van religieuze teksten:

tekst 4 Dekker suggereert dat bij een conflict tussen openbaringstekst en wetenschappelijke resultaten wij een van beide opnieuw moeten interpreteren. Maar dit is onzin. De gelovige die meent dat de Bijbel slechts waarheden bevat, zal bijbelteksten herinterpreteren zodra ze weersproken worden door wetenschappelijke resultaten. Dit betoogde Galileï al in zijn beroemde brief aan groothertogin Christina van 1615. Cees Dekker beseft het vierhonderd jaar later. bron: Herman Philipse: Alleen de wetenschap is de maat der dingen, NRC Handelsblad, 13 december 2008

Pagina: 208Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 210: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 5 lees verder ►►►

In de loop van de geschiedenis zijn verschillende standpunten over de status van religieuze teksten en uitspraken ingenomen, waaronder de kritische positie van de filosoof Immanuel Kant. Kant formuleerde risico’s ten aanzien van het religieus geloof dat zou kunnen vervallen tot intolerant dogmatisme, en ten aanzien van het atheïsme dat zou kunnen leiden tot onrust die de maatschappelijke orde ondermijnt. Op de eerder door schrijver Kluun gestelde vraag of God bestaat, zou Kant antwoorden dat de praktische rede niet zonder het idee van het bestaan van God kan. Uit de notie van het hoogste goed volgt volgens Kant immers het postulaat van het bestaan van God.

2p 4 Waarom kan de praktische rede volgens Kant niet zonder religie en de daarmee verbonden postulaten? Leg je antwoord uit en geef aan hoe Kant argumenteert dat uit de notie van het hoogste goed het postulaat van het bestaan van God volgt. Ten slotte gaat Philipse in zijn betoog in op het voormalig geloof van Dekker in de Intelligent Designtheorie. Deze theorie voert God aan als intelligent ontwerper en verantwoordelijke voor de schepping en de complexiteit van de natuur. Volgens Philipse heeft de wetenschap de hypothese van een intelligent ontwerp helemaal niet nodig:

tekst 5

Intussen heeft Dekker afscheid genomen van Intelligent Design. Hij beseft eindelijk dat er geen goede argumenten zijn voor de centrale stelling van deze pseudowetenschappelijke doctrine: dat bepaalde biologische structuren wetenschappelijk aantoonbaar door een Intelligent Ontwerp zijn geschapen. bron: Herman Philipse: Alleen de wetenschap is de maat der dingen, NRC Handelsblad, 13 december 2008

Om wetenschap van pseudowetenschap te onderscheiden en religieuze uitspraken van het kennisdomein uit te sluiten, hanteerden de logisch empiristen het verificatiecriterium. Dit criterium werd door anderen echter te streng bevonden, omdat daarmee ook wetenschappelijke wetten betekenisloos worden. In het verlengde hiervan had de Amerikaanse filosoof Willard Quine kritiek op wat hij noemde ‘de twee dogma’s van het empirisme’, en volgens hem kunnen religieuze uitspraken wel degelijk een praktische rol spelen. Maar het is te betwijfelen of Quine ook positief zou hebben geantwoord op de vraag van Kluun of God bestaat.

3p 5 Leg uit of Quine het met Philipse en Dekker eens zou zijn dat het beter is de Intelligent Designtheorie te verlaten. Geef daarbij aan welke rol religieuze uitspraken volgens Quine kunnen spelen en geef aan hoe deze rol te verklaren valt vanuit zijn holistische opvatting van betekenis.

Pagina: 209Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 211: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 6 lees verder ►►►

In het essay ‘God is gek’ haalt Kluun ook de hedendaagse Canadese filosoof Charles Taylor aan. Hij citeert uit het interview, getiteld ‘Religie gaat nooit weg’, dat Taylor gaf aan de Volkskrant in 2009. Taylor is naast filosoof praktiserend katholiek en ook hij keert zich tegen atheïsten die ervan overtuigd zijn dat wetenschap religie overbodig maakt. In het interview zegt Taylor dat religie altijd weer zal opduiken en dat er nieuwe vormen van religie zullen ontstaan waar we nu nog geen weet van hebben. Volgens Taylor geloven atheïsten dat modernisering onvermijdelijk tot secularisering leidt en dat godsdienst een constant, onveranderlijk verschijnsel is, terwijl ze voortdurend van karakter verandert. Vandaar dat de ontdekking dat God niet dood is volgens hem zo veel angst wekt: de seculiere mens is zijn zorgeloze toekomstbeeld kwijt. De seculariseringsthese waarnaar Taylor hier verwijst, is afkomstig van Durkheim en Weber. Durkheim stelt dat religie zowel een speculatieve als een ceremoniële (rituele en bindende) functie heeft en dat deze functie gevaar loopt in de huidige samenleving.

4p 6 Ben jij het met Durkheim eens dat deze ceremoniële functie van religie gevaar loopt in de huidige samenleving? Beargumenteer je antwoord en leg Durkheims opvatting uit. Geef aan de hand van voorbeelden uit de huidige Nederlandse samenleving een argument vóór en een argument tégen deze opvatting van Durkheim.

Pagina: 210Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 212: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 7 lees verder ►►►

Opgave 2 Religieus recht Geregeld wordt in de media gediscussieerd over de vraag of in Nederland delen van de sharia of islamitische wetgeving moeten worden ingevoerd. In sommige andere Westerse landen, zoals Canada en het Verenigd Koninkrijk is al sprake van een vorm van shariarechtspraak. Sommige moslims in Nederland zouden de sharia graag toegepast zien op het gebied van zaken uit het burgerlijk recht zoals huwelijk, nalatenschap en voogdij. In Nederland hebben ook joden en katholieken hun eigen wetgeving en rechtspraak. Voor alle duidelijkheid: shariarechtbanken zijn er niet in Nederland, shariabemiddeling op vrijwillige basis, door bijvoorbeeld geestelijken, komt wel voor. De arabist en jurist Maurits Berger, hoogleraar Islam in de Westerse wereld, schrijft met enige regelmaat over de sharia en de verhouding tussen islam en democratie. Hij stelt in het begin van onderstaand artikel in NRC Handelsblad dat er in Nederland helemaal geen sprake is van shariarechtbanken. En vervolgt:

tekst 6 Maar stel dat de rechtbanken er wel zouden zijn. Men zegt dan te vrezen voor parallelle vormen van conflictbeslechting in Nederland. Maar die bestaan al. Is dat verboden? Neen. Is het wenselijk? Daarover zijn de meningen verdeeld, maar het is wel onderdeel van onze democratische rechtsstaat. In West-Europese landen is immers altijd al sprake van twee systemen: rechtbanken die uitspraak doen over de wet, en andere geschillencommissies die door mensen op basis van vrijwilligheid worden gebruikt. Het gaat dan om arbitrage (zoals in de bouw), mediation (zoals bij echtscheidingen) of religieuze rechtbanken (zoals katholieken en joden die hebben). […] Dus zelfs áls de moslimgemeenschap in Nederland shariarechtbanken zou willen, kan hun dat moeilijk ontzegd worden. Want katholieken en joden hebben ook hun eigen rechtbanken. Deze vrijheid van religie heeft wel grenzen. Steniging, uithuwelijken van minderjarigen, handen afhakken: uitvoering van deze testamentische en koranische regels is absoluut verboden. bron: Maurits Berger: Er is hier helemaal geen shariarechtbank, NRC Handelsblad, 8 juli 2009

Moslims kunnen een beroep doen op gelijke behandeling: joden en katholieken hebben een vorm van religieuze wetgeving en rechtspraak. Anderen kunnen daartegenin brengen dat dit zal leiden tot cultuurrelativisme.

2p 7 Leidt het toestaan van dergelijke wetgeving en rechtspraak tot cultuurrelativisme? Beargumenteer je antwoord op basis van tekst 6 en maak duidelijk wat onder ‘cultuurrelativisme’ wordt verstaan.

Pagina: 211Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 213: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 8 lees verder ►►►

Berger schrijft in hetzelfde artikel over de verhouding tussen shariabemiddeling en de Nederlandse rechtspraak het volgende:

tekst 7

Maar religieuze rechtbanken gaan vooral over kwesties van huwelijksrecht voor volwassenen. Als die zich vrijwillig willen onderwerpen aan religieuze regels die bijvoorbeeld de ongelijkheid van man en vrouw stellen, dan is dat hun religieuze vrijheid […] Het naast elkaar bestaan van wereldlijke en religieuze rechtspraak leidt vaak tot begripsverwarring. In het geval van een shariarechtbank, bijvoorbeeld, zal de vraag of polygamie is toegestaan in de islam bevestigend worden beantwoord. Dat betekent niet dat het ook mag volgens de nationale wet van het land waar men woont. Maar als men een vraag voorlegt aan een religieus instituut krijgt men ook een religieus antwoord. […] Het is dan van tweeën één: of de moslims wordt toegestaan hetzelfde te doen wat hun religieuze collega’s al eeuwen doen, of het gehele systeem van religieuze rechtspraak moet ontmanteld worden. Het gaat er dus niet om dat moslims iets typisch islamitisch doen wat op eigen merites beoordeeld moet worden. Nee, zij volgen de begane paden van de maatschappij waarin zij leven en moeten dus naar nationaal geldende maatstaven beoordeeld worden. bron: Maurits Berger: Er is hier helemaal geen shariarechtbank, NRC Handelsblad, 8 juli 2009

In een geseculariseerde samenleving is er een scheiding tussen kerk en staat. Secularisten zouden kunnen stellen dat deze scheiding van kerk en staat in gevaar komt als religieuze gemeenschappen een eigen wetgeving en rechtspraak wordt gegeven. De Duitse filosoof Habermas stelt dat religieuze gemeenschappen zullen blijven bestaan - ook in het publieke domein - maar dat ze zich wel rationeel moeten kunnen rechtvaardigen. Hiertoe formuleert hij een aantal voorwaarden aan religie in de openbaarheid. Eén daarvan is het erkennen van het gezag van de wetenschappen.

4p 8 Beredeneer aan de hand van zowel tekst 6 als tekst 7 in hoeverre shariabemiddeling voldoet aan de andere voorwaarden die Habermas stelt. Geef daarbij ook een punt van kritiek op de benadering van Habermas. Of er in een rechtstaat ruimte is voor religieuze wetgeving hangt ondermeer af van de vorm van secularisering of secularisme die er heerst in die rechtstaat. In dit opzicht wijkt de situatie zoals we die in Nederland kennen af van de situatie in Frankrijk.

3p 9 Beredeneer waarom religieuze wetgeving in Nederland meer ruimte kan krijgen dan in Frankrijk. Baseer je antwoord zowel op een beschrijving van de Nederlandse situatie als op een beschrijving van de Franse situatie.

Pagina: 212Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 214: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 9 lees verder ►►►

De Nederlandse schrijfster Nahed Selim is het niet met Maurits Berger eens. Zij vindt dat de sharia in Nederland wel is ingevoerd en dat dat een slechte zaak is:

tekst 8 Zelfs als uitspraken van imams in achterkamers van moskeeën worden gedaan, met toestemming van de gelovigen, vind ik dat Nederland ze niet zou mogen toelaten. Dat katholieken en joden ook religieuze regels praktiseren, zoals Berger stelt, moeten ze zelf weten. Volgens hun regels hoeven afvalligen en homo’s waarschijnlijk niet onthoofd te worden en ongehoorzame vrouwen niet door hun mannen geslagen. Want alles in de sharia discrimineert vrouwen: trouwen met een niet-moslim mag van de sharia niet, scheiden mag niet, tenzij met toestemming van haar man. Van zijn kant mag de man, wanneer hij maar wil, de vrouw verstoten. Zelfs een smsje waarin staat: “ik verstoot je” is voldoende (volgens de shariarechtbank in Maleisië). Maar als de man binnen drie maanden van mening verandert, dan mag hij zijn ex-vrouw terugnemen, tot drie keer toe. De ouderlijke macht ligt altijd bij de vader: de moeder mag voor de kinderen zorgen, maar hij neemt de beslissingen. In islamitische landen zijn er duizenden scheidingszaken die meer dan tien jaar wachten zonder beslissing van de shariarechtbank. Dat zijn uiteraard scheidingsaanvragen van vrouwen. De mannen hebben in de meeste islamitische landen niet eens goedkeuring van de rechter nodig. Om al die redenen ben ik tegen shariarechtspraak in Nederland. Volgens de sharia is de vrouw slechts een halve man waard. Bij een erfenis krijgt ze de helft van wat haar broer krijgt. In een rechtbank is haar getuigenis de helft waard van die van een man. bron: Nahed Selim: De sharia wordt in Nederland al volop toegepast, NRC Handelsblad, 8 juli 2009

Selim verzet zich tegen de macht die de geestelijken zullen verkrijgen met het toestaan van bemiddeling op grond van de sharia. Shariabemiddeling zou als een vorm van pastorale macht beschouwd kunnen worden die geestelijken ten deel valt. Pastorale macht is volgens Foucault zowel totaliserend als individualiserend. Volgens Foucault zijn vormen van verzet van wezenlijk belang bij de analyse van de betrokken macht. Hij noemt drie van dergelijke vormen van verzet.

3p 10 Tot welke van de drie vormen van verzet die Foucault noemt, moet volgens jou het verzet van Selim worden gerekend? Beredeneer je antwoord op basis van tekst 8 en leg uit of volgens jou de shariabemiddeling een vorm van pastorale macht is.

Pagina: 213Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 215: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 10 lees verder ►►►

Nahed Selim vervolgt haar pleidooi tegen de invoering van de sharia in Nederland en staat in dit opzicht dus tegenover Maurits Berger:

tekst 9 Moskeeën die doen aan shariarechtspraak moeten dicht. De minister beweert dat daarvoor geen rechtsgrond bestaat, maar volgens mij is die er wel degelijk: het arrest van het Europees Hof in Straatsburg (13-02-2003). Dat arrest stelt dat shariarechtspraak in strijd is met de principes van democratie. Het lijkt mij sterk dat Nederland, met dit arrest in de hand, niet een paar moskeeën kan verbieden, aangezien deze de sharia daadwerkelijk invoeren. Het arrest van het Europees Hof staat boven uitspraken van Nederlandse rechtbanken. De toegeeflijkheid van de politiek tegenover de fundamentalistische moslims moet stoppen, ook ter wille van de gematigde moslims. De getto’s moeten niet geïnstitutionaliseerd worden door parallelle rechtspraak toe te staan. bron: Nahed Selim: De sharia wordt in Nederland al volop toegepast, NRC Handelsblad, 8 juli 2009

Uit tekst 8 en 9 wordt duidelijk dat Nahed Selim het oneens is met het betoog van Maurits Berger in tekst 6 en 7. In dit verband rijst de vraag of de overheid wel als taak heeft het al of niet toestaan van shariabemiddeling door geestelijken te bepalen. John Locke schrijft over deze vraag in zijn ‘Brief over tolerantie’. Daarnaast is het de vraag in hoeverre het problematisch is wanneer de voorstanders van shariabemiddeling hun standpunt onderbouwen met een beroep op de gebruiken uit de traditie van hun gemeenschap. Voorstanders van shariabemiddeling kunnen echter stellen dat arbitrage in bijvoorbeeld huwelijkszaken een privékwestie is en niet tot het publieke domein behoort. Dit leidt tot de vraag of privékwesties wel zo duidelijk van publieke kwesties te scheiden zijn en waar die scheidslijn dan precies ligt.

4p 11 Met wie ben jij het eens, met het betoog van Maurits Berger in tekst 6 en 7 of met het betoog van Nahed Selim in tekst 8 en 9? Geef een beargumenteerde eigen mening en betrek in je antwoord achtereenvolgens: a) de problematiek van een beroep op traditie, b) de problematiek rond het onderscheid privé-publiek en c) de vraag of John Locke de overheid de verantwoordelijkheid zou geven om de sharia toe te staan of te verbieden.

Pagina: 214Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 216: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 11 lees verder ►►►

Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is Hoogleraar filosofie en literatuur Ger Groot schrijft in NRC Handelsblad dat het niet langer de functie van religie is om één sluitende visie op de wereld te bieden. In zijn artikel ‘Godsdienst beschermt de mens tegen de pretentie van de wetenschap alles te kunnen verklaren’ schrijft Groot dat volgens hem bij het verhaal van de wetenschap ook een tweede verhaal hoort, dat van de religie, waarin een visie op de wereld pas betekenis kan krijgen.

tekst 10

Wetenschap bouwt aan een structuur van algemene wetten die kunnen worden toegepast op afzonderlijke feiten. Ze beschrijft hoe de objectieve werkelijkheid werkt, maar heeft daarvoor de prijs moeten betalen van een methodische blindheid voor iedere subjectieve werkelijkheid. […] Wat de wetten van het denken zijn, wil ik als ontwikkeld mens graag weten, maar wat ik denk, gaat mij van minuut tot minuut ten diepste aan: niet als het symptoom van een algemene wetmatigheid, maar als het wezen van datgene waarin ik nu juist ik ben. Voor het leven dat wij leiden doet de algemeenheid er immers maar weinig toe. Zij vormt een horizon van ongetwijfeld heel betrouwbare zekerheden, die ons echter zelden werkelijk nabij komt. Wat ons interesseert is nu juist wat zij schuwt: het eenmalige, individuele dat in de algemene wet teloor gaat.

bron: Ger Groot: Godsdienst beschermt de mens tegen de pretentie van de wetenschap alles te kunnen verklaren, NRC Handelsblad, 14 juni 2008

Groot zet hier religie als zingeving tegenover wetenschap.

3p 12 Op welke twee manieren kun je vanuit zingevingsvragen religies analyseren? Leg uit welke manier je herkent in tekst 10. Volgens de opvatting van Groot is het tegenwoordig de taak van religie, ná het proces van modernisering, om het individu tegen het gewicht van de wetenschap te beschermen. Over de status van religie en de wijze waarop modernisering tot een verlies van religieuze waarden kan leiden, kun je een modernistisch, gematigd modernistisch of religieus conservatief standpunt innemen. Toch lijkt Groot niet zomaar in één van de drie mogelijke standpunten onder te brengen. Op elk van deze standpunten zou hij vanuit zijn opvatting kritiek kunnen geven.

3p 13 Welke kritiek zou Groot kunnen geven op achtereenvolgens het modernistische, het gematigd modernistische en op het religieus conservatieve standpunt omtrent de status van religie?

Pagina: 215Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 217: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 12 lees verder ►►►

Hoewel Groot zegt dat hij geen religieus mens is, heeft hij wel een vermoeden waarin de vreugde van de gelovige schuilt: voor de gelovige is de hemel echt, omdat zijn ervaring dat is. Iedereen kent ogenblikken waarop hij zich boven het eigen leven uitgetild weet en een rijkdom ervaart die zijn eigen krachten ver te boven lijkt te gaan. Zoiets geldt bijvoorbeeld voor artistieke ervaringen. Toch zijn dergelijke ervaringen volgens Groot niet voldoende voor onze zin- en betekenisgeving. Artistieke en religieuze ervaringen lijken weliswaar op elkaar maar toch is er volgens Groot een duidelijk verschil. Met betrekking tot artistieke ervaringen stelt hij dat religie geen kunst is, geen nabootsing, maar echt. In zijn kunstextase stijgt de luisteraar, kijker of lezer wel boven zichzelf uit, maar hij komt niet aan in een wereld waarin zich een geheel andere dimensie opent. De gelovige ervaart dat transcendente echter wel, zegt Groot:

tekst 11 De gelovige drukt zich uit in een vocabulaire dat spreekt over een hem overstijgende realiteit […] die méér is dan alleen een extrapolatie van zijn eigen verlangen. Hij meent zich opgenomen te weten in een werkelijkheid waarvan zijn hele bestaan afhangt en van waaruit hij zijn bestaansrecht aangereikt krijgt. bron: Ger Groot: Godsdienst beschermt de mens tegen de pretentie van de wetenschap alles te kunnen verklaren, NRC Handelsblad, 14 juni 2008

Een week later reageert Hendrik Spiering, zelf redacteur van NRC Handelsblad, op het artikel van Groot door een stuk in de krant te zetten. Dat diepe woordloze ervaringen de basis vormen van religie, daar is Spiering het mee eens. Maar ze kunnen volgens hem tegelijkertijd ook heel anders begrepen worden.

tekst 12 Een groot deel van ons leven speelt zich af in een woordloos ervaren van onszelf en van de wereld om ons heen, een intens subjectieve werkelijkheid. Gelukkig maar! En precies in die ervaring beleven we meestal ook ons diepste gevoel van realiteit en verbondenheid met de wereld – als we ons tenminste veilig voelen. Wie in dat fundamentele kenmerk van het menselijke leven een onzegbare religieuze waarheid en de aanwezigheid van God wil vermoeden, zoals de meeste gelovigen doen, is van harte welkom. Prima, waar zou je Hem anders moeten zoeken? Maar wie in die ervaringen een drang tot leven wil zien, een drang die ons verbindt met de rest van de natuur, heeft evenzeer recht van spreken. Dat is ook waar, lijkt me. En je kunt er ook gewoon niks in zien. Ook goed. […] Maar Groot gaat verder dan het aanbrengen van deze scheiding tussen het woordloze leven en de praatjes die wij mensen daarover zo gemakkelijk verkopen. Hij zondert één specifiek praatje uit en geeft het speciale status: de religie. bron: Hendrik Spiering: Diepe ervaringen zijn geen exclusief eigendom van religie, NRC Handelsblad, 18 juni 2008

Pagina: 216Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 218: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 13 lees verder ►►►

Groot en Spiering bespreken verschillende vormen van menselijke ervaring, zoals de artistieke en de religieuze, naast of tegenover de wetenschappelijke rede. De fenomenologische filosofen verklaarden alle ervaring tot fundamenteel en onherleidbaar.

3p 14 Welke tekst drukt volgens jou de onherleidbaarheid van de ervaring volgens de fenomenologie beter uit, tekst 11 van Groot of tekst 12 van Spiering? Baseer je argumentatie op beide teksten en leg uit wat de onherleidbaarheid van ervaring volgens de fenomenologen inhoudt. Een klein half jaar na de discussie tussen Groot en Spiering schrijft literatuurwetenschapper Marjoleine de Vos in haar column over de Portugese dichter Alberto Caeiro (pseudoniem voor Fernando Pessoa). Volgens De Vos is Caeiro een anti-metafysische dichter, die er steeds weer op wijst dat we gewoon moeten kijken naar de wereld zoals die zich voordoet en niet gaan zitten speculeren over zin of innerlijke samenhang. De Nederlander Rutger Kopland is volgens haar ook zo’n dichter.

tekst 13 Zulke dichters, die niet willen geloven, geen zin hebben in metafysica en transcendentie, hebben het niet voor niets steeds tóch over zulke dingen. Ze dichten over dat de wereld is zoals hij is, geen goden te zien, niet omdat ze alles zo enorm vanzelfsprekend vinden, maar juist omdat ze alles zo hoogst bijzonder vinden. Dat de dingen werkelijk zijn wat ze lijken te zijn. We hebben de neiging om te denken dat metafysica en religie juist voortkomen uit verwondering, uit een diep besef van raadselachtigheid, van mysterie. Omdat we niet in staat zijn te begrijpen waarom we leven, waarom de zon zo onwaarschijnlijk op de herfstbladeren schijnt, waarom de wereld bestaat, daarom veronderstellen we goden, oorzaken, samenhangen, bedoelingen. Dat leek me altijd een heel aannemelijke verklaring. […] Maar eigenlijk zeggen dichters als Caeiro en Kopland dat je, als je zulke dingen aanneemt, je je niet genoeg verwondert. Je heft de verwondering op door met verklaringen te komen, je kijkt niet naar wat er is maar praat over wat je verzint, je wilt bedoeld zijn en niet per ongeluk ontstaan - en daarmee verklein je in feite het raadsel. Want het vreemdste, vreemder dan alles wat vreemd is, is dat er niets valt te begrijpen en dat alles werkelijk is zoals het lijkt. bron: Marjoleine de Vos: Vreemder dan alles wat vreemd is, NRC Handelsblad, 10 november 2008

Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 217Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 219: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-1-o 14 lees verder ►►►

Met deze laatste zin verwijst De Vos naar een gedicht van de antimetafysische dichter Caeiro. De Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein zou zich in de bezwaren tegen metafysische uitspraken en verklaringen wel hebben kunnen vinden. Wittgensteins eerste werk ‘Tractatus logico philosophicus’ eindigt immers met de beroemde stelling dat je over datgene waarover je niet kunt spreken, moet zwijgen. Metafysische uitspraken gaan over dat waarover je volgens Wittgenstein niet zinvol kunt spreken. Wittgensteins latere kritiek op het essentialisme komt tot uitdrukking in zijn opvatting van de familiegelijkenissen. Het probleem van het essentialisme doet zich bijvoorbeeld voor bij het definiëren van religie, wanneer we de betekenis van religie willen vastleggen.

2p 15 Licht aan de hand van tekst 13 toe dat het vastleggen van de betekenis van religie kan leiden tot essentialisme. Leg vervolgens uit hoe de filosoof Charles Taylor gebruik maakt van Wittgensteins privétaalargument om kritiek te leveren op het idee dat de individuele ervaring onherleidbaar is. Het afkeuren van metafysische uitspraken en verklaringen door Caeiro, Kopland en Wittgenstein wordt ook gedeeld door de logisch empiristen van de Weense Kring. Toch zouden de anti-metafysische dichters het niet in elk opzicht met het gebruik van het verificatieprincipe van de logisch empiristen eens zijn geweest. De Amerikaanse filosoof William James hanteert een ander principe: het pragmatische betekenisprincipe. Op basis daarvan stelt hij dat religie wordt gerechtvaardigd door de behoefte eraan.

4p 16 Is de laatste zin van tekst 13 in die context op te vatten als een metafysische uitspraak, een morele uitspraak, als beide of als geen van beide? Geef in je argumentatie aan welk oordeel de logisch empiristen vellen en welk oordeel James velt, enerzijds over metafysische uitspraken en anderzijds over morele uitspraken.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

VW-0311-a-11-1-o*

Pagina: 218Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 220: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o

Examen VWO

2011

filosofie

tevens oud programma filosofie

Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2woensdag 22 juni

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 219Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 221: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Over de moraal: als God dood is

‘De Broers Karamazov’, een roman uit 1880 van de Russische schrijver Fjodor Dostojevski, gaat over de geschiedenis van drie broers. In die geschiedenis speelt de samenhang tussen verantwoordelijkheid, vrije wil en (het bestaan van) God een belangrijke rol. Aljosja, de jongste broer, heeft een kinderlijk geloof in God en is vriendelijk en liefhebbend naar zijn medemens. Iwan, de middelste broer, is briljant in redeneren en logica. De oudste broer Dmitri is gepassioneerd en wisselvallig in zijn emoties. Als Dmitri ten onrechte beschuldigd wordt van de moord op zijn vader en wordt verbannen naar Siberië, gaat Aljosja de dag voor zijn verbanning nog bij hem op bezoek. Tijdens hun gesprek die dag is Dmitri verward en angstig vanwege zijn op handen zijnde verbanning, maar hij houdt toch nog een tamelijk inhoudelijk betoog tegen Aljosja. De wetenschap heeft volgens Dmitri God verdrongen en ook het aannemen van het bestaan van zaken als een ziel en verantwoordelijk- heid wordt door de wetenschap onmogelijk gemaakt. Dmitri zegt:

tekst 1 – Hm! In wezen … alles tezamen genomen – spijt het me van God, dat is het eigenlijk! Stel je voor: dat zit daar in je zenuwen, in je hoofd, dat wil zeggen daar in je hersens zitten die zenuwen … dat zijn van die staartjes, die zenuwen hebben staartjes, ja, en zodra die gaan trillen … dus je ziet iets, ik kijk met mijn ogen naar iets, kijk zo, en zij beginnen te trillen, die staartjes … en als ze trillen dan krijg je een beeld, maar niet direct, pas na een tijdje, daar gaat een seconde of zo overheen, en dan krijg je een beeld, en dan krijg je iets als een moment … daarom neem ik eerst waar en dan pas denk ik … dat komt allemaal door die staartjes en helemaal niet omdat ik een ziel heb en omdat ik iemands beeld en gelijkenis ben, dat is allemaal onzin. Geweldig, Alsjosja, die wetenschap! Dat is de nieuwe mens, dat begrijp ik heel goed … Maar toch heb ik met God te doen! Maar wat moet een mens daarna dan? vraag ik. Zonder God en zonder toekomstig leven? Betekent dat dan niet dat tegenwoordig alles is geoorloofd, dat alles mag? Als Hij er niet is, dan is de mens de baas op aarde en in het universum. Schitterend! Maar hoe moet de mens deugdzaam zijn zonder God? Dat is de vraag! Daar pieker ik steeds maar over. naar: F. Dostojevski, De broers Karamazov, uitgeverij Van Oorschot, 2005, pag. 713 en 718

2p 1 Leg met een verwijzing naar tekst 1 uit waarom de rede vanuit een kentheoretisch perspectief lijnrecht tegenover religie lijkt te staan.

Pagina: 220Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 222: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 3 lees verder ►►►

Het kentheoretisch perspectief zorgt niet alleen voor problemen voor geloofswaarheden, ook de fundering van de moraal komt ter discussie te staan: Dmitri vraagt zich immers af of zonder God nu alles mag. Dmitri sluit met zijn vraag aan bij het gedachtegoed van Immanuel Kant. Kant verbindt het bestaan van God met de notie van het hoogste goed. Hij schrijft dat de praktische rede het bestaan van God als postulaat nodig heeft.

4p 2 Geef de argumentatie van Kant weer die leidt tot het postuleren van het bestaan van God uit de notie van het hoogste goed. Betrek in de argumentatie de twee elementen waaruit het hoogste goed bestaat. Geef tenslotte aan waarin Kant’s argumentatie overeenkomt met de positie van Dmitri en waarin de argumentatie van Kant afwijkt. De vraag over de fundering van de moraal die Dmitri opwerpt, is beroemd geworden. Als deze kwestie aan de orde is, wordt ‘De broers Karamazov’ altijd aangehaald. Dat gebeurt ook in de volgende teksten 2 en 3, gedeelten uit een discussie tussen de hedendaagse filosofen Huib Schwab en Herman Philipse:

tekst 2 Kan een samenleving zonder geloof nog een morele samenleving zijn? Kan de moraal bestaan zonder religieus fundament? Of is het zoals Dostojevski schreef: Als God dood is, is alles geoorloofd? Huib Schwab, onderwijsvernieuwer en filosoof, vindt het niet zo vanzelfsprekend dat een samenleving zonder geloof moreel kan zijn. Hij wijst op onderzoeken die aantonen dat kinderen die gewelddadige computerspelletjes spelen neurologische veranderingen ondergaan, waardoor zij verslaafd raken aan dergelijke killergames en waardoor het onderscheid tussen game en werkelijkheid bij hen vervaagt. “In hoeverre kun je van zo’n kind nog een rationele afweging verwachten, waarin hij na een rekensom tot de conclusie komt dat het ook in zijn voordeel is om sociaal te zijn? Nee, dan is het toch beter als de cultuur geboden kent die oproepen tot naastenliefde en mededogen, en verboden kent als het gaat om het uitleven van driften en begeerten. Ja, een soort religie dus. Het denigrerende spreken over religie is gemakzuchtig en modieus.” Volgens Schwab gaat het niet goed met de moraal in Nederland. “De religie zorgde van oudsher voor een binding tussen ik en de ander. De religie leerde ons ook om onze begeerten te beteugelen. De ontkerkelijking heeft het tegenovergestelde bewerkstelligd.” bron: Als God dood is, mag nog niet alles,Trouw, 27 oktober 2004

Schwab stelt dat het hebben van (een soort) religie beter is voor een samenleving dan het volgen van rationele overwegingen alleen. Religie bindt immers de leden van de samenleving en leert hen moreel te handelen.

Pagina: 221Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 223: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 4 lees verder ►►►

Deze functie komt overeen met één van de twee functies die religie volgens de Franse socioloog Emile Durkheim (1858-1917) in een samenleving heeft: de ceremoniële functie.

2p 3 Waarom hoeft de ceremoniële functie van religie volgens Durkheim niet in conflict met de wetenschap te komen? Waarom komt de andere functie die Durkheim aan religie geeft wel in conflict met de wetenschap? In tekst 2 veroordeelt Schwab het bestaan van killergames, waar kinderen verslaafd aan raken en amoreel van worden. Stel dat er een game bestaat waarin kinderen geboden en verboden leren – een reli-game –, dan zou dat volgens Schwab ‘een soort religie’ kunnen zijn.

3p 4 Zou je een dergelijke reli-game kunnen omschrijven als een religieuze praktijk? Geef een afweging aan de hand van drie kenmerken van praktijken. Leg vervolgens uit waarom het moeilijk is om onderscheid te maken tussen religieuze en niet-religieuze praktijken. In de discussie komt vervolgens universiteitshoogleraar Herman Philipse aan het woord. Hij is het niet met Huib Schwab eens. Philipse vindt empirische onderzoeken bij het beantwoorden van dit soort vragen relevant: uit de statistieken blijkt dat ongelovigen niet immoreler zijn dan gelovigen. Philipse zegt daarover:

tekst 3 Dat komt omdat de moraal van oorsprong niet uitsluitend religieus is. Een deel van onze morele aanleg is genetisch verankerd. Een ander deel van onze moraal is cultureel bepaald. Nederlanders zijn bijvoorbeeld geneigd tot samenwerken, omdat ze op elkaar aangewezen waren bij het bouwen van dijken. Maar dat de moraal van een almachtige God komt, is filosofisch niet houdbaar. Dan zou je morele geboden gehoorzamen, omdat zij zijn opgesteld door een machthebber, niet omdat morele geboden in zichzelf goed zijn. Dat is niet moreel. Sinds de wetenschappelijke revolutie zijn we erachter gekomen dat religie een illusie is, waardoor we onze moraal niet langer bouwen op goddelijke geboden. De vraag is sindsdien hoe je mensen zo kunt opvoeden dat ze ernaar neigen om moreel te handelen. De globalisering heeft dit vraagstuk nog urgenter gemaakt. We leven in een volstrekt nieuwe periode in de geschiedenis. Steeds meer verschillende culturen wonen door elkaar heen. Dat maakt het lastiger om tot een gemeenschappelijke publieke moraal te komen. Het is een ironisch toeval geweest dat net op het moment dat in Nederland het anti-autoritair en a-religieus denken op zijn hoogtepunt was, er een stroom migranten binnenkwam uit zeer autoritaire, godsdienstige culturen. Ze dachten dat, omdat God hier dood is, alles geoorloofd was. Dat is een probleem. Maar het is niet onoplosbaar. naar: Als God dood is, mag nog niet alles,Trouw, 27 oktober 2004

Pagina: 222Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 224: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 5 lees verder ►►►

Philipse heeft een heel andere invalshoek dan Schwab voor het beantwoorden van de vraag of moraal zonder religie kan. Juist omdat moraal deels een andere oorsprong heeft, is het volgens Philipse mogelijk verschillende, zelfs autoritaire, godsdienstige culturen in een samenleving te binden. Daarvoor zou hij misschien te rade kunnen gaan bij Charles Taylor.

2p 5 In welk opzicht zou Taylors model van ‘overlappende consensus’ als een oplossing kunnen dienen om tot een gemeenschappelijke publieke moraal te komen? Leg in je antwoord duidelijk uit wat Taylor onder ‘overlappende consensus’ verstaat. De vraag blijft of moraal religie nodig heeft voor haar fundering.

4p 6 Geef je eigen standpunt over de stelling ‘we hebben religie nodig voor een fundering van de moraal’. Betrek in je argumentatie het standpunt en een argument van Schwab en het standpunt en een argument van Philipse. Maak een afweging en trek een consistente conclusie.

Pagina: 223Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 225: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 6 lees verder ►►►

Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen

Voormalig motorsportjournalist en autocoureur C.Vorilhon schreef het boek ‘Het Ware Gezicht van God’, waarin hij vertelt hij over zijn bijzondere ervaringen met buitenaardse wezens die verantwoordelijk zouden zijn voor het ontstaan van de mens. Vorilhon werd in 1973 naar eigen zeggen door een innerlijke stem gedreven naar een vulkaankrater te rijden, waar hij een buitenaards wezen van één meter twintig lang zag staan, die in alle rust Vorilhon vertelde over de oorsprong van de mensheid. Het wezen zou hebben gezegd: “Wij waren degenen die al het leven op aarde hebben ontworpen. Jullie hebben ons voor goden aangezien. Wij stonden aan de oorsprong van al uw grote religies.” Ook zei het wezen dat Vorilhon voortaan door het leven zou gaan als ‘Raël’, profeet of boodschapper. Later zou hij ook zijn meegenomen naar de thuisplaneet van dit wezen. Vorilhon stichtte vervolgens als profeet Raël een organisatie: de Raëliaanse Beweging. Deze beweging gaat uit van een doelbewuste schepping van de mens door deze wetenschappelijk vergevorderde buitenaardse wezens: de Elohim. De Elohim maakten volgens Raël vijfentwintigduizend jaar geleden al gebruik van genetische manipulatie. Deze genetische manipulatie kan volgens Raël ‘wetenschappelijk creationisme’ worden genoemd: de Elohim schiepen de mens door middel van het klonen van hun eigen DNA letterlijk ‘naar hun evenbeeld’. De Raëliaanse Beweging wil de op wetenschappelijke kennis gebaseerde techniek van het klonen nu in deze tijd opnieuw inzetten, zodat wij als mensen het eeuwige leven kunnen bereiken. De techniek van het klonen wordt door velen als product van wetenschappelijke vooruitgang gezien.

2p 7 Waarom kan wetenschappelijke kennis niet als een probleemloze bron van vooruitgang worden beschouwd? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een opvatting van de Raëliaanse Beweging, zoals in bovenstaande inleiding verwoord. Uit de opvattingen van de Raëliaanse Beweging over het ontstaan van het leven op aarde, en uit de kennis die zij hierover zouden hebben, blijkt hun standpunt over de verhouding tussen rede en religie. Door voormoderne filosofen als Thomas van Aquino, Al Farabi en Averroës werden ook verschillende standpunten ingenomen over de verhouding tussen rede en religie.

3p 8 Beargumenteer met welk voormodern standpunt over de verhouding tussen rede en religie dat van de Raëliaanse Beweging volgens jou het meest overeenkomt: dat van Thomas van Aquino, Al Farabi of Averroës? Leg vervolgens uit waarin volgens deze voormoderne filosoof religieuze kennis van redelijke kennis verschilt en hoe dit in de inleiding van vraag 7 herkenbaar is.

Pagina: 224Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 226: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 7 lees verder ►►►

Dertig jaar na de veronderstelde ontmoeting van Raël met het buitenaardse wezen, de vertegenwoordiger van de Elohim, wordt in NRC Handelsblad geschreven over de opvattingen van deze Raëliaanse Beweging:

tekst 4 De Raëliaanse filosofie is gebaseerd op de openbaringen van de Elohim – ‘zij die uit de hemel zijn gekomen’ – aan Raël. Tijdens een trip naar hun planeet werd Raël voorgesteld aan ondermeer Jezus, Boeddha en Confucius. […] De sekte omschrijft zichzelf als een ‘atheïstische, spirituele organisatie zonder winstoogmerk’. De diepste wens van de Elohim is dat de mens zich bevrijdt van de judeo-christelijke moraal […] bron: Mark Duursma, NRC Handelsblad, Wij kwamen uit de hemel,7 januari 2003

Volgens de Raëliaanse Beweging lieten de Elohim, de buitenaardse scheppers, de mensheid zelf vooruitgang maken. Maar ze onderhielden wel contact met de mensheid via door henzelf uitgekozen en opgeleide profeten. Zo konden onder andere Boeddha, Mozes, Jezus en Mohammed geleidelijk aan de mensheid onderwijzen. Elke boodschap die door profeten uitgedragen werd, was aangepast aan de cultuur en het wetenschappelijke niveau van de tijd waarin de deze bekende profeten leefden. Hoe onorthodox deze invalshoek ook is, hierdoor is wel duidelijk waarom de verhouding tussen rede en religie voor elke historische periode afzonderlijk bekeken moet worden. Kenmerkend voor de klassieke islamitische wereld is bijvoorbeeld dat de verhouding tussen rede en religie nauwelijks een probleem was.

3p 9 Leg uit waarom de verhouding tussen rede en religie in de klassieke islamitische wereld nauwelijks een probleem was en in welke periode die verhouding in de christelijke wereld een probleem werd. Geef vervolgens aan waarom volgens de Raëliaanse Beweging de verhouding tussen rede en religie in de christelijke wereld een probleem geworden is. Op de website van de Raëliaanse Beweging: ‘Intelligent ontwerp voor atheïsten’ staat, dat volgens Raël de tijd is aangebroken om te stoppen met geloven en te beginnen met begrijpen:

tekst 5 De Raëliaanse Revolutie brengt stoutmoedig een volledige verschuiving in paradigma teweeg op onze planeet. De Boodschappen, die onze Scheppers uit de ruimte aan Raël hebben gegeven, bevatten ‘s werelds meest onbevreesde individualistische filosofie van liefde, vrede en non-conformisme: een prachtige combinatie van spiritualiteit, sensualiteit en wetenschap. bron: http://nl.rael.org

Pagina: 225Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 227: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 8 lees verder ►►►

Volgens Raël leven we nu in het voorspelde ‘Tijdperk van de Openbaring’. In dit tijdperk is de wetenschap ver genoeg ontwikkeld om onze eigen scheppers, de Elohim, te kunnen begrijpen, en daarmee de uiteindelijke waarheid omtrent wie wij zelf zijn in te zien. Wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn zou het niet eens zijn met de wijze waarop de term ‘verschuiving in paradigma’ oftewel ‘paradigmawisseling’ door Raël wordt gebruikt. Kuhn reserveert deze term namelijk alleen voor het wetenschappelijke en niet voor het religieuze domein.

3p 10 Welke andere wetenschapsfilosofische kritiek zou Kuhn kunnen hebben op de wijze waarop Raël spreekt van een revolutie die een volledige verschuiving in paradigma teweeg zal brengen? Beargumenteer je antwoord en geef daarin aan wat de wetenschapsfilosofie van Kuhn inhoudt aan de hand van twee kenmerken van de theorie van Kuhn. Volgens Raël bestaan de Elohim – de buitenaardse wezens – echt, en kunnen wij mensen daardoor nu op wetenschappelijke gronden eindelijk begrijpen wie wij zelf zijn. Niet veel mensen zullen aannemen dat deze buitenaardse wezens echt bestaan, laat staan dat zij overtuigd zijn door de overige Raëliaanse opvattingen. Toch zou filosoof Quine beargumenteren dat het al dan niet werkelijk bestaan van de buitenaardse wezens niet relevant is voor de betekenis van deze opvattingen.

3p 11 Hoe zou je vanuit de filosofie van Quine kunnen beargumenteren dat het al dan niet werkelijk bestaan van de buitenaardse wezens niet relevant is voor de betekenis van de Raëliaanse opvattingen? Beargumenteer je antwoord en leg daarbij de kritiek van Quine op de twee dogma’s van het empirisme uit. De Raëliaanse Beweging krijgt inmiddels steeds meer aandacht. De beweging heeft inmiddels ongeveer 55.000 volgelingen en de boeken van Raël zijn in verschillende talen verschenen. Hij treedt regelmatig op in de media en het verwante bedrijf ‘Clonaid’, dat zich tot doel stelt de mens te klonen, komt in de Verenigde Staten regelmatig (negatief) in het nieuws. Maar wat moeten we als filosoof denken van de leer van deze Raëliaanse Beweging? Hebben we te maken met een religie, een sekte, een waanzinnige grap of een wetenschap? Als we de leer van Raël tot religie zouden willen bestempelen, moeten we vaststellen wat we onder de term ‘religie’ verstaan. Maar bij het definiëren van religie doen zich problemen voor. Bovendien kunnen we zowel rede als religie vanuit drie verschillende perspectieven analyseren.

4p 12 Vind jij dat je de Raëliaanse Beweging en haar gedachtegoed onder de term ‘religie’ kunt scharen? Geef een argument vóór vanuit één van de twee problemen die zich voordoen bij het definiëren van ‘religie’. Geef een argument tégen vanuit één van de drie perspectieven van waaruit we religie kunnen analyseren. Maak tenslotte een beargumenteerde afweging.

Pagina: 226Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 228: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 De Islam en democratie

Najaar 2009 verscheen in NRC Handelsblad het artikel ‘Islam in de peiling’. Dit artikel betrof een Amerikaans onderzoek naar de opvattingen van moslims over de hele wereld over godsdienst, democratie, werk en terrorisme. ’s Werelds grootste organisatie voor opinieonderzoek, Gallup, peilde de meningen van 50.000 moslims in 35 landen met een islamitische bevolkingsmeerderheid. Doel van het internationale onderzoek was het leveren van neutrale data die als realistische grondslag zouden kunnen dienen voor een buitenlandse politiek van de VS. De veronderstelling daarbij was dat de buitenlandse politiek van de VS − na onder andere de aanslagen op de Twin Towers in New York op 11 september 2001 − vooral was ingegeven door angst en minder door de feiten. Het onderzoek werd uitgevoerd door de moslima Dalia Mogahed en de Amerikaanse hoogleraar islamstudies John L. Esposito. Eén van de resultaten was bijvoorbeeld dat er geen verband bestond tussen terrorisme en religie. Bovendien bleek dat moslims niet onze manier van leven in het Westen veroordelen, of onze democratische staatsvorm. Integendeel: juist vrijheid, democratie en technologie worden in de islamitische landen het meest bewonderd aan het Westen. De omvang van het onderzoek en de geruststellende toon van de onderzoeksresultaten zorgde voor een nieuw geluid in de Verenigde Staten. In academische kringen viel het goed bij deskundigen en in regeringskringen werd het omarmd door beleidsmakers en politieke analisten. Ondanks de geruststellende toon die uit de onderzoeksresultaten klinkt, is er in andere publicaties ook aandacht voor islamitische minderheden die er een meer extreme visie op nahouden: bijvoorbeeld het salafisme. Onderstaande tekst beschrijft de kritiek van de salafisten op de democratie en het principe van volkssoevereiniteit.

tekst 6 Salafisten, althans de scherpslijpers onder hen, beschouwen het begrip volkssoevereiniteit als ketterij, omdat het een ontkenning is van Gods absolute macht. Meedoen aan verkiezingen beschouwen zij als ongeoorloofd op religieuze gronden (haram). Dergelijke salafistische ideeën zijn terug te vinden bij de opinies van minderheden in de islamitische wereld die niet kiezen voor democratie. Onder hen zijn niet alleen salafisten, maar ook andere ultraconservatieve moslims. De clerus en de heersers van Saoedi-Arabië vinden democratie prima voor het Westen, maar ongeschikt voor henzelf. De Saoedische machthebbers zullen democratie niet haram noemen, zoals de extremisten, maar zij zeggen dat democratie niet past in hun tradities. naar: Dorrit van Dalen en Dirk Vlasblom, Islam in de peiling, NRC Handelsblad, 24 oktober 2009

Pagina: 227Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 229: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 10 lees verder ►►►

Het verwerpen van de staatsvorm democratie met een beroep op een traditie is problematisch, zeker gezien vanuit het liberalisme.

2p 13 Welk bezwaar kan men vanuit het liberalisme hebben tegen een beroep op tradities om de democratie te verwerpen? Leg in je antwoord uit hoe dit bezwaar van toepassing is op beide standpunten in tekst 6. Behalve de genoemde salafisten is er ook een andere minderheid die weinig in de openbaarheid treedt. Dat is de politieke islam die streeft naar de vorming van een staat waarvan de constitutie gebaseerd is op de islam. Deze ideologische vorm van de islam wordt wel islamisme genoemd.

tekst 7 Er zijn ook islamisten die democratie niet zien als iets wat in de grond legitiem is, maar als een middel of tactiek om aan de macht te komen en een islamitische staat te vestigen. Die laten natuurlijk niet het achterste van hun tong zien in een peiling. naar: Dorrit van Dalen en Dirk Vlasblom, Islam in de peiling, NRC Handelsblad, 24 oktober 2009

2p 14 Leg aan de hand van tekst 7 uit dat constitutionalisme niet per se aan liberale uitgangspunten gebonden hoeft te zijn. Een ontwikkeling die weer minder ver gaat dan het islamisme zien we in het moderne Turkije. Daar is in 2001 een islamitische politieke partij opgericht, de AK-partij. En met succes: inmiddels is deze AK-partij sinds de verkiezingen van 2007 als grootste politieke partij van het land aan de macht.

tekst 8 De AK behoort tot een relatief nieuwe variant. Een oud-student van Esposito, Vali Nasr, noemt die, naar analogie met de Europese christen-democratiën, moslim-democratie. Hij doelt op islamitisch geïnspireerde, maar geen islamistische partijen, die de democratie omhelzen en die terrein winnen in landen met moslimmeerderheden. Zij ijveren niet voor een islamisering van de staat, maar nemen genoegen met een islamitische inbreng in de landspolitiek. Dat is een categorie in opkomst. De term moslim-democraten wordt nu door moslims en niet-moslims gebruikt. […] Moslim-democraten stuiten overigens op weerstand, zowel van seculiere krachten als van ultraconservatieve moslims. naar: Dorrit van Dalen en Dirk Vlasblom, Islam in de peiling, NRC Handelsblad, 24 oktober 2009

Pagina: 228Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 230: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-11-2-o 11 lees verder ►►►

De moslim-democraten gebruiken dus de moderne staatsvorm democratie om de islam meer invloed te laten hebben. Uit de laatste zin van tekst 8 blijkt dat de moslim-democraten zich tegen twee groepen moeten verdedigen. Aan de ene kant hebben de religieus conservatieven kritiek op deze vorm van democratisering. Aan de andere kant hebben ook de ‘seculiere krachten’ kritiek op de moslim-democratie. Zo hebben secularisten in Turkije tevergeefs geprobeerd de AK-partij te laten verbieden.

4p 15 Wat is de kritiek van de religieus conservatieven op de moslim-democratie en wat is de kritiek van de secularisten op de moslim-democratie? Geef vervolgens een argument tegen de kritiek van de religieus conservatieven en een argument tegen de kritiek van de secularisten.

tekst 9 Er is een overlevering over het leven van Mohammed waarin de profeet zegt dat een leider die de umma (de gemeenschap der moslims) niet naar verlossing leidt, moet worden verwijderd. Hangen moslims dat beginsel nog steeds aan? Die traditie behelst dat men een goede leider nodig heeft. En goed werd religieus gedefinieerd. Maar in het verleden hebben soennitische leiders, in het licht van de realiteit van die dagen, hier voorwaarden aan gesteld. Zij besloten dat je een zondige heerser alleen kunt verwijderen als je ervan overtuigd bent dat dit lukt. Anders ontstaat anarchie. En voor de samenleving is orde beter dan wanorde. De traditie werd dus geherinterpreteerd in die zin dat je een leider niet afzet als je anarchie riskeert. En daarom werden leiders niet verwijderd. naar: Dorrit van Dalen en Dirk Vlasblom, Islam in de peiling, NRC Handelsblad, 24 oktober 2009

Anderen zullen stellen dat een regering onder bepaalde voorwaarden wel degelijk, en zelfs met geweld verdreven mag worden. Zo geeft de Egyptische filosoof Qutb een rechtvaardiging voor het gebruik van geweld op religieuze gronden. Habermas daarentegen vindt dat religieuze uitingen in het publieke domein rationeel behoren te zijn en daaronder verstaat hij ook: afzien van geweld. Habermas en Qutb staan in dit opzicht dus lijnrecht tegenover elkaar. Op Habermas’ positie is echter kritiek mogelijk. Zo wordt wel gesteld dat Habermas van te optimistische vooronderstellingen uitgaat.

3p 16 Beargumenteer hoe Qutb op grond van de islam het gebruik van geweld zou kunnen rechtvaardigen. Geef ook aan welk punt van kritiek op Habermas’ veronderstellingen – gezien vanuit de positie van Qutb − het meest steekhoudend is. Zijn er volgens jou omstandigheden waardoor politiek geweld geoorloofd is? Beargumenteer je antwoord en betrek daarbij het standpunt van Qutb of van Habermas.

einde

Bronvermelding

Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen

behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

VW-0311-a-11-2-o*

Pagina: 229Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 231: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o

Examen VWO

2010

filosofie tevens oud programma filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1dinsdag 25 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 230Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 232: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Oriëntalisme en Occidentalisme In onderstaande tekst beschrijft Jan de Hond, conservator geschiedenis aan het Rijksmuseum te Amsterdam, de ontstaansgeschiedenis van het Oriëntalisme. Het Oriëntalisme is een karikatuur van de oosterse mens en de oosterse cultuur. Oriëntalisme komt voort uit cultuurkritiek en een cultuurpessimistische houding tijdens de westerse Romantiek. De Hond laat deze geschiedenis beginnen bij Napoleon.

tekst 1 Napoleons veldtocht naar Egypte in 1798 was het startsein voor westerse bemoeienis met het Oosten: de Oriënt. Het Oosten was altijd al een belangrijke handelspartner geweest, maar nu werd het ook een lucratieve afzetmarkt voor industriële producten. Niet alleen op politiek-economisch, maar ook op cultureel gebied vormde Napoleons Egyptische avontuur een mijlpaal voor de oost-west relaties. Dit leidde tot wetenschappelijke en artistieke interesse in de Oriënt. In de negentiende eeuw groeide het onbehagen met de eigen tijd en velen realiseerden zich dat kostbare waarden voorgoed verloren dreigden te gaan. Een vluchtroute leidde naar de Oriënt. Dat statische Oosten was immers nog niet bedorven door de moderne cultuur. Hier hoopten vele westerlingen de waarden te vinden die in het moderne Westen allang verdwenen waren. naar: Jan de Hond, ‘Verlangen naar het Oosten. Oriëntalisme in de Nederlandse cultuur’, Leiden: Primavera Pers, 2008

Volgens de filosofische stroming van het communitarisme en met name volgens Charles Taylor leidt modernisering tot het verloren gaan van waarden, wat direct samenhangt met secularisering.

3p 1 Leg uit hoe waarden door modernisering verloren kunnen gaan. Bespreek een voorbeeld van zo’n waarde die door modernisering verloren zou kunnen gaan. Leg bovendien uit wat het verband is tussen secularisering en modernisering.

tekst 2 Al sinds de late achttiende eeuw werd het enthousiasme voor de Oriënt verder gestimuleerd door de opkomst van de Romantiek. Voor romantische schrijvers en kunstenaars, met hun voorliefde voor passie, heroïek en felle tegenstellingen, was de Oriënt, met zijn sensuele haremvrouwen, stoere bedoeïenen en wilde hartstochten, een ideale plaats voor lokalisatie van hun eigen idealen en dromen. Het Oosten werd een heuse hype. Oriëntalistische romans, gedichten, toneelstukken, opera’s, schilderijen, sculpturen, keramiek, meubels, fotografie en architectuur: geen enkel genre bleef gevrijwaard van deze oosterse rage. Meer dan een eeuw lang bleef het Oosten een telkens terugkerend thema in de westerse kunsten. naar: Jan de Hond, ‘Verlangen naar het Oosten. Oriëntalisme in de Nederlandse cultuur’, Leiden: Primavera Pers, 2008

Pagina: 231Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 233: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 3 lees verder ►►►

Velen zochten kennelijk in het Oosten ervaringen die ze in het Westen niet meer konden vinden. Ervaringen zijn volgens fenomenologen direct en onherleidbaar, maar dit inzicht is door het westerse denken naar de achtergrond gedrongen. Vanuit hun visie op ervaring als direct en onherleidbaar bekritiseren de fenomenologen het sciëntisme. Zij stellen dat de menswetenschappen een andere methode behoeft: de hermeneutische methode.

3p 2 Wat bedoelen fenomenologen als zij stellen dat de menselijke ervaring ‘onherleidbaar’ is? Geef bovendien aan waarin de hermeneutische methode verschilt van de methode die het sciëntisme voorstaat. Tegenover het Oriëntalisme staat het Occidentalisme: de visie op het Westen die in het Oosten leeft. Het is eveneens een karikatuur, maar nu van de westerse mens en de westerse cultuur: technisch verder ontwikkeld, maar puur materialistisch en van God los. In 2004 verscheen het boek ‘Occidentalism. The West in the Eyes of its Enemies’ van de Brits-Nederlandse Ian Buruma en de Israëlische Avishai Margalit. Op de voorkant van dit boek wordt de westerling afgebeeld als een vette kapitalist die zich – in smoking en met een varkenskop – wentelt in gouden munten, met rokende schoorstenen op de achtergrond. In een recensie schrijft Arnold Heumakers hierover het volgende:

tekst 3 Occidentalisme is het niet aan geografische grenzen gebonden begrip dat alle waarden dekt die door gelovige en ongelovige occidentalisten worden verworpen: het idee, het concept van de materialistische, kapitalistische, ongelovige, oppervlakkige, triviale, wortelloze, aan mode verslaafde, raciaal gemengde, verstedelijkte, verseksualiseerde samenleving. Het gaat dus niet uitsluitend om Amerika, althans het idee Amerika, maar om het hele, verweekte, vergiftigde Westen met zijn democratische cultuur van de middelmaat. En lees voor ‘het Westen’ dan ook modernisering van derdewereldlanden of vormen van decadente verwestersing in de islamitische wereld. bron: Arnold Heumakers, NRC Handelsblad, 7 mei 2004

Pagina: 232Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 234: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 4 lees verder ►►►

Deze karikaturen presenteren het Oosten als religieus en het Westen als een cultuur waarin religie verdrongen is door de (instrumentele) rede en de wetenschap. Durkheim, die wel de vader van de sociologie wordt genoemd, geeft een sociologische beschrijving van twee functies van religie in een samenleving. Eén daarvan, de speculatieve functie, kan door de wetenschap worden overgenomen. De andere functie daarentegen niet en deze tweede functie loopt in de huidige westerse samenleving zelfs gevaar.

4p 3 Wat is die tweede functie die Durkheim geeft in zijn sociologische beschrijving van religie? Leg aan de hand van tekst 3 uit dat deze tweede functie van religie gevaar loopt in de huidige westerse samenleving. Leg bovendien uit waarom deze tweede functie niet door de wetenschap kan worden overgenomen. De occidentalist verheerlijkt het leven op het platteland en hekelt het leven in de grote stad. Op het platteland leeft de mens een ‘eigenlijk’ leven: dicht bij de natuur, een leven zoals het bedoeld is. In de stad daarentegen is de mens zijn wortels kwijt, is de mens gedegenereerd en is het leven verworden tot opportunistisch hedonisme. Heumakers vervolgt zijn artikel met het volgende:

tekst 4 De stad als centrum van het kwaad, als centrum van zedeloosheid, goddeloosheid, individualisme, geld, handel en seks. De stad als een gigantische marktplaats met hotels, bordelen en warenhuizen waar alles te koop is voor een goed, aards leven. De stad waar de mensen liegen en bedriegen, hoeren en snoeren. “Osama bin Laden en Mohammed Atta kozen niet voor niets New York uit. Het gaat niet om steden per se, maar om wat sommige steden symboliseren en dat is alles behalve religie”, zegt Margalit. De stad is in hun optiek een metafoor voor een zielloos bestaan. bron: Arnold Heumakers, NRC Handelsblad, 7 mei 2004

In deze visie staat de westerse stad in schril contrast met de polis die Al Farabi beschrijft als deugdzame stad. In deze beschrijving van de deugdzame stad noemt Al Farabi een hiërarchie van objecten van kennis. Verder beschrijft hij verschillende soorten gedachtegangen bij mensen die leiden tot verkeerde visies op de religieuze waarheid. Er zijn volgens Al Farabi drie oorzaken van het ontstaan van onjuiste religieuze inzichten.

3p 4 Beredeneer aan de hand van tekst 4 welke oorzaak van onjuist inzicht de occidentalist in het Westen zal zien. Noem daarbij een object van kennis uit de deugdzame stad van Al Farabi waarvan de occidentalist zal beweren dat het in de westerse stad ontbreekt.

Pagina: 233Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 235: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 5 lees verder ►►►

Kritiek op de westerse instrumentele rede is niet nieuw en ook niet alleen afkomstig uit andere culturen. Cultuurkritiek maakt al sinds de romantiek deel uit van het westerse denken. Al sinds die tijd zijn er denkers van naam die kritiek leveren op de westerse rationaliteit. Omdat zowel de westerse wetenschappelijke benadering als de oosterse religieuze benadering waarheidspretenties hebben, spreekt Samuel Huntington van een “Clash of Civilizations” (botsende beschavingen). Huntington stelt vanuit een cultuurrelativistische positie de (natuur)wetenschappelijke benadering en de religieuze ervaringswereld op zo’n wijze tegenover elkaar, dat dit onvermijdelijk leidt tot een botsing tussen beschavingen.

3p 5 Ben jij van mening dat cultuurrelativisme – in het algemeen – inderdaad leidt tot een botsing tussen beschavingen? Beargumenteer je antwoord en leg in de toelichting op je antwoord uit wat er onder cultuurrelativisme wordt verstaan.

Pagina: 234Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 236: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 6 lees verder ►►►

Opgave 2 Humanisme, geloven en weten In de afgelopen eeuwen heeft het humanisme in onze westerse cultuur een duidelijke plaats ingenomen als levensbeschouwing. Het Humanistisch Verbond beschrijft het humanisme op haar website als “een levensbeschouwing die bij het interpreteren van de wereld en de plaats van de mens uitgaat van de ‘redelijke en zedelijke vermogens’ van de mens. Het humanisme doet daarbij geen beroep op een bovenmenselijke of bovennatuurlijke macht of kracht, zoals een God.” Verder wordt de levensbeschouwing als volgt omschreven:

tekst 5 Het woord ‘humanisme’ is afgeleid van het Latijnse ‘humanitas’. In het woord zitten twee betekenissen vervat, namelijk ‘mens-zijn’ en ‘het streven naar menselijkheid’. In het humanisme staan beide elementen centraal. [...] Humanisten hechten voor wat betreft kennisverwerving sterke waarde aan de wetenschappelijke methode en menen dat de geschiedenis uitwijst dat de wetenschappelijke methode betrouwbaarder is dan een goddelijke openbaring. Humanisten weten sommige dingen [...] gewoon niet, en over veel andere dingen twijfelen ze. Het twijfelen en het voortdurend bereid zijn om levensbeschouwelijke vragen en antwoorden in het licht van nieuwe informatie opnieuw te bezien, is misschien wel één van de belangrijkste kenmerken van het humanisme. Sommige humanisten noemen zich overigens wel religieus, andere humanisten zeggen niet te weten of er iets is tussen hemel en aarde en zeggen daarover dus ook geen uitspraak te kunnen doen. Deze diversiteit aan opvattingen vinden humanisten belangrijk en waardevol. Humanisme is ook een moreel en politiek streven. [...] Menselijke waardigheid heeft een fatsoenlijke en rechtvaardige politiek nodig, zowel nationaal als internationaal. In het publieke debat spreken humanisten zich daarom regelmatig uit tegen onrecht en over thema’s als armoede, sociale ongelijkheid, etnische tegenstellingen, het milieu, mensenrechten enzovoort. Het politieke en morele streven van de humanistische beweging komt in Nederland onder meer naar voren in het werk van het humanistische instituut voor ontwikkelingssamenwerking HIVOS, Aim for Human Rights en Humanitas.

bron: www.humanistischverbond.nl

Omdat binnen het humanisme plaats is voor uiteenlopende overtuigingen – sommige humanisten noemen zich wel religieus en andere niet – lijkt het moeilijk om een eenduidige definitie van de stroming te geven. Ook is het de vraag of je het humanisme als religie zou kunnen omschrijven. In sommige gevallen kan het belangrijk zijn om als religie gezien te worden – bij het krijgen van subsidie bijvoorbeeld. Aan de andere kant: als er geen duidelijke eisen zijn waaraan een levensbeschouwelijke stroming zou moeten voldoen om een religie te heten, zou elke levensbeschouwelijke stroming zich een religie kunnen noemen.

4p 6 Welke twee problemen kunnen zich voordoen bij het definiëren van religie? Leg aan de hand van deze problemen en tekst 5 uit in welk opzicht het humanisme wel als een religie beschouwd kan worden en in welk opzicht het humanisme niet als een religie beschouwd kan worden.

Pagina: 235Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 237: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 7 lees verder ►►►

In een interview in NRC Handelsblad van 26 juli 2008 haalt minister André Rouvoet het humanisme aan om een vergelijking te maken tussen rede en geloof als diepste overtuiging in een debat. Deze vergelijking doet enigszins denken aan de wetenschapsfilosofische discussie tussen Karl Popper en Paul Feyerabend over de status van wetenschap. Rouvoet zegt in het interview het volgende over de vergelijking tussen geloof en rede:

tekst 6 Humanisten vinden dat christenen hun geloof in de politiek zouden moeten relativeren. Maar zij hebben óók hun diepste overtuigingen, hun levensbeschouwelijke uitgangspunten, die zij niet willen opgeven. Zij baseren zich bijvoorbeeld op de universele mensenrechten en zeggen dat degenen die dat niet doen, het niet hebben begrepen. Humanisten en liberalen zeggen: redeneren vanuit het geloof is achterlijk. Uitgaan van de menselijke rede klinkt heel logisch, maar beargumenteer het maar eens. [...] Geloof is niet irrationeel, maar bovenrationeel. Het is een andere vorm van kennis, van wetenschap – een andere manier van zeker weten. Welk verschil maakt het wat betreft de politieke overtuigingskracht of je gelooft dat de wereld door de Schepper geschapen is, of dat er een oerknal was? We nemen dat aan op gezag van anderen. Ik doe het op basis van een boek, anderen op basis van wat ze uit de krant of de wetenschap leren. bron: NRC Handelsblad, 26 juli 2008

In reactie op dit interview met Rouvoet schrijft de voorzitter van het Humanistisch Verbond Rein Zunderdorp over de overeenkomst tussen geloof en wetenschap het volgende:

tekst 7 De overeenkomst is volgens hem [Rouvoet] dat beide overtuigingen even ‘bovenrationeel’ zijn. De één gelooft in de bijbel, de ander in de wetenschap, maar in beide gevallen baseert men zich op ‘het gezag van anderen’. Nog los van het feit dat humanisme meer omvat dan wetenschap, is de vooronderstelling dat wetenschap een geloof zou zijn wel erg kort door de bocht. Wetenschap en religie zijn niet soortgelijke vormen van geloof, maar fundamenteel andere vormen van kennisverwerving. bron: www.humanistischverbond.nl

Met deze laatste zin van tekst 7 stelt Zunderdorp dat geloof en wetenschap op fundamenteel andere manieren tot kennis komen.

3p 7 Op welke van de twee visies op wetenschap zou Zunderdorp in dit geval de argumentatie voor zijn stelling het beste kunnen baseren – op de wetenschapsvisie van Popper of op de wetenschapsvisie van Feyerabend? Geef in je argumentatie duidelijk de posities van Popper en Feyerabend weer.

Pagina: 236Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 238: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 8 lees verder ►►►

In tegenstelling tot Zunderdorp schrijft de filosoof Willard van Orman Quine, dat de scheidslijn tussen objecten van de wetenschap en die van het geloof op kennistheoretisch niveau helemaal niet zo scherp is. Quine sluit niet uit dat binnen de kennistheorie bovenrationele argumenten een rol spelen. In ‘Two Dogmas of Empiricism’ schrijft hij hierover:

tekst 8 Maar wat betreft hun kentheoretische fundering verschillen fysieke objecten en goden alleen gradueel van elkaar, niet wezenlijk. Beide soorten entiteiten maken deel uit van onze concepties als cultureel bepaalde postulaten. De mythe van fysieke objecten is in kentheoretisch opzicht superieur aan de meeste andere, omdat [...] bron: ‘Two dogmas of Empiricism’, geciteerd in ‘Rede en religie’, pag. 49

3p 8 Waarom is volgens Quine de mythe van fysieke objecten superieur aan andere

mythen? Maak je antwoord duidelijk met behulp van een voorbeeld. Geef vervolgens aan welke rol religieuze uitspraken in Quine’s visie kunnen hebben. De rol die metafysische uitspraken kunnen hebben, hangt samen met het zichtbaar worden van twee dogma’s die het empirisme er volgens Quine op nahoudt.

4p 9 Leg uit hoe de onthulling van deze dogma’s leidt tot de mogelijkheid van betekenisvolle metafysische uitspraken. Licht in je antwoord toe om welke twee dogma’s het gaat. De theologe Karen Armstrong heeft onderzoek gedaan naar de betekenis van religieuze uitspraken en bronnen van religies. Zij vindt het kentheoretisch perspectief op religie, zoals Rouvoet en Zunderdorp beiden hanteren, niet alleen onvruchtbaar, het gaat volgens haar zelfs volledig voorbij aan wat religie eigenlijk is. Zij zegt hierover in haar lezing ‘What is religion?’ het volgende:

tekst 9 Ik wil vandaag dan ook graag ingaan op een aantal van deze moderne westerse misvattingen, en allereerst vaststellen wat godsdienst niét is. De meest alledaagse veronderstelling is misschien dat godsdienst vooral bestaat uit een orthodoxe leer. Dit is zozeer het geval dat godsdienstige mensen vaak ‘gelovigen’ worden genoemd, alsof hun belangrijkste daad is dat ze een reeks opvattingen over het goddelijke aanvaarden. Maar kijken we naar de grote sterren uit het verleden, zoals Boeddha, Confucius of Jezus, dan constateren we dat zij niet alleen heel weinig belangstelling toonden voor metafysica en theologie, maar dat deze volgens sommigen zelfs uitgesproken schadelijk konden zijn. Niet omdat zij geen belang in het heilige stelden, maar omdat ze wisten dat de hoogste werkelijkheid onzegbaar en onbeschrijfelijk was. Godsdienst was geen kwestie van gedachtevorming. Elk godsdienstig onderwijs was pragmatisch of zou dit moeten zijn. bron: Karen Armstrong, ‘What is religion?’, Van der Leeuw-lezing 2008

Pagina: 237Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 239: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 9 lees verder ►►►

Armstrong brengt hier naar voren hoe problematisch het kan zijn over metafysische zaken te spreken. Ook de filosoof Immanuel Kant zag dit probleem.

2p 10 Geef aan in welk opzicht Kant het eens zou zijn met Armstrong over het problematische van het doen van metafysische uitspraken. Leg je antwoord uit met behulp van tekst 9. Armstrong vervolgt haar lezing:

tekst 10 Een mythe of leer is in wezen een actieprogramma; het krijgt pas betekenis als het in praktijk wordt gebracht – ritueel, ethisch of beschouwend. Zo lijken ook de regels van een bordspel uiterst vaag, abstract en onbegrijpelijk ingewikkeld – totdat we gaan spelen, dan valt alles op zijn plaats. Maar tegenwoordig vinden velen dat ze alleen een waarachtig godsdienstig leven kunnen leiden als ze voor zichzelf zekerheid over het bestaan van God kunnen hebben. Wetenschappelijk is dit een degelijke redenering, die wil dat we een beginsel eerst vaststellen voordat we het toepassen. Maar voor Boeddha of Confucius was dit de verkeerde volgorde. bron: Karen Armstrong, ‘What is religion?’, Van der Leeuw-lezing 2008

Metafysische uitspraken worden door het logisch positivistisch verificatieprincipe als betekenisloos bestempeld.

3p 11 Geef aan met behulp van tekst 9 en tekst 10 hoe, volgens Armstrong, metafysische uitspraken wel betekenis kunnen hebben. Waarom is het nu, vanuit het perspectief van praktijken, gemakkelijker om de vraag of het humanisme een religie is te beantwoorden? Beargumenteer je antwoord met behulp van de lezing van Armstrong (tekst 9 en tekst 10) en met behulp van tekst 5.

Pagina: 238Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 240: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 10 lees verder ►►►

Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving Op 15 maart 2008 hield de filosoof Jürgen Habermas in Nederland een lezing over de post-seculiere samenleving. Aan zijn stem wordt in het maatschappelijk debat over de rol van religie in onze samenleving groot gezag toegekend. Afgelopen jaren heeft deze Duitse filosoof veel opzien gebaard met zijn pleidooi voor het meer serieus nemen van godsdienstig geïnspireerde opvattingen in de post-seculiere samenleving. Zijn kijk op de rol en betekenis van religie lokte over de hele wereld maatschappelijk commentaar uit. Naar aanleiding van Habermas’ lezing aan de Tilburgse universiteit verscheen in het Nederlands Dagblad een artikel onder de titel ‘Verlichtingsdenker vindt godsdienst onmisbaar’. De volgende tekst komt uit dit artikel.

tekst 11 In zijn lezing riep Habermas de vraag op, hoe om te gaan met de toenemende rol van godsdiensten in de samenleving. Volgens hem zijn er in het huidige debat twee uitersten die elkaar wederzijds van extremisme beschuldigen. De ene groep beticht de andere van ‘Verlichtingsvijandig multiculturalisme’, dat kritiekloos minderheden in de politieke cultuur uitnodigt. De andere groep beschuldigt de eerste van 'Verlichtingsfundamentalisme' en verwijt deze dat ze godsdienst helemaal naar het privé terrein wil verbannen. Deze ‘Verlichtingsfundamentalisten’ vinden religie cognitief en historisch gezien achterhaald en menen dat die [religie] zich daarom uit de politiek moet terugtrekken. bron: ‘Verlichtingsdenker vindt godsdienst onmisbaar’, Marc Janssens, Nederlands Dagblad, 21 maart 2008

De door Habermas aangehaalde groepen zijn te beschouwen als karikaturen van verschillende vormen van secularisme die in Europa bestaan.

4p 12 Leg voor elk van de twee geschetste karikaturen uit welke vorm van secularisme past bij welke karikatuur. Maak tevens in je antwoord duidelijk wat het verschil is tussen secularisering en secularisme. In tekst 11 lijkt het onderscheid tussen een publieke sfeer en een privé-sfeer als onproblematisch te worden verondersteld. De filosoof Foucault beredeneerde dat dit onderscheid op zichzelf kan worden gezien als het resultaat van moderne machtsuitoefening.

4p 13 Op welke wijze kan het onderscheid tussen de publieke en de privé-sfeer volgens Foucault worden gezien als het resultaat van moderne machtsuitoefening? Geef daarbij aan tot welke moeilijkheden deze scheiding van publieke sfeer en privé-sfeer kan leiden en beargumenteer bovendien welke houding Foucault hier tegenover zou bepleiten.

Pagina: 239Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 241: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 11 lees verder ►►►

Opvallend is dat Habermas veel minder negatief over de rol van godsdiensten in de samenleving oordeelt dan velen van een verlichtingsfilosoof hadden verwacht. “Vooral met betrekking tot het kwetsbare terrein van het sociale samenleven beschikken religieuze tradities over de kracht om morele intuïties op overtuigende wijze tot uitdrukking te brengen”, zo zegt Habermas. De geëigende rollen in de discussie tussen het hedendaagse secularisme en het religieus traditionalisme mogen wat hem betreft gerust omgedraaid worden. Neutraliteit van de staatsmacht mag in ieder geval niet verwisseld worden met uitsluiting van religieuze uitingen uit de politiek. Wel stelt hij een voorwaarde aan de inbreng van religieuze taal in de politieke meningsvorming, een voorwaarde die hij concretiseert in verschillende eisen.

4p 14 Ben jij het eens met Habermas dat er een voorwaarde moet worden gesteld aan de inbreng van religieuze taal in de politieke meningsvorming? Beargumenteer je antwoord aan de hand van drie concrete eisen die Habermas stelt aan de plaats van religie in de openbaarheid. Met zijn pleidooi voor het meer serieus nemen van godsdienstig geïnspireerde opvattingen in onze post-seculiere samenleving zou Habermas op bijval van de filosoof en islamitisch theoloog Tariq Ramadan mogen rekenen. Ramadan – volgens ‘Time Magazine’ een van de honderd meest invloedrijke mensen in 2004 – was tot augustus 2009 hoogleraar aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam waar hij onderzoek deed naar ‘Burgerschap en identiteit’. Hij pleit voor een nieuw groot verhaal, ‘de nieuwe wij’ zoals hij het noemt. In het onafhankelijk vakblad voor het onderwijs ‘Didaktief’ verscheen in april 2008 een interview met Ramadan onder de titel ‘De nieuwe wij. Eenheid in verscheidenheid.’ In dit interview stelt Ramadan dat normen en regels in de maatschappij duidelijk moeten zijn en door iedereen moeten worden gerespecteerd, en dat normen en waarden strikt onderscheiden moeten worden. Tekst 12 en 13 komen uit dit interview.

tekst 12 Niemand kan bepaalde waarden opleggen. Het is beter het bij wetten te houden: dit is wat we acceptabel vinden. Je kunt de gewetens van mensen niet controleren, stellen dat ze hetzelfde moeten denken als jij. De waarde dat diversiteit goed is, moet gedeeld worden, maar we hoeven het niet over alles eens te zijn. […] Juist dat je het niet eens bent over waarden, is kenmerkend voor ‘de nieuwe wij’: dat ís verschillende waarden en meningen. Wie gezamenlijke waarden wil vastleggen, begint met goede intenties, maar eindigt met dogma’s. bron: ‘De nieuwe wij. Eenheid in verscheidenheid’, interview door Monique Marreveld, ‘Didaktief’, nummer 4, april 2008

Pagina: 240Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 242: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 12 lees verder ►►►

In de 17e eeuw betoogde ook Locke al, net als Ramadan nu, dat burgers dezelfde rechten en plichten moeten hebben voor de wet. Tevens stelde Locke vast welke bevoegdheid en plicht zouden moeten toekomen aan de burgerlijke overheid.

2p 15 Beargumenteer dat Locke het eens zou kunnen zijn geweest met Ramadan dat niemand aan anderen waarden op kan leggen. Maar het is de vraag of wetten en regels, rechten en plichten, genoeg zijn om een maatschappij te laten functioneren. Volgens Ramadan heeft burgerschap behalve een juridische ook een sociaal-psychologische dimensie.

tekst 13 Het juridische raamwerk biedt ruimte aan diversiteit, maar om die rijkdom op waarde te schatten heeft een burger het gevóel nodig er bij te horen, ‘a sense of belonging’. Maar dat gevoel is – net als de liefde – afhankelijk van tweerichtingsverkeer. […] De vraag: wat ben je, een moslim of een Nederlander, is absurd. Je bent nooit maar één ding, ieder mens heeft verschillende identiteiten, het hangt af van de omstandigheden welke belangrijker is. Als ik moet stemmen, ben ik Nederlands en maak ik me druk om de samenleving. Maar als ik sterf, is mijn paspoort geen antwoord. Niets, maar dan ook niets belet me in Holland om te bidden, te vasten, om te doen wat ik moet doen als moslim. Ik ben hier volledig vrij. Wie de islam niet praktiseert, moet het systeem niet de schuld geven. De Nederlandse wet vormt geen enkel excuus om geen goede moslim te zijn. bron: ‘De nieuwe wij. Eenheid in verscheidenheid’, interview door Monique Marreveld, ‘Didaktief’, nummer 4, april 2008

De Canadese filosoof Charles Taylor heeft in de 20e eeuw het secularistische model van de overlappende consensus ontworpen. Daarmee wilde hij behalve gehoorzaamheid aan de wetten en regels van de legitieme autoriteit ook respect voor diversiteit van overtuigingen en onderlinge tolerantie tot stand brengen.

5p 16 Beargumenteer in hoeverre het pleidooi van Ramadan past binnen het model van overlappende consensus dat Taylor gebruikt. Maak bovendien duidelijk waarin dit model van overlappende consensus verschilt van de andere twee vormen van secularisme die Taylor onderscheidt.

Pagina: 241Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 243: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-1-o 13 lees verder ►►►

De van oorsprong Egyptische Tariq Ramadan is het kennelijk niet eens met de visie op het Westen van de 20e eeuwse Egyptische theoloog Sayyid Qutb. Ramadan stelt immers dat de Nederlandse wet geen excuus is om geen goed moslim te zijn. In de ogen van Qutb is het Westen echter één groot bordeel, doortrokken van dierlijke lusten, hebzucht en egoïsme en waarin het menselijk denken er de status van God heeft gekregen. Qutb riep daarom op tot een gewelddadige revolutie. Daarbij legitimeerde hij religieus geweld tegen de staat uit naam van de individuele gewetensvrijheid.

3p 17 Beargumenteer waarom de individuele gewetensvrijheid volgens Qutb een gewelddadige revolutie rechtvaardigt. Geef tevens aan in welk opzicht dit in gaat tegen zowel het standpunt van Ramadan in tekst 13 als de opvatting van legitieme autoriteit in het secularismemodel van Taylor.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

VW-0311-a-10-1-o*

Pagina: 242Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 244: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o

Examen VWO

2010

filosofie tevens oud programma filosofie

Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 2woensdag 23 juni09.00 - 12.00 uur

Pagina: 243Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 245: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 God aan de winnende hand? In 2006 schrijft Jonathan Israel een artikel in NRC-Handelsblad, getiteld ‘Kunnen zeggen wat je wil, is belangrijker dan kunnen geloven wat je wil’. Dit artikel gaat over de spanning tussen de vrijheid om te denken wat je wil en de vrijheid om te geloven wat je wil. De spanning die bestaat tussen vrijheid van denken en vrijheid van godsdienst is al heel oud. In de Middeleeuwen stond het geloof niet ter discussie: men twijfelde niet aan het bestaan van God. Wel werd er toen in de filosofie al nagedacht over de verhouding tussen rede en geloof. Denkers als Anselmus en Thomas hadden een andere opvatting over de verhouding tussen rede en geloof dan denkers als Averroes en Al Farabi.

3p 1 Wat is het verschil in opvatting tussen Anselmus en Thomas enerzijds en Averroes en Al Farabi anderzijds over de verhouding tussen rede en religie? Beschrijf beide opvattingen en geef aan waarin het verschil bestaat. De periode van de Europese Verlichting, na de Middeleeuwen dus, wordt wel omschreven als een periode waarin de rede het is gaan winnen van het geloof. Tevens is het een periode waarin de scheiding tussen kerk en staat wordt bepleit en de vrijheid om zelf uit te maken welk geloof men wil aanhangen. Aan het begin van de Verlichting beargumenteerde Locke dat de staat, of de ‘burgerlijke magistraat’, geen godsdienst dwingend kan opleggen. Maar bijvoorbeeld ook de Nederlandse filosoof Spinoza, tijdgenoot van Locke, pleitte voor godsdienstvrijheid. In het eerder genoemde artikel ‘Kunnen zeggen wat je wil, is belangrijker dan kunnen geloven wat je wil’ wordt Spinoza door Jonathan Israel aangehaald. Hij schrijft:

tekst 1 In zijn latere Tractatus politicus (1677) gaat Spinoza uitvoeriger in op de gewetensvrijheid en de vrijheid van geloof, maar zijn fundamentele tolérantisme – dat wil zeggen verdraagzaamheid die niet gebaseerd is op theologie – ruimt geen bijzondere privileges in ter bescherming van het geloof, en is hoofdzakelijk bedoeld als grondslag voor de individuele vrijheid van mening en de vrijheid om te spreken en te schrijven. Spinoza maakte zorgvuldig onderscheid tussen enerzijds het toelaten van gelovigheid op zich, en anderzijds het religieuze groepen in staat te stellen zich te organiseren en naar believen hun gezag uit te breiden, wat volgens hem iets heel anders is. Terwijl Spinoza toegeeft dat ieder, ongeacht welke godsdienst hij aanhangt of wat hij gelooft, de vrijheid moet hebben om zijn overtuigingen te uiten, dringt hij er tegelijkertijd op aan de activiteiten van kerken te beknotten. Voor iedere samenleving, zo betoogt hij, is het volstrekt rampzalig om religieuze leiders van welke signatuur ook zoveel autonomie en prestige te gunnen dat zij elementen van de publieke opinie kunnen mobiliseren om een actieve rol te spelen in de politiek, en het gezag van de staat te tarten. Daarom vindt Spinoza dat het politieke gezag minderheidsreligies krachtig onder controle moet houden. bron: NRC-Handelsblad van 11 november 2006

Pagina: 244Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 246: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 3 lees verder ►►►

Hoewel Spinoza voor vrijheid van godsdienst is, vindt hij toch dat de overheid de macht van kerken moet beperken. Locke pleit tegen staatsgodsdienst en geeft ook aan in hoeverre de staat zich met godsdienst mag bemoeien.

3p 2 In hoeverre vind jij dat de staat zich met godsdienst(en) mag bemoeien? Geef een beargumenteerde mening en geef aan waarin de visie van Spinoza uit tekst 1 afwijkt van de visie van Locke op de staatsbemoeienis met godsdienst(en). In ons land bestaat vrijheid van denken en vrijheid van godsdienst reeds langere tijd. Samen met de vrijheid van godsdienst zou de vrijheid van denken echter volgens sommige tot een onwenselijke vorm van cultuurrelativisme leiden. Deze visie zien we ook bij Mark Rutte – fractievoorzitter van de VVD in de tweede kamer – als hij in 2007 minister Vogelaar naar aanleiding van een interview cultuurrelativisme verwijt. Er werd de minister in dat interview gevraagd of we ooit zullen zeggen dat Nederland een land is van joods-christelijke-islamitische tradities. Met haar antwoord dat ze zich dat kan voorstellen, maar dat daar wel een paar eeuwen overheen zouden gaan, riep ze allerhande verwijten op waaronder het genoemde cultuurrelativisme. Op de website van de VVD schrijft Rutte het volgende:

tekst 2 Rutte: “Met dit kabinet is het cultuurrelativisme van de jaren tachtig helemaal terug in de politiek. Het interview met Vogelaar is daar het treurige bewijs van.” bron: Website van de VVD

3p 3 Leg uit hoe cultuurrelativisme uit de vrijheid van godsdienst kan voortkomen.

Ben jij het er mee eens dat cultuurrelativisme onwenselijk is? Beargumenteer je mening en geef duidelijk aan wat cultuurrelativisme inhoudt. Door het bestaan van vrijheid van godsdienst en cultuurrelativisme lijkt het erop dat de rede het sinds de Verlichting steeds meer is gaan winnen van het geloof. Toch zijn er ook andere geluiden. Onder de aansprekende titel: ‘Waarom God aan de winnende hand is’, werd in het NRC-Handelsblad een betoog gehouden waarin juist gesteld wordt: “modernisering, democratisering en globalisering hebben Hem sterker gemaakt.” In tegenstelling tot de visie dat met vrijheid en globalisering de positie van religie zou verdwijnen, lijkt het er volgens de auteurs juist op dat de religie gouden tijden beleeft.

Pagina: 245Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 247: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 4 lees verder ►►►

tekst 3 In feite biedt de moderne wereld alle ruimte aan godsdienstige overtuigingen. De wereld ís ook moderner: er is misschien wel meer politieke vrijheid, democratie en onderwijs dan er ooit in de geschiedenis is geweest. (…) Als mensen welvarender en beter opgeleid zijn, zou je denken dat ze ook minder religieus zijn geworden. Maar nee, het is zelfs zo dat in de periode van de sterkste economische en politieke modernisering – de afgelopen dertig, veertig jaar – de vitaliteit van religies over heel de wereld sterk is toegenomen. De grootste wereldgodsdiensten zijn naar verhouding sneller toegenomen dan de wereldbevolking. (…) Naar alle waarschijnlijkheid zal de verbreiding van de democratie, in plaats van de macht van de activisten in te perken, het bereik van profetische politieke bewegingen alleen maar vergroten. Veel van die bewegingen zullen uit het democratische proces tevoorschijn komen met een betere organisatie, een grotere aanhang en met meer legitimiteit dan ze eerst hadden, – maar of ze ook minder gewelddadig zullen zijn, is zeer de vraag. De democratie geeft de volkeren van de aarde hun stem, en zij willen spreken over God. bron: T. S. Shah & M. D. Toft (uit: NRC-Handelsblad, 12 & 13 augustus 2006; eerder gepubliceerd in Foreign Policy)

Bovenstaande tekst stelt dat toename van geloof ook een toename van religieuze macht te zien zal geven en daarmee een politieke factor wordt.

3p 4 Leg uit of het standpunt in tekst 3 in strijd is met de secularisering-gedachte of met de secularisme-gedachte. Beargumenteer je antwoord en leg in je antwoord de begrippen secularisering en secularisme duidelijk uit. In de lijn van tekst 3 redenerend, lijkt een botsing tussen beschavingen – zoals beschreven door Huntington – onontkoombaar. Hoe een botsing tussen beschavingen is te voorkomen en de verschillende godsdiensten vreedzaam naast elkaar zouden kunnen bestaan, is een vraag waar veel over wordt nagedacht. Zowel James als Taylor hebben een visie op hoe dat zou kunnen. Beiden benaderen religie vanuit de ervaring. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen de pragmatistische benadering van James en Taylors visie op – wat hij noemt – ‘overlapping consensus’.

4p 5 Beschrijf de pragmatistische benadering van James met betrekking tot het vreedzaam naast elkaar bestaan van de verschillende godsdiensten. Geef tevens aan welke kritiek Taylor daar op heeft.

Pagina: 246Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 248: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 5 lees verder ►►►

Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum De Rotterdamse filosoof Ger Groot werd in 2003 geïnterviewd door het christelijk tijdschrift Wapenveld. In het interview heeft Groot het over ‘het tekort van de moderniteit’ en voert hij aan dat religie nog steeds een belangrijke rol kan spelen omdat we nu eenmaal niet in een wetenschappelijk universum leven. Wat volgens Groot nog niet wil zeggen dat we ons aan de ratio niets meer gelegen zouden moeten laten liggen.

tekst 4 Over irrationele tendensen maak ik me wel zorgen. De uitdrukking ‘Do your own thing’ is een uitdrukking van die moderne irrationaliteit. Als je zegt dat je ergens nog even over moet nadenken, dan hebben mensen de neiging boos te worden. Want je moet je gevoel volgen. Ik zou niet weten waarom. Kant heeft hele goede redenen aangegeven waarom je soms je gevoel juist niet moet volgen. bron: We leven niet in een wetenschappelijk universum; filosoof Ger Groot over het tekort van de moderniteit. In Wapenveld, jrg 53, nr. 5, pag. 17-25

De redenen van Kant om je gevoel soms niet te volgen hebben met name betrekking op het domein van de ethiek. Centraal in de ethiek van Kant staat de categorische imperatief.

4p 6 Geef twee redenen waarom Kant zou vinden dat je binnen het domein van de ethiek niet je gevoel moet volgen. Geef tevens aan welke interpretatie van ‘Do your own thing’ wél in overeenstemming is met de ethiek van Kant en welke interpretatie daarmee niet in overeenstemming is. Durkheim, die aan het eind van de 19e eeuw over de sociologie van de godsdienst schreef, stelt dat twee functies van de religie onderscheiden moeten worden. De eerste functie is gericht op het ceremoniële handelen, de tweede op het speculatieve denken. De wetenschap zal volgens Durkheim de functie van het speculatieve denken helemaal overnemen, maar met de functie van het ceremoniële handelen zal dat niet lukken.

2p 7 Leg uit waarom volgens Durkheim de wetenschap de functie van het ceremoniële handelen niet kan overnemen en waarom deze functie gevaar loopt in de huidige samenleving. Ook Groot is van mening dat het ceremoniële handelen tegenwoordig gevaar loopt. Om de tekorten van het moderne rationele verlichtingsverhaal tegen te gaan, pleit hij dan ook voor kerkelijke rituelen. Daarmee benadrukt hij het belang van religie als praktijk, in de vorm van praktijken als religieuze ceremonieën en rituelen, en relativeert hij het belang van religie als ervaring of beleving. Praktijken zijn daarbij iets anders dan ‘gedrag’ in de biologische zin van instinctief handelen, omdat ze betekenissen en waarden kunnen communiceren.

Pagina: 247Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 249: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 6 lees verder ►►►

tekst 5 In de Reformatie heeft het die volgorde: eerst het hart en dan pas naar buiten toe. Terwijl in het Katholicisme, maar dat geldt ook voor de Islam, het uitwendige en rituele heel belangrijk is. Het feit, de daad, het uiterlijke heeft een eigen gewicht. Niet alles kan worden teruggebracht tot de intentie van het denken of van het voelen. Bij Kant zie je dat laatste heel scherp. De morele waarde van wat ik doe, wordt bij hem afgemeten aan mijn intentie. Zo denken wij in de moderniteit. Dat betekent dat de handeling op zichzelf er eigenlijk niet toe doet. En dat is niet juist, want die handeling heeft wel degelijk een eigen betekenis. bron: We leven niet in een wetenschappelijk universum; filosoof Ger Groot over het tekort van de moderniteit. In Wapenveld, jrg 53, nr. 5, pag. 17-25

De betekenis van rituele handelingen kan zowel op een pragmatische als metafysische manier worden begrepen.

3p 8 Hebben rituelen volgens jou een pragmatische of een metafysische betekenis? Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld, op zo’n manier dat duidelijk wordt wat het verschil is tussen een pragmatische en een metafysische betekenisopvatting. De morele waarde van wat ik doe, wordt volgens Groot in de moderniteit, op basis van de ethiek van Kant, afgemeten aan de intentie van mijn denken of voelen, aan mijn goede bedoelingen of goede wil, en “de handeling zelf zou er niet toe doen”. Toch kan volgens Kant het hoogste goed in de moraal, dat bestaat uit de gelukzaligheid en de zedelijkheid, niet door de goede wil alléén worden gerealiseerd. Hij bekritiseerde daarmee de Griekse filosofische scholen van het Stoïcisme en het Epicurisme. Tegen de Stoïcijnen bracht hij in dat wij als mensen nooit geheel vrij zullen worden van onze natuurlijke neigingen en tegen de Epicureërs dat moraal niet de leer is om geluk te bereiken. Moraal is volgens Kant de leer hoe wij waardig kunnen worden de gelukzaligheid te bereiken.

2p 9 Leg uit dat moraal volgens Kant niet de leer is om geluk te bereiken, maar de leer hoe wij waardig kunnen worden om de gelukzaligheid te bereiken. Leg tevens uit waarom wij het hoogste goed van de moraal dus niet door de goede wil alléén kunnen realiseren.

Pagina: 248Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 250: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 7 lees verder ►►►

Groot vervolgt:

tekst 6 Het aantal mensen dat kaartleggers raadpleegt, tot aan Amerikaanse presidenten toe, is schrikbarend. Onze samenleving is helemaal niet zo rationeel. De losgeslagen irrationaliteit en gevoelscultuur is buitengewoon gevaarlijk, want fundamenteel gewelddadig. We leven in een rationeel wetenschappelijke samenleving, die vervolgens in de onderbouw bevrediging zoekt voor behoeften waaraan in de rationele bovenbouw niet wordt voldaan. En die behoeften worden daardoor vicieuzer en kwaadaardiger omdat ze losgeslagen raken. bron: We leven niet in een wetenschappelijk universum; filosoof Ger Groot over het tekort van de moderniteit. In Wapenveld, jrg 53, nr. 5, pag. 17-25

Volgens Groot kan enige twijfel “over de vraag of de wetenschap het eerste en laatste woord over het menselijk bestaan lijkt te hebben” geen kwaad. De kern van zijn bezwaar tegen de zelfverzekerdheid der atheïsten is dat zij menen dat het in het geloof primair om kennis gaat. Dat is volgens hem een misvatting: “Hoe spitsvondig en rationeel de geloofssystemen ook geweest mogen zijn, het heeft in de godsdienst nooit primair gedraaid om kennis, maar primair om verlossing”. De wetenschappelijke rede kan volgens Groot geen antwoorden geven op ervarings- en zingevingsvragen. Van de andere kant pakt een kentheoretisch perspectief op religie vanuit de wetenschappelijke rede juist weer nadelig uit voor de betrouwbaarheid van religieuze uitspraken en ervaringen.

2p 10 Leg uit waarom een kentheoretisch perspectief op religie vanuit de wetenschappelijke rede nadelig uitpakt voor zowel de betrouwbaarheid van religieuze uitspraken als de betrouwbaarheid van religieuze ervaringen. Hoewel hij geen godsbewijs levert zoals Anselmus dat doet, leidt volgens Kant de notie van het hoogste goed in de moraal wel tot het postulaat (de aanname) van het bestaan van God.

2p 11 Hoe beredeneert Kant dat de notie van het hoogste goed leidt tot het postulaat van het bestaan van God? Geef daarbij aan waarom dit nog geen bewijs is van het bestaan van God zoals bijvoorbeeld Anselmus dat levert. In 2001 werd de toenmalige wetenschapper en columnist Ronald Plasterk geïnterviewd door het weekblad ‘De Groene Amsterdammer’. In dat interview maakte hij duidelijk dat volgens hem geloven in God geen toegevoegde morele waarde heeft.

Pagina: 249Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 251: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 8 lees verder ►►►

tekst 7 Zelf kan ik het leven niet beter snappen of een beter mens worden met behulp van God. Ik mis een God niet voor contemplatie of verwerking van grote emoties. Muziek kan die functie net zo goed hebben. Rituelen die horen bij ‘life events’ zoals de geboorte van mijn twee zoons of mijn eigen huwelijk vullen we zelf in. Ik weet wel dat voor velen geloof troost kan bieden. Maar ik denk toch echt niet dat het verdriet om een overledene er minder van wordt. (…) Ik zie ook niet dat de normen en waarden vanuit religie beter zouden zijn. Er bestaat slechts een onderscheid tussen goede of slechte mensen, die evenveel aanwezig zijn onder gelovigen en niet-gelovigen. Het heeft alles te maken met een aangeboren neiging die zich in een bepaalde omgeving kan ontwikkelen. In mijn huis gelooft niemand, maar mijn kinderen zijn net zo goeiig, of goed voor de buren of voor dieren of bejaarden als bij wijze van spreken kinderen die worden geboren in een orthodox gezin op de Veluwe. Er is geen enkel verband tussen altruïsme en God. bron: Plasterk, ‘Er is geen verband tussen altruïsme en God’; De Groene Amsterdammer, 2001

Volgens Plasterk hebben we geen God of religie nodig om zinvolle rituelen en waarden te hebben. Hij zou het dan ook niet eens zijn met het idee van Groot dat religie een belangrijke rol te spelen heeft met betrekking tot ‘het tekort van de moderniteit’, of dat modernisering noodzakelijk leidt tot verlies van (religieuze) waarden.

4p 12 Als het gaat om de stelling dat modernisering noodzakelijk leidt tot verlies van religieuze waarden, met wie ben jij het dan het meest eens, met Groot in tekst 6 of met Plasterk in tekst 7? Geef de opvatting van zowel Groot als Plasterk weer en maak een afweging. Geef daarbij ook aan wat de religie-als-waarde positie inhoudt.

Pagina: 250Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 252: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 Godsdienstige praktijken: biechten, preken en geweld De secularisering in Nederland van na de Tweede Wereldoorlog zet door: steeds meer mensen in Nederland zijn religieus buiten een kerkverband om. Moderne media als internet worden steeds vaker gebruikt om ‘aan God te doen’. Sommige sites zijn interactief, andere bevatten alleen religieuze propaganda of informatie over een bepaald geloof. De Belgische site waarvan je hieronder een tekst kunt lezen is ‘biechten.be’ een site die mensen aanzet hun verkeerde daden op te biechten waarop een boetedoening volgt in de vorm van extra gebeden. Daardoor mogen de zonden als vergeven worden beschouwd. De site geeft zelf een uitleg over hoe ze werkt.

tekst 8 Hoe werkt Biechten.be? Je surft naar www.biechten.be, je geeft in het invoerveld je zonde op en je klikt op de knop die aanduidt welk type zonde het is (gewone zonde of doodzonde). Op de resultaatpagina kom je te weten hoeveel ‘Weesgegroetjes’ en hoeveel ‘Onze Vaders’ je moet bidden om mogelijke vergiffenis van je zonden te krijgen. Mochten deze gebeden in jouw godsdienst niet gebruikt worden, gelieve deze te vervangen door gelijkaardige gebeden. Deze aantallen worden bepaald door een algoritme dat rekening houdt met de ernst van de zonde, het aantal zonden dat je al begaan hebt, de wil van je God en de stand van de planeten. Een foutmarge is mogelijk. bron: www.biechten.be

Religieuze praktijken kun je zien als manieren van mensen om hun geloof of overtuiging vorm te geven, uit te dragen. Religieuze praktijken worden gekarakteriseerd door het feit dat ze concrete richtlijnen van het handelen veronderstellen (en dus normatief zijn) én ze gaan volgens sommige filosofen gepaard met machtsrelaties.

2p 13 Kan de hierboven beschreven ‘digitale’ religieuze praktijk van biechten normatief genoemd worden? Beargumenteer je antwoord en geef duidelijk aan wat je onder ‘normatief’ verstaat. Een heel andere praktijk is het preken. Dat gebeurt door geestelijken in christelijke kerken en synagogen en door imams in de moskee. Soms staan de uitspraken van geestelijken op gespannen voet met de algemeen geldende normen en waarden. Zie de volgende tekst.

Pagina: 251Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 253: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 10 lees verder ►►►

tekst 9 In september 2006 preekte de imam Rizwi in de Amsterdamse Taibah moskee. Hij verklaarde dat moslims die minder dan driemaal per dag bidden een zware straf verdienen, waarbij hij leek te zinspelen op de doodstraf. Deze verplichting tot het driemaal daags bidden zou zelfs voor zwangere vrouwen gelden, ook tijdens de bevalling. De imam zou zich daarbij baseren op islamitische geleerden uit de traditie. Hikmat Mahamat Khan, destijds voorzitter van de Contact Groep Islam (CGI), verklaarde dit soort preken levensgevaarlijk te vinden en hij meent dat justitie moet ingrijpen. Hij verwijt de overheid een te slappe houding tegenover radicale moskeeën. naar: www.ikonrtv.nl

Vanuit het secularistische gedachtegoed zouden veel liberale filosofen kritiek hebben op de opvatting die Rizwi hier verkondigt en de religieuze praktijk die hij uitoefent. De Duitse filosoof Habermas sluit zich niet af voor religieuze perspectieven maar stelt dat religieuze praktijken altijd rationeel rechtvaardigbaar moeten zijn.

5p 14 Leg uit onder welke drie voorwaarden Habermas de openbare rol van religie rechtvaardigbaar vindt. Beargumenteer vervolgens op grond van welke twee van deze voorwaarden Habermas de religieuze praktijk van imam Rizwi niet rechtvaardigbaar zou vinden Zowel het digitale biechten als de bedreigingen met straffen in de preken van de imam Rizwi zijn godsdienstige praktijken die we kunnen begrijpen vanuit de genealogische visie op religie van Foucault. Foucault heeft daarbij een andere benadering van ‘macht’ en ‘rationaliteit’ dan Habermas.

4p 15 Leg uit van welke benadering van macht Foucault in zijn analyse van het geval Rizwi zou uitgaan en van welke benadering van rationaliteit Foucault zou uitgaan. Geef van beide benaderingen aan waarin die van Habermas verschillen van die van Foucault. De kerk verloor door de modernisering veel van haar invloed en politieke macht in de samenleving. Foucault heeft het proces van moderne machtsuitoefening op diverse gebieden van de maatschappij onderzocht en concludeert dat de moderne rede een vorm van ‘pastorale macht’ is.

2p 16 Leg uit wat Foucault onder ‘pastorale macht’ verstaat en maak duidelijk wat het verband is tussen pastorale macht en ‘disciplinering’.

Pagina: 252Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 254: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

VW-0311-a-10-2-o 11 lees verder ►►►

Sommige religieuze groepen die het gezag van de staat betwisten, nemen het recht in eigen hand en gaan soms over tot geweld. Dat gebeurt binnen het christendom bijvoorbeeld in Amerika waar anti-abortusactivisten menen met geweld een eind te mogen maken aan abortuspraktijken. Ook binnen de islam bestaan fundamentalistische groeperingen die bereid zijn geweld te gebruiken om een staat te creëren louter gebaseerd op principes van de fundamentalistische islam. Sayyid Qutb (1902-1966) was een Egyptische denker die een rechtvaardiging gaf voor het gebruik van geweld door gelovige moslims tegen de staat. In één van zijn boeken zegt hij het volgende:

tekst 10 De islamitische Jihad moet totale vrijheid waarborgen voor ieder mens waar ook ter wereld, door hem te bevrijden van zijn onderworpenheid aan andere mensen, opdat hij zijn God mag dienen die Eén is. Dit is op zichzelf voldoende reden voor Jihad. (…) Als men aan moslimstrijders gevraagd had: “Waarvoor strijd jij?”, zou er niet één geantwoord hebben: “Mijn land is in gevaar en ik vecht voor zijn verdediging” of: “De Perzen en de Romeinen zijn over ons gekomen” of “Wij willen ons gebied uitbreiden en we willen meer buit”. naar: Sayyid Qutb, Mijlpalen, hoofdstuk 4

Qutbs argument om het gebruik van geweld door moslims te verdedigen heeft te maken met de spanning tussen het private en het publieke.

2p 17 Leg uit welke rechtvaardiging Qutb geeft van gebruik van religieus geweld. Geef tevens met argumenten aan of je vindt dat het criterium dat Qutb hanteert bij het maken van de keuze tussen gewetensvrijheid en het accepteren van de macht van de staat juist is.

einde V-fi-o* VW-0311-a-10-2-o*

Pagina: 253Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 255: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o

Examen VWO

2009

filosofie

Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1dinsdag 19 mei

9.00 - 12.00 uur

Pagina: 254Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 256: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Religieuze ervaring Ruim een eeuw geleden schreef de Amerikaanse filosoof William James het boek ‘Vormen van religieuze ervaring. Een onderzoek naar het wezen van de mens’. In dat boek stelt hij dat de religieuze ervaring het belangrijkste thema zou moeten zijn bij het bestuderen van religie. Maar wat is eigenlijk een religieuze ervaring? James zelf hanteert een ruime invulling van het begrip: onder religieuze ervaringen schaart hij ook ervaringen onder invloed van drugs. Over zijn eigen experiment met lachgas schrijft hij: "Bij mij, net als bij alle anderen met wie ik heb gesproken, is de kern van de ervaring het enorm opwindende gevoel van een intense, metafysische verlichting. De waarheid opent zich in steeds diepere lagen met een bijna oogverblindende overtuigingskracht." De vraag naar de religieuze ervaring zou ook ten aanzien van religie in het algemeen kunnen worden gesteld. Want wat is eigenlijk religie? Om te weten wat een religieuze ervaring is, zul je eerst moeten vaststellen wat religie is. Maar het definiëren van ‘religie’ is niet zonder problemen.

5p 1 Geef een bruikbare definitie van ‘religie’ en leg met behulp van deze definitie uit welke drie problemen zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie. Leg tevens uit dat dit definiëren van het begrip religie kan leiden tot essentialisme. Ook in onze tijd, ruim honderd jaar na James, wordt nog volop onderzoek gedaan naar de religieuze ervaring, zoals bijvoorbeeld in de medische- en in de hersenwetenschap. Sommigen beweren naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek dat de religieuze ervaring in zijn geheel is terug te voeren op een aangeboren eigenschap veroorzaakt door een ‘god-gen’ en te lokaliseren is in de hersenen in een zogenaamde ‘reli-kwab’. De religieuze ervaring wordt bovendien al snel beschouwd als een psychiatrische aandoening waartegen medicijnen en therapie in het geweer zouden kunnen worden gebracht. De Nederlandse huisarts, theoloog en columnist Wim Beurskens verzet zich tegen een dergelijke interpretatie van religieuze ervaring:

tekst 1 Op religieuze mensen zijn vaak psychiatrische etiketten geplakt. (…) Niet dat deze mensen niet psychiatrisch te bezien zouden zijn, maar het (etiketten plakken) zegt meer over de dokter dan over de patiënt. Om dat te zien hoef je geen eigentijds filosoof te zijn. De moderne psychiatrie, als wetenschap, is meer een thermometer, gestoken in het deeg van de tijd, dan dat zij echt iets zegt over haar klanten. Mensen met religieuze ervaringen zijn niet gek. Deze ervaringen berusten op een werkelijkheid, die buiten het bereik van de wetenschap ligt, en de psychiater kan ze niet helpen. bron: Wim Beurskens, Mijmeringen onder een olijfboom, 2007

2p 2 Leg met behulp van tekst 1 uit dat wetenschap vanuit een kentheoretisch

perspectief lijnrecht tegenover religie lijkt te staan.

Pagina: 255Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 257: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 3 lees verder ►►►

Ook door de Weense filosoof Ludwig Wittgenstein werden religie en religieuze ervaring als iets irrationeels opgevat dat niets te zoeken heeft op wetenschappelijk vlak. Hij verzette zich tegen elke poging om het geloof rationeel te analyseren en bestempelde religie als een onderwerp waar je überhaupt niet zinvol over kúnt spreken (en waar ook filosofen dus maar beter over kunnen zwijgen). Dat betekende overigens niet dat het geloof voor hem onbelangrijk was, integendeel. Juist hetgeen waarover wij naar zijn idee moeten zwijgen, is datgene wat er in het leven werkelijk toe doet. Bovendien schreef Wittgenstein wel degelijk over religieuze ervaring. In een dagboekfragment van 13 januari 1922 (dat in 2004 voor het eerst werd uitgegeven) doet hij verslag van een droom. In deze droom is hij verheugd dat hij door zijn zus geprezen wordt om zijn spiritualiteit en zijn grootsheid van geest.

tekst 2 Daarna werd ik wakker en schaamde me voor mijn ijdelheid en laagheid, en in een soort berouw (…) sloeg ik een kruis. Ik voelde dat ik om dat te doen in bed op zijn minst rechtop moest zitten of moest knielen, maar daarvoor was ik te lui en ik sloeg het kruis in halfopgerichte houding en ging weer liggen. Maar toen voelde ik dat ik nu moest opstaan, dat God dat van mij eiste. Dat ging zo in zijn werk: ik ervoer opeens mijn volkomen nietigheid en ik besefte dat God van mij kon eisen wat hij wilde, met de conditie namelijk dat mijn leven zinloos zou worden als ik niet gehoorzaamde. Ik dacht meteen of ik niet kon uitleggen dat dit alles een illusie en geen bevel van God was. Maar het was me duidelijk dat ik dan alle religie in mij voor een illusie moest verklaren. Dat ik dan de zin van het leven moest verloochenen. Na enig tegenstribbelen volgde ik het bevel op, deed het licht aan en stond op. Met een vreselijke gewaarwording stond ik in de kamer. Ik liep naar de spiegel en zag mezelf daarin, en mijn spiegelbeeld keek me zo ijzingwekkend aan dat ik mijn handen voor mijn gezicht sloeg. Ik voelde dat ik volledig verpletterd en in Gods hand was, en dat hij op elk moment met mij kon doen wat hij wilde. Ik voelde dat God mij te allen tijde ertoe kon dwingen ogenblikkelijk mijn laagheden te bekennen. Dat hij mij op elk moment kon dwingen het vreselijkste op me te nemen en dat ik niet bereid was het vreselijkste op me te nemen. Dat ik niet bereid ben om nu van vriendschap en al het aardse geluk afstand te doen. Zal ik daar ooit toe bereid zijn?! Ik had geen toestemming om mijn bed weer op te zoeken, maar was bevreesd voor verdere bevelen en ging als een slechte soldaat, als een deserteur, tegen het bevel in en vervuld van vreselijke angst in bed liggen. (…) bron: Wittgenstein, Licht en schaduw. Een droom en een brief over religie, 2007

2p 3 Geef aan de hand van tekst 2 aan waarom je religie vanuit ervarings- en

zingevingsvragen kunt analyseren.

Pagina: 256Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 258: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 4 lees verder ►►►

Wittgenstein was een belangrijke inspiratiebron voor de filosofen van de Wiener Kreis. Deze logisch positivisten konden zich prima vinden in Wittgensteins aanzet tot het verificatieprincipe. Zij wezen metafysische en religieuze uitspraken dan ook van de hand en geloofden dat de wetenschappelijke rede de enige vorm van legitieme kennis levert. In tegenstelling tot Wittgenstein echter waren zij er van overtuigd dat datgene waarover we kunnen spreken alles is wat er in het leven toe doet. Om die reden werd hen door een aantal 20e eeuwse filosofen ‘sciëntisme’ verweten. Zo namen Gadamer en de latere fenomenologen Merleau-Ponty en Heidegger niet de wetenschappelijke methode maar juist de menselijke ervaring als vertrekpunt van hun filosofisch onderzoek. Hun kritiek op het sciëntisme baseerden zij op de overtuiging dat deze menselijke – al dan niet religieuze – ervaring onherleidbaar is.

4p 4 Wat houdt volgens de fenomenologen de ‘onherleidbaarheid van menselijke ervaring’ in? Leg aan de hand van deze ‘onherleidbaarheid van menselijke ervaring’ uit hoe enerzijds Gadamer en anderzijds één van de latere fenomenologen – Heidegger óf Merleau Ponty – kritisch tegenover het sciëntisme staan. Leg daarbij het begrip ‘sciëntisme‘ uit. Net als de logisch-positivisten leverde de pragmatist William James kritiek op metafysische uitspraken. En net als de fenomenologen legde James sterk de nadruk op de menselijke ervaring. Wil het leven leefbaar zijn dan moet de mens, volgens James, de vrijheid hebben om het te vormen alsof het een eigen kunstwerk is, met alle irrationele tegenstrijdigheden van dien. Hij eiste ruimte op voor de menselijke religieuze ervaring die zich onttrekt aan rationele bewijsvoering. Iemands geloof, zo stelde James, wordt eenvoudig gerechtvaardigd door zijn of haar behoefte aan een geloof.

4p 5 Leg uit waarom metafysische uitspraken volgens het pragmatisme betekenisloos zijn en leg uit waarom metafysische uitspraken volgens het logisch-positivisme betekenisloos zijn. Leg bovendien uit waarom morele uitspraken volgens het logisch-positivisme betekenisloos zijn en waarom morele uitspraken volgens het pragmatisme daarentegen betekenisvol zijn. Het uitgangspunt van James dat religie als emotie, beleving of ervaring moet worden gezien, wordt gedeeld door de communitarist Charles Taylor. Maar Taylor heeft ook kritiek op deze opvatting van James over religie. Ten eerste vindt hij James te eenzijdig, omdat hij de innerlijke ervaring benadert vanuit een modern, protestants en romantisch oogpunt. In zijn tweede punt van kritiek maakt Taylor gebruik van een argument van de eerder aangehaalde Wittgenstein.

3p 6 Wat is het tweede punt van kritiek van Taylor op James? Leg uit hoe Taylor in zijn kritiek gebruik maakt van een argument van Wittgenstein.

Pagina: 257Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 259: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 5 lees verder ►►►

Opgave 2 Gerard Reve en het ezelproces In 1968 loopt er in Nederland een rechtzaak tegen Gerard Reve. De schrijver is aangeklaagd wegens godslastering op grond van een passage in zijn boek ‘Nader tot U’. Dit boek kan gezien worden als een zoektocht naar God. Reve zoekt God echter niet op een manier die past in het religieuze klimaat van zijn tijd; hij sluit aan bij mythische beelden van goden zoals deze bestaan in klassieke, Griekse voorstellingen. Zo is er de mythe van de Griekse god Zeus die als zwaan gemeenschap heeft met Leda, de echtgenote van een Spartaanse koning. Dezelfde Zeus rooft als arend Ganymedes, de zoon van een Trojaanse heerser. In de gedaante van een stier ontvoert Zeus Europa, een koningsdochter uit Fenicië. De passage uit ‘Nader tot U’ moet volgens Reve in dit licht gezien worden. In de bedoelde tekst schetst hij een mythische voorstelling waarin hij God liefheeft, die bij hem gekomen is, “onder de gedaante van een eenjarige, muisgrijze ezel”. Voor deze passage is Reve aangeklaagd op grond van wetsartikel 147 dat ‘smalende godslasteringen’ verbiedt. Aanvankelijk oordeelt de rechtbank dat de tekst niet smalend is, maar wel godslasterlijk. Reve gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep en voert zijn eigen verdediging, waarin de vergelijking met de Griekse mythen een belangrijke rol speelt. Maar het gaat niet alleen om deze vergelijking, want Reve legt uit, dat de ezel in de christelijke traditie staat voor goedheid, trouw en geduldigheid. In het hoger beroep wordt Reve uiteindelijk helemaal vrijgesproken en kort na de vrijspraak krijgt hij de P.C. Hooft-prijs voor literatuur. In zijn verdediging (de teksten 3, 4 en 5 zijn gedeelten daaruit) stelt Reve verder, dat de term ‘godslastering’ vreemd is. Wil je God kunnen beledigen dan moet je immers eerst weten wie God is. Aangezien niemand dat weet, meent Reve dat het godsbeeld van zijn aanklagers onterecht boven zijn godsbeeld wordt geplaatst. Zijn aanklagers doen alsof één godsbeeld – dat Reve later ‘De God van Nederland’ zal noemen – het juiste is. Daarmee komt, volgens Reve, het recht van vrijheid van godsdienst in gevaar. naar: Gerard Reve, Nader tot U, Amsterdam, 1966; Gerard Reve, Vier pleidooien, Amsterdam, 1972

Pagina: 258Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 260: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 6 lees verder ►►►

tekst 3 Het is helemaal geen kwestie van smaling of van gegriefdheid. Het is niets anders dan een, overigens door mij geenszins gezochte, godsdiensttwist. Het is de plaatsing van het ene Godsbegrip, van het ene Godsbeeld, tegenover het andere, en ik meen niet, Mijnheer de President, dat het de taak van uw college zou zijn het ene Godsbeeld tegen het andere te verdedigen, en dat is toch eigenlijk wat mijn wederpartijders van u eisen. Wat is godsdienstvrijheid? In de eerste plaats: het recht om er een godsdienst op na te houden, en die openlijk en ongehinderd te belijden; ten tweede: het recht er géén godsdienst op na te houden, een recht waaraan in ons land nog wel het een en ander mankeert (…) en ten derde: het recht om het geloof in het algemeen, of enige godsdienstige idee in het bijzonder, welke dan ook, te bestrijden en te bespotten. Het is niet de taak van een moderne, pluralistische, democratische rechtsstaat de aanhangers ener godsdienstige overtuiging een speciale bescherming te verstrekken, die hij de aanhangers van bijvoorbeeld een politieke overtuiging onthoudt. (…) Om het kort en krachtig te zeggen: deze wet verleent de godsdienstige burger een volstrekt ongrondwettelijke bevoorrechting. Ik bezit geen statisch godsbeeld, maar als ik van God een definitie zou moeten geven, dan zou die thans luiden: “God is het diepst verborgene, meest weerloze, allerwezenlijkste en onvergankelijkste in onszelf”.(...) Alles wat ik over God te berde breng, is op dit godsbegrip gegrondvest. Wat het waard is, weet ik niet; ik weet alleen dat het voor mij het enig mogelijke is. bron: Gerard Reve, Vier pleidooien, Amsterdam, 1972

Net als Reve betoogt John Locke in zijn ‘Brief over tolerantie’ dat de staat niet verantwoordelijk is voor het geloof van haar burgers. Maar Locke begint zijn brief met het noemen van een plicht en een bevoegdheid waar de overheid volgens hem wel verantwoordelijk voor is.

3p 7 Leg met behulp van tekst 3 uit hoe Reve in zijn verdediging een beroep had kunnen doen op de door Locke genoemde plicht. Maak in je uitleg duidelijk voor welke plicht Locke de overheid verantwoordelijk acht. Geef bovendien aan welke bevoegdheid de overheid volgens Locke heeft. Naast het aangeven van de plicht en de bevoegdheid van de overheid, geeft Locke redenen waarom de zorg voor de ziel – of de verantwoordelijkheid voor het geloof – niet als een plicht van de overheid gezien kan worden.

3p 8 Noem twee van deze redenen. Welke reden herken je in het betoog van Reve en licht deze toe met behulp van tekst 3. Mensen kunnen op grond van dezelfde tekst, in dit geval de Bijbel, verschillende godsbeelden hebben. Reve neemt in tekst 4 stelling tegen het letterlijk lezen van een tekst. Je zou dit kunnen beschouwen als een vorm van fundamentalisme. Reve legt in zijn verdediging uit dat de passage uit ‘Nader tot U’ over God als ezel niet letterlijk gelezen moet worden.

Pagina: 259Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 261: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 7 lees verder ►►►

tekst 4 Ik ben ervan overtuigd, dat, (...) de narigheid mede verklaard kan worden uit het feit, dat sommige mensen niet begrijpen dat een religieuze tekst tegen elke interpretatie bestand is, behalve tegen die van de letterlijkheid. (...) Deze Ezel is waarlijk God onder de gedaante van een Ezel, ongeveer zoals de Eucharistie waarlijk God is onder de gedaante van Brood en Wijn. bron: Gerard Reve, Vier pleidooien, Amsterdam, 1972

3p 9 Leg uit dat een debat over het interpreteren van religieuze teksten kan leiden tot

fundamentalisme. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt dat fundamentalisme een modern verschijnsel is. Onder andere vanwege problemen die zich kunnen voordoen bij het interpreteren van religieuze teksten, lijkt het soms beter deze teksten te lezen als een handleiding voor moreel gedrag. Zo zou je ook het godsbeeld van Nederland – waar Reve zich tegen verzet – kunnen opvatten. De schrijver Nescio vat dit godsbeeld van Nederland ironisch samen als ‘de God van je tante’: een betuttelende God, die allerlei handelingen voorschrijft en verbiedt. Reve zegt over dit godsbeeld:

tekst 5 Mijn God is kennelijk niet de God van Nederland, of, zoals onze grote schrijver Nescio hem in zijn onsterfelijke verhaal Dichtertje noemt, ‘de God van je tante, die zei, dat je moest groeten als je langs ‘t huis van je baas kwam, (...) ook al zag je niemand, je kon nooit weten wie ‘t zag.’ bron: Gerard Reve, Vier pleidooien, Amsterdam, 1972

3p 10 Kun je de opvatting verdedigen dat ‘groeten als je langs het huis van je baas

komt’ als een religieuze praktijk gezien kan worden? Betrek in je argumentatie drie kenmerken van religieuze praktijken.

Pagina: 260Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 262: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 8 lees verder ►►►

Uit tekst 3 en 5 blijkt dat het godsbeeld van Reve niet begrepen kan worden als handleiding voor moreel gedrag. Toch neemt de morele notie ‘gerechtigheid’ wel een belangrijke plaats in Reve’s werk in, zo blijkt ook uit zijn gedicht ‘Roeping’:

tekst 6 Roeping Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar verlamde oude mensen wast, in bed verschoont, en eten voert, zal nooit haar naam vermeld zien. Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert, ziet ‘s avonds reeds zijn smoel op de tee vee. Toch goed dat er een God is. bron: Gerard Reve, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1987

De God van Reve is een God die gerechtigheid laat zegevieren, want zuster Immaculata’s goede daden worden uiteindelijk wel door God gezien. We vinden het samengaan van God en gerechtigheid ook bij de denker Immanuel Kant, met name in zijn notie van het hoogste goed.

3p 11 Leg uit of zuster Immaculata volgens Kant op eigen kracht het hoogste goed zou kunnen realiseren. Betrek in je uitleg de twee elementen waaruit het hoogste goed bestaat.

Pagina: 261Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 263: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 Over de redelijkheid van godsdienst In september 2006 hield Paus Benedictus XVI een toespraak aan de universiteit van Regensburg in Duitsland. Hij wilde uitleggen dat het christelijke geloof niet onredelijk is. Om dat aannemelijk te maken zocht hij aansluiting bij vroege christenen en de Griekse wijsbegeerte. In dit verband haalde hij een dialoog uit de 14de eeuw aan tussen een geleerde uit Perzië en de Byzantijnse keizer Manuel II waarin zij spraken over de verschillen tussen islam en christendom.

tekst 7 Keizer Manuel II zei: Laat me zien wat voor nieuws Mohammed heeft gebracht en u zult alleen slechte en onmenselijke dingen vinden, zoals zijn opdracht om het door hem gepredikte geloof met het zwaard te verbreiden. Geweld is onverenigbaar met de aard van God. God, zei de keizer, is niet blij met bloed en onredelijk handelen druist in tegen zijn aard. Wie iemand anders tot het geloof brengt, moet goed kunnen spreken en deugdelijk redeneren, zonder geweld en dreigementen. naar: De islam volgens Paus Benedictus, NRC-Handelsblad van 18 september 2006

Paus Benedictus XVI lijkt de redelijkheid van het christendom te contrasteren met de door hem veronderstelde onredelijkheid van de islam. Wat de redelijkheid van godsdienst aangaat, zou hij zich zowel op Thomas van Aquino kunnen beroepen als op Aboe Nasr al Farabi. Beiden schrijven immers over de verhouding tussen de filosofische rede en het religieuze geloof.

3p 12 Op wiens visie op de verhouding tussen rede en religie zou Paus Benedictus XVI zich ter verdediging van de redelijkheid van het christendom beter kunnen beroepen: op Thomas of op Al Farabi? Beargumenteer je antwoord zo, dat van beide denkers duidelijk wordt hoe zij de verhouding tussen rede en religie zien. .

Pagina: 262Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 264: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 10 lees verder ►►►

De uitspraken die de Paus in zijn eerste publieke toespraak deed, leidden tot een golf van verontwaardiging. Zowel geestelijke leiders als politici noemden de uitlatingen van de paus ongelukkig, onverstandig, fout en zelfs leugenachtig.

tekst 8 Dat de paus de profeet Mohammed in één adem noemde met alles wat slecht en onmenselijk is, ook al citeerde hij iemand uit een ver verleden, leek dé steen des aanstoots. In zulke negatieve bewoordingen praten over Gods Gezondene is voor moslims blasfemie. Komen die woorden uit de mond van een niet-moslim, dan zijn ze niets minder dan een provocatie. Worden ze gebezigd door een regeringsleider als de paus, is dat in diplomatieke termen een onvriendelijke daad. (…) Gisteren maakte de paus gebruik van de zondagse middagzege om zijn diepe spijt uit te drukken over de gekwetste reacties van zoveel moslims. Een verontschuldiging voor wat hij had gezegd, was dat niet. Hij wees erop dat de gewraakte passage deel uitmaakte van een middeleeuwse tekst die op geen enkele manier zijn persoonlijke gedachten uitdrukt. Zijn voordracht was juist een uitnodiging tot een openhartige en oprechte dialoog, met groot wederzijds respect. Hier maakte de paus het zich iets te gemakkelijk. Hij noemde in zijn rede van dinsdag de keizerlijke ontboezeming onthutsend bruusk, maar distantieerde zich niet van de strekking. naar: De islam volgens Paus Benedictus, opiniestuk van Dirk Vlasblom, NRC-Handelsblad van 18 september 2006

Wanneer het gaat om het spreken in het openbaar over religie, zoals de Paus deed, stelt de filosoof Habermas verschillende eisen aan de rationaliteit oftewel de rechtvaardigbaarheid van religieuze uitspraken. Zo stelt Habermas onder andere dat openbare uitlatingen over religie zowel de grondwet als het gezag van de wetenschap moeten aanvaarden.

4p 13 Welke twee andere eisen stelt Habermas aan de rationaliteit van religieuze uitlatingen in het publieke domein? Beredeneer in hoeverre de uitspraken van Paus Benedictus XVI aan elk van deze twee eisen voldoen. Paus Benedictus XVI zag zijn betoog als een pleidooi voor een oprechte dialoog, anderen vatten het op als provocatie van de Paus als machthebber. Foucault heeft een genealogie van macht beschreven, waarin onder andere pastorale macht wordt onderscheiden. Men zou in dit geval wellicht van pastorale macht van de Paus kunnen spreken, omdat Paus Benedictus XVI de leider is van een religieuze instelling.

4p 14 Kunnen we bij de toespraak van de Paus spreken van pastorale machtstechniek, zoals Foucault dat bedoelt? Verklaar je antwoord en leg daarbij uit hoe pastorale macht volgens Foucault werkt.

Pagina: 263Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 265: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 11 lees verder ►►►

Paus Benedictus XVI streeft naar eigen zeggen naar een toenadering tot de islam in de vorm van een “openhartige en oprechte dialoog” (zie tekst 8). Hij is niet de eerste paus die toenadering zoekt tot de islam.

tekst 9 Benedictus wijkt op één punt af van de lijn van zijn voorganger Johannes Paulus II. Die betrad in 2001 als eerste paus een moskee (in Syrië) en maakte veel werk van toenadering tot de islam. Ook Benedictus spreekt zich uit voor betere betrekkingen, maar hij verbindt die, anders dan zijn voorganger, aan voorwaarden. Vrijheid van godsdienst, zegt Benedictus, is een medaille met twee kanten. Als moslims in het christelijke Westen hun religie vrijelijk willen beleven, moeten christenen in de islamitische wereld dat ook kunnen. naar: De islam volgens Paus Benedictus, opiniestuk van Dirk Vlasblom, NRC-Handelsblad van 18 september 2006

Paus Benedictus XVI geeft aan betere betrekkingen te willen met de islam om vreedzaam te kunnen samenleven. Voor een vreedzaam samenleven van gelovigen en niet-gelovigen stelt de filosoof Taylor een manier voor die hij overlappende consensus noemt.

3p 15 Kan de door Taylor bepleite benadering van de overlappende consensus ook van toepassing zijn op de “openhartige en oprechte dialoog” tussen christendom en islam, waarover Paus Benedictus XVI spreekt? Beargumenteer je antwoord en leg daarbij uit wat Taylor bedoelt met ‘overlappende consensus’. Naar aanleiding van deze discussie schrijft hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Peter Raedts over de verhouding tussen rede en religie in de Arabische wereld ten tijde van de Europese middeleeuwen. Hij stelt dat er in de islam tegelijkertijd een traditie is in de Arabische wereld die ook uitging van de redelijkheid van God / Allah, namelijk die van Avicenna en Averroës. Verder stelt hij dat de paus ten onrechte niet ingaat op de christelijke traditie van Tertullianus, die er juist van uitging dat God niet redelijk is, maar boven alle rede verheven en zich zelfs niet aan zijn eigen woord hoefde te houden. Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

Pagina: 264Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 266: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

925-0311-a-VW-1-o 12 lees verder ►►►

tekst 10 Zoals te verwachten valt, spreekt de paus vanuit het standpunt van het geloof en dit standpunt zal ik proberen te verhelderen. (…) De ene opvatting is dat er nooit een tegenstelling kan bestaan tussen geloof en wetenschap. De schepping, de zichtbare werkelijkheid, is Gods werk, en de menselijke rede weerspiegelt Gods eeuwige rede. Mensen die logisch en zuiver denken, denken als het ware met God mee; dat was het standpunt van keizer Manuel II en het is ook het standpunt van de paus. Al rond 200 riep de kerkvader Tertullianus uit dat er geen vergelijk mogelijk was tussen Athene en Jeruzalem, tussen de Academie en de Kerk, en hij eindigde met de uitspraak: Ik geloof omdat het absurd is. Tijdens zijn lezing komt de paus nog een keer terug bij de islam en daar doet hij iets heel vreemds. Hij citeert de Andalusische theoloog Ibn Hazn, een tiende-eeuwse hardliner, die verkondigd heeft dat God absoluut transcendent is en aan niets gebonden, zelfs niet aan zijn eigen woord. Die opvatting acht de paus representatief voor de hele islam, zodat in zijn toespraak een tegenstelling gecreëerd wordt tussen een wetenschapsvriendelijk christendom en een wetenschapsvijandelijke islam. bron: Rome was niet altijd zo rationeel, opiniestuk van Peter Raedts, NRC-Handelsblad van 18 september 2006

Al Farabi onderscheidt drie soorten redeneringen die door drie typen mensen worden gebruikt die tot inzicht komen in de waarheid. Volgens Raedts (in tekst 10) komen er zowel in het christendom als in de islam interpretaties van het geloof voor die meer of minder redelijk zijn en daarmee wetenschapsvriendelijk kunnen worden genoemd. Bij zowel christendom als islam zijn echter ook interpretaties die wetenschapsvijandig kunnen worden genoemd.

5p 16 Welke drie redeneringen van typen mensen onderscheidt Al Farabi bij het komen tot inzicht in de waarheid? Beargumenteer welke van deze drie redeneringen tot een wetenschapsvriendelijke visie en welke tot een wetenschapsvijandige visie zouden kunnen leiden.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

925-0311-a-VW-1-o*

Pagina: 265Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 267: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o

Examen VWO

2008

filosofie

Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1maandag 26 mei9.00 - 12.00 uur

Pagina: 266Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 268: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Het bestaan van God Op 23 september 2006 publiceerde het dagblad Trouw over het onderzoeksrapport ‘God is een verhaal’ van Hijme Stoffels. De uitkomst van het onderzoek dat Stoffels doet voor de Vrije Universiteit en het Ikon riep in de media alom verbazing op. Het volgens de media meest verbazingwekkend resultaat is, dat één op de zes predikanten uit de kerken die de achterban vormen van het Ikon twijfelt aan het bestaan van God. Hoe groot de consternatie ook was, het betreft hier de aloude filosofische vraag: “Hoe kunnen we weet hebben van het bestaan van God?”. De middeleeuwse denker Anselmus benadert de vraag ontologisch. Hij geeft niet alleen een antwoord op deze vraag, maar formuleert zelfs een bewijs voor het bestaan van God. Slechts een dwaas kan het bestaan van God ontkennen, stelt hij en daarmee maakt hij wellicht één op de zes predikanten postuum uit voor dwaas.

2p 1 Leg uit waarom God volgens Anselmus noodzakelijk bestaat. Geef aan waarom volgens Anselmus alleen een dwaas het bestaan van God kan ontkennen. Twijfel aan het bestaan van God komt onder de jongere generatie predikanten minder vaak voor, wat in Trouw leidde tot de koppen: “De jonge garde is vromer” en “Vooral de oudere dominee twijfelt aan bestaan God”.Onder de predikanten uit het genoemde onderzoek gaf twee procent aan er zelfs van overtuigd te zijn dat God niet bestaat. Dit leidt tot de vraag of mensen die niet in het bestaan van God geloven wel predikant kunnen of zelfs mogen zijn. Jan Blokker vraagt zich in een column in het dagblad NRC-Next het volgende af.

tekst 1 Zou ik mijn kinderen toevertrouwen aan een school waar de aardrijkskundeleraar twijfelde aan de rondheid van de aarde, en zijn wiskundecollega niet meer geloofde dat de kortste verbinding tussen twee punten een rechte lijn was? (…) Dat één op de zes pastores betwijfelt of er een God bestaat of zelfs ontkent dat er eentje zou wezen. Dat mag je toch wel kras noemen. Zou ik mezelf, stel dat ik kerks was, blootstellen aan een predikant die agnost of – erger nog – atheïst was? (…) Is dat niet eigenlijk het onbevoegd uitoefenen van een beroep, waar in andere branches gewoon straf op staat?

bron: NRC-Next van 25 september 2006 Achter deze ironische tekst schuilt een serieuze vraag, namelijk wie er in het publieke domein legitiem uitspraken over God mag doen of zelfs uit Gods naam een zegen mag uitspreken. De Duitse filosoof Habermas heeft zich uitgesproken over de status van legitieme openbare religie in een postseculiere samenleving en formuleert een criterium hiervoor.

4p 2 Vind jij dat predikanten die niet in het bestaan van God geloven in het openbaar met gezag namens God mogen spreken? Beargumenteer je antwoord en maak in de toelichting op je antwoord duidelijk welk criterium Habermas hanteert en of dit criterium toereikend is om deze vraag te beantwoorden.

Pagina: 267Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 269: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 3 lees verder ►►►

Ook blijkt uit datzelfde onderzoek dat er steeds minder predikanten geloven in een persoonlijke God die zich met ieder mens persoonlijk bezig houdt. Volgens Stoffels is het godsbeeld verschoven van exclusief christelijk naar spiritueel en van persoonlijk naar abstract. Hij verwijst daarbij naar de antwoorden op de in het onderzoek gestelde vraag: “Welke naam geeft u God?”. Het meest gegeven antwoord was ‘Licht’. Verder werd genoemd: Vader, Kracht, Geheim, Vriend, Verlosser, Onnoembare, Koning, Moeder, Almachtige, Zijn, Energie, Natuur en Iets. Hoe men ergens over spreekt, geeft vaak aan hoe men erover denkt. Met name in religieuze kwesties luistert het taalgebruik zeer nauw. Als we de benamingen uit het onderzoek van Stoffels nader beschouwen, valt op dat de namen zeer uiteenlopend zijn. De benaming die iemand gebruikt om God aan te duiden is sterk afhankelijk van de invalshoek op religie die wordt gehanteerd.

4p 3 Wat zijn de drie verschillende invalshoeken van religie die Leezenberg in ‘Rede en religie’ hanteert? Beredeneer voor elk van deze invalshoeken welke van bovengenoemde namen je het meest passend vindt bij die invalshoek. Iets benoemen is één zaak, de vraag of het daarmee ook bestaat een andere. Volgens Kant kan men weliswaar de waarheid inzien van synthetische beweringen die a priori kennis uitdrukken, maar kan men met de rede het bestaan van God bewijzen noch weerleggen. Toch postuleert Kant – in tegenstelling tot de logisch empiristen van de Wiener Kreis – het bestaan van God. Kant gaat hierbij uit van het ‘hoogste goed’, dat niet door de menselijke wil gerealiseerd kan worden. De logisch empiristen van de Wiener Kreis wijzen kennis over het bestaan van een dergelijk ‘hoogste goed’ en het bestaan van God van de hand.

4p 4 Hoe leidt volgens Kant de notie van het ‘hoogste goed’ tot (het postulaat van) het bestaan van God? Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat verstaan moet worden onder de notie van het ‘hoogste goed’ en waarom dit ‘hoogste goed’ niet door de menselijke wil kan worden gerealiseerd. Leg tevens uit waarom de logisch empiristen van de Wiener Kreis de redenering van Kant afwijzen. Ruim twee jaar voordat het onderzoek van Hijme Stoffels werd gepubliceerd, stonden er in NRC-Handelsblad twee discussiestukken van filosoof Ger Groot en theoloog Frans Maas onder de titel: ‘Als we bidden hoeft God nog niet te bestaan…’. De discussie ging over de religieuze praktijk en de realiteit van God. Ook toen werd Licht als metafoor voor God of voor het goddelijke gebruikt. In tekst 2 geeft Maas eerst Groots visie weer en contrasteert die met zijn eigen visie.

Pagina: 268Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 270: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 4 lees verder ►►►

tekst 2 Het licht maakt beelden mogelijk, maar wordt zelf nooit zichtbaar, tenzij indirect in het verschijnen van de beelden. Als iemand zijn geliefde aankijkt, is hij niet verrukt van hét licht, maar van het licht in haar ogen. Hét licht blijft buiten beeld. Maar zonder dat licht zien we niets. Hier verschillen Groot en ik van mening. Voor hem gaat hét licht geheel op in het oplichten van de beelden. God is niets anders dan een naam voor het werkzame bestanddeel van de godsdienstige praktijk. God wordt enkel maar gedacht en dat is bovendien behoorlijk dun en ijl. Een ‘illusie’ wordt God genoemd, een weldadige weliswaar, maar niettemin een illusie. De religieuze praktijk kan met krediet vergeleken worden. Geld hoeft alleen maar te circuleren om waarde te genereren. Het representeert niets anders. Zo zou ook de religieuze praktijk werken, zij hoeft niet verbonden te zijn met God als realiteit. Voor veel gelovigen heeft de kracht van de religieuze praktijk te maken met de werkelijkheid van God. Ik deel Groots visie dat God niet reëel genoemd kan worden, zoals de sterren in het universum dat wel zijn. Maar de realiteit van het wetenschappelijk universum is toch niet noodzakelijk de enig mogelijke? De primaire waarheid van de religieuze praktijk impliceert nog niet dat er geen onafhankelijke goddelijke werkelijkheid kan zijn. naar: Frans Maas in NRC-Handelsblad van 24 en 25 april 2004

De vraag waarover de heren van mening verschillen is of je uit “de primaire waarheid van de religieuze praktijk” het bestaan van God kunt afleiden. Groot vindt van niet en heeft een ontologisch bestaan voor ogen. Maas vindt van wel en denkt aan een transcendent bestaan.

4p 5 Met wie ben jij het eens? Geef aan wat er verstaan wordt onder “religieuze praktijk” en beargumenteer waarom het bestaan van God daar wel of niet uit af te leiden is. Maak in de toelichting op je antwoord duidelijk wat het verschil is in bestaan in ontologische zin en bestaan in transcendente zin.

Pagina: 269Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 271: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 5 lees verder ►►►

Opgave 2 Tolerantie en geweld In 2005 nam de Franse ambassadeur Anne Gazeau-Secret na een verblijf van ruim vier jaar afscheid van Nederland. Ze heeft hier naar eigen zeggen een voor de Nederlandse samenleving bijzonder intense en in een bepaald opzicht zelfs tragische periode met grote aandacht meegemaakt. Ze verwijst daarmee onder andere naar de politieke en maatschappelijke onrust na de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Volgens Gazeau-Secret vertonen Frankrijk en Nederland een sterke overeenkomst door de tamelijk omvangrijke moslimgemeenschappen in beide landen. De spanningen die dat veroorzaakt, zijn volgens haar in Nederland ingrijpender dan in Frankrijk.

tekst 3 Sinds mijn komst hier vraag ik mij af wat het verschil is tussen de Franse laïciteit (de strikte scheiding tussen kerk en staat) en de Nederlandse tolerantie. Het lijkt mij dat (de Nederlandse) tolerantie het primaat erkent van de verschillende religies en gemeenschappen in het maatschappelijk verdrag. Met het risico dat aanvaard wordt dat religieuze of groepsgewoonten de burgerlijke en politieke rechten verdringen. De (Franse) laïciteit echter weigert de overheersing van religies of gemeenschappen in staat en maatschappij. Zij kiest voor de individuele vrijheid en gelijkheid van alle staatsburgers, ongeacht hun etnische of religieuze afkomst. Zo bezien is de (Franse) laïciteit dus het toppunt van politieke tolerantie en respect voor de overtuigingen van eenieder. bron: Trouw van 22 januari 2005

In tekst 3 benadrukt Gazeau-Secret vooral de verschillen tussen de Franse laïciteit en de Nederlandse tolerantie.

4p 6 Leg aan de hand van het verschil tussen de Franse laïciteit en de Nederlandse tolerantie uit dat er in Europa twee verschillende vormen van secularisme bestaan en geef aan welke dat zijn. Maak in je antwoord tevens duidelijk waarom het idee van tolerantie in Europa is opgekomen. Naast het debat in Nederland en Frankrijk is er ook buiten Europa een levendige discussie over het secularisme en de verschillende vormen ervan. Sommige tegenstanders van het secularisme beargumenteren zelfs dat het Europees Christelijke secularisme zo sterk van religieuze en culturele tradities buiten Europa verschilt, dat dit Europese secularisme elders niet van toepassing zou zijn. In reactie daarop stelt de Canadese filosoof Charles Taylor echter dat er naast de twee verschillende reeds bestaande vormen van secularisme, van bijvoorbeeld Nederland en Frankrijk, nog een derde vorm van secularisme te onderscheiden valt die wel overal zou kunnen worden ingevoerd: het overlappende consensus model. Dit model heeft volgens Taylor in ieder geval meer kans van slagen als het erom gaat onderlinge tolerantie en gehoorzaamheid aan de staat (legitieme autoriteit) tot stand te brengen.

Pagina: 270Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 272: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 6 lees verder ►►►

4p 7 Leg uit waarin het overlappende consensusmodel zich onderscheidt van de andere twee vormen van secularisme en leg uit dat dit model volgens Taylor in de moderne democratische samenleving noodzakelijk is. Nog los van de eventuele noodzaak van een secularisme volgens het overlappende consensusmodel vraagt de Franse ambassadeur Gazeau-Secret zich af of, gezien de integratieproblemen en de radicalisering van allerlei fundamentalisten, het traditionele Nederlandse tolerantie-concept nog wel te handhaven is. In haar afscheidsbrief in Trouw bespreekt ze de verhouding tussen secularisme en fundamentalisme in reactie op de uitspraak van de toenmalige Nederlandse minister van Justitie, Piet-Hein Donner van het CDA, dat ‘het fundamentalisme ieder mens eigen is’. Zij zegt het volgende hierover.

tekst 4 Wat te denken van Donners uitspraak dat “het fundamentalisme ieder mens eigen is”? Gaat het hier om een terugkeer naar de bronnen van het geloof? Gaat het hier om sterke politieke overtuigingen? Wat zijn de sociale en politieke implicaties hiervan? Wat gaat er gebeuren als deze overtuigingen zich uiten in geweld en intolerantie? Daar ligt het hele probleem. Voor het gezond verstand is het fundamentalisme een ontaarding, een afwijking van het geloof, die uitmondt in intolerantie en geweld. Wat mij betreft, denk ik niet dat het fundamentalisme op enigerlei wijze deel uitmaakt van de menselijke natuur, noch dat een oproep tot de persoonlijke verantwoordelijkheid van het individu een toereikend antwoord kan bieden. bron: Trouw van 22 januari 2005

De Franse ambassadeur Gazeau-Secret neemt dus een ander standpunt in dan Donner. De filosoof Michiel Leezenberg neemt nog een derde standpunt in. Volgens hem doet het modernistische beeld van de kerk als per definitie onderdrukkend en dogmatisch, en van religieuze bewegingen als per definitie reactionair en achterlijk, geen recht aan de veranderlijke wijzen waarop religieuze bewegingen zijn omgegaan met de ontwikkeling van de wetenschappelijke rede en de maatschappelijke rationalisering. In plaats van het fundamentalisme als afwijzing tegenover het modernisme te plaatsen zou het fundamentalisme volgens hem zelf als een ‘modern verschijnsel’ (modernisme) kunnen worden beschouwd.

2p 8 Kan het fundamentalisme volgens jou beschouwd worden als een modernisme (of ‘modern verschijnsel’) of is fundamentalisme ieder mens eigen, zoals Donner beweert? Geef een argumentatie voor je antwoord.

Pagina: 271Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 273: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 7 lees verder ►►►

De opvattingen van de Franse ambassadeur Gazeau-Secret houden sterk verband met opvattingen over de inrichting van de staat die voortkomen uit de beweging van de Verlichting. Locke’s ‘Brief over de tolerantie’ uit 1689 wordt beschouwd als een inleiding tot de beweging van de Verlichting. Locke stelt daarin dat het belang van het geloof niet gediend zou zijn als mensen door dwang en/of geweld van de staat worden bekeerd.

3p 9 Leg uit waarom bekering door middel van dwang en/of geweld volgens Locke het belang van het geloof niet zou dienen. Betekent dat volgens jou dat de verantwoordelijkheid voor het geloof daarom niet behoort tot de bevoegdheden en plichten van de burgerlijke overheid? Beargumenteer je antwoord. Net als Locke lijkt ook Gazeau-Secret in haar afscheidsrede sterk te pleiten voor een strikte scheiding van de publieke en de privé-sfeer, zeker waar het de plaats van de religie betreft. In de praktijk blijkt zo’n scheiding echter minder makkelijk. Michiel Leezenberg geeft aan dat zo’n strikte scheiding met betrekking tot religie tot sociale of maatschappelijke problemen leidt. Eén van de voorbeelden waarmee hij dat duidelijk maakt, betreft de wijze waarop Frankrijk met haar Algerijnse burgers omgaat die middels het ‘statut personnel’ voor polygamie gekozen hebben.

2p 10 Leg aan de hand van een relevant voorbeeld uit de Nederlandse samenleving uit hoe een strikte scheiding van publieke en privé-sfeer ten aanzien van religie tot sociale en maatschappelijke problemen kan leiden. Afgezien van de vraag hoe strikt de scheiding tussen de publieke en de privé-sfeer doorgevoerd zou moeten worden, zijn we tegenwoordig geneigd het bestaan van die scheiding vanzelfsprekend te vinden. Foucault laat zien dat deze scheiding de continuering is van een specifieke maatschappelijke machtsuitoefening. Deze macht noemt Foucault de pastorale macht.

3p 11 Leg uit waarom volgens Foucault het onderscheid tussen privé-sfeer en publieke sfeer gezien moet worden als de continuering van maatschappelijke machtsuitoefening. Leg daarbij uit wat Foucault verstaat onder pastorale macht.

Pagina: 272Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 274: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 8 lees verder ►►►

De Franse ambassadeur vervolgt haar afscheidsbrief van Nederland:

tekst 5 Geconfronteerd met zulke ernstige problemen als radicalisering, intolerantie en geweld – in naam van welk geloof dan ook –, die zo belangrijk zijn voor de toekomst van onze democratische samenlevingen, verwachten de burgers politieke, concrete antwoorden van de gekozen autoriteiten, handelend in naam van een staat die neutraal en strikt seculier is. bron: Trouw van 22 januari 2005

Volgens Gazeau-Secret verwachten burgers concrete politieke antwoorden op geweld, of het nu gaat om bijvoorbeeld moslimterrorisme of moordaanslagen van christelijke anti-abortusactivisten. Aan de andere kant zijn er ook argumenten geformuleerd die religieus geweld juist rechtvaardigen. Michel Foucault, José Casanova en Sayyid Qutb hebben zich alle drie uitgelaten in het debat rondom de rechtvaardiging van religieus geweld. Waarbij de eerste zich duidelijk tegen (religieus) geweld heeft uitgesproken, terwijl de andere twee religieus geweld onder bepaalde omstandigheden wel rechtvaardigen.

3p 12 Ben je het ermee eens dat religieus geweld te rechtvaardigen zou zijn? Geef een argument voor en een argument tegen, ontleend aan de hierboven genoemde drie filosofen. Maak tenslotte een afweging van deze argumenten.

Pagina: 273Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 275: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 9 lees verder ►►►

Opgave 3 Filosofen over religieuze ervaring Joeri Aleksejevitsj Gagarin (1934-1968) was een beroemde Russische kosmonaut. Op 12 april 1961 werd Gagarin de eerste mens die een ruimtereis maakte aan boord van de Vostok 1. Een apocrief verhaal meldt dat Gagarin, toen hij veilig terugkeerde op aarde, aan de media triomfantelijk meldde dat hij “daarboven nergens God had gezien”. Zijn uitspraak past in het wetenschappelijke wereldbeeld dat bepaald wordt door rede, waarneming en experiment en waarin voor religie geen plaats is. Het is duidelijk dat Gagarin met zijn uitspraak de wetenschappelijke rede en het geloof lijnrecht tegenover elkaar plaatst. Zijn opvatting van wat redelijk is, komt overeen met die van de moderne filosofie die empirische waarneming als de betrouwbaarste kennisbron ziet. Veel gelovigen zien, als het om de verhouding tussen rede en geloof gaat, ook andere bronnen dan de waarneming als betrouwbaar, waaronder bijvoorbeeld de openbaring van God in een heilige tekst als de Bijbel of de Koran.

3p 13 Zijn heilige teksten volgens jou kentheoretisch betrouwbaar? Geef een argumentatie voor je antwoord bestaande uit a) een argument tegen de kentheoretische betrouwbaarheid van heilige teksten en b) een argument ter verdediging ervan. Sommige mensen ervaren God niet via een heilige tekst maar rechtstreeks. Zo’n rechtstreeks contact met God wordt een mystieke ervaring genoemd. De Amerikaanse filosoof William James heeft in de vorige eeuw religieuze ervaringen diepgaand geanalyseerd. Hoewel James de analyse van religieuze ervaringen zinvol vond, zag hij wel in dat een wetenschappelijke benadering ons geen kennis op zou leveren ten aanzien van de vraag of God bestaat: Gods bestaan is via de wetenschap te bewijzen noch te weerleggen. De Amerikaanse wetenschapper Stephen Jay Gould is het met James eens en hij verwoordt die opvatting als volgt:

tekst 6 Om het namens mijn collega’s nog maar eens voor de miljardste keer te herhalen (…): de wetenschap kan met de haar geëigende methoden eenvoudigweg niet oordelen over de mogelijkheid van Gods voorzienigheid in de natuur. Wij bevestigen noch ontkennen die; als wetenschappers kunnen wij hierop eenvoudigweg geen commentaar geven. bron: Stephen Jay Gould, ‘Impeaching a Self-Appointed judge, Scientific American, 267,1

De etholoog en evolutiebioloog Dawkins denkt daar anders over. Dawkins is een atheïst en een humanist die vasthoudt aan de bewijskracht van rationaliteit en wetenschap en een absolute tegenstelling ziet tussen blind geloof en rationeel bewijs. In “The Selfish Gene” zegt Dawkins het volgende:

Pagina: 274Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 276: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 10 lees verder ►►►

tekst 7 Maar wat is nu eigenlijk geloof? Het is een geestesgesteldheid die ertoe leidt dat mensen iets geloven – het maak niet uit wat –, terwijl het in het geheel ontbreekt aan bewijsmateriaal. Als er goed ondersteunend bewijsmateriaal zou zijn, zou geloof overbodig zijn, want het bewijs zou ons dwingen het hoe dan ook te geloven. bron: Richard Dawkins, the Selfish Gene, 1989

3p 14 Wat is de kern van de pragmatistische visie van James?

Geef twee verschillende redenen waarom James vanuit zijn opvatting van religie de inhoud van de discussie tussen Gould en Dawkins als irrelevant terzijde kan schuiven. De Franse filosoof Blaise Pascal (1623-1662) – zelf een buitengewoon begaafd wetenschapper – kreeg op 23 november 1654 een mystieke ervaring: hij ervoer de God van Abraham, Isaäc en Jacob op een overweldigende manier. Die ervaring schreef hij op in een document, het Mémorial, dat hij tot zijn dood in de zoom van zijn jas genaaid, bij zich droeg. Daaruit volgen hier de eerste regels:

tekst 8

VUUR

God van Abraham, God van Isaäc, God van Jacob,

niet die van filosofen en geleerden.

Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede.

God van Jezus Christus.

(…) bron: Blaise Pascal, Mémorial (1654)

James maakt een onderscheid tussen levende religieuze ervaring van het individu en het daarvan afgeleide religieuze leven in de kerk. In de kerk is de originele ‘koortsachtige’, mystieke ervaring verworden tot duffe gewoonte. Kerken spelen een secundaire rol als doorgeefluik van de originele inspiratie. Daar wordt die originele ervaring vergiftigd door dogmatische regels. Was de mystieke ervaring van Pascal uitgedrukt in zijn Mémorial zo’n ervaring die later door de kerk is doorgegeven, afgezwakt en vergiftigd? De communitarist Taylor meent van niet. Hij toont aan dat James een ervaring als die van Pascal ten onrechte als puur individualistisch karakteriseert.

2p 15 Leg uit met welk argument Taylor de analyse van James met betrekking tot religieuze ervaring weerlegt. Illustreer de argumentatie van Taylor aan de hand van tekst 8 van Pascal.

Pagina: 275Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 277: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

800025-1-033o 11 lees verder ►►►

Hoe je ook over de plaats van de persoonlijke ervaring in het debat tussen rede en religie mag denken, vast staat dat vergelijkbare ervaringen zeer verschillend worden uitgelegd. Een mooi voorbeeld is onderstaande tekst.

tekst 9 “Het is fantastisch om in de ruimte te zijn, maar de reis heeft mijn kijk op het leven wel veranderd. Dingen die ik al wist – dat het slecht ging met de aarde – voel je ineens, kun je zien. “Het is een prachtige planeet met turkooise wateren en rode woestijnen. ’s Nachts is de aarde zo mogelijk nog indrukwekkender. Soms is de aarde boven je als je naar buiten kijkt en dan vlieg je onder allemaal verlichte steden door.(…) Maar kijk je aan de dagkant langs de blauwe aarde, dan zie je het zwarte heelal. En dat is héél dreigend. Dan voel je de aarde ineenschrompelen tot een bolletje met een heel dun fluorescerend blauw laagje erom. Die dampkring die zo oneindig lijkt, is in vergelijking slechts zo dun als een uienschil.” Toen kwam bij Kuipers een ander gevoel dat hem sindsdien nooit meer heeft verlaten. Een gevoel van kwetsbaarheid, van gevaar. “Je beseft ineens: ho, wacht even; dat eenzame bolletje hangt daar maar”, vertelt hij. “Het is tien kilometer water en tien kilometer lucht en dan houdt het op met het leven. (…) je ziet bosbranden, en boven China en India is het heel heiig door luchtvervuiling. Toen wilde ik tegen mensen beneden zeggen: hé, pas op hè, je kunt niet onbeperkt doorgaan. Overstappen naar een andere planeet als het misgaat, kan niet.” (…) “Door wat ik nu gezien heb, maak ik me zorgen over mijn kinderen en kleinkinderen. Maar ik ben niet fatalistisch. Ik blijf positief. Gelukkig worden de mensen langzaam wakker. Maar ik had daarboven wel het gevoel van: Help!” bron: Spits, 2 januari 2007

In vergelijking met de eerdere uitspraken van Gagarin (zie inleiding bij vraag 13) passen de uitspraken van Kuipers goed in een betoog dat het perspectief kiest van religie als waarde. Je zou kunnen zeggen dat Kuipers’ uitspraken een normatief en religieus karakter hebben.

3p 16 Ben je het eens met de opvatting dat Kuipers’ uitspraken zowel een normatief als een religieus karakter hebben? Geef een argumentatie voor het antwoord en geef daarin enerzijds duidelijk aan wat onder normerende uitspraken wordt verstaan en anderzijds wat jij zélf onder religie verstaat.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

800025-1-033o*

Pagina: 276Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 278: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o

Examen VWO

2007

filosofie

Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 43 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1maandag 21 mei9.00 - 12.00 uur

Pagina: 277Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 279: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 2 lees verder ►►►

Opgave 1 Deugdethiek en de zorg voor dieren Al in de jaren zestig zijn voorspellingen gedaan over de gevolgen van onze omgang met onze natuurlijke omgeving en sindsdien is de discussie over het milieu niet meer weg te denken uit het publieke debat. (De overheid legt ons normen op om onze omgang met het milieu te veranderen.) Belangengroeperingen maken ons bewust van de waarde en de kwetsbaarheid van het milieu. In plaats van het opleggen van normen en het propageren van waarden kan men ook vanuit de deugdethiek pleiten voor een betere zorg voor het milieu. Doorgaans wordt er dan een beroep gedaan op de deugd van de matigheid (temperantia). De deugdethiek heeft een bijzondere visie op de relatie van mens en natuur en probeert de mens met deugdethische motieven tot een houding te brengen waarin zorg voor de natuur vanzelfsprekend wordt.

4p 1 Hoe kan de deugdethiek ons motiveren tot een houding van zorg voor het milieu? Noem twee van deze deugdethische motiveringen en maak duidelijk waarin de deugdethische benadering zich onderscheidt van twee andere ethische benaderingswijzen als het gaat om zorg voor het milieu. In de Oostvaardersplassen stierf in 2005 aan het eind van de winter een groot aantal grote grazers een hongerdood. Er ontstond een discussie over het al dan niet bijvoederen van de grote grazers. Volgens sommigen laat het ecologisch uitgangspunt van natuurbeheer bijvoederen niet toe. Na de zomer stond in NRC-Handelsblad hierover een uitgebreid artikel. De volgende tekst vat de kwestie kort samen:

tekst 1 Het belangrijkste strijdpunt in het debat over het natuurbeleid in de Oostvaardersplassen is de wintersterfte onder de edelherten, de Konikpaarden en de Heckrunderen. Deze grote grazers leven in een 5.600 hectare groot omrasterd gebied van Staatsbosbeheer, waar van tijd tot tijd het voedselaanbod onvoldoende is om alle monden te voeden. Daardoor sterven er dieren, vooral aan het einde van de winter. Dat is in de natuur een situatie die eerder regel is dan uitzondering. (…) Van de populatie edelherten stierf vervolgens 22 procent, van de Heckrunderen overleefde 34 procent de winter niet en van de Konikpaarden bezweek 14 procent van de populatie. naar: NRC-Handelsblad van 3 september 2005

In de discussie die ontstond, bleken de deelnemers de vraag over het al dan niet bijvoederen als een ethische kwestie op te vatten en daarmee de ethiek te verbreden door ook het wel en wee van dieren daarin te betrekken. Sommigen verdedigen het laten verhongeren van de grote grazers door te stellen dat het zo nu eenmaal toegaat in de natuur: het is de bedoeling dat op langere termijn een zelfregulerend ecosysteem ontstaat, dat onafhankelijk van de mens kan bestaan.

Pagina: 278Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 280: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 3 lees verder ►►►

Zij kunnen zich beroepen op Kant die stelt dat dieren sowieso geen rechten hebben; rechten komen volgens hem alleen toe aan rationele wezens: de mensen. Anderen stellen dat we de zorg voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen op ons zouden moeten nemen en ze in de winter bijvoederen. Het is – in deze visie – ontoelaatbaar om de dieren binnen een omheind gebied te plaatsen en ze vervolgens te laten sterven bij gebrek aan voedsel. Elk individueel dier heeft recht op extra voer wanneer dat nodig is.

2p 2 Leg uit hoe je op basis van een plichtethiek ook kunt beargumenteren dat de grote grazers wel recht hebben op extra voer. De dierenarts die bij het beheer van de Oostvaardersplassen is betrokken, de heer Luten, is voorstander van een zelfregulerend ecosysteem.

tekst 2 De conditie van de grazers in de Oostvaardersplassen wordt in de gaten gehouden door de beheerders van Staatsbosbeheer, samen met dierenarts Henk Luten, gespecialiseerd in wilde dieren. Luten heeft naar eigen zeggen steeds meer begrip gekregen voor het ecologische beheer. Luten: “Het is nooit leuk om dieren te zien sterven, maar het is wel de consequentie van een systeem dat voor de dieren een grote vrijheid en harmonie inhoudt, veel meer dan elders in Nederland. Ze hoeven niks en mogen alles. Ga maar eens kijken hoe mooi bijvoorbeeld de Heckrunderen er nu bij lopen. Ze vreten zich helemaal klem. Er komt wekelijks drie tot vijf kilo aan. Het vet trilt van de kont. Laat ik het zo zeggen: als ik een koe was, dan zou ik in de Oostvaardersplassen willen lopen.” naar: NRC-Handelsblad van 13 juli 2005

Stel dat je op basis van tekst 2 concludeert dat de meeste dieren uiteindelijk goed af zijn. Stel bovendien dat je deze overweging uitbreidt tot een algemeen ethisch principe, zodat ze niet alleen van toepassing is op dieren, maar ook op mensen.

3p 3 Leg uit waarom je deze redenering dan utilistisch kunt noemen en maak daarbij duidelijk wat onder utilisme verstaan wordt. Geef een punt van kritiek op deze utilistische benadering van het al dan niet bijvoederen van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

Pagina: 279Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 281: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 4 lees verder ►►►

Hoewel men er in de christelijke traditie vanuit gaat dat de mens als heerser boven het dier staat, ontkent bijvoorbeeld Thomas van Aquino niet dat het dier ook bezield is. Hij zet de traditie van Aristoteles en Augustinus voort en wil de filosofie van Aristoteles in overeenstemming brengen met het christelijke gedachtegoed. Volgens Thomas maakt de mens deel uit van één schepping, samen met dieren en planten; een schepping, waarvan de delen geacht worden een harmonieus geheel te vormen. Men zou daaruit kunnen afleiden dat de mens zorgzaam met (de rest van) de schepping om dient te gaan en zich dient te matigen in het gebruik van de natuur. Bij de zorg voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen zou men niet gelijk aan de kardinale deugd van de matigheid denken. Toch kan de zorg voor dieren gebaseerd worden op de van de kardinale deugd van de matigheid afgeleide deugden, bijvoorbeeld op de deugd van het eergevoel en op de deugd van de zachtmoedigheid.

3p 4 Leg uit hoe op grond van de deugd van het eergevoel en op grond van de deugd van de zachtmoedigheid gepleit kan worden voor het bijvoederen van de grote grazers. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat een kardinale deugd is. In de omgang met dieren maken mensen onderscheid tussen soorten dieren. In het geval van de grote grazers in de Oostvaardersplassen wordt er onderscheid gemaakt tussen hoe dieren (van dezelfde soort) gehouden worden in de veehouderij of in een natuurgebied. De grondlegger van de dierenbevrijdings- beweging, de Australiër Peter Singer, stelt het algemener en hekelt het discrimineren van dieren op basis van de soort waartoe ze behoren. Dit wordt door Singer in tekst 3 ‘speciësisme’ genoemd.

tekst 3 Kijk, de logica van ons denken over dieren loopt gelijk met de logica van de slavenhandelaren over Afrikanen. Ik zeg niet dat menselijke en dierlijke slavernij in èlk opzicht identiek zijn, maar er is wel een parallelle logica. Ook wij trekken de grens rond de sfeer van morele bekommernis. Wij beschouwen ons, in tegenstelling tot de slavenhandelaren, als verlichte geesten omdat we geen mensen discrimineren op basis van ras. Maar op hetzelfde moment sluiten we wel een grote categorie van andere wezens uit die buiten de sfeer van onze morele bekommernis vallen. En dat zijn de niet-menselijke dieren die, net als wij, kunnen lijden en vreugde en pijn ervaren. (…) Wij maken een willekeurig onderscheid dat alleen gebaseerd is op soortlidmaatschap en niet op het mentale of intellectuele vermogen van een wezen. Deze attitude heb ik – naar analogie van racisme en seksisme – speciësisme (van species, soort; redactie FM) genoemd. Of een wezen al dan niet tot de homo sapiens behoort, is op zich zeker niet meer relevant dan de vraag of een wezen wel of niet tot een bepaald ras behoort. (…) Evenmin relevant is of een dier schattig is of niet. Belangrijker is de mate van bewustzijn. bron: Filosofie Magazine, december 1994

Pagina: 280Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 282: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 5 lees verder ►►►

Singer pleit hier om onderscheid tussen dieren niet te baseren op soort-lidmaatschap maar op mentale vermogens als het ervaren van pijn en plezier. Het is volgens Singer niet goed of niet deugdzaam dieren met vergelijkbare mentale vermogens of met een vergelijkbaar bewustzijn op ongelijke wijze te behandelen.

4p 5 Ben jij het eens met de opvatting van Singer? Beargumenteer je antwoord en betrek daarin Plato’s opvatting over de psychische structuur van de mens. Arne Naess is een Noors filosoof en grondlegger van de Deep Ecology Movement. Een beweging die als uitgangspunt voor ecologie niet alleen de levende natuur neemt, maar ook de levenloze natuur als bergen, meren en delfstoffen als onderdeel ziet van een groter ecologisch systeem. Hij laat zich hierbij inspireren door de Nederlandse filosoof Spinoza. Volgens Spinoza zijn God en de natuur synoniem: alles wat bestaat – mensen, dieren, dingen – is een verschijningsvorm van God. Je kunt dus stellen dat God niets anders is dan de natuur. Op basis van deze zienswijze kan men beredeneren dat natuurbehoud uit liefde voor de natuur eigenlijk neerkomt op natuurbehoud uit liefde voor God. In de lijn van Thomas van Aquino redenerend, zou je handelen uit liefde voor God (hier: de natuur) kunnen beschouwen als handelen vanuit een theologale deugd. Dit roept de vraag op of je natuurbehoud uit liefde voor de natuur kunt zien als natuurbehoud op grond van de theologale deugd van de liefde.

3p 6 Vind jij dat, uitgaande van bovenstaande visie van Spinoza op de aard van de natuur en God, de liefde voor de natuur als een theologale deugd in de zin van Thomas van Aquino beschouwd kan worden? Beargumenteer je antwoord en maak duidelijk wat theologale deugden in de zin van Thomas zijn en waarin zij afwijken van kardinale deugden.

Pagina: 281Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 283: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 6 lees verder ►►►

Opgave 2 Gastvrijheid als deugd De jonge Najat Rabbae is van Marokkaans-Nederlandse afkomst en logeert bij liefhebbende familieleden in Marokko. Zij zegt over haar ervaringen bij familieleden onder andere het volgende.

tekst 4 In het begin voelde ik me opgelaten. Hoe kon ik iets terugdoen? Was ik niet teveel? Maar nadat ik deze manier van denken (‘voor wat, hoort wat’) kon laten varen, werd me duidelijk dat ze niets terugverlangen, behalve dat ik vaker langs zal komen dan voorheen. Het feit dat ik de dochter van hun habibi (lieverd) ben, die zo ver weg zit, maakt dat ze alles voor mij willen doen. naar: NRC-Handelsblad van 31 december 2005

Rabbae wil een goede gast zijn en de haar betoonde, zeer gulle gastvrijheid eer aandoen. Maar wat is een deugdzame houding voor een gast in deze tijd? Rabbae zoekt als het ware naar een concrete deugd voor een gast. Er zijn verschillende manieren om eigentijdse deugden zoals gastvrijheid te vinden.

2p 7 Beschrijf twee manieren om eigentijdse deugden te vinden, en leg hierbij uit hoe Rabbae een eigentijdse deugd zou kunnen vinden die zij in deze situatie als gast zou kunnen beoefenen. Het doet niet echt vreemd aan, dat Rabbae zich in een voor haar nieuwe situatie enigszins wil aanpassen en naar ‘nieuwe’ deugden zoekt; je kunt dit een natuurlijk verlangen noemen. Deugdethici zouden dit normaal menselijke verlangen naar aanpassing kunnen zien als een spontane morele motivatie. Filosofen zoals Immanuel Kant echter, zouden hier juist een tegenspraak in zien: dit meisje kan om allerlei redenen wel een natuurlijk verlangen hebben om haar gedrag aan te passen, bijvoorbeeld omdat het leven daardoor voor haar of haar omgeving aangenamer wordt. Maar dat maakt dit volgens Kant nog niet tot een morele keuze. Een morele keuze moet immers aan een belangrijke voorwaarde voldoen.

2p 8 Geef enerzijds een deugdethisch argument vóór het standpunt waarom het ‘natuurlijk verlangen’ een goede basis voor moraal zou vormen, en geef anderzijds een plichtethisch argument tegen dit standpunt. Rabbae lijkt gecharmeerd te zijn van de mediterrane levenskunst, waarbinnen gastvrijheid al van oudsher als een belangrijke deugd wordt beschouwd. Toch heeft deze een keerzijde, die zij als volgt beschrijft.

Pagina: 282Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 284: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 7 lees verder ►►►

tekst 5 Hoewel deze hartelijkheid tot het standaardrepertoire van de meeste Marokkanen behoort, waardoor je je heerlijk welkom voelt als je bij iemand op bezoek gaat en menigmaal wordt uitgenodigd door onbekenden, blijkt het moeilijk waarachtige aansluiting bij de mensen te vinden, aansluiting zoals ik die heb met mijn vrienden en familie in Nederland. In het buitenland wonend, merk je pas hoe ‘gefinetuned’ je bent op het gedrag en gevoelsleven van de mensen uit je eigen land. En zij op jou. Wat ik hier mis zijn bijvoorbeeld de interesse en inhoudelijke aspecten van je werk of je studie, gesprekken over filosofische en intellectuele kwesties. naar: NRC-Handelsblad van 31 december 2005

Niet alleen ‘het goede leven’ neemt een belangrijke plaats in binnen de deugdethiek, ook zelfverwerkelijking is een centraal begrip. Er bestaat een specifieke deugdethische opvatting van levenskunst, waarin zelfverwerkelijking een belangrijke rol speelt.

5p 9 Geef aan de hand van tekst 5 in je eigen woorden weer hoe levenskunst en zelfverwerkelijking met elkaar samenhangen binnen de Aristotelische deugdethiek. Leg in je antwoord de drie begrippen ‘doel’ (‘telos’), ‘praxis’ en ‘phronèsis’ uit en pas deze toe op de casus in tekst 5. Een gast kan weliswaar voor moeilijke keuzen komen te staan, maar voor een gastheer of gastvrouw geldt dat niet minder. Wat is de juiste gastvrijheid? Is dat het je gasten zoveel mogelijk naar de zin maken en in al hun wensen voorzien, of juist ze zoveel mogelijk vrij laten? Zoals dat voor alle deugden geldt, is ook voor gastvrijheid niet een eenduidig voorschrift te geven. Daar komt nog bij dat in verschillende tijdperken verschillende opvattingen bestaan over sociale omgang en beleefdheid. Het lijkt erop dat vergeleken met vroeger in onze tijd algemene omgangsvormen in westerse samenlevingen minder hoffelijk worden. Toch kun je niet zeggen dat onverschilligheid of ruwheid de algemene norm is geworden. Wel is het de vraag of eeuwen oude deugden, zoals gastvrijheid binnen deze context nog als deugd gelden.

2p 10 Is het volgens jou te verdedigen dat gastvrijheid ook als een hedendaagse deugd kan worden gezien? Baseer je afweging op zowel een relevant kenmerk van hedendaagse omgangsvormen als op een deugdethische beschrijving van deugd.

Pagina: 283Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 285: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 8 lees verder ►►►

Opgave 3 Schaamte en vergeving

tekst 6 De linkse terreurbeweging Rote Armee Fraktion (RAF) deed in de jaren zeventig in Duitsland nogal wat stof opwaaien, met berovingen van banken, moorden en verschillende bomaanslagen waarbij meer dan dertig slachtoffers vielen. De RAF werd opgericht in 1968 door Andreas Baader en Gudrun Ensslin. Een ander kernlid van de RAF was de linkse journaliste Ulrike Meinhof. Daarom werd de RAF ook wel Baader-Meinhof Gruppe genoemd. Via de weg van geweld en terreur probeerde de RAF een socialistische heilsstaat te verwezenlijken. De RAF-leden hielden er utopische ideeën op na over een socialistische maatschappij, die de kapitalistische samenleving met haar ongebreideld materialisme zou moeten vervangen. De bestaande samenleving zag men als onrechtvaardig, omdat deze de macht en welvaart ongelijk verdeelde. Verder zag men haar als gewelddadig en gestuurd door een oneerlijk waarden- en normensysteem. De RAF-leden meenden zelf dat ze een strijd streden voor een nobel doel: een grotere gelijkheid en rechtvaardiger sociaal-economische verhoudingen. Uiteindelijk bestond de Baader-Meinhof Gruppe bijna dertig jaar, want in 1998 hief de groep zichzelf op. naar: Volkskrant Magazine van 17 september 2005

Het denken over rechtvaardigheid kent in de filosofie een lange geschiedenis. Bij Plato is het een deugd die zowel op de samenleving als op het individu slaat. Aristoteles geeft later een nadere indeling van die deugd. Zo onderscheidt hij distributieve en correctieve rechtvaardigheid.

2p 11 Leg uit dat de RAF voor beide soorten rechtvaardigheid opkomt. Eén van RAF-terroristen van de tweede generatie was Knut Folkerts. In 1976 werd Folkerts in Utrecht gesignaleerd waar de politie hem wilde arresteren. Bij die arrestatie schoot Folkerts een Utrechtse politieagent dood en verwondde hij een tweede. Voor moord en een poging tot moord werd hij in 1977 in Nederland tot twintig jaar veroordeeld. Omdat Folkerts voor soortgelijke misdaden in Duitsland werd gezocht, werd hij al na enkele maanden aan Duitsland uitgeleverd. Daar werd hij voor de misdaden die hij pleegde in Duitsland tot levenslang veroordeeld. Met de Nederlandse justitie werd de afspraak gemaakt dat Folkerts zijn straf voor de misdaden in Nederland van twintig jaar niet meer hoefde uit te zitten: met levenslang was hij genoeg gestraft. Van de levenslange veroordeling zat Folkerts achttien jaar onder zeer moeilijke omstandigheden (streng geïsoleerd) uit. In 1995 kwam hij na een ingewikkelde juridische procedure vervroegd vrij.

Pagina: 284Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 286: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 9 lees verder ►►►

tekst 7 De weduwe van de vermoorde Utrechtse agent deed in 2005 een poging via de rechtbank de Duitse autoriteiten te dwingen Folkerts weer op te pakken om hem zijn straf voor de moord op haar man in Duitsland uit te laten zitten. Dat zou betekenen dat Folkerts alsnog twintig jaar zou moeten zitten. Terecht, volgens de weduwe, want ‘nu gaat hij vrijuit voor moord, en dat is onverdraaglijk’. bron: uitzending van Nova, 24 augustus 2005

De Utrechtse weduwe heeft – en dat zal iedereen kunnen begrijpen – moeite om hem te vergeven. Vergeving is een complexe zaak omdat het verdienen ervan iets paradoxaals heeft.

3p 12 Beschrijf waaruit de paradox van het verdienen van vergeving bestaat en licht de paradox toe met gebruikmaking van gegevens uit de bovenstaande casus in tekst 7. In een interview met een Nova-verslaggeefster werd Folkerts gevraagd wat hij nu – 25 jaar later, en inmiddels al weer tien jaar op vrije voeten – tegen de weduwe van de politieagent en haar twee zonen zou willen zeggen. Hij antwoordde het volgende.

tekst 8 “Ik heb geboet door mijn straf uit te zitten. Je kunt zo’n straf alleen met de grootste moeite doorstaan.(…) Ik heb er veel spijt van dat ik haar man gedood heb. Het spijt me ook zeer voor haar twee zonen en verdere familie. Ik kan het niet ongedaan maken. Ik kan alleen navoelen wat mevrouw K. heeft doorgemaakt. Het spijt me.” De weduwe van de politieagent wees de spijtbetuiging af. Voor haar kwam die te laat: “hij heeft 25 jaar niets van zich laten horen; nu er moeilijkheden voor hem dreigen betuigt hij spijt. Puur eigenbelang. Die spijtbetuiging doet ons niets.” bron: uitzending van Nova, 24 augustus 2005

Vergeving vindt volgens de deugdethiek niet automatisch plaats, maar is aan voorwaarden gebonden: er is bijvoorbeeld een voorwaarde rond de motivering tot het schenken van vergeving en een voorwaarde die betrekking heeft op de innerlijke houding van degene die de vergeving schenkt.

2p 13 Leg uit hoe de deugdethiek de weduwe aanknopingspunten kan bieden om wél tot vergeving te komen. Baseer je antwoord op de twee hierboven aangeduide voorwaarden. Werk die voorwaarden daarbij nader uit. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Pagina: 285Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 287: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

700025-1-033o 10 lees verder ►►►

Nergens in het interview geeft Folkerts blijk van schaamte voor wat hij heeft gedaan. Hij bekent wel schuld, maar laat nergens een gevoel van schaamte voor zijn daden blijken. De vraag is of schaamte een deugd genoemd mag worden. Als kenmerken van een deugd kun je onder andere zien: a) een deugd berust op een vrije, door de ratio geleide keuze. b) een deugd wordt zodanig geoefend, dat het een karaktertrek wordt. c) een deugd helpt het doel waarop we in de deugdethiek gericht zijn (de

eudaimonia) te realiseren. 4p 14 Vind je dat schaamte over een dergelijke daad een deugd genoemd kan

worden? Beargumenteer je antwoord en betrek daarbij de drie hierboven genoemde kenmerken van een deugd. Nietzsche is een filosoof die de schaamte niet als deugd erkent. Dat blijkt onder andere uit het volgende fragment.

tekst 9 Waar liggen je grootste gevaren? – In medelijden. Wat heb je in anderen lief? – Mijn verwachtingen. Wie noem je slecht? – Hem die altijd wil beschamen. Wat is voor jou het meest humane? – Zorgen dat niemand zich hoeft te schamen. Wat is het zegel van de bereikte vrijheid? – Zich niet meer voor zichzelf te schamen. bron: Boek 3 van ‘Die Fröhliche Wissenschaft’ (1882)

2p 15 Leg uit waarom Nietzsche schaamte als iets slechts ziet.

Betrek daarbij de opvatting van Nietzsche over de aard van de mens en ethiek.

noot Bij het ter perse gaan van dit examen is duidelijk geworden dat Nederland de gevangenisstraf van

twintig jaar tegen Knut Folkerts alsnog mag uitvoeren. Dat heeft de rechtbank in Den Haag in juni

2006 bepaald.

Op grond van de uitspraak van de rechter heeft het ministerie van Justitie in Nederland in

augustus 2006 aan Duitsland gevraagd om hem op te pakken en uit te leveren, zodat de 20 jaar

cel die hij in Nederland heeft gekregen alsnog uitgevoerd kan worden.

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

700025-1-033o*

Pagina: 286Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 288: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o Begin

filos

ofie 20 06

Tijdvak 1Woensdag 31 mei

9.00 – 12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 15 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Pagina: 287Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 289: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 2 Lees verder

Opgave 1 Over levenskunst Wanneer iemand van zijn of haar leven een kunstwerk weet te maken, is er sprake van levenskunst. Dat heeft niet alleen met esthetiek te maken, ook is er sprake van kunst in de zin van kunde. Het gaat dan om weten hoe te leven, weten hoe een leven lukt en wanneer een leven gelukt is. Levenskunst heeft dan ook volgens velen direct te maken met deugdethiek, omdat het hier gaat om de vraag: “hoe moet ik leven?”. Het leven van popster Madonna lijkt een voorbeeld van levenskunst. Madonna Louisa Ciccone werd in 1958 geboren te Bay City, Michigan en doorliep de middelbare school moeiteloos. Als jong meisje was dansen haar lust en haar leven. In 1978 vertrok ze naar New York. Zelf zegt ze daarover in de proloog van haar Virgin Tour video: “I went to New York. I had a dream. I wanted to be a big star. I did not know anybody. I wanted to dance. I wanted to sing. I wanted to do all these things. I wanted to make people happy. I wanted everybody to love me. I wanted to be a star. I worked really hard and my dream came true.” bron: tijdschrift History (thema: Cultuur van de massa in de tweede helft van de twintigste eeuw), Arnhem, 2001 Uit tekst 1 blijkt duidelijk dat Madonna doelen stelt in haar leven en er veel aan doet om die doelen te bereiken. Madonna weet als levenskunstenares precies wat ze wil. Madonna bereikte niet alleen de doelen die ze voor zichzelf gesteld had, ze stelde zich ook als taak om de traditionele seksuele moraal aan de kaak te stellen. De discussie over wat er op seksueel gebied wel en niet vertoond mocht worden, speelde zich grotendeels af over haar hoofd en lichaam. Er werden natuurlijk wel meer videoclips gemaakt met veel borsten en billen. Maar de verdienste van Madonna is dat ze de traditionele rolpatronen omdraaide. In haar clips stond seks in het teken van onafhankelijkheid. Haar carrière is een kruistocht tegen de conservatieve Amerikaanse onderdrukking van de vrouwelijke lustbeleving. In de video Material Girl speelt ze een vrouw die hogerop wil. Als het daarvoor nodig is, verleidt ze een vent, gaat voor zijn centen. Maar ze zorgt er wel voor dat ze nooit de onderliggende partij wordt. naar: tijdschrift History (thema: Cultuur van de massa in de tweede helft van de twintigste eeuw), Arnhem, 2001 Uit tekst 2 blijkt dat Madonna een emancipatoir rolmodel is. Elders in hetzelfde artikel wordt expliciet gesteld dat Madonna veel vrouwelijke fans heeft en dat meisjes haar zien als hun grote voorbeeld.

2p 1 Leg uit wat het belang is van voorbeelden voor een morele vorming in deugdethische zin. Beargumenteer in je toelichting hoe Madonna een voorbeeld kan vormen voor morele vorming in deugdethische zin. Voor de visie van Descartes op ethiek moeten we afgaan op zijn laatste werk: Passions de l’ Âme (Passies van de ziel, 1649). Moraal onderzoekt volgens Descartes de passies, de strategieën om ze onder controle te houden en de manier waarop men de wil gericht kan houden op het goede. Men dient zich hiertoe te richten op de centrale deugd van de ‘générosité’. In de manier waarop Madonna haar leven vorm geeft, spelen passies duidelijk een rol. Dit roept de vraag op hoe ze volgens Descartes op deugdzame wijze met haar passies om zou moeten gaan.

2p 2 Geef aan hoe Madonna met haar passies om zou moeten gaan, wil ze in de visie van Descartes deugdzaam genoemd kunnen worden. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat Descartes onder ‘générosité’ verstaat.

tekst 1

tekst 2

Pagina: 288Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 290: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 3 Lees verder

De levenskunst van Madonna kan ook gezien worden als het kunstzinnig ontwerpen van een leven. Haar doel zou dan zijn haar leven zodanig vorm te geven dat een kunstwerk ontstaat, waaraan het publiek een esthetisch genoegen kan beleven. Zowel Aristoteles als Nietzsche spreken van het stellen en verwezenlijken van doelen in het leven, zij het beide op een verschillende manier.

4p 3 Is de manier waarop Madonna haar doelen stelt meer in overeenstemming met de visie die Aristoteles heeft ten aanzien van het stellen van en streven naar doelen of meer in overeenstemming met hoe Nietzsche dat ziet? Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat hier het essentiële verschil is tussen de visie van Aristoteles en de visie van Nietzsche op het verwerkelijken van doelen in deugdethische zin. De Nederlandse filosoof Andreas Kinneging vergelijkt graag het moderne leven dat wij nu leiden met hoe het leven in de Griekse Oudheid was. Zo schrijft hij in een themanummer over deugdethiek van het tijdschrift Wijsgerig Perspectief over historische breuken in de traditie van de ethiek sinds de Oudheid. Over de derde en laatste breuk zegt hij het volgende. Het is de meest fundamentele breuk, waarin voor het eerst sedert de sofisten de platoonse notie van een morele orde verworpen wordt, met een beroep op individualiteit, singulariteit, creativiteit en subjectiviteit. Moraal is in deze visie een ontwerp, een kunstwerk, niet de neerslag van een transcendent idee van het goede of een transcendente wet. De mens is de uitvinder, de schepper van goed en kwaad. Dit is de visie op goed en kwaad die anno nu dominant is. naar: A. Kinneging, De deugden van rechtvaardigheid en liefde. In Wijsgerig Perspectief, jaargang 42, 2002, nr. 1 Kinneging beschrijft in het begin van tekst 3 de hedendaagse opvatting dat het leven een individuele creatie is. Hij stelt deze opvatting tegenover de “transcendente idee van het goede” van Plato en tegenover de “transcendente wet” van Kant.

2p 4 Leg uit hoe de deugdethiek een meer persoonlijke benadering toelaat die in meer transcendente ethische benaderingen van Kant en Plato niet mogelijk is. Maak daarbij duidelijk wat het belangrijkste verschil is tussen de deugdethische benadering enerzijds en de meer transcendente benaderingen anderzijds. Het leven zal ook voor een levenskunstenaar als Madonna niet vanzelf gaan. Er is een investering nodig en wellicht veel oefening om tot een ‘cultivering’ van het eigen leven te komen. Foucault spreekt in dit opzicht van normalisering. Madonna doorbreekt de normen van haar tijd en samenleving en brengt nieuwe waarden voor het voetlicht. Zij lijkt zich dus aan de normen en waarden van de samenleving te kunnen onttrekken.

4p 5 Onttrekt Madonna zich aan normalisering zoals Foucault die opvat? Licht je antwoord toe en geef aan wat Foucault onder normalisering verstaat. Baseer je antwoord op zowel een overeenkomst als een verschil tussen normalisering en zich deugden eigen maken.

tekst 3

Pagina: 289Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 291: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 4 Lees verder

Opgave 2 Tolerantie als deugd In de zomer van 2004 kreeg het bestuur van een moskee in Zeist toestemming van het college van Burgermeester en Wethouders om de gelovigen vanaf de minaret in het Arabisch op te roepen tot gebed. Dit leidde bij de bewonersvereniging van de wijk en bij een christelijke politieke partij, de SGP, tot felle protesten. Men sprak van ‘verregaande islamisering van de Nederlandse cultuur in de wijk’, en men had moeite met de inhoud van de gebedsoproep waarbij Allah als grootste en enige God wordt genoemd. De van oudsher gevestigde religie, het christendom, zou worden ‘achtergesteld’. Het moskeebestuur vond de bezwaren onzinnig. “Wij leven in Nederland en daar heerst godsdienstvrijheid”. naar: de Volkskrant, augustus 2004 Deugdethici zijn vaak op zoek naar moderne deugden die in het maatschappelijk debat weer actueel zijn. In bovenstaand geval van Zeist is dat tolerantie. De deugd tolerantie neemt een centrale plaats in bij de discussie over integratie van buitenlanders en de vrijheid van meningsuiting. Tolerantie is echter een vage term: niet alles wat verdraagzaamheid heet, rekent men er in deugdethische zin toe.

2p 6 Leg twee deugdethische kenmerken van tolerantie uit, die in de geschetste situatie in Zeist in het geding zijn. Volgens het moskeebestuur is er in Zeist sprake van religieuze intolerantie. Dat is een taai probleem dat moeilijk op te lossen is, omdat het gepaard gaat met het verabsoluteren van de eigen waarheid. De Franse filosoof Comte-Sponville ziet dat gevaar van verabsolutering ook, maar vult het begrip tolerantie zo in dat toch weer ruimte voor de opvatting van anderen ontstaat. Willen we tolerant zijn, dan moeten we onze liefde voor de waarheid niet laten varen, verre van dat; juist die liefde − die evenwel een liefde zonder illusies is − verschaft ons de voornaamste reden om tolerant te zijn. De eerste van die redenen is dat de liefde voor de waarheid, ook de erkenning inhoudt dat we haar nooit volledig noch met absolute zekerheid kennen. Is een opvatting iets anders dan een aarzelend geloven, of in ieder geval een geloven zonder andere zekerheid dan een subjectieve? De katholiek kan wel, subjectief, zeker zijn van het katholicisme. Maar als hij over intellectueel fatsoen beschikt, (en de waarheid hem nader aan het hart ligt dan zekerheid) moet hij erkennen dat hij niet bij machte is een protestant, een atheïst of een moslim zelf als ze ontwikkeld, intelligent en te goeder trouw zijn, van die waarheid te overtuigen. Iedereen moet dus toegeven dat hij niet in staat is zijn gelijk te bewijzen, en dat hij dientengevolge in dezelfde positie verkeert als een even overtuigde tegenstander. Dat betekent dat tolerantie, als praktische kracht (als deugd), gebaseerd is op onze theoretische zwakte, dat wil zeggen op ons onvermogen het absolute te bereiken. bron: A. Comte-Sponville, Kleine verhandeling over de grote deugden, Parijs, 1995 Aristoteles ziet als voorwaarde en richtinggevend voor alle karakterdeugden en dus ook van tolerantie de praktische wijsheid of phronèsis. Comte-Sponville lijkt met zijn waarheidsopvatting eenzelfde soort begrip te gebruiken.

4p 7 Beschrijf een overeenkomst en beschrijf een verschil tussen Aristoteles’ phronèsis en Comte-Sponville’s waarheidsbegrip, zoals dit uit tekst 4 blijkt.

tekst 4

Pagina: 290Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 292: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 5 Lees verder

Een tolerante levenshouding vraagt veel van mensen. Daarom wordt een tolerante levenshouding door verschillende gevaren bedreigd. Zo kan absolutisme gemakkelijk leiden tot intolerantie: als er maar één waarheid is, moet iedereen er aan geloven en is er geen ruimte voor andersdenkenden. Een te ver doorgevoerd relativisme daarentegen leidt mogelijk tot cynisme. Er is nog een derde bedreiging voor een tolerante levenshouding, die zichtbaar kan worden, wanneer iemand zijn diepere drijfveren onderzoekt als hij tolerant is: superioriteitsgevoel.

4p 8 Leg uit hoe tolerantie superioriteitsgevoel kan maskeren en verklaar tevens waarom er dan geen sprake meer is van tolerantie. Absolutisme is een goede voedingsbodem voor intolerantie. Het aanhangen van een absolute overtuiging hoeft echter niet per se intolerantie te impliceren. De deugd van de ‘draagkracht’ kan daarbij een rol vervullen.

2p 9 Leg uit hoe de deugd van de draagkracht groeperingen met een absolute levensovertuiging kan behoeden voor onverschilligheid én voor intolerantie. Tolerantie is dus een gecompliceerd begrip dat een diepgaand onderzoek waard is. De 20e-eeuwse Franse filosoof Ricoeur heeft daar een begin mee gemaakt. Hij heeft niet alleen nagedacht over wat tolerantie precies is en hoe je die het best kunt omschrijven, hij heeft ook geprobeerd vast te stellen welk gedrag tolerant genoemd kan worden en welk gedrag niet. Hij gaat uit van een omschrijving van tolerantie die erop neerkomt dat je tolerant bent als je afziet van ingrijpen door machtsuitoefening, hoewel dat in je vermogen ligt. Zo probeert hij de reikwijdte van het begrip tolerantie vast te stellen en ontwerpt hij een ‘tolerantiecurve’, met oplopende graden van tolerant gedrag. Hij beschrijft die verschillende graden van oplopend tolerant gedrag als volgt. In fase 1 waar de tolerantie minimaal is, zie ik wel af van mijn macht om te verhinderen, maar niet van mijn neiging om te veroordelen. In fase 2 groeit de tolerantie enigszins: ik maak nu een onderscheid tussen mijn gehechtheid aan mijn waarheid en de poging iets van de ander te begrijpen. In fase 3 verdraag ik de ander, niet op grond van wat voor mij waarheid is, maar op basis van het gelijke recht van de ander om het leven te leiden dat hij/zij wil. Fase 4 gaat nog een stap verder. Ik laat expliciet twijfel toe aan mijn eigen waarheid: ik hoop weliswaar in waarheid te leven, maar bezitten kan ik haar niet. In fase 5 is het levensmotto: ik keur alle levenswijzen goed, de verschillen doen er niet toe, als ze maar geen schade toebrengen aan anderen.

3p 10 Is er in fase 5 volgens jou nog sprake van tolerantie? Geef voor je standpunt een deugdethisch argument en leg daarbij uit wat je verstaat onder tolerantie.

Pagina: 291Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 293: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 6 Lees verder

Opgave 3 Deugd en sport Er wordt wel gezegd dat sport en sportbeoefening deugdzaam gedrag bevorderen. Sport kan je bijvoorbeeld een doel in het leven geven. Ook is sport in veel gevallen een sociale bezigheid: je bent lid van een team of van een sportclub, je sport samen in de vrije tijd, of je praat met anderen over sport. Daarnaast leggen nogal wat sporters er de nadruk op dat sport als activiteit moreel opbouwend is: niet alleen zou sport je van passiviteit of negatief gedrag afhouden, je leert er ook samenwerken, discipline, en incasseren. Voormalig Olympisch zwemkampioene (1964, 2 medailles), politica en NOC*NSF voorzitter Erica Terpstra sprak zich kort voor de Olympische Spelen van 2004 duidelijk uit over de morele rol die sport volgens haar kan spelen. Op de stelling ‘verbeter de wereld, begin op het sportveld’ zegt zij: “Ik geloof absoluut dat dat kan. Sport en samenleving kunnen elkaar beïnvloeden. Als bij een wedstrijd Ajax-Feyenoord het goede voorbeeld wordt gegeven op het veld en langs de lijn, dan werkt dat door op de tribunes; daarvan ben ik overtuigd. Verder denk ik dat sport de samenleving veel meer te bieden heeft dan we op het eerste gezicht denken. (...) Integratie? Laat mensen samen sporten en het komt op een natuurlijke manier voor elkaar. Eenzaamheid? Sporten doe je samen, het kan je uit je isolement halen. Hangjongeren die overlast veroorzaken? Geef ze een uitdaging in de sport.” naar: ‘Health magazine’, zomer 2004 Hoewel Erica Terpstra zelf topsportster was, legt zij hier de nadruk op het spelkarakter en de sociale effecten van sportbeoefening, zoals zij in de laatste regels hierboven zegt in verband met amateursport. Maar naast deze meer sociale aspecten is het ook kenmerkend voor sport dat het een regelgebonden activiteit is, waarbij het er tegelijkertijd meestal om gaat, te winnen.

3p 11 Leg uit of amateur-sportbeoefening een praxis is, of een poièsis. Leg beide begrippen in je antwoord uit. Voorwaarden voor het actief deelnemen aan een sport zijn bijvoorbeeld dat je je aan de regels houdt, je de benodigde vaardigheden hebt eigen gemaakt, dat je daadwerkelijk wilt winnen en je capaciteiten daartoe volledig inzet. Je kunt zeggen dat zo iemand zich in zijn sport optimaal heeft ontplooid en deugt als sporter.

4p 12 Is een sporter die zich in sportief opzicht optimaal ontplooit hierdoor een deugdzaam mens in de zin van de deugdethiek? Geef in je antwoord een argument voor en een argument tegen, en maak een afweging. De Fransman Pierre de Coubertin (1863-1937) was de grondlegger van de moderne Olympische Spelen. De Coubertin meende in de ideologie van deze Spelen een attitude aan te treffen die het hoogste menselijke ideaal vertegenwoordigde: een combinatie van strijden om het hoogste en tegelijkertijd een gevoel van maat houden. Hieronder volgen twee principes uit het handvest van het Internationaal Olympisch Comité die bij het ideaal van De Coubertin aansluiten. Olympisme is een levensfilosofie die bijdraagt aan de harmonie tussen de kwaliteiten van het lichaam, de wil en de geest. Olympisme tracht een levenswijze te bevorderen die is gebaseerd op plezier in het leveren van prestaties, de stimulering van de opvoedkundige waarde van de voorbeeldfunctie en het respect voor fundamentele ethische principes. Het doel van Olympisme is sport in dienst te stellen van de harmonieuze ontwikkeling van de mens, met als uiteindelijk doel het creëren van een vredige samenleving, waarin handhaving van de menselijke waardigheid centraal staat. bron: J. Tamboer en J. Steenbergen, Sportfilosofie, Leende, 2000

tekst 5

tekst 6

Pagina: 292Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 294: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

600025-1-32o 7 Lees verder

4p 13 Welke elementen van de Aristotelische deugdethiek herken je in het ideaal van De Coubertin? Noem er twee en maak in beide gevallen het verband duidelijk tussen deugdethiek en dit Olympische ideaal. In wedstrijdsporten is de wil om te winnen essentieel, anders ben je geen goede sporter. Als je toegeeft aan luiheid en je doet maar alsof, ben je niet van goede wil. Bovendien is de wil om te winnen meestal een natuurlijk verlangen van de sporter. Ook in de ethiek van Immanuel Kant (1724-1804) speelt, naast de morele plicht, de wil een wezenlijke rol. Het verband tussen ratio en moraal bij Kant is echter wel anders dan het verband tussen verstand en moraal bij Aristoteles. Kant zegt bijvoorbeeld: “De plicht moet voorschrijven hoe ik moet willen”. Plicht in de ethiek van Kant is niet gebaseerd op het realiseren van specifieke verlangens.

3p 14 Is de wil om te winnen dezelfde als de morele wil in de zin van Kant? Licht je antwoord toe. De laatste tijd gaan er stemmen op voor het vrijgeven van dopinggebruik in de sport. Daar zijn tegenstanders van het vrijgeven fel op tegen met als belangrijkste argument het ‘fair play-argument’: het gebruik van doping is niet sportief. Hier kun je echter tegenin brengen dat een sporter zich – binnen de regels van het spel – altijd al tot het uiterste inspant om te winnen: speciale trainingsmethoden, en aërodynamische sportkleding zijn zonder meer toegestaan. Een tweede argument van de tegenstanders van het vrijgeven van doping is het ‘gezondheidsargument’: doping zou schade toebrengen aan het lichaam. Maar ook dit argument houdt geen stand, want het beoefenen van topsport brengt in het algemeen gezondheidsrisico’s met zich mee die in het dagelijks leven onaanvaardbaar zouden zijn. Er is geen wet of regel die bepaalt, dat sporters tegen zichzelf beschermd zouden moeten worden en bijvoorbeeld managers, balletdansers of topdirigenten niet. Over de vraag of doping binnen de sport moreel aanvaardbaar geacht moet worden, is dus het laatste woord nog niet gezegd. Laat staan of dit te verenigen is met een deugdelijk leven. naar: Tamboer en Steenbergen, Sportfilosofie, Leende, 2000

4p 15 Is het gebruik van doping in de sport volgens jou te rijmen met een deugdzaam leven? Bespreek in je antwoord een principe uit de deugdethiek dat jij in dit verband speciaal van belang vindt. Einde

Pagina: 293Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 295: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o Begin

filos

ofie 20 05

Tijdvak 1Maandag 30 mei9.00 – 12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 16 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Pagina: 294Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 296: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 2 Lees verder

Opgave 1 Alledaagse deugden Primo Levi was een Italiaan van joodse afkomst, die in de Tweede Wereldoorlog werd opgepakt en naar een concentratiekamp gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog en het concentratiekamp, doordat hij de omstandigheden snel inschatte en zich daaraan aanpaste. Na zijn terugkeer uit het concentratiekamp wilde hij als schrijver mensen wakker schudden met zijn ervaringen in het concentratiekamp en met verhalen waarin zeer praktische deugden een rol spelen. De socioloog Kees Schuijt baseert een bijdrage aan de waarden- en normendiscussie in Nederland op een boek over Primo Levi’s deugden. Schuijt stelt in zijn artikel in NRC Handelsblad een deugdethische benadering voor onder de titel “praktische nieuwe deugden om direct te beoefenen.” Uit dit artikel komen de tekstfragmenten in deze opgave. Het gaat om het juiste woord, het juiste gebaar, de juiste maat in een bepaalde context of bij de oplossing van een bepaald probleem. Deze contextafhankelijkheid biedt voordelen boven een rigide, van bovenaf opgelegde moraal. Deugden worden beoefend van binnenuit en kunnen niet bij wet worden voorgeschreven. (…) Op deze manier gepresenteerd, vallen deugden zo goed als samen met veelgenoemde en veelgeroemde waarden. Toch verschilt de deugdenbenadering in belangrijke opzichten van haar alternatieven, die terug te vinden zijn in een maatschappelijke discussie over waarden en normen.

bron: NRC Handelsblad van 1 november 2003

3p 1 Waarin onderscheidt de deugdethiek zich van andere ethische benaderingen? Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat de relatie is tussen deugden enerzijds en waarden en normen anderzijds.

Voor een filosoof staat de ethiek in het algemeen en dus ook de deugdethiek niet los van de andere terreinen van de filosofie. Zo is er voor Aristoteles een duidelijk verband tussen zijn deugdethiek en zijn visie op de menselijke ziel en daarmee een verband tussen ethiek en wat tegenwoordig wel wijsgerige antropologie wordt genoemd.

5p 2 Leg uit hoe Aristoteles’ deugdethiek gebaseerd is op het typisch menselijke deel van de ziel. Geef in je antwoord de opvatting van Aristoteles weer over de driedeling van de menselijke ziel. Weten wat deugdethiek is, is één ding, iets anders is een deugd ook daadwerkelijk herkennen in het dagelijks leven. Volgens Primo Levi komt het juist hierop aan. De vraag is wanneer men een bepaalde houding, karaktereigenschap of dispositie een deugd kan noemen. Het belangrijkste kenmerk van deugden is het gevoel voor het juiste evenwicht, niet zwichten voor de verleiding van de overdrijving, het extremisme, de extravagantie. De deugd in het midden is geen uitdrukking die de middelmatigheid of het smaakloze compromis bepleit, maar het altijd moeilijk te verwerven maatgevoel benadrukt. (…) Praktisch beginnen: hierin ligt vermoedelijk de sleutel voor de overdracht van deze alledaagse deugden. Hierin ligt ook hun maatschappelijke relevantie. Een aantal deugden hoort op school geleerd te worden. (…) Op school ontstaan vriendschappen voor het leven. Maar al deze ethische, praktische en sociale deugden kunnen op alle andere plekken in de samenleving, in het gezin en op het werk, in perskamer en parlement, voorgedaan worden en nagedaan. Leren is afkijken. Er kunnen verhalen bij verteld worden, terwijl er geen regels hoeven te worden geformuleerd voor alle mogelijke handelingen in alle mogelijke situaties. Deze nieuwe deugden passen bij nieuwe, jonge mensen. Ze geven betekenis aan hun dagelijkse leven en kunnen dienen als kompas voor een eigentijdse moraal. bron: NRC Handelsblad van 1 november 2003 Bovenstaande tekst maakt duidelijk hoe nieuwe deugden kunnen ontstaan en een dispositie als deugd herkend kan worden.

2p 3 Geef aan op welke twee manieren men kan herkennen of het bij een bepaalde dispositie daadwerkelijk om een deugd gaat.

tekst 1

tekst 2

Pagina: 295Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 297: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 3 Lees verder

Primo Levi betoogt dat deugdzame handelingen niet bij toeval in het dagelijkse leven voorkomen, maar juist deel uitmaken van een constante levenspraxis. Kortom, de verbetering van de onderlinge verstandhouding tussen mensen ligt niet besloten in de grootse en meeslepende daden en in de grote, oude deugden, maar in de dagelijkse oefening in kleine deugden. Iedereen die wil, kan er in alle omstandigheden direct mee beginnen. bron: NRC Handelsblad van 1 november 2003 Met de moderne deugden kan men dus meteen aan de slag. Dit leidt tot de vraag wat er binnen de deugdethiek nu eigenlijk met ‘praxis’ wordt bedoeld.

2p 4 Wat wordt er binnen de deugdethiek onder ‘praxis’ verstaan? Licht je antwoord toe met behulp van een voorbeeld. Uit de geschriften van Primo Levi over zijn ervaringen in het concentratiekamp leidt Schuijt in totaal dertien deugden af, die allemaal praktisch van aard en in het alledaagse leven toepasbaar zijn. Hieronder worden door Schuijt drie van die alledaagse deugden genoemd. “Allereerst is er de deugd: goed kijken en nauwkeurig observeren, bijvoorbeeld hoe de Duitsers de taal verkrachtten, waardoor ze hun onschuldige gevangenen vernederden en waardoor het geweld jegens medemensen minder remmingen ondervond. De tweede deugd sluit hierbij aan: zorgvuldig en precies taalgebruik, weten wanneer je moet zwijgen en wanneer je iets moet zeggen (dit is niet hetzelfde als politiek correct taalgebruik). Taal is wezenlijk voor iemands identiteit. Slordige en vuile taal beledigt en maakt de weg vrij voor geweld. (…) Vervolgens noemt hij ‘dingen in het juiste perspectief zien’, kritisch en opnieuw naar zaken durven kijken, niet overdrijven, niet minimaliseren, niet majoreren, niet moraliseren, maar realistisch de werkelijkheid onder ogen zien.” (naar NRC Handelsblad van 1 november 2003)

3p 5 Leg uit hoe de deugden ‘goed kijken en observeren’, ‘zorgvuldig en precies taalgebruik’ en ‘dingen in het juiste perspectief zien’ het aristotelische begrip phronèsis (verstandigheid) veronderstellen. Geef in je antwoord aan wat ‘phronèsis’ is en welke rol ‘phronèsis’ speelt in de deugdethiek. De tijd waarin wij leven verschilt in veel opzichten van het Athene waarin Aristoteles leefde en zijn deugdethiek ontwikkelde. Daardoor komt de vraag op of een deugdethiek nog wel past in een tijd als de onze. Wat nu nog rest, is de vraag of de maatschappelijke condities gunstig of ongunstig zijn voor een deugdenbenadering. De wil tot uitblinken in Aristotelische deugden is in de moderne westerse samenlevingen allang verdrongen door een instrumentele doel-middel-rationaliteit, waarbij het doel vaak alle middelen heiligt. In de belangrijke sociale instituties van economie, politiek en onderwijs is dit zelfs de heersende norm geworden. Een algemeen gevoel voor maat en grenzen lijkt totaal te ontbreken. In dit opzicht is er – empirisch gezien – weinig of geen plaats voor deugden, hoezeer veel mensen er ook in geloven of naar verlangen. De kleine, alledaagse deugden met hun praktische kanten hebben weliswaar betere kansen, maar zelfs deze, moreel en sociaal gezien, belangrijke gedragsoriëntaties missen een culturele steun. Deugden worden namelijk niet alleen beoefend, maar staan of vallen bij het tonen van goede voorbeelden en bij verhalen waarin ze aan bod komen, zodat nieuwe generaties ze kunnen overnemen. bron: NRC Handelsblad van 1 november 2003 In tekst 4 lijkt de auteur te suggereren dat de maatschappelijke condities ongunstig zijn voor een deugdethische benadering, hoewel hij voor de ‘kleine alledaagse deugden’ wellicht nog enige ruimte lijkt te zien.

4p 6 Vind jij dat in onze tijd de maatschappelijke condities ongunstig of gunstig zijn voor een deugdethische benadering? Beargumenteer je antwoord en betrek daarbij twee van de belangrijkste verschillen tussen onze leefwereld en de leefwereld van Aristoteles.

tekst 3

tekst 4

Pagina: 296Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 298: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 4 Lees verder

Opgave 2 Rede en gevoel In de 19e eeuw is de mens opnieuw uitgevonden. Vóór die tijd is het Westerse denken voornamelijk uitgegaan van de rede als de meest specifieke en hoogste menselijke eigenschap. Sinds Rousseau echter ontstaan er opvattingen die juist de tekortkomingen van het redelijke deel van de mens benadrukken. De Romantiek van de 19e eeuw ontdekt en herwaardeert de passies en hartstochten. Gustave Flaubert, de schrijver van Madame Bovary, is één van de intellectuelen uit de 19e eeuw die zich niet kunnen vinden in gangbare opvattingen van moraal, waarheid en rationaliteit. In de weinig bezielde, systematische toepassing van wat redelijk werd geacht, miste hij bij zijn tijdgenoten oprechtheid en passie voor bijvoorbeeld het goede of de waarheid. Over het gros van hen schrijft Flaubert bijvoorbeeld: De middelmaat heeft de Regel lief; ik haat hem. Van de Regel en van alle beperkingen, genootschappen en kasten, van iedere hiërarchie, iedere indeling, iedere kudde heb ik een afschuw die mijn ziel vervult. bron: Haat is een deugd; een keuze uit Flaubert's correspondentie, Amsterdam, 1979 Als Flaubert gelijk heeft, en ‘middelmatigheid’ bestaat uit het toepassen van regels zonder al te veel na te denken, kun je je afvragen of het stelselmatig zoeken van het juiste midden niet ook hieronder valt. Iemand die dit vindt, zou kunnen zeggen dat de deugdethiek iets routinematigs heeft en de nodige passie ontbeert.

2p 7 Geef twee redenen waarom het deugdethisch zoeken van het juiste midden niet als routine kan worden ‘afgehandeld’. Flaubert verzet zich in dezelfde publicatie ook fel tegen kuddegeest en hypocrisie, en beroept zich op een fijner gevoel voor waarheid en schoonheid dat de alledaagse beleving zou overstijgen. Hij ziet daarbij de rede niet als het hoogste: “Het is vreemd, hoe hoger je in de schepping komt, hoe gevoeliger de zenuwen worden, dat wil zeggen hoe groter het vermogen om te lijden. Zou lijden en denken een en hetzelfde zijn? Genialiteit is misschien, al met al, niet meer dan een verfijnd soort pijn, dat wil zeggen een vollediger en intenser binnendringen van het object in onze ziel?” Gustave Flaubert stelt hier hoge eisen aan een aantal menselijke vermogens. Het gaat hem niet alleen om het intellectuele vermogen, maar ook bijvoorbeeld om bevlogenheid en gevoeligheid. Ook was hij intens betrokken bij verschijnselen van zijn tijd. Je kunt hem daarom een hartstochtelijk mens noemen.

4p 8 Beargumenteer waarom de intellectuele deugden het niet zonder een gedreven, innerlijke bezieling kunnen stellen. Leg daarbij uit welke intellectuele deugd een rol speelt bij het uitoefenen van karakterdeugden. De Chinese filosoof Mencius (372-289 voor Christus) zei: “gevoelens van goedkeuring en afkeuring zijn het begin van inzicht”. (Mencius, Boek II A.5.) Het lijkt hier alsof het oordelen uit het gevoel voorkomt, wat niet alleen een nauw verband tussen beide suggereert, maar waardoor ook het gevoel een belangrijke rol krijgt ten opzichte van het – verstandelijk – oordelen. Hoewel ook bij Kant goedkeuring en afkeuring een belangrijke rol spelen met betrekking tot moraal, mogen deze volgens hem volstrekt niet op gevoelens gebaseerd zijn. Het goedkeuren of afkeuren van een handeling is, anders dan bij Mencius, alleen gebaseerd op rationeel inzicht. Dit inzicht is in principe bereikbaar voor ieder individu, en moet voor elk individu steeds de basis vormen van moreel handelen. De autonomie van het individu speelt hierbij een rol.

2p 9 Leg uit dat bij Kant het individu een autonoom handelend wezen is en hoe deze autonomie verband houdt met de rol die de rede speelt bij moreel handelen.

tekst 5

Pagina: 297Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 299: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 5 Lees verder

Naar aanleiding van de Pruisische belegering van Parijs in 1870 schrijft Flaubert over zijn tijdgenoten: “Ik geloof dat er in Frankrijk geen triester mens dan ik te vinden is. (Alles hangt af van iemands gevoeligheid.) Ik sterf van verdriet, dat is de zuivere waarheid, en pogingen om mij te troosten irriteren me. Wat me pijn doet is 1) de wreedheid van de mensen; 2) de overtuiging dat we een stompzinnig tijdperk tegemoet gaan. De mensen zullen utilitaristisch worden, militaristisch, Amerikaans en katholiek, zeer katholiek! U zult het zien! De oorlog met de Pruisen betekent het einde en de vernietiging van de Franse Revolutie.” Flaubert noemt hier, naast een aantal andere ‘ismen’, het utilisme als een surrogaat-houvast voor mensen die de draad kwijt zijn. Het utilisme beroept zich juist op het gezond verstand en het belang van de gemeenschap. Dit zijn waarden die ook binnen de deugdethiek gelden. Maar er zijn ook verschillen.

2p 10 Noem twee punten van kritiek die een deugdethicus op het utilisme zou hebben. Flaubert hekelt de domheid van zijn medemensen. Hij ziet bij hen een neiging om zich vast te klampen aan het eerste het beste dat zich aandient en vindt dat het hen schort aan inzicht en oprechtheid. Met die kritische houding heeft hij niet veel vrienden gemaakt, maar toch moet eerlijkheid voor hem van grote waarde geweest zijn. Je kunt je afvragen of de mensheid sinds de tijd van Flaubert veranderd is. Je kunt in iedere tijd in een situatie terechtkomen waarbij een morele eigenschap als eerlijkheid een wezenlijke rol speelt.

4p 11 Beargumenteer aan de hand van een actuele situatie of persoonlijke ervaring of eerlijkheid in de zin van oprechtheid volgens jou inderdaad een deugd is. Geef hierbij duidelijk aan wat een deugd is.

Pagina: 298Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 300: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 6 Lees verder

Opgave 3 Deugdethiek en de natuur Huisdieren kunnen veel voor mensen betekenen. Zij houden ons niet alleen gezelschap, maar we praten tegen ze en soms hebben we de indruk dat ze ons begrijpen. Bij ziekte worden zij naar een arts gebracht en na hun dood wacht hen wellicht een plechtige begrafenis. In een boekje over het hondenras ‘schnauzers’ worden aan deze honden diverse karaktereigenschappen toegeschreven. De schnauzer is een taaie, volhardende, bezadigde maar temperamentvolle mensenvriend. Hij houdt van alle mensen ... Hij weet dat hij over een spierstelsel en een gebit beschikt die hem, als het moet, door moeilijke momenten heen kunnen helpen. De schnauzer heeft een zelfbewust karakter.

bron: Johan Gallant, Schnauzers Volgens tekst 6 kunnen schnauzers gezien worden als mensenvrienden. Omgekeerd zeggen we van mensen die veel om dieren geven, dat het dierenvrienden zijn. Als Aristoteles zich in zijn Ethica afvraagt wat vriendschap is, maakt hij een onderscheid in drie soorten vriendschap.

3p 12 Leg uit welke drie soorten vriendschap er volgens Aristoteles zijn. Aristoteles onderscheidt in zijn Ethica niet alleen verschillende soorten vriendschap, maar geeft ook criteria aan om tot een rangorde van vriendschappen te komen. Bij het bepalen van een rangorde tussen vriendschappen speelt volgens Aristoteles een drietal criteria een rol.

4p 13 Welke vriendschap zou volgens Aristoteles van een hogere orde kunnen zijn: die tussen mensen onderling of die tussen een mens en een hond? Behandel beide vriendschappen aan de hand van de drie criteria die Aristoteles geeft om tot een rangorde van vriendschappen te komen. In tekst 6 worden aan de schnauzer diverse positieve eigenschappen toegeschreven. Zo zou hij taai, volhardend, temperamentvol en moedig zijn. Een aantal mensen zouden deze de karakterdeugden van de hond noemen. Ook Aristoteles spreekt in verband met zijn deugdenleer vaak over karakterdeugden.

2p 14 Leg uit waarom volgens Aristoteles aan honden geen karakterdeugden zouden mogen worden toegeschreven. Geef in je antwoord duidelijk aan wat Aristoteles onder karakterdeugden verstaat. Een oude controverse in de filosofie betreft de vraag of karaktereigenschappen van de mens worden bepaald door enerzijds zijn natuur of genetische afkomst of anderzijds door zijn cultuur en opvoeding. Nietzsche (1844-1900) bijvoorbeeld heeft zich intensief bezig gehouden met de relatie tussen natuur en cultuur en de zelfverwerkelijking van de moderne Europese mens. Daarbij formuleert hij een radicale visie op deugden.

3p 15 Vat Nietzsche de deugden van de mens op in termen van de natuur of in termen van de cultuur? Geef een argumentatie voor je antwoord en geef tevens aan in hoeverre zelfverwerkelijking van de mens bij Nietzsche zowel overeenkomt als verschilt met zelfverwerkelijking bij Aristoteles. Tegenwoordig is er door de snelle groei van kennis van het (menselijke) DNA veel aandacht voor de invloed van de genen op de menselijke natuur. In de toekomst zou gentechnologie ouders in staat kunnen stellen lichamelijke en karaktereigenschappen van een toekomstig kind te kiezen, zoals we nu kiezen voor eigenschappen van bijvoorbeeld honden. Willen we een blond of een donker meisje, zonder aanleg voor erfelijke kwalen, met een hoge intelligentie en met een lichaamsbouw die haar voorbestemt om atlete of balletdanseres te worden? Willen we een assertieve dochter of toch liever een meegaande?

tekst 6

Pagina: 299Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 301: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

500018-1-28o 7 Lees verder

Puur op grond van ontwikkelingen in de genetica zou het in de toekomst mogelijk kunnen worden – nog afgezien van de vraag of het wenselijk of ook verantwoord zou zijn – dit soort wensen van ouders in te willigen. Aristoteles ziet deugdzaam leven als belangrijkste doel van het menselijk leven. Stel dat ouders in staat zijn bij hun kinderen door genetische manipulatie te kiezen voor een bepaald gewenst karakter.

2p 16 Zouden de gedachten van Aristoteles over deugdzaam leven als het doel van het menselijk leven dan bijgesteld moeten worden? Geef een argumentatie voor je antwoord. Einde

Pagina: 300Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 302: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o Begin

filos

ofie

(nie

uwe

stijl

en

oude

stij

l) 20 04Tijdvak 1

Donderdag 27 mei9.00 - 12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 44 punten te behalen; het examen bestaat uit 15 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Vragenboekje

Pagina: 301Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 303: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 2 Lees verder

Opgave 1 De deugd en kledingvoorschriften Begin 2003 ontstond er in de media een discussie over het al of niet verbieden van het dragen van de gezichtssluier (niqaab) door leerlingen op scholen. Het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) in Amsterdam mag de gezichtssluier verbieden. Dat heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) vandaag besloten. Volgens de commissie handelt de school hiermee niet in strijd met de wet op de gelijke behandeling. Twee meisjes op het ROC vroegen de commissie twee weken geleden een spoedoordeel over het dragen van de gezichtsbedekkende sluier. Zij weigerden het kledingstuk buiten de klaslokalen af te doen. Het ROC had het dragen van de sluier begin dit jaar verboden. De meisjes bedekten hun gezicht omdat ze bij mannen geen lustgevoelens wilden opwekken. In de klas en tijdens tentamens deden ze de sluier wel af, maar elders in de school niet. De Commissie Gelijke Behandeling oordeelt echter dat het belang van open interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en docenten zwaarwegender is dan het recht op een sluier. bron: NRC Handelsblad van 20 maart 2003 Plato is de eerste filosoof die de kardinale deugden expliciet formuleert.

2p 1 Met welke kardinale deugd in de deugdethiek van Plato kan de rechtvaardiging die de meisjes geven in verband worden gebracht? Geef in je antwoord duidelijk aan wat een kardinale deugd is. Terwijl de meisjes een zekere ingetogenheid nastreven, vindt de schoolleiding het van belang dat de leerlingen openheid vertonen om te kunnen communiceren met elkaar. Beide houdingen kunnen wellicht deugdzaam genoemd worden. In de houding van de meisjes zou men kuisheid, maagdelijkheid, zelfbeheersing of bescheidenheid kunnen herkennen; de schoolleiding lijkt daarentegen open communicatie belangrijker te vinden en in deze houding kan men ervaring, inzicht, vooruitziendheid of oordeelsvermogen herkennen. Als we de zaak op deze wijze beschouwen, is zowel in de houding van de meisjes als in de houding van de schoolleiding een bepaalde deugdzaamheid te herkennen. Het lijkt zelfs dat er in bovenbeschreven situatie niet alleen een conflict is tussen partijen, maar tussen de deugdzaamheid van de meisjes enerzijds en de deugdzaamheid van de school anderzijds. Dit roept de vraag op of deugden zelf met elkaar in conflict kunnen zijn.

2p 2 Beredeneer of een dergelijk conflict tussen deugden binnen één deugdethische positie mogelijk is en laat zien waarop de mogelijkheid of onmogelijkheid van een dergelijk conflict berust. In de deugdethiek worden in het algemeen drie soorten deugden onderscheiden. Aristoteles onderscheidde al intellectuele deugden van karakterdeugden. Daarna legde onder andere Thomas van Aquino nadruk op de deugden van de wil: het goede moet niet alleen worden gekend, maar moet ook worden gewild. Thomas van Aquino kent bij dit willen een speciale rol toe aan de ‘theologale deugden’.

3p 3 Als de meisjes hun houding op religieuze of godsdienstige gronden baseren, is er dan sprake van een theologale deugd in de zin van Thomas? Geef in je antwoord duidelijk aan wat Thomas onder theologale deugden verstaat. Naar aanleiding van bovengenoemde kwestie over het al of niet verbieden van de gezichtssluier, komt de vraag op of de benadering van de deugdethiek meer bijdraagt aan de verheldering of interpretatie van dit vraagstuk dan andere ethische benaderingen, zoals die van een gevolgenethiek en die van een plichtsethiek.

3p 4 Waarin verschilt een deugdethische benadering van dit soort conflicten van de benadering door een gevolgenethiek en door een plichtsethiek? Geef in je antwoord tevens aan of je vindt dat de deugdethiek een meerwaarde heeft bij het verhelderen of oplossen van dit soort conflicten ten opzichte van beide andere stromingen in de wijsgerige ethiek of niet.

tekst 1

Pagina: 302Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 304: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 3 Lees verder

Willem Vonk, rector van het 760 leerlingen tellende Citycollege St. Franciscus in Rotterdam (havo/vwo), houdt niet zo van ongeschreven regels. “Als het om normen en waarden gaat, kun je het beste glashelder en bikkelhard zijn, ook wat kledingcodes betreft. Dat geldt in het bijzonder voor een school als de onze, met leerlingen van tientallen nationaliteiten en evenveel culturen,” aldus Vonk. “We hebben dan ook duidelijke kledingregels in onze schoolgids staan. Hoofddoekjes worden al sinds 1990 niet getolereerd. Daar begon de kledingdiscussie mee. Aanvankelijk ging het er wat dat betreft heftig aan toe, maar nu wordt er allang niet meer over gesproken. Ouders moeten voor de schoolregels tekenen en als het ze niet zint, zoeken ze maar een andere school.” In de loop der jaren is het lijstje van uiterlijkheden die op de Rotterdamse school als ‘not done’ gelden, gestadig uitgebreid. Vonk somt op: “Geen bomberjacks, geen kale koppen - tenzij dat het gevolg is van een ziekte, maar dat spreekt voor zich -, geen uitdagende kleding als naveltruitjes en topjes, geen oorlogszuchtige of anderszins provocerende uitingen en geen jassen, petten, zonnebrillen en mobiele telefoons in de klas. Over sieraden en piercings laten we ons niet uit.” bron: Ouder en school, maart 2003 Uit tekst 2 blijkt dat de school het van belang vindt de leerlingen bij te brengen hoe zij zich op school dienen te kleden door hen erop te wijzen wat nìet gepast is. Een argument om bepaalde kleding te dragen, kan zijn dat men wil uitdragen welk gedachtegoed men aanhangt en tot welke groep men behoort. Dit kan leiden tot confrontaties met andersdenkenden en is op sommige scholen aanleiding om met kledingsvoorschriften te komen zoals op de school in de tekst hierboven. Anderzijds kan men zeggen dat tonen wat men denkt en aangeven bij welke groep men hoort, bijdraagt aan duidelijkheid en in die zin aan open interactie waarover in het begin van deze opgave werd gesproken. Ook kan men verdedigen dat er sprake is van solidariteit met de subcultuur waartoe men behoort.

3p 5 Vind je het opstellen van kledingvoorschriften - vanuit het perspectief van de deugdethiek - te rechtvaardigen of vind je dat leerlingen hun gedachtegoed vrij moeten kunnen uitdragen in de kleding die ze (willen) dragen? Geef een beargumenteerde eigen mening en betrek argumenten voor beide standpunten in je argumentatie.

tekst 2

Pagina: 303Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 305: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 4 Lees verder

Opgave 2 Over de ondeugd De deugdethiek stelt de deugden tegenover de ondeugden. De deugden worden gepropageerd, de ondeugden aan de kaak gesteld. Het kan echter ook anders. Markies de Sade, (1740-1814), naamgever van het sadisme, schreef boeken als Juliette of de voorspoed van de ondeugd, en Justine of de tegenspoed der deugdzaamheid. Daarin wordt de deugd allesbehalve naar de mond gepraat. In het begin van dit tweede boek wordt Justine als volgt toegesproken. Uw leeftijd noch uw manieren maken u geschikt voor een betrekking zoals u die zoekt. U zou er beter aan doen te proberen de mannen te behagen en uw best te doen iemand te vinden die er in toestemt de zorg voor u op zich te nemen. Die deugdzaamheid waarmee u zo koketteert dient nergens toe in de wereld. Hoe vaak u ook voor zijn altaren zult knielen, zijn ijdele wierook zal u niet te eten geven. ... Als er iets is dat de mannen minder streelt, iets waarom zij zich minder druk maken, iets dat zij volkomen verachten, dan is het wel de deugdzaamheid van uw sekse; men heeft op deze aarde, mijn kind, alleen maar ontzag voor dingen die geld opbrengen of genot geven. In een woord, als mensen van ons slag iets weggeven is het alleen om er iets voor terug te krijgen. bron: Markies de Sade, Justine, blz. 25/26

3p 6 Maak naar aanleiding van tekst 3 duidelijk dat de ethiek als filosofische discipline niet los gezien kan worden van andere filosofische disciplines. Geef naar aanleiding van deze tekst twee voorbeelden van dergelijke disciplines. Door de deugdethiek wordt een deugdzame levenswandel voorgesteld als een manier om geluk te realiseren. Volgens de Sade is de deugd echter helemaal geen opmaat tot het geluk. In zijn wereld speelt de moraal überhaupt geen hoofdrol. Aan het eind wacht ons beloning noch straf; aan het eind kunnen we alleen de winst- en verliesrekening opmaken. Het blijft in Justine niet bij woorden. Een drievoudige roofmoord wordt op de volgende manier gerechtvaardigd: De beëindiging van het bestaan van elk der opgeofferde wezens heeft niets met ons te maken. Het staat vast dat het ons geen zier kan schelen of die lieden nu in leven zijn of in hun graf; als we er dus in een van die gevallen belang bij hebben, hoe gering ook, moeten we het zonder de geringste wroeging bij voorkeur aanwenden in ons eigen belang; want we moeten een volmaakt onverschillige situatie, als we verstandig zijn en de zaak in handen hebben, onmiddellijk zo gebruiken dat we er profijt van hebben, zonder rekening te houden met alles wat de tegenstander erdoor verliezen kan; er is immers geen enkele redelijke verhouding tussen wat onszelf aangaat en wat voor anderen van belang is; het ene voelen we in ons lichaam, het andere bereikt ons alleen langs morele wegen, en morele gevoelens zijn bedrieglijk; alleen de lichamelijke indrukken zijn waarachtig. bron: Markies de Sade, Justine, blz. 50/51

4p 7 Noem een overeenkomst en een verschil tussen wat bepleit wordt in Justine en wat bepleit wordt in het utilisme. Licht je antwoord toe.

tekst 3

tekst 4

Pagina: 304Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 306: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 5 Lees verder

Alle mensen kwamen alleen op de wereld, begerig, wreed en heerszuchtig, iedereen wilde alles hebben en niets afstaan, men vocht voortdurend om zijn rechten te handhaven of zijn eerzucht te bevredigen; toen kwam er een wetgever die zei: houdt op met dat vechten; als iedereen iets van zijn wensen laat varen, zal de rust weerkeren. bron: Markies de Sade, Justine, blz. 54 Hier wordt als het ware een overeenkomst voorgesteld met als uitgangspunt: voor wat hoort wat. Als men bereid is zich in te tomen en sommige van zijn wensen in te slikken, mag men in ruil daarvoor veiligheid en rust van de wetgever verwachten. Degene die in Justine aan het woord is, heeft daar echter niets mee op. Volgens hem is alles beter dan zich neerleggen bij een dergelijke regeling. Een waarlijk verstandig mens is hij die een onverzoenlijke strijd aanbindt met die overeenkomst, zelfs als dat een terugkeer zou betekenen naar die toestand van oorlog; een waarlijk verstandig mens is hij die deze overeenkomst zo dikwijls mogelijk schendt, wel wetend dat wat hij van die overtredingen zal overhouden altijd nog meer is dan wat hij verliezen zou als hij de zwakste was. bron: Markies de Sade, Justine, blz. 54/55 De boeken van De Sade wemelen van de figuren die zeer ver gaan in hun pogingen hun wensen ingewilligd te krijgen. Verdedigd wordt bovendien dat het daarbij om natuurlijke verlangens gaat. Ook in de deugdethiek krijgt het natuurlijke verlangen een plaats. De deugdethiek ziet zichzelf in het verlengde liggen van ons natuurlijke verlangen. Voor De Sade heeft deugdzaamheid niets natuurlijks. Het is een keurslijf waarvan men zich het liefst zo snel en zo volledig mogelijk bevrijdt.

2p 8 Noem twee verschillen tussen enerzijds de deugdethische interpretatie van het natuurlijke verlangen en anderzijds de door De Sade geschetste interpretatie van het natuurlijke verlangen van de mens. Elders in Justine wordt de vraag opgeworpen wat menselijke volmaaktheid inhoudt. Wie is dan het volmaaktst? … het wezen dat het meest op haar (de natuur) lijkt ... zal dus noodgedwongen diegene zijn, wiens uiterst werkzame onrust veel misdaden zal veroorzaken ... terwijl de werkeloos en onverschillig toeziende mens, dat wil zeggen, de deugdzame, zonder twijfel het minst volmaakt moet zijn, omdat hij alleen maar geneigd is tot apathie, tot rust. Als zijn neigingen de overhand zouden krijgen zou alles onmiddellijk teruggeworpen worden in de chaos. Het evenwicht moet gehandhaafd blijven; dat kan uitsluitend door misdaden. bron: Markies de Sade, Justine, blz. 84 In bovenstaande teksten komt het probleem van het kwaad naar voren. Het christelijke denken over het kwaad betekende een breuk met het klassieke, op Aristoteles gebaseerde denken. Volgens sommigen hebben wij onze onschuld aangaande het kwaad verloren.

3p 9 Leg uit waarom dit verlies van onschuld alleen afdoende kan worden verhelderd als we gebruik maken van een element dat Augustinus in het denken over het kwaad heeft geïntroduceerd. Geef in je antwoord aan welk element hier bedoeld wordt.

2p 10 Ben je het eens met de visie van Aristoteles dat het plegen van misdaden geen aspect van zelfverwerkelijking kan zijn? Beargumenteer je antwoord en geef duidelijk aan wat bij Aristoteles wordt verstaan onder zelfverwerkelijking.

tekst 5

tekst 6

tekst 7

Pagina: 305Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 307: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 6 Lees verder

Opgave 3 Karaktervorming De twee tekstfragmenten in deze opgave worden toegeschreven aan de Perzische filosoof Abu Ibn Sina (980-1037), die in het westen bekend is geworden als Avicenna. In zijn werk geeft hij een aantal adviezen over het opvoeden van een zoon. Deze raadgevingen zijn waarschijnlijk gericht tot een hooggeplaatst persoon. Zodra de jongen wordt weggehaald bij de zoogster moet met zijn opvoeding en met de training van zijn karakter begonnen worden, voordat lage karaktereigenschappen bij hem postvatten en hij plotseling door schaamteloze gewoonten overvallen wordt. Als de jongen immers verrast wordt door slechte eigenschappen en als schadelijke disposities hem overrompelen dan is hij nog niet in staat die te overwinnen omdat hij nog geen onderscheid kan maken (tussen goed en kwaad) en nog geen doel heeft. Ten gunste van de jongen moeten lelijke karaktertrekken gekeerd en foute gewoonten afgewend worden door afwisselend plezier met hem te maken of zijn angst op te wekken, intiem met hem te zijn of hem af te zonderen, hem te negeren of hem aandacht te schenken, hem te prijzen of hem te berispen.… bron: fragment ontleend aan Avicenna ‘Over het beheer van huis en haard’, Amsterdam 1992. De aanbevelingen die Avicenna hier geeft, zijn erop gericht om bij de jongen eigenschappen te ontwikkelen die een goed leven mogelijk maken. Ook Aristoteles geeft in zijn Ethica Nicomacheia een beschrijving van belangrijke elementen voor het bereiken van een duurzaam gelukkig leven. Als we de twee teksten vergelijken, is het eerste wat opvalt, dat Aristoteles het net als Avicenna hier, alleen over het opvoeden van jongens heeft. Maar er zijn meer overeenkomsten te vinden.

3p 11 Welke andere elementen in deze tekst komen overeen met de deugdethische benadering van Aristoteles? Noem er drie. Je kunt aannemen dat de pedagoog in tekst 8 het goede met de jongen voor heeft, en hem dus welgezind is. Misschien zou je hem daarom zelfs een vriend kunnen noemen. Aristoteles noemt drie belangrijke kenmerken van vriendschap. Daarnaast onderscheidt hij drie soorten vriendschap: die welke gebaseerd is op nut, die welke gebaseerd is op (samen) genieten, en tenslotte de goede vriendschap, die bestaat in het licht van de deugd.

4p 12 Voldoet de relatie tussen de jongen en zijn opvoeder aan de kenmerken van een goede vriendschap, zoals Aristoteles die beschrijft? Betrek de drie kenmerken van ‘vriendschap’ in je antwoord. Als het spraakvermogen van de jongen toeneemt en zijn taalgebruik ook, als hij klaar is voor instructie en onthoudt wat hij hoort, dan moet men beginnen hem de Koran te onderrichten, de vormen van de letters van het alfabet aan te leren en de bijzonderheden van het geloof te onderwijzen. (...) De jongen moet beginnen met de poëzie waarin verteld wordt over de voortreffelijkheid van de zede, over lofprijzingen op de wetenschap, over de afwijzing van onwetendheid en over de afkeuring van zwakheid van geest, en de poëzie waarin de nadruk wordt gelegd op de vroomheid van de voorvaderen, op de toegestane handelwijzen, op de gastvrijheid en andere edele eigenschappen. bron: fragment ontleend aan Avicenna, ‘Over het beheer van huis en haard’, Amsterdam 1992.

tekst 8

tekst 9

Pagina: 306Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 308: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

400014-1-35o 7 Lees verder

In tekst 9 speelt het verstand een belangrijke rol in de opvoeding. Volgens Avicenna moet voor het vervolg van de morele opvoeding het begripsvermogen van het kind namelijk voldoende ontwikkeld zijn. Maar het verstand speelt hier niet dezelfde rol bij het ontwikkelen van een deugdzaam karakter als bij Aristoteles. Hoewel ook in Aristoteles’ opvatting het verstand onontbeerlijk is voor het verwerven en volhouden van de karakterdeugden. Er zijn, uitgaande van de theorie van Aristoteles, argumenten te geven waarom de rol van het verstand hierbij zo groot moet zijn.

3p 13 Waarom speelt het verstand bij Aristoteles een onontbeerlijke rol bij de ontwikkeling van een voortreffelijke karakterhouding? Beredeneer dit en verwerk Aristoteles’ definitie van deugd in je antwoord. Bij Immanuel Kant speelt de rede een belangrijke rol in verband met ethiek, en ook bij hem vormt het zelfstandig en in vrijheid maken van keuzen een essentieel aspect van ethiek. Toch zijn er verschillen met de deugdethiek, ook al neemt ook daar de motivatie om het goede te doen - bij Kant de ‘goede wil’ genoemd - een belangrijke plaats in. Maar anders dan bij Aristoteles kunnen bij Kant emoties, verlangens of geluk geen doorslaggevende rol spelen bij het tot stand komen van een deugdzame houding.

3p 14 Leg uit waarom men volgens Kant alleen met behulp van de rede tot werkelijk morele keuzen kan komen, en waarom in de ethiek van Kant emoties of verlangens bij het moreel handelen geen doorslaggevende rol spelen. Tegenwoordig wordt vaak geklaagd dat de hedendaagse hedonistische mens teveel op zichzelf gericht is, zich door momentane verlangens laat leiden, en zijn verstand voornamelijk gebruikt om te ‘berekenen’ wat het meest in zijn eigen belang is. Je kunt je afvragen of en hoe een deugdethische levenspraxis in onze tijd mogelijk is, en misschien vooral: hoe wij daartoe te motiveren zouden zijn. Uitgaande van de kennelijke invloed van met name commerciële reclame, kun je concluderen dat we van nature geneigd zijn om voorbeelden te willen volgen: we zijn sociaal in de zin dat we ‘er bij’ willen horen, en daarbij gevoelig zijn voor suggestie. Maar voor het willen volgen van het ‘goede’ voorbeeld - denk daarbij bijvoorbeeld aan iemand als Nelson Mandela - is misschien meer nodig.

4p 15 Kan volgens jou op een deugdethische manier bereikt worden dat mensen het hedendaags hedonistische ideaal van een goed leven verwisselen voor een deugdethische praxis?

Einde

Pagina: 307Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 309: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 Begin

Filo

sofie

(nie

uwe

stijl

) 20 03Tijdvak 1

Dinsdag 27 mei9.00 – 12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 41 punten te behalen; het examen bestaat uit 14 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoord met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Pagina: 308Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 310: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 2 Lees verder

Opgave 1 Fantasie en wetenschap Tegen het einde van de 19e eeuw deed de jonge Nederlandse scheikundige J.H. van ’t Hoff een voorstel dat een grote verandering voor de toenmalige scheikunde zou betekenen. Hij was van mening dat moleculen structuren in de ruimte vormen en dat ze dus ook in een driedimensionale weergave afgebeeld zouden moeten worden. Deze manier van afbeelden had een tweetal voordelen. Tot die tijd werden molecuulstructuren immers als tweedimensionale ’plaatjes’ voorgesteld. Maar in Van ’t Hoffs driedimensionale weergave konden natuurkundige verschillen tussen vrijwel identieke stoffen verklaard worden, die tot dan toe onverklaard waren gebleven, zoals het verschil tussen links- en rechtsdraaiend melkzuur (zie figuur 1). Een tweede voordeel was, dat de ’driedimensionale’ weergave voor ons ook veel ’echter’ lijkt als je ervan uitgaat dat moleculen werkelijk bestaande entiteiten zijn. Maar sommige chemici van die tijd waren van mening dat ’atomen’ en ’moleculen’ slechts theoretische hulpmiddelen zijn. Dus constructies, om bepaalde verschijnselen beter te kunnen begrijpen. Zo keerde de gezaghebbende Duitse chemicus H. Kolbe zich tegen Van ’t Hoff: Van ’t Hoff had zijn inzicht niet verkregen als resultaat van een lang en moeizaam onderzoek, maar als een idee dat hem zomaar te binnen was geschoten. Kolbe trok hieruit de conclusie dat Van ’t Hoffs ontdekking kennelijk aan diens fantasie was ontsproten, wat Kolbe volstrekt onwetenschappelijk vond.

bron: NRC Handelsblad van 22 september 2001 Deze aanval van Kolbe op Van ’t Hoff roept de vraag op of het mogelijk is om een wetenschappelijke theorie op te stellen door uit te gaan van alleen waarnemingsgegevens. Carl Hempel geeft in zijn artikel over wetenschappelijk onderzoek vier argumenten tegen deze opvatting, die hij ’eng inductivisme’ noemt.

4p 1 Leg uit hoe Van ’t Hoff steun kan ontlenen aan één van de argumenten van Hempel tegen het ’eng inductivisme’. Verwerk dit argument in je uitleg. Veel filosofen vinden dat de wetenschapsfilosofie zich moet richten op de context van rechtvaardiging, die men onderscheidt van de context van ontdekking. De context van ontdekking betreft de wijze waarop een ontdekking of hypothese tot stand komt. De context van rechtvaardiging betreft de wijze waarop een hypothese, theorie of verklaring op wetenschappelijk verantwoorde wijze te toetsen is. Ook Hempel benadrukt dit onderscheid tussen het totstandkomen van een hypothese en de toetsing daarvan.

2p 2 Zou Van ’t Hoff zich met behulp van het onderscheid tussen de context van rechtvaardiging en de context van ontdekking kunnen verdedigen tegen de kritiek van Kolbe?

figuur 1

OO C O H

H C O

H C

H

H

HC

H

OHOH

COHCOH

O

CHCH3

structuurformulemelkzuur

volgens Van 't Hoff

of

C

H

OHOH

HOCHOC

O

CHCH3

STRUCTUURFORMULES VOLGENS VAN 'T HOFF

Pagina: 309Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 311: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 3 Lees verder

Er valt ook iets in te brengen tegen de aanname, dat ’driedimensionale moleculen’ een betere representatie van de werkelijkheid vormen dan de oude modellen. De wetenschapsfilosoof Bas van Fraassen heeft een radicale visie op wetenschappelijke modellen: je kunt niet altijd zeggen of ze de werkelijkheid echt zo weergeven als die is. Zo kan een theorie een ’model’ bevatten dat bijdraagt aan een wetenschappelijke verklaring voor een verschijnsel, terwijl dat model zelf niet perse aan de werkelijkheid beantwoordt. Dit heeft consequenties voor het begrip ’waarheid’. Aanhangers van de ’correspondentietheorie’ geloven dat een uitspraak ’waar’ is, als deze overeenkomt of ’correspondeert’ met de werkelijkheid. Aanhangers van de ’coherentietheorie’ gaan ervan uit dat je een uitspraak waar kunt noemen, als deze wordt ondersteund door de samenhang met andere, reeds beproefde uitspraken over de werkelijkheid.

2p 3 Beredeneer welke van deze visies op waarheid het best te verenigen is met de opvatting van Van Fraassen. Behandel in je antwoord beide visies. Van ’t Hoff ging ervan uit dat zijn model van moleculen als driedimensionale structuren geen theoretische term was, maar beantwoordde aan de werkelijke structuur van moleculen. Wij zijn ook bij abstracte begrippen vaak geneigd om aan te nemen dat er iets bepaalds in de werkelijkheid mee wordt aangeduid, zoals bijvoorbeeld bij het begrip ’liefde’. Sommige sceptici zijn er echter van overtuigd dat dit begrip niet meer is dan een theoretische term. De term ’liefde’ benoemt volgens deze visie slechts een aantal verschillende bio-psychologische gedragspatronen, en heeft zelf geen reële betekenis.

2p 4 Beredeneer of ’liefde’ volgens jou een theoretische term is. Betrek beide bovengenoemde standpunten in je argumentatie. Opgave 2 Over kleuren In 1969 publiceerden de antropoloog Brent Berlin en de linguïst Paul Kay in hun boek Basic color terms: their universality and evolution hun onderzoek naar de wijze waarop bij de mens het kleurenspectrum ontstaat. Volgens hen worden kleurtermen in een vaste volgorde opgenomen in een taal. Bij elke cultuur is vast te stellen in welke fase van het opnemen van kleurtermen die specifieke cultuur zich bevindt. Hun basisopvatting is, dat bij ieder mens het spectrum is ingedeeld in elf à twaalf basiskleuren. Dat is zelfs het geval wanneer de eigen taal niet zoveel basiskleurtermen heeft. Zij willen met deze theorie laten zien dat culturele processen toch evolutionair (kunnen) zijn. Als een taal maar twee kleurtermen kent, bevindt deze zich volgens Berlin en Kay in fase 1. De termen komen dan altijd neer op zwart en wit. Als er een derde woord bestaat, is dat altijd rood: fase 2. Vervolgens verschijnen groen en geel: fase 3 en 4, enzovoort. Het zesde woord dat opduikt is vrijwel altijd blauw. En dan komt bruin, zo ontdekten Berlin en Kay. En pas als een taal meer dan acht basale kleurtermen heeft, komen paars, roze, oranje en grijs erbij. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999 Logisch positivisten hebben een criterium gesteld waaraan wetenschappelijke uitspraken van alle wetenschappen zouden moeten voldoen, namelijk verificatie.

4p 5 Noem één punt in de theorie van Berlin en Kay dat volgens jou wel verifieerbaar en één punt dat volgens jou niet verifieerbaar is. Licht beide punten kort toe, zodat duidelijk wordt waarom die punten al dan niet verifieerbaar zijn.

tekst 1

Pagina: 310Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 312: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 4 Lees verder

Uit een recent onderzoek van de Britse psychologe Debi Roberson blijkt echter dat de Berinmo (een geïsoleerd levend Papoeavolk) een ander kleurenonderscheid hebben dan Europeanen. Dit onderzoek betreft niet de volgorde waarin kleuren worden geleerd, maar alleen het kleurenonderscheid. Gewapend met 160 systematisch geordende kleurenfiches ondervroeg Roberson de Papoea’s in langdurige sessies naar hun algemene kleurtermen. En wat bleek? De Berinmo gebruiken vijf ’basale kleurentermen’. Eén term domineert het spectrum: Nol (blauw/groen). Verder gebruiken ze Wor (bruin/groenig/geel/oranje), Mehi (rood/oranje/roze), Wap (’licht’/wit) en Kel (’donker’/zwart). bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999

4p 6 Is naar jouw mening het onderzoek van Roberson bij de Berinmo een weerlegging van de theorie van Berlin en Kay? Geef in je antwoord aan wat men onder een weerlegging van een theorie verstaat. Of het bovenstaande onderzoek van Roberson nu wel of niet de theorie van Berlin en Kay weerlegde, toch pasten Berlin en Kay hun theorie aan en kwamen ze nu tot zes kleurtermen in plaats van elf. Wel vinden Berlin en Kay steun in onderzoek waaruit zou blijken dat baby’s van vier maanden al de kleuren rood, geel, groen en blauw zien (op grond van baby-reacties op wisselend gekleurde lampen). In recente publicaties leggen Berlin en Kay de nadruk op de ’echte’ basale kleuren zwart, wit, rood, geel, groen en blauw. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999 Zij zoeken met deze aanpassing van de volgorde waarin kleurtermen in een cultuur ontstaan dus steun bij een onderzoek naar kleurwaarneming bij baby’s.

3p 7 Beredeneer aan de hand van tekst 3 hoe Berlin en Kay deze aangepaste theorie zouden kunnen onderbouwen. In hetzelfde artikel wordt de volgende kritiek genoemd: Maar zelfs deze beperktere uitgangspunten zijn omstreden. Want uit andere onderzoeken blijkt juist weer dat oranje door peuters, studenten en Papoea’s het best onthouden wordt. En tegen ’aangeboren’ kleurenindeling pleit volgens sommigen ook het verschijnsel dat kinderen tot zeven jaar oud de grootst mogelijke moeite hebben om de juiste namen aan de juiste kleuren te verbinden. Terwijl ze de kleuren zelf prima kunnen onderscheiden en desgevraagd ook vaak een hele lijst van beschikbare kleurennamen kunnen opdreunen. Maar de combinatie van die twee blijft lang een probleem. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999

2p 8 Beredeneer hoe Berlin en Kay de kritiek uit tekst 4 zouden kunnen weerleggen. Een van de radicaalste critici van de theorieën van Berlin en Kay is de Britse antropologe Barbara Saunders. Ze is van mening dat culturen van oorsprong helemaal geen algemeen kleurbesef hebben, maar dat dit pas in contact met de westerse cultuur ontstaat. De volgende tekst geeft een indruk van haar denk- en werkwijze.

tekst 2

tekst 3

tekst 4

Pagina: 311Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 313: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 5 Lees verder

In het proefschrift waarop ze in 1992 in Utrecht promoveerde (The invention of basic color terms), poneert ze dat noch kleur, noch ruimte, noch klok-tijd 'natuurlijke' indelingen van de wereld zijn. Het zijn geen universele eigenschappen van de mens, maar abstracties die via onderwijs en veelvuldig gebruik het moderne wereldbeeld zijn gaan bepalen. Saunders beschouwt het Westers kleurensysteem als een vrij recente uitvinding. „Kijk,” wijst Saunders, „daar ligt een fel rode multomap. Als je je huis wilt verven is zo’n kleursysteem erg handig. Maar vroeger kwam dat rood alleen maar voor bij klaprozen. Ik denk dat die ‘kleurervaring’ toen geen zelfstandig bestaan had tenzij een bepaalde technologie dat nodig maakte. Bijvoorbeeld de Romeinen hadden dankzij hun grootschalige wol- en leerindustrie veel kleurtermen (in verband met het verven van wol en leer). De ‘algemene’ kleurnamen die meestal voorkomen, benadrukken meestal geen kleur maar ‘schittering’, lichtheid of iets anders. Waarom ook zou het huidige abstracte kleurenspectrum bij de aanduiding van voorwerpen altijd belangrijker moeten zijn dan al die andere eigenschappen van een ding: schittering, flikkering, fonkeling, vorm, fluorescentie, contrast met de omgeving, noem maar op?” bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999 Saunders is als antropologe werkzaam in de geesteswetenschappen en gebruikt een benadering die specifiek voor de geesteswetenschappen wordt geacht.

4p 9 Kun je op basis van de bovenstaande tekst concluderen dat Saunders met haar benaderingswijze noodzakelijk tot een subjectief oordeel komt? Benoem deze voor de geesteswetenschappen specifieke benaderingswijze en geef in de toelichting op je antwoord duidelijk aan hoe deze benadering werkt en wat je onder een ’subjectief oordeel’ verstaat. Opgave 3 Filosofie, mystiek en wetenschap Doel van mystieke activiteiten is het persoonlijke te overstijgen en in contact te komen met het bovenpersoonlijke of goddelijke. Hieronder volgt een tekst van Djalaal al-Dien Roemi. Deze dichter en mysticus werd in 1207 geboren in Perzië en stierf in Turkije in 1273. Hij had grote invloed op de soefibeweging, een brede mystieke stroming binnen de islam. In het uur dat de geesten terugkeren naar God moet je naar je paarden kijken; dan zal je merken dat je te voet, niet te paard bent gegaan. Geef toe dat je verbeelding en je overdenkingen, je zintuiglijke aanschouwing en je begrippen niets meer zijn dan de rieten stokken die kinderen gebruiken wanneer ze stokpaardje spelen. De wetenschap der mystici draagt ons omhoog, de zintuiglijke kennis van de mens buigt ons omlaag. Wanneer kennis verkregen wordt door mystieke ervaring, wordt zij onze helper; wanneer zij moet worden verworven door de zintuigen, wordt ze tot een last. Draag niet om zelfzuchtige beweegredenen deze last van de kennis, maar wees nederig zodat je het gevleugelde paard der wijsheid berijden kunt en de last je later vanzelf van de schouders zal glijden. bron: ‘Goden, priesters en koningen’, red. Wim J. Simons, Uitgeverij Bert Bakker, Den Haag 1958. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

tekst 5

tekst 6

Pagina: 312Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 314: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 33 6 Lees verder

De aandacht voor mystiek kwam in het Westen vooral uit spirituele hoek. Van wetenschappelijke zijde was er nauwelijks belangstelling. Toch bieden de geesteswetenschappen wel degelijk ruimte om de mystiek serieus te nemen en te onderzoeken. Binnen een hermeneutische benadering behoren ook dergelijke levensuitingen tot het onderzoeksterrein van de menswetenschappen.

4p 10 Leg uit waarom het juist voor hermeneutici noodzakelijk is de betekenis te onderzoeken van de onderwerpen waarmee zij zich bezighouden. Noem daarbij twee informatiebronnen die, naast de directe betekenis van de tekst, zouden kunnen bijdragen tot een beter begrip van de tekst van Roemi. Volgens Dilthey en andere hermeneutici onderscheidt geesteswetenschappelijk onderzoek zich van andere benaderingen mede door het gebruik van specifieke onderzoekstechnieken als inleving en identificatie. Deze technieken stellen de onderzoeker in staat achter de uiterlijke verschijningsvorm het innerlijk van een verschijnsel te vinden.

3p 11 Vat Dilthey dit innerlijk als iets psychisch op? Leg daarbij uit hoe een hermeneuticus in een tekst als die van Roemi dit innerlijk kan ontdekken. Aan het eind van Wittgensteins Tractatus zijn enkele opmerkingen te vinden waarmee velen, onder wie de leden van de Weense Kring, aanvankelijk geen raad wisten. Die opmerkingen betreffen ’het mystieke’. Wittgensteins visie op het mystieke hing nauw samen met zijn visie op zinvol taalgebruik. Een citaat uit tekst 6 van Roemi: „Geef toe dat je verbeelding en je overdenkingen, je zintuiglijke aanschouwing en je begrippen niets meer zijn dan de rieten stokken die kinderen gebruiken wanneer ze stokpaardje spelen. De wetenschap der mystici draagt ons omhoog, de zintuiglijke kennis van de mens buigt ons omlaag.”

2p 12 Hoe zou Wittgenstein hebben kunnen oordelen over de formulering ’wetenschap der mystici’? Logisch-positivistisch georiënteerde onderzoekers verwijten hermeneutici dat deze ten onrechte een principieel onderscheid maken tussen het onderzoeksobject van de geesteswetenschappen en het onderzoeksobject van de natuurwetenschappen. Volgens de logisch-positivistische onderzoekers bestaat deze kloof niet werkelijk. Hermeneutici wijzen ter rechtvaardiging van het door hen gehanteerde onderscheid onder andere op de uniciteit van historische gebeurtenissen.

2p 13 Ben je het eens met het onderscheid dat hermeneutici maken en ben je van mening dat het door hermeneutici aangedragen argument van de uniciteit van historische gebeurtenissen het maken van een principiëel onderscheid rechtvaardigt? Geef argumenten voor je twee standpunten. In de inleiding tot deze opgave werd gezegd dat het doel van mystieke activiteiten is een bovenpersoonlijk niveau te bereiken. Dit roept de vraag op wat men mag verwachten van de resultaten van mystieke contacten. Over deze resultaten bestaat geen eenstemmigheid. Soms wordt door mystici een specifieke vorm van kennis geclaimd en niet zelden wordt daaraan toegevoegd dat deze mystieke kennis superieur is aan kennis die langs rationele weg is verworven. Filosofen als Neurath daarentegen verwerpen wetenschappelijke kennisclaims van mystici.

3p 14 Leg uit waarom volgens Neurath wetenschappelijke kennisclaims van mystici verworpen moeten worden en geef aan in hoeverre je het met Neurath hierover eens bent. Leg in je antwoord duidelijk uit van welk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid jij daarbij uitgaat.

Einde

Pagina: 313Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 315: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 Begin

Filo

sofie

(oud

e st

ijl) 20 03

Tijdvak 1Dinsdag 27 mei

9.00 – 12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 41 punten te behalen; het examen bestaat uit 14 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Pagina: 314Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 316: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 2 Lees verder

Opgave 1 Fantasie en wetenschap Tegen het einde van de 19e eeuw deed de jonge Nederlandse scheikundige J.H. van ’t Hoff een voorstel dat een grote verandering voor de toenmalige scheikunde zou betekenen. Hij was van mening dat moleculen structuren in de ruimte vormen en dat ze dus ook in een driedimensionale weergave afgebeeld zouden moeten worden. Deze manier van afbeelden had een tweetal voordelen. Tot die tijd werden molecuulstructuren immers als tweedimensionale ’plaatjes’ voorgesteld. Maar in Van ’t Hoffs driedimensionale weergave konden natuurkundige verschillen tussen vrijwel identieke stoffen verklaard worden, die tot dan toe onverklaard waren gebleven, zoals het verschil tussen links- en rechtsdraaiend melkzuur (zie figuur 1). Een tweede voordeel was, dat de ’driedimensionale’ weergave voor ons ook veel ’echter’ lijkt als je ervan uitgaat dat moleculen werkelijk bestaande entiteiten zijn. Maar sommige chemici van die tijd waren van mening dat ’atomen’ en ’moleculen’ slechts theoretische hulpmiddelen zijn. Dus constructies, om bepaalde verschijnselen beter te kunnen begrijpen. Zo keerde de gezaghebbende Duitse chemicus H. Kolbe zich tegen Van ’t Hoff: Van ’t Hoff had zijn inzicht niet verkregen als resultaat van een lang en moeizaam onderzoek, maar als een idee dat hem zomaar te binnen was geschoten. Kolbe trok hieruit de conclusie dat Van ’t Hoffs ontdekking kennelijk aan diens fantasie was ontsproten, wat Kolbe volstrekt onwetenschappelijk vond.

bron: NRC Handelsblad van 22 september 2001 Deze aanval van Kolbe op Van ’t Hoff roept de vraag op of het mogelijk is om een wetenschappelijke theorie op te stellen door uit te gaan van alleen waarnemingsgegevens. Carl Hempel geeft in zijn artikel over wetenschappelijk onderzoek vier argumenten tegen deze opvatting, die hij ’eng inductivisme’ noemt.

4p 1 Leg uit hoe Van ’t Hoff steun kan ontlenen aan één van de argumenten van Hempel tegen het ’eng inductivisme’. Verwerk dit argument in je uitleg. Veel filosofen vinden dat de wetenschapsfilosofie zich moet richten op de context van rechtvaardiging, die men onderscheidt van de context van ontdekking. De context van ontdekking betreft de wijze waarop een ontdekking of hypothese tot stand komt. De context van rechtvaardiging betreft de wijze waarop een hypothese, theorie of verklaring op wetenschappelijk verantwoorde wijze te toetsen is. Ook Hempel benadrukt dit onderscheid tussen het totstandkomen van een hypothese en de toetsing daarvan.

2p 2 Hoe kan Van ’t Hoff zich met behulp van het onderscheid tussen de context van rechtvaardiging en de context van ontdekking verdedigen tegen de kritiek van Kolbe?

figuur 1

OO C O H

H C O

H C

H

H

HC

H

OHOH

COHCOH

O

CHCH3

structuurformulemelkzuur

volgens Van 't Hoff

of

C

H

OHOH

HOCHOC

O

CHCH3

STRUCTUURFORMULES VOLGENS VAN 'T HOFF

Pagina: 315Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 317: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 3 Lees verder

Ook volgens positivisten (zoals Hempel) zijn in de wetenschap gebruikte termen als ’atoom’ en ’elektron’ theoretische termen. Theoretische termen onderscheiden zich van termen waarin alleen pure waarnemingsgegevens vervat zijn. Waarnemingstermen zijn bijvoorbeeld: hard, groen, warm, etc. Otto Neurath hechtte een speciaal belang aan dit onderscheid. Omdat het de vraag is of er in de werkelijkheid iets bestaat wat aan zo’n theoretische term als ’molecuul’ beantwoordt, weten we niet zeker of we het nog wel over de ’echte’ werkelijkheid hebben als we deze theoretische termen gebruiken. Volgens Neurath zouden wetenschappers die deze term ’molecuul’ gebruiken zodoende gemakkelijk slachtoffer kunnen worden van één der „dwaalwegen van de metafysica”.

2p 3 Leg uit aan de hand van het gebruik van de term ’molecuul’ welke fundamentele logische fout volgens Neurath gemaakt kan worden bij het gebruik van een theoretische term. Van ’t Hoff ging ervan uit dat zijn model van moleculen als driedimensionale structuren geen theoretische term was, maar beantwoordde aan de werkelijke structuur van moleculen. Wij zijn ook bij abstracte begrippen vaak geneigd om aan te nemen dat er iets bepaalds in de werkelijkheid mee wordt aangeduid, zoals bijvoorbeeld bij het begrip ’liefde’. Sommige sceptici zijn er echter van overtuigd dat dit begrip niet meer is dan een theoretische term. De term ’liefde’ benoemt volgens deze visie slechts een aantal verschillende bio-psychologische gedragspatronen, en heeft zelf geen reële betekenis.

2p 4 Beredeneer of ’liefde’ volgens jou een theoretische term is. Betrek beide bovengenoemde standpunten in je argumentatie. Opgave 2 Over kleuren In 1969 publiceerden de antropoloog Brent Berlin en de linguïst Paul Kay in hun boek Basic color terms: their universality and evolution hun onderzoek naar de wijze waarop bij de mens het kleurenspectrum ontstaat. Volgens hen worden kleurtermen in een vaste volgorde opgenomen in een taal. Bij elke cultuur is vast te stellen in welke fase van het opnemen van kleurtermen die specifieke cultuur zich bevindt. Hun basisopvatting is, dat bij ieder mens het spectrum is ingedeeld in elf à twaalf basiskleuren. Dat is zelfs het geval wanneer de eigen taal niet zoveel basiskleurtermen heeft. Als een taal maar twee kleurtermen kent, bevindt deze zich volgens Berlin en Kay in fase 1. De termen komen dan altijd neer op zwart en wit. Als er een derde woord bestaat, is dat altijd rood: fase 2. Vervolgens verschijnen groen en geel: fase 3 en 4, enzovoort. Het zesde woord dat opduikt is vrijwel altijd blauw. En dan komt bruin, zo ontdekten Berlin en Kay. En pas als een taal meer dan acht basale kleurtermen heeft, komen paars, roze, oranje en grijs erbij. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999 Logisch positivisten hebben een criterium gesteld waaraan wetenschappelijke uitspraken van alle wetenschappen zouden moeten voldoen, namelijk verificatie.

4p 5 Noem één punt in de theorie van Berlin en Kay dat volgens jou wel verifieerbaar en één punt dat volgens jou niet verifieerbaar is. Licht beide punten kort toe, zodat duidelijk wordt waarom die punten al dan niet verifieerbaar zijn.

tekst 1

Pagina: 316Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 318: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 4 Lees verder

Uit een recent onderzoek van de Britse psychologe Debi Roberson blijkt dat de Berinmo (een geïsoleerd levend Papoeavolk) een ander kleurenonderscheid hebben dan Europeanen. Gewapend met 160 systematisch geordende kleurenfiches ondervroeg Roberson de Papoea’s in langdurige sessies naar hun algemene kleurtermen. En wat bleek? De Berinmo gebruiken vijf ’basale kleurentermen’. Eén term domineert het spectrum: Nol (blauw/groen). Verder gebruiken ze Wor (bruin/groenig/geel/oranje), Mehi (rood/oranje/roze), Wap (’licht’/wit) en Kel (’donker’/zwart). bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999

4p 6 Is naar jouw mening het onderzoek van Roberson bij de Berinmo een weerlegging van de theorie van Berlin en Kay? Geef in je antwoord aan wat men onder een weerlegging van een theorie verstaat. Of het bovenstaande onderzoek van Roberson nu wel of niet de theorie van Berlin en Kay weerlegde, toch pasten Berlin en Kay hun theorie aan en kwamen nu tot zes kleurtermen in plaats van elf. Berlin en Kay vonden steun in onderzoek waaruit zou blijken dat baby’s van vier maanden al de kleuren rood, geel, groen en blauw zien (op grond van baby-reacties op wisselend gekleurde lampen). In recente publicaties leggen Berlin en Kay de nadruk op de ’echte’ basale kleuren zwart, wit, rood, geel, groen en blauw. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999 Zij zoeken met deze aanpassing van de volgorde waarin kleurtermen in een cultuur ontstaan dus steun bij een onderzoek naar kleurwaarneming bij baby’s.

3p 7 Beredeneer aan de hand van tekst 3 hoe Berlin en Kay deze aangepaste theorie zouden kunnen onderbouwen. In hetzelfde artikel wordt de volgende kritiek genoemd: Maar zelfs deze beperktere uitgangspunten zijn omstreden. Want uit andere onderzoeken blijkt juist weer dat oranje door peuters, studenten en Papoea’s het best onthouden wordt. En tegen ’aangeboren’ kleurenindeling pleit volgens sommigen ook het verschijnsel dat kinderen tot zeven jaar oud de grootst mogelijke moeite hebben om de juiste namen aan de juiste kleuren te verbinden. Terwijl ze de kleuren zelf prima kunnen onderscheiden en desgevraagd ook vaak een hele lijst van beschikbare kleurennamen kunnen opdreunen. Maar de combinatie van die twee blijft lang een probleem. bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999

2p 8 Beredeneer hoe Berlin en Kay de kritiek uit tekst 4 zouden kunnen weerleggen. Een van de radicaalste critici van de theorieën van Berlin en Kay is de Britse antropologe Barbara Saunders. Ze is van mening dat culturen van oorsprong helemaal geen algemeen kleurbesef hebben, maar dat dit pas in contact met de westerse cultuur ontstaat. De volgende tekst geeft een indruk van haar denk- en werkwijze.

tekst 2

tekst 3

tekst 4

Pagina: 317Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 319: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 5 Lees verder

In het proefschrift waarop ze in 1992 in Utrecht promoveerde (The invention of basic color terms), poneert ze dat noch kleur, noch ruimte, noch klok-tijd ’natuurlijke’ indelingen van de wereld zijn. Het zijn geen universele eigenschappen van de mens, maar abstracties die via onderwijs en veelvuldig gebruik het moderne wereldbeeld zijn gaan bepalen. Saunders beschouwt het Westers kleurensysteem als een vrij recente uitvinding. „Kijk”, wijst Saunders, „daar ligt een fel rode multomap. Als je je huis wilt verven, is zo’n kleursysteem erg handig. Maar vroeger kwam dat rood alleen maar voor bij klaprozen. Ik denk dat die ’kleurervaring ’ toen geen zelfstandig bestaan had tenzij een bepaalde technologie dat nodig maakte. Bijvoorbeeld de Romeinen hadden dankzij hun grootschalige wol- en leerindustrie veel kleurtermen, in verband met het verven van wol en leer. De ’algemene’ kleurnamen die meestal voorkomen, benadrukken meestal geen kleur maar ’schittering’, lichtheid of iets anders. Waarom ook zou het huidige abstracte kleurenspectrum bij de aanduiding van voorwerpen altijd belangrijker moeten zijn dan al die andere eigenschappen van een ding: schittering, flikkering, fonkeling, vorm, fluorescentie, contrast met de omgeving, noem maar op?” bron: NRC Handelsblad van 8 mei 1999

4p 9 Welke twee elementen uit tekst 5 zouden kunnen wijzen op een voor de geesteswetenschappen specifieke benadering? Noem die voor de geesteswetenschappen specifieke benadering en geef in de toelichting op je antwoord aan wat deze specifieke benadering inhoudt. Opgave 3 Filosofie, mystiek en wetenschap Doel van mystieke activiteiten is het persoonlijke te overstijgen en in contact te komen met het bovenpersoonlijke of goddelijke. Hieronder volgt een tekst van Djalaal al-Dien Roemi. Deze dichter en mysticus werd in 1207 geboren in Perzië en stierf in Turkije in 1273. Hij had grote invloed op de soefibeweging, een brede mystieke stroming binnen de islam. In het uur dat de geesten terugkeren naar God moet je naar je paarden kijken; dan zal je merken dat je te voet, niet te paard bent gegaan. Geef toe dat je verbeelding en je overdenkingen, je zintuiglijke aanschouwing en je begrippen niets meer zijn dan de rieten stokken die kinderen gebruiken wanneer ze stokpaardje spelen. De wetenschap der mystici draagt ons omhoog, de zintuiglijke kennis van de mens buigt ons omlaag. Wanneer kennis verkregen wordt door mystieke ervaring, wordt zij onze helper; wanneer zij moet worden verworven door de zintuigen, wordt ze tot een last. Draag niet om zelfzuchtige beweegredenen deze last van de kennis, maar wees nederig zodat je het gevleugelde paard der wijsheid berijden kunt en de last je later vanzelf van de schouders zal glijden. bron: ‘Goden, priesters en koningen’, red. Wim J. Simons, Uitgeverij Bert Bakker, Den Haag 1958. De aandacht voor mystiek kwam in het Westen vooral uit spirituele hoek. Van wetenschappelijke zijde was er nauwelijks belangstelling. Toch bieden de geesteswetenschappen wel degelijk ruimte om de mystiek serieus te nemen en te onderzoeken. Binnen een hermeneutische benadering behoren ook dergelijke levensuitingen tot het onderzoeksterrein van de menswetenschappen.

4p 10 Leg uit waarom het juist voor hermeneutici noodzakelijk is de betekenis te onderzoeken van de onderwerpen waarmee zij zich bezighouden. Noem daarbij twee informatiebronnen die, naast de directe betekenis van de tekst, zouden kunnen bijdragen tot een beter begrip van de tekst van Roemi. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

tekst 5

tekst 6

Pagina: 318Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 320: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300010 34 6 Lees verder

Volgens Dilthey en andere hermeneutici onderscheidt geesteswetenschappelijk onderzoek zich van andere benaderingen mede door het gebruik van specifieke onderzoekstechnieken als inleving en identificatie. Deze technieken stellen de onderzoeker in staat achter de uiterlijke verschijningsvorm het innerlijk van een verschijnsel te vinden.

3p 11 Vat Dilthey dit innerlijk als iets psychisch op? Leg daarbij uit hoe een hermeneuticus in een tekst als die van Roemi dit innerlijk kan ontdekken. Logisch-positivistisch georiënteerde onderzoekers verwijten hermeneutici dat deze ten onrechte een principieel onderscheid maken tussen het onderzoeksobject van de geesteswetenschappen en het onderzoeksobject van de natuurwetenschappen. Volgens de logisch-positivistische onderzoekers bestaat deze kloof niet werkelijk. Hermeneutici wijzen ter rechtvaardiging van het door hen gehanteerde onderscheid onder andere op de uniciteit van historische gebeurtenissen.

2p 12 Leg uit dat het door hermeneutici aangedragen argument voor het maken van een principieel onderscheid op grond van de uniciteit van bijvoorbeeld historische gebeurtenissen niet opgaat.

2p 13 Ben je van mening dat er op andere gronden een principieel onderscheid gemaakt kan worden tussen het onderzoeksobject van de geesteswetenschappen en het onderzoeksobject van de natuurwetenschappen? Geef een argumentatie voor je antwoord. In de inleiding tot deze opgave werd gezegd dat het doel van mystieke activiteiten is een bovenpersoonlijk niveau te bereiken. Dit roept de vraag op wat men mag verwachten van de resultaten van mystieke contacten. Over deze resultaten bestaat geen eenstemmigheid. Soms wordt door mystici een specifieke vorm van kennis geclaimd en niet zelden wordt daaraan toegevoegd dat deze mystieke kennis superieur is aan kennis die langs rationele weg is verworven. Filosofen als Neurath daarentegen verwerpen wetenschappelijke kennisclaims van mystici.

3p 14 Leg uit waarom volgens Neurath wetenschappelijke kennisclaims van mystici verworpen moeten worden en geef aan in hoeverre je het met Neurath hierover eens bent. Leg in je antwoord duidelijk uit van welk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid jij daarbij uitgaat.

Einde

Pagina: 319Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 321: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300035 33 Begin

Fil

os

ofi

e (

nie

uw

e s

tijl) 20 03

Tijdvak 2

Vrijdag 20 juni

10.00 – 13.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend

Wetenschappelijk

Onderwijs

Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te

behalen; het examen bestaat uit 12 vragen.

Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel

punten met een goed antwoord behaald kunnen

worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of

argumentatie gevraagd wordt, worden aan het

antwoord geen punten toegekend als deze

verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen,

voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.

Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd

en je antwoordt met meer dan één zin, dan

wordt alleen de eerste zin in de beoordeling

meegeteld.

Pagina: 320Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 322: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300035 33 2 Lees verder

Opgave 1 De empirische werkelijkheid

Na de Eerste Wereldoorlog keek de denker Rudolf Carnap in Wenen uit het raam en zag een

geteisterde wereld. De mensen teisteren de wereld en teisteren elkaar omdat ze geteisterd

worden door totalitaire waanzin ter linker- en ter rechterzijde, door religieuze rimram en

door wijsgerige wartaal. Pas wanneer dit allemaal is verdwenen, wanneer de mensen hun

hoofden op orde hebben, kan het beter gaan. Alleen de wetenschap is in staat enig

tegenwicht te bieden aan deze gigantische krachten: onbevangen onderzoek dat leidt tot

theorieën die we aanvaarden of verwerpen op basis van wat we met onze eigen ogen zien.

Dit is het grondinzicht van het Logisch Positivisme, een radicale visie op mens en wereld

die zich geheel baseert op de wetenschap en de logica. Carnap wilde de traditionele

metafysica ontmaskeren en begraven. Met gelijkgezinde kornuiten, waaronder Moritz

Schlick, Otto Neurath en Friedrich Waismann, richtte Carnap in de jaren ’20 de Weense

Kring op, met als doel de uitwerking en verkondiging van het Logisch Positivisme. Het zou

een van de invloedrijkste bewegingen van de 20e-eeuwse filosofie worden en leiden tot de

vestiging van de wetenschapsfilosofie als nieuwe academische discipline.

bron: F.A. Muller in NRC Handelsblad van 24 december 1999

Volgens de ’logisch positivisten’ van de Weense Kring vormt de empirie het solide

fundament voor de wetenschappen. Zinvolle wetenschappelijke uitspraken moeten via

observatie-uitspraken tot onmiddellijke zintuiglijke indrukken herleid kunnen worden, zoals

rond, ruw, rood. Deze zintuiglijke indrukken zijn immers onherroepelijk zeker.

Dit leidde tot een tweetal demarcatiecriteria: het verificatieprincipe en het

confirmatieprincipe.

4p 1 Wat houden het verificatie- en het confirmatieprincipe in? Leg hierbij ook uit in welk

opzicht confirmatie minder strikt is dan verificatie.

Hoewel de logisch positivisten schoon schip wilden maken in de filosofie, hebben hun

ideeën wel degelijk raakpunten met de traditionele wijsbegeerte. Zo namen zij stelling tegen

de Kantiaanse traditie, onder andere door het synthetisch a priori ongeldig te verklaren, en

grepen hiermee in feite terug op Hume.

4p 2 Leg uit dat het synthetisch a priori van Kant niet verifieerbaar is volgens de logisch

positivisten.

Logisch positivisten huldigden de opvatting dat uitspraken, theorieën en hypothesen

waarvan de waarheidswaarde niet empirisch achterhaald kan worden tot het domein van de

pseudo-wetenschap behoren. Geprikkeld door de kwestie van het onderscheid tussen

wetenschap en pseudo-wetenschap kwam de wetenschapsfilosoof Popper met een andere

oplossing dan verificatie.

4p 3 Leg uit welke kentheoretische kritiek Popper op de Weense Kring heeft en welk

demarcatiecriterium hij heeft voorgesteld.

Ook Poppers strenge scheiding tussen wetenschap en pseudo-wetenschap is aan kritiek

onderhevig. In zijn bespreking over het keurmerk van wetenschap blijkt volgens Buskes uit

drie kritiekpunten dat ook Poppers demarcatiecriterium niet zonder problemen is.

5p 4 Welke drie punten van kritiek op Popper worden door Buskes genoemd? Leg daarbij uit

welk van deze kritiekpunten ter verdediging van het Logisch Positivisme van de Weense

Kring is aan te voeren.

tekst 1

Pagina: 321Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 323: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300035 33 3 Lees verder

Opgave 2 De ontdekking van de vitamine

In de eerste tien jaar van de twintigste eeuw worstelde de Engelse biochemicus

F.G. Hopkins (1881–1947) met een onderzoeksprobleem. Men was erachter gekomen dat

koolhydraten, vetten, eiwitten, zouten en water de voornaamste voedingsmiddelen zijn die

dieren nodig hebben. Maar wanneer onderzoekers deze stoffen zuiverden, in hun natuurlijke

verhoudingen mengden en er dan muizen mee voerden, groeiden de dieren niet. Pas toen

kleine hoeveelheden melk aan het dagelijks eten werden toegevoegd, floreerden de muizen.

Hopkins vond vijf mogelijke verklaringen voor deze feiten, zoals bijvoorbeeld dat melk een

anti-gif was tegen giftige stoffen in de voeding, die hier mogelijk bij het produceren van de

kunstmatige voeding in terecht gekomen waren. De vijf hypothetische verklaringen moesten

één voor één nauwkeurig onderzocht en getoetst worden. Hopkins voerde een groot aantal

nieuwe proeven uit en koos uiteindelijk op grond daarvan één van de vijf hypothesen als

juiste verklaring: de melk bevatte extra ’voedingsfactoren’ (vitaminen, in het moderne

spraakgebruik) die het lichaam hielpen om de andere geabsorbeerde voedingsstoffen nuttig

te gebruiken.

In 1912 bracht Hopkins verslag uit over deze reeks van goed opgezette en zorgvuldig

gecontroleerde proeven, die voldoende informatie gaven om een keuze te maken uit de vijf

mogelijkheden en andere wetenschappers in staat te stellen ze te reproduceren. Hijzelf gaf

de voorkeur aan de verklaring met de ’voedingsfactoren’, maar probeerde deze verklaring te

weerleggen door bewijsmateriaal voor de alternatieven te vinden.

bron: ’Wetenschap en samenleving’, B. Dixon, Maastricht/Brussel, 1991, pag. 69

Je kunt twee manieren van redeneren onderscheiden, die deductie en inductie worden

genoemd.

Hopkins stelde op grond van waarnemingen vijf hypothesen op om te verklaren waarom

kleine beetjes melk zo belangrijk waren in het menu van muizen, terwijl eerder werd

aangenomen dat ze buiten die melk in hun dieet al genoeg zouden moeten binnenkrijgen aan

bouwstoffen.

Na een nieuwe serie proeven kwam hij tot de conclusie dat één van zijn vijf hypothesen de

juiste verklaring weergaf.

4p 5 Leg uit wat inductie en deductie inhouden.

Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee over het algemeen in de wetenschap geredeneerd

wordt, zijn veel wetenschapsfilosofen van mening dat honderd procent zekerheid over de

juistheid van een verklaring nooit te bereiken is. Zo zou volgens Hempel nooit met

zekerheid vast te stellen zijn dat onder de vijf door Hopkins gevonden verklaringen één of

meer de juiste zou zijn. Met name bij de betrouwbaarheid van inductie zijn kanttekeningen

te plaatsen.

4p 6 Leg aan de hand van Hempels bezwaren tegen inductie uit dat Hopkins er toch niet honderd

procent zeker van kon zijn dat één van zijn verklaringen inderdaad de juiste was. Geef

hiervoor twee redenen.

Hopkins gaf naar aanleiding van zijn onderzoekingen vijf hypothetische verklaringen weer,

ook toen hij zelf al een voorkeur voor één van de verklaringen had. Daarbij gaf hij, door de

nauwkeurige beschrijving van zijn proeven, niet alleen andere wetenschappers de

gelegenheid om hem te controleren, maar bovendien probeerde hij zelf de verklaring die

zijn voorkeur had te weerleggen.

Het lijkt tegenstrijdig dat een wetenschapper juist die verklaring van een verschijnsel die

hem het waarschijnlijkst lijkt, probeert te weerleggen. Zelfs als het zo is, zoals Popper

meent, dat we ook in de wetenschap nooit ’de’ waarheid kunnen bereiken, dan nog is het de

bedoeling deze steeds dichter te naderen. Het doel van wetenschap blijft immers het zoeken

naar ware kennis, niet het omverwerpen daarvan.

3p 7 Waarom is het volgens Popper belangrijk dat men serieus poogt de eigen theorie te

falsifiëren bij het zoeken naar waarheid?

tekst 2

Pagina: 322Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 324: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300035 33 4 Lees verder

Opgave 3 Literatuur

’Wat niet goed is, is niet geschreven’.

Onder deze titel verscheen een recensie van de wetenschappelijke editie van Gerrit

Achterbergs poëzie. Deze wetenschappelijke editie wordt in de recensie ook wel de

historisch-kritische editie genoemd.

De editie bevat een overzicht van het werk en zijn ontstaansgeschiedenis. Zo zijn er vijftig

jeugdverzen in opgenomen naast een aantal gedichten die niet eerder werden gebundeld.

Verder zijn brieven opgenomen waarin Achterberg van vroege gedichten melding maakt,

fragmenten van gedichten en gedichten met open varianten.

In de recensie wordt de vraag opgeworpen waar dit eigenlijk allemaal goed voor is: „saaie,

door de wetenschappelijke weergave bovendien moeilijk te wegen varianten en een

eindeloze opsomming van welke gedichten Achterberg naar welk tijdschrift stuurde en

welke daarin ook daadwerkelijk verschenen, welke niet en waar hij die dan weer naar

toestuurde”.

Een antwoord wordt in de recensie zelf gegeven: de zin van een historisch-kritische editie is

dat deze laat zien hoe de tekst zich historisch ontwikkeld heeft, vanaf de eerste

overgeleverde versie tot en met de laatste door de auteur geautoriseerde. Het woord

’kritisch’ slaat op de inspanningen die van de editeur verlangd worden, die moet afwegen

wat echte varianten zijn en wat niet. Een historisch-kritische editie is een

materiaalverzameling waarmee onderzoekers aan de slag kunnen, niet meer en niet minder.

bron: NRC Handelsblad van 23 juni 2000

Eind negentiende eeuw werd in Duitsland de vraag opgeroepen via welke methode

wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd diende te worden. Dilthey behoorde tot diegenen

die vonden dat er principieel onderscheid moest worden gemaakt tussen de

natuurwetenschappen aan de ene kant en de geesteswetenschappen aan de andere kant.

4p 8 Geef twee argumenten die door Dilthey werden gehanteerd bij het ondersteunen van deze

stelling.

Het is de taak van de eindredacteur uit te maken wat wel en wat niet in een kritische editie

wordt opgenomen. Met dit door hem in de kritische editie geleverde materiaal kunnen

vervolgens andere onderzoekers aan de slag.

Sommige wetenschapsfilosofen hebben de stelling verdedigd dat (wetenschappelijk)

onderzoek in het ideale geval begint met de onvooringenomen weergave van alle gegevens.

4p 9 Noem twee kritiekpunten van Hempel op deze stelling en illustreer je antwoord aan de hand

van tekst 3.

Het historisch belang van een oud document of een oud boek kan vereisen dat het

natuurwetenschappelijk wordt onderzocht. Daarmee wordt het boek toegankelijk voor

natuurwetenschappelijk waarnemen en kennis.

Maar het handschrift kan ook op een geesteswetenschappelijke wijze worden onderzocht.

4p 10 Wat is het verschil tussen de natuurwetenschappelijke methode van onderzoek enerzijds en

de geesteswetenschappelijke methode anderzijds bij het onderzoeken van een oud boek?

De recensie, genoemd in tekst 3 verwijst ook naar reacties van tijdgenoten op de eerste

gedichten van Achterberg. Over sommige, erotisch expliciete, gedichten was niet iedereen

even enthousiast.

Het is denkbaar dat ook onderzoekers al naar gelang hun achtergrond bij hun onderzoek

naar de gedichten van Achterberg beïnvloed of bevooroordeeld zouden kunnen worden.

Dilthey wijst erop dat persoonlijke betrokkenheid niet alleen onvermijdelijk is, maar zelfs

wenselijk.

3p 11 Welke rol speelt de persoonlijke betrokkenheid van de onderzoeker volgens Dilthey bij

geesteswetenschappelijk onderzoek?

tekst 3

Pagina: 323Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 325: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

300035 33 5 Lees verder

In deze opgave kwamen tot nu toe twee wetenschapsopvattingen aan bod, de meer

positivistische en de geesteswetenschappelijke. Daarnaast bestaan andere opvattingen.

De positie van Wittgenstein wordt door Buskes omschreven als wezenlijk verschillend van

die van de logisch positivisten. Toch kwam Wittgenstein niet in het kamp van de

geesteswetenschappers terecht.

3p 12 Maak duidelijk dat Wittgenstein zich zowel onderscheidde van de positivisten als van de

geesteswetenschappers. Noem in beide gevallen één overeenkomst en één verschil.

Einde

Pagina: 324Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 326: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 39 Begin

20 02Fi

loso

fie (n

ieuw

e st

ijl)

Tijdvak 1Dinsdag 28 mei9.00 –12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 44 punten te behalen; het examen bestaat uit 13 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Pagina: 325Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 327: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 39 2 Lees verder

Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen De schrijver Godfried Bomans voert in zijn bundel Nieuwe buitelingen op ironische wijze de heer Dijkstra op, die geprobeerd heeft aan te tonen dat de aarde geen bol is, maar een plat vlak. De heer Dijkstra is een man naar mijn hart. Men begrijpe mij wel: ik zeg niet, dat heer Dijkstra gelijk heeft. De ontzaglijke kennis, die nodig is om in te zien dat de aarde een pannenkoek is, ontbreekt mij ten enenmale. Nog minder zou ik durven beweren, dat we weer terug naar de bol moeten. Dergelijke vraagstukken liggen ver buiten het bereik van eenvoudig besnaarde geesten als de mijne. Ik zie slechts toe en bewonder. Eén ding echter is mij duidelijk: dat de aarde, hetzij plat, hetzij rond, een man als Dijkstra heeft voortgebracht. De vorm kan mij niet schelen. Ik kijk naar het resultaat. En het resultaat is Dijkstra. Als hij had gezegd, dat de aarde een driehoek is (een opvatting, waar ik persoonlijk toe neig), had dit niet het minste verschil gemaakt. Waar het mij om gaat, is dit: dat plotseling, te Hilversum, een Fries opstaat die iets zegt, waar nog niemand aan gedacht heeft. Originaliteit, in welke vorm ook, valt immer toe te juichen. En welke astronomische verdiensten dit boek ook heeft, één kwaliteit staat vast: het is oorspronkelijk. Het is dit wellicht in die mate, dat het eigenwijs kan worden genoemd. Daar houd ik van. De wereld dankt haar vooruitgang uitsluitend aan eigenwijze mensen. Als een beschaving - gelijk nu - geen voortgang maakt en zelfs achteruitboert, dan komt dit omdat het aantal eigenwijzen zienderogen afneemt. Als het slecht gaat, kan het alleen beter worden door lieden, die menen het beter te weten. Zij zijn de gist in de kleffe oliebol van onze samenleving. Tot dezulken nu behoort de heer Dijkstra. Hij zal achteraf misschien blijken geen Galileï, Newton of Einstein te zijn. Maar hij is uit hun hout gesneden. bron: Godfried Bomans, Nieuwe buitelingen, 1957

3p 1 Zou de Weense Kring de uitspraak dat de aarde plat is een zinvolle wetenschappelijke uitspraak vinden? Licht toe welke voorwaarde de Weense Kring zou stellen aan de aard van een zinvolle wetenschappelijke uitspraak over de vorm van de aarde. Leg met een concreet voorbeeld uit hoe men een dergelijke uitspraak kan toetsen.

4p 2 Zou Popper de uitspraak dat de aarde plat is een wetenschappelijke hypothese vinden? Geef een toelichting op je antwoord waarbij je ingaat op wat Popper onder ’wetenschappelijkheid’ verstaat. In zijn boek Over dieren bekritiseert Aristoteles de „eerste filosofen die in vroeger tijd hebben nagedacht over de natuur.” Tegenwoordig staan deze denkers bekend als de Ionische natuurfilosofen. Aristoteles schrijft over hen het volgende. Zo laten zij hun wereld ontstaan, en op vergelijkbare wijze bespreken ze het ontstaan van planten en dieren. De maag bijvoorbeeld en ieder lichaamsdeel dat voedsel en reststoffen opneemt, zou ontstaan zijn doordat water in het lichaam rondstroomde, de neusgaten doordat de adem zich hierdoor een weg baande. De grondstoffen van materiële lichamen zijn lucht en water: deze denkers laten allemaal de natuur bestaan uit deze twee materiële elementen. Als evenwel de mens en de dieren en hun lichaamsdelen op natuurlijke wijze ontstaan, zou men van vlees, bot, bloed en alle andere homogene delen zowel als van de heterogene delen als gezicht, hand en voet, moeten zeggen hoe het komt dat elk daarvan is zoals het is: welk vermogen schuilt daaronder? Het volstaat niet te zeggen waaruit ze elk bestaan, bijvoorbeeld uit vuur en aarde. bron: Aristoteles, Over dieren, 640 b 8 – 23

2p 3 In hoeverre zou men op grond van tekst 2 bij de natuurfilosofen al kunnen spreken van een vorm van wetenschappelijk denken? Geef in de toelichting op je antwoord aan welk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid jij hanteert.

tekst 1

tekst 2

Pagina: 326Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 328: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 39 3 Lees verder

Aristoteles hanteert voor het ontstaan van een entiteit een ’doeloorzaak’ (ook wel ’entelechie’ genoemd), waarmee hij een teleologische wetenschapsbenadering heeft (telos = doel).

3p 4 In welk opzicht is de Aristotelische doeloorzaak een vooruitgang ten opzichte van de Ionische natuurfilosofen in hun benadering van de natuur? Opgave 2 Wetenschap en waarneming „Elektronen zijn geen biljartballen.” De Amerikaanse wetenschapsfilosoof Ernan McMullin geeft bij deze uitspraak de volgende uitleg: „Elektronen zijn geen gewone materiële entiteiten. Ze hebben geen individuele identiteit, noch een continuïteit door de tijd heen. De wetenschappelijke onderzoeker construeert elektronen. Hij ontwerpt een theorie die hem zal vertellen wat elektronen eigenlijk zijn.” Binnen de wetenschapsfilosofie is het sinds de Weense Kring gebruikelijk observationele van niet-observationele of theoretische termen te onderscheiden. ’Elektron’ is een voorbeeld van een theoretische term.

2p 5 Wat wordt verstaan onder theoretische termen en waarom vormden deze termen voor de verificatie, zoals aanvankelijk geëist door de Weense Kring, een probleem? Volgens McMullin is de ontwikkeling van een begrip als ’elektron’ alleen te begrijpen als we aannemen dat de verbeelding daarbij een belangrijke rol speelt. Hempel wees al eerder op het belang van de verbeelding bij wetenschappelijk onderzoek. Hij noemde verlangens, mystieke belangstelling en dromerijen als voedingsbodem voor de verbeelding van de wetenschappelijk onderzoeker.

4p 6 Welke rol speelt de verbeelding volgens Hempel bij wetenschappelijk onderzoek? Maak tevens duidelijk waarom een resultaat dat met hulp van de verbeelding bereikt wordt, niet bereikt kan worden met logisch redeneren. De zeventiende-eeuwse astronoom Galileo Galilei heeft een belangrijke aanzet gegeven tot de aanvaarding van het inzicht dat niet de aarde maar de zon het middelpunt vormt van ons zonnestelsel. Om allerlei redenen wensten velen in die dagen vast te houden aan de oude opvatting. In een toneelstuk dat Bertolt Brecht aan deze controverse wijdt, krijgt Galilei bezoek van enkele aristotelische geleerden. De astronoom is van mening dat zijn gasten slechts door zijn telescoop hoeven te kijken om van zijn gelijk overtuigd te raken. Zij weigeren echter te kijken. Zij zijn van mening dat het eenvoudig niet zo kan zijn als Galilei beweert. De opvatting van de geleerden dat kijken door de telescoop niet bewijst dat Galilei gelijk heeft met zijn beweringen, is niet zo onzinnig is als op het eerste gezicht misschien lijkt. Deze opvatting kan immers worden gerechtvaardigd met een beroep op de visie van de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Quine over onderdeterminatie.

4p 7 Maak duidelijk hoe met een beroep op Quines onderdeterminatie de houding van de aristotelische geleerden verdedigd kan worden. Leg in je antwoord duidelijk uit wat onder ’onderdeterminatie’ wordt verstaan.

Pagina: 327Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 329: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 39 4 Lees verder

Een andere Amerikaanse wetenschapsfilosoof, Paul Feyerabend, verdedigt in ’In strijd met de methode’ een geruchtmakende, anarchistisch genoemde wetenschapsfilosofie. Een belangrijk bestanddeel van de wetenschapsanalyse van Feyerabend is zijn opvatting over de theorie-afhankelijkheid van de waarneming. De betekenis en de interpretatie van begrippen en waarnemingen zal sterk afhangen van de context waarin ze voorkomen. Volgens Feyerabend heeft dit verstrekkende gevolgen, bijvoorbeeld voor onderzoekers die moeten beslissen welke wetenschappelijke uitspraken ze zullen aanvaarden en welke ze zullen verwerpen. Deze keuze heeft volgens Feyerabend onvermijdelijk een subjectief aspect. Het zijn uiteindelijk geen logische, maar subjectieve gronden waarop we tot een keuze komen. „Wat overblijft zijn esthetische oordelen, onze smaak, metafysische vooronderstellingen, religieuze wensen, kortom, wat overblijft zijn onze subjectieve verlangens.” bron: Paul Feyerabend, In strijd met de methode

4p 8 Zou deze nieuwe visie de objectiviteit van de wetenschappelijke methode in gevaar kunnen brengen? Maak in je antwoord duidelijk wat je onder ’objectiviteit’ verstaat. Opgave 3 Historische feiten en verklaringen Rond de laatste eeuwwisseling woedde er in Nederland een discussie over het belang van het leren van feiten in het geschiedenisonderwijs. Voor een filosoof roept dit de vraag op: wat zijn historische feiten? De Nederlandse historicus Johan Huizinga had zich zo’n honderd jaar geleden ook al beziggehouden met de vraag naar de status van historische feiten. Hij zag het als de taak van de historicus om een beeld te scheppen van een historisch tijdperk, waarbij de historicus zelf een selectie moest maken uit de veelheid van alle gegevens die mogelijk een rol hadden gespeeld. Geen van deze gegevens is in de stof van het verleden onmiddellijk gegeven op de wijze, waarop de feiten der natuur in de kosmos gegeven of bewaard zijn. Ook wanneer de vraag uitgaat naar een blote opeenvolging van gebeurtenissen, naar het leven van personen of het ontstaan en vergaan van steden of staten, dan is de vraag, welke personen of gemeenschappen het betreft, en welke van hun daden en lotgevallen men begeert te kennen altijd reeds bepaald door een maatstaf van wetenswaardigheid, die de historicus a priori aanlegt. Terwijl de natuurwetenschappen alle tezamen in den grond rekenschap trachten te geven van elk natuurfeit dat zich kan voordoen, is de geschiedenis er nimmer op uit, elk kenbaar feit uit het verleden in haar stelsel van kennis te betrekken. Het totale gebeuren van een vroegere tijd is nimmer haar object. bron: J. Huizinga, uit verzameld werk deel VII, ’De wetenschap der geschiedenis’ In de bovenstaande tekst over geesteswetenschappen en natuurwetenschappen geeft Huizinga een eigen visie op de voornaamste verschillen tussen deze laatste en de geschiedkunde, een ’geesteswetenschap’.

2p 9 Noem de twee verschillen die Huizinga in tekst 4 maakt tussen de natuurwetenschappen en de geschiedkunde.

tekst 3

tekst 4

Pagina: 328Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 330: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 39 5 Lees verder

Gezien in het licht van wetenschapsfilosofische theorieën, is Huizinga’s visie in tekst 4 op de gang van zaken bij de beoefening van natuurwetenschappen naïef te noemen. Een heel ander voorbeeld van een naïeve opvatting van wetenschapsbeoefening was te vinden bij sommige aanhangers van het logisch positivisme. Hoewel de wetenschapsfilosoof Carl Hempel zelf positivistisch georiënteerd was, richtte hij zich tegen de uitgangspunten van de „eng inductivistische opvatting van wetenschappelijk onderzoek”. Zijn bezwaren tegen dit „eng inductivisme” halen het verschil dat Huizinga hier maakte tussen de natuur- en de geesteswetenschappen onderuit. Hempel geeft vier bezwaren tegen het „eng inductivisme”, en geeft voor elk bezwaar argumenten. Het eerste bezwaar gaat over „het verzamelen van alle feiten”.

4p 10 Geef de twee belangrijkste redenen waarom volgens Hempel geen enkele wetenschap ’alle feiten’ verzamelt. Huizinga ruimde voor de taak van de geschiedwetenschap een speciale plaats in: het gaat volgens hem niet om het verzamelen van -historische- feiten op zich, maar de historicus moet met deze feiten het een en ander doen. Volgens de 19e-eeuwse historicus Droysen begint de geschiedkundige zelfs pas met zijn eigenlijke werk nadat hij heeft vastgesteld wat er gebeurd is: je kunt hem zien als een detective, die op grond van de verzamelde feiten een misdrijf gaat oplossen.

4p 11 Wat is volgens Droysen de taak van de historicus, en welke rol speelt het onderscheid tussen ’vorm’ en ’idee’ hierin? Volgens de filosoof Dilthey is het onderscheid tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen niet zozeer dat ze zich op verschillende soorten objecten richten, maar dat deze wetenschappen elk een specifieke verhouding tot hetgeen onderzocht wordt met zich mee zouden brengen. Bijvoorbeeld de mens, door Dilthey „het feitencomplex mensheid” genoemd, kan zowel door een exacte wetenschapper, als door een geesteswetenschapper onderzocht worden.

4p 12 Waardoor onderscheiden volgens Dilthey de natuurwetenschappen zich van de geesteswetenschappen? Leg dit uit aan de hand van de wijze waarop elk van beide het „feitencomplex mensheid” benadert. Bij het verklaren van historische gebeurtenissen speelt volgens de hermeneutici het interpreteren van gegevens een hoofdrol. Deze opvatting stuitte op grote kritiek van de kant van de logisch positivisten. Onder andere Hempel vond dat ook historische verklaringen wetmatig opgevat moesten worden. De hermeneutische historici menen echter dat dat onmogelijk is. Een ander mogelijk probleem ten aanzien van de status van historische verklaringen is dat de geschiedenis per definitie niet direct empirisch toegankelijk is en er op basis van slechts indirecte bronnen zoals geschriften en overlevering gewerkt moet worden. Dit roept, opnieuw, de vraag op naar de status van historische feiten of naar de objectiviteit van historische kennis.

4p 13 Vind jij dat er objectieve historische kennis bestaat? Betrek de visie van één van de hermeneutische historici in je antwoord.

Einde

Pagina: 329Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 331: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 38 Begin

20 02Fi

loso

fie (o

ude

stijl

)

Tijdvak 1Dinsdag 28 mei9.00 –12.00 uur

Examen VWO

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of argumentatie gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen; het examen bestaat uit 13 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Pagina: 330Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 332: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 38 2 Lees verder

Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen De schrijver Godfried Bomans voert in zijn bundel Nieuwe buitelingen op ironische wijze de heer Dijkstra op, die geprobeerd heeft aan te tonen dat de aarde geen bol is, maar een plat vlak. De heer Dijkstra is een man naar mijn hart. Men begrijpe mij wel: ik zeg niet, dat heer Dijkstra gelijk heeft. De ontzaglijke kennis, die nodig is om in te zien dat de aarde een pannenkoek is, ontbreekt mij ten enenmale. Nog minder zou ik durven beweren, dat we weer terug naar de bol moeten. Dergelijke vraagstukken liggen ver buiten het bereik van eenvoudig besnaarde geesten als de mijne. Ik zie slechts toe en bewonder. Eén ding echter is mij duidelijk: dat de aarde, hetzij plat, hetzij rond, een man als Dijkstra heeft voortgebracht. De vorm kan mij niet schelen. Ik kijk naar het resultaat. En het resultaat is Dijkstra. Als hij had gezegd, dat de aarde een driehoek is (een opvatting, waar ik persoonlijk toe neig), had dit niet het minste verschil gemaakt. Waar het mij om gaat, is dit: dat plotseling, te Hilversum, een Fries opstaat die iets zegt, waar nog niemand aan gedacht heeft. Originaliteit, in welke vorm ook, valt immer toe te juichen. En welke astronomische verdiensten dit boek ook heeft, één kwaliteit staat vast: het is oorspronkelijk. Het is dit wellicht in die mate, dat het eigenwijs kan worden genoemd. Daar houd ik van. De wereld dankt haar vooruitgang uitsluitend aan eigenwijze mensen. Als een beschaving - gelijk nu - geen voortgang maakt en zelfs achteruitboert, dan komt dit omdat het aantal eigenwijzen zienderogen afneemt. Als het slecht gaat, kan het alleen beter worden door lieden, die menen het beter te weten. Zij zijn de gist in de kleffe oliebol van onze samenleving. Tot dezulken nu behoort de heer Dijkstra. Hij zal achteraf misschien blijken geen Galileï, Newton of Einstein te zijn. Maar hij is uit hun hout gesneden. bron: Godfried Bomans, Nieuwe buitelingen, 1957

3p 1 Zou de Weense Kring de uitspraak dat de aarde plat is een zinvolle wetenschappelijke uitspraak vinden? Licht toe welke voorwaarde de Weense Kring zou stellen aan de aard van een zinvolle wetenschappelijke uitspraak over de vorm van de aarde. Leg met een concreet voorbeeld uit hoe men een dergelijke uitspraak kan toetsen.

4p 2 Zou Popper de uitspraak dat de aarde plat is een wetenschappelijke hypothese vinden? Geef een toelichting op je antwoord waarbij je ingaat op wat Popper onder ’wetenschappelijkheid’ verstaat. In zijn boek Over dieren bekritiseert Aristoteles de „eerste filosofen die in vroeger tijd hebben nagedacht over de natuur.” Tegenwoordig staan deze denkers bekend als de Ionische natuurfilosofen. Aristoteles schrijft over hen het volgende. Zo laten zij hun wereld ontstaan, en op vergelijkbare wijze bespreken ze het ontstaan van planten en dieren. De maag bijvoorbeeld en ieder lichaamsdeel dat voedsel en reststoffen opneemt, zou ontstaan zijn doordat water in het lichaam rondstroomde, de neusgaten doordat de adem zich hierdoor een weg baande. De grondstoffen van materiële lichamen zijn lucht en water: deze denkers laten allemaal de natuur bestaan uit deze twee materiële elementen. Als evenwel de mens en de dieren en hun lichaamsdelen op natuurlijke wijze ontstaan, zou men van vlees, bot, bloed en alle andere homogene delen zowel als van de heterogene delen als gezicht, hand en voet, moeten zeggen hoe het komt dat elk daarvan is zoals het is: welk vermogen schuilt daaronder? Het volstaat niet te zeggen waaruit ze elk bestaan, bijvoorbeeld uit vuur en aarde. bron: Aristoteles, Over dieren, 640 b 8 – 23

2p 3 In hoeverre zou men op grond van tekst 2 bij de natuurfilosofen al kunnen spreken van een vorm van wetenschappelijk denken? Geef in de toelichting op je antwoord aan welk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid jij hanteert.

tekst 1

tekst 2

Pagina: 331Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 333: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 38 3 Lees verder

Binnen de wetenschap maakt men tegenwoordig vaak gebruik van zogenaamde ’intentionele verklaringen’. Zo is in de geschiedenis een intentionele verklaring een verklaring van historische gebeurtenissen door middel van de motieven en bedoelingen van de personen. En in de psychologie gebruikt men motieven en bedoelingen wel om menselijk handelen te verklaren.

4p 4 Kunnen volgens jou intentionele verklaringen wetenschappelijk genoemd worden? Beargumenteer je antwoord en leg uit welk demarcatiecriterium voor wetenschap je hanteert. Opgave 2 Wetenschap en waarneming „Elektronen zijn geen biljartballen.” De Amerikaanse wetenschapsfilosoof Ernan McMullin geeft bij deze uitspraak de volgende uitleg: „Elektronen zijn geen gewone materiële entiteiten. Ze hebben geen individuele identiteit, noch een continuïteit door de tijd heen. De wetenschappelijke onderzoeker construeert elektronen. Hij ontwerpt een theorie die hem zal vertellen wat elektronen eigenlijk zijn.” Binnen de wetenschapsfilosofie is het sinds de Weense Kring gebruikelijk observationele termen van niet-observationele of theoretische termen te onderscheiden. ’Elektron’ is een voorbeeld van een theoretische term.

2p 5 Wat wordt verstaan onder theoretische termen en waarom vormden deze termen voor de verificatie, zoals aanvankelijk geëist door de Weense Kring, een probleem? Volgens McMullin is de ontwikkeling van een begrip als ’elektron’ alleen te begrijpen als we aannemen dat de verbeelding daarbij een belangrijke rol speelt. Hempel wees al eerder op het belang van de verbeelding bij wetenschappelijk onderzoek. Hij noemde verlangens, mystieke belangstelling en dromerijen als voedingsbodem voor de verbeelding van de wetenschappelijk onderzoeker.

4p 6 Welke rol speelt de verbeelding volgens Hempel bij wetenschappelijk onderzoek? Maak tevens duidelijk waarom een resultaat dat met hulp van de verbeelding bereikt wordt, niet bereikt kan worden met logisch redeneren. De zeventiende-eeuwse astronoom Galileo Galilei heeft een belangrijke aanzet gegeven tot de aanvaarding van het inzicht dat niet de aarde maar de zon het middelpunt vormt van ons zonnestelsel. Om allerlei redenen wensten velen in die dagen vast te houden aan de oude opvatting. In een toneelstuk dat Bertolt Brecht aan deze controverse wijdt, krijgt Galilei bezoek van enkele aristotelische geleerden. De astronoom is van mening dat zijn gasten slechts door zijn telescoop hoeven te kijken om van zijn gelijk overtuigd te raken. Zij weigeren echter te kijken. Zij zijn van mening dat het eenvoudig niet zo kan zijn als Galilei beweert. De opvatting van de geleerden dat kijken door de telescoop niet bewijst dat Galilei gelijk heeft met zijn beweringen, is niet zo onzinnig is als op het eerste gezicht misschien lijkt. Deze opvatting kan immers worden gerechtvaardigd met een beroep op de visie van de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Quine over onderdeterminatie.

4p 7 Maak duidelijk hoe met een beroep op Quines onderdeterminatie de houding van de aristotelische geleerden verdedigd kan worden. Leg in je antwoord duidelijk uit wat onder ’onderdeterminatie’ wordt verstaan.

Pagina: 332Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 334: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 38 4 Lees verder

Wittgenstein bleek niet in de eerste plaats bewogen te worden door betrokkenheid bij de status van de wetenschappen. Zijn aandacht ging allereerst uit naar de voorwaarden voor zinvol taalgebruik. Zijn gedachten hierover vatte hij samen in zijn zogenaamde afbeeldingstheorie van de taal. Wittgenstein realiseerde zich, blijkens de Tractatus, de beperkingen van de wetenschappelijke methode en terminologie. Dit werd aanvankelijk door de Weense Kring met wie hij in contact stond, over het hoofd gezien. Gevolg was dat deze Kring zich bij de verdediging van zijn logisch-positivistische gedachtegoed, beriep op Wittgenstein. „Wat in de taal uitdrukbaar is, zijn de banale feiten van de empirische wetenschappen.” (Buskes blz. 13). Dit mag voor de Weense Kring een belangrijke vaststelling zijn geweest, voor Wittgenstein was het dat niet.

4p 8 Omschrijf kort wat de afbeeldingstheorie van Wittgenstein inhoudt en geef aan welke radicale consequentie deze theorie heeft voor de betekenis van beweringen die in de filosofie worden gedaan. Opgave 3 Historische feiten en verklaringen Rond de laatste eeuwwisseling woedde er in Nederland een discussie over het belang van het leren van feiten in het geschiedenisonderwijs. Voor een filosoof roept dit de vraag op: wat zijn historische feiten? De Nederlandse historicus Johan Huizinga had zich zo’n honderd jaar geleden ook al beziggehouden met de vraag naar de status van historische feiten. Hij zag het als de taak van de historicus om een beeld te scheppen van een historisch tijdperk, waarbij de historicus zelf een selectie moest maken uit de veelheid van alle gegevens die mogelijk een rol hadden gespeeld. Geen van deze gegevens is in de stof van het verleden onmiddellijk gegeven op de wijze, waarop de feiten der natuur in de kosmos gegeven of bewaard zijn. Ook wanneer de vraag uitgaat naar een blote opeenvolging van gebeurtenissen, naar het leven van personen of het ontstaan en vergaan van steden of staten, dan is de vraag, welke personen of gemeenschappen het betreft, en welke van hun daden en lotgevallen men begeert te kennen altijd reeds bepaald door een maatstaf van wetenswaardigheid, die de historicus a priori aanlegt. Terwijl de natuurwetenschappen alle tezamen in den grond rekenschap trachten te geven van elk natuurfeit dat zich kan voordoen, is de geschiedenis er nimmer op uit, elk kenbaar feit uit het verleden in haar stelsel van kennis te betrekken. Het totale gebeuren van een vroegere tijd is nimmer haar object. bron: J. Huizinga, uit verzameld werk deel VII, ’De wetenschap der geschiedenis’ In de bovenstaande tekst over geesteswetenschappen en natuurwetenschappen geeft Huizinga een eigen visie op de voornaamste verschillen tussen deze laatste en de geschiedkunde, een ’geesteswetenschap’.

2p 9 Noem de twee verschillen die Huizinga in tekst 3 maakt tussen de natuurwetenschappen en de geschiedkunde. Gezien in het licht van wetenschapsfilosofische theorieën, is Huizinga’s visie in tekst 3 op de gang van zaken bij de beoefening van natuurwetenschappen naïef te noemen. Een heel ander voorbeeld van een naïeve opvatting van wetenschapsbeoefening was te vinden bij sommige aanhangers van het logisch positivisme. Hoewel de wetenschapsfilosoof Carl Hempel zelf positivistisch georiënteerd was, richtte hij zich tegen de uitgangspunten van de „eng inductivistische opvatting van wetenschappelijk onderzoek”. Zijn bezwaren tegen dit „eng inductivisme” halen het verschil dat Huizinga hier maakte tussen de natuur- en de geesteswetenschappen onderuit. Hempel geeft vier bezwaren tegen het „eng inductivisme”, en geeft voor elk bezwaar argumenten. Het eerste bezwaar gaat over „het verzamelen van alle feiten”.

4p 10 Geef de twee belangrijkste redenen waarom volgens Hempel geen enkele wetenschap ’alle feiten’ verzamelt.

tekst 3

Pagina: 333Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 335: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

200018 38 5 Lees verder

Huizinga ruimde voor de taak van de geschiedwetenschap een speciale plaats in: het gaat volgens hem niet om het verzamelen van -historische- feiten op zich, maar de historicus moet met deze feiten het een en ander doen. Volgens de 19e-eeuwse historicus Droysen begint de geschiedkundige zelfs pas met zijn eigenlijke werk nadat hij heeft vastgesteld wat er gebeurd is: je kunt hem zien als een detective, die op grond van de verzamelde feiten een misdrijf gaat oplossen.

4p 11 Wat is volgens Droysen de taak van de historicus, en welke rol speelt het onderscheid tussen ’vorm’ en ’idee’ hierin? Volgens de filosoof Dilthey is het onderscheid tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen niet zozeer dat ze zich op verschillende soorten objecten richten, maar dat deze wetenschappen elk een specifieke verhouding tot hetgeen onderzocht wordt met zich mee zouden brengen. Bijvoorbeeld de mens, door Dilthey „het feitencomplex mensheid” genoemd, kan zowel door een exacte wetenschapper, als door een geesteswetenschapper onderzocht worden.

4p 12 Waardoor onderscheiden volgens Dilthey de natuurwetenschappen zich van de geesteswetenschappen? Leg dit uit aan de hand van de wijze waarop elk van beide het „feitencomplex mensheid” benadert. Zoals ook Chris Lorenz beschrijft, zijn logisch positivisten niet te spreken over de werkwijze van veel historici. Onder andere Hempel vond dat ook historische verklaringen wetmatig opgevat moesten worden, terwijl hermeneutische historici menen dat dat onmogelijk is. Dit roept, opnieuw, de vraag op naar de status van historische feiten, of de objectiviteit van historische kennis.

4p 13 Hoe kan een hermeneutische historicus zich tegen deze eis van de logisch positivisten verdedigen? Belicht beide standpunten in je antwoord.

Einde

Pagina: 334Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 336: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

200029 39 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 02Tijdvak 2

Vrijdag 21 juni10.00 –13.00 uur

Filo

sofi

e (n

ieu

we

stijl

)

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 45 punten tebehalen; het examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 335Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 337: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 De empirische werkelijkheid

tekst 1 Na de Eerste Wereldoorlog keek de denker Rudolf Carnap in Wenen uit het raam en zag eengeteisterde wereld. De mensen teisteren de wereld en teisteren elkaar omdat ze geteisterdworden door totalitaire waanzin ter linker- en ter rechterzijde, door religieuze rimram en doorwijsgerige wartaal. Pas wanneer dit allemaal is verdwenen, wanneer de mensen hunhoofden op orde hebben, kan het beter gaan. Alleen de wetenschap is in staat enigtegenwicht te bieden aan deze gigantische krachten: onbevangen onderzoek dat leidt tottheorieën die we aanvaarden of verwerpen op basis van wat we met onze eigen ogen zien.Dit is het grondinzicht van het Logisch Positivisme, een radicale visie op mens en wereld diezich geheel baseert op de wetenschap en de logica. Carnap wilde de traditionele metafysicaontmaskeren en begraven. Met gelijkgezinde kornuiten, waaronder Moritz Schlick,Otto Neurath en Friedrich Waismann, richtte Carnap in de jaren ’20 de Weense Kring op,met als doel de uitwerking en verkondiging van het Logisch Positivisme. Het zou een van deinvloedrijkste bewegingen van de 20e-eeuwse filosofie worden en leiden tot de vestigingvan de wetenschapsfilosofie als nieuwe academische discipline.

bron: F.A. Muller in NRC Handelsblad van 24 december 1999

Volgens de ’logisch positivisten’ van de Weense Kring vormt de empirie het solidefundament voor de wetenschappen. Zinvolle wetenschappelijke uitspraken moeten viaobservatie-uitspraken tot onmiddellijke zintuiglijke indrukken herleid kunnen worden,zoals rond, ruw, rood. Deze zintuiglijke indrukken zijn immers onherroepelijk zeker.Dit leidde tot een tweetal demarcatiecriteria: het verificatieprincipe en hetconfirmatieprincipe.

4p 1 ■ Wat houden het verificatie- en het confirmatieprincipe in? Leg hierbij ook uit in welkopzicht confirmatie minder strikt is dan verificatie.

Hoewel de logisch positivisten schoon schip wilden maken in de filosofie, hebben hunideeën wel degelijk raakpunten met de traditionele wijsbegeerte. Zo namen zij stellingtegen de Kantiaanse traditie, onder andere door het synthetisch a priori ongeldig teverklaren, en grepen hiermee in feite terug op Hume.

4p 2 ■ Leg uit dat het synthetisch a priori van Kant niet verifieerbaar is volgens de logischpositivisten en dat zij hiermee aansluiten bij de opvatting van Hume.

Logisch positivisten huldigden de opvatting dat uitspraken, theorieën en hypothesenwaarvan de waarheidswaarde niet empirisch achterhaald kan worden tot het domein vande pseudo-wetenschap behoren. Geprikkeld door de kwestie van het onderscheid tussenwetenschap en pseudo-wetenschap kwam de wetenschapsfilosoof Popper met een andereoplossing dan verificatie.

4p 3 ■ Leg uit welke kentheoretische kritiek Popper op de Weense Kring heeft en welkdemarcatiecriterium hij heeft voorgesteld.

Ook Poppers strenge scheiding tussen wetenschap en pseudo-wetenschap is aan kritiekonderhevig. In zijn bespreking over het keurmerk van wetenschap blijkt volgens Buskesuit drie kritiekpunten dat ook Poppers demarcatiecriterium niet zonder problemen is.

5p 4 ■ Welke drie punten van kritiek op Popper worden door Buskes genoemd? Leg daarbij uitwelk van deze kritiekpunten ter verdediging van het Logisch Positivisme van de WeenseKring is aan te voeren.

200029 39 2 Lees verder

Pagina: 336Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 338: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 2 De ontdekking van de vitamine

tekst 2 In de eerste tien jaar van de twintigste eeuw worstelde de Engelse biochemicusF. G. Hopkins (1881–1947) met een onderzoeksprobleem. Men was erachter gekomen datkoolhydraten, vetten, eiwitten, zouten en water de voornaamste voedingsmiddelen zijn diedieren nodig hebben. Maar wanneer onderzoekers deze stoffen zuiverden, in hun natuurlijkeverhoudingen mengden en er dan muizen mee voerden, groeiden de dieren niet. Pas toenkleine hoeveelheden melk aan het dagelijks eten werden toegevoegd, floreerden de muizen.Hopkins vond vijf mogelijke verklaringen voor deze feiten, zoals bijvoorbeeld dat melk eenanti-gif was tegen giftige stoffen in de voeding, die hier mogelijk bij het produceren van dekunstmatige voeding in terecht gekomen waren. De vijf hypothetische verklaringen moestenéén voor één nauwkeurig onderzocht en getoetst worden. Hopkins voerde een groot aantalnieuwe proeven uit en koos uiteindelijk op grond daarvan één van de vijf hypothesen als juisteverklaring: de melk bevatte extra ’voedingsfactoren’ (vitaminen, in het moderne spraakgebruik)die het lichaam hielpen om de andere geabsorbeerde voedingsstoffen nuttig te gebruiken.In 1912 bracht Hopkins verslag uit over deze reeks van goed opgezette en zorgvuldiggecontroleerde proeven, die voldoende informatie gaven om een keuze te maken uit de vijfmogelijkheden en andere wetenschappers in staat te stellen ze te reproduceren. Hijzelf gafde voorkeur aan de verklaring met de ’voedingsfactoren’, maar probeerde deze verklaring teweerleggen door bewijsmateriaal voor de alternatieven te vinden.

bron: ’Wetenschap en samenleving’, B. Dixon, Maastricht/Brussel, 1991, pag. 69

Je kunt twee manieren van redeneren onderscheiden, die deductie en inductie wordengenoemd.Hopkins stelde op grond van waarnemingen vijf hypothesen op om te verklaren waaromkleine beetjes melk zo belangrijk waren in het menu van muizen, terwijl eerder werdaangenomen dat ze buiten die melk in hun dieet al genoeg zouden moeten binnenkrijgenaan bouwstoffen.Na een nieuwe serie proeven kwam hij tot de conclusie dat één van zijn vijf hypothesende juiste verklaring weergaf.

4p 5 ■ Leg uit wat inductie en deductie inhouden.

Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee over het algemeen in de wetenschapgeredeneerd wordt, zijn veel wetenschapsfilosofen van mening dat honderd procentzekerheid over de juistheid van een verklaring nooit te bereiken is. Zo zou volgensHempel nooit met zekerheid vast te stellen zijn dat onder de vijf door Hopkins gevondenverklaringen één of meer de juiste zou zijn. Met name bij de betrouwbaarheid vaninductie zijn kanttekeningen te plaatsen.

4p 6 ■ Leg aan de hand van Hempels bezwaren tegen inductie uit dat Hopkins er toch niethonderd procent zeker van kon zijn dat één van zijn verklaringen inderdaad de juiste was.Geef hiervoor twee redenen.

200029 39 3 Lees verder

Pagina: 337Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 339: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Hopkins gaf naar aanleiding van zijn onderzoekingen vijf hypothetische verklaringenweer, ook toen hij zelf al een voorkeur voor één van de verklaringen had. Daarbij gaf hij,door de nauwkeurige beschrijving van zijn proeven, niet alleen andere wetenschappers degelegenheid om hem te controleren, maar bovendien probeerde hij zelf de verklaring diezijn voorkeur had te weerleggen.Het lijkt tegenstrijdig dat een wetenschapper juist die verklaring van een verschijnsel diehem het waarschijnlijkst lijkt, probeert te weerleggen. Zelfs als het zo is, zoals Poppermeent, dat we ook in de wetenschap nooit ’de’ waarheid kunnen bereiken, dan nog is hetde bedoeling deze steeds dichter te naderen. Het doel van wetenschap blijft immers hetzoeken naar ware kennis, niet het omverwerpen daarvan.

3p 7 ■ Waarom is het volgens Popper belangrijk dat men serieus poogt de eigen theorie tefalsifiëren bij het zoeken naar waarheid?

■■■■ Opgave 3 Literatuur

tekst 3 ’Wat niet goed is, is niet geschreven’. Onder deze titel verscheen een recensie van de wetenschappelijke editie van GerritAchterbergs poëzie. Deze wetenschappelijke editie wordt in de recensie ook wel dehistorisch-kritische editie genoemd.De editie bevat een overzicht van het werk en zijn ontstaansgeschiedenis. Zo zijn er vijftigjeugdverzen in opgenomen naast een aantal gedichten die niet eerder werden gebundeld.Verder zijn brieven opgenomen waarin Achterberg van vroege gedichten melding maakt,fragmenten van gedichten en gedichten met open varianten. In de recensie wordt de vraag opgeworpen waar dit eigenlijk allemaal goed voor is: „saaie,door de wetenschappelijke weergave bovendien moeilijk te wegen varianten en eeneindeloze opsomming van welke gedichten Achterberg naar welk tijdschrift stuurde en welkedaarin ook daadwerkelijk verschenen, welke niet en waar hij die dan weer naar toestuurde”.Een antwoord wordt in de recensie zelf gegeven: de zin van een historisch-kritische editie isdat deze laat zien hoe de tekst zich historisch ontwikkeld heeft, vanaf de eerste overgeleverdeversie tot en met de laatste door de auteur geautoriseerde. Het woord ’kritisch’ slaat op deinspanningen die van de editeur verlangd worden, die moet afwegen wat echte varianten zijnen wat niet. Een historisch-kritische editie is een materiaalverzameling waarmee onderzoekersaan de slag kunnen, niet meer en niet minder.

bron: NRC-Handelsblad van 23 juni 2000

Eind negentiende eeuw werd in Duitsland de vraag opgeroepen via welke methodewetenschappelijk onderzoek uitgevoerd diende te worden. Dilthey behoorde tot diegenendie vonden dat er principieel onderscheid moest worden gemaakt tussen denatuurwetenschappen aan de ene kant en de geesteswetenschappen aan de andere kant.

4p 8 ■ Geef twee argumenten die door Dilthey werden gehanteerd bij het ondersteunen vandeze stelling.

Het is de taak van de eindredacteur uit te maken wat wel en wat niet in een kritischeeditie wordt opgenomen. Met dit door hem in de kritische editie geleverde materiaalkunnen vervolgens andere onderzoekers aan de slag.Sommige wetenschapsfilosofen hebben de stelling verdedigd dat (wetenschappelijk)onderzoek in het ideale geval begint met de onvooringenomen weergave van alle gegevens.

4p 9 ■ Noem twee kritiekpunten van Hempel op deze stelling en illustreer je antwoord aan dehand van tekst 3.

Het historisch belang van een oud document of een oud boek kan vereisen dat hetnatuurwetenschappelijk wordt onderzocht. Daarmee wordt het boek toegankelijk voornatuurwetenschappelijk waarnemen en kennis.Maar het handschrift kan ook op een geesteswetenschappelijke wijze worden onderzocht.

3p 10 ■ Wat is het verschil tussen de natuurwetenschappelijke methode van onderzoek enerzijds ende geesteswetenschappelijke methode anderzijds bij het onderzoeken van een oud boek?

200029 39 4 Lees verder

Pagina: 338Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 340: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

De recensie, genoemd in tekst 3 verwijst ook naar reacties van tijdgenoten op de eerstegedichten van Achterberg. Over sommige, erotisch expliciete, gedichten was niet iedereeneven enthousiast.Het is denkbaar dat ook onderzoekers al naar gelang hun achtergrond bij hun onderzoeknaar de gedichten van Achterberg beïnvloed of bevooroordeeld zouden kunnen worden.Dilthey wijst erop dat persoonlijke betrokkenheid niet alleen onvermijdelijk is, maar zelfswenselijk.

3p 11 ■ Welke rol speelt de persoonlijke betrokkenheid van de onderzoeker volgens Dilthey bijgeesteswetenschappelijk onderzoek?

In deze opgave kwamen tot nu toe twee wetenschapsopvattingen aan bod, de meerpositivistische en de geesteswetenschappelijke. Daarnaast bestaan andere opvattingen.De positie van Wittgenstein wordt door Buskes omschreven als wezenlijk verschillend vandie van de logisch positivisten. Toch kwam Wittgenstein niet in het kamp van degeesteswetenschappers terecht.

3p 12 ■ Maak duidelijk dat Wittgenstein zich zowel onderscheidde van de positivisten als van degeesteswetenschappers. Noem in beide gevallen één overeenkomst en één verschil.

200029 39 5

Einde

Pagina: 339Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 341: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

200029 38 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 02Tijdvak 2

Vrijdag 21 juni10.00 –13.00 uur

Filo

sofi

e (o

ud

e st

ijl)

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 42 punten tebehalen; het examen bestaat uit 11 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 340Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 342: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 De empirische werkelijkheid

tekst 1 Na de Eerste Wereldoorlog keek de denker Rudolf Carnap in Wenen uit het raam en zag eengeteisterde wereld. De mensen teisteren de wereld en teisteren elkaar omdat ze geteisterdworden door totalitaire waanzin ter linker- en ter rechterzijde, door religieuze rimram en doorwijsgerige wartaal. Pas wanneer dit allemaal is verdwenen, wanneer de mensen hunhoofden op orde hebben, kan het beter gaan. Alleen de wetenschap is in staat enigtegenwicht te bieden aan deze gigantische krachten: onbevangen onderzoek dat leidt tottheorieën die we aanvaarden of verwerpen op basis van wat we met onze eigen ogen zien.Dit is het grondinzicht van het Logisch Positivisme, een radicale visie op mens en wereld diezich geheel baseert op de wetenschap en de logica. Carnap wilde de traditionele metafysicaontmaskeren en begraven. Met gelijkgezinde kornuiten, waaronder Moritz Schlick,Otto Neurath en Friedrich Waismann, richtte Carnap in de jaren ’20 de Weense Kring op,met als doel de uitwerking en verkondiging van het Logisch Positivisme. Het zou een van deinvloedrijkste bewegingen van de 20e-eeuwse filosofie worden en leiden tot de vestigingvan de wetenschapsfilosofie als nieuwe academische discipline.

bron: F.A. Muller in NRC Handelsblad van 24 december 1999

Volgens de ’logisch positivisten’ van de Weense Kring vormt de empirie het solidefundament voor de wetenschappen. Zinvolle wetenschappelijke uitspraken moeten viaobservatie-uitspraken tot onmiddellijke zintuiglijke indrukken herleid kunnen worden,zoals rond, ruw, rood. Deze zintuiglijke indrukken zijn immers onherroepelijk zeker.Dit leidde tot een tweetal demarcatiecriteria: het verificatieprincipe en hetconfirmatieprincipe.

4p 1 ■ Wat houden het verificatie- en het confirmatieprincipe in? Leg hierbij ook uit in welkopzicht confirmatie minder strikt is dan verificatie.

Logisch positivisten huldigden de opvatting dat uitspraken, theorieën en hypothesenwaarvan de waarheidswaarde niet empirisch achterhaald kan worden tot het domein vande pseudo-wetenschap behoren. Geprikkeld door de kwestie van het onderscheid tussenwetenschap en pseudo-wetenschap kwam de wetenschapsfilosoof Popper met een andereoplossing dan verificatie.

4p 2 ■ Leg uit welke kentheoretische kritiek Popper op de Weense Kring heeft en welkdemarcatiecriterium hij heeft voorgesteld.

Ook Poppers strenge scheiding tussen wetenschap en pseudo-wetenschap is aan kritiekonderhevig. In zijn bespreking over het keurmerk van wetenschap blijkt volgens Buskesuit drie kritiekpunten dat ook Poppers demarcatiecriterium niet zonder problemen is.

5p 3 ■ Welke drie punten van kritiek op Popper worden door Buskes genoemd? Leg daarbij uitwelk van deze kritiekpunten ter verdediging van het Logisch Positivisme van de WeenseKring is aan te voeren.

200029 38 2 Lees verder

Pagina: 341Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 343: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 2 De ontdekking van de vitamine

tekst 2 In de eerste tien jaar van de twintigste eeuw worstelde de Engelse biochemicusF.G. Hopkins (1881–1947) met een onderzoeksprobleem. Men was erachter gekomen datkoolhydraten, vetten, eiwitten, zouten en water de voornaamste voedingsmiddelen zijn diedieren nodig hebben. Maar wanneer onderzoekers deze stoffen zuiverden, in hun natuurlijkeverhoudingen mengden en er dan muizen mee voerden, groeiden de dieren niet. Pas toenkleine hoeveelheden melk aan het dagelijks eten werden toegevoegd, floreerden de muizen.Hopkins vond vijf mogelijke verklaringen voor deze feiten, zoals bijvoorbeeld dat melk eenanti-gif was tegen giftige stoffen in de voeding, die hier mogelijk bij het produceren van dekunstmatige voeding in terecht gekomen waren. De vijf hypothetische verklaringen moestenéén voor één nauwkeurig onderzocht en getoetst worden. Hopkins voerde een groot aantalnieuwe proeven uit en koos uiteindelijk op grond daarvan één van de vijf hypothesen als juisteverklaring: de melk bevatte extra ’voedingsfactoren’ (vitaminen, in het moderne spraakgebruik)die het lichaam hielpen om de andere geabsorbeerde voedingsstoffen nuttig te gebruiken.In 1912 bracht Hopkins verslag uit over deze reeks van goed opgezette en zorgvuldiggecontroleerde proeven, die voldoende informatie gaven om een keuze te maken uit de vijfmogelijkheden en andere wetenschappers in staat te stellen ze te reproduceren. Hijzelf gafde voorkeur aan de verklaring met de ’voedingsfactoren’, maar probeerde deze verklaring teweerleggen door bewijsmateriaal voor de alternatieven te vinden.

bron: ’Wetenschap en samenleving’, B. Dixon, Maastricht/Brussel, 1991, pag. 69

Je kunt twee manieren van redeneren onderscheiden, die deductie en inductie wordengenoemd.Hopkins stelde op grond van waarnemingen vijf hypothesen op om te verklaren waaromkleine beetjes melk zo belangrijk waren in het menu van muizen, terwijl eerder werdaangenomen dat ze buiten die melk in hun dieet al genoeg zouden moeten binnenkrijgenaan bouwstoffen.Na een nieuwe serie proeven kwam hij tot de conclusie dat één van zijn vijf hypothesende juiste verklaring weergaf.

4p 4 ■ Leg uit wat inductie en deductie inhouden.

Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee over het algemeen in de wetenschapgeredeneerd wordt, zijn veel wetenschapsfilosofen van mening dat honderd procentzekerheid over de juistheid van een verklaring nooit te bereiken is. Zo zou volgensHempel nooit met zekerheid vast te stellen zijn dat onder de vijf door Hopkins gevondenverklaringen één of meer de juiste zou zijn. Met name bij de betrouwbaarheid vaninductie zijn kanttekeningen te plaatsen.

4p 5 ■ Leg aan de hand van Hempels bezwaren tegen inductie uit dat Hopkins er toch niethonderd procent zeker van kon zijn dat één van zijn verklaringen inderdaad de juiste was.Geef hiervoor twee redenen.

200029 38 3 Lees verder

Pagina: 342Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 344: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Hopkins gaf naar aanleiding van zijn onderzoekingen vijf hypothetische verklaringenweer, ook toen hij zelf al een voorkeur voor één van de verklaringen had. Daarbij gaf hij,door de nauwkeurige beschrijving van zijn proeven, niet alleen andere wetenschappers degelegenheid om hem te controleren, maar bovendien probeerde hij zelf de verklaring diezijn voorkeur had te weerleggen.Het lijkt tegenstrijdig dat een wetenschapper juist die verklaring van een verschijnsel diehem het waarschijnlijkst lijkt, probeert te weerleggen. Zelfs als het zo is, zoals Poppermeent, dat we ook in de wetenschap nooit ’de’ waarheid kunnen bereiken, dan nog is hetde bedoeling deze steeds dichter te naderen. Het doel van wetenschap blijft immers hetzoeken naar ware kennis, niet het omverwerpen daarvan.

3p 6 ■ Waarom is het volgens Popper belangrijk dat men serieus poogt de eigen theorie tefalsifiëren bij het zoeken naar waarheid?

Wittgenstein maakt een onderscheid tussen ’zinvol taalgebruik’ en ’zinloos taalgebruik’.Zinvol taalgebruik moet ’elementaire standen van zaken’ weergeven of ’afbeelden’(Buskes). Een stand van zaken kun je ook een feit noemen. Wittgenstein ging er bij hetmaken van het onderscheid tussen zinvol en zinloos taalgebruik van uit dat dewerkelijkheid voor ons kenbaar is.

4p 7 ■ Leg uit hoe ’zinvol taalgebruik’ bij Wittgenstein samenhangt met uitspraken overelementaire standen van zaken of feiten.Leg tevens uit hoe hierbij voorondersteld is dat de werkelijkheid kenbaar is.

■■■■ Opgave 3 Literatuur

tekst 3 ’Wat niet goed is, is niet geschreven’. Onder deze titel verscheen een recensie van de wetenschappelijke editie van GerritAchterbergs poëzie. Deze wetenschappelijke editie wordt in de recensie ook wel dehistorisch-kritische editie genoemd.De editie bevat een overzicht van het werk en zijn ontstaansgeschiedenis. Zo zijn er vijftigjeugdverzen in opgenomen naast een aantal gedichten die niet eerder werden gebundeld.Verder zijn brieven opgenomen waarin Achterberg van vroege gedichten melding maakt,fragmenten van gedichten en gedichten met open varianten. In de recensie wordt de vraag opgeworpen waar dit eigenlijk allemaal goed voor is: „saaie,door de wetenschappelijke weergave bovendien moeilijk te wegen varianten en eeneindeloze opsomming van welke gedichten Achterberg naar welk tijdschrift stuurde en welkedaarin ook daadwerkelijk verschenen, welke niet en waar hij die dan weer naar toestuurde”.Een antwoord wordt in de recensie zelf gegeven: de zin van een historisch-kritische editie isdat deze laat zien hoe de tekst zich historisch ontwikkeld heeft, vanaf de eerste overgeleverdeversie tot en met de laatste door de auteur geautoriseerde. Het woord ’kritisch’ slaat op deinspanningen die van de editeur verlangd worden, die moet afwegen wat echte varianten zijnen wat niet. Een historisch-kritische editie is een materiaalverzameling waarmee onderzoekersaan de slag kunnen, niet meer en niet minder.

bron: NRC-Handelsblad van 23 juni 2000

Eind negentiende eeuw werd in Duitsland de vraag opgeroepen via welke methodewetenschappelijk onderzoek uitgevoerd diende te worden. Dilthey behoorde tot diegenendie vonden dat er principieel onderscheid moest worden gemaakt tussen denatuurwetenschappen aan de ene kant en de geesteswetenschappen aan de andere kant.

4p 8 ■ Geef twee argumenten die door Dilthey werden gehanteerd bij het ondersteunen vandeze stelling.

200029 38 4 Lees verder

Pagina: 343Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 345: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Het is de taak van de eindredacteur uit te maken wat wel en wat niet in een kritischeeditie wordt opgenomen. Met dit door hem in de kritische editie geleverde materiaalkunnen vervolgens andere onderzoekers aan de slag.Sommige wetenschapsfilosofen hebben de stelling verdedigd dat (wetenschappelijk)onderzoek in het ideale geval begint met de onvooringenomen weergave van alle gegevens.

4p 9 ■ Noem twee kritiekpunten van Hempel op deze stelling en illustreer je antwoord aan dehand van tekst 3.

Het historisch belang van een oud document of een oud boek kan vereisen dat hetnatuurwetenschappelijk wordt onderzocht. Daarmee wordt het boek toegankelijk voornatuurwetenschappelijk waarnemen en kennis.Maar het handschrift kan ook op een geesteswetenschappelijke wijze worden onderzocht.

3p 10 ■ Wat is het verschil tussen de natuurwetenschappelijke methode van onderzoek enerzijds ende geesteswetenschappelijke methode anderzijds bij het onderzoeken van een oud boek?

De recensie, genoemd in tekst 3 verwijst ook naar reacties van tijdgenoten op de eerstegedichten van Achterberg. Over sommige, erotisch expliciete, gedichten was niet iedereeneven enthousiast.Het is denkbaar dat ook onderzoekers al naar gelang hun achtergrond bij hun onderzoeknaar de gedichten van Achterberg beïnvloed of bevooroordeeld zouden kunnen worden.Dilthey wijst erop dat persoonlijke betrokkenheid niet alleen onvermijdelijk is, maar zelfswenselijk.

3p 11 ■ Welke rol speelt de persoonlijke betrokkenheid van de onderzoeker volgens Dilthey bijgeesteswetenschappelijk onderzoek?

200029 38 5

Einde

Pagina: 344Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 346: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

����

100015 46 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 01Tijdvak 1

Maandag 28 mei9.00 –12.00 uur

Filo

sofi

e (n

ieu

we

stijl

)

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 46 punten tebehalen; het examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 345Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 347: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

���� Opgave 1 Het ontstaan van leven

Tot in de 19e eeuw geloofde men in ’spontane generatie’, dat wil zeggen dat bepaalde,eenvoudige levende wezens uit dode materie kunnen ontstaan zonder dat daarvoortplanting door ouder-dieren aan te pas komt. Aristoteles had al ’geconstateerd’ datschelpdieren uit modder ontstaan, en sommige soorten insecten en vissen uit rottendesubstanties. Meer dan tweeduizend jaar na hem geloofde men nog dat bijvoorbeeldvliegen vanzelf in voedselresten of in paardenvijgen ontstonden.In de 18e eeuw werden er zowel experimenten gedaan om te bewijzen dat er micro-organismen zoals bacteriën in bouillon kunnen ontstaan, als om het tegendeel aan tetonen.De Engelse geleerde John Needham probeerde aan te tonen dat zelfs in flessen metbouillon die verzegeld waren, ’leven’ ontstond, ook wanneer de bouillon vlak voor hetafsluiten nog verhit was; inderdaad trof hij na verloop van tijd bacteriën aan in zijnflessen. Zijn conclusie was dat in organische materie, zoals bouillon, spontaanlevensvormen konden ontstaan.Voor de Italiaan Lazzaro Spallanzani, was dit nog niet overtuigend. Deze redeneerde:„We moeten nog veel zorgvuldiger uitsluiten dat er op de één of andere manier ’kiemen’van bacteriën meekomen in de flessen waar je mee experimenteert, voordat ze hermetischworden afgesloten. Als er ook dan geen ’leven’ in de flessen ontstaat, dan hebben we vooreens en altijd met die mythe van ’spontane generatie’ afgerekend”. Hiertoe herhaalde hijNeedhams experiment, waarbij hij echter niet alleen de bouillon, maar ook de luchtverhitte, die zich in de flessen bevond. Toen werd er ook na lang wachten geen spoor vanbacteriën aangetroffen. Spallanzani’s conclusie was dat leven niet spontaan kon ontstaan,in welke soort stof dan ook; maar dat er normaal gesproken reeds bestaande ’kiemen’ vanmicro-organismen in de lucht zweven, die door verhitting te gronde gaan. Aangezien ergeen micro-organismen in de flessen waren ontstaan, konden organismen dus nietspontaan ontstaan.

Tegenwoordig doen deze gevolgtrekkingen over het ontstaan van het leven, op grond vaneenvoudige experimenten, wat naïef aan. Je kunt je afvragen of je een geloofwaardigeconclusie kunt baseren op één of zeer weinig waarnemingen.In bovenstaande tekst worden algemene, wetenschappelijke conclusies getrokken op basisvan waarnemingen. Filosofen echter menen dat het trekken van conclusies uit onderzoekdat op waarneming gebaseerd is, op een probleem stuit. Dit wordt aangeduid met ’hetinductieprobleem’.

4p 1 �� Wat houdt het inductieprobleem in? Leg hierbij ook uit wat inductie inhoudt.

Volgens het door Carl Hempel beschreven ’inductivisme’ begint wetenschap met het doenvan waarnemingen; dit zou het eerste van in totaal vier stadia van wetenschappelijkonderzoek zijn. Hempel levert echter kritiek op dit zogenaamde ’eng-inductivisme’ in devorm van een bezwaar tegen elk van deze vier stadia. Twee van deze bezwaren hebbenbetrekking op het idee dat wetenschappelijk onderzoek begint bij louter waarneming.

4p 2 �� Geef de twee kritiekpunten van Hempel weer op de visie dat het startpunt vanwetenschappelijk onderzoek is gelegen in de waarneming.

Voor Karl Popper onderscheidt wetenschap zich van pseudo-wetenschap door de mogelijkheid om een theorie te onderwerpen aan een ’kritische toets’. Uit een pseudo-wetenschappelijke theorie zou zo’n kritische toets niet afgeleid kunnen worden.

4p 3 �� In welk opzicht kunnen de boven beschreven experimenten wel gezien worden als eenkritische toets in de zin van Popper, en in welk opzicht niet? Noem in je antwoord twee voorwaarden waaraan een kritische toets in de zin van Poppermoet voldoen, en leg uit welke rol deze toets speelt in de demarcatie.

100015 46 2 Lees verder

Pagina: 346Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 348: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

De experimenten van Needham en Spallanzani hadden geen ander ’leven’ tot object dandat van micro-organismen, die al dan niet ’vanzelf’ in het laboratorium-materiaal terechtwaren gekomen. Tegenwoordig windt men zich vaak op over dierproeven in laboratoria,die in dienst van verschillende wetenschappelijke disciplines plaatsvinden, bijvoorbeeld inhet belang van de vooruitgang op medisch gebied. Het gaat daarbij vaak om ernstigeziektes, die op een andere manier niet of moeilijk te genezen zijn.

4p 4 �� Vind jij het ethisch verantwoord om, door middel van dierproeven, dieren te gebruiken inhet belang van de gezondheid van de mens?Betrek in je antwoord wat een deontologisch, en wat een utilistisch standpunt hierin zoukunnen zijn, en maak zelf een afweging.

���� Opgave 2 Wetenschap en pseudo-wetenschap

Columniste Nelleke Noordervliet vergelijkt onder de titel ’De verdiensten van Freud’ inonderstaande tekst verschillende vormen van therapie.

tekst 1 Franz Anton Mesmer, de achttiende eeuwse Oostenrijkse wonderdokter, genas de beroem-de pianiste Marie-Thérèse von Paradis van blindheid. Hij deed dat met behulp van eentherapie die was gebaseerd op het animaal magnetisme, zijn theorie over de oorzaak en degenezing van ziekten. Die theorie bleek achteraf baarlijke nonsens. Maar de genezing waseen feit.De behandeling werd bij hem aan huis gegeven in een koesterende omgeving. Hij besteed-de veel aandacht aan de patiënte en hield lange, kalmerende gesprekken met haar. Depraktijk bewees zijn theorie, meende hij. Voor ons is achteraf makkelijk vast te stellen dat depsychosomatische klachten van de pianiste werden genezen door aandacht en erkenning.Wij leven met een andere theorie dan het animaal magnetisme. Het is heel goed mogelijkdat ook onze theorie onjuist zal blijken te zijn. Volgens het principe van aandacht werken allevormen van psychotherapie (…) Psychotherapie is een professionalisering van wat, rommeligen onvolmaakt, wordt gedaan door vrienden en familie.

bron: Nelleke Noordervliet, ’De verdiensten van Freud’, De Volkskrant, 17 april 2000

Stel dat een persoon met psychosomatische klachten bij een ervaren psychotherapeutkomt met het verzoek om behandeld te worden. De therapeut behandelt de patiënt en naverloop van tijd is de patiënt genezen, dat wil zeggen: hij heeft geen psychosomatischeklachten meer.

4p 5 �� Zou dit kunnen gelden als experiment ter ondersteuning van de wetenschappelijke statusvan de psycho-analytische theorie van Freud? Geef een argumentatie voor je antwoord.

100015 46 3 Lees verder

Pagina: 347Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 349: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

In zijn inleidend college tot de psychoanalyse aan de Universiteit van Wenen bespreektSigmund Freud in 1915 de weerstand tegen zijn vakgebied, de psychoanalyse. Desamenleving kan volgens Freud het onderzoeksresultaat van de psychoanalyse nietverdragen.

tekst 2 Het liefst zou ze het als esthetisch afstotend, moreel verwerpelijk of als gevaarlijkbrandmerken. Doch met zulke bedenkingen kan men een vermoedelijk objectief resultaatvan wetenschappelijke arbeid geenszins aantasten. Het protest moet worden vertaald inintellectuele termen, wil het zich gehoor verschaffen. Nu ligt het in de menselijke natuur datmen geneigd is iets voor onjuist te houden als men het niet prettig vindt, en dan is hetgemakkelijk om er argumenten tegen te vinden. De samenleving maakt dus van hetonwelgevallige iets dat onjuist is, ze bestrijdt de waarheden van de psychoanalyse metlogische en zakelijke argumenten, maar put daarbij uit affectieve bronnen en houdt dezetegenwerpingen als vooroordelen staande tegen alle pogingen tot weerlegging.

bron: Sigmund Freud, Colleges inleiding tot de psychoanalyse, Inleiding tot dePsychoanalyse 1/2, vertaling van Wilfred Oranje, Nederlandse Freud Editie, Boom, Meppelen Amsterdam, 1989

Popper zou het met deze verdediging van Freud waarschijnlijk niet oneens geweest zijn.Popper was het daarentegen wel oneens met de wetenschappelijke status die de psychoanalyse kreeg toegeschreven. De psychoanalyse is volgens Popper geenwetenschap.

4p 6 �� Leg aan de hand van twee kritiekpunten op de psychoanalytische theorie van Freud uitdat de psychoanalyse volgens Popper geen wetenschap is.

Het demarcatiecriterium van Popper om wetenschap te onderscheiden van pseudo-wetenschap is op zijn beurt op een aantal punten bekritiseerd. Chris Buskes vat dezekritiek samen in drie punten. Een ervan is dat het demarcatiecriterium erg streng is,omdat elke theorie bij een tegenvoorbeeld verworpen wordt. Een veelbelovende theoriekan ook tijdelijk in bescherming genomen worden.

4p 7 �� Welke andere twee punten van kritiek op het demarcatiecriterium van Popper noemtBuskes?

In de 20e eeuw hebben verscheidene wetenschappers getracht nauwkeurig te formulerenwat de taak is van de filosofie. Volgens de Weense Kring zouden uitspraken van filosofenvoortaan louter op hun wetenschappelijkheid en logische consistentie beoordeeld moetenworden. Zo worden bij de Weense Kring bepaalde gebieden van de filosofie als zinlooster zijde geschoven.Wittgenstein was van mening dat de filosofie slechts moest onderzoeken wat helder intaal uit te drukken is. Waar het om draait in het leven, maar wat de wetenschap noch defilosofie kan verduidelijken, noemt hij ’das Mystische’, het mystieke, het hogere. De voorde mens belangrijkste vragen als: „wat is de zin van het leven?”, „wat is geluk?” en „wat isschoonheid?” zijn volgens Wittgenstein door de filosofie niet te beantwoorden.

3p 8 �� In welk opzicht kan de psychoanalyse van Freud beschouwd worden als een nieuwparadigma in de zin van Kuhn?

100015 46 4 Lees verder

Pagina: 348Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 350: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

���� Opgave 3 Het verleden begrijpen

tekst 3 Richard Holmes doet in zijn boek ’Voetsporen’ verslag van zijn pogingen het spoor terug tevinden van enkele schrijvers uit de achttiende eeuw. Her en der in zijn boek bezint Holmeszich op zijn bezigheden als biograaf. Hij onderscheidt daarbij twee aspecten.Het eerste is het verzamelen van feitenmateriaal: de chronologie, de plaatsen en personendie belangrijk waren.Het tweede is de vorming van een relatie tussen de biograaf en zijn onderwerp. Holmesspreekt van een permanente, levendige dialoog. Daarin worden motieven geanalyseerd enopvattingen besproken. Holmes geeft toe dat deze dialoog fictie is: de ander is er tenslotteniet meer. Dat maakt de dialoog volgens hem echter niet minder waardevol. Deze fictieverelatie begint met een vereenzelviging met het onderwerp, een soort verering die wel watweg heeft van een liefdesverhouding.Over de motieven om zichzelf te vereenzelvigen met R. L. Stevenson, de schrijver van’Schateiland’, zegt Holmes: „… ze hadden te maken met de confrontatie tussen religieuzeopvoeding en verloren geloof, waarbij Stevensons calvinisme te vergelijken was met mijnkatholicisme.”Holmes beseft echter ook dat deze fictieve relatie tot de voorbereidende fase behoort.Pas als de naïeve vereenzelviging voorbij is, kan het doel van de biograaf in zicht komen:onpersoonlijke, objectieve weergave.

bron: Richard Holmes, Voetsporen, Contact, Amsterdam, 1986

Over de wetenschappelijke status van de geschiedschrijving is al sinds de negentiendeeeuw een debat gaande. Een van degenen die een bijdrage leverden was de historicusDroysen. Volgens hem staan in de geschiedwetenschap verschijnselen centraal waaraanmensen vorm hebben gegeven. De essentie van het werk van de historicus is hetbegrijpelijk maken ofwel het interpreteren van het verleden. Dit begrijpelijk makenverdeelde hij in vier fasen: pragmatische interpretatie, interpretatie van de voorwaarden,psychologische interpretatie en interpretatie van de ideeën.

4p 9 �� Welke twee van de door Droysen genoemde fasen zijn in tekst 3 te herkennen? Leg deze twee fasen uit in je antwoord.

Lorenz maakt in ’De constructie van het verleden’ duidelijk dat de positivistische visie opverklaringen afwijkt van de hermeneutische visie, waarvan Droysen een aanhanger was.Volgens positivisten dient de zogenaamde wetmatige verklaring op alle gebieden vanwetenschap, inclusief de historische, gebruikt te worden.De wetmatige verklaring heeft de volgende drie kenmerken. Ten eerste hebben wetteneen voorwaardelijke vorm, ten tweede zijn oorzakelijke relaties algemeen van aard en tenderde verschillen verklaringen logisch gezien niet wezenlijk van voorspellingen.Niet alle historici zijn het met deze visie op verklaringen eens.

4p 10 �� Leg uit wat het tweede kenmerk inhoudt. Met welk argument verzetten niet-positivistische historici zich juist tegen dit tweede kenmerk?

Dilthey probeerde de geesteswetenschappen af te bakenen van de natuurwetenschappen.De geesteswetenschappen zijn volgens hem gefundeerd in de samenhang van leven,uitdrukken en begrijpen.Deze samenhang wordt door Dilthey ook wel omschreven als „de specifieke methodewaardoor de mensheid als geesteswetenschappelijk object voor ons verschijnt”. (Kritiekvan de historische rede, blz. 133 (Nederlandse vertaling))

4p 11 �� Maak duidelijk waarom het naar de mening van Dilthey van belang is dat ’menselijkezaken’ volgens de geesteswetenschappelijke methode worden bestudeerd.Maak tevens duidelijk waarin deze methode zich van de natuurwetenschappelijkemethode onderscheidt.

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

100015 46 5 Lees verder

Pagina: 349Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 351: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

In de twintigste eeuw zijn visies op kennis ontwikkeld die nogal afwijken van opvattingendie eerder werden gehuldigd. Dat het menselijk kenvermogen los van alle contexten enbelangen zou opereren, wordt door steeds minder filosofen onderschreven. Tegenwoordigoverheerst de gedachte dat kennis op veelal subtiele wijze beïnvloed wordt door factorenvan bijvoorbeeld economische, politieke en persoonlijke aard.

3p 12 �� Laat zien, met behulp van gegevens uit de inleiding bij deze opgave, dat de opvatting vanHolmes over biografische kennis zowel kenmerken vertoont van de nieuwe als van deoudere visie op kennis.Geef ook aan welke opvatting bij Holmes uiteindelijk de voorkeur lijkt te krijgen.

Einde

100015 46 6

Pagina: 350Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 352: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

����

100015 45 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 01Tijdvak 1

Maandag 28 mei9.00 –12.00 uur

Filo

sofi

e (o

ud

e st

ijl)

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 49 punten tebehalen; het examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 351Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 353: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

���� Opgave 1 Het ontstaan van leven

Tot in de 19e eeuw geloofde men in ’spontane generatie’, dat wil zeggen dat bepaalde,eenvoudige levende wezens uit dode materie kunnen ontstaan zonder dat daarvoortplanting door ouder-dieren aan te pas komt. Aristoteles had al ’geconstateerd’ datschelpdieren uit modder ontstaan, en sommige soorten insecten en vissen uit rottendesubstanties. Meer dan tweeduizend jaar na hem geloofde men nog dat bijvoorbeeldvliegen vanzelf in voedselresten of in paardenvijgen ontstonden.In de 18e eeuw werden er zowel experimenten gedaan om te bewijzen dat er micro-organismen zoals bacteriën in bouillon kunnen ontstaan, als om het tegendeel aan te tonen.De Engelse geleerde John Needham probeerde aan te tonen dat zelfs in flessen metbouillon die verzegeld waren, ’leven’ ontstond, ook wanneer de bouillon vlak voor hetafsluiten nog verhit was; inderdaad trof hij na verloop van tijd bacteriën aan in zijnflessen. Zijn conclusie was dat in organische materie, zoals bouillon, spontaanlevensvormen konden ontstaan.Voor de Italiaan Lazzaro Spallanzani, was dit nog niet overtuigend. Deze redeneerde:„We moeten nog veel zorgvuldiger uitsluiten dat er op de één of andere manier ’kiemen’van bacteriën meekomen in de flessen waar je mee experimenteert, voordat ze hermetischworden afgesloten. Als er ook dan geen ’leven’ in de flessen ontstaat, dan hebben we vooreens en altijd met die mythe van ’spontane generatie’ afgerekend”. Hiertoe herhaalde hijNeedhams experiment, waarbij hij echter niet alleen de bouillon, maar ook de luchtverhitte, die zich in de flessen bevond. Toen werd er ook na lang wachten geen spoor vanbacteriën aangetroffen. Spallanzani’s conclusie was dat leven niet spontaan kon ontstaan,in welke soort stof dan ook; maar dat er normaal gesproken reeds bestaande ’kiemen’ vanmicro-organismen in de lucht zweven, die door verhitting te gronde gaan. Aangezien ergeen micro-organismen in de flessen waren ontstaan, konden organismen dus nietspontaan ontstaan.

Tegenwoordig doen deze gevolgtrekkingen over het ontstaan van het leven, op grond vaneenvoudige experimenten, wat naïef aan. Je kunt je afvragen of je een geloofwaardigeconclusie kunt baseren op één of zeer weinig waarnemingen.In bovenstaande tekst worden algemene, wetenschappelijke conclusies getrokken op basisvan waarnemingen. Filosofen echter menen dat het trekken van conclusies uit onderzoekdat op waarneming gebaseerd is, op een probleem stuit. Dit wordt aangeduid met ’hetinductieprobleem’.

4p 1 �� Wat houdt het inductieprobleem in? Leg hierbij ook uit wat inductie inhoudt.

Volgens het door Carl Hempel beschreven ’inductivisme’ begint wetenschap met het doenvan waarnemingen; dit zou het eerste van in totaal vier stadia van wetenschappelijkonderzoek zijn. Hempel levert echter kritiek op dit zogenaamde ’eng-inductivisme’ in devorm van een bezwaar tegen elk van deze vier stadia. Twee van deze bezwaren hebbenbetrekking op het idee dat wetenschappelijk onderzoek begint bij louter waarneming.

4p 2 �� Geef de twee kritiekpunten van Hempel weer op de visie dat het startpunt vanwetenschappelijk onderzoek is gelegen in de waarneming.

Voor Karl Popper onderscheidt wetenschap zich van pseudo-wetenschap door de mogelijkheid om een theorie te onderwerpen aan een ’kritische toets’. Uit een pseudo-wetenschappelijke theorie zou zo’n kritische toets niet afgeleid kunnen worden.

4p 3 �� In welk opzicht kunnen de boven beschreven experimenten wel gezien worden als eenkritische toets in de zin van Popper, en in welk opzicht niet? Noem in je antwoord twee voorwaarden waaraan een kritische toets in de zin van Poppermoet voldoen, en leg uit welke rol deze toets speelt in de demarcatie.

100015 45 2 Lees verder

Pagina: 352Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 354: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Als je vraagt naar het belang van een opvatting of uitspraak, vraag je niet altijd per senaar de wetenschappelijke status ervan. Volgens veel mensen kan een uitspraak zinnig ofnuttig zijn, los van de vraag of deze onderdeel is van, of gebaseerd is op eenwetenschappelijke theorie.

4p 4 �� Ben jij het ermee eens dat de uitspraak: „het leven moet ergens ontstaan zijn en dat zouzich dus best kunnen herhalen, bijvoorbeeld in de vorm van spontane generatie” – ietskan bijdragen aan de wetenschap?Betrek in je antwoord wat Popper hierover zou zeggen.

���� Opgave 2 Wetenschap en pseudo-wetenschap

Columniste Nelleke Noordervliet vergelijkt onder de titel ’De verdiensten van Freud’ inonderstaande tekst verschillende vormen van therapie.

tekst 1 Franz Anton Mesmer, de achttiende eeuwse Oostenrijkse wonderdokter, genas de beroem-de pianiste Marie-Thérèse von Paradis van blindheid. Hij deed dat met behulp van eentherapie die was gebaseerd op het animaal magnetisme, zijn theorie over de oorzaak en degenezing van ziekten. Die theorie bleek achteraf baarlijke nonsens. Maar de genezing waseen feit.De behandeling werd bij hem aan huis gegeven in een koesterende omgeving. Hij besteed-de veel aandacht aan de patiënte en hield lange, kalmerende gesprekken met haar. Depraktijk bewees zijn theorie, meende hij. Voor ons is achteraf makkelijk vast te stellen dat depsychosomatische klachten van de pianiste werden genezen door aandacht en erkenning.Wij leven met een andere theorie dan het animaal magnetisme. Het is heel goed mogelijkdat ook onze theorie onjuist zal blijken te zijn. Volgens het principe van aandacht werken allevormen van psychotherapie (…) Psychotherapie is een professionalisering van wat, rommeligen onvolmaakt, wordt gedaan door vrienden en familie.

bron: Nelleke Noordervliet, ’De verdiensten van Freud’, De Volkskrant, 17 april 2000

Stel dat een persoon met psychosomatische klachten bij een ervaren psychotherapeutkomt met het verzoek om behandeld te worden. De therapeut behandelt de patiënt en naverloop van tijd is de patiënt genezen, dat wil zeggen: hij heeft geen psychosomatischeklachten meer.

4p 5 �� Zou dit kunnen gelden als experiment ter ondersteuning van de wetenschappelijke statusvan de psycho-analytische theorie van Freud? Geef een argumentatie voor je antwoord.

100015 45 3 Lees verder

Pagina: 353Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 355: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

In zijn inleidend college tot de psychoanalyse aan de Universiteit van Wenen bespreektSigmund Freud in 1915 de weerstand tegen zijn vakgebied, de psychoanalyse. Desamenleving kan volgens Freud het onderzoeksresultaat van de psychoanalyse nietverdragen.

tekst 2 Het liefst zou ze het als esthetisch afstotend, moreel verwerpelijk of als gevaarlijkbrandmerken. Doch met zulke bedenkingen kan men een vermoedelijk objectief resultaatvan wetenschappelijke arbeid geenszins aantasten. Het protest moet worden vertaald inintellectuele termen, wil het zich gehoor verschaffen. Nu ligt het in de menselijke natuur datmen geneigd is iets voor onjuist te houden als men het niet prettig vindt, en dan is hetgemakkelijk om er argumenten tegen te vinden. De samenleving maakt dus van hetonwelgevallige iets dat onjuist is, ze bestrijdt de waarheden van de psychoanalyse metlogische en zakelijke argumenten, maar put daarbij uit affectieve bronnen en houdt dezetegenwerpingen als vooroordelen staande tegen alle pogingen tot weerlegging.

bron: Sigmund Freud, Colleges inleiding tot de psychoanalyse, Inleiding tot dePsychoanalyse 1/2, vertaling van Wilfred Oranje, Nederlandse Freud Editie, Boom, Meppelen Amsterdam, 1989

Popper zou het met deze verdediging van Freud waarschijnlijk niet oneens geweest zijn.Popper was het daarentegen wel oneens met de wetenschappelijke status die de psychoanalyse kreeg toegeschreven. De psychoanalyse is volgens Popper geenwetenschap.

4p 6 �� Leg aan de hand van twee kritiekpunten op de psychoanalytische theorie van Freud uitdat de psychoanalyse volgens Popper geen wetenschap is.

Het demarcatiecriterium van Popper om wetenschap te onderscheiden van pseudo-wetenschap is op zijn beurt op een aantal punten bekritiseerd. Chris Buskes vat dezekritiek samen in drie punten. Een ervan is dat het demarcatiecriterium erg streng is,omdat elke theorie bij een tegenvoorbeeld verworpen wordt. Een veelbelovende theoriekan ook tijdelijk in bescherming genomen worden.

4p 7 �� Welke andere twee punten van kritiek op het demarcatiecriterium van Popper noemtBuskes?

In de 20e eeuw hebben verscheidene wetenschappers getracht nauwkeurig te formulerenwat de taak is van de filosofie. Volgens de Weense Kring zouden uitspraken van filosofenvoortaan louter op hun wetenschappelijkheid en logische consistentie beoordeeld moetenworden. Zo worden bij de Weense Kring bepaalde gebieden van de filosofie als zinlooster zijde geschoven.Wittgenstein was van mening dat de filosofie slechts moest onderzoeken wat helder intaal uit te drukken is. Waar het om draait in het leven, maar wat de wetenschap noch defilosofie kan verduidelijken, noemt hij ’das Mystische’, het mystieke, het hogere. De voorde mens belangrijkste vragen als: „wat is de zin van het leven?”, „wat is geluk?” en „wat isschoonheid?” zijn volgens Wittgenstein door de filosofie niet te beantwoorden.

5p 8 �� Is filosofie volgens jou een wetenschap? Leg in je antwoord uit welke taak je aan defilosofie toekent en geef aan van welk demarcatiecriterium tussen wetenschap en pseudo-wetenschap je bent uitgegaan.

100015 45 4 Lees verder

Pagina: 354Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 356: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

���� Opgave 3 Het verleden begrijpen

tekst 3 Richard Holmes doet in zijn boek ’Voetsporen’ verslag van zijn pogingen het spoor terug tevinden van enkele schrijvers uit de achttiende eeuw. Her en der in zijn boek bezint Holmeszich op zijn bezigheden als biograaf. Hij onderscheidt daarbij twee aspecten.Het eerste is het verzamelen van feitenmateriaal: de chronologie, de plaatsen en personendie belangrijk waren.Het tweede is de vorming van een relatie tussen de biograaf en zijn onderwerp. Holmesspreekt van een permanente, levendige dialoog. Daarin worden motieven geanalyseerd enopvattingen besproken. Holmes geeft toe dat deze dialoog fictie is: de ander is er tenslotteniet meer. Dat maakt de dialoog volgens hem echter niet minder waardevol. Deze fictieverelatie begint met een vereenzelviging met het onderwerp, een soort verering die wel watweg heeft van een liefdesverhouding.Over de motieven om zichzelf te vereenzelvigen met R. L. Stevenson, de schrijver van’Schateiland’, zegt Holmes: „… ze hadden te maken met de confrontatie tussen religieuzeopvoeding en verloren geloof, waarbij Stevensons calvinisme te vergelijken was met mijnkatholicisme.”Holmes beseft echter ook dat deze fictieve relatie tot de voorbereidende fase behoort.Pas als de naïeve vereenzelviging voorbij is, kan het doel van de biograaf in zicht komen:onpersoonlijke, objectieve weergave.

bron: Richard Holmes, Voetsporen, Contact, Amsterdam, 1986

Over de wetenschappelijke status van de geschiedschrijving is al sinds de negentiendeeeuw een debat gaande. Een van degenen die een bijdrage leverden was de historicusDroysen. Volgens hem staan in de geschiedwetenschap verschijnselen centraal waaraanmensen vorm hebben gegeven. De essentie van het werk van de historicus is hetbegrijpelijk maken ofwel het interpreteren van het verleden. Dit begrijpelijk makenverdeelde hij in vier fasen: pragmatische interpretatie, interpretatie van de voorwaarden,psychologische interpretatie en interpretatie van de ideeën.

4p 9 �� Welke twee van de door Droysen genoemde fasen zijn in tekst 3 te herkennen? Leg deze twee fasen uit in je antwoord.

Lorenz maakt in ’De constructie van het verleden’ duidelijk dat de positivistische visie opverklaringen afwijkt van de hermeneutische visie, waarvan Droysen een aanhanger was.Volgens positivisten dient de zogenaamde wetmatige verklaring op alle gebieden vanwetenschap, inclusief de historische, gebruikt te worden.De wetmatige verklaring heeft de volgende drie kenmerken. Ten eerste hebben wetteneen voorwaardelijke vorm, ten tweede zijn oorzakelijke relaties algemeen van aard en tenderde verschillen verklaringen logisch gezien niet wezenlijk van voorspellingen.Niet alle historici zijn het met deze visie op verklaringen eens.

4p 10 �� Leg uit wat het tweede kenmerk inhoudt. Met welk argument verzetten niet-positivistische historici zich juist tegen dit tweede kenmerk?

Dilthey probeerde de geesteswetenschappen af te bakenen van de natuurwetenschappen.De geesteswetenschappen zijn volgens hem gefundeerd in de samenhang van leven,uitdrukken en begrijpen.Deze samenhang wordt door Dilthey ook wel omschreven als „de specifieke methodewaardoor de mensheid als geesteswetenschappelijk object voor ons verschijnt”. (Kritiekvan de historische rede, blz. 133 (Nederlandse vertaling))

4p 11 �� Maak duidelijk waarom het naar de mening van Dilthey van belang is dat ’menselijkezaken’ volgens de geesteswetenschappelijke methode worden bestudeerd.Maak tevens duidelijk waarin deze methode zich van de natuurwetenschappelijkemethode onderscheidt.

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

100015 45 5 Lees verder

Pagina: 355Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 357: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Naar het inzicht van Dilthey kan onderzoek ertoe leiden dat we het leven van een anderbegrijpen. In de loop van zo’n onderzoek worden de uitingen van het leven van die andergeïnterpreteerd. Het leven van de onderzoeker kan daarbij echter, aldus nog steedsDilthey, niet buiten schot blijven.

4p 12 �� Welke redenen geeft Dilthey voor zijn stelling dat betrokkenheid bij het voorwerp vanonderzoek voor de geesteswetenschappelijke onderzoeker noodzakelijk is? Maak in je antwoord duidelijk dat Holmes zich – blijkens tekst 3 – voor zijn wijze vanwerken kan beroepen op de visie van Dilthey.

Einde

100015 45 6

Pagina: 356Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 358: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

100019 46 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 01Tijdvak 2

Vrijdag 22 juni10.00 –13.00 uur

Filo

sofi

e (n

ieu

we

stijl

)

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,dan worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Voor dit examen zijn maximaal 45 punten tebehalen; het examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 357Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 359: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 De empirische werkelijkheid

tekst 1 Na de Eerste Wereldoorlog keek de denker Rudolf Carnap in Wenen uit het raam en zag eengeteisterde wereld. De mensen teisteren de wereld en teisteren elkaar omdat ze geteisterdworden door totalitaire waanzin ter linker- en ter rechterzijde, door religieuze rimram en doorwijsgerige wartaal. Pas wanneer dit allemaal is verdwenen, wanneer de mensen hunhoofden op orde hebben, kan het beter gaan. Alleen de wetenschap is in staat enigtegenwicht te bieden aan deze gigantische krachten: onbevangen onderzoek dat leidt tottheorieën die we aanvaarden of verwerpen op basis van wat we met onze eigen ogen zien.Dit is het grondinzicht van het Logisch Positivisme, een radicale visie op mens en wereld diezich geheel baseert op de wetenschap en de logica. Carnap wilde de traditionele metafysicaontmaskeren en begraven. Met gelijkgezinde kornuiten, waaronder Moritz Schlick,Otto Neurath en Friedrich Waismann, richtte Carnap in de jaren ’20 de Weense Kring op,met als doel de uitwerking en verkondiging van het Logisch Positivisme. Het zou een van deinvloedrijkste bewegingen van de 20e-eeuwse filosofie worden en leiden tot de vestigingvan de wetenschapsfilosofie als nieuwe academische discipline.

bron: F.A. Muller in NRC Handelsblad van 24 december 1999

Volgens de ’logisch positivisten’ van de Weense Kring vormt de empirie het solidefundament voor de wetenschappen. Zinvolle wetenschappelijke uitspraken moeten viaobservatie-uitspraken tot onmiddellijke zintuiglijke indrukken herleid kunnen worden,zoals rond, ruw, rood. Deze zintuiglijke indrukken zijn immers onherroepelijk zeker.Dit leidde tot een tweetal demarcatiecriteria: het verificatieprincipe en hetconfirmatieprincipe.

4p 1 ■ Wat houden het verificatie- en het confirmatieprincipe in? Leg hierbij ook uit in welkopzicht confirmatie minder strikt is dan verificatie.

Hoewel de logisch positivisten schoon schip wilden maken in de filosofie, hebben hunideeën wel degelijk raakpunten met de traditionele wijsbegeerte. Zo namen zij stellingtegen de Kantiaanse traditie, onder andere door het synthetisch a priori ongeldig teverklaren, en grepen hiermee in feite terug op Hume.

4p 2 ■ Leg uit dat het synthetisch a priori van Kant niet verifieerbaar is volgens de logischpositivisten en dat zij hiermee aansluiten bij de kritiek van Hume op synthetischeuitspraken in het algemeen.

Logisch positivisten huldigden de opvatting dat uitspraken, theorieën en hypothesenwaarvan de waarheidswaarde niet empirisch achterhaald kan worden tot het domein vande pseudo-wetenschap behoren. Geprikkeld door de kwestie van het onderscheid tussenwetenschap en pseudo-wetenschap kwam de wetenschapsfilosoof Popper met een andereoplossing dan verificatie.

4p 3 ■ Leg uit welke kentheoretische kritiek Popper op de Weense Kring heeft en welkdemarcatiecriterium hij heeft voorgesteld.

Ook Poppers strenge scheiding tussen wetenschap en pseudo-wetenschap is aan kritiekonderhevig. In zijn bespreking over het keurmerk van wetenschap blijkt volgens Buskesuit drie kritiekpunten dat ook Poppers demarcatiecriterium niet zonder problemen is.

5p 4 ■ Welke drie punten van kritiek op Popper worden door Buskes genoemd? Leg daarbij uitwelk van deze kritiekpunten ter verdediging van het Logisch Positivisme van de WeenseKring is aan te voeren.

100019 46 2 Lees verder

Pagina: 358Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 360: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 2 De ontdekking van de vitamine

tekst 2 In de eerste tien jaar van de twintigste eeuw worstelde de Engelse biochemicusF. G. Hopkins (1881–1947) met een onderzoeksprobleem. Men was erachter gekomen datkoolhydraten, vetten, eiwitten, zouten en water de voornaamste voedingsmiddelen zijn diedieren nodig hebben. Maar wanneer onderzoekers deze stoffen zuiverden, in hun natuurlijkeverhoudingen mengden en er dan muizen mee voerden, groeiden de dieren niet. Pas toenkleine hoeveelheden melk aan het dagelijks eten werden toegevoegd, floreerden de muizen.Hopkins vond vijf mogelijke verklaringen voor deze feiten, zoals bijvoorbeeld dat melk eenanti-gif was tegen giftige stoffen in de voeding, die hier mogelijk bij het produceren van dekunstmatige voeding in terecht gekomen waren. De vijf hypothetische verklaringen moestenéén voor één nauwkeurig onderzocht en getoetst worden. Hopkins voerde een groot aantalnieuwe proeven uit en koos uiteindelijk op grond daarvan één van de vijf hypothesen als juisteverklaring: de melk bevatte extra ’voedingsfactoren’ (vitaminen, in het moderne spraakgebruik)die het lichaam hielpen om de andere geabsorbeerde voedingsstoffen nuttig te gebruiken.In 1912 bracht Hopkins verslag uit over deze reeks van goed opgezette en zorgvuldiggecontroleerde proeven, die voldoende informatie gaven om een keuze te maken uit de vijfmogelijkheden en andere wetenschappers in staat te stellen ze te reproduceren. Hijzelf gafde voorkeur aan de verklaring met de ’voedingsfactoren’, maar probeerde deze verklaring teweerleggen door bewijsmateriaal voor de alternatieven te vinden.

bron: ’Wetenschap en samenleving’, B. Dixon, Maastricht/Brussel, 1991, pag. 69

Je kunt twee manieren van redeneren onderscheiden, die deductie en inductie wordengenoemd.Hopkins stelde op grond van waarnemingen vijf hypothesen op om te verklaren waaromkleine beetjes melk zo belangrijk waren in het menu van muizen, terwijl eerder werdaangenomen dat ze buiten die melk in hun dieet al genoeg zouden moeten binnenkrijgenaan bouwstoffen.Na een nieuwe serie proeven kwam hij tot de conclusie dat één van zijn vijf hypothesende juiste verklaring weergaf.

4p 5 ■ Leg uit wat inductie en deductie inhouden.

Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee over het algemeen in de wetenschapgeredeneerd wordt, zijn veel wetenschapsfilosofen van mening dat honderd procentzekerheid over de juistheid van een verklaring nooit te bereiken is. Zo zou volgensHempel nooit met zekerheid vast te stellen zijn dat onder de vijf door Hopkins gevondenverklaringen één of meer de juiste zou zijn. Met name bij de betrouwbaarheid vaninductie zijn kanttekeningen te plaatsen.

4p 6 ■ Leg aan de hand van Hempels bezwaren tegen inductie uit dat Hopkins er toch niethonderd procent zeker van kon zijn dat één van zijn verklaringen inderdaad de juiste was.Geef hiervoor twee redenen.

100019 46 3 Lees verder

Pagina: 359Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 361: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Hopkins gaf naar aanleiding van zijn onderzoekingen vijf hypothetische verklaringenweer, ook toen hij zelf al een voorkeur voor één van de verklaringen had. Daarbij gaf hij,door de nauwkeurige beschrijving van zijn proeven, niet alleen andere wetenschappers degelegenheid om hem te controleren, maar bovendien probeerde hij zelf de verklaring diezijn voorkeur had te weerleggen.Het lijkt tegenstrijdig dat een wetenschapper juist die verklaring van een verschijnsel diehem het waarschijnlijkst lijkt, probeert te weerleggen. Zelfs als het zo is, zoals Poppermeent, dat we ook in de wetenschap nooit ’de’ waarheid kunnen bereiken, dan nog is hetde bedoeling deze steeds dichter te naderen. Het doel van wetenschap blijft immers hetzoeken naar ware kennis, niet het omverwerpen daarvan.

3p 7 ■ Waarom is het volgens Popper belangrijk dat men serieus poogt de eigen theorie tefalsifiëren bij het zoeken naar waarheid?

■■■■ Opgave 3 Literatuur

tekst 3 ’Wat niet goed is, is niet geschreven’. Onder deze titel verscheen een recensie van de wetenschappelijke editie van GerritAchterbergs poëzie. Deze wetenschappelijke editie wordt in de recensie ook wel dehistorisch-kritische editie genoemd.De editie bevat een overzicht van het werk en zijn ontstaansgeschiedenis. Zo zijn er vijftigjeugdverzen in opgenomen naast een aantal gedichten die niet eerder werden gebundeld.Verder zijn brieven opgenomen waarin Achterberg van vroege gedichten melding maakt,fragmenten van gedichten en gedichten met open varianten. In de recensie wordt de vraag opgeworpen waar dit eigenlijk allemaal goed voor is: „saaie,door de wetenschappelijke weergave bovendien moeilijk te wegen varianten en eeneindeloze opsomming van welke gedichten Achterberg naar welk tijdschrift stuurde en welkedaarin ook daadwerkelijk verschenen, welke niet en waar hij die dan weer naar toestuurde”.Een antwoord wordt in de recensie zelf gegeven: de zin van een historisch-kritische editie isdat deze laat zien hoe de tekst zich historisch ontwikkeld heeft, vanaf de eerste overgeleverdeversie tot en met de laatste door de auteur geautoriseerde. Het woord ’kritisch’ slaat op deinspanningen die van de editeur verlangd worden, die moet afwegen wat echte varianten zijnen wat niet. Een historisch-kritische editie is een materiaalverzameling waarmee onderzoekersaan de slag kunnen, niet meer en niet minder.

bron: NRC-Handelsblad van 23 juni 2000

Eind negentiende eeuw werd in Duitsland de vraag opgeroepen via welke methodewetenschappelijk onderzoek uitgevoerd diende te worden. Dilthey behoorde tot diegenendie vonden dat er principieel onderscheid moest worden gemaakt tussen denatuurwetenschappen aan de ene kant en de geesteswetenschappen aan de andere kant.

4p 8 ■ Geef twee argumenten die door Dilthey werden gehanteerd bij het ondersteunen vandeze stelling.

Het is de taak van de eindredacteur uit te maken wat wel en wat niet in een kritischeeditie wordt opgenomen. Met dit door hem in de kritische editie geleverde materiaalkunnen vervolgens andere onderzoekers aan de slag.Sommige wetenschapsfilosofen hebben de stelling verdedigd dat (wetenschappelijk)onderzoek in het ideale geval begint met de onvooringenomen weergave van alle gegevens.

4p 9 ■ Noem twee kritiekpunten van Hempel op deze stelling en illustreer je antwoord aan dehand van tekst 3.

Het historisch belang van een oud document of een oud boek kan vereisen dat hetnatuurwetenschappelijk wordt onderzocht. Daarmee wordt het boek toegankelijk voornatuurwetenschappelijk waarnemen en kennis.Maar het handschrift kan ook op een geesteswetenschappelijke wijze worden onderzocht.

3p 10 ■ Wat is het verschil tussen de natuurwetenschappelijke methode van onderzoek enerzijds ende geesteswetenschappelijke methode anderzijds bij het onderzoeken van een oud boek?

100019 46 4 Lees verder

Pagina: 360Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 362: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

De recensie, genoemd in tekst 3 verwijst ook naar reacties van tijdgenoten op de eerstegedichten van Achterberg. Over sommige, erotisch expliciete, gedichten was niet iedereeneven enthousiast.Het is denkbaar dat ook onderzoekers al naar gelang hun achtergrond bij hun onderzoeknaar de gedichten van Achterberg beïnvloed of bevooroordeeld zouden kunnen worden.Dilthey wijst erop dat persoonlijke betrokkenheid niet alleen onvermijdelijk is, maar zelfswenselijk.

3p 11 ■ Welke rol speelt de persoonlijke betrokkenheid van de onderzoeker volgens Dilthey bijgeesteswetenschappelijk onderzoek?

In deze opgave kwamen tot nu toe twee wetenschapsopvattingen aan bod, de meerpositivistische en de geesteswetenschappelijke. Daarnaast bestaan andere opvattingen.De positie van Wittgenstein wordt door Buskes omschreven als wezenlijk verschillend vandie van de logisch positivisten. Toch kwam Wittgenstein niet in het kamp van degeesteswetenschappers terecht.

3p 12 ■ Maak duidelijk dat Wittgenstein zich zowel onderscheidde van de positivisten als van degeesteswetenschappers. Noem in beide gevallen één overeenkomst en één verschil.

100019 46 5

Einde

Pagina: 361Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 363: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

000007 23 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

20 00Tijdvak 1

Maandag 29 mei9.00 –12.00 uur

Filo

sofie

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Dit examen bestaat uit 13 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 1

Pagina: 362Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 364: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 Erkenning en identiteit

Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de daarop volgende hereniging van Duitslandontstonden er voor de burgers van het ’nieuwe’ Duitsland problemen.Oost-Duitsland en West-Duitsland hebben immers in de afgelopen decennia zeeruiteenlopende economische ontwikkelingen doorgemaakt, en hebben zeer verschillendepolitieke culturen gekend. Deze cultuurverschillen brengen sociale problemen met zichmee.In het volgende fragment beschrijft een voormalig Oost-Duits echtpaar zijn ervaringenvan vlak na de hereniging; zij beschrijven hier cultuurverschillen die in Duitsland nogsteeds merkbaar zijn.

tekst 1 Gisela en Georg wijzen op de grote verschillen die al voor de omwenteling bestondentussen Oost-Duitsers en West-Duitsers. „Als je in een rij staat en een West-Duitser komt erbij, dan krijgt hij voorrang. (…) Je herkent West-Duitsers aan hun schoenen en kleding. Zespreken luider, zijn zelfbewuster en komen koel over. West-Duitsers weten bovendien allesveel beter. Oost-Duitsers ergeren zich groen en geel aan deze ’Besser-Wessierei’ en aan hunarrogante optreden.Al voor de ’Wende’ bestond er bij Oost-Duitsers een minderwaardigheidscomplex.” (…)Wat de Oost-Duitsers het meeste dwars zit, is dat ze niet gelijkwaardig en met opgehevenhoofd de Duitse eenheid zijn ingegaan. Gisela zegt dat op alle manieren duidelijk wordtgemaakt dat van gelijkwaardigheid geen sprake kan zijn. Van de DDR (het voormalige Oost-Duitsland) bestaat het stereotiepe beeld dat het slechte socialistische systeem ook slechtemensen heeft voortgebracht. „Wij zouden lui en passief zijn en veel te weinig initiatieftonen. Vroeger waren we pakjesontvangers. De vluchtelingen kregen de afgelopen jaren alseen soort fooi het West-Duitse begroetingsgeld van honderd D-mark. En nu komen desociale uitkeringen uit West-Duitse bron. Ons wordt kwalijk genomen dat we geendankjewel zeggen, maar ze begrijpen niet dat we door zo’n liefdadigheidshouding op onzeziel worden getrapt.”

bron: D.J. Elzinga, Een kleine flat in Leipzig; de ongehoorde waarheid over Oost-Duitsland

In het bovenstaande formuleert een voormalig Oost-Duits echtpaar een klacht overgebrek aan erkenning van hun identiteit door de ’Wessies’.

3p 1 ■■ Leg uit wat ’erkenning van identiteit’ bij Taylor inhoudt, en maak aan de hand van dehierboven geschetste situatie duidelijk wat volgens hem een belangrijk gevolg kan zijnvan onthouding van deze erkenning.

In de ’politiek van gelijkwaardigheid’, zoals Taylor deze in het artikel ’De politiek vanerkenning’ beschrijft, wordt een bepaalde visie op de plaats en de rechten vanminderheden in een samenleving uitgedrukt. Het uitgangspunt van de ’politiek vangelijkwaardigheid’, dat aan alle mensen gelijke rechten toekomen, is in verband tebrengen met gedachten van Immanuel Kant over de mens.

4p 2 ■■ Leg uit hoe volgens Taylor de politiek van gelijkwaardigheid samenhangt met hetuitgangspunt van de mondigheid van ieder mens.Maak in je antwoord zowel duidelijk wat ’mondigheid’ bij Kant inhoudt als wat Taylorprecies verstaat onder de ’politiek van gelijkwaardigheid’.

Taylor beschrijft in zijn hierboven genoemde artikel de twee meest voorkomendepolitieke houdingen met betrekking tot minderheden: de ’politiek van gelijkwaardigheid’en de ’politiek van verschil’’.De politiek van verschil, de tegenhanger van de ’politiek van gelijkwaardigheid’, heeft hetuitgangspunt dat de unieke identiteit van groepen zoals minderheidsculturen, erkendmoet worden. Dit betekent dat waarden en tradities van een minderheidscultuur ook metbehulp van speciale maatregelen beschermd moeten kunnen worden.Naast zijn beschrijving van deze bestaande politieke benaderingen introduceert Tayloreen eigen alternatief, de ’politiek van gelijk respect’.

3p 3 ■■ Leg uit wat Taylors alternatief: de ’politiek van gelijk respect’, inhoudt.

000007 23 2 Lees verder

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 2

Pagina: 363Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 365: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Stel dat de Duitse regering een aantal voorzieningen zou treffen die in het voormaligeOost-Duitsland bestonden, zoals gratis gezondheidszorg, of de verplichting voor bedrijvenom gratis kinderdagverblijven in te stellen voor kinderen van hun werknemers.Argumenten hiervoor zouden kunnen zijn dat niet alleen alle Duitsers hiervan zoudenprofiteren, maar vooral ook dat dit het gevoel van eigenwaarde van de ’Ossies’ ten goedezou komen.

3p 4 ■■ Zou het de identiteit van de Oost-Duitsers versterken of juist niet, als de Duitse regeringeen of meer van de vroegere Oost-Duitse voorzieningen zou overnemen als een gebaarvan goede wil tegenover de voormalige Oost-Duitsers?Baseer de afweging op de drie vormen van politiek met betrekking tot erkenning dieTaylor onderscheidt.

000007 23 3 Lees verder

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 3

Pagina: 364Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 366: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 2 Relaties en de rede

In haar studie over de meisjescultuur op middelbare scholen beschrijft Mieke de Waal eenaantal fasen in het verliefd worden van meisjes. Zij leren in het begin van de puberteitomgaan met hun eigen verliefdheden en die van anderen. Daarbij spelen vriendinnenvaak een bijzondere rol.

tekst 2 Wanneer een verliefd meisje besluit om tot actie over te gaan, maakt ze daarbij vaak gebruikvan het netwerk van bevriende meisjes. Ze ontwikkelt strategische vriendschappen: ze gaatmeisjes uit zijn klas ophalen uit de les, en als ze toevallig zijn zus kent, haalt ze daar debanden nauwer mee aan. Een andere manier om via vriendinnen aan de jongen te latenmerken dat je verliefd op hem bent, is door gebruik te maken van het feit dat zelfsvertrouwelijke mededelingen doorverteld worden.

bron: Mieke de Waal, Meisjes: een wereld apart.

Aristoteles maakte in zijn ethisch hoofdwerk ’Ethica Nicomacheia’ onderscheid tussendrie vormen van vriendschap, waarbij hij het Griekse woord voor ’vriendschap’ in eenruime betekenis gebruikt.

4p 5 ■■ Tot welke van deze drie vormen behoort de in tekst 2 genoemde vriendschap tussenmeisjes?Geef in de toelichting op je antwoord de drie vormen weer.

Aristoteles was als ethicus op zoek naar het hoogste doel van het menselijk handelen ennaar de hoogste vorm van het menselijk geluk. Voor hem is het van wezenlijk belang datmensen deugdzaam worden en een goede levenswijze verwerven. Door de ontwikkelingvan deugden en een goede levenshouding kan de mens overeenkomstig zijn ware natuurtot een goed mens en daarmee ook gelukkig worden.In dit proces van menswording kent Aristoteles aan de ware vriendschap een specifiekebetekenis toe.

3p 6 ■■ Geef aan welke rol volgens Aristoteles de ware vriendschap speelt bij het streven naargeluk.Licht in je antwoord toe wat Aristoteles onder geluk verstaat en welke levenshouding bijde ware vriendschap hoort.

Aristoteles laat in zijn ethiek ruimte voor menselijke affecties en emoties. Deze zijn goedzolang de mens ze maar op goede zaken richt, in bedwang houdt en veredelt.Een heel andere visie op de morele betekenis van affecties en emoties vinden we bijImmanuel Kant. Om subjectieve willekeur te voorkomen wil hij het menselijk handelenbinden aan een voor iedereen geldende maatstaf: de categorische imperatief.Kant fundeert deze categorische imperatief in de rede (Vernunft) van de mens, zoalsblijkt uit de tekst ’Anthropologie in pragmatischer Hinsicht.’ In deze tekst formuleertKant drie maximen of grondregels van de Verlichting.Met deze drie maximen geeft Kant impliciet een verband aan tussen ’het vertrouwen inhet eigen denken’ en een algemeen geldende moraal in de vorm van de categorischeimperatief. Hij doet dat via de rede.

4p 7 ■■ Geef aan hoe Kant via de rede een verband kan leggen tussen ’het vertrouwen in heteigen denken’ en een algemeen geldende moraal.

Bij Taylor speelt de rede van de mens een belangrijke rol als hij zich in zijn analyse’Malaise van de Moderniteit’ in de discussie mengt over het hedendaags individualisme.Zo vertrouwt Taylor er bijvoorbeeld op dat deze discussie op een redelijke wijze gevoerdkan worden.

4p 8 ■■ Leg uit in welk opzicht het begrip ’rede’ bij Taylor afwijkt van het begrip zoals Kant datgebruikt.

000007 23 4 Lees verder

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 4

Pagina: 365Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 367: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 3 Het individu en de anderen

De negentiende-eeuwse Franse socioloog en historicus Alexis de Tocqueville beschreef in’De la Démocratie en Amérique’ zijn ervaringen, opgedaan tijdens een verblijf in deVerenigde Staten van Noord-Amerika. De tendens naar meer gelijkheid die hij in Amerikaaantrof, zou zich, zo meende hij, onweerstaanbaar over de hele wereld verspreiden.De volgende passage uit dat werk is beroemd geworden:

tekst 3 „Ik zie dan voor mij een ontelbare massa van in alle opzichten gelijke mensen, dieegocentrisch bezig zijn met het rusteloos najagen van de onbeduidende, burgerlijkegenoegens waarop zij hun hart gezet hebben. Ieder op zichzelf genomen vormt een eigenwereldje waarbuiten het lot der anderen zich voltrekt; zijn gezin en kennissen betekenenvoor hem de mensheid, want ofschoon hij zich beweegt tussen zijn medemensen, neemt hijze nauwelijks waar. Hij is met hen in voortdurende aanraking zonder dat zij hoegenaamdiets voor hem betekenen. Een vaderland kent hij niet, hoogstens een familieband.”

bron: Alexis de Tocqueville, De la Démocratie en Amérique. Deel 1, 1835 en deel 2, 1840.

Het in tekst 3 gestelde vertoont op diverse punten gelijkenis met wat Charles Taylor naarvoren brengt in zijn ’Malaise van de Moderniteit’.

4p 9 ■■ Noem één overeenkomst en één verschil tussen datgene wat De Tocqueville in tekst 3zegt en datgene wat Charles Taylor zegt over het egocentrisch individualisme.

Het citaat van De Tocqueville is inhoudelijk ook verwant aan het standpunt dat J.S. Millinneemt in zijn boek ’Over Vrijheid’. Volgens Mill rukte de middelmatigheid steedsverder op. Hij voorzag een Europa dat China qua massaliteit en grauwheid naar de kroonzou steken.Taylor stelt in ’Malaise van de Moderniteit’ dat in de Westerse wereld de traditionelerangen en standen plaats hebben gemaakt voor een meer egalitaire samenleving.Individualisme en persoonlijke ontwikkeling zijn dominante waarden geworden.

5p 10 ■■ Welke kritiek oefende Mill uit op de Engelse maatschappij van zijn dagen? Geef daarbij in je antwoord aan of het authentiek individualisme, zoals geschetst doorCharles Taylor, deze kritiek zou hebben kunnen ondervangen.

Volgens Taylor beseffen mensen niet altijd hoe belangrijk anderen voor hen zijn. Mensenhebben niet toevallig met elkaar te maken, ze zijn juist wezenlijk op anderen betrokken.De mens is geen monologisch maar een dialogisch wezen. In dit verband komt eenbijzonder belang toe aan de mensen die deel uitmaken van onze onmiddellijkeleefomgeving. Deze anderen worden ook wel de ’significante anderen’ genoemd.

4p 11 ■■ Waarom zijn volgens Taylor de significante anderen zo belangrijk voor het individu?Geef twee van de redenen die Taylor naar voren brengt als hij het belang van designificante anderen verduidelijkt.

In zijn werk ’Over de Methode’ schetst Descartes zijn zoektocht naar een uitgangspuntdat ’absoluut onbetwijfelbaar’ moest zijn. In de waarheid ’Ik denk dus ik ben’ vindt hij dituitgangspunt. Aan deze eerste waarheid ontleent Descartes onder meer het onderscheidtussen een denkende en een uitgebreide substantie.Ook werd hem allengs duidelijk dat kennis van groot nut kan zijn voor het leven, en datmensen ’heer en meester van de natuur zouden kunnen worden’.Taylor biedt in ’Malaise van de Moderniteit’ een interpretatie van het denken van Descartes.Hij ziet in Descartes één van de wegbereiders voor het egocentrische individualisme.

4p 12 ■■ Noem twee redenen die Taylor geeft om Descartes te beschouwen als een wegbereidervoor het egocentrisch individualisme.

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

000007 23 5 Lees verder

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 5

Pagina: 366Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 368: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Op het festival Ars Electronica, gehouden in september 1999 in het Oostenrijkse Linz,stond de interactieve kunst centraal. In NRC Handelsblad verscheen een bespreking metdaarin het volgende:

tekst 4 Door de voortschrijdende technologische ontwikkelingen ziet de mens zichzelf intoenemende mate als een onvoltooid kunstwerk, een lichaam waar je naar believen in kuntsnijden en dat je opnieuw kunt modelleren. Tot nu toe betrof dat vooral de buitenkant, deplastische chirurgie.Genetische manipulatie maakt het mogelijk het lichaam op een fundamenteel niveau voorkomende generaties te veranderen. ’Design your own baby’, is het perspectief op niet eenszo lange termijn.

bron: NRC Handelsblad van 9 september 1999

Kennis van onze genen zou op verschillende manieren kunnen worden ingezet. Enerzijdskan men er naar streven erfelijke ziekten in een vroegtijdig stadium op te sporen eneventueel te behandelen. Anderzijds is het denkbaar dat iemand, met deze kennisgewapend, pogingen in het werk zal stellen eigenschappen als intelligentie en uiterlijkeschoonheid te bevorderen.

4p 13 ■■ Tast genetische manipulatie de mogelijkheid aan dat mensen zich ontwikkelen totauthentieke personen?Geef je eigen mening hierover en leg uit wat je verstaat onder een authentiek persoon.

Einde

000007 23 6

fiv001dfex.qxd 9-12-99 10:49 Pagina 6

Pagina: 367Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 369: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

9 00006 24 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

19 99Tijdvak 1

Maandag 31 mei9.00–12.00 uur

Filo

sofi

e

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Dit examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 368Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 370: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 Het individu en zijn verhouding tot anderen

In de geschiedenis van Europa wordt het ideaal van individualiteit al sinds lang verbondenmet de het begrip ’autonomie’.De klassieke oudheid – de Grieken en Romeinen – kende al dit ideaal van geestelijke enmaatschappelijke onafhankelijkheid van het individu.Ook Charles Taylor stelt in zijn boek ’De malaise van de moderniteit’ dat onzehedendaagse cultuur sterk is doordrongen van het ideaal van autonome individualiteit. Inonze tijd hechten we veel waarde aan het ontwikkelen van een eigen, zelfstandigepersoonlijkheid en aan het recht om op velerlei gebied onze eigen keuzen te maken en inpraktijk te brengen.Taylor wijst er echter op dat het hedendaagse individualisme ook negatieve kanten heeft:egocentrisch zijn, onze eigen belangen en verlangens nastreven zonder daarbij veelrekening te houden met anderen.Volgens Taylor zijn er twee vormen van individualisme te onderscheiden: een authentiekindividualisme en een egocentrisch individualisme.

6p 1 ■ Welke verschillen zijn er tussen beide vormen van individualisme, zoals door Tayloronderscheiden? Noem er drie.

De Grieks-Romeinse stroming van de Stoïcijnen stond een ethiek voor die uitging van’zelfopvoeding’ van het individu. Het doel van deze ’opvoeding’ was: te allen tijderationele beslissingen te kunnen nemen in het leven, onafhankelijk van de eigengemoedsaandoeningen of invloeden van buitenaf. Als resultaat van deze inspanningenbereikte de deugdzame, ’stoïcijnse’ persoon een onverstoorbaar en evenwichtig geluk.Het volgende citaat geeft een indruk van de stoïcijnse levenswandel.

tekst 1 Het is niet eenvoudig zich te wijden aan zichzelf. Men dient zijn lichaam te verzorgen,gezond te leven, lichamelijke oefeningen te doen zonder zich te forceren en zoafgemeten mogelijk te voorzien in zijn eigen behoeften. Men dient te mediteren, telezen, notities te maken van boeken of gesprekken, die men later nog eens kan lezen ente overdenken wat men al weet, maar nog niet goed genoeg beheerst.Marcus Aurelius geeft het volgende voorbeeld van een ’kluizenaarschap in zichzelf’: hetis een langdurige arbeid, die erop gericht is zich eigen te maken hoe en volgens welkerationele beginselen en redeneringen men zich zo kan opstellen dat men zich noch doorgebeurtenissen, noch door voorwerpen, noch door andere mensen laat verstoren. (…) Zorg voor zichzelf is voor de Grieken niet pas ethisch, omdat het om zorg voor de andergaat. De zorg voor zichzelf is in zichzelf al ethisch. Ze brengt evenwel complexeverhoudingen tot anderen met zich mee doordat dit ethos van de vrijheid ook een manieris om voor de anderen zorg te dragen. Voor een vrije burger die zich naar behorengedraagt, is het bijvoorbeeld belangrijk dat hij in staat is zijn vrouw, zijn kinderen en zijnhuishouding te besturen. Ook dit valt onder de kunst van het besturen. Maar dit ethosimpliceert ook een verhouding tot anderen doordat de zorg voor zichzelf iemand in staatstelt om in de polis, in de gemeenschap of in relaties tussen individuen, de juiste positiete bereiken – of het nu gaat om het uitoefenen van een ambt of het onderhouden vanvriendschapsbanden.Tenslotte brengt de zorg voor zichzelf ook een verhouding tot anderen met zich meedoordat men, wil men op een goede manier voor zichzelf zorg dragen, naar de lessenvan een meester moet luisteren. Je hebt een gids, een raadgever, een vriend nodig,iemand die je de waarheid vertelt. In deze uitwerking van de zorg voor zichzelf schemertdus voortdurend het probleem van de verhoudingen tot anderen door.

bronnen: M. Foucault, ’De geschiedenis van de sexualiteit’, deel 3, p. 56 en p. 57;N. Helsloot en A. Halsema, ’Breekbare vrijheid’ , p. 91

9 00006 24 2 Lees verder

Pagina: 369Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 371: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

In tekst 1 zijn zowel kenmerken te herkennen van het authentiek individualisme als vanhet egocentrisch individualisme.

8p 2 ■ Welke twee kenmerken van het authentiek individualisme en welke twee kenmerken vanhet egocentrisch individualisme – zoals Taylor deze onderscheidt – zijn in tekst 1 teherkennen?

Martin Buber is van mening dat de mens niet als een ’los atoom’ gezien kan worden.Hierin kun je een overeenstemming zien met de opvatting van Taylor, waar deze laatstehet heeft over de rol van ’significante anderen’ bij de ontwikkeling van een authentiekindividu. Buber heeft echter een ander uitgangspunt dan Taylor als het gaat om wat vanwezenlijk belang is in de relatie tot de ander.Buber legt zijn standpunt uit aan de hand van het onderscheid tussen een relatie in de zinvan ik-gij en een relatie in de zin van ik-het.

8p 3 ■ Leg uit in welke twee opzichten Bubers opvatting over wat wezenlijk is in de relatie tot deander gezien kan worden als een aanvulling op Taylors uiteenzetting hierover.Betrek daarbij twee verschillen tussen, wat Buber noemt, een ik-gij relatie en een ik-hetrelatie.

In de zomer van 1998 zijn in Amsterdam de internationale ’Gay Games’ gehouden. Ditvierjaarlijkse sportconcours, qua opzet en publiciteit te vergelijken met de OlympischeSpelen, wil meer zijn dan alleen een sportcompetitie: het is speciaal georganiseerd door envoor homoseksuele mannen en vrouwen, met een emancipatoir doel. Homo’s en lesbo’smoeten zich er vrijer kunnen voelen dan bij gemengde, of ’hetero’-aangelegenheden, enmen wil met deze spelen aantonen dat homoseksuelen volwaardige prestaties opsportgebied leveren. Dit alles in een sportieve sfeer, omkleed met een zeer divers cultureelaanbod.Tenslotte manifesteert men zich op deze manier uitdrukkelijk op grond van de seksuelegeaardheid, met het doel om acceptatie door de buitenwereld te bevorderen en te latenzien dat homoseksueel zijn even gewoon of waardevol is als heteroseksueel zijn.Maar niet iedereen is het eens met een dergelijke vorm van zich presenteren.Eén van de bezwaren is dat de organisatoren en deelnemers zich zélf juist profileren als’anders’ door aan een evenement onder deze noemer deel te nemen. Als men als homogeaccepteerd wil worden, moet het voldoende zijn om onder dezelfde voorwaarden televen als ieder ander, en bijvoorbeeld alleen indien nodig expliciet aanspraak te maken opalgemene burgerrechten. Volgens deze tegenstanders moet men zich als sportman of -vrouw binnen de bestaande sportorganisaties onderscheiden, zonder de nadruk te leggenop de eigen seksuele geaardheid of welke bijzonderheid dan ook, die in dat kader immersirrelevant zijn.

8p 4 ■ Ben jij het eens met dit bezwaar?Betrek in je argumentatie het onderscheid dat Taylor maakt tussen ’politiek van erkenningvan verschil’ en ’politiek van gelijkwaardigheid’.Leg beide noties in je antwoord duidelijk uit.

■■■■ Opgave 2 Overheid en burger

Binnen de filosofische traditie is de verhouding tussen overheid en burger een centraalvraagstuk. Over deze verhouding bestaan zeer diverse opvattingen.Zo benadrukt Plato het belang van de staat als opvoeder, ziet Hobbes ordehandhaving alsbelangrijkste taak van de overheid en beschouwt Marx de staat als behartiger van debelangen van de heersende klasse.In Boek 8 van zijn Ethica Nicomachea behandelt Aristoteles drie politieke stelsels. Bij elkvan deze stelsels noemt hij ook een ontaarde vorm.

8p 5 ■ Geef een karakterisering van deze drie politieke stelsels en van de daarmeecorresponderende ontaarde vormen.Geef tevens aan met welk criterium Aristoteles telkens de goede en de ontaarde vorm vanelkaar onderscheidt.

9 00006 24 3 Lees verder

Pagina: 370Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 372: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Aristoteles verduidelijkt de politieke stelsels door deze te vergelijken met verhoudingenop een huiselijk niveau, bijvoorbeeld met de manier waarop de man met zijn vrouwomgaat of de vader met zijn kinderen.Bij Kant en Mill zien we dat de politiek in verband wordt gebracht met de wijze waaropmensen hun leven leiden of behoren te leiden.Voor een individualist als Mill moet het accent liggen bij de individuele burger.Ontwikkelingen in (sectoren van) staat en maatschappij kunnen voor het zichontplooiende individu al dan niet gunstig zijn.Kant kent zowel aan staat als burger rechten en plichten toe.Zowel in de tekst van Kant, ’Wat is Verlichting?’ als in Mills ’Over vrijheid’ is kritiek telezen op de manier waarop de burger wordt bejegend door de politiek, de maatschappij ofde kerk.

6p 6 ■ Geef aan waarop Kant zijn kritiek richt en waarop Mill zijn kritiek richt.Noem tevens één punt waarop de bedoelde kritiek van Kant met die van Millovereenkomt en noem één punt van verschil.

Eén van de doelen van de Verlichting was het bevorderen van de redelijkheid enmondigheid van de burger. Over de concrete wijze waarop de burger zijn redelijkheiddiende in te brengen in het proces van politieke besluitvorming was men het niet altijdeens. Pas in de 19e eeuw werd het algemeen kiesrecht een onderwerp waarover werdnagedacht en in 1919 werd het ingevoerd in Nederland: elke meerderjarige Nederlanderwas verplicht zijn of haar stem uit te brengen.Sinds in Nederland de stemplicht is afgeschaft, is het aantal kiezers dat bij de verkiezingeneen stem uitbrengt, verminderd. Voor het teruglopend opkomstpercentage worden doordeskundigen diverse verklaringen gegeven: de afwezigheid van fundamentele ideologischeverschillen tussen de belangrijkste politieke partijen, de steeds kleinere speelruimte voorhet politieke handelen, de afwezigheid van aansprekende politici.Een afnemende politieke belangstelling bij de burgers is niet louter een Nederlandsfenomeen. Voor Charles Taylor is de afnemende politieke belangstelling een bron van zorg.

9p 7 ■ Welke drie oorzaken noemt Taylor voor de afnemende politieke belangstelling van burgers?Leg tevens uit of volgens jou de verantwoordelijkheid voor de afnemende politiekebelangstelling in eerste instantie bij de politiek ligt of bij de burgers.

In zijn beschouwing ’Wat is Verlichting’ boog Immanuel Kant zich onder andere over devraag naar de rechten en plichten van burgers.Deze tekst kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.Een manier om de tekst van Kant in de huidige tijd te plaatsen is de volgende.Iedereen die als functionaris deel uitmaakt van een bepaalde institutie – zoals de staat, hetleger of de kerk – heeft de plicht te gehoorzamen aan de daar geldende regels.Maar men is niet alleen functionaris. Men is ook burger met een recht op mondigheid. Enals mondige burger kan men zich in het openbaar uitspreken.Overigens wordt de burger in deze rol door Kant ’geleerde’ genoemd.In deze hoedanigheid hanteert de burger redelijke argumenten in de hoop degenen dieeen doorslaggevende rol spelen in de besluitvorming, te kunnen beïnvloeden.Indien men Kant op bovenstaande wijze uitlegt dan valt uit de tekst een conclusie af teleiden over wat burgers zich in deze tijd inzake kritiek en protest wel en niet mogenveroorloven.

Drie veel voorkomende vormen van protest tegen de overheid zijn: a) het houden van eendemonstratie die wordt afgesloten met het overhandigen van een petitie, b) acties vanburgerlijke ongehoorzaamheid, zoals het blokkeren van snelwegen, c) gewapend verzet.

6p 8 ■ Welke van bovenstaande drie vormen van protest zou/zouden binnen het kader van detekst ’Wat is Verlichting’ aanvaardbaar zijn?Maak in de argumentatie voor je antwoord gebruik van de in bovenstaande inleidinggegeven uitleg van de tekst van Kant en betrek in je argumentatie het onderscheid tussenfunctionaris en burger.

9 00006 24 4 Lees verder

Pagina: 371Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 373: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 3 Zelfverwerkelijking

Volgens Charles Taylor is de vrije zelfbeschikking een bepaalde vorm vanzelfverwerkelijking die van het authentiek individualisme moet worden onderscheiden.Hij beschouwt de vrije zelfbeschikking namelijk als een lagere vorm vanzelfverwerkelijking dan het authentiek individualisme.Tot de kenmerken van dit laatste rekent Taylor onder meer het ’zichzelf tot uitdrukkingbrengen’. Taylor noemt dat kenmerk in zijn boek ’De malaise van de moderniteit’ ook welhet ’expressivisme’, een term met behulp waarvan hij het handelen van een authentiekindividu kan vergelijken met dat van een kunstenaar.Een van de nieuwe mogelijkheden die onze tijd biedt, is het chirurgisch verfraaien van onsuiterlijk. Niet alleen na een verminkend ongeval, ook vanuit een eigen behoefte kunnenwe ons uiterlijk aan onze wensen aanpassen. Dankzij deze cosmetische (plastische)chirurgie kunnen we ons lichaam modelleren. Een bekend voorbeeld hiervan is depopzanger Michael Jackson die een deel van zijn gezicht liet veranderen.

6p 9 ■ Zou Taylor een dergelijke verfraaiing van het eigen uiterlijk met behulp van cosmetischechirurgie als een voorbeeld van authentiek individueel handelen kunnen zien?Licht je antwoord toe en leg daarin de term ’expressivisme’ uit, zoals Taylor die gebruikt.

Sinds de Middeleeuwen heeft de opvatting dat het menselijk lichaam ieders eigen bezit isaan populariteit gewonnen. De filosoof en wiskundige Descartes heeft het westersedenken in een aantal opzichten diepgaand beïnvloed. De wijdverbreide opvatting dat jelichaam je eigen bezit is, hebben we voor een groot deel aan hem te danken. Descartes wasook de wegbereider van een houding tegenover de natuur die kenmerkend is gewordenvoor onze westerse cultuur.In zijn dualistische filosofie onderscheidde hij het menselijk bewustzijn principieel van denatuur.In zijn vertoog ’Over de methode’ schreef Descartes dat er een natuurwetenschap mogelijkis waardoor wij „als het ware heer en meester der natuur zouden kunnen worden.”

8p 10 ■ Leg uit hoe Descartes’ dualisme samenhangt met de opvatting dat de mens heer enmeester over de natuur is.

Het voorbeeld van Descartes laat zien hoe een bepaalde denkwijze invloed kan hebben opde omgang met de natuur en dus ook met onszelf. In de eeuwen na Descartes heeft zicheen bepaalde vorm van waardevrije rationaliteit ontwikkeld die onder andere door Taylorde instrumentele rede wordt genoemd.Het lijkt aannemelijk dat de instrumentele rede en de vrije zelfbeschikking – beide in dezin van Taylor – niet alleen naast elkaar bestaan, maar elkaar ook versterken.

9p 11 ■ Beargumenteer de stelling dat de vrije zelfbeschikking en de instrumentele rede elkaarwederzijds versterken.Geef in je antwoord duidelijk aan wat Taylor onder instrumentele rede en onder vrijezelfbeschikking verstaat.

Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina.

9 00006 24 5 Lees verder

Pagina: 372Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 374: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Voor sommige mensen is het ideaal van zelfbeschikking maar in beperkte mate bereikbaar.Hun lichaam en/of hun mentale vermogens vertonen vergeleken met ’normale’ mensenbepaalde gebreken. Zo zijn er zorgbehoeftige mensen die ’wilsonbekwaam’ wordengenoemd: bijvoorbeeld mensen die ernstig geestelijk gestoord zijn of een ernstigeverstandelijke handicap hebben. Dit houdt in dat zij wel in het bezit zijn van het vermogentot handelen, maar slechts in geringe mate hun wil kenbaar kunnen maken. Nietteminhebben zij meestal wel bepaalde communicatieve mogelijkheden via motoriek of geluid; zijkunnen zichzelf daardoor articuleren, mits anderen daarvoor openstaan.Vroeger werd de zogeheten wilsonbekwame mens meestal niet als een zichzelfverwerkelijkend individu gezien.Tegenwoordig heeft men hierover minder twijfels en vindt men het bijvoorbeeld eengoede zaak dat de wetgever alle mensen gelijkwaardig heeft verklaard.Enkele aspecten van Taylors opvatting van zelfverwerkelijking ondersteunen de meningdat de wilsonbekwame mens beschouwd kan worden als een zichzelf verwerkelijkendindividu.

8p 12 ■ Welke aspecten bij Taylor ondersteunen de mening dat de wilsonbekwame mens zich weldegelijk verwerkelijkt en welke aspecten ondersteunen deze mening niet? Geef in je antwoord tevens je eigen standpunt over dit vraagstuk.

9 00006 24 6

Einde

Pagina: 373Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 375: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■

9 00011 24 Begin

Examen VWO

VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijs

19 99Tijdvak 2

Dinsdag 22 juni13.30–16.30 uur

Filo

sofi

e

Als bij een vraag een verklaring, uitleg ofargumentatie gevraagd wordt, worden aan hetantwoord geen punten toegekend als dezeverklaring, uitleg of argumentatie ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.Als er bijvoorbeeld twee redenen wordengevraagd en je geeft meer dan twee redenen,worden alleen de eerste twee in debeoordeling meegeteld.

Dit examen bestaat uit 12 vragen.Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveelpunten met een goed antwoord behaald kunnenworden.

Pagina: 374Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 376: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 1 Individualisme

Volgens vele historici begint het moderne individuele zelfbewustzijn na de Middeleeuwen.Vanaf die tijd begint men in toenemende mate de mens zelf (het subject) als centrum vande wereld te beschouwen. Als denker die deze overgang markeert geldt de FransmanRené Descartes (1596–1650). Hij ging op zoek naar zo zeker mogelijke uitgangspuntenvoor het kennen en voor het handelen. Op zijn zoektocht kwam hij tot de overtuiging inzichzelf een onaantastbaar uitgangspunt ontdekt te hebben.

8p 1 ■ Geef aan hoe Descartes op zijn zoektocht tot de overtuiging kwam dat het meest zekereuitgangspunt in de mens zelf te vinden is. Geef zowel de denkstappen weer die Descarteszet als het resultaat waartoe zijn gedachtegang leidt.

Wie zichzelf als uitgangspunt neemt, wie over particulier eigendom beschikt en wie zelfbepaalt wat hij van zijn leven maakt, die kan er gemakkelijk toe komen zijn leven zoveelmogelijk naar zijn eigen voorkeuren in te richten. Hij is dan niet ver meer verwijderd vaneen egocentrische levenswijze.Een dergelijke egocentrische verschijningsvorm van het moderne individualisme is voordenkers als Charles Taylor niet de ware gedaante van het individualisme, maar eerder eenkarikatuur ervan, een ontaarde vorm van het eigenlijke ideaal van zelfverwerkelijking.

8p 2 ■ Leg uit in welke zin Taylor het moderne egocentrische individualisme opvat als eenontaarding van wat hij als het ideaal van zelfverwerkelijking beschouwt.Laat in je antwoord blijken wat Taylor verstaat onder het egocentrische individualisme enonder het ideaal van zelfverwerkelijking.

Taylor wijst in Malaise van de moderniteit op het gevaar dat het individualisme in zijnegocentrische verschijningsvorm de samenleving steeds verder fragmenteert. Op hetterrein van de politiek wordt dat volgens Taylor zichtbaar in het steeds losser worden vande band zowel tussen individuen onderling als ook tussen kiezers en politici.Eén van de symptomen van die fragmentatie is volgens Taylor dat individuen ofgroeperingen steeds vaker juridische middelen inschakelen om sociale of politiekeconflicten te beslechten, ook in hun relaties met de overheid.

6p 3 ■ Leg uit in hoeverre het toenemend gebruik van juridische procedures volgens Taylor totversterking en/of vermindering van sociale fragmentatie in de samenleving leidt.Geef in de toelichting op je antwoord aan waardoor volgens Taylor sociale fragmentatieontstaat en kan worden voorkomen.

Aristoteles onderscheidt in zijn werk ’Ethicia Nicomachea’ drie soorten vriendschap.9p 4 ■ Op welke drie motieven zijn deze soorten vriendschap gebaseerd en leg uit in welk soort

vriendschap juridische middelen gebruikt kunnen worden om sociale of politiekeconflicten te beslechten.Gebruik in je uitleg een voorbeeld uit de sociale of politieke werkelijkheid.

6p 5 ■ Ben jij het eens met Aristoteles dat het hebben van vrienden noodzakelijk is om gelukkigte zijn?Betrek in je antwoord drie argumenten die Aristoteles gebruikt om zijn standpunt teondersteunen dat iemand die gelukkig is vrienden nodig heeft.

9 00011 24 2 Lees verder

Pagina: 375Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 377: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

■■■■ Opgave 2 Identiteit en erkenning

In vroegere samenlevingen, aldus Taylor in zijn boek ’De malaise van de moderniteit’,werd de identiteit van een persoon grotendeels bepaald door zijn of haar sociale positie.Dat wil zeggen, door zijn of haar plaats in de samenleving en door de rol of activiteiten diedaaraan waren verbonden. Omdat identiteit was gebaseerd op vrij algemeen aanvaardesociale categorieën – iemand behoorde bijvoorbeeld tot de adel, de militaire stand, degeestelijkheid of de burgerij –, vormde erkenning van die identiteit in vroeger tijdenvrijwel nooit een probleem.In de moderne tijd ligt dit alles wat anders. Het ineenstorten van traditionele socialehiërarchieën en de opkomst van het authenticiteitsideaal hebben volgens Taylor geleid toteen andere opvatting over de identiteit van een persoon dan voorheen en tot het inzichtdat erkenning van iemands identiteit door anderen niet op voorhand vaststaat, maar moetworden verworven.

6p 6 ■ Geef aan welke rol volgens Taylor erkenning door anderen speelt bij de vorming vaniemands persoonlijke identiteit (in authentieke zin).

De genoemde veranderingen – het ineenstorten van traditionele sociale hiërarchieën ende opkomst van het authenticiteitsideaal – hebben niet alleen in de persoonlijke sfeer deaandacht gevestigd op het belang van erkenning, maar ook in sociaal-politiek opzicht waar– vergeleken met vroeger – de roep om een politiek van erkenning steeds sterker isgeworden.De roep om een politiek van erkenning is doorgaans gebaseerd op de gedachte – onderanderen verwoord door Kant (1724–1804) –, dat alle mensen het waard zijn gerespecteerdte worden.

8p 7 ■ Hoe kan de gedachte dat alle mensen een te respecteren waardigheid bezitten wordenverdedigd op basis van het beeld dat Kant onder meer in zijn artikel over Verlichting (uit1784) schetst van de mens en diens vermogens?

Het idee van de menselijke waardigheid ligt ten grondslag aan een politieke opvatting dietegenwoordig in veel westerse democratieën de boventoon voert. Deze opvatting wordtwel als ’politiek van gelijkwaardigheid’ aangeduid. Kenmerkend voor een politiek vangelijkwaardigheid is het streven om alle burgers gelijk te behandelen.Aristoteles beschrijft in zijn ’Ethica Nicomachea’ verschillende staatsvormen, waarondereen democratie.

6p 8 ■ Op grond waarvan worden volgens Aristoteles in een democratie de burgers gelijkbehandeld?Geef in je antwoord tevens het verband – volgens Aristoteles – aan tussen een republiekof timocratie enerzijds en een democratie anderzijds.

Bij het voeren van een politiek gebaseerd op gelijkwaardigheid is het niet van belang of deburgers nu wel of niet tot een culturele minderheid behoren.Een politiek van gelijkwaardigheid van culturele groepen kan worden bereikt door:a de invoering van een pakket van rechten en vrijheden – onder andere stemrecht, rechtop onderwijs, vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting –, dat voor iederindividu hetzelfde is, enb publieke instellingen als overheidsinstanties, scholen en universiteiten te verplichten niette discrimineren maar zich neutraal op te stellen, dat wil zeggen in hun beleid niet speciaalrekening te houden met culturele bijzonderheden (in bijvoorbeeld leerplannen ofstudieprogramma’s).Of een politiek van gelijkwaardigheid van culturele groepen voldoende recht doet aan deroep van culturele minderheden om te worden erkend, is in de politieke filosofie al jarenonderwerp van discussie. Centraal staat in die discussie de vraag of daadwerkelijk vanerkenning kan worden gesproken wanneer verschillen in culturele identiteit geenaanleiding zijn tot verschil in behandeling (tussen een minderheidsgroep en de dominantegroep in een samenleving).

9 00011 24 3 Lees verder

Pagina: 376Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 378: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Veronderstel nu dat wordt voorgesteld alle leerlingen in het basis- en het voortgezetonderwijs die behoren tot een culturele minderheid het recht te geven op onderricht in deeigen culturele traditie – literatuur, geschiedenis, filosofie, enzovoort – en de daarvoorbenodigde tijd te onttrekken aan de lessen in de andere, gebruikelijke vakken.

9p 9 ■ Zou jij dit voorstel dan steunen als een bijdrage tot erkenning? Laat in je afwegingduidelijk blijken wat volgens jou voor en wat tegen dit voorstel pleit.Betrek in je argumenten zowel de genoemde kenmerken (a) en (b) van een politiek vangelijkwaardigheid tussen culturele groepen als Taylors opvatting omtrent de betekenis vaneen (sub)cultuur bij de vorming van een eigen, authentieke identiteit.

■■■■ Opgave 3 Authenticiteit

De vraag hoe als een echt, authentiek mens te leven, heeft in de loop van de geschiedenisniet alleen filosofen beziggehouden, maar bijvoorbeeld ook schrijvers, zoals de Russischeromanschrijver L. Tolstoj (1828–1910).In het korte verhaal „De dood van Iwan Iljitsj” beschrijft hij leven en sterven van eenofficier van justitie van middelbare leeftijd – Iwan Iljitsj. Deze heeft een „normaal” levenachter de rug, hij is gehuwd, heeft kinderen en een redelijk succesvolle loopbaan. Hijwordt beschouwd als een prettige kerel voor wie de opvattingen van de hoogst geplaatstepersonen bepalend zijn voor de wijze waarop hij leeft. Kleine genoegens maar vooralplichtsbesef en „leven zoals men vindt dat het hoort” zijn leidraad voor zijn doen en laten.De meeste mensen die hem kennen mogen hem dan ook graag.Op een dag valt hij van een ladder. Aanvankelijk lijkt zijn verwonding onschuldig genoeg,maar na verloop van tijd worden zijn klachten erger. Iwan moet het bed houden en beseftdat zijn toestand ernstig is. Wanneer de dood onherroepelijk naderbij komt, geeft hij zichsteeds vaker over aan perioden van diepgaande zelfbespiegeling waarbij hij met volleaandacht luistert, „niet naar een stem die sprak in klanken, maar naar de stem van zijnziel, naar een reeks gedachten, die in hem omhoogkwam.”Steeds sterker realiseert Iwan zich dat er iets fundamenteel mis is geweest met zijn leven.De onderstaande tekst is op te vatten als een beschrijving van Iwans poging om in contactte komen met zijn eigen innerlijke natuur. Kort voor zijn dood:

tekst 1 kwam het in hem op, dat datgene, wat hem vroeger volstrekt onmogelijk had geleken,namelijk dat hij zijn leven niet zo had geleefd als hij had moeten leven, dat dat waar konzijn. Het kwam in hem op, dat die nauwelijks merkbare neiging om zich te verzettentegen dat, wat door de hoogst geplaatste personen als goed werd beschouwd – dienauwelijks merkbare neiging, die hij altijd meteen onderdrukt had – dat die waar hadkunnen zijn, en dat al het overige misschien toch onwaar was geweest. En zijn werk, enzijn levenshouding, en zijn gezin, en alle belangen van het gemeenschapsleven en vanzijn ambt, dat alles zou misschien niet het ware zijn geweest. Hij probeerde dat allesvoor zichzelf te verdedigen. En plotseling voelde hij de grote zwakte van wat hijverdedigde. Er viel niets te verdedigen.

bron: L. Tolstoj, De dood van Iwan Iljitsj

In bovenstaande tekst van Tolstoj betreurt de hoofdpersoon, Iwan Iljitsj, dat hij vroegerniet heeft toegegeven aan „die nauwelijks merkbare neiging om zich te verzetten tegen datwat door de hoogst geplaatste personen als goed werd beschouwd”.

8p 10 ■ Als Iwan Iljitsj eerder had toegegeven aan zijn „nauwelijks merkbare neiging om zich teverzetten tegen dat wat door de hoogste geplaatste personen als goed werd beschouwd”,zou dat dan tot authentiek individualisme in de zin van Taylor hebben geleid?Maak in de toelichting op het antwoord duidelijk waarom verzet tegen de maatschappijvolgens Taylor niet voldoende is om van authentiek individualisme te kunnen spreken.

9 00011 24 4 Lees verder

Pagina: 377Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Page 379: Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 · Filosofie VWO Examenbundel 1999-2019 Voor alle eindexamens, zie . Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook .

Niet alleen contact met de eigen innerlijke natuur wordt vanaf de 18e eeuw gezien als eenbron van authenticiteit, maar ook wat Taylor in ’Sources of the Self’ noemt „bevestigingvan het gewone leven”. Daarbij gaat het om de overtuiging dat zaken als werk, inkomen,huwelijk, gezin en maatschappelijke relaties van groot belang zijn voor een zinvol leven.In Tolstojs verhaal ondergaat Iwans waardering voor het gewone leven dat hij placht teleiden een merkwaardige verandering. Wanneer Iwan Iljitsj kort voor zijn dood bezoekkrijgt van een aantal mensen waaronder zijn vrouw en dochter, beoordeelt hij hen als volgt:

tekst 2 Toen hij die morgen de bediende zag, en vervolgens zijn vrouw, zijn dochter, de dokter,toen bevestigde ieder van hun bewegingen, ieder van hun woorden de ontzettendewaarheid, die hem die nacht duidelijk was geworden. Hij zag zichzelf in hen en alleswaarvoor hij had geleefd, en duidelijk zag hij, dat dit niet het ware was, dat dat alles eenontzettende, reusachtige leugen was, die leven en dood verborgen had gehouden.

bron: L. Tolstoj, De dood van Iwan Iljitsj

Volgens Taylor is de „bevestiging van het gewone leven” van groot belang voor een zinvolleven. Iwan Iljitsj ervaart dat „dit alles misschien niet het ware is geweest”.

8p 11 ■ Zijn deze twee opvattingen met elkaar in strijd?

In tekst 2 ziet de hoofdpersoon Iwan op een morgen zijn bediende, zijn vrouw en zijndochter en in ieder van hun bewegingen en woorden ziet hij de waarheid die hem ’s nachtsduidelijk is geworden: hij zag zichzelf in hen en alles waarvoor hij had geleefd en hij zagdat dat alles een reusachtige leugen was.Martin Buber maakt in zijn werk ’Ik en Gij’ een onderscheid tussen een ik-gij relatie eneen ik-het relatie.

8p 12 ■ Noem twee opzichten waarin een ik-gij relatie verschilt van een ik-het relatie.Leg tevens uit of in tekst 2 eerder sprake is van ik-gij relatie of van een ik-het relatiewanneer de Iwan die morgen zijn bediende, zijn vrouw en zijn dochter ziet.

9 00011 24 5

Einde

Pagina: 378Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).

Voor alle eindexamens, zie www.alleexamens.nl. Voor de perfecte voorbereiding op je eindexamen, zie ook www.sslleiden.nl.Beschikbaar gesteld door de Universiteit Leiden en Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL).