Filosofie & Religiositeit

17
Filosofie & Religiositeit Welkom! Reflecties op religie in een post-moderne wereld

description

Filosofie & Religiositeit. Reflecties op religie in een post-moderne wereld. Welkom!. oorsprong westerse filosofie: Griekenland 585 v. Chr. MILETE. Xenophanes (ca. 570 - ca. 475 v. Chr). kritiek op de mythologie : is antropomorf en cultuur-specifiek reductionisme : - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Filosofie & Religiositeit

Page 1: Filosofie & Religiositeit

Filosofie & Religiositeit

Welkom!

Reflecties op religie in een post-moderne wereld

Page 2: Filosofie & Religiositeit

oorsprong westerse filosofie: Griekenland 585 v. Chr.

MILETE

Page 3: Filosofie & Religiositeit

Xenophanes (ca. 570 - ca. 475 v. Chr)

• kritiek op de mythologie:is antropomorf en cultuur-specifiek

• reductionisme:er is één oer-principe, immanent in de kosmos aanwezig, heeft altijd al bestaan

• voorwaardelijkheid van kennis:de waarheid kunnen wij niet kennen, dus moeten we ons beperken tot hypothesen

Page 4: Filosofie & Religiositeit

pre-socraten ± 585 - 400 v. Chr.

Natuur-filosofen (empiristen): waarneming & ervaring

Onderzoeken & vergelijken natuurlijke fenomenen,

en komen zo tot een theorie (kosmologie / fysica)

Page 5: Filosofie & Religiositeit

pre-socraten ± 585 - 400 v. Chr.

Eleaten (rationalisten): vertrouwen niet op waarneming, maar op de rede, logica en wiskunde

Zijn op zoek naar het wezen / de essentie van dingen

Page 6: Filosofie & Religiositeit

Klassieke periode van ± 400 - 323 v. Chr.

Socrates (470-399 v.Chr.): dialectische ondervraging om via twijfel en filosofie tot hoger inzicht te komen

Plato (427-347 v.Chr.): zintuiglijke wereld is schijn, alles gaat voorbij, niets blijft: alles wordt, niets is

Page 7: Filosofie & Religiositeit

Plato (427-347 v. Chr.) analogie van de grot

Page 8: Filosofie & Religiositeit

het prille christendom in Griekenland

323 v.Chr: Hellenistische periode: Griekenland steeds meer ingelijfd bij Romeinse Rijk

300 v.Chr: Oude Testament vertaald naar het Grieks

1e eeuw: Nieuwe Testament geschreven, evangelie verspreid

m.n. Paulus (van Tarsus), en Johannes (van Ephese)

apologeten (zoals Tertullianus) verdedigden & onderbouwden christelijke leer

Page 9: Filosofie & Religiositeit

Romeinse Rijk : 14 - 117 n. Chr.

2e eeuw: waren er in het hele Romeinse rijk al christelijke gemeenten

100 - 325: vormen van de kerk & patristische filosofie (kerkvaders)

1e tot 4e eeuw: christen-vervolgingen (evangelie was verboden)

rond 330: Constantijn de Grote schafte de christen-vervolgingen af

4e en 5e eeuw: steeds meer religies & heidense praktijken verboden

529: Justinianus sluit de Academie (van Plato), Griekse filosofie verboden

330 - 800: patristiek: uitwerken van de leer (huwelijk filosofie & theologie)

Page 10: Filosofie & Religiositeit

Aurelius Augustinus (354 – 430)

Stelt geloof boven kennis maar stelt ook vragen:• Hoe kan de ontstaansgeschiedenis van de

wereld volgens het evangelie uit de Bijbel filosofisch worden begrepen en onderbouwd?

• Hoe gaat de vrije wil samen met predestinatie & goddelijke voorzienigheid?

Oplossing:• De tijd bestaat slechts in het menselijk

bewustzijn. God staat buiten de tijd, alles (van begin tot einde) is NU voor hem:"Voor God is niets veraf of langdurig. Wil je, dat voor jou niets veraf of langdurig is, voeg je dan bij God, want daar zijn duizend jaar als de dag van heden"

Page 11: Filosofie & Religiositeit

Scholastiek ± 800 - 1100

9e - 12e eeuw: voornamelijk neo-platonisme

Universaliën-strijd: realisme vs. nominalisme• realisme: algemene begrippen bestaan

zelfstandig, individueel geval is exemplaar• nominalisme: algemene begrippen zijn

slechts een veralgemenisering, een ken-instrument van het verstand

Paulus Venetus: "flatus voci“

Page 12: Filosofie & Religiositeit

Scholastiek ± 1100 - 1500

1100 - 1270: kruistochten waren kruisbestuiving en bloeitijd van wetenschap, filosofie en kunst

13e eeuw: onder invloed van islamitische filosofie (Avicenna, Averroës) meer Aristoteles

14e - 15e eeuw: enorme populariteit van Aristoteles, en toename van nominalisme

15e eeuw: boekdrukkunst: zelfstudie

vanaf 1517: reformatie: breuk met de katholieke kerk = breuk met centraal gezag van Rome

16e - 17e eeuw: scholastiek & theocentrisme maken plaats voor renaissance & humanisme

Page 13: Filosofie & Religiositeit

Verlichting 17e & 18e eeuw

Wetenschappelijke Revolutie:• werkelijkheid (natuur) bestuderen d.m.v. observatie• dualisme: subject (actief) / object (passief)

• rationalisme: wiskunde & theorievorming• empirisme : experiment & waarneming

Page 14: Filosofie & Religiositeit

Romantiek & Idealisme (eind 18e – begin 19e eeuw)

1789: Franse Revolutie1800 - 1815: Napoleontische veldtochten

Hegel: Phänomenologie des Geistes (1807)• subject / object in historische dynamisch proces• geest ontplooit zich in dialectisch proces:

these - anti-these - synthese- oorsprong = onbewuste individuele geest- doel = bewuste collectieve vrije absolute geest- Absolute Geest = God

Schopenhauer: Welt als Wille und Vorstellung (1819)• geen dood object tegenover bewust subject• zowel mens & natuur = blinde wil tot bestaan • de wil = niet in dialectiek naar Absolute Geest,

maar oorzaak van lijden (vgl: boeddhisme)

Page 15: Filosofie & Religiositeit

Atheïsme 2e helft 19e eeuw

Marx (Communistisch Manifest, 1848):• de heersende ideologie is altijd de

ideologie van de heersende klasse• religie is opium van het volk

Darwin (On the Origin of Species, 1859):• mens = product van blind evolutie-proces• best aan omgeving aangepaste overleeft

Nietzsche (gepubliceerd: 1862 - 1889):• dood van God / religie = slavenmoraal• levensfilosofie / wil tot macht / übermensch

Freud (eind 19e – begin 20e eeuw)• God is projectie van vaderlijke autoriteit• religie = coping-mechanisme met

sterfelijkheid

Page 16: Filosofie & Religiositeit

Conclusie “huwelijk tussen geloof en filosofie”

Geschiedenis van de filosofie is een worsteling met de taal

• Pre-socraten: op zoek naar één onderliggend principe, één oer-stof of oer-wet• vanaf Socrates/Plato:”linguistic turn”: primaat van de begrippen / ideeën (Vormen-wereld)

• middeleeuwen: zijnsleer, Godsbewijzen en Universalia-strijd (realisme vs. nominalisme)• wetenschappelijke revolutie dreef een wig tussen filosofie en theologie• sinds 2e helft 19e eeuw toenemende secularisatie, in 20e eeuw nog meer• Linguistic Turn: “taal zegt meer over onszelf dan over de werkelijkheid”• filosofen & theologen na Nietzsche / Freud hebben zich toegelegd op taal & psychologie

i.p.v: "wat / waar is God?“, werd de vraag nu: "wat betekent God?“ (Les 7 & 8)

Page 17: Filosofie & Religiositeit

Filosofie & Religiositeit

Tot volgende week!

Reflecties op religie in een post-moderne wereld