FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby...

8
1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een mooie dag zou worden, en dat werd het ook. ‘Halló!’ riep Egbert van der Waal – een nogal gladde jongen – toen ik de klas binnenliep. ‘Hallo, hé! Wat is er met jou gebeurd?!’ Ik werd gezien. Na eeuwenlang het onzichtbare meisje te zijn geweest, werd ik gezien! Na duizend jaar eenzaamheid werd ik opgemerkt! Ik liep anders. Ik bewoog me zekerder. Ik durfde rond te kijken. Ik zag Suzan glimlachen, ergens tussen een paar andere meiden. Ik zag haar denken: mijn opvoeding heeft succes. Op dat moment kwam Krijmborg binnen, van wie we Nederlands hadden. Met een klap sloot hij de deur achter zich, en iedereen ging haastig zitten, groepje bij groepje. ‘Zo jongelui!’ riep Krijmborg. Krijmborg was ook weer een verhaal apart. Je zult het wel merken. Hij liep nu door de klas en zijn schelvis- ogen loerden rond. ‘Goedemorgen, meneer Huttenbach!’ Cor Huttenbach keek knipperend op. Hij was een een- ling. Hij was zelfs de meest eenlingerige eenling die er in onze klas te vinden was. Hij droeg ribfluwelen broeken. ‘Hebben wij ons opstel geschreven?’ vroeg Krijmborg. ‘Ja,’ zei Cor zwakjes. Hij legde het op zijn tafel. ‘En het gaat deze keer niet over de Tweede Wereldoorlog?’ ‘Nee,’ zei Cor. ‘Nee wat?’ ‘Nee, meneer Krijmborg.’ ‘Respect is een teken van wijsheid, meneer Huttenbach. Wat hadden wij ook weer afgesproken?’ ‘Ik moest een sprookje schrijven,’ zei Cor. Krijmborg knikte. ‘We gaan het zien, meneer Huttenbach. Sterker nog: we gaan het horen van onze eigen klaskabouter!’ Er werd eerbiedig gegrinnikt, intussen griste Krijmborg het papier naar zich toe. Vervolgens liep hij alle tafels langs, waar iedereen zijn opstel had neergelegd. Zo was de toon weer gezet, en niet bepaald voor het eerst. Al zoveel vaker was Cor gedwongen tot voorle- zen voor de klas, van tijd tot tijd onderbroken door Krijmborg. ‘Wat bedoelen wij hiermee, herr Huttenbach? Al die mannen in uniformen? Valt u daar soms op, herr Huttenbach? U kunt het rustig zeggen, we zijn hier onder vrienden!’ Dat soort vragen. Ja, de toon was weer gezet, elke keer slaag- de die psychopaat daar geweldig in, en iedereen deed dus z’n uiterste best om maar niet de aandacht naar zich toe te trekken. De les trok voorbij: invuloefeningen, een kort dictee. Daarna klapte Krijmborg zo luid mogelijk zijn boek dicht. ‘We hebben nog tien minuten,’ zei hij. ‘Dus ik geloof dat het hoog tijd is voor onze dierbare klasgenoot. De beurt is aan Corrie Huttenbach!’ Onze dierbare klasgenoot. Hij had er echt lol in om Cor erop te wijzen dat niemand hem mocht. Cor stond op en liep naar voren. Het werd nog stiller. Cor kreeg zijn opstel in zijn handen geduwd. ‘Een sprookje, meneer Huttenbach,’ herhaalde Krijmborg snerpend. ‘Dat niet in de Tweede Wereldoorlog speelt! Ga uw gang!’ Cor ging voor de klas staan. En in de gapende leegte die was ontstaan, las hij: ‘Er was eens een kabouter die met zijn tank over de paddenstoel van een andere kabouter reed…’ Een golf van gelach ging door het lokaal. Verrast keek Cor op. Maar ook Krijmborg leek in verwarring, dat iedereen zich plotseling vrolijk maakte om een grap die niet van hem kwam. Cor las verder. ‘Zo begon de grote kabouteroorlog. Kabouter Stengun pakte zijn stengun, kabouter Granaat pakte zijn granaat en kabouter Landmijn pakte zijn koffer…’ Krijmborg werd nu langzaam rood. Volgens mij voelde hij donders goed dat er een soort van sympathie ont- stond voor Cor. Toen was het opstel uit, en ik wist dat dit het ogenblik was dat Krijmborg hem kon afmaken. Ik begon te klappen. Heel hard. Ik schrok er zelf van, eerlijk gezegd. Maar het kwam door die blouse en door dat voornemen. Ik was een ander iemand, en ik wilde ook de wereld veranderen. Ik wilde dat de wereld anders was dan hij tot nu toe was geweest. Verbaasd keek ieder- een in mijn richting. ‘Goed verhaal, Corrie!’ riep ik. Een paar meiden begonnen mee te klappen. Daarna een paar jongens. En daarna de hele klas. Krijmborg keek verwonderd rond. Cor liep naar zijn plaats, een glim- lachje stond op zijn gezicht. Dat glimlachje, dat was mijn triomf. HOOFDSTUK 1 • FICTIE HERHALING 6

Transcript of FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby...

Page 1: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

1 TEKST 1

HERHALING

FICTIE

Wie is Libby Skibner?

Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner?

Ik besloot dat dit een mooie dag zou worden, en dat

werd het ook.

‘Halló!’ riep Egbert van der Waal – een nogal gladde

jongen – toen ik de klas binnenliep. ‘Hallo, hé! Wat is er

met jou gebeurd?!’

Ik werd gezien.

Na eeuwenlang het onzichtbare meisje te zijn geweest,

werd ik gezien! Na duizend jaar eenzaamheid werd ik

opgemerkt! Ik liep anders. Ik bewoog me zekerder. Ik

durfde rond te kijken. Ik zag Suzan glimlachen, ergens

tussen een paar andere meiden. Ik zag haar denken: mijn

opvoeding heeft succes.

Op dat moment kwam Krijmborg binnen, van wie

we Nederlands hadden. Met een klap sloot hij de deur

achter zich, en iedereen ging haastig zitten, groepje bij

groepje.

‘Zo jongelui!’ riep Krijmborg.

Krijmborg was ook weer een verhaal apart. Je zult het

wel merken. Hij liep nu door de klas en zijn schelvis-

ogen loerden rond.

‘Goedemorgen, meneer Huttenbach!’

Cor Huttenbach keek knipperend op. Hij was een een-

ling. Hij was zelfs de meest eenlingerige eenling die

er in onze klas te vinden was. Hij droeg ribfluwelen

broeken.

‘Hebben wij ons opstel geschreven?’ vroeg Krijmborg.

‘Ja,’ zei Cor zwakjes.

Hij legde het op zijn tafel.

‘En het gaat deze keer niet over de Tweede

Wereldoorlog?’

‘Nee,’ zei Cor.

‘Nee wat?’

‘Nee, meneer Krijmborg.’

‘Respect is een teken van wijsheid, meneer Huttenbach.

Wat hadden wij ook weer afgesproken?’

‘Ik moest een sprookje schrijven,’ zei Cor.

Krijmborg knikte.

‘We gaan het zien, meneer Huttenbach. Sterker nog: we

gaan het horen van onze eigen klaskabouter!’

Er werd eerbiedig gegrinnikt, intussen griste Krijmborg

het papier naar zich toe. Vervolgens liep hij alle tafels

langs, waar iedereen zijn opstel had neergelegd.

Zo was de toon weer gezet, en niet bepaald voor het

eerst. Al zoveel vaker was Cor gedwongen tot voorle-

zen voor de klas, van tijd tot tijd onderbroken door

Krijmborg.

‘Wat bedoelen wij hiermee, herr Huttenbach? Al die

mannen in uniformen? Valt u daar soms op, herr

Huttenbach? U kunt het rustig zeggen, we zijn hier

onder vrienden!’

Dat soort vragen.

Ja, de toon was weer

gezet, elke keer slaag-

de die psychopaat daar

geweldig in, en iedereen

deed dus z’n uiterste best om maar niet de aandacht

naar zich toe te trekken.

De les trok voorbij: invuloefeningen, een kort dictee.

Daarna klapte Krijmborg zo luid mogelijk zijn boek

dicht.

‘We hebben nog tien minuten,’ zei hij. ‘Dus ik geloof dat

het hoog tijd is voor onze dierbare klasgenoot. De beurt

is aan Corrie Huttenbach!’

Onze dierbare klasgenoot. Hij had er echt lol in om Cor erop

te wijzen dat niemand hem mocht.

Cor stond op en liep naar voren. Het werd nog stiller.

Cor kreeg zijn opstel in zijn handen geduwd.

‘Een sprookje, meneer Huttenbach,’ herhaalde Krijmborg

snerpend. ‘Dat niet in de Tweede Wereldoorlog speelt! Ga

uw gang!’

Cor ging voor de klas staan.

En in de gapende leegte die was ontstaan, las hij: ‘Er was

eens een kabouter die met zijn tank over de paddenstoel

van een andere kabouter reed…’

Een golf van gelach ging door het lokaal. Verrast keek

Cor op. Maar ook Krijmborg leek in verwarring, dat

iedereen zich plotseling vrolijk maakte om een grap die

niet van hem kwam. Cor las verder.

‘Zo begon de grote kabouteroorlog. Kabouter Stengun

pakte zijn stengun, kabouter Granaat pakte zijn granaat

en kabouter Landmijn pakte zijn koffer…’

Krijmborg werd nu langzaam rood. Volgens mij voelde

hij donders goed dat er een soort van sympathie ont-

stond voor Cor.

Toen was het opstel uit, en ik wist dat dit het ogenblik

was dat Krijmborg hem kon afmaken.

Ik begon te klappen. Heel hard. Ik schrok er zelf van,

eerlijk gezegd. Maar het kwam door die blouse en door

dat voornemen. Ik was een ander iemand, en ik wilde

ook de wereld veranderen. Ik wilde dat de wereld anders

was dan hij tot nu toe was geweest. Verbaasd keek ieder-

een in mijn richting.

‘Goed verhaal, Corrie!’ riep ik.

Een paar meiden begonnen mee te klappen. Daarna een

paar jongens. En daarna de hele klas. Krijmborg keek

verwonderd rond. Cor liep naar zijn plaats, een glim-

lachje stond op zijn gezicht.

Dat glimlachje, dat was mijn triomf.

HOOFDSTUK 1 • FICTIE • HERHALING6

511708_H1.indd 6 09-07-2010 13:35:49

Page 2: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

7HOOFDSTUK 1 • FICTIE | GRAMMATICA • HERHALING

OPDRACHT 1Lees tekst 1.

a Wat is er veranderd als de ik-persoon de klas binnenkomt?

b Wie is de eenling in de klas?

c Hoe gaat leraar Krijmborg om met deze eenling?

d Wat vindt de ik-persoon van de manier waarop Krijmborg met deze eenling omgaat?

e Waarom is de klas verrast als de eenling zijn sprookje voorleest?

f Aan het eind van de tekst staat: Dat glim-lachje, dat was míjn triomf. Leg uit wat hier-mee wordt bedoeld.

g Leg uit dat er bij de ik en Cor sprake is van karakterontwikkeling.

OPDRACHT 2Lees nog eens de leertekst ‘Thema’ op bladzijde 10 van je handboek.

a Op welke twee manieren kun je het thema van een tekst noteren?

b Welke manier vind jij het makkelijkst?

c Noteer het thema van tekst 1 op de manier die jij makkelijk vindt.

GRAMMATICAOPDRACHT 3

Schrijf onder de woorden de juiste woord-soort. Kies uit: TW, BN, VZ, LW, ZN en WW.

a In het plaatsje Nootdorp is een

vijf kilo zware ijsklomp neergestort.

b Sommige bewoners zijn geschrokken

van de verschrikkelijke knal!

c Onderzoekers van de Universiteit

Groningen hebben de ijsmassa

onderzocht.

d Voor de tweede keer is een

gigantische ijsklomp van een

vliegtuig gevallen.

OPDRACHT 4Schrijf onder de onderstreepte woorden of het een persoonlijk voornaamwoord (PSV) of een bezittelijk voornaamwoord (BZV) is.

a Wist jij dat onze vliegtuigen op

tien kilometer hoogte vliegen?b Je moet je handen dan niet naar

buiten steken: je vingers vriezen eraf.

c Gelukkig heeft een vliegtuig zijn

verwarming aan.

511708_H1.indd 7 09-07-2010 13:35:55

Page 3: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

8 HOOFDSTUK 1 • GRAMMATICA | SPELLING • HERHALING

d Als er ijs van de vleugels losschiet, kan het in jouw achtertuin landen.

e Kijk uit dat je het niet op dat

hoofd van jou krijgt!

OPDRACHT 5

Met een sierlijke beweging gooide

Karim de bal naar de keeper.

a Maak van deze zin een ja/nee-vraag. Onderstreep daarna de persoonsvorm.

b Verdeel de zin in zinsdelen.c Schrijf WG boven alle werkwoorden in de

zin.d Schrijf bij deze zin de vraag op waarmee je

het onderwerp kunt vinden. Zet O boven het onderwerp.

e Schrijf bij deze zin de vraag op waarmee je het lijdend voorwerp kunt vinden. Zet LV boven het lijdend voorwerp.

OPDRACHT 6Onderstreep de persoonsvorm, zet zins-deelstrepen en benoem het werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp. Zet een dubbele streep onder de zinsdelen die overblijven.

a Sprinter Nico liep

op blote voeten een record

op de ijsbaan van Eindhoven.

b In 17 seconden heeft hij

de afstand van 100 meter gelopen.

c Zijn vriend Gijs leende hem

daarna zijn schoenen.

d Kun jij aan mij

jouw snelste tijd mailen?

SPELLINGOPDRACHT 7

Vul de juiste vorm van de persoonsvormen in.

a (raden vt) Laila en Amal de oplossing.

c (verliezen vt) Mijn broer zijn gsm.

b (volleyballen tt) Anne in de hoogste klasse.

d (serveren tt) Zij altijd knalhard.

e (verven vt) Je moeder de boekenkast.

f (verbazen vt) Die agenten

zich over de pret-tige medewerking.

OPDRACHT 8Schrijf het bijvoeglijke naamwoord op de juiste manier.

a Piena zit in haar (waterdicht)

tent.

b Ze heeft (kletsnat) kleren aan.

c Verder draagt ze een (nylon) jack.

d In de tent heeft zij een (leer) tas.e Uit de verte hoort zij het zingen van (talrijk)

vogels.

f Ze slaapt in een (katoen) slaapzak.

511708_H1.indd 8 09-07-2010 13:35:56

Page 4: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

9HOOFDSTUK 1 • LEZEN • HERHALING

LEZEN

OPDRACHT 9Lees tekst 2 verkennend.

a Uit de bron kun je afleiden wat het onder-werp van tekst 2 ongeveer moet zijn. Wat voor een soort onderwerp verwacht je, als je Van Dale leest?

b Als je naar de titel kijkt, kun je preciezer aangeven over welk onderwerp tekst 2 gaat. Wat is dat onderwerp?

c De eerste zin van alinea IV helpt je om de hoofdgedachte van tekst 2 precies te formu-leren. Wat is de hoofdgedachte?

d Welke twee perioden worden in alinea II en III beschreven?

e Het signaalwoord Zo (r.26) geeft aan wat de functie van alinea IV is. Alinea IV is:A het antwoord op de centrale vraag.B de conclusie.C de uitwerking.

f Laat zien dat de tekst een driedeling heeft.

OPDRACHT 10Lees tekst 2 nauwkeurig.

a Op welke twee plaatsen moet je je paspoort altijd laten zien?

b Wanneer werd het paspoort voor het eerst gebruikt?

c Leg uit wat de oorspronkelijke functie van een paspoort was.

d Wat is het verschil tussen een grensdocu-ment en een identiteitsbewijs?

Bron: www.depers.nl/vandale

TEKST ➋ PASPOORT

I

_

_

_

5

_

_

_

II

10

_

_

_

_

15

III

_

_

_

20

_

_

_

_

25

IV

_

_

Wie tegenwoordig met de auto een EU-binnengrens pas-seert, zal zelden een paspoort hoeven tonen. Je moet hem natuurlijk wel meenemen als je in Antwerpen bonbons gaat kopen, maar nodig heb je je reispas meestal niet. Voor wie met het vliegtuig reist, ligt dat anders. Op luchthavens ver-vullen paspoorten nog wel hun oude rol van grensdocument. En ook de boot naar Engeland kom je zonder paspoort niet op. Of af.Net als in de late middeleeuwen, toen het paspoort werd ge-introduceerd. Aanvankelijk heette het document een passe-port en die vorm geeft meteen aan dat dit Nederlandse woord aan het Frans ontleend is. In die taal is passeport ontstaan uit passer (passeren) en port (haven). Van oorsprong is een paspoort dan ook een document dat de houder ervan toe-

stemming verleent om een haven binnen te komen.In de afgelopen eeuwen is de betekenis van paspoort eerst verschoven van havendocument naar grensdocu-ment in het algemeen. In de twintigste eeuw verschoof de betekenis nog verder en kreeg het paspoort ook een functie voor mensen die niet reizen. Behalve als grensdocument werd het namelijk steeds vaker louter als identiteitsbewijs gebruikt. Dat blijkt ook uit het fi guur-lijke gebruik van paspoort, in uitdrukkingen als medisch paspoort. Die taalvorm verwijst immers primair naar een document met essentiële medische gegevens.Zo verschuiven betekenissen en ontwikkelt zich de taal. Al is een paspoort ook nog steeds een handig reisdocu-ment voor wie verre landen bezoekt.

511708_H1.indd 9 09-07-2010 13:35:57

Page 5: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

10 HOOFDSTUK 1 • LEZEN | SCHRIJVEN | SPREKEN, KIJKEN, LUISTEREN • HERHALING

e Welk tekstverband geeft immers (r.24) aan?A concluderend tekstverbandB tegenstellend tekstverbandC uitleggend tekstverband

f Wat is de betekenis van primair (r.24)?A belangrijkB uitstekendC vooral

g Welke vier betekenissen van het woord paspoort worden in deze tekst besproken?

SCHRIJVENOPDRACHT 11

Vul de juiste verwijswoorden in de tekst in. Onderstreep het woord, de woorden of de zin waarnaar ze verwijzen.1 De voorstelling in het openluchttheater

was afgelopen vrijdag helemaal uitver-

kocht, niet zo gek was, want de recensies waren lovend.

2 De acteur de rol van de lucht-

geest Ariël vertolkte, deed met heel veel enthousiasme.

3 stopte er zelfs nog een stukje moonwalk in.

4 Ook prinses Miranda speelde rol met verve.

5 De acteurs waren blij met het langduri-

ge applaus, glunderden allemaal.

6 Ook de muziek, verzorgd werd door een driekoppige band, verdient aandacht.

7 Na afloop was er een cd met

muziek te koop, een echte aanrader is.

8 Het enige minder was, waren de vele muggen.

OPDRACHT 12Lees de tekst hieronder.

Er is een leuke kledingwinkel gekomen in de

buurt. Deze winkel verkoopt zowel jongens- als meisjeskleding. Je hebt er zelf ook al het een en ander gekocht.

Je bent op zoek naar een baantje voor de zaterdag en eventueel een koopavond.

Jij besluit een korte brief te schrijven waarin je vraagt of ze iemand nodig hebben en wat jouw aanbod is. Je vertelt ook waarom je juist voor deze winkel kiest.

De winkel heet G&B mode en het adres is Dreef 26, 1896 BZ in jouw woonplaats.

a Wat komt er in de eerste alinea?A Dat je graag wilt werken bij G&B mode.B Wie je bent en waarom je de brief

schrijft.b Wat vertel je in de tweede alinea?

A Waarom je juist bij G&B mode wilt werken.

B Dat je geen ander baantje kunt vinden.c En wat zet je in de derde alinea?

A Dat je hoopt op een snelle reactie.B Dat je ook nog bij een andere winkel

gesolliciteerd hebt.d Schrijf de brief hiernaast en gebruik de

aanwijzingen.

SPREKEN, KIJKEN, LUISTERENOPDRACHT 13

Je gaat kijken en luisteren naar een afleve-ring van Het Klokhuis over de opleiding tot verkeersvlieger. Maak aantekeningen, zodat je na afloop een verslag kunt maken. Je moet dan dus weten wat je moet doen om verkeersvlieger te worden.

a Om actief te kunnen luisteren, moet je van tevoren nadenken over het onderwerp.Beantwoord de volgende vragen:– Waar gaat de uitleg over?

– Wat weet ik daar al over?

511708_H1.indd 10 09-07-2010 13:36:02

Page 6: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

11HOOFDSTUK 1 • SPREKEN, KIJKEN, LUISTEREN • HERHALING

– Wat moet ik doen met de informatie?

b Ga rechtop zitten.Zorg dat je aantekeningen kunt maken.Richt je aandacht op wat de spreker vertelt, sta jezelf geen gedachten toe over andere dingen.

OPDRACHT 14Luister en kijk naar de (korte!) introductie. Je hoeft nog niks op te schrijven.

a Welke vraag wordt beantwoord in deze aflevering?A Hoe het is om piloot te zijn.B Hoe het is om de opleiding tot verkeers-

vlieger te volgen.C Hoe je verkeersvlieger wordt.D Hoe het schooluniform eruit ziet.

Geadresseerde>

Twee regels overslaan>

Plaats, komma, datum> Twee regels overslaan>

Aanhef met komma, Eén regel overslaan>

Inleidende alinea>

Eén regel overslaan>

Tweede alinea>

Eén regel overslaan>

Derde alinea>

Eén regel overslaan>

Afsluiting> Eén regel overslaan>

Handtekening> Eén regel overslaan>

Gegevens afzender>

511708_H1.indd 11 09-07-2010 13:36:02

Page 7: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

12 HOOFDSTUK 1 • SPREKEN, KIJKEN, LUISTEREN | WOORDEN • HERHALING

b Hoe is de opbouw van de aflevering waar-schijnlijk?A Wanneer je wordt toegelaten, hoe ze

selecteren, hoe je les krijgt.B Wat je moet weten, wat je moet kun-

nen, hoe oud je moet zijn.C Voordelen van het werk, nadelen van

het werk, wie geschikt zijn.c Wat vertellen ze dus waarschijnlijk eerst?

OPDRACHT 15Je gaat het tweede fragment bekijken.

a Welke informatie moet je waarschijnlijk gaan noteren?

b Kijk en luister nu aandachtig naar het frag-ment en maak aantekeningen.

c Vergelijk na afloop je aantekeningen met je klasgenoot en verbeter ze eventueel.

d Klopte je antwoord bij 14c?

e Waarover gaat het volgende fragment waar-schijnlijk?

OPDRACHT 16Je gaat het derde fragment bekijken.

a Kijk en luister aandachtig en maak aan-tekeningen.

b Vergelijk na afloop je aantekeningen met je klasgenoot en verbeter ze eventueel.

c Klopte je antwoord bij 15e?

d Waarover gaat het volgende fragment waar-schijnlijk?

OPDRACHT 17Je gaat het vierde en laatste fragment bekijken.

a Kijk en luister aandachtig en maak aan-tekeningen.

b Vergelijk na afloop je aantekeningen met je klasgenoot en verbeter ze eventueel.

c Klopte je antwoord bij 16d?

WOORDENOPDRACHT 18

Vervang het onderstreepte woord in de zin door een van de volgende woorden. Kies uit: allrounder – betitelt – compromis – factor – hachelijk – harmonisch – objectief – ondervind – plugt – prangend – revolutionair – sinds jaar en dag – subjectief – verschijnsel.Let op! Je kunt niet alle woorden invullen.

a Je kunt niet al je geld in een keer uitgeven. Dat lijkt me erg gewaagd.

b Probeer je opsomming zo feitelijk mogelijk te houden.

c Postman promoot vanavond zijn nieuwe album in De wereld draait door.

d Pluk.nl van de KPN is een nieuw fenomeen.

e Misschien ervaar je achteraf dat je bent beetgenomen.

511708_H1.indd 12 09-07-2010 13:36:09

Page 8: FICTIE TEKST 1 Wie is Libby Skibner? · 2011-02-08 · 1 TEKST 1 HERHALING FICTIE Wie is Libby Skibner? Bron: Daan Remmerts de Vries, Wie is Libby Skibner? Ik besloot dat dit een

13HOOFDSTUK 1 • WOORDEN | INFORMATIE • HERHALING

OPDRACHT 19Verbind de spreekwoorden en uitdrukkin-gen met de goede beschrijving.

Oog om oog,

tand om tand.

Kinderen lijken op

hun ouders.

De appel valt niet ver van de boom.

Een slechte aankoop doen.

Weten waar Abraham de mosterd haalt.

Het gaat erg goed.

Een kat in de zak kopen.

Kwaad met kwaad vergelden.

De beste stuurlui staan aan wal.

Buitenstaanders denken vaak dat ze het beter weten.

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

Er alles van weten.

Het loopt als een trein.

Gemakkelijk veel geld uitgeven.

De kat op het spek binden.

Wie een ander bena-deelt, wordt vaak zelf benadeeld.

Een gat in de hand hebben.

Iemand in de verlei-ding brengen.

INFORMATIEOPDRACHT 20

Test je kennis over Wikipedia.a Wikipedia is een encyclopedie op internet.

Noteer het goede antwoord. Een encyclope-die is:A een ander woord voor woordenboek.B een verzameling artikelen over allerlei

onderwerpen.b Waarom wordt Wikipedia een vrije encyclo-

pedie genoemd? Noteer de antwoorden die juist zijn.A Iedereen mag er gratis gebruik van

maken.B Het staat iedereen vrij om een abonne-

ment te nemen of niet.C Iedereen die dat wil mag een artikel

toevoegen of verbeteren.c Leg uit waarom de volgende stelling niet

juist is. Alle informatie die je aantreft in Wikipedia klopt.

OPDRACHT 21Lees tekst 3, een Wikipedia-artikel.

a Kies het juiste woord. Sommige woor-den zijn blauwgedrukt, omdat het kern-woorden / kliks / verwijswoorden / links zijn.

b Wat gebeurt er als je op een blauwgedrukt woord klikt?

c Leg uit wat gemeentepils is.

d Hoeveel verklaringen geeft het artikel voor dit woord?

e Weet je na het lezen van het artikel zeker hoe het woord gemeentepils is ontstaan? Leg je antwoord uit.

TEKST 3 GEMEENTEPILS

Gemeentepils is in Nederland een benaming voor

kraanwater.

Over de oorsprong van deze benaming doen diverse verhalen de

ronde. Volgens één van de verhalen wordt het zo genoemd, omdat

ambtenaren erom bekend stonden dat ze zuinig waren met het ver-

strekken van consumpties. In het bijzonder de gemeente ambtenaren.

Volgens een ander verhaal heeft de benaming gemeentepils zijn

oorsprong in Amsterdam uit de tijd dat drinkwater via waterleidin-

gen van de gemeente beschikbaar kwam. Net als bier kwam het uit

de tap maar dan nu van de gemeente en niet van een brouwer.

Bron: nl.wikipedia.org

511708_H1.indd 13 09-07-2010 13:36:10