FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf ·...

23
FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De Franse hertog Charles d'Orléans (1394-1465) ontvangt de hulde van een vazal. BRON II Fragment uit de kroniek van een zekere Lambert van Waterloo, 1151. Gerard Maufilatre was een vazal van graaf Boudewijn. "Toen trad de jongeman Aegidius, zoon van Gerard Maufilatre, in het huwelijk met een vrouw, genaamd Bertha, halfzuster van graaf Boudewijn van Henegouwen en nam haar zonder zijn toestemming. De graaf, hierover uitermate boos, nam onmiddellijk de wapens tegen hem op aan het begin van de maand oktober. Dus vanaf de tijd dat hij met haar getrouwd was tot Pinksterzondag, met of zonder toestemming, hield hij haar met geweld en wapens vast in zijn huis. Maar toen Aegidius een ernstige koorts had opgelopen die hem elke dag hevig kwelde, liet hij, gedwongen door de raad van zijn vrienden, die hem eervol in alle aangelegenheden in zijn oorlog hadden geholpen, haar gaan en zwoer hij haar af, en de vrede met de graaf was dus hersteld en het land, dat lang door oorlogen was geteisterd, was in vrede." 1 Leg uit door welke omstandigheden in de Vroege Middeleeuwen de vazalliteit ontstond. 2 Maak duidelijk dat uit bron I blijkt dat de relatie tussen een heer en zijn vazal meer was dan een zakelijke overeenkomst. 3 Uit bron II blijkt dat de vazalliteit vaak meer ideaal dan werkelijkheid was. Toon dat met twee voorbeelden uit de bron aan.

Transcript of FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf ·...

Page 1: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

FEODALISME Vazalliteit

Ideaal tegenover werkelijkheid

TOETS

749

BRON I

De Franse hertog Charles d'Orléans (1394-1465) ontvangt de hulde van een vazal.

BRON II

Fragment uit de kroniek van een zekere Lambert van

Waterloo, 1151. Gerard Maufilatre was een vazal van

graaf Boudewijn.

"Toen trad de jongeman Aegidius, zoon van Gerard

Maufilatre, in het huwelijk met een vrouw, genaamd

Bertha, halfzuster van graaf Boudewijn van

Henegouwen en nam haar zonder zijn toestemming.

De graaf, hierover uitermate boos, nam onmiddellijk

de wapens tegen hem op aan het begin van de maand

oktober. Dus vanaf de tijd dat hij met haar getrouwd

was tot Pinksterzondag, met of zonder toestemming,

hield hij haar met geweld en wapens vast in zijn huis.

Maar toen Aegidius een ernstige koorts had opgelopen

die hem elke dag hevig kwelde, liet hij, gedwongen

door de raad van zijn vrienden, die hem eervol in alle

aangelegenheden in zijn oorlog hadden geholpen, haar

gaan en zwoer hij haar af, en de vrede met de graaf

was dus hersteld en het land, dat lang door oorlogen

was geteisterd, was in vrede."

1 Leg uit door welke

omstandigheden in de Vroege

Middeleeuwen de vazalliteit

ontstond.

2 Maak duidelijk dat uit bron I

blijkt dat de relatie tussen een

heer en zijn vazal meer was dan

een zakelijke overeenkomst.

3 Uit bron II blijkt dat de vazalliteit

vaak meer ideaal dan

werkelijkheid was. Toon dat met

twee voorbeelden uit de bron aan.

Page 2: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

2

FEODALISME Kenmerken leenverhouding

TOETS

82

BRON

Verslag van de hulde en trouw die in 1127 aan Willem I, graaf van Vlaanderen gebracht werd, nadat zijn

voorganger Karel I de Goede gestorven was.

"Gedurende de hele rest van de dag brachten degenen, die vroeger door de meest godvruchtige graaf Karel met een

leen waren begiftigd, hulde aan de graaf, waarmee zij nu opnieuw de lenen en ambten en al wat zij daarvoor

rechtmatig en wettig hadden verworven aannamen. Op donderdag 7 april werd opnieuw hulde aan de graaf

gebracht op de volgende manier.

Eerst brachten zij zo hulde. De graaf vroeg of hij volledig zijn man wilde worden, en de ander antwoordde: 'dat wil

ik'; en met ineengeslagen handen met daaromheen de handen van de graaf, werden zij door een kus met elkaar

verbonden. Vervolgens betuigde degene die hulde gebracht had zijn trouw aan de vertegenwoordiger van de graaf

met deze woorden: 'Ik beloof op mijn woord dat ik in de toekomst trouw zal zijn aan graaf Willem en dat ik mijn

leenhulde aan hem volledig (…) in acht zal nemen in goed vertrouwen en zonder bedrog' en ten derde legde hij met

het oog hierop een eed af op de relieken van de heiligen. Daarna gaf de graaf, met een kleine staf die hij in zijn

hand hield, de bevestiging aan allen die door deze overeenkomst hun borg en hulde en daarbij horende eed hadden

gegeven."

1 Maak met telkens een voorbeeld duidelijk dat de verhouding tussen een leenheer en een leenman

gebaseerd was op wederzijdse rechten en plichten.

2 Bepaal aan de hand van de bron of je de afspraken tussen een leenheer en een leenman als een zuiver

zakelijke overeenkomst kunt beschouwen. Leg je antwoord uit met twee aan de bron ontleende aspecten

van de beschreven ceremonie.

Page 3: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

3

FEODALISME Feodale verhouding

Oorzaken ontstaan feodalisme

TOETS

1573

BRON

René van Anjou, een hoge edelman, zweert trouw aan de Franse koning Lodewijk XI (1469).

1 Leg uit wat de kern was van een feodale verhouding.

2 Uit de bron blijkt dat een feodale verhouding niet slechts door een zakelijke overeenkomst ontstond.

Geef vanuit de bron twee aanwijzingen voor de juistheid van deze bewering.

3 De feodaliteit als historisch verschijnsel was in de Vroege Middeleeuwen ontstaan. Leg uit dat de

vorsten uit die tijd daartoe genoodzaakt waren door zowel interne (binnen hun rijk aanwezige) als

externe (van buiten hun rijk komende) omstandigheden.

Page 4: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

4

FEODALISME Vazalliteit

Verhouding leenheer-leenman

TOETS

1644

BRON

Jehan Boutillier, een Franse rechtsgeleerde uit de 14de eeuw, beschreef in zijn boek 'La Somme Rurale' het

Middeleeuwse gewoonterecht in het noorden van Frankrijk. Dat gewoonterecht was gebaseerd op vaak

eeuwenoude rechtsregels en rechtsgebruiken. Over de verhouding tussen een heer en zijn vazal schreef Boutillier

het volgende.

"De man moet zijn handen tegen elkaar houden als een teken van nederigheid, en ze tussen de twee handen van

zijn heer plaatsen als een teken dat hij hem alles plechtig belooft en hem trouw belooft; en de heer moet hem

aanvaarden en beloven jegens hem zijn woord te houden. Dan moet de man zeggen: 'Heer, ik betuig u hulde en

trouw en word uw man door mond en handen, en ik zweer en beloof woord te houden en u trouw te blijven tegen

alle anderen en uw rechten te bewaken met al mijn kracht.'"

1 Leg uit dat je met behulp van de bron kunt aantonen dat de houding van een vazal tegenover een heer

meer een moreel/emotioneel dan een zakelijk/juridisch karakter had.

2 Leg uit dat onder meer de noodzaak voor de heer om zijn vazallen aan zich te binden op den duur tot het

leenstelsel leidde.

3 Welke ontwikkeling in het leenstelsel maakte dat het in de bron verwoorde rechtsgebruik in de praktijk

vaak niets meer voorstelde? Leg je antwoord uit.

Page 5: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

5

FEODALISME Vazalliteit

Renaissance

TOETS

1110

BRON

Voorbeeld van een soort contract, zoals dat in de Vroege Middeleeuwen gebruikt werd.

"Aan die luisterrijke heer ____ ____ Aangezien het bekend is (…) aan allen hoe weinig ik heb om mijzelf te

voeden en te kleden, heb ik daarom gesmeekt om uw medelijden, en uw welwillendheid heeft met betrekking tot

mij bepaald dat ik mijzelf moest overgeven of mijzelf moest toevertrouwen aan uw bescherming, hetgeen ik

vervolgens gedaan heb; dat wil zeggen op deze wijze, dat u mij moet helpen en ondersteunen zowel met voeding als

met kledij, naar de mate waarin ik in staat zal zijn u te dienen en het verdien. En zolang als ik leef behoor ik u

dienst en eer te bewijzen, passend bij mijn status als vrij man; en ik zal gedurende de tijd van mijn leven niet de

mogelijkheid hebben mij aan uw macht of bescherming te onttrekken; maar ik moet gedurende de dagen van mijn

leven onder uw macht of verdediging blijven. Daarom is het juist dat als een van ons zich wil onttrekken aan deze

afspraken, hij ___ schellingen aan de andere partij zal betalen (…) overigens zal deze overeenkomst onverbroken

blijven."

1 Hoe noemen we de verhouding, die in de bron onder woorden wordt gebracht? Leg je antwoord uit.

2 Waarom paste deze verhouding bij de maatschappelijke omstandigheden, zoals deze zich in de Vroege

Middeleeuwen voordeden?

3 Vanaf welke periode in de geschiedenis beginnen relaties tussen mensen, zoals in de bron beschreven,

duidelijk minder vanzelfsprekend te worden? Licht je antwoord met een voorbeeld toe.

Page 6: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

6

FEODALISME Vazalliteit

TOETS

325

BRON I

Fragmenten uit het handboek, dat Dhouda van Septimania in 843 schreef

voor haar oudste zoon, die vazal was geworden van de Franse koning

Karel de Kale.

"Omdat God, naar ik geloof, en uw vader Bernard u in de bloem van uw

jeugd uitverkoren hebben om Karel als uw heer te dienen, dring ik er bij u

op aan steeds de herinnering in ere te houden van uw familie, roemrijk van

beide kanten, en uw meester niet alleen maar te dienen om hem uiterlijk

tevreden te stellen, maar om tegenover hem en zijn dienst in alle dingen

een toegewijde en zekere trouw van zowel lichaam als ziel te handhaven

(...) Het is daarom, mijn zoon, dat ik u aanspoor getrouwelijk al datgene,

waarmee u belast bent, te handhaven, met al uw kracht van lichaam en ziel,

zolang als uw leven zal duren (...) Moge de waanzin van ontrouw altijd

verre van u zijn; moge het kwaad nooit zo'n plaats in uw hart vinden dat u

ontrouw wordt tegenover uw heer in welke aangelegenheid dan ook (...)

Maar wat u betreft en ook wat betreft degenen die met u dienen ben ik daar

niet bang voor (...) Daarom, mijn zoon Willem, gij, die van ons bloed zijt,

betoont uzelf tegenover uw heer, zoals ik reeds benadrukt heb, oprecht,

waakzaam, nuttig en uiterst stipt met betrekking tot de dienst jegens hem.

Laat in elke aangelegenheid, die de macht en het welzijn van de koning,

zowel binnen het koninkrijk als daarbuiten, betreft die wijsheid zien,

waarmee God u zo overvloedig heeft begiftigd. Lees de levens en de

woorden van de heiligen uit vroeger tijden, en u zult daar vinden hoe uw

heer te dienen en hem in alle dingen getrouw te zijn. En wanneer u zijn

bevelen ontvangt, wijdt u zich dan trouw aan de uitvoering daarvan."

BRON II

De verhouding tussen de Franse koning Robert (996-1031) en zijn

vazallen, opgetekend door Raoul Glaber (die ongeveer tussen 985 en 1046

geleefd moet hebben).

"Koning Robert, aan wie het koninkrijk der Franken toen toeviel, werd

regelmatig onderworpen aan de wandaden van enkele van zijn

onbeschaamde ondergeschikten, vooral van diegenen, die ondanks hun

lage afkomst, door Hugo, zijn vader, en Hugo, zijn grootvader, of hemzelf

vanuit een lage positie tot de hoogste waardigheden waren verheven. Aan

hun hoofd stond Eudes, de zoon van Thibaut van Chartres, bekend als de

Sluwe, die, samen met een groot aantal andere, minder gevaarlijke heren

met des te meer trots opstandig scheen te zijn, naarmate het duidelijker hun

plicht was zich nederig en onderdanig te tonen. Onder hen bevond zich

Eudes II, zoon van de zojuist genoemde Eudes, die alle anderen overtrof in

macht en trouweloosheid. Aangezien de graaf van Troyes en van Meaux,

zoon van Heribert en de neef van de koning, geen kinderen had, nam

Eudes, ondanks het verzet van de koning, deze uitgestrekte domeinen in

bezit, die rechtens deel van het erfgoed van koning Robert hadden moeten

worden. Deze zelfde Eudes raakte verwikkeld in langdurige vetes en

oorlogen met Foulques van Anjou. Beiden stonden bol van trots en

dientengevolge was hun gemoedstoestand zelden vreedzaam."

1 Dhouda van Septimania beschreef

in haar handboek (I) de ideale

verhouding tussen een heer en zijn

vazal. Laat aan de hand van bron I

zien dat de vazalliteit niet alleen

een juridische, maar ook een

ethische (door normen en waarden

bepaalde) en een emotionele band

tussen heer en vazal schiep. Drie

antwoorden dus.

2 Plaats het ideaalbeeld van de

vazalliteit, zoals Dhouda van

Septimania (I) dat schetste, in de

context van de tijd, met andere

woorden maak duidelijk waarom

juist in de negende eeuw aan

vazalliteit behoefte bestond.

3 Vergelijk de beschrijving van de

verhouding tussen Robert en zijn

vazallen (II) met het ideaalbeeld

van de vazalliteit, zoals dat in bron

I naar voren komt. Welke

conclusie kun je uit deze

vergelijking trekken? Toon je

antwoord aan met citaten uit beide

bronnen.

4 Geef twee oorzaken van de

situatie, zoals die door Raoul

Glaber (II) beschreven werd.

Page 7: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

7

FEODALISME Karakter feodale verhouding

Betekenis leenhulde

Praktijk feodalisme

TOETS

1756

BRON I

Voor het kasteel van Bulles (Noord-Frankrijk) ontvangt hertog Lodewijk II van Bourbon (1337-1342) leenhulde

van de slotvoogd; diens twee zoons staan achter hem.

Page 8: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

8

BRON II

Mathilde, gravin van Nevers (1188-1257) sprak onderstaande belofte van trouw in 1221 uit jegens de Franse

koning Philips II August. Mathilde was de vrouw geweest van Hervé de Donzy. Deze was in 1199 als

leenman in opstand gekomen en had zelfs zijn leenheer, de vader van Mathilde, gevangen genomen. Om zijn

vrijheid te herwinnen had haar vader Mathilde aan Hervé de Donzy moeten uithuwelijken en hem het

graafschap Nevers moeten geven. In 1219 verwierf Mathilde door de dood van haar vader diens overige

graafschappen.

"Ik, Mathilde, gravin van Nevers, maak aan allen die deze brief zien bekend dat ik op de heilige evangeliën

heb gezworen jegens mijn meest geliefde heer Philips, bij de gratie Gods de luisterrijke koning van

Frankrijk, dat ik hem goede en trouwe dienst zal bewijzen tegenover alle levende mannen en vrouwen, en dat

ik niet zal trouwen buiten zijn wil en gunst om. Om mij vastberaden aan deze afspraken te houden heb ik aan

dezelfde heer koning beloftes gegeven van mijn mannen die mij vergezelden, op hun eden, op deze wijze dat

als ik zou falen om mij te houden aan de genoemde afspraken met de heer koning, dezen verplicht zijn om

naar de heer koning te komen met al hun landen en leengoederen die zij van mij houden en hun eden jegens

hem tegen mij zullen houden tot het met hem tot zijn voldoening goedgemaakt zal zijn. En steeds als de heer

koning het mij zal vragen, zal ik er voor zorgen dat hij soortgelijke eden krijgt van mijn mannen die niet bij

mij waren voor de heer koning, dat wil zeggen van allen die ik zou kunnen hebben, in goed vertrouwen en

zonder kwade bedoeling, en evenzo de leentrouw van mijn stad. En om ervoor te zorgen dat dit vast en

duurzaam zal blijven heb ik deze brieven geschreven, voorzien van mijn zegel."

1 Uit bron I kun je afleiden dat de verhouding tussen een heer en zijn vazal meer inhield dan een

zuiver juridisch contract. Maak dat duidelijk.

2 Als je goed naar bron I kijkt, kun je aangeven waarmee de slotvoogd door Lodewijk II beleend

werd. Waarmee? Leg je antwoord uit.

3 Zowel de biografische gegevens over Mathilde van Nevers als haar belofte van trouw jegens koning

Philips (II) laten zien dat de werkelijkheid van het leenstelsel vaak afweek van het ideaal dat in bron

I staat afgebeeld. Toon dat aan.

Page 9: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

9

1 Dhouda van Septimania beschreef

in haar handboek (I) de ideale

verhouding tussen een heer en zijn

vazal. Laat aan de hand van bron I

zien dat de vazalliteit niet alleen

een juridische, maar ook een

ethische (door normen en waarden

bepaalde) en een emotionele band

tussen heer en vazal schiep. Drie

antwoorden dus.

2 Plaats het ideaalbeeld van de

vazalliteit, zoals Dhouda van

Septimania (I) dat schetste, in de

context van de tijd, met andere

woorden maak duidelijk waarom

juist in de negende eeuw aan

vazalliteit behoefte bestond.

3 Vergelijk de beschrijving van de

verhouding tussen Robert en zijn

vazallen (II) met het ideaalbeeld

van de vazalliteit, zoals dat in bron

I naar voren komt. Welke

conclusie kun je uit deze

vergelijking trekken? Toon je

antwoord aan met citaten uit beide

bronnen.

4 Geef twee oorzaken van de

situatie, zoals die door Raoul

Glaber (II) beschreven werd.

FEODALISME Vazalliteit

Theorie vs. praktijk

TOETS

151

BRON I

Galbert van Brugge beschrijft hoe een vazal hulde aan zijn heer brengt, 1127. Aangenomen wordt dat deze vorm al

sinds het begin van het feodale tijdperk bestond.

"Op donderdag, de zevende april, werd opnieuw hulde betoond jegens de graaf, wat telkens volbracht werd door

deze methode om vertrouwen en zekerheid te geven. Ten eerste verrichtten zij het huldebetoon op deze manier: de

graaf vroeg of [de aanstaande vazal] volledig zijn man wilde worden. Deze antwoordde 'ik wil dit' en met zijn

handen gevouwen en bedekt door de handen van de graaf, werden de twee door een kus verenigd. Ten tweede

beloofde hij die hulde had gebracht met deze woorden trouw aan de vertegenwoordiger van de graaf : 'Ik beloof op

mijn woord dat ik voortaan trouw zal zijn aan graaf Willem en ik zal ten volle de hulde in acht nemen die ik hem

verschuldigd ben tegenover alle mensen, in goed vertrouwen en zonder bedrog.' In de derde plaats zwoer hij een

eed op de relieken van de heiligen. Vervolgens bevestigde de graaf, met de staf die hij in zijn hand hield, de

vazalliteit van allen die door deze belofte de graaf vertrouwen en hulde hadden gegeven en die de eed hadden

gezworen."

BRON II

In de volgende bron komt het verschijnsel van achterbelening en de daaruit voortvloeiende problemen naar voren.

"Ik, Jan van Toul, maak bekend dat ik de leenman ben van vrouwe Beatrice, gravin van Troyes, en van haar zoon,

Theobald, graaf van Champagne, tegen elk schepsel, levend of dood, uitgezonderd mijn band van trouw met

Enjourand van Courcy, heer Jan van Arcis en de graaf van Grandpré. In het geval de graaf van Grandpré in oorlog

geraakt met de gravin en graaf van Champagne omdat hij zelf een geschil heeft, zal ik in eigen persoon de graaf

van Grandpré te hulp komen en zal ik naar de graaf en gravin van Champagne de ridders sturen, wier dienst ik hen

verschuldigd ben vanwege het leen dat ik van hen houd. Maar als de graaf van Grandpré in oorlog zal raken met de

gravin en graaf van Champagne vanwege zijn vrienden en niet omdat hijzelf een geschil heeft, zal ik in mijn eigen

persoon de gravin en graaf van Champagne helpen en zal ik één ridder naar de graaf van Grandpré zenden voor de

dienst die ik hem verschuldigd ben voor het leen dat ik van hem houd, maar ik zal niet zelf in het gebied van de

graaf van Grandpré gaan om oorlog met hem te voeren."

1 Verklaar het ontstaan van de vazalliteit uit de maatschappelijke en politieke omstandigheden in de Vroege

Middeleeuwen. Maak daarbij duidelijk dat de in bron I beschreven ceremonie heel functioneel was.

2 Op grond van bron II valt te beredeneren dat de tekst van een feodale verbintenis heel vaak niet meer dan

theorie was, waar de dagelijkse praktijk wel van af moest wijken. Maak dat duidelijk.

Page 10: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

10

FEODALISME Vazalliteit

TOETS

360

BRON I

Ramon, graaf van Barcelona, geeft een

leen aan zijn vazal Bonefacio de la

Volta, 1154.

"In de naam van de Heilige Drieëenheid

geef ik, Ramon, bij de gratie Gods graaf

van Barcelona, prins van het koninkrijk

Aragon en markies van Tortosa, aan u,

mijn vazal Bonefacio de la Volta, het

kasteel van Flix in leen, tezamen met

zijn heerlijke rechten en met zijn

onderpanden en met de stad en zijn

omgeving en met al zijn toebehoren, op

zo’n manier dat u en uw afstammelingen

het voornoemde kasteel door mij en door

mijn opvolgers in leen mogen hebben in

ruil voor trouw en dienstbaarheid voor

altijd jegens mij en jegens heel mijn

nageslacht. En u zult mij het gezag over

het voornoemde kasteel teruggeven,

hetzij in toorn hetzij in vrede, terecht of

ten onrechte, zo vaak als ik dat van u

vraag, persoonlijk of door mijn gezant of

gezanten. U dient het voornoemde

kasteel zorgvuldig te bewaken en zonder

bedrog in stand te houden, en u zult mij

daarvoor dienen binnen de grenzen van

mijn land, dat wil zeggen van Barcelona,

Tortosa en Spanje. Ook behoud ik voor

mijzelf éénderde van alle inkomsten

daarvan; tweederde schenk ik u (…)

Voor deze hierboven beschreven

schenking beloof ik, de voornoemde

Bonefacio, u, mijn heer, de voornoemde

Ramon, dat ik u zonder bedrog zal

toebehoren, dat ik trouw zal zijn zoals

een vazal behoort te zijn jegens zijn heer,

in wiens handen hij zich met zijn eigen

handen aanbeveelt, en dat ik trouw in uw

belang al het bovenstaande zonder

misleiding zal opvolgen."

BRON II

Afbeelding van een vazal, die leenhulde brengt aan zijn heer.

1 In bron I wordt de kern van de verhouding tussen een

leenheer en een leenman duidelijk. Leg dat uit door aan te

geven welke wederzijdse verplichtingen Ramon en

Bonefacio waren aangegaan.

2 Leg uit dat bron II de vazalliteit en de schenking van een

leen uitbeeldt.

3 Leidde het leenstelsel tot opeenhoping, of juist tot

versnippering van politieke en militaire macht? Leg je

antwoord uit.

4 In bron I beleent Ramon niet alleen Bonefacio met het

kasteel van Flix, maar ook diens opvolgers. Waarom ging

dit in tegen de oorspronkelijke gedachte achter het

leenstelsel?

Page 11: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

11

FEODALISME Leenstelsel

TOETS

335

BRON I

De graaf van Troyes beleent een zekere Jocelyn met een heerlijkheid, 1200.

"Ik, Thiebault, paltsgraaf van Troyes, maak bekend aan iedereen, nu en in de toekomst, dat ik aan Jocelyn d'Avalon

en zijn erfgenamen in leen heb gegeven de heerlijkheid met de naam Gillencourt, die behoort tot de slotvoogdij La-

Ferté-sur-Aube; en alles wat bovengenoemde Jocelyn verder vermag te verwerven in dezelfde heerlijkheid heb ik

hem en zijn erfgenamen geschonken ter vergroting van dat leen. Ik heb hem bovendien het recht verleend dat ik in

geen enkele van mijn vrije heerlijkheden mannen in dienst zal nemen, die tot deze schenking behoren. De

bovengenoemde Jocelyn is hierom bovendien mijn vazal geworden, behoudens evenwel zijn trouw jegens Gerard

d'Arcy en jegens de hertog van Bourgondië en jegens Peter, graaf van Auxerre.

Gedaan te Chouade, in mijn tegenwoordigheid, in het jaar van de Incarnatie van onze Heer 1200, in de maand

januari. Opgetekend door Walter, mijn kanselier."

BRON II

Een bisschop bedreigt zijn vazallen met kerkelijke straffen, ca. 1020.

"Fulbert, bisschop bij de gratie Gods, aan Gunther, burggraaf Hubert, Roger, Bucard, Hugo de zoon van Hugo,

Ottred, Hamelin, Hugo de zoon van Herbrand, en de vrouw van Guismand en aan al de overigen die leengoederen

hebben van de kerk van St-Marie te Chartres vanwege schenking door bisschop Reginald:

In de naam van God en de Heilige Maria en in mijn eigen naam beveel en bezweer ik u dat u voor Pasen

aanstaande tot ons komt en ons uw dienstbaarheid betoont, dan wel een precies overzicht geeft van uw leengoede-

ren. Als u dit niet doet, zal ik u vanwege uw ongehoorzaamheid uitsluiten van de communie; en ik zal u een verbod

opleggen om de heilige mis te horen, om zolang u leeft de communie te ontvangen en om een Christelijke

begrafenis te krijgen als u sterft. Ja waarlijk, ik zal de banvloek uitspreken over het kasteel van Vindocinium en de

landerijen daaromheen en de heilige mis zal daar niet opgedragen worden en evenmin zullen de doden begraven

worden. En daarna zal ik de leengoederen die u heeft, weggeven aan één of aan meerdere mannen en ik zal met u

daarover niet verder onderhandelen. Moge God uw harten bekeren, mijn kinderen!"

1 Bovenstaande bronnen (I, II) illustreren het in de vroege Middeleeuwen ontstane leenstelsel. Welke

kenmerken van het leenstelsel kun je in elk van beide bronnen terugvinden? Verwijs in je antwoord steeds

naar de tekst van de bronnen.

2 Waarom kunnen we het leenstelsel beschouwen als een voorbeeld van de corporatief-hiërarchische

structuur van de Middeleeuwse samenleving?

3 Het leenstelsel leidde tot de feodalisatie van de samenleving. Waarom kun je de situatie die in bron I naar

voren komt een typisch voorbeeld van de ontstane feodale wanorde noemen?

4 Welke gevolgen had deze in bron I beschreven situatie voor de Franse koning als resp. soeverein en

suzerein? Leg steeds je antwoord uit.

5 Vooral vanaf de elfde eeuw greep de Kerk in om de feodale wanorde te bestrijden. Ontleen aan bron II

waaraan bisschop Fulbert het recht ontleende ongehoorzame vazallen te bestraffen. Twee dingen noemen.

6 Fulbert (II) bedreigde zijn vazallen met een tweetal straffen. Hoe noemen we deze straffen? Leg beide uit

en verwijs daarbij steeds naar bron II.

Page 12: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

12

FEODALISME Vazalliteit

Karel de Grote

Leenstelsel

TOETS

523

BRON

In de 11de en 12de eeuw ontstonden in Frankrijk de 'chansons de geste', ridderverhalen die heel vaak Karel de

Grote als centraal figuur hadden. Op onderstaande afbeelding uit een manuscript van het 'chanson de Roland'

krijgt ridder Roeland het zwaard Durandal uit de handen van Karel de Grote.

1 Met welk begrip kun je de verhouding van Roeland tot Karel de Grote, zoals weergegeven in de bron,

aanduiden? Leg je antwoord uit met een beschrijving van de bron.

2 Leg uit waardoor verhoudingen als die tussen Karel de Grote en Roeland vooral in de vroege Middeleeuwen

ontstonden.

3 Roeland kreeg van Karel de Grote een zwaard overhandigd, maar meestal ging het om een stuk grond (vaak

gesymboliseerd in een kluit aarde). Leg uit dat Karel, maar ook latere vorsten hiermee de problemen van het

bestuur van hun rijk wilden oplossen.

Page 13: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

13

FEODALISME Vazalliteit

TOETS

244

BRON

Afbeelding uit het 'Liber Feodorum Maior', in 1194 samengesteld in opdracht van de Catalaanse graaf Alfonso I.

1 In deze bron wordt een ceremonie afgebeeld. Bij welk Middeleeuws verschijnsel hoort deze

ceremonie? Leg je antwoord uit door de bron te beschrijven.

2 Leg uit dat het in de Vroege Middeleeuwen ontstane leenstelsel direct verband houdt met de in de

bron afgebeelde ceremonie.

Page 14: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

14

FEODALISME Vazalliteit

Relatie wereldlijke vs. geestelijke

macht

TOETS

217

BRON

In het jaar 1020 schreef Fulbert, de bisschop van Chartres, onderstaande brief aan Willem, de hertog van

Aquitaine.

"Gevraagd om iets te schrijven over de vorm van de leenmans-trouw, heb ik op het gezag van de Bijbel het

volgende beknopt voor u opgeschreven. Wie trouw zweert jegens zijn heer behoort altijd deze zes zaken in

gedachten te houden: wat is onschadelijk, veilig, eervol, nuttig, gemakkelijk, doenlijk. Onschadelijk, dat wil

zeggen dat hij zijn heer lichamelijk niet behoort te kwetsen; veilig, dat hij jegens hem niet schadelijk mag zijn

wat betreft zijn geheimen of in de maatregelen waarmee hij zijn veiligheid kan verdedigen; eervol, dat hij hem

niet in zijn recht of in andere zaken die zijn eergevoel raken behoort te krenken; nuttig, dat hij hem geen

schade wat betreft zijn bezittingen behoort toe te brengen; gemakkelijk of doenlijk, dat hij niet dat goede

moeilijk maakt wat de heer gemakkelijk kan doen, evenmin dat hij voor hem onmogelijk maakt wat doenlijk

is.

Echter, dat de trouwe vazal deze vormen van onrecht vermijdt is gepast, maar het is niet hierom dat hij zijn

leengoed verdient; want het is niet voldoende om zich te onthouden van het kwaad, tenzij ook gedaan wordt

wat goed is. Het blijft daarom staan dat wat betreft dezelfde zes hierboven genoemde zaken hij zijn heer trouw

raad en hulp behoort te geven., als hij wenst dat hij geacht wordt zijn leen waardig te zijn en dat hij gerust is

met betrekking tot de eed van trouw die hij heeft gezworen.

Ook de heer behoort jegens zijn trouwe vazal in al deze zaken wederkerig te handelen. En als hij dit niet doet,

zal hij terecht beschouwd worden als schuldig aan kwade trouw (…)"

1 Leg uit waarom je het leenstelsel kunt beschouwen als een antwoord op de omstandigheden in de

Vroeg-Middeleeuwse samenleving. In je antwoord moet duidelijk naar voren komen wat we onder

een feodale verhouding verstaan.

2 Fulbert heeft zijn brief waarschijnlijk op verzoek geschreven. Welke reden zou Willem van Aquitaine

gehad kunnen hebben om de betekenis van de verhouding tussen een heer en zijn vazal op schrift te

zetten?

3 Waarom zal Willem juist aan een man als Fulbert het verzoek gericht hebben om de verhouding

tussen heer en vazal onder woorden te brengen?

4 Maak aan de hand van de bron duidelijk dat in de ogen van Fulbert een feodale verhouding meer was

dan een zakelijke overeenkomst.

5 Op grond van welk gedeelte uit de bron mag je veronderstellen dat Fulbert ten opzichte van Willem

een zekere onafhankelijkheid bezat? Leg je antwoord uit.

Page 15: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

15

FEODALISME Staatsvorming

TOETS

128

BRON I

Bijeenkomst van de Franse koning Karel de Kale (843-877) met zijn

vazallen.

BRON II

Uit de kroniek van Walter van

Guisborough (1310) over de graaf

van Warenne, die met documenten

het eigendom van zijn land moet

aantonen; de graaf is een

nakomeling van een vazal van

Willem van Normandië, die in 1066

deelnam aan de verovering van

Engeland.

"De graaf van Warenne werd voor

de rechters van de koning geroepen.

De rechters vroegen hem zijn

eigendomsbewijs te tonen (…) hij

haalde een oud en roestig zwaard

tevoorschijn en zei: 'Kijk hier naar,

mijne heren, dit is mijn bewijs!

Want mijn voorouders kwamen met

Willem en veroverden hun landen

met het zwaard, en met het zwaard

zal ik ze verdedigen tegen iedereen

die van plan is ze in te nemen. De

koning veroverde en onderwierp het

land niet op eigen kracht, maar onze

voorouders deden dat samen met

hem'."

1 Waarom speelde een stuk land (een leen) een sleutelrol in de verhouding tussen een leenheer en zijn vazal?

2 Welk aspect van de verhouding tussen een heer en zijn vazallen wordt in bron I uitgebeeld?

3 Bron I kun je gebruiken om uit te leggen dat dergelijke bijeenkomsten het ontstaan van een centraal

geregeerde staat bevorderden. Leg dat uit.

4 Uit bron II blijkt zowel de ontwikkeling van Engeland naar een centraal geregeerde staat als het verzet tegen

die ontwikkeling. Toon beide beweringen vanuit de bron aan.

Page 16: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

16

FEODALISME Ontstaan leenstelsel

Invallen in Europa

Kruistochten/Reconquista

TOETS

736

BRON

Kaart van Europa, die de situatie in de negende eeuw weergeeft.

1 Leg uit dat het leenstelsel, zoals dat in de Vroege Middeleeuwen ontstaan was, leidde tot een verbrokkeling van

de politieke macht.

2 Je kunt stellen dat de situatie, die in de bron is weergegeven, heeft bijgedragen aan die verbrokkeling van de

politieke macht in West-Europa. Leg dat uit.

3 In de Late Middeleeuwen, waaronder we hier de periode na het jaar 1000 verstaan, werd de situatie, zoals die in

de bron weergegeven, juist omgekeerd. Geef daarvan één voorbeeld.

Page 17: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

17

FEODALISME Drie standen

Corporatieve/hiërarchische ordening

TOETS

331

BRON I

Adalbero, bisschop van Laon, over de drie standen (eind 10de eeuw, begin 11de eeuw).

"De geestelijke stand is slechts een lichaam, maar de indeling van de maatschappij omvat drie standen. Immers, de

menselijke wet onderscheidt twee andere standen: de edele en de niet vrije.

De edelen zijn de krijgslieden, de beschermers van de kerken. Zij verdedigen iedereen van het volk, groten en

kleinen (...) De andere stand is deze van de niet-vrijen, de lijfeigenen. Dit ongelukkig ras moet alles wat het bezit

verwerven ten koste van grote moeite. Zij verschaffen iedereen voeding, geld en kleding. Immers geen enkele vrije

man is in staat zonder hen te leven.

De stad van God, waarvan men denkt dat zij één is, is dus verdeeld in drie standen. De enen bidden, de anderen

vechten en weer anderen werken. Deze drie standen leven samen en lijden er niet onder dat zij gescheiden zijn. De

diensten van een van hen maken de diensten van de twee overige mogelijk. Iedere stand is een steun voor de

andere standen."

BRON II

De 'Annales Bertiniani' over het belenen van Harald door Lotharius I, koning van Middenfrankenland, ca. 850.

"Lotharius gaf aan Harald, die met andere Deense zeerovers (...) zoveel schade aan het rijk van zijn vader had

toegevoegd, als beloning voor zijn verdiensten Walcheren en andere streken in de omtrek in leen. Een misdaad

waarlijk is het, die alle afkeuring verdient, om hen die zoveel kwaad aan christenen hadden gedaan, aan het hoofd

te plaatsen van landen en volken van christenen en kerken van christenen, zodat de vervolgers van het christelijk

geloof beheersers der christenen werden en christenvolken onderworpen zouden zijn aan afgodendienaars."

1 De Middeleeuwse samenleving kende een corporatieve en hiërarchische ordening. Leg aan de hand van

bron I uit wat we hiermee bedoelen. Beide termen moeten in je antwoord aan de orde komen.

2 Leg in relatie tot deze corporatieve en hiërarchische ordening uit wat het vrijheidsbegrip in de

Middeleeuwen inhield.

3 Ook het leenstelsel kun je als een vorm van hiërarchische ordening beschouwen. Leg aan de hand van

bron II het leenstelsel uit.

4 Als je bron II juist interpreteert, dan blijkt dat de vazalliteit van Harald voor het grootste deel slechts

schijn was. Leg dat uit.

Page 18: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

18

FEODALISME Kenmerken leenstelsel

Koninklijke macht

TOETS

40

BRON

In het jaar 1221 maakte Matilda, gravin van Nevers (Frankrijk), het volgende bekend.

"Ik, Matilda, gravin van Nevers, maak bekend aan allen die deze brief zien dat ik op de heilige evangeliën heb

gezworen jegens mijn liefste heer, Philips, bij de gratie Gods de meest doorluchtige koning van Frankrijk, dat

ik hem goed en getrouw zal dienen tegen alle levende mannen en vrouwen, en dat ik niet in het huwelijk zal

treden zonder zijn toestemming en gunst. Om deze overeenkomsten standvastig na te komen heb ik aan

dezelfde heer koning beloftes gedaan van mijn mannen die ik bij me had, op hun eden, op deze wijze, dat als

ik in gebreke zou blijven om de voornoemde overeenkomsten met de heer koning na te komen (ook al zal dit

niet gebeuren), dezen verplicht zijn naar de heer koning te komen met al hun landen en leengoederen die ze

van mij in leen gekregen hebben en jegens hem hun eden tegen mij na zullen komen, totdat het met hem tot

zijn genoegen goedgemaakt zal zijn. En iedere keer als de heer koning mij daarom vraagt, zal ik er voor

zorgen dat hij dezelfde eden krijgt van mijn mannen die niet samen met mij aanwezig waren bij de heer

koning, dat wil zeggen van allen die mij, in goed vertrouwen en zonder kwaadaardige bedoeling, toebehoren."

1 Maak met betrekking tot het leenstelsel duidelijk waarom je het ontstaan ervan kunt verklaren vanuit

de specifieke omstandigheden van de Vroege Middeleeuwen.

2 Laat met behulp van de bron zien dat een leenverhouding niet alleen een juridische, maar ook een

ethische en een emotionele band tussen de leenheer en de leenman (-vrouw) tot stand bracht.

3 Waardoor leidde het leenstelsel tot versnippering van de koninklijke macht?

4 In de bron wordt de verhouding beschreven tussen gravin Matilda en haar heer, koning Philips van

Frankrijk. Hoe moet je deze bron interpreteren als je onderzoek doet hoe de verhouding tussen

leenheren en leenmannen (-vrouwen) zich ontwikkelt in de Late Middeleeuwen?

Page 19: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

19

FEODALISME Karel de Grote

Bestuursstelsel

Capitularia

Relatie met de Saksen

TOETS

1688

BRON

Karel de Grote oefende de macht over zijn gebieden onder meer uit door middel van 'capitularia', documenten

met instructies van de centrale regering voor plaatselijke bestuurders. Hieronder staat een aantal bepalingen uit

een capitularium uit 785, dat Karel de Grote uitvaardigde voor de bestuurders van het gebied van de Saksen, een

volk dat pas kort geleden door hem was onderworpen en met geweld tot het christendom bekeerd.

"2. Als iemand toevlucht zoekt in een kerk, laat niemand het wagen om hem met geweld uit die kerk te jagen; laat

hem liever met rust tot hij is gebracht om zijn zaak te bepleiten (…) en laat hem daarna voorgesteld worden aan

onze heer de koning.

3. Als iemand met geweld een kerk binnentreedt en daaruit iets steelt met geweld of tersluiks, of de kerk in brand

steekt, laat hem sterven.

4. Als iemand uit minachting voor het christelijk geloof de heilige vastentijd zou verwerpen en vlees eten, laat

hem sterven; maar laat de priester de zaak onderzoeken, voor het geval iemand uit noodzaak gedwongen zou zijn

om vlees te eten.

7. Als iemand heidense rituelen volgt en er voor zorgt dat het lichaam van een dode man wordt door vuur

verbrandt (…) laat hem dat met zijn leven betalen.

8. Als iemand van het Saksische volk zich ongedoopt onder hen verborgen houdt en als hij zich niet verwaardigt

om gedoopt te worden (…) laat hem sterven.

18. Op zondagen mogen er geen vergaderingen of openbare bijeenkomsten zijn, behalve in kwesties van grote

nood of wanneer een vijand aandringt; laat allen liever de kerk bezoeken om het woord van God aan te horen.

34. Wij verbieden de Saksen om als groep samen te komen in openbare vergaderingen, behalve bij die

gelegenheden dat onze zendgraaf hen op onze aanwijzingen bijeenroept; laat eerder iedere graaf aan zijn hof

rechtszitting houden en in zijn gebied het recht toepassen. En de geestelijken moeten er op toezien dat dit bevel

wordt gehoorzaamd."

1 Uit bovenstaande bron blijkt dat Karel de Grote de macht over zijn rijk slechts op een indirecte wijze

kon uitoefenen. Leg uit hoe het bestuurssysteem van Karel de Grote werkte; verwerk in je antwoord

twee aanwijzingen uit de bron.

2 Waardoor was Karel de Grote genoodzaakt deze vorm van indirecte machtsuitoefening in te voeren?

3 Gelet op de inhoud van de bron werden de bestuurders van Karel de Grote in het gebied van de Saksen

met een grote uitdaging geconfronteerd. Licht dit toe door:

- eerst met twee verwijzingen naar de bron uit te leggen welke die uitdaging was en

- daarna een afweging te maken of het beleid van Karel met betrekking tot de Saksen (zoals uit de

bron blijkt) effectief geweest zal zijn.

Page 20: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

20

FEODALISME Historische context

Karakter feodale verhouding

TOETS

1762

BRON

Koning Alphonso II van Aragon (1164-1196) breidde tijdens zijn regering zijn invloed in het zuiden van het

huidige Frankrijk aanzienlijk uit. Zo beleende hij de edelman Galceran d'Urtx met de plaats Nahuja, met het recht

er een fort te bouwen. Hieronder staat een afbeelding van de ceremonie van deze belening.

1 Plaats de bron in de historische context van de Middeleeuwen, dat wil zeggen leg uit door welke

omstandigheden en met welk doel Alphonso II de edelman Galceran d'Urtx met Nahuja beleende.

2 Maak duidelijk dat je uit de bron kunt afleiden dat een feodale verhouding meer dan alleen maar een

juridisch contract was.

Page 21: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

21

FEODALISME Vazalliteit

TOETS

1939

BRON II

Onder Lodewijk de Vrome, de opvolger

van Karel de Grote, werd in 816 een

capitulare (verordening) uitgegeven

met betrekking tot de rechten en

plichten van vazallen. Hieronder staat

een bepaling uit deze capitulare.

"Als iemand zijn heer wenst te verlaten

en in staat is een van deze wandaden

tegen hem te bewijzen, dat is, in de

eerste plaats, als de heer hem onterecht

wil verlagen tot slavernij; in de tweede

plaats, als hij een plan tegen zijn leven

heeft beraamd; in de derde plaats, als de

heer ontucht heeft gepleegd met de

vrouw van zijn vazal; in de vierde

plaats, als hij hem opzettelijk met een

getrokken zwaard heeft aangevallen; in

de vijfde plaats, als de heer in staat is

geweest de vazal te verdedigen nadat

deze zijn handen aan hem heeft

toevertrouwd, en hij niet aldus

gehandeld heeft; is het aan de vazal

toegestaan hem te verlaten. Als de heer

op deze vijf punten iets heeft bedreven

tegen de vazal, is het de vazal

toegestaan hem te verlaten."

BRON I

Miniatuur uit de zogenaamde 'Bijbel van Ripoll', genoemd naar de

plaats in Spanje waar het Benedictijner klooster stond waar deze

bijbel in de 11de eeuw vervaardigd is.

1 Het verschijnsel van de vazalliteit kun je alleen maar begrijpen in de context van de periode van

ontstaan, de Vroege Middeleeuwen. Geef nu eerst een korte omschrijving van het begrip 'vazalliteit' en

leg vervolgens de historische context uit waarin de vazalliteit ontstaan is.

2 In de miniatuur (I) is de ceremonie weergegeven, waarbij een vrije man vazal wordt. Leg met behulp van

de bron uit dat deze ceremonie duidelijk maakt dat vazalliteit meer inhield dan alleen een juridische

verbintenis.

3 De bepalingen in bron II lijken op het eerste gezicht een strikt juridisch karakter te hebben. Toch kun je

de stelling verdedigen dat deze bepalingen voortvloeien uit de ceremonie, die in bron I is afgebeeld.

Toon deze stelling aan met twee voorbeelden uit bron II.

Page 22: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

22

FEODALISME Militaire, religieuze, ethische aspecten

Feodalisering Kerk

Verhouding Franse-Engelse koning

Economische/politieke belangen Kerk

TOETS

2106

BRON I

In 1110 werd de leenverhouding tussen Bernard Atton, burggraaf van Carcassonne en abt Leo van het klooster

St. Marie-de-Grasse in onderstaand document vastgelegd.

"Laat daarom aan allen (…) weten dat ik, genoemde Bernard Atton, heer en burggraaf van Carcassonne, waarlijk

erken jegens u, mijn heer Leo, bij de gratie Gods abt van St. Marie-de-Grasse, en jegens uw opvolgers dat ik als

leen in Carcassonne het volgende houd (…): dat wil zeggen de kastelen Confoles, Leocque, Capendes (…); en de

domeinen Mairac, Albars en Musso; eveneens, in de vallei van Aquitaine, Rieux, Traverina, Herault, Archas,

Servians, Villatiitoes, Tansiraus, Presler, Cornelles, Bovendien bevestig ik dat ik van u van het genoemde

klooster als leen het kasteel Termes in Narbonne houd; en in Minerve het kasteel Ventaion en de domeinen

Cassanolles, Ferral en Aiohars; en in Le Rogos het kleine dorp Longville; voor elk afzonderlijk en voor allen

gezamenlijk betuig ik hulde en leg ik de eed af met mijn handen en mijn mond jegens u, mijn genoemde heer abt

Leo, en jegens uw opvolgers, en ik zweer op de vier evangeliën van God dat ik altijd een trouwe vazal zal zijn

van u en van uw opvolgers en voor St. Marie-de-Grasse in alle dingen waarin van een vazal verwacht wordt

trouw te zijn jegens zijn heer, en ik zal u, mijn heer, verdedigen en al uw opvolgers en het genoemde klooster en

alle huidige en toekomstige monniken en de kastelen en domeinen en al uw mannen en hun bezittingen tegen alle

kwaadwilligen en binnendringers (…) op mijn eigen kosten; en ik zal aan u zeggenschap geven over alle

hierboven beschreven kastelen en domeinen, in vrede en in oorlog, steeds wanneer ze worden opgeëist door u of

door uw opvolgers. Bovendien bevestig ik dat, als een erkenning van bovenstaande lenen, ik en mijn opvolgers

naar het genoemde klooster moeten komen, op onze eigen kosten, zo vaak als een nieuwe abt wordt aangesteld,

en daar hulde moet betuigen en aan hem de zeggenschap moet teruggeven over alle hierboven beschreven lenen.

En wanneer de abt zijn paard zal bestijgen moeten ik en mijn erfgenamen, burggraven van Carcassonne (…) de

stijgbeugel vasthouden ter ere van (…) St. Marie-de-Grasse; (…) en de eerste keer dat de abt Carcassonne

binnentreedt moeten wij hem voorzien van de beste vis en het beste vlees en van eieren en kaas, eervol naar zijn

wil, en de kosten betalen van de hoefijzers van de paarden en van het stro en het voer naar gelang de eisen van

het seizoen."

1 Leg met verwijzingen

naar bron I en/of bron

II uit dat de ver-

houding tussen een

leenheer en een leen-

man militaire, religi-

euze en ethische as-

pecten kende.

2 Maak duidelijk dat

zowel in bron I als in

bron II een bijzondere

(van het algemene

patroon afwijkende)

feodale verhouding

naar voren komt.

3 Uit bron I blijkt dat de

Kerk in de Middel-

eeuwen grote politieke

en economische be-

langen had. Leg beide

uit.

BRON II

Op onderstaand miniatuur uit de 'Grandes Chroniques de France' betuigt

Edward III, koning van Engeland, in 1329 leenhulde aan de Franse koning

Philips VI.

Page 23: FEODALISME TOETS 749 - Histoforumhistoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Feodalisme.pdf · 2018-03-17 · FEODALISME Vazalliteit Ideaal tegenover werkelijkheid TOETS 749 BRON I De

23

FEODALISME Kenmerken leenstelsel

Leenheer-leenman-achterleenman

TOETS

2207

BRON I

Tekst van een leencontract uit

1167 tussen Lodewijk VII, koning

van Frankrijk van 1137-1180, en

Barthélémi de Montcomet,

bisschop van Beauvais. Met het

begrip 'Drie-eenheid' geven veel

Christelijke kerken aan dat God in

drie gedaanten optreedt: als

Vader, als Zoon en als Heilige

Geest. Beauvais en Savignies

liggen in het noordwesten van

Frankrijk.

"In de naam van de Heilige en

Ongedeelde Drie-eenheid, amen.

Ik, Lodewijk, bij de gratie Gods

koning der Fransen, maak aan

allen nu en in de toekomst bekend

dat in Mante in onze aanwezigheid

graaf Hendrik van Champagne het

leen van Savignies heeft afgestaan

aan Barthélémi, bisschop van

Beauvais, en zijn opvolgers. En

voor dat leen heeft genoemde

bisschop de belofte en de

verplichting uitgesproken om graaf

Henry bij te staan met één ridder

en met rechtspraak en

dienstbaarheid; en hij stemde er

ook in toe dat de bisschoppen die

na hem komen hetzelfde zullen

doen. Opdat dit door onze

nakomelingen zal worden

begrepen en geweten hebben wij er

voor gezorgd dat aan dit document

ons zegel is bevestigd. Gedaan te

Mante, in het jaar van het

Vleesgeworden Woord, 1167; in

ons paleis waren aanwezig wier

namen en zegels zijn aangehecht:

zegel van Thiebault, onze

hofmeester, zegel van Guy, de

meester van de wijnkelder; zegel

van Matthieu, de kamerheer; zegel

van Raoul, de hofmaarschalk.

Opgetekend door de hand van

Hugo, de kanselier."

BRON II

Afbeelding uit een handschrift uit de dertiende eeuw.

1 Noem drie kenmerken van het leenstelsel die je aan de bronnen I

en II kunt ontlenen. Verwijs bij elk genoemd kenmerk naar de

bron, waaruit je dat kenmerk hebt gehaald.

2 Leg uit dat uit bron I blijkt dat Barthélémi van Montcomet op zeker

drie verschillende manieren op het hart gedrukt kreeg dat hij zich

aan zijn beloftes als leenman moest houden.

3 Uit bron I blijkt dat bij de belening van Barthélémi van Montcomet

met Savignies niet alleen koning Lodewijk VII een rol speelde,

maar ook graaf Hendrik I van Champagne. Beredeneer met behulp

van de gegevens uit bron I hoe waarschijnlijk de precieze

leenverhouding was tussen Lodewijk, Hendrik en Barthélémi.