Federaal verkiezingsprogramma

61
een nieuwe start Verkiezingsprogramma Open Vld - Federale verkiezingen 13 juni 2010 Ambitie 2020 welvaart creëren, welvaart verdelen

Transcript of Federaal verkiezingsprogramma

Page 1: Federaal verkiezingsprogramma

een nieuwestart

Verkiezingsprogramma Open Vld - Federale verkiezingen 13 juni 2010

Ambitie 2020welvaart creëren, welvaart verdelen

Page 2: Federaal verkiezingsprogramma

Ambitie 20201. een nieuwe politiek. In 2020 heeft 1 op 2 burgers opnieuw vertrouwen in de politiek. Nu is dat amper 17%. De politiek geeft het goede voorbeeld en doet het zelf met minder. Bovendien kent ons land een stabiel politiek klimaat, met slechts om de vijf jaar verkiezingen.

2. begroting in overschot. Het tekort op de begroting moet omgebogen wor-den van een tekort van 4,8 % naar een overschot van 0,5% in 2020. In 2015 moet de begroting absoluut in evenwicht zijn. Vanaf dan moet een overschot opge-bouwd worden om de kosten van de vergrijzing op te vangen.

3. meer jobs creëren. werken moet lonen. minder armoede. De tewerkstellingsgraad in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar moet in ons land stijgen van 66% naar 73% in 2020. Dit betekent de creatie van 200.000 extra jobs tegen 2020, bovenop de spontane toename van jobs in de komende tien jaar. De belas-tingdruk op arbeid moet dalen van 42% naar 40% in 2020. Wie werkt moet min-stens 250 euro meer verdienen dan wie niet werkt.

4. competitieve economie. Het percentage van de actieve bevolking dat actief betrokken is bij het opstarten van een onderneming in ons land moet stijgen van 2,85 % naar 5,2% in 2020. Het aandeel van de export naar de groeilan-den moet stijgen van 6% naar 10% in 2020. Het aandeel van de innovatie-uitgaven moet stijgen van 1,9% van het BBP naar 3% in 2020.

5. zelfstandige en verantwoordelijke regio’s. De regio’s moeten volledig verantwoordelijk zijn voor hun inkomsten in 2020. De eigen fiscale inkomsten van de regio’s moeten stijgen van 30% naar 100% in 2020.

6. efficiënte en klantvriendelijke overheid. De totale kost van de over-heid moet zakken van 5.000 € tot 4.000 € per inwoner in 2020.

7. zekere pensioenen. De gemiddelde uitstapleeftijd uit de arbeidsmarkt moet stijgen van 59 jaar naar 63 jaar in 2020. De gemiddelde loopbaanduur moet stijgen van 37 jaar naar 40 jaar in 2020.

8. veiligheid en justitie. In 2020 is justitie grondig hervormd. Het vertrouwen in de werking van het gerecht stijgt van 66 naar 85%.

9. hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Het aandeel hernieuw-bare energiebronnen in de energieconsumptie moet stijgen van 3,5% naar 13% in 2020. De energie-efficiëntie moet met 20% stijgen tegen 2020, zowel in de industrie als bij de gezinnen. Ons energiesysteem is dan ook koolstofarm.

10. een open samenleving. In 2020 moet het armoederisico in ons land gedaald zijn van 15% naar 10%. Het loonverschil tussen mannen en vrouwen moet weggewerkt zijn, homoadoptie mag niet langer een taboe zijn en euthanasie moet in heel het land effectief mogelijk zijn.

Page 3: Federaal verkiezingsprogramma

De wereld is in beweging

De wereld staat niet stil. De voorbije decennia zijn een aantal gebeurtenissen als een tsunami door de hele wereld gegaan. Die gebeurtenissen hebben ook ons land niet onberoerd gelaten. Ze hebben de we-reld waarin wij leven en werken voor altijd veranderd.

De val van de Berlijnse muur, in 1989, was zo’n schokgolf. Het betekende de eenmaking van Duitsland, de bevrijding van de Oost-Europese landen uit de wurggreep van de Sovjet-Unie, het einde van de koude oorlog, de uitbreiding van de Europese Unie tot aan de grenzen van Rusland. Dat is allemaal goed nieuws, absoluut, maar het maakt ook dat Europa en ons land zich moeten aanpassen.

De aanslagen op de WTC-torens in New York en op andere plaatsen in de Verenigde Staten, dat was nog zo’n tsunami. Sedert “9/11” is de wereld niet meer dezelfde. Verschillende oorlogen blijven woeden en we zijn heel anders over veiligheid gaan denken. Ondertussen blijven de verschillen in welvaart tussen het Noorden en het Zuiden hemelhoog. Geweld en armoede veroorzaken grote migratiegolven, met soms voordelen, vaak grote nadelen. In elk geval veranderen onze steden van gezicht, en we moeten ervoor zorgen dat die diversiteit in goede banen wordt geleid.

Ondanks de enorme cultuurverschillen is de wereld in de voorbije decennia een groot dorp geworden. Via internet en de moderne communicatiemiddelen is iedereen met iedereen verbonden. Op korte tijd ging Europa van twaalf naar vijfentwintig lidstaten. In de internationale economie steken nieuwe reu-zen zoals China, India en Brazilië de kop op. Dat is een positieve evolutie. Het betekent dat de te-genstellingen tussen het rijke Westen en de rest van de wereld kleiner worden. Het betekent dat steeds meer mensen een menswaardig bestaan kunnen opbouwen. Ook voor ons is dat een goede zaak. Onze bedrijven zijn op de export gericht en vinden nu enorme nieuwe markten. Maar we moeten alert blijven. Als we flexibel genoeg zijn dan zal de globalisering ook voor ons meer welvaart brengen, vandaag en in de toekomst. Maar als we bij de pakken blijven neerzitten, dan dreigen de gevolgen negatief te zijn. Dan zullen we onze bedrijven, onze jobs en onze welvaart steeds meer naar lageloonlanden zien verdwijnen en dan worden we een oud land in een oud continent.

Onze samenleving wordt niet alleen veelkleuriger, ze wordt tegelijk ook grijzer. We moeten in ons land, zoals in haast heel de Westerse wereld, rekening houden met een verouderde bevolking. Het aantal ouderen stijgt in de komende decennia snel en dat zorgt ervoor dat we ons moeten aanpassen. We moeten zorgen dat zoveel mogelijk mensen aan het werk zijn en dat we klaar zijn om die veroude-ring op te vangen in ons gezondheidszorgsysteem en in onze pensioenen.

Tenslotte is de wereld zich steeds meer bewust geworden van de grote ecologische uitdagingen waarvoor we staan. Gelukkig maar, we wensen onze kinderen immers ook een leefbare aarde toe. We worden met steeds meer mensen afhankelijk van een aantal schaarse grondstoffen. We weten nu dat onze activiteiten, de manier waarop we ons voedsel produceren, werken, wonen en ons verplaatsen, mee verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde. Internationaal is het besef gegroeid dat dit een uitdaging is voor de hele mensheid. We zullen daarin ons steentje moeten bijdragen. Als we het verstan-dig aanpakken, kunnen we daar ook ons voordeel mee doen.

Page 4: Federaal verkiezingsprogramma

Ons land heeft zich nog te weinig aangepast aan deze nieuwe wereld. Terwijl andere landen hervormin-gen doorvoerden in hun sociale zekerheid, in de werking van hun arbeidsmarkt of in de manier waarop belastingen worden geheven, bleven wij te vaak vastzitten in interne discussies en communau-taire twisten. We zijn er wel in geslaagd om de begroting onder controle te houden en om bijkomende arbeidsplaatsen te maken. Maar we waren nog niet klaar om structurele ingrepen te doen in het functio-neren van onze welvaartsstaat.

Daarom komen de schokgolven van de voorbije jaren hard aan. De bankencrisis, de economische crisis, de hoge werkloosheid… het zorgt er allemaal voor dat onze problemen zwaarder geworden zijn en dat we ze dringender en ingrijpender moeten aanpakken.

Waarom is ons land vastgelopen, terwijl de wereld zo in beweging is? Het heeft veel, zoniet alles, te maken met de verouderde manier waarop we aan politiek doen, op verschillende vlakken.

We hebben ons land in de voorbije veertig jaar stelselmatig omgevormd van een unitaire staat naar een federaal systeem. Onze ingewikkelde communautaire compromissen begrijpt niemand in de wereld meer, maar ze hebben wel lang gewerkt en gezorgd voor communautaire vrede. Vlaanderen kreeg daar-bij steeds meer autonomie en ging er in welvaart flink op vooruit. Maar vandaag blokkeert het systeem en de oude manier van staatshervorming werkt niet meer. De gemeenschappen staan met getrokken messen tegenover elkaar, het wantrouwen is huizenhoog, zelfs de eenvoudige problemen raken niet meer opgelost. Het kader waarin we werken is verouderd. We zullen de moed moeten hebben om het hele systeem in vraag te stellen en iets nieuws en werkbaars op poten te zetten. We zullen moeten gaan voor méér autonomie, maar ook voor eenvoudiger en werkbare procedures.

De wijze waarop we het federale België en de Gemeenschappen en Gewesten financieren is verouderd. We hebben in het verleden steeds meer bevoegdheden naar de deelgebieden doorgegeven. Die deelgebie-den kregen ook eigen fiscale bevoegdheden, maar voor het grootste deel krijgen ze hun geld nog steeds uit de federale schatkist. Dit systeem is ondertussen uit zijn voegen gebarsten. Het heeft ertoe geleid dat de opbrengsten van de economische groei vooral ging naar de deelgebieden, terwijl vooral de fede-rale overheid moest blijven instaan voor de staatsschuld, de veiligheid en de kosten van de vergrijzing. Er zijn geen winnaars in dit spel. Een armlastige federale begroting, of een onbetaalbare sociale zeker-heid, zijn voor de Vlamingen en de Franstaligen even grote problemen.

Onze sociale zekerheid kreeg vorm vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het was toen een vooruitstre-vend bouwwerk, met een vrij logisch bouwplan. Maar ondertussen zijn we zestig jaren verder. Het huis is verouderd. We hebben nooit structurele ingrepen gedaan, wel hebben we steeds nieuwe kamers bijgebouwd. De doelstellingen zijn nog hetzelfde als zestig jaar geleden: zorgen voor goede en betaal-bare gezondheidszorg voor iedereen; een waardig pensioen voor een waardige oude dag; menswaardige uitkeringen voor wie buiten zijn schuld ziek of werkloos wordt, bestrijden van armoede en uitsluiting. De doelstellingen zijn dus nog hetzelfde, maar de technieken die we gebruiken zijn verouderd, niet meer aangepast aan de werkelijkheid van vandaag. Onze sociale zekerheid vertoont steeds meer trekken die niet fair lijken te zijn, ze leidt te vaak tot de vaststelling dat we mensen betalen om niets te doen, de

Ons land staat stil

Page 5: Federaal verkiezingsprogramma

financiering ervan komt in het gedrang. Ook hier zal een beetje rommelen in de marge niet meer hel-pen. Ook hier zullen we moedige veranderingen nodig hebben en structurele ingrepen. Dat zal de enige manier zijn om ook morgen een samenleving te garanderen waarin iedereen meedoet, waarin niemand achter gelaten wordt.

Ook op het vlak van Justitie en veiligheid zullen we de moed moeten hebben om grote, ingrijpende hervormingen te doen. Veel mensen hebben hun vertrouwen in Justitie verloren. Dat is een groot pro-bleem in een democratie. Maar het is ook voor een deel terecht. Sommige van onze rechtbanken werken met jaren achterstand. We hebben de guerre des juges meegemaakt in de Fortis-zaak. We krijgen soms de indruk van wereldvreemde rechters die meer bezig zijn met hun machtsposities en interne conflicten dan met een modern en performant gerecht. Tenslotte loopt het soms mis met de strafuitvoering. Er is onvoldoende gevangeniscapaciteit, en er is nog te weinig geïnvesteerd in alternatieve straffen of huisar-rest. Het systeem hapert, en dat leidt soms tot een gevoel van straffeloosheid.

Wij kijken naar de wereld, maar de wereld kijkt ook naar ons. De internationale politieke ontwikkelin-gen en de globalisering hebben verscheidene soorten migratiestromen op gang gebracht (vluchtelingen, arbeidsmigratie, gezinshereniging, …). De samenstelling van onze bevolking is daardoor danig gewij-zigd. De Vlaamse steden en dorpen komen steeds meer in aanraking met nieuwe culturen, tradities, levensbeschouwingen, geloofsovertuigingen en maatschappijvisies. Het dagelijkse leven van de oor-spronkelijke bewoners van bepaalde wijken werd ingrijpend dooreen geschud. Ons samenlevingsmodel staat onder druk door die toenemende diversiteit. Jarenlang hebben we geloofd dat het volstond om verdraagzaamheid te promoten, maar de voorbije jaren is er een toenemend ongenoegen en worden spanningen tussen bevolkingsgroepen zichtbaar. Die diversiteit managen, en er de kansen van grijpen, moet een permanente opdracht voor alle overheden worden.

Tenslotte zijn de Vlamingen zelf ook veranderd. We zijn welvarender geworden, we leven steeds langer en onze ouderen zijn fitter en gezonder, we zijn hoger opgeleid, we hebben ons steeds meer ge-emancipeerd van religieuze instellingen en van ideologische zuilen, we denken vrijer en we staan meer open voor de wereld. Het klassieke model van het huwelijk staat steeds meer onder druk en heeft al lang het monopolie verloren. Ons land telt honderdduizenden alleenstaanden. Er zijn talloze echtscheidin-gen, talloze nieuw samengestelde gezinnen. Vlamingen zijn verdraagzamer geworden ten aanzien van holebi’s. Ze trouwen en scheiden, zoals de anderen, krijgen kinderen of kunnen die adopteren. De oude morele vooroordelen zijn aan het verdwijnen en er is steeds meer begrip voor de vrijheid van iedereen om zijn/haar leven naar eigen inzicht in te richten. Maar te vaak zijn onze wetten en instellingen nog niet aangepast aan die nieuwe realiteit. De wetgever loopt achterop bij de werkelijkheid. Een aanpassing is nodig, want de grotere vrijheid heeft soms ook nadelen.

De politiek heeft de voorbije jaren een beeld van machteloosheid en immobilisme laten zien. Zij heeft de juiste noodmaatregelen genomen tegen de bankencrisis en de economische crisis, maar zij is er niet toe gekomen de structurele hervormingen te doen die nodig zijn met betrekking tot de staats-hervorming, de financieringswet, de sociale zekerheid, justitie… Dit heeft geleid tot een vertrouwens-breuk, de politiek was teveel met zichzelf bezig, liep zich vast in tegenstellingen van het verleden en bleef in gebreke om de toekomst voor te bereiden.

Page 6: Federaal verkiezingsprogramma

Ons land heeft nood aan een nieuwe start, aan grote hervormingen. Die hervormingen zijn mogelijk, de problemen zijn niet onoplosbaar. Ons land beschikt nog altijd over de troeven om een welvarend land met een open samenleving te zijn en te blijven. We moeten alleen de moed hebben om onze structurele problemen aan te pakken. We zullen anders aan politiek moeten doen.

Open Vld legt zich niet neer bij de onverschilligheid of het fatalisme van anderen. Fatalisme en angst leiden alleen maar tot immobilisme. De liberalen hebben steeds het voortouw genomen bij grote om-wentelingen en hervormingen in onze samenleving. Wij zijn niet voor niets de partij van de vrijheid en van de vooruitgang. We geloven in de kracht van ideeën en in de sterkte van mensen. De Vlamin-gen zijn een welvarend, hoogopgeleid, ondernemend, solidair en geëmancipeerd volk. Ons land heeft nog steeds enorme troeven. We kunnen onze welvaart blijven garanderen zolang we de talenten en cre-ativiteit van onze burgers en ondernemingen voldoende ruimte geven in plaats van ons vast te klampen aan regels en instituties uit het verleden.

We moeten durven een nieuwe start te nemen voor dit land. We moeten de oude instellingen en mentaliteit durven loslaten, zonder de positieve verwezenlijkingen van het verleden weg te gooien. We kunnen de toekomst maken. Dit kan alleen als de krachten gebundeld worden, in plaats van te verdelen. Vlamingen, Brusselaars en Walen zullen moeten samenwerken. Nieuwkomers moeten hun plaats krij-gen, kunnen meedoen. Het kan niet dat zij uitgesloten worden. Het kan ook niet dat ze zichzelf buiten spel zetten. De talloze verenigingen die ons land telt, tellen ook echt mee. De sociale partners hebben een cruciale rol in het welslagen van de hervormingen op vele terreinen. Het is nu aan de politici om op korte termijn de nieuwe structuren op poten te zetten, waarin iedereen zijn steentje kan bijdragen.

Als we onze krachten bundelen, onze intelligentie gebruiken en onze ogen niet sluiten voor de veran-derende wereld, dan zijn we ook perfect in staat om alle uitdagingen aan te pakken. We kunnen het tij keren en met vertrouwen naar de toekomst kijken. We moeten openstaan voor verande-ringen, zien wat essentieel is en ons land durven hervormen. Zo kunnen we een nieuwe start maken.

Nood aan een nieuwe start

Page 7: Federaal verkiezingsprogramma

Open Vld staat voor een andere politiek. Een politiek die eerlijk is. Die zegt waar het op staat. De uit-dagingen zijn groot. We nemen de mensen ernstig en zeggen daarom ook hoe we die uitdagingen gaan aanpakken. Open Vld heeft een duidelijke visie op de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Als geen andere partij hebben we een langetermijnstrategie om die uitdagingen succesvol aan te pakken.

We staan voor vier jaar zonder federale of regionale verkiezingen. We moeten die periode gebruiken om nu, in 2010, grote hervormingen op te starten. Vertrekkende van een visie en kaderend in een strategie om in 2020 ons land er opnieuw te doen staan.

Met haar plan “Ambitie 2020” heeft Open Vld die visie en die toekomststrategie. In de volgende tien jaar wil Open Vld in ons land volgende 10 concrete doelstellingen gerealiseerd zien:

EEN NIEUWE POLITIEK. In 2020 heeft 1 op 2 burgers opnieuw vertrouwen in de poli-tiek. Nu is dat amper 17%. De politiek geeft het goede voorbeeld en doet het zelf met minder. Bovendien kent ons land een stabiel politiek klimaat, met slechts om de vijf jaar verkiezingen.

BEGROTING IN OVERSCHOT. Het tekort op de begroting moet omgebogen worden van een tekort van 4,8 % naar een overschot van 0,5% in 2020. In 2015 moet de be-groting absoluut in evenwicht zijn. Vanaf dan moet een overschot opgebouwd worden om de kosten van de vergrijzing op te vangen.

MEER JOBS CREËREN. WERKEN MOET LONEN. MINDER ARMOEDE. De tewerk-stellingsgraad in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar moet in ons land stijgen van 66% naar 73% in 2020. Dit betekent de creatie van 200.000 extra jobs tegen 2020, bovenop de spontane toename van jobs in de komende tien jaar. De belastingdruk op arbeid moet dalen van 42% naar 40% in 2020. Wie werkt moet minstens 250 euro meer verdienen dan wie niet werkt.

COMPETITIEVE ECONOMIE. Het percentage van de actieve bevolking dat actief be-trokken is bij het opstarten van een onderneming in ons land moet stijgen van 2,85 % naar 5,2% in 2020. Het aandeel van de export naar de groeilanden moet stijgen van 6% naar 10% in 2020. Het aandeel van de innovatie-uitgaven moet stijgen van 1,9% van het BBP naar 3% in 2020.

ZELFSTANDIGE EN VERANTWOORDELIJKE REGIO’S. De regio’s moeten volledig verantwoordelijk zijn voor hun inkomsten in 2020. De eigen fiscale inkomsten van de regio’s moeten stijgen van 30% naar 100% in 2020.

EFFICIËNTE EN KLANTVRIENDELIJKE OVERHEID. De totale kost van de overheid moet zakken van 5.000 € tot 4.000 € per inwoner in 2020.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

Duidelijke en concrete ambities voor 2020

Page 8: Federaal verkiezingsprogramma

ZEKERE PENSIOENEN. De gemiddelde uitstapleeftijd uit de arbeidsmarkt moet stij-gen van 59 jaar naar 63 jaar in 2020. De gemiddelde loopbaanduur moet stijgen van 37 jaar naar 40 jaar in 2020.

VEILIGHEID EN JUSTITIE. In 2020 is justitie grondig hervormd. Het vertrouwen in de werking van het gerecht stijgt van 66 naar 85%.

HERNIEUWBARE ENERGIE EN ENERGIE-EFFICIËNTIE. Het aandeel hernieuwbare energiebronnen in de energieconsumptie moet stijgen van 3,5% naar 13% in 2020. De energie-efficiëntie moet met 20% stijgen tegen 2020, zowel in de industrie als bij de gezinnen. Ons energiesysteem is dan ook koolstofarm.

EEN OPEN SAMENLEVING. In 2020 moet het armoederisico in ons land gedaald zijn van 15% naar 10%. Het loonverschil tussen mannen en vrouwen moet weggewerkt zijn, homoadoptie mag niet langer een taboe zijn en euthanasie moet in heel het land effectief mogelijk zijn.

Het halen van deze doelstellingen zal niet vanzelf gaan. Integendeel zal het inspanningen vragen van ons allemaal. Open Vld wil de bevolking geen rad voor ogen draaien. Wij zeggen waar het op staat. Maar we zijn optimistisch. Omdat we geloven in de kracht van mensen. In de kracht van samenwerking.

Maar dan moeten we met zijn allen op 13 juni een nieuwe start nemen. Om er op 14 juni tegenaan te gaan.

7.

8.

9.

10.

Page 9: Federaal verkiezingsprogramma

KERNPUNTEN:

Geen schijnkandidaten meer

Samenvallende verkiezingen

Hoorzittingen in parlement voor kandidaat-ministers

Afschaffing Senaat, provincies en staatssecretarissen

Crisisbelasting voor ministers

Op 13 juni gaan bijna 8 miljoen Belgen stemmen voor een nieuw federaal parlement. Het zal voor de meesten de zevende keer zijn in 10 jaar dat ze moeten gaan aanschuiven in hun plaatselijk stembu-reau. Door de snelle opeenvolging van Europese, federale, Vlaamse en lokale verkiezingen is er bij vele mensen een grote verkiezingsmoeheid. Zelden kregen oproepen om op 13 juni niet te gaan stemmen en een “verkiezing over te slaan” zoveel weerklank als deze keer. Menig kiezer heeft er even genoeg van.

Deze verkiezingsmoeheid heeft echter ook andere oorzaken. Het vertrouwen van de burger in de politiek was nooit zo laag. Uit recent onderzoek blijkt dat maar liefst 83% van de Belgen hun politici niet meer vertrouwen. De machteloosheid van de politiek in de recente financiële en economische crisis, maar vooral de besluiteloosheid in enkele heikele dossiers, zoals BHV of de Lange Wapper, zorgen voor de grootste vertrouwenbreuk in decennia.

Het lage vertrouwen in politici is nefast. Het zorgt voor verzuring en verstarring. Het hypothekeert de dynamiek die we nodig hebben om ons land een nieuwe start te geven. Om te zorgen voor een economie die weer werk creëert, een justitie die opnieuw kordaat optreedt of pensioenen die betaalbaar blijven. Er is daarom nood aan een nieuwe politiek.

Ambitie 2020 : Een nieuwe politiek.In 2020 heeft 1 op 2 burgers opnieuw vertrouwen in de politiek. Nu is dat am-per 17%. De politiek geeft het goede voorbeeld en doet het zelf met minder. Bovendien kent ons land een stabiel politiek klimaat, met slechts om de vijf jaar verkiezingen.

Hoofdstuk I. Een nieuwe startvoor de politiek.

Page 10: Federaal verkiezingsprogramma

10

1. De stem van de kiezer wordt ernstig genomen1) Schijnkandidaten en job-hoppenVlaamse ministers die de lijst aanvoeren voor de Kamer en meteen zeggen dat ze niet gaan zetelen. De lijsttrekker van de Senaat die na 13 juni op drie jaar tijd in drie parlementen zal gezeteld hebben. De lijsttrekker voor Europa die enkel de zetel moet binnen halen voor de eerste opvolger…. Het zijn maar enkele voorbeelden van zogenaamde schijnkandidaten en job-hoppers: kandidaten – vaak kopstuk-ken – die bij elke verkiezing een topplaats innemen en dan ofwel van parlement veranderen ofwel hele-maal niet gaan zetelen. De kiezer wordt misleid en raakt het Noorden kwijt. Het tast de geloofwaardig-heid van de politiek zwaar aan. Om politieke stoelendansen en schijnkandidaten te voorkomen moet er een wettelijke regeling komen. Spelregels dus die voor iedereen gelijk zijn en die oneerlijke concurrentie de kop indrukken. Wie verkozen wordt moet zetelen in het parlement waarvoor hij het laatst heeft gekandideerd, en verliest dus meteen zijn vorig mandaat.

2) Opvolgers en lijststemOp 7 juni 2009 trokken de Vlamingen naar de stembus om uit te maken wie hen de komende vijf jaar in het Vlaams Parlement zou vertegenwoordigen. Of toch niet? Na de beëdiging van de ministers, bleek dat maar liefst 33 van de 124 Vlaamse parlementsleden strikt genomen niet verkozen zijn. Ze kwamen het parlement binnen als opvolger. 27 procent van de Vlaamse parlementsleden kan zich dus niet beroe-pen op een mandaat van de kiezer.

Onze parlementaire democratie kampt dus met een democratisch deficit. Op papier is de kiezer aan zet, maar in de praktijk voeren de partijen het hoogste woord. Door het systeem van opvolgers en door de “pot” van lijststemmen, die verdeeld wordt onder de eerste kandidaten op de lijst. Het kan nochtans anders. Kijk maar naar de gemeenteraadsverkiezingen. De eerste opvolger is dan de eerste niet-verkozen kandidaat met de meeste stemmen.

Daarom moeten de afzonderlijke lijsten van opvolgers worden afgeschaft. De eerste opvolger is de eerste niet verkozen effectieve kandidaat, d.i. de niet-verkozen kandidaat met de meeste voorkeur-stemmen. Daarnaast moet de “pot” weg. De lijststem zelf mag behouden worden, om de kiezer de kans te geven op de partij te stemmen, zonder zich uit te spreken over individuele kandidaten. Maar de verdeling van de lijststemmen over de eerste kandidaten moet worden afgeschaft. De lijsstem telt dus enkel nog voor de zetelverdeling onder de lijsten en niet langer voor de toekenning van de zetels aan de kandidaten. Alleen de kandidaten die de meeste voorkeurstemmen halen, zouden dan verkozen worden en dit ongeacht hun plaats op de lijst.

3) Geen opkomstplicht meerSlechts 3 Europese landen kennen een opkomstplicht bij verkiezingen. De meeste andere landen hebben in het verleden wel een opkomstplicht gekend, maar ondertussen afgeschaft (b.v. Nederland: opkomst-plicht ingevoerd in 1917, maar afgeschaft in 1970). Ondanks de opkomstplicht in België stemmen on-geveer 1 miljoen kiezers niet of blanco of ongeldig. De meeste niet-stemmers hebben een geldig excuus, maar zij die onwettig afwezig blijven hoeven niets te vrezen: sinds 2003 is er geen enkele vervolging meer geweest voor het “brossen” van verkiezingen.

De opkomstplicht is niet meer van deze tijd. Het argument dat de opkomstplicht garandeert dat ook de lagere sociale klassen vertegenwoordigd worden, overtuigt niet. Het sociaal beleid in (Europese) landen zonder opkomstplicht, is niet fundamenteel anders als bij ons. En is Barack Obama niet tot pre-sident verkozen zonder opkomstplicht?

Zijn verkiezing is misschien wel het beste bewijs dat politici in de eerste plaats mensen moeten overtui-gen om te gaan stemmen (“Get out the vote”). Het zal de interesse in de politiek opnieuw doen stijgen. De opkomstplicht maakt de politiek vandaag lui. Schaf ze af, en de politiek zal in beweging moeten komen.

Page 11: Federaal verkiezingsprogramma

11

4) Samenvallende verkiezingenDe voorbije 10 jaar werden er in ons land 7 verkiezingen gehouden. Behalve verkiezingsmoeheid bij de kiezer, leidt deze snelle opeenvolging van verkiezingen tot politiek immobilisme. Er heerst immers een quasi permanente verkiezingskoorts, met weliswaar veel profileringsdrang, maar bijzonder weinig ruimte voor politieke compromissen en akkoorden. De angst voor een electorale afstraffing legt een zware hypotheek op het beleid.

Daarom moeten vanaf 2014 de verkiezingen voor het federale parlement en de regionale parlementen opnieuw samenvallen. Samenvallende verkiezingen moeten opnieuw zorgen voor een klimaat van politieke stabiliteit, wat nodig is om de grote maatschappelijke uitdagingen zoals de econo-mische crisis, de vergrijzing of de staatshervorming, te kunnen aanpakken. 7 verkiezingen op 10 jaar kan ons land zich niet permitteren.

Dat betekent ook dat het federale parlement, zoals b.v. het Vlaamse, een echt legislatuurparlement wordt van vijf jaar, waarbij vervroegde verkiezingen worden uitgesloten. Als een regeringsploeg onder-weg struikelt, moet er een nieuwe ploeg gevormd worden binnen de bestaande zetelverdeling.

5) Geen loze beloftesTijdens verkiezingscampagnes worden heel wat beloftes gedaan. Dat is goed, want daardoor weten kiezers welk beleid ze van welke partij kunnen verwachten. Toch mogen de beloftes geen onhaalbare en onbetaalbare beloftes zijn. Denk maar de aan de “5 minuten politieke moed” of de “200 euro extra pen-sioen”. Daarom moeten partijen aangemoedigd worden om duidelijk aan te geven hoe ze hun beloftes gaan waarmaken en betalen. De berekening van de verkiezingsprogramma’s door een onafhan-kelijke instelling (b.v. het Rekenhof) zou daarom verplicht moeten worden.

2. Meer macht voor het parlement = meer democratieVolgens de “trias politica” van Montesquieu is de uitvoerende macht (de regering) verantwoording schuldig aan de wetgevende macht (het parlement). Die wetgevende macht is vervolgens verantwoor-ding verschuldigd aan de burgers, via verkiezingen. Het parlement moet de regering controleren. Maar in de praktijk domineert de regering het parlement. De rol van parlementsleden wordt teveel beperkt tot die van stemvee. Die van de meerderheid moeten blindelings op het groene knopje duwen, die van de oppositie op het rode. Open Vld wil de rol van het parlement opnieuw versterken.

Naar het voorbeeld van de regeling in het Europees Parlement, zou elke kandidaat-minister vóór zijn benoeming in een hoorzitting in het parlement zijn of haar plannen moeten bekend maken. Het parlement kan dan een kandidaat-minister beoordelen en – desnoods – afwijzen. Bovendien moet het parlement ook tijdens de legislatuur het vertrouwen kunnen opzeggen in elke minister afzon-derlijk. Nu kan volgens de Grondwet het parlement slechts vertrouwen geven of opzeggen aan de hele regeringsploeg.

Daarnaast moet niet langer de Koning, maar de parlementsvoorzitter de wetten bekrachtigen en afkondigen. Nu zorgt de bekrachtiging door de Koning soms voor vertraging of problemen. De abor-tuskwestie – waarbij Koning Boudewijn weigerde de abortuswet te bekrachtigen – is het meest treffende voorbeeld. Voor Open Vld moet het parlement het laatste woord hebben. Als een meerderheid een wet heeft gestemd, moet die zonder vertraging of extra stap in het Staatsblad kunnen verschijnen en van toepassing zijn.

Begin dit jaar werd het parlementair comité voor wetsevaluatie geïnstalleerd. Het comité moet zorgen voor een structurele vereenvoudiging en harmonisering van de wetgeving. Voor Open Vld moet het comité snel op volle toeren kunnen draaien zodat er eindelijk werk kan worden gemaakt met de afschaffing van vele nutteloze of achterhaalde wetten. Een modern parlement moet immers niet alleen nieuwe wetten stemmen, maar ook oude wetten durven afschaffen.

Page 12: Federaal verkiezingsprogramma

12

Tenslotte moet het parlement ook inspraak krijgen in buitenlandse missies van het leger. Open Vld wil dat een beslissing op troepen te sturen, voorafgegaan wordt door een parlementair debat en parle-mentaire goedkeuring. Enkel in zeer hoogdringende situaties kan men aan het parlement vragen om de beslissing post facto te bekrachtigen. Denk maar aan het sturen van troepen om landgenoten in het buitenland te ontzetten.

�. Meer geld voor beleid. Minder voor de politiek.Ons land staat voor grote uitdagingen. De economie gaat door een zware crisis. De pensioenen staan onder druk. De overheidsfinanciën kampen met grote tekorten. De komende regering zal belangrijke knopen moeten doorhakken. Besparingen zullen onvermijdelijk zijn. In tijden van besparingen, moet de politiek het goede voorbeeld geven.

1) Afschaffing Senaat en provincieradenDe Hoge Vergadering is vooral een Overbodige Vergadering geworden. Door de opeenvolgende staats-hervormingen heeft de Senaat nog amper politieke macht. De regering kan niet meer vallen in de Senaat en op geen enkel moment moet nog ze het vertrouwen vragen van de Hoge Vergadering. Zelfs over de jaarlijkse begroting – hét politieke beleidsinstrument bij uitstek – mogen de senatoren niet meer stem-men. Elke taak die de Senaat nog waarneemt (reflectiekamer, ontmoetingsplaats tussen de gemeen-schappen, goedkeuring internationale verdragen), kan perfect door de Kamer worden overgenomen. De Senaat kan dus perfect worden afgeschaft.

De kost van de Senaat wordt geraamd op 78 miljoen euro. Democratie mag gerust geld kosten, maar niet als een instelling geen enkele meerwaarde meer heeft. In budgettair moeilijke tijden moet je de moed hebben om te zeggen dat je de instelling dan beter afschaft. Ook dat zal de geloofwaardigheid van de politiek alleen maar versterken.

Ook de provincies moeten in vraag gesteld worden. De provincies hebben geen bevoegdheden die niet overgenomen kunnen worden door de andere niveaus. Door het verspreiden van de huidige bevoegd-heden over de Vlaamse overheid enerzijds en de gemeenten anderzijds, moet het provinciale bestuurs-niveau grotendeels opgeheven kunnen worden. De gouverneur kan behouden worden: als het “gezicht” van de provincie en voor een aantal specifieke taken zoals bv. het coördineren van hulpacties bij rampen. Maar de provincieraden of de Bestendige Deputaties worden beter afgeschaft.

2) Uittredingsvergoedingen en pensioenstelsel parlementsledenParlementsleden die niet meer in het parlement zitten, kunnen rekenen op een uittredingsvergoeding. Dat is perfect te verantwoorden, daar parlementsleden geen recht hebben op een werkloosheidsuitke-ring. De uittredingsvergoeding moet hen in staat stellen om een andere job te zoeken. Wie minder dan 6 jaar in het parlement heeft gezeten, wordt één jaar doorbetaald. Vanaf het zevende jaar levert elk jaar anciënniteit extra, twee maanden uittredingsvergoeding op. Dit kan oplopen tot een uittredingsvergoe-ding van 48 maanden. Bovendien geldt dit bedrag ook voor wie vrijwillig opstapt en dus – bijvoorbeeld – overstapt van de politiek naar een job in de privé-sector.

Daarnaast kunnen parlementsleden rekenen op een specifieke pensioenregeling. Na een mandaat van twintig jaar hebben ze recht op een wettelijk pensioen dat gelijk is aan 75% van de parlementaire wedde.

Op een moment dat aan de burger gevraagd wordt om langer te werken om zo de pensioenen te kunnen blijven betalen, moeten de politici het goede voorbeeld geven. De soms te hoge uittredingsvergoe-ding voor parlementsleden (of ministers) en de genereuze pensioenregeling moeten herbeke-ken worden.

Page 13: Federaal verkiezingsprogramma

1�

3) Een crisisbelasting voor ministers: 5% minder loon tot begroting terug in evenwicht isOpen Vld wil geen crisisbelasting voor de burger, maar wel voor ministers. Zeker als de begroting met een groot tekort kampt. Daarom stellen we voor om de ministeriële weddes met 5% in te krimpen, tot de begroting opnieuw in evenwicht is. Vergelijk het met de manager van een bedrijf die moet inleveren zolang het bedrijf geen winst boekt.

4) Geen staatssecretarissen meerBovendien kan het ook met minder excellenties in de federale regering. Vandaag zijn er bovenop de 15 ministers, niet minder dan 7 staatssecretarissen. Staatssecretariaten werden en worden vaak ge-bruikt om het politieke gewicht van partijen in de regering te vertalen in een evenwichtige verdeling van mandaten. Een echte inhoudelijke meerwaarde hebben ze zelden. Hun taken kunnen even goed worden uitgevoerd door een minister. Daarom wil Open Vld in de nieuwe regering geen staatssecretarissen meer: en hun taken worden verdeed onder de 15 ministers.

5) 30% minder kabinetsledenBehalve de vermindering van het aantal kabinetten (door de afschaffing van de staatssecretarissen), moeten ook de andere kabinetten slanker worden. Kabinetten moeten vooral een verzameling zijn van deskundigen, die zorgen voor een inhoudelijke ondersteuning van de minister. Een persoonlijke hofhou-ding voor de minister hoeft niet langer. Daarom kunnen de kabinetten worden afgeslankt, met minstens een derde. Op die manier willen we ook komen tot een betere en directere samenwerking tussen de minister en de administraties die onder zijn bevoegdheid vallen.

Page 14: Federaal verkiezingsprogramma

1�

KERNPUNTEN:

Begroting in evenwicht in 2015.

Geen belastingverhogingen op werken, sparen en investeren. Notionele intrestaftrek behouden.

Alle overheden zullen moeten bijdragen in het gezond maken van de begroting.

Overheid moet bezuinigen: minder ambtenaren en lagere groeinorm in de gezondheidszorgen.

Meer inkomsten door een hogere activiteitsgraad.

Door de economische en financiële crisis zakten de begrotingen van de overheden opnieuw diep in het rood. Na jaren van begrotingsevenwichten en dalende schulden, gaan we opnieuw de andere kant uit. Dat is gevaarlijk. Meer schulden betekent meer rente afbetalen en dus minder geld voor beleid. Daarom moeten we een strak begrotingsbeleid voeren.

Tegen 2015 moeten we opnieuw een begroting in evenwicht hebben. Sommigen willen kiezen voor de gemakkelijke weg van belastingverhogingen. Niet met ons. Open Vld wil niet weten van belastings-verhogingen op werken, sparen en investeren. Dit zijn belastingen die de economie afremmen, banen vernietigen en mensen ontmoedigen om te werken en voor hun oude dag te zorgen. Om dezelfde redenen moet de notionele intrestaftrek behouden blijven. Die maatregel heeft er voor gezorgd dat duizenden nieuwe jobs werden gecreëerd.

Ambitie 2020 : Begroting in overschot.Het tekort op de begroting moet omgebogen worden van een tekort van 4,8 % naar een overschot van 0,5% in 2020. In 2015 moet de begroting absoluut in evenwicht zijn. Vanaf dan moet een overschot opgebouwd worden om de kosten van de vergrijzing op te vangen.

Hoofdstuk II. Een nieuwe startvoor onze begroting.

Page 15: Federaal verkiezingsprogramma

1�

Wij kanten ons eveneens tegen een extra vermogensbelasting. Vandaag wordt vermogen al belast. Denk maar aan de roerende voorheffing op spaargelden of de onroerende voorheffing op de woning. Extra belastingen zullen leiden tot een kapitaalvlucht. Bovendien is het niet rechtvaardig: het kapitaal dat de meeste mensen hebben gespaard is al belast geweest (b.v. via personenbelasting of via erfenis-rechten).

Daarom zal er vooral zuiniger moeten omgesprongen worden met het belastinggeld. Open Vld stelt 5 grote wegen voor naar een langdurig en structureel gezonde begroting.

1) Iedereen mee in bad. Nieuwe financiële afspraken tussen de verschillende overheden

De sanering van de begroting is geen taak van de federale overheid alleen. Het IMF wijst er terecht op dat ons land zijn doelstellingen maar kan halen indien alle overheden hun steentje bijdragen. Ter illu-stratie: door de toepassing van de bijzondere Financieringswet stegen de overdrachten van de federale overheid naar de Gemeenschappen en Gewesten van 25,6 mia euro in 2000, naar 37,2 mia euro in 2009, terwijl de rijksmiddelen van de federale overheid daalden van 42,6 mia euro in 2000 naar 41,7 mia euro in 2009.

Een belangrijk onderdeel van de staatshervorming wordt daarom een nieuwe Financieringswet. Nieuwe financiële afspraken dus tussen de verschillende overheden. Daarbij wil Open Vld de Gewesten en Gemeenschappen meer bevoegdheden geven, maar gekoppeld aan een grotere financiële verantwoor-delijkheid. Het kan - bijvoorbeeld - niet dat de federale overheid nog de pensioenlasten betaalt van de regionale ambtenaren.

De regio’s gaan dus meer kunnen beslissen, maar ook zelf meer moeten betalen. Daardoor gaan ook de regionale regeringen extra inspanningen moeten doen om de globale overheidsfinanciën onder controle te krijgen.

2) De overheid moet op dieet Daarnaast zal de federale overheid moeten besparen op de eigen werking. Ze zal efficiënter moeten werken. Met minder ambtenaren. De komende jaren komt er een selectieve wervingsstop bij de overheid. Slechts 20% van de ambtenaren die op pensioen gaan wordt vervangen. Deze selectieve wervingsstop geldt wel niet voor veiligheidsdiensten, zoals politie en justitie. Het besparingsplan voor defensie voeren we onverkort uit. We komen tot een kleiner, maar efficiëntere strijdmacht, die haar internationale taken performant kan vervullen. Bovendien moet ook de politiek zelf soberder werken: de afschaffing van de Senaat en de provincieraden, geen staatssecretarissen meer of slankere kabinetten (minstens een derde minder kabinetsleden). Het groeiritme van de gezondheidszorgen (nu vastgelegd op 4,5% per jaar) kan niet worden aan-gehouden. Het moet beperkt worden tot 2,5%. Dat is ruim voldoende om de gezondheidszorgen voor iedereen kwaliteitsvol en betaalbaar te houden. Dat zegt ook de grote baas van de Christelijke Mutuali-teiten, Marc Justaert. Op deze manier kunnen we jaarlijks honderden miljoenen besparen. Dat ver-onderstelt dat de gezondheidszorgen efficiënter georganiseerd worden, zonder aan kwaliteit in te boeten. Er zal werk moeten gemaakt worden van een systematische preventie en het responsabiliseren van alle actoren. Ook zal nog meer de kaart moeten getrokken worden van informatisering (E-Health). Er zullen andere financieringsbronnen moeten worden aangesproken, bijvoorbeeld door het ontwikke-len van gezondheidsdiensten voor buitenlandse patiënten.

Page 16: Federaal verkiezingsprogramma

1�

3) De loonhandicap wegwerken Er is geen geld voor grote belastingverlagingen. Open Vld zal geen onbetaalbare verkiezingsbeloftes doen. Er zullen vooral zeer doelgerichte lastenverlagingen moeten komen. Om werken beter te belonen. Zodat mensen met een laag inkomen steeds meer hebben dan een uitkering. Open Vld wil dat dit verschil tegen het einde van de volgende legislatuur minstens 250 euro netto is. Of om oudere werknemers meer kansen te geven, zodat meer oudere werknemers langer aan het werk kunnen blijven en zo helpen onze pensioenen betaalbaar te houden. Om deze lastenverlagingen op arbeid te kunnen betalen, zullen belastingen op milieuvervuilende producten of activiteiten moeten verhogen. Zo helpen we ook de klimaatdoelstellingen te halen.

De loonkostenhandicap met onze buurlanden (3,6%) moeten we wegwerken, zodat onze bedrijven ook competitiever worden en we terug investeringen aantrekken. Daarom zal er de komende jaren geen of zeer weinig ruimte zijn voor loonsverhogingen bovenop de index (aan de automatische koppeling aan de index raken we echter niet). Als we met z’n allen onze lonen matigen, zorgen we ervoor dat onze bedrijven competitiever worden en opnieuw extra mensen aanwerven. Open Vld wil niet weten van belastingverhogingen op werken, sparen of investeren. De belas-tingdruk in ons land is al hoog genoeg. Extra belastingen zouden leiden tot jobvernietiging en dus nog minder welvaart. Open Vld wil dus niet weten van een vermogensbelasting.

4) Meer jobs, een betere activering en mensen langer aan de slag = extra inkomsten Met de doelgerichte lastenverlagingen wil Open Vld zorgen voor extra jobs. Gekoppeld aan een betere activering van werkzoekenden en een pensioenhervorming die ervoor zorgt dat oudere werknemers langer aan de slag blijven, zorgen we voor een hogere activiteitsgraad. Meer mensen zullen aan de slag gaan en blijven, wat minder uitgaven en meer inkomsten betekent voor de overheid. Een voorbeeld: volgens de cijfers van het Planbureau levert elke werkzoekende die terug aan het werk gaat, jaarlijks 27.000 euro extra inkomsten op voor de overheid. Hier ligt trouwens dé sleutel voor een langdurig en structureel gezond begrotingsbeleid: een sterke economie die zorgt voor jobs. Een moderne arbeids-markt en een beter activeringsbeleid die meer mensen kansen geven om aan de slag te gaan.

5) Fraude aanpakken Fraude is diefstal. Als iedereen zijn belastingen correct betaalt kunnen we de belastingen meteen gevoe-lig verlagen. Als niemand onterecht een uitkering krijgt, kunnen we de uitkeringen voor zij die het echt nodig hebben, meteen verhogen. Daarom moet fiscale en sociale fraude beter worden opgespoord en aangepakt.

De opbrengsten van deze aanpak moeten integraal terugvloeien naar de belastingbetaler. Voor Open Vld is de aanpak van fraude dus geen “sluitpost” in de begroting. Elke euro die we halen uit een betere aanpak van fraude moet gebruikt worden om de globale belastingdruk te verlagen.

Page 17: Federaal verkiezingsprogramma

1�

1. Fiscale fraudeOpen Vld heeft hard meegewerkt aan de fraudecommissie in het parlement. De aanbevelingen van deze commissie moeten ernstig worden genomen. De omzetting van de aanbevelingen zal er toe leiden dat fraudeurs sneller zullen worden opgespoord en dat er ook veel sneller een uitspraak zal komen in hun zaak.

Een zeer belangrijke aanbeveling is de instelling van de “una via”-regel. Dit betekent dat overtre-dingen van de fiscale wetgeving ofwel administratief, ofwel gerechtelijk worden beteugeld. Het is de bedoeling dat kleinschalige fiscale fraude langs administratieve weg zou worden aangepakt, terwijl voor elk dossier van grootschalige fiscale fraude overleg zou plaatsvinden tussen de fiscus, de politie en het gerecht over de wijze waarop het dossier moet worden behandeld. Tussen de administratie en de ge-specialiseerde afdeling van het parket zou een filter worden geplaatst, namelijk de Federale Dienst voor Fiscale Fraudebestrijding, die ermee belast zou worden het fiscaal vervolgingsbeleid uit te werken en de fiscale fraudezaken te kanaliseren. Deze drie diensten zouden onder het toezicht worden geplaatst van het nog op te richten Comité Fraude.

Daarnaast moeten een aantal ambtenaren van de FOD Financiën, onder toezicht van het federaal par-ket, gemachtigd worden om daden te stellen in de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Zo krijgen ze meer gerechtelijke armslag in de bestrijding van fraude. De belastingadministratie moet de bevoegdheid krijgen om huiszoekingen te verrichten en inbeslagnames te doen onder toezicht van een rechter en er zou ook voorzien worden in een voldoende aantal belastingassistenten met de hoeda-nigheid van officier van gerechtelijke politie, die rechtstreeks als deskundigen zouden kunnen worden toegevoegd aan het parket of een onderzoeksrechter.

Uit de hoorzittingen van de fraudecommissie is ook gebleken dat het aangewezen is dat het hele dossier van alle belastingschulden van een particulier of een onderneming aan één invorderingsdienst zou worden toegewezen. De invorderingsdiensten moeten de nodige middelen krijgen om op een meer ef-ficiënte manier elke vorm van fictieve insolventie te bestrijden.

Op internationaal vlak beschikt ons land over een wijd vertakt netwerk van dubbelbelastingverdragen. Er zijn ook bepalingen voorzien die uitwisseling van inlichtingen en administratieve bijstand regelen. België heeft ook verschillende multilaterale verdragen gesloten inzake administratieve en strafrech-telijke samenwerking. Opvallend is wel dat de belangrijkste internationale rechtsnormen in het kader van de fiscale samenwerking raamreglementen zijn die het de verdragsstaten mogelijk maken om in onderling overleg verder samenwerkingsakkoorden te sluiten en de raamakkoorden te concretiseren. België heeft tot op heden weinig van deze mogelijkheden gebruik gemaakt. Er wordt dan ook onder meer aanbevolen om het artikel over de uitwisseling van inlichtingen in de verdragen ter voorkoming van dubbele belasting aan te passen aan het OESO-model en in die zin, zo nodig binnen een periode van vijf jaar, opnieuw over de bestaande verdragen te onderhandelen, alsook administratieve samenwer-kingsakkoorden te sluiten met de landen waarmee ons land een dubbelbelastingverdrag heeft geslo-ten.

Daarnaast zouden de wetten en de fiscale regels die het bankgeheim in ons land regelen worden aange-past om het bestuur de mogelijkheid te geven de banken te ondervragen, evenwel onder de uitdrukke-lijke voorwaarde dat er aanwijzingen moeten zijn dat inkomsten niet werden aangegeven.

Op het vlak van de organisatie van de administratie willen we overgaan tot de veralgemening van het “early warning”-systeem, dat reeds bestaat voor BTW-carrousels en dat er moet voor zorgen dat nieuwe fraudeverschijnselen sneller in kaart worden gebracht en een gepaste bestrijdingsstrategie wordt ontwikkeld.

We verlagen ook geleidelijk de huidige limiet om verplicht elektronisch te betalen. Op Europees niveau kan tenslotte worden geijverd om de biljetten van 500 euro uit omloop te nemen.

Page 18: Federaal verkiezingsprogramma

1�

2. Sociale fraudeOpen Vld wil een kordate aanpak van de sociale fraude. Dat willen we doen door sociale fraude te voor-komen, aan te pakken via meer en efficiëntere controles en een passende sanctionering.

Een betere communicatie moet onbedoelde sociale fraude voorkomen en bewuste sociale fraude ontmoedigen. We willen hierbij samenwerken met de sectoren door middel van samenwerkingsover-eenkomsten. Een versterking van de verschillende inspectiediensten, die moeten kunnen beschikken over moderne informatica-apparatuur en onderling nog intensiever moeten samenwerken, moet sociale fraude beter detecteren. De administratieve afhandeling moet vereenvoudigd worden, onder meer door een verfijning van Dimona, het beter op elkaar afstemmen van de verschillende databanken waarover de overheid beschikt, de uniformisering en elektronisering van de processen-verbaal.

De strijd tegen de sociale fraude geldt voor zowel werknemers, zelfstandigen als werklozen of andere steuntrekkers. Concreet willen we onder meer de strijd aanbinden tegen nepbedrijven, valse C4’s, loon-briefjes of SIS-kaarten.

Sociale fraude is vaak een uitvloeisel van een dieper liggend probleem, meer bepaald de hoge loonkos-ten. Door het witten van zwartwerk, bijvoorbeeld via het uitbreiden van het takenpakket van de dien-stencheques tot kinderopvang of klein tuinonderhoud, pakken we het probleem bij de wortels aan.

Page 19: Federaal verkiezingsprogramma

1�

KERNPUNTEN:

Arbeid goedkoper maken met gerichte lastenverlagingen en loonmatiging.

Werkloosheidsuitkering hervormen; hoger in het begin, maar beperkt in de tijd.

Wachtuitkering (geleidelijk) afschaffen en kiezen voor activering.

38-urenweek op jaarbasis berekenen zodat de combinatie van werk en gezin eenvoudiger wordt.

Studentenarbeid versoepelen.

Optrekken belastingvrije som naar 7.000 euro voor lage lonen.

De tewerkstellingsgraad in ons land ligt zeer laag. Van alle Belgen op actieve leeftijd (15-64 jaar) is amper 61,3% effectief aan het werk. Daarmee staat België op plaats 19 van de 27 EU-landen. Van de oude EU-15 lidstaten doen enkel Italië en Griekenland het nog slechter. Het Europees gemiddelde be-draagt 65,5%. In Nederland bedraagt de tewerkstellingsgraad 77,2%. In het Verenigd Koninkrijk 71,5% en in Duitsland 70,7%. België besteedt ongeveer 2,4% BBP aan werkloosheidsuitkeringen. Het Europees gemiddelde ligt op 1,4%.

Ambitie 2020 : meer jobs creëren. werken moet lonen. minder armoedeDe tewerkstellingsgraad in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar moet in ons land stijgen van 66% naar 73% in 2020. Dit betekent de creatie van 200.000 ex-tra jobs tegen 2020, bovenop de spontane toename van jobs in de komende tien jaar. De belastingdruk op arbeid moet dalen van 42% naar 40% in 2020. Wie werkt moet minstens 250 euro meer verdienen dan wie niet werkt.

Hoofdstuk III. Een nieuwe startvoor onze arbeidsmarkt.

Page 20: Federaal verkiezingsprogramma

20

Onze lage tewerkstellingsgraad is vooral te wijten aan een duidelijke ondervertegenwoordiging van 55-plussers (35,3% tegen 45,1% in de Eurozone) en jongeren (27%). Ook allochtonen kampen met een lage tewerkstellingsgraad op onze arbeidsmarkt (38,6% tegen 55,9% in Eurozone). De komende legislatuur moet er eindelijk werk gemaakt worden van die langverwachte modernisering van de arbeidsmarkt. Mensen zullen niet alleen meer, maar ook langer aan boord moeten gehouden worden. Dat is de inzet.

Een goed werkende arbeidsmarkt, die jobs creëert en niet vernietigt, is niet alleen goed voor de begro-ting. Het is ook het beste wapen in de strijd tegen de armoede. Mensen zonder werk lopen immers een grotere kans op armoede (30%) in vergelijking met werkende mensen (5%). Meer nog, dit percen-tage “werkende armen” ligt van alle EU-landen het laagst in België. Werken garandeert in ons land dus een hoge vorm van sociale bescherming. De armoedegraad is in ons land de laatste jaren nog gestegen, ondanks het feit dat de sociale uitgaven sedert 2007 met 2 miljard euro toenamen (via invoering van o.m. de welvaartsenveloppe). Vandaag leeft 15% van de Belgen onder de armoedegrens. In Nederland is dat 10%. De oorzaak? Teveel mensen op actieve leeftijd leven van een sociale uitkering.

Bovenop onze lage tewerkstellingsgraad en het hoge armoedecijfer komt ook nog eens de economische crisis. In 2009 daalde de werkgelegenheid met 0,4% of iets meer dan 16.000 mensen. Dat is minder dan verwacht. Dit is voor een stuk te danken aan de anti-crisismaatregelen van de federale regering. Vooral de invoering van de economische werkloosheid voor bedienden heeft ervoor gezorgd dat het aantal ontslagen lager uitviel dan verwacht. Deze defensieve maatregelen hebben dus duidelijk hun vruchten afgeworpen en de schade enigszins beperkt.

Maar de crisis op de arbeidsmarkt is allesbehalve voorbij. Zo voorspelt het Planbureau dat de werkloosheid tegen het einde van dit jaar zal stijgen van 12,5% naar 13,3%, en naar 13,9% in 2011. In absolute aantallen betekent dit dat de werkloosheid dit jaar zal toenemen met 43.000 eenheden en in 2011 nog eens met 34.000 eenheden. Uiteindelijk zal de werkloosheid pieken in 2012, en op dat mo-ment 128.000 eenheden hoger liggen dan in 2008, het jaar waarin de crisis uitbrak.

De volgende regering moet dan ook alles op alles zetten om deze voorspellingen ongedaan te maken, om zoveel mogelijk jobs te redden en tegelijkertijd jobs bij te creëren via het scheppen van een wervend ondernemersklimaat en een goed draaiende arbeidsmarkt. Na de defensieve anti-crisismaatregelen is er nu nood aan een offensieve strategie voor meer jobs.

1. Arbeid goedkoper makenArbeid wordt te zwaar belast. Daardoor verhuizen heel wat bedrijven naar het buitenland en gaan er hier jobs verloren. De hoge productiviteit van onze mensen weegt niet meer op tegen de hoge arbeids-kost.

Open Vld pleit voor een verschuiving van de belastingen op arbeid naar belastingen op ver-vuiling en belastingen op verbruik. We willen in de toekomst arbeid minder belasten. In de plaats daarvan moeten we naar een groenere fiscaliteit. De ecofiscaliteit die nu al bestaat op auto’s, zullen we verder moeten doortrekken naar, bijvoorbeeld, gebouwen en installaties. Zo vermijden we dat de globale belastingdruk stijgt én zorgen we ervoor dat we de klimaatdoelstellingen halen en zuiniger met energie omspringen.

Door deze verschuiving komen er middelen vrij om doelgerichte lastenverlagingen door te voeren. Oudere werknemers, bijvoorbeeld, moeten goedkoper worden. Niet door hen minder te laten ver-dienen, maar wel door de arbeidskost voor de werkgever te verlagen. Zo creëren we meer kansen voor oudere werknemers om aan het werk te blijven en voorkomen we dat teveel mensen te vroeg stoppen met werken. Om dit te realiseren heroriënteren we de middelen die vandaag voorzien worden voor de vereenvoudiging van de banenplannen.

Page 21: Federaal verkiezingsprogramma

21

Een andere groep mensen waarvoor we de belastingen moeten verlagen zijn de mensen met een laag loon. Wie werkt moet steeds meer verdienen dan wie van een uitkering leeft. Daarom trekken we de belastingvrije som op.

Tenslotte werken we de loonkostenhandicap weg door de komende jaren de lonen in de private en publieke sector te matigen.

2. Een betere activering van werkzoekendenDe roep voor meer activering lijkt in crisistijd soms wat paradoxaal. Niets is minder waar; in crisistijd is activering minstens zo belangrijk. Het is van belang om in tijden van toenemende werkloosheid nie-mand los te laten. Elke werkloze vandaag is een potentiële arbeidskracht minder in de toekomst. Open Vld wil niemand aan zijn lot overlaten en dus dit activeringsbeleid uitbreiden en versterken.

1) Betere ‘matching’ tussen vraag en aanbodOndanks de crisistijd telt Vlaanderen nog steeds duizenden openstaande vacatures (momenteel 80.000 jobaanbiedingen op VDAB-site). 20% van deze vacatures raakt niet ingevuld. Knelpuntberoepen zijn van alle tijden, ook in crisistijd. De begeleidingsaanpak van de VDAB, Forem en Actiris is nog te vrijblijvend. Werkzoekenden moeten toegeleid worden naar openstaande jobs en dit zo snel mogelijk. Het jon-gerenbanenplan in Vlaanderen en de politiek van tewerkstellingscellen na herstructureringen voorzien in een dergelijke vraaggerichte aanpak. Deze aanpak moet de regel in plaats van de uitzondering worden.

2) Inkorting opvolgingstermijnen van werkzoekenden Naast goede begeleiding is controle van werkzoekenden eveneens noodzakelijk. Deze controle ligt vast in een samenwerkingsakkoord van 2004 en gebeurt door de RVA. De opvolgingstermijnen zijn evenwel té lang. 25-plussers worden pas na 21 maanden opgeroepen. Mensen jonger dan 25 jaar na 15 maanden. Schorsing van de uitkering kan pas na een tweede gesprek. Kortom, vele werkzoekenden wor-den pas op hun zoekgedrag gecontroleerd na bijna twee jaar van werkloosheid. Na twee jaar zit men de facto in de langdurige werkloosheid waardoor de kansen op werk drastisch dalen.

3) Iedereen activerenHet activeringsbeleid van begeleiding en controle moet niet alleen versterkt worden, maar ook uitge-breid worden naar 50-plussers, onvrijwillig deeltijds werklozen, bruggepensioneerden en leefloners.

50-plussers: 35% van de 50-plussers is nog aan het werk vis-à-vis 45% gemiddeld in de Eurozone. Het aantal 50-plussers stijgt evenwel met de dag. Het uitkeringsbudget van de RVA gaat voor meer dan de helft naar deze groep (passief arbeidsmarktbeleid), terwijl zeer weinig ouderen in een bege-leidingstraject naar werk zitten (actief arbeidsmarktbeleid). Ouderen moeten dus in het activerings-beleid opgenomen worden. Daartoe is het ook van belang dat beschikbaarheidsleeftijd voor de arbeidsmarkt opgetrokken wordt tot 65 jaar. Momenteel moeten mensen maar tot 58 jaar beschik-baar blijven voor de arbeidsmarkt, terwijl de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar bedraagt.

leefloners: OCMW’s zijn vandaag verplicht om -25-jarigen die leven van een leefloon te begeleiden naar een job. Voor de +25-jarigen geldt deze activeringsplicht niet. Open Vld wil de uitbreiding naar deze groep.

bruggepensioneerden: de bruggepensioneerden mogen dankzij het Generatiepact opnieuw aan de slag. Open Vld wil dat alle huidige bruggepensioneerden (118.000) beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt (momenteel enkel collectief bruggepensioneerden na een herstructurering). Vervolgens trachten we bruggepensioneerden eveneens te activeren. In de toekomst moet het systeem van brugpensioen verdwijnen.

Page 22: Federaal verkiezingsprogramma

22

onvrijwillig deeltijds werklozen (40.000): zijn werklozen die voltijds willen werken, maar in afwachting van deze voltijdse loopbaan een inkomensgarantie uitkering krijgen, waardoor hun deeltijds loon plus de uitkering boven een werkloosheidsuitkering ligt. Dergelijke onvrijwillig deel-tijds werklozen dienen begeleid en opgevolgd te worden naar een voltijdse job.

4) Werkloosheidsuitkering: hogere uitkeringen in het begin, maar beperkt in de tijdDe werkloosheidsuitkering heeft heel wat activerend potentieel, dat in ons land onbenut gelaten wordt. Zo kan de werkloosheidsuitkering degressief gemaakt worden: een verhoging van de uitkeringen in de eerste periode van de werkloosheid om de financiële schok op te vangen (verzekeringsmechanis-me), vervolgens nemen de uitkeringen stelselmatig af. Na maximaal twee jaar stopt de werkloosheids-uitkering. De werkloosheid wordt dus beperkt in de tijd.

Een voorwaarde hiervoor is wel dat elke werkzoekende zeer goed begeleid wordt. Niemand mag aan zijn/haar lot overgelaten worden. In Vlaanderen is aan deze voorwaarde grotendeels voldaan (met een bereik van 95% van de werkzoekenden). In Nederland is de duurtijd van de uitkering beperkt tot max. 38 maanden (3 jaar). In Duitsland is de uitkering beperkt tot max. 18 maanden. Dergelijke landen met een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd kennen een hogere tewerkstellingsgraad en minder armoede.

5) De “wachtuitkering” voor jongeren (geleidelijk) afschaffen en kiezen voor activeringWat de jongere (schoolverlatende) werkzoekende onderscheidt van alle andere werkzoekenden is het bestaan van de wachtuitkering. Schoolverlaters ingeschreven als werkzoekende ontvangen na een be-paalde tijd (tussen 6 en 12 maanden) een “wachtuitkering” bij werkloosheid (tussen de 273 en 962 euro per maand afhankelijk van leeftijd en gezinssituatie). De uitkering wordt in alle gevallen toegekend, of men nu werkwillig is of niet. De wachtuitkering zet letterlijk aan tot “wachten”, genereert werkloos-heidsvallen en houdt (laaggeschoolde) schoolverlaters niet uit de langdurige werkloosheid.

Deze Belgische wachtuitkering is uniek in de OESO-landen en moet herbekeken worden. De wacht-uitkering moet geleidelijk worden afgeschaft en vervangen door een systeem dat veel meer inzet op begeleiding en activering van jongeren. Jongeren zonder werk moeten nog sneller en nog strikter begeleid worden naar een job.

3. Een mobiele, flexibele en vrijere arbeidsmarkt De Belgische arbeidsmarkt kent heel wat gebreken. Arbeid is duur, knelpuntberoepen blijven openstaan, kansengroepen zijn ondervertegenwoordigd,… Een groot deel van deze imperfecte marktwerking is het gevolg van een gebrek aan mobiliteit, flexibiliteit en vrijheid. Om de tewerkstellingsgraad te doen stijgen moeten we deze gebreken de wereld uithelpen.

1) Meer mobiliteitVandaag de dag wordt onze arbeidsmarkt (veel meer dan in het buitenland) geconfronteerd met schot-ten. Deze schotten leiden tot een beperkte arbeidsmobiliteit, wat op zijn beurt leidt tot een lagere werkzaamheidsgraad.

Het betreft tussen statuten, tussen jobs en tussen regio’s. Daarom moet er eindelijk werk worden ge-maakt van het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden. Ook moet levenslang leren sterker worden aangemoedigd en wil Open Vld de invoering van een individuele loopbaanrekening, waar-door opgebouwde rechten meeneembaar zijn van job tot job. Om de schotten tussen regio’s weg te werken is er nood aan een nog betere samenwerking tussen de regionale arbeidsbemiddelings-diensten.

Page 23: Federaal verkiezingsprogramma

2�

2) Meer flexibiliteit en vrijheidEén van de belangrijkste kenmerken van een goedwerkende arbeidsmarkt is de mate van flexibiliteit en vrijheid waarmee men kan inspelen op schokken op de arbeidsmarkt. We moeten de stap zetten van jobzekerheid naar werkzekerheid.

1. Individuele loopbaanrekeningOm de transfer van job tot job te vergemakkelijken en de combinatie tussen arbeid en gezin te verbete-ren installeren we een sociaal rugzakje waarin mensen rechten opbouwen en benutten in functie van de verschillende noden doorheen hun carrière.

Bovendien kunnen ook de bestaande themaverloven of regelingen voor tijdskrediet in dit rugzakje worden opgenomen. Op die manier krijgt iedere werknemer een individuele loopbaanrekening, die hem of haar in staat stelt om manager te worden van de eigen loopbaan. Periodes van hard werken kun-nen afgewisseld worden met periodes van minder hard werken (om bijvoorbeeld zorgtaken te vervullen voor jonge kinderen of zieke familieleden).

Ook ontslagvergoedingen kunnen meegenomen worden in de individuele loopbaanrekening. Op die manier vermijden we dat men zijn opzeggingsvergoedingen verliest bij het veranderen van job (wat een grote belemmering betekent voor veel mensen om van job te veranderen). Voor bedrijven wordt het ook goedkoper om iemand te ontslaan (want de vergoeding wordt verdeeld over meerdere werkgevers), waardoor ze ook sneller mensen zullen aanwerven. Dit systeem bestaat vandaag al in Oostenrijk.

2. Interimarbeid als volwaardige partner in het arbeidsmarktbeleidDe praktijk toont aan dat interimarbeid een belangrijk instroomkanaal is voor kansengroepen op de arbeidsmarkt. Deze sector verdient dan ook een volwaardige plaats binnen ons arbeidsmarktbeleid. Om meer mensen een kans te geven via interimarbeid pleit Open Vld er voor om interimarbeid bij de overheid mogelijk te maken.

Daarnaast wil Open Vld het zogenaamde vierde motief voor interimarbeid invoeren, waardoor inte-rimarbeid een volwaardige opstap kan zijn naar een contract voor onbepaalde duur.

3. On-the-job training meer ondersteunenOn-the-job training blijkt een belangrijk middel om openstaande vacatures in te vullen. Dit wordt nu al ondersteund door de zogenaamde Individuele Beroepsopleiding (IBO). Men zou kunnen verder gaan door bedrijven die on-the-job training aanbieden nog meer te ondersteunen (bijv. door een verlaging van patronale bijdragen).

4. Soepelere invulling van de 38-urenweekDe soepelere invulling van de 38-urenweek (of annualisering) betekent dat het tot een jaar kan duren alvorens overuren die op één moment zijn gepresteerd, worden gecompenseerd met recuperatie op een ander moment. Momenteel moet dat in de meeste gevallen binnen drie maanden gebeuren. De annuali-sering maakt de recuperatie dus flexibeler, voor zowel werkgever als werknemer.

Dit systeem laat bijvoorbeeld toe dat ouders van schoolgaande kinderen langer werken tijdens de schoolperiode, maar in ruil thuis zijn in de schoolvakanties.

5. Studentenarbeid bevrijdenStudentenarbeid is momenteel beperkt tot twee keer 23 dagen. Het eerste contingent van 23 dagen is beperkt tot de zomermaanden tegen een laag sociaal tarief van 7,5% (5% werkgeversbijdrage en 2.5% werknemersbijdrage). Op het andere contingent bedragen de sociale bijdragen 12,5% (8% en 4.5%). Als een student meer dan 46 dagen werkt worden op alle gewerkte dagen de normale sociale bijdragen als straf toegepast. Open Vld pleit voor een vereenvoudiging van studentenarbeid in de vorm van 400 uren in te vullen over het ganse jaar tegen één laag sociaal tarief. Werkt men meer dan 400 uren dan worden enkel op de bijkomende uren de normale sociale bijdragen toegepast.

Page 24: Federaal verkiezingsprogramma

2�

6. Gepensioneerden onbeperkt laten bijverdienenGepensioneerden die willen werken, moeten daartoe de vrijheid krijgen. Vandaag worden ze gestraft door het verminderen van hun pensioen. Als men minder dan 15% te veel werkt wordt het pensioen afgehouden a rato van het te veel bijverdiende bedrag. Verdient men meer dan 15% te veel dan wordt het volledige pensioen afgehouden. Momenteel klussen er een 35.000 65-plussers bij. Ongeveer 2.500 van deze bijverdienende gepensioneerden werden geschorst. Open Vld wil die bestraffing van werk naar de geschiedenisboeken verwijzen.

7. Economische migratie Economische migratie zal (eens de crisis voorbij is) een belangrijke rol spelen voor het opvangen van de krapte op de arbeidsmarkt eens de vergrijzing op kruissnelheid is. Er dienen dus voorwaarden te worden bepaald opdat een economische immigratie, met tijdelijke en daarna definitieve arbeidsvergunningen, kan bijdragen tot het invullen van vacatures in knelpuntberoepen.

�. Werken doen lonen. Naar 2�0 euro verschil voor wie werkt.De voorbije tien jaar zijn de sociale en fiscale lasten op de lage lonen sterk gedaald. Zo werden de sociale bijdragen beperkt via de zogenaamde werkbonus, waardoor de persoonlijke bijdragen op een minimum-loon momenteel amper 20 euro bedragen. De fiscale lasten daalden o.m. door het optrekken van het belastingvrij minimum. Deze daling van de loonlasten varieert tussen de 6% voor een alleenstaande met een minimumloon tot meer dan 12,5% voor een gezin dat leeft van één laag inkomen. Ook werden de kosten voor kinderopvang fiscaal aantrekkelijker gemaakt.

Ondanks deze maatregelen kampt ons land nog steeds met werkloosheidsvallen en is het voor be-paalde inkomenscategorieën nog steeds niet financieel interessant om de uitkering te “ruilen” voor een inkomen uit arbeid. Deze financiële werkloosheidsvallen doen zich voornamelijk voor bij minimum-lonen, bij eenoudergezinnen en bij mensen die deeltijds werken. Zo ligt een minimumloon voor een alleenstaande amper 10% (of nog geen 150 euro) boven de respectievelijke werkloosheidsuitkering. Bij deeltijdse arbeid tegen het minimumloon kan dit verschil dalen tot slechts 8%.

Deze werkloosheidsvallen moeten nog sterker bestreden worden. Daarom wil Open Vld de belasting-vrije som in de personenbelasting voor de lage inkomens optrekken tot minstens 7.000 euro. Op die manier zal iemand die werkt en een laag inkomen heeft, meer overhouden en zal het verschil met een uitkering groter worden. Open Vld wil immers een samenleving die inzet beloont. Die men-sen die werken een duw in de rug geeft. Tegen het einde van de volgende legislatuur moet iedereen die werkt minstens 100 euro extra netto meer in de maand hebben dan wie – in een gelijkaardige situ-atie – niet werkt maar leeft van een uitkering. Met de maatregelen uit het verleden wordt het verschil zo opgetrokken tot minstens 250 euro.

Een belangrijke sector die kansarmen een job geeft, is de sector van de dienstencheques. Open Vld wil het systeem veilig stellen voor de toekomst. Van een afschaffing kan daarom geen sprake zijn. Ook moet de kost voor de gebruiker op peil worden gehouden. Open Vld blijft voorstander om het systeem uit te breiden naar ander klussen dan poets- of strijkhulp. Ook kinderopvang of klussen in de tuin of andere onderhoudswerken aan het huis moeten op termijn (als de begroting het toelaat) via diensten-cheques betaald kunnen worden.

Page 25: Federaal verkiezingsprogramma

2�

KERNPUNTEN:

Afschaffen overbodige economische regelgeving (waaronder sperperioden en openingsuren)

Innovatie bevorderen via lastenverlagingen in plaats van subsidies

Een blauwdruk voor KMO, Middenstand en Horeca

Aanmoedigen van de contractuele landbouw

Grotere transparantie op financiële markten

De basis van alle welvaart is een sterke en slagvaardige economie gebaseerd op eerlijke en vrije concur-rentie. Het is de economie die alle middelen creëert voor zowel burger als overheid. Onze economie verliest evenwel aan daadkracht in een steeds meer geglobaliseerde wereldeconomie. Zoals gezegd zijn de uitdagingen enorm: we moeten de kosten van de vergrijzing opvangen, de begroting onder controle houden, de pensioenen garanderen én we willen de globale belastingdruk niet laten stijgen. Daarom zullen we moeten schrappen in de overheidsuitgaven en zoveel mogelijk mensen aan het werk krijgen. Om dit allemaal waar te maken zullen we ook moeten investeren in onze economie, zodat die veel banen en genoeg economische groei kan genereren.

Ambitie 2020 : competitieve economie.Het percentage van de actieve bevolking dat actief betrokken is bij het opstarten van een onderneming in ons land moet stijgen van 2,85 % naar 5,2% in 2020. Het aandeel van de export naar de groeilanden moet stijgen van 6% naar 10% in 2020. Het aandeel van de innovatie-uitgaven moet stijgen van 1,9% van het BBP naar 3% in 2020

Hoofdstuk IV. Een nieuwe startvoor onze economie.

Page 26: Federaal verkiezingsprogramma

2�

1. Een vernieuwende en duurzame economieDaarvoor is een modern economisch beleid nodig voor alle sectoren. Voorop staat de ontwikkeling van nieuwe markten en nieuwe technologieën. Er is ook veel economisch potentieel aanwezig in de zogenaamde “’zachte” sectoren zoals zorg. Door de introductie van meer marktwerking moet dit potentieel worden aangeboord. Ten slotte bestaat er ook veel creatief ondernemerschap in wat men “social-profit activiteiten” kan noemen. Voorbeelden: Wikipedia, open source software, private maar niet-commerciële ondernemingen in de ouderenopvang. Al deze vormen van ondernemerschap, over alle sectoren heen, verdienen een creatieve impuls.

2. Minder hindernissen voor ondernemenOm dit te realiseren moet de overheid in eerste instantie de resterende hinderpalen voor zelfstandig ondernemerschap wegwerken. Het beleid moet zich daarbij niet enkel focussen op meer starters. Ons land heeft nood aan meer zogenaamde “gazellen”: eigen ondernemingen die doorgroeien tot middel-grote en grote bedrijven die zich richten op (verre) internationale markten. Open Vld pleit dan ook voor de afschaffing van zoveel mogelijk overbodige economische regelgeving: wetgeving met betrek-king tot handelsvestigingen, handelspraktijken zoals solden, sperperioden en verkopen met verlies, wetgeving op de openingsuren. Het vergunningenbeleid moet worden vereenvoudigd, omdat op deze manier nieuwe markten en nieuwe economische activiteiten zich sneller kunnen ontwikkelen. De regelgeving die wel nut heeft – mededingingsbeleid bijvoorbeeld, of het toekennen van octrooien – moet drastisch worden vereenvoudigd en gemoderniseerd.

Ondernemen moet opnieuw lonend worden door een verlaging van de kosten en een vermindering van de administratieve lasten.

Subsidies aan ondernemingen worden verminderd of zelfs helemaal afgeschaft. Hierdoor komt ruimte vrij voor lastenverlagingen en productieve (overheids)investeringen in infrastructuur. Innovatie tenslotte moet worden bevorderd via een betere benutting van de fiscale stimulansen (in plaats van subsidies).

�. Een beter sociaal statuut voor zelfstandigenOnder impuls van Open Vld werden de voorbije jaren heel wat inspanningen geleverd om het sociaal statuut van de zelfstandige gevoelig te verbeteren. Een goed sociaal statuut moet mensen aanmoedigen om de stap te durven zetten naar het zelfstandig ondernemerschap.

Er zijn nog enkele niet te rechtvaardigen verschillen tussen het stelsel van de zelfstandigen en dat van de werknemers. Die willen we wegwerken. Concreet denken we aan het volledig gelijkschakelen van het minimumpensioen en de kinderbijslag.

Daarnaast wil Open Vld ook werk maken van een stopzettingsverzekering voor zelfstandigen. Zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit stopzetten kunnen gedurende een welbepaalde periode een uitkering genieten. Dit laat hem toe zich professioneel te heroriënteren zonder dat ze moeten terugval-len op het OCMW.

Page 27: Federaal verkiezingsprogramma

2�

�. Blauwdruk voor KMO, middenstand en horecaKMO’s, middenstand en horeca zijn de economische ruggengraat van ons land. Meer dan 800.000 men-sen zorgen niet alleen voor hun eigen job, maar creëren voor vele duizenden andere mensen een job. Om het belang van de sector te onderstrepen, heeft Rik Daems de ‘Expeditie Middenstand’ georganiseerd, een marathon langs Vlaamse KMO’s, middenstanders, zelfstandigen en horeca-zaken.

Elke dag brengt hij werkbezoeken aan KMO’s, middenstanders, zelfstandigen en horecazaken. Hij doet dit samen met lokale kandidaten en met de lijsttrekkers uit de verschillende provincies. Tijdens de werkbezoeken peilen ze naar hun zorgen, noden en verzuchtingen en praten met hen over welke oplos-singen hen meer ruimte kunnen geven.

De ‘Expeditie Middenstand’ moet uitmonden in een ‘Blauwdruk voor KMO, Middenstand en ho-reca.’ Deze wordt later voorgesteld en zal integraal deel uitmaken van dit programma.

�. Een toekomstgerichte land- en tuinbouwOpen Vld gelooft dat land- en tuinbouw een toekomst hebben in ons land. Een marktconform land- en tuinbouwbeleid in een open wereldmarkt is mogelijk. Op voorwaarde dat resoluut de kaart wordt getrokken van kwaliteitsproductie, innovatie en diversificatie. Vlaanderen moet een dynamisch land- en tuinbouwbeleid uitbouwen dat rekening houdt met het familiale karakter van onze land- en tuinbouw-bedrijven, evenals met de conjunctuurgevoeligheid van de sector en met het intensieve karakter van een aantal subsectoren, zoals de tuinbouw, en de varkens-, pluimvee- en kalversector, die zorgen voor een grote toegevoegde economische waarde.

Veranderingen in de land- en tuinbouwsector zijn noodzakelijk, maar even noodzakelijk is het voorzien van aanvaardbare overgangstermijnen en begeleidende maatregelen die het onze land- en tuinbouwers mogelijk moeten maken zich op een sociaal- en bedrijfseconomisch verantwoorde manier te conforme-ren aan nieuwe vereisten en uitdagingen.

Open Vld vraagt de aanpassing van het fiscaal stelsel voor land- en tuinbouwers. Concreet wordt gepleit voor de ‘carry back’ waardoor onvoorziene verliezen gecompenseerd kunnen worden met de winsten van de drie voorliggende jaren. Verdere vereenvoudiging en automatisering – zoals de invoering van een elektronische teller voor seizoenarbeiders – zijn noodzakelijk. Ook het vinden van arbeids-krachten blijft problematisch. Open Vld pleit ervoor de inzet van gelegenheidshelpers aan te moedi-gen, een nieuwe regeling voor studentenarbeid waarbij elke student jaarlijks 400 uren mag werken tegen een voordelig RSZ-tarief en een actieplan om werkzoekenden uit onze eigen arbeidsreserve knelpuntva-catures in de land- en tuinbouwsector te doen opvullen.

Landbouwers zijn sedert de liberalisering van het Europees landbouwbeleid sterk afhankelijk geworden van internationale prijsbewegingen en hebben een vorm van inkomenszekerheid verloren. Om een vrije marktwerking te combineren met een vorm van zekerheid wil Open Vld werk maken van de zoge-naamde “contractuele landbouw”. Daarbij worden contracten gesloten tussen een groep landbouwers en een grote afnemer of groep afnemers om gedurende een bepaalde periode een bepaald volume te leveren/af te nemen tegen een volgens een bepaalde formule berekende prijs. Deze formule wordt door de Europese Commissie gesuggereerd en werkt vandaag al in ons land voor bepaalde producten (b.v. diepvriesgroenten in West-Vlaanderen). Niet enkel voor zuivelsector, maar voor alle landbouwcatego-rieën is dit een goede piste.

Ondernemen in land- en tuinbouw is risicovol. Daarom pleiten we voor systemen die risico’s beheersen. Het bestaande Landbouwrampenfonds op federaal niveau moet worden overgedragen aan het gewestelijk Departement Landbouw en Visserij. Ook een gedeeltelijke regionalisering van het FAVV (Federale Voedselagentschap) is wenselijk zodat eenzijdig Vlaamse dossiers niet worden gelinkt als pas-munt om dossiers van andere regio’s te beslechten.

Page 28: Federaal verkiezingsprogramma

2�

6. Naar verantwoorde en eerlijke financiële markten.De financiële crisis heeft veel mensen zwaar getroffen. We moeten lessen trekken uit de crisis en maat-regelen durven nemen om te zorgen dan we zulke crisis in de toekomst vermijden. Mensen moeten opnieuw vertrouwen hebben in de financiële markten. Misbruiken en ongebreidelde speculatie moeten aangepakt worden. Banken en financiële instellingen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de economie ondersteunen. Dus geen “business as usual” meer.

Open Vld wil daarom het zogenaamde “Twin peaks model” correct uitvoeren tegen januari 2011. De Nationale Bank zal bevoegd worden voor het prudentieel toezicht. De CBFA moet meer bevoegheden krijgen inzake consumentenbescherming.

Daarnaast moeten de banken zich meer toeleggen op hun core business: het verlenen van kredieten en het ophalen van depositos en spaargelden. In dit kader zijn strengere regels nodig voor het minimumka-pitaal en –liquiditeit van banken. Er moet ook een beter risicobeheer komen.

De transparantie op de financiële markten moet verhoogd worden. Een juiste en duidelijke infor-matie over de financiële producten is cruciaal. De belegger moet een correcte inschatting kunnen maken van de risico’s. Om de consument te beschermen moet de CBFA meer armslag krijgen en beter samen-werken met de FOD Economie.

Veel initiatieven moeten op het Europees of internationaal niveau worden genomen. Ons land moet van zijn Europees voorzitterschap gebruik maken om hierin voortrekker te zijn.

Page 29: Federaal verkiezingsprogramma

2�

KERNPUNTEN:

Een confederaal model, waarbij het zwaartepunt van de bevoegdheden bij de deelstaten ligt.

Geen separatisme.

Regionale kortingen in de vennootschapsbelasting. Regionale opcentiemen in personenbelasting. RSZ-kortingen.

Werkloosheid na 2 jaar bij deelstaten.

Grote delen van sociale zekerheid blijven op confederaal niveau.

“Ten andere is het dualisme een politiek regime, dat nooit stand heeft kunnen houden, omdat steeds tusschen dezelfde genooten de geschillen rijzen en deze geschillen er ten slotte op uit loopen, het samenleven onmogelijk te maken. Wat België betreft, dreigt het federalisme uit te loopen op separatisme en dood”.

Deze waarschuwing uit het verslag van het Studiecentrum voor de Hervorming van de Staat uit 1938, die de moeilijkheden voorspelt van een tweeledig of bipolair federalisme samengesteld uit slechts twee taalgemeenschappen, heeft vorige generatie politici niet belet vanaf 1970 in vijf opeenvolgende staats-hervormingen het unitaire België om te vormen tot een federaal land.

Ambitie 2020 : zelfstandige en verantwoordelijke regio’s.De regio’s moeten volledig verantwoordelijk zijn voor hun inkomsten in 2020. De eigen fiscale inkomsten van de regio’s moeten stijgen van 30% naar 100% in 2020.

Hoofdstuk V. Een nieuwe startvoor ons land.

Page 30: Federaal verkiezingsprogramma

�0

Sinds de vierde staatshervorming uit 1993 luidt artikel 1 van de Belgische Grondwet: “België is een fede-rale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.” Constitutionalisten zijn het er over eens dat dé federale staat eigenlijk niet bestaat en er evenveel federalismen als er federale staten zijn. Ook het Belgisch federalisme is dus een “federalisme sui generis”.

Velen zien er zelfs confederale kenmerken in. De Antwerpse grondwetsspecialist Karel Rimanque om-schreef in 1989 de Belgische staatsvorm - omwille van de verplichte pariteit in de federale regering - als “een confederaal systeem van besluitvorming op het centrale gezagsniveau”. De Leuvense politieke we-tenschapper Wilfried Dewachter van zijn kant sprak in 1992 - omwille van de splitsing van de politieke partijen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen en omwille van de gescheiden publieke opinies - van een “partijenconfederalisme”.

Voor liberalen moeten staatsvormen zich aanpassen aan de maatschappelijke realiteiten en niet an-dersom. In de vijf voorgaande staatshervormingen hebben politici – steeds goedbedoeld - compromis op compromis gestapeld. Maar de realiteit vandaag is dat ons staatkundig model niet langer werkt. Het systeem liep de afgelopen drie jaar voortdurend vast. We sukkelden van communautaire naar com-munautaire crisis.

De resoluties van het Vlaams Parlement blijven het referentiekader van de staatshervorming. Maar we moeten nu prioriteiten stellen. Ons land blokkeert. En dat op een ogenblik dat ons land voor vijf reuze-grote uitdagingen staat:

het bereiken van een evenwicht op de begroting van de gezamenlijke overheden in 2015het opvangen van de kosten van de vergrijzinghet stimuleren van een hogere economische groeihet verhogen van de activiteitsgraadhet drastisch verbeteren van de overheidsefficiëntie

Voor Open Vld is het onmogelijk deze vijf uitdagingen succesvol aan te pakken zonder een grondige staatshervorming. Dat is de reden waarom voor Open Vld een nieuwe regering niet kan starten zonder ook een politiek akkoord over een grondige staatshervorming. De oplos-sing van onze begrotings-, economische en sociale uitdagingen is rechtstreeks verbonden met een staatshervorming. Ook op staatkundig vlak heeft ons land nood aan een nieuwe start, aan een nieuw institutioneel model.

1. Waarom een staatshervorming absoluut noodzakelijk is

1) Terug een begrotingsevenwicht in 2015Terecht eist Europa van alle lidstaten een strengere begrotingsdiscipline. Dus begrotingen zo snel moge-lijk opnieuw in evenwicht. In het licht van de turbulenties op de financiële markten is dat een absolute prioriteit. Onder impuls van Begrotingsminister Guy Vanhengel verbond ons land er zich ten aanzien van Europa toe dat onze gezamenlijke overheden dit begrotingsevenwicht zullen bereiken in 2015.

Het Planbureau becijferde deze begrotingsinspanning voor de volgende vijf jaar op ongeveer 22 miljard euro. Dat zijn enorme bedragen, zelfs voor de gezamenlijke overheden. Met de term “gezamenlijke over-heden” wordt enerzijds de federale overheid en de sociale zekerheid bedoeld (Entiteit I in het vakjargon) en anderzijds de gemeenschappen en gewesten en de lokale overheden (Entiteit II).

1.

2.3.4.5.

Page 31: Federaal verkiezingsprogramma

�1

Het uittekenen van een meerjarenbegroting en bijhorend saneringspad vereist dus een voorafgaande-lijk akkoord tussen Entiteit I en Entiteit II over wie welk deel van de inspanning zal leveren. Sommigen vragen dat alleen de federale overheid en de sociale zekerheid de sanering zouden ten laste nemen. Voor Open Vld is dit onaanvaardbaar. Dat zou betekenen dat de federale overheid drastisch zou moeten besparen op haar kerntaken, zoals veiligheid en politie, of dat er brutaal zou moeten gesnoeid worden in de uitkeringen van mensen via de sociale zekerheid, zoals pensioenen.

Daarom wil Open Vld wil dat er na de verkiezingen van 13 juni een politiek akkoord komt tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten over wie welk deel van de saneringsinspanning zal leveren. Een akkoord over een verdeelsleutel dus.

2) Het opvangen van de kosten van de vergrijzingDe Hoge Raad voor Financiën berekende op basis van de projecties van de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat – bij ongewijzigd beleid - de federale overheid en de sociale zekerheid 95% van de extra kosten van de vergrijzing zullen moeten torsen. De gemeenschappen en gewesten en de lokale overhe-den samen, slechts 5%.

Opnieuw plaatst dat de federale overheid en de sociale zekerheid voor een onmogelijke opdracht. Als we de kosten van de vergrijzing enkel op de schouders van de federale overheid leggen, moeten we ofwel de belastingen drastisch verhogen, ofwel de uitkeringen brutaal verlagen. Beiden zijn voor Open Vld geen optie.

Ook hier wil Open Vld na de verkiezingen van 13 juni een politiek akkoord over de verdeling van de extra kosten van de vergrijzing tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten. Het lijkt daarbij onvermijdelijk dat deze laatsten meer zélf gaan instaan voor de pensioenen van hun eigen ambtenaren. En om de federale overheid enige financiële ademruimte te geven om de extra kost van de vergrijzing op te vangen, moeten de gemeenschappen en gewesten bijdragen in de aflossing van de historische overheidsschuld, die sinds de start van dit land doorheen decennia is opgebouwd.

3) Meer economische groeiAlleen wanneer we er in slagen een hogere economische groei te creëren, zullen we in ons land onze wel-vaart kunnen behouden. Economische groei wordt niet gecreëerd door overheden, maar door werkende mensen en bedrijven. Maar de overheden spelen wel een cruciale rol in het bepalen van de omgeving waarbinnen mensen en bedrijven groei kunnen creëren.

Zo zijn vandaag de gemeenschappen en gewesten al bevoegd voor belangrijke domeinen die bepalend zijn voor groeicreatie. Het gaat dan om het onderwijsbeleid, het wetenschaps- en innovatiebeleid en het economisch beleid. Twee belangrijke hefbomen om de ondernemingsactiviteit te stimuleren ontbreken de gewesten vandaag evenwel. Instrumenten die broodnodig zijn om in te zetten op de stimulering van economische groei.

Ten eerste zijn ze niet in de mogelijkheid om in te grijpen op de vennootschapsbelasting. Ook delen ze niet in de vruchten van een goed economisch beleid wanneer dat hogere belastinginkomsten uit de vennootschapswinsten oplevert. Om de bedrijven te stimuleren moeten de gewesten vandaag hun toevlucht nemen tot subsidies. Maar daaraan zijn ernstige nadelen verbonden: administratief complex, discriminerend voor wie ze niet ontvangt, minder efficiënt en een overheid die stuurt in plaats van ruimte creëert.

Daarom moeten de gewesten de mogelijkheid krijgen om kortingen of afcentiemen toe te staan op de vennootschapsbelasting. Open Vld wil een confederale sokkel voor de vennootschapsbelasting, bestaande uit eenzelfde belastbare grondslag in heel het land, maar met de mogelijkheid voor de gewesten kortingen of afcentiemen toe te staan. De belastbare grondslag van de ven-nootschapsbelasting blijft dus uniform in het hele land, maar het tarief kan verschillen van gewest tot

Page 32: Federaal verkiezingsprogramma

�2

gewest. Op die manier krijgen de gewesten een belangrijke fiscale hefboom in handen en zijn ze niet langer veroordeeld te werken met subsidies.

Een tweede hindernis voor de gewesten om een krachtig economisch beleid te kunnen voeren en loon-kostcompetitief te zijn, is de onmogelijkheid om in te grijpen in de sociale bijdragen. Nochtans is dat noodzakelijk om op gewestelijk vlak maatwerk te kunnen leveren. Zo is jongerenwerkloosheid een spe-cifiek probleem voor Wallonië, daar waar Vlaanderen kampt met vooral ouderenwerkloosheid. Daarom wil Open Vld dat de gewesten de bevoegdheid krijgen om RSZ-kortingen toe te kennen aan bedrijven.

Met deze bijkomende bevoegdheden geven we de gewesten twee belangrijke instrumenten om een sterk economisch beleid te voeren, aangepast aan de specifieke noden van elk gewest.

4) Het verhogen van de activiteitsgraadVan alle Belgen op actieve leeftijd (15-64 jaar) is in ons land amper 61,3% aan het werk. Het Europees gemiddelde bedraagt 65,5%, in Nederland 77,2%, het Verenigd Koninkrijk 71,5% en in Duitsland 70,7%.

Het verhogen van de activiteitsgraad is dan ook dé prioriteit in het werkgelegenheidsbeleid. Vandaag zijn de bevoegdheden evenwel slecht verdeeld tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten. De gewesten zijn bevoegd voor de arbeidsbemiddeling en de activering, de gemeenschappen voor de vorming van werkzoekenden en de federale overheid voor de controle op de werkbereidheid van werkzoekenden en voor de uitkering.

Maar wanneer een werkzoekende aan de slag gaat, plukt uitsluitend de federale overheid daar de vruch-ten van in de vorm van een uitgespaarde werkloosheidsuitkering en te verwachten opbrengsten uit de personenbelasting. En als de gemeenschappen en gewesten nalaten effectief werkzoekenden te active-ren en dus de werkloosheidsgraad hoog blijft, betaalt de federale overheid de factuur.

Om te komen tot een echt activerend arbeidsmarktbeleid wil Open Vld een nieuwe bevoegd-heidsverdeling in het arbeidsmarktbeleid. Open Vld wil dat het systeem van werkloosheids-uitkering gebruikt wordt als een echt activerend instrument. Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de kortdurende of conjuncturele werkloosheid (tot max. 2 jaar) en de langdu-rige of structurele werkloosheid (langer dan 2 jaar).

De confederale overheid blijft enkel verantwoordelijk voor het opvangen van de kortstondige of con-juncturele werkloosheid. Langdurige werkloosheid is namelijk eerder het gevolg van een mismatch tus-sen vraag en aanbod, van mensen die slecht opgeleid zijn, niet over de juiste competenties beschikken of van jobs die moeilijk ingevuld raken. Maar ook van een verkeerd economisch omgevingsbeleid dat jobcreatie hindert. Daarmee komen we op het terrein van de gemeenschappen en gewesten die vandaag al verantwoordelijk zijn voor vorming, opleiding en arbeidsbemiddeling evenals voor het economisch beleid.

Open Vld stelt voor dat na 2 jaar de federale werkloosheidsuitkering stopt en dat de gemeen-schappen en gewesten het na die 2 jaar overnemen. De gemeenschappen en gewesten worden vanaf dan bevoegd voor de hoogte en duurtijd van de werkloosheidsuitkering.

Deze opdeling is zeer transparant, zowel qua bevoegdheidsverdeling als budgetverdeling. Het huidige RVA-budget voor de langdurige werkloosheid wordt immers overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten. Dit voorstel gaat tevens gepaard met een hervorming van het beleid rond de kortstondige of conjuncturele werkloosheid op confederaal vlak. Om mensen zo snel mogelijk weer aan een job te helpen moeten de opvolgingstermijnen die de RVA vandaag hanteert verkort worden. Vandaag worden mensen jonger dan 25 jaar door de RVA pas opgeroepen na 15 maanden werkloosheid. Werkzoekenden ouder dan 25 jaar pas na 21 maanden. Kortom, vele werkzoekenden worden pas op hun zoekgedrag gecontroleerd na bijna twee jaar werkloosheid. Daardoor dalen hun tewerkstellingskansen. Daarom moeten de opvolgingstermijnen verkorten.

Page 33: Federaal verkiezingsprogramma

��

Met dit voorstel beperkt Open Vld zowel de werkloosheidsuitkeringen in de tijd als dat ze de autonomie van de gemeenschappen en gewesten verhoogt. De gemeenschappen en gewesten kunnen voortaan zélf bepalen hoe ze omgaan met het beleid in de langdurige werkloosheid. Maar ze dragen er dan ook de financiële gevolgen van. Regio’s die falen in de activering van hun arbeidsmarkt zullen de gevolgen voelen in hun eigen begroting. En omgekeerd: regio’s die veel werkzoekenden activeren zullen middelen uitsparen die ze dan kunnen herinvesteren.

5) Het verbeteren van de overheidsefficiëntieZowel de OESO, het IMF, de Europese Centrale bank als andere buitenlandse organisaties en onder-zoekscentra hekelen de gebrekkige efficiëntie van onze overheden. In belangrijke mate is het financie-ringsmodel dat aan onze staatsordening ten grondslag ligt daar mee verantwoordelijk voor.

Om efficiëntie in de overheidswerking te garanderen moeten uitgavenbevoegdheden zoveel als mogelijk samenvallen met belastingbevoegdheden. De huidige bijzondere financieringswet die de geldstromen tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten regelt, zondigt zwaar tegen dit alge-meen democratisch principe van ‘no taxation without representation’.

De gemeenschappen en gewesten halen slechts 20 % van hun middelen uit eigen fiscaliteit, de rest ont-vangen ze van de federale overheid in de vorm van dotaties. De federale overheid deelt uit, de gemeen-schappen en gewesten geven uit. Zo’n dotatiefederalisme ontaardt al snel in een consumptiefe-deralisme met alle verspillingen tot gevolg:

alles wat de Gemeenschappen en Gewesten willen uitgeven, moeten ze in grote mate niet zelf ver-dienen;

Gemeenschappen en Gewesten voelen nauwelijks iets van de schommelingen in de belastingop-brengsten die enkel op conto zijn van de federale overheid: de factuur van een falend beleid wordt doorgeschoven naar de federale overheid;

in het huidig dotatiefederalisme is ook een solidariteitsmechanisme vervat dat het perverse ef-fect van een ‘armoedeval’ creëert: worden de economische prestaties van de Gemeenschappen en Gewesten beter, dan verliezen ze aan dotaties; een prikkel om het beter te doen ontbreekt dus, integendeel.

Daarom wil Open Vld het huidige dotatiefederalisme vervangen door een financieel verant-woordelijk confederalisme. Concreet wil Open Vld ter vervanging van de huidige dotaties die de gemeenschappen en gewesten krijgen van de federale overheid, een gesplitst tariefmodel in de personenbelasting. Ter vervanging van de huidige dotaties aan de gemeenschappen en gewesten (vandaag in de vorm van gedeelde personenbelasting, gedeelde BTW en begrotingskredieten) wordt aan de gewesten een bevoegdheid in de personenbelasting toegekend. De gemeenschappen worden vervolgens vanuit de gewesten gefinancierd. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt omwille van de hoofdstedelijke functie een aangepaste financiering voorzien.

Concreet betekent deze hervorming: (1) de huidige dotaties worden geschrapt; (2) het confederale tarief in de personenbelasting wordt dienovereenkomstig drastisch verlaagd; (3) op de verlaagde confederale personenbelasting heffen de gewesten zélf een eigen belasting om de vermindering aan inkomsten t.g.v. de schrapping van de dotaties te compenseren.

Mensen zullen op hun belastingsbrief dus duidelijk zien hoeveel belastingen ze betalen aan de confede-rale overheid en hoeveel aan de regionale overheid.

Page 34: Federaal verkiezingsprogramma

��

2. Een confederaal model: jazeker. Separatisme en een onafhankelijk Vlaanderen: neen, dank u.Ons land staat de volgende jaren voor cruciale uitdagingen: herstellen van een begrotingsevenwicht, opvangen van de vergrijzingskosten, hogere economische groei, verhoging van de activiteitsgraad en een verbetering van de overheidsefficiëntie.

De vraag is of Nederlandstaligen en Franstaligen nog in staat zijn samen deze uitdagingen aan te pak-ken. Om er samen beter van te worden. Of blijven we elk in onze egelstelling en zitten we vast in immo-bilisme? Om er samen armer van te worden.

Open Vld gelooft in samenwerking en dialoog tussen mensen en tussen taalgemeenschappen. Het moet mogelijk zijn de uitdagingen waarvoor we staan samen tot een goed einde te brengen. Op voorwaarde dat er duidelijke keuzes gemaakt worden. Ook op institutioneel vlak.

Door in de BHV-onderhandelingen aan de noodrem te trekken en het vertrouwen in de federale regering op te zeggen, heeft Open Vld niet alleen de hoognodige ‘sense of urgency’ gecreëerd. Dankzij de verkie-zingen die nu op 13 juni 2010 vallen, in plaats van in juni 2011, dient zich een periode van vier jaar aan zonder regionale of federale verkiezingen. De eerstvolgende verkiezingen voor het federale en regionale niveau vallen spontaan samen in 2014.

Dit uniek tijdskader zonder voortdurende verkiezingskoorts moet het mogelijk maken ons land opnieuw op het goede spoor te brengen. Open Vld ziet in een duidelijk keuze voor een confederaal model een uitweg uit de impasse. De oude industriële fabriek België werkt niet langer, het is tijd voor drie frisse en samenwerkende KMO’s Vlaanderen, Wallonië en Brussel.

De volgende drie uitgangspunten geven voor Open Vld vorm aan het confederaal model:

het zwaartepunt komt te liggen bij de deelstaten

het confederaal model is een eindstation en geen tussenstation naar separatisme

het confederaal model is gestoeld op eigen verantwoordelijkheid, transparante solidariteit en confe-derale loyaliteit

1) Het verleggen van het zwaartepunt naar de deelstatenBeide taalgemeenschappen leggen samen vast welke bevoegdheden ze gezamenlijk willen uitoefenen en welke bevoegdheden ze apart willen organiseren. De grondwet voorziet sinds de vierde staatshervor-ming uit 1993 expliciet in die mogelijkheid. Artikel 35 van de grondwet laat toe duidelijk te omschrijven welke bevoegdheden tot de federale overheid behoren. Alle andere bevoegdheden vallen dan onder de deelstaten.

Open Vld ziet volgende bevoegdheden als gezamenlijk uit te oefenen in confederaal verband:

buitenlandse zaken

defensie

politie

de basisorganisatie van justitie

de basiswetgeving van de economische en monetaire unie: het financieel beleid en de bescherming van het spaarwezen, het hypothecair krediet, het consumptiekrediet, het bank- en verzekerings-recht, het mededingingsrecht, de wet op de handelspraktijken, de industriële en intellectuele eigen-dom, de normalisatie, de grote energie-infrastructuren,…

Page 35: Federaal verkiezingsprogramma

��

de gemeenschappelijk basissokkel van de fiscaliteit en de parafiscaliteit

een transparant solidariteitsmechanisme

delen van de sociale zekerheid, waaronder de pensioenen in de privésector en de confederale ambte-narenpensioenen en de conjuncturele werkloosheid.

Op voorwaarde dat op confederaal niveau een consensus kan gevonden worden over aanvaardbare groeinormen binnen de gezondheidszorgen, kan de financiering van de gezondheidszorgen op het confederale niveau blijven. Inzake de organisatie van de gezondheidszorgen kan dan een veel grotere autonomie gelaten worden aan de deelgebieden.

2) Confederaal model als eindstation en niet als tussenstation naar separatismeVoor Open Vld is een onafhankelijk Vlaanderen, separatisme of de splitsing van het land geen oplos-sing. Des te meer daar nog geen enkele separatist ooit een bevredigende oplossing heeft voorgesteld voor Brussel, de hoofdstad die beide taalgemeenschappen verbindt en welvaart en kansen creëert voor het hele land.

3) Een confederaal model gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid, transparante solidariteit en confederale loyaliteitDe geschiedenis leert dat geen enkel federaal noch confederaal staatsverband houdbaar is zonder eigen verantwoordelijkheid van de deelgebieden, zonder een transparante solidariteit tussen de deelgebieden en zonder loyaliteit van de deelgebieden.

Na de verkiezingen moeten er oplossingen komen, ook voor de communautaire impasse. De geesten in Franstalig België rijpen. Gezien de uitdagingen waarvoor we staan, is er geen tijd meer te verliezen. Het is nu tijd voor daden.

Page 36: Federaal verkiezingsprogramma

��

KERNPUNTEN:

Selectieve wervingsstop ambtenaren (20%)

Minimale dienstverlening bij NMBS, De Post of De Lijn

Verdere privatisering van overheidsbedrijven

In ons land werkt maar liefst 12 procent van de actieve bevolking voor de overheid, daarbij zijn het on-derwijs en de gezondheidszorg nog niet eens meegeteld. Volgens Eurostat ligt dit gemiddelde in de EU-15 op 8 procent. Dit kost ook ontzettend veel middelen, die we daardoor niet kunnen gebruiken voor de andere grotere uitdagingen. Het overheidsbeslag, dit is het deel van de uitgaven die naar de admini-stratie gaan, ligt in ons land veel te hoog. Vandaag besteden we ongeveer 2,4% van ons BBP uitsluitend aan de lonen voor ambtenaren. In de Europese Unie is dat gemiddeld 1,5% van het BBP. Dit is niet vol te houden. Ook hier zullen hervormingen nodig zijn.

De overheidsuitgaven en dus het aantal ambtenaren zal de komende jaren moeten dalen. Dat zal enkel mogelijk zijn door efficiënter te werken en door ons te concentreren op de kerntaken van de over-heid. Open Vld kijkt niet alleen naar besparingen, we willen ook dat de overheid beter gaat presteren. Bijvoorbeeld bij Justitie en Financiën. Dit lijkt een zeer moeilijke opdracht. Toch is het mogelijk, en het is zelfs mogelijk zonder sociale drama’s. De volgende jaren gaat immers een grote groep ambtenaren met pensioen. Door een selectieve wervingsstop, waarbij we hen slechts voor 20% vervangen (behalve voor veiligheidsdiensten zoals politie en justitie) realiseren we op termijn een belangrijke besparing van de overheidsuitgaven. Met de huidige informatisering, door zuiniger te werken en door te concentreren op kerntaken moeten we in staat zijn het werk met minder mensen te doen.

Ambitie 2020 : efficiënte en klantvriendelijke overheid.De totale kost van de overheid moet zakken van 5.000 tot 4.000 euro per inwoner in 2020.

Hoofdstuk VI. Een nieuwe startvoor onze overheid.

Page 37: Federaal verkiezingsprogramma

��

Een slankere en efficiëntere overheid betekent dat er minder regels moeten komen. Ook het aantal bestuurslagen moet naar omlaag. We moeten komen tot eenvoudigere procedure en snellere beslissin-gen. De overheid moet niet in de weg lopen, maar de weg tonen. Het moet een klantvriendelijke overheid zijn, die mensen helpt die een eigen onderneming willen opstarten of uitbreiden. Vandaag zoeken ambtenaren nog te vaak naar wat niet mag. In de toekomst moeten ze vooral zoeken hoe het wel mag.

Een klantvriendelijke overheid betekent ook dat de gebruiker steeds kan rekenen op een minimale dienstverlening in geval van stakingen. Daarom wil Open Vld dat er voor sommige sectoren – zoals De Post, de NMBS of De Lijn – er een regeling komt die voorziet in een minimale dienstverlening bij stakingen.

Voor Open Vld is het duidelijk dat de overheid enkel een regulerende rol heeft. Zij dient het kader te creëren waarbinnen de markt correct kan werken, waarbij de mededinging gegarandeerd wordt en de consument wordt beschermd. Dat kan ze niet of onvoldoende indien de overheid zelf betrokken partij is. Overheidsbedrijven moeten dan ook worden geprivatiseerd. De overheid waakt erover dat iedereen toegang blijft behouden tot een kwaliteitsvolle basisdienstverlening. Overheidstaken kunnen ook wor-den uitbesteed aan private ondernemingen.

De NMBS Groep moet een nieuw ondernemingsplan ontwikkelen om de kwaliteit van de dienstverle-ning, in het bijzonder de stiptheid en communicatie, en de financiële resultaten in overeenstemming te brengen met de doelstellingen uit het beheerscontract 2008-2012. De verzelfstandiging van de goederendivisie B-Cargo moet in 2010 succesvol afgerond worden. Tegen 2012 moeten het volledige Belgische spoorwegnet en alle treinen uitgerust zijn met een automatisch remsysteem. Er moet een veiligheidscultuur ontwikkeld worden doorheen alle geledingen van de NMBS Groep. Om de efficiëntie te verbeteren en om een niet-discriminerende toegang tot een geliberaliseerde spoorwegmarkt te garan-deren moet de structuur van de NMBS Groep vereenvoudigd worden. In afwachting moet een minimale dienstverlening ten alle tijde gegarandeerd worden.

Page 38: Federaal verkiezingsprogramma

��

KERNPUNTEN:

Vervroegde uittreding pas mogelijk na 40 loopbaanjaren. Brugpensioen geleidelijk afschaffen.

Onbeperkt bijverdienen gepensioneerden.

Laagste en oudste pensioenen optrekken.

Wegwerken pensioenkloof door pensioensplit.

Meer werknemers aanvullend pensioen geven.

Belastingvoordeel pensioensparen behouden.

We staan aan de vooravond van een belangrijke pensioengolf. De babyboomgeneraties van na de Tweede Wereldoorlog bereiken stilaan de pensioenleeftijd en verlaten massaal de arbeidsmarkt. Daar waar er in 2000 4 werknemers actief waren voor één persoon ouder dan 65, zullen dat er in 2060 nog slechts 2 zijn per 65-plusser.

Zonder ingrepen dreigen onze pensioenen kopje onder te gaan. Ofwel moeten we de belastingen drastisch verhogen, ofwel de pensioenen drastisch verlagen. Beide opties zijn – voor zover ze wenselijk zouden zijn – onmogelijk. De belastingdruk in ons land behoort vandaag al tot de hoogste van Europa en onze pensioenen tot de laagste. 1 op 4 ouderen leeft onder de Europese armoededrempel. In Neder-land is dat amper 1 op 20. Gelukkig is er een derde weg: een grondige hervorming van ons pensioen- systeem.

Ambitie 2020 : zekere pensioenen.De gemiddelde uitstapleeftijd uit de arbeidsmarkt moet stijgen van 59 jaar naar 63 jaar in 2020. De gemiddelde loopbaanduur moet stijgen van 37 jaar naar 40 jaar in 2020

Hoofdstuk VII. Een nieuwe startvoor onze pensioenen.

Page 39: Federaal verkiezingsprogramma

��

Vandaag is er spraken van drie zogenaamde “pijlers” in ons pensioensysteem. De eerste pijler is het wet-telijk pensioen, de tweede pijler het aanvullend pensioen en de derde pijler het individueel pensioenspa-ren. Voor Open Vld betekent de hervorming van ons pensioensysteem een hervorming binnen de twee eerste pijlers, en het behoud van de derde pijler. Op termijn moeten we komen tot eenzelfde pensioen-systeem voor alle stelsels.

1. Een sterkere basis voor het wettelijk pensioenDe wettelijke pensioenen staan onder druk. De basis voor de pensioenen dreigt in de komende decennia sterk te krimpen. Een hervorming van het wettelijk pensioen moet daarom tot doel hebben die basis te versterken. Dat betekent dat er meer mensen, langer aan de slag moeten gaan.

1) Wettelijke pensioenleeftijd blijft 65. Een loopbaan van 45 jaar voor een volledig pensioenVandaag bedraagt de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar en moet men 45 jaar gewerkt hebben om het maximale pensioen te ontvangen. Dat moet zo blijven. Wie een volledig pensioen wil, moet 45 jaar gewerkt hebben. Maar niemand mag verplicht worden om langer dan zijn 65ste te werken. De wet-telijke pensioenleeftijd van 65 blijft dus behouden.

2) Vervroegde uittreding pas vanaf 40 loopbaanjaren, in plaats van 35Hoewel de wettelijke pensioenleeftijd dus 65 bedraagt, is maar 1 op 3 van de 55- tot 64-jarigen in ons land nog werkzaam op de arbeidsmarkt. Dat is het laagste aandeel van alle landen van de EU15. Van de 60 tot 64-jarigen is nog nauwelijks 16% aan het werk.

Het probleem is dus niet zozeer de wettelijke pensioenleeftijd van 65, maar wel de “feite-lijke”. In de praktijk bedraagt vandaag een gemiddelde loopbaan maar 37 jaar. Dat komt omdat er vandaag heel wat systemen bestaan die het mogelijk maken om vroeger met pensioen te gaan.

Zo kan iedereen die 60 is en 35 jaar heeft gewerkt, vandaag met vervroegd pensioen. Open Vld wil die vervroegde uittreding ontmoedigen. In de toekomst kan je maar ten vroegste op pensioen na een loopbaan van 40 jaar. Door het geleidelijk optrekken van de minimumloopbaan van 35 naar 40, willen we de gemiddelde loopbaan gevoelig optrekken.

3) Brugpensioen geleidelijk afschaffenOnder druk van de economische crisis werd. In de tweede helft van de jaren zeventig het systeem van het brugpensioen ingevoerd. Brugpensioen is geen pensioen, maar een bijzondere vorm van werkloos-heid. Oudere werknemers die op brugpensioen gaan, krijgen een werkloosheidsvergoeding, aangevuld met een toeslag van de vroegere werkgever.

Dit systeem zorgt voor een grote vervroegde uittreding van oudere werknemers. Als we de activiteits-graad van oudere werknemers gevoelig willen optrekken, zal ook aan het systeem van het brugpensioen moeten geraakt worden. Het Generatiepact voorzag al in een verstrenging van vooral het individuele brugpensioen. Toch is brugpensioen nog steeds erg in trek. Zeker na herstructureringen.

Om het verder af te bouwen wil Open Vld het brugpensioen duurder maken voor werkgever én werk-nemer. Daarnaast moet de leeftijdsvoorwaarde voor collectief brugpensioen naar omhoog (elk jaar komt er 2 jaar bij). Collectief brugpensioen kan nu nog steeds vanaf 50 jaar (bij collectief ontslag voor 30% van het personeel), vanaf 52 jaar (20% ontslagen) of vanaf 55 jaar (10% ontslagen). In lijn met het Generatiepact wordt individueel brugpensioen vóór 60 jaar onmogelijk gemaakt. Tenslotte moeten ook bruggepensioneerden niet alleen beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt, ze moeten ook mee inge-schakeld worden in het activeringsbeleid.

Page 40: Federaal verkiezingsprogramma

�0

Deze wijzigingen moeten uiteindelijk resulteren in het uitdoven van het systeem van brugpensioen tegen 2015. Als we dat niet doen schuiven we de toekomstige lasten van de pensioenen volledig op de schouders van de actieven tussen 18 en 45 jaar. Dat kan niet. Om onze pensioenen veilig te stellen, zal iedereen zijn steentje moeten bijdragen.

4) Wie meer gewerkt heeft moet een hoger pensioen hebben dan wie minder heeft gewerktEen loopbaan kent ook periodes waar men niet werkt, maar die voor de berekening van het pensioen wel worden gelijkgesteld met gewerkte periodes. Deze “gelijkgestelde periodes” betreffen zowel periodes van werkonderbreking waarvoor men niet kiest (zoals werkloosheid, ziekte, zwangerschapsverlof en in-validiteit), als periodes waarvoor men wel kiest (zoals loopbaanonderbreking en tijdskrediet). Vandaag slaan ongeveer een derde van de pensioenrechten op deze gelijkgestelde periodes. In deze periodes heeft men dus niet bijgedragen, maar wel pensioenrechten opgebouwd.

Open Vld wil het systeem van gelijkgestelde periodes hervormen. Dat kan op verschillende manie-ren. Men kan bijvoorbeeld actieve jaren zwaarder laten doorwegen dan andere. Welke methode men ook kiest, voor Open Vld moet het resultaat van die hervorming zijn dat wie meer heeft gewerkt tijdens zijn loopbaan, zeker ook een hoger pensioen moet hebben dan wie dat minder heeft gedaan.

5) Langer werken mogelijk maken door meer kansen te geven voor oudere werknemersDe nieuwe regeling betekent dat heel wat mensen langer zullen moeten werken. Vervroegde uittreding zal immers pas kunnen na 40 jaar loopbaan, in plaats van 35. Om langer werken ook in de praktijk mo-gelijk te maken, zijn er maatregelen nodig die oudere werknemers meer kansen geven op onze arbeidsmarkt.

Er moet een leeftijdsbewust personeelsbeleid komen in ondernemingen die de inzetbaarheid van oudere werknemers garandeert (o.a. vormingsinspanningen, individuele loopbaanplanning). Bedrijven moeten aangespoord worden om de arbeidsomstandigheden voor hun oudere werknemers zodanig aan te passen, dat deze aan de slag kunnen blijven.

Een groot probleem is echter de hoge kostprijs van een oudere werknemer. Hij of zij is gemiddeld 50% duurder dan zijn jongere collega. Deze hoge kostprijs is één van de belangrijkste oorzaken van de hoge uittredingsgraad bij vijftigplussers. Daarom wil Open Vld de werkgeversbijdragen voor deze werk-nemers gevoelig verlagen. Om dit te realiseren heroriënteren we de middelen die vandaag voorzien worden voor de vereenvoudiging van de banenplannen.

Tegelijkertijd wil Open Vld werkzoekende vijftigplussers ook inschakelen in de activering. We wei-geren oudere werkzoekenden definitief op te geven voor onze arbeidsmarkt. Onlangs bleek nog uit een studie van de KU Leuven dat van alle Europese werkzoekende vijftigplussers, die in ons land zowat de kleinste kans hebben om terug aan de slag te gaan. De onderzoekers benadrukten daarom de nood aan een strakkere begeleiding van oudere werkzoekenden. De regering heeft recent het licht op groen gezet voor de activering tot 52 jaar. Voor Open Vld is dat slechts een eerste stap naar een volledige activering van alle vijftigplussers.

6) Gepensioneerden onbeperkt laten bijverdienen We raken dus niet aan de pensioenleeftijd van 65. Niemand moet langer werken dan zijn 65ste. Maar hij of zij mag dat wel natuurlijk. En moet dat ook onbeperkt kunnen doen. Gepensioneerden die willen werken, moeten daartoe de vrijheid krijgen. Vandaag worden ze gestraft door het verminderen van hun pensioen. Als men minder dan 15% te veel werkt wordt het pensioen afgehouden a rato van het te veel bijverdiende bedrag. Verdient men meer dan 15% te veel dan wordt het volledige pensioen afgehouden. Momenteel klussen er een 35.000 65-plussers bij. Ongeveer 2.500 van deze bijverdienende gepensioneerden werden geschorst. Open Vld wil die bestraffing naar de geschiedenisboeken verwijzen. Gepensioneerden, maar ook mensen die een overlevingspensioen trekken, moeten onbeperkt kunnen bijverdienen.

Page 41: Federaal verkiezingsprogramma

�1

7) Geen pensioenhervorming zonder arbeidsmarkthervormingEen hogere activiteitsgraad is essentieel om onze pensioenen betaalbaar te houden. Meer mensen aan de slag zorgen voor een sterkere basis voor onze pensioenen. Maar daarvoor is er ook nood aan een arbeidsmarkthervorming. Onze arbeidsmarkt vernietigt vandaag te veel jobs en creëert er te weinig. Knelpuntberoepen blijven openstaan, kansengroepen zijn ondervertegenwoordigd. Dat komt door de vaak achterhaalde regels die van toepassing zijn op onze arbeidsverhoudingen. Denk maar aan het verschillende statuut tussen arbeiders en bedienden; iets wat enkel nog in ons land bestaat en wat compleet achterhaald is. De regels zorgen voor onvoldoende mobiliteit, flexibiliteit en vrijheid. Om de tewerkstellingsgraad te doen stijgen moeten we deze gebreken de wereld uithelpen.

We moeten vooral werk maken van meer flexibiliteit in onze arbeidsmarkt. Als we van mensen vragen om langer te werken, moeten we ervoor zorgen dat ze dit kunnen op hun eigen tempo. Dat ze, bijvoorbeeld, werk en gezin beter op elkaar kunnen afstemmen. Daarom pleit Open Vld voor de invoe-ring van een individuele loopbaanrekening, die op eigen tempo wordt opgebouwd. Wie beslist om het gedurende een bepaalde tijd in de loopbaan minder te werken kan dat, maar moet dan op een later tijdstip in de loopbaan meer werken wil men het recht op het maximale pensioen behouden. Dit systeem maakt het dus mogelijk dat elke werknemer voor een stuk manager wordt van de eigen loop-baan. Wie even gas wil terugnemen om voor de kleine kinderen te zorgen, kan dat. Hij of zij kan die tijd terug inhalen door op latere leeftijd – als de kinderen zelfstandig zijn – wat harder door te werken.

8) Laagste en oudste pensioenen optrekkenTe veel ouderen leven vandaag nog in armoede. De oorzaak is vaak het te lage bedrag van hun pensioen. Daarom wil Open Vld dat de sociale partners de middelen voor de Welvaarstenveloppe prioritair inzetten op de verhoging van de laagste en oudste pensioenen.

9) Naast de loonkloof, ook de pensioenkloof aanpakken: de pensioensplitVrouwen onderbreken vaker dan mannen hun loopbaan om voor de kinderen te kunnen zorgen. De cijfers bewijzen dit:

42% van de werkende vrouwen tussen 25 en 49 jaar werkt deeltijds, 3% van de mannen;71,4% van de moeders met kinderen werkt; bij de vaders is dat 93,2%;53% van deze moeders werkt deeltijds;van wie voltijds tijdskrediet neemt, is 80% vrouw.

Deeltijds werken en andere vormen van loopbaanonderbreking, hebben echter een gevolg voor het latere pensioen. Vrouwen hebben hierdoor gemiddeld een lager pensioen dan mannen.

Om beide partners bewust te maken van de financiële gevolgen van die keuze, wil Open Vld de zoge-naamde “pensioensplit” invoeren. Hierdoor komt er een gelijke verdeling van de pensioenrech-ten tussen de partners. De actieve partner wordt zo financieel mee verantwoordelijk voor de keuze van de andere partner om minder te werken om zorg en arbeid beter te kunnen combineren.

Voor nieuwe huwelijken wordt de pensioensplit doorgevoerd via het wettelijk huwelijksstelsel. De pensioenrechten van de partners worden samen geteld voor alle jaren waarin het huwelijk bestaat en vervolgens gedeeld. Dit gebeurt automatisch vanaf het huwelijk, tenzij beide echtgenoten hier door middel van een huwelijkscontract van afwijken. Net zoals de inkomsten uit arbeid, worden de pensioen-rechten dus tussen de echtgenoten gedeeld. Voor de bestaande huwelijken gebeurt de invoering van de pensioensplit, als zij daar uitdrukkelijk om vragen. Ook voor de wettelijk samenwonenden wordt er een mogelijkheid voorzien de pensioensplit in het samenlevingscontract in te voeren.

••••

Page 42: Federaal verkiezingsprogramma

�2

2. Iedereen toegang tot een aanvullend pensioenOngeveer 60% van de werknemers heeft vandaag een aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pensioenijler. Deze aanvulling, bovenop het wettelijk pensioen, zorgt ervoor dat gepensioneerden hun levensstandaard kunnen aanhouden eens ze op pensioen zijn gegaan.

De democratisering van de tweede pijler is in België met de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) van 2004 krachtig ingezet. In 10 jaar tijd is het aantal werknemers met een aanvullend pensioen vertienvoudigd. Toch heeft vandaag 40% van de werknemers nog steeds geen aanvullend pensioen. Het gaat hier vooral om arbeiders in KMO’s, contractuele ambtenaren en werknemers in de non-profit sector. Het uitblijven van een volledige democratisering is problematisch. Ze leidt immers tot een pensioenstelsel met twee snelheden.

Voor Open Vld moet iedereen een eenvoudige toegang krijgen tot een aanvullend pensioen. Voor contractuele ambtenaren en werknemers in de zorgsector moet er op termijn een aanvullend pensioensysteem worden uitgebouwd.

Maar ook voor werknemers in kleine bedrijven moet er een inspanning gebeuren. Om het systeem aantrekkelijker te maken wil Open Vld de sociale bijdragen verlagen. Tot een bepaald bedrag zullen de stortingen volledig vrijgesteld worden van sociale bijdragen. Momenteel betalen werkgevers een sociale bijdrage van 8,86% op de stortingen die zij doen voor de financiering van de tweede pijler van hun werknemers. Deze bijdrage is vastgelegd in de wet D’Hoore van 1989. De werknemers betalen geen bijdragen. Met een vrijstelling tot een bepaald bedrag, wil Open Vld bedrijven ertoe aanzetten om gemakkelijker over te gaan tot de opbouw van een tweede pijler.

Een tweede probleem met het huidige systeem van aanvullend pensioen is dat de bedragen die ingelegd/gespaard worden, nog vaak te laag zijn. Om dit te verhelpen wil Open Vld dat in de toekomstige loon-onderhandelingen voor de private sector, een gedeelte van de loonmarge gereserveerd wordt voor stortingen in de tweede pijler. Voor de individuele werknemer moet het bovendien mogelijk zijn om in het eventuele pakket van extralegale voordelen (bedrijfswagen, hospitalisatieverzekering, …) ook te kunnen kiezen voor pensioenopbouw (d.m.v. extra bijdragen in de tweede pijler).

�. Pensioensparen verder aanmoedigenVoor het jaar 2010 mag iedere belastingsplichtige Belg tot maximaal 870 euro in een Pensioenspaar-fonds van een bank of beursvennootschap storten of storten in een Pensioenspaarverzekering. Voor het Langetermijnsparen is dit bedrag 2080 euro. Het gestorte bedrag mag men aftrekken van het belastbaar inkomen. De fiscus betaalt zo tussen de 261 en 348 euro terug voor het Pensioensparen.

Het aftrekbaar bedrag werd door de regeringen Verhofstadt systematisch opgetrokken. Het gevolg hier-van is dat vandaag 2,5 miljoen Belgen sparen in het kader van deze derde pijler (in 2005 waren dat er nog 1,7 miljoen). In 2007 werden 1,7 miljard euro aan stortingen gedaan.

Behalve een aanvulling op het wettelijk pensioen, heeft het pensioensparen ook een belangrijke psy-chologische waarde: het doet mensen nadenken over hun pensioen later en moedigt ze aan om nu reeds geld opzij te leggen voor later.

Open Vld wil deze derde pijler behouden. In tegenstelling tot andere partijen wil Open Vld dus niet weten van een afschaffing of beperking.

Page 43: Federaal verkiezingsprogramma

��

KERNPUNTEN:

Nultolerantie in probleembuurten.

Ouders betrekken bij begeleiding criminele jongeren.

Kaalplukwet meer toepassen.

Snelrechtkamers voor straatcriminaliteit. Binnen de 30 dagen een uitspraak.

Uitvoeren van korte gevangenisstraffen. Uitbreiding gevangeniscapaciteit.

Minder gerechtelijke arrondissementen.

Geen vrijheid zonder veiligheid. Geen rechtstaat zonder vertrouwen in een slagkrachtige justitie. Het garanderen van de veiligheid van haar burgers is de kerntaak bij uitstek van een overheid. De aanpak van het onveiligheidsfenomeen staat voor Open Vld dan ook hoog op de agenda. Dat vereist een beleid dat inzet op preventie én repressie, maar evenzeer op opvolging van daders en slachtoffers. Een vlotte samenwerking tussen politie en justitie is daarvoor essentieel. Het werk van de politie op het terrein moet altijd een justitieel vervolg krijgen, op korte termijn. Het gevoel van straffeloosheid voedt het onveiligheidsgevoel en is een voedingsbron voor criminaliteit.

1. Naar een geïntegreerd veiligheidsbeleidDe in de afgelopen jaren doorgevoerde politiehervorming werpt vandaag haar vruchten af. Waar het evenwel nog te vaak mank loopt is bij justitie. Tien jaar na de geslaagde politiehervorming is het nu dan ook tijd voor een grote hervorming van justitie.

Ambitie 2020 : veiligheid en justitie.In 2020 is justitie grondig hervormd. Het vertrouwen in de werking van het gerecht stijgt van 66 naar 85%.

Hoofdstuk VIII. Een nieuwe startvoor onze justitie.

Page 44: Federaal verkiezingsprogramma

��

Want alle lagen in de veiligheidspiramide moeten goed op elkaar afgestemd zijn: de preventiewerkers die criminaliteit voorkomen, de politiediensten die opsporen, de parketten die vervolgen, de rechtban-ken die straffen opleggen en verantwoordelijk zijn voor de strafuitvoering en tenslotte het gevangenis-personeel dat belast is met de bewaking en de reïntegratie van de gevangenen.

1) Preventie om onveiligheid en criminaliteit te voorkomen

LEEFBARE WIJKENWanneer lokale overheden de leefbaarheid van de wijken garanderen wordt veel criminaliteit voor-komen. Concreet gaat het om properheid, openbare verlichting, voorzien van speelterreinen,… Dat is trouwens een verantwoordelijkheid van iedereen die in de buurt woont. De overheid alleen kan de veiligheid en leefbaarheid niet garanderen. Dat vergt ook de dagelijkse inzet van de bewoners zelf.

De overheid kan wel extra maatregelen nemen die het gevoel van veiligheid verhogen, o.m. door het invoeren van cameratoezicht in straten of wijken die te kampen hebben met criminaliteit of overlast.

Indien een buurt of wijk lang geteisterd wordt door een hoge mate van overlast of criminaliteit, moet er een beleid van nultolerantie worden ingevoerd. Voor een bepaalde periode en in een bepaalde wijk. Het is een efficiënte en kordate manier om de leefbaarheid van een wijk snel terug te verhogen. Dat werd recent nog bewezen in de Kuregemwijk in Anderlecht. De eerste vier maanden van 2010 is de straatcriminaliteit er met 30,95% gedaald tegenover dezelfde periode in 2009.

HARMONISERING VAN EUROPESE WETGEVINGHarmonisering van de Europese wetgeving dringt zich op zodat de criminaliteitsfenomenen niet verschuiven maar ontmanteld worden: Europese harmonisatie inzake wapenbeurzen, bestraffing van illegaal wapenbezit en meer informatie-uitwisseling tussen EU-lidstaten.

MEER PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKINGEen veilige samenleving is een gedeelde verantwoordelijkheid. Preventieve maatregelen moeten de mazen in het net sluiten en de kans op criminaliteit doen dalen. Burgers hebben daar een belangrijke rol in. Wie zijn zaak beveiligt, verkleint het risico. Het is aan de overheid om hen daarbij te helpen. Private bewakingsfirma’s kunnen een aantal politietaken overnemen: consortiumbewaking, de begeleiding van uitzonderlijk vervoer, toegangscontrole op evenementen, het transport van gedetineerde tussen de gevangenis en de rechtbank, bewaken van parkings. Ook kunnen sectorinformatienetwerken voor juweliers, diamantairs, apothekers, … gestimuleerd worden.

INBRAAKPREVENTIEFiscale aftrekmogelijkheden voor beveiligingsinvesteringen door particulieren moeten behouden blij-ven, zoals alarminstallaties, beveiligd glas, speciale sloten en camerabewaking.

2) Speciale aandacht voor jeugdcriminallteit

ADMINISTRATIEVE SANCTIES VANAF 14 JAARMogelijkheid tot het opleggen van administratieve sancties moet verder uitgebreid en aangemoedigd worden. Het zorgt voor een snelle en efficiënte ‘bestraffing’ van kleinere misdrijven die vaak voor veel overlast zorgen. De leeftijd waarbinnen deze boetes kunnen opgelegd worden zou verlaagd moeten worden van 16 naar 14 jaar.

EEN GROTERE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR OUDERSVoorkomen van criminaliteit is niet alleen de taak van de overheid, maar ook de ouders spelen een belangrijke rol. De ouderlijke verantwoordelijkheid moeten we daarom sterker in beeld brengen bij het remediëren van overlastgedrag van jongeren. Ouders zijn soms niet op de hoogte van het criminele gedrag van hun kinderen. Ouders hebben soms ook geen controle meer op hun opgroeiende kinderen.

Page 45: Federaal verkiezingsprogramma

��

Daar kan je ze bezwaarlijk voor sanctioneren. Maar van ouders kan en moet je zelf verwachten dat ze meewerken met de overheid om het gedrag van hun kinderen bij te sturen. De overheid moet in zulke context beroep kunnen doen op de ouders en van ouders kan je dan de volle medewerking ver-wachten. Doen ze dat niet, dan kunnen ze ook gesanctioneerd worden. Concreet wil Open Vld daarom het Mechelse NERO-project, dat de Belgische prijs voor preventie kreeg, uitbreiden naar andere steden en gemeenten.

JEUGDRECHTERS MOETEN MEER HUISARREST KUNNEN OPLEGGEN VOOR PROBLEEMJONGERENIn Antwerpen wordt met succes gebruikt gemaakt van ‘huisarrest’ voor probleemjongeren. Deze maatre-gel wordt veelvuldig opgelegd door de jeugdrechter. Dit houdt in de dat de jongere tijdens de schooluren op school moet zijn, en daarna thuis (of evt. op de sportclub). De politie controleert deze ‘whereabouts’ van de probleemjongere. Bij niet-naleving wordt de jongere wel terug voorgeleid voor de jeugdrechter en moet hij een zwaardere sanctie krijgen.

MEER PLAATSEN IN GESLOTEN JEUGDINSTELLINGENEr zijn te weinig plaatsen in de gesloten jeugdinstellingen. Jongeren die zwaardere feiten hebben gepleegd worden daardoor vaak vrijgelaten. Dat kan niet langer. Het versterkt het gevoel van straffe-loosheid bij de burger en maakt de jongere alleen maar populairder in de criminele milieus waarin hij vertoeft. Hij lijkt immers onaantastbaar. Daarom moeten de Gemeenschappen – die bevoegd zijn voor de gesloten jeugdinstellingen – dringend werk maken van een uitbreiding van de opvangcapaciteit.

EEN V.I.P.-BEHANDELING VOOR DRAAIDEURDELINqUENTENOpen Vld wil de zogenaamde “V.I.P.-behandeling voor draaideurdelinquenten” naar Rotterdams model ook uitbouwen in ons land. V.I.P. staat hier voor Very Irritating Police. Het gaat om een specifieke en intensieve aanpak van zogenaamde draaideurjongeren die vaak al tientallen zware feiten pleegden en voor wie de klassieke aanpak niet werkt.

Daarbij wordt in samenwerking met politie, justitie en verschillende hulpverleners (school, VDAB en zelfs de sportvereniging) een heel intensieve aanpak van de jongere delinquent uitgewerkt. De aanpak bevat zowel een wortel als een stok. Elke misstap die de betrokkene doet wordt onmiddellijk gesanc-tioneerd. Hij wordt daarbij ook intensief gecontroleerd door de politie. De stok dus. Maar er is ook een wortel. De jongere krijgt ook kansen via onderwijs of arbeidsmarkt om terug definitief op het juiste pad te geraken. Dit veronderstelt wel een betere afstemming van de verschillende deontologische codes van de verschillende beroepsdisciplines en dus ook een wettelijk kader.

3) Opsporing en vervolging door goed uitgeruste politiediensten en parketten

MEER BLAUW OP STRAATDe politie moet nog meer dan vandaag aanwezig zijn in de straten en de wijken. Daartoe moeten de administratieve procedures verder vereenvoudigen zodat politieagenten meer met het eigenlijke politie-werk kunnen bezig zijn. Door militairen bepaalde oneigenlijke politietaken te laten overnemen kunnen meer politieagenten ingezet worden. HERSTEL VAN HET MOREEL GEZAG VAN DE POLITIEGewelddaden op politiediensten moeten door justitie effectief bestraft worden.

MOGELIJKHEID TOT VERLENGING (GERECHTELIJKE) ARRESTATIEDUUR VAN 24 NAAR 48 UURVandaag is politie verplicht om mensen die ze aanhouden binnen de 24 uur bij onderzoeksrechter te brengen die onmiddellijk een beslissing moet nemen. Dat brengt voor politiemensen onmiddellijke tijdsdruk met zich mee, ze verliezen door de nacht ook altijd een aantal uren. Ook door veel procureurs en onderzoeksrechters wordt dit als hinderend ervaren om een goed onderzoek te voeren, met bijvoor-beeld hoorzittingen, huiszoekingen en inbeslagnames. Die zijn nochtans van groot belang om de waar-heid aan het licht te brengen en de belangen van derden te vrijwaren.

Page 46: Federaal verkiezingsprogramma

��

Men beschikt dus niet over voldoende elementen om een gefundeerde beslissing te nemen. Gemakke-lijkheidshalve gaat men dan al snel over tot een aanhoudingsbevel om deze onderzoeksdaden alsnog te kunnen uitvoeren. Dit betekent in de praktijk vaak dat de verdachte de volgende vijf dagen opgesloten blijft. Daarom is een verlenging van de arrestatieduur naar maximaal 48 uren aangewezen.

BETERE SAMENWERKING TUSSEN INSPECTIEDIENSTEN, DOUANE EN POLITIE Een betere samenwerking en meer gezamenlijke acties tussen de sociale, economische en fiscale inspec-tiediensten, de politie, het parket, de douane en de dienst vreemdelingenzaken is vereist. Dat moet ook zorgen voor een meer doelgerichte aanpak van de illegale economie.

DE ‘KAALPUKWET’ MEER TOEPASSENSinds 2003 is de nieuwe wet tot uitbreiding van de mogelijkheden tot inbeslagname en verbeurdverkla-ring in strafzaken, ook wel de kaalplukwet genoemd, van toepassing. Daardoor kan de criminaliteit op een buitgerichte aanpak worden bestreden. Het mag voor de crimineel niet meer lonend zijn misdrijven te plegen. De nieuwe wet is enkel van toepassing op misdrijven die vaak gepaard gaan met een finan- cieel groot voordeel zoals drughandel, BTW fraude, witwassen, wapenhandel, omkoping, mensenhandel, hormonenhandel etc. Open Vld wil dat de toepassing van de wet wordt uitgebreid. Bovendien kan de bewijsregeling nog strenger worden gemaakt, waarbij de bewijslast volledig wordt omgekeerd. Bovendien zou de bewijslast volledig rusten bij elke veroordeelde die zijn integraal vermogen dient te legitimeren.

4) Berechting en strafbepaling door snelwerkende rechtbanken

APARTE SNELRECHTKAMERS VOOR STRAATCRIMINALITEIT (‘FAST LANE’). UITSPRAAK BINNEN DE MAAND.Een snelle berechting voor eenvoudige zaken zorgt voor een grote rechtvaardigheidsgevoel bij de slachtoffers en de burgers. Daarom wil Open Vld de oprichting van speciale snelrechtkamers voor straatcriminaliteit binnen de correctionele rechtbanken. Deze worden exclusief bevoegd voor de berechting van eenvoudige zaken van straatcriminaliteit (zoals inbraken in auto’s, diefstallen, steaming, …) met duidelijke bewijzen van schuld (bekentenissen, camerabeelden, betrapping op heterdaad, …). Deze afzonderlijke snelrechtkamers moeten ertoe leiden dat deze zaken binnen de maand kunnen worden berecht.

HERSTELRECHT VOOR KLEINE CRIMINALITEITVandaag bestaat al de mogelijkheid tot bemiddeling in strafzaken. Dat moet meer worden toegepast, zeker voor de kleine criminaliteit. Hiervoor moet ook aan herstelrecht kunnen worden gedaan: de dader en slachtoffer worden met elkaar in contact gebracht en tussen beide wordt bemiddeld. De ouders spe-len hierbij een belangrijke rol, wat betreft minderjarige daders.

5) Straf krijgen = straf uitzitten

UITVOEREN VAN DE KORTE VRIJHEIDSSTRAFFEN Ingevolge het niet-uitvoeren van die korte vrijheidsstraffen zijn momenteel meer dan 2.000 veroordeel-den in wat men ‘strafonderbreking’ noemt. Dit wil zeggen dat de veroordeelde een ‘gevangenisbriefje’ thuis gestuurd krijgt door het parket, met het verzoek zich naar de gevangenis te begeven. De veroor-deelde gaat naar de gevangenis, maar wordt daar onmiddellijk, ofwel na één nacht, opnieuw ontslagen. Uit statistieken van de administratie justitie blijkt dat rechters steeds vaker langere vrijheidsstraffen opleggen omdat de korte straffen niet meer uitgevoerd worden. Dit leidt niet alleen tot een indruk van straffeloosheid, maar indirect ook tot een toename van de gevangenispopulatie. Een daadkrachtige strafuitvoering impliceert dan ook het uitvoeren van de korte vrijheidsstraffen.

STRENGERE WET LEJEUNEDe uitgevoerde straf moet meer beantwoorden aan de uitgesproken straf. Een te groot verschil tussen beide geeft immers een verkeerd signaal van straffeloosheid. Daarom moet voor bepaalde, zware mis-drijven de minimale strafuitvoering worden opgetrokken van 1/3 naar 2/3.

Page 47: Federaal verkiezingsprogramma

��

BOUW VAN MEER GEVANGENISSENOns land kampt met een structureel gebrek aan gevangeniscapaciteit. De gemiddelde dagpopulatie schommelt momenteel rond de 10.500 gedetineerden. Terwijl er maar plaats is voor 8.500 gedetineer-den. Er is dus een tekort van 2.000 plaatsen, wat in de gevangenissen tot gespannen toestanden leidt.

Open Vld pleit daarom voor een voortzetting van het Masterplan gevangenissen, dat voorziet in een restauratie van bestaande cellen, het bijbouwen van cellen op bestaande sites, het vervangen van verou-derde gevangenissen met té hoge renovatiekost en het bijbouwen van nieuwe instellingen voor geestes-gestoorde gedetineerden.

Hierdoor zullen er in de periode 2013-2017 ook nieuwe gevangenissen worden gebouwd in Antwerpen, Beveren, Gent, Dendermonde en Brussel. Samen goed voor meer dan 2.000 plaatsen.

Open Vld wil nagaan of deze nieuwe gevangenissen niet sneller kunnen worden gerealiseerd door gebruik te maken van de mogelijkheden tot publiek-private samenwerking (pps).

ELEKTRONISCH TOEZICHT MET ENKELBANDEN TIJDENS VOORLOPIGE HECHTENISDe aangroei van de gevangenispopulatie moet gestopt worden. Vandaag wacht 40% van de gedetineer-den in de gevangenis op zijn/haar proces. De introductie van elektronisch toezicht in voorlopige hechte-nis is dan ook urgent. Deze maatregel moet op korte termijn capaciteit vrijmaken.

STRAF UITZITTEN IN LAND VAN HERKOMSTEen aanzienlijk deel van de gevangenispopulatie heeft niet de Belgische nationaliteit, noch banden met ons land. Er moet onderhandeld worden met de belangrijkste landen van herkomst opdat zij hun straf uitzitten in dat land. Ook een regeling op EU-niveau is nodig, aangezien deze problematiek zich vooral voordoet tussen lidstaten onderling en buurlanden van de EU.

ALTERNATIEVE STRAFFEN MOGELIJK MAKENDe populariteit van de alternatieve straffen is sterk gestegen, en wordt ook steeds vaker opgelegd door de strafrechters. Het ontbreekt echter aan voldoende middelen om deze straffen uit te voeren. Zo moeten er meer overheidsinstellingen gestimuleerd worden om ‘taakplaatsen’ aan te bieden, die moeten uitgevoerd worden.

STRAFFEN VOOR GEDETINEERDEN DIE OP DE VLUCHT SLAANEen ontsnapping waarbij er geen misdrijf wordt gepleegd (dus zonder gijzeling/geweld) of waarbij geen schade wordt aangebracht, is momenteel niet strafbaar. Dit gebeurt nogal eens bij overbrenging van gedetineerden naar de rechtbank, of op momenten waarbij de aandacht van de cipiers verslapt. Een strafbaarstelling moet een ontradingseffect creëren.

MINIMALE DIENSTVERLENING BIJ CIPIERSTAKINGENDe regelmatige stakingen door het gevangenispersoneel zorgen voor een overbelasting van de politie-korpsen. Hierdoor is de basispolitiezorg naar de bevolking toe, niet meer gegarandeerd. Een minimale dienstverlening door cipiers is dan ook onontbeerlijk. Meerdere EU-lidstaten hebben al een minimale dienstverlening door cipiers geïntroduceerd. Ook de Raad van Europa vroeg België al om werk te maken van een minimale dienstverlening door cipiers.

Page 48: Federaal verkiezingsprogramma

��

2. Naar een moderne en snelle justitie1) Een transparante en verantwoordelijke rechterlijke machtOpen Vld wil een transparante rechterlijke macht die verantwoording aflegt over haar werking en waarbij haar leden kunnen worden geresponsabiliseerd en gesanctioneerd. Hiertoe moeten beheerscon-tracten kunnen afgesloten worden met de korpsoversten. Die krijgen dan ook de volledige verantwoor-delijkheid voor het beheer van hun ressort. Tegelijkertijd engageren zij zich tot het behalen van concrete doelstellingen inzake efficiëntie van beheer en snelheid van afhandeling van dossiers, rekening houdend met de via objectieve werklastmeting ter beschikking gestelde personele en materiële middelen.

2) Een hertekening van het gerechtelijk landschap

De bestaande negentiende eeuwse structuur van 27 gerechtelijke arrondissementen moet aangepast worden aan de rechtsvoering van vandaag. De schaal van de gerechtelijke arrondissementen moet voldoende groot zijn om mobiliteit, specialisatie en schaalvoordelen te realiseren en versnippering van middelen tegen te gaan. De resultaten van de verschillende werklastmetingen zijn noodzakelijke infor-matie om een beter inzicht te krijgen in de werking van de verschillende hoven en rechtbanken.

Er moet ook een betere inzetbaarheid van magistraten komen. De tussenschotten tussen de recht-bank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank moeten zoveel mogelijk weggewerkt worden, waarbij de onderlinge mobiliteit van magistraten van doorslaggevend belang is. Ook de vrede- en politierechters moeten in een grotere mobiliteit voorzien.

3) Een justitie met moderne managementtechnieken

De rechterlijke macht moet zelf kunnen beschikken over de budgetten voor personeel, informatica, in-frastructuur en gerechtskosten. Dit moet gekoppeld worden aan een responsabilisering van de hoven en rechtbanken, waarbij zij verantwoording afleggen voor de manier waarop zij die budgetten aanwenden. Daarnaast moet erover gewaakt worden dat de nieuwe Gemeenschappelijke Beheersdienst niet uitgroeit tot een grote, logge en dure structuur. De laatste jaren laat de FOD Justitie immers een voortdurende stijging van de personeelseffectieven optekenen, wat ingaat tegen de ambitie om naar een slankere over-heid te evolueren.

4) Een hervorming van het tuchtrecht

Bij functioneringsproblemen van magistraten, moet snel en efficiënt ingrijpen mogelijk zijn. Daarom is een grondige hervorming van het tuchtrecht noodzakelijk die komaf maakt met de “ons-kent-ons”-sfeer, zoals recent bij het Fortis-arrest bleek. Externen moeten betrokken worden bij de tuchtprocedure in de magistratuur en zetelen in het tuchtorgaan, zoals dat nu al het geval is in de Hoge Raad voor Justitie en de Nationale Tuchtraad.

5) Snellere rechtsbedeling

Volgende hervormingen moeten bijdragen tot een snellere rechtsbedeling:

Een elektronisch dossier, consulteerbaar via internet. De afgelopen jaren heeft de informati-sering bij justitie zich beperkt tot een modernisering van de bestaande software-programma’s. Bij die modernisering moet men meer aandacht hebben voor de feedback van magistraten en andere mensen op het terrein. De introductie van het elektronisch dossier en het indienen van stukken via internet zijn cruciaal om te komen tot snellere en efficiëntere werkprocessen.

Page 49: Federaal verkiezingsprogramma

��

Slankere en eenvoudigere regelgeving. Steeds vaker loopt men verloren in een labyrint van gedetailleerde regeltjes die het verloop van de procedure vertragen of aanleiding kunnen geven tot procedurefouten. Ook rechters en advocaten verliezen zich in dat onoverzichtelijk samenraapsel van verdragen, wetten en besluiten. Om terug tot een overzichtelijk geheel te komen, is in een aan-tal domeinen een codificatie nodig. Zo is bijvoorbeeld dringend nood aan een eigentijds Wetboek van Strafvordering met eenvoudige en duidelijke procedure- en bewijsregels, één vooronderzoek onder leiding van één openbaar ministerie en één rechter van het onderzoek die de grondrechten bewaakt.

Begrijpbare rechtstaal. Vonnissen zijn nog al te vaak onleesbaar voor de rechtszoekende. Dit vergroot de kloof tussen de burger en justitie. We moeten af van de archaïsche overwegende stijl waarin veel vonnissen zijn opgesteld. De formulering moet sterker aanleunen bij de dagelijkse spreektaal.

Herwaardering eerstelijnsrechtspraak. De gerechtelijke achterstand doet zich vooral voor op het niveau van het hoger beroep. De klassieke remedie bestond er steevast in meer rechters aan te werven, eerder dan de instroom te beheersen zoals in onze buurlanden. Dit kan bvb. door het aan-tal alleenzetelende rechters in hoger beroep in een aantal materies uit te breiden; de bedragen van de aanleggrenzen te actualiseren; en de mogelijkheid tot hoger beroep te beperken tot het eindvon-nis zoals dat vandaag in Nederland al het geval is.

Oprichting familierechtbank. Rechtszaken die betrekking hebben op echtscheidingen of proble-matische gezinssituaties, zitten vandaag verspreid over verschillende rechtbanken. Een centralise-ring van deze geschillen bij de familierechtbank, laat een efficiëntere rechtsbedeling en specialisatie toe.

Oprichting van een gerechtelijk inningskantoor. De invordering van de verkeersboetes, pe-nale boetes en verbeurdverklaringen laat momenteel te wensen over. In 2008 werden zes op de tien penale boetes niet geïnd. De oprichting van een gerechtelijk inningskantoor moet ervoor zorgen dat justitie zelf instaat voor een betere invordering van deze gelden, die sterk nodig zijn voor het financieren van de hervorming van justitie.

Bemiddeling. Er bestaat sinds een aantal jaar een wetgevend kader voor bemiddeling, maar er wordt nog altijd veel te weinig beroep op gedaan. Toch zou dit een enorme ontlasting voor de rechtbanken kunnen betekenen. De rechtszoekende is zich vaak niet bewust van de mogelijkheid om beroep te doen op een bemiddelaar. Ook bepaalde economische sectoren (bvb. de bouwsector) moeten aangemoedigd worden om alternatieve geschillenbeslechting te organiseren.

Betalingsbevel. Er moet net als in andere EU-lidstaten een snelrechtprocedure komen voor onbe-twiste schuldvorderingen. Zo kunnen bedrijven sneller hun achterstallige facturen invorderen en worden faillissementen en jobverlies vermeden.

Hervorming erfrecht. Het erfrecht moet dringend gemoderniseerd worden. Er moet meer aan-dacht zijn voor de situatie van de nieuw samengestelde gezinnen in het erfrecht. Zo moeten ouders de mogelijkheid krijgen om stiefkinderen te laten erven als eigen kinderen, net als in Nederland. Ook de opvolging in familiebedrijven moet gemakkelijker worden door te evolueren naar een erf-recht in waarde, net als in Frankrijk.

Page 50: Federaal verkiezingsprogramma

�0

�. BrandweerOpen Vld pleit voor een verdere uitvoering van de brandweerhervorming: een meer efficiënte brand-weerzorg met een hogere kwaliteit. Deze hervorming zal de interventietijden voor elke burger verkorten en zorgt voor een schaalvergroting, een modern statuut voor alle brandweerlieden en een modernise-ring van de brandweeropleiding.

Voorts wil Open Vld een systeem van onafhankelijke onderzoekscommissies naar de oorzaken van rampen en grote ongevallen. Deze commissies brengen de leerpunten in kaart en doen aanbevelingen voor de verbetering van de veiligheid aan verantwoordelijke partijen zoals overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. In Nederland en Engeland bestaat al iets soortgelijk.

�. VerkeersveiligheidIn 2008 gebeurden er 48.827 verkeersongevallen met doden en gewonden. Dat is een daling met 2% ten opzichte van 2007. Ook het aantal verkeersslachtoffers daalde (tot 65.381). Het aantal zwaargewonden daalde in 2008 met 3,1 % (van 6.997 tot 6.782). Het aantal licht gewonden daalde met 2 % (van 58.847 tot 57.654). Het aantal doden daalde met 11,9 % (van 1.071 tot 944).

De meeste doden vallen bij autobestuurders (479), gevolgd door motorfietsers (108), voetgangers (99) en fietsers (86). Verhoudingsgewijs vallen de meeste doden in het verkeer in de leeftijdscategorie 18-34 jaar (361 of 38 % van het totaal).

Tijdens de tweede Staten-Generaal voor Verkeersveiligheid op 12 maart 2007 heeft Open Vld zich geëngageerd om het aantal verkeersdoden verder terug te brengen tot maximum 500 tegen 2015 en om de actiepunten van de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid (beter meten, vereenvoudigen en verduidelijken van verkeersregels, beter verkeersveiligheidonderwijs, gedrag van weggebruikers en infrastructuur gericht aanpakken, recidivegedrag opsporen en bestraffen, iedereen betrekken en betere slachtofferhulp) onverkort uit te voeren. Open Vld onderschrijft integraal het charter van de tweede Staten-Generaal voor Verkeersveiligheid en zal zich inzetten om de aanbevelingen onver-kort uit te voeren.

Dat betekent dat het verkeersreglement moet vereenvoudigd worden om de verkeersregels beter leesbaar en begrijpbaar te maken voor de verschillende categorieën van weggebruikers. Verkeerscon-troles op overdreven snelheid, rijden onder invloed en gordeldracht moeten kwantitatief én kwalitatief hoogstaand zijn, d.w.z. gefocust op plaatsen en tijdstippen waar de veiligheidrisico’s het grootst zijn. Er is een meer geïntegreerde aanpak en samenwerking van politie en parket nodig zodat naast de pakkans ook de strafkans voldoende groot wordt voor wie een verkeersovertreding begaat. De bestrij-ding van recidive moet een prioritair aandachtspunt zijn op dit vlak.

Open Vld pleit er ook voor de oprichting van een beleidsondersteunend instituut voor ongevallen-analyse, samengesteld uit onafhankelijke onderzoekers die worden belast met objectief onderzoek naar de oorzaken en omstandigheden van verkeersongevallen. Een verregaande en bindende medewerking van de gerechtelijke diensten, de politie, de medische wereld en de verzekeringssector aan dit instituut is hierbij vereist.

Page 51: Federaal verkiezingsprogramma

�1

KERNPUNTEN:

Bedrijven aanmoedigen tot ecologische innovatie.

Groene fiscaliteit die aanzet tot milieuvriendelijk gedrag.

Energiemarkt vrijmaken.

Internetstructuur voor energie.

Koolstofarm energiesysteem.

Op mondiaal vlak is het garanderen van duurzame energie voor een wereld in beweging één van de grootste uitdagingen. Ons land moet zich op een intelligente manier inschrijven in de internationale inspanningen tegen de opwarming van het klimaat. We mogen dit niet enkel zien als een kost voor onze economie. Hoe dan ook moeten we inzien dat we niet ongelimiteerd schaarse fossiele brandstof-fen kunnen blijven opstoken. De hele wereld zal op termijn overschakelen naar minder vervuilende en meer duurzame energiebronnen. Laten we dit vooral bekijken als een opportuniteit waar onze economie creatief kan op inspelen

Ambitie 2020 : Hernieuwbare energie en energie-efficiëntieHet aandeel hernieuwbare energiebronnen in de energieconsumptie moet stijgen van 3,5% naar 13% in 2020. De energie-efficiëntie moet met 20% stijgen tegen 2020, zowel in de industrie als bij de gezinnen. Ons energiesysteem is dan ook koolstofarm.

Hoofdstuk IX. Een nieuwe startvoor een leefbare planeet.

Page 52: Federaal verkiezingsprogramma

�2

Open Vld wil de Kyoto-doelstellingen inzake de reductie van CO2-uitstoot waartoe ons land zich ver-bonden heeft (-7,5% tov. 1990 in 2012) onverkort halen en dit niet via symbolische ingrepen maar door duurzame maatregelen ten gronde. Daarom wil Open Vld veranderingen in diverse aspecten van het menselijk handelen: onze woon-, consumptie- en verplaatsingsgewoonten, de productiewijzen van onze bedrijven en de wijze van elektriciteitsopwekking. Open Vld wil ook in de toekomst de lat hoog leggen: een vermindering van de EU-uitstoot met 30% tegen 2020 en 80% tegen 2050 moet onze ambitie zijn.

Voor Open Vld moet dit niet te koste gaan van onze welvaart en economie. Milieu en ondernemen zijn geen tegenstanders maar bondgenoten. Beiden kunnen perfect op elkaar inspelen en elkaar versterken mits voluit gekozen wordt voor ecologische innovatie. Door het ontwikkelen van nieuwe technologieën creëren we immers een win-win situatie: vooreerst kunnen we zelf onze CO2-uitstoot verminderen en vervolgens kunnen onze ondernemingen deze nieuwe technologieën rendabiliseren.

Open Vld pleit daarenboven voluit voor een groene fiscaliteit. Open Vld wil een verschuiving van de belastingen die vandaag wegen op arbeid, naar heffingen op vervuiling en uitstoot van broeikasgassen. Doel moet zijn dat we mensen ertoe aanzetten zuinig om te springen met energie en investeringen doen om hun woning of hun wagen milieuvriendelijker te maken.

Naast de klimaatproblematiek en de internationale dimensie staat het energiebeleid in ons land de komende jaren voor belangrijke uitdagingen. De meest frappante vaststelling anno 2010 is dat de Bel-gische energiemarkt nog altijd niet volledig is geliberaliseerd. Hierdoor heeft het adagium ‘een vrijge-maakte markt leidt tot lagere prijzen’ nog altijd niet gewerkt. Nochtans zijn lage energieprijzen cruciaal voor het concurrentievermogen van onze ondernemingen. Electrabel blijft een te dominante speler. Deze dominante producent profiteert bovendien van een historisch opgebouwd voordeel, gefinancierd door de verbruiker.

Eerst en vooral moeten we af van de dominante positie van deze dominante speler. Open Vld kiest resoluut voor een concurrentiële markt, en die kan er alleen in bestaan dat geen enkele marktspeler meer dan 45% in handen heeft van de totale markt en binnen die markt mag er ook geen enkele actor meer dan 50% van het nucleaire park in handen hebben. Een concurrentiële markt heeft verder belang bij een sterke regulator die toeziet op een correcte prijszetting.

Een tweede belangrijke uitdaging voor het Belgisch energiebeleid betreft de samenstelling van de ide-ale energiemix. Een ideale energiemix is deze die ervoor zorgt dat de bevoorradingszekerheid wordt gegarandeerd en ervoor zorgt dat de energieproductie in hoge mate CO2-vrij is. In dergelijke energie-mix hebben zowel groene energie als kernenergie hun plaats. Open Vld wil dus in de eerste plaats de energieproductie gebaseerd op fossiele brandstoffen terugdringen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen aanmoedigen. Tegen 2020 moet voor Open Vld minstens 13% van onze (geconsu-meerde) energie uit hernieuwbare energie bestaan. Daarmee schakelt ons land zich in in de Europese doelstellingen. In de mate dat ook in de toekomst gekozen wordt voor kernenergie, moet er een oplos-sing zijn voor het kernafval. Door te investeren in kernreactoren van de vierde generatie maken we kernenergie die minder gevaarlijk afval produceert mogelijk. Projecten zoals Myrrha in Mol moeten dus verder worden gesteund.

Groene stroom moet verder worden ondersteund, maar de bestaande financieringsmechanismen moe-ten herbekeken worden om te vermijden dat ze ervoor zorgen dat de elektriciteitsfactuur ontspoort. Het is namelijk onaanvaardbaar dat stimuleringsmechanismen om propere stroom te promoten, zoals de groenestroomcertificaten, misbruikt kunnen worden door (over)subsidiëring, waarvoor de gewone klant moet opdraaien.

Het bevorderen van groene energie moet in de toekomst op een andere manier gebeuren. In de eerste plaats door te investeren in decentrale en slimme netwerken. Daarvoor dient onze huidige centra-listisch georganiseerde energie-infrastructuur te evolueren naar een soort “internetstructuur” waarbij een veelheid en diversiteit van producenten via een slim netwerk verbonden worden. Deze talloze ener-gieproducenten produceren zelf hun stroom en wisselen overschotten en tekorten uit.

Page 53: Federaal verkiezingsprogramma

��

Open Vld wil de vergroening van de energie ruimer zien dan alleen hernieuwbare energie. Tegen 2020 moet ons energiesysteem koolstofarm zijn. Dit betekent dat naast de doelstelling hernieuwbare energie, de meest vervuilende centrales dienen vervangen te worden door koolstofarme energiebron-nen. De huidige elektriciteitscentrales moeten evolueren naar moderne en performante centrales waar-bij oliegerelateerde brandstoffen uit den boze zijn. Ook de materialen voor alle energiebronnen dienen koolstofarm geproduceerd te worden.

Daarnaast moet volop geïnvesteerd worden in technologische vernieuwing (vb. de batterij-technologie van elektrische wagens, genetisch aangepaste biobrandstoffen en biomassa, enz). Het vergunningen-beleid moet ook drastisch vereenvoudigd worden, zodat decentrale en milieuvriendelijke vormen van energieproductie versneld kunnen worden gerealiseerd. Open Vld wil, tenslotte, ook sterk inzetten op de elektrische auto.

Page 54: Federaal verkiezingsprogramma

��

KERNPUNTEN:

Uitkeringen zoals laagste pensioenen en leefloon boven armoedegrens trekken.

Gelijk loon voor gelijk werk.

Parlement is vrij in ethische kwesties.

Strengere regels voor gezinshereniging en nationaliteitsverwerving.

Impacttoets in ontwikkelingssamenwerking.

Open Vld kiest voluit voor een samenleving waarin iedereen kansen krijgt om zichzelf waar te maken, waarin inspanningen worden beloond en waarin mensen hun verantwoordelijkheden kunnen en moe-ten nemen. Een samenleving waarin de overheid alle ruimte moet laten, en creëren, voor individuele vrijheid, creativiteit en ondernemerschap. Dat betekent dat we het spontane initiatief niet mogen verstikken door duizend en één regels, en dat de belastingdruk niet van die aard mag zijn dat iedereen die wenst te ondernemen bij voorbaat gedemotiveerd wordt.

Maar we kiezen ook voor een samenleving die zorg draagt voor degenen die in moeilijkheden komen. We kiezen voor een samenleving die niemand achterlaat. We staan voor een emancipatorisch libera-lisme dat mensen kansen en herkansingen geeft, en dat finaal zorgt dat iedereen op een menswaardige manier kan participeren.

Ambitie 2020 : een open samenleving.In 2020 moet het loonverschil tussen mannen en vrouwen weggewerkt zijn, moet homoadoptie niet langer een taboe zijn en moeten abortus en eutha-nasie in heel het land effectief mogelijk mag zijn. Racisme heeft dan plaats gemaakt voor verdraagzaamheid.

Hoofdstuk X. Een nieuwe startvoor onze samenleving.

Page 55: Federaal verkiezingsprogramma

��

Liberalen hebben steeds mee aan de wieg gestaan in de strijd voor mensenrechten en persoonlijke vrijheid. We mogen ook best trots zijn op het resultaat. Maar het werk is nooit af. De liberale wetge-ving met betrekking tot gelijkheid en non-discriminatie, of inzake euthanasie en abortus, blijft in het dagelijkse leven nog te vaak dode letter. De gelijkheid tussen vrouw en man is nog te vaak een utopie. Holebi’s zijn op papier gelijk, maar er is vaak sprake van een schijntolerantie.

Open Vld wil werken aan een samenleving waarin alle mensen kunnen samenleven in diversiteit, onge-acht hun achtergrond, op grond van gelijkwaardigheid en op basis van een actief, gedeeld burgerschap. We streven naar een open samenleving waarin iedereen meetelt. We verdedigen de vrijheid om anders te zijn en willen elke mens maximaal kansen geven om zijn geluk na te streven. Maar we zijn er ons tevens van bewust dat een leefbare samenleving ook een voldoende sociale samenhang moet hebben en dus gebaseerd moet zijn op een gemeenschappelijke sokkel van gedeelde waarden en normen. We willen niet kiezen voor een samenleving waarin verschillende gemeenschappen gescheiden en gesegregeerd naast elkaar leven.

Zo’n samenleving is enkel mogelijk wanneer iedereen respect heeft voor de diversiteit, de regels van de democratische rechtsstaat, de gelijkwaardigheid van alle mensen, de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting, het recht op zelfbeschikking, sociale zekerheid voor iedereen.

1. Strijd tegen armoedeEen job is de beste garantie tegen armoede. Daarom zetten we sterk in op de activering van mensen. Een job betekent immers dat mensen het heft in eigen hand nemen en niet langer afhangen van een uitkering.

Toch kunnen we niet alle mensen inschakelen in de reguliere arbeidsmarkt. Een sociale economie blijft belangrijk. Maar voor hen die niet aan het werk geraken, is het belangrijk dat ze steeds kunnen reke-nen op een sociale zekerheid die hen uit de armoede houdt. Daarom wil Open Vld dat de middelen uit de zogenaamde Welvaartsenveloppe – die gebruikt wordt om sociale uitkeringen bovenop de index welvaartsvast te maken – prioriteir gebruikt worden om de laagste pensioenen en de Inkomens-garantie voor Ouderen (IGO) op te trekken. Ook de invalidteitsuitkeringen en leeflonen moeten hiermee worden opgetrokken.

2. Tegen discriminatieMet de liberalen in de regering werd zowel op federaal als op Vlaams vlak eindelijk een volwaardige anti-discriminatiewetgeving aangenomen. We hebben nu een wetgeving die discriminatie op grond van afkomst, ras of geloof verbiedt. We hebben de parketten en de rechtbanken om discriminatie te vervol-gen en te bestraffen. Toch is het overduidelijk dat mensen met een andere huidskleur of een vreemde afkomst nog heel vaak stuiten op xenofobie en soms op brutaal racisme. De discriminatie van mensen met een andere huidskleur of een vreemde afkomst blijft een veel voorkomend feit op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt en in het uitgangsleven.

Open Vld wil dat de overheid alle gepaste middelen inzet om discriminatie te voorkomen en uiteindelijk te bestraffen. Dit impliceert onder meer dat we inspanningen leveren met betrekking tot sensibilisering, zowel in het onderwijs als in de inburgeringscursussen. Het betekent ook dat de overheid de situatie op de arbeidsmarkt, op de huisvestingsmarkt en op andere maatschappelijke domeinen monitort, en optreedt daar waar nodig. Private werkgevers blijven vrij in de keuze van hun werknemers. Maar zij heb-ben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De sociale partners moeten aangezet worden om intensief te werken aan meer diversiteit in de ondernemingen.

Page 56: Federaal verkiezingsprogramma

��

�. Man en vrouw gelijkHet feit dat mannen en vrouwen gelijk zijn voor de wet, neemt niet weg dat veel vrouwen nog da-gelijks geconfronteerd worden met een onrechtvaardige ongelijkheid. Er is de realiteit van het glazen plafond en de loonkloof, en de ondervertegenwoordiging van vrouwen in topfuncties in de publieke en private arbeidsmarkt. Er is de bittere realiteit dat een verbijsterend groot aantal vrouwen, ongeveer één op tien, nog steeds het slachtoffer wordt van huiselijk geweld. Er is de pijnlijke vaststelling dat de grotere vrijheid in de keuze van partner en de verruimde mogelijkheid om uit een defect huwelijk te stappen, veel vrouwen in de armoede brengen. Er is de vaststelling dat vrouwen toch nog veel meer dan mannen blijven instaan voor zorg van kinderen en ouderen, voor de dagelijkse taken in het gezin. Zij laten daardoor te vaak een interessante loopbaan links liggen, laten hun talent te vaak onbenut.

Ons onderwijs moet meer inspanningen leveren om de clichés en stereotypen over mannen en vrou-wen aan te klagen en het rollenpatroon te doorbreken. Genderbewustzijn moet een aandachtspunt wor-den vanaf de lagere school. De overheidsinspanning om te voorzien in voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang dient voortgezet en uitgebreid te worden.

Wie deeltijds gaat werken moet duidelijk geïnformeerd worden over de gevolgen dat dit heeft op de pensioenopbouw. Voor nieuwe huwelijken dient een automatische pensioensplit ingevoerd te worden, wanneer een van beide echtgenoten deeltijds gaat werken. Echtgenoten kunnen hiervan enkel afwijken in het huwelijkscontract. In bestaande huwelijken en wettelijke samenwoningscontracten moeten de echtgenoten de mogelijkheid krijgen om de toepassing van de pensioensplit te vragen.

Gelijk loon voor gelijk werk. De overheid moet dit verder monitoren en met de sociale partners de gepaste maatregelen nemen.

Mannen maken nog niet volop gebruik van hun mogelijkheden op vaderschapsverlof. Daarom moeten we het mogelijk maken om ouderschapsverlof zo flexibel mogelijk op te nemen. Zo blijft de loonderving beperkt en zullen mannen, die tegenwoordig meer en meer ouderschapsverlof opnemen, geneigd zijn om enkele uren per week minder te werken in het kader van de combinatie arbeid en gezin.

Het beleid dient tenslotte bijzondere aandacht te hebben voor de soms erbarmelijke positie van heel wat allochtone vrouwen en meisjes, die in grote mate vastzitten in patriarchale culturele en religieuze gebruiken. Meisjes en vrouwen die zich verplicht moeten sluieren, die niet verder mogen studeren, die soms zelfs gedwongen worden om te huwen met een man die ze niet zelf gekozen hebben, die mishan-deld of verstoten worden.

�. Het recht om anders te zijn. Minder oordelen, meer graag zien.Wat betreft het wettelijk kader ten aanzien van holebi’s is ons land stilaan een modelstaat geworden. Wat dat betreft heeft de Belgische en Vlaamse samenleving ook het bewijs geleverd dat we een progres-sief en open land zijn. We hebben in de voorbije decennia niet alleen op wetgevend vlak, maar ook in mentaliteit grote stappen vooruitgezet. Toch gebied de eerlijkheid ons te zeggen dat er van een feitelijke gelijkheid nog geen sprake is. De vooruitgang op juridisch en wettelijk vlak neemt de homofobie onder een deel van de bevolking niet weg. Onderzoek wijst uit dat - ook bij jongeren - de aanvaarding van holebi’s nog steeds moeilijk ligt. In de scholen wordt zelfs vastgesteld dat haat en geweld tegen holebi’s de jongste jaren toenemen. Onder meer de rampzalige zelfmoordstatistieken bij heel jonge holebi’s zijn er een dramatisch bewijs van dat we als samenleving nog vaak te kort schieten.

De adoptiewetgeving mag dan al opengesteld zijn, het blijft vooral voor mannen vaak veel moeilijker om een kind te adopteren dan voor een heterokoppel. Homoseksualiteit in de sport is zowat het laatste

Page 57: Federaal verkiezingsprogramma

��

taboe. Het aantal openlijk homoseksuele topsporters is op één hand te tellen. Idem dito bij allochto-nen, vooral die met islamitische roots. Ook onze Vlaamse jongeren hebben een negatieve houding ten aanzien van homoseksuelen. Hoeft het dan te verbazen dat jonge lesbische meisjes een veel grotere kans op suïcidaal gedrag vertonen dan hun heteroseksuele seksegenoten? Ook bepaalde doelgroepen binnen de doelgroep, zoals ouderen, worden geconfronteerd met problemen. En op de werkvloer is outing nog steeds geen evidentie. Het antwoord? Maatregelen nemen die de maatschappelijke gelijkschakeling en aanvaarding van holebi’s nóg dichterbij brengen en blijven werken aan sensibilisering.

�. Mensen met een handicapOpen Vld wil bijzondere aandacht voor mensen met een handicap en hun kansen op de arbeidsmarkt. Gezonde mensen die tijdens hun loopbaan een blijvende handicap oplopen door een ar-beidsongeval worden vandaag geconfronteerd met een ‘alles-of-niets’ verhaal. Zij moeten mogelijkheden tot herintreding krijgen en toegeleid worden naar een aangepaste job. Voor niet-toeleidbare werkne-mers, moet een alternatief worden gezocht, bijvoorbeeld in het kader van de sociale economie.

�. Betaalbare en kwaliteitsvolle gezondheidszorgenOns land kent een uitstekende gezondheidszorg. Ze is kwalitatief hoogstaand en ook betaalbaar voor iedereen. Dat moet zo blijven. Gelet op de budgettaire situatie van ons land, zal er echter ook binnen de gezondheidszorgen moeten gezocht worden naar efficiëntiewinsten, zonder dat de patiënt daarvan de dupe wordt. Dat is zeker mogelijk. De grote baas van de Christelijke Mutualiteiten, Marc Justaert, liet in een interview eind vorig jaar weten dat een beperking van de groeinorm kan zonder de patiënt te raken.

We responsabiliseren alle actoren wat betreft de aanwending van middelen in de gezondheidszorg. Daarbij streven we naar de beste behandeling voor elke patiënt gelet op de stand van de wetenschappen, maar rekening houdend met de meerwaarde van elke behandeling voor de patiënt. Door een tweejaar-lijkse doorlichting van pathologieën op efficiënt gebruik van middelen met rapportering aan het parle-ment kan de efficiënte aanwending van middelen permanent worden bijgestuurd.

Voor chronisch zieken tekenen we een zorgtraject uit met daarin opgenomen de gezondheidspresta-ties die gelet op de ziekten en hun verwikkelingen te verwachten zijn. De vaststelling van de aandoening volstaat voor het bekomen van de terugbetalingen van alle prestaties die binnen dat zorgtraject beschre-ven zijn. Dit gaat gepaard met de introductie van Disease Management waardoor chronische zieken vanuit de verschillende gezondheidsberoepen in een multidisciplinair kader gecoacht worden. Op die manier verminderen we het aantal hospitalisaties en realiseren we via tele-medicine een permanente opvolging van de gezondheidstoestand.

Tenslotte pleit Open Vld voor de ontwikkeling van een “vernieuwingsfonds”, waarmee we gedurende twee jaar nieuwe geneesmiddelen, onderzoeks- en behandelingsmethodieken financieren en evalueren op hun meerwaarde vooraleer we ze integreren in de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dit laat toe de terugbetalingsmodaliteiten beter af te lijnen en voor elk nieuw geneesmiddel, onderzoeks- en behandelingsmethotiek de financiële betaalbaarheid voor de ziekteverzekering en de meerwaarde voor de levenskwaliteit van de patiënt te beoordelen.

�. Ethische vrijheidEthische kwesties raken het wezen van een liberale partij. Ze gaan over vrijheid en vrije keuzes. In ons land werd de ethiek gedurende lange tijd gedicteerd door de leer van de rooms-katholieke kerk. Het is pas in de laatste twee decennia dat de wetgever, opnieuw onder impuls van liberalen en sociaal-demo-craten, zich in ethische zaken volledig van dit katholieke dictaat kon losmaken. Het is veelbetekenend

Page 58: Federaal verkiezingsprogramma

��

dat voor de bekrachtiging van de abortuswet zelfs een Koning even opzij gezet moest worden. In het Belgische parlement werd op basis van een diepmenselijk debat een humanistische wetgeving geschre-ven met betrekking tot abortus en euthanasie; met betrekking tot het vrije medisch onderzoek en de ethische grenzen daarvan. Het is de voltooiing van een wetgeving die het zelfbeschikkingsrecht van mensen erkent en hun vermogen om voor zichzelf ethische keuzes te maken in pijnlijke omstandighe-den van leven en dood. Ook het nieuwe huwelijks- en echtscheidingsrecht dat in de meest recente jaren tot stand kwam is een uitdrukking van de ontvoogding van vrije mensen van een dominante religieuze levensbeschouwing.

Op ethisch vlak moeten we vaststellen dat recht op waardig sterven niet altijd en overal op een menselijke manier toegankelijk is. Mensen die ondraaglijk lijden en om euthanasie vragen worden vaak geconfronteerd met instellingen die hen op grond van een religieuze motivatie niet willen helpen, en hun artsen ook feitelijk verbieden om op te treden. Vrouwen die een eind wensen te maken aan een ongewenste zwangerschap worden vaak om dezelfde reden in de steek gelaten en moeten zich wenden tot ziekenhuizen in een andere stad.

Artsen kunnen op basis van hun persoonlijk geweten beslissen geen abortus of euthanasie op hun patiënten uit te voeren. Het gaat om een vrije individuele keuze die niet door hun eventuele werkgever kan opgelegd worden. In elk geval hebben de betrokken artsen en de instelling waarvoor zij werken de verplichting om actief bij te dragen aan de doorverwijzing van hun patiënten naar een arts of een instelling die wel de ingreep kan uitvoeren. De overheid moet hierop toezien en periodiek evalueren. Indien nodig dient de overheid in te staan voor onafhankelijke vertrouwenspersonen die patiënten kunnen bijstaan bij doorverwijzing.

In de nabije toekomst staan opnieuw een aantal gevoelige ethische kwesties op de politieke agenda. Dat is zeker het geval met betrekking tot een eventuele aanpassing van de euthanasiewetgeving, zodat dit recht onder voorwaarden ook kan geopend worden voor minderjarigen of dementerenden.

Het parlement moet de volledige vrijheid behouden om wetgevende initiatieven te nemen in ethische kwesties. Open Vld zal nooit afspraken binnen de meerheid aanvaarden die die vrijheid aan banden legt.

Open Vld pleit voor een verdere uitbouw van de mogelijkheden van palliatieve zorg. Maar we besef-fen dat, ondanks dergelijke zorg, sommigen zich in een uitzichtloze toestand bevinden en ondraaglijke fysische of psychische pijn lijden. Voor die gevallen, en onder strikte medische controle, laat de wet euthanasie toe. Een lacune in de huidige wetgeving wordt gevormd door een artificiële ondergrens op de leeftijd. Enkel wie meerderjarig (of ontvoogd) is, kan om euthanasie vragen. Op ondraaglijk lijden staat nochtans geen leeftijd. Daarom moet de wetgeving aangepast worden.

�. Een moderne kijk op migratieGlobalisering en migratie wordt door sommige partijen gebruikt om mensen schrik aan te jagen. Open Vld kijkt in de eerste plaats naar de opportuniteiten. De instroom van goed opgeleide en geïntegreerde werkkrachten zullen we nodig hebben in onze vergrijzende samenleving. Maar migratie moet zoals elders in Europa fatsoenlijk georganiseerd worden, in het belang van de burgers van dit land en van de migranten zelf. De overheid moet migranten die op een reguliere manier het land binnengeraken helpen bij hun vestiging en integratie, en bij die van hun kinderen. Empowerment van de nieuwkomers is daarbij te verkiezen boven paternalistische betutteling.

Economische migratie moet geleidelijk het voornaamste kanaal van migratie worden. Via wetgeving wordt economische migratie mogelijk gemaakt, in eerste instantie voor alle migranten die bereid zijn een knelpuntenberoep op te nemen. Het afleveren van verblijfsdocumenten voor buitenlandse zakenlui en investeerders wordt verder vergemakkelijkt.

Page 59: Federaal verkiezingsprogramma

��

Open Vld blijft zich verzetten tegen een collectieve of automatische regularisatie van uitgepro-cedeerde asielzoekers of andere illegalen. Elke aanvraag moet afzonderlijk onderzocht worden. Om voor regularisatie op basis van integratie in aanmerking te komen zijn de kennis van taal en het hebben van een job doorslaggevend. Tegen 2014 wordt het systeem van regularisatie afgebouwd tot de uitzonde-ringsprocedure die het oorspronkelijk was.

Het asielrecht moet onverkort gehandhaafd blijven. Asielzoekers hebben wel enkel recht op materiële steun. Hervestiging kan worden uitgebouwd, maar voor gezinshereniging, studenten en naturali-satie zijn hogere drempels nodig. Gezinshereniging kan enkel gebeuren indien de migrant minstens het minimumloon als inkomen heeft en het inreizende gezinslid een verplicht inburgeringstraject heeft afgelegd. Toegang tot de sociale zekerheid, het OCMW of sociale huisvesting kan, net als voor EU-bur-gers vandaag, in principe pas na vijf jaar, met uitzondering van noodgevallen. De verwerving van de Belgische nationaliteit moet worden gekoppeld aan een inburgeringsverplichting. In Vlaanderen kan verwezen worden naar de bestaande inburgeringsverplichting voor nieuwkomers. In elk geval dient degene die de nationaliteit wenst te bekomen zich in te spannen om de taal te leren en kennis te krijgen van de spelregels van de democratische rechtsstaat, en zich te oriënteren op de arbeidsmarkt.

Er wordt werk gemaakt van een effectief terugkeerbeleid. Daardoor wordt er ook een oplossing ge-boden aan het tekort aan opvangplaatsen in de asielcentra. In de open centra wordt er een individuele coach aangesteld die vanaf het begin van de asielaanvraag de asielzoeker op zijn eventuele terugkeer voorbereid. Het coaching systeem blijft ook lopen in terugkeerwoningen (gesloten centra). De opvang en verwijdering van illegalen met kinderen via aparte gezinswoningen wordt verder uitgebouwd.

Misbruiken inzake migratie moeten veel forser worden aangepakt. Mensenhandel, huisjesmelkerij en uitbuiting van illegale arbeidskrachten moeten een prioriteit zijn van gerecht, politie en sociale inspec-tie. Fraude bij het verkrijgen van een wettelijk verblijfstatuut maakt de procedure meteen ongedaan. Schijnhuwelijken worden harder aangepakt. Illegale economische circuits moeten worden drooggelegd. Het terugkeerbeleid van illegalen moet worden opgevoerd.

België moet de Europese samenwerking inzake migratie absoluut mee verdedigen, zowel inzake het nieuwe Asielagentschap en het uniformiseren van de regelgeving, als inzake de bestrijding van mensen-handel, of de financiering van hervestigingsprojecten.

Er moet opnieuw een aparte minister van Migratie en Integratie van asielzoekers komen, die zowel de Dienst Vreemdelingenzaken als Fedasil beheert en doet samenwerken. De dienst Vreemdelingenza-ken wordt omgevormd tot een Dienst Migratie die het onthaal van wettelijke migranten uitbouwt, maar ook verder de terugkeer van illegale immigranten organiseert.

�. Vrijwilligerswerk en verenigingen verdienen alle aandacht Vrijwilligers en verenigingen zijn belangrijk in onze samenleving. Ze versterken het sociale weefsel en zorgen voor een grotere verbondenheid. Ze verdienen daarom een betere ondersteuning. Daarbij denkt Open Vld in de eerste plaats aan een verdere afbouw van de administratieve overlast.

Daarnaast verhogen we de toegankelijkheid van collectieve verzekeringspolissen voor vrijwilligerswerk. Tenslotte moet er een duidelijk omschreven statuut komen, ook op het fiscale vlak. Het toegelaten fiscale plafond voor de vergoeding van vrijwilligers moet – indien de begroting het toelaat - worden opgetrokken.

Page 60: Federaal verkiezingsprogramma

�0

�. Solidair en verantwoordelijk in Europa en de wereld

1) Europa opnieuw laten meetellen in de wereldDe nieuwe Europese setting zal van ons een mentaliteitswijziging vragen. Onze mensen in het Euro-pees Parlement geven nu al een sterke democratische toets aan het beleid. Nieuwe initiatieven worden zo relevanter en directer van nut voor de burger. We moeten onze burgers en bedrijven alle kansen geven om opnieuw werk en welvaart te creëren, door Europese initiatieven te ondersteunen die de con-currentie versterken en o.m. onze blik op de toekomst vergroenen.

Concurrentie moet echt spelen op de Europese interne markt, waarbij België integraal alle Europese verplichtingen voor de gas- en elektriciteitsmarkt moet naleven om de burger een redelijker prijs te laten betalen. België moet durven nadenken over haar eigen plaats in het aangepaste Europa en de wereld. We moeten een sterkere focus leggen op onze economische diplomatie en het aantrekken van buitenlandse investeringen.

We moeten openstaan voor nauwere economische samenwerking om de economische basis van de euro te vrijwaren. Maar Europa mag niet enkel naar zichzelf kijken. Meer dan ooit staat onze positie in de wereld onder druk – en dat kunnen we slechts op eigen initatief veranderen. Europa moet opnieuw haar plaats- en haar marktaandeel - op de wereldscène opeisen door te durven veranderen. Ze mag niet steeds naïef het voorbeeld geven zonder te wegen op de internationale besluitvorming, zoals in Kopenhagen – tijdens de onderhandelingen voor een nieuw Klimaatverdrag – pijnlijk bleek. Daarom moet het Europees beleid inzake milieu, ontwikkeling en internationale handel beter op elkaar afge-stemd worden.

2) Een modern leger dat zijn taken kan vervullenHet Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid v/d EU dient verder versterkt. Binnen de NAVO wordt werk gemaakt van de verdere uitbouw van een gelijkwaardige Europese pijler. Het ‘Nieuw Strategisch Concept voor de NAVO’ moet antwoorden bieden op de uitdagingen van het komen-de decennium zoals: non proliferatie, failed states, terrorisme, energiebevoorrading, klimatologische veranderingen en cyber aanvallen. Samen met de NAVO – bondgenoten, dient België een voortrekkers-rol te spelen in de verdere nucleaire ontwapening van tactische kernwapens op Europese bodem.

Buitenlandse opdrachten in het kader van VN, NAVO en EU blijven voor Open VLD de ‘core business’ van de Belgische Krijgsmacht. Bij buitenlandse operaties staan veiligheid, alsook medische, psychologi-sche en morele begeleiding van ingezette militairen voor, tijdens én na de missies centraal. De homoge-ne ontplooiing van volledige eenheden vindt plaats op minder plaatsen. De parlementaire controle van buitenlandse operaties verdient grotere slagkracht én democratische legitimiteit door een voorafgaand debat, alsook parlementaire goedkeuring.

Het plan ‘De voltooiing van de transformatie’ voor Defensie brengt een evenwichtigere verdeling tussen uitgaven voor personeel, werking en investeringen bij een gelijk blijvend defensiebudget en wordt uitge-voerd met maximale sociale begeleiding voor alle betrokkenen. Het Gemengd Loopbaanconcept, alsook de militaire vrijwilligersdienst worden op het terrein geïmplementeerd. Op het defensiebudget wordt niet verder bespaard omwille van de noodzakelijke geloofwaardigheid en het plan ‘Dringende Investe-ringen (PMU) 2010’ dient onverkort uitgevoerd.

Page 61: Federaal verkiezingsprogramma

�1

3) OntwikkelingssamenwerkingSinds kort geeft ons land 0,7% van het BBP aan ontwikkelingssamenwerking. Dat moet zo blijven.

Open Vld wil dat ontwikkelingssamenwerking meer gericht wordt op de economische zelfred-zaamheid van de mensen in het Zuiden. Zij moeten meer kansen krijgen om zelf te ondernemen en welvaart te creëren. Microkredieten en andere vormen van ondersteuning die de zelfredzaamheid van de allerarmsten en de vrouwen in het bijzonder, verhogen, krijgen dan ook onze steun. Daarnaast moet de wereldhandel worden vrijgemaakt, zodat de boeren uit de arme landen hun producten ook op onze markt kunnen brengen.

Bovendien willen wij dat er een impacttoets komt voor ontwikkelingssamenwerking. Niet zozeer het geld dat besteed wordt, maar wel het resultaat telt. Initiatieven die volgens deze toets geen duurzaam resultaat opleveren, kunnen niet meer op subsidies rekenen.