FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

13
Rottweiler Oorsprong: Duitsland Gehouden als: Waak, verdedigings en gezinshond Grootte: Reuen 60-68 cm en teven 55-63 cm Gewicht: Reuen 50 kg en teven 42 kg Kleur: Zwart met taankleurige aftekeningen Vachtsoort: Korte harde en middellange vacht Gem. Leeftijd: 10-11 Jaar Korte geschiedenis van het ras: De Rottweiler behoort tot de oudste hondenrassen. Zijn oorsprong gaat terug tot in het Romeinse tijdperk toen hij gehouden werd als waakhond en veedrijver. De honden trokken met de Romeinse legioenen over de Alpen en beschermden de mensen en dreven het vee. In de streek van Rottweil vermengden deze honden zich met plaatselijke honden. De voornaamste taak van de Rottweiler was het drijven en bewaken van runderkuddes en het verdedigen van zijn meester en diens eigendommen. Hij dankt zijn naam aan de oude duitse stad Rottweil : Rottweiler Metzgerhund (beenhouwershond). De beenhouwers fokten dit ras uitsluitend als gebruikshond. Zo ontstond na verloop van tijd een uitmuntende waak- en veedrijvershond, die echter ook als trekhond gebruikt werd. Toen men begin van de twintigste 1 / 13

Transcript of FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Page 1: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Oorsprong: DuitslandGehouden als: Waak, verdedigings en gezinshondGrootte: Reuen 60-68 cm en teven 55-63 cmGewicht: Reuen 50 kg en teven 42 kgKleur: Zwart met taankleurige aftekeningenVachtsoort: Korte harde en middellange vachtGem. Leeftijd: 10-11 Jaar

Korte geschiedenis van het ras:

De Rottweiler behoort tot de oudste hondenrassen. Zijn oorsprong gaat terug tot in hetRomeinse tijdperk toen hij gehouden werd als waakhond en veedrijver. De honden trokken metde Romeinse legioenen over de Alpen en beschermden de mensen en dreven het vee.

In de streek van Rottweil vermengden deze honden zich met plaatselijke honden. Devoornaamste taak van de Rottweiler was het drijven en bewaken van runderkuddes en hetverdedigen van zijn meester en diens eigendommen. Hij dankt zijn naam aan de oude duitsestad Rottweil : Rottweiler Metzgerhund (beenhouwershond). De beenhouwers fokten dit rasuitsluitend als gebruikshond. Zo ontstond na verloop van tijd een uitmuntende waak- enveedrijvershond, die echter ook als trekhond gebruikt werd. Toen men begin van de twintigste

1 / 13

Page 2: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

eeuw hondenrassen selecteerde om dienst te doen als politiehond, werd ook de Rottweilerbeproefd. Al gauw bleek dat de hond voor deze opdracht uitermate geschikt was en in 1910werd hij dan ook officieel als politiehond erkend. Het streven van de Rottweilerfokkerij is eenzeer krachtige hond, zwart met roodbruine en met duidelijk begrensde aftekeningen. Ondanksde stoere verschijnigsvorm beschikt de Rottweiler over adel en is hij bijzonder geschikt alsgezelschaps- verdedigings- en gebruikshond.

Karakter:

De Rottweiler is een hond met een groot aanpassingsvermogen, lief en sociaal georiënteerd.Door zijn karakter is hj zelfverzekerd en maakt hij zich niet druk over zijn omgeving. De menswil in eerste plaats een hond met een hoge prikkeldrempel. er moeten dus al erge dingengebeuren wil hij echt boos worden. Het is een wonderbaarlijke hond, die gemakkelijk in de stadgehouden kan worden omdat hij zo weinig blaft. Een hond ook die weinig vachtverzorging nodigheeft en een echte kindervriend is, maar je moet absoluut een goede fokker opzoeken.Iemanddie enkel met zelfverzekere fokdieren werkt en die de pups goed socialiseert. Vergeet dus het mediabeeld over de Rottweiler die naar één ding zou willen: aanvallen enbijten! Daar is dus helemaal niets van aan! De Rottweiler kan met plezier zoveel andere dingen voor jedoen: hij is een krachtige en elegante springer en een rustige en hardnekkige speurder. Hijheeft een uitstekend geheugen en zal punten voor je winnen in 'Gehoorzaamheid'. Hij is voortseen betrouwbare katastrofenhond. Hij is vooral de ideale gezinshond, goed voor kinderen. Hij is ook verdraagzaam voor andere honden op voorwaarde dat je hem als pup met anderenhebt laten spelen.Hij is een bedachtzame hond, hij denkt na voor hij iets onderneemt. En het is een hondwaarmee je kunt praten.Zaak is, dat je er niet te vroeg en te jong mee gaat werken. De Rottweiler huist bijvoorbeeld nietin een kennel, nee, hij slaapt bij zijn mensen in de slaapkamer zodat hij ook zijn echteverdedigingsrol, waarvoor hij is aangeschaft, naar behoren kan vervullen.Laten we dus hopen dat de Rottweiler, mondiaal op grote schaal gefokt, goede selecteerders,goed keurders en goede eigenaars krijgt. Hij is het waard!!

2 / 13

Page 3: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

FCI-standaard nr. 147 : Rottweiler.

Classificatie :

FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse Sennenhonden.

Sectie 2.1 Molossers, dogachtigen onderworpen aan werkproeven.

Land van herkomst : Duitsland.

Gebruik : Gezelschapshond, waak- en verdedigingshond en gebruikshond.

Algemeen beeld :

De Rottweiler is een middelgrote tot grote hond. Hij is noch plomp noch licht van bouw, niethoogbenig of slap. Zijn in goede verhouding staande, gedrongen en krachtige bouw verraadtÂgrote kracht, wendbaarheid en uithoudingsvermogen. De lengte van het lichaam, gemeten vanborstbeen tot zitbeen mag maximaal 15 % meer zijn dan de schofthoogte.

3 / 13

Page 4: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Karakter.

Zijn aard is vriendelijk, vreedzaam en kindvriendelijk. Hij is zeer aanhankelijk, gehoorzaam enwerkwillig. Zijn verschijning verraadt oerkracht. Zijn gedrag is zelfverzekerd, evenwichtig enonverschrokken. Hij reageert bijzonder attent op zijn omgeving

Hoofd.

Schedel : de schedel is middellang, breed tussen de oren. Het voorhoofd is van opzij gezienmatig gewelfd en de achterhoofdknobbel is goed ontwikkeld zonder sterk uit te komen. 

Stop : de schedelaanzet is duidelijk zichtbaar.

Neus : de neusrug is recht, in de aanzet breed en naar voren toe slechts weing smaller. Deneusspiegel is goedgevormd, eerder breed dan rond met relatief grote neusgaten en altijd zwartvan kleur. De voorsnuit moet in verhouding tot de schedel noch te lang noch te kort zijn.

Lippen : zwart, strak aanliggend. De mondhoeken zijn gesloten. Het tandvlees is zo donkermogelijk.

Kaken : krachtige, brede boven- en onderkaken.

Jukbeen : het jukbeen is goed zichtbaar.

4 / 13

Page 5: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Gebit : krachtig en volledig (42 elementen). De snijtanden van de bovenkaak sluiten scharendover die van de onderkaak.

Ogen : middelgroot, amandelvormig, donkerbruin van kleur. De oogleden sluiten goed aan.

Oren : middelgroot, hangend, driehoekig van vorm, ver uit elkaar staand, hoog aangezet. Deschedel zal door de naar voren gebrachte goed aanliggende oren breder lijken.

Hals.

Krachtig, matig lang, goed gespierd en komt met een licht gewelfde halslijn. De hals is droog,zonder wammen of losse keelhuid.

Romp.

Rug : De rug is sterk en vast.

Lendenen : De nierstreek is kort, krachtig en diep.

Kruis : De croup (het kruis) is breed, middellang en verloopt met een lichte ronding zonder rechtof sterk hellend te zijn.

Borst : De borst is breed en diep (ca. 50 % van de schouderhoogte) met goed ontwikkeldevoorborst en goed gewelfde ribben.

5 / 13

Page 6: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Buik : De buik is bij de flanken niet opgetrokken.

Staart : In natuurlijke staat, gedragen in het verlengde van de ruglijn, in ontspannen toestandmag de staart neerhangen. 

Ledematen.

Voorhand.

Algemeen beeld :

De voorbenen zijn van voren gezien recht en staan niet te dicht bij elkaar. Van opzij gezienstaan de onderarmen recht, de hoek tussen het schouderblad t.o.v. een horizontale lijn isongeveer 45 graden.

Schouders : de schouders zijn goed geplaatst.

Bovenarm : de bovenarm ligt goed tegen de romp. 

Onderarm : de onderarm is sterk ontwikkeld en gespierd.

Middenvoorvoet : de middenvoorvoet is licht verend, krachtig en niet steil. 

6 / 13

Page 7: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Voeten : de voeten zijn rond, goed gesloten en gewelfd. De voetzolen zijn hard, de nagels kort,zwart en sterk.

Achterhand.

Algemeen beeld :

Van achter gezien zijn de achterbenen recht en niet te dicht bij elkaar geplaatst. In eennatuurlijke stand vormen dijbeen en heupbeen, dijbeen en onderbeen en middenvoet eenstompe hoek.

Dijbeen : de dij is matig lang, breed, krachtig gespierd. 

Onderbeen : het onderbeen is lang, krachtig en sterk gespierd en gaan over in een krachtig,pezig spronggewicht dat goed gehoekt is en niet steil. 

Achterpoten : de achtervoeten zijn iets langer dan de voorvoeten maar eveneens goedgesloten, gewelfd en met sterke tenen, zonder wolfsklauwen.

Gangwerk.

De Rottweiler is een draver. De rug blijft strak en relatief stil. De uitvoering van de beweging isharmonisch, zeker, krachtig en soepel met ruime (uitgrijpende) drafpassen.

7 / 13

Page 8: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Huid.

Hoofdhuid :

De hoofdhuid is overal strak en mag bij grote oplettendheid op het voorhoofd lichte rimpelsvertonen.

Beharing.

De beharing bestaat uit dekhaar en onderwol. Het dekhaar is stockhaar, middellang, grof enhard, dicht en goed aanliggend. De onderwol mag niet door het dekhaar heen komen. Aan deachterbenen is het haar iets langer.

De kleur is zwart met goed begrensde aftekeningen (brand) van een diepwarme roodbruinekleur op de wangen, snuit, onderzijde van de hals, borst en benen alsook boven de ogen enonder de staartwortel.

Grootte en gewicht :

Reuen

8 / 13

Page 9: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Reuen hebben een schofthoogte van 61-68 cm.

61 - 62 cm : klein

63 - 64 cm. : middelgroot

65 - 66 cm. : groot (correcte grootte)

67 - 68 cm. : zeer groot.

Zij hebben een gewicht van ± 50 kg.

Teven

Teven hebben een schofthoogte van 56 - 63 cm.

56 - 57 cm. : klein

58 - 59 cm. : middelgroot

9 / 13

Page 10: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

60 - 61 cm. : groot (correcte grootte)

62 - 63 cm. : zeer groot.

Zij hebben een gewicht van ± 42 kg.

Schoonheids- en gebruiksfouten.

Schoonheidsfouten zijn zichtbare afwijkingen van de in de standaard omschreven kenmerken.Zij worden beoordeeld in verhouding tot hun graad van afwijking.

Algemeen beeld : te licht, slappe of hoogbenig totaalbeeld, zwakke knoken en spieren.

Kop : jachthondehoofd, te smal, te licht, te kort, te lang of te plomp hoofd. Vlak gezicht of m.a.w.ontbrekende of te geringe stop. 

Snuit : te lange of te puntige snuit, ramsneus, gespleten neus, holle of aflopende neus, lichte ofvleeskleurige of gevlekte neusspiegel. 

Lippen : niet goed sluitende, roze of gevlekte lippen, niet goed sluitende mondhoeken. 

Kaken : te smalle onderkaak.

10 / 13

Page 11: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Gebit : tanggebit.

Oren : te laag aangezette zware, lange, slappe, teruggeslagen of afstaande en ongelijkgedragen oren. 

Ogen : lichte (gele) ogen, diepliggende of te bolle of ronde of uitpuilende ogen.

Hals : te lange, dunne of weinig gespierde hals. Wammen of te losse keelhuid. 

Lichaam : te lang, te kort, te smal lichaam.

Rug : te lange, zwakke of ingezakte rug, karperrug.

Kruis : afhangend kruis, te kort, te recht of te lang kruis.

Borst : een te vlakke of te sterk gewelfde borstkas of ingesnoerde borst.

Staart : te hoog of te diep aangezette staart.

Voorhand : te dicht bij elkaar staande of niet rechte voorbenen. Steile schouders, ontbrekendeof slecht ontwikkelde ellebogen. Te lange of te korte of te steile bovenarm. Zwakke of steilemiddenvoorvoet, gespreide tenen, te platte of te sterk gewelfde tenen, slecht ontwikkelde tenen,lichte nagels.

Achterhand : niet voldoende ontwikkelde dijen, nauwe hakken, koehakkig of O-benen, te veel ofte weinig gehoekte gewrichten, wolfsklauwen.

11 / 13

Page 12: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Huid : teveel gerimpelde hoofdhuid.

Beharing : zacht, te kort of te lang haar, krullend haar, ontbrekende onderwol.

Kleuren : verkeerde kleuren, onduidelijk begrensde of te uitgebreide aftekeningen.

Fouten die aanleiding geven tot diskwalificatie.

Algemeen beeld : sterk geaccentueerde omkering van het geslachtstype (teventype bij reuen enomgekeerd).

Gedrag : angstige, schuwe, laffe, schotschuwe, boosaardige, overdreven wantrouwige,nerveuze dieren.

Ogen : entropium, ektropium, gele ogen, ogen van verschillende kleur.

Gebit : bovenvoorbijters, ondervoorbijters, honden met ontbrekende premolaren of molaren.

Teelballen : monorchide of cryptorchide reuen. Beide teelballen moeten normaal ontwikkeldzijn en duidelijk aanwezig zijn in de balzak.

Beharing : uitgesproken lang of krullend haar.

Kleuren : witte vlekken of waarvan de kleur afwijkt van de door de rasstandaardvoorgeschreven kleuren.

12 / 13

Page 13: FCI groep II : Schnauzers en Pinschers, Molossers, Zwitserse

Rottweiler

Staart : knikstaart, gekrulde sterk zijwaarts t.a.v. de ruglijn gedragen staart.

13 / 13