Fax: 461-5422 NNeewwsslleetttteerrdocuments.caribseek.com/sites/default/files/files/2015/pdfs/...-...
Transcript of Fax: 461-5422 NNeewwsslleetttteerrdocuments.caribseek.com/sites/default/files/files/2015/pdfs/...-...
1
NNeewwsslleetttteerr
V E R E N I G I N G B E D R I J F S L E V E N C U R A Ç A O
NEWSLETTER NOVEMBER 2013
1.EDITORIAL
2.ECONOMIE
Mededingingsbeleid:mededingingswetgeving en autoriteit
Introductie “gliding scale” Basisverzekering Ziektekosten
Doing Business 2014: Welke landen hebben het aantrekkelijkst
zakenklimaat?
3.RAPPORTEN
Brief Minister SOAW functioneren arbeidsmarkt
4.(NIEUWE)WETGEVING
5.ECONOMISCHE INDICATOREN
1.EDITORIAL De ervaring toont aan dat hoe eenvoudiger en simpeler een systeem des te effectiever en
efficiënter het functioneert, des te begrijpelijker het wordt ervaren en des te groter de
kans op maatschappelijke aanvaarding.
Terecht heeft dit ervaringsfeit jaren als basis gediend bij de OB wetgeving. Een tarief en
een aantal vrijstellingen. Relatief simpel en eenvoudig in uitvoering. Alleen de cumulatie
was en is nog altijd een minpunt omdat van neutraliteit geen sprake is.
In het voorjaar van 2013 is echter door de regering om budgettaire redenen ( aanpak
begrotingstekorten) besloten om het OB stelsel aan te passen en een stelsel van
gedifferentieerde tarieven in te voeren, met behoud van cumulatie en stellen van
specifieke eisen waaraan kassabonnen moeten voldoen. Ook dient per 1 januari 2014 een
verplicht kasregistratiesysteem te worden geïntroduceerd. De gevolgen van het overbood
gooien van de beginselen “eenvoud en simpelheid” zijn niet moeilijk te raden:
verwarring, onduidelijkheid, lastenverzwaring, uitvoeringstechnisch nauwelijks te
implementeren (vandaar tot twee keer toe verleende uitstel door de Minister van
Financiën), toename fraudegevoeligheid, kortom een chaos.
Op OB gebied gaan we de weg op van het zeer ingewikkeld bestaande stelsel van
invoerrechten. Hoe complex deze is, is in 1997 door de Inter Development Bank (IDB)
die onderzoek hiernaar heeft verricht beknopt als volgt omschreven: “ The structure of indirect taxes in the Netherlands Antilles must be one of the most complex in the world. The plethora of ad valorem rates at existing figure is not conducive to mental
Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422
2
arithmetic. The protections granted through the tariff and economic levy is excessive, as well as the hidden protection contained in excise taxes”
Daarom alle redenen om bezorgd te zijn over de weg die de OB is ingeslagen.
Helaas moet geconstateerd worden dat de bestuurders kennelijk niet bereid zij om lering
te trekken uit opgedane ervaringen. Immers in het kader van de zgn. reparatiewetgeving
Basis Verzekering Ziektekosten (BVZ) liggen voorstellen op tafel om per 1 januari 2014
maar liefst 31 soorten premietarieven in te voeren ( ter vergelijking de OB wetgeving telt
4 tarieven en de invoerrechten meer dan 12).
Het is niet moeilijk te raden wat voor administratieve last dit zal veroorzaken voor niet
alleen de werkgevers maar ook voor hen die de controle moeten verrichten (
belastingdienst en SVB).
De Curaçaose collectieve lastendruk (belastingen en premies sociale verzekeringen)
bestaat niet alleen uit zeer hoge en daardoor niet concurrerende (marginale) tarieven maar
ook uit zware administratieve lasten die zich onder andere manifesteren in het ontwerpen
en het aanschaffen van allerlei dure IT equipment (hard en software ). Geen wonder dat
de Curaçaose economie niet kan concurreren en (productieve) investeringen
achterblijven. Het investeringsklimaat is namelijk niet aantrekkelijk.
Is het geen tijd dat de bestuurders en parlementariërs zich gaan bezinnen en bewust gaan
worden van de praktische gevolgen welke hun veelal op politiek populistische gronden
gebaseerde besluiten teweeg brengen onder meer ten aanzien van kassabon vereisten OB,
de vele invoerrechtentarieven en nu het voorstel om een “gliding scale” stelsel BVZ in
te voeren bestaande uit een absurd hoog aantal premiepercentages?
Waarom worden er geen eenvoudiger en praktischer systemen overwogen bijvoorbeeld
incorporeren invoerrechten in de OB en handhaven van het beginsel één uniform basis
ziektekosten verzekeringspakket en één tarief die door een ieder betaald moet worden en
invoering van een aparte subsidieregeling dan wel compensatie in de belastingsfeer van
de min- en onvermogenden?
Is dit teveel gevraagd? Het moet duidelijk zijn dat het beslag welk op ondernemers wordt
gelegd om als onbezoldigd administratie en incassobureau voor de overheid te
functioneren niet eindeloos opgerekt kan worden. De grens waar ondernemers het bijltje
erbij neer zullen gooien komt steeds dichterbij met alle gevolgen van dien voor de
economische groei en werkgelegenheid, kortom de welvaart van het eiland.
2.ECONOMIE
Mededingingsbeleid: mededingingswetgeving en autoriteit
De regering is voornemens om op korte termijn een mededingingswetgeving en autoriteit
in te voeren en heeft hiertoe de ontwerp Landsverordening inzake concurrentie opgesteld.
Met de invoering van deze wet wordt volgens de regering een onafhankelijke en
deskundige instantie in het leven geroepen die belast wordt met de bescherming van de
welvaart van de consument door handhaving van regels die ontoelaatbare
3
concurrentiebelemmeringen verbieden en concurrentie in het algemeen te bevorderen en
door het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan een of meer Ministers.
Dit ontwerp omvat 11 hoofdstukken en 75 artikelen:
- Hoofdstuk 1: Definities
- Hoofdstuk 2: Fair Trade Authority Curaçao (FTA)
Dit hoofdstuk bevat bepalingen betreffende:
> Instelling: Raad van Bestuur met status van zelfstandig bestuursorgaan;
> Samenstelling: drie leden die bij landsbesluit worden benoemd, geschorst en
ontslagen;
> Taken en bevoegdheden: uitvoeren van de landsverordening, vaststellen van
beleidsregels, verrichten van onderzoek, sanctioneren, geven van gevraagd en
ongevraagd advies aan Ministers;
- Hoofdstuk 3: Concurrentiebeperkende afspraken ( verbod kartels)
- Hoofdstuk 4: Ondernemingen met een machtspositie ( verbod machtsmisbruik)
- Hoofdstuk 5: Concentraties ( toezicht fusies)
- Hoofdstuk 6: Handhaving (toezicht en onderzoeksbevoegdheden)
- Hoofdstuk 7: Maatregelen in geval van overtredingen (sancties en
boetebepalingen)
- Hoofdstuk 8: Beroep ( LAR rechter)
- Hoofdstuk 9: Gebruik en verstrekking van gegevens
- Hoofdstuk 10: Overige bepalingen ( vertrouwelijkheid en evaluatie)
- Hoofdstuk 11: Inwerkingtreding en citeertitel
De ontwerp landsverordening inzake concurrentie vloeit voort uit een onderzoek naar
mededingingsbeleid voor Curaçao met als centrale vraag op welke wijze effectief
mededingingstoezicht kan worden vormgegeven. Daarbij is de mogelijke rol van
mededingingswetgeving en een mededingingsautoriteit geanalyseerd rekening houdende
met enerzijds de Curaçaose marktstructuren en de Curaçaose context en anderzijds
ervaringen met een mededingingstoezicht in andere landen.
De resultaten van dit onderzoek vormen de basis voor voornoemd wetontwerp. De
volgende keuzes zijn hierbij gemaakt:
- Aansluiting bij het Europees raamwerk, begrippen en normen ( verbod
kartelvorming, misbruik van machtspositie en concentratietoezicht);
- Status van zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoon voor de
mededingingsautoriteit : de Fair Trade Authority Curaçao welke zal bestaan uit
drie leden die bij landsbesluit worden benoemd, geschorst en ontslagen.
- Toepassen van het volledig geïntegreerde agency model d.w.z. dat de
toezichthouder / mededingingsautoriteit een zaak kan openen en onderzoeken
maar ook zelf een boete kan opleggen. Dit model vereist inbouwen van de nodige
waarborgen ten behoeve van de rechtszekerheid onder meer het kunnen
voorleggen van opgelegde sancties (boetes) bij de onafhankelijke rechter.
Dit model behelst ook samenvoegen van mededingingstoezicht, marktregulering
en consumentenbescherming.
- Als prioritaire sectoren zijn aangewezen: groot en detailhandel van
levensmiddelen, bancaire producten, bouw van infrastructurele projecten, import
van geneesmiddelen en internet.
4
Invoeren van deze ontwerp landsverordening zal mede ertoe bijdragen dat
economische groei gestimuleerd zal worden en dat hiermee een reële economische
groei van minimaal 4% per jaar gerealiseerd zal worden. Vertaling van internationale
studies naar de situatie op Curaçao zal volgens onderzoekers een toename van de
consumentenwelvaart tussen ANG 2,5 mln – 6 mln en een toename van het BBP
tussen ANG 5 – 103 mln per jaar opleveren.
Redactioneel commentaar:
Invoering van de Landverordening inzake concurrentie is zinvol indien dit daadwerkelijk
tot duurzame economische groei, grotere efficiency en lagere costs of doing business
leidt. Naar oordeel van de VBC zal de kans hierop aanzienlijk worden vergroot indien
aan de volgende cruciale voorwaarden worden voldaan:
- De Fair Trade Authority (FTA) dient volledig politiek onafhankelijk en ter zake
kundig te zijn. In de memorie van toelichting wordt dit onderkend en via het
verstrekken van de status van zelfstandig bestuursorgaan met eigen
rechtspersoonlijkheid wordt hieraan invulling gegeven. Deze waarborg is echter
onvoldoende omdat eveneens in de memorie van toelichting wordt gesteld dat de
Minister van Economische Ontwikkeling verantwoordelijk is voor strategische
zaken. Hieronder wordt begrepen nadere invulling van discretionaire
bevoegdheden van de FTA door middel van beleidsregels. Hier wordt de deur
wagenwijd opengezet voor beïnvloeding van de FTA door de minister en daarmee
ondermijning van de onafhankelijkheid van dit instituut. Deze constructie moet
derhalve ten sterkste worden afgeraden.
In een brief van de sector directeur Beleidsorganisatie MEO wordt melding
gemaakt dat vanwege gebrek aan voldoende middelen om de FTA te financieren
MEO vooruitlopend zelf enkele sectoren gaat analyseren in plaats van de FTA.
Dit zou de onafhankelijkheid van de FTA volledig ondermijnen en moet worden
afgewezen.
Een ander onderdeel dat van groot belang is om onafhankelijkheid van de FTA te
waarborgen is de samenstelling van de raad FTA. De drie leden worden door de
regering geselecteerd en per landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen. Deze
constructie biedt veel ruimte om politiek te marchanderen. Ter minimalisering
hiervan is het wellicht beter om het model van tripartisering toe te passen.
Daarnaast dient gewerkt te worden met een profielschets. Kandidaten voor de
raad van bestuur FTA kunnen pas worden benoemd na screening door b.v. de
SBTNO. - Met de invoering van de landsverordening inzake concurrentie dient de
prijzenverordening te worden afgeschaft. Niet alleen zou dit consistent zijn met de
keuze van het Nederlandse/Europese model (prijzenverordening is geëlimineerd)
echter concurrentie is een veel effectievere en goedkopere regulerend
mechanisme dan overheidsbemoeienis via allerlei prijzenverordeningen.
- Internationale en regionale samenwerking en benchmarking.
- Met betrekking tot de gekozen prioritaire sectoren is het onduidelijk hoe deze
keuze tot stand is gekomen terwijl er nog andere sectoren zijn waar met het
bevorderen van marktwerking en/of het aanpakken van verstoringen in de
structuur van de markt nog aanzienlijke welvaartwinst kan worden gehaald.
5
Onder meer kunnen hierbij activiteiten in zowel de zee als luchthaven, water en
elektriciteit voorzieningen, telecommunicatie en lokale transport worden
genoemd.
- Het streven naar een jaarlijkse reële economische groei van 4% is ambitieus. Het
is echter weinig realistisch om te verwachten dat met invoering van alleen de FTA
dit doel bereikt gaat worden. Dit zal alleen kunnen als ook tegelijkertijd de andere
knelpunten die investeringen belemmeren ( o.a. bureaucratie, hoge costs of doing
business, starre en inflexibele arbeidsmarkt, lage arbeidsproductiviteit) worden
aangepakt.
Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan dan is de kans groot op directe
politieke bemoeienis en inmenging. Er zal dan niet meer voldaan worden aan het
uitgangspunt van onafhankelijkheid.
Introductie “gliding scale “ Basisverzekering Ziektekosten
De Regering is voornemens om een drietal landsbesluiten houdende algemene
maatregelen ter uitvoering van artikel 6.2 derde lid van de landsverordening
basisverzekering ziektekosten ( PB 2013 no 3) inzake invoering van “gliding scale”
basisverzekering ziektekosten loontrekkenden, zelfstandigen en gepensioneerden in te
voeren per 1 januari 2014.
Door het introduceren van premie-inkomensgrenzen komt de Regering zoals publiekelijk
toegezegd, tegemoet aan de belofte om degenen die een jaarinkomen genieten tussen de
ANG 12.000 en ANG 18.000 een verminderde premie basis verzekering ziektekosten te
laten betalen. De regering heeft gemeend naast de normale BVZ premies, voor
voornoemde doelgroep groep aangepaste premies percentages te moeten introduceren. In
totaal derhalve invoering van 30 nieuwe premietarieven.
In tabelvorm zien deze er als volgt uit:
Inkomensklasse
Aandeel Werknemer conform Lv. BVZ
Aandeel in premie te betalen door werknemer o.b.v. Ontw-lb
Premie gepens- ioneerden conform Lv. BVZ
Aandeel in premie te betalen door gepen- sioneerden o.b.v. Ontw-lb
Premie zelf-standigen conf. Lv. BVZ
Aandeel in premie te betalen door zelfstandigen o.b.v. Ontw-lb
1 12000 12600 3% 0,25% 10,0% 0,60% 12% 9,25%
2 12601 13200 3% 0,55% 10,0% 1,60% 12% 9,55%
3 13201 13800 3% 0,85% 10,0% 2,60% 12% 9,85%
4 13801 14400 3% 1,15% 10,0% 3,60% 12% 10,15%
5 14401 15000 3% 1,45% 10,0% 4,60% 12% 10,45%
6 15001 15600 3% 1,75% 10,0% 5,60% 12% 10,75%
7 15601 16200 3% 2,05% 10,0% 6,60% 12% 11,05%
8 16201 16800 3% 2,35% 10,0% 7,60% 12% 11,35%
9 16801 17400 3% 2,65% 10,0% 8,60% 12% 11,65%
10 17401 18000 3% 2,95% 10,0% 9,60% 12% 11,95%
6
Volgens de Regering zal het introduceren en het toepassen van deze “gliding scale”
leiden tot een inkomsten derving van ongeveer ANG 3,2 miljoen.
Redactioneel commentaar:
Het voorstel van de regering geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen en vragen:
- Het hoofd ( principieel) uitgangspunt van de BVZ te weten één uniform
basispakket en één uniforme premie wordt verlaten met alle gevolgen van dien.
- Hoe gaat de inkomensderving van ANG 3,2 miljoen worden gefinancierd?
(Wederom) verhogen van premies van hen die meer dan ANG 18.000 per jaar
verdienen?
- Voor de uitvoerders van deze regeling (werkgevers, belastingdienst, SVB etc)
betekent dit een aanzienlijk administratieve en daarmee financiële verzwaring.
Niet allen moeten de administratieve (software)pakketten worden aangepast maar
ook zullen de controle werkzaamheden sterk uitgebreid moeten worden. Hoe
meer premie percentages hoe groter de kans op fraude en malversatie.
- De kans op het ontstaan van scheve situaties is groot. Zo zal een huishouden
bestaande uit twee personen die b.v. elke ANG 12.000 per jaar verdienen geen
BVZ premie hoeven te betalen. Een huishouden uit twee personen waar één
persoon ANG 24.000 per jaar aan inkomen is wel BVZ plichtig en wordt hierdoor
geconfronteerd met een lager besteedbaar inkomen.
- De grens van ANG 12.000 – ANG 18.000 per jaar is willekeurig gekozen. Zo zal
een persoon die het minimumloon verdient bij een 45 urige werkweek de volle
BVZ premie moeten betalen terwijl een met een 40 urige werkweek een premie
reductie krijgt. Is hier sprake van gelijke behandeling?
- Het is vooralsnog onduidelijk hoeveel loontrekkenden, zelfstandigen en
gepensioneerden in aanmerking komen voor een lagere BVZ premie waardoor het
allerminst zeker is dat de inkomensderving beperkt zal zijn tot ANG 3,2 miljoen.
- Ook is niet duidelijk waarom gekozen is voor 10 gedifferentieerde
inkomensgrenzen en niet bijvoorbeeld 5. Is het de bedoeling dat de verschillende
inkomensgrenzen periodiek geïndexeerd gaan worden?
Op basis van bovenstaande punten moet ernstig getwijfeld worden of invoering van
dit stelsel effectief, efficiënt en überhaupt tegen verantwoordelijke kosten mogelijk en
uitvoerbaar is. Zou het niet aan te bevelen zijn om het principieel uitgangspunt één
basispakket en één premie te handhaven? Een ieder betaalt zijn/haar premie. Als er
personen zijn die min of onvermogen zijn dan zouden deze na bewijs hiervan
gecompenseerd kunnen worden doormiddel van verstrekken van een subsidie danwel
tegemoetkoming in de belastingsfeer. Op deze wijze wordt het BVZ stelsel zuiver
gehouden en wordt voorkomen dat uitvoerders van het ziektekosten verzekerings
gebeuren met bijna onmogelijke adminstratieve en controletechnische verplichtingen
worden geconfronteerd. Een simpel stelsel verdient bij verre de voorkeur boven een
gecompliceerd en nauwelijks uitvoerbaar systeem.
7
Doing Business 2014: welke landen hebben het aantrekkelijkst
zakenklimaat?
De World Bank en de International Finance Corporation (IFC) hebben voor de elfde keer
het rapport “Doing Business 2014 “ uitgebracht. In dit rapport wordt de praktijk van
regelgeving waarmee bedrijven in landen worden geconfronteerd met elkaar vergeleken.
In totaal is het reguleringsregime bestaande uit 10 componenten van 189 landen met
elkaar vergeleken. Centraal staat de vraag hoe gemakkelijk is het voor een (startende)
ondernemer om aan de vingerende regels te voldoen om zijn/haar bedrijf te kunnen
beginnen en draaiende te houden met nadruk op de aspecten procedure, tijd en kosten.
Het gaat om de volgende activiteiten:
- Regels ten aanzien van het opstarten van een bedrijf ;
- Krijgen van bouw vergunningen;
- Krijgen van elektriciteit verbindingen :
- Registratie van eigendommen ;
- Credit mogelijkheden;
- Bescherming investeerders;
- Betaling van belastingen;
- Exportmogelijkheden;
- Afdwingen van contract bepalingen en overeenkomsten;
- Oplossen van geschillen
Bij het bepalen of het klimaat van een land gunstig is om zaken te doen is het bestaan en
de aanwezigheid van hoeveelheid regels volgens de World Bank en IFC niet
doorslaggevend. Waar het om gaat is of de overheden erin slagen om de regels zodanig
onderling uit te voeren dat deze de ontwikkeling van private investeringen niet doet
stagneren. Bij “Doing business” ligt de nadruk op effectieve regelgeving en niet zozeer
weinig regelgeving.
Het “ Doing Business” onderzoek van de World Bank en het IFC belicht één aspect van het
investeringsklimaat namelijk het regelgeving/ bureaucratie regime van een land. De resultaten
van dit onderzoek zijn derhalve beperkt en doen geen uitspraken over de totale kwaliteit van het
ondernemersklimaat en de complete concurrentiepositie van een land. Zo zijn belangrijke
onderwerpen die mede de kwaliteit en het klimaat van ondernemerschap bepalen o.a. veiligheid,
deugdelijkheid van bestuur, marktgrootte, macro-economische stabiliteit ( staat van de
overheidsfinanciën) en het niveau en kwaliteit van de arbeidsmarkt niet in het onderzoek
opgenomen.
Dit neemt niet weg dat het onderzoek een duidelijk beeld verschaft hoe het gesteld is met de staat
van de bureaucratie van landen en waar het klimaat om zaken te doen het aantrekkelijkst en
aangenaamst is.
Onderstaand tabel geeft een overzicht van landen gerangschikt op basis van “ ease of doing
business” 2014. Singapore, Hong Kong, Nieuw Zeeland, de USA en Denemarken zijn de top 5
landen. Voor het Caribisch gebied zijn Puerto Rico (40) en St Lucia (64) de hoogst genoteerde
landen. Opvallend is de score van landen als Suriname en Venezuela die onderaan de lijst ( minst
aantrekkelijk) staan genoteerd.
Hoewel Curaçao niet betrokken is geweest bij dit onderzoek kan uiteraard lering getrokken
worden uit de ervaringen van andere landen die wel onderdeel uitmaken van deze studie.
9
3.RAPPORTEN
Brief Minister SOAW functioneren Arbeidsmarkt
De huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het bijzonder het onderdeel
werkgelegenheid geven reden tot bezorgdheid. De Minister SOAW deelt deze opvatting
en heeft naar aanleiding hiervan een aantal stakeholders uitgenodigd om nader hierover
van gedachten te wisselen. De VBC heeft als een van de participanten deelgenomen aan
deze bespreking en discussie. Hierna heeft de VBC haar zienswijze met betrekking tot
dit vraagstuk schriftelijk aan de Minister doen toekomen. Hieronder de integrale tekst van
de brief:
Willemstad, 23 november 2013
Aan de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn
Hare Excellentie J-M Francisca
p/a Ministerie van SOAW
Pietermaai Parking & Mall, 3e verdieping
Excellentie,
Met verwijzing naar uw brief kenmerk 2013/067190 evenals de bijeenkomst d.d. 19
november 2013 berichten wij u als volgt.
De VBC is zeer bezorgd over de huidige ontwikkelingen die zich op de arbeidsmarkt
voltrekken. Alle indicaties duiden op toename van de werkeloosheid (verlies van banen)
en stagnatie van nieuwe arbeidsplaatsen.
Naar onze bescheiden mening moet de hoofdoorzaak van deze ongewenste ontwikkeling
gezocht worden in afname en krimp van economische groei mede als gevolg van
onvoldoend vertrouwen welke toe te schrijven is aan onder meer de volgende factoren:
- Gebrek aan een nationale en consistente lange termijn visie (masterplan);
- Regeer/politieke instabiliteit ;
- Enorme toename costs of doing business terwijl arbeidsproductiviteit niet
verbeterd is;
- Bureaucratie;
- Geen verbetering niveau onderwijs;
- Verouderde en inflexibele arbeidswetgeving en arbeidsmarkt.
Onderdelen inflexibele arbeidswetgeving en arbeidsmarkt:
- In 2000 is onder het motto flexibilisering van de arbeidsmarkt en zekerheid een
aantal aanpassingen doorgevoerd. Ter vergroting van de zekerheid van de
werknemers zijn onder meer de volgende maatregelen ingevoerd: invoering
minimum uurloon en het verhogen van het minimum uurtarief, afschaffen
mondelinge proeftijd, minimale betaling per oproep in geval van nul uren en
oproepcontracten, afschaffing concurrentiebeding, opzeggingsverboden bij ziekte,
zwangerschap, bevalling, huwelijk, lid vakbondswezen, hogere
10
overwerktoeslagen, maximale termijn van 12 maanden uitzendkrachten en gelijke
beloning.
De flexibilisering behelsde bevriezen van de ontslagwet voor een aantal sectoren (
exclusief massa ontslag) en na drie jaar evalueren hiervan.
Echter binnen een jaar is deze “deal” doorbroken door herinvoering van de
ontslagwet terwijl alle zekerheden zijn gehandhaafd. Derhalve een zeer eenzijdige
en onevenwichtige aanpak met als gevolg dat van flexibilisering van de
arbeidsmarkt niet veel terecht is gekomen. Integendeel.
- Huidige dubbele ontslagwet ( preventief en repressief). De ervaring wijst uit dat
deze constructie in het bijzonder het onderdeel de preventieve ontslagwet een anti
werkgelegenheid scheppende maatregel is. Werkgevers zijn uiterst voorzichtig in
het in(vaste) dienst nemen van nieuw personeel. Veelal wordt gewerkt met kort
lopende arbeidscontracten respectievelijk uitzendkrachten om zo enige
flexibiliteit te behouden.
Bovendien komt de ontslagwet de arbeidsproductiviteit niet ten goede.
Afschaffen van de ontslagwet zal zowel de werkgelegenheid als de
arbeidsproductiviteit ten doen toenemen en verbeteren.
- De huidige cessantia wet ( geen leeftijdgrens) is een ander stuk wetgeving welke
inflexibiliteit in stand houdt. In ieder geval dient de leeftijdgrens weer ingevoerd
te worden.
- Carenzdagen ( problematiek van kort verzuim) draagt eveneens bij tot
inflexibiliteit. Desondanks zijn er plannen om kort verzuim te definiëren als 6
weken.
- LTU/LAV restricties: Hoewel dit onderdeel onder Justitie regardeert vervuld de
SOAW hier ook een rol in de vorm van advisering en nemen van besluiten
bezwaren tewerkstelling vergunningen. Er zijn grote achterstanden en worden
grote bedragen verkwist aan schade betalingen (dwangsom zaken).
Ondertussen zijn er diverse voorstellen om de flexibiliteit verder in te perken en de
arbeidsmarkt te verstarren:
- 80/20 regeling die reeds door de Staten is goedgekeurd;
- Afschaffen/inperken kort lopende arbeidscontracten;
- Invoering verbindend en onverbindend verklaren cao’s
- Aanpassing arbeidsgeschillenverordening ( afschaffen referendum)
Er kan niet genoeg gewaarschuwd worden dat verdere verstarring van de
arbeidsmarkt de concurrentiepositie van Curaçao en creëren van werkgelegenheid
niet ten goede zal komen. Alle met naam en faam bekende instituten ( o.a. de
Worldbank, de IDB, de FIAS, de OECD en het IMF) hebben geadviseerd om in het
kader van het verbeteren van het investeringsklimaat de arbeidsmarkt te
flexibiliseren. Dit is nodig om concurrerend te blijven in de alsmaar toenemende
globalisering van de wereld economie.
De VBC pleit dan ook om deze voorstellen niet in te voeren. Veeleer zullen
inspanningen gedaan moeten worden om de arbeidsmarkt te flexibiliseren.
11
De VBC constateert dat anno november 2013 de ontslagwet niet goed functioneert (
vide ons hierover uitgebracht persbericht d.d. 19 nov 2013) en alleen maar averechts
werkt ten aanzien van scheppen van werkgelegenheid.
Gepleit wordt voor de buitenwerking stellen, respectievelijk drastisch aanpassen
hiervan.
Voor de goede orde moet hierbij worden vermeld dat in 2003 de sociale partners,
werknemers en werkgevers het voorstel gedaan hebben om de KAR ( Konseho di
Arbitrahe riba Retiro) in te voeren ter vervanging van de ontslagwet. De overheid
heeft echter besloten om dit voorstel niet over te nemen. Een gemiste kans.
Ook willen wij u erop wij u erop attenderen dat in juni 2008 na uitgebreide dialoog
het rapport Labor Force Development Plan (LFDP) is opgesteld. In dit rapport wordt
onder meer uitvoerig ingegaan op de hierboven aan de orde gestelde onderwerpen.
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben dan wel additionele
informatie behoeven, dan zijn wij indien gewenst te allen tijde bereid om deze te
verschaffen respectievelijk de verantwoordelijke organisaties te vragen om een
nadere toelichting te geven.
Uw reacties zien wij gaarne tegemoet.
Hoogachtend,
Vereniging Bedrijfsleven Curaçao
J. Kusters
Vice Voorzitter
Bijlage:
- Persbericht VBC 19 nov 2013
- Rapport Labor Force Development Plan
- Voorstel KAR
4.(Nieuwe)Wetgeving
Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaal-
economisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten
aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over
dient uit te brengen (periode oktober t/m november 2013).
In de betreffende verslagperiode heeft de regering een drietal landsbesluiten h.a.m. ter
uitvoering van artikel 6.2, derde lid van de landsverordening basisverzekering
ziektekosten (PB 3013 no3) inzake de vaststelling van de premie en inkomensgrenzen ten
behoeve van loontrekkenden, zelfstandigen en gepensioneerden ter advisering
aangeboden.
12
Voor de inhoud van dit voorstel wordt verwezen naar een separate artikel die in deze
editie van de Newsletter is opgenomen.
5.ECONOMIC INDICATORS
Foreign Exchange Position (x mln) : Oct 2013 : NAƒ 2,033
definition IMF Oct 2012 : NAƒ 1,996
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100) Sept 2013 :121,2
Sept 2012 :120.8
Change : 0,3%
Average inflation past 12 months : 1,9%
Population and Employment
Curaçao : 2011 2009
Total population 150,563 146,426
Employed population 62,042 59,453
Unemployed population 6,721 6,325
Labor Force 68,763 65,778
Unemployment rate 9.8% 9.6%
Stay over tourism no of visitors : Jan-Aug 2013 year to date :289.979
Jan-Aug 2012 year to date: 277.028
Change : 5%
Cruise tourism no. of passengers : Jan-Aug 2013 year to date : 398.261
Jan- Aug 2012 year to date : 300.333
Change: 33%
Stay over nights Jan-Aug 2013 year to date: 2,450,118
Jan-Aug 2012 year to date: 2,461,580
Change: 0%
Occupancy rate Hotels 2013 2012
Sept 64,90 % 65,01%
Average YTD Jan-Aug 68,07 % 73,18%
13
Shipping : Jan - Oct 2013 Jan - Oct 2012
Freight 809 913
Tanker 938 984
Cruise 216 165
Others 304 246
Jan-Aug 2013 Jan-Aug 2012
Cargo movements, metric tons
Unloaded 402.922 438,933
Loaded 153,091 143,495
Oct 2013 Oct 2012
Total companies Commercial Register
Local 23,745 23,339
International 14,739 15,424
Total 38,484 38,763
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics,
Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO,
CHATA, Chamber of Commerce Curaçao