Fax: 461-5422 NNeewwsslleetttteerrdocuments.caribseek.com/sites/default/files/files/2015/pdfs/...-...

13
1 N N e e w w s s l l e e t t t t e e r r V E R E N I G I N G B E D R I J F S L E V E N C U R A Ç A O NEWSLETTER NOVEMBER 2013 1.EDITORIAL 2.ECONOMIE Mededingingsbeleid:mededingingswetgeving en autoriteit Introductie “gliding scale” Basisverzekering Ziektekosten Doing Business 2014: Welke landen hebben het aantrekkelijkst zakenklimaat? 3.RAPPORTEN Brief Minister SOAW functioneren arbeidsmarkt 4.(NIEUWE)WETGEVING 5.ECONOMISCHE INDICATOREN 1.EDITORIAL De ervaring toont aan dat hoe eenvoudiger en simpeler een systeem des te effectiever en efficiënter het functioneert, des te begrijpelijker het wordt ervaren en des te groter de kans op maatschappelijke aanvaarding. Terecht heeft dit ervaringsfeit jaren als basis gediend bij de OB wetgeving. Een tarief en een aantal vrijstellingen. Relatief simpel en eenvoudig in uitvoering. Alleen de cumulatie was en is nog altijd een minpunt omdat van neutraliteit geen sprake is. In het voorjaar van 2013 is echter door de regering om budgettaire redenen ( aanpak begrotingstekorten) besloten om het OB stelsel aan te passen en een stelsel van gedifferentieerde tarieven in te voeren, met behoud van cumulatie en stellen van specifieke eisen waaraan kassabonnen moeten voldoen. Ook dient per 1 januari 2014 een verplicht kasregistratiesysteem te worden geïntroduceerd. De gevolgen van het overbood gooien van de beginselen “eenvoud en simpelheid” zijn niet moeilijk te raden: verwarring, onduidelijkheid, lastenverzwaring, uitvoeringstechnisch nauwelijks te implementeren (vandaar tot twee keer toe verleende uitstel door de Minister van Financiën), toename fraudegevoeligheid, kortom een chaos. Op OB gebied gaan we de weg op van het zeer ingewikkeld bestaande stelsel van invoerrechten. Hoe complex deze is, is in 1997 door de Inter Development Bank (IDB) die onderzoek hiernaar heeft verricht beknopt als volgt omschreven: “ The structure of indirect taxes in the Netherlands Antilles must be one of the most complex in the world. The plethora of ad valorem rates at existing figure is not conducive to mental Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422

Transcript of Fax: 461-5422 NNeewwsslleetttteerrdocuments.caribseek.com/sites/default/files/files/2015/pdfs/...-...

1

NNeewwsslleetttteerr

V E R E N I G I N G B E D R I J F S L E V E N C U R A Ç A O

NEWSLETTER NOVEMBER 2013

1.EDITORIAL

2.ECONOMIE

Mededingingsbeleid:mededingingswetgeving en autoriteit

Introductie “gliding scale” Basisverzekering Ziektekosten

Doing Business 2014: Welke landen hebben het aantrekkelijkst

zakenklimaat?

3.RAPPORTEN

Brief Minister SOAW functioneren arbeidsmarkt

4.(NIEUWE)WETGEVING

5.ECONOMISCHE INDICATOREN

1.EDITORIAL De ervaring toont aan dat hoe eenvoudiger en simpeler een systeem des te effectiever en

efficiënter het functioneert, des te begrijpelijker het wordt ervaren en des te groter de

kans op maatschappelijke aanvaarding.

Terecht heeft dit ervaringsfeit jaren als basis gediend bij de OB wetgeving. Een tarief en

een aantal vrijstellingen. Relatief simpel en eenvoudig in uitvoering. Alleen de cumulatie

was en is nog altijd een minpunt omdat van neutraliteit geen sprake is.

In het voorjaar van 2013 is echter door de regering om budgettaire redenen ( aanpak

begrotingstekorten) besloten om het OB stelsel aan te passen en een stelsel van

gedifferentieerde tarieven in te voeren, met behoud van cumulatie en stellen van

specifieke eisen waaraan kassabonnen moeten voldoen. Ook dient per 1 januari 2014 een

verplicht kasregistratiesysteem te worden geïntroduceerd. De gevolgen van het overbood

gooien van de beginselen “eenvoud en simpelheid” zijn niet moeilijk te raden:

verwarring, onduidelijkheid, lastenverzwaring, uitvoeringstechnisch nauwelijks te

implementeren (vandaar tot twee keer toe verleende uitstel door de Minister van

Financiën), toename fraudegevoeligheid, kortom een chaos.

Op OB gebied gaan we de weg op van het zeer ingewikkeld bestaande stelsel van

invoerrechten. Hoe complex deze is, is in 1997 door de Inter Development Bank (IDB)

die onderzoek hiernaar heeft verricht beknopt als volgt omschreven: “ The structure of indirect taxes in the Netherlands Antilles must be one of the most complex in the world. The plethora of ad valorem rates at existing figure is not conducive to mental

Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422

2

arithmetic. The protections granted through the tariff and economic levy is excessive, as well as the hidden protection contained in excise taxes”

Daarom alle redenen om bezorgd te zijn over de weg die de OB is ingeslagen.

Helaas moet geconstateerd worden dat de bestuurders kennelijk niet bereid zij om lering

te trekken uit opgedane ervaringen. Immers in het kader van de zgn. reparatiewetgeving

Basis Verzekering Ziektekosten (BVZ) liggen voorstellen op tafel om per 1 januari 2014

maar liefst 31 soorten premietarieven in te voeren ( ter vergelijking de OB wetgeving telt

4 tarieven en de invoerrechten meer dan 12).

Het is niet moeilijk te raden wat voor administratieve last dit zal veroorzaken voor niet

alleen de werkgevers maar ook voor hen die de controle moeten verrichten (

belastingdienst en SVB).

De Curaçaose collectieve lastendruk (belastingen en premies sociale verzekeringen)

bestaat niet alleen uit zeer hoge en daardoor niet concurrerende (marginale) tarieven maar

ook uit zware administratieve lasten die zich onder andere manifesteren in het ontwerpen

en het aanschaffen van allerlei dure IT equipment (hard en software ). Geen wonder dat

de Curaçaose economie niet kan concurreren en (productieve) investeringen

achterblijven. Het investeringsklimaat is namelijk niet aantrekkelijk.

Is het geen tijd dat de bestuurders en parlementariërs zich gaan bezinnen en bewust gaan

worden van de praktische gevolgen welke hun veelal op politiek populistische gronden

gebaseerde besluiten teweeg brengen onder meer ten aanzien van kassabon vereisten OB,

de vele invoerrechtentarieven en nu het voorstel om een “gliding scale” stelsel BVZ in

te voeren bestaande uit een absurd hoog aantal premiepercentages?

Waarom worden er geen eenvoudiger en praktischer systemen overwogen bijvoorbeeld

incorporeren invoerrechten in de OB en handhaven van het beginsel één uniform basis

ziektekosten verzekeringspakket en één tarief die door een ieder betaald moet worden en

invoering van een aparte subsidieregeling dan wel compensatie in de belastingsfeer van

de min- en onvermogenden?

Is dit teveel gevraagd? Het moet duidelijk zijn dat het beslag welk op ondernemers wordt

gelegd om als onbezoldigd administratie en incassobureau voor de overheid te

functioneren niet eindeloos opgerekt kan worden. De grens waar ondernemers het bijltje

erbij neer zullen gooien komt steeds dichterbij met alle gevolgen van dien voor de

economische groei en werkgelegenheid, kortom de welvaart van het eiland.

2.ECONOMIE

Mededingingsbeleid: mededingingswetgeving en autoriteit

De regering is voornemens om op korte termijn een mededingingswetgeving en autoriteit

in te voeren en heeft hiertoe de ontwerp Landsverordening inzake concurrentie opgesteld.

Met de invoering van deze wet wordt volgens de regering een onafhankelijke en

deskundige instantie in het leven geroepen die belast wordt met de bescherming van de

welvaart van de consument door handhaving van regels die ontoelaatbare

3

concurrentiebelemmeringen verbieden en concurrentie in het algemeen te bevorderen en

door het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan een of meer Ministers.

Dit ontwerp omvat 11 hoofdstukken en 75 artikelen:

- Hoofdstuk 1: Definities

- Hoofdstuk 2: Fair Trade Authority Curaçao (FTA)

Dit hoofdstuk bevat bepalingen betreffende:

> Instelling: Raad van Bestuur met status van zelfstandig bestuursorgaan;

> Samenstelling: drie leden die bij landsbesluit worden benoemd, geschorst en

ontslagen;

> Taken en bevoegdheden: uitvoeren van de landsverordening, vaststellen van

beleidsregels, verrichten van onderzoek, sanctioneren, geven van gevraagd en

ongevraagd advies aan Ministers;

- Hoofdstuk 3: Concurrentiebeperkende afspraken ( verbod kartels)

- Hoofdstuk 4: Ondernemingen met een machtspositie ( verbod machtsmisbruik)

- Hoofdstuk 5: Concentraties ( toezicht fusies)

- Hoofdstuk 6: Handhaving (toezicht en onderzoeksbevoegdheden)

- Hoofdstuk 7: Maatregelen in geval van overtredingen (sancties en

boetebepalingen)

- Hoofdstuk 8: Beroep ( LAR rechter)

- Hoofdstuk 9: Gebruik en verstrekking van gegevens

- Hoofdstuk 10: Overige bepalingen ( vertrouwelijkheid en evaluatie)

- Hoofdstuk 11: Inwerkingtreding en citeertitel

De ontwerp landsverordening inzake concurrentie vloeit voort uit een onderzoek naar

mededingingsbeleid voor Curaçao met als centrale vraag op welke wijze effectief

mededingingstoezicht kan worden vormgegeven. Daarbij is de mogelijke rol van

mededingingswetgeving en een mededingingsautoriteit geanalyseerd rekening houdende

met enerzijds de Curaçaose marktstructuren en de Curaçaose context en anderzijds

ervaringen met een mededingingstoezicht in andere landen.

De resultaten van dit onderzoek vormen de basis voor voornoemd wetontwerp. De

volgende keuzes zijn hierbij gemaakt:

- Aansluiting bij het Europees raamwerk, begrippen en normen ( verbod

kartelvorming, misbruik van machtspositie en concentratietoezicht);

- Status van zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoon voor de

mededingingsautoriteit : de Fair Trade Authority Curaçao welke zal bestaan uit

drie leden die bij landsbesluit worden benoemd, geschorst en ontslagen.

- Toepassen van het volledig geïntegreerde agency model d.w.z. dat de

toezichthouder / mededingingsautoriteit een zaak kan openen en onderzoeken

maar ook zelf een boete kan opleggen. Dit model vereist inbouwen van de nodige

waarborgen ten behoeve van de rechtszekerheid onder meer het kunnen

voorleggen van opgelegde sancties (boetes) bij de onafhankelijke rechter.

Dit model behelst ook samenvoegen van mededingingstoezicht, marktregulering

en consumentenbescherming.

- Als prioritaire sectoren zijn aangewezen: groot en detailhandel van

levensmiddelen, bancaire producten, bouw van infrastructurele projecten, import

van geneesmiddelen en internet.

4

Invoeren van deze ontwerp landsverordening zal mede ertoe bijdragen dat

economische groei gestimuleerd zal worden en dat hiermee een reële economische

groei van minimaal 4% per jaar gerealiseerd zal worden. Vertaling van internationale

studies naar de situatie op Curaçao zal volgens onderzoekers een toename van de

consumentenwelvaart tussen ANG 2,5 mln – 6 mln en een toename van het BBP

tussen ANG 5 – 103 mln per jaar opleveren.

Redactioneel commentaar:

Invoering van de Landverordening inzake concurrentie is zinvol indien dit daadwerkelijk

tot duurzame economische groei, grotere efficiency en lagere costs of doing business

leidt. Naar oordeel van de VBC zal de kans hierop aanzienlijk worden vergroot indien

aan de volgende cruciale voorwaarden worden voldaan:

- De Fair Trade Authority (FTA) dient volledig politiek onafhankelijk en ter zake

kundig te zijn. In de memorie van toelichting wordt dit onderkend en via het

verstrekken van de status van zelfstandig bestuursorgaan met eigen

rechtspersoonlijkheid wordt hieraan invulling gegeven. Deze waarborg is echter

onvoldoende omdat eveneens in de memorie van toelichting wordt gesteld dat de

Minister van Economische Ontwikkeling verantwoordelijk is voor strategische

zaken. Hieronder wordt begrepen nadere invulling van discretionaire

bevoegdheden van de FTA door middel van beleidsregels. Hier wordt de deur

wagenwijd opengezet voor beïnvloeding van de FTA door de minister en daarmee

ondermijning van de onafhankelijkheid van dit instituut. Deze constructie moet

derhalve ten sterkste worden afgeraden.

In een brief van de sector directeur Beleidsorganisatie MEO wordt melding

gemaakt dat vanwege gebrek aan voldoende middelen om de FTA te financieren

MEO vooruitlopend zelf enkele sectoren gaat analyseren in plaats van de FTA.

Dit zou de onafhankelijkheid van de FTA volledig ondermijnen en moet worden

afgewezen.

Een ander onderdeel dat van groot belang is om onafhankelijkheid van de FTA te

waarborgen is de samenstelling van de raad FTA. De drie leden worden door de

regering geselecteerd en per landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen. Deze

constructie biedt veel ruimte om politiek te marchanderen. Ter minimalisering

hiervan is het wellicht beter om het model van tripartisering toe te passen.

Daarnaast dient gewerkt te worden met een profielschets. Kandidaten voor de

raad van bestuur FTA kunnen pas worden benoemd na screening door b.v. de

SBTNO. - Met de invoering van de landsverordening inzake concurrentie dient de

prijzenverordening te worden afgeschaft. Niet alleen zou dit consistent zijn met de

keuze van het Nederlandse/Europese model (prijzenverordening is geëlimineerd)

echter concurrentie is een veel effectievere en goedkopere regulerend

mechanisme dan overheidsbemoeienis via allerlei prijzenverordeningen.

- Internationale en regionale samenwerking en benchmarking.

- Met betrekking tot de gekozen prioritaire sectoren is het onduidelijk hoe deze

keuze tot stand is gekomen terwijl er nog andere sectoren zijn waar met het

bevorderen van marktwerking en/of het aanpakken van verstoringen in de

structuur van de markt nog aanzienlijke welvaartwinst kan worden gehaald.

5

Onder meer kunnen hierbij activiteiten in zowel de zee als luchthaven, water en

elektriciteit voorzieningen, telecommunicatie en lokale transport worden

genoemd.

- Het streven naar een jaarlijkse reële economische groei van 4% is ambitieus. Het

is echter weinig realistisch om te verwachten dat met invoering van alleen de FTA

dit doel bereikt gaat worden. Dit zal alleen kunnen als ook tegelijkertijd de andere

knelpunten die investeringen belemmeren ( o.a. bureaucratie, hoge costs of doing

business, starre en inflexibele arbeidsmarkt, lage arbeidsproductiviteit) worden

aangepakt.

Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan dan is de kans groot op directe

politieke bemoeienis en inmenging. Er zal dan niet meer voldaan worden aan het

uitgangspunt van onafhankelijkheid.

Introductie “gliding scale “ Basisverzekering Ziektekosten

De Regering is voornemens om een drietal landsbesluiten houdende algemene

maatregelen ter uitvoering van artikel 6.2 derde lid van de landsverordening

basisverzekering ziektekosten ( PB 2013 no 3) inzake invoering van “gliding scale”

basisverzekering ziektekosten loontrekkenden, zelfstandigen en gepensioneerden in te

voeren per 1 januari 2014.

Door het introduceren van premie-inkomensgrenzen komt de Regering zoals publiekelijk

toegezegd, tegemoet aan de belofte om degenen die een jaarinkomen genieten tussen de

ANG 12.000 en ANG 18.000 een verminderde premie basis verzekering ziektekosten te

laten betalen. De regering heeft gemeend naast de normale BVZ premies, voor

voornoemde doelgroep groep aangepaste premies percentages te moeten introduceren. In

totaal derhalve invoering van 30 nieuwe premietarieven.

In tabelvorm zien deze er als volgt uit:

Inkomensklasse

Aandeel Werknemer conform Lv. BVZ

Aandeel in premie te betalen door werknemer o.b.v. Ontw-lb

Premie gepens- ioneerden conform Lv. BVZ

Aandeel in premie te betalen door gepen- sioneerden o.b.v. Ontw-lb

Premie zelf-standigen conf. Lv. BVZ

Aandeel in premie te betalen door zelfstandigen o.b.v. Ontw-lb

1 12000 12600 3% 0,25% 10,0% 0,60% 12% 9,25%

2 12601 13200 3% 0,55% 10,0% 1,60% 12% 9,55%

3 13201 13800 3% 0,85% 10,0% 2,60% 12% 9,85%

4 13801 14400 3% 1,15% 10,0% 3,60% 12% 10,15%

5 14401 15000 3% 1,45% 10,0% 4,60% 12% 10,45%

6 15001 15600 3% 1,75% 10,0% 5,60% 12% 10,75%

7 15601 16200 3% 2,05% 10,0% 6,60% 12% 11,05%

8 16201 16800 3% 2,35% 10,0% 7,60% 12% 11,35%

9 16801 17400 3% 2,65% 10,0% 8,60% 12% 11,65%

10 17401 18000 3% 2,95% 10,0% 9,60% 12% 11,95%

6

Volgens de Regering zal het introduceren en het toepassen van deze “gliding scale”

leiden tot een inkomsten derving van ongeveer ANG 3,2 miljoen.

Redactioneel commentaar:

Het voorstel van de regering geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen en vragen:

- Het hoofd ( principieel) uitgangspunt van de BVZ te weten één uniform

basispakket en één uniforme premie wordt verlaten met alle gevolgen van dien.

- Hoe gaat de inkomensderving van ANG 3,2 miljoen worden gefinancierd?

(Wederom) verhogen van premies van hen die meer dan ANG 18.000 per jaar

verdienen?

- Voor de uitvoerders van deze regeling (werkgevers, belastingdienst, SVB etc)

betekent dit een aanzienlijk administratieve en daarmee financiële verzwaring.

Niet allen moeten de administratieve (software)pakketten worden aangepast maar

ook zullen de controle werkzaamheden sterk uitgebreid moeten worden. Hoe

meer premie percentages hoe groter de kans op fraude en malversatie.

- De kans op het ontstaan van scheve situaties is groot. Zo zal een huishouden

bestaande uit twee personen die b.v. elke ANG 12.000 per jaar verdienen geen

BVZ premie hoeven te betalen. Een huishouden uit twee personen waar één

persoon ANG 24.000 per jaar aan inkomen is wel BVZ plichtig en wordt hierdoor

geconfronteerd met een lager besteedbaar inkomen.

- De grens van ANG 12.000 – ANG 18.000 per jaar is willekeurig gekozen. Zo zal

een persoon die het minimumloon verdient bij een 45 urige werkweek de volle

BVZ premie moeten betalen terwijl een met een 40 urige werkweek een premie

reductie krijgt. Is hier sprake van gelijke behandeling?

- Het is vooralsnog onduidelijk hoeveel loontrekkenden, zelfstandigen en

gepensioneerden in aanmerking komen voor een lagere BVZ premie waardoor het

allerminst zeker is dat de inkomensderving beperkt zal zijn tot ANG 3,2 miljoen.

- Ook is niet duidelijk waarom gekozen is voor 10 gedifferentieerde

inkomensgrenzen en niet bijvoorbeeld 5. Is het de bedoeling dat de verschillende

inkomensgrenzen periodiek geïndexeerd gaan worden?

Op basis van bovenstaande punten moet ernstig getwijfeld worden of invoering van

dit stelsel effectief, efficiënt en überhaupt tegen verantwoordelijke kosten mogelijk en

uitvoerbaar is. Zou het niet aan te bevelen zijn om het principieel uitgangspunt één

basispakket en één premie te handhaven? Een ieder betaalt zijn/haar premie. Als er

personen zijn die min of onvermogen zijn dan zouden deze na bewijs hiervan

gecompenseerd kunnen worden doormiddel van verstrekken van een subsidie danwel

tegemoetkoming in de belastingsfeer. Op deze wijze wordt het BVZ stelsel zuiver

gehouden en wordt voorkomen dat uitvoerders van het ziektekosten verzekerings

gebeuren met bijna onmogelijke adminstratieve en controletechnische verplichtingen

worden geconfronteerd. Een simpel stelsel verdient bij verre de voorkeur boven een

gecompliceerd en nauwelijks uitvoerbaar systeem.

7

Doing Business 2014: welke landen hebben het aantrekkelijkst

zakenklimaat?

De World Bank en de International Finance Corporation (IFC) hebben voor de elfde keer

het rapport “Doing Business 2014 “ uitgebracht. In dit rapport wordt de praktijk van

regelgeving waarmee bedrijven in landen worden geconfronteerd met elkaar vergeleken.

In totaal is het reguleringsregime bestaande uit 10 componenten van 189 landen met

elkaar vergeleken. Centraal staat de vraag hoe gemakkelijk is het voor een (startende)

ondernemer om aan de vingerende regels te voldoen om zijn/haar bedrijf te kunnen

beginnen en draaiende te houden met nadruk op de aspecten procedure, tijd en kosten.

Het gaat om de volgende activiteiten:

- Regels ten aanzien van het opstarten van een bedrijf ;

- Krijgen van bouw vergunningen;

- Krijgen van elektriciteit verbindingen :

- Registratie van eigendommen ;

- Credit mogelijkheden;

- Bescherming investeerders;

- Betaling van belastingen;

- Exportmogelijkheden;

- Afdwingen van contract bepalingen en overeenkomsten;

- Oplossen van geschillen

Bij het bepalen of het klimaat van een land gunstig is om zaken te doen is het bestaan en

de aanwezigheid van hoeveelheid regels volgens de World Bank en IFC niet

doorslaggevend. Waar het om gaat is of de overheden erin slagen om de regels zodanig

onderling uit te voeren dat deze de ontwikkeling van private investeringen niet doet

stagneren. Bij “Doing business” ligt de nadruk op effectieve regelgeving en niet zozeer

weinig regelgeving.

Het “ Doing Business” onderzoek van de World Bank en het IFC belicht één aspect van het

investeringsklimaat namelijk het regelgeving/ bureaucratie regime van een land. De resultaten

van dit onderzoek zijn derhalve beperkt en doen geen uitspraken over de totale kwaliteit van het

ondernemersklimaat en de complete concurrentiepositie van een land. Zo zijn belangrijke

onderwerpen die mede de kwaliteit en het klimaat van ondernemerschap bepalen o.a. veiligheid,

deugdelijkheid van bestuur, marktgrootte, macro-economische stabiliteit ( staat van de

overheidsfinanciën) en het niveau en kwaliteit van de arbeidsmarkt niet in het onderzoek

opgenomen.

Dit neemt niet weg dat het onderzoek een duidelijk beeld verschaft hoe het gesteld is met de staat

van de bureaucratie van landen en waar het klimaat om zaken te doen het aantrekkelijkst en

aangenaamst is.

Onderstaand tabel geeft een overzicht van landen gerangschikt op basis van “ ease of doing

business” 2014. Singapore, Hong Kong, Nieuw Zeeland, de USA en Denemarken zijn de top 5

landen. Voor het Caribisch gebied zijn Puerto Rico (40) en St Lucia (64) de hoogst genoteerde

landen. Opvallend is de score van landen als Suriname en Venezuela die onderaan de lijst ( minst

aantrekkelijk) staan genoteerd.

Hoewel Curaçao niet betrokken is geweest bij dit onderzoek kan uiteraard lering getrokken

worden uit de ervaringen van andere landen die wel onderdeel uitmaken van deze studie.

8

9

3.RAPPORTEN

Brief Minister SOAW functioneren Arbeidsmarkt

De huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het bijzonder het onderdeel

werkgelegenheid geven reden tot bezorgdheid. De Minister SOAW deelt deze opvatting

en heeft naar aanleiding hiervan een aantal stakeholders uitgenodigd om nader hierover

van gedachten te wisselen. De VBC heeft als een van de participanten deelgenomen aan

deze bespreking en discussie. Hierna heeft de VBC haar zienswijze met betrekking tot

dit vraagstuk schriftelijk aan de Minister doen toekomen. Hieronder de integrale tekst van

de brief:

Willemstad, 23 november 2013

Aan de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn

Hare Excellentie J-M Francisca

p/a Ministerie van SOAW

Pietermaai Parking & Mall, 3e verdieping

Excellentie,

Met verwijzing naar uw brief kenmerk 2013/067190 evenals de bijeenkomst d.d. 19

november 2013 berichten wij u als volgt.

De VBC is zeer bezorgd over de huidige ontwikkelingen die zich op de arbeidsmarkt

voltrekken. Alle indicaties duiden op toename van de werkeloosheid (verlies van banen)

en stagnatie van nieuwe arbeidsplaatsen.

Naar onze bescheiden mening moet de hoofdoorzaak van deze ongewenste ontwikkeling

gezocht worden in afname en krimp van economische groei mede als gevolg van

onvoldoend vertrouwen welke toe te schrijven is aan onder meer de volgende factoren:

- Gebrek aan een nationale en consistente lange termijn visie (masterplan);

- Regeer/politieke instabiliteit ;

- Enorme toename costs of doing business terwijl arbeidsproductiviteit niet

verbeterd is;

- Bureaucratie;

- Geen verbetering niveau onderwijs;

- Verouderde en inflexibele arbeidswetgeving en arbeidsmarkt.

Onderdelen inflexibele arbeidswetgeving en arbeidsmarkt:

- In 2000 is onder het motto flexibilisering van de arbeidsmarkt en zekerheid een

aantal aanpassingen doorgevoerd. Ter vergroting van de zekerheid van de

werknemers zijn onder meer de volgende maatregelen ingevoerd: invoering

minimum uurloon en het verhogen van het minimum uurtarief, afschaffen

mondelinge proeftijd, minimale betaling per oproep in geval van nul uren en

oproepcontracten, afschaffing concurrentiebeding, opzeggingsverboden bij ziekte,

zwangerschap, bevalling, huwelijk, lid vakbondswezen, hogere

10

overwerktoeslagen, maximale termijn van 12 maanden uitzendkrachten en gelijke

beloning.

De flexibilisering behelsde bevriezen van de ontslagwet voor een aantal sectoren (

exclusief massa ontslag) en na drie jaar evalueren hiervan.

Echter binnen een jaar is deze “deal” doorbroken door herinvoering van de

ontslagwet terwijl alle zekerheden zijn gehandhaafd. Derhalve een zeer eenzijdige

en onevenwichtige aanpak met als gevolg dat van flexibilisering van de

arbeidsmarkt niet veel terecht is gekomen. Integendeel.

- Huidige dubbele ontslagwet ( preventief en repressief). De ervaring wijst uit dat

deze constructie in het bijzonder het onderdeel de preventieve ontslagwet een anti

werkgelegenheid scheppende maatregel is. Werkgevers zijn uiterst voorzichtig in

het in(vaste) dienst nemen van nieuw personeel. Veelal wordt gewerkt met kort

lopende arbeidscontracten respectievelijk uitzendkrachten om zo enige

flexibiliteit te behouden.

Bovendien komt de ontslagwet de arbeidsproductiviteit niet ten goede.

Afschaffen van de ontslagwet zal zowel de werkgelegenheid als de

arbeidsproductiviteit ten doen toenemen en verbeteren.

- De huidige cessantia wet ( geen leeftijdgrens) is een ander stuk wetgeving welke

inflexibiliteit in stand houdt. In ieder geval dient de leeftijdgrens weer ingevoerd

te worden.

- Carenzdagen ( problematiek van kort verzuim) draagt eveneens bij tot

inflexibiliteit. Desondanks zijn er plannen om kort verzuim te definiëren als 6

weken.

- LTU/LAV restricties: Hoewel dit onderdeel onder Justitie regardeert vervuld de

SOAW hier ook een rol in de vorm van advisering en nemen van besluiten

bezwaren tewerkstelling vergunningen. Er zijn grote achterstanden en worden

grote bedragen verkwist aan schade betalingen (dwangsom zaken).

Ondertussen zijn er diverse voorstellen om de flexibiliteit verder in te perken en de

arbeidsmarkt te verstarren:

- 80/20 regeling die reeds door de Staten is goedgekeurd;

- Afschaffen/inperken kort lopende arbeidscontracten;

- Invoering verbindend en onverbindend verklaren cao’s

- Aanpassing arbeidsgeschillenverordening ( afschaffen referendum)

Er kan niet genoeg gewaarschuwd worden dat verdere verstarring van de

arbeidsmarkt de concurrentiepositie van Curaçao en creëren van werkgelegenheid

niet ten goede zal komen. Alle met naam en faam bekende instituten ( o.a. de

Worldbank, de IDB, de FIAS, de OECD en het IMF) hebben geadviseerd om in het

kader van het verbeteren van het investeringsklimaat de arbeidsmarkt te

flexibiliseren. Dit is nodig om concurrerend te blijven in de alsmaar toenemende

globalisering van de wereld economie.

De VBC pleit dan ook om deze voorstellen niet in te voeren. Veeleer zullen

inspanningen gedaan moeten worden om de arbeidsmarkt te flexibiliseren.

11

De VBC constateert dat anno november 2013 de ontslagwet niet goed functioneert (

vide ons hierover uitgebracht persbericht d.d. 19 nov 2013) en alleen maar averechts

werkt ten aanzien van scheppen van werkgelegenheid.

Gepleit wordt voor de buitenwerking stellen, respectievelijk drastisch aanpassen

hiervan.

Voor de goede orde moet hierbij worden vermeld dat in 2003 de sociale partners,

werknemers en werkgevers het voorstel gedaan hebben om de KAR ( Konseho di

Arbitrahe riba Retiro) in te voeren ter vervanging van de ontslagwet. De overheid

heeft echter besloten om dit voorstel niet over te nemen. Een gemiste kans.

Ook willen wij u erop wij u erop attenderen dat in juni 2008 na uitgebreide dialoog

het rapport Labor Force Development Plan (LFDP) is opgesteld. In dit rapport wordt

onder meer uitvoerig ingegaan op de hierboven aan de orde gestelde onderwerpen.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben dan wel additionele

informatie behoeven, dan zijn wij indien gewenst te allen tijde bereid om deze te

verschaffen respectievelijk de verantwoordelijke organisaties te vragen om een

nadere toelichting te geven.

Uw reacties zien wij gaarne tegemoet.

Hoogachtend,

Vereniging Bedrijfsleven Curaçao

J. Kusters

Vice Voorzitter

Bijlage:

- Persbericht VBC 19 nov 2013

- Rapport Labor Force Development Plan

- Voorstel KAR

4.(Nieuwe)Wetgeving

Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaal-

economisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten

aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over

dient uit te brengen (periode oktober t/m november 2013).

In de betreffende verslagperiode heeft de regering een drietal landsbesluiten h.a.m. ter

uitvoering van artikel 6.2, derde lid van de landsverordening basisverzekering

ziektekosten (PB 3013 no3) inzake de vaststelling van de premie en inkomensgrenzen ten

behoeve van loontrekkenden, zelfstandigen en gepensioneerden ter advisering

aangeboden.

12

Voor de inhoud van dit voorstel wordt verwezen naar een separate artikel die in deze

editie van de Newsletter is opgenomen.

5.ECONOMIC INDICATORS

Foreign Exchange Position (x mln) : Oct 2013 : NAƒ 2,033

definition IMF Oct 2012 : NAƒ 1,996

Consumer Price Index (Oct 2006 = 100) Sept 2013 :121,2

Sept 2012 :120.8

Change : 0,3%

Average inflation past 12 months : 1,9%

Population and Employment

Curaçao : 2011 2009

Total population 150,563 146,426

Employed population 62,042 59,453

Unemployed population 6,721 6,325

Labor Force 68,763 65,778

Unemployment rate 9.8% 9.6%

Stay over tourism no of visitors : Jan-Aug 2013 year to date :289.979

Jan-Aug 2012 year to date: 277.028

Change : 5%

Cruise tourism no. of passengers : Jan-Aug 2013 year to date : 398.261

Jan- Aug 2012 year to date : 300.333

Change: 33%

Stay over nights Jan-Aug 2013 year to date: 2,450,118

Jan-Aug 2012 year to date: 2,461,580

Change: 0%

Occupancy rate Hotels 2013 2012

Sept 64,90 % 65,01%

Average YTD Jan-Aug 68,07 % 73,18%

13

Shipping : Jan - Oct 2013 Jan - Oct 2012

Freight 809 913

Tanker 938 984

Cruise 216 165

Others 304 246

Jan-Aug 2013 Jan-Aug 2012

Cargo movements, metric tons

Unloaded 402.922 438,933

Loaded 153,091 143,495

Oct 2013 Oct 2012

Total companies Commercial Register

Local 23,745 23,339

International 14,739 15,424

Total 38,484 38,763

Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics,

Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO,

CHATA, Chamber of Commerce Curaçao