Familie van Gool

Een korte bloemlezing

Kees van Gool – Joanna Geraerds

Oervader Kees van Gool Die had toch grote oren Waardoor wij allemaal Nu heel goed kunnen horen.

Jaaaa….

Jaaaa, dat is uit het leven gegrepenJa dat is uit het leven 'n greep't Geluk is altijd met de lepenJa dat is 'm nou net nou de kneep

Meezingen op de wijze van Farce Majeur

De zoon, ook Kees van Gool Die had 'n klein cafétje 't Heette « Buitenlust » Maar 't was geen goed

ideetje

Jaaaa….

Joanna Geraerds trouwde hij Zij stond hem trouw terzijde 8 kinderen op 'n rij Zo ging dat in die tijden.

Jaaaa….

De oudste was tante Lien We mochten er vaak

logeren Ze kon vanuit haar stoel ‘t Hele spul regeren!

Jaaaa….

Daarna kwam ome Piet Liet iedereen stil partijen Kwam iedere zondag weer Op z’n brommerke naar de

Rijen

Jaaaa….

Ome Kees en tante Miep Zij bezorgd als hij wat inschonk Riep daarom hard: "Jij niet Kees" En het dan zelf uitdronk

Jaaaa….

De volgende was Frans Voor ‘n feestje steeds te porren Duwde van Rijen naar Breda

(en terug) To’s rolstoel zonder morren

Jaaaa….

Ome Willem was nummer vijf Toneel en moppen tappen Dat kon hij reuzegoed Vaak denken we aan zijn

grappen

Jaaaa….

Tante Rie was heel speciaal Haar huis bleef steeds een

"thuis", ja En 's zondags kregen wij 'n dubbeltje en 'n Mekka

Jaaaa….

Toon was de jongste knaap Woonde eens in de Pasbaan De feestjes in den deel Daar denkt iedereen nog

graag aan

Jaaaa….

Nummer 8 'n meisje weer Ja dat was tante To En ‘s woensdags op TV Keken wij er "dappere Dodo"

Jaaaa….

Nu zijn we bij elkaarMet veel herinneringenMisschien zal eens ons kroostOver ons een liedje zingen

Jaaaa….