Fahr trekkers Pagina 1 - OTMV.nl · 2020. 4. 4. · KR Deutz – Fahr trekkers Pagina 1 Deutz-Fahr...

KR Deutz – Fahr trekkers Pagina 1

Deutz-Fahr is een Duits Trekker merk.Deutz Fahr produceert naast trekkers ook combines, hooibouwmachines en persen.

Deutz en Fahr zijn van oorsprong zelfstandige Duitse trekker fabrikanten. Deutz is ook bekend door de motoren die niet alleen in de SDF trekkers worden gebruikt maar ook in o.a. Fendt.

Deutz-Fahr hoort nu tot de SAME Deutz Fahr (SDF ) groep. Binnen deze groep worden ook trekkers onder de naam SAME, Lamborghini en Hurlimann geproduceerd. Voordat de SDF groep werd gevormd had Deutz een verbinding met Allis in de verenigde staten. Daar werden de trekkers verkocht als Deutz-Allis. In dit informatie blad alleen de geschiedenis van Deutz, voor Fahr is een

aparte pagina gemaakt.

Geschiedenis

De tractorspecialisten. De lange geschiedenis van DEUTZ-FAHR is met één naam nauw verbonden: Nicolaus August Otto richtte in 1864 in Keulen de Motorenfabriek N.A. Otto & Cie. op, later Klöckner-Humboldt-Deutz AG (KHD), en vond korte tijd later de eerste viertaktverbrandingsmotor uit. Als voorbeelden van het ontwikkelen van producten die er uit springen gelden het begin van de serieproductie van tractoren met dieselmotor (1927), de serieproductie van kleine tractoren (1936), het gebruikmaken van luchtgekoelde dieselmotoren (1949), de eerste »vrijzicht«-tractor AgroXtra (1990) en de Agrotron-bouwserie (1995), die een nieuwe definitie van het begrip »tractor« heeft gegeven.


Met de presentatie van de Agrotron TTV met het traploos schakelen in het jaar 2001 heeft deze serie zijn voorlopige hoogtepunt op het gebied van innovatieve landbouwtechniek bereikt. Het succes van de tractorspecialisten wordt bevestigd door de bijbehorende records: in 1992 liep de 1.000.000ste tractor van de band. tot en met de dag van vandaag zijn er wereldwijd veel meer dan 500.000 DEUTZ-FAHR-tractoren aan ‘t werk - daarvan bijna 320.000 alleen al in Duitsland.

De maaidorsmachinespecialisten. Bij de oprichting in 1870 was Ködel & Böhm nog een kleine mechanische werkplaats in het Beierse Lauingen aan de Donau, maar die was al in 1890 de koploper bij het bouwen van dorsmachines. 50 jaar later volgden de eerste maaidorsmachines. Al in 1955 presenteerden Ködel & Böhm de eerste zelfrijdende maaidorsmachine. In 1991 liep de eerste TOPLINER van de band. In 1993 kwam de POWERPRESS 120 H - de eerste zelfrijdende grootpakpers ter wereld - van DEUTZ-FAHR op de markt. In het jaar 1998 volgt de grote maaidorser Topliner 8XL. Overzicht van de geschiedenis: 1864: Oprichting van de Motorenfabrik N.A. Otto & Cie. door N.A. Otto 1927: Begin met de serieproductie van standaardtractoren 1938: Oprichting van de Klöckner-Humboldt-Deutz AG (oftewel KHD) 1949: Serieproductie van de eerste tractor met luchtgekoelde DEUTZ-dieselmotor 1955: 100.000 tractoren geproduceerd 1968: KHD koopt een gedeelte van de aandelen van de FAHR A.G., Gottmadingen 1970: Overname van Ködel & Böhm door KHD en 100% aankoop van FAHR 1981: Met het gemeenschappelijke merk DEUTZ-FAHR wordt de Full-Line-productie opgenomen 1992: 1.000.000 tractoren geproduceerd 1995: DEUTZ-FAHR maakt nu deel uit van de SAME DEUTZ-FAHR Gruppe 1996: Verleggen van de tractorproductie van Keulen naar Lauingen 1998: Verleggen van het centrale reserveonderdelenmagazijn van Keulen naar Lauingen 2002: Verleggen van de productie van maaidorsmachines naar Randers, Denemarken


Tractoren - mijlpalen:

MTH 222 Met de MTH 222 begon 75 jaar geleden de serieproductie van standaardtractoren bij Deutz. Een liggende ééncilindermotor met een vermogen van 14 PS dreef via een rolketting een versnellingsbak met vier versnellingen aan. De in een oplage van 330 eenheden gebouwde MTH 222 was oorspronkelijk gedacht als zelfrijdende aandrijving voor stationaire werkmachines. F2M 315 Met de productie van de F2M 315 begon bij Deutz in 1933 de verkoop van tractoren met een versnellingsbak met vijf versnellingen, krachtafneempunten en blokbouwmethode. De aandrijving werd verzorgd door een tweecilinder-viertakt-dieselmotor met een vermogen van 28 PS. F1M 414 De doorbraak die leidde tot het motoriseren van de kleine landbouwbedrijven kwam er vanaf 1936 met de 11-er-Deutz, de typische "boerentrekker" F1M 414. Voor een prijs van 2300 RM kreeg de boer een tractor met ééncilinder-viertakt-dieselmotor, 11 PS vermogen, riemschijven alsmede een aandrijving via krachtafneempunten en maaibalken.

F1L 514 In het jaar 1950 werd de 11-er-Deutz afgelost door de F1L 514 en F2L 514. In beide tractoren kwamen voor het eerst de voor Deutz later zo typische luchtgekoelde dieselmotoren al voor. De F1L beschikte over een vermogen van 15 PS, de F2L een vermogen van 28 PS.


D-serie Met de invoering van de D25 eind jaren vijftig verscheen ook de nieuwe motor¬generatie FL712 met een vermogen van 13 tot 52 PS in de trekkermodellen van Deutz-Fahr op het toneel. Iets heel bijzonders was in die tijd de vering van de vooras ter verhoging van het rijgemak. D-05 Vanaf 1965 werd de D-bouwserie vervangen door de bouwserie D-05. De tractoren waren uitsluitend uitgerust met de motoren van het type FL 812 met axiale ventilatie en massabalanceringsaandrijving. Voor de eerste keer werd in de vier- en zescilinderklasse bij de D 6005 tot de D 9005 vierwielaandrijving aangeboden. Ook de "M" van Magirus kwam voor het eerst op de motorkap.

D-06 In 1968 begon het leveren van de bouwserie D-06, opvolger van de serie D-05, met de nieuw ontwikkelde modellen D 2506 tot D 13006 met 24 tot 120 PS. Voor de aandrijving dienden de nieuwe motoren van de bouwserie FL912. De hier afgebeelde D 13006 van 1972 was met 120 PS de sterkste trekker van de 06-er-serie. InTrac De plannen van DEUTZ-FAHR om de verschillende afzonderlijke stappen bij het werken op het land met één tractor uit te voeren hadden 1972 de Intrac-bouwserie ten gevolg. Het ongebruikelijke trekkerconcept met drie aanbouwmogelijkheden, een frontcabine, schuifdeuren, een kopkrachthijskraan en een kopaftakas baarde groot opzien. Voor het eerst kwamen er ook vijfcilinderdieselmotoren ter beschikking. DX Met de in 1978 voorgestelde DX-bouwserie bood DEUTZ-FAHR een volledig nieuw geconstrueerde tractorgeneratie aan. Met nieuwe motoren, een volledig gesynchroniseerde en met een smeeroliedruksysteem voorziene versnellingsbak en een in serie vervaardigde vierwielaandrijving wist DEUTZ-FAHR weer een nieuwe standaard bij het bouwen van trekkers te realiseren. De voor het eerst elastisch opgehangen cabine resulteerde in een wezenlijk hoger bedienings- en rijdcomfort in vergelijking met de voorgangers.


AgroXtra Als eerste producent bood DEUTZ-FAHR met de AgroXtra de eerste echte vrijzichttrekker aan, die later nog vaak gekopieerd zou worden. Naar een idee van de Zweedse importeur van DEUTZ-FAHR bood de AgroXtra een optimaal zicht op de voorste aanbouw. Met dit tractorconcept beïnvloedde DEUTZ-FAHR de verdere ontwikkeling van de tractorindustrie in beslissende mate.

Agrotron MK3 In het jaar 2000 werd voor de in 1995 ingevoerde AGROTRON-bouwserie, de MK3-kwaliteitsstandaard ingevoerd. Met het nog altijd revolutionaire concept van een ruime cabine biedt DEUTZ-FAHR een tractorbouwserie die tegenwoordig van 80 tot 260 PS de toon aangeeft wat betreft hydraulisch vermogen, cabineconcept en bedieningscomfort. Agrotron TTV Met de AGROTRON TTV presenteert DEUTZ-FAHR-Fahr in het jaar 2001 weer een nieuwe generatie tractoren, met een traploze versnelling en een volledig nieuw bedieningsconcept. De AGROTRON TTV met een vermogen van 125 tot 150 PS biedt door zijn ongecompliceerde bediening en het vrijwel verliesvrije aandrijvingsconcept een tot dan toe nog ongekend bedieningscomfort


Deutz – Fahr uit wikipedia

N.A. Otto & Cie, Gasmotoren-Fabrik Deutz AG

In 1864 werd de N.A. Otto & Cie opgericht door Eugen Langen en Nicolaus Otto. Derhalve kan de Keulse fabriek worden aangemerkt als oudste motorenfabriek ter wereld. In 1869 verhuisde het bedrijf naar Deutz en vanaf 1872 heette het Gasmotoren-Fabrik Deutz AG. Toentertijd werkten Gottlieb Daimler en Wilhelm Maybach in de fabriek. Negen jaar later gingen ze hun eigen weg gaan en bouwden één van de eerste auto's.

Door andere bedrijven op te kopen groeide het bedrijf. In 1982 begon het bedrijf locomotieven te bouwen, iets wat het tot 1970 zou blijven doen. Aanvankelijk in licentie van MAN, bouwde het vanaf 1897 dieselmotoren. Tussen 1907 en 1912 werden onder leiding van Ettore Bugatti zonder veel succes auto's geproduceerd, maar de in 1926 gestarte tractoren productie groeide uit tot één van de pijlers van het bedrijf. Op dat moment maakte het luchtgekoelde, oliegekoelde en watergekoelde diesel- en gasmotoren, voor zowel stationair gebruik als in voertuigen.

Humboldt-Deutz, Klöckner-Humboldt-Deutz (KHD)

In 1930 fuseerde het bedrijf met de machinebouwer Humboldt AG uit Keulen, dat voornamelijk machines bouwde voor de verwerking van bulkmateriaal. De Motorenfabrik Oberusel volgde niet lang daarna. In 1936 nam het Magirus uit Ulm over, een bekende fabrikant van voornamelijk brandweervoertuigen. Het was een goede mix; Magirus had motoren nodig, Deutz had een voertuigbouwer nodig.

Magirus Deutz vrachtauto

DX 6.30 tractor

In 1938 volgde de fusie tussen Humboldt-Deutz en Klockner-Werke AG, waaruit Klöckner-Humboldt-Deutz AG (KHD) ontstond. Tijdens de2e werledoorlog bouwde het tanks, vrachtauto's, tractors op rupsbanden, en zogenaamde "Half-tracks". Tijdens de oorlog kreeg de onderneming veel te lijden van bombardementen, maar kon toch vrij vlot na de oorlog weer tractors en trucks produceren. Men begon een unieke luchtgekoelde dieselmotor te bouwen, en het ontbreken van een geluiddempende watermantel bezorgde de Magirus-trucks een eigenaardig en onmiskenbaar geluid.

In 1953 nam het de Verenigde West-Duitse Wagonfabrieken Westwagon over, waarna het bedrijf zich enige tijd ook met trams bezig hield. Rond deze tijd was Magirus de grootste Duitse vrachtwagenproducent geworden.


Grote investeringen in nieuwe modellen voor Magirus-Deutz en de bouw van een nieuwe fabriek in Ulm hadden KHD in een financieel zwakke positie gebracht. Locomotieven werden niet meer gebouwd vanaf 1970. Een grote order van de Sovjet Unie in 1974, waarbij 9000 Magirus-Deutz vrachtauto's geleverd werden, zorgde voor enige lucht. Hoewel de luchtgekoelde diesels in Siberië een voordeel waren, verouderde de luchtgekoelde diesel meer en meer.

Zoals andere fabrikanten in deze tijd, waaronder DAF, zocht men samenwerking met partners. In 1975 fuseerde het vrachtwagengedeelte met een aantal andere merken tot Iveco. KHD ging zich weer op motorenbouw concentreren en verkocht om financiële redenen het belang in Iveco, waarmee de naam Magirus-Deutz min of meer verdween. In Amerika, waar het merk zich op richtte, werd het bedrijf niet bepaald met open armen ontvangen en het avontuur bleek financieel een ramp.

Deutz AG

Deutz fabriek in Keulen, Werk Porz

In de loop van de jaren werden drie grote bedrijfsonderdelen verkocht : KHD Wedag, Allis-Chalmers en ook de activiteiten in landbouwmachines. Ook anderszins veranderden de eigendomsverhoudingen.

KHD Wedag ging naar MFC Bancorp; Deutz-Fahr nam Allis-Chalmers over en hernoemde het in Deutz-Allis. In 1995 werd het agrarische deel (Deutz-Fahr) aan de Italiaanse SAME-groep verkocht. Daartegenover neemt KHD In 1985 MWM over, de Motoren Werke Mannheim. Deutz AG zelf is voor zo'n 40% in handen van SAME en het Zweedse Volvo AB heeft sinds 1998 7% van de aandelen. In 2005 werd een dochterbedrijf Deutz Power Systems GmbH und Co KG opgericht.

Deutz AG had in 2005 5400 medewerkers, waarvan 1200 buiten Duitsland. Het heeft 22 dochterondernemingen en is is 130 landen actief. Het bedrijf heeft een jaaromzet van rond de 1,3 miljard euro. Men heeft fabrieken in Keulen, Mannheim, Ulm en in Spanje.

Fahr trekkers Pagina 1 - OTMV.nl · 2020. 4. 4. · KR Deutz – Fahr trekkers Pagina 1 Deutz-Fahr...

Documents

Transcript of Fahr trekkers Pagina 1 - OTMV.nl · 2020. 4. 4. · KR Deutz – Fahr trekkers Pagina 1 Deutz-Fahr...