FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een...

140
FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen Afstudeerrichting Logica en Wetenschapsfilosofie DE DOORSTROOM EN ACCEPTATIE VAN WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIE VANUIT HET PERSPECTIEF VAN EEN GEÜNIFICEERDE ACADEMISCHE CATALOGUS Steven Laporte Proefschrift ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, afstudeerrichting Logica en Wetenschapsfilosofie. Academiejaar 2010-2011 Promotor: Prof. Dr. Gustaaf Cornelis

Transcript of FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een...

Page 1: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

Studiegebied Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen

Afstudeerrichting Logica en Wetenschapsfilosofie

DE DOORSTROOM EN ACCEPTATIE VAN WETENSCHAPPELIJKE

INFORMATIE VANUIT HET PERSPECTIEF VAN EEN GEÜNIFICEERDE

ACADEMISCHE CATALOGUS

Steven Laporte

Proefschrift ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Wijsbegeerte en

Moraalwetenschappen, afstudeerrichting Logica en Wetenschapsfilosofie.

Academiejaar 2010-2011

Promotor: Prof. Dr. Gustaaf Cornelis

Page 2: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Dankw

oord

i

DANKWOORD

Met dank aan mijn promotor professor Gustaaf Cornelis die met een paar

pennentrekken en precieze vragen structuur wist te brengen in dit

werkstuk. Dank aan Joris wiens vinger koppig naar de filosofie blijft wijzen,

Jan die mij welwillend voorstelde aan Borges, Ivan die mij leert bij het

nadenken met de voet een ritme aan te houden en Serge die deze

onderneming van bij de aanvang met belangstelling bleef volgen.

Dank ook aan Julien Van Borm, ere hoofdbibliothecaris van de Universiteit

Antwerpen, en Christophe Debruyne van het Semantics Technology &

Applications Research Lab: hoewel ik hen in de aanloop van deze thesis

toevallig leerde kennen, bezorgden zij mij gul en belangeloos nieuwe

inzichten.

Ook wil ik het voltallige personeel van de openbare bibliotheek van Brecht

bedanken voor het geduldig aanhoren van mijn oeverloze uitweidingen.

Ten slotte gaat mijn dank naar mijn lieve Tina: zonder haar onomwonden

steun en vertrouwen was dit niet mogelijk geweest.

Page 3: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Kort

e S

am

envatt

ing

ii

KORTE SAMENVATTING

In deze tekst wordt via een historisch en thematisch overzicht nagegaan

hoe de moderne wetenschappelijke bibliotheek tot stand is gekomen. Via

de abstracte voorstelling van een imaginaire bibliotheek wordt de

bovengrens van het documenteerbare afgebakend. De geschiedenis van de

utopie van een volledige verzameling van alle menselijke kennis wordt

gekoppeld aan een aantal pogingen om een taal te ontwikkelen waarin deze

kan worden uitgedrukt. Vervolgens worden de grondslagen van de moderne

bibliometrie onderzocht aan de hand van de ideeën van hun voornaamste

vertolkers. Ten slotte wordt de actuele situatie kritisch geëvalueerd.

Page 4: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inhoudsopgave

iii

INHOUDSOPGAVE

DANKWOORD .......................................................................................................................................................... I

KORTE SAMENVATTING .......................................................................................................................................... II

INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................................................. III

TABELLEN ................................................................................................................................................................ V

FIGUREN ................................................................................................................................................................. VI

GEBRUIKTE AFKORTINGEN .................................................................................................................................... VII

INLEIDING ................................................................................................................................................................ 1

Situering ............................................................................................................................................................................... 1

Probleemstelling en gebruikte methode............................................................................................................................. 6

DE ONVOORSTELBARE UNIVERSELE BIBLIOTHEEK .................................................................................................. 8

De combinatoriek van Borges Bibliotheek ........................................................................................................................ 10

De catalogus der catalogi ................................................................................................................................................... 13

Is de totale bibliotheek volledig? ....................................................................................................................................... 15

Conclusie bij dit hoofdstuk ................................................................................................................................................ 25

DE IDEE VAN EEN UNIVERSELE CATALOGUS ......................................................................................................... 28

De vroeg moderne informatiegolf ..................................................................................................................................... 36

De nieuwste informatiegolf ............................................................................................................................................... 40

Het web .............................................................................................................................................................................. 41

Conclusie bij dit hoofdstuk ................................................................................................................................................ 48

EEN UNIVERSELE BIBLIOTHEEK IN EEN UNIVERSELE TAAL .................................................................................... 53

De Ars Magna van Raymond Lull ....................................................................................................................................... 56

Leibniz en de lingua generalis ............................................................................................................................................ 64

De binaire calculus ............................................................................................................................................................. 68

Conclusie bij dit hoofdstuk ................................................................................................................................................ 71

DE FILOSOFISCHE GRONDSLAGEN VAN DE BIBLIOMETRIE ................................................................................... 74

Bibliometrie, sciëntometrie en informetrie ...................................................................................................................... 74

John Desmond Bernal ........................................................................................................................................................ 77

Robert K. Merton ............................................................................................................................................................... 80

Eugene Garfield .................................................................................................................................................................. 83

Structuralisme en Post-structuralisme .............................................................................................................................. 86

Conclusie bij dit hoofdstuk ................................................................................................................................................ 93

Page 5: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

iv

VOLLEDIGHEID, TOEREIKENDHEID EN PIRATEN .................................................................................................... 95

De grote stempel van de Science Citation Index ............................................................................................................... 95

Little science, big science ................................................................................................................................................... 96

De wet van Lotka ................................................................................................................................................................ 99

De wet van Bradford .......................................................................................................................................................... 99

Hoeveel informatie is genoeg? ........................................................................................................................................ 101

Een blik op de praktijk ...................................................................................................................................................... 103

Academische ranking ....................................................................................................................................................... 105

Piraten .............................................................................................................................................................................. 108

Conclusie bij dit hoofdstuk .............................................................................................................................................. 110

ALGEMENE CONCLUSIE ........................................................................................................................................113

INDEX ...................................................................................................................................................................115

BIBLIOGRAFIE .......................................................................................................................................................... 1

BIJLAGE .................................................................................................................................................................. 10

Page 6: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Tabellen

v

TABELLEN

Tabel 1: Decimaal / Binair / Octaal / Hexadecimaal en ASCII ............. 18

Tabel 2: Tekst / CODE / 8-bit binair ................................................ 19

Tabel 3 : Tabula Generalis ............................................................. 59

Tabel 4 : Lingua Generalis ............................................................. 66

Tabel 5 : Praktijktoets criteria bij zoekopdrachten........................... 104

Page 7: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Fig

ure

n

vi

FIGUREN

Figuur 1 : Ars Combinatoria eerste figuur ........................................ 60

Figuur 2 : Ars Combinatoria tweede figuur ....................................... 61

Figuur 3 : Hexagrammen in de versie van Leibniz ............................. 70

Figuur 4 : Vertaling Hexagrammen - Binair - Decimaal ...................... 70

Page 8: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Gebru

ikte

afk

ort

ingen

vii

GEBRUIKTE AFKORTINGEN

ASCII American Standard Code for Information Interchange

IF Impact Factor

IR Information Retrieval

ISI Institute for Scientific Information

lj lichtjaar

OCR Optical Character Recognition

SCI Science Citation Index

WoS Web of Science

Page 9: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

1

INLEIDING

SITUERING

Wanneer Eugene Garfield in 1960 het Institute for Scientific Information

(ISI) stichtte, betekende dit het voorlopige einde van een eeuwenlange

zoektocht naar een betrouwbare methode om de steeds groeiende stroom

van wetenschappelijke publicaties in duidelijke banen te leiden. Via de

citatie-index kon eenduidig en controleerbaar de impact van

wetenschappelijk onderzoek op de gemeenschap van onderzoekers over de

hele planeet achterhaald worden. Het principe was eenvoudig: ga na

hoeveel keer er binnen een bepaalde periode in wetenschappelijke

publicaties naar een bepaald artikel of tijdschrift wordt verwezen, en je

hebt een goede indicator voor de relevantie van de brontekst. Samen met

het principe van de peer-review, waarbij een artikel pas voor publicatie

geschikt wordt geacht wanneer het door vakgenoten en gelijken van de

auteur wordt goedgekeurd, werden dit de twee pijlers van de moderne

bibliometrie. De problemen die dienden te worden overwonnen, waren al

sinds de oudheid bekend: in een publicatie kan gelogen worden of

geplagieerd. Wanneer een auteur bepaalde beweringen doet, dan kunnen

deze onwaar zijn, inaccuraat, ongefundeerd of oncontroleerbaar. Daarnaast

kunnen geldige beweringen worden overgenomen van eerdere publicaties,

zonder dat deze worden vernoemd. Systematische peer-review diende de

wetenschappelijkheid van publicaties te garanderen en door middel van

bibliografische indexen kon de oorspronkelijkheid van een werk steeds

worden achterhaald. Deze basisprincipes zijn sinds hun introductie vrijwel

onveranderlijk van kracht en zijn voor een artikel of onderzoek – om zich

wetenschappelijk te mogen noemen – een conditio sine qua non.

Page 10: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

2

Hoewel deze principes ongewijzigd bleven, veranderde sinds de beginjaren

1960 de manier waarop informatie werd verzameld zeer drastisch. De

doorgedreven informatisering van de hele wereld vertaalde zich binnen het

vakgebied van wetenschappelijke bibliotheken naar digitale indexen,

catalogi en ten slotte naar een digitalisering van de bronteksten zelf. De

hoeveelheid aan gegevens die potentieel ter beschikking staan van de

informatiezoeker steeg zodoende exponentieel en deze groei lijkt voorlopig

haar summum nog niet bereikt te hebben. Databanken groeien niet alleen,

maar zijn via aangepaste software ook in staat om zichzelf aan te vullen,

met een beperkte menselijke tussenkomst. Daarenboven kunnen meerdere

databanken aan elkaar worden gekoppeld om zo één opzoekbaar geheel te

vormen. Op het gebied van citatie-indexen zorgen ondernemingen als Web

of Science (WoS) en Scopus voor een integratie die het – met niet eens

zoveel overdrijving – mogelijk maken te beweren dat het volledige

planetaire volume aan wetenschappelijke publicaties erin weergegeven

worden. 1

Deze indexen staan op zichzelf echter los van de publicaties waarop ze

gebaseerd zijn. Zij vertellen immers niet waar je de tekst kan vinden en

inkijken. Een catalogus doet dit wel, namelijk door middel van een

plaatsbeschrijving. Een catalogus was oorspronkelijk uniek voor één

bepaalde bibliotheek of archief, maar ook hier zet de tendens naar

integratie zich steeds duidelijker in. Opmerkelijk was dit jaar de lancering

van Unicat.2 Deze metacatalogus verenigt de catalogi van alle Belgische

1 Web of Science, als onderdeel van Web of Knowledge, is eigendom van het concern Thomson

Reuters en de rechtstreekse erfgenaam van de oorspronkelijke index-databank van ISI. Scopus

(eigendom van uitgever Elsevier) startte in 2004. Voordien bestond er nauwelijks een alternatief voor ISI als bron voor citatiegegevens. De focus ligt nog steeds zeer sterk op publicaties uit

westerse landen en in het Engels. Daarnaast worden echter zowel regionale als internationale

tijdschriften opgenomen in de indexen van WoS en Scopus.

2 Belgische Universiteitsbibliotheken, www.unicat.be, juli 2011

Page 11: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

3

universiteiten met deze van een aantal hogeschoolbibliotheken en

bibliotheken van religieuze en gouvernementele organisaties. Alles wijst er

bovendien op dat de tendens tot aaneensluiting van catalogi zich op een

globale schaal zal verder zetten. Wanneer deze beweging haar voltooiing

zou kennen, zal iedereen waar ook ter wereld er met de grootst mogelijk

precisie kunnen achter komen waar een bepaald boek of artikel kan worden

geraadpleegd. Koppel hieraan een vlotte levering van documenten in

elektronische vorm en het volledige patrimonium aan wetenschappelijke

kennis ligt binnen handbereik.

In een laatste stap kan men vervolgens overgaan tot het scheppen van een

globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle

werken die ooit werden gepubliceerd in digitale vorm terug te vinden. Elk

boek dat ooit werd geschreven, elke studie die ooit werd uitgevoerd en elke

tekst van elk wetenschappelijk congres dat ooit werd gehouden, kan in

principe in deze databank opgenomen worden. Technische obstakels om dit

mogelijk te maken zijn er nauwelijks, zeker wanneer we een voorschot

nemen op de ontwikkelingen op het gebied van digitale verwerkings- en

opslagcapaciteit die nog in het verschiet liggen.3 Een poging tot het

uitbouwen van deze ultieme bibliotheek werd een tijd geleden reeds

aangevat met het project Google Library Project.4 In België werkt de

bibliotheek van de Universiteit van Gent mee aan dit project. Dit houdt in

dat de bibliotheek het gedeelte van haar collectie dat niet aan

auteursrechten onderhevig is ter beschikking stelt aan Google, die ze op

een geheime plaats en volgens een geheim procedé inscant, zonder het

origineel te beschadigen.

3 We hoeven hier maar te denken aan de ontwikkeling van de kwantumcomputer, ooit een

wetenschappelijke fictie die recent echter realiteit werd. BBC News, 2011

4 Google Inc., http://www.google.com/googlebooks/library.html, juli 2011

Page 12: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

4

Het resultaat is de grootste bibliothecaire databank die de mensheid ooit

heeft gekend. Met een dergelijk potentieel aan materiaal dat kan worden

geraadpleegd voor het stofferen van nieuwe wetenschappelijk onderzoek,

wordt de selectie van de meest relevante bronnen voor de gebruiker een

hachelijke onderneming.

In zijn essaybundel uit 1938 – getiteld World Brain – bedacht science fiction

pionier H.G. Wells een wereld-encyclopedie, die in zijn visie een absolute

voorwaarde was voor het overstijgen en oplossen van de wereldproblemen.

Of zoals hij het zelf formuleerde in een toespraak voor het Royal Institution

of Great Britain in 1936:

“I am not saying that a World Encyclopaedia in itself solves any single one of the

vast problems that must be solved if man is to escape from his present dangers

and distresses and enter upon a more hopeful phase of history: what I am saying

– and saying with the utmost conviction – is this, that without a World

Encyclopaedia to hold men‟s minds together in something like a common

interpretation of reality, there is no hope whatever of anything but an accidental

and transitory alleviation of any of our world troubles.”

Volgens sommigen voldoet het internet nu al aan een aantal kenmerken

van deze wereld-encyclopedie. Wat voor verheldering diende te zorgen,

lijkt echter voor anderen – door het ontstaan van een nooit geziene lawine

aan informatie – de verwarring enkel groter te maken. Niet één wereldbrein

maar vele wereldbreinen lijken zich te ontwikkelen. Naast de groei van de

wetenschappelijke kennis, afgebeeld in wetenschappelijke bibliotheken

zagen vele parallelle informatiebronnen het licht. Zo werkt Wikipedia met

grosso modo dezelfde methoden als de wetenschappelijke wereld aan een

gedemocratiseerde versie van een encyclopedie van alle mogelijke

wetenswaardigheden. Het democratisch gehalte bestaat hier voornamelijk

uit het feit dat de peer-review niet gebeurt door experten binnen een

vakgebied, maar door iedereen die een bijdrage wenst te leveren. Deze

Page 13: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

5

werkwijze bevordert de toegankelijkheid en het groeipotentieel van deze

encyclopedie aanzienlijk, maar wel ten koste van de mate van

betrouwbaarheid van de informatie.

De notie van complexiteit en zelfregulerende systemen vormt een van de

onderwerpen van een aanstekelijk onderzoeksprogramma, dat mede wordt

gedragen door de leden van de Principia Cybernetic Group.5 De idee van

zelfregulering veronderstelt van een systeem een zekere graad van

autonomie waardoor het – los van de gebruiker – een actieve rol vervult.

Deze invalshoek betekent dat er geleidelijk wordt afgestapt van de

klassieke mechanische manier om de wereld te bestuderen, met name door

haar op te splitsen in haar kleinste bestanddelen. Complexe systemen

bezitten eigenschappen die ophouden te bestaan wanneer men hen tracht

te reduceren tot hun bestanddelen. Doorgaans hebben we weinig moeite

om een biologische entiteit – zoals de mens – te beschouwen als groter dan

de som van zijn bouwstenen, maar om ook een grote hoeveelheid

symbolische informatie – die door complexe verbanden gestalte krijgt – een

dergelijke autonomie toe te kennen, dienen we afscheid te nemen van een

aantal traditionele denkbeelden.

5 Actief in ons land via het Centrum Leo Apostel, verbonden aan deze universiteit: Principia Cybernetica project, http://pespmc1.vub.ac.be/DEFAULT.html, juli 2011

Page 14: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

6

PROBLEEMSTELLING EN GEBRUIKTE METHODE

In deze thesisverhandeling gaan we na welke invloed deze ontwikkelingen

hebben, op de manier waarop we met wetenschappelijke informatie

omspringen.

De hier voorgestelde tekst is een verkenning van de totstandkoming van de

huidige wetenschappelijke catalogus en een zoektocht naar de implicaties

van schaalvergroting en automatisering voor haar gebruikers.

Hiervoor werd een bronnenonderzoek opgezet, dat doorheen de tekst op

twee manieren is gestructureerd: enerzijds worden vanaf het tweede

hoofdstuk de meest belangrijke mijlpalen voor het tot stand komen van de

huidige wetenschappelijke catalogus en de interpretatie ervan op een

chronologische manier behandeld. Anderzijds evolueert de tekst van een

abstracte benadering naar een nauw met de hedendaagse praktijk verband

houdende bespreking van de eigenschappen van en gevolgen voor de

moderne bibliometrie. Er wordt doorheen de tekst herhaaldelijk de nadruk

gelegd op getallen, die een idee moeten geven van de schaal waarop een

bepaalde bibliotheek moet worden voorgesteld. Van deze getallen kan

echter in veel gevallen abstractie worden gemaakt, wanneer men zich de

vraag stelt of het resultaat van een formule van een menselijke of een

bovenmenselijke orde is. Wat primeert zijn de verhoudingen van de

informatiezoeker met de beschikbare bronnen.

In deze thesis benaderen we deze vragen met een brede filosofische

belangstelling, zonder de link met de bibliometrische praktijk uit het oog te

verliezen. Het beginpunt is de abstracte voorstelling van Borges‘ Bibliotheek

van Babel. Deze wordt uitgewerkt tot een model dat symbool kan staan

voor de ontwikkelingen die zich in realiteit voltrekken. Doorheen de

bespreking van de evolutie, de doelstellingen en de problemen van de

moderne informatie-praktijk worden verbanden met eeuwen oude

Page 15: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Inle

idin

g

7

filosofische thema‘s gelegd. Deze situeren zich voornamelijk rond vragen

over kennis en waarheid. Maar ook bewustzijn en ethiek, identiteit en

existentie, oorsprong en doelmatigheid worden – zij het in verschillende

graden van uitvoerigheid – aangeraakt, in een poging om een verfrissend

perspectief op het thema te ontdekken.

Voor geen van de aangehaalde thema‘s pretendeert deze verhandeling een

volledig overzicht te geven van alle relevante ontwikkelingen en inzichten.

Om die reden werd dan ook de klassieke nummering van de hoofdstukken

per niveau weggelaten. Wel werd getracht een representatief beeld te

schetsen dat voldoende rijk is om de complexiteit van de thematiek te

duiden.

Page 16: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

8

DE ONVOORSTELBARE UNIVERSELE BIBLIOTHEEK

“[…] En ik vraag me dan ook af of het mogelijk is te spreken over heden of

toekomst van bestaande bibliotheken wanneer we uitgaan van pure

fantasiemodellen. Ik denk van wel.”8

In zijn slechts een paar honderd woorden tellende verhaal De Bibliotheek

van Babel beschrijft Jorge Luis Borges een bibliotheek die het heelal vormt.

Deze bibliotheek beslaat een onbepaald en misschien oneindig aantal

zeshoekige galerijen in talloze verdiepingen. De indeling van deze galerijen

is steeds dezelfde: twintig planken met daarop boeken die beschreven zijn

met steeds dezelfde vijfentwintig orthografische symbolen. Geen twee

boeken in de bibliotheek zijn gelijk. Bovendien bestaat de bibliotheek ab

aeterno, voor eeuwig. Uit deze twee premissen vloeit voort dat op haar

boekenplanken alle mogelijke combinaties van de orthografische symbolen

te vinden zijn …oftewel alles wat maar uit te drukken valt: in alle talen.9

Het gevolg is dat ieder denkbaar verhaal in deze onvoorstelbare bibliotheek

terug te vinden is. Elke biografie, van elk wezen dat ooit heeft geleefd staat

erin beschreven. Ook die van je eigen leven, aangevuld met een

beschrijving van elke mogelijke andere wending die je aan je leven kon

hebben gegeven, inclusief een verslag van je dood in al deze gevallen. De

bibliotheek bevat elke tekst die je maar kan bedenken en ook al deze

8 Eco, De Bibliotheek, p. 9

9 Borges, De Aleph, p. 175

Page 17: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

9

teksten van achter naar voor. Zij bevat elke tekst zo dat enkel de

medeklinkers gedrukt zijn en zij bevat elke tekst geschreven in de P-taal.10

De meeste van de boeken die op de planken te vinden zijn, bevatten echter

pure onzin. Wanneer je een willekeurig boek uit de rekken haalt, is de

inhoud ervan het equivalent van wat er gebeurt wanneer je het

geblinddoekt zou schrijven met een schrijfmachine. Hoewel de bibliotheek

met absolute zekerheid een boek bevat dat een antwoord geeft op iedere

vraag die men zich maar kan stellen, is het vrijwel onmogelijk om het te

vinden tussen de oceanen van zinloze teksten. In deze betekenis is de

bibliotheek dan ook volstrekt nutteloos.

Het verhaal van Borges is in de eerste persoon geschreven en spreekt

vanuit het perspectief van een bewoner van deze fantastische plaats. De

verteller en zijn metgezellen zwerven hun hele leven doorheen de ontelbare

galerijen en speculeren er over de betekenis van wat ze zien. Sommigen

van hen denken dat ieder boek een betekenis heeft, indien niet in het

Engels, Nederlands of het Kirgizisch, dan wel in een ons onbekende taal.

Maar welke betekenis zou dan het boek hebben waarvan elke bladzijde

enkel gevuld is met uitsluitend de letter K? Sommigen gingen ervan uit dat

er ergens in de bibliotheek een catalogus der catalogi moest bestaan, die

hen de weg zou wijzen naar de belangrijkste boeken. Zij spendeerden hun

hele leven naar het zoeken van dit boek. Sommigen werden krankzinnig en

trachtten alle zinloze boeken die ze op hun weg tegenkwamen te

vernietigen. Dit werd hen op hun beurt belet door degenen die de catalogus

zochten en vreesden dat deze mee dreigde te worden vernietigd. Een

zinloze vrees, gezien er van de catalogus ontelbare, nagenoeg identieke

10 Een als spel bedachte geheimtaal, die ontstaat door voor elke klinker in een woord de letter p te plaatsen.

Page 18: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

10

exemplaren bestonden die slechts in een spatie of een komma verschilden

van het origineel.

Borges schreef dit verhaal in 1941, maar het idee werd eerder al gebruikt

door Kurd Laßwitz in Die Universalbibliotek uit 1901.11 Later hernam Borges

de kerngedachte onder gewijzigde vorm ook nog eens in het verhaal Het

boek van zand (Borges, Het boek van zand 1985).12 In dit laatste verhaal

beschrijft hij een oneindig boek dat nooit tweemaal op dezelfde bladzijde

kan worden opengeslagen. Doorheen zijn gehele oeuvre toont Borges zich

een meester van de omissie. De gedachte in de Bibliotheek van Babel wordt

nooit tot in haar uiterste consequentie uitgewerkt, zodat de lezer zelf

geprikkeld wordt om deze mogelijkheden te verkennen. Een van deze

verdere uitwerkingen is de vraag hoe en of deze bibliotheek werkelijk

oneindig is? Een andere vraag is hoe de mens in verhouding kan staan tot

informatie voor zover het alle mogelijke informatie betreft.

DE COMBINATORIEK VAN BORGES BIBLIOTHEEK

Als antwoord op de vraag hoeveel informatie de bibliotheek van Borges nu

eigenlijk bevat, kan getracht worden dit als getal voor te stellen. Dit getal

kan worden vergeleken met andere getallen die horen bij bekende

fenomenen, in de hoop op deze manier het onderwerp in een breder

perspectief te stellen.

In de eerste plaats kunnen we ons afvragen hoeveel boeken de bibliotheek

bevat. Met andere woorden: hoeveel combinaties van de 25 orthografische

tekens, die Borges in zijn verhaal toestaat, zijn er mogelijk? Borges schrijft:

11 Laßwitz, Die Universalbibliotek 1901, voor de volledige tekst:

http://gutenberg.spiegel.de/buch/3130/1

12 Borges, Het boek van zand 1985

Page 19: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

11

“[…] Ieder boek bestaat uit vierhonderdtien bladzijden; iedere bladzijde uit

veertig regels, iedere regel uit tachtig zwarte letters. Er staan ook letters op de

rug van ieder boek; die letters geven geen aanwijzingen of beeld van wat op de

bladzijden te vinden zal zijn.”13

Hieruit kunnen we afleiden dat elk boek bestaat uit 410 x 40 x 80 =

1312000 orthografische symbolen. Ieder boek kan bijgevolg worden gezien

als een raster met 1312000 plaatsen, die elk één van de 25 symbolen

kunnen bevatten. Het totale aantal mogelijke boeken krijgen we als volgt

(Bloch 2008):

25 mogelijkheden per plaats in het raster

25 x 25 mogelijkheden om twee plaatsen in het raster te vullen

25 x 25 x 25 voor drie plaatsen enzovoort, voor de 1312000 plaatsen.

Hieruit volgt dat er afzonderlijke boeken in de bibliotheek kunnen

bestaan.

Omgezet naar de wetenschappelijke notatie:

een onvoorstelbare waarde14.

De omvang van dit getal staat in geen enkele verhouding tot om het even

welke voorstelling van de fysieke werkelijkheid, zoals deze door de

natuurkunde wordt beschreven. Om dit te illustreren hoeven we slechts het

volgende in beschouwing nemen:

Stel dat we uitgaan van de kleinste theoretische grootheid van lengte, de

plancklengte ( ), die in meter uitgedrukt ongeveer 1,61 bedraagt

13 Borges, De Aleph, p. 170

14 Een dergelijke berekening vinden we ook terug in het eerder vermeldde Die Universalbibliothek

van Kurd Laßwitz. Deze komt uit op een getal van voor boeken van 500 bladzijden, gevuld met 40 rijen van 50 tekens lang, bedrukt met de kleine letters van het Latijnse alfabet.

Page 20: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

12

(Halliday, Resnick en Walker 1993) (Halliday, Resnick en Walker 1993)15.

Plaatsen we hier tegenover de afgelegde afstand sinds het ontstaan van het

universum, dan vinden we een afstand die ongeveer gelijk is aan 1,37

lichtjaar (lj).

Deze afgelegde afstand sinds de big bang, uitgedrukt in , is bijgevolg:

j

Met ichtjaar 99 792 458 60 9

En dus:

Nu kunnen we ons voorstellen dat we elk boek uit de bibliotheek herleiden

tot één groot bedrukt vel, dat we zodanig vervaardigen dat het een dikte

heeft van één . We kunnen het vel aan de beide kanten bedrukken met

de inhoud van een boek. Wanneer we deze denkbeeldige vellen op elkaar

stapelen, van het ene uiterste van het heelal tot het andere,16 hebben we

slechts een onooglijk kleine fractie nodig van het totale aantal mogelijke

boeken uit de bibliotheek.

Gezien een denkbeeldige sfeer met als straal de volledige afstand die ons

scheidt van de oorsprong van het heelal, een volume heeft van ‗slechts‘

6,69 kubieke , is het duidelijk dat geen enkele ons bekende drie

dimensionale ruimte Borges‘ bibliotheek fysiek kan bevatten.

15 Halliday 1993, p. 648. Als een van de planck eenheden is de planck lengte afgeleid van de

fundamentele constanten van de drie voornaamste natuurkundige theorieën.

16 Hoewel dit een enigszins dubieuze voorstelling is, gezien het dynamische karakter van het heelal.

Page 21: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

13

DE CATALOGUS DER CATALOGI

Een cataloguskaart van een bibliotheek – of deze nu analoog of digitaal

bestaat – bevat in essentie twee types informatie: een titelbeschrijving en

een plaatskenmerk. De titelbeschrijving bevat informatie over de auteur, de

uitgever, het jaar van publicatie enzovoort. Vaak bevat deze ook een korte

beschrijving van de inhoud. De titelbeschrijving laat de lezer toe het boek

te identificeren, zelfs wanneer hij maar over gedeeltelijke informatie met

betrekking tot het boek beschikt. Ook een ISBN nummer zorgt voor een

unieke ontsluiting van het boek, maar is geen hulp bij het opzoeken tenzij

je het volledige nummer al kent.

Het plaatskenmerk legt op een unieke manier de locatie vast, waar een

boek te vinden is. Hiervoor is echter bijkomende kennis vereist. Indien je

namelijk niet weet dat in 860.5 P BORG 85, 860.5 staat voor vertalingen en 85

voor het jaar van uitgave, dan is deze informatie waardeloos. Daarnaast

dient men over een grondplan te beschikken, dat aantoont waar het boek

ruimtelijk kan worden gevonden.

De catalogus van de bibliotheek van Babel zou in principe – gezien er geen

sprake is van een alfabetische of andere ordening op de planken – een

aanduiding moeten geven van het boek, het hexagoon waar het te vinden

is, de plank (er zijn er slechts 20 per hexagoon) en de positie op de plank

(op elke plank staan 32 boeken). Er ontstaat geen probleem van

zelfverwijzing, gezien een deel van de catalogus ook een beschrijving van

de eigen plaats in de bibliotheek kan bevatten.

Een voor de hand liggend probleem is dat het door de immense omvang

van de bibliotheek onmogelijk is om de volledige catalogus in een enkel

boek te vatten. De catalogus zal dus onvermijdelijk uit vele delen bestaan,

die willekeurig over de bibliotheek verspreid staan. Voor de

bibliothecarissen die de bibliotheek bewonen, komt het er dus op aan het

Page 22: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

14

boek te vinden dat de locatie van de verschillende delen van de catalogus

aangeeft.

Op een of andere plank in een of andere zeshoek (redeneerden de mensen) moet

een boek bestaan dat de code en volmaakte samenvatting van alle andere is: …17

Om een boek op te sporen volgt men een eindeloze reeks verwijzingen:

Iemand stelde een regressieve methode voor: om boek A te lokaliseren, eerst

een boek B raadplegen dat de plaats van A aangeeft; om boek B te lokaliseren,

eerst een boek C raadplegen; en zo tot in het oneindige…18

Ook de zoektocht met de hulp van de ware catalogus zou dus een

eeuwigheid duren. Naast de juiste catalogus van de bibliotheek bevinden

zich in de hexagonen immers ook talloze valse catalogi.

En hoe maak je een titelbeschrijving voor boeken, waarvan het merendeel

met volstrekte onzin is gevuld? Auteur, jaar van uitgave en uitgever zijn

onbekend. Wat een titel betreft, biedt de rugtekst van het boek geen

uitkomst. Een zelfde rugtekst kan je vinden op talloze boeken en is

bovendien volkomen onafhankelijk van de inhoud. Ook het geven van een

korte beschrijving van een inhoud die bestaat uit bladzijden die willekeurig

gevuld zijn met tekens, is problematisch. Ieder boek in de bibliotheek is

uniek, wat wil zeggen dat de enige mogelijke beschrijving van het boek,

het boek zelf is. Dit brengt ons tot de onvermijdelijke conclusie: de

bibliotheek is haar eigen catalogus.19

17 Borges, De Aleph, p. 176

18 Ibid., p. 176

19 Bloch, The Unimaginable Mathematics of the Library of Babel, p. 35

Page 23: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

15

IS DE TOTALE BIBLIOTHEEK VOLLEDIG?

Laten we de abstracte voorstelling van Borges nog aan een laatste toets

onderwerpen, namelijk deze van de volledigheid. Indien de

veronderstellingen van de bibliothecarissen juist zijn, en de bibliotheek

enkel unieke exemplaren van een bepaald boek bevat en geen enkel boek

een afwijkende lengte heeft, is de bibliotheek ontegensprekelijk eindig.

Naar het einde van het verhaal suggereert de auteur echter iets anders: De

bibliotheek is onbegrensd en periodiek.

In zijn boek ‗Infinity and the mind‘ stelt Rudy Rucker een totale bibliotheek

voor, die niet bestaat uit boeken met elk 410 bladzijden maar uit boeken

van verschillende lengten. Deze totale bibliotheek is wel degelijk oneindig,

gezien er oneindig veel natuurlijke getallen bestaan die elk overeenkomen

met een boek dat een overeenkomstig aantal bladzijden telt. Hoeveel

orthografische tekens er worden gebruikt, is bijgevolg niet langer van enig

belang.20 De oneindigheid van deze opgedreven versie van de bibliotheek is

echter aftelbaar en bezit dezelfde cardinaliteit als .

Om dit aan te tonen stelt de auteur een methode voor om de tekens in de

boeken cijfermatig te coderen. Elk teken, inclusief de spatie, krijgt een

decimaal cijfer toegewezen, waarbij er wordt gezorgd dat geen van deze

cijfers het getal 0 bevat. Dit getal wordt immers gebruikt om de

verschillende tekens in een reeks van elkaar te scheiden. Geven we aan

een spatie het getal 1, aan de letter a het getal 2, aan b het getal 3,

enzovoort, dan schrijven we de zin ‗de kat zit op de mat‘ als:

506010130202301027011023010170180105060101502023

20 Rucker, Infinity and the Mind, p. 122

Page 24: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

16

Elk boek in de bibliotheek kan bijgevolg worden neergeschreven als een

natuurlijk getal. Al deze getallen (boeken) na elkaar geschreven, leveren

een nieuw natuurlijk getal op: de verzameling van alle eindige boeken.

(a) De cardinaliteit van deze verzameling is volgens deze redenering .

Volgens een andere redenering moet er voor elk natuurlijk getal n een boek

bestaan met n herhalingen van hetzelfde woord, bijvoorbeeld kat. Er

bestaat dus een boek kat, een boek katkat, katkatkat enzovoort. Volgens

deze redering zou men kunnen besluiten dat er een boek bestaat waarin

één orthografisch symbool oneindig vele malen is gebruikt, en bijgevolg:

x x x … =

(b) Deze tweede redenering suggereert een cardinaliteit die gelijk is aan

deze van het continuüm, ofwel .

Samengevoegd impliceren de argumenten (a) en (b) een cardinaliteit die

gelijk is aan .21

Het coderen van de bibliotheek stelt ons in staat abstractie te maken van

de letters, hoofdletters, komma‘s en spaties die we tot nu toe met de

bibliotheek hebben geassocieerd. Rucker merkt terecht op dat het niet

denkbeeldig is dat we een tekst, opgebouwd uit cijfers, zouden kunnen

lezen als ware het woorden.22 Omgekeerd kunnen de letters in de boeken

van de bibliotheek ook gelezen worden als rekenkundige symbolen.

Nergens werd immers vastgesteld in welke taal de bibliotheek werd

geschreven. Via codering kan er elke bestaande (en onbestaande) taal mee

21 Rucker, Infinity and the Mind, p. 123

22 Ibid., p. 125

Page 25: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

17

worden uitgedrukt. In zijn opstel met betrekking tot de universele

bibliotheek beschrijft W. V. Quine de mogelijkheid om de volledige inhoud

van de bibliotheek op een nog zuiniger manier samen te vatten:

„There is an easier and cheaper way of cutting down. Some of us first learned

from Samuel Finley Breese Morse what others of more mathematical bent knew

before this time: that a font of two characters, dot and dash, can do all the work

of our font of eighty. Morse actually used three characters, namely dot, dash and

space; but two will suffice. We could use two dots for the space and then admit

no initial or consecutive dots in encoding any of the other old characters.‟23

Twee orthografische symbolen volstaan dus om elke letter te coderen.

Vrijwel elke letter die wij vandaag lezen, werd ergens in het

productieproces door middel van een computer bewerkt. Dit wil zeggen dat

ze in binaire vorm werd omgezet, om vervolgens weer de leesbare

grafische voorstelling te krijgen. De gangbare code die wordt gebruikt om

letters en leestekens digitaal voor te stellen is de American Standard Code

for Information Interchange of ASCII-tekenset. Deze maakt gebruik van

een 7-bits code, wat wil zeggen dat er ofwel 128 symbolen mee

gecodeerd kunnen worden. 24 Analoog met de decimale codering die werd

voorgesteld door Rudy Rucker, wordt de binaire vertaling van de symbolen

aangegeven in de volgende tabel:

23 Quine, Universal Library 1987

24 Merk op dat het eerste symbool in de binaire weergave met 8 posities steeds 0 is.

Page 26: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

18

Tabel 1: Decimaal / Binair / Octaal / Hexadecimaal en ASCII

Page 27: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

19

Middels deze omzetting kunnen we de zin van zonet op drie manieren

weergeven, die onderling perfect uitwisselbaar zijn zonder dat er informatie

verloren gaat:

Tekst Decimale CODE Binaire code

(weergegeven met 8

binaire posities)

de kat zit op de mat 5060101302023010270

1102301017018010506

0101502023

0110010001100101001

0000001101011011000

0101110100001000000

1111010011010010111

0100001000000110111

1011100000010000001

1001000110010100100

0000110110101100001

01110100

20 tekens 48 tekens 160 tekens

Tabel 2: Tekst / CODE / 8-bit binair

Wat opvalt, is dat de uitdrukking in lengte toeneemt naarmate er minder

orthografische symbolen worden gebruikt. De omzetting van de volledige

inhoud van Borges‘ bibliotheek in binaire vorm, zou bijgevolg een groter

volume in beslag nemen dan in de oorspronkelijke formulering. De binaire

vertaling van een boek uit de bibliotheek van Babel zal zeven keer zo lang

zijn als het origineel en dus 9 tekens bevatten. Deze grotere

maar ‗zuinigere‘ bibliotheek bevat echter precies evenveel informatie als de

eerste.

Page 28: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

20

Wat betreft de totale bibliotheek stelden we al eerder vast dat deze

oneindig is, maar met de zelfde cardinaliteit als de natuurlijke getallen.

Deze bibliotheek bevat talloze exemplaren van de volledige bibliotheek van

Borges alsook vertalingen ervan in binaire vorm. Om dit laatste te

begrijpen hoeven we in gedachten slechts twee orthografische symbolen uit

te kiezen en deze te beschouwen als enen en nullen.

Wanneer het voorgaande is vastgesteld, kunnen we ons de vraag stellen of

de totale bibliotheek volledig is. ‗Volledigheid‘ zou in deze context

betekenen dat zij alle mogelijke informatie die via orthografische tekens

kan worden uitgedrukt, zou bevatten. Gezien de cardinaliteit van de totale

bibliotheek van een lagere orde is dan deze van de reële getallen, lijkt dit

twijfelachtig. In haar boeken kan onmogelijk een opsomming gecodeerd

liggen die de volledige expansie van alle reële getallen letterlijk weergeeft.

Indien dit wel het geval zou zijn, dan zou de bibliotheek minstens de

cardinaliteit van de reële getallen moeten bezitten. Dit hoeft echter niet

noodzakelijk te betekenen dat niet elk reëel getal ergens in de bibliotheek

zou kunnen beschreven staan. We hoeven bijvoorbeeld niet het volledige

getal neer te schrijven, indien we kunnen aangeven hoe het volgende

decimale cijfer kan worden verkregen.

Gottfried Leibniz werkte aan het einde van de 17e eeuw een dergelijke

formule uit:25

=

25 Lees in dit verband onder andere Bailey 1997, The Quest For Pi. Een interessante bijkomstigheid is

dat Leibniz tevens de eerste was die, in de tweede helft van de 17e eeuw een binaire getalnotatie uitwerkte. Zie in dit verband het artikel uit 1703: Explication de l' arithmétique binaire.

Page 29: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

21

Terloops merken we op dat deze formule al meer dan honderd jaar voor

Leibniz‘ geboorte gekend was door de wiskundigen in de Indische Kerala

school. Zij wordt door de leerlingen van deze school toegeschreven aan

Mādhava, hun grootste geleerde. In de Indische beschrijving werd gebruik

gemaakt van het Sanskriet – een niet formele taal – om uitdrukking te

geven aan deze kennis:

Add or subtract alternately the diameter multiplied by four and divided in order

by the odd numbers like three, five, etc., to or from the diameter multiplied by

four and devided by one.26 (Katz 2007) (Katz 2007)

Van de hierboven geschreven formele uitdrukking weten we dat ze ook in

de bibliotheek kan worden toegepast, indien we de gebruikte symbolen

opvatten als een code en deze op een bepaalde manier interpreteren. Voor

een dergelijke interpretatie is het echter noodzakelijk dat er eerst een

duidelijke formulering van de rekenkunde voor handen is. Ook de

concepten cirkel en diameter zijn noodzakelijk voor een goed begrip. We

kunnen ervan uitgaan dat ook deze ergens in de bibliotheek terug te vinden

zijn. Ten slotte kunnen we volstaan met de opeenvolging van de letters P

en I om een hoeveelheid informatie te suggereren die eindeloos is, als de

totale bibliotheek zelf. Om een dergelijke ingreep mogelijk te maken, is het

noodzakelijk dat we kunnen beschikken over een uitspraak met de vorm ‗B

is een M-naam voor een getal s‘.27 In deze uitspraak staat M voor een

overkoepelend systeem, bijvoorbeeld een computer, de mensheid in zijn

geheel of een godheid. B staat voor een naam in M, die met louter de

informatie uit M een exacte weergave geeft van het getal s. B ‗kent‘ dus de

volledige expansie van s, op dezelfde manier waarop wij zeggen het getal

26 Katz, The mathematics of Egypt, Mesopotamia, China, India and Islam: a sourcebook, p. 482

27 Rucker, Infinity and the Mind, p. 126

Page 30: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

22

te kennen: niet door het volledig te geven, maar door het aangeven van

een precieze functie die het n-de decimaal van s kan geven, en dit voor elke

n. Laten we vervolgens een verzameling beschouwen die alle reële

getallen bevat, waarvoor er in M een finiete beschrijving is te formuleren in

de totale bibliotheek. Gezien we een vertalingsfunctie kunnen vinden

die de aftelbare totale bibliotheek in kaart brengt volgens de verzameling

, moet eveneens aftelbaar zijn. Via de techniek van de diagonalisatie

weten we echter dat er steeds een reëel getal is te vinden dat zich niet in

een aftelbare verzameling bevindt. Diagonalisatie werd op het einde van de

19e eeuw ontwikkeld door Georg Cantor, die hiermee het fundament legde

voor zijn theorie van de transfiniete getallen.28

Deze reële getallen kunnen M-willekeurig worden genoemd. Dit wil zeggen

dat er voor elke M reële getallen zullen worden gevonden die de naam

vormen van een finiete lengte. Indien er een ideale M zou bestaan, in de

zin van een M die een kleinste aantal M-willekeurig getallen bevat, dan zou

dit betekenen dat er bepaalde reële getallen bestaan die hoegenaamd geen

finiete omschrijving kunnen hebben. M is dan als het ware een ideale lijst

van omschrijvingen van reële getallen, die zelf de eigenschappen heeft van

één enkel reëel getal.

28 Cantor, Uber eine elementaire Frage der Mannigfaltigkeislehre 1892

Page 31: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

23

De diagonalisatie van, bijvoorbeeld, de reële getallen tussen 0 en 1 ziet er

uit als volgt:

1 = …

2 = 9 9 9 9 9…

3 = …

4 = 9…

5 = …

.

.

De opsomming van alle vertalingen in M in één infiniete sequentie geeft

vervolgens:

= 9 9 9 9 …

Het diagonaalgetal , dat zich door de aard van het diagonaalargument

nergens in de opsomming van vertalingen kan bevinden, begint in deze

reeks met:

= 9 …

Merkwaardig genoeg kan dit diagonaalgetal echter wel worden gedefinieerd

in functie van , gezien het volgende decimaal zich steeds op de plaats

in bevindt. Het systeem M is gesloten wanneer er een naam

bestaat voor een reëel getal s, gezien M dan ook een naam heeft voor alle

reële getallen die zich in een eenvoudige verhouding tot s laten schrijven.

Formeel kunnen we dus stellen dat = . Op deze manier lijkt het

alsof het enige dat we moeten doen om M volledig en gesloten te maken,

toe voegen is aan de opsomming . Dit is echter onmogelijk, gezien de

manier waarop is geconstrueerd precies aantoont dat het géén deel van

uitmaakt. Deze paradox werd in 1905 ontdekt door Jules Richard, die op

Page 32: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

24

het moment van publicatie leraar was aan een middelbare school. De

uitweg uit deze paradox vinden we door een duidelijk onderscheid te

maken tussen een expressie van een systeem en meta-expressie over het

systeem.30 Wanneer een systeem een uitspraak zou kunnen doen over

zichzelf, wordt deze uitspraak per definitie weer een onderdeel van het

systeem waarover een uitspraak moest worden gedaan.

Indien we voorstellen als een menselijk wezen, dan kunnen we ons n

voorstellen als boeken vol woorden. De is dan het proces van het

omzetten van elk boek naar een reëel getal. Er kan ook hier geen enkel

boek bestaan dat, vertaald naar een getal , de volledige werking van

beschrijft. De relatie tussen benoembare formules, bijvoorbeeld deze van

Mādhava en de uitwerking van die formule, kan worden vergeleken met de

relatie tussen woorden en ideeën. Het idee van staat voor de volledige

expansie, zonder er echter mee samen te vallen. Deze overwegingen

vormen een bovengrens van de informatie die de totale bibliotheek en a

fortiori de bibliotheek van Babel kunnen bevatten.

Een laatste bizarre overweging – voor we de abstracte bibliotheken verlaten

en ons buigen over de eigenaardigheden van werkelijk bestaande

bibliotheken – is deze: hoewel de bibliotheek van Borges ontelbare boeken

bevat die in het Engels, Nederlands of in fonetisch neergeschreven

Etruskisch uitspraken bevatten over de bibliotheek zelf – en dus ook talloze

vrijwel identieke weergaven van deze verhandeling over de bibliotheek

bevat – suggereert de hoger genoemde redenering dat deze, wanneer ze

op een gearithmetiseerde manier worden begrepen, géén zelfverwijzingen

kunnen zijn maar eerder en noodzakelijk een verdere expansie van de

bibliotheek betreft. Immers, indien we er van uitgaan dat dit wel het geval

30 Richard 1905

Page 33: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

25

is, moeten we aan de eindeloze reeks permutaties – die het wezen van een

dergelijke constructie uitmaakt – een vorm van zelfbewustzijn toeschrijven,

wat op zijn minst een bevreemdende gedachte is.

CONCLUSIE BIJ DIT HOOFDSTUK

De initiële schildering van Borges doet sterk denken aan de aanhef van

Wittgensteins Tractatus Logico Philosophicus.31 De beroemde eerste stelling

‗De wereld is alles, wat het geval is‘ en de eerste zin van De Bibliotheek van

Babel ‗Het heelal (dat anderen de Bibliotheek noemen)…‘ vertonen in ieder

geval duidelijk vormelijke gelijkenissen.34 Ook inhoudelijk lopen zij

gedeeltelijk gelijk op. Beide constructies vertrekken van een soort

universele verzameling, om vervolgens de aard ervan uit de doeken te

doen. Waar Borges echter een synthetisch literair oogmerk heeft met zijn

verhaal – namelijk verwondering uitlokken bij de lezer – gaat Wittgenstein

eerder analytisch te werk. De wereld in de tractatus bestaat uit de totaliteit

van de feiten, in die zin zelfs dat het alle feiten zijn. Elke mogelijke

connectie is als het ware op voorhand gegeven. In deze zin is de wereld

van de vroege Wittgenstein volledig. Net zo bevat de bibliotheek letters, die

ook van bij het uitgangspunt in alle denkbare combinaties voorkomen. Een

nieuwe combinatie is niet mogelijk. We zouden hier erg ver in kunnen gaan

en voor een groot aantal gebruikte termen in de tractatus equivalenten

kunnen vinden in het verhaal van Borges: een feit met een letter, een

beeld met een woord, connecties met permutaties … Dit kan zeker een

verfrissende lezing van het toch behoorlijk hermetische werk van

Wittgenstein opleveren. Voorlopig beperken we ons er echter toe iets te

31 Wittgenstein, Tractatus Logico- Philosophicus

34 Borges, De Aleph, p. 169

Page 34: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

26

zeggen over het probleem van de correspondentie, zoals we dit in het

vorige stuk begrepen. Net zoals er in de tekst van Borges een duidelijke

discrepantie bestaat tussen de bibliotheek die het volledige heelal zou zijn

en de bibliothecarissen die haar bevolken (maar losstaan van het heelal?),

getroost Wittgenstein zich ook weinig moeite om uit te leggen hoe het

subject zich verhout tot de verzameling van alle feiten die de wereld

uitmaken. Vanaf punt 2.0122 gebruikt Wittgenstein plots het woord ‗ik‘, dat

als kennend subject optreet ten opzichte van de voorwerpen in de wereld.35

Dit subject spreekt zich uit over de wereld, hoewel het raamwerk van feiten

en connecties een vaststaand gegeven is. We kunnen veronderstellen dat

ook de mens een verzameling van gegeven feiten en connecties tussen

deze feiten is, maar komen dan terecht in dezelfde paradoxale situaties die

ook van de bibliotheek – in haar ultieme consequentie – zelfbewustzijn

veronderstellen.

Wanneer we op zoek gaan naar een filosoof die vermoedelijk minder

problemen zou hebben met de veronderstelling van een vorm van

zelfbewustzijn van het heelal zelf, komen we al snel terecht bij Baruch

Spinoza. In zijn Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata werkt hij

meticuleus een metafysica uit die de mens precies tot onderdeel maakt van

de wereld, dewelke in zijn aan de scholastiek ontleende vocabularium

‗substantie‘ heet.36 Hoewel het begrip zelfbewustzijn niet tot zijn

vocabularium behoorde, kunnen we hier een zekere invulling van het door

Spinoza gebruikte begrip oorzakelijkheid mee in verband brengen.

Hoewel deze overwegingen niet het onderwerp zijn van deze tekst, tonen

zij de diepe verwevenheid aan van beschouwingen over de aard van

35 Wittgenstein, Tractatus Logico- Philosophicus, p. 15

36 Spinoza, Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata

Page 35: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De o

nvoors

telb

are

univ

ers

ele

bib

lioth

eek

27

informatie en de positie van de waarnemer binnen de idee van een

universele catalogus, met eeuwenoude filosofische problemen rond het

betekenis gevende subject en de wereld waar dit subject deel van

uitmaakt. Is de mens de structuur gevende instantie die de contingente

werkelijkheid ordent, of is hij de ontdekker van patronen die reeds in de

werkelijkheid besloten lagen? Analoog hiermee kunnen we ons de vraag

stellen of we de bibliotheek dienen te benaderen als een verzameling feiten

die kunnen worden ontsloten, of als een dynamische structuur die pas

betekenis krijgt door de inwerking van de informatiezoeker en de

informatieproducent? In het eerste geval kunnen we elke nieuwe bijdrage

beschouwen als een aanvulling van het geheel. Nieuwe teksten kunnen een

verbetering zijn op bestaande documenten en deze op termijn vervangen,

terwijl elke nieuwe inbreng het geheel vergroot en verfijnt. De groei van de

wetenschappelijke bibliotheek loopt dan gelijk op met de groei van onze

kennis. In het tweede geval is de bibliotheek steeds de momentopname

van een informatiestroom die zichzelf voortdurend vernieuwt. In een later

deel verkennen we deze vragen verder.

Page 36: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

28

DE IDEE VAN EEN UNIVERSELE CATALOGUS

“Socrates: Wie dus meent dat hij door iets op schrift te stellen kunst nalaat, of

wie zo‟n geschrift aanvaardt in de mening dat uit die letters een duidelijke en

betrouwbare leer zal ontstaan, zou in hoge mate naïef zijn.”37

Sinds het ontstaan van het schrift, maakt het bewaren van geschreven

teksten een onlosmakelijk onderdeel uit van haar waarde. Het geschreven

woord is niet vluchtig (als de gesproken taal) en in staat afstanden en zelfs

generaties te overbruggen zonder dat haar inhoud verminderd of verloren

gaat. Een geschreven tekst vormt een extern geheugen, dat vanaf het

moment dat het aan een drager toevertrouwd is, los van haar schepper kan

blijven voortbestaan. In de dialoog Phaedrus, waaruit het citaat aan het

begin van dit hoofdstuk is ontleend, vertelt Socrates aan zijn leerling

Phaedrus de Egyptische legende van de god Theuth.38 Deze god vond niet

enkel het schrift uit, maar ook het getal, de geometrie en de astronomie.

Theuth bood zijn uitvindingen aan koning Thamus, wiens troon in Thebe

stond, aan. Alle uitvindingen van Theuth konden op de goedkeuring van de

koning rekenen, behalve het schrift. Hoewel de maker ervan beweerde dat

het schrift het geheugen van de mensen zou stimuleren door hen de

mogelijkheid te geven hun gedachten neer te schrijven betwijfelde Thamus

dit. Het schrift zou zijn onderdanen lui maken, in die zin dat ze hun

geheugen niet meer zouden oefenen. In plaats van wijs, zouden de

gebruikers van het schrift veelweters lijken, maar voor het merendeel

onwetend blijven. Uit de dialoog van Plato blijkt dat Socrates het met

37 Plato, Phaedrus (4e eeuw VC).

38 Theuth of Thoth, de god van Hermopolis, gold als de uitvinder van kunsten en wetenschappen, wetten, schrift en magie. Als ibis had hij het ‗wereldei‘ uitgebroed.

Page 37: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

29

Thamus eens was. Ironisch genoeg hebben de woorden van Socrates hun

huidig voortbestaan enkel te danken aan het feit dat Plato ze op schrift

stelde. Toch maakte Socrates in zijn tegenwerpingen een zeer interessant

en actueel punt. De indruk kan ontstaan dat dikke boeken, gevuld met

statige letters, louter door hun voorname uitzicht wijsheid in het

vooruitzicht stellen. Een muur, bedekt met elegante banden, verschaft de

persoon die er voor plaatsneemt – bij voorkeur aan een antieke schrijftafel

– een voornaam en geleerd karakter. Wie garandeert echter dat de persoon

in kwestie de boeken ook daadwerkelijk heeft gelezen? En wie kan vertellen

of de boeken achter hem niet zijn weggeplukt uit Borges‘ bibliotheek en dus

vol nonsens staan? Van wat werd neergeschreven verwachten wij al te

vaak dat het ook waardevol is, maar garanties hierover zijn moeilijk te

geven.

Van zodra het schrift, in welke vorm dan ook, bewaard kon worden

ontstond de drang om teksten te verzamelen.39 Vermoedelijk ontstond het

schrift niet in Egypte, maar in Mesopotamië.40 De eerste functie ervan

betrof ook niet het neerschrijven van teksten, maar het opstellen van

contracten en het bijhouden van archieven die het bestuur van een rijk

moesten stroomlijnen. De eerste boeken bestonden uit in de zon gebakken,

rechthoekige kleitabletten, die op geen enkele manier aan elkaar konden

worden vastgemaakt. Daarom werden in een hoek van het tablet

markeringen aangebracht. Op deze manier konden ze beschouwd worden

als bladzijden van een groter geheel. De Soemeriërs stelden de eerste

39 De leidraad voor deze zeer beknopte geschiedenis van de bibliotheek in de oudheid is het boek:

Een beknopte geschiedenis van het boek door Geert Lernout. Aanvullend werden meer

gedetailleerde beschrijvingen ontleend aan het artikel The Alexandrian Library and its Aftermath uit Library History 1999 door Uwe Jochum.

40 In 2003 werden in Jiahu in China schildpadschelpen gevonden, waarop symbolen staan die dateren

van het zevende millennium voor onze tijdrekening. Het is echter nog steeds onduidelijk of deze als een coherent schrift kunnen gelden.

Page 38: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

30

literaire werken op schrift, die de heldendaden beschreven van mythische

figuren als Enmerkar, Ljgalbanda en het nu nog zeer bekende epos van

Gilgamesj. Dat de Soemeriërs niet enkel over boeken beschikten, maar ook

over bibliotheken wordt bevestigd door een tablet uit het eerste deel van

het tweede millennium voor onze tijdrekening met de titels van negentig

verschillende literaire werken. Dit tablet kan bijgevolg gelden als de eerste

catalogus. In het midden van de 19e eeuw werd nabij Nineveh, een

bibliotheek opgegraven die stamt uit de 7e eeuw VC. De bibliotheek van

Assoerbanipal bestond uit meer dan 22.000 tabletten, waarvan het grootste

deel zich momenteel in het British Museum bevindt. Deze bibliotheek

bevatte kopieën van de belangrijkste werken uit haar tijd en kan bijgevolg

als de eerste poging om een universele bibliotheek samen te stellen worden

beschouwd.

In het oude Egypte werd het schrijven als een kunst beschouwd. Hoewel

het ook gebruikt werd voor administratieve doeleinden, produceerde men

vele religieuze en literaire teksten, als ook reisverhalen, ballades en

liefdesliedjes. In Egypte schreef men – net als de Grieken – vaak op

potscherven of ostraka, maar de belangrijkste drager was toch papyrus.

Hoewel de Egyptenaren een immense productie aan papyrusrollen nalieten,

hielden zij er – voor zover bekend – geen bibliotheken op na. Het was het

het gedwongen huwelijk met de Griekse cultuur dat zorgde voor de meest

tot de verbeelding sprekende bibliotheek uit de oudheid. Alexandrië werd in

331 voor onze jaartelling gesticht door Alexander de Grote. Hoewel zijn rijk

na zijn dood in vele delen uiteenviel, werd Alexandrië het centrum voor de

verspreiding van de Hellenistische cultuur. Niemand weet zeker wanneer de

bibliotheek van Alexandrië precies werd gesticht, maar naar alle

waarschijnlijkheid gebeurde dit in het eerste decennium van de 3e eeuw

voor onze jaartelling. Het belang van deze bibliotheek voor de antieke

wereld kan nauwelijks overschat worden. Tussen haar ontstaan en verval

werden nergens meer boeken geschreven en gepubliceerd dan in

Page 39: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

31

Alexandrië. Aristoteles was een van de eersten die aanstuurde op de

oprichting van bibliotheken als bron van kennis. Wanneer men een

onderwerp wilde bestuderen, diende men volgens Aristoteles eerst alle

teksten te verzamelen die al over het onderwerp beschikbaar waren. Op die

manier vermeed men dubbel werk en kon men kennis stelselmatig

accumuleren tot een alles omvattend geheel. Niet toevallig wordt

Aristoteles gezien als de vader van de wetenschappelijke methode.

Alexandrië vormde dan ook in alle opzichten de verwezenlijking van de

aristotelische droom.

Eigenlijk waren er in Alexandrië twee bibliotheken: een kleinere afdeling te

Serapeion, gelegen in het deel van de stad waar voornamelijk Egyptenaren

woonden, en de grote Koninklijke bibliotheek die zich nabij het paleis

bevond. Het centrum van de werking van de bibliotheek werd gevormd

door het Museion, de tempel der muzen. Hier studeerden legendarische

figuren als Euclides, Erathostenes en Archimedes. De Griekse schrijver en

geneesheer Galenus uit de 2e eeuw van onze jaartelling geeft ons een idee

van de werking van de bibliotheek. Zo werden nieuwe boeken voor de

bibliotheek verkregen door handelaars op te dragen boeken te kopen, waar

men ze ook tegenkwam. Soms werden ook boeken van schepen die

aanmeerden in Alexandrië in beslag genomen voor de bibliotheek. De

schrijvers in het Museion kregen de opdracht de in beslag genomen boeken

te kopiëren, waarna de eigenaars de kopieën kregen en de originelen in de

bibliotheek werden bewaard. In de catalogus werden deze boeken

ingevoerd met de vermelding ‗van de schepen‘. De meest beroemde

catalogus was de Pinakes van Callimachos. Deze catalogus besloeg 120

papyrusrollen. De boeken werden ingevoerd per literair genre, en dit in

zeer brede categorieën als Nomoi, wat ‗wetten‘ of ‗gebruiken‘ betekent.

Daarnaast werd de naam van de auteur opgenomen. De alfabetische

rangschikking van de namen bleef echter beperkt tot de eerste letter van

de naam van de schrijver. Elke ingave in de catalogus bevatte een korte

Page 40: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

32

biografie van de schrijver, gevolgd door een lijst van zijn werken, om te

besluiten met commentaren door andere auteurs.

Naar het totale aantal boeken dat in de bibliotheek aanwezig was, blijft het

gissen. Volgens Johannes Tzetzes, een Byzantijnse geleerde uit de 12e

eeuw, bevatte het Museion 400.000 bibloi symmigeis (gemengde boeken)

en 90.000 bibloi amigeid (ongemengde boeken). Gellius, die stierf rond het

jaar 130, wist te melden dat de bibliotheek ten tijde van Caesar 700.000

boeken bezat, terwijl Seneca in zijn verslag van de politieke problemen van

Caesar in Alexandrië verwijst naar 40.000 boeken die in de vlammen

opgingen.

Door deze onduidelijkheden betreffende de aantallen, spreekt men

doorgaans over ‗grote hoeveelheden‘ boeken. Een vergelijking naar

moderne maatstaven is echter vrij eenvoudig te maken. Stel dat we

uitgaan van 500.000 papyrusrollen, hoeveel boeken zouden deze beslaan?

De 24 zangen van de Odyssee van Homerus stonden elk op een

afzonderlijke papyrusrol. Vandaag kunnen deze zangen allemaal worden

afgedrukt in een enkel boek. Wanneer we de 500.000 rollen delen door 24,

dan krijgen we een bibliotheek van ongeveer 20.000 moderne boeken. Het

is dus erg onwaarschijnlijk dat de bibliotheek slechts 40.000 rollen bevatte.

Dit zou het equivalent opleveren van 1700 moderne boeken en bijgevolg

niet volstaan om de bibliotheek zo beroemd te maken als ze was. In ieder

geval zou deze totale bibliotheek – zelfs wanneer we uitgaan van de meest

ruime schattingen – minder groot zijn geweest dan we naar moderne

maatstaven gewend zijn.41 Elk verslag over de bibliotheek dient echter met

voorzichtigheid te worden behandeld, gezien zelfs betrouwbaar geachte

bronnen elkaar op cruciale punten tegenspreken. Zo is ook de

41 Jochum 1990, p. 9

Page 41: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

33

legendarische brand van de bibliotheek een verhaal dat niet met zekerheid

vast staat. Iedereen kent de geschiedenis, zoals ze op school wordt

doorgegeven: wanneer Caesar in 48 voor onze jaarrekening in Egypte

aankomt, op zoek naar zijn rivaal Pompeius, verneemt hij dat deze laatste

al gedood werd. Daarop raakte Caesar betrokken bij een twist rond de

troonopvolging tussen Ptolemaeus en Cleopatra, waarbij hij de kant van

Cleopatra koos. In 47 werd het kleine Romeinse leger van zo‘n 3200 man

omsingeld door 20.000 Egyptische soldaten en werd verplicht zich terug te

trekken naar de haven. Daar staken zij de Egyptische schepen in brand om

te voorkomen dat deze voor bevoorrading van het Egyptische leger konden

zorgen. Maar de vlammen sloegen van de schepen over naar de dokken en

van de dokken naar de omliggende gebouwen. Eén van de gebouwen die

mee door de vuurzee zou verzwolgen zijn zou het Museion geweest zijn.

Noch Caesar zelf, noch Cicero maken echter melding van het uitbranden

van de bibliotheek. Het is niet denkbeeldig dat de bibliotheek zelfs helemaal

van de brand gespaard bleef en er enkel een havengebouw waar ook

boeken in opgeslagen waren in de vlammen opging.42 Afgezien van al deze

verhalen is het duidelijk dat we over weinig betrouwbaar bronmateriaal

beschikken over de bibliotheek. Het lijkt erop dat de bibliotheek geen

afzonderlijk gebouw was, maar eerder dat de boekrollen in de zuilengangen

van het Museion opgeslagen werden. Eerder dan een universele

bibliotheek, was zij trouwens een studieplek voor geleerden.

Hoe dan ook: het model van de bibliotheek van Alexandrië werd doorheen

de geschiedenis in de volledige westerse wereld opgevolgd als zijnde de

blauwdruk van hoe een bibliotheek moest worden opgevat. In zekere zin

volgen wij ook vandaag nog het ideaalbeeld van deze antieke bibliotheek.

Door een spoor van teksten te volgen, trachten we andere natuurkundige

42 Jochum 1990, p. 10

Page 42: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

34

en letterkundige raadselen te ontsluieren. Hoe rijk de bibliotheek ook

mocht geweest zijn, door middel van de studie van teksten is het vandaag

onmogelijk de ware toedracht van de bibliotheek zelf of de omstandigheden

van haar einde met zekerheid te beschrijven.

Van de concurrerende bibliotheek van Pergamum – in het huidige Turkije –

zijn dan wel weer overblijfselen teruggevonden. Ook hier doet de

constructie denken aan deze van het Museion van Alexandrië, namelijk een

aantal vertrekken die allen uitkomen op een zuilengalerij. Naast deze grote

bibliotheken bestonden er uiteraard ook een groot aantal kleinere en privé

bibliotheken.

Met de neergang van de Hellenistische cultuur kwam de Romeinse

beschaving. Ook de Romeinen hechtten veel belang aan hun bibliotheken,

waarvan er in het jaar 350 – wanneer het Romeinse rijk al lange tijd over

haar hoogtepunt heen was – in Rome alleen toch zo‘n 29 gevestigd waren.

De Romeinse bibliotheken verschilden ook ingrijpend van de Griekse. Waar

deze laatste toch meer de aard van boekdepots hadden, werd door de

Romeinen veel meer aan het comfort van de gebruikers gedacht. Zij

vormden dan ook bij uitstek het model voor de moderne

onderzoeksbibliotheken, zoals de prachtige leeszaal van het British

Museum. In eerste instantie werden de Romeinse bibliotheken bestuurd

door geleerden, maar door een ambtelijke hervorming van keizer Augustus

werd dit later door administratoren gedaan.

Uiteraard was het bewaren van boeken niet de enige bezorgdheid van

heersers doorheen de geschiedenis. Ook de praktijk van het doelbewust

vernietigen van boeken keert in de loop der eeuwen steeds terug. Reeds

tijdens de Griekse periode – in 411 voor onze jaartelling – werden de

werken van Protagoras in het openbaar verbrand, hoewel dergelijke

praktijken een uitzondering in de Griekse democratie vormden. Romeinse

keizers waren er wel goed in: volgens Suetonius had keizer Caligula zelfs

Page 43: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

35

de ambitie om alle werken van Homerus te laten vernietigen. Naast

dictatuur hielp ook religieus fanatisme om een censuur in te stellen: tijdens

de Christenvervolging werden bezitters van christelijke werken, indien zij

weigerden mee te werken, samen met hun boeken verbrand. Later

hernamen de Christelijke keizers deze praktijken met betrekking tot de

andere godsdiensten. Keizer Theodosius liet in 448, het pamflet Tegen de

christenen van Porphyrius, meer dan anderhalve eeuw na publicatie zo

grondig vernietigen, dat niet enkel van dit werk slechts fragmenten

bewaard zijn gebleven, maar ook van de boeken van de tegenstanders van

Porphyrius bleven nauwelijks exemplaren over, waarschijnlijk omdat ze

hem teveel citeerden.43

In het Westen nam voor de komende 12 eeuwen het christendom het

beheer van het boek over. De ambitie om een verzameling van alle

bestaande kennis aan te leggen, moest plaats maken voor het aanleggen

van bibliotheken van christenen voor christenen. Enkel werken die een

praktisch nut hadden voor de ontwikkeling van de techniek, het juridische

apparaat en het overheidsbestel werden de moeite gevonden om bewaard

te worden. Andere werken werden voornamelijk beoordeeld op hun nut

voor het uitdragen van de christelijke boodschap. Dit wil geenszins zeggen

dat de evolutie van het boek stagneerde. Papyrus werd vervangen door

perkament, dat door een zorgvuldige verwerking van dierenvellen werd

verkregen.44 Door deze vernieuwing konden de vellen aan beide zijden

worden benut en in een boekvorm worden gebundeld zoals wij deze ook

vandaag nog kennen. Aan het einde van de 15e eeuw werd de

43 Lernout 2004, p. 127

44 Het gebruik van dierenvellen als schriftdragers was in werkelijkheid al veel ouder. Zo werden de oudste joodse teksten op dierenvellen bewaard.

Page 44: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

36

boekdrukkunst niet zozeer uitgevonden, maar eerder naar Oosters

voorbeeld in het Westen ingevoerd.

Voordien waren de kloosters niet alleen de plaats waar boeken werden

gekopieerd, ingebonden en verzameld, maar ook de voornaamste plaats

waar ze werden gebruikt. Vaak wordt de periode rond de 15e eeuw

aangeduid als de periode van de renaissance van de oudheid. De

renaissance als breuk met de periode voordien, wordt vaak als scherpe

breuklijn voorgesteld om op deze manier de geschiedenis netjes te

compartimenteren. De ontwikkelingen die met deze omwenteling in

verband worden gebracht verliepen in realiteit discursief doorheen twee

eeuwen om rond het einde van de 17e eeuw een definitieve inplanting in

het Europese denken te vinden.

DE VROEG MODERNE INFORMATIEGOLF

Door de introductie van de boekdrukkunst werden de eeuwen die hierop

volgden, gekenmerkt door een ware vloedgolf aan informatie. De impact

die deze had op de vorsers van deze periode is te vergelijken met de

huidige informatiseringsgolf. Een bibliotheek uit deze periode zag soms

haar collectie groeien met een factor 50.45 Wat we vandaag meemaken is

bijgevolg geen unicum in de geschiedenis en zeker niet uniek aan het

huidige tijdgewricht.46 De gevolgen zijn niet eenduidig als negatief te

bestempelen. Modewoorden als ‗informatiemoeheid‘ suggereren dat de

overvloed aan informatie ervoor zorgt dat er een zekere apathie kan

optreden bij hen die er hun weg in trachten te vinden. Dit kan echter zeker

wel het gevolg zijn wanneer men dezelfde omgang met informatie tracht te

45 Rosenberg 2003, p. 2

46 Ibid., p. 1

Page 45: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

37

handhaven als in een voorgaand stadium. De realiteit is dat er een nood

ontstaat aan nieuwe copingmechanismen om de veranderde situatie het

hoofd te bieden. Er ontstond dan ook snel een wildgroei van methoden om

dit proces in goede banen te leiden. In sommige gevallen betekende dit een

hernieuwde nadruk op ijver en doorzetting, in andere gevallen werden er

nieuwe praktijken ontwikkeld voor instrumenteel lezen, waarbij we zeker

het werk van Francis Bacon en Samuel Johnson willen vermelden.47

Het zoeken naar het wankele evenwicht tussen het verlangen naar

duidelijke antwoorden en het ontzag voor de hoeveelheid aan bronnen die

plots ter beschikking staan, werd een onlosmakelijk onderdeel van het

wetenschappelijk onderzoek. Een aantal personen trachtten dan ook een

nieuw systeem te ontwikkelen, dat de nieuwe situatie bevatbaar zou

maken. Een van deze mensen – die voor de bibliotheekwetenschappen van

groot belang is, met name als de grondlegger van de bibliografie – was

Conrad Gessner.

Gessner stond zelfs bij zijn tijdgenoten bekend voor zijn opmerkelijke

kennis van de meest uiteenlopende natuurwetenschappelijke

onderwerpen.48 Hij was arts, maar interesseerde zich ook sterk voor de

classificatie van planten en dieren. Daarnaast was hij ook een bevlogen

linguïst. Gessner is – zeker voor bibliothecarissen – het best gekend voor

zijn Bibliotheca Universalis. Dit monumentale werk bevat een lijst van

ongeveer 12.000 bekende wetenschappelijke werken in het Latijn, het

Hebreeuws en Grieks. Dit waren dan ook de talen bij uitstek die in deze

periode voor het neerschrijven van wetenschappelijke teksten werden

gehanteerd. De opsomming gebeurde alfabetisch, door te kijken naar de

47 Rosenberg 2003, p. 3

48 Wellisch 1988, p. 417

Page 46: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

38

voornaam van de auteur, zoals dit in de 16e eeuw nog steeds gebruikelijk

was. In een tweede deel van de Bibliotheca gaat Gessner echter verder.

Hier maakte hij een onderverdeling van de werken per onderwerp, in

negentien categorieën. Later voegde hij nog de theologie toe als twintigste

categorie. Het tweede belangrijke werk van Gessner was de Historium

animalium. Dit was een encyclopedie van alle bekende diersoorten,

verfraaid met prachtige tekeningen waarvan Gessner er vele zelf maakte

dewelke tot op de dag van vandaag nog regelmatig opduiken. Het belang

van de werkwijze van Gessner lag hem vooral in het feit dat deze toeliet

om op systematische wijze op zoek te gaan naar de betreffende literatuur

bij een bepaald onderwerp. Zijn methode was dermate succesvol dat we tot

op heden gebruik maken van een ontwikkelde versie van hetzelfde

systeem. Geen van de ontwikkelde structuren om met de overvloed aan

informatie om te gaan, was echter volledig succesvol.

In de 18e eeuw beschouwden sommigen de hoeveelheid aan boeken en

artikels niet enkel te omvangrijk om hen te kunnen lezen, maar zelfs om er

kennis van te hebben of zelfs maar te nummeren. Dit heersende sentiment

komt duidelijk tot uiting in het volgende citaat van Diderot:

„Zo lang de eeuwen zich blijven ontvouwen, zal het aantal boeken voortdurend

blijven aangroeien, en men kan voorspellen dat er een tijd zal komen wanneer

het bijna zo moeilijk zal zijn om iets te leren uit de boeken, als het zou zijn om

een studie te maken van het gehele universum. Het zou bijna meer voor de hand

liggen een stukje informatie te zoeken zoals het verborgen ligt in de natuur als

het zou zijn het terug te vinden uit de verborgenheid van de immense veelheid

aan boekbanden.‟ 49

49 Denis Diderot, Encyclopédie 1755, mijn vertaling.

Page 47: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

39

Ook schrijvers als Johnathan Swift parodieerden de proliferatie van nieuwe

boeken in de zin dat ze enkel een handleiding vormden voor het

terugvinden van oudere boeken.

Twee millennia na Aristoteles werd diens idee van een encyclopedie

opnieuw opgerakeld en werd er een nieuwe invulling aan gegeven. In 1728

verschijnt de Cyclopedia van Ephraim Chambers.50 Ook dit is een

alfabetisch geordend compendium van de voor handen zijnde algemene

wetenschappelijke kennis van het moment. Een bijkomend probleem waar

Chambers mee geconfronteerd werd, was het auteursrecht. Het

vernieuwende van zijn Cyclopedia zat hem hier in dat er een selectie op

voorhand werd gemaakt tussen wat waardevol was en wat niet. In deze zin

vormt zijn poging een soort slotstuk, gezien het een combinatie betrof

tussen de generalisatie en de commercialisering van de inspanningen uit de

eerste perioden. In 1751 verscheen de nog steeds zeer beroemde

Encyclopedie van Diderot en d‘Alembert.51 Ook van dit werk spreekt een

duidelijke epistemologische urgentie.

Waar de middeleeuwse, naar de idee van Aristoteles gevormde

encyclopedieën, het universum zelf trachtten te weerspiegelen, was deze

nieuwe interpretatie voornamelijk bedoeld als een middel om de

veranderlijkheid van dit universum te representeren.52 De pogingen om tot

een universele bibliotheek – of zelfs maar een universele index – te komen,

leken hiermee voorgoed ten einde gekomen. De overvloed aan informatie

zorgde er voornamelijk voor dat de nood aan selectie steeds groter werd.

50 Voor een volledige en opzoekbare versie van het werk van Chambers:

http://uwdc.library.wisc.edu/collections/HistSciTech/Cyclopaedia

51 Ook dit werk is volledig online beschikbaar: http://alembert.fr/index.php

52 Rosenberg 2003, p. 5

Page 48: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

40

De motor achter deze (r)evolutie werd gevormd door een technologische

innovatie, met name de drukpers.

De volgende explosieve expansie van het volume aan beschikbare

informatie werd eveneens door een technologische innovatie ingezet,

ditmaal een digitale.

DE NIEUWSTE INFORMATIEGOLF

De ontwikkeling van de mogelijkheid tot het digitaal opslaan en versturen

van informatie, weekte het geschreven woord los van haar traditionele

materiële dragers. Dit liet toe – ook dankzij de steeds groter wordende

opslagcapaciteit van digitale dragers –een immense hoeveelheid informatie

op te slaan op een zeer kleine ruimte. Minstens even belangrijk, wanneer

we de impact van de digitalisering op bibliotheken toepassen, is de

mogelijkheid om binnen bestanden verbindingen aan te brengen naar

andere bestanden. De idee van de hyperlink ontstond uit een passage van

een artikel door Vannevar Bush met als titel As we may think.53 Bush

beschrijft in dit artikel het begrip memex. Een memex is een toestel waarin

een gebruiker al zijn of haar teksten kan opslaan, een soort verlenging van

het eigen geheugen. In de visie van Bush is dit nog een meubel met daarin

een toestel verwerkt, dat via microfilm alle benodigde informatie in

verkleinde vorm bevat. Dit zijn niet enkel teksten, maar ook afbeeldingen

en diagrammen. Het consulteren van de informatie in de memex verloopt

via de bekende methode van indexeren. De index wordt vertaald naar een

code, die de gebruiker op termijn dusdanig beheerst dat hij deze snel kan

ingeven voor het boek of artikel dat men wil bekijken. Door gebruik te

maken van de mogelijkheid om notities te nemen op de fotofilm, kan de

53 Volledige artikel: http://www.theatlantic.com/magazine/archive/1945/07/as-we-may-think/3881/

Page 49: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

41

gebruiker merktekens achterlaten, waarnaar kan verwezen worden door

gebruik te maken van de juiste code.54 Bush voorspelde het ontstaan van

geheel nieuwe vormen van encyclopedieën die doorspekt zouden zijn met

associatieve paden. Deze visionaire voorstelling werd – hoewel niet via

microfilm – in een paar decennia realiteit: hyperlinks zijn zo gewoon

geworden als een kop koffie, voor iedereen die vandaag met een computer

heeft gewerkt.

HET WEB

Niet enkel afzonderlijke teksten, maar hele bibliotheken, worden via de

nieuwe mogelijkheden die het internet ons biedt, aan elkaar worden

gelinkt. De immense – en steeds groeiende – omvang van de digitale

informatiewereld, in combinatie met het potentieel aan opzoekmethoden,

bliezen de droom van een universele bibliotheek nieuw leven in. Om echter

op het punt aan te belanden waar we in 2011 zijn, volgden een aantal

ontwikkelingen zich snel op.

Voor een korte beschrijving van de meest relevante componenten van het

web als nieuwe informatiedrager putten we uit A method and tool for

ontology Reuse in the DOGMA ontology framework door Christophe

Debruyne (Debruyne 2009). Het World Wide Web onderging in de luttele

vijftien jaar dat haar bestaan gemeen goed werd, een aantal ingrijpende

veranderingen. De eerste versies waren namelijk eerder statisch van aard.

Een primitieve conceptualisering van een hiërarchische onderverdeling

ontstaat echter door de verschillende niveaus die door een webadres

worden aangegeven. Door middel van deze taxonomie kan de hoofdpagina

worden onderscheiden van de verschillende deelaspecten die binnen de

54 Bush, As we may think 1945, p. 10

Page 50: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

42

paginastructuur zijn opgenomen. Zo vormt www.vib.ac.be de

overkoepelende categorie, waarvan de pagina met informatie over de

bibliotheek (http://www.vub.ac.be/BIBLIO/) een onderdeel van lagere orde

is. Informatie kan zo worden weergegeven, maar niet gewijzigd. Men kan

van de ene pagina naar de andere springen, maar daar houdt het ook

ongeveer op. De oorzaak hiervan dient te worden gezocht in de manier

waarop deze pagina‘s zijn geconstrueerd: de meeste webpagina‘s zijn

opgesteld in HTML. Dit is een goed middel om tot een adequate visuele

voorstelling te komen die geschikt is voor een menselijke gebruiker, maar

niet-menselijke gebruikers (andere computers) hebben meer moeite om

hiermee om te gaan.

Wanneer informatie vanuit verschillende bronnen moet worden

gestructureerd, zijn geautomatiseerde manieren om dit te bewerkstelligen

niet meer weg te denken. Enkel op deze manier kan op een betekenisvolle

manier aan information retrieval (IR) gedaan worden. Hiertoe werd

bovenop het bestaande web een nieuwe laag informatie toegevoegd, het

zogenaamde Semantic Web. Deze laag bevat geformaliseerde gegevens

over de beschikbare data, die door machines kan worden gelezen en

geïnterpreteerd. Het doel van deze aanpak is de creatie van een universeel

medium voor de uitwisseling van informatie. Deze semantische laag is

onzichtbaar voor de gebruiker. Belangrijk is het bestaan van metadata. Om

deze metadata toe te voegen aan een webpagina, zijn bijzondere

vaardigheden vereist, die niet door elke bouwer van een webpagina worden

beheerst. Om dit probleem te verhelpen, werd een andere aanpak gekozen:

namelijk het werken met folksonomies. De bekendste variant hierop is het

plaatsten van tags. Websites die gebruik maken van deze technologie

worden doorgaans aangeduid met de term Web 2.0. Folksonomies helpen

bij information retrieval en categorisatie, maar helpen niet om data uit twee

verschillende bronnen met verschillende formaten met elkaar in verband te

brengen.

Page 51: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

43

Het systeem vertrouwt op menselijke tussenkomst om verbanden tot stand

te brengen. Om een geautomatiseerde indexatie van de beschikbare

elektronische bestanden tot stand te brengen is dus nog een andere

aanpak nodig. Hiervoor werkt men binnen de informatica met het concept

ontologie (dat hier een andere dan de traditionele filosofische invulling

meekrijgt). Ontologieën zorgen voor een grotere semantische reikwijdte

van bestaande structuren. Binnen de computerwetenschappen werden zij

ontwikkeld in het kader van de opbouw van artificiële intelligentie. Meer

bepaald is de doelstelling dat een systeem dusdanig wordt ontwikkeld dat

een verzoek tot informatie kan worden geïnterpreteerd door een systeem

dat eveneens de structuur van de informatieleverancier kan duiden. De

term ontologie wordt in deze context gebruikt omdat de creatie van een

kennis-basis vooropstaat. Voor een mogelijke aaneensluiting van

wetenschappelijke informatie uit een veelheid van digitale bibliotheken

belooft deze stap onmisbaar te worden.

Vrij snel na de introductie van het www, werd van haar mogelijkheden om

digitale bibliotheken uit te bouwen gebruik gemaakt. We halen hier slechts

een paar markante voorbeelden aan. De oudste digitale bibliotheek is

treffend genoemd naar een van uitvinders van de drukpers, namelijk

Project Gutenberg.55 Reeds in 1971 – voor de komst van het internet –

maakte Michael Hurt gebruik van de Xerox Sigma V mainframe computer

om teksten in elektronische vorm op te slaan en ter beschikking te stellen

van het – op dat moment nog zeer beperkte – publiek.56 Het opzet van het

project was om boeken kosteloos en in een eenvoudige elektronische vorm

55 Project Gutenberg, http://www.gutenberg.org, juli 2011

56

http://www.gutenberg.org/wiki/Gutenberg:The_History_and_Philosophy_of_Project_Gutenberg_by_Michael_Hart

Page 52: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

44

ter beschikking te stellen van iedereen. Hierbij wordt uitsluitend gebruik

gemaakt van boeken waarop geen auteursrechten meer rusten. Voor de

omzetting wordt gebruikgemaakt van scanners en programma‘s voor

tekstherkenning. Op dit moment heeft het project zo‘n 36.000 titels in vele

talen weten te verzamelen. Hoewel het project op die manier over een

grote databank beschikt, is deze eerder statisch van aard en is de

opzoekbaarheid beperkt tot auteur en titel van het werk. Gezien de

beperkingen die het auteursrecht oplegt, is het doel van deze bibliotheek

ook allerminst volledigheid.

Op ongeveer dezelfde manier werkt ook het Million Book Project. Dit is een

samenwerking tussen de Carnegie Mellon University uit Pittsburgh (VS) en

research partners uit India en China. Opvallend aan dit project is dat de

klemtoon niet overwegend op publicaties in het Engels ligt. In 2007 werden

via 50 scanning centra, verspreid over de hele wereld in totaal 1.509.085

boeken gescand. Hiervan zijn 971.595 boeken in het Chinees, 39.251 in het

Arabisch en 50.108 in het Telugu, de meest gesproken taal in India.57 De

ambities van dit project zijn (waren) zeer verstrekkend:

The mission is to create a Universal Library which will foster creativity and free access to all

human knowledge. As a first step in realizing this mission, it is proposed to create the Universal

Library with a free-to-read, searchable collection of one million books, available to everyone

over the Internet. Within 10 years, it is our expectation that the collection will grow to 10

Million books. The result will be a unique resource accessible to anyone in the world 24x7,

without regard to nationality or socioeconomic background.58

Het heeft er echter alle schijn van dat het project voor onbepaalde tijd is

opgeschort, gezien 2007 het laatste jaar was dat er nog aanvullingen

werden gedaan…

57 Volgens eigen berichtgeving van het project: http://www.ulib.org/ULIBProgressReport.htm

58 http://www.ulib.org/ULIBAboutUs.htm#missionBkMark

Page 53: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

45

Een project dat nog steeds bestaat en dagelijks aangevuld wordt, is een

onderneming van Google. Google Books werd in 2002 conceptueel

uitgedacht, om in 2004 van start te gaan. Ook hier weer staat het scannen

van boeken centraal. De verkregen bestanden zijn in het geval van Google

wel volledig tekstueel ontsloten, zodat in de volledige inhoud kan worden

gezocht. Het project loopt in samenwerking met een aantal belangrijke

academische bibliotheken in Europa en de Verenigde Staten. Ook de

Universiteitsbibliotheek van Gent verleent haar medewerking. Op dit

moment heeft het project meer dan boeken digitaal verwerkt, wat

ongeveer overeenstemt met pagina‘s en woorden. Alles

samen vormen deze bestanden meer dan 11% van alle boeken die werden

gepubliceerd sinds de uitvinding van de drukpers.59 De oudste boeken die

opgenomen werden, dateren uit 1473. Daarnaast werden er boeken in 478

verschillende talen toegevoegd. Twee miljoen van deze ingescande boeken

waren het resultaat van schenkingen door de uitgevers. De overige boeken

werden (voor het scannen) ter beschikking gesteld door

universiteitsbibliotheken, maar ook bijvoorbeeld de New York Public Library.

De hoger vermelde schatting van het totale aantal boeken dat ooit werd

gedrukt, kwam tot stand door het opstellen van een niet-redundante lijst.

Dit is een samenvoeging van alle metadata die door de partners van het

project ter beschikking van Google Books werden gesteld. Redundantie

treedt op wanneer bijvoorbeeld een uitgave, samen met al haar vertalingen

afzonderlijk zou worden geteld. Indien men dit zou toestaan, dan telde de

originele Tom Sawyer van Mark Twain alleen al mee voor 3000

afzonderlijke exemplaren.60 Boeken die bestaan uit meerdere delen werden

59 Michel and al., Quantitative Analysis of culture using millions of digitized books 2011, p. 176

60 Michel and al., Quantitative Analysis of Culture Using Millions of Digitized Books, Supplement 2011, p. 3

Page 54: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

46

ook tot één enkele uitgave herleid. Bijkomende ambiguïteiten die ontstaan

door de verschillende manieren van invoeren van metadata, die werden

gehanteerd door de verschillende leveranciers van metadata, werden

systematisch gereduceerd tot er een zogenaamd concensus-bestand werd

overgehouden. Dit bestand bevatte in augustus 2010 zo‘n 129 miljoen

verschillende uitgaven, wat als getal wordt weerhouden van het totale

aantal uitgaven in de wereld tot op heden. Voor 91,5 % van de gescande

uitgaven is het land van publicatie bekend, en in 98,6% van de gevallen is

ook de taal in de metadata aangegeven.

Door middel van Optical Character Recognition (OCR) – die beschikbaar is

voor 32 talen van het project – worden aan de metadata ook inhoudelijke

elementen uit de tekst toegevoegd. De bronteksten worden eerst

geconverteerd naar het UTF-8 formaat, wat een multibyte karakter

codering is voor unicode. Unicode is de codering die door de meeste

computertoepassingen wordt gebruikt voor het weergeven van

orthografische symbolen.61 Vervolgens maakt men gebruik van een proces

dat tokenization wordt genoemd. Dit wil zeggen dat een reeks karakters

tussen twee spaties door een geautomatiseerd systeem als een woord

wordt beschouwd. Vervolgens worden deze karakterreeksen vergeleken

met de token-bibliotheken die Google al eerder – met het oog op haar

zoektoepassing – heeft aangelegd, en dit voor elke gebruikte taal. Een

woord wordt binnen deze werkwijze een 1-gram genoemd.62 Een 1-gram

dat voorkomt met een frequentie van meer dan één per willekeurige

opeenvolging van een miljard woorden wordt ‗common‘ genoemd. In de

61 Hoewel UTF-8 een variabele lengte heeft van 1 tot maximum 4 bytes – en dus de 1.112.064 codepunten van unicode kan bevatten – is ze ook retro compatibel met de ASCII code die in een

vorig hoofdstuk aan bod kwam.

62 Michel and al., Quantitative Analysis of Culture Using Millions of Digitized Books, Supplement 2011, p. 9

Page 55: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

47

Engelse taal waren er in 2000 bijvoorbeeld 1.489.337 common 1-

grammen te vinden, in 1900 waren dit er slechts 1.117.997. Wanneer

verkeerde spellingen en vreemde woorden binnen een taal zijn

weggezuiverd, hield men als volledig lexicon van de Engelse taal in 1900

544.000 woorden over, in 1950 was dit aantal al aangegroeid tot 597.000

en in 2000 tot 1.022.000. Het aantal woorden dat werd gevonden door

gebruik te maken van deze methoden is groter dan wat is terug te vinden

in een woordenboek.

Door deze manier van werken wordt niet enkel een grote bibliotheek

aangelegd, maar kan ook de inhoud van deze boeken tot op zekere hoogte

door middel van een geautomatiseerd proces worden begrepen. Via

kwantitatieve methoden, die werden toegepast op een onderdeel van de

Google-Books-Bibliotheek, konden een aantal opvallende trends in het

gebruik van woorden worden aangegeven. De opkomst van het nazisme en

de bijhorende onderdrukking van kunst, filosofie en literatuur kan door

middel van tabellen die het woordgebruik binnen een taal weergeven,

duidelijk worden aangetoond.63 Ook de opkomst van bijvoorbeeld het

feminisme kan via dergelijke studies worden achterhaald, en er kan een

differentiatie worden gemaakt tussen het voorkomen van een nieuwe term

in verschillende taalgebieden.64 Het aanleggen van corpussen die kunnen

worden afgeleid uit het immense en steeds groeiende bestand van

gedigitaliseerde boeken, opent fantastische mogelijkheden voor toekomstig

onderzoek. Zo kunnen maatschappelijke tendensen in kaart worden

gebracht, kan de roem van bepaalde individuen over de tijd worden

onderzocht en kan een periode van censuur worden aangetoond. Daarnaast

63 Michel and al., Quantitative Analysis of culture using millions of digitized books (2011), p. 180

64 Ibid., p. 181

Page 56: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

48

kan ook een ziekte-epidemie in een historisch perspectief worden geplaatst.

De volledige afspiegeling van de socio-culturele geschiedenis kan door

kwantificatie van woordgebruik worden uitgebeeld in grafieken die een

dwarsdoorsnede vormen van alle informatie die ooit op papier werd gezet.

CONCLUSIE BIJ DIT HOOFDSTUK

Van bij de uitvinding van het schrift en de oprichting van de eerste

bibliotheken, tot de recente poging om alle geschreven bronnen

elektronisch te bundelen, valt in eerste instantie de immense kwantitatieve

groei op. Het produceren van teksten en het verzamelen ervan, gingen

vanaf het prille begin hand in hand. De grote waarde die aan het

geschreven woord werd toegekend, werd tot op zekere hoogte cumulatief

geacht. Door meer teksten te verzamelen op een in ruimte beperkte plaats,

wordt een synthetisch effect veroorzaakt. De som van de waarde van de

afzonderlijke boeken staat in deze optiek niet gelijk aan de kennis die

ontstaat wanneer men hen samenbrengt en tot het onderwerp van studie

maakt. Het kritisch vergelijken van teksten was een van de eerste

oefeningen die met grote ernst werd uitgevoerd. Zo bezat de bibliotheek

van Alexandrië naar schatting 90 verschillende versies van het werk van

Homerus.65 Door deze teksten met elkaar te vergelijken, en de

inconsistenties die onderling aanwezig waren weg te werken, meende men

in staat te zijn een nieuwe tekst te destilleren die dichter bij de

oorspronkelijke bedoeling van de auteur lag. Vele kleine waarheden

vormden zo één grote waarheid.

Door het inzicht van Aristoteles voorkwam een bibliotheek dan weer het

ontstaan van een massa redundante literatuur. Men kon bij het voeren van

65 Jochum 1999, p. 12

Page 57: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

49

natuurwetenschappelijk onderzoek verder bouwen op het werk van zijn

voorgangers en voorkwam zo dat er voor de uitbouw van de menselijke

kennis bij elke generatie een nieuw begin moest worden gemaakt. De

ontwikkeling van het schrift, en het vinden van steeds efficiëntere dragers

van dit schrift, maakt een dialoog tussen auteurs uit verschillende perioden

in de geschiedenis mogelijk.

Daarnaast ontstond echter ook een tweede dialoog, namelijk deze van de

vorser met de bibliotheek zelf. In haar meest primitieve vorm beperkte

deze zich tot een vrij rudimentaire ordening van de aanwezige teksten. De

meta-data die in de oudheid werd aangebracht, beperkte zich tot

markeringen die de afkomst of de volgorde van een boekrol in een grotere

reeks moesten aanduiden. Door een maatschappelijke ontwikkeling die

rond de Middellandse Zee de klemtoon legde bij één waarachtig boek, werd

er een soort inversie-effect in het gebruik van bibliotheken veroorzaakt.

Deze dienden nu niet langer om aan te groeien tot een geheel van alle

bekende kennis, gezien men meende de waarheid reeds in het bezit te

hebben in de vorm van het heilige schrift. Bibliotheken verhuisden naar

kloosters en werden inhoudelijk als het ware opgebouwd rondom de

evangeliën. De immer uitdijende expansie van de kennis werd een

introverte belevenis. De universele bibliotheek was één enkel boek

geworden, met hoogstens een paar satellieten die konden helpen bij haar

interpretatie.

Nadat de uivinding van de boekdrukkunst een eerste grote informatiegolf

teweeg bracht, diende de dialoog van de onderzoeker met de bibliotheek

opnieuw te worden opgestart en in een nieuwe vorm gegoten. Weer

doemde het spook van de redundantie op voor wie kennis zocht in boeken.

De zeldzame en kostbare manuscripten van de eeuwen voordien werden

vermenigvuldigd aan een razend tempo. Voor wie de volledige verzameling

van kennis over een bepaald onderwerp zocht, braken er barre tijden aan.

Page 58: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

50

De hoeveelheid aan geschreven bronnen bracht versplintering met zich

mee. Door de vele uren die het voordien in beslag nam een volledig boek te

kopiëren, moest de inhoud ervan wel waardevol zijn. Nu een tekst in korte

tijd in grote oplagen kon worden gedrukt, ontstond de vraag hoe men de

waardevolle van de waardeloze teksten diende te onderscheiden. De illusie

alle kennis ter wereld te kennen – of zelfs maar te verzamelen – verdween.

Hoogstens zou men nog in staat zijn om een index op te stellen waarin de

meest waardevolle boeken vermeld staan. Men ging op zoek naar een

richtsnoer om een duidelijk pad te ontdekken tussen ontelbare

mogelijkheden. Auteurs werden gidsen die de lezer langsheen de literatuur

leidden, die volgens hen relevant was voor een gegeven probleemstelling.

In een verder hoofdstuk zullen we zien hoe de wanhopige situatie, die een

gevolg was van de ontwikkelingen in de 15e eeuw op het gebied van

informatie, in de loop van de 20e eeuw door de introductie van de moderne

bibliografische en thematische ontsluiting gedeeltelijk werd opgevangen.

Nauwelijks waren deze methoden een mondiale norm geworden of een

nieuwe omwenteling diende zich aan.

Met de nieuwste informatiegolf trad – naast een volgende kwantitatieve

sprong aan totale informatie – immers ook nog een andere ontwikkeling op.

Het verdubbelen van digitale informatie is dusdanig eenvoudig, dat de

grenzen van de informatietoename enkel worden bepaald door de totale

opslagcapaciteit. Gezien ook deze opslagcapaciteit nog steeds toeneemt, is

het momenteel onmogelijk te voorspellen wat het eindpunt van de huidige

explosie aan informatie zal zijn. In 2007 bedroeg de maximale

opslagcapaciteit van een combinatie van 60 analoge en digitale dragers op

aarde 9 optimaal gecomprimeerde bytes. 94% van deze

Page 59: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

51

opslagcapaciteit is digitaal.66 De kleinste eenheid voor digitale informatie,

de bit, wordt traditioneel afgekort door een kleine letter b. Een byte,

bestaande uit 8 bits, wordt afgekort door een hoofdletter B. Zo staat MB

voor Megabyte, wat gelijk is aan een miljoen bytes ( . De volgende

grootheden voor het aanduiden van hoeveelheden informatie zijn: giga

, tera , peta , exa en zetta . In 1986 bedroeg de

totale opslagcapaciteit nog exabyte, tegen 1993 werd dit exabyte

en in 2000 bereikten we exabyte.67

Voor de digitale revolutie werd informatie opgeslagen op analoge dragers.

Informatie op vinyl-platen maakte in 1986 nog 14% uit van de totale

opslagcapaciteit, audiocassettes 12% en foto‘s 5%. Papier gold toen al

maar slechts voor 0,33% van het totaal aan informatie. In 2007 maken

hard disk drives 52% van de totale capaciteit, optische opslagmaterialen

zoals cd-roms 25%, en vormde informatie die op papier gedrukt stond

slechts een schamele 0,007% van het geheel. Maar misschien nog

opmerkelijker dan de opslagmogelijkheden zijn de

verwerkingsmogelijkheden. Het ontsluiten van boeken en artikels gebeurt,

wat wetenschappelijke informatie betreft, ook vandaag nog voor een

belangrijk deel manueel. Door het automatiseren van de verwerking van de

onzichtbare laag metadata die een document meekrijgt, lijkt dit niet langer

een noodzakelijke optie. Niet alleen de hoeveelheid neemt immers toe,

maar ook de verwerkingssnelheid ervan. Waar een figuur als Conrad

Gessner nog zelf een volledige lijst diende samen te stellen en neer te

schrijven, doen zorgvuldig uitgedachte algoritmen nu het werk voor ons.

Met de encyclopedisten vertrouwden we op mensen om een koers uit te

66 Hilbert and López 2011, p. 1

67 Ibid., p. 3

Page 60: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De idee v

an e

en u

niv

ers

ele

cata

logus

52

stippelen doorheen de zee aan mogelijke bronnen, nu kunnen we deze taak

toevertrouwen aan machines. Uiteraard dienen de algoritmen zelf nog

manueel te worden ingegeven, maar op de hoeveelheid informatie die er

vervolgens doorvloeit, staat voorlopig geen limiet. Dit specifieke stuk van

de eerder vernoemde dialoog met een bibliotheek wordt gaandeweg meer

uit handen gegeven. Het corpus aan gegevens dat wordt onderzocht mag in

zekere zin universele kenmerken krijgen. Indien het boekenproject van

Google de 100% zou bereiken, hebben we in ieder geval een grotere

bibliotheek dan ooit in de geschiedenis voorhanden was. Het is vervolgens

niet meer zo dat we moeten trachten de inhoud van de bibliotheek – of

zelfs maar een stukje ervan – te kennen. Wat van belang is, is welke

vragen we eraan stellen door middel van algoritmen. De combinatie van de

kwantiteit aan informatie en de mogelijkheden tot het verwerken ervan,

maken deze revolutie uniek. Onze omgang hiermee zal dit bijgevolg ook

moeten zijn.

Voor we een verkenning aanvatten van het huidige arsenaal aan

bibliometrische middelen, en de filosofische uitgangspunten die deze in het

leven riepen, staan we in het volgende hoofdstuk even stil bij de zoektocht

naar een universele taal, wat tot het begrijpen van een universele

bibliotheek zou moeten leiden.

Page 61: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

53

EEN UNIVERSELE BIBLIOTHEEK IN EEN UNIVERSELE TAAL

De zoektocht naar een universele taal is zo oud als de mensheid en komt

voor in alle culturen. In de westerse wereld is het traditioneel nauw

verbonden aan het Bijbelse verhaal over de Toren van Babel. Zoals Jaques

Derrida terecht opmerkt in zijn Des Tours de Babel uit 1985, vormt de

naam Babel zelf reeds een probleem.68 Het verhaal vertelt ons over de

verschillen tussen talen, over taal en betekenis zelf, en suggereert de

noodzaak om talen weer met elkaar te verbinden. Nog volgens Derrida

staat de toren van Babel symbool voor een werk dat niet kon worden

vervolledigd, over de onmogelijkheid om veelheid te verenigen. De essentie

van de spraakverwarring wordt treffend weergegeven in het volgende citaat

van Voltaire uit diens Dictionaire Philosophique uit 1764:

„Je ne sais pas pourquoi il est dit dans la Genèse que Babel signifie confusion;

car Ba signifie père dans les langues orientales, et Bel signifie Dieu; Babel signifie

la ville de Dieu, la ville sainte. Les anciens donnaient ce nom à toutes leurs

capitales. Mais il est incontestable que Babel veut dire confusion, soit parce que

les architectes furent confondus après avoir élevé leur ouvrage jusqu‟à quatre-

vingt et un mille pieds juifs, soit parce que les langues se confondirent; et c‟est

évidemment depuis ce temps-là que les Allemands n‟entendent plus les Chinois;

car il est clair, selon le savant Bochart, que le chinois est originairement la même

langue que le haut-allemand.‟69

Babel staat dus voor een veelheid aan betekenissen en daarom voor

verwarring. Gezien de naam van God zelf, volgens Voltaire, in de naam van

de stad staat die voor deze verwarring symbool staat, zou het hier gaan om

68 Derrida, Psyche: inventions of the othes vol. 1, p. 191

69 Voltaire, Dictionaire philosophique (1765)

Page 62: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

54

een zeer fundamenteel kenmerk van taal in het algemeen. Derrida vervolgt

door op te merken dat er zonder eigennamen geen begrip kan bestaan,

maar dat dit begrip er evenmin kan zijn wanneer er enkel eigennamen

zouden zijn. Door aan de mens niet enkel zijn naam en de taal te geven,

maar alle mogelijke namen, legde God niet enkel de basis voor een taal,

maar tevens ook de kiem van de spraakverwarring tussen de volkeren, die

hieruit zou geboren worden.

De veelheid aan talen wordt binnen de geschiedenis van Europa niet enkel

als een rijkdom, maar ook als een gebrek gezien. Niet zelden werd en

wordt de eigen taal gezien als een superieur instrument ten opzichte van

andere talen. Voor de Oude Grieken was de Griekse taal ook de taal van de

rede. De lijst van Aristotelische categorieën is gebaseerd op de categorieën

uit de Griekse spelling. Volkeren die andere talen dan het Grieks spraken,

werden aangeduid met de term Barbaroi – wat zoveel wil zeggen als ‗lieden

die mompelen in een onverstaanbare taal‘. Linguïstisch en cultureel waren

zij dan ook van geen enkel belang voor de Grieken.70 De status van de

Griekse taal groeide samen met de invloed van de Grieken over de wereld,

wat weldra het gehele Middellandse Zeegebied omvatte. Ook wanneer later

het Romeinse rijk de dominante positie overnam bleef het Grieks de taal

van de patriciërs en de taal bij uitstek waarin wetenschappelijke kennis

werd overgedragen.

Een bevolking die slechts één taal gebruikt, hoeft zich geen zorgen te

maken over het benoemen van voorwerpen. Elk voorwerp is in dit geval

met één woord verbonden en wat wordt bedoeld is duidelijk voor iedereen

die de taal machtig is. Deze bevolking kan zich echter wel zorgen maken

over de geldigheid van haar eigen naamgeving. Bestaat er een verband

70 Eco, The search for the perfect language, p. 10

Page 63: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

55

tussen de namen van de dingen en de dingen zelf, afgezien van de

conventie zelf om ze zo te noemen? Bij Plato merken we dat de aandacht

verschuift van de namen naar het kennen van de idee van het ding zelf.

Onder de Romeinse heerschappij werd het Latijn de voertaal van het

imperium. Er werden door de Romeinen weinig pogingen ondernomen om

anderstalige volkeren te begrijpen, tot ze zelf hadden geleerd Latijn te

spreken. Toch ontstond er gaandeweg meer twijfel over de vraag of Grieks

en Latijn werkelijk de enige talen waren waarin op een harmonieuze wijze

ervaringen konden worden uitgedrukt.71 Oorzaak hiervan was onder andere

de verspreiding van Egyptische en Perzische mythen, die van een grotere

diepgang bleken te getuigen dan oorspronkelijk werd gedacht. De

Pythagoreërs gaven eerder al blijk van een sensitiviteit voor een mystieke

vorm van kennis die gedeeld werd door meerdere volkeren en in

wiskundige vorm tot uitdrukking kwam. De komst van het Christendom

bevestigde het Latijn, naast het Grieks, als de taal waarin kennis werd

overgedragen in Europa. Daarnaast was het Oude Testament in het

Hebreeuws opgesteld, zodat ook deze taal via het geloof een belangrijke rol

kreeg toebedeeld. Door middel van deze drie talen werden de evangeliën

overgedragen en waren ze bijgevolg voor de kloosterlingen de enige talen

waardoor ware kennis werd overgedragen. Dit wil echter niet zeggen dat

alle schriftgeleerden deze talen machtig waren. Een voornaam figuur als

Augustinus kende bijvoorbeeld geen Hebreeuws en ook zijn kennis van het

Grieks was niet erg uitgebreid.72 Zijn pogingen om tot een eenduidige

Bijbelinterpretatie te komen, baseerden zich bijgevolg vrijwel uitsluitend op

Latijnse vertalingen. De idee om te kijken naar de oudste Hebreeuwse

71 Eco, The search for the perfect language, p. 12

72 Marrou, A history of education in antiquity, p. 150

Page 64: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

56

Bijbelteksten kwam niet in hem op. Hoogstens vergeleek hij Latijnse

teksten onderling om incongruenties op te sporen. Desalniettemin stond

het voor Augustinus en andere kerkvaders vast dat het Hebreeuws de

oertaal was, die werd gesproken vóór Babel. Na de vernietiging van de

toren bleef het de taal van het uitgekozen volk. Er werden achter geen

pogingen ondernomen om het Hebreeuws terug in te voeren als officiële

Christelijke taal. Het Latijn, dat in de vroege eeuwen van onze jaartelling

de voornaamste voertaal van Europa was, werd bovendien vervormd door

talloze dialecten, en ook de intelligentsia die in het Latijn schreven

verbasterden de taal steeds verder.

DE ARS MAGNA VAN RAYMOND LULL

Het was het contact met andere culturen dat de aanleiding vormde voor

een zoektocht naar een gemeenschappelijke, ware taal. Raymond Lull

leefde tussen 1232 en 1316 op het eiland Majorca. Tijdens deze periode lag

Majorca op het kruispunt van de Christelijke, Joodse en Arabische cultuur.

Lull trok doelbewust naar Majorca en trad er in een Franciscaner klooster,

met als doel het overtuigen van de Moslims van de waarachtigheid van de

Christelijke leer.73 Hij leerde de Arabische taal en schreef in het Arabisch

een aantal pamfletten die moesten zorgen voor de bekering van hen die ze

lazen. Maar rond 1274 ontwikkelde hij een nieuwe methode die de Moslims

moest overtuigen, namelijk zijn Ars Magna. Lull‘s idee was dat de reden

voor de afwijzende houding van de Arabieren ten opzichte van het

Christendom berustte op een cognitief defect. Moslims waren simpelweg

niet in staat om de combinaties van de Christelijke deugden in te zien en

naar waarde te schatten. Wanneer hij kon aantonen dat Gods attributen in

73 Glymour, Ford and Hayes 1998

Page 65: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

57

een dermate vernuftige manier konden worden geplaatst, zou dit een

doorslaggevend argument worden. De kunst die hij ontwikkelde, steunde in

belangrijke mate op de combinatoriek. Voor een n aantal verschillende

elementen wordt het aantal combinaties dat met deze elementen kan

gevormd worden uitgedrukt door de faculteitsfunctie n!. Op deze manier

kan bijvoorbeeld ook het aantal anagrammen worden berekend dat met

een gegeven aantal letters kan worden gevormd. Deze methode was

trouwens reeds bekend in de zogenaamde temurah binnen Kabbala. In de

tekst Sefer Yezirah, waarvan de eerste stukken dateren van de 4e eeuw,

werd dit namelijk als volgt uitgedrukt:

„Two stones build 2 houses

Three stones build 6 houses

Four stones build 24 houses

Five stones build 120 houses

Six stones build 720 houses

Seven stones build 5040 houses

From here on go out and calculate

that which the mouth cannot speak

and the ear cannot hear.‟ 74

De 26 letters van ons alfabet kunnen bijgevolg op manieren

worden gerangschikt, wanneer ze allemaal slechts één maal worden

gebruikt. In acht genomen dat de meeste woorden korter zijn dan 26

tekens, en dat sommige letters meer dan één maal in een woord kunnen

voorkomen, is de algemene formule voor n elementen die t maal

74 Sefer Yetzirah, The Gra-Ari Version, IV 16

Page 66: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

58

voorkomen . De permutaties die nodig zijn om de combinatiekunst van

Lull uit te voeren, gaan uit van een beperkt aantal symbolen (stel: A,B,C en

D), die bijvoorbeeld in paren van twee voorkomen, waarbij gelet wordt dat

geen combinatie tweemaal voorkomt. De formule die dit aantal permutaties

geeft is

. Het aantal permutaties van de gegeven vier letters in paren

van twee, geeft dus 12 verschillende mogelijkheden. Indien ook de

volgorde van de paren er niet toe doet en het paar AB dus gelijk is aan BA,

bekomt men 6 verschillende mogelijkheden via de formule

. Deze

combinaties geven aan wat de mogelijke inhoud van een bepaald systeem

kan zijn. Om het aantal mogelijkheden terug te brengen, kunnen we

beperkingen aan het systeem opleggen – bijvoorbeeld door te stellen dat A

en D niet in een paar kunnen voorkomen, waardoor er twee mogelijkheden

wegvallen.

In zijn combinatiekunst gebruikt Lull een alfabet van negen letters, dewelke

voor eigenschappen staan die in zes groepen worden ondergebracht om zo

te komen tot zijn Tabula Generalis:75

75 Eco, The search for the perfect language, p. 57

Page 67: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

59

PRINCIPIA

ABSOLUTA

PRINCIPIA

RELATIVA

QUESTIONES SUBJECTA VIRTUTES VITIA

B Bonitas Differentia Utrum? Deus Lustitia Avaritia

C Magnitudo Concordantia Quid? Angelus Prudentia Gula

D Aeternitas Contrarietas De quo? Coelum Fortitudo Luxuria

E Potestas Principium Quare? Homo Temperantia Superbia

F Sapientia Medium Quantum? Imaginatio Fides Acidia

G Voluntas Finis Quale? Sensitiva Spes Invidia

H Virtus Majoritas Quando? Vegetativa Charitas Ira

I Veritas Aequalitas Ubi? Elementativa Patientia Mendacium

K Gloria Minoritas Quomodo?

Cum quo?

Instrumenta

tiva

Pietas Inconstantia

Tabel 3 : Tabula Generalis

Lull merkt op – met een verwijzing naar de categoriën van Aristoteles – dat

de negen subjecten telkens kunnen worden voorafgegaan door een element

uit de andere vijf categorieën, die als predicaat kunnen optreden. In vier

figuren toont Lull ons de mogelijke combinaties die binnen deze tabel

gemaakt kunnen worden, zowel binnen een zelfde categorie als tussen de

categorieën onderling. Zo kan binnen de absoluta, goedheid (Bonitas)

groots (Magnitudo) zijn en grootsheid glorieus (Gloria). Gezien binnen de

absoluta de termen per paar van plaats kunnen wisselen, om zo een

nieuwe uitdrukking te vormen, zijn er

= mogelijke uitdrukkingen

(zie figuur 1).

Page 68: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

60

Via deze eerste figuur kunnen syllogismen worden afgeleid. Om

bijvoorbeeld aan te tonen dat goedheid groots kan zijn, kunnen we

beargumenteren dat alles wat door grootsheid wordt vergroot ook groots is.

Indien dus goedheid door grootsheid wordt vergroot, is goedheid groots.

In een tweede schema (figuur 2, onderaan) geeft Lull de 36 mogelijke

letterparen weer, die telkens op twee manieren kunnen worden gelezen,

zodat er 72 mogelijkheden ontstaan. Wanneer deze worden toegepast op

de verschillende categorieën van tabel 3, dan zien we bijvoorbeeld voor de

combinatie B en C: goedheid is groots en grootheid is goed. In combinatie

met de overeenkomstige relatieve principes uit de tweede kolom

(differentia en concordantia) krijgen we 12 mogelijke proposities, met

name: goedheid is groots, verschil is groots, goedheid is verschillend,

verschil is goed, goedheid is overeenstemmend, verschil is

overeenstemmend, grootsheid is goed, overeenstemmigheid is goed,

grootsheid is verschillend, overeenstemmigheid is verschillend, grootsheid

is overeenstemmig en overeenstemmigheid is groots.

Figuur 1 : Ars Combinatoria eerste figuur

Page 69: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

61

In combinatie met de vragen uit de derde kolom, bekomen we 24 vragen

als: wat is grootse goedheid? Op deze manier worden uit de tabel 432

proposities en 864 vragen gegenereerd. In theorie althans, want volgens de

regels van de kunst dienen nog 10 bijkomende beperkingen in acht

genomen te worden, die berusten op theologische grondslagen.

De derde figuur (figuur 2 bovenaan) gaat nog een stap verder. Waar de

voorgaande figuren statisch waren, is deze nieuwe een dynamisch

gegeven. De drie concentrische cirkels moeten al los van elkaar roterend

worden voorgesteld. Dit levert 84 mogelijke groepjes van 3 letters op. Met

Figuur 2 : Ars Combinatoria tweede figuur

Page 70: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

62

elk triplet kunnen drie verschillende vragen overeenkomen, zodat er een

totaal van = mogelijke vragen ontstaan. Lull maakte van de

tripletten zelfs viertallen door een teken T als een plaatshouder in de

groepen aan te brengen. Dit geeft combinaties als BCTC, wat moest worden

gelezen als B (goedheid) + C (grootsheid) en dus C (overeenstemming).

Voluit gelezen: goedheid is groots in zo verre ze in zichzelf

overeenstemmende dingen bevat. Na alle weglatingen van overbodige

combinaties zijn er op deze manier 1680 argumentaties op te stellen.

Wanneer deze echter worden overlopen, merkt men al snel dat de

argumentaties die uit de permutaties worden geboren soms onbegrijpelijke

zinnen opleveren. De kunst bestond er volgens haar bedenker dan ook in

om via contemplatie tot een waarachtige interpretatie van de resultaten te

komen. Sommige van zijn conclusies spreken zelfs de formulering uit de

combinatoriek regelrecht tegen. Het is dan ook zeer twijfelachtig dat de Ars

Magna – hoewel zij in bepaalde kringen nog tot lang na de dood van haar

bedenker beoefend werd – veel kans maakte om uit te groeien tot een

universele taal, die de kloof tussen de culturen smaller zou maken. Het

belang van deze aanpak voor deze tekst ligt echter niet in haar gebrek aan

laagdrempeligheid, maar in de aard van de ontwikkelde methode. Wat de

Ars Magna aantoont, is dat de ontwikkeling van betekenisvolle uitspraken

niet noodzakelijk ophoudt bij een strikt rationeel opgebouwd betoog,

bijvoorbeeld door syllogismen. Het uitvoeren van machinale

combinatorische operaties kan ook als een vorm van redeneren gelden. In

deze betekenis is redeneren gebaseerd op het deconstrueren en

reconstrueren van verbanden tussen attributen. Het mechanische aspect

van zijn uitvinding blijkt uit de mobielen die werden vervaardigd als hulp

voor de contemplatie van de tripletten: drie beweeglijke concentrische

ringen, meestal samengehouden door een geknoopt touw. Het mentale

exploratieproces begint als het ware bij de uitkomst van een willekeurige

zoekopdracht.

Page 71: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

63

Vele gelijkaardige interessante pogingen werden doorheen de geschiedenis

ondernomen om het probleem van de veelheid van talen in de wereld het

hoofd te bieden. Een belangrijk deel van de inspanningen had betrekking

op de zogenaamde monogenetische hypothese. Deze stelt dat alle talen op

aarde afstammen van één enkele oertaal, die vervolgens onherkenbaar

werd vervormd door de mens. Lang werd getracht om deze ‗taal van Adam‘

terug samen te stellen door zorgvuldig de gemeenschappelijke kenmerken

in de bestaande talen te bestuderen. Geen van deze pogingen was echter

erg succesvol. We vermelden hier het werk De vulgari eloquentia van Dante

Aligheiri (1265-1321). Deze onderscheidde drie stadia waarin de

eenheidstaal (uiteindelijk) werd omgezet in de spreektalen van zijn tijd.

Dante zag het als zijn taak om uit de fragmenten een meer illustere,

duidelijke en regelmatige taal op te bouwen. Deze taal zou een natuurlijke

taal zijn die als vanzelfsprekend door mensen overgenomen zou worden.76

Een andere opmerkelijke poging in deze zoektocht werd ondernomen door

John Wilkins. Wilkins was een Engelse, 17e eeuwse geestelijke, die in 1668

een werk publiceerde met de titel: Essay towards a Real Character, and a

Philosophical Language. Het betrof het tot nog toe meest volledige project

voor het construeren van een universele taal. Zijn doelstelling was om een

taal samen te stellen, bestaande uit karakters die door elke nationaliteit

begrepen zou kunnen worden. Zijn poging hield het midden tussen een

logisch opgebouwde grammatica en een creatieve invulling van bestaande

taxonomieën. Zijn uitvinding zou nooit echt doorbreken, maar Wilkins zelf

staat voor eeuwig te boek als de oprichter van de Britse Royal Society en

als de eerste auteur die een tekst publiceerde waarin plannen voor een

maanreis werden uitgewerkt. Daarnaast is het interessant te vermelden dat

76 Eco, The search for the perfect language, p. 35

Page 72: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

64

Borges zijn verhaal van de Bibliotheek van Babel heeft bedacht, nadat hij

met het werk van Wilkins kennis had gemaakt.

LEIBNIZ EN DE LINGUA GENERALIS

Leibniz leverde zijn leven lang inspanningen om met een verheven doel

voor ogen tot een duidelijke taal te komen. Net als Raymond Lull was hij

van mening dat een heldere formulering van de gedachten uiteindelijk de

vrede tussen de volkeren zou bewerkstelligen. Dit levenswerk bestond uit

vier verschillende onderdelen: 1) het identificeren van een systeem van

primitieven die konden worden geordend in een algemene encyclopedie, 2)

een uitwerking van een ideale grammatica (met als voorbeeld een

gesimplificeerde versie van het Latijn), 3) het formuleren van een

verzameling regels over de uitspraak van de karakters, en 4) het uitwerken

van een lexicon van karakters waarop de gebruiker berekeningen zou

kunnen toepassen die tot een formulering van ware uitspraken kon leiden.

Tegen het einde van zijn leven had hij echter de zoektocht naar de eerste

drie voorstellen grootdeels verlaten, en legde hij zich nog enkel op de

vierde betrachting toe. Leibniz was niet langer geïnteresseerd in nieuwe

talen zoals Wilkins deze voorstelde, hoewel hij onder de indruk was van

diens pogingen. Hij kwam echter tot de conclusie dat het onmogelijk was

om de verbanden tussen de bestaande talen en zo de taal te vinden van

Adam te reconstrueren. Binnen zijn leer van de monaden was een centraal

punt dat elk individu een unieke kijk op de wereld diende te hebben. Het

zou bijgevolg onmogelijk zijn al deze gezichtspunten te herleiden tot één

enkel taalkundig paradigma. Diversiteit maakt voor Leibniz het wezen van

de mensheid en de kosmos uit. Hoewel hij vanuit een oecumenisch

gedachtegoed wereldvrede nastreefde, meende hij niet dat deze te

bereiken was door van iedereen een zelfde taal te verlangen. Wel leek hem

de wetenschap hiertoe veel beter geplaatst. De universele taal die hij

Page 73: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

65

wenste te ontwikkelen was bijgevolg eerder een wetenschappelijk

instrument om de waarheid duidelijker aan het licht te brengen. De ars

combinatoria van Lull was een van de eerste inspiratiebronnen voor Leibniz.

Een probleem dat hem daarnaast danig bezighield, kwam van Mersenne: 77

hoeveel mogelijke woorden konden worden gevormd door gebruik te

maken van het 24-letters tellende alfabet van die tijd? De bedoeling was

om er achter te komen hoeveel waarheden konden worden uitgedrukt, en

het aantal uitdrukkingen dat kon worden neergeschreven. Het langste

woord dat hem bekend was telde 31 letters. In het 24-letterige alfabet

zouden er bijgevolg woorden gevormd kunnen worden van 31 letters

lang. Maar waarom zouden er grenzen zijn aan de lengte die een

uitdrukking kon hebben? Een woord kan in principe de lengte van een heel

boek hebben. Indien we aannemen dat een mens per dag 100 bladzijden

van 1000 letters zou lezen en dat deze persoon 1000 jaar zou leven,

hoeveel informatie zou hij dan kunnen verwerken? Leibniz becijferde dat de

persoon in kwestie een totaal van aan waarheden, leugens en

zinloze uitdrukkingen zou kunnen lezen.

Wanneer Leibniz met deze immense hoeveelheden werd geconfronteerd,

zag hij onmiddellijk dat deze totaliteit de menselijke vermogens ver

overstegen en er dus een andere oplossing diende te worden gezocht. Het

aantal zinvolle uitdrukkingen diende dus eindig te zijn. Verdergaand besloot

hij dat dit aantal waarheden op een bepaald moment zou worden herhaald.

Hiermee komt hij sterk in de buurt van de gedachte aan eeuwige

wederkeer. Hoewel hij de aanpak van Lull inspirerend vond, begreep

Leibniz niet waarom deze het aantal uitdrukkingen in zijn kunst beperkte.

Lull legde zichzelf beperkingen op, zowel wat het aantal mogelijke

77 Marin Mersenne (1588-1648) was geestelijke, wiskundige en theoloog die aansluiting vond bij de

streng ascetische Orde der Miniemen. Zijn cel in parijs werd een druk bezochte plaats voor de grote denkers uit die tijd, waaronder Pascal en Fermat.

Page 74: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

66

combinaties betrof, als ten gevolge van het schrappen van theologisch

onverzoenlijke uitkomsten. Leibniz was minder geneigd beperkingen op te

leggen aan de combinatoriek.

Leibniz bedacht zijn lingua generalis in 1678. Nadat hij in zijn filosofie de

menselijke kennis had weten terug te brengen tot enkelvoudige ideeën –

waar hij telkens een getal mee in overeenstemming bracht – werkte hij een

systeem van transcriptie uit, waarbij medeklinkers voor natuurlijke getallen

en klinkers voor machten van tien stonden. Zo levert het cijfer 81.374 het

woord mubodilefa op wanneer gebruik wordt gemaakt van de codering in

tabel 4. Het systeem kan echter tot dubbelzinnigheden leiden, gezien

bijvoorbeeld ook het woord bodifalemu met het zelfde getal overeenkomt.78

1 2 3 4 5 6 7 8 9

b c d f g h l m n

1 10 100 1000 10.000 Etc.

a e i o u

Tabel 4 : Lingua Generalis

Voor wie hiermee vertrouwd is, doet deze werkwijze sterk denken aan een

voorloper van het systeem van Gödel nummering, zoals die 250 jaar later

zou worden ontwikkeld om uitspraken mogelijk te maken over de formele

taal van de wiskunde. Ook in de manier waarop Leibniz vervolgens te werk

gaat, is een zekere analogie te bespeuren: elke gegeven term dient in haar

78 Eco, The search for the perfect language, p. 269

Page 75: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

67

formele delen te worden opgesplitst. Dat wil zeggen: de delen die aan een

bepaalde definitie beantwoorden.

Dit proces dient te worden verder gezet tot men uitkomt op een segment

dat niet verder op te splitsen is. Uiteindelijk kan zo worden achterhaald uit

hoeveel priemtermen een uitdrukking bestaat. Zo zouden er uitdrukkingen

bestaan die uit 2 priemtermen zijn opgebouwd, uitdrukkingen met 3

priemtermen enzovoort. Op deze manier kan een hiërarchie van

complexiteit worden beschreven. In zijn Elementa Characteristicae

Universalis uit 1690 geeft Leibniz enkele voorbeelden: indien we de

traditionele definitie van de mens als een rationeel dier handhaven, dan

kunnen we een component rationeel en een component dier weerhouden

als bouwblokken van het eerste begrip. Wanneer we aan deze bestanddelen

priemgetallen toekennen, kunnen we voor dier 2 en voor rationeel 3 zetten.

Het samengestelde begrip mens wordt zo = . Om ervoor te zorgen

dat deze uitspraak waar is, moet de verhouding subject/predicaat in de

uitdrukking een geheel getal zijn. Indien bijvoorbeeld het getal 10 bij een

aap hoort, zouden we kunnen aantonen dat de uitspraken ‗alle mensen zijn

apen‘ en ‗alle apen zijn mensen‘ fout zijn, omdat noch 6 geheel kan

gedeeld worden door 10, noch 10 door 6.

In de uitwerking van dit plan zien we echter dat Leibniz terugvalt op

elementaire termen als entiteit, substantie en attribuut, wat sterk aan de

categorieën van Aristoteles doet denken. Hoewel hij grote verwachtingen

had voor een dergelijke taal, moest Leibniz aan het einde van zijn leven

erkennen dat deze nog niet beschikbaar was. Hij ging zelfs verder in die zin

dat hij ontkende dat er ooit een definitieve lijst van primitieven zou worden

gevonden, gezien de veranderlijkheid die eigen is aan de mens en de

wereld. Dit was niet louter een kwestie van conventie, gezien het

formuleren van de primitieven ook aan het opstellen van de lingua

characteristica vooraf zou moeten gaan: de gedachten die geformuleerd

Page 76: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

68

dienden te worden, moesten dus ontstaan uit het rekenkundig apparaat dat

hen als bouwstenen gebruikt.79

Leibniz zou nooit de idee van een universele encyclopedie opgeven. Een

dergelijke encyclopedie zag hij als een praktisch instrument dat ervoor kon

zorgen dat iedereen toegang tot kennis zou kunnen krijgen. In tegenstelling

tot Locke geloofde Leibniz niet in de opsplitsing van menselijke kennis in

een fysiek, een ethisch en een logisch bestanddeel, gezien elk onderwerp

verband houdt met elk van deze drie categorieën. Daarom ook is het voor

een bibliothecaris – een beroep dat ook Leibniz enige tijd uitoefende – niet

steeds mogelijk om een boek eenduidig bij een bepaald onderwerp te

catalogeren. Een encyclopedie zou niet te lijden hebben onder dergelijke

problemen, gezien de gebruiker er transversaal een pad door kan vinden

dat los staat van de categorieën. Wat nodig is, is een index toe te voegen

die de lezer in staat stelt zijn onderwerp doorheen de verschillende artikels

van het naslagwerk terug te vinden. Het was met een dergelijk ontwerp

voor een encyclopedie dat d‘Alembert tientallen jaren later aan de slag

ging. In de benadering van Leibniz aangaande het gebruik van indexen,

zien we trouwens ook een eerste model doorschemeren van de werking van

een hyperlink.

DE BINAIRE CALCULUS

Uit het rijke arsenaal aan vondsten die Leibniz doorheen zijn leven

ontwikkelde, is er één die op termijn het meest vruchtbaar zou blijken voor

praktische toepassing, namelijk de binaire calculus. Eigenlijk lag deze

techniek in het verlengde van de lingua characteristica, zoals hoger

beschreven. Indien een uitdrukking door een getal kan worden voorgesteld

79 Eco, The search for the perfect language, p. 277

Page 77: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

69

en dit getal opgesplitst moet kunnen worden in zijn meest elementaire

bestanddelen, dan moet er ook een eenvoudigste manier bestaan om

getallen uit te drukken. Leibniz kreeg de idee van een binaire calculus via

zijn kennismaking met de Chinese taal en cultuur.

Via Jezuïete missionarissen kreeg hij Chinese teksten ter beschikking, over

allerhande onderwerpen. Eén van deze teksten was de I Ching, het boek

der verandering. Hoewel de oorsprong van dit boek wellicht veel ouder is,

stammen de eerste bekende manuscripten uit de 3e eeuw voor Christus.80

Het boek is een deels mystieke, deels filosofische en kosmologische

basistekst. De basis van dit werk wordt gevormd door 64 hexagrammen

(zie figuur 3).

Figuur 3 : Hexagrammen in de versie van Leibniz

Leibniz hechtte veel belang aan deze symbolen en bracht ze in verband met

zijn idee van een calculus, die uitsluitend gebruik maakt van de getallen 1

en 0. In 1703 gaf hij in zijn korte verhandeling Explication de l‟arithmétique

80 Hacker, Moore and Patsco 2002, p. 7

Page 78: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

70

binaire een uiteenzetting over het rekenen met een binair stelsel, en een

verwijzing naar de hexagrammen uit de I Ching. Hoewel Leibniz werkte met

een druk van een houtsnede van de hexagrammen, dewelke licht

verschilde van de eigenlijke tekst, slaagde hij er toch in een aantal

opmerkelijke afleidingen te maken.81

In de opeenvolging van de groepjes onderbroken lijnen zag hij een perfecte

weerspiegeling van de progressie van de binaire telreeksen. Leibniz

ontdeed de symbolen van elke betekenis die eraan gegeven was, met

uitzondering van hun combinatorische mogelijkheden. In de afbeelding uit

zijn oorspronkelijk artikel van 1703 toont hij aan op welke manier de

omzetting van de lijnen naar binair en naar decimaal in zijn werk gaat (zie

figuur 4).

De binaire cijfers zijn blinde symbolen. Er kan een betekenis aan worden

toegekend, maar hun interne dynamiek staat hier in principe los van. Met

deze aanpak staat Leibniz aan de wieg van de ontwikkeling van een zuivere

symbolische logische taal, zoals deze later door Boole in zijn beroemde An

Investigation of the Laws of Thought (1854), zou worden uitgewerkt. In

81 Eco, The search for the perfect language, p. 285

Figuur 4 : Vertaling Hexagrammen - Binair - Decimaal

Page 79: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

71

een dergelijke taal kunnen relationele verbanden worden gelegd en dus

waarheden van de rede worden uitgedrukt, maar dit staat los van

empirische informatie die er weliswaar achteraf door kan worden

gestructureerd. Het universele karakter van de cijfermatige omzetting van

het geschreven woord kan echter wel degelijk worden beargumenteerd.

Volgens de interpretatie van Leibniz (en diegenen die na hem het werk

verder zetten), kan een symbolische weergave als de drager van informatie

uit andere gebieden worden gebruikt. Op deze manier is het mogelijk om

elke tekst uit elke taal naar een binaire vorm om te zetten.

In 1993 werd een voostel uitgewerkt om de belangrijkste wereldtalen op te

nemen in de ASCII codering via een omzetting van het fonetisch alfabet.82

Momenteel bevat Unicode een totaal van 109.000 verschillende karakters

die aan 93 verschillende schriften werden ontleend. Men zou dus kunnen

zeggen dat alle talen ter wereld binair werden vertaald. In 2003 werden in

versie 4.0 van de Unicode standaard ook de hexagrammen uit de I Ching

opgenomen.

CONCLUSIE BIJ DIT HOOFDSTUK

Bij deze korte weergave van een eeuwenlange zoektocht naar een

universele taal hebben we slechts een paar voorbeelden geselecteerd. Deze

werden niet zo zeer gekozen omwille van hun succes als voorstel tot een

unificerende spreektaal, maar omwille van hun intrinsieke dynamiek. De

monogenetische hypothese en de hieruit volgende pogingen om de taal van

Adam te reconstrueren, bleken echter geen van allen succesvol. Dit was

nochtans zeker niet het gevolg van een gebrek aan pogingen: het aantal

voorstellen voor een dergelijke taal waren in de 19e eeuw zelfs zo talrijk,

82 Hieronymus 1993

Page 80: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

72

dat de Société de Linguistique van Parijs in 1866 besloot dat ze niet langer

teksten zou aanvaarden over het onderwerp van een universele taal of de

oorsprong van talen.83 Zowel Lull als Leibniz werkten aan een taal die geen

vertaling was van de andere talen, maar bedachten systemen die een eigen

dynamiek op gang zouden brengen. De filosofische talen die hieruit

geboren werden volgen een eigen combinatorische logica die – hoewel

rationeel van opzet – van de gebruiker vragen dat hij zijn interpretatie als

het ware uitstelt.

Via de concentrische ringen van Lull‘s schema ontstaan op mechanische

wijze uitspraken die pas na hun toevallige totstandkoming kunnen worden

geïnterpreteerd. Het onderverdelen van deze uitspraken in waar en vals,

zinvol en zinledig wordt beschouwd als een kunst achteraf. Leibniz weekte

deze methode gedeeltelijk los van de traditionele scholastieke categorisatie,

om tot een voorstel te komen dat in principe een infiniete rijkdom kan

genereren. Generaliserend kunnen we zeggen dat de rationele component

van deze methoden achteraf werd overgenomen door diegenen die op het

einde van de 19e eeuw en verder in de 20e eeuw de grondvesten van een

consistente symbolische logica hebben trachten op te bouwen. De

technische component vond haar weg naar de computerwetenschappen,

waar deze een grote mate van voltooiing bereikte, zodat vandaag elke

denkbare tekst in een voor een machine begrijpelijke taal kan worden

omgezet. De uitvinding van deze taal lag rechtstreeks aan de basis van de

laatste informatiegolf. Leibniz was zich erg bewust van het feit dat zijn ars

combinatoria nog niet was voltooid. Het logische apparaat dat hij

ontwikkelde, bleek nog niet krachtig genoeg om alle tegenstrijdige

83 Eco, The search for the perfect language, p. 115

Page 81: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Een u

niv

ers

ele

bib

lioth

eek in e

en u

niv

ers

ele

taal

73

resultaten weg te werken. Hij twijfelde echter niet aan de haalbaarheid van

dit project.

Sinds Gödel weten wij echter dat die hoop van Leibniz nooit zou worden

ingelost. Ongeacht het aantal primitieven dat men bedacht, ongeacht het

potentieel van de bewijskracht van de aangenomen definities en axioma‘s,

en ongeacht de stringentie van de logische bewijsvoering: steeds zal er een

bewering onbeslist blijven in een voldoende sterk formeel systeem. Deze

theoretische bovengrens van de mogelijkheden van een formele taal zet

evenwel geen domper op de ontwikkeling van praktische toepassingen. De

ontwikkeling van de informatica zorgde ervoor dat de mogelijkheden voor

de gebruiker zich aan een dermate hoog tempo vermenigvuldigen, dat het

ontbreken van een vaste epistemische grond weinig zorgen baart.

Men staat momenteel nog slechts aan het begin van de verkenning van de

mogelijkheden die het resultaat zijn van de verbetering van zoekmachines,

de verwerking van metadata en het integreren van systemen. De afstand

tussen de gebruiker die informatie zoekt en diens kennis van de

mechanismen die de informatie ordent, wordt stelselmatig vergroot. De

autonomie van de mechanische processen die instaan voor het verzamelen

van metadata, neemt toe. In een later hoofdstuk zullen we zien dat de

gebruiker bij het invoeren van een zoekopdracht uit zijn afgeschermde rol

van bevrager wordt gehaald. Bij het invoeren van een zoekopdracht levert

de gebruiker nu immers ook nieuwe informatie aan het systeem, dat zo in

staat is een profiel van een persoon op te stellen. Paradoxaal genoeg

verliest de combinatoriek door een doorgedreven mechanisering een stuk

van haar contingente karakter.

Page 82: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

74

DE FILOSOFISCHE GRONDSLAGEN VAN DE BIBLIOMETRIE

De term bibliometrie uit de titel van dit hoofdstuk zal voor wat volgt op een

zeer brede manier worden geïnterpreteerd, en dus niet terug te brengen

zijn tot de zuivere discipline zoals deze in de praktijk wordt toegepast. We

hadden net zo goed de termen sciëntometrie, informetrie of zelfs

netometrie in de plaats kunnen stellen. Waar het om gaat, is het

onderzoeken van de filosofische uitgangspunten die tot de ontwikkeling van

kwantitatieve methoden voor de analyse van wetenschappelijke

informatiebronnen hebben geleid. Toch is het aangewezen de gebruikte

terminologie even kort toe te lichten.

BIBLIOMETRIE, SCIËNTOMETRIE EN INFORMETRIE

De introductie van de bibliometrie wordt vaak toegeschreven aan Alan

Pritchard, die de term reeds in 1969 gebruikte.84 Het toepassen van

wiskundige principes op bibliotheken en andere informatiebronnen is echter

nog veel ouder. Iedere telling van een aantal boeken dat zich in een

bibliotheek bevindt, is in wezen een bibliometrisch gegeven. De eerste

ingrijpende pogingen om bibliotheekgegevens te kwantificeren vinden

plaats in 1917 en 1923. 85 De eerste formulering van bibliometrische

wetmatigheden gebeurde in 1926 door Lotka, in 1934 door Bradford en in

1949 door Zipf, zoals we reeds in het vorige hoofdstuk hebben

uiteengezet.86 Het was echter pas wanneer statistische methoden werden

aangewend om biblioheekinformatie te beschrijven, dat de term een

84 Pritchard 1969

85Cole and Eales 1917, Hulme 1923

86 Lotka 1926, Bradford 1934, Zipf 1949

Page 83: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

75

duidelijke invulling kreeg. In de definitie van Pritchard is bibliometrie dan

ook: ‗the application of mathematics and statistical methods to books and

other media of communication‖. Bibliometrie legt de nadruk op de

materiële aspecten van de onderneming: het tellen van boeken, artikels,

bibliografische verwijzingen, en het maken van statistische overzichten van

deze opgeslagen informatie.

De term sciëntometrie ontstond rond dezelfde periode als het werk van

Pritchard, in het Oostblok. Door de oprichting in 1978 van het

toonaangevende Hongaarse tijdschrift Sciëntometrics kreeg ook deze term

een brede bekendheid. Sciëntometrie en bibliometrie bestuderen voor het

overgrote deel hetzelfde gebied. Het is immers zo dat de vorderingen op

wetenschappelijk gebied worden meegedeeld als literaire output in

vaktijdschriften, patenten en boeken. Sciëntometrie legt de nadruk op het

meten van een specifiek soort informatie, namelijk deze die als

wetenschappelijk wordt beschouwd. In de meest brede betekenis behelst

sciëntometrie alle kwantitatieve aspecten van modellen die de productie en

de voortgang van wetenschappelijke en technologische processen

beschrijven.87 De traditionele focus van bibliometrie ligt eerder rechtstreeks

op de output. Vooral in India wordt ook de minder voorkomende term

Librametrie gebruikt. Deze werd ondermeer gehanteerd door de wiskundige

en grote bezieler van de documentatiekunde professor Shiyali Ramamrita

Ranganathan.

De term informetrie werd voor het eerst voorgesteld in 1979 door Otto

Nacke. Dit begrip concentreert zich op het meten van informatie in al zijn

verschijningsvormen en kan worden gedefinieerd als: ‗the study of

quantitative aspects of information in any form, not just records or

87 De Bellis, Bibliometrics and citation analysis, p. 3

Page 84: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

76

bibliographies, and in any social group, not just scientists.‘88 Informetrie

wordt vaak als generiek begrip gebruikt om sciëntometrie en bibliometrie te

bundelen.89 In de wereld van digitale netwerken worden termen als

webometrie, netometrie en cybermetrie als uitbreidingen van de informetrie

gebruikt.

In 1994, bij het ontwaken van het www, stelden Wolfgang Glänzel en Urs

Schoepflin de verdeeldheid en de terminologische verwarring binnen de

discipline aan de kaak.90 Daarnaast wezen zij er op dat er al te makkelijk

werd toegegeven aan de druk van wetenschappelijke beleidsmakers om het

vakgebied te kneden tot de gewenste vorm. Een oorzaak van dit probleem

zou zijn dat de kloof tussen diegenen die op het terrein het werk uitvoeren

en de wiskundigen die de modellen uitdenken te groot geworden is – een

probleem dat bijna tien jaar eerder ook reeds door Quentin Burrell werd

aangekaart.91 Een andere reden voor de versplintering zou kunnen worden

gezocht in het steeds uitdijende onderzoeksgebied. Voor we echter van

start gaan met een bespreking van de huidige problematiek voor het

gebied van de bibliometrie, trachten we een antwoord te geven op de vraag

welke de omstandigheden zijn geweest die haar in het leven hebben

geroepen. Aanvullend zullen we kort de relevante filosofische stromingen

uiteenzetten.

Vier figuren uit de 20e eeuw speelden een belangrijke rol als grondleggers

van de moderne bibliometrie: John Desmond Bernal, Robert K. Merton,

Eugene Garfield en Henry Small.

88 Tague-Sutcliffe 1992

89 Wood 2001

90 Glänzel and Schoepflin 2001

91 Burrell 1994

Page 85: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

77

JOHN DESMOND BERNAL

Bernal was professor in de fysica aan het Birkbeck College te Londen en

leverde een grote bijdrage binnen zowel de moleculaire biologie als de

geschiedenis van de wetenschap. Bernal was een fervent aanhanger van

een Marxistische filosofie en actief in de politiek namens de communistische

partij. Als Marxist was hij aanhanger van het dialectisch materialisme, zoals

dit door Engels werd beschreven. Hij was van mening dat wetenschap een

sociale bezigheid is, die door een internationaal netwerk van onderzoekers

wordt ondernomen en in verband staat met een heel gamma aan

menselijke activiteiten.92 Bernal stelde een groot vertrouwen in dit globale

netwerk en hechtte veel belang aan het garanderen van de voorwaarden

die nodig waren voor de goede werking ervan. In tegenstelling tot sommige

Marxisten ging hij echter niet zo ver om te beweren dat het bestaande

corpus aan wetenschappelijke theorieën in zijn tijd het resultaat waren van

dogma‘s die geworteld zaten in het kapitalistische bestel. Hij zag

wetenschap als de voornaamste motor voor maatschappelijke verandering

en als de basis voor elke waardevolle menselijke kennis.

In zijn werk The Social Function of Science uit 1939 bepleitte hij de

vruchtbare invloed die de kruisbestuiving tussen de Westerse en Oosterse

wetenschappelijke tradities had gehad.93 Het boek groeide tijdens en na de

tweede wereldoorlog uit tot een soort bijbel voor de rode wetenschap. Het

trok de aandacht van de informatiewetenschap omwille van de

vooruitziende blik op een nieuw informatiesysteem, dat erin werd

uitgewerkt. Bernal was zich erg goed bewust van de manier waarop

wetenschap in de praktijk werkt. Hij wist wat onderzoekers vanzelfsprekend

92 De Bellis, Bibliometrics and citation analysis, p. 50

93 Bernal 1967

Page 86: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

78

vinden, en wat filosofen en sociologen later tot de kern van hun kritische

benadering van de wetenschap zouden maken: namelijk dat niet alle – en

zelfs niet het grootste deel van – wetenschappelijke informatie in boeken of

artikels was terug te vinden. Het grootste gedeelte van de overdracht van

kennis gebeurt door persoonlijke contacten, bezoeken en briefwisseling.

Het wetenschappelijke leven – met haar sociale component – is minstens

even belangrijk als de schriftelijke neerslag van onderzoek. Een groot

aantal technieken kan met name veel makkelijker door een demonstratie te

geven worden doorgegeven, dan door het opstellen van lange

handleidingen. Wetenschappelijke tijdschriften vormen desalniettemin een

belangrijke factor voor de wetenschappelijke communicatie, maar worden

door een schrijnend gebrek aan ordening gekenmerkt. Het was hier dat

Bradford ruimte zag voor verbetering. Deze omwenteling zag hij gebeuren

op twee gebieden.

In de eerste plaats zou het grote aantal wetenschappelijke tijdschriften

moeten worden teruggebracht. Vele tijdschriften waren van een

bedroevende kwaliteit en door de slordige indexering werd onderzoek vaak

onnodig overgedaan: ‗Periodicals exist for Science and not science for

periodicals‘.94 Het overgrote deel van de tijdschriften diende dus te worden

afgeschaft en vervangen door een bundeling verschenen van alle artikels.

In een tweede stap zou een centrale verzamelplaats – of een netwerk van

verzamelplaatsen – ingericht moeten worden, waar alle informatie

verzameld en geordend zou worden. Een nieuw artikel kon dan naar dit

centrale orgaan worden gezonden, dat het beoordeelde en naar microfilm

omzette. Later konden dan op aanvraag afdrukken van de film worden

gemaakt en ter beschikking worden gesteld aan wie ze nodig had. Een

94 Bernal 1967, p. 300

Page 87: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

79

aantal kopieën zou aan een selectie van lokale bibliotheken en

onderzoekers worden bezorgd, die op voorhand kenbaar konden maken

welke gebieden hun interesse wegdroegen. Het ordeningssysteem, dat door

de auteurs van de artikels mee zou worden aangevuld, volgde een analoog

systeem. Via een centrale verzameling van fiches, waar zoveel classificaties

als nodig konden worden aangebracht, zouden de werken ontsloten

worden. Zijn systeem zou ervoor zorgen dat elke onderzoeker precies die

relevante informatie zou ontvangen die hij nodig had bij zijn

werkzaamheden. Bernal zag vier verschillende soorten materialen die in

zijn systeem dienden te worden opgenomen:

1. Nota‘s uit de dagelijkse praktijk van het laboratorium, met verslagen

van ontdekkingen en technieken alsook een weergave van discussies.

2. Handboeken en populaire boeken over wetenschap.

3. Traditionele artikels die de laatste vorderingen op een gegeven

terrein dienden weer te geven.

4. Gedetailleerde beschrijvingen die de vorderingen in elk deelgebied

van de wetenschap, en de onderlinge relaties tussen de verschillende

disciplines, moesten weergeven.95

Een voorname plaats in dit concept zou worden bekleed door besprekingen

van artikels, naar het voorbeeld van literaire boekbesprekingen. Op deze

manier zouden de vorderingen binnen de wetenschap binnen hun sociale

context worden geplaatst.

95 De Bellis, Bibliometrics and citation analysis, p. 52

Page 88: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

80

Het is duidelijk dat het voorstel van Bernal om de wetenschappelijke

tijdschriften af te schaffen nooit zou worden uitgevoerd. De idee om een

vorm van centralisatie van de beschikbare literatuur door te voeren kreeg

daarentegen wel ingang, zij het in een verzwakte vorm. Een paar decennia

later werd het op een commerciële basis uitgevoerd door Garfield en zijn

conceptie van de citatie-index. In een vroeg stadium van de Science

Citation Index (SCI) zat Bernal zelfs in de adviesraad. Hoewel hij kritisch

was voor sommige punten van Garfields project, was hij positief over de

mogelijkheden die het bood voor interdisciplinaire uitwisseling van

informatie.

ROBERT K. MERTON

Tijdens de tweede wereldoorlog werd de onafhankelijkheid van de

individuele wetenschapper ernstig bedreigd door nationalistische

tendensen. Merton was socioloog, verbonden aan de universiteit van

Columbia in de Verenigde Staten. In 1942 stelde hij een korte verzameling

van ethische vuistregels voor de wetenschap op. Dit was een geheel van

voorschriften, verboden en waarden die voor elke vorser – waar ook ter

wereld en voor alle tijden – geldig waren. Later bundelde hij zijn ideeën in

het boek The Sociology of Science.96 Zijn handvest betrof vier kernpunten:

universalisme, communisme, desinteresse en georganiseerd scepsis.

Onder universalisme verstond Merton dat elke aanspraak op kennis diende

te beantwoorden aan een stel vooraf bepaalde onpersoonlijke criteria.

Wetenschap claimt immers – net als religie en mythologie – een universeel

beeld van de werkelijkheid in het leven te roepen. Het universalisme van de

96 Merton, The Sociology of Science, Theoretical and Empirical Investigations 1973

Page 89: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

81

wetenschap is echter kwalitatief en bedient zich van de rede, waardoor ze

verschilt van de andere aangehaalde ondernemingen.

Communisme werd door Merton begrepen als het vrij beschikbaar stellen

van de bevindingen van de wetenschap. Dit in tegenstelling tot de

pseudowetenschappen die geheimhouding cultiveren en zich enkel richten

tot een selecte groep uitverkorenen. Afgezien van het recht van de

individuele onderzoeker om erkend te worden voor de geleverde bijdrage,

is het product van de geleverde arbeid gemeen goed.

Desinteresse is de afwezigheid van economische of persoonlijke drijfveren

in de zoektocht naar kennis. Dit punt heeft de wetenschapper gemeen met

bijvoorbeeld een kunstenaar. Maar gezien de wetenschap is ingebed in een

aantal institutionele structuren dient diens onafhankelijkheid extern te

worden gegarandeerd. Ook dient er een controlesysteem te bestaan dat

onverantwoorde aanspraken en machtsmisbruik moeten voorkomen.

Ten slotte vormt georganiseerde scepsis de basis die het mogelijk maakt

om elke uitspraak te onderwerpen aan inhoudelijke en methodologische

testen. Logisch inconsistente of empirisch onbewijsbare uitspraken kunnen

zo buiten de wetenschap worden gehouden.

De successen van de wetenschap kunnen volgens Merton enkel worden

verklaard door de homogeniteit en de continuïteit van verschillende

niveau‘s van onderzoeksactiviteit:

1. De wetenschappelijke praktijk brengt resultaten voort in de vorm van

nieuwe theoriën en technieken.

2. Deze resultaten worden gecommuniceerd naar een publiek van

gekwalificeerde gelijkwaardige partijen in de vorm van

wetenschappelijke publicaties.

Page 90: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

82

3. Gepubliceerde artikels worden door de onderzoeksgemeenschap

gelezen en naar waarde geschat door ernaar te verwijzen in hun

eigen artikels. Het systeem van citaties vormt zo een elementaire

bouwsteen voor het beloningsmechanisme.

4. De meest oorspronkelijke resultaten worden beloond door het

wetenschappelijke establishment. Dit symbolisch krediet kan worden

omgezet in prestige en het bezetten van institutionele sleutelposities.

Dit systeem is evenwel niet waterdicht. De onderlinge concurrentie tussen

wetenschappers om beslag te leggen op academische beloningen is de

voornaamste bron van deviant gedrag ten opzichte van het vooropgestelde

ideaal. Aan de andere kant loopt men het risico dat er concentraties van

institutionele of persoonlijke macht ontstaan. Merton noemde dit het

mattheuseffect, dat ertoe leidt dat de machtigen machtiger worden en de

armen armer. Zo kunnen waardevolle inzichten worden genegeerd door

auteurs die liever verwijzen naar een bron met een grotere autoriteit,

bijvoorbeeld Nobelprijswinnaars. Dit maakt het voor beginnende

wetenschappers zeer moeilijk om in hun vakgebied een voet aan de grond

te krijgen. Binnen de bibliometrie verliest dit matthëuseffect haar negatieve

sociale connotatie en loopt men het risico dat dergelijke concentraties de

kern van het justificatieproces gaan uitmaken.

Ook Merton stond zeer positief ten opzicht van de ontwikkeling van de SCI.

Hoewel hij zelf nooit binnen het terrein van de bibliometrie actief was,

speelde hij een grote rol als vertolker van de waarde van dit systeem. Voor

hen die binnen de bibliometrie actief zijn, levert Merton nog steeds een

goed raamwerk voor de professionele ethiek bij hun bedrijvigheden.

Page 91: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

83

EUGENE GARFIELD

Hoewel de SCI slechts een goede halve eeuw bestaat, vormt zij de

onbetwistbare kern van het waarderingssysteem binnen de moderne

wetenschapspraktijk. In 1955 publiceerde Eugene Garfield het artikel

Citation Indexes for Science.97 Dit artikel vormde een waar keerpunt in de

manier waarop de wetenschap naar bibliografische verwijzingen ging

kijken, en naar het wetenschappelijke productieproces in het algemeen.

Het installeerde de idee dat citaties de bouwblokken zijn van een taal die

reflecteert over de diepere structuren en de communicatie binnen de

wetenschappen.98 Waar de onderwerpscategorieën uit het verleden slechts

statische gegevens waren – waarin een bron als het ware bevroren is –

leggen citaties een uitgesproken dynamiek in handen van de beoefenaars

van een wetenschappelijke discipline. De pijlen die verwijzen naar een tekst

als zijnde een autoriteit voor verder onderzoek, worden via citaties

veranderlijk met de tijd. Niet enkel kan de intellectuele achtergrond van

een publicatie worden achterhaald, ook de weg die een nieuwe publicatie

aflegt wordt gaandeweg zichtbaar.

Het model en de uitwerking van SCI waren – en zijn – nog steeds enorm

succesvol. De principes van de SCI zijn dan ook voor elke beoefenaar van

gelijk welke tak van de wetenschap een evidentie geworden. Citaties

verbinden zowel de citerende als de geciteerde auteurs in een sociocognitief

netwerk, dat volledig open staat voor verdere evaluatie van buitenaf.

Citatie-indexen zijn nuttig ‗when one is trying to evaluate the significance of

97 Garfield, Citation Indexes for Science 1955

98 De Bellis, Bibliometrics and citation analysis, p. 58

Page 92: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

84

a particular work and its impact on the literature and thinking of the

period‗.99

In 1978 ontwikkelde Henry Small een aantal inzichten over de

mogelijkheden van citaties, die toelieten de opname en overdracht van

ideeën in een gecodificeerde taal te vatten. Hij legde via bibliografische

citaties de cognitieve intentie van een citerend auteur bloot, om zo een

context te creëren waarbinnen diens eigen werk zou worden geplaatst. Dit

idee kan al dan niet in de intentie van de citerende auteur hebben gelegen.

Aangenomen dat dit wel het geval was, vormt de citatie een

conceptsymbool van de idee.100 Zoals taal zelf kan worden opgevat als een

systeem van tekens dat kan worden gedecodeerd, vertellen citaties het

verhaal van de concepten die binnen de wetenschapsbeoefening het

discours uitmaken. Leach verduidelijkt verder het onderscheid tussen een

teken en een symbool.101 Zoals binnen de semiotische traditie een kroon

bijvoorbeeld een teken is voor een soeverein en de letters a-p-p-e-l een

teken zijn voor een specifieke soort fruit, onttrekt een symbool zich aan de

culturele context waarnaar het teken verwijst. Zo is bijvoorbeeld een kroon

op het etiket van een flesje bier een symbool voor het bier en geen teken

ervan. In de kunst en de poëzie wordt van tijdelijke symbolen gebruik

gemaakt, door middel van metaforen. Binnen de wetenschap worden

symbolen bestendigd en gaan zo deel uitmaken van de publieke ruimte.

Binnen de bibliografische ruimte werd de verwantschap tussen de

citatiecultuur en de structuralistische traditie binnen de linguïstiek al in een

vroeg stadium door Garfield vastgesteld. Een bibliografische referentie is

99 Garfield, Citation Indexes for Science 1955, p. 109

100 Small 1978

101 Leach 1976

Page 93: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

85

tegelijk een teken en een symbool. Het is een teken dat verwijst naar een

specifieke object dat zich ergens in de fysieke ruimte bevindt, met name

een boek of artikel. Het is echter ook een symbool van het concept in de

geciteerde tekst, in die zin dat het de gedachte van de geciteerde tekst bij

de lezer oproept en deze in verband brengt met de nieuwe tekst. Deze

gedachten hoeven geen abstracte concepten te zijn, maar kunnen net zo

goed ‗experimental findings, methodologies, types of data, methaphysical

notions, theoretical statements or equations‘ zijn.102 Deze entiteiten staan

trouwens niet vast: net zoals in de literatuur bestaat er binnen de

wetenschap een zekere autonomie van het intellectuele product, met name

wanneer het de publieke ruimte betreedt. Toch wordt er voornamelijk

gestreefd naar een normatieve consensus.

Indien het voorgaande voor een groot aantal geciteerde documenten als

waar wordt aanvaard, dan kan een citatie-index met recht worden

beschouwd als een disciplinaire thesaurus van wetenschappelijke

concepten. De index kan dan een betrouwbaar IR instrument worden voor

thematische zoekopdrachten, en een bron voor het bepalen van de impact

van welbepaalde ideeën op de gehele gemeenschap. Maar Garfield stuurde

zelfs aan op een nog grotere filosofische ambitie: de idee van equivalentie

tussen citaties en concepten effenden in zijn visie het pad voor een

hypothetische bibliografische unificatie van de volledige wetenschappelijke

literatuur. Daarmee zou voor de leden van de Wiener Kreis uit de jaren ‗20

van de vorige eeuw een droom in vervulling gaan: met name de creatie van

een ééngemaakte wetenschappelijke taal. De achterliggende idee van het

project van de Weense intellectuelen was dat wetenschappelijke concepten

uit alle disciplines konden worden herleid tot de primitieve, strikte termen

102 Small 1978, p. 329

Page 94: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

86

uit de fysica. In de jaren ‘30 tekenden zij de krijtlijnen van een

Internationale Encyclopedie van Geünificeerde Wetenschap uit, waarvan

het eerste deel verscheen in 1938. Garfield was goed bekend met het werk

van de filosofen van de Wiener Kreis, maar zijn belangstelling ging eerder

uit naar een duidelijke praktische toepasbaarheid. De structuur van citaties

is dan ook veel minder strikt dan die van de primitieve concepten waarmee

fysici werken. Desalniettemin dienen zij eenzelfde doel, namelijk het

vormen van de bouwstenen van ‗a plan for accomplishing what Neurath

calls an encyclopedic integration of scientific statements, what I call a

Unified Index to Science‘.103

STRUCTURALISME EN POST-STRUCTURALISME

Voor de conceptualisatie van het domein van de bibliotheek- en

informatiewetenschappen zijn twee tegengestelde stromingen van

bijzonder belang. Onder structuralisme binnen de

bibliotheekwetenschappen begrijpen we ongeveer het volgende:

beschouwen we de tekst op deze bladzijde, dan is het niet de gedachte die

erin naar voren wordt gebracht die het doel is van ons onderzoek, maar het

taalsysteem dat werd gebruikt. Dit taalsysteem dient zowel bij de auteur

van een tekst als bij de lezer een aantal gemeenschappelijke beelden op te

wekken, zodat communicatie mogelijk wordt. Het structuralisme zal de

structuren trachten te achterhalen die dergelijke communicatie mogelijk

maken.104 Een belangrijke grondlegger van het structuralisme was

Ferdinand de Saussure. Aan het begin van de 20e eeuw schreef hij de

basisgedachten van zijn aanpak neer in zijn Cours de linguistique générale.

103 Garfield, A Unified Index to Science 1958

104 Radford en Radford, Structuralism, post-structuralism and the library: de Saussure and Foucault 2005

Page 95: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

87

Binnen het structuralisme gaat men ervan uit dat de organisatie van een

taal volledig kan worden beschreven. Verder stelt zij dat betekenis pas

mogelijk wordt wanneer er een correspondentie bestaat tussen een naam

en het ding dat word genoemd. Om dit te verduidelijken geven we een

voorbeeld dat gebaseerd is op een passage uit Ian Fleming‘s Casino Royale

uit 1953.105 Fleming beschrijft hier een scene waar de hoofdpersoon James

Bond aan het roulettewiel van casino Royale-les-Eaux staat: Bond realiseert

zich dat bij elke draai van het wiel, de kogel terecht komt op een vakje van

de roulette, zonder dat er een verband bestaat met de uitkomsten van

eerdere spellen. Het spel start telkens van voor af aan. Om zijn inzet te

bepalen kiest Bond echter voor een strategie die vreemd genoeg haaks

staat op zijn oorspronkelijke observatie: hij laat zich leiden door de vorige

uitslagen. Middels zijn kennis van de vorige uitkomsten tracht Bond een

patroon te ontwaren, waaruit hij kan afleiden welke de volgende uitslag zal

zijn. Als een ware structuralist weet Bond dus dat er zich wel degelijk

patronen aftekenen, maar dat deze zich steeds pas achteraf tonen.

Wanneer bij de laatste vijf spelletjes telkens op rood werd geëindigd, dan

kan dit als een patroon worden beschouwd. Elke bijkomende uitlag kan als

een aanvulling van dit patroon worden gezien. Het cruciale inzicht is echter

dat het volgende resultaat steeds willekeurig is en dus onafhankelijk blijft

van dit patroon.106 Het zoeken naar patronen is een fundamentele

menselijke eigenschap. Problemen kunnen echter ontstaan wanneer men

patronen die ontstaan door het bestuderen van een getallenreeks gaat

verwarren met gebeurtenissen in de echte wereld. Indien Bond zou worden

geconfronteerd met een lange reeks uitkomsten die telkens afwisselend

105 Fleming, Casino Royale, p. 58

106 Radford en Radford, Structuralism, post-structuralism and the library: de Saussure and Foucault, p. 62

Page 96: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

88

rood en zwart opleverden, dan zou het desalniettemin verkeerd zijn om ook

in de toekomst na rood steeds zwart te spelen.

Wat het structuralisme tracht te doen is uitzoeken op welke manier mensen

de wereld trachten te interpreteren, en niet te ontdekken wat de werkelijke

wereld dan wel zou zijn. Binnen het structuralisme wordt elke absolute

wetenschappelijke waarheid dan ook ontkend. Waarheden worden in het

leven geroepen doordat we tekens ontwaren en door de relatie waarin deze

tekens staan met andere tekens. Indien voor menselijke wezens een

onveranderlijke universele realiteit niet beschikbaar is, dan zijn we ook niet

in staat uitspraken of overtuigingen te evalueren door te kijken hoe dicht ze

de realiteit benaderen. Het waarnemen van de werkelijkheid is zelf een

proces van codering. Realiteit wordt op deze manier herleid tot een sociale

constructie.

Wanneer een draai aan het roulettewiel het getal 24 oplevert, dan vormt dit

resultaat een onderdeel van een patroon met de voorgaande resultaten.

Taal werkt binnen het structuralistische betoog op een analoge wijze. Laten

we even het willekeurig gekozen woord ‗informatie‘ beschouwen: los van

een context is het onmogelijk uit te maken wat de betekenis van dit woord

zou zijn. Wanneer we het woord echter plaatsen in een bredere context van

zinnen, paragrafen en hoofdstukken ontstaat er voldoende stof om

bijkomende observaties mogelijk te maken. Zo zouden we kunnen

vaststellen dat het woord zich vaker voordoet in de nabijheid van het woord

bibliotheek dan in de nabijheid van het woord vampier. Deze duiding door

de nabijheid van andere woorden maakt het mogelijk om categorieën op te

bouwen en zo een coherente structuur in het leven te roepen. De ware

betekenis van het woord informatie is ook in dit voorbeeld bijgevolg

volkomen irrelevant. Er kunnen voor het woord synoniemen uit de

opgestelde categorieën worden gezocht, er kunnen definities in

woordenboeken worden neergeschreven. Het geven van een definitie levert

Page 97: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

89

echter enkel nog meer woorden op die elk op zich weer een andere definitie

vragen. De betekenis van een woord achterhalen, wil dus enkel zeggen dat

men erin slaagt het in een juiste verhouding met andere woorden te

plaatsen.

Om taal te bestuderen als een code met welbepaalde onderlinge relaties

was de Saussure dan ook gedwongen om de taal – gezien deze

voortdurend aan verandering onderhevig is – te beschouwen als bevroren

op één bepaald moment in de tijd. De betrachting was dan ook om in deze

verstilde taal een patroon te vinden, dat als uitgangspunt kon worden

gebruikt om ook de dynamiek van de taal in kaart te brengen. Het bleek

echter al snel dat het niet mogelijk was om voor een taal een toestand te

vinden van waaruit men alle andere talen zou kunnen beschrijven. Een

zelfde probleem stelt zich evenzeer bij de bibliotheek van Babel uit het

eerste hoofdstuk: in de bibliotheek uit het verhaal van Borges is het niet

mogelijk om enig symbool te begrijpen door middel van een onafhankelijke

standaard. De enige teksten waar de verteller toegang toe heeft, zijn

immers de teksten uit de bibliotheek zelf. Buiten de bibliotheek van Babel

bestaat er niets, haar symbolen zijn de realiteit. Zelfs de kennis over de

bibliotheek zelf is gelegen in de boeken op haar planken.

Ook de betekenis van het woord bibliotheek staat niet in een één-op-één

verhouding met het concrete object in de realiteit waarnaar het zou

verwijzen. De constellatie waarbinnen het woord zich kan bevinden is –

naar gelang de focus van de waarnemer – voortdurend in verandering.

Hieruit volgt dat betekenissen nooit vast staan, maar steeds willekeurig

bewegen ten opzichte van een veranderlijke context. De opgave van de

verteller uit het verhaal van Borges en het project van de Saussure lopen

merkwaardig genoeg gelijk. De verteller is gedwongen om één van de n-

mogelijke talen te gebruiken om de bibliotheek te kunnen begrijpen. Niets

garandeert dat de door hem gekozen taal het juiste instrument is voor deze

Page 98: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

90

klus. Ook de Saussure vertrekt van een door hem gekozen taal als

instrument om de patronen van de taal te achterhalen. Wat garandeert

echter dat deze taal niet ook tot voorwerp van een structuralistische

analyse zou kunnen worden gemaakt?

Maar indien taal niet kan worden verklaard door de ontdekking van een

universele structuur, op welke manier zou dan een post-structuralisme

meer duidelijkheid kunnen brengen? Michel Foucault zocht het antwoord

door tekens weer te gaan beschouwen als concrete materiële entiteiten.

Ook Foucault was – net als de Saussure – bekommerd om de vraag wat

onafhankelijk van elkaar staande symbolen tot een coherent geheel zou

kunnen maken. Hoewel de structuralisten de oplossing zochten door op

zoek te gaan naar een ideaal taalsysteem, ziet Foucault een uitweg door de

concrete relaties tussen de bestaande objecten te achterhalen. Stel je een

verzameling teksten voor die zich op de planken van een academische

bibliotheek bevinden: men zou zich de vraag kunnen stellen waarom deze

in een welbepaalde volgorde werden opgesteld. De bibliothecaris zou

kunnen zeggen dat hij gebruik maakte van een standaard manier van

catalogeren, waarbij hij de teksten per onderwerp bij elkaar plaatst.

Wanneer er tussen objecten een bepaalde regelmatigheid kan worden

gedefinieerd, spreken we over een discursieve formatie.107 Voor Foucault

zijn dergelijke discursieve formaties zeer concreet. Ze kunnen worden

gezien en aangeraakt, net zoals de boeken op de rekken zelf. Door één blik

op de bibliotheek te werpen, kan men zien welke werken bij elkaar horen

en welke niet. Men kan vaststellen welke boeken zich tussen twee

indelingen bevinden. De ordening van boeken in een echte bibliotheek doet

echte ervaringen ontstaan. De bibliothecaris kan zich voor zijn dagelijkse

107 Foucault, De woorden en de dingen, p. 39

Page 99: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

91

praktijk hierbij een duidelijke voorstelling maken. Stel dat deze aan een

nieuw boek een plaats dient te geven in de bibliotheek. Eerst dient de

vraag te worden gesteld welke de bestaande categorieën zijn en welke de

voorwaarden om een boek bij één van deze categorieën in te delen. Wat

bepaalt of een boek bij filosofie, geschiedenis of taal hoort te staan?

Volgens Foucault dienen deze principes voor classificatie als discursieve

feiten te worden behandeld, die naast de alternatieven moeten worden

geplaatst. Hij stelt zich geen vragen bij de inhoud van de boeken op de

rekken, maar wil weten waarom ze zo gerangschikt zijn, wat de basis is

van de legitimiteit van deze schikking.

Centraal in de totstandkoming van een discursieve formatie is bij Foucault

het statement. Een statement is een materieel element, bijvoorbeeld een

woord of een zin of een heel boek. Dit materiële element staat los van de

gedachten die erin tot uitdrukking worden gebracht, maar niet van de

vraag die hoort bij de totstandkoming van de discursieve formatie. Het

object deed zich voor in een welbepaalde setting en staat in een

welbepaalde verhouding tot de haar omliggende statements. De manier

waarop een statement zich voordoet, kan tevens een nieuwe dynamiek in

het leven roepen. Zo kan een artikel iemand inspireren om het te

vermelden in een nieuw artikel en zo gestalte geven aan een nieuw

statement, of je kan het artikel bespreken met een vakgenoot. Op deze

manier heeft elk statement een potentieel om een beweging op gang te

brengen. De lezer heeft dan weer de mogelijkheid om de tekst op zijn beurt

te manipuleren. De nieuwe statements die door dit proces ontstaan,

Page 100: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

92

kunnen weer voeding geven aan een volgende generatie statements en de

discursieve formaties in de toekomst wijzigen, en zo ad infinitum.108

In de visie van Foucault bevatten statements geen kennis, maar kunnen ze

een welbepaalde kennis laten ontstaan. De schikking van de teksten wordt

van cruciaal belang bij het produceren van nieuwe teksten, en bijgevolg

voor het ontwikkelen van toekomstige kennis. Het antwoord van Foucault

aan de vertelfiguur in Borges‘ bibliotheek zou dan luiden dat er niet moet

gezocht worden naar één verklarend systeem voor alle teksten die de

bibliotheek bevat: er kunnen er vele zijn, die niet noodzakelijk in verband

met elkaar hoeven staan. De bibliotheek is meer dan een verzamelplaats

van teksten: het is een labyrint waar elke tekst met elke andere in verband

kan worden gebracht. Een individuele tekst verkrijgt zijn betekenis door het

netwerk van teksten waarin deze wordt geplaatst. De gebruiker treet in een

actieve relatie met de bibliotheek. Het gebruik beperkt zich dan ook niet tot

het lokaliseren van teksten, maar strekt zich uit tot het lokaliseren van

individuele kennisaanspraken binnen een bestaande orde.109 De fantasie

van de bibliotheek is voor Foucault de ervaring van het labyrint. Binnen de

aangereikte wereld van ordening van kennis staat het iedereen vrij nieuwe

perspectieven te creëren. Het beeld van de ultieme bibliotheek – als de

statische verzameling van alle kennis – verandert middels dit perspectief

tot een dynamisch gegeven, waar de gebruikers zelf nieuwe connecties

maken en zo nieuwe werelden scheppen.

108 Radford en Radford, Structuralism, post-structuralism and the library: de Saussure and Foucault,

p. 72

109 Foucault, De woorden en de dingen, p. 90

Page 101: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

De filosofische g

rondsla

gen v

an d

e b

ibliom

etr

ie

93

CONCLUSIE BIJ DIT HOOFDSTUK

Hoewel doorheen de geschiedenis een belangrijk deel van de basisideeën

voor een bibliotheek en informatiewetenschap hun oorsprong vinden bij

filosofische uitgangspunten – van Aristoteles tot de Wiener Kreis – is er

momenteel nauwelijks sprake van een rechtstreekse band tussen de beide

domeinen. Een stuk van de verklaring hiervoor is ongetwijfeld te vinden in

het feit dat het gelijktijdig aanwezig zijn van competenties in de filosofie en

de informatiewetenschappen door een zelfde persoon eerder zeldzaam

is.110 Aan de andere kant zien we dat er zich binnen de wetenschappen na

Kant een afgetekende verzelfstandiging voordeed. Men zocht niet langer de

bevestiging voor een wijsgerig model binnen een wetenschappelijke

praktijk, maar ontwikkelde vanuit een discipline de theorie die bij deze

specifieke discipline hoorde. Vanaf de 20e eeuw werd het logisch

positivisme de meest invloedrijke stroming binnen de wetenschappelijke

praktijk. De crisis binnen het positivisme zocht vervolgens een uitweg in

oplossingen van pragmatische aard. Wijsgerige beschouwingen over het

onderwerp krijgen in dit licht een sterk ad hoc karakter.

Dat de pragmatische aanpak bijzonder productief bleek, wordt duidelijk

wanneer we kijken naar de invloed die de bibliometrische methoden

hebben gehad – en in toenemende mate hebben – op de organisatie van de

wetenschappelijke wereld. Zoals we in het volgende hoofdstuk zullen zien,

kan de zorgvuldige indexering van de wetenschappelijke productie worden

aangewend om beleidsbeslissingen te motiveren en een persoonlijke

loopbaan te bepalen.

110 Hjørland 2005, p. 6

Page 102: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

94

De huidige normering wordt bestendigd door de bredere sociale context

waaraan een wetenschappelijke instelling verantwoording schuldig is,

gezien zij haar middelen ontvangt van de gemeenschap. Daarnaast werd

een gemeenschappelijk noemer in het leven geroepen die voor de vorser

een houvast vormen voor de eigen activiteiten. Hoewel er geen universele

taal werd ontwikkeld, waarin wetenschappelijke kennis ondubbelzinnig kan

worden overgedragen, kan de relevantie van het eindproduct – wanneer

deze de vorm van een wetenschappelijke publicatie aanneemt – wel op een

uniforme manier worden gemeten. Dit gegeven vormt een zeer krachtige

impuls voor de verderzetting van wetenschappelijke activiteit. Men is in

staat het eigen onderzoek duidelijk te plaatsen in een netwerk van

verwante werkzaamheden, waarna erkenning volgt in de vorm van citaties.

Bovenop de bewijsmatige en methodologische affirmatie die een legitieme

publicatie wordt verondersteld te hebben, kan ook de relevantie ervan voor

het vakdomein en de bredere wetenschappelijk gemeenschap eenduidig

worden aangetoond.

De descriptieve wetenschap – wetenschap van de wetenschap – die de

bibliometrie bij aanvang wilde zijn, werd door haar succesvolle praktische

toepasbaarheid een actieve deelnemer binnen haar eigen

onderzoeksgebied. Door een middel te ontwikkelen dat kan aanduiden

welke de dominante stromingen zijn in een bepaald vakgebied, stelt men

de actoren binnen dit gebied in staat snel om efficiënt bij te sturen wanneer

dit nodig is. Het gevaar dat hierbij komt kijken, is dat het de indicatoren

zelf zijn die het doel worden van toekomstige inspanningen.

Page 103: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

95

VOLLEDIGHEID, TOEREIKENDHEID EN PIRATEN

DE GROTE STEMPEL VAN DE SCIENCE CITATION INDEX

Het is het programma van Eugene Garfield dat een bepalende invloed zou

hebben op de manier waarop er met academische publicaties werd – en

nog steeds wordt – omgegaan. Vanaf de publicatie van het

grensverleggende artikel Citation indexes for science: A New Dimension in

Documentation Association of Ideas werd het project op doortastende wijze

in de praktijk gebracht en gecommercialiseerd. In 1958 richtte Garfield het

Institute for Scientific Information (ISI) op, dat bijna een halve eeuw een

monopolie op de verwerking van bibliografische gegevens voor

wetenschappelijke doeleinden in stand wist te houden. Voordien was het

vinden en verwerken van relevante informatie aangaande

wetenschappelijke publicaties een moeilijke en tijdrovende opdracht.

Doordat wetenschappelijke indexen zich beperkten tot één specifiek

vakgebied werden relevante papers uit andere vakgebieden vaak over het

hoofd gezien. Voor onderzoekers werd het met behulp van de SCI niet

enkel mogelijk om vlot op de hoogte te blijven van de evoluties binnen het

vakgebied, ook het opsporen van de oorsprong van een nieuw idee werd

aanzienlijk vergemakkelijkt. In 1964 volgde de SCI 613 wetenschappelijke

tijdschriften en bevatte het 1,4 miljoen citaties. Niet lang daarna werd er

gestart met het opslaan van de gegevens op magneetbanden. Later

verscheen hij op CD-Rom, en momenteel is de index raadpleegbaar via het

web. Wanneer het ISI in 1992 door The Thomson Corportation werd

Page 104: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

96

overgenomen, had het bedrijf 500 werknemers. Vandaag beslaat het 9100

tijdschriften, uit 230 disciplines en 78 landen.111

Hoewel het oorspronkelijke opzet was om een ordening te brengen in de

veelheid aan publicaties, en zo een duidelijk beeld te geven van het

wetenschappelijke landschap, heeft SCI ook een sterke invloed op de

werking van de academische instellingen. Informatie die door middel van

SCI wordt verkregen, kan als beleidsinstrument worden ingezet en zo de

richting van toekomstig onderzoek mee bepalen. Ook de persoonlijke

loopbaan van een vorser of de status van een tijdschrift werd meetbaar

gemaakt door middel van de impact factor (IF).

Garfield wilde de stroom aan nieuwe wetenschappelijke vindingen

kanaliseren en beheersbaar maken. Een belangrijk uitgangspunt voor zijn

opzet was dat volledigheid geen doorslaggevende rol hoeft spelen in het

verkrijgen van een juist beeld van de stand van de wetenschap. Bij deze

overweging ging hij uit van een reeds eerder ontwikkelde wetmatigheid

binnen de informatiewetenschappen, namelijk de wet van Bradford. Deze

wet lijkt een universele catalogus totaal overbodig te maken. Hieronder

lichten we een aantal bibliometrische wetmatigheden kort toe.

LITTLE SCIENCE, BIG SCIENCE

Het onderzoek naar wetenschappelijke productie vormt traditioneel de kern

van de bibliometrie. Dit gebeurt door het ordenen van alle documenten die

in een zekere periode binnen een bepaalde discipline verschenen, volgens

gekozen parameters. Derek J. de Solla Price was een van de eersten die

een hieruit afgeleide wet formuleerde, die bekend staat als de wet van

111 Thomas Reuters website, Journal Citation Reports 2010

Page 105: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

97

Price. Price beschreef deze wet in een korte publicatie met als titel Little

Science, Big Science.112 De term Big Science uit deze tekst refereert aan de

wetenschap als een onderneming van georganiseerde en goed

gefinancierde instanties, zoals overheden en industrie. Deze spelen een

belangrijke rol in de economie van ontwikkelde landen. Little Science is de

wetenschapsbeoefening zoals deze gebeurt door kleine groepjes van

geleerden, die onderling een zekere expertise binnen een vakgebied

hebben verworven. Price stelde vast dat er doorheen de geschiedenis van

de wetenschapsbeoefening een verschuiving van Little naar Big Science

heeft plaatsgevonden. Om tot deze vaststelling te komen, maakte hij een

analyse van de wetenschappelijke productiviteit doorheen de tijd. Op die

manier stelde hij vast dat er een zekere regelmaat bestaat in de groei van

de productie en dat deze overeenkomt met een exponentiële functie. Deze

exponentiële groei verloopt daarenboven evenredig met de groei van de

bevolking. Deze groei hield op het moment van het onderzoek van Price

reeds drie eeuwen aan. Elke 10 à 15 jaar treedt er een verdubbeling van de

totale hoeveelheid aan wetenschappelijke publicaties op. Dit groter

wordend volume zegt echter niets over de kwaliteit van het geleverde

onderzoek. Indien er enkel rekening wordt gehouden met belangrijke

nieuwe publicaties, dan bedraagt de periode voor verdubbeling 20 jaar.113

Volgens deze redenering is het overgrote deel van de beschikbare

wetenschappelijke informatie steeds van recente datum. In zijn onderzoek

komt Price tot de conclusie dat 87,5% van alle wetenschappers die ooit

leefden, nu nog in leven zijn. Dit percentage blijft dus ook gehandhaafd

voor elke gekozen datum in verleden of toekomst.

112 Price, Little Science, Big Science

113 Price, Little Science, Big Science, p. 42

Page 106: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

98

Uiteraard wist Price dat deze groei niet oneindig door kon gaan. Op een

zeker moment moest er een saturatiepunt worden bereikt. Hijzelf

voorspelde een afvlakking van de groeicurve in de tweede helft van de 20e

eeuw. Deze overgang zou ingrijpende gevolgen hebben voor de manier

waarop het wetenschapsbeleid zou worden georganiseerd. Door de grote

hoeveelheid literatuur en de grote mate van specialisatie zou een tekort

aan werkkrachten ontstaan, gezien het aantal getalenteerde

wetenschappers steeds beperkt blijft. Er zouden bijgevolg duidelijke

prioriteiten moeten worden gesteld, betreffende de besteding van de

schaarse middelen. Verder concludeerde Price dat er een verband bestaat

tussen de productie van een auteur en de kwaliteit van het werk, in die zin

dat de meest bekwame wetenschappers doorgaans ook de meest

productieve zijn. Dit is een wat vreemde conclusie gezien er geen duidelijk

verband lijkt te bestaan tussen kwaliteit en kwantiteit van publicaties. Price

erkende dat deze relatie niet altijd eenduidig is: ―Who dares to balance one

paper of Einstein on relativity against even a hundred papers by John Doe,

Ph.D., on the elastic constant of various timbers of the forest of Lower

Basutoland?‖114 Wanneer echter rekening werd gehouden met

cijfermateriaal uit bibliografische compilaties, kwam Price tot de conclusie

dat gemiddeld genomen de meest productieve auteur ook de meest

bekwame is. Het zouden ook deze productieve auteurs zijn die relatief meer

prijzen voor hun werk in de wacht slepen dan hun luiere collega‘s. ―On the

whole there is, whether we like it or not, a reasonably good correlation

between the eminence of a scientist and his productivity of papers.‖115

Deze correlatie ondersteunt het succes-maakt-succes principe of

mattëuseffect.

114 Price, Little Science, Big Science, p. 36

115 Price, Little Science, Big Science, p. 37

Page 107: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

99

DE WET VAN LOTKA

Ook een andere bibliometrische wetmatigheid, die bekend staat als de wet

van Lotka, ondersteunt de conclusie dat een relatief klein aantal auteurs

verantwoordelijk is voor een grote hoeveelheid aan informatie. Stel dat er

binnen een gegeven onderzoeksgebied 100 auteurs zijn die één enkele

studie publiceerden. Via de wet van Lotka kunnen we voorspellen hoeveel

auteurs er ook een tweede publicatie op hun naam zetten. De formule die

hiertoe wordt gebruikt is: =

. In deze formule is het aantal

auteurs met x publicaties, c het aantal auteurs met een enkele publicatie en

x het totale aantal publicaties.116 Indien we vervolgens willen weten hoeveel

auteurs twee artikels hebben bijgedragen = , vinden we dat =

=

: de wet voorspelt dus dat er 25 auteurs zijn die twee artikels

publiceerden. Hierop verder bouwend, voorspelt de wet dat er 11 auteurs

zijn die drie artikels publiceerden =

= . Naarmate het aantal

artikels toeneemt, neemt dan ook het aantal auteurs dat x artikels

publiceert af. Het voorgaande geeft aan dat 75% van de auteurs slechts

25% van het totaal aantal artikels schreef, en dat de meest productieve

auteurs tot 50% van het totaal bijdragen. De enige voorwaarde voor het

vervullen van deze wet is dat er voor de productieve auteurs voldoende tijd

beschikbaar moet zijn om hun artikels te schrijven.

DE WET VAN BRADFORD

Reeds in 1934 formuleerde Samuel C. Bradford de naar hem genoemde wet

over de verdeling van wetenschappelijke literatuur. Het is deze wet die het

voor Garfield mogelijk maakte zijn SCI naar voren te schuiven als legitiem

116 Andrés, Measuring Academic Research, p. 23

Page 108: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

100

meetinstrument voor de totale wetenschappelijke activiteit. Bradford was

actief op het gebied van de geofysica, en in de periode 1931-1933

verzamelde hij alle artikels over dit studiegebied. Bij het analyseren van de

tijdschriften waarin deze artikelen werden gepubliceerd, ontdekte hij een

regelmatigheid die hij de inverse relatie noemde tussen het aantal

gepubliceerde artikels in een vakgebied en het aantal tijdschriften waarin

deze artikels verschenen. Dit wil zeggen dat er slechts een klein aantal

tijdschriften verantwoordelijk is voor het grootste gedeelte van het aantal

publicaties binnen een vakgebied. De wet van Bradford deelt

wetenschappelijke tijdschriften op in groepen van een gelijkwaardige

productiviteit, waarbij de centrale groep met de grootste productiviteit

slechts een beperkt aantal leden bevat, en de daaropvolgende groepen

steeds groter worden. De ratio van de opeenvolgende groepen is ongeveer:

… Wanneer we deze regelmatigheid in de praktijk willen brengen,

kunnen we als volgt te werk gaan: wanneer een totaal van 300 artikels in

65 tijschriften werd gepubliceerd, kunnen deze tijdschriften worden

opgesplitst in drie afzonderlijk Bradford verzamelingen die telkens

verantwoordelijk zijn voor de productie van 100 artikels. Stel dat de eerste

zone bestaat uit 5 tijdschriften die gezamenlijk 100 artikels van het

onderzoeksgebied publiceerden, de tweede groep zou dan kunnen worden

gevormd door 15 tijdschriften, waarna de derde groep dan 45 tijdschriften

bevat. De waarde n in dit voorbeeld is dus 3, zodat de verhouding in de

hieruit volgende reeks 9 is.117 De wet van Bradford kan bij

bibliotheekmanagement worden gebruikt om een keuze te maken in de

aanschaf van tijdschriftabonnementen. Voor het bepalen van een

betrouwbare citatie-index volstaat het dus een selectie te maken van de

meest productieve tijdschriften, om zo een beeld te krijgen van alle

117 Andrés, Measuring Academic Research, p. 32

Page 109: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

101

wetenschappelijke publicaties. De bibliotheek waaruit wordt gepuurd, hoeft

dus niet volledig te zijn voor men kan overgaan tot het doen van uitspraken

over het geheel. De volgende vraag die zich opdringt, is wanneer men dan

kan zeggen dat men over voldoende informatie beschikt.

HOEVEEL INFORMATIE IS GENOEG?

Binnen de rijke en steeds groeiende informatieomgeving waarin wij ons

bevinden, ontstaat de vraag hoe individuen navigeren doorheen dit

complexe landschap.118 Daarnaast moeten we trachten te weten te komen

wanneer een individu beslist dat het over voldoende informatie beschikt.

Deze vragen kunnen worden beantwoord door na te gaan op welke manier

bronnen worden opgezocht en welk inhoud eruit wordt geselecteerd.

Hiertoe werden vele modellen uitgewerkt die het zoekproces beschrijven,

maar niet noodzakelijk weergeven hoe informatie wordt herkend en benut.

Een manier om hier achter te komen, zou kunnen zijn om te kijken

wanneer een informatiezoeker zijn zoektocht staakt. We zouden kunnen

besluiten dat de zoektocht stopt wanneer de noden van een specifieke

informatiezoeker werden gelenigd, zoals het model van Clark-Wilson

schetst.119 Maar wanneer kan men voldoende zeker zijn dat de

vooropgestelde doelstellingen werden bereikt? Om hier een antwoord op te

kunnen formuleren, kijken we naar twee modellen van menselijk gedrag

die de voorkeuren van informatiezoekers kunnen verklaren.

Rol theorie

Rol theorie verklaart de voorkeuren van een individu vanuit de sociale

context en het sociale systeem waarin het subject zich bevindt. De term is

118 Prabha, What is enough? Satisficing information needs 2007

119 Fisher, Erdelez en McKechnie, Theories of Information Behavior 2005

Page 110: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

102

afgeleid uit het theater, waar elke acteur handelt zoals het personage dat

wordt gespeeld dit vraagt. In de jaren 1930 legden sociale wetenschappers

een link tussen personages in een toneelstuk en de manier waarop mensen

handelen binnen een sociale omgeving. Men ging ervan uit dat individueel

gedrag eerder wordt bepaald door het verwachtingspatroon dat de

omgeving vooropstelt, dan door specifieke karaktertrekken van het

individu. Een belangrijke figuur in de ontwikkeling van deze zienswijze was

de filosoof en socioloog Herbert Mead. Deze laatste zag de rol die een

individu speelt als een manier waarop deze persoon het hoofd tracht te

bieden aan de samenleving waar hij deel van uitmaakt. Vanuit een

antropologische invalshoek werd hier het aspect sociale status aan

toegevoegd. Rol theorie erkent de uniciteit van de situatie, met inbegrip

van persoonlijke motivaties binnen een sociale context die de prioriteiten

toekent. Het punt waarop een informatiezoeker besluit dat aan de

informatievraag is voldaan, is hierbij dus afhankelijk van de sociale rol die

wordt vervuld.

Rationele-keuzetheorie

De oorsprong van de rationele-keuzetheorie is terug te brengen tot logica,

wiskunde en statistiek hoewel ze in de economie haar grootste succes wist

te boeken. Centraal staat het streven van een individu om het grootst

mogelijke eigenbelang te verwezenlijken. Wanneer iemand wordt

geconfronteerd met een keuze, zal deze die beslissing nemen die

vermoedelijk de grootste winst zal opleveren. Binnen de rationele keuze is

het niet gegeven dat elk individu dezelfde doelen nastreeft. Actoren maken

hun keuze gebaseerd op de kosten, de voordelen en hun specifieke

voorkeuren. In zijn zuiverste vorm gaat rationele-keuzetheorie ervan uit

dat het ook mogelijk is om elke mogelijke uitkomst precies in te schatten.

Iedereen zou in deze optiek in staat moeten zijn om een juiste kosten-

baten analyse te maken bij elke keuzesituatie. Gezien dit in realiteit echter

Page 111: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

103

zelden het geval is, bedacht Herbert Simon in de jaren 1950 de term

satisficing, een samentrekking van de woorden satisfy en suffice.120

Satisficing

Simon definieert satisficing als een model voor het maken van beslissingen,

waarbij het individu beslist wanneer een oplossing in voldoende mate aan

een behoefte tegemoet komt. Hoewel in theorie een beslissing na

zorgvuldige overweging van alle mogelijke alternatieven wordt genomen, is

dit niet wat er in de praktijk gebeurt. De tijd die nodig is om dit te

verwezenlijken is namelijk zelden aanwezig. Daarom worden beslissingen

vaak niet genomen omdat ze de optimale keuze zijn, maar eerder omwille

van het feit dat ze als acceptabel worden ervaren. Dit mechanisme kan

bijgevolg eveneens verklaren waarom een zoektocht naar informatie vroeg

of laat wordt gestaakt.

EEN BLIK OP DE PRAKTIJK

Gezien de totale hoeveelheid beschikbare informatie binnen een

wetenschappelijke catalogus zich niet binnen de tijdspanne van één

mensenleven laat analyseren, is het principe van satisficing onlosmakelijk

verbonden met het overgrote deel van de zoekopdrachten. De manier

waarop deze principes in een academische setting in de praktijk worden

gebracht, werd onderzocht in een studie die 31 stafleden van een faculteit

en 47 studenten uit verschillende cyclussen afzonderlijk ondervroeg naar

hun opzoekgedrag.121 Er werd gepeild naar de kwantitatieve en kwalitatieve

criteria om verdere opzoekpogingen te staken, wat de volgende resultaten

opleverde:

120 Simon 1955

121 Prabha, et al. 2007, p. 80

Page 112: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

104

Studenten Stafleden

Kwantitatieve

factoren

Het aantal vooropgestelde citaties

werd bereikt. De beschikbare tijd was opgebruikt.

Het aantal vooropgestelde bladzijden

voor een werkstuk was gehaald.

De onderwijs- of

onderzoeksdoelstellingen werden gehaald

Alle onderzoeksvragen werden

beantwoord.

De beschikbare tijd was opgebruikt.

Kwalitatieve

factoren Juistheid van de informatie.

Elk mogelijk synoniem werd in elke

mogelijke combinatie onderzocht.

Meerdere bronnen gaven dezelfde

informatie. Recente informatie werd gevonden.

Er werd voldoende informatie

gevonden.

Er werd een uitputtende hoeveelheid

bronnen gevonden.

Het concept werd begrepen

De voorwaarden van de uitgever werden

gehaald.

Tabel 5 : Praktijktoets criteria bij zoekopdrachten

Uit dit praktijkvoorbeeld blijkt dat afhankelijk van de doelstellingen die men

voor ogen heeft en de rol waarin een gebruiker zich bevindt, de verhouding

ten opzichte van de bronnen die worden geraadpleegd verandert. Rol

theorie, rationele-keuzetheorie en statisficing zijn elk tot op zekere hoogte

van toepassing. Omwille van de kleine schaal van het onderzoek kan het

echter enkel indicatief zijn voor het gedrag van informatiezoekers in een

Page 113: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

105

academische context. Desalniettemin maakt de aanwezigheid van

voornamelijk de kwantitatieve beperkingen waaraan elke zoekopdracht –

zowel voor stafleden als studenten – onderhevig is duidelijk dat resultaten

steeds een voorlopig of voldoende karakter hebben. Waar precies de grens

wordt getrokken, is in hoge mate arbitrair en afhankelijk van een aantal

externe factoren zoals beschikbare tijd en de volgorde waarin de

zoekresultaten werden gevonden. Hoewel er via het kanaliseren van

wetenschappelijke informatie een duidelijke - maar niet altijd zichtbare -

kaart ontstaat van de locatie, de relevantie en de doorstroom van

informatie, is het aan de gebruiker om zich hiervan een beeld te vormen

dat aangepast is aan zijn specifieke doelstellingen. Indien deze

doelstellingen echter niet van inhoudelijke aard zijn, en bijvoorbeeld slechts

het behalen van een diploma of het verbeteren van de kansen op een

academische carrière beogen, dan worden de kwalitatieve criteria herleid

tot een middel om dit te bereiken. Het produceren van nieuwe

onbetrouwbare maar succesvolle artikels behoort dan tot de

mogelijkheden. Door de onzichtbare automatisering van het ordenen van

de informatiestroom wordt het mogelijk gemaakt om de afstand tussen een

wetenschappelijke tekst en de controle van haar inhoudelijke voorwaarden

dusdanig te vergroten dat piraten een goede kans maken.

ACADEMISCHE RANKING

Een belangrijk element in het structureren van wetenschappelijke

publicaties – en meer nog voor de verdeling van de schaarse middelen die

de academische wereld ter beschikking heeft – is de introductie van

academische rankings. Deze worden vastgelegd door indexen die de impact

factor van een wetenschappelijk tijdschrift of een individuele

wetenschapper weergeven.

Page 114: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

106

De bekendste is de Hirsch index ( h-index) die in 2005 werd voorgesteld als

een manier om de individuele output van een vorser te bepalen.122 Deze

index wordt als volgt gedefinieerd: een wetenschapper heeft een index ,

wanneer van de artikels die werden gepubliceerd ten minste citaties

heeft en de overige artikels elk hebben.123 In de oorspronkelijke

tekst van Hirsch werden enkel wetenschappers onderzocht die een

Nobelprijs hadden ontvangen. De waarde van deze index ligt in het feit dat

hij zowel de hoeveelheid gepubliceerde artikels in acht neemt, als de

manier waarop het werk binnen de wetenschappelijke gemeenschap werd

ontvangen. Indien een onderzoeker een h-index van 25 heeft, dan wil dit

zeggen hij of zij 25 artikels heeft gepubliceerd, waarnaar voor elk artikel

minstens 25 maal werd verwezen binnen een bepaalde periode. In één

cijfer zit dus zowel de productiviteit als de impact van een wetenschapper

vervat. Via een citatie-databank als Scopus of Web of Science kan een

eenvoudige bibliometrische analyse deze index voor elke wetenschapper

bepalen.124

De h-index is evenwel niet de enige index die kan worden gehanteerd. In

2006 stelde Leo Egghe een aangepaste versie voor, met de naam g-

index.125 Deze index meet de globale impact van een verzameling artikels

en wordt gedefinieerd als: het uniek grootste getal, zodat de top artikels

samen citaties ontvingen. is dus . Gezien de g-index ook rekening

houdt met de meest geciteerde artikels – die door de h-index worden

genegeerd, samen met de laagst geciteerde artikels – stijgt de g-index

122 Hirsch 2005

123 Andrés, Measuring Academic Reseach 2009, p. 61

124 Het rekenwerk dat hiermee gemoeid is kan zelfs volledig achterwegen worden gelaten, gezien

WoS zelf online de waarde geeft in vijf eenvoudige stappen.

125 Egghe, Theory and practise of the g-index 2006

Page 115: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

107

samen met het aantal veel geciteerde artikels op naam ven een bepaalde

auteur.

Academische rankings worden vandaag beschouwd als de ruggengraat van

goed bestuur binnen de academische wereld.126 Aan de ene kant zijn ze

gebaseerd op de evaluatie van wetenschappelijke peers en aan de andere

kant worden ze geacht het publiek een transparant beeld te verschaffen

van de wetenschappelijke activiteit, en dus de goede besteding van gelden

bestemd voor wetenschappelijke ontwikkeling. Op deze manier kunnen

niet-experten toch een beeld krijgen van het gewicht van een bepaalde

wetenschapper. Indexen lijken zo – samen het principe van peer-review dat

de geldigheid van een onderzoek moet garanderen – in staat te zijn om het

volledige proces van wetenschapsbeoefening in goede banen te leiden.

Deze elementen gaven aanleiding tot het ontstaan van het principe van

New Public Management, dat door steeds meer universiteiten wordt

omarmd. New Public management is de idee dat universiteiten, zoals

andere overheidsdiensten, moeten kunnen worden beoordeeld op de

meetbare winst die ze voor de samenleving genereren.

Deze idee lijkt sterk te contrasteren met het ideaal van zelfbestuur voor

wetenschappelijke ondernemingen. Dit ideaal stond lange tijd boven elke

discussie verheven. Gottfried Leibniz bepleitte reeds in de 17e eeuw een

Republiek der Letteren – een onafhankelijk, zelfbepalend netwerk van

vorsers die boven de nationale of religieuze grenzen elkaar konden

ontmoeten. Autoriteit diende in deze visie tussen wetenschappers onderling

te ontstaan en niet door een externe instantie. Het belang van deze

onafhankelijke positie werd ook benadrukt door Vannevar Bush en Robert

K. Merton. Economisch georiënteerde analyses van de wetenschap als

126 Osterloh en Frey 2010

Page 116: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

108

bedrijf sturen daarentegen aan op een tegengestelde interpretatie die stelt

dat de evaluatie door peers een substituut dient te zijn voor de evaluatie

van onderzoek door de markt, met als voornaamste argument de publieke

aard van wetenschappelijk onderzoek. Samenvattend is het systeem van

peer review het fundament van onderzoeksevaluatie en zijn indicatoren,

academische prijzen, eredoctoraten en het lidmaatschap van prestigieuze

instellingen de beloningen voor de geleverde arbeid.

PIRATEN

Peer review is bij uitstek mensenwerk, waar indexering een

geautomatiseerd proces is. Indien het doel van een onderzoeker wordt om

de score voor een bepaalde index te vergroten, dan volstaat het de horde

van de peer review te nemen om vervolgens een artikel optimaal te

plaatsen voor het verkrijgen van een hoge indexering. Gevallen waar peer

review faalde zijn echter alom bekend. In de jaren 1990 vormde een

dergelijk geval de aanzet voor de Sokal affaire. Deze affaire kan

gedeeltelijk worden geplaatst binnen de animositeit tussen de exacte en de

sociale wetenschappen, die treffend werd weergegeven in het bekende

opstel The Two Cultures door C. P. Snow uit 1959.127 De aanleiding was in

1996 de publicatie van een artikel door de fysicus Alan Sokal met als

volledige titel Transgressing the Boundaries: Toward a Transformative

Hermeneutics of Quantum Gravity in het sociaal geëngageerde tijdschrift

Social Text. Op de dag van de publicatie maakte de auteur bekend dat de

inhoud van het artikel opzettelijk onjuistheden bevatte en bijgevolg

waardeloos was. Sokal ondernam deze stunt om aan te tonen dat

vooroordelen bij de reviewers ervoor zorgden dat onjuiste gegevens toch

127 Snow 1959

Page 117: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

109

tot een positief oordeel en tot publicatie konden leiden. Daarnaast handelde

Sokal vanuit een politiek motief dat voornamelijk de linkerzijde viseerde.

Dat de acceptatie van een academische tekst niet noodzakelijk garant staat

voor de kwaliteit van de inhoud bewezen recenter ook een aantal studenten

van het Massachusetts Institute of Technology. In 2005 haalden ze heel

even de wereldpers doordat een artikel werd aanvaard voor de World

Multiconference on systemics, cybernetics and informatics.128 Het artikel in

kwestie was een vervalsing, die was vervaardigd door een

computeralgoritme dat in staat is om een willekeurig artikel te genereren,

volledig met grafieken en aangepaste woordenschap en vormgeving. In

bijlage kan een voorbeeld worden gevonden van een vals artikel dat via

dezelfde module werd geproduceerd. (zie bijlage 1)

Deze voorbeelden tonen echter hoogstens aan dat peer review niet feilloos

is dan wel onderhevig aan vooroordelen betreffende de vorm van een

artikel of de autoriteit van de bron waarvan het afkomstig is. Daarenboven

is het wetenschappelijk proces er één dat in hoge mate in staat is zichzelf

te corrigeren. Een artikel zoals het voorbeeld dat hoger werd gegeven, zal

bezwaarlijk op veel citaties kunnen rekenen, hoewel dit niet geheel kan

uitgesloten worden. Het is verontrustender dat de substantie van

wetenschappelijk onderzoek steeds minder lijkt te gaan betekenen, ten

voordele van extern opgelegde maatstaven.129 Het is het aanzien dat wordt

geproduceerd door een rankingsysteem dat de maatstaf wordt voor

iemands verwezenlijkingen en dit is voor een belangrijk deel gebaseerd op

de hoeveelheid van de productie. De invloed van rankings neemt nog

steeds toe en hoewel ze oorspronkelijk vooral werden gebruikt binnen de

128 BBC News 2005, http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/4449651.stm

129 Frey 2010

Page 118: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

110

natuurwetenschappen en de medische wetenschappen, kennen ze recenter

ook uitbreiding naar de sociale wetenschappen. De druk om te publiceren

(publish or perish) wordt steeds groter en de competitie wordt hierdoor op

de spits gedreven. Het is niet denkbeeldig dat het aantal gevallen van

fraude omwille van deze redenen in de toekomst zal toenemen. De reden

hiervoor is niet dat er een dalend deontologisch bewustzijn zou ontstaan

zijn, maar wel de aanwezigheid van externe druk tot prestatie.130 Wanneer

zou blijken dat de nadruk op het kwantitatieve aspect niet tot de gewenste

resultaten leidt, en de vorming van inhoudelijk sterke vorsers in de weg

staat, is het te voorzien dat dit systeem weer zal worden opgegeven.131

Momenteel is hiervan in de praktijk echter nog geen sprake.

CONCLUSIE BIJ DIT HOOFDSTUK

Met betrekking tot de zoektocht naar een universele bibliotheek van alle

wetenschappelijke kennis, zien we een zekere verdingelijking van de

wetenschappelijke catalogus. Hoewel de opslagcapaciteit en de methoden

voor het terugvinden van informatie nooit groter zijn geweest, is het enkel

de top van de informatiegolf die voldoende belangrijk is om werkelijk

geraadpleegd te worden.

Door middel van de aangehaalde bibliometrische concepten werd de stroom

van wetenschappelijke informatie daadwerkelijk beheersbaar gemaakt. Er

konden praktische invullingen worden ontwikkeld, die beleidsmakers

toelaten beslissingen te nemen met betrekking tot het toewijzen van

middelen voor toekomstig onderzoek. Aan de andere kant kunnen vorsers

zo op een weloverwogen manier beslissen welke bronnen zij dienen te

130 Frey 2010, p. 5

131 Osterloh en Frey 2010

Page 119: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

111

raadplegen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen hun

vakgebied. De sleutel voor deze werkwijze lag in het vinden van een

manier waarop meer relevante van minder relevante bronnen kunnen

worden onderscheiden, en dit via een geautomatiseerd proces. De

selectiecriteria die worden gehanteerd, stellen de onderzoeker vrij van de

onmogelijke taak om alle beschikbare informatie op te zoeken en stuk voor

stuk te evalueren. Wanneer er een overeenkomst wordt gevonden over de

criteria die worden gebruikt om de volledige catalogus aan beschikbare

informatie te reduceren tot hanteerbare hoeveelheden, hoeft men zich niet

langer ernstige zorgen te maken over de teksten die men nooit te zien zal

krijgen. De divergerende eigenschap die de wildgroei van

wetenschappelijke publicaties op het einde van de 19e eeuw en in de eerste

helft van de 20e eeuw ging vertonen, wordt door deze blinde selectiecriteria

convergerend gemaakt. Daarnaast wordt niet alleen de afstand tussen een

publicatie en het publiek steeds groter, maar in bepaalde gevallen ook de

afstand tussen de auteur en de beoordelaars van een artikel.

Door de immense hoeveelheid aan informatie die moet worden verwerkt, is

het automatiseren van de processen het enige alternatief. De algoritmen

die met dit doel worden ontworpen, zijn blinde bibliothecarissen die niet

enkel de gebruikers van de bibliotheek sturen, maar ook onrechtstreeks de

evolutie van toekomstig onderzoek en financiering. Ingenieuze algoritmen

van zoekmachines kunnen er bovendien voor zorgen dat het

verwachtingspatroon van de gebruiker onbewust in kaart wordt gebracht,

om zo een resultaat op maat te creëren. Op deze manier geeft de

informatiezoeker echter veel controle uit handen, wat tot bedenkelijke

situaties kan leiden. Zo maakt de zoekmachine van Google bij een

standaard zoekopdracht gebruik van zo‘n 56 achterliggende parameters,

gaande van het IP-adres van de computer tot de gebruikte browser. Ook de

zoekgeschiedenis hoort daarbij, met als gevolg dat de resultaten van een

zoekopdracht sterk kunnen uiteenlopen, afhankelijk van welke gebruiker ze

Page 120: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Volledig

heid

, Toere

ikendheid

en P

irate

n

112

uitvoert.132 De gebruiker verkeert op die manier ten onrechte in de

overtuiging dat hij of zij zelf de koers bepaalt doorheen de informatiezee.

Het is voor dergelijke onbewuste sturingen binnen een IR-proces dat enige

alertheid geboden is.

Met betrekking tot de geloofwaardigheid van de gevonden informatie zien

we in het verwachtingspatroon van de gebruiker een verschuiving optreden

van autoriteit naar geloofwaardigheid. R. David Lankes merkte deze

tendens reeds bij gebruikers van het internet op.133 Het is niet denkbeeldig

dat zich ook bij het gebruik van een wetenschappelijke catalogus een

dergelijke conceptwijziging zou voordoen.

132 Lees in dit verband het boek The Filter Bubble, door Eli Pariser.

133 Lankes 2008

Page 121: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Alg

em

ene c

onclu

sie

113

ALGEMENE CONCLUSIE

Het streven naar een volledige bibliotheek van alle wetenschappelijke

kennis is onlosmakelijk verbonden met het kennisbeeld dat deze droom in

het leven riep. Dit gaat uit van een cumulatieve groei die

dubbelzinnigheden stelselmatig elimineert. De evolutie die in deze

verhandeling geschetst werd, geeft echter een ander beeld. De toename

van de totale hoeveelheid aan beschikbare informatie doorheen de

geschiedenis veranderde gaandeweg de conceptvorming over de aard en

het aangewezen gebruik van de totaliteit van opgeslagen

wetenschappelijke informatie. De grens van wat binnen de beperkingen van

een mensenleven kan worden verwerkt, is immers snel overschreden.

Vanaf dit punt dienen methodieken te worden ontwikkeld die toelaten een

keuze te maken tussen wat wel en wat niet in overweging dient te worden

genomen. In dit overzicht werden drie belangrijke informatiegolven

beschreven, die telkens gekoppeld bleken aan technische innovaties: de

eerste situeert zich in de oudheid met de uitvinding van het schrift, een

tweede– voor wat het westen betreft – begon in de 15e eeuw door de

ontwikkeling van de boekdrukkunst en een derde met de komst van digitale

informatie. Bij elke nieuwe golf werden manieren gezocht om een zinvolle

selectie te maken binnen het geheel aan beschikbare teksten. Deze selectie

kon gebruikt worden als basis voor nieuwe ontwikkelingen.

De mogelijkheden die elke nieuwe golf bood voor de progressie van het

wetenschappelijke kennen, konden pas worden geconsolideerd wanneer de

hoeveelheid informatie beheersbaar werd gemaakt. De ontwikkeling van de

methode die gebaseerd is op het werken met citaties voor het beheersen

en kanaliseren van de productie van wetenschappelijke informatie, verliep

nagenoeg gelijktijdig met de ontwikkeling van digitale informatie. Vandaag

stellen we vast dat er een opmerkelijke conjunctie bestaat tussen de

Page 122: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

114

dynamiek die de productie van nieuwe teksten drijft en de manier waarop

deze teksten worden bekrachtigd. Een nieuwe tekst ontleent haar mate van

geloofwaardigheid rechtstreeks aan haar verwevenheid binnen een netwerk

van verwijzingen en dit binnen een erg kort tijdsbestek. De hoeveelheid

beschikbare informatie veroordeelt een minder aangehaalde tekst

razendsnel tot de documentaire vergetelheid. Daarnaast bestaat door de

institutionele wetmatigheden van de moderne wetenschappelijke

instellingen een sterke drang tot het produceren van nieuw materiaal. Deze

situatie lijkt paradoxaal doordat ze tegelijk de aangroei van de

wetenschappelijke catalogus versnelt en de normen voor het weerhouden

van nieuwe bronnen verstrengt. Het nevenproduct van de overblijvende

relevante informatie is een veel sneller toenemende productie van

redundante publicaties. Het is de confrontatie met deze inefficiëntie die het

voorwerp dient uit te maken van toekomstige bespiegelingen over

academische progressie.

Page 123: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Index

115

INDEX

A

Adam, Taal van, 63, 64, 71

Alexander de Grote, 30

Alexandrië, Bibliotheek van, 30, 31,

32, 33, 34, 48

Arabisch, 44, 56

Archimedes, 31

Aristoteles, 31, 39, 48, 59, 67, 93

Ars Magna, 56, 62

ASCII, 17, 46, 71

Augustinus, 55, 56

Augustus, 34

B

Babel, Toren van, 53

Bacon, Francis, 37

Bernal, J. D., 76, 77, 79, 80

bibliometrie, 1, 74, 75, 76, 82

Bibliotheca Universalis, 37

Bibliotheek van Babel, 6, 8, 10, 64

Bond, James, 87

Boole, George, 70

Borges, Jorge Luis, 6, 8, 9, 10, 11,

13, 15, 19, 20, 24, 25, 26, 29, 64,

89, 92

Bradford, Samuel C., iv, 74, 78, 96,

99, 100, 118

Burrell, Quintin, 76

Bush, Vannevar, 40, 41, 107, 118

C

Caesar, 32, 33

Caligula, 34

Callimachos, 31

Cantor, Georg, 22

Chambers, Ephraim, 39

Christendom, 55, 56

Cicero, 33

citatie-index, 1, 80, 85

Cleopatra, 33

D

d’Alembert, Jean Le Rond, 39, 68

Dante, 63

de Saussure, Ferdinand, 86, 89, 90

Debruyne, Christophe, 41

Derrida, Jaques, 53, 54

Dictionaire Philosophique, 53

Diderot, Denis, 38, 39

E

Evangeliën, 49, 55

Egghe, Leo, 106, 119

Engels, Friedrich, 2, 9, 24, 44, 77

Erathostenes, 31

Euclides, 31

F

Fleming, Ian, 87

Folksonomies, 42

Foucault, Michel, 90, 91, 92

G

Galenus, Claudius, 31

Garfield, Eugene, 1, 76, 80, 83, 84,

85, 86, 95, 96

Gellius, 32

Gessner, Conrad, 37, 38, 51

g-index, 106, 119

Glänzel, Wolfgang, 76

Gödel, Kurt, 66, 73

Google, 3, 45, 46, 47, 52

Books, 45

Library Project, 3

H

h-index, 106

Hirsch, Jorge E., 106, 121

Homerus, 32, 35, 48

Hurt, Michael, 43

I

I Ching, 69, 71

Informetrie, 74, 75, 76

Institute for Scientific Information,

1

J

Johnson, Samuel, 37

Page 124: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Index

116

K

Kabbala, 57

L

Laßwitz, Kurd, 10, 11

Leibniz, Gottfried, iii, vi, 20, 21, 64,

65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73,

107, 121, 123

lingua characteristica, 67, 68

lingua generalis, 64, 66

Lotka, Alfred, iv, 74, 99, 122

Lull, Raymond, 56, 58, 59, 60, 62,

64, 65, 72

M

Mādhava, 21, 24

Mead, Herbert, 102

Mersenne, Marin, 65

Merton, Robert K., iii, 76, 80, 81,

82, 107, 122

meta-data, 49

Million Book Project, 44

mattheuseffect, 82

N

Neurath, Otto, 86

Netometrie, 74, 76

P

peer review, 108, 109

Pergamum, Bibliotheek van, 34

Pinakes, 31

Plato, 28, 55

Porphyrius, 35

post-structuralisme, 90

Plancklengte, 11

Price, Derek J. de Solla, 96, 97, 98,

123

Principia Cybernetic Group, 5

Pritchard, Alan, 74, 75

Project Gutenberg, 43

Protagoras, 34

publish or perish, 110

Pythagoreërs, 55

Q

Quine, W. V., 17

R

Ranganathan, S. R., 75

rationele-keuzetheorie, 102, 104

Richard, Jules, 23

Rol theorie, 101, 104

Rucker, Rudy, 15, 16, 17

S

satisficing, 103

Schoepflin, Urs, 76

sciëntometrie, 74, 75, 76

Scopus, 2

Sefer Yezirah, 57

Small, Henry, 76, 84

Snow, C. P., 108, 124

Socrates, 28

Sokal, Alan, 108, 109

Spinoza, Baruch, 26

structuralisme, 86, 88

Suetonius, 34

Swift, Johnathan, 39

T

Theodosius, 35

Twain, Mark, 45

Tzetzes, Johannes, 32

U

Unicat, 2

Unicode, 46, 71

V

Voltaire, 53

W

Web 2.0, 42

Web of Science, 2

Wells, H. G., 4

Wiener Kreis, 85, 93

Wikipedia, 4

Wilkins, John, 63, 64

Wittgenstein, Ludwig, 25, 26

Z

Zipf, George Kingsley, 74

Page 125: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

1

BIBLIOGRAFIE

Andrés, Ana. Measuring Academic Reseach : How to undertake a

bibliometric study. Oxford: Chandos Publishing, 2009.

Bailey, David H., Jonathan M. Borwein, Peter B. Borwein. „The Quest for

Pi.‖ Mathematical Intelligencer, 1997: 50-57.

BBC News. BBC News. 15 4 2005.

http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/4449651.stm (geopend 7 2011).

—. Quantum computing device hints at powerful future. 22 03 2011.

http://www.bbc.co.uk/news/science-environment-12811199 (geopend 07

26, 2011).

Belgische Universiteitsbibliotheken. Union Catalogue of Belgian Libraries.

www.unicat.be (geopend 2011).

Bernal, J. D. The Social Funcion of Science. New York: MIT Press, 1967.

Bloch, William Goldbloom. The Unimaginable mathematics of Borges'

Library. New York: Oxford University Press, 2008.

Boole, George. An Investigation of the Laws of Thought. New York: Cosimo,

2007.

Borges, Jorge Luis. De Aleph. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010.

—. Het boek van zand. Amsterdam: De Bezige Bij, 1985.

Page 126: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

2

Bradford, S. C. ―Sources of information on specific subjects.‖ Journal of

Information Science, 1934: 176-180.

Brown, James Robert. Philosophy of mathematics. New York: Routledge,

2008.

Budd, John M. „An epistemological foundation for library and information

science.‖ The Library Quarterly, 1995: 295-318.

Burrell, Quinten. ―Scientostochastics.‖ Scientometrics, 1994: 505-509.

Bush, Vannevar. ―As we may think.‖ The Atlantic monthly , 1945.

—. ―The Atlantic.‖

http://www.theatlantic.com/magazine/archive/1945/07/as-we-may-

think/3881/.

Cantor, Georg. „Uber eine elementaire Frage der Mannigfaltigkeislehre.‖

Jahersb. d. Deutsche Mathematiker Vereinigung, 1892: 75-78.

Chambers, Ephraim. ―Cyclopaedia, or, An universal dictionary of arts and

sciences.‖ University of Wisconsin Digital Collection.

http://uwdc.library.wisc.edu/collections/HistSciTech/Cyclopaedia.

Cole, F. J., and F. B. Eales. ―The history of comparative anatomy. Part I: A

statistical analysis of the literature.‖ Science Progress, 1917: 578-596.

d'Alembert, Jean Baptiste le Rond, and Denis Diderot. ―L'Encyclopédie de

Diderot et d'Alembert.‖ planches.eu. http://alembert.fr/index.php.

Page 127: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

3

De Bellis, Nicola. Bibliometrics and citation analysis. Plymouth: Scarecrow

Press, 2009.

de Saussure, Ferdinant. Cours de linguistique générale. Parijs: Payot, 1979.

Debruyne, Christophe. A method and tool for ontology Reuse in the DOGMA

ontology framework. Brussel: VUB, 2009.

Derrida, Jaques. Psyche: inventions of the othes vol. 1. Stanford: Stanford

University Press, 2007.

Eco, Umberto. De Bibliotheek. Amsterdam: Bert Bakker, 1988.

—. The search for the perfect language. Cambridge, Massachusetts:

Blackwell, 1995.

Egghe, Leo. Quantitatieve Methoden in Bibliotheek- Documentatie- en

informatiewetenschappen. Leuven: Wouters, 1988.

Egghe, Leo. „Theory and practise of the g-index.‖ Scientometrics, 2006:

131-152.

Fisher, K. E., S. Erdelez, en L. McKechnie. „Theories of Information

Behavior.‖ Information Today, 2005: 31-36.

Fleming, Ian. Casino Royale. Londen: Penguin, 2004.

Foucault, Michel. De woorden en de dingen. Amsterdam: Boom, 2006.

Frey, Bruno S. „Withering Academia?‖ CESifo Working Paper, 2010: No.

3209.

Page 128: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

4

Garfield, Eugene. ―A Unified Index to Science.‖ Proceedings of the

International Conference on Scientific Information, 1958: 16-21.

Garfield, Eugene. ―Citation Indexes for Science.‖ Science, 1955: 108-111.

George E. Andrews, Richard Askey, and Ranjan Roy. Encyclopedia of

Mathematics and Its Applications. Cambridge: The University Press, 1999.

Glänzel, Wolfgang, and Urs Schoepflin. ―Two decades of "Scientometrics".‖

Sciëntometrics, 2001: 301-312.

Glymour, Clark, Kenneth M. Ford, and Patrick J. Hayes. ―Ramón Lull and

the Infidels.‖ AI Magazine, 1998: 136.

Hacker, Edward, Steve Moore, and Lorraine Patsco. I Ching An Annotated

Bibliography. New York: Routledge, 2002.

Halliday, David, Robert Resnick, en Jearl Walker. Fundamentals Of Physics

Fourth Edition. New York: John Wiley & Sons, Inc., 1993.

Hart, Michael. ―Project Gutenberg.‖

http://www.gutenberg.org/wiki/Gutenberg:The_History_and_Philosophy_of

_Project_Gutenberg_by_Michael_Hart.

Heylighen, Francis. „Complexity and Self-organization.‖ Encyclopedia of

Library and Information Sciences, 2008.

Hieronymus, James L. ―ASCII Phonetic Symbols for the World's Languages

Worldbet.‖ (AT&T Bell Laboratories) 1993.

Page 129: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

5

Hilbert, Martin, and Priscila López. ―The world's technological capacity to

store, communicate, and compute information.‖ ScienceXpress, Februari

2011.

Hirsch, J. E. „An index to quantify an individual's scientific research output.‖

Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of

America, 2005: 16569-72.

Hjørland, Birger. „Library and information science and the philosophy of

science, Introduction to the special issue.‖ Journal of Documentation, 2005:

5-10.

Hulme, E. W. Statistical bibliography in relation to the growth of modern

civilization. Londen: Grafton & Co., 1923.

Jochum, Uwe. „The Alexandrian Library and its Aftermath.‖ Library History,

1999: 5-12.

Lankes, R. David. „Credibility on the internet: shifting from authority to

reliability.‖ Journal of Documentation, 2008: 667-686.

Laßwitz, Kurd. Die Universalbibliothek, Kurd Laßwitz. Project Gutenberg.

http://gutenberg.spiegel.de/buch/3130/1 (geopend 2011).

Leach. Culture and Communication. Cambridge Massachusets: Cambridge

University Press, 1976.

Leibniz, Fohy, Bouvet. „Explication de l' arithmétique binaire, qui se sert

des seuls caractères O & I avec des remarques sur son utilité et sur ce

qu‘elle donne le sens des anciennes figures chinoises de Fohy.‖

MATHÉMATIQUE, 1703: 85-89.

Page 130: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

6

Lernout, Geert. Een beknopte geschiedenis van het boek. Antwerpen:

Meulenhof, 2004.

Lotka, A. J. ―The frequency distribution of scientific productivity.‖ Journal of

the Washington Academy of Sciences, 1926: 317-323.

Marrou, Henri. A history of education in antiquity. London: The university of

wisconsin press, 1956.

Merton, Robert K. The Sociology of Science, Theoretical and Empirical

Investigations. London: The University of Chicago Press, 1973.

Michel, Jean-Baptiste, and et al. ―Quantitative Analysis of culture using

millions of digitized books.‖ Science, januari 2011: 176-182.

Michel, Jean-Baptiste, and et al. ―Quantitative Analysis of Culture Using

Millions of Digitized Books, Supplement.‖ ScienceExpress, maart 2011.

Nacke, O. ―Informetrie: eine neuer Name für eine neue Disziplin.‖

Nachrichten für Dokumentation, 1979: 219-226.

Osterloh, Margit, en Bruno S. Frey. „Academic Rankings and Research

Governance.‖ Institute for Empirical Research in Economics Working Paper

Series, 2010: No. 482.

Pariser, Eli. The Filter Bubble. New York: Penguin, 2011.

—. The Filter Bubble. Londen: Penguin Viking, 2011.

Plato. Plato, verzameld werk. Vertaler: Xaveer de Win. Vol. Phaedrus.

Baarn: Agora, 1999.

Page 131: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

7

Pompo, Olga. Leibniz and the Problem of a Universal Language. Munster:

Nodus Publikationen, 1987.

Prabha, Chandra, Lynn Connaway, Lawrence Olszewski, en Lillie R. Jenkins.

„What is enough? Satisficing information needs.‖ Journal of Documentation,

2007: 74-89.

Price, Derek J. Little Science, Big Science. New York: Columbia University

Press, 1963.

Pritchard, Alan. ―Statistical bibliography or bibliometrics.‖ Jourbal of

Documentation, 1969: 348-349.

Project Gutenberg. http://www.gutenberg.org.

Quine, Willard Van Orman. Quiddities: An Intermittently Philosophical

Dictionary. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press, 1987.

Radford, Gary P. „Positivism, Foucault, and the fantasia of the library:

conceptions of knowledge and the modern library experience.‖ The Library

Quarterly, 1992: 408-424.

Radford, Gary P., en Marie L. Radford. „Structuralism, post-structuralism

and the library: de Saussure and Foucault.‖ Journal of Documentation,

2005: 60-78.

Richard, Jules. „Les principes des mathématiques et le problème des

ensembles.‖ Revue Générale des Sciences Pures et Appliquées, nr. 16

(1905).

Page 132: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

8

Rosenberg, Daniel. ―Early modern information overload.‖ Journal of the

history of ideas, 2003: 1-9.

Rucker, Rudy. Infinity and the Mind. London: Penguin Science, 1995.

―Sefer Yetzirah - The Gra-Ari Version.‖ http://www.scribd.com.

http://www.scribd.com/doc/29003704/Sepher-Yetzirah-Versions.

Simon, Herbert. „A behavioral model of rational choice.‖ Quarterly Journal

of Economics, 1955: 99-118.

Small, Henri. ―Cited Documents as Concept Symbols.‖ Social Studies of

Science, 1978: 327-340.

Smith, Barry. ―Characteristica Universalis.‖ In Language, Truth and

Ontology, by K. Mulligan, 50-81. Dordrecht: Kluwer, 1990.

Snow, C. P. „The two Cultures.‖ The New Statesman, 1959.

Spinoza, Baruch. Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata. Amsterdam:

Wereldbibliotheek, 2008.

Tague-Sutcliffe, Jean. ―An Introduction to Informetrics.‖ Information

Processing & Management, 1992: 1.

Thomson Reuters. „Web of Knowledge Information.‖ Web of Knowledge.

2010. http://wokinfo.com/ (geopend 2011).

Victor Katz, ed. The mathematics of Egypt, Mesopotamia, China, India and

Islam: a sourcebook. Princeton: Princeton University Press, 2007.

Voltaire. ―Dictionaire Philosophique.‖ Oevres complètes de Voltaire.

Page 133: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

<Bib

liogra

fie

9

Warner, Julian. „Information and Redundancy in de Legend of Theseus.‖

Journal of Documentation, 2003: 540-557.

Wellisch, Hans H. ―A Bio-Bibliography.‖ The Library Quarterly, 1988: 417-

419.

Wells, H. G. World Brain. Twickenham, England: Adamantine Press, 1993.

Wikgren, Marianne. „Critical realism as a philosophy and social theory in

information science?‖ Journal of Documentation, 2005: 11-22.

Wittgenstein, Ludwig. Tractatus Logico- Philosophicus. Amsterdam:

Atheneum-Polak & Van Gennep, 2010.

Wood, William W. ―The literature of bibliometrics, scientometrics, and

informetrics.‖ Scientometrics, 2001: 291–314.

Zins, Chaim. „Redefining information science: from "information science" to

"knowledge science".‖ Journal of Documentation, 2006: 447-461.

Zipf, G. K. Human Behavior and the Principle of Least Effort. Cambridge

Massachusets: Addison-Wesley, 1949.

Page 134: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Hoofd

stu

k:

Bijla

ge

10

BIJLAGE

Vals artikel, willekeurig opgesteld met de Automatic CS Paper Generator

van SCIgen (http://pdos.csail.mit.edu/scigen/) :

A Methodology for the Construction of the Internet

Page 135: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

A Methodology for the Construction of the Internet

Steven Laporte and Tina Geens

Abstract

Many cyberinformaticians would agree that, hadit not been for object-oriented languages, the re-finement of the Internet might never have oc-curred. After years of important research intowrite-back caches, we show the evaluation of on-line algorithms. We propose a novel frameworkfor the private unification of the partition tableand local-area networks, which we call HugeJub.

1 Introduction

The construction of erasure coding has exploredthe Ethernet, and current trends suggest thatthe evaluation of the UNIVAC computer willsoon emerge. We emphasize that HugeJub learnsthe exploration of multicast heuristics. Withouta doubt, for example, many systems synthesizemultimodal models. To what extent can redun-dancy be refined to realize this ambition?

Statisticians generally evaluate the typicalunification of DHTs and telephony in the placeof read-write technology. Our purpose here is toset the record straight. Two properties make thismethod perfect: we allow model checking to en-able ambimorphic modalities without the tech-nical unification of redundancy and congestioncontrol, and also our solution will be able to beharnessed to investigate massive multiplayer on-line role-playing games. Next, existing amphibi-ous and “fuzzy” frameworks use massive multi-

player online role-playing games to cache SCSIdisks. We emphasize that HugeJub locates theexploration of superblocks. By comparison, weview cryptography as following a cycle of fourphases: analysis, study, visualization, and devel-opment.

In our research we present an analysis ofspreadsheets (HugeJub), which we use to arguethat virtual machines and the Internet can col-lude to surmount this quagmire. Further, in-deed, neural networks and link-level acknowl-edgements have a long history of connectingin this manner. Though such a claim at firstglance seems unexpected, it rarely conflicts withthe need to provide multi-processors to experts.Two properties make this approach distinct:HugeJub runs in O(

n!) time, and also HugeJubis derived from the study of Boolean logic. In-deed, vacuum tubes and extreme programminghave a long history of interfering in this manner.Unfortunately, this method is mostly adamantlyopposed. Though similar heuristics improve theWorld Wide Web, we solve this riddle withoutexploring link-level acknowledgements.

Here, we make three main contributions. Weuse “fuzzy” epistemologies to demonstrate thatScheme and web browsers are never incompat-ible. Continuing with this rationale, we usecacheable modalities to argue that the fore-most adaptive algorithm for the development ofcontext-free grammar runs in Θ(n) time. Simi-larly, we verify not only that write-back caches

1

Page 136: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

Keyboa rd

H u g e J u b

E m u l a t o r

T r a p

JVM

Kerne l

Figure 1: A system for interrupts.

can be made low-energy, stable, and pervasive,but that the same is true for gigabit switches.

The rest of this paper is organized as follows.We motivate the need for operating systems.Along these same lines, we place our work incontext with the related work in this area. Weprove the development of model checking. As aresult, we conclude.

2 Design

Our framework relies on the structured modeloutlined in the recent foremost work by N.Williams in the field of cyberinformatics. Thisseems to hold in most cases. Along these samelines, we postulate that red-black trees can bemade large-scale, trainable, and concurrent. Weassume that linked lists and IPv6 can interfereto surmount this riddle. See our prior technicalreport [12] for details.

The model for our framework consists of fourindependent components: systems, hash tables,rasterization, and the emulation of voice-over-IP. Consider the early design by Sun; our frame-work is similar, but will actually solve this issue.

Even though physicists entirely hypothesize theexact opposite, HugeJub depends on this prop-erty for correct behavior. Rather than manag-ing the Turing machine, HugeJub chooses to ob-serve ubiquitous symmetries. This seems to holdin most cases. Rather than controlling the im-provement of semaphores, our heuristic choosesto enable the investigation of B-trees. See ourexisting technical report [2] for details.

3 Knowledge-Based Informa-

tion

Though many skeptics said it couldn’t be done(most notably Gupta and Miller), we constructa fully-working version of our application. Itwas necessary to cap the throughput used by ourheuristic to 64 ms. Security experts have com-plete control over the client-side library, which ofcourse is necessary so that the well-known virtualalgorithm for the development of agents runs inΘ(2n) time. We have not yet implemented thehacked operating system, as this is the least con-firmed component of our framework. Our solu-tion is composed of a hand-optimized compiler,a hacked operating system, and a collection ofshell scripts.

4 Results

Analyzing a system as complex as ours proveddifficult. We did not take any shortcuts here.Our overall evaluation strategy seeks to provethree hypotheses: (1) that IPv7 no longer in-fluences RAM speed; (2) that object-orientedlanguages no longer influence an application’slegacy ABI; and finally (3) that information re-trieval systems no longer adjust system design.Unlike other authors, we have decided not to

2

Page 137: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

2.9

3

3.1

3.2

3.3

3.4

3.5

46 48 50 52 54 56 58

thro

ughp

ut (

nm)

time since 2004 (cylinders)

Figure 2: The average response time of our system,compared with the other systems.

emulate USB key throughput [3]. Our perfor-mance analysis holds suprising results for patientreader.

4.1 Hardware and Software Configu-

ration

One must understand our network configurationto grasp the genesis of our results. We car-ried out a deployment on Intel’s system to quan-tify the work of American mad scientist RichardKarp. We added a 10-petabyte USB key tothe NSA’s Internet cluster. Furthermore, we re-moved 8kB/s of Wi-Fi throughput from our mo-bile telephones to understand information. Wetripled the effective flash-memory speed of ourdesktop machines. Similarly, we removed 107MHz Pentium IIs from our optimal overlay net-work to understand the KGB’s network. It is of-ten an extensive aim but is derived from knownresults.

HugeJub runs on autonomous standard soft-ware. All software components were hand as-sembled using Microsoft developer’s studio builton the American toolkit for computationally im-

-10

-5

0

5

10

15

20

-15 -10 -5 0 5 10 15 20

cloc

k sp

eed

(cyl

inde

rs)

latency (sec)

Figure 3: The effective bandwidth of HugeJub,compared with the other applications.

proving saturated block size. Our experimentssoon proved that monitoring our replicated ac-cess points was more effective than automatingthem, as previous work suggested. Similarly, allsoftware was compiled using GCC 7.6.8 linkedagainst replicated libraries for harnessing sym-metric encryption [19, 8]. We made all of oursoftware is available under a public domain li-cense.

4.2 Experimental Results

Given these trivial configurations, we achievednon-trivial results. With these considerations inmind, we ran four novel experiments: (1) wedogfooded our application on our own desktopmachines, paying particular attention to flash-memory throughput; (2) we measured RAMspace as a function of RAM speed on an UNI-VAC; (3) we deployed 01 Macintosh SEs acrossthe millenium network, and tested our hierar-chical databases accordingly; and (4) we mea-sured flash-memory speed as a function of flash-memory space on a Motorola bag telephone. Wediscarded the results of some earlier experiments,

3

Page 138: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

-4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4 5

wor

k fa

ctor

(M

B/s

)

throughput (sec)

mutually efficient modalitiesflexible communication

Figure 4: The mean distance of our application,compared with the other heuristics. Despite the factthat such a claim is rarely an intuitive goal, it fell inline with our expectations.

notably when we deployed 74 Atari 2600s acrossthe underwater network, and tested our compil-ers accordingly.

Now for the climactic analysis of the secondhalf of our experiments. The results come fromonly 0 trial runs, and were not reproducible.Note how deploying web browsers rather thansimulating them in middleware produce less dis-cretized, more reproducible results [15]. Errorbars have been elided, since most of our datapoints fell outside of 78 standard deviations fromobserved means.

We have seen one type of behavior in Fig-ures 6 and 3; our other experiments (shown inFigure 6) paint a different picture. Error barshave been elided, since most of our data pointsfell outside of 55 standard deviations from ob-served means [8]. Operator error alone cannotaccount for these results. The data in Figure 6,in particular, proves that four years of hard workwere wasted on this project.

Lastly, we discuss the second half of our exper-

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

8 10 12 14 16 18 20 22 24 26

sign

al-t

o-no

ise

ratio

(pe

rcen

tile)

throughput (ms)

Figure 5: The expected seek time of our framework,as a function of power.

iments. Error bars have been elided, since mostof our data points fell outside of 67 standard de-viations from observed means. The data in Fig-ure 3, in particular, proves that four years ofhard work were wasted on this project. The keyto Figure 2 is closing the feedback loop; Figure 2shows how HugeJub’s latency does not convergeotherwise. Such a claim is never a theoreticalobjective but has ample historical precedence.

5 Related Work

We now compare our approach to existing un-stable communication methods. Thusly, if la-tency is a concern, our system has a clear ad-vantage. The original method to this riddlewas outdated; however, this technique did notcompletely fix this question. The only othernoteworthy work in this area suffers from id-iotic assumptions about metamorphic method-ologies [10, 16, 18, 1, 3, 2, 21]. Continuingwith this rationale, Qian et al. described sev-eral lossless methods [14, 4], and reported thatthey have minimal inability to effect linear-time

4

Page 139: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

-1e+36

0

1e+36

2e+36

3e+36

4e+36

5e+36

6e+36

1 10 100 1000

inte

rrup

t rat

e (#

nod

es)

complexity (pages)

Figure 6: The effective interrupt rate of our system,compared with the other algorithms.

epistemologies [13, 20]. Obviously, comparisonsto this work are idiotic. Kobayashi et al. de-veloped a similar application, on the other handwe disproved that our algorithm runs in Ω(2n)time. As a result, the class of frameworks en-abled by our algorithm is fundamentally differ-ent from prior methods [11].

Smith et al. motivated several probabilistic so-lutions, and reported that they have limited im-pact on the visualization of DHTs. I. Daubechies[9] originally articulated the need for Booleanlogic [17]. Clearly, comparisons to this work arefair. Instead of visualizing expert systems, weaddress this quagmire simply by analyzing inter-posable modalities [22]. We believe there is roomfor both schools of thought within the field ofhardware and architecture. HugeJub is broadlyrelated to work in the field of e-voting technol-ogy by Johnson et al. [7], but we view it froma new perspective: 802.11 mesh networks [5].Lastly, note that our framework runs in Θ(2n)time, without requesting the partition table; asa result, our method runs in Ω(n) time.

6 Conclusion

In conclusion, in this paper we verified that on-line algorithms and DHCP are mostly incom-patible. Our framework for enabling neural net-works is dubiously bad. Our framework has seta precedent for virtual theory, and we expectthat theorists will harness our system for years tocome. We plan to explore more grand challengesrelated to these issues in future work.

Our heuristic will surmount many of theobstacles faced by today’s cyberneticists.Our framework for developing decentralizedarchetypes is clearly numerous [6]. Furthermore,we disproved that simplicity in HugeJub is notan issue. On a similar note, HugeJub has seta precedent for interposable configurations,and we expect that futurists will synthesizeHugeJub for years to come. We also introducedan analysis of lambda calculus. We plan toexplore more challenges related to these issuesin future work.

References

[1] Anderson, N., and Thompson, B. A case forwrite-ahead logging. In Proceedings of the WWW

Conference (Jan. 1996).

[2] Bose, Y. Synthesizing randomized algorithms using“fuzzy” models. Journal of Automated Reasoning 23

(Feb. 1994), 57–63.

[3] Fredrick P. Brooks, J., and Wang, R. Under-standing of the UNIVAC computer. In Proceedings

of NDSS (May 2004).

[4] Geens, T. A case for replication. In Proceedings of

SOSP (May 1999).

[5] Hopcroft, J., Gupta, T., and Robinson, a. Amethodology for the study of digital-to-analog con-verters. In Proceedings of OOPSLA (Mar. 2003).

[6] Ito, H., and Raman, R. The relationship betweenthe UNIVAC computer and neural networks. In Pro-

5

Page 140: FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Studiegebied ... · globale, digitale bibliotheek. In een dergelijke ultieme bibliotheek zijn alle werken die ooit werden gepubliceerd in digitale

ceedings of the Conference on Lossless, Amphibious

Technology (Mar. 2005).

[7] Johnson, O., Maruyama, H., Gayson, M.,

Pnueli, A., Suzuki, B., Hoare, C., Raman, S.,

Wilkinson, J., Laporte, S., Estrin, D., and

Daubechies, I. Analyzing erasure coding using con-current configurations. In Proceedings of WMSCI

(July 2005).

[8] Knuth, D., Davis, T. J., Kobayashi, X., and

Leary, T. The influence of signed symmetries oncomplexity theory. OSR 2 (Aug. 2003), 89–107.

[9] Kobayashi, E. Decoupling public-private key pairsfrom write-ahead logging in Smalltalk. Tech. Rep.24-451-19, Intel Research, Aug. 2005.

[10] Kobayashi, M. D. Emulation of telephony. In Pro-

ceedings of NDSS (Nov. 2002).

[11] Laporte, S., Knuth, D., Floyd, S., and

Prasanna, O. Decoupling lambda calculus fromred-black trees in Markov models. Journal of Per-

fect Models 25 (Jan. 2001), 20–24.

[12] Lee, J. H. Emulating IPv7 using optimalarchetypes. In Proceedings of HPCA (Sept. 2004).

[13] Moore, F., and Harris, a. The effect of collab-orative communication on programming languages.In Proceedings of the Conference on Decentralized,

Secure Symmetries (Oct. 2001).

[14] Nygaard, K., and Anderson, W. Simulationof link-level acknowledgements. In Proceedings of

NOSSDAV (Jan. 2002).

[15] Ramasubramanian, V., and Garcia-Molina, H.

The influence of wearable archetypes on program-ming languages. In Proceedings of the WWW Con-

ference (Nov. 1999).

[16] Subramanian, L., and Sato, Z. P. Emulat-ing reinforcement learning and architecture usingGUHR. Journal of “Fuzzy”, Stable Information 8

(May 2001), 151–196.

[17] Sun, N., and Martin, a. B. An exploration of Webservices. In Proceedings of the Workshop on Virtual,

Psychoacoustic Configurations (Aug. 2004).

[18] Wang, a. The impact of pseudorandom archetypeson algorithms. Journal of Trainable Epistemologies

3 (Sept. 2003), 154–194.

[19] Watanabe, P., Robinson, J., and Thompson,

D. Z. Comparing local-area networks and SMPs

using Aye. Journal of Self-Learning, Certifiable

Methodologies 7 (May 1999), 80–102.

[20] Williams, G., Suzuki, B., and Milner, R. Theinfluence of event-driven modalities on programminglanguages. In Proceedings of HPCA (Oct. 2002).

[21] Wu, V. Refining model checking using stable tech-nology. In Proceedings of SIGMETRICS (Feb. 2004).

[22] Zhou, C., Johnson, G., Leiserson, C., Miller,

Y., and Minsky, M. Deconstructing IPv6. In Pro-

ceedings of the Symposium on Lossless Theory (May2005).

6