F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1...

69
Nederlandse Onderwatersport Bond Nederlandse Onderwatersport Bond Postbus 326 3900 AH Veenendaal T 0318 - 55 93 47 F 0318 - 55 93 48 I www.onderwatersport.org 2*-Instructeur

Transcript of F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1...

Page 1: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

Nederlandse Onderwatersport Bond

Nederlandse Onderwatersport Bond Postbus 326 3900 AH Veenendaal T 0318 - 55 93 47 F 0318 - 55 93 48 I www.onderwatersport.org

2*-Instructeur

Page 2: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 2 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Inhoudsopgave

2*-Instructeur .................................................................................. 1 Inhoudsopgave ................................................................................. 2 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit ........................................ 5

1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s ......... 5 1.2 De 2*-instructeursopleiding in schema ...................................... 11 1.3 Het digitale portfolio ............................................................... 16

2. Het aansturen van kader: begeleiding van het instructieteam ........... 18 2.1 Begeleiding van het instructieteam of: ‘Niemand is zo slim als wij allen samen’ ................................................................................ 19 2.2 Het functioneringsgesprek ....................................................... 21

3. Het bewerken van een specialisatie tot een leergang ....................... 26 3.1 De leergang: een NOB-specialisatie .......................................... 26 3.2 Tijdpad.................................................................................. 27 3.3 Checklist: overzicht criteria leergang......................................... 28

4. Observeren en feedback geven ..................................................... 30 4.1 Observeren ............................................................................ 30 4.2 Feedback geven: hoe bereik je het beste je doel? ....................... 31 4.3 Het geven van feedback: drie zinnen die beginnen met “ik ..” ...... 32 4.4 Het voortgangsgesprek ........................................................... 33 4.5 Het beoordelingsgesprek ......................................................... 41 4.6 Jouw houding als instructeur .................................................... 42

5. Waarborgen van duikveiligheid in het buitenwater ........................... 46 5.1 Waarin verschilt een zwembadles van een buitenwaterles? .......... 46 5.2 Duikveiligheid door een goede voorbereiding ............................. 47 5.3 Duikveiligheid tijdens de duik ................................................... 48 5.4 (Duik)veiligheid na de duik ...................................................... 48 5.5 Zelf oefenen: het organiseren van een buitenwaterduik ............... 49 5.6 De ‘model-instructeur’ ............................................................. 49 5.7 Rollenspel .............................................................................. 51

6. Organiseren van een activiteit ...................................................... 54 7. Leren van de praktijk: intervisie.................................................... 56 8. Wat jij moet weten over de NOB ................................................... 68

Page 3: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 3 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Over de cursusmap Deze cursusmap bevat tekst over een aantal uiteenlopende onderwerpen. De makers hebben beoogd de cursusdeelnemer (achtergrond)informatie te verstrekken over onderwerpen die tijdens de lesdagen in de cursus aan de orde komen. Deze benadering betekent dat niet alle onderwerpen van A tot Z worden behandeld. Waar mogelijk vindt de lezer aan het einde van elk hoofdstuk de titels van boeken of documenten die dieper ingaan op het desbetreffende onderwerp. Als je opmerkingen over deze cursusmap hebt, horen we dat graag van je. Je kunt suggesties mailen aan [email protected].

Meer informatie nodig? Binnen de NOB is een enorme hoeveelheid informatie over duiken, duikevenementen, adressen, lessen en lesplannen aanwezig. Zoveel, dat het een ‘beginner’ vaak moeite kost om te achterhalen wat er eigenlijk allemaal al beschikbaar is. Hier een klein handvat om mee te beginnen:

Instructeurshandleiding op DVD Hierop vind je standaard lesplannen voor de theorie- en praktijklessen voor 1*- t/m 3*-duiker en Redden, theorietoetsen per hoofdstuk, vorderingsschema’s en PP-presentaties. Tevens staan er filmpjes op van de zogenaamde ‘demo skills’ (demonstratievaardigheden). Verder is het materiaal van de eerder uitgegeven Introductieduik-CD en de Opfristraining CD opgenomen. Ten slotte vind je er een naslagwerk met artikelen over wet- en regelgeving, de Europese normering, reanimatie, het organiseren van evenementen en nog veel meer.

INFO-systeem Elke vereniging beschikt over een INFO-systeem. Tot 2005 werd dit op papier geleverd; nu staat het op CD. Hierop vind je de adressen van alle verenigingen in Nederland, een overzicht van alle instructeurs, een overzicht van de duik- en instructeursopleidingen, de polissen van de collectieve verzekeringen, het HR en de statuten van de NOB en alle verdere reglementen en besluiten.

NOB-website Ook hier vind je veel informatie, onder meer over opleidingen. Klik maar eens op het tabblad ‘opleidingen’ op de homepage.

Kennisbank De Kennisbank is een uitwisselplatform voor allerhande documenten die in den lande bij verenigingen worden gemaakt. Denk maar aan lesplannen, presentaties en draaiboeken voor evenementen. Je kunt hier als instructeur ‘winkelen’, maar natuurlijk óók jouw documenten plaatsen. De Kennisbank bereik je via http://nobkennisbank.ilink2.nl/index.php

Page 4: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 4 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Inleiding De 2*-instructeursopleiding is een mix van lessen die worden gegeven door een docent en zelf doen / oefenen in de vereniging. De 1*-instructeur is voor wat zijn taken en bevoegdheden betreft een assistent-instructeur. In zijn opleiding heeft hij echter al veel bagage meegekregen die hij goed kan gebruiken bij de volgende stap: die naar 2*-instructeur. Een 2*-instructeur kan zelfstandig lesgeven en het 1*- t/m 3*-duikbrevet aftekenen. Hij geeft les in het theorielokaal, het zwembad én het buitenwater. Een eerste groot verschil is dus dat lesgeven in buitenwater. Daarmee gaan we in de opleiding ruimschoots aan de slag. Een tweede verschil met de 1*-instructeur is dat je als 2*-instructeur een instructieteam van meerdere instructeurs moet kunnen aansturen. Dan hebben we het zowel over de voorbereiding en planning van een leergang als over het aansturen van kader tijdens een buitenwaterles of andere (buitenwater)activiteit. In de opleiding besteden we onder meer aandacht aan het waarborgen van de veiligheid en aan het motiveren en begeleiden van assisterend kader. Tenslotte is de 2*-instructeur een beoordelaar: de 2*-instructeur bepaalt immers of en wanneer het brevet van een duiker in opleiding wordt uitgeschreven. En daarvoor beoordeel je niet slechts de op zichzelf staande (duik)vaardigheden van een leerling, maar eigenlijk zijn ‘probleemoplossend vermogen’ als duiker. Aan het beoordelen van competenties wordt veel aandacht besteed in de cursus. Het is van belang dat je je realiseert dat we met ‘cursus’ het totaal aan lesdagen en leertaken bedoelen: er zijn zes plenaire dagdelen die worden gegeven door een docent, maar daarna ga je zélf aan de slag met oefenen in de vereniging. En juist dáár ga je werkelijk leren hoe je een leuke en goede les moet geven! Wij wensen je veel succes en plezier toe bij je 2*-instructeursopleiding! De Examencommissie

Page 5: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 5 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit

1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s

De doelen van de 2*-instructeursopleiding De 2*-instructeur

- kan praktijklessen geven in het buitenwater voor de opleidingen 1*- t/m 3*-duiker en Redden

- kan een verenigingsactiviteit plannen, organiseren en uitvoeren - kan bij activiteiten assistenten aansturen - kan competenties beoordelen van duikers voor de opleidingen 1*- t/m 3*-

duiker en Redden Wat doet een 2*I? Proeve van Bekwaamheid Leergang Theorie- en praktijkinstructie t/m 3*D

- zelfstandig - eigen leergang /

lesplan

PvB 3.1 Instructie geven - portfolio-beoordeling

(leergang / lesplan) - praktijkbeoordeling

(instructie geven; in combinatie met 3.5)

* bewerken specialisatie tot een leergang * observeren en feedback geven * waarborgen duikveiligheid

Organiseren sportactiviteit PvB 3.3 Organiseren sportactiviteit - portfolio-beoordeling

* organiseren activiteit

Aansturen assistent (1*I / 3*D)

PvB 3.4 Aansturen kader - portfolio-beoordeling

* coördinatie en begeleiding instructieteam (incl. oefenen functioneringsgesprek) * problemen herkennen en oplossen

Beoordelen van competenties

PvB 3.5 Beoordelen van competenties

- praktijkbeoordeling - in combinatie met 3.1

* oefenen voortgangsgesprekken / voortgang leerproces * beoordelen competenties

Hieronder geven we een overzicht van het opleidingstraject tot 2*-instructeur. Via het NOB-leerplatform vind je ook een programma-overzicht voor de deelnemers aan de opleiding. Opleidingsfase Centrale dagdelen Docent / IT assisteert

Leertaken uitvoeren IT begeleidt Portfolio bijhouden IT geeft feedback

Toetsfase Organiseren PvB’s Deelnemer regelt e.e.a.

Afleggen PvB’s IT beoordeelt Voordracht als 2*I IT draagt voor

Centrale dagdelen De zes dagdelen worden gegeven door de docent. Bij dagdeel 3-4 en 5-6 zal een docent een aantal IT’s vragen om te assisteren. Dagdeel 4 en 6 zijn namelijk buitenwaterdagdelen, waarbij de groep wordt opgedeeld in subgroepen van vier personen. In het schema bij paragraaf 1.2 zie je wat centraal staat tijdens zo’n dagdeel.

Page 6: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 6 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Leertaken uitvoeren Hiermee bedoelen we het afleggen van het praktijkleertraject: oefenen in de vereniging. Het praktijkleertraject ziet er als volgt uit:

• jij maakt een door jouzelf gekozen specialisatie tot een leergang. Tijdens dit proces kun je het (voorlopige) resultaat voorleggen aan je praktijkbegeleider voor feedback. Voor die feedback zijn bepalend: a. het beoordelingsprotocol van 3.1a; b. de mate van overdraagbaarheid; c. eigen ervaring van de IT.

• jij beschrijft aan de hand van acht vragen jouw rol in het leerproces van een duiker. Het gaat er hier om dat jij je bewust bent van de manier waarop je de voortgang bij een leerling ‘meet’ en dat jij jouw rol in dit leerproces duidelijk kunt maken. Omdat je op dit moment nog 1*-instructeur bent, zul je (moeten) kiezen voor een beschrijving vanuit dit niveau.

• jij maakt een leerpuntverslag naar aanleiding van het rollenspel tijdens dagdeel 4. • jij maakt een leerpuntverslag naar aanleiding van de intervisie-sessie en de

daarop volgende buitenwatersessie van dagdeel 5 en 6. • jij geeft tenminste twee buitenwaterlessen, waarbij je (tenminste) een assistent

inzet. Hier oefen jij je in twee competenties: lesgeven (in het buitenwater) en aansturen van kader. Tijdens een buitenwaterles met assistent(en) laat je je begeleiden door een Instructeur-trainer. Tijdens de andere laat je je begeleiden door een buddy-cursist. De buitenwaterlessen leveren uiteindelijk één leerpuntverslag op met jouw belangrijkste leerpunten. De richtlijnen voor het opstellen ervan vind je op het NOB Leerplatform. Jij plaatst dit verslag op je digitale portfolio en de begeleidend Instructeur-trainer levert daar feedback op.

• jij geeft tenminste twee maal een buitenwaterles met de focus op het beoordelen van vaardigheden. Tijdens deze eerste buitenwaterles laat je je begeleiden door een Instructeur-trainer. Tijdens de tweede laat je je begeleiden door jouw buddy-cursist. Deze twee buitenwaterlessen leveren uiteindelijk één leerpuntverslag op met jouw belangrijkste leerpunten. De richtlijnen voor het opstellen ervan vind je op het NOB Leerplatform. Jij plaatst dit verslag op je digitale portfolio en de begeleidend Instructeur-trainer levert daar feedback op.

NB 1: je start jouw opleidingstraject altijd met een startgesprek met je praktijkbegeleider. Dit is bedoeld om te inventariseren wat jij al kan en wat je wilt gaan leren in deze opleiding. Op basis hiervan stellen jullie een leerwerkplan op: hierin verwoord je wat je al kan, wat je wil leren, hoe jij dat gaat aanpakken en hoe en wanneer jullie gezamenlijk gaan meten of er vooruitgang geboekt is. Verzeker je ervan dat je een goede leerwerkplek in je club hebt: je moet optimaal in staat zijn om te leren. Wellicht kan je praktijkbegeleider je hierbij helpen. NB 2: Bij de buitenwaterlessen staat "tenminste twee buitenwaterlessen". Dat betekent dat de Instructeur-trainer in zijn functie als begeleider in overleg met jou bepaalt of die twee oefenlessen voldoende zijn. Op advies van de IT kan het aantal oefenlessen dus verhoogd worden. NB 3: Jouw begeleidend IT mag lid zijn van je eigen vereniging; je wordt echter nooit beoordeeld door een IT die lid is van jouw club. NB 4: Veel cursisten vragen zich bij de sta rt van hun opleidingstraject af hoe nu precies de in PvB 3.1A gevraagde leergang eruit ziet. “Tot op welk detailniveau moet dit worden uitgewerkt? Moeten er sheets en PP-presentaties bij?”. De PvB-opdracht van 3.1 bestaat uit twee delen: a. de kandidaat moet een leergang uitwerken b. de kandidaat moet uit die leergang een buitenwaterles helemaal uitwerken én geven.

Page 7: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 7 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Onderdeel a. heeft een portfoliobeoordeling en b. een praktijkbeoordeling. Kijk je nu naar de beoordelingsprotocollen, dan zie je dat ook terug. Pagina 4 en 5 geven aan wat getoond moet worden bij de uitwerking van de leergang. Pagina 6 t/m 9 beschrijven wat getoond moet worden tijdens de buitenwaterles. Nemen we dan pagina 4 en 5 erbij, dan zien we dat pagina 4 in heel algemene termen is opgesteld. Dit deel van het protocol is namelijk voor alle sportbonden hetzelfde. Kijken we naar pagina 5, dan zien we dat hier elk punt van de vorige pagina 'naar de NOB is vertaald'. Dít zijn dus de punten die in de uitwerking van de leergang aan de orde moeten komen. De cursist moet dus een overdraagbaar ‘spoorboekje’ voor het geven van die specialisatie maken. Daaruit vloeit voort dat bij de uitwerking van de leergang geen sheets of PP-presentaties aangeleverd hoeven te worden. Dat hoort immers bij het uitwerkingsniveau dat daaronder ligt, dat van de lesplannen. Bij de documenten op het NOB Leerplatform zijn drie verschillende leergangen geplaatst als voorbeeld en als ‘inspiratie’. NB 5: Het is mogelijk dat deelnemers aan de 2*I-opleiding die al hun leertaken en PvB’s in het kader van één bepaalde specialisatie uitvoeren na afloop van hun instructeurscursus óók het desbetreffende specialisatiebrevet laten aftekenen bij hun docent c.q. IT. Door de voorwaarde te stellen dat alle leertaken en PvB’s in het kader van specialisatie X uitgevoerd worden, verzekert de NOB zich ervan dat de betrokkene diep op de inhoud en opzet van de specialisatie is ingegaan; hij is dus deskundig. Ten tweede komen we met deze constructie tegemoet aan de roep van verenigingen om meer ‘specialisatie-instructeurs’.

Portfolio bijhouden Een portfolio kan verschillende typen materiaal bevatten:

- producten (bijvoorbeeld lesplannen, draaiboeken, zelf ontwikkelde leermiddelen)

- evaluaties (bijvoorbeeld van lessen van een buddy-cursist en v.v., feedback van derden)

- leerpuntverslagen (naar aanleiding van oefenlessen en cursusdagdelen) Het portfolio van de 2*I-cursist bevat in elk geval:

- Leergang op basis van een NOB-specialisatie - Beschrijving leerproces van een duiker en eigen rol daarin - Leerpuntverslag n.a.v. rollenspel dagdeel 4 - Leerpuntverslag n.a.v. intervisie en praktijk over beoordelen (complexe)

vaardigheden - Leerpuntverslag n.a.v. vier buitenwaterlessen (aansturen kader; instructie

geven in buitenwater) - Leerpuntverslag n.a.v. twee buitenwaterlessen ‘beoordelen vaardigheden’

In paragraaf 1.3 lees je meer over het NOB Leerplatform. Elke deelnemer aan de instructeursopleidingen krijgt hiervoor een inlog. Je gebruikt het Leerplatform als ‘naslagwerk’ en om je leerpuntverslagen te plaatsen. Zorg ervoor dat jij met jouw Instructeur-trainer duidelijke afspraken hebt gemaakt over de termijn waarop hij reageert op de door jou aangeleverde materialen! De Checklist Werkafspraken kan hierbij een handig hulpmiddel zijn. Je vindt deze Checklist bij de documenten op het NOB Leerplatform.

Page 8: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 8 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Wat is een buddy-cursist? De kans is groot dat je dat al weet. In de 1*-instructeurscursus ben je de buddy-cursist immers ook al tegengekomen. Voor de zij-instromers én als opfrisser leggen we hier nog eens uit wat we verstaan onder ‘buddy-cursist’. In de instructeursopleiding ga je zelf aan de slag; je gaat oefenen in het geven van onder meer buitenwaterlessen. De eerste keer laat je je daarbij begeleiden door een Instructeur-trainer. Samen met hem neem je je les door en krijg je na afloop feedback. Na die eerste keer oefenen, ga je opnieuw aan de bak, maar nu onder het toeziend oog van een medecursist. Deze bekijkt jouw planning, uitvoering en evaluatie en geeft na afloop van de les feedback op jouw functioneren. Andersom doe jij dat ook bij hem. Dit systeem zorgt ervoor dat jouw oefenlessen zo leerzaam mogelijk worden; je krijgt immers feedback op maat bij alles wat je doet. Ten tweede is het ook heel leerzaam om een ander aan het werk te zien en hem vervolgens te beoordelen. Als je handig bent, gebruik je daarvoor natuurlijk onder meer het beoordelingsprotocol van de desbetreffende PvB!

Ketenverantwoordelijkheid Het is belangrijk dat duidelijk is wie nu eigenlijk de kwaliteit bewaakt in een ‘getrapte lessituatie’. Daarmee bedoelen we een situatie, waarbij een duiker-in-opleiding wordt geïnstrueerd door een instructeur-in-opleiding, die op zijn beurt begeleid wordt door een instructeur-trainer. Een term die hier ook gebruikt kan worden, is ‘ketenverantwoordelijkheid’.

1. Bij instructie aan een duiker-in-opleiding door een instructeur-in-opleiding is de begeleidend (c.q. beoordelend) IT eindverantwoordelijk voor de juistheid en kwaliteit van de opleiding aan de duiker;

2. Bij lessituaties met een instructeur-in-opleiding (en zijn buddy-cursist) moet te allen tijde (ten minste) een 2*-instructeur aanwezig zijn om directe supervisie uit te oefenen. De kerntaak van de 2*-instructeur is het borgen van de veiligheid van de duikers die in opleiding zijn;

3. Een instructeur-in-opleiding kan geen brevetten uitschrijven (dat doet de Instructeur-trainer of een 2*-instructeur van de club);

4. Een 2*-instructeur-in-opleiding bepaalt in overleg met zijn begeleidend IT welke leergang c.q. specialisatie hij wil gaan uitwerken c.q. geven. Omdat de begeleidend IT formeel eindverantwoordelijk is voor de juistheid en kwaliteit van het eindresultaat, moet hij kunnen aantonen voldoende kennis en kunde op het vakgebied van de gekozen specialisatie te hebben.

5. Als twee instructeurs-i.o. zonder directe supervisie van een 2*I of IT oefenen, hebben zij daarbij de bevoegdheden van hun hoogst behaalde brevet (d.w.z. de bevoegdheden van het 3*D-brevet in het geval van twee 1*I’s in opleiding en de bevoegdheden van het 1*I-brevet als er twee 2*I’s in opleiding oefenen).

Organiseren Proeven van Bekwaamheid In paragraaf 10.2 en 10.3 van elke PvB staat omschreven hoe jij je eigen PvB organiseert. Zorg ervoor dat je deze procedures goed kent!

Afleggen Proeven van Bekwaamheid Er zijn twee typen van beoordeling: de productbeoordeling en de procesbeoordeling. Als je het protocol van PvB 3.3 (productbeoordeling) vergelijkt met dat van PvB 3.5 (procesbeoordeling) dan zie je dat er bij 3.5 niet één, maar drie kolommen zijn om de score te noteren. Bij een procesbeoordeling is er namelijk ook de mogelijkheid om deelcompetenties via het reflectie-interview aan te tonen. Het uitgangsprincipe is echter dat jij zoveel mogelijk deelcompetenties echt in de praktijk toont.

Page 9: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 9 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Om voor de PvB te slagen, moet jij op elke regel een vinkje krijgen. Bij een productbeoordeling beoordeelt de Instructeur-trainer als het ware een stuk papier, een document of verslag. Bij een productbeoordeling (bijvoorbeeld PvB 3.3) staat op het beoordelingsprotocol op pagina 3 een kolom ‘voldaan’. Om voor de PvB te slagen, moet jij op álle deelcompetenties gescoord hebben. Je beschikt echter ook al vanaf de aanvang van de opleiding over de PvB’s, dus dat zou geen enkel probleem moeten opleveren.

De PvB’s: “Dat zien we aan het einde van de cursus wel”? De 2*I-opleiding sluit je af door de PvB’s met een voldoende score af te leggen. Betekent dit dat je die PvB’s dus wel kunt laten liggen tot later? Wij adviseren je dringend om dat niet te doen. In het beoordelingsprotocol van elke PvB staat namelijk precies omschreven wat er van jou verwacht wordt aan de ‘eindstreep’. Wel zo praktisch dus om dat nu al te weten! Ga je aan de slag met het maken van een leergang voor de portfoliobeoordeling van PvB 3.1, leg dan pagina 4 en 5 van PvB 3.1 ernaast. Die vertellen je precies wat er in je leergang moet staan. En ga je oefenen in de praktijk? Neem dan eerst het beoordelingsprotocol door, zodat je weet waar jouw IT op gaat letten.

Verklaring Burgerschapscompetenties Cursisten van de 2*I-opleiding moeten als onderdeel van een van hun Proeven van Bekwaamheid een ‘Verklaring Burgerschapscompetenties’ overleggen. Hiermee verklaren zowel de cursist als een vertegenwoordiger van de vereniging (of de praktijkbegeleider van de cursist) dat de NOB Gedragscode voor Instructeurs zal worden nageleefd. Deze gedragscode is in juni 2007 door het bondsbestuur bekrachtigd. Een en ander vloeit voort uit de nieuwe regels vanuit het ministerie van VWS met betrekking tot sportkaderopleidingen. Je vindt de NOB Gedragscode voor Instructeurs en de Verklaring Burgerschapscompetenties via het Leerplatform en op de website van de NOB.

Verschillen met de 1*-instructeur Als je de beoordelingsprotocollen van PvB 2.1 (praktijkles) en PvB 3.1 (praktijkles) naast elkaar legt, valt op dat bij het 1*I-niveau alles dat samenhangt met ‘veiligheid’ geheel wordt uitgeschreven (kijk bijvoorbeeld naar deelcompetentie 7 op pagina 10 van PvB 2.1 en nr. 15 op pagina 11). Bij het 2*I-niveau is dit niet langer het geval. We gaan ervan uit dat een (kandidaat) 2*I het item ‘veiligheid’ inmiddels op volwaardige wijze heeft geïntegreerd in zijn handelen. Dat betekent dat een beoordelaar nog steeds op alle fronten de veiligheid gewaarborgd wil zien, zonder dat we dit via een beoordelingsprotocol geheel moeten voorschrijven. In de lesmap voor de 1*-instructeur vind je in hoofdstuk 7 alle relevante theorie en aanwijzingen m.b.t. veiligheid in de praktijklessen. Verder wordt er van de 2*-instructeur meer inzicht verwacht in het leerproces op de lange termijn. Je zou kunnen zeggen dat een 1*-instructeur in staat moet zijn om één les van begin tot einde te plannen en uit te voeren, terwijl een 2*-instructeur datzelfde moet kunnen met een complete leergang.

Voordracht als 2*-instructeur Als jij alle PvB’s met goed gevolg hebt afgelegd, draagt jouw beoordelend IT je voor als 2*-instructeur. Dat doet hij via het voordrachtformulier dat je vindt via het digitale Leerplatform. Waar in alle documenten wordt gesproken over ‘uitslag’, wordt het resultaat van één PvB bedoeld. Als het gaat over de ‘einduitslag’, bedoelen we het eindresultaat na het afleggen

Page 10: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 10 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

van alle PvB’s. Alleen over de einduitslag wordt gecorrespondeerd met de Examencommissie.

Diploma, brevetcard en inlog voor online brevetadministratie Je ontvangt na voltooiing van je opleiding de brevetcard thuis. Het instructeursdiploma wordt uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst die één tot twee keer per jaar door de NOB wordt georganiseerd. Elke geslaagde instructeur ontvangt hier t.z.t. een uitnodiging voor. Je inlog voor de online brevetadministratie kun je zelf aanvragen door het aanvraagformulier hiervoor ondertekend op te sturen naar het bondsbureau. Je vindt dit formulier in hoofdstuk 7.

Woorden en begrippen Uitsluitend omwille van de leesbaarheid hebben wij ervoor gekozen steeds mannelijke voornaamwoorden te gebruiken. Deze kunnen echter zonder enig bezwaar en op volstrekt gelijkwaardige wijze worden vervangen door de vrouwelijke equivalent. Verder kom je de volgende begrippen tegen: cursist / deelnemer, leerling en kandidaat. Om spraakverwarring te voorkomen, geven wij hier de betekenis van deze begrippen in de 2*-instructeurscursus. Cursist / deelnemer = iemand die aan een instructeurscursus deelneemt Leerling = iemand die aan een duikopleiding deelneemt Kandidaat = een cursist die zijn Proeve van Bekwaamheid aflegt

Page 11: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 11 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

1.2 De 2*-instructeursopleiding in schema Dagdeel 1: Aansturen van kader – maken van een leergang

Doelstellingen • jij weet precies wat er in deze cursus van jou als cursist wordt verwacht • jij begrijpt hoe je de PvB-documenten moet gebruiken en wat de PvB-opdrachten

zijn • jij kunt, gericht op een cursus, een instructieteam samenstellen • jij kunt een functioneringsgesprek houden met een assistent • jij kunt, samen met je team, een leergang maken en succesvol uitvoeren Lezen / voorbereiden • alle PvB’s doorlezen en eventuele vragen noteren en meenemen • eventuele vragen over de gang van zaken tijdens de opleiding noteren en

meenemen • hoofdstuk 1 van de lesmap 2*I doornemen (2*I-opleiding) • hoofdstuk 2 van de lesmap 2*I doornemen (Instructieteam) • hoofdstuk 3 van de lesmap 2*I doornemen (Leergang specialisatie) • een specialisatie uitkiezen waarvan jij straks een leergang gaat maken. Het is een

voorwaarde dat je de specialisatie van je keuze zelf als duiker hebt behaald. Let op: Nitrox, Nitrox Gevorderd, Wrakduiken, Decompressieduiken en IJsduiken kun je niet kiezen.

Opdracht na dagdeel 1 • maak een specialisatie tot een leergang; regel begeleiding door je begeleidend

Instructeur-trainer. De uitwerking van de leergang moet je bij dagdeel 5 bij je hebben.

Dagdeel 2: Feedback geven

Doelstellingen • jij kunt het doel van feedback beschrijven • jij wordt vaardiger in het geven van zinvolle feedback • jij kunt minimaal drie factoren noemen die het resultaat van jouw feedback (met

andere woorden dat wat jouw leerling met je opmerkingen doet) beïnvloeden

Lezen / voorbereiden • hoofdstuk 4 van de lesmap 2*I doornemen (Observeren en feedback geven)

Opdracht na dagdeel 2 • beschrijving leerproces; zie volgende pagina. De docent meldt de inlevertermijn.

Page 12: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 12 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Huiswerkopdracht na dagdeel 2

Leerprocesbeschrijving van een leerling. 1. De cursist beschrijft de motivatie van zijn keuze voor deze leerling. 2. De cursist beschrijft welke leergang de leerling volgt. 3. De cursist beschrijft uitgebreid het leerproces van de leerling. 4. De cursist beschrijft zijn eigen rol in het leerproces van de leerling.

Beoordelen van competenties bij de leerling. 1. De cursist beschrijft welke competenties hij heeft beoordeeld in de leergang van de

cursist. 2. De cursist beschrijft het proces van beoordelen bij de verschillende competenties. 3. De cursist beschrijft de reacties van de leerling op zijn beoordeling. 4. De cursist beschrijft de interactie tijdens het beoordelen van de competenties van de

leerling.

Page 13: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 13 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Dagdeel 3 en 4: Organiseren van een activiteit – herkennen van problemen in het buitenwater – observeren en feedback geven

Doelstellingen • jij kunt tenminste vijf factoren noemen die van invloed zijn op de kwaliteit van

een activiteit in de vereniging • jij kunt minimaal drie criteria voor een voortgangsgesprek noemen • jij wordt vaardiger in het voeren van een voortgangsgesprek • jij wordt vaardiger in het waarborgen van de duikveiligheid bij

buitenwaterlessen • jij wordt vaardiger in het herkennen van en reageren op problemen • jij wordt vaardiger in het aansturen van kader • jij wordt vaardiger in het geven van zinvolle feedback

Lezen / voorbereiden • neem nog eens de bij dagdeel 2 opgestelde lijst door van factoren die het

resultaat van jouw feedback beïnvloeden • neem de tekst over het voortgangsgesprek in hoofdstuk 4 van de lesmap nog

eens door • hoofdstuk 5 van de lesmap 2*I doornemen (Waarborgen duikveiligheid), met

extra veel aandacht voor de lijst met toetsingscriteria in de laatste paragraaf • hoofdstuk 6 van de lesmap 2*I doornemen (Organiseren van een activiteit)

Opdracht na dagdeel 3 en 4 • schrijf naar aanleiding van het rollenspel een leerpuntverslag waarin je in ieder

geval aandacht besteedt aan - de door jou gesignaleerde fouten van de deelnemers aan het

rollenspel - de wijze waarop de instructeur sturing gaf aan zijn twee

assistenten; zou jij dat ook zo doen? Waarom (niet)? - de wijze waarop de observanten feedback gaven aan de duikers,

resp. de instructeur; zou jij dat ook zo doen? - jouw top-3 voor het waarborgen van de duikveiligheid; motiveer je

keuze voor deze drie. • geef tenminste twee buitenwaterlessen waarbij je (tenminste) een assistent

inzet; laat je eenmaal begeleiden door je IT en eenmaal door een buddy-cursist. Schrijf je bevindingen op in een leerpuntverslag en leg dit voor aan je begeleidend IT.

• bereid dagdeel 5 voor (zie volgende pagina)

Page 14: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 14 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Voorbereiden vóór dagdeel 5

1. Tijdens dagdeel 5 gebruiken we de methode van intervisie (zie H 7 in de lesmap) om samen te komen tot een of meer oplossingen voor lastige situaties die door jou als deelnemer worden ingebracht. Opdracht voor jou: bedenk vóór dagdeel 5 in voorbereiding hierop een lastige situatie met betrekking tot beoordelen die jij zelf wel eens hebt meegemaakt en waarvan je eigenlijk niet zo goed weet hoe je daarmee om moet gaan. Het mág een situatie zijn waarbij jijzelf als instructeur fungeerde, maar dat hoeft niet. Je mag die situatie ook als toeschouwer of ‘slachtoffer’ meegemaakt hebben. Centraal staat echter de vraag hoe jíj in die situatie als instructeur gehandeld hebt of zou hebben. Het doel van de intervisie-sessie is onder meer dat jij na de sessie met een of zelfs meer oplossingen voor je probleem naar huis gaat. LET OP: zorg ervoor dat een korte omschrijving van jouw ‘probleemsituatie’ uiterlijk drie dagen vóór dagdeel 5 bij de docent is aangeleverd.

2. Tijdens dagdeel 5 en 6 staat het beoordelen van competenties centraal. In de inleiding van de lesmap hebben we al het e.e.a. geschreven over de verschillen tussen de 1*- en 2*-instructeur. Een van die verschillen betreft het beoordelen van competenties: “Tenslotte is de 2*-instructeur een beoordelaar: de 2*-instructeur bepaalt immers of en wanneer het brevet van een duiker in opleiding wordt uitgeschreven. En daarvoor beoordeel je niet slechts de op zichzelf staande (duik)vaardigheden van een leerling, maar eigenlijk zijn ‘probleemoplossend vermogen’ als duiker. Aan het beoordelen van competenties wordt veel aandacht besteed in de cursus.” Beschrijf in (maximaal) drie punten het verschil tussen het beoordelen van een op zichzelf staande vaardigheid en het beoordelen van de mate waarin een duiker zijn leerproces heeft afgerond (simpel tegenover complex). Zorg ervoor dat je deze uitwerking op de derde lesdag de hele dag bij je hebt!

3. ’s Middags staat een buitenwatersessie op het programma. Ook hier staat het beoordelen van competenties centraal. Aan het einde van dagdeel 5 krijg je instructies voor de middag. De groep wordt weer opgedeeld in groepjes van 4 personen en elke groep wordt begeleid door een Instructeur-trainer. Zorg ervoor dat je een miniles hebt voorbereid die je in dit groepje kunt gaan geven (max. 10 minuten per persoon!). Neem – behalve je hele duikuitrusting – zeker ook een OW-leitje mee!

Page 15: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 15 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Dagdeel 5 en 6: Maken van een leergang (2) – beoordelen van competenties - minilessen

Doelstellingen • jij wordt vaardiger in het maken van een leergang • jij wordt vaardiger in het geven van zinvolle feedback • jij kunt het verschil beschrijven tussen het beoordelen van een op zichzelf

staande vaardigheid en het beoordelen van de mate waarin een duiker zijn leerproces heeft afgerond (simpel tegenover complex)

• jij wordt vaardiger in het beoordelen van competenties

Lezen / voorbereiden • zorg ervoor dat je de leergang die je hebt gemaakt van een specialisatie op

papier bij je hebt, zodat mede-cursisten die kunnen bekijken • hoofdstuk 7 van de lesmap 2*I doornemen (Intervisie) • hoofdstuk 8 van de lesmap 2*I doornemen (Wat jij moet weten van de NOB)

Opdracht na dagdeel 5 en 6 • geef tenminste twee buitenwaterlessen waarbij het beoordelen van

competenties nadrukkelijk aan de orde komt; laat je eenmaal begeleiden door je IT en eenmaal door een buddy-cursist. Schrijf je bevindingen op in een leerpuntverslag en leg dit voor aan je begeleidend IT.

• zorg ervoor dat na dit dagdeel je planning m.b.t. begeleiding en beoordeling (locatie en data) op papier staat en gecommuniceerd is met je begeleidend en beoordelend IT. Gebruik hiervoor de Checklist Werkafspraken.

Page 16: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 16 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

1.3 Het digitale portfolio Via het NOB Leerplatform heeft elke cursist de mogelijkheid zijn portfolio in een virtuele omgeving bij te houden. Via het Leerplatform heb je een helder overzicht van je taken en het voorkomt dat cursisten en Instructeur-trainers verstrikt raken in enorme hoeveelheden email en post. Net vóór aanvang van de cursus ontvang je via het bondsbureau een inlognaam en wachtwoord voor het Leerplatform dat is te vinden via http://nobcursus.ilink.nl/. Als je hiermee inlogt, kom je in het zogenaamde ‘dashboard’-scherm. Linksboven zie je drie menu-opties:

Mijn taken Hier staan alle leertaken die je in het kader van je opleiding moet gaan uitvoeren.

Mijn documenten Hier staan alle algemene documenten (Toetsplan, PvB’s, Checklist Werkafspraken etc.) die bij de 2*-instructeursopleiding horen.

Nieuws Hier vind je een handleiding voor het gebruik van het Leerplatform en een lijst met veelgestelde vragen (én de antwoorden).

Een voorbeeld Van elke leertaak is een beschrijving of richtlijn voor de uitvoering gemaakt. Laten we bijvoorbeeld de taak ‘Reflectie op dagdelen’ nemen; klik daarop en je komt in het volgende scherm. DOCUMENTEN BIJ TAAK ‘REFLECTIE OP DAGDELEN’ naam beschrijving datum status Reflectie op dagdelen

Richtlijnen verslag

MIJN DOCUMENTEN BIJ TAAK ‘REFLECTIE OP DAGDELEN’ naam beschrijving datum status Dagdeel 1 en 2

Verslag door Cees

14-09-2007

Niet bekeken

BESTAND TOEVOEGEN Titel: Beschrijving: Bestand: TTOOEEVVOOEEGGEENN

Door op deze link te klikken, vind je de algemene richtlijnen voor de uitvoering van deze taak.

Hier komt het bestand te staan dat jij hebt geplaatst. Via ‘Bestand toevoegen’ kun je het document dat jij bij deze leertaak gemaakt hebt aan je portfolio toevoegen. Op het moment dat jij je document toevoegt, verstuurt het systeem automatisch een email aan jouw Instructeur-trainer. Als de Instructeur-trainer jouw document heeft bekeken en zijn opmerkingen heeft toegevoegd, ontvang jij hierover automatisch een mailtje.

Page 17: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 17 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Page 18: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 18 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

2. Het aansturen van kader: begeleiding van het instructieteam Inleiding Als instructeur maak jij deel uit van het instructieteam van jouw vereniging; samen met de andere instructeurs verzorg je (een deel van) de duikopleidingen. Tijdens dagdeel 1 komt dit onderwerp ‘theoretisch’ aan de orde; in de buitenwaterdagdelen ga je er praktisch mee oefenen. Deze opleiding bereidt jou voor op de volgende activiteiten:

1. jij kunt – gericht op een cursus – een instructieteam samenstellen 2. jij kunt – samen met je team – een opleidingsplan maken en succesvol uitvoeren 3. jij kunt – tijdens een lessituatie – controle houden over een groep leerlingen,

begeleid door een assistent 4. jij kunt een functioneringsgesprek houden met een assistent.

Hieronder op deze pagina vind je een korte tekst over een aantal aspecten waarmee je rekening moet houden als het gaat over de begeleiding van een instructieteam. Over het geven van een briefing hebben wij hier geen tekst opgenomen; een tekst over briefing en debriefing vind je namelijk op de I-handleiding op CD in deel III. Aan het einde van dit hoofdstuk geven we je een aantal handvatten voor het voeren van een functioneringsgesprek. In PvB 3.3 Organiseren van activiteiten staan enkele deelcompetenties die hier betrekking op hebben.

Page 19: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 19 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

2.1 Begeleiding van het instructieteam of: ‘Niemand is zo slim als wij allen samen’ Als instructeur maak je binnen je vereniging deel uit van een instructieteam. Binnen dat team verzorg je uiteraard delen van opleidingen en participeer je in verenigingsactiviteiten. Dat doe je samen met je collega-instructeurs. Samen is het kernwoord. Als instructieteam ben je gezamenlijk verantwoordelijk voor de resultaten van de taken die het team op zich neemt. Het gaat hierbij dus in ieder geval om opleidingsactiviteiten, maar andere (verenigings)activiteiten zullen ook steeds vaker dan voorheen begeleiding van gekwalificeerde instructeurs vereisen. De situatie om teams succesvol te laten zijn is in de afgelopen jaren binnen de NOB fors veranderd. Wellicht ken je het nog van vroeger. Toen was de taak van teambegeleider vaak verwoord onder de noemer van hoofdtrainer. Deze persoon was namens het verenigingsbestuur verantwoordelijk voor de totale opleiding en vaak waren de andere instructeurs daarbij assisterend. Deze oplossing paste ook wel bij de situatie. Vaak is of was de hoofdtrainer een 2 sters instructeur, en die waren best schaars. Tegenwoordig is de situatie anders. De uitvoerend instructeur van nu is een 2-sters instructeur nieuwe stijl, en een 1-sters instructeur is doorgaans een instructeur in opleiding. Uiteindelijk is het de bedoeling dat we allemaal 2 sters instructeur zijn. Ben je als geheel team verantwoordelijk voor het teamresultaat, dan hoort daar voor ieder teamlid natuurlijk ook bij dat je aan het resultaat moet kunnen sturen. Binnen een team is iedereen gelijkwaardig, dat is het streven. Veelal zul je dus ook al zien dat in veel verenigingen de “hoofdtrainer” is vervangen door een teamvoorzitter. Een voorzitter die als primaire taak heeft het team op gezette tijden bij elkaar te roepen om activiteiten te plannen, te volgen, beleid uit te zetten en ga maar door. Let wel, zo een voorzitter is vaak helemaal niet de instructeur met het hoogste brevet en de meeste ervaring, dat hoeft immers ook niet, de rol heeft op zich weinig met duiken te maken…. Binnen een team is daarmee met name een goede samenwerking een eerste vereiste. Hoe dat in een specifiek team precies gerealiseerd kan worden is moeilijk of niet in kort bestek te vertellen, ieder team zal immers verschillend zijn. Wat wel kan is een aantal tips aangeven die voor het goed laten functioneren van een team van belang zijn. In dit document noemen we er 7, en zijn verwoord onder het acroniem “NOBTEAM”. NOBTEAM

• N auwgezetheid Binnen een team werkt iedereen nauwgezet aan de taken die het team op zich heeft genomen en daarmee aan de diverse deeltaken die ieder teamlid op zich heeft genomen. Nauwgezet werken is een duidelijke voorwaarde voor het bereiken van de beste resultaten. In NOB-termen kun je dit zien als de voorwaarde om duikers een goede kwaliteit opleiding te geven.

• O nderlinge relatie en communicatie

Binnen een goed functionerend team weten teamleden dat ze openlijk en vrij gedachten en gevoelens kunnen uiten. Luisteren is minstens zo belangrijk als spreken. Door eerlijk en open overleg zijn teamleden zich bewust van hun sterke en zwakke punten, zonder dat zij zich aangevallen hoeven te voelen. Voelt een teamlid zich aangevallen, dan zal dat in ieder geval de sfeer binnen een team verslechteren, met vermoedelijk als resultaat dat cursisten daar in meer of mindere mate de dupe van worden.

Page 20: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 20 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

• B etrokkenheid

Een teamlid zal zich het best voor een teamresultaat inzetten als hij voelt dat hij een volwaardig deel van het team is. Voelen teamleden zich niet betrokken bij een team, dan kun je eigenlijk niet van een team spreken. Het team is dan een groepje zelfstandig werkende instructeurs geworden die ieder voor zich aan een eigen opdracht werken. Betrokkenheid betekent ook dat alle teamleden van elkaar weten wat er bij eenieder speelt en waar iedereen mee bezig is. Hiervoor is regelmatig overleg essentieel. Het is hoe dan ook belangrijk om regelmatig het team bijeen te roepen om aan het teamgevoel ‘te werken’.

• T aakgerichtheid -en flexibiliteit

Een team heeft dus een bepaalde taak op zich genomen, bijvoorbeeld het verzorgen van een 3*-opleiding. Zo’n taak wordt onderverdeeld in deeltaken, bijvoorbeeld naar onderwerpen in theorie of delen van een buitenwateropleiding. Doorgaans komt een deeltaak op de schouders van één instructeur terecht. Het is daarmee zaak dat deze zijn taak gericht uitvoert, anders past het resultaat niet meer in het grotere geheel. Daarnaast zal een instructeur niet iedere keer hetzelfde type deeltaken uitvoeren. Daarmee is het wenselijk dat teamleden flexibel zijn in het aanvaarden van deelopdrachten.

• E rkenning en waardering

Het is belangrijk dat behaalde individuele en teamresultaten worden erkend. Als een bepaalde opleiding bijvoorbeeld goed is afgerond, moet het voor ieder teamlid duidelijk zijn dat zijn aandeel daartoe heeft bijgedragen. Zeker in een vrijwilligersorganisatie als een NOB-vereniging is dat van wezenlijk belang. Waardering van de geleverde prestatie is niet iets wat binnen het team hoeft te blijven; het is helemaal niet verkeerd om op gezette tijden duidelijk te maken dat de inzet van het team goed wordt gewaardeerd. Dat kan op diverse manieren, waarvan het jaarlijkse dankwoordje van de voorzitter of het teametentje maar twee voorbeelden zijn…

• A fstemming.

Bij andere punten bleek het al: afstemming binnen een team mag als een van de belangrijkste voorwaarden worden aangemerkt. Als er geen afstemming is, dan is er geen sprake van een team, laat staan van een goede samenwerking.

• M otivatie

Ieder teamlid heeft zijn eigen motivatie om aan het team deel te nemen. Binnen een instructieteam zul je doorgaans zien dat een motivatie om aan het team deel te nemen is dat instructeurs het leuk vinden om instructie te geven. Hoe beter teamleden gemotiveerd zijn, hoe beter ze zich zullen inzetten voor het teamresultaat. Daarmee is het van het grootste belang dat de motivatie hoog is én blijft. Voor iedereen is de reden om gemotiveerd te blijven verschillend. Er zullen instructeurs zijn die het enorm leuk vinden om in bepaalde onderwerpen les te geven, maar in andere onderwerpen weer niet. Andere instructeurs vinden het leuk steeds weer nieuwe dingen uit te proberen. Belangrijk is dus dat ieder teamlid de mogelijkheid krijgt om leuke dingen te doen.

Zeven punten dus, die, als je goed leest sterk met elkaar in verband staan. Een goed team kenmerkt zich door een onderling goede en prettige samenwerking waarbij ieder teamlid de erkenning krijgt die hij verdient. Dat klinkt niet als een makkelijke taak, maar vergeet niet dat het de verantwoordelijkheid van ieder teamlid afzonderlijk is om het team goed te laten functioneren. Het team bouw je dus met z’n allen op!

Page 21: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 21 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

2.2 Het functioneringsgesprek Het begrip ‘functioneringsgesprek’ wordt door veel mensen niet snel in verband gebracht met vrijwilligerswerk. Het heeft immers vaak een negatieve bijklank in de beleving van mensen; beelden van ‘afzeiken’ en ‘autoritair gedrag’ doemen op. Tóch besteden wij hier aandacht aan het functioneringsgesprek. Want juíst in een vrijwilligersorganisatie moet je de motivatie van medewerkers zo hoog mogelijk houden en een van de instrumenten die je daarvoor kunt gebruiken, is het functioneringsgesprek. Dán maak je immers bewust tijd om de inzet van bijvoorbeeld een 1*-instructeur te bespreken: je geeft hem jouw volle aandacht! Het doel is om een compliment uit te delen voor wat hij prima heeft gedaan. En natuurlijk is er ook ruimte om zaken te bespreken die hij een volgende keer misschien beter anders kan doen. Omdat het bij zo’n gesprek bovendien om tweerichtingsverkeer gaat, heeft de 1*-instructeur ook de mogelijkheid om vragen te stellen of ideeën te opperen. Een actieve instructeur zei eens: “Elk functioneringsgesprek dat ik binnen mijn vereniging doe, begint standaard met dezelfde vraag: Wil je een biertje? En die beladen term ‘functioneringsgesprek’ gebruik ik nooit. Ik vraag gewoon op gezette tijden hoe een instructeur vindt dat het gaat.” Vertaal dus de onderstaande theorie naar jouw verenigingspraktijk, voordat je ermee aan de slag gaat.

De theorie Een functioneringsgesprek is een gestructureerd gesprek tussen een assistent en een 2*-instructeur met als doel het functioneren van de assistent (meestal een 1*-instructeur) en de onderlinge samenwerking te verbeteren.

In de praktijk, een voorbeeld: 2*-instructeur Jan Pieters en 1*-instructeur Sandra Willems – beiden enkele jaren lid van een middelgrote vereniging - voeren voor de vierde keer een functioneringsgesprek. JP: "En dan komen we nu op het punt van het maandelijks overleg. Hoe vind jij dat verlopen?" SW: "Nou, rommelig natuurlijk." JP: "Hoezo, rommelig natuurlijk?" SW: "Het overleg is zelden goed voorbereid – een agenda ontbreekt vaak. Het duurt daardoor eindeloos voordat we tot een besluit komen." JP: "Ik stel bijna altijd een agenda op." SW: "Nou, die heb ik dan zeker nooit ontvangen." JP: "Weet je wat ik nooit ontvang? De notulen van de vergaderingen die jij maakt." SW: "Die mail ik anders altijd braaf, misschien moet je je e-mailcorrespondentie beter bijhouden." JP: "Ik open mijn mailbox dagelijks!" SW: "Oh." Luisteren, doorvragen, systematisch ieder gespreksonderwerp behandelen en je kritiek onderbouwen met argumenten: Jan Pieters en Sandra Willems deden het niet. Hierdoor was hun functioneringsgesprek weinig effectief. Hadden ze het wel gedaan, dan hadden ze oplossingen kunnen bedenken om zowel het functioneren van beide instructeurs te verbeteren, als hun onderlinge samenwerking.

Page 22: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 22 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Wat is een functioneringsgesprek? In een functioneringsgesprek staat verbetering centraal. Een 1*- en een 2*-instructeur bespreken de huidige werkpraktijk om knelpunten op te sporen. Voor de geconstateerde problemen bedenken ze samen oplossingen. Dit met het doel om de onderlinge samenwerking in de toekomst beter te laten verlopen. In een functioneringsgesprek komen meestal de volgende punten aan de orde: - de aard en het niveau van het werk - de beleving van het werk (onder andere samenwerking met collega’s van het instructieteam) - factoren die goed functioneren verhinderen - toekomstplannen Een functioneringsgesprek vindt, net als in de beroepspraktijk, minimaal één keer per jaar plaats.

Welke rollen kun je aannemen tijdens een functioneringsgesprek? Aan een functioneringsgesprek nemen altijd twee partijen deel. De verhoudingen tussen beide partijen zijn tijdens een functioneringsgesprek gelijkwaardig: er is sprake van tweerichtingsverkeer. Als 1*-instructeur geef je net zo je mening en draag je net zo goed suggesties aan, als je als 2*-instructeur doet. Bedenk dat een functioneringsgesprek géén beoordelingsgesprek is. Bij een beoordelingsgesprek zijn de verhoudingen immers niet gelijkwaardig. In een beoordelingsgesprek staan de meetbare prestaties uit het verleden centraal. Bij functioneringsgesprekken is van dit alles geen sprake. Daar draait het om het functioneren van zowel de 2*- als de 1*-instructeur. En als dat niet goed is, mag dat gerust tegen de ander gezegd worden. Uiteindelijk gaat het erom dat beiden beter gaan functioneren en meer plezier in en aan het ‘werk’ beleven.

Page 23: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 23 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Hoe bereid je je voor op een functioneringsgesprek? Een goede voorbereiding is een absolute must, ongeacht welke rol je aanneemt. Als 2*-instructeur kun je:

- zoveel mogelijk informatie inwinnen over het functioneren van je medewerker. Denk aan geschreven rapporten, notulen van vergaderingen en eerdere verslagen van besprekingen. Je verzamelt feitenmateriaal waaruit het functioneren van je medewerker blijkt;

- formuleer tijdig en helder het doel van het functioneringsgesprek en licht je 1*-instructeur hierover ruim tevoren in;

- stel een lijst op met punten die je wilt bespreken en vraag je 1* instructeur dit ook te doen. Wissel deze tevoren uit, zodat beide partijen de agenda kennen;

- maak afspraken over de tijd, duur en verslaglegging van het gesprek. Als 1* instructeur kun je:

- de agenda goed doornemen. Bekijk de punten die je 2*-instructeur met je wil bespreken. Bedenk welke onderwerpen jij graag aan bod ziet komen. Stel een lijst op van de gesprekspunten en geef deze aan je 2* instructeur;

- nadenken over je eigen functioneren. De agenda laat zien welke aspecten van jouw functioneren er besproken zullen worden. Ga van tevoren na hoe jij tegen jezelf als 1*-instructeur aankijkt: wat ging er de afgelopen tijd goed en waar bleek dat uit? Welke 'bewijzen' kun je aandragen? Op welke punten ondervond je problemen en hoe kwam dit? Door zelfreflectie kun je gemakkelijker inhaken op de feedback die je straks ontvangt;

- nadenken over de samenwerking met je 2*-instructeur en het functioneren van de organisatie in het algemeen. Bedenk op welke punten de samenwerking goed verloopt en op welke niet. Probeer concrete voorbeelden te formuleren die dat aantonen. Ga ook na waarin jij wordt gehinderd door het beleid van de organisatie;

- nadenken over het verloop van je ‘loopbaan’. Wat wil je binnen de organisatie bereiken? Probeer voor jezelf concrete doelen en wensen te formuleren. In een functioneringsgesprek kun je bijvoorbeeld je opleidingswensen kenbaar maken;

- lees eerdere verslagen van beoordelings- en functioneringsgesprekken. Ga na in hoeverre je verbeteringen hebt doorgevoerd en wat onveranderd is gebleven.

Hoe belangrijk is een functioneringsgesprek? Een functioneringsgesprek bepaalt voor een belangrijk deel hoe je met elkaar omgaat. Het is belangrijk voor je eigen beleving als instructeur, omdat je het je aanknopingspunten geeft voor verbetering én omdat het de gelegenheid bij uitstek is om iemand heel concreet te complimenteren voor wat hij goed heeft gedaan.

Page 24: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 24 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Uit welke onderdelen bestaat een functioneringsgesprek? In formele zin kan een functioneringsgesprek uit zeven onderdelen bestaan. Bij het merendeel daarvan heeft de 2*-instructeur de regie in handen. Die onderdelen van een functioneringsgesprek zijn hieronder dan ook vanuit zijn standpunt beschreven. Opening - doel van het gesprek - agenda - duur van het gesprek Inleiding - terugkijken naar vorige functioneringsgesprek - “waar ben je trots op?” - complimenteer voor goede activiteiten - zijn de daar gemaakte afspraken nagekomen? - zo nee, waarom niet? Visie assistent - assistent geeft visie op samenwerking, zo nodig met concrete voorbeelden - de 2*I luistert en noteert - de 2*I vat samen en vraagt zo nodig door ter verduidelijking - belangrijk: wees eerlijk, bespreek concreet gedrag van een persoon en niet ‘op de man spelen’ Discussie assistent - selecteer de genoemde punten: wat is positief en wat kan beter? - bedenk samen een oplossing voor genoemde knelpunten - maak duidelijke afspraken over welke actie wordt ondernomen door wie en wanneer; leg dit ook vast - leg voor moeilijke punten vast wanneer je erop terugkomt Visie 2*-instructeur - 2*-instructeur geeft visie op samenwerking, zo nodig met concrete voorbeelden - de assistent luistert en noteert; vraagt eventueel door ter verduidelijking - belangrijk: wees eerlijk, bespreek concreet gedrag van een persoon en niet ‘op de man spelen’ Discussie 2*-instructeur - geef de assistent de ruimte om te reageren - bedenk samen een oplossing voor genoemde verbeterpunten - maak duidelijke afspraken over welke actie wordt ondernomen door wie en wanneer; leg dit ook vast Afronding - vat de gemaakte afspraken samen - vraag de assistent hoe hij het gesprek heeft ervaren - maak eventueel een afspraak voor een vervolggesprek

Page 25: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 25 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Page 26: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 26 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

3. Het bewerken van een specialisatie tot een leergang Inleiding In de 1*-instructeursopleiding is uitgebreid aandacht besteed aan de NOB-visie op leren. Wellicht ten overvloede geven we die hieronder nog eens kort weer: Actueel gebaseerd op de huidige stand van de techniek (apparatuur) en

inzichten (Richtlijnen voor Veilig Duiken) en hoe je daar in de praktijk het meest adequaat mee omgaat

Compleet leren van alle relevante kennis en vaardigheden en niet meer dan dat

Intensief met niet meer dan twee buddyparen per instructeur maximale aandacht en begeleiding

Internationaal met een internationaal erkend brevet als resultaat Kwaliteit houvast voor allen door standaard-lesplannen, standaard

lesmateriaal en cursistgerichte, competente docenten Leuk garandeert dat de beginnende duiker snel het water in mag +

duiken is plezier voor twee – consequent doorvoeren van het buddy-systeem tijdens de cursus

Maatwerk • voor de duiker: start mogelijk op een door hem gewenst tijdstip /cursus in een door hem gewenst tempo

• voor de instructeur: vrijheid om eigen methodiek te kiezen (binnen de visie op leren van de NOB)

Succesbeleving steeds het idee dat je vooruitgang maakt Uitnodigend aansprekend cursusmateriaal: foto’s, dia’s, sheets, uitgebreid /

losbladig logboek, demomateriaal, video’s Veilig de opleidingen zijn gericht op leren veilig te duiken Het gaat om vaardigheden, dus cursisten leren door te doen. Kennis is hierbij middel. Als 1*-instructeur heb je geleerd om een les te plannen en uit te voeren. In deze vervolgopleiding ga je leren om een leergang te plannen en uit te (laten) voeren; je gaat dus eigenlijk wat verder vooruit kijken. Het spreekt voor zich dat ook in de leergang die je gaat maken de tien sleutelwoorden uit de NOB-visie op leren worden verwerkt.

3.1 De leergang: een NOB-specialisatie Als uitgangspunt voor het maken van een leergang kies je een specialisatie uit. Je kunt kiezen voor elke specialisatie die je zelf hebt. Met betrekking tot de leergang gelden de volgende eisen:

• de leergang behandelt één volledige specialisatie • de leergang vormt een samenhangend geheel • de leergang is zodanig opgezet dat de lessen toenemen in moeilijkheidsgraad • de leergang bestaat uit theorie- en praktijklessen • er worden zowel tussentijds als aan het eind van de leergang evaluaties

gehouden.

Page 27: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 27 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Bij paragraaf 3.3 vind je een overzicht van de criteria waaraan jouw leergang straks moet voldoen. Je kunt deze lijst gebruiken als ‘checklist’. Als je deze lijst naast het beoordelingsprotocol van PvB 3.1A legt, zul je zien dat de inhoud precies overeenkomt! NB: Veel cursisten vragen zich bij de start van hun opleidingstraject af hoe nu precies de in PvB 3.1A gevraagde leergang eruit ziet. “Tot op welk detailniveau moet dit worden uitgewerkt? Moeten er sheets en PP-presentaties bij?”. De PvB-opdracht van 3.1 bestaat uit twee delen: a. de kandidaat moet een leergang maken b. de kandidaat moet uit die leergang een buitenwaterles helemaal uitwerken én geven. Onderdeel a. heeft een portfoliobeoordeling en b. een praktijkbeoordeling. Kijk je nu naar de beoordelingsprotocollen, dan zie je dat ook terug. Pagina 4 en 5 geven aan wat getoond moet worden bij de uitwerking van de leergang. Pagina 6 t/m 9 beschrijven wat getoond moet worden tijdens de buitenwaterles. Nemen we dan pagina 4 en 5 erbij, dan zien we dat pagina 4 in heel algemene termen is opgesteld. Dit deel van het protocol is namelijk voor alle sportbonden hetzelfde. Kijken we naar pagina 5, dan zien we dat hier elk punt van de vorige pagina 'naar de NOB is vertaald'. Dít zijn dus de punten die in de uitwerking van de leergang aan de orde moeten komen. De cursist moet dus een overdraagbaar ‘spoorboekje’ voor het geven van die specialisatie maken. Daaruit vloeit voort dat bij de uitwerking van de leergang geen sheets of PP-presentaties aangeleverd hoeven te worden. Dat hoort immers bij het uitwerkingsniveau dat daaronder ligt, dat van de lesplannen. Bij de documenten op het NOB Leerplatform zijn drie verschillende leergangen geplaatst als voorbeeld en als ‘inspiratie’. Een methode die door een aantal cursisten in de pilot-opleiding is gebruikt, is de volgende. Ga aan de slag met het maken van een leergang en leg je uiteindelijke resultaat aan je begeleider voor. Lever daarbij óók meteen het door jou ingevulde beoordelingsprotocol van PvB 3.1A in. Zo verzeker je jezelf ervan dat je niets vergeten bent en je wijst je begeleider de weg in jouw document.

3.2 Tijdpad Tijdens de eerste cursusdag komt het maken van een specialisatie tot een leergang aan de orde. Het is handig als je dan al een idee hebt van welke specialisatie jij gaat kiezen. Je gaat met je medecursisten nadenken over manieren waarop je deze klus kunt aanpakken. De ‘checklist’ op de volgende pagina kan daarbij een houvast zijn. Vervolgens ga je aan de slag met het maken van een leergang. Regel daarbij zelf dat je begeleidend Instructeur-trainer jouw werk onder ogen krijgt en kan beoordelen. Wij raden aan dat je nog geen kant-en-klaar eindproduct aan je begeleider voorlegt, maar een ‘tussenstand’. Je begeleidend IT kan hier feedback op geven die je bij het verder afmaken van de leergang al kunt gebruiken. Tijdens dagdeel 5 heb je de leergang af. In het programma is dan ruimte om je leergang te presenteren aan je medecursisten. Je geeft daarbij aan op welke manier jij aan de doelstelling van de specialisatie hebt voldaan. Let op: het gaat er op dit moment niet om dat je de lessen uit de specialisatie of onderdelen ervan gaat geven, maar dat je je werk aan je medecursisten presenteert, waarbij je de gedachtegang die tot je resultaat heeft geleid, toelicht en de gemaakte keuzes motiveert. Je hebt hier circa 10 minuten de tijd voor.

Page 28: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 28 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Eventueel kun je naar aanleiding van de reacties op jouw werk op dagdeel 5 nog aanpassingen doen in je werk. Als je leergang gereed is, zorg je ervoor dat deze beoordeeld gaat worden door een verzoek daartoe te doen bij jouw beoordelend Instructeur-trainer. Het beoordelen van de leergang is Proeve van Bekwaamheid KSS 3.1 A en wordt dus ook volgens het bijbehorende protocol beoordeeld.

3.3 Checklist: overzicht criteria leergang

Analyseren 1. Deelnemers

a. Wie zijn de deelnemers? b. Uitnodigingen voor de cursus

2. Inhoud van de cursus a. Wat willen de cursisten leren? b. Wat kunnen/kennen ze al?

3. Standaard lesplan a. Is er een standaard lesplan van de NOB? b. Ga ik daar van afwijken? c. Wat is mijn motivatie om hier van af te wijken?

4. Accommodatie / hulpmiddelen a. Is er een geschikte accommodatie? b. Welke hulpmiddelen/media heb ik tot mijn beschikking? c. Zijn er assistenten/begeleiders beschikbaar? d. Wat zijn hun bevoegdheden? e. Is het ‘Check de stek’ programma uitgevoerd voor zowel de zwembad- als

de buitenwatersituatie? f. Is dit doorgesproken met de assisterende begeleiders?

5. Briefing a. Is er een algemene briefing voor de cursisten? b. Is er een briefing voor de zwembadlessen? c. Is er een briefing voor de buitenwaterlessen?

Plannen 6. Zijn de doelen van de cursus aangegeven in termen van observeerbaar gedrag

(SMART)? a. Cursusdoel b. Lesdoel

i. Theorieles ii. Zwembadles iii. Buitenwaterles

7. Is voor de buitenwaterlessen aangegeven: a. Welke veiligheidsmiddelen noodzakelijk zijn? b. Welke de materialen/hulpmiddelen noodzakelijk zijn? c. Welke werkvormen gebruikt worden? d. De wijze van groepsindeling per werkvorm? e. Welke opdrachten uitgevoerd moeten worden? f. De tijdsplanning van de opdrachten? g. De wijze van rapporteren van de uitkomsten? h. Welke extra hulpmiddelen/materialen gebruikt kunnen/mogen worden? i. De taakomschrijving van de begeleiders?

Page 29: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 29 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Realiseren 8. Is er voldoende aandacht besteed aan de organisatie van de praktijklessen? 9. Hoe wordt de voorkennis van de deelnemers geactiveerd?

10. Is er ruimte voor persoonlijke aandachtspunten bij de uitvoering van de lessen?

11. Hoe is de NOB-visie op leren geïntegreerd in de lessen? 12. Bevat de leergang een (globale) tijdsplanning per les? 13. Is er gebruik van relevante praktijkvoorbeelden? 14. Hoe wordt er aandacht besteed aan de veiligheid, specifiek bij de

vaardigheidslessen?

Evalueren 15. Productevaluatie

Is aangegeven op welke wijze de productevaluatie gaat plaatsvinden a. Voor de theorielessen b. Voor de zwembadlessen c. Voor de buitenwaterlessen

16. Procesevaluatie Is aangegeven op welke wijze de productevaluatie gaat plaatsvinden

a. Voor de theorielessen b. Voor de zwembadlessen c. Voor de buitenwaterlessen

17. Zijn de deelnemers actief betrokken geweest bij a. De productevaluatie b. De procesevaluatie

Page 30: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 30 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4. Observeren en feedback geven

Inleiding Als 2*-instructeur moet je twee vaardigheden goed beheersen: observeren en feedback geven. Die twee vaardigheden gebruik je vaak, bijvoorbeeld bij het volgen van een leerproces (“is deze duiker inmiddels vaardig genoeg om hem het 1*-duikerbrevet af te geven?”) en het vervolgens houden van een voortgangsgesprek. Ook bij het afnemen van vaardigheidstoetsen en de beoordeling ervan moet je goed kunnen observeren en vervolgens feedback kunnen geven op wat je gezien hebt.

4.1 Observeren Is observeren moeilijk? Ja, in de praktijk blijkt dat objectief observeren bijzonder lastig is: veel mensen kleuren automatisch hun waarneming in met persoonlijke emoties en veronderstellingen. Frank Oomkes, een deskundige op dit gebied, verwoordt het als volgt: “Beschrijvende feedback bevat geen interpretaties van andermans motieven of gevoelens: “Dat deed je omdat je niet alleen..” irriteren niet alleen de ontvanger, ze slaan ook vaak nergens op en leiden tot een zinloos geharrewar. Verder moet de nadruk liggen op losstaande gedragingen, houdingen of waarden en niet op de hele persoon. Dat is preciezer en voorkomt dat je ontvanger zich gaat verdedigen. Het verschil in bewoordingen kan groot zijn. Vergelijk: “Ik vind je een onverschillige vlerk!” met “Ik voelde me gekwetst toen je me op dat feestje niet herkende”. Bovendien ontzeg je hem met dergelijke generalisaties de kans op verandering. Het effect is, dat hij zich afsluit en je verder vermijdt, of een tegenaanval doet. Observeren en feedback geven zijn heel nauw met elkaar verbonden. Je kunt ook stellen dat goed kunnen observeren een voorwaarde is voor het geven van zinvolle feedback.

“INPUT”

feedback: “OUTPUT” Feedback is trouwens beslist niet hetzelfde als kritiek: ook complimenten kunnen – op voorwaarde dat je ze oprecht meent – een prima vorm van feedback zijn, waar de instructeur in opleiding veel van leert. Je bevestigt hem daarmee in zijn gedrag. ‘Misbruik’ het geven van een compliment echter niet om een daaropvolgend punt van kritiek te verzachten.

Observeren

Melden wat je waarneemt.. .. welk effect dat op jou heeft..

Adviezen / suggesties

Page 31: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 31 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Voorbeeld: 2*I 1: “Ik heb gezien dat je tijdens de opstijging heel kalm en geconcentreerd was, maar je vinslag vind ik nog niet goed.” 2*I 2: “Ik heb twee opmerkingen over je les. Ten eerste heb ik gezien dat je tijdens de opstijging heel kalm en geconcentreerd was. Dat is uitstekend! (punt en stilte) Mijn tweede opmerking is dat ik je vinslag nog niet goed vind.”

4.2 Feedback geven: hoe bereik je het beste je doel? Het doel van het geven van feedback is het laten leren van de duiker. Hoe kun jij er nu als 2*-instructeur voor zorgen dat jouw feedback een maximaal rendement heeft? Hierbij spelen drie factoren een rol:

1. onmiddellijke feedback versterkt het leereffect; het gedrag waar het op slaat staat alle betrokkenen immers nog helder voor ogen;

2. de ontvanger moet open staan voor feedback; hij moet zich veilig voelen; 3. gevraagde feedback is effectiever dan ongevraagde.

Van jou als 2*-instructeur wordt dus verwacht dat je continu alert bent op wat er door je leerlingen wordt uitgevoerd. Jij weet hoe de oefening er in ideale vorm uit zou moeten zien en je vergelijkt dit ideaalbeeld steeds met wat je ziet gebeuren. Via handsignalen of – als de situatie dit vereist – via ingrijpen geef jij je leerlingen onmiddellijk feedback op de uitvoering van de oefeningen. En alsof dat nog niet genoeg is, moet je ook je assistenten nog in de gaten houden: zijn zij oplettend? Doen ze wat jij gevraagd hebt? Hebben ze alles onder controle? Ook richting de assistenten geldt dat jouw feedback hun gedrag kan verbeteren. Kijkend naar factor 1 (onmiddellijke feedback) zou jij meteen moeten reageren. Dit zal in veel gevallen echter als resultaat hebben dat factor 2 (de ontvanger moet zich veilig voelen) negatief beïnvloed wordt. Het is immers erg slecht voor je zelfvertrouwen als een assistent in het bijzijn van jouw leerlingen (negatief) commentaar krijgt op zijn handelen. Wat kun jij doen om de instructeur in opleiding open te laten staan voor jouw feedback? Jij moet als 2*-instructeur duidelijk maken, bijvoorbeeld door dit bij aanvang van de evaluatie te vertellen, dat

- de feedback bedoeld is om de duiker te laten leren - de evaluatie een open, tweezijdig gesprek is - toekomstgericht is - en geen consequenties heeft (bijvoorbeeld slagen of zakken).

Dan tenslotte nog factor 3: gevraagde feedback is effectiever dan ongevraagde. Hier kun je als instructeur gebruik van maken door – voorafgaand aan de oefening – de duiker te vragen naar items waarvan hij wil dat jij er extra aandacht aan besteedt. Hiermee kom jij zijn leerwensen te weten én bereik je dat de feedback die je daar straks op gaat geven gevraagde feedback is.

Page 32: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 32 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4.3 Het geven van feedback: drie zinnen die beginnen met “ik ..” Zelfs als je rekening houdt met de drie bovengenoemde factoren als je feedback gaat geven, is er nog steeds een heel grote valkuil waar je gemakkelijk instapt: de manier waarop je je feedback verwoordt. En dat is meer dan een taalspelletje; het beïnvloedt namelijk ook direct de mate waarin de ontvanger open staat voor jouw feedback (factor 2). Het is vaak erg verleidelijk om alle opmerkingen te beginnen met “Jij”: “Jij deed zus en zo..”, “Jij deed het niet goed.” Dat is voor veel mensen heel confronterend en dat leidt er weer toe dat ze meteen in de verdediging schieten en niet meer open staan voor wat jij te zeggen hebt. Feedback formuleer je daarom het beste als een ‘ik-boodschap’. Vergelijk maar eens: 2*I 1: “Jij was heel onrustig en chaotisch bezig tijdens die oefening en daarom moet je dit nog vaker oefenen.” 2*I 2: “Ik zag dat je veel om je heen keek en onrustig ging ademen toen je de ademautomaat uit je mond haalde. Ik denk dat je daardoor je automaat ook lastig weer terug kon vinden. Ik wil deze oefening nog eens met je herhalen.”

Het geven van feedback: 3 zinnen die beginnen met

“ik …” Feedback Geven Adviseren

Het geven van zinvolle feedback is moeilijk en kun je alleen maar leren door het veel te doen. Het geven van feedback kun je tijdens deze cursus veel oefenen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een miniles of een rollenspel. Ook bij het voeren van een voortgangsgesprek of een functioneringsgesprek zijn de principes die we hier beschreven hebben van toepassing.

Waarneming

Adviezen,

Suggesties

Voor Toekomst

Gevoel, Effect,

Reactie op

jou

1. “ik hoor/ zie je … zeggen/ doen”

3. “ik wil wat tips geven voor de volgende keer: ..”

2. “ik zag vervolgens .. gebeuren”

Page 33: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 33 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4.4 Het voortgangsgesprek Een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de 2*-instructeur is het beoordelen van vaardigheden en – nog een stapje verder – het afnemen van vaardigheidstoetsen. Tot op heden was je met name bezig met het beoordelen van op zichzelf staande vaardigheden, zoals bijvoorbeeld de basale duikvaardigheden uit de 1*-duikopleiding. Als 2*-instructeur ga je een leerling langer volgen, dus gedurende zijn hele leerproces. Hier zijn de competenties observeren, analyseren en feedback geven van groot belang: eerst kijken, dan evalueren. Tijdens dagdeel 2 ga je aan de slag met het oefenen van een voortgangsgesprek; evaluatie en communicatie liggen dus heel dicht tegen elkaar aan! We gaan hieronder eerst wat dieper in op de communicatietechnieken die je kunt gebruiken als je mensen wilt opleiden tot zelfstandige en competente duikers. Daarna vind je een soort ‘stappenplan’ voor het voeren van een functioneringsgesprek.

Communiceren vanuit macht of vanuit invloed? Als je wilt dat jouw leerling zelfstandig leert duiken, is communiceren via invloed effectiever dan via macht. Macht maakt tenslotte afhankelijk en zorgt niet voor zelfvertrouwen. Om echt effectief te kunnen communiceren moet je dan ook met name over de vaardigheden in het linker rijtje beschikken: aandacht geven, luisteren, terugkoppelen, doorvragen, ordenen en informeren. Deze zorgen voor het behalen van je langetermijndoelen; oordelen, adviseren en opleggen leiden tot kortetermijnsucces: "Ja" wordt al spoedig "Ja, maar" en dat is "Nee".

jijzelf centraal (macht) de ander centraal (invloed)

Aandacht geven

Luisteren

terugkoppelen

Doorvragen

Informeren

Ordenen

Opleggen

Adviseren

Oordelen

Page 34: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 34 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

1. Aandacht geven Dat doe je zó: - zwijgen - de deelnemer aankijken - ontspannen en uitnodigend zitten of staan - de afstand verkleinen

[Leerling blijft na de bijeenkomst dralen, lijkt geëmotioneerd.] Instructeur Leerling Instructeur

“Is er iets, Peter?” [knikt, maar zegt niets] [gaat bij hem zitten en wacht]

2. Luisteren Nu geef jij als instructeur gerichte signalen aan je leerling op grond van wat deze vertelt en hoe deze het vertelt. Jij hebt dus oor en oog voor de verbale en de non-verbale signalen. Jij toont daarbij acceptatie, begrip, gelijkwaardigheid en interesse. De reacties van jou als instructeur zijn hierbij te verdelen in non-verbale en verbale uitingen. Non-verbaal: Jij 'humt', knikt, lacht, maakt gebaren en gebruikt je stem (toon, volume) overeenkomstig de boodschap van je leerling. [Zie ook de non-verbale gedragingen bij 'Aandacht geven'!] Verbaal: Jij vat de boodschap (inhoud én gevoel én betekenis!) kort samen, stelt een vraag ter aanmoediging, maakt een zin af. Congruentie tussen jouw verbale en non-verbale signalen is natuurlijk een eerste vereis-te als het gaat om effectiviteit! Leerling Instructeur Leerling

[kijkt langs je heen, praat zacht] “Dit wordt niks. Dit is allemaal veel te moeilijk voor mij.” “Je ziet je 2*-opleiding somber in.” [kijkt je aan, praat hard en snel] “Ja, bij die ánderen lukt alles in één keer en ik kan het na zo vaak oefenen nóg niet!”

3. Terugkoppelen Hier ben jij actief bezig je leerling te tonen dat jij begrepen hebt: - wát deze zegt (de verbale uiting), en

- hóe deze het zegt (de non-verbale uiting). Dit doe je door in eigen woorden te herhalen wat jij deze leerling hebt horen zeggen of

zien doen. Zodoende controleer jij jouw interpretatie van zijn boodschap. Dit zal je relatie met de leerling verbeteren en mede daardoor diens leerbereidheid vergroten.

Leerling Instructeur

[kijkt naar de grond, praat fluisterend] “Mijn hemel, dit durf ik nooit. Dat wordt een afgang!” “Deze oefening zie je niet bepaald zitten. Je bent er helemaal terneergeslagen van.”

Page 35: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 35 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4. Doorvragen Jij wilt nu je leerling stimuleren de feiten of gevoelens waarover hij sprak duidelijker te formuleren. Dit vanuit de wetenschap dat het leerproces bevorderd wordt door de leerling zélf te laten formuleren wat hij aan kennis en inzichten verwerft. Daartoe neem je een element uit de woorden of het gedrag van de deelnemer en vraagt daarop door. Let op: deze vragen bevatten geen waarde-oordeel over wat je leerling zegt! Leerling Instructeur Leerling

“Ja, ik zie er niet bepaald naar uit om die diepe duik te maken.” “Waar zie je nou vooral tegenop?” “Nou, eh… tegen die diepte.”

[de instructeur weet niet waar de schoen wringt, dus vraagt hij nogmaals door.] Instructeur Leerling

“Wat denk je dan dat er gebeurt als je op diepte bent?” “Nou, ik ben bang dat ik in paniek raak en al mijn duikvaardigheden vergeet, omdat ik zo diep ben.”

Een paar tips: - stel open vragen (wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom, ...) - vraag door op vaagheden (het, men, soms, je, we, ...) [Vaak zijn dit woorden waarmee de deelnemer zijn persoonlijke verantwoordelijkheid

voor het gebeuren afwijst, bijv. "Het liep niet zo.", "Men vindt dit prima."] - vraag door op generalisaties (altijd, nooit, niemand, de deelnemers, ...) - vraag om voorbeelden - vraag door naar concreet gedrag ("Wat deed je toen Linet dat zei?")

5. Ordenen Hier is jouw doel om de ander zicht te geven op wat hij allemaal heeft duidelijk gemaakt. Je vat de boodschappen die je hebt ontvangen, zowel verbaal als non-verbaal, samen. Instructeur “Dus je ziet er als een berg tegenop om die diepe duik

te maken, omdat je denkt dat je in paniek zult raken en niet meer weet hoe je dan weer boven moet komen.”

Ordenen is belangrijk, omdat je op deze manier het 'wij-gevoel' kan benadrukken: je kan duidelijk maken dat jullie sámen tot bepaalde conclusies zijn gekomen. Dat vergroot de onderlinge betrokkenheid en dus de kans dat de ander zich genoeg gesteund voelt om zélf zijn gedrag te durven veranderen.

6. Informeren Je kan de ander iets vertellen over jouw eigen ideeën en ervaringen. Dit kan je doen in aansluiting op iets wat de ander net verteld heeft of als opening van een nieuw onder-werp. Hierna 'schakel je terug': je geeft aandacht en luistert naar zijn reactie. Instructeur “Ik wil daar wel wat over zeggen: jij denkt dat je in

paniek raakt als je op diepte bent en dat je dan niet meer weet hoe je boven moet komen. Dit zal waarschijnlijk niet gebeuren, omdat je nu al goed geoefend hebt. Bovendien gaan we samen naar beneden en kun je op ieder moment dat jij je niet OK voelt, aangeven dat je weer naar boven wilt. Dan doen we dat meteen.”

Page 36: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 36 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Feedback geven en vragen stellen Twee communicatieve vaardigheden die heel goede instructeurs onderscheiden van ‘gewone’ instructeurs, zijn 'feedback geven' en 'vragen stellen'. Beide bewegen zich op het terrein van invloed: ze zetten je leerling aan tot nadenken over zijn eigen gedrag. Een aantal tips voor het stellen van vragen: - Pauzeer na het stellen van een vraag. Dat stimuleert tot nadenken. Laat bovendien de

antwoorden noteren: 'Denken doe je met een pen!' - Activeer passieve deelnemers. Niet: "Wie weet ...?", maar "Jantien, weet jij ...?"

[Natuurlijk pas, nadat je allen minstens acht seconden denktijd hebt gegeven!] Licht deze misschien op het eerste gezicht wat schoolse aanpak wel even toe. Dan

voorkom je onnodige weerstand! - Speel vragen (en antwoorden) door! - Speel vragen terug! Of aan de vraagsteller, of aan een mededeelnemer. Door alles

klakkeloos te beantwoorden ontneem je de deelnemers veel mogelijkheden om te leren.

- Herhaal je vraag niet! Deelnemers worden lui en bovendien ontneem je hun denktijd door zoveel aan het woord te zijn.

- Stel één vraag tegelijk! Meer vragen tegelijk geven verwarring. - Herhaal het antwoord van de deelnemer niet! Je bent dan teveel aan het woord en bo-

vendien stimuleer je de deelnemers tot het geven van onvolledige antwoorden: de instructeur maakt er toch wel een mooi hapklaar brokje van!

‘Stappenplan’ voor het voeren van een functioneringsgesprek Hieronder vind je al wat aandachtspunten voor het voeren van een voortgangsgesprek. Als je je in de kenmerken van nog meer verschillende soorten gesprekken wilt verdiepen, kun je eens kijken op www.leren.nl. Hier vind je veel informatie. Er wordt van jou als 2*-instructeur verwacht dat je regelmatig voortgangsgesprekken voert met leerlingen van een duikcursus. Op een voortgangsformulier kun je de voortgang op de belangrijkste competenties registreren. Het voortgangsgesprek is bedoeld om de voortgang van de ‘studie’ of opleiding van een leerling te bespreken. Via het voortgangsgesprek, dat op een regelmatige basis plaatsvindt, kan de vinger aan de pols gehouden worden en kan zonodig tijdig worden bijgestuurd. Er kan reden zijn om de afspraken duidelijk vast te leggen. Het initiatief van een voortgangsgesprek kan zowel bij de instructeur als bij de leerling liggen. Gewijzigde omstandigheden kunnen een aanleiding zijn voor een voortgangsgesprek. Bijvoorbeeld als er ziekte of een langdurig buitenlands verblijf in het spel is. In dat geval is het niet alleen netjes om elkaar daarvan bijtijds op de hoogte te stellen, maar gelijk om via een voortgangsgesprek afspraken te maken voor het vervolg van de opleiding.

Doelstellingen In het voortgangsgesprek wordt teruggeblikt op de afgelopen periode en de leerervaringen die opgedaan zijn. Samen met de instructeur wordt bekeken wat de betekenis hiervan is voor je leren in de komende periode. Je formuleert leerdoelen en een bijbehorend plan van aanpak. In een volgend gesprek wordt dan gekeken in hoeverre die leerdoelen behaald zijn of dat ze bijstelling behoeven. De belangrijkste doelstellingen van een voortgangsgesprek zijn dus:

- leerervaringen bespreekbaar maken en hierop reflecteren - richting geven aan het leerproces en de resultaten hiervan evalueren - de groei op de verschillende competentiegebieden vaststellen en feedback

verwerken.

Page 37: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 37 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Welke rollen zijn er tijdens een voortgangsgesprek? Bij een voortgangsgesprek zijn altijd twee partijen aanwezig: de instructeur en een leerling. Er wordt gesproken op basis van volkomen gelijkwaardigheid. Dat wil zeggen dat er tussen de gesprekspartners geen hiërarchische verhouding is. Alleen dan kan een eerlijk en een open gesprek plaatsvinden, waarbij de leerresultaten besproken worden en afspraken gemaakt kunnen worden voor de voortgang in de naaste toekomst. Het is de bedoeling dat tijdens het voortgangsgesprek met de opleider/begeleider de (leer)ontwikkeling besproken wordt. Je blikt terug en je kijkt vooruit. Het gesprek helpt om doelen af te sluiten, bij te stellen en nieuwe of aanvullende leeractiviteiten af te spreken. Zo’n gesprek bestaat in de regel uit drie delen:

1. terugblikken: bespreken van de leerervaringen 2. het leerproces: passen de leerervaringen in de plannen van zowel de instructeur

als de leerling, is de voortgang voldoende? 3. afspraken voor de komende periode.

De voorbereiding Plan het voortgangsgesprek ruim van te voren (in het opleidingswerkplan). Lees vooraf het voortgangsformulier van het vorige gesprek. Heeft iedereen gedaan wat afgesproken is? Probeer je als instructeur zo goed mogelijk van de omstandigheden op de hoogte te stellen. Zijn er bijzondere omstandigheden die het leerproces van de leerling beïnvloeden? Zijn dat persoonlijke omstandigheden of wellicht zaken die door ‘overmacht’ het leren beïnvloeden?

Het gesprek zelf Een voortgangsgesprek heeft altijd eenzelfde gespreksopbouw. Volg deze om ‘vergeten zaken’ uit te sluiten. Maak voor jezelf een agenda; het gaat erom dat alles wat van belang is aan de orde komt en er geen zaken vergeten worden. 1. Opening Doel en duur van het gesprek. Vraag naar de ervaringen van de leerling. 2. Bespreekpunten Vertel waarover je het wilt hebben. Vraag de leerling of hij zaken wil bespreken. Gebruik hiervoor het voortgangsformulier. 3. Bespreken per punt Wat gaat goed en wat gaat niet zo goed? Wat vindt de leerling ervan? Laat de leerling zélf oplossingen bedenken, vul eventueel aan. 4. Afsluiting Vat het gesprek samen. Maak afspraken en vul het voortgangsformulier in. Vraag of alles duidelijk is en of de deelnemer nog vragen heeft.

Page 38: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 38 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

De volgende aandachtspunten kunnen er zonodig bij betrokken worden: Is de planning gehaald? Voortgang van: Theoretische vaardigheden Praktische vaardigheden zwembad Praktische vaardigheden buitenwater Functioneren als buddy Functioneren in de vereniging Laat de leerling reflecteren en zelf oplossingen aandragen. Adviezen ter verbetering van bovenstaande punten. Voortgang in de duikopleiding Persoonlijke zaken: (thuissituatie, financiële situatie, andere hobby’s of sporten, e.d.)

Na het gesprek De leerling legt de afspraken duidelijk vast, geeft de instructeur een afschrift en bergt het origineel in zijn portfolio op. Bij een volgend voortgangsgesprek kan er op teruggekomen worden. Deze gang van zaken lijkt erg formeel, maar het is wel handig – voor de leerling zelf en ook voor de instructeur die meestal wel meer dan één leerling heeft. Het navolgende formulier kan helpen bij het ordenen van de gedachten, zowel voor de leerling als voor de instructeur. Als beiden ieder voor zich een dergelijk formulier invullen, kunnen verschillen in verwachtingspatroon en inzicht gemakkelijk besproken worden.

Page 39: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 39 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Duikopleiding: Niveau: Nummer: Naam leerling:

Invullen met een kruisje P= Positief A= Behoeft aandacht

Naam Vereniging:

1e gesprek

2e gesprek

3e gesprek

4e gesprek

Gespreksdatum Theoretisch inzicht P A P A P A P A 1 Natuurkunde 2 Duiktechniek 3 Medische zaken 4 Tabelgebruik 5 Probleemoplossend vermogen 6 Anders, nl:

Praktische vaardigheden P A P A P A P A 1 Apparatuur gereedmaken 2 Trimmen 3 Hoekduiken 4 Te water gaan 5 Gebruik ALV 6 Bril klaren 7 Handsignalen 8 Oren klaren 9 Snorkelen 10 Buddycheck

Houding P A P A P A P A 1 Betrouwbaarheid 2 Doorzettingsvermogen 3 Gemotiveerdheid 4 Initiatiefrijk 5 Inzet 6 Veiligheid en milieubewustheid

Functioneren in de vereniging P A P A P A P A 1 Aanpassingsvermogen 2 Communicatieve vaardigheden 3 Houden aan clubregels 4 Omgang met anderen 5 Samenwerkingsgerichtheid

Persoonlijke capaciteiten P A P A P A P A 1 Creativiteit 2 Leervermogen 3 Sociale vaardigheid 4 Taalvaardigheid

Page 40: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 40 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Afspraken

Page 41: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 41 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4.5 Het beoordelingsgesprek Als 2*-instructeur neem je ook vaardigheidstoetsen af. Na een vaardigheidstoets houd je een beoordelingsgesprek. Zo’n gesprek wijkt op belangrijke punten af van een evaluatie- of voortgangsgesprek. Voortgangsgesprek Beoordelingsgesprek Vooral gericht op (laten) leren Vooral gericht op beoordelen Tweezijdig, open gesprek Initiatief gaat uit van de instructeur Toekomstgericht Betreft nabije verleden Geen consequenties Gesprek heeft consequenties (PvB) Dus, stel je voor, je zit met een duiker en je gaat beginnen met het beoordelingsgesprek. Er zijn drie klassieke valkuilen waar je voor op moet passen.

1. de ‘wat-vind-je-er-zelf-van’ opening 2*I: “Goed, laten we het hebben over de manier waarop je het slachtoffer bij deze

oefening naar de oppervlakte hebt gebracht. Wat vind je er zelf van?” Dkr: “Eh… nou, wel goed… denk ik..” 2*I: “Hm. Vind je ook niet dat je iets te snel opgestegen bent?” De instructeur uit het voorbeeld brengt de duiker in onzekerheid, omdat hij moet raden naar wat de instructeur wil horen. De gouden stelregel is: als je iets te zeggen hebt, doe dat dan. Dus eerst je eigen oordeel en daarna pas de reactie van de duiker.

2. de ‘wattenbol’-opening 2*I: “Goed; de manier waarop jij het slachtoffer aan de oppervlakte bracht. Ik vind

die, uuh, hoe zal ik het zeggen, wel een beetje te snel.” Kand.: “Oh, hoezo te snel? Ik moest dat slachtoffer toch omhoog krijgen?” IT: “Ja, nou ja, natuurlijk. Je opstijging was erg snel, maar je hield de automaat goed

bij hem in de mond.” De instructeur uit dit voorbeeld legt wel meteen zijn punt van kritiek op tafel, maar na de reactie van de kandidaat gaat hij dat onmiddellijk verzachten.

3. de ‘gewapende overval’-opening IT: “Goed. Ten eerste de manier waarop je het slachtoffer aan de oppervlakte bracht.

Ik vond dat helemaal niets! Je bent veel en veel te snel opgestegen; zo hebben we je dat niet geleerd natuurlijk. Als je op deze manier iemand gaat redden, maak je het alleen maar erger!”

Kand.: “Oh… maar…” IT: “Nee, geen maar! Ik vind dit helemaal nergens op lijken.” Deze instructeur slaat de duiker bijna knock-out met zijn wijze van feedback geven. Zó hard moet het nu ook weer niet. Hoe moet het dan wel? Werk volgens deze punten:

- beschrijf precies wat je hebt waargenomen, dus in termen van concreet gedrag. Bijvoorbeeld: “Ik heb gezien dat jij aanzienlijk sneller dan 10 meter per minuut opsteeg. Daarmee nam je een risico. Was dat nodig?”

- je doseert: één punt tegelijk!

Page 42: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 42 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

4.6 Jouw houding als instructeur Tenslotte plaatsen we hier een paragraaf over jouw houding als instructeur. Die houding heeft immers een directe invloed op de wijze waarop een leerling open staat voor jouw feedback en dus op de mate waarin hij leert. Daarnaast is je houding van groot belang, omdat jij als instructeur een voorbeeldfunctie hebt. Een leerling die nog niets van duiken weet, zal naar jou kijken om te leren hoe hij zich moet gedragen. Dat legt een grote verantwoordelijkheid op je functioneren als instructeur.

Positieve houding Om die laatste stelling – namelijk dat (een positieve) houding essentieel is voor een instructeur – nog eens te onderstrepen, hebben we in de tabel op deze pagina een aantal eigenschappen van een instructeur opgesomd. Bepaal jij nu eens per eigenschap of deze in eerste aanleg samenhangt met ‘vaardigheid’, ‘kennis’ of ‘houding’, door een kruisje in de desbetreffende kolom te zetten. Eigenschappen vaardigheden kennis houding Vakkennis Vertrouwen uitstralen Complexe zaken eenvoudig uitleggen Zaken visualiseren Goed voorbeeld geven Consequent zijn Enthousiast zijn Plezier uitstralen Aanmoedigen / Coachen Demonstreren duikvaardigheden Anticiperen op mogelijke problemen Vind je de uitkomst verrassend? Denk nog eens terug jouw eigen kennismaking met de duiksport. Had jij een goede instructeur? Voelde jij je op je gemak bij hem? Waarom (niet)? Welke eigenschappen moet een instructeur volgens jou hebben om een goede instructeur te zijn? Anderen leren te duiken, plaatst ons in een unieke positie van rolmodel voor cursisten. Of deze positie op je cursisten een positief of negatief effect heeft, hangt volledig af van hoe jij jezelf profileert en hoe professioneel jij je rol als instructeur oppakt. Bedenk dat dit niet alleen tijdens je lessen geldt: óók op clubavonden, tijdens duikreizen en in vergaderingen zal naar je gekeken en geluisterd worden. Toen je nog 1*- of 2*-duiker was, hoefde je je alleen maar om jezelf en je buddy te bekommeren. Dat werd al anders toen je 3*-duiker en aansluitend 1*-instructeur werd. Als 2*-instructeur wordt je rol, je houding, de wijze waarop je lesgeeft “gezien” door je cursisten. Overigens niet alleen door cursisten die een duikopleiding volgen, maar zeker ook door je assistenten, de 3*-duiker of 1*-instructeur. Die zullen jou bekijken als een voorbeeld van hoe ze zelf als instructeur straks gaan functioneren. Ze zullen jouw stijl kopiëren. Bedenk dus ook dat je cursisten en je assistenten je in hoge mate zullen vertrouwen. Het is jouw taak en verantwoordelijkheid dat vertrouwen niet te beschamen.

Page 43: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 43 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Voorbeeldfunctie Als 2*-instructeur heb je dus een voorbeeldfunctie. Hieronder stippen we enkele manieren aan om je voorbeeldfunctie zo goed mogelijk in te vullen.

Kennis en vaardigheden Als het gaat om kennis moet je boven de stof staan: jouw kennisniveau mag niet ter discussie staan. Je bent tenslotte de vraagbaak voor je cursisten. Je eigen vaardigheden als duiker moeten als vanzelfsprekend goed verzorgd zijn, maar er is meer. Je moet als instructeur ook nog in staat zijn om die vaardigheden op demonstratieniveau aan je cursisten te tonen. Zeker niet minder belangrijk is je verantwoordelijkheid om je kennis en je vaardigheden op peil te houden. Met alleen maar het halen van een instructeursbrevet kom je er niet. Je zult jezelf moeten blijven ontwikkelen, zowel op het gebied van kennisverwerving, als ook het onderhouden van je eigen duikskills. Een voorbeeld is EHBDO en daaraan gekoppeld de specialisatie redden. Zoals ons opleidingsprogramma er nu uitziet, zul je na het behalen van je 2*-instructeursbrevet niet meer worden teruggeroepen voor vervolgopleidingen op dit gebied. Dat ontheft je echter niet van de verantwoordelijkheid om nu juist déze vaardigheden en kennis op het gebied van reanimatie/zuurstoftoediening maximaal op peil te houden. Een suggestie is om binnen je eigen vereniging of duikschool ieder jaar de specialisatie Redden te organiseren.

Lichamelijke conditie Het geeft geen pas wanneer je cursisten al hoog en droog boven aan de dijk staan, terwijl jij al puffend en krakend nog bezig bent de trap te bestijgen. Het hebben van een goede conditie is een vereiste voor het uitoefenen van het instructeurschap. Immers, wanneer er zich een noodsituatie voordoet, wordt er wel van jou verwacht dat er gehandeld wordt!

(Duik)regels Houd je aan de duikregels. Het opvolgen daarvan is net zo belangrijk voor jou als instructeur, als voor iedere andere duiker. Je bent wellicht beter opgeleid, maar de fysiologische grenzen zijn ook op jou van toepassing.

Page 44: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 44 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Instructeur = ambassadeur Tenslotte ben je ook een ambassadeur voor de duiksport, je duikvereniging en voor de Nederlandse Onderwatersport Bond. Er is niets op tegen om intern kritisch de ontwikkelingen in de bond te volgen, zeker als het gaat over opleidingen; zo hoort het ook in een vereniging. Laat je stem horen op een Algemene Ledenvergadering of tijdens een trainersoverleg. Doe dat echter wel op het juiste moment en op de juiste plaats. Naar de buitenwacht toe is het mooi wanneer je je eigen NOB-duikclub promoot en indien nodig verdedigt. Spreek positief over de organisatie waar je zelf voor hebt gekozen en waar je een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Bedenk dat referentie het sterkste reclamemiddel is. Dus als je wilt dat je club, maar ook de NOB groter en sterker worden, moet je een positieve en professionele houding uitstralen. Tot slot van deze paragraaf geven we hier nog tien stellingen met betrekking tot houding die het leren heel veel leuker en aangenamer kunnen maken:

1 iedereen participeert, niemand domineert 2 er is geen hiërarchie in de klas, iedereen is gelijk 3 deel relevante ervaringen, geen war stories 4 behandel iedereen zoals je zelf behandeld wilt worden 5 wees nieuwsgierig, overdenk, oordeel maar veroordeel niet 6 samen beter worden, versterk elkaar 7 leer van en waardeer uniekheid en verschillen 8 respecteer ieders eigen normen en waarden 9 keep an open mind 10 het mag naast een leerzame ook een leuke cursus worden

Page 45: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 45 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Page 46: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 46 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

5. Waarborgen van duikveiligheid in het buitenwater Inleiding Over het waarborgen van de veiligheid van je cursisten heb je als 1*I al heel veel geleerd! Om je geheugen op te frissen, kun je nog eens teruggrijpen op de theorie in hoofdstuk 7 van de lesmap van de 1*I-cursus, bij de paragraaf ‘Tips en tricks voor jouw zwembadles’. Alles wat daar staat, geldt natuurlijk ook (vooral!) in een buitenwatersituatie. Het lesgeven in buitenwater is een belangrijk deel van jouw opleiding tot 2*-instructeur om de volgende redenen:

1) Het trainen in het buitenwater is een heel belangrijk onderdeel van iedere sportduikopleiding. In het buitenwater leren duikers omgaan met de werkelijke omstandigheden, zoals kou, zicht en diepte, in combinatie met het gebruik van extra uitrustingsstukken, zoals het duikpak, handschoenen etc.

2) In de visie op leren en kwalificeren van de NOB stellen we onder andere dat duikers adequaat moeten kunnen handelen in concrete situaties en dat we de probleemoplossingsbekwaamheid willen vergroten. Alhoewel we in het zwembad zoveel mogelijk trainen op en verwijzen naar de buitenwateromstandigheden, kunnen we nooit (en zeker niet in Nederland) in het zwembad omstandigheden creëren die gelijk zijn aan die van het buitenwater.

3) Alleen onder reële omstandigheden kan de duiker in opleiding zijn vertrouwen en onafhankelijkheid opbouwen.

5.1 Waarin verschilt een zwembadles van een buitenwaterles?

1) In het zwembad leert een duiker uitsluitend vaardigheden aan; in het buitenwater gaat hij ze leren toepassen.

2) In Nederlands buitenwater kun je als instructeur in tegenstelling tot het zwembad zelden een vaardigheid demonstreren.

3) Procedures voor veiligheid en controle worden (nog) belangrijker, omdat de omstandigheden in het buitenwater niet zo voorspelbaar zijn als in het zwembad.

4) In het zwembad kun je de vaardigheden een voor een aan de duiker aanleren, met ruimte voor tussentijdse evaluaties, terwijl het geven van buitenwaterlessen een geïntegreerde benadering vereist.

Page 47: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 47 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

5.2 Duikveiligheid door een goede voorbereiding Een goede voorbereiding kan je helpen bij het waarborgen van de (duik)veiligheid van alle deelnemers aan een buitenwaterduik Ruim voor aanvang van de duik

• Kies een duiklocatie die voldoet aan de behoefte van de geplande opleidingsduik. Denk aan diepte, bodemverloop, stroom en scheepvaart en de mogelijkheden om toezicht te houden.

• Neem in de planning een alternatieve duikplaats op, het liefst niet ver van de oorspronkelijk geplande locatie. Soms is het door omstandigheden niet mogelijk om op de primaire duiklocatie te duiken.

• Bezoek vooraf de geplande duiklocaties (overdag), zodat je je leerlingen een beeld kunt geven van de omstandigheden ter plaatse.

• Laat vooraf kaarten zien van de gekozen plek en enthousiasmeer je leerlingen over jouw keuze.

• Visualiseer en oefen vooraf je les en maak effectief gebruik van je leitje. • Zorg dat je het lesplan, de oefeningen die je leerlingen moeten doen en je

(de)briefing op een leitje genoteerd hebt. • Gebruik goede duikmaterialen; regelmatig onderhoud geeft zekerheid • Controleer je spullen bij het inpakken • Gebruik een checklist bij het inpakken van je duikspullen; hanteer een vast ritueel • Neem reservemateriaal mee • Check de druk in je fles; duik altijd met een volle fles • Vergeet je logboek niet • Maak eventueel een getijdenberekening of neem deze mee • Verzeker jezelf ervan dat je goed uitgetrimd bent. Voldoende lood? (zout water

kilootje extra) • Wees er op bedacht dat je hulp moet kunnen verlenen aan je buddy. Leef je eens

in zo’n situatie in • Neem eten en (warme) dranken mee indien nodig; niet met lege maag duiken,

maar ook niet te zwaar eten • Zorg ervoor dat je goed uitgerust bent, dus niet “doorzakken” de avond ervoor • Check vooraf zaken zoals parkeergeld, douchespullen, telefoongeld, verlichting • Controleer vooraf de weersverwachting i.v.m. kleding • Vertrek op tijd, om ruim van te voren op de duikstek aanwezig te zijn

Kort voor aanvang van de duik

• Neem vooraf de uitvoeringseisen van de oefeningen nog eens door • Gebruik een duikjournaal/intekenlijst voor de registratie van het in- en uit het

water gaan van de duikers. • Geef in je briefing een oriëntatie van de duikplaats en geef een route als het gaat

om de vaardigheden die je met je leerlingen wilt trainen. • Geef in je briefing ook aan welke veiligheidsmaatregelen je hebt genomen, zoals

de plaats van de zuurstofkoffer en EHBO-koffer, de vluchtauto en je communicatiemiddelen.

• Gebruik assistenten om de controle over je groep leerlingen te vergroten; zorg ervoor dat jouw assistenten weten wat hun taak is.

• Wees gevoelig voor signalen die je leerlingen afgeven als het gaat om behoeften, comfort en veiligheid.

• Doe een goede buddycheck en neem de handsignalen door • Controleer de eventuele speciale uitrustingsstukken • Overtuig je van de duikplanning; plan je duik en duik je plan • Neem in overweging de duik af te blazen wanneer het zicht tot nul gereduceerd is

of wanneer andere omstandigheden zich aandienen die maken dat het onverantwoord is/wordt om te gaan duiken (naderend onweer)

Page 48: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 48 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

• Zorg tijdens de duik voor steun aan de oppervlakte en hulp bij het in- en uit het water gaan. Denk daarbij aan eventuele materialen, zoals lijnen, als extra hulp voor het in- en uit het water gaan.

Let op: op de I-handleiding op CD vind je in deel III een uitgebreide tekst over briefing en debriefing. Doe daar je voordeel mee!

5.3 Duikveiligheid tijdens de duik Jij bent in opleiding voor 2*-instructeur, dus we hoeven jou niet meer te vertellen hoe je veilig duikt… Voor jou is de rol van instructeur in het buitenwater echter wél nieuw. Hoe zorg jij in die rol voor maximale duikveiligheid?

• Ga bij het te water gaan niet gelijk kopje onder, maar neem even de tijd om te wennen aan temperatuur en omgeving; communiceer met je leerling en je assistent(en)

• Maak een rustige, gecontroleerde afdaling en zwem rustig tijdens de duik; bouw eventueel wat rustmomenten in

• Communiceer met je leerling(en) en assistent(en) • Duik binnen de gemaakte afspraken (plan je duik en duik je plan) • Bij slecht zicht onder water kun je gebruik maken van een buddylijn om met je

leerling in contact te blijven • Schroom niet om handcontact met je leerling te zoeken • Pas je aan aan onverwachte situaties • Laat de onervaren leerling aan de ‘binnenzijde’ zwemmen (tussen de instructeur

en de oever) • Wissel regelmatig het OK-teken uit met je leerling en je assistent(en); laat hen

merken dat je op ze let, maak oogcontact, kortom communiceer! • Haal geen geintjes met je leerling uit die hem in verwarring kunnen brengen • Accepteer onvoorwaardelijk het beëindigen van de duik als je leerling dat wil • Let op luchtverbruik van jezelf en je leerling • Op het moment dat er zich onvoorziene omstandigheden voordoen….stop, adem,

denk en doe! • Attendeer je leerling(en) op wat je ziet

5.4 (Duik)veiligheid na de duik Als je met je leerling(en) weer aan de oppervlakte komt, ben jij nog niet klaar. Als instructeur coördineer jij het aan wal gaan. Daarna is het tijd voor de debriefing.

• Help je leerling(en) en assistent(en) de kant op • Stem af of iedereen goed zich voelt • Spreek af waar en wanneer je – omgekleed en wel – weer bij elkaar komt voor de

debriefing • Neem de tijd om bij te komen van de duik en/of lange wandeling • Zorg voor warme kleding; voorkom onderkoeling. Drink om vochtverlies te

compenseren, eventueel warme dranken tegen afkoeling • Evalueer de duik met de leerling(en) en assistent(en) • Maak zaken die je zijn opgevallen, bespreekbaar; blijf daarbij rustig • Vertel over je eventuele problemen en vraag wanneer er iets niet duidelijk was/is;

luister ook aandachtig naar het verhaal en de ervaringen van je leerling of assistent.

Page 49: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 49 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

5.5 Zelf oefenen: het organiseren van een buitenwaterduik Neem een voor jou bekende duiklocatie in gedachte; een locatie waar je zelf menig opleidingsduik hebt gemaakt. Beantwoord dan deze vragen:

1) Aan welke logistieke zaken moet ik denken, welke uitrusting neem ik mee en hoe ziet mijn opleidingsteam eruit?

2) Hoe is het met de toegang van het duikwater geregeld, waar moeten eventuele boeien en lijnen worden bevestigd, moet er een gedeelte van het buitenwater worden afgezet, plaats duikvlag?

3) Wat is tijdens het uitvoeren van de vaardigheden onder water de positie van mijn leerlingen en mijn assistent? Welke volgorde van het aanleren van de duikvaardigheden ga ik hanteren?

4) Aan welke veiligheidsmiddelen moet ik denken/meenemen? 5) Waar moet ik nog meer aan denken om er zeker van te zijn dat mijn leerlingen

aan de uitvoeringseisen kunnen voldoen (zicht, diepte, afstand, etc.)? 6) Tijdsmanagement: het uitvoeren van de vaardigheden en de tijd die nog over

moet blijven voor het maken van een toertje. Hoe ga ik dat plannen?

5.6 De ‘model-instructeur’ Hieronder lees je hoe jouw gedrag er – idealiter – uit zou moeten zien bij de voorbereiding, uitvoering en nabespreking van een buitenwaterduik. De criteria zijn verdeeld over de volgende vier onderdelen van een buitenwaterduik: 1) Briefing (zie ook I-handleiding deel III; document Briefing / debriefing) 2) Oplossen van problemen/bewaken van de veiligheid 3) Controle en inzet assistenten 4) Debriefing

1) Briefing: • Houd je briefing kort, noteer deze vooraf op een leitje, maar voorkom dat je gaat

voorlezen. • Stel (indien nodig) alle deelnemers aan elkaar voor en heet iedereen welkom. • Geef informatie over de duiklocatie en veiligheidsvoorzieningen. • Noem de doelstelling van de oefeningen die op de planning staan. Benadruk

daarbij de waarde van de oefening: wat hebben je leerlingen er aan, wat kunnen ze er mee?

• Neem nog even kort de stappen door van de vaardigheden die je leerlingen gaan oefenen. Let daarbij op signalen van je leerlingen of ze het een en ander hebben begrepen. Verifiëren!

• Welke handsignalen worden specifiek voor deze oefening gebruikt? Benadruk indien nodig specifieke signalen in relatie tot afwijkende omstandigheden, zoals kou.

• Geef aan hoe de organisatie van de buitenduik gaat verlopen: wie, wat, waar en wanneer. Geef duidelijke opdrachten en spreek duidelijk uit wat de uitvoeringsvereisten zijn. Wat is de inzet en rol van je assistenten?

• Doe indien mogelijk op het droge een demonstratie of oefening van de vaardigheden die in het buitenwater worden getraind (bijv. reddingsgrepen).

Page 50: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 50 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

2) Oplossen van problemen/bewaken van de veiligheid: • Anticipeer op mogelijke problemen door voorzieningen te treffen om hier op te

reageren of om deze te voorkomen. • Neem bij eventuele problemen niet direct het heft in eigen handen. Laat toe dat

de leerling zichzelf corrigeert, zolang het maar niet de veiligheid in gevaar brengt. • Wanneer de veiligheid wel in gevaar komt, reageer dan direct. Blijf om die reden

dan ook altijd binnen grijpafstand van je leerling. • Wanneer je hebt ingegrepen of hebt gecorrigeerd, moet je onder water met je

leerling zodanig communiceren dat hij begrijpt wat er fout is gegaan en hoe hij het kan verbeteren. Een onderdeel kan zijn dat je aangeeft wat wel de goede techniek zou moeten zijn. (bijv: inflatorslang goed omhoog houden bij het afblazen van het trimvest)

• Creëer altijd een situatie waarin de leerlingen zich veilig voelen. Kijk goed naar de plaats, de bodemstructuur, waar je met je leerlingen gaat oefenen. Platforms verdienen de voorkeur. Denk aan obstakels onder water en let op dat je het onderwaterleven bescherm tegen beschadiging.

3) Controle en inzet van assistenten: • Waak voor de veiligheid van je leerlingen, je assistent(en) en last but not least,

voor jezelf. • Blijf attent op het werken binnen de brevetdoelstellingen. Voorkom dat je de

leerling duikvaardigheden laat uitvoeren die niet bij zijn niveau horen. Jouw eisen lopen wellicht niet synchroon met de geldende uitvoeringseisen. Pas je dus aan; houd je aan de regels van onze NOB-organisatie.

• Hou de beschikbare tijd goed in de gaten en ook hier geldt weer: blijf binnen de brevetdoelstellingen en afspraken werken. Duik niet langer en/of dieper dan wat je in de briefing hebt aangegeven en wat er in de brevetdoelstellingen staat omschreven.

• Zet je assistent(en) effectief in. Let op de positie van je assistent(en). Ze moeten zich op een plaats ophouden waar ze de leerling kunnen observeren (en desnoods kunnen vastpakken), die niet jouw onmiddellijke aandacht heeft. Jij moet zodanig positie kiezen dat onderlinge communicatie mogelijk is tussen alle assistenten en jou zelf.

4) Evaluatie en debriefing: • Geef je leerling als eerste de gelegenheid om op zijn handelen te reflecteren. • Het is belangrijk in je evaluatie nogmaals je doelstelling van de oefening te

noemen. Stel daarnaast ook vast of de oefening is gehaald of niet. Ook als de leerling de oefening niet voldoende heeft uitgevoerd, is het belangrijk om aspecten van de vaardigheid die de leerling wel correct heeft uitgevoerd te benoemen. (Alhoewel de stijgsnelheid te hoog was, was de opstijging wel regelmatig, keek je goed om je heen en had je goed contact met je buddy.)

• Het is ook belangrijk in je debriefing nogmaals de waarde van de oefening te noemen en hoe dit tijdens de oefening was toegepast.

Herhaal nog even de uitvoeringsvereiste waaraan de leerlingen hebben voldaan of hadden moeten voldoen. Hebben zich specifieke problemen voorgedaan, benoem ze dan ook en geef suggesties om deze problemen in de toekomst te voorkomen en hun prestaties te verbeteren.

Page 51: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 51 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

5.7 Rollenspel De toetsingscriteria voor een buitenwaterles (zie volgende paragraaf) worden gebruikt als een beoordelingsdocument door de Instructeur-trainer die het dagdeel begeleidt. Let op: dit is geen beoordeling die ‘meetelt’ voor de PvB’s, maar de puntentelling geeft jou als cursist wel een beeld van welke handelingen essentieel zijn bij het coördineren van een duik.

Rollenspel ‘Waarborgen van de duikveiligheid’ Er wordt gedoken in groepen van vier personen (en een IT): 2*I-cursist 1 = duiker / leerling 2*I-cursist 2 = duiker / leerling 2*I-cursist 3 = 2*-instructeur 2*I-cursist 4 = assistent én observant Instructeur-trainer = observant (van allen) Een van de leerlingen wordt halverwege de les onder water onwel. De 2*-instructeur moet deze situatie dan voor alle deelnemers adequaat afhandelen. Let op: het doel van deze oefening is niet het oefenen van een redding! Dat kun je immers al. Het gaat vandaag om observeren, analyseren (herkennen van problemen) en feedback geven. En daarbij telt de inhoud van de feedback net zo zwaar als de wijze waarop de feedback bij de nabespreking gegeven wordt!

Page 52: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 52 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Toetsingscriteria voor een buitenwaterles

1) Briefing (totaal te behalen punten 20)

De instructeur: - geeft juiste informatie 3 - leest geen briefing uit zijn notities voor 2 - geeft doel en inhoud aan en deelt deze met zijn deelnemers 4 - geeft de waarde van de oefening aan 4 - legt de signalen in relatie tot de vaardigheid uit 2 - geeft de organisatie van de oefening(en) aan met daarin de opdrachten wie, wat, hoe lang, resultaat, inzet assistent 3 - herhaalt hoe de vaardigheid gedaan moet worden, waarbij hij verifieert of de opdrachten begrepen zijn 2

2) Oplossen van problemen/bewaken van de veiligheid (totaal te behalen punten 36)

De instructeur: - herkent een situatie waardoor de deelnemers in problemen zouden kunnen raken 12 - herkent een probleem, zonder dat daarmee de veiligheid in gevaar komt 6 - reageert correct op een probleem 4 - geeft aanvullende informatie na het probleem met de juiste techniek duidelijk te hebben gemaakt 8 - creëert een situatie waarin alle deelnemers zich veilig voelen 6

3) Controle en organisatie (totaal te behalen punten 30)

De instructeur: - waakt voor de veiligheid tijdens de les 12 - let erop dat er gewerkt wordt binnen de brevetdoelstellingen van de deelnemers 6 - houd de beschikbare tijd in de gaten 6 - zet zijn assistenten effectief in 6

4) Debriefing (totaal te behalen punten 14)

De instructeur: - geeft bij de debriefing de cursist als eerste de kans op zijn eigen handelen te reflecteren 2 - noemt de doelstelling nogmaals en stelt vast of deze is gehaald of niet 5 - noemt nogmaals de waarde van de oefening 5 - bespreekt de eventuele problemen, al of niet in relatie tot de veiligheid 2 Totaal aantal te behalen punten is 100. De kandidaat moet minimaal 70 punten behalen.

Page 53: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 53 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Page 54: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 54 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

6. Organiseren van een activiteit Inleiding Vaak is een 2*-instructeur dé persoon bij uitstek om een activiteit te organiseren. De term ‘activiteit’ is heel breed, maar je zou deze concreter kunnen invullen met bijvoorbeeld oefenduiken in het buitenwater, een complete specialisatie, een verenigingsduik of een introductieduik. Bij het organiseren van een activiteit komt het niet alleen aan op jouw duikvaardigheden, maar ook op je organisatietalent. Hoe zet je een leuk idee om in een aantrekkelijke activiteit? Hoe informeer je de mogelijke deelnemers daarover? Hoe zorg je ervoor dat je voldoende begeleiders hebt? Hoe zit het met de plaatselijke verordeningen? Enzovoort. Voor dit hoofdstuk hebben we het beoordelingsprotocol voor PvB 3.3 Organiseren van een activiteit als uitgangspunt genomen. Sommige deelcompetenties spreken voor zich, maar over andere wil je wellicht wel eens wat meer weten. Waar dit van toepassing is, verwijzen we naar reeds bestaande documenten die je hierover kunt raadplegen.

Maakt voor de organisatie gebruik van een draaiboek De organisatie kun je voorbereiden aan de hand van een draaiboek. Door systematisch alle gegevens te noteren met betrekking tot

- datum - tijd - plaats - omschrijving activiteit - taakbeschrijvingen van alle deelwerkzaamheden - medewerkers - (mogelijk) aantal deelnemers - kosten / prijs - evt. extra benodigde materialen - uitnodigingen / PR

sla je twee vliegen in één klap. Ten eerste wordt precies duidelijk welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd op welk moment en welke mensen je daarvoor nodig hebt. Het komt de kwaliteit van de activiteit dus ten goede. Ten tweede zorg je er op deze manier voor dat de vereniging de volgende keer voor deze activiteit niet opnieuw het wiel hoeft uit te vinden: het hele overzicht ligt al kant en klaar op de plank en dat scheelt tijd. Lees meer: op de I-handleiding op CD-rom in deel III staat de tekst “Duikevenementen”. Deze tekst is nog geschreven vanuit het oogpunt van de duikleider, maar bevat even goed allerhande nuttige tips over het concrete organiseren van een activiteit. Lees meer: de NOB heeft een Introduik-CD en een Opfris-CD beschikbaar. Hierop vind je kant en klare draaiboeken, PP-presentaties en PR-materiaal. Lees meer: via de NOB Kennisbank kun je wellicht een draaiboek vinden van een activiteit die door een andere vereniging al helemaal is uitgewerkt.

Rapporteert over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit Als je straks PvB 3.3 Organiseren van een activiteit aflegt, rapporteer je aan je beoordelaar. In de praktijk zul je als 2*-instructeur echter rapporteren aan de persoon of groep die daar in jouw vereniging voor aangewezen is. Meestal is dat het bestuur, het instructieteam of de evenementencommissie.

Page 55: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 55 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Houdt rekening met beschikbare middelen en materialen Vanzelfsprekend zorg je ervoor dat de voor de geplande duik benodigde extra materialen worden meegenomen. Daarnaast analyseer je de situatie ter plekke: je voert een Check de Stek uit en je zorgt ervoor dat je op de hoogte bent van eventuele plaatselijke verordeningen. Lees meer: Sla de tekst van hoofdstuk 7 van je lesmap 1*-instructeur er nog eens op na. Hierin vind je onder meer nuttige informatie over wetten en verordeningen.

Werkt samen met anderen

Zorgt dat iedereen weet wat er van hem wordt verwacht Je maakt dus van tevoren een taakbeschrijving voor de medewerkers aan de activiteit. Vanzelfsprekend houd je daarbij rekening met niveaus en bevoegdheden. Vervolgens ben jij er als organisator van de activiteit voor verantwoordelijk dat je alle medewerkers inlicht over wat jij van ze verwacht. Dit kun je doen via een briefing. Lees meer: Op de I-handleiding op CD-rom in deel III staat de tekst “Briefing en debriefing”.

Draagt verantwoordelijkheid en neemt beslissingen Als organisator van de activiteit kun je zelf alles uitvoeren, maar dat hoeft niet! Je kunt ook alle taken neerleggen bij medewerkers. Je bent echter wél aanwezig tijdens de activiteit. Jíj draagt de verantwoordelijkheid voor een soepele gang van zaken, jíj bent ook het eerste aanspreekpunt voor vragen of problemen en van jou wordt een oplossing verwacht.

Handelt de activiteit af Je brieft de medewerkers, volgt de gang van zaken en neemt beslissingen indien nodig. Na afloop van de activiteit evalueer jij met de deelnemers en de medewerkers de activiteit op proces en product. Tenslotte zorg je ervoor dat de duikstek netjes achtergelaten wordt en dat eventueel geleende materialen weer bij de eigenaar terugkomen.

Stemt de activiteit af op de belevingswereld van de sporters Vóór of bij aanvang van de activiteit inventariseer je zowel de motieven als het niveau van de deelnemers. Dit is voor jou waardevolle informatie waar je – indien mogelijk – op inspeelt.

Treedt op bij onveilige situaties Zoals gezegd, draag jij de verantwoordelijkheid voor een soepele gang van zaken. Daaruit vloeit dit punt voort. In de praktijk betekent dit dat je handelt in lijn met de Richtlijnen voor Veilig Duiken en ingrijpt als de situatie dat vereist.

Page 56: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 56 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

7. Leren van de praktijk: intervisie

Inleiding Soms kom je als instructeur een situatie tegen waarin je eigenlijk niet goed weet hoe je ermee om moet gaan. In de praktijk verloopt immers lang niet alles ‘volgens het boekje’. In zo’n geval kan het bijzonder handig zijn om met collega-instructeurs je ‘probleem’ eens te bespreken. Je krijgt dan feedback op hoe je tot op heden gehandeld hebt en meestal ook een paar mogelijke oplossingsrichtingen aangereikt. Intervisie is een methode om met collega’s of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse praktijk. In de opleiding gaan we deze methode toepassen in dagdeel 5. Hierbij staat het volgende ‘probleem’ centraal: als 1*I beoordeel je simpele, op zichzelf staande vaardigheden. De 2*I beoordeelt een complex van vaardigheden, oftewel de probleemoplossingsbekwaamheid van een leerling. Wat betekent dit voor jouw manier van beoordelen? In dit hoofdstuk vind je twee teksten over intervisie. Het eerste is van de hand van Niko Stammes, managementtrainer en coach. Dit stuk is verschenen in de Gids voor Coaching en hier integraal overgenomen. De tweede tekst is een hoofdstuk uit het boek ‘Werken aan kennis’ (H. Dekker et al., Kessels en Smit, The Learning Company, Utrecht). Lees deze teksten door als voorbereiding op de intervisie-opdracht in dagdeel 5.

Page 57: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 57 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Een visie op intervisie 1. Inleiding 2. Intervisie: geschiedenis van stilstand en vooruitgang 3. Waarom intervisie 4. Wat is intervisie eigenlijk? 5. Voor wie is intervisie geschikt? 6. Waar gaat intervisie over? 7. Wat is de werkwijze in de intervisie? 8. Hoe wordt intervisie geïmplementeerd in de organisatie? 9. Tot slot 10. Over de auteur

Inleiding Toen de redactie van de Gids voor coaching mij benaderde voor het schrijven van een artikel over intervisie, moest ik gelijk denken aan de eerste keer dat ik hiermee in aanraking kwam. Dat was in de 70-er jaren op de Sociale Academie. Nu in de afgelopen 10 jaar voer ik als consultant intervisie in bij tal van commerciële ondernemingen. Hetzelfde woord in een heel ander perspectief. Dit artikel gaat over het ontstaan van intervisie. Wat het is en wat het niet is en waarom dit zo’n goed middel is. Voor degenen die het begrip intervisie niet kennen alvast een voorschot: Intervisie is onderlinge advisering in kleine groepen van mensen met een vergelijkbaar werkniveau. In de intervisie bijeenkomsten worden praktijkvraagstukken van de deelnemers zelf behandeld. Bij de bedrijven waar ik zelf intervisie-bijeenkomsten heb geleid of ingevoerd valt me iedere keer weer op hoeveel mensen hiervan leren. Met dit artikel wil ik dan ook mijn fascinatie voor intervisie en wat het te bieden heeft, overbrengen.

Intervisie: geschiedenis van stilstand en vooruitgang In de jaren 70 ontstonden wachtlijsten bij de IMP’s (Instituut voor Multidisciplinaire Psychotherapie) als gevolg van een grote run op therapieën. Therapeuten werden daardoor gedwongen om effectiever en efficiënter te gaan werken. Dat dit een lastig fenomeen is laat zich raden omdat deze specialisten -net zo min als andere specialisten- niet direct in hun keuken lieten kijken of verantwoording af wilden leggen. Creatieve geesten werkten aan een handige oplossing en zo ontstond een nieuw fenomeen: “de wachtkamertherapie”. Dit was een groepje mensen met vergelijkbare problemen. Met minimale begeleiding (denk aan ruimte, koffie en een eenmalige aftrap) gingen deze groepen aan ‘zelftherapie’ doen. Dit zoethoudertje had een onverwachts effect. Uit een onderzoek bleek namelijk dat deze wachtkamertherapie een vergelijkbaar resultaat had als de andere therapievormen! De reactie uit de therapeutenwereld liet niet lang op zich wachten: “ja aandacht scoort altijd, maar voor echte verandering is meer nodig”. Daar viel ongetwijfeld iets voor te zeggen. Tegelijkertijd deed dat nogal afbreuk aan een fenomeen waar de jaren 60 en 70 patent op hebben gekregen: het fenomeen van de zelfwerkzaamheid. Wanneer mensen zelf verantwoordelijk zijn, zelf aan een oplossing gaan werken is de kans dat die oplossing wordt toegepast groter. En ook kan het wel eens waar zijn dat mensen in groepsverband iets kunnen leren van elkaars’ervaringen, elkaars’ vragen en inzichten. In die tijd van zelfhulpgroepen, collegiale consultatie, lage drempels, afbraak van autoriteit ontstond ook in feite opnieuw de intervisie.

Page 58: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 58 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Opnieuw? Ja want net na de 2e wereldoorlog kende men in de wederopbouw van Japan een vergelijkbaar fenomeen. Duran, Crosby en Demming -de later bekende kwaliteitsguru’s begeleidden deze wederopbouw van de industrie. Zij sloten aan bij een bekend Japans fenomeen wat bekend staat als Kai-Zen: “het morgen beter doen dan vandaag”. Aan het eind van iedere productiedag kwamen groepjes arbeiders bij elkaar om in zo genaamde kwaliteitscirkels te overleggen wat er morgen beter zou kunnen. Belangrijk kenmerk was dat er in deze groepjes geen niveauverschil was. En zo kent de intervisie een aantal bronnen: Japan, het kwaliteitsdenken, zelfhulpgroepen en collegiale consultatie. Intervisie werd - zoals gezegd - met name populair in de jaren 70. Het idee om met een vaste groep een aantal zittingen te houden met oog voor elkaars leerproces werd zeer positief ervaren. Leren met elkaar in plaats van leren van een deskundige bleek een succesformule. Bleek?… Nou ja, léék - want geheel in de stijl van de seventies gingen veel groepen ten onder aan de stuurloosheid. Zo is er een verhaal bekend van een toenmalig CAD (Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs) waarbij het voltallige personeel aan het eind van de werkweek op de zolder van het pand neerplofte op de daarvoor uitgestalde zitzakken en poefs (of waren dat poeven?). “Wie heeft er wat?”, zo luidde de vraag. Een grote groep zei niets, want het weekend lokte. Er kwam altijd wel iemand die de gelegenheid te baat nam voor het uiten van onvervalste kritiek. Degene aan wie de kritiek gericht was, mocht daar niet tegen in gaan, want dan “ga je in de verdediging”. Dan werd er aan anderen gevraagd om “herkenning” en zo kon het gebeuren dat je juist voordat het weekend begon, in een poel van openheid fijntjes werd gekielhaald. Te sterke leiding bij deze sessies was niet aan de orde, want “dit bepalen we zelf wel”. In de jaren negentig ontstond in tal van sectoren hernieuwde belangstelling voor deze leervorm. Hier vallen enkele aanleidingen voor te vinden. Als eerste aanleiding wil ik de volgende noemen: de rol van het management onderging een stevige verandering. Door ontwikkelingen als internationalisering en de opkomst van informatietechnologie, werd het management als beheerstaak steeds complexer. De taken waarvoor mensen stonden werden ook complexer. Het opleidingsniveau van het personeel ging gestaag omhoog en bij deze ‘kenniswerkers’ ontstond meer en meer de behoefte om zich in het werk professioneel te ontwikkelen. Ook ontstond in het licht van de bijna volledige werkgelegenheid een andere attitude bij mensen. Wat heeft het bedrijf mij te bieden is tegenwoordig een normale vraag i.t.t. 15 jaar geleden. Mede hierdoor vond een enorme opleving plaats van het Human Resources-denken met fenomenen als zelfsturende teams, empowerment, lerende organisatie. Kortom: ontwikkelingen die de mens centraal stelden. Ontwikkelingen die vroegen om professionalisering. Een tweede gelegenheid waardoor intervisie weer kon bloeien en aldus a.h.w een doorstart kon maken, is dat het anti-autoritaire trauma van de seventies bijna verwerkt was. Om het even kort door de bocht te zeggen: leiding geven ook aan een intervisiebijeenkomst mag weer en zo kon intervisie als gestructureerde leervorm weer bloeien. Zelfsturing en persoonlijke ontwikkeling dus in de nineties. Waar hebben we dat eerder gehoord? Tegenwoordig springen de intervisiegroepen weer als paddestoelen de grond uit. Niet alleen in de non-profit maar juist ook in het bedrijfsleven. En niet voor niets, want intervisie heeft onmiskenbaar grote voordelen boven iedere andere vorm van leren. Het is gericht op kennisuitwisseling en het versnelt het leervermogen van organisaties. Ook is intervisie gemakkelijk te organiseren en het is goedkoop.

Page 59: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 59 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Waarom intervisie? De een verkoopt, de ander geeft onderwijs, weer een ander is manager en een vierde schrijft artikelen. Een groot deel van het werk is routine en vanzelfsprekend. Bij het werk hoort echter ook: te rade gaan bij anderen, checken of je wel de goede werkwijze gekozen hebt, nieuwe ideeën en inspiratie opdoen. In contact met je vakgenoten doe je vaak nieuwe ideeën en zienswijzen op en ontdek je blinde vlekken. Zulke contacten vinden bijna dagelijks plaats, vaak even tussendoor. Bij intervisie gebeurt dit systematisch. Daardoor worden ervaringen omgezet in nieuwe inzichten waarmee iemands’ professionaliteit op een hoger niveau getild wordt. Daarbij bevordert intervisie de gezamenlijkheid en is het een kans voor mensen om regelmatig feedback op hun functioneren te krijgen. Zo heeft het ook een motiverend effect. Intervisie kan ook vanuit het perspectief van het management grote voordelen bieden. Het is namelijk vaak krachtiger en directer dan opleiding of werkinstructie! Intervisie kan geweldig goed werken voor die situaties waarin de organisatie geen ervaring heeft opgebouwd en waar nog geen bevredigende manier van werken voor ontwikkeld is. (een nieuwe taak, een nieuwe markt, een nieuwe klantengroep) Een ander voorbeeld is intervisie als middel voor het verankeren van een nieuwe werkwijze. Wanneer klanten veranderen, inzichten in werkwijzen veranderen, opvattingen over het vak veranderen, de regelgeving verandert: dan zijn oplossingen vaak tijdelijk en niet zozeer standaard. Maatwerk oplossingen en inzichten kunnen in de intervisie worden opgedaan. Daarom wordt het ook nogal eens ingezet als instrument bij complexe projecten (veel weten meer dan één). Intervisie wordt onder meer toegepast in zelfsturende teams, in projecten, in de IT, onder hulpverleners, als leerinstrument in MD-plannen.

Wat is intervisie eigenlijk? In de (overigens spaarzame) literatuur wordt intervisie gedefinieerd als een gestructureerd en frequent overleg van een groep professionals om werksituaties te verhelderen en te bewerken. Een vorm van collegiale consultatie met als doel het op peil houden of verbeteren van het functioneren van de professional. Intervisie is niet debatteren maar leren. Intervisie is leren, van jezelf van situaties van elkaar. Samengevat is intervisie: - Onderlinge advisering - T.a.v. werkproblemen - In een leergroep van gelijken - Binnen een overeengekomen structuur - In een ervaringsgericht leerproces - Tot oplossingen komen

Voor wie is intervisie geschikt? Intervisie is voor mensen die zich willen ontwikkelen, in hun werk problemen willen oplossen waar geen standaardoplossingen voor zijn. Intervisie is ook voor organisaties die in feite het leervermogen van de (mensen in de) organisatie willen versnellen en hier geen standaardrecept voor hebben. Intervisie is voor mensen die met anderen samen willen leren. Het versterkt daarmee ook de gemeenschappelijkheid binnen de organisatie. Intervisie is daarbij vooral geschikt voor die mensen die invloed op de uitoefening van hun eigen functie hebben. Anders kan iemand immers met de opgedane inzichten geen kant uit! Het meest wordt uit de intervisie gehaald wanneer mensen bereid zijn tot openheid en het kritisch onder de loep nemen van de eigen werkwijze. Uiteraard kan bovenstaande pas goed tot zijn recht komen wanneer er sprake is van onderling respect. Respect voor andermans problemen, andermans zienswijze. Immers: problemen leg je niet zo maar op tafel!

Page 60: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 60 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Ook is intervisie een instrument dat goed werkt als deelnemers beschikken over een aantal basale vaardigheden. Vaardigheden zoals luisteren, samenvatten, doorvragen, feedback geven en ontvangen. Intervisie is geen geschikt instrument als er hiërarchische verhoudingen binnen de intervisiegroep bestaan. (“ik zie u volgende week bij uw beoordelingsgesprek…!”) Als de groep (van 4 tot 8 deelnemers) geformeerd is, is het in de praktijk vaak nuttig om de eerste intervisiesessie vooraf te laten gaan door een dagje “skill refreshment”. Het ophalen van een aantal basale sociale vaardigheden zoals luisteren, samenvatten en doorvragen. Ondanks een hoge mate van professionaliteit die mensen lijken te bezitten, is het vaak opvallend hoe men deze vaardigheden vergeten is “along the way”.

Waar gaat intervisie over? “Sommige mensen kunnen niet meekomen na de reorganisatie. Hoe hou ik ze erbij?” Zo verzuchtte onlangs een manager in ene recente intervisie bijeenkomst. In de intervisiesessie ontstond bij hem het inzicht dat hij vermijdingsgedrag vertoonde bij deze groep medewerkers. Hij durfde het niet aan om te bespreken of ze deze nieuwe functie wel aankonden. Hardnekkig was hij doorgegaan met hen binnenboord te houden. Toen dat niet leek te lukken en de motivatie bij deze mensen afnam ontstond er bij hem irritatie. Deze irritatie leek zich te gaan vertalen in hardere acties. Met dit nieuwe inzicht koos hij ervoor om een directer gesprek te gaan voeren over hun functioneren en de nieuwe rol van deze mensen. Dit leidde tot geheel nieuwe beslissingen. Het gaat dus niet om een cognitief vraagstuk waarvoor iemand in de groep de oplossing heeft. Als dat wel zo zou zijn, dan zou het gewoon informatie vragen heten of consult halen. Het gaat bij intervisie om situaties waar de inbrenger van het probleem invloed op heeft. Dit betekent dat een intervisievraag altijd een zakelijke en een persoonlijke kant heeft. Zakelijk: want het werk is de insteek. Persoonlijk: want jouw hantering van het vraagstuk komt daarbij aan bod. In de intervisie gaat vaak om een dilemma waar je op meerdere manieren tegen aan kunt kijken en wat op meerdere manieren aangepakt kan worden. Juist die “meerdere manieren” geeft een keuzevrijheid. Dit opnieuw kunnen kiezen is een typisch intervisieresultaat. Andere voorbeelden van onderwerpen uit recente intervisiesessies zijn: - ik irriteer me mateloos aan een collega - een medewerker die ik het vertrouwen schonk, loopt de kantjes eraf - ik voel me steeds zo geïmponeerd door mijn leidinggevende - we krijgen de opdracht niet duidelijk bij de opdrachtgever - ik heb steeds nieuwe afspraken met mijn klant maar het komt maar niet tot een deal Zo bezien is het echt een middel om aan de hand van door deelnemers zelf ingebrachte praktijksituaties te leren.

Wat is de werkwijze in de intervisie? Vragen stellen is in feite hét intervisievoertuig. Dit stelt wel eisen op het gebeid van openheid en respect van de deelnemers. Immers: er is geen gemakkelijke probleem dan dat wat de ander je voor legt. Daar hebben we al snel een mening over. Maar intervisie vraagt juist van mensen de interpretaties en vooronderstellingen aan de kant te zetten en samen op onderzoek gaan. In de intervisie brengt iemand een kwestie in en anderen ‘bevragen’ de probleeminbrenger. De inbrenger van het probleem / de vraag vertelt zodoende over de situatie die hem bezig houdt. De andere deelnemers bevragen hem, vragen door en vormen zich zo een beeld van het probleem. Wanneer de deelnemers voldoende informatie hebben, zijn ze a.h.w. uitgevraagd. Op dat moment is er een nieuwe situatie ontstaan namelijk:

Page 61: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 61 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

- de deelnemers hebben een visie ontwikkeld op het probleem van degene die het inbracht - de probleeminbrenger heeft door het antwoord geven op de vragen, zélf ook een ander inzicht ontwikkeld in het vraagstuk. Met andere woorden er is door te vragen en te exploreren een andere verhouding tot het probleem ontstaan. Een andere zienswijze bijvoorbeeld op de eigen rol, de eigen aanpak. De basistechniek van intervisie is zodoende het actief luisteren. Vragen, luisteren, samenvatten en doorvragen. Er zijn in de loop van de tijd een veelheid aan intervisiemethodes ontwikkeld. (raadpleeg bijvoorbeeld het bekende boekje van Jeroen Hendriksen, raadpleeg schrijver dezes of speur op internet) Hieronder twee modellen waarmee wij werken.

Basismodel Stap 1 Probleemkeuze Wie wil er een vraagstuk inbrengen? Actuele en herkenbare vraagstukken waar iemand echt wat mee wil, zijn het beste voor een goede intervisie Stap 2 Probleemstelling De inbrenger vertelt kort iets over de situatie en de vraag die hij/zij heeft Stap 3 Beeldvorming Anderen stellen vragen om het probleem duidelijk te krijgen. Hierdoor ontstaat inzicht In o.m. belemmerende en bevorderende factoren Stap 4 Oordeelsvorming - 1 De probleeminbrenger vertelt wat het hem heeft opgeleverd Stap 5 Oordeelsvorming - 2 De adviezen worden verstrekt Stap 6 Besluitvorming De inbrenger vertelt wat hij/zij er aan heeft en er mee gaat doen

Een 2e model Stap 1 Probleemeigenaar licht probleem toe Stap 2 Formuleren van vragen op een flip-over Stap 3 Probleemeigenaar brengt een prioriteitsstelling aan Stap 4 Probleemeigenaar antwoordt kort op de vragen Stap 5 Stellen van extra vragen Stap 6 Iedereen maakt een herdefinitie van het probleem en schrijft dit op de flip-over Stap 7 Probleemeigenaar leest dit en maakt een herdefinitie van zijn eigen probleem Stap 8 Probleemeigenaar beantwoordt de volgende vraag: welke krachten houden het probleem in stand? Stap 9 Geven van tips en oplossingen door de probleem eigenaar Stap 10 Tips, suggestie en oplossingen door groepsleden Hier is niet de ruimte om uitgebreid bij beide modellen stil te staan. Wanneer je de stappen leest, valt wel direct het specifieke op: de interactie tussen inbrenger en de rest van de groep. Iedere werkvorm heeft zo zijn eigen inspiratie en kracht.

Page 62: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 62 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Hoe wordt intervisie geïmplementeerd in een organisatie? Intervisie heeft onmiskenbare voordelen t.o.v. bijvoorbeeld opleiding : de eenvoud, het verwerven van nieuwe kennis, en het leren van elkaar. Daarbij is het kortdurend en goedkoop. Echter…deze voordelen van intervisie kunnen teniet worden gedaan wanneer er animositeit de groep in sluipt, er tegenstrijdige belangen zijn of wanneer deelnemers de (v-)aardigheid missen om aan deze leervorm mee te doen. Het is dus noodzakelijk goed aandacht te besteden aan de invoering van intervisie. U kunt zich voorstellen dat dit zonder goede begeleiding niet zomaar op gang komt. We kennen hierin in feite twee varianten. De eerste variant: er is een externe begeleider die de intervisie trekt Dit heeft als voordeel dat de begeleider nieuw is en het leren centraal kan stellen. De externe begeleider is niet bevangen door typische cultuurkenmerken van de organisatie. De externe begeleider zal veelal in gesprek met de opdrachtgever treden en een aantal zaken met hem doornemen. Denk hierbij aan de precieze doelstelling, de randvoorwaarden, de spelregels. Daarna zal hij d.m.v. intakes een groep gaan samenstellen. Met deze groep gaat de begeleider dan “aan de slag”. De externe begeleider dient wel zelf over enkele vaardigheden te beschikken. Hij/zij moet - naast kennis hebben van intervisiemethodes - de groep kunnen begeleiden, kunnen interveniëren in het groepsproces en zich als adviseur van de opdrachtgever kunnen opstellen. In de praktijk zal de adviseur de groep “situationeel gaan begeleiden”. De eerste sessie zal sterk instructief zijn met als doel de werkwijze in te oefenen. Daarna zal de stijl van de begeleider i.h.a. losser worden: van bijsturen naar ondersteunen als het misgaat tot loslaten en nog slechts facilitair aanwezig zijn. De intervisie kan vervolgens doorgaan zonder begeleiding, waarbij dan steeds met een andere voorzitter uit de groep wordt gewerkt. Werkt de groep langer met elkaar dan kan na enige sessies I-O-I (intervisie over intervisie) overwogen worden. De begeleider komt dan eenmalig en leidt dan een bijeenkomst over het intervisieproces. Over de duur van de intervisiesessies valt veel te zeggen. Meestal duurt het 2 tot 4 uur. De 4-uursessie geeft meer kalmte en de gelegenheid tot verdieping. Ook is het mogelijk om twee cases te behandelen. Als variant hebben wij de laatste tijd het volgende ontworpen: een mix tussen intervisie en training. Bijeenkomsten van een middag met aansluitende avond. Een deel in werktijd en een deel eigen tijd. Veel mensen vinden het erg handig om die dag nog te kunnen werken. Ik ben tot deze vorm gekomen omdat de 2 en 4 uursessies in de praktijk vaak verdronken in de hectiek van alledag en het niet loskomen van het werk. Als voordeel van de middag / avondsessies vind ik dat er ook andere mogelijkheden ontstaan, zoals verdieping, discussie, thema’s, inoefenen en trainen van vaardigheden. Zodat we het dan opknippen in een deel intervisie en een deel training. Intervisie geeft diepgang aan de training en de training geeft fundament aan de intervisie.

Page 63: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 63 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

De tweede variant: er word gewerkt met een interne begeleider Wat de voordelen van de externe zijn, zijn de nadelen van de interne begeleider. Maar ook omgekeerd. De interne begeleider kent de eigen cultuur juist goed en is betrokken bij de eigen organisatie. Bovendien heeft iedere organisatie mensen die in potentie veel begeleidingsvaardigheden bezitten. Kunst is ze te vinden. Een veel gemaakte vergissing is dat iedere leidinggevende en iedere P&O-medewerker over deze vaardigheden beschikt. Organisaties die een opleidingsafdeling hebben of een (A&O) psycholoog zullen van deze mensen vaak gebruik kunnen maken. De verdere werkwijze is vergelijkbaar met die van de externe begeleider.

Tot slot Intervisie is toepasbaar (het behandelt eigen praktijk vragen), het is laagdrempelig (samen met gelijken of collega’s) en het heeft een leereffect op de hele organisatie. Waar het management de samenwerking niet altijd kan vlottrekken en waar kennismanagement vastloopt in systemen, is intervisie een informele, collegiale, niet bedreigende vorm van leren die vaak wel werkt. Ik hoop dat u net als ik intervisie gaat zien als een in feite eenvoudig hulpmiddel dat ertoe kan leiden dat de effectiviteit van mensen en het werkplezier toeneemt!

Over de auteur Niko Stammes begeleidt teams bij veranderingsprocessen, is managementtrainer en coach. www.performanceconsultancy.nl [email protected]

Page 64: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 64 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Werken aan kennis

Intervisie

Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in, in de vorm van cases of video-opnamen. Deze ervaringen worden stuk voor stuk besproken. De 'eigenaar' bepaalt hoe lang en diepgaand zijn casebespreking duurt. De anderen denken mee en geven feedback, suggesties en oplossingsrichtingen. Tot slot formuleert de eigenaar van de casus welke punten hij heeft opgestoken en waar hij in de volgende situatie aandacht aan zal gaan geven.

Wanneer kun je het gebruiken?

In welke situaties? Intervisie kan in uiteenlopende situaties en voor verschillende soorten vragen worden gebruikt. Enkele voorbeelden:

- het samenwerken aan vraagstukken uit de dagelijkse praktijk; - het werken aan problemen die deelnemers persoonlijk aangaan; - het toetsen van individuele percepties van het probleem, om van daaruit het

probleem te verhelderen,hanteerbaar te maken en mogelijkheden voor actie te onderzoeken;

- het oplossen van problemen met behulp van verschillende deskundigheden en ervaringen;

- het verwerven van inzicht in het eigen handelen en het genereren van nieuwe alternatieven.

Bij welke kennisprocessen? Intervisie kan worden gebruikt voor het oplossen van problemen die door een deelnemer ingebracht worden. Deze methode levert daarom een bijdrage aan het vergroten van het probleemoplossend vermogen. De inbrenger combineert de verschillende invalshoeken, deskundigheden en ervaringen van collega’s en vakgenoten om tot nieuwe aanpakken, oplossingen en inzichten te komen. Intervisie levert ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de reflectieve vaardigheden van groepsleden. Inzichten en denkprocessen die ten grondslag liggen aan concrete gebeurtenissen in de dagelijkse werksituatie worden gezamenlijk onderzocht, geëvalueerd en expliciet gemaakt. De deelnemers aan intervisie krijgen hierdoor meer greep op hun eigen leerprocessen en denkprocessen, hetgeen vervolgens de effectiviteit van hun handelen ten goede komt. Goede communicatieve vaardigheden vormen het fundament van leerzame en geslaagde intervisiebijeenkomsten. De begeleider ondersteunt het communicatieproces door gerichte interventies en zorgt er daardoor ook voor dat de communicatietechnieken van de deelnemers verder tot ontplooiing komen. In een intervisiebijeenkomst komen deelnemers door persoonlijke gesprekken met elkaar in contact. Intervisie levert daarmee een bijdrage aan het delen van impliciete en persoonsgebonden kennis (socialisatie).

Page 65: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 65 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Hoe werkt het?

Alternatieven Een veel gebruikte aanpak van intervisie is de incidentmethode. Bij deze methode brengt een deelnemer een situatie (ervaring, gebeurtenis, probleem) uit de werkpraktijk in. De incidentmethode kan in twee varianten toegepast worden. Voor welke variant je kiest hangt af van het doel dat je met intervisie wilt bereiken. Wil je een ingebracht probleem oplossen? Of gaat het erom dat je inzicht verwerft in je eigen handelen en vervolgens zelf nieuwe alternatieven kunt ontdekken. Beide varianten hebben een eigen aanpak, waarover je onder het kopje ‘Werkwijze’ meer kunt lezen. Een andere manier om met intervisie aan de slag te gaan is de Video Interactie Analyse (VIA). Bij VIA wordt het gedrag in de werksituatie op basis van video-opnames tijdens de intervisiebijeenkomsten besproken. Een belangrijk voordeel van VIA ten opzichte van de incidentmethode is dat de in te brengen situatie op videoband staat en dus beelden uit de echte praktijk ingebracht worden. Een nadeel van Video Interactie Analyse kan zijn dat je, zeker als je geen ervaring hebt met deze methode, professionele begeleiding nodig hebt.

Benodigdheden - een vaste of wisselende groep van 5 tot 7 personen; - een begeleider die het leerproces en het communicatieproces van de individuen in

de groep faciliteert; - vrijwilligheid van deelname; - heldere methodiek en doelen; - vertrouwelijkheid (besprokene blijft binnen de groep); - elke groep stelt zelf de regels vast; - er is ruimte voor experimenteren; - iedereen heeft recht op tijd (geen plicht); - naar ieder wordt geluisterd; - ondersteuning en uitdaging, er worden geen oordelen uitgesproken; - veiligheid om behoeften, zwaktes en fouten toe te geven.

Werkwijze De aanpak van de incidentmethode gericht op het oplossen van de ingebrachte case gaat als volgt. Stap 1: Inbrengen case. De inbrenger vertelt over zijn ervaring (zonder onderbreking), waarom hij de ervaring inbrengt en wat hij van de anderen verwacht. Stap 2: Verkenning. Iedere deelnemer stelt (open) vragen om duidelijkheid te krijgen over het ‘probleem’ en de context waarin het zich afspeelt. Vragen kunnen gericht zijn op: - de context; - de overtuigingen, normen en waarden die meespelen; - gevoelens; - houding. Stap 3: Reflectie en waarneming. De inbrenger kiest zelf welke vragen hij wil beantwoorden, de deelnemers vragen door als het antwoord niet helder is. Stap 4: Analyse. Iedere deelnemer geeft in eigen woorden weer wat volgens hem/haar de analyse van de leersituatie is (alsof hijzelf inbrenger is). Als laatste geeft de casusbrenger zijn/haar reactie op deze analyses en maakt een operationele probleemstelling. Stap 5: Oplossingsrichtingen. De deelnemers geven de inbrenger tips over hoe het doel gerealiseerd kan worden.

Page 66: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 66 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Stap 6: Keuze voor oplossingsrichtingen. Checken: is hetgeen tot nu toe is gezegd voldoende, wat ontbreekt er eventueel nog, wat houdt je tegen, wat heb je nodig, klopt de eerder geformuleerde doelstelling nog? Stap 7: Afspraken maken en afronden. De inbrenger geeft concreet aan hoe hij/zij van plan is zijn/haar doel te verwezenlijken of welke stap in de richting wordt gezet. De volgende keer terugkoppelen. Als het doel van intervisie is om de deelnemer meer inzicht te laten verwerven in het eigen handelen en zelf nieuwe aanpakken te ontdekken, kan de volgende variant van de incidentmethode gebruikt worden. Stap 1: Introductie en keuze van een incident. Iedereen krijgt de volgende opdracht: ‘Bedenk een gebeurtenis waarin je niet goed wist hoe te reageren of waarover je achteraf niet gelukkig was met je reactie’. Alle groepsleden vertellen hun incident. De groep kiest gezamenlijk een vraagstuk van één of meer leden uit dat zal worden besproken. Stap 2: In kaart brengen van het incident. De inbrenger vertelt over de gebeurtenis. Ook gevoelens met betrekking tot het incident worden verteld. Ideeën of oplossingen en beschrijvingen van wat er na het incident gebeurde worden weggelaten. Stap 3: Noteren van vragen om informatie. Ieder groepslid noteert voor zichzelf vragen die men heeft om meer inzicht in het incident te krijgen en de context te verhelderen. Mondelinge vragen zijn niet toegestaan. Stap 4: Informatieronde. De leden van de groep stellen informatieve, inhoudelijke vragen aan de inbrenger. Dit zijn vragen naar wie, wat, waar en hoe. Stap 5: Percepties van het vraagstuk. Ieder schrijft voor zichzelf zijn/haar beeld op van het probleem of de vraag. Wanneer iedereen klaar is worden de verschillende percepties op een flap genoteerd. Stap 6: Verschillen in percepties onderzoeken. De inbrenger geeft een reactie op de verschillende percepties die op de flap zijn genoteerd. De groep praat over de verschillende percepties en de inbrenger kiest uit met welke verder wordt gegaan. Stap 7: Expliciteren van inzichten. De groepsleden spreken hun inzichten uit. Zij stellen ook vragen aan elkaar om die inzichten zo concreet mogelijk te verwoorden. Van deze inzichten wordt een compacte samenvatting op flap gemaakt. Stap 8: Wat neem je inhoudelijk mee. De inbrenger krijgt als eerste de gelegenheid de voor hem belangrijkste inhoudelijke inzichten te noemen. De groepsleden volgen daarna. Stap 9: Welke processen hebben geholpen tijdens deze bijeenkomsten. De groepsleden evalueren het eigen en het groepsgedrag tijdens de intervisie. Welke manier van met elkaar in gesprek zijn bleek effectief?

Page 67: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 67 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Wat levert het op? Intervisie maakt het vermogen tot zelfontwikkeling wakker en streeft ernaar het beste uit elkaar naar voren te laten komen. Een intervisiebijeenkomst geeft zicht op oplossingen voor individuele vraagstukken doordat collega's of vakgenoten zich zonder druk op het vraagstuk kunnen concentreren. Intervisie creëert tevens een sfeer van collegialiteit omdat elke deelnemer komt halen en brengen. Iedere probleemhebber vertrekt met een aantal (zelf ontdekte) suggesties voor effectiever gedrag, met feedback op het eigen functioneren en/of met meer inzicht in het eigen handelen en de eigen denkpatronen. Wanneer video-opnamen de basis voor de besprekingen vormen, leveren de beelden snel veel zelfinzicht op. Effectieve communicatie en gesprekstechnieken vormen de basis van succesvolle intervisie. Het is vooral de taak van de begeleider om het communicatieproces tijdens de intervisiebijeenkomsten in goede banen te leiden. Daarnaast werken ook de deelnemers in de groep aan de ontwikkeling van hun gesprekstechnieken. Bij Video Interactie Analyse geven de groepsleden feedback op wat ze op de opname gezien hebben en wat hun mening daarover is. De begeleider zorgt ervoor dat het proces van feedback geven en ontvangen goed verloopt. Zo leren de deelnemers in de intervisie ook vaardigheden die voor het effectief functioneren in de dagelijkse werkpraktijk noodzakelijk zijn.

Waar vind ik meer informatie? - Hendriksen, J. (1997). Begeleid intervisie model. Collegiale advisering en

probleemoplossing. Uitgeverij Nelissen, Baarn. - Hendriksen, J. (1998). Intervisie bij werkproblemen. Procesmatig en taakgericht \

problemen oplossen. Uitgeverij Nelissen, Baarn. - Schut, M. & Noort, R.A.M. van (1999). Handleiding voor intervisie. Interne reeks

Kessels & Smit. Utrecht: auteurs.

Page 68: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 68 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

8. Wat jij moet weten over de NOB Als 2*-instructeur zul je regelmatig vragen moeten beantwoorden van leden van je club over een keur aan onderwerpen. In dit hoofdstuk staan enkele handvatten om je weg te vinden in de enorme hoeveelheid beschikbare kennis en informatie waarover de NOB beschikt. In hoofdstuk 6 van de lesmap 1*-instructeur zijn we al wat dieper ingegaan op wat voor soort organisatie de NOB is. Je kunt die tekst er nog eens bij pakken. De NOB is een vereniging van verenigingen en dat drukt zeker een stempel op de organisatiestructuur. Er werken zes mensen op het bondsbureau, maar de vrijwilligers in alle geledingen vormen toch wel de kurk waar de NOB-organisatie op drijft. Met hun inzet maakt de NOB modern en aantrekkelijk opleidingsmateriaal, wordt kennis over onder meer bestuurlijk-organisatorische onderwerpen ontsloten via consulenten, kunnen we interessante thema-avonden organiseren én worden op lokaal niveau prima duikopleidingen gegeven. Daar draag jij als instructeur ook je steentje aan bij. Via de homepage van www.onderwatersport.org kun je je aanmelden voor de digitale nieuwsbrief. Hiermee blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen; zeker voor een instructeur is dat een aanrader!

Veelgestelde vragen: wie, wat, waar en hoe?

Ik wil een cursus gaan geven. Hoe kom ik aan lesmateriaal? Lesmateriaal is te bestellen via www.nobshop.org. Een lespakket bestaat uit een boek mét een brevetregistratiekaart. Die kaart (met een unieke code erop) heb je na afloop nodig om de brevetcard aan te vragen.

Ik heb een opleiding afgesloten. Hoe vraag ik een brevetcard aan voor mijn leerling? De brevettenadministratie is in 2008 gedecentraliseerd. Dat betekent dat brevetaanvragen niet langer door het bondsbureau worden verwerkt, maar direct online door de instructeur. Elke 2*instructeur heeft na het activeren van zijn/haar account in Mijn NOB toegang te tot de online brevettenadministratie. Het online invoeren door 2*-instructeurs gaat om brevetregistratiekaarten van de duikopleidingen en alle specialisaties. De 1*-duikopleiding kun je doen vanaf 14 jaar. Is er ook een kinderprogramma? Ja, de NOB biedt het ScubaDoe-programma aan voor kinderen van 8 tot 14 jaar. Dit bestaat uit een snorkel- en een persluchtdeel. Via www.onderwatersport.org vind je meer informatie over het programma (kijk bij het tabje ‘NOB’ en klik op ‘jeugd’ in het uitklapmenu).

Page 69: F06- Praktijklessen 1* duiker - KoolTiel · 1. Hoe ziet de 2*-instructeursopleiding eruit 1.1 Doelen, centrale dagdelen, leertaken, portfolio en PvB’s De doelen van de 2*-instructeursopleiding

G03 2ster instructeur Lesmap - 69 - versie okt 2012

Nederlandse Onderwatersport Bond

Ik heb een fantastisch document gemaakt (lesplan, draaiboek evenement etc.). Kan ik dat uitwisselen met andere instructeurs? Ja, via de NOB Kennisbank kun je zelfgemaakte bestanden uitwisselen met anderen. Je bereikt de Kennisbank via www.onderwatersport.org. Je meld je eenmalig aan en kunt vervolgens documenten uploaden en downloaden en beschikbaar materiaal van een sterren-rating voorzien. Wat is het verschil tussen mijn 2*I-brevetcard en mijn instructeurslicentie? Je 2*I-brevetcard toont aan dat jij de 2*-instructeursopleiding hebt gevolgd. Met je instructeurslicentie toon je aan dat jij bevoegd bent om les te geven. Als er (veel) nieuws te melden is, organiseert de NOB een bijscholing voor instructeurs. Deelname is verplicht om je licentie te behouden. Ook het doen van de Online Update aan het eind van elk jaar is verplicht om je licentie te houden en bevoegd te zijn om les te geven. Elk jaar wordt rond maart de licentiekaart automatisch aan alle instructeurs verzonden.