Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De...

28
Exportkansen voor de Nederlandse bouw Duitsland België Lange adem, de mogelijkheid tot investeren en kwaliteit vereist

Transcript of Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De...

Page 1: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw

Duitsland België

Lange adem, de mogelijkheid tot investeren en kwaliteit vereist

Page 2: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 2

AuteurING Economisch BureauMaurice van Sante 020 576 85 47

RedactieING Business banking kennismanagementJan van der Doelen 020 652 20 14

ING Economisch BureauMarcel Peek

Opmaak/drukPapyrus Diemen bv, 1e druk

Colofon

Page 3: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 3

Voorwoord en inleiding 4

Samenvatting en conclusies 5

1. De kansen van exporteren voor de bouw 7

2. De structuur van de Duitse bouw 12

3. De structuur van de Belgische bouw 17

4 Hoe de buitenlandse markten te betreden 224.1 Duitsland 224.2 België 23

Inhoudsopgave

Page 4: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4

De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat dat de markt dit jaar fors (-5,5% ten opzichte van 2012) en volgend jaar nog licht (-1% ten opzichte van 2013) krimpt. Er is nog steeds sprake van overcapaciteit in de bouw in Nederland. Logische gedachte is deze overcapaciteit in te gaan zetten in gebieden waar de vraag en markt beter is. Nu is bouw een activiteit die beperkt exporteerbaar is vanwege de vele fysieke ele-menten die aan het bouwproces kleven, maar de Duitse en Belgische grensgebieden hebben dit nadeel niet. Maar is bouwen over de grens een alternatief voor de verslech-terde Nederlandse markt? Bieden deze markten inderdaad kansen? Wat zijn de kenmerken van deze markten en wat zijn de obstakels? Al veel bedrijven hebben ervaringen met bouwen in het buitenland. Maar ook veel bedrijven besloten dit niet te continueren. Wat zijn de lessons learned? In deze studie kunt u meer te weten komen over de vraag of de markten in Duitsland en België voor u als bouwonder-nemer kansen bieden. Naast een macro analyse van deze markten worden de kansen op een rij gezet. Ook wordt de structuur van de Duitse en Belgische bouwmarkt uiteen-

gezet. Vervolgens wordt ingegaan op de vraag hoe deze markten dan te betreden. ING heeft met haar sectorgerichte aanpak en marktbena-dering de ambitie om ondernemers succesvoller te maken. Ik wens u veel plezier met het lezen van deze studie en veel succes met ondernemen in een bouwmarkt vol uitdagingen maar zeker ook nog steeds met de nodige kansen!

Jan van der DoelenING Sectormanager Bouw en Vastgoed

Voorwoord en inleiding

Page 5: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 5

Over de grens bouwen als alternatief voor de Nederlandse krimpmarktDoor de aanhoudende krimp van de bouwproductie zijn bouwbedrijven op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Bouw-ondernemers kijken daarbij ook steeds meer over de grens. Traditioneel is de bouwsector echter een lokale bezigheid. Zo exporteert de Nederlandse bouwsector maar 2,5% van de omzet. Hiervan gaat slechts een zeer klein deel naar de buurlanden België en Duitsland terwijl daar vooral voor bouwbedrijven uit de grensregio grote kansen kunnen lig-gen al is succes zeker niet verzekerd.

Eerst Nederlandse activiteiten op ordeVoordat bouwbedrijven starten met bouwactiviteiten in België of Duitsland is het van belang dat de Nederlandse activiteiten op orde zijn. Er moet financiële ruimte zijn om te investeren, aanloopkosten op te vangen en net als in Nederland zal er over de grens een concurrerend product geboden moeten worden. Cultuur- en juridische verschil-len zorgen ervoor dat de aanloopfase waarschijnlijk lang is voordat de werkzaamheden over de grens ook rendabel worden. Bouwen over de grens kan dan op lange termijn een uitbreiding zijn van de Nederlandse activiteiten waarmee risico’s gespreid worden. Een doordachte strategie, focus en de bereid- en mogelijkheid tot het investeren van tijd, geld en energie in de nieuwe markt gedurende meerdere jaren is wel een vereiste om succesvol zaken te doen over de grens.

Dumpen van overcapaciteit over de grens is tot mislukken gedoemdBouwers moeten activiteiten in België of Duitsland zeker niet zien als een mogelijkheid om de verlieslatende Nederlandse activiteiten financieel te kunnen ondersteunen. Nederlandse bouwbedrijven die denken op korte termijn hun overcapaci-teit even over de grens te kunnen “dumpen” zijn tot misluk-ken gedoemd. Een specialist die Nederlandse ondernemers de Duitse markt op begeleid zegt hierover: “De omzet die Nederlandse bedrijven in Duitsland verwachten te halen kan doorgaans worden gedeeld door twee, de tijdspanne ver-menigvuldigd met twee.” Dit geldt zeker ook voor bouwbe-drijven die erover denken een stap over de grens te maken.

Veel bouwproductie vlak over de grensMet bijna € 280 miljard is de Duitse bouwproductie ruim vier keer groter dan de Nederlandse. In de dichtbij Nederland gelegen Länder Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen, Rijnland-Plats en Saarland is de gezamenlijke productie bijna € 80 miljard. Grote gebieden hiervan liggen op minder dan 2 uur rijden van de Nederlandse grens. In België is de bouwsector qua grootte bijna 60% van de Nederlandse markt. Deze bouw-productie vindt grotendeels plaats in de dichtbij Nederland gelegen Vlaamse provincies. Zowel in België als in Duitsland groeide de bouwproductie de afgelopen jaren en de verwach-ting is ook dat deze in 2013 en 2014 blijft groeien. In zowel Duitsland als België ligt dus een bouwpotentieel voor Neder-landse bouwers die bereid zijn om de grens over te steken.

Demografische ontwikkelingen zorgen op lange termijn voor meer kansen in België dan in DuitslandOp de lange termijn lijken op basis van demografische prognoses de grootste kansen in België te liggen. De verwachte ontwikkeling van het aantal huishoudens geeft hierbij een indicatie over het aantal nog benodigde te bouwen nieuwe huizen (de uitbreidingsvraag). In België groeit de bevolking naar verwachting nog flink met 14% tot 2030. Daarnaast groeit het aantal huishoudens in België naar verwachting net als in Nederland met nog circa 1 miljoen. In Duitsland krimpt de bevolking met 5% tot 2030 maar neemt het aantal huishoudens wel toe maar beperkt, met 800.000. Regionaal zijn daarbij de verschillen groot. De huishou-densgroei die er is, is in Duitsland vooral in de verder van Nederland gelegen zuidelijke Länder Baden-Württemberg en Beieren. De verwachte uitbreidingsvraag naar woningen is op basis van de demografische verwachtingen in België dus veel groter dan in Duitsland.

Ook hogere bouwkosten, de taal en een relatief grote nieuwbouwmarkt maken België aantrekkelijkerHoge bouwkosten van Nederlandse bouwbedrijven maken de concurrentiepositie op prijs in vergelijking met vooral Duitsland zwak. Gemiddeld zijn Duitse bouwbedrijven 15% goedkoper dan Nederlandse. Dit komt onder andere door de lagere loonkosten in Duitsland al moet daarbij gezegd worden dat deze sinds 2009 wel weer naar elkaar toegroei-en. Ten opzicht van België zijn de Nederlandse bouwbe-drijven nauwelijks duurder, slechts 2%. De lonen liggen in Nederland wel lager dan in de Belgische bouw. Daarnaast hebben Nederlandse bouwers natuurlijk minder taalproble-men in België (Vlaanderen) dan in Duitsland.

Geen enorme ondercapaciteit: concurrentie over de grens is ook grootOndanks dat de bouwproductie in zowel België als in Duits-land de afgelopen jaren wel is gegroeid, kampen de bouw-sectoren in beide landen niet met enorme ondercapaciteit. Weinig bedrijven hebben bijvoorbeeld personeelstekorten. In beide landen geeft in het voorjaar van 2013 slechts een paar procent van de aannemers aan tekort aan personeel te hebben. Daarbij zijn er in beide landen meer dan 10% van de bedrijven die aangeven te weinig opdrachten te hebben. In zowel Duitsland als België verwacht ook een meerderheid van de bouwbedrijven dat zij de prijzen de komende tijd nog gaan verlagen. De concurrentie is ook over de grens dus hevig maar over het algemeen wel minder dan momen-teel in Nederland.

Bouwteam en Nederlandse logistiek onderscheidende factoren voor DuitslandDe Nederlandse bouw onderscheidt zich op de Duitse markt onder andere door een relatief goede logistiek. De Neder-landse flexibiliteit zorgt ervoor dat logistieke processen meer door elkaar heenlopen en hierdoor sneller verricht worden. Duitse bouwbedrijven werken het bouwproces

Samenvatting en conclusies

Page 6: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 6

meer systematisch af waarbij eerst het ene proces af moet zijn waarna het andere gestart wordt. Ook de in Neder-land veel gebruikte organisatievorm van bouwteams zijn onderscheidend voor de Duitse markt waardoor efficiënter gewerkt kan worden. Als laatste hebben specifieke bouw-materialen en bouwconcepten met duidelijke meerwaarde kansen op de Duitse markt.

Seriematige bouw in België in opkomstDe laatste jaren neemt in België de in Nederland zo gebrui-kelijke seriebouw van woningen toe. Nederlandse bouw-bedrijven hebben hierin grote expertise en ervaring en kunnen daardoor op dit terrein een streepje voor hebben op Belgische bouwbedrijven.

“When in Rome, do as the Romans do”Duitsland en België zijn vlakbij Nederland maar er zijn wel degelijk cultuurverschillen. In het zaken doen is het van belang om als bouwondernemer hier rekening mee te houden bij werkzaamheden over de grens. Tutoyeren is in beide landen bijvoorbeeld niet gebruikelijk. In Duitsland geldt “contract is contract” en dan ook letterlijk. In België is daarentegen de relatie heel belangrijk en geldt juist veel meer “Eerst het contact, dan het contract”. Het rekening houden met cultuurverschillen en als ondernemer hier uw gedrag op aanpassen kan een doorslaggevende factor zijn voor succes.

Page 7: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 7

In dit hoofdstuk wordt de export van de Nederlandse bouw in kaart gebracht en de kansen hiervan be-sproken:• Nederlandse bouwbedrijven kampen door de cri-

sis met flinke overcapaciteiten. Om hier wat aan te doen is bouwen over de grens een optie.

• In vergelijking met andere Nederlandse sectoren exporteert de bouw met 2,5% weinig. In vergelij-king met andere buitenlandse bouwsectoren is dit echter veel.

• Het zijn voornamelijk baggerbedrijven die ver-antwoordelijk zijn voor de bouwexport naar vooral verre landen. Naar de buurlanden worden weinig bouwdiensten geëxporteerd.

• De bouwsector in België en Duitsland heeft de afgelopen jaren een lichte groei doorgemaakt.

• De bouwkosten van Nederlandse aannemers beho-ren tot één van de hoogste in Europa waardoor de concurrentiepositie over de grens zwak is. Duitse bouwbedrijven produceren ruim 15% goedkoper. Ten opzichte van België zijn de verschillen beperkt.

Overcapaciteit en veel faillissementenDoor de recessie in de Nederlandse bouw heeft de sec-tor sinds de piek in 2008 circa 25% aan productievolume verloren. Prijzen en marges staan hierdoor onder druk en er is een flinke overcapaciteit ontstaan. Bedrijven kampen met te weinig vraag en het aanbod van onderaannemers en personeel zijn in overvloedige mate aanwezig (figuur 1.1). De hoge kosten ten opzichte van slinkende omzetten leiden tot een hoog aantal faillissementen. De vooruitzichten zijn ook niet erg bemoedigend.

Een nieuwe werkelijkheidEr is niet meer sprake van een (tijdelijke) crisis in de bouw maar van een nieuwe werkelijkheid waarbij de bouwpro-ductie structureel op een lager niveau ligt. De huizenmarkt zit in het slop. De huizenprijzen zijn flink gedaald en fors stijgende huizenprijzen worden door de matige economi-sche groeiverwachtingen de komende jaren niet voorzien. Dit zet ook de markt voor nieuwbouwwoningen onder druk. Daarnaast gaat het aantal huishoudens de komende jaren veel minder hard groeien waardoor de uitbreidingsvraag ook gaat afnemen. Zo komen er volgens de CBS bevolkings-prognose in 2013 nog ruim 60.000 huishoudens bij, in 2030 is dit geleidelijk gedaald tot 26.000 waardoor de uitbreidings-vraag flink afneemt. De kantorenmarkt kampt daarnaast met een hoge leegstand en de krimpende beroepsbevolking. Ontwikkelingen als Het Nieuwe Werken laten de vraag naar kantoorruimte alleen maar verder afnemen. Ook de infrasec-tor blijft de komende jaren onder druk staan door de tekorten bij overheden waardoor er weinig financiële ruimte is voor investeringen in nieuwe infrastructuur.

Op zoek naar nieuwe afzetmarktenOm de structurele vraaguitval op te vangen zullen bouw-bedrijven moeten afslanken of op zoek moeten gaan naar nieuwe afzetmarkten. Veel bouwbedrijven richten zich op renovatie en transformatie van gebouwen, een sector die veel minder last heeft van vraaguitval. Een andere optie die in dit rapport besproken wordt, is om over de grenzen heen te kijken en nieuwe markten te exploreren in ander landen waar de bouwproductie veel minder getroffen is door de recessie. Vooral voor bouwbedrijven in de grensstreken is dit een serieuze optie.

1. De kansen van exporteren voor de bouw

Figuur 1.1 Ontwikkeling van de capaciteit in de bouw en, 1995- juni 2013

Bron: Ecowin, bewerkt door ING Economisch Bureau

40

30

20

10

0

-10

-20

-30

-40

-50

2013201120092007200520032001199919971995

■ Overcapaciteit

■ Ondercapaciteit

Bouw kampt met �inke overcapaciteit

Som van productiebelemmeringen van tekort aan personeel + te weinig onderaannemers -/- te weinig vraag

Page 8: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 8

Bouwen is/was altijd een lokale activiteitBouwen werd altijd gezien als een lokale bezigheid. Weinig bouwbedrijven zijn actief in andere landen en ook andersom hebben weinig buitenlandse bouwbedrijven activiteiten in Nederland. Grote verschillen in regelgeving, de gebon-denheid van de productie op de bouwplaats en veel zware moeilijk verplaatsbare bouwmaterialen maken het ook kostbaar en niet eenvoudig. Daarnaast was er in het verle-den in verschillende periodes in Nederland een groot tekort aan bouwcapaciteit waardoor er binnen de landsgrenzen al voldoende was te verdienen en er geen enkele reden was om op zoek te gaan naar nieuwe markten. De export van de bouw is hierdoor slechts 2,5% van de productie, terwijl zelfs bouw gerelateerde sectoren als de bouwmaterialenindustrie en de architecten en ingenieurs bijna 20% van hun produc-tie over de landgrenzen afzetten. De industrie verkoopt in vergelijking zelfs meer dan de helft van haar producten in het buitenland.

Nederlandse bouw exporteert wel veel in vergelijking met omringende landenIn vergelijking met de omringende landen exporteert de Nederlandse bouw relatief wel veel. In België wordt slechts 1,5% van de bouwproductie buiten de landsgrenzen gege-neerd en in Duitsland is dit met 0,4% nog lager. Dit is gelijk aan €960 miljoen voor Duitsland en €775 miljoen voor België ten opzichte van ruim €2 miljard voor Nederland.

Slechts zeer klein gedeelte bouwexport gaat naar de buurlandenVan de Nederlandse bouwexport gaat een opvallend klein gedeelte naar de buurlanden België en Duitsland, respec-tievelijk slechts 3% en 5% (figuur 1.4). In de rest van Europa en de wereld zijn het vooral de grote Nederlandse bouwbe-drijven met activiteiten aldaar. Dit zijn voornamelijk bag-gerbedrijven en activiteiten hebben over de gehele wereld. Op een nog veel kleinere schaal zijn buitenlandse bouwbe-drijven actief op de Nederlandse markt. Zo wordt er jaarlijks slechts voor minder dan een half miljard euro geïmporteerd aan bouwdiensten waarvan aannemers uit Duitsland meer dan de helft voor hun rekening nemen (figuur 1.5).

Figuur 1.2 Aandeel export als % van de totale productie, 2011

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Arch.- & ing.bureaus

BouwBouwmaterialen-industrie

Industrie

Bouw exporteert veel minder dan andere sectoren

Figuur 1.3 Aandeel export bouw van de totale productie, 2009*

Bron: Eurostat, * België 2008 (laatste beschikbare cijfers)

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

Bouwexport i.v.m. andere landen hoog

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

% Export

NederlandBelgiëDuitsland

Figuur 1.4 Bestemming van de Nederlandse bouwexport, 2012

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

Azië en Oceanië

Amerika

Afrika

Rest Europa

Duitsland

België

■ België

■ Duitsland

■ Rest Europa

■ Afrika

■ Amerika

■ Azië en Oceanië

3%

40%

14%

5%

10%

28%

Figuur 1.5 Afkomst van de Nederlandse bouwimport (€ 470 miljoen), 2012

Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

Azië en Oceanië

Amerika

Afrika

Rest Europa

Duitsland

België

■ België

■ Duitsland

■ Rest Europa

■ Afrika

■ Amerika

■ Azië en Oceanië

2%

54%

22%

22%

1%

Page 9: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 9

Exportgroei bouw is sinds 2000 tot stilstand gekomenDe Nederlandse bouwexport is sinds de eeuwwisseling niet meer toegenomen. Dit is opvallend omdat de bouwproduc-tie in heel Europa in de periode 2000-2007 wel flink toe-nam. De bouwexport kon dus niet profiteren van groeiende buitenlandse bouwmarkten in Europa in deze jaren. In 2011 lag de bouwproductie in de Eurozone door de Eurocrisis uiteindelijk ruim 10% lager dan in het jaar 2000. Dit komt vooral door hoge krimpcijfers in Spanje, Portugal en Ierland. Ook hiervoor was de Nederlandse bouwexport nauwelijks gevoelig. De totale Nederlandse export nam daarentegen in deze periode wel flink toe (figuur 1.6). De toename van de export van de bouw in de jaren negentig kwam waarschijn-lijk vooral tot stand door een flinke groei in de baggersector, welke veel diensten levert aan het (verre) buitenland.

Crisis en Europese dienstenrichtlijn positief effect op bouwexport naar Duitsland en BelgiëDe specifieke export naar de ons omliggende landen Duits-land en België is sinds het uitbreken van de crisis gegroeid. Figuur 1.7 laat de geregistreerde waarde zien van factu-ren van Nederlandse bedrijven in de beide landen. In de jaren 2006-2008 lag dit voor beide landen bijna ieder jaar onder de €50 miljoen. In 2009 en 2010 is de export naar de buurlanden duidelijk op een hoger niveau komen te liggen. Nederlandse bouwbedrijven vinden, waarschijnlijk ge-dwongen door crisis in de Nederlandse bouw, de weg over

de grens dus wel makkelijker dan voorheen. Naast de crisis kan ook de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn in 2009 een positieve invloed hebben gehad. Hierdoor konden dienstverleners (en dus ook bouwbedrijven) hun diensten over de grens aanbieden als ze voldoen aan de vakbe-kwaamheid in hun eigen land. Wel moet worden voldaan aan de lokale eisen van veiligheid, gezondheid, milieu en dergelijke in het land waar de dienst wordt verleend.

Daling bouwexport na 2010Na 2010 is de export van bouwdiensten naar Duitsland en België toch weer dalende al blijft deze wel op een niveau boven dat van voor 2009. Dit zou er op kunnen wijzen dat bedrijven die hun pijlen over de grens hadden gericht terug-gekomen zijn van hun beslissing omdat de uiteindelijke ge-realiseerde rendementen toch lager waren dan van te voren gecalculeerd. Bouwen over de grens zou dan toch minder aantrekkelijk kunnen zijn dan in eerste instantie gedacht.

Duitse bouwmarkt viermaal de NederlandseOver de landsgrenzen is echter wel veel bouwactiviteit. Zo is de Duitse markt ruim vier keer zo groot als de Neder-landse (figuur 1.8). De Belgische bouwsector is qua grootte bijna 60% van de Nederlandse markt. Hier ligt dus een groot bouwpotentieel, vooral gezien de huidige zeer be-perkte bouwactiviteit van de Nederlandse aannemers over de grens.

Afgelopen jaren groeide de bouwproductie in België en DuitslandTerwijl de Nederlandse bouwproductie sinds 2008 met circa 25% is gekrompen groeide deze zowel in België en

Figuur 1.6 Ontwikkeling Exportvolume van bouw en totaal Nederland i.v.m. bouwproductie Nederland, 1990-2014, (Index 2000=100)

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

Bouwproductie

Totale export Nederland

Export Bouwsector

‘14*‘12*‘10‘08‘06‘04‘02‘00‘98‘96‘94‘92‘90

_ Export Bouwsector_ Totale export Nederland_ Bouwproductie

Groei export bouw blijft sinds 2000 achter bij totale Nederlandse export

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

2014*2012*2010:2008200620042002200019981996199419921990

_ Export Bouwsector _ Totale export Nederland _ Bouwproductie

Groei export bouw blijft sinds 2000 achter bij totale Nederlandse export

Figuur 1.7 Waarde van geregistreerde facturen van Nederlandse bouwbedrijven in € miljoen, 2006-2012

Bron: CBS

0

50

100

150

200

250

2012201120102009200820072006

0

50

100

150

200

250

Uitvoer van bouwdiensten naar Duitsland

Uitvoer van bouwdiensten naar België

2012201120102009200820072006

■ Uitvoer van bouwdiensten naar België ■ Uitvoer van bouwdiensten naar Duitsland

■ Uitvoer van bouwdiensten naar België

■ Uitvoer van bouwdiensten naar Duitsland

Waarde van uitvoer bouw neemt tijdens recessie en invoering Europese dienstenrichtlijn toe

Waarde van uitvoer bouw neemt tijdens recessie en invoering Europese dienstenrichtlijn toe

Page 10: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 10

Duitsland (figuur 1.9). In beide landen lag de productie in 2012 ongeveer 2% hoger dan in 2008. In België groeit de productie al jaren gestaag door en is veel minder conjunc-tuurgevoelig dan de Nederlandse. Ook de verwachtin-gen voor 2013 en 2014 zijn dat de Belgische bouwsector gestaag blijft groeien. In Duitsland heeft de bouw na een lange periode van krimp in 2010 juist weer het pad van groei ingeslagen. Daarvoor daalde de productie lange tijd doordat de impuls van de vereniging van Duitsland tot een flinke stijging van de bouwproductie had geleid in vooral Oost-Duitsland. Zo daalde de productie van bijvoorbeeld woningen van 500.000 gereedmeldingen in 1997 tot 137.000 in 2009. De belangrijkste redenen van deze krimp waren lagere immigratie en bevolkingskrimp, lage economische groei en afschaffing van verschillende belastingvoordelen op vastgoed. In 2012 ligt de Duitse bouwproductie nog wel op een veel lager niveau dan in de jaren ’90 van de vorige eeuw maar het groeipad is weer ingezet.

Belgische en Duitse bouwbedrijven minder pessimis-tischDe (lichte) groei van de productie van de afgelopen jaren in Duitsland en België maakt bouwondernemers ook een stuk minder pessimistisch over de toekomst (figuur 1.10). In Ne-derland is het ondernemersvertrouwen begin 2013 gedaald tot het laagste niveau sinds het begin van de meting in 1985. In Duitsland is het vertrouwen in de bouwsector vanaf 2005 langzaam opgekrabbeld en ligt nu ruim boven het langja-rige gemiddelde. Ook Belgische aannemers hebben meer vertrouwen in de toekomst dan de Nederlandse al neemt dit sinds 2011 wel langzaam af. De marktomstandigheden lijken in de buurlanden dus een stuk beter voor bouwbedrij-ven dan in Nederland en dit geeft dus ook mogelijkheden voor Nederlandse bouwbedrijven om zich over de grens te oriënteren.

Bouwkosten liggen in Duitsland veel lagerDe bouwkosten in Nederland behoren tot één van de hoog-ste in Europa. Alleen Zwitserland en Noorwegen zijn nog

duurder (figuur 1.11). De verschillen tussen Nederland en België vallen relatief mee. Nederlandse bouwbedrijven zijn gemiddeld bijna 2% duurder, Duitse bouwbedrijven zijn ruim 15% goedkoper dan de meeste Nederlandse aanne-mers. Het verschil zit hem deels in de Nederlandse arbeids-kosten (figuur 1.12). Deze lagen jarenlang boven die van België en Duitsland maar zijn sinds 2009 wel gedaald onder de uurlonen van België. De automatische prijscompensatie in België en de aanhoudend groeiende vraag naar bouw-werkzaamheden houden de lonen daar hoog. In Duitsland zijn de lonen vele jaren laag gebleven doordat de Duitse bouw toentertijd in een crisis zat. Sinds 2010 zijn de lonen daar ook weer aan het stijgen richting het Nederlandse niveau. De concurrentiepositie van Nederlandse bouwbe-drijven ten opzichte van de Duitse bouwbedrijven verbetert hierdoor weer.

ConclusieConcluderend kan gesteld worden dat Nederlandse bouw-bedrijven door de crisis met flinke overcapaciteiten kam-pen. Om hier wat aan te doen is bouwen over de grens een optie. Naar de buurlanden worden momenteel echter weinig bouwdiensten geëxporteerd. In vergelijking met andere Ne-derlandse sectoren is de export van de bouw ook klein. De bouwsector in België en Duitsland heeft de afgelopen jaren wel een lichte groei doorgemaakt waardoor daar minder overcapaciteit is dan in Nederland maar van ondercapaciteit is in beide buurlanden zeker geen sprake. De bouwkosten van Nederlandse aannemers behoren echter tot één van de hoogste in Europa waardoor de concurrentiepositie in vooral Duitsland zwak is. Er zijn dus wel kansen in België en Duits-land maar de opdrachten liggen er niet voor het oprapen.

Figuur 1.8 Productieomvang van België, Duitsland en Nederland in € miljarden, 2012

Bron: Euroconstruct

België€ 38.766

Nederland€ 62.292

Duitsland€ 275.254

Figuur 1.9 Ontwikkeling bouwproductie 1991-2014 (Index 1991=100)

Bron: Ecowin en Euroconstruct, Bewerking ING Economisch Bureau * Ramingen 2013 en 2014

_ Duitsland _ Nederland _ België

In België en Duitsland was er de afgelopen jaren wel een (lichte) groei van de bouwproductie

70

80

90

100

110

120

130

140

150

België

Nederland

Duitsland

2013*20112009200720052003200119991997199519931991

_ Duitsland _ Nederland _ België

In België en Duitsland was er de

afgelopen jaren wel een (lichte) groei

van de bouwproductie

70

80

90

100

110

120

130

140

150

2013*20112009200720052003200119991997199519931991

Page 11: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 11

Figuur 1.10 Ondernemersvertrouwen bouwbedrijven 1991-juni 2013

Bron: Ecowin

-60

-50

-40

-30

-20

-10

0

10

20

30

40

201320112009200720052003200119991997199519931991

_ Nederland _ België _ Duitsland

Vertrouwen van Nederlandse bouwbedrijven veel lager

Figuur 1.11 Gemiddelde bouwkosten in verschillende Europese landen (Index Ierland=100), 2012

Bron: Nederlands Bouwkosten Instituut

90

100

110

120

130

140

IerlandSpanjeDuitslandEngelandBelgiëNederlandNoorwegenZwitserland

Duitse bouwkosten veel lager dan in Nederland en België

Duitse bouwkosten veel lager dan in Nederland en België

90

100

110

120

130

140

90

100

110

120

130

140

IerlandSpanjeDuitslandEngelandBelgiëNederlandNoorwegenZwitserland

Zwits

erla

nd

Noo

rweg

en

Ned

erla

nd

Belg

Eng

elan

d

Dui

tsla

nd

Span

je

Ierl

and

Figuur 1.12 Ontwikkeling gemiddelde uurlonen, 2006-2012

Bron: Nederlands Bouwkosten Instituut

€ 0

€ 5

€ 10

€ 15

€ 20

€ 25

€ 30

€ 35

Nederland

Duitsland

België

2012201120102009200820072006

_ Nederland _ België _ Duitsland

Page 12: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 12

In dit hoofdstuk wordt de structuur en lange termijn vooruitzichten van de Duitse bouw besproken. • In de dichtbij Nederland gelegen Länder is er

bijna € 80 miljard jaarlijks aan bouwproductie.• Door een bevolkingskrimp en een beperkte toe-

name van het aantal huishoudens tot 2030 is de verwachte vraag naar nieuwbouw beperkt.

• Het zijn vooral de Zuidelijke regio’s in Duitsland waar nog groei van het aantal huishoudens wordt verwacht.

• De onderhoudsmarkt is in Duitsland in vergelij-king met Nederland relatief groot.

• Duitse bouwbedrijven hebben nauwelijks perso-neelstekorten en van ondercapaciteit is in Duits-land dan ook zeker geen sprake.

Regionale indeling

Groter bouwvolume dan in Nederland op minder dan 2 uur rijdenDe Duitse bouwproductie was in 2012 10% van het BBP1. Dit is gelijk aan het aandeel van de Nederlandse bouw. Bin-nen Duitsland zijn de verschillen echter groot. Het grootste aandeel heeft Beieren met € 46 miljard (figuur 2.1). In de dichtbij Nederland gelegen Länder Bremen / Nedersak-sen, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts Saarland is de bouwproductie gezamenlijk jaarlijks bijna €80 miljard. Grote gebieden hiervan liggen op minder dan 200 kilometer van de Nederlandse grens. Deze drie regio’s zijn hiermee geza-

1 Berekening o.b.v. Euroconstruct

2. De structuur van de Duitse bouw

Figuur 2.1 Bouwproductie naar Länder en aandeel van Duitse bouw, 2009 (laatst beschikbare jaar)

Bron: Statistisches Bundesambt, CBS, ING Economisch Bureau

Noordrijn-Westfalen€ 42 mrd

17,5%

Rijnland-PfalzSaarland€ 14 mrd

5,9%

Saksen€ 15 mrd

6,0%

Bremen / Nedersaksen€ 23 mrd

9,5%

Baden-Württemberg

€ 39 mrd16,1%

Beieren€ 46 mrd

18,8%

Hessen€ 19 mrd

7,7%

Thüringen€ 7 mrd

3,0%

Saksen-Anhalt€ 7 mrd

3,0%

Berlijn-Brandenburg€ 15 mrd

6,0%

Mecklenburg-Vorpommern€ 4 mrd

1,8%

Sleeswijk-Holstein / Hamburg€ 11 mrd

4,6%

•Groningen

•Eindhoven•Dortmund

•Maastricht

•Köln

180 km

100 km

150 km

Page 13: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 13

menlijk verantwoordelijk voor circa een derde van de Duitse bouwproductie en hebben hiermee een hoger bouwvolume dan de totale bouwactiviteiten in Nederland.

Lange termijn ontwikkelingen

Krimpende bevolking in DuitslandEen belangrijke indicator voor de vraag naar nieuwe bouw-productie is de ontwikkeling van de bevolking. Een toe-name van de bevolking kan leiden tot een stijgende vraag naar utiliteitsbouw en woningbouw. In Duitsland neemt in tegenstelling tot Nederland de bevolking de komende jaren echter af (figuur 2.2). Zo wonen er in Duitsland in 2030 81,7 miljoen mensen. Dit is een afname van 5% ten opzichte van 2009 en staat gelijk aan een daling van 4 miljoen mensen. In Nederland groeit daarentegen de bevolking in deze periode met ruim 6% tot 17,5 miljoen. De vergrijzing is in Duitsland dan ook al veel meer toegeslagen. In Duitsland is nu al ruim 20% van de bevolking ouder dan 65 jaar terwijl in Nederland dit 15% is.

Bevolkingskrimp in grensgebieden leidt tot minder vraag naar U-bouw De krimp van de Duitse bevolking slaat toe in alle Länder. Ook de grensregio’s met Nederland worden getroffen. Zo is de afname in Noordrijn-Westfalen het grootst. Naar ver-wachting wonen daar in 2030 meer dan één miljoen mensen

minder dan nu. Een krimpende bevolking heeft een negatief effect op de vraag naar nieuwe bouwproductie want dit leidt tot minder economische groei waardoor uitbreidingsvraag voor de utiliteitsbouw beperkt is of zelfs tot een overschot aan bedrijfsruimten kan leiden.

Beperkte huishoudontwikkeling in DuitslandVoor de verwachte vraag naar nieuwe woningbouw geeft de ontwikkeling van het aantal huishoudens een beter inzicht dan de bevolkingsontwikkeling. Door een afname van de bevolking staat ook het aantal huishoudens onder druk. De ontwikkeling van steeds kleinere huishoudens (door onder andere een toename van het aantal éénpersoonshuishou-dens) biedt hier echter tegenwicht waardoor er voor geheel Duitsland toch nog een lichte groei is te verwachten van 2,1% tot 2030. In vergelijking met Nederland is dit veel lager. In Nederland groeit het aantal huishoudens tot 2030 veel meer met naar verwachting 14% (figuur 2.3). Zelfs in absolu-te aantallen is de groei van het aantal huishoudens in Neder-land daardoor hoger dan in geheel Duitsland. In Nederland komen er naar verwachting nog ruim 1 miljoen huishoudens bij waar de komende jaren nieuwe woningbouw voor is benodigd. In geheel Duitsland is dit slechts 800.000. Het groeipotentieel voor de woningbouw is in Duitsland daar-door veel lager dan in Nederland. In de grensgebieden Bremen-Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Sleeswijk-Holstijn / Hamburg ligt de ontwikkeling op het Duitse

-40%

-30%

-20%

-10%

0%

10%

20%

30%

40%

■ Volume_ Groei (rechter-as)

-1.400

-1.050

-700

-350

0

350

700

1.050

1.400

Ned

erla

nd

Mec

klen

bur

g-

Vor

pom

mer

n

Berl

ijn-B

rand

enb

urg

Saks

en-A

nhal

t

Saks

en

Thü

ring

en

Hes

sen

Beie

ren

Bad

en-W

ürtte

mb

erg

Rijn

land

-Pfa

z /

Saar

land

Noo

rdri

jn-W

estfa

len

Brem

en /

Ned

ersa

ksen

Slee

swijk

-Hol

stei

n /

Ham

bur

g

Krimpende bevolking in alle grensgebieden met Nederland

Figuur 2.2 Verwachte bevolkingsontwikkeling Duitse Länder en Nederland (x 1.000), 2009-2030

Bron: Statistisches Bundesambt, CBS, ING Economisch Bureau

Page 14: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 14

gemiddelde (figuur 2.3). Krimp van het aantal huishoudens gaat zich voordoen in de Oostelijke Länder zoals Saksen en Mecklenburg-Vorpommern. Het zijn vooral de Zuidelijke Länder waar nog groei van het aantal huishoudens wordt verwacht. Door de grote afstand vanaf Nederland zijn deze echter minder interessant voor de Nederlandse bouw.

Sectorindeling

Grote onderhoudssector in DuitslandDe Duits bouw wordt gedomineerd door de renovatiesector (figuur 2.4). In totaal beslaat 57% van de totale Duitse bouw-productie uit renovatiewerkzaamheden in de B&U sector. Dit is veel hoger dan in Nederland waar de renovatiesector van de B&U sector “slechts” 37% van de totale bouwactiviteiten uitmaakt. Het verschil zit daarbij vooral in de renovatiewerk-zaamheden van woningbouw, die in Duitsland 40% van de totale bouwproductie genereren ten opzichte van slechts 23% in Nederland. De renovatiesector in de U-bouw is in Neder-land met 14% aandeel nagenoeg even groot als in Duitsland. Er zijn verschillende redenen voor het grote aandeel van de herstel en verbouw van de woningbouw in Duitsland:• De hierboven beschreven krimp van de bevolking en

beperkte toename van het aantal huishoudens waardoor de uitbreidingsvraag naar woningen en dus nieuwbouw veel kleiner is dan in Nederland.

Figuur 2.3 Verwachte ontwikkeling aantal huishoudens Duitse Länder en Nederland (x 1.000), 2009-2030

Bron: Statistisches Bundesambt, CBS, ING Economisch Bureau

-20%

-10%

0%

10%

20%

30%

40%

■ Volume_ Groei (rechter-as)

-20%

-10%

0%

10%

20%

30%

40%

■ Volume_ Groei (rechter-as)

-700

-350

0

350

700

1.050

1.400

Ned

erla

nd

Mec

klen

bur

g-

Vor

pom

mer

n

Berl

ijn-B

rand

enb

urg

Saks

en-A

nhal

t

Saks

en

Thü

ring

en

Hes

sen

Beie

ren

Bad

en-W

ürtte

mb

erg

Rijn

land

-Pfa

z /

Saar

land

Noo

rdri

jn-W

estfa

len

Brem

en /

Ned

ersa

ksen

Slee

swijk

-Hol

stei

n /

Ham

bur

g

Zeer beperkte groei van het aantalhuishoudens in grensgebieden

-700

-350

0

350

700

1.050

1.400

Ned

erla

nd

Mec

klen

bur

g-

Vor

pom

mer

n

Berl

ijn-B

rand

enb

urg

Saks

en-A

nhal

t

Saks

en

Thü

ring

en

Hes

sen

Beie

ren

Bad

en-W

ürtte

mb

erg

Rijn

land

-Pfa

z /

Saar

land

Noo

rdri

jn-W

estfa

len

Brem

en /

Ned

ersa

ksen

Slee

swijk

-Hol

stei

n /

Ham

bur

g

Zeer beperkte groei van het aantalhuishoudens in grensgebieden

Figuur 2.4 Duitse bouwsector ingedeeld naar deelsectoren, 2011

Bron: Euroconstruct, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

Infrasector

U-bouw Renovatie

Woningbouw Renovatie

U-bouw Nieuwbouw

Woningbouw Nieuwbouw

Woningbouw Nieuwbouw

13%

U-bouw Nieuwbouw

12%

Woningbouw Renovatie40%

U-bouw Renovatie

17%

Infrasector13%

Duitse renovatiesector

relatief veel groter dan in Nederland

Page 15: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 15

• De nieuwbouwsector kromp in de periode 1997 tot 2009 flink. Het aantal gereedgemelde woningen daalde in Duitsland in deze periode van circa 500.000 tot 137.000 woningen. Het aandeel van de nieuwbouw daalde hier-door waardoor tegelijkertijd het relatieve aandeel van de renovatiesector steeg.

• Subsidiëring van zonne-energie en isolatie van wonin-gen.

• De steeds ouder wordende woningvoorraad waardoor herstel en renovatie benodigd is.

Onderhoudsmarkt minder aantrekkelijk voor noodlijdende Nederlandse bouwers De grote Duitse onderhoudsmarkt is minder aantrekkelijk voor Nederlandse bouwbedrijven die afgelopen jaren veel omzet hebben verloren. Dit zijn namelijk vooral aannemers die actief zijn in de nieuwbouw omdat daar in Nederland de grootste klappen zijn gevallen. Bedrijven zouden zich bij het betreden van de Duitse renovatiemarkt op twee gebieden moeten aanpassen. Zij gaan zowel in een ander markseg-ment opereren, de renovatiemarkt, als dat zij geografisch een andere markt betreden. Dit vereist zeer grote aanpas-singen die veel risico’s met zich meebrengen.

Relatief veel grote bedrijven in DuitslandIn Duitsland zijn er bijna 240.000 bouwbedrijven (figuur 2.5). Bijna 200.000 hiervan hebben minder dan 10 werknemers in dienst. Dit is ongeveer 85% van alle bedrijven. In Neder-land zijn er relatief veel meer kleine bedrijven. De gemid-delde jaaromzet van een bouwbedrijf (inclusief zzp’ers) is in Nederland €400.000,- ten opzichte van € 1,2 miljoen in Duitsland. Maar liefst 95% van de bedrijven in Nederland heeft minder dan 10 werknemers. Het verschil is opvallend omdat kleine bedrijven in Nederland vooral in de renova-tiesector actief zijn en deze sector, zoals hiervoor aangege-

ven in Duistland juist heel groot is. De veel omvangrijkere bouwmarkt zorgt er in Duitsland daarentegen natuurlijk ook voor dat er ruimte is voor grotere bouwbedrijven. De “middelgrote” bouwbedrijven met 10 tot 20 werknemers zijn in Duitsland daarentegen weer relatief beter vertegenwoor-digd dan in Nederland met respectievelijk 11% ten opzichte van 3 % in Nederland.

Geen personeelstekorten in DuitslandDoor de langzaam aantrekkende vraag is het aantal Duitse bouwbedrijven met te weinig werk de afgelopen jaren flink afgenomen. In 2009 had nog ruim 30% te maken met te weinig vraag om het personeel aan het werk te houden, begin 2013 was dit gedaald tot bijna 10% (figuur 2.6). Dit resulteert echter nog niet in een tekort aan capaciteit. Slechts 1% van de Duitse bouwbedrijven ondervindt hinder in de bouwwerkzaamheden doordat zij geen onderaannemers kunnen vinden en 2% kan niet voldoende personeel vinden. Binnen de Duitse bouw is er dus (nog) geen sprake van (flinke) ondercapaciteit. Ter vergelijking in de topdagen van Nederlandse bouw in 2007 had 15% van de Nederlandse aannemers last van personeelstekorten. De geoffreerde prijzen staan ook in Duitsland onder druk en een meerder-heid van de Duitse bouwbedrijven verwacht de komende tijd de prijzen te verlagen. De bouwcapaciteit in Duitsland is dus zeker wel beter benut dan in Nederland maar van grote ondercapaciteit is geen sprake en voor nieuwe toetreders uit Nederland is de vraag dus ook beperkt.

Figuur 2.5 Bouwbedrijven naar aantal werknemers in Duitsland en Nederland, 2010

Bron: Eurostat, bewerkt door ING Economisch Bureau

0%

20%

40%

60%

80%

100%

>50

20-49

10-19

<10

NederlandDuitsland

■ <10 ■ 10-19 ■ 20-49 ■ >50

Veel minder kleine

bouwbedrijven in Duitsland

Figuur 2.6 Belemmeringen voor de productie van Duitse bouwbedrijven, 1997-juni 2013

Bron: Europese Commissie

_ Te weinig vraag _ Tekort aan personeel_ Tekort aan onderaannemers

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

201320112009200720052003200119991997

Ondanks toenemende vraag hebben Duitse bouwbedrijven nauwelijks personeelstekorten

_ Te weinig vraag _ Tekort aan personeel _ Tekort aan onderaannemers

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

201320112009200720052003200119991997

Ondanks toenemende vraag hebben weinig Duitse bouwbedrijven nauwelijks personeeltekort

Page 16: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 16

ConclusieOp minder dan twee uur rijden van de Nederlandse grens is er in Duitsland bijna € 80 miljard jaarlijks aan bouw-productie. De onderhoudsmarkt is daarbij in Duitsland in vergelijking met Nederland relatief groot. Duitse bouwbe-drijven hebben momenteel nauwelijks personeelstekorten en van ondercapaciteit is in Duitsland dan ook zeker geen sprake. De lange termijn vooruitzichten zijn voor de Duitse bouw ook minder dan in Nederland. Door een bevolkings-krimp en een beperkte toename van het aantal huishoudens tot 2030 is de verwachte vraag naar nieuwbouw beperkt. Het zijn daarbij vooral de Zuidelijke ver van Nederland gelegen regio’s waar nog groei van het aantal huishoudens wordt verwacht.

Ten Brinke Groep

Langzaam gegroeid op de Duitse marktSinds begin jaren ’70 is Ten Brinke al actief op de Duitse bouwmarkt. Het bedrijf is langzaam in Duitsland gegroeid en begon over de grens door toeval. De toenmalige directeur liep iemand tegen het lijf op een bijeenkomst. Deze vroeg om een bedrijfshal in Duitsland. Na een succesvolle bouw kwam er een verzoek van de buurman voor nog zo’n hal. Geleidelijk groeide Ten Brinke in Duitsland en nu wordt het overgrote gedeelte van de omzet uit de Duitse markt gehaald. Ten Brinke noemt zichzelf een bouwende ontwikkelaar. Personeel wordt zoveel mogelijk lokaal ingehuurd. “Je moet je hoofd ergens naartoe brengen. Je handen hoef je niet te brengen, die hebben ze daar wel”, zegt de directeur Albert ten Brinke. Daarbij, geeft hij aan, zijn Nederlandse bouwers ook duurder dan de Duitse concurrenten. In de jaren ’70 en ’80 hadden Nederlandse bouwbedrijven die de Oostelijke grens overstaken nog wel een prijsvoordeel. Dit is door langdurige loonmatiging en vooral door de inschakeling van onderaannemers uit Oost-Europa in Duitsland momenteel wel anders. Veel Nederlandse bouwbedrijven gaan naar Duitsland als het in Nederland niet goed gaat. Er wordt dan vaak iemand van buiten aangetrokken om de markt te verkennen. Dit is volgens Ten Brinke gevaarlijk want je kent zijn kwaliteiten niet. Daarbij worden er dan door deze bedrijven vaak te grote projecten aangenomen in een segment van de markt waarin het bedrijf niet gespecialiseerd is. Dit leidt tot te grote risico’s. Ten Brinke geeft aan zelf op drie factoren te letten: product, geografie en personeel. Voor een nieuw project mag er maximaal één veranderen anders worden de risico’s te groot. De Duitse klant is bijvoorbeeld heel anders. Die koopt een huis voor vele jaren, moet voor de koop ook eigen geld meebrengen en wil daarom veel meer kwaliteit. Nederlandse bouwbedrijven moeten er dan ook rekening mee houden dat Duitse klanten veeleisender zijn dan in Nederland. “Als je in Duitsland aan de slag wilt als Nederlands bouwbedrijf kan je het beste met iets kleins beginnen wat je al eerder gedaan hebt. “Het is dan slim om dit te doen in een periode dat je het in Nederland druk hebt en de financiën dus op orde zijn. Zo kunnen de risico’s beperkt worden”, geeft Ten Brinke als advies.

Page 17: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 17

In dit hoofdstuk wordt de structuur en lange termijn vooruitzichten van de Belgische bouw besproken.• 80% van de Belgische bouwactiviteit vindt plaats

op minder dan een uur rijden van de Nederlandse grens.

• Door een aanhoudende bevolkingsgroei en een verwachte toename van het aantal huishoudens tot 2030 blijft er een uitbreidingsvraag naar nieuwe woningen bestaan.

• Het gemiddelde bouwbedrijf in België is bijna even groot als in Nederland.

• De onderhouds- en nieuwbouwmarkt zijn in België in vergelijking met Nederland relatief ongeveer even groot.

• Belgische bouwbedrijven hebben nauwelijks personeelstekorten en van ondercapaciteit is in België dan ook zeker geen sprake.

Regionale indeling

80% van de Belgische bouwactiviteit vindt plaats op minder dan één uur rijden van de grensDe Belgische bouwproductie was in 2012 ongeveer 10%2 van het BBP. Dit aandeel is ongeveer gelijk aan Nederland en Duitsland. De verschillen zijn binnen België echter groot. In België wordt er vooral in de Noordelijke provincies ge-bouwd. De provincie Antwerpen heeft met ruim € 9 miljard de hoogste bouwproductie van België (figuur 3.1). 80% van de Belgische bouwactiviteit vindt plaats op minder dan een uur rijden van de Nederlandse grens in vooral Vlaanderen met bijkomend voordeel voor Nederlandse bouwers dat het Nederlandstalig gebied is. In de zuidelijke Franstalige regio’s is de bouwproductie veel lager. Zo is de jaarlijkse bouwproductie in de provincies Namen en Luxemburg

2 Berekening o.b.v. Euroconstruct

3. De structuur van de Belgische bouw

Figuur 3.1 Bouwproductie naar provincies en aandeel van de Belgische bouw, 2011

Bron: INR, bewerking ING Economisch Bureau

Antwerpen€ 9,3 mrd

Oost Vlaanderen€ 8,7 mrd

West Vlaanderen€ 7,3 mrd

Limburg€ 4,3 mrd

Luik€ 4,4 mrd

* Brussel€ 4,4 mrd Luxemburg

€ 1,3 mrd

Namen€ 1,6 mrd

Waals-Brabant€ 1,2 mrd

Henegouwen€ 4,0 mrd

*

Vlaams-Brabant€ 7,3 mrd

Page 18: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 18

gezamenlijk lager dan € 3 miljard. Ook door de grotere af-stand vanaf Nederland zijn deze provincies in België minder interessant voor Nederlandse bouwers. Wel van belang is daarbij te melden dat de waarde van de bouwproductie in de provincie Luxemburg in de periode 2006-2011 het hardst groeide met gemiddeld 5,5%. De Vlaamse provincies groei-den ook behoorlijk maar gemiddeld met minder dan 4%.

Lange termijn ontwikkelingen

Flinke bevolkingsgroei in BelgiëWaar we in hoofdstuk 2 voor Duitsland een krimpende bevolking zagen, blijft de bevolking in België groeien. Zo neemt de Belgische bevolking de komende jaren nog flink toe tot 12,3 miljoen in 2030. Dit is een stijging van bijna 14% ten opzichte van 2009. In vergelijking groeit de bevolking in Nederland in deze periode met de helft minder. Het verschil doet zich vooral voor door een hoger verwacht immigra-tiecijfer in België dan in Nederland. De groei van de bevol-king is vooral groot in de regio’s dicht bij Nederland zoals Oost-Vlaanderen, het hoofdstedelijk gewest Brussel en in de provincie Antwerpen. In deze regio’s neemt de bevolking tot 2030 toe met meer dan 20% (figuur 3.2). De hogere ver-wachte groei van de bevolking kan de komende jaren voor extra economische activiteit leiden en zo resulteren in vraag naar woningbouw en utiliteitsbouw.

Tot 2030 één miljoen nieuwe huishoudens in BelgiëNaar verwachting komen er in België tot 2030 nog circa één miljoen huishoudens bij. Naast de bevolkingsgroei zorgt een verdere afname van de huishoudgrootte voor de

toename (figuur 3.3). Hierdoor neemt in België het aantal huishoudens tot 2030 toe met 21% ten opzichte van 14% in Nederland. De toename is vooral groot in het gewest Brus-sel en in de provincie Antwerpen. In beide regio’s stijgt het aantal huishoudens naar verwachting met meer dan 150.000 tot 2030. Hierdoor blijft er in deze regio’s een flinke vraag naar nieuwe woningen bestaan. In de Waalse provincies Luxemburg en Namen is de verwachte groei van het aantal huishoudens veel kleiner met minder dan 50.000.

Sectorindeling

Nieuwbouw utiliteitssector relatief groot in BelgiëDe grootte van de deelsectoren van de Belgische bouw zijn ongeveer gelijk aan die van Nederland. Alleen de infrasec-tor is in België relatief klein met 19% van de totale bouwpro-ductie (figuur 3.4). In Nederland vertegenwoordigt infra 27% van het totale bouwvolume. De onderhoudsmarkt in de B&U sector is in België met 40% aandeel ongeveer even groot als in Nederland. In de nieuwbouw valt vooral het grotere marktaandeel van de U-bouw op met 22%. In Nederland is dit 16%. Op de kantorenmarkt is de overcapaciteit in België bijvoorbeeld veel kleiner dan in Nederland. Zo is de leeg-stand van kantoren in België met gemiddeld 10% veel lager dan in Nederland (16%). Een trend als het “Nieuwe Werken” lijkt in België bovendien veel minder aan te slaan dan in Nederland waardoor de vraag naar kantoorruimte minder afneemt. Ook groeit de beroepsbevolking (20 tot 65 jarigen) in België tot 2030 terwijl deze in Nederland in deze periode krimpt. Een groeiende beroepsbevolking kan leiden tot een uitbreidingsvraag naar bedrijfsgebouwen.

Figuur 3.2 Verwachte bevolkingsontwikkeling Belgische provincies en Nederland, 2009-2030

Bron: ADSEI, bewerkt door ING Economisch Bureau

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

Wes

t-V

laan

der

en

Oos

t-V

laan

der

en

Ant

wer

pen

Lim

bur

g

Vla

ams-

Brab

ant

Brus

sels

HG

Waa

ls-B

rab

ant

Luik

Nam

en

Hen

egou

wen

Luxe

mb

urg

Ned

erla

nd

■ Aantal_ Groei (rechter-as)

Page 19: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 19

Figuur 3.3 Verwachte groei aantal huishoudens Belgische provincies en Nederland, 2009-2030*

Bron: ADSEI en calculaties ING Economisch Bureau

* Bij een verwachting dat de gemiddelde huishoudgrootte daalt van 2,3 in 2009 naar 2,1 in 2030

Figuur 3.5 Bouwbedrijven naar aantal werknemers in België en Nederland, 2010

Bron: Eurostat, bewerkt door ING Economisch Bureau

0%

20%

40%

60%

80%

100%

>50

20-49

10-19

<10

NederlandBelgië

■ <10 ■ 10-19 ■ 20-49 ■ >50

% grote en kleine bedrijven in België bijna identiek aan Nederland

Figuur 3.4 Belgische bouwsector ingedeeld naar deelsectoren, 2011

Bron: Euroconstruct, bewerkt door ING Economisch Bureau

Naam brochure Maand 0

Een uitleg voor het maken van de gra�ekenstaat op laag 2

Infrasector

U-bouw Renovatie

Woningbouw Renovatie

U-bouw Nieuwbouw

Woningbouw Nieuwbouw

Woningbouw Nieuwbouw

18%

U-bouw Nieuwbouw

22%

Woningbouw Renovatie26%

U-bouw Renovatie

14%

Infrasector19%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

■ Aantal_ Groei (rechter-as)

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

Brus

sel

Ant

wer

pen

Lim

bur

g

Oos

t-V

laan

der

en

Vla

ams-

Brab

ant

Wes

t-V

laan

der

en

Waa

ls-B

rab

ant

Hen

egou

wen

Luik

Luxe

mb

urg

Nam

en

Ned

erla

nd

Flinke groei aantal huishoudens in gewestBrussel en provincie Antwerpen

Page 20: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 20

Gemiddeld Belgisch bouwbedrijf even groot als Nederlandse In België zijn er ruim 92.000 bouwbedrijven. Net als in Ne-derland zijn dit vooral veel kleine bedrijven. 95% van deze bedrijven heeft minder dan 10 werknemers in dienst (figuur 3.5). De gemiddelde grootte van Belgische bouwbedrijven is ongeveer gelijk aan die in Nederland. Zo hebben in België 1,6% van de aannemers tussen de 20 en 50 man personeel ten opzichte van 1,7% in Nederland. De hierboven beschre-ven relatief gelijke structuur van de markt is een belang-rijke reden. Zo komen in de renovatiesector meer kleine bedrijven voor dan in de nieuwbouw. Opvallend is wel dat de gemiddelde jaaromzet van Belgische bouwers wel hoger licht dan in Nederland. Jaarlijks draait een bouwer in België € 500.000,- omzet ten opzichte van € 400.000,- in Neder-land. Het verschil kan verklaard worden door de recessie in Nederland waarbij de bouw de afgelopen jaren 25% van de omzet heeft verloren en in België juist is gestegen.

Voldoende opdrachten maar zeker geen ondercapaciteitDoor de aanhoudende groei van de Belgische bouwpro-ductie van de afgelopen jaren hebben de meeste Belgische bouwbedrijven voldoende opdrachten om hun manschap-pen aan het werk te houden (figuur 3.6). De afgelopen 2,5 jaar gaf maar circa 10% aan dat te weinig opdrachten een reden voor productiebelemmering is. Ter vergelijking: in Nederland gaf in deze periode bijna 40% van de bouw-bedrijven aan te weinig opdrachten te hebben. Het aantal

Figuur 3.6 Belemmeringen voor de productie van Belgische bouwbedrijven, 1997-juni 2013

Bron: Europese commissie

_ Te weinig vraag_ Tekort aan personeel_ Tekort aan onderaannemers

Nauwelijks personeelstekorten in België en tekort aan werk loopt op

0

5

10

15

20

25

30

35

Tekort aan onderaannemers

Tekort aan personeel

Te weinig vraag

201320112009200720052003200119991997

_ Te weinig vraag _ Tekort aan personeel _ Tekort aan onderaannemers

Nauwelijks personeelstekorten in België en tekort aan werk loopt op

0

5

10

15

20

25

30

35

201320112009200720052003200119991997

VKP bouw

“Cultuurverschillen merk je nagenoeg niet en de mensen zijn gewoon verstaanbaar”Timmer- en aannemingsbedrijf VKP uit het Zeeuwse Kapelle haalt in 2013 bijna 30% van de omzet uit België en verwacht dat dit in 2014 nog verder oploopt. Het bedrijf is in 2003 in Nederland begonnen en voerde in 2011 de eerste opdrachten in België uit. “Wij zijn niet naar België gegaan maar België kwam naar ons”, zegt directielid Art-jan van Kooten. Voor ruwbouwtimmerwerk, gevelbekle-ding en HSB zijn er in België maar enkele (middel) grote partijen. Daarnaast zijn er veel kleine familiebedrijven. Hoofdaannemers willen in België werk uitbesteden maar kunnen de grotere opdrachten niet in zijn geheel aan deze familiebedrijven kwijt. Als onderaannemer kan VKP deze opdrachten wel volledig aannemen. “Veel aanpassingen in de werkwijze zijn daarbij niet benodigd maar je moet natuurlijk wel kwaliteit en een scherpe prijs bieden.” zegt Van Kooten. Daarnaast is ook de Belgische hoofdaannemer gebaat bij volledige ontzorging op het gebied van timmer-werk en gevelbekleding. Onze dienstverlening is daarom ook in België van toegevoegde waarde. De regelgeving voor werken in België, onder andere via de Limosa-meldingsplicht en de geautomatiseerde A1-verklaringen, vormt voor VKP geen obstakel. “Al moet je je er natuurlijk wel in verdiepen en tijd voor reserveren”. Cultuurverschil-len zijn voor VKP ook geen belemmering, “Wat hebben we nu voor verschillen? We zijn allemaal mensen en aanpas-sen moeten we ons overal. We zitten 20 kilometer van de grens en in Vlaanderen zijn ze ook gewoon voor Nederlan-ders goed verstaanbaar. De jongens hebben op de bouw-plaats ook nog niet ervaren dat ze niet welkom waren. De sfeer op de bouwplaats is mijn inzien gemoedelijker dan de huidige gespannen sfeer op Nederland bouwplaatsen onder andere veroorzaakt door de financiële druk”. Het maakt voor de Belgische hoofdaannemers geen verschil dat VKP een Nederlands bedrijf is. Als je eenmaal het ver-trouwen hebt dan komt van het ene werk het andere. De relatie is dan ook erg belangrijk in België geeft Van Kooten aan. Hij kent bouwers die op vrijdagmiddag naar het café gaan in Antwerpen en er vervolgens met opdrachten uitko-men. Het is met name allemaal mond tot mond reclame en dat ze afweten van je bestaan. Voor opdrachten in België heb je wel extra liquide middelen nodig. In België wordt bijvoorbeeld afgerekend op basis van de vorderingsstaat en niet zoals in Nederland op basis van de termijnstaat en zijn de betalingstermijnen wat langer. ”Hierdoor heb je voor opdrachten meer werkkapitaal nodig maar dat moet je gewoon accepteren” zegt Van Kooten.

Page 21: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 21

bedrijven met te weinig opdrachten steeg het afgelopen jaar wel (licht). Dit komt onder andere door de gehouden gemeenteraadsverkiezingen in eind 2012. In de aanloop van verkiezingen gaan de investeringen van lokale besturen in infrastructuur altijd omhoog om daarna weer in te zakken. Daarbij hebben Belgische bedrijven nauwelijks tekort aan personeel. Nog geen 1% van de bouwbedrijven geeft aan dat te weinig medewerkers de bouwactiviteiten belemme-ren. Zoals eerder al aangegeven hadden ter vergelijking 15% van de Nederlandse aannemers last van personeels-tekorten tijdens de bouwhausse in 2007. De prijzen staan in België daarnaast ook onder druk en per saldo verwacht ruim 10% in het voorjaar van 2013 deze de komende maanden (verder) te verlagen. Al met al is de Belgische bouwcapaciteit dus beter benut dan de Nederlandse maar er is zeker geen situatie van ondercapaciteit. Nederlandse bouwbedrijven die zich op de Belgische markt willen rich-ten, zullen dus wel degelijk sterke concurrentie ondervinden met prijzen die (ook in België) onder druk staan.

ConclusieConcluderend kan gesteld worden dat 80% van de Bel-gische bouwactiviteit plaats vindt op minder dan een uur rijden van de Nederlandse grens. Door een aanhoudende bevolkingsgroei en een verwachte toename van het aantal huishoudens tot 2030 blijft er in België een uitbreidings-vraag naar nieuwe woningen bestaan. Het gemiddelde bouwbedrijf in België is daarbij bijna even groot als in Ne-derland. De onderhouds- en nieuwbouwmarkt zijn in België in vergelijking met Nederland ook relatief ongeveer even groot. Belgische bouwbedrijven hebben nauwelijks perso-neelstekorten en ook in België is dus van ondercapaciteit zeker geen sprake.

Page 22: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 22

Dit hoofdstuk gaat over hoe bouwbedrijven kunnen toetreden tot de Belgische of Duitse bouwmarkt.• Een doordachte strategie, focus en de bereid- en

mogelijkheid tot het investeren van tijd, geld en energie is een vereiste om toetreding tot de Belgi-sche of Duitse markt succesvol te maken.

• Beurzen en bijeenkomsten zijn belangrijke evene-menten voor de eerste stappen over de grens.

• Het bouwteam, de bouwlogistiek en speciale on-derscheidende bouwmaterialen zijn USP’s van de Nederlandse bouwers in Duitsland.

• De in Nederland zo gebruikelijke seriebouw komt ook in België steeds meer voor.

• Regels in Duitsland zijn niet strenger dan in Ne-derland maar de Duitsers houden zich er wel aan, “contract is contract”.

• In België doet men pas zaken als men iemands vertrouwen heeft. “Eerst het contact, dan het con-tract”.

De Belgische of Duitse markt betredenHet betreden van de bouwmarkt in België of Duitsland door Nederlandse aannemers vereist de nodige inspanningen. Dit kan zowel van bedrijven individueel als via gezamen-lijke initiatieven. Voor individuele bedrijven blijft inzicht in verschillen in cultuur en gebruiken zeer belangrijk. Verdere ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven (van branchever-enigingen, overheid en bedrijfsleven) moet de zichtbaarheid van de Nederlandse bouw in Duitsland en België vergroten.

Exportsucces vereist strategische focus en commitmentEen eerste vereiste om succesvol zaken te doen over de grens is het hebben van een doordachte strategie, focus en de bereid- en mogelijkheid tot het investeren van tijd, geld en energie in de nieuwe markt gedurende vele jaren. Nederlandse bouwbedrijven die denken op korte termijn hun overcapaciteit even over de grens te kunnen “dumpen” zijn tot mislukken gedoemd. Een specialist die Nederlandse ondernemers de Duitse markt op begeleid zegt hierover: “De omzet die Nederlandse bedrijven in Duitsland ver-wachten te halen kan doorgaans worden gedeeld door twee, de tijdspanne vermenigvuldigd met twee.” Dit geldt zeker ook voor bouwbedrijven die erover denken een stap over de grens te maken.

Geen vaste succesformuleSommige bouwbedrijven kiezen ervoor om zelf op pad te gaan en de buitenlandse markt te veroveren. Andere be-drijven kiezen voor een buitenlandse verkoper of agent. Een verkoper/ agent die de markt goed kent en al de nodige in-gangen heeft, kan waardevol zijn. Er is wat betreft marktbe-werking geen vaste succesformule. Een uiteindelijke Duitse ‘GmbH’ of Belgische BVBA kan voordelen opleveren: men zit nog dichter bij de opdrachtgever. Een lokale vestiging zorgt voor een beter begrip van de lokale opdrachtgever

en de problematiek waarmee de Duitse dan wel Belgische bouw mee te maken heeft, bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving of personeel.

Buitenlandse opdrachtgevers kijken kat uit de boomNederlandse bouwbedrijven moeten in eerste instantie een goed besef hebben waar hun potentiële klanten over de grens staan, bijvoorbeeld in het proces van inkoop en uitbe-steding. Doordat grensoverschrijdend bouwen weinig voor-komt, zijn opdrachtgevers nu eenmaal terughoudend met uitbesteden. Voor Nederlandse bedrijven die de Belgische of Duitse markt op willen, is het beginnen als onderaan-nemer vaak een mooie kans om een relatie te starten en om vandaar uit verder te bouwen. Als een opdrachtgever een-maal vertrouwen heeft, zal er uiteindelijk om meer gevraagd worden, zowel qua volume als complexiteit. Bedrijven zullen dan ook meer in de ontwerpfase betrokken kunnen raken. De trend is dan positief: er wordt structureel meer uitbe-steed, ook buitenlands, en er ontstaat een hechtere relatie tussen opdrachtgever, aannemer en/of onderaannemer.

Publieke en private organisaties beschikbaar om succes te bewerkstelligenVanuit publieke hoek biedt Agentschap NL ondersteuning aan bedrijven die de Belgische of Duitse markt willen betre-den. Naast zakenpartnerscans en het in kaart brengen van marktkansen voor ondernemers, wordt in toenemende mate aandacht besteed aan ‘Holland branding’. De Nederlandse ambassade in Brussel helpt ondernemers bij het betreden van de Belgische markt. De Duits-Nederlandse handelska-mer biedt voor Duitsland diverse mogelijkheden tot onder-steuning, onder meer op juridisch gebied. Voor bouwers die de sprong naar Duitsland willen wagen is er de Nedubex (Stichting Nederlands Duitse Bouwexport). Bij de Nedu-bex kunnen bouwbedrijven bijvoorbeeld het zogenaamde “Rijbewijs voor Duitsland” halen waarmee zij op de hoogte worden gebracht over de meest belangrijke regelgeving die betrekking heeft op bouwen in Duitsland.

4.1 DuitslandVoor Duitsland gelden specifieke zaken qua zaken- en bouwcultuur. Hierop zal de Nederlandse bouwer die de grens over gaat zich moeten aanpassen om succesvol te zijn. Uit sommige verschillen komen juist specifieke voordelen van Nederlandse bouwbedrijven naar voren op de Duitse markt. Hieraan wordt in deze paragraaf aandacht besteed.

Duits proces heiligVoor Duitsers zijn de kernprocessen van hun bedrijf heilig. Ook het inkoopproces gaat volgens vaste lijnen en daar zal een Nederlandse bouwer volledig in mee moeten. Bij een eerste afspraak zitten dikwijls niet de beslissers aan tafel, ook al wordt daar mogelijk geen blijk van gegeven. Vanuit Nederlands perspectief is het zaak daar niet op in te gaan, maar een goede presentatie neer te zetten. Stiptheid, uiter-lijke verschijning en ingaan op technische aspecten van het

4. Hoe de buitenlandse markten te betreden

Page 23: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 23

bouwproces staan daarin voorop. Zeker Duitsers waarderen technische knowhow. Dergelijke bijeenkomsten zullen nog vaker plaatshebben, uiteindelijk met een persoon met be-slissingsbevoegdheid, maar zelfs dan hoeft echte business er nog niet uit voort te vloeien. Volhouden is het toverwoord, maar in de praktijk het punt waar het voor veel Nederlandse bedrijven op stuk loopt.

Sterktes Nederlandse bedrijven sluiten aan bij Duitse wensenIn het proces van uitbesteding en verkleining van het leveranciersbestand staat voor Duitse bedrijven ketenbe-heersing centraal. Sleutelbegrippen zijn: betrouwbaarheid, voorspelbaarheid, flexibiliteit en efficiëntie. Het zijn be-grippen waar Nederlandse bedrijven niet altijd even goed op scoren. Zo geven Duitse bedrijven over Nederlandse wel eens aan dat de afgesproken levertijd niet altijd wordt nagekomen terwijl dit voor Duitse bedrijven zeer belangrijk is. Daarentegen zijn Nederlandse bedrijven vaak flexibeler en worden onverwachte problemen daardoor makkelijker opgelost: “Men denkt eerder out-of-the-box, dat doen we hier in Duitsland niet snel.”

Bouwteam en Nederlandse logistiek onderscheidende factorenDe Nederlandse bouw onderscheidt zich op de Duitse markt onder andere door een ten opzichte van Duitse bouwbe-drijven betere logistiek. De Nederlandse flexibiliteit zorgt ervoor dat logistieke processen meer door elkaar heen kunnen lopen en hierdoor sneller verricht worden. Duitse bouwbedrijven werken het bouwproces meer systema-

tisch af waarbij eerst het ene proces af moet zijn waarna het andere gestart kan worden. Ook de in Nederland veel gebruikte organisatievorm van bouwteams is onderschei-dend voor de Duitse markt waardoor efficiënter gewerkt kan worden. Als laatste hebben specifieke bouwmaterialen van toeleveranciers met duidelijke meerwaarde kansen op de Duitse markt.

Beurzen en bijeenkomsten blijven belangrijk voor eerste stappenOm in contact te komen met potentiële klanten spelen beurzen in Duitsland nog altijd een grote rol. Duitsland is wereldwijd de nummer 1 onder de beurzenstandplaatsen. Vier van de vijf werelds grootste beurzenplaatsen bevinden zich in de Bondsrepubliek. Duitsland kent vele beurzen gericht op specifieke takken binnen de bouw. Groot is de DEUBAUKOM in Essen. Ook bijeenkomsten of handelsmis-sies georganiseerd door Nederlandse overheidsinstanties (agentschap, consulaat of ambassade) en de Duits-Neder-landse handelskamer zijn waardevolle kanalen om de eerste contacten te leggen.

4.2 BelgiëVoor België gelden specifieke zaken qua zaken- en bouw-cultuur. Hierop zal de Nederlandse bouwer die de grens over gaat zich moeten aanpassen om succesvol te zijn. Uit sommige verschillen komen juist ook specifieke voordelen van Nederlandse bouwbedrijven op de Belgische markt naar voren. Hieraan wordt in deze paragraaf aandacht be-steed.

Rol van de architect is anders in BelgiëDe architect in België heeft een veel grotere aansprake-lijkheid dan in Nederland. De architect helpt bijvoorbeeld bij het verkrijgen van de bouwvergunning. De architect is daarbij nog 10 jaar verantwoordelijk voor eventuele ont-werpfouten en voor fouten in de uitvoering. Door de grote verantwoordelijkheid in België van de architect wil deze ook zelf alle touwtjes zoveel mogelijk in handen houden. Er is daardoor minder samenwerking dan in Nederland tussen architect en aannemer. Het bouwen in een bouwteam komt hierdoor, net als in Duitsland, minder vaak in België voor.

Toenemende seriebouw in België biedt kansen voor Nederlandse bouwerTraditioneel worden er in België veel alleenstaande huizen met particuliere opdrachtgevers gebouwd. Iets wat in Ne-derland relatief weinig voorkomt en het gemiddelde Neder-landse bouwbedrijven blinkt hierop ook niet snel uit. Een Belgische bouwexpert zei hierover “Daar hebben jullie Ne-derlanders weinig kaas van gegeten”. De laatste jaren neemt in België echter de in Nederland zo gebruikelijke seriebouw wel toe. Nederlandse bouwbedrijven hebben hierin grote expertise en kunnen daardoor hierop juist wel een streepje voor hebben op Belgische bouwbedrijven.

Box: Wees ‘Duits’

• Contract is contract, maar dan ook letterlijk;• Aanspreken met Sie, gebruik titels;• Zie er tiptop uit;• Weet met wie je aan tafel zit (niet altijd beslisser, maar

laat dat niet merken);• Investeer in contacten;• Duitser houdt van eigen regio;• Bereid meetings tot in detail voor, wees stipt op tijd en

houd je aan de afgesproken vergadertijd;• Leg nadruk op technische kant van verhaal;• Wees bewust van hiërarchie in organisatie;• Strikte scheiding privé en werk;• Netheid bouwplaats wordt zeer gewaardeerd door be-

zoekende opdrachtgever;• Noem referenties, certificeringen, gewonnen prijzen.

Page 24: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 24

Grootste bouwbeurs in Benelux voor eerste contactenIn België vindt jaarlijks de grootste bouwbeurs van de Bene-lux plaats. De Batibouw trekt jaarlijks circa 350.000 bezoe-kers waarvan ongeveer 75.000 bouwprofessionals en vindt meestal eind februari plaats in de Brusselse Heizelpaleizen. De “salon voor de bouw” biedt een ideale plek om de eerste contacten te leggen. Ook handelsmissies zijn goede kanalen voor een oriëntatie van de Belgische markt.

Box: pas uw gedrag aan de Belgische cultuur aan

• Begin nooit zelf met tutoyeren. Belgen zijn gesteld op goede omgangsvormen en etiquette;

• Wees geduldig. In België doet men pas zaken als men iemands vertrouwen heeft, “Eerst het contact, dan het contract;

• Zorg er voor dat u goed gekleed voor de dag komt;• Gedraag u bescheiden. Ben niet te overtuigd van uw ei-

gen kennis en vaardigheden, dit wordt in België al gauw als arrogant ervaren;

• Belgen hebben een luistercultuur. Nederlanders zeggen al snel waar het op staat. Belgen ervaren dit als brutaal. Wees dus gereserveerd en laat uw zakenpartner aan het woord;

• België heeft een bourgondische cultuur. Deals worden vaak aan tafel gesloten en als u een Belgische relatie over de vloer krijgt dan voldoet een broodje kaas niet;

• Het Nederlands in Vlaanderen is niet hetzelfde als het Nederlands in Nederland. Laat folders, contracten en bestekken en dergelijke altijd nalezen door een Vlaming;

• Belgen zijn meesters in het maken van compromissen. Ze laten daarbij zelden het achterste van hun tong zien;

• Bedenktijd is in België belangrijk bij het sluiten van een deal. Forceer het beslissingsmoment daarom niet.

Page 25: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat
Page 26: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat
Page 27: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat

DisclaimerDe informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerela-teerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publi-catie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit-oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggings-aanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederland-sche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.

De tekst is afgesloten op 6 september 2013.

Page 28: Exportkansen voor de Nederlandse bouw · Exportkansen voor de Nederlandse bouw September 2013 4 De bouwmarkt in Nederland heeft het zwaar te verduren. ING Economisch Bureau schat