Expogids low

48

description

Expogids bij de tentoonstelling 75 jaar Chiro

Transcript of Expogids low

Page 1: Expogids low

��

Page 2: Expogids low

InhoudChiro Expo __________________________________ 0275 jaar Chiro ________________________________ 03Speel met spel (da’s Chirotaal) _____________________ 2�Vele groeten van op bivak! _______________________ 23Fier en blij, zie ons gaan, flink in rij, langs de baan ________ 26Samen-jong-zijn ______________________________ 29Inzet in de verf _______________________________ 3�Verdraai de wereld ____________________________ 33Feest mee! _________________________________ 35Colofon____________________________________ 37

Page 3: Expogids low

ChIro ExpoIn 2009 blaast de Chiro 75 kaarsjes uit. Om dat jubileum te vieren, trekt voorafgaand aan die verjaardag een jaar lang een tentoonstelling door Vlaanderen. Chiro Expo brengt het verle-den van de Chiro opnieuw tot leven en zet het heden van die jeugdbeweging in de kijker.

Chiro Expo vertelt ook het verhaal van het zogenaamde Chiro-gevoel. Wat houdt dat moeilijk te omschrijven begrip precies in? Is het een ander gevoel in de verschillende periodes van de geschiedenis, of is het net iets wat de opeenvolgende genera-ties met elkaar verbindt?

Er is het verhaal van de grote Chirofamilie en er zijn de verhalen van de vele lokale groepen. Ze roepen herinneringen op en no-digen uit tot persoonlijke reflectie: wat betekent Chiro voor mij?

Het Chirogevoel en de betekenis van de Chiro is ongetwijfeld grotendeels anders voor de pioniers dan voor de huidige gene-raties. Het is niet enkel afhankelijk van tijd maar ook van plaats. Tegelijk is er iets wat alle groepen en alle generaties delen. Dat is het levende erfgoed van de Chiro dat getoond wordt.

De kern van de beleving van de Chiro is het beleven van het samen-jong-zijn. Het verhaal gaat dus over groepsgevoel en samenwerking, over de waarden en methodieken van de Chiro, maar ook over de open houding naar de samenleving toe, het Chiroheem, het bivak, de symbolen, rituelen en tradities, creati-viteit en spel.

Chiro Expo is opgebouwd in modules. De geboorte en de historische evolutie van de Chiro en zes andere thema’s wor-den geïllustreerd met foto’s, bewegende beelden, objecten, getuigenissen, publicaties en liederen. Het wordt een reis langs verhalen over spel en bivak, over alles wat te maken heeft met de typische Chirostijl, over leidings- en maatschappelijk engage-ment, over samen-jong-zijn.

0203

Page 4: Expogids low

]foto

: gilb

ert d

’haen

[

Page 5: Expogids low

040575 jaar ChIro

Chiro ontstaat in 1934 wanneer priester Jos Cleymans de voorbijgestreefde patronaatswerking nieuw leven inblaast. De patronaten zijn op dat moment de oudste vorm van georgani-seerd jeugdwerk. De kiem die Cleymans legt, zal uitgroeien tot een jeugdbeweging die de naam Chirojeugd krijgt.

DE patronatEnIn de negentiende eeuw evolueert België in korte tijd van een landelijke naar een industriële en stedelijke samenleving. Arbei-ders leven vaak in erbarmelijke omstandigheden. De Kerk en de burgerij willen zedenverloedering en proletarische opstanden vermijden en richten daarom vanaf het midden van die eeuw in verschillende Belgische steden patronaten op. Patronaten zijn een vorm van parochiale jeugdzorg waar priesters en vrome le-ken zich bekommeren om de morele, religieuze en intellectuele toestand van arbeiders- en volkskinderen. Op zondag vangen de patronaten die kinderen op om samen met hen te bidden, te leren en te spelen, om hen zo op te voeden en van het slechte pad te houden.

De patronaatswerking verspreidt zich in de tweede helft van de negentiende eeuw over heel België. Het ledenaantal neemt toe en het activiteitenaanbod breidt uit. Tot en met Wereldoorlog I

zijn de patronaten een groot succes. Na de oorlog gaan ze stil-aan ten onder door interne problemen en nieuwe maatschap-pelijke tendensen. Ondertussen is immers het onderwijs beter uitgebouwd en zijn er meer sociale voorzieningen voor het volk. Patronaten worden een vorm van vrijetijdsbesteding en ze krijgen concurrentie van de nieuwe ontspanningsmogelijkhe-den voor jongeren, zoals cinema en sportclubs, én van andere vormen van jeugdwerk.

In 1922 lanceert paus Pius XI de Katholieke Actie, een initiatief van de katholieke Kerk om ‘de massa’ te stimuleren om actief deel te nemen aan het katholieke leven. In het kader hiervan worden voor elke stand in de maatschappij jeugdbewegingen opgericht. KAJ, de Katholieke Arbeidersjeugd, ontstaat in 1924 en speelt in op de nood aan specifieke vorming voor de arbeidersjeugd. Voor de studenten is er vanaf 1927 KSA, de Katholieke Studenten Actie. De Boerenbondjeugd, wat later KLJ wordt, richt zich tot de boerenjeugd. Scoutisme wakkert het verantwoordelijkheidsgevoel van jongeren aan en legt de nadruk op het leven in de natuur.

Die nieuwe jeugdorganisaties zijn minder paternalistisch en hebben oog voor de groeiende behoefte aan zelfstandigheid bij

Page 6: Expogids low

jongeren. De patronaten daarentegen houden vast aan het be-schermingsideaal, worden nog altijd geleid door volwassenen en weigeren de maatschappelijke veranderingen te integreren in hun werking. In 1928 wordt het Jeugdverbond voor Katho-lieke Actie opgericht, de koepel van al die jeugdverenigingen. De patronaten zijn het oudst en hebben duidelijk nood aan vernieuwing.

Geestelijken als Jos Cleymans, Leo Van Hoebroeck en Albert Peeters zetten hun schouders onder de vernieuwingsbeweging binnen de jongens- en meisjespatronaten, beïnvloed door de eigen stijl van de jeugd en de romantische tijdsgeest van de

jaren 1930 en 1940. Zij hervormen de patronaten structureel, stilistisch en pedagogisch en zijn zo de bezielers van een nieuwe jeugdbeweging: Chiro.

patronatEn worDEn ChIroJos Cleymans, secretaris van het Jeugdverbond voor Katholieke Actie, publiceert in oktober 1934 “Nieuw leven” in het eerste nummer van het vernieuwde tijdschrift Het Katholiek Patronaat. In dat artikel lanceert hij de term Chirojeugd. Cleymans blaast de patronaten nieuw leven in en introduceert jonge leiders in plaats van priester-bestuurders, kleinere groepen verdeeld volgens leeftijd, ontspanning in de vrije natuur, liederen en het ridder-schap in dienst van Christus Koning. Dat thema staat centraal in de nieuwe jeugdbeweging en levert het symbool XP en de naam Chiro, verwijzend naar de Griekse letters chi en rho, de beginlet-ters van Christus’ naam.

Cleymans en priester Anton Aarts, die in 1933 het Tienense jongenspatronaat probeert te vernieuwen, laten zich voor hun nieuwe methoden en technieken inspireren door de Katholieke Actie en jeugdbewegingen in binnen- en buitenland. Sleutel-elementen bij al die jeugdbewegingen zijn godsdienstbeleving, natuurbeleving, zelfwerkzaamheid en groepsleven. Actief godsdienst ‘beleven’ komt in de plaats van passief godsdienst ‘ontvangen’.

Page 7: Expogids low

0607Centraal staat het ridderschap in dienst van Christus

Koning. De Katholieke Actie pleit ervoor om leken in te zetten in de strijd tegen de secularisering. Chiro-actie moet de strijdlust van jongeren aanwakkeren. Cleymans maakt hiervoor gebruik van vlaggen, trommels en ro-mantische strijdliederen, zaken die nog lang de stijl van de Chiro bepalen. Het spelen van spelletjes, voorbereid en begeleid door jonge leiding, vormt al van in het begin een essentieel onderdeel van de ontspanning maar ook van de vorming van jongeren.

De vernieuwde werking bepaalt de structuur van een patronaat, dat vanaf dan bij voorkeur bestaat uit drie of vier afde-lingen volgens leeftijd. Aan het hoofd van iedere afdeling staan één of meerdere leiders of leidsters, die verantwoordelijk zijn voor hun leden. Elke afdeling wordt onderverdeeld in groepjes van tien tot vijftien leden met een voorman. Aan het hoofd van een patronaat staat de proost, die samen met de leiders of leidsters de bestuursraad vormt. Iedere week is er een leidingskring waar de leiding godsdienstonderricht krijgt, dat zij op hun beurt vertalen naar de kinderen.

De vernieuwingsbeweging van Cleymans vormt een bedrei-ging voor de andere jeugdbewegingen. Daarom wordt hij in 1935 benoemd als parochiepriester in Willebroek, waardoor de vernieuwing even stilvalt. Jozef Bloquaux volgt Cleymans op als

nationale proost van de patrona-ten, en wordt op zijn beurt in 1938 opgevolgd door Leo Van Hoe-broeck. In 1939 richt Van Hoebroeck de Antwerpse studiekring op, die verder werkt aan de interne uitbouw van de patronaten als jeugdbeweging. De vernieuwing slaat aan op grotere schaal.

JongEnSgroEpTijdens Wereldoorlog II draait de patronaatswerking over heel het land op een lager pitje. Van Hoebroeck spoort groepen aan om opnieuw op te starten, iets waar enkel de vernieuwings-gezinde patronaten op ingaan. ‘Chirojeugd’ wordt de nieuwe naam van de patronaten en van de nieuwe groepen die opgericht worden. De studiekring verwerft een vaste plaats in het jeugd-landschap en treedt vanaf de eerste oorlogsjaren naar buiten als

]pat

rona

at N

eder

-ove

r-Hee

mbe

ek[

Page 8: Expogids low

Landsbond der Chirojeugd. Ze publiceren brochures, mappen en boeken en organiseren vorming voor leiders. Het belang van spel wordt in de verf gezet tijdens cursussen en in publicaties.

De Chiro wordt een centraal georganiseerde jeugdbeweging met groepen over heel Vlaanderen. De Landsbondraad komt bijeen in Antwerpen en als verbinding met de lokale groepen ontstaan er verbonden en gewesten. De Chiro staat open voor alle kinderen en jongeren van de parochie en richt zich niet tot een bepaalde stand in de maatschappij. In maart 1941 verschijnt het eerste nummer van het tijdschrift Mededeelingen van de Chirojeugd, het vroegere Het Katholiek Patronaat, waarin een nieuw program-ma wordt voorgesteld door Landsbondleider Ward van Roey.

Dat programma steunt op drie pijlers: de belijdenis, de vendel-werking en de eisenwerking. Daarnaast blijven in het nieuwe programma enkele essentiële componenten van Chiro-actie behouden, zoals het spel als vorm van ontspanning, het gods-dienstonderricht, het groepsleven en natuurbeleving.

De belijdenis is een sleuteltekst waarin een na te streven ideaal wordt beschreven, gebaseerd op de ridderromantiek van Christus Koning. Die tekst fungeert als leidraad voor iedereen die dat christelijke ideaal wil beleven. Leiders moeten beloven trouw te blijven aan de belijdenis in de uitwerking van hun activiteiten op zondag en in hun dagelijkse leven.

Om de zelfwerkzaamheid van de jongeren te bevorderen, worden de afdelingen opgedeeld in kleinere groepen, de zogenaamde vendels. Een vendelleider en een voorman staan aan het hoofd. Zij worden als kernleden tijdens een vendelronde gevormd door de leiders en de proost, om de doorstroming van de godsdien-stige visie te garanderen. De vendelwerking bepaalt ook het ver-loop van de activiteiten. Vaak spelen de vendels tegen elkaar. Ze hebben elk een eigen plek in het lokaal of heem, die ze inrichten met hun kreten en hun eigen kleine vlag, het pennoen.

De eisenwerking vormt de leden door ze actief in te schakelen in het spelgebeuren. Van elke jongen wordt verwacht dat hij streeft naar bepaalde vaardigheden of kennis, wat beloond wordt met een zegel of een kenteken. De belangrijkste eisen zijn de Chiro-eis (kennis van de beweging en van de Katholieke Actie), de Keure-eis (over bepaalde uitdrukkingsvormen als groeten en marcheren), de eis van het spel en de eis van het lied. Wanneer de eisen behaald zijn, mogen de leden hun belofte afleggen en ontvangen ze een kenteken.

]pat

rona

at St

-Ant

onius

Antw

erpe

n[

Page 9: Expogids low

0809MEISJESChIro

De vernieuwing van de meisjespatronaten verloopt moeizamer omdat ze niet aan de parochie maar aan een school verbonden zijn. De achteruitgang tijdens Wereldoorlog I is groter dan bij de jongenspatronaten. De meisjeschiro is geen voortzetting van de patronaatswerking maar ontstaat naar het voorbeeld van de jongenschiro. Leo Van Hoebroeck richt in 1941 de meisjeschiro op. Die jeugdbeweging ontwikkelt zich op nationaal en lokaal niveau, parallel met die van de jongens. De Landsbondleiding van de meisjes vestigt zich in Antwerpen in dezelfde gebou-wen als de jongens maar functioneert autonoom, met eigen tijdschriften, cursussen en publicaties.

De uitbouw van het organisatorische kader van de jongens en de meisjes gebeurt in 1942 en 1943. De Antwerpse studie-kring van Van Hoebroeck wordt de Landsbond, het hoogste orgaan van Chirojeugd, bestaande uit de Landsbondleider, de Landsbondproost, een secretaris, een schatbewaarder, een propagandaleider en enkele raadsleden. De jongens en de meisjes hebben elk een eigen Landsbond, de Landsbondproost is gemeenschappelijk.

De verbonden zijn georganiseerd volgens de vijf bisdommen en staan in voor leidingsvorming en de organisatie van grote bijeenkomsten. Ze hebben veel autonomie en beslissen zelf of ze aansluiten bij de Landsbond. In West-Vlaanderen is er een

eigen diocesane meisjesjeugdbeweging, Kroonwacht, die pas in 1965 aansluit bij de Chiromeisjes. Ook de gewesten organiseren leidingscursussen en ze ondersteunen de lokale groepen.

Na het overlijden van Van Hoebroeck in 1942 volgt Albert Peeters hem op als Landsbondproost van de jongens- en de meisjeschiro. Samen met zijn naaste medewerkers en verbon-delijke en gewestelijke vertegenwoordigers sleutelt hij verder aan de pedagogische visie en de eigenheid van de Chiro. De Chiro voelt zich een hechte, zelfbewuste beweging en laat dat ook zien aan de buitenwereld. Op 10 december 1945 erkent kardinaal Jozef Van Roey de jongens en meisjes van Chirojeugd officieel als een volwaardige jeugdbeweging van de Katholieke Actie. De ondertitel ‘Verbond der Vlaamse Patronaten’ blijft be-houden. In 1946 wordt de verkoopdienst De Banier opgericht, zodat de Chiro niet afhankelijk is van overheidssteun.

ChIrowErkIngIn 1947 brengt Peeters Grondslagen der Chirowerking uit. Hij beschrijft Chiro als een coherent pedagogisch systeem met doelstellingen, groeimotieven en specifieke methodes die geïn-tegreerd worden in ontspannende activiteiten. De groeimotie-ven concretiseren het ideaal van de Chiro, vertaald op maat van kinderen en jongeren. Om hen te laten opgroeien in dat ideaal en in de geest van de Chiro werkt Peeters drie basismethodes

Page 10: Expogids low

uit die een belangrijke rol spelen in de pedagogische visie en de werking van de Chiro.

Blijheid is het eerste groeimotief. Ontspanning en plezier zijn redenen om op zondag samen te leven en te spelen. Dat evolueert naar vreugde in het geloof. Blijheid wordt beleefd in de natuur, via stijlelementen zoals marcheren en zingen en via activiteiten ingekleed in romantische thema’s.Kranigheid is het tweede groeimotief. Het verwijst naar het strijdlustig paraat staan om Christus te dienen. Leden en leiding zetten zich in tijdens het spel, zijn moedig en offervaardig, en dragen tucht hoog in het vaandel. Het laatste groeimotief is voor de jongens kameraadschap en

voor de meisjes

zonnige goedheid. De Chiro is een gemeenschap waar iedereen samen leeft, speelt en elkaar bijstaat.

Via de methodes realiseren de leden en de leiding die motieven. De familiale methode legt de nadruk op het samenzijn en op verbondenheid. Iedereen draagt zorg voor elkaar, zoals ook fami-lieleden doen. De bestuurder is de vaderfiguur en de Chiro zelf is een jeugdtehuis. De esthetische of intuïtieve methode maakt de jeugd bewust van hun gevoelsleven, wat tot een diepere geloofsbeleving moet leiden. Die beleving wordt uitgedrukt in een eigen jeugdige stijl, met formaties, marcheren, liederen en het uniform. Hiervoor moet iedereen een inspanning leveren en oefenen. De stijl van de Chiro wordt beschreven in De Keure, een handboek uitgewerkt door de in 1947 opgerichte Stijlcommissie.

Met de actieve methode hoopt Pee-

]foto

: Gaz

et va

n Ant

werp

en, 1

948[

Page 11: Expogids low

���0

ters de zelfredzaamheid van jongeren te verbeteren. Ze worden uitgenodigd om zelf hun leven te organiseren, verantwoordelijk-heid op te nemen en te leren kiezen voor de groep, via de vendel- en de eisenwerking.

LokaLE wErkIngOmdat de instructies van de Landsbond via de verbonden en de gewesten vlot doorstromen naar de lokale groepen heerst er een grote eenvormigheid bij alle Chirogroepen over heel Vlaande-ren. De leden worden onderverdeeld in leeftijdsgroepen. Bij de jongens zijn er de burchtknapen (9 tot 11 jaar), de knapen (11 tot 14 jaar) en de kerels (15 tot 17 jaar). Bij de meisjes zijn dat de zon-nekinderen (9 tot 11 jaar), de kroonmeisjes (11 tot 13,5 jaar) en de kristimeisjes (13,5 tot 17 jaar).

Elke Chirogroep beschikt over een eigen lokaal. Dat heem wordt meestal door de parochie ter beschikking gesteld en is bij voorkeur groot genoeg om voor elke leeftijdsgroep of afdeling een apart lokaal te voorzien. De priester-bestuurder staat aan het hoofd van een Chirogroep. Hij zit de leidingskring voor, voorziet de afdelingen van een vormend avondwoordje en houdt toezicht op het godsdienstonderricht bij de gewone zondagsactiviteiten. Net onder de priester-bestuurder staat de hoofdleiding. Daarna volgt de afdelingsleiding. Alle leiding komt wekelijks bijeen tijdens een leidingskring waarin ze vorming krijgen en samen vergaderen.

Op zondag woont een Chirogroep ‘s morgens de mis bij en in de namiddag is het tijd voor activiteiten, weliswaar na de vlaggengroet en de formatie. De afdelingen spelen vooral, maar ze nemen ook deel aan het lof (een na-middagdienst in de parochiekerk), ze krijgen godsdienstonderricht en er is tijd voor een zangstonde en stijloefeningen. Een Chiro-zondag duurt tot ‘s avonds.

Spelen gebeurt meestal in de nabijheid van het heem, of op een plein of speelplaats, maar soms trekken afdelingen naar het bos of het veld, via een tocht. Binnen de bebouwde kom marcheren de leden in het gelid, daarbuiten zijn ze vrijer. Tijdens de zomer zwemmen ze in een vijver of rivier. In de winter of wanneer het regent, knutselen ze regelmatig in de lo-kalen. Zingen doet iedereen, maar volksdans is meestal voorbehouden voor de meisjes. Vele Chirogroepen hebben een muziekka-pel. Het hoogtepunt van een werkjaar is het jaarlijkse bivak.

Al in de patronaten hechten ze belang aan groepsuitstappen in de natuur. Bij voorkeur

]biva

kkaa

rtjes

: zon

nem

eisjes

[]b

ivakk

aartj

es: z

onne

meis

jes[

]biva

kkaa

rtjes

: kris

tiem

eisjes

[]b

ivakk

aartj

es: k

roon

meis

jes[

Page 12: Expogids low

gaan ze ieder jaar op bivak. Dat blijft zo bij Chirojeugd. Een bivak duurt ongeveer acht dagen. De groep leeft op bivak als een gemeenschap, een familie, en niet per afdeling. Leden spelen in de natuur, slapen in gebouwen, en kookouders bereiden maaltijden voor iedereen. Het accent ligt niet op het overleven in de natuur, maar op het samen-jong-zijn, wat verwijst naar de familiale methode.

Een dag op bivak verloopt volgens een vast patroon. ‘s Mor-gens wordt er samen gebeden, is er ochtendgymnastiek en na een wasbeurt verzamelt iedereen in uniform voor de vlag-gengroet. In stilte trekken ze marcherend naar de kerk, op de terugweg zingen ze. Na de formatie ontbijt iedereen samen, dan volgen diensten zoals schoonmaken en aardappelen schillen, en een ontspannende activiteit per afdeling. Na het middagmaal in groep wordt er verplicht gerust en daarna gespeeld tot aan het avondeten. ‘s Avonds is er opnieuw een formatie en een avondvlaggengroet tijdens het plechtig neer-laten van de groepsbanier. Voor het gebed en het slapengaan staat er nog een rustige activiteit op het programma, zoals een kringspel, een toneelspel of een wandeling.

] fot

o: Ga

zet v

an An

twer

pen,

1954

, Nat

ionale

Meiv

aart

Sche

rpen

heuv

el[

Page 13: Expogids low

�3groEI Van ChIroJEugD

In de jaren 1950 groeit Chirojeugd uit tot een vaste waarde in Vlaanderen. Het aantal groepen en leden neemt toe. In 1954 zijn er 707 groepen. De katholieke cultuur is nog dominant, met als bewijs de vele Meivaarten en bedevaarten die de Chiro organiseert. Tegelijk ontstaat er stilaan een tienercultuur met nieuwe tendensen. De Chiro wil tegemoet komen aan de eigen-tijdse noden van de jeugd en kiest voor verbreding door zich meer en meer te richten naar de maatschappij.

De Chiro bouwt het kader verder uit en verstevigt de structuur van de organisatie. Vanaf 1957 is het nationaal secretariaat ge-vestigd op Kipdorp 30 in Antwerpen. Dat is sindsdien het adres van het nationale secretariaat gebleven. Ook de werking van de lokale groepen wordt op punt gesteld. Door middel van allerlei publicaties zorgt het nationale kader voor een eenvormigheid op lokaal niveau. De Keure, waarin zaken als het uniform, de kentekens, de formaties en de belofteaflegging erg gedetail-leerd beschreven worden, is een leidraad voor alles wat met stijl te maken heeft en bepaalt het uitzicht van de Chiro tot in de jaren 1960. Leiders, leidsters en priester-bestuurders worden geïnformeerd en gevormd via tijdschriften als Gloed, Licht en Ignis. Leden worden op de hoogte gehouden van de globale werking van de Chiro via Trouw voor de jongens en Lente voor de meisjes.

Bij de jongens, en later ook bij de meisjes, komt er een oudste afdeling bij – de aspi’s – en jongere kinderen zijn welkom bij respectievelijk de jongknapen en de sterrekes. Ook nieuw in de jaren 1950 zijn de afdelingsboekjes voor leden, waarin zij alles vinden wat ze moeten weten over hun afdeling. Dat daarover heel wat te vertellen valt, is een verdienste van de nationale afdelingscommissies. Om Chiroleden op een leeftijdseigen manier in de Chirogeest in te wijden, diepen zij het afdelings-leven verder uit. De afdelingscommissies laten zich inspireren door de middeleeuwse riddersymboliek. De knapen hebben als afdelingssymbool een kroon, de kerels een fakkel en elke afdeling heeft een strijdvaardige leuze, zoals ‘dapper en trouw’ of ‘fier en trouw’. Pas tegen het einde van de jaren 1960 slaan de afdelingscommissies een andere weg in en wordt het ridder-thema vervangen door nieuwe vormen.

Naast publicaties is het vooral de leidingsvorming die een grote rol speelt in de verankering van de Chirogeest. De Chiro koopt hiervoor in 1950 een vervallen villa in Westmalle op, herbouwt de villa tot een vormingscentrum en noemt dat Heibrand. Het kader onderneemt verschillende initiatieven op individueel, plaatselijk, regionaal en nationaal niveau om leiding zo goed mogelijk bij te staan. De bekendste voorbeelden zijn de vor-mingsavonden van de gewesten, die uitgroeien tot de Inlei-dingscursussen, het verbondelijke Scholingsbivak en nationale

�2

Page 14: Expogids low

leidingsbivakken, Afdelingsbivakken en Landdagen. Dat laatste is een bijeenkomst van leiding waarop nieuwe initiatieven, idee-en en aandachtspunten gelanceerd worden. Naast de Meivaar-ten en de bedevaarten – de grootste zijn de Nationale Meivaart in Scherpenheuvel in 1954 en de Lourdesbedevaart van 1958 – stimuleren die Landdagen het groepsgevoel bij Chiroleiding, wat zij uitdragen naar hun lokale groep.

VErbrEDIngDe Chiro is ondertussen geëvolueerd tot een sterke, vooruitstre-vende jeugdbeweging, die ook pogingen onderneemt om als jeugdtehuis de niet-georganiseerde jeugd te bereiken. Vanaf de jaren 1950 is de Chiro niet meer alleen op zichzelf gericht. De Landsbond streeft samenwerking met de andere jeugd-bewegingen na. In 1956 wordt de Chiro lid van de Nationale Jeugdraad en in 1962 van de Katholieke Jeugdraad, een voort-zetting van het Jeugdverbond voor Katholieke Actie.

Om de grote groep jongeren die geen lid is van een jeugd-beweging toch te bereiken met haar opvoedingsmethodes experimenteert de Chiro met verschillende vormen van open jeugdwerk. Ze beoogt namelijk een verbrede werking. Op de landdag van 1961 vergelijkt Albert Peeters de Chiro in een toe-spraak met een theebuiltje, waarvan de smaak helemaal moet doordringen in de parochie en in de maatschappij.

Patwerking is een voorbeeld van verbrede werking. Het bestaat uit een tijdschrift voor jongeren onder de veertien jaar en de Patclubs. Kinderen kunnen er zonder lidmaatschap deelnemen aan een activiteit, zoals een filmvertoning, een ruilbeurs of een spel. Na 1957 wordt de Patwerking stilaan afgebouwd. Voor de jongeren boven de veertien jaar worden er regelmatig open activiteiten georganiseerd. Hiermee legt de Chiro de basis voor de Jongerengemeenschappen, die vanaf de jaren 1960 mee vorm geven aan jeugdhuizen in Vlaanderen. Ze bieden een ontmoetingsruimte voor jongeren in hun vrije tijd.

In 1960 ontstaat binnen de Chiro de dienst Parochiale Jeugdzorg, die zich bezighoudt met godsdienstige verdieping

]195

4, Na

tiona

le M

eivaa

rt Sc

herp

enhe

uvel[

]195

4, Na

tiona

le M

eivaa

rt Sc

herp

enhe

uvel[

]195

8, Lo

urde

s[

]195

8, Lo

urde

s[

Page 15: Expogids low

�5en catechese. De verbre-dingsinitiatieven worden gebundeld in het Vlaams Verbond van Parochiale

Jeugdtehuizen. De ondertitel Verbond der Vlaamse Patronaten verdwijnt.

In de jaren 1950 en 1960 worden de eerste Chirogroepen buiten Vlaanderen opgericht, de zogenaamde Chiro Overzee. Missionarissen nemen het concept van de Chiro mee naar de Belgische kolonie Congo. Ook in Rwanda, Burundi, Ghana, Zuid-Afrika, Haïti, Chili en de Filippijnen zet de Chiro voet aan wal. Er worden samenwerkingen en uitwisselingen gerealiseerd tussen de Vlaamse en de internationale Chirogroepen. In 1962 wordt in Rome de Fimcap opgericht, de Fédération Internationale des Mouvements de Jeunesse Catholique Paroissiales. De Chiro maakt deel uit van die koepelorganisatie voor het parochiaal georganiseerd christelijk jeugdwerk, samen met jeugdbewegin-gen over de hele wereld. Ze organiseren bivakken, samenwer-kingen, partnerprojecten en uitwisselingen.

VErnIEuwIngIn 1964 bereikt de Chiro zowel een hoogtepunt als het belang-rijkste keerpunt. Op 24 mei zakken meer dan 60 000 leden en leid(st)ers af naar het Antwerpse Bosuilstadion voor Top 64, een

spectaculair belijdenisfeest dat de kroon vormt op dertig jaar Chiro én het begin van een vernieuwingsbeweging inluidt. De eigen stijl van de Chiro wordt gedemonstreerd met feilloze bruine en blauwe uniformen, honderden vlaggen of banieren, trompet-geschal en tromgeroffel, sportieve spelletjes, liederen en dans, en een misviering.

Op dat moment wordt de westerse samenleving overspoeld door een emancipatiegolf waar geen ontkomen aan is. Ook de Chiro moderniseert en stilaan sneuvelen heel wat oude tradities en gewoonten. Secularisering, democratisering en het principe van de coëducatie bepalen mee het uitzicht. Inspraak, openheid, betrokkenheid, maatschappelijk engagement, een gemengde werking, experiment, creativiteit en verscheidenheid kenmerken de tweede helft van de jaren 1960.

De Chiro stelt haar geloofsvisie bij, zonder de christelijke inspiratie overboord te gooien. Jongeren voelen zich minder verbonden met de sterk hiërarchische Kerk en streven naar vrijheid. Meer en meer wordt de koers van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) gevaren, waar beslist wordt de Kerk te moderniseren als reactie op de toenemende secularisering. De Kerk stelt zich op als een gemeenschap gelovigen die zich openstelt voor de anderen. Er wordt ook meer ruimte gelaten voor een persoonlijke invulling van het geloof. Voor

�4]1

957,

Antw

erpe

n[

Page 16: Expogids low

]foto

: walt

er de

muld

er, To

p 64[

]foto: gilbert d’haen, Top 64[

Page 17: Expogids low

�7de Chiro betekent dat dat de rituelen in verband met Christus Koning verdwijnen. Vanaf nu noemt de Chiro zich ook niet langer katholiek maar christelijk. Samen leven, delen en openstaan voor anderen worden de belangrijkste waarden. Veel Chirogroepen vervangen in die periode hun katholiek geïnspireerde naam door een moderne, seculiere naam. De priester-bestuurder wordt voortaan aangesproken als proost.

Jongeren in de jaren 1960 stellen zich kritisch op en eisen meer inspraak en participatie. Ze willen mee beslissen over de maatschappij en de jeugdbeweging. De Chiro gaat hier op in en democratiseert de structuren en de werking. Niet langer de top bepaalt hoe de groepen moeten werken maar vragen en bedenkingen van de lokale groepen bereiken via gewesten en verbonden het kader. Hiervoor worden er nieuwe raden en com-missies opgericht, met vrijwillige vertegenwoordigers. Zij mogen vanaf nu mee beslissen over zaken waarover voorheen enkel de nationale leiding iets te zeggen had.

De eerder competitief ingestelde vendelwerking verdwijnt en de strakke, autoritaire stijl van vroeger evolueert naar een open, creatieve stijl. In 1962 wordt de werkgroep Kreabo opgericht. Zij stimuleren vrije expressie en creatieve activiteiten. De Keure wordt niet meer herdrukt, de traditionele stijlvoorschriften staan haaks op de drang naar vrijheid en inspraak. Sommige groepen houden er nog aan vast, toch ontstaat er vanaf nu een grote

verscheidenheid aan uitdrukkingsvormen. De esthetische of intuïtieve methode en dus ook de liederen, het uniform en de kentekens, blijven wel behouden.

Wat voorgoed tot het verleden behoort, is de ridderromantiek van Christus Koning en de bijbehorende symbolen. In 1966 veranderen de namen van de afdelingen: bij de jongens zijn er de speelclubbers, de rakkers, de toppers, de kerels en de aspi’s; bij de meisjes ook de speelclubbers en de aspi’s, en verder de kwiks, de tippers en de tiptiens. Alle afdelingen gebruiken hetzelfde XP-kenteken en ze krijgen elk een eigen kleur.

Een nieuwe kijk op jongens en meisjes leidt tot de pedagogische doelstelling van coëducatie. Om die doelstelling te bereiken, tast de Chiro de mogelijkheden van gemengde werking af. Groepen organiseren af en toe gemengde activiteiten en de Landdagen, de jaarthema’s en de leidingscursussen worden gemengd. De jongens- en de meisjesgroep blijven zowel lokaal als nationaal wel aparte jeugdbewegingen.

MaatSChappIJ- En SpELbEwEgIngIn de jaren 1960 opent de Chiro de blik op de samenleving en roept ze de leiding en leden op om zich maatschappelijk te engageren en standpunten in te nemen. Dankzij die open

�6

]foto

: gilb

ert d

'haen

, L-d

ag W

estm

alle,

1961

[

Page 18: Expogids low

geest overleeft de Chiro de woelige jaren 1960. Ze sluit de ogen niet voor wat er gebeurt in de samenleving, reflecteert over de eigenheid van de beweging en vernieuwt zich. Het jaarthema en het manifest Impuls 70 vormen een synthese van de vernieu-wingen van de voorbije jaren en worden voorgesteld tijdens de Landdag van 1970.

De heersende tendensen in de maatschappij – secula-risering, democratisering en coëducatie – worden vertaald naar doelstellingen en werkwijzen. De Chiro profileert zich min-der en minder als geloofsbeweging. De maatschappelijke betrokkenheid van de Chiro blijft groot. Wantoestanden zoals werkloosheid en milieuvervuiling worden bekritiseerd, en leden en leiding worden

opgeroepen om actief te bouwen aan een betere wereld. Vanaf het midden van de jaren 1970 plaatst de Chiro vraagtekens bij die oproepen. Kinde-ren en jongeren komen immers op de eerste plaats samen om te

spelen. De nationale leiding verzoent beide elementen door te stellen dat de Chiro een spel- én een maatschappijbeweging is. Belangeloos spelen kan een vorm van maatschappelijke actie zijn, wat verwoord wordt in de teksten van het Spelhandvest en de Spelleeflijn uit 1974.

In dat jaar wordt een nieuw uniform ingevoerd. De ribfluwelen broek van de jongens wordt vervangen door een bruine short in jeansstof, het roestbruine hemd door een beige versie. De meisjes ruilen hun lichtblauwe jurkje in voor een donkerblauwe overgooier in jeansstof met daaronder een gele bloes.

Hoewel Chirogroepen nog niet gemengd worden, wordt coëdu-catie vaker en vaker toegepast. De leidingstijdschriften Gloed en Licht smelten samen tot Dubbelpunt, jongens en meisjes zitten samen in bestuursorganen en in 1975 richten ze samen één gemengde jeugdbeweging op: Chirojeugd-Vlaanderen vzw. Naast de Nationale Raad worden de Pedagogische, de Politieke, de Financiële en de PJZ-leiding opgericht. In 1983 worden de Politieke en Financiële Leiding omgevormd tot commissies.

Veel groepen stellen naast (of in plaats van) hun proost een volwassen begeleid(st)er aan, de VB. Wat een proost en een VB precies doen, bepalen de groepen zelf – iets wat typerend is voor die periode. De democratisering van de beweging is voel-baar aan de basis. Elke groep is vrij om zelf te bepalen wat Chiro

]Impu

ls La

ndda

g 197

0, Br

assch

aat[

]Impu

ls La

ndda

g 197

0, Br

assch

aat[

Page 19: Expogids low

�9voor hen betekent. Een model van de ideale Chirogroep, zoals dat vroeger gepropageerd werd, bestaat niet meer. Er ontstaan verschillende soorten groepen, elk met hun eigenheid.

De slotsom van de jaren 1970 is dat de Chiro behalve een geloofsbeweging vooral ook een spel- en maatschappijbewe-ging is. Op speelse wijze en vanuit een christelijke inspiratie bouwt ze mee aan een rechtvaardige wereld. De vernieuwde visie wordt onder andere via Dubbelpunt getoetst bij de lokale groepen en wordt geformuleerd in allerlei teksten. Op de land-dag van 1978 wordt onder de noemer ‘Samen beweging maken’ een synthese voorgesteld. De Streeflijn verwoordt het mens- en maatschappijbeeld van de Chiro. Hoe groepen dat in hun activi-teiten en werking kunnen integreren, lezen ze in het Aktieboek.

CrISISDe economische crisis die begint in het midden van de jaren 1970 woedt verder in het volgende decennium. De werkloos-heid neemt toe, net als de verrechtsing en individualisering van de samenleving. Vlaamse jeugdbewegingen krijgen het zwaar te verduren. Veel jongeren voelen zich niet meer aangetrokken tot een jeugdbeweging en geloven niet meer in maatschap-pelijk engagement en een betere wereld. De Chiro houdt stand maar verliest wel zo’n 20 000 leden en een honderdtal groepen.

Tegen het overheersende gevoel van machteloosheid, onver-schilligheid en passiviteit zijn de humanistische waarden van het Aktieboek nauwelijks opgewassen. Toch weigert de Chiro haar maatschappijopdracht op te geven en blijft ze kinderen en jongeren stimuleren om spelenderwijs op te komen voor vrede, solidariteit en verbondenheid. Tijdens Krinkel, het leidingsbivak dat in 1982 voor het eerst georganiseerd wordt, denken ze na over maatschappelijke thema’s en over het belang van spelen. De Chiro bevestigt dat je een verschil kunt maken door kinderen en jongeren te laten spelen, want met spel hef je de passiviteit en het individualisme op.

De Chiro is niet blind voor haar zwaktes. Vooral in de steden verliest ze leden en moet ze extra inspanningen leveren, maar ook elders is er nood aan ledenwerving. Er wordt werk gemaakt van een betere promotie. In 1986 is er voor het eerst de – sinds-dien jaarlijkse – bekendmakingsactie, waarbij een nationale folder en affiche uitgedeeld worden aan de groepen. De slogan “Als je ’t mij vraagt: Chiro!” wordt gelanceerd. In de jaren 1980 smelten sommige jongens- en meisjesgroepen samen en ontstaan de eerste gemengde groepen, wat toch wel wat aanpassingen en onzekerheid met zich meebrengt. Een an-der probleem is de verzwakte afdelingswerking. Er is nood aan een duidelijke groeilijn en een nieuw aangepast spelaanbod.

�8

Page 20: Expogids low

De X van het XP-teken wordt vervangen door een C, een open cirkel als symbool voor de open gemeenschap die de Chiro is. Na veertig jaar worden de drie pedagogische basismethoden herbekeken. Veel blijft behouden, maar de methoden krijgen andere namen en er komt er één bij. De familiale methode wordt de gemeenschapsgerichte methode. Kinderen en jongeren vormen een gemeenschap en houden rekening met elkaar. Er ontstaat verbondenheid met de groep, de buurt en de wereld. De actieve methode wordt de zelfactieve methode. Activitei-ten vertrekken vanuit de kinderen en jongeren, die zelf initiatie-ven nemen en kritisch zijn. De esthetische methode wordt opgesplitst. De ervaringsge-richte methode gaat over de ervaring en beleving. Kinderen en jongeren ervaren en beleven in de Chiro al doende zaken die hun blik verruimen en hen kennis, inzichten en vaardigheden bijbrengen. Veel waarden en inhouden worden via gevoelens overgebracht. De intuïtieve methode hecht daarom nog altijd veel belang aan symbolen, zang, dans, groepsmomenten en creativiteit.

VISIEIn 1989 wordt een nieuwe Chirovisie gelanceerd, opgebouwd rond drie waarden die omschreven worden in drie spiegeltek-sten. Graag zien of verdraagzaamheid is de eerste waarde.

Kinderen en jongeren moeten zichzelf en de anderen graag zien, ook al is iedereen verschillend, zodat ze gelukkig en verant-woordelijk worden. Iedereen is onmisbaar en wordt gerespec-teerd. Rechtvaardigheid verwijst naar een samenleving waarin iedereen welkom is, ongeacht de culturele achtergrond. Je moet opkomen voor zwakken en reageren tegen onrechtvaar-digheid. De derde waarde, innerlijkheid, wordt omschreven als zingeving. Kinderen en jongeren moeten geloven in zichzelf en de anderen, om zin te geven aan hun bestaan en hen weerbaar-der te maken.

Op Krinkel in 1990 worden de visie en de waarden voorgesteld aan de leiding, die hun mening mag geven. Dankzij een dialoog tussen leiding en kader wordt de visie verder uitgediept en geconcretiseerd. Dat dialoogmodel wordt een vaste werkwijze van de Chiro, om alert te blijven voor wat er bij de jeugd en in de maatschappij leeft. In 1994 krijgen de gewesten de opdracht om bij lokale groepen een Groot Onderhoud te houden, dat polst naar de mening van alle leiding. Het resultaat wordt be-kendgemaakt op Krinkel in 1995 en in Het Chiroboek.

De aangepaste visie wordt omschreven als de Chirodroom die berust op de drie Chirowaarden. Ze wordt gerealiseerd via de gemeenschapsgerichte, de actieve en de intuïtieve methodes. De ervaringsgerichte methode wordt geschrapt omdat ze ver-vat zit in de andere drie.

Page 21: Expogids low

2�De Chiro wil benadrukken dat ze openstaat voor diversiteit en stelt op Krinkel 1995 ook de vernieuwde Chirokledij voor. De term ‘uniform’ wordt afgeschaft. Zowel Chirojongens als -meisjes kiezen uit een rood T-shirt, een blauw hemd en een blauwe sweater, en er zijn ook beige broeken en rokken in verschillende modellen.

De Chiro blijft geloven in de realisatie van een betere wereld en neemt nog altijd maatschappelijke thema’s op in haar con-crete werking, zoals milieuvervuiling, mobiliteit, verkeersvei-ligheid en diversiteit. De Chiro levert inspanningen om samen te werken met allochtone organisaties. Vanuit haar christelijke inspiratie staat de Chiro open voor alle kinderen en jongeren. Er wordt een interculturele medewerker aangesteld op het nationale secretariaat, maar het thema maakt evenzeer deel uit van de hele beweging. De Chiro heeft ook meer en meer aandacht voor kinderen met een handicap en een commissie waakt over de thema’s diversiteit en toegankelijkheid.

Veel groepen heb-ben problemen met continuïteit en bij stadsgroepen blijft het ledenaantal dalen. Al in de jaren 1960 en 1970 is er aandacht

20] k

rinke

l 90,

verb

ond h

euve

lland

[

] krin

kel 2

000[

Page 22: Expogids low

voor die stadsgroepen. Ter ondersteuning richt de Chiro voor hen een speciale werkgroep op. Vanaf 1988 volgen er stads-werkers en komen er stadswerkingen in Antwerpen, Brussel en Gent. Omdat de specifieke problemen van Chiro in de stad niet beperkt zijn tot de grootsteden worden ook groepen in middelgrote steden zoals Turnhout, Aalst en Oostende meer en meer ondersteund. Stadsgroepen hebben een kleiner netwerk, ze trekken vaak armere kinderen aan en jongeren haken af wegens de vele ontspanningsmogelijkheden in een stad. Tot op heden is er speciale aandacht voor de werking van stadsgroe-pen, die opgevolgd worden door de stadswerkers en de

Stadscommissie.

VErnIEuwDE groEIIn de loop van de jaren 1990 stijgt het aantal leden van de Chiro opnieuw. Er zijn zo’n 970 lokale groepen en in het totaal zijn er ongeveer 96 000 leden en leid(st)ers. Om een nieuwe crisis te voorkomen, spoort de beweging

voortdurend haar zwaktes op en integreert ze nieuwe ideeën in haar werking. Sommige groepen blijven echter kampen met een achteruitgang van het ledenaantal – een erfenis van de jaren 1980 – en moeten hun werking stilleggen. Er worden verschil-lende oorzaken aangeduid.

Wegens de individualisering en secularisering van de samenle-ving worden parochies minder belangrijk. Hun taken worden overgenomen door de gemeentebesturen, die meestal geen rechtstreekse band hebben met lokale Chirogroepen. Dat levert ook vaak huisvestingsproblemen op. Parochies verliezen de band met de groep en willen niet langer investeren in de lokalen of willen ze verkopen. Die aankoop, of zelf een heem verbouwen of bouwen, lukt veel groepen niet.

Veel jongeren slagen er niet meer in om iedere zondag aanwe-zig te zijn, en ook het leidingsengagement neemt bij velen af. Jongeren hebben vaak minder tijd voor de Chiro wegens het grote aanbod aan vrijetijdsbesteding, hun weekendjob, of het feit dat voor veel gezinnen zondag de enige dag is om samen met de gezinsleden door te brengen. Vooral jongeren uit de oudste af-delingen en leiding haken af, wat leidt tot een leidingstekort. Dat brengt het bestaan van een groep in het gedrang. Continuïteit in de lokale groepen wordt een prioriteit voor de Chiro.

De commissie Continuïteit ontstaat. Zij houdt zich bezig met

]foto

: chir

o st-j

an, s

tads

groe

pen[

Page 23: Expogids low

23leden- en leidingswerving en het versterken van de netwerken. Om het ledenverlies bij +12 op te vangen, besteedt de Chiro veel aandacht aan de apiwerking. Zo pleit de beweging ervoor om geen aparte afdeling voor 6- tot 8-jarigen te starten als dat ten koste gaat van de aspi-afdeling. De Chiro wil niet louter een kinderbeweging zijn. In de praktijk splitsen veel groepen de speelclubafdeling, wegens een groot ledenaantal, wel op in twee aparte groepen. Daarom wordt in 2002 beslist om de jongste leeftijdsgroep als een aparte afdeling te erkennen, de ribbels. Veel groepen hadden ondertussen wel al een andere naam voor hun jongste leden.

De door de Chiro geleverde inspanningen werpen hun vruchten af en de beweging groeit opnieuw. Structureel ondergaat de Chi-ro enkele belangrijke veranderingen met de oprichting van één organisatiestructuur, de Groep Chiro. Er worden nieuwe diensten opgericht, zoals de Dienst Avontuurlijke Activiteiten (DAA), en de Dienst Artistieke Activiteiten (DArtA). Parochiale Jeugdzorg ver-andert van naam in 2002. Vanaf dan verdiept de dienst Spoor ZeS zich in de thema’s zingeving en solidariteit en werkt ze hierover een aanbod uit voor Chirogroepen, andere jeugdbewegingen en scholen. Sinds 1998 worden in de vormingshuizen van de Chiro begeleide bezinningen aangeboden aan scholen. In 2001 krijgt de dienst die zich daarmee bezighoudt een eigen naam: Zin-d’erin(g). De Jongerengemeenschappen kennen sinds hun oprichting een bloeiende werking naast de jeugdbewegingen.

Eind 2005 besluiten ze te fusioneren met de Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen en Jongerencentra en sinds 2007 hebben ze een gezamenlijke werking als Formaat, jeugdhuiswerk Vlaanderen.

EEn JubILEuM75 jaar nadat Jos Cleymans voor het eerst de term Chirojeugd gebruikt, ziet de beweging er helemaal anders uit dan in de beginjaren en is het een echte organisatie geworden, met vooral heel veel vrijwillige medewerkers. De Nationale Raad bestaat uit de verbondsleiding van de tien verbonden, de voorzitters van de Pedagogische Leiding en de regionale en nationale educatief medewerk(st)ers. De Pedagogische Leiding is de denktank en ontwikkelt de visie. De beweging heeft een nationale voorzitter en voorzitster, een nationaal secretaris en een nationale proost. Er zijn heel wat commissies, diensten, werkgroepen, cellen en redacties, en sinds 1996 heeft de Chiro een eigen website. De Chiro werkt ook vaak samen met andere jeugdbewegingen en organisaties, zoals in 2005-2006 met het gemeenschappelijke jaarthema over duurzaamheid: Verdraai-De Wereld.

De Groep Chiro bestaat verder nog uit de winkelketen De Banier en de jeugdverblijfscentra. De Banier heeft elf winkels in Vlaan-deren, waar de kledij, publicaties en andere zaken van de Chiro verkocht worden, en verder ook spel- en knutselmateriaal. Die zogenaamde Chirohuizen zijn Heibrand, De Kalei, De Karmel en

22

Page 24: Expogids low

Heidepark. Het nationaal secretariaat van de Chiro is nog altijd gevestigd in Antwerpen maar er zijn ook regionale secretariaten: in Hasselt, Roeselare, Brussel en Gent.

Ondertussen is de Chiro met meer dan 96 000 leden en leid(st)ers de grootste jeugdbeweging van Vlaanderen. Nog altijd spreekt de Chiro alle kinderen en jongeren aan, ongeacht hun sociale of culturele achtergrond en fysieke of intellectuele capaciteiten. Via spel wil de Chiro hen ervaringen laten opdoen, hen leren sa-menleven en hen een kijk bieden op zichzelf en de wereld. Chiro wordt vooral waargemaakt in de lokale groepen, ondersteund

door meer dan zeventig gewesten en tien verbonden. Belangrijke nationale initiatieven blijven allerlei cursussen, bivakken, publicaties, jaarthema’s, Startdagen en Steun op Maat waarbij bepaalde groepen die te kampen heb-ben met problemen persoonlijk ondersteund worden.

De Chiro wordt 75 in oktober 2009. Vooraf-gaand aan die verjaardag staat het werkjaar 2008-2009 in het teken van dat jubileum en worden er allerlei speciale activiteiten geor-ganiseerd. Het startschot wordt gegeven op de nationale Startdag in Gent, op 6 septem-ber 2008. Vanaf dan trekt Chiro Expo door

Vlaanderen. Dankzij Chiro Retro staat het erfgoed van de Chiro in de kijker. Op 6 februari 2009 wordt een studiedag georganiseerd en op 26 april 2009 bieden de Chirogroepen onder de noemer Olé Pistolé een gratis ontbijt aan bij hen in de buurt. Het feestjaar wordt afgesloten met Krinkel in Merksplas, van 25 tot en met 29 augustus 2009.

bLIk op DE toEkoMStEind 2008 dient de Chiro een nieuwe beleidsnota in, voor de periode 2010-2012. Ze geeft hiermee alvast richting aan de toekomst. In 2007 geven honderden Chirogroepen hun mening via InZicht. Die mening wordt doorgegeven aan de opstellers van de beleidsnota. Continuïteit wordt een belangrijk thema de komende jaren. Om het voortbestaan van groepen te garan-deren, besteedt de Chiro aandacht aan het sterk maken van leidingsploegen en gewesten, onder andere via vorming, en aan de ondersteuning van groepen in moeilijkheden. Ook diversiteit blijft belangrijk. Groepen worden ertoe aangezet om actief te kiezen voor een gezonde sociale mix waarin iedereen welkom is.

En nu? op naar DE honDErD!Meer lezen over de geschiede-nis van Chiro? Surf naar www.chiro.be en

Page 25: Expogids low

25

]foto

: jan r

uym

en[

Page 26: Expogids low

volg de link Chiro Retro.

Page 27: Expogids low

27SpEEl mEt SpEl (Da’S ChIrotaaL)

Kinderen en jongeren komen in het weekend een namiddag sa-men in hun Chirogroep om te praten, te lachen, te zitten, te wan-delen, te fietsen, te ravotten, te zingen, te knutselen, te dansen en vooral te spelen. Een Chirogroep doet zeer veel verschillende ac-tiviteiten maar spel vormt vaak de kern. Bosspelen, kringspelen, pleinspelen, sportspelen, fantasiespelen, dorps- en stadspelen, creatieve en expressieve spelen, rustige spelen, hevige spelen, binnenspelen, buitenspelen, alles komt aan bod. Van de oeroude vendelroof tot een speurtocht waarin de allernieuwste audiovisu-ele snufjes zijn verwerkt: het spel had en heeft een centrale plaats in de Chirowerking en zal dat ook altijd hebben.

De nadruk op spel en spelen bepaalt mee de eigenheid van de Chiro als jeugdbeweging. Niet zomaar een spel maar een ingekleed spel, met een ingenieuze aanpak, opgehangen aan een thema, met verklede begeleid(st)ers en spelers, volgens bepaalde regels en methodieken. Ofwel zomaar een spel. Al spelend leer je: kiezen tussen goed en kwaad, grenzen leren kennen, maar vooral samenwerken en samenleven. Spel maakt deel uit van een stijl van leven binnen de Chiro en evolueert van een concrete werkvorm naar een levenshouding.

Al in de patronaten is spelen, naast bidden en leren, de belang-rijkste activiteit. Spelen maakt een belangrijk deel uit van de door Jos Cleymans bezielde vernieuwingsbeweging die leidt tot het ontstaan van de Chiro. Bij voorkeur bestaat het spel uit een aantal regels en wordt het ingekleed in een thema. Ridders, de kruistochten en de Guldensporenslag zijn populaire thema’s in de jaren 1930 en 1940.

Groepen beschikken meestal over een lokaal om binnen te spelen maar worden ook aangemoedigd om buiten te spelen, op een plein of speelplaats of in het bos of park. De eerste spelfiches van de Chiro worden uitgegeven op het einde van de jaren 1930. Door de jaren heen, tot nu, publiceert de Chiro regelmatig nieuwe spelfiches en spelenbundels.

Spelen maakt ook deel uit van de in de jaren 1940 geformu-leerde eisenwerking waardoor leden gevormd worden door hen in te schakelen in het spelgebeuren. Elk lid moet streven naar bepaalde doelstellingen en voldoen aan eisen, waaronder de eis van het spel. Leden nemen de juiste houding aan, gedragen zich voorbeeldig tijdens het spelen en kennen alle spelregels. Wan-neer de eis behaald is, ontvangen ze een kenteken of de Spel-keure. De vier basismethodes – beschreven door Albert Peeters

26

Page 28: Expogids low

– worden geïntegreerd in ontspannende activiteiten en worden dus op die manier beleefd in het spel.

Spel is een vorm van ontspanning, maar vaak is het erg span-nend. De vendelwerking, waardoor Chirogroepen binnen hun leeftijdscategorie nog eens opgedeeld zijn in kleinere groepen die tegen elkaar spelen, stimuleert competitieve spelen. Dat verdwijnt vanaf de jaren 1960 samen met de vendelwerking, hoewel natuurlijk nog veel spelen draaien om winnen. Behalve aan spel blijft de Chiro aandacht besteden aan sport- en be-wegingscultuur. Vooral ploegsporten als voetbal, volleybal en honkbal zijn populair en staan regelmatig op het programma.

Vanaf de jaren 1960 komen de zogenaamde ‘betere spelen’ veel aan bod. Belangrijk hierbij is een creatieve inkleding. De inte-resse voor expressiviteit en creativiteit stimuleert ook het knut-selen als populaire activiteit. In die periode roept de Chiro groe-pen op tot maatschappelijk engagement en concrete acties. Veel lokale groepen vinden spelen echter belangrijker, waardoor vanaf de jaren 1970 spel ook op nationaal niveau opnieuw meer centraal staat. De Chiro is een spel- én een maatschap-pijbeweging. Chirowerking draait om spelend opvoeden en spelend samenzijn. In 1973 is het jaarthema Spelenderwijs: een synthese van de reflectie over de Chiro als spel- en maatschap-pijbeweging. Een jaar later volgt het jaarthema Kies Samenspel en worden het Spelhandvest en de Spelleeflijn gelanceerd.

Page 29: Expogids low

29De vijf aspecten van een goed spel zijn experimenteren, fanta-sie, variatie, ruimte en de collectieve beleving. Op de Inleidings-cursus die de Chiro organiseert als onderdeel van de leidings-vorming staan spel, spelen, creativiteit en verbeelding centraal. Deelnemers leren nieuwe spelen kennen en maken, en ze leren variëren met spelvormen zodat ze speelse namiddagprogram-ma’s in elkaar kunnen steken. Ze maken kennis met de kapstok DITMUSA, een woord dat is samengesteld uit de beginletters van een aantal spelelementen: doel, inkleding, terrein, mate-riaal, uitleg, spelregels en aangepast. Wanneer die elementen aanwezig zijn in een spel, zit het alvast technisch goed ineen.

Spel is één van de tien accenten die de Chiro wil leggen. Dat wordt formeel verwoord in de Chirovisie die in 1982 voorgesteld

wordt op Krinkel. Het jaar erna is er opnieuw een jaarthema gewijd aan spel: Zet het spel op stelten. Spelen en allerlei acti-viteiten ondernemen, blijft tot op heden erg belangrijk, naast maatschappelijke betrokkenheid en een open blik op de maat-schappij. Nog twee keer, in 1996-1997 en in 2002-2003, draait het jaarthema rond spel, met respectievelijk Speel met spel (da’s Chirotaal) en Speel Goed.

28]fo

to: ja

n van

bosra

eten

, 200

6[

]foto: jan polaaerts[]foto

: rik

daze

[

]foto: rik daze[

Page 30: Expogids low

]foto

: gilb

ert d

’haen

[

Page 31: Expogids low

3�VElE groEtEn Van op bIVak!Het bivak is het hoogtepunt van elk werkjaar voor alle lokale groepen. Een Chirobivak heeft een specifieke eigenheid. De groep gaat namelijk met alle afdelingen samen op bivak, van klein tot groot. Een Chirogroep is groter dan enkel de afde-lingswerking. De verbondenheid op bivak is groter dan op een gewone Chironamiddag, omdat verschillende leeftijdsgroepen samen spelen, eten, en leven.

Een bivak heeft hierdoor een familiaal karakter. Kookouders dragen bij tot die sfeer. Een bivak is een eigen manier van sa-menleven: het draait om delen, onder andere het eten maar ook taken, diensten en ervaringen. Er wordt nog meer dan tijdens de wekelijkse activiteiten geëxperimenteerd met een eigen manier van samenleven. Bivakken zijn sober en iedereen toont respect voor de natuur en de omgeving.

Ook de patronaten maken uitstappen in groep, onder andere naar de Ardennen, en gaan op bivak. Het buitenleven, uitstap-pen in de natuur en een bij voorkeur jaarlijks bivak zijn kenmer-ken van de vernieuwingsbeweging binnen de patronaatswer-king van Jos Cleymans in de jaren 1930.

Binnen het Jeugdverbond voor Katholieke Actie bestaat er een afspraak over op bivak gaan. Kam-peren in tenten is voorbehouden aan scouting, de Chiro moet op bivak gaan in gebouwen. Het belangrijkste op bivak is het spelen in de natuur, niet het leven in de natuur. “Bivakkeren moet gebeuren volgens de eigen techniek van familiaal buitenleven, niet volgens de kampeertechniek,” zegt Albert Peeters in Grondslagen der Chirowerking uit 1947.

De leden en leiding koken niet zelf, hiervoor zijn er de kookouders. De Chiro leeft op bivak als een gemeenschap, een familie, en niet per afdeling, tak of patrouille zoals bij de scouts. Dat heeft te maken met de familiale methode die door Peeters geformuleerd wordt, één van de basismethodes van de Chiro. Binnen een groep bestaan er opvoedingsrelaties en een familie is noodzakelijk voor de ontwikkeling van kind tot volwassene. Dat gegeven leeft natuurlijk nog veel sterker op bivak.

30

Page 32: Expogids low

Een uitgave uit 1956 bevestigt die visie: “Bivak is geen technische demonstratie waarbij een zo groot mogelijk aantal technische pro-blemen van nachtverblijf, keuken, pionierswerk enzovoort gesteld worden. Dergelijke zaken worden integendeel zoveel mogelijk en stelselmatig vermeden.” Het is wel een gelegenheid om de leden te laten genieten van een vriendschappelijke gemeenschapsbele-ving in de vrije natuur.

Het bivak is altijd een concrete werkvorm van de Chiro gebleven. Ook in gebouwen slapen is een constante gebleven, toch zeker voor de jongste afdelingen. Het maakt deel uit van de eigenheid van de Chiro. Vanaf de tito’s wordt er meestal in tenten geslapen, maar tegenwoordig zijn er ook groepen die een volledig tenten-bivak organiseren. Al in het Bivakboek uit van 1980 wordt de mogelijkheid van een al dan niet volledig tentenbivak besproken.

Tijdens de eerste decennia van haar bestaan is de Chiro nog veel meer een geloofsbeweging. Het bivak moet het geloofs- en levensinzicht van de leden versterken. Hiermee hangen de zogenaamde wachtwoorden samen. Op bivak is er per dag één wachtwoord, een thema waar aan gewerkt wordt, zoals bijvoor-beeld flink gehoorzamen aan de leider. Uit de traditie van de wachtwoorden groeien de bivakthema’s. Groepsmomenten en -activiteiten worden ingekleed in een bepaald narratief thema. In de loop der jaren hebben die alsmaar minder met geloof en tucht te maken maar zijn ze geïnspireerd door onder andere de geschie-

denis, bekende verhalen en sprookjes, de media, populaire cultuur en de actualiteit.

Wachtwoorden en bivakthema’s, maar ook andere inhoudelijke, organisatorische en praktische zaken die te maken hebben met het leven op bivak staan beschreven in de vele publicaties die verschenen over dat jaarlijks weerkerend gebeuren. De eerste mappen met instructies, waaronder Op! Naar ’t bivak! dateren uit de jaren 1940, het laatste Bivakboek is uitgegeven in 2004.

In de jaren 1960 en 1970 evolueert de Chiro naar een open beweging waarin thema’s als secularisering, democratisering, een gemengde werking, inspraak en maatschappelijke betrokkenheid en engagement deel uitmaken van de visie en werking. Enkele pagina’s uit het in 1978 verschenen Aktieboek zijn gewijd aan bi-vakken. Het zogenaamde open bivak past binnen de open blik op de samenleving. Een Chirogroep kan ervoor kiezen om niet-leden mee te nemen op bivak, of om ouders sterk te betrekken bij de voor- en nawerking, of ze kunnen contact zoeken met de mensen uit de omgeving van de bivakplaats. Er worden tips gegeven om de inspraak en het initiatief van leden te bevorderen, zoals via een bivakparlement.

In 1980 verschijnt het Bivakboek. De visie op bivak zoals die naar voren kwam in het Aktieboek is niet erg veranderd. Ook andere zaken uit een nog verder verleden blijven aandacht krijgen, zoals

Page 33: Expogids low

33een stijlvolle vormgeving, een inkleding aan de hand van een thema, op bivak zijn in de natuur, en vooral alweer het groepsge-beuren, de familiale sfeer, samen dingen doen, de gemeenschap. Eén hoofdstuk is gewijd aan gemengd op bivak gaan, een gevolg van de vernieuwde kijk op gemengde werking als een werkwijze van de Chiro sinds de jaren 1960.

Vanaf de jaren 1980 wordt de familiale methode omgevormd tot de gemeenschapsgerichte methode. Leden en leiding zien elkaar van ‘s morgens tot ‘s avonds, ze slapen samen in een lokaal of tent, ze voeren samen diensten uit, ze spelen samen en ze leven dus echt samen zoals een familie of gemeenschap. In het Chiroboek uit 1995 ligt nog altijd de nadruk op samen in groep op bivak gaan. Daarnaast is er aandacht voor het milieu en voor het feit dat iedereen moet kunnen meegaan. Er is dus meer aandacht voor kinderen met minder kansen, een gevolg van de visie van de Chiro op bepaalde maatschappelijke thema’s in de jaren 1990, zoals openheid, toegankelijkheid voor alle kinderen en jongeren, ook voor moeilijk bereikbare doelgroepen en minderheden.

In het Bivakboek van 2004 worden manieren besproken om ‘anders’ op bivak te gaan: een volledig tentenbivak, leden met een handicap meenemen, een bivak van een groep met voornamelijk allochtone leden, een uitwisseling met jongeren uit andere landen (Roundabout), een ecologisch bivak, en een

bivak dat openstaat voor vluchtelingen en kansarmen.

Leidingsvormende cursussen en Krinkel zijn ook een speciale vorm van bivak. Krinkel is een bivak voor leiding dat tot nu toe vijf keer georganiseerd werd: in 1982, 1990, 1995, telkens in de Hoge Rie-len, en in Dourbes in 2000 en in 2004. De Krinkel in Merksplas eind augustus 2009, waar ook aspi’s welkom zijn, vormt de afsluiter van het feestjaar naar aanleiding van 75 jaar Chiro.

32

Bivakdagorde C

hiromeisjes ann

o 1952,

zoals voorgeschr

even in de instr

uctiemap Zo biva

kkeren

wij, een uitgave

van meisjeschiro

jeugd.

6.00 opstaan van de l

eidsters

6.30 opstaan van de l

eden, bidden, tur

nen en aankleden

7.10 formatie en in m

ars naar de kerk

7.30 mis, in mars naar

het kamp, ontbij

t

9.00 formatie

9.20 ordenen slaapzaa

l, inspectie en d

iensten

11.30 activiteiten

12.45 wassen en in mar

s naar de eetpla

ats

13.00 middagmaal

13.30 verplichte rust

14.00 stille bezigheden

14.30 zangstonde

15.00 activiteiten

18.00 zwemmen (rustige

spelen en wasse

n indien geen

zwemgelegenheid

in de buurt)

19.00 avondeten

19.30 vrije tijd

20.00 formatie

20.15 activiteiten

21.15 gebed

21.30 slaaptijd voor de

afdelingen en l

eidings-

kring voor de le

idsters

bIVakDagorDE Van EEn gEMEngDE groEp anno 20067.00 opstaan van de leiding7.30 opstaan van de leden8.00 formatie8.15 ontbijt9.00 diensten en activiteiten12.15 verzamelen12.30 middagmaal13.30 diensten en rust14.30 activiteiten18.00 formatie18.15 avondeten19.00 diensten en activiteiten21.00 slaaptijd voor de ribbels en speelclubbers21.30 slaaptijd voor de rakwi’s22.00 slaaptijd voor de tito’s22.30 slaaptijd voor de keti’s23.00 slaaptijd voor de api’s23.00 leidingskring24.00 slaaptijd leiding

Page 34: Expogids low

]foto

: elza

debr

ouwe

re[

]foto

: gilb

ert d

’haes

[

Page 35: Expogids low

35

Symbolen, rituelen en tradities zijn sterk aanwezig in de Chiro en ze bepalen mee het Chirogevoel. Ze drukken dat gevoel uit en geven het een vorm. Mensen spreken ook wel eens van de Chirostijl, iets wat alle lokale groepen verbindt en eenheid schept binnen de beweging, en dat over een periode van 75 jaar. Het verbindt leden van een groep tot een hechte gemeen-schap, en alle groepen samen tot de grote Chirogemeenschap of -familie. Tegelijk zijn symbolen, rituelen en tradities verant-woordelijk voor verscheidenheid. Lokale groepen geven er immers hun eigen betekenis en vorm aan. Bovendien zijn er in de loop van de geschiedenis heel wat stijlelementen verdwenen of is de betekenis veranderd.

De belangrijkste symbolen van de Chiro zijn het Chiroteken, de vlag of banier, de bewegingskledij en het vroegere uniform, kentekens, afdelingskleuren, de Burchtgravinne, de leidings-koord, enzovoort. Enkele typische rituelen en tradities zijn de formatie of de groepsopening, de vlaggengroet, de overgang, de belofteaflegging, de overhandiging van de leidingskoord, de viering van Christus Koning en het bivak. Ook onder andere de inrichting van het heem, de vele liederen, volksdansen, de in-strumenten van de muziekkapel, een zangstonde en een bonte avond maken deel uit van de Chirostijl.

Als symbool voor Chirojeugd kiest Jos Cleymans ten tijde van zijn vernieuwing van de patronaten voor de Griekse letters chi (X) en rho (P), de beginletters van Christus’ naam. Dat symbool is het herkenningsteken van de eerste christenen in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Cleymans introduceert het rid-derschap in dienst van Christus Koning als centraal thema. De ridderromantiek met zijn heldhaftige en strijdlustige ridders, stoere burchten, paarden en fakkels beïnvloedt de Chirostijl tot in de jaren 1960. Cleymans propageert ook stijlelementen als vlaggen, banieren, de pennoenen van de vendels, wimpels, ken-tekens, marcheren, liederen, trommels en trompetten, allemaal om het samen-jong-zijn uit te drukken.

Bepaalde eisen van de eisenwerking hebben te maken met stijl, zoals de Keure-eis en de eis van het lied. Leden moeten op de juiste manier kunnen groeten en marcheren, ze moeten de verschillende vormen van formatie kennen en ze moeten heel wat Chiro- en religieuze liederen kunnen zingen. Vormge-vings- en stijlelementen drukken de beleving van eenheid en van het familiale karakter van de Chiro uit. Ze verwijzen naar de esthetische of intuïtieve methode van Albert Peeters. De Keure, geschreven door de in 1947 opgerichte Stijlcommissie, is het handboek van die methode. Jongens en meisjes hebben

34 FIEr En blIj, zIE onS gaan, FlInk In rIj, langS dE baan

Page 36: Expogids low

elk een eigen stijl. Die van de meisjes is vrouwelijk, verfijnd en rustig. Voor hen is inleven, meeleven en meevoelen belangrijk. Stijl gaat niet enkel over uiterlijkheden maar verwijst ook naar het geheel van groeimotieven, methodes, doelstellingen, pro-gramma’s en de beleving van het Chirojongen of -meisje zijn.

Binnen de patronaten is er nog geen verplicht uniform maar veel van de eerste Chirogroepen hebben er wel een. In 1945 krijgt het eerste uniform zijn definitieve vorm. Het jongensuni-form bestaat uit een roestbruin hemd, een goudgele das, een korte zwarte ribfluwelen broek, een bruine broeksriem in leer met op de gesp het Chiroteken, grijze sportkousen met daarbo-ven grijze sokken, en zwarte hoge wandelschoenen. De meisjes dragen een lichtblauw kleed, de goudgele das, de broeksriem, witte kousen en bruine sportschoenen. De leiding van de meis-jes draagt geen kleed maar een blauwe bloes in dezelfde stof en in hetzelfde model als het kleed en een donkerblauwe rok. Vanaf 1949 wordt de witte leidingskoord met fluit ingevoerd. Daarenboven zijn er nog heel wat kentekens die op het uniform genaaid worden. Naast het uniform is er aparte spelkledij.

De Keure wordt een laatste keer herdrukt in 1962. Vanaf dan verandert de Chirostijl stilaan. De vorm en de kleur van het afdelingsleven krijgt meer aandacht en er wordt een aanzet gegeven tot vernieuwing, onder andere door de pas opgerichte werkgroep Kreabo. Creativiteit wordt één van de sleutelelemen-

ten, ten koste van de romantische ridderstijl. Op Top 64 wordt er wel nog gemarcheerd en zijn er honderden banieren, maar na dat grote Belijdenisfeest zien de Landdagen en andere massa-bijeenkomsten er moderner en minder traditioneel uit.

De vernieuwing zet zich vooral door in de afdelingswerking. In 1966 veranderen de namen, de stijl, de inkleding en het taalgebruik. Elke afdeling heeft een eigen kleur: geel voor de speelclub, groen voor de rakkers en kwiks, rood voor de toppers en tippers, blauw voor de kerels en tiptiens en oranje voor de aspi’s. In 2002 komen daar nog de ribbels bij, zij krijgen paars als vaste kleur. De leiding draagt een fluitkoord in de kleur van hun afdeling. Eind de jaren 1960 wordt de commissie Vormgeving opgericht. Een belangrijke verandering in stijl én inhoud is het opentrek-ken van het Chiroteken in 1984.

In 1974 wordt een nieuw uniform ingevoerd – iets wat al een tijdje aan het broeden is, geïnspireerd door de vernieuwingen in het vorige decennium. De kleuren blijven wel behouden: bruin voor de jongens en blauw voor de meisjes. Veel kentekens, ge-linkt aan het ridderthema, verdwijnen. Voor de jongens komt er een beige hemd, een korte donkerbruine broek in jeansstof en een blauwe sweater met het Chiroteken. Die sweater is er ook voor de meisjes. Hun kleed wordt vervangen door een blauwe overgooier in jeansstof met een gele bloes eronder. Veel lokale

Page 37: Expogids low

37groepen houden zich niet meer strikt aan het uniform en leggen plaatselijke accenten, bijvoorbeeld met eigen, zelfbedrukte T-shirts. Hoewel een uniforme Chirostijl belangrijk blijft in de jaren 1970 en 1980 neemt de verscheidenheid toe.

In de loop van de jaren 1980 komt er een lichtgroen T-shirt van de Chiro en krijgen de speelclubbers een T-shirt met een afbeelding van het afdelingsfiguurtje Rupsje Ribbel. Vanaf 1995 spreekt de Chiro niet meer over een uniform maar over bewe-gingskledij, om ruimte te geven aan de ontstane diversiteit. De nieuwe kleren, gelanceerd op Krinkel, drukken gelijkwaardig-heid uit en verbondenheid met de afdeling, de lokale groep en de grote Chirofamilie. Jongens en meisjes dragen dezelfde kleuren, namelijk beige, rood en blauw. Er zijn ook meer en meer gemengde groepen. De kledij is gemaakt om te spelen, kinderen en jongeren kunnen er vrij in bewegen. Het is geen ceremonieel uniform, waardoor de Chiro benadrukt dat ze een spelbeweging is. De meeste groepen dragen de kledij maar de individuele inkleuring met zelfbedrukte T-shirts en sweaters blijft populair.

Vieren en feesten naar aanleiding van bepaalde belangrijke momenten en gebeurtenissen in het jaar en ons leven zijn ook rituelen en tradities die banden versterken. Binnen de Chiro gebeurt dat bij voorkeur in een creatieve stijl, gekoppeld aan een diepere duiding. Een viering wordt opgeluisterd met zang,

dans en toneel, en ze is creatief ingekleed. Zang en muziek zijn erg belangrijk. Samen zingen – bij de groepsopening, tijdens een tocht of bonte avond, bij het kampvuur, op bivak en in de mis – versterkt het groepsgevoel. Vroeger speelde leiding vaak blokfluit of banjo of was er een muziekkapel met trommels en trompetten. Veel groepen hebben nog zo’n muziekkapel, maar vooral de gitaar is een geliefd instrument. Groepen organiseren ook massaal fuiven en muziekfestivals.

De Chiro heeft in het nieuwe millennium nog altijd een eigen stijl, een eigen sfeer en een eigen manier van leven. Een nieuw teken is het leidingsteken: een abstracte boom met drie wor-tels en vijf takken die respectievelijk de drie Chirowaarden en vijf afdelingen symboliseren. De visie en de waarden van de Chiro worden nog altijd doorgegeven via symbolen en rituelen zoals het Chiroteken, de vlag, liederen, openingen en slotmo-menten, maar het uitzicht van al die zaken is in de loop der jaren erg veranderd. De Chiro gaat mee met haar tijd!

36

Page 38: Expogids low

SamEn-jong-zIjnSamen-jong-zijn is het centrale concept van het Chirogevoel. Vriendschap, groepsgevoel, samen met leeftijdsgenoten in een afdeling en andere jongeren in de groep van alles delen,

ervaren en beleven: dat maakt deel uit van de kern van wat Chiro is. Ervaringen als samen spelen en zingen, genieten van de natuur of een moeilijk afscheid na een geslaagd bivak zijn moeilijk onder woorden te brengen. Dat is de intuïtieve methode. We voelen dat het Chiro is.

De inhoudelijke werking van de afdelingen is een essentieel onderdeel van het Chirogevoel. Elke afdeling heeft een verschil-lende leefwereld en elke leeftijdscategorie een eigen ontwikke-ling. De groeilijn die de Chiro opstelt, houdt daar rekening mee. Het aanbod voor de afdelingen vertrekt vanuit die groeilijn

waardoor dus niet voor iedereen dezelfde activiteiten worden aangeboden. Afdelingen groeien en evolueren immers. De leiding past de activiteiten en hun begeleidingshouding aan.

De Chiro voorziet boeiende activiteiten voor kinderen en jongeren. In hun vrije tijd, los van school en familie, komen ze samen in een afdeling, groep en beweging die een soort tweede familie wordt. Er is ruimte voor ieders eigenheid en

voor experiment, er worden grenzen verlegd. Groepsvor-

ming en de groei van hechte vriendschapsbanden zijn belangrijke kenmerken van de Chiro en van elke jeugdbe-weging. Én er ontstaan ook heel wat koppels in de Chiro, wat kan leiden tot échte Chirofamilies.

De grote Chirofamilie bestaat uit de bijna duizend groepen, elk met een grote vorm van zelfstandigheid. Lokale tradities, mensen en ervaringen maken dat de Chiro zeer verscheiden is. Lokale autonomie en verantwoordelijkheid zijn belangrijk. Er heerst verscheidenheid maar daarnaast zijn er genoeg bindmiddelen die zorgen voor eenheid, zoals het leidingstijdschrift Dubbelpunt, gewesten, verbonden, regionale en nationale secretariaten.

De leefwereld van kinderen en jongeren is nu anders dan vroeger. Jongeren zijn ‘kinderen van hun tijd’. De visie van de Chiro is door de jaren heen meermaals aangepast, maar de Chiro blijft ook trouw aan bepaalde tradities. Zo staat al vanaf het prille begin het samen-jong-zijn centraal. Groepsleven en het beleven van het samen-jong-zijn vormen belangrijke methodieken van Cleymans’ vernieuwingsbeweging. De jeugd wordt geleid door jeugd en de leden worden verdeeld in afdelingen op basis van hun leeftijd.

]foto

: chir

o viva

ldi ka

chte

m, 2

006[

Page 39: Expogids low

39Het motief van de kameraadschap en de familiale methode, vast-gelegd door Peeters, verwijzen letterlijk naar het begrip samen-jong-zijn. Dat gevoel van samen jong te zijn binnen een nieuwe generatie en het samen beleven van activiteiten en ervaringen is voor vele jongens en meisjes het belangrijkste van de Chiro, door de hele geschiedenis heen. De Chiro houdt rekening met de veranderingen in de samenleving en de jeugdcultuur en voert na Top 64 heel wat vernieuwingen in, maar het samen-jong-zijn blijft centraal staan, ook in de volgende decennia. De activiteiten sluiten aan bij wat jongeren waardevol vinden en wat hen bezig-houdt. Er wordt meer en meer samengewerkt tussen jongens en meisjes en na verloop van tijd kiezen veel Chirogroepen voor een gemengde werking.

In de jaren 1980 verandert de familiale methode in de gemeen-schapsgerichte methode. De Chiro werkt gemeenschapsge-richt, zowel intern als naar buiten. Ze treedt in contact met de omgeving, de parochie, de gemeente, de jeugdraad, andere verenigingen, ouders en de kookploeg, en treedt in dialoog met mensen en culturen. Racisme uitsluiten wordt een belangrijk thema. Sinds de jaren 1960 roept Chiro op tot maatschappelijk engagement maar voor veel lokale groepen staat het beleven van het jong zijn in de eigen groep vooraan. De Chiro is niet individu-alistisch, ervaringen worden beleefd in groep. Samen-jong-zijn is een manier van leven.

38

]foto

: gev

aert[

]foto: walter deproost, top 64[

]foto

: eug

ene l

etta

ny[

]foto

: c. u

ytte

rhae

gen[

Page 40: Expogids low

InzEt In dE VErFDe Chiro wordt gedragen door vrijwilligers die zich in hun vrije tijd engageren. ‘Zich engageren’ betekent ‘zich verbinden aan’. Jongeren verbinden zich aan kinderen, volwassenen aan jongeren en kinderen.

Iedereen engageert zich op zijn of haar eigen manier, vanuit een innerlijke gedrevenheid, een maatschappe-

lijke betrokkenheid of een christelijke inspiratie. Vaak duurt het engagement een leven lang.

Vrije tijd is de tijd die overschiet na het werk, de school en de taken in het gezin. Mensen vullen die tijd in met het ontspan-nen én inspannen van lichaam en geest, en soms ook met een engagement. Ze zetten zich in voor het welzijn van de gemeen-schap. De Chiro is een voorbeeld van zo’n engagement maar ze pleit tegelijk voor een evenwicht tussen de drie vormen van vrijetijdsbesteding. Voor veel mensen maakt Chiro deel uit van hun vrije tijd en biedt het een evenwicht tussen ontspanning, activiteit, creativiteit en engagement.

Leidingsploegen zijn de motoren van de Chirogroepen, en de pro-gramma’s op zondag vormen de kern van de Chirowerking. Bin-nen een leidingsploeg heerst er een echte groepssfeer. Duidelijke afspraken en taakverdelingen zorgen ervoor dat een ploeg goed

draait, zodat ze ook engagementen buiten de groep kunnen opnemen, bijvoorbeeld in de buurt, de parochie of de jeugdraad.

De groepsleiding coördineert, plant, stimuleert, coacht en vormt het uithangbord van een groep. Ze zorgen voor de doorstroom van informatie, bereiden de leidingskring voor en hebben oog voor de kwaliteit van het samenleven in een ploeg. De Chiro is een jeugdbeweging maar ook volwassenen kunnen er een engage-ment in opnemen. De volwassen begeleid(st)ers en de proosten stellen kritische vragen, geven steun en bouwen bruggen tussen ouders, de parochie, de buurt en de bredere gemeenschap.

De patronaten zijn nog geen jeugdbeweging maar een vorm van jeugdzorg. Cleymans wil er een echte jeugdbeweging van maken, geleid door jongeren. Het Jeugdverbond voor Katholieke Actie voorziet opleiding voor leiding in de vorm van studiedagen, -weekends en -weken. De vernieuwde jeugdbeweging wordt gezien als een zinvolle vrijetijdsbesteding waar jongeren zich ontspannen, zich amuseren en iets bijleren. De zondagsheiliging en godsdienstonderricht blijven een essentiële component van de werking in de jaren 1940 en 1950.

Page 41: Expogids low

4�De eerste studiegroep, die zich al snel Landsbond noemt, met daarin de founding fathers van de Chiro, geven het tijdschrift Mededeelingen van Chirojeugd uit. Vanaf de eerste jaren worden mensen betaald om voor de Chiro te werken, toch is het vooral een vrijwilligersbeweging. Naast de Landsbondleiding en de Landsbondraad zijn er de verbondelijke en gewestelijke leiders en proosten, en in de lokale groepen is er natuurlijk ook leiding. Hun vorming wordt een constante binnen de werking van de Chiro. Er worden cursussen en bivakken georganiseerd, tijdschriften zorgen voor verdieping en op lokaal niveau zijn er de leidingskringen en kernvorming op de vendelleidersvergaderingen. Ook de in 1941 opgerichte meisjeschiro geeft eigen tijdschriften uit voor leidsters en organiseert studiedagen, leidsterscursussen en bivakken.

Vanaf de jaren 1960 wordt de structuur van de beweging meer van onderuit opgebouwd. In het manifest Impuls 70 worden de doelstellingen en werkwijzen van de Chiro nog eens op een rijtje gezet. Chiro gaat over samen-jong-zijn, met jongens en meisjes, in de vrije tijd, in een eigen levenssfeer. Maar het is niet zomaar een vrijblijvende ontspanning vol speelse activiteiten. De Chiro nodigt ook uit om gelovig mens te worden en om een positie in te nemen ten opzichte van de maatschappij.

In de jaren 1980 concurreert de Chiro met andere vormen van vrijetijdsbesteding en past ze zich aan aan de noden van de tijd. De centrale waarden verdraagzaamheid, innerlijkheid en recht-

vaardigheid worden vastgelegd en in Het Chiroboek verschijnen onder de noemer ‘Inzet ten volle’ spiegelteksten over onder andere het engagement van vrijwilligers – leiding, proosten, VB’s, kader, kookploegen – in hun vrije tijd. Inzet hoort thuis bij de actieve methode, Chiro moet je doen.

Wanneer je een leidingsengagement opneemt, besteed je vele uren per week aan de Chiro, niet enkel op de leidingskring of op zondagnamiddag. Er komt veel meer bij kijken: programmavoor-bereidingen, cursussen, gewestavonden, huisbezoeken, fuiven organiseren, het bivak, opruimmomenten, uitstappen, werving, bonte avonden, vergaderingen van de jeugdraad, enzovoort. Groepen en leiding krijgen kansen om creatief te experimenteren. Verantwoordelijkheid opnemen is immers een leerproces.

Niet alleen al doende en al spelend leer je: leiding wordt nog altijd gevormd tijdens speciaal georganiseerde momenten van nieuwe impulsen en verdieping zoals de leidingskring en allerlei cursussen die gewestelijk, verbondelijk of op nationaal niveau georgani-seerd worden (Inleidingscursus, Scholingsbivak, Afdelingsbivak, Expressiebivak, Tochtenbivak, Groepsleidingsweekends, Aspitrant, Kaderinleidingscursus enzovoort). Ook nu blijft het belangrijk dat jongeren en volwassenen nieuwe ervaringen kunnen opdoen, dat die gekaderd en geduid worden, dat ze creatief, experimenteel en vernieuwend bezig kunnen zijn en dat leiding verantwoordelijk-heid leert nemen.

40

Page 42: Expogids low

]foto

: han

d in h

and m

anife

statie

1994

[

Page 43: Expogids low

4342

VErdraaI dE wErEldHet engagement van de Chiro reikt verder dan de eigen groep. De Chiro is geen eiland, ze engageert zich ook in de buurt én de grote wereld. Peeters vergelijkt de Chiro met een theebuiltje dat kleur en smaak geeft aan de samenleving die hen omringt. De Chiro neemt ook duidelijk standpunten in over maatschap-pelijke thema’s en steekt de nek uit. Jongeren worden op een kritische manier opgevoed tot verantwoordelijke mensen. Een Chirogroep sluit zich niet op in het heem maar heeft een open blik op de maatschappij. Iedereen is welkom, alle kinderen en jongeren, zonder onderscheid van kleur, ras, geslacht of sociale afkomst. Zij die elders worden uitgesloten, krijgen bijzondere aandacht.

De allereerste Chirogroepen richten zich naast hun eigen groep ook op de parochie. Ze wonen het lof bij en organiseren af en toe een avond met toneel en bonte avond voor de ouders en de parochianen. Van bij het begin staat de Chiro open voor alle kinderen en jongeren, het is immers geen standgebonden jeugdbeweging. Tijdens Wereldoorlog II is het vooral een paro-chiale jeugdbeweging. Vanaf de jaren 1950 en vooral vanaf de jaren 1960 verbreedt de Chiro en richt ze zich tot de samenle-ving.

In het werkjaar 1962-1963 bezoeken de nationale leider en de nationale proost alle 44 gewesten tijdens de zogenaamde 8000 km-tocht. Zo gaan zij na wat er leeft in de groepen en wat ze kunnen doen om te voldoen aan lokale behoeftes. De groepen vragen om meer inspraak en vanaf dan wordt de bewegingstructuur meer van onderuit opgebouwd. De jeugd neemt een kritische houding aan ten aanzien van maatschap-pelijke problemen. De Chiro is duidelijk beïnvloed door allerlei contemporaine emancipatiebewegingen. De maatschappelijke betrokkenheid, de democratische werking, inzet voor de buurt en het gemeentelijk jeugdbeleid, kritiek en engagement, de aandacht voor de derde wereld, de vredesbeweging en het milieu, dat neemt allemaal toe.

De Chiro neemt in het manifest Impuls 70 een positie in ten opzichte van de maatschappij. Ze kiest voor sociaal engage-ment en solidariteit met de derde wereld, en roept op tot vrede. De Chiro is een spel- én een maatschappijbeweging. Ze houdt zich bezig met ruimere thema’s maar behoudt haar eigenheid door het spel centraal te laten staan. In de jaren 1980 neemt het maatschappelijk engagement en de ideologische oriëntatie deels af, maar de Chiro blijft zoeken naar mogelijkheden tot dialoog tussen mensen en culturen en is expliciet tegen racisme. De Chiro heeft een open blik op de wereld dichtbij en veraf. Tijdens Krakmomenten, meestal gekoppeld aan het jaarthema, geeft ze in de openbare ruimte een teken aan de buitenwereld.

Page 44: Expogids low

In de jaren 1990 ligt het accent op openstaan voor moeilijk bereikbare doelgroepen en minderheden zoals armen, stads-kinderen, migranten, vluchtelingen en kinderen en jongeren met een handicap. De Chiro wil mee armoede onderdrukken en discriminatie bestrijden, ze pleit voor toegankelijkheid en kiest voor waarden als rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid, verdraag-zaamheid, diversiteit, solidariteit, respect voor elke vorm van leven, milieubewustzijn, antiracisme en liefde.

Twee keer per jaar werkt Spoor ZeS, de dienst die zich bezig-houdt met zingeving en solidariteit, spel- en verdiepingsma-teriaal uit voor de campagne van Broederlijk Delen tijdens de Vasten en voor die van Welzijnszorg gedurende de Advent. Ook Zin-d’erin(g) werkt onder andere rond zingeving en begeleidt bezinningen en leerkrachtenvormingen, vanuit de parti-cipatieve, intuïtieve en gemeenschapsgerichte metho-des van de Chiro.

Kinderen en jongeren in nieuwe wijken en buurten krij-gen kansen om deel te nemen aan de Chirowerking. De Chiro engageert zich voor de buurt, de gemeente, de parochie en misschien zelfs voor de derde of de vierde wereld. Plaatselijke groepen houden vaak inleefacti-viteiten of uitwisselingen. De Chiro gelooft in gelijke kansen voor iedereen en heeft het Solidariteitsfonds om de solidariteit tussen Chirogroepen te bevorderen

en om groepen te helpen die het financieel moeilijk hebben. Ook in eigen land is er immers armoede. De Chiro sluit de armen niet uit, ze laat hun stem klinken in de maatschappij en probeert drempels omlaag te halen.

Engagement, betrokkenheid en participatie staan centraal in de actieve methode. Maatschappelijk engagement is belangrijk maar staat altijd in evenwicht met ontspanning, activiteit en creativiteit en wordt zo typisch Chiro.

]foto

: eug

ene l

etta

ny[

Page 45: Expogids low

45FEESt mEE!Bij een verjaardag hoort een feest. In 2008-2009 viert de Chiro een jaar lang feest, voorafgaand aan de vijfenzeventigste verjaardag in oktober 2009. ‘Feest mee!’ is het jaarthema. We zetten onszelf in de kijker en bedanken iedereen die de Chiro mee waarmaakte. We gaan samen fuiven, stunten en ontbijten, en natuurlijk gaan we ook samen op bivak.

ChIro ExpoWe brengen de voorbije 75 jaar van de Chiro tot leven op een speelse, creatieve en interactieve tentoonstelling die tijdens het feestjaar door Vlaanderen trekt. Dompel je onder in verhalen, herinneringen, foto’s en anekdotes en (her)beleef het typische Chirogevoel tijdens een bezoek aan Chiro Expo. Een ideale zondagnamiddagactiviteit, groepsuitstap of dagtrip voor alle afdelingen, oud-leiding en (kook)ouders, midden in de stad en vanaf de lente tussen het groen.

Iedereen is van harte welkom in:x Kindermuseum De Wereld van Kina in Gent, van 29 augustus

tot en met 11 november 2008 (niet open op zaterdag!)x Het Provinciaal Hof op de Markt in Brugge, van 21 november

tot en met 14 december 2008

x Gemeenschapscentrum De Markten in Brussel, van 5 februari tot en met 1 maart 2009

x Sportimonium in Hofstade, van 8 maart tot en met 26 april 2009 (niet open op zaterdag!)

x Het kasteel van Bokrijk, van 8 mei tot en met 28 juni 2009x Ecocentrum De Goren van domein Zilvermeer in Mol van

5 juli tot en met 23 augustus 2009

ChIro rEtroNiet alleen de ‘grote Chiro’ viert een jubileum, ook heel wat lokale groepen brengen hun verleden tot leven naar aanleiding van hun verjaardag. Chiro Retro helpt hen dat op een originele manier aan te pakken, geeft tips voor een creatieve tentoonstel-ling en stimuleert om dozen vol ‘oude rommel’ om te toveren tot een echt archief. In De Banier kunnen groepen gratis een doos verkrijgen vol ideeën, hulpmiddelen, weetjes en tips om aan de slag te gaan met hun erfgoed en verleden.

ChIro FuIFtGeen feestjaar zonder momenten om eens goed uit de bol te gaan en de benen los te zwieren op stevige rockers, vette beats of een feel-good-discoplaat. Daarom roepen we alle gewesten

44

Page 46: Expogids low

op om een open gewestfuif te organiseren op 19 of 20 decem-ber. Dat weekend staan we onder de titel ‘Chiro fuift’ garant voor een aanbod van enkele tientallen fuiven verspreid over heel Vlaanderen. Vanaf november vind je de fuiflijst op de Chirosite. Kom mee je beste beentje voorzetten!

StuDIEDagTijdens de studiedag op vrijdag 6 februari 2009 in Brussel staan we stil bij de historische evolutie van de Chiro, gekaderd binnen het ruimere jeugdwerk en de samenleving, en belichten we het heden van onze jeugdbeweging. Wat is de waarde van jeugdwerk, waarom engageren jongeren zich binnen een jeugdbeweging, waarom vindt het beleid dat waardevol genoeg om er subsidies voor uit te trekken, hoe toegankelijk wil en kan jeugdwerk zijn? Al die vragen komen aan bod in een aantal lezingen en workshops. Voer voor studenten, jeugdwerkers, onderzoekers, beleidsmakers en Chirovrijwilligers.

oLé pIStoLéOlé Pistolé is op zondag 26 april 2009 de speerpunt van het feestjaar. Alle Chirogroepen krijgen de kans om hun buurt uit te nodigen op een ontbijt. Samen bereiken we zo 200 000 deelnemers. Het wordt een

evenwichtig ontbijtbuffet, gekoppeld aan actieve spelen voor de (toekomstige) leden. Smakelijk!

krInkELLeiding en aspi’s kunnen mee op Krinkel, een tentenbivak met duizenden deelnemers op het domein van de oude landlo-perskolonie van Merksplas van 24 tot 29 augustus 2009. Op vrijdagavond 28 augustus wordt Krinkel, en het hele feestjaar, afgesloten met een spetterend slotfestival, ook voor leiding en aspi’s die niet de hele vijfdaagse meekunnen.

Page 47: Expogids low

47ColoFonDeze tentoonstelling werd gerealiseerd door: Chirojeugd-Vlaanderen vzwin samenwerking met KADOC-KULeuven, Documentatie- en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving

Samenstelling: Geertje Cools In samenwerking met: Damien Benoit, Bart Boone, Vanessa Brae-keveld, Andy Demeulenaere, Greet De Neef, Pieter De Vis, Peter Heyrman, Eleke Langeraert, Janna Lefevere, Daphné Maes, Björn Rzoska, Erika Van Beek, Jan Vanhee, Veerle Van Looveren, Sofie Verhoeven, Alexis Vermeylen, Luc Vints, Louis Vos.Met medewerking van: Faro, Heemkunde Vlaanderen, Onder-zoekseenheid Moderniteit en Samenleving Katholieke Universi-teit Leuven. Met dank aan: Jurgen Sprangers, Hilde Langeraert, Els Van Doren, Pieter Wouters, Riet Van de Walle, Jan Ruymen, Trees Verhoogen, Klaas Roobroeck, Beeldarchief VRT, Woestijnvis, Gust Geens, Jos Hoeyberghs, Tapis plein vzw, Walter Baeten, Guy Redig, Els Van Effelterre, Pascal Ennaert, Dries Van Den Broucke, Marc Jacobs en aan alle Chirogroepen en individuën voor het aanleveren van erfgoed in de vorm van foto’s, voorwerpen en getuigenissen.

Met dank aan de locaties: De Wereld van Kina, provincie West-Vlaanderen, GC De Markten, Sportimonium, provincie Limburg, Ecocentrum De Goren.

Vormgeving tentoonstelling: Annemie Maes, Saskia Rogge (gids) en Jan Van Bostraetentekstcorrecties: Bart BooneDruk: De Wrikkerwettelijk depot: D/2008/2909/4

met steun van de Vlaamse Gemeenschap

46

Page 48: Expogids low