Expliciet nr 043

72

description

Inhoud magazine 43Commentaar: Het seksueel misbruik binnen de Kerk versus “vrije seks” versus de hoofddoekEconomie:Een kritiek op renteIslam:De visie van Islam op politiek, oftewel de politieke filosofie van IslamAchtergrond: De genocide op de moslims van het Iberisch schiereiland (Al Andaloes)Divers: Mode: marteling in naam van schoonheidHet Goddelijk Oordeel betreffende:Intellectueel eigendomsrechtColumn OP:Hitler’s rassentheorien van taboe naar legitiem in Duitsland; alles om Islam te bevechten

Transcript of Expliciet nr 043

REDACTIONEEL Het Wilders proces en de fascistischewind door Europa blz. 04

COMMENTAARHet seksueel misbruik in de kerk versus"vrije seks" versus de hoofddoek blz. 06 ECONOMIEEen kritiek op rente blz. 12 ISLAMDe visie van islam op politiek, oftewelde politieke filosofie van islam blz. 28

ACHTERGRONDDe genocide op de moslims van hetIberisch Schiereiland (al Andaloes) blz. 46

DIVERSMode: marteling in de naam van schoonheid blz. 54

GODDELIJK OORDEELIntellectueel eigendomsrecht blz. 60

COLUMN OKAY PALAHitler's rassentheorie van taboe naarlegitiem in Duitsland; alles om islamte bevechten blz. 66

43

4 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

In het licht van het Wilders proces is het goed te weten dat relatief nog maar kort-geleden de Nederlandse politicus Hans Janmaat (1934 – 2002) door de rechter veroordeeld werd omdat hij had gezegd

“Wij schaffen, zodra we de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af ”, “Vol = Vol” en “Eigen volk eerst”. Vol-gens de rechter riep Janmaat hiermee namelijk op tot discriminatie en zette hij aan tot etnische zuiveringen. Het imago van Wilders is gebouwd op woorden van deze strekking, en hij heeft ver-schillende malen op meer grove, platte en on-gemanierde wijzen hetzelfde gezegd. Maar toch ziet de Nederlandse staat er geen aanleiding toe om Wilders te vervolgen. Het Openbaar Minis-terie neemt hem zelfs in bescherming, door in de tegen Wilders aangespannen rechtzaak volledige vrijspraak te eisen.

Dit bewijst ontegenzeggelijk dat er een nieuwe wind door Nederland waait. Want bestond er in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw nog een consensus dat de ideeën van Janmaat onmense-

lijk waren (collega politici verlieten bijvoorbeeld in protest de Tweede Kamer wanneer Janmaat het woord nam), daar zijn deze ideeën over Is-lam en de moslims nu mainstream binnen de politiek en de samenleving.

In België is hetzelfde waarneembaar. In 2004 werd het Vlaams Blok verboden door de rech-ter, omdat één van de twee kerndoelen van de partij was “de terugkeer van de overgrote meer-derheid der niet-Europese gastarbeiders naar hun eigen vaderland” (het tweede kerndoel was een onafhankelijk Vlaanderen). Dit was voor de Belgische rechter reden om te zeggen: “Het Vlaams Blok is een partij die kennelijk en syste-matisch aanzet tot discriminatie. (...) U behan-delt vreemdelingen als criminelen, boosdoeners, profiteurs, onintegreerbare fanatiekelingen eneen bedreiging van het eigen volk”. Tegenwoor-dig, echter, beschrijven feitelijk al de politici in België de moslims als in hoofdzaak criminelen, boosdoeners, profiteurs en onintegreerbare fa-natiekelingen die een bedreiging vormen voor het Belgische volk en de westerse beschaving.

HET WILDERS PROCESEN DE FASCISTISCHE WIND

DOOR EUROPA

Redactioneel

5Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Maar niet enkel volgens de politici in Nederland en België zijn Islam en de moslims het enige ech-te probleem. Frankrijk concentreert haar binnen-landse politiek al langer op de vervolging van de gezichtsbedekking gedragen door een handvol moslima’s. En sinds in Duitsland een zogenaamd diepe denker een boek publiceerde waarin hij de moslims de schuld geeft voor alle Duitse proble-men en waarschuwt dat de moslims Duitsland kapot zullen maken, vallen de Duitse politici over elkaar heen om de moslims van alles en nog wat te beschuldiging. Zelfs in Zweden is de politieke partij die deze lijn volgt sterk in opkomst.

Afgaande op de Europese politici lijkt Europa dus maar één probleem te kennen: de aanwezig-heid van Islam en de moslims. Echter, wie iets verder kijkt dan de verkiezingspraatjes van de Europese politici die ziet dat de echte problemen van Europa andere problemen zijn. Bijvoorbeeld zijn al de Europese landen feitelijk failliet. Ze zullen de komende jaren immens moeten bezui-nigen om een daadwerkelijk faillissement te kun-nen voorkomen. En dit zal verregaande gevolgen zal hebben voor de levens van de Europeanen. Want de werkloosheid zal sterk oplopen terwijl de uitkeringen sterk verminder zullen worden. En de mensen die werk hebben zullen langer moeten werken voor ze op pensioen kunnen, ter-wijl ze veel meer belasting zullen moeten betalen over hun inkomen uit arbeid. De problemen waar de Europese samenlevingen reeds mee kampen, zoals de door individualisme en egoisme veroor-zaakte criminaliteit en het uiteenvallen van gezin-nen, zullen daarom enkel groter worden omdat de mensen het ook nog eens economisch zwaar zullen krijgen.

Rijst de vraag, waarom lijken de Europese politi-ci blind voor deze echt immense problemen waar Europa mee kampt en focussen ze zich bijna uit-sluitend op Islam en de moslims?

Het antwoord op deze vraag is eenvoudig voor iedereen die iets van de geschiedenis van de mensheid kent. Ieder koninkrijk en iedere be-schaving die de mensen enkel als slaaf voor de

rijke elite gebruikt, presenteerde hun mensen namelijk een zondebok op het moment dat de-zen zich hun ellendige bestaan realiseerden. Nu de mensen van Europa dus de rekening voor de kredietcrisis – veroorzaakt door de hedendaagse elite, de bankiers – wordt gepresenteerd, probe-ren de Europese politici de woede van de men-sen te kanaliseren door de moslims als zondebok te presenteren. Zo wordt geprobeerd de mensen onder controle te houden, door te voorkomen dat zij zich realiseren dat het kapitalisme hen niets van werkelijke en blijvende waarde heeft gebracht. Hierdoor, namelijk, zouden de mensen kunnen komen tot verzet tegen het kapitalische systeem dat hen uitbuit.

Het beste voorbeeld van de “zondebok politiek” om de aandacht van de mensen af te leiden van de echte problemen waren de fascisten tijdens de jaren ’30 van de vorige eeuw. De nieuwe wind die momenteel door Europa waait, en die vervolgin-gen van Islam en de moslims toegestaan maakt die men in ieder ander geval misdaden tegen de menselijkheid noemt, kan daarom best een fas-cistische wind genoemd worden.

In reactie op het Wilders proces moet daarom gezegd worden dat de moslims en de overge-bleven mensen met menselijkheid in hun hart niet moeten denken dat Wilders verantwoorde-lijk is voor de “ruk naar rechts” die Nederland doormaakt. Kapitalisme maakt momenteel een immense crisis door. Om dit te verhullen voor de mensen moet de European wel een zonde-bok gepresenteerd worden. En wie is een betere zondebok dan Islam en de moslims? Want juist de Islam van de moslims is een alternatief voor kapitalisme, dat de capaciteit heeft om mensen te overtuigen zoals blijkt uit de bekering van de vol-keren van het Midden-Oosten, Afrika en Azië.

Islam en de moslims zullen dus vervolgd blijven worden zolang het kapitalisme zwak blijft. Met Wilders op de voorgrond zolang het kan, en zo-wel politiek als ambtenarij als media zullen hem hiervoor blijven beschermen zoals ze ook nu al doen. En anders wel met iemand anders op de voorgrond.

HET WILDERS PROCESEN DE FASCISTISCHE WIND

DOOR EUROPA

6 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

HET SEKSUEEL MISBRUIK IN DE KERK VERSUS “VRIJE SEKS”VERSUS DE HOOFDDOEK

Commentaar

7Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

HET SEKSUEEL MISBRUIK IN DE KERK VERSUS “VRIJE SEKS”VERSUS DE HOOFDDOEK

In de media blijven maar berichten opduiken over gevallen van seksueel misbruik binnen de Katholieke Kerk. In Ame-rika is dit al sinds 2004 in het nieuws, maar in 2010 kwamen verdere schandalen naar buiten in ondermeer België, Ierland, Noorwegen en Duitsland. Opvallend genoeg, en dit maakt de

kwestie nog erger, was de Kerk zelf vaak al langer op de hoogte was van het misbruik van kinderen door haar priesters. Maar de Kerk pro-beerde de informatie binnenskamers te houden en de slachtoffers te motiveren geen aangifte van het misbruik te doen bij de politie.

8 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

tieve behoeftes, en dezen dwingen de mens op zoek te gaan naar hun bevrediging. De bevrediging van de organische behoeftes is noodzakelijk om het or-ganisme in leven te houden. Daarom heeft de mens behoefte aan zuurstof, voeding, slaap en ontlasting. De instinctieve behoeftes van de mens zijn drie: er is een instinctieve behoefte aan voortplanting, een in-stinctieve behoefte aan overleven en een instinctieve behoefte aan aanbidding van een hogere macht. Deze instinctieve behoeftes kennen verschillende uitingen. Bijvoorbeeld de instinctieve behoefte aan voortplan-ting zorgt ervoor dat de mens van nature wil zorgen voor nageslacht, dat hij van nature goede relaties wil onderhouden met zijn nageslacht en de overige leden van de familie waartoe hij behoort, en dat hij van na-ture behoefte heeft aan seksuele relaties.

Wanneer mensen zichzelf dus voornemen om in hun leven geen seksuele relaties aan te gaan, dan nemen ze zichzelf feitelijk voor om een deel van hun na-tuur te onderdrukken. Oftewel, om de behoeftes die op enig moment in hun leven onvermijdelijk in hen

De omvang van het schandaal, een wereldwijd feno-meen dat over decennia plaatsgevonden heeft, maakt duidelijk dat het hier niet gaat om de (mis)daden van een enkele psychisch gestoorde priester, of om een groep van enkele psychisch gestoorde priesters. En het is verder veelzeggend dat deze gevallen van mis-bruik plaatsvinden binnen de Katholieke Kerk die haar priesters het celibaat voorschrijft. Uit dit alles blijkt duidelijk dat het misbruik niet los gezien kan worden van de plicht tot seksuele geheelonthouding (celibaat) die de Katholieke Kerk haar priesters op-legt.

Het celibaat is in de Katholieke Kerk een voorwaarde voor het priesterambt. Er wordt over gedebatteerd wanneer precies deze voorwaarde ingesteld werd. Bekend is dat de vereiste van het celibaat voor het eerst werd opgeschreven in de Synode van Elvira in het jaar 306 naar christelijke jaartelling. Maar het werd gewoonte in de Katholieke Kerk over verloop van tijd hierna. Wel duidelijk, echter, is waarom het celibaat ingesteld werd. De officiële reden is het idee dat eenpersoon die zich niet aan een aardse persoon bindt, een dichtere binding en een betere wijding van het leven aan God kan realiseren. Kritische onderzoekers van de Katholieke Kerk stellen echter dat de Kerk vooral wou voorkomen dat priesters kinderen zouden krijgen. De Kerk was bang dat hierdoor priesterdy-nastiën zouden ontstaan, en realiseerde zich dat wan-neer de positie van priester in een bepaald gebied van vader op zoon over zou gaan, dat de machtspositie van de priesters in dat gebied sterker zou worden ten koste van de macht van de Kerk. De lokale mensen zouden immers meer loyaliteit ontwikkelen voor de priesterdynastie in hun omgeving, ten koste van hun loyaliteit voor het centrale gezag van de Kerk in het Vaticaan. De rijkdommen van de Kerk zouden hier-door ook meer onder de controle van de priesterdy-nastie komen en het centrale gezag van Katholieke Kerk wilde ook dit voorkomen. Het wilde zelf de controle houden over de rijkdommen van de Kerk. De Kerk kon priesters echter verbieden om kinderen te krijgen, omdat het de mensen juiste aanmoedigde kinderen te krijgen. Daarom stelde de Kerk dan maar het celibaat in voor haar priesters om hetzelfde doel – geen nageslacht voor de priesters – te kunnen rea-liseren.

Het seksueel misbruik binnen de Katholieke Kerk toont aan hoe schadelijk deze praktijk van het ce-libaat is. Het probleem van deze praktijk is dat het de menselijke natuur probeert te onderdrukken. De menselijke natuur bestaat uit organische en instinc-

De omvang van het schandaal, een wereldwijd fenomeen dat over decennia plaatsgevonden heeft, maakt duidelijk dat het hier niet gaat om de (mis)daden van een enkele psychisch ge-stoorde priester, of om een groep van enkele psychisch ge-stoorde priesters. En het is ver-der veelzeggend dat deze geval-len van misbruik plaatsvinden binnen de Katholieke Kerk die haar priesters het celibaat voor-schrijft. Uit dit alles blijkt dui-delijk dat het misbruik niet los gezien kan worden van de plicht tot seksuele geheelonthouding (celibaat) die de Katholieke Kerk haar priesters oplegt.

9Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

boven zullen komen, te onderdrukken. Dat dit niet een correcte manier van leven is, moge duidelijk zijn. Het leidt namelijk ondermeer tot frustratie wanneer instinctieve behoeftes niet bevredigd worden. En er moet daarom verwacht worden dat degenen die een eed tot het celibaat nemen met zichzelf in de knel zullen komen en een uitvlucht zullen zoeken voor hun frustratie. In dit geval is de uitvlucht gezocht in seksueel misbruik van kinderen. Simpelweg omdat de kinderen zich in de nabijheid van priesters bevonden en dus de mogelijkheid hiertoe boden. Dit is niet een rechtvaardiging van wat plaatsgevonden heeft, maar een verklaring. Door het celibaat heeft de Katholieke Kerk zelf de deur geopend naar de misdaden waaraan haar priesters zichzelf schuldig heeft gemaakt.

Dat het celibaat tot het heden standgehouden heeft in de Kerk valt terug te voeren op een fundementele geloofsopvatting binnen het christendom. Namelijk de geloofsopvatting die zegt dat de verlangens van de mens slecht zijn. En dat de mens zich dus tegen zijn verlangens moet verzetten en hen moet onderdruk-ken als hij een goed mens wil zijn.

Islam kijkt volkomen anders naar de mens en naar het leven. Islam gaat in de door haar voorgestelde ordening van het leven uit van de organische en in-stinctieve behoeftes waar ieder mens mee geschapen

is. Islam negeert de menselijke behoeftes dus niet en Islam wil ook niet dat de mens deze behoeftes onder-drukt. Wat Islam wil is bevrediging van de natuurijke behoeftes mogelijk maken voor de mensen, zodat ze gevrijwaard blijven van de frustratie die komt bij het onbevredigd blijven van de behoeftes. Daarom kan men vinden dat Islam voor iedere behoefte van de mens een oplossing aandraagt. Zoals voor het verlan-gen naar seksuele gemeenschap dat resulteert uit de instictieve behoefte aan voortplanting, hierover zegt Islam dat de mens moet trouwen zodat hij binnen het huwelijk dit verlangen kan bevredigen. Islam verbiedt daarom het celibaat, juist omdat dit onderdrukking van de menselijke natuur is.

Men zou op basis van dit alles kunnen zeggen dat Is-lam voor wat betreft haar visie op de natuurlijke be-hoeftes van de mens niets verschilt van het westerse secularisme (ook wel: liberale democratie, of seculier liberalisme). Ook deze visie op het leven wil immers bevrediging van de behoeftes van de mens mogelijk maken. Maar Islam verschilt eveneens van het secu-larisme.

In het secularisme is de slogan namelijk “anything goes”. Oftewel, alles dat de natuurlijke behoeftes van de mens bevredigd wordt door het secularisme goed geacht. In principe wordt er door het secularisme na-

10 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

melijk geen waardeoordeel uitgesproken over de ver-schillende manieren waarop de mens zijn natuurlijke behoeftes kan bevredigen. Zolang iets een behoefte bevredigt, is het goed.

Wat de door Islam voorgestelde ordening van het le-ven van de mens wil realiseren, daarentegen, is be-vrediging van de organische en instinctieve behoeftes van de mens op de correcte wijze. En dat niet iedere bevrediging van de organische en instinctieve behoef-tes van de mens correct is, zoals het secularisme be-weert, kan met voorbeelden eenvoudig duidelijk ge-maakt worden. Het is bijvoorbeeld welbekend dat veel mensen in Haïti hun natuurlijke behoefte aan voedsel proberen te bevredigen middels “modderkoekjes”. Dit zijn koekjes die daadwerkelijk van modder ge-maakt worden en de reden dat de mensen dit eten is

aangeeft dat niet iedere bevrediging van de natuur-lijke behoeftes van de mens correct en goed is. Het doel achter de voor de mens natuurlijke behoefte aan voortplanting is overduidelijk. Dit is behoud van het menselijk ras. Dat uit deze instinctieve behoefte een verlangen naar seksuele gemeenschap voortkomt is daarom alleen maar passend. Nu, daar waar mensen hun verlangen naar seksuele gemeenschap proberen te bevredigen middels wisselende seksuele contacten, daar bemerkt men dat seksueel overdraagbare ziektes op grotere schaal voorkomen. Deze ziektes zijn soms enkel ongemakkelijk, maar soms ook veroorzaken ze onvruchtbaarheid of zelfs de dood. “Vrije seks” is daarom niet een correcte wijze van bevrediging van de behoefte aan seksuele gemeenschap. Het bevredigt weliswaar het verlangen naar seksuele gemeenschap,

daar zij geen geld hebben voor iets anders. Door deze koekjes te eten wordt het gevoel van honger dat hoort bij de organische behoefte aan voeding onderdrukt, en men kan daarom zeggen dat de behoefte door “modderkoekjes” bevredigd wordt. Maar, dit is dui-delijk niet een correcte bevrediging van de behoefte aan voeding. Het doel van de behoefte aan voeding is immers om het menselijk organisme in leven te hou-den. En daar “modderkoekjes” geen voedingswaarde hebben realiseren zij dit doel niet. Daarom kan niet gezegd worden dat het eten van “modderkoekjes” een correcte wijze van bevredigen van de natuurlijke be-hoefte aan voeding is.

In de instinctieve behoefte aan voortplanting kan een verder goed voorbeeld gevonden worden dat

maar tegelijkertijd bedreigt dit het doel achter de be-hoefte aan voortplanting, zijnde het behoud van het menselijke ras. Het is zelfs schadelijk voor wat de be-hoefte aan voortplanting probeert te realiseren!1

Daarom zegt Islam dat bevrediging van het natuurlij-ke verlangen naar seksuele gemeenschap plaats moet vinden binnen het huwelijk. En daarom verbiedt Is-lam seksuele relaties buiten het huwelijk en dreigt het met strenge straffen voor degenen die deze misdaad begaan: 100 stokslagen voor de ongetrouwde die deze misdaad begaat (de “ontuchtige”) en de dood door steniging voor de getrouwde die deze misdaad begaat (de “overspelige”).

Één van de schoonheden van de ordening van het

11Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

leven die Islam voorstelt is dat haar verordeningen altijd ondersteund worden. Bij het voorbeeld van de natuurlijke behoefte aan seksuele gemeenschap kan bijvoorbeeld gezegd worden dat Islam, naast dat het dus het huwelijk heeft ingesteld om deze behoefte te bevredigen, het huwen ook eenvoudig heeft gemaakt. De vereisten voor een huwelijk zijn door Islam na-melijk beperkt tot een aanbod tot huwelijk door een partner en acceptatie hiervan door de andere partner, twee (mannelijke) getuigen voor dit aanbod en deze acceptatie, en overeenstemming tussen beide partners over een bruidsschat te betalen door de man aan de vrouw. En voor het geval een stel wil trouwen maar hiervan weerhouden wordt omdat de man niet over de middelen beschikt om de vrouw een bruidsschat te betalen of om haar te onderhouden na het huwelijk, heeft Islam de Islamitische Staat de plicht gegeven om de middelen die de man te voorzien van de mid-delen die hij nodig heeft. Dit is een voorbeeld van ondersteuning van een Islamitische gebod (“seks al-leen binnnen het huwelijk”) door andere Islamitische geboden.

Om dit huwelijk te beschermen heeft Islam verder, zoals reeds gezegd, ontucht en overspel verboden verklaard en strenge straffen voor deze misdaden ingesteld. Ter ondersteuning van dit verbod, en dus indirect ook ter ondersteuning van het huwelijk, kent Islam stricte kledingregels voor het publieke leven. De hoofddoek voor de moslimvrouw is een voorbeeld hiervan, maar ook het verbod op (te) korte broeken voor de moslim man. Hierdoor wordt voorkomen dat verlangen naar seksuele gemeenschap aangewakkerd wordt in de mens, waardoor de mens in de verleiding zou kunnen komen om de misdaad van seksuele ge-meenschap buiten het huwelijk te begaan. Ook deze Islamitische wetten ondersteunen de Islamitische oplossing voor het probleem dat de behoefte aan seksuele gemeenschap is voor de mens. Door deze ondersteuning wordt de juiste oplossing voor dit pro-bleem makkelijk realiseerbaar gemaakt en worden al de andere oplossingen voor dit probleem die niet fei-telijk niet correct zijn moeilijk realiseerbaar gemaakt. Waardoor de mens vrij van frustratie kan leven en de bevrediging niet nieuwe problemen creëert.

De hoofddoek voor de Islamitische vrouw, als sym-bool van de Islamitische oplossing voor het probleem dat de behoefte aan seksuele gemeenschap is voor de mens, kan daarom gezien worden als een manier om het seksueel misbruik dat de Katholieke Kerk veroor-zaakt heeft te voorkomen. Want Islam biedt de mens een bevrediging voor zijn natuurlijke behoefte, en Is-

lam vraagt de mens niet zijn behoefte te onderdruk-ken.

En de hoofddoek voor de Islamitische vrouw kan daarom ook gezien worden als een manier om de pandemie van seksueel overdraagbare ziektes waar het secularisme voor gezorgd heeft te voorkomen. Want Islam biedt de mens een bevrediging voor zijn natuur-lijke behoefte, maar het laat de mens hierbij niet vol-ledig vrij. Waardoor voorkomen wordt dat wat begint als een oplossing eindigt in een nieuw probleem.

Samenvattend, Islam ziet de natuurlijke behoeftes van de mens dus niet als iets onreins of onpuurs. Het ziet hen als onderdeel van de menselijke natuur, de bevre-diging waarvan mogelijk gemaakt moet worden. Maar, Islam ziet de bevrediging van de menselijke natuur niet als iets dat maar vrij gelaten moet worden. Om te garanderen dat de bevrediging het doel achter de behoefte realiseert zonder schadelijke neveneffecten voor het individu, andere individuen of de samenle-ving, acht Islam het noodzakelijk dat de de bevredi-ging van de menselijke natuur georganiseerd wordt.

En dat is waarom Islam een complete manier van le-ven is, met wetten en systemen die alle bereiken van het leven van de mens ordenen. En daarom is een Islamitische Staat Al Khilafa een vereiste, omdat deze Staat de complete ordening van het leven van Islam ten uitvoer brengt. Zodat de correcte bevrediging van de natuurlijke behoeftes in de mens gerealiseerd kan worden.

________________________________________

1En daar waar “vrije seks” wel voortplanting realiseert, de zogenoemde “ongelukjes”, daar heeft het bijna altijd tot ge-volg dat het kind zijn instinctieve behoefte aan een goede relatie met zijn vader nooit zal kunnen bevredigen.

12 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Economie

EEN KRITIEK OP RENTE

13Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Rente is de vergoeding die men betaalt voor het lenen van geld. Door rente betaalt de schuldenaar meer geld terug aan de schuldeiser dan hij oorspronke-lijk geleend heeft. Rente is dus “geld in ruil voor meer geld”. Uitgestelde of gespreide betaling te-

gen een hogere prijs, waarbij die hogere prijs middels een per-centage berekend wordt, wordt weliswaar vaak rente genoemd, maar dit is niet werkelijk rente. Het is namelijk niet “geld in ruil voor geld”. Dit percentage is namelijk onderdeel van transacties van het type “goederen in ruil voor geld” of “diensten in ruil voor geld”. En het percentage dat dan rente genoemd wordt is in werkelijkheid slechts een manier om de prijs voor het goed of de dienst te bepalen, rekening houdend met de overeenkomst van uitgestelde of gespreide betaling.1

EEN KRITIEK OP RENTE

14 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

De echte rente van “geld in ruil voor meer geld” is een pilaar van de kapitalistische economie. Fei-telijk niets in de kapitalistische economie gebeurd namelijk zonder rente. Het geld dat gebruikt wordt in het kapitalistische economisch systeem komt bijvoorbeeld tot stand door middel van een rentedragende lening bij de bank. Wanneer een bank geld leent bij de Centrale Bank, of wanneer iemand geld leent bij een bank, dan wordt het geld uit het niets gecreeerd: het wordt gedrukt op metaal of papier of electronisch bijgeschre-ven op een rekening. Dit betekent dat iedere handelstransactie in de kapitalistische economie die gebruik maakt van geld op zijn minst op in-directe manier gebruik maakt van rente. Maar heel veel van de handelstransacties in de kapita-listische economie maken ook op directe manier gebruik van rente. Zo goed als alle bedrijven ge-bruiken rentedragende schuld om hun activitei-ten te financieren, zelfs de meest succesvolle enwinstgevende ondernemingen van de meest rijke personen. En heel veel van de consumptie van mensen, zoals huizen en auto’s, wordt gefinan-cierd door rentedragende schuld. Rente is daar-om big business in de kapitalistische economie waaraan honderden miljarden dollars en euro’s verdiend worden ieder jaar.

Dit alles geeft aan dat in de kapitalistische sa-menlevingen het principe van rente algemeen geaccepteerd is. Zozeer dat zelfs de enkele over-gebleven individuen die niets met rente te maken willen hebben zich aan de betaling en ontvangst van rente niet meer kunnen onttrekken.2

De geschiedenis van rente

De denkers onder de oude grieken waren felle tegenstanders van de praktijk van rente. Volgens Aristoteles (384 – 322 voor de christelijke jaar-telling) was rente onnatuurlijk: “De meest hate-lijke manier (van geld verdienen, vert.), en met de beste reden, is rente, dat een winst haalt uit het geld zelf en niet uit het natuurlijke gebruik ervan. Want geld is bedoeld om gebruikt te wor-den in ruil, niet om het toe te laten nemen door rente. En deze term rente, wat betekent ‘de ge-

boorte van geld uit geld’, wordt toegepast op het broeden van geld want het nageslacht is zoals de ouders. Van al de manieren waarop geld verdiend kan worden is deze de meest onnatuurlijke”.3 Aristoteles’ eerste argument voor zijn stelling dat rente onnatuurlijk is, is zijn opmerking dat het bezit aan geld anders is dan het bezit aan bijvoor-beeld vee of landbouwgrond. Het vee plant zich-zelf voort en normaal gesproken groeit het bezit aan vee dus over tijd, zo merkte hij op. Land-bouwgrond brengt gewassen voort en ook door het bezit aan landbouwgrond groeit het totale bezit dus ieder jaar. Geld, daarentegen, zo stelde

Aristoteles, brengt uit zichzelf niets voort. Geld is “onvruchtbaar” zei hij. Want met geld wordt vee of landbouwgrond gekocht om het bezit te laten groeien. Omdat geld in zichzelf dus niets voortbrengt, achtte Aristoteles het onnatuurlijk om een vergoeding te vragen wanneer men geld uitleent. Omdat het uitgeleende in zichzelf niets voortbrengt waaruit de vergoeding betaald zou kunnen worden. Het tweede argument van Aris-toteles was dat geld zoals eten is en niet zoals de potten en pannen die gebruikt worden om het eten mee klaar te maken. De potten en pannen die gebruikt worden om het eten mee klaar te maken blijven bestaan na de bereiding van de maaltijd.

Aristoteles

15Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Zij kunnen meerdere malen voor dit werk ge-bruikt worden. Daarom kan men potten en pan-nen verhuren, oftewel uitlenen voor gebruik aan anderen in ruil voor een vergoeding. Het eten, daarentegen, kan maar eenmaal gebruikt worden. Als het gegeten is, is het weg. Daarom kan eten niet verhuurd worden want anderen kunnen het eten niet gebruiken en hierna weer teruggeven. Geld is een ruilmiddel en daarom net zoals eten, zei Aristoteles. Geld is namelijk ook weg als je het eenmaal gebruikt hebt om iets mee te kopen of te huren. Ook hierom achtte Aristoteles de praktijk van rente onnatuurlijk. Het geld is ge-woon weg als het eenmaal gebruikt is, net zoals het eten weg is als het gegeten is, en daarom kan volgens Aristoteles geld niet verhuurd worden, oftewel uitgeleend worden in ruil voor een ver-goeding.

Tijdens de middeleeuwen bleef rente een groot taboe in christelijke Europa omdat de christe-lijke openbaringsteksten rente in de scherpste bewoordingen veroordelen: “Gij zult aan uw broeder niet woekeren, met woeker van geld, met woeker van spijze, met woeker van enig ding, waarmede men woekert. Aan den vreemde zult gij woekeren; maar aan uw broeder zult gij niet woekeren; opdat u de Heere, uw God, zegene, in alles, waaraan gij uw hand slaat, in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.” (Deute-ronomium 23: 19 – 20). Woeker en rente waren in die tijd nog synoniemen. Omdat de christelijke theologen stelden dat alle mensen broeders zijn, achtten zij op basis van dit vers rente compleet verboden. De christelijke scholastici beargumen-teerden dit verbod op rente op dezelfde manier als Aristoteles. De christelijke scholastici vergele-ken rente met diefstal omdat zij, in lijn met Aris-toteles, geld eveneens “onvruchtbaar” achtten. Om rente te eisen bij een lening werd daarom gezien als diefstal door de schuldeiser van de schuldenaar. Ambrosius van Milaan (339 – 397 naar christelijke jaartelling) zei daarom over ren-te: “Als iemand rente neemt dan verricht hij een gewelddadige overval, en dan zal hij niet in le-ven blijven”.4 Ambrosius van Milaan vergeleek rente dus met een roofoverval, waar dat moment de doodstraf op stond. En Thomas van Aquino

(1225 – 1274 naar christelijke jaartelling) verwees terug naar Aristoteles toen hij opmerkte dat geld als ruilmiddel per definitie opgegeven moet wor-den voor geruik, precies zoals eten opgegeven wordt bij gebruik (na het gebruik is het weg): “Geld, volgens de filosoof (Aristoteles, vert.),is uitgevonden in hoofdzaak als ruilmiddel. En dientengevolge is het juiste en normale gebruik van geld consumptie of verwijdering, waarbij het opgegeven wordt in ruil. Het is derhalve van na-ture onwettelijk om betaling te nemen voor het gebruik van geleend geld”.5

De vroege christelijke scholastici namen echter afstand van het complete verbod op rente. Op fi-losofische gronden beargumenteerden zij ruimtevoor bepaalde vormen van rente. Bijvoorbeeld wanneer een schuldenaar zijn verplichtingen te-genover de schuldeiser niet nakomt. In dat geval is het volgens de vroege christelijke scholastici toegestaan dat de schuldeiser een extra heffingneemt van de schuldenaar als een soort van boe-te. Ook zagen de vroege scholastici het als toege-

De vroege christelijke scholas-tici namen echter afstand van het complete verbod op rente. Op filosofische gronden bear-gumenteerden zij ruimte voor bepaalde vormen van rente. Bijvoorbeeld wanneer een schuldenaar zijn verplichtin-gen tegenover de schuldeiser niet nakomt. In dat geval is het volgens de vroege christelijke scholastici toegestaan dat de schuldeiser een extra heffingneemt van de schuldenaar als een soort van boete.

16 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

staan dat de schuldeiser een extra heffing vraagtvan de schuldenaar als er zich een ramp voor-doet. De schuldeiser wordt door een ramp na-melijk dubbel getroffen, zo zeiden de scholastici, omdat hij bij de ramp niet de beschikking heeft over zijn geld. Ten slotte zagen de scholastici het als toegestaan voor de schuldeiser om een extra heffing te vragen van de schuldenaar wanneer deschuldeiser een belangrijke investeringsmogelijk-heid misloopt vanwege de leenafspraak. Al deze extra heffingen zijn feitelijk vormen van rente,want zij zorgen ervoor dat de schuldeiser meer geld terugkrijgt van de schuldenaar dan oor-spronkelijk uitgeleend.Maar de vroege christe-lijke scholastici maakten deze vormen van rente vanwege de omstandigheden waarin zij betaald worden, toegestaan. Latere christelijke theologen in Duitsland zoals Gabriel Biel (1420 – 1495 naar christelijke jaar-

met rente aan iemand omdat die hulp nodig heeft om hem te kunnen helpen, zagen zij als toege-staan door de Bijbel en het menselijke verstand. Om geld uit te lenen met rente aan iemand die hulp nodig heeft, om misbruik te kunnen maken van zijn ellende, zagen zij als de rente verboden door de Bijbel en het menselijke verstand. Eck zette dit uiteen in zijn publicatie “Tractates con-tractu quinque de centum”. Hij werd geholpen om dit te publiceren door de familie Fugger, een grote bankiersfamilie in het Habsburgse Rijk die veel stond te profiteren wanneer de samenlevingrente zou accepteren als toegestaan. Op hun kos-ten reisde Eck daarom stad en land af om overal zijn nieuwe ideeën betreffende rente te verkon-digen.

Door de ideeën van Biel, Summenhardt, Eck en Gerson kwam feitelijk het onderscheid tussen woeker en rente tot stand. Woeker werd rente

telling), Konrad Summenhardt (1461 – 1511 naar christelijke jaartelling) en John Eck (1486 – 1543 naar christelijke jaartelling); en Jean Ger-son (1363 – 1429 naar christelijke jaartelling) in Frankrijk, namen afstand van een belangrijk principe binnen de christelijke theologie tot dan toe, waardoor zij de deur openden voor verdere acceptatie van rente. Volgens de theologen voor hen was de daad hetgeen waarnaar gekeken moet worden wanneer men zich afvraagt of iets een zonde is of niet. Volgens Biel, Summenhardt, Eck en Gerson, daarentegen, moet men kijken naar de intentie achter de daad wanneer men zich afvraagt of iets een zonde is of niet. Het gevolg van deze zienswijze van Biel, Summenhardt, Eck en Gerson was dat zij rente als toegestaan zagen wanneer er goede intenties achter de afspraak met rente schuilgingen. Dus om geld uit te lenen

met slechte intenties zoals uitbuiting; rente werd rente met goede intenties zoals helpen. Steeds meer mensen begonnen daarom te argumenteren dat het christendom woeker verbood, maar niet de rente; en dat het menselijke verstand de legi-timiteit van woeker verwerpt, maar die van rente niet. Daarmee begon de trend die een beperkte hoeveelheid rente in alle gevallen acceptabel acht omdat er altijd wel een reden gevonden kon wor-den om te spreken van “goede intenties”, of het mislopen van investeringsmogelijkheid, of com-pensatie voor een ramp, of compensatie voor late betaling. Onder deze trend werd woeker “ex-cessieve rente”, oftewel alles meer dan 5%.

Ten tijde van de opkomst van de Verlichting was rente daarom reeds gewoongoed geworden in de samenlevingen. Nog steeds taboe, echter, was de

Door de ideeën van Biel, Summenhardt, Eck en Gerson kwam feite-lijk het onderscheid tussen woeker en rente tot stand. Woeker werd rente met slechte intenties zoals uitbuiting; rente werd rente met goe-de intenties zoals helpen.

17Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

“woeker”. Woeker was een excessief renteper-centage en gewoonlijk werden rentepercentages van meer dan 5% als woeker beschouwd. De Verlichtingsdenkers in Europa vielen dit laatste taboe betreffende rente aan omdat het gebaseerd was op religieuze overtuigingen. Volgens het se-cularisme van de Verlichtingsdenkers mag God zich namelijk niet met de levens van de mensen bemoeien en moet de mens voor zichzelf de wet bepalen. Kort samengevat, volgens de Verlich-tingsdenkers zou de mens vrij moeten zijn om te doen en laten wat hij zelf wil. Op het moment dat het Verlichtingsdenken meer en meer invloedrijk werd in Europa, en overal de wetboeken werden herschreven om de op christendom gebaseerde wetten te vervangen door wetten gebaseerd op het principe van persoonlijke vrijheid, probeer-den de Verlichtingsdenkers een publieke opinie te creëren voor verwijdering van ieder wettelijk verbod op of beperking van rente. Dus ook ver-wijdering van het verbod op woeker.

Jeremy Bentham maakte duidelijk dat er vanuit het seculiere perspectief er geen redenen zijn om rente, wat voor percentage dan ook, te verbie-den. Want, zo argumenteerde hij, als volwassen mensen van gezond verstand in vrijheid een af-spraak maken, omdat beiden denken dat zij pro-fijt realiseren bij deze afspraak, dan is dat hungoed recht: “Geen man, gerijpt door de jaren en met gezond verstand, die handelt in vrijheid en met zijn ogen open, zou tegengewerkt moeten worden, zogezegd ten goede van hem, bij het maken van een afspraak (met willekeurige welk rentepercentage, vert.) om geld te verkrijgen, als hij hier voordeel in ziet; evenmin, en dit is het logische gevolg, zou iemand tegengewerkt moe-ten worden bij het voorzien van hem, onder de voorwaarden waarvan hij denkt dat dezen goed zijn om mee akkoord te gaan.”6 Op deze secu-liere basis raakte rente in alle vormen algemeen aanvaard in de Europese samenlevingen.

De economische argumenten voor rente

Met rente in Europa bevrijd van het religieuze taboe werden verschillende theoriën ontwikkeld

om de legitimiteit en het nut van rente te beargu-menteren.

Al de theorieën die legitimiteit van rente probe-ren te beargumenteren gaan uit van de aanname dat geld is zoals alle andere goederen. En omdat goederen verhuurd kunnen worden in ruil voor een vergoeding, wordt gezegd dat ook geld ver-huurd moet kunnen worden in ruil voor een ver-goeding. Deze vergoeding voor het verhuren van geld is rente.7

Een verder idee dat gepropageerd wordt om het idee van legitimiteit van rente met argumenten te staven is het idee van “Time Value of Money”. Dit idee zegt dat de mens meer waarde hecht aan bezit nu dan aan bezit later. Degene die geld uit-leent moet daarom gecompenseerd worden voor het feit dat hij zijn bezit nu opgeeft en het pas la-ter weer terug krijgt. Volgens het idee van “Time Value of Money” is het daarom een recht voor de schuldeiser om rente te vragen, want de rente compenseert hem voor het feit dat hij zijn bezit nu opgeeft en het pas later weer terug krijgt.

Nog een argument dat gebruikt wordt ter recht-vaardiging van het idee van legitimiteit van rente

Jeremy Bentham

18 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

is de risicofactor. Er bestaat bij leningen altijd de kans dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. En dus dat de schuldeiser (een deel van) zijn geld niet terug krijgt van de schuldenaar. Daarom, zegt men, is de mens meer geneigt om niet uit te lenen dan om wel uit lenen. Want als hij niet uitleent loopt hij minder risico om zijn bezit kwijt te raken, zo is de gedachte hierachter. Om de mens te motiveren toch wel uit te lenen, alhoewel dit dus meer risicovol is, moet hij ge-compenseerd worden voor het extra risico dat hij loopt bij het uitlenen van geld. De schuldei-ser moet daarom meer geld terugkrijgen dan hij uitgeleend heeft, zodat hij gecompenseerd wordt voor het risico waarvan uitlenen gepaard gaat.

Voor wat betreft het nut van rente werd opge-merkt dat economische bedrijvigheid geholpen kan worden door rente. Economische bedrijvig-heid is voordelig voor iedereen omdat het zorgt voor banen en dus inkomen voor de mensen. Het vertrekpunt van de redenatie die zegt dat rente nuttig is voor economische bedrijvigheid is de observatie dat er in iedere samenleving men-sen zijn die meer geld hebben dan zij nodig heb-ben voor de realisatie van de door hen gewenste economische activiteiten zoals consumeren, han-

delen en investeren; en mensen die minder geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste economische activi-teiten zoals consumeren, handelen en investeren. Rente kan deze beide mensen samenbrengen, zo wordt gezegd, zodat degene met te weinig geld toch de beschikking kan krijgen over hetgeen hij nodig heeft. Zo kan deze persoon consumeren wat hij nodig heeft, waardoor de economische bedrijvigheid geholpen wordt; of zo kan hij in-vesteren waardoor de economische bedrijvigheid geholpen wordt. Want rente geeft degenen die meer geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste economi-sche activiteiten een motief om hun overschot aan geld beschikbaar te stellen aan degenen die minder geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste economi-sche activiteiten.

Op basis van deze ideeën wordt tegenwoordig gezegd dat rente legitiem is, want het compen-seert de schuldeiser voor het feit dat hij zijn geld niet zelf gebruiken kan en voor het risico dat hij loopt wanneer hij zijn geld uitleent. Op basis van deze ideeën wordt tegenwoordig gezegd dat ren-te nuttig is, want het motiveert de eigenaren van het geld om hun overschot beschikbaar te stellen aan de mensen met een tekort.

Kritiek op het idee van legitimiteit van rente

De bewering dat geld net zoals alle andere goe-deren is, is volstrekt incorrect. Gewone goede-ren hebben namelijk de capaciteit om gebruikt te worden als consumptiegoederen die de behoef-tes van de mens bevredigen; of om gebruikt te worden als productiegoederen die nieuwe goe-deren of diensten tot stand brengen. Geld, daar-entegen, kan niet geconsumeerd worden om de behoeftes van de mens te bevredigen. Evenmin kan het geld zelf gebruikt worden om goederen te produceren. Geld is een uitvinding van de mensen om ruil tussen consumptiegoederen, of tussen productiegoederen, of tussen consump-tiegoederen en productiegoederen eenvoudiger te maken. Dit geeft geld unieke eigenschappen

19Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

die anders zijn dan de eigenschappen van de consumptie- en productiegoederen. En daarom is het incorrect om te zeggen dat rente legitiem is omdat het verhuur van goederen legitiem is. Omdat geld niet zoals andere goederen is kunnen oordelen over andere goederen of praktijken be-treffende andere goederen niet gebruikt worden om oordelen over geld of praktijken betreffende geld te rechtvaardigen.

Voor wat betreft het idee van “Time Value of Money” dat zegt dat geld nu meer waard is dan geld later, en dat rente daarom gerechtvaardigd is omdat het de schuldeiser compenseert voor dit verschil in waarde, dit idee is incorrect omdat het de complete realiteit niet correct beschrijft. En waar het de realiteit wel correct beschrijft, daar is deze beschrijving gebonden aan een context. En het is niet correct om uit de observatie van een realiteit die gebonden is aan een context een regel te extraheren voor toepassing los van deze context.

Er kunnen in de realiteit inderdaad voorbeelden gevonden waar het vanzelfsprekend is om “nu” meer waardevol te achten dan “later”. Bijvoor-beeld, als een handelaar zijn voorraad verkoopt dan heeft hij geld nodig om zijn voorraad weer aan te kunnen vullen. In deze situatie heeft de handelaar dus een voorkeur voor directe beta-

ling, oftewel voor geld “nu” in plaats van “la-ter”, omdat dit hem in staat stelt zijn voorraad weer aan te vullen. Maar er kunnen in de realiteit ook voorbeelden gevonden worden waar “later” meer waardevol wordt geacht dan “nu”. Het sim-pele feit dat mensen geld opzij zetten en sparen voor “later” – en veel mensen doen dit zelfs zon-der rente – geeft aan dat de mens soms “later” prefereert boven “nu”. Er kan dus niet gezegd worden dat mensen altijd “nu” prefereren boven “later”, net zo min als gezegd kan worden dat mensen altijd “later” prefereren boven “nu”. De “Time Value of Money” theorie is daarom incor-rect omdat deze de complete realiteit niet correct beschrijft.

Daar waar de “Time Value of Money” theorie de realiteit wel correct beschrijft, oftewel daar waar mensen wel “nu” prefereren boven “later”, daar is dit oordeel gebonden aan de context. Bijvoor-beeld in het geval van de handelaar die zijn ganse voorraad verkoopt, dat deze handelaar een voor-keur heeft voor “nu” heeft te maken met zijn specifieke situatie. Als hij veel geld verdiend zouhebben met een eerdere transactie en daardoor over veel contant geld zou beschikken, zou hij mogelijk geen voorkeur voor “nu” hebben. Dan zou hij mogelijk onverschillig staan tegenover “nu” en “later” omdat hij reeds over voldoende geld beschikt om zijn lege voorraad aan te vul-

20 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

len. Dit toont aan dat de voorkeur van de han-delaar voor “nu” of “later” gebonden is aan zijn specifieke situatie. Oftewel, het is gebonden aande context waarin de kwestie beschouwd wordt. Een mogelijk beter voorbeeld om de context gebondenheid van het idee van “Time Value of Money” duidelijk te maken is de activiteit eten. Op het moment dat men honger heeft, heeft men een voorkeur voor eten “nu” in plaats van later “later”. Daarentegen, op het moment dat men zijn honger net gestild heeft en men ver-zadigd is heeft men een voorkeur voor eten “la-ter” in plaats van “nu”. Ook dit toont aan dat de voorkeur voor “nu” of “later” gebonden is aan de context waarin de kwestie beschouwd wordt. Dit zijn voorbeelden die duidelijk maken dat de voorkeur voor “nu” boven “later”, of andersom, afhankelijk is van specifieke omstandigheden. Erbestaat dus niet een algemene regel die “nu” al-tijd boven of onder “later” plaatst omdat deze bepaling afhankelijk is van de situatie. De “Time Value of Money” theorie is daarom incorrect omdat het doet alsof er wel een algemene regel is die “nu” altijd boven “later” plaatst, ongeacht de context.

Voor wat betreft de mensen die de “Time Value of Money” theorie als een waardeoordeel zien, die dus van mening zijn dat de mensen “nu” be-horen te prefereren boven “later”, en die dus zeg-gen dat rente legitiem is omdat de mensen“nu” behoren te prefereren boven “later”, tegen hen moet het volgende gezegd worden: Wanneer u zegt dat bijvoorbeeld het eten van een ijsje nu meer waard is dan het eten van een ijsje later, dan stelt u feitelijk dat de consumptie van latere generaties minder waard is dan de consumptie van de huidige generatie. Maar, er bestaat geen verstandelijk argument ter rechtvaardiging hier-voor. Waarom zouden de belangen van de hui-dige generatie meer waard moeten zijn dan de belangen van de latere generaties? Uw visie is ook schadelijk voor het welzijn van de mens-heid. Wanneer namelijk de huidige generatie haar belangen hoger waardeert dan de belangen van latere generaties, dan is het onvermijdelijk dat de belangen van latere generaties geschaad worden door de huidige generatie. De huidige generatie zal dan bijvoorbeeld gemotiveerd worden om de goederen die slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar zijn op aarde te overconsumeren omdat zij haar eigen consumptie overwaardeert

21Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

en de consumptie van latere generaties onder-waardeert. Latere generaties zullen daarom met tekorten geconfronteerd worden, mogelijk ook in het bereik van zaken die van fundamenteel be-lang zijn voor het welzijn van de mensen zoals schoon drinkwater, bossen en fossiele energie.

Voor wat betreft het idee van rente als vergoeding voor het risico dat hoort bij uitlenen, dit idee gaat uit van een incorrect wereldbeeld. Het gaat ervan uit dat de mens alles in zijn leven onder controle heeft. Dat als hij zijn geld bij zich houdt er geen risico op verlies van zijn geld is. En dat als hij zijn geld uitleent er wel risico op verlies is om-dat hij dan de controle over zijn geld weggeven heeft. Dit wereldbeeld is incorrect omdat het feit is dat er veel dingen in het leven van de mens plaatsvinden die buiten de controle van de mens zijn. Ook als de mens zijn geld bij zich houdt kan hij zijn geld verliezen, immers. Het kan ge-stolen worden, verwoest worden door brand of een natuurramp, of de bank waar het gehouden wordt kan failliet gaan. De theorie achter het idee

van rente als vergoeding voor het risico dat hoort bij uitlenen is dus incorrect. Bovendien, zelfs als men zou accepteren dat uitlenen inderdaad een groter risico op verlies met zich mee brengt dan niet uitlenen, dan blijft het onmogelijk om op objectieve basis vast te stellen hoeveel precies dit verschil is. En dit maakt het idee van rente als vergoeding voor het risico dat hoort bij uitlenen praktisch waardeloos.

In toevoeging op deze verstandelijke weerleggin-gen van de theorieën die rente legitimiteit moe-ten geven is er ook nog het simpele feit dat rente big business is in de kapitalistische wereld. De genoemde theorieën beweren allemaal dat rente slechts een compensatie is voor het ongemak dat hoort bij uitlenen. Oftewel, dat door rente de mens geen voorkeur meer heeft voor niet uit-lenen wanneer in vergelijking met wel uitlenen. Maar als dit inderdaad de realiteit van rente zou zijn, dan zou er niet een immense industrie rond-om rente zijn ontstaan. Dat rente big business is geeft aan dat rente de mensen een voorkeur geeft voor uitlenen in vergelijking met niet uitlenen. En dus dat rente in werkelijkheid niet slechts een compensatie voor tijd en risico is.

Kritiek op het idee dat rente nuttig is

Betreffende het idee dat rente nuttig is omdat het economische bedrijvigheid zou helpen, de ana-lyse van dit idee vereist dat een aantal verschillen-de situaties onderscheiden worden. Allereerst, er wordt gezegd dat rente economische bedrijvig-heid helpt doordat het enerzijds consumptie mo-gelijk maakt en anderzijds investeringen. In het geval van consumptie is de aanname dat de men-sen die meer geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste eco-nomische activiteiten zoals consumeren, hande-len en investeren door rente gemotiveerd worden om hun geld uit te lenen aan mensen die minder geld hebben dan zij nodig hebben voor de re-alisatie van de door hen gewenste consumptie. In het geval van investeren is de aanname dat de mensen die meer geld hebben dan zij nodig heb-ben voor de realisatie van de door hen gewenste

Oftewel, dat door rente de mens geen voorkeur meer heeft voor niet uitlenen wan-neer in vergelijking met wel uitlenen. Maar als dit inder-daad de realiteit van rente zou zijn, dan zou er niet een immense industrie rondom rente zijn ontstaan. Dat rente big business is geeft aan dat rente de mensen een voorkeur geeft voor uitlenen in verge-lijking met niet uitlenen. En dus dat rente in werkelijkheid niet slechts een compensatie voor tijd en risico is.

22 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

economische activiteiten zoals consumeren, handelen en investeren door rente gemotiveerd worden om hun geld uit te lenen aan mensen die minder geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste investe-ringen. De validiteit van het idee dat rente nuttig is moet voor ieder van deze twee situaties apart onderzocht worden.

Voor wat betreft het idee dat rente nuttig is om-dat het door de facilitering van consumptie de economische bedrijvigheid zou helpen, dit is correct wanneer men enkel kijkt naar “nu” en tegelijkertijd “later” negeert. Een rentedragende lening stelt de schuldenaar namelijk in staat om “nu” meer te consumeren dan zijn bezit hem toestaat, zonder dat het de consumptie “nu” van de schuldeiser vermindert. De schuldeiser leent immers hetgeen uit dat zijn persoon behoefte aan consumptie, handel en investering te boven gaat. De totale consumptie “nu” wordt daarom vergroot door de rentedragende lening. Maar, ie-dere rentedragende lening heeft nog twee verdere gevolgen. Het geleende geld stelt de schuldenaar weliswaar in staat om “nu” meer te consume-ren dan hij effectief bezit, maar hij zal hierdoor “later” minder kunnen consumeren dan hij be-zit omdat hij op dat moment het geleende geld terug zal moeten betalen. Dit tweede effect van de rentedragende lening is dus in feite een ruil tussen consumptie “nu” (hoger) en consumptie “later” (lager). Ten derde zal de schuldenaar “la-ter” ook rente moeten betalen. Zijn consump-tie “later” zal dus met een grotere hoeveelheid verminderd worden dan zijn consumptie “nu” is toegenomen. Dus als de beide periodes “nu” en “later” in ogenschouw worden genomen en niet enkel “nu”, dan blijkt dat de totale consumptie van de schuldenaar afneemt ten gevolge van de rentedragende lening. Een deel van zijn bezit zal hij door de rentedragende lening moet afdragen in de vorm van rente, en hij zal dit deel van zijn bezit daarom niet meer kunnen consumeren.

Men kan zeggen, deze afname in totale consump-tie van de schuldenaar wordt gecompenseerd door een toename van de totale consumptie van de schuldeiser omdat deze door de ontvangst van

rente een groter bezit tot zijn beschikking heeft. In antwoord hierop moet verwezen worden naar het feit dat in de uitgangssituatie de schuldeiser reeds meer bezat dan hij wilde consumeren, ver-handelen of investeren. Het is daarom meest waarschijnlijk dat de groei van het bezit van de schuldeiser ten gevolge van de rentebetaling aan hem het deel van zijn bezit dat hij niet wenst te consumeren, verhandelen of investeren zal laten goeien. Anders gezegd, het zal het niet-actieve of niet-productieve deel van zijn bezit doen laten groeien. De totale consumptie van de schuldeiser moet dus verwacht worden niet te groeien door de groei van zijn bezit. En dit betekent dat de totaal van de consumptie in de samenleving zal afnemen door de rentedragende lening.

Men kan zeggen, in de periode “later” zal de schuldeiser meer kunnen uitlenen omdat zijn niet actieve of productie bezit is gegroeid door de rentebetaling aan hem. Hij zal dus meer kun-nen uitlenen in de periode “later” en dit zal de afname in de totale consumptie teniet doen. In antwoord hierop moet gezegd worden dat dit niets anders is dan een herhaling van zetten. Ie-dere rentedragende lening zal vanwege de rente actief of productief bezit nemen van de schul-denaar en overdoen aan de schuldeiser die het onderdeel laat worden van zijn niet-actieve of niet-productieve bezit. De invloed van iedere rentedragende lening op de totale consumptie is daarom hetzelfde: het zal totale consumptie “nu” laten toenemen, maar totale consumptie “later” meer laten afnemen. En dus hoe groter het aan-deel door schuld gefinancierde consumptie “nu”,hoe groter de afname van de totale consumptie “later” omdat dan meer rente moet worden be-taald.

Voor verdere kritiek op het idee dat rente nuttig is omdat het door de facilitering van consumptie de economische bedrijvigheid zou helpen moet gekeken worden naar het soort van consumptie dat gedaan wordt met de rentedragende lening. Men kan immers lenen met rente om primaire consumptie – oftewel de consumptie die nood-zakelijk is voor het bestaan – mogelijk te maken, maar men kan ook lenen met rente om de con-

23Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

sumptie van luxe mogelijk te maken.

Wanneer iemand geld moet lenen om primaire consumptie te kunnen realiseren, dan is hem fei-telijk een onrecht aangedaan. Er zijn op de aarde namelijk voldoende middelen aanwezig om de primaire consumptie van alle mensen te kunnen garanderen. Bij dit gegeven kan het niet geaccep-teerd worden dat iemand niet over genoeg mid-delen beschikt om zijn primaire consumptie te kunnen doen. Wie dit wel accepteert zegt feitelijk dat sommige mensen volgens hem geen recht op leven hebben, en dit is misdadig. Derhalve, in de situatie waar er genoeg middelen beschikbaar zijn voor de primaire consumptie van allen, maar een individu zijn primaire consumptie toch niet kan doen omdat hij over te weinig van de beschikba-re middelen beschikt en dus moet lenen om zijn primaire consumptie te kunnen realiseren, is ren-te een misdaad bovenop een misdaad. De eerste misdaad die dit individu is aangedaan is dat hem zijn rechtmatige deel van de beschikbare mid-delen is onthouden: alhoewel er genoeg is voor iedereen krijgt hij niet wat hij nodig heeft om te overleven. De tweede misdaad die dit individu is

aangedaan is dat om aan de dood te ontsnappen hem alleen de mogelijkheid wordt gegeven om een deel van zijn toekomstige consumptie op te geven. Hem wordt niet de mogelijkheid gegeven om consumptie “later” te ruilen voor consump-tie “nu”. Hij moet namelijk rente betalen voor deze ruil en hij moet een deel van zijn consump-tie “later” dus gewoon opgeven. Dit is profiterenvan de initiële misdaad die dit individu is aan-gedaan. Terwijl de dood hem in de ogen staart vraagt men hem om consumptie “later” op te offeren om de ruil van consumptie “later” voor consumptie “nu” mogelijk te maken. Dit is niets anders dan uitbuiting.

Iemand die geld wil lenen om de consumptie van luxe “nu” te kunnen realiseren in plaats van “la-ter”, en die bereid is rente hiervoor te betalen, die moet behandeld worden als een krankzin-nige. Want zoals gezegd, de rentedragende lening betekent drie dingen. Ten eerste stelt het geleen-de geld het individu in staat om “nu” meer te consumeren dan hij effectief bezit. Ten tweede betekent het dat hij “later” minder zal kunnen consumeren dan hij bezit omdat hij dan de lening

24 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

terug moet betalen. Dit is in feite ruil. Ten derde betekent het dat hij “later” meer moeten opge-ven dan hij “nu” krijgt, omdat hij “later” naast aflossing tevens rente moet betalen. Over ganshet leven genomen zal het individu dus minder kunnen consumeren wanneer hij rentedragend leent dan wanneer hij niet rentedragend leent. Bij deze wetenschap zal enkel de persoon die gelooft in het idee dat “nu” beter is dan “later” toch een rentedragende lening aan gaan. Hij ac-cepteert namelijk dat hij in totaal weliswaar min-der zal kunnen consumeren, maar daar hij con-sumptie “nu” hoger waardeert dan consumptie “later” gelooft hij dat de totale waarde van zijn consumptie hoger zal zijn met een de rentedra-gen lening dan zonder de rentedragende lening. Maar de onjuistheid van het idee dat consump-tie “nu” beter is dan consumptie “later” is reeds aangetoond. “Nu” is beter dan “later” enkel voor wat betreft de primaire consumptie, want dit is een kwestie van leven of dood. Voor luxe is er geen redelijk argument voor het idee dat “nu” beter dan “later” is, of andersom. Sterker nog, er is in het voorgaande aangetoond dat dit idee schadelijk is voor het welzijn van de mensheid. De persoon die desondanks toch luxe “nu” ho-ger waardeert dan “later”, die moet daarom ge-zien en behandeld worden als de krankzinnige die niet vrijgelaten mag worden in zijn handelen omdat hij niet correct kan denken. Dus, als er ie-mand is die rentedragend geld wil lenen voor de consumptie van luxe “nu” in plaats van “later”, dan is dit niet een rechtvaardiging van rente. Dit

is namelijk onzinnig en deze persoon moet zijn dwaling uitgelegd worden zodat hij zijn wens tot rentedragend lenen verlaat. En anders moet hij weerhouden worden van het uitvoeren van zijn onzinnige wens zoals de krankzinnige weerhou-den moet worden van de dwaasheid.

Dan voor wat betreft het idee dat rente nuttig is omdat het economische bedrijvigheid helpt doordat het investeringen mogelijk maakt. Zo-als gezegd, de gedachtegang hierachter is dat de mensen die meer geld hebben dan zij nodig heb-ben voor de realisatie van de door hen gewenste economische activiteiten zoals consumeren, handelen en investeren door rente gemotiveerd worden om hun geld uit te lenen aan mensen die minder geld hebben dan zij nodig hebben voor de realisatie van de door hen gewenste investe-ringen. En zo zou rente ondernemen en daarmee economische groei en wetenschappelijke/ tech-nologische vooruitgang mogelijk maken.

Deze redenering is correct voor wat het be-spreekt. Want inderdaad, rente motiveert de men-sen die meer geld hebben dan zij nodig hebben om dit uit te lenen. En zo maakt rente inderdaad ondernemen mogelijk en faciliteert het dus eco-nomische bedrijvigheid. Deze redenering moet echter ook incorrect genoemd worden, omdat zij gebrekkig is. Want zij bespreekt enkel de invloed van rente op de schuldeiser maar niet de invloed van rente op de schuldenaar. En voor een cor-recte beoordeling van het nut van rente moet

Over gans het leven genomen zal het individu dus minder kunnen con-sumeren wanneer hij rentedragend leent dan wanneer hij niet rentedra-gend leent. Bij deze wetenschap zal enkel de persoon die gelooft in het idee dat “nu” beter is dan “later” toch een rentedragende lening aan gaan. Hij accepteert namelijk dat hij in totaal weliswaar minder zal kun-nen consumeren, maar daar hij consumptie “nu” hoger waardeert dan consumptie “later” gelooft hij dat de totale waarde van zijn consumptie hoger zal zijn met een de rentedragen lening dan zonder de rentedra-gende lening.

25Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

naar beiden gekeken worden. De vraag moet dus zijn, wat is de invloed van rente op degene die wil ondernemen maar hiervoor zelf niet voldoende geld heeft en wat is de invloed van rente op dege-ne die niet wil consumeren of ondernemen maar hiervoor wel voldoende geld heeft?

Ter antwoord op deze vraag moet de praktijk van financiering van een onderneming vergelekenworden met het partnerschap. Bij financieringvan een onderneming neemt de ondernemer met een idee en de capaciteit en bereidheid om op basis van het idee te werken een rentedragende lening om de onderneming te kunnen beginnen. Bij partnerschap komt degene met het idee en de capaciteit en bereidheid om te werken samen met degene die geen idee of capaciteit of bereidheid om te werken heeft maar wel geld. De onderne-mer levert dan het idee en de arbeid in de onder-neming en de geld met het geld levert het geld, waarna ze winst en verlies van de onderneming delen. Bij financiering wordt terugbetaling vande schuld en de betaling van de rente verwacht door de schuldeiser, of de onderneming nu suc-cesvol uitpakt of niet. Met andere woorden, het recht van de schuldeiser wordt niet beïnvloed door het succes of de afwezigheid daarvan van de onderneming. Dit betekent voor de onder-nemer dat als zijn onderneming succesvol is, hij geen probleem heeft. Als zijn onderneming niet succesvol is, echter, dan verliest hij de tijd die hij heeft gewerkt voor de onderneming en hij moet het geleende geld en rente terugbetalen. Bij part-nerschap delen de partners in zowel succes als mislukking van de onderneming. Oftewel, als de onderneming een succes is, dan delen ze de winst. En als de onderneming dan een misluk-king is, dan delen ze het verlies. De ondernemer verliest dan de tijd die hij heeft gewerkt voor de onderneming, maar hij hoeft het verloren gegane kapitaal in de onderneming niet terug te betalen. Dit is het verlies voor de partner die het geld in-bracht in de onderneming.

De vergelijking tussen financiering en partner-schap laat zien dat het risico voor de ondernemer groter is bij financiering dan bij partnerschap, endat het risico voor degene met het geld kleiner is

bij financiering dan bij partnerschap. Rente mo-tiveert dus degene met geld te over om dit uit te lenen aan aspirant ondernemers, maar het de-motiveert aspirant ondernemers om hun ideeën ten uitvoer te brengen. Rente demotiveert dus de echte motor achter economische bedrijvigheid, zijde creativiteit en ondernemerschap. Enkel wat na de demotivatie nog hieraan over blijft wordt mogelijk gemaakt. Partnerschap, daarentegen, demotiveert creativiteit en ondernemerschap niet. In vergelijking met haar alternatief partner-schap moet rente dus een rem op economische bedrijvigheid genoemd worden en niet een facili-tator van economische bedrijvigheid.

In rente ter facilitering van economische bedrij-vigheid is ook een onrecht. Wanneer het risico voor degene die geld uit kan lenen geminimali-seerd wordt ten koste van het risico voor degene die moet lenen, dan betekent dit feitelijk dat het risico voor degene die over meer geld beschikt dan hij nodig heeft geminimaliseerd wordt ten koste van het risico voor degene die over minder geld beschikt dan hij nodig heeft. Rente legt het risico dus daar waar de draagkracht voor het risi-co het minst is, in plaats van daar waar de draag-kracht voor het risico het hoogst is.

Concluderend, er kan niet gezegd worden dat rente nuttig is, ook al maakt het ondernemerschap mogelijk. Want rente maakt ondernemerschap weliswaar mogelijk, maar het maakt dit ook min-der interessant voor de aspirant ondernemers. Rente werpt dus effectief een blokkade op voor ondernemerschap, een feit dat bevestigd wordt door de ontwikkeling van ondernemingsvormen met beperke aansprakelijkheid voor ondernemers op de plaatsen waar rente gemeengoed is gewor-den. Dit is een noodverband op het probleem dat rente veroorzaakt heeft voor ondernemers. Een combinatie van een verbod op het oppot-ten van geld, oftewel een verplichting om geld productief te gebruiken door het te consumeren of te investeren, tezamen met de facilitatie van partnerschappen, zou ondernemerschap op een veel betere wijze mogelijk maken. Dit geeft aspi-rant ondernemers namelijk ook de mogelijkheid om aan geld te komen voor hun idee, maar het

26 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

einde heeft gemaakt aan het gebruik van edele metalen als geld. In het economisch systeem dat is geresulteerd uit de seculiere beschaving, kapi-talisme, is geld gebaseerd op vertrouwen in de praktijk. Dit zogenoemde “fiat geld” is geld zon-der echte waarde. Het is gemaakt van in essentie waardeloos papier of metaal, maar dat toch dat gebruikt kan worden voor ruil omdat de mensen er vertrouwen in hebben dat het gebruikt kan worden voor ruil. De uitgifte van dit fiat geld isin alle kapitalistische staten bij wet geregeld. Het recht hiertoe is aan de banken gegeven en nie-mand anders mag geld uitbrengen. Degene die dit doet wordt vervolgd als valsmunter en in de gevangenis opgesloten. Het is ook bij wet gere-geld dat niemand het fiat geld mag weigeren alsbetaling. Dit fiat geld komt in de praktijk tot standdoor een lening aan te gaan bij de bank. De bank creëert dan het geld voor de lener. Ofwel door het te drukken bij de drukker, ofwel door het bij te schrijven op een electronische rekening. De realiteit betreffende geld in kapitalisme betekent feitelijk het volgende. Een bepaalde groep men-sen, de eigenaren van de banken, hebben van de wet het alleenrecht gekregen om geld te maken. Alle andere mensen zijn door de wet verboden om geld te maken. Alle mensen zijn ook door de wet verplicht om het geld gemaakt door deze kleine groep mensen te accepteren bij ruil. Van het geld gemaakt door deze kleine groep mensen moet dus gebruik gemaakt worden. Maar, om aan dit geld te kunnen komen moet iemand een rentedragende lening aangaan bij de bank. Want wanneer iemand een lening wil van de bank, dan wordt het geld gemaakt. Dit betekent dat men moet betalen om aan het geld te kunnen komen dat men moet gebruiken! Een dergelijke praktijk zou in ieder ander economisch bereik een ma-fiaprakijk genoemd worden.

In de praktijk wordt rente ook gebruikt om de ware prijs voor producten te verbergen. Bijna iedereen in de kapitalistische samenlevingen koopt bijvoorbeeld zijn huis en auto middels een rentedragende lening. Men weet dan wel de aan-koopprijs, maar hoeveel mensen weten hoeveel ze uiteindelijk effectief betalen voor het huis / de auto? Een onderzoek hiernaar zal ongetwij-

De realiteit betreffende geld in kapitalisme betekent feitelijk het volgende. Een bepaalde groep mensen, de eigenaren van de banken, hebben van de wet het alleenrecht gekregen om geld te maken. Alle andere mensen zijn door de wet verboden om geld te maken. Alle mensen zijn ook door de wet verplicht om het geld gemaakt door deze kleine groep mensen te accep-teren bij ruil. Van het geld ge-maakt door deze kleine groep mensen moet dus gebruik ge-maakt worden. Maar, om aan dit geld te kunnen komen moet iemand een rentedragende le-ning aangaan bij de bank. Want wanneer iemand een lening wil van de bank, dan wordt het geld gemaakt. Dit betekent dat men moet betalen om aan het geld te kunnen komen dat men moet gebruiken! Een dergelijke praktijk zou in ieder ander eco-nomisch bereik een mafiapra-kijk genoemd worden.

zadelt hen niet op met alle risico’s. Het deelt de risico’s tussen de aspirant ondernemer en degene met het geld.

Kritiek op de praktijk van rente

De seculiere beschaving die de praktijk van rente gepromoot heeft is ook de beschaving die een

27Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

feld uitwijzen dat verreweg de meeste mensen hier geen weet van hebben. De mensen weten wel dat ze een huis gekocht hebben voor –zeg – €100.000 met een lening tegen 8% over 30 jaar; en dat ze 30 jaar lang “slechts” €734 hoeven te betalen per maand voor hun huis van €100.000; maar dat dit betekent dat ze effectief €264.240 (!) voor het huis betaald hebben, zullen maar wei-nigen zich realiseren. In de praktijk wordt rente daarom gebruikt om mensen te misleiden tot het kopen van dingen die men zich in het geheel niet kan permitteren: “…het kost maar €20 per maand…”.

_____________________________________

1Opgemerkt moet worden dat in de kapitalistische sa-menlevingen uitgestelde of gespreide betalingen bijna altijd gefinancierd worden door een bank. Oftewel, deafspraak van uitgestelde of gespreide betaling tussen een verkoper en een koper houdt in kapitalisme ge-woonlijk in dat de verkoper voor de koper een ren-tedragende lening regelt bij een bank. Dankzij deze rentedragende lening kan de verkoper direct zijn geld krijgen, van de bank namelijk. De koper betaalt de bank dan uitgesteld of gespreid de rentedragende lening terug an de bank. De realiteit van uitgestelde of gespreide betalingen in de kapitalistische samenle-vingen is daarom gewoonlijk echte rente, en niet echt uitgestelde of gespreide betaling.

Uitgestelde / gespreide betaling in theorie

Uitgestelde / gespreide betaling in de kapitalis-tische praktijk

2Bijvoorbeeld de pensioenfondsen beleggen het pen-sioengeld dat ingehouden wordt op salaris in rente-dragende leningen. Uit de opbrengst hiervan worden dan later de pensioenen uitgekeerd.

3John H Munro: “The medieval origins of the ‘Fi-nancial Revolution’: usury, rentes, and negotiability”, 2002, www.mpra.ub.uni-muenchen.de/10925/2/MPRA_paper_10925.pdf

4ibidem noot 1

5Thomas van Aquino: “Summa Theologica”, www.fordham.edu/halsall/source/aquinas-usury.html

6Jeremy Bentham: “Defense of Usury”, 1787,www.econlib.org/library/Bentham/bnthUs.html

7Vergelijk de Koran: “Dat komt, omdat zij zeggen: ‘Han-del is gelijk aan rente’, terwijl Allah de heeft wettig en de rente onwettig heeft verklaard.” (Zie de vertaling van de beteke-nissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 275)

28 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Islam

DE VISIE VAN ISLAM OP POLITIEK,OFTEWEL DE POLITIEKE FILOSOFIE VAN ISLAM

29Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

DE VISIE VAN ISLAM OP POLITIEK,

Het nu volgende is een artikel van de sjeich Aboe ‘Alaa al Mauwdoedie (1903 – 1979), een Islami-tische geleerde uit Al Hind (Pakistan, India, Bangladesj). Al Mauwdoedie was in 1941 de oprichter van de partij Jemaat al Islami, waar-

mee Al Maudoedi de wederoprichting van het Kalifaat wilde re-aliseren. Expliciet onderschijft niet ieder individueel punt in het artikel, maar als geheel vormt het een uitstekende uiteenzetting van de visie van Islam op politiek, of in andere woorden “de po-litieke filosofie van Islam”.

OFTEWEL DE POLITIEKE FILOSOFIE VAN ISLAM

30 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Ten eerste, de politieke filosofie van de Koranis feitelijk gebaseerd op diens fundamentele idee betreffende het universum, wat goed in gedachte gehouden moet worden voor een correcte waar-dering en beoordeling ervan. Als we dit idee be-treffende het universum bestuderen vanuit poli-tiek perspectief, dan komen de volgende punten duidelijk naar voren:

a. Dat Allah de Schepper is van het ganse uni-versum, inclusief de mensheid en al hetgeen ze gebruikt en benut in haar dienst.

ا ثم ميع ج األرض فى ما م لك لق الذى خ و هو وه موت س بع س ن يه و فس ماء الس لى إ استوى

ليم ع يء ش ل بك

“Hij is het, Die alles, wat op aarde is, voor u schiep: daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte deze tot zeven hemelen, want Hij heeft kennis van alle dingen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 29)

b. Dat Allah zelf de Enige Meester, Heerser, Ordener en Onderhouder is van Zijn schepping.

األرض لى إ ماء الس ن م األمر بر يد

“Hij ordent het bestel van de hemel tot de aarde” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera As Sadjdja 32, vers 5)

c. Dat de soevereiniteit in dit universum bij nie-mand is noch kan zijn behalve bij Allah .

واألرض موت الس لك م له اهللا ن أ تعلم لم أ

“Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah behoort?” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 107)

d. Dat al de eigenschappen en macht [behorende bij] de soevereiniteit enkel Zijn voorrecht is. Hij is de Levende, van zichzelf bestaande, zichzelf genoeg, Eeuwige, Alwetende, Almach-

tige; Verheven boven ieder gebrek, tekortkoming of zwakte. Hij is de absolute autoriteit, alles onderwerp zich aan Hem willens of onwil-lens; aan Hem behoort alle macht. Hij kan voorschrijven wat Hij wil en niemand heeft de macht om zich te bemoeien met Zijn veror-deningen of om dezen te beoordelen. Niemand kan bemiddelen bij Hem behalve met Zijn toestemming. Niemand heeft de macht om scha-de te berokkenen aan degene die Hij profijtwenst te geven, en niemand kan beschermen de-gene die Hij schade wenst te berokkenen. Hij is niemand verantwoording schuldig; iedereen is Hem verantwoording schuldig. Hij is de Hoeder van alles en iedereen. Hij kan tegen iedereen bescherming bieden, maar niemand kan tegen Hem bescherming bieden. Van Hem is de macht om te bestraffen en om te vergeven. Hij is de superieure Heer over alle andere heer-sers. Hij geeft een mogelijkheid om te heersen op Zijn aarde aan degen die Hij wil, en Hij neemt dit voorrecht wanneer Hij wil. Deze fundamentele machten en eigenschappen van een soeverein wezen zijn enkel bij Allah .

وال نة ه س ذ تأخ ال يوم الق احلى و ه ال إ له إ ال اهللاذا ن م األرض فى وما موت ما فى الس نوم له

م يديه أ بني ما يعلم بإذنهال إ ه ند ع ع الذى يشف

إال ه لم ع ن م يء بش يحيطون وال م ه لف خ وماـوده وال ي واألرض موت الس يه رس ك ع وس شاء ا مب

ظيم الع لى الع و وه ما ه فظ ح

“Allah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbe-staande. Sluimer, noch slaap overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort Hem. Wie kan bij Hem bemiddelen zonder Zijn verlof ? Hij kent hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet; Hij is de Verhevene, de Grote.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 255)

Ten tweede, op basis van dit idee betreffende het universum stelt de Koran dat de echte soe-

31Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

verein over de mensheid dezelfde is als de soe-verein over het ganse universum. Hij is de enige rechthebbende autoriteit in de menselijke aangelegenheden, net zoals in alle andere aange-legenheden van de schepping. Niemand anders, mens of anders, heeft enig recht om onafhanke-lijk bevelen te geven of zaken te beslissen. Er is echter één verschil.

In de fysieke sfeer van het universum is de soe-vereiniteit van Allah in zichzelf gevestigd, ongeacht of iemand zich hier vrijwillig aan on-derwerpt of niet. In dit deel van het leven heeft de mens geen keuze. Ook hij [de mens] vindt zichzelf volkomen geordend door de onvermij-delijke natuurwetten, zoals ieder ander voorwerp, van de kleinste vlek en atoom tot de magnifiekemelkwegen in de ruimte. Maar in de sfeer van zijn leven waar de vrije wil geldt is de mens een vrije wil gelaten, en Allah heeft hem niet ge-dwongen tot onwillige onderwerping. Hier heeft Hij voor gekozen om de mensheid uit te no-digen en te overtuigen middels de door Hem geopenbaarde Boeken, de laatste waarvan de Ko-ran is, tot onderwerping aan Zijn Heerschappij; en om Zijn soevereiniteit te erkennen met op-zettelijke wil. De Koran heeft verschillende as-pecten van dit onderwerp uitgebreid behandeld. Bijvoorbeeld:

a. De Heer van het Universum is inderdaad de Heer van de mens, en deze positie [van Allah] moet door hem [de mens] erkend worden.

لك مي ن م أ رض واأل اء م الس ن م م يرزقك ن قل ميت امل ن م ي احل رج يخ ن وم ار بص واأل ع م الس

ولون يق فس ر م األ بر يد ن وم ي احل ن م يت امل رج ويخون تتق فال أ ل فق اهللا

“Zeg: ‘Wie voorziet u van voedsel van de hemel en de aarde? Of wie is het, die macht heeft over de oren en de ogen? En wie brengt de levenden uit de doden en de doden uit de levenden voort? En wie bestuurt het al?’. Zij zullen zeggen: ‘Allah’. Zeg: ‘Wilt gij dan niet Zijn bescherming zoeken?’.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joenoes 10, vers 31)

b. Enkel Allah heeft het recht om te oordelen en te ordenen. De mensheid moet zich aan nie-mand onderwerpen behalve aan Hem . Dit is het enige Juiste Pad.

نتم أ ا وه يتم م س اء م أس ال إ دونه ن م ون بد تع ا مم ك احل ن إ ان لط س ن م ا به

اهللا نزل أ ا م م وءاباؤكيم الق ين الد ذلك ياه إ

ال إ وا بد تع ال أ ر م أ هللا ال إ

ون لم يع ال الناس ثر ك ن أ ولك

“De beslissing berust bij Allah alleen. Hij heeft bevolen dat gij naast Hem niets zult aanbidden. Dit is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen beseffen het niet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joesuf 12, vers 40)

c. De heerschappij behoort enkel aan Allah want Hij is de Schepper.

Ten tweede, op basis van dit idee betreffende het universum stelt de Koran dat de echte soeverein over de mensheid dezelfde is als de soeverein over het ganse universum. Hij is de enige rechthebbende autoriteit in de menselijke aangelegenheden, net zoals in alle andere aangelegenheden van de schepping. Niemand anders, mens of an-ders, heeft enig recht om onafhankelijk bevelen te geven of zaken te beslissen.

32 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

في رض واأل وات م الس لق خ ي الذ اهللا م ربك ن إالليل ي ش رش يغ الع لى ع توى اس ثم يام أ تة سوم والنج ر م والق س م والش ثيثا ح لبه ار يط النهرب

اهللا تبارك ر م واأل لق اخل ال له أ ره بأم رات خ مسني امل الع

“Voorzeker, uw Heer is Allah, Die de hemelen en de aarde in zes dagen schiep; daarna zette Hij Zich op de-Troon neder. Hij doet de nacht de dag bedekken, die hem snel opvolgt. De zon en de maan en de sterren zijn door Zijn gebod in dienst gesteld. Voorwaar, van Hem is de schepping en het gebod. Gezegend is Allah, de Heer der Werelden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araaf 7, vers 54)

d. Het recht om te ordenen en te beslissen be-hoort aan Allah toe want hij is de Heerser over het Universum.

رض واأل وات م الس لك له م اهللا ن أ لم تع لم أل ك لى ع

واهللا اء يش ن مل ر ف ويغ اء يش ن م ب ذ يعير قد ء ي ش

“Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah toebehoort? Hij straft, wie Hij wil en Hij vergeeft, wie Hij wil en Allah heeft macht over alle dingen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 40)

e. Zijn heerschappij is juist en rechtvaardig, want enkel Hij begrijpt de realiteit [compleet] en niemand anders bevindt zich in de positie om leiding te uiten.

ن أ ى س وع م لك ره ك و وه تال الق م ليك ع تب كبوا حت ن أ ى س وع م لك ير خ و وه يئا ش وا ره تك

ون لم تع نتم ال وأ لم يع واهللا م لك ر ش و وه يئا ش

“…maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets ter-wijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 216)

Ten derde, op deze basis zet de Koran uiteen dat een onverdunde gehoorzaamheid het recht is van enkel Allah ; en dat Zijn wet als superieur moet heersen; en dat het gehoorzamen van ande-ren of het volgen van de eigen wensen tegen de Wet van Allah is, en niet het Juiste Pad.

ن م وا تتبع وال م ربك ن م م ليك إنزل

أ ا م وا اتبعولياء أ دونه

“Volgt hetgeen u van uw Heer is nedergezonden en volgt geen andere vrienden dan Hem.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araaf 7, vers 3)

De Koran zet ook uiteen dat niemand het recht heeft om de grenzen uiteengezet door Allah voor de ordening van de aangelegenheden van de mensen mag overtreden.

ود د ح د يتع ن وم ا وه تد تع فالاهللا ود د ح تلك

ون امل الظ م ه أولئك ف اهللا

“Dit zijn de door Allah voorgeschreven beperkingen, overschrijdt ze daarom niet; wie de door Allah voorge-schreven grenzen overschrijden, zijn overtreders.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 229)

Ze [de Koran] zet ook uiteen dat alle bevelen en beslissingen die tegen de Wet van Allah in gaan niet enkel onjuist en onwettig zijn, maar ook onrechtvaardig en een blasfemie. Ze [de Ko-ran] veroordeelt al deze bevelen alszijnde “niet-Islamitisch” en de pogingen om hen gehoorzaam te zijn is een ontkenning van het geloof.

“Kent gij niet degenen, die beweren dat zij geloven in het-geen u is geopenbaard en hetgeen vóór u is geopenbaard? Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen ofschoon het hun was geboden, dezen te verwerpen. En Satan wenst hen ver van het rechte pad te doen afdwalen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soe-ra An Nisa 4, vers 60)

33Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft nedergezonden, zij zijn ongelovigen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 44)

ون امل م الظ ه أولئك ف اهللا نزل أ ا مب م ك يح لم ن وم

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft ne-dergezonden, zij zijn onrechtvaardigen” (Zie de verta-ling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 45)

م ه أولئك ف اهللا نزل أ ا م مب ك يح لم ن وم

ون ق اس الف

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft ge-openbaard, zij zijn overtreders.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 47)

Ten vierde, dan zegt de Koran dat de profeten

de enige bron van onze kennis betreffende de Wet van Allah zijn. Enkel zij zijn de brengers van de openbaring en bevinden zich in een po-sitie om de mensheid de geboden en leiding van hun Heer over te brengen. Zij zijn wederom de personen die Goddelijke toestemming heb-ben gekregen om deze geboden middels woord en daad te verduidelijken. De profeten zijn derhalve de verpersoonlijking van de wettelijke soevereiniteit van Allah . Dat is waarom ge-hoorzaamheid aan hen gezien wordt als ge-hoorzaamheid aan Allah zelf, en geloof in hen is een noodzakelijke voorwaarde gemaakt ter onderscheiding van geloof en ongeloof.

ر ج ش ا فيم وك م ك يح تى نون ح يؤم ال وربك فالا مم ا رج ح م ه س نف أ وا في د يج ال م ثم بينه

ا ليم تس وا لم ويس يت قض

“Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun ge-schillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande

34 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Ko-ran, soera An Nisa 4, vers 65)

Ten vijfde, volgens de Koran vormen de gebo-den van Allah en de Profeet van Islam de Hoogste Wet en de moslims kunnen derhalve niet een houding aannemen anders dan complete onderwerping aan deze. Een moslim mag niet zijn eigen onafhankelijke beslissingen volgen in zaken die definitief en ondubbelzinnig besotenzijn door Allah en Zijn Boodschapper . Deze daden zijn een ontkenning van het geloof.

وله ورس اهللا ى ذا قض نة إ ؤم وال م ن ؤم مل ان ك ا ومص يع ن وم م ره م أ ن م يرة اخل م له ون ن يك أ را م أ

بينا م ال ال ض ل ض د فق وله ورس اهللا

“En het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist, dat er voor hen een keuze zou zijn in die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt, is zeker klaarblijkelijk afgedwaald.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 36)

Ten zesde, de volgens de Koran juiste vorm van regeren voor de mensheid is degene waarin de staat haar claim op soevereiniteit aflegt ten gun-ste van Allah en, na de wettelijke superieuriteit van Allah en Zijn Boodschapper erkent te hebben, de positie van Kalief (Khalifa, gede-legeerd, opvolger en volgeling van de Profeet in het regeren met Islam over de mensen) ac-cepteert onder het toezicht van een Rechtgeleide Heerser. Aldus worden al de wetgeeflijke, uitvoe-rende en rechtsprekende machten van de staat beperkt tot de grenzen die uiteengezet zijn onder punt drie, vier en vijf hierboven.

يه يد بني ا مل قا د ص م ق باحل تاب الك ليك إ نزلنا وأا م مب م بينه ك فاح ليه ع نا يم ه تاب وم ن الك مق احل ن م اءك ج ا م ع م اءه و ه أ تتبع وال اهللا نزل أ

“En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard vervullende hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd) en als bewaker daarover. Richt daarom tussen hen naar hetgeen Allah heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen niet tegen de waarheid die tot u is gekomen.” (Zie de vertaling van de betekenissen

35Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

van de Koran, soera Al Maida 5, vers 48)

Ten zevende, het concept Kalifaat (Khilafa), zo-als het uiteengezet is door de Koran, kan middels het volgende samengevat worden:

a. Al de machten waarover de mens beschikt in deze wereld zijn in werkelijkheid niet zijn eigen machten, maar zijn hem gegeven door Allah . De Heer zelf heeft de mens de positie gegeven waarin hij deze (aan hem) gedelegeerde machten ten uitvoer mag brengen, binnen de grenzen uit-eengezet door Hem . De mens is dus niet een onafhankelijke meester maar een gedelegeerde van de echte Soeverein.

ا فيه م لك لنا ع وج رض األ في م ناك ك م د ولقرون ك تش ا م قليال ايش ع م

“En Wij hebben u op aarde gevestigd en u daarop van middelen van bestaan voorzien. Hoe weinig dankbaar zijt gij!” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araaf 7, vers 10)

b. Iedere natie die de macht en autoriteit om te heersen over een deel van de wereld te regeren vergaart, is in werkelijkheid een gedelegeerde van Allah in dit bereik.

م ه د بع ن م رض األ في ئف ال خ م لناك ع ج ثم

لون م تع يف ك ر لننظ

“En na hen hebben Wij u tot stedehouders op aarde gesteld, opdat Wij zien, hoe gij zoudt handelen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joenoes 10, vers 14)

c. Deze positie van gedelegeerde, echter, kan niet correct en wettelijk zijn tenzij deze onderdanig is aan de geboden van de ware Soeverein. Iedere staat die (zich) onafhankelijk van Hem [gedraagt] en die niet onderdanig aan Zijn geboden is, is niet een gedelegeerde. Het is feitelijk een rebellie tegen de Heer .

اد التي م الع ذات رم إ اد بع ربك ل فع يف ك تر لم أابوا ج ين الذ ود وثم د البال في ا ثله م لق يخ لم

في وا غ ط ين وتاد الذ األ ذي ون وفرع اد ر بالو خ الصد البال

“Weet gij niet hoe uw Heer met de Aad handelde? Het volk van Iram dat verheven gebouwen bezat, Wier gelij-ken nog in geen enkele stad zijn voortgebracht, En met de Samoed die de rotsen in het dal uithieuwen? En met Pharao, de heer der grote scharen? Die zich in de steden aan overtreding overgaven. En veel verderf daarin aan-richtten. Daarom, deed uw Heer een roede der kastijding over hen nederdalen.” (Zie de vertaling van de bete-kenissen van de Koran, soera Al Fadjr 89, vers 6 – 11)

Ten achtste, de machten van een ware Kalief bestaan niet in een individu of in een stam, klasse of gemeenschap, maar in zij die gelo-ven en goed doen. De tekst van soera (An Noer) 24, vers 55, “Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen voorzeker tot stedehouders op aarde zal stel-len, zoals Hij degenen die vóór hen waren tot stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij voor hen heeft gekozen, zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees, vrede en veiligheid zal ge-ven; Mij zullen zij aanbidden en niets met Mij vereenzelvigen. Maar wie daarna het geloof verwerpen, zullen overtreders zijn.”, is wat dit betreft vrij duidelijk.

36 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Ten achtste, de machten van een ware Kalief be-staan niet in een individu of in een stam, klasse of gemeenschap, maar in zij die geloven en goed doen. De tekst van soera (An Noer) 24, vers 55, “Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen voorzeker tot stedehouders op aarde zal stellen, zoals Hij degenen die vóór hen waren tot ste-dehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij voor hen heeft gekozen, zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees, vrede en veiligheid zal geven; Mij zullen zij aanbidden en niets met Mij vereenzelvigen. Maar wie daarna het geloof verwerpen, zullen overtreders zijn.”, is wat dit betreft vrij duidelijk. Volgens dit vers is iedere goede moslim geschikt om de positie van Kalief in te nemen. Het is dit aspect van het Islamitische Kalifaat dat het onderscheidt van het konings-schap, de oligarchie [de heerschappij van een kleine elite] en een theocratie [de heerschappij door de religieuzen mensen, volgens de inzich-ten van de religieuze mensen en niet volgens de openbaring]. Het is zelfs anders dan de moderne democratie. Er is een fundamenteel verschil tus-sen beiden. Het fundament van democratie is ge-baseerd op het principe van “soevereiniteit voor

de mensen”, terwijl in het Islamitische Kalifaat de mensen hun onafhankelijkheid en soevereini-teit overgeven aan de soevereiniteit van Allah ; en uit eigener beweging hun macht beperken tot binnen het kader gestelt door de Goddelijke Wet. En de belofte van de positie van gedelegeerde is hen gegeven enkel en alleen als zij moreel goed [gehoorzaam aan Allah ] zijn.

Ten negende, de overheid van een staat die ge-vestigd is op het idee om een Islamitisch Kalifaat te zijn kan geen absolute of complete gehoor-zaamheid van de mensen eisen. Zij zijn gebon-den tot gehoorzaamheid enkel wanneer zij [de staat] haar machten uitoefent in overeenstem-ming met de Goddelijke Wet die in de natuur en het Heilige Boek is duidelijk gemaakt. Er kan geen gehoorzaamheid of samenwerking zijn in zonde en agressie.

لى ع نك يبايع نات ؤم امل اءك ج ذا إ النبي ا يه ياأوال يزنني رقن يس يئا وال ش

باهللا ن رك يش ال ن أترينه يف تان ببه يأتني وال ن ده وال أ تلن يق وال

روف ع م في ينك ص يع وال ن له رج وأ ن يه يد أ بني

37Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

يم رح ور ف غ اهللا ن إ اهللا ن له ر ف تغ واس ن ه فبايع

“O profeet! Wanneer gelovige vrouwen tot u komen, haar eed van trouw aan u afleggende: dat zij niets met Allahzullen vereenzelvigen, en dat zij noch zullen stelen, noch overspel plegen, noch hun kinderen doden, noch laster die zij moedwillig hebben verzonnen, zullen uiten, noch on-gehoorzaam zullen zijn aan u in wat recht is, neem dan haar trouw aan en vraag vergiffenis voor haar van Allah. Waarlijk, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Moemtahana 60, vers 12)

Ten tiende, in al de aangelegenheden van de staat, van haar grondwet tot de verkiezing van het staatshoofd en de leden van het parlement, en de zaken van wetgeving en administratie, moeten de moslims er een gewoonte van maken om elkander te consulteren.

ا نيا وم الد ياة احل تاع فم ء ي ش ن م وتيتم أ ا فمم ربه لى وع نوا ءام ين للذ ى بق وأ ير خ

اهللا ند عش واح م والف

ثاإل بائر ك تنبون يج ين والذ لون يتوك

ابوا تج اس ين والذ رون ف يغ م ه بوا ض ا غ م ذا وإا ومم م بينه ورى ش م ره م وأ ة ال الص وا قام وأ م لربه

ون ق ينف م رزقناه

“Wat u is gegeven is slechts een voorziening voor dit leven, en hetgeen bij Allah is, is beter en van langere duur voor de gelovigen die in hun Heer vertrouwen stellen. Voor degenen die de zwaarste zonden en gruweldaden vermijden en die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven. En voor de-genen die naar hun Heer luisteren en hun gebeden houden en wier manier van handelen een zaak van wederzijds overleg is en voor degenen die geven van hetgeen waarmee

Wij hen hebben voorzien.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Asj Sjoera 42, vers 36 – 38)

Ten elfde, de volgende kwalificaties moeten ingedachte gehouden worden wanneer de mensen gekozen worden aan wie de verantwoordelijk-heid wordt gegeven om de staat de leiden:

a. Zij moeten geloof hebben in de principes waarvolgens zij de zaken van het Kalifaat moe-ten organiseren. Het is duidelijk dat een ideolo-gisch systeem niet kan functioneren wanneer dit in de handen is van iemand die de principes [van deze idelogie] niet onderschrijft.

م دونك ن م انة بط وا ذ ال تتخ نوا ءام ين ا الذ يه ياأاء ض البغ ت بد قد نتم ع ا م ودوا باال خ م يألونك البينا قد بر ك أ م وره د ص ي ف تخ ا وم م ه فواه أ ن م

لون ق تع نتم ك ن إ يات اآل م لك

“O gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot in-tieme vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven u te bena-delen. Zij houden van leedvermaak. Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt is nog erger. Wij hebben u onze geboden duidelijk gemaakt, indien gij ze wilt begrij-pen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Aali Imraan 3, vers 118)

b. Zij moeten niet onrechtvaardig, verdorven of onachtzaam aan Allah zijn; noch overtreders van de Goddelijke Wet. Zij moeten, daarentegen, eerlijk, betrouwbaar, vroom en deugdzaam zijn.

اة د بالغ م ربه ون ع يد ين الذ ع م ك س نف بر واص

“O gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben. En indien gij over iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft in Allah en de laatste Dag. Dit is beter en uiteindelijk het beste.”

38 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

م نه ع يناك ع د تع وال ه ه وج ون يريد ي ش والعلبه ق لنا ف غ أ ن م ع تط نيا وال الد ياة احل زينة تريد

ا رط ف ره م أ ان وك اه و ه واتبع رنا ذك ن ع

“Blijf bij degenen die hun Heer ‘s morgens en ‘s avonds aanroepen en die Zijn welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen door het zoeken van de praal de-zer wereld en gehoorzaam niet aan hem, wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt voor de gedachte aan Ons, noch degene die zijn begeerte volgt en wiens geval het ergste is.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Ko-ran, soera Al Kahf 18, vers 28)

c. Zij moeten wijs zjn en niet onwetend. Zij moe-ten juist opgeleid zijn, wijs, intelligent en zowel fysiek als intellectueel in staat om de staat te lei-den.

الوت ط م لك ث بع قد ن اهللا إ م نبيه م له وقالن ونح لينا ع لك امل له ون يك نى أ قالوا ا لك م

ن إقال ال امل ن م ة ع س يؤت ولم نه م لك بامل ق ح أ

لم الع في ة ط بس وزاده م ليك ع اه ف ط اص اهللاع واس

واهللا اء يش ن م ه لك م تي يؤ م واهللا س واجل

ليم ع

“En hun profeet zeide tot hen: ‘Waarlijk, Allah heeft Taloet (Saul) als koning over u aangesteld’. Zij zeiden: ‘Hoe kan hij over ons regeren, terwijl wij meer recht op heerschappij hebben dan hij en hem geen overvloed van rijkdommen is gegeven?’. Hij zeide: ‘Voorzeker, Allah heeft hem boven u gekozen en heeft hem overvloedig toe-gerust met kennis en kracht’. En Allah geeft Zijn heer-schappij aan wie Hij wil en Allah is Milddadig, Alwe-tend.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 247)

d. Zij moeten integere mannen zijn zodat hen met een gerust hart de verantwoordelijkheid voor de publieke zaken gegeven kan worden.

ذا وإ ا له ه أ لى إ انات م األ دوا تؤ ن أ م رك يأم اهللا ن إ اهللا ن إ ل د بالع وا م ك ن حت أ الناس بني تم م ك ح

يرا ا بص يع م س ان ك اهللا ن إ م به ك ظ يع ا م نع

“Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen richt, gij rechtvaardig handelt. En waar-lijk, voortreffelijk is datgene, waartoe Allah u maant. Voorzeker, Allah is de Alhorende, de Alziende.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 58)

39Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Ten twaalfde, de grondwet van de staat moet ge-baseerd zijn op de volgende principes:

ول الرس وا يع وأط اهللا وا يع أط نوا ءام ين الذ ا يه ياأردوه ف ء ي ش في تم إن تنازع

ف م نك م ر م ولي األ وأ

م واليو باهللا نون تؤم نتم ك ن إ ول والرس

اهللا لى إويال

ن تأ س وأح ير خ ر ذلك خ اآل

a. “O gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben. En indien gij over iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft in Allah en de laatste Dag. Dit is beter en uiteindelijk het beste.”.1 Dit vers maakt vijf grondwettelijke punten duidelijk:i. Dat gehoorzaamheid aan Allah en Zijn Boodschapper prioriteit moet worden gege-ven over iedere andere gehoorzaamheid.ii. Dat gehoorzaamheid aan degene die de macht hebben gebaseerd is op gehoorzaamheid aan Al-lah en Zijn Boodschapper .iii. Dat het hoofd van de staat van onder de gelo-vigen moet zijn.iv. Dat het mogelijk is voor de mensen om van mening te verschillen met de regering en de heer-sers.v. Dat in geval van een verschil van mening de Wet van Allah en Zijn Boodschapper de uiteindelijke oordeler is.

b. De Koran geeft ons geen harde en vaste wetten over de methode van verkiezen en consulteren. Het zet enkel algemene principes uiteen en laat de beslissingen omtrent het probleem van hun praktische implementatie over aan de behoetfes

van tijd en de samenleving.c. In de kwesties waar door Allah en Zijn Boodschapper duidelijke opdrachten zijn ge-geven of definitive principes uiteengezet zijn ofgrenzen bepaald zijn, daar heeft de wetgevende macht enkel het recht om dezen te begrijpen, of om bij wetten en procedurele regels vast te stellen die hen in de praktjk brengen. Voor wat betreft de kwesties waarover de Superieure Wet zwijgt mag de wetgevende macht wetgeven voor alle doelstellingen en vereisten van de samenle-ving als zij de spirit en algemene principes van Islam in het oog houdt. Het feit dat geen duide-lijke opdrachten betreffende hen bestaan in de Koran of in de Soenna volstaat om aan te tonen dat de Wetgever zelf dit heeft overgelaten aan de gelovigen.d. De rechterlijke macht moet vrij zijn van iedere druk en beïnvloeding, om onpartijdig te kunnen oordelen zonder beïnvloeding door het publiek of de mensen met autoriteit. Haar voornaamste taak is om te oordelen in strikte overeenstem-ming met de wet en de vereisten van rechtvaar-digheid, zonder misleid te worden door ofwel de emoties of vooroordelen van haar eigen leden of van anderen.

Ten dertiende, de staat komt tot bestaan met twee doelstellingen. Allereerst dat rechtvaardig-heid en gelijkwaardigheid die ferm verankerd worden in de aangelegenheden van de mensen. En hiernaast dat de machten en de voorzienin-gen waar de staat over beschikt gebruikt worden ten gunste van de mensen, oftewel ter promotie van alles dat goed is en de uitdrijving van alles dat kwaad is.

Ten dertiende, de staat komt tot bestaan met twee doelstellingen. Al-lereerst dat rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid die ferm verankerd worden in de aangelegenheden van de mensen. En hiernaast dat de machten en de voorzieningen waar de staat over beschikt gebruikt worden ten gunste van de mensen, oftewel ter promotie van alles dat goed is en de uitdrijving van alles dat kwaad is.

40 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

ل ك ووفيت فيه ال ريب ليوم م ناه ع م ذا ج إ يف فكون لم يظ ال م وه بت س ا ك م س نف

“Voorwaar, Wij zonden Onze boodschappers met duide-lijke bewijzen en openbaarden hun het Boek en de Weeg-schaal opdat het mensdom rechtvaardig moge zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Hadied 57, vers 25)

Ten veertiende, al de onderdanen van de staat, of zij moslim zijn of niet-moslim, moeten de vol-gende fundamentele rechten gegarandeerd wor-den. En het is een plicht op de staat om hen [de rechten] te beschermen tegen iedere bedreiging:

komst.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 29)

c. Bescherming van de eer.

ى عس قوم ن م قوم ر خ يس نوا ال ءام ين الذ ا يه ياأى عس اء نس ن م اء نس م وال نه م يرا خ ونوا ن يك أ

تنابزوا وال م ك س نف أ زوا تلم وال ن نه م يرا خ ن يك ن أاب لق باأل

“O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrou-wen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldna-men.” (Zie de vertaling van de betekenissen van

“Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen richt, gij rechtvaardig handelt. En waarlijk, voortreffelijk is datgene, waartoe Allah u maant. Voorzeker, Allah is de Alhorende, de Alziende.”

a. Veiligheid van de persoon.

م نبأه أ ا فلم م ائه م بأس م نبئه أ ياآدم قال

يب غ لم ع ني أ م إ قل لك لم أ قال أ م ائه م بأسنتم ك ا وم ون ا تبد م لم ع رض وأ واأل وات م الس

ون تم تك

“En doodt niemand die Allah heilig heeft verklaard, tenzij het met recht geschiedt.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Israa 17, vers 33)

b. Veiligheid van het bezit.

ن أ ال إ ل بالباط م بينك م الك و م أ لوا تأك ال نوا ءام ين الذ ا يه ياأان ك اهللا ن إ م ك س نف أ تلوا تق وال م نك م تراض ن ع ارة جت ون تكا يم رح م بك

“O, gij die gelooft, gebruikt elkanders eigendom niet met leugen en bedrog maar handelt bij onderlinge overeen-

de Koran, soera Al Hoedjoeraat 49, vers 11)

d. Recht op privacy.

ن إ ن ن الظ م ثيرا ك تنبوا اج نوا ءام ين الذ ا يه ياأم ك ض بع تب يغ وال وا س س جت وال ثم ن إ

الظ ض بعيتا يه م خ أ م حل ل يأك ن أ م ك د ح أ ب يح أ ا ض بع

يم رح تواب اهللا ن إ اهللا وا وه واتق تم ره فك

“O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker, Allah is Berouwaanvaardend, Genade-vol.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Hoedjoeraat 49, vers 12)

e. Recht om te protesteren tegen onrechtvaardig-heid.

41Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

لم ظ ن م ال إ ول الق ن م وء ر بالس ه اجل اهللا ب يح الا ليم ع ا يع م س

اهللا ان وك

“Allah houdt niet van het uiten van beledigende taal in het openbaar, behalve door iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah is Alhorend, Alwetend.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 148)

f. Recht om te gebieden wat goed is en te verbie-den wat kwaad is, en dit omvat het recht tot het hebben van kritiek.

روف ع بامل رون تأم ت للناس رج أخ ة أم ير خ نتم كل ه أ ن ءام ولو

باهللا نون وتؤم ر نك ن امل ع ون وتنهم ثره ك وأ نون ؤم امل م نه م م له يرا خ ان لك تاب الك

ون ق اس الف

“Gij (moslims) zijt het beste volk dat voor de mensheid (ter lering) is verwekt; gij gebiedt wat goed is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in Allah.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Aali Imraan

3, vers 110)

g. Recht op samenkomst, op voorwaarde dat dit gebruikt wordt voor goede doelen en niet een instrument wordt waarmee meningsverschillen verspreid worden waardoor opdeling van de sa-menleving tot stand gebracht wordt.

بآياتنا بوا ذ ك م قبله ن م ين والذ ون فرع ءال بأ د ك

اب ق الع يد د ش واهللا م نوبه بذ م اهللا ه ذ أخ ف

“Op de wijze van Pharao’s volk en degenen, die vóór hen waren. Zij verloochenden Onze tekenen, dus strafte Al-lah hen voor hun zonden; Allah is streng in het straffen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Ko-ran, soera Aali Imraan 3, vers 11)

h. Vrijheid van geloof en geweten.

ا يع م ج م له ك رض األ في ن م ن م آل ربك اء ش ولونني ؤم ونوا م يك تى ح الناس ره تك أنت ف أ

“En indien uw Heer had gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen hebben geloofd. Wilt gij de mensen dan dwingen, gelovigen te worden?” (Zie de ver-taling van de betekenissen van de Koran, soera Joenoes 10, vers 99)

i. Bescherming tegen het onrechtvaardig schaden van iemands religieuze gevoeligheden. De Koran heeft met betrekking hiertoe duidelijk gemaakt dat bij religieuze verschillen academische de-batten gevoerd kunnen worden, maar dit moet plaatsvinden in een eerlijke en beschaafde ma-nier.

اهللا بوا فيساهللا دون ن م ون ع يد ين الذ بوا تس وال

ثم م له م ع ة أم ل لك زينا لك ذ ك لم ع ير بغ وا د علون م يع انوا ك ا مب م ينبئه ف م ه ع رج م م ربه لى إ

“En scheldt degenen, die zij naast Allah aanroepen niet uit, anders zullen zij uit nijd in hun onwetendheid Allah uitschelden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al An’aam 6, vers 108)

j. Beperking van de verantwoordelijkheid van een

42 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

persoon tot zijn eigen behoeften.

وال ء ي ش ل ك رب و وه ربا ي بغ أ اهللا ير غ قل أ

رى أخ وازرة وزر تزر وال ا ليه ع ال س إ نف ل ك ب س تكنتم فيه ك ا مب م ينبئك م ف ك ع رج م م لى ربك إ ثم

ون تلف تخ

“En geen ziel handelt dan voor zichzelf alleen, noch draagt een lastdrager de last van anderen.” (Zie de ver-taling van de betekenissen van de Koran, soera Al An’aam 6, vers 164)

k. Bescherming tegen acties ondernomen op ba-sis van valse verklaringen over een misdaad be-gaan door deze of gene persoon.

ذا وإ ا له ه أ لى إ انات م األ دوا تؤ ن أ م رك يأم اهللا ن إ اهللا ن إ ل د بالع وا م ك حت ن أ الناس بني تم م ك ح

يرا ا بص يع م س ان ك اهللا ن إ م به ك ظ يع ا م نع

“Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij

tussen mensen richt, gij rechtvaardig handelt. En waar-lijk, voortreffelijk is datgene, waartoe Allah u maant. Voorzeker, Allah is de Alhorende, de Alziende.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 58)

l. Het recht van de berooide en behoeftige per-soon om voorzien te worden van de basisbehoef-tes van het leven door de staat.

روم واحمل ائل للس ق ح م اله و م أ وفي

“En van hun rijkdommen was een deel voor de bedelaars en ook voor degenen die niet konden bedelen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soe-ra Adh Dhaarijaat 51, vers 19)

m. Gelijke behandeling van alle onderdanen door de staat, zonder discriminatie.

ا يع ش ا له ه أ ل ع رض وج األ في ال ع ون ن فرع إم بناءه أ بح م يذ نه ة م ائف ف ط ع تض يس

43Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

ين د س ف ن امل م ان ك نه إ م اءه نس يي تح ويس

“Waarlijk, Pharao handelde aanmatigend in het land en deed het volk er van in partijen scheiden; van een groep die hij als zwak beschouwde doodde hij de zonen en spaarde de vrouwen. Zeker, hij behoorde tot de onheilstichters.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Ko-ran, soera Al Qasas 28, vers 4)

Ten vijftiende, de Islamitische Staat kent de vol-gende rechten tegenover haar onderdanen:

a. Dat zij zich onderwerpen aan haar autoriteit.

ول الرس وا يع وأط اهللا وا يع أط نوا ءام ين الذ ا يه ياأم نك ر م م األ ولي وأ

“O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschap-per en degenen, die onder u gezag hebben.” (Zie de ver-taling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 59)

b. Dat zij de wet gehoorzamen en de publieke orde en rust niet verstoren.

ا ه ح ال إص د بع رض األ في وا د س تف وال

“…en schept geen wanorde op aarde nadat zij geordend is.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araaf 7, vers 85)

c. Dat zij de staat onbeperkte steun geven in de activiteiten die haar recht zijn.

لى ع اونوا تع وال وى والتق البر لى ع اونوا وتعوان د والع م

ث اإل

“En helpt elkander in deugdzaamheid en vroomheid maar helpt elkander niet in zonde en overtreding.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 2)

d. Dat zij bereid zijn om hun leven en bezit te offeren ter verdediging van de staat.

روا انف م لك قيل ذا إ م ا لك م نوا ءام ين الذ ا يه ياأياة يتم باحل رض أ رض األ لى إ لتم اثاق

اهللا بيل س فيرة خ اآل في نيا الد ياة احل تاع م ا فم رة خ اآل ن نيا م الدل تبد ويس ا ليم أ ابا ذ ع م بك ذ روا يع تنف ال

قليإل ال إيئا روه ش تض وال م يرك غ ا قوم

“O, gij die gelooft, waarom buigt gij ter aarde wanneer er

44 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

tot u wordt gezegd: ‘Gaat op de weg van Allah voort?’. Zijt gij met het tegenwoordige leven tevreden boven het Hiernamaals? Maar het genoegen van het tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals slechts nietig. Als gij niet voortgaat te vechten zal Hij u met een pijnlijke straf straffen en zal Hij een ander volk in uw plaats stellen en gij zult Hem in het geheel niet deren.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera At Tauba 9, vers 38 – 39)

Ten zestiende, de Koran geeft de volgende be-langrijke leiding aan het buitenlandse beleid van de Islamitische Staat:

a. Heiligheid van verdragen en beloftes.

ان مي وا األ ض تنق وال مت د اه ع ذا إ اهللا د ه بع وفوا وأ

ن إيال ف ك م ليك ع

اهللا لتم ع ج وقد ا ه يد توك د بعلون ع تف ا م لم يع

اهللا

“En vervult het verbond met Allah, wanneer gij een ver-bond sluit; en breekt geen eden na hun bekrachtiging,

terwijl gij Allah tot uw Borg hebt gemaakt. Voorzeker, Allah weet wat gij doet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nahl 16, vers 91)

b. Eerlijkheid en integriteit in alle transacties.

د بع م قد فتزل م بينك ال دخ م انك مي أ وا ذ تتخ والاهللا بيل س ن ع دمت د ص ا مب وء الس وقوا وتذ ا ثبوته

يم ظ ع اب ذ ع م ولك

“En maakt uw eden niet tot een middel van bedrog onder elkander; anders zal uw voet uitglijden nadat hij stevig heeft gestaan en gij zult het kwade ondergaan omdat gij ook anderen van het pad van Allah hebt afgehouden; en er zal voor U een strenge straf zijn.” (Zie de verta-ling van de betekenissen van de Koran, soera An Nahl 16, vers 94)

c. Internationale rechtvaardigheid.

اء د ه ش هللا قوامني ونوا ك نوا ءام ين ا الذ يه ياأ

ال أ لى ع نآن قوم ش م نك رم يج وال ط س بالقن إ

اهللا وا واتق وى للتق قرب أ و ه لوا د اع لوا د تعلون م تع ا مب بير خ اهللا

“O, gij die gelooft, weest oprecht voor Allah en getuigt met rechtvaardigheid. En laat de vijandschap van een volk u niet aansporen, om onrechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah, voorzeker, Allah is op de hoogte van hetgeen gij doet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 8)

d. Respect voor de in oorlog neutrale staten.

اء و ونون س فتك روا ف ك ا م ك رون ف تك ودوا لوفي روا اج يه تى ح ولياء أ م نه م وا ذ تتخ فال

يث ح م واقتلوه م وه ذ ا فخ لو تو إنف

اهللا بيل سال يراإ نص وال وليا م نه م وا ذ تتخ وال م وه مت د وجيثاق م م وبينه م قوم بينك لى إ لون يص ين الذو م أ اتلوك يق ن م أ وره د رت ص ص ح م اءوك و ج أ

م ليك ع م ه لط لس اهللا اء ش ولو م ه قوم اتلوا يقا و لق وأ م اتلوك يق فلم م تزلوك اع إن

ف م اتلوك فلق

“En indien zij tot vijandschap ver-vallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden. Behalve degenen die tot een volk be-horen waarmee gij een verbond ge-sloten hebt, of zij die tot u komen terwijl hun hart zich verzet u te be-strijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien Allah wilde, zou Hij hun macht tegen u hebben gege-ven; dan zouden zij zeker tegen u hebben gevochten. Dus, als zij zich van u op een afstand houden en u niet bestrijden en u vrede aanbieden - heeft Allah u niet toegestaan iets tegen hen te ondernemen.”

45Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

م ليه م ع لك اهللا ل ع ج ا فم لم الس م ليك إبيال س

“En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden. Behalve degenen die tot een volk behoren waarmee gij een verbond gesloten hebt, of zij die tot u komen terwijl hun hart zich verzet u te bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien Allah wilde, zou Hij hun macht tegen u hebben gegeven; dan zouden zij zeker tegen u hebben gevochten. Dus, als zij zich van u op een afstand houden en u niet bestrijden en u vrede aanbieden - heeft Allah u niet toegestaan iets tegen hen te ondernemen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 89 – 90)

e. Liefde voor vrede.

اهللا لى ع ل وتوك ا له نح فاج لم للس وا نح ج ن وإ

ليم الع يع م الس و ه نه إ

“En als zij tot vrede neigen, neigt u er dan ook toe en legt uw vertrouwen in Allah.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Anfaal 8, vers 61)

f. Non-participatie in de inspanningen die ten doel hebben zelfverheerlijking en onderdrukking in de wereld.

في لوا ع ون يريد ال ين للذ ا له ع جن رة خ اآل ار تلك الدني تق للم اقبة والع ادا فس وال رض األ

“Daar is het tehuis van het Hiernamaals! Wij geven het degenen die op aarde geen zelfverheffing wensen, noch wan-orde stichten, en het einde is voor de godvruchtigen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Qasas 28, vers 83)

g. Vriendelijke behandeling van al de niet-vijan-dige machten.

ين الد في م اتلوك يق لم ين الذ ن ع اهللا م اك ال ينه

وا ط س وتق م تبروه ن أ م ديارك ن م م وك رج يخ ولمني ط س ق امل ب يح

ن اهللا إ م ليه إ

“Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen heb-ben verdreven, goed te doen en rechtvaardig te behande-len; voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Moemtahana 60, vers 8)

h. Eerlijke behandeling van allen die goed zijn en eerlijk in hun transacties.

ان س حاإل ال إ ان س ح

اإل زاء ج ل ه

“De beloning van goedheid kan niet anders dan goedheid zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Ar Rahmaan 55, vers 60)

i. Wraak in proportie tot de misdaad van ande-ren, en niet meer.

ولئن به وقبتم ع ا م ثل مب اقبوا فع اقبتم ع ن وإابرين للص ير خ و له برمت ص

“En indien gij vergeldt, doe dit dan naar mate u onrecht werd aangedaan. Maar als gij geduld toont dan is dat voorzeker het beste voor degenen die geduldig zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nahl 16, vers 126)

_____________________________________

1Zie de vertaling van de betekenissen van de Ko-ran, soera An Nisa 4, vers 59.

46 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Achtergrond

DE GENOCIDE OP DE MOSLIMS VAN HET IBERISCH SCHIEREILAND (AL ANDALOES)

47Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

DE GENOCIDE OP DE MOSLIMS VAN HET IBERISCH SCHIEREILAND (AL ANDALOES)

De vernietiging van de morisco’s (moslims op het Iberisch schiereiland) is een voorbeeld van wat kan gebeuren wanneer een samenleving zich, in een poging zichzelf te bevrijden van de door haarzelf ingebeelde duivels in haar midden, overgeeft aan haar laagste instincten en

grootste angsten.” – Matthew Carr, geschiedkundige en auteur van het boek “Blood and Faith: The Purging of Muslim Spain”

48 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Nadat de moslims voor bijna acht eeuwen met Islam hadden geregeerd op het Iberisch schier-eiland, feitelijk sinds Tariq ibn Ziyad landde op Gibraltar in 711 naar christelijke jaartelling, viel Granada, het laatste bastion van deze moslim-heerschappij, in 1492 in handen van de christe-lijke legers onder aanvoering van het koninklijke echtpaar Ferdinand V en Isabella I. De Recon-quista (wederovering) van het Iberisch schier-eiland door de christenen op de moslims werd hiermee gecompleteerd. Het was het begin van een tijdperk voor het Iberisch schiereiland. Maar voor alle niet-christenen daar begon met deze “bevrijding van de moren” een donker hoofd-stuk in hun geschiedenis.

De moslims van Granada hadden zich overgege-ven aan de christenen op basis van een overeen-komst genaamd het Verdrag van Granada. Dit verdrag kende 67 artikelen, waaronder:

- Dat alle lagen van de bevolking volledig veilig zouden zijn wat betreft hun persoon, families en eigendommen. - Dat iedereen toegestaan zou worden te blijven

wonen in hun woningen en verblijfplaatsen, zo-wel in de stad en voorsteden, als in ieder ander gedeelte van het land. - Dat de wetten van de moslims behouden zou-den blijven als tevoren, en dat niemand recht over hen zou spreken op andere grond dan deze wetgeving. - Dat de moskeeën behouden zouden blijven zo-als zij waren gedurende de tijd van Islam. - Dat geen christen het huis van een moslim zou betreden, of hem op enigerlei wijze zou beledi-gen. - Dat de christenen die zich bekeerd hadden tot het mohammedaanse geloof niet gedwongen zouden worden hier afstand van te doen en hun voormalige geloof aan te nemen. - Dat iedere moslim die christen wenste te wor-den enkele dagen toegestaan werd om de stap die hij op het punt stond te nemen te overdenken; waarop hij hierna ondervraagd zou worden door zowel een Islamitische als een christelijke rechter betreffende zijn voorgenomen verandering, en indien, na dit onderzoek, hij nog altijd zou weige-ren om terug te keren naar Islam, hij toegestaan zou zijn zijn eigen voorkeur te volgen.

49Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

- Dat er geen verhoging zou volgen van de ge-woonlijke belastingen, maar dat, in tegenstelling hieroe, alle onlangs opgelegde onderdrukkende belastingen onmiddellijk opgeheven zouden worden. - Dat geen christen toegestaan zou zijn een kijkje te nemen over de muur of in het huis van een moslim, of een moskee te betreden. - Dat geen oproeper to gebed (moeadhhin) zou worden onderbroken in zijn oproep tot gebed

werden ook daadwerkelijk onder dwang het land uitgezet. De joden die zich wel bekeerden bleef men echter wantrouwen. En daarom werden ook zij onder dwang het land uitgezet.

En ondanks al de beloftes van Ferdinand en Isabella was de situatie van de moslims op dat moment al niet veel beter. De moslims werden “mudejar” genoemd, wat zoveel betekent als “zij die getemd moeten worden”, en er werd tegen

In reactie kwam het in 1499 tot een opstand door de moslims. De Gra-nada Rebellie duurde van 1499 tot en met 1501 en werd uiteindelijk met veel geweld neergeslagen door de troepen van Ferdinand en Isa-bella. Ferdinand en Isabella stelden hierna al de verdragen die zij met de moslims overeengekomen waren als onderdeel van de overgave van Granada eenzijdig buiten werking

aan de bevolking, en geen moslim lastig gevallen zou worden in het volbrengen van zijn dagelijkse aanbiddingen of de naleving van zijn vasten, of in welke andere ceremonie dan ook; en dat wan-neer een christen aangetroffen zou worden bij het uitlachen van moslims hij hiervoor gestraft zou worden.1

Het verdrag werd op 25 november 1492 gete-kend door soeltaan Aboe ‘Abd Allah Moham-med namens de moslims, en Ferdinand en Isabella namens de christenen. Ferdinand en Isabella zworen hierbij op God dat zij hun af-spraken na zouden komen.

Echter, de belofte van de veroveraars om de aanhangers van de verschillende religies vrij te laten om te leven in overeenstemming met hun religies, zoals iedereen onder de heerschappij van Islam gewoon was geworden, werd als snel gebroken. Nog in het jaar van de verovering van Granada werd namelijk het Edict van Alhambra, ook bekend als het Verdrijvingsedict, uitgevaar-digd. Dit edict gaf de joden de opdracht om zich te bekeren tot het christendom en om anders het land te verlaten. De joden die dit weigerden

hen zwaar gediscrimineerd. Zoals in een kasten-stelsel werden zij uitgesloten van verschillende delen van het openbare leven en mochten zij verschillende werkzaamheden niet verrichten. In 1498 begon kardinaal Fransisco Jimenez de Cis-neros met de dwangbekering van de moslims. In 1499 liet hij, nadat hij in Granada aangekomen was, Mohammed Az Zegri, die een invloedrijke Islamitische persoonlijkheid was in de stad, vast-ketenen. Hij liet hem vervolgens verhongeren en weigerde hem eten te geven totdat hij zich tot het christendom bekeerde. Hij moest ook Koran’s op de brandstapel gooien en andere Arabische boeken met eigen hand verbranden. En misda-den tegen de moslims als dezen begonnen zich hierna al snel op te hopen.

In reactie kwam het in 1499 tot een opstand door de moslims. De Granada Rebellie duurde van 1499 tot en met 1501 en werd uiteindelijk met veel geweld neergeslagen door de troepen van Ferdinand en Isabella. Ferdinand en Isabella stelden hierna al de verdragen die zij met de mos-lims overeengekomen waren als onderdeel van de overgave van Granada eenzijdig buiten werking. Volgens Ferdinand en Isabella hadden de mos-

50 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

lims namelijk hun beloftes gedaan in het Verdrag van Granada gebroken door in opstand te ko-men. Het feit dat de moslims in opstand kwamen in reactie op het niet nakomen van beloftes door door Ferdinand en Isabella, negeerden ze. Al de beloftes gedaan tegen de moslims als onderdeel van de overgave van Granada in 1492, die dus nooit nagekomen waren, werden daarmee dus officieel ingetrokken door Ferdinand en Isabella.Slechts enige tijd later stelde men de moslims daarom voor dezelfde keus tussen apostatie of ballingschap. Ook de moslims werden dus ge-dwongen zich te bekeren tot het christendom, en werden anders verdreven of gedood. Hierdoor was Granada, de stad waar onder de heerschap-pij van Islam moslims, christenen en joden voor honderden jaren op respectvolle en vreedzame wijze hadden samengeleefd, in 1502 volledig re-ligieus gezuiverd. Al de niet-christenen waren op

dat moment of gedood, of verdreven.

In 1525 beviel koning Karel V ook de moslims van Valencia om het christelijke geloof aan te ne-men en anders het land te verlaten. En de mos-lims die onder deze dwang inderdaad christen werden, de zogenoemde “morisco’s”, werden verplicht om aan de christelijke religieuze riten deel te nemen. Op christelijke feestdagen moch-ten zij niet meer werken en zij mochten voort-aan, in tegenstelling tot anderen, geen wapens meer bij zich dragen. Ze moesten zelfs een halve maan gemaakt van stof op hun kleding dragen zodat duidelijk zou zijn dat zij tot christendom bekeerde moslims waren. Een jaar later werden deze wetten ook op andere plaatsen in Spanje, zoals Aragon, overgenomen.

Koning Filip II verbood vervolgens in 1567 het spreken van de Arabische taal, het bezit van boe-ken in de Arabische taal, het gebruik van Arabi-sche namen en het dragen van Arabische kleding. De morisco’s moesten voortaan ook de deuren van hun huizen openhouden op vrijdag, zodat gecontroleerd kon worden dat ze niet stiekem het Islamitische vrijdaggebed zouden verrich-ten. En ze werden ook verplicht hun kinderen naar christelijk scholen te sturen waar ze door christelijke priesters onderwezen en opgevoed zouden worden2. In het zuiden van het Iberisch schiereiland kwam het daarop wederom tot een opstand. Deze Morisco Opstand begon in 1568, maar in 1571 had Filip II de situatie terug onder zijn controle gebracht. Hij stuurde zijn leger na-melijk naar al de morisco dorpen en steden die geklaagd hadden over de manier waarop ze be-handeld werden, en liet dezen met de grond ge-lijk maken. De leiders in deze dorpen en steden werden gedood en de overige mannen, vrouwen en kinderen werden tot slaaf gemaakt. Bijvoor-beeld werden in het dorp Galera 2.500 mensen vermoord, waaronder 400 vrouwen en kinderen. Hierna werd het land rondom Galera besprooid met zout zodat het onvruchtbaar zou worden voor landbouw. Alle 80.000 morisco’s van Gra-nada werden uiteindelijk gedwongen te verhui-zen naar kleine dorpen verspreid over het noor-den en westen van Spanje, zodat ze ergens met

Koning Filip II verbood vervolgens in 1567 het spre-ken van de Arabische taal, het bezit van boeken in de Arabische taal, het gebruik van Arabische namen en het dragen van Arabische kle-ding. De morisco’s moesten voortaan ook de deuren van hun huizen openhouden op vrijdag, zodat gecontroleerd kon worden dat ze niet stie-kem het Islamitische vrijdag-gebed zouden verrichten. En ze werden ook verplicht hun kinderen naar christe-lijk scholen te sturen waar ze door christelijke priesters onderwezen en opgevoed zouden worden2.

51Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

een grote groep samen zouden zijn.3

In 1609, vervolgens, werden de morisco’s door de zoon van Filip II, Filip III, uit gans het Ibe-risch schiereiland verdreven. Voor de duidelijk-heid, deze verdijving door Filip III betrof niet de moslims op het Iberisch schiereiland. Die wa-ren op dat moment allemaal al lang vermoord of verdreven. Het decreet betrof de morisco’s die zich onder dwang tot het christendom had-den bekeerd. Ook zij mochten niet in het Ibe-risch schiereiland blijven. De morisco’s waren weliswaar christen, maar zij waren veelal niet van dezelfde ras als de Spaanse christenen. De morisco’s waren in veel gevallen afstammelingen van Arabieren en Noord-Afrikanen en hadden dus hun karakteristieken, zoals een donkerdere huid. De Spaanse christenen waren meer blank.4

Daarom werden de morisco’s niet als gelijken geaccepteerd door de Spaanse christenen, ook al waren ook zij christenen, maar werden zij als minderwaardig gezien. Filip III was namelijk van mening dat de morisco’s een gevaar voor de

staatsveiligheid vormden. Volgens, en vele ande-ren met hem, waren de morisco’s een potentiële vijfde kolonie die door de voornaamste vijand van het Spaanse koninkrijk, de Ottomaanse Khilafah, gebruikt zou kunnen worden in een oorlog tegen Spanje. Daarom moesten zij vertrekken.

De verdrijving van de morisco’s door Filip III had vijf jaren nodig om te completeren en in 1614 werden de laatste morisco’s op het schip ge-zet. Het totaal aantal verdrevenen wordt geschat op ergens tussen de 300.000 en 600.000 mensen. Naar verluidt stierven omstreeks tweederde tot drievierde van alle morisco’s bij deze gedwongen verhuizing. Zij mochten van de christenen name-lijk bijna niets van hun bezittingen meenemen. Maar onderweg naar de havens mochten zij enkel water drinken uit een rivier, of rusten onder een boom, als zij eerst hiervoor betaalden. Ook ge-beurde het dat degenen die in een schip geladen werden, daarin opgesloten werden. Ze moesten dan betalen om eten te krijgen. Of ze moesten hun kinderen afgeven in ruil voor eten, want het

52 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

was officieel beleid om zoveel mogelijk van dekinderen van de morisco’s achter te houden in Spanje. Dezen zouden dan namelijk opgevoed kunnen worden tot goede christenen, en zij en hun nageslacht zouden dan voor eeuwig goede slaven zijn voor de “echte” Spanjaarden.5 Nadat de gedwongen bekeringen tot het christendom het Iberisch schiereiland dus al eerder religieus had gezuiverd, completeerde dit gedwongen ver-trek van de bekeerde moslims in 1614 ook de et-nische zuivering van het gebied.

Overigens, dat dit pas in 1609 plaatsvond en niet onmiddelijk na de herovering van Andalusië op de moslims, had economische redenen. De mos-lims waren de absolute experts en specialisten in de technische wetenschappen en het waterma-nagement. Ze hadden complexe watermanage-mentsystemen opgezet om de bewatering van de landbouwgronden to organiseren. De christenen wisten in 1492 niet hoe ze deze irrigatiesystemen moesten opereren en ze voelden zich dus ge-noodzaakt om de morisco’s in Spanje te houden. Pas in 1609 hadden ze het gevoel de morisco’s niet meer nodig te hebben. Desalniettemin zou het decreet van 1609 nog steeds zware gevolgen hebben voor de Spaanse economie. De moris-

co’s namen hun kennis en kunde met zich mee naar het Kalifaat waar zij hun toevlucht zochten, en het Kalifaat profiteerde hier enorm van. Menzegt dat Soeltaan Bajazet II in reactie hierop zei: “Kan men zo een koning (Filip III) slim noemen, die zijn eigen land verarmt en mijn rijk verrijkt?”. Maar de haat voor Islam was zo groot in Spanje dat zij de economische gevolgen van hun beslis-sing om het land “Islam-vrij” te maken op de koop toe namen.

Opgemerkt moet worden dat in deze verschrik-kelijke periode de Khoelafa’a van de moslims de-den wat zij konden om de moslims van Spanje te helpen. Bijvoorbeeld Khalifa Selim II (1524 - 1574) wilde een invasie van Spanje organiseren, maar hij was gedwongen om zich op Cyprus te concentreren omdat de kruisvaarders dit eiland probeerden te gebruiken als uitvalsbasis voor aanvallen op het Midden-Oosten.

Ten slotte, 500 jaar na de inname van Granada in 1492, oftewel in 1992, trok koning Juan Carlos I het edict waarmee de verdrijving van de joden uit het Iberisch schiereiland was begonnen officieelin. Op dat moment betoonde hij spijt voor het-geen de joden was aangedaan door zijn voorou-

53Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

ders en hij maakte duidelijk dat joden weer wel-kom waren in Spanje. Maar over de moslims en het onrecht dat hen is aangedaan door zijn voor-ouders sprak hij op dat moment geen woord. Hij leidde wel de festiviteiten ter herinnering aan de christelijke inname van Granada in 1492 en de verering van Ferdinand en Isabella. Waardoor hij de misdaden begaan tegen de moslims door zijn voorouders dus impliciet goedkeurde. Verder is het tot op de dag van vandaag verboden om in de moskeeën die tijdens de Islamitisch heerschappij gebouwd zijn in Spanje, en die vandaag de dag vaak als museum of kerk dienst doen, het Isla-mitisch gebed te verrichten. Wie daar het gebed verricht wordt gearresteerd, wat in april 2010 een groep moslims uit Oostenrijk nog overkwam.6

_____________________________________

1www.en.wikipedia.org/wiki/Treaty_of_Granada_(1491)

2Volgens Fransisco Gonzalez in “The Empire Strikes Back: the Morisco Revolt in southern Spain” had-den de morisco’s hierover een specifieke klacht dieveel mensen nu bekend in de oren zal klinken: “In een gemeente vroegen de morisco’s of hun plaatse-lijke priester niet vervangen kon worden, want al hun

kinderen werden geboren met blauwe ogen zoals de zijne! ”.

3Roger Boase: “The Muslim Expulsion from Spain: An Early Example of Religious and Ethnic Clean-sing“

4De uitdrukking “blauw bloed” komt meest waar-schijnlijk hier vandaan. De Spaanse christenen had-den blankere huiden dan de morisco’s, en bij bij blanke huiden lijken de aderen blauw. De huid van de morisco’s was donkerder en zij hadden de “blauwe” aderen daarom niet. In de racistische samenleving van christelijk Spanje was “blauw bloed” daarom iets om trots op te zijn. Het gaf aan dat je afkomst “puur” christelijk was en dit gaf je een hogere positie in de samenleving. Degenen die niet over dit blauwe bloed beschikten werden gediscrimineerd en mochten bij-voorbeeld niet in bepaalde delen van de stad wonen, werden uitgesloten van verschillende beroepen, et ce-tera, et cetera.

5Ibidem noot 3

6www.guardian.co.uk/world/2010/apr/01/muslim-catholic-mosque-fight

54 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Divers

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet”. Dit spreek-woord is van toepassing op de westerse wereld wan-neer deze Islam en de moslims aanklaagt met de be-schuldiging dat moslimvrouwen onderdrukt worden,

en zich onder het voorwendsel van “bevrijding van de moslim-vrouw” met de zaken en aangelegenheden van de moslims be-moeit.

MODE: MARTELING IN DE NAAM VAN SCHOONHEID

55Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

MODE: MARTELING IN DE NAAM VAN SCHOONHEID

56 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

De Islamitische hoofddoek wordt al sinds eeu-wen in de westerse wereld als symbool gezien voor deze veronderstelde “onderdrukking van de moslimvrouw”. Vanaf het moment dat de westerse wereld in de persoon van kolonialist voet op Islamitische bodem zette, heeft zij actief beleid gevoerd in de moslim landen om de mos-limvrouwen ertoe te bewegen hun hoofddoek af te doen. Maar de moslimvrouwen interesseerden zich niet voor een westerse goed- danwel afkeu-ring van de hoofddoek. Want de moslimvrouw draagt de Islamitische hoofddoek in antwoord op de geboden en verboden van Allah, de Schep-per van hemelen en aarde, en dus met of zon-der toestemming van het westen en ongeacht of het westen begrijpt waarom zij haar hoofddoek draagt of niet.

In reactie hierop hebben politici en media in de westerse wereld nieuwe tactieken ontwikkeld om de moslimvrouwen ertoe te bewegen hun hoofd-doek af te doen. Zo bijvoorbeeld de wettelijke vervolging van de hoofddoek, oftewel discrimi-natie van de moslimvrouw met hoofddoek, zoals de verboden op het dragen van de hoofddoek op bepaalde plaatsen en bij bepaalde werkzaamhe-

den. Of bijvoorbeeld de psychologische terreur tegen de moslimvrouw met hoofddoek, zoals de portrettering van de moslimvrouwen met hoofd-doek als achterlijk, dom, ouderwets en onder-danig; terwijl de moslimvrouw zonder hoofd-doek wordt geportretteerd als intelligent, hip, zelfstandig en eerbiedwaardig. Maar slechts in enkele individuele gevallen hebben deze nieuwe tactieken inderdaad succes gehad. Verreweg de meeste moslimvrouwen met hoofddoek hebben in weerwil van deze tactieken toch vastgehou-den aan hun hoofddoek. En sterker nog, in het hoofddoek vijandige klimaat dat met genoemde tactieken tot stand is gebracht is de algemene tendens dat juist meer moslimvrouwen de Isla-mitische hoofddoek zijn gaan dragen.

Hierdoor is men in de westerse wereld zo geob-sedeerd geraakt door de Islamitische hoofddoek, dat men geen goed oog meer heeft voor de de-sastrueze omstandigheden waarin de westerse vrouw verzeild is geraakt. Onder invloed van het kapitalisme is de westerse vrouw ondermeer een onrealiseerbaar schoonheidsideaal opgedrongen, wat verregaande gevolgen heeft voor zowel de fysieke als de psychische gezondheid van de wes-

57Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

terse vrouw.

In de 19e eeuw was het schoonheidsideaal voor de westerse vrouw bijvoorbeeld de wespen-taille. Middels een korset moest de taille van de vrouw zo klein mogelijk worden gemaakt, wilde de vrouw door de samenleving als “mooi” wor-den geaccepteerd. Het resultaat hiervan was dat “mooie vrouwen” hun organen volledig verknel-den en moeilijk konden ademen, waardoor ze feitelijk voortdurend aan de rand van flauwvallenstonden. Na 1920 raakte dit schoonheidsideaal uit de mode, maar, krankzinnig als het moge klin-ken, momenteel schijnt het met een come back bezig te zijn.

In het moderne westerse schoonheidsideaal is het korset als martelinstrument vervangen door de hoge hak. De hoge hak zorgt ervoor dat de vrouw een onnatuurlijke houding aanneemt tij-

dens het lopen, wat na verloop van tijd zorgt voor ernstige pijn in de gewrichten (enkel, knie, heup) en de rug. Vooral wanneer de hoge hak-ken gedragen worden in combinatie met een modieuze schoudertas treden deze symptomen op. En bij veelvuldig en langdurig gebruik raakt de voet van de vrouw misvormd door de vorm van de schoen. De voet in de moderne “hoge hak” onderscheidt zich namelijk nauwelijks van de voet die resulteert uit de oud-Chinese traditie van “voetbinden”. Onder deze traditie werden de voeten van meisjes in de groei afgebonden zodat normale groei van de voeten niet plaats kon vinden. De jonge meisjes kregen hierdoor misvormde kleine voeten conform het toenma-lige Chinese schoonheidsideaal. De praktijk van het voetbinden wordt tegenwoordig gebruikt als schoolvoorbeeld van tradities waarvan afstand genomen moet worden, maar tegelijkertijd wordt de hoge hak dus gepromoot in het moderne wes-terse schoonheidsideaal.

De " wespentaille"

58 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Het is verder welbekend dat het moderne wes-terse schoonheidsideaal voor vrouwen eist dat zij superslank zijn. Eigenlijk moeten vrouwen onnatuurlijk mager zijn. De gemiddelde Body Mass Index (BMI) voor de topmodellen die het moderne westerse schoonheidsideaal weerge-ven is namelijk slechts 16,3. Ter indicatie, vol-gens de Wereld Gezondheid Organisatie van de Verenigde Naties is een BMI van 18,5 of lager “ongezond ondergewicht”, en 25,0 of hoger is “ongezond overgewicht”. Het moderne westerse schoonheidsideaal voor vrouwen valt dus in de categorie ernstig ondergewicht. Door de promo-tie van dit schoonheidsideaal zijn eetziektes als anorexia (niet eten) en bollumia (overgeven na het eten) een probleem geworden in de westerse samenlevingen. Een bewijs hiervoor is de recen-te instelling in verschillende landen van wetten die modellen verplichten een BMI te hebben van minstens 18,0. Dit in een poging het ongezonde schoonheidsideaal dat gepromoot wordt door de mode-industrie te corrigeren.

De complete onnatuurlijkheid van het moderne westerse schoonheidsideaal wordt belichaamd door de plastische chirurgie. Alles van het vrou-welijk lichaam kan en wordt tegenwoordig door chirurgen onder handen genomen. Chemicalien als botox worden in gezonde huid gespoten om rimpels tegen te gaan, of om de voetpijn die voortkomt uit het dragen van hoge hakken te

verminderen. Gezonde huid wordt weggesneden om de vrouw jonger te laten lijken. Tenen wor-den verkleind om de vrouw eenvoudiger hoge hakken te laten dragen. En siliconen worden overal geplaatst om de vorm van het lichaam te veranderen: van de jukbeenderen, tot de kin, tot de borsten, billen en kuiten. Wat vooral in Azië populair is, is het breken van de onderbenen om hen langer te kunnen laten maken, en om che-micaliën in te spuiten waardoor de huid gebleekt wordt, en om delen van de huid rond de ogen te verwijderen – alles om beter aan het moderne westerse schoondheidsideaal te kunnen voldoen.

Het gezegde “wie mooi wil zijn moet pijn lijden” is dus werkelijk waarheid voor wat betreft het westerse schoonheidsideaal. Wie het westerse schoonheidsideaal analyseert ziet in dat dit de vrouw leidt tot niets anders dan marteling. De westerse beschaving heeft voor de vrouw een ideaalbeeld geschapen dat niet bij haar schepping past. Het bestaat ondermeer uit een onnatuur-lijk gewicht en onnatuurlijke proporties voor het lichaam; voor niet-blanke vrouwen ook nog uit een onnatuurlijke huidskleur; en voor aziatische vrouwen verder uit een onnatuurlijke lengte. En omdat in de westerse samenleving de vrouw eerst en vooral – zo niet “enkel en alleen” – be-oordeeld wordt op uiterlijk en “sex appeal”, on-dergaan de westerse vrouwen gewillig al de pijn die komt bij het najagen van dit westers schoon-

Links een röntgenfoto van een voet in een hoge hak, rechts een röntgenfoto van een Chinese gebonden voet

59Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

heidsideaal. Dat het lichaam langzaam maar zeker misvormd raakt door het nauwgezet volgen van de laatste modetrends wordt geaceepteerd, en men probeert deze gevolgen tegen te gaan mid-dels plastische chirurgie. Dat plastische chirurgie zoals alle vormen van chirurgie risico’s met zich meebrengt wordt ook gewillig geaccepteerd. De pijn die hoort bij de operatie en het herstel na de operatie wordt zonder klagen ondergaan. En dat onduidelijk is hoe behandeling op langere ter-mijn van invloed zal zijn op het lichaam, dat het ernstige ziektes en misvormingen kan veroorza-ken, daar wordt niet moeilijk over gedaan.

Dit heeft zonder twijfel te maken met het feit

dat “winst” het leidende motief is in kapitalis-me. Want aan het najagen van het onnatuurlijke schoonheidsideaal door de vrouwen wordt grof geld verdiend in de cosmetische en plastisch chi-rurgische industriën. Maar er kan onmogelijk ge-zegd worden dat de beschaving die vrouwen dit aandoet, die vrouwen ertoe aanzet om zichzelf extreme pijn aan te doen en te mishandelen, wer-kelijk respect voor de vrouw heeft. De politici en media in de westerse wereld concentreren zich dus al jaren op de hoofddoek van de moslim-vrouwen, maar tegelijkertijd negeren zij de kete-nen waarin de westerse vrouw zich bevindt. Dit is waarom het spreekwoord “De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet” van toepassing is op het westen.

Uit dit alles blijkt ook dat hetgeen de westerse wereld de moslimvrouwen wijs probeert te ma-ken, namelijk dat de westerse manier van leven leidt tot sterke, zelfbewuste en daardoor geluk-kige vrouwen, niet de waarheid is. Kracht en zelf-bewustzijn hebben namelijk niets van doen met een vrouw die bereid is haar lichaam te folteren om maar mooi gevonden te kunnen worden door anderen. Noch hebben dezen iets van doen met de vrouw wiens enige levensdoel het is om mooi en sexy gevonden te worden. Kracht en zelfbe-wustzijn zijn in de vrouw die vasthoudt aan het-geen zij in gelooft, ongeacht wat de samenleving hiervan moge vinden. Om je complete leven te onderwerpen aan het heersende modebeeld ver-eist geen moed; om je hier tegen te verzetten wanneer deze ingaat tegen hetgeen je in gelooft, dat vereist moed.

In werkelijkheid is het bij de moslimvrouwen met hoofddoek, derhalve, dat ware kracht en zelfbewustzijn gevonden kan worden. Zij jagen namelijk niet een onnatuurlijk schoonheidsideaal na omdat de samenleving dit van hen verwacht, maar volgen de principes waarin zij geloven ook wanneer de samenleving zich hiertegen verzet.

Uit dit alles blijkt ook dat hetgeen de westerse wereld de moslimvrouwen wijs pro-beert te maken, namelijk dat de westerse manier van leven leidt tot sterke, zelfbewuste en daardoor gelukkige vrouwen, niet de waarheid is. Kracht en zelfbewustzijn hebben namelijk niets van doen met een vrouw die bereid is haar lichaam te folteren om maar mooi gevonden te kunnen worden door anderen. Noch hebben dezen iets van doen met de vrouw wiens enige le-vensdoel het is om mooi en sexy gevonden te worden. Kracht en zelfbewustzijn zijn in de vrouw die vasthoudt aan hetgeen zij in gelooft, ongeacht wat de samenleving hiervan moge vinden.

60 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Goddelijk oordeel

61Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT

Intellectueel eigendom gaat over de voortbrengselen van het men-selijk brein, oftewel ideeën. Soms zijn de ideeën verborgen en heb-ben ze geen tastbare realiteit. Dit is wanneer het idee zich enkel nog in het hoofd van de bedenker bevind. Soms ook zijn deze ideeën openbaar zonder een tastbare realiteit te hebben. Dit is

wanneer het idee bekend is gemaakt middels een lezing. En soms ook zijn deze ideeën openbaar met een tastbare realiteit. Dit is wanneer het idee Is opgeschreven in een boek of tot een film is gemaakt. Of wanneer het ideepraktisch is uitgewerkt tot een product zoals een telefoon of auto.

62 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Wanneer het gaat over intellectueel eigendoms-recht dan gaat het eigenlijk over de vraag welke rechten de bedenker van een idee heeft. Nu, wan-neer een idee niet bekend is gemaakt dan bestaat het enkel en alleen in het hoofd van de bedenker. In dit geval is het onmogelijk dat een andere per-soon gebruik maakt van dit idee. Want hiervoor moet de bedenker het idee eerst bekend maken. En in dit geval speelt de kwestie “welke rechten heeft de bedenker van een idee?” dus niet.

Wanneer het idee bekend is gemaakt zonder het een tastbare realiteit te geven, oftewel wanneer het bekend is gemaakt middels een lezing of een gesprek, dan kan een andere persoon dit idee gebruiken. En wel op twee manieren. Hij kan het idee verder verspreiden, waarbij hij de keuze heeft om aan te geven van wie het idee afkomstig is maar hij kan daarbij ook beweren dat het idee van hemzelf afkomstig is. Hij kan het idee ook gebruiken door het een tastbare realiteit te ge-ven, oftewel door het te gebruiken in een boek, film of product. Ook hierbij kan hij aangevenvan wie het idee echt afkomstig is, maar hij kan ook beweren dat het idee van hemzelf afkomstig is. En in dit geval speelt de kwestie “welke rech-ten heeft de bedenker van een idee?” dus wel.

Wanneer het idee bekend is gemaakt doordat het een tastbare realiteit gegeven is, dan is het ge-bruikt in een boek, film, of product. In dit gevalkan een andere persoon het idee leren kennen door de tastbare realiteit te onderzoeken. Dus door het boek te lezen of de film te kijken, ofdoor het product uit elkaar te halen om te onder-zoeken hoe het precies in elkaar zit. En dan kan hij het idee verder verspreiden of gebruiken in andere boeken, films of gebruiksgoederen. Enhierbij kan hij aangeven van wie het idee echt af-komstig is, maar hij kan ook beweren dat het idee van hemzelf afkomstig is. Ook in dit geval speelt de kwestie “welke rechten heeft de beden-ker van een idee?” dus.

Wanneer het idee bekend is gemaakt doordat het een tastbare realiteit gegeven is, dan kan een an-dere persoon deze tastbare realiteit ook namaken zoals deze is. Hij kan het boek of de film kopië-ren, of het product namaken. Ook hierbij kan hij aangeven van wie het idee en de oorspronkelijke tastbare realiteit echt afkomstig zijn, maar hij kan ook beweren dat beiden van hemzelf afkomstig zijn. Ook in dit geval speelt de kwestie “welke rechten heeft de bedenker van een idee?” dus.

Al deze bovenstaande theoretische mogelijkhe-den kunnen in de praktijk op de volgende manie-ren waargenomen worden:

Ten eerste, mensen leren een idee kennen door een gesprek, of een lezing, of een boek, of door onderzoek naar een tastbare realiteit; en vervol-gens vertellen ze dit idee verder waarbij ze aan-geven dat ze het idee geleerd hebben en van wie precies. Dit vindt veel plaats in de wetenschap-pelijke wereld, waar mensen boeken schrijven en dan middels voetnoten aangeven waar ze hun ideeën vandaan hebben als ze deze ideeën niet zelf bedacht hebben. In dit geval geldt het volgende. Als iemand een idee of kennis heeft ontwikkeld, maar deze heeft opgeslagen in zijn geheugen of persoonlijke geschriften en dus niet bekend heeft gemaakt, dan is dit idee of deze kennis zijn private bezit. Deze persoon is door Islam vrijgelaten in de keuze om zijn idee bekend te maken of niet, en als hij dit bekend maakt dan

63Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

rest hem de keuze om dit in ruil voor een ver-goeding bekend te maken of niet. Maar, als hij eenmaal zijn kennis bekend heeft gemaakt, dan is deze kennis bezit geworden van de mensen aan wie hij deze kennis bekend heeft gemaakt. En Islam heeft hem niet het recht gegeven om anderen voor te mogen voorschrijven hoe zij de kennis mogen gebruiken. Dit is een funda-menteel principe in Islam, het bewijs waarvoor de volgende overlevering is: “Boeraira kwam bij mij (‘Aiesja) en zei: ‘Ik heb een contract gemaakt met mijn eigenaren over mijn vrijstelling, voor negen oeqiya goud, te betalen in jaarlijkse termij-nen. Ik zoek daarom uw hulp’. ‘Aiesja zei: ‘Als jouw eigenaren hiermee akkoord gaan dan betaal ik dit bedrag in één keer, en dan laat ik je vrij op voorwaarde dat je loyaliteit voor mij zal zijn’. Boeraira ging toen naar haar eigenaren maar zij weigerden dit aanbod. Ze kwam terug bij ‘Aiesja en zei: ‘Ik heb hen het aanbod voorgesteld maar ze weigerden, tenzij de loyaliteit voor hen blijft’. ‘Aiesja vertelde dit tegen de Profeet die zei: ‘Doe het’, dus ze deed het. De profeet stond toen op om de mensen een toespraak te geven waarin hij Allah verheerlijkte en prees, en zei: ‘Wat is er met de mensen die voorwaar-des opleggen die niet aanwezig zijn in het Boek van Allah ? Dus, iedere voorwaarde die niet aanwezig is in het boek van Allah is ongeldig zelfs al waren zij honderd voor-

waardes. De verordening van Allah is het meer waard (om nageleefd te worden), en de voorwaarden van Allah zijn sterker. Voor-waar, de loyaliteit is voor degene die vrijzet’.” (Boechari).

Deze hadith zet uiteen dat een koper het recht heeft om het door hem gekochte te gebruiken zoals hij wil, binnen de grenzen gesteld door Al-lah ; en dat een verkoper niet het recht heeft om een koper voor te schrijven hoe hij het ge-kochte wel of niet mag gebruiken. Dus als een idee of kennis eenmaal bekend is gemaakt, dan mogen degenen die het idee of de kennis ont-vangen hebben dit gebruiken zoals zij willen. Want dit idee of deze kennis is nu hun private bezit geworden, zoals het gekocht privaat bezit is geworden van de koper door de koop. En degene die het idee bekend heeft gemaakt heeft daarom geen recht om voor te schrijven hoe de ontvan-gers van dit idee hun bezit mogen gebruiken. Daarom is het verder verspreiden van ontvangen kennis toegestaan door Islam.

Ten tweede, mensen leren een idee kennen door een gesprek, of een lezing, of een boek, of door onderzoek naar een tastbare realiteit; en vervol-gens vertellen ze dit idee verder zonder aan te ge-ven dat ze het idee geleerd hebben en dus door te beweren dat het hun eigen idee idee is. Wanneer dit gebeurd in de wetenschappelijke wereld dan noemt men dit “plagiaat”. Plagiaat is feitelijk een vorm van liegen. Men zegt dan een bepaald idee of een bepaalde kennis ontdekt te hebben, ter-wijl in werkelijkheid iemand anders dit ontdekt heeft. Dit is door Islam verboden omdat Allah het liegen heeft verboden:

“Voorzeker, Allah leidt hem die buitensporig en een grote leugenaar is, niet.” (Zie de verta-ling van de betekenissen van de Koran, soera Al Moe'umin 40, vers 28)

En toen de Boodschapper van Allah werd ge-vraagd: “Kan de moe’umin een leugenaar zijn?”.

64 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Zei hij : “Nee”. (Malik’s Moewatta). Dus het verder verspreiden van ontvangen kennis is toe-gestaan door Islam, en dit behoort te gebeuren onder verwijzing naar degene van wie de kennis afkomstig is.

Ten derde, mensen kopiëren een tastbare reali-teit en daarmee een idee, om deze kopie zelf te gebruiken. Dit vindt veel plaats in het bereik van boeken, CD’s en DVD’s. Men kopieert het ori-gineel van een ander om deze kopie zelf te ge-bruiken. Hier geldt dezelfde fundamentele regel dat de verkoper niet het recht heeft om de koper voor te schrijven hoe het gekochte wel of niet mag gebruiken. Dus de koper mag doen en laten met hetgeen hij gekocht heeft, binnen de grenzen gesteld door Allah . Als de koper dus iemand anders toestaat om het door hem gekochte te co-piëren, dan is dat zijn recht. Want het gekochte is zijn bezit.

Voor wat betreft de fatwa die men soms op CD’s of DVD’s aantreft en die zegt: “Het is niet toe-gestaan om programmas te kopiëren, behalve als hiervoor toestemming is gegeven, omdat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: ‘De moslims zijn gebonden door hun afspra-ken’.”, deze fatwa is incorrect. De Boodschapper van Allah heeft namelijk gezegd: “De mos-lims zijn gebonden door hun afspraken, be-halve afspraken die de halal verbieden of de haraam toestaan” (At Tirmidhi). En het is halal voor een koper om het door hem gekochte te kopiëren. Een afspraak tussen koper en verkoper kan dit dus niet haraam maken.

Voor wat betreft de fatwa die men soms op CD’s of DVD’s aantreft en die zegt: “Het is niet toe-gestaan om programma’s te kopieren, behalve als hiervoor toestemming is gegeven, omdat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: ‘Het is niet toegestaan om de rijkdom van een moslim te nemen zonder zijn toestemming’ (Ahmed).”, ook deze fatwa is incorrect. Deze ha-dith gaat over het nemen van het eigendom van andere moslims. Waar het hier over gaat is niet het eigendom van een ander, maar het gekochte dat het eigendom van de koper zelf is. De CD of DVD gekocht door de koper is van de koper en niet van iemand anders, dus deze hadith is niet van toepassing op de kwestie.

Voor wat betreft de fatwa die men soms op CD’s of DVD’s aantreft en die zegt: “Het is niet toe-gestaan om programmas te kopieren, behalve als hiervoor toestemming is gegeven, omdat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: ‘Degene die als eerste een toegestaan ding kreeg heeft hier het meeste recht op’ (Aboe Dawoed).”, ook deze fatwa is incorrect. Deze ha-dith gaat over het gemeenschappelijk bezit van de moslims, zoals in de hadith: “Mina is een rustplaats voor degene die haar als eerste bereikt” (At Tirmidhi). Oftewel, degene die er een plaats vindt om te rusten mag daar rusten en hij mag niet weggestuurd worden door iemand die later komt. Het gaat in deze kwestie over het privaat bezit van een koper, echter, en daarom is deze hadith niet van toepassing op de kwestie.

Voor wat betreft de CD’s en DVD’s die van de koper eisen dat zij bij Allah zweren deze niet

Ten derde, mensen kopiëren een tastbare realiteit en daarmee een idee, om deze kopie zelf te gebruiken. Dit vindt veel plaats in het bereik van boeken, CD’s en DVD’s. Men kopieert het origineel van een ander om deze kopie zelf te gebruiken. Hier geldt dezelfde fun-damentele regel dat de verkoper niet het recht heeft om de koper voor te schrijven hoe het gekochte wel of niet mag gebruiken.

65Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

te zullen kopiëren, ook dit is een poging van de verkoper om de koper te beperken in zijn ge-bruik van het gekochte en dit is zoals aangetoond tegen Islam.

De vraag kan dan misschien komen: “Mag men wel een overeenkomst aangaan met een verkoper, als de verkoper in de overeenkomst afspraken wil opnemen die niet door Islam geaccepteerd wor-den (faasid)?”. Het antwoord op deze vraag is gegeven door de eerder aangehaalde hadith be-treffende 'Aiesja (ra) en Boeraira . Deze bewijst verder dat er gekocht mag worden ook als de ver-koper een door Islam niet geaccepteerde voor-waarde in de overeenkomst op wil opnemen. In deze hadith zegt de Boodschapper van Allah feitelijk tegen 'Aiesja (ra): Koop maar met de faasid voorwaarde. Het antwoord op de vraag is derhalve: een moslim mag overeenkomsten afsluiten die een door Islam niet geaccepteerde voorwaarde bevatten, maar eenmaal de koop gedaan is dan moet deze voorwaarde genegeerd worden.

Ten vierde, mensen kopiëren een tastbare reali-teit en daarmee een idee, om deze kopie te ver-handelen, waarbij ze aangeven dat het goed een kopie van een origineel is. Ook dit vindt veel plaats in het bereik van boeken, CD’s en DVD’s. Men kopieert een origineel om deze kopiëen vervolgens te verkopen. Hiervoor geldt identiek dezelfde oordeel als voor kopiëren met de in-tentie tot gebruik. Er is echter één voorbehoud. Soms worden speciale identificaties aangebracht

op een tastbare realiteit om deze tastbare reali-teit te kunnen onderscheiden van andere tastbare realiteiten die bijna hetzelfde zijn. Deze speciale identificaties zijn merkindicatoren (trademark),zoals de “swoosh” van NIKE, de drie strepen van ADIDAS of de appel van APPLE. Deze merkindicatoren zijn in feite een marketingin-strument. Ze stellen een verkoper in staat om zichzelf en zijn producten te onderscheiden van andere verkopers en andere producten. Als zo-danig moeten merkindicatoren gezien worden als een product, omdat ze gebruikt worden voor de verhandeling van producten. Dus de “swoosh” van NIKE is dus een product, en de drie strepen van ADIDAS zijn een product, en de appel van APPLE is ook een product. Deze gelijkstelling van merkindicatoren aan producten heeft als ge-volg dat volgens Islam NIKE als ontwikkelaar van de “swoosh” de eigenaar is van de “swoosh”, dat ADIDAS als ontwikkelaar van de drie strepen de eigenaar is van de drie strepen, et cetera. En dit betekent dan weer dat niemand een merkin-dicator mag gebruiken zonder toestemming van de eigenaar, omdat de Boodschapper van Allah heeft gezegd: “Het is niet toegestaan om de rijkdom van een moslim te nemen zonder zijn toestemming”. (Al Daaraqoetni). Het ko-piëren van merkindicatoren is dus niet toegestaan door Islam omdat dit gebruik maken is van het private eigendom van een ander. Degene die een LEVI’S 501 broek gekocht heeft mag daarom de vorm hiervan gebruiken als voorbeeld voor de fabricage van een nieuwe broek. Hij mag op deze nieuwe door hem gefrbiceerde broek echter niet de LEVI’S merkindicatoren aanbrengen zonder toestemming van LEVI’S hiervoor.

66 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

Column Okay Pala

HITLER'S RASSENTHEORIEVAN TABOE NAAR LEGITIEM IN DUITSLAND;ALLES OM ISLAM TE BEVECHTEN

67Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

HITLER'S RASSENTHEORIEVAN TABOE NAAR LEGITIEM IN DUITSLAND;ALLES OM ISLAM TE BEVECHTEN

De politicus en eco-noom van de Duit-se Centrale Bank Thilo Sarrazin probeert in zijn

recent verschenen boek “Deut-schland schafft zich ab (Duitsland schaft zichzelf af)” te beargumen-teren dat Duitsland naar de on-dergang wordt gebracht door haar moslimbevolking. Sarrazin heeft waargenomen dat statistieken aantonen dat immigranten en hun nageslacht gemiddeld genomen minder opgeleid zijn dan “autoch-tone” Duitsers, en volgens hem bewijst dit dat de immigrantenras-sen, in het bijzonder de moslims, minder intelligent zijn dan au-tochtone Duitsers. Sarrazin heeft ook waargenomen dat immigran-ten en hun nageslacht gemiddeld genomen meer kinderen krijgen dan dan “autochtone” Duitsers. En op basis hiervan concludeert hij dat Duitsland dommer wordt omdat het aandeel “onintelligente rassen” in de bevolking toeneemt. De slotconclusie van Sarrazin op basis van dit alles is dat Duitsland door de voortdurende aanwezig-heid van moslims in Duitsland naar de afgrond beweegt.

68 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

De theorie van Sarrazin is rassentheorie, puur en simpel, precies zoals oorspronkelijk bedacht door Arthur de Gobineau en wereldberoemd ge-maakt door Adolf Hitler. Dit is verschillenden binnen de Duitse media ook niet ontgaan, zoals de Tageszeitung die over het boek van Sarazzin zei: “Wat te doen, wanneer 65 jaar na het verbod op ‘Mein Kampf ’ voor het eerst weer een rassen-theoretisch traktaat een bestseller in Duitsland dreigt te worden?”.

Het is algemeen bekend dat de Duitse politiek sinds 1945, vanwege wat gebeurd is in Nazi-Duitsland, geen enkele tolerantie kent voor de verspreiding en/of promotie van racistische ideeën. Van Duitsland was daarom bekend dat er daar niet gediscussieerd kon worden over racisti-sche ideeën. Zij werden steevast terzijde gescho-ven met opmerkingen “dit is haat en haat hoort thuis niet in Duitsland”, waardoor iedere discus-sie of debat over het idee in de kiem gesmoord werd. Het enige onderwerp met betrekking tot racisme waarover wel gediscussieerd en gedeba-teerd mocht worden, en dus ook werd, was: “Hoe kan een wederopleving van nazisme en racisme voorkomen worden?”. Met andere woorden, de promotie en verspreiding van racisme was abso-luut taboe in Duitsland.

Voor Sarrazin heeft de Duitse politiek echter met deze gewoonte en traditie gebroken. De meeste Duitse politici zeiden in reactie op de racistische ideeën van Sarrazin namelijk: “Ja, er bestaan in-derdaad problemen met de migranten en hun nakomelingen, maar dit is een probleem van on-derwijs en niet van ras”. Dit was veel meer op-merkelijk dan het op het eerste gezicht lijkt. Met deze woorden worden de racistische ideeën van Sarrazin namelijk niet terzijde geschoven zoals Duitsland gewoonlijk doet met racistische ideeën. Integendeel, door de racistische ideeën van Sar-razin inhoudelijk te behandelen en op basis van argumenten af te wijzen hebben de Duitse poli-tici feitelijk gezegd: “We zijn het niet met Sarra-zin eens, maar we kunnen begrijpen dat sommige mensen zo denken”. En hierdoor maakten ze de racistische ideeën van Sarrazin dus respectabel in plaats van taboe, waardoor de mensen aange-

zet werden om na te denken over deze ideeën. Sindsdien is heel Duitsland in de ban van Sar-razin’s boek en wordt de vraag of Sarrazin toch misschien gelijk heeft overal druk bediscussieerd. Sarrazin’s racistische ideeën zijn door de Duitse politici dus effectief verspreid en gepromoot…

In reactie op Sarrazin moet het volgende ont-houden worden. Tijdens de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw werden de moslims als gastarbei-ders naar Duitsland gehaald om het vuile werk op te knappen dat de Duitsers zelf niet wilden doen. Hierdoor kon de Duitse economie blij-ven groeien. Als dank werden de moslims vanaf het eerste moment dat zij voet aan land zetten in Duitsland racistisch bejegend, zoals uitvoerig is gedocumenteerd door bijvoorbeeld de be-roemde onderzoeksjournalist Günter Wallraff. Wallraff vermomde zich een tijdlang als Turk en schreef vervolgens zijn dieptragische ervaringen op in het in 1985 gepubliceerde boek “Ganz un-ten (Helemaal onder)”. Nu het economisch al-lemaal minder gaat, ten gevolge van de fouten in de kapitalistische economie; en ook de sociale problemen steeds erger worden, deels vanwege de economie maar deels ook vanwege de fouten in de kapitalistische wereldvisie; worden de mos-lims de schuld hiervoor in de schoenen gestoken. Met andere woorden, toen het allemaal goed ging gebruikte men de moslims maar liet men hen verder links liggen en keek men niet naar hun ontwikkeling en welzijn om. En nu de moslims zich onderaan de sociaal-economische ladder bevinden – wat gezien het voorgaande toch niet onverwacht genoemd kan worden! – wordt hen gezegd dat het allemaal de schuld van hun religie is en dat zij hierdoor de problemen voor alle an-dere mensen veroorzaakt hebben!

De Duitse politiek is dus op slinkse wijze de weg van Nederland ingeslagen. Het anti-Islam klimaat en de moslimhaat waarvoor Nederland nu bekend is in de wereld nam omstreeks tien jaar geleden ook een aanvang met een op dat moment onschuldig lijkende publicatie. In “Het multiculturele drama” beweerde Paul Schef-fer destijds niet veel anders dan Thilo Sarrazin vandaag, zijnde dat de moslims economisch en

69Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

sociaal niet goed meedraaien in de samenleving en dat dit hoofdzakelijk komt door hun ras / re-ligie. Scheffer negeerde toen, net zoals vandaag, de omstandigheden die hebben geleid tot de economische en sociale problemen die de mos-lims vandaag de dag ervaren in het westen, zodat in een volgende stap de moslims eenvoudig de schuld kon worden gegeven van al de problemen in de samenleving.

Men kan zeggen dat het in Duitsland allemaal niet zo een vaart zal lopen. Dat de reactie van de Duitse politici op Sarrazin enkel een uiting van vrijheid van meningsuiting was en dat er dus niet teveel achter gezocht moet worden. Maar die mensen wordt de mond gesnoerd door het feit dat de Duitse politiek wel zoals men van haar gewend is geraakt reageerde toen bleek dat Sar-razin ook de joden racistisch bejegende. Toen plotseling was er geen ruimte voor discussie en moest Sarrazin van de meeste politici ontslagen worden en uit zijn politieke partij gezet worden! Met andere woorden, om racistisch te zijn op de minst verholen manier, met de meest duidelijke voorbeelden van rassentheorie in de lijn van die van Adolf Hitler, is geen probleem zolang het maar tegen moslims gericht is.

Maar net zo min als Nederland kan Duitsland ook niet weglopen van haar economische en sociale problemen. In Nederland weten we dat de schuld geven Islam of de moslims voor deze problemen hen niet zal oplossen. Maar we weten ook dat gehaaide politici dit maar wat graag zullen doen om stemmen te winnen en om de aandacht van de mensen af te leiden van de echte problemen. Het moet verwacht worden, derhalve dat ook de Duitse samenleving (verder) ontwricht zal wor-den door het (verder) aanwakkeren van de haat tegen Islam en de moslims, precies zoals we in Nederland hebben kunnen zien gebeuren.

Echter, het is duidelijk dat de oorzaak voor de echte problemen in Duitsland en Nederland ligt in de kapitalistische ideologie waarvoor men in het westen gekozen heeft. Denk kredietcrisis. De moslims als dragers van de ideologie Islam kun-nen daarom niet het probleem zijn. Sterker nog,

zij zijn eigenlijk de oplossing voor deze proble-men. Dit zullen Nederland en Duitsland zien zo-dra de Islamitische Staat Al Khilafa terug opge-richt is en de ideologie Islam weer compleet ten uitvoer wordt gebracht. Niemand hoeft zorgen te hebben voor deze dag, want de ideologie Islam tolereert geen racisme. Dus wie van de Neder-landers of Duitsers dan weer in de Islamitische Staat wil komen wonen om te profiteren van desystemen van Al Khilafa, zoals hun voorouders zich ook overal in het Midden-Oosten vestigden voor de profijtelijke handel met de moslims*, demoslims zullen hen geen onrecht aandoen en zullen hen niet discrimineren.

Okay Pala

_____________________________________

*In ondermeer Izmir, Turkije, en Aleppo, Syrië ont-stonden “Nederlandse wijken” doordat zoveel Ne-derlanders zich daar vestigden om handel te drijven. In hun wijken mochten zij van de moslims hun levens ordenen volgens hun eigen inzichten, in volledige vrij-heid. Zo mochten zij bijvoorbeeld onder elkaar recht-spreken volgens hun eigen wetten en ook christelijke kerken bouwen en begraafplaatsen aanleggen.

70 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43

LIDMAATSCHAP

Ja,ik neem een jaar abonnement op Expliciet Magazine, totdat ik schriftelijk weer opzeg.Ik zal jaarlijks € 15,- contant voldoen, of overmaken op onderstaand bankrekening nummer.

NAAM:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ M/V _ _ _ _ _ _ _ _

STRAAT:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ NR: _ _ _ _ _ _ _ _

POSTCODE:_ _ _ _ _ _ _ _ PLAATS:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

GEBOORTE DATUM:_ _ _ _ _ _ _ _ _ EMAIL @: _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

HANDTEKENING:_ _ _ _ _ _ _ _ _stuur deze bon + overschrijvingbewijs naar

Ten name van Dhr. F. BabayigitNederland rekening nummer:

giro 7711613of

Ten name van Expliciet MagazineBelgië rekening nummer:

735 - 000-6625-17

Abonnementen Service Postbus 51043 3007 GA Rotterdam

Ja,ik neem een jaar abonnement op Expliciet Magazine, totdat ik schriftelijk weer opzeg.Ik zal jaarlijks € 15,- contant voldoen, of overmaken op onderstaand bankrekening nummer.

NAAM:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ M/V _ _ _ _ _ _ _ _

STRAAT:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ NR: _ _ _ _ _ _ _ _

POSTCODE:_ _ _ _ _ _ _ _ PLAATS:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

GEBOORTE DATUM:_ _ _ _ _ _ _ _ _ EMAIL @: _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

HANDTEKENING:_ _ _ _ _ _ _ _ _stuur deze bon + overschrijvingbewijs naar

Ten name van Dhr. F. BabayigitNederland rekening nummer:

giro 7711613of

Ten name van Expliciet MagazineBelgië rekening nummer:

735 - 000-6625-17

Abonnementen Service Postbus 51043 3007 GA Rotterdam

72 Oktober - November - December 2010 / Jaargang 10 Nr. 43