Expertisecentrum Veiligheid -...

243
Onderzoeksplan (Fase I) Auteur Student: D. van Gorkum Studentnummer: 2038997 Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Expertisecentrum Veiligheid Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid Adres: Onderwijsboulevard 215 5223 DE ’s-Hertogenbosch Opdrachtgever: A. Boer Functie: Docent- onderzoeker ASH Avans Hogeschool Locatie: Academieplein Adres: Hogeschoollaan 1 4800 RA Breda Stagebegeleider: Femke van der Hamsvoort Beoordelaar: Caroline Oomen

Transcript of Expertisecentrum Veiligheid -...

Page 1: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

On

der

zoek

spla

n (

Fase

I)

Auteur

Student: D. van Gorkum

Studentnummer: 2038997

Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

Expertisecentrum Veiligheid

Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid

Adres: Onderwijsboulevard 215

5223 DE ’s-Hertogenbosch

Opdrachtgever: A. Boer

Functie: Docent- onderzoeker ASH

Avans Hogeschool

Locatie: Academieplein

Adres: Hogeschoollaan 1

4800 RA Breda

Stagebegeleider: Femke van der Hamsvoort

Beoordelaar: Caroline Oomen

Page 2: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

2 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Inhoud 1. Vooronderzoek ................................................................................................................................ 3

1.1 Aanleiding tot onderzoek en de rol en positie van betrokkenen .................................................. 3

1.1.1 Macroniveau ........................................................................................................................... 3

1.1.2 Mesoniveau ............................................................................................................................ 4

1.1.3 Microniveau ............................................................................................................................ 5

1.2 Factoren ontstaan/voortbestaan van het probleem en de oplossingsrichtingen ......................... 5

1.3 Toelichting hoe het onderzoek gaat bijdragen aan het praktijkverbeteringsvoorstel .................. 8

2. Onderzoeksdesign ............................................................................................................................. 10

2.1 Doel van het onderzoek .............................................................................................................. 10

2.1.1 Doelstelling ........................................................................................................................... 10

2.1.2 Belang van het onderzoek .................................................................................................... 10

2.2 Hoofvraag en deelvragen ............................................................................................................ 10

2.2.1 Hoofdvraag: .......................................................................................................................... 10

.2.2 Deelvragen ......................................................................................................................... 10

2.2.3 Begripsafbakening probleemstelling .................................................................................... 11

2.2.4 Verwachtingen uitkomst onderzoek .................................................................................... 12

2.3 Type onderzoek, onderzoekmethoden, onderzoekstechnieken en onderzoekseenheden ........ 13

2.4 Validiteit en betrouwbaarheid .................................................................................................... 14

2.5 Tijdsplan en sluitende begroting ................................................................................................. 16

2.5.1 Globaal tijdschema met deadlines. ...................................................................................... 16

2.5.2 Planning projectplan............................................................................................................. 16

2.5.3 Planning onderzoeksrapport en deelvragen ........................................................................ 16

2.5.4 Kosten ................................................................................................................................... 17

2.6 Relatie tot het ontwikkelen beroepsproduct .............................................................................. 17

2.7 Randvoorwaarden voor uitvoering onderzoek en beroepsproduct (volgens specificatie). ........ 17

Bijlage 1: Toelichting Vlaggensysteem .................................................................................................. 18

Bijlage 2: verwachtingsmodel ............................................................................................................... 19

Bijlage 3: Randvoorwaarden opleiding projectplan .............................................................................. 20

Bijlage 4: Formulier HBO-kennisbank .................................................................................................... 21

Bijlage 5: Startovereenkomst ................................................................................................................ 23

Bibliografie ............................................................................................................................................ 26

Page 3: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

3 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

1. Vooronderzoek

1.1 Aanleiding tot onderzoek en de rol en positie van betrokkenen In dit kopje wordt de aanleiding tot het onderzoek beschreven en de rol en positie van alle

betrokkenen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en microniveau. Op

macroniveau wordt beschreven welk onderzoek er aan vooraf is gegaan en welke conclusies er uit het

rapport van commissie-Samson en commissie-Rouvoet vloeide. Op mesoniveau wordt het RAAK-PRO

project beschreven. Er wordt onder andere toegelicht wat de hoofddoelen zijn, welke projectpartners

er betrokken zijn en de inhoud van het Vlaggensysteem. Tot slot wordt onder microniveau beschreven

wie de projectleider is van het RAAK-PRO project en aan welke hoofddoelstellingen dit onderzoek

gekoppeld is.

1.1.1 Macroniveau Op 8 oktober 2012 heeft commissie-Samson en commissie-Rouvoet een rapport uitgebracht onder de

naam ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’. De aanleiding van dit rapport kwam tot stand na een besluit

van de ministers voor Jeugd en Gezin en van Justitie. Zij gaven in april 2010 de opdracht om onderzoek

te doen naar mogelijke signalen van seksueel misbruik van minderjarigen die op gezag van de overheid

in instellingen of pleeggezinnen waren geplaatst. Dit onderzoek heeft betrekking op de periode 1945

– 2010. Uit het rapport is naar voren gekomen dat jongeren die onder verantwoordelijkheid van de

overheid in de jeugdzorg worden geplaatst onvoldoende worden beschermd tegen seksueel misbruik.

Het gaat zowel om misbruik door medewerkers van jeugdzorgorganisaties zelf als door groepsgenoten.

Verder kwam er uit het rapport naar voren dat er een groot deel van het seksueel misbruik

onopgemerkt blijft. Het rapport toonde aan dat er grote behoefte was naar professionals die beter

kunnen signaleren en adequaat kunnen reageren op het gebied van seksueel (grensoverschrijdend)

gedrag van jongeren in een residentiële jeugdzorg (Rapport commissie-Samson, 2012).

“Het onderzoek van de commissie-Samson toonde aan dat:

kinderen in de residentiële jeugdzorg (RJ) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan

andere leeftijdsgenoten;

het zowel misbruik door medewerkers als door groepsgenoten betreft;

dat een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft;

dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken (Rapport

commissie-Samson, 2012).”

Jeugdzorg Nederland heeft vlak na het onderzoek aangegeven de volledige verantwoordelijkheid op

zich te nemen voor een structurele en vooruitstrevende aanpak van het probleem seksueel misbruik.

Hierop is er een nieuwe commissie uit voortgevloeid, namelijk: commissie ‘Voorkomen seksueel

misbruik in de jeugdzorg’. Deze commissie heeft de opdracht gekregen om een kwaliteitskader te

ontwikkelen die gericht is op preventie, signaleren en aanpak van seksueel misbruik van jongeren tot

achttien jaar (Jeugdzorg Nederland, 2013).

“De commissie-Samson hanteert de volgende definitie van seksueel misbruik: Seksueel misbruik van

kinderen is seksueel contact van (jong) volwassenen met kinderen jonger dan 18 jaar (tot 1988 21 jaar).

Deze lichamelijke contacten zijn tegen de zin van het kind of zonder dat het kind deze contacten kan

weigeren. Daders zetten het kind emotioneel onder druk, dwingen het kind of weten door hun

Page 4: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

4 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

overwicht te bereiken dat het kind geen nee durft te zeggen tegen seksuele toenaderingen (Jeugdzorg

Nederland, 2013).”

1.1.2 Mesoniveau

“De behoefte van professionals om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van jongeren in de

residentiële jeugdzorg (RJ) beter te kunnen signaleren, te duiden en er adequaat op te kunnen

reageren, is aanleiding geweest voor dit RAAK-PRO project”. De uitkomsten van de commissie-Samson

en commissie-Rouvoet (2012) onderstrepen de noodzaak ervan (Project Gezond seksueel gedrag RJ,

z.j.).” In dit project wordt er vanuit verschillende disciplines kennis en ervaring ingebracht. Het doel

van het project is het professionele handelen van professionals te versterken om gezond seksueel

gedrag van 12 tot 18 jarigen in de residentiële jeugdzorg te bevorderen. De projectorganisatie bestaat

uit een consortium bestaande uit vijf projectpartners, namelijk: Avans Hogeschool, Movisie, Rutgers

WPF, TNO en Accare. Elk projectpartner heeft zijn eigen vakbekwaamheid ter realisering van de

projectdoelstellingen. Verder bestaat de projectorganisatie uit een stuurgroep, een expertgroep, een

begeleidingscommissie. Ook is er een samenwerkingsverband tussen Avans Hogeschool en de

lectoraten van vier andere hogescholen, namelijk: Hogeschool Utrecht, Hogeschool Amsterdam,

Fontys en Hogeschool Zuyd. Deze samenwerkingspartners dienen als ambassadeurs van het project.

Het RAAK Pro-project ‘Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg: Vlaggensysteem RJ’ wordt

uitgevoerd door het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool. Dit project loopt in de periode

van 1 mei 2013 tot 1 mei 2017. Het project wilt een bijdragen leveren aan een gezonde seksuele

ontwikkeling van jongeren binnen de Residentiële Jeugdzorg, waardoor het risico op seksueel

grensoverschrijdend gedrag afneemt volgens (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

“De doelen van het RAAK-Project ‘Gezond seksueel gedrag in de Residentiële Jeugdzorg’ zijn:

de handelingsverlegenheid van (zowel huidige als toekomstige) professionals met betrekking

tot seksualiteit en opvoeding terug te dringen en

het Vlaggensysteem RJ in te bedden binnen de organisaties voor residentiële jeugdzorg (RJ)

(Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).”

Het Vlaggensysteem is een bestaande methodiek dat ontwikkeld is door Sensoa in samenwerking met

Movisie. Het Vlaggensysteem is een handelswijze om seksueel gedrag van jongeren tot achttien jaar

bespreekbaar te maken, te kunnen signaleren en in te schatten of het om gezond of

grensoverschrijdend seksueel gedrag gaat. Op basis van de inschatting dient de professional hier

adequaat op te kunnen reageren door het plegen van één of meerdere interventies. Met andere

woorden werkt het Vlaggensysteem aan competentievergroting van professionals, om beter om te

kunnen gaan met seksueel (grensoverschrijdend) gedrag bij jongeren tot achttien jaar. Het uiteindelijk

doel hiervan is om een bijdrage te leveren aan het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend

gedrag van jongeren tot achttien jaar. Op basis van wetenschappelijk onderzoek wordt het

Vlaggensysteem RJ doorontwikkeld tot de methodiek toepasbaar wordt voor de residentiele jeugdzorg

aldus (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

“Het Vlaggensysteem RJ bestaat uit een normatief kader, een (tweedelig) handboek (organisatie- en

locatieniveau), en handzame instrumenten en materialen (o.a. aangepast beeldmateriaal met

aandacht voor de diversiteit en de specifieke context van de RJ) (Project Gezond seksueel gedrag RJ,

z.j.).”

Page 5: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

5 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 1 (p. 17): toelichting Vlaggensysteem RJ

1.1.3 Microniveau

Bij het kopje macroniveau staat aangegeven dat de commissie de opdracht heeft gegeven om een

kwaliteitskader te ontwikkelen dat gericht is op preventie, signaleren en aanpak van seksueel misbruik.

Een onderdeel van dit kwaliteitskader richt zich op het investeren in opleiding en permanente

educatie. Dit onderdeel komt voort uit de aanbevelingen uit het rapport van commissie-Samson en

commissie-Rouvoet. Deze commissies formuleerde dat in alle basisopleidingen (studierichting

jeugdzorg) er in de gehele opleiding aandacht moet zijn voor de gezonde en afwijkende seksuele

ontwikkeling en de problemen rondom seksueel misbruik. De commissie benadrukt dat er structurele

aandacht moet zijn in de opleidingen en niet enkel en alleen in keuzevakken. Dit heeft een hoge

prioriteit, omdat kwetsbare jongeren in de residentiele jeugdzorg zich op seksueel gebied veilig

moeten kunnen ontwikkelen waarbij er aandacht is voor hun persoonlijke wensen en grenzen. Om hier

aan te kunnen voldoen zijn er handelingsbekwame professionals nodig. Om de aanbevelingen van

commissie-Samson te realiseren, zijn er in het kwaliteitskader acties ondernomen. Eén van deze acties

die verbonden is aan de basisopleiding is: “De organisatie maakt op regionaal niveau afspraken met de

HBO- opleidingen over de opname van de themacompetentie in het opleidingsprogramma en de stage-

opdracht aldus (Jeugdzorg Nederland, 2013).”

“De commissie-Samson en de commissie Rouvoet concluderen dat seksuele ontwikkeling, de normen

voor seksueel gedrag en het daarmee samenhangende thema seksueel misbruik nauwelijks aandacht

krijgen in opleidingen (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).”

Avans Hogeschool biedt sociaal agogische HBO- opleidingen aan. Daarnaast is Avans Hogeschool

projectleider bij het RAAK-PRO project die in totaal bestaat uit vijf projectpartners. Naast het feit dat

Avans Hogeschool veel meer doet, zet het zich ook in voor een betere kwaliteit van het onderwijs op

het gebied van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. Dit onderzoek is een onderdeel daarvan en richt

zich op het bewerkstellen van de hoofddoelen, zoals die bij het kopje mesoniveau staan beschreven.

Voornamelijk de doelstelling: “de handelingsverlegenheid van (zowel huidige als toekomstige)

professionals met betrekking tot seksualiteit en opvoeding terug te dringen (Project Gezond seksueel

gedrag RJ, z.j.).” Om dit doel te bereiken is het belangrijk om te peilen of er voldoende aandacht wordt

geschonken aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in de huidige Sociale Studies

van Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. Dit onderzoek gaat hieraan bijdragen door de bevindingen

van vierdejaarsstudenten te onderzoeken betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs op

het gebied van seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag. Door het onderzoek hierop te richten

worden er inzichten verschaft voor de opdrachtgever waar de behoeften, wensen, kansen en

mogelijkheden liggen van vierdejaarsstudenten (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

1.2 Factoren ontstaan/voortbestaan van het probleem en de oplossingsrichtingen Onderzoek:

Een onderdeel van het ontstaan van dit praktijkprobleem ligt bij de opleiding van vakbekwame

professionals. Zoals commissie- Samson en de commissie Rouvoet al concludeerde: “seksuele

ontwikkeling, de normen voor seksueel gedrag en het daarmee samenhangende thema seksueel

misbruik nauwelijks aandacht krijgen in opleidingen (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.)”. Dit

onderzoek gaat zicht richten op de bevindingen van vierdejaarsstudenten betreft de inhoud en

Page 6: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

6 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

kwaliteit van het huidige onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Het

doel hiervan is om inzichten te krijgen in de wensen en behoeften van vierdejaarsstudenten. Dit doel

moet een bijdrage leveren aan het hoofddoel van het RAAK-PRO project, namelijk: de

handelingsverlegenheid van professionals met betrekking tot seksualiteit terug te dringen. Er zijn nog

geen onderzoeken geweest binnen Avans Hogeschool die de bevindingen van vierdejaarsstudenten

onderzocht heeft op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig sociale

onderwijs. Door deze bevindingen niet te onderzoeken krijgt men ook geen inzicht in de behoeften en

wensen van vierdejaarsstudenten. Deze niet verworven inzichten kunnen cruciaal zijn in het blijven

voortbestaan van het probleem. Zo kunnen vierdejaarsstudenten andere behoeften en wensen

hebben in het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag dan de

opleiding daadwerkelijk aanbiedt. Zonder onderzoek te doen naar bevindingen van deze

vierdejaarsstudenten heeft de aanbieder van de opleidingen hier ook geen kennis van. Dit heeft als

gevolgen dat studenten of beginnende professionals tegen bepaalde facetten kunnen aanlopen op hun

stage of werk met betrekking tot seksualiteit of seksueel (on)gezond gedrag. Door de bevindingen van

vierdejaarsstudenten te onderzoeken kan het huidig onderwijs eventueel worden aangepast

doormiddel van een praktijkverbeteringsvoorstel, zodat de opleiding voldoet aan de behoeften en

wensen van studenten. Zo gaan studenten of beginnend professionals beter voorbereid en met meer

kennis naar hun werk of stage, waardoor het probleem getackeld wordt. De problemen in dit geval

zijn: de handelingsverlegenheid die optreed bij professionals en het beter kunnen signaleren, duiden

en adequaat reageren op signalen als het gaat om seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Er zijn verschillende factoren die dit onderzoek kunnen bellemeren waardoor het praktijkprobleem

kan blijven voortbestaan, zoals: het niet kunnen bereiken van vierdejaarsstudenten, geen goed

gestructureerde interview of onwelwillende vierdejaarsstudenten met wenselijke antwoorden. Om

deze problemen te voorkomen is er van te voren nagedacht op welke manier er op deze eventuele

problemen kan worden ingespeeld. Ten eerste worden alle vierdejaarsstudenten op de hoogte

gebracht van het onderzoek door een melding op BlackBoard te plaatsen. BlackBoard is een soort

online prikbord waarmee je alle studenten die deelnemen aan de opleiding kunt bereiken. Verder

wordt er binnen dit onderzoek veel aandacht besteed aan een goed gestructureerd onderzoek. Dit

wordt gedaan aan de hand van het boek van Nel Verhoeven met de titel: Wat is onderzoek? In dit boek

staat beschreven hoe je een goed half gestructureerd interview kunt opstellen en wat de valkuilen zijn.

Om tot slot onwelwillende vierdejaarsstudenten tegen te gaan wordt het houden van het interview

vrijwillig en wordt de belang van het onderzoek benadrukt. Vierdejaarsstudenten kunnen aan de hand

van de melding op BlackBoard contact opnemen om deel te nemen aan het interview. De

gestructureerde interviews worden individueel afgenomen om groepsdynamica te voorkomen. Met

een groepsinterview kunnen de vierdejaarsstudenten elkaar makkelijk beïnvloeden, waardoor de

betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek kan afnemen.

RAAK-PRO project in het algemeen: Om dit praktijkprobleem terug te dringen en niet meer te laten voortbestaan, moet er minimaal één

organisatie zijn die de verantwoordelijkheid op zich wil nemen en dat heeft Jeugdzorg Nederland

gedaan. Vervolgens is daar een nieuwe commissie uit voortgevloeid, namelijk: commissie ‘Voorkomen

seksueel misbruik in de jeugdzorg’. Deze commissie is voortgekomen nadat Jeugdzorg Nederland de

voormalig vicepremier André Rouvoet heeft gevraagd om een onafhankelijke commissie te leiden die

gericht is op het voorkomen van seksueel misbruik. Door deze commissie is het 'Kwaliteitskader

voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg' ontwikkeld en in mei 2013 vastgesteld. De commissie

Page 7: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

7 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Rouvoet houdt tevens toezicht op de concretisering, uitvoering en borging van het kwaliteitskader.

Door toezicht te houden op het kwaliteitskader wordt er voorkomen dat het werken aan het

praktijkprobleem verwaterd of dat er te weinig vordering in zit. Daarnaast wisselt Jeugdzorg Nederland

samen met de aangesloten jeugdzorgorganisaties kennis, ervaringen en instrumenten uit tijdens de

implementatie en waar nodig ontwikkelen zij ondersteuningsmateriaal (Rapport commissie-Samson,

2012), (Jeugdzorg Nederland, 2013) en (Jeugdzorg Nederland, z.j.).

Om het ontstaan van het praktijkprobleem zo effectief mogelijk terug te dringen zijn er naast Jeugdzorg

Nederland ook andere organisaties opgestaan. Zo is het RAAK-PRO project opgericht. De aanleiding

van deze oprichting komt voort vanuit de behoefte om beter ontwikkelde professionals op het gebied

van seksualiteit op te leiden. Binnen het project is er dan ook gezorgd voor een goede taakverdeling

en zijn er meerdere mensen van verschillende organisaties verantwoordelijk om de doelstellingen te

bewerkstellen. Zo bestaat de projectorganisatie ‘Gezond seksueel gedrag RJ’ uit een consortium: “een

vereniging van tijdelijk aard die is opgericht door een aantal partijen om een bepaald projectdoel uit

te voeren (Nederlandse encyclopedie, z.j.).” Dit consortium bestaat uit een stuurgroep, een

expertgroep, een begeleidingscommissie en is er een samenwerkingsverband tussen vijf hogescholen.

Binnen dit project wordt actief gezocht naar andere samenwerkingsvormen, met veldinstellingen,

docenten en studenten om het professioneel handelen te versterken.

Om de start van deze ontwikkelingen nauwlettend te blijven volgen en te evalueren worden er jaarlijks

verschillende activiteiten georganiseerd, zoals: workshops, symposia, lunchlezingen, congressen en

gastlessen. De resultaten van het onderzoek worden vastgelegd in rapportages maar ook gepubliceerd

in artikelen, tijdschriften en op websites. Veelal van deze activiteiten komen te staan op de website:

www.gezondseksueelgedragrj.nl. Het doel van deze website is informatie die ontwikkeld is verspreiden

en toepassen in het werkveld, een bijdrage leveren aan het duurzaam verbeteren van het

professioneel handelen, mensen verbinden, kennis met elkaar delen en ten slotte bekendheid geven

aan het project. Wat er zo goed is aan het project is dat het voor iedereen toegankelijk is. Zo worden

docenten, docentonderzoekers, lectoren of andere betrokken in het onderwijs uitgenodigd om deel te

nemen aan het docentennetwerk. Daarnaast nodigt het project iedereen uit die een bijdrage wil

leveren aan het project (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

Consortium:

De stuurgroep: stuurt een leverbaar product op om de uiteindelijk doelstelling te bewerkstellen. De

stuurgroep bestaat uit 6 personen van verschillende organisaties.

Diederik Zijderveld, lid College van Bestuur, Avans Hogeschool

Peter Dijkshoorn, Raad van Bestuur, ACCARE

Symone Detmar, manager TNO

Paulien van Haastrecht, manager Rutgers WPF

Astrid van der Kooij, manager Huiselijk en Seksueel Geweld & Veiligheid, MOVISIE

Ans van de Maat, bestuurder Jeugdzorg Nederland

De expertgroep: heeft de taak om eigen kennis in te brengen en daarop te reflecteren. Ook

adviseren zij over de (tussentijdse) projectresultaten.

dr. Lorraine Green

Page 8: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

8 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

drs. Erika Frans

dr. Leonieke Boendermaker

De begeleidingscommissie: Tijdens het onderzoek is er een begeleidingscommissie ingesteld waar

raadpleging van bevindingen aan kunnen worden voorgelegd.

Kees Bakker, NJi, voorzitter

Majone Steketee, Verwey Jonker Instituut

Samenwerkingsverband vijf hogescholen: Samen met het onderzoeksproces gaat in verschillende

delen een uitgebreid meerjarig implementatieplan voor de onderwijspraktijk van start:

Avans Hogeschool, Academie voor Sociale Studies (locaties Den Bosch en Breda)

Hogeschool Utrecht (L. van Doorn)

Hogeschool Amsterdam (L. Boendermaker)

Fontys (L. Linders en L. van Eijk)

Hogeschool Zuyd (S. Horneman).

“Deze samenwerkingspartners fungeren als ambassadeurs van het project. Zowel naar hun

kenniskring als direct in het onderwijs. Ze ondersteunen bij het opnemen van het kennisgebied in

een minor, keuzeprofiel, workshop voor docenten en/of studenten, en mogelijk

afstudeeronderzoek aldus (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).”

1.3 Toelichting hoe het onderzoek gaat bijdragen aan het praktijkverbeteringsvoorstel Dit onderzoek gaat bijdragen aan het praktijkverbeteringsvoorstel door vierdejaarsstudenten naar hun

bevindingen te vragen over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs met betrekking tot

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Doormiddel van gestructureerde interviews die één op

één worden gehouden met de vierdejaarsstudenten kunnen de behoeften en wensen van

vierdejaarsstudenten achterhaald worden.

Tevens kun je een concreet beeld schetsen van het huidige onderwijs door studenten te bevragen naar

hun bevindingen betreft de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs met betrekking tot

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Deze vierdejaarsstudenten zijn dan ook

ervaringsdeskundige, omdat zij heel de opleiding Sociale Studies hebben doorlopen. Zij weten dus of

er aandacht geschonken is aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag en op welke

manier hier vorm aan is gegeven. Tevens kunnen de studenten tijdens het interview aangeven of zij

vinden dat er (on)voldoende aandacht is gegeven aan dit thema en of zij de vorm van lesgeven met

betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag appreciëren. Vanuit deze vragen kunnen er

eventueel aanbevelingen en goede punten van vierdejaarsstudenten naar voren komen, die het

onderzoek kan gebruiken om een concreet praktijkverbeteringsvoorstel op te stellen.

Zo kunnen de vierdejaarsstudenten tijdens het interview bijvoorbeeld aangeven welke onderwerpen

er zijn aangesneden met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag en welke

onderwerpen zij gemist hebben in de lessen. Ook hebben de vierdejaarsstudenten inzichten in welke

onderwijsvormen deze onderwerpen zijn behandeld en daarop hun mening formuleren of deze vorm

Page 9: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

9 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

van lesgeven aan hun wensen en behoeften voldoet. Op deze manier kunnen zowel de behoeften en

wensen achterhaald worden maar ook de eventuele kansen en mogelijkheden om de inhoud en

kwaliteit van het huidig onderwijs te verbeteren. Daarnaast hebben deze vierdejaarsstudenten over

het algemeen stage-ervaringen. Door te vragen naar deze stage-ervaringen kan er achterhaald worden

of vierdejaarsstudenten ergens tegen aangelopen zijn op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag. Een vierdejaarsstudent kan bijvoorbeeld tegen bepaalde facetten zijn aangelopen

tijdens zijn/haar stage en later beseffen dat ze hier vanuit de opleiding niet of nauwelijks kennis van

heeft gekregen. Door vierdejaarsstudenten te interviewen kunnen er tekortkomingen in de inhoud en

kwaliteit van het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag naar

voren komen. Tegelijkertijd kunnen kansen en mogelijkheden worden gezien in het huidig onderwijs

die kunnen helpen tot het tot stand komen van een concreet verbeteringsvoorstel. Deze kansen en

mogelijkheden kunnen verband hebben met de behoeften en wensen die vierdejaarsstudenten

hebben op het gebied van kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag.

Page 10: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

10 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

2. Onderzoeksdesign

2.1 Doel van het onderzoek

2.1.1 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs (alle vier de studiejaren) met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

2.1.2 Belang van het onderzoek

Het is belangrijk om dit onderzoek uit te voeren, omdat veel professionals problemen ervaren in het

werkveld op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Zo toonde het onderzoek van

commissie- Samson onder andere aan dat: een groot deel van seksueel misbruik onopgemerkt blijft en

dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken. Door kritisch te kijken naar

het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag en door naar de

bevindingen van vierdejaarsstudenten te vragen kunnen er aanbevelingen naar voren komen

waardoor de inhoud en kwaliteit van de Sociale Studies verbeterd kan worden. Door de bevindingen

van vierdejaarsstudenten mee te nemen in het praktijkverbeteringsvoorstel kun je inspelen op de

behoeftes en wensen van deze vierdejaarsstudenten. Aan de hand daarvan kun je de toekomstige

professionals beter voorbereid het werkveld in begeleiden, omdat de bevindingen van

vierdejaarsstudenten een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van het onderwijs. Zo kunnen

de vierdejaarsstudenten in dit onderzoek bijvoorbeeld aangeven dat zij: bepaalde onderwerpen willen

behandelen, over bepaalde onderwerpen meer kennis willen hebben, een andere vorm van lesgeven

appreciëren etc. Door bepaalde informatie in te winnen kun je kansen en mogelijkheden zien die de

vierdejaarsstudenten tijdens hun interview aangeven om vervolgens een concreet

praktijkverbeteringsvoorstel te schrijven die voldoet aan de behoeften en wensen van de

vierdejaarsstudenten. Met dit praktijkverbeteringsvoorstel kan het sociaal onderwijs op bepaalde

punten verbeterd worden, zodat toekomstige professionals met meer kennis het werkveld ingaan op

het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit kan als resultaat hebben dat

toekomstige professionals minder vaak aanlopen tegen handelingsverlegenheid en beter kunnen

signaleren, duiden en inspelen op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

2.2 Hoofvraag en deelvragen

2.2.1 Hoofdvraag:

Wat zijn de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ‘s Hertogenbosch betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

.2.2 Deelvragen 1. Hoe wordt er volgens vierdejaarsstudenten aandacht besteedt aan seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool

in ’s Hertogenbosch?

Page 11: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

11 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Deze deelvraag wordt beantwoorden door interviews te houden met vierdejaarsstudenten

van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. Doormiddel van een half-

gestructureerd interview wordt nagegaan hoe er inhoud wordt gegeven aan het thema

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs. In het half-

gestructureerd interview wordt gevraagd welke onderwerpen er zijn behandeld, of dit

keuzevakken of verplichte vakken betreft, in welke opleidingsjaren dit is gebeurd en of de

vierdejaarsstudenten tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs.

2. Waar liggen volgens vierdejaarsstudenten mogelijkheden en kansen tot het verbeteren van

het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Deze deelvraag wordt beantwoorden door interviews te houden met vierdejaarsstudenten

van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. In hetzelfde half-

gestructureerde interview als hierboven beschreven worden de vierdejaarsstudenten ook

gevraagd naar de kansen en mogelijkheden om het huidig onderwijs te verbeteren. Zo worden

er vragen voorgelegd als: Welke onderwerpen zou je graag behandeld willen zien? In welke

opleidingsjaren? Zou je het thema seksualiteit structureel in de opleiding behandeld zien

worden? Etc.

3. Welke competenties moeten professionals volgens vierdejaarsstudenten hebben om

seksueel gezond gedrag bij jongeren te bevorderen?

Deze deelvraag wordt beantwoorden door interviews te houden met vierdejaarsstudenten

van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. In hetzelfde half-

gestructureerde interview wordt gevraagd naar de ervaringen van de vierdejaarsstudenten.

Naast de stage-ervaringen wordt er ook gevraagd naar competenties die vierdejaarsstudenten

noodzakelijk vinden om seksueel gezond gedrag onder jongeren te bevorderen. Deze

achterhaalde competenties worden aangevuld met wetenschappelijke literatuur.

2.2.3 Begripsafbakening probleemstelling

Voldoende aandacht:

Met voldoende aandacht wordt bedoeld of de geboden huidige informatie voldoet aan de behoefte

en de wensen van vierdejaarsstudenten.

Sociale Studies:

Met Sociale Studies worden de opleidingen: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH),

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) en Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV)

bedoeld die worden aangeboden binnen Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch.

Inhoud: Met inhoud worden de programma’s en studievakken bedoeld die binnen de Sociale Studies van Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch worden gegeven en betrekking hebben op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Kwaliteit:

Page 12: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

12 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Met kwaliteit wordt theoretische en praktische kennis bedoeld die toepasbaar is in de praktijk, zodat

beginnende professionals kunnen inspelen op praktijkproblemen die nu van aard zijn. Huidige

praktijkproblemen: handelingsverlegenheid van professionals bij seksualiteit en het niet voldoende

kunnen signaleren van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag (Rapport commissie-Samson, 2012).

Seksualiteit:

“Seksualiteit is de benaming van een complex van gevoelens en handelingen die een mens kan ervaren

of uitvoeren en die samenhangen met lichamelijke gevoelens met betrekking tot een andere persoon.

Seksualiteit kan zowel in enge als in ruime zin bekeken worden. In enge zin is seksualiteit beperkt tot

de biologische context, namelijk alles wat te maken heeft met voortplanting, coïtus, vrijen en

klaarkomen. In ruime zin is seksualiteit lichamelijk met elkaar omgaan, lustgevoelens, praten over je

lichaam en gevoelens, genieten van een warme knuffel, je veilig en ontspannen voelen, seksuele

prikkels, op lichamelijke ontdekkingstocht gaan en nog zoveel meer (Jeugd en Seksualiteit vzw, z.j.)

Seksueel (on)gezond gedrag: De door Sensoa en Movisie is ontwikkelde Vlaggensysteem hanteert de volgende definitie voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze definitie bestaat uit een zestal criteria, namelijk: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid (op basis van leeftijd, kennis, levenservaring), leeftijd (gedrag is aanvaardbaar voor de ontwikkelingsfase), context (gedrag houdt rekening met omgeving) en zelfrespect (gedrag veroorzaakt geen fysieke of psychische schade) (Frans & Franck, 2010) . Competenties: Competenties zijn een verzameling van vaardigheden (ontwikkelbare vermogens) wat een professional moet hebben om zijn taak passend en succesvol uit te voeren.

2.2.4 Verwachtingen uitkomst onderzoek

Allereerst is het van belang om uit te zoeken hoe er binnen het huidig onderwijs vorm wordt gegeven

aan scholing op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit wordt onderzocht in de

eerste vier opleidingsjaren van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool doormiddel van half-

gestructureerde interviews te houden met vierdejaarsstudenten van de opleidingen SPH, MWD en

CMV. De verwachtingen zijn dat er genoeg respondenten (circa vijftien vierdejaarsstudenten)

gevonden kunnen worden voor het afnemen van een interview. Dit zal wel met veel moeite gepaard

gaan, omdat vrijwel alle vierdejaarsstudenten momenteel druk bezig zijn met hun eigen afstudeer

onderzoek. Maar door meerdere manieren van benaderingen te zoeken, zoals: Blackboard

mededelingen en contact zoeken via medestudenten en eventueel docenten is het mogelijk om dit

aantal te halen.

Alle vierdejaarsstudenten hebben hun stageperiode in jaar drie met een voldoende afgesloten,

voordat ze verder mogen naar jaar vier. Hierdoor bestaat de kans dat er vierdejaarsstudenten zijn die

in hun stagejaar met seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag te maken hebben gehad. Mede

hierdoor is de verwachting dat de vierdejaarsstudenten en duidelijke mening hebben over het huidig

onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Daarnaast hebben de

verschillende opleidingen SPH, MWD en CMV grote overeenkomsten met elkaar. Hierdoor zijn de

verwachtingen dat de bevindingen van vierdejaarsstudenten ongeveer dezelfde richtingen opvallen.

Page 13: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

13 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Tot slot wordt er alleen beroep gedaan op vierdejaarsstudenten die zich vrijwillig aanmelden voor het

afnemen van het onderzoek.

Bijlage 2 (p. 18): verwachtingsmodel

2.3 Type onderzoek, onderzoekmethoden, onderzoekstechnieken en

onderzoekseenheden

Deelvraag? Inhoud deelvraag? Onderzoekmethode

1 Hoe wordt er aandacht besteedt aan

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag

binnen het huidig onderwijs

- schoolprogramma’s bekijken.

- half-gestructureerde interview

- aanvullingen literatuurstudie

- kwalitatieve data-analyse

2 mogelijkheden en kansen tot het verbeteren

van het huidig onderwijs met betrekking tot

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag

- schoolprogramma’s bekijken.

- half-gestructureerde interview

- aanvullingen literatuurstudie

- kwalitatieve data-analyse

3 Benodigde competenties voor professionals

om seksueel gezond gedrag bij jongeren te

bevorderen?

- schoolprogramma’s bekijken.

- half-gestructureerde interview

- aanvullingen literatuurstudie

- kwalitatieve data-analyse

Dit type onderzoek wordt een kwalitatief onderzoek, omdat er onder andere gebruikt wordt gemaakt

van half-gestructureerde interviews. Hier is voor gekozen, omdat er bij een half-gestructureerde

interview een aantal vaste vragen op papier staan. Niet alle vragen en antwoorden liggen van tevoren

vast en de onderwerpen hebben geen vaste volgorde. De interviewvragen en de onderwerpen worden

vooraf geoperationaliseerd, zodat er op de juiste manier naar het kern van het onderzoek kan worden

gevraagd. Daarnaast heeft een half-gestructureerde interview als voordeel dat er nog voldoende

mogelijkheden zijn om tussen de vragen door verdieping op te zoeken. Hierdoor is de onderzoeker ook

vrij om de volgorde van de onderwerpen te veranderen. De vierdejaarsstudenten die worden

geïnterviewd fungeren dan ook als onderzoekseenheden net als de verschillende studievakken die

momenteel in de Sociale Studies worden gegeven. Een belangrijk voordeel van een kwalitatief

onderzoek en dus ook de kwalitatieve analyse is dat het een open benadering heeft. Er bestaat een

mogelijkheid om in te spelen op personen, situaties en organisaties. De bedoeling van dit onderzoek

is dan ook niet cijfertjes verzamelen over een bepaald onderwerp. Het belang van het onderzoek richt

zich veel meer op de betekenis die betrokkenen geven aan de huidige opleiding op het gebied van

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Er wordt vooral aandacht geschonken aan de mening van

vierdejaarsstudenten en welke argumenten zij daarvoor gebruiken. Om te achterhalen wat de

behoeften en wensen van vierdejaarsstudenten zijn is het kwalitatief onderzoek het meest geschikt

(Reulink & Lindeman, z.j.).

In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een steekproef. Dit is noodzakelijk omdat de populatie

onder vierdejaarsstudenten zo groot is dat het qua tijd onmogelijk is om iedereen te benaderen. Door

Page 14: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

14 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

een deel van de populatie te benaderen en te meten zijn onderzoekers ook in staat om relevante

uitspraken te doen over de bevraagde populatie. Er zijn twee eisen die aan de steekproef worden

gesteld waar het onderzoek aan moet voldoen, namelijk: omschrijving van de populatie en de

minimale steekproefomvang van te voren bepalen. De omschrijving van de populatie zijn de

vierdejaarsstudenten die een opleiding aan de Sociale Studies (SPH, CMV en MWD) aan Avans

Hogeschool in ’s Hertogenbosch volgen. De streefproefomvang moet worden bepaald op minimaal

vijftien vierdejaarsstudenten (Zee, z.j.).

Tijdens het onderzoek zal gebruikt gemaakt worden van zowel deskresearch als fieldresearch, omdat

het een betrouwbare en brede manier van onderzoeken is. Zo wordt er bij deskresearch gebruikt

gemaakt van verschillende informatiebronnen verzameld uit bijvoorbeeld: literatuur, rapporten en

databanken. Deze informatie kan zowel binnen als buiten de organisatie verzameld worden. Bij

deskresearch wordt opzoek gegaan naar feitelijke en praktische informatie. Binnen het onderzoek

wordt ook gebruikt gemaakt van fieldresearch, zoals: het houden van half-gestructureerde interviews

bij vierdejaarsstudenten. Tot slot wordt ook gebruik gemaakt van literatuuronderzoek om

wetenschappelijke en theoretische informatie te vinden in de vorm van conclusies van andere

wetenschappers. Het doel van de literatuuronderzoek is om de positie van het eigen onderzoek nader

te bepalen met een theoretische onderbouwing. Tijdens dit onderzoek wordt er een kwalitatieve data-

analyse toegepast. Na de dataverzameling is er sprake van een complexe data, zoals meerdere

interviews met vierdejaarsstudenten. De kwalitatieve inhoudsanalyse kent twee benaderingen. De

benadering waarmee binnen dit onderzoek gewerkt wordt is het beschrijven van de data. Bij het

beschrijven van de data voegt de onderzoeker zijn eigen commentaar, analyses en interpretaties aan

de data (Werkbank Taalonderzoek, z.j.).

2.4 Validiteit en betrouwbaarheid Toelichting Validiteit

“Met validiteit bedoelen we de mate waarin systematische fouten worden gemaakt; we kijken naar de

geldigheid of zuiverheid van onderzoek (Verhoeven, 2011).”

In het onderzoek wordt alles gedaan om de bevindingen van vierdejaarsstudenten goed te meten

betreft de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag. Dit wordt gedaan door half-gestructureerde interviews, omdat de onderwerpen

vast staan maar er voldoende ruimte is voor verdieping. Doordat er ruimte is voor verdieping kan er

alles aan gedaan worden om te meten wat er gemeten moet worden, in dit geval zijn dat de

bevindingen van vierdejaarsstudenten. Bij vragen waarop vage antwoorden worden gegeven kan

gebruik gemaakt worden van verdiepingsvragen die niet vastgelegd zijn in het interview. Zo kan er

gevraagd worden of vierdejaarsstudenten hun antwoorden willen toelichten in de vorm van een

voorbeeld. Een aantal vragen in het half-gestructureerde interview staan wel vast. Hierdoor is het

mogelijk om verschillende aspecten tussen de antwoorden van de respondenten te vergelijken. Ook

biedt dit een houvast om alle onderwerpen te behandelen die van toepassing zijn. Daarnaast wordt er

een poging gedaan om ‘sociaal wenselijk’ antwoorden van respondenten te voorkomen. Dit wordt

gedaan door het benadrukken van het belang van het onderzoek. Daarnaast wordt er geen druk of

dwang uitgeoefend om respondenten te verwerven. Aan de hand van een mededeling zijn de

respondenten geheel vrijwillig om zich aan te melden voor het onderzoek. De respondenten dienen

Page 15: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

15 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

dan ook zelf contact op te nemen voor het houden van een interview. Bij het geven van een ‘sociaal

wenselijk’ antwoord zal de kansen verkleinen dat het onderzoek kan bijdragen aan het verbeteren van

het onderwijs. Dit zal dan ook worden toegelicht aan de vierdejaarsstudenten. Verder wordt er

rekening mee gehouden dat het interview niet te lang duurt en geen moeilijke en onduidelijke vragen

bevat. Er wordt dan ook rekening gehouden met begripsvaliditeit (Verhoeven, 2011).

Toelichting betrouwbaarheid

“Bij de betrouwbaarheid van resultaten wordt nagegaan in hoeverre in een onderzoek toevallige

fouten voorkomen. Een voorwaarde voor het onderzoek van de betrouwbaarheid is dat een onderzoek

herhaalbaar is, anders kun je de betrouwbaarheid ervan niet nagaan (Verhoeven, 2011).”

Om de betrouwbaarheid van de resultaten in het onderzoek te vergroten wordt er gebruikt gemaakt

van steekproeven. Dit is noodzakelijk omdat de populatie onder vierdejaarsstudenten en zo groot is

dat het qua tijd onmogelijk is om iedereen te benaderen. Dit wordt gedaan door de gehele populatie

tegelijkertijd te benaderen, doormiddel van een Blackboard mededeling (online prikbord) en

vervolgens af te wachten op vrijwillige aanmeldingen van respondenten. Door een deel van de

vrijwillige populatie te benaderen en vervolgens te meten zijn onderzoekers ook in staat om relevante

uitspreken te doen over de bevraagde populatie. Deze half-gestructureerde interviews zullen met

opname-materialen worden opgenomen, zodat deze uitkomsten op een later tijdstip correct

ingevoerd kunnen worden. Overigens zal er met cijfers worden toegelicht hoeveel

vierdejaarsstudenten er van een bepaalde Sociale Studie er zijn geïnterviewd en hoeveel

vierdejaarsstudenten er in totaal de Sociale Studie volgen. Ook wordt er gebruikt gemaakt van

standaardisering van methoden door een standaardvragenlijst te ontwikkelen en daarin een

Likertschaal te gebruiken. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een collega-onderzoeker de

resultaten te laten nalezen en te laten nameten. Hier wordt dan ook gebruik van gemaakt, net als het

bijhouden van een logboek waar keuzes worden toegelicht en verantwoord (Verhoeven, 2011).

Page 16: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

16 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

2.5 Tijdsplan en sluitende begroting

2.5.1 Globaal tijdschema met deadlines.

Aanvang afstudeerperiode 2 februari 2015 Deadline Projectplan 10 april 2015 Onderzoeksrapport 19 juni 2015 Beroepsbijdrage 19 juni 2015 Mondelinge eindtoets 19 juni 2015

Voor de mondelinge eindtoets is nog geen datum aangewezen voor beoordeling.

2.5.2 Planning projectplan

De deadline van het projectplan ligt op week 15. In week 10 wordt het projectplan beoordeeld, zodat er 5 weken uitloop bestaat om het projectplan te verbeteren.

2.5.3 Planning onderzoeksrapport en deelvragen

Deze drie deelvragen kunnen tegelijkertijd uitgewerkt worden, omdat dit wordt gedaan doormiddel

van een half-gestructureerde interview. Het werven van respondenten tot en met het uitwerken

hiervan en de literatuurstudie is meegenomen in de planning.

Page 17: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

17 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

2.5.4 Kosten Voor het opstellen van het projectplan en de uitvoering van het onderzoek zijn er geen financiële

middelen nodig. Tijdens de uitvoering van het onderzoek bestaat de mogelijkheid om gratis gebruik de

maken van opname-materiaal voor bijvoorbeeld interviews. Mochten er toch onverwachte kosten

komen wat rendabel is en in het belang van het onderzoek is er een mogelijkheid om dit in overleg

met de opdrachtgever te declareren. Voor het tot stand laten komen van het eindresultaat zullen wel

diverse kosten worden gemaakt. Deze financiële kosten zullen voornamelijk bestaan voor het printen

en inbinden van de eindscriptie. Hierbij kan er gebruik gemaakt worden van de diensten van Canon bij

Avans Hogeschool. Via het secretariaat Expertisecentrum Veiligheid wordt er contact opgenomen om

vervolgens de opdracht aan Canon door te geven.

2.6 Relatie tot het ontwikkelen beroepsproduct Het onderzoeksplan moet een concreet en realistisch rapport worden over hoe het huidig onderwijs

verbeterd kan worden op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Zo moeten er in

het rapport ideeën naar voren komen met realistische verbeterpunten dat betrekking heeft op het

huidig onderwijs. Deze verbeterpunten worden beschreven aan de hand van de uitgewerkte

deelvragen. Zo worden de behoeften en wensen van vierdejaarsstudenten meegenomen en wordt er

gezocht naar relevante wetenschappelijke literatuur.

2.7 Randvoorwaarden voor uitvoering onderzoek en beroepsproduct (volgens

specificatie). Opdrachtgever:

Het onderzoek start omstreeks 2 februari 2015 en eindigt uiterlijk eind juni 2015.

Het eindopdracht wordt uiterlijk eind juni 2015 ter beschikking gesteld aan het EV.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor een degelijke planning voor het onderzoek.

Het EV begeleidt de studenten met het maken van een opzet, plan van aanpak, uitvoering

onderzoek en het op te leveren product (eindrapport). De student geeft zelf aan wanneer extra

hulp/begeleiding gewenst is.

Officiële correspondentie met externe contactpersonen wordt voorafgaand door de student

besproken met het EV.

De studenten doen geen mededelingen over het onderzoek (noch inhoudelijk, noch over het

onderzoekproces) aan derden zonder overleg met het EV.

Na voltooiing wordt het onderzoeksverslag eigendom van het Expertisecentrum Veiligheid.

Opleiding:

Kijk bijlage 3 (randvoorwaarden opleiding projectplan)

Kijk bijlage 4 (toestemmingsformulier HBO-kennisbank)

Page 18: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

18 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 1: Toelichting Vlaggensysteem

Korte uitleg Voor het inschatten van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van jongeren tot achttien jaar wordt gebruikgemaakt van zes maatstaven en een normatieve lijst. In deze normatieve lijst wordt er per leeftijdsfase voorbeelden van seksuele gedragingen beschreven. Of deze seksuele gedragingen acceptabel zijn, wordt bepaald door de volgende zes criteria:

Toestemming (wederzijds)

vrijwilligheid

gelijkwaardigheid leeftijd (en ontwikkelings- adequaat) context (passend bij de situatie, bijvoorbeeld: omgeving) zelfrespect

De beoordeling of de seksuele gedraging(en) acceptabel of grensoverschrijdend is, wordt aangegeven met vier verschillende kleuren vlaggen:

Groene vlag: aanvaardbaar seksueel gedrag

Gele vlag: licht grensoverschrijdend seksueel gedrag

Rode vlag: ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag

Zwarte vlag: zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag

De bovenstaande zes criteria die worden gebruikt in het Vlaggensysteem helpen de professional om de seksuele gedraging(en) van de jongere bespreekbaar te maken. Hierbij wordt meestal beeldmateriaal gebruikt in de vorm van tekeningen. In deze tekeningen zijn situaties van seksueel gedrag zichtbaar waar jongeren tot achttien jaar betrokken zijn. Het is de bedoeling dat er binnen teams gebruikt wordt gemaakt van deze materialen om te kunnen discussiëren over seksuele gedragingen en hoe hier mee om kan worden gegaan aldus (Project Gezond seksueel gedrag RJ).

“Het Vlaggensysteem RJ bestaat uit een normatief kader, een (tweedelig) handboek (organisatie- en locatieniveau), en handzame instrumenten en materialen (o.a. aangepast beeldmateriaal met aandacht voor de diversiteit en de specifieke context van de RJ) (Project Gezond seksueel gedrag RJ)”

Page 19: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

19 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 2: verwachtingsmodel

Behoeften en wensen

vierdejaarsstudenten betreft

seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag in hoger

onderwijs.

Aanvullingen uit

wetenschappelijke literatuur

stukken

Mening

vierdejaarsstudenten betreft

huidig onderwijs op het

gebied van seksualiteit en

seksueel (on)gezond gedrag

Concreet en realistisch

praktijkverbeteringsvoorstel

(die aansluit op behoeften

en wensen

vierdejaarsstudenten).

Page 20: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

20 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 3: Randvoorwaarden opleiding projectplan

Page 21: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

21 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 4: Formulier HBO-kennisbank

Page 22: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

22 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Page 23: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

23 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bijlage 5: Startovereenkomst

Auteur Student: D. van Gorkum Studentnummer: 2038997 Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Expertisecentrum Veiligheid Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid Adres: Onderwijsboulevard 215 5223 DE ’s-Hertogenbosch Opdrachtgever: A. Boer Functie: Docent- onderzoeker ASH Avans Hogeschool Locatie: Academieplein Adres: Hogeschoollaan 1

4800 RA Breda

Stagebegeleider: Femke van der Hamsvoort Beoordelaar: Caroline Oomen Leerteam: Barbara Dierickx Tom Kopmels Lars Bogers Madelene Bertens Zowie Dekkers

Vraagstelling: Wat zijn de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ‘s Hertogenbosch over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag? Doelstellingen: Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs (alle vier de studiejaren) met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Het doel van dit onderzoek is een bijdrage leveren aan het grotere geheel, namelijk het RAAK-PRO project.

“De doelen van het RAAK-Project ‘Gezond seksueel gedrag in de Residentiële Jeugdzorg’ zijn:

de handelingsverlegenheid van (zowel huidige als toekomstige) professionals met

betrekking tot seksualiteit en opvoeding terug te dringen en

het Vlaggensysteem RJ in te bedden binnen de organisaties voor residentiële jeugdzorg (RJ)

de missie van het project is bij te dragen aan een gezonde seksuele ontwikkeling van

jongeren binnen de RJ waardoor het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag in de RJ

afneemt (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).”

Gewenste praktijkverbeteringsvoorstel:

Page 24: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

24 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

In mijn onderzoeksrapport wil ik duidelijk krijgen wat de bevindingen van de vierdejaarsstudenten zijn over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Door te bestuderen hoe er binnen de Sociale Studies vorm wordt gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag is het mogelijk om een duidelijk beeld te vormen van de huidige situatie. Dit beeld moet gevormd worden over alle vier de opleidingsjaren inclusief de verschillende minors die je bij Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch kunt volgen. Door de huidige situatie te analyseren en vierdejaarsstudenten hierover te interviewen kunnen eventuele behoeftes en wensen achterhaald worden. Deze behoeftes en wensen worden meegenomen om uiteindelijk via deze weg een praktijkverbeteringsvoorstel te schijven. Want door deze behoeftes en wensen van vierdejaarsstudenten te achterhalen is het mogelijk om zowel de goede punten als eventuele verbeterpunten van het huidig onderwijs naar voren te laten komen. Tot slot wil ik bekijken hoe het onderwijs van Fontys Hogeschool vorm geeft aan kwaliteit van het onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Door de situatie van een andere hogeschool te bestuderen kunnen eventueel goede ideeën en/of verbeterpunten naar voren komen die bruikbaar zijn voor het praktijkverbeteringsvoorstel. Uiteindelijk wil ik een gewenste praktijkverbeteringsvoorstel voorleggen in de vorm van een rapport. Dit rapport moet haalbaar en realistisch zijn en een bijdrage leveren aan de doelen van het RAAK-PRO project.

Globale tijdsplanning:

Feedback:

Met mijn opdrachtgever heb ik afgesproken dat ik een afspraak maak via de mail als ik de voortgang

van mijn product wil bespreken. Ik ben zelf verantwoordelijk voor het maken van een afspraak,

aangezien mijn opdrachtgever ook docent ASH is en het hierdoor lastig is om een vaste dag en

tijdstip uit te kiezen.

Beoordelingen: De beoordelingsmoment voor het projectplan is al vastgelegd op 02-03-2015. Voor de andere fases staat deze gepland op 27-05-2015. Toegang geven tot gegevens: Ik kan mijn opdrachtgever gemakkelijk telefonisch of via e-mail bereiken. Verder heeft mijn

opdrachtgever een eigen werkruimte (OF 106) waar ik haar kan vinden als dit nodig is.

Inleverdeadlines en beoordelingsmomenten Bij alle beoordelingsmomenten genoeg tijdspeling ingepland voor eventuele herkansing.

Wat? Beoordelingsmoment Deadline!

Faseproduct projectplan 02-03-2015 10-04-2015

Faseproduct onderzoeksrapport 27-05-2015 19-06-2015

Faseproduct beroepsbijdrage 27-05-2015 19-06-2015

Mondelinge eindtoets 27-05-2015 19-06-2015

Page 25: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

25 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Randvoorwaarden:

Het onderzoek start omstreeks 2 februari 2015 en eindigt uiterlijk eind juni 2015.

Het eindopdracht wordt uiterlijk eind juni 2015 ter beschikking gesteld aan het EV.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor een degelijke planning voor het onderzoek.

Het EV begeleidt de studenten met het maken van een opzet, plan van aanpak, uitvoering

onderzoek en het op te leveren product (eindrapport). De student geeft zelf aan wanneer extra

hulp/begeleiding gewenst is.

Officiële correspondentie met externe contactpersonen wordt voorafgaand door de student

besproken met het EV.

De studenten doen geen mededelingen over het onderzoek (noch inhoudelijk, noch over het

onderzoekproces) aan derden zonder overleg met het EV.

Na voltooiing wordt het onderzoeksverslag eigendom van het Expertisecentrum Veiligheid.

Bevestiging opdrachtgever:

Page 26: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

26 Onderzoeksplan Dennis van Gorkum maart 2015

Bibliografie Frans, E., & Franck, T. (2010). Vlaggensysteem. Praten met kinderen en jongeren over seks.

Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. (z.j.). Signalen Seksueel

grensoverschrijdend gedrag bij kinderen en het vlaggensysteem. Opgehaald van

Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld:

http://bo.handelingsprotocol.nl/lokale-informatie/65-signalen-seksueel-

grensoverschrijdend-gedrag-bij-kinderen-en-het-vlaggensysteem

Jeugd en Seksualiteit vzw. (z.j.). Seksualiteit. Opgehaald van oud jeugd en seksualiteit:

http://oud.jeugdenseksualiteit.be/m_jongeren/index.php?page=sekswoordenboek&woord=

205

Jeugdzorg Nederland. (2013). Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en

seksueel misbruik. Opgehaald van HaKa Nederland: http://haka-nederland.nl/wp-

content/uploads/2013/11/Themacompetentie-seksuele-ontwikkeling-

UITSTROOMPROFIEL.pdf

Jeugdzorg Nederland. (z.j.). Voorkomen seksueel misbruik. Opgehaald van Jeugdzorg Nederland:

http://jeugdzorgnederland.nl/voorkomen-seksueel-misbruik/

Nederlandse encyclopedie. (z.j.). Seksualiteit. Opgehaald van Encyclo:

http://www.encyclo.nl/begrip/seksualiteit

Project Gezond seksueel gedrag RJ. (z.j.). gezondseksueelgedragRJ duurzaam verbeteren van

proffesioneel handelen. Opgehaald van Gezond seksueel gedrag RJ:

http://gezondseksueelgedragrj.nl/

Rapport commissie-Samson. (2012, Oktober 8). Omringd door zorg, toch niet veilig. Opgehaald van

Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/rapporten/2014/02/06/rapport-commissie-samson-omringd-door-zorg-toch-niet-

veilig.html

Reulink, N., & Lindeman, L. (z.j.). Kwalitatief onderzoek. Opgehaald van Dictaat kwalitatief onderzoek:

http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/kwalitatief.pdf

Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Waalen, J. (2012, oktober 9). Meer lessen over seksueel misbruik bij Fontys in Eindhoven. Opgehaald

van Omroep Brabant:

http://www.omroepbrabant.nl/?news/181843902/Meer+lessen+over+seksueel+misbruik+bij

+Fontys+in+Eindhoven.aspx

Werkbank Taalonderzoek. (z.j.). Kwalitatieve analyse. Opgehaald van Werkbank Taalonderzoek:

http://www2.let.vu.nl/werkbanken/taalonderzoek/strategieen/kwalitatieve_analyse.php

Zee, F. v. (z.j.). Hulp bij onderzoek. Opgehaald van Steekproef:

http://www.hulpbijonderzoek.nl/steekproef/

Page 27: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1

On

der

zoek

sra

pp

ort

(Fa

se II

)

Auteur

Student: D. van Gorkum

Studentnummer: 2038997

Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

Expertisecentrum Veiligheid

Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid

Adres: Onderwijsboulevard 215

5223 DE ’s-Hertogenbosch

Opdrachtgever: A. Boer

Functie: Docent- onderzoeker ASH

Avans Hogeschool

Locatie: Academieplein

Adres: Hogeschoollaan 1

4800 RA Breda

Stagebegeleider: Femke van der Hamsvoort

Beoordelaar: Caroline Oomen

Page 28: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

2

Voorwoord: Nu ongeveer vijf maanden verder, ligt mijn scriptie hier voor u klaar. In deze gehele periode ben ik tegen een aantal lastige aspecten aangelopen, maar heb deze allemaal, na het verrichten van gesprekken met mijn stagebegeleidster, collega’s, schoolbegeleidster en het lezen van literatuur op weten te lossen en heb hier uiteindelijk misschien wel het meeste van geleerd. Ik heb mijn afstudeerstage bij EV (Expertisecentrum Veiligheid) als zeer waardevol en plezierig ervaren en daarom wil ik iedereen die aan dit rapport heeft bijgedragen bedanken. In het bijzonder wil ik graag Anne Boer en Marie-José Geenen bedanken voor de kans die zij mij hebben gegeven om bij EV aan mijn scriptie te werken. Daarnaast hoop ik natuurlijk dat dit rapport een bijdrage kan leveren aan het RAAK-Project waar EV onderdeel van uit maakt. Ik wens u als lezer veel plezier met het doorlezen van mijn scriptie. Dennis van Gorkum 18 mei 2015, Breda

Samenvatting: De aanleiding van dit onderzoek vloeit voort uit het rapport van commissie-Samson en commissie-Rouvoet: ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’, uitgebracht op 8 oktober 2012. Dit onderzoek toonde aan dat kinderen in de residentiële jeugdzorg (RJ) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan andere leeftijdsgenoten, dat het zowel misbruik door medewerkers als door groepsgenoten betreft, dat een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft en dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken (Rapport commissie-Samson, 2012). “De behoefte van professionals om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van jongeren in de residentiële jeugdzorg (RJ) beter te kunnen signaleren, te duiden en er adequaat op te kunnen reageren, is aanleiding geweest voor dit RAAK-PRO project” (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.). In dit project wordt er vanuit verschillende disciplines kennis en ervaring ingebracht. Het doel van het project is het professionele handelen te versterken om gezond seksueel gedrag van 12 tot 18 jarigen in de residentiële jeugdzorg te bevorderen. Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool is één van de projectleiders. De opdrachtgever van mijn onderzoek is Expertisecentrum Veiligheid. De doelstelling van dit onderzoek is de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch te achterhalen betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (alle vier de opleidingsjaren). Deze bevindingen van vierdejaarsstudenten zijn achterhaald en vervolgens beoordeeld aan de hand van een geschreven conclusie die u kunt lezen in dit onderzoeksrapport. *Er hebben 15 vierdejaarsstudenten (respondenten) van de totaal 391 ingeschreven vierdejaarsstudenten meegewerkt aan het interview. Alle namen die in de teksten voorkomen zijn fictief om de identiteit van de respondenten zoveel mogelijk te verhullen.

Page 29: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

3

Inhoudsopgave 1. Verantwoording onderzoeksmethoden .......................................................................................... 5

1.1 Aanleiding, doelstelling, probleemstelling en praktijktheoretisch kader ..................................... 5

1.1.1 Aanleiding ............................................................................................................................... 5

1.1.2 Doelstelling ............................................................................................................................. 7

1.1.3 Probleemstelling ..................................................................................................................... 7

1.1.4 Praktijktheoretisch kader ....................................................................................................... 7

2. Beantwoording Probleemstelling .................................................................................................... 9

2.1 Beantwoording deelvraag 1 .................................................................................................... 9

2.1.1 Onderzoeksresultaten en conclusies ............................................................................... 9

2.1.2 Aanvullende conclusie ................................................................................................... 16

2.1.3 Theoretische onderbouwing ......................................................................................... 16

2.1.4 Eigen interpretatie ......................................................................................................... 17

2.2 Beantwoording deelvraag 2 .................................................................................................. 18

2.2.1 Onderzoeksresultaten en conclusies ............................................................................. 18

2.2.2 Aanvullende conclusie ................................................................................................... 21

2.2.3 Theoretische onderbouwing ......................................................................................... 21

2.2.4 Eigen interpretatie ......................................................................................................... 22

2.3 Beantwoording deelvraag 3 .................................................................................................. 23

2.3.1 Onderzoeksresultaten en conclusie .............................................................................. 23

2.3.2 Aanvullende conclusie ................................................................................................... 24

2.3.3 Theoretische onderbouwing ......................................................................................... 24

2.3.4 Eigen interpretatie ......................................................................................................... 25

2.4 Beantwoording hoofdvraag ................................................................................................... 27

2.4.1 Onderzoeksresultaten en conclusie .............................................................................. 27

2.4.2 Aanvullende conclusie ................................................................................................... 29

2.4.3 Theoretische onderbouwing ......................................................................................... 30

2.4.4 Eigen interpretatie ......................................................................................................... 31

2.5 Aanbevelingen ............................................................................................................................. 32

2.5.1 Aanbeveling .................................................................................................................... 32

2.5.2 Aanbeveling vervolgonderzoek ...................................................................................... 32

2.6 De perspectieven en belangen van verschillende partijen ................................................... 33

2.6.1 Microniveau ................................................................................................................... 33

2.6.2 Mesoniveau ................................................................................................................... 33

2.6.3 Macroniveau .................................................................................................................. 34

2.7 Verantwoording onderzoeksresultaten (betrouwbaarheid en validiteit) ............................. 35

Page 30: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

4

Bijlage 1: Citaten deelvraag 1 ................................................................................................................ 37

Bijlage 2: Citaten deelvraag 2 ................................................................................................................ 41

Bijlage 3: Citaten hoofdvraag ................................................................................................................ 47

Bijlage 4: Leeftijdsmatrix Vlaggensysteem ............................................................................................ 52

Bijlage 5: Omgaan met handelingsverlegenheid ................................................................................... 56

Bijlage 6: Format operationaliseren begrippen..................................................................................... 62

Bijlage 7: Overzicht uitgewerkte interviews .......................................................................................... 64

Bibliografie .......................................................................................................................................... 183

Page 31: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

5

1. Verantwoording onderzoeksmethoden

1.1 Aanleiding, doelstelling, probleemstelling en praktijktheoretisch kader

1.1.1 Aanleiding Macroniveau Op 8 oktober 2012 heeft commissie-Samson en commissie-Rouvoet een rapport uitgebracht onder

de naam ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’. De aanleiding van dit rapport kwam tot stand na een

besluit van de ministers voor Jeugd en Gezin en van Justitie. Zij gaven in april 2010 de opdracht om

onderzoek te doen naar mogelijke signalen van seksueel misbruik van minderjarigen die op gezag van

de overheid in instellingen of pleeggezinnen waren geplaatst. Dit onderzoek heeft betrekking op de

periode 1945 – 2010. Uit het rapport is naar voren gekomen dat jongeren die onder

verantwoordelijkheid van de overheid in de jeugdzorg worden geplaatst onvoldoende worden

beschermd tegen seksueel misbruik.

“Het onderzoek van de commissie-Samson toonde aan dat:

kinderen in de residentiële jeugdzorg (RJ) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan

andere leeftijdsgenoten;

het zowel misbruik door medewerkers als door groepsgenoten betreft;

dat een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft;

dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken (Rapport

commissie-Samson, 2012).”

Jeugdzorg Nederland heeft direct na het onderzoek aangegeven de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een structurele en vooruitstrevende aanpak van het probleem van seksueel misbruik. Hier is een nieuwe commissie uit voortgevloeid, namelijk: commissie ‘Voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg’. Deze commissie heeft de opdracht gekregen om een kwaliteitskader te ontwikkelen die gericht is op de preventie, het signaleren en de aanpak van seksueel misbruik van jongeren tot achttien jaar (Jeugdzorg Nederland, 2013). Mesoniveau “De behoefte van professionals om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van jongeren in de

residentiële jeugdzorg (RJ) beter te kunnen signaleren, te duiden en er adequaat op te kunnen

reageren, is aanleiding geweest voor dit RAAK-PRO project.” In dit project wordt er vanuit

verschillende disciplines kennis en ervaring ingebracht. Het doel van het project is het professionele

handelen te versterken om gezond seksueel gedrag van 12 tot 18-jarigen in de residentiële jeugdzorg

te bevorderen. De projectorganisatie is een consortium bestaande uit vijf projectpartners, namelijk:

Avans Hogeschool, Movisie, Rutgers WPF, TNO en Accare. Elke projectpartner heeft zijn eigen

vakbekwaamheid voor de realisering van de projectdoelstellingen. Verder bestaat de

projectorganisatie uit een stuurgroep, een expertgroep en een begeleidingscommissie. Ook is er een

samenwerkingsverband tussen Avans Hogeschool en de lectoraten van vier andere hogescholen,

namelijk: Hogeschool Utrecht, Hogeschool Amsterdam, Fontys en Hogeschool Zuyd. Deze

samenwerkingspartners dienen als ambassadeurs van het project. Het RAAK Pro-project ‘Gezond

seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg: Vlaggensysteem RJ’ wordt uitgevoerd door het

Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool. Dit project loopt in de periode van 1 mei 2013

Page 32: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

6

tot 1 mei 2017. De bedoeling van het project is dat het een bijdrage levert aan een gezonde seksuele

ontwikkeling van jongeren binnen de Residentiële Jeugdzorg, waardoor het risico op seksueel

grensoverschrijdend gedrag afneemt (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

“De doelen van het RAAK-Project ‘Gezond seksueel gedrag in de Residentiële Jeugdzorg’ zijn:

de handelingsverlegenheid van (zowel huidige als toekomstige) professionals met betrekking

tot seksualiteit en opvoeding terug te dringen en

het Vlaggensysteem RJ in te bedden binnen de organisaties voor residentiële jeugdzorg (RJ)

(Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).”

Microniveau Een onderdeel van het kwaliteitskader richt zich op het investeren in opleiding en permanente

educatie. Dit onderdeel komt voort uit de aanbevelingen uit het rapport van commissie-Samson en

commissie-Rouvoet. Deze commissies formuleerden dat in alle basisopleidingen (studierichting

jeugdzorg) er in de gehele opleiding aandacht moet zijn voor de gezonde en afwijkende seksuele

ontwikkeling en de problemen rondom seksueel misbruik. De commissie benadrukt dat er structurele

aandacht moet zijn in de opleidingen en niet alleen in keuzevakken. Dit heeft een hoge prioriteit,

omdat kwetsbare jongeren in de residentiele jeugdzorg zich op seksueel gebied veilig moeten

kunnen ontwikkelen waarbij er aandacht is voor hun persoonlijke wensen en grenzen. Om hier aan te

kunnen voldoen zijn er handelingsbekwame professionals nodig.

Avans Hogeschool is projectleider bij het RAAK-PRO project. Naast het feit dat Avans Hogeschool veel

meer doet, zet het zich ook in voor een betere kwaliteit van het onderwijs op het gebied van

seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. Dit onderzoek is een onderdeel daarvan en richt zich op het

bewerkstelligen van de hoofddoelen, zoals die bij het kopje mesoniveau staan beschreven. Om dit

doel te bereiken is het belangrijk om te peilen of er voldoende aandacht wordt geschonken aan het

thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in de huidige Sociale Studies van Avans

Hogeschool in ’s Hertogenbosch. Door het onderzoek hierop te richten worden er inzichten verschaft

voor de opdrachtgever waar de behoeften, wensen, kansen en mogelijkheden liggen van

vierdejaarsstudenten (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).

Page 33: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

7

1.1.2 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs (alle vier de studiejaren) met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

1.1.3 Probleemstelling Hoofdvraag: Wat zijn de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ‘s Hertogenbosch voor wat betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Deelvragen

1. Hoe wordt er volgens vierdejaarsstudenten aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag binnen het huidige onderwijs van de Sociale Studies aan Avans

Hogeschool in ’s Hertogenbosch?

2. Waar liggen volgens vierdejaarsstudenten mogelijkheden en kansen tot het verbeteren van

het huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

3. Welke competenties moeten professionals volgens vierdejaarsstudenten hebben om seksueel

gezond gedrag bij jongeren te bevorderen?

1.1.4 Praktijktheoretisch kader

Deelvraag? Onderzoekmethode

1 - Schoolprogramma’s bekijken.

- Half gestructureerde interview.

- Aanvullingen literatuurstudie.

- Kwalitatieve data-analyse.

2 - Schoolprogramma’s bekijken.

- Half gestructureerde interview.

- Aanvullingen literatuurstudie.

- Kwalitatieve data-analyse.

3 - Schoolprogramma’s bekijken.

- Half gestructureerde interview.

- Aanvullingen literatuurstudie.

- Kwalitatieve data-analyse.

Binnen dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van half-gestructureerde interviews die worden

gehouden onder vierdejaarsstudenten. De onderwerpen waar naar gevraagd wordt zijn vooraf

geoperationaliseerd, zodat er op de juiste manier naar de kern van het onderzoek kan worden

gevraagd (bijlage 6). De vierdejaarsstudenten die worden geïnterviewd fungeren dan ook als

onderzoekseenheden. Er wordt vooral aandacht geschonken aan de mening van

vierdejaarsstudenten en welke argumenten zij daarvoor gebruiken. Om te achterhalen wat de

Page 34: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

8

behoeften en wensen van vierdejaarsstudenten zijn is het kwalitatief onderzoek het meest geschikt

(Reulink & Lindeman, z.j.).

In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een steekproef. Dit is noodzakelijk omdat de populatie

onder de vierdejaarsstudenten zo groot is dat het qua tijd onmogelijk is om iedereen te benaderen.

Er zijn twee eisen die aan de steekproef worden gesteld, namelijk: omschrijving van de populatie en

de minimale steekproefomvang van te voren bepalen. De omschrijving van de populatie: dit zijn de

vierdejaarsstudenten die een opleiding aan de Sociale Studies (SPH, CMV en MWD) aan Avans

Hogeschool in ’s Hertogenbosch volgen. De streefproefomvang moet worden bepaald op minimaal

vijftien vierdejaarsstudenten (Zee, z.j.).

Tijdens het onderzoek wordt er gebruik gemaakt van deskresearch en fieldresearch. Bij deskresearch

wordt gebruik gemaakt van verschillende informatiebronnen die verzameld zijn uit bijvoorbeeld

literatuur, rapporten en databanken. Binnen het onderzoek wordt ook gebruik gemaakt van

fieldresearch, zoals het houden van half-gestructureerde interviews bij vierdejaarsstudenten.

Aanvullend wordt er gebruik gemaakt van literatuuronderzoek om wetenschappelijke en

theoretische informatie te vinden in de vorm van conclusies van andere wetenschappers. Tijdens dit

onderzoek wordt er een kwalitatieve data-analyse toegepast. De kwalitatieve inhoudsanalyse kent

twee benaderingen. De benadering waarmee binnen dit onderzoek gewerkt wordt is het beschrijven

van de data. Bij het beschrijven van de data voegt de onderzoeker zijn eigen commentaar, analyses

en interpretaties toe aan de data (Werkbank Taalonderzoek, z.j.).

Page 35: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

9

2. Beantwoording Probleemstelling

2.1 Beantwoording deelvraag 1 Hoe wordt er volgens vierdejaarsstudenten aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond

gedrag binnen het huidige onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s

Hertogenbosch?

2.1.1 Onderzoeksresultaten en conclusies Voor het beantwoorden van deze deelvraag is er gebruik gemaakt van half gestructureerde interviews. In dit interview is er in eerste instantie gevraagd naar hoe er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch aandacht wordt geschonken aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren). Hierbij is er onderscheid gemaakt tussen de opleidingen SPH, MWD en CMV, omdat het onderwijsprogramma niet gelijk is aan elkaar. De resultaten van deze vraag kunt u zien in het onderstaande schema. De gegeven antwoorden van de respondenten zijn samengevat. *Kijk bijlage 7 voor het volledige interview. SPH- studenten

Eerste jaar:

Volgens vierdejaarsstudenten van de opleiding SPH krijgen alle studenten in het eerste jaar het vak

Ontwikkelingspsychologie. Hierin is de levensloop van de mens van geboorte tot de dood besproken.

Het stukje seksualiteit kwam wel ter sprake, maar volgens de vierdejaarsstudenten ontbreekt de

verdieping naar het thema seksualiteit. Al kreeg je volgens de vierdejaarsstudenten wel informatie

over wanneer jongeren ongeveer beginnen met masturberen.

Tweede jaar:

Volgens de vierdejaarsstudenten is er in het tweede jaar ingegaan op afstand en nabijheid, wat

overigens in meerdere opleidingsjaren terug kwam. Dit stuk over afstand en nabijheid was niet

specifiek gericht op seksualiteit of seksueel (on)gezond gedrag, maar meer op agressie en de relatie

tussen begeleider en cliënt.

Derde jaar:

Volgens de vierdejaarsstudenten hebben alle studenten in het derde jaar verplicht ’Supervisie’.

Hierin worden casussen behandeld waar studenten tegenaanlopen op hun stage. Er zijn volgens de

studenten casussen ingebracht waarbij het onderwerp seksualiteit naar voren kwam. Hierin werd

besproken wat het met de student deed en hoe zij hier mee omgaan. Volgens de

vierdejaarsstudenten werden er geen concrete handvatten aangeboden betreffende het signaleren

of reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze casussen zijn altijd door studenten zelf

ingebracht. Tevens hadden sommige vierdejaarsstudenten een externe Supervisiedocent.

Vierde jaar:

Volgens vierdejaarsstudenten is er in de minor weinig aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag. Wel zijn er diverse rollenspellen gespeeld maar hierin werd ingegaan op agressie

of de afstand- en nabijheid relatie (vak: Omgaan met agressie). Bij één van de respondenten is er

een rollenspel gespeeld wat betrekking had op seksualiteit. Maar volgens haar liet de acteur dit naar

voren komen en is het niet vanuit de opleiding zelf geweest. Deze rollenspellen vonden plaatst in de

Page 36: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

10

minor: WIGK en GGZ Agoog.

Behandelde onderwerpen volgens vierdejaarsstudenten SPH:

- De levensloop mens (niet specifiek op seksualiteit). - Afstand en nabijheid. - Seksueel misbruik (tussen neus en lippen door). - Persoonlijke grenzen erkennen en aangeven. - Vlaggensysteem (globaal/verplicht uitgelegd volgens één student).

MWD- studenten

Eerste jaar:

Volgens vierdejaarsstudenten van de opleiding MWD krijgen alle studenten in het eerste jaar het

vak Ontwikkelingspsychologie. Hierin werd besproken hoe je lichaam veranderd en welke

behoeftes je hebt als je ouder wordt (levenslijn nul tot de dood). Het thema seksualiteit kwam

volgens de vierdejaarsstudenten minimaal naar voren.

Tweede jaar:

Volgens de vierdejaarsstudenten is er in het tweede jaar gesproken over seksualiteit en bepaalde

theorieën, al bleef dit tot het minimum beperkt. Er zijn rollenspellen geweest waarin het thema

afstand- en nabijheid naar voren kwam. Er werd bijvoorbeeld gevraagd wat de student zou doen

als een cliënt een keer wilt afspreken? Tevens zijn er in jaar twee workshops gegeven die je

vrijwillig kon bijwonen. Eén van de respondenten is naar een workshop over seksueel misbruik

geweest. Deze workshop duurde anderhalf uur, hierin werd de Science of Safety uitgelegd.

Derde jaar:

Volgens de vierdejaarsstudenten hebben alle studenten in het derde jaar verplicht ‘Supervisie’. In

dit vak werd er weleens een casus over seksualiteit ingebracht, alleen gebeurde dit op initiatief

van de student. In het derde jaar kwam er wel wat meer seksualiteit naar voren tijdens ‘Ethiek’. Er

werd bijvoorbeeld gevraagd hoe studenten zouden reageren als een cliënt je een omhelzing zou

geven? Is dit binnen je comfort zone en kan dat wel?

Vierde jaar:

Volgens vierdejaarsstudenten is er in de minor weinig aandacht besteed aan seksualiteit en

seksueel (on)gezond gedrag. Wel zijn er diverse rollenspellen geweest waarin het onderwerp

afstand en nabijheid naar voren kwam (Omgaan met Agressie). Hier kregen de studenten tools

aangereikt hoe je je mannetje kan staan en hoe je cliënten kunt confronteren. Deze tools kun je

eventueel gebruiken als het gaat om seksualiteit, maar deze koppeling maken de

vierdejaarsstudenten zelf. De rollenspellen vonden plaatst in de minor: WIGK en GGZ Agoog.

Behandelde onderwerpen volgens vierdejaarsstudenten MWD:

- De levensloop mens (kort en niet specifiek op seksualiteit). - Overdracht en tegenoverdracht. - Afstand en nabijheid (persoonlijke grenzen erkennen/aangeven). - Seksueel misbruik (vrijwillige workshop). - Reflectie van gevoelens.

Page 37: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

11

CMV- studenten

Eerste jaar:

Volgens vierdejaarsstudenten van de opleiding CMV krijgen alle studenten in het eerste jaar het

vak Ontwikkelingspsychologie. Hierin werd de levensloop van de mens van geboorte tot de dood

besproken. Het stukje seksualiteit kwam wel ter sprake, maar volgens de vierdejaarsstudenten

heel minimaal. In het eerste jaar werd ook ‘Ethiek’ gegeven en daar kwam bijvoorbeeld naar voren

hoe jou positie als medewerker is en waar jou grenzen liggen.

Tweede jaar:

In het tweede jaar is afstand- en nabijheid relatie behandeld. Maar voornamelijk werd dit

behandeld tijdens ‘Ethiek’ in jaar één en jaar drie.

Derde jaar:

Volgens de vierdejaarsstudenten hebben alle studenten in het derde jaar verplicht ‘Supervisie’. In

dit vak worden casussen behandeld waar studenten tegenaan zijn gelopen op hun stage.

In het derde jaar is ‘Ethiek’ (verdieping) weer naar voren gekomen.

Vierde jaar:

-

Behandelde onderwerpen volgens vierdejaarsstudenten CMV:

- Eigen ingebrachte casus Supervisie. - Levensloop van de mens. - Afstand en nabijheid.

Gevolgde minors onder de respondenten:

SPH MWD CMV

GGZ Agoog (2x). GGZ Agoog (2x). -

Verslavingskunde (2x). Werken in gedwongen kader (2x).

Werken in gedwongen kader. Verslavingskunde.

De professional in de

veranderende samenleving

(nieuwe minor).

*Niet alle respondenten hebben een minor gevolgd op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch.

Page 38: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

12

0%

86%

14%

SPH studenten

Ja Nee Alleen als je er zelf mee komt

17%

83%

0%0%

MWD studenten

Ja Nee

0%

50%50%

CMV- studenten

Ja Nee Alleen als je er zelf mee komt

Vervolgens is er aan de vierdejaarsstudenten voorgelegd of er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht is geschonken aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Hierbij is er een verdeling gemaakt tussen vier onderwerpen, namelijk: omgaan handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat reageren en interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Deze onderwerpen zijn tijdens de literatuurstudie naar voren gekomen (lees theoretische onderbouwing). Hieronder kunt u de resultaten uit het interview lezen.

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit:

86% van de respondenten geeft aan dat de school geen

aandacht besteedt aan handelingsverlegenheid m.b.t.

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

14% van de respondenten geeft dat de school hier alleen

aandacht aan besteedt als de student er zelf mee komt.

83% van de respondenten geeft aan dat de school geen aandacht besteedt aan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

50% van de respondenten geeft aan dat de school geen aandacht besteedt aan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. 50% van de respondenten geeft aan dat de school hier

alleen aandacht aan besteedt als de student er zelf mee

komt.

Page 39: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

13

14%

72%

14%

SPH- studenten

Ja Nee Onvoldoende

0%

100%

0%

MWD- studenten

Ja Nee Onvoldoende

0%

100%

0%

CMV studenten

Ja Nee Onvoldoende

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag:

72% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag. 14% van de respondenten vindt dat de school hier aandacht aan besteedt, maar onvoldoende.

100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Page 40: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

14

0%

100%

SPH studenten

Ja Nee

0%

67%

33%

0%

MWD studenten

Ja Nee Onvoldoende

0%

100%

0%0%

CMV studenten

Ja Nee Onvoldoende

3. Adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag:

100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

67% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. 33% van de respondenten vindt dat school hier aandacht aan besteedt, maar onvoldoende.

100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Page 41: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

15

0%

86%

14% 0%

SPH studenten

Ja Nee Misschien

0%

100%

MWD- studenten

Ja Nee

0%

100%

CMV studenten

Ja Nee

4. Passende interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag:

86% van de respondenten geeft aan dat de school geen aandacht besteedt aan passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

100% van de respondenten geeft aan dat de school geen aandacht besteedt aan passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

100% van de respondenten geeft aan dat de school geen aandacht besteedt aan passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

* Kijk bijlage 1: Citaten deelvraag 1 (p. 37 – 40)

Page 42: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

16

2.1.2 Aanvullende conclusie Het is sterk aannemelijk dat de respondenten goede inzichten hebben over hoe er binnen het huidig

onderwijs vorm wordt gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. De respondenten zijn

de ‘ervaringsdeskundigen’ van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool, omdat deze studenten het

onderwijsprogramma alle vier de opleidingsjaren hebben gevolgd.

De betekenis die de studenten hebben gegeven aan het huidige onderwijs komen sterk overeen. Alle studenten geven aan dat er binnen het huidige onderwijs onvoldoende aandacht wordt geschonken aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit concluderen de vierdejaarsstudenten mede door het feit dat er binnen het onderwijs weinig tot geen aandacht wordt geschonken aan omgaan met handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Hieronder volgen nog enkele citaten die bekrachtigen dat er weinig tot geen aandacht wordt geschonken aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs. Van Looij (2015):”Niks! (…) Er wordt helemaal geen aandacht gegeven aan seksualiteit of seksuele

diversiteit." (p.81)

Lips (2015):”Nee, ook in boeken ben ik niet echt veel tegen gekomen.” (p.130)

2.1.3 Theoretische onderbouwing De bevindingen van de vierdejaarsstudenten bevestigen eigenlijk het onderzoek van commissie-Samson en de commissie-Rouvoet die concluderen dat “seksuele ontwikkeling, de normen voor seksueel gedrag en het daarmee samenhangende thema seksueel misbruik nauwelijks aandacht krijgen in opleidingen (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.).” Daarnaast toonde het onderzoek van commissie-Samson aan dat “kinderen in de residentiële jeugdzorg (RJ) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan andere leeftijdsgenoten; het zowel misbruik door medewerkers als door groepsgenoten betreft; dat een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft en dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken (Rapport commissie-Samson, 2012).” Dit verhoudt zich met het onderzoek door het feit dat studenten aangeven dat er weinig aandacht wordt geschonken aan handelingsverlegenheid. Mede hierdoor blijft het voor studenten lastig om seksualiteit in hun stage bespreekbaar te maken met cliënten. Aan het onderwerp seksualiteit en intimiteit kleeft nog steeds een maatschappelijk taboe. Het is voor de meeste mensen, waaronder professionals, niet makkelijk om te praten over seksuele en intieme gevoelens en ervaringen. Vooral niet als die gevoelens betrekking hebben op cliënten (Heemelaar , 2013). Daarnaast geven de vierdejaarsstudenten aan dat er weinig tot geen aandacht wordt geschonken aan het signaleren van grensoverschrijdend gedrag. Dit kan zich in een later stadium door ontwikkelen zodat beginnende professionals onvoldoende kennis hebben hierover, waardoor een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft. Volgens Jeugdhulp Nederland is het belangrijk dat medewerkers geschoold worden in het opvangen van signalen, ook op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is het dan ook een landelijke verplichting om deze meldcode te implementeren. Hierin wordt er stapsgewijs aangegeven hoe professionals met signalen om dienen te gaan, waaronder seksueel misbruik, zodat er snel en adequaat hulp geboden kan worden. Dit betekent onder andere dat professionals deze signalen moeten kunnen herkennen, bespreekbaar

Page 43: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

17

moeten kunnen maken, de risico’s in moeten kunnen schatten om er vervolgens adequaat naar te kunnen handelen (Jeugdhulp Nederland, 2011). Je kunt concluderen dat de vierdejaarsstudenten (toekomstig beginnend professional) niet kunnen voldoen aan de landelijke verplichting omdat zij niet over voldoende kennis beschikken voor wat betreft het signaleren van grensoverschrijdend gedrag.

2.1.4 Eigen interpretatie Ik vind het in eerste instantie schokkend om te lezen dat er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch weinig tot geen aandacht wordt geschonken aan het onderwerp seksualiteit. De cijfers uit de onderzoeksresultaten waar de vierdejaarsstudenten geen kennis over hebben gehad is schrikbarend hoog. Terwijl de conclusies uit het rapport van commissie- Samsom en commissie- Rouvoet toch al 33 maanden gepubliceerd zijn. Ik ben van mening dat Avans Hogeschool in een eerder stadium al initiatief had moeten nemen om hun onderwijs op dit gebied te verbeteren, mede omdat beginnend professionals landelijk verplicht zijn om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te implementeren. Dit gaat naar mijn mening niet als zij onvoldoende kennis hebben over het signaleren, het adequaat reageren en het gebruik van passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Page 44: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

18

2.2 Beantwoording deelvraag 2 Waar liggen volgens vierdejaarsstudenten mogelijkheden en kansen tot het verbeteren van het

huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

2.2.1 Onderzoeksresultaten en conclusies Voor het beantwoorden van deze deelvraag is er gebruik gemaakt van half gestructureerde interviews. In het onderzoek is er niet alleen plaatst gemaakt voor wat de vierdejaarsstudenten in hun opleiding gemist hebben, maar ook waar de behoefte en wensen van vierdejaarsstudenten liggen op het gebied van seksualiteit in het onderwijs. In de onderstaande resultaten geven de vierdejaarsstudenten aan op welke vlakken het huidige onderwijs verbetert kan worden m.b.t. seksualiteit. Tot slot geeft het laatste grafiek weer van welke onderwerpen de vierdejaarsstudenten meer kennis hadden willen hebben binnen hun opleiding.

Aantal studenten

SPH Het overgrote deel van de SPH respondenten vindt het belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan het thema seksualiteit door het te oefenen met casussen en rollenspellen. MWD Het overgrote deel van de MWD respondenten vindt het belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan het thema seksualiteit door het te behandelen in een klassikale les (met PowerPoint) in combinatie met casussen en rollenspellen. CMV Het overgrote deel van de CMV respondenten vindt het belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan het thema seksualiteit door het te behandelen in een klassikale les (met PowerPoint) in combinatie met casussen.

0 1 2 3 4 5 6 7

Gastsprekers

Training met acteurs

Rollenspellen

Casussen/discussiëren

Zelfpresentaties

Hoorcollege(s)

Klassikale les (PowerPoint)

WELKE VORM ZOU JE ALS VIERDEJAARSSTUDENTEN APPRECIËREN ALS HET GAAT OM HET VORM GEVEN AAN HET THEMA SEKSUALITEIT EN SEKSUEEL (ON)GEZOND

GEDRAG BINNEN HET HUIDIGE ONDERWIJS?

CMV MWD SPH

Page 45: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

19

Aantal studenten

SPH

Het overgrote deel van de SPH respondenten vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit verplicht bespreekbaar moet maken in één van de opleidingsjaren. MWD Het overgrote deel van de MWD respondenten vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit verplicht bespreekbaar moet maken in meerdere opleidingsjaren. CMV Het overgrote deel van de CMV respondenten vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit

verplicht bespreekbaar moet maken in meerdere opleidingsjaren.

* Kijk bijlage 2: Citaten deelvraag 2 (p. 41 – 46)

0 1 2 3 4 5 6

Keuzevakken

Verplicht (één van de opleidingsjaren)

Verplicht (meerdere opleidingsjaren)

HOE MOET ER VOLGENS JOU VORM GEGEVEN WORDEN AAN SEKSUALITEIT EN SEKSUEEL (ON)GEZOND GEDRAG IN HET HUIDIGE ONDERWIJS?

CMV MWD SPH

Page 46: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

20

SPH: - 7 van de 7 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis

hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 6 van de 7 respondenten (86%) geeft aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis hadden willen hebben over het omgaan met handelingsverlegenheid en algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

MWD:

- 6 van de 6 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren, passende interventies en omgaan met handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 5 van de 6 respondenten (83%) geeft aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis hadden willen hebben over algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

CMV:

- 2 van de 2 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren, passende interventies en omgaan met handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 1 van de 2 respondenten (50%) geeft aan dat zij binnen de huidige opleiding meer kennis

hadden willen hebben over algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond

gedrag.

0

1

2

3

4

5

6

7

8

SPH MWD CMV

Ik had binnen mijn huidige opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Omgaan handelingsverlegenheid Signaleren en adequaat reageren

Passende interventies Algemene kennis

Totaal aantal studenten

Page 47: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

21

2.2.2 Aanvullende conclusie Het is sterk aannemelijk dat de respondenten goede inzichten hebben over hoe het huidige onderwijs verbetert kan worden op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. De respondenten zijn de ‘ervaringsdeskundigen’ van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool, omdat deze studenten het onderwijsprogramma alle vier de opleidingsjaren hebben gevolgd. De meeste verbeterpunten die vanuit de respondenten zijn aangedragen komen sterk overeen. Zo geven vrijwel alle respondenten aan dat Avans Hogeschool haar kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren door het thema seksualiteit bespreekbaar te maken. De meeste vierdejaarsstudenten vinden dan ook dat de school deze stap moet maken en niet de studenten zelf. Hieronder enkele citaten die dat bekrachtigen. Van Looij (2015):”Ik denk door bewustwording te creëren. (…) aandacht aan besteden in lessen en het actueel maken.” (p.85) Riel (2015):”Ik denk echt dat er een verbeterpunt ligt in het bespreekbaar maken van. (…) ik denk dat docenten de studenten meer zouden moeten uitnodigen zeg maar om erover te praten.” (p.96) De meeste vierdejaarsstudenten geven aan dat zij behoefte hebben aan concrete handvaten om bijvoorbeeld seksueel grensoverschrijdend gedrag te kunnen signaleren. Daarnaast vinden de meeste studenten dat school hier aandacht aan moet besteden door verschillende onderwijsvormen aan te bieden, namelijk theorielessen, casussen en rollenspellen. Deze vierdejaarsstudenten zijn van mening dat een combinatie van deze onderwijsvormen hen het beste leert omgaan met seksualiteit. Zij zien het onderwerp dan ook het liefst behandeld worden in jaar twee, voor het stagejaar. De vierdejaarsstudenten zijn van mening dat zij hierdoor beter voorbereid het stagejaar ingaan, al zijn de meningen wel verdeeld of Avans Hogeschool het thema seksualiteit structureel (meerdere opleidingsjaren) moet behandelen of in één opleidingsjaar.

2.2.3 Theoretische onderbouwing Volgens bovenstaande conclusie geven vierdejaarsstudenten aan dat zij voor het stagejaar meer kennis willen krijgen over het omgaan met seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Ook literatuurstudie wijst uit dat een groot deel van de ontwikkelingen (kindermishandeling, huiselijk- en seksueel geweld) je als beroepskracht pas tegen komt in de praktijk. Daarom is het van belang duidelijk te krijgen hoe competenties/vaardigheden verkregen kunnen worden in opleidingen en hoe ze gewaarborgd kunnen worden in het dagelijks werk (Hens, 2008). Deze vaardigheden hebben betrekking op het signaleren, adequaat reageren en passende interventies op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een goede methodiek waarbij je leert omgaan met deze vaardigheden m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag, is het door MOVISIE en Sensoa ontwikkelde Vlaggensysteem. Voor professionals is het niet altijd duidelijk wat een normale seksuele ontwikkeling is voor een bepaalde leeftijd en wat niet. Het Vlaggensysteem is een behulpzame tool voor professionals om in te schatten wat leeftijdsadequaat seksueel gedrag is. Daarnaast biedt het professionals handvaten hoe er op dergelijk gedrag het best gereageerd kan worden. Met behulp van het Vlaggensysteem kan worden onderzocht of er sprake is van onschuldig experimenteergedrag wat passend is bij de leeftijd van de jongere, of dat het gaat om grensoverschrijdend gedrag. De meeste vierdejaarsstudenten concluderen dat zij niet weten wat (on)gezond seksueel gedrag is. Daarbij vinden zij het moeilijk om te bepalen welk seksueel gedrag leeftijdsadequaat is. Het Vlaggensysteem is een goede methodiek om in te bedden binnen de Sociale Studies van Avans Hogeschool. Studenten leren met deze methodiek niet alleen signaleren, adequaat reageren en passende interventies voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij leren ook praten over het thema seksualiteit, waardoor

Page 48: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

22

handelingsverlegenheid bij studenten kan afnemen. Kijk bijlage 4: leeftijdmatrix Vlaggensysteem (p. 52 - 55). Veel vierdejaarsstudenten concludeerden in het interview dat zij het moeilijk vinden om over seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag te praten in dialoog met de cliënt. Deze uitspraken zijn niet geheel verassend, want het rapport van het Verwey-Jonker Instituut en de VU geeft ook al aan dat het voor stagiaires en beginnende groepsleiders vaak lastig is om over seksualiteit te praten, vooral als het op de leefgroep ter sprake komt. Eén van de redenen is dat zij bijna dezelfde leeftijd hebben als cliënten en als cliënten het ter sprake brengen zijn ze er niet op voorbereid. Tevens kan het er erg respectloos aan toe gaan, waardoor het onveiligheidsgevoelens met zich mee kan brengen (Rapport Verwey-Jonker Instituut en VU, 2012). Volgens theorie is het dan ook van belang dat het thema seksualiteit structureel onder de aandacht wordt gebracht binnen de opleiding. Hierdoor leren studenten praten over seksualiteit waardoor de handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit afneemt. Binnen veel sociale opleidingen is dit niet het geval. Volgens commissie-Samson en commissie-Rouvoet wordt er onvoldoende aandacht geschonken aan het onderwerp seksualiteit binnen de huidige opleiding. Daarnaast formuleerde commissie-Samson en commissie-Rouvoet dat in alle basisopleidingen (studierichting jeugdzorg) er in de gehele opleiding aandacht moet zijn voor de gezonde en afwijkende seksuele ontwikkeling en de problemen rondom seksueel misbruik. De commissie benadrukt dat er structurele aandacht moet zijn in de opleidingen en niet alleen in de keuzevakken (Rapport commissie-Samson, 2012). Lips (2015):”In het begin vond ik het heel moeilijk, want toen overviel me dat heel erg (…) Eigenlijk meteen een rode kop weet je wel.” (p.118)

2.2.4 Eigen interpretatie Mijn persoonlijke mening is dat de Sociale Studies aan Avans Hogeschool structureel aandacht

moeten besteden aan het thema seksualiteit. Door het thema seksualiteit in meerdere

opleidingsjaren te laten doorlopen leren de studenten om te gaan met handelingsverlegenheid. De

studenten leren erkennen wanneer handelingsverlegenheid optreedt en wat het met hen doet.

Hierdoor krijgen zij meer ervaring in het praten over seksualiteit, waardoor het in de toekomst als

beginnend professional makkelijker is om over seksualiteit te praten in dialoog met de cliënt. Ik ben

dan ook van mening dat één opleidingsjaar niet voldoende is om handelingsverlegenheid tegen te

gaan. Daarbij ben ik van mening dat het Vlaggensysteem een goede tool is om de kennis m.b.t.

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag bij studenten te vergroten. Ik zie het Vlaggensysteem dan

ook graag ingebed worden in de Sociale Studies van Avans Hogeschool.

Door meerdere onderwijsvormen te combineren om het thema seksualiteit te behandelen leren de

studenten naar mijn mening het meest effectief. Ik ben van mening dat de volgende

onderwijsvormen het meest leerzaam zijn, namelijk theorielessen, casussen en rollenspellen. Tot slot

ben ik van mening dat studenten al kennis op moeten doen van seksualiteit en seksueel

grensoverschrijdend gedrag voor hun stagejaar. Ik denk namelijk dat studenten in hun stagejaar pas

echt gaan ervaren hoe zwaar het thema seksualiteit kan liggen. Er heerst in veel organisaties dan ook

een taboesfeer rondom seksualiteit. Door studenten een ‘rugzakje’ met kennis over seksualiteit mee

te geven, zullen zij ook beter gaan aarden en daarbij ook ontwikkelen op dit gebied.

Page 49: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

23

2.3 Beantwoording deelvraag 3 Welke competenties moeten professionals volgens vierdejaarsstudenten hebben om seksueel gezond

gedrag bij jongeren te bevorderen?

2.3.1 Onderzoeksresultaten en conclusie Voor het beantwoorden van deze deelvraag is er gebruik gemaakt van half gestructureerde interviews. In het onderzoek is er aan de vierdejaarsstudenten gevraagd over welke competenties professionals moeten beschikken om seksueel gezond gedrag bij cliënten te bevorderen. Deze vraag is mede voorgelegd, omdat Avans Hogeschool veel aandacht heeft voor competentiegericht werken. Onderstaand schema geeft weer welke competenties er volgens vierdejaarsstudenten nodig zijn om seksueel gezond gedrag onder cliënten te bevorderen. Hierbij is er geen onderscheid gemaakt tussen studenten van de opleiding SPH, MWD en CMV. De laatste kolom geeft weer hoeveel keer de beschreven competentie is benoemd.

Competentie Toelichting Aantal Algemene kennis seksualiteit

Als professional moet je het onderscheid weten tussen gezond en ongezond seksueel gedrag. Je moet weten waarover je praat en weten wat leeftijdsadequaat is.

8x

Open houding / transparantie / onbevooroordeeld

Als professional moet je jongeren het gevoel geven dat ze bij jou terecht kunnen met vragen over seksualiteit. Je moet een open houding hebben en onbevooroordeeld in gesprek kunnen gaan met de jongeren.

7x

Presenteren / communiceren / gespreksvaardigheden

Als professional moet je je communicatie afstemmen op het niveau van de doelgroep. Je moet ook verschillende gespreksvaardigheden kunnen toepassen om bijvoorbeeld iets te verduidelijken. Daarnaast is het belangrijk dat je op verschillende manieren kunt presenteren, bijvoorbeeld bij kinderen op een speelse manier informatie overdragen.

7x

Omgaan handelingsverlegenheid

Als professional moet je durf en lef tonen om het ook over moeilijke onderwerpen te hebben (seksualiteit etc.). Je moet dit onder de aandacht kunnen brengen/erop reageren zonder dat je dichtslaat of rood aanslaat.

6x

Grenzen aangeven / duidelijkheid creëren

Als professional moet je (persoonlijke) grenzen kunnen erkennen m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag en deze grenzen kunnen stellen en aangeven. Hiermee schep je ook duidelijkheid voor de cliënten.

4x

Relatie opbouwen / betrokkenheid tonen

Als professional moet je relatiegericht kunnen werken. Dus instaat zijn om een relatie op te bouwen met de juiste afstand en nabijheid. Hierdoor toon je ook betrokkenheid bij de cliënt.

3x

Rolmodel Je hebt als professional een voorbeeldfunctie voor de cliënten. Door dit uit te dragen en je als rolmodel te presenteren kan je meer uit de cliënten halen.

2x

Signaleren Als professional is het belangrijk dat je seksueel grensoverschrijdend gedrag kunt erkennen en kunt signaleren, bijvoorbeeld: past dit gedrag bij de leeftijd van de cliënt?

2x

Actief luisteren Als professional moet je in staat zijn om te luisteren naar wat de cliënt vertelt en laten zien dat je luistert.

2x

Bewust zijn eigen belemmeringen (eigen grenzen en beperking erkennen)

Als professional moet je bewust zijn van je persoonlijke belemmeringen op het gebied van seksualiteit. Vooraf moet je weten of je iets wel/niet bespreekbaar kunt maken. Daarnaast is het belangrijk om vooraf te weten wat je de cliënt wel/niet wilt vertellen uit je eigen ervaringen.

2x

Samenwerken Als professional is het belangrijk dat je niet alles zelfstandig wilt 1x

Page 50: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

24

oplossen. Stem af met je collega’s, deel je informatie/expertise en overleg je plan van aanpak.

Complimenteren / Stimuleren

Als professional moet je cliënten kunnen complimenteren en stimuleren om bijvoorbeeld over het onderwerp seksualiteit te praten.

1x

Nuchter Als professional moet je informatie over seksualiteit ook met een grap kunnen brengen. Serieus brengen bij jongeren werkt niet altijd.

1x

Geheimhoudingsplicht / betrouwbaarheid

Als professional moet je je bewust zijn van je geheimhoudingsplicht. Je moet je er bewust van zijn dat je persoonlijke informatie niet met andere cliënten bespreekt.

1x

Structuur aanbieden Als professional moet je cliënten structuur kunnen aanbieden. Daardoor weten cliënten waar ze aan toe zijn en hierdoor kunnen ze zich minder bezig houden met andere gedragingen, bijvoorbeeld seksueel grensoverschrijdend gedrag.

1x

2.3.2 Aanvullende conclusie Het is sterk aannemelijk dat de respondenten goede competenties naar voren hebben gebracht die je als professional nodig hebt om seksueel gezond gedrag onder cliënten te bevorderen. De respondenten zijn de ‘ervaringsdeskundigen’ van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool, omdat deze studenten het onderwijsprogramma alle vier de opleidingsjaren hebben gevolgd. De benodigde competenties die de vierdejaarsstudenten hebben aangedragen komen sterk overeen met literatuur uit het vaktijdschrift pedagogiek- online (lees 2.3.3 theoretische onderbouwing). De aangedragen competenties van de vierdejaarsstudenten die het meest overeenkomen zijn:

- Algemene kennis seksualiteit; - Open houding, transparantie en onbevooroordeeld; - Gespreksvaardigheden, presenteren en communiceren; - Omgaan handelingsverlegenheid; - Grenzen aangeven en duidelijkheid creëren; - Relatie opbouwen en betrokkenheid tonen.

De vierdejaarsstudenten concluderen in het interview dat Avans Hogeschool veel aandacht besteedt aan competenties en het competentiegericht werken. Volgens de vierdejaarsstudenten maakt Avans Hogeschool hierbij niet de koppeling naar het thema seksualiteit. Dit blijkt onder andere uit een aantal citaten. Sloot (2015):”Nou niet zozeer op seksueel gedrag.” (p.68) Van Brest (2015):”Die competenties zijn in het algemeen behandeld.” (p.162)

2.3.3 Theoretische onderbouwing Uit bovenstaande conclusie blijkt dat Avans Hogeschool geen koppeling maakt naar het thema seksualiteit in het competentiegericht werken. Uit het artikel van Daphne van de Bongardt, Ineke Mouthaan en Henny Bos, genaamd: seksuele en relationele vorming in het voortgezet onderwijs komt naar voren dat professionals voor het bevorderen van gezond seksueel gedrag heel andere competenties nodig hebben dan wanneer zij enkel en alleen informeren of kennis willen overdragen aan jongeren. Om seksueel gezond gedrag onder jongeren te bevorderen heb je als professional meer aandacht nodig voor de persoonlijke ervaringen van jongeren. Door hier meer aandacht aan te

Page 51: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

25

besteden zijn jongeren eerder bereid om professionals te benaderen met persoonlijke vragen op het gebied van seks of relaties (Allen, 2001). Benodigde competenties:

- Zelf gemakkelijk over seksualiteit kunnen praten; - In staat zijn om contact te maken met jongeren; - Goed kunnen luisteren; - Toegankelijk zijn; - Flexibel zijn; - Een open en positieve houding hebben ten opzichte van seksualiteit van jongeren en ten

aanzien van seksuele diversiteit; - Voldoende kennis hebben over de seksuele ontwikkeling van jongeren en onderwerpen zoals

Soa’s/HIV/AIDS en anticonceptiemethode (Allen, 2005) (Milton, et al., 2001). Daarom is het belangrijk dat professionals over vaardigheden beschikken om met jongeren over hun persoonlijke problemen te kunnen praten en eventueel te kunnen doorverwijzen naar de juiste instanties (Greenberg, 1989). Buiten deze vaardigheden is het ook belangrijker dat professionals kennis hebben van verschillende culturen en weten hoe daar met het onderwerp seksualiteit wordt omgegaan (Mouthaan & De Neef, 2003) (Vanwesenbeeck, et al., 2003). Om te bereiken dat professionals over bovenstaande competenties beschikken zijn goede opleidingen en professionele trainingen van groot belang (Lindau, Tetteh, Kasza, & Gilliam, 2008). “Vanwesenbeeck, et al. (2003) concluderen in hun onderzoek ook dat het thema ‘op maat’ moet worden aangeboden en worden toegepast op het onderwijsniveau (denkniveau) van de jongeren.” Dit verhoudt zich tot het onderzoek dat het van belang is dat Avans Hogeschool juist wel de koppeling maakt naar het thema seksualiteit in het competentiegericht werken. Bovenstaande literatuur beschrijft dan ook dat goede opleidingen en professionele trainingen nodig zijn om over bovenstaande competenties te kunnen beschikken. Een goede onderlegger om deze doelstelling te realiseren is het boek: ‘Grensoverschrijdend gedrag van pubers’. In dit boek is er aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren, handelingsverlegenheid en hoe je daar mee om kunt gaan. Tevens is er aandacht voor verschillende culturele achtergronden en het media-beïnvloedingsproces (Clerckx, Groot, & Prins, 2011).

2.3.4 Eigen interpretatie Mijn persoonlijke mening is dat Avans Hogeschool haar competentiegericht werken moet uitbreiden

door het thema seksualiteit er in te verwerken. In bovenstaande ‘theoretische onderbouwing’ staat

dan ook dat je voor het bevorderen van seksueel gezond gedrag hele andere competenties nodig

hebt dan enkel en alleen bij het overdragen van informatie over seksualiteit. Ik ben dan ook van

mening dat Avans Hogeschool bovenstaande competenties kan gebruiken om studenten op het

gebied van seksualiteit competenter te maken. Daar moet nog bijkomen dat Avans Hogeschool deze

competenties in de opleiding moet aanbieden door middel van een training. Literatuur beschrijft dan

ook dat een professionele training van groot belang is om bovenstaande competenties te beheersen.

Bij deelvraag twee heb ik al beschreven dat ik streef naar structurele aandacht voor het thema

seksualiteit binnen het onderwijs. Ook bovenstaande literatuur geeft weer aan dat dit noodzakelijk is

om studenten goed te laten ontwikkelen op dit gebied. Je moet als professional goed kunnen praten

Page 52: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

26

over seksualiteit en hierbij kunnen aansluiten bij de persoonlijke ervaringen van de jongeren.

Daarnaast moet je dit thema op maat kunnen aanbieden en kennis hebben van verschillende

culturele achtergronden. Om over deze vaardigheden te beschikken heb je volgens mij meer

trainingsjaren nodig dan één jaar.

Page 53: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

27

2.4 Beantwoording hoofdvraag Wat zijn de bevindingen van vierdejaarsstudenten van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ‘s Hertogenbosch betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

2.4.1 Onderzoeksresultaten en conclusie Voor het beantwoorden van de hoofdvraag is er gebruik gemaakt van drie deelvragen. Daarnaast zijn er nog extra vragen in het interview verwerkt om de beantwoording op de hoofdvraag te bekrachtigen. In eerste instantie is dit gedaan door middel van een schaalvraag in het interview te verwerken. In deze schaalvraag kunnen de vierdejaarsstudenten de kwaliteit van het onderwijs van Avans Hogeschool beoordelen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. De drie opleidingsrichtingen (SPH, MWD en CMV) van de Sociale Studies zijn afzonderlijk beoordeeld, omdat het onderwijsprogramma van deze drie opleidingen niet gelijk is. Daarnaast is er ook aandacht voor het Vlaggensysteem in dit onderzoek, omdat één van de doelen van het RAAK-Project is om het Vlaggensysteem in te bedden binnen de organisaties voor residentiële jeugdzorg. Avans Hogeschool is de projectleider van het RAAK-Project. In het onderzoek wordt dan ook gepeild hoeveel vierdejaarsstudenten kennis hebben van het Vlaggensysteem. Tot slot wordt er aan de vierdejaarsstudenten, na een korte introductie over het Vlaggensysteem, gevraagd of zij binnen de opleiding meer kennis hadden willen hebben over het Vlaggensysteem. De bevindingen van deze vragen zijn in onderstaande onderzoeksresultaten verwerkt.

Opleiding Cijfer

SPH 3.7

MWD 3.4

CMV 5.0

Gemiddelde 4.0

0

2

4

6

8

10

12

Cijfer

Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? (cijfer: 0 - 10)

SPH MWD CMV Gemiddeld Maximale score

Page 54: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

28

SPH - 4 op de 7 respondenten (57%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 7 op de 7 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. MWD:

- 2 op de 6 respondenten (33%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 6 op de 6 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. CMV:

- 0 op de 2 respondenten (0%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 2 op de 2 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. * een aantal studenten heeft pas van het Vlaggensysteem gehoord tijdens zijn/haar afstudeerfase.

* Kijk bijlage 3: Citaten hoofdvraag (p. 47 – 51)

0

2

4

6

8

10

12

14

16

SPH MWD CMV Alles

Vlaggensysteem RJ

Heeft van Vlaggesysteem gehoord Wil er meer kennis over binnen de opleiding

Totaal aantal studenten

Page 55: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

29

2.4.2 Aanvullende conclusie Het is sterk aannemelijk dat de respondenten goede bevindingen naar voren halen over hoe er in de huidige opleiding vorm wordt gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. De respondenten zijn de ‘ervaringsdeskundigen’ van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool, omdat deze studenten het onderwijsprogramma alle vier de opleidingsjaren hebben gevolgd. De bevindingen van de respondenten komen sterk overeen. Bij deelvraag één hebben vierdejaarsstudenten al geconcludeerd dat er binnen het huidige onderwijs onvoldoende aandacht wordt besteed aan het thema seksualiteit. Deze conclusie komt mede voort uit het feit dat de school weinig tot geen aandacht besteed aan het omgaan met handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Mede door deze conclusies hebben bijna alle vierdejaarsstudenten van Avans Hogeschool een onvoldoende gegeven in de bovenstaande schaalvraag. In tegenstelling tot één van de studenten van de opleiding CMV die Avans hogeschool wel met een voldoende heeft beoordeeld. Het gemiddelde cijfer van alle vierdejaarsstudenten bij elkaar ligt op een 4.0. Luijten (2015):”Ik zou ze dan een zes geven, ik denk dat het net voldoende is. Ze kunnen veel meer als ze zouden willen en het noodzakelijk is. Ik denk niet dat ze eruit halen wat erin zit. Maar ik denk niet dat ze het bar slecht doen, in ieder geval niet voor CMV’ers.” (p.178) Van Looij (2015):”Nou, ja aangezien ze er bijna geen aandacht aan hebben geboden denk ik twee of drie.” (p.84) Riel (2015):”Een vijf, omdat ik het op dit moment onvoldoende vind. Maar niet lager dan een vijf, omdat ik vind dat de docenten daar op zich wel open voor staan als je er zelf mee komt.” (p.106) Word er binnen de huidige opleiding aandacht geschonken aan:

Handelingsverlegenheid: 3 op de 15 (20%) respondenten vinden van wel. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag: 2 op de 15 (13%) respondenten vinden van wel. Adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag: 2 op de 15 (13%) respondenten vinden van wel. Passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag: 1 op de 15 (7%) respondenten vindt van wel. (bekijk deelvraag 1 voor onderscheid SPH, MWD en CMV)

In deelvraag twee is er aandacht geschonken aan wat de wensen en behoeften van vierdejaarsstudenten zijn voor wat betreft het thema seksualiteit. Hier hebben de vierdejaarsstudenten geconcludeerd dat zij meer kennis willen hebben over het omgaan met handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Een handige methodiek hiervoor is het door MOVISIE en Sensoa ontwikkelde Vlaggensysteem. Bovenstaande onderzoeksresultaten geven aan dat 40% van alle respondenten bekend zijn met het Vlaggensysteem. Van deze 40% respondenten zijn er een aantal studenten die pas in hun vierde opleidingsjaar kennis hebben opgedaan van het Vlaggensysteem.

Page 56: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

30

Daarentegen geeft 100% van de respondenten aan dat zij graag meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem binnen hun opleiding.

2.4.3 Theoretische onderbouwing Uit de bovenstaande conclusie kan opgemerkt worden dat de bevindingen van vierdejaarsstudenten zijn dat er binnen de huidige opleiding onvoldoende aandacht wordt besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Ook kan er geconcludeerd worden dat de vierdejaarsstudenten behoefte hebben aan kennis over seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Nu is de vraag welke kennis er precies ontbreekt? En wat kan er in het curriculum opgenomen worden, zodat de gemiste kennis in de toekomst wel behandeld kan worden. In het onderzoek concluderen vierdejaarsstudenten dat zij binnen de huidige opleiding weinig tot geen kennis hebben gekregen over:

- Het omgaan met handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit; - Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag; - Adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag; - Passende interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag; - Algemene kennis wat is (on)gezond seksueel gedrag?

Door het Vlaggensysteem verplicht in te bedden in de curriculum van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool doen alle studenten kennis op van wat seksueel gedrag eigenlijk is. Wanneer is een bepaalde gedraging ongezond seksueel gedrag en wanneer is het gezond experimenteer seksueel gedrag? Het Vlaggensysteem biedt dan ook concrete handvaten aan en geeft aan of iets leeftijdsadequaat is of juist niet (bijlage 4). Daarnaast geeft het Vlaggensysteem de professional houvast om objectief seksuele (grensoverschrijdende) gedragingen te kunnen signaleren en biedt het handvaten hoe je daar als professional adequaat op kunt reageren. Tot slot geeft het Vlaggensysteem aan de hand van de beoordeling aan welke interventie passend is bij welke gedraging (Frans & Franck, 2010). Het Vlaggensysteem is gemakkelijk te bestellen via internet en bestaat uit:

- “Een derde, herziende druk van het boek waarin het vlaggensysteem uitgelegd en onderbouwd wordt. In het boek staan onder meer methodes om met de kaarten aan de slag te gaan. Achteraan staat een beknopte lijst van seksuele gedragingen die veel voorkomen op een bepaalde leeftijd. Die normatieve lijst stelt je in staat om het seksueel gedrag van kinderen en jongeren beter te beoordelen.

- 44 kaarten waarop concrete situaties staan afgebeeld van seksueel gedrag van kinderen en jongeren. Elke situatie wordt beoordeeld aan de hand van de zes criteria voor gezond seksueel gedrag. Op basis van die beoordeling wordt een pedagogische reactie gesuggereerd. Uitstekend discussie- en oefenmateriaal.

- 1 kaart waarop de vier vlaggen beknopt worden toegelicht en reactiemogelijkheden worden meegegeven.

- 1 kaart ‘Stuurwiel seksueel gedrag’ (Maklu Garant & Cyclus Het Spinhuis Distributie, 2010).” Naast kennis over signaleren, reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag moet er ook aandacht zijn voor het omgaan met handelingsverlegenheid op het gebied van seksualiteit. Door het thema seksualiteit bespreekbaar te maken en erover te discussiëren leren de studenten hun handelingsverlegenheid in eerste instantie herkennen. Door rollenspellen te organiseren die betrekking hebben op seksualiteit ervaren de studenten eventueel

Page 57: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

31

niet alleen handelingsverlegenheid maar leren ze hier ook mee omgaan. Dit heeft natuurlijk tijd nodig, daarom streven veel organisaties naar een structurele aanpak om het thema seksualiteit in het onderwijs te implementeren. Zo formuleerde ook commissie-Samson en commissie-Rouvoet dat “in alle basisopleidingen (studierichting jeugdzorg) er in de gehele opleiding aandacht moet zijn voor de gezonde en afwijkende seksuele ontwikkeling en de problemen rondom seksueel misbruik. De commissie benadrukt dat er structurele aandacht moet zijn in de opleidingen en niet alleen in keuzevakken (Rapport commissie-Samson, 2012).” Daarom is het van belang duidelijk te krijgen hoe competenties/vaardigheden verkregen kunnen worden in opleidingen en hoe ze gewaarborgd kunnen worden in het dagelijks werk (Hens, 2008). Tot slot bestaat er een handige tool die inzichtelijk maakt hoe je met handelingsverlegenheid om kan gaan. Deze tool is door MOVISIE ontwikkeld, genaamd: “Omgaan met handelingsverlegenheid of professionele aarzeling” (Kluft & Haitsma, 2012). Deze tool wordt uitgelegd door middel van een workshop. Bekijk Bijlage 5 voor meer informatie.

2.4.4 Eigen interpretatie Mijn persoonlijke mening is dat de Sociale Studies van Avans Hogeschool verplicht zouden moeten

zijn om de kwaliteit van hun onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag te

verbeteren. De kennis over seksualiteit die momenteel in de huidige opleiding wordt behandeld is

naar mijn mening zeer ondermaats, terwijl diverse onderzoeken concluderen dat het zeer belangrijk

is dat studenten hierin goed geschoold worden. Ik ben van mening dat de hierboven beschreven

‘theoretische onderbouwing’ goede aanbevelingen bevat om het onderwijs te verbeteren.

Page 58: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

32

2.5 Aanbevelingen

2.5.1 Aanbeveling Naar aanleiding van dit onderzoek wordt aanbevolen om voor de Sociale Studies aan Avans

Hogeschool het thema seksualiteit structureel in de opleiding in te bedden. Hierbij wordt er geen

onderscheid gemaakt tussen de opleidingen SPH, MMD en CMV. De reden hiervoor is dat alle drie de

opleidingen in het werkveld tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag kunnen aanlopen. Met

structureel wordt bedoeld dat het thema seksualiteit in alle vier de opleidingsjaren terug komt. Dit

kan op verschillende manieren:

- Eerste optie: Het thema seksualiteit structureel bespreekbaar maken binnen de opleiding kan in eerste instantie door een extra vak toe te voegen waarin het thema seksualiteit centraal staat. Het voordeel hiervan is dat iedere klassensamenstelling zijn eigen docent heeft die eventueel in de volgende opleidingsjaren de klas opnieuw begeleidt op dit gebied. Hierdoor bestaat de kans dat de taboesfeer rondom seksualiteit snel en adequaat doorbroken kan worden. Een vaste docent die het thema seksualiteit behandelt zorgt voor vertrouwen en voor een goede open sfeer binnen de klas.

- Tweede optie: Het thema seksualiteit structureel bespreekbaar maken binnen de opleiding kan ook door het thema seksualiteit toe te voegen in bestaande vakken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het vak Signaleren, Supervisie en Omgaan met agressie. Het nadeel hiervan is dat iedere klas meerdere keren per jaar te maken krijgt met verschillende docenten. Hierdoor wordt het voor docenten lastiger om een open en vertrouwelijke sfeer te creëren, waardoor de kans bestaat dat de taboesfeer rondom seksualiteit nauwelijks doorbroken kan worden. * Voor informatie welke kennis inhoudelijk behandeld kan worden lees (2.4.3 ‘theoretische onderbouwing’)

2.5.2 Aanbeveling vervolgonderzoek Aanbeveling bij een vervolgonderzoek is het meten hoe het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag het meest effectief ingebed kan worden in de huidige opleiding. Op deze manier krijg je inzicht in de mogelijkheden tot het verbeteren van het huidige onderwijs om vervolgens deze mogelijkheden tegen elkaar af te wegen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen de meest kostenbesparende manier uit te voeren of juist de manier die de behoefte van de studenten het meest vervult. Eventuele hoofdvraag vervolgonderzoek: “Op welke manier kan het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag het meest effectief worden ingebed in de huidige Sociale Studies van Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch?”

Page 59: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

33

2.6 De perspectieven en belangen van verschillende partijen

2.6.1 Microniveau De partijen die meewegen op microniveau zijn: Expertisecentrum Veiligheid, de jongeren (cliënten) en ik zelf die in opdracht van het EV het onderzoek heeft uitgevoerd. Het belang van het Expertisecentrum Veiligheid is dat het een bijdrage wilt leveren aan een gezonde seksuele ontwikkeling van jongeren binnen de Residentiele Jeugdzorg, waardoor het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag afneemt (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.). Dit project loopt van 1 mei 2013 tot 1 mei 2017. Door dit onderzoek is het EV weer een stap dichterbij hun belangen en doelstelling gekomen. Met dit onderzoek kan verder worden gegaan om deze doelstelling voor 1 mei 2017 te realiseren. Doordat het Expertisecentrum Veiligheid een stapje dichterbij haar doelstelling is, levert dit ook voordelen op voor de jongeren in de jeugdzorg. Het is volgens mij een kwestie van tijd dat de inhoud en kwaliteit van het onderwijs verbeterd wordt op het gebied van seksualiteit. Dit betekent dat toekomstige studenten in de toekomst meer kennis hebben over seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit is een voorwaarde zodat jongeren in de toekomst zich beter en veilig kunnen ontwikkelen op seksueel gebied. Belangen van dit onderzoek voor mij zijn dat ik actief ben geweest in het werkveld, mezelf heb gepresenteerd en dat ik ervaring heb opgedaan met het uitvoeren van een onderzoek. Al is mijn grootste belang toch het behalen van mijn diploma. Dit wil ik gaan doen door dit onderzoek op een goede manier te leiden en af te sluiten.

2.6.2 Mesoniveau De partijen die meewegen op mesoniveau zijn: het RAAK-Project en de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. De doelen van het RAAK-project zijn de handelingsverlegenheid van (zowel huidige als toekomstige) professionals met betrekking tot seksualiteit en opvoeding terug te dringen en het Vlaggensysteem RJ in te bedden binnen de organisaties voor residentiële jeugdzorg (Project Gezond seksueel gedrag RJ, z.j.). Uit dit onderzoek blijkt onder andere dat er binnen de huidige opleiding van Avans Hogeschool onvoldoende aandacht wordt besteed aan handelingsverlegenheid. Daarnaast zijn er concrete aanbevelingen gedaan, waaronder het Vlaggensysteem implementeren in de Sociale Studies aan Avans Hogeschool. Het Vlaggensysteem is dan ook redelijk veel aan bod geweest in dit onderzoek. Zo kan het RAAK-Project, naar aanleiding van dit onderzoek, inzichten verwerven van hoe er binnen de Sociale Studies momenteel vorm wordt geven aan het Vlaggensysteem. De Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch is ook één van de belanghebbende partijen. Dit onderzoek is dan ook uitgevoerd binnen hun organisatie op één van hun verzorgde opleidingsrichtingen. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Avans Hogeschool inzichten verkregen in de bevindingen van vierdejaarsstudenten voor wat betreft de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Daarnaast zijn er in dit onderzoek ook aanbevelingen gedaan op welke manier het onderwijs verbeter kan worden. Verder zijn er suggesties gedaan voor een vervolgonderzoek. Hierdoor heeft de Sociale Studies van Avans Hogeschool ook een duidelijk belang bij dit onderzoek.

Page 60: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

34

2.6.3 Macroniveau De partijen die meewegen op macroniveau zijn alle werkvelden waar afgestudeerde professionals komen te werken en de samenleving. De werkvelden, omdat zij nu ook de inzichten hebben hoe er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm wordt gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Hierdoor kunnen zij in de toekomst hun beginnend personeel eventueel professionele cursussen aanbieden. Om op deze manier de beginnende professionals competenter te maken op het gebied van omgaan met seksualiteit Naast de werkvelden kan de samenleving hier ook baat bij hebben. Dit onderzoek is namelijk een eerste stapje naar het verbeteren van de inhoud en kwaliteit van het onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Het onderzoek heeft dan ook de tekortkomingen van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool blootgelegd m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Daarnaast zijn er aanbevelingen gedaan op welke manier het onderwijs zich kan verbeteren. Mocht het huidige onderwijs daadwerkelijk verbeterd worden, dan bestaat de kans dat toekomstige professionals beter in staat zijn om seksueel gezond gedrag te bevorderen. Dit levert dan ook duidelijk voordelen op voor de samenleving. Want hoe sneller en adequater er ingespeeld kan worden op seksueel grensoverschrijdend gedrag des te veiliger kunnen mensen uit de samenleving zich ontwikkelen op het gebied seksualiteit.

Page 61: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

35

2.7 Verantwoording onderzoeksresultaten (betrouwbaarheid en validiteit) Alle interviews die zijn gehouden met vierdejaarsstudenten van de opleiding SPH, MWD en CMV zijn

opgenomen en aan de hand van een audiofragment verwerkt. Het eerste opgenomen interview is

vanwege defecte opname- apparatuur niet helemaal goed vastgelegd. Hierdoor was het niet mogelijk

om het gehele interview uit te werken. Na dit eerste interview is er de beslissing genomen om vooraf

het opname-materiaal te controleren. Voor het interview is besloten om de onderwerpen van de

vragen te operationaliseren (bijlage 6). Hierdoor is er van te voren al een duidelijk beeld gevormd van

welke onderwerpen van groter en welke van minder groot belang zijn. Het is als onderzoeker dan

ook belangrijk dat je tijdens je dataverzameling meet wat je wilt meten en dat ook hebt vermeldt in

het projectplan. Dit heeft als voordeel dat je met de uitgewerkte deelvragen concreet de hoofdvraag

van je onderzoek kunt beantwoorden. Bij het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen is er

gebruik gemaakt van citaten. Deze citaten bestaan voornamelijk uit de bevindingen van de

respondenten wat ook de doelstelling was om te meten. Deze citaten maken het onderzoek ook

betrouwbaarder, omdat ze onder andere terug te luisteren zijn op de audiofragmenten. De citaten

die zijn uitgewerkt staan in korte relevante samenvattingen van de bevindingen die de respondenten

hebben gegeven. Dit is gedaan om de context waarin het citaat is gegeven voor de lezer duidelijker te

maken. Daarnaast is er bij het samenvattingen voor gekozen om zoveel als mogelijk de woorden van

de respondenten te gebruiken. Hierdoor houdt het onderzoek zijn interpretatie zo dicht mogelijk bij

de interpretatie van de respondenten (onderzoekseenheden).

Tijdens en na het uitwerken van de interviews zijn de meest relevante uitspraken van de

respondenten gecodeerd. Hierbij is rekening gehouden welke termen een negatieve toonzetting

hebben (rode kleur) en welke termen een positieve toonzetting hebben (groen kleur). Deze citaten

met daar omheen de samenvatting zijn eerst van kleur voorzien en vervolgens in zo min mogelijk

woorden omschreven en langs de kantlijn gezet. Hierdoor is het op een later tijdstip makkelijker om

deze uitspraken terug te vinden om daarna te verwerken als resultaten. Na het coderen is alles

gegroepeerd. Doordat er gebruik is gemaakt van half- gestructureerde interviews en er vooraf is

geoperationaliseerd was het makkelijker om ordening te brengen in de betekenissen die de

respondenten hebben gegeven. Hierdoor was het beter te ordenen van wat er bij elkaar hoort en

wat een groter belang heeft voor dit onderzoek. De verbanden en associaties van de uitgesproken

bevindingen van de respondenten kwam zo vrijwel automatisch naar voren. Uiteindelijk begon het

ook op te vallen dat veel respondenten dezelfde betekenis aan hun antwoord gaven. Er waren geen

afzonderlijke betekenissen/bevindingen van respondenten die behoorlijk uiteen liepen. Hierdoor was

het onder andere ook makkelijker om goed exploratief te werk te gaan. Deze associaties van de

respondenten zijn geordend en in een overzichtelijke tabel geplaatst. Ondanks het feit dat het

uitwerken en analyseren meer tijd heeft gekost dan verwacht kon er toch goed antwoord gegeven

worden op de verschillende probleemstellingen. De volgende keer zal er ook meer tijd ingepland

worden voor deze zaken om zo beter op tijdschema te blijven. De keuzes die binnen dit onderzoek

zijn gemaakt, de verantwoordingen en de eventuele verbeterpunten voor volgende keer zijn

bijgehouden in een logboek. Zo zal er voor volgende keer ook een keuze worden gemaakt om de

hoofdvraag van het interview van te voren bekend te maken, zodat de respondenten voor het

interviewen zich al kunnen concentreren op deze vraag. Binnen dit onderzoek is er gevraagd naar de

inhoud van het onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (alle vier de

opleidingsjaren). Hierbij viel het op dat de respondenten een langere tijd nodig hadden om deze

vraag te beantwoorden vergeleken met andere vragen. Door dit van te voren bekend te maken kan

dit eventueel voorkomen worden. Tot slot is er tijdens het analyseren van de kwalitatieve gegevens

geen gebruik gemaakt van speciaal ontworpen software. Wegens een gebrek aan geld en kennis van

deze software is er gebruik gemaakt van de ‘gewone’ tekstverwerker, namelijk Word en Excel. Door

Page 62: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

36

belangrijke stukken te coderen kon er door middel van zoekopdrachten (control + F) binnen Word

deze stukken gemakkelijk worden teruggevonden.

Om de betrouwbaarheid van dit onderzoek zo hoog mogelijk te houden is er rekening gehouden met

een aantal andere elementen. Zo is de probleemstelling zo uitgebreid mogelijk beargumenteerd. Dit

kun je zien doordat er naar de bevindingen van vierdejaarsstudenten wordt gevraagd. Uiteraard zijn

deze bevindingen wel goed afgekaderd, zodat het onderzoek kon worden uitgevoerd in het geld- en

tijdsbestek die het daarvoor kreeg. Vooraf is overwogen om groepsinterviews te houden, omdat er

bij individuele interviews de kans bestaat dat er onvoldoende respondenten kunnen worden bereikt.

Uiteindelijk is dit toch heroverwogen, omdat je bij individuele interviews niet te maken hebt met

groepsinvloeden (groepsdynamica). Hierdoor zijn de uitgesproken bevindingen van de respondenten

ook betrouwbaarder waardoor individuele interviews toch de voorkeur hebben gekregen. Deze

bevindingen, audiobestanden en bewerkte verslagen zijn opgeslagen in een bestand, zodat ze altijd

kunnen worden gebruikt voor een her- analyse. Alle overwegingen en heroverwegingen zijn dan ook

zoveel mogelijk afgestemd met de opdrachtgever van dit onderzoek. Naast het contact met de

opdrachtgever is er ook nauw contact geweest met een collega-onderzoeker die hetzelfde onderzoek

uitvoert binnen dezelfde organisatie maar dan op een andere locatie. Hierdoor is het mogelijk om

ons onderzoek te vergelijken en elkaar te voorzien van kritische feedback. Dit is dan ook gebeurd en

het onderzoek kwam op belangrijke punten overeen. Zo concludeerden wij allebei dat

vierdejaarsstudenten vinden dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan seksualiteit en

seksueel (on)gezond gedrag. Verder zijn de kwalitatieve en kwantitatieve

dataverzamelingsmethoden gecombineerd in één onderzoekopzet (triangulatie), zoals je kunt zien bij

resultaten. Verder is er gebruik gemaakt van interbeoordelaarsbetrouwbaarheid door het aantal

betekenissen (verwerkt in citaten) in een gespreksverslag te tellen en vervolgens te berekenen. Tot

slot is er bij dit onderzoek in eerste instantie gebruik gemaakt van een Aselecte steekproef. De

respondenten zijn bereikt door middel van een internetoproep op Blackboard (online prikbord).

Hierin werd er aan de vierdejaarsstudenten (respondenten) gevraagd of zij zich wilde aanmelden

voor een interview. Dit oproepje heeft 10 respondenten opgeleverd van zowel de opleiding SPH,

MWD als CMV. De andere vijf respondenten zijn bereikt via doelgerichte steekproeven

(sneeuwbalmethode). Zo is er aan respondenten gevraagd of zij nog iemand weten met wie het

onderzoek voortgezet kan worden. Dit heeft onder andere gezorgd voor een goede verdeling van de

respondenten (onderscheid: SPH, MWD en CMV) vergeleken met de totale populatie van deze drie

verschillende opleidingen (Verhoeven, 2011) en (Christel3, 2015).

Page 63: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

37

Bijlage 1: Citaten deelvraag 1

1. Omgaan handelingsverlegenheid: Binnen het huidige onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Ja natuurlijk dat wordt wel bevorderd. Maar het zijn gewoon geen onderwerpen die bespreekbaar worden gemaakt vanuit school.” (p.69)

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Nee, daar werd eigenlijk alleen een klein beetje aandacht besteed aan Supervisie (…) Maar nee, eigenlijk niet dan.” (p.76)

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Ja maar er is op school aandacht besteed aan Assertiviteit. (…) niet zozeer op seksualiteit meer als iemand niet naar je luistert of agressief gedrag vertoond. Hoe je dan je grenzen aan kunt geven.” (p.84)

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Nee (…) niet dat ik me kan herinneren.” (p.91)

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Ja, het is een onderwerp waar mensen niet graag over

praten weet je (...) Binnen de opleiding wordt daar niet echt aandacht aan

besteed als je het over seksualiteit hebt.” (p.98)

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ja op zich wel, maar wel als je er zelf mee komt. Dus dat is eigenlijk wat steeds terug komt. Ik vind dat school daar te weinig uit zichzelf mee doet. Dat ze het heel erg bij de studenten laten.” (p.106)

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Ik denk niet dat er veel aandacht aan besteed

wordt.” (p.114)

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):”Aan handelingsverlegenheid wel (…) maar ja dan wordt het weer niet echt in combinatie met seksualiteit gedaan.” (p.111)

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Nee, dat is ook niet aan bod gekomen. Ja wat ik zei dat het

misschien ooit een keer benoemd is van he: “dat kan best lastig zijn” (…)

maar er is geen les of echt aandacht aan besteed.” (p.123)

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Ja. (…) We hebben in het tweede jaar een leerlijn gehad, nu

moet ik heel goed nadenken, over het is een methodiek waarin je ook jezelf

je eigen gevoelens heel erg weg kan leggen. Dat je daar ook erg

transparant bent tegenover de cliënten.” (p.138)

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Nee haha, dat heb ik nooit gehad.” (p.146)

Respondent MWD 5 Eigenlijk alleen het confronteren maar dan meer in het algemeen aldus S.

Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Ik denk dat het mooi zou zijn om een keer een bijeenkomst of een paar bijeenkomsten specifiek over dit onderwerp.” (p.161) Ik zou het wel goed vinden als dit zouden bespreken op school. Er is hier eigenlijk nooit aandacht voor geweest binnen mijn opleiding. Althans niet op het gebied van seksualiteit en ik kan me heel goed voorstellen dat er studenten dichtslaan als ze te maken krijgen met dit onderwerp aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Page 64: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

38

Respondent CMV 1 Ik heb nog nooit iets gehad over handelingsverlegenheid aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Ik denk dat dat te weinig is. Er wordt pas ingegrepen en het komt pas aanbod op het moment als je het zelf aandraagt.” (p.178)

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag: Binnen het huidige onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Nou ik denk dat we dat wel een beetje gehad hebben bij

ontwikkelingspsychologie en zo. Dat je wel leert herkennen wat is normaal

bij welke leeftijd. (…) dat je er bijna geen les over krijgt.” (p.69)

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Nee. (…) Naar mijn mening is het nooit besproken: wat is grensoverschrijdend gedrag.” (p.76)

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Dat vlaggensysteem is wel een keer voorbij gekomen. (…) Niet voldoende om goed te signaleren in ieder geval.” (p.85) Daar is onvoldoende aandacht aan besteed vind ik aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Neuj (…) helemaal nie.” (p.91)

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Nee, niet echt dat je zegt van nou: hoe kun je nou echt

signaleren!” (p.99)

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ja dit dan met ontwikkelingspsychologie. Maar dan mis ik weer het stukje van hoe ga je daar mee om. (…) Wel wat is nou normaal en hoe herken je dat, maar niet het vervolg stap mis ik steeds.” (p.107)

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Ik denk niet dat dit echt in vakken aanwezig is

geweest.” (p.115)

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):” Nee, er staat mij niks van bij.” (p.124)

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Staat me niet bij, misschien dat ik veel dingen vergeet hoor.” (p.131)

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Niet zozeer seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel heel

erg het stukje observeren. (…) dus niet zozeer specifiek daarop gericht,

maar wel in het algemeen.” (p.139)

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Dat niet zo.” (p.147) Wel signaleren in het algemeen, zonder de koppeling te maken naar het thema seksualiteit aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 5 Voort (2015):”Nee (…) alleen signaleren in het algemeen.” (p.154)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Nee (…) Ik vraag me ook heel erg af of dat het is uit mijn interesse, omdat het onderwerp mij niet interesseert want ik help mensen op heel andere gebieden. Heb ik daardoor heel veel dingen gefilterd? En heb ik het daarom niet opgevangen?” (p.163)

Respondent CMV 1 Wel signaleren in het algemeen maar niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Nee (…) er is wel wat basiskennis maar er is weinig kennis over: wat is nou grensoverschrijdend, wanneer zou ik moeten ingrijpen en

Page 65: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

39

moeten signaleren. Daarin zit een beetje een grijs gebied wat niet duidelijk wordt.” (p.179)

3. Adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag: Binnen het huidige onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Nee echt bijna niet nee. Niet specifiek dat is gewoon.” (p.69)

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Nee.” (p.76) Ik weet niet of ik het wel goed doe of hoe ik het precies kan bespreken. Straks zeg ik iets verkeerd tegen een jongeren aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Nee.” (p.84) Alleen bij assertiviteit (grenzen erkennen/stellen) maar niet specifiek op seksualiteit aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Neuj, ook niet:” (p.91)

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Ook niet! Ja, algemeen adequaat reageren maar niet

specifiek hierop.” (p.99)

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ja dit dan met ontwikkelingspsychologie. Maar dan mis ik weer het stukje van hoe ga je daar mee om. (…) Wel wat is nou normaal en hoe herken je dat, maar niet het vervolg stap mis ik steeds.” (p.107)

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Nee, Je krijgt echt alleen de basis.” (p.115)

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):”Niet voldoende in ieder geval. De paar dingen die

we daar over gehad hebben dat is denk ik heel globaal.” (p.122)

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Dat persoonlijk reageren hebben we wel gehad maar seksualiteit is hierbij niet expliciet genoemd maar deze koppeling kun je wel leggen, deze maak ik dan ook zelf.” (p.131)

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Ja, weer niet specifiek op dat, wel in het algemeen.” (p.139)

Respondent MWD 4 Nee niet echt. We hebben er wel eens kort met de klas over gehad hoe je daar mee om kan gaan. Maar er werden niet echt handvaten gegeven. aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 5 Voort (2015):”Ik ben heel hard aan het nadenken haha (…) maar ik weet het echt niet!” (p.154)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Wel adequaat reageren (…) maar dan niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag.” (p.163)

Respondent CMV 1 Wel in het algemeen maar ook weer niet specifiek aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Nee, te weinig.” (p.179)

Page 66: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

40

4. Passende interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag: Binnen het huidige onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Nee je weet wel wat licht en zwaar is zeg maar. (…) ik heb dat echt geleerd in de praktijk.” (p.70)

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Nee eigenlijk ook niet echt, want er is eigenlijk helemaal geen aandacht aan besteed. Ook niet aan grensoverschrijdend gedrag dus ook niet aan een interventie.” (p.77)

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Nee! (…) sorry haha.” (p.85)

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Neuj, ook niet! Ja misschien het Vlaggensysteem dus.” (p.92)

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Ook niet! Nooit iets over gehad.” (p.99)

Respondent SPH 6 Riel (2015):”niet echt!.” (p.107) Buiten de vrijwillige deelname aan het Vlaggensysteem hebben we hier verder niks over gehad aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Niet op school wel op stage van mogen ze bij elkaar

slapen ja/nee? Daar hebben ze allemaal regels voor.” (p.115)

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):”Nee, nu wordt daar geen aandacht aan geschonken.” (p.124)

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Nee, helemaal niet.” (p.132)

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Nee, ik heb het net ook al toegelicht van: heel weinig haha.” (p.139)

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Ik kan niet echt herinneren dat ik echt een duidelijke

interventie heb die echt specifiek is gericht op seksueel grensoverschrijdend

[sic] gedrag.” (p.147)

Respondent MWD 5 Voort (2015):”Misschien moet ik mijn boeken weer eens na gaan lezen haha (…) nee ook niet volgens mij.” (p.155)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Nee, het staat me niet bij.” (p163)

Respondent CMV 1 We hebben wel interventies gehad maar dan weer niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Dat ontbreekt volgens mijn mening.” (p.179)

Page 67: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

41

Bijlage 2: Citaten deelvraag 2 Lijngrafiek 1: Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidige onderwijs?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Ja, zoals met casussen en met rollenspellen.” (p.70) Een casus behandelen en oefenen in rollenspellen lijkt me heel leerzaam. Zo kun je persoonlijke ervaringen uitdelen en eventueel naspelen. Deze kans heb je niet bij een PowerPoint waardoor ik meer neig naar rollenspellen aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Ik vind les sowieso wel fijn ook al is het standaard. Ik vind het fijn om in ieder geval een PowerPoint te hebben.” (p.77) Van Hal (2015):”Maar ik vind het ook altijd wel fijn om een beetje interactief te hebben dus een casus oefenen vind ik bijvoorbeeld wel goed en rollenspellen vind ik ook goed.” (p.65) Ik vind eigenlijk dat je in jaar twee les hierover moet krijgen. En bijvoorbeeld in het derde jaar dat je je casus in kan brengen en je hiermee kunt oefenen. Want ik denk dat je dan wel meer handvaten krijgt aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Nou ik denk dat het in dit geval heel belangrijk is dat je het gaat voelen en gaat ervaren. Dus ik denk dat een casus en een rollenspel wel het beste hier op aansluit.” (p.85) Anders blijft het toch nog zo ver van je bed show, je leert het sneller dan via een PowerPoint aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Respondent SPH 4 Ik zou eerst de basis leggen doormiddel van hoorcolleges. Dat je theorie krijgt over wat is nou normaal gedrag en niet normaal. Dus dat je daar kennis van hebt. Casussen over hoe je ergens op kunt reageren en rollenspellen dat je daarmee kunt oefenen aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Gewoon een normale les eigenlijk. Ik denk dat je meer richting hoorcolleges moet gaan zitten (…) en dan eventueel met casussen en rollenspellen.” (p.99) Dus eigenlijk één les met theorie, door een hoorcollege. Kijkend naar: wat is het? Wat houd het in? En daarna nog verdiepen door doen- lessen, doormiddel van casussen en rollenspellen. Eigenlijk meer een combinatie van allen. Ik denk dat het dit onderwerp het beste in het einde van jaar twee behandeld kan worden, omdat je dan kans hebt dat het goed blijft hangen. Ik ben namelijk al veel vergeten van jaar één en begin jaar twee aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ik zou een rollenspel een beetje raar vinden of zo. (…). Maar ik zou een training wel leuk vinden met trainingsacteurs.” (p.107) Met rollenspellen die je oefent met klasgenoten krijg je zo’n giechelsfeer. Riel (2015):”En ook wat theorie zeg maar. Ik zou het wel leuk vinden als je eerst een les krijgt met wat je zou kunnen doen zeg maar. Dat je dan op zoek gaat naar wat past nou bij mij. En dan bijvoorbeeld met een bepaalde casus

Page 68: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

42

of zo. (…) en dat je dat vervolgens gaat presenteren aan de klas.” (p.95) Dus zelfpresentaties doormiddel van een eigen uitgewerkte casus en een training dan aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”ik ga nou iets zeggen wat ik nooit had verwacht: rollenspellen! Ik haat het en ik vind het verschrikkelijk maar ik denk dat het bij dit wel goed zou passen.” (p.115) Je moet durf hebben om erover te praten en als je een casus hebt dan kun je het lekker buiten je zelf leggen. Een Powerpoint presentatie van de docent zou ook nog een optie kunnen zijn. Maar als je de basis hebt en je wilt die inzetten dan kom ik toch bij rollenspellen uit aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):”Ik zou wel een lesprogramma willen zien die één of twee jaar duurt (…) Rollenspellen en theorie (…) ik denk dat je daar het meest van leert.” (p.124)Dus eigenlijk uitgesmeerd over meerdere jaren, zodat je er mee bezig blijft aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Ik zou het sowieso in het 1e en 2e les jaar vooral ter sprake brengen. En ik denk dat het beste is: een casus oefenen en rollenspellen al heb ik zelf een hekel aan rollenspellen. Maar het is wel leerzaam.” (p.132) Alleen dan denk ik wel dat ze eerst de studenten moeten wennen om erover te praten in het 1e jaar en dan bijvoorbeeld het 2e jaar rollenspellen. Maar ook en filmpje er over te laten zien iets van beeldmateriaal aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Een stukje voorlichting inderdaad van methodieken uitleggen (…) maar daarnaast ook wel het oefenen met casussen en rollenspellen.” (p.139) Het hoeft echt niet veel te zijn, misschien maar twee of drie lessen over heel de opleiding maar het is wel een heel belangrijk stuk wat ik mis. Ik zou dit ook verplicht behandelen voor studenten. Het is toch een onderwerp wat eigenlijk iedereen wel trigger, terwijl het eigenlijk niet wordt behandeld. Ik denk of je het nou wel of niet verplicht maakt dat er toch veel studenten zijn die dit interessant vinden en dus naar de les toekomen aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Het inschakelen van gastsprekers denk ik.” (p.147) Heel veel docenten hebben al veel in de praktijk gewerkt. Die zijn eigenlijk al een soort van gastsprekers/docent. Deze docenten kunnen het ook meer bespreekbaar maken. Dus als iedere docent vanuit zijn achtergrond informatie van werk/stage casussen zou beschrijven of thema’s uitwerken dan heb je al behoorlijk wat denk ik aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Respondent MWD 5 Ik denk sowieso dat het belangrijk is dat je meer algemene kennis krijgt. Dus wat is intimiteit, wat kan wel/niet? Ik denk dat het wel interessant is als er een discussie daarover plaats vind om te kijken hoe iedereen daar tegen aan kijkt. Dus discussies aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Voort (2015):”Dus dat de klas eerst zelf opschrijft van wat en gewoon

Page 69: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

43

aangeeft van dit verstaan wij onder intimiteit en dit kan wel, dit kan niet. En dan ze daar dan echt uiteindelijk gaan discussiëren daarover.” (p.155)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Ik denk dat een casus een hele mooie is (…) dan krijg je een discussie op gang en dan kan er vervolgens theorie uitgelegd worden” (p.163) Ik zou het fijn vinden als er bijvoorbeeld in het 1e en 2e jaar van de opleiding aandacht geschonken wordt aan het thema seksualiteit en de daarbij horende theorieën. Dit zou je bijvoorbeeld heel goed kunnen inplannen in het vak SLB (studie loopbaan begeleiding). Aangezien je vaak een vaste SLB docent hebt die je zowel in het eerste als in het tweede jaar regelmatig ziet. Van Brest (2015):”En rollenspellen zijn er bij maatschappelijk werk en dan is het heel gemakkelijk (…) Bijvoorbeeld die acteurs dat die iets met het onderwerp doen.” (p.163) Bijvoorbeeld door je voet (acteur) tegen de voet van de begeleider (oefenend student) aan te zitten. Hierdoor kun je studenten laten oefenen met het confronteren van deze gedragingen en hoe ze er adequaat op reageren etc. Deze rollenspellen brengen studenten dichterbij de praktijk, waardoor het heel leerzaam kan zijn aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent CMV 1 Je hebt bijvoorbeeld wel eens van die vakken waarbij je iedere week een ander thema krijgt. Dat je dit thema (seksualiteit) daarin mee kan nemen. Zo kun je bijvoorbeeld verschillende manieren van lesgeven toepassen, zoals: klassikale lessen en tijdens signaleren casus bespreken en daarover discussiëren. Misschien is het ook wel goed dat je het in meerdere jaren laat terug komen. Ik denk dat het in het eerste jaar het belangrijkst is. Maar voornamelijk het eerste jaar en dan ook nog wel andere jaren, maar misschien minder uitgebreid aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Nou ik denk dat er gewoon een les aan gewijd mag worden (…) gewoon een eigen les mag krijgen met daarbinnen casus en PowerPoint (…) ik denk dat casussen het meest relevant zijn, rollenspellen weet ik niet of dat werkt.” (p.179) Ik denk dat het geen hoofdthema hoeft te zijn maar het mag wel meer behandeld worden. Stukje theorie en oefening gecombineerd lijkt mij het beste aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 70: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

44

Lijngrafiek 2: Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidige onderwijs?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Ik zou denk ik in jaar twee gewoon een verplicht vak doen.” (p.70) Ik vind dat er een verplicht vak moeten komen in het 2e jaar, omdat iedereen na het 2e jaar richting het praktijk gaat. Je hebt het voor je 3e stage jaar zeker wel nodig, vooral de cliënten die ook met jeugd komen te werken aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Ik zou het zeg maar in het tweede en in het derde doen.” (p.78) Ik zou sowieso geen keuzevak doen, omdat ik bang ben dat het dan langs iedereen heen zou gaan. Ik vind het belangrijk dat je er sowieso voor je stage al kennis over hebt gehad en niet na je stage aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Nou ja, ik denk dat als je het in alle vier de jaren doet dat het een beetje teveel is. En Ik denk dat je toch al wel veel bereikt als je gewoon één vak ergens in deze vier jaar aan besteed.” (p.85) Ik denk in jaar twee of drie. Want drie is ook wel interessant, omdat je dan met je stage zit en dan kan het gekoppeld worden aan de praktijk. Ik zou het toch einde jaar twee doen aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Respondent SPH 4 Ik weet niet of het voor alle opleidingen interessant is, maar voor SPH sowieso! Ik zou zeggen in jaar twee dan net voor je stage. Maar ook eigenlijk wel dat er tijdens je stage aan wordt besteed. Ik zou zeggen in het tweede jaar een speciaal vak en dan in het derde jaar ter sprake laten komen in de lessen aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent SPH 5 Ik denk als je het over meerdere jaren verspreidt dat mensen hun kennis echt terug moeten gaan halen over de jaren heen. Ik denk dat dat niet heel handig is. aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015). Van Dam (2015):”Eind tweede, net voor je stagejaar of begin derde. Als je het er dan ingooit dan denk ik dat je best wel een goede timing hebt.(…) Iedereen gaat die praktijk in en als je het dan gaat doen. Dan denk ik dat je daar veel bewuster mee omgaat.” (p.100)

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ik denk vanaf het tweede jaar en dan verplicht.” (p.108) In het eerste jaar moet je echt wel wennen aan dat je je zo kwetsbaar moet opstellen. Voor mensen met nare ervaringen op dit gebied kan dit wel heel moeilijk zijn of als ze er niet gewend zijn om erover te praten. In de volgende jaren kun je het eventueel verdiepen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 7 Ja maar niet dat het één vak is. Want de meeste studenten sluiten zo onderwerp af en hebben er nooit meer over. Dus ik denk meer aan thema’s toevoegen in bestaande vakken, zodat het meerdere jaren terug komt aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Page 71: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

45

Respondent MWD 1 Ik zou het wel verplichten, omdat het binnen de hulpverlening een belangrijk thema is en dat blijft sowieso altijd. Door het te bespreken in het studievak Supervisie om te kijken hoe je daar mee omgaat binnen de praktijk. Dus eerst een jaar kennis en daarna het kan ervaren in de praktijk om er vervolgens over te hebben. Van den Boom (2015):” Ik zou denk ik nu in het 2e jaar een jaar lang iets van een programma doen en dan in het 3e jaar (…) zou ik het laten doorlopen.” (p.125)

Respondent MWD 2 Lips (2015):”In het 2e jaar een vast blok dus een vast vak en dat het bij andere vakken wat meer besproken mag worden.” (p.132)

Respondent MWD 3 Faas (2015):”In het tweede jaar ga je echt met methodieken aan de slag. (…) dan denk ik dat het wel goed is om als verplicht vak of als een paar verplichte lessen daarin mee te nemen. Ook om jezelf klaar te stomen voor het derde jaar.” (p.140)

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Ik zou het sowieso wel in één jaar willen hebben.” (p.148) Het liefste in het 2e jaar omdat je dan veel dieper in de theorie gaat. Het is veel boeiender om juist dan meer te weten, want je bent aan het voorbereiden voor je stagejaar. Vervolgens kun je in het 3e jaar, dan heb je Supervisie, dan naar voren halen. Bijvoorbeeld een thema seksualiteit in zetten waardoor er verdiept over gepraat kan worden in het 3e jaar aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 5 Voort (2015):” Ik zou dan zeg maar in het eerste jaar een verplicht vak zetten, zodat je over alle jaren heen gewoon weet van: dit is seksueel gezond of ongezond gedrag en hoe moet ik daar op reageren (…) en ik zou zeggen in het derde jaar dat dan daar toch ook nog licht aandacht aan gegeven wordt in een keuze vak.” (p.165)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Verplicht (…) Ik denk dat het een hele goede bijdrage is voor de student die daar ook daadwerkelijk mee te maken krijgen.” (p.164) Van Brest (2015):”Als het van te voren in de eerste twee jaren veel theorieën (…) er in het derde jaar [sic] op terug gekomen wordt.” (p.164) Dan creëer je ook openheid en als er iets is dat studenten het binnen school kan gaan opzoeken. Ik zou dat nu niet doen, omdat er nog nooit over gesproken is en ik geen benul heb hoe de mensen hier tegen over staan. Misschien kan je er een themaweek van maken, wat elk jaar actueel is binnen Europa of de wereld en die te maken heeft met seksualiteit aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Respondent CMV 1 Van der Steen (2015):”Ik vind het wel belangrijk op zich, alleen misschien verwerven in vakken die al bestaan. Dus niet dat er een extra vak van wordt gemaakt.” (p.170)

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Ik denk een combinatie van. Ik denk dat het geïntegreerd moet worden in een ander vak. Ik denk niet dat het een vak op zich moet zijn.” (p.180) Dus bijvoorbeeld dat het bij ontwikkelingspsychologie een

Page 72: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

46

prominentere plaats mag hebben. En ik denk daarnaast de studenten een mogelijkheid geven om aan de hand van een keuzevak meer les te krijgen in tools en methodieken die voor dit onderwerp bruikbaar zijn. Ik denk ook wel dat het beste is om er structureel aandacht aan te geven en bijvoorbeeld niet in één opleidingsjaar aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 73: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

47

Bijlage 3: Citaten hoofdvraag Lijngrafiek 1: Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? (cijfer: 0 - 10)

Respondent SPH 1 Sloot (2015):”Laag gewoon! Een twee of een drie of zo (…) het is er gewoon niet dus.” (p.69) Ze bieden wel goed onderwijs vind ik, bijvoorbeeld het vak signaleren. Maar er wordt niet echt specifiek ingegaan op seksualiteit maar meer signaleren in het algemeen. Er bestaat dan ook geen bepaald blok of leerlijn waarin hier aandacht aan geschonken wordt aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Doe maar een twee (…) omdat er gewoon te weinig aandacht aan wordt besteed.” (p.76) Ik heb wel echt tegen dingen aangelopen dat ik dacht ik weet niet hoe ik hierop moet reageren. Bij agressie heb ik dit bijvoorbeeld wel geleerd aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Nou, ja aangezien ze er bijna geen aandacht aan hebben geboden denk ik twee of drie.” (p.96)

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Een vier of een drie of zo, want in principe is er niets gedaan.” (p.91) Haan (2015):”Er is geen specifiek vak geweest van seksualiteit (…) het is een beetje langs gekomen met psychologie dan, maar verder nee. Ik kan echt totaal geen handvaten of zou weten hoe ik er mee om moet gaan.” (p.91)

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Wel een onvoldoende (...) Ik denk een vier of zo. (…) Het is ook maar net wat je zelf wilt en natuurlijk wordt er indirect wel aandacht aan besteed. Je leert wel dingen die je daar kunt inzetten, alleen is dit heel beperkt. Het is niet dat er direct mee gelinkt wordt.” (p.98) Dus indirect is het eigenlijk wel goed, maar niet voor dit onderwerp op zich zelf. Dat kan wel wat beter vind ik aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Een vijf, omdat ik het op dit moment onvoldoende vind. Maar niet lager dan een vijf, omdat ik vind dat de docenten daar op zich wel open voor staan als je er zelf mee komt.” (p.106)

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Ik denk dat ik op een vijf zou gaan zitten, want je hebt wel de basis. Maar het wordt niet naar seksualiteit toe gebracht snap je?” (p.114) De basisvaardigheden heb je dus in principe kun je er wel wat mee als je wat voor je krijgt. Het blijft nog steeds een beladen onderwerp denk ik aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):” Dan zou ik het denk ik een 4,5 geven, omdat we de

basis kennis hebben gehad, de basiskennis en daar houdt het eigenlijk mee

op.” (p.124) De basis kennis bestond uit ontwikkelingspsychologie aldus B.

van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Een 1! (…) Er komt bij mij gewoon niks in me op van daar hebben we ooit over gehad. Misschien bepaalde onderwerpen die je er wel (…) aan kunt koppelen.” (p.131) Bijvoorbeeld met ontwikkelingspsychologie leer je er wel iets over maar heel beperkt daarom een 1 aldus C. Lips

Page 74: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

48

(persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Ik vind het een drie, omdat [sic] eigenlijk hebben we er helemaal geen aandacht aan besteed. Het is heel weinig.” (p.139) Maar dat relatie gericht werken wat we hebben gehad, hebben we het wel gehad over het ongemakkelijke en het schaamte gevoel. Dat kun je ook daarin toepassen dus ik zou het geen één geven, omdat ik denk het is helemaal niks. Al is het eigenlijk ook helemaal niks als je niet naar die twee lessen bent geweest want dan had je het nooit gehoord aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Een 2 denk ik (…) dat komt omdat we in de opleiding er wel iets over hebben gehad (…) maar ik vind het gewoon wel te weinig.” (p.146) Als het goed aan bod was gekomen, dan had ik het nog wel geweten. Bijvoorbeeld zoals verslaving in grote lijnen aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 5 Voort (2015):” Als ik de vraag gewoon op zich zou beantwoorden dan zou ik op een twee of een drie uitkomen. Maar als ik verder ga nadenken over: ja je moet uiteindelijk keuzen gaan maken en dan zou ik zeggen een.. ja, misschien een vijf.” (p.154) Voort (2015):”Maar ik denk echt wel dat er meer aandacht aan besteed mag worden.” (p.154)

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Ik ben na dit gesprek wel van mening dat er echt over dit onderwerp meer moet komen (…) dus een vier of vijf.” (p.162) Ik vind meer dat school zelf initiatief moet nemen om deze onderwerpen naar voren te laten komen. Veel studenten zijn lui en komen zelf niet met dit onderwerp maar richten zich alleen op het verkrijgen van hun diploma. Daarom is het noodzakelijk dat school dit thema zelf opneemt in hun leerlijn. Tenminste dat is mijn mening aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Respondent CMV 1 Van der Steen (2015):”Ik doe een vier, omdat ze het wel in het algemeen doen maar niet specifiek.” (p.171)

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Ik zou ze dan een zes geven, ik denk dat het net voldoende is. Ze kunnen veel meer, als ze zouden willen en het noodzakelijk is. Ik denk niet dat ze eruit halen wat erin zit om het zo te zitten. Maar ik denk niet dat ze het bar slecht doen, in ieder geval niet voor CMV’ers.” (p.178) Ik zou het willen dat ze het wat meer bespreekbaarder zouden maken in de opleiding dus meer uit de verlegenheid komen. Als je er bewust van bent dan denk ik dat je er eerder en beter op reageert aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 75: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

49

Lijngrafiek 2: Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem?

Respondent SPH 1 Sloot (2015):” Ja, ik denk een mooi systeem.” (p.70) Ik zou het op zich wel goed vinden als dit verplicht wordt behandeld in de opleiding, maar dan wel dat er ook ingegaan wordt op volwassenen i.p.v. alleen jongeren tot achttien aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 2 Van Hal (2015):”Ja ik denk wel dat dit een makkelijke methode is.” (p.75) Ik zou het in het tweede jaar doen om studenten voor te laten bereiden op stage. Ik vind dat ze het moeten verplichten om elke student zo’n methode aan te leren. Of je nu met jongeren of met ouderen werkt ik denk dat er altijd situaties voor doen waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag naar voren komt aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Respondent SPH 3 Van Looij (2015):”Ja, ik zou wel willen weten hoe je het moet toepassen.” (p.83) Ik zou dit ook doen in een verplichte les, zodat iedere student hiermee in aanraking komt aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015). Van Looij (2015):”Ja. (…) wel eens voorbij gekomen ja.” (p.83) Maar ik weet alleen dat het bestaat en een beetje wat het inhoud maar meer niet. Ik heb deze kennis opgedaan in een verplichte les, ik weet alleen niet meer welk vak of in welk jaar aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Respondent SPH 4 Haan (2015):”Ja, dat zou ik wel willen.” (p.92) Ik zou er geen vak van maken, maar ik zou het wel als een verplicht vak doen. Dus het eigenlijk verwerken in een vak zeg maar aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015). Een keer op school gehad volgens mij en tijdens het afstuderen wordt hier aandacht aan geschonken. aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent SPH 5 Van Dam (2015):”Ja, het is wel handig denk ik om te weten (…) Het hoeft niet zo specifiek de methodiek te zijn, maar meer het algemeen: waar kun je eventueel informatie vinden als je hiermee te maken krijgt? Of wat kun je inzetten? Waar kun je naartoe?” (p.97) Dus ik wil eigenlijk dat je verschillende methodieken aangereikt krijgt, waaronder het Vlaggensysteem want dat is gewoon handig. Maar dat je ook andere methodieken krijgt in het algemeen, zodat je weet dat ze bestaan en je er informatie erover kunt opzoeken. Ik zou het fijn vinden als ze het eind tweede jaar of begin derde jaar gewoon even aanhalen, bijvoorbeeld door een hoorcollege erover te geven. Ik zou zeggen dat het ook verplicht moet zijn, want dan bereik je in één keer een grotere groep aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

Respondent SPH 6 Riel (2015):”Ja, ik denk wel dat het een goede methodiek is.” (p.108) Ik zou het ook wel verplicht willen zien aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015). In het tweede jaar kon ik ook kiezen of ik een symposium wilde bijwonen over het Vlaggensysteem RJ. Dit was vrijwillig en ik heb er voor gekozen om

Page 76: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

50

er aan deel te nemen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Respondent SPH 7 Van der Laan (2015):”Ja, ik denk wel dat het kan helpen. Zeker omdat er nu überhaupt niks aan gedaan wordt. (…) Het zou het wel makkelijker maken toch? Want het is wel een onderwerp wat bij alle doelgroepen wel speelt.” (p.113) Ik zou zoiets dan het liefst in een verplicht vak willen zien, omdat het een belangrijk onderwerp is aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015). Hier heb ik tijdens mijn afstudeerstage over gehoord, maar ik ben er niet echt bekend mee hoor aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Respondent MWD 1 Van den Boom (2015):” Ik zou het Vlaggensysteem als methodiek inzetten, waarmee wij als hulpverleners leren hoe je het Vlaggensysteem moet gebruiken en hoe je het kan toepassen in de praktijk.” (p.122) Ik vind dat het thema seksualiteit sowieso verplicht moet worden in de opleiding. En ik denk dat als je het hebt over seksualiteit en methodieken die je kunt gebruiken in het werkveld dat dit wel één van de verplichte methodieken zou moeten zijn aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Ik heb deze kennis opgedaan toen ik me in ging schrijven voor mijn afstudeerproject (expertisecentrum veiligheid). Ik heb me hierin ingelezen en heb ook een workshop van het Vlaggensysteem bijgewoond aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 2 Lips (2015):”Ja lijkt me we, het lijkt me op zich heel goed.” (p.129) Het zijn wel tools die je kan gebruiken als je iets ziet. Je hebt in ieder geval een beter gevoel dat je weet hoe je kunt handelen, ik heb dat nu dus niet eigenlijk. Ik vind eigenlijk dat iedere student dit zou moeten krijgen, omdat je natuurlijk bij alle doelgroepen en het maakt niet uit in welk werkveld je werkt. Je kunt hier mee te maken krijgen aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Respondent MWD 3 Faas (2015):”Ja dat wel absoluut, want wat ik net al zei: al is het maar één les. Maar dat je in ieder geval de kennis op kan doen en wat je er verder mee doet dat moet je zelf weten.” (p.137) Maar dan heb je in ieder geval iets in je achterhoofd waar je op terug kan vallen. Ik zo het dan wel over alle opleidingen verplicht doen. Ik denk dat je juist door dit kritisch kan kijken naar situaties van: is dit goed? Is dit niet goed? aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

Respondent MWD 4 Van de Sleur (2015):”Zoiets vind ik wel heel boeiend, als je dit zou krijgen.” (p.145) een vrijwillige workshop waarvoor ik me had aangemeld in jaar 2. Ik vond het wel heel interessant ook al weet ik er niet heel veel meer vanaf. Ik zou zoiets wel verplicht behandeld zien worden in de opleiding en het liefst zo vroeg mogelijk, sowieso voor stage dus in de 1e of 2e opleidingsjaar. Zo kan je je daar op specificeren voordat je op stage gaat aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 5 Voort (2015):”Ja ik denk dat dit wel een goed systeem is om (…) ik denk wel dit iets is wat leuk is om op school nog over bij te leren.” (p.155) Ik zou

Page 77: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

51

dit graag zien als keuzevak als het alleen gericht is op jongeren. Maar ik denk dat heel veel mensen dit willen volgen aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Respondent MWD 6 Van Brest (2015):”Ja ik zou hier wel meer informatie over willen.” (p.164) Ik denk dat een goede uitleg van het Vlaggensysteem voor iedereen van meerwaarde heeft. Het gebeurd ook af en toe dat er een melding op BlackBoard staat met een document wat je door kan nemen om het vervolgens de volgende les te bespreken. Dat zou ik met het Vlaggensysteem ook wel willen zien, zodat je het daarna klassikaal kan bespreken. Ik zou het dan ook verplichten binnen het onderwijs. Maar voor studenten die hier echt op door willen gaan zal ik een eventuele verdieping aanbieden in een minor, omdat ik het een belangrijk onderwerp vind aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Respondent CMV 1 Van der Steen (2015):”Op zich is het wel een mooie methode (…) Ik zou het denk ik gewoon globaal uitleggen en voor mensen die er meer over willen weten die gaan daar denk ik zelf wel naar opzoek.” (p.171) Hiervoor kies ik, omdat niet iedereen er mee te maken gaat krijgen en zo ieder voor zich kan beslissen of hij/zij hierin wil gaan verdiepen. Maar door het wel te behandelen weten studenten dat het bestaat, waar ze het kunnen vinden en hoe ze het eventueel kunnen toepassen aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Respondent CMV 2 Luijten (2015):”Het zijn wel goede handvaten waar je volgens mij daadwerkelijk wat mee kunt.(…) ik denk dat dit wel een goede tool is om in ieder geval te kennen.” (p.177) Ik denk dat dit een redelijk makkelijk toepasbare tool is, al blijft het natuurlijk een gevoelskwestie dat beoordelen. Ik denk niet dat je hem voor 100% hoeft te weten, maar wel dat je weet dat dit er is en hoe je het kunt toepassen. Ik zal in ieder geval elke student er verplicht mee in aanraking laten komen, zodat ze van het bestaan afweten. Echt het stukje toepassen vind ik dat de studenten daar zelf voor moeten kunnen kiezen, bijvoorbeeld door een keuze vak aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 78: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

52

Bijlage 4: Leeftijdsmatrix Vlaggensysteem

Page 79: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

53

Page 80: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

54

Page 81: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

55

Page 82: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

56

Bijlage 5: Omgaan met handelingsverlegenheid

Page 83: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

57

Page 84: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

58

Page 85: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

59

Page 86: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

60

Page 87: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

61

Page 88: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

62

Bijlage 6: Format operationaliseren begrippen

Begrippen Dimensies (aspect/facet/focus)

Indicator (meetbaar aspect/graadmeter)

Vragen

Sociale Studies SPH CMV MWD

Vorm Inhoud

Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in alle vier de opleidingsjaren? Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Inhoud: Programma’s Studievakken

Kader (verplicht/niet verplicht) Structureel/sporadisch (alle vier de opleidingsjaren of gedeelte opleiding) (on)voldoende aandacht

In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.) In welke opleidingsjaren wordt er aandacht geschonken aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Kwaliteit: Theoretische kennis Praktijk kennis (competentie gericht werken stage)

Kennis voldoet aan wensen en behoeften studenten Competenties voldoet aan wensen en behoeften studenten

Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag? Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren? Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Seksualiteit Verbaal Non-verbaal

Praten over seksualiteit (handelingsverlegenheid)

Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Page 89: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

63

Afstand en nabijheid (lichamelijk contact) Zelfbescherming ter voorkoming ongewenste situaties (op de kamer van cliënt met deur dicht)

Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm? Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

seksueel (on)gezond gedrag (grensoverschrijdend gedrag)

Lichamelijk Geestelijk

Signaleren Reageren Interventies

Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren? (leeftijdsadequaat, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, context/omgeving, ontwikkelings- adequaat) Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren? Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Vierdejaarsstudenten Behoeften Wensen Kansen Mogelijkheden

Vorm Inhoud (onderwerpen) Kwaliteit

Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs? (casus oefenen, PowerPoint etc.) Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding? (handelingsverlegenheid, competenties, signaleren, interventies etc.) Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Page 90: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

64

Bijlage 7: Overzicht uitgewerkte interviews

Interview vierdejaarsstudenten van de opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

Respondent paginanummer

Eva Sloot

53 - 60

Floor van Hal

61 - 68

Linda van Looij

69 - 75

Lucy Haan

76 - 82

Milou van Dam

83 - 90

Misja Riel

91 - 98

Nena van der Laan

99 - 106

Page 91: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

65

Interview vierdejaars studenten

Introductie:

Mijn naam is Dennis van Gorkum en ik voer een onderzoek uit voor Expertisecentrum Veiligheid. Ik

doe onderzoek naar de bevindingen van vierdejaars studenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (alle 4 de

opleidingsjaren). Het doel van dit gesprek is om de bevindingen van de vierdejaars studenten te

achterhalen door van het houden van dit interview. Het belang hiervan is dat er een concreet en

duidelijk beeld gevormd kan worden over de huidige opleiding van de Sociale Studies aan Avans

Hogeschool in ’s Hertogenbosch. Hierdoor kunnen er zowel goede als verbeterpunten aangedragen

worden door de vierdejaarsstudenten, waardoor er een goed praktijkverbeteringsvoorstel kan

komen. De waardering is dan ook groot dat de vierdejaarsstudenten een bijdrage leveren voor dit

onderzoek. Zonder deze vierdejaarsstudenten kan er geen concreet beeld gevormd worden over de

huidige situatie.

Dit interview is opgedeeld in drie soorten vragenlijsten. Allereerst worden persoonlijke gegevens

verwerkt om daarna een beroep te doen op acht verschillende onderwerpen. Tot slot zijn er een

aantal schaalvragen om te peilen welke onderwerpen de vierdejaarsstudenten in hun opleiding

daadwerkelijk hebben gehad en zouden willen hebben. De duur van het interview wordt geschat op

35 minuten. Maar voor elk interview wordt er een uur voor uitgerekend.

Begrips- afbakening:

Seksualiteit:

“Seksualiteit is de benaming van een complex van gevoelens en handelingen die een mens kan

ervaren of uitvoeren en die samenhangen met lichamelijke gevoelens met betrekking tot een

andere persoon. Seksualiteit kan zowel in enge als in ruime zin bekeken worden. In enge zin is

seksualiteit beperkt tot de biologische context, namelijk alles wat te maken heeft met

voortplanting, coïtus, vrijen en klaarkomen. In ruime zin is seksualiteit lichamelijk met elkaar

omgaan, lustgevoelens, praten over je lichaam en gevoelens, genieten van een warme knuffel, je

veilig en ontspannen voelen, seksuele prikkels, op lichamelijke ontdekkingstocht gaan en nog

zoveel meer (Jeugd en Seksualiteit vzw, 2015)

Seksueel (on)gezond gedrag: De door Sensoa en Movisie is ontwikkelde Vlaggensysteem hanteert de volgende definitie voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze definitie bestaat uit een zestal criteria, namelijk: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid (op basis van leeftijd, kennis, levenservaring), leeftijd (gedrag is aanvaardbaar voor de ontwikkelingsfase), context (gedrag houdt rekening met omgeving) en zelfrespect (gedrag veroorzaakt geen fysieke of psychische schade) (Frans & Franck, 2010) .

Page 92: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

66

1. Naam student: Eva Sloot (Sloot, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Verslavingskunde

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij:

Novadic Kentron (18+)

Page 93: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

67

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Sloot (2015):”Kan me niet herinneren dat ik er ooit les in heb gehad. (…) het wordt niet specifiek benoemd volgens mij.” Ik kan me alleen herinneren dat we in het eerste jaar het vak Ontwikkelingspsychologie hebben gehad waarin er werd ingegaan op seksuele gedragingen van jongeren. Dan werd er bekeken welke seksuele gedragingen bij welke leeftijdscategorie hoort. Verder is er niet echt ingegaan op hoe je daarop kunt reageren of andere dingen, tenminste niet specifiek op seksualiteit of seksueel (on)gezond gedrag, maar wel in het algemeen.

In mijn minor hebben we er eigenlijk niks over gehad. Maar dat komt misschien omdat er flink wordt ingegaan op verslaving aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Sloot (2015):”Niet veel volgens mij.” Er zijn eigenlijk geen onderwerpen die Avans bespreekbaar maakt op dit gebied. Je kunt er wel voor kiezen om zelf je onderwerpen in te brengen, bijvoorbeeld tijdens Supervisie les in het derde jaar. Maar dit gebeurd alleen als de student het zelf aangeeft aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Je kon het zelf inbrengen tijdens Supervisie en dit was een verplicht vak. Al heb ik zelf niet echt iets

ingebracht op dit gebied, omdat ik er niet mee te maken heb gehad op mijn stage. Ik heb wel eens

een opmerking naar mijn hoofd gehad maar niet zodanig dat ik dit wilde inbrengen.

En verder krijg je een stukje tijdens ontwikkelingspsychologie wat ook verplicht is. Daar wordt niet heel uitgebreid ingegaan op seksualiteit. Eigenlijk meer over ontwikkelingsfases van jongeren in het algemeen aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

4. In welke opleidingsjaren wordt er aandacht geschonken aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Klein beetje in het eerste jaar (Ontwikkelingspsychologie). In het derde jaar kan het eventueel van toepassing zijn als je het inbrengt tijdens Supervisie aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Sloot (2015):”Nee (…) je komt het wel tegen op de werkvloer dus dan is het ook wel fijn dat je weet hoe je ermee om moet gaan.” Er wordt eigenlijk alleen maar aandacht aan besteed als je er zelf mee komt als student. Bijvoorbeeld als je ergens tegen aan gelopen bent. Dit heb ik eigenlijk wel gemist in de opleiding, omdat de meeste studenten hier wel tegen aan gelopen zijn of eventueel nog tegen aan gaan lopen aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Sloot (2015):”Nee. (…) je signaleert wel tijdens stage maar niet echt hoe je daarmee om moet gaan.”

Page 94: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

68

Nee, ik heb wel kennis opgedaan over signaleren maar veelal in het algemeen. Er is niet specifiek ingegaan op seksualiteit en helemaal al niet hoe je daar als professional mee om kunt gaan aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

8. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Nee, tijdens mijn stage ben ik zelf nergens tegen aan gelopen. Wel van collega’s dat bepaalde cliënten nummers vragen van begeleiders. Dit werd soms wel bespreekbaar gemaakt onderling over hoe je daarop het beste kunt reageren. Meestal gewoon door je persoonlijke grens aan te geven aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Nee, tijdens stage hebben we eigenlijk niet veel met seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken gehad. Als we ergens mee te maken hadden op dat gebied was het vaak ook gezond gedrag. We hadden trouwens wel protocollen dat bijvoorbeeld cliënten niet bij elkaar op de kamer mochten slapen. Er werd ook regelmatig met collega’s onderling over dit onderwerp gesproken aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Sloot (2015):”Mwa ik had op zich wel meer handvaten willen hebben en ik denk ook als je met jeugd of zo werkt dat het echt wel belangrijk is.” Ik had graag wel meer handvaten willen hebben over hoe je er mee om kunt gaan en welke interventies passend zijn. Vooral als je met jeugd werkt is dit wel belangrijk. Vooral hoe je iemand kunt benaderen op dat gebied aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Dat je de cliënt kunt aanspreken betreft seksualiteit (het onderwerp seksualiteit onder de aandacht durven brengen).

Je moet heel open zijn om erover te kunnen praten en kennis erover hebben aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Sloot (2015):”Nou niet zozeer op seksueel gedrag.” Er is wel aandacht geschonken aan hoe je de cliënt kunt aanspreken of confronteren. Maar dan meer in het algemeen en niet specifiek op seksualiteit. Verder wordt er vanuit Avans zelf niet veel aandacht aan dit thema geschonken. Dit gebeurt eigenlijk alleen als je er zelf mee komt aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Page 95: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

69

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Sloot (2015):”Laag gewoon! Een twee of een drie of zo (…) het is er gewoon niet dus.” Ze bieden wel goed onderwijs vindt ik, bijvoorbeeld het vak Signaleren. Maar er wordt niet echt specifiek ingegaan op seksualiteit, maar meer signaleren in het algemeen. Er bestaat dan ook geen bepaald blok of leerlijn waarin hier aandacht aan geschonken wordt aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Sloot (2015):”Ja natuurlijk dat wordt wel bevorderd. Maar het zijn gewoon geen onderwerpen die bespreekbaar worden gemaakt vanuit school.”

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Sloot (2015):”Daar wordt je wel een beetje in getraind van wat is gepast en wat is niet gepast.” Er worden praktijk voorbeelden genoemd en daar wordt dan op in gegaan. Aan afstand en nabijheid is wel heel veel aandacht aan besteed. Maar ik denk ook dat iedereen dit van zichzelf wel snapt aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Sloot (2015):”Ik denk echt dat Avans misschien ook denkt van gebruik even je logische verstand, want het wordt natuurlijk wel benoemd dat dat niet normaal is.” Maar je hebt er geen hele lessen over gehad van wat je wel en niet mag. Verder worden er wel casussen besproken van mensen waar bij het extreem fout is gegaan, zoals Benno L. aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Sloot (2015):”Nou ik denk dat we dat wel een beetje gehad hebben bij Ontwikkelingspsychologie en zo. Dat je wel leert herkennen wat is normaal bij welke leeftijd. (…) dat je er bijna geen les over krijgt.” Maar ze gaan er niet veel verder op in dan dat, maar niet specifiek op seksualiteit. Ik heb dat wel gemist want ik denk wel dat het heel belangrijk is vooral nu in deze maatschappij aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Sloot (2015):”Nee echt bijna niet nee. Niet specifiek dat is gewoon.”

Page 96: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

70

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Sloot (2015):”Nee je weet wel wat licht en zwaar is zeg maar. (…) ik heb dat echt geleerd in de praktijk.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Sloot (2015):”Ja, zoals met casussen en met rollenspellen.” Een casus behandelen en oefenen in rollenspellen lijkt me heel leerzaam. Zo kun je persoonlijke ervaringen uitdelen en eventueel naspelen. Deze kans heb je niet bij een PowerPoint waardoor ik meer neig naar rollenspellen aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Handvaten krijgen, zodat je daarop passend kunt reageren. Dus eigenlijk handelingsalternatieven aanbieden aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

22. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Sloot (2015):”Ja, ik denk een mooi systeem.” Ik zou het op zich wel goed vinden als dit verplicht wordt behandeld in de opleiding, maar dan wel dat er ook ingegaan wordt op volwassenen i.p.v. alleen jongeren tot achttien aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

23. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Sloot (2015):”Ik denk dat wij het bespreekbaar kunnen maken (…) Dus ons daar in trainen of ons daar les in geven.” Meer dan dat er nu is gedaan aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

24. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Sloot (2015):”Ik zou denk ik in jaar twee gewoon een verplicht vak doen.” Ik vind dat er een verplicht vak moeten komen in het tweede jaar, omdat iedereen na het tweede jaar richting het praktijk gaat. Je hebt het voor je derde stage jaar zeker wel nodig, vooral de cliënten die ook met jeugd komen te werken aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

25. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 97: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

71

Likertschaal: Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 2) Alleen in het algemeen.

3) Wordt niet echt besproken op school, komst soms ter sprake.

5) Je krijgt het vast wel als je het zelf ter sprake brengt, maar niet vanuit school zelf aldus E. Sloot

(persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Page 98: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

72

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Je kan het wel op school krijgen, maar je moet het zelf ook ervaren in de praktijk.

2) Meer specifieker op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

3) Niet het alle belangrijkste, omdat veel studenten hier voor de opleiding al mee bekend zijn.

4) Maar wel afhankelijk van de doelgroep, omdat je er bij sommige doelgroepen niks mee hoeft,

zoals die bij mij bijvoorbeeld (verslaving). Maar ik zou er wel meer informatie over willen hebben.

5) Hier hebben we veel te weinig over gehad vind ik aldus E. Sloot (persoonlijke communicatie, 31

maart 2015).

Page 99: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

73

1. Naam student: Floor van Hal (Hal, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor GGZ agoog

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk: o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Netzorg (leeftijd van 23 tot 50 jaar)

Page 100: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

74

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van Hal (2015):”Ik had er toen straks van te voren al over nagedacht, ik wist waar het onderwerp over ging. Maar ik moet zeggen dat ik er eigenlijk weinig les in heb gehad.” Ik kan geen vak opnoemen waarin we dit onderwerp hebben behandeld. Misschien bij een andere minor of zo? Maar bij onze minor niet echt nee. Misschien hebben we het tussen neus een lippen door een keer besproken, maar er is niet echt een vak aan besteed. Tenminste naar mijn idee niet. We hebben wel het vak Ontwikkelingspsychologie gehad en daarin werd meer besproken hoe het menselijk lichaam zich ontwikkelt, maar niet echt qua seksualiteit denk ik. Maar meer hoe de geslachtsdelen zich ontwikkelen. Ook heb ik een keer tijdens Supervisie mijn stage ervaring ingebracht. Mijn begeleider van stage zei dat ik door moest gaan met begeleiden van een cliënt, terwijl mijn stagebegeleider vanuit school zei dat ik afstand moest nemen en naar mijn zelf moest kijken. Dus omdat ik tussen 2 stromingen zat heb ik raad gevraagd aan mijn Supervisie groepje. Daar heb ik advies gekregen dat ik naar mezelf moet luisteren. Maar heb geen concrete tips gehad van: je kunt de volgende keer zo omgaan met dit gedrag aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Van Hal (2015):”Ik zit te denken misschien tijdens de les van Agressie, maar ik kan het me echt niet herinneren. Ik heb er nooit iets over moeten maken.”

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Ontwikkelingspsychologie is een verplicht vak. Agressie is een verplicht vak en dat ging over grensoverschrijdend gedrag, maar niet op seksueel gebied. Ik weet niet of ik dit kan gebruiken op seksueel gedrag, want als ik terug kijk naar mijn stagejaren dan had ik best wel vaak dat ik dacht: “ik weet niet hoe ik moet reageren op dit gedrag”. En dan vind ik wel dat de opleiding hierin tekort in is geschoten naar mijn mening aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

4. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Er zijn wel cliënten die handtastelijk zijn of ze maken een opmerking en nu nog steeds als ik aan het

werk ben. Dan zeggen ze bijvoorbeeld tegen mij: “Hee, dadelijk lekker samen onder de douche?” En

dan weet ik niet zo goed hoe ik daarop moet reageren.

Van Hal (2015):”Toen ik stage liep toen vond ik dat wel lastig (…) toen had hij ook naar mijn benen gegrepen en aan mijn borsten (…) de dag erop moest ik weer en toen dacht ik: ik neem maar meer afstand want hij is veel sterker als mij.” Ik weet niet of dit de juiste manier is. Ik heb het wel besproken op stage toen en toen zeiden ze dat ik goed gehandeld had. Nu bespreek ik deze situaties eigenlijk niet meer zo, omdat ik denk dat hun denken: “dat weet je toch wel hoe je daarop moet reageren?” aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 101: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

75

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Hal (2015):”Nee ik vind van niet. (…) Ik vind gewoon dat je ook [sic] handvaten aangeboden moet krijgen van: hoe je op opmerkingen reageert, maar ook hoe je het bespreekbaar maakt.” Ik heb ook een ander voorbeeldje. Ik heb een cliënt en die is best in staat om een vriendinnetje te hebben en daar goed mee om te gaan. Maar hij is niet in staat om voorbehoedsmiddelen op de juiste manier te gebruiken en dat moet je het wel bespreekbaar maken, maar dit wordt gewoon niet gedaan ook niet bij ons op de groep hoor aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Hal (2015):”Nee (…) ik kan het me echt niet herinneren, dus het lijkt me raar als we het dan wel hebben gehad toch?” Ik kan me best wel veel herinneren van de opleiding dus aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

Van Hal (2015):”De naam komt me bekend voor, maar ik weet niet wat het is.” Ik heb het ook nooit gehad of gezien op school aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Van Hal (2015):”Ja ik denk wel dat dit een makkelijke methode is.” Ik zou het in het tweede jaar doen om studenten voor te laten bereiden op stage. Ik vind dat ze het moeten verplichten om elke student zo’n methode aan te leren. Of je nu met jongeren of met ouderen werkt ik denk dat er altijd situaties voor doen waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag naar voren komt aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Hal (2015):”Nee, want we hebben alleen methodische hulpverlening gehad.”

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van Hal (2015):”Niet echt nee, ik denk dat leraren er best wel kennis van zullen hebben als je het vraagt. Maar het is niet zo dat het in het vakkenpakket zit en ik vind dat wel belangrijk.”

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Algemene kennis seksualiteit: wat is gezond, wat is ongezond en ontwikkeling seksueel gedrag bij verschillende doelgroepen.

Presenteren: Hoe kan ik dit uitleggen op een juiste manier naar de jongeren toe aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 102: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

76

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van Hal (2015):”Nee, want ik weet niet hoe ik een gesprek aan moet knopen over dat onderwerp (…) meer dat ik gewoon niet weet hoe ik het aan moet pakken.”

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van Hal (2015):”Doe maar een twee (…) omdat er gewoon te weinig aandacht aan wordt besteed.” Ik heb wel echt tegen dingen aangelopen dat ik dacht van ik weet niet hoe ik hierop moet reageren. Bij agressie heb ik dit bijvoorbeeld wel geleerd aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Hal (2015):”Nee, daar werd eigenlijk alleen een klein beetje aandacht besteed aan Supervisie (…) Maar nee, eigenlijk niet dan.”

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Hal (2015):”Ja, daar is wel aandacht besteed aan afstand en nabijheid, dat het gewoon belangrijk is dat je daar een balans tussen vindt. Maar dan weer niet echt met betrekking tot seksueel gedrag.” Maar meer dat je geen vrienden wordt met een cliënt etc. Je moet een professionele werkrelatie op kunnen bouwen en dingen niet mee naar huis nemen. We hebben ook een boek gehad: Met afstand het meest nabij. Ik weet alleen niet meer in welke vakken dit is behandeld of in welke opleidingsjaren. Maar volgens mij in het eerste en tweede jaar aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Hal (2015):”Nee ik denk het eigenlijk niet (…) Nee, ik kan het me zo niet herinneren.” Ik had wel willen zien dat ze hier meer aandacht aan zouden besteden zeker ook voor vrouwelijke cliënten. Want ik denk dat dat altijd voor zou kunnen komen aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Van Hal (2015):”Nee. (…) Naar mijn mening is het nooit besproken: wat is grensoverschrijdend gedrag.”

Page 103: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

77

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Hal (2015):”Nee.” Ik weet niet of ik het wel goed doe of hoe ik het precies kan bespreken. Straks zeg ik iets verkeerd tegen een jongeren aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Hal (2015):”Nee eigenlijk ook niet echt, want er is eigenlijk helemaal geen aandacht aan besteed. Ook niet aan grensoverschrijdend gedrag dus ook niet aan een interventie.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van Hal (2015):”Ik vind les sowieso wel fijn ook al is het standaard. Ik vind het fijn om in ieder geval een PowerPoint te hebben.” Van Hal (2015):”Maar ik vind het ook altijd wel fijn om een beetje interactief te hebben dus een casus oefenen vind ik bijvoorbeeld wel goed en rollenspellen vind ik ook goed.” Ik vind eigenlijk dat je in jaar twee les hierover moet krijgen. En bijvoorbeeld in het derde jaar dat je je casus in kan brengen en je hiermee kunt oefenen. Want ik denk dat je dan wel meer handvaten krijgt aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Hoe je een gesprek aangaat en wat je dan vertelt.

Omgaan met weerstand op het gebied van seksualiteit

Signaleren

Interventies aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van Hal (2015):”Er zullen echt wel leraren zijn die daar echt kennis van hebben, maar als ze er kennis van hebben willen ze dat dan ook bespreken? Kunnen ze het bespreken? Want het kan ook zo zijn dat hun het zelf ongemakkelijk vinden om met studenten als ons daarover te praten.” Dat weet ik niet zeker hoor. Maar ik vind het wel belangrijk dat leraren hier zelf kennis over hebben en dit dan ook kunnen overdragen naar studenten. Dus de competenties die wij moeten hebben dat zij die ook hebben en dit kunnen over brengen aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Van Hal (2015):”Ik zou het zeg maar in het tweede en in het derde doen.” Ik zou sowieso geen keuzevak doen, omdat ik bang ben dat het dan langs iedereen heen zou gaan. Ik vind het belangrijk

Page 104: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

78

dat je er sowieso voor je stage al kennis over hebt gehad en niet na je stage aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 105: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

79

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Ik heb het misschien wel een keer gehad met andere situaties, maar niet met betrekking tot

seksualiteit.

2) Ik heb het niet gehad.

3) We hebben in het eerste jaar wel een beetje in grote lijnen gehad hoe een menselijk lichaam zich

ontwikkelt aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 106: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

80

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Zeker bij mezelf, ik ben nogal snel onzeker over dit onderwerp.

3) Dit is het belangrijkste, hier begint het mee.

4) Dit zou allemaal in één vak gemoeten hebben aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie, 7 april

2015).

Page 107: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

81

1. Naam student: Linda van Looij (Looij, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Professioneel veranderde samenleving (nieuwe minor)

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: GGZ Oost-Brabant

Page 108: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

82

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van Looij (2015):”Niks! (…) Er wordt helemaal geen aandacht gegeven aan seksualiteit of seksuele diversiteit." In mijn minor ook niet. Ik heb wel één vak gehad waar de nadruk werd gelegd op seksueel misbruik. Maar echte lessen nee. Ik vind het onderwerp echt interessant, dus als er iets over is gegeven had ik het echt moeten weten.

Ik weet wel dat we thema dagen hebben gehad in het vierde jaar een tijdje terug. Daar werd wel iets over seksualiteit gegeven maar dit was niet verplicht aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Seksueel misbruik is wel eens benoemd dat je dat tegen kan komen maar verder ook niet aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Seksueel misbruik was wel een verplicht vak, ik weet alleen niet meer welk vak. De themadagen waren vrijwillig aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Looij (2015):”Nee. (…) Het is gewoon een maatschappelijk thema aan het worden en ik vind dat er wel meer aandacht aan besteed kan worden.” Vooral de thema’s transgender en seksuele diversiteit. Er zijn ook helemaal geen organisaties die begeleiding bieden op het gebied van transgender etc. Seksueel misbruik wordt tegenwoordig wel wat meer aandacht geschonken maar ik vind dat allemaal minimaal. Het verdient aandacht aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

5. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

- Transgender diversiteit: daar wordt echt niks over gegeven/moet bespreekbaar worden. - Seksueel misbruik: vind ik nu ook minimaal aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2

april 2015).

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Looij (2015):”Nee ik zit te denken, maar niet specifiek daarop.” Toevallig is het wel behandeld in Supervisie maar dat kwam vanuit de student zelf. Een meisje bracht een casus in over seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer tussen cliënten onderling. Deze casus is vervolgens besproken, maar hierin ging het vooral om het gevoel van de student en hoe zij daar mee omging. Ik had wel het gevoel dat het meisje wel goed werd geholpen door de Supervisiedocent want ze kreeg ook genoeg tips en tops mee. Maar er zijn verder geen vakken aan dit onderwerp verwijd aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Page 109: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

83

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis

opgedaan? Ja

o Nee Van Looij (2015):”Ja. (…) wel eens voorbij gekomen ja.” Maar ik weet alleen dat het bestaat en een beetje wat het inhoud maar meer niet. Ik heb deze kennis opgedaan in een verplichte les, ik weet alleen niet meer welk vak of in welk jaar aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Van Looij (2015):”Ja, ik zou wel willen weten hoe je het moet toepassen.” Ik zou dit ook doen in een verplichte les, zodat iedere student hiermee in aanraking komt aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

9. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit

en seksueel (on)gezond gedrag? Ja, ik liep stage op een gesloten afdeling en ik kwam wel eens manische mensen tegen die seksueel ontremd zijn. Dus ik heb daar zelf wel mee te maken gehad, al kan je het wel koppelen aan een ziektebeeld. Ja, ik kreeg ook wel eens opmerking maar niet heel vaak. Maar er was wel één specifieke man die regelmatig opmerkingen maakte. Van Looij (2015):”Ja daar heb ik wel echt reflecties over geschreven ja. Het was heel moeilijk om daarmee om te gaan.” Je kan het niet afkeuren want hij is gewoon ziek. Je kan je grenzen aangeven, maar dit pikte hij niet op. Ik voelde me toch wel ongemakkelijk, dat kwam omdat het toch betrekking had op het thema seksualiteit aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

10. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Looij (2015):”Ja vooral in deze situaties. Ik heb heel erg mijn grenzen leren aangegeven.” Dus hoe je kan omgaan met opmerkingen eigenlijk, hierdoor heb ik wel assertiviteit ontwikkeld om daar mee om te gaan aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

11. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van Looij (2015):”Nee. Nou er is bijna geen aandacht aan besteed.” Nee, er is weinig aandacht aan besteed. Het had voor mij van meerwaarde geweest als dit wel was behandeld aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

12. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Rolmodel: je moet assertief kunnen reageren. Dus goed je grenzen aangeven.

Communicatie: goed kunnen communiceren.

Vertrouwen aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Page 110: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

84

13. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van Looij (2015):”Jawel, dit zijn wel competenties waar aandacht aan besteed is. Jij als professional gewoon in het algemeen.“ Maar niet dat je het kan inzetten om seksueel gezond gedrag te bevorderen, maar wel voor andere dingen aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

14. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van Looij (2015):”Nou, ja aangezien ze er bijna geen aandacht aan hebben geboden denk ik twee of drie.”

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Looij (2015):”Ja maar er is op school aandacht besteed aan assertiviteit. (…) niet zozeer op seksualiteit meer als iemand niet naar je luistert of agressief gedrag vertoond. Hoe je dan je grenzen aan kunt geven”

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Looij (2015):”Ja dat is wel dit jaar nog aandacht aan besteed, maar niet vanuit de opleiding zelf. Maar ook weer vanuit een ingebrachte casus.” Je moest toen zelf een casus verzinnen als student die je wilde bespreken met de klas. Daar kwam dit onderwerp wel naar voren aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

17. En is er in jaar één of twee aandacht geschonken aan afstand en nabijheid? Van Looij (2015):”Jawel daar is wel wat meer aandacht aan geschonken.” ik weet niet meer in welke vorm. Maar dit is wel vanuit school ingebracht aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Looij (2015):”Nee.” Ik weet alleen als je een afspraak maakt met een decaan dat je kan kiezen tussen een man of een vrouw aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Page 111: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

85

Van Looij (2015):”Dat Vlaggensysteem is wel een keer voorbij gekomen. (…) Niet voldoende om goed te signaleren in ieder geval.” Daar is onvoldoende aandacht aan besteed vind ik aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

20. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Looij (2015):”Nee.” Alleen bij assertiviteit (grenzen erkennen/stellen) maar niet specifiek op seksualiteit aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

21. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Looij (2015):”Nee! (…) Sorry haha.”

22. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van Looij (2015):”Nou ik denk dat het in dit geval heel belangrijk is dat je het gaat voelen en gaat ervaren. Dus ik denk dat een casus en een rollenspel wel het beste hierop aansluit.” Anders blijft het toch nog zo ver van je bed show, je leert het sneller dan via een PowerPoint aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

23. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van Looij (2015):”Ik denk door bewustwording te creëren. (…) aandacht aan besteden in lessen en het actueel maken.” Dus doormiddel van casussen en rollenspellen aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

24. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Van Looij (2015):”Nou ja, ik denk dat als je het in alle vier de jaren doet dat het een beetje teveel is. En Ik denk dat je toch al wel veel bereikt als je gewoon één vak ergens in deze vier jaar aan besteed.” Ik denk in jaar twee of drie. Want drie is ook wel interessant, omdat je dan met je stage zit en dan kan het gekoppeld worden aan de praktijk. Ik zou het toch einde jaar twee doen aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

25. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 112: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

86

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Niet voldoende aandacht aan besteed. Het wordt een keer benoemd maar niet verdiept op

seksualiteit net als de andere punten aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april 2015).

Page 113: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

87

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Door het actueel te maken dan werk je automatisch aan handelingsverlegenheid. Dus ze hoeven er

voor mij niet specifiek aandacht aan te besteden aldus L. van Looij (persoonlijke communicatie, 2 april

2015).

Page 114: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

88

1. Naam student: Lucy Haan (Haan, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Systeem gericht werken

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: o Ja

Nee, namelijk: HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen) o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Oosterpoort een organisatie voor opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij jongeren in gezinnen. Ik heb op een behandelgroep stage gelopen met cliënten van 14 tot 26 jaar met diverse problematieken.

Page 115: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

89

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Haan (2015):”Volgens mij niks (…) Ik zat er over na te denken natuurlijk, maar ik ken me niets herinneren.” Volgens mij hebben we ooit iets over het Vlaggensysteem gehad. Nou tijdens het afstudeerstage wordt hier aandacht aan geschonken en het komt mij wel bekend voor. Ik had zoiets van ik heb dit wel een keer gezien. Misschien dat ik ooit voor school zo’n lijstje heb ingevuld maar verder kan ik me niet herinneren dat we het ooit over seksualiteit hebben gehad. We hebben afstand en nabijheid wel gehad in hoeverre je wel of niet dichtbij een cliënt of zo kan zijn. Maar we hebben nooit echt specifiek op seksualiteit gehad. En het vak Ontwikkelingspsychologie waarbij ze de seksuele ontwikkeling uitwerken, dus psychologie van de levensloop. Zo heette dat boek ook. Maar dat hebben we wel gehad; dat je weet hoe de jongeren zich ontwikkelen. Je had cognitief en lichamelijk en een klein stukje seksueel bij, maar niet echt specifiek er op ingegaan aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

2. In welk jaar is het Vlaggensysteem besproken? Dit zou in het eerste of tweede jaar zijn geweest. Ik weet het niet zeker, maar het moet wel van

school. Ik kan me niet nagaan dat ik het van mezelf weet. Ik weet ook niet of het in een verplicht vak

is geweest. We zijn er ook niet heel diep op ingegaan aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10

april 2015).

Haan (2015):”Maar dan ook echt heel kort en mondig van: dit is het Vlaggensysteem en deze vlaggen zijn er en deze situatie hebben we.”

3. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Vlaggensysteem

Afstand en nabijheid

Levensloop van de mens aldus L. Haan (persoonlijke commuatie, 10 april 2015).

4. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Ontwikkelingspsychologie en afstand en nabijheid wel, maar over het Vlaggensysteem twijfel ik over of dat verplicht was, al denk ik van wel aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Haan (2015):”Neuj haha.” ik kan me het niet meer herinneren, alleen die seksuele levensloop dan. Dat je een beetje weet hoe jongeren zich ontwikkelen. Haan (2015):”Ik weet nog wel toen ik op stage zat, met die pubers natuurlijk, die meiden zijn echt heel erg (…) dat je echt verhalen naar je hoofd kreeg (…) in de eerste maanden wist ik echt niet wat ik ermee moest doen. Ik wist niet hoe ik erop moest reageren.” Ik vind wel dat we daar getraind in mogen zijn, dus hoe ga je daar mee om en hoe reageer je daarop. Ik vond het heel moeilijk inschatten wat is nou normaal en wat niet aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Page 116: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

90

6. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

We hebben een meisje in de groep gehad en die had bijvoorbeeld een date met haar ‘fuck-buddy’ en die vertelde: Ik heb het anaal gedaan, want het was droog beneden en dat is niet fijn. Dus laten we het maar anaal doen en die jongeren vroeg aan haar of dat ze hem wilde pijpen, maar dat deed ze dan niet aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015). Haan (2015):”Een beetje van dat soort verhalen dat ik dacht van: is dat normaal? En ik dacht echt zo van hoe moet ik hier nou op reageren? (…) Dat heb ik allemaal niet geleerd.”

7. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Haan (2015):”Ja het Vlaggensysteem (…) Maar verder nee.”

8. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

Ja o Nee

Een keer op school gehad volgens mij en tijdens het afstuderen wordt hier aandacht aan geschonken. aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Haan (2015):”Nee, niet dat ik weet.” Al weet ik wel dat ze daar mee bezig zijn en dat hebben ze volgens mij ook liggen maar het wordt niet gebruikt of zo aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Haan (2015):”Nee (…) In principe hebben we gewoon er eigenlijk helemaal niks gehad. Dus alles wat ik nou doe is gewoon gezond verstand.” Ik reageer nu wat ik denk dat het beste voor de jongeren is aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Signaleren.

Bespreekbaar kunnen maken (handelingsverlegenheid wegnemen).

Actief luisteren.

Gespreksvaardigheden aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Haan (2015):”Ja, maar niet specifiek op dit onderwerp.”

Page 117: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

91

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Haan (2015):”Een vier of een drie of zo, want in principe is er niets gedaan.” Een nul durf ik niet te geven haha. Het is ook wel iets voor mij dat ik het vergeten ben, maar aan de andere kant zou het dan ook te weinig zijn geweest. Ik heb ook het vak Vergaderen gehad. Daar vond ik helemaal niks aan, maar dat is toch blijven hangen snap je aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)! Haan (2015):”Er is geen specifiek vak geweest van seksualiteit (…) het is een beetje langs gekomen met psychologie dan, maar verder nee. Ik kan echt totaal geen handvaten of zou weten hoe ik er mee om moet gaan.”

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Haan (2015):”Nee (…) niet dat ik me kan herinneren.” Misschien tijdens je stagejaar of zo dat het ingebracht wordt bij Supervisie aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Haan (2015):”Ja dat wel (…) dat hebben we meerdere keren gehad.” In de vorm van casussen: wat mag je wel doen en wat niet? Ik denk dat hier wel in alle jaren aandacht aan is besteed. Het is wel een thema wat altijd is terugkomen aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Haan (2015):”Ja dat denk ik wel (…) tijdens school is het misschien meer het bespreken geweest tijdens Supervisie of zo of in de les. Ik weet wel dit is regelmatig besproken.” Dat werd wel eens met je klas besproken zulke dillema’s. Dit is volgens mij in het tweede jaar gebeurt en tijdens je stage met Supervisie aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Haan (2015):”Neuj (…) helemaal niet.”

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Haan (2015):”Neuj, ook niet:”

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Page 118: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

92

Haan (2015):”Neuj, ook niet! Ja misschien het Vlaggensysteem dus.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Ik zou eerst de basis leggen doormiddel van hoorcolleges. Dat je theorie krijgt over wat is nou normaal gedrag en wat is niet normaal. Dus dat je daar kennis van hebt. Casussen over hoe je ergens op kunt reageren en rollenspellen dat je daarmee kunt oefenen aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Wat is gezond en wat is ongezond seksueel gedrag?

Hoe reageer je er op?

Signaleren aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

22. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Haan (2015):”Ja, dat zou ik wel willen.” Ik zou er geen vak van maken, maar ik zou het wel als een verplicht vak doen. Dus het eigenlijk verwerken in een vak zeg maar aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

23. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Ik denk door een vak te laten vervallen, zoals vergaderkunde en dan het thema seksualiteit toevoegen aan het huidig onderwijs. Zeker als je met jongeren gaat werken wat daar loop je zo tegen aan aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

24. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Ik weet niet of het voor alle opleidingen interessant is, maar voor SPH sowieso! Ik zou zeggen in jaar twee dan net voor je stage. Maar ook eigenlijk wel dat er tijdens je stage aan wordt besteed. Ik zou zeggen in het tweede jaar een speciaal vak en dan in het derde jaar ter sprake laten komen in de lessen aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

25. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 119: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

93

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Het zou wel kunnen dat we dit tijdens de ‘Omgaan met agressie’ lessen hebben gehad maar niet

echt op seksueel gebied van mij. Dus doe maar niet van toepassing.

3) met psychologie een beetje de seksuele levensloop. Maar dit vind ik zo minimaal.

4) Alleen een beetje globaal het Vlaggensysteem.

5) Helemaal niet aldus L. Haan (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

Page 120: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

94

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Ja graag!

2) Super belangrijk vind ik dat.

3) Jawel maar dit vind ik toch minder belangrijk dan de andere aldus L. Haan (persoonlijke

communicatie, 10 april 2015).

Page 121: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

95

1. Naam student: Milou van Dam (Dam, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Verslavingskunde

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk: o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Amarant (ouderen van 50 tot 70 met een laag cognitief niveau)

Page 122: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

96

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van Dam (2015):”Amper tot niets. (…) Wat je wel krijgt is dan bij de vakken is [sic] afstand en nabijheid.” Je leert een beetje je eigen grenzen aangeven in alle jaren komt dit wel terug. Dus in jaar één en twee krijg je hier theorie over, in de derde ga je het oefenen en het zelf eigenlijk ervaren. Psychopathologie hebben wij gehad en daarin kregen wij een boek met ontwikkelingspsychologie of zo. Maar dat is meer wat voor stoornissen er naar voren komen. Het heeft niet echt te maken met seksualiteit. In de eerste hebben we wel psychologie gehad over de levensloop van de mens zelf. Daar kreeg je per fase wat er bijvoorbeeld bij een adolescent hoort, maar niet specifiek daarover (op seksualiteit) aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Levensloop mens (heel kort en niet specifiek op seksualiteit).

Afstand en nabijheid aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Dit waren verschillende vakken, maar ze waren wel allemaal verplicht aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Ik heb er in ieder geval niet te maken mee gehad, maar ik snap best dat derdejaarsstudenten in hun stage werkzaam [sic] zijn met jongeren (…) daar wel mee te maken krijgen. Dan is het heel lastig is om daarmee om te gaan, omdat je het in je opleiding niet gehad hebt.” Het komt bij meerdere doelgroepen voor, ook bij volwassenen. Dus eigenlijk heb ik zoiets van er kan wel wat meer aandacht aan worden besteed van hoe je daar eventueel mee om kan gaan. En ze kunnen je beter voorbereiden voordat je de praktijk in gaat. Want dat is totaal niet besproken durende de opleiding. Het onderwerp seksualiteit wordt steeds actueler en er mag van mij wel meer aandacht aan geschonken worden aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

5. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Nee, niet specifiek daarop nee.”

6. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

Van Dam (2015):”Ik heb geen idee wat het is.”

7. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage).

Page 123: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

97

Van Dam (2015):”Ja, het is wel handig denk ik om te weten (…) Het hoeft niet zo specifiek de methodiek te zijn, maar meer het algemeen: waar kun je eventueel informatie vinden als je hiermee te maken krijgt? Of wat kun je inzetten? Waar kun je naartoe?” Dus ik wil eigenlijk dat je verschillende methodieken aangereikt krijgt, waaronder het Vlaggensysteem want dat is gewoon handig. Maar dat je ook andere methodieken krijgt in het algemeen, zodat je weet dat ze bestaan en je er informatie erover kunt opzoeken. Ik zou het fijn vinden als ze het eind tweede jaar of begin derde jaar gewoon even aanhalen, bijvoorbeeld door een hoorcollege erover te geven. Ik zou zeggen dat het ook verplicht moet zijn, want dan bereik je in één keer een grotere groep aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

8. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Nee, ik heb altijd stage gelopen met ouderen of met kinderen en daar kwam het eigenlijk niet voor.” Ik heb tijdens mijn derde stagejaar wel cliënten gehad die gevoelens hadden en niet goed wisten wat de er mee moesten. Dat heeft wel met seksualiteit te maken. Zo ging er een cliënt schuiven op zijn stoel (vrouw), omdat ze niet wist wat ze met haar gevoel aan moest. Dat was voor haar dan haar opwindingsmomentje zeg maar. Ik had er eigenlijk wel mee te maken, maar niet daadwerkelijk met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Later naar haar momentje ben ik naar haar toe gegaan om af te leiden en te troosten. Je moet haar dat laten doen, anders bouwt ze veel spanning op aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Nee, mijn stage had hier niet mee te maken.”

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Nee (…) er mag zeker wel wat meer aandacht aan besteed worden.” Zeker omdat het nu steeds vaker in het nieuws komt aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Voorbeeldfunctie/rolmodel: Als de jongeren respect hebben voor je en je zien als een voorbeeldfunctie dan kan je heel veel gedaan krijgen denk ik.

Band kunnen opbouwen: goede afstand en nabijheid relatie creëren.

Presenteren: hoe je iets over brengt naar de jongeren.

Kennis seksualiteit: wat is wel seksueel gewenst gedrag en wat is ongewenst?

Duidelijkheid: Je moet duidelijk kunnen zijn, grenzen stellen en vervolgens aangeven aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van Dam (2015):”Ja (..) er is echt aandacht aan besteed.” Je krijgt heel veel vakken waarbij je alleen maar achter de tafel zit. Ik denk als je meer in de lessen te doen krijgt dat ze nog meer profijt kunnen

Page 124: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

98

creëren van het ontwikkelen van deze competenties. Bijvoorbeeld in rollenspellen. Ik denk dat dat wel bij zou dragen, ook bij dit onderwerp: hoe kan je daarmee omgaan aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015)?

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van Dam (2015):”Wel een onvoldoende (...) Ik denk een vier of zo. (…) Het is ook maar net wat je zelf wilt en natuurlijk wordt er indirect wel aandacht aan besteed. Je leert wel dingen die je daar kunt inzetten, alleen is dit heel beperkt. Het is niet dat er direct mee gelinkt wordt.” Dus indirect is het eigenlijk wel goed, maar niet voor dit onderwerp op zich zelf. Dat kan wel wat beter vind ik aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Dam (2015):”Ja, het is een onderwerp waar mensen niet graag over praten weet je (...) Binnen de opleiding wordt daar niet echt aandacht aan besteed als je het over seksualiteit hebt.” Ik denk dat bij iedereen dit ongemakkelijk gevoel altijd blijft zitten. Indirect heeft het er wel mee te maken, bijvoorbeeld: Grenzen aangeven. Dit kan je ook gebruiken bij het onderwerp seksualiteit. Je leert dan ook hoe je dat kunt toepassen, maar je leert niet om het specifiek op seksualiteit toe te passen aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Dam (2015):”Wat je wel krijgt is dan bij de vakken is [sic] afstand en nabijheid.” Je leert een beetje je eigen grenzen aangeven. In alle jaren komt dit wel terug. Dus in jaar één en twee krijg je hier theorie over, in de derde ga je het oefenen en het zelf eigenlijk ervaren. Ik heb het vak Agressie gehad in jaar twee. Dan hadden we een oefening in een kring dat je naar iemand toe moest lopen en die andere moest dan stop zeggen. Hierbij ging het eigenlijk om na te gaan wat jij een fijne communicatie afstand vindt. Dus ze hebben theorie gegeven, rollenspellen geoefend en in mijn stage is afstand en nabijheid onder de aandacht gevallen aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Dam (2015):”Nee.” Mijn antwoord is heel kort, maar ik kan er niet meer over vertellen nee aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Page 125: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

99

Van Dam (2015):”Nee, niet echt dat je zegt van nou: hoe kun je nou echt signaleren!” We hebben in de lessen wel eens over seksueel misbruik gesproken toen het allemaal zo in het nieuws kwam van die kinderdagverblijven aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Dam (2015):”Ook niet! Ja, algemeen adequaat reageren maar niet specifiek hierop.” Binnen het onderwijs is hier niet echt aandacht aan gegeven. Als ik hiermee te maken zou krijgen, dan weet ik niet wat ik zou moeten doen aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Dam (2015):”Ook niet! Nooit iets over gehad.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van Dam (2015):”Gewoon een normale les eigenlijk. Ik denk dat je meer richting hoorcolleges moet gaan zitten (…) En dan eventueel met casussen en rollenspellen.” Dus eigenlijk één les met theorie, door een hoorcollege. Kijkend naar: wat is het? Wat houd het in? En daarna nog verdiepen door doen- lessen, doormiddel van casussen en rollenspellen. Eigenlijk meer een combinatie van allen. Ik denk dat het dit onderwerp het beste in het einde van jaar twee behandeld kan worden, omdat je dan kans hebt dat het goed blijft hangen. Ik ben namelijk al veel vergeten van jaar één en begin jaar twee aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Algemene kennis seksualiteit: wat is gezond seksueel gedrag en wat is ongezond?

Signaleren.

Hoe je erop moet reageren.

Interventies aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van Dam (2015):”Gewoon een les over doen of een themadag over doen (…) met beeldmateriaal. (…) Want als je een les krijgt of een hoorcollege, de meesten luisteren amper. Om dan toch die aandacht te krijgen. ” Met beeldmateriaal is het wat interactiever dan en mensen zijn dan eerder geneigd om te gaan luisteren. Ik denk dat ze hier in heel de opleiding, dus ook met dit, kansen laten liggen. Eventueel en toevoeging met gastsprekers die het mee hebben gemaakt en daar ervaring mee hebben, zodat wij ook te horen krijgen wat het eigenlijk allemaal met je doet. Ik vind dat persoonlijk heel boeiend. Ik zal het wel verplicht maken en dan gewoon in een thema dag uitvoeren aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak.

Page 126: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

100

In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Ik denk als je het over meerdere jaren verspreid dat mensen hun kennis echt terug moeten gaan

halen over de jaren heen. Ik denk dat dat niet heel handig is. aldus M. van Dam (persoonlijke

communicatie, 8 april 2015).

Van Dam (2015):”Eind tweede, net voor je stagejaar of begin derde. Als je het er dan ingooit dan denk ik dat je best wel een goede timing hebt.(…) Iedereen gaat die praktijk in en als je het dan gaat doen. Dan denk ik dat je daar veel bewuster mee omgaat.”

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 127: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

101

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Wel algemeen, maar niet specifiek op seksualiteit.

5) Je kan het misschien best wel voor seksualiteit gebruiken, maar ik heb daar persoonlijk eigenlijk

geen idee van. Ik handel naar mijn eigen normen en waarden daarin en probeer uit te gaan wat het

beste is voor de cliënt zelf aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

Page 128: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

102

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Er mag wel meer over het onderwerp seksualiteit gesproken worden bij het omgaan met

handelingsverlegenheid.

Ik zou veel meer kennis willen krijgen over seksualiteit. Van de andere onderwerpen wil ik handvaten

krijgen en willen weten dat het bestaat en waar ik het kan vinden. Mocht ik er tegen aanlopen dan

kan ik hier altijd op terug pakken aldus M. van Dam (persoonlijke communicatie, 8 april 2015).

Page 129: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

103

1. Naam student: Misja Riel (Riel, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Werken in gedwongen kader.

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Stichting Prisma (Raamsdonksfeer) met jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen/ verstandelijke beperking (5 maanden). 2e deel stage in Suriname (5 maanden).

Page 130: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

104

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

In het eerste en tweede jaar hebben we niet heel veel lessen gehad die betrekking hadden op

seksualiteit. Wel hebben wel het vak Ontwikkelingspsychologie gehad wat voor een gedeelte ook

gericht was op seksualiteit. Zo leerde we erkennen welk seksueel gedrag bij welke leeftijd hoorde

(zoals masturberen). Er werd verder niet ingegaan op het reageren van seksuele gedragingen van

jongeren of het toepassen van passende interventies. Eigenlijk alleen het erkennen van seksuele

gedragingen die bij welke leeftijdscategorie horen.

In het tweede jaar kon ik ook kiezen of ik een symposium wilde bijwonen over het Vlaggensysteem

RJ. Dit was vrijwillig en ik heb er voor gekozen om er aan deel te nemen. Dit symposium vond ik echt

waardevol om bij aanwezig te zijn. Ik heb daarin veel geleerd over het signaleren van seksueel gedrag

en daar bijbehorende interventies. Tot slot hebben we het programma: “over de streep” nagespeeld.

Hierin werd indirect ingegaan op seksualiteit, maar meer waar de studenten zelf tegen aan liepen.

In het derde jaar hebben we Supervisie gehad waarin je er zelf voor kan kiezen om het onderwerp

seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag aan de kaak de stellen. Al heeft niemand onderwerpen

gekozen die betrekking hadden op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

In het vierde jaar hadden we een verplicht vak (omgaan met agressie). Hier werd ingegaan op de

afstand en nabijheid relatie van begeleider tot cliënt. Dit had niet echt een seksueel karakter maar

toevallig had ik een acteur die wel seksuele getinte opmerkingen naar mij plaatste. Ik zei tegen de

acteur dat ik het fijn zou vinden als hij mij uitpraten zou laten praten. Hij reageerde vervolgens met:

”ik zou het ook fijn vinden als je mij zou pijpen, maar dat doe je ook niet.” Daarbij leerde ze me hoe ik

mijn persoonlijke grenzen kon herkennen en dit vervolgens kon aangeven. Maar veel dieper werd er

niet op in gegaan. Ze vertelde alleen dat ik het teveel negeerde en gaven me tips hoe ik deze acteur

kon confronteren met zijn opmerkingen.

Riel (2015):”Ik vond het wel een beetje ongemakkelijk maar ik had wel zoiets van ja, eventueel blij dat ik niet rood werd of zo. (…) Ik schrok er wel een beetje van ik dacht wat zeg jij nou?” Ook hadden we een vak Forensische psychiatrie waarbij in werd gegaan op zedendelinquenten zelf en de verschillende typen gedragingen (strafbare feiten) aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015). Riel (2015):”Ze hebben het er pas over als je er zelf mee komt, ze zouden beter van te voren je al wat handelingstips kunnen geven.”

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Afstand en nabijheid relatie.

persoonlijke grenzen erkennen en aangeven aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

In het tweede jaar kon je vrijwillig kiezen om een symposium over het Vlaggensysteem bij te wonen.

De agressie training (omgaan met agressie) was verplicht net als Supervisie,

Page 131: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

105

Ontwikkelingspsychologie en Forensische psychiatrie aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31

maart 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Riel (2015):” Nee, omdat ze er pas aandacht aan gaan besteden op het moment dat de studenten er zelf mee komen. (…) Bijvoorbeeld dat symposium is wel goed, maar dan zouden ze meer van die inhoud van een symposium gewoon verplicht moeten geven.” Deze kennis is voor iedereen waardevol of kan het zijn in de toekomst. Ik had het idee dat er niet heel veel studenten op af zijn gekomen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

5. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Riel (2015):”Niet echt. Maar wel meer dat ze aanraden om te kijken wat bij jou zelf past maar dat ze dat dan zeggen en niet echt verder op in gaan.” Dan denk ik ja? Je moet wel ontdekken wat bij jou past en als je daar niet mee oefent dan komt dat ook niet echt terug aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

6. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

Ja o Nee

In het tweede jaar kon ik ook kiezen of ik een symposium wilde bijwonen over het Vlaggensysteem RJ. Dit was vrijwillig en ik heb er voor gekozen om er aan deel te nemen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

7. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja best wel veel, vooral in mijn eerste vijf maanden stage bij Prisma. Ik moest bijvoorbeeld luiers verschonen bij jongeren van achttien jaar en voelde me hier zeer ongemakkelijk bij. Na een verloop van tijd ging het wel steeds beter. Verder was er een jongetje van twaalf jaar die naakt op mij sprong en ik niet wist wat ik moest doen en vervolgens liet ik het jongetje op de grond vallen. Ik vertelde dit mijn docent en die ging er nogal lacherig mee om, waardoor ik er verder niet echt meer op ben ingegaan. Ik denk dat de docent zich er ook ongemakkelijk bij voelde en niet wist hoe ze hierop moest reageren. Ook heb een keer een jongen van achttien betrapt op het masturberen. Ik heb eigenlijk net gedaan of ik het niet zag, omdat ik het nogal ongemakkelijk vond en vies om te zien. In Suriname zag je veel kinderen die te maken hadden met seksueel misbruik. Gelukkig werd ik wel goed opgevangen door mijn stagebegeleider aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

8. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Riel (2015):”Ja, bij Prisma wel , er was zo’n hele map. Maar geen training of zo dat heb ik eigenlijk wel gemist.” In deze map stond hoe je met verschillende cliënten om kon gaan als je aangeraakt werd op

Page 132: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

106

bepaalde plekken. Verder waren er ook signaleringsplannen. Ik weet de naam eigenlijk niet meer, maar zo’n map was best handig. Ook kon je altijd medewerkers vragen stellen als je vragen had of er iets onduidelijk was aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

9. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Riel (2015):”Nee. (…) Niet echt hoe je daar mee om moet gaan.” Al krijg je in het begin bij het vak Ontwikkelingspsychologie wel informatie van welke seksuele gedragingen leeftijdgebonden zijn. Maar het stukje verdieping miste ik wel. Dit vind ik persoonlijk wel jammer aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

10. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Onbevooroordeeld: Dat jongeren het gevoel hebben dat ze bij jou met alle vragen terecht kunnen.

Handelingsbekwaam: Dat je weet hoe je ergens op kunt reageren en niet dichtslaat of een rode kop krijgt.

Voldoende kennis over seksualiteit: Dat je voldoende kennis hebt over seksualiteit.

Grenzen aangeven: dat je je persoonlijke grens erkent en vervolgens kunt aangeven.

Afstand en nabijheid: goede relatie tussen cliënt en begeleider aangaan aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

11. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Ja, in Supervisie dan. Bij mij was het best wel een puntje. Mijn grenzen aangeven kon ik wel, maar alleen als iemand erover heen was gegaan. Dus die grenzen aanvoelen heb ik echt wel met mijn supervisor behandeld aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

12. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Riel (2015):”Een vijf, omdat ik het op dit moment onvoldoende vind. Maar niet lager dan een vijf, omdat ik vind dat de docenten daar op zich wel open voor staan als je er zelf mee komt.”

13. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Riel (2015):”Ja op zich wel, maar wel als je er zelf mee komt. Dus dat is eigenlijk wat steeds terug komt. Ik vind dat school daar te weinig uit zichzelf mee doet. Dat ze het heel erg bij de studenten laten.”

Page 133: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

107

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Riel (2015):”Dat is met Omgaan met agressie dan. Maar dan moet je het zelf een beetje ombuigen naar seksualiteit.” Dus meer afstand en nabijheid in het algemeen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Riel (2015):”Ja dat wel. (…) Dan denk ik weer aan omgaan met agressie van risico situaties, dat je bijvoorbeeld als man beter niet een klein meisje op je schoot kan hebben.” Dat soort dingen tijdens Omgaan met agressie. Ik heb hier trainingen in gehad, ook praktische trainingen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Riel (2015):”Ja dit dan met ontwikkelingspsychologie. Maar dan mis ik weer het stukje van hoe ga je daar mee om. (…) Wel wat is nou normaal en hoe herken je dat, maar niet het vervolg stap mis ik steeds.” Dit is gebeurt op alle terreinen dus het was super breed. Die lessen waren opgedeeld naar leeftijd. Bijvoorbeeld een stukje over de kleuter en peuter en dan hoorde er een stukje seksualiteit bij aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Riel (2015):”Ja dit dan met ontwikkelingspsychologie. Maar dan mis ik weer het stukje van hoe ga je daar mee om. (…) Wel wat is nou normaal en hoe herken je dat, maar niet het vervolg stap mis ik steeds.”

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Riel (2015):”Niet echt!” Buiten de vrijwillige deelname aan het Vlaggensysteem hebben we hier verder niks over gehad aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

19. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Riel (2015):”Ik zou een rollenspel een beetje raar vinden of zo. (…). Maar ik zou een training wel leuk vinden met trainingsacteurs.” Met rollenspellen die je oefent met klasgenoten krijg je zo’n giechelsfeer. Riel (2015):”En ook wat theorie zeg maar. Ik zou het wel leuk vinden als je eerst een les krijgt met wat je zou kunnen doen zeg maar. Dat je dan op zoek gaat naar wat past nou bij mij. En dan bijvoorbeeld met een bepaalde casus of zo. (…) en dat je dat vervolgens gaat presenteren aan de klas.” Dus zelfpresentaties doormiddel van een eigen uitgewerkte casus en een training dan aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

20. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Page 134: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

108

Signaleren en passende interventies.

Eigen ervaringen uit je stage m.b.t. seksualiteit.

Competenties.

Handelingsverlegenheid aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

21. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Riel (2015):”Ja, ik denk wel dat het een goede methodiek is.” Ik zou het ook wel verplicht willen zien aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Riel (2015):”Ik denk echt dat er een verbeterpunt ligt in het bespreekbaar maken van. (…) ik denk dat docenten de studenten meer zouden moeten uitnodigen zeg maar om erover te praten.” Dit gebeurt nu veel te weinig, omdat studenten er dikwijls zelf mee moeten komen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Riel (2015):”Ik denk vanaf het tweede jaar en dan verplicht.” In het eerste jaar moet je echt wel wennen aan dat je je zo kwetsbaar moet opstellen. Voor mensen met nare ervaringen op dit gebied kan dit wel heel moeilijk zijn of als ze niet gewend zijn om erover te praten. In de volgende jaren kun je het eventueel verdiepen aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 135: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

109

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Je moet er zelf mee komen. Vanuit school wordt er zelf niet veel aandacht aan besteed.

2) Eigenlijk alleen het signaleren en niet het adequaat reageren erop.

3) Het is niet heel veel behandeld op school, maar ik wist er van te voren al wel veel vanaf.

4) Komt te weinig aanbod. Heb alleen het Vlaggensysteem gehad maar dit was vrijwillig.

5) Je leert wel wat van het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij het vak

ontwikkelings- psychologie, waardoor je zelf een passende interventie kunt inschatten aldus M. Riel

(persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Page 136: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

110

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Dit lijkt me wel handig, zodat ik zelfverzekerder te werk kan gaan op dit gebied.

2) Vooral het stukje reageren miste ik in de opleiding.

3) Ik weet hier eigenlijk al veel over.

4) Zou ik wel handig vinden voor mijn stage.

5) Ik miste bruikbare interventies aldus M. Riel (persoonlijke communicatie, 31 maart 2015).

Page 137: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

111

1. Naam student: Nena van der Laan (Laan, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: SPH

o MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor GGZ Agoog

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: GGZ West- Brabant met volwassenen (21- 30)

Page 138: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

112

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van der Laan (2015):”Ik heb erover nagedacht, maar ik moet zeggen dat ik niet heel veel van terug heb gezien binnen de opleiding.” Misschien heb ik dat over het hoofd gezien. Je hebt het er wel over van hoe moet je iemand benaderen en afstand en nabijheid dat wel allemaal, maar niet precies van wat doe je als een cliënt verliefd op je wordt etc. Bij afstand en nabijheid hebben ze wel echt veel aandacht aan besteed. Ik heb alleen geen idee in welke opleidingsjaren dit is gebeurd. Maar ik denk dat dit in het tweede jaar zou moeten zijn geweest. Maar hier zijn ze in volgende jaren wel op terug gekomen, bijvoorbeeld tijdens je stagejaar. Het staat dan ook als één van de competenties die je moet beschikken als SPH’er. We hebben ook methodisch handelen, hier komen wel eens casussen ter sprake waar studenten tegen hun stage tegen aanlopen. Je moest ook een gesprekje voeren met iemand en dat opnemen om het vervolgens te laten zien. Daarin kwam wel eens het thema seksueel misbruik naar voren. Dit is wel vanuit de verhalen van leerlingen gekomen en de docenten gingen daar dan op in. We hebben ook Trauma gehad. Daarin ging het ook wel eens over seksueel misbruik en dan vroegen ze hoe pak je dat nou aan? Hoe ga je in gesprek? Ben je er voor de cliënt of voor de ouders? Dat wel maar niet echt een stappenplan of zo aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Afstand en nabijheid.

Seksueel misbruik aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

3. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Op mijn stage was er een cliënt waar ik de begeleider van was. Die had wel wat problemen en die had ook ergens tegen aan geswaffel. Ik merkte ook dat hij iets langer naar mij kijkt dan noodzakelijk is en voelde dat hij elke keer mijn aandacht wilde. Hier had ik het ook over met mijn stagebegeleider. Ik vond het niet zo moeilijk om grenzen te stellen, maar ik denk wel dat het slecht is voor de hulpverlener, want dan houdt je afstand en dan is het nog moeilijker om een band met iemand op te bouwen. Ik vraag wel eens aan hem of andere cliënten of ze een vriendin hebben en of ze hier behoefte aan hebben. Ik merk ook wel dat cliënten daar behoefte aan hebben om daarover te praten. Van der Laan (2015):”Maar zodra ze op mij een oogje hadden dan had ik wel zoiets van dat het lastig is om daarover te praten.” Maar echt praten over seksualiteit met de cliënt had ik niet veel moeite mee. Ik kom uit een gezin waar we zelf veel praten over seksualiteit. Ik heb dat dan nog nooit een beladen onderwerp gevonden. Bij mijn eigen onderzoek gaat het ook allemaal over seksualiteit. Als je er veel mee bezig bent dan leer je er wel over praten denk ik. Zodra het over andere gaat vind ik het niet moeilijk haha aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

4. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Page 139: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

113

Ik heb geen keuze vakken gedaan, dus het waren allemaal verplichte vakken. Dat vond ik wel genoeg haha aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van der Laan (2015):”Nee, dat denk ik niet. Nou ja, zoals ik al zei ik kan me het niet echt heel goed herinneren. (…) Ik denk wel dat er te weinig aandacht aan is besteed van hoe ga je nou met iemand in gesprek daarover.” En over seksualiteit praten dat vind ik wel heel belangrijk. Het is misschien ook heel persoonlijk maar ik ervaar dat niet iedereen hier gemakkelijk over praat aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van der Laan (2015):”Ja, je hebt gespreksvaardigheden (…) maar echt specifiek op seksueel gedraag? Nee dat niet!” Maar deze tools en methodieken kan je vast wel gebruiken voor het onderwerp seksualiteit. Dus als je die gespreksvaardigheden gebruikt dan kan dat je echt wel verder gebruiken aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

Ja o Nee

Hier heb ik tijdens mijn afstudeerstage over gehoord, maar ik ben er niet echt bekend mee hoor aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Van der Laan (2015):”Ja, ik denk wel dat het kan helpen. Zeker omdat er nu überhaupt niks aan gedaan wordt. (…) Het zou het wel makkelijker maken toch? Want het is wel een onderwerp wat bij alle doelgroepen wel speelt.” Ik zou zoiets dan het liefst in een verplicht vak willen zien, omdat het een belangrijk onderwerp is aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Heel veel begeleiders zeggen dat moet je wel bespreekbaar kunnen maken, daar had ik mezelf dan ook op gericht. Niet perse over seksualiteit of zo maar gewoon over relaties. Ik merk wel dat het echt aan de hulpverlener ligt, want de ene hulpverlener zal dat niet zo snel bespreekbaar maken maar de ander is wat losser en die doet dat wel weer aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015). Van der Laan (2015):”Ik heb het wel besproken met collega’s en daar kreeg je wel gewoon tips mee.”

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van der Laan (2015):”Nee, de reden daarvoor is dat er toch te weinig is.”

Page 140: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

114

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te

bevorderen onder jongeren?

Lef hebben/durf: om het te vragen, want veel cliënten hebben er geen moeite mee om erover te praten.

Presenteren: Er open over zijn en natuurlijk niet teveel om details vragen.

Samenwerken: Collega’s erbij roepen en niet alles alleen willen oplossen aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van der Laan (2015):”Jawel (…) het lef om erover te praten niet.” Maar het is niet echt gebeurd dat er specifiek over dit onderwerp gepraat wordt. Alleen als ik er zelf over praat door mijn afstudeeronderzoek bijvoorbeeld. Dan merk ik al dat docenten dit ook lastig vinden aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015). Van der Laan (2015):”Docenten vinden het al lastig om erover te praten (…) Lachen, een beetje een rood hoofd krijgen. Toch gênant om erover te hebben.”

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van der Laan (2015):”Ik denk dat ik op een vijf zou gaan zitten, want je hebt wel de basis. Maar het wordt niet naar seksualiteit toe gebracht snap je?” De basisvaardigheden heb je dus in principe kun je er wel wat mee als je wat voor je krijgt. Het blijft nog steeds een beladen onderwerp denk ik aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van der Laan (2015):”Ik denk niet dat er veel aandacht aan besteed wordt.” Ik ben best bekend met het onderwerp seksualiteit en ik kan er dus ook wel goed over praten. Maar ik kan begrijpen dat als je uit een gezin komt, waarbij er nooit over dit thema gesproken wordt. Dat het heel moeilijk is om erover te praten. Ik zou het wel goed vinden als er meer aandacht wordt gegeven aan dit onderwerp op school. Het hoeft niet perse een vak te worden. Maar wel dat dit thema in het algemeen tussen de vakken door besproken wordt aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Bij afstand en nabijheid hebben ze wel echt veel aandacht aan besteed. Ik heb alleen geen idee in welke opleidingsjaren dit is gebeurd. Maar ik denk dat dit in het tweede jaar zou moeten zijn geweest. Maar hier zijn ze in volgende jaren wel op terug gekomen, bijvoorbeeld tijdens je stagejaar.

Page 141: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

115

Het staat dan ook als één van de competenties die je moet beschikken als SPH’er aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van der Laan (2015):”Jawel, dat denk ik wel. Voor mijn stage dus in het tweede jaar hebben we het daar over gehad, over veiligheid in ieder geval.” Daar wordt dan ook besproken zorg dat je collega’s weten waar je bent, zorg dat je zichtbaar bent en ook van houdt de gordijnen open etc. Ik weet niet of we daar ook echt theorie over hebben gehad, maar in ieder geval wel discussies aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Van der Laan (2015):”Ik denk niet dat dit echt in vakken aanwezig is geweest.” Ik denk dat de meeste studenten hier wel op stage mee te maken krijgen. We hebben wel signaleren gehad maar niet specifiek op het thema seksualiteit aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van der Laan (2015):”Nee, Je krijgt echt alleen de basis.”

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van der Laan (2015):”Niet op school wel op stage van mogen ze bij elkaar slapen ja/nee? Daar hebben ze allemaal regels voor.” We hebben het er wel over gehad als je kijkt naar kindermishandeling: hoe je dat moet aanpakken en welke stappen je moet nemen aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van der Laan (2015):”ik ga nou iets zeggen wat ik nooit had verwacht: rollenspellen! Ik haat het en ik vind het verschrikkelijk maar ik denk dat het bij dit wel goed zou passen.” Je moet durf hebben om erover te praten en als je een casus hebt dan kun je het lekker buiten je zelf leggen. Een PowerPoint presentatie van de docent zou ook nog een optie kunnen zijn. Maar als je de basis hebt en je wilt die inzetten dan kom ik toch bij rollenspellen uit aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

De relatie tussen cliënt- en hulpverlener wil ik meer zien: hoe je daar mee om moet gaan.

Hoe gaat jou stage- instelling om met seksualiteit.

Hoe kan je de taboesfeer doorbreken aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Page 142: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

116

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van der Laan (2015):”Door de vakken heen erover te hebben.” Je hebt verschillende vakken waar je bijvoorbeeld het thema seksualiteit aan kan toevoegen, zoals: Cultuur/diversiteit en signaleren etc. aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Ja, maar niet dat het één vak is. Want de meeste studenten sluiten zo onderwerp af en hebben er nooit meer over. Dus ik denk meer aan thema’s toevoegen in bestaande vakken, zodat het meerdere jaren terug komt aldus N. van der Laan (persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 143: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

117

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Niet echt gericht op seksualiteit.

2) Wel gehad maar niet echt uitgebreid.

3) We hebben het er wel over gehad.

5) Wel interventies gehad en benoemd maar niet het toepassen op seksualiteit aldus N. van der Laan

(persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Page 144: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

118

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Voor mij misschien niet zo, maar sommige studenten hebben hier wel veel moeite mee.

2) Mag meer specifieker op seksualiteit ingaan.

3) Ik weet er veel over maar besef wel dat niet alle studenten dit hebben aldus N. van der Laan

(persoonlijke communicatie, 14 april 2015).

Page 145: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

119

Interview vierdejaarsstudenten van de opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)

Respondent paginanummer

Bregje van den Boom

108 - 115

Carlijn Lips

116 - 122

Karin Faas

123 - 130

Rico van de Sleur

131 - 138

Sandra Voort

139 - 146

Tim van Brest

147 - 155

Page 146: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

120

1. Naam student: Bregje van den Boom (Boom, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Werken in gedwongen kader

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij:

Met ex-gedetineerde jongeren (16 – 26) (RIWB Tilburg)

Page 147: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

121

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Ik heb in het eerste jaar een blok Ontwikkelingspsychologie gehad, daarin werd besproken hoe je lichaam veranderd en welke behoeftes je hebt als je ouder wordt. En dat is tevens ook het enige wat ik heb gehad wat met seksualiteit te maken heeft. Ik heb me in het tweede jaar wel vrijwillig aangemeld voor een workshop, daarin werd anderhalf uur

het onderwerp seksueel misbruik besproken. Maar dat komt meer omdat ik er zelf voor gekozen had

om dit thema te volgen. Dit kon je ook gewoon laten als je er geen zin in had. In de workshop werd

Science of Safety uitgelegd en hoe je seksueel huiselijk geweld kon signaleren.

In Supervisie werd er ook wel eens wat gezegd over seksualiteit, maar alleen als de student daar zelf mee kwam doormiddel van een praktijkvoorbeeld. Ik heb zelf wel wat ingebracht en de docent ging daar wel heel goed mee om. Ze stelde vragen over hoe ik me voelde etc. En als ze iets niet wist dan ging ze het opzoeken en kwam ze daar de volgende dag op terug. Er was binnen Supervisie een hele opensfeer waardoor ik het niet moeilijk vond om iets in te brengen aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Een levenslijn (nul tot de dood) van mensen en welke behoeftes ze ontwikkelen (ook seksuele behoeftes). We kregen zelfs een opdracht waarin me een fictief persoon moesten bedenken. Hierbij moesten we zijn/haar levenslijn invullen aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Ontwikkelingspsychologie is een verplicht vak en de workshop was vrijwillig welke je kon kiezen. Er waren er een stuk of 30 workshops en daarvan moest je twee workshops kiezen. Alle workshops waren heel divers aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van den Boom (2015):”Nee volgens mij niet, want er wordt eigenlijk maar zo weinig aandacht aan besteed. Dat wanneer je in de praktijk bent en je krijgt een situatie (…) dat je eigenlijk gewoon niet weet wat je ermee moet doen.” Ik sta gelukkig sterk in mijn schoenen en ik weet hoe ik kan reageren, maar ik besef wel dat niet iedere student dat heeft aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

5. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van den Boom (2015):”Nee, maar ik heb wel een minor Agressie training gehad en ik denk dat dat als methodiek en tools wel overeenkomt met de dingen die je kan gebruiken als het gaat over seksualiteit.” Je leert wel je mannetje staan en cliënten te confronteren. Van den Boom (2015):” Maar dit heb ik pas in het vierde jaar gehad, dus dat is eigenlijk al te laat.”

Page 148: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

122

Van den Boom (2015):” Ik heb natuurlijk met mijn MWD opleiding veel methodieken gehad, maar echt niks gericht op seksualiteit.” Het was meer gericht op hoe je het gesprek aan gaat met iemand en met iemands systeem aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

6. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

Ja o Nee

Ik heb deze kennis opgedaan toen ik me in ging schrijven voor mijn afstudeerproject (Expertisecentrum Veiligheid). Ik heb me hierin ingelezen en heb ook een workshop van het Vlaggensysteem bijgewoond aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

7. Zou het Vlaggensysteem moeten worden behandeld in het huidig onderwijs volgens jou? (kijk bijlage).

Van den Boom (2015):” Ik zou het Vlaggensysteem als methodiek inzetten, waarmee wij als hulpverleners leren hoe je het Vlaggensysteem moet gebruiken en hoe je het kan toepassen in de praktijk.” Ik vind dat het thema seksualiteit sowieso verplicht moet worden in de opleiding. Ik denk dat als je het hebt over seksualiteit en methodieken die je kunt gebruiken in het werkveld, dat dit wel één van de verplichte methodieken zou moeten zijn aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

8. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja dagelijks bijna. Ik ga er heel nuchter mee om en ik kaats de bal gewoon terug naar de jongere of ik maak er een grapje over. Als ze te ver gingen dan zei ik dat ook en dan verbond ik er ook consequenties aan voor de jongens aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja, maar nooit met het Vlaggensysteem. Wij werkten met het SLUIS methodiek dat bestaat uit drie methodieken en is speciaal ontwikkeld voor de doelgroep waarmee ik werkte (ex- gedetineerde jongeren). Daarbij is aandacht geschonken aan ontwikkelen van seksualiteit en veilig vrijen etc. Dit zijn belangrijke thema’s, maar we hebben nooit echt methodieken voor gebruikt. We hebben het heel luchtig gehouden, omdat we een vrij klein team hadden en dus goed contact hebben met de jongens waardoor je dit soort dingen heel goed kon bespreken aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van den Boom (2015):”Nee, er is nooit theoretisch iets over behandeld.” Als ik deze afstudeerstage niet zou hebben dan zal ik er niet veel over hebben geweten. Dan was ik waarschijnlijk gewoon blind uitgegaan van de kennis van mijn collega aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Page 149: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

123

Open houding.

Actief luisteren.

Niet bevooroordeeld.

Nuchter: je moet dingen over seksualiteit ook met een grap kunnen brengen. Serieus brengen bij jongeren werkt niet altijd volgens mij aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van den Boom (2015):”Nee daar is geen aandacht aan geschonken. Er is wel aandacht geschonken aan competenties die je als professional nodig hebt maar dan in het algemeen.” Daar maken mijn competenties die ik hierboven heb beschreven ook deel van uit. Maar er wordt niet gerelateerd aan seksualiteit. Ik had het wel fijn gevonden als ze dit wel hadden gedaan aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van den Boom (2015):” Dan zou ik het denk ik een 4,5 geven, omdat we de basis kennis hebben gehad, de basiskennis, en daar houdt het eigenlijk mee op.” De basis kennis bestond uit ontwikkelingspsychologie aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Aan handelingsverlegenheid wel en hoe je dat kan verkleinen. Volgens mij hebben we dat gewoon

heel vaak geoefend met methodieken en met Supervisie van: waar loop je tegen aan? En wat maakt

het zo moeilijk? Ik zou het wel fijn vinden als ze hier de koppeling naar zouden maken in plaats van

het in het algemeen te behandelen aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Van den Boom (2015):”Aan handelingsverlegenheid wel (…) maar ja dan wordt het weer niet echt in combinatie met seksualiteit gedaan.”

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Daar wordt aandacht aan besteed, maar weer in de minor is dat eigenlijk gebeurd tijdens Omgaan met agressie. Daarvoor heb ik ook al wat over afstand en nabijheid gehad wat verweven was in studievakken uit het tweede jaar. We hebben wel rollenspellen gedaan ook met betrekking tot afstand en nabijheid maar ook heel veel theorie erover. Maar ik weet zo niet bij welk vak dat zo was aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Van den Boom (2015):”Dus bij afstand en nabijheid is echt heel veel aandacht aan besteed. Maar dan ook weer niet echt met betrekking tot seksualiteit en seksueel ongezond gedrag.”

Page 150: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

124

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Ik denk wel dat daar aandacht aan besteed is, maar er staat mij niet veel meer van bij. Ik zou dan ook niet meer weten wanneer en hoe? Ik denk dat het misschien al zelfs is behandeld in het eerste jaar. We hebben ook Drama gehad, dus misschien dat het daarbij is behandeld aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Van den Boom (2015):” Nee, er staat mij niks van bij.”

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van den Boom (2015):”Niet voldoende in ieder geval. De paar dingen die we daar over gehad hebben dat is denk ik heel globaal.” Ik zou meer aandacht willen zien doormiddel van handvaten aanbieden welke stappen je als student en later als beginnend professional kan nemen. Bijvoorbeeld doormiddel van rollenspellen aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van den Boom (2015):”Nee, nu wordt daar geen aandacht aan geschonken.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van den Boom (2015):”Ik zou wel een lesprogramma willen zien die één of twee jaar duurt (…) Rollenspellen en theorie (…) ik denk dat je daar het meest van leert.” Dus eigenlijk uitgesmeerd over meerdere jaren, zodat je er mee bezig blijft aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Handelingsverlegenheid: hoe je die kan verkleinen.

Competenties: welke heb je nodig?

Wat ongewenst en gewenst seksueel gedrag is en hoe we dit kunnen erkennen (wanneer is iets ongewenst?) aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Ik denk dat wij daar nog heel veel in kunnen leren dus eigenlijk alles zou een verbetering zijn, zoals dit onderzoek dat het onderwerp binnen het huidig onderwijs aan het licht brengt aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 151: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

125

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Ik zou het wel verplichten, omdat het binnen de hulpverlening een belangrijk thema is en dat blijft

sowieso altijd. Door het te bespreken in het studievak Supervisie om te kijken hoe je daar mee

omgaat binnen de praktijk. Dus eerst een jaar kennis en daarna het kan ervaren in de praktijk om er

vervolgens over te hebben.

Van den Boom (2015):” Ik zou denk ik nu in het tweede jaar een jaar lang iets van een programma doen en dan in het derde jaar (…) zou ik het laten doorlopen.”

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 152: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

126

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Zou het graag meer specifieker zien.

3) Alleen de basis aldus B. van den Boom (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 153: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

127

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Page 154: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

128

1. Naam student: Carlijn Lips (Lips, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Verslavingskunde

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk: o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Reclassering Nederland (Tilburg/Breda)

Page 155: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

129

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Lips (2015):”Nee, meteen mijn antwoord is dat me niks bijstaat dat dat ooit ter sprake is gekomen.” Nou, het enige wat misschien een beetje in de buurt komt is overdracht en tegen overdacht met de cliënt. Het kan dus zijn dat ze cliënt verliefd op je wordt en hoe je er dan mee omgaat. Maar echt over seksualiteit, in ieder geval voor mij gevoel, is dat helemaal buiten beschouwing gebleven aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Overdracht en tegen overdracht aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Het was wel een verplicht vak en volgens mij is het over de jaren heen een paar keer terug gekomen. Bij mijn minor Verslavingskunde is het ook een keer aan bod gekomen. In het tweede en vierde jaar sowieso aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Lips (2015):”Nee, het komt dus helemaal niet aan bod wat eigenlijk best slecht is, want het is natuurlijk een onderwerp wat vaak over gesproken wordt met cliënten.” Ik bijvoorbeeld vanuit mijn werk bij de Reclassering heb ik wel eens te maken met zedendelicten: pedofielen bijvoorbeeld. Het zijn ook vaak jonge gasten en dan moet ik toch vrij uitgebreid hun seksualiteit mee bespreken. Ja, hoe doe je dat? Het is best een pittig onderwerp om aan te snijden. Hoe pak je dat aan? Hoe begin je over zo’n onderwerp? Welke vragen kun je wel/niet stellen? Binnen het onderwijs is er heel weinig of eigenlijk geen aandacht aan geschonken, want ik kan niks bedenken aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

5. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Lips (2015):”Misschien indirect wel, maar die link verzin ik dan even zelf.” Wij hadden bijvoorbeeld een vak, maar daar zat dan ook als interventie bij: persoonlijk reageren. Wat ik dus ook gebruik als een cliënt seksuele opmerkingen maakt. Dan geef ik aan wat de reactie met mij doet en wat voor gewenst gedrag ik wil zien aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

6. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

7. Zou je meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Lips (2015):”Ja lijkt me we, het lijkt me op zich heel goed.” Het zijn wel tools die je kan gebruiken als je iets ziet. Je hebt in ieder geval een beter gevoel dat je weet hoe je kunt handelen. Ik heb dat nu dus niet eigenlijk. Ik vind eigenlijk dat iedere student dit zou moeten krijgen, omdat je dit natuurlijk

Page 156: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

130

bij alle doelgroepen tegenkomst en het maakt niet uit in welk werkveld je werkt. Je kunt hier mee te maken krijgen aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

8. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja, wel vaker met cliënten, ik heb natuurlijk veelal met mannen te maken. Tijdens mijn stage had ik een Antilliaan die ik begeleid en die gaf nogal vaak aan dat hij me mooi vond. Ik weet niet precies meer welke opmerkingen allemaal, maar dat heb ik heel snel de kop in gedrukt. Lips (2015):”In het begin vond ik het heel moeilijk, want toen overviel me dat heel erg (…) Eigenlijk meteen een rode kop weet je wel.” Ik heb toen wel heel duidelijk aangegeven dat ik dit niet meer wil hebben. Ik heb vorige week toevallig nog wel een geval gehad wat ik heel lastig vond. Er was een cliënt die intimiderende opmerkingen maakte, maar allemaal net op het randje. Dan kan je moeilijker iemand aanspreken want iemand kan nog steeds de onschuld uithangen. Hij zat ook heel intimiderend te kijken en als vrouw zijnde voel je dat gewoon wanneer dat zo is. Alleen stel ik zou tegen hem zeggen ik zou niet willen dat je zo kijkt, dat gedrag is natuurlijk moeilijk te beschrijven. Dan zou hij zoiets zeggen van: wat doe ik dan? Weet je wel? En dan is het heel lastig om niet in een discussie te komen. Hij bracht me ook van stuk. Bij de meeste cliënten weet ik wel hoe ik moet reageren, maar deze was zo intimiderend dat hij me echt van stuk bracht aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015). Lips (2015):”En wat dat betreft heb ik dat in de opleiding echt nooit iets over gehad van hoe je daarmee om zou moeten gaan.”

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Nou ja, ik heb wel een trainings- dag in agressie gehad en dan vooral verbaal zeg maar en dan verschillende soorten. Het kan heel onderhuids zijn maar ook heel direct. En seksueel grensoverschrijdend gedrag zit daar ook bij. Dan leer je dat in vier stappen: eerst het gedrag beschrijven zou objectief mogelijk, wat het met je deed, het gewenste gedrag beschrijven en afsluiten met iets positiefs aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Lips (2015):”Nee, ook in boeken ben ik niet echt veel tegen gekomen.”

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Kennis seksualiteit in zijn algemeen.

Gesprekstechnieken/openheid: hoe creëer je een open sfeer bij jongeren bijvoorbeeld.

Bewust zijn van je eigen belemmeringen: Wat vind je er zelf van? Kan je het zelf bespreekbaar maken aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)?

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Page 157: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

131

Nee, het zal ooit wel eens een keer ergens benoemd zijn maar niet hoe maak je seksualiteit bespreekbaar of zo. Het staat me niet bij, maar ik kan me niet voorstellen dat het nooit aan bod is gekomen aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Lips (2015):”Een 1! (…) Er komt bij mij gewoon niks in me op van daar hebben we ooit over gehad. Misschien bepaalde onderwerpen die je er wel (…) aan kunt koppelen. Bijvoorbeeld met het vak Ontwikkelingspsychologie leer je er wel iets over maar heel beperkt daarom een 1 aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Lips (2015):”Nee, dat is ook niet aan bod gekomen. Ja, wat ik zei dat het misschien ooit een keer benoemd is van he: “dat kan best lastig zijn” (…) maar er is geen les of echt aandacht aan besteed.”

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Lips (2015):”Ja, afstand en nabijheid is wel een onderwerp waar we mee dood gegooid worden haha.” Aan afstand en nabijheid is wel voldoende aandacht besteed ja. Maar dan ging het er meer over dingen dat je het zelf niet aantrekt, dus geen dingen mee naar huis neemt. Daar heeft vooral de nadruk op gelegen bij afstand en nabijheid. Dus hoe je zorgt dat de cliënt niet te dicht bij komt aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Lips (2015):”Binnen de opleiding: nee.” Ik denk ook dat dit meer van toepassing is voor mannen, dat een vrouwelijke cliënt een valse beschuldiging doet aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Lips (2015):”Staat me niet bij, misschien dat ik veel dingen vergeet hoor.”

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Lips (2015):”Dat persoonlijk reageren hebben we wel gehad maar seksualiteit is hierbij niet expliciet

genoemd maar deze koppeling kun je wel leggen, deze maak ik dan ook zelf.”

Page 158: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

132

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Lips (2015):”Nee, helemaal niet.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Lips (2015):”Ik zou het sowieso in het eerste en tweede les jaar vooral ter sprake brengen. En ik denk dat het beste is: een casus oefenen en rollenspellen al heb ik zelf een hekel aan rollenspellen. Maar het is wel leerzaam.” Alleen dan denk ik wel dat ze eerst de studenten moeten wennen om erover te praten in het eerste jaar en dan bijvoorbeeld het tweede jaar rollenspellen. Maar ook en filmpje, iets erover te laten zien, iets van beeldmateriaal bijvoorbeeld aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Kenmerken wat is gezond en wat is ongezond?

Hoe je erop kunt reageren (seksueel grensoverschrijdend gedrag).

Hoe reageer je als je zelf voor blokt wordt gezet.

Beleving seksualiteit en het bespreekbaar maken bij verschillende doelgroepen aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Lips (2015):”Ik denk dat ze er eigenlijk gewoon één vak van kunnen maken (…) ik denk dat er genoeg stof is om dat te bespreken (…) als ik dat had gehad dan had ik het nu ook echt wel geweten.” Maar ook er vroeg mee beginnen, dus dat ze er al kennis van hebben gehad voordat studenten stage gaan lopen aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015).

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht).

Anders, namelijk.. Lips (2015):”In het tweede jaar een vast blok dus een vast vak en dat het bij andere vakken wat meer besproken mag worden.”

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Ja

o Nee

Page 159: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

133

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Het is vast een keer benoemd, maar voor de rest staat het me er niks van bij.

2) Vast een keer aanbod gekomen maar het staat me niet nadrukkelijk bij.

3) Mnimaal aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

Page 160: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

134

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 3) Ik ga er beetje vanuit dat iedereen dat al wel heeft. Dus dat mag iets meer verdieping over gegeven

worden aldus C. Lips (persoonlijke communicatie, 10 april 2015)

Page 161: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

135

1. Naam student: Karin Faas (Faas, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Werken in gedwongen kader

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Jeugdhulpverlening in Utrecht (doelgroep 12 – 18 jaar)

Page 162: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

136

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Faas (2015):”Eigenlijk helemaal niks. (…) Tot aan de minor daar hebben we Omgaan met agressie gehad het vak.” En dat ging niet zo om het zelfverdediging, maar vooral om: wat doet het met jou als iemand iets doet, als iemand je aanvalt, of juist een arm om je heen slaat en aandacht zoekt en daarin ook wel seksuele getinte opmerkingen kan maken. Dit waren ook rollenspellen met een acteur. Maar ook maar echt twee keer of zo en dan was het meer van hoe reageer je erop en wat doet het met je. Niet echt uitleg of iets of dat het binnen de leerlijn werd aangeboden. Tijdens het tweede jaar hebben we ook wel eens wat gehad van: hoe ga je ermee om als iemand je op een bepaalde manier benaderd? Bijvoorbeeld als iemand vraagt of je een keer wilt afspreken. Dat is wel eens tussen neus en lippen door gevraagd van hoe reageer je daarop? Maar voor de rest eigenlijk niet. Bij twee vakken hebben we een acteur gehad. Eén keer een vierdejaarsstudent als acteur en de andere keer een professionele acteur. Af en toe zijn er wel die zinnetjes gezegd van: goh, wil je vanavond met mij? mee want ik vind je best wel leuk en zo! De eerste keer denk je echt van wat doe je? Maar de tweede keer weet je al beter wat je moet doen en hoe je erop kunt reageren. Ik zeg dan bijvoorbeeld: “sorry, maar zo ver gaat de hulpverlening niet.” Maar dit is eigenlijk twee keer met het rollenspel terug gekomen. Ik vond het vooral goed dat ze het in het tweede jaar aanhaalde. Ik heb nu een standaard zinnetje in mijn hoofd, dus mocht het in de toekomst voorkomen dan weet ik in ieder geval wat ik moet zeggen aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Afstand en nabijheid.

Reflectie van gevoelens: wat doet dat met je? aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Het waren allemaal verplichte vakken aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Faas (2015):”Nee. (…) Ik heb nou wekelijks contact met (ex)prostituees en van hun hoor je dus ook dingen over seksueel gedrag wat andere mensen kunnen vertonen. Dat ik denk van wauw zelf heb ik niet te maken met ongezond gedrag of zo wat naar mij toe is gericht.” Tijdens mijn afstudeerstage hoor ik veel van deze vrouwen dat ze met loverboys in aanraking zijn gekomen en zo. Faas (2015):”Dan denk ik: ja, ik sta met mijn bek vol met tanden want ik weet niet wat ik er op kan zeggen. Ja, super erg! Maar hoe ga je daar mee om als hulpverlener?.” Ik denk dat ik door er mee te spelen en de gesprekken aan te gaan dat ik daardoor wel een beetje een beeld krijg hoe ik er mee om kan gaan. Maar ook vooral omdat het binnen een veilige setting is zeg maar, want echt iets fout zeggen dat kan je op dat moment niet. Want het is al heel wat dat zo’n meisje naar je toe komt aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

Page 163: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

137

5. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ik heb vorig jaar in mijn stage heb ik ook wel eens een meisje gesproken die door haar vader handelingen moest doen die eigenlijk niet echt goed waren zeg maar. Faas (2015):”Ook niet gezond dat ik dacht van: ja, het enige wat ik uit kan kramen is: wat erg voor je! En verder weet ik ook niet hoe ik er mee om moet gaan. (…) En dat mis ik wel in de opleiding.” Terwijl het juist zo’n stuk is wat toch speelt binnen de samenleving. En bij mensen heb je als hulpverlener juist de zorg nodig om iemand te kunnen opvangen. We weten allemaal van afstand en nabijheid en hoe je empathie kunt tonen. Heel leuk, maar in de praktijk is dat zo anders aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015). Faas (2015):”Aan de andere kant ook het stukje van: hoe kan ik iemand dan goed opvangen? Want ik wil iemand heel graag goed opvangen als [sic] dat gebeurd. Maar hoe doe je dat dan echt? Er zullen vast methodieken zijn om iemand op te vangen, maar dat mis ik.”

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Faas (2015):”Methodieken dan in die zin niet. Wel tijdens die rollenspellen dat je dan wel wat tools aangereikt krijg van: goh, stel iemand zeg wat tegen je en je weet echt niet daarop te handelen of wat dan ook. Dit kun je misschien doen of denk hier eens aan. Maar voor de rest niet echt.” Je krijgt meer die afstand en nabijheid en ik denk vanuit andere leerlijnen en andere methodieken dat ik best wel weet hoe ik zo’n gesprek aan kan gaan, bijvoorbeeld bij iemand waarvan ik denk die vertoont seksueel ongezond gedrag. Maar dat kan dan op heel veel vlakken met de methodiek, dus pas je dan de goede methodiek toe bij iemand. Dan mis ik wel de juiste methodiek want het is best een groot onderwerp. Ik merk nu ook dat dat onderwerp erg speelt binnen de maatschappij. Faas (2015):”Het zijn tools van: goh, hoe kan je er zelf mee om gaan, maar niet hoe kan je iemand anders aanspreken of het onderwerp bespreekbaar maken.” Ik heb de methodieken gemist die echt toepasbaar zijn op dit onderwerp aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Faas (2015):”Ja dat wel absoluut, want wat ik net al zei: al is het maar één les. Maar dat je in ieder geval de kennis op kan doen en wat je er verder mee doet dat moet je zelf weten.” Maar dan heb je in ieder geval iets in je achterhoofd waar je op terug kan vallen. Ik zo het dan wel over alle opleidingen verplicht doen. Ik denk dat je juist door dit kritisch kan kijken naar situaties van: is dit goed? Is dit niet goed? aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Faas (2015):”Ja. (…) één van mijn stagebegeleidsters werkt bij Pretty Woman. (…) Ik ben met haar op scholen voorlichting gaan geven, aan middelbare scholen over: wat is nou goed contact met een jongen. En daar was een bepaald stappenplan voor.” Op die manier heb ik wel tools gekregen, maar

Page 164: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

138

vooral op jongeren gericht. Ik denk dat als ik dit verhaal bij volwassenen zou doen dan het best anders over kan komen aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Faas (2015):”Nee.” Toelichting heb ik eigenlijk in voorgaande vragen al gegeven aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

De openheid en transparantie: iedereen heeft te maken met seksueel gedrag. Ik denk dat het als professional heel belangrijk is dat je daarin heel open bent en durft te zeggen: ik heb zo’n periode ook mee gemaakt.

Handelingsverlegenheid: erover kunnen praten zonder dat er een bepaalde schaamte achter zit.

Je eigen grenzen kennen: wat wil ik erover vertellen en wat niet? aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

12. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Faas (2015):”Ja. (…) We hebben in het tweede jaar een leerlijn gehad, nu moet ik heel goed nadenken, over het is een methodiek waarin je ook jezelf je eigen gevoelens heel erg weg kan leggen. Dat je daar ook erg transparant bent tegenover de cliënten.” Het is heel erg relatie gericht en eigenlijk beschouw je een cliënt bijna als een vriend of vriendin. Je vraagt wel de dingen vanuit de hulpverleners rol, maar je mag daarin ook echt persoonlijke gesprekken aan gaan. Je mag ook echt voelen dat je iets heel ongemakkelijk vind. Dat is tijdens de leerlijn dat we daar echt aandacht aan hebben besteed. Heel die periode stond gericht op relatie gericht werken en we hadden één vak waarbinnen we een rollenspel hadden. Zo is er wel aandacht aan besteed aan het stukje ongemakkelijkheid en hoe kan je jezelf wapenen tegen dat terughoudend gevoel. Maar dit werd eigenlijk wel in het algemeen gegeven en was niet gericht op het onderwerp seksualiteit. Dit was ook een verplicht vak, tenminste ik ging er heel verplicht naar toe haha aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

13. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Faas (2015):”Wel in het algemeen, maar niet op dit onderwerp.” Maar wel in het algemeen van zorg dat je altijd eerlijk bent, transparant en heel dat riedeltje aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

14. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

Page 165: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

139

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Faas (2015):”Ik vind het een drie, omdat [sic] eigenlijk hebben we er helemaal geen aandacht aan besteed. Het is heel weinig.” Maar dat relatie gericht werken wat we hebben gehad, hebben we het wel gehad over het ongemakkelijke en het schaamte gevoel. Dat kun je ook daarin toepassen dus ik zou het geen één geven, omdat ik denk dat er helemaal niks is. Al is het eigenlijk ook helemaal niks als je niet naar die twee lessen bent geweest, want dan had je het nooit gehoord aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Faas (2015):”Ja.” Heb ik eerder al toegelicht aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Faas (2015):”Ja, daar wordt wel over verteld en wel wat voorlichting gegeven over: Let op! Zorg altijd dat je je eigen situaties kan verantwoorden.” Daar hebben we het in lessen over gehad en we hebben er ook discussies over gehad aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Faas (2015):”Niet zozeer seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel heel erg het stukje observeren. (…) dus niet zozeer specifiek daarop gericht, maar wel in het algemeen.” Met de ervaringen die ik heb denk ik ook dat je met die technieken wel snel kan observeren of kan signaleren als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag. Dus niet zozeer in deze context, maar ik denk wel dat we er voldoende aandacht aan hebben besteed aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Faas (2015):”Ja, weer niet specifiek op dat, wel in het algemeen.” Dat algemene kan je wel eventueel gebruiken, maar dan denk ik van: je mist wel de tools om met iemand in gesprek te gaan daarover! Het is een persoonlijke iets en toch weer de schaamte die dan naar boven kan komen aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Faas (2015):”Nee, ik heb het net ook al toegelicht van: heel weinig haha.”

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Faas (2015):”Een stukje voorlichting inderdaad van methodieken uitleggen (…) Maar daarnaast ook wel het oefenen met casussen en rollenspellen.” Het hoeft echt niet veel te zijn, misschien maar twee of drie lessen over heel de opleiding. Het is wel een heel belangrijk stuk wat ik mis. Ik zou dit ook verplicht behandelen voor studenten. Het is toch een onderwerp wat eigenlijk iedereen wel trigger, terwijl het eigenlijk niet wordt behandeld. Ik denk of je het nou wel of niet verplicht maakt

Page 166: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

140

dat er toch veel studenten zijn die dit interessant vinden en dus naar de les toekomen aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Het stukje niet bang zijn (handelingsverlegenheid): aangeven dat het niet gek is om erover te praten.

Het stukje seks- werk: prostituees en een stuk over loverboys (hoe ga je om met meiden/jongens die in handen zijn van loverboys) aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

22. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Faas (2015):”In het stukje: hoe maak je het bespreekbaar met je cliënten. Maar ook hoe kun je dit met collega’s aankaarten. (…) ik denk dat die mogelijkheden best vaker verteld mogen worden”

23. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Faas (2015):”In het tweede jaar ga je echt met methodieken aan de slag. (…) dan denk ik dat het wel goed is om als verplicht vak of als een paar verplichte lessen daarin mee te nemen. Ook om jezelf klaar te stomen voor het derde jaar.”

24. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 167: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

141

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Omdat we dit in sommige vakken wel hebben gehad en het daar ook een paar keer is aangekaart,

bijvoorbeeld dat het ook binnen seksualiteit bespreekbaar kan worden en dat je daarin dus niet moet

schamen of dat het stukje handelingsverlegenheid niet nodig is. Wel minimaal, maar ik heb er wel

wat aan gehad.

2) Wel in het globaal maar niet zozeer op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

3) Dat is gewoon niet gebeurd.

4) Niet specifiek voor dit thema. Wat ik heb gehad kan ik wel gebruiken maar daar voel ik me niet

zeker bij aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april 2015).

Page 168: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

142

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 3) Dat is de basis waarmee je moet beginnen vind ik aldus K. Faas (persoonlijke communicatie, 9 april

2015).

Page 169: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

143

1. Naam student: Rico van de Sleur (Sleur, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor GGZ Agoog

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij:

Algemeen Maatschappelijk werk (doelgroep vanaf 18+)

Page 170: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

144

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van de Sleur (2015):”Wel heel weinig volgens mij. Niet echt het gevoel dat wij daar heel veel in gehad hebben.” Er is ooit wel eens een beetje over seksueel gedrag gesproken maar niet veel. In mijn minor en het derde opleidingsjaar werd er sowieso geen aandacht aan besteed. Ik denk meer vanuit het tweede jaar maar weet niet precies meer wat. Maar er waren wel wat theorieën gegeven, maar niet echt veel het is in ieder geval niet blijven hangen. In het eerste jaar kregen we wel het vak Ontwikkelingspsychologie en daarin werd wat verteld over de orale fase en andere fases etc. aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Jongeren die lichtverstandelijk beperkt zijn kunnen verliefd op je worden en daar moet je mee oppassen. Hoe ga je daar mee om? Dus meer je eigen grenzen erkennen en je grenzen stellen en rekening houden met grenzen van anderen. Soort informatie over afstand en nabijheid met de cliënt aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

3. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja, ik ging ooit in gesprek met een cliënt en die vertelde mij ineens doodleuk met wie ze het gisteren had gedaan en wat ze allemaal had gedaan. Ik voelde me niet ongemakkelijk om erover te praten, maar dat het gesprek ineens een omslag kreeg en daarover ging verbaasde me wel. Aangezien ik eerst een heel normaalgesprek met haar had aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Van de Sleur (2015):”Ik dacht echt bij mezelf: wat moet ik hiermee in deze context? We hadden het net over dit en nu over dat. Wat wil je hiermee aangeven?”

4. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

De vakken die ik bij vraag 1 hierboven heb geschreven zijn allemaal verplicht. Maar in het tweede jaar had je ook een aantal workshops waar je je vrijwillig voor kon inschrijven en daar kwam het thema seksualiteit aardig veel in voor vond ik. Ik heb er ook één bezocht en dat was Iets met vlaggetjes (Vlaggensysteem) aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

5. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

Ja o Nee

een vrijwillige workshop waarvoor ik me had aangemeld in jaar twee. Ik vond het wel heel

interessant ook al weet ik er niet heel veel meer vanaf. Ik zou zoiets wel verplicht behandeld zien

worden in de opleiding en het liefst zo vroeg mogelijk, sowieso voor stage dus in de eerste of tweede

opleidingsjaar. Zo kan je je daar op specificeren voordat je op stage gaat aldus R. van de Sleur

(persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Van de Sleur (2015):”Zoiets vind ik wel heel boeiend, als je dit zou krijgen.”

Page 171: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

145

6. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van de Sleur (2015):”Nee er komen te weinig thema’s naar voren.” Je hebt wel andere heftige thema’s zoals verkrachtingen en drugsgebruik. Maar er wordt niet echt ingespeeld op nu. Kijk maar naar porno bijvoorbeeld op internet, het is zo makkelijk te vinden en voor jongeren dus ook. Waardoor je ook een bepaalde seksuele gedrag kan ontwikkelen, terwijl je het niet door hebt. En dat kan eventueel gevaar opleveren ook voor andere cliënten aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

7. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van de Sleur (2015):”Nee niet echt! Toevallig die vlaggentjes in die [sic] methodiek.” Maar in het standaard (verplicht) onderwijspakket heb je dat eigenlijk niet. Ik heb wel bijvoorbeeld psycho- educatie gehad wat je ook kan toepassen op seksualiteit. Maar ik heb dit in het algemeen gehad en hier is geen koppeling gelegd naar seksualiteit. Net als motiverende gespreksvoering wat je ook kan gebruiken om seksueel gezond gedrag te bevorderen. Je kan bepaalde dingen er wel voor gebruiken, maar je moet het als student zelf kunnen koppelen naar het thema seksualiteit. School besteed hier geen aandacht aan. aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

8. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja, ik ben een keer met een collega meegegaan die een gesprek had met een kindje (jaar of vier). En aan de hand van een vragenlijst gaan ze spelende wijs praten over onderwerpen. En dat kindje antwoorde op een vraag met: “ik zou een uitschuifbare piemel willen hebben net als mijn vader!” En aan de hand van de vragen probeerde zij erachter te komen of het kindje misschien seksueel misbruikt was. Uiteindelijk was er niks aan de hand gelukkig. Zelf mocht ik het niet toepassen maar ik mocht er wel bijzijn zodat ik kon zien hoe dat ging aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

9. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van de Sleur (2015):”Nee (…) Ik heb zoiets van er mag wel meer bijvoorbeeld gastsprekers of iets.” Ik had graag meer theorieën willen hebben. Bijvoorbeeld in de vorm van gastsprekers of filmpjes etc. Vooral gastsprekers, omdat dat toch ervaringsdeskundige zijn en je dichterbij de praktijk brengen aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

10. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Grenzen erkennen en stellen.

Complimenteren (goed dat je daarover kunt praten etc.) /stimuleren om erover te praten.

Openheid: belangrijk dat je openstaat voor ook zulke gesprekken.

Geheimhoudingplicht: met niemand anders over praten (andere cliënten) aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

11. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Page 172: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

146

Van de Sleur (2015):”Jawel (…) ik vind wel dat je via school de juiste competenties aangereikt krijgt (…) het is wel jammer dat ze niet dit thema aanhalen.” Maar je hebt ook andere thema’s die ook heftig zijn aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

12. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van de Sleur (2015):”Een twee denk ik (…) dat komt omdat we in de opleiding er wel iets over hebben gehad (…) maar ik vind het gewoon wel te weinig.” Als het goed aan bod was gekomen, dan had ik het nog wel geweten. Bijvoorbeeld zoals verslaving in grote lijnen aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

13. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van de Sleur (2015):”Nee haha, dat heb ik nooit gehad.” Maar ik zou het wel interessant vinden. Ook al zou ik er erg om moeten lachen als school hier aandacht zou besteden. Ik denk wel dat het mij zou helpen. Ik doe er wel heel nuchter over maar er kunnen altijd situaties ontstaan waarbij ik minder goed mee om kan gaan. Juist die situaties zou ik wel willen weten hoe kan ik hiermee omgaan aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van de Sleur (2015):”Ja dat is wel naar voren gekomen.” Vooral in jaar twee. Er is ook een methodiek die daarbij helpt. Dat heette de EIT geloof ik. Ik vond dat heel belangrijk, omdat ik wist hoe ik daar een beetje mee om kon gaan. Toen ik met verstandelijke beperkte werkte gaf ik wel eens een knuffel, omdat die mensen daar blij mee zijn. Maar tijdens mijn MWD stage was ik een stuk afstandelijker, omdat het een heel andere doelgroep is aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van de Sleur (2015):”Ja, daar wordt wel eens over gepraat, dat is wel naar voren gekomen (…) Ze gaven jou dan een voorbeeld.” De docent gaf dan een voorbeeld en stelde vragen aan studenten hoe ze daar mee om zouden gaan. Er waren situaties waarin we zeiden dat is toch goed er is toch niks aan de hand? Terwijl de docent dan zei dat het belangrijk was om hier rekening te houden in verband met valse beschuldigingen. Dit werd vaak gedaan door discussies opgang te brengen in de klas aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend

gedrag te signaleren?

Page 173: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

147

Van de Sleur (2015):”Dat niet zo.” Wel signaleren in het algemeen, zonder de koppeling te maken naar het thema seksualiteit. En als er iets ging over signaleren dan was dit minimaal en op het niveau begeleider – cliënt en niet op het niveau cliënt – cliënt. Mijn stage besteedde hier wel veel aandacht aan aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Nee niet echt. We hebben er wel eens kort met de klas over gehad hoe je daar mee om kan gaan. Maar er werden niet echt handvaten gegeven. Deze discussie was aangewakkerd door studenten en de docenten wilden meer ons laten nadenken over hoe wij zouden gaan handelen. Dit deden ze door doorvragen tijdens de discussie en deze vragen voor te leggen aan de klas aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van de Sleur (2015):”Ik kan niet echt herinneren dat ik echt een duidelijke interventie heb die echt specifiek is gericht op seksueel grensoverschrijdend [sic] gedrag.” Alleen van die workshop wat vrijwillig was (over Vlaggensysteem) aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

19. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van de Sleur (2015):”Ik denk dat een combinatie van allen goed zou zijn.” Ik zou gastsprekers wel heel erg leerzaam vinden. Deze mensen kunnen je dichterbij de praktijk brengen door over eigen praktijk ervaringen te praten. Maar een combinatie van allen zou wel goed zijn op PowerPoint presentaties na. Dus eigenlijk het liefst zelfpresentaties, rollenspellen oefenen en een gastspreker (professional) aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

20. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Hoe je er mee om moet gaan. Dus leren om er over te praten want niet iedereen is zo open om daarover te praten.

Handelingsverlegenheid vind ik heel belangrijk.

Interventies vind ik heel belangrijk, hoe je er mee kunt omgaan.

Signaleren is het aller belangrijkst.

Verschillende thema’s in seksualiteit en verdelen in verschillende doelgroepen. Want iedereen gaat er anders mee om aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

21. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van de Sleur (2015):”Het inschakelen van gastsprekers denk ik.” Heel veel docenten hebben al veel in de praktijk gewerkt. Die zijn eigenlijk al een soort van gastsprekers/docent. Deze docenten kunnen het ook meer bespreekbaar maken. Dus als iedere docent vanuit zijn achtergrond informatie van werk/stage casussen zou beschrijven of thema’s uitwerken dan heb je al behoorlijk wat denk ik aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 174: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

148

22. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak.

o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Van de Sleur (2015):”Ik zou het sowieso wel in één jaar willen hebben.” Het liefste in het tweede jaar omdat je dan veel dieper in de theorie gaat. Het is veel boeiender om juist dan meer te weten, want je bent je dan aan het voorbereiden voor je stagejaar. Vervolgens kun je in het derde jaar, dan heb je Supervisie, naar voren halen. Bijvoorbeeld een thema seksualiteit in zetten waardoor er verdiept over gepraat kan worden in het derde jaar aldus R. van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

23. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 175: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

149

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Wel een beetje (confronteren), maar er is niet verdiept op ingegaan hoe je bijvoorbeeld een

ongemakkelijk gevoel kan wegnemen.

2) Dit is niet specifiek naar voren gekomen. Eigenlijk is alleen afstand en nabijheid behandeld.

4) We hebben wel tools en methodieken gehad maar hier zat geen koppeling aan het thema

seksualiteit bij.

5) Ik ken geen interventie die specifiek daarop gericht is aldus R. van de Sleur (persoonlijke

communicatie, 1 april 2015).

Page 176: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

150

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: Allemaal van toepassing behalve algemene kennis, omdat ik vind dat je hier voor je HBO studie al het

één en ander van moet weten. Misschien alleen een beetje ophelderen voor de achterblijvers aldus R.

van de Sleur (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 177: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

151

1. Naam student: Sandra Voort (Voort, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor GGZ agoog

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: Ja

o Nee, namelijk:_____________________________ o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij:

Revalidatiecentrum Tolbrug (volwassenen 18+)

Page 178: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

152

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Voort (2015):”Ik heb er echt heel hard over na zitten denken al, maar ik heb echt het idee dat ik er

bijna niets over [sic] heb gehad.” In mijn minor kwam veel agressie naar voren maar dan nog niet

echt op seksueel gedrag. Je krijgt wel wat over afstand en nabijheid en onder nabijheid kan

eventueel seksualiteit zitten als je er heel hard over nadenkt.

We hebben wel het vak Ontwikkelingspsychologie (eerste opleidingsjaar) gehad en dan krijg je inderdaad wel in wat voor fases ze zitten. Dan krijg je wel een stukje over kinderen die in een leeftijdsfase zitten dat zet weten wat voor geslachtsdeel een man heeft, wat voor geslachtdeel een vrouw heeft en hoe deze kinderen dan daarop reageren. Maar we hebben niet gehad hoe dat naar voren kan komen in een groep of signaleren en zulk soort dingen. Wel het vak Signaleren zelf gehad maar dat is niet gericht op seksualiteit. In het derde jaar kwam trouwens wel wat naar voren tijdens beroeps Ethiek. Hoe zou je reageren als een cliënt op het einde van een gesprek/behandeling een omhelzing zou geven? Is dit binnen je comfort zone en kan dat wel? Aan zulk soort dingen werd er wel aandacht besteed aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Afstand en nabijheid was in het 2e jaar met Methodieken en dit werd behandeld in een klassikale les. We kregen theoretische lessen en ook wel rollenspellen, maar hierbij ging het meer op welke gesprektechnieken je inzet en welk gevoel je daarbij hebt.

Fases van kinderen/jongeren bij het vak Ontwikkelingspsychologie aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Deze vakken werden in een klassikale les gegeven in de vorm van theorielessen. Deze lessen waren wel verplicht aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

4. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Voort (2015):”Ik vind te weinig” Ik zou voornamelijk wel ongezond seksueel gedrag willen zien. Maar dit hoort ook meer thuis bij SPH, omdat ze daar met groepen werken. Ik geef ook leiding bij de scouting en daar krijgen wel elk jaar of minimaal om het jaar voorlichting over seksuele intimiteit. Dan gaat het over wat kan wel? En wat kan niet? Als begeleider richting kind en kind richting kind. Dan wordt er helemaal uitgelegd wat wel kan en wat niet kan. Ze gaan daar ook in discussie over en dan vragen ze naar onze meningen. Dit zou ook een toegevoegde waarde hebben voor de opleiding. Want ik denk dat veel mensen er wel over nadenken maar niet goed weten hoe ze ermee om moeten gaan en wat is dan de grens aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)?

5. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Page 179: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

153

Voort (2015):” Matig, weinig (…) Alleen de afstand en de nabijheid en dat je echt duidelijk aangeeft dat: nou ben je in mijn comfort zone en dat wil ik niet!” Hooguit als je toch echt niet goed weet hoe je er mee om moet gaan dan het opgooien bij een collega om daar advies te vragen. Maar misschien ligt het aan mijn geheugen hoor haha aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

6. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

7. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ik heb één keer gehad toen we op de kliniek klaar waren met een bijeenkomst. Toen kwam een revalidatie cliënt net iets te dichtbij. Hij legde zijn hand op mijn schouder. Maar dat komt vaker voor, omdat mensen die een hersenbloeding hebben gehad niet echt goed kunnen waarnemen, dus die hebben niet in de gaten dat ze zo dichtbij staan en dan moet je ze er echt op wijze. En toen had ik echt wel moeite hoor, want ik merkte ook al dat hij in de spreekkamer tegen mij wat losser en informeler was. Ik moest hem daar echt even op wijze en mededelen dat we echt alleen professioneel contact hebben aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Voort (2015):”Ik merkte wel dat hij niet meer wilde, dat niet zozeer. Maar (…) dat het voor mij ongemakkelijk voelde.”

8. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja, een stap terug zetten als het echt vervelend wordt. Eigenlijk het confronteren maar dan meer in het algemeen aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

9. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Het kwam daar eigenlijk bijna niet voor. Hooguit dat iemand te dicht bij komt in de comfortzone dus eigenlijk niet aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

10. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Voort (2015):” Nee ik denk dat je me antwoord al wel weet. Ik denk dat het goed is als het hier wat meer aan de orde komt, juist inderdaad na aanleiding wat er toen allemaal naar voren kwam [sic] in de jeugdzorg. Denk ik juist dat het super belangrijk is.”

11. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Kennis: Je moet zelf weten wat gezond gedrag is dus kennis daarover.

Presentatie: Hoe ze het moeten uitdragen (bijvoorbeeld spelende wijs/leuke manier bij kinderen) aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 180: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

154

12. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Voort (2015):”Nee (…) Ja, presenteren over het algemeen wel, maar niet over seksueel gedrag.”

13. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Ja weet je wat ik zelf ook merk. Dat we zoveel kennis en theorieën in de afgelopen vier jaar hebben gekregen dus sowieso niet dat het onderwijs slecht is. Het is alleen op den duur moet je dingen gaan uitkiezen waar kunnen we wel onderwijs aanbieden en wat niet? Toen ik in het revalidatiecentrum stage ging lopen, dacht ik ook: “ik mis super veel kennis over een medisch maatschappelijk werk, daar heb ik totaal niks over gehad.” Voort (2015):”Als ik de vraag gewoon op zich zou beantwoorden dan zou ik op een twee of een drie uitkomen. Maar als ik verder ga nadenken over: ja je moet uiteindelijk keuzen gaan maken en dan zou ik zeggen een.. Ja, misschien een vijf.” Voort (2015):”Maar ik denk echt wel dat er meer aandacht aan besteed mag worden.” Ik denk ook juist om het stukje dat je je altijd moet verantwoorden dus dat het belangrijk is om zoiets gewoon goed te weten. Het komt voor en daar moet je nou eenmaal sterk mee om kunnen gaan aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

14. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Voort (2015):”Niet dat ik weet. Ik kan alleen bedenken dat ik dat heb gehad op scouting.” Dit heb ik me de hele opleiding wel afgevraagd hoe zit dat hier? Want bij de scouting is het echt not-done als je bij een kind op de kamer gaat zitten. Vorig jaar tijdens me stage heb ik het ook wel eens afgevraagd als ik alleen op de kamer zat bij een cliënt. Er is wel over gesproken of wij het mee eens zijn dat er twee mensen die niet in staat zijn om een kind op te voeden of zij wel een kind mogen baren aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Voort (2015):”Nee (…) alleen signaleren in het algemeen.”

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Voort (2015):”Ik ben heel hard aan het nadenken haha (…) maar ik weet het echt niet!”

Page 181: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

155

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Voort (2015):”Misschien moet ik mijn boeken weer eens na gaan lezen haha (…) Nee ook niet volgens mij.”

18. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Ik denk sowieso dat het belangrijk is dat je meer algemene kennis krijgt. Dus wat is intimiteit, wat kan

wel/niet? Ik denk dat het wel interessant is als er een discussie daarover plaats vind om te kijken hoe

iedereen daar tegen aan kijkt. Dus discussies aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april

2015).

Voort (2015):”Dus dat de klas eerst zelf opschrijft van wat en gewoon aangeeft van dit verstaan wij onder intimiteit en dit kan wel, dit kan niet. En dan ze daar dan echt uiteindelijk gaan discussiëren daarover.”

19. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Eigenlijk wel de onderwerpen waarover we het hebben gehad, dus:

Handelingsverlegenheid,

Signaleren,

en interventies: Maar niet alleen tussen jongeren onderling maar ook begeleider richting cliënt en andersom. En verder verschillende doelgroepen dus niet alleen jongeren maar ook ouderen dus echt alle leeftijden aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

20. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Voort (2015):”Ja ik denk dat dit wel een goed systeem is om (…) Ik denk wel dit iets is wat leuk is om op school nog over bij te leren.” Ik zou dit graag zien als keuzevak als het alleen gericht is op jongeren. Maar ik denk dat heel veel mensen dit willen volgen aldus S. Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

21. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Voort (2015):”Is dat niet een beetje wat ik net al zei of niet? Dus bijvoorbeeld een keuzevak en het klassikaal te discussiëren daarover.”

22. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Voort (2015):”Ik zou dan zeg maar in het eerste jaar een verplicht vak zetten, zodat je over alle jaren heen gewoon weet van: dit is seksueel gezond of ongezond gedrag en hoe moet ik daar op reageren (…) Ik zou zeggen in het derde jaar dat dan daar toch ook nog licht aandacht aan gegeven wordt in een keuze vak.”

Page 182: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

156

23. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 183: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

157

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Niet specifiek gericht op seksualiteit.

2) Hetzelfde als bij puntje één.

We hebben alles eigenlijk wel gehad maar niet specifiek op seksualiteit aldus S. Voort (persoonlijke

communicatie, 1 april 2015).

Page 184: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

158

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Als jij er goed mee om kan gaan dan kan je vervolgens ook goede interventies toe passen aldus S.

Voort (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 185: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

159

1. Naam student: Tim van Brest (Brest, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH

MWD o CMV

3. Opleidingsduur: o Regulier

Verkort

4. Gevolgde minor NLP

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: o Ja

Nee, namelijk: Hogeschool Arnhem Nijmegen o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Stichting Soulmates alle leeftijden en LVB problematiek.

Page 186: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

160

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Van Brest (2015):”Er staat mij helemaal niks van bij (…) Ik was verkorter dus zeker het eerste jaar was mijn enige theorie jaar (…) mij staat heel weinig bij.” Daarom heb ik me eigenlijk ook aangemeld hiervoor aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Ik kan me niet herinneren dat er onderwerpen behandeld werden op school. Er zijn wel eens discussiepunten in de les behandeld maar dit was iets wat studenten inbrachten aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Van Brest (2015):” Ik ben echt heel hard aan het nadenken maar ergens denk ik van dit moet toch ergens voor zijn gekomen maar er gaat geen belletje rinkelen.”

4. In welke opleidingsjaren wordt er aandacht geschonken aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Niet van toepassing.

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Brest (2015):”Er is geen theorie over (…) Er mag wel meer aandacht komen.” Nee, ik vind van niet. Ik ben zelf wel veel bezig geweest met seksualiteit, omdat ik homoseksueel ben. Hier is wel eens aandacht aan geschonken op de manier van: wil je dit vertellen ja/nee en wat het voor meerwaarde heeft om dit bekend te maken op bijvoorbeeld je stage. Maar dit blijft eigenlijk bij discussies want je krijgt er geen theorie over. Dit stukje theorie mis ik wel in de opleiding. Bijvoorbeeld een stukje theorie waarmee je adequaat kunt reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van cliënten. Er mag van mij dan ook veel meer aandacht besteed worden aan dit onderwerp aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van Brest (2015):”Andersom misschien, dat ze interventies behandelen en dat ze aan de groep laten bij wie zou je dat toepassen (…) Nogmaals er komt weinig in mij op.” Op mijn stage bij Stichting Soulmates heb ik wel een workshop gehad waarbij er werd ingegaan op huiselijk geweld en de koppeling ook werd gemaakt naar seksueel huiselijk geweld. Deze workshop duurde een middagje en bood je handvaten aan hoe je huiselijk geweld kan signaleren aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

Page 187: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

161

8. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit

en seksueel (on)gezond gedrag? Ja, jongeren met een lichtverstandelijke beperking die veel seksuele opmerkingen maakte. Bijvoorbeeld ook over geaardheid. Zo vertelde een cliënt mij dat hij wel eens mensen in elkaar sloeg omdat zij homoseksueel waren. Ik had het gevoel dat hij het in de gaten had dat ik dat ook was, maar durfde er volgens mij niet naar te vragen. Maar ik had wel het gevoel dat hij mij volledig accepteerde. Ik heb het ook niet verteld, omdat ik de meerwaarde er niet van in zie. Maar er is ook een cliënt geweest die het wel letterlijk vroeg en daar heb ik eerlijk op geantwoord aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

9. Heb je tijdens je stage wel eens te maken gehad met handelingsverlegenheid? Er waren cliënten die met mij in gesprek waren en ondertussen hun hand in de broek hadden. Ik durf aan het einde van het gesprek dan wel te confronteren dat ik het de volgende gesprek anders wil zien. Toch voelde ik me er een beetje ongemakkelijk bij, omdat het niet zomaar iets is. Het is toch een beetje privé van de ander waar ik iets over zeg aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Van Brest (2015):”Het is een onderwerp wat lastig is om aan te halen.”

10. Is er binnen het huidig onderwijs aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Nee, eigenlijk niet specifiek op seksualiteit maar ik heb wel geleerd om een boodschap over te brengen. Ik gebruik daarvoor het ik-jij-wij boodschap en daarin kan je ook de koppeling maken naar seksualiteit, zoals: Ik vind het ongemakkelijk dat jij met je hand in je broek zit. Ik zou graag willen dat je de volgende keer dit niet meer doet, omdat we zo niet kunnen samenwerken. Ik zou het wel goed vinden als dit zouden bespreken op school. Er is hier eigenlijk nooit aandacht voor geweest binnen mijn opleiding. Althans niet op het gebied van seksualiteit en ik kan me heel goed voorstellen dat er studenten dichtslaan als ze te maken krijgen met dit onderwerp aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015) Van Brest (2015):”Ik denk dat het mooi zou zijn om een keer een bijeenkomst of een paar bijeenkomsten specifiek over dit onderwerp.”

11. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Van Brest (2015):”Nee (…) Specifieke aandacht in één context of in een college niet.” Als student kun je eventueel wel je eigen invulling eraan geven bij Supervisie. Maar mijn ervaring leert dat dit niet iedere student doet. Ik krijg het al benauwd als ik erover praat. Ik zoek meer de oplossing buiten school dan binnen school d.m.v. Supervisie bijvoorbeeld aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015). Van Brest (2015):”Als ik kijk naar het groepje wat ik had dan was er een hele positieve sfeer en een hele goede docent. Maar als ik dan even zou nagaan stel: er is op mijn stage is iets voorgevallen van een cliënt na mij. Dan zou ik dat heel lastig vinden om te zeggen.”

Page 188: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

162

12. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Goed kunnen communiceren (het bespreekbaar maken van).

Betrouwbaarheid.

Respectvol: open staan voor alles. Alles kan en alles mag je bespreken.

Onbevooroordeeld.

Structuur aanbieden: want ik heb in mijn minor geleerd dat als cliënten geen structuur krijgen, ze zich vervelen en steeds meer bezig houden met andere gedragingen, bijvoorbeeld: seksueel grensoverschrijdend gedrag aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

13. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Van Brest (2015):”Die competenties zijn in het algemeen behandeld.” Maar studenten kunnen hier naar mijn mening zelf de koppeling maken naar seksualiteit, bijvoorbeeld tijdens hun stageperiode aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

14. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van Brest (2015):”Ik ben na dit gesprek wel van mening dat er echt over dit onderwerp meer moet komen (…) dus een vier of vijf.” Ik vind meer dat school zelf initiatief moet nemen om deze onderwerpen naar voren te laten komen. Veel studenten zijn lui en komen zelf niet met dit onderwerp maar richten zich alleen op het verkrijgen van hun diploma. Daarom is het noodzakelijk dat school dit thema zelf opneemt in hun leerlijn. Tenminste dat is mijn mening aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Brest (2015):”Er is in ieder geval aandacht geweest voor dat onderwerp.” Meestal in de vorm van discussies binnen de lessen die wijs maken wat wel passend is en wat niet passend is in de omgang met de cliënt (afstand en nabijheid). In mijn geval gaat dit vooral in het afscheid nemen na enkele sessies met de cliënt aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Van Brest (2015):”Ja!” Een beetje in de vorm zoals hierboven, dus doormiddel van discussies. Maar er

worden geen theorieën overgegeven, al is dit voor mij ook niet noodzakelijk.

Er worden dan ook onderwerpen aangesneden van media berichten met mensen die gepakt zijn, omdat zij op dit gebied over de schreef gingen op een kinderdag verblijf. Maar ik weet het er fijne niet vanaf, omdat ik hier niet heel erg mee bezig houdt aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 189: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

163

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend

gedrag te signaleren? Nee, wel signaleren in het algemeen maar niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ik

vind het wel een mooie definitie en van mij mogen ze hier wel aandacht aan besteden op school. Dus

dat je specifiek weet wanneer is het gezond gedrag en wanneer ongezond seksueel gedrag. Al

hebben we geloof ik wel het onderscheid gehad in licht/midden/zwaar, maar ik weet niet of ik dit van

mezelf heb of van school aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Van Brest (2015):”Nee (…) Ik vraag me ook heel erg af of dat het is uit mijn interesse, omdat het onderwerp mij niet interesseert want ik help mensen op heel andere gebieden. Heb ik daardoor heel veel dingen gefilterd? En heb ik het daarom niet opgevangen?”

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Brest (2015):”Wel adequaat reageren (…) maar dan niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag”. Maar bijvoorbeeld wel de boodschap ik-jij-wij boodschap die je ook kunt gebruiken om iets duidelijk te maken over het thema seksualiteit aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Van Brest (2015):”Nee, het staat me niet bij”. Eigenlijk alleen interventies in het algemeen. Al weet ik niet of je deze ook kunt toepassen op het gebied van seksualiteit aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

20. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Van Brest (2015):”Ik denk dat een casus een hele mooie is (…) Dan krijg je een discussie op gang en dan kan er vervolgens theorie uitgelegd worden.” Ik zou het fijn vinden als er bijvoorbeeld in het eerste en tweede jaar van de opleiding aandacht geschonken wordt aan het thema seksualiteit en de daarbij horende theorieën. Dit zou je bijvoorbeeld heel goed kunnen inplannen in het vak SLB (studie loopbaan begeleiding). Aangezien je vaak een vaste SLB docent hebt die je zowel in het eerste als in het tweede jaar regelmatig ziet. Van Brest (2015):”En rollenspellen zijn er bij maatschappelijk werk en dan is het heel gemakkelijk (…) Bijvoorbeeld die acteurs dat die iets met het onderwerp doen.” Bijvoorbeeld door je voet (acteur) tegen de voet van de begeleider (oefenend student) aan te zitten. Hierdoor kun je studenten laten oefenen met het confronteren van deze gedragingen en hoe ze er adequaat op kunnen reageren etc. Deze rollenspellen brengen studenten dichterbij de praktijk, waardoor het heel leerzaam kan zijn aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

21. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Van Brest (2015):”De definities vind ik wel heel mooi: Wanneer is het gezond en ongezond? (…) Handelingsverlegenheid is een mooie (…) Competenties: Wat denk jij nodig te hebben om dat te kunnen.”

Page 190: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

164

Van Brest (2015):”Maar ook rechtelijk, want volgen de boeken gaat het ook een keer te ver. Had je als hulpverlener moeten ingrijpen? Daar heb ik geen benul van eigenlijk.” Het is maar een aanname maar weet zeker dat er in boeken staat: wanneer een hulpverlener mede verantwoordelijk is voor wat er gebeurd is. Het zou dan ook fijn zijn als de justitiële kant naar voren kwam binnen de opleiding op het thema seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo weet je bijvoorbeeld als begeleider dat als je een bepaalde gedragingen laat gaan (door de vingers zien) dat je hier eventueel voor gestraft kan worden door het rechtssysteem (de rechtbank) wegens nalatigheid. Ik zou dan ook een duidelijk onderscheid willen hebben wanneer je als begeleider eventueel strafbaar kan worden gesteld op dit gebied. Dus een duidelijk onderscheid wat is/kan strafbaar zijn en wat niet aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

22. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Van Brest (2015):”Ja ik zou hier wel meer informatie over willen.” Ik denk dat een goede uitleg van het Vlaggensysteem voor iedereen van meerwaarde heeft. Het gebeurt ook af en toe dat er een melding op BlackBoard staat met een document wat je door kan nemen om het vervolgens de volgende les te bespreken. Dat zou ik met het Vlaggensysteem ook wel willen zien, zodat je het daarna klassikaal kan bespreken. Ik zou het dan ook verplichten binnen het onderwijs. Maar voor studenten die hier echt op door willen gaan zal ik een eventuele verdieping aanbieden in een minor, omdat ik het een belangrijk onderwerp vind aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

23. Zou je het Vlaggensysteem of een andere methodiek om seksueel grensoverschrijdend gedrag zo objectief mogelijk te signaleren verplicht willen zien in het onderwijs?

Van Brest (2015):”Ik vind het een belangrijk onderwerp, dus ik zou zeggen het is verplicht.”

24. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Van Brest (2015):”Het bespreekbaar maken! (…) School moet die stap maken.”

25. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Van Brest (2015):”Verplicht (…) Ik denk dat het een hele goede bijdrage is voor de student die daar ook daadwerkelijk mee te maken krijgen.” Van Brest (2015):”Als het van te voren in de eerste twee jaren veel theorieën (…) er in het derde jaar

[sic] op terug gekomen wordt.” Dan creëer je ook openheid en als er iets is dat studenten het binnen

school kan gaan opzoeken. Ik zou dat nu niet doen, omdat er nog nooit over gesproken is en ik geen

benul heb hoe de mensen hier tegen over staan.

Misschien kan je er een themaweek van maken, wat elk jaar actueel is binnen Europa of de wereld

en die te maken heeft met seksualiteit aldus T. van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015).

Page 191: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

165

26. en je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief

onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 192: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

166

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Niet direct of indirect op seksualiteit daarom niet van toepassing.

2) Meer in het algemeen, misschien wel toepasbaar op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

3) helemaal geen aandacht aan besteed.

4) Meer in het algemeen, misschien wel toepasbaar op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

5) Meer in het algemeen, misschien wel toepasbaar op seksueel grensoverschrijdend gedrag aldus T.

van Brest (persoonlijke communicatie, 1 april 2015)

Page 193: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

167

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Page 194: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

168

Interview vierdejaarsstudenten van de opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV)

Respondent paginanummer

Nikki van der Steen

157 - 162

Susan Luijten

163 - 170

Page 195: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

169

1. Naam student: Nikki van der Steen (Steen, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH o MWD CMV

3. Opleidingsduur: Regulier o Verkort

4. Gevolgde minor Geen (halfjaar vertraging)

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: o Ja o Nee, namelijk:_____________________________ NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja o Nee

7. Stagegelopen bij? Contour de Twern (jongeren 13 t/m 25 jaar)

Page 196: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

170

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies van Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in alle vier de opleidingsjaren?

Van der Steen (2015):”Nou niks nee!” Ik heb niks over seksualiteit en seksueel gedrag gehad aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

2. Wordt er binnen Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag volgens jou?

Van der Steen (2015):”Nee, nooit iets van gehoord (…) want als ik na zit te denken over wat ik erover weet dan is dat gewoon wat ik van tv zie of zo of in het nieuws, maar niet dat ze hier op school aandacht aan hebben besteed.” Wel heb ik wat stof behandeld over huiselijk geweld maar daarin werd niet de koppeling gemaakt naar seksualiteit (bv. Seksueel geweld) aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

3. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

o In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht).

Anders, namelijk.. Van der Steen (2015):”Ik vind het wel belangrijk op zich, alleen misschien verwerven in vakken die al bestaan. Dus niet dat er een extra vak van wordt gemaakt.” Je hebt bijvoorbeeld wel eens van die vakken waarbij je iedere week een ander thema krijgt. Dat je dit thema (seksualiteit) daarin mee kan nemen. Zo kun je bijvoorbeeld verschillende manieren van lesgeven toepassen, zoals: klassikale lessen en tijdens signaleren casus bespreken en daarover discussiëren. Misschien is het ook wel goed dat je het in meerdere jaren laat terug komen. Ik denk dat het in het eerste jaar het belangrijkst is. Maar voornamelijk het eerste jaar en dan ook nog wel andere jaren, maar misschien minder uitgebreid aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

4. Welke competenties heeft een beginnend professional volgens jou nodig om goed te kunnen handelen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Betrokkenheid.

Kennis seksualiteit.

Erkennen en signaleren. Je moet je betrokken voelen bij de jongeren en daarnaast kennis hebben over seksualiteit en je eigen normen en waarden op dat gebied. Ook is het als professional belangrijk dat je seksueel (on)gezond gedrag kunt erkennen en kunt signaleren of die bijvoorbeeld bij de leeftijd van de cliënt hoort aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

5. Wordt er binnen Avans Hogeschool aandacht geschonken aan de competenties die jij hierboven hebt beschreven?

Van der Steen (2015):”Ja, dat wel behalve die kennis dan, omdat dat niet heel direct op seksualiteit is gericht.” Vooral die betrokkenheid heel erg en het signaleren op zich ook wel alleen niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Page 197: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

171

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Van der Steen (2015):”Ja maar dan niet specifiek (…) je leert eigenlijk gewoon over het algemeen signalen oppikken of dat dat nou met seksualiteit [sic] te maken heeft of huiselijk geweld.” We hebben wel veel informatie over methodieken gehad etc. Maar daarin is er niet specifiek ingegaan op seksueel gedrag aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

Van der Steen (2015):”Nooit van gehoord.”

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Ja

o Nee Van der Steen (2015):”Op zich is het wel een mooie methode (…) Ik zou het denk ik gewoon globaal uitleggen en voor mensen die er meer over willen weten die gaan daar denk ik zelf wel naar opzoek.” Hiervoor kies ik, omdat niet iedereen er mee te maken gaat krijgen en zo ieder voor zich kan beslissen of hij/zij hierin wil gaan verdiepen. Maar door het wel te behandelen weten studenten dat het bestaat, waar ze het kunnen vinden en hoe ze het eventueel kunnen toepassen aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

9. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Van der Steen (2015):”Ik doe een vier, omdat ze het wel in het algemeen doen maar niet specifiek.”

10. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Ja

o Nee Van der Steen (2015):”Ik weet niet als jij hier dat onderzoek hier niet met mij had gedaan, dan had ik er ook niet echt over nagedacht dat ik het zou missen.” Van mij hoeven ze niet heel het onderwijsprogramma om te gooien. Ze kunnen bijvoorbeeld bij bestaande vakken dit thema toevoegen en elk jaar een stukje verdieping opzoeken. Avans kan dan bijvoorbeeld verdieping opzoeken in het erkennen, signaleren en interventies (zoals het vlaggensysteem doet) aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Page 198: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

172

11. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit

en seksueel (on)gezond gedrag? Wat heb je er tegen gedaan? Ja

o Nee Een cliënt van me zocht altijd veel aandacht bij vrouwelijke stagiaires en probeerde telefoonnummers te krijgen, zodat hij met deze meiden kon afspreken. Bij mij is dit niet gelukt, omdat ik op tijd afstand heb bewaard maar een collega stagiaire van mij is er wel op in gegaan en heeft ook met hem afgesproken. Dit gebeurde tijdens mijn tweedejaars stage en ik wist niet goed wat ik moest doen. De begeleiding vond ik slecht en had het gevoel of dat ik in het diepe werd gegooid. Gelukkig is het vanzelf voorbij gegaan aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015). Van der Steen (2015):”Ja ik had daar in het begin wel moeite mee hoor (…) toen dacht ik wel dit klopt gewoon niet. Ik ben hier voor mijn stage en niet als een gezellig vriendinnetje voor hem.”

12. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm? Ja

o Nee Ja, hier wordt binnen mijn opleiding door de jaren door wel veel aandacht aan besteed. Meestal in de vorm van discussies en casussen aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

13. Aan welke onderwerpen moet Avans Hogeschool meer/minder aandacht besteden op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Zijn deze onderwerpen wel/niet behandeld?

Leren signaleren (meer).

Praten met je doelgroep/handvaten voor gesprek (meer).

Methodes hoe je jongeren kunt helpen (bv. Bij seksueel misbruik) (meer). Deze onderwerpen zijn niet behandeld en ik zou het fijn hebben gevonden als hier meer aandacht aan wordt geschonken, omdat dit naar mijn mening niet is gedaan. We hebben wel leren signaleren, maar meer in het algemeen en niet op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Verder zou ik graag handvaten willen hebben hoe je met de doelgroep kunt praten over seksualiteit. Dit hebben we niet gehad en ik vind het best awkward om daarover te praten. Informatie over het toepassen van eventuele handvaten bij zo’n gesprek kan dat gevoel bij mij wegnemen. Verder hebben wij op school lessen gehad over hoe je jongeren kunt ondersteunen en helpen op bepaalde gebieden. Maar er is niet echt op seksualiteit ingegaan, waardoor ik niet zo weten of ik juist afstand of nabijheid moet creëren als een jongeren tegen mij zou zeggen dat hij bijvoorbeeld seksueel misbruikt is aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

14. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Nee eigenlijk ook niet aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Page 199: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

173

Likertschaal: Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. Algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Wel signaleren in het algemeen maar niet specifiek op seksueel grensoverschrijdend gedrag. 2) Wel in het algemeen maar ook weer niet specifiek. 3) Helemaal niet, dit weet ik meer door eigen ervaring, middelbare school en mijn ouders. 4) Wel algemeen maar niet specifiek. 5) We hebben wel interventies gehad maar dan weer niet specifiek op seksueel

grensoverschrijdend gedrag aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Page 200: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

174

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld:

1) Ik zou hier meer kennis over willen hebben, omdat het me vaak en awkward gevoel oplevert als ik hier over praat. Eventuele handvaten voor een gesprek op dat gebied zou het voor mij makkelijker maken om überhaupt de stap te zetten om erover te praten.

2) Zou ik wel wat meer over willen weten. Bijvoorbeeld welke seksuele activiteit (ontdekking) bij welke leeftijdscategorie hoort.

3) Ik weet er eigenlijk al veel over en ik denk andere studenten ook. Dit onderwerp wordt ook veel buiten scholen behandeld, zoals op televisie. Daarom vind het ik het niet nodig om hier meer informatie over te hebben.

4) Ik zou hier meer kennis over willen hebben maar dan wel globaal, zodat ik weet waar ik het kan vinden, wat het in het kort inhoud en waar ik instructies kan vinden hoe ik het toe moet passen. Dit hoef ik niet van alle methodieken te weten, omdat er heel veel zijn.

5) Ik zou hier meer over willen weten, zodat ik wet welke interventies passend is bij welke seksuele gedraging van bepaalde leeftijd. Dit weet ik nu eigenlijk niet. Al weet ik wel wat interventies aldus N. van der Steen (persoonlijke communicatie, 25 maart 2015).

Page 201: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

175

1. Naam student: Susan Luijten (Luijten, 2015)

2. Opleiding Avans ’s Hertogenbosch: o SPH o MWD

CMV

3. Opleidingsduur: Regulier

o Verkort

4. Gevolgde minor Marketing en digitale communicatie

5. Minor op Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch: o Ja

Nee, namelijk: Haagse Hogeschool o NVT

6. Stageperiode (3e jaar) positief afgerond: Ja

o Nee

7. Stagegelopen bij: Dagbesteding voor volwassenen met een verstandelijke beperking

Page 202: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

176

1. Hoe wordt er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool vorm gegeven aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (in alle vier de opleidingsjaren)?

Luijten (2015):”Ik heb er bijzonder weinig van mee gekregen. Wel tussen de regels door bij Ethiek en Filosofie en zo (…) buiten dat eigenlijk niet aan bod gekomen.” Bij Ethiek kwam bijvoorbeeld wel naar voren: jou positie als medewerker en waar liggen jou grenzen. Ook kwam het onderwerp langs van seksueel gedrag van cliënten naar jou toe. Het is door discussies naar voren gekomen maar het is niet geïndiceerd door docenten over dat thema. Deze discussies werden aangewakkerd door studenten zelf door eigen ingebrachte casussen. We hebben in het eerste jaar wel het vak Ontwikkelingspsychologie gehad en daar is wel iets naar voren gekomen. Namelijk vooral de verhouding tussen rolpatronen en de eerste ontwikkelingsfase hoe seksualiteit aan orde komt. Maar ik kan me niet eens herinneren dat de pubertijd echt goed en grondig behandeld hebben. Ik heb wel eens een casus ingebracht tijdens Supervisie, omdat er gedoe was met cliënten met een verstandelijke beperking. Ook deze mensen hebben seksuele gevoelens en hoe ga je daar in hemelsnaam mee om als begeleider. De organisatie waar ik werkte zei heel duidelijk: nee daar doen wij niks mee. Dus ik heb wel eens casussen ingebracht in de zin: we hebben twee cliënten die een relatie hebben met elkaar dus hoe gaan we daarmee om? En cliënten die ’s avonds politieseries keken en daarin verkrachtingen naar voren kwam. Hoe ga je daar in hemelsnaam mee om als begeleider? Ik had een externe Supervisie docent en die is er wel goed mee om gegaan. Maar het ging er vooral om wat ik zelf wilde, omdat de organisatie er zelf niks mee deed. Ik heb Supervisie als super persoonlijk ervaren dus echt op mij gericht maar niet echt handvaten zodat ik daarmee aan de slag kan gaan aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

2. Welke onderwerpen m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag zijn er binnen de Sociale Studies aan Avans Hogeschool behandeld?

Eigen ingebrachte casussen van Supervisie.

Levensloop bij het vak Ontwikkelingspsychologie.

Relatie tussen begeleider en cliënt bij Ethiek (afstand en nabijheid) aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

3. In wat voor kader wordt het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag behandeld? (bv: verplichte vakken, keuze vakken, verplicht thema etc.)

Dit waren allemaal verplichte vakken aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

4. In welke opleidingsjaren wordt er aandacht geschonken aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

In het eerste jaar (Ontwikkelingspsychologie en Ethiek) en in het derde jaar (Ethiek verdiept) aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

5. Wordt er binnen het huidig onderwijs van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool voldoende aandacht besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Luijten (2015):”Nee, ik denk het niet (…) Misschien voor de CMV context wel, omdat het daar vooral bij die afstand en nabijheid blijft. Wij hebben natuurlijk minder met cliënten te maken.” Maar zodra je als CMV’er toch in groepen komt te werken heb je er te weinig over gehad. Dus die lijn is heel dun. Ik had er graag meer over willen hebben, omdat ik vaak met mijn mond vol tanden heb gestaan aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 203: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

177

6. Heb je tijdens de Sociale Studies van Avans Hogeschool kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Luijten (2015):”Ja (…) maar dat komt puur en alleen omdat ik in mijn eerste jaar in het kader van onderzoek heb gedaan naar seksuele voorlichting. Maar dat was een eigen gekozen onderwerp (…) Daardoor heb ik inderdaad wat dingetjes uitgezocht, maar dat is eigen initiatief geweest.” We hadden een thema nodig met ontwikkeling en toen hebben wij met het groepje gekozen voor seksuele voorlichting voor ouders. Het is een echt basis onderzoek geweest en we hebben alleenstaande ouders geïnterviewd en de vraag voorgelegd hoe zij hun kind seksuele voorlichting hebben gegeven aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

7. Ben je bekend met het Vlaggensysteem? Hoe, waar en wanneer heb je deze kennis opgedaan?

o Ja Nee

Luijten (2015):”Nee ik heb erover gelezen (…) maar ik weet niet wat het inhoud.”

8. Ik zou meer kennis willen hebben over het Vlaggensysteem? (kijk bijlage). Luijten (2015):”Het zijn wel goede handvaten waar je volgens mij daadwerkelijk wat mee kunt.(…) Ik denk dat dit wel een goede tool is om in ieder geval te kennen.” Ik denk dat dit een redelijk makkelijk toepasbare tool is, al blijft het natuurlijk een gevoelskwestie dat beoordelen. Ik denk niet dat je hem voor 100% hoeft te weten, maar wel dat je weet dat dit er is en hoe je het kunt toepassen. Ik zal in ieder geval elke student er verplicht mee in aanraking laten komen, zodat ze van het bestaan afweten. Echt het stukje toepassen vind ik dat de studenten daar zelf voor moeten kunnen kiezen, bijvoorbeeld door een keuze vak aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

9. Ben je tijdens je stageperiode ergens tegen aangelopen wat betrekking had op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Luijten (2015):”Ja, echt heel veel eigenlijk stiekem.” Allemaal mensen met een verstandelijke beperking, dus wat is gezond en wat is ongezond seksueel gedrag? En iedereen heeft natuurlijk verschillende meningen. Zo willen sommige mensen wel dat mensen met een verstandelijke beperking kinderen moeten kunnen krijgen en andere vinden weer van niet aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015). Luijten (2015):”Ja, ik vind het niet moeilijk (…) ik merk wel dat het moeilijker wordt nadat het gedrag heftiger wordt. Maar gewoon een gesprek erover aan gaan vind ik niet moeilijk.” Luijten (2015):”Ik merkte wel dat er op een gegeven moment iemand helemaal geobsedeerd was van verkrachtingen en dan moet je.. Toen heb ik echt wel zitten denken hoe ga ik dit in godsnaam met hem bespreken (…) het is wel moeilijk in de zin van: hoe pak ik het aan en welke bewoordingen kies ik.”

10. Heb je tijdens je stagejaar kennis opgedaan van tools en methodieken met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Luijten (2015):”Ja wij hebben wel een jongeren bij ons gehad die bij de ME trainingen gevolgd hebben.(…) ik heb me niet in deze cursus zelf verdiept, maar ik weet wel dat we er veel verwijzingen naar hebben gedaan .” De naam van de cursus weet ik niet meer maar het was een trainingen over

Page 204: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

178

seksualiteit voor mensen met een verstandelijke beperking aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

11. Ben jij als vierdejaarsstudent tevreden over de theoretische kennis die is behandeld met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on) gezond gedrag?

Luijten (2015):”Ja, de theorie denk ik wel. Ik mis gewoon de tools.” Er is niet superveel theorie naar voren gekomen, maar ik denk ook niet dat het noodzakelijk is om hier veel over uit te weiden. Dat is volgens mij ook niet nodig bij CMV. Ik denk dat er voor CMV’ers genoeg behandeld is want als er iets was dan was daar ruimte voor. Maar ik had wel graag meer tools willen zien. Ik had meer handvaten willen hebben want de kennis komt daarmee vanzelf denk ik aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

12. Welke competenties hebben professionals volgens jou nodig om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren?

Basis kennis gezond seksueel gedrag.

Lef en durf om erover te praten (handelingsverlegenheid goed mee kunnen omgaan) aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

13. Binnen de Sociale Studies is aandacht geschonken aan competenties die jij noodzakelijk vindt om seksueel gezond gedrag te bevorderen?

Luijten (2015):”Ik denk die kennis op zich wel (…) Er is heel veel aandacht geweest voor agressie en dat soort zaken, maar toch in dit soort onderwerpen die komen niet ter spraken. Dan denk ik toch dat de taboe heel groot blijf en dat het toch een drempel blijft om er daadwerkelijk over in gesprek te gaan.”

14. Avans biedt kwalitatief goed onderwijs op het gebied van seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag?

Nee Ja

I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I------------I

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Luijten (2015):”Ik zou ze dan een zes geven, ik denk dat het net voldoende is. Ze kunnen veel meer, als ze zouden willen en het noodzakelijk is. Ik denk niet dat ze eruit halen wat erin zit om het zo te zeggen. Maar ik denk niet dat ze het bar slecht doen, in ieder geval niet voor CMV’ers.” Ik zou willen dat ze het wat meer bespreekbaarder zouden maken in de opleiding, dus meer uit de verlegenheid komen. Als je er bewust van bent dan denk ik dat je er eerder en beter op reageert aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

15. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan handelingsverlegenheid met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Luijten (2015):”Ik denk dat dat te weinig is. Er wordt pas ingegrepen en het komt pas aanbod op het moment als je het zelf aandraagt.”

Page 205: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

179

16. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed aan afstand en nabijheid met de cliënt met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Luijten (2015):”Bij CMV is daar super veel aandacht voor.” Dit wordt gedaan door discussies te voeren en casussen in te brengen en natuurlijk ook door er uitleg over te geven. Maar rollenspellen over dit onderwerp heb ik niet veel gehad aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

17. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om ongewenste situaties te voorkomen met betrekking tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? In welke vorm?

Luijten (2015):”Nee daar is heel weinig aandacht voor (…) ik heb daar nog nooit op school iets over gehad in welke vorm dan ook. Buiten in het afstand en nabijheid verhaaltje om, maar niet ten opzichte van seksualiteit.” Tenzij het echt ter sprake komt, omdat mensen in hun organisaties regels hebben die daarover gaan. We hebben wel vaak in agressiviteit als thema gehad, wel in een soort van setting maar dan echt agressie. En sommige dingen zijn wel een beetje terug te vertalen naar situaties met overschrijdend seksuele handelingen. Maar dit is volgens mij nooit echt ter sprake gekomen aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

18. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht besteed om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

Luijten (2015):”Nee (…) er is wel wat basiskennis maar er is weinig kennis over: wat is nou grensoverschrijdend, wanneer zou ik moeten ingrijpen en moeten signaleren. Daarin zit een beetje een grijs gebied wat niet duidelijk wordt.”

19. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Luijten (2015):”Nee, te weinig.”

20. Binnen het huidig onderwijs wordt aandacht geschonken aan passende interventies bij (licht/midden/zwaar) grensoverschrijdend gedrag van jongeren?

Luijten (2015):”Dat ontbreekt volgens mijn mening.”

21. Welke vorm zou je als vierdejaarsstudenten appreciëren als het gaat om het vorm geven aan het thema seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag binnen het huidig onderwijs?

Luijten (2015):”Nou ik denk dat er gewoon een les aan gewijd mag worden (…) gewoon een eigen les mag krijgen met daarbinnen casus en PowerPoint (…) ik denk dat casussen het meest relevant zijn, rollenspellen weet ik niet of dat werkt.” Ik denk dat het geen hoofdthema hoeft te zijn maar het mag wel meer behandeld worden. Stukje theorie en oefening gecombineerd lijkt mij het beste aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

22. Welke onderwerpen zou je graag behandeld zien als het gaat om het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren in de huidige opleiding?

Doorbreken taboe: is heel belangrijk

Signaleren: hoe signaleer ik seksueel grensoverschrijdend gedrag bij cliënten onderling. Het gaat nu teveel over de verhouding professional met de cliënt en ik zou graag ook cliënt richting cliënt behandeld zien worden.

Page 206: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

180

Interventies: verschillende mogelijkheden aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

23. Waar liggen volgens jou de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. Het bevorderen van seksueel gezond gedrag van jongeren?

Luijten (2015):”Ik denk dat er in ieder geval meer les over gegeven moet worden (…) meer aandacht betekent ook dat je er vanzelf denk ik competenter in wordt en dat je er meer vertrouwen mee krijgt.”

24. Hoe moet er volgens jou vorm gegeven worden aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in het huidig onderwijs?

In alle vier de jaren van de opleiding en in de vorm van een verplicht studievak. o In één van de vier opleidingsjaren in de vorm van een verplicht vak. o Doormiddel van keuzevakken (niet verplicht). o Anders, namelijk..

Luijten (2015):”Ik denk een combinatie van. Ik denk dat het geïntegreerd moet worden in een ander vak. Ik denk niet dat het een vak op zich moet zijn.” Dus bijvoorbeeld dat het bij het vak Ontwikkelingspsychologie een prominentere plaats mag hebben. En ik denk daarnaast de studenten een mogelijkheid geven om aan de hand van een keuzevak meer les te krijgen in tools en methodieken die voor dit onderwerp bruikbaar zijn. Ik denk ook wel dat het beste is om er structureel aandacht aan te geven en bijvoorbeeld niet in één opleidingsjaar aldus S. Luijten (persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

25. Ben je van mening dat Avans Hogeschool in de toekomst een beter kwalitatief onderwijsprogramma moet aanbieden voor toekomstige studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

Ja o Nee

Page 207: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

181

Likertschaal:

Mijn studie heeft aandacht besteed aan de volgende onderwerpen op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 1) Het is alleen ooit ter sprake gekomen maar meer ook echt niet.

2) Ook niet echt ter sprake gekomen op het gebied van seksualiteit.

3) Zakelijk in het vak Ontwikkelingspsychologie besproken aldus S. Luijten (persoonlijke

communicatie, 7 april 2015).

Page 208: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

182

Ik had binnen mijn opleiding graag meer kennis willen hebben over deze onderwerpen met betrekking

tot seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Helemaal niet van toepassing

Niet van toepassing

Wel van toepassing

Helemaal van toepassing

1. Omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit?

X

2. Signaleren seksueel grensoverschrijdend gedrag, duiden en er adequaat op reageren?

X

3. algemene kennis seksualiteit?

X

4. Werken met tools en methodieken m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag?

X

5 Toepassen passende. Interventies seksueel grensoverschrijdend gedrag (leeftijd etc.)?

X

Toelichting/voorbeeld: 3) Het is al aardig ter sprake gekomen maar nog niet voldoende. Het mag meer zijn aldus S. Luijten

(persoonlijke communicatie, 7 april 2015).

Page 209: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

183

Bibliografie Boom, B. v. (2015, april 1). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Brest, T. v. (2015, april 1). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Christel3. (2015). Verschillende soorten steekproeven. Geraadpleegd op 11 maart 2015, van Educatie

en School Infonu: http://educatie-en-school.infonu.nl/methodiek/85543-verschillende-

soorten-steekproeven.html

Dam, M. v. (2015, april 8). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Faas, K. (2015, april 9). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het huidig

onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Frans, E., & Franck, T. (2010). Vlaggensysteem. Apeldoorn: Garant Uitgevers.

Frans, E., & Franck, T. (2010). Vlaggensysteem. Praten met kinderen en jongeren over seks.

Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Haan, L. (2015, april 10). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Hal, F. v. (2015, april 7). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het huidig

onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Heemelaar , M. (2013). Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening. Den Haag: Bohn Stafleu van Loghum.

Jeugd en Seksualiteit vzw. (2015, maart 19). Seksualiteit. Geraadpleegd op 8 maart 2015, van oud

jeugd en seksualiteit:

http://oud.jeugdenseksualiteit.be/m_jongeren/index.php?page=sekswoordenboek&woord=

205

Jeugdhulp Nederland. (2011). Seksueel overschrijdend gedrag voorkomen, signaleren, melden en

vervolgacties.

Jeugdzorg Nederland. (2013). Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en

seksueel misbruik. Geraadpleegd op 14 maart 2015, van HaKa Nederland: http://haka-

nederland.nl/wp-content/uploads/2013/11/Themacompetentie-seksuele-ontwikkeling-

UITSTROOMPROFIEL.pdf

Kluft, M., & Haitsma, M. (2012, juni 15). Nederlands Jeugd instituut. Geraadpleegd op 6 maart 2015,

van Omgaan met handelingsverlegenheid of professionele aarzeling:

http://www.nji.nl/nl/2012_6_11_Congres_Jeugdzorg_Zo_Workshop_31_handelingsverlegen

heid.pdf

Laan, N. v. (2015, april 14). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Lindau, S., Tetteh, A., Kasza, K., & Gilliam, M. (2008). What schools teach our patients about sex,

content, quality, and influences on sexuality education. Obstetrics & Gynecology, 111, 256-

266.

Page 210: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

184

Lips, C. (2015, april 10). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het huidig

onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Looij, L. v. (2015, april 2). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Luijten, S. (2015, april 7). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Maklu Garant & Cyclus Het Spinhuis Distributie. (2010). Vlaggensysteem - Set: boek en kaartenset in

opbergmap (derde, herziene druk). Geraadpleegd op 11 maart 2015, van Maklu:

http://www.maklu.be/MakluEnGarant/BookDetails.aspx?id=9789044131239

Project Gezond seksueel gedrag RJ. (z.j.). gezondseksueelgedragRJ duurzaam verbeteren van

proffesioneel handelen. Geraadpleegd op 6 maart 2015, van Gezond seksueel gedrag RJ:

http://gezondseksueelgedragrj.nl/

Rapport commissie-Samson. (2012, Oktober 8). Omringd door zorg, toch niet veilig. Geraadpleegd op

2 maart 2015, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/rapporten/2014/02/06/rapport-commissie-samson-omringd-door-zorg-toch-niet-

veilig.html

Rapport Verwey-Jonker Instituut en VU. (2012). Seksueel misbruik in de jeugdzorg Governance vanuit

het kindperspectief. Utrecht: Vrije Universiteit Amsterdam.

Reulink, N., & Lindeman, L. (z.j.). Kwalitatief onderzoek. Geraadpleegd op 6 maart 2015, van Dictaat

kwalitatief onderzoek:

http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/kwalitatief.pdf

Riel, M. (2015, maart 31). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Sleur, R. v. (2015, april 1). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Sloot, E. (2015, maart 31). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Steen, N. v. (2015, maart 25). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het

huidig onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Voort, S. (2015, april 1). Bevindingen vierdejaarsstudenten over de inhoud en kwaliteit van het huidig

onderwijs. (D. v. Gorkum, Interviewer)

Werkbank Taalonderzoek. (z.j.). Kwalitatieve analyse. Geraadpleegd op 6 maart 2015, van Werkbank

Taalonderzoek:

http://www2.let.vu.nl/werkbanken/taalonderzoek/strategieen/kwalitatieve_analyse.php

Zee, F. v. (z.j.). Hulp bij onderzoek. Geraadpleegd op 6 maart 2015, van Steekproef:

http://www.hulpbijonderzoek.nl/steekproef/

Page 211: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Auteur: Dennis van Gorkum Datum: 9 juni 2015

Let’s talk about sex Avans!

Artikel over de bevindingen van vierdejaarsstudenten betreft inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Op 8 oktober 2012 hebben commissie-Samson en commissie-Rouvoet een rapport uitgebracht onder de naam ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’. Uit het rapport is naar voren gekomen dat jongeren die onder verantwoordelijkheid van de overheid in de jeugdzorg worden geplaatst onvoldoende worden beschermd tegen seksueel misbruik. Het gaat zowel om misbruik door medewerkers van jeugdzorgorganisaties zelf als door groepsgenoten. Verder kwam er uit hetzelfde rapport naar voren dat er een groot deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft. Het rapport toonde ook aan dat er grote behoefte was naar professionals die beter kunnen signaleren en adequaat reageren op het gebied van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van jongeren (Rapport commissie-Samson, 2012).

Uit mijn onderzoeksrapport kwam naar voren

dat vierdejaarsstudenten van de Sociale

Studies aan Avans Hogeschool in ’s

Hertogenbosch ontevreden zijn over het huidig

onderwijs op het gebied van seksualiteit en

seksueel (on)gezond gedrag. Dit blijkt onder

andere uit het gemiddelde rapportcijfer: 4.0.

Vierdejaarsstudenten gaven in interviews aan

dat seksualiteit nauwelijks bespreekbaar wordt

gemaakt binnen de opleiding. Ook wordt er

volgens de vierdejaarsstudenten geen

koppeling gemaakt naar competenties die

nodig zijn om seksueel gezond gedrag te

bevorderen. Daarnaast wordt er weinig tot

geen aandacht geschonken aan

handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat

reageren en passende interventies m.b.t.

seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. Mede

hierdoor lopen diverse studenten gedurende

hun stage tegen bepaalde facetten aan die te

maken hebben met seksualiteit en seksueel

(on)gezond gedrag.

In het implementatieplan wat is voortgekomen uit het onderzoeksrapport is er voor gekozen om het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag in meerdere opleidingsjaren terug te laten komen. Volgens literatuur is het ook dringend tijd om maatregelen te nemen en het belang van onderwijs over huiselijk en seksueel geweld te onderkennen. Kenniscentra MOVISIE en NJI beloofden om deze boodschap bij hun achterban onder de aandacht te brengen en zich in te zetten voor structurele aandacht (Beek & Wentzel, 2009).

In het implementatieplan is er geen onderscheid gemaakt tussen de opleidingen: SPH, MMD en CMV. De reden hiervoor is dat alle drie de opleidingen in het werkveld tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag aan kunnen lopen. Veel beginnende professionals lopen dan ook tegen bepaalde facetten aan die met seksualiteit te maken hebben. Wat de grootste prioriteit heeft is om de studenten handelings-bekwamer te maken op seksueel gebied. Hierdoor is er gekozen voor één aanpak die toepasbaar is op alle drie de opleidingsrichtingen van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool.

Page 212: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Auteur: Dennis van Gorkum Datum: 9 juni 2015

Binnen het implementatieplan staat in het eerste jaar het bespreekbaar maken van seksualiteit centraal. Het is van belang dat studenten elke periode meerdere malen bij elkaar komen om over het onderwerp seksualiteit te discussiëren. Deze bijeenkomst vindt altijd plaatst op school met zoveel mogelijk dezelfde groepssamenstellingen. Gedurende twee jaar heeft elke klas een eigen vaste docent. Op deze manier kan er gemakkelijker een veilige en open sfeer gecreëerd worden, dat noodzakelijk is om de taboesfeer rondom seksualiteit te doorbreken. Het boek ‘Grensoverschrijdend gedrag van pubers’ behandelt onderwerpen die voor professionals noodzakelijk zijn om seksueel gezond gedrag onder jongeren te bevorderen. Zo is er aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, omgaan met handelingsverlegenheid, aandacht voor verschillende culturele achtergronden en media-beïnvloedingsproces (Clerckx, Groot, & Prins, 2011).

In het tweede jaar moet de opgedane kennis uit jaar één zo dicht mogelijk richting de praktijk worden gebracht. Het behandelen van casussen en het uitvoeren van rollenspellen zijn geschikte vormen om zo dicht mogelijk aan te sluiten op de praktijk. Door situaties m.b.t. seksualiteit zo dicht mogelijk bij de praktijk te brengen gaan studenten in het derde jaar beter voorbereid hun stage in. Het is van groot belang dat studenten kennis hebben van: signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksueel gedrag. Een handige tool om studenten handelingsbekwaam te maken op dit gebied is het Vlaggensysteem. De door Sensoa en Movisie ontwikkelde methodiek wordt gebruikt om gezond en seksueel grensoverschrijdend gedrag van kinderen en jongeren te duiden en bij te sturen (Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld, z.j.).

Bij het Vlaggensysteem wordt er gewerkt volgens een vastgestelde methode, waarbij vooraf gedetailleerd is bij welke soort problemen welke handelingen verricht moet worden door de professional. In een nakomende fase kan deze manier van

methodisch werken eventueel gecombineerd worden met het oplossingsgericht werken (Scholte, 2010). Juist omdat studenten weinig kennis hebben van signaleren, adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag is het Vlaggensysteem een uitstekende methodiek om in te bedden in het onderwijs. Het Vlaggensysteem mag dan ook een prominentere plek in het onderwijs krijgen

In het derde jaar gaan studenten stage lopen en worden hun stagervaringen besproken in het vak Supervisie. Dit is een mooie aangelegenheid om het onderwerp seksualiteit bespreekbaar te maken. Iedere student moet hierbij verplicht worden om iets over dit onderwerp in te brengen. De bedoeling is om onder begeleiding de studenten te leren reflecteren op eigen werkervaringen.

In het vierde jaar gaan studenten een minor volgen en vervolgens afstuderen. Voor de minors: Jeugd, LVB (licht verstandelijke beperking) en WIGK (Werken in gedwongen kader) is het interessant om de diepte in te gaan betreft het onderwerp seksualiteit. Dit is mogelijk door verschillende tools en methodieken aan te reiken, zoals: Benzies & Batchies, Lespakket JONGENS en Be A Man!. Deze methodieken zijn afgestemd op een bepaalde doelgroep, want iedere doelgroep heeft zijn eigen benadering nodig (MOVISIE, 2014).

0

2

4

6

8

10

12

14

16

SPH MWD CMV Alles

Vlaggensysteem RJ

Heeft van Vlaggesysteem gehoord

Wil er meer kennis over binnen de opleiding

Totaal aantal studenten

Page 213: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Auteur: Dennis van Gorkum Datum: 9 juni 2015

De bovenstaande adviezen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het sociaal agogisch werk door de inhoud en kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Door het onderwijs te verbeteren op dit gebied worden de studenten en later beginnende professionals ook bewuster en bekwamer in het omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Uiteindelijk moet dit resulteren in dat beginnende professionals beter kunnen omgaan met handelingsverlegenheid en beter in staat zijn om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren, te duiden en er adequaat op te reageren. Hierdoor zullen jongeren in de jeugdzorg beter worden beschermd tegen seksueel misbruik. So let's talk about sex!

Categorie: Volwassenen Trefwoorden: Seksualiteit Sociale Studies

Avans Hogeschool

Page 214: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Auteur: Dennis van Gorkum Datum: 9 juni 2015

Bibliografie Clerckx, M., Groot, R. d., & Prins, F. (2011). Grensoverschrijdend gedrag van pubers. Apeldoorn:

Garant-Uitgevers.

Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. (z.j.). Signalen Seksueel

grensoverschrijdend gedrag bij kinderen en het vlaggensysteem. Geraadpleegd op 26 mei

2015, van Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld:

http://bo.handelingsprotocol.nl/lokale-informatie/65-signalen-seksueel-

grensoverschrijdend-gedrag-bij-kinderen-en-het-vlaggensysteem

MOVISIE. (2014, november 14). Zo maak je jongeren seksueel weerbaar en voorkóm je seksueel

grensoverschrijdend gedrag. Geraadpleegd op 26 mei 2015, van MOVISIE:

https://www.movisie.nl/artikel/zo-maak-je-jongeren-seksueel-weerbaar-voork%C3%B3m-je-

seksueel-grensoverschrijdend-gedrag

Rapport commissie-Samson. (2012, Oktober 8). Omringd door zorg, toch niet veilig. Geraadpleegd op

26 mei 2015, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/rapporten/2014/02/06/rapport-commissie-samson-omringd-door-zorg-toch-niet-

veilig.html

Scholte, M. (2010). Over de kracht van maatschappelijk werk. Haarlem: Hogeschool INHolland.

Page 215: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Ad

vies

rap

po

rt (

Fase

III)

Auteur

Student: D. van Gorkum

Studentnummer: 2038997

Studierichting: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

Expertisecentrum Veiligheid

Organisatie: Expertisecentrum Veiligheid

Adres: Onderwijsboulevard 215

5223 DE ’s-Hertogenbosch

Opdrachtgever: A. Boer

Functie: Docent- onderzoeker ASH

Avans Hogeschool

Locatie: Academieplein

Adres: Hogeschoollaan 1

4800 RA Breda

Stagebegeleider: Femke van der Hamsvoort

Beoordelaar: Caroline Oomen

Page 216: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Inleiding: De aanleiding van dit adviesrapport komt voort uit de resultaten van het onderzoeksrapport. In het onderzoeksrapport bleek dat vierdejaarsstudenten (respondenten) niet tevreden zijn over de inhoud en kwaliteit van het onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Zij vinden onder andere dat het onderwerp seksualiteit onvoldoende bespreekbaar maken in de opleiding. Mede door een gebrek aan kennis lopen meerdere vierdejaarsstudenten tijdens hun stagejaar tegen facetten aan die betrekking hebben op seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. De aangedragen verbeterpunten van vierdejaarsstudenten om het huidig onderwijs te verbeteren m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag worden in het implementatieplan zoveel mogelijk mee genomen. Het doel hiervan is het huidig onderwijs te verbeteren en zoveel mogelijk aan te sluiten op de behoefte van de vierdejaarsstudenten op het gebied van seksualiteit. In het eerste hoofdstuk leest u de conclusies uit het onderzoeksrapport die voortkomen uit de onderzoeksresultaten. De conclusies geven niet alleen de tekortkomingen aan in het huidig onderwijs, maar ook de behoefte en wensen van studenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. In hoofdstuk twee doe ik mijn directe aanbevelingen voor alle vier de opleidingsjaren afzonderlijk in het verbeteringsvoorstel (implementatieplan). In de hoofdstukken daarna is er aandacht besteed aan andere oplossingsrichtingen en aanbevelingen voor een vervolg onderzoek om het huidig onderwijs te verbeteren op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Het adviesrapport sluit af met een discussiepunt wat u kunt lezen bij hoofdstuk 1.8. *Er hebben 15 vierdejaarsstudenten (respondenten) van de totaal 391 ingeschreven vierdejaarsstudenten meegewerkt aan het interview. Alle namen die in de teksten voorkomen zijn fictief om de identiteit van de respondenten zoveel mogelijk te verhullen.

Page 217: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Inhoud 1. Adviesrapport .................................................................................................................................. 4

1.1 Conclusies onderzoeksrapport ................................................................................................ 4

1.2 Verbeteringsvoorstel (implementatieplan) ............................................................................. 7

1.2.1 Aanbeveling eerste opleidingsjaar: ........................................................................................ 7

1.2.2 Aanbeveling tweede opleidingsjaar: ...................................................................................... 9

1.2.3 Aanbeveling derde opleidingsjaar: ....................................................................................... 11

1.2.4 Aanbeveling vierde opleidingsjaar: ...................................................................................... 13

1.3 Andere oplossingsrichtingen verbeteringsvoorstel............................................................... 15

1.4 Aanbeveling vervolg onderzoek ............................................................................................ 15

1.5 Bijdrage ontwikkeling sociaal agogisch werk ........................................................................ 15

1.6 Belang en perspectief van de organisatie ............................................................................. 16

1.7 Theoretische en hulpverlening methodische benaderingen ................................................ 17

1.8 Discussie ................................................................................................................................ 17

Bijlage 1: JGZ-richtlijn seksuele ontwikkeling (0 – 19 jaar) ................................................................... 19

Bijlage 2: Beoordelingsformulier fase III Opdrachtgever ...................................................................... 26

Bibliografie ............................................................................................................................................ 28

Page 218: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1. Adviesrapport

1.1 Conclusies onderzoeksrapport Uit het onderzoeksrapport is gebleken dat de vierdejaarsstudenten (15 respondenten van de totaal 391 studenten met als status ‘vierde jaar’) ontevreden zijn over de inhoud en kwaliteit van het huidig onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit blijkt onder andere uit het gemiddelde rapportcijfer: 4.0 wat de vierdejaarsstudenten hebben gegeven. De redenen voor dit cijfer komen sterk overeen, namelijk:

- Seksualiteit wordt binnen de opleiding nauwelijks bespreekbaar gemaakt. - Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan: handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat

reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. - De huidige opleiding besteedt alleen aandacht aan competenties in het algemeen, maar er

wordt geen koppeling gemaakt naar benodigde competenties om seksueel gezond gedrag te bevorderen.

- Meerdere vierdejaarsstudenten lopen tijdens hun stagejaar tegen facetten aan die te maken hebben met seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. In de meeste gevallen door gebrek aan kennis.

Feiten respondenten:

SPH: - 86% van de respondenten geeft aan geen tools en methodieken te hebben gehad die

specifiek op seksualiteit of seksueel grensoverschrijdend gericht zijn. - 75% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan

handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. - 72% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken

is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag. - 100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht wordt

geschonken aan hoe je kunt reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. - 86% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan passende

interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. MWD:

- 86% van de respondenten geeft aan geen tools en methodieken te hebben gehad die specifiek op seksualiteit of seksueel grensoverschrijdend gericht zijn.

- 83% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

- 67% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht wordt geschonken aan hoe je kunt reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

- 100% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

CMV:

- 100% van de respondenten geeft aan geen tools en methodieken te hebben gehad die specifiek op seksualiteit of seksueel grensoverschrijdend gericht zijn.

- 50% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht geschonken is aan het signaleren van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

- 100% van de respondenten geeft aan dat er binnen de opleiding geen aandacht wordt geschonken aan hoe je kunt reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Page 219: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

- 100% van de respondenten geeft aan dat school geen aandacht besteedt aan passende interventies bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

*pagina 18 – 26 (onderzoeksrapport)

Feiten Vlaggensysteem:

SPH - 4 op de 7 respondenten (57%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 7 op de 7 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. MWD:

- 2 op de 6 respondenten (33%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 6 op de 6 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. CMV:

- 0 op de 2 respondenten (0%) hebben van het Vlaggensysteem gehoord. - 2 op de 2 respondenten (100%) wil meer kennis hebben van het Vlaggensysteem binnen

de opleiding. * een aantal vierdejaarsstudenten heeft pas van het Vlaggensysteem gehoord tijdens zijn/haar afstudeerfase. * figuur H.2 onderzoeksrapport(p.15) In het onderzoeksrapport is er ook aandacht geweest voor wat de vierdejaarsstudenten wel willen en waar zij behoefte aan hebben. Alle vierdejaarsstudenten geven aan dat school het onderwerp seksualiteit bespreekbaar moet maken binnen de huidige opleiding. Dit moeten ze op de volgende manier doen:

- Door er structureel in alle vier de opleidingsjaren aandacht aan te besteden of alle informatie geven in één opleidingsjaar met als voorkeur het tweede jaar (voor aanvang stage).

- De studenten meer kennis geven over: handelingsverlegenheid, signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- Gebruik maken van verschillende onderwijsvormen, namelijk: klassikale les (met PowerPoint), casussen en rollenspellen.

- Meer aandacht besteden aan competenties die je nodig hebt om seksueel gezond gedrag te bevorderen.

Enkele feiten uit de bevindingen van deze vierdejaarsstudenten (respondenten):

SPH: - 7 van de 7 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer

kennis hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren en passende interventies m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 6 van de 7 respondenten (86%) geeft aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer kennis hadden willen hebben over het omgaan met handelingsverlegenheid en algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

MWD: - 6 van de 6 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer

kennis hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren, passende interventies en omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

Page 220: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

- 5 van de 6 respondenten (83%) geeft aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer kennis hadden willen hebben over algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag

CMV: - 2 van de 2 respondenten (100%) geven aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer

kennis hadden willen hebben over signaleren, adequaat reageren, passende interventies en omgaan handelingsverlegenheid m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag.

- 1 van de 2 respondenten (50%) geeft aan dat zij binnen het huidig onderwijs meer kennis hadden willen hebben over algemene kennis m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag

*Figuur H.5 (p.17 onderzoeksrapport)

Enkele feiten uit de bevindingen van deze vierdejaarsstudenten (respondenten):

SPH Lijngrafieken (p.28-29): - Het overgrote deel vindt het belangrijk dat er aandacht geschonken wordt aan het thema

seksualiteit door het te oefenen met casussen en rollenspellen. - Het overgrote deel vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit verplicht

bespreekbaar moet maken in één van de opleidingsjaren (het liefst jaar twee). MWD Lijngrafieken (p.31-32):

- Het overgrote deel vindt het belangrijk dat er aandacht geschonken wordt aan het thema seksualiteit door het te behandelen in een klassikale les (met PowerPoint) in combinatie met casussen en rollenspellen.

- Het overgrote deel vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit verplicht bespreekbaar moet maken in meerdere opleidingsjaren (beginnend jaar één of twee).

CMV Lijngrafieken (p.34-35): - Het overgrote deel vindt het belangrijk dat er aandacht geschonken wordt aan het thema

seksualiteit door het te behandelen in een klassikale les (met PowerPoint) in combinatie met casussen.

- Het overgrote deel vindt dat Avans Hogeschool het thema seksualiteit verplicht bespreekbaar moet maken in meerdere opleidingsjaren (beginnend jaar één).

Page 221: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1.2 Verbeteringsvoorstel (implementatieplan) In het verbeteringsvoorstel wordt onderscheidt gemaakt tussen de verschillende opleidingsjaren. Dit verbeteringsvoorstel is geldend voor de gehele Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch. De aangeboden opleidingen binnen de Sociale Studies zijn: SPH, MWD en CMV. Ondanks dat er binnen het onderzoeksrapport onderscheidt is gemaakt tussen deze opleidingen wordt dat binnen het adviesrapport bewust niet gedaan. De reden hiervoor is dat alle drie de opleidingen in het werkveld tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag kunnen aanlopen. Veel beginnende professionals in het werkveld lopen dan ook tegen bepaalde facetten aan die met seksualiteit te maken hebben. Dit betreft zowel mensen met een SPH achtergrond als een MWD of CMV achtergrond. De grootste prioriteit is de studenten handelings- bekwamer en bewuster te maken op seksueel gebied. Hierdoor is er gekozen voor één aanpak die toepasbaar is op alle drie de opleidingsrichtingen van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool. Er is gekozen om het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag structureel onder de aandacht te brengen. Hiermee wil ik zeggen dat het onderwerp seksualiteit in meerdere opleidingsjaren (structureel) terug komt in het onderwijs. Volgens wetenschappelijke literatuur is het dringend tijd om maatregelen te nemen en het belang van onderwijs over huiselijk en seksueel geweld en kindermishandeling te onderkennen. De Directie Emancipatie van het ministerie van OCW vroeg kenniscentra MOVISIE en NJI om de urgentie van de problematiek bij alle betrokken partijen aan te kaarten. De vertegenwoordiger beloofden om deze boodschap bij hun achterban onder de aandacht te brengen en zich in te zetten voor structurele aandacht (Beek & Wentzel, 2009)

1.2.1 Aanbeveling eerste opleidingsjaar: In het eerste jaar staat het bespreekbaar maken van seksualiteit centraal in het vak Studie-loopbaanbegeleiding (SLB). Beginnende HBO studenten van de Sociale Studies hebben gedurende de eerste twee opleidingsjaren elke week een bijeenkomst met een vaste SLB-docent. Deze bijeenkomst vindt altijd plaatst op school met dezelfde groepssamenstelling van studenten. Doordat de groepssamenstelling vrijwel hetzelfde blijft en er gedurende twee jaar een vaste SLB-docent voor de klas staat. Kan er gemakkelijker een veilige sfeer gecreëerd worden binnen de groep. Het creëren van een veilige sfeer binnen de klas is van een groot belang om de taboesfeer rondom seksualiteit zo snel en adequaat mogelijk te doorbreken. Dit is lastiger als de studenten elke keer opnieuw een andere docent voor de klas hebben staat. Om veilige sfeer te bereiken moet de SLB-docent in staat zijn om bij de studenten een bewust zijn te creëren dat het thema seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag zeer belangrijker is binnen de jeugdzorg. Een handige tool om dit bewustzijn bij studenten te vergroten is door gebruik te maken van beeldmaterialen. Er zijn op internet genoeg video’s te vinden over dit onderwerp.

Zoekopdracht Link beeldmateriaal (YouTube)

Seksueel grensoverschrijdend gedrag.

https://www.youtube.com/watch?v=dBRd5VqiCnc&index=5&list=PLOwDxkkR6pdYKO6M0_MMzwKpjQ9154JnM https://www.youtube.com/watch?v=ymi0A-vNkf0&list=PL46DA27A9A4CF4AB2 https://www.youtube.com/watch?v=4odb1MhtQpA&list=PL46DA27A9A4CF4AB2&index=4

Na het creëren van een veilige sfeer binnen de groep is het belangrijk om kennis over seksualiteit over te kunnen dragen. Uit het onderzoeksrapport is gebleken dat vierdejaarsstudenten het liefst kennisoverdracht willen krijgen over dit onderwerp aan de hand van klassikale lessen met behulp van

Page 222: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

beeldmateriaal (filmpjes of PowerPoint). Het is raadzaam dat alle SLB-docenten met elkaar bespreken hoe de PowerPoint het doeltreffends kan worden opgesteld. Welke onderwerpen er precies in de PowerPoint moet komen kunt u lezen onder het kopje ‘doelstellingen’. Een goede onderlegger om deze doelstelling te realiseren is het boek ‘Grensoverschrijdend gedrag van pubers’. In dit boek is er aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren, handelingsverlegenheid en hoe je daar mee om kunt gaan. Tevens is er aandacht voor verschillende culturele achtergrond en media-beïnvloedingsproces (Clerckx, Groot, & Prins, 2011). Studiehandleiding

Literatuurverwijzing:

- ‘Grensoverschrijdend gedrag van pubers’ Auteur: Mariet Clerkx (april 2015). Toetsing:

- 25 meerkeuzen vragen. - Minimale eisen: 19 (76%) goed beantwoorden meerkeuze vragen.

Presentatieverplichting:

- Je dient 75 % van de bijeenkomsten aanwezig te zijn. Concreet betekent dat dat je 4 van de 5 begeleide bijeenkomsten aanwezig moet zijn

Thuisopdrachten:

- Voorbereiden studielessen: doorlezen hoofdstukken uit boek ‘Grensoverschrijdend gedrag van pubers’.

Studiebelasting uren:

- 20 uur (10 uur per blok) Doelstellingen:

- De student weet het verschil tussen seksueel gezond gedrag en seksueel ongezond gedrag. - De student is zich bewust van handelingsverlegenheid die kan optreden bij stagiaires en

beginnende professionals op dit gebied. - De student heeft globaal kennis van het rapport van commissie-Samson en commissie-

Rouvoet: ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’ uitgebracht op 8 oktober 2012 (Aanleiding maatschappelijke ontwikkelen vakbekwame professionals op dit gebied).

- De student weet welke competenties noodzakelijk zijn om seksueel gezond gedrag te bevorderen onder jongeren.

- De student heeft voldoende kennis over de seksuele ontwikkeling van jongeren en onderwerpen zoals Soa’s/HIV/AIDS en anticonceptiemethode.

- De student heeft kennis van de seksuele ontwikkeling van jongeren (0 t/m 21 jaar). - De student heeft kennis over invloed van porno op seksuele moraal van jongeren.

Page 223: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1.2.2 Aanbeveling tweede opleidingsjaar: In het tweede jaar moet de opgedane kennis uit jaar één zoveel mogelijk tot uiting worden gebracht door de situaties zo dicht mogelijk bij de praktijk te brengen. Dit gebeurt doormiddel van casussen en rollenspellen die met de gehele klas wordt uitgevoerd. Hierbij is het belangrijk dat de studenten dezelfde SLB-docent houden die in het eerste jaar een veilige sfeer in de groep heeft gecreëerd. Het is aan de SLB-docent om te peilen of deze veilige sfeer in jaar twee nog aanwezig is. Het is dan ook van groot belang dat de studenten zich vrij uit voelen als zij een rollenspel ingaan. Hierdoor wordt de leerproces alleen maar bevorderd onder studenten. Door deze situatie zo dicht mogelijk bij de praktijk te brengen gaan studenten in het derde jaar beter voorbereidt hun stage in. Blok 1: Allereerst is het belangrijk dat de SLB-docent een korte samenvatting geeft van wat er in de voorgaande jaar (jaar één) behandeld is. Het is van belang dat de belangrijkste punten/kennis wordt opgehaald en kort wordt besproken met de groep. Na een korte samenvatting van de opgedane kennis uit jaar één gaat de SLB-docent de groep laten kennis maken met het Vlaggensysteem. Informatie vlaggensysteem:

Voor professionals is het niet altijd duidelijk wat een normale seksuele ontwikkeling is voor een bepaalde leeftijd en wat niet. Het Vlaggensysteem ontwikkeld door MOVISIE en Sensoa is een behulpzame tool voor professionals om in te schatten wat leeftijdsadequaat seksueel gedrag is. Daarnaast biedt het professionals handvaten hoe er op dergelijk gedrag het best gereageerd kan worden. Met behulp van het Vlaggensysteem kan worden onderzocht of er sprake is van onschuldig experimenteer gedrag wat passend is bij de leeftijd van de jongere, of dat het gaat om grensoverschrijdend gedrag. Voor stagiaires en beginnende groepsleiders is het vaak lastig om over seksualiteit te praten, vooral als het op de leefgroep ter sprake komt. Eén van de redenen is dat zij bijna dezelfde leeftijd hebben als cliënten en als cliënten het ter sprake brengen zijn ze er niet op voorbereid. Tevens kan het er erg respectloos aan toe gaan, waardoor er onveiligheidsgevoelens met zich mee kunnen brengen (Rapport Verwey-Jonker Instituut en VU, 2012).

*(Kijk bijlage 1)

Door het Vlaggensysteem verplicht in te bedden binnen de opleiding komen alle studenten in aanraking met het signaleren, beoordelen, duiden en adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het vlaggensysteem kan deze studenten goede handvaten aanbieden, zodat de studenten tijdens hun stagejaar (jaar drie) beter kunnen handelen op dit gebied. Het rapport ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’. Van commissie-Samson en commissie-Rouvoet onderstreept de noodzaak hiervan (Rapport commissie-Samson, 2012). Blok 2: De handvaten van het Vlaggensysteem die studenten in blok één aangereikt hebben gekregen kunnen in blok twee tot uiting worden gebracht doormiddel van discussiëren over ingebrachte casussen en het oefenen met rollenspellen. Door met casussen en rollenspellen te oefenen kunnen studenten eventueel opkomende handelingsverlegenheid op dit gebied ervaren en daarin een uitweg vinden door er met de klas over te discussiëren. Ook leren studenten hun eigen grenzen kennen en stellen op het gebied van seksualiteit en natuurlijk ook het adequaat reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is aan de SLB-docent om te bepalen hoe er vorm wordt gegeven aan de rollenspellen. Zo kan de docent ervoor kiezen om de klas in groepjes te verdelen, een klassikale rollenspel te houden of een combinatie van beiden. Studenten leren niet alleen van rollenspellen door er zelf actief aan deel te nemen, maar ook door deze te observeren en van andere studenten te leren. Verder biedt het oefenen met rollenspellen de ultieme kans voor studenten om inzichten te krijgen welke competenties zij voldoende beheersen en welke competenties verbeterd moeten worden. Door met studenten over

Page 224: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

dit onderwerp klassikaal te discussiëren, kennis te delen en aan de hand van opdrachten te laten reflecteren op het gebied van seksualiteit creëer je een bewustzijn, waardoor de studenten in een later stadium beter kunnen omgaan met handelingsverlegenheid. Alleen al omdat ze er op voorbereid zijn en zich er bewust van zijn dat dit probleem bestaat onder hulpverleners. Benodigde competenties:

- Zelf gemakkelijk over seksualiteit kunnen praten, - In staat zijn om contact te maken met jongeren, - Goed kunnen luisteren, - Toegankelijk zijn, - Flexibel zijn, - Een open en positieve houding hebben ten opzichte van seksualiteit van jongeren en ten

aanzien van seksuele diversiteit, - Voldoende kennis hebben over de seksuele ontwikkeling van jongeren en onderwerpen zoals

Soa’s/HIV/AIDS en anticonceptiemethode (Allen, 2005) (Milton, et al., 2001). Studiehandleiding

Literatuurverwijzing: - ‘Vlaggensysteem’ Auteur: Erika Frans & Thierry Franck (september 2014).

- ‘Reflecteren’ Auteur: Marie-José Geenen (maart 2010). Toetsing:

- Persoonlijke reflectieverslag na deelname rollenspel. Presentatieverplichting:

- Je dient 75 % van de bijeenkomsten aanwezig te zijn. Concreet betekent dat dat je 4 van de 5 begeleide bijeenkomsten aanwezig moet zijn.

Thuisopdrachten:

- Elke bijeenkomst een reflectieverslag over de afgelopen les. - Iedere student minimaal één ingebrachte casus.

Studiebelasting uren:

- 20 uur (10 uur per blok). Doelstellingen:

- De student is in staat om te inventariseren over welke competenties hij/zij beschikt op het gebied van seksualiteit en seksueel ongezond gedrag.

- De student kan omgaan met eventueel optredende handelingsverlegenheid op seksueel gebied.

- De student heeft kennis over het Vlaggensysteem en kan aan de hand van deze tool seksueel grensoverschrijdend gedrag signaleren, beoordelen, duiden en er adequaat op reageren.

Page 225: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

- De student is in staat om te reflecteren op zijn eigen handelingen en opgetreden gevoelens aan de hand van een rollenspel.

1.2.3 Aanbeveling derde opleidingsjaar: In het derde jaar gaan studenten het gehele jaar stage lopen (±32 uur in de week) en hebben ze elke week één terugkomdag op school. Op een terugkomdag krijgen studenten onder andere Supervisie. “Supervisie is een individueel leerproces, waarbij wordt ingegaan op de persoonlijke leervragen die iemand heeft ten aanzien van zijn of haar werk (Nass, 29)”. De bedoeling is om te leren onder begeleiding door te reflecteren op eigen werkervaringen. Supervisie is een ideaal middel om studenten vooruit te helpen in hun ontwikkeling als vakbekwame professional zo ook op het gebied van seksualiteit. Studenten moeten gestimuleerd worden om een eigen werkervaring in te brengen waar zij tegen aangelopen zijn op het gebied van seksualiteit. Met deze reden worden studenten (supervisanten) verplicht om een eigen werkervaring m.b.t. seksualiteit in te brengen om vervolgens daarop te reflecteren. Het is een voorwaarde om Supervisie met een voldoende af te sluiten. Hier is voor gekozen, omdat het inbrengen van een tegen aangelopen werkervaring m.b.t. seksualiteit niet voor iedere student van zelfsprekend is. Sommige studenten vinden het moeilijk om deze stap te maken. Dat bleek ook uit één van de interviews uit het onderzoeksrapport. Van Brest (2015):”Als ik kijk naar het groepje wat ik had dan was er een hele positieve sfeer en een hele goede docent. Maar als ik dan even zou nagaan stel: er is op mijn stage is iets voorgevallen van een cliënt na mij. Dan zou ik dat heel lastig vinden om te zeggen.” Door een werkinbreng op dit gebied te verplichten verklein je de stap voor studenten om het tijdens Supervisie bespreekbaar te maken. Daarnaast ben ik van mening dat alle stagiaires wel iets tijdens hun stageperiode mee maken wat betrekking heeft op het onderwerp seksualiteit. Door zulke situaties bespreekbaar te maken en er bewust mee bezig te zijn door er bijvoorbeeld over te discussiëren en te reflecteren ontwikkelt de student zich op dit gebied. Niet alleen van een eigen inbreng maar ook van de werkinbrengen van andere studenten. Verder blijkt uit de interviews uit het onderzoeksrapport dat vrijwel iedere student goede ervaringen heeft met Supervisie. Het enige wat volgens sommige respondenten ontbreekt, is het aanreiken van concrete handvaten m.b.t seksualiteit. Hierdoor is het belangrijk dat studenten al kennis hebben gemaakt met het Vlaggensysteem in opleidingsjaar twee. Daar heb ik advies gekregen dat ik naar mezelf moet luisteren. Maar heb geen concrete tips gehad

van je kunt de volgende keer zo omgaan met dit gedrag aldus F. van Hal (persoonlijke communicatie,

7 april 2015).

Studiehandleiding

Literatuurverwijzing: - ‘Reflecteren’ Auteur: Marie-José Geenen (maart 2010).

Toetsing:

- De student brengt een werkervaring in op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag en schrijft hier een persoonlijke reflectieverslag over.

Page 226: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Presentatieverplichting:

- Je dient 75% van de bijeenkomsten aanwezig te zijn. Thuisopdrachten:

- Elke bijeenkomst een reflectieverslag over de afgelopen les. - Iedere student minimaal één ingebrachte werkervaring m.b.t seksualiteit.

Studiebelasting uren:

- 40 uur (20 uur per blok). Doelstellingen:

- De student beheerst bovenstaande competenties m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag (kijk opleidingsjaar twee) aan het einde van opleidingsjaar drie.

- De student is in slaat om een eigen tegen aangelopen werkervaring m.b.t. seksualiteit in te brengen, te bespreken en daarop te reflecteren.

Page 227: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1.2.4 Aanbeveling vierde opleidingsjaar: In het vierde jaar gaan studenten een minor volgen en vervolgens afstuderen. Voor de minors: Jeugd, LVB (licht verstandelijke beperking) en WIGK (Werken in gedwongen kader) is het interessant om verdiept in te gaan op het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedag. Juist voor deze minors is het interessant, omdat studenten die deze minor kiezen vaak werkzaam zijn met jeugd wel/niet in een residentiele setting. Deze minors zouden eventueel verdieping kunnen zoeken door de studenten meerdere tools en methodieken aan te reiken, zodat zij hier globaal kennis van hebben. Je kunt daarbij verdiept ingaan op: Welke methodiek gebruik ik bij een bepaalde doelgroep om seksueel gezond gedrag te bevorderen of hoe benader in een bepaalde doelgroep op dit gebied? Want iedere doelgroep heeft natuurlijk een andere aanpak nodig. Je kunt er als minor ook voor kiezen om dit als opdracht bij studenten zelf neer te leggen. Dus bijvoorbeeld de klas in groepjes van vijf a zes studenten verdelen en ieder groepje een methodiek laten presenteren over een andere doelgroep m.b.t. seksualiteit.

Naam Beschrijving

Be A Man! “Deze interactieve voorlichtingsmethode is gericht op het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder laagopgeleide jongens van 12 - 16 jaar met een Turkse, Marokkaanse en/of islamitische achtergrond. ‘Be A Man!’ werkt met peer educators: jongens met dezelfde culturele achtergrond als de doelgroep, die door MOVISIE opgeleid zijn om interactieve voorlichting te geven. De doelgroep wordt voorgelicht over seksueel grensoverschrijdend gedrag door twee peer educators. Doordat de peer educators goed in kunnen spelen op de vragen die er leven, worden bijeenkomsten voor de doelgroep interessanter en waardevoller, en wordt de informatie beter over gedragen (Centrum 16-22, Kikid en Movisie, z.j.)”. Meer informatie: www.movisie.nl/beaman

Lespakket JONGENS “Het lespakket JONGENS is ontwikkeld om grensoverschrijdend seksueel gedrag bij jongens te voorkomen. JONGENS is in eerste instantie ontwikkeld voor jongens uit de tweede klas van het voortgezet (speciaal) onderwijs en is zo beschreven dat het door scholen en andere organisaties zelfstandig uitgevoerd kan worden. Het lespakket JONGENS bestaat uit 5 lessen van 100 minuten. Elke les begint met een film waarin 7 jongens in de leeftijd van 14-18 jaar vertellen over thema’s als seks, man zijn, meisjes, liefde en grenzen. De film is een inleiding op de rest van de les waarin door middel van gevarieerd werkvormen deze thema’s aan de orde komen. Dit lespakket is zo beschreven dat het zelfstandig uitgevoerd kan worden (Centrum 16-22, Kikid en Movisie, z.j.)”. Meer informatie: http://www.centrum1622.nl/lespakketten/jongens--3

Benzies & Batchies “Het project Benzies & Batchies is een theatervoorstelling met als doel jongeren voor te lichten over de hedendaagse muziek-, beeld- & mediacultuur, zodat zij onderscheid leren maken tussen fictie en realiteit. Jongeren worden aangesproken en bewust gemaakt van hun eigen seksuele moraal en zelfbeeld. Door deze bewustwording leren de jongeren meer respect te hebben voor zichzelf en elkaar (Centrum 16-22, Kikid en Movisie, z.j.)”.

Page 228: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Meer informatie: http://www.kikid.nl/benzies-batchies.html

Buiten deze tools en methodieken die ontwikkeld zijn door Centrum 16-22, Kikid Centrum en Movisie om jongeren meer bewust te maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksuele moraal en grenzen als het gaat om seks en relaties. Zijn er nog zoveel andere methodieken die interessant kunnen zijn om globaal uit te leggen (Movisie, 2014).

Studiehandleiding

Literatuurverwijzing:

- Zelf opgezochte wetenschappelijke artikelen. Toetsing:

- Zelfpresentaties drie methodieken m.b.t seksueel grensoverschrijdend gedrag. Presentatieverplichting:

- Je dient 75 % van de bijeenkomsten aanwezig te zijn.

Thuisopdrachten:

- Ieder groepje (Max. 5 studenten) zoekt drie methodieken uit die betrekking hebben op seksueel grensoverschrijdend gedrag en presenteert dit in 15 minuten aan de klas.

Studiebelasting uren:

- 10 uur (één blok) Doelstellingen:

- De student heeft globaal kennis van meerdere methodieken die toepasbaar zijn om seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan.

- De student is in staat om een methodiek m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag te onderzoeken, samen te vatten en te presenteren.

Page 229: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1.3 Andere oplossingsrichtingen verbeteringsvoorstel Er zijn natuurlijk meerdere verbeteringsvoorstellen mogelijk om de inhoud en kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Bovenstaande advies is één van de mogelijkheden, maar het is ook mogelijk om een extra vak te ontwikkelen waar het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag centraal staat. Verder kun je de bepaalde onderwerpen ook inbedden in andere bestaande vakken, bijvoorbeeld: signaleren, duiden en adequaat reageren in het vak Signaleren en het oefenen van casussen en rollenspellen in het vak Omgaan met agressie. Vanwege tijdsgebrek is het niet mogelijk om onderzoek te doen hoe het praktijkverbeteringsvoorstel het effectiefst ingebed kan worden in de huidige opleiding, zodat de inhoud en kwaliteit van het onderwijs bevorderd wordt m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. In de volgende pararaaf (1.4) is er een aanbeveling geplaatst voor een mogelijke vervolg onderzoek.

1.4 Aanbeveling vervolg onderzoek Mijn aanbevelingen voor een vervolg onderzoek is meten hoe het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag het effectiefst ingebed kan worden in de huidige opleiding. De tijd die er is gegeven voor dit onderzoek is te kort om nog een vervolg onderzoek te organiseren. Het is wel raadzaam om een dergelijk vervolg onderzoek te doen. Zo krijg je inzichten in de mogelijkheden tot het verbeteren van het huidig onderwijs om vervolgens deze mogelijkheden af te wegen tegen elkaar. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen de meest kostenbesparende manier uit te voeren of juist de manier die de behoefte van de studenten het meest vervult. Ik ben van mening dat het onderzoeksrapport en dit verbeteringsplan voldoende aanknopingspunten geven om een goed vervolg onderzoek te kunnen uitvoeren. Er zijn dan ook al inzichten verwerft hoe er op dit moment aandacht wordt besteed aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Daarnaast zijn de behoefte en wensen van de respondenten (vierdejaarsstudenten) ook duidelijk naar voren gekomen in het onderzoeksrapport. Tot slot is er in beide rapporten voldoende literatuur naar voren gekomen die eventueel gebruikt kan worden in het vervolg onderzoek. Eventuele hoofdvraag vervolg onderzoek: “Op welke manier kan het onderwerp seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag het effectiefst worden ingebed in de huidige Sociale Studies van Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch.”

1.5 Bijdrage ontwikkeling sociaal agogisch werk Dit adviesrapport gaat bijdragen aan de ontwikkeling van het sociaal agogisch werk door de inhoud en kwaliteit van het onderwijs te verbeteren m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Door het onderwijs te verbeteren op dit gebied worden de studenten en later beginnende professionals ook bewuster en bekwamer in het omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Mocht Avans Hogeschool ervoor kiezen om het onderwijs op deze punten niet te verbeteren. Dan heeft het werkveld aan de hand van dit onderzoek wel inzichten gekregen waar beginnende professionals in te kort kunnen schieten. Hierdoor kunnen zij er bijvoorbeeld voor kiezen om beginnende professionals een cursus aan te bieden m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Uiteindelijk moet dit resulteren in dat beginnende professionals beter kunnen omgaan met handelingsverlegenheid en beter in staat zijn om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren, te duiden en er adequaat op te reageren. Dit levert natuurlijk niet alleen voordelen op voor de professionals maar ook voor het werkveld waar later afgestudeerde studenten (beginnende professionals) terecht komen. Door het onderwijs op dit gebied te verbeteren zijn professionals eerder in staat om seksueel grensoverschrijdend gedrag te signaleren waarop er eerder en adequater gereageerd kan worden. Dit kan uiteindelijk resulteren in minder incidenten op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen diverse werkvelden.

Page 230: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Ook kan de zwaarte of frequentie waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag gepleegd wordt afnemen. Naast het werkveld zelf doen ook de cliënten hier voordelen mee. Zo kunnen cliënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen eerder worden opgemerkt en dus ook eerder worden geholpen door passende interventies toe te passen. Dit vergroot de kans dat de zwaarte of herhaalbaarheid van het seksueel grensoverschrijdend gedrag in de toekomst afneemt. Dit moet uiteindelijk resulteren in minder daders die ‘zwaardere’ seksueel grensoverschrijdende gedragingen vertonen, waardoor er uiteindelijk ook minder slachtoffers kunnen zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zowel het werkveld, de professionals, de jongeren als de samenleving heeft hier belang bij. Ik ben kritisch genoeg om te beseffen dat het seksueel grensoverschrijdend gedrag zich niet oplost met dit verbeteringsvoorstel. Maar ik ben er wel van overtuigd dat seksueel grensoverschrijdend gedrag wel gaat dalen in zwaarte en herhaalbaarheid in de toekomst. Dit praktijkverbeteringsvoorstel voldoet dan ook aan de maatschappelijke ontwikkelen waar we tegenwoordig mee te maken hebben. Zo heeft Jeugdzorg Nederland vlak na het onderzoek van commissie-Samson en commissie-Rouvoet ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’ aangegeven de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een structurele en vooruitstrevende aanpak van het probleem seksueel misbruik. Hierop is er een nieuwe commissie uit voortgevloeid, namelijk: commissie ‘Voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg’. Deze commissie heeft de opdracht gekregen om een kwaliteitskader te ontwikkelen die gericht is op preventie, signaleren en aanpak van seksueel misbruik van jongeren tot achttien jaar. Deze doelstelling komt overeen met de doelstelling van het praktijkverbeteringsvoorstel. Beide zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, waardoor beginnende professionals in de toekomst beter kunnen omgaan met handelingsverlegenheid en beter in staat zijn om te signaleren, duiden en adequaat te reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag. De laatste jaren zijn er veel verschillende organisatie werkzaam om deze beroepsontwikkelingen verder te verbeteren (Jeugdzorg Nederland, 2013).

1.6 Belang en perspectief van de organisatie Het belang voor de organisatie Avans Hogeschool in ’s Hertogenbosch is een zo hoog mogelijk kwaliteit leveren aan studenten waar in alle belangrijke onderwerpen inhoudelijk naar voren komen. Veel respondenten uit het interview zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit die Avans Hogeschool aanbiedt. Toch zijn er nog duidelijke verbeterpunten aanwezig, bijvoorbeeld ook de kwaliteit van het huidig onderwijs m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. In het onderzoeksrapport en verbeteringsplan zijn resultaten en conclusies naar voren gekomen die Avans kan gebruiken om het onderwijs te verbeteren. Ondanks dat vrijwel alle studenten vinden dat Avans onvoldoende aandacht besteedt aan seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Heeft het Avans Hogeschool wel voldoende inzichten opgeleverd. Niet alleen inzichten wat de vierdejaarsstudenten hebben gemist in de opleiding, maar ook wat de behoefte en wensen zijn van deze vierdejaarsstudenten op het gebied van seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag. Dit onderzoek heeft dan ook een duidelijk belang voor Avans Hogeschool en haar medewerkers. Door het kwaliteit van het onderwijs te onderzoeken op bepaalde gebieden kan het niveau van de opleidingen alleen maar omhoog gehaald worden. In dit geval is dat gedaan voor de opleidingsrichting Sociale Studies op locatie ’s Hertogenbosch.

Page 231: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

1.7 Theoretische en hulpverlening methodische benaderingen Als er over de inhoud van sociaal agogisch werk wordt gesproken, denkt men gelijk aan ‘methodisch werken’. Methodisch werken heeft twee betekenissen die in elkaars verlengde liggen (Lieshout, 1992). De eerste is dat er ‘probleemoplossing cyclus’ gehandeld wordt oftewel het oplossingsgericht werken. Hierbij gaat de aandacht uit naar het verkennen van oplossingen en het zoeken naar haalbare doelen voor de cliënt. Het is een stapsgewijze manier van werken, omdat de professional informatie moet verzamelen, hypotheses moet bedenken, een oplossingsrichting moet kiezen om deze vervolgens uit te voeren. Daarnaast is het belangrijk dat de professional tussentijds evalueren om te peilen of er voortgang wordt geboekt. Indien nodig dient deze cyclus door de professional meerdere malen doorlopen te worden. Bij de tweede manier wordt er gewerkt volgens een vastgestelde methode, waarbij vooraf gedetailleerd is bij welke soort problemen welke handelingen verricht moet worden door de professional. Het Vlaggensysteem is zo’n methode dat handvaten biedt aan professionals hoe zij volgens deze methodiek seksueel grensoverschrijdend gedrag zo objectief mogelijk kunnen beoordelen. Aan de hand van deze beoordeling biedt het Vlaggensysteem ook concrete handvaten aan hoe er zo effectief en adequaat mogelijk gehandeld kan worden op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ik ben van mening dat deze manier van methodisch werken in eerste instantie het effectiefst is als het gaat om het afnemen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De reden daarvoor is dat er zo snel en adequaat mogelijk gereageerd moet worden op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Met het Vlaggensysteem is dit ook haalbaar. Eventueel in een later fase kan deze manier van methodisch werken gecombineerd worden met het oplossingsgericht werken (Scholte, 2010). Tot slot wordt er binnen de hulpverlening grote waarde gehecht aan ‘evidence-based’ werken. Dit betekent eigenlijk werken met behulp van kennis waarvan de effectiviteit al bewezen is. Dit kan op verschillende manieren, zoals aan de hand van een wetenschappelijk onderzoek ‘research-based’ en praktijkervaring ‘practice-based evidence’. In de meeste gevallen denken mensen dat onderzoek de enige bron is van ‘evidence-based’ werken. De grondlegger van dit begrip heeft dat echter nooit zo bedoeld. “Sacket (2000) omschreef ‘evidence-based’ werken als handelen op basis van beschikbare bewijs, de eigen expertise en de dialoog met de cliënt (Sacket, Straus, Richardson, Rosenberg, & Haynes, 2000)”. Andere bronnen buiten de wetenschappelijke benadering kunnen ook waardevolle kennis leveren over wat werkt, zoals praktijkervaring. Deze bestaat ook uit twee benaderingen, namelijk: gecollectiveerde praktijkervaring waar professionals onderling informatie uitwisselen betreft hun ervaringen wat het beste werkt. Daarnaast is er private praktijkervaring ook wel ‘tacit knowledge’ genoemd. Dit houdt in dat individuele professionals over een schat aan ervaring kunnen beschikken, waardoor dit hun handelen zeer effectief maakt. In het Nederlands wordt dit ook wel verborgen kennis genoemd, omdat deze kennis niet in een boek of artikel hoeft te staan. Ik ben persoonlijk grote voorstander van ‘evidence-based’ werken, omdat het belangrijk is dat je als professional zo effectief mogelijk te werk gaat in de tijd die je daarvoor hebt. Met methodieken waarvan de effectiviteit al bewezen is, is dit heel goed mogelijk.

1.8 Discussie De discussie die het onderzoeksrapport en verbeteringsvoorstel doen oplaaien is: Moet er een onderscheid komen tussen het programma aanbod van de opleidingen SPH, MWD en CMV m.b.t. seksualiteit en seksueel (on)gezond gedrag? Ik ben van mening dat er geen onderscheid gemaakt moet worden, omdat de resultaten die uit het onderzoek van commissie-Samson en commissie-Rouvoet komen zo heftig zijn dat hier allereest wat aan gedaan moet worden. Zo toonde het onderzoek aan dat: “kinderen in de residentiële jeugdzorg (RJ) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan andere leeftijdsgenoten; het zowel misbruik door medewerkers als door groepsgenoten betreft; dat een groot

Page 232: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

deel van het seksueel misbruik onopgemerkt blijft en dat groepsleiders het lastig vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken (Rapport commissie-Samson, 2012).” Dit zijn resultaten die de hoogste prioriteit hebben om ze te verminderen. Dit doe je door een structurele aanpak te realiseren die het kwaliteit van het onderwijs op dit gebied verbetert, zodat alle professionals (SPH, MWD en CMV) zich ontwikkelen tot beter vakbekwame professionals op het gebied van seksualiteit. Alle studenten van de opleidingsrichtingen SPH, MWD en CMV kunnen en gaan waarschijnlijk ook hier tegen aanlopen. Daarom ben ik van mening dat dit de hoogste prioriteit heeft. In de toekomst kan er altijd nog onderzocht worden of het doeltreffender is om het onderwijsprogramma af te stemmen op de individuele opleidingsrichting (SPH, MWD CMV) van de Sociale Studies aan Avans Hogeschool in ‘s Hertogenbosch.

Page 233: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Bijlage 1: JGZ-richtlijn seksuele ontwikkeling (0 – 19 jaar) Kaart 1: Algemene aandachtspunten en vlaggensysteem (JGZ-richtlijn seksuele ontwikkeling 0 – 19 jaar) Algemene aandachtspunten

Page 234: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Het vlaggensysteem Om seksueel grensoverschrijdend gedrag te duiden en te beoordelen wordt in de JGZ richtlijn seksuele ontwikkeling gebruik gemaakt van het vlaggensysteem (Frans & Franck, 2010). In het vlaggensysteem worden zes criteria gehanteerd om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag te duiden. De zes criteria van het vlaggensysteem

1. Wederzijdse toestemming: wil het kind het zelf, wil het eventuele andere kind het ook, vinden beide kinderen het seksuele gedrag prettig?

2. Vrijwilligheid: kiest het kind er zelf voor, durft het/is het in staat om nee te zeggen? 3. Gelijkwaardigheid: zijn het kind en het andere kind even sterk, oud, slim of is er sprake

van een machtsverschil? 4. Ontwikkelingsadequaat: doet het kind niets waar het te jong of te oud voor is, past het

seksuele gedrag bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind? 5. Contextadequaat: is het seksuele gedrag van het kind gepast, stoort of choqueert het

anderen in de omgeving niet? 6. Zelfrespect: heeft het kind zicht op de gevolgen van zijn of haar gedrag, neemt het geen

risico’s die schadelijke gevolgen kunnen hebben? LET OP: Zodra het seksuele gedrag van kinderen/ jongeren niet aan de criteria voldoet, moet de situatie nader bekeken worden. De JGZ-professional dient de richtlijn te gebruiken om het specifieke gedrag te duiden. Vervolgens kan op basis van het advies in de richtlijn een handelingsadvies gegeven worden. Handelingsadvies op basis van het vlaggensysteem In het vlaggensysteem wordt onderscheid gemaakt in vier verschillende gradaties van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. Deze gradaties zijn gekoppeld aan handelingsadviezen (zie schema hieronder).

Page 235: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Kaart 2: ACTIE TABEL 0 – 12 JAAR (JGZ-richtlijn seksuele ontwikkeling 0 – 19 jaar)

Page 236: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en
Page 237: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Kaart 3: ACTIE TABEL 12 – 19 JAAR (JGZ-richtlijn seksuele ontwikkeling 0 – 19 jaar)

Page 238: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

(Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, 2014)

Page 239: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en
Page 240: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Bijlage 2: Beoordelingsformulier fase III Opdrachtgever Opdrachtnemer Naam Student: Dennis van Gorkum Studentnummer: 2038997 Telefoonnummer: 0638787494 Avans e-mailadres: [email protected] Opdrachtgever Naam Instelling: Avans Hogeschool, expertisecentrum Veiligheid Straat & Huisnummer: Onderwijsboulevard, Postcode & Plaatsnaam: Den Bosch Naam uitvoerend opdrachtgever/contactpersoon: Anne Boer Feedback m.b.t. contact met student, mate van zelfstandigheid: Dennis heeft afgelopen weken heel zelfstandig aan zijn onderzoek gewerkt. Hij heeft laten zien dat hij snel dingen oppakt en erg taakgericht kan werken. Ik heb van Dennis de indruk gekregen dat hij met veel discipline aan zijn onderzoek heeft gewerkt. Dit is onder andere terug te zien in de manier waarop hij aan zijn respondenten is gekomen. Enige puntje van feedback is dat Dennis in sommige gevallen iets meer het lange termijn perspectief voor ogen kan houden. Door zijn enthousiasme had hij zijn onderzoek nog groter willen maken, terwijl dit voor het beantwoorden van de onderzoekvraag niet nodig was. Feedback m.b.t. introductie praktijkverbeteringsvoorstel bij opdrachtgever: Ik weet niet precies wat hiermee wordt bedoeld? Er heeft naar mijn idee niet echt een introductie plaatsgevonden. Dennis heeft vandaag tijdens de lunchlezing zijn onderzoek gepresenteerd. Dit deed hij erg overtuigend en duidelijk. De presentatie zat goed in elkaar! Feedback m.b.t. bruikbaarheid praktijkproduct: Ik hecht vooral waarde aan het verbeteringsvoorstel (ik snap niet precies wat verschil tussen praktijkproduct en implementatieplan is? Deze staan bij elkaar toch?) In de beschrijving van het praktijkproduct lees ik dat er een risicoanalyse moet worden geschreven en dat er een theoretisch en normatief-professionele verantwoording voor de sociaal-agogische benadering moet worden geschreven. Dennis beschrijft de bijdrage aan het sociaal-agogische beroep, maar doet dit naar mijn mening vooral vanuit zichzelf en minder vanuit de theorie. Ik vraag me daarom af of dit voldoende theoretisch is onderbouwd. Daarnaast is er geen concrete risico analyse. Wel beschrijft hij welke competenties docenten nodig hebben/wat belangrijk is om rekening mee te houden in het lesgeven m.b.t. seksualiteit. Wellicht had je nog wat concreter kunnen benoemen waar allemaal rekening mee moet worden gehouden. Ik mis verder nog een duidelijke inleiding waarin de structuur van het adviesrapport wordt toegelicht. Feedback m.b.t. bruikbaarheid implementatieplan: Het implementatieplan bevat veel nieuwe ideeën en daarmee inspiratie om aan de slag te gaan met dit onderwerp binnen de academie, zeker bruikbaar dus! Erg fijn dat het per jaar is uitgewerkt en dat

Page 241: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

er concrete voorstellen voor lesinhoud is gegeven. De onderzoeksresultaten geven ons zeker handvatten om dit thema meer aandacht te geven binnen het onderwijs.

Page 242: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Bibliografie Allen, L. (2005). ‘Say everything’: Exploring young people’s suggestions for improving sexuality.

Sexuality Education, 5, 389-404.

Beek, I. v., & Wentzel, W. (2009). Leren signaleren. Den Haag: Bohn Stafleu van Loghum.

Centrum 16-22, Kikid en Movisie. (z.j.). Drie interventies preventie seksueel grensoverschrijdend

gedrag en bevorderen van seksuele weerbaarheid. Opgehaald van Movisie:

https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/2-VIMP-Beschrijving-

Interventies%20[MOV-492459-0.2].pdf

Clerckx, M., Groot, R. d., & Prins, F. (2011). Grensoverschrijdend gedrag van pubers. Apeldoorn:

Garant-Uitgevers.

Frans, E., & Franck, T. (2010). Vlaggensysteem. Praten met kinderen en jongeren over seks.

Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. (z.j.). Signalen Seksueel

grensoverschrijdend gedrag bij kinderen en het vlaggensysteem. Opgehaald van

Handelingsprotocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld:

http://bo.handelingsprotocol.nl/lokale-informatie/65-signalen-seksueel-

grensoverschrijdend-gedrag-bij-kinderen-en-het-vlaggensysteem

Jeugdzorg Nederland. (2013). Themacompetentie seksuele ontwikkeling, seksueel risicogedrag en

seksueel misbruik. Opgehaald van HaKa Nederland: http://haka-nederland.nl/wp-

content/uploads/2013/11/Themacompetentie-seksuele-ontwikkeling-

UITSTROOMPROFIEL.pdf

Lieshout, P. v. (1992). Meta-methodiek: de methodiek van methodiekontwikkeling. Sociale

Interventie. Jaargang 1(3), 159-166.

Milton, J., Berne, L., Peppard, J., Patton, W., Hunt, L., & Wright, S. (2001). Teaching sexuality

education in high schools: What qualities do Australian teachers value? Sexuality Education,

1, 175-186.

Movisie. (2014, november 14). Zo maak je jongeren seksueel weerbaar en voorkóm je seksueel

grensoverschrijdend gedrag. Opgehaald van MOVISIE: https://www.movisie.nl/artikel/zo-

maak-je-jongeren-seksueel-weerbaar-voork%C3%B3m-je-seksueel-grensoverschrijdend-

gedrag

Nass, J. (29, september 2013). Supervisie . Opgehaald van Ensie: https://www.ensie.nl/jeanine-

nass/supervisie

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. (2014, Maart). Richtlijn: JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling.

Opgehaald van Nederlands Centrum Jeugdgezondheid:

https://www.ncj.nl/richtlijnen/jgzrichtlijnenwebsite/details-richtlijn/?richtlijn=2

Rapport commissie-Samson. (2012, Oktober 8). Omringd door zorg, toch niet veilig. Opgehaald van

Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/rapporten/2014/02/06/rapport-commissie-samson-omringd-door-zorg-toch-niet-

veilig.html

Page 243: Expertisecentrum Veiligheid - GezondSeksueelGedragRJgezondseksueelgedragrj.nl/wordpress/wp-content/uploads/150625-Eind... · Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro, meso en

Rapport Verwey-Jonker Instituut en VU. (2012). Seksueel misbruik in de jeugdzorg Governance vanuit

het kindperspectief. Utrecht: Vrije Universiteit Amsterdam.

Sacket, D., Straus, S., Richardson, W., Rosenberg, W., & Haynes, R. (2000). Evidence-based medicine:

how to practice and teach EBM. Edinburgh & New York: Churchill Living-stone 2nd ed.

Scholte, M. (2010). Over de kracht van maatschappelijk werk. Haarlem: Hogeschool INHolland.