Evalueren om te leren

70
Docentenmap Evalueren om te leren Evalueren om te leren Groenhorst

description

 

Transcript of Evalueren om te leren

Page 1: Evalueren om te leren

Docentenmap

Evalueren om te leren

Evaluerenom teleren

Groenhorst

Page 2: Evalueren om te leren

2E V A L U E R E N O M T E L E R E N | I N L E I D I N G

In deze map vind je allerlei materialen om Evalueren om te leren (Castelijns, Segers & Struyven, 2011) toe te passen. Evalueren om te leren is dat tussentijds het leren van leer -lingen wordt geëvalueerd om meer zicht te krijgen op het leerproces van de leerlingen tot op dat moment en de docent en de leerlingen aanwijzingen geeft voor het vervolg. Evalueren om te leren maakt dat je als docent beter gaat kijken naar de leerling en wat dezeleerling nodig heeft om te leren. Leerlingen enthousiast maken om talenten te blijven ont-dekken en ontplooien. Leerling bewust maken van eigen kennis en vaardigheden maakt datze zich kunnen ontwikkelen op beide gebieden. De docent helpt hierbij en kijkt samen metde leerling waar sterke en zwakke punten zitten, hoe een leerling verder kan, wat er nog teleren valt en ook hoe je dit kunt aanpakken.

Elk materiaal in deze map bestaat uit:

Voorbereiding: Hoe je gebruik je dit materiaal en wanneer.Het materiaal: Te gebruiken in de les/praktijk. Onderzoek: Hoe onderzoek je of het materiaal daadwerkelijk gewenst effect heeft op

de leerlingen en op de docent. Onderzoek doen maakt je als docent beterop de hoogte van wat past bij de leerlingen, wat de leeropbrengst is en hoeeen bepaalde opdracht of les uitpakt bij een klas of groep. Ook is het ergleuk om een keer wat anders uit te proberen en daarna te onderzoekenwat deze opdracht of deze les heeft opgeleverd. Door dit aan leerlingen tevragen d.m.v. een vragenlijst of door vragen te stellen, gaat een leerlingzich ook meer betrokken voelen bij de les. Daarom zit gekoppeld aan al hetmateriaal dat in deze map zit ook onderzoeksactiviteiten verbonden die jekunt inzetten hiervoor.

In deze map vind je in de bijlage ook een samenvatting van het boek ’Evalueren om te leren’(Castelijns, Segers & Struyven, 2011). Hier vind je veel informatie over waarom en wanneerje ‘Evalueren om te leren’ zou kunnen toepassen in de les.Het maakt je als docent meer bewust van wat leerlingen kunnen met jouw manier van les-geven. Ook zul je merken dat leerlingen meer betrokken worden bij de les en daardoor meerenthousiast en actief zijn. Zoals in het boek ook staat: ‘Veel docenten vinden dat het toepassen van Evalueren om teleren een zichtbaar positieve impact heeft op het zelfvertrouwen, de leermotivatie en destudieaanpak van leerlingen. Zij menen dat Evalueren om te leren bijdraagt tot het lerenvan verschillende vaardigheden die zelfstandig ‘leren leren’ bevorderen.’ (Castelijns, Segers& Struyven, 2011)We hopen dat deze materialen je kunnen ondersteunen bij het gebruiken van toetsen enbeoordelen ten behoeve van het leren van je leerlingen.

Ronald Slot en José Dorresteijn (Groenhorst Maartensdijk)Marian van Outersterp, Barbera Wouters en Marloes Scholtens (Groenhorst Nijkerk)Jerom Lettinga en Ineke Lucassen (Groenhorst Velp)

Materiaal Evalueren om te lerenInleiding

Evaluerenom teleren

Page 3: Evalueren om te leren

3E V A L U E R E N O M T E L E R E N | I N H O U D S O P G A V E

Evaluerenom teleren

Evalueren om te leren

Ik wil competentie -

gericht leren vanmijn leerlingen verbeteren

Pag.

Ik wil dat leerlingen lerenvan de toetsendie ze hebbengemaakt

Pag.

Ik wil mijn les zoinrichten dat

Evalueren om teleren een vasteplaats krijgt inde opbouw

Pag.

Ik wil mijn leer-lingen beter

voorbereiden opde proeven vanbekwaamheid

Pag.

Ik wil mijn werk-bladen zo inrich-ten dat Evalue-ren om te lerendaar een vasteplaats krijgt

Pag.

Ik wil zelf materiaal ontwikkelen voor Evalueren om te leren

Pag.

Competentiesbeoordelen

Pag.

Welke van de 5 basiscom-petenties wil je verbeteren?

Pag.

Nabesprekentoets of

praktische han-deling pagina:

Pag.

Evalueren om teleren in deles/praktijk

Pag.

Mini-PVB

Pag.

Format werkblad

Pag.

Zelf materiaalontwikkelen

Pag.

Samenwerkenen overleggen

Pag.

Met druk entegenslagomgaan

Pag.

Plannen enorganiseren

Pag.

Kwaliteit leveren

Pag.

Leren

Pag.

InhoudsopgaveHoofdstuk 1 Competenties beoordelen 3

Hoofdstuk 2 Nabespreken toets of praktische handeling 23

Hoofdstuk 3 Evalueren om te leren in de les/praktijk 29

Hoofdstuk 4 MINI PVB 34

Hoofdstuk 5 Format werkblad 41

Hoofdstuk 6 Evalueren om te leren zelf ontwerpen 46

Hoofdstuk 7 49

Hoofdstuk 8 Samenvatting Evalueren om te leren 53

Keuzediagram

Welke materialen kies je?Om je te helpen kiezen hebben we dit keuze-diagram gemaakt zodat je gemakkelijk materiaal kan kiezen dat aansluit bij je eigen situatie.

Page 4: Evalueren om te leren

4E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

• Samenwerken en overleggen• Met druk en tegenslag omgaan• Plannen en organiseren• Kwaliteit leveren• Leren

Competenties beoordelen

Hoofdstuk 1

Evaluerenom teleren

Page 5: Evalueren om te leren

5E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Voorbereiding bij het inzetten van ‘beoordelings- formulierencompetenties’

In de voorbereiding stel je vast of dit materiaal past bij jouw situatie door te kijken of jetegen problemen aanloopt waarvoor dit materiaal een oplossing is en nagaat of de doelenen gewenste opbrengsten aansluiten bij wat jij voor ogen hebt met dit materiaal.

Het materiaal is geschikt als je tegen de volgende problemen aanloopt

Probleembeschrijving:• De competenties worden nu niet of nauwelijks beoordeeld• De omschrijvingen van de rubrics zijn te moeilijk• Per rubric is er teveel informatie verwerkt• Leerlingen herkennen zich niet in de omschrijvingen• Met als gevolg weinig ontwikkeling in de competenties.• Docenten weten niet goed hoe ze het aan moeten pakken en hebben behoefte aan ondersteuning

Het materiaal is geschikt als je de volgende doelen en gewenste situatienastreeft

Doelen:• De leerling leert beter naar zichzelf kijken (gedrag, talenten, ontwikkelpunten)• De leerling weet waar hij/zij op dit moment staat binnen de 5 basiscompetenties• De leerling krijgt inzicht in waar hij/zij naar toe moet werken• De leerling zal beter presteren als hij/zij de competenties beheerst

Gewenste situatie:Het beoordelen van competenties kan op verschillende momenten en manieren:• Na een langere periode waarin leerlingen aan een grote opdracht gewerkt hebben• Nog direct dezelfde les na het uitvoeren van een opdracht• Na een aantal lessen• Een speciaal moment vastleggen in de activiteitenweken voor de reflectiegesprekken• Tijdens de reguliere lessen reflectiegesprekken voeren als de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn

Welke stappen zet je als je dit materiaal gaat inzetten

Hoe te gebruiken:1. Docent kiest een competentie waar hij/zij mee wil gaan werken• Samenwerken en overleggen• Met druk en tegenslag omgaan• Plannen en organiseren• Kwaliteit leveren• Leren

2. Docent geeft uitleg over de competentie(s), waarbij hij de bijbehorende beoordelings -modellen met de leerlingen doorneemt

3. Leerlingen werken aan opdrachten waarbij de gekozen competentie een rol speelt (bijvoorbeeld samenwerken)

4. Leerlingen vullen achteraf individueel een reflectieformulier in over zichzelf5. Aan de hand van dit formulier volgt een gesprek tussen leerling en docent (volgens de STAR-methode, zie bijlage)

6. Aan het einde van het gesprek wordt er gezamenlijk een eindresultaat/vervolg vast -gesteld.

Evaluerenom teleren

Page 6: Evalueren om te leren

6E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

A. Beoordelingsmodel Samenwerken & overleggen

Samenwerken is belangrijk. Ook later is het leren samenwerken belangrijk om je werk goedte doen. Bijna bij alle beroepen zul je met collega’s te maken krijgen en zul je hiermee moe-ten leren omgaan.

Om goed te leren samenwerken zijn we hier nu al mee bezig in de lessen. Soms zal hetsamenwerken nog niet zo goed gaan. Misschien ben je wel heel goed in het samenwerken,maar misschien vind je het ook moeilijk om je aan te passen en met anderen afspraken temaken. Om goed te leren samenwerken zul je aan een aantal punten moeten voldoen. Omte kijken waar jij staat, zal de docent hierover met je in gesprek gaan.

Hieronder kun je zien aan welke punten je moet voldoen om starter, geoefend, gevorderd of op niveau te zijn. Natuurlijk is het zo dat je jezelf kunt verbeteren in het samenwerken en dat je voor jezelf leerpunten en actiepunten moet opschrijven om je te ontwikkelen. De docent zal deze actiepunten met je bespreken en zo kun je beter worden in het samen-werken.

Starter. Je bent starter als je: - het aanpassen moeilijk vindt.- weinig overlegt met de anderen in de groep.- alles alleen doet of te weinig doet aan de opdracht. - soms of vaak ruzie maakt binnen de groep.- als je niet durft te zeggen wat je vindt binnen de groep.

Geoefend. Je bent geoefend als je:- De taken kunt verdelen binnen de groep.- Een eerlijk aandeel van de opdracht maakt.- Geen ruzie hebt binnen de groep.- Soms durft te zeggen wat je vindt.- Soms overlegt met de anderen.- Je soms durft aan te passen.

Gevorderd. Je bent gevorderd als je:- De taken goed verdeeld hebt binnen de groep.- Een eerlijk aandeel van de opdracht maakt.- Geen ruzie hebt binnen de groep.- Durft te zeggen wat je vindt.- Overlegt met anderen.- Je durft aan te passen.

Op niveau. Je bent op niveau als je:- Zorgt voor een goede sfeer in de groep.- Weet wanneer je je moet aanpassen.- Je mening geeft binnen de groep.- Een goede taakverdeling in overleg kan maken.- Een eerlijk aandeel van de opdracht maakt en ook zorgt dat anderen dat doen.

Evaluerenom teleren

Page 7: Evalueren om te leren

7E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Reflectieformulier Samenwerken en Overleggen

Samenwerken is belangrijk. Ook later is het leren samenwerken belangrijk om je werk goedte doen. Bijna bij alle beroepen zul je met collega’s te maken krijgen en zul je hiermee moe-ten leren omgaan. Vul bij de volgende stellingen in waar jij denkt waar je staat op dit moment. Ben je Starter, Geoefend, Gevorderd of Op Niveau.

1. Ik kan me goed aanpassen aan de groepO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

2. Ik overleg veel met anderen in de groep. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

3. Ik maak geen ruzie binnen de groep. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

4. Ik maak altijd een taakverdeling voordat ik met een opdracht aan de slag ga. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

5. Ik zorg voor een goede sfeer in de groep.O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

6. Ik geef mijn mening binnen de groep.O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

7. Ik durf iemand aan te spreken op zijn/haar gedrag in de groep. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

8. Ik maak een eerlijk gedeelte van de opdracht. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

EINDBEOORDELING: _________

Evaluerenom teleren

Page 8: Evalueren om te leren

8E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

B. Beoordelingsmodel ‘Met druk en tegenslag omgaan’.

Leren om met druk en tegenslag om te gaan is belangrijk. Als je goed met druk en tegenslagkunt omgaan, werk je met meer plezier en blijf je positief. Je werkt altijd aan een goedeoplossing en wordt niet chagrijnig als het even niet lukt.

Om goed te leren hoe je met druk en tegenslag kunt omgaan, zul je jezelf beter moetenleren kennen. Voor de één is dit makkelijk en een ander heeft hier erg veel moeite mee. Ga eerst eens na hoe je reageert als het even niet lukt. In de les proberen we je te helpenhoe je om kunt gaan met druk en tegenslag. Om dit goed te kunnen zul je aan een aantalpunten moeten voldoen. Om te kijken waar jij staat, zal de docent hierover met je in gesprek gaan.

Hieronder kun je zien aan welke punten je moet voldoen om starter, geoefend, gevorderd ofop niveau te zijn. Natuurlijk is het zo dat je jezelf kunt verbeteren in het omgaan met druken tegenslag. Je zult leerpunten en actiepunten moeten opschrijven om je te ontwikkelen.De docent zal deze actiepunten met je bespreken en zo kun je beter worden in het omgaanmet druk en tegenslag.

Starter. Je bent starter als je: - Snel onrustig wordt als je planning niet goed loopt.- Boos wordt als iets niet lukt.- Het lastig vindt om meerdere taken tegelijk op te lossen. - Niet goed tegen kritiek kan.

Geoefend. Je bent geoefend als je:- Overzicht houdt als er meerdere taken tegelijk moeten worden gedaan. - Rustig blijft als iets niet lukt. - Kritiek van een ander kunt verdragen.

Gevorderd. Je bent gevorderd als je:- Verschillende taken tegelijk kunt uitvoeren. - Oplossingen ziet als iets tegenzit.- Rustig blijft als er veel misloopt.- Kritiek van een ander kunt aanhoren en een plekje kan geven.

Op niveau. Je bent op niveau als je:- Snel oplossingen ziet.- Kritiek van anderen gebruikt om jezelf te verbeteren. - Positief blijft als het tegenzit.- Heel rustig verschillende taken tegelijk kunt uitvoeren. - Rekening houdt met de ander.

Evaluerenom teleren

Page 9: Evalueren om te leren

9E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Reflectieformulier: Met druk en tegenslag omgaan.

Goed om kunnen gaan met tegenslagen helpt je om positief te blijven en goed te blijvenpresteren. Je leert om rustig te blijven en te denken richting de oplossing.

Vul bij de volgende stellingen in waar jij denkt waar je staat op dit moment. Ben je Starter, Geoefend, Gevorderd of Op Niveau.

1. Als iets fout gaat, blijf ik rustig. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

2. Als iets niet lukt, blijf ik doorwerken en zoeken naar de oplossing. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

3. Als ik kritiek krijg van iemand, vind ik dat niet erg. Ik kan dit soms gebruiken om van te leren.

O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

4. Als iets fout gaat, blijf ik positief en word ik niet gelijk chagrijnig. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

5. Als iets niet lukt, probeer ik gewoon nog een keer. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

6. Als er druk is en ik moet veel taken tegelijk doen, houd ik overzicht en blijf ik rustig doorwerken.

O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

7. Als ik mijn werk echt niet afkrijg, durf ik dit op tijd aan te geven. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

EINDBEOORDELING: _________

Evaluerenom teleren

Page 10: Evalueren om te leren

10E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

C. Beoordelingsmodel ‘Plannen en organiseren’.

Als je goed bent in plannen en organiseren helpt dit je later om het werk goed te kunnenuitvoeren. Het is belangrijk dat je leert inzien welke taken veel tijd in beslag nemen en welketaken eerder klaar kunnen zijn. Als je goed kunt plannen kom je niet in de problemen en hebje het werk op tijd af.

Om goed te leren plannen en organiseren zijn we hier nu al mee bezig in de lessen. Je hebthier al regelmatig te maken met studiewijzers en ook je huiswerk moet je zelf leren plan-nen. Misschien red je dit al heel goed, maar het kan ook zo zijn dat je vaak te laat begint metbepaalde taken. Om goed te leren plannen en organiseren zul je aan een aantal puntenmoeten voldoen. Om te kijken waar jij staat, zal de docent hierover met je in gesprek gaan.

Hieronder kun je zien aan welke punten je moet voldoen om starter, geoefend, gevorderd ofop niveau te zijn. Natuurlijk is het zo dat je jezelf kunt verbeteren in plannen en organiserenen dat je voor jezelf leerpunten en actiepunten moet opschrijven om je te ontwikkelen. De docent zal deze actiepunten met je bespreken en zo kun je beter worden in plannen enorganiseren.

Starter. Je bent starter als je: - Te laat aan je huiswerk begint.- Taken vaak te laat of niet af hebt.- Te laat bent met het inleveren van werkstukken en verslagen.- Je het lastig vindt om te werken met een studiewijzer.- Zelf slecht bent in het maken van een planning.

Geoefend. Je bent geoefend als je:- Zelf een planning kan maken die meestal klopt.- Het soms fijn vindt om met een studiewijzer te werken.- Werkstukken en verslagen soms op tijd inlevert.- Het huiswerk meestal op tijd af hebt.

Gevorderd. Je bent gevorderd als je:- Een planning kan maken en deze ook regelmatig aanpast als deze niet uitkomt.- Werkstukken en verslagen regelmatig op tijd inlevert. - Het makkelijk vindt om met een studiewijzer te werken.- Huiswerk op tijd af hebt.

Op niveau. Je bent op niveau als je:- Zelf je taken vooruit in een planning kunt zetten en deze planning op een goede manierkunt bijstellen.

- Werkstukken en verslagen altijd op tijd inlevert.- Het prettig vindt om te werken met een studiewijzer.- Goed kunt inschatten hoeveel tijd een bepaalde taak kost.- Huiswerk altijd op tijd af hebt.

Evaluerenom teleren

Page 11: Evalueren om te leren

11E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Reflectieformulier: Plannen en Organiseren.

Goed plannen en organiseren kan je helpen om je werk op tijd af te krijgen. Als je goed bentin plannen heb je het werk op tijd af en hoef je niet te stressen.

Vul bij de volgende stellingen in waar jij denkt waar je staat op dit moment. Ben je Starter, Geoefend, Gevorderd of Op Niveau.

1. Ik begin ruim op tijd aan mijn huiswerk. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

2. Ik maak op tijd een planning van welke taken ik wanneer ga uitvoeren. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

3. Als ik niet op schema lig, maak ik een nieuwe planning. O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

4. Ik weet goed wat belangrijke taken zijn en wat minder belangrijke taken zijn en ik houdhier rekening mee als ik mijn planning ga maken.

O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

5. Doordat ik een goede planning kan maken, heb ik het huiswerk op tijd af.O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

6. Als ik een studiewijzer uitgedeeld krijg, weet ik precies hoe ik mijn planning het bestekan maken om de taken op tijd af te krijgen.

O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

EINDBEOORDELING: _________

Evaluerenom teleren

Page 12: Evalueren om te leren

12E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

D. Beoordelingsmodel ‘Kwaliteit leveren’.

Kwaliteit leveren is belangrijk. Je werk moet er niet alleen netjes en verzorgd uitzien, maarook aan de opdracht voldoen. Als je dat leert dan kan je trots zijn op je werk. Het geeft jeeen tevreden gevoel. Docenten zullen dit ook opmerken en jouw inzet belonen.

Om kwaliteit te leveren , zul je kritisch naar je eigen werk moeten kijken. Voor de één is ditmakkelijk en een ander heeft hier erg veel moeite mee. Ga eerst eens na hoe je aan eenopdracht begint. Lees je de opdracht eerst door, of begin je direct? Dan is het ook belangrijkof je tijdens het uitvoeren van de opdracht wel eens goed naar je eigen werk kijkt. Ben jenog steeds tevreden? Zo niet, wat doe je dan? En ook zeker niet onbelangrijk, krijg je hetwerk op tijd af? Dit zijn al veel vragen, maar in de les proberen we je te helpen bij het leverenvan kwaliteit.

Hieronder kun je zien aan welke punten je moet voldoen om starter, geoefend, gevorderd of op niveau te zijn. Natuurlijk is het zo dat je jezelf kunt verbeteren in het leveren van kwaliteit. Je zult leerpunten en actiepunten moeten opschrijven om je te ontwikkelen. De docent zal deze actiepunten met je bespreken en zo kun je beter worden in het leverenvan kwaliteit.

Starter. Je bent starter als je: - Nooit een opdracht eerst leest, maar direct aan de slag gaat- Tussendoor nooit controleert of je werk aan de opdracht voldoet- Je werk nooit aanpast als dit nodig is- Slordig en rommelig werkt- Opdrachten vaak te laat inlevert

Geoefend. Je bent geoefend als je:- Soms een opdracht eerst leest, maar vaak direct aan de slag gaat- Tussendoor soms controleert of je werk aan de opdracht voldoet- Je werk soms aanpast als dit nodig is- Soms slordig en rommelig werkt- Opdrachten soms te laat inlevert

Gevorderd. Je bent gevorderd als je:- Regelmatig een opdracht eerst leest, maar soms direct aan de slag gaat- Tussendoor regelmatig controleert of je werk aan de opdracht voldoet- Je werk regelmatig aanpast als dit nodig is- Vaak netjes en zorgvuldig werkt- Opdrachten af en toe te laat inlevert

Op niveau. Je bent op niveau als je:- Altijd een opdracht eerst leest, voordat je aan de slag gaat - Tussendoor altijd controleert of je werk aan de opdracht voldoet- Je werk altijd aanpast als dit nodig is- Altijd netjes en zorgvuldig werkt- Opdrachten nooit te laat inlevert

Evaluerenom teleren

Page 13: Evalueren om te leren

13E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Reflectieformulier: Kwaliteit leveren

Als je leert om kwaliteit te leveren dan kan dat je helpen om meer tevreden over je eigenwerk te zijn. Je kunt dan trots zijn op je werk. De docenten zullen dat ook merken en jouwinzet belonen.

Vul bij de volgende stellingen in waar jij denkt waar je staat op dit moment. Ben je Starter, Geoefend, Gevorderd of Op Niveau.

1. Ik kijk voordat ik begin eerst waar de opdracht aan moet voldoenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

2. Tussendoor controleer ik of mijn werk nog steeds aan de opdracht voldoetO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

3. Als er iets in de opdracht niet goed gaat kan ik dat herkennen en benoemenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

4. Als ik tussendoor niet tevreden ben over mijn opdracht, dan pas ik het aanO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

5. Ik zorg ervoor dat de opdracht goed is uitgewerktO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

6. Ik zorg ervoor dat mijn opdracht er netjes en verzorgt uit ziet.O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

7. Ik zorg ervoor dat mijn werk aan de eisen voldoet die de docent vooraf heeft aangegevenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

8. Ik kan het werk af krijgen binnen de tijd die we voor de opdracht krijgen O Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

EINDBEOORDELING: _________

Evaluerenom teleren

Page 14: Evalueren om te leren

14E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

E. Beoordelingsmodel ‘Leren’.

Leren is veel meer dan alleen maar het leren voor toetsen. Ook in de praktijk zal je dingenleren. Het is dan belangrijk dat je het advies van docenten opvolgt en er ook werkelijk ietsmee doet. Jezelf willen verbeteren. Als je goed bent in leren helpt dit je om jezelf te ontwik-kelen. Je staat dan niet stil, maar wordt steeds beter in de dingen die je doet. Iedereen heeftwel iets waar hij/zij niet zo goed in is, maar wil je hier ook wat aan veranderen? Dat is pasleren!

In de lessen heb je nu al regelmatig te maken met leren. Misschien gaat dit al heel goed,maar het kan ook zijn dat je hier nog wat moeite mee hebt. Om goed te kunnen leren zul jeaan een aantal punten moeten voldoen. Om te kijken waar jij staat, zal de docent hierovermet je in gesprek gaan.

Hieronder kun je zien aan welke punten je moet voldoen om starter, geoefend, gevorderd ofop niveau te zijn. Natuurlijk is het zo dat je jezelf kunt verbeteren in leren en actiepuntenmoet opschrijven om je te ontwikkelen. De docent zal deze actiepunten met je bespreken enzo kun je beter worden in leren.

Starter. Je bent starter als je: - Nooit leert voor toetsen- Nooit je best doet- Fouten maakt en er niets aan wil veranderen- Tijdens uitleg slecht oplet- Niet weet wat er nog niet goed gaat

Geoefend. Je bent geoefend als je:- Soms leert voor toetsen- Soms je best doet- Fouten maakt en er af en toe iets aan wil veranderen- Tijdens de uitleg matig oplet- Niet goed weet wat er nog niet goed gaat

Gevorderd. Je bent gevorderd als je:- Regelmatig leert voor toetsen- Regelmatig je best doet - Fouten maakt, maar die ook vaak verbetert- Tijdens de uitleg voldoende oplet- Vaak weet wat er nog niet goed gaat

Op niveau. Je bent op niveau als je:- Altijd leert voor toetsen- Altijd je best doet- Soms fouten maakt, maar die ook altijd verbetert- Tijdens de uitleg goed oplet- Heel vaak wel weet wat er nog niet goed gaat

Evaluerenom teleren

Page 15: Evalueren om te leren

15E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Reflectieformulier: Leren

Leren kan best wel moeilijk zijn. Ook leren van je eigen fouten is geen eenvoudige klus. Het is veel gemakkelijker om je fouten niet te willen zien. Maar door te leren kom je verderen blijf je jezelf ontwikkelen.

Vul bij de volgende stellingen in waar jij denkt waar je staat op dit moment. Ben je Starter, Geoefend, Gevorderd of Op Niveau.

1. Ik leer goed voor toetsenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

2. Ik doe goed mijn best als ik iets in de praktijk moet lerenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

3. Als ik fouten heb gemaakt dan wil ik hiervan leren en het een volgende keer beter doenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

4. Als de docent de antwoorden bespreekt dan let ik goed opO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

5. Als ik zelf na mag kijken dan doe ik dat door de antwoorden ook te verbeterenO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

6. Als iemand mij advies geeft hoe ik iets beter kan doen of leren dan volg ik dat opO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

7. Na het afronden van een opdracht kijk ik altijd wat er wel en niet goed is gegaanO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

8. Na het afronden van een opdracht kan ik ook benoemen wat ik moeilijk vind en wat nietO Starter O GeoefendO GevorderdO Op Niveau

EINDBEOORDELING: _________

Evaluerenom teleren

Page 16: Evalueren om te leren

16E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Evaluerenom teleren

Voorbeeldvragen Reflectiegesprek

!"##$%&&'()$*+&,!$&-'&./0&+&12$&3!

45*60,&$&,!0,!7*6&,8*,+!!

!!!

""! #"! $%!

!0/9*/0&! &''(!)*++,-+!.+/!012.!'34!&'55++(!6')!.+/4!7+/!61+!6+(8/+!9+!)':+54!&'/!6')!9;<6!(;,4!

"**3!! &'/!6')!9+!!/''8!;3!;*-('2./4!&'/!:;+)/!+(!=+>+<(+54!

#./0&! &'/!.+>!919!<1/+15-+,198!=+-''54!&'/!-++-!9+!++()/!+5!6'/!-''(5'4!&''(;:!*'8/+!9+!.+/!;*!-1+!:'51+(!''54!&''(;:!-++-!9<1)/!919!-'/4!"$*+&,!#)&$!(&!+&'&)&$(&!2$&1/*/0&!:8&/!8*,(&'&,;

$%&'()*+%,&'&-( ?+(/+,!++5)!6'/!9+!=+-''5!.+>/4!&+,8!6+(8!:;+)/!9+!-;+54!#<5!9+!,'/+5!01+5!6'/!9+!=+-''5!.+>/4!

@;+!5;+:!9+!-+!<1/=+A;+(-+!6+(80'':.+-+54!&'/!.+>!9+!-''(5'!=+-''54!

@;+!)5+,!:;+/!.+/!8,''(!01954!&'/!6'(+5!-+!+1)+54!!

$%&'(.*/0+)'&-( &+,8+!;5A+(6'2./+!-15=+5!>+5!9+!/+=+5=+8;:+54!

@;+!61)/!9+!-'/!.+/!=;+-!=15=4!&'55++(!)/;*!9+4!

&+,8+!>+),1))15=+5!.+>!9+!=+5;:+54!&''(;:!.+>!9+!-'/!0;!=+-''54!

$%&'(,'12-*0&'&-(

&+,8+!:'/+(1',+5!.'-!9+!5;-1=!A;;(-'/!9+!8;5!>+=155+54!!

&+,8+!A;;(>+(+1-15=+5!.+>!9+!0+,3!!=+-''54!

@;+A++,!:+5)+5!6'(+5!+(!>19!-+!A;;(>+(+1-15=!>+/(;88+54!!

$%&'(3,44)-*3&'&-(

&+,8+!'3)*('8+5!.+>!9+!=+:''8/4!&'/!.+>!9+!=+-''54!

@+>!9+!=;+-+!'3)*('8+5!=+:''8/4!!!

&'/!6')!+1=+5,198!-+!>+-;+,15=4!7+/!61+!.+>!9+!=+)*(;8+5!;A+(!-+!'2/1A1/+1/4!

5&19'/**/

$%&'(%&'2-+6,,'7&-(

B'5!6+,8+!(+=+,)!:;+)/!9+!9+!.;<-+54!

@;+!A++,!/19-!.'-!9+!5;-1=4!&')!-1/!)5+,4!

&'/!8<5!9+!'>);,<</!51+/!:'8+54!

Page 17: Evalueren om te leren

17E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Evaluerenom teleren

@;+!,'5=!.+>!9+!+(;A+(!=+-''54!

@;+!6')!9+!6+(8!<1/A;+(15=4!

&+,8+!*(;>,+:+5!.+>!9+!-;;(=+=+A+5!''5!9+!,+1-15=!=+A+5-+4!

"$*+&,!#)&$!8&/!)&$6#+&,!:8&/!!(&,3&,;

5&1&80( &'/!6++/!9+!+(A'54!

C)!-'/!6+,!0;4!!

&++/!9+!-'/!0+8+(4!

9*1&-(8&'&-( &+,8+!A('=+5!.+>!9+!5<4!

&'/!-++-!9+!/;+5!9+!1+/)!51+/!61)/4!

&+,8+!*(;>,+:+5!.+>!9+!;*=+,;)/4!&+,8+!)/'**+5!5':!9+4!

:',--&-( &+,8+!>(;55+5!.+>!9+!>+5</4!

&'/!8<5!9+!6''(!A15-+54!

@;+!>+/(;<6>''(!1)!-+!>(;54!

;&'.2-7&-( &'55++(!8<5!!9+!-1/!+2./!51+/!-;+54!!

&'55++(!:;+/!9+!-1/!51+/!-;+54!&''(;:4!&'/!:'=!+(!51+/!:1)=''54!!

&''(!8<5!9+!-1/!;;8!-;+5D/;+*'))+54!

9*1&-<&'0<&3+*&=(( @;+!A;5-!9+!.+/4!

@;+!A;5-!9+!.+/!+5!6''(;:4!

&'/!.++3/!9+!=+:;/1A++(-4!&''(!>+5!9+!/(;/)!;*4!

!

Page 18: Evalueren om te leren

18E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Onderzoek Is het voor jou zinvol om deze formulieren te gebruiken?

Je hebt de beoordelingsmodellen en reflectieformulieren gebruikt. Hieronder enkele sugges-ties om te ontdekken of deze manier van werken ook voor jou zinvol is. Door het proces ende doelen te evalueren kun je erachter komen of deze formulieren nog aangepast moetworden om aan te sluiten bij jouw lessen.

Proces evalueren

Je kunt de vragen op het reflectieformulier en de omschrijvingen op het beoordelingsmodelmet de leerlingen bespreken, misschien blijkt hieruit dat:- De vragen/omschrijvingen te moeilijk zijn voor leerlingen (dan kun je het anders formuleren)

- De vragen/ omschrijvingen te algemeen zijn (dan kun je het meer vakspecifiek maken)

Bereiken van doelen evalueren

• Je kunt in gesprek met leerlingen of ze een vragenlijst laten invullen (Komt hierna). Je zou de volgende vragen aan leerlingen kunnen stellen:1. Weet je door dit formulier wat de verschillende competenties inhouden?2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat?3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat?4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken?5. Weet je door dit formulier wat het belang is van het kijken naar jezelf?6. Ga je door dit formulier beter presteren?7. ____________________________________________________________

• Je kunt jezelf als docent de volgende vragen stellen:8. Is het duidelijker geworden wat de verschillende competenties inhouden?9. Is het verschil duidelijker geworden tussen de verschillende niveaus?10. Is het gemakkelijker geworden om leerlingen te wijzen op hun sterke punten?11. Is het gemakkelijker geworden om leerlingen te wijzen op hun ontwikkel punten?12. Is het beoordelen van de competenties eenvoudiger geworden?13. ____________________________________________________________

• Je kunt een collega vragen om mee te kijken tijdens een reflectiegesprek en het daarnasamen bespreken, aandachtspunten kunnen zijn:

14. Vraagstellingen van de docent15. Reacties leerlingen16. Behalen van doelen17. ____________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 19: Evalueren om te leren

19E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Leerlingvragenlijst ‘Competenties beoordelen-samenwerken en overleggen’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit formulier wat de competentie ‘samenwerken en overleggen‘ betekent?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat bij de competentie ‘samenwerken enoverleggen‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat bij de competentie ‘samenwerkenen overleggen‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken als het gaat om de competentie‘samenwerken en overleggen‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door dit formulier wat het belang is van kijken naar jezelf?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Ga je door dit formulier beter presteren op de competentie ‘samenwerken en overleggen‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 20: Evalueren om te leren

20E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Leerlingvragenlijst ‘Competenties beoordelen-met druk en tegenslag omgaan’(vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit formulier wat de competentie ‘Met druk en tegenslag omgaan‘ betekent?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat bij de competentie ‘Met druk en tegen-slag omgaan‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat bij de competentie ‘Met druk entegenslag omgaan‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken als het gaat om de competentie‘Met druk en tegenslag omgaan‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door dit formulier wat het belang is van kijken naar jezelf?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Ga je door dit formulier beter presteren op de competentie ‘Met druk en tegenslagomgaan‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 21: Evalueren om te leren

21E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Leerlingvragenlijst Competenties beoordelen-plannen en organiseren’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit formulier wat de competentie ‘Plannen en organiseren‘ betekent?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat bij de competentie ‘Plannen en organi-seren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat bij de competentie ‘Plannen enorganiseren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken als het gaat om de competentie‘Plannen en organiseren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door dit formulier wat het belang is van kijken naar jezelf?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Ga je door dit formulier beter presteren op de competentie ‘Plannen en organiseren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 22: Evalueren om te leren

22E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Leerlingvragenlijst‘Competenties beoordelen-Kwaliteit leveren’(vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit formulier wat de competentie ‘Kwaliteit leveren‘ betekent?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat bij de competentie ‘Kwaliteit leveren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat bij de competentie ‘Kwaliteit leveren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken als het gaat om de competentie‘Kwaliteit leveren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door dit formulier wat het belang is van kijken naar jezelf?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Ga je door dit formulier beter presteren op de competentie ‘Kwaliteit leveren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 23: Evalueren om te leren

23E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 1

Leerlingvragenlijst ‘Competenties beoordelen-Leren’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit formulier wat de competentie ‘Leren‘ betekent?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit formulier op welk niveau je staat bij de competentie ‘Leren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat bij de competentie ‘Leren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit formulier waar je naar toe moet werken als het gaat om de competentie‘Leren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door dit formulier wat het belang is van kijken naar jezelf?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Ga je door dit formulier beter presteren op de competentie ‘Leren‘?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 24: Evalueren om te leren

24E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

Nabespreken toets ofpraktische handeling

Hoofdstuk 2

Evaluerenom teleren

Page 25: Evalueren om te leren

25E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

Voorbereiding bij het inzetten van ‘leerwerkbladnabespreken toets of praktische handeling’.

In de voorbereiding stel je vast of dit materiaal past bij jouw situatie door te kijken of jetegen problemen aanloopt waarvoor dit materiaal een oplossing is en nagaat of de doelenen gewenste opbrengsten aansluiten bij wat jij voor ogen hebt met dit materiaal.

Het materiaal is geschikt als je tegen de volgende problemen aanloopt

Probleembeschrijving:• Het nabespreken van een toets gebeurt vaak niet, terwijl het toch iets zou kunnen opleveren voor de leerlingen.

• Leerlingen gebruiken de informatie die ze krijgen bij het nabespreken van een toets niet altijd om zelf verder van te leren.

Het materiaal is geschikt als je de volgende doelen en gewenste situatienastreeft

Doelen:• Nabespreken levert meer leerpunten op voor zowel de docent als voor de leerling. • Meer rust tijdens het nabespreken van een toets. • Leerlingen die meer gemotiveerd zijn om op te letten bij het nabespreken. • Leerlingen gebruiken de nabespreking om leerpunten te noteren en hiermee aan de slagte gaan.

• Leerlingen kijken terug op leerproces, hoe hebben ze de toets nu eigenlijk geleerd en was dit wel de goede manier.

Gewenste leersituatie:• Nabespreken kan zowel in groepjes als klassikaal.

Welke stappen zet je als je dit materiaal gaat inzetten

Hoe te gebruiken:1. Docent bespreekt een gemaakte toets (A) of praktische handeling (B) met de leerlingenna, dit kan klassikaal, maar ook in groepjes.

2. Voordat de docent begint met de nabespreking, deelt de docent het leerwerkblad voortoetsen nabespreken uit.

3. Het leerwerkblad wordt ingevuld door de leerling. Iedere leerling vult zijn eigen blad in.4. De docent kan de leerwerkbladen innemen om zelf eens te kijken waar het misgegaan isof wat er juist goed was aan de toets.

5. Je kunt de leerlingen ook de leerwerkbladen laten bewaren, zodat ze steeds weer kijkennaar hoe ze het geleerd hebben en wat het resultaat was. Dit kun je ook gebruiken in eenreflectiegesprek.

Evaluerenom teleren

Page 26: Evalueren om te leren

26E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

A. Leerwerkblad

Het nabespreken van een theoretische toets

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

Deze toets ging over het volgende onderwerp: ____________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Mijn cijfer/beoordeling voor deze toets: ___________________________________________________________

In de toets heb ik deze onderwerpen goed gemaakt: _____________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Deze onderwerpen moet ik de volgende keer beter leren: ________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Leg uit wat je hebt gedaan om deze toets te leren: _______________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Was dit de goede aanpak? ___________________________________________________________________________

Beschrijf in een paar stappen hoe je je op de volgende toets gaat voorbereiden

Stap 1: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Stap 2: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Tips/opmerkingen: ___________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 27: Evalueren om te leren

27E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

Evaluerenom teleren

B. Leerwerkblad

Het nabespreken van een praktische handeling

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

Deze opdracht ging over het volgende onderwerp: ________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Mijn cijfer/beoordeling voor deze opdracht: _______________________________________________________

Dit heb ik goed gedaan: ______________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Deze vaardigheden moet ik nog oefenen: __________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Wat zou ik de volgende keer anders doen? ________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Stel je voor dat je de volgende keer weer deze opdracht gaat doen. Beschrijfin een paar stappen hoe je je gaat voorbereiden op die volgende keer.

Stap 1: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Stap 2: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Stap 3: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Tips/opmerkingen: ___________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

Page 28: Evalueren om te leren

28E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

Onderzoek Is het voor jou zinvol om dit leerwerkblad te gebruiken?

Je hebt het leerwerkblad ‘nabespreken toets of praktische handeling’ gebruikt. Hieronderenkele suggesties om te ontdekken of deze manier van werken ook voor jou zinvol is. Doorhet proces en de doelen te evalueren kun je erachter komen of dit werkblad nog aangepastmoet worden om aan te sluiten bij jouw lessen.

Proces evalueren

Je kunt de antwoorden van de leerlingen bekijken, misschien blijkt hieruit dat de vragen:• Te moeilijk zijn voor leerlingen (dan kun je: andere vraagstellingen of keuzemogelijkhedenformuleren)

• Te algemeen zijn (dan kun je: de vragen meer vakspecifiek maken)

Bereiken van doelen evalueren

Je kunt in gesprek met leerlingen of ze een vragenlijst (staat hieronder) laten invullen.• Je zou de volgende vragen aan leerlingen kunnen stellen:• Weet je door dit formulier welke stof je nog niet beheerst?• Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat?• Weet je door dit formulier hoe je de volgende keer gaat leren?• Weet je door dit formulier hoe je het de volgende keer gaat aanpakken?• Weet je door dit formulier dat het belangrijk is op te letten bij de nabespreking?

• ________________________________________________________________________

Je kan jezelf als docent de volgende vragen stellen:• Weet ik nu waar ik in de theorie extra aandacht aan moet besteden?• Is het rustiger tijdens de nabespreking van de toets?

• ________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 29: Evalueren om te leren

29E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 2

Leerlingvragenlijst ‘Nabespreken toets of praktische handeling’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

Weet je door dit formulier welke stof je nog niet beheerst?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Weet je door dit formulier wat al wel en niet goed gaat?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Weet je door dit formulier hoe je de volgende keer gaat leren?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Weet je door dit formulier hoe je het de volgende keer gaat aanpakken?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Weet je door dit formulier dat het belangrijk is op te letten bij de nabespreking?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 30: Evalueren om te leren

30E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 3

• Bij opstart• Bij instructie• Bij afsluiting• Vervolg

Evalueren om te leren in de les/praktijk

Hoofdstuk 3

Evaluerenom teleren

Page 31: Evalueren om te leren

31E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 3

Voorbereiding bij het inzetten van ‘Actielijst evalueren om te leren toepassen in de les/praktijk’.

In de voorbereiding stel je vast of dit materiaal past bij jouw situatie door te kijken of jetegen problemen aanloopt waarvoor dit materiaal een oplossing is en nagaat of de doelenen gewenste opbrengsten aansluiten bij wat jij voor ogen hebt met dit materiaal.

Het materiaal is geschikt als je tegen de volgende problemen aanloopt

Probleembeschrijving:• lesdoel vaak bij leerlingen niet duidelijk• docent/leerling heeft vaak onvoldoende inzicht in het leerproces van de leerling• Er is onvoldoende interactie tussen leerling en docent• De relatie tussen de lesstof en de praktische toepassing is niet altijd duidelijk voor deleerling

• de koppeling met de voorgaande les wordt niet altijd gelegd

Het materiaal is geschikt als je de volgende doelen en gewenste situatienastreeft

Doelen:• de leerling krijgt beter inzicht waar hij/zij naar toe moet werken• de leerling krijgt beter inzicht wat hij leert• de leerling wordt zich beter bewust van het belang waarom hij/zij deze lesstof leert

Gewenste leersituatie:• de leerling heeft mogelijkheid om actief vragen te stellen tijdens de les• de docent is actief aanwezig in de les, prikkelt de leerlingen met vragen• de leerlingen hebben overlegmogelijkheid tijdens de les

Actielijst evalueren om te leren toepassen in de les/praktijk

Bij Instructie in les/praktijk:Lessen aanpassen aan de volgende speerpunten:

Vooraf:Begin de les met het aangeven van het lesdoel en je geeft het belang van het lesdoel aan, of de leerlingen dit begrepen hebben kun je als volgt controleren:Vragen stellen aan de leerlingen of ze het lesdoel hebben begrepen.Laat leerlingen het lesdoel uitleggen. Dit kan klassikaal, aan een andere leerlingen laten uit-leggen of laten uitleggen aan de leerlingen die het nog niet begrijpen (groepsgewijs)Laat leerlingen het lesdoel opschrijven in eigen woorden, docent controleert dit. Dit zorgtervoor dat de leerlingen weten waar ze naartoe werken en wat het belang daarvan is.

Tijdens de les:Leerlingen krijgen de mogelijkheid om te overleggen. Daarnaast geef leerlingen de gelegen-heid de docent vragen te stellen tijdens de les (door de klas lopen en aanspreekpunt zijn).De docent is actief in de les aanwezig en is niet met andere dingen bezig (bijv. alvast eentoets nakijken). De docent stelt open vragen, laat de leerlingen nadenken, zet de leerlingenaan om zelf actief te zijn. Voorbeeldvragen: Snap je de opdracht? Lukt het om de opdracht te doen? Leg eens uit… wat ben je aan het doen en waarom?

Op deze manier krijgen zowel de docent als de leerling tijdens de les al zicht op wat er al welen nog niet goed gaat en wat er nog moet gebeuren.

Evaluerenom teleren

Page 32: Evalueren om te leren

32E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 3

Einde van de les:• Leerlingen elkaars werk laten bekijken of beoordelen. • Leerlingen kort laten vertellen waar de les over ging. • Vragen wat de leerlingen hebben geleerd. Vragen wat er deze les niet duidelijk was ofmoeilijk was. Vragen wat de leerlingen nog een keer willen oefenen.

• Vragen waar leerlingen de geleerde stof voor gaan gebruiken. Voorbeeldvraag: Vertel noueens… wat heb jij aan deze les gehad? Hoe ga je dit zelf toepassen?

Op deze manier krijgen zowel de docent als de leerlingen aan het einde van de les zicht ophoever het leerproces is, wat gaat er al wel en wat nog niet goed, is het lesdoel gehaald enwat is de volgende stap.

Volgende les:• Terugkoppeling maken naar vorige les. Voorbeeldvragen: Wat heb je de vorige les geleerd?Heb je wat aan de vorige les gehad? Heb je iets kunnen toepassen? Hoe heb je dit gedaan?

• Klassikaal vragen: Wie heeft er iets in de praktijk gezien of gedaan van de afgelopen les?

Op deze manier is het voor de leerlingen duidelijk dat het een doorlopend leerproces is waarhet een volgt uit het ander.

Evaluerenom teleren

Page 33: Evalueren om te leren

33E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 3

Onderzoek Is het voor jou zinvol om deze Actielijst te gebruiken?

Je hebt de actielijst voor evalueren om te leren in de les/praktijk gebruikt. Hieronder enkelesuggesties om te ontdekken of deze manier van werken ook voor jou zinvol is. Door het pro-ces en de doelen te evalueren kun je erachter komen of deze actielijst nog aangepast moetworden om aan te sluiten bij jouw lessen.

Proces evalueren

Dit kun je doen door vragen te stellen aan de leerlingen over de les, hiermee krijg je voorjezelf scherp of je de les hebt uitgevoerd zoals je wilde. Hiervoor kun je een vragenlijstgebruiken (zie hieronder) of klassikaal vragen stellen.

Voorbeeldvragen:• Elke les heeft een les doel, geef kort aan wat het les doel is geweest van deze les?• Waren de opdrachten tijdens de les duidelijk?• Kun je het les doel in de praktijk gebruiken?• • Heb je tijdens de les voldoende vragen kunnen stellen?Heb je van de leraar voldoende aanwijzingen gehad om je verder te helpen?

Bereiken van doelen evalueren

Zijn leerlingen beter in staat om aan te geven wat ze al wel en nog niet kunnen? Door vra-gen te stellen tijdens de les kom je er achter of je doel bereikt is.

• Brengt deze les je dichter bij het lesdoel?• Heb je beter inzicht in waar je staat (wat kan je al wel en waar moet je nog extra aandachtaan besteden) door deze les?

• Waar moet je nog aan werken?

Je kan jezelf als docent de volgende vragen stellen:• Weet ik nu waar mijn leerlingen staan in het leerproces?• Weet ik waar ik extra aandacht aan moet besteden in mijn les?

Evaluerenom teleren

Page 34: Evalueren om te leren

34E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 3

Leerlingvragenlijst ‘Actielijst evalueren om te leren toepassen in de les/praktijk’(vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Elke les heeft een les doel, geef kort aan wat het les doel is geweest van deze les?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Waren de opdrachten tijdens de les duidelijk?

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Is het behalen van dit lesdoel belangrijk voor je, kun je dit gebruiken?

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Heb je tijdens de les voldoende vragen kunnen stellen?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Heb je van de leraar voldoende aanwijzingen gehad om je verder te helpen het lesdoel tebereiken?

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Brengt deze les je dichter bij het lesdoel?

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

7. Heb je beter inzicht in waar je staat (wat kan je al wel en waar moet je nog extra aan-dacht aan besteden) door deze les?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

8. Waar moet je nog aan werken om het doel te bereiken?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 35: Evalueren om te leren

35E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

• Competentie gericht toetsen• Toetsen in een werkelijke of gesimuleerde omgeving

MINI PVB

Hoofdstuk 4

Evaluerenom teleren

Page 36: Evalueren om te leren

36E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Voorbereiding bij het inzetten van ‘beoordelingsformulieren competenties’

In de voorbereiding stel je vast of dit materiaal past bij jouw situatie door te kijken of jetegen problemen aanloopt waarvoor dit materiaal een oplossing is en nagaat of de doelenen gewenste opbrengsten aansluiten bij wat jij voor ogen hebt met dit materiaal.

Het materiaal is geschikt als je tegen de volgende problemen aanloopt

Probleem beschrijving:• Leerlingen van het MBO worden niet goed voorbereid op de PVB• Het toetsen van competenties in een werkelijke of gesimuleerde situatie kost heel veeltijd en docenten uren

• Het is moeilijk om in 1 les uur een hele PVB te doen.

Het materiaal is geschikt als je de volgende doelen en gewenste situatienastreeft

Doelen:• Op een korte en kleine manier een PVB afnemen bij een groep leerlingen of deelnemers• Leerlingen toetsen in een werkelijke of gesimuleerde situatie, waardoor ze vaardigheden,kennis en houding kunnen laten zien en trainen

• Leerlingen van het MBO op een goede manier voorbereiden op het PVB

Gewenste situatie:• Leerlingen en deelnemers een leerzame manier van toetsen aanbieden in een werkelijkeof gesimuleerde omgeving.

• Goed voorbereide leerlingen op een PVB• Leerlingen tijdens een les vaardigheden, kennis en houding over een klein onderdeel vande stof laten uitvoeren.

Wanneer te gebruiken:• In te zetten in lessen aanlopend op een PVB.• Het aftoetsen van één of meer competenties/werkproccesen in een korte tijd

Welke stappen zet je als je dit materiaal gaat inzetten

Hoe te gebruiken:1. Deel de proeve van bekwaamheid op in losse elementen die de leerlingen moeten door -lopen en oefenen (voorbeeld ‘Voeren en water geven’)

2. Werk één element uit tot een mini-proeve van bekwaamheid (mini-pvb) waarin een leer-ling kan zien welke werkprocessen deze allemaal beheerst maar ook kan ervaren hoe eenproeve van bekwaamheid straks in zijn werk gaat. (voorbeeld ‘Voeren en water geven’)

3. Laat de leerlingen de mini-PVB uitvoeren, beoordeel de betreffende werkprocessen methet beoordelingsformulier en evalueer samen met de leerlingen hoe dit ging en waar nogverbetering nodig is.

Waarom is het zinvol om een mini-PVB te gebruiken

De leerling wordt uitgedaagd om zijn competenties te tonen en ontwikkelen in een werke -lijke of gesimuleerde setting. Leerlingen blijken dit spannend en leuk te vinden. Ze hebbenhet gevoel dat ze in de werkelijkheid bezig zijn. Dit geeft ze extra motivatie. Daarbij kunnenze oefenen met het doen van een PVB. Die ze vaak op belangrijke momenten van hun studie tegen gaan komen. Door deze training zijn beter voorbereid op de PVB. Het is eengoede manier van leren door te evalueren. Tijdens de mini PVB leren de leerlingen.

Evaluerenom teleren

Page 37: Evalueren om te leren

37E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Voorbeeld MINI-PVB: Voeren en water geven

Praktijksituatie:Jullie zijn als klas verantwoordelijk voor het voeren en het watergeven van de dieren. Julliedocent geeft jullie aan het begin van het uur de opdracht om de dieren te voeren volgens deregels van school. Ook moeten jullie zorgen dat alle dieren vers water hebben. Als je vragenhebt kun je die altijd stellen aan jullie docent. Daarbij is het belangrijk te overleggen met jeklasgenoten.

Kerntaak: Voert en verzorgt dieren

Werkproces: Werkproces 1.1 Draagt zorg voor voer- en watervoorziening

Beheersingscriteria • Hij voorziet de jonge en volwassen dieren van voer en water in lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn.

• Hij voorziet de dieren van voer en water volgens de voor het bedrijf geldende zorg -systemen en past wettelijke richtlijnen en veiligheidsvoorschriften toe die gelden voor het werk.

• Hij werkt in het tempo dat nodig is om de dieren op tijd van voer en water te voorzien en is alert op afwijkingen/storingen aan apparatuur.

• Hij gebruikt voerapparatuur, watervoorziening en het voer efficiënt en effectief zonderverspilling en/of schade.

• Hij overlegt tijdig en regelmatig met zijn collega’s en leidinggevende over het voeren en de watervoorziening en hij meldt afwijkingen bij zijn leidinggevende.

• Hij controleert op basis van zijn vakdeskundigheid voer- en wateropname van de jonge en volwassen dieren en bepaalt in overleg in hoeverre en welke specifieke maatregelengenomen moeten worden rekening houdend met verschillen in voeradvies, conditie enproductiestadium.

Uitvoering:Ga nu in tweetallen aan de slag. Er gaat in tweetallen gewerkt worden. Zelf verdelen julliede taken over de klas zo dat jullie alle dieren volgens de beheersingscriteria hierboven voe-ren en water geven.

Zijn jullie klaar meld je dan bij de docent.

Evaluerenom teleren

Page 38: Evalueren om te leren

38E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Beoordelingsformulier van ___________________________________________________________

werkproces 1.1 ‘maakt terrein klaar voor aanlegwerkzaamheden’

Beoordelingscriteria: Oordeel

•Hij voorziet de jonge en volwassen dieren van voer en water V Oin lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn.

• Hij voorziet de dieren van voer en water volgens de voor het bedrijf V Ogeldende zorgsystemen en past wettelijke richtlijnen en veiligheids -voorschriften toe die gelden voor het werk.

• Hij werkt in het tempo dat nodig is om de dieren op tijd van voer en V Owater te voorzien en is alert op afwijkingen/storingen aan apparatuur.

• Hij overlegt tijdig en regelmatig met zijn collega’s en leidinggevende V Oover het voeren en de watervoorziening en hij meldt afwijkingen bij zijn leidinggevende.

• Hij overlegt tijdig en regelmatig met zijn collega’s en leidinggevende V Oover het voeren en de watervoorziening en hij meldt afwijkingen bij zijn leidinggevende.

• Hij controleert op basis van zijn vakdeskundigheid voer- en water- V Oopname van de jonge en volwassen dieren en bepaalt in overleg in hoeverre en welke specifieke maatregelen genomen moeten worden rekening houdend met verschillen in voeradvies, conditie en productiestadium.

Evaluerenom teleren

Page 39: Evalueren om te leren

39E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Format voor mini-PVB Dit kun je gebruiken om je eigen mini-PVB te ontwerpen passend bij jouw vakgebied.

Titel Geef hier een duidelijke titel waarin de leerling makkelijk kan zien waar het over gaat

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Praktijksituatie Schets de gesimuleerde of werkelijke situatie waarin de leerling zijn PVBzijn PVB gaat doen. Geef duidelijk aan wie de opdrachtgever is.

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Competenties Geef aan welke competenties terugkomen in de PVB

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Kerntaken Geef aan welke kerntaken er worden behandeld

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Werkprocessen Geef aan welke werkprocessen er worden behandeld

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Beheersingscriteria Maak een lijst van beheersingscriteria die je de leerling wil laten uit -voeren. Gebruik hier de taal die ook in de werkelijke PVB wordt gebruikt, zodat ze hieraankunnen wennen. Leg uit waar nodig!

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Uitvoering Beschrijf kort en bondig hoe ze van start moeten gaan en wat de opdracht is.

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 40: Evalueren om te leren

40E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Beoordelingsformulier van ___________________________________________________________

Werkproces 1.1 ‘maakt terrein klaar voor aanlegwerkzaamheden’

Beoordelingscriteria: Oordeel

Invullen waarop beoordeelt wordt ________________________________________ V O

Invullen waarop beoordeelt wordt ________________________________________ V O

Invullen waarop beoordeelt wordt ________________________________________ V O

Invullen waarop beoordeelt wordt ________________________________________ V O

Onderzoek Is het voor jou zinvol om deze mini-PVB te gebruiken?

Je hebt gebruik gemaakt van de mini-PVB. Hieronder enkele suggesties om te ontdekken ofdeze manier van werken ook voor jou zinvol is. Door het proces en de doelen te evaluerenkun je erachter komen of deze werkwijze nog aangepast moet worden om aan te sluiten bijjouw lessen.

Proces evaluerenJe kunt leerlingen vragen of de mini-PVB goed uitvoerbaar en herkenbaar was. En natuurlijkof deze werkwijze ze beter voorbereidt op de echte proeven van bekwaamheid.

Bereiken van doelen evaluerenJe kunt in gesprek met leerlingen of ze een vragenlijst laten invullen (Komt hierna). Je zou de volgende vragen aan leerlingen kunnen stellen:1. Weet je door deze mini-PVB wat er van je verwacht wordt bij een proeve van bekwaam-heid?

2. Weet je door deze mini-PVB nu wat je al wel kan en wat je nog kan verbeteren?3. Weet je door deze mini-PVB nu ook welke volgende stappen je gaat zetten? 4. Wat ga je volgende keer extra oefenen?

Je kan jezelf als docent nog de volgende vragen stellen:1. Weet ik nu waar mijn leerlingen staan in het leerproces richting de proeve van bekwaam-heid?

2. Weet ik waar ik nog extra aandacht aan moet besteden?

Evaluerenom teleren

Page 41: Evalueren om te leren

41E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 4

Leerlingvragenlijst ‘MINI-PVB’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Wat vond je van het uitvoeren van de mini-PVB, makkelijk of moeilijk?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Lijkt de mini-PVB op de praktijklessen en instructie die je tot nu toe hebt gehad?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Voel je je door deze mini-PVB voldoende voorbereid op de proeve van bekwaamheid?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door deze mini-PVB wat er van je verwacht wordt bij een proeve van bekwaam-heid?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Weet je door deze mini-PVB nu wat je al wel kan en wat je nog kan verbeteren?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. Weet je door deze mini-PVB nu ook welke volgende stappen je gaat zetten? Wat ga je volgende keer extra oefenen?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 42: Evalueren om te leren

42E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 5

Format werkblad

Hoofdstuk 5

Evaluerenom teleren

Page 43: Evalueren om te leren

43E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 5

Voorbereiding bij het inzetten van ‘format werkblad’

In de voorbereiding stel je vast of dit materiaal past bij jouw situatie door te kijken of jetegen problemen aanloopt waarvoor dit materiaal een oplossing is en nagaat of de doelenen gewenste opbrengsten aansluiten bij wat jij voor ogen hebt met dit materiaal.

Het materiaal is geschikt als je tegen de volgende problemen aanloopt

Probleembeschrijving:• Werkbladen bevatten niet altijd alle informatie die de leerling nodig heeft om de opdrachtgoed uit te kunnen voeren

• Werkbladen zijn vaak (per vakgebied) erg verschillend van opzet en lay-out, dit kan bij eenleerling voor verwarring zorgen

• Docenten en leerlingen kunnen vaak niet in een oogopslag zien om welke opdracht hetgaat (tijd, werkvorm en groepssamenstelling)

• Er wordt vaak niet gevraagd wat een leerling van een opdracht geleerd heeft• Er wordt na afloop van een opdracht nauwelijks gereflecteerd (wat ging goed, wat kan eenvolgende keer beter?)

Het materiaal is geschikt als je de volgende doelen en gewenste situatienastreeft

Doelen:• Voor een leerling is het duidelijk wat er van hem/haar gevraagd wordt in een opdracht• De leerling kan benoemen wat hij/zij van een opdracht heeft geleerd• De leerling krijgt inzicht in waar hij/zij nog aan moet werken

Gewenste situatie:• Meer overeenkomst tussen de verschillende vakgebieden, door het aanbieden vanopdrachten in hetzelfde format

• Reflectie als vast onderdeel opnemen van een opdracht

Welke stappen zet je als je dit materiaal gaat inzetten

Hoe te gebruiken:1. Dit format kan in ieder vakgebied ingezet worden2. Docenten kunnen opdrachten die zij ontwikkelen direct in dit format schrijven3. Reeds bestaande opdrachten kunnen omgezet worden in dit format

Evaluerenom teleren

Page 44: Evalueren om te leren

44E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 5

Titel _________________________________________________________________________________________________

Aantal personen ___________________________

Duur van de opdracht ____________________

Werkvorm ____________________________________

Doelen: _________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Benodigdheden: ______________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Inleiding: _______________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

De opdracht: ___________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Beoordelingscriteria: _________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Reflectievragen na afloop:

1. Wat heb je geleerd van deze opdracht? __________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Wat ging er goed? __________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Wat kan een volgende keer beter? _______________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 45: Evalueren om te leren

45E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 5

Onderzoek Is het voor jou zinvol om dit format voor een werkblad te gebruiken?

Je hebt gebruik gemaakt van het format voor een werkblad. Hieronder enkele suggesties omte ontdekken of deze manier van werken ook voor jou zinvol is. Door het proces en de doe-len te evalueren kun je erachter komen of deze werkwijze nog aangepast moet worden omaan te sluiten bij jouw lessen.

Proces evalueren

Je kunt de werkbladen van leerlingen verzamelen en bekijken wat de leerlingen moeilijk engemakkelijk vonden om te beantwoorden en hoe ze terugkijken op het werkblad. Dit kun jeook bespreken in een klassengesprek. Op basis hiervan kun je het werkblad aanpassenmocht dat nodig zijn.

Bereiken van doelen evalueren

Je kunt in gesprek met leerlingen of ze een vragenlijst laten invullen (Komt hierna). Je zou de volgende vragen aan leerlingen kunnen stellen:1. Weet je door dit werkblad welk doel deze opdracht heeft gehad?2. Weet je door dit werkblad wat er van je verwacht wordt bij deze opdracht?3. Weet je door dit werkblad wat je al goed kan?4. Weet je door dit werkblad wat je nog kan verbeteren volgende keer?5. Wat ga je nog oefenen?

Je kan jezelf als docent nog de volgende vragen stellen:1. Weet ik nu waar mijn leerlingen staan in het leerproces?2. Weet ik waar ik nog extra aandacht aan moet besteden?

Evaluerenom teleren

Page 46: Evalueren om te leren

46E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 5

Leerlingvragenlijst ‘Format werkblad’ (vragen kunnen ook los van elkaar of mondeling aan leerlingen gesteld worden)

Naam leerling: _______________________________________________________________________Klas: __________

1. Weet je door dit werkblad welk doel deze opdracht heeft gehad?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

2. Weet je door dit werkblad wat er van je verwacht wordt bij deze opdracht?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3. Weet je door dit werkblad wat je al goed kan?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Weet je door dit werkblad wat je nog kan verbeteren volgende keer?

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 47: Evalueren om te leren

47E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 6

Evalueren om te leren zelf ontwerpen

Hoofdstuk 6

Evaluerenom teleren

Page 48: Evalueren om te leren

48E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 6

Inleiding

In de gereedschapskist van het project Kracht van beoordelen zitten op het moment 5 onderdelen die u kunt gebruiken in uw lessen. Zoals u al in de Inleiding van deze gereed-schapskist heeft kunnen lezen draait het bij evalueren om te leren om het enthousiasmerenvan de leerlingen in de les. Door ze niet alleen op een summatieve manier te toetsen maarjuist de evaluatiemomenten aan te grijpen om de leerling te laten leren. Dit is een uitdagingdie iedere docent of leerlingbegeleider moet aanstaan. Natuurlijk zijn er nog veel werk -wijzen voor evalueren om te leren te bedenken. Met deze ontwikkel tool willen wij u uit -dagen om zelf een toevoeging te doen aan deze gereedschapskist over evalueren om teleren.

Als docent heeft u waarschijnlijk veel methoden ontwikkeld om uw leerlingen te motiveren.Waarschijnlijk vallen een aantal van deze methoden onder het kopje ‘evalueren om te leren’.Wil je deze mooie methoden delen met collega’s dan is dit een mooi medium om te gebrui-ken. Hoe voller de gereedschapskist, hoe meer er door evalueren om te leren geïnspireerdles gegeven kan worden.

Welke stappen zet je als je zelf materiaal ontwikkelen voor evalueren om te leren1. Denk aan een probleem dat je ervaart bij het leren van je leerlingen.2. Bedenk hier een oplossing voor die volgens jou aansluit bij evalueren om te leren3. Check of je oplossing voldoet aan de kenmerken van evalueren om te lerena. Een werkwijze voor evalueren om te leren maakt voor de leerlingen duidelijk wat hetdoel is

b. Een werkwijze voor evalueren om te leren maakt aan leerling en docent duidelijk waarde leerling nu staat in het leerproces

c. Een werkwijze voor evalueren om te leren geeft de docent en leerling aanwijzingen voorhet vervolg.

4. Probeer je oplossing uit5. Evalueer, zoveel mogelijk met je leerlingen, of de oplossing werkt (is het goed uitvoer-baar?), of de doelen zijn behaald (is het probleem rondom het leren van je leerlingenverbeterd?) en of de oplossing inderdaad voldoet aan de drie kenmerken van Evaluerenom te leren. a. Een werkwijze voor evalueren om te leren maakt voor de leerlingen duidelijk wat hetdoel is

b. Een werkwijze voor evalueren om te leren maakt aan leerling en docent duidelijk waarde leerling nu staat in het leerproces

c. Een werkwijze voor evalueren om te leren geeft de docent en leerling aanwijzingen voorhet vervolg.

Werk je oplossing uit in het format dat hieronder staat beschreven en voeg het gerust toeaan deze map, mail naar [email protected] je aanvullingen.

Evaluerenom teleren

Page 49: Evalueren om te leren

49E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 6

Invullen format

Er is voor Evalueren om te leren een vaste lay-out ontwikkeld. Deze is makkelijk te volgenen is altijd het zelfde. Met deze tool kunt u deze lay-out makkelijk invullen. Overal waarrode tekst staat dient u uw tekst in te vullen.

In het voorbereidingsgedeelte wordt ingegaan op de reden dat het middel is ontwikkeld.Vaak was er een probleem wat getackeld moest worden, waardoor er een leermiddel ont-wikkeld wordt. Meestal is dit een veel voorkomend probleem die dus ook herkenbaar moetzijn voor collega’s. Dit wordt besproken in de probleembeschrijving.

In de doelen wordt besproken naar welke doelen gewerkt wordt in het leermiddel. Zo kun jemakkelijker evalueren.

In de laatste twee onderdelen wordt ingegaan op de daadwerkelijke uitvoering en degewenste setting waarin de les wordt gebruikt.

Hierna kunt u uw methode invoegen. Dit kunt u in uw eigen lay-out doen.

Met het laatste gedeelte kunt u het leermiddel evalueren. Met de vragen of het zinvol wasen de doelen die eerder zijn gesteld gehaald zijn.

Evaluerenom teleren

Page 50: Evalueren om te leren

50E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 7

• Vul ondertitels in

Titel

Hoofdstuk 7

Evaluerenom teleren

Page 51: Evalueren om te leren

51E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 7

Voorbereiding bij het inzetten van ‘naam invullen’

Probleembeschrijving

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________________________etc.

Doelen

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________________________etc.

Gewenste situatie

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________________________etc.

Hoe te gebruiken

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

• Invullen ______________________________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________________________________etc.

Evaluerenom teleren

Page 52: Evalueren om te leren

52E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 7

Uw methode toevoegen

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 53: Evalueren om te leren

53E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 7

3. Onderzoek Evalueren om te leren

Werkt het? Je hebt één van de werkwijzen voor evalueren om te leren gebruikt/ontwikkeld maar wil nuook weten of je hiermee evalueren om te leren bereikt en hoe je dit nog kunt verbeteren.Hieronder enkele suggesties om te ontdekken of deze manier van werken ook goed aansluitin jouw lessen bij jouw leerlingen en of het werkt. Door het proces en de doelen te evaluerenkun je erachter komen of er nog aanpassingen nodig zijn.

Proces evalueren Je kunt de werkwijze na de les evalueren (op leerlingniveau) op het proces door:1. Leerlingen een vragenlijst laten invullen en vervolgens de antwoorden van de leerlingente analyseren. Voorwaarde is wel dat de vragen/omschrijvingen/werkwijze op je vragen-lijst aansluit bij het niveau van de leerlingen).

2. Via een klassengesprek de gang van zaken met leerlingen bespreken

Op basis van de uitkomsten kun je de werkwijze dan aanpassen.Je kunt de werkwijze na de les evalueren (op docentniveau) op het proces door:1. Als docent voor jezelf de vragenlijst in te vullen om erachter te komen wat wel en watniet werkt.

2. De gang van zaken met een collega te bespreken en deze eventueel mee te laten kijken inde les (idealistisch, want dit is roostertechnisch bijna nooit mogelijk)

Op basis van de conclusies uit bovenstaande punten kun je je werkwijze aanpassen doorbijv. de werkwijze aan te passen aan je eigen werkwijze of veranderingen gefaseerd in tevoeren.

Bereiken van doelen evalueren

Leerlingniveau: Je kunt in gesprek met leerlingen of ze een vragenlijst laten invullen. Je zou de volgendevragen aan leerlingen kunnen stellen:• Weet je nu waar je staat?• Weet je nu wat al wel en niet goed gaat?• Weet je nu waar je naar toe moet werken?• Weet je nu wat je volgende stap zou moeten zijn?• Ga je door deze werkwijze betere resultaten halen?

Docentniveau: Je kunt jezelf de volgende vragen stellen:• Is het duidelijker geworden voor jezelf waar de leerlingen staan?• Is het gemakkelijker geworden om leerlingen te wijzen op hun sterke punten?• Is het gemakkelijker geworden om leerlingen te wijzen op hun ontwikkelpunten?• Is het (tussentijds) beoordelen van leerlingen eenvoudiger geworden?

Je kunt een collega vragen om mee te kijken tijdens een les waarbij aandachtspunten zijn:• Geeft je feedback de leerlingen inzicht in waar ze staan en welke ontwikkelpunten ze noghebben?

• Zijn voor leerlingen de leerdoelen duidelijk?

Evaluerenom teleren

Page 54: Evalueren om te leren

54E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Toetsen en beoordelen op school

Redactie:Jos CastelijnsMien SegersKatrien Struyven

2011

Samenvatting Evalueren om te leren

Hoofdstuk 8

Evaluerenom teleren

Page 55: Evalueren om te leren

55E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evalueren om te leren toetsen en beoordelen op school

Redactie: Jos Castelijns, Mien Segers en Katrien StruyvenSamenvatting: Barbera Wouters

Deel 1. Een kader voor Evalueren om te leren

Momenteel is er sprake van een wijdverbreide motivatiecrisis in het onderwijs. Deze situa-tie vraagt om een andere manier van denken over leren en motivatie. Verschillende leer-theorieën hebben het onderwijs de voorbije decennia beïnvloed en doen dat nog steeds.(Behaviorisme > Cognitivisme > Constructivisme > Evolutionaire benadering). Zo veranderenook onze opvattingen over toetsen en beoordelen op school. Feitelijk is de aandacht steedsmeer verschoven naar de leerling die op ‘natuurlijke wijze’ leert.

Evaluatie betekent waardebepaling. Evalueren in het onderwijs heeft twee functies: summatief en formatief.Summatieve evaluatie: het beoordelen van leerlingen aan het eind van een bepaalde perio-de, project of school. Op basis hiervan worden uitspraken gedaan over de geschiktheid ofhet niveau van leerlingen. Dit wordt ook wel aangeduid met ‘Evalueren van het leren’.Formatieve evaluatie: het beoordelen van leerlingen tijdens het leerproces. Het geeft leer-lingen meer inzicht in hun eigen leerproces en aanwijzingen waarmee ze verder kunnen. Dit wordt ook wel aangeduid met ‘Evalueren om te leren’.

Zes vragen bepalen hoe evaluatie gebeurt:

1. Waarom moet worden geëvalueerd?2. Wat moet worden geëvalueerd?3. Wie moet evalueren?4. Wanneer moet worden geëvalueerd?5. Waarmee moet worden geëvalueerd?6. Hoe moet worden geëvalueerd?

1. Waarom moet worden geëvalueerd?Summatieve evaluatie: de evaluatie gaat na of, en in welke mate de leerling de gesteldeleerdoelen heeft bereikt en legt dat vast, meestal in de vorm van een score. De vraag die de docent zichzelf stelt is: welke leerlingen beheersen de kennis of vaardig -heden wel of niet goed?Formatieve evaluatie: de evaluatie vormt de basis voor de optimalisering van het onderwijs-leerproces in de toekomst. De evaluatie is erop gericht gebieden te identificeren waar leer-lingen extra uitleg en begeleiding nodig hebben. De vraag die de docent zichzelf stelt is: waar zitten de leerlingen in hun leerproces en welkehulp of welk aanbod hebben zij daarbij nodig?

2. Wat moet worden geëvalueerd?Zowel het product als het proces kan worden geëvalueerd.Productevaluatie: alleen het eindproduct wordt gebruikt als informatiebron. Procesevaluatie: er wordt geen rechtstreekse informatie verzameld over het bereiken vande leerdoelen, maar over de manier waarop er gewerkt wordt aan het bereiken van de leer-doelen. Daarnaast kunnen ook competenties worden geëvalueerd. Dit vergt echter een specifiekeaanpak, waarbij het complexe samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes, zoals toe-gepast in levensechte situaties, centraal staat. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken,gebeurt evaluatie op meerdere momenten en veelal via een combinatie van verschillendemethoden.

Evaluerenom teleren

Page 56: Evalueren om te leren

56E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

3. Wie moet evalueren?Lange tijd voerde alleen de docent de evaluatie uit. Dit is kenmerkend voor vele evaluatie -situaties die een summatieve functie hebben. (evalueren van het leren).Als evaluatie ook als leer- en onderwijsmiddel wordt ingezet (evalueren om te leren), spelenook leerlingen een actieve rol. Self assessment: de beoordeling gebeurt door de leerlingen zelfPeer assessment: de beoordeling gebeurt door medeleerlingenCo assessment: er is een gedeelde verantwoordelijkheid in de evaluatie. Zowel de indivi -duele leerlingen, als medeleerlingen en docent hebben inspraak.Deze inspraak kan op verschillende momenten en in verschillende vormen plaatsvinden.

4. Wanneer moet worden geëvalueerd?In tegenstelling tot wat lange tijd gebeurde, kan evaluatie zinvol zijn op elk moment in eenleerproces: vooraf, tussentijds en op het einde van een onderwijsperiode. Op welk momentgeëvalueerd wordt, hangt samen met de functie van de evaluatie.

Wanneer? Benaming Doel Functie

Voor de start Nulmeting Selectie ToelatingVoortgangscontrole Startpunt bepalen

Tijdens Tussentijdse evaluatie Leermiddel Sturing(kan ook in vorm van Voortgangscontrole Bijsturingpermanente evaluatie zijn)

Aan het eind Resultaatbepaling Kwalificatie Niveaubepaling

5. Waarmee moet worden geëvalueerd?Er zijn diverse evaluatievormen en –instrumenten om informatie te verzamelen die nodig is om de leerlingen te informeren over hun vorderingen en resultaten op het vlak van denagestreefde leerdoelen. Die instrumenten bieden de docent en de leerling vaak kwantita-tieve, maar ook kwalitatieve informatie over het proces en/of resultaat van het leren. Niet alle instrumenten zijn echter geschikt voor alle doeleinden. Bovendien is het vaak beterom diverse instrumenten te combineren (triangulatie van methoden).De docent kiest altijd een evaluatievorm vanuit de doelen die hij voor de lessen en de evalu-atie heeft geformuleerd.

Om een evaluatie te gebruiken om het leerproces van de leerlingen bij te sturen, is hetbelangrijk dat:• De toets goed aansluit bij het doel dat je voor ogen hebt;• De inhoud van de toets dekkend is voor de inhoud van het onderwijs;• De toets aanwijzingen geeft over de wijze waarop het onderwijs op de leerlingen kan worden afgestemd.

Dit demonstreert dat de afstemming tussen leren, instructie en evaluatie een belangrijkefactor in de keuze is.

Evaluerenom teleren

Page 57: Evalueren om te leren

57E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evaluerenom teleren

6. Hoe moet worden geëvalueerd?Om een evaluatie op een goede manier uit te voeren, kunnen er bij het opstellen van eenevaluatie tien stappen worden doorlopen:1. Bepaal de functie van de evaluatie: formatief of summatief?2. Bepaal de leerinhouden waarover de evaluatie gaat3. Bepaal de beheersingsniveaus of gewenste kwaliteit van het geleerde4. Bepaal het relatieve gewicht van leerinhouden en beheersingsniveaus5. Vat de stappen 2 t/m 4 samen in toetsmatrijs of kruistabel6. Bepaal de evaluatiemethode en de beoordelingseisen7. Neem de evaluatie af8. Bepaal het behaalde niveau9. Geef de scoring en de interpretatie daarvan aan10. Rapporteer de resultaten

Bij al deze manieren van beoordelen of feedback geven is het belangrijk om de leerlingenvooraf te vertellen waarop zij beoordeeld worden of waarover zij feedback krijgen, zodattransparant is wat en hoe er te leren valt. Geef ook telkens gelegenheid tot het bijsturenvan het proces en de (tussentijdse) producten, zodat de leerkansen voor leerlingen en hunontwikkeling maximaal worden.

Evalueren om te leren verder uitgewerktEvalueren om te leren zou als volgt kunnen worden gedefinieerd:Evaluatie is een onderdeel van de dagelijkse praktijk in de klas, waarbij leerlingen, docentenen medeleerlingen zoeken naar, reflecteren op en vervolgens handelen naar de informatiedie voortvloeit uit de dialoog met elkaar, uit het demonstreren van ‘kennen en kunnen’ enuit observatie; op een wijze die het verder leren van de leerlingen ondersteunt.

Bouwstenen rond evalueren om te lerenHet achterliggende gedachtegoed rond evalueren om te leren kan vertaald worden in eenaantal bouwstenen. De bouwstenen worden geformuleerd op drie niveaus:• de instructie van leerlingen: bouwstenen worden beschreven die de basis vormen voor deinrichting van Evalueren om te leren in de klas;

• de opleiding en de rol van de leerkracht: omdat het plannen, hanteren en inrichten vanEvalueren om te leren van de leraar een flinke deskundigheid vereisen;

• de kwaliteitsbevordering rond Evalueren om te leren in de school: op schoolniveau speelteen aantal factoren een rol om Evalueren om te leren succesvol te kunnen inrichten

Page 58: Evalueren om te leren

58E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evaluerenom teleren

Page 59: Evalueren om te leren

59E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Deel 2. Praktische vormgeving van Evalueren om te leren in de klas

Er zijn verschillende manieren waarop evalueren om te leren in de klas en lessen kan wor-den vormgegeven daarom worden in deel 2 deze werkwijzen uitgelicht: achtereenvolgenshet geven van feedback, peer-assessment, zelfbeeordeling/assessment, portfolio, project-werk en CVE’s. Al deze werkwijzen zijn erop gericht om zowel de leerlingen als de docenttussentijds zicht te geven op het leerproces en aanwijzingen voor het vervolg.

Feedback

Feedback, of terugkoppeling, speelt een cruciale rol in evaluatie in de functie van leren. Debelangrijkste functie van feedback is verschillen tussen huidig gedrag en gewenst gedrag teverminderen en leerlingen daarbij te motiveren.

Feedback zou als volgt kunnen worden omschreven:Feedback is het instrument dat docenten in handen hebben om de verzamelde informatieover het leren van leerlingen om te zetten in zinvolle adviezen om het leren te verbeteren

Voor het geven van effectieve feedback zijn de fasen van het didactisch coachen vanbelang:• observeren (wat gebeurt er?)• feedback geven (wat is het perspectief van de docent op wat er gebeurt?)• bevragen/benoemen (wat zegt de leerling? Hoe kijkt hij aan tegen de feedback die dedocent geeft?)

• checken (werkte de aanpak die ik koos?)

De fasen van het didactisch coachen vormt een cyclisch proces.

In de fase van feedback geven zijn de volgende drie vuistregels van belang:1. benoem de concrete, feitelijke waarneming2. vertel erbij wat je van de feiten vindt3. geef eventueel aan wat je zou willen van de leerling, of geef tips en suggesties indiengewenst

Daarnaast zijn er nog een aantal algemene feedbackregels:• geef ook feedback over wat goed gaat, niet alleen over wat niet goed gaat• vermijd het woord ‘maar’• geef feedback onder vier ogen als het over het gedrag van één leerling gaat• geef tijdig feedback• richt je feedback op het gedrag en niet op de persoon

Feedback kan op verschillende niveaus gegeven worden:• op taakniveau (gericht op de mate waarin een taak of resultaat bereikt is)• op procesniveau (geeft informatie over het leerproces)• op het niveau van zelfregulering (gericht op de ontwikkeling van vaardigheden om zichzelfte evalueren en om zelfvertrouwen te krijgen)

• op persoonlijk niveau (gericht op de persoon)

Om feedback meer structureel in het leerproces van ieder leerling in te bedden zijn, naastfeedback, ook feed-up en feedforward nodig. Dit zijn drie typen van informatie naar leerlin-gen. Het overbruggen van de kloof tussen wat de leerling al beheerst en nog niet beheerst,staat centraal.

Evaluerenom teleren

Page 60: Evalueren om te leren

60E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evaluerenom teleren

Feed-up: waar gaat de leerling naartoe? Wat zijn de doelen en de bijbehorende beoor -delingscriteria? Wat moet de leerling straks weten/kunnen?

Feedback: hoe heeft de leerling de taak uitgevoerd? Welke vooruitgang wordt geboektin vergelijking met een vorige taak/situatie? Wat weet/kan de leerling al?

Feedforward: Hoe kan de leerling verder? Welke aanpak is nodig om tot verder leren te komen?

Peer assessment

Bij peer assessment worden leerlingen van ongeveer hetzelfde niveau of leerjaar (peers)actief betrokken bij elkaars beoordelings- en evaluatieproces, waardoor er op een actievemanier met leren wordt omgegaan. Een gevolg hiervan is dat het leereffect groter wordt.Steeds vaker wordt onderkend dat leren niet uitsluitend individueel van aard is, maar dat dit eveneens gezamenlijk plaatsvindt, via samenwerkend leren. Peer assessment draait omonderlinge feedback , waardoor ruimte ontstaat om tot samenwerkend leren te komen. Het is een manier van beoordelen die goed blijkt aan te sluiten bij de ideeën rond de mede-verantwoordelijkheid van leerlingen voor hun eigen leerproces.

Verwachte effecten van peer assessment:1. Leerlingen worden aangemoedigd kritisch naar hun eigen werk en dat van anderen te kijken

2. Leerlingen hebben de gelegenheid voor het ontwikkelen van vaardigheden3. Opgedane kennis wordt geïntegreerd4. Leerlingen werken samen en zijn gemotiveerd

Er zijn over het algemeen vijf vormen van peer assessment, die verschillen in de mate vanbetrokkenheid van de leerling bij het beoordelen:

Peer Peer Peer Peer Peermarking feedback grading appraisal evaluation

__________________________________________________________________________________________________________ Formuleren doel__________________________________________________________________________________________________________ Formuleren taak R__________________________________________________________________________________________________________ Formuleren criteria R R R__________________________________________________________________________________________________________ Scoren R R R R R__________________________________________________________________________________________________________ Feedback geven R R R__________________________________________________________________________________________________________ Besluiten eindoordeel R R

Binnen de vijf vormen van Peer assessment kan ook worden gevarieerd in de kenmerkenvan de vormgeving. Deze kenmerken zijn gegroepeerd in drie categorieën:1. Opzet en inrichting van het peer assessment2. Interactie binnen peer assessment3. groepssamenstelling bij peer-assessment

Page 61: Evalueren om te leren

61E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

1. Opzet en inrichting van het peer assessmentDe opzet en inrichting van het peer assessment kunnen sterk verschillen. Er zijn tien ken-merken waarin gevarieerd kan worden. Hierbij draait het om de wie-wat-waar-wanneer-hoe vraag:• Soort onderwerp• Redenen voor gebruik• Doel• Wat wordt beoordeeld• Hoe wordt beoordeeld• Relatie met beoordeling door docent• Gewicht van beoordeling• Plaats• Tijd• Verplichting

2. Interactie binnen peer assessmentWanneer het gaat om de interactie bij peer assessment kan de docent bij de formuleringvan een opdracht al rekening houden met de vormgeving van de interactie:• De richting van de interactie (wie beoordeelt wie?)• De privacy van de peers• De manier waarop het contact wordt vormgegeven

3. Groepssamenstelling bij peer assessmentBij peer assessment beoordelen leerlingen elkaars werk. Gelet op de samenstelling van de peergroup kan peer assessment qua vormverschillen op drie kenmerken:• Jaar• Beoordelaars• Beoordeelden

In de vormgeving van peer assessment zijn dus talloze variaties mogelijk, die van invloedzijn op het leerproces. Het is belangrijk dat er bewust keuzes worden gemaakt.

Als hulp bij de voorbereiding van een peer assessmentopdracht kan de checklist op de volgende pagina gebruikt worden.

Evaluerenom teleren

Page 62: Evalueren om te leren

62E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Checklist peer assessment

A. Voorwaarden voor het inzetten van peer assessment

__________________________________________________________________________________________________________Veilige leer- en werkomgeving Å aanwezig

__________________________________________________________________________________________________________Leerlingen kunnen feedback geven Å ja

__________________________________________________________________________________________________________

B. Beoordeling

__________________________________________________________________________________________________________1. Onderwerp

Å ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________2. Redenen voor gebruik peer assessment Å leerwinst

Å tijdwinst__________________________________________________________________________________________________________3. Doel Å ontwikkelingsgericht (formatief)

Å beoordelend (summatief)__________________________________________________________________________________________________________4. Wat wordt beoordeeld? Å Proces

Å Product__________________________________________________________________________________________________________5. Hoe wordt de beoordeling geven? Å Kwantitatief

Å Kwalitatief, open feedbackÅMondelingÅ SchriftelijkÅMet behulp van feedbackformulierenÅ Aan de hand van criteria

__________________________________________________________________________________________________________6. Relatie tussen peer assessment en Å Aanvullend op beoordeling van beoordeling door docent docent

Å In plaats van beoordeling van docent__________________________________________________________________________________________________________7. Gewicht Å Geen, enkel formatief gebruik

Å ________%Å Corrigerend voor groepsscore

__________________________________________________________________________________________________________8. Plaats Å In het klaslokaal

Å Buiten het klaslokaal__________________________________________________________________________________________________________9. Tijd/moment van inzet Å Tijdens het leerproces

Å Aan het eind van het leerproces__________________________________________________________________________________________________________10. Verplichting Å Deelname verplicht

Å Deelname vrijwillig__________________________________________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 63: Evalueren om te leren

63E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Checklist peer assessment vervolg

C. Interactie

__________________________________________________________________________________________________________11. Richting Å Eenzijdig

ÅWederkerigÅ Gezamenlijk

__________________________________________________________________________________________________________12. Privacy Å Anoniem

Å VertrouwelijkÅ Publiek

__________________________________________________________________________________________________________13. Contact Å Face to face

Å Op afstandÅ Beide

__________________________________________________________________________________________________________

D. Samenstelling van de peergroup

__________________________________________________________________________________________________________14. Jaar Å Zelfde leerjaar

Å Verschillend leerjaar__________________________________________________________________________________________________________15. Samenstelling beoordelaars Å Individuen

Å Paren/duoÅ Groepen

__________________________________________________________________________________________________________16. Samenstelling beoordeelden Å Individuen

Å Paren/duoÅ Groepen

__________________________________________________________________________________________________________

E. Criteria

__________________________________________________________________________________________________________17. Kenmerken van criteria Å Passen bij product/proces dat

beoordeeld wordtÅ Passen bij doelenÅ Zijn concreet en observeerbaarÅ Zijn haalbaarÅ Zijn helder en afgebakend

__________________________________________________________________________________________________________18. Opstellen van criteria Å Door docent

Å Door leerlingÅ Gezamenlijk

__________________________________________________________________________________________________________19. Begeleiding docent bij gebruik Å De docent begeleidt het geven van

van criteria schriftelijke feedbackÅ De docent begeleidt het geven van mondelinge toelichting

__________________________________________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren

Page 64: Evalueren om te leren

64E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Zelfbeoordeling en zelfreflectie

Zelfbeoordeling is een vorm van evalueren, waarbij leerlingen kritisch naar hun eigen leer-proces en de opbrengsten daarvan kijken aan de hand van de vooraf opgestelde criteria.Zelfbeoordeling begint met nauwkeurige zelfobservatie door leerlingen van zichzelf, huneigen handelen en de reactie van de omgeving daarop. Zelfbeoordeling is pas effectief alsleerlingen ook nadenken over wat dit betekent voor hun verdere ontwikkeling. Dat heetzelf reflectie.Zelfbeoordeling leidt tot meer reflectie op het eigen werk. Ook voelen leerlingen meer ver-antwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Als gevolg van de feedback die leerlingen ophun zelfbeoordeling krijgen, maar ook door de systematische aandacht die er in de klas aanwordt besteed, neemt de nauwkeurigheid ervan toe. Ook zien we dat leerlingen kritischernaar hun eigen prestaties kijken en meer gestructureerd te werk gaan. Een belangrijkevoorwaarde is dat ook de docent over zelfbeoordelingscompetenties beschikt en deze blijftontwikkelen.

Portfolio

Concreet gezegd is een portfolio een verzameling van materialen en reflecties die illustratiefzijn voor het leren van een leerling. In de praktijk worden verschillende definities gebruiktvoor het begrip portfolio. De onderstaande elementen zijn kenmerkend voor een portfolio ineen onderwijssetting:• Het gaat om een verzameling van het werk van leerlingen;• Elke leerling stelt zijn eigen portfolio samen;• In een portfolio wordt groei of ontwikkeling gedocumenteerd;• Essentieel is de reflectie op het leerproces door de leerling zelf;• Instructie en begeleiding door een docent worden verondersteld

Portfolio’s kennen, afhankelijk van het beoogde doel en functie, diverse verschijnings -vormen en een variëteit aan inrichtingsmogelijkheden.

Formatieve doelen van een portfolio:• Bevorderen van zelfinzicht en vaststellen van ontwikkelingsbehoefte• Stimuleren van het gevoel van eigen verantwoordelijkheid over het leerproces• Toenemende leermotivatie• Monitoren van groei en ontwikkeling• Leren leren (ontwikkeling van leervaardigheden)

Bij deze vorm van portfoliogebruik leren leerlingen dus kijken naar hun eigen leerproces;waar sta ik nu en waar ga ik mee verder? Het einddoel is dat leerlingen eigenaar worden van hun eigen leerproces

Summatieve doelen van een portfolio:• Beoordelen van leerprestaties• Presentatie van leeruitkomsten

Bij deze vorm van portfoliogebruik staat niet zozeer het proces centraal, maar wordt vooralingezoomd op leeruitkomsten van dit proces, die worden gepresenteerd en beoordeeld.

Evaluerenom teleren

Page 65: Evalueren om te leren

65E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Projectwerk

Leerlingen werken met thema’s die aansluiten bij hun ervaringswereld. Niet alleen hetthema heeft een open karakter, ook de inhouden die bij een projectwerk aan bod komen,staan vooraf niet altijd vast. Binnen projectwerk volgt de docent de leervragen en –doelenvan de leerlingen en kan hij/zij vaak pas achteraf vaststellen welke eindtermen zij hebbenbereikt.

Bij projectevaluatie gaat het om twee elementen:• Evalueren van projectwerk via een tussentijdse of eindbeoordeling van verschillendeaspecten van het proces, zoals aanpak, ontwikkeling, strategie, presentatie;

• Het evalueren van leeropbrengsten in termen van welbevinden, betrokkenheid, attitudesen specifieke kennis en vaardigheden

Projectevaluatie doet een sterk beroep op de actieve inbreng van leerlingen. Via zelfobser-vatie, zelfbeoordeling en zelfevaluatie ontwikkelen leerlingen een kritische houding overhun eigen leerproces en leeropbrengsten. Ze leren zichzelf leerdoelen stellen en beoor -delingscriteria hanteren en worden zich bewust van hun eigen leer- en ontwikkelings -proces. Bij projectevaluatie worden levensechte en betekenisvolle situaties als uitgangs-punt genomen. Hierdoor zijn leerlingen naar verwacht meer betrokken bij de evaluatie enmeer gemotiveerd om hun verworven competenties te laten zien.

Continue voortgangsevaluatie (CVE)CVE is een aanpak om de voortgang van leerlingen te registreren, met als doel de docenteneen beeld te geven van de groei van hun leerlingen. Het is eveneens een manier om op con-tinue basis de effectiviteit van een instructie te evalueren. Omdat CVE gebruikt maakt van frequente metingen, gericht op langetermijndoelen, is hetnoodzakelijk dat de metingen bepaalde eigenschappen hebben. De metingen dienen:• Simpele en efficiënt te zijn;• Gemakkelijk te begrijpen• Goedkoop te zijn• Betrouwbaar en valide te zijn

CVE verschilt van andere vormen van assessmentprocedures op twee onderdelen:• Er wordt voortdurend gemeten waardoor er een overzicht komt van de voortgang van eenleerling in de loop van de tijd.

• Het is bedoeld om de voortgang van leerlingen te meten ten opzichte van instructiedoelenvoor de lange termijn in een breed gebied

CVE is een specifieke manier van Evalueren om te leren. Immers, de data die verzameldworden voorzien docenten van informatie over de (in)effectiviteit van hun aanpak en gevenaan wanneer zij hun instructie dienen aan te passen.

Evaluerenom teleren

Page 66: Evalueren om te leren

66E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Deel 3. Bouwstenen voor schoolbeleid

Opvattingen van docenten over Evalueren om te leren

Opvattingen van docenten over Evalueren om te leren kunnen erg verschillen. Deze opvat-tingen werken vaak onbewust door in hun handelen. Remmingen om aan de slag te gaanmet Evalueren om te leren kunnen zijn:• Verwarrend : lastig om het klassieke toetsen ter beoordeling van het leren te onderschei-den van het principe van evalueren ter ondersteuning van het leren > het gevoel hebbendat je met cijfermatige beoordelingen moet komen, waarbij de uiteindelijk prestatie vanleerlingen centraal staat in plaats van het leerproces

• Tijdrovend : het helder krijgen van wat nu precies de leerdoelen of de beoordelingcriteriazijn vraagt veel denkwerk, tijd en planning. Het gevoel van tijdsdruk speelt met name ingrote groepen > het is een misvatting dat Evalueren om te leren iets is wat de leerkrachtzelf moet uitvoeren, terwijl het de bedoeling is dat docenten de leerlingen ondersteunen in het zelfstandig leren toepassen ervan.

Gelukkig geven docenten ook vaak aan dat het integreren van evaluatie in het leerproces de kern vormt van goed onderwijs en dat het belangrijk is om over evaluatiegegevens eendialoog met de leerlingen op gang te brengen. Veel docenten vinden dat het toepassen vanEvalueren om te leren een zichtbaar positieve impact heeft op het zelfvertrouwen, de leer-motivatie en de studieaanpak van leerlingen. Zij menen dat Evalueren om te leren bij deleerlingen bijdraagt tot het leren van verschillende vaardigheden die zelfstandig ‘leren leren’bevorderen.

Ook leerlingen hebben hun eigen percepties en verwachtingen. Docent en leerling zullenonafhankelijk van elkaar het gegeven onderwijs beoordelen. Deze evaluaties kunne over-eenkomen of juist met elkaar botsen. Bij een kloof tussen de percepties van docenten enleerlingen, kan taalbeheersing van de leerling een belangrijke rol spelen. Evalueren om teleren (in het bijzonder feedback, reflectie en dialoog) doet een groot beroep op de taal -vaardigheid van leerlingen. Ook het beeld dat docenten van zichzelf als professional hebben,kan die kloof versterken. Docenten dienen zich hiervan bewust te zijn en in gesprekken metleerlingen hun beeld over de mate waarin Evalueren om te leren toe is te passen, af testemmen. Hierdoor kunnen leerlingen meer zelfvertrouwen en autonomie ervaren, en eensterkere persoonlijke band met de docent beleven, waardoor hun motivatie om zich opschool in te zetten, zal toenemen. Om Evalueren om te leren succesvol toe te passen in de dagelijkse praktijk, is het belangrijkdat docenten ook het eigen handelen en denken onder de loep leggen. Nuttige instrumen-ten hiervoor zijn TAFL-Q en Werkblad zelfreflectie

TAFL-Q In de vragenlijst kun je voor jezelf als docent aangeven in hoeverre jij het met de uitsprakeneens bent, waarbij 1 staat voor ‘geheel mee oneens’ en 5 staat voor ‘geheel mee eens’. De vragenlijst bestaat uit twee schalen die beide iets zeggen over de eigen houding tenopzichte van Evalueren om te leren:

De vragen met een p gaan over het gebruik van evalueren om te monitoren. De vragen meteen l ervoor meten het belang dat een docent hecht aan het gebruik van evalueren om tescaffolden. Bij zowel monitoren als scaffolden, worden evaluatiegegevens gebruikt om deleerling te kunnen sturen waar nodig, in plaats van enkel het accent op beoordeling te leg-gen. Het verschil is dat bij scaffolden feedback aan de leerling teruggekoppeld wordt, waar-door de leerling zelf inzicht krijt in wat hij goed kan en waar nog aan gewerkt moet worden.Bij monitoren vindt die terugkoppeling niet plaats en beslist de leerkracht over de vervolg-stappen.

Evaluerenom teleren

Page 67: Evalueren om te leren

67E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evaluerenom teleren

Page 68: Evalueren om te leren

68E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K

Werkblad zelfreflectie

Dit dient om kritisch te reflecteren op de manier waarop je als docent Evalueren om te lerenin de klas toepast.

1. Heb ik bereikt wat ik wilde bereiken?2. Zo nee, hoe komt dat volgens mij?3. Zijn er alternatieve verklaringen mogelijk?4. Welke aanwijzingen vind ik voor elk van deze verklaringen?5. Welke verklaring is nu het meest aannemelijk?6. Wat kan ik doen om deze situatie in het vervolg op te lossen/ te verbeteren, gezien dezeverklaring?

7. Als ik dit toepas, bereik ik dan wel wat ik wil bereiken?8. Zo nee, ga dan terug naar stap 5

Evalueren om te leren met oudersEr is een sterke positieve samenhang tussen betrokkenheid van ouders bij het leren vanhun kind en leerprestaties. Scholen vervullen een belangrijke rol bij het bevorderen vanouderbetrokkenheid en een goede uitwisseling van informatie over wat er op school enthuis gebeurt. Bijvoorbeeld, rondom evalueren in school is het van belang dat scholen enouders hun wederzijdse verwachtingen op elkaar afstemmen. Een goede informatievoorzie-ning door de school is daarbij van groot belang. Maar scholen kunnen in hun beleid verdergaan dan alleen ouders te informeren over hun evaluatiebeleid. Door middel van educatiefpartnerschap krijgen ouders en school de kans samen op te trekken ten aanzien van peda-gogische en didactische vraagstukken. Educatief partnerschap biedt scholen en ouders kansen om gezamenlijk te werken aan een veilig en respectvol pedagogisch klimaat alsvoorwaarde voor Evalueren om te leren en maakt het mogelijk dat leerlingen niet alleen opschool, maar ook thuis, goede feedback krijgen en worden gestimuleerd tot zelfreflectie.

Beoordelen van de kwaliteit van een evaluatieDe centrale vraag bij het beoordelen van de kwaliteit van een evaluatie is: ‘Hoe kunne weeen getrouw en authentiek beeld geven van wat de leerling kan?’ Deze vraag valt op ver-schillende manieren te beantwoorden, wat dus leidt tot verschillende kwaliteitscriteria diepassen bij verschillende stappen in het evaluatieproces. Kwaliteitscriteria die in de litera-tuur en het onderzoek over evalueren aan de orde komen, kunnen worden opgenomen ineen raamwerk en worden gebruikt in het evaluatieproces op de volgende pagina.

Evaluerenom teleren

Page 69: Evalueren om te leren

69E V A L U E R E N O M T E L E R E N | H O O F D S T U K 8

Evaluerenom teleren

Kwaliteits Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 6 Fase 7criteria Doel- Taak- Norm- Beoordeling- Scoring Beslissen Feedback

bepaling afbakening stelling vorm

WAT betekenisvol dekkend betekenisvol dekkend betekenisvol betekenisvol

uitdagend betekenisvol betekenisvol

uitdagend

HOE helder helder helder helder helder helder helder

eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk eerlijk

GEVOLG invloedrijk invloedrijk vergelijk- herhaal- herhaal- invloedrijkbaarheid baarheid baarheid

vergelijk- vergelijk-baarheid baarheid

Page 70: Evalueren om te leren

70E V A L U E R E N O M T E L E R E N | N O T I T I E S

Notities

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Evaluerenom teleren