Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het...

63
Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden

Transcript of Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het...

Page 1: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden

Page 2: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Colofon

Titel Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden

Auteur Dr. Christine Clement (CINOP), Dr. Karien Coppens (ecbo)

Versie 1.0

Datum 31-8-2018

Project Experiment programma Tel mee met Taal 2016 – 2018

CINOP Advies Postbus 1585 5200 BP ’s-Hertogenbosch Tel: 073-6800800 www.cinop.nl

© CINOP 2018 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 3: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting .................................................................................. 1

1 Inleiding ........................................................................................................ 3 1.1 Doelstelling ........................................................................................... 3

1.2 Doelgroep ............................................................................................. 4

1.3 Leeswijzer ............................................................................................. 4

2 Achtergrondinformatie .................................................................................. 5

3 Projectopzet .................................................................................................. 7 3.1 Uitgangspunten project .......................................................................... 7

3.2 Projectstructuur ..................................................................................... 7

3.3 Selectie van pilotregio’s .......................................................................... 8

3.4 Lokaal projectleider ................................................................................ 8

3.5 Onderlinge communicatie ........................................................................ 8

4 Methode ......................................................................................................... 9 4.1 Werving senioren ................................................................................... 9

4.2 Selectie, intake en leerdoelen senioren ..................................................... 9

4.3 Werving, bereik en profiel studentcoaches ............................................... 10

4.4 Training en begeleiding studentcoaches ................................................... 11

4.5 Trajecten ............................................................................................. 11

4.6 Devices ............................................................................................... 13

4.7 Monitoring en evaluatie ......................................................................... 14

4.8 Exposure ............................................................................................. 15

5 Resultaten ................................................................................................... 16 5.1 Bereik en kenmerken senioren ............................................................... 16

5.2 Bereik en profiel studentcoaches ............................................................. 17

5.3 Resultaat senioren: Digitale vaardigheden ............................................... 18

5.4 Resultaat senioren: Zelfredzaamheid ....................................................... 22

5.5 Tevredenheid en opbrengsten project ...................................................... 25

5.6 Contact tussen studentcoach en senior .................................................... 28

5.7 Aantal senioren per studentcoach ........................................................... 29

5.8 Duur van de trajecten ........................................................................... 30

5.9 Locatie van coaching, devices en internet ................................................ 30

5.10 Intake en meetinstrumenten .................................................................. 31

5.11 Gekozen leerdoelen ............................................................................... 32

Page 4: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

5.12 Transfer ............................................................................................... 33

5.13 Training en begeleiding studentcoaches ................................................... 36

5.14 Informatievoorziening ........................................................................... 40

5.15 Intergenerationeel leren: wat hebben de studentcoaches van de senioren geleerd? 41

5.16 Evaluatie stakeholders en lokaal projectleiders ......................................... 42

5.17 Exposure van het project ....................................................................... 47

5.18 Reflectie projectteam ............................................................................ 48

6 Conclusies en aanbevelingen pilotproject Ouderen & Digivaardigheden ...... 50

7 Literatuur .................................................................................................... 54

Bijlage 1: Projectplanning ................................................................................. 56

Bijlage 2: Statistische resultaten ....................................................................... 58

Page 5: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 1

Managementsamenvatting

In opdracht van het programmateam Tel mee met Taal (Ministeries van OCW, VWS en SZW) heeft CINOP van 2016 – 2018 het pilotproject Ouderen & Digivaardigheden uitgevoerd. Dit project zet in op het verhogen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van laagopgeleide ouderen (55+’ers) door middel van het versterken van hun digitale vaardigheden. Door de toenemende digitalisering is er namelijk een grote groep ouderen die niet goed mee kan doen in de moderne samenleving. Voor het project zijn een methodiek en bijbehorende materialen ontwikkeld. Binnen de methodiek worden ouderen gedurende een periode van 12 à 16 weken gecoacht door studentcoaches van mbo-, hbo- of wo-instellingen. Deze studentcoaches zijn voorafgaand aan het leertraject getraind zodat ze de ouderen zo goed mogelijk kunnen begeleiden en de methodiek passend kunnen uitvoeren. De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een aantal leerdoelen uit om aan te werken, zoals het leren om te whatsappen of online het nieuws te lezen. Ook kiezen ze een device (een tablet of smartphone) uit, die zij bij het afronden van het traject mogen houden. Naast de wekelijkse begeleidingssessies op maat door de studentcoaches, welke vaak thuis bij de senior plaatsvinden, vinden er netwerkbijeenkomsten plaats. Dit zijn laagdrempelige contactmomenten tussen de senioren onderling en de studentcoaches, waarbij ontmoeting en plezier voorop staan. Hier is ook aandacht voor doorstroommogelijkheden na afloop van het traject naar passend vervolgaanbod zoals een cursus volgen of het bezoeken van het tablet-café. Naast deze vorm van duurzame verankering, zoekt de studentcoach met de oudere ook naar een digicoach (een naaste of bekende in de omgeving van de oudere of een andere vrijwilliger). Deze digicoach dient na afloop van het traject als vraagbaak en ondersteuning op het gebied van digitale vaardigheden. Tijdens het traject zijn er ook een aantal begeleidings- en intervisiemomenten voor de studentcoaches. In 2017 – 2018 is deze methodiek gepilot in drie verschillende gemeenten, namelijk Amsterdam, Middelburg en Tilburg. Essentieel hierin is de rol van de lokaal projectleiders geweest en de nauwe samenwerking met diverse stakeholders als onderwijs- en welzijnsinstellingen, bibliotheken en zorginstellingen. De resultaten van deze drie pilots zijn positief, waarmee we de methodiek evidence-based kunnen noemen. Ruim 120 senioren hadden belangstelling voor het project, maar liefst 79 ouderen van de 86 deelnemers hebben het traject afgemaakt. Deze ouderen zijn significant vooruitgegaan op hun digitale vaardigheden en geven voor het grootste deel aan zich zelfredzamer te voelen. Bovendien is leverde het project hen meer zelfvertrouwen op. Ook hebben ouderen een digicoach gevonden (57%) of zijn doorgestroomd naar passend aanbod (29%). Zowel de senioren als student-coaches geven aan dat zij erg tevreden zijn over het project. De senioren geven het project het hoge rapportcijfer van gemiddeld 8,5 en bijna 1/3 van de senioren waardeert het project met een 10. Ook de studentcoaches waren erg tevreden en waarderen het project met gemiddeld een 8.1. Bijvangst van het project is dat niet alleen de ouderen, maar ook de studentcoaches veel hebben geleerd van de ouderen. Hiernaast geven ook de stakeholders, projectleiders en het projectteam aan om veel van deze pilot geleerd te hebben. In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Page 6: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 2

beschrijving van de methodiek en resultaten vinden, maar ook onze aanbevelingen voor belanghebbenden zoals de rijks- en lokale overheid, die wij op basis van onze bevindingen hebben geformuleerd. Wij wensen u ook veel leesplezier toe!

Page 7: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 3

1 Inleiding

Onze samenleving digitaliseert steeds meer en het internet is onmisbaar geworden. Voor velen van ons is dit geen enkel probleem, maar ouderen weten zich hier soms geen raad mee. Sommigen hebben de digitale boot gemist en hierdoor is hun wereld soms kleiner dan nodig. Vanwege deze reden zijn wij een pilotproject gestart, Ouderen & Digivaardigheden, dat inzet op het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van ouderen middels het leren van digitale vaardigheden. Tijdens ons verkenningsonderzoek, waarbij wij senioren hebben bevraagd naar hun behoeften, kwamen vier punten duidelijk naar voren bij de doelgroep: De samenleving wordt steeds meer digitaal “Ik moet steeds meer dingen (bij de overheid) online regelen. Ik word daar echt boos om! Ik ben 75. Ik snap niet eens hoe ik een contact moet opslaan in mijn telefoon. Ik moet wel een cursus volgen anders kom ik niet meer mee.” Ik ben in een sociaal isolement gekomen “Mijn man is erg ziek en ga alleen maar voor boodschappen het huis uit. Door een cursus thuis heb ik toch iets voor mijzelf.” Ik heb behoefte aan een veilig vangnet “Iemand die meekijkt of ik het goed doe. Ik ben bang om iets verkeerd aan te klikken. Je lees tegenwoordig zoveel berichten in de krant over fraude.” Ik heb behoefte aan maatwerk “Ik heb weleens geprobeerd een computerles te volgen maar dat gaat zo snel. Ik moet vaak dingen herhalen anders vergeet ik het weer. Maar thuis heb ik geen computer. De andere cursisten waren na een paar weken veel verder dan ik. Ik durfde toen niet te laten merken dat ik het niet begreep. Ik ben toen maar met de cursus gestopt.” Deze bevindingen hebben het uitgangspunt gevormd voor ons pilotproject Ouderen & Digivaardigheden. De pilot is gefinancierd door het Rijksprogramma ‘Tel mee met Taal’, een gezamenlijk programma van de ministeries van OCW, SZW en VWS.

1.1 Doelstelling

De hoofddoelstelling van het project luidt: Het vergroten van zelfstandige maatschappelijke zelfredzaamheid onder laagopgeleide 55-plussers door middel van het verhogen van digitale vaardigheden. De vraag die in deze evaluatierapportage dan ook centraal staat is: In hoeverre draagt de aanpak Ouderen & Digivaardigheden bij aan het vergroten van zelfredzaamheid van laagopgeleide 55-plussers middels het verhogen van hun digitale vaardigheden? Hierbij stellen wij ons ten doel dat minimaal negentig deelnemers (gemiddeld dertig deelnemers per pilotgemeente) aan de pilot deelnemen en het traject afmaken. Daarnaast worden er minimaal dertig studentcoaches getraind en begeleid, ten einde één of meer senioren te kunnen coachen.

Page 8: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 4

Tot slot wordt er een digicoach (mantelzorger of vrijwilliger1) en/of een doorstroommogelijkheid gezocht aan het einde van het traject. Uiteindelijk resultaat van het project is een draaiboek/toolkit die in de toekomst door Nederlandse gemeenten gebruikt kan worden om dit project zelfstandig uit te voeren. In bijlage 1 wordt een beschrijving gegeven van de planning van het gehele project, inclusief de diverse vooronderzoeken, disseminatie en afsluiting.

1.2 Doelgroep

De doelgroep van dit project is de groep laagopgeleide (maximaal mbo-2 opgeleid) 55-plussers (hierna ook genoemd: senioren) met een laag niveau digitale vaardigheden. De meest kwetsbare doelgroep hierbinnen is de groep alleenwonende 55-plussers: het CBS laat zien dat het aantal alleenstaande ouderen (65-plus) toeneemt van 0,7 tot 1,3 miljoen tussen 2003 en 2030 (CBS, 2013). Binnen het project richten wij ons dan ook in eerste instantie op alleenstaande en naar verwachting eenzame, laagopgeleide 55-plussers. Bovendien kan het project bij deze doelgroep mogelijk preventief werken als het gaat om eenzaamheid of verlaagde zelfredzaamheid. Deelname aan het project is mogelijk als men voldoet aan de volgende criteria: • 55 jaar of ouder; • laagopgeleid (maximaal mbo-2); • alleenstaand en/of eenzaam; • weinig tot geen ervaring met digitale vaardigheden; • motivatie om testjes te doen en het project af te maken.

1.3 Leeswijzer

Deze evaluatierapportage geeft inzicht in de wijze waarop het project is vormgegeven en geïmplementeerd in drie verschillende regio’s, de resultaten en de ervaringen en bevindingen van alle betrokkenen, de ‘lessons learned’ en aanbevelingen voor voortzetting van het project. De rapportage is tot stand gekomen met hulp van onderzoeksbureau ecbo. Verder danken wij de ‘lokaal projectleiders’, de overige betrokken stakeholders en de vele enthousiaste studentcoaches. En ten slotte bedanken wij de senioren en studentcoaches, die ons niet aflatend hebben geïnspireerd. In hoofdstuk 2 vindt u achtergrondinformatie over de doelgroep van de pilot en over de rol die digitalisering kan spelen in het vergroten van de zelfredzaamheid. In hoofdstuk 3 wordt de projectopzet beschreven waarbij wordt ingegaan op de doelstellingen en uitgangspunten van het project, de doelgroep, de projectstructuur, de selectie van de pilotregio’s en de taken van de lokaal projectleider. In hoofdstuk 4 wordt de methode van werving, selectie en intake van senioren, de werving, training, begeleiding en het profiel van de studentcoaches beschreven, en vindt u een korte omschrijving van de trajecten, de gebruikte devices en het proces van monitoring en evaluaties. In hoofdstuk 5 zijn de resultaten te vinden van de monitoring en evaluatie-onderdelen. Hierbij worden de resultaten van de verrichte metingen besproken alsook de evaluaties van de senioren, studentcoaches en overige stakeholders, en hier vindt u ook reflecties vanuit het projectteam. Tenslotte vindt u in hoofdstuk 6 de conclusies en een aantal aanbevelingen voor de toekomst.

1 In het oorspronkelijke trajectplan gingen wij uit van een mantelzorger, tijdens de pilot is gebleken dat ook anderen in de omgeving van de senior, zoals buren, kleinkinderen of vrienden of een andere vrijwillgier, de rol van digicoach kunnen vervullen waarbij het expliciet gaat om iemand die dit om-niet op zich neemt. In het vervolg van dit rapport spreken wij dan ook overal over ‘digicoach’.

Page 9: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 5

2 Achtergrondinformatie

Nederland heeft begin 2016 16,9 miljoen inwoners met meer dan 6,5 miljoen 50-plussers. Dit aantal zal de komende jaren snel stijgen. In 2040 leven er 4,7 miljoen 65-plussers in Nederland (26% van de totale bevolking), waaronder twee miljoen 80-plussers (CBS, geciteerd door Stoeldraijer e.a., 2012). Binnen deze oudere leeftijdsgroep is het percentage laaggeletterden schrikbarend hoog. Van de 55-65-jarigen blijkt 21% laaggeletterd te zijn en van de 65-plussers wordt dit percentage op maar liefst 25% geschat (Houtkoop, 2015). Dit hoge percentage kan op twee manieren verklaard worden: de vaardigheden lijken af te nemen met de leeftijd en daarnaast is het mogelijk dat een deel van de doelgroep vroeger onvoldoende goed onderwijs gehad heeft. Ook stijgt het aandeel ouderen onder de niet-westerse allochtone bevolking snel: van 4% in 2012 tot 23% in 2060 (CBS, geciteerd door Stoeldraijer e.a., 2012), waardoor we relatief veel NT22-ers binnen deze doelgroep zien. Het percentage laaggecijferdheid en lage digitale vaardigheden onder deze doelgroep is nog onbekend maar zal naar verwachting ook hoog zijn bij ouderen. We weten namelijk dat laaggeletterdheid sterk samenhangt met ict-vaardigheden (bron: Laaggeletterdheid in kaart, 2014). Zo blijkt dat driekwart van de laaggeletterden (16-65 jaar) ook op het allerlaagste niveau van digitale vaardigheden presteert. Dit is op zich niet verbazingwekkend, omdat internet grotendeels bestaat uit tekstuele informatie. Naast operationele vaardigheden die nodig zijn om met een computer overweg te kunnen, zoals het omgaan met een muis of toetsenbord, zijn vooral ook informatievaardigheden van belang: niet alleen het kunnen vinden van informatie, maar ook het beoordelen van informatie op relevantie en het kunnen gebruiken van informatie. Een voldoende niveau van taalvaardigheden is daarvoor noodzakelijk. Basisvaardigheden zoals goed lezen en schrijven, maar ook digitale vaardigheden, zijn van groot belang voor de zelfredzaamheid van 55-plussers. Denk hierbij aan het zelfstandig kunnen aanvragen van de AOW, het kunnen regelen van bankzaken, het maken van afspraken bij de huisarts en het regelen van de zorgtoeslag. Indien de mobiliteit van de senior niet meer zo goed is, kan het extra belangrijk worden voor de zelfredzaamheid en voor het sociale netwerk dat men digitaal wél voldoende vaardig is. Het is immers mogelijk om via internet contacten te leggen en te onderhouden, boodschappen online te bestellen, informatie over gezondheidszaken te verzamelen of financiële zaken te regelen zonder dat men de deur uit hoeft. Toch blijkt uit onderzoek dat nog niet de helft van de ouderen (46%) hierin eigen regie ervaart (NIVEL, 2014). Diverse problemen op het gebied van de zelfredzaamheid en participatie nemen toe met de leeftijd. Zo blijkt eenzaamheid onder ouderen fors toe te nemen met de leeftijd (TNS/NIPO, 2012). Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 25% van de 55-plussers zich eenzaam voelt, 50% van de 75- tot 85-jarigen en zelfs 60% van de 85-plussers (RIVM, 2016). Dit komt vaak door een opeenstapeling van gebeurtenissen, zoals het overlijden van de partner en andere naasten in de omgeving en het verlies van mobiliteit en zelfstandigheid (RIVM, 2016). Het hebben van voldoende basisvaardigheden zou dus bij kunnen dragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie. Eerdere pogingen om basisvaardigheden bij senioren te bevorderen hebben echter een deel van de doelgroep laagopgeleide eenzame ouderen nog niet bereikt. Waarschijnlijk omdat de drempel tot bijvoorbeeld bibliotheek of scholingsinstituut voor deze doelgroep te hoog is. Dit project richt zich daarom op een andere manier van scholing,

2 NT2 staat voor Nederlands als Tweede Taal, hiermee wordt de groep volwassenen aangeduid die als anderstaligen het Nederlands leren.

Page 10: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 6

namelijk ondersteuning vanuit de eigen vertrouwde omgeving, dus thuis of dichtbij huis met één op één begeleiding. Zo wordt de drempel tot leren verlaagd. Binnen het project wordt gefocust op het aanleren en verbeteren van de digitale vaardigheden om de wereld van de senior te vergroten. Hij of zij kan daarna gemakkelijker contact houden met familie en andere belangrijke naasten. Bovendien wordt tijdens het project het contact met andere 55-plussers gestimuleerd door maandelijkse netwerkbijeenkomsten begeleid door de senior-studentcoach-koppels. In de komende hoofdstukken wordt een overzicht van de projectopzet en de gebruikte methodiek weergegeven, waarna de resultaten van de pilot worden beschreven.

Page 11: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 7

3 Projectopzet

In dit hoofdstuk beschrijven wij de algemene opzet van het project.

3.1 Uitgangspunten project

De ontwikkeling van de methodiek is gebaseerd op onderstaande uitgangspunt: Het vergroten van (het zelfvertrouwen in) de digitale vaardigheden: • vergroot de sociale inclusie; • vergroot de zelfredzaamheid (bijvoorbeeld op gebieden als financiële zaken, gezondheidszorg

en overheidscontact) en • doorbreekt de eenzaamheid – in het bijzonder in het geval van verminderde mobiliteit – van

senioren.

3.2 Projectstructuur

OpdrachtgeverProgrammateam TmmT

OpdrachtnemerCINOP

Algemeen Projectleider

Begeleidingscommissie op het proces

Pilot AmsterdamProjectleider

Klankbordgroep op de inhoud

Monitoring voortgang en resultaten pilots

ecbo & CINOP

Pilot TilburgProjectleider

Pilot ZeelandProjectleider

Figuur 3.1 Overzicht van de projectstructuur Het project wordt op landelijk niveau aangestuurd door een algemeen projectmanager van CINOP die verantwoordelijk is voor zaken als de afstemming met opdrachtgever en begeleidingscommissie, aansturen van het projectteam, opstellen van rapportages en algemeen en financieel projectmanagement. Naast de algemeen projectleider bestaat het projectteam van CINOP uit een senior ontwikkelaar/vervangend projectleider, ontwikkelaar/trainer en enkele stagiairs van CINOP. In de drie regio’s zijn drie lokaal projectleiders verantwoordelijk voor de regionale aansturing. Enkele landelijke stakeholders en experts hebben zitting in de

Page 12: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 8

begeleidingscommissie: VNG, Stichting Mezzo, OCW en VWS, of de klankbordgroep: Stichting Lezen & Schrijven, Belastingdienst, Ouderenfonds, Seniorweb en diverse hogescholen.

3.3 Selectie van pilotregio’s

De aanpak wordt in drie pilotregio’s getest: een middelgrote of kleine gemeente een middelgrote gemeente (G32) en een grootstedelijke gemeente (G4). Daarvoor wordt samengewerkt met de volgende gemeenten: • Grote gemeente: Amsterdam • Middelgrote gemeente: Tilburg • Kleine gemeente: Middelburg De selectie van deze pilotgemeenten is gebaseerd op de volgende punten: • spreiding in gemeentegrootte (G4, G32 en plattenlandsgebied); • geografische spreiding in Nederland; • eerdere goede ervaringen opgedaan in de samenwerking; • enthousiasme voor de methodiek bij gemeente en andere partijen; • aanwezigheid van een potentieel geschikte lokaal projectleider.

3.4 Lokaal projectleider

In elke pilotregio is een projectleider aangesteld voor circa acht uur per week. Deze projectleider komt uit de regionale setting en kent de doelgroep en samenwerkingspartners goed. Het is denkbaar dat deze projectleider voor de gemeente of een welzijnsinstelling werkt. Het is de taak van de lokaal projectleider om, in gezamenlijkheid met andere betrokken partners (onderwijsinstellingen, vrijwilligersorganisaties, bibliotheken, buurthuizen, andere afdelingen van de gemeente etc.) het traject te implementeren en vooraf, tijdens en na afloop van het traject de relevante data te verzamelen. Hiervoor krijgt de lokale projectleider uiteraard de nodige ondersteuning in de vorm van materialen én begeleiding vanuit CINOP.

3.5 Onderlinge communicatie

• Tussen de landelijk projectleider van CINOP en de lokale projectleider is er minimaal tweewekelijks contact over de voortgang van het traject. Dit contact vindt plaats in de vorm van live contact, via mail, telefonisch of via skype.

• Maandelijks vindt het teamoverleg plaats tussen algemeen projectleider, ontwikkelaar en de drie lokaal projectleiders. Dit overleg vindt online via skype of (tweemaal per jaar) live plaats.

• Ter ondersteuning van de lokale projectleiders is een online omgeving opgezet met ruimte voor gemeenschappelijke documenten, een discussieforum, plaats voor tweewekelijkse updates, en dergelijke.

Page 13: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 9

4 Methode

Bij het beschrijven van de methodiek wordt eerst steeds aangegeven hoe de methodiek er in het algemeen uit ziet, zoals beschreven in het projectplan. Vervolgens geven wij aan hoe de lokale invulling is geweest door de diverse pilotgemeenten. Aan de methodiekontwikkeling hebben een aantal vooronderzoeken ten grondslag gelegen, zoals een literatuurstudie en een behoefteonderzoek onder de doelgroep en de stakeholders. De resultaten van deze vooronderzoeken zijn weergegeven in het verkenningsrapport Ouderen & Digivaardigheden (Clement en De Hoo, 2017a) en de Factsheet Ouderen & Digivaardigheden (Clement, 2017).

4.1 Werving senioren

Algemeen De senioren zijn bereikt via verschillende vindplaatsen, namelijk: • Welzijnsorganisaties • Maatschappelijk werk • Ouderenconsulent • Buurthuizen • Woonzorgcentra • Thuiszorg • Een “sociaal restaurant” • Studentcoaches Lokale invulling In de gemeente Amsterdam zijn de senioren bereikt via welzijnsorganisaties en buurthuizen, waar diverse informatiebijeenkomsten voor mogelijk geïnteresseerde senioren zijn gehouden. In Middelburg is de grootste diversiteit te vinden wat betreft de werving. Hier zijn de senioren geworven middels flyers via een wooncomplex, een zorgaanbieder, een ‘sociaal restaurant’ en via studentcoaches. In Tilburg zijn de senioren geworven via twee welzijnsorganisaties, mede via de buurthuizen en een ouderenconsulent. Deze stakeholders hebben zelf mondelinge toelichting aan mogelijke deelnemers gegeven. Daarnaast zijn er twee informatiebijeenkomsten georganiseerd voor potentiële deelnemers door de lokaal projectleider.

4.2 Selectie, intake en leerdoelen senioren

Na de werving en aanmelding van de deelnemers bij de lokaal projectleider heeft er een screening plaatsgevonden naar de geschiktheid voor deelname door de lokaal projecteider (in Amsterdam door een projectondersteuner). De ‘geschiktheid’ is bepaald op basis van een intake door een studentcoach. Deze intake bestaat uit verschillende onderdelen zoals het meten van het niveau digitale vaardigheden en het meten van mate van zelfredzaamheid met de hiervoor bestemde instrumenten. Het belangrijkste onderdeel van de intake is echter de kennismaking tussen student en senior. De student bevraagt de senior en andersom is daar ook ruimschoots mogelijkheid toe. De intake vormt de basis voor de verdere coaching. Tijdens het kennismakingsdeel van de intake wordt ook aandacht besteed aan het motief en de keuze waaraan de senior wil werken

Page 14: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 10

(leerdoelen). Uit een eerdere verkenning en uit het behoefteonderzoek zijn twaalf mogelijke leerdoelen voortgekomen3, namelijk: • Algemeen gebruik tablet • Algemeen gebruik smartphone • Internetveiligheid • Informatie zoeken op internet • Mailen • Gebruik Facebook • Whatsappen • Skypen • Nieuws online lezen • Weerbericht lezen • Online spelletjes met sociale component • De weg vinden met Google Maps De digitale vaardigheden en zelfredzaamheid zijn gescreend middels bij dit project en bij de doelgroep passende instrumenten. De digitale vaardigheden zijn gemeten met behulp van de Digiwijzer (Clement en De Hoo, 2017b). Dit specifiek voor dit project ontwikkelde instrument geeft een overzicht van de leerdoelen van dit project, gesorteerd in acht stappen (rubrics-format). De zelfredzaamheid is gemeten middels de Impact van Internetgebruik op Sociale Inclusie van Senioren vragenlijst (IISS-Index, Clement en De Hoo, 2017). Verder is tijdens de intake besproken op welke locatie de wekelijkse coaching zal plaatsvinden (thuis of een locatie in de buurt zoals een buurthuis of bibliotheek) en op welke dag.

4.3 Werving, bereik en profiel studentcoaches

Algemeen Ervan uitgaande dat een studentcoach gedurende één dag per week twee tot vijf senioren kan coachen en dat er per regio omstreeks dertig á veertig te coachen senioren zullen zijn, worden er tussen de zes en twintig studentcoaches geworven (mede afhankelijk van diverse keuzes op regionaal niveau en rekening houdend met enige uitval). De deelnemende senioren ontvangen coaching van getrainde studentcoaches. De studentcoaches volgen een relevante studie op mbo-, hbo- of wo-niveau4. Lokale invulling De studentcoaches in Amsterdam zijn derde- en vierdejaars studentcoaches van verschillende studierichtingen van de HvA die deelnemen aan de minoren “Diversiteit in de Stad” en “Outreachend Wijkgericht Werken”. Binnen deze minor kunnen zij kiezen voor dit project of één van de twee andere projecten. Zij volgen één van de volgende opleidingen: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH), Toegepaste psychologie (TP), Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD), Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), Pedagogiek, Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) of International Business Management. De studentcoaches uit Middelburg volgen de

3 Wij hebben de keuze gemaakt leerdoelen uit te sluiten waarvoor de senioren hun persoonlijke gegevens zoals Digi-D of inloggegevens van de bank zouden moeten overleggen, vanwege de veiligheid en privacy van de senior. Desalniettemin maakten leermaterialen voor deze doelen wel deel uit van de toolkit. 4 Toegevoegde waarde van de samenwerking met studenten is de duurzaamheid die daarmee beoogd wordt: de studenten van nu zijn de professionals van morgen. Zij leren tijdens dit project over het belang van digitale vaardigheden in verband met het verhogen van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid onder senioren.

Page 15: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 11

opleiding Social Work aan de Hogeschool Zeeland of de opleiding medewerker ICT aan Scalda. De studentcoaches uit Tilburg volgen een wo-opleiding zoals taalkunde, onderwijskunde of bestuurskunde of een opleiding Social Work aan de Avans Hogeschool.

4.4 Training en begeleiding studentcoaches

Algemeen De taak van de studentcoaches is: • het wekelijks begeleiden van ‘hun’ senioren; • het verzorgen van maandelijkse bijeenkomsten voor senioren en studentcoaches, en • het zoeken naar een digicoach en/of het verkennen van doorstroommogelijkheden om het

geleerde te verduurzamen en te borgen. Bij aanvang van het project krijgen de studentcoaches een training van CINOP samen met de lokaal projectleider (eventueel in de vorm van een gastles). De training is blended vormgegeven waarmee wordt bedoeld dat deze bestaat uit een combinatie van on- en offline leren: • twee dagdelen ‘live’ training op locatie met daarnaast praktische oefeningen ter voorbereiding • daarnaast verwerking van de bijeenkomsten in een elektronische leeromgeving (elo). Het materiaal voor deze training (zoals een draaiboek, PowerPoint en diverse opdrachten) is door CINOP ontwikkeld. Ook de inrichting van de elo is via Moodle door CINOP ontwikkeld. De training is met name gericht op het aanleren van didactische vaardigheden digitale vaardigheden voor deze doelgroep laagopgeleide senioren. Qua timing is de trajectperiode van de coaching aangepast aan de lesperiodes (blokken) van de onderwijsinstellingen. Ook de verdere begeleiding van de studentcoaches is blended vormgegeven. De begeleidingsvorm is afgestemd op de persoonlijke en regionale behoeften, altijd met de volgende elementen: begeleiding door de onderwijsinstellingen (vaak face to face of per mail), de projectleider (vaak per mail of via telefonische contactmomenten) en via de elektronische leeromgeving door CINOP. Er is contact met en tussen de studentcoaches tijdens het traject tijdens minimaal één intervisiebijeenkomst (georganiseerd door de opleiding en/of projectleider), de elo van CINOP en de maandelijkse netwerkbijeenkomsten.

4.5 Trajecten

De senior en de studentcoach komen gedurende drie maanden (acht tot zestien weken5) wekelijks bij elkaar voor het gezamenlijk oefenen. Om de deelname voor de senior zo laagdrempelig mogelijk te maken vindt het oefenen vaak bij de senior thuis plaats. Indien gewenst door de senior en/of studentcoach kan er ook samen wordt geoefend in een andere ruimte dichtbij huis, zoals een buurthuis, bibliotheek of woonzorgcentrum.

5 In sommige gevallen was de duur van de trajecten wat korter, omdat dit bijvoorbeeld beter aansluit bij het onderwijsprogramma van de studenten, of omdat een senior ziek was.

Page 16: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 12

Ook zijn er maandelijkse netwerkbijeenkomsten; deze vinden plaats in kleine groepen van vier tot tien senior-studentcoach koppels op een lokale plaats en worden georganiseerd door de studentcoaches en/of lokaal projectleider. Om ervoor te zorgen dat de vooruitgang niet verloren gaat na afronding van het traject (transfer), maken ook de volgende twee onderdelen deel uit van de methodiek: • De studentcoach zoekt samen met de senior een digicoach, een vrijwilliger uit de eigen

omgeving, zoals een familielid, buur of kennis, die fungeert als ondersteuner en vraagbaak als de student niet meer wekelijks met de senior afspreekt.

• Aan de hand van een geschikt lokaal aanbod worden de senioren gestimuleerd na afloop van het traject deel te nemen aan (vervolg)aanbod.

Het eind van het traject wordt afgesloten met een eindmeting en de evaluatie van senior en studentcoach, waarna er een feestelijke afsluiting plaatsvindt met als belangrijkste onderdeel het uitreiken van de deelnemerscertificaten van de senioren.

Page 17: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 13

Figuur 4.1: Opbouw van een traject

4.6 Devices

Gedurende de pilotperiode kunnen senioren de benodigde devices (smartphone, tablet en laptops) in bruikleen krijgen via het project indien zij hier niet over beschikken. Bij een afgerond en succesvol traject wordt het device aan de deelnemer overhandigd.

Eind Traject en transfer Eindmeting en evaluatie

Afsluiting met certificaatuitreiking Overdracht aan digicoach en doorstroom

Traject Wekelijks contact tussen senior en studentcoach gedurende 8 á 16 weken

Maandelijkse netwerkbijeenkomst

Intervisie studenten (minimaal eenmaal tussentijds) Zoeken en instructie digicoach Zoeken doorstroom senioren

Start Traject

Intake, keuze leerdoelen en beginmeting

Behoefte internet en keuze device

Training (intake, begeleiding en netwerkbijeenkomsten)

Selectiegesprek door lokaal projectleider

Studenten

-Via mbo-, hbo- en wo-opleidingen

Vindplaatsen senioren:

Welzijnsorganisaties; maatschappelijk werk;

ouderenconsulent; buurthuizen; woonzorgcentra;

thuiszorg; een “sociaal restaurant”; via studentcoaches

Page 18: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 14

4.7 Monitoring en evaluatie

De evaluatie verloopt voor elke pilotgemeente op eenzelfde wijze en bestaat uit verschillende onderdelen: Meetresultaten van en evaluatie met de senioren De beginsituatie van de senioren wordt bij aanvang (voormeting) in kaart gebracht. Direct na afloop van het traject wordt de eindsituatie (nameting) in kaart gebracht door de studentcoaches. Hierbij wordt de zelfredzaamheid en het niveau van digitale vaardigheden gemeten. Hiernaast vindt een evaluatie plaats met de senioren. De werkwijze hiervan is vergelijkbaar met de intake; er wordt een online formulier als gespreksleidraad gebruikt door de studentcoaches om de senioren te bevragen en naderhand door de studentcoaches wordt ingevuld. Op deze manier wordt geëvalueerd hoe zij het traject ervaren hebben. Waren ze tevreden over het traject? Wat zou er beter kunnen? Aan welke leerdoelen is er gewerkt? Gaan de senioren na het traject naar een andere cursus of activiteit? Deze informatie wordt vergeleken met de data die tijdens de intake is verzameld bij dezelfde senioren. De resultaten worden gerapporteerd, zowel per afzonderlijke pilotgemeente als samen in een algemeen overall rapport. Evaluatie studentcoaches Niet alleen worden de senioren om hun ervaringen gevraagd. Ook de studentcoaches worden bevraagd met een online vragenlijst die zij zelf invullen. Vragen die hierbij aan de orde komen zijn bijvoorbeeld: Hoe hebben zij het project ervaren? Wat vonden zij succesfactoren? Wat hebben zij achteraf gemist in de training? Wat zijn mogelijke verbeterpunten? De resultaten worden gerapporteerd, zowel per afzonderlijke pilotgemeente als samen in een algemeen overall rapport. Evaluatie met stakeholders Met de betrokken stakeholders wordt na de pilot geëvalueerd met de focusgroep-methodiek en/of een online vragenlijst. In iedere pilot-gemeente wordt een focusgroep georganiseerd, waarbij de stakeholders gezamenlijk om tafel gaan om de volgende zaken te bespreken: welke onderdelen van de toolkit werken goed, welke moeten worden bijgesteld en op welke manier? Is de begeleiding van de studentcoaches goed geweest, wat kan beter en op welke manier? Is het bereik en de instroom van de senioren goed verlopen, wat kan beter en op welke manier? Sluit de doorstroom goed aan bij de behoefte van de senioren of kan de informatievoorziening over het vervolgaanbod worden verbeterd? De resultaten worden gerapporteerd, zowel per afzonderlijke pilotgemeente als samen in een algemeen overall rapport. Evaluatie met lokaal projectleiders Ook met de projectleiders wordt geëvalueerd hoe zij het project ervaren hebben. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de focusgroep methodiek. Wat ging goed, wat ging minder goed, wat zijn verbeterpunten? De resultaten van dit overleg worden meegenomen in de algemene projectrapportage. In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van deelnemers en de evaluatie met de deelnemers, studentcoaches, stakeholders van de pilotgemeenten en de lokaal projectleiders beschreven.

Page 19: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 15

4.8 Exposure

Omtrent de afsluitingen per regio is er in iedere regio aandacht gevraagd qua publiciteit. Verder is er aandacht aan het project besteed middels sociale media. In het volgende hoofdstuk wordt er eveneens gerapporteerd over het bereik in de vorm van exposure.

Page 20: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 16

5 Resultaten

5.1 Bereik en kenmerken senioren

Bereik senioren In totaal zijn er door de wervende partijen maar liefst 120 deelnemers geworven (Amsterdam 54, Middelburg 34, Tilburg 35). Na de selectiegesprekken door de lokaal projectleiders, waarbij is onderzocht of de deelnemers in aanmerking kwamen voor deelname, bleken 88 deelnemers te voldoen aan de criteria voor deelname aan het project (Amsterdam 40, Middelburg 28, Tilburg 20). De overige senioren kwamen niet in aanmerking vanwege leeftijd (te jong), opleidingsniveau (te hoog), een andere primaire behoefte (bijvoorbeeld om Nederlands te leren) of beschikbaarheid (gingen tijdens de coachingsperiode naar het buitenland). In Tilburg startte de pilot relatief laat, waardoor een deel van de geworven senioren ten tijde van de start van het traject reeds ander aanbod had gevonden, of niet meer bereikbaar was. De reden van het late starten van de Tilburgse pilot was dat de resultaten van de lokaal projectleider achterbleven bij de verwachtingen (werving en selectie senioren en werving studentcoaches), waardoor er een nieuw lokaal projectleider is ingezet van CINOP zelf (in overleg met de OCW). Vervolgens hebben de 88 deelnemers een intakegesprek gehad, waarbij een online vragenlijst (achtergrondkenmerken, gewenste leerdoelen, gewenste dag/tijdstip coaching en dergelijke) is afgenomen en de voormetingen rondom digitale vaardigheden en zelfredzaamheid zijn afgenomen. Na de intake vielen er nog twee deelnemers af (in Tilburg), die bij nader inzien niet geschikt bleken voor het project (uit de voormeting kwam naar voren dat de digitale vaardigheden veel te hoog lagen). Uiteindelijk zijn 86 senioren aan een coachingstraject begonnen (Amsterdam 40, Middelburg 28, Tilburg 18), waarvan 79 senioren het traject daadwerkelijk hebben afgerond (Amsterdam 37, Middelburg 26, Tilburg 16). Zeven senioren zijn helaas uitgevallen tijdens het traject. Als reden voor uitval is genoemd: het taalniveau was te moeilijk (2x), ziekte van betrokkene zelf of van een nabij gezinslid (2x), overlijden van de senior (1x) of stoppen met de opleiding door de student (2x). Van 78 senioren zijn de intakegegevens bekend (Amsterdam 37, Middelburg 22, Tilburg 19). Hiervan zijn bij 65 senioren zowel de voor- als nameting rondom digitale vaardigheden afgenomen en (op correcte wijze) doorgegeven. Van 63 senioren is zowel de voormeting als nameting rondom zelfredzaamheid op één of meerdere testonderdelen afgenomen en (op correcte wijze) doorgegeven. Van één deelnemende senior zijn helemaal geen intake- of testgegevens bekend; wel is bekend dat deze senior heeft meegedaan aan het project. Demografische kenmerken senioren Van de 78 deelnemers waarvan wij de intakegegevens hebben ontvangen, hebben we relatief veel informatie. Tussen de deelnemers onderling blijken er grote verschillen te zijn. Meer vrouwen dan mannen hebben deelgenomen (58 vrouwen en 20 mannen). De gemiddelde leeftijd is 70,1 jaar. De oudste deelnemer is 88 jaar, de jongste deelnemer is 56 jaar. Het grootste gedeelte van de deelnemers woont alleen (47), waarvan een deel weduwnaar/weduwe is. Van de 78 deelnemers wonen er 31 met een partner in huis, samenwonend of getrouwd. De 78 deelnemers zijn grotendeels autochtoon: 54 senioren zijn geboren in Nederland en 24 in het buitenland. Het gaat hierbij dan om Suriname (8), Turkije (5), Egypte (2), Irak (2), Spanje (2), Antillen (1), Afghanistan (1), Marokko (1), Tsjechië (1) en België (1).

Page 21: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 17

Opleidingsniveau senioren Het opleidingsniveau van de senioren is divers. Van 77 deelnemende senioren is het opleidingsniveau bekend, hiervan blijken 60 senioren het lage opleidingsniveau te hebben (wat het inclusiecriterium voor deelname was), namelijk mbo-niveau 2 of lager. Daarnaast hadden 17 senioren een hoger opleidingsniveau (Amsterdam 8, Middelburg 6, Tilburg 3). Motivatie om deze senioren tóch in te laten stromen in het project, was de bijkomende extra problematiek waarmee de betrokkene te maken heeft, zoals een laag taalniveau in het Nederlands, een psychiatrische stoornis of een beperkte mobiliteit. Op grond van deze redenen vonden wij deelname aan het project met individuele coaching toch passend.

Figuur 5.1 Opleidingsniveau van deelnemende senioren

5.2 Bereik en profiel studentcoaches

In totaal zijn er 33 studentcoaches geworven en getraind (Amsterdam 15, Middelburg 13, Tilburg 5), waarvan 30 studentcoaches de trajecten hebben afgemaakt (Amsterdam 14, Middelburg 11, Tilburg 5). Er zijn drie studentcoaches tijdens de coachingsperiode gestopt wegens ziekte en/of stoppen met de studie. Van 28 studentcoaches hebben we enkele gegevens verzameld met behulp van de online intake. Van deze 28 studentcoaches zijn 18 studentcoaches zijn bezig met een hbo opleiding (Social Work 5, SJD 4, MWD 4, SPD 2, TP2, CMV 1 en IBM 1)6, zeven studentcoaches bezig met een mbo-opleiding, namelijk ICT opleiding en drie studentcoaches doen een wo opleiding (taalkunde 2 en onderwijswetenschappen 1). 21 van de studentcoaches geven aan enigszins ervaring te hebben in de omgang met senioren, vier studentcoaches geven aan ruime ervaring te hebben en drie studentcoaches geen enkele. In Amsterdam zijn voor de selectie, intake en matching van de deelnemers Stichting Seniorenstudent bij het project betrokken geweest om de senioren en studentcoaches met elkaar te matchen. In de andere regio’s is dit door de projectleider gedaan. 6 Zie hoofdstuk 4 voor de uitleg van de afkortingen.

0

5

10

15

20

25

30

Aant

al se

nior

en

Opleidingsniveau senioren maximaal lagere school/basisonderwijs

lbo, vbo, lts, lhno, vmbo

mavo, vmbo-t, mbo-kort, mboniveau 1 of niveau 2

mbo niveau 3 of 4, mts, meao

havo, vwo, gymnasium

hbo, heao, pabo, hts

universiteit

onbekend

Page 22: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 18

5.3 Resultaat senioren: Digitale vaardigheden

De digitale vaardigheden zijn gemeten middels de zogenaamde ‘Digiwijzer’ (Clement en De Hoo, 2017b). Dit specifiek voor dit project ontwikkelde instrument, geeft een overzicht van de leerdoelen van dit project, gesorteerd in 8 stappen (rubrics-format)7. Er zijn 12 verschillende leerdoelen beschreven, lopend van het algemeen gebruik van de tablet of smartphone tot het opzoeken van informatie en berichten sturen. De studentcoach observeert voor ieder van de leerdoelen op welke stap de senior zich bevindt. Wanneer een bepaald leerdoel nog niet geheel wordt beheerst, betreft dit stap 0 (0 punten). Wanneer het leerdoel als geheel goed wordt beheerst, kan stap 8 geobserveerd worden (8 punten). De totaal minimumscore is 0, de totaal maximumscore is 96 (12 leerdoelen maal 8 punten). Van de 65 senioren waarbij we een voor- en een nameting hebben, gaan er 64 vooruit in de digitale vaardigheden. Figuur 5.2 toont goed dat de meeste senioren een grote sprong vooruit maken in hun digitale vaardigheden. De gemiddelde vooruitgang is 21.8 punten en dit is een sterke verbetering (p<0.001).8

Figuur 5.2: Vooruitgang van senioren op digitale vaardigheden op Digiwijzer Ook de studentcoaches geven aan kwalitatieve vooruitgang te zien wat betreft de digitale vaardigheden van hun senioren (zie Figuur 4.3). Op een schaal van 1 (geen vooruitgang) tot 5 (veel vooruitgang) geven de meeste studentcoaches aan dat de mensen maximaal vooruit zijn gegaan. Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ze kunnen nu zelfstandig het tablet en internet gebruiken voor de dingen die ze willen. Voorafgaand aan de begeleiding hadden ze nog nooit een tablet gebruikt.”

7 Zie het Draaiboek Ouderen & Digivaardigheden voor een gedetailleerde uitleg van de instrumenten en de instrumenten zelf. 8 Om aan te geven of er significante verschillen zijn gevonden, is gebruik gemaakt van een t-toets met gepaarde metingen, waarbij is

uitgegaan van tweezijdige toetsing en een betrouwbaarheidsinterval van 95%. Bij deze toets wordt gemeten hoe hoog de kans is dat twee

gemiddelden daadwerkelijk van elkaar verschillen, zoals in dit geval de score op de voor- en de nameting. De kans dat een verkeerde

conclusie wordt getrokken, wordt uitgedrukt in de waarde van p. Hoe lager de p-waarde, hoe lager de kans dat een foutieve conclusie wordt

getrokken. Voor een overzicht van de statistische resultaten zie ook Bijlage 2.

Page 23: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 19

Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Geen van mijn senioren had ervaring en kunnen nu aan het eind van het project allemaal mailen, whatsappen en de tablet goed gebruiken.” Studentcoach, man, Middelburg: “Als je ze van begin tot het eind ziet, dan zie je een heel groot verschil.” Studentcoach, man, Middelburg: “Twee van mijn senioren konden helemaal niets met de tablet of smartphone toen ze begonnen en nu kunnen ze zelfstandig het gehele apparaat besturen.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Je kon zien dat de senioren minder bang werden om dingen aan te klikken, dit was bij bijna iedereen de grootste stap. Ook hebben de senioren thuis geoefend en lieten dingen aan mij zien die ze al geprobeerd hadden. Ze gingen dus echt zelf aan de slag.”

Figuur 5.3: Vooruitgang van senioren op digitale vaardigheden volgens studentcoaches Aan de hand van statistische analyses hebben we ook onderzocht of er verschillen zijn in de vooruitgang van senioren gerelateerd aan bepaalde achtergrondkenmerken: gaan vrouwen bijvoorbeeld meer vooruit dan mannen, of is vooruitgang afhankelijk van leeftijd? Uit deze analyse blijkt dat we geen verschillen vinden voor geslacht, leeftijd, herkomst, regio, opleiding of burgerlijke staat. In Tabel 5.2 staat aangegeven per achtergrondkenmerk hoeveel senioren tot een bepaalde groep behoren (N), wat de gemiddelde vooruitgang van deze groep was volgens de Digiwijzer inclusief de spreiding (de standaarddeviatie), en de minimum en maximum vooruitgang. Vervolgens is het resultaat van de uitgevoerde toets weer weergegeven in de vorm van de p-waarde. In de laatste kolom wordt weergegeven of er sprake is van een significante verandering.9 Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat voor geen van de achtergrondkenmerken significante verschillen ontstaan in vooruitgang tussen groepen. Tot slot zijn we nagegaan of de vooruitgang van de senioren samenhangt met de opleiding van de student. De resultaten laten zien dat er geen verschillen zijn tussen senioren die worden gecoacht door een mbo-, hbo- of wo-student (Figuur 5.3).

9 Gezien het relatief kleine aantal senioren per achtergrondkenmerk, hebben we per achtergrondkenmerk een

one-way ANOVA uitgevoerd met verschillende post hoc analyses. Tot slot is met een regressie analyse gekeken

of leeftijd een verklarend variabele is, dit blijkt niet het geval, p = .555

0

2

4

6

8

10

12

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

ten

Geen vooruitgang - veel voortuigang

Page 24: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 20

Figuur 5.4: Vooruitgang van senioren op Digiwijzer naar opleiding senior

Figuur 5.5: Vooruitgang van senioren op Digiwijzer naar herkomst en regio

0

5

10

15

20

25

30

lagere school/basisonderwijs

lbo, vbo, lts,lhno, vmbo

mavo, vmbo-t,mbo-kort

(niveau 1 of 2)

mbo-niveau 3of 4, mts, meao

havo, vwo,gymnasium

hbo, heao,pabo, hts

universiteit

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Opleidingsniveau senioren

0

5

10

15

20

25

Niet-Nederland Nederland

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Herkomst senioren

0

5

10

15

20

25

Amsterdam Middelburg Tilburg

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Regio senioren

Page 25: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 21

Figuur 5.6: Vooruitgang van senioren op Digiwijzer naar burgerlijke staat

Figuur 5.7: Vooruitgang van senioren op Digiwijzer naar geslacht en opleiding studentcoachburgerlijke staat Hieruit blijkt dat er sprake is van een robuuste methodiek, die toepasbaar is voor een brede range aan doelgroepen en waarbij er weinig invloed is van de lokaal projectleider (regio), noch van het type opleiding van de studenten.

0

5

10

15

20

25

30

Alleenstaand Getrouwd Samenwonend Weduwe/Weduwnaar

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Opleidingsniveau senioren

0

5

10

15

20

25

man vrouw

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Gelslacht senioren

0

5

10

15

20

25

mbo hbo wo

Voor

tuig

ang

in p

unte

n

Opleiding student coach

Page 26: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 22

5.4 Resultaat senioren: Zelfredzaamheid

De zelfredzaamheid van de senioren is gemeten middels de Impact van Internetgebruik op Sociale Inclusie van Senioren vragenlijst (IISS-Index, Clement en De Hoo, 2017b). Deze bestaat uit vier onderdelen. Hieronder bespreken we deze resultaten per onderdeel. Onderdeel 1: Eenzaamheid Dit onderdeel van de test betreft drie vragen over het gevoel van eenzaamheid. Deze zijn gemeten op een 3-punts schaal (1= bijna nooit, 3 = vaak). De minimumscore die gehaald kan worden is dus 3 en de maximaal te halen score is 9. De verwachting was dat de eenzaamheid afneemt door deelname aan het project en het verhogen van de digitale vaardigheden. De gemiddelde score bij de voormeting bleek 4.8 en bij de nameting 4.5, dus inderdaad een afname van 0.3 in eenzaamheidsgevoelens. Uit de statistische toets blijkt dat er sprake is van een significant effect (p<.05). De variatie tussen de senioren is echter erg groot, er zijn zowel senioren waar het gevoel van eenzaamheid met drie punten toeneemt als senioren waar het gevoel van eenzaamheid met drie punten afneemt (zie Figuur 4.4). Bij het grootste gedeelte van de senioren blijft het gevoel van eenzaamheid echter ongeveer gelijk (38 van de 61) of neem het af met een punt (11 van de 61).

Figuur 5.8: Verschil in score op voor- en nameting voor de deel van de IISS-index: eenzaamheid Onderdeel 2: Het ontbreken van sociale contacten Dit onderdeel bestaat uit drie vragen over (het ontbreken van) sociale contacten. Deze zijn gemeten op een 5-punts schaal (0=nooit, 4= altijd). De minimumscore is 0, de maximumscore is 12. De verwachting is dat met het toenemen van de digitale vaardigheden ook de sociale contacten zouden toenemen. De gemiddelde score bij de voormeting was 3.6 en bij de nameting 3.1. Senioren hebben dus na het traject minder het gevoel dat ze een gebrek hebben aan sociale contacten dan voorafgaand aan het traject. Dit verschil is echter net niet significant (p=.052).

Page 27: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 23

Hier geldt net als bij het onderdeel eenzaamheid dat er een grote variatie tussen de senioren bestaat: de helft van de senioren blijft evenveel last hebben van het ontbreken sociale contacten (32 van de 61), echter bij een derde neemt het een à drie punten af (20 van de 61).

Figuur 5.9: Verschil in score op voor- en nameting voor de deel van de IISS-index: ontbreken van sociale contacten Onderdeel 3: Waardering van internet voor de sociale contacten Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen over de waardering van de senior van internet op gebied van sociale contacten. Deze vragen zijn gemeten op een 5-punts schaal (1= absoluut niet mee eens, 5 = absoluut mee eens). De minimumscore is 7, de maximumscore is 35. De verwachting was dat door het project de waardering van internet voor de sociale contacten zou toenemen. De gemiddelde score bij de voormeting was 23.8 en bij de nameting 25.1. De senioren gaven dus na de interventie iets vaker aan dat internet het sociaal contact makkelijker maakt, deze toename was niet significant (p = .127). Wederom zien we een grote spreiding (zie Figuur 5.6), waarbij bij een deel van de senioren de waardering gelijk blijft (12 van de 59) en bij het grootste gedeelte de waardering toeneemt (34 van de 59).

Page 28: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 24

Figuur 5.10: Verschil in score op voor- en nameting voor de deel van de IISS-index: waardering van internet voor de sociale contacten Onderdeel 4: Vaker online Dit onderdeel betreft de vraag hoe vaak iemand online is. Deze is gemeten op een 6-punts schaal (0 = nooit, 5 = meerdere keren per week). De minimumscore is 0, de maximumscore is 5. De verwachting was dat men door deelname aan het project vaker online zou zijn. De gemiddelde score bij de voormeting was 3.1 en bij de nameting 4.6; men is dus inderdaad vaker online. Uit de statistische toets blijkt dat er sprake is van een hoog significante stijging (p<.000).

Figuur 5.11: Verschil in online activiteiten Bovenstaande bevindingen worden bevestigd door de studentcoaches. Op een schaal van 1 (niet toegenomen) tot 5 (veel toegenomen) geven de meeste studentcoaches aan dat de senioren over het algemeen zelfredzamer zijn geworden. Enkele reacties:

Page 29: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 25

Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Absoluut. Ik heb bij mijn ouderen zoveel verandering op sociaal gebied gezien. Veel meer ondernemen dan eerst. Mooi om te zien.” Studentcoach, man, Middelburg: “Ik heb ze naast spelletjes ook uitgelegd hoe je belangrijke informatie kan opzoeken (zoals het weerbericht, openingstijden van winkels). Dit maakt ze daadwerkelijk zelfstandiger omdat ze dan voorbereid op pad kunnen gaan.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Hier ben ik het mee eens, de senioren zijn meer gaan ondernemen en pakken zelf de tablet er regelmatig bij.”

Figuur 5.12: Verhoging zelfredzaamheid senioren volgens de studentcoaches

5.5 Tevredenheid en opbrengsten project

Senioren De senioren die aan het project hebben meegedaan zijn over het algemeen zeer tevreden over het traject. Zo geven 53 senioren van de 59 senioren die de evaluatie hebben ingevuld aan plezier gehad te hebben in de coaching, waarbij 37 senioren zelfs zeer veel plezier hebben beleefd aan het traject. Vier senioren zijn neutraal en één senior is wat minder positief: “De tablet was dramatisch en heeft voor frustratie gezorgd. Met de student wel plezier gehad.” Senioren waarderen zowel wat ze geleerd hebben als hoe ze geleerd hebben, zo blijkt uit hun reacties. Senior, vrouw, 79 jaar: “Ik heb op een plezierige manier veel geleerd”. Senior, vrouw, 78 jaar: “Ik kan eindelijk doen wat anderen ook doen. En de vooruitgang is mooi om te zien.” Senior, vrouw, 74 jaar: “Ik heb heel wat kunnen leren door het project, zoals een mail opstellen en beter kunnen whatsappen.” Senior, vrouw, 75 jaar: “Het was allemaal nieuw en dat is juist leuk dat je dan extra veel kunt leren.” Gemiddeld geven 56 senioren die deze vraag beantwoord hebben het project als geheel maar liefst een 8,5 als rapportcijfer. Eén senior gaf het project een zes en slechts één deelnemer heeft het

0

2

4

6

8

10

12

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

ten

oneens eens

De senioren zijn zelfredzamer geworden

Page 30: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 26

project een onvoldoende (5) gegeven. Belangrijkste factor bij de ‘lagere’ cijfers is de frustratie en ergernis die het werken met tablet of smartphone op kan leveren. Daartegenover staan 18 senioren die het project een 10 gaven. Wat het project hun heeft opgeleverd? Veel senioren geven aan dat hun digitale vaardigheden zijn verbeterd, dat ze nu beter weten hoe de tablet of telefoon werkt en hoe ze deze kunnen gebruiken, en dat ze ook zelfverzekerder en zelfstandiger zijn geworden qua gebruik en makkelijker contact kunnen maken, maar wat betekent dat concreet? Senior, vrouw, 67 jaar: “Ik kan nu boodschappen bestellen, deze kon ik niet meer tillen.” Senior, vrouw, 76 jaar: “Het project heeft me veel opgeleverd, ik kwam van niks kunnen en ik kan nu appen, bellen, herstellen, foto’s maken en werken met emoticons :) “ Senior, vrouw, 77 jaar: “Ik kan nu veel dingen met de tablet en daardoor makkelijker communiceren met familie in het buitenland.” Senior, vrouw, 74 jaar: “Door sommige apps zoals de Telfort app kan ik nu makkelijk bijhouden of ik op schema loop met mijn betalingen.” Ook zouden alle deelnemers het project aanraden bij andere senioren. Sommigen hebben het al aan andere mensen verteld en er zijn ook senioren bij die graag zelf nog een keer mee zouden doen. De reden om mee te doen, zijn tweeledig, zowel vanwege ontwikkelingen in de maatschappij als vanwege het sociale aspect: Senior, vrouw, 64 jaar: “Door dit project kunnen andere senioren zich ontwikkelen op digitaal gebied. Je hoeft niet alles te kennen, alleen de basisvaardigheden is al heel wat.” Senior, vrouw, 69 jaar: “Ik raad iedereen aan die het leuk vind om te leren om te gaan met een tablet en het leuk vind om nieuwe mensen te leren kennen. Senior, vrouw, 71 jaar: “Het is eng om zelf ergens bij een clubje aan te sluiten. Hier komt er iemand naar je toe die je helpt. Als je dan vervolgens anderen gaat ontmoeten (netwerkbijeenkomst) is het minder eng omdat je studentcoach er is. Senior, vrouw, 61 jaar: “Je doet veel kennis op, zeker als je er niet mee bent opgegroeid. Het is juist een cursus van beginnelingen, het 1 op 1 contact is fijn. Perfect voor iedereen die normaal niet zo snel bij zoiets terecht komt.” Op drie na geven alle senioren die de eindevaluatie hebben ingevuld (N=59) aan dat ze zich na de coaching zelfverzekerder voelen op het gebied van digitale vaardigheden dan voor de start van het project. De senioren die zich niet zelfverzekerder voelden gaven als toelichting dat ze weinig interesse hadden of dat ze bang waren dat er iets mis zou gaan of dat het technisch moeilijk zou worden. De senioren die wel zelfverzekerder zijn geworden geven aan dat men zich door deelname aan het project zelfstandiger voelt en meer weet over de werking van het device en verschillende apps. Ook geven senioren aan meer te durven op digitaal gebied. Senior, man, 76 jaar: “Door het oefenen en het leren kreeg ik meer te weten over de voor en na delen maar ook de gevolgen, nu weet ik wat ik wel en niet kan doen op de telefoon” Senior, vrouw, 68 jaar: “Ik durfde eerst niet eens de smartphone aan te raken maar nu ben ik zelfverzekerd en kan ik zelfstandig WhatsAppen en zelfs foto's versturen via WhatsApp”. Senior, vrouw, 69 jaar: “Ik kan zelf dingen opzoeken en vinden al moet ik nog wel bijna alles vragen aan mijn dochter of zus. Toch heb ik er wel meer vertrouwen in gekregen.” Senior, vrouw, 67 jaar: “Ik ben niet meer bang om iets fout te doen.”

Page 31: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 27

Studentcoaches Het project krijgt van de studentcoaches gemiddeld een 8,1 (Amsterdam 8,1, Middelburg 7,9, Tilburg 8,8). Maar liefst 9 van de 23 studentcoaches geven het project een 9 of een 10. Op de stelling dat het project leuk was om aan mee te werken (schaal van 1 tot 5, waarbij 1 “helemaal niet” betekent en 5 “helemaal wel”), gaven maar liefst 15 van de 23 studentcoaches een 5. Enkele reacties: Studentcoach, man, Middelburg: “Het project was super. Ik heb altijd al iets willen doen voor de ouderen en dit project sloot daar goed bij aan.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Het mooiste wat ik meeneem van dit project is dat ik een kijkje heb gekregen in iemands leven die ik normaal nooit zou spreken. Hoe mijn senior in het leven stond vond ik heel erg mooi. Ook de dankbaarheid van mijn senior was heel mooi om te zien.”

Figuur 5.13: “Ik vond het leuk om aan het project mee te werken”, volgens studentcoaches Op de vraag of het project goed te combineren met school was, waren de studentcoaches gematigd enthousiast. 16 van de 22 studentcoaches die deze vraag hebben beantwoord geven bevestigen dit. Docent Scalda Middelburg: “De studentcoaches van Scalda vonden het project leuk. De studentcoaches konden dit project goed handelen, omdat ze boven de stof staan en dat geeft meerwaarde. (…) Het project biedt kansen voor samenwerking tussen senioren en studentcoaches. De studentcoaches zijn zowel bezig met communicatie als het instrueren van gebruikers. Deze vaardigheden zijn deel van het kwalificatiedossier. Ook valt het project goed binnen het thema burgerschap. De studentcoaches leren ook meer over verschillende contexten waarin ze binnen de ICT te maken krijgen, zoals in dit geval de zorg. Het was dus prima in te passen binnen het curriculum. Toch zouden ook studentcoaches uit andere richtingen in de toekomst eventueel aan kunnen sluiten, met name in combinatie met het burgerschap aspect van de opleidingen.”

0

2

4

6

8

10

12

14

16

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

tcoa

ches

Helemaal niet Helemaal wel

Ik vond het leuk om aan het project mee te werken

Page 32: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 28

Op de vraag wat de studentcoaches van dit project geleerd hebben worden o.a. de volgende antwoorden gegeven door henzelf: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Dat we door middel van iets kleins al heel veel voor een ander kunnen betekenen.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ik heb geleerd dat deze mensen niet alleen iets wilde leren, maar ook erg prettig vinden dat er iemand voor ze is om een praatje te maken met ze. Daarnaast heb ik geleerd dat ik veel geduld heb en het werken met senioren eigenlijk erg leuk vind om te doen.” Studentcoach, man, Middelburg: “Wat digitale vaardigheden kunnen toevoegen in het leven van de ouderen.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Ik heb geleerd om dingen uit te leggen die voor mij vanzelfsprekend zijn. Dit was af en toe erg lastig, omdat ik er niet bij stil sta hoe ik die dingen doe.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Dat het heel makkelijk is om geïsoleerd te raken als je geen digitale vaardigheden hebt, ook als je verder best sociaal bent. Dat een kleine aanwijzing al een heel groot verschil voor iemand kan maken. En dat het heel leuk is om senioren te coachen.”

5.6 Contact tussen studentcoach en senior

Senioren Veel senioren hebben het contact met de studentcoach als prettig ervaren, zoals ook blijkt uit de vorige paragraaf. Gehoorde opmerkingen zijn: Senior, vrouw, 77 jaar: “Ik vond het erg gezellig met de studentcoach. Ze heeft mij niet alleen digitale vaardigheden geleerd, maar we hebben ook veel gekletst.” Senior, man, 56 jaar: “Ik vond het gezellig dat de studentcoach bij mij langs kwam. We hebben veel gelachen en met elkaar gepraat. Ook kan ik nu meer met de tablet.”

Page 33: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 29

Senior, vrouw, 61 jaar: “Ik vond het fijn om wat te doen te hebben, een nieuwe hobby. Het contact met anderen en de studentcoach vond ik ook leuk”. Senior, vrouw, 71 jaar: “Ik vond het gezellig met de studentcoach, het was voor mij een stimulans dat ik niet dom ben, ik heb veel gelachen en vond het fijn dat ik veel gestimuleerd werd om het te proberen”. Studentcoaches De studentcoaches geven allen aan het contact met de senioren als prettig te hebben ervaren. 19 van de 24 studentcoaches zelfs als zeer prettig. Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ik was heel blij met het contact tussen mij en mijn deelnemers. Ik vond het ook heel leuk dat mijn deelnemers alle 3 een andere culturele achtergrond hebben dan de mijne.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Ik vond het elke week weer superleuk! De senioren hebben mij altijd met open armen ontvangen en waren erg gemotiveerd. Ze waren heel dankbaar en blij met alles wat ze leerden. Daarnaast waren ze ook alle 4 gewoon hele leuke mensen.” Studentcoach, man, Middelburg: “Het was erg gezellig en de ouderen waren altijd blij om mij weer te zien. Voordat we begonnen met de lessen deden we eerst een klein praatje onder genot van een kopje thee!”

5.7 Aantal senioren per studentcoach

Van de 30 studentcoaches die de trajecten hebben afgemaakt hebben er 23 de eindevaluatie ingevuld met vragen over hun eigen ervaringen (Amsterdam 12, Middelburg 7, Tilburg 4). Van deze 24 studentcoaches is allereerst gevraagd hoeveel senioren zij gecoacht hebben. De meeste studentcoaches hebben 3 senioren (11) of 2 senioren (8). Twee studentcoaches hebben 4 senioren gecoacht en 2 studentcoaches maar liefst 5 senioren.

Op de vraag of het aantal senioren passend was (schaal van 1 tot 5), gaven 21 studentcoaches aan dat zij het aantal redelijk passend vonden (7), goed passend (5), heel goed passend (8). De 3 studentcoaches die het aantal niet zo passend vonden, coachten allen 3 senioren en vonden dat teveel. De 14 studentcoaches die het aantal goed of heel goed passen vonden, coachten meestal 2 senioren. Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: ”Ik vind 2 senioren per week goed. Meer dan dit zou ik te druk hebben gevonden. En de mate van plezier zou ook afnemen. Het is vrij pittig werk, dus om goede coaching te geven zou ik maximaal 2 ouderen per student zeggen.”

Page 34: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 30

Studentcoach, man, Amsterdam: ”Drie is iets te veel, ik moest veel inplannen daarnaast ook nog aan projecten zitten. Het was soms lastig te combineren.” Studentcoach, man, Middelburg: “Drie senioren waren precies genoeg om evenveel aandacht te geven. Ik plande alle bezoeken op 1 dag met genoeg ruimte ertussen om even bij te kletsen of eventuele vragen te beantwoorden.”

5.8 Duur van de trajecten

Studentcoaches De studentcoaches geven aan om gemiddeld 12 maal met de senioren afgesproken te hebben. Op de vraag of dit aantal sessies voldoende was, beantwoorden vier studentcoaches met ‘nee’ en 19 studentcoaches bevestigend. Een aantal reacties: Studentcoaches, vrouw, Amsterdam: “Het was precies goed eigenlijk. Bij de ene senior wat het wel wat veel maar daar had ik daardoor meer gesprekken mee. Bij de andere senior duurde het aanleren langer dus daar waren 13 bijeenkomsten goed voor.” Studentcoaches, man, Amsterdam: “Voor het project was het voldoende. De senioren gaven wel aan dat zij nog graag vervolg lessen zouden willen.” Studentcoaches, vrouw, Tilburg: “De senioren gaven zelf aan dat het te kort was. Maar eenmaal bezig kwamen ze elke keer weer met nieuwe dingen die ze wilden leren. Het is natuurlijk erg goed dat ze zoveel willen leren, maar ergens houdt de cursus op. Daarvoor zijn de vervolgcursussen in de regio. Ik heb de meeste basis dingen kunnen uitleggen en hier draaide het ook om.” Senioren De senioren zijn niet bevraagd over de duur van de trajecten, maar bij de vraag naar opmerkingen of ideeën voor verbetering, geven veel senioren aan dat de cursus langer zou mogen duren en dat de opzet met meerdere personen wel gezellig is, maar dat de voorkeur uitgaat naar een één-op-één opzet omdat men dan meer kan leren.

5.9 Locatie van coaching, devices en internet

Locatie In tabel 5.3 is te zien waar de senioren die de eindevaluatie hebben ingevuld de coaching hebben ontvangen. Tabel 5.3 Locatie waar de senioren de coaching hebben ontvangen

Locatie van coaching N

Bij u thuis 36

In een buurthuis 8

Bij u thuis, In een buurthuis 12

In een bibliotheek 1

Bij u thuis, In een buurthuis, In een bibliotheek 1

Page 35: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 31

Vrijwel alle senioren zijn tevreden over de geschiktheid van de gebruikte locatie (gemiddeld cijfer: 8,9). Dit geldt zowel voor de senioren die de coaching thuis ontvingen als voor de senioren die de coaching in een buurthuis of bibliotheek ontvingen (eventueel in combinatie met thuis). Al geven de senioren die thuis de coaching ontvingen de locatie een hoger cijfer (9,1) dan de senioren die de training (ook) in een buurthuis ontvingen (8,5). Devices en internet Van de 78 senioren hebben er 59 senioren gebruik gemaakt van het aanbod om een tablet (52) of een smartphone (7) van het project in bruikleen te ontvangen. Na afronding van het traject mocht de senior het device houden. Ook internet is geleverd indien hier behoefte aan was. Over het algemeen waren de senioren heel tevreden over het device, bijvoorbeeld over het gebruiksgemak. Een enkele keer kwamen problemen met de devices voor, waaronder een te korte batterijduur, of een te trage of kapotte device. 19 senioren hebben gebruik gemaakt van hun eigen device; dit was in 7 gevallen een eigen smartphone, 5 senioren gebruikten hun eigen tablet, 3 hun eigen pc en 1 senior een eigen laptop. In 3 gevallen was er een situatie waarbij de senior zelf een oplossing had gevonden, zoals het lenen van een device van een buurtcentrum. 65 senioren bleken thuis internet te hebben. In dertien gevallen was er thuis geen internet. Dit werd opgelost door aan acht senioren een zogenaamde ‘mifi’ mee te leveren (een portable modem). 5 senioren gaven aan zelf een oplossing te hebben, namelijk dat zij in een buurthuis, bibliotheek of bij iemand uit het eigen sociale netwerk wilden oefenen. Over het algemeen werkten de devices goed. 5 studentcoaches melden echter dat er een probleem was met de tablet of smartphone bij één of meer van hun senioren en 5 studentcoaches melden dat er een probleem was met internet.

5.10 Intake en meetinstrumenten

19 van de 23 studentcoaches gaf aan dat het duidelijk was hoe het registratieformulier moest worden ingevuld. 18 van de 23 studentcoaches gaf aan dat het duidelijk was hoe de Digiwijzer moest worden ingevuld en 20 van de 23 studentcoaches kon de IISS-I zonder problemen invullen. Het ging hierbij vooral om steeds andere studentcoaches. Twee studentcoaches vonden deze drie instrumenten allemaal lastig in de vullen. Docent Scalda, Middelburg: “Er waren wel wat uitdagingen wat betreft het papierwerk. De student moesten veel gepusht worden met betrekking tot het inleveren van de data. Niemand vond het invullen van deze evaluaties leuk. De gingen veelal op stage na het project dus het was lastig om met ze in contact te blijven. Ook de inhoud van de vragenlijsten ging de studentcoaches (mbo-niveau 2/3) weleens het boekje te buiten, deze was te lastig en/of te veel. Dit hebben ze opgelost door vooral in te gaan op de vragen van de ouderen. Hierin waren de studentcoaches sterk. Het initiatief kwam dus voornamelijk vanuit de ouderen. Het aanleveren van de formulieren is lastig gebleken, ondanks dat hier wekelijks op gehamerd is en er nog een bijeenkomst is georganiseerd om de afsluitende zaken af te spreken (hier waren slechts 2 of 3 mensen).”

Page 36: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 32

5.11 Gekozen leerdoelen

Senioren De senioren hebben gemiddeld 2,8 doelen gekozen. De meeste senioren hebben 3 leerdoelen gekozen (39), 27 senioren hebben 2 leerdoelen gekozen, 8 senioren hebben 4 doelen gekozen, 3 senioren maar liefst 5 en 1 senior heeft 1 doel gekozen.

Figuur 5.14 Aantal senioren met een bepaald aantal leerdoel

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

3 leerdoelen 2 leerdoelen 4 leerdoelen 5 leerdoelen 1 leerdoel

Aantal leerdoelen

Page 37: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 33

Aan de volgende leerdoelen: algemeen gebruik van de tablet of smartphone (59), informatie zoeken op internet (35), mailen (31), algemeen gebruik van de smartphone (25) en WhatsApp berichten (22) wilden de senioren het vaakst gaan werken. Uit de evaluatie bleek dat het leerdoel foto’s en video’s (maken, bewerken, overzetten et cetera) het meest werd genoemd als aanvullend leerdoel. Echter, ook internetbankieren en boodschappen bestellen werden meerdere keren genoemd als aanvullend leerdoel.

Figuur 5.15. Gekozen leerdoelen Studentcoaches 5 van de 23 studentcoaches geven aan dat zij leerdoelen uit de Digiwijzer misten. Hierbij werd 3 maal genoemd dat de senioren graag foto’s en/of video’s wilden leren maken en versturen via smartphone of tablet. Student, vrouw, Amsterdam: “Beide senioren wilde weten hoe ze foto's en video's konden maken met de tablet. Dit miste ik in de leerdoelen van de Digiwijzer.”

5.12 Transfer

Netwerkbijeenkomsten Senioren Over de netwerkbijeenkomsten was de meerderheid van de aanwezige deelnemers (40) tevreden (gemiddeld cijfer 7,8). De overige senioren (18) hebben geen bijeenkomst bijgewoond, bijvoorbeeld vanwege ziekenhuisbezoek. De senioren gaven aan dat ze het leuk vonden om nieuwe mensen te ontmoeten en ervaringen te kunnen delen. Wel vond één senior de bijeenkomst ver weg. Enkele reacties: Senior, vrouw: “Ik vond het leuk om de andere deelnemers te ontmoeten en samen dingen te ondernemen. De locatie vond ik wat minder en soms was het rustig.” Senior, vrouw: “Ik ben in de bibliotheek naar de bijeenkomst geweest, ik vond de Kahoot leuk en praten met anderen.”

0 10 20 30 40 50 60 70

Algemeen gebruik tabletInformatie zoeken op internet

MailenAlgemeen gebruik smartphone

WhatsappFacebook

InternetveiligheidOnline spelletje

SkypenNieuwslezen online

Google mapsWeerbericht online

Leerdoel

Page 38: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 34

Senior, vrouw: “Het was gezellig en leerzaam. Ik heb ook een heleboel nieuwe mensen ontmoet.” Studentcoaches De meeste studentcoaches hebben zelf een of meer netwerkbijeenkomsten georganiseerd (17). Op een schaal van 1 tot 5 waarbij 1 ‘helemaal niet mee eens’ en 5 voor ‘Helemaal mee eens‘ stond, vonden veruit de meeste studentcoaches dat het organiseren van de netwerkbijeenkomst(en) goed verliep, dat men voldoende informatie had ontvangen om zo’n bijeenkomst te organiseren en dat de netwerkbijeenkomsten hebben bijgedragen aan het verbreden van het sociale netwerk van de senior (zie figuur 5.16).

Figuur 5.16 Reacties op stellingen over de netwerkbijeenkomsten door de studentcoaches Enkele reacties:

Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “De netwerkbijeenkomsten waren echt heel erg leuk. De ouderen vonden het allemaal super leuk. Iedereen maakte heel leuk contact. Had ik wel vaker willen hebben, heel erg van genoten.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Het organiseren van de netwerkbijeenkomsten verliepen prima. De voorbeelden hoe de netwerkbijeenkomsten eruit moesten zien stond goed beschreven op de ELO. Het doel van de netwerkbijeenkomst is goed tot zijn recht gekomen, omdat de senioren elkaar beter konden leren kennen en ervaringen konden uitwisselen.” Studentcoach, man, Middelburg: “Wij hebben als groep een netwerkbijeenkomst georganiseerd in de bibliotheek van Middelburg. Het was een nuttige en informatieve bijeenkomst met een leuk sociaal aspect omdat de ouderen nieuwe gezichten hebben gezien.”

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1 2 3 4 5

Netwerkbijeenkomsten

Het organiseren van de netwerkbijeenkomst(en) verliep goed

Ik had voldoende informatie gekregen vanuit de training en/of ELO en/of projectleider om eennetwerkbijeenkomst te organiseren.

De netwerkbijeenkomsten hebben bijgedragen aan het verbreden van het sociale netwerk van de senior

Page 39: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 35

Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Ik vond de netwerkmeeting geslaagd en gezellig. Ik had het idee dat de senioren elkaar hebben ontmoet en elkaar hebben leren kennen. Het organiseren ging soepel en de informatie was aanwezig.” Digicoaches Ruim de helft (16 van de 28) van de senioren die de vraag beantwoord hebben of zij een digicoach hebben gevonden geven aan dat zij deze inderdaad hebben gevonden (57%). Het gaat dan om een dochter of zoon (5x), een ander familielid (3x), een buurvrouw (3x), vriendin of kennis (3x), vrijwilliger (1x) of onbekend (1x). Tien studentcoaches geven aan dat het hun niet gelukt is om digicoaches te vinden. De studentcoaches geven aan het over het algemeen vrij lastig te vinden om iemand te vinden die als digicoach wil fungeren (zie figuur 5.17). Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “In het begin was ik bang dat het niet zou lukken maar dit is goed gekomen. De senioren en ik hebben tijdens gesprekken een digicoach uitgekozen.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Het is lastig om een digicoach te vinden. De familieleden van iemand krijg je niet echt te spreken en ze hebben het idee dat wanneer ze digicoach zijn ze ergens aan vast zitten. De senioren willen niemand tot last zijn en vinden het lastig om iemand echt als digicoach te vragen.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Ik vond het lastig om bij de echt eenzame senioren hier vaak over te beginnen omdat ik zag dat ze er stress van kregen. Het was in zo'n korte tijd lastig om het sociale netwerk goed in beeld te krijgen en daardoor mee te kunnen denken wie geschikt kunnen zijn. Bij sommige senioren was er duidelijk familie o.i.d. maar bij de senioren die dat niet hadden vond ik het lastig.” In een enkel geval was het niet moeilijk om een digicoach te vinden, zoals in onderstaand voorbeeld: Studentcoach, vrouw, Tilburg: “Veel senioren hadden kinderen of een vriend/vriendin of andere familieleden die al wel digitaal vaardig waren. Eén senior gaf aan dat hij iemand had die hij altijd belde als hij vragen had. Ik heb dus niet echt naar een digicoach hoeven zoeken.” In enkele gevallen lukte het niet. Gelukkig waren er vaak wel oplossingen zoals het aan elkaar koppelen van 2 senioren voor het geven van ondersteuning aan elkaar. De studentcoaches vonden dat ze voldoende informatie hadden ontvangen om op zoek te gaan naar een digicoach, maar vonden dat de informatie uitvoeriger had gekund (figuur 4.10). Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ik had graag wat meer informatie gehad. Het was in het begin wel lastig om een digicoach te vinden.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ik heb gewoon aan de senioren gevraagd wie zij als digicoach wilden en daarna heb ik kennis met hen gemaakt.”

Page 40: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 36

Figuur 5.17 Reacties op stellingen over de digicoaches door de studentcoaches Doorstroom Niet alle senioren hebben aangegeven of ze hierna nog iets met hun digitale vaardigheden gaan doen. 17 senioren van de 59 senioren die de eindevaluatie hebben ingevuld geven aandat zij passend vervolgaanbod hebben gevonden (29%). Welk aanbod dat is, is ook bekend. Zo geeft één senior aan een taal-of rekencursus te gaan doen; zes senioren gaan iets doen via de bibliotheek (een cursus of bezoeken tablet cafe); vier senioren denken over deelname aan het project Ouderen in de wijk van de OBA; vier senioren geven aan gebruik te gaan maken van de inloop in het buurthuis en drie senioren zijn voornemens om een cursus via seniorenweb te gaan zoeken (sommige ouderen geven meerdere opties aan).

5.13 Training en begeleiding studentcoaches

Training De training is positief geëvalueerd. De tien studentcoaches die de digitale enquête op de ELO hebben ingevuld waarderen de training met een 8 voor de training en eveneens met een 8 voor de trainer. Op een schaal van 0 tot 4 wordt aangegeven dat men vooral tevreden was over de organisatie van de training, de trainer en de duidelijkheid van de inhoud van de training.

0

2

4

6

8

10

12

14

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

tcoa

ches

Helemaal niet mee eens Helemaal mee eens

Digicoach

Het zoeken naar een digicoach verliep goed

De informatie uit de trainingen / ELO heeft geholpen bij het zoeken naar een digicoach.

Page 41: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 37

Figuur 5.18 Reacties op stellingen over de training door de studentcoaches De meeste studentcoaches geven aan geen onderwerpen te hebben gemist binnen de training, maar er waren wel tips die studentcoaches meegaven over aanvullende onderwerpen: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Meer begeleiding bij het zoeken van digicoach en de training van digicoach.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Soms miste ik de wat praktischere zaken omdat er zoveel verteld werd. Het was misschien handig geweest als die nog even duidelijk werden verteld. (bijv. het buurthuis waar ik wilde afspreken was niet geopend)” Studentcoach, man, Amsterdam: “Ik heb vooral vaardigheden gemist. Een paar voorbeelden over internetbankieren of virusscanners was handig geweest.” Studentcoach, man, Middelburg: “Hoe je met een ouderen omgaat, intake met de senior bespreken, etc. En meer informatie hoe de student alles moet bijhouden qua rapportage.“

0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

De inhoud van de training is duidelijk.

De lengte van de training is goed.

Het trainingsmateriaal (online en in de training) is helderen passend bij het project Ouderen en digivaardigheden.

De trainer kan de inhoud van de training goed en actiefoverbrengen.

Ik heb veel kennis en vaardigheden opgedaan tijdens detraining.

Ik kan deze kennis en vaardigheden toepassen voor hetproject Ouderen en digivaardigheden.

De organisatie en de faciliteiten van de training warengoed.

Waardering training (0-4 punten)

Page 42: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 38

Begeleiding

De elo en de digitale helpdesk (via de elo) bleken over het algemeen bruikbare instrumenten te zijn, zoals bleek uit de vragen die wij hierover aan de studentcoaches stelden. Op een schaal van 1 tot 5 waarbij 1 ‘helemaal niet mee eens’ en 5 voor ‘Helemaal mee eens‘ stond, vonden de meeste studentcoaches dat de opdrachten nuttig waren en de informatie op de elo toereikend was. Iets meer studentcoaches gaven aan dat zij goed met de elo konden werken (zie figuur 5.19). Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Middelburg: “Ik zit in het derde jaar Social work en werk al 7 jaar met ouderen dus de opdrachten waren voor mij niet zo nuttig”. Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Sommige dingen waren lastig te vinden op de ELO. Wat ook lastig is, is dat je maar een bepaald aantal documenten kunt uploaden op de inleverpagina.” Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Ik vond de ELO erg overzichtelijk en fijn om in te werken. Daarnaast kreeg ik ook snel reactie op mijn vragen.” Studentcoach, man, Middelburg: “Duidelijke portaal met overzichtelijk overzicht met de benodigde documenten.”

Page 43: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 39

Figuur 5.19 Reacties op stellingen over de elo door de studentcoaches Op de vraag of zij aanvullend materiaal hebben gebruikt, antwoorden 13 studentcoaches ontkennend. Tien studentcoaches hebben aanvullend materiaal gebruikt: zes studentcoaches gebruikten materiaal dat op de elo stond en vier studentcoaches gebruikten materiaal dat zij zelf hebben gevonden. Eén van deze vier studentcoaches maakt zelf een boekje met pictogrammen. Een andere student heeft er op verzoek van de betrokken senior zelf voor gekozen om aanvullend te gaan werken met internetbankieren (dit, ondanks de uitdrukkelijke instructie binnen het project om dit niet te doen vanwege het risico op misbruik). Intervisie en afsluitende bijeenkomst Halverwege het traject waren er een of meerdere intervisiebijeenkomsten en aan het eind van het traject was er een feestelijke afsluitende bijeenkomst waarbij de senioren hun certificaat uitgereikt kregen. Enkele reacties: Studentcoach, vrouw, Amsterdam: “Het aantal deelnemers dat ik had vond ik precies goed en ik kon dit makkelijk combineren met school. De intervisiebijeenkomsten heb ik ook fijn ervaren, omdat ik zo al mijn vragen persoonlijk beantwoord kon krijgen. De afsluiting van project vond ik ook erg fijn.” Studentcoach, man, Amsterdam: “De afsluiting van het project was een groot succes. Ik had het idee dat iedereen het naar zijn zin had en er hing een erg leuke sfeer. Ik mocht een klein stukje vertellen over mijn ervaringen. Dat vond ik een beetje spannend, maar het ging erg goed.” Studentcoach, vrouw, Tilburg: “De afsluiting was heel leuk. Het was mooi om de senioren even in het zonnetje te zetten omdat ze toch erg hun best hebben gedaan. Ook de informatie over de vervolgcursussen was erg nuttig.”

0

2

4

6

8

10

12

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

ten

Helemaal niet mee eens Helemaal mee eens

ELO

Ik kon goed met de ELO werken De opdrachten op de ELO waren nuttig voor mij

De informatie op de ELO was toereikend

Page 44: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 40

Figuur 5.20 Reacties op stellingen over de intervisie en afsluiting door de studentcoaches

5.14 Informatievoorziening

Veruit de meeste studentcoaches hadden voldoende informatie ontvangen voorafgaand of tijdens het project. 22 van de 23 studentcoaches geven aan dat duidelijk was wat van hen verwacht werd tijdens het project. Enkele reacties: Student, vrouw, Amsterdam: “De locatie en de mensen die de trainingen vond ik persoonlijk erg goed. Als ik vragen had en ergens niet uit kwam dan kreeg snel een reactie terug. Dit vond ik erg fijn. In het begin werd al snel duidelijk gemaakt wat er van mij werd verwacht en hoe alles in zijn werk ging.” Student, man, Amsterdam: “De presentaties vooraf waren prettig. Ik vind het altijd fijn om te weten wat me te wachten staat. Ook de bijeenkomst over eenzaamheid vond ik erg interessant.” Student, vrouw, Tilburg: “De trainingen waren prettig omdat je dan beter weet wat je kan verwachten. Ook opmerkingen en ervaringen van andere studentcoaches zijn erg nuttig. Al kun je natuurlijk nooit 100% voorbereid zijn, omdat elke senior anders is.”

0

2

4

6

8

10

12

14

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

ten

Helemaal niet mee eens Helemaal mee eens

Intervisie en projectafsluiting

De intervisiebijeenkomst(en) was/waren nuttig De afsluiting van het project was prettig

Page 45: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 41

Figuur 5.21 Reacties op stellingen over de informatievoorziening door de studentcoaches

5.15 Intergenerationeel leren: wat hebben de studentcoaches van de senioren geleerd?

Niet alleen de senioren hebben tijdens het traject veel geleerd van de studentcoaches. Ook de studentcoaches hebben veel geleerd van de senioren geleerd, op diverse gebieden. Intergenerationeel leren, waarbij mensen van alle leeftijden samen en van elkaar kunnen leren, is geen expliciet onderdeel geweest van de evaluatie, maar is wel bij diverse evaluaties teruggekomen. Zowel bij begeleiders van de onderwijsinstellingen, als bij de studentcoaches zelf, viel op dat men het contact en het uitwisselen van ervaringen erg heeft gewaardeerd. Enkele reacties: Student, vrouw, Amsterdam: “Mijn senior werkte nog en verdiende heel erg weinig geld. Ze komt elke maand net rond en heeft geen spaarpotje. Toch gaf ze elke week gebakjes en cadeautjes. Hoe vrijgevig zij was ondanks haar lage inkomen vond ik heel mooi om te zien. Deze kleine gebaren hebben mijn kijk op geluk verandert.” Student, vrouw, Amsterdam: “Ik heb vaak met de senioren gehad over het dagelijkse leven en wat zij allemaal hebben meegemaakt. Ik vond het zelf erg leuk en leerzaam om van hen te horen hoe zij in het leven staan en wat zij allemaal hebben meegemaakt”. Student, vrouw, Amsterdam: “Zij hebben mij verhalen verteld over hun achtergrond, over het leven etc. Dat zal ik altijd meenemen.” Student, vrouw, Tilburg: “Dat het heel lastig is om iets te leren wat veel mensen als vanzelfsprekend zien, maar dat je nooit te oud bent om te leren. Dat hulp vragen je soms verder brengt. Ook hebben de senioren mij geleerd meer geduld te hebben.”

0

2

4

6

8

10

12

1 2 3 4 5

Aant

al st

uden

ten

Helemaal niet mee eens Helemaal mee eens

Informatievoorziening studenten

De informatie die ik voorafgaand aan mijn deelname aan het project heb ontvangen was voldoende.

Als ik vragen had, bijvoorbeeld over de testen, coaching of devices, werden deze snel en goedbeantwoord.

Page 46: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 42

5.16 Evaluatie stakeholders en lokaal projectleiders

Per regio is de pilot geëvalueerd met een aantal stakeholders middels focusgroepen. Waar nodig zijn de gegevens uit de focusgroepen aangevuld met informatie via een schriftelijke vragenlijst. De bevraagde stakeholders waren: 1 Amsterdam: de Hogeschool van Amsterdam en diverse welzijnsinstellingen (stichting Aminah,

de Hudsonhof en de ABC Alliantie); 2 Middelburg: Scalda College, Gemeente Middelburg, Zorgstroom (een zorginstelling), de

Bibliotheek in Zeeland en Hogeschool Zeeland; 3 Tilburg: Welzijnsorganisatie Contour de Twern; 4 De lokaal projectleiders. Hieronder beschrijven we de bevindingen wat betreft de ervaringen over het project in het algemeen, de samenwerking met de diverse partijen in de regio, samenwerking met de onderwijsinstellingen, de informatievoorziening en ideeën voorvoortzetting van het project. Ervaringen over het project in het algemeen De stakeholders in Amsterdam hebben het project als zeer positief ervaren. Zij waren ook tevreden over de behaalde resultaten. “Mooi om te zien hoe de studentcoaches met de ouderen om gingen”. “Het project was waardevol.” Vanuit de HvA werd aangegeven dat studentcoaches het project ‘ontzettend leerzaam’ hebben gevonden en de HvA is dan ook van mening dat het project waardevol is voor de studentcoaches. De kracht van dit project ligt volgens stakeholders in de verbinding tussen jong en oud en in de samenwerking tussen de verschillende partijen. Enkele reacties: “De energie tussen deze koppels is geweldig om te zien”. “Je zag mensen enthousiast worden en volop over hun vorderingen spreken. Iemand ging een online cursus ukelele volgen en een ander bleef maar informatie opzoeken op Google”. Ook de structuur van het project waarin “de studentcoaches eerst contact maken met de senioren voordat men naar buiten gaat en de senioren bij elkaar in een groep zet” werd als positief ervaren. De stakeholders hebben geleerd dat senioren “open staan om wat te leren” en dat jongeren “enthousiast zijn en zich dubbel inzetten”. Ook wordt gemeld dat het project betrokkenen bewust heeft gemaakt van het feit dat je oudere mensen kunt ondersteunen met digitale vaardigheden: “Je verwacht wel dat iemand hulp vraagt met boodschappen, maar niet voor iets digitaals”. De stakeholders in Middelburg geven ook aan dat het project belangrijke meerwaarde heeft. Zo wordt de persoonlijke benadering, met tijd en aandacht voor de senior als positief benoemd. Ook vindt men het contact tussen jong en oud bijzonder. De ervaring leert nu dat de kloof daartussen eigenlijk niet zo groot hoeft te zijn en dat ICT een mooi hulpmiddel kan zijn om deze te overbruggen, omdat het mensen verbindt. Ook zijn de andere contacten die de senioren hebben opgedaan door de netwerkbijeenkomsten waardevol: “Mensen moeten naar een bijeenkomst toe en dat werkt”. Andere reacties:

Page 47: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 43

“Ze hebben veel geleerd wat leuk is om bijvoorbeeld te gebruiken in het contact met kleinkinderen. Veel senioren zijn aan het begin argwanend naar digitale middelen, maar zien er nu toekomst in. Ze hadden wel devices maar wisten niet hoe ze die moesten gebruiken.” De stakeholders in Tilburg geven aan dat senioren meer zelfvertrouwen hebben gekregen op digitaal en sociaal vlak en dat op deze wijze ook een aantal mensen in beeld zijn gekomen bij sociaal werk die dat eerder niet waren. Verder geeft men aan dat mensen enthousiast zijn en dit delen met andere bezoekers van het wijkcentrum. Andere bezoekers geven aan hier ook interesse in te hebben. “Het is mooi om te zien dat het project meer brengt dan alleen verbeteren van de digitale vaardigheden. We zien dat het mensen uit hun isolement kan halen en ook meer zelfvertrouwen geeft.” Tot slot hebben ook de lokale projectleiders aangegeven het project als positief ervaren. De taken en verantwoordelijkheden rondom ontwikkeling en uitvoering waren helder tijdens het hele proces, aldus de lokaal projectleider Amsterdam. Zaken die de projectleider in Amsterdam aanspraken, waren bijvoorbeeld: het directe contact met senioren, de individuele benadering van de senioren door de studentcoaches gecombineerd met de netwerkbijeenkomsten én de wijkgerichte aanpak van het project. “Het was soms wel een zoektocht naar hoe de planningen van CINOP en gemeente zich tot elkaar verhouden”, aldus de projectleider Amsterdam. Maar de vrijheid voor eigen invulling werd gewaardeerd. De projectleider uit Middelburg werkt al lang in de regio en geeft aan dat de uitvoering/implementatie in die regio verliep zoals verwacht. Samenwerking stakeholders – lokaal projectleiders De stakeholders in Amsterdam geven aan dat de samenwerking met de lokaal projectleider over het algemeen als goed wordt ervaren door de betrokkenen. Betrokkenen zijn goed geïnformeerd vanuit de lokaal projectleider en dit was voor de meeste betrokkenen toereikend. Eén organisatie gaf echter aan niet eenduidig op de hoogte te zijn gebracht over het project wat men als vervelend ervaren omdat “het belangrijk is dat voor de benadering van kwetsbare bewoners de informatie eenvoudig en helder wordt gecommuniceerd”. De stakeholders in Middelburg geven aan dat er verschillende stakeholders betrokken zijn geweest tijdens verschillende fases binnen het project. Zo heeft de bibliotheek een bijeenkomst gefaciliteerd en senioren aangedragen. Een zorginstelling (Zorgstroom) heeft vooral bij aanvang van het project bijgedragen met de werving van de senioren. De samenwerking wordt door de aanwezigen als belangrijk bestempeld: “Iedere partij kan iets inbrengen”. Aangegeven wordt dat veel partijen in de regio iets doen op dit terrein en dat niet van elkaar weten. Dit project kan de verbinding leggen. Wel geven diverse stakeholders ook aan dat het wellicht beter geweest wanneer al in het begin met diverse partijen tegelijkertijd naar afstemming was gezocht in plaats van een-op-een met de lokaal projectleider. In dat geval had de wervingsvraag misschien ook bij meer organisaties uitgezet kunnen worden en had het project misschien ook meer aan kunnen sluiten bij al lopende initiatieven. De stakeholders in Tilburg geven aan dat de twee betrokken stakeholders vooral een rol hadden bij de werving van de deelnemers. De samenwerking tussen de verschillende partijen was niet altijd even helder. Het project is gestart met een projectleider van Stichting Lezen & Schrijven; hun laagdrempeligheid in de regio was nuttig in verband met de aansluiting bij de doelgroep. Halverwege het project is het lokaal projectleiderschap overgenomen door CINOP. De stakeholders geven aan dat de communicatie met CINOP prima was, wat meer helderheid over het project en de doelgroep gaf, hoewel er door de wisseling eerst wat onduidelijkheid was over het aanspreekpunt voor de senioren.

Page 48: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 44

Ook de lokaal projectleiders zelf geven aan dat het contact met stakeholders goed is verlopen in alle drie de regio’s, hoewel een lange adem soms nodig was. “Een ‘nee’ moet je eigenlijk niet te snel accepteren, een andere weg of persoon kan soms wel deuren openen”, aldus de lokaal projectleider in Amsterdam. Een aanbeveling is om contact te zoeken met de organisaties waar de energie zit. Een andere aanbeveling is dat bij de werving van stakeholders goed ondersteunend materiaal handig kan zijn om het gesprek aan te gaan, te laten zien waarom het project belangrijk is en wat het oplevert. Hierbij zijn suggesties genoemd als een flyer, filmpje en een factsheet. Een aandachtspunt is het maken van heldere afspraken met de stakeholders: wat verwacht je van een stakeholder, wat moet hij/zij precies doen en wanneer? Men heeft ervaren dat deze afspraken vanaf begin af aan helder moeten zijn en goed gecommuniceerd moeten worden. Samenwerking met het onderwijs De stakeholders in Amsterdam gaven aan dat de Hogeschool van Amsterdam (HvA) door andere betrokkenen als sterke partner genoemd werd die “een project van de grond kan krijgen”. De HvA heeft intensief samengewerkt met de lokaal projectleider en dit als “perfect” ervaren. Hierbij werd het hebben van één aanspreekpunt als positief punt benoemd. Scalda geeft aan dat het project goed aansloot bij de werkwijze van de school met veel externe opdrachtgevers. De Hogeschool Zeeland (HZ) heeft ook een aantal studentcoaches geleverd en volgens Scalda was er uit de samenwerking tussen Scalda en HZ meer te halen geweest. De contactpersoon van de HZ was regelmatig niet aanwezig tijdens de intervisiebijeenkomsten waardoor er minder kruisbestuiving tussen mbo en hbo was dan wellicht mogelijk was geweest. De stakeholders in Tilburg hebben niet direct zelf met de studentcoaches gewerkt, maar gaven aan via de deelnemers alleen maar positieve reacties te horen. De lokaal projectleiders geven tot slot aan dat binnen de betrokken onderwijsinstellingen samenwerking belangrijk is, maar vooral ook een persoon binnen de onderwijsinstelling die het project omarmt en die kansen ziet. De lokaal projectleider van Middelburg vindt het jammer dat de samenwerking met de lectoraten niet goed van de grond is gekomen. Hier lijkt namelijk wel een kans te liggen, omdat de onderwijsinstelling via het lectoraat zicht kan krijgen op de ontwikkelingen en problematieken die er zijn in de regio of in de stad. Practoraten op het mbo zijn vanuit dit oogpunt ook een mogelijke ingang in het geval van voortzetting van het project. Wat betreft de keuze van de studentcoaches wordt door de projectleiders aangegeven dat het mbo in plaats van hbo mogelijk het meest geschikt is voor de coaching. Voorkeur heeft dan wel de samenwerking met tweede of derdejaars studenten van het mbo, bijvoorbeeld niveau 3 Zorg en Welzijn. Eerstejaars zijn erg onervaren en vragen meer begeleiding van de lokaal projectleiders. Informatievoorziening van lokaal projectleiders aan stakeholders De stakeholders van Amsterdam geven aan dat de verschillende betrokkenen over het algemeen tevreden waren over de informatievoorziening. De informatie was inhoudelijk goed en duidelijk en werkte enthousiasmerend. Ook was de lokaal projectleider goed benaderbaar en had deze een actieve houding. Eén organisatie geeft aan dat de communicatie soms onvoldoende eenduidig was: “Dit heeft op de werkvloer voor lichte frustratie gezorgd”. Het ging dan met name over de communicatie betreffende de leeftijd van de doelgroep, de data van de bijeenkomsten en het wervingsproces. Op een aantal punten gaven betrokkenen aan dat er verbetering mogelijk is in de communicatie. Zo gaf één organisatie aan graag een heldere planning te hebben ontvangen, bijvoorbeeld over wanneer de netwerkbijeenkomsten gehouden zouden worden. Ook zou de communicatie naar de deelnemers beter gekund hebben, zo was er onduidelijkheid over het proces van aanmelding. Verder werd aangegeven dat de periode tussen werving van de senioren en start van de trajecten wat lang was. Tenslotte was de rol van CINOP voor de HvA onduidelijk; de HvA wist niet dat CINOP landelijk de projectleider van het project was en dacht dat CINOP juist

Page 49: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 45

uitvoerende partij was. Dit misverstand had voorkomen kunnen worden door een helderder externe communicatie vanuit de lokaal projectleider en/of CINOP. De stakeholders in Middelburg geven aan dat de informatievoorziening grotendeels mondeling liep via de lokaal projectleider. Op deze wijze zijn de betrokkenen geïnformeerd over de doelstellingen van het project en hebben ze informatie schriftelijk en/of mondeling ontvangen. Vele stakeholders hebben vervolgens meegeholpen met de werving. De stakeholders in Tilburg geven aan dat de welzijnsorganisaties bij het project betrokken zijn geraakt via de eerste lokaal projectleider aldaar. De informatie aan de stakeholders werd als prima ervaren. Ook vond men het contact met CINOP (tweede projectleider) prettig: er werd een goede uitleg van het project gegeven. Gedurende het project bleek echter dat de rol van de stakeholders in eerste instantie onduidelijk was. Zo kwamen er gedurende het traject af en toe vragen van de deelnemers bij de stakeholders terecht, wellicht omdat de senioren niet altijd wisten wie contactpersoon van het project was. Na verloop van tijd werd het duidelijker wie waar verantwoordelijk voor was. Werving doelgroep Uit de focusgroep met de stakeholders in Tilburg bleek dat de informatie op papier onvoldoende was om mensen over de streep te trekken. De stakeholders hebben deze daarom aangevuld met een mondelinge toelichting. Hiernaast zijn er twee informatiebijeenkomsten georganiseerd door de lokaal projectleider om de deelnemers te enthousiasmeren. De lokaal projectleiders bevestigen aan dat de stakeholders in de wijk erg belangrijk bleken voor de werving van de senioren en dat mondeling contact hierin essentieel is omdat flyers niet door de doelgroep worden gelezen. Wel lastig was het afwijzen van mensen: “Iedere stakeholder kent wel mensen die mee willen of kunnen doen, dan is het vervelend om toch te moeten zeggen ‘je mag niet meedoen’ ”. Verder is in Middelburg en Tilburg tijdens de werving bekendgemaakt dat men een ‘gratis tablet’ kon ontvangen bij deelname; dit heeft soms ook belangstellenden naar het project getrokken die alleen op de device afkwamen, maar die niet gemotiveerd waren om deel te nemen aan het hele traject. Werving en selectie bleken veel tijd te kosten door praktische zaken, bijvoorbeeld omdat mensen niet meer bereikbaar waren op een telefoonnummer. Aanbeveling is daarom om zelf de datum voor het selectiegesprek te bepalen en de mensen daarvoor uit te nodigen. Overigens begon de aanmelding vooral te lopen toen men deelnemers aan het oefenen zag in de buurthuizen; naar aanleiding hiervan kwamen nog veel aanmeldingen binnen. Het project maakte dus reclame voor zichzelf, door soms ook in het openbaar zichtbaar te zijn. Rol van de gemeenten In Amsterdam was de gemeente direct bij het project betrokken in de rol van lokaal projectleider. Dit is ervaren als een passende rol tijdens deze pilotfase door de gemeente zelf, hoewel de uitvoering van het project in de toekomst wellicht logischer bij een uitvoeringsorganisatie kan komen te liggen (wellicht een organisatie waar al een subsidierelatie mee is). De stakeholders in Middelburg geven aan dat de rol van de gemeente niet geheel duidelijk was. De gemeente ziet zichzelf graag in een faciliterende rol waarbij ze hun netwerk aanbieden en bijvoorbeeld meehelpen met de organisatie van een bijeenkomst. In de gemeente Tilburg is het pas na de wisseling van de projectleider gelukt om contact te krijgen met de juiste ambtenaar van de gemeente. Zij hebben meegedacht over de afsluitende bijeenkomst van het project in Tilburg en aangegeven om eventueel open te staan voor een gesprek over voortzetting van het project. In het algemeen geven de lokaal projectleiders aan dat het inbedden van dit project bij andere programma’s in een gemeente kan lastig zijn. Het is belangrijk dat dit punt ook bij een voortzetting van dit project voldoende aandacht krijgt.

Page 50: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 46

Ideeën voor voortzetting project De betrokken stakeholders in Amsterdam geven aan ook in de toekomst graag mee te werken aan een soortgelijk project. Er is veel behoefte is aan een dergelijk project en een wachtlijst voor nieuwe deelnemers. Dit wordt bevestigd door de lokaal projectleiders in ieder van de drie regio’s. De stakeholders in Tilburg zouden graag opnieuw in gesprek gaan over een mogelijk rol voor hun organisatie bij een dergelijk project. Zij zien in de toekomst opnieuw de mogelijkheid in het aanleveren van deelnemers, maar ook het aanreiken van een vervolg op digitaal vlak of andere vragen die er spelen willen aanbieden. De behoefte aan voortzetting van het project voor nieuwe deelnemers wordt ook in Tilburg benadrukt, er ligt zeker een behoefte voor deelname, aldus de stakeholders. De stakeholders in Middelburg geven aan dat de duurzaamheid belangrijk is bij toekomstige projecten. Dit geldt zowel voor nieuwe deelnemers, maar ook voor eerdere deelnemers die af en toe de geleerde stof willen herhalen, maar ook juist voor senioren die verder willen. Er zijn nu wel projecten in de bibliotheek maar deze sluiten mogelijk niet bij iedereen aan. Men geeft daarom aan het jammer te vinden dat het project stopt voor de huidige deelnemers. “De senioren zijn de devices nu gaan gebruiken, maar als ze niet bezig blijven zijn ze het zo weer kwijt. Je moet het dus blijven faciliteren”. Het is hierbij belangrijk dat men elkaar blijft ontmoeten en bij vragen terecht kunnen op een vast plek. De digicoaches worden hierin als onvoldoende toereikend gezien door de aanwezigen, omdat er mogelijk een drempel wordt ervaren om de digicoaches te vragen. Het faciliteren van een inloopmoment is misschien een betere keuze. Verder geeft men aan dat het project qua locatie breder getrokken kan worden, bijvoorbeeld in samenwerking met Digisteun in Goes. Ook dient er meer tijd te zijn voor de werving en wordt een flexibel startpunt wenselijk genoemd. Hiernaast wordt aangegeven dat het goed zou zijn als er nieuwe ontwikkelingen zoals Virtual Reality en Spraakherkenning meegenomen worden. In de toekomst zouden ook de academische ouderenwerkplaats en de universiteit Middelburg (Roosevelt College) een rol kunnen spelen bij dit project10. De lokaal projectleiders geven aan dat het voor toekomstig projectleiders in de regio’s het prettig, hoewel niet strikt noodzakelijk is, om de stakeholders al goed te kennen. Wel zijn als handige competenties voor nieuwe lokaal projectleiders genoemd: ervaring met projecten/ projectmanagement en op organisaties af durven stappen. Voor de inzet van nieuw te werven lokaal projectleiders - in een nieuwe regio - wordt ingeschat dat er een tijdsinvestering van 1,5 á 2 dagen nodig is. De inzet van één dag per week is als te weinig ervaren, zeker in de opstartfase en bij de werving van de senioren. In de latere fase, als de trajecten draaien, is dit wel haalbaar. Verder moet er nagedacht worden over de financiering van wifi en devices; deze werken drempelverlagend voor deelname, en zijn daarom belangrijk. De stakeholders Amsterdam en Middelburg geven aan dat bij een mogelijk toekomstig project het wellicht zou het goed zijn als een bredere doelgroep ook profijt zou kunnen hebben van dit project. Suggesties die hierbij worden gegeven zijn het verlagen van de leeftijd, coaching op een specifiek onderwerp (bijvoorbeeld internetbankieren) en aansluiten bij bestaande projecten over digitalisering. Hierbij noemt een stakeholder dat het wellicht zinvol is om in gesprek te gaan met bestaande aanbieders wanneer er minder middelen beschikbaar zijn. De HvA benoemt nog wel dat er specifiek moet worden nagedacht welke groep studenten geschikt is voor deze projecten, omdat de vertaalslag tussen het project en het onderwijs (in dit geval de minor) een “uitdaging” is. Hiermee moet op tijd worden begonnen in verband met de vroege planningen van hogescholen.

10 De academische ouderenwerkplaats voert projecten en wetenschappelijk onderzoek uit en deelt hiernaast ook best practices.

Page 51: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 47

De lokale projectleiders bevestigden dit: “Ook buiten de minima (focus Amsterdam) zouden mensen veel aan dit project kunnen hebben. Goed is ook dat de focus op het werken met apps (smartphone/tablet) ligt en niet op het werken met de pc. Hiermee is het project een tussenstap richting regulier aanbod, dus het is een vorm voor eenieder die niet bij reguliere cursussen terecht kan.” Aan de andere kant wordt door de projectleiders aangegeven dat afbakening van de doelgroep juist ook belangrijk voor de deelnemers zelf. Men wil namelijk bij bijeenkomsten gelijkgestemden vinden. Alternatief zou kunnen zijn om dit project uit te breiden naar specifieke doelgroepen zoals mensen met een beperking, ouders en jonge kinderen (vergelijkbaar met het concept van de Voorleesexpress, maar dan op digitale vaardigheden gericht).

5.17 Exposure van het project

Gedurende de looptijd van het project zijn er op lokaal en landelijk niveau diverse activiteiten georganiseerd gericht op het bekendmaken van het project aan geïnteresseerden en derden. Hieronder volgen enkele voorbeelden: Bijeenkomsten en data Op 3 november 2017 is het project gelanceerd in Middelburg, met medewerking van de gemeente en onderwijsinstelling. Op 23 januari 2018 is het project in Amsterdam afgesloten met een bijeenkomst voor de deelnemers, studenten en stakeholders in een van de betrokken buurthuizen. De wethouder en rector van de HvA waren aanwezig en spraken de diverse partijen toe. Op 14 februari 2018 was de afsluiting in Middelburg voor de deelnemers, studenten en stakeholders op het gemeentehuis. De wethouder was aanwezig en sprak de senioren en studenten toe. Op 14 maart 2018 was de feestelijke afsluiting voor de deelnemers, studenten en stakeholders in het betrokken buurthuis in Tilburg. Presentaties Er volgen nog twee presentaties over het project, namelijk tijdens de internationale conferentie van EBSN (European Basic Skills Network) en tijdens het landelijke Tel mee met Taal festival.

Page 52: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 48

Publicaties • Artikel in de BN de Stem, Editie Zeeland nov 2018, febr. 2018 (zowel gedrukte als digitale

versie) • Artikel op de website van de gemeente Amsterdam • Artikel op TmmT site, najaar 2017, januari 2018, febr. 2018 • Artikel nieuwsbrief TmmT, febr. 2018 • Artikel op CINOP website; half 2017, januari 2018, febr. 2018 • Artikel in CINOP Nieuwsbrief half 2017, jan 2018, febr. 2018 • Artikel in PZC krant, februari 2018 Sociale media Facebookpagina: Ouderen & Digivaardigheden met 52 volgers Pagina over het project op de CINOP website en de TmmT website

5.18 Reflectie projectteam

Terugkijkend op de drie pilots in de regio heeft het projectteam van CINOP ook veel bereikt en geleerd van dit project. Er is binnen het projectteam ter evaluatie van het project een gesprek gevoerd tussen de betrokken medewerkers om te reflecteren op het proces en de resultaten die bereikt zijn met de methodiek en de pilots. Daarbij is ook vooruitgekeken naar de toekomst. De volgende punten komen terug: Lokale invulling methodiek In drie verschillende regio’s heeft dezelfde methodiek goed gewerkt. Een belangrijk punt hierbij is dat de methodiek in de drie verschillende regio’s anders vorm heeft gekregen, afgestemd op de mogelijkheden van de regio. Dit heeft op lokaal niveau bijgedragen aan het succes van het project. In Amsterdam is voor een duidelijke relatie met het armoedebeleid gekozen en dat heeft doorgewerkt in de werving. In Tilburg en Middelburg is de werving anders ingestoken, aansluitend op de mogelijkheden van gemeente en lokaal projectleiders in die regio’s. Op detailniveau zijn bijvoorbeeld de netwerkbijeenkomsten in Amsterdam op wijk- en stadsdeelniveau georganiseerd,

Page 53: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 49

terwijl de netwerkbijeenkomst in Tilburg centraal was georganiseerd. Ondanks de regionale verschillen waren is het effect van de methodiek significant en uit de nadere analyse bleken geen significante verschillen tussen de regio’s. Een belangrijk resultaat en aanbeveling voor de toekomst is dan ook dat de methodiek goed implementeerbaar is in diverse regio’s, maar dat de lokale invulling kan én mag verschillen voor een goede aansluiting op het lokale beleid. Pilotopzet met lokaal projectleider De keuze om met lokaal projectleiders te werken die het project in een voor hen bekende gemeente/omgeving implementeren, is goed geweest. Dankzij het netwerk en de al bestaande relatie met regionale of lokale stakeholders zijn de lokaal projectleiders in staat geweest om dit project relatief snel en goed op te starten in de drie verschillende regio’s. Tevens is daarbij gebleken dat het voor zowel stakeholders, als gemeente, als CINOP goed is om aan de voorzijde goede afspraken te maken over verantwoordelijkheden en taken. Gedurende het project is er regelmatig afstemming geweest tussen de drie projectleiders en CINOP, niet alleen projectmatig maar ook als ‘intervisie’. Dit is voor alle partijen erg nuttig en waardevol geweest, omdat hiermee belangrijke inzichten voor de implementatie zijn opgedaan. Denk hierbij aan zaken als: Hoe en waar kun je deelnemers werven? Hoe betrek je onderwijsinstellingen en welke afspraken maak je met een onderwijsinstelling? Hoe en wie onderhoudt het contact met de studentcoaches en deelnemers? Dankzij deze afstemming ontstond er een gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid die onmisbaar was voor het welslagen van het project. Impact van het project Uit de diverse evaluaties en metingen is duidelijk geworden dat het project op korte termijn veel heeft opgeleverd voor de meeste deelnemers. Wij vragen ons nog af wat de impact van het project op langere termijn is, wat helaas buiten de scope van dit onderzoek viel. Blijven de senioren aan het oefenen met hun digitale vaardigheden? En resulteert dit ook na langere tijd nog in verhoogde zelfredzaamheid? En welke (korte) interventies kunnen bijdragen aan een verandering op langere termijn? En wat weten we over het effect van de digicoach en/of doorstroom op de langere termijn? Een belangrijke aanbeveling voor de toekomst is dan ook dat de methodiek verder onderzocht wordt. Implementatie in andere regio’s In deze pilot is getest in hoeverre de ontwikkelde methodiek van Ouderen & Digivaardigheden bijdraagt aan de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van senioren. Deze pilot heeft geresulteerd in deze evaluatierapportage en het nog op te leveren draaiboek/toolkit. Het is echter nog niet bekend of onderzocht in dit traject op welke wijze gemeente de methodiek het beste kan implementeren. Wij geven dan ook de aanbeveling voor de toekomst om de implementatie methodiek verder te onderzoeken, waarbij de hoofdvraag is, wat nieuwe gemeenten en projectleiders nodig hebben om de methodiek in de eigen gemeente te implementeren.

Page 54: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 50

6 Conclusies en aanbevelingen pilotproject Ouderen & Digivaardigheden

In opdracht van het programma ‘Tel mee met Taal’ (een initiatief van de ministeries OCW, VWS en SZW) heeft in de periode 2016-2018 het project Ouderen & Digitale vaardigheden (O&D) gelopen. Hoofddoelstelling van dit project was het vergroten van zelfstandige maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid onder laagopgeleide 55-plussers door middel van het verhogen van digitale vaardigheden. Deelnemers aan het project waren senioren uit de gemeenten Amsterdam, Middelburg en Tilburg. Doelstelling was om 90 deelnemers aan de pilot te laten deelnemen, uiteindelijk zijn er in totaal maar liefst 120 deelnemers geworven. In elke regio’s ontstond een wachtlijst, wat de behoefte aan een dergelijk project benadrukt. De projectevaluatie laat zien dat: • Digitale vaardigheden aantoonbaar zijn verhoogd; • Zelfredzaamheid gedeeltelijk is verhoogd; • Zelfvertrouwen van senioren op het gebied van digitale vaardigheden is toegenomen; • Tevredenheid van deelnemende senioren groot is, evenals die van deelnemende studenten,

opleidingen, andere stakeholders en lokaal projectleiders.

Het is kansrijk en belangrijk om te onderzoeken hoe de O&D methodiek verduurzaamd kan worden en het meest efficiënt kan worden geïmplementeerd in andere regio’s, alsmede wat de lange termijn effecten te zijn.

Werving Een goede samenwerking met de stakeholders is essentieel bij de werving van de deelnemers. Organisaties zoals welzijnsorganisaties of buurthuizen kennen de vindplaatsen van potentiele deelnemers en weten hoe ze deze mensen moeten benaderen voor deelname. Een goede voorlichting over de precieze doelgroep en een goed overleg tussen de ‘wervingsorganisaties’ en de lokaal projectleider over de deelname van mogelijke deelnemers is van groot belang gebleken om de eerste selectie van de deelnemers zo goed mogelijk te kunnen laten plaatsvinden en teleurstelling te voorkomen. Het relatief grote aantal deelnemers dat afviel bij het selectiegesprek of na de intake (uiteindelijk kwamen maar 86 van de 120 senioren in aanmerking) is te verklaren vanuit een onvoldoende voorlichting in sommige regio’s over de precieze doelgroep.

Het is van belang om de lokale stakeholders in een vroeg stadium bij het project te betrekken en goed voor te lichten over de precieze doelgroep van het project.

Studentcoaches en onderwijsinstellingen Er zijn meer dan 30 studentcoaches geworven bij lokale/regionale onderwijsinstellingen (mbo, hbo en universiteit). De studenten hebben enerzijds de senior iets geleerd en anderzijds zelf nieuwe kennis opgedaan. Een aantal studenten had niet verwacht deze doelgroep zo leuk te vinden en een deel van de studenten zal zich in de toekomst mogelijk eerder oriënteren op een beroep in de ouderenzorg. Om het project te verduurzamen, zou het coachingstraject vast onderdeel moeten zien binnen het curriculum, bijvoorbeeld binnen het burgerschapsonderwijs of in het kader van meer vakspecifieke leerdoelen (bijvoorbeeld binnen de mbo-opleiding ICT). Zeker gezien het feit dat er geen significant verschil bleek tussen de drie opleidingsniveaus in opbrengsten bij de senioren, zou het mooi zijn

Page 55: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 51

als de studentcoaches worden geworven op mbo-opleidingen zoals zorg en welzijn, niveau 3 en 4. Bij de samenwerking met de onderwijsinstellingen is het van belang om al in een vroeg stadium contact te leggen in verband met het inplannen van het O&D-project in het rooster.

Het is van belang om de onderwijsinstelling in een vroeg stadium bij het project te betrekken. Voor de duurzaamheid van het project is het goed hen te stimuleren het project op te nemen als een vast onderdeel van het curriculum.

Lokaal projectleiders Het project valt of staat met de inspanningen en persoon van de lokaal projectleider. Het is daarom van groot belang de juiste persoon te werven, welke aan de volgende criteria voldoet: • goede relatie hebben met gemeente (of daar werkzaam zijn) en stakeholders in de regio; • een mensen-mens zijn en op allerlei niveaus kunnen communiceren (zowel met wethouders als

met de doelgroep); • spin in het web zijn (verbinder/netwerker); • eigenaarschap hebben: verantwoordelijkheid nemen voor het project.

Het is van belang om de werving, selectie en het inwerken van de lokaal projectleider voldoende aandacht te geven.

De (door)ontwikkeling van meetinstrumenten De digitale vaardigheden van de senioren zijn gemeten met de ‘Digiwijzer’ (Clement en De Hoo, 2017b). Ondanks de positieve opbrengsten voor de senioren is het goed om de opzet en de scoring van de Digiwijzer en de Impact van Internetgebruik op Sociale inclusie van Senioren vragenlijst (IISS-Index, Clement en De Hoo, 2017) door te ontwikkelen. Zo zijn de 8 beheersingsstappen per leerdoel in de Digiwijzer bijvoorbeeld niet per definitie uitsluitend. En de IISS-Index laat grote verschillen tussen de senioren zien en is een momentopname, wat erg bepalend kan zijn voor de gegeven antwoorden (Schoenmakers, Fokkema, & van Tilburg, 2014; den Engelsen, van Beek, & Blijham, 2007). De vraag is dan ook of de IISS-Index ‘robuust’ genoeg is om meer te zijn dan een momentopname en gevoelig genoeg om ook kleine toenames of afnames te laten zien. Tot slot is het de vraag of het instrument inzichtelijk kan maken in welke mate de vergroting van zelfredzaamheid wordt veroorzaakt door de verhoogde digitale vaardigheden dan wel het project an sich (de bijeenkomsten in het buurthuis, de student die op bezoek komt). Daarnaast is het aan te bevelen om -na deze doorontwikkeling- nader onderzoek te doen naar deze meetinstrumenten in een vervolgproject (al dan niet met andere kwetsbare doelgroepen). Gedurende het project bleek er ook behoefte te zijn aan: 1 een screener voor mondelinge taal, á la de Taalmeter, waarmee het leesniveau op 1F en 2F

kan worden geschat om in te kunnen schatten of het taalniveau van de deelnemers voldoende is voor deelname (er werd immers minimaal het 1F niveau verwacht);

2 een valide digitale toets voor digitale vaardigheden breder dan de Digiwijzer waarmee ook een voor- en nameting kan plaatsvinden11.

Voor een project met kwetsbare doelgroepen kan het nodig zijn om nieuwe toetsen te ontwikkelen. Wij bevelen aan om meer onderzoek naar instrumenten zoals de Digiwijzer en de IISS-I uit te voeren, alsook de behoefte naar de ontwikkeling van een valide instrument voor mondelinge taal en voor bredere digitale vaardigheden.

11 Een instrument als de Digimeter is hier niet toe in staat en ook zelfrapportage-instrumenten zijn niet aanbevolen in deze context

Page 56: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 52

Ondanks de geschiktheid van de leerdoelen, misten de senioren een aantal leerdoelen zoals internetbankieren en het contact met de belastingdienst rondom bijvoorbeeld de zorgtoeslag. Uit privacy overwegingen zijn deze leerdoelen niet meegenomen, dit is echter wel mogelijk binnen de doorstroommogelijkheid ‘Digisterker’ die vaak in de bibliotheek wordt aangeboden

De deelnemers hebben behoefte aan toevoeging van privacygevoelige leerdoelen. Aangezien dit binnen de huidige aanpak niet mogelijk is, is het aan te bevelen te onderzoeken hoe dit mogelijk is, bijvoorbeeld middels de samenwerking met bibliotheken.

Doorstroom De insteek van het project is dat het coachingstraject een eerste stap is en de drempel naar ‘verdere’ hulp moet verlagen. Er zijn twee doorstroommogelijkheden om het leerrendement voor deelnemers te verduurzamen: 1. een digicoach in de vorm van een mantelzorger of vrijwilliger en; 2. ander passend aanbod zoals groepscursussen of bezoek aan een tabletcafé. Het is project is te

kort geweest om na te gaan in welke mate deze doorstroom daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en bestendigd is, en wat het lange termijn effect was (bijvoorbeeld een follow-upmeting via de digicoach en/of ander passend aanbod).

Omdat nog niet bekend is wat het lange termijn effect is van de beschreven methodiek, bevelen wij aan om nader onderzoek te doen middels een follow-up meting bij de eerdere deelnemers en nieuwe deelnemers.

Overdraagbaarheid en opschaalbaarheid De drie pilotgemeenten oriënteren zich op voortzetting van het project en andere landelijke organisaties en gemeenten hebben interesse getoond in overname. Dit laatste moet mogelijk zijn middels het draaiboek/toolkit. Extra ondersteuning hierbij kan ervoor zorgen dat het project zo kansrijk en efficiënt mogelijk wordt opgezet. Wel is onduidelijk wat nieuwe deelnemende gemeenten en projectleiders (die niet betrokken zijn geweest bij de opzet zoals in de pilot) nodig hebben om het project te vertalen naar eigen, lokale mogelijkheden, in te bedden en te implementeren zoals bedoeld voor het hoogst mogelijk rendement.

Aangezien nog niet goed bekend is wat nieuwe gemeenten en nieuwe projectleiders nodig hebben om deze methodiek uit te voeren is nader onderzoek naar de implementatie van de methodiek wenselijk alsmede naar in welke mate extra ondersteuning succes kan vergroten.

Potentiële deelnemers De groep deelnemende senioren is heel divers, wat laat zien dat de methodiek robuust is en geschikt voor een brede doelgroep van senioren met lage digitale vaardigheden. De opzet van het traject (thuis nabij en afgestemd op eigen leerdoelen) maakt dat het traject zowel zeer toegankelijk is als een goede aanvulling op al bestaand aanbod. Het is interessant om bij een herhaling van het onderzoek binnen een grotere groep na te gaan of er significante verschillen te vinden zijn voor bijvoorbeeld herkomst en opleidingsniveau. Daarnaast is het interessant om te onderzoeken of de methodiek toegepast kan worden bij andere doelgroepen, zoals mensen met een beperking, hoger opgeleiden met een andere taalachtergrond dan het Nederlands of jongere lager opgeleiden.

Page 57: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 53

De huidige aanpak op maat lijkt effectief voor kwetsbare doelgroepen, daarom bevelen wij aan nader onderzoek te doen naar de implementatie bij specifieke subgroepen senioren, alsmede bij nieuwe doelgroepen, zoals jongere laagopgeleide volwassenen, volwassenen met een verstandelijke beperking of hoger opgeleide migranten met een laag Nederlands taalniveau.

Page 58: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 54

7 Literatuur

Buisman, M. en Houtkoop, W. (2014). Laaggeletterdheid in kaart. Ecbo, Den Bosch.

Bus, J, Crompton, M. Hildebrandt, M & Metakides, G. (Eds.), Digital enlightenment yearbook, 2012, 57-75.

CBS, 2018 https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/26/honderd-jaar-alleenstaanden

CBS, 2003, https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2003/30/een-miljoen-alleenstaanden-erbij-tot-2030

CBS, 2015 https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/07/relatie-hoeft-niet-meer-voor-helft-50-plus-vrouwen

CBS, 2002, https://www.cbs.nl/-/media/imported/documents/2002/50/index1318.pdf (Verweduwing: Vrouwen hebben grotere kans hun partner te overleven)

Clement, C. en De Hoo (2017a). Verkenningsrapport Ouderen & Digivaardigheden, CINOP, Den Bosch.

Clement, C. en De Hoo, (2017b). Handleiding intake Ouderen & Digivaardigheden. CINOP, Den Bosch.

Clement, C. (2017). Factsheet Ouderen & Digivaardigheden, CINOP, Den Bosch.

Den Engelsen, B., van Beek, C., & Blijham, G. (2007). 4 Zorgaanbod en klantwaardering. In Marketing voor zorgverleners (pp. 53-72). Bohn Stafleu van Loghum, Houten.

Deursen, A. J.A.M. van, Courtois, C. & Dijk, J. A.G.M. van. (2014). Internet skills, sources of support, and benefiting from Internet use. International journal of human-computer interaction, 30(4), 278-290.

Deursen, A. J.A.M. van & Dijk, J. A. G.M. van. (2010). Measuring internet skills. International Journal of Human-Computer Interaction, 26(10), 891-916.

Deursen, A. J. A. M. van, Dijk, J. A. G. M. van & Peters, O. (2012). Proposing a survey instrument for measuring operational, formal, information, and strategic internet skills. International Journal of Human-Computer Interaction, 28(12), 827-837. 29

Deursen, A. J.A.M. van & Helsper, E. J. (2015). A nuanced understanding of Internet use and non-use among the elderly. European journal of communication, 30(2), 171-187

Dijk, J. A. G. M. van. (2012). The evolution of the digital divide: The digital divide turns to inequality of skills and usage.

DiMaggio, P. & Hargittai, E. (2001). From the ‘digital divide’ to ‘digital inequality’: Studying Internet use as penetration increases. Princeton: Center for Arts and Cultural Policy Studies, Woodrow Wilson School, Princeton University, 4(1), 4-2.

ECBO, Laaggeletterden: achterblijvers in de digitale wereld? Stichting Lezen en Schrijven, 2015.

Gorter, M. J. (2016). Steun je grootouders: help ze het internet op–Het effect van motivatie en beschikbare tijd op de online vaardigheden van Nederlandse ouderen, gemodereerd door sociale support (Master's thesis).

Houtkoop, W. (2015). Notitie Ouderen en laaggeletterdheid, interne rapportage ecbo.

Page 59: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 55

NIVEL (2014). Overzichtstudies: ouderen van de toekomst. Verschillen in de wensen en mogelijkheden voor wonen, welzijn en zorg K.D. Doekhie, A.J.E. de Veer, J.J.D.J.M. Rademakers, F.G. Schellevis, A.L. Francke

RIVM (2016). https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/huidige-situatie#node-eenzaamheid-naar-leeftijd

Schoenmakers, E. C., Fokkema, T., & van Tilburg, T. G. (2014). Eenzaamheid is moeilijk op te lossen en treft niet alleen ouderen.

Stoeldraijer, L., van Duin, C. & Janssen, F. (2013). Bevolkingsprognose 2012-2060: Model en veronderstellingen betreffende de sterfte' Bevolkingstrends, no. juni, pp. 1-27.

TNS NIPO (2012). Eenzaamheid in Nederland – Coalitie erbij. http://www.eenzaam.nl/sites/eenzaam/files/rapportage_coalitie_erbij_eenzaamheid_in_nederland.pdf

Page 60: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 56

Bijlage 1: Projectplanning

Wat? Wie? Tijds-

pad Fase 0 - Opstartfase

• Startbijeenkomsten projectteam en pilotgemeentes • Projectmanagement met de opdrachtgever en de

begeleidingscommissie

Projectteam Pilotgemeentes

nov-dec 2016

Fase 1 – Verkenning

• Deskresearch: literatuuronderzoek basisvaardigheden 55 plussers • Stakeholderonderzoek in drie pilotregio’s (huidige ervaringen en

behoeften volgens stakeholders) • Behoefteonderzoek deelnemers in drie regio’s middels interviews

met potentiële deelnemers per regio Resultaat fase 1: Verslag uitkomsten verkenning met input voor methodiekontwikkeling

Projectteam dec 2016-februari 2017

Fase 2 – Ontwikkeling methodiek

• Ontwikkeling concept toolkit o Methodiekomschrijving in eerste versie o Concept-Training voor studentcoaches (inclusief ELO/digitale

helpdesk) o Concept methodiek voor opzetten van lokale

netwerkbijeenkomsten (voor onderling contact tussen 55-plussers-studentcoach-koppels)

o Concept materialen voor studentcoaches/doelgroep o Concept draaiboek begeleiding lokale projectleiders o Ontwikkeling training coaches

Resultaat fase 2: De aanpak is gereed voor de pilot

Projectteam februari -maart 2017

Fase 3 – Voorbereiding

• Trainen van de projectleider in het werken met de methodiek en de metingen

• Werven van de deelnemers en de studentcoaches • Inrichten van de maandelijkse netwerkbijeenkomsten • Training van de studentcoaches. De studentcoaches worden getraind

in de volgende zaken: o Trainen van de studentcoaches o Bemensen van de helpdesk o Organiseren van de maandelijkse netwerkbijeenkomsten o Werving digicoaches en doorstroom regelen

Resultaat fase 3: De pilotregio’s zijn voorbereid en klaar om de aanpak te testen

Projectteam maart-nov 2017

Fase 4 – Uitvoering

• Intake (voormeting, bepaling leerdoelen, verzamelen gegevens) deelnemers

• Match studentcoach – deelnemer • Wekelijkse coaching en intervisiebijeenkomsten • Maandelijkse netwerkbijeenkomsten • Afsluitende bijeenkomst • Evaluatie senioren en nameting, evaluatie studentcoaches Resultaat fase 4: minimaal 90 (30 deelnemers per pilotgemeente) hebben de pilot doorlopen/afgerond, inclusief twee metingen en een kwalitatieve evaluatie

Projectteam Pilotgemeentes Studentcoaches Senioren

mei 2017- april 2018

Page 61: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 57

Fase 5 – Evaluatie en bijstellen

• Evaluatie met stakeholders en projectteam • Analyse van de resultaten van de pilot per pilotgemeente • Bijstellen van de aanpak op basis van de resultaten van de analyse Resultaat fase 5: Bijgestelde aanpak op basis van de resultaten en ervaringen vanuit de pilot

Projectteam

mei- aug 2018

Fase 6 – Afronding

• Oplevering toolkit • Afrondende rapportage • Disseminatie project en projectresultaten via diverse

kanalen Resultaat fase 6: Overdracht en afronding van het project

Projectteam juni – aug 2018

Page 62: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 58

Bijlage 2: Statistische resultaten

De digitale vaardigheden zijn gemeten middels de zogenaamde ‘Digiwijzer’ (Clement en De Hoo, 2017b). In Tabel B1 staat aangegeven van hoeveel senioren we gegevens hebben (N), wat de gemiddelde score van deze senioren was op de voor- en nameting inclusief de spreiding (de standaarddeviatie) en de minimum en maximum score. Vervolgens wordt het resultaat van de uitgevoerde toets weergegeven in de vorm van de p-waarde. In de laatste kolom wordt weergegeven of er sprake is van een significante verandering. Tabel B1: Voor- en nameting Digiwijzer en IISSI-index

Voormeting Nameting

N

Gemiddelde score

Spreiding Min-max

Gemiddelde score

Spreiding Min-max

P Significant

verschil

Digiwijzer 65 11.1 11.2 0-61 32.9 13.8 2-63 .000 Ja, p<.001 IISS-I onderdeel 1 Eenzaamheid

61 4.8 1.8 3-8 4.5 1.6 3-9 .010 Ja, p<05

IISS-I onderdeel 2 Ontbreken sociale contacten

61 3.6 2.9 0-8 3.2 2.6 0-8 .051 Nee, p>.05

IISS-I onderdeel 3 Waardering internet voor sociale contacten

59 23.8 6.5 7-35 25.1 6.2 12-35 .127 Nee, p>.05

IISS-I onderdeel 4 Frequentie van online zijn

63 3.1 2.2 0-5 4.6 1.0 2-5 .000 Ja, p<.001

Page 63: Evaluatierapport Ouderen & digivaardigheden · De ouderen kiezen samen met de student tijdens het eerste kennismakingsmoment een ... In ons rapport kunt u derhalve niet alleen de

Evaluatierapport Ouderen & Digivaardigheden 59

De zelfredzaamheid van de senioren is gemeten middels de Impact van Internetgebruik op Sociale Inclusie van Senioren vragenlijst (IISS-Index, Clement en De Hoo, 2017). Deze bestaat uit vier onderdelen. In Tabel B2 staat per onderdeel aangegeven van hoeveel senioren we gegevens hebben (N), wat de gemiddelde score van deze senioren was op de voor- en nameting voor dit onderdeel inclusief de spreiding (de standaarddeviatie) en de minimum- en maximumscore op dit onderdeel. Vervolgens wordt het resultaat van de uitgevoerde toets weergegeven in de vorm van de p-waarde. In de laatste kolom wordt weergegeven of er sprake is van een significante verandering. Tabel B2: Vooruitgang van senioren op Digiwijzer naar achtergrondkenmerk

Achtergrondkenmerk N Gemiddelde Spreiding P Significant

verschil Opleiding senior Lagere school/ basisonderwijs Lbo, vbo, lts, lhno, vmbo Mavo, vmbo-t, mbo-kort (niveau 1 of 2) Mbo-niveau 3 of 4, mts, meao Havo, vwo, gymnasium Hbo, heao, pabo, hts Universiteit

24 14 9 6 2 2 5

25.3 18.8 15.9 23.3 20.0 27.5 16.2

9.6

10.7 9.8

11.2 12.7 7.8

10.0

.316

Nee, p>.05

Herkomst Niet-Nederland Nederland

21 41

18.2 23.1

11.5 9.5

.083

Nee, p>.05

Burgerlijke staat Alleenstaand Getrouwd Samenwonend Weduwe/Weduwnaar

20 19 7

16

18.6 20.9 23.7 24.6

8.9

12.1 9.7

11.9

.391

Nee, p>.05

Regio Amsterdam Tilburg Middelburg

35 19 11

23.6 20.1 19.2

11.1 10.2 10.0

.354

Nee, p>.05

Geslacht Man Vrouw

16 48

20.3 21.8

12.1 9.8

.614

Nee, p>.05

Opleiding begeleidende studentcoach Mbo Hbo Wo

13 40 11

20.5 22.8 19.2

10.9 10.9 10.0

.544

Nee, p>.05