Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

20
Evaluatie 2013 Rheden / Rozendaal

description

Verslag van de activiteiten op het gebied van educatie, inburgering en volwassenenonderwijs.

Transcript of Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

Page 1: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

Evaluatie 2013Rheden / Rozendaal

Page 2: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

2

VoorwoordGraag bieden wij u het jaarverslag voor 2013 aan. Rijn IJssel Educatie & Integratie heeft dit jaarverslag voor u opgesteld in het kader de Wet Educatie & Volwasseneneducatie. Wij willen u op deze wijze laten zien dat Rijn IJssel Educatie & Integratie bezig is geweest, om participatie, integratie en volwasseneneducatie inhoud te geven.

Vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voeren we in alle gemeenten in onze regio trajecten uit, waarbij maatwerk voorop staat. Dit maakt dat er diversiteit is in ons aanbod dat qua vorm, inhoud en proces aansluit bij de vraag van de betreffende gemeente. Middels dit jaarverslag willen we u informeren over de resultaten van uw gemeente.

In 2012 kwam de VAVO onder rijksfinanciering en kreeg een meer directe aansturing van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Met ingang van 2013 mogen gemeenten hun Educatiebudget alleen nog maar inzetten voor taal en rekenen en NT2. De gemeenten kopen dit aanbod in op basis van groepscontacturen en zijn verantwoordelijk geworden voor de werving en toeleiding van de cursisten.Daarnaast werd 2013 gekenmerkt door een bezuinigingsmaatregel op het participatiebudget en de wijzingen in de Wet Inburgering (WI) en Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB).

Het is goed om te constateren dat Rijn IJssel Educatie & Integratie, zeker als gevolg van de prettige en goede samenwerking met uw ambtenaren, wederom in staat is geweest om kwalitatief een goede invulling te geven aan de beschikbare middelen.

Toekomst:2013 is een jaar waarin steeds meer duidelijk is geworden over de wijze waarop het ministerie van OC&W de volwasseneneducatie wil positioneren en bekostigen.Eind 2013 is een concept-wetsvoorstel gepresenteerd waarin duidelijk werd dat:• De educatiemiddelen niet over gaan naar het deelfonds sociaal domein. In plaats daarvan verstrekt het Rijk de middelen geoormerkt als specifieke uitkering aan regiegemeenten. Hiervoor heeft de minister in eerste instantie de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s op het oog. • De huidige verplichte besteding van educatiemiddelen bij roc’s wordt geleidelijk afgebouwd. Deze afbouw vindt in onderling overleg tussen gemeenten en roc’s plaats. De minister faciliteert wettelijk de volgende stapsgewijze afbouw: 75% van de beschikbaar gestelde middelen in 2015, 50% in 2016, 25% in 2017 tot uiteindelijk nihil in 2018.

Dit maakt dat er voor Rijn IJssel Educatie & Integratie en de gemeenten, als opdrachtgevers, voor 2014 en verder een uitdaging is ontstaan om de kwaliteit en kwantiteit van de inzet ten behoeve van participatie en volwasseneneducatie in gezamenlijkheid optimaal vorm te geven. Dit soort wijzigingen maakt dat het van groot belang is te bekijken wat de consequenties zijn voor het gemeentelijk aanbod en opnieuw bekeken wordt op welke manier budgetten efficiënt ingezet worden vanuit een integrale visie op participatie. Een goede relatie is daarbij van groot belang; we zullen vanuit Rijn IJssel er alles aan doen om de goede relatie te behouden en waar mogelijk nog te verstevigen.

Als u zicht wil krijgen op wat we het afgelopen jaar hebben aangeboden bij andere gemeenten, kunt u bij het secretariaat van Rijn IJssel Educatie & Integratie ook de jaarverslagen van andere gemeenten opvragen.

Ook in de komende jaren kunt u bij Rijn IJssel Educatie & Integratie terecht voor educatie, integratie èn participatie!

Het management van Rijn IJssel Educatie & Integratie,

Marjan van den Broek managerDick Mol managerWouter Groothedde directeur

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Page 3: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

3

1.Kernvaardigheden voor werk en leven: Programma for the International Assessment of Adult Competencies, onderzoek van de OECD,

uitgevoerd in 2012 in 24 landen.

1. Inleiding

Met ingang van 1 januari 2013 is er een wet- en regelgeving wijziging van Educatie in werking getreden.

De belangrijkste wijzigingen zijn:• Het VAVO wordt onderscheiden van Educatie;• Het VAVO komt onder rechtstreekse aansturing van het Rijk;• De opleidingen VAVO moeten gericht zijn op het behalen van het diploma;• De educatiemiddelen blijven in het participatiebudget.

Binnen educatie worden de volgende opleidingen onderscheiden:1. Opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (1F en 2F);2. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), die opleiden voor het Staatsexamen 1 en 2;3. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op beheersing van het basisniveau NT2;4. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op alfabetisering;5. Bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen.

Dit betekent dat de opleidingen ‘sociale redzaamheid’ en ‘breed maatschappelijk functioneren’ vanaf 1 januari 2013 niet meer bekostigd worden vanuit de Educatiemiddelen. Prioriteit krijgen opleidingen die gericht zijn op de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op de zelfredzaamheid van volwassenen in onze samenleving.

Momenteel vindt in het onderwijs, van primair tot in het middelbaar beroepsonderwijs, een ontwikkeling plaats die er op gericht is het taal- en rekenniveau in het onderwijs te verhogen. Het betreft de basisvaardigheden die volwassenen nodig hebben om zich verder te ontwikkelen.Veel werkenden functioneren als het gaat om hun basisvaardigheden op het laagste niveau (rond niveau 1F). Om kans te hebben op duurzaam geschoold werk, nu en in de toekomst, is echter niveau 2F vereist. 75% van de mensen die nu geen werk hebben zijn laagopgeleid en hebben dus ook behoefte aan scholing op het gebied van de bedoelde basisvaardigheden.Op 8 oktober 2013 verscheen het PIAAC-onderzoek 1 ; dit onderzoek meet via een test de taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen in digitale omgevingen en is uitgevoerd onder ruim 5.000 mensen tussen de 16 en 65 jaar. Uit dit onderzoek blijkt dat zowel het percentage laaggeletterden als excellenten in de afgelopen jaren is gegroeid. Het percentage laaggeletterden is gestegen van 9,4% naar 12%; het aandeel excellenten steeg van 16,2% naar 18,6%.De grootste groepen laaggeletterden vinden we onder oudere autochtonen met een middelbaar scholingsniveau: zij maken 45% van de groep laaggeletterden uit. Het gaat dan om 540.000 mensen. Daarnaast vormen 120.000 autochtone en 108.000 allochtonen niet-werkende laaggeschoolden twee relatief grote groepen van laaggeletterden.In Nederland geldt MBO2 als het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam geschoold werk. Uit het eerder aangehaalde PIAAC-onderzoek blijkt dat er forse verschillen zijn in het vaardigheidsniveau van mensen die dat niveau wel of niet beheersen.Ongeveer 15% van de mensen tot 35 jaar zonder een MBO2-kwalificatie is laaggeletterd.

Page 4: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

4

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Deze wetswijziging, met als doel de prioriteit te leggen bij de beheersing van fundamentele basisvaardigheden, met het oog op de zelfredzaamheid van mensen sluit goed aan bij de visie van de gemeente Rheden op participatie.

De doelstellingen van het Rhedense participatiebeleid zijn:• Optimale zelfredzaamheid van burgers: “iedereen doet mee”. De zelfredzaamheid van de inwoners en hun actieve deelname aan de samenleving wordt bevorderd.• Waar mogelijk duurzame reïntegratie naar werk.• Het verhogen van participatie van inburgeraars via verbetering van hun beheersing van de Nederlandse taal.• Iedere inwoner maakt zich, binnen zijn mogelijkheden, nuttig binnen de maatschappij.

Jaarlijks brengen de gemeente Rheden en Rozendaal in beeld welke educatieve behoeften bestaan bij grote groepen volwassenen met een laag tot zeer laag opleidingsniveau en maakt afspraken met Rijn IJssel om dit aanbod te realiseren.Vanaf 2013 zijn de gemeenten zelf verantwoordelijk voor de werving en toeleiding van de cursisten voor deze trajecten. Er zijn heldere afspraken gemaakt met de casemanager van Werk & Inkomen over toeleiding van cliënten.

Page 5: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

5

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

2. Gerealiseerd aanbod 2013 Rijn IJssel Educatie & Integratie, locatie Rheden, bedient naast de gemeente Rheden ook de gemeente Rozendaal.

*Door flexibele in- en uitstroom van cursisten gedurende het hele jaar kunnen er meerdere cursisten gebruik maken van één cursistplaats op jaarbasis.

Met betrekking tot de verantwoordelijkheden ten aanzien van de planning is het volgende afgesproken:Een effectieve besteding van het beschikbare budget educatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente Rheden en Rijn IJssel. Per kwartaal is er een overleg waarin beide partijen bekijken of de realisatie spoort met de planning, zo nodig wordt deze bijgesteld.Uiteraard zijn er ook in 2013 verschuivingen geweest ten aanzien van de oorspronkelijke planning.Er zijn dit jaar geen analfabeten ingestroomd. Enerzijds komt dit doordat verplichte inburgeraars geen traject meer onder de WEB mogen volgen, maar dit zelf moeten inkopen. Daardoor is de doelgroep veel kleiner geworden.Daarentegen hebben veel meer inburgeraars, na het behalen van hun inburgeringsexamen, een vervolgtraject gevolgd. Veel cursisten willen naturaliseren en hebben hier A2-niveau voor nodig. Er zijn ook opvallend veel cursisten doorgestroomd naar een Staatsexamentraject. Juist door onze flexibiliteit kunnen we goed inspelen op wisselende vragen in de markt.

Vanaf 2008 verzorgt Rijn IJssel ook de inburgeringstrajecten voor Rheden en Rozendaal, conform de Wet Inburgering; een kort verslag van het rendement van deze trajecten vindt u pagina 9.

NT2 Alfabetiseringstrajecten Door de wetswijziging Educatie én de wijziging van de Inburgeringswet mogen vanaf 1 januari 2013 alleen alfabetiseringstrajecten onder de WEB aangeboden worden aan niet-inburgeringsplichtigen.Inburgeraars zijn zelf verantwoordelijk geworden voor het inkopen van een inburgeringstraject en mogen niet deelnemen aan het gesubsidieerde onderwijs. Inmiddels hebben we een grote expertise met betrekking tot de specifieke aanpak van deze doelgroep. Een alfabetiseringstraject moet meer zijn dan het leren lezen en schrijven, gericht op instroom in een inburgeringstraject. Alfabetiseringscursisten hebben jarenlang in een situatie geleefd dat ze zich zelf hier niet of nauwelijks konden redden, ze zijn als het ware gehospitaliseerd: ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en het lef krijgen zaken zelf op te pakken en actief te gaan deelnemen aan de Nederlandse samenleving.Empowerment en gespreksvaardigheid zijn, naast het leren lezen en schrijven, dan ook belangrijke

Doorlopende trajecten

Soort traject Gepland aantal cursistenplaatsen Werkelijk aantal deelnemersNT2 Alfabetisering 4 0NT2 Basisniveau 24 26NT2 Staatsexamen 24 26Taal & rekenen 1F/2F 16 5O Overgangstrajecten 21 43 Totaal 73 93

Page 6: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

6

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

R

he

de

n

onderdelen ter ondersteuning van het alfabetiseringstraject. De cursist volgt het traject in de eigen leefomgeving en voert opdrachten uit, waarmee ze het geleerde in hun eigen omgeving in de praktijk moeten brengen.

NT2-BasisniveauVoor inburgeraars die het examen behaald hebben, is het mogelijk om via Educatie te werken aan taalniveauverhoging. Veel inburgeraars maken hier gebruik van: het niveau van het inburgeringsexamen is in veel gevallen nog onvoldoende. Een groot deel van de inburgeraars wil uiteindelijk het taalniveau (A2) behalen, dat nodig is voor naturalisatie.

NT2 StaatsexamenVoor (in het land van herkomst) hoger opgeleiden, die het inburgeringsexamen behaald hebben of niet inburgeringsplichtig zijn, is er een speciaal taaltraject gericht op het behalen van het diploma Staatsexamen 1 of 2. Met dit diploma is het mogelijk om verder te studeren binnen het mbo/hbo of op dat niveau aan het werk te gaan. Naast de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven is er veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat en de grammatica.

Taal en Rekenen 1F/2FHet gaat om de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op zelfredzaamheid van volwassenen (niveau 1F) én op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (2F). Het leren omgaan met de computer of andere digitale hulpmiddelen vindt alleen nog plaats als onderdeel van een opleiding Nederlandse taal en rekenen. Een cursus Budgetteren mag onder een opleiding Rekenen geplaatst worden, indien voldaan wordt aan de standaarden en eindtermen die voor rekenen worden vastgesteld.

OvergangstrajectenGezien het cruciale belang van geletterdheid is het brede aanbod van bekostigde educatieactiviteiten wettelijk beperkt tot opleidingen Nederlandse taal en rekenen (en NT2).Cursisten, die in 2012 gestart zijn met een traject Sociale redzaamheid of een traject gericht op participatie mogen die traject afmaken in 2013. Al deze trajecten vallen onder de noemer Overgangstrajecten. Voor de gemeente Rheden ging het om een deel van een computercursus voor ouderen, het afronden van de cursus voor verstandelijk gehandicapten en het sociale activeringstraject voor ex-analfabeten.

Sociale activering voor ex-analfabetenOp verzoek van de gemeente Rheden is er begin 2013 een vervolgtraject ontwikkeld voor analfabete inburgeraars, die niet in staat zijn het instroomniveau van de inburgering te behalen en die om die redenen in aanmerking komen voor ontheffing. Deze vrouwen hebben weinig zelfvertrouwen, maken deel uit van een groot gezin, waarvoor zij (erg) verantwoordelijk zijn. Hierdoor bestaat hun dagelijks leven (bijna) uitsluitend uit het zorgen voor het huishouden en is er weinig ruimte voor een sociaal leven naast het gezin.Doel van het traject is het versterken van het gevoel van eigenwaarde door bewustwording en sociaal actiever te worden. Onderwerpen die aan bod kwamen: welke kwaliteiten heb je in huis, rollenspellen, omgaan met afspraken, stressfactoren, democratie en stemrecht, eten/bewegen & gezondheid, ziek zijn & gezondheid en wat is vrijwilligerswerk en waar kan je dat doen?Aan de hand van opdrachten gingen de cursisten zelfstandig of in tweetallen naar de bibliotheek,

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Page 7: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

7

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

R

he

de

n

het buurtcentrum en een verzorgingscentrum voor ouderen.Na beëindiging van dit traject voor de zomervakantie in 2013 zijn een aantal cursisten sportlessen in een buurtcentrum gaan volgen en een aantal zijn gaan werken als vrijwilliger in een buurtcentrum en in een verzorgingshuis. De 12 cursisten hebben zich met plezier en enthousiasme tijdens deze cursus ingezet.

Taal & Rekenen in het activiteitencentrum de Magneet in VelpOp verzoek van de gemeente Rheden is er begin september 2013 een speciaal traject ontwikkeld en gestart voor laaggeletterden uit de gemeente Rheden. Deze cursisten hebben een steun in de rug nodig om door middel van het verhogen van de Nederlandse taal stap voor stap aan betaald of onbetaald werk te komen. Deze mensen zijn door traumatische levenservaringen psychisch kwetsbaar geworden. Hierdoor zijn ze erg onzeker en hebben ze een laag zelfbeeld.

Deze groep bestaat uit 15 personen die elke week 1 ochtend bij elkaar komen en samen werken aan de Nederlandse taal, specifiek gericht op (vrijwilligers)werksituaties. Ook is een belangrijk onderwerp goede gezondheid in al zijn facetten. Alle taalvaardigheden komen aan bod: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Ook creatieve middelen en het relativeringmiddel humor wordt vaak ingezet.

Zowel cursisten als de gemeente zijn erg enthousiast over dit traject. Dit wordt duidelijk doordat cursisten (bijna) altijd aanwezig zijn en enthousiaste verhalen vertellen aan de medewerkers van de gemeente. Medewerkers van de gemeente merken dat cursisten beter Nederlands spreken en actiever zijn geworden. Opvallend is wel dat het allemaal allochtone cursisten zijn. De toeleiding van autochtone laaggeletterden verloopt nog moeizaam. In 2013 zijn er drie autochtone cliënten van de gemeente doorverwezen. Laaggeletterdheid is bij Nederlanders moeilijker te herkennen, aangezien ze goed aanspreekbaar zijn én alle moeite zullen doen om hun probleem te verbergen. Bekeken wordt of de taalmeter ingezet kan worden; een digitaal instrument, waarmee je eenvoudig kan meten of iemand moeite heeft met lezen en schijven. De test duurt maximaal 12 minuten en je krijgt direct de uitslag. Dit traject wordt vervolgd in 2014.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Page 8: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

8

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

3. Werving en toeleiding van laaggeletterdenIn Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dat staat gelijk aan zeker 1 op de 9 Nederlanders in deze leeftijdscategorie. 65% van de laaggeletterden zijn autochtoon en 43% is werkloos of inactief.

“We leven in een digitale kennissamenleving. Het huidige kabinet streeft ernaar in 2017 alle overheidsdiensten digitaal aan te bieden. Veel mensen hebben beperkte (digitale) basisvaardigheden, die belemmeren hen om hier optimaal gebruik van te maken. Onderzoek toont aan dat het hier gaat om drie tot vier miljoen Nederlanders “ (uit: Feiten & cijfers geletterdheid, 2013, Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met Universiteit van Maastricht, ECBO, PWC en SEO).Dat zelfde onderzoek toont aan dat een betere taalbeheersing er voor zorgt dat mensen zelfredzamer, sociaal actiever en gelukkiger zijn:• 60-80% heeft een betere taalbeheersing na het volgen van een taaltraject en krijgt een betere plek in de samenleving. • Investeren in vermindering van laaggeletterdheid leidt tot een betere economische situatie, waaronder een betere arbeidsmarktpositie en beter functioneren van werknemers.

Tot nu toe heeft het accent in Nederland vooral gelegen op lezen en schrijven.De eisen om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren worden echter steeds hoger.

Dit heeft geleid tot vernieuwing van het begrip geletterdheid:Laaggeletterdheid omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie.

Door de wetswijziging in de Educatie is de toeleiding en werving van laaggeletterden de verantwoordelijkheid van de gemeente zelf geworden.De gemeente Rheden heeft hier op ingespeeld door deel te nemen aan de regiopilot laaggeletterdheid en een ‘aanjager laaggeletterdheid’ aan te stellen, die afspraken kan maken over de toeleiding van Werk & Inkomen, sociale werkvoorziening, UWV en dergelijke.De landelijke St. Lezen & Schrijven heeft de regio Arnhem, op grond van haar expertise, uitgekozen als pilotregio en draagt bij aan de financiering.Doel van de pilot is het verminderen en voorkomen van laaggeletterdheid in de regio via twee sporen:1. Zorgen dat het regionale aanbod bekend is (ook het informele aanbod).2. Zorgen dat op de vindplaatsen wordt herkend en doorverwezen:• Er is een Bondgenootschap voor Geletterdheid opgericht, daarin werken 30 organisaties en bedrijven, waaronder de negen gemeenten, samen om ieder hun eigen rol op te pakken in de aanpak van laaggeletterdheid.• Daarbij krijgen ze ondersteuning en scholing: ze worden geëquipeerd om laaggeletterden te herkennen en door te verwijzen naar de juiste instelling Potentiële deelnemers schamen zich voor hun laaggeletterdheid en houden hun ‘geheim’ angstvallig stil. Daardoor is de doelgroep moeilijk te bereiken en is de drempel om deel te nemen aan scholing hoog.

Enkele cursisten zijn actief als ambassadeur voor laaggeletterden, zij zijn ervaringsdeskundige en hebben een speciale training gevolgd om als ambassadeur te kunnen optreden. Onze ambassadeurs worden ingezet ten behoeve van de werving: een eigen verhaal heeft immers de meeste impact.

Page 9: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

9

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

4. Inburgeren in Rheden en RozendaalVanaf 1997 verzorgt Rijn IJssel de inburgering in de gemeente Rheden en Rozendaal. In eerste instantie was er sprake van verplichte winkelnering bij de roc’s; met ingang van de nieuwe Wet Inburgering (WI) is de markt vrijgegeven en is er via een aanbestedingsprocedure een contract afgesloten met de beste aanbieder.Bij de aanbestedingsprocedures is Rijn IJssel twee keer als beste aanbieder naar voren gekomen (in 2007 en in 2010).Rijn IJssel voert alle inburgeringsprofielen uit (Werk, OGO, Maatschappelijke Participatie en Ondernemerschap en de Staatsexamentrajecten). Ook is er de mogelijkheid van combinatietrajecten met het MBO, zodat de inburgeraars een startkwalificatie behalen.De lessen worden gegeven vanuit onze locatie in Dieren (Tellegenlaan) en deels in Velp (De Zuidhoek).In 2013 is de nieuwe Wet Inburgering van kracht geworden: verplichte inburgeraars krijgen geen aanbod meer via de gemeente, maar zijn zelf verantwoordelijk voor hun inburgeringstraject. Ze kunnen kiezen of en waar ze een inburgeringstraject gaan volgen en dienen dit zelf te betalen. Zo nodig kunnen ze hiervoor een lening aanvragen bij DUO.Het aantal inburgeraars dat in 2013 gestart is met een inburgeringstraject bij het RijnIJssel is aanzienlijk lager dan in 2013.

Waarborg kwaliteit Rijn IJssel heeft een erkenning als exameninstituut voor het afnemen van praktijkexamens Inburgering; het examenbureau voert de praktijkexamens uit voor diverse aanbieders uit de regio.Vanaf 1 januari 2007 is Rijn IJssel in het bezit van het Keurmerk Inburgeren; hiervoor wordt jaarlijks een audit door KIWA uitgevoerd om de kwaliteit te meten op het gebied van deskundigheid personeel, slagingspercentage, tevredenheid cursisten en opdrachtgevers, afhandeling klachten en borging van het privacyreglement. Daarnaast valt Rijn IJssel onder het toezicht van de Onderwijsinspectie. De Inspectie van het Onderwijs is zeer te spreken over het betrekken van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. Men constateerde een hoge intensiteit van tevredenheidsonderzoeken onder belanghebbenden, met een prima respons, een goede analyse van de uitkomsten en een sterke relatie tussen de uitkomsten van de onderzoeken en de verbeteractiviteiten. De Inspectie stelde tevens vast dat er een sterke dialoog met de opdrachtgevers is over de beoogde en gerealiseerde onderwijsprestaties.

Rendement• Aantal deelnemers contract Inburgering (2007 t/m 2013): 328• Aantal uitgestroomde deelnemers contract Inburgering: 299• Nog lopende trajecten: 29• Aantal geslaagden: 86% • Tevredenheid opdrachtgevers in 2013 volgens Keurmerk: rapportcijfer 7,8 (landelijk 7,4)• Tevredenheid cursisten in 2013 volgens Keurmerk: rapportcijfer 8,4 (landelijk 7,6)• Rijn IJssel heeft ruime ervaring in het werken met flexibele instroom van cursisten. Flexibiliteit vraagt om een sterke organisatie qua omvang, faciliteiten en ervaring.• Cursisten zijn zeer betrokken bij hun ‘school’. De locaties zijn ingericht op volwassen cursisten en er is een Open Leer Centrum, voorzien van computers met alle relevante multimediale lesmethoden, waardoor de cursist zowel overdag als ’s avonds zelfstandig verder kan werken.• Er zijn korte lijnen met de gemeenten: ieder kwartaal is er een voortgangsoverleg en wordt de kwartaalrapportage Inburgering besproken. De voortgang van de individuele cursist wordt

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Page 10: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

10

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

bijgehouden in halfjaarlijkse rapportages en, indien nodig, is er direct contact tussen de docent en de casemanager. Op deze manier wordt voorkomen dat er veelvuldig verzuim is en kan voortijdige uitval uit het traject voorkomen worden.

5. VAVOVeranderingen in 2013Voor Rijn IJssel VAVO betekende 2013 een jaar met grote veranderingen in de financiering. Tot 2013 werd Rijn IJssel VAVO gefinancierd via de educatiegelden van de gemeentes. Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO voor een belangrijk deel rechtstreeks door het Rijk gefinancierd. Daarbij zijn 2013 en 2014 overgangsjaren. Het VAVO ontvangt een budget op basis van eerdere jaren. Voor het VAVO van Rijn IJssel betekende dat een groei van het budget, helaas ten koste van de gelden voor de overige educatie.De teldatum van 1 oktober 2013 is, samen met een vergoeding op basis van het diplomarendement in 2013, bepalend voor de hoogte van de vergoeding in 2015.

Deze verandering in de financiering betekent ook dat Rijn IJssel VAVO voor de laatste keer verantwoording aflegt in het jaarverslag; niet over 2013, maar over de leerlingen die op 1 oktober 2012 ingeschreven stonden. Het betreft dus een verantwoording over het schooljaar 2012-2013.

Terwijl we, vanwege strengere exameneisen in het voortgezet onderwijs (VO), meer studenten verwachtten, nam het aantal studenten licht af. We kregen minder leerlingen via de ‘Rutte regeling’; de uitbesteding vanuit het Voortgezet Onderwijs. Het aantal WEB-leerlingen nam toe, van 118 in 2011 naar 159 in 2012. Zij realiseerden 95640 onderwijsuren. Ter informatie: op 1 oktober 2013 stonden 221 Leerlingen ingeschreven op Rijksfinanciering; de ingezette groei zet door. Rijn IJssel VAVO heeft daarmee in 2013 meer studenten bediend dan budgettair mogelijk was. We hadden becijferd dat we op basis van het budget zo’n 135 leerlingen konden inschrijven, die 73316 uur zouden realiseren. 256 studenten stonden op 1 oktober 2012 ingeschreven via de ‘Rutte regeling’. Op 1 oktober 2013 waren dat er 208, exclusief de ISK-leerlingen.

ProbleemjongerenOf jongeren succesvol zijn op Rijn IJssel VAVO hangt, net als elders in het onderwijs, af van verschillende factoren. Voor een deel van hen verloopt de schoolloopbaan moeizaam, omdat zij te maken hebben met persoonlijke problemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een moeilijke thuissituatie of gezondheidsproblemen. Een flinke groep jongeren heeft te maken met gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Dat kan uiteenlopen van faalangst of autistische stoornissen tot agressief gedrag. De mate waarin studenten van een opleiding te maken hebben met dit soort problematiek is van invloed op het succes van de opleiding, in dit geval het slagingspercentage.

Als indicator voor de zwaarte van de problematiek waarmee de studenten van Rijn IJssel VAVO te maken hebben, kijken we naar het aantal verschillende typen problemen dat zij hebben. Hoe meer

Totaal aantal deelnemers 328 Voortijdige uitval: 65Reden: • verhuizing 21 • ziek 6 • werk 1 • overig 33

Voortijdige uitval

Page 11: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

11

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

1

Rh

ed

en

verschillende soorten problemen, hoe zwaarder de totaalproblematiek. We onderscheiden daarbij gedragsproblemen, persoonlijke problemen (thuis, gezondheid) en leerproblemen.

Binnen de hele populatie van Rijn IJssel VAVO heeft een derde te maken met meervoudige problematiek. In de vwo-groep ligt dat percentage lager en in de vmbo-groep het hoogst. Een derde van de studenten is op geen enkel probleem geïndiceerd.

De slaagkans ligt het hoogst bij studenten die instromen zonder voorgaand diploma (tweedekans havisten en vwo-ers) en die geen problemen hebben. Bij studenten die uitbesteed zijn door het VO ligt de slaagkans ook hoger. Het grote aantal jongeren met meervoudige problematiek heeft gevolgen voor het slagingspercentage in het vmbo. In die afdeling is het verzuim ook relatief groot. Omdat daar ook een deel van de studenten jonger dan 18 jaar is, is er voor die doelgroep een goed contact met het regionale meld en coördinatie centrum (RMC).

De groei van het aantal jongeren met (meerdere) problemen neemt de laatste jaren sterk toe. Rijn IJssel VAVO heeft aangetoond dat men, met de gekozen aanpak van traditioneel, klassikaal onderwijs, goede resultaten weet te behalen. De komende jaren zal Rijn IJssel VAVO nog meer uren inzetten op de begeleiding van de studenten.

ExamenresultatenRijn IJssel VAVO kan terugkijken op een succesvol examenjaar. De (kleine) afdeling vmbo bleef wat achter wat resultaten betreft, maar havo en vwo scoorden naar verwachting. De norm voor dit examenjaar is door de inspectie op gemiddeld 5,9 gesteld voor het centraal examen (CE). Het VMBO scoort iets daaronder. Rijn IJssel VAVO als geheel zit boven de norm.

Tussen haakjes staan telkens de cijfers van het schooljaar, 2011-2012:Rijn IJssel had in 2012 469 (495) ingeschreven studenten. In mei behaalden 218 (227) leerlingen rechtstreeks hun diploma. Na de herkansing behaalden nog eens 16 (16) leerlingen hun diploma. Totaal dus 234 (242) diploma’s. Dat is een rendement van 50 (49) %. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat niet alle ingeschreven kandidaten het doel hadden een diploma te behalen. 308 (335) kandidaten hadden het plan om een diploma te behalen. 265 (296) zijn er daadwerkelijk gestart met het examen. Van die leerlingen behaalden er dus 88 (82) % een diploma. Het slagingspercentage is dus uitgaande van het aantal op 1 oktober 76 (73) %. Alle cijfers zijn overigens zonder de leerlingen die we hebben vanuit de Internationale Schakel Klas (ISK). Deze uitbestede leerlingen zitten formeel in een voorexamenklas. Op jaarbasis zijn het er zo’n 80.

Voor uitgebreidere informatie over de examens verwijzen we naar het examenverslag, op verzoek beschikbaar.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Aantal leerlingen die op 1 oktober Aantal diploma’s Percentage diploma wilden halenVMBO (176) (121) (69)HAVO (40) (24) (60)VWO (119) (97) (82)Totaal (335) (242) (73)

Afdeling Aantal SE CE HAVO 517 6,04 6,43 VMBO 166 6,12 5,76 VWO 409 6,32 6,04

Page 12: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

12

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO rechtstreeks uit de Rijkskas bekostigd. Dit is dus het laatste verslag van Rijn IJssel VAVO. Op 1 oktober 2012, de teldatum die gebruikt wordt voor het verslagjaar 2013, stonden er vanuit Rheden 24 (2012:20) studenten op WEB-gelden ingeschreven bij Rijn IJssel VAVO. Samen realiseren ze 11200 (11600) onderwijsuren. Vanuit Rozendaal hadden we dit jaar geen studenten op WEB-gelden.Acht WEB-studenten probeerden een diploma te behalen. Vijf van die studenten behaalden daadwerkelijk een diploma. Er werden 25 certificaten uitgereikt.

6. Kwaliteitszorg

Visie op kwaliteitszorgRijn IJssel gaat uit van een integrale visie op kwaliteit en kwaliteitszorg. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Alle medewerkers van Rijn IJssel dragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun eigen handelen. Het eigen handelen is hierbij afgestemd op de belangen van studenten, collega’s, de doelstellingen van Rijn IJssel en de daartoe behorende onderdelen. Kwaliteitszorg is bij Rijn IJssel dus meer dan alleen een kwaliteitszorgsysteem of een meetsysteem. Het gaat ook, of misschien juist, over gedrag en houding. Gedrag en houding waarbij ieder individu en ieder onderdeel van Rijn IJssel zich bewust is van de effecten van zijn of haar handelen, hier af en toe bij stil staat en op basis daarvan probeert zijn of haar handelen aan te passen.

Kwaliteitszorg is voor Rijn IJssel ook het zichtbaar maken van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Systematische kwaliteitszorg en het systeem van kwaliteitszorg hebben daarbij niet alleen waarde voor Rijn IJssel zelf, maar is ook een verantwoordingsmiddel naar studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers als ook de inspectie en de maatschappij. De integrale visie op kwaliteitszorg betekent dan ook dat gedrag en systeem op elkaar moeten worden afgestemd en elkaar dienen te versterken. Integraal betekent voor Rijn IJssel ook dat kwaliteitszorg betrekking heeft op al onze activiteiten. Kwaliteitszorg gaat dus zowel over onderwijskwaliteit, als over bedrijfsvoering. Het gaat over de mate waarin wij erin slagen onze (maatschappelijk relevante) doelen te realiseren. De kwaliteitscyclus (plan, do, check, act) is dan ook geïntegreerd met onze beleidscyclus.We doen de dingen die we doen (organisatie) om iets tot stand te brengen (resultaten). Resultaten zijn hierbij niet alleen beperkt tot onderwijsresultaten en/of financiële resultaten, maar hebben eveneens betrekking op de waardering (tevredenheid) van studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers en bijvoorbeeld de onderwijsinspectie. Kortom we dienen ons continu af te vragen waarom we de dingen doen die we doen. Welke afspraken (plannen) hebben we onderling gemaakt? Hoe zijn die afspraken tot stand gekomen? Komen we die afspraken na (uitvoeren)? Evalueren (toetsen) we het effect van de gemaakte afspraken? Zijn afspraken ook vastgelegd? Is er voldoende draagvlak voor de gemaakte afspraken? Worden afspraken aangepast indien daar aanleiding toe is (bijstellen)?

Page 13: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

13

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

nR

ij

n

IJ

ss

el

E

va

lu

at

ie

2

01

3

Rh

ed

en

elfevaluatieOm de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te borgen worden cijfers geanalyseerd en wordt aan betrokkenen gevraagd wat hun mening is over het onderwijs. Deze gegevens worden gebruikt bij de tweejaarlijkse zelfevaluatie van de onderwijsteams. De criteria waarop de teams zich zelf beoordelen zijn:• Programma• Leerproces• Begeleiding• Omgang en Veiligheid• KwaliteitszorgDeze monitoring van de onderwijskwaliteit vormt de basis voor kwaliteitsverbetering. Indien nodig worden verbeteracties opgenomen in het teamcontract.

Keurmerk Inburgering Het keurmerk wordt afgegeven door Stichting Blik op Werk. Elk jaar voert KIWA een audit uit en wordt het keurmerk al dan niet verlengd. Na de audit in 2013 constateerde KIWA dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.

De prestatie-indicatoren, onderverdeeld naar aandachtsgebied, zijn:

Algemeen CursuscontractDoorlooptijden 1. Doorlooptijd tot start cursus 2. Doorlooptijd cursusResultaten 3. Eindresultaat cursus 4. Slagingspercentage 5. Contractprestatie collectieve contractenBegeleiders 6. Bekwaamheid begeleidersOrganisatie 7. Privacyreglement 8. KlachtenmanagementTevredenheid 9. Tevredenheid cursisten 10.Tevredenheid opdrachtgevers

Page 14: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

14

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Toezichtskader Inspectie van OnderwijsAan de hand van verantwoordingsdocumenten van de instelling maakt de Inspectie van Onderwijs jaarlijks een risico-inventarisatie. Indien er risico’s worden gesignaleerd, komt de Inspectie de school bezoeken en voert een nader onderzoek uit. Hieronder de criteria uit het waarderingskader:

1. Naleving wettelijke vereisten2. Opbrengsten3. Onderwijsproces: Samenhang Maatwerk Didactisch handelen Leertijd Leeromgeving Intake en plaatsing Studieloopbaanbegeleiding Zorg Beroepspraktijkvorming/Stage4. Kwaliteit van het leraarschap: Didactisch handelen Betrokkenheid docenten Professionalisering van docenten5. Examinering en diplomering: Exameninstrumentarium Afname en beoordeling Diplomering6. Kwaliteitsborging: Sturing Beoordeling Verbetering en verankering Dialoog en verantwoording7. Financiële continuïteit: Financiële positie Financiële beheersing

Bij het laatste Inspectieonderzoek in 2013 constateerde de Inspectie geen risico’s voor Rijn IJssel Educatie & Integratie.

Exameninstelling (KCE)Sinds 2007 is Rijn IJssel exameninstelling voor het praktijkdeel van het Inburgeringsexamen. Jaarlijks voert KCE (KwaliteitsCentrum Examinering) een audit uit om de kwaliteit te borgen.Deze audit is gericht op een vijftal auditaspecten met bijbehorende beoordelingscriteria:• Registratie en identificatie• Afname en beoordeling• Resultaatverwerking• Verantwoording• Afhandeling klachten, beroepszaken en fraude

Indien de exameninstelling voldoet aan alle aspecten, verlengt KCE de goedkeurende verklaring en daarmee de bevoegdheid tot het afnemen van praktijkexamens Inburgering.Na de jaarlijkse audit in 2013 constateerde KCE dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.

Page 15: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

15

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

TevredenheidonderzoekenOpdrachtgeversEen onafhankelijk bureau van Blik op Werk houdt ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder opdrachtgevers. In 2013 gaven de opdrachtgevers Rijn IJssel een 7,8.

DeelnemersHetzelfde onafhankelijke bureau van Blik op Werk houdt ook ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder de inburgeraars. In 2013 gaven de inburgeraars Rijn IJssel een 8,4.Naast dit externe tevredenheidonderzoek bevraagt Rijn IJssel ook zelf iedere twee jaar de deelnemers van Educatie en Integratie. In 2013 kwam uit dit onderzoek een gemiddeld tevredenheidpercentage van 86% voor VAVO en 93% voor de rest van Educatie.

MedewerkersIedere twee jaar wordt een tevredenheidonderzoek gehouden onder het personeel. In 2012 gaf het personeel van Educatie en Integratie Rijn IJssel een 7,6. Het volgende onderzoek wordt gehouden in het najaar van 2014.

Page 16: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

16

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

7. Bijlage: Cijfermatige gegevensDeze cijfers zijn de gegevens uit het cursistregistratiesysteem PeopleSoft.

Achtergrond

Rheden autochtoon allochtoon TotaalVAVO 24 100% 0 0% 24educatie 14 15% 79 85% 93 totaal 38 32% 79 68% 117

Rozendaal autochtoon allochtoon TotaalVAVO 0 0% 0 0% 0educatie 0 0% 0 0% 0totaal 0 0% 0 0% 0

man 67%

vrouw 33%

VAVO Rheden

man 38%

vrouw 62%

Educatie Rheden

Sekse

Rheden man vrouw TotaalVAVO 16 67% 8 33% 24 educatie 35 38% 58 62% 93 totaal 51 44% 66 56% 117

Rozendaal man vrouw TotaalVAVO 0 0% 0 0% 0educatie 0 0% 0 0% 0totaal 0 0% 0 0% 0

Page 17: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

17

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

autochtoon 15%

allochtoon 85%

Educatie Rheden

allochtoon 0%

autochtoon 100%

VAVO Rheden

Leeftijdsopbouw

Rheden <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 15 9 0 0 0 0 0 24educatie 1 23 29 20 18 2 0 93totaal 16 32 29 20 18 2 0 117

Rozendaal <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 0 0 0 0 0 0 0 0educatie 0 0 0 0 0 0 0 0totaal 0 0 0 0 0 0 0 0

Leeftijdsopbouw VAVO (gemeente Rheden) per 01-10-2012

15

9

0 0 00

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >600

3

6

9

12

15

Leeftijdsopbouw Educatie Rheden 2013

23

29

2018

2

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60

0

5

10

15

20

25

30

1

Page 18: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

18

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

VAVO deelnemers per 1-10-2012 VAVO aanbod per 1-10-2012

Rheden VMBO HAVO VWO Totaal VMBO HAVO VWO TotaalVAVO 2 20 2 24 1080 8920 1200 11200

totaal 2 20 2 24 1080 8920 1200 11200

VAVO deelnemers per 1-10-2012 VAVO aanbod per 1-10-2012

Rozendaal HAVO VWO Totaal HAVO VWO TotaalVAVO 0 0 0 0 0 0

totaal 0 0 0 0 0 0

Educatie deelnemers 2013 (Rheden)

0

43

19

26

0

10

20

30

40

50

50

ALFA NT2 BASIS

NT2 STEX

T&R 1F T&R 2F OVERG.TRAJECT

Urenaanbod VAVO 01-10-2012

1080

8920

1200

HAVO VWOVMBO0

2000

4000

6000

8000

10000

(1) aantal gevolgde programma’s, deelnemers kunnen dus meer dan 1 x geteld zijn.

Educatie deelnemers 2013 (1)

Rheden ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F T&R2F Overg. traject Totaaleducatie 0 26 19 5 0 43 93

totaal 0 26 19 5 0 43 93

Page 19: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

19

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

R

he

de

n

Educatie gerealiseerd urenaanbod 2013 (Rheden)

0

287728043069

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

216 0

ALFA NT2 BASIS

NT2 STEX

T&R 1F T&R 2F OVERG.TRAJECT

Educatie deelnemersuren per traject (1)

Rheden ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F T&R2F Overg. traject Totaaleducatie 0 3069 2804 216 0 2877 8966

totaal 0 3069 2804 216 0 2877 8966

Rendement VAVO 2013

Rheden diploma’s certificaten rendement behaald opgegaan behaald studentenVAVO 62,50 5 8 11 25 totaal 62,50 5 8 11 25

Rendement VAVO 2013

Rozendaal diploma’s certificaten rendement behaald opgegaan behaald studentenVAVO 0,00 0 0 0 0 totaal 0,00 0 0 0 0

Page 20: Evaluatie Rheden/Rozendaal 2013

ContactadresUtrechtsestraat 40/42, 6811 LZ ArnhemPostbus 5162, 6802 ED Arnhem026 [email protected]/educatie

UitvoeringslocatiesArnhem Utrechtsestraat 40/42, Arnhem026 3129200

De LiemersBabberichseweg 23, Zevenaar0316 524153

Overbetuwe/Lingewaard Pr. Irenestraat 49, Elst0481 377492

RenkumGroeneweg 14, Renkum0317 315474

Rheden e.o.Tellegenlaan 2, Dieren0313 450500