Evaluatie gemeente Arnhem 2013

20
Evaluatie 2013 Arnhem

description

Verslag van de activiteiten op het gebied van educatie, inburgering en volwassenenonderwijs.

Transcript of Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Page 1: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Evaluatie 2013Arnhem

Page 2: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

2

VoorwoordGraag bieden wij u het jaarverslag voor 2013 aan. Rijn IJssel Educatie & Integratie heeft dit jaarverslag voor u opgesteld in het kader de Wet Educatie & Volwasseneneducatie. Wij willen u op deze wijze laten zien dat Rijn IJssel Educatie & Integratie bezig is geweest, om participatie, integratie en volwasseneneducatie inhoud te geven.

Vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voeren we in alle gemeenten in onze regio trajecten uit, waarbij maatwerk voorop staat. Dit maakt dat er diversiteit is in ons aanbod dat qua vorm, inhoud en proces aansluit bij de vraag van de betreffende gemeente. Middels dit jaarverslag willen we u informeren over de resultaten van uw gemeente.

In 2012 kwam de VAVO onder rijksfinanciering en kreeg een meer directe aansturing van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Met ingang van 2013 mogen gemeenten hun Educatiebudget alleen nog maar inzetten voor taal en rekenen en NT2. De gemeenten kopen dit aanbod in op basis van groepscontacturen en zijn verantwoordelijk geworden voor de werving en toeleiding van de cursisten.Daarnaast werd 2013 gekenmerkt door een bezuinigingsmaatregel op het participatiebudget en de wijzingen in de Wet Inburgering (WI) en Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB).

Het is goed om te constateren dat Rijn IJssel Educatie & Integratie, zeker als gevolg van de prettige en goede samenwerking met uw ambtenaren, wederom in staat is geweest om kwalitatief een goede invulling te geven aan de beschikbare middelen.

Toekomst:2013 is een jaar waarin steeds meer duidelijk is geworden over de wijze waarop het ministerie van OC&W de volwasseneneducatie wil positioneren en bekostigen.Eind 2013 is een concept-wetsvoorstel gepresenteerd waarin duidelijk werd dat:• De educatiemiddelen niet over gaan naar het deelfonds sociaal domein. In plaats daarvan verstrekt het Rijk de middelen geoormerkt als specifieke uitkering aan regiegemeenten. Hiervoor heeft de minister in eerste instantie de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s op het oog. • De huidige verplichte besteding van educatiemiddelen bij roc’s wordt geleidelijk afgebouwd. Deze afbouw vindt in onderling overleg tussen gemeenten en roc’s plaats. De minister faciliteert wettelijk de volgende stapsgewijze afbouw: 75% van de beschikbaar gestelde middelen in 2015, 50% in 2016, 25% in 2017 tot uiteindelijk nihil in 2018.

Dit maakt dat er voor Rijn IJssel Educatie & Integratie en de gemeenten, als opdrachtgevers, voor 2014 en verder een uitdaging is ontstaan om de kwaliteit en kwantiteit van de inzet ten behoeve van participatie en volwasseneneducatie in gezamenlijkheid optimaal vorm te geven. Dit soort wijzigingen maakt dat het van groot belang is te bekijken wat de consequenties zijn voor het gemeentelijk aanbod en opnieuw bekeken wordt op welke manier budgetten efficiënt ingezet worden vanuit een integrale visie op participatie. Een goede relatie is daarbij van groot belang; we zullen vanuit Rijn IJssel er alles aan doen om de goede relatie te behouden en waar mogelijk nog te verstevigen.

Als u zicht wil krijgen op wat we het afgelopen jaar hebben aangeboden bij andere gemeenten, kunt u bij het secretariaat van Rijn IJssel Educatie & Integratie ook de jaarverslagen van andere gemeenten opvragen.

Ook in de komende jaren kunt u bij Rijn IJssel Educatie & Integratie terecht voor educatie, integratie èn participatie!

Het management van Rijn IJssel Educatie & Integratie,

Marjan van den Broek managerDick Mol managerWouter Groothedde directeur

Page 3: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

3

1. InleidingMet ingang van 1 januari 2013 is er een wet- en regelgeving wijziging van Educatie in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen zijn:• Het VAVO wordt onderscheiden van Educatie• Het VAVO komt onder rechtstreekse aansturing van het Rijk• De opleidingen VAVO moeten gericht zijn op het behalen van het diploma• De educatiemiddelen blijven in het participatiebudget

Binnen educatie worden de volgende opleidingen onderscheiden:1. Opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (1F en 2F);2. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), die opleiden voor het Staatsexamen 1 en 2;3. Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op beheersing van het basisniveau NT2;4. Opleidingen Nederlands als tweede taal ( NT2), gericht op alfabetisering;5. Bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen. Dit betekent dat de opleidingen ‘sociale redzaamheid’ en ‘breed maatschappelijk functioneren’ vanaf 1 januari 2013 niet meer bekostigd worden vanuit de Educatiemiddelen. Prioriteit krijgen opleidingen die gericht zijn op de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op de zelfredzaamheid van volwassenen in onze samenleving.

Momenteel vindt in het onderwijs, van primair tot in het middelbaar beroepsonderwijs, een ontwikkeling plaats die er op gericht is het taal- en rekenniveau in het onderwijs te verhogen. Het betreft de basisvaardigheden die volwassenen nodig hebben om zich verder te ontwikkelen.Veel werkenden functioneren als het gaat om hun basisvaardigheden op het laagste niveau ( rond niveau 1F). Om kans te hebben op duurzaam geschoold werk, nu en in de toekomst, is echter niveau 2F vereist.75% van de mensen die nu geen werk hebben zijn laagopgeleid en hebben dus ook behoefte aan scholing op het gebied van de bedoelde basisvaardigheden.Op 8 oktober 2013 verscheen het PIAAC-onderzoek 1 ; dit onderzoek meet via een test de taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen in digitale omgevingen en is uitgevoerd onder ruim 5.000 mensen tussen de 16 en 65 jaar. Uit dit onderzoek blijkt dat zowel het percentage laaggeletterden als excellenten in de afgelopen jaren is gegroeid. Het percentage laaggeletterden is gestegen van 9,4% naar 12%; het aandeel excellenten steeg van 16,2% naar 18,6%.De grootste groepen laaggeletterden vinden we onder oudere autochtonen met een middelbaar scholingsniveau: zij maken 45% van de groep laaggeletterden uit. Het gaat dan om 540.000 mensen. Daarnaast vormen 120.000 autochtone en 108.000 allochtonen niet-werkende laaggeschoolden twee relatief grote groepen van laaggeletterden.In Nederland geldt MBO2 als het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam geschoold werk. Uit het eerder aangehaalde PIAAC-onderzoek blijkt dat er forse verschillen zijn in het vaardigheidsniveau van mensen die dat niveau wel of niet beheersen.Ongeveer 15% van de mensen tot 35 jaar zonder een MBO2-kwalificatie is laaggeletterd.

1.Kernvaardigheden voor werk en leven: Programma for the International Assessment of Adult Competencies, onderzoek van de OECD,

uitgevoerd in 2012 in 24 landen.

Page 4: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Deze wetswijziging, met als doel de prioriteit te leggen bij de beheersing van fundamentele basisvaardigheden, met het oog op de zelfredzaamheid van mensen sluit goed aan bij de visie van de gemeente Arnhem op participatie. De contourennota participatie 2014 gaat uit van maximale inzet op het reduceren van het aantal (WWB-)uitkeringsgerechtigden. Dat betekent dat het participatiebudget primair wordt ingezet op het voorkomen van instroom en het bevorderen van uitstroom van mensen met een uitkering. De beschikbare cursistplaatsen in de volwasseneneducatie worden benut voor mensen, die toegeleid worden door de afdeling Werk & inkomen en het ABC.

De doelstellingen van het Arnhemse participatiebeleid zijn:• Het verhogen van de arbeidsparticipatie (betaald werk);• Het verhogen van de maatschappelijke participatie (vergroten van sociale en basisvaardigheden);• Het verhogen van het taal- en opleidingsniveau.

Jaarlijks brengt de gemeente Arnhem in beeld welke educatieve behoeften bestaan bij grote groepen volwassenen met een laag tot zeer laag opleidingsniveau en maakt afspraken met Rijn IJssel om dit aanbod te realiseren.Daarbij is het uitgangspunt dat, waar mogelijk, een aanbod op wijkniveau wordt gedaan, waardoor de drempel wordt verlaagd en er een effect van sociale binding binnen de wijk kan ontstaan. Vanaf 2013 is de gemeente zelf verantwoordelijk voor de werving en toeleiding van de cursisten voor deze trajecten. Het afgelopen jaar is er dan ook veel aandacht besteed aan het onder de aandacht brengen van de problematiek van de laaggeletterden bij de afdeling Werk & Inkomen, bij het ABC en de toeleidende organisaties zoals Rijnstad, de bibliotheek, werkgevers, Presikhaaf en dergelijke.

4

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Page 5: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

2. Gerealiseerd aanbod 2013

De gemiddelde duur van een NT2 traject is zes à negen maanden. De alfabetiseringstrajecten en trajecten Taal & Rekenen voor laaggeletterden variëren van zes maanden tot twee jaar.

NT2 Alfabetiseringstrajecten Door de wetswijziging Educatie én de wijziging van de Inburgeringswet mogen vanaf 1 januari 2013 alleen alfabetiseringstrajecten onder de WEB aangeboden worden aan niet-inburgeringsplichtigen.Inburgeraars zijn zelf verantwoordelijk geworden voor het inkopen van een inburgeringstraject en mogen niet deelnemen aan het gesubsidieerde onderwijs.De afgelopen vijf jaar hebben we meer dan 800 alfabetiseringstrajecten uitgevoerd voor de gemeente Arnhem.Inmiddels hebben we een grote expertise met betrekking tot de specifieke aanpak van deze doelgroep. Een alfabetiseringstraject moet meer zijn dan het leren lezen en schrijven, gericht op instroom in een inburgeringstraject. Alfabetiseringscursisten hebben jarenlang in een situatie geleefd dat ze zichzelf hier niet of nauwelijks konden redden, ze zijn als het ware gehospitaliseerd: ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en het lef krijgen zaken zelf op te pakken en actief te gaan deelnemen aan de Nederlandse samenleving. We zien dat dit in de praktijk ook zo werkt: een aantal cursisten is op fietsles gegaan en komen nu op de fiets naar school. Ze kunnen nu de verkeersborden lezen en hoeven dus niet meer de bus te pakken.Empowerment en gespreksvaardigheid zijn, naast het leren lezen en schrijven, dan ook belangrijke onderdelen ter ondersteuning van het alfabetiseringstraject. Het aantal allochtonen dat een alfabetiseringstraject volgt is drastisch afgenomen ten gevolge van het gewijzigd beleid:• 2008: 172 cursisten• 2009: 240 cursisten• 2010: 282 cursisten• 2011: 283 cursisten• 2012: 83 cursisten• 2013: 28 cursistenDeze ontwikkeling is gelijk aan de landelijke trend.De doelgroep Inburgeringsplichtigen bestaat alleen nog uit nieuwkomers, terwijl voorheen de doelgroep oudkomers ruim 50% van de doelgroep Inburgeringsplichtigen uitmaakten.

5

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

soort traject Gepland aantal cursistenplaatsen Werkelijk aantal deelnemersNT2 Alfabetisering 12 15NT2 Basisniveau 112 138NT2 Staatsexamen 60 85Taal & rekenen 1F/2F 56 114Overgangstrajecten 47 145Totaal 287 497*

*) Door flexibele in- en uitstroom van cursisten gedurende het hele jaar kunnen er meerdere cursisten gebruik maken van 1 cursistplaats op jaarbasis.

Doorlopende trajecten

Page 6: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

6

NT2 BasisniveauVoor inburgeraars die het examen behaald hebben, is het mogelijk om via Educatie te werken aan taalniveauverhoging.Veel inburgeraars maken hier gebruik van: het niveau van het inburgeringsexamen is in veel gevallen nog onvoldoende. Een groot deel van de inburgeraars wil uiteindelijk het taalniveau (A2) behalen, dat nodig is voor naturalisatie. Voorheen werden vanuit de gemeente Arnhem alleen inburgeraars toegeleid voor een inburgeringstraject. Vanaf 2013 is de gemeente ook verantwoordelijk voor de werving en toeleiding van de WEBcursisten. Het afgelopen jaar is hier in geïnvesteerd door goede samenwerkingsafspraken te maken met Werk & inkomen en het ABC. Er is een productcatalogus opgesteld, zodat alle casemanagers goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden.

NT2 StaatsexamenVoor (in het land van herkomst) hoger opgeleiden, die het inburgeringsexamen behaald hebben of niet inburgeringsplichtig zijn, is er een speciaal taaltraject gericht op het behalen van het diploma Staatsexamen 1 of 2.Met dit diploma is het mogelijk om verder te studeren binnen het mbo/hbo of op dat niveau aan het werk te gaan. Naast de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven is er veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat en de grammatica.

Taal en Rekenen 1F/2FHet gaat om de beheersing van fundamentele basisvaardigheden met het oog op zelfredzaamheid van volwassenen (niveau 1F) én op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (2F). Het leren omgaan met de computer of andere digitale hulpmiddelen vindt alleen nog plaats als onderdeel van een opleiding Nederlandse taal en rekenen. Een cursus Budgetteren mag onder een opleiding Rekenen geplaatst worden, indien voldaan wordt aan de standaarden en eindtermen die voor rekenen worden vastgesteld.Ook voor deze trajecten ligt de prioriteit bij deelnemers met een uitkering, die een grotere of kleinere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Er is nog weinig toeleiding van met name autochtonen vanuit het bestand van W&I en het ABC. Het is voor de casemanagers moeilijk om de juiste doelgroep te herkennen, aangezien de mensen zelf hun problematiek goed verbergen en dit moeilijk bespreekbaar willen maken. We zijn de mogelijkheden aan het onderzoeken om de doelgroep op te sporen door gebruik te maken van een scan, die daar speciaal voor ontwikkeld is door de Stichting Lezen & Schrijven.

OvergangstrajectenGezien het cruciale belang van geletterdheid is het brede aanbod van bekostigde educatieactiviteiten wettelijk beperkt tot opleidingen Nederlandse taal en rekenen (en NT2).Cursisten, die in 2012 gestart zijn met een traject Sociale redzaamheid of een traject gericht op participatie mogen die traject afmaken in 2013. Al deze trajecten vallen onder de noemer Overgangstrajecten. In totaal hebben 47 cursisten deelgenomen aan een overgangstraject Sociale Redzaamheid of Maatschappelijk Functioneren zaten.Aangezien de NT2trajecten in 2012 nog niet uitgesplitst waren in enerzijds basisniveau en anderzijds Staatsexamen zijn deze trajecten ook als Overgangstraject afgerond in 2013. In totaal ging het om 98 NT2 cursisten.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Page 7: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

7

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

3. Werving en toeleiding van laaggeletterden

In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dat staat gelijk aan zeker 1 op de 9 Nederlanders in deze leeftijdscategorie. 65% van de laaggeletterden zijn autochtoon en 43% is werkloos of inactief.

“We leven in een digitale kennissamenleving. Het huidige kabinet streeft ernaar in 2017 alle overheidsdiensten digitaal aan te bieden. Veel mensen hebben beperkte (digitale) basisvaardigheden, die belemmeren hen om hier optimaal gebruik van te maken. Onderzoek toont aan dat het hier gaat om 3 tot 4 miljoen Nederlanders “ (uit: Feiten & cijfers geletterdheid, 2013, Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met Universiteit van Maastricht, ECBO, PWC en SEO).Datzelfde onderzoek toont aan dat een betere taalbeheersing er voor zorgt dat mensen zelfredzamer, sociaal actiever en gelukkiger zijn:• 60-80% heeft een betere taalbeheersing na het volgen van een taaltraject en krijgt een betere plek in de samenleving. • Investeren in vermindering van laaggeletterdheid leidt tot een betere economische situatie, waaronder een betere arbeidsmarktpositie en beter functioneren van werknemers. Of zoals één van de cursisten het verwoordde: “Vroeger mocht ik de computer alleen afstoffen, nu werk ik er lekker op als de kinderen op school zitten”.

Tot nu toe heeft het accent in Nederland vooral gelegen op lezen en schrijven.De eisen om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren worden echter steeds hoger.Dit heeft geleid tot vernieuwing van het begrip geletterdheid:Laaggeletterdheid omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie.

Door de wetswijziging in de Educatie is de toeleiding en werving van laaggeletterden de verantwoordelijkheid van de gemeente zelf geworden.De gemeente Arnhem heeft hier op ingespeeld door een ‘aanjager laaggeletterdheid’ aan te stellen, die afspraken kan maken over de toeleiding van Werk & Inkomen, sociale werkvoorziening, UWV en dergelijke. De landelijke St. Lezen & Schrijven heeft de regio Arnhem, op grond van haar expertise, uitgekozen als pilotregio.Doel van de pilot is het verminderen en voorkomen van laaggeletterdheid in de regio via twee sporen:1. Zorgen dat het regionale aanbod bekend is (ook het informele aanbod).2. Zorgen dat op de vindplaatsen laaggeletterdheid wordt herkend en doorverwezen:• Er is een Bondgenootschap voor Geletterdheid opgericht, daarin werken 30 organisaties en bedrijven -waaronder de negen gemeenten- samen om ieder hun eigen rol op te pakken in de aanpak van laaggeletterdheid.• Daarbij krijgen ze ondersteuning en scholing:ze worden geëquipeerd om laaggeletterden te herkennen en door te verwijzen naar de juiste instelling Potentiële deelnemers schamen zich voor hun laaggeletterdheid en houden hun “geheim” angstvallig stil.

Page 8: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

8

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Enkele cursisten zijn actief als ambassadeur voor laaggeletterden, zij zijn ervaringsdeskundige en hebben een speciale training gevolgd om als ambassadeur te kunnen optreden. Onze ambassadeurs worden ingezet ten behoeve van de werving: een eigen verhaal heeft immers de meeste impact.

Werken op wijkniveauAls er vraag is om het aanbod in een bepaalde wijk uit te voeren, dan doen we dat als daar mogelijkheden toe zijn. In 2013 hebben we diverse Taal & rekengroepen in de wijk uitgevoerd:• In De laar West bij basisschool De Laarakker;• In Klarendal bij Het Kunstrijk;• In Arnhem-Zuid in De Hobbit;• In Presikhaaf in MFC Presikhaeve.De betrokkenheid bij de school wordt vergroot, de ouders weten meer wat er speelt. Bij Het Kunstrijk hebben de ouders zich opgegeven als luizenmoeder!

Ten behoeve van de ouderparticipatie voeren we met Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)-middelen ouder- en kindworkshops ‘Meedoen met je kind’ uit op de volgende peuterspeelzalen:• In Arnhem -Zuid (de Hobbit) bij psz De kleine Boemerang;• In Arnhem Zuid (Prisma) bij psz Het Speelrijk;• In Arnhem Zuid (De Spil) bij psz De vrolijke Ark;• In Arnhem Noord (Geitenkamp) bij psz De Blokkendoos;• In Arnhem Noord bij de Brede school de Symfonie en bij psz De Symphonie;

In Arnhem Zuid voeren we een cursus ‘Meedoen met je kind’ (ontwikkeld op basis van Logo 3000) voor de Hugo de Grootschool.

PrestatieafsprakenRijn IJssel streeft naar de volgende prestaties:• Maximaal 5% lesuitval;• Maximaal 20% lesverzuim door deelnemers;• Minimaal 80% rond een traject af volgens de afgesproken trajectduur;• Van diegene die een traject afronden behaalt minimaal 70% het doelperspectief.

Opbrengst• Lesuitval is 2% (norm is max. 5%);• Lesverzuim is 28% (streefdoel is 20%);• 87% heeft het traject afgerond binnen de afgesproken trajectduur;• Doel perspectief behaald: er is in 2013 geen beeld te geven van het aantal deelnemers dat het doelperspectief behaald heeft. We zijn gestart met nieuwe trajecten, in het kader van de wetswijziging Educatie en er is nog weinig uitstroom geweest.

Page 9: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

9

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

4. VAVO

Veranderingen in 2013Voor Rijn IJssel VAVO betekende 2013 een jaar met grote veranderingen in de financiering. Tot 2013 werd Rijn IJssel VAVO gefinancierd via de educatiegelden van de gemeentes. Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO voor een belangrijk deel rechtstreeks door het Rijk gefinancierd. Daarbij zijn 2013 en 2014 overgangsjaren. Het VAVO ontvangt een budget op basis van eerdere jaren. Voor het VAVO van Rijn IJssel betekende dat een groei van het budget, helaas ten koste van de gelden voor de overige educatie.De teldatum van 1 oktober 2013 is, samen met een vergoeding op basis van het diplomarendement in 2013, bepalend voor de hoogte van de vergoeding in 2015.

Deze verandering in de financiering betekent ook dat Rijn IJssel VAVO voor de laatste keer verantwoording aflegt in het jaarverslag; niet over 2013, maar over de leerlingen die op 1 oktober 2012 ingeschreven stonden. Het betreft dus een verantwoording over het schooljaar 2012-2013.

Terwijl we, vanwege strengere exameneisen in het voortgezet onderwijs (VO), meer studenten verwachtten, nam het aantal studenten licht af. We kregen minder leerlingen via de ‘Rutte regeling’; de uitbesteding vanuit het Voortgezet Onderwijs. Het aantal WEB-leerlingen nam toe, van 118 in 2011 naar 159 in 2012. Zij realiseerden 95640 onderwijsuren. Ter informatie: op 1 oktober 2013 stonden 221 Leerlingen ingeschreven op Rijksfinanciering; de ingezette groei zet door. Rijn IJssel VAVO heeft daarmee in 2013 meer studenten bediend dan budgettair mogelijk was. We hadden becijferd dat we op basis van het budget zo’n 135 leerlingen konden inschrijven, die 73316 uur zouden realiseren. 256 studenten stonden op 1 oktober 2012 ingeschreven via de ‘Rutte regeling’. Op 1 oktober 2013 waren dat er 208, exclusief de ISK-leerlingen.

ProbleemjongerenOf jongeren succesvol zijn op Rijn IJssel VAVO hangt, net als elders in het onderwijs, af van verschillende factoren. Voor een deel van hen verloopt de schoolloopbaan moeizaam, omdat zij te maken hebben met persoonlijke problemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een moeilijke thuissituatie of gezondheidsproblemen. Een flinke groep jongeren heeft te maken met gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Dat kan uiteenlopen van faalangst of autistische stoornissen tot agressief gedrag. De mate waarin studenten van een opleiding te maken hebben met dit soort problematiek is van invloed op het succes van de opleiding, in dit geval het slagingspercentage.

Als indicator voor de zwaarte van de problematiek waarmee de studenten van Rijn IJssel VAVO te maken hebben, kijken we naar het aantal verschillende typen problemen dat zij hebben. Hoe meer verschillende soorten problemen, hoe zwaarder de totaalproblematiek. We onderscheiden daarbij gedragsproblemen, persoonlijke problemen (thuis, gezondheid) en leerproblemen.

Binnen de hele populatie van Rijn IJssel VAVO heeft een derde te maken met meervoudige problematiek. In de vwo-groep ligt dat percentage lager en in de vmbo-groep het hoogst. Een derde van de studenten is op geen enkel probleem geïndiceerd.

De slaagkans ligt het hoogst bij studenten die instromen zonder voorgaand diploma (tweedekans havisten en vwo-ers) en die geen problemen hebben. Bij studenten die uitbesteed zijn door het VO ligt de slaagkans ook hoger. Het grote aantal jongeren met meervoudige problematiek heeft gevolgen voor het slagingspercentage in het vmbo. In die afdeling is het verzuim ook relatief groot. Omdat daar ook een deel van de studenten jonger dan 18 jaar is, is er voor die doelgroep een goed contact met het regionale meld en coördinatie centrum (RMC).

Page 10: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

10

De groei van het aantal jongeren met (meerdere) problemen neemt de laatste jaren sterk toe. Rijn IJssel VAVO heeft aangetoond dat men, met de gekozen aanpak van traditioneel, klassikaal onderwijs, goede resultaten weet te behalen. De komende jaren zal Rijn IJssel VAVO nog meer uren inzetten op de begeleiding van de studenten.

ExamenresultatenRijn IJssel VAVO kan terugkijken op een succesvol examenjaar. De (kleine) afdeling vmbo bleef wat achter wat resultaten betreft, maar havo en vwo scoorden naar verwachting. De norm voor dit examenjaar is door de inspectie op gemiddeld 5,9 gesteld voor het centraal examen (CE). Het VMBO scoort iets daaronder. Rijn IJssel VAVO als geheel zit boven de norm.

Tussen haakjes staan telkens de cijfers van het schooljaar, 2011-2012:Rijn IJssel had in 2012 469 (495) ingeschreven studenten. In mei behaalden 218 (227) leerlingen rechtstreeks hun diploma. Na de herkansing behaalden nog eens 16 (16) leerlingen hun diploma. Totaal dus 234 (242) diploma’s. Dat is een rendement van 50 (49) %. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat niet alle ingeschreven kandidaten het doel hadden een diploma te behalen. 308 (335) kandidaten hadden het plan om een diploma te behalen. 265 (296) zijn er daadwerkelijk gestart met het examen. Van die leerlingen behaalden er dus 88 (82) % een diploma. Het slagingspercentage is dus uitgaande van het aantal op 1 oktober 76 (73) %. Alle cijfers zijn overigens zonder de leerlingen die we hebben vanuit de Internationale Schakel Klas (ISK). Deze uitbestede leerlingen zitten formeel in een voorexamenklas. Op jaarbasis zijn het er zo’n 80.

Voor uitgebreidere informatie over de examens verwijzen we naar het examenverslag, op verzoek beschikbaar.

Vanaf 1 januari 2013 wordt Rijn IJssel VAVO rechtstreeks uit de Rijkskas bekostigd. Dit is dus het laatste verslag van Rijn IJssel VAVO.

Op 1 oktober 2012, de teldatum die gebruikt wordt voor het verslagjaar 2013, stonden er vanuit Arnhem 76 (2012: 79) studenten op WEB-gelden ingeschreven bij Rijn IJssel VAVO. Samen realiseren ze 42400 (49600) onderwijsuren. 31 studenten wilden een diploma behalen, 19 studenten behaalden een diploma en 26 studenten behaalden 43 certificaten.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Aantal leerlingen die op 1 okt. diploma wilden halen Aantal diploma’s Percentage

havo (40) (24) (60)vmbo (176) (121) (69)vwo (119) (97) (82)Totaal (335) (242) (73)

Afdeling Aantal vakken SE CEhavo 517 6,04 6,43vmbo 166 6,12 5,76vwo 409 6,32 6,04

Page 11: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

5. Kwaliteitszorg

Visie op kwaliteitszorgRijn IJssel gaat uit van een integrale visie op kwaliteit en kwaliteitszorg. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Alle medewerkers van Rijn IJssel dragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun eigen handelen. Het eigen handelen is hierbij afgestemd op de belangen van studenten, collega’s, de doelstellingen van Rijn IJssel en de daartoe behorende onderdelen. Kwaliteitszorg is bij Rijn IJssel dus meer dan alleen een kwaliteitszorgsysteem of een meetsysteem. Het gaat ook, of misschien juist, over gedrag en houding. Gedrag en houding waarbij ieder individu en ieder onderdeel van Rijn IJssel zich bewust is van de effecten van zijn of haar handelen, hier af en toe bij stil staat en op basis daarvan probeert zijn of haar handelen aan te passen. Kwaliteitszorg is voor Rijn IJssel ook het zichtbaar maken van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Systematische kwaliteitszorg en het systeem van kwaliteitszorg hebben daarbij niet alleen waarde voor Rijn IJssel zelf, maar is ook een verantwoordingsmiddel naar studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers als ook de inspectie en de maatschappij. De integrale visie op kwaliteitszorg betekent dan ook dat gedrag en systeem op elkaar moeten worden afgestemd en elkaar dienen te versterken. Integraal betekent voor Rijn IJssel ook dat kwaliteitszorg betrekking heeft op al onze activiteiten. Kwaliteitszorg gaat dus zowel over onderwijskwaliteit, als over bedrijfsvoering. Het gaat over de mate waarin wij erin slagen onze (maatschappelijk relevante) doelen te realiseren. De kwaliteitscyclus (plan, do, check, act) is dan ook geïntegreerd met onze beleidscyclus.We doen de dingen die we doen (organisatie) om iets tot stand te brengen (resultaten). Resultaten zijn hierbij niet alleen beperkt tot onderwijsresultaten en/of financiële resultaten, maar hebben eveneens betrekking op de waardering (tevredenheid) van studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers en bijvoorbeeld de onderwijsinspectie. Kortom we dienen ons continu af te vragen waarom we de dingen doen die we doen. Welke afspraken (plannen) hebben we onderling gemaakt? Hoe zijn die afspraken tot stand gekomen? Komen we die afspraken na (uitvoeren)? Evalueren (toetsen) we het effect van de gemaakte afspraken? Zijn afspraken ook vastgelegd? Is er voldoende draagvlak voor de gemaakte afspraken? Worden afspraken aangepast indien daar aanleiding toe is (bijstellen)?

ZelfevaluatieOm de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te borgen worden cijfers geanalyseerd en wordt aan betrokkenen gevraagd wat hun mening is over het onderwijs. Deze gegevens worden gebruikt bij de tweejaarlijkse zelfevaluatie van de onderwijsteams. De criteria waarop de teams zich zelf beoordelen zijn:• Programma• Leerproces• Begeleiding• Omgang en Veiligheid• Kwaliteitszorg Deze monitoring van de onderwijskwaliteit vormt de basis voor kwaliteitsverbetering. Indien nodig worden verbeteracties opgenomen in het teamcontract.

11

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Page 12: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

12

Keurmerk Inburgering Het keurmerk wordt afgegeven door Stichting Blik op Werk. Elk jaar voert KIWA een audit uit en wordt het keurmerk al dan niet verlengd. Na de audit in 2013 constateerde KIWA dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.

De prestatie-indicatoren, onderverdeeld naar aandachtsgebied, zijn:

Algemeen CursuscontractDoorlooptijden 1. Doorlooptijd tot start cursus 2. Doorlooptijd cursusResultaten 3. Eindresultaat cursus 4. Slagingspercentage 5. Contractprestatie collectieve contractenBegeleiders 6. Bekwaamheid begeleidersOrganisatie 7. Privacyreglement 8. KlachtenmanagementTevredenheid 9. Tevredenheid cursisten 10.Tevredenheid opdrachtgevers

Toezichtskader Inspectie van OnderwijsAan de hand van verantwoordingsdocumenten van de instelling maakt de Inspectie van Onderwijs jaarlijks een risico-inventarisatie. Indien er risico’s worden gesignaleerd, komt de Inspectie de school bezoeken en voert een nader onderzoek uit. Hieronder de criteria uit het waarderingskader:

1. Naleving wettelijke vereisten2. Opbrengsten3. Onderwijsproces: Samenhang Maatwerk Didactisch handelen Leertijd Leeromgeving Intake en plaatsing Studieloopbaanbegeleiding Zorg Beroepspraktijkvorming/Stage4. Kwaliteit van het leraarschap: Didactisch handelen Betrokkenheid docenten Professionalisering van docenten5. Examinering en diplomering: Exameninstrumentarium Afname en beoordeling Diplomering

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Page 13: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

13

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

6. Kwaliteitsborging: Sturing Beoordeling Verbetering en verankering Dialoog en verantwoording7. Financiële continuïteit: Financiële positie Financiële beheersing

Bij het laatste Inspectieonderzoek in 2013 constateerde de Inspectie geen risico’s voor Rijn IJssel Educatie & Integratie.

Exameninstelling (KCE)Sinds 2007 is Rijn IJssel exameninstelling voor het praktijkdeel van het Inburgeringsexamen. Jaarlijks voert KCE (KwaliteitsCentrum Examinering) een audit uit om de kwaliteit te borgen.Deze audit is gericht op een vijftal auditaspecten met bijbehorende beoordelingscriteria:• Registratie en identificatie• Afname en beoordeling• Resultaatverwerking• Verantwoording• Afhandeling klachten, beroepszaken en fraude

Indien de exameninstelling voldoet aan alle aspecten, verlengt KCE de goedkeurende verklaring en daarmee de bevoegdheid tot het afnemen van praktijkexamens Inburgering.Na de jaarlijkse audit in 2013 constateerde KCE dat Rijn IJssel voldoet aan alle criteria.

Tevredenheidonderzoeken

OpdrachtgeversEen onafhankelijk bureau van Blik op Werk houdt ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder opdrachtgevers. In 2013 gaven de opdrachtgevers Rijn IJssel een 7,8.

DeelnemersHetzelfde onafhankelijke bureau van Blik op Werk houdt ook ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder de inburgeraars. In 2013 gaven de inburgeraars Rijn IJssel een 8,4.Naast dit externe tevredenheidonderzoek bevraagt Rijn IJssel ook zelf iedere twee jaar de deelnemers van Educatie en Integratie. In 2013 kwam uit dit onderzoek een gemiddeld tevredenheidpercentage van 86% voor VAVO en 93% voor de rest van Educatie.

MedewerkersIedere twee jaar wordt een tevredenheidonderzoek gehouden onder het personeel. In 2012 gaf het personeel van Educatie en Integratie Rijn IJssel een 7,6. Het volgende onderzoek wordt gehouden in het najaar van 2014.

Page 14: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

Tevredenheidonderzoeken

OpdrachtgeversEen onafhankelijk bureau van Blik op Werk houdt ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder opdrachtgevers. In 2013 gaven de opdrachtgevers Rijn IJssel een 7,8 (landelijk gemiddelde 7,4).

DeelnemersHetzelfde onafhankelijke bureau van Blik op Werk houdt ook ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder de inburgeraars. In 2013 gaven de inburgeraars Rijn IJssel een 8,4 ( landelijk 7,6).Naast dit externe tevredenheidonderzoek bevraagt Rijn IJssel ook zelf iedere twee jaar de deelnemers van Educatie en Integratie. In 2010 kwam uit dit onderzoek een gemiddeld tevredenheidpercentage van 91%. Het volgende onderzoek vindt plaats in maart 2012. De tevredenheid van de VAVO- deelnemers is gemeten in januari 2012 en was 84%.

MedewerkersIedere twee jaar wordt een tevredenheidsonderzoek gehouden onder het personeel. In 2012 gaf het personeel van Educatie & Integratie Rijn IJssel een 7,6. Het volgende onderzoek wordt gehouden in het najaar van 2014.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

14

Page 15: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

15

6. Bijlage: Cijfermatige gegevensDeze cijfers zijn de gegevens uit het cursistregistratiesysteem PeopleSoft.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

man 49%vrouw 51%

VAVO

man 27%

vrouw 73%

Educatie

Sekse

Arnhem Man Vrouw TotaalVAVO 37 49% 39 51% 76 educatie 135 27% 362 73% 497 totaal 172 30% 401 70% 573

Achtergrond

Arnhem autochtoon allochtoon TotaalVAVO 51 67% 25 33% 76 educatie 79 16% 418 84% 497 totaal 130 23% 443 77% 573

allochtoon 33%

autochtoon 67%

VAVO Achtergrond

autochtoon 16%

allochtoon 84%

Educatie Achtergrond

Page 16: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

16

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Leeftijdsopbouw

Arnhem <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 38 30 4 4 0 0 0 76educatie 1 139 184 124 40 9 0 497 totaal 39 169 188 128 40 9 0 573

Leeftijdsopbouw VAVO

38

30

4 40 00

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb

05

1015

2025

3035

40

Leeftijdsopbouw Educatie

1

139

184

124

9

40

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >600

50

100

150

200

Page 17: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

17

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Educatie gerealiseerd deelnemersuren per traject 2013

2826

19721

11713

6275

382

13270

NT2 BASIS

NT2 STEX

T&R 1F T&R 2F OVERG.TRAJECT

ALFA0

5000

10000

15000

20000

VAVO deelnemers per 1-10-2012 VAVO aanbod per 1-10-2012

Arnhem VMBO HAVO VWO Totaal VMBO HAVO VWO TotaalVAVO 15 48 13 76 11320 24160 6920 42400 totaal 15 48 13 76 11320 24160 6920 42400

(1) aantal gevolgde programma’s, deelnemers kunnen dus meer dan 1 x geteld zijn

Educatie deelnemers gerealiseerd aanbod 2013 (1)

Arnhem ALFA NT2 BASIS NT2 STEX T&R 1F T&R2F Overg.traject Totaaleducatie 15 138 85 106 8 145 497

totaal 15 138 85 106 8 145 497

Educatie gerealiseerde deelnemersuren per traject 2013 (1)

OVTR NT2 STEX ALFA NT2 BASIS T&R 1F T&R 2Feducatie 2826 19721 11713 6275 382 13270 54187

totaal 2826 19721 11713 6275 382 13270 54187

Page 18: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

18

Urenaanbod VAVO WEB deelnemers 01-10-2012

11320

24160

6920

HAVO VWOVMBO0

5000

10000

15000

20000

25000

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

13

A

rn

he

m

Rendement VAVO 2012 WEB deelnemers

Arnhem diploma’s certificaten rendement behaald opgegaan behaald studentenVAVO 61,29 19 31 43 26 totaal 61,29 19 31 43 26

Page 19: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

19

Page 20: Evaluatie gemeente Arnhem 2013

ContactadresUtrechtsestraat 40/42, 6811 LZ ArnhemPostbus 5162, 6802 ED Arnhem026 [email protected]/educatie

UitvoeringslocatiesArnhem Utrechtsestraat 40/42, Arnhem026 3129200

De LiemersBabberichseweg 23, Zevenaar0316 524153

Overbetuwe/Lingewaard Pr. Irenestraat 49, Elst0481 377492

RenkumGroeneweg 14, Renkum0317 315474

Rheden e.o.Tellegenlaan 2, Dieren0313 450500