EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT...

53
Registratie van aangeboren afwijkingen EUROCAT PROVINCIE ANTWERPEN Rapport 1989 – 2015 Najaar 2018

Transcript of EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT...

Page 1: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

Registratie

van aangeboren

afwijkingen

EUROCAT PROVINCIE ANTWERPEN

Rapport 1989 – 2015

Najaar 2018

Page 2: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met
Page 3: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

Registratievan aangeborenafwijkingenEUROCAT Provincie AntwerpenRapport 1989 – 2015

Najaar 2018

PIHDr. V. NelenDhr. G. ThysMevr. E. Den HondMevr. M. CoenenMevr. A. HermansMevr. V. JacobsMevr. E. Van de Mieroop

UAProf. dr. Y. JacquemynProf. dr. T. Mulder Dr. J. van den Ende

Page 4: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

Dit jaarrapport is een uitgave van de deputatie van de provincie Antwerpen.

Cathy Berx, gouverneur-voorzitter Luk Lemmens

Ludwig Caluwé

Inga Verhaert

Jan De Haes

Peter Bellens

Rik Röttger

Danny Toelen, provinciegriffier

Verantwoordelijke uitgever:

Vera Nelen, directeur APB PIH Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen

Page 5: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

EUROCAT-REGISTRATIE VAN AANGEBOREN AFWIJKINGEN RESULTATEN 1989-2015 ................................................................................................................... 3 

A. Inleiding ............................................................................................................................................. 3 

B. Doelstelling ........................................................................................................................................ 3 

C. Wat wordt geregistreerd? ................................................................................................................ 4 

D. Medewerkers ..................................................................................................................................... 4 

E. Bescherming persoonlijke levenssfeer .......................................................................................... 4 

F. Resultaten .......................................................................................................................................... 4 1. Aantal geregistreerde kinderen ........................................................................................................5 2. Toestand bij de geboorte .................................................................................................................7 3. Meerlingzwangerschappen ..............................................................................................................8 4. Tijdstip van ontdekking van de aangeboren afwijking .....................................................................9 5. Geregistreerde afwijkingen per orgaanstelsel ................................................................................10 6. Evoluties over de laatste 19 registratiejaren ..................................................................................14 7. Geslachtsverdeling .........................................................................................................................21 8. Leeftijd van de moeder ...................................................................................................................21 9. Geboortegewicht en zwangerschapsduur ......................................................................................23 10. Overleven van de kinderen na de leeftijd van 1 week .................................................................24 11. Wijze van tot stand komen van de zwangerschap .......................................................................25 

G. Besluit .............................................................................................................................................. 26 

H. Referenties ...................................................................................................................................... 26 

VRAGEN AAN HET EUROCAT-REGISTER ............................................................ 27 

ANALYSE VAN CLUSTERS ..................................................................................... 28 

1.  Cluster van heupdislocatie en/of heupdysplasie .................................................................... 28 

2.  Cluster van duodenale atresie of stenose ............................................................................... 31 

3.  Cluster van congenitaal cataract .............................................................................................. 34 

SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 

Estimating Global Burden of Disease due to congenital anomaly: an analysis of European data ............................................................................................................................................................... 36 

Gastroschisis in Europa – a case-malformed-control study of medication and maternal illness during pregnancy as risk factors ....................................................................................................... 37 

Beta-blocker use in pregnancy and risk of specific congenital anomalies: a European case-malformed control study. ................................................................................................................... 38 

PROJECTEN WAARAAN EUROCAT ANTWERPEN DEELNEEMT ....................... 39 

EUROlinkCAT, een korte voorstelling… ........................................................................................... 39 

1

Page 6: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

AFKORTINGENLIJST............................................................................................... 40 

DANKWOORD .......................................................................................................... 41 

BIJLAGE 1: REGISTRATIEFORMULIER ................................................................. 42 

BIJLAGE 2: CODERING EUROCAT SUBGROEPEN VAN AANGEBOREN AFWIJKINGEN ......................................................................................................... 44 

2

Page 7: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen

resultaten 1989-2015

A. Inleiding

In juni 1989 werd in de provincie Antwerpen gestart met de registratie van aangeboren afwijkingen bij

kinderen, volgens het EUROCAT registratiesysteem (European Surveillance of Congenital Anomalies).

EUROCAT is een Europees samenwerkingsverband waarbij verscheidene regionale registers

gegevens verzamelen over aangeboren afwijkingen. Het centrale EUROCAT-register ontvangt jaarlijks

de gecodeerde data van de deelnemende registers en bundelt deze zodat een internationaal

registratienetwerk van aangeboren afwijkingen tot stand komt. Het centrale EUROCAT-register is vanaf

1/1/2015 gevestigd in het DG Joint Research Centre (JRC) van het Institute for Health and Consumer

Protection in Ispra (Italië).

Het Antwerpse EUROCAT-register wordt uitgewerkt door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne in

samenwerking met de Universiteit Antwerpen, diensten neonatologie, pediatrie, genetica en

gynaecologie. Sinds 1 januari 1997 bestrijkt het register het ganse grondgebied van de provincie.

Dit rapport bevat de resultaten van het Antwerpse EUROCAT-register. Soms worden gegevens van het

volledige EUROCAT-registratienetwerk en lokale EUROCAT-registers vermeld. Bij verwijzingen naar

data van lokale registers, wordt het betreffende EUROCAT-register gespecifieerd.

B. Doelstelling

Het doel van de registratie is een opvolging van aangeboren afwijkingen in de provincie Antwerpen.

Door gebruik te maken van het EUROCAT-register wordt het mogelijk om het effect van risicofactoren

op de foetus te evalueren, vb. het effect van medicatiegebruik tijdens de zwangerschap, het effect van

milieufactoren. Door het vergelijken van gegevens uit verschillende centra kunnen alarmsignalen, zoals

een plotse toename van een bepaalde afwijking, sneller geïnterpreteerd worden. Al deze inspanningen

om de mechanismen van het ontstaan van aangeboren afwijkingen beter te begrijpen, kunnen

vervolgens leiden tot preventie van deze aandoeningen.

 

3

Page 8: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

C. Wat wordt geregistreerd?

Elke congenitale afwijking:

- bij een zwangerschapsonderbreking omwille van een afwijking;

- bij foetussen geboren na 20 weken zwangerschap;

- bij pasgeborenen, hetzij levend, hetzij doodgeboren;

- bij kinderen tot 1 jaar oud.

Er worden alleen kinderen opgenomen waarvan de moeder op het moment van de geboorte woonde in

de provincie Antwerpen.

D. Medewerkers

Voor deze registratie doen wij een beroep op de medewerking van kinderartsen, gynaecologen,

huisartsen en verpleegkundigen in materniteiten, pediatrische en neonatologische afdelingen, van Kind

en Gezin en op het Centrum Antwerpen Bevolkingsonderzoek Aangeboren Aandoeningen (CBAA). Aan

de hand van hun gegevens wordt een registratieformulier ingevuld (zie bijlage).

De gegevens worden 1 keer per jaar, gecodeerd doorgestuurd naar het centrale EUROCAT-register

voor statistische analyse.

Voor het verzamelen van gegevens over het aantal geboorten in de regio worden de gemeentebesturen

en het studiecentrum voor perinatale epidemiologie (SPE) jaarlijks gecontacteerd: deze gegevens zijn

nodig voor de interpretatie van het studiemateriaal.

In Antwerpen wordt een jaarlijkse analyse van de gegevens doorgevoerd.

E. Bescherming persoonlijke levenssfeer

Het register werd aangemeld bij de Commissie Bescherming Persoonlijke Levenssfeer onder nummer

00036523. Een folder licht de doelstellingen van het register en de rechten van de geregistreerden toe.

Naar aanleiding van de invoering de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVD) op 25 mei

2018 werd de Eurocat databank opgenomen in het register van databanken binnen het PIH.

F. Resultaten

Het huidige rapport bevat de resultaten van de EUROCAT-registratie in de provincie Antwerpen die

werden verzameld vanaf de start in 1989 tot en met 2015. 

4

Page 9: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

1. Aantal geregistreerde kinderen

Over de ganse registratieperiode van 1989 tot en met 2015 werden op 425.342 geboorten 11.784

kinderen geregistreerd met een aangeboren afwijking, dit is 2,77 %.

Metabole aandoeningen, congenitale tumoren en een aantal andere afwijkingen worden niet door alle

EUROCAT-registers geregistreerd. Zonder deze aandoeningen telt het Antwerpse register 11.034

kinderen met een aangeboren afwijking, dit is 2,59 %.

De EUROCAT-data voor alle aangesloten registers zijn beschikbaar op de website www.eurocat‐

network.eu. Het EUROCAT-gemiddelde van alle registers over de periode 1990-2015 bedraagt 2,60 %

voor een vergelijkbare groep aangeboren afwijkingen. In onze buurregisters van Henegouwen en

Noord-Nederland bedroegen de cijfers respectievelijk 2,49 % en 2,72 %. Het Antwerpse cijfer is gelijk

aan het EUROCAT-gemiddelde en het ligt lager dan het Noord-Nederlandse gemiddelde.

Het studiecentrum voor perinatale epidemiologie (SPE) registreerde voor de provincie Antwerpen van

1990-2008 gemiddeld 1,56 % aangeboren afwijkingen. Sinds 2009 worden alleen majeure aangeboren

afwijkingen geregistreerd. Deze kwamen voor in 0,96 % van de geboorten. Het SPE is een hospital-

based register dat alle kinderen met een geboortegewicht boven de 500 g registreert in materniteiten

en neonatale diensten.

Aanwezigheid van een aangeboren afwijking is slechts één item op de SPE-vragenlijst. EUROCAT is

aanvullend en vraagt van de kinderen met een afwijking, bijkomende gegevens op in verband met

diagnose, blootstelling, erfelijke achtergrond, ... .

5

Page 10: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

1.1. Geregistreerde kinderen per geboortejaar

Figuur 1 : % kinderen geregistreerd met een afwijking, per jaar

De gemiddelde prevalentie van aangeboren afwijkingen vertoont schommelingen zonder duidelijk

dalende of stijgende trend.

 

0,00

0,50

1,00

1,50

2,00

2,50

3,00

3,50

4,00

6

Page 11: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

2. Toestand bij de geboorte

Een algemene opmerking bij de bespreking van de meldingen: soms ontbreken er gegevens bij de

meldingen bv. het geslacht van een doodgeboren kind ontbreekt. Bij de analyse gaan we ervan uit dat

de ontbrekende gegevens zich verdelen zoals de geregistreerde gegevens. Daarom worden de

percentages meestal berekend op de geregistreerde gegevens. Hierdoor is de som van de meldingen

niet altijd gelijk aan het totaal aantal kinderen in het register.

Tabel 1 : Aantal en % kinderen geregistreerd met een afwijking, per geboortetype

(registratiejaren 1989-2015)

Geboortetype

Aantal geregistreerde kinderen %

Levend geboren 10.414 88,4

Dood geboren 205 1,7

Geïnduceerde abortus 1.165 9,9

Totaal 11.784 100

Het SPE telde in de provincie Antwerpen 0,46 % doodgeborenen in de periode 1990-2015. Kinderen

met een geboortegewicht lager dan 500 g worden in het SPE-register niet opgenomen. Dit verklaart

enerzijds het hoger percentage doodgeboorten in het Antwerpse EUROCAT-register aangezien het

geboortegewicht van doodgeboren kinderen vaak minder dan 500 g bedraagt. Anderzijds verhoogt een

ernstige aangeboren afwijking het risico op doodgeboorte.

Tabel 2 : Aantal kinderen geregistreerd met een afwijking per 10.000 geboorten, per geboortetype.

Antwerpen (registratiejaren 1989-2015) in vergelijking met andere EUROCAT-registers (1990-2015)

Geboortetype

Antwerpen

/10.000

EUROCAT

totaal

/10.000

Noord-Nederland

/10.000

Henegouwen

/10.000

Levend geboren 228,5 212,7 242,8 204,3

Dood geboren 4,4 5,2 6,1 4,5

Geïnduceerde abortus 26,5 41,7 23,6 40,5

De prevalentie van levendgeborenen met een aangeboren afwijking in Antwerpen blijft hoger dan het

EUROCAT-gemiddelde en het in register in Groningen maar lager dan het register in Noord-Nederland.

7

Page 12: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Afwijkingen bij doodgeborenen zijn vergelijkbaar met EUROCAT en Henegouwen. Het cijfer is lager dan

in Noord-Nederland.

De gemiddelde prevalentie van zwangerschappen die worden beëindigd omwille van een aangeboren

afwijking is lager dan die in het globale EUROCAT-register en het Henegouwse register. Ze is hoger

dan het Noord-Nederlandse cijfer.

3. Meerlingzwangerschappen

Het aantal meerlingen dat geboren werd in de provincie Antwerpen bedroeg volgens de gegevens van

het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met een aangeboren afwijking telt men

meer meerlingen omdat meerlingen een groter risico hebben op afwijkingen.

Tabel 3 : Aantal en % kinderen geregistreerd met een afwijking, per geboorte-aantal bij de verlossing

(registratiejaren 1989-2015)

Kinderen/verlossing

Aantal geregistreerde kinderen %

Eénlingen 11073 94,7

Tweelingen 593 5,1

Drielingen 25 0,2

Totaal 11691 100

 

8

Page 13: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

4. Tijdstip van ontdekking van de aangeboren afwijking

81 % van de geregistreerde afwijkingen worden ontdekt voor of tijdens de eerste dagen na de geboorte.

De overige 19 % van de afwijkingen worden opgemerkt nadat de moeder de materniteit heeft verlaten,

vanaf de tweede levensweek tot de leeftijd van 1 jaar.

Figuur 2 : % kinderen geregistreerd met een afwijking, per moment van ontdekking

(registratiejaren 1989-2015)

34%

36%

11%

7%

12%0%

prenataal

bij geboorte

< 1 week

1 week - 4 weken

4 weken - 1 jaar

post mortem

9

Page 14: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

5. Geregistreerde afwijkingen per orgaanstelsel

In tabel 4 worden de afwijkingen voorgesteld per orgaanstelsel en per geboortetype. Indien bij een kind

meerdere afwijkingen in verschillende orgaanstelsels voorkomen, worden deze afwijkingen geteld bij elk

orgaanstelsel.

Tabel 4 : Aantal kinderen geregistreerd met een afwijking per 10.000 geboorten, per aangetast orgaan

of orgaanstelsel en per geboortetype (registratiejaren 1989-2015)

Anomalie Subgroepen * Geboortetype Totaal / 10.000

Levend Dood Inductie Totaal

Alle subgroepen 9718 189 1127 11034 259,41 Zenuwstelsel 825 58 339 1222 28,73 Neurale buisdefecten 112 30 213 355 8,35 Anencephalie 6 14 100 120 2,82 Encephalocoele 9 1 21 31 0,73 Spina Bifida 97 15 92 204 4,80 Hydrocephalie 170 8 62 240 5,64 Microcephalie 145 4 13 162 3,81 Arhinencephalie / holoprosencephalie 15 2 22 39 0,92 Oog 257 9 10 276 6,49 Anophthalmos / microphthalmos 46 4 4 54 1,27 Anophthalmos 10 2 1 13 0,31 Cataract 66 0 0 66 1,55 Glaucoom 15 0 0 15 0,35 Oor, gezicht, nek 158 6 17 181 4,26 Anotia 16 0 1 17 0,40 Hart 2459 40 185 2684 63,10 Ernstige hartafwijkingen (>2000) 525 12 91 628 21,13 Common truncus 27 0 3 30 0,71 Dubbele uitstroom rechter ventrikel (>2000) 15 2 10 27 0,91 Transpositie grote vaten 148 5 16 169 3,97 Monoventrikel 23 1 10 34 0,80 Ventrikel septum defect 1106 11 50 1167 27,44 Atrium septum defect 468 3 10 481 11,31 Atrioventrikulair septum defect 83 4 28 115 2,70 Tetralogie van Fallot 140 4 21 165 3,88 Tricuspidalis atresie/stenose 52 0 4 56 1,32 Ebstein's anomalie 12 2 2 16 0,38 Pulmonalis klep stenose 178 1 4 183 4,30 Pulmonalis klep atresie 23 1 4 28 0,66 Aortaklep atresie/stenose (>2000) 28 0 2 30 1,01

10

Page 15: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Anomalie Subgroepen * Geboortetype Totaal / 10.000

Levend Dood Inductie Totaal

Mitralis klep afwijkingen 74 1 5 80 1,88 Hypoplastisch linker hart 70 0 23 93 2,19 Hypoplastisch rechter hart (>2000) 15 0 4 19 0,64 Coarctatio aortae 160 4 7 171 4,02 Aorta atresie/ onderbroken aorta boog 12 0 2 14 0,33 Totaal abnormale pulmonale veneuze retour 24 0 1 25 0,59 PDA als enige hartafw indien zwduur ≥37 weken 85 0 0 85 2,00 Respiratoir stelsel 99 1 16 116 2,73 Choanale atresie 43 0 0 43 1,01 Cystische adenomateuze malfor. van de longen

(>2000) 22 1 6 29 0,98 Oro-faciale clefts 674 4 32 710 16,69 Gespleten lip met of zonder verhemeltespleet 440 2 26 468 11,00 Gespleten verhemelte 234 2 6 242 5,69 Spijsverteringsstelsel (zonder pylorusstenose) 798 15 67 880 20,69 Oesophagus atresie met of zonder tracheo-

oesophagale fistel 82 2 5 89 2,09 Duodenale atresie of stenose 50 4 3 57 1,34 Atresie of stenose van andere delen dunne darm 31 0 0 31 0,73 Ano-rectale atresie/stenose 128 1 18 147 3,46 Ziekte van Hirschsprung 106 0 0 106 2,49 Atresie van de galwegen 14 0 0 14 0,33 Pancreas annulare 15 0 0 15 0,35 Hernia diaphragmatica 82 4 18 104 2,45 Buikwanddefecten 91 12 61 164 3,86 Gastroschisis 37 2 15 54 1,27 Omphalocoele 52 8 45 105 2,47 Urinair stelsel 1419 23 136 1578 37,10 Bilaterale renale agenesis en/of Potter syndroom 16 8 43 67 1,58 Renale dysplasie 93 3 19 115 2,70 Hydronephrose 389 3 10 402 9,45 Blaas extrophie en/of epispadias 22 0 4 26 0,61 Posterior urethrakleppen en/of Prune Belly

syndroom 85 2 16 103 2,42 Genitaal stelsel 922 3 20 945 22,22 Hypospadias 759 0 3 762 17,91 Indeterminate sex 26 0 5 31 0,73

11

Page 16: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Anomalie Subgroepen * Geboortetype Totaal / 10.000

Levend Dood Inductie Totaal

Ledematen 2077 39 142 2258 53,09 Reductie ledematen 185 5 22 212 4,98 Klompvoet 467 9 38 514 12,08 Heupluxatie en/of dysplasie 443 3 8 454 10,67 Polydactylie 588 3 19 610 14,34 Syndactylie 224 1 17 242 5,69 Andere afwijkingen Skelet dysplasie (>2000) 51 3 23 77 2,59 Craniosynostose 186 5 18 209 4,91 Constriction bands/ amnion bands 18 0 6 24 0,56 Situs inversus 24 0 11 35 0,82 Siamese tweeling 0 0 4 4 0,09 Huidafwijkingen 251 9 30 290 6,82 VATER/VACTERL 29 0 1 30 0,71 Vascular disruption anomalies (>2000) 158 4 27 189 6,36 Lateral anomalies (>2000) 37 0 14 51 1,72 Teratogene syndromen met afwijkingen (>2000) 80 0 14 94 3,16 Foetaal alcohol syndroom 4 0 0 4 0,13 Valproïne syndroom (>2000) 1 0 0 1 0,03 Maternele infecties met afwijkingen tot gevolg 79 1 14 94 2,21 Genetische syndromen en microdeleties 325 6 54 385 9,05 Chromosomale afwijkingen 667 48 544 1259 29,60 Down syndroom (trisomie 21) 329 11 271 611 14,36 Patau syndroom (trisomie 13) 22 2 26 50 1,18 Edward syndroom (trisomie 18) 37 21 105 163 3,83 Turner syndroom 21 3 59 83 1,95 Klinefelter syndroom 17 0 5 22 0,52 Metabole afwijkingen 498 2 19 519 12,20

* Een overzicht van de criteria om afwijkingen in subgroepen in te delen is opgenomen in bijlage 2.

Afwijkingen van het cardiovasculair stelsel komen in onze regio het meest voor, gevolgd door

afwijkingen van de ledematen.

12

Page 17: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Bij het vergelijken van de prevalentie van aangeboren afwijkingen in Antwerpen met de gemiddelde

prevalentie voor alle EUROCAT-registers samen (= Europees gemiddelde) in de periode 1990-2015

kunnen een aantal verschillen worden vastgesteld (per orgaanstelsel):

Afwijkingen van het zenuwstelsel in het algemeen en microcephalie komen in Antwerpen meer

voor dan gemiddeld in Europa (28,73/10.000 versus 25,63/10.000), uitgezonderd de neurale buis

defecten (8,35/10.000 versus 10,32/10.000).

Oogafwijkingen in het algemeen worden meer geregistreerd in Antwerpen (6,49/10.000 versus

4,92/10.000).

Hartafwijkingen komen in Antwerpen minder voor dan in Europa. Dit geldt zowel voor het totaal

aantal congenitale hartafwijkingen (63,10/10.000 versus 77,01/10.000) als voor specifieke

afwijkingen zoals septumdefecten en PDA.

De prevalentie van gespleten lip met of zonder gespleten verhemelte ligt in Antwerpen hoger

(11,00/10.000 versus 9,06/10.000).

De ziekte van Hirschsprung komt in het Antwerpse register meer voor (2,49/10.000 versus

1,29/10.000).

Buikwanddefecten (3,86/10.000 versus 6,10/10.000) zoals gastroschisis kennen in Antwerpen een

lagere prevalentie in vergelijking met het Europese gemiddelde.

In de groep van het urinair stelsel komen posterior urethrakleppen en/of Prune Belly syndroom

meer voor in Antwerpen (2,42/10.000 versus 1,11/10.000) maar hydronefrose komt minder voor

(9,45/10.000 versus 12,35/10.000).

Afwijkingen van de ledematen (53,09/10.000 versus 47,30/10.000) komen meer voor in Antwerpen

dan gemiddeld in Europa, meer specifiek betreft het polydactylie (14,34/10.000 versus 9,45/10.000).

Craniosynostose komt meer voor in Antwerpen in vergelijking met het Europese gemiddelde (4,91/

10.000 versus 2,36/10.000).

Het voorkomen van huidafwijkingen is hoger in Antwerpen, alsook het cijfer voor genetische

syndromen en microdeleties, voor maternale infecties met afwijkingen tot gevolg en  teratogene

syndromen met afwijkingen.

De registratie van het totaal aantal chromosoomafwijkingen is in Antwerpen lager dan het

Europees gemiddelde (29,60/10.000 versus 38,79/10.000). Dit geldt ook voor het syndroom van

Down (14,36/10.000 versus 21,64/10.000).

Een volledige vergelijking van de Antwerpse data met het Europees gemiddelde of met elk ander

EUROCAT-register kan gemaakt worden op basis van tabellen die beschikbaar zijn op de EUROCAT-

website: www.eurocat-network.eu.

13

Page 18: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

6. Evoluties over de laatste 19 registratiejaren

In de periode van 1997 tot en met 2015 bestreek het Antwerpse EUROCAT-register het ganse

grondgebied van de provincie Antwerpen. De evoluties van een aantal specifieke afwijkingen over deze

periode van 18 jaar worden samen met de evolutie van het totaal aantal geboorten in onderstaande

grafieken weergegeven.

Figuur 3 : Geboorten in de provincie Antwerpen per jaar (1997-2015)

 

Figuur 4 : Evolutie van neurale buisdefecten van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

15000

16000

17000

18000

19000

20000

21000

22000

geboorten in Antwerpen

0

2

4

6

8

10

12

14

16

neurale buis defecten anencephalie spina bifida

14

Page 19: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 5 : Evolutie van cardiale afwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

VSD: ventrikel septumdefect; TGA: transpositie van de grote arteriën, ASD: atrium septumdefect.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

VSD TGA ASD

15

Page 20: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 6 : Evolutie van gespleten lip en verhemelte van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

0

5

10

15

20

25

lip met/zonder verhemelte verhemelte alleen

16

Page 21: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 7 : Evolutie van afwijkingen van het spijsverteringsstelsel van 1997-2015,

aantallen per 10.000 geboorten

Figuur 8 : Evolutie van hernia diaphragmatica en omphalocoele van 1997-2015,

aantallen per 10.000 geboorten

0

1

2

3

4

5

6

7

8

oesophagus atresie/stenose ano‐rectale atresie/stenose ziekte van Hirschsprung

0

1

2

3

4

5

6

hernia diafragmatica omphalocoele

17

Page 22: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 9 : Evolutie van urinaire afwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

Figuur 10 : Evolutie van genitale afwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

0

2

4

68

10

12

14

1618

20

bilaterale renale agenese en/of Potter syndroom

renale dysplasie

hydronephrose

0

5

10

15

20

25

30

35

genitale afwijkingen hypospadias

18

Page 23: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 11 : Evolutie van lidmaatafwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

Figuur 12 : Evolutie van chromosoomafwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

0

5

10

15

20

25

reductie ledematen polydactylie

0

10

20

30

40

50

60

chromosoomafwijkingen trisomie 21

19

Page 24: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 13 : Evolutie van metabole afwijkingen van 1997-2015, aantallen per 10.000 geboorten

De meeste afwijkingen vertonen schommelingen over de jaren. Trends en clusters worden jaarlijks

opgevolgd, ook op Europees niveau.

Voor het Antwerpse register daalde het voorkomen van neurale buisdefecten, spina bifida, gespleten lip

met of zonder verhemeltespleet en transpositie van de grote vaten over de afgelopen 10 jaar.

Voor microcephalie, hartafwijkingen in het algemeen, ventrikel septum defect, hydronephrose, posterior

urethrakleppen en/of Prune Belly syndroom, teratogene syndromen met afwijkingen, genetische

syndromen en microdeleties, chromosomale afwijkingen in het algemeen, Down syndroom en

maternale infecties met afwijkingen tot gevolg werd een stijgende trend waargenomen over de

afgelopen 10 jaar.

In de periode 2011-2015 werden in het Antwerpse register clusters gevonden van congenitaal cataract,

duodenum atresie/stenose, congenitale huidafwijkingen en heupluxatie en/of dysplasie. Deze worden

verderop in het rapport in detail besproken.

0

5

10

15

20

25

metabole afwijkingen

20

Page 25: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

7. Geslachtsverdeling

Figuur 14 : % kinderen geregistreerd met een afwijking, per geslacht (registratiejaren 1989-2015)

 

Er werden aan het register meer jongens gemeld dan meisjes. Zoals bekend komen er meer afwijkingen

voor bij jongens. Bij 5 kinderen was het geslacht niet te bepalen. Bij 2 % is het geslacht niet ingevuld op

het registratieformulier.

8. Leeftijd van de moeder

De gemiddelde leeftijd van de moeders op het moment van de bevalling is 29 jaar. Binnen het register

merken we een toename van de maternale leeftijd over de tijd. Deze trend wordt ook bij de geboorten

in Vlaanderen vastgesteld.

De leeftijd van de moeder vertoont een spreiding van 13 tot en met 51 jaar.

14,9 % van de moeders was 35 jaar of ouder bij de geboorte van het geregistreerde kind.

58%

40%

2%

jongens

meisjes

onbekend

21

Page 26: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Figuur 15 : Gemiddelde leeftijd (totaal, primipare en multipare) per geboortejaar

(registratiejaren 1989-2015)

Figuur 16 : Leeftijdsverdeling van de moeders van de geregistreerde kinderen, aantal moeders per

leeftijd (registratiejaren 1989-2015)

 

 

 

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

<15 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 >45

22

Page 27: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

9. Geboortegewicht en zwangerschapsduur

Figuur 17 : % kinderen geregistreerd met een afwijking, in relatie tot het geboortegewicht, voor

éénlingen en tweelingen (registratiejaren 1989-2015)

Tabel 5 : Aantal en % kinderen geregistreerd met een afwijking, in relatie tot de zwangerschapsduur

(registratiejaren 1989-2015)

Zwangerschapsduur

Aantal geregistreerde kinderen %

< 20 721 6,5

20-32 1.051 9,4

33-36 1.215 10,9

37 8.170 73,2

Totaal 11.157 100

Volgens de gegevens van het SPE van 1990-2015, die alle geboorten met geboortegewicht van 500 g

of meer bevatten, werden in de provincie Antwerpen 93,2 % van de kinderen na 36 weken geboren.

0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

16,00

18,00éénlingen

tweelingen

23

Page 28: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

In vergelijking hiermee bevat het EUROCAT-register meer kinderen die geboren werden met een

zwangerschapsduur van minder dan 37 weken en met een laag geboortegewicht. Dit komt omdat het

register gegevens bevat over zwangerschappen die werden onderbroken en omdat er relatief meer

meerlingen voorkomen in het register. Beide dragen bij tot een kortere zwangerschapsduur en lager

geboortegewicht. Verder worden kinderen met een congenitale afwijking vaker te vroeg geboren en

hebben ze vaker een laag geboortegewicht voor hun zwangerschapsduur.

10. Overleven van de kinderen na de leeftijd van 1 week

Tabel 6 : Aantal en % kinderen geregistreerd met een afwijking, in relatie tot overleving na 1 week

(registratiejaren 1989-2015)

Overleven na 1 week

Aantal geregistreerde

kinderen

%

ja 9.692 82,2

neen 1.650 14,0

onbekend 442 3,8

Totaal 11.784 100,0

In het Antwerpse register werden 1.650 kinderen (14,0 %) geregistreerd die de leeftijd van 1 week niet

overleefd hebben.

24

Page 29: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

11. Wijze van tot stand komen van de zwangerschap

Tabel 7 : Aantal en % toepassing van medische assistentie bij het tot stand komen van de

zwangerschap, bij de kinderen geregistreerd met een afwijking (registratiejaren 1989-2015)

Wijze van bevruchting

Aantal geregistreerde kinderen %

Geen medische assistentie 3.781 32,1

Medische assistentie 463 3,9

Geen gegevens 7.540 64,0

Totaal 11.784 100,0

Bij 3,9 % van de kinderen in het EUROCAT-register kwam de zwangerschap tot stand met medische

assistentie. In Vlaanderen is de medisch begeleide bevruchting geëvolueerd van 2,1 % naar 7,0 %

(SPE, periode 1991-2015).

25

Page 30: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

G. Besluit

1. In de periode 1989-2015 registreerde EUROCAT Antwerpen 11.784 kinderen met een aangeboren

afwijking. De prevalentie van aangeboren afwijkingen in de provincie Antwerpen over deze periode is

gemiddeld 2,77 per 100 geboorten.

2. De totale prevalentie van aangeboren afwijkingen vertoont in Antwerpen over de jaren

schommelingen zonder een duidelijk stijgende of dalende trend.

3. De gemiddelde frequentie van aangeboren afwijkingen in Antwerpen is gelijk aan het Europese

EUROCAT gemiddelde. Een aantal afwijkingen worden in Antwerpen frequenter geregistreerd dan in

het globale EUROCAT-register. We merken bijvoorbeeld een hogere prevalentie van afwijkingen van

het zenuwstelsel, het oog, gespleten lip en de ledematen. Afwijkingen van de chromosomen, het hart

en de buikwand werden minder geregistreerd dan gemiddeld in EUROCAT.

H. Referenties

1. SPE, vzw Studiecentrum voor perinatale epidemiologie. Perinatale activiteiten in Vlaanderen.

2. EUROCAT, European surveillance of congenital anomalies (www.eurocat-network.eu;

www.euromedicat.eu)  

   

26

Page 31: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

 

Vragen aan het EUROCAT-register

Regelmatig wordt het EUROCAT-register gevraagd gegevens ter beschikking te stellen of een bijdrage

te leveren voor tijdschriften, studiedagen, … De gegevens worden gebruikt voor studies, nationaal en

internationaal, of voor rapportering in publicaties van onze medewerkers.

Tabel 8 : Overzicht van het gebruik van gegevens in 2015‐2016 

Aanvraag  Aanvrager  Doel 

12/02/2015  Central Registry  data delivery 

12/02/2015  EuroMediCat  data delivery 

19/02/2015  UGent  gegevens NTD 

4/03/2015  UZA  gegevens NTD 2005‐2013 

27/03/2015  Studie 3xG  gegevens 2003‐2012 

23/04/2015  Kind en Gezin  gegevens 2012 

24/05/2015  UA  gegevens NTD 

30/06/2015  EuroMedicat hierachical models in the analysis of medication use during pregnancy and CA 

30/06/2015  EuroMedicat Me‐D‐Links: outcome following metformin exposure in pregnancy 

12/10/2015  EuroMediCat  data delivery 

12/10/2015  Central Registry  data delivery 

14/12/2015  EuroMedicat thyroid disease and the drugs used to treat it in pregnancy and CA 

14/12/2015  EuroMedicat  use of beta‐blockers and risk of CA in offspring 

14/12/2015  EuroMedicat  exposure to sex hormones in early pregnancy and CA 

18/12/2015  Central Registry epidemiology of congenital heart disease in Europe: a register‐based study 

8/04/2016  Central Registry  biobanking questionnaire 

12/04/2016  Kind en Gezin  gegevens 2013 

19/04/2016  Central Registry  microcephaly  questionnaire 

24/06/2016  UZ Gent  gegevens 1997‐2014: nierafwijkingen 

24/07/2016 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid 

aanvraag cijfers congenitaal rubella syndroom 2014‐2015 

8/08/2016  Central Registry  registry description 

22/09/2016  Central Registry Individual Patient Data meta‐analysis on maternal depression, antidepressant use, and adverse pregnancy outcomes 

14/10/2016  EuroMediCat  data delivery 

14/10/2016  Central Registry  data delivery 

   

27

Page 32: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Analyse van clusters

1. Cluster van heupdislocatie en/of heupdysplasie

Preliminair onderzoek, 2018

In 2013-14 werd een cluster van heupdislocatie en/of heupdysplasie gedetecteerd. De gedetecteerde

cluster bestond uit 93 kinderen op basis van datum van conceptie tussen 12/05/2013 en 11/11/2014,

geboren tussen 26/01/2014 en 20/08/2015. Het verwachte aantal voor die periode was 63,36/10.000

(p=0,046).

Beschrijving

De prevalentie van deze afwijking in de provincie Antwerpen bedroeg 11,27/10.000 geboorten

gedurende de periode 1997-2015. In de periode vóór 2013 schommelde de prevalentie in het Antwerpse

EUROCAT-register tussen de 5 en 10 per 10.000 geboorten; in 2013 was de Antwerpse prevalentie

23,2/10.000 geboorten; in 2014 bedroeg ze 25,44/10.000 geboorten; in 2015 bedroeg ze 32,10/10.000

geboorten (figuur 18).

De prevalentie in de provincie Henegouwen was 5,25/10.000 geboorten in de periode 1997-2015. In

2013, 2014 en 2015 bedroeg de prevalentie in Henegouwen respectievelijk 5,45, 1,87 en 0,98 per

10.000 geboorten.

De achtergrond prevalentie voor het hele EUROCAT-register bedroeg 9,78/10.000 geboorten in de

periode 1997-2015; en voor de laatste 3 jaar waren de cijfers als volgt: 15,23/10.000 geboorten in 2013;

12,77/10.000 geboorten in 2014 en 9,85/10.000 geboorten in 2015.

Figuur 18 : Prevalentie van heupdislocatie en/of heupdysplasie per 10.000 geboorten in de periode

1997-2015 in de provincie Antwerpen

 

0

5

10

15

20

25

30

35

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Hip dislocation and/or dysplasia

28

Page 33: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Tabel 9 : Informatie over de kinderen met heupdislocatie en/of heupdysplasie in 2018 uit het Antwerpse register

Onderwerp Informatie

Diagnose Heupdislocatie en/of heupdysplasie werd bevestigd bij alle kinderen.

Dubbele meldingen Geen.

Woonplaats Alle moeders wonen in de provincie Antwerpen.

Ziekenhuis 63 kinderen werden in hetzelfde ziekenhuis geboren. De andere kinderen

werden in verschillende ziekenhuizen geboren.

Regio De kinderen woonden verspreid over de regio

Bijkomende

informatie over de

cases

Bij 81 kinderen ging het om een geïsoleerde afwijking.

7 kinderen hadden een voetafwijking (o.a. klompvoet).

1 kind had ook een spina bifida aperta

2 kinderen hadden een hartafwijking.

1 kind had meerdere afwijkingen.

1 kind had het Dandy Walker syndroom.

Alle kinderen werden levend geboren.

Andere clusters De periode van de cluster van heupdislocatie/heupdysplasie overlapt met de

cluster van congenitaal cataract en cluster van duodenale atresie.

Geslacht 16 jongens en 77 meisjes

Tijdstrend De prevalentie van heupdislocatie en heupdysplasie daalde tussen 2003 en

2009 en steeg vanaf 2010 terug lichtjes. Er was een sterke stijging vanaf 2013.

Verandering in diagnostiek en rapportering

Recente veranderingen in de diagnose of rapportering van heupdislocatie of heupdysplasie zijn gekend

in één ziekenhuis. In dit ziekenhuis werden 63 van 93 gevallen gerapporteerd.

Onderzoek naar andere etiologische factoren

Uit tabel 9 blijkt dat heupdysplasie meer frequent voorkomt bij meisjes dan bij jongens. Dit is in

overeenstemming met de internationale literatuur, en dus een gekende risicofactor.

In de cluster werd verder gekeken naar andere factoren, zoals ziekte voor en tijdens de zwangerschap,

medicatiegebruik, geassisteerde bevruchting, beroep, consanguïniteit, familiale geschiedenis, leeftijd

van de moeder en regionale spreiding. Dit onderzoek identificeerde geen blootstellingen die een

verklaring kunnen bieden voor de cluster of leidde niet tot een gemeenschappelijke oorzaak.

Besluit

Dit preliminaire onderzoek illustreert dat de cluster van heupdysplasie in 2013 waarschijnlijk te wijten is

aan een methodologische factor, namelijk een gewijzigde diagnostiek in één specifiek ziekenhuis. Deze

trend werd opgepikt in 2013, en gerapporteerd in het jaarrapport van 2016. De trend zet zich door in de

29

Page 34: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

cijfers van 2014 en 2015. Er werd geen andere gemeenschappelijke oorzaak voor de cluster van

heupdislocatie of heupdysplasie geïdentificeerd.

De gewijzigde registratie zal in de toekomst verder worden opgevolgd via het EUROCAT-register.

Boodschappen i.v.m. preventie zijn momenteel niet aangewezen.

30

Page 35: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

2. Cluster van duodenale atresie of stenose

Preliminair onderzoek, 2018

De gedetecteerde cluster van duodenale atresie of stenose bestond uit 11 kinderen op basis van datum

van conceptie tussen 01/01/2013 en 23/06/2014 en geboren tussen 18/06/2013 en 23/03/2015. Het

verwachte aantal voor deze periode was 4,52 (p=0,042).

Beschrijving

De prevalentie van duodenale atresie of stenose in de provincie Antwerpen gedurende de periode 1997-

2015 bedroeg 1,38/10.000 geboorten. In 2013 was de Antwerpse prevalentie 1,45 per 10.000

geboorten; in 2014 bedroeg ze 3,37/10.000 geboorten en in 2015 bedroeg ze 3,06/10.000 geboorten

(figuur 19).

De prevalentie in de provincie Henegouwen was 0,94/10.000 geboorten in de periode 1997-2015. In

Henegouwen bedroeg de prevalentie 0,78/10.000 geboorten in 2013, 0,93/10.000 geboorten in 2014

en 1,96/10.000 geboorten in 2015.

De achtergrond prevalentie voor het hele EUROCAT-register bedroeg 1,35/10.000 geboorten in de

periode 1997-2015; 1,42/10.000 geboorten in 2013, 1,37/10.000 geboorten in 2014 en 1,44/10.000

geboorten in 2015.

Figuur 19 : Prevalentie van duodenale atresie of stenose per 10.000 geboorten in de periode 1997-2015

in de provincie Antwerpen

 

   

0

0,5

1

1,5

2

2,5

3

3,5

4

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Duodenal atresia or stenosis

31

Page 36: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Tabel 10 : Informatie over de kinderen met duodenale atresie of stenose in 2018 uit het Antwerpse register

Onderwerp Informatie

Diagnose Duodenale atresie of stenose werd bevestigd bij alle kinderen.

Dubbele meldingen Geen.

Woonplaats Alle moeders wonen in de provincie Antwerpen.

Ziekenhuis De kinderen werden in verschillende ziekenhuizen geboren.

Regio 7 van de 11 kinderen wonen in de stad Antwerpen.

Bijkomende

informatie over de

cases

Bij 4 kinderen ging het om een geïsoleerde afwijking.

1 kind had een hartafwijking, 3 kinderen hadden een darmafwijking.

3 kinderen hadden multiple afwijkingen.

8 kinderen werden levend geboren.

Andere clusters De periode van de cluster van duodenale atresie overlapt met de cluster van

congenitaal cataract en cluster van heupdislocatie/heupdysplasie.

Geslacht 7 jongens en 4 meisjes

Tijdstrend De prevalentie van duodenale atresie of stenose schommelde over de laatste

15 jaren, maar lijkt licht te stijgen de laatste jaren.

Verandering in diagnostiek en rapportering

Veranderingen in de diagnose of rapportering van duodenale atresie of stenose zijn ons niet bekend.

Onderzoek naar andere etiologische factoren

De geografische verdeling van de kinderen met duodenale atresie of stenose laat zien dat 7 van de 11

moeders die bevallen van een kindje met duodenale atresie of stenose in de stad Antwerpen wonen

(tabel 10). Ongeveer één derde van het aantal moeders dat bevalt in de provincie Antwerpen woont in

de stad Antwerpen. Om na te gaan of het hier om een geografische cluster gaat, zal deze trend in de

toekomst verder worden opgevolgd.

In de cluster werd gekeken naar andere factoren, zoals ziekte voor en tijdens de zwangerschap (3

moeders hadden hypothyroïdie en 1 moeder hyperthyroïdie), medicatiegebruik, geassisteerde

bevruchting, beroep, consanguïniteit, familiale geschiedenis, leeftijd van de moeder en regionale

spreiding. Dit onderzoek identificeerde geen blootstellingen die een verklaring kunnen bieden voor de

cluster of leidde niet tot een gemeenschappelijke oorzaak.

Besluit

De cluster van duodenale atresie of stenose werd opgepikt in het jaarrapport van 2016, en wordt in het

huidige rapport bevestigd. Toch zien we een stabilisatie. De trend kan niet verklaard worden. Er dient

in de toekomst nog steeds extra aandacht te zijn voor het aantal cases in de stad Antwerpen, aangezien

32

Page 37: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

7 van de 11 gevallen voorkwamen in deze gemeente, terwijl men op basis van het aantal bevallingen

ongeveer één derde verwacht.

De blootstellingsgegevens bieden geen indicatie voor verder etiologisch onderzoek. Boodschappen

i.v.m. preventie zijn dan ook momenteel niet aangewezen.

Verdere opvolging van deze cluster wordt aangeraden om te kijken of de frequenties opnieuw

normaliseren.

33

Page 38: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

3. Cluster van congenitaal cataract

Preliminair onderzoek, 2018

De gedetecteerde cluster van congenitaal cataract bestond uit 7 kinderen op basis van datum van

conceptie tussen 17/11/2012 en 15/05/2013, geboren tussen 17/08/2013 en 18/12/2013. Het verwachte

aantal voor deze periode was 1,51 (p=0,043).

Beschrijving

De prevalentie van congenitaal cataract in de provincie Antwerpen gedurende de periode 1997-2015

bedroeg 1,44/10.000 geboorten. In 2013 was de Antwerpse prevalentie 3,38/10.000 geboorten; in 2014

was ze 0,96/10.000 geboorten en in 2015 bedroeg ze 2,04/10.000 geboorten (figuur 20).

De prevalentie in de provincie Henegouwen was 0,81/10.000 geboorten in de periode 1997-2015, in

2013 waren er geen cases in Henegouwen, 0,93/10.000 geboorten in 2014 en 3,92/10.000 geboorten

in 2015.

De achtergrond prevalentie voor het hele EUROCAT-register bedroeg 1,27/10.000 geboorten in de

periode 1997-2015; 1,29/10.000 geboorten in 2013, 1,20/10.000 geboorten in 2014 en 1,09/10.000

geboorten in 2015.

De prevalentie van congenitaal cataract over de voorbije 18 jaar vertoont vrij grote schommelingen,

bijvoorbeeld in 2004 werd een hoge prevalentie geobserveerd (niet bevestigd als cluster). De hoge

prevalentie van congenitaal cataract in 2013 lijkt zich niet voort te zetten: in 2014 lag de prevalentie

onder het gemiddelde van de periode 1997-2015; in 2014 was er terug een lichte stijging. Het is

belangrijk om de tijdstrends in de toekomst te blijven opvolgen.

Figuur 20 : Prevalentie van congenitaal cataract per 10.000 geboorten in de periode 1997-2015 in de

provincie Antwerpen

 

0

0,5

1

1,5

2

2,5

3

3,5

4

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Congenital cataract

34

Page 39: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Tabel 11 : Informatie over de kinderen met congenitaal cataract in 2018 uit het Antwerpse register

Onderwerp Informatie

Diagnose Congenitaal cataract werd bevestigd bij alle kinderen.

Dubbele meldingen Geen.

Woonplaats Alle moeders wonen in de provincie Antwerpen.

Ziekenhuis Drie kinderen werden in hetzelfde (grote) ziekenhuis geboren; de overige

kinderen werden in verschillende ziekenhuizen geboren.

Regio De kinderen woonden verspreid over de regio

Bijkomende

informatie over de

cases

Bij 5 kinderen ging het om een geïsoleerde afwijking. Bij twee kinderen kwam

fasciale dysmorfie voor. Eén kind heeft een vader met syndroom van

Klinefelter.

Alle kinderen werden levend geboren.

Andere clusters De periode van de cluster van congenitaal cataract overlapt met de cluster van

duodenale atresie en cluster van heupdislocatie/heupdysplasie.

Geslacht 4 jongens en 3 meisjes

Tijdstrend De prevalentie van congenitaal cataract schommelde sterk over de laatste 17

jaar met een piek in 2004 en in 2013.

Verandering in diagnostiek en rapportering

Veranderingen in de diagnose of rapportering van duodenale atresie of stenose zijn ons niet bekend.

Onderzoek naar andere etiologische factoren

In de cluster werd gekeken naar andere factoren, zoals ziekte voor en tijdens de zwangerschap,

medicatiegebruik, geassisteerde bevruchting, beroep, consanguïniteit, familiale geschiedenis, leeftijd

van de moeder en regionale spreiding. Dit onderzoek identificeerde geen blootstellingen die een

verklaring kunnen bieden voor de cluster of leidde niet tot een gemeenschappelijke oorzaak (tabel 11).

Besluit

De cluster van congenitaal cataract is grotendeels toe te schrijven aan de piek in 2013, en werd reeds

gerapporteerd in het jaarrapport van 2016. De trend kan niet verklaard worden, maar is mogelijk toe te

schrijven aan normale variatie aangezien de schommelingen in de prevalentie van congenitaal cataract

doorheen de jaren vrij groot is. In 2014 en 2015 worden geen abnormale hoge waarden gerapporteerd.

Dit preliminaire onderzoek leidt niet tot een gemeenschappelijke oorzaak voor congenitale cataract. De

blootstellingsgegevens bieden geen indicatie voor verder etiologisch onderzoek. Boodschappen i.v.m.

preventie zijn dan ook momenteel niet aangewezen.

35

Page 40: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Selectie van publicaties met inbreng van EUROCAT Antwerpen

Estimating Global Burden of Disease due to congenital anomaly: an analysis of

European data

Boyle B, Addor M, Arriola L, Barisic I, Bianchi F, Csaky-Szunyogh M, de Walle HEK, Dias CM, Draper

E, Gatt M, Garne E, Haeusler M, Källen K, Latos-Bielenska A, McDonnell B, Mullaney C, Nelen V,

Neville AJ, O’Mahony M, Queisser-Wahrendorf A, Randrianaivo H, Rankin J, Rissmann A, Ritvanen A,

Rounding C, Tucker D, Verellen-Dumoulin C, Wellesley D, Wreyford B, Zymak-Zakutnia N, Dolk H.

Arch Dis Child Fetal Neonatal  2018; 103:F22-F28. DOI:10.1136/archdischild-2016-311845.

Achtergrond 

De WHO publiceert jaarlijks gegevens over de ‘Global Burden of Disease (GBD)’ op basis van

wereldwijde mortaliteitscijfers. Volgens de WHO is 17 % tot 42 % van de kindersterfte te wijten aan

aangeboren afwijkingen, en blijkt dat het aantal verloren levensjaren (YLL, years of life lost) ten gevolge

van congenitale afwijkingen wereldwijd daalt. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de

inschattingen van de WHO enkel zijn gebaseerd op overlijdens van levend geborenen.

Methode & resultaten

EUROCAT verzamelt gegevens over aangeboren afwijkingen, zowel van levend geboren kinderen (met

mortaliteitsdata tot de leeftijd van 1 jaar), doodgeboorten en zwangerschapsbeëindigingen (TOPFA).

Data van 19 registers uit 11 landen voor de periode 2005 tot 2009 werden geanalyseerd. De gemiddelde

kindersterfte ten gevolge van congenitale afwijkingen bedroeg 1,1 per 1.000 geboorten. In landen waar

zwangerschapsbeëindiging illegaal is, lagen de cijfers duidelijk hoger (3,0/1.000 in Malta en 2,1/1.000

in Ierland). De prevalentie van doodgeboorten ten gevolge van congenitale afwijkingen bedroeg

0,6/1.000 geboorten; TOPFA prevalentie was 4,6/1.000 geboorten, dit is drie maal zoveel dan

overlijdens en doodgeboorten samen.

Besluit 

Door doodgeboorten en TOPFA niet mee te tellen in de berekeningen van de ‘Global Burden of

Disease’, wordt het aantal verloren levensjaren ten gevolge van congenitale afwijkingen door de WHO

onderschat. Hierdoor worden inspanningen op gebied van primaire, secundaire en tertiaire preventie

gemaskeerd.

WAT KAN DEZE STUDIE BIJDRAGEN?

• Bij de ‘Global Burden of Disease’ analyse van het aantal verloren levensjaren door congenitale afwijkingen is het belangrijk om niet alleen rekening te houden met de sterfte van levend geboren kinderen, maar ook met doodgeboorten en zwangerschapsbeëindigingen.

• Een volledige EUROCAT-registratie is belangrijk om trends in primaire, secundaire en tertiaire preventie correct en accuraat op te volgen.

36

Page 41: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Gastroschisis in Europa – a case-malformed-control study of medication and

maternal illness during pregnancy as risk factors

Given JE, Loane M, Garne E, Nelen V, Barisic I, Randrianaivo H, Khoshnood B, Wiesel A, Rissmann A,

Lynch C, Neville AJ, Pierini A, Bakker M, Klungsoyr K, Latos-Bielenska A, Cavero-Carbonell C, Addor

M, Zymak-Zakutnia N, Tucker D, Dolk H.

Paediatr Perinat Epidemiol 2017;31:549-59. DOI:10.1111/ppe.12401.

Achtergrond 

Gastroschisis, een congenitale afwijking van het abdomen, wordt in de literatuur in verband gebracht

met jonge leeftijd van de moeder, en neemt toe doorheen de jaren.

Methode & resultaten

Op basis van gegevens van 18 EUROCAT-registers voor de periode 1995-2012 werd een case-

malformed control studie uitgevoerd om risicofactoren voor gastroschisis te identificeren. 1577

gastroschisis cases (waaronder 4 % doodgeboorten en 11 % zwangerschapsafbrekingen) werden

vergeleken met 153.357 controles.

Volgende factoren werden opgepikt als signalen voor een verhoogd risico op gastroschisis:

- depressie bij de moeder (odds ratio: 2,52 (95 %BI: 1,45-4,39);

- gebruik van antidepressiva (odds ratio: 2,03 (95 %BI: 1,22-3,38);

- postnatale depressie/psychosis bij een vorige zwangerschap (odds ratio: 8,32 (95 %BI: 2,56-27,01);

- sexueel overdraagbare infecties (odds ratio: 2,85 (95 %BI: 1,13-7,24);

- gebruik van antivirale middelen (odds ratio: 5,31 (95 %BI: 1,63-17,33);

- gebruik van orale contraceptie tijdens de vroege periode van de zwangerschap (odds ratio: 2,71

(95 %BI: 1,13-4,18).

Besluit

Alhoewel het moeilijk is om effecten van medicatie en de onderliggende oorzaken van elkaar te

onderscheiden, werd een aantal risicofactoren voor gastroschisis geïndentificeerd die preventie

mogelijk maken. Deze factoren zijn mogelijk belangrijker bij jonge moeders.    

WAT KAN DEZE STUDIE BIJDRAGEN?

• De mentale gezondheid van de moeder en geassocieerd medicatiegebruik tijdens de zwangerschap zijn belangrijke aandachtspunten in de preventie van aangeboren afwijkingen.

37

Page 42: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Beta-blocker use in pregnancy and risk of specific congenital anomalies: a

European case-malformed control study.

Bergman JHE, Lutke LR, Gans ROB, Addor M, Barisic I, Cavero-Carbonell C, Garne E, Gatt M, Klungsoyr K,

Lelong N, Lynch C, Mokoroa O, Nelen V, Neville AJ, Pierini A, Randrianaivo H, Rissmann A, Tucker D, Wiesel

A, Dolk H, Loane M, Bakker MK.

Drug Saf  2018; 41:415-27. DOI:10.1007/s40264-017-0627-x

Achtergrond 

De prevalentie van hypertensie tijdens de zwangerschap neemt toe. Beta-blockers worden frequent

voorgeschreven tijdens de zwangerschap.

Het doel van deze studie was om te onderzoeken of het gebruik van beta-blockers in het eerste trimester van

de zwangerschap geassocieerd is met een verhoogd risico op specifieke aangeboren afwijkingen bij de baby.

Methode & resultaten

Data van 17 EUROCAT-registers voor de periode 1995 tot 2013 werden gepoold en leverden een database

op met 117.122 records. Er werd een case-malformed control studie uitgevoerd, waarbij enerzijds associaties

uit de literatuur werden getest, en anderzijds exploratieve analyses werden uitgevoerd om nieuwe hypothesen

te genereren.

Eerdere rapporten in de literatuur maken melding van een verhoogd risico op congenitale hartdefecten,

gespleten lip, neurale buisdefecten en hypospadias bij het gebruik van beta-blockers tijdens het eerste

trimester van de zwangerschap. Deze bevindingen werden niet bevestigd in de EUROCAT-database. Er werd

wel een verhoogd risico vastgesteld op multi-cystische renale dysplasie bij een gecombineerd gebruik van

alfa- en beta-blockers (odds ratio: 3,8 (95 %BI: 1,3-11,0)).

Besluit

Gebruik van beta-blockers in het eerste trimester van de zwangerschap was niet geassocieerd met een

verhoogd risico op aangeboren afwijkingen, maar het gecombineerd gebruik van alfa- en beta-blockers werd

in verband gebracht met het voorkomen van renale dysplasie. Verder epidemiologisch onderzoek is nodig

om deze hypothese te bevestigen of te ontkennen.

 

 

 

   

 

WAT KAN DEZE STUDIE BIJDRAGEN?

• Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat er indicaties zijn voor een link tussen het gecombineerd gebruik van alfa- en beta-blockers tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en het risico op aangeboren renale afwijkingen.

• Het individueel risico voor een zwangere vrouw is klein, en dient te worden afgewogen tegen de voordelen van het gebruik van antihypertensiva tijdens de zwangerschap.  

38

Page 43: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Projecten waaraan EUROCAT Antwerpen deelneemt

 

EUROlinkCAT, een korte voorstelling…  

 

Wat is EUROlinkCAT? 

EUROCAT Antwerpen neemt deel aan het Horizon 2020 project ‘EUROlinkCAT’. Het doel van dit project is 

om meer inzicht te verwerven in de overleving, gezondheid, risicofactoren en prognose van kinderen met 

aangeboren afwijkingen. Meer specifiek neemt het PIH deel aan Werkpakket 3 van EUROlinkCAT, ‘Mortality 

associated with Congenital Anomalies’. Alle info over EUROlinkCAT is te vinden op: www.eurolinkcat.eu.   

Hoe gebeurt het onderzoek? 

Gecodeerde gegevens uit het Antwerpse EUROCAT‐register (periode 1995‐2014) worden gekoppeld aan het 

overlijdensregister van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (overlijdens tot de leeftijd van 10 jaar). 

Voor deze koppeling werd een dossier ingediend bij de ethische commissie van UA/UZA en bij het Sectoraal 

Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid van de Commissie voor de Bescherming van de 

Persoonlijke Levenssfeer. 

De gekoppelde databank wordt beheerd en bewaard bij het PIH. Binnen EUROlinkCAT wordt een centraal 

programma ontwikkeld om de overleving per register op een gestandaardiseerde manier te berekenen, en 

de risicofactoren voor overlijden te identificeren. Op deze manier worden binnen ieder register uniforme 

tabellen gegenereerd die centraal geïnterpreteerd kunnen worden.    

Wat is de meerwaarde?  

Het doel van de studie is om de overleving van kinderen met aangeboren afwijkingen tot de leeftijd van 10 

jaar  in kaart  te brengen en deze binnen Europa  te vergelijken, de  impact van prenatale diagnose op de 

overleving te bestuderen en risicofactoren voor overlijden te identificeren. Deze kennis kan gebruikt worden 

om de overlevingskansen van kinderen met aangeboren afwijkingen in de toekomst te verbeteren.  

Wat is de timing?  

Het  project  startte  in  2017.  Omwille  van  de  gewijzigde  GDPR  is  er  vertraging  bij  het  aanvraag  van  de 

machtiging door het Sectoraal Comité, maar als alles goed gaat, worden de databank aangemaakt in 2018, 

en de analyses uitgevoerd in 2019. Het project eindigt in 2020.  

Naast de mortaliteit wordt in EUROlinkCAT ook morbiditeit  bestudeerd, en wordt er een forum gecreëerd 

om  de  resultaten  van  het  onderzoek  te  communiceren  naar  de  ouders  van  kinderen met  aangeboren 

afwijkingen.   

 39

Page 44: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Afkortingenlijst

APB Autonoom Provinciebedrijf ASD Atrial Septal Defects AVSD Atrioventricular Septal Defects BI Betrouwbaarheidsinterval BPA British Paediatric Association CA Congenital Anomalies CHD Congenital Heart Defects CRS Congenitaal Rubella Syndroom DNA Deoxyribonucleic acid EUROCAT European Surveillance of Congenital Anomalies

EUROmediCAT EUROCAT-deelstudie naar de relatie aangeboren afwijkingen en medicatiegebruik

GA Gestational Age HRH Hypoplasia Right Heart ICD International Classification of Diseases ISUOG International Society of Ultrasound in Obstetrics and Gynecology JRC Joint Research Centre Logo Lokaal Gezondheidsoverleg MRI Magnetic resonance imaging NIPT non-invasive prenatal testing NTD Neural Tube Defects PDA Patent Ductus Ateriosus PCMA Provinciaal centrum voor opsporing van metabole ziekten PIH Provinciaal Instituut voor Hygiëne SD Standaard deviatie SPE Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie SSRI Selective serotonin reuptake inhibitors TGA Transposition of the Great Arteries UA Universiteit Antwerpen UGent Universiteit Gent UZA Universitair Ziekenhuis Antwerpen UZ Gent Universitair Ziekenhuis Gent

VACTERL Vertebral defects, anal atresia, cardiac, trachea-oesophageal, renal and limb abnormalities

VATER Vertebral anomalies, anal atresia, trachea-oesophageal fistulas, radial ray hypoplasia, polydactyly and renal agenesis

VSD Ventricular Septal Defects       

40

Page 45: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

DANKWOORD

EUROCAT Antwerpen dankt alle melders en medewerkers voor hun bijdrage aan het

register.    

41

Page 46: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Bijlage 1: Registratieformulier

   

42

Page 47: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

43

Page 48: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

Bijlage 2: Codering EUROCAT subgroepen van aangeboren afwijkingen

 

EUROCAT Subgroups  ICD10‐BPA  ICD9‐BPA  Comments  Excluded minor anomalies post‐2005 

Excluded minor anomalies pre‐2005 

All anomalies *  Q‐chapter, D215, D821, 

D1810^, P350, 

P351, P371 

74, 75, 27910, 2281

^, 

76076, 76280, 7710, 7711, 77121 

  Exclude all minor anomalies as specified in Guide 1.4, section 3.2 

Exclude all minor anomalies as specified in Guide 1.2 (ICD9 and ICD10) 

Nervous system  Q00,  Q01, Q02,  Q03, Q04,  Q05, Q06, Q07 

740, 741,742 

  Q0461, Q0782   

Neural Tube Defects  Q00, Q01, Q05

740, 741, 7420 

     

Anencephalus and similar 

Q00  740       

Encephalocele  Q01  7420  Exclude if associated with anencephalus subgroup

   

Spina Bifida  Q05  741  Exclude if associated with anencephalus or encephalocele subgroups 

   

Hydrocephalus  Q03  7423  Exclude hydranencephaly 74232.  Exclude association with NTD subgroup 

   

Severe microcephaly  Q02  7421  Exclude association with NTD subgroup

   

Arhinencephaly / holoprosencephaly 

Q041, Q042  74226       

Eye  Q10‐Q15  743    Q101‐Q103, Q105, Q135 

74365 

Anophthalmos / microphthalmos 

Q110, Q111, Q112

7430, 7431       

Anophthalmos  Q110, Q111  7430 

Congenital cataract  Q120 74332 

Congenital glaucoma  Q150 74320 

Ear, face and neck  Q16, Q17, Q18 

744    Q170‐Q175, Q179, Q180‐ Q182, Q184‐ Q187, Q1880, Q189 

74411, 74412, 7443, 74491 

Anotia  Q160 74401 

44

Page 49: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

   

EUROCAT Subgroups  ICD10‐BPA  ICD9‐BPA  Comments  Excluded minor anomalies post‐2005 

Excluded minor anomalies pre‐2005 

Congenital Heart Defects 

Q20‐Q26  745, 746, 7470‐7474 

Exclude PDA with GA <37 weeks Exclude peripheral pulmonary artery stenosis  with GA < 37 weeks 

Q2111, Q250 if GA <37 weeks, Q2541, Q256 if GA<37 weeks, Q261 

Q250, 7470 if GA <37 weeks ** 

Severe CHD  Q200, Q201, Q203, Q204, Q212,  Q213, Q220,  Q224, Q225,  Q226, Q230,  Q232, Q233,  Q234, Q251,  Q252, Q262 

74500, 74510, 7452, 7453, 7456, 7461, 7462, 74600, 7463, 7465, 7466, 7467, 7471, 74720, 74742 

ICD9‐BPA has no code for HRH and double outlet right ventricle 

   

Common arterial truncus 

Q200  74500       

Double outlet right ventricle 

Q201  No code       

Transposition of great vessels 

Q203  74510       

Single ventricle  Q204  7453 

VSD  Q210  7454 

ASD  Q211  7455  Q2111

AVSD  Q212  7456 

Tetralogy of Fallot  Q213  7452 

Triscuspid atresia and stenosis 

Q224  7461       

Ebstein’s anomaly  Q225  7462 

Pulmonary valve stenosis 

Q221  74601       

Pulmonary valve atresia 

Q220  74600       

Aortic valve atresia/stenosis 

Q230  7463  ICD9‐BPA has no code for atresia

   

Mitral valve anomalies 

Q232, Q233  7465, 7466       

Hypoplastic left heart 

Q234  7467       

Hypoplastic right heart 

Q226  No code       

Coarctation of aorta  Q251  7471 

Aortic atresia / interrupted aortic arch 

Q252  74720       

Total anomalous pulm venous return 

Q262  74742       

PDA as only CHD in term infants (GA +37 weeks) 

Q250  7470  Livebirths only     

Respiratory  Q300, Q32‐ Q34 

7480, 7484, 74850, 74852, 74858, 7486, 7488 

Exclude Q336  Q320, Q331  Q309, 74819 

Choanal atresia  Q300  7480 

Cystic adenomatous malf of lung 

Q3380  No code       

45

Page 50: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

   

EUROCAT Subgroups  ICD10‐BPA  ICD9‐BPA  Comments  Excluded minor anomalies post‐2005 

Excluded minor anomalies pre‐2005 

Oro‐facial clefts  Q35‐Q37  7490, 7491, 7492  Exclude association with holoprosencephaly or anencephaly subgroups 

   

Cleft lip with or without cleft palate 

Q36, Q37  7491, 7492  Exclude association with holoprosencephaly or anencephaly subgroups 

   

Cleft palate  Q35  7490  Exclude association with cleft lip subgroup.  Exclude association with holoprosencephaly or anencephaly subgroups 

   

Digestive system  Q38‐Q45, Q790 

750, 751, 7566    Exclude Q381, Q382, Q3850, Q400, Q401, Q4021, Q430, Q4320, Q4381, Q4382 

Q381, Q401, 7500, 7506 

Oesophageal atresia with or without trachea‐ oesophageal fistula 

Q390‐Q391  75030‐75031       

Duodenal atresia or stenosis 

Q410  75110  Exclude if also annular pancreas subgroup

   

Atresia or stenosis of other parts of small intestine 

Q411‐Q418  75111‐75112       

Ano‐rectal atresia and stenosis 

Q420‐Q423  75121‐75124       

Hirschsprung’s disease 

Q431  75130‐75133       

Atresia of bile ducts  Q442  75165 

Annular pancreas  Q451  75172 

Diaphragmatic hernia 

Q790  75661       

Abdominal wall defects 

Q792, Q793, Q795 

75671, 75670, 75679 

     

Gastroschisis  Q793  75671 

Omphalocele  Q792  75670 

Urinary  Q60‐Q64, Q794 

75261, 753, 75672 

  Q610, Q627, Q633

 

Bilateral renal agenesis including Potter syndrome 

Q601, Q606  75300  Exclude unilateral     

Multicystic renal dysplasia 

Q6140, Q6141 

75316       

Congenital hydronephrosis 

Q620  75320       

Bladder exstrophy and / or epispadia 

Q640, Q641  75261, 7535       

Posterior urethral valve and / or prune belly 

Q6420, Q794  75360, 75672       

46

Page 51: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

   

EUROCAT Subgroups  ICD10‐BPA  ICD9‐BPA  Comments  Excluded minor anomalies post‐2005 

Excluded minor anomalies pre‐2005 

Genital  Q50‐Q52, Q54‐Q56 

7520‐7524, 75260, 75262, 7527‐7529

  Q523, Q525, Q527, Q5520, Q5521

Q540, 75260# 

Hypospadias  Q54  75260  Q540, 75260 

Indeterminate sex  Q56  7527 

Limb  Q65‐Q74  7543‐7548, 755    Q653‐Q656, Q662‐Q669, Q670‐Q678, Q680, Q6810, Q6821, Q683‐ Q685, Q7400 

75432, 75452, 75460, 75473, 75481, 75560 

Limb reduction defects 

Q71‐Q73  7552‐7554       

Club foot – talipes equinovarus 

Q660  75450       

Hip dislocation and / or dyspasia 

Q650‐Q652, Q6580, Q6581 

75430       

Polydactyly  Q69  7550 

Syndactyly  Q70  7551 

Other anomalies / syndromes 

         

Skeletal dysplasias  Q7402, Q77, Q7800, Q782‐Q788, 

No code       

Craniosynostosis  Q750  75600 

Congenital constriction bands / amniotic band 

Q7980  76280       

Situs inversus  Q893  7593 

Conjoined twins  Q894  7594 

Congenital skin disorders 

Q80‐Q82  7571, 7573    Q825, Q8280  Q825, Q8280, Q8281, 75731, 75738 

VATER/VACTERL  Q8726 759895 

Vascular disruption anomalies 

Q0435, Q411, Q412, Q418, Q710, Q712, Q713, Q720, Q722, Q723, Q730, Q793, Q795, Q7980, Q7982, Q8706 

No code       

Laterality anomalies  Q206, Q240, Q3381, Q890, Q893 

No code       

Teratogenic syndromes with malformations 

Q86, P350, P351, P371 

No code       

Fetal alcohol syndrome 

Q860  76076       

Valproate syndrome  Q8680 No code 

Maternal infections resulting in malformations 

P350, P351, P371 

7710, 7711, 77121 

     

47

Page 52: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

 

   

EUROCAT Subgroups  ICD10‐BPA  ICD9‐BPA  Comments  Excluded minor anomalies post‐2005 

Excluded minor anomalies pre‐2005 

Genetic syndromes + microdeletions 

Q4471, Q6190, Q7484, Q751, Q754, Q7581, Q87, Q936, D821 

75581, 75601, 75604, 7598, 27910 

Exclude Associations and sequences Exclude  Q8703, Q8704,  Q8706, Q8708,  Q8724, Q8726 Exclude 759801, 759844, 759895 

   

Chromosomal  Q90‐Q92, Q93 , Q96‐ Q99 

7580‐7583, 7585‐ 7589 

Exclude microdeletions Q936 

   

Down syndrome  Q90 7580 

Patau syndrome / trisomy 13 

Q914‐Q917  7581       

Edwards syndrome / trisomy 18 

Q910‐Q913  7582       

Turner syndrome  Q96  75860, 75861, 75862, 75869 

     

Klinefelter syndrome 

Q980‐Q984  7587       

 * All Anomalies = ALL cases of congenital anomaly, excluding cases with only minor anomalies as defined in Section 3.2 in Guide 1.4 for cases born post‐2005.  Cases with more than one anomaly are only counted once in the “All Anomalies” subgroup. ^ ICD10 code D1810 (ICD 9 code 2281) is the code for cystic hygroma ** The additional PDA exclusion (<2500 grams) listed in Guide 1.2 is not applied # The ICD9 code for hypospadias did not differentiate between the different types of hypospadias therefore minor cases of hypospadias (glandular l) are excluded at local registry level 

    

                      Versie: 08‐08‐2016 

48

Page 53: EUROCAT-registratie van aangeboren afwijkingen · SELECTIE VAN PUBLICATIES MET INBRENG VAN EUROCAT ANTWERPEN .. 36 ... het SPE 3,54 % in de periode van 1993-2015. Onder kinderen met

PIHdepartement LeefmilieuKronenburgstraat 45 | 2000 [email protected]