Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

7
Versie oktober 2012 © Sipke Faber E E S S T T A A F F E E T T T T E E N N I I E E U U W W: : k k e e n n m m e e r r k k e e n n e e n n t t i i p p s s [1] Geheel vernieuwde en uitgebreide versie 22-10-201 Kenmerken Jaarplanning De jaarplanning van Estafette Nieuw is gebaseerd op 2 niveaus en vier perioden van acht weken leesonderwijs: 32 lesweken in totaal. Elke periode wordt gevolgd door één of twee parkeerweken zonder leesinstructie. Deze extra weken bieden ruimte voor vrij lezen en leesbevordering. Weekindeling Per week gaat Estafette Nieuw uit van drie basislessen (groep 4 en 5) of twee basislessen (groep 6, 7 en 8) en één toepassingsles. De toepassingsles is bestemd voor voorlezen, vertellen, vrij lezen en een terugblik op wat leerlingen in Aanpak III hebben gedaan. De tijd die u per week besteedt aan Estafette Nieuw, verschilt per jaargroep [2] . Instappen Estafette sluit goed aan op Veilig leren lezen. De werkvormen zijn herkenbaar voor de kinde- ren. De methode bouwt voort op het eindniveau 'aanvankelijk lezen' dat leerlingen bereiken na Veilig leren lezen, maar biedt ter overbrugging ook een leerstofpakket op AVI-niveau E3. In principe start u met Estafette Nieuw in groep 4. Instappen op een later moment is geen probleem, omdat de methode is gebaseerd op leesniveaus. Deelvaardigheden Met Estafette bouwen leerlingen aan een goede technische leesvaardigheid. De methode leert kinderen vlot, vloeiend en correct lezen. Natuurlijk moet de woordherkenning daarvoor direct en foutloos verlopen. Maar voor een goede leestechniek is oefenen op zins- en tekstni- veau ook essentieel. Estafette Nieuw oefent deelvaardigheden eerst geïsoleerd in de werk- boeken en integreert ze daarna in het complexere geheel: de leesboeken. Eerst goed, dan vlot en vloeiend Een belangrijk didactisch uitgangspunt van Estafette Nieuw is het fasenmodel bij de leesver- werving. Volgens dit model leren kinderen eerst correct lezen, waarna ze hun leessnelheid verhogen om vlot en vloeiend te leren lezen. Het gebruik van het fasenmodel is in Estafette Nieuw herkenbaar. Specifieke leesmoeilijkheden worden eerst apart geoefend. Eerst goed, dan vlot, is het devies. Vervolgens krijgen leerlingen teksten. En kinderen die dat nodig heb- ben, krijgen gerichte instructie en feedback. Estafette starten: leescoördinator Waak ervoor dat bijna alle kennis rond Estafette in één persoon is gecentreerd. Want als hij of zij om een of andere reden uitvalt zijn er problemen. Zorg voor een “helpdesk”. Zorg ervoor dat de Estafettebestanden in de computer ook voor anderen toegankelijk zijn. Bespreek de groepsplannen (tip 4) met de leerkrachten en neem daarbij de hele procedure door. In de toekomst kunnen groepsleerkrachten in onderling overleg de groepsplannen opstellen. [1] De technische informatie is deels ontleend aan de internetpagina’s van Zwijsen. Ik heb de vrijhei d genomen die tekstgedeelten aan te passen. [2] In mijn visie op voortgezet lezen wordt in groep 4-5-6 100 minuten per week besteed aan het ma- ken van leeskilometers. Wanneer Estafette nieuw wordt gebruikt kan er, vanwege de onderwijstijd die ermee gemoeid is, veel minder tijd aan leeskilometers worden besteed, bijv. 30-45 minuten in groep 4-5-6. Voor groep 6-7-8 is dit afhankelijk van het aantal Estafettelessen.

description

Geheel vernieuwde versie. Estafette Nieuw invoeren. Werk je er al mee maar heb je praktische vragen? In dit document zal je veel nuttige informatie en praktische tips aantreffen. Doe er je voordeel mee. Veel succes met Estafette.

Transcript of Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

Page 1: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

Versie oktober 2012 – © Sipke Faber

EEESSSTTTAAAFFFEEETTTTTTEEE NNNIIIEEEUUUWWW::: kkkeeennnmmmeeerrrkkkeeennn eeennn tttiiipppsss [1]

Geheel vernieuwde en uitgebreide versie 22-10-201

Kenmerken Jaarplanning De jaarplanning van Estafette Nieuw is gebaseerd op 2 niveaus en vier perioden van acht weken leesonderwijs: 32 lesweken in totaal. Elke periode wordt gevolgd door één of twee parkeerweken zonder leesinstructie. Deze extra weken bieden ruimte voor vrij lezen en leesbevordering. Weekindeling Per week gaat Estafette Nieuw uit van drie basislessen (groep 4 en 5) of twee basislessen (groep 6, 7 en 8) en één toepassingsles. De toepassingsles is bestemd voor voorlezen, vertellen, vrij lezen en een terugblik op wat leerlingen in Aanpak III hebben gedaan. De tijd die u per week besteedt aan Estafette Nieuw, verschilt per jaargroep [2]. Instappen Estafette sluit goed aan op Veilig leren lezen. De werkvormen zijn herkenbaar voor de kinde-ren. De methode bouwt voort op het eindniveau 'aanvankelijk lezen' dat leerlingen bereiken na Veilig leren lezen, maar biedt ter overbrugging ook een leerstofpakket op AVI-niveau E3. In principe start u met Estafette Nieuw in groep 4. Instappen op een later moment is geen probleem, omdat de methode is gebaseerd op leesniveaus. Deelvaardigheden Met Estafette bouwen leerlingen aan een goede technische leesvaardigheid. De methode leert kinderen vlot, vloeiend en correct lezen. Natuurlijk moet de woordherkenning daarvoor direct en foutloos verlopen. Maar voor een goede leestechniek is oefenen op zins- en tekstni-veau ook essentieel. Estafette Nieuw oefent deelvaardigheden eerst geïsoleerd in de werk-boeken en integreert ze daarna in het complexere geheel: de leesboeken. Eerst goed, dan vlot en vloeiend Een belangrijk didactisch uitgangspunt van Estafette Nieuw is het fasenmodel bij de leesver-werving. Volgens dit model leren kinderen eerst correct lezen, waarna ze hun leessnelheid verhogen om vlot en vloeiend te leren lezen. Het gebruik van het fasenmodel is in Estafette Nieuw herkenbaar. Specifieke leesmoeilijkheden worden eerst apart geoefend. Eerst goed, dan vlot, is het devies. Vervolgens krijgen leerlingen teksten. En kinderen die dat nodig heb-ben, krijgen gerichte instructie en feedback. Estafette starten: leescoördinator Waak ervoor dat bijna alle kennis rond Estafette in één persoon is gecentreerd. Want als hij of zij om een of andere reden uitvalt zijn er problemen. Zorg voor een “helpdesk”. Zorg ervoor dat de Estafettebestanden in de computer ook voor anderen toegankelijk zijn. Bespreek de groepsplannen (tip 4) met de leerkrachten en neem daarbij de hele procedure door. In de toekomst kunnen groepsleerkrachten in onderling overleg de groepsplannen opstellen.

[1]

De technische informatie is deels ontleend aan de internetpagina’s van Zwijsen. Ik heb de vrijheid genomen die tekstgedeelten aan te passen.

[2] In mijn visie op voortgezet lezen wordt in groep 4-5-6 100 minuten per week besteed aan het ma-

ken van leeskilometers. Wanneer Estafette nieuw wordt gebruikt kan er, vanwege de onderwijstijd die ermee gemoeid is, veel minder tijd aan leeskilometers worden besteed, bijv. 30-45 minuten in groep 4-5-6. Voor groep 6-7-8 is dit afhankelijk van het aantal Estafettelessen.

Page 2: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

Versie oktober 2012 – © Sipke Faber

VERDERE TIPS

1. Hanteer de jaarplanning

Gebruik de ‘parkeerweken’ voor herhaling of remediëring. KLIK naar voor gebruikers

2. Lestijd en aantal lessen per week Het aantal lessen per week dat de methode adviseert (inclusief de toepassingsles en de 4 extra oefenmomenten voor heel zwakke lezers) is ruim gesteld en lijkt voor sommige scholen niet realistisch en ook niet nodig. Ik vind 2-3 basislessen per week voor groep 4 en 5 wel haal-baar en soms noodzakelijk. Maar ik vraag mij af hoe lang die lessen kunnen duren. We moeten rekening houden met de be-schikbare roostertijd en met de spanningsboog, het concentra-

tievermogen van de leerlingen en met name de zwakke lezers om wie het allemaal is be-gonnen. Ik stel voor: twee à drie basislessen van ongeveer 30-40 minuten, waarbij er on-geveer 20-25 intensief instructie wordt gegeven volgens de aanpak en er nog 5-15 minu-ten zelfstandig wordt geoefend 1. In een apart artikel “Hoe kan ik Estafette nieuw doelma-tiger hanteren” geeft ik meer suggesties. Toepassingsles In de toepassingsles gaat het vooral om leeskilometers en leesbevordering. Tijdens de toepassingsles krijgt aanpak 3 leesinstructie en evaluatie. Doet men de toepassingsles volgens de lesbeschrijving, dan kan er minder tijd worden besteed aan leeskilometers (zie noot 2, blz. 1). Men kan de toepassingsles beperken tot de aandacht voor aanpak 3 (ongeveer 15’) en al het andere aanbieden in het leescircuit. 2. Aantal lessen per week De methodemakers zijn in juni 2012 met de suggestie gekomen om veel minder onder-wijstijd aan Estafette te besteden als dat, gezien het gemiddelde leesniveau in de school, kan. Op de site is een online testje aanwezig waarmee u de situatie voor uw school kunt

inschatten, de ‘Profieltest’. KLIK naar Profieltest. In het kort komt het erop neer dat u per

niveau (M4, E4, M5 etc.) maar één leerstofpakket van 8 weken aanbiedt, in plaats van 2. U halveert dus de onderwijstijd. U smeert de lessen uit over dezelfde periode waarin u anders twee pakketten zou aanbieden. Dat betekent minder lessen per week. Zie de pu-blicatie: “Estafette nieuw: 1 of 2 leerstofpakketten per AVI-niveau?” Extra oefening zwakke lezers Zwakke en heel zwakke lezers (niveau V of E) oefenen extra in automatiseren op woord-niveau en op tekstniveau met Vloeiend en Vlot en kopieerbladen. De lesbeschrijving ver-telt niet welke pagina’s uit V&V. Laat oefenen met dezelfde leesmoeilijkheden als in de basisles worden behandeld! Je kan ook werken met alternatieve oefenstof.

3. Hoe lang doorgaan met Estafette? Doordat Cito heeft gemeend de Cito leesniveaus (die de vroegere AVI-niveaus vervan-

gen), door te trekken naar groep 8, is er in de markt de neiging om het VTL ook door te trekken tot of tot en met groep 8. Ik heb daar het volgende over te zeggen:

[1]

De ervaring van veel leerkrachten is dat het vaak lukt om een Estafetteles in ongeveer 30-35 mi-nuten af te ronden.

[2] Het maken van leeskm. kan het beste worden georganiseerd d.m.v. het Leescircuit (soms ook

‘mandjeslezen’ genoemd. Het leescircuit kan goed worden gecombineerd met Estafette. Zie voor suggesties het artikel: “Estafette en het leescircuit”. Hierin ook informatie over het leescircuit zelf.

Extra tip

Page 3: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

ESTAFETTE NIEUW kenmerken en tips - 3 -

Versie oktober 2012 – © Sipke Faber

Ten eerste hielden de ‘oude’ AVI-niveaus niet zonder reden op bij niveau 9. Niveau 9 werd beschouwd als het leesniveau dat voldoende is voor maatschappelijke redzaam-heid. Je kan dan in principe ‘alles’ lezen, met name ondertitels in de media, teletekst, eenvoudige krantenartikelen en dergelijke. Door leeskilometers te maken neemt de lees-vaardigheid ook na niveau 9 gestaag toe. Het is echter de vraag of het aanbieden van methodische instructielessen voor alle leerlingen na AVI 9 nog wel noodzakelijk of wen-selijk is. Ik vind van niet. Mijn advies is: stop met Estafette zodra M6 is bereikt (of, des-gewenst E6) en ga dan door met leeskilometers. Ook bij begrijpend lezen en zaakvakken wordt veel gelezen en soms ook hardop gelezen.

Iets anders is dat scholen die doorgaan met het afnemen van mondelinge leestoetsen

(DMT, AVI) tot en met groep 8, niet zelden daartoe geprest door de onderwijsinspectie, merken dat de resultaten ‘tegenvallen’. Een belangrijke oorzaak hiervan is volgens mij dat hardop lezen en zeker hardop rijtjes woorden lezen (DMT) een gekunstelde, weinig inspirerende bezigheid is waarbij leerlingen geneigd zullen zijn slordig te lezen en te gaan afraffelen. Bedenk daarbij dat ze in groep 7-8 vaak al enkele jaren gewend zijn in ‘stil’ te lezen. Wie het hardop lezen wil blijven oefenen kan twee dingen doen: 1). Laat als voorbereiding op de DMT de leerlingen oefenen met woordrijen uit bijv. Zuid-

Vallei of Speciale Leesbegeleiding. 2). Laat leerlingen stukjes tekst hardop lezen bij zaakvakken en begrijpend lezen. Ook

de verwerkingsopdrachten bij taal en rekenen komen in aanmerking. Laat hen forum-lezen, voordrachtslezen of voorlezen bij kleuters om hardop lezen ‘warm’ te houden. Neem dat op bij leeskilometers maken.

4. Maak een organisatieplan Wissel leerlingen eventueel tussen klassen uit. Maak voor iedere groep een groepsplan

waarin je links vermeld de dagen in de week (de Estafettelessen) en bovenaan de instruc-

tiemomenten en de materialen. Geef dan per dag (Estafetteles) aan wie met welke mate-

rialen werkt en wanneer je instructie geeft aan wie.

5. Methodekennis en materiaalkennis Zorg ervoor dat je bij eerste invoering een heel goed beeld hebt van alle materialen en

hoe je deze moet gebruiken. De site geeft uitstekende informatie. KLIK naar materialen

Wees je ervan bewust dat de methode-informatie is verdeeld over twee boeken: De Ge-

bruikswijzer en het algemeen gedeelte van de Handleiding.

Stel jezelf als doel om aan het einde van het jaar de methode grondig te kennen: doelen, werkwijze, organisatie en materialen. Bestudeer in de Gebruikswijzer H5, H6 en H7, met

name alles over convergente differentiatie (wat de meeste scholen hanteren). In het al-

gemeen gedeelte van de handleiding bestudeer je de informatie over de drie aanpak-

ken (blz. 8-10). Over de materialen (blz. 11-15). En over de werkvormen (blz. 16-20).

6. Een les bijwonen bij een collega Dit werkt heel verhelderend en zou iedere Estafetteschool moeten organiseren.

7. Oriënteer de leerlingen Trek aan het begin van het schooljaar, vooral in groep 4, voldoende tijd uit (een hele les)

om de leerlingen wegwijs te maken in de lessen en de materialen. Herhaal dat de 2e les.

Gebruik ook de poster ‘Zo werken wij met Estafette’.

Page 4: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

ESTAFETTE NIEUW kenmerken en tips - 4 -

Versie oktober 2012 – © Sipke Faber

8. Geef een goede instructie en inoefening Ga niet haasten omdat je denkt dat je niet alles af krijgt. Als niet alle leerlingen in aanpak

1 en 2 de oefenstof beheersen aan het einde van de les besef dat: er komt weer een vol-

gende les! De methode biedt veel herhaling. Laat de lessen niet uitlopen.

9. Lesmateriaal voorbereiden Als je eenmaal een groepsplan hebt gemaakt, zorg dan voor voldoende werkboeken,

leesboeken en andere materialen. Zorg ervoor dat je weet hoe ze eruit zien en waar ze

liggen. Zorg voor voldoende goede leesboekjes op ieder niveau. Zorg voor voldoende

voorraad werkschriftjes (kopieerbladen) met steeds een andere kleur voor ieder niveau.

10. Activiteiten voor goede lezers Zorg voor voldoende aanvullende bezigheden voorde goede en heel goede. lezers. Ver-

derop staan suggesties voor deze leerlingen. Koppel Estafette aan het leescircuit. Zeker

in de hogere groepen treedt soms een zekere verveling, desinteresse op bij de leerlingen

in aanpak 3. Zorg voor alternatieve opdrachten. Neem bijv. één Estafetteopdracht op in de

weektaak en laat voor het overige andere (lees)activiteiten doen.

Klassenorganisatie tijdens de les (tip 11, 12 ,13) 11. Maak in de basisles na een kwartier een ronde door de klas, laat aanpak 1 even zelf-

standig oefenen.

12. Bespreek regelmatig met de leerlingen na hoe de Estafette les verliep. Konden ze goed

doorwerken? Werden ze afgeleid? Hebben ze alles af gekregen wat ze moesten doen?

Vonden ze de tekst leuk om te lezen? Vonden ze opdrachten gemakkelijk, moeilijk, niet zo

leuk, wel interessant? Wat vinden ze leuk aan Estafette? Wat niet zo leuk?

13. Geef de leerlingen feedback over de resultaten.

14. Instructiegroepen indelen Meestal heeft elke groepsleerkracht twee instructiegroepen, bij drie of vier Estafettelessen

in de week. Organisatorisch is dat haalbaar. Als er meer instructiegroepen binnen één

klas komen moet er het organisatiemodel worden aangepast. Suggesties:

1) Gebruik de Estafette Leestrainer. Estafette Leestrainer

2) Werken met blokuren.

3) Zet samenwerkend leren in (duo-lezen, tutorlezen).

4) AVI niveaus combineren (vanaf AVI E4 is dat verantwoord).

5) Een onderwijsassistent of een tutor inzetten.

6) Soms is het mogelijk om twee instructiegroepjes achter elkaar te plannen met tussen-

door een klassenrondje. De Estafetteles zal dan iets langer duren (ca. 40’).

7) Méér Estafettelessen in de week, sommige scholen werken met bijv. víer Estafette ba-

sislessen!

15. Bovenbouw Estafette is vooral bedoeld E3 t/m M6-E6. Vaak neemt het aantal zwakke en heel zwakke

lezers vanaf groep 6 af. In groep 7 en 8 zitten soms weinig instructiegevoelige leerlingen

meer (niveau IV-V of D-E). Wat te doen als er toch zwakke lezers zijn? Suggestie: veel

scholen vinden het organisatorisch lastig om in àlle groepen 4-8 bij Estafette aan te bie-

den. Spreek daarom af in welke groepen je Estafette aanbiedt (meestal groep 4-6 of 4-5).

De zwakke lezers in de bovenbouw moeten dan instructie krijgen in de eigen klas. Dat

kan met Estafette of met soortgelijke oefenstof uit bijv. Zuid Vallei of Speciale Leesbege-

leiding.

Page 5: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

ESTAFETTE NIEUW kenmerken en tips - 5 -

Versie oktober 2012 – © Sipke Faber

17. Woordenschat en Estafette Woordenschatuitbreiding is cruciaal voor betere lees-

resultaten. Besteed er voldoende tijd aan. In Estafet-

te worden veel moeilijke of vreemde woorden ge-

bruikt. Sta stil bij hun betekenis:

Schenk tijdens de instructie ook tijd aan woordbetekenissen verkennen en verdiepen.

1. Kies woorden uit die je relevant vindt.

2. Geef een korte semantisering: uitleggen, voorbeeldzinnen geven.

3. Steek echter niet teveel tijd in woordenschat. Bespreek de moeilijke woorden klassi-

kaal. Schrijf ze op het bord. Herhaal en breidt de betekenissen en gebruikssituaties

uit. Controleer.

18. Estafette in groep 3 Estafette in groep 3 inzetten voor sterk gevorderde lezers (bijv. M3 en hoger) is niet zo’n

goed idee omdat het inhoudelijk best pittig is voor het leeftijdsniveau in groep 3. Je kan

verrijkingsmateriaal gebruiken uit de Speelleesset en materiaal uit de “Zon-lijn” van VLL.

Láter in het schooljaar in groep 3 is eventueel starten met Estafette wel mogelijk.

19. Aanpakgedrag leren toepassen De kracht van Estafette is o.a. dat leerlingen een aanpakgedrag leren voor lastige woor-

den, maar ook voor het omgaan met teksten. Wees je bewust van dat aanpakgedrag.

Leer de kinderen om dat ook toe te passen bij vrij lezen, begrijpend lezen en zaakvakken.

Doe het aanpakgedrag dat je graag wilt zien zelf voor d.m.v. voorlezen en daarbij hardop

denken.

20. Het werken met Estafette evalueren Organiseer regelmatig evaluatiebijeenkomsten. Laat de leerkrachten van te voren een

evaluatieformuliertje invullen en meenemen naar de bijeenkomst. Maak illustratieve video-

opnamen van een Estafetteles. Bespreek de ervaringen in kleine groepjes. Zorg voor een

goede plenaire uitwisseling en maak hiervan een helder, puntsgewijs verslag.

Estafette software on line KLIK voor informatie Voor toetsen analyseren en groepsplannen maken is er de “Toetssite”. Hiermee kunnen de

toetsgegevens worden verwerkt en wordt een overzicht verkregen van de indeling van leer-

lingen in leerstofpakket en aanpak.

Er is de “Leerkrachtassistent”, digibordsoftware met veel mogelijkheden.

Verder is er het hulp- en oefenprogramma “Leestrainer”.

Aansluitende informatie In dit artikel is verwezen naar twee aansluitende artikels, beide van Sipke Faber:

Estafette en het leescircuit (met daarin ook beknopte informatie over het Leescircuit zelf).

Hoe kan ik Estafette nieuw doelmatiger hanteren

Deze zijn gepubliceerd op www.slideshare.net/sipkefaber

Page 6: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

ESTAFETTE NIEUW kenmerken en tips - 6 -

© Sipke Faber

Suggesties voor goede lezers

Estafette heeft aanpak 2 en 3 voor de gemiddelde en goede lezers. Soms is er te weinig oe-

fenstof voor de snelle leerlingen. Daarnaast zijn er scholen die Estafette alléén voor aanpak

1 en 2 gebruiken maar voor de rest van de leerlingen andere werkvormen inzetten. Voor dit

soort situaties èn voor de M6 en hoger kinderen hieronder suggesties.

Algemene suggesties

Geef ook de leerlingen die zelfstandig werken instructie en feedback. Betrek hen nadruk-

kelijk bij de terugblik aan het einde van de les. Dóe iets met hun werk.

Zorg voor voldoende variatie.

Zorg voor een heel aantrekkelijk leesaanbod: verhalende boeken, informatieboeken, tijd-

schriften, stripverhalen…..

Werk met een circuitmodel: laat de leerlingen rouleren langs verschillende activiteiten.

Zet de betere lezers in bij duolezen.

Laat hen voorlezen bij de kleuters.

Laat de betere lezers uit de bovenbouw tutor zijn, maar houdt er rekening mee dat aan

de instructie en begeleiding van tutoren specifieke eisen worden gesteld.

Laat kinderen die daar talent voor hebben leeshulp zijn tijdens de Estafettelessen.

Specifieke suggesties

1. De map Speciale Leesbegeleiding van Luc Koning gebruiken: hierin zijn voor AVI-

niveau E3-M6 woordrijen en teksten opgenomen.

De kopieerbladen kunnen als volgt verwerkt worden:

De woorden:

1. Woorden lezen in 2-tal , om de beurt een rij

2. Woorden lezen met stopwatch

3. Lln. in de 5de rij het 2de woord laten zoeken en uitspreken

4. Woorden onderstrepen met bv. 3 lettergrepen

5. Lln. flitskaartjes laten maken (zie kopieerblad in de map), laten flitsen in 2-tallen.

De tekst:

Gezamenlijk lezen

In 2-tal om de beurt een zin lezen

Zelfstandig lezen

Woorden laten onderstrepen die passen bij het voorbeeldwoord, evt. in 1 min, uitwis-

selen met buur

Leerlingen vragen laten bedenken bij de tekst

Leerlingen in 1 min. lidwoorden laten omcirkelen

2. Opdrachten Boekjournaal uit het Estafetteloper

3. Andere opdrachten bij vrij lezen

Maak een tekening passend bij het verhaal

Maak een quiz voor je klasgenoten, vergeet de antwoorden niet op te schrijven

Bedenk een nieuwe kaft voor het boek

Bedenk hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Schrijf het laatste hoofdstuk

Zoek op internet informatie over de schrijver

Page 7: Estafette nieuw kenmerken en tips - geheel vernieuwde versie

ESTAFETTE NIEUW kenmerken en tips - 7 -

© Sipke Faber

Vertel iets over de hoofdpersoon

Beantwoord de volgende vragen: wat staat er op de rug van het boek, wat is het ISBN

nummer,uitgever, druk, aantal bladzijde, auteur, illustrator, leukste hoofdstuk, waarom

gekozen voor dit boek, vertel kort het verhaal, waar speelt het verhaal zich af, wie is

of zijn de hoofdpersonen, welk genre betreft het, enz.

Zoek op internet naar afbeeldingen die passen bij het verhaal, vertel erbij waarom.

4. Informatieboeken en de bijhorende verwerkingsbladen

Een variatie: laat leerlingen in tweetallen of een groepje een presentatie voorbereiden. Bij-

voorbeeld een poster, een powerpointpresentatie, een praatje, een discussie e.d.

5. Doelezen: computerprogramma voor groep 4-5, uitgeverij Zwijsen Begrijpend lezen toepassen in levensechte situaties. Doelezen is een interactief computerprogramma dat leer-

lingen stimuleert hun begrijpend-leesvaardigheden toe te passen. Het is bestemd voor leerlingen die al behoor-

lijk technisch kunnen lezen op woordniveau, maar die vaak nog niet goed begrijpen wat ze lezen, of er niet toe

komen om in alledaagse situaties van hun leesvaardigheid gebruik te maken.

Doelezen begint telkens met een verhaal. Binnen dit verhaal maakt de leerling bepaalde

keuzes naar aanleiding van wat hij leest. Deze keuzes hebben gevolgen voor het verdere

verloop van het verhaal. Als je bijvoorbeeld op het station niet zorgvuldig kijkt vanaf welk per-

ron de trein vertrekt, zou je de trein wel eens kunnen missen; in Doelezen gebeurt dit dan

ook! Deze levensechtheid motiveert!

6. Speurneus: differentiatiemateriaal voor groep 4-5, voortgezet begrijpend lezen

Speurneus is een flexibel pakket voor begrijpend lezen waarmee de leerlingen zelfstandig en

gedifferentieerd werken. Het is bedoeld voor een brede groep: Speurneus neemt niet de

jaargroep, maar het AVI-niveau als uitgangspunt. Daardoor kunnen zowel zwakke, gemid-

delde als goede lezers Speurneus gebruiken.

Elke leeskaart is in viervoud in de doos opgenomen, zodat er vier leerlingen tegelijk met de-

zelfde tekst kunnen werken. Bij elke set leeskaarten hoort een oefenboekje en een set ant-

woordkaarten. Voor u is er een beknopte toelichting.

De leerlingen kiezen een leeskaart op hun eigen niveau. Ze lezen de tekst op de kaart en

aan de hand van het bijbehorende oefenboekje maken ze hier opdrachten bij. Met behulp

van de antwoordkaarten kijken ze hun werk na. Dit alles geheel zelfstandig.