ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

27
1 ERM Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM

Transcript of ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

Page 1: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

1ERM

Schematechnieken en databases

Module VIIIHoofdstuk 2

Gegevensanalyse met ERM

Page 2: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

2ERM

Was is informatieverzorging ook al weer?

opslag

verwerkinginvoer uitvoer

Bijvoorbeeld in een Database

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken, opslaan en verstrekken van informatie (gegevens) ten behoeve van gebruikers en uitvoering van processen met behulp van een informatiesysteem.

gegevens

Page 3: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

4ERM

Ontwikkeling van een informatiesysteem

Projectmatig werken:‣ Verkenning

(waar gaat 't over) ‣ Analyse

(problemen,knelpunten) ‣ Ontwerp‣ Realisatie‣ Gebruik en Beheer

In deze presentatie kijk je naar het ontwerp en de bouw van een database.

informatieplanning ofvooronderzoek

definitiestudie

functioneel ontwerp

technisch ontwerp

bouw

acceptatietest

invoering

gebruik enbeheer

gebruik enbeheer

realisatie

ontwerp

analyse

verkenning

Page 4: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

5ERM

Database

Een database is een vaak voorkomend onderdeel van een (bedrijfs)informatiesysteem.

Het is een verzameling van gegevens,opgeslagen in een logische structuur.

Voordat je een database opzet, moet je bedenken welke gegevens je nodig hebt: gegevensanalyse.

Page 5: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

6ERM

Database toepassingen en taalgebruik

Je kunt een database bewerken en raadplegen. Bijvoorbeeld:‣ Basisgegevens van klanten: naam, adres en

woonplaats (NAW-gegevens).‣ Telefoonboek op internet.‣ Je cd-verzameling op je computer.

Bij het ontwerpen van een bruikbare database hoort een bepaald taalgebruik: 'jargon'.

Page 6: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

7ERM

BasisbegrippenBegrip Omschrijving Voorbeeld

Object Een concrete of abstracte zaak waarover gegevens worden vastgelegd.Concreet = zichtbaar/tastbaarAbstract = niet zichtbaar/tastbaar

Een telefoon, een tafel, studente Kim Berg. (concreet)klas 4h, het vak informatica.(abstract)

Entiteit Beschrijving van een object in een gegevensverzameling.

Eigenschappen van studente Kim zoals geboorteplaats, woonplaats, klas.

Relatie Verband tussen 2 entiteiten. Kim is geboren in Anjum. In de database wordt dit beschreven als:'Kim heeft geboorteplaats Anjum'

Attribuut Een eigenschap van een object waarmee informatie over dat object wordt vastgelegd. (Eigenschap is afhankelijk van het doel waarvoor de gegevensverzameling wordt vastgelegd.)

NAW-gegevens van studente Kim in de studentenadministratie.De brilsterkte van de klanten van opticien Oogappel.

in schema

Page 7: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

8ERM

BasisbegrippenBegrip Toelichting / Opmerking Voorbeeld

Classificeren Classificeren is het samennemen van een bepaalde soort entiteiten, attributen en/of relatiestot respectievelijk entiteittype, attribuuttype en/of relatietype

Entiteittype Naamgeving: enkelvoud Entiteiten 'Kim Berg' en 'Joep Bol' zijn studenten.Classificatie = bijv. 'Student'

Attribuuttype Classificatie van gelijksoortige waarden. 'Kim' en 'Berg' zijn attribuutwaarden.'Joep'en 'Bol' zijn attribuutwaarden.Classificatie = VoornaamClassificatie = Achternaam

Relatietype Er is weinig verschil tussen 'Relatie' en 'Relatietype'.

Kim Berg zit in klas 4h.Relatie = 'zit in'Classificatie = 'zit in'

in schema

Page 8: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

11ERM

ERD

Samenhang tussen entiteiten geef je schematisch weer in een Entity Relationschip Diagram: ERD.

ERD's behoren tot de informatieanalysemethode

Student

Zit in

‣Een entiteittype geef je weer met een rechthoek‣Een relatietype geef je weer met een ruitvorm‣Een attribuuttype beschrijf je 'gewoon' in tekst

entiteittype

relatietype

Page 9: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 12

Weergaven

Student Zit in Klas

Student Leent Boek

Student Zit in Klas

Leent Boek

Samenvoegen tot

1 figuur

=+

Page 10: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 13

Identificatie

Zorgt ervoor dat elke entiteit uniek te benoemen is door 1 of meer attribuuttypen.‣ Bijvoorbeeld: een studentnummer.‣ Wanneer 2 studentes 'Kim' heten voeg je aan de

entiteit 'Kim' het attribuuttype 'studentnummer' toe.‣ Het attribuuttype 'studentnummer' heeft dan als

attribuutwaarde bijvoorbeeld 783920948.

Page 11: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 14

Tekstuele beschrijving

Met deze beschrijving van het informatiemodel geef je aan:‣ welke attribuuttypen de identificerende attribuuttypen zijn,‣ welke attribuuttypen deel uitmaken van een bepaald

entiteittype. Per entiteittype bestaat de beschrijving uit 3 groepen:

‣ 1 Entiteittype‣ 2 Identifier‣ 3 Description

Page 12: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 15

Tekstuele beschrijving

Entiteittype Klas Student

Identifier AfdelingKlasnummer

Studentnummer

Description AfdelingKlasnummerAantal studenten

StudentnummerNaamAdresPostcodeWoonplaatsGeslachtGeboortedatum

Entiteittype Klas heeft meer dan één attribuuttype als identificatie. Je ziet: een identificatie hoeft niet per se uit één attribuuttype te bestaan.

Page 13: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 16

Cardinaliteit (1)

Het aantal keren dat een relatie tussen entiteiten voor mag komen.‣ Er zijn 3 typen relaties:

• één-op-veel (+ veel-op-één)• veel-op-veel• één-op-één

'cardinaliteit van het relatietype'

Page 14: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 17

Cardinaliteit (2)

Cardinaliteit wordt in het grafisch model weergegeven d.m.v. het cijfer 1 en de letter 'n'.‣ 'n' betekent: 'veel'.

Minimale cardinaliteit

0

1

n (meer dan 1)

Maximale cardinaliteit

Minimale cardinaliteit:‣ Is het verplicht (1) of niet (0) dat het entiteittype deelneemt aan de relatie?‣ De minimale cardinaliteit staat altijd voor de maximale cardinaliteit.

Page 15: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 18

één-op-veel relatie

Student zit in Klas1 n

veel-op-één relatie

Student leentBoek

exemplaar1n

Klas bevat Studentn 1

Één student zit in één groep, in één groep mogen meerdere studenten zitten.

Er mogen meerdere studenten in één klas zitten.

Page 16: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 19

veel-op-veel relatie

StudentVolgt

les vandocent

n n

veel-op-veel relatie

Fitnesser gebruikt apparaatn n

Elke student krijgt les van meerdere docenten; elke docent geeft les aan meerdere studenten.

Een fitnessapparaat wordt gebruikt door meerdere sporters; een sporter gebruikt meerdere apparaten.

Page 17: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 20

één-op-één relatie

Student krijgt studiebeurs1 1

Één student heeft één studiebeurs. Deze studiebeurs is uniek voor deze student.

Page 18: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 21

Optionaliteit (1)

Bij een optionele relatie hoeft er niet per se een relatie tussen de entiteittypen te bestaan.‣ Voorbeeld: een boek in een

bibliotheek màg uitgeleend worden aan een persoon, maar het hoeft niet.

Page 19: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 22

Optionaliteit (2)

Optionaliteit heeft betrekking op het al of niet verplicht aanwezig zijn van een relatie bij een entiteit.‣ Word aangeduid met een 0 of 1.

0 = geen verplichte deelname1 = wel verplichte deelname

Page 20: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 23

Optionaliteit (3)

Student zit in Klas1 n

Student zit in Klas1 n

Cardinaliteit

Optionaliteit wordt toegevoegd.

1, 1,

In iedere klas zit minimaal 1 student. Iedere student moet in 1 klas zitten.Dus, met andere woorden:

Bij een entiteit van het entiteittype Student hoort minimaal 1 en maximaal 1 relatie van het relatietype zit in.Bij een entiteit van het entiteittype Klas hoort minimaal 1 en maximaal n relaties van het relatietype zit in.

Page 21: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 24

Ternaire relatie

Ternair = derde ‣ primair, secundair, ternair = 1e, 2e, 3e

‣ Het is een derde relatietype naast de bestaande twee. Een ternair relatietype houdt in dat een bepaalde entiteit betrekking

heeft op de relatie tussen twee andere entiteiten. De identificatie gebeurt soms door een eigen nummer,

soms door de identificatie van één of van beide andere entiteittypes over te nemen. ‣ Dit worden geen attributen van het derde entiteittype.‣ Dit type wordt dan afhankelijk van een of van beide andere entiteittypen

Page 22: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 25

Ternair relatietype

Student krijgt vak1,n

0,n

Resultaat

1,1

Student Kim haalt voor het vak Informatica het cijfer 8. Het cijfer 8 is geen eigenschap van student Kim, en ook geen eigenschap van het vak Informatica. Immers: Kim zal voor andere vakken andere cijfers halen en voor Iinformatica zal door andere studenten andere cijfers worden gehaald.

De cardinaliteit en optionaliteit bij het entiteittype Resultaat zijn 1,1.

Dus, met andere woorden:Een entiteit van het entiteittype Resultaat is verbonden met één relatie van het relatietype 'krijgt'. Niet met meer dan één relatie.

Page 23: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 26

Bestaansafhankelijkheid (1)

De identificatie van het entiteittype Student is Studentnummer. De identificatie van het entiteittype Vak is bijvoorbeeld Vaknaam.

De identificatie van het entiteittype Resultaat kan niet alleen een combinatie van bovenstaande twee attirbuttypen zijn: dit gaat namelijk mis wanneer Kim nog meer cijfers voor Informatica haalt. Anvulling met bijvoorbeeld Datum lost dit probleem op.Attribuuttype Studentnummer wordt geleend van entiteittype Student.Attribuuttype Vaknaam wordt geleend van entiteittype Vak.

Student krijgt vak1,n

0,n

Resultaat

1,1

Page 24: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 27

Tekstuele beschrijvingEntiteittype Resultaat Student Vak

Identifier StudentnummerVaknaamDatum

Studentnummer Vaknaam

Description Datum

CijferStudentnummerNaamAdresPostcodeWoonplaatsGeslachtGeboortedatum

Vaknaam

Page 25: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 28

Bestaansafhankelijkheid (2)

Studentnummer en Vaknaam zijn geen eigenschappen van het entiteittype Resultaat.

Attribuuttype Studentnummer wordt geleend van entiteittype Student.Attribuuttype Vaknaam wordt geleend van entiteittype Vak.

Het entiteittype Resultaat is bestaansafhankelijk van de entiteittypen Student en Vak.

Bestaansafhankelijkheid houdt in dat ten behoeven van de identificatie van een entiteittype attribuuttypen 'geleend' worden bij een ander entiteittype.

Page 26: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

ERM 29

Uitgewerkt voorbeeld

Een ERD maken leer je het beste in de praktijk. Bekijk in je boek een uitgewerkt

voorbeeld van een bestelprocesin een service-centrum van een scholengemeenschap.

Gebruik het programma Visio om het ERD te ontwikkelen.

Veel succes!

Page 27: ERM1 Schematechnieken en databases Module VIII Hoofdstuk 2 Gegevensanalyse met ERM.

30ERM