Eric de Jong - debogaard.be

3

Transcript of Eric de Jong - debogaard.be

Page 1: Eric de Jong - debogaard.be

Page 2: Eric de Jong - debogaard.be

Erik de Jong, alias Spinvis (bouwjaar 1961), houdt niet van hokjes. Hij wil blijven spelen, in de letterlijke zin van het woord. En daarom is ‘Oogcontact van de eenzaamste soort’, op 26 november in de Academie-zaal, weer iets heel nieuw. Voor hemzelf én voor het publiek. Een show waarbij ook u, als toeschouwer, let-terlijk in de spotlight komt te staan.

In muzikantentermen is Eric De Jong een laatbloeier. Hij was al

41 toen hij in 2002 debuteerde met ‘Spinvis’, een album dat hij

thuis opnam in zijn keuken en badkamer. Ondertussen heeft hij

een hele weg afgelegd waarbij hij zichzelf op en naast het podium

telkens nieuwe impulsen toedient. Ook in ‘Oogcontact van de

eenzaamste soort’. Samen met de verbluffende Vlaamse multi-

instrumentaliste Saartje Van Camp creëert hij in een

minimumbezetting het geluid van een héle band,

via loops met tal van instrumenten, gaande van een

gekke toeter tot een Japans snaarinstrument. In een

ruk bedienen ze ook zelf de – nou ja - lichtshow.

Waarom met twee?

Eric de Jong: “Vorig jaar hebben Saartje en ik een

grote en heel ingewikkelde voorstelling gemaakt.

Een dansopera met dansers, een grote band, een

koor… Dat betekende heel veel regelen en bellen. Al-

lemaal leuk en interessant, maar voordat de nieuwe

plaat er zou komen, dacht ik toch: laten we nog maar

eens iets kleins doen.”

Maar niet solo.

“Heb ik ook gedaan, maar met zijn tweeën gebeurt

er altijd wat. En met drie is het al meteen weer hele-

maal anders: three is a crowd.”

Nog een argument om voor twee te kiezen:

oogcontact, zoals de programmatitel suggereert.

“Precies. Oogcontact kan alleen met zijn tweeën. Plus: zonder

groot orkest kan je in kleinere zaaltjes spelen en dat betekent dan

weer dat de mensen veel dichter bij je zitten. Dus ook met hen

maak je oogcontact.”

U doet zelf het licht: vreest u niet voor vakbondsacties

van woedende lichttechnici?

Saartje Van Camp: “(lacht) Ja, we creëren zelf onze wereld op het

podium, heel leuk om te doen. Nu zien wij het publiek ook eens.

Bij een ‘normale’ show’ waarbij de spots boven het publiek op het

podium gericht zijn, zien we altijd een zwart gat. Je weet als ar-

tiest soms niet eens hoeveel volk er in de zaal zit.”

Eric: “Er zit een moment in de show waarin we met twee ouder-

wetse schijnwerpers in de zaal schijnen. Langzaam gaan we elk

gezicht af. Soms zie je dat iemand zich helemaal schrap zet, of

de hand vastpakt van wie naast hem zit. Iemand anders doet dan

weer net heel cool: ik ben stoer (lacht). Dat spelen met licht zegt

ook waar de show om gaat: over wat blijft en wat niet blijft. Plus:

je ziet heel goed wat we doen: we bedienen de knopjes op een oud

mengpaneeltje. Het tegenovergestelde van een

perfecte hi-tech show. Soms mislukt er wel eens

iets, maar dat mogen de mensen gerust zien.”

Saartje: “En dat geldt ook voor de muziek: je ziet

hoe we die ter plekke fabriceren met loops. De ene

keer zus, de andere keer zo. Het is echt spelen, in

de letterlijke betekenis.”

Oud en nieuw werk komen aan bod. Het

oude werk krijgt een nieuwe jas. Constante

is het Nederlands: was dat vanaf het prille

begin al meteen zo besloten om in je eigen

taal te zingen?

“Ja. Ik ben drummer geweest in een punkband.

Daar zat ik veilig achter mijn muur van trommels

en cymbalen. Maar toen het moment daar was dat

ik wilde gaan zingen, dacht ik: Eric, jij bent eigenlijk

geen zanger. In het Nederlands zingen was de op-

lossing, want dan moet ik net niet helemaal zo goed zingen. In het

Nederlands praat ik gewoon tegen je, en dan kan ik vertellen wat

ik wil vertellen.”

Tegelijkertijd geef je je zo heel bloot: de teksten komen

rechtsreeks binnen.

“Dat zorgde aanvankelijk wel voor angst, maar dat is net goed:

zo blijf je scherp. Nu voelt het natuurlijk veel comfortabeler, maar

� � � � � � � � � � �� � � � � � � � �� � � � � Eric de Jong

SPINVIS RICHT DE SPOT OP U IN ‘OOGCONTACT VAN DE EENZAAMSTE SOORT’

� � � � � �

Page 3: Eric de Jong - debogaard.be

ook daar moet je voor op je hoede zijn. Daarom ook deze show:

weer iets helemaal anders.”

U draagt geen oogkleppen in uw aanpak: u werkte met

teksten van dichter Simon Vinkenoog, u maakte een

opera, u liet strips maken van uw songs….

“Spelen hé. Kijken wat de mogelijkheden zijn en andere manieren

zoeken om je verhaal te vertellen. Je wil altijd wel ergens hetzelfde

vertellen, maar op allerlei manieren.”

U heeft ooit gezegd: ‘over de liefde kan je niet zingen’.

“Ja, en daarna deed ik niets anders meer (lacht hard). God, ben

ik blij dat ik niet in de politiek zit: daar rekenen ze je op alles af.”

Uw debuutalbum was doordrenkt van melancholie. Is

dat nu niet wat minder geworden?

“Dat levensgevoel komt altijd terug, wat ik ook maak. Ik probeer er

bewust niet aan toe te geven, want de neiging om daar helemaal

in te verdrinken, heb ik absoluut. Ik denk echter dat het liedje daar

niet mooier van wordt. Daarom probeer ik het zo sec mogelijk te

brengen. Dat is mooier. Als je als zanger tussen luisteraar en lied

staat in de beleving, is dat niet goed.”

Een ‘Spinviszin’, of ‘Spinviswoord’ haal je er zo uit.

Hoe vindt u inspiratie?

“Spreektaal. Ik hoor iemand het woord ‘ravissant’ zeggen, en dat

blijkt dan een sleutel voor een song: één woord kan een hele we-

reld openen. In spreektaal zitten heel veel ladingen: veel zoeken,

veel zwijgen ook. En spreektaal zit veel dichter bij zang dan bij-

voorbeeld poëzie, dat van een papieren wereld komt waar de tijd

stil staat.”

Wat ‘doen’ mensen met uw teksten?

“Dat verschilt. Soms spreekt iemand me aan en zegt: ‘ik ben zo

lang ziek geweest en u heeft me met uw teksten troost gegeven

in een moeilijke periode.’ Dat vind ik mooi. Maar er zijn ook men-

sen die hun arm hebben vol getatoeëerd met teksten van Spin-

vis. Voor de rest van hun leven zijn die op een of andere manier

verbonden met mij. Ze zullen sterven met teksten van mij op hun

huid: daar heb ik het wat moeilijk mee.”

Tot slot: u heeft een pak prijzen in de kast staan.

Streelt dat uw ego?

“Nee joh, maakt echt niet uit.”

Er zat ook een taalprijs tussen…

“Die vond ik wél leuk, ja. Maar winnen van prijzen is niet meer dan

een aanmoediging om nog meer risico te nemen: want men ziet

wat je doet. Zo’n prijs zegt: je doet het goed, we hebben vertrou-

wen in je. En dus moet je dan weer net meer risico nemen.”� � � � � � � � � � �� � � � � � ! " # $ % & & % # ' & ( ) # ' % & ( * * + ! , ! � � - � � . ! ! �/ � , 0 � / � 1 2 # ' 3 2 & 4 3 2 & 5