Engel naast God

17
ENGEL NAAST GOD

description

Een fragment

Transcript of Engel naast God

Page 1: Engel naast God

EngEl naast god

Page 2: Engel naast God
Page 3: Engel naast God

andré F. troost

Engel naast God

Hoe goddelijk is Jezus?

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Page 4: Engel naast God

www.boekencentrum.nl

ontwerp omslag: Mulder van Meurslayout binnenwerk: grafische Vormgeving Kanters

IsBn 978 90 239 2475 3nUR 703

© 2010 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

alle rechten voorbehouden. niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de uitgever.

Page 5: Engel naast God

5

Inhoud

Voorwoord 9

1. Jezus, een engel? 15

2. de termijnteksten 43

3. de Zoon van god 65

4. de Mensenzoon 88

5. de eerste 101

6. de messias 109

7. de rechter 124

8. Vier lastige teksten 140

9. Jezus, hoofd der engelen 165

10. terugblik en oproep 181

11. licht raakt onze twijfel aan. Een paaspreek 194

Herboren is het leven. Een paaslied 200

Page 6: Engel naast God
Page 7: Engel naast God

Eeuwig Woord, U willen wij bezingen,god uit god en licht uit licht;Wijsheid, voor de aanvang aller dingenspelend voor gods aangezicht;engel Gods uit Isrels oude dagen,Zoon van ’s Vaders eeuwig welbehagen,dienaar van gods hoog bevel,kind der maagd, Immanuël!

Cornelis Rijnsdorp, gezang 476:1

Page 8: Engel naast God
Page 9: Engel naast God

9

Voorwoord

In de hoop dat het nog niet te laat is, waarschuw ik u, lezer van dit boek! U hebt geen vlot geschreven werkje in handen,

waarin met luchtige illustraties en vrolijke anekdotes de wijsheden en waarheden van het Bijbelse getuigenis sprankelend worden beschreven en aantrekkelijk opgedist. Integendeel. dit boekje biedt pittige kost. Het is in elk geval een boek dat rijk is aan Bij-belteksten. die heb ik zo talrijk en uitvoerig geciteerd, omdat ik in dit boekje graag de schrift volop wil laten spreken. Ik had er graag een ‘spannend’ boek van willen maken, maar vanwege de (blijmoedige) ernst van het thema kies ik voor een eenvoudig en strak betoog.

dit boek gaat over een thema waarmee het christelijk geloof staat of valt: Jezus zelf. Wie was Hij?

Ik weet heel goed dat er over Jezus boeken bij de vleet zijn. Je zou alleen al met boeken over Hem een complete bibliotheek kunnen vullen. Kan dit boekje daar nu nog iets waardevols aan toevoegen?

Het is aan u te bepalen of dit het geval is. Zelf denk ik dat in dit boek wel degelijk een stem klinkt die anders is dan het geluid dat de meeste boeken over Jezus laten horen – anders had ik dit boek beslist niet geschreven. Het eerste hoofdstuk begint er direct al mee en de vraagstelling die daarin wordt opgeworpen, loopt als een leidraad door heel dit boek.

Begrijp me goed: graag wil ik hoog opgeven van Hem die als de Zoon des mensen de hemel op aarde is: onze Verlosser en Redder der wereld. Het gaat mij er dus niet om door middel van het stellen van zoveel mogelijk kritische vragen het fundament van

Page 10: Engel naast God

10

het christelijk geloof te ondermijnen. Integendeel! Het gaat mij er juist om de kernbelijdenis van de kerk hoog te houden door bepaalde ‘lastige’ teksten serieus te nemen. Ik heb dan het oog op teksten die te lang het mikpunt van spot zijn geweest: ‘Zie je wel, de Bijbel heeft ongelijk, het evangelie klopt niet, de verkondiging is een grote vergissing!’ als ik al kritische vragen stel (en dat doe ik inderdaad!), dan is dat met dit ene doel: de waarheid boven tafel te krijgen. En dan heb ik het over de waarheid aangaande Christus, onze Verlosser. de kerk kan het zich niet permitteren belangstellende lezers van de Bijbel met een kluitje in het riet te sturen. terecht verwachten kerkgangers, jong en oud, helderheid. Het gaat mij dus, ook in dit boek, in feite niet om het stellen van kritische vragen met als enige doel zo kritisch mogelijk te zijn; het gaat mij ten diepste juist om het zoeken naar begaanbare wegen en om het geven van acceptabele antwoorden. daarbij besef ik heel goed dat wij, kleine mensen, op lang niet alle vragen een antwoord hebben en ook niet hoeven te hebben. Maar laat toch – zo luidt mijn devies – niet mistig blijven wat in de schrift niet mistig is.

al met al gaat het mij om Jezus. over Hem vernam ik van jongs af aan twee dingen. allereerst: Hij is de knecht des Heren. Jezus is dienaar, ondergeschikt aan zijn hemelse Vader. Hij wist van god dan ook heel, heel veel – maar niet alles. Zo kende Hij bijvoor-beeld, naar eigen zeggen, niet de juiste dag waarop de Zoon des mensen zou wederkomen: ‘niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.’1 ook begreep ik uit de Bijbel dat Hij te zijner tijd zijn koningschap zal overdragen aan de Vader, zodat god alles en in allen zal zijn2 – alsof Christus slechts tijde-lijk een rol van betekenis zou spelen.

tegelijkertijd leerde ik echter ook dat Jezus, de dienaar, niet (alleen maar) een gewoon mens was, zelfs niet alleen maar een buitengewoon mens, maar volop god, waarachtig God.

1 Matteüs 24:362 ‘En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf

onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat god over alles en allen zal regeren.’ 1 Korintiërs 15:28

Page 11: Engel naast God

11

die twee gedachten samen te voegen, is me nooit gelukt. Jezus zou ten volle god zijn, maar wist niet alles wat de Vader wist…? god kende de dag waarop de Zoon des mensen zou wederko-men, maar de Zoon des mensen zelf was daar niet van op de hoogte? Was Christus dan een mindere god, met een beperking qua kennis, een soort tweederangs god? als Jezus helemaal god is, moet Hem toch alles bekend zijn wat aan de Vader ook bekend is? En als dat niet zo is, kun je toch die twee, de Vader en de Zoon, niet zomaar aan elkaar gelijkstellen? dan is er toch sprake van een opmerkelijk verschil tussen beiden?

natuurlijk begreep ik al gauw dat ik niet de enige was die hier moeite mee had. de tweenaturenleer en de leer van de drie-eenheid zijn in de wereldkerk nooit eenvoudige leerstellingen geweest. Intussen was het wel mijn roeping die kerngedachte in het christelijk geloof vrijmoedig en blijmoedig te verkondigen, in wekelijkse preken op zondag, op catechisatie en in Bijbelkrin-gen. In mijn jonge jaren werd het mij duidelijk in gesprekken die ik als jeugdwerkpredikant had met jongeren; maar evengoed bleek het in diverse ‘gewone’ gemeenten die ik diende, voor velen een probleem: hoe kan Jezus nu waarachtig mens én tegelijker-tijd waarachtig god zijn? In mijn werk als pastor en missionair predikant in hartje amsterdam bleken dezelfde vragen te leven. natuurlijk ging het daar menigmaal over zaken die een heleboel met geld, seks, drank en drugs, maar weinig of niets met dogma-tiek te maken hadden. toch waren er ook altijd intellectuele, kritische amsterdammers én eenvoudige zoekers naar waarheid, autochtoon en allochtoon, die mij aanklampten met vragen over Jezus.

In de loop van de jaren doemden er wat mijzelf betreft nog lastiger vragen op, vragen die het mij nog moeilijker maakten een goed beeld te krijgen van Jezus. Ik dank de hemel dat die vragen mij niet meer zo bij de keel grijpen als een aantal jaren geleden.

Waar ik dat aan te danken heb? dat vertel ik graag in de vol-gende hoofdstukken. Ik doe dat in de lijn van het boek dat ik enkele jaren geleden hierover schreef: Dat koninkrijk van U. Hoe

Page 12: Engel naast God

12

kan Jezus de messias zijn?3 Ik zal de inhoud van dat boek vanzelf-sprekend hier niet kopiëren. Wel voel ik me verplicht in grote lijnen nog eens weer te geven wat ik in dat boek naar voren bracht. Ik doe dat alleen omdat enkele open einden van Dat koninkrijk van U mij min of meer presten dieper in te gaan op de relatie tussen de Vader en de Zoon. Bovendien ervaar ik de visie, naar voren gebracht in Dat koninkrijk van U, als een belangrijke bouw-steen voor wat nu breder in Engel naast God wordt uiteengezet.

Het nadeel dat zij die indertijd Dat koninkrijk van U lazen, nu hier en daar bekende klanken zullen vernemen, neem ik voor lief. Ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van wat in Engel naast God te berde wordt gebracht, beslist geen herhaling van zetten is. Bovendien wil ik degenen die geen kennis hebben geno-men van mijn boek uit 2006, niet confronteren met aansporingen nu eerst dat boek maar eens te lezen. In hoofdstuk 2 van het boek dat u nu in handen houdt, geef ik daarom een samenvatting van mijn visie en een reactie op enkele recensies. Wie Dat koninkrijk van U las, zou hoofdstuk 2 dus kunnen overslaan.

Hoe is dit boek, Engel naast God, opgebouwd?In hoofdstuk 1 maak ik nog duidelijker wat mijn beweegrede-

nen en doelstellingen waren bij het schrijven van dit boek.In hoofdstuk 2 geef ik de aangekondigde samenvatting van

Dat koninkrijk van U.In de hoofdstukken 3 tot en met 8 geef ik dan bij wijze van

Bijbelstudie een overzicht van mijn bevindingen, voortvloeiend uit de oorspronkelijke vraagstelling. Het een en ander sluit ik af met samenvattende conclusies.

In hoofdstuk 9 ga ik in op resterende bezwaren, met name op de vraag of speculatie niet het stempel is dat de verdedigde visie dragen moet. Bovendien passeren enkele andere kwesties kort de revue, zoals: kunnen we met het credo van nicea nog uit de voeten?

Hoofdstuk 10 geeft dan nog een laatste samenvatting plus een oproep met ‘huiswerk’.

3 andré F. troost, Dat koninkrijk van U. Hoe kan Jezus de messias zijn? Zoe-termeer 2006.

Page 13: Engel naast God

13

Wat ik wil met mijn betoog? dit boek wil een klein, een heel klein begin van een hernieuwd gesprek zijn: een eerlijk en eerbiedig gesprek met Israël. opgroeiend in den Haag, ging ik af en toe op de sabbat naar de synagoge in de Wagenstraat, niet ver van de nieuwe Kerk aan het spui, waar ik als kind werd gedoopt. Er is sinds die tijd veel veranderd in het hartje van de Hofstad. de nieuwe Kerk is momenteel een concertzaal en in de voorma-lige synagoge aan de Wagenstraat is nu de Mescidi aksamoskee gevestigd…

te midden van de heen- en weer wiegende synagogegangers vroeg ik mij als kind al af hoe het toch mogelijk was dat het volk Israël zo weinig op had met die bloedeigen, joodse Jezus. tegelijkertijd vroeg ik me af wat we in de kerk wellicht verkeerd dachten en verkeerd deden met betrekking tot Hem die wij als de messias van Israël en de Heiland der wereld zien. Hoe was het toch mogelijk dat er een zo diepe kloof ontstond tussen sabbat en zondag, sjoel en kerk, jodendom en christendom?

dat ik behalve het jodendom in deze thematiek ook de islam beoog, moge duidelijk zijn. Ik ben tot het inzicht gekomen dat de christelijke kerk al eeuwen lang op een bijna hooghartige wijze heeft gesuggereerd oneindig veel beter dan joden en moslims te weten wie Jezus exact was en is: de tweede persoon van de god-delijke drie-eenheid. dit tot grote schrik en ergernis van andere monotheïsten, die elke gedachte aan andere goden of goddelijke persoonlijkheden naast de Ene radicaal van de hand wijzen. Houdt onze afwijzing van hun kritiek wel stand in het licht van de Bij-belse gegevens? En ook: heeft de kerk Israël niet gefrustreerd en geblokkeerd om in het evangelie onbevangen te lezen hoe Chris-tus niet geheel anders was dan de profeten in de tenach over de messias spreken? ook over deze vragen gaat dit boek.

Ik dank arjen van trigt, uitgever, voor zijn waardevolle adviezen. dr. ab noordegraaf te Ede (hij is nieuwtestamenticus en was docent aan de Rijksuniversiteit te Utrecht) en dr. Henk Vreekamp te Epe (indertijd predikant bij de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël) waren zo vriendelijk bij het concept van dit boek

Page 14: Engel naast God

14

opmerkingen te plaatsen. Beiden ben ik daarvoor zeer dankbaar. dr. sam Janse, predikant en nieuwtestamenticus te driebergen, dank ik voor enkele aanwijzingen. ook denk ik met dankbaarheid terug aan gesprekken over dit boek in wording in een leeskring van theologisch geïnteresseerden binnen de Hervormde gemeente Heusden. sommige passages hebben daardoor aan helderheid gewonnen. Uiteraard komt de inhoud van dit boek geheel voor mijn rekening.

Het laatste hoofdstuk bevat een paaspreek – om niet met vragen, maar in verwondering te besluiten.

André F. Troost

Page 15: Engel naast God

15

1

Jezus, een engel?

dit boek begint met een lied dat ik ooit schreef.1 Een bevriende collega had het laten zingen in zijn gemeente. de regel waar

het om gaat, zal ik cursiveren:

leve wie komt om ons te dienen,Koning die voor de vrede vecht,leve de Zon, de ongeziene,hemel, in doeken neergelegd!Hoe zouden wij gods hart doorgronden,zijn ogen zien, zijn stem verstaan,had niet zijn toekomst ons gevonden,licht in ons doolhof op doen gaan?

Hij is een Heiland die kan huilen,helper die hoort wie schreeuwt van pijn,Heer die zijn huis met ons wil ruilen,Engel die mens met ons wil zijn;priesterlijk offert Hij zijn leven,de prins die op een ezel rijdt,die – hoeveel zonden wij misdreven –vrijspraak voor vijanden bepleit.

leve de Koning in ons midden,leve de Zoon die knielt als knecht,leve de Zon die wij aanbidden –Hij heeft de dag ons toegezegd!

1 gepubliceerd in: andré F. troost, Voorzichtig licht, Zoetermeer 2008, lied 36. Melodie: psalm 118 (1543/(genève 1551)

Page 16: Engel naast God

16

Hij tilt ons op, wast onze wonden,die gulle bron van goedheid is –leve het licht, door god gezonden:Christus die onze Broeder is!

Uit de gemeente van die collega kwam kritiek. Een nauwgezette broeder uitte zijn bedenkingen. Kon dat nu wel, in de tweede strofe, die vierde regel: Jezus, ‘Engel die mens met ons wil zijn’?

In een zekere argeloosheid had ik die regel ooit zo geformuleerd. goedbeschouwd was dat overigens niet nieuw. al jaren eerder, zo ontdekte ik achteraf, was mij een dergelijke typering uit de pen gevloeid.2

o Christus, woord dat op doet staan,weg waar gods volk op voort kan gaan,wolk die al wenkend op ons wacht,lichtengel, wakend in de nacht,brood dat zal voeden groot en klein,bron die ontspringt, zo zoet als wijn –

Wellicht moest ik, toen ik dat schreef, onbewust denken aan de woorden waarmee ad den Besten de geest aanroept3:

Kom, Heil’ge geest, gij vogel gods,daal neder waar gij wordt verwacht.Verschijn, Lichtengel, in de nachtvan onze geest, verward en trots.

of speelde vooral de bekende versregel van Cornelis Rijnsdorp mij door het hoofd: ‘engel gods uit Isrels oude dagen…’?4 In elk geval speelde mijn collega de kritiek die hij kreeg aan mij door. En zo begon een uitgebreid denkproces – een denk- en studieproces

2 gepubliceerd in: a.F. troost, Zingende gezegend, Zoetermeer 1995, lied 305. Melodie: psalm 127 (loys Bourgeois 1551).

3 gezang 250:1 Liedboek voor de kerken 4 gezang 476:1 Liedboek voor de kerken

Page 17: Engel naast God

17

rondom de vraag of het Bijbels-theologisch verantwoord is Jezus aan te duiden als ‘engel’.

dat denkproces ontving een sterke stimulans door wat ik zou willen typeren als de gouden draad in dit boek. tijdens mijn zoektocht naar de relatie van Jezus tot zijn hemelse Vader, werd ik namelijk zeer geboeid door een bepaalde kanttekening in de aloude statenbijbel.5

als verteld wordt dat de slavin Hagar door haar heer abraham wordt vernederd en de woestijn in wordt gestuurd, lezen we: ‘En de engel des Heeren vond haar aan een waterfontein in de woes-tijn, aan de fontein op den weg van sur.’6 de kanttekening, het commentaar in de marge, licht deze passage toe en weet wie deze engel des Heren was: ‘dat is, het hoofd der engelen, de Heere Christus, die daarom ook Heere genoemd wordt…’

De engel des Heren

Een opvallende notitie! opvallend, omdat hier Christus het hoofd der engelen wordt genoemd. Christus verschijnt hier dus, in de visie van de kanttekenaren, als een engel. dat wil zeggen niet zomaar als ‘een’ engel, maar als dé engel, de engel des Heren. Van-daar de aanduiding: hoofd der engelen. de kanttekenaren verkla-ren dat deze bijzondere engel, de engel des Heren, Christus dus in hun visie, terecht Heere wordt genoemd. Het is alsof zij hier als in één adem uitspreken dat zij Christus zien als de hoogste engel maar ook als een hemelwezen dat met recht de naam van de Eeuwige zelf draagt. sterker nog: in deze engel des Heren ver-schijnt de Eeuwige zelf.

5 de kanttekeningen zijn gemaakt door de vertalers die in de 17e eeuw van de synode van dordrecht de opdracht kregen de Bijbel te vertalen. Voor het oude testament waren dat Johannes Bogerman, Willem Baudartius en gerson Bucerus; voor het nieuwe testament Jacobus Rolandus en Petrus Cornelisz. ook Festus Hommius en antonius Walaeus verleenden medewer-king. de staten generaal werd gevraagd de vertaling te betalen.

6 genesis 16:7