En toen was ik jou

4
Tweeling ene wil ander zijn ruilen ongeluk een wordt door de war gehaald met de ander uit eindelijk, er is niet genoeg plaats voor twee van ons stekker er uit . draait door einde is tweeling meisje volwassen heft het verhaal in boek geschreven is uitgebragd. Dit verhaal begint op een mooie zonnige zomerochtend, om half acht in een klein plaatsje hier niet zo ver vandaan. Uit een openstaand raam van een van de huizen hoor je heel hard het gerinkel van een wekker die afgaat, gevolgd door luid geschreeuw van een meisjes stem. ‘Katharina wakker worden, kom op, we zijn al laat voor school.’ In de kamer ligt een meisje met haar hoofd onder de dekens in bed. ‘Houd je kop dicht Sandra ik heb geen zin vandaag.’ De deur van de slaap kamer vliegt open en er komt een meisje binnen lopen. Ze heeft lang donkerblond haar dat in een staart naar achteren is getrokken. Op haar neus balanceert een dikke zwarte bril en ze draagt een zomers jurkje met een iets oubollig bloemenmotief. Het meisje drukt de nog steeds rinkelende wekker uit. ‘Kom op Katharina we zijn laat, schiet op!’ Onder de dekens op het bed komt een hooft vandaan dat vrijwel identiek is aan het hoofd van het meisje dat net is binnen komen lopen. ‘Oh, wat heb je nou weer aan Sandra. Die Jurk ziet er uit alsof hij van oma had kunnen zijn. Dat is het voordeel van een tweeling zijn, door naar jou te kijken weet ik precies wat mij niet staat.’ Zuchtend en kreunend rolt het meisje dat Katharina heet uit bed. Met een slakkengang loopt ze richting de badkamer en begint haar tanden te poetsen. Dan steekt Sandra haar hooft om de hoek van de deur heen. ‘Als je het niet erg vind ga ik alvast, ik vind het namelijk wel erg als ik te laat kom!’ ‘je doet maar, studiebol!’ Antwoord Katharina. Maar Sandra hoort het al niet meer. Ze staat al beneden bij de voordeur. Eenmaal buiten grijpt ze haar fiets, gooit haar tas in het mandje aan het stuur, en rijd weg. Onderweg rijd ze bijna een kat aan maar ze kan nog net op tijd naar rechts uitwijken. Als ze op school aan komt is de bel al gegaan. Sandra gooit haar fiets in het fietsenhok en rent naar haar lokaal. ‘Gelukkig nog net op tijd’ mompelt ze. Als de les al ruim drie kwartier bezig is komt Katharina de klas binnen sloffen. In haar hand heeft ze een geelkleurig briefje waar met dikke zwarte letters “te laat” op staat. ‘Ach, Katharina wat fijn dat je ons toch het genoegen geeft van je aanwezigheid. Weer verslapen neem ik aan?’

description

het begin van een verhaal dat ik aan het schrijven ben

Transcript of En toen was ik jou

Tweeling ene wil ander zijn ruilen ongeluk een wordt door de war gehaald met de ander uit eindelijk, er is niet genoeg plaats

Tweeling ene wil ander zijn ruilen ongeluk een wordt door de war gehaald met de ander uit eindelijk, er is niet genoeg plaats voor twee van ons stekker er uit . draait door einde is tweeling meisje volwassen heft het verhaal in boek geschreven is uitgebragd.Dit verhaal begint op een mooie zonnige zomerochtend, om half acht in een klein plaatsje hier niet zo ver vandaan. Uit een openstaand raam van een van de huizen hoor je heel hard het gerinkel van een wekker die afgaat, gevolgd door luid geschreeuw van een meisjes stem. Katharina wakker worden, kom op, we zijn al laat voor school. In de kamer ligt een meisje met haar hoofd onder de dekens in bed. Houd je kop dicht Sandra ik heb geen zin vandaag. De deur van de slaap kamer vliegt open en er komt een meisje binnen lopen. Ze heeft lang donkerblond haar dat in een staart naar achteren is getrokken. Op haar neus balanceert een dikke zwarte bril en ze draagt een zomers jurkje met een iets oubollig bloemenmotief. Het meisje drukt de nog steeds rinkelende wekker uit. Kom op Katharina we zijn laat, schiet op! Onder de dekens op het bed komt een hooft vandaan dat vrijwel identiek is aan het hoofd van het meisje dat net is binnen komen lopen. Oh, wat heb je nou weer aan Sandra. Die Jurk ziet er uit alsof hij van oma had kunnen zijn. Dat is het voordeel van een tweeling zijn, door naar jou te kijken weet ik precies wat mij niet staat. Zuchtend en kreunend rolt het meisje dat Katharina heet uit bed. Met een slakkengang loopt ze richting de badkamer en begint haar tanden te poetsen. Dan steekt Sandra haar hooft om de hoek van de deur heen. Als je het niet erg vind ga ik alvast, ik vind het namelijk wel erg als ik te laat kom! je doet maar, studiebol! Antwoord Katharina. Maar Sandra hoort het al niet meer. Ze staat al beneden bij de voordeur. Eenmaal buiten grijpt ze haar fiets, gooit haar tas in het mandje aan het stuur, en rijd weg. Onderweg rijd ze bijna een kat aan maar ze kan nog net op tijd naar rechts uitwijken. Als ze op school aan komt is de bel al gegaan. Sandra gooit haar fiets in het fietsenhok en rent naar haar lokaal. Gelukkig nog net op tijd mompelt ze. Als de les al ruim drie kwartier bezig is komt Katharina de klas binnen sloffen. In haar hand heeft ze een geelkleurig briefje waar met dikke zwarte letters te laat op staat. Ach, Katharina wat fijn dat je ons toch het genoegen geeft van je aanwezigheid. Weer verslapen neem ik aan? Katharina mompelt iets onverstaanbaars gooit het gele briefje op het bureau van de leraar en sjokt naar haar tafeltje. Laten we verder gaan waar we gebleven waren. Wie kan mij vertellen welk land de slag bij Waterloo is begonnen en wat zijn motivatie hiervoor was? De vinger van Sandra vliegt de lucht in. Wat ben je toch een ontzettende studiebol! zegt Katharina hard tegen haar tweelingzus. Katharina moet dat nou zo negatief? Ik verbaas me er echt nog altijd over dat jullie een eeneiige tweeling zijn. Misschien zou je een keer een voorbeeld kunnen nemen aan je zusje en voor de verandering ook eens je boek open kunnen slaan en het dan ook daadwerkelijk lezen. Verontwaardigt kijkt Katharina naar haar docent. Sorry hoor, maar ik hoef niet zo nodig alle aandacht te krijgen alleen maar omdat ik alles weet, in tegenstelling tot mijn kontenlikkerige zusje. Ze wijst naar Sandra, die een paar tafeltjes verderop zit. Maar dan schrikt ze. De ogen van haar tweelingzusje schieten vol met tranen en voor iemand ook maar iets kan zeggen stormt Sandra huilend het lokaal uit. Was dat nou nodig Katharina? Je eigen tweelingzusje aan het huilen maken, dat gaat wel erg ver. Ga jij maar eens even afkoelen bij de rector.

Vijftien minuten later loopt Katharina het kantoor van de rector uit. In haar hand houdt ze een envelop met daar in een brief voor haar ouders. Dit keer ben ik echt te ver gegaan zegt ze zacht tegen haarzelf. waarom kan ik ook nooit mijn grote mond houden. In gedachten verzonken loopt ze naar de ingang van de school. Als ze buiten op het grasveld staat ziet ze haar tweeling zus alleen op een bankje zitten. Sandra ik Probeert ze te zeggen, maar Sandra onderbreekt haar. Wat is er mis met jou. Heb ik je ooit iets misdaan waarvoor je mij zo moet straffen. Je bent nooit aardig tegen mij en als je dat nou in stilte was, maar nee iedereen mag het horen van jou. Schreeuwt Sandra naar haar zus. Ik ben het zat, ik ben het echt helemaal zat. Overal waar ik kom in school, wordt ik altijd met jou vergeleken. Jij hebt alles: Vrienden, aanbidders, iedereen vind jou cool!

Katharina kijkt geschrokken naar haar zus. Dat ze niet de beste vriendinnen waren wist ze wel, maar dat Sandra zo over haar dacht had ze niet verwacht. Het was even stil. Na een paar minuten gooide ook Katharina al haar frustraties er uit. Denk je dat het zo gemakkelijk is om mij te zijn? Alle leraren op school vergelijken me met jou. Ach Katharina waarom ben je toch niet wat meer zoals je zus. Zelfs pap en mam zeggen het. Jij haalt altijd goede cijfers en hoeft nergens moeite voor te doen. Ik ben gewoon niet zo goed in leren als jij!

Het is weer even stil. Sandra kijkt geschrokken naar haar zus en Katharina kijkt terug.

Hebben pap en mam echt zoiets gezegd? Vraagt Sandra. JA! Roept Katharina boos.

Zo leuk is het dus ook niet om mij te zijn. Ze kijken elkaar aan. Nou, dan ruilen we toch! zegt Sandra plotseling. Ruilen? Hoe bedoel je? Nou, ik bedoel dat ik me dan ga kleden en gedragen als jou en jij als mij. Denk je serieus dat iemand zou geloven dat jij mij bent? Vraagt Katharina. Geen idee, we kunnen het toch proberen. Ik bedoel we zijn wel een eeneiige tweeling hoor. Ok. Zegt Katharina. Maar dan moeten we het wel echt tot in de details goed doen. Dus dan krijg jij ook mijn ID kaart en ik die van jou. Dat is goed, dan beginnen we vanavond voor het eten, als pap en mam er in trappen trapt iedereen erin.

Gespannen kijken de twee zussen elkaar aan. Dit is het belachelijkste wat ze ooit hebben gedaan. Maar je moet dan wel cool zijn hoor! Zegt Katharina. Bij mijn vrienden enzo. Ik bedoel ik heb een reputatie hoog te houden. Ja, en o wee als jij mijn cijfer gemiddelde naar beneden brengt. Dan zwaait er wat! o alsjeblieft Sandra, praat niet alsof je mama bent.

De twee zussen gaan terug het school gebouw in. De rest van de dag brengen ze stilzwijgend door. Iedereen gaat er van uit dat ze slaande ruzie hebben gehad en laat ze dus maar met rust. Als de twee meiden thuis komen staat hun moeder al op ze te wachten, ze kijkt niet blij.

Dames, mee naar binnen jullie. Ik ben erg teleurgesteld vooral in jou Katharina. Je zus uitmaken voor kontenlikkerige studiebol! Dat gaat echt te ver! Oh ja, mocht je het nog niet door hebben, de rector heeft mij gebeld! Mam, het is goed. Zegt Sandra. We hebben het al uitgepraat en ik vind het niet erg. Geef Katharina alsjeblieft geen straf. Katharina kijkt haar zus grijnzend aan. Je bent echt een te goed mens Sandra. Zegt hun moeder. Goed dan, geen straf voor jou Katharina. Maar nog n keer zon streek en je krijgt huisarrest voor de rest van je leven. En nu hup naar binnen jullie, het eten staat al op het vuur.

Sandra en Katharina lopen samen naar boven. Als ze samen op de slaapkamer van Sandra zijn controleren ze of niemand in het huis ze kan horen en doen ze de deur dicht. Ik weet wel waarom jij niet wil dat ik straf krijg! Zegt Katharina. Als ik nu straf krijg moet jij die uitzitten als we gewisseld hebben. Wat ben je toch een smiecht. Schuldbewust kijkt Sandra naar buiten. Ze krijgt een rood hoofd. Ok, dus hoe gaan we het doen? We wisselen gewoon van alles? Vraagt Sandra. Ja, en we helpen elkaar als er niemand bij is met de dingen die we niet van elkaar weten. Ok, dan help ik jou na school met studeren. Zegt Sandra. Ja, en dan krijg jij van mij lessen in cool zijn. Katharina loopt de deur uit en pakt in haar eigen kamer een paar kleding stukken voor Sandra om aan te trekken. Hier trek dit aan. Dan lijk je meteen een stuk cooler en die suffe staart moet ook uit je haar. Als Sandra helemaal is omgekleed ziet ze er precies zo uit als Katharina, op n klein ding na. Oh my god, die bril kan echt niet. Heb jij geen lenzen ofzo? Want ik zou echt nooit een bril dragen. Ja ik heb wel lenzen maar niet zo veel meer. Dan moet ik wel nieuwe gaan halen. Maar dan moet jij mijn bril op! Zegt Sandra. Maar Sandra, ik kan jou bril toch niet op. Ik zie helemaal niks dor dat ding! Dan doe je een bril zonder sterkte. Die hebben ze tegenwoordig overal te koop. Maar voor nu zal je toch echt even mijn bril op moeten doen. Ok, maar als ik tegen de muur loop en een bloedneus krijg is dat jou schuld. De zussen wisselen van kleren, Kapsel, Kamer, Fiets, ID kaart en alles wat de andere normaal gebruikt. Als ze helemaal klaar zijn staan ze naast elkaar voor de spiegel. Wouw! Niet te geloven, zelfs ik kan niet zien dat jij het bent. Zegt Sandra verbaast. Ben je klaar voor de ultieme test? Vraagt Katharina. Ja, op naar pap en mam