Elsevier Buitenplaatsen

4
84 ELSEVIER SPECIALE EDITIE GROOT HOENLO Appartementen Leven vóór, niet ván het landgoed ECO-FAIRS, HORECA, WORKSHOPS: OM HUN BUITENPLAATS TE BEKOSTIGEN, WORDEN PARTICULIERE EIGENAREN VEELZIJDIGE ONDERNEMERS Z e zijn er nog wel: zo’n driehonderd buitenplaatsen zijn nog altijd in parti- culier bezit. Maar de adellijke excen- triekeling die de winteravonden voor de open haard van zijn tochtige land- huis slijt, is een zeldzaamheid geworden. Vaak woont de familie die zo’n buitenplaats bezit al lang niet meer in het huis zelf, en is het beheer ervan in een besloten vennootschap ondergebracht. Het ma- nagen van een buitenverblijf, de bijgebouwen en het omliggende groen kun je ook niet aan iedereen overlaten. Vaak zijn delen van het land en de opstal in de loop der tijd verkocht. Neem Groot Hoenlo in Olst, in de negentiende eeuw het zomerverblijf van de Hagenaar Jan Teding van Berkhout. Deze advocaat breidde het voor 65.000 gulden overgenomen landgoed destijds uit tot 600 hectare, met landerijen, een bos, stallingen, een koetshuis, tuinen en een Turks tuinprieel. In 1975 kocht Staatsbosbeheer het grootste deel van Saskia Legein EXPLOITATIE

Transcript of Elsevier Buitenplaatsen

Page 1: Elsevier Buitenplaatsen

84 • ELSEVIER SPECIALE EDITIE

GROOT HOENLO Appartementen

Leven vóór, niet ván het landgoed

ECO-FAIRS, HORECA, WORKSHOPS: OM HUN BUITENPLAATS TE BEKOSTIGEN, WORDEN PARTICULIERE EIGENAREN VEELZIJDIGE ONDERNEMERS

Z e zijn er nog wel: zo’n driehonderd buitenplaatsen zijn nog altijd in parti-culier bezit. Maar de adellijke excen-triekeling die de winteravonden voor de open haard van zijn tochtige land-

huis slijt, is een zeldzaamheid geworden. Vaak woont de familie die zo’n buitenplaats bezit al lang niet meer in het huis zelf, en is het beheer ervan in een besloten vennootschap ondergebracht. Het ma-

nagen van een buitenverblijf, de bijgebouwen en het omliggende groen kun je ook niet aan iedereen overlaten. Vaak zijn delen van het land en de opstal in de loop der tijd verkocht.

Neem Groot Hoenlo in Olst, in de negentiende eeuw het zomerverblijf van de Hagenaar Jan Teding van Berkhout. Deze advocaat breidde het voor 65.000 gulden overgenomen landgoed destijds uit tot 600 hectare, met landerijen, een bos, stallingen, een koetshuis, tuinen en een Turks tuinprieel. In 1975 kocht Staatsbosbeheer het grootste deel van

Saskia Legein

EXPLO I TAT IE

Page 2: Elsevier Buitenplaatsen

SPECIALE EDITIE ELSEVIER • 85

B U I T E N P L A A T S E N

PAARDEN MENNEN In 2008 was Heerlijkheid Mariënwaerdt in Beesd toneel van het WK Vierspan

het landgoed, het kasteel werd een dependance van het Letterkundig Museum. Schrijver Harry Mulisch verbleef er geregeld in het weekeinde. Hij liet de buitenplaats als Groot Rechteren figureren in zijn roman De ontdekking van de hemel. In 1985 werd het huis opgedeeld in zes koopappartementen.

Het uithoudingsvermogen van grootgrond- bezitters die geworteld zijn in de streek, is over het algemeen groter. Vaak zijn dat familiebedrijven. Frans baron van Verschuer (1957) is directeur van de Heerlijkheid Mariënwaerdt in Beesd, ruim 900 hectare groot. Al sinds 1734 zwaait zijn familie de scepter over het landgoed. Kort na de Tweede We-reldoorlog nam zijn vader het over van zijn grootva-der, een schrale tijd. ‘Mariënwaerdt bestaat uit agrarisch land. Het boerenbedrijf had geleden door de oorlog, evenals het onderhoud van de gebouwen. Wij hebben vergeleken met andere landgoederen veel opstal. Een enorme kostenpost. Toch heeft mijn vader ervoor gezorgd dat nooit land of een deel van de opstal is verkocht. Dat vind ik een prestatie. Wij hebben daardoor wel een sobere jeugd gehad.’

AARDAPPELENOtto baron van Verschuer en zijn echtgenote, beiden uit 1927, wonen nog altijd in het reusachtige hoofd-huis van Mariënwaerdt, Frans en zijn vrouw Natha-lie in een van de bijgebouwen. ‘Ik schat dat 95 pro-cent van de landgoedeigenaren een rentmeester-di-

recteur in de arm heeft genomen, maar wij runnen nog steeds alles zelf. Vanaf 1983 heb ik het dage-lijks beheer van Mariënwaerdt langzaamaan over-genomen. Mijn vrouw en ik zijn de winkel begon-nen, waar we producten van het landgoed te koop aanboden. 1 kilo aardappelen die we aan de tussen-handel voor 20 cent verkochten, konden we in de winkel voor 2 gulden verkopen.’

In het begin liep het niet, klanten moesten wen-nen aan het idee speciaal naar het landgoed te rijden om daar natuurlijke producten te kopen. Zeventien jaar geleden begon het echtpaar met een landgoed-fair, om reclame te maken voor die winkel. ‘Het werd meteen een hit, twaalfduizend bezoekers kwamen er dat eerste jaar.’

De omzet van de winkel steeg naar 400.000 gulden per jaar. Geleidelijk bouwden ze de zaak uit tot een ‘countrystore’, waar ook kleren, kookboe-ken en lifestyle-artikelen worden verkocht. Nu ge-nereert de winkel 500.000 euro per jaar. Omdat de baron en zijn vrouw steeds vaker de klacht hoorden dat je niet eens wat kon drinken op Mariënwaerdt, hebben ze een pannekoekenhuis ingericht naast de countrystore. Ook dat bleek een schot in de roos. In één jaar tijd werden 120.000 pannekoeken gebak-ken. Mariënwaerdt verhuurt zeven historische bij-gebouwen voor feesten en andere gelegenheden, er is een brasserie en een bed and breakfast.

Mariënwaerdt floreert. De beheertak (het on-

Inkomstenbronnen Conferentieoord Feestlocatie Open dagen Horeca Camping Golfbaan Museum Houtkap Pacht Verkoop producten

Page 3: Elsevier Buitenplaatsen

86 • ELSEVIER SPECIALE EDITIE

derhoud van het landgoed) en de commerciële tak (winkel en horeca) zetten samen ruim 9 miljoen euro per jaar om. Er werken honderdveertig mensen aan de commerciële en twintig aan de beheerkant, er is een zevenkoppig managementteam. Na aftrek van alle kosten moet aan de beheerkant vaak wor-den bijgelegd. Alleen al voor reparaties van de ge-bouwen wordt jaarlijks 200.000 euro gereserveerd. Dat gaat om basale herstelwerkzaamheden, niet eens om renovatie. ‘We houden er niet veel aan over. Uit die ruim 9 miljoen omzet komt een winst van 3 tot 6 ton. Daarmee doen wij het onder de landgoederen erg goed, hoewel wij die winst met-een moeten reserveren voor nieuwe investeringen.’

Het is dan ook niet zijn grootste drijfveer om rijk te worden, maar om het landgoed door te geven aan volgende generaties. Maar Van Verschuer heeft nog wel dromen. Een hotel zou geweldig zijn. Na een stijlvolle avond op het landgoed overnachten de gasten nu in de nabijgelegen hotels van Van der Valk en Golden Tulip. ‘Dat voelt niet goed. Ik zou ze liever hier houden tot de volgende ochtend.’

Van Verschuer krijgt geregeld landgoedeigena-ren op bezoek die advies willen over een gezond beheer. ‘Wij hebben een team van zo’n twintig ad-viseurs met wie we regelmatig overleggen. Dat zijn naast de bankier en de accountant bijvoorbeeld ook specialisten in bosbeheer en monumentenzorg, en de Federatie Particulier Grondbezit. Mijn devies is: maak van jouw probleem ook het probleem van de gemeente en de provincie, want iedereen wil een mooi en goedlopend landgoed.’

Liesbeth Cremers (1948) van de Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen (VPHB) is het daarmee eens. Goed contact met de omgeving is cruciaal voor landbezitters, maar bij menig eige-naar verliep dat stroef. Cremers woont op landgoed Vilsteren, een oude katholieke enclave van ruim 1.000 hectare in protestants Overijssel, dat in bezit

is van haar familie. Elf boerderijen en twintig hui-zen herbergt het landgoed. Die twintig huizen vor-men samen Vilsteren, een levensvatbaar dorpje, met een school, een kerk en een kroeg.

De huizen zijn koophuizen, maar de percelen worden in erfpacht uitgegeven. Het dorp wordt on-der strikte voorwaarden van de familie elk jaar uit-gebreid met één woning. ‘Sommigen noemen dat feodaal,’ zegt Cremers. Vooral in de jaren zeventig en tachtig kreeg de familie veel kritiek, zo’n manier van leven en wonen druiste dwars tegen de tijdgeest in. ‘Maar we doen alles in samenspraak met de mensen hier. Er is zorg voor elkaar en we houden de lange termijn in de gaten zodat het dorp mooi in evenwicht blijft.’ Waar vroeger de smid zat, is nu een installatiebedrijf gevestigd en in de werkplaats van de timmerman zit nu een aannemer. ‘We laten geen westerlingen toe die hier geen enkele binding hebben. Er komen soms wel nieuwe bewoners van buiten, maar dan hebben we altijd eerst een gesprek met ze zodat ze weten waar ze aan beginnen. Ze gaan een gentlemen’s agreement aan: geen ruzie-maken met de boer die naast je woont.’

De familie ziet zich geregeld geplaatst voor planologische problemen. Het agrarisch pachtland, zo’n 400 hectare, moet kunnen groeien. Vooral de boeren met melkvee willen meer land om te kunnen opboksen tegen de concurrentie uit Oost-Europa. Biologisch boeren zou een oplossing kunnen zijn, maar daar moeten boeren zelf belangstelling voor hebben, anders werkt het niet. Cremers: ‘Er zijn al aanzetten. We hebben bijvoorbeeld de Vechtdal-zuivelproducten.’ Het zou makkelijker zijn als een landgoed tekorten in de ene tak zou kunnen com-penseren met overschotten uit een andere, maar

EXPLO I TAT I E

Een grote buitenplaats met be-trekkelijk weinig land, zoals de vele huizen langs de Vecht, is voor particulieren alleen nog op te brengen als zij vermogend zijn. De onderhoudskosten ste-gen na de oorlog explosief. Res-tauraties werden uitgevoerd met materialen van inferieure kwali-teit, waardoor reparaties elkaar steeds sneller opvolgden. De Ar-bowet verbood werkzaamheden die voorheen wel konden. Voor het lappen van de ramen vanaf de tweede verdieping was ineens een hoogwerker nodig in plaats van een ladder. Arbeid werd ook duurder. Een ambachtelijk ge-

vlochten rieten dak kost al gauw 200.000 euro. De historische panden moesten worden geïso-leerd en brandveilig gemaakt volgens de laatste richtlijnen, en de aansprakelijkheid voor kuilen in de weg en voor vallende boomtakken die wandelaars zouden kunnen raken, moest worden verzekerd. De aanslag successierechten wanneer het landgoed testamentair werd na-gelaten, was voor veel eigenaren de genadeslag. In de jaren ze-ventig regende het persoonlijke faillissementen en zijn veel landgoederen en buitenplaatsen opgedeeld en verkocht.

Vallende boomtakken

Ingericht als museum (1)Amerongen, AmerongenPaleis Het Loo, ApeldoornZypendaal, ArnhemGroeneveld, BaarnOud-Amelisweerd, BunnikHuis Doorn, DoornDe Haar, HaarzuilensDekema State, JelsumVerwolde, LarenVerhildersum, Leens

Page 4: Elsevier Buitenplaatsen

SPECIALE EDITIE ELSEVIER • 87

B U I T E N P L A A T S E N

EXOTISCH Alpacas uit de Andes op Mariënwaerdt

PROMOTIE Landgoedfair op Mariënwaerdt, ooit be-doeld als reclame

HOUTKAP Bomen rooien biedt Vilsteren inkomsten

DRUK Veel publiek bij jaarlijks Dagje Mooi Vilsteren GAS Installatie op terrein Vilsteren

daar zit het grote pijnpunt voor veel eigenaren. Cremers: ‘Wij hebben bos, landbouw, natuur en

historische gebouwen in één gebied, maar we wor-den per sector afgerekend. We moeten dus voldoen aan allerlei regels en standaarden in de bosbouw, in de tuinbouw, en in cultuurhistorische activiteiten. Het zou een verademing zijn als een landgoed in zijn geheel wordt beoordeeld.’

De bv Vilsteren bestaat uit 35 aandeelhouders. Dat zijn familieleden van Cremers en de provinciale organisatie Overijssels Landschap. De belangrijk-ste inkomsten komen uit pacht en erfpacht. Dat geldt voor de meeste landgoederen. Vilsteren heeft op dat punt in de jaren zestig een slag geslagen. Cremers: ‘Gasunie zocht destijds in de omgeving van Ommen een vestigingsplaats voor een com-pressorstation voor het gas uit Slochteren. We heb-ben ze naar ons toe getrokken. Het complex beslaat zo’n 40 hectare, maar alle gebouwen en installaties blijven onder de toppen van de bomen – dus je ziet het nauwelijks.’

WAXJASSENLange tijd zat het feodale imago grondbezitters in de weg. Ze waren, met hun waxjassen en kaplaar-zen, uit de mode. Bovendien verdachten natuuror-ganisaties hen ervan dat ze de ecologie op hun land-goed verknoeiden met commerciële activiteiten.

Ten onrechte, denkt jonkvrouw Constance van Weede (1960), beheerder van landgoed Bingerden en bestuurslid van de VPHB: ‘Wij zijn gewend aan een termijn van niet één jaar, zoals bedrijven, of vier jaar, zoals de politiek, maar van minstens vijf-tig jaar.’ Je landgoed uitwonen en het geld verbras-sen, zou tegenwoordig niet eens meer kunnen. ‘Ei-

genaren leven niet meer ván het landgoed, maar vóór het landgoed.’

De Natuurschoonwet van 2007, die fiscale voordelen en subsidies biedt voor landgoederen van minimaal 5 hectare en met minstens 30 procent bos, heeft eigenaren wel soelaas geboden. Door hun aandeel in natuurbeheer en het bewaken van cul-tuurhistorisch erfgoed nam de maatschappelijke rol van landgoederen de laatste twintig jaar toe. Er zijn nog altijd grondbezitters die het publiek liefst ver buiten de hekken houden, maar velen doen hun best met paddestoelentochten, eco-fairs, kwekerijdagen, en natuurworkshops op hun terreinen.

Intussen bereikte de passie voor natuurbeheer bij de overheid een hoogtepunt. Kolossale gebieden werden aangekocht en ingericht. Berkenboompjes werden gerooid door Natuurmonumenten, Staats-bosbeheer of provinciale groene clubs, omdat er volgens de planologie per se een rietlandschap moest verrijzen. Het was ecologisch divagedrag in tijden van overvloed, en landgoedeigenaren wier land onder de Natuurschoonwet viel, moesten veel slikken. Zo erg is het nu niet meer. Van Weede: ‘Na-tuurbeheerorganisaties zien ook dat gebieden meer in balans moeten zijn. Vroeger waren gesprekken met overheden en organisaties conflictgericht, nu streven de partijen vaak hetzelfde doel na. Op pro-vinciaal en regionaal niveau hebben we onze belan-gen gebundeld. Er wordt weer naar ons geluisterd.’

Landgoedeigenaren zijn tamelijk moderne ma-nagers in maatschappelijk verantwoord onderne-men geworden en weten de weg naar de buitenwe-reld inmiddels prima te vinden. Cremers: ‘Je kunt wel zeggen dat we achter onze rododendrons van-daan zijn gekomen.’

Ingericht als museum (2) Sypesteyn, Nieuw-LoosdrechtSt. Hubertus, OtterloSlot Zuylen, Oud-ZuilenDe Oosterhof, RijssenMensinge, RodenRosendael, RozendaalHuis Bergh, ’s-HeerenbergFraeylemaborg, SlochterenMenkemaborg, UithuizenCannenburch, VaassenFogelsangh State, VeenkloosterHofwijck, VoorburgDuivenvoorde, VoorschotenHet Nijenhuis, Wijhe