Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

15
Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel +

Transcript of Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Page 1: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel+

TB BE-H.indd 1 19-1-2011 14:58:10

Page 2: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

TB BE-H.indd 2 19-1-2011 14:58:11

Page 3: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Elementaire kennis

Bedrijfseconomie, Handel+

Theorieboek

P. H. C. Hintzen

Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011

TB BE-H.indd 3 19-1-2011 14:58:11

Page 4: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Omslagontwerp: Proforma, BarcelonaZetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden

isbn 978 90 5752 196 6

© 2011 Brinkman Uitgeverij, Amsterdam

Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende is verboden, behoudens de beper-kingen bij de wet gesteld.Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door de derden verschul-digde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 Auteurswet 1912 en in het kb van 20 juni 1974 (Stb. 351, 1974) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in of buiten rechte op te treden.

Correspondentie inzake overneming of reproductie richten aan:Brinkman Uitgeverij, Postbus 59686, 1040 ld Amsterdam

TB BE-H.indd 4 19-1-2011 14:58:11

Page 5: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Inhoud 5

Inhoud

Voorwoord 7

1 Theoretischeconsumentenprijs 9

1.1 Constantekostentarief 91.2 Omrekenfactor 101.3 Samenvatting 14

2 Exploitatieoverzicht 15

2.1 Inleiding 152.2 (Bedrijfs)economisch resultaat 152.3 Fiscale winst 202.4 Samenvatting 23

3 Budgetteren 25

3.1 Inleiding 253.2 Functies van budgetteren en soorten budgetten 253.3 Opstellen van het exploitatiebudget 273.4 Budgetcontrole en verschillenanalyse 303.5 Dynamische liquiditeit en liquiditeitsbegroting 333.6 Het opstellen van het btw-budget 363.7 Samenvatting 41

4 Kengetallen 43

4.1 Inleiding 434.2 Technische en economische voorraad 444.3 Gemiddelde voorraad 454.4 Omzetsnelheid en omzetduur 464.5 Arbeidsproductiviteit en vloerproductiviteit 484.6 Brutorendementsgetal 514.7 Kredietduur debiteuren en kredietduur crediteuren 524.8 Inkoopruimte 534.9 Stock-to-sales ratio 544.10 Voorraadefficiency 55

TB BE-H.indd 5 19-1-2011 14:58:11

Page 6: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

6 Inhoud

4.11 Insturingsmarge 574.12 Margerapport 604.13 Managementinformatiesystemen 644.14 Samenvatting 69

5 Liquiditeit,solvabiliteitenrentabiliteit 73

5.1 Inleiding 735.2 Liquiditeit 73

5.2.1 Current ratio 745.2.2 Quick ratio 755.2.3 Werkkapitaal en working capital ratio 76

5.3 Solvabiliteit en debt ratio 795.3.1 Solvabiliteitsratio’s 795.3.2 Debt ratio en rentedekkingsfactor 80

5.4 Rentabiliteit en hefboomeffect 815.4.1 De rentabiliteit van eigen vermogen en totaal vermogen 825.4.2 De rentabiliteit van het vreemd vermogen en het financiële

hefboomeffect 835.5 Samenvatting 88

Trefwoordenregister 91

TB BE-H.indd 6 19-1-2011 14:58:11

Page 7: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Voorwoord 7

Voorwoord

Elementaire kennis Bedrijfseconomie is eerder dit jaar op de markt ge-bracht. Deze uitgave is geheel afgestemd op de toetstermen van:

– de opleidingen Filiaalmanager/Manager Handel en Ondernemer manager Detailhandel van KCHandel;

– de kwalificatieprofielen op niveau 3 en 4 van de Financiële beroe-pen van Ecabo.

Om alle toetstermen voor de opleidingen Filiaalmanager/Manager Han-del en Ondernemer manager Detailhandel (niveau 4) van KCHandel te kunnen afdekken, is naast Elementaire kennis bedrijfseconomie dit apar-te deel ontwikkeld, dat we de titel Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel+ hebben meegegeven.

Met beide delen worden nu alle toetstermen van KCHandel voor Bedrijfs economie 1 en Bedrijfseconomie 2 (inclusief het oude Bedrijfs-economie 3) afgedekt.

In het leerboek/opgavenboek is veel aandacht geschonken aan de be-hoefte om de zelfstandigheid van deelnemers te vergroten en de docent meer als coach te laten optreden. Dit wordt versterkt doordat:

– alle hoofdstukken veel praktijkvoorbeelden bevatten; – alle hoofdstukken zijn voorzien van veel oefenopgaven; – er twee proefexamens voor zowel Bedrijfseconomie 1 als Bedrijfs-

economie 2 verkrijgbaar zijn bij de uitgever.

Voor de docent is via de uitgeverij een docentenhandleiding beschik-baar met:

– gedetailleerde uitwerkingen van de opgaven; – toetstermen gerelateerd aan de paragrafen/hoofdstukken; – proefexamens Bedrijfseconomie 1 en Bedrijfseconomie 2.

Uniek in deze uitgave is het hoofdstuk Kengetallen, waarin alle rele-vante, praktijkgerichte berekeningen met kengetallen zijn opgenomen, inclusief aandacht voor de managementinformatiesystemen. De heer Jo Eikenboom, supermarktmanager bij Albert Heijn, is betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit hoofdstuk. We zijn deze expert zeer erkente-lijk voor zijn praktijkgerichte bijdrage aan dit boek.

TB BE-H.indd 7 19-1-2011 14:58:11

Page 8: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

8 Voorwoord

Opmerkingen over de inhoud van deze uitgave die kunnen leiden tot verbeteringen in een volgende druk, zullen wij in dank ontvangen. Wij willen u daarom vriendelijk verzoeken op- en aanmerkingen door te ge-ven aan de uitgever, waarvan u de gegevens op de achterzijde van het boek aantreft.

Posterholt, november 2010Peter Hintzen

TB BE-H.indd 8 19-1-2011 14:58:11

Page 9: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Theoretischeconsumentenprijs 9

1Theoretische consumentenprijs

De theoretische consumentenprijs kunnen we op verschillende manie-ren bepalen. In deze paragraaf gaan we de theoretische consumenten-prijs op twee manieren berekenen, te weten:

– met behulp van het constantekostentarief; – via de omrekenfactor.

1.1 Constantekostentarief

Een ondernemer kan aan de hand van zijn exploitatiebudget een schat-ting maken van zijn constante kosten en dit uitdrukken in een percen-tage. Dit percentage noemen we het constantekostentarief.De theoretische consumentenprijs wordt met behulp van het constante-kostentarief als volgt bepaald: € %Inkoopprijs ....................... ......Constante kosten (in % van de verkoopprijs) ....................... + ......Winst (in % van de verkoopprijs) ....................... + ......Verkoopprijs ....................... 100btw ....................... + ......Theoretische consumentenprijs ....................... ......

Uit het schema blijkt dat zowel de constante kosten als de winst worden uitgedrukt in een percentage van de verkoopprijs. De verkoopprijs be-draagt dan 100%.Bij opgaven waarbij je de theoretische consumentenprijs moet bereke-nen, is het aan te bevelen om vooraf bovenstaand schema te noteren en vervolgens de gegevens die bekend zijn in te vullen. We illustreren dit met een voorbeeld.

Voorbeeld Ben Willems, eigenaar van een bodyshop, heeft via zijn exploitatie-begroting berekend dat het constantekostentarief 31% bedraagt. De inkoopprijs van een flacon bodylotion is € 2,22. Ben hanteert een winst-percentage van 8% van de verkoopprijs. btw-tarief: hoog.

TB BE-H.indd 9 19-1-2011 14:58:11

Page 10: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

10 Hoofdstuk1

GevraagdBereken voor Ben de theoretische consumentenprijs.

UitwerkingWe nemen het zojuist gegeven invulschema over en verwerken daarin de gegevens die bekend zijn. € %Inkoopprijs 2,22 ......Constante kosten (in % van de verkoopprijs) ........... + 31Winst (in % van de verkoopprijs) ........... + 8Verkoopprijs ........... 100btw ........... + 19Theoretische consumentenprijs ........... 119

We kunnen nu aan de hand van dit schema de theoretische consumen-tenprijs bepalen. We moeten ervoor zorgen dat van één variabele zowel het eurobedrag als het percentage bekend is.De inkoopprijs, groot € 2,22, moeten we koppelen aan een percentage. Het percentage van de inkoopprijs is: 100 – 8 – 31 = 61.€ 2,22 = 61%1% = € 2,22 / 61 = € 0,036393442De theoretische consumentenprijs = 119% = 119 × € 0,036393442 = € 4,33 (= 119 / 61 × € 2,22).

1.2 Omrekenfactor

De omrekenfactor is een getal waarmee je de inkoopprijs en de theoreti-sche consumentenprijs van een artikel kunt bepalen.

Voorbeeld Van een artikel zijn de volgende gegevens bekend: – inkoopprijs € 25,– – opslagpercentage brutowinst 80% – btw 19%.

Gevraagda. Bereken de voorlopige consumentenprijs.b. Bereken de omrekenfactor.

TB BE-H.indd 10 19-1-2011 14:58:11

Page 11: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Theoretischeconsumentenprijs 11

Uitwerkinga. Inkoopprijs € 25,— Brutowinst 80% 20,— Verkoopprijs € 45,— btw 19% 8,55 Consumentenprijs € 53,55

b. € 53,55 : € 25,– = 2,142 = 2,1 of Inkoop 100% Verkoop 80% 180%

btw = 19% × 180% = 34,2% Totaal: 180% + 34,2% = 214,2% = 2,1%

In bovenstaand voorbeeld zijn we ervan uitgegaan dat er geen sprake is van lekkage: omzetverlies door bijvoorbeeld veroudering of diefstal. In de praktijk komt lekkage veel voor. Als er sprake is van lekkage kunnen we de omrekenfactor bepalen met onderstaande formule:

100BTW100

%IWO100

LP100100

tor Omrekenfac+

××−

=

De formule bestaat uit drie elementen:lp lekkingspercentage: het percentage dat uitdrukt hoeveel pro-

cent van de omzet als gevolg van derving (criminele en niet-criminele derving) verloren gaat;

iwo% inkoopwaarde in procenten van de omzet na lekkage (= omzet – lekkage);

btw het percentage hoog is 19%, het percentage laag bedraagt 6%.

De theoretische consumentenprijs kan vervolgens berekend worden door de inkoopprijs te vermenigvuldigen met de omrekenfactor.

In bovenstaand voorbeeld is er geen sprake van lekkage. Dit betekent dat het eerste gedeelte van bovenstaande formule niet van toepassing is.Met de formule bepalen we de omrekenfactor dan als volgt:

=+

×=100

BTW100%IWO

100 tor Omrekenfac

1,2142,219,155555555,0

1100

19100

100

100

,–45,–25

==×=+

××

TB BE-H.indd 11 19-1-2011 14:58:12

Page 12: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

12 Hoofdstuk1

We werken nog een voorbeeld uit waarbij we te maken hebben met lek-kage.

Voorbeeld Greenshop Remundj heeft de volgende gegevens verzameld: – gebudgetteerde exploitatiekosten € 60.000,– – lekkage: 20% – gebudgetteerde inkoopwaarde van de omzet € 216.000,– – te realiseren nettowinst: € 12.000,– .

Gevraagda. Bepaal de brutowinst in euro en in procenten van de omzet.

Voor een bloemkool is het lage btw-tarief van toepassing.

b. Bereken de omrekenfactor voor een bloemkoolc. Hoe groot is de consumentenprijs als de inkoopprijs van 1 bloem-

kool € 0,40 bedraagt?

Greenshop Remundj heeft uit onderzoek vastgesteld dat voor 1 kg witlof een consumentenprijs van € 1,55 het beste resultaat geeft. De omreken-factor voor 1 kg witlof bedraagt 1,6.

d. Wat is de maximale inkoopfactuurprijs voor 1 kg witlof?

Uitwerkinga. Vooraf stellen we wederom een schema samen en vullen de beken-

de gegevens in en berekenen vervolgens de onbekende variabelen. Omzet € 360.000,— 100,00% Lekkage 72.000,— -/- 20,00 Omzet na lekkage € 288.000,— 80,00% Inkoopwaarde 216.000,— -/- 60,00 Brutowinst € 72.000,— 20,00% Exploitatiekosten 60.000,— -/- 16,67 Nettowinst € 12.000,— 3,33%

Berekeningen: Brutowinst = € 60.000,– + € 12.000,– = € 72.000,– Omzet na lekkage = € 72.000,– + € 216.000,– = € 288.000,– Omzet = € 288.000,– / 80 × 100 = € 360.000,–

TB BE-H.indd 12 19-1-2011 14:58:12

Page 13: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Theoretischeconsumentenprijs 13

Brutowinst in euro en in procenten van de omzet = (€ 216.000,– / € 360.000,–) × 100% = 20% Nettowinst in euro en in procenten van de omzet = (€ 12.000,– / € 360.000,–) × 100% = 3,33% Exploitatiekosten in euro en in procenten van de omzet = (€ 60.000,–/€ 360.000,–) × 100% = 16,67% Inkoopwaarde in euro en in procenten van de omzet = (€ 216.000,–/€ 360.000,–) × 100% = 60%

b. Percentage iwo = (€ 216.000,– / € 288.000,–) × 100% = 75%

100BTW100

%IWO100

LP100100

tor Omrekenfac+

××−

=

77,106,133331251

1006100

75100

20100100

=××=+

××−

,,

c. 1,77 × € 0,40 = € 0,71

d. (€ 1,55/1,6) × 1,06 = € 1,03

De omrekenfactor kunnen we ook berekenen met behulp van gegevens betreffende consumentenprijs, inkoopprijs en brutowinstmarge.

Voorbeeld Juwelier Kruse verkoopt een nieuwe collectie armbanden. Als om-rekenfactor gebruikt hij hiervoor de factor 2,8.

GevraagdBereken met de omrekenfactor de brutowinstmarge van een armband met een inkoopprijs van € 120,–. btw 19%.

UitwerkingConsumentenprijs = 2,8 × € 120,– = € 336,—

Consumentenprijs € 336,—btw 19% (€ 336,– / 119)× 19 53,65 -/-Nettoverkoopprijs (€ 336,– / 119) × 100 € 282,35Inkoopprijs 120,— -/-Brutowinst € 162,35

TB BE-H.indd 13 19-1-2011 14:58:12

Page 14: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

14 Hoofdstuk1

1.3 Samenvatting

Constantekostentarief Aan de hand van het exploitatiebudget geschatte con-stante kosten, uitgedrukt in een percentage van de verkoopprijs.

Omrekenfactor Getal waarmee de detaillist de inkoopprijs en de theoretische consumentenprijs van een artikel kan bepalen.

TB BE-H.indd 14 19-1-2011 14:58:12

Page 15: Elementaire kennis Bedrijfseconomie, Handel

Exploitatieoverzicht 15

2Exploitatieoverzicht

2.1 Inleiding

Een ondernemer/manager wil graag inzicht hebben in alle bedrijfseco-nomische en fiscale cijfers. Zo wil hij graag weten wat zijn omzet en re-sultaat de afgelopen periode (bijvoorbeeld jaar, kwartaal of maand) zijn geweest.Naast omzet zijn brutowinst en exploitatiekosten zaken waarmee hij dagelijks te maken krijgt. De exploitatiekosten hebben we ruimschoots behandeld in de hoofdstukken 1 en 2 van Elementaire Kennis Bedrijfs­economie (hierna afgekort tot ekbe). Bij tal van berekeningen in dit hoofdstuk komt de opgedane kennis goed van pas.Maar ook wil hij weten wat zijn nettowinst en zijn fiscale winst is. Al deze zaken staan verwerkt in een exploitatieoverzicht.We gaan achtereenvolgens met behulp van het exploitatieoverzicht het economisch resultaat, de nettowinst en de fiscale winst bepalen.

2.2 (Bedrijfs)economischresultaat

Wil een onderneming kunnen draaien dan heeft zij hiervoor het een en ander nodig. Deze benodigdheden noemen we de productiefactoren. De productiefactoren zijn de middelen die een onderneming gebruikt in het productieproces.De productiefactoren zijn natuur, arbeid en kapitaal. Een winkelorgani-satie produceert geen goederen maar verleent diensten.Een handelsonderneming heeft weinig te maken met de productie factor natuur. Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld een tuinder die eigen producten teelt en deze producten in zijn eigen winkel verkoopt.De productiefactor arbeid speelt een belangrijke rol. Een zelfstandige zonder personeel verricht de arbeid geheel zelfstandig. Binnen de de-tailhandel komt dit nog sporadisch voor. De meeste winkelorganisaties hebben personeel in dienst. Loonkosten vormen een belangrijke kos-tenpost voor een ondernemer, zoals we uitgebreid aan de orde hebben gesteld in paragraaf 2.2 van ekbe.

TB BE-H.indd 15 19-1-2011 14:58:12