Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013...

24
Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT ZIEKENHUISHYGIËNIST AUTEUR: Manon Janssen, Deskundige Infectiepreventie i.o., Atrium MC Heerlen PRAKTIJKBEGELEIDER: W. Boertje, Deskundige Infectiepreventie, Atrium MC Heerlen KERNDOCENT: T. Jilesen, Wenckebachinstituut, UMCG Groningen MAART 2013

Transcript of Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013...

Page 1: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013

HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen

IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT ZIEKENHUISHYGIËNIST AUTEUR: Manon Janssen, Deskundige Infectiepreventie i.o., Atrium MC Heerlen PRAKTIJKBEGELEIDER: W. Boertje, Deskundige Infectiepreventie, Atrium MC Heerlen KERNDOCENT: T. Jilesen, Wenckebachinstituut, UMCG Groningen MAART 2013

Page 2: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013

VOORWOORD Dit onderzoek is tot stand gekomen in het kader van de eindopdracht van de opleiding tot ziekenhuishygiënist aan het Wenckebach Instituut in Groningen. Vele uren heb ik aan de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek besteed en ik ben dan ook erg trots op het eindresultaat. Echter, zonder hulp en steun van anderen zou ik dit resultaat nooit hebben bereikt. In het speciaal wil ik mijn praktijkbegeleidster Wiea Boertje bedanken voor alle hulp en steun tijdens het hele onderzoeksproces. Daarnaast wil ik alle afdelingshoofden bedanken voor de mogelijkheid die ik van hun heb gekregen om op deze afdelingen het onderzoek uit te voeren. Als laatste wil ik de medewerkers van de deelnemende afdelingen bedanken voor hun geduld en gastvrijheid tijdens de observaties en voor het invullen van de vragenlijsten. MANON JANSSEN, DESKUNDIGE INFECTIEPREVENTIE MAART 2013

Page 3: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD SAMENVATTING 1. INLEIDING 1

1.1. HANDHYGIËNE EN INFECTIEPREVENTIE 1 1.2. PROCES EN UITVOERING VAN HANDHYGIËNE IN DE PRAKTIJK 1 1.3. DETERMINANTEN VAN HANDHYGIËNE 2 1.4. VERANDEREN VAN HANDHYGIËNE GEDRAG 2 1.5. AANLEIDING VOOR DIT PROJECT 2

2. DOEL- EN VRAAGSTELLING 4 3. METHODE VAN ONDERZOEK 5

3.1. BESCHRIJVING SAMPLE 5 3.2. OBSERVATIE HANDHYGIËNE COMPLIANCE 5 3.3. VRAGENLIJST 6 3.4. STATISTISCHE METHODEN 6

4. RESULTATEN 8

4.1. GEOBSERVEERDE HANDHYGIËNE COMPLIANCE 8 4.2. ZELF GERAPPORTEERDE HANDHYGIËNE COMPLIANCE 8 4.3. ATTITUDE, SOCIALE NORM EN EIGEN EFFECTIVITEIT 9 4.4. INVLOED VAN DETERMINANTEN OP ZELFGERAPPORTEERDE 10

HANDHYGIËNE COMPLIANCE 4.4.1 VERPLEEGKUNDIGEN 10 4.4.2 ARTSEN/ARTS-ASSISTENTEN/CO-ASSISTENTEN 10

4.5. OPMERKINGEN TEN AANZIEN VAN VERBETERING HANDHYGIËNE COMPLIANCE 10 5. CONCLUSIE 11

6.1 HANDHYGIËNE COMPLIANCE 11 6.2 DETERMINANTEN HANDHYGIËNE COMPLIANCE 11

6. DISCUSSIE 13 5.1 HANDHYGIËNE COMPLIANCE 13 5.2 DETERMINANTEN HANDHYGIËNE COMPLIANCE 13 5.3 BEPERKINGEN VAN HET ONDERZOEK 14

7. AANBEVELINGEN 15 NAWOORD 17 LITERATUURLIJST 18 BIJLAGEN 20

- BIJLAGE 1: WETENSCHAPPELIJKE STUDIES MET BETREKKING TOT DE 20

Page 4: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013

RELATIE TUSSEN HANDHYGIËNE EN ZIEKENHUISINFECTIES - BIJLAGE 2: VIJF MOMENTEN VOOR HANDHYGIËNE VOLGENS DE WHO 21 - BIJLAGE 3: PROCEDURE HANDDESINFECTIE 22 - BIJLAGE 4: ASE-MODEL 23 - BIJLAGE 5: INTERVENTION MAPPING MODEL 24 - BIJLAGE 6: OBSERVATIEROOSTER 25 - BIJLAGE 7: VRAGENLIJST HANDHYGIËNE 26 - BIJLAGE 8: RESULTATEN HANDHYGIËNE COMPLIANCE 34 - BIJLAGE 9: DETERMINANTEN HANDHYGIËNE COMPLIANCE NAAR GESLACHT, 35

LEEFTIJD EN FUNCTIE - BIJLAGE 10: INVLOED DETERMINATNEN OP HANDHYGIËNE COMPLIANCE 36 - BIJLAGE 11: OPMERKINGEN TER VERBETERING HANDHYGIËNE COMPLIANCE 37 - BIJLAGE 12: AANBEVELINGEN TER VERBETERING HANDHYGIENE COMPLIANCE 38 - BIJLAGE 13: PLAN VAN AANPAK HANDHYGIENE PROJECT ATRIUM MC PARKSTAD 39

Page 5: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013

SAMENVATTING Ziekenhuisinfecties zijn een groot probleem voor de patiëntveiligheid en de gezondheidszorg. Recente studies wijzen uit dat tussen de 15 en 30% van de ziekenhuisinfecties zouden kunnen worden voorkomen door een verhoogde handhygiëne compliance. Desondanks is de handhygiëne compliance in Nederlandse ziekenhuizen vaak nog ver onder de maat. Het is daarom belangrijk om hier aandacht op te vestigen. Het doel van deze studie is het inzichtelijk maken van de stand van zaken met betrekking tot de handhygiëne compliance en de determinanten van dit gedrag binnen het Atrium MC Heerlen. Om de handhygiëne compliance en de determinanten hiervan te kunnen meten zijn directe observaties uitgevoerd op vijf klinische afdelingen en is daarnaast een vragenlijst afgenomen onder de medewerkers van deze afdelingen. Met behulp van SPSS versie 18.0 zijn de verzamelde data geanalyseerd. De gemiddelde geobserveerde handhygiëne compliance is 33%. Daarentegen is een hoge zelfgerapporteerde handhygiëne compliance gevonden. Vrouwen volgen hierbij vaker de handhygiëne richtlijnen op dan mannen. Ook verpleegkundigen volgen vaker de handhygiëne op dan artsen/arts-assistenten/co-assistenten en medewerkers in andere functies. Op afdelingsniveau volgen de medewerkers op de spoedeisende hulp het minst vaak de handhygiëne richtlijnen op. De handhygiëne richtlijnen worden het minst vaak opgevolgd vóór direct patiëntencontact. De opvolging van handhygiëne richtlijnen in het Atrium MC is laag, maar vergelijkbaar met de gevonden compliance percentages uit de meest recente studies (40-20%)1,5. Determinanten die ten grondslag liggen aan dit gedrag zijn met name de waargenomen norm en eigen effectiviteit (voor verpleegkundigen) en kennis en risico inschatting (voor artsen/arts-assistenten/co-assistenten). Om de patiëntveiligheid in het Atrium MC Heerlen te verbeteren is het van belang om de handhygiëne compliance naar een hoger niveau te brengen. De ‘Guide to implementation’ van de WHO is een strategie waarmee een multicomponent interventie kan worden opgezet, gericht op het verhogen van de handhygiëne compliance op de korte en lange termijn. Per subdoelgroep moet gezocht worden naar de beste samenstelling van effectief bevonden interventies gericht op meerdere specifieke determinanten.

Page 6: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 1

1. INLEIDING Ziekenhuisinfecties zijn een groot probleem voor de patiëntveiligheid en de gezondheidszorg1. Ondanks de lage incidentie en prevalentie van ziekenhuisinfecties in Nederland is het belangrijk om een hoge prioriteit te geven aan preventie van ziekenhuisinfecties2. Ziekenhuisinfecties dragen namelijk een hoge extra financiële last, een hoge morbiditeit en mortaliteit, een langere opnameduur en langdurige beperkingen voor de patiënt met zich mee1,3-4. In aanvulling hierop is ook de toegenomen resistentievorming van bacteriën tegen meerdere antibiotica een reden om aandacht te vestigen op de preventie van ziekenhuisinfecties5. Omdat ziekenhuisinfecties vaak voorkomen kunnen worden door preventieve maatregelen (onder andere de opvolging van handhygiëne richtlijnen), is het belangrijk hier aandacht op te vestigen5.

1.1 HANDHYGIËNE EN INFECTIEPREVENTIE De laatste 40 jaar heeft er veel onderzoek plaatsgevonden waarin de belangrijke rol van gecontamineerde handen op de overdracht van ziekenhuispathogenen is bevestigd. Meerdere studies hebben aangetoond dat een correcte naleving van de handhygiëne richtlijnen leidt tot de preventie van overdracht van micro-organismen via de handen van medewerkers in de gezondheidszorg1,6-7. De laatste jaren is er nog meer wetenschappelijk bewijs gevonden voor de associatie tussen een verbeterde handhygiëne in de praktijk en een verlaagd aantal ziekenhuisinfecties (bijlage 1). Recente studies wijzen uit dat tussen de 15 en 30% van de ziekenhuisinfecties voorkomen zouden kunnen worden door een verhoogde handhygiëne compliance8-9. Ondanks de resultaten uit bestaande wetenschappelijke literatuur blijkt de naleving van handhygiëne richtlijnen in Nederlandse ziekenhuizen vaak ver onder de maat 1,5,10-11. 1.2 PROCES EN UITVOERING VAN HANDHYGIËNE IN DE PRAKTIJK Handhygiëne richtlijnen stellen dat handhygiëne noodzakelijk is vóór en na patiëntencontact, na mogelijk contact met lichaamsvloeistoffen, na contact met de directe omgeving van de patiënt en vóór het uitvoeren van aseptische handelingen1,12 (bijlage 2). De aanbevolen methode voor de uitvoering van handhygiëne bij niet zichtbaar verontreinigde handen is handdesinfectie met handalcohol, in plaats van het wassen van de handen met water en zeep12-13. Er moet voldoende handalcohol worden gebruikt om de handen volledig te bedekken (ongeveer 2-3 ml). Deze hoeveelheid is individueel verschillend. De handen worden ingewreven totdat ze droog zijn (bijlage 3). De volledige procedure duurt 20-30 seconden. Na het uittrekken van handschoenen wordt ook handdesinfectie toegepast. Als de handen

Page 7: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 2

zichtbaar verontreinigt zijn moeten de handen worden gewassen met water en zeep. De handen moeten worden bevochtigd met water en worden ingewreven met zeep, volgens de procedure van handdesinfectie (bijlage 3). De handen worden met water goed afgespoeld om alle zeep te verwijderen en drooggedept met een wegwerp handdoekje13-14. Basisvoorwaarden voor een goede handhygiëne zijn de afwezigheid van juwelen aan de polsen, handen en voorarmen, het hebben van korte nagels zonder nagellak, de afwezigheid van valse nagels en het dragen van korte mouwen tijdens de zorgverlening13. 1.3 DETERMINANTEN VAN HANDHYGIËNE Om de opvolging van de handhygiëne richtlijnen in de praktijk te verbeteren, is het belangrijk om te weten waarom mensen bepaald gedrag vertonen en hoe dit gedrag tot stand komt. Gedrag wordt beïnvloed door een veelheid aan factoren, zoals beschreven in het ASE-model (bijlage 4)15. Uitgangspunt van dit model is dat pas als iemand de intentie heeft om een bepaald gedrag te vertonen, hij dit daadwerkelijk zal doen. Deze intentie wordt beïnvloed door drie soorten determinanten: attitude (overtuigingen, kennis en risicoperceptie), sociale invloed (subjectieve en waargenomen norm) en de eigen-effectiviteit. Deze determinanten worden weer beïnvloed door externe variabelen. Als een persoon de intentie heeft om bepaald gedrag uit te voeren, kan dit nog worden beïnvloed door mogelijke barrières in de omgeving15. In de literatuur zijn diverse factoren aangetoond die invloed hebben op het correct uitvoeren van de handhygiëne richtlijnen. Maar hoewel sommige studies enkele factoren hebben geïdentificeerd die dit gedrag beïnvloeden, zijn de effecten van determinanten op handhygiëne compliance niet eenduidig en onderbestudeerd5,11. 1.4 VERANDEREN VAN HANDHYGIËNE GEDRAG Om de handhygiëne compliance effectief te kunnen verbeteren is het belangrijk om volgens een geplande en stapsgewijze benadering te werken16. Een model voor de planmatige gezondheidsbevordering is het Intervention Mapping model. Dit model beschrijft planmatige gezondheidsbevordering in vijf stappen: het analyseren van het gezondheidsprobleem, het analyseren van het gerelateerde gedrag, de analyse van gedragsdeterminanten, het ontwikkelen van de interventie en de implementatie/evaluatie van de interventie (bijlage 5)16. 1.5 AANLEIDING VOOR DIT PROJECT De gedeelde regionale, nationale en internationale ervaringen en bestaande wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de lage compliance van handhygiëne geven een eerste aanleiding voor het ontwikkelen van dit onderzoek. Als aanvulling heeft in 2011 en 2012 problematiek plaatsgevonden met multiresistente micro-organismen op verschillende afdelingen binnen het Atrium MC Heerlen. Voor het grootste gedeelte van deze verspreiding is

Page 8: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 3

geen duidelijke bron gevonden in de uitgevoerde brononderzoeken. Het vermoeden bestaat dat deze verspreiding via de handen van de medewerkers is overgedragen naar patiënten. Dit wordt bevestigd door geluiden onder ziekenhuispersoneel, die aangeven dat de opvolging van handhygiëne richtlijnen onder de maat is. Echter, bewijs hiervoor ontbreekt vooralsnog. Dit project geeft inzicht in de stand van zaken betreffende handhygiëne compliance. Daarnaast kan het als basis gebruikt worden voor de ontwikkeling van interventies gericht op het verhogen van de handhygiëne compliance binnen het Atrium MC Heerlen. Dit project richt zich dan ook op de tweede en derde stap van het Intervention Mapping model: de analyse van het gedrag en de gedragsdeterminanten.

Page 9: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 4

2. DOEL- EN VRAAGSTELLING Naar aanleiding van de bestaande wetenschappelijke literatuur en gedeelde ervaringen met betrekking tot handhygiëne compliance, is de volgende doelstelling opgesteld voor dit onderzoek: Het inzichtelijk maken van de stand van zaken met betrekking tot handhygiëne compliance en de gerelateerde determinanten (attitude, sociale norm en eigen effectiviteit), onder medewerkers van vijf verschillende klinische afdelingen (Interne afdeling, MDL afdeling, 2 Chirurgische afdelingen en de Spoedeisende hulp) binnen het Atrium MC Heerlen in het najaar van 2012. De vraagstellingen die deze doelstelling beantwoorden zijn:

1. Wat is het percentage handhygiëne compliance onder medewerkers van het Atrium MC Heerlen in het najaar van 2012?

2. Hoe is de attitude, sociale norm en eigen effectiviteit ten aanzien van de naleving van handhygiëne richtlijnen in het Atrium MC Heerlen in het najaar van 2012?

3. Verschilt de handhygiëne compliance tussen verschillende demografische groepen (geslacht, functie en afdeling) in het Atrium MC Heerlen?

4. Verschillen attitude, sociale norm en eigen effectiviteit tussen verschillende demografische groepen (geslacht, functie en afdeling) in het Atrium MC Heerlen?

5. Welke determinanten (attitude, sociale norm en eigen effectiviteit) hebben het grootste effect op de zelfgerapporteerde handhygiëne compliance in het Atrium MC Heerlen?

Page 10: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 5

3. METHODE Dit onderzoek is een cross-sectioneel observationeel onderzoek17, waarbij zowel een vragenlijst als een directe compliance meting is uitgevoerd in het Atrium Medisch Centrum Heerlen. 3.1 BESCHRIJVING SAMPLE Onder de vijf deelnemende afdelingen vallen twee chirurgische afdelingen, de afdelingen interne en MDL (maag, darm en lever) en de spoedeisende hulp (SEH). Via de afdelingshoofden van de vijf deelnemende afdelingen zijn medewerkers gevraagd om de vragenlijst in te vullen. Om de respons te verhogen is na twee weken via de afdelingshoofden een herinnering verstuurd aan alle medewerkers om de vragenlijst in te vullen. 3.2 OBSERVATIE HANDHYGIËNE COMPLIANCE De directe compliance meting is uitgevoerd door middel van directe observatie aan de hand van het observatierooster (bijlage 6). Deze meting is uitgevoerd door een deskundige op het gebied van hygiëne en infectiepreventie, zodat een goede validiteit van de resultaten kan worden gewaarborgd18,1. Iedereen die contact heeft met de patiënt of zijn directe omgeving kan volgens deze methode worden geobserveerd. Er kan gekozen worden voor twee werkwijzen van observeren: de observator blijft in één ruimte of volgt één of meerdere zorgverleners. In deze studie zijn per afdeling telkens vier tot zes zorgverleners afzonderlijk een half uur geobserveerd tijdens patiëntencontact. Zowel de opportuniteiten als de episodes zijn gerapporteerd. Met een opportuniteit wordt elke situatie bedoeld waarin handhygiëne geïndiceerd is. Met handhygiëne episodes worden alle toepassingen van handhygiëne bedoeld die geobserveerd worden door de gezondheidswerker1. Op elke afdeling is 2 tot 3 uur geobserveerd en waar nodig zijn extra uren geobserveerd om tot voldoende observaties per afdeling te komen. Om de compliance resultaten op een correcte manier te kunnen interpreteren zijn minimaal 100 opportuniteiten geobserveerd per afdeling1. Eerdere compliance metingen hebben aangetoond dat de handhygiëne compliance verschilt tussen de dagdelen (morgen, middag en avond/nacht)18. Om de betrouwbaarheid te verhogen is op alle afdelingen de handhygiëne compliance op twee verschillende dagdelen gemeten (morgen, middag of avond). Er zijn telkens andere zorgverleners geobserveerd. Om de zorgverleners niet te beïnvloeden tijdens de compliance meting is naar de medewerkers een fictief doel gecommuniceerd, namelijk het opvolgen van algemene richtlijnen en protocollen in het kader van patiëntveiligheid. Dit is goedgekeurd door de medisch ethische commissie van het Atrium MC Heerlen. De afdelingshoofden waren wel op

Page 11: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 6

de hoogte van het onderzoek en de bijbehorende doelen. De compliance berekening is per afdeling, functie en geslacht berekend volgens onderstaande formule:

Compliance (%) = 100 x [aantal handhygiëne-episodes / aantal handhygiëne-opportuniteiten

3.3 VRAGENLIJST De vragenlijst die is gebruikt in deze studie is gebaseerd op het Handhygiëne Assessment Instrument19, met aanvullende vragen uit de ACCOMPLISH studie5. Het ASE-model is als theoretisch kader voor deze vragenlijst gebruikt. Dit heeft geleid tot een gevalideerde vragenlijst (Bijlage 7), met tien verschillende constructen die alle factoren uit het ASE-model vertegenwoordigen: handhygiëne compliance (10 items), kennis (5 items), risicoperceptie kans (3 items), risicoperceptie ernst (2 items), attitude overtuigingen (8 items), attitude waargenomen resultaten (4 items), subjectieve norm (4 items), waargenomen norm (6 items), eigen effectiviteit (1 item) en tijdsdruk als barrière (1 item). Tenslotte zijn twee open vragen gesteld waarin men kan aangeven wat medewerkers zou helpen om de handhygiëne richtlijnen beter op te volgen en of men nog opmerkingen heeft over het opvolgen van handhygiëne richtlijnen.

3.4 STATISTISCHE METHODEN

Uit de vragenlijst zijn zeven schaalscores aangemaakt met betrekking tot de items over: het zelfgerapporteerde handhygiëne gedrag (vraag 5), risicoperceptie kans (vraag 11-13), risicoperceptie ernst (vraag 14-15), attitude overtuigingen (vraag 16-19), attitude waargenomen resultaten (vraag 7-10), subjectieve norm (vraag 20-23) en de waargenomen norm (vraag 24-29). De interne consistentie van deze schalen is gemeten door middel van de Cronbach’s Alpha (α). Dit is een manier om vast te stellen of meerdere items samen één schaal mogen vormen20. Omdat de gemaakte schaalscores uit de vragenlijst allemaal voldoende betrouwbaar zijn (Cronbach’s Alpha ≥ 0.70), zijn gemiddelden berekend voor verdere analyse. Aan de hand van beschrijvende statistieken (gemiddelden en frequenties) is de onderzoekspopulatie beschreven (leeftijd, functie, geslacht, opleidingsniveau) en de huidige stand van zaken met betrekking tot de gemeten constructen. Onafhankelijke T-toetsen en variantie-analyses (ANOVA) zijn uitgevoerd om de verschillen met betrekking tot de gemeten handhygiëne compliance tussen demografische groepen (geslacht, functie en afdeling) te analyseren. Dit zijn beide methoden om te analyseren of twee of meer groepen op bepaalde eigenschappen van elkaar verschillen. Een onafhankelijke T-toets is uitgevoerd bij de vergelijking tussen twee onafhankelijke groepen met een continue uitkomstmaat. Een ‘one-way ANOVA’ is uitgevoerd bij de vergelijking van meerdere groepen

Page 12: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 7

op slechts één factor, met een continue uitkomstmaat20. Deze methoden zijn ook gebruikt om de verschillen met betrekking tot de gemeten gedragsfactoren tussen demografische groepen te analyseren. Een multivariate lineaire regressie analyse is uitgevoerd om de effecten van de gedragsdeterminanten op de zelfgerapporteerde handhygiëne compliance te identificeren. Dit is een methode om te onderzoeken hoe een uitkomstvariabele gerelateerd is aan meer dan één determinant. De mogelijke determinanten zijn geanalyseerd in een hiërarchisch regressiemodel. In het eerste model zijn kennis en risicoperceptie toegevoegd, in het tweede model zijn daarbij attitude en sociale norm toegevoegd en in het laatste model zijn eigen effectiviteit en tijdsdruk toegevoegd. Bij alle toetsen is een significantieniveau van p<.05 aangehouden. De analyses zijn uitgevoerd in SPSS versie 18.0.

Page 13: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 8

4. RESULTATEN In totaal zijn 577 handhygiëne momenten geobserveerd op de vijf deelnemende afdelingen. Hiervan zijn 402 momenten onder vrouwen en 155 momenten onder mannen geobserveerd. Er zijn 98 artsen/arts-assistenten/co-assistenten geobserveerd, 440 verpleegkundigen en 19 medewerkers in andere functies (bijv. fysiotherapeuten, unie van vrijwilligers en medewerkers van de bloedprikdienst).Van de 200 aangeschreven medewerkers, hebben 98 medewerkers binnen twee weken de vragenlijst ingevuld. Na het versturen van een herinnering aan alle afdelingshoofden, hebben nog 29 medewerkers de vragenlijst ingevuld. De totale respons is 64% (127/200). Er hebben 101 verpleegkundigen, 22 artsen/co-assistenten/arts-assistenten en 4 medewerkers in andere functies (bijv. fysiotherapie of bloedprikdienst) deelgenomen. De gemiddelde leeftijd is 35,6 (17- 63). Er hebben 106 vrouwen en 21 mannen deelgenomen. 4.1 GEOBSERVEERDE HANDHYGIËNE COMPLIANCE De gemiddelde geobserveerde handhygiëne compliance is 33% (Bijlage 8). De handhygiëne compliance verschilt significant tussen mannen en vrouwen (p<0,01), waarbij vrouwen vaker de handhygiëne richtlijnen opvolgen (38%) dan mannen (19%). Ook zijn er significante verschillen gevonden in handhygiëne compliance tussen artsen/arts-assistenten/co-assistenten en verpleegkundigen (p<0,01), waarbij artsen/arts-assistenten/co-assistenten de handhygiëne richtlijnen minder vaak opvolgen (18%) ten opzichte van verpleegkundigen (37%). De handhygiëne compliance van medewerkers in andere functies (11%) is lager ten opzichte van verpleegkundigen (p=0,02). Daarnaast is er een significant lagere handhygiëne compliance gevonden onder medewerkers van de spoedeisende hulp (22%) ten opzichte van de vier andere afdelingen (p≤0,05). Van alle geobserveerde momenten is het vaakst handhygiëne toegepast na het dragen van handschoenen (52%). Het minst vaak werd handhygiëne toegepast vóór direct contact met een patiënt (19%) en tijdens de overgang van vuil naar schoon (19%). In de groep verpleegkundigen zijn er geen medewerkers geobserveerd met lange mouwen en/of handsieraden. In de groep artsen/co-assistenten/arts-assistenten is het percentage medewerkers dat handsieraden en/of lange mouwen droeg 3% (3/98). 4.2 ZELF GERAPPORTEERDE HANDHYGIËNE COMPLIANCE De gemiddelde zelfgerapporteerde handhygiëne compliance op een schaal van 1 t/m 5, is 4,25 (Bijlage 8). Dat wil zeggen dat medewerkers aangeven bijna altijd handhygiëne toe te passen op de momenten waarop dat gewenst is. Vrouwen rapporteren een hogere handhygiëne compliance dan mannen (niet significant). Verpleegkundigen rapporteren een hogere handhygiëne compliance dan artsen/arts-assistenten/co-assistenten (niet significant)

Page 14: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 9

en medewerkers in andere functies (p=0,03). Verder verschilt de chirurgische afdeling 12 significant van de MDL-afdeling (p=0,04) en de chirurgische afdeling 11 (p<0,01), waarbij de medewerkers op de chirurgische afdeling 12 een lagere handhygiëne compliance rapporteren dan de MDL-afdeling en de chirurgische afdeling 11. Daarnaast verschilt de spoedeisende hulp significant van de chirurgische afdeling 11 (p=0,03), waarbij de chirurgische afdeling 11 een hogere handhygiëne compliance rapporteert dan de spoedeisende hulp. De zelfgerapporteerde handhygiëne compliance is het hoogst na dragen van handschoenen (4,29) en het laagst vóór direct patiëntencontact (3,09). 4.3 ATTITUDE, SOCIALE NORM EN EIGEN EFFECTIVITEIT De gemiddelde kennisscore met betrekking tot de vijf momenten van handhygiëne is 95% (Bijlage 9). Deze kennis is het hoogst bij artsen/arts-assistenten/co-assistenten (98%) en het laagst bij medewerkers in andere functies (90%). De attitude ten aanzien van de voor- en nadelen van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen is 4,18, wat wil zeggen dat men positief denkt over het opvolgen van handhygiëne richtlijnen. De laagste score is gerapporteerd op de vraag of men handhygiëne slecht vindt voor de handen (3,40). De attitude ten aanzien van de uitkomstverwachtingen van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen is 4,35. Dat wil zeggen dat men denkt dat het opvolgen van handhygiëne richtlijnen een positieve uitkomst geeft voor henzelf en de patiënten. De inschatting van de gevolgen van het niet juist toepassen van handhygiëne is 3,93. Dat wil zeggen dat men de kans gemiddeld tot groot acht dat infecties kunnen worden overgedragen naar patiënten door een onjuiste toepassing van handhygiëne. Hierbij hebben mannen een significant lagere risico-inschatting dan vrouwen (p=0,01). De inschatting van de ernst van infecties is 4,15, wat inhoud dat men de gevolgen van een infectie hoog inschat. Artsen hebben daarbij een significant lagere inschatting dan medewerkers in andere functies (p=0,03). De subjectieve norm ten aanzien van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen van belangrijke personen in de omgeving is 4,40. Dat wil zeggen dat men het zeer waarschijnlijk acht dat anderen in hun omgeving het belangrijk vinden dat de handhygiëne richtlijnen correct worden opgevolgd. Hierbij is de subjectieve norm van vrouwen significant hoger dan van mannen (p=0,04). De waargenomen norm ten aanzien van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen is 3,84, wat wil zeggen dat het opvolgen van handhygiëne richtlijnen van belangrijke personen in de omgeving soms wel en soms niet waargenomen wordt. De waargenomen norm is significant hoger onder verpleegkundigen dan onder artsen (p=0,02). De opvolging van handhygiëne richtlijnen wordt het minst vaak waargenomen bij de groep artsen/arts-assistenten/co-assistenten (3,67). Tevens wordt door artsen een significant lagere prioriteit gegeven aan het opvolgen van handhygiëne richtlijnen op de afdeling, ten opzichte van verpleegkundigen en medewerkers in andere functies (p=0,01). De ervaren tijdsdruk ten aanzien van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen is

Page 15: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 10

3,95. Dat wil zeggen dat men de werkdruk op de afdeling meestal niet te hoog ervaart om de handhygiëne richtlijnen goed op te kunnen volgen. De inschatting van de eigen mogelijkheden om de handhygiëne richtlijnen op te volgen is 3,79, wat wil zeggen dat het waarschijnlijk wordt geacht dat men de handhygiëne richtlijnen op kan volgen in alle situaties waarin dat nodig is. 4.4 INVLOED VAN DETERMINANTEN OP ZELFGERAPPORTEERDE HANDHYGIËNE COMPLIANCE De resultaten van de regressie analyse zullen apart worden beschreven voor verpleegkundigen en artsen/arts-assistenten/co-assistenten (Bijlage 10). 4.4.1 VERPLEEGKUNDIGEN De resultaten uit de regressie analyse laten zien dat in Model 2 de waargenomen norm sterk significant geassocieerd is met zelfgerapporteerde handhygiëne compliance (β=0,29, p<0,01). Na toevoeging van eigen effectiviteit en tijdsdruk in het uiteindelijke model is ook de eigen effectiviteit geassocieerd met handhygiëne compliance (β=0,15, p0,12). In dit model blijft de waargenomen norm sterk significant geassocieerd met handhygiëne compliance, hoewel de sterkte van de associatie enigszins lager is (β=0,26, p=0,03). Het uiteindelijke model verklaart 26% van de totale variantie in handhygiëne compliance. 4.4.2 ARTSEN/ARTS-ASSISTENTEN/CO-ASSISTENTEN De resultaten uit de regressie analyse laten zien dat in Model 2 de risicoperceptie kans sterk significant geassocieerd is met zelfgerapporteerde handhygiëne compliance (β=0,44, p=0,04). Verder is ook kennis geassocieerd met handhygiëne compliance (β=0,34, p=0,10). Na toevoeging van eigen effectiviteit en tijdsdruk in het uiteindelijke model, blijven de associaties tussen risicoperceptie kans (β=0,45, p=0,05) en kennis (β=0,35, p=0,10) op handhygiëne compliance bestaan. Het uiteindelijke model verklaart 37% van de totale variantie in handhygiëne compliance. 4.5 OPMERKINGEN TEN AANZIEN VAN VERBETERING HANDHYGIËNE COMPLIANCE Er zijn meerdere verbeterpunten gerapporteerd op de vraag wat medewerkers zal helpen om de handhygiëne richtlijnen beter op te volgen (Bijlage 11). Het meest vaak is aangegeven dat het ophangen van alcoholdispensers aan elk bed zal helpen om de handhygiëne richtlijnen beter op te volgen. Daarnaast is ook vaak aangegeven dat meer aandacht voor handhygiëne en het ophangen van geheugensteuntjes (in de vorm van posters of informatiekaartjes) zou helpen. Regelmatig is aangegeven dat men elkaar meer moet aanspreken op onjuist gedrag. Verder is een paar keer aangegeven dat men artsen meer bewust moet maken van het handhygiëne gedrag en dat men meer informatie hierover wil krijgen.

Page 16: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 11

5. CONCLUSIE 5.1 HAND HYGIËNE COMPLIANCE De totale geobserveerde handhygiëne compliance in het Atrium MC Heerlen is 33%. Echter, in de vragenlijst geeft men zelf aan dat men bijna altijd handhygiëne toepast op de momenten waarop dat geïndiceerd is. Ook is gebleken dat vrouwen een hogere geobserveerde compliance hebben dan mannen en verpleegkundigen een hogere compliance ten opzichte van artsen/arts-assistenten/co-assistenten en medewerkers in andere functies. Deze resultaten komen wel overeen met de bevindingen van de zelfgerapporteerde compliance. Op afdelingsniveau is de geobserveerde handhygiëne compliance het laagst op de spoedeisende hulp. Belangrijk is dat van de vijf momenten voor handhygiëne, de compliance het laagst is vóór direct contact met de patiënt, terwijl dit juist een van de momenten is waarop handhygiëne het meest effectief is in de preventie van ziekenhuisinfecties5. Tot slot is in de groep artsen/arts-assistenten/co-assistenten 3% van de medewerkers met handsieraden en/of lange mouwen geobserveerd. 5.2 DETERMINANTEN HANDHYGIËNE COMPLIANCE De kennis onder medewerkers in het Atrium MC Heerlen is erg hoog (95%). Ook denkt men positief over de opvolging van handhygiëne richtlijnen. Men vindt dat het opvolgen van handhygiëne richtlijnen positieve resultaten geeft voor de patiënt en de medewerker zelf. Ook acht men de kans gemiddeld tot groot dat infecties kunnen worden overgedragen naar patiënten door een onjuiste toepassing van handhygiëne en schat men de gevolgen van infecties hoog in. De inschatting van de kans op overdracht is significant lager onder mannen ten opzichte van vrouwen. De ernst van infecties worden het minst hoog ingeschat door artsen/arts-assistenten/co-assistenten. De subjectieve norm ten aanzien van het opvolgen van handhygiëne richtlijnen door belangrijke personen in de omgeving is hoog. Echter, men neemt dit gedrag niet altijd waar. Met name bij artsen/arts-assistenten/co-assistenten wordt het opvolgen van handhygiëne richtlijnen niet altijd waargenomen. De subjectieve norm is hoger onder vrouwen ten opzichte van mannen. Men ervaart weinig tijdsdruk om de handhygiëne richtlijnen correct op te kunnen volgen. Daarbij acht men het waarschijnlijk dat de handhygiëne richtlijnen correct opgevolgd kunnen worden op de momenten waarop dat geïndiceerd is. In de groep verpleegkundigen wordt het zelfgerapporteerde handhygiëne gedrag het meest beïnvloed door de waargenomen norm en de eigen effectiviteit. Hoe hoger de waargenomen norm en eigen effectiviteit, hoe groter de zelfgerapporteerde handhygiëne compliance. In de groep artsen/arts-assistenten/co-assistenten wordt het zelfgerapporteerde handhygiëne

Page 17: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 12

gedrag het meest beïnvloed door kennis over handhygiëne en door de risico inschatting van de kans op overdracht van infecties. Meer kennis en een hogere risico-inschatting geeft een hogere zelfgerapporteerde handhygiëne compliance.

Page 18: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 13

6. DISCUSSIE 6.1 HANDHYGIËNE COMPLIANCE De geobserveerde handhygiëne compliance van 33% houdt in dat slechts in één derde van alle geïndiceerde momenten een correcte handhygiëne toegepast wordt. De opvolging van handhygiëne richtlijnen in het Atrium MC is laag, maar vergelijkbaar met de gevonden compliance percentages uit de meest recente studies (40-20%)1,5. Medewerkers rapporteren echter zelf dat ze bijna altijd handhygiëne toepassen. Dit impliceert dat medewerkers zich niet bewust zijn van de slechte opvolging van de handhygiëne richtlijnen. De lage handhygiëne compliance vóór direct contact wordt ook gevonden in andere populaties1,5. Echter, deze onderzoeken gaven wisselende resultaten. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de uitvoering van handhygiëne afhankelijk is van de soort instelling en de onderzochte populatie. Zowel in de literatuur als in dit onderzoek is gevonden dat artsen/arts-assistenten/co-assistenten een lagere compliance hebben dan verpleegkundigen1,5,23. Een verklaring voor de lage handhygiëne compliance op de SEH zou kunnen zijn dat een hoog activiteitenniveau op de afdeling en een hoge bezettingsgraad van de bedden worden geassocieerd met lagere handhygiëne compliance5. 62 DETERMINANTEN HANDHYGIËNE Het uiteindelijke model dat gebruikt is in deze studie was in staat om 26% van de variantie in zelfgerapporteerde handhygiëne compliance te verklaren onder verpleegkundigen en 37% onder artsen/arts-assistenten/co-assistenten. Dit komt overeen met de verklaarde variantie uit de recente studie van Erasmus5. Voor een gedragsverklarend model is dit een relatief hoge verklaarde variantie, maar het handhygiëne gedrag kan niet volledig worden verklaard door de onderzochte determinanten. Ook uit eerdere studies is gebleken dat het succesvol voorspellen van handhygiëne gedrag vaak niet mogelijk is5. Ondanks het niet volledig kunnen verklaren van de handhygiëne compliance is uit de resultaten van dit onderzoek gebleken dat het handhygiëne gedrag bij verpleegkundigen beïnvloed wordt door de ervaren sociale norm en de eigen effectiviteit. Het belang van deze factoren voor verpleegkundigen is ook in eerder recent onderzoek aangetoond21,22. Hetzelfde geldt voor de invloed van kennis op het handhygiëne gedrag van artsen/arts-assistenten/co-assistenten21. Eerdere onderzoeken met betrekking tot de invloed van risico inschatting op het handhygiëne gedrag van artsen/arts-assistenten/co-assistenten geven echter geen consistente resultaten5,11,21. Echter, een vergelijking met eerdere studies moet worden genuanceerd omdat mogelijk bij elke afzonderlijke populatie (ziekenhuis, afdeling, beroepsgroep e.d.) andere determinanten

Page 19: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 14

van belang kunnen zijn. Deze verschillen kunnen onder andere beïnvloed worden door ziekenhuiscultuur, demografische factoren en financiële factoren. 6.3 BEPERKINGEN VAN HET ONDERZOEK Dit onderzoek heeft enkele beperkingen die de resultaten kunnen hebben beïnvloed. Ten eerste is in de regressie analyse gebruik gemaakt van de zelf-gerapporteerde handhygiëne compliance, welke andere resultaten geeft dan de geobserveerde handhygiëne compliance. Het is vanwege de anonimiteit (en het daarmee samenhangend sociaal wenselijk invulgedrag) echter niet wenselijk om de geobserveerde handhygiëne compliance te linken aan de data uit de vragenlijst. Ten tweede is het responspercentage van 64% voor het invullen van de vragenlijst acceptabel, maar zijn er geen gegevens bekend over de personen die niet gereageerd hebben. Daarom kan respons bias niet worden uitgesloten in deze studie.

Page 20: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 15

7. AANBEVELINGEN Om de patiëntveiligheid binnen het Atrium MC Heerlen te verbeteren, is het van belang om de handhygiëne compliance naar een hoger niveau te brengen. Eerdere interventies ten aanzien van verbetering van handhygiëne compliance laten zien dat interventies die gericht zijn op meerdere gedragsdeterminanten, instellingsbreed ingezet worden en over een langere tijd lopen, het meest succesvol zijn op de lange termijn15,23,24,25. Hierbij moeten acties gericht zijn op zowel organisatorische als ook individuele factoren. De resultaten van deze studie hebben aangetoond dat het gedrag van artsen/arts-assistenten/co-assistenten door andere determinanten wordt beïnvloed dan het gedrag van verpleegkundigen. Bij de ontwikkeling van interventies moet dan ook rekening gehouden worden met deze verschillen en moeten acties specifiek worden afgestemd op deze aparte doelgroepen5. Interventies voor verpleegkundigen zouden zich speciaal moeten richten op het verhogen van de sociale norm (waaronder voorbeeldgedrag) en de eigen effectiviteit. Interventies voor artsen/arts-assistenten/co-assistenten daarentegen zouden in het bijzonder gericht moeten zijn op het verhogen van de kennis en risico-inschatting van handhygiëne gedrag. Daarnaast is het van belang om de bewustwording van het eigen gedrag te verhogen. Als laatste is het is belangrijk prioriteit te geven aan acties die gericht zijn op de handhygiëne momenten waar de compliance het laagst is. Dit kan per afdeling of beroepsgroep verschillend zijn. Op basis van de resultaten in bestaande literatuur worden in bijlage 12 concrete aanbevelingen gegeven voor effectief bevonden interventies ter verbetering van de handhygiëne compliance. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op de ‘Guide to implementation’ van de WHO26. Dit is een strategie die is ontwikkeld om instellingen in de gezondheidszorg te ondersteunen bij het implementeren van interventies gericht op het verhogen van de handhygiëne compliance. De strategie is gericht op verbetering van de infrastructuur, kennis, perceptie over handhygiëne en de cultuur met betrekking tot patiëntveiligheid. Op basis van deze strategie en de effectief bevonden interventies uit de literatuur kan een actieplan opgesteld worden om de handhygiëne compliance in het Atrium MC Heerlen te verbeteren. De aanbeveling is om in samenwerking met andere belanghebbenden (hoger management, teamleiders, medewerkers op de werkvloer en eventuele ondersteunende afdelingen) het in bijlage 12 gepresenteerde actieplan specifieke invulling te geven en dit plan instellingsbreed te implementeren. De acties moeten over een periode van minimaal 2 jaar uitgevoerd worden. Hiervoor moeten de juiste personele alsook financiële middelen beschikbaar zijn. Steun van het hoger management is hiervoor dan ook essentieel25. Per beroepsgroep en/of afdeling zal onderzocht moeten worden wat de beste samenstelling van effectief bevonden interventies is.

Page 21: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 16

De initiatie voor het opstellen van een projectgroep en het geven van specifieke invulling van het actieplan ligt bij de projectleider. De projectleider moet iemand uit de organisatie zijn in een managementfunctie, die afdelingsoverstijgend kan delegeren en besluiten kan nemen. De initiatie moet zo snel mogelijk plaatsvinden, rekening houdend met vakantieperiodes en andere projecten binnen het Atrium MC Heerlen. Door middel van twee follow-up metingen, na één en twee jaar, zou de verbetering van de handhygiëne compliance op korte en lange termijn kunnen worden gemeten.

Page 22: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 17

NAWOORD De bevindingen uit het onderzoek naar Handhygiëne in Atrium MC Parkstad van Manon Janssen hebben er direct toe geleid dat integraal maatregelen zijn genomen om tot een drastische verbetering hiervan te komen. De Raad van Bestuur en het Bureau Medische Staf van Atrium MC Parkstad hebben het thema en de juiste navolging van de regels rond handhygiëne voor 2013 hoog op de agenda gezet. De in de aanbevelingen voorgestelde verbeteringsmethoden worden in de integrale aanpak met oog voor de diverse doelgroepen meegenomen om volgens de geldende processen in Atrium MC tot het beste resultaat te komen (Bijlage 13). Tevens worden de controlemomenten op zorgvuldige naleving van deze aanpak vastgelegd en uitgevoerd. PROF. DR. H. KERKKAMP, LID RAAD VAN BESTUUR 27-03-2013

Page 23: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 18

LITERATUURLIJST

1. World Health Organisation. WHO Guidelines on hand approach in health care: First global patient safety challenge clean care is safer care. Zwitserland: WHO Press; 2009. p. 207.

2. PREZIES. Eerste landelijk prevalentieonderzoek naar ziekenhuisinfecties. Tijdschrift voor infectiepreventie 2007: 3: 60-65.

3. World Health Organisation. The First Global Patient Safety Challenge: clean care is safer care. Zwitserland: WHO Press; 2005. p. 35.

4. Groeneveld K. Dweilen met de kraan open. Medisch Contact 2007; 48: 1976-1980. 5. Erasmus V. Compliance to Hand Hygiene Guidelines in Hospital Care: A stepwise

behavioural �pproach. Rotterdam: Erasmus MC; 2012. p. 174. 6. Pittet D. Allegranzi B. Sax H. Dharan S. Pessoa-Silva CL. Donaldson L. et al.

Evidence-based model for hand transmission during patient care and the role of improved practices. Lancet 2006; 10: 641-652.

7. Pittet D. Hugonnet S. Harbarth S. Mourouga P. Sauvan V. Touveneau S. Perneger TV. Effectiveness of a hospital-wide programme to improve compliance with hand hygiene. Lancet 2000; 356: 1307-1312.

8. Grol R. Grimshaw J. From best evidence to best practice: effective implementation of change in patients’ care. Lancet 2003; 362: 1225-1230.

9. Vincent C. Patient safety. London: Elsevier Churchill Livingstone; 2006. p. 45-60. 10. Day M. Chief medical officer names hand hygiene and organ donation as public health

priorities. BMJ 2007; 335: 113-120. 11. Erasmus V. Daha T. Brug H. Richardus JH. Behrendt MD. Vos MC. van Beeck EF.

Sytematic review of studies on compliance with hand hygiene guidelines in hospital care. Infection Control and Hospital Epidemiology 2010: 31: 283-294.

12. Sax H. Allegranzi B. Uckay I. Larson E. Boyce J. Pittet D. My five moments for hand hygiene: a user-centered design approach to understand, train, monitor and report hand hygiene. Journal of Hospital Infections 2007: 67: 9-21.

13. Werkgroep Infectiepreventie. Richtlijnen Ziekenhuizen; Handhygiëne medewerkers. Internet site werkgroep infectiepreventie 2007. Beschikbaar via http://www.wip.nl/free_content/Richtlijnen/Handhygiene_medewerkers_071015def.pdf Geraadpleegd 2012 april 10.

14. Hoge Gezondheidsraad. Aanbevelingen inzake handhygiëne tijdens de zorgverlening. Website zorginfecties 2009. Beschikbaar via http://www.zorginfecties.be/uploadedFiles/Zorginfecties/Aanbevelingen%20handhygi%C3%Abne%20zorgverlening%20-%20HGR.pdf

Page 24: Eindverslag handhygiëne 2013«ne-… · Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 HANDHYGIËNE COMPLIANCE Atrium Medisch Centrum Heerlen IN HET KADER VAN DE OPLEIDING TOT

Manon Janssen, Wenckebach Instituut UMCG, 2012/2013 19

Geraadpleegd 2012 april 5. 15. Damoiseaux V. van der Molen HT. Kok GJ. Gezondheidsvoorlichting en

gedragsverandering. Assen: Van Gorcum; 1993. p. 269-289. 16. Bartholomew LK. Parcel GS. Kok G. Planning health promotion programs: an

Intervention Mapping approach. San Fransisco: Jossey-bass; 2006. p. 767. 17. Bouter LM. Van Dongen MCJM. Epidemiologisch onderzoek: opzet en interpretatie.

Houten: Bohn, Stafleu & van Loghum; 2010. p. 143. 18. Joint Commission. Measuring handhygiëne adherence: overcoming the challenges.

Ohio: Gojo industries; 2009. p. 232. 19. O’Boyle CA. Henly SJ. Duckett LJ. Nurses’ motivation to wash their hands: A

standardized measurement approach. Applied Nursing Research 2001: 14: 136-145. 20. Field, A. Discovering statistics using SPSS. Los Angeles: Sage Publications; 2009. p.

496. 21. Erasmus V. Brouwer W. van Beeck EF. Oenema A. Daha T. Richardus JH. Vos MC.

Brug J. A qualitative exploration of reasons for poor hand hygiene among hospital . Infection Control Hospital Epidemiology 2009: 30: 415-419.

22. Barrett R. Randle J. Hand hygiene practices: nursing students’ perceptions. Journal of Clinical Nursing 2008: 17: 1851-1857.

23. Mestre G. Berbel C. Tortajada P. Alarcia M. Coca R. Gallemi G. Garcia I. Fernandez MM. Aguilar MC. Martinez JA. Rodriguez J. The 3/3 strategy: A successful multifaced hospital wide hand hygiene intervention based on WHO and Continuous Quality Improvement Methodology 2012: 7: 1-4.

24. Ling M.L. How K.B. Impact of a hospital-wide hand hygiene promotion strategy on healthcare-associated infections. 2012: 13: 1-5.

25. Allegranzi MD. Sax H. Bengaly L. Richet H. Minta DK. Bonnabry P. Pittet D. Successful implementation of the World Health Organisation Hand Hygiene Improvement Strategy 2010: 31: 133-141.

26. World Health Organization. Guide to implementation: A guide to the implementation of the WHO Multimodal Hand Hygiene Improvement Strategy 2009. Beschikbaar via http://www.who.int/gpsc/5may/Guide_to_Implementation.pdf