Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage...
Transcript of Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage...
Eindrapportage
Monitoring SLOA Projecten 2011-2013
13 juni 2013
Uitgevoerd door:
Johan Gelauf
in opdracht van de PO-Raad
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 2 van 22
Inhoud
1. Inleiding 3
2. Monitor 7
3. Monitor, tabel 1 en 2 8
4. Toelichting bij de tabel 10
5. Analyse en conclusies 17
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22
1. Inleiding
In 2009 heeft de PO-Raad zeggenschap gekregen over de besteding van de vrijgevallen 'SLOA- middelen'. Deze
middelen zijn bedoeld om de onderzoeks- en ontwikkelfunctie (R&D) van besturen en hun scholen in de PO
sector structureel te versterken. In haar beleidsagenda heeft de PO-Raad hierover de volgende doelstelling
geformuleerd: In 2015 is het stelsel anders ingericht: de ontwikkelfunctie en de onderzoeksfunctie zijn binnen
de sector belegd; de bestuurders van het PO dragen hiervoor de verantwoordelijkheid. Dat is een van de
voorwaarden om het volgende mogelijk te maken: in 2015 zorgen de schoolbesturen er voor dat de ontwikkel-
en onderzoeksfunctie structureel zijn belegd binnen hun (bovenschoolse) organisatie en binnen hun scholen.
Kanttekening hierbij is dat de pretenties ten aanzien van de onderzoeks- en ontwikkelfunctie op scholen
bescheiden dienen te zijn, gezien onder meer de beperkte omvang van de meeste scholen, de deskundigheid
van het personeel op het gebied van onderzoek, etc. De focus ten aanzien van onderzoek zou dan ook moeten
liggen op het stimuleren van de onderzoekende houding van schoolbesturen, schoolleiders en leerkrachten via
cyclische reflectie op het eigen handelen (zo mogelijk op basis van beschikbare wetenschappelijke kennis).
Het PO-veld is dermate divers georganiseerd dat er niet één blauwdruk te geven is voor het organiseren van de
onderzoeksfunctie binnen een school of bestuur. De PO-Raad zet de vrijgevallen ‘SLOA-middelen’ in om
besturen en scholen op projectbasis te stimuleren de R&D functie in hun organisatie te versterken. De
deelnemende besturen zijn verplicht de opbrengsten van hun project beschikbaar te stellen aan collega-
besturen binnen de PO sector.
Projecten 2009-2011
In het schooljaar 2009-2010 zijn de eerste zeven projecten van start gegaan. In het schooljaar 2010-2011
volgde een tweede serie van 13 projecten. Beide tranches kenden een looptijd van 1 jaar. De PO-Raad heeft
deze projecten gevolgd middels een lichte vorm van monitoring. In de monitor werd informatie verzameld
over de voortgang en de resultaten van de projecten op basis van individuele gesprekken met de deelnemers.
In de rapportage van de monitoring van de projecten in 2009 en 20101 zijn enkele aanbevelingen opgenomen
met betrekking tot het zichtbaar maken van de effectiviteit van toekomstige projecten door:
het benoemen van succesfactoren en prestatie-indicatoren (korte termijn)
het benoemen van de resultaten van de projectscholen (lange termijn)
Projecten 2011-2013
De looptijd van de derde serie SLOA projecten is twee jaar. In deze derde serie staat het doen van onderzoek
meer centraal. In de aanvragen is de nadruk gelegd op het formuleren van een heldere onderzoeksvraag. De
PO-Raad heeft bij gedurende het project aan de deelnemers gevraagd de doelstellingen verder te
concretiseren, succesfactoren te benoemen en daaraan prestatie-indicatoren te koppelen. In de monitoring
wordt aan deze onderdelen specifiek aandacht besteed. Aan de projectdeelnemers 2011-2013 werden verder
de volgende voorwaarden gesteld:
Het project kiest voor het uitvoeren van een onderzoek uit een van de volgende drie thema’s:
> versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)
> aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen
> verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht
1 Zie website: http://www.poraad.nl/content/sloaprojecten-2010
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 4 van 22
Het project draagt bij aan het versterken van de onderzoek- en ontwikkelfunctie binnen het bestuur
en de deelnemende scholen
De projectdeelnemers zijn bereid de resultaten van het project te delen met collega-besturen, de
opbrengsten om niet beschikbaar te stellen aan andere besturen in het primair onderwijs en op
verzoek van de PO-Raad mee te werken aan de verspreiding van de opbrengsten via bijvoorbeeld
leernetwerken, conferenties en workshops.
De projectdeelnemers participeren in een viertal door de PO-Raad georganiseerde bijeenkomsten om
ervaringen uit te wisselen.
De projectdeelnemers doen mee aan een monitor om de voortgang van het project te volgen en de
verwachtingen ten aanzien van de transfer van hun opbrengsten naar de sector in beeld te brengen.
De projectdeelnemers verlenen medewerking aan een overkoepelend onderzoek om de
schooloverstijgende resultaten en opbrengsten van het project Vrijval SLOA in kaart te brengen.
Selectieprocedure
In 2011 hebben 80 schoolbesturen een vooraanmelding bij de PO-Raad ingediend. Deze vooraanmeldingen zijn
beoordeeld door een onafhankelijke organisatie (Agentschap NL). Op basis van deze beoordeling zijn 26
schoolbesturen uitgenodigd tot het doen van een uitgebreider projectvoorstel.
In een specifiek voor deze 26 besturen georganiseerde informatiebijeenkomst heeft de PO Raad de verdere
procedure toegelicht en het format en reglement voor de definitieve aanvraag. Zij hebben informatie
ontvangen over het opstellen van een onderzoeksvraag en een onderzoeksplan en zijn er aandachtspunten
voor het uitwerken van de definitieve aanvragen geschetst. Deze definitieve aanvragen zijn beoordeeld aan de
hand van de in het reglement vermelde procedure, voorwaarden en criteria. Deze beoordeling is uitgevoerd
door een onafhankelijke beoordelingscommissie die daarbij ondersteund is door Agentschap NL.
Uit de aanmeldingen zijn de volgende 13 deelnemers geselecteerd:
1. INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring en ontwikkeling door (zelf)evaluatie
2. INOS Breda – Doorontwikkeling en onderzoek naar de resultaten van Eureka
3. Stg. IJsselgraaf Zelhem – Het verbeteren van de didactiek in het schrijven van teksten
4. Zaan Primair Zaandam – Digitaal leren en verhoging van leeropbrengsten in het basisonderwijs
5. PCBO Leeuwarden – Ontwikkeling observatie-en beoordelingsinstrument schrijfvaardigheid
6. PCBO Leeuwarden - Ontwikkeling observatie-en beoordelingsinstrument mondelinge taalvaardigheid
7. Stg. Acis Puttershoek – Naar een kwaliteitsstandaard en kerndoelen VVTO
8. De Groeiling Gouda – Toptalent: onderwijsarrangement voor hoogbegaafden in de basisschool
9. Stg. PCBO Apeldoorn – Optimaal onderwijs voor elke leerling
10. GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest: investment, investigation, innovation
11. ASKO Amsterdam – De kracht van VIB-S en didactisch coachen
12. Federatie WSNS Gorinchem – Schoolgebonden en schooloverstijgende academieteams
13. Conexus Nijmegen – Versterken van pedagogisch didactisch handelen door middel van datafeedback
De monitoring
Na de start van de projecten in september 2011 is ook de monitoring van start gegaan. Belangrijkste
doelstelling van de monitoring is het volgen van de voortgang van de projecten en het ondersteunen van de
deelnemende schoolbesturen en scholen in de uitvoering van het project, door samen de procesgang in kaart
te brengen en waar nodig bij te sturen.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 5 van 22
Onderzoek Kohnstamm instituut
De doelstelling van de derde serie projecten is tweeledig:
- het bevorderen van professionalisering van schoolbesturen en scholen op het gebied van
schoolontwikkeling, door middel van praktijkgericht onderzoek;
- het opbouwen van kennis die in de projecten wordt verworven, om die te kunnen verspreiden in de
sector.
Ten behoeve van beide doelstellingen heeft de PO-Raad het Kohnstamm Instituut opdracht gegeven een
overkoepelend onderzoek uit te voeren, dat inzicht moet opleveren in de bijdrage van praktijkgericht
onderzoek aan kennis die relevant is voor eigen schoolontwikkeling, en tevens zicht biedt op
schooloverstijgende kennis die uit de projecten te halen valt. Gedurende de twee projectjaren hebben de
externe adviseurs nauwgezet met elkaar afgestemd hoe zij hun opdracht (monitoring en onderzoek) uitvoeren,
zodat de projecten niet tegelijkertijd met beide interventies werden geconfronteerd.
Monitor eerste projectjaar: 2011-2012
In het eerste schooljaar zijn alle projecten eenmaal bezocht (december, januari en februari) en eenmaal
telefonisch geïnterviewd (mei, juni). Tijdens het eerste bezoek lag de nadruk op het concretiseren van de
doelstellingen, succesfactoren en prestatie indicatoren. In de telefonische interviews werd vooral aandacht
besteed aan de voortgang van het project en de realisatie van de doelstellingen in het eerst projectjaar. De
verslagen van deze bezoeken en interviews zijn verwerkt in één monitorrapport dat aan elke projectleider is
voorgelegd met het verzoek dit te accorderen.
De PO-Raad heeft aan het eind van het eerste schooljaar een evaluatieformulier aan de deelnemers gezonden
met de opdracht daarin te rapporteren over de voortgang van het project en de inzet van de middelen. De
gesprekken in het kader van de monitoring en de door de deelnemers ingezonden voortgangsrapportage zijn
gebruikt bij het opstellen van dit rapport. In deze rapportage halverwege de projectperiode hebben wij een
overzicht van de stand van zaken geboden met betrekking tot:
De voortgang van het project
De onderzoekende houding
De resultaten tot dan toe
Het eigenaarschap en de borging
Besteding van de middelen
Monitor tweede projectjaar: 2012-2013
In het tweede schooljaar zijn de projecten eenmaal bezocht (januari 2013) en eenmaal telefonisch
geïnterviewd (mei 2013). Tijdens het bezoek in januari lag de nadruk op de voortgang van de projecten en
stond de vraag centraal hoe de opbrengsten en resultaten van de projecten in de organisatie worden
geïmplementeerd en geborgd. In de telefonische interviews werd aandacht besteed aan de opbrengsten van
de projecten en geïnventariseerd hoe de resultaten in de organisatie zijn en worden geborgd. De verslagen van
deze bezoeken en interviews zijn verwerkt in de voorliggende monitorrapportage die aan elke projectleider is
voorgelegd met het verzoek dit te accorderen.
De PO-Raad stuurt ook aan het eind van het tweede schooljaar een evaluatieformulier aan de deelnemers met
de het verzoek daarin te rapporteren over de voortgang van het project, de resultaten en de inzet van de
middelen. Deze evaluaties zijn niet in deze rapportage verwerkt, omdat zij bij het schrijven van de
eindrapportage nog niet beschikbaar waren.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 6 van 22
In hoofdstuk 2 zijn de bovengenoemde onderwerpen verder uitgewerkt. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten van
de monitor weergegeven in een tabel gevolgd door een toelichting in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn enkele
conclusies opgenomen. De verslagen van de bezoeken aan de deelnemers zijn opgenomen in een aparte
bijlage.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 7 van 22
2. Monitor
Bij het samenstellen van de rapportage van de Monitor hebben we gebruik gemaakt van:
het reglement voor de aanvraag van de SLOA projecten
het format definitieve aanvraag Vrijval SLOA 2011
de door de projecten ingevulde voortgangsrapportage
de rapportage van bezoeken en telefonische interviews
Hieronder de onderdelen die in de rapportage aan de orde komen.
Voortgang van het project
1. Het aantal scholen dat direct bij de uitvoering van het project betrokken is
2. Het project verloopt in dit schooljaar volgens de planning
Focus op de R&D functie (onderzoekende houding)
3. De onderzoekende houding is uitgewerkt op schoolniveau
4. De onderzoekende houding is uitgewerkt op bestuursniveau
5. Het project geeft een extra impuls aan de ontwikkeling van de R&D functie
Resultaten
6. De doelstellingen zijn concreet uitgewerkt in succesfactoren en prestatie indicatoren
7. De voor dit schooljaar geplande opbrengsten zijn gerealiseerd
8. Het bestuur/de projectleider is tevreden over voortgang en de resultaten
Eigenaarschap en borging
9. De directeuren zijn mede projecteigenaar
10. Het bestuur heeft een planning gemaakt voor het borgen van de resultaten
11. Het bestuur besteedt aandacht aan het project in regionale netwerken
Besteding van de middelen
12. De beschikbare middelen zijn besteed binnen het vooraf gesteld budgettaire kader
13. De besteding de middelen blijft binnen de begroting
In de tabel op de volgende pagina’s zijn de gegevens uit de gespreksverslagen verwerkt en per project naast
elkaar gezet.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 8 van 22
3. Monitor - Tabel, deel 1
Deelnemers Thema
Voortgang R&D functie Resultaten
Aan
tal s
cho
len
bet
rokk
en b
ij
uit
voer
ing
Rea
lisat
ie v
an d
e p
lan
nin
g
jun
i 20
13
On
der
zoek
end
e h
ou
din
g
sch
oo
lger
ich
t
On
der
zoek
end
e h
ou
din
g
bes
tuu
r ge
rich
t
Imp
uls
aan
R&
D f
un
ctie
Succ
esfa
cto
ren
en
pre
stat
ie
ind
icat
ore
n
Op
bre
ngs
t ja
ar 2
gere
alis
eerd
Pro
ject
leid
er t
evre
den
1 - INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring
A 26 +/- + + + + +/- +
2 - INOS Breda – Doorontwikkeling
Eureka
B 22 +/- + - + + +/- +
3 - Stg. IJsselgraaf Zelhem –
didactiekschrijven van teksten A 4 + + - + + + +
4 - Zaan Primair Zaandam – Digitaal
leren A 5 +/- + - + + +/- +
5 - PCBO Leeuwarden –
schrijfvaardigheid A 5 + + - + + + +
6 - PCBO Leeuwarden –mondeling taalvaardigheid
A 5 + + - + + + +
7 - Stg. Acis Puttershoek –
Kwaliteits standaard VVTO (Engels) A 10 + + - + + + +
8 - De Groeiling Gouda – Toptalent,
werken met hoogbegaafde leerl. B 10 +/- + - +/- + +/- +/-
9 - Stg. PCBO Apeldoorn –
Optimaal onderwijs voor elke
leerling
A 10 + + + + + + +
10 - GPO-WN Alphen aan de Rijn -
Innovest A 25 +/- + + + + +/- +
11 - ASKO Amsterdam – Vol Lof!
C 5 + + - +/- + +/- +
12 - Federatie WSNS Gorinchem
C 9 + + - + + + +
13 - Conexus Nijmegen –
Datafeedback A 6 + + - + + +/- +/-
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 9 van 22
Tabel, deel 2
Eigenaarschap en borging
Besteding middelen Opmerkingen
Dir
ecte
ure
n z
ijn m
ede-
pro
ject
eig
en
aar
Co
ncr
ete
afsp
rake
n o
ver
bo
rgin
g
Reg
ion
ale
uit
stra
ling
Per
son
eel i
nte
rn
Per
son
eel e
xter
n
Mat
eria
len
Bes
tee
d b
ed
rag
in
verg
elijk
ing
tot
beg
roti
ng
+/- + +/-
Evaluatie onderzoek niet uitgevoerd (IVA opgeheven)
Deelname van alle scholen is gespreid over meer dan 2 jaren
Doelrealisatie: kwantitatief niet – kwalitatief wel
+/- +/- +
Eureka is onderdeel van het bestuursbeleid
Directeuren zijn geen eigenaar, denken wel actief mee
Doelrealisatie: niet volledig conform intenties
+/- + +
Zeer gemotiveerde groep leraren, veel uitstraling in regio
Directeuren voelen zich mede eigenaar
Doelrealisatie: nagenoeg volledig
+/- + +/-
ICT-beleid is op de agenda van Zaanstad Primair gekomen
Continuïteit onder druk door krimp van de financiën
Doelrealisatie: niet volledig conform de intenties
+ + +
Gedrag leraren minder methodegeboden, meer kindgericht
Directeuren adopteren de werkwijze en leggen deze vast
Doelrealisatie: nagenoeg volledig (project verlengd tot okt)
+ + +
Gedrag leraren minder methodegeboden, meer kindgericht
Directeuren adopteren de werkwijze en leggen deze vast
Doelrealisatie: nagenoeg volledig (project verlengd tot okt)
+ + +
Project heeft impact op het gedrag van de leraar
De directeuren zijn betrokken bij auditen van collega scholen
Doelrealisatie: volledig
+/- +/- +/-
Onvoldoende aansluiting op voorafgaande ontwikkeling
Directeuren accepteren project, groot afbreukrisico blijft
Doelrealisatie: niet volledig
+ + +
Project succesvol ingebed in breder zorgbeleid regionaal
Directeuren zijn medeverantwoordelijk, bestuur betrokken
Doelrealisatie: nagenoeg volledig
+ + +
Project nog niet afgerond, loopt door in 2013-2014
Directeuren en bestuur zijn actief betrokken
Doelrealisatie: nog niet volledig
+/- - +/-
Project afgerond, perspectief op continuering is somber
Betrokkenheid directeuren groeit
Doelrealisatie: nagenoeg volledig
+/- + +
Afsluiting met presentaties van onderzoeksresultaten
Betrokkenheid directeuren groeit, is wisselend
Doelrealisatie: nagenoeg volledig
+/- +/- +/-
Na een voortvarende start, lijkt het afbreukrisico te groeien
Niet alle directeuren zijn actief betrokken
Doelrealisatie: nog niet volledig
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 10 van 22
4. Toelichting bij de tabel
In de tabel op de pagina’s 6 en 7 hebben wij de resultaten van de monitoring op verschillende manieren
weergegeven: letters, cijfers en leestekens. De cijfers en percentages spreken voor zichzelf. De betekenis van
letters en leestekens is als volgt:
De letters A, B en C staan voor de verschillende thema’s die de projecten hebben gekozen:
A Versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)
B Aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen
C Verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht
De leestekens + , - , +/- en ? staan voor de volgende betekenis:
+ ja, geheel
- nee, helemaal niet
+/- gedeeltelijk
? onbekend
In de laatste kolom zijn relevante opmerkingen opgenomen.
Toelichting per project (eind 2e schooljaar, juni 2013)
1 - INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring (zie bijlage pagina 18)
Deelname: 26 scholen. Niet alle scholen hebben in de projectperiode deelgenomen, gebleken is dat er
meer tijd nodig is om alle scholen te laten deelnemen (3 jaar); er is bij een aantal scholen nog enige
terughoudendheid.
Onderzoekende houding: directeuren en teams zeer actief - bestuur heeft ook een actieve rol
gekregen in het project die blijvend is: het bestuur spreekt 2 x per jaar met alle directeuren over de
kwaliteit en de voortgang van de schoolontwikkeling
Implementatie en borging: Het werken met het zelfevaluatiekader is onderdeel van het strategisch
meerjarenbeleid van INOS. Elke directeur neemt het zelfevaluatiekader op in het schoolplan.
Kennisdeling sector: door het wegvallen van IVA zijn er geen concrete plannen voor een artikel. Het
project heeft een handleiding opgeleverd voor het uitvoeren van de zelfevaluatie en een
Kwaliteitsmeter.
Producten: Kwaliteitsmeter en handleiding zijn beschikbaar voor andere organisaties.
Doelrealisatie: kwantitatief niet (een aantal zelf gekozen doelen zijn niet of niet geheel gerealiseerd) –
kwalitatief zijn de doelen wel gerealiseerd. Van de aangepaste doelrealisatie is melding gemaakt bij
het ministerie van OCW.
Slotopmerkingen: Het project heeft meer dan alleen bijgedragen aan het verbeteren van het primaire
proces: het heeft ook effect gehad op secundaire processen als: zorgsysteem, onderwijsaanbod,
ziekteverzuim, etc.
2 - INOS Breda – Doorontwikkeling Eureka (zie bijlage, pagina 21)
Deelname: alle 22 scholen hebben in de projectperiode deelgenomen aan de leergemeenschap
hoogbegaafden. De vertegenwoordigers per school zijn aanspreekpunt op hun eigen school.
Onderzoekende houding: het onderzoek richtte zich op het ontwikkelen van een databank voor het
onderwijs aan hoogbegaafden in de groepen 3 t/m 8 (2 thema’s per leerjaar). Er zijn in totaal 6
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 11 van 22
thema’s ontwikkeld. Daarnaast is er samen met Oberon onderzoek gedaan naar het effect op het
welbevinden van leerlingen in het Eureka programma. De vragenlijsten zijn getest en vervolgens in
2013 uitgezet. De resultaten zijn nog niet verwerkt en geanalyseerd. De directeuren zijn regelmatig
geïnformeerd en geïnteresseerd. De projectleider constateert met tevredenheid dat het project in
een beperkte groep (de leden van de leergemeenschap) heeft geleid tot een onderzoekende houding
en reflectie. Door het onderzoek naar het welbevinden in het VO zijn de leden van de
leergemeenschap anders naar hun leerlingen gaan kijken.
Implementatie en borging: Het uitwerken van een aantal thema’s voor het onderwijs aan
hoogbegaafden (internet toepassing) is in de praktijk tijdrovender gebleken dan verwacht. Eureka
heeft een stevige positie gekregen in de INOS organisatie, het voortbestaan staat niet ter discussie.
Directeuren participeren meer dan voorheen in de leergemeenschap hoogbegaafden. Er is een
discussie gestart over de vraag hoe onderwijs aan hoogbegaafden het best kan worden georganiseerd
(meer of minder inclusief).
Kennisdeling sector: Regelmatig presentaties tijdens symposia en conferenties, veel contacten met
andere besturen die met hetzelfde onderwerp bezig zijn.
Producten: 6 uitgewerkte thema’s voor onderwijs aan hoogbegaafden.
Doelrealisatie: Niet alle geformuleerde doelen zijn gerealiseerd. Het terugbrengen van het aantal
leerlingen in een aparte setting naar 150 in twee jaar is niet gelukt. Dat geldt ook voor het
ontwikkelen van een eigen leerweg voor hoogbegaafden.
Slotopmerkingen: De projectleider stelt dat de verwachtingen vooraf hoog waren. Ze constateert dat
zij die verwachtingen niet heeft kunnen waarmaken. Bovendien was er meer tijd nodig dan we
hadden gedacht.
3 - Stichting IJsselgraaf – Didactiek van het schrijven van teksten (zie bijlage, pagina 24)
Deelname: 5 scholen hebben zich ingeschreven voor deelname aan het project. In de beginfase is één
school afgehaakt, hetgeen is gemeld bij OCW.
Onderzoekende houding: Het project is gestart van onderop. Een werkgroep van leraren van de
deelnemende scholen vormden de motor van het project. Er was veel vaart en uitstraling binnen de
teams. Het project heeft (nog) niet geleid tot een meer onderzoekende houding op bestuursniveau.
Implementatie en borging: Het project is voortvarend aangepakt en voltooid, ondanks het plotselinge
vertrek van de projectleider. De betrokkenheid van de directeuren van de deelnemende scholen is
gegroeid. Zij hebben de resultaten van het project gepresenteerd in hun eigen organisatie
(directieoverleg). Het project wordt voortgezet, er hebben zich 9 nieuwe scholen aangemeld. De
hogeschool Iselinge blijft betrokken.
Kennisdeling sector: Kennisdeling tot nu toe in de eigen omgeving. Het project krijgt steeds meer
uitstraling in de regio, andere scholen raken geïnteresseerd. Eind juni verschijnt een artikel over het
project in het Tijdschrift voor Taal van SLO.
Producten: Kijkwijzer voor instructie, bronnenboek stelinstructie, brochure, handleiding feedback.
Doelrealisatie: De door het project gesteld doelen zijn nagenoeg alle gerealiseerd. Het is nog te vroeg
om vast te stellen wat het effect van de werkwijze is op de scores op de taaltoetsen van het Cito-
volgsysteem.
Slotopmerkingen: De motivatie bij de betrokken leraren is groot en de samenwerking is prima, er
vindt veel uitwisseling plaats van ervaringen. De projectleider vindt de belangrijkste opdracht van het
project de verandering in het gedrag van leraren gericht op de behoefte van leerlingen. Zij
ontwikkelen zich van methodegebonden leraar naar leraren die vrijer omgaan met de methode en
nieuwe media gebruiken. Het gebrek aan financiële middelen vormt een knelpunt voor de
continuïteit.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 12 van 22
4 - Stichting Zaan Primair – Digitaal leren (zie bijlage, pagina 27)
Deelname: 5 scholen, waarvan één school de trekker is van het project: de Koploperschool.
Onderzoekende houding: Het project richt zich vooral op de ICT medewerkers van de deelnemende
scholen die binnen de eigen school de teams ondersteunen bij het werken met ICT-toepassingen. Een
belangrijke doelstelling is ook het versterken van de competenties van leraren bij de toepassing van
ICT in het onderwijs. Het project richt zich niet direct op het versterken van de onderzoekende rol van
het bestuur.
Implementatie en borging: Na een vertraagde start is het project goed op gang gekomen, de
directeuren maken zich sterk voor het toepassen van ICT in het onderwijs. Het ICT-beleid voor de
komende jaren is nog niet helder, mede door krimp van de financiën.
Kennisdeling sector: Beperkt: tot nu toe via de website en in ICT-netwerken in Noord-Holland.
Producten: Competenties ‘Onderzoekende houding’, stappenplan voor het het scholen van leraren,
aanbod professionaliserings-activiteiten, inventarisatie digitale leermiddelen.
Doelrealisatie: Nog niet volledig. Twee onderdelen zijn onvoldoende uitgewerkt. Het eerste is de
aanpassing van lesprogramma’s voor taal en rekenen is niet gerealiseerd, het tweede betreft de
ontwikkeling van de competenties van leerkrachten.
Slotopmerkingen: De projectleider is het meest tevreden over de motivatie van de medewerkers. Het
project heeft ervoor gezorgd dat het ICT-beleid op de agenda van Zaan Primair is gekomen.
5 - Stichting PCBO Leeuwarden – Schrijfvaardigheid (zie bijlage, pagina 30)
Deelname: 5 scholen
Onderzoekende houding: Het project richt zich met name op de onderzoekende houding van de
leraar. Daarin is in de afgelopen twee jaar veel veranderd met als resultaat dat deze onderzoekende
houding ook doorwerkt in andere vakken.
Implementatie en borging: De implementatie van de werkwijze en opbrengsten kost meer tijd dan
gedacht. De verwachting was dat de deelnemers aan de projectgroep de resultaten in het tweede jaar
gemakkelijk aan hun collega’s zouden kunnen overdragen. Dat was niet het geval, ook zij hebben tijd
nodig om zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Het project is om die reden verlengd waarbij de
eventuele meerkosten door de besturen zelf worden betaald. De directeuren hebben de nieuwe
werkwijze en opbrengsten geadopteerd en vastgelegd in het schoolplan. Het project heeft zicht niet
gericht op de betrokken besturen, de borging vindt in scholen plaats.
Kennisdeling sector: schoolleidersnetwerken, lerarenopleidingen, artikelen, conferenties
Producten: Observatie- en beoordelingsinstrument schrijfvaardigheid
Doelrealisatie: Nagenoeg volledig (project is verlengd tot oktober 2013 met de bedoeling om de
implementatie in de deelnemende scholen te realiseren.
Slotopmerkingen: De projectleider is het meest enthousiast over de verandering in het gedrag van de
leraren die hebben deelgenomen, ze zijn anders naar het taalonderwijs gaan kijken, observeren beter,
analyseren de resultaten en spelen beter in op leervragen. Deze veranderde houding werkt ook door
in andere vakken.
6 - Stichting PCBO Leeuwarden – Mondelinge taalvaardigheid (zie bijlage, pagina 33)
Zie project nr. 5 met dien verstande dat het hier gaat om een instrument mondelinge taalvaardigheid
7 - Stichting Acis Puttershoek – Kwaliteitsstandaard en kerndoelen VVTO (Engels) - (zie bijlage, pagina 35)
Deelname: 10 basisscholen
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 13 van 22
Onderzoekende houding: Het project spitst zich toe op de relatie tussen leerlingen en leerstof, leraar
en didactiek (kijkwijzer, eindtermen) en directeur en beleid (implementatie VVTO en audits). In de
uitvoering lag de nadruk op de ontwikkeling van VVTO in de praktijk (kwaliteitsstandaards,
tussentermen, eindtermen).
Implementatie en borging: De directeuren hebben een audit uitgevoerd bij collega-scholen met als
doel de kwaliteit van VVTO Engels in beeld te brengen. Verdere implementatie is afhankelijk van
beschikbare financiële middelen.
Kennisdeling sector: via Expertise Centrum (Early Bird), artikelen en presentaties, landelijke
conferenties
Producten: Handboek VVTO Engels
Doelrealisatie: volledig
Slotopmerkingen: De medewerking van de scholen en professionals was groot. De financiële positie
van de deelnemende schoolbesturen leidt tot krimp in het vakonderwijs Engels en ontslag van enkele
leraren.
8 – De Groeiling Gouda – Toptalent, werken met hoogbegaafde leerlingen - (zie bijlage, pagina 38)
Deelname: 10 basisscholen
Onderzoekende houding: het project had vooral de focus op het ontwikkelen van leerkringen van
leraren als middel om de onderzoekende houding bij hen te bevorderen. Het bestuur wil het werken
met leerkringen evalueren en is voor de uitvoering daarvan op zoek naar externe deskundigheid.
Directeuren en bestuur zijn niet direct betrokken geweest in het ontwikkelen van een onderzoekende
houding.
Implementatie en borging: Het project is niet verlopen zoals verwacht en gehoopt. Het functioneren
van leerkringen bleek in de praktijk erg lastig, soms werden andere prioriteiten gesteld. De
projectleider geeft als mogelijke oorzaak dat dit project niet goed aansloot op het hieraan
voorafgaande project over de ontwikkeling van toptalent. Dit was eigenlijk nog niet goed afgerond.
De introductie van leerkringen riep weerstand op. Het bestuur heeft inmiddels besloten het project
voort te zetten en hiervoor (scholings)middelen in te zetten. De directeuren hebben het project en de
implementatie van leerkringen inmiddels geaccepteerd en er is bij een aantal directeuren
belangstelling om deel te nemen aan de leerkringen.
Kennisdeling sector: resultaten op de website, verspreiding via netwerken, artikel in blad ‘Groeilink’.
Producten: onderwijsarrangementen voor hoogbegaafde leerlingen (nog niet gerealiseerd), kijkwijzer
leerkrachtvaardigheden, checklist onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen.
Doelrealisatie: nog niet volledig. Het project heeft zich niet ontwikkeld zoals vooraf gedachte en
gepland (zie hierboven). Daardoor zijn verschillende doelen die vooraf werden gesteld niet
gerealiseerd, zoals: het ontwikkelen van arrangementen voor hoogbegaafden, het organiseren van
leerkringen op alle scholen, een instrument voor het volgen van de doorstroming in het VO.
Slotopmerkingen: De projectleider schat dat het afbreukrisico groot is, hij zal alle zeilen moeten
bijzetten om het project op koers te houden.
9 – Stichting PCBO Apeldoorn – Optimaal onderwijs voor elke leerling - (zie bijlage, pagina 41)
Deelname: 10 basisscholen
Onderzoekende houding: De focus van het project lag op het versterken van het diagnosticerend en
onderzoekend handelen van leerkrachten in groep 1-3. De ontwikkeling heeft effect op alle niveaus:
directies en bestuur zijn hierbij nauw betrokken.
Implementatie en borging: alle activiteiten die waren gepland zijn uitgevoerd. Het project is ingebed
in een bredere beleidsontwikkeling (1-zorgroute) die beoogt het handelingsgericht werken te
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 14 van 22
verbeteren. De directeuren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering op schoolniveau. Twee keer per
jaar vinden voortgangsgesprekken plaats tussen bestuur en directeuren en IB-ers van de scholen.
Kennisdeling sector: regiobijeenkomsten directeuren, netwerken IB, workshops PO-Raad,
vakliteratuur, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, uitwisseling materialen met collega
besturen en scholen.
Producten: Kijkwijzer (screeningslijst 4 jarigen), stappenplan, inrichtingsplan leeromgeving
Doelrealisatie: nagenoeg volledig.
Slotopmerkingen: De projectleider is heel tevreden over de bereikte resultaten. De vroegtijdige
signalering functioneert goed en heeft samen met de specifieke inrichting van de leeromgeving veel
winst opgeleverd voor passende zorg. Leraren observeren en begeleiden systematischer. Helaas zijn
de teams nog niet toegekomen aan het werken met geïntegreerde programmatuur via de computer.
10 – GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest - (zie bijlage, pagina 46)
Deelname – 25 basisscholen
Onderzoekende houding: het project focust op een onderzoekende cultuur in de hele organisatie op
alle niveaus met als concreet resultaat: op alle niveaus werken mensen samen in een professionele
leergemeenschap.
Implementatie en borging: Het project heeft veel van de achterstand uit de beginfase kunnen goed
maken, maar niet helemaal. In het volgend schooljaar wordt meer tijd genomen om het project goed
af te ronden: in juni is er een vervolgsessie over de voortzetting van het project. Het bestuur wil het
project in 2013-2014 voortzetten en de meerkosten voor eigen rekening nemen. De werkgroep blijft
bestaan en de studiedagen worden voortgezet. De scholen hebben besloten de toetsen te
harmoniseren. Harmonisatie betekent dat alle scholen dezelfde toetsen gaan gebruiken op dezelfde
momenten. Analyse van de resultaten lezen, taal en rekenen vindt voor het eerst plaats in juni 2013.
Voor het borgen van de resultaten wordt een plan opgesteld. De bestuurder wordt meegenomen in
de nieuwe cultuur van werken (leergemeenschap) en de daarbij behorende werkwijzen (socratische
gespreksvoering). Werkwijzen worden vastgelegd in documenten (beleidsplan, schoolplan).
Kennisdeling sector: intranet, website, bovenschoolse netwerken, landelijke studiedagen, artikel in
School en Management, Workshop PO-Raad, Regionaal Symposium.
Producten: vragenlijst Leiderschap in Professionele Leergemeenschappen.
Doelrealisatie: nog niet volledig: Presentaties van de door directeuren uitgevoerde onderzoeken
vraagt meer tijd en vindt plaats in december 2014. Ook het analyseren van de CITO scores en moet
nog plaatsvinden en wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar uitgevoerd.
Slotopmerkingen: Projectleider is zeer tevreden
11 – ASKO Amsterdam – Vol Lof! - (zie bijlage, pagina 49)
Deelname: 5 basisscholen
Onderzoekende houding: het project richtte zich op het versterken van het handelingsgericht werken
van leerkrachten door het ontwikkelen en toepassen van didactisch coachen. Het effect op het
handelen van de leraren werd gemeten via tussenmetingen en eindmetingen. Van de deelnemende
scholen werden de IB-ers opgeleid tot coaches. Directeuren en besturen waren niet direct actief
betrokken. De onderzoekende houding heeft vooral betrekking op de reflectie van leraren op hun
eigen gedrag. Deze reflectie vindt plaats op basis van de effectmeting van het didactisch coachen met
positieve feedback.
Implementatie en borging: Het was de bedoeling om 54 leraren op te leiden als didactisch coach
(positieve feedback). Die doelstelling was enerzijds te hoog gegrepen, anderzijds was er meer dan
gemiddeld verloop in het personeelsbestand. Daardoor is die doelstelling niet geheel gerealiseerd.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 15 van 22
Het aantal komt naar verwachting uit op 40. De resultaten uit de tussenmeting en de eindmeting
laten een stijgende lijn zien in het gedrag van leerkrachten en leerlingen. Er is veel aandacht besteed
aan het presenteren van de resultaten aan andere scholen via studiedagen, nieuwsbrieven en de
website. De belangstelling bij de leraren, ook van andere scholen, is groot. Financiële problemen
belemmeren de continuïteit van het project. ASKO heeft te kennen gegeven het project niet voort te
zetten op de andere scholen. De projectleiders gaan in gesprek met de gemeente over voortzetting.
Kennisdeling sector: samenwerkingsverband, Artikel JSW, Onderwijssummit, workshops
Producten: Kijkwijzer ‘beoogd doelgedrag’
Doelrealisatie: niet volledig – met name het aantal opgeleide coaches (zie boven)
12 – SWV WSNS 41-07 – Academieteams - (zie bijlage, pagina 53)
Deelname – 9 basisscholen
Onderzoekende houding: Het project richt zich op de onderzoekende houding van leraren, waarbij
pedagogisch sensitief handelen centraal staat. Per deelnemende school neemt een ambassadeur
deel aan trainingen om onderzoek te doen op hun school. De ambassadeur draagt zorgt voor het
stimuleren van onderzoek binnen zijn/haar school en werkt in het team samen met een groepje
leraren. In het tweede jaar zijn per school academieteams gevormd die onderzoek doen op een
bepaald terrein.
Implementatie en borging: De onderzoeken op de 9 deelnemende scholen zijn afgerond en worden
tijdens een afsluitende bijeenkomst aan alle scholen gepresenteerd. De directeuren van de scholen
zijn in het tweede jaar meer betrokken geraakt bij de schoolgebonden onderzoeksteams. Het project
wordt voortgezet. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft besloten het project te
continueren en daarvoor financiële middelen toegezegd. De betrokkenheid van directeuren is
wisselend. Een aantal directeuren gaat volgend schooljaar deelnemen aan regionale
onderzoeksbijeenkomsten. Volgens de projectleider heeft het project meer opgeleverd dan verwacht.
De grote winst is de enorme toename van de onderzoekende houding bij een grote groep leraren. Het
is onderwerp van gesprek op veel scholen en in de directie-overleggen. Elf scholen zijn inmiddels
gestart met een nieuw onderzoek.
Kennisdeling sector: Bundel met onderzoeksmethoden, bundel met reflectiemethoden, artikelen in
tijdschrift, workshops, conferenties.
Producten: Brochure over de resultaten van het literatuuronderzoek, lijst met gedragskenmerken
pedagogisch sensitief handelen, onderzoeksverslagen.
Doelrealisatie: Nagenoeg volledig
Slotopmerkingen: De projectleider vindt het mooi om te zien hoe de betrokkenheid van
onderzoekende leraren is toegenomen en welk plezier zijn hebben om te onderzoeken en zelf te
leren. Hij vindt dat het project met relatief weinig middelen een enorme opbrengst heeft
gegenereerd.
13 – Conexus Nijmegen – Datafeedback - (zie bijlage, pagina 56)
Deelname – 6 basisscholen
Onderzoekende houding: Het project richt zich op een cultuuromslag op alle niveaus naar een
onderzoekende houding met betere leerresultaten als doel. Het project ontwikkelt een kijkwijzer aan
de hand waarvan het pedagogisch didactisch handelen van de leraar kan worden geobserveerd.
Daarnaast onderzoekt het project het effect van het verbeterde pedagogisch didactisch op de
leerresultaten.
Implementatie en borging: Na het eerste jaar waarin 6 basisscholen begonnen, is het aantal
deelnemende scholen uitgebreid naar 21. Eind schooljaar wordt het aantal uitgebreid naar 24. De
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 16 van 22
kwaliteit van scholen is bespreekbaar geworden in het directieoverleg. Er is enthousiasme over het
werken met de kijkwijzer en het monitoren van de resultaten. Alle scholen worden twee keer per jaar
bezocht, waarbij stafmedewerker en directeur observeren in de groepen. Over de rolneming van het
bestuur is de projectleider minder positief. Het bestuur is niet actief betrokken en voert de
gesprekken met de directeuren over de schoolontwikkeling en de resultaten niet zelf. Het succes van
de ontwikkeling is in hoge mate afhankelijk van de stafmedewerker die het project coördineert. Ook
het eigenaarschap van de directeuren is problematisch.
Kennisdeling sector: twee artikelen in vakblad, bestuurlijke netwerken, conferenties
Producten: Kijkwijzer
Doelrealisatie: nog niet volledig: de analyses van de leerresultaten zijn nog niet gereed. De beoogde
rol van het bestuur ten aanzien van het monitoren van de scholen is nog niet gerealiseerd.
Slotopmerkingen: De projectleider is tevreden over de voortgang van het project op een aantal
onderdelen: er is meer openheid om de kwaliteit van elkaar scholen te bespreken. Er is enthousiasme
over de nieuwe werkwijze met kijkwijzer en monitoring van resultaten. De weerstand is afgenomen.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 17 van 22
5. Analyse en conclusies
In de afgelopen twee schooljaren hebben vier gesprekken plaatsgevonden met de projecten in het kader van
de monitoring. Tijdens het eerste gesprek (op locatie) stond de verheldering van de doelstellingen centraal en
de vertaling daarvan in zichtbare resultaten (prestatie-indicatoren) die de projecten in de twee schooljaren
willen realiseren. Het tweede gesprek (telefonisch) was vooral bedoeld om zicht te krijgen op de voortgang van
het project en op de al dan niet gerealiseerde doelstellingen in het eerste schooljaar.
In het derde gesprek in het tweede schooljaar stond met name de borging centraal, wat is de rol van de
directeuren en hoe worden zij eigenaar van het project met het oog op de continuïteit? Ook de rol van het
bestuur was daarbij aan de orde. In het laatste (telefonische) gesprek hebben we vooral gesproken over de
voortgang, de resultaten en de continuering van het project. Hieronder een analyse van de ontwikkeling van
de projecten na twee schooljaren.
5.1 Analyse
Thema
9 projecten werken aan het thema ‘Versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)’
2 projecten werken aan het thema ‘Aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen’
2 projecten werken aan het thema ‘Verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht’
Voortgang
6 projecten hebben de activiteiten volledig kunnen uitvoeren. De vijf projecten die niet volledig zijn
afgerond, hebben afspraken gemaakt om de projecten in het volgend schooljaar af te ronden.
Focus op R&D Functie (onderzoekende houding)
Alle 13 projecten zijn gericht geweest op het ontwikkelen van een onderzoekende houding op
schoolniveau. De rol van de directeuren daarbij is wisselend. In 5 projecten nemen directeuren
duidelijk verantwoordelijkheid voor het project op hun school.
Bij 3 projecten is ook het bestuur actief betrokken bij het ontwikkelen van een onderzoekende
houding op bestuursniveau. Bij de overige projecten is het bestuur niet of nauwelijks actief geweest.
11 projecten leveren een bijdrage aan de R&D functie in hun organisatie, met name op schoolniveau.
Bij één project is dat niet duidelijk, een ander project focust vooral op de coachende rol van de leraar.
Resultaten
Alle projecten hebben hun doelstellingen verhelderd in een aantal concrete prestatie-indicatoren.
Zes projecten hebben hun doelstellingen nagenoeg of geheel gerealiseerd. Zeven projecten moeten
nog een aantal onderdelen afronden, maar geven aan dat dit de komende maanden alsnog gebeurt.
Op twee na alle projectleiders zijn tevreden over de resultaten van het project. Een projectleider is
gezien de omstandigheden niet ontevreden, een projectleider is bezorgd over de borging en de
continuïteit van het project.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 18 van 22
Eigenaarschap en borging
Bij 5 projecten nemen de directeuren duidelijk verantwoordelijkheid voor het project. Bij 8 projecten
is dat niet duidelijk of laten zij het over aan de projectleider of de betreffende leraren die in het
project participeren. De betrokkenheid van directeuren is wel gegroeid.
Bij 9 projecten zijn er afspraken gemaakt over de borging van de resultaten of zijn zeer concrete
voornemens geformuleerd. Bij 3 projecten is dat nog niet helder. Bij 1 project ontbreekt het zicht op
continuïteit door gebrek aan financiële middelen en de afhankelijkheid van directeuren en besturen
omtrent de voortzetting van de ingezette werkwijze.
Acht projecten besteden min of meer regelmatig aandacht aan hun project in regionale netwerken
(samenwerkingsverbanden, directie overleggen, bestuurlijke overleggen). Bij 5 projecten gebeurt dit
incidenteel.
5.2 Conclusies
1. De voortgang van de projecten is wisselend. Opvallend is dat een aantal projecten in het tweede
schooljaar meer vaart hebben gekregen en daarmee de opgelopen achterstand (trage start,
tegenslagen) hebben ingelopen (WNSN Gorinchem, GPO-WN Alphen). Enkele voortvarend gestarte
projecten zijn enigszins vertraagd aan de eindstreep gekomen en hadden hogere verwachtingen dan
zij hebben gerealiseerd (Eureka, Conexus). Alle projecten lijken hun geplande activiteiten volledig te
kunnen afronden, al hebben 5 projecten daarvoor iets meer tijd nodig. Die nemen zij daar ook voor.
2. Een aantal projecten geeft aan dat twee jaar te kort is voor een ingrijpende innovatie als met deze
projecten is ingezet. Zeven besturen hebben inmiddels besloten de ingezette werkwijze te
continueren en daarvoor middelen en menskracht vrij te maken.
3. De focus bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding ligt op de leraar (school). In 5 gevallen
neemt de directeur hierbij duidelijk zijn verantwoordelijkheid. Dit is met name van belang voor de
borging en de continuïteit van de ingezette werkwijze. In de 8 overige projecten is dit niet het geval of
onduidelijk. In slechts 3 projecten is het bestuur actief betrokken en is er op dat niveau ook sprake
geweest van het ontwikkelen van een onderzoekende houding.
4. Elf van de 13 projecten leveren een duidelijke bijdrage aan de R&D functie in hun organisatie, waarbij
de rol van de leraar centraal staat. Deze functie is vaak belegd in personen binnen de organisatie die
zich onderzoekend willen ontwikkelen zonder dat er goed is nagedacht over verbreding van deze
functie in de hele organisatie. Dat roept de vraag op of de deelnemende besturen en scholen kunnen
concretiseren hoe de R&D functie in hun organisatie eruit gaat zien en hoe deze kan worden
onderhouden (beschrijving functie, criteria, randvoorwaarden, toezicht, etc.).
5. Zonder uitzondering zijn alle projectleiders enthousiast over de veranderingen die zij zien in hun
organisatie. Een veel gehoorde onderbouwing daarbij is de verandering die zij zien in het gedrag en de
motivatie van de leraar die betrokken is bij het project. Het was bijzonder om getuige te mogen zijn
van dit enthousiasme en een beetje mee te kunnen kijken in de keuken van deze organisaties.
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 19 van 22
5.2 De onderzoekende houding
Aan het eind van de projectperiode is de vraag aan de orde of we kunnen concluderen dat de R&D functie
(vertaald als onderzoekende houding) binnen de besturen die bij de projecten betrokken zijn, verbeterd is en
geborgd is in organisatie. Dat is niet eenvoudig vast te stellen. Om hierover meer te kunnen zeggen heb ik
gebruik gemaakt van de bijdrage van Ina Cijvat aan de bijeenkomst met de deelnemers in oktober 2012 over
het borgen van schoolontwikkelingen. In deze bijdrage definieert zij een succesvolle borging als volgt:
een doorgemaakte ontwikkeling is na een bepaalde tijd nog steeds algemeen zichtbaar
de in gang gezette ontwikkeling wordt getrouw gecontinueerd
de ontwikkeling is onderdeel van de eigen normen en waarden en de procedurele structuur
er is sprake van een continue evaluatie en daaruit voortvloeiende veranderingen (cyclisch)
Het is na twee jaar monitoren van de SLOA projecten niet mogelijk antwoord te geven op de vraag of de
projecten aan de hierboven genoemde criteria voldoen. Er is meer tijd nodig om dit te kunnen vaststellen.
Ik ben op zoek gegaan naar criteria waarmee meer zicht geboden kan worden op de mate van borging van
organisatie ontwikkelingen. In haar bijdrage besteedde Ina Cijvat ook aandacht aan een aantal interne
voorwaarden die voor het borgen van ontwikkelingen relevant zijn:
Structureel/organisatorisch: de nieuwe werkwijze is zichtbaar en vastgelegd in documenten
Procedureel: zichtbaar ander gedrag bij de uitvoerders van activiteiten
Cultureel: normen en waarden worden op alle niveaus onderschreven en zichtbaar in uitvoering
Ik heb deze voorwaarden vertaald in een aantal stellingen:
1. De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen
2. De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
3. De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
4. De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
5. De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
6. De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
7. De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
8. Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren.
In onderstaande tabel heb ik de bovenstaande voorwaarden vergeleken met de uitspraken die de
projectleiders tijdens de monitorgesprekken hebben gedaan over de implementatie en borging van de
resultaten van het project. Indien de uitspraak van de projectleider overeenkomst met de stelling wordt dit
geïndiceerd met een groen bolletje. Indien dat niet het geval is, wordt dit aangegeven met een rood bolletje.
Indien nog niet helemaal voldaan wordt aan de voorwaarde of indien hierover twijfel bestaat, is er een geel
bolletje geplaatst.
De tabel geeft aan in hoeverre de uitspraken van de projectleider aan de gestelde voorwaarden voldoen.
Daarmee biedt de tabel een indicatie op de kansen van een succesvolle borging van de in het project
ontwikkelde R&D functie en continuering van de in gang gezette ontwikkeling. Let wel: het gaat om een
indicatie!
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 20 van 22
1 INOS - Kwaliteitswijzer De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
2 INOS - Eureka, onderwijs aan hoogbegaafden
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
3 Stichting IJsselgraaf – Didactiek van het schrijven
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
4 Stichting Zaan Primair – Digitaal Leren
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
5 PCBO Leeuwarden - Schrijfvaardigheid
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 21 van 22
6 PCBO Leeuwarden - Taalvaardigheid
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
7 Stichting Acis – Kwaliteitsstandaard VVTO (Engels)
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
8 De Groeiling Gouda – Onderwijs aan hoogbegaafden
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
9 Stichting PCBO Apeldoorn – Passend onderwijs
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
10 GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 22 van 22
11 ASKO Amsterdam – Vol Lof!
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
12 Federatie WSNS Gorinchem – Academie teams
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren
13 Conexus Nijmegen – Datafeedback
De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie
De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau
De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen
De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen
Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren