Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage...

22
Eindrapportage Monitoring SLOA Projecten 2011-2013 13 juni 2013 Uitgevoerd door: Johan Gelauf in opdracht van de PO-Raad

Transcript of Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage...

Page 1: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage

Monitoring SLOA Projecten 2011-2013

13 juni 2013

Uitgevoerd door:

Johan Gelauf

in opdracht van de PO-Raad

Page 2: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 2 van 22

Inhoud

1. Inleiding 3

2. Monitor 7

3. Monitor, tabel 1 en 2 8

4. Toelichting bij de tabel 10

5. Analyse en conclusies 17

Page 3: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22

1. Inleiding

In 2009 heeft de PO-Raad zeggenschap gekregen over de besteding van de vrijgevallen 'SLOA- middelen'. Deze

middelen zijn bedoeld om de onderzoeks- en ontwikkelfunctie (R&D) van besturen en hun scholen in de PO

sector structureel te versterken. In haar beleidsagenda heeft de PO-Raad hierover de volgende doelstelling

geformuleerd: In 2015 is het stelsel anders ingericht: de ontwikkelfunctie en de onderzoeksfunctie zijn binnen

de sector belegd; de bestuurders van het PO dragen hiervoor de verantwoordelijkheid. Dat is een van de

voorwaarden om het volgende mogelijk te maken: in 2015 zorgen de schoolbesturen er voor dat de ontwikkel-

en onderzoeksfunctie structureel zijn belegd binnen hun (bovenschoolse) organisatie en binnen hun scholen.

Kanttekening hierbij is dat de pretenties ten aanzien van de onderzoeks- en ontwikkelfunctie op scholen

bescheiden dienen te zijn, gezien onder meer de beperkte omvang van de meeste scholen, de deskundigheid

van het personeel op het gebied van onderzoek, etc. De focus ten aanzien van onderzoek zou dan ook moeten

liggen op het stimuleren van de onderzoekende houding van schoolbesturen, schoolleiders en leerkrachten via

cyclische reflectie op het eigen handelen (zo mogelijk op basis van beschikbare wetenschappelijke kennis).

Het PO-veld is dermate divers georganiseerd dat er niet één blauwdruk te geven is voor het organiseren van de

onderzoeksfunctie binnen een school of bestuur. De PO-Raad zet de vrijgevallen ‘SLOA-middelen’ in om

besturen en scholen op projectbasis te stimuleren de R&D functie in hun organisatie te versterken. De

deelnemende besturen zijn verplicht de opbrengsten van hun project beschikbaar te stellen aan collega-

besturen binnen de PO sector.

Projecten 2009-2011

In het schooljaar 2009-2010 zijn de eerste zeven projecten van start gegaan. In het schooljaar 2010-2011

volgde een tweede serie van 13 projecten. Beide tranches kenden een looptijd van 1 jaar. De PO-Raad heeft

deze projecten gevolgd middels een lichte vorm van monitoring. In de monitor werd informatie verzameld

over de voortgang en de resultaten van de projecten op basis van individuele gesprekken met de deelnemers.

In de rapportage van de monitoring van de projecten in 2009 en 20101 zijn enkele aanbevelingen opgenomen

met betrekking tot het zichtbaar maken van de effectiviteit van toekomstige projecten door:

het benoemen van succesfactoren en prestatie-indicatoren (korte termijn)

het benoemen van de resultaten van de projectscholen (lange termijn)

Projecten 2011-2013

De looptijd van de derde serie SLOA projecten is twee jaar. In deze derde serie staat het doen van onderzoek

meer centraal. In de aanvragen is de nadruk gelegd op het formuleren van een heldere onderzoeksvraag. De

PO-Raad heeft bij gedurende het project aan de deelnemers gevraagd de doelstellingen verder te

concretiseren, succesfactoren te benoemen en daaraan prestatie-indicatoren te koppelen. In de monitoring

wordt aan deze onderdelen specifiek aandacht besteed. Aan de projectdeelnemers 2011-2013 werden verder

de volgende voorwaarden gesteld:

Het project kiest voor het uitvoeren van een onderzoek uit een van de volgende drie thema’s:

> versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)

> aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen

> verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht

1 Zie website: http://www.poraad.nl/content/sloaprojecten-2010

Page 4: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 4 van 22

Het project draagt bij aan het versterken van de onderzoek- en ontwikkelfunctie binnen het bestuur

en de deelnemende scholen

De projectdeelnemers zijn bereid de resultaten van het project te delen met collega-besturen, de

opbrengsten om niet beschikbaar te stellen aan andere besturen in het primair onderwijs en op

verzoek van de PO-Raad mee te werken aan de verspreiding van de opbrengsten via bijvoorbeeld

leernetwerken, conferenties en workshops.

De projectdeelnemers participeren in een viertal door de PO-Raad georganiseerde bijeenkomsten om

ervaringen uit te wisselen.

De projectdeelnemers doen mee aan een monitor om de voortgang van het project te volgen en de

verwachtingen ten aanzien van de transfer van hun opbrengsten naar de sector in beeld te brengen.

De projectdeelnemers verlenen medewerking aan een overkoepelend onderzoek om de

schooloverstijgende resultaten en opbrengsten van het project Vrijval SLOA in kaart te brengen.

Selectieprocedure

In 2011 hebben 80 schoolbesturen een vooraanmelding bij de PO-Raad ingediend. Deze vooraanmeldingen zijn

beoordeeld door een onafhankelijke organisatie (Agentschap NL). Op basis van deze beoordeling zijn 26

schoolbesturen uitgenodigd tot het doen van een uitgebreider projectvoorstel.

In een specifiek voor deze 26 besturen georganiseerde informatiebijeenkomst heeft de PO Raad de verdere

procedure toegelicht en het format en reglement voor de definitieve aanvraag. Zij hebben informatie

ontvangen over het opstellen van een onderzoeksvraag en een onderzoeksplan en zijn er aandachtspunten

voor het uitwerken van de definitieve aanvragen geschetst. Deze definitieve aanvragen zijn beoordeeld aan de

hand van de in het reglement vermelde procedure, voorwaarden en criteria. Deze beoordeling is uitgevoerd

door een onafhankelijke beoordelingscommissie die daarbij ondersteund is door Agentschap NL.

Uit de aanmeldingen zijn de volgende 13 deelnemers geselecteerd:

1. INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring en ontwikkeling door (zelf)evaluatie

2. INOS Breda – Doorontwikkeling en onderzoek naar de resultaten van Eureka

3. Stg. IJsselgraaf Zelhem – Het verbeteren van de didactiek in het schrijven van teksten

4. Zaan Primair Zaandam – Digitaal leren en verhoging van leeropbrengsten in het basisonderwijs

5. PCBO Leeuwarden – Ontwikkeling observatie-en beoordelingsinstrument schrijfvaardigheid

6. PCBO Leeuwarden - Ontwikkeling observatie-en beoordelingsinstrument mondelinge taalvaardigheid

7. Stg. Acis Puttershoek – Naar een kwaliteitsstandaard en kerndoelen VVTO

8. De Groeiling Gouda – Toptalent: onderwijsarrangement voor hoogbegaafden in de basisschool

9. Stg. PCBO Apeldoorn – Optimaal onderwijs voor elke leerling

10. GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest: investment, investigation, innovation

11. ASKO Amsterdam – De kracht van VIB-S en didactisch coachen

12. Federatie WSNS Gorinchem – Schoolgebonden en schooloverstijgende academieteams

13. Conexus Nijmegen – Versterken van pedagogisch didactisch handelen door middel van datafeedback

De monitoring

Na de start van de projecten in september 2011 is ook de monitoring van start gegaan. Belangrijkste

doelstelling van de monitoring is het volgen van de voortgang van de projecten en het ondersteunen van de

deelnemende schoolbesturen en scholen in de uitvoering van het project, door samen de procesgang in kaart

te brengen en waar nodig bij te sturen.

Page 5: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 5 van 22

Onderzoek Kohnstamm instituut

De doelstelling van de derde serie projecten is tweeledig:

- het bevorderen van professionalisering van schoolbesturen en scholen op het gebied van

schoolontwikkeling, door middel van praktijkgericht onderzoek;

- het opbouwen van kennis die in de projecten wordt verworven, om die te kunnen verspreiden in de

sector.

Ten behoeve van beide doelstellingen heeft de PO-Raad het Kohnstamm Instituut opdracht gegeven een

overkoepelend onderzoek uit te voeren, dat inzicht moet opleveren in de bijdrage van praktijkgericht

onderzoek aan kennis die relevant is voor eigen schoolontwikkeling, en tevens zicht biedt op

schooloverstijgende kennis die uit de projecten te halen valt. Gedurende de twee projectjaren hebben de

externe adviseurs nauwgezet met elkaar afgestemd hoe zij hun opdracht (monitoring en onderzoek) uitvoeren,

zodat de projecten niet tegelijkertijd met beide interventies werden geconfronteerd.

Monitor eerste projectjaar: 2011-2012

In het eerste schooljaar zijn alle projecten eenmaal bezocht (december, januari en februari) en eenmaal

telefonisch geïnterviewd (mei, juni). Tijdens het eerste bezoek lag de nadruk op het concretiseren van de

doelstellingen, succesfactoren en prestatie indicatoren. In de telefonische interviews werd vooral aandacht

besteed aan de voortgang van het project en de realisatie van de doelstellingen in het eerst projectjaar. De

verslagen van deze bezoeken en interviews zijn verwerkt in één monitorrapport dat aan elke projectleider is

voorgelegd met het verzoek dit te accorderen.

De PO-Raad heeft aan het eind van het eerste schooljaar een evaluatieformulier aan de deelnemers gezonden

met de opdracht daarin te rapporteren over de voortgang van het project en de inzet van de middelen. De

gesprekken in het kader van de monitoring en de door de deelnemers ingezonden voortgangsrapportage zijn

gebruikt bij het opstellen van dit rapport. In deze rapportage halverwege de projectperiode hebben wij een

overzicht van de stand van zaken geboden met betrekking tot:

De voortgang van het project

De onderzoekende houding

De resultaten tot dan toe

Het eigenaarschap en de borging

Besteding van de middelen

Monitor tweede projectjaar: 2012-2013

In het tweede schooljaar zijn de projecten eenmaal bezocht (januari 2013) en eenmaal telefonisch

geïnterviewd (mei 2013). Tijdens het bezoek in januari lag de nadruk op de voortgang van de projecten en

stond de vraag centraal hoe de opbrengsten en resultaten van de projecten in de organisatie worden

geïmplementeerd en geborgd. In de telefonische interviews werd aandacht besteed aan de opbrengsten van

de projecten en geïnventariseerd hoe de resultaten in de organisatie zijn en worden geborgd. De verslagen van

deze bezoeken en interviews zijn verwerkt in de voorliggende monitorrapportage die aan elke projectleider is

voorgelegd met het verzoek dit te accorderen.

De PO-Raad stuurt ook aan het eind van het tweede schooljaar een evaluatieformulier aan de deelnemers met

de het verzoek daarin te rapporteren over de voortgang van het project, de resultaten en de inzet van de

middelen. Deze evaluaties zijn niet in deze rapportage verwerkt, omdat zij bij het schrijven van de

eindrapportage nog niet beschikbaar waren.

Page 6: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 6 van 22

In hoofdstuk 2 zijn de bovengenoemde onderwerpen verder uitgewerkt. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten van

de monitor weergegeven in een tabel gevolgd door een toelichting in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn enkele

conclusies opgenomen. De verslagen van de bezoeken aan de deelnemers zijn opgenomen in een aparte

bijlage.

Page 7: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 7 van 22

2. Monitor

Bij het samenstellen van de rapportage van de Monitor hebben we gebruik gemaakt van:

het reglement voor de aanvraag van de SLOA projecten

het format definitieve aanvraag Vrijval SLOA 2011

de door de projecten ingevulde voortgangsrapportage

de rapportage van bezoeken en telefonische interviews

Hieronder de onderdelen die in de rapportage aan de orde komen.

Voortgang van het project

1. Het aantal scholen dat direct bij de uitvoering van het project betrokken is

2. Het project verloopt in dit schooljaar volgens de planning

Focus op de R&D functie (onderzoekende houding)

3. De onderzoekende houding is uitgewerkt op schoolniveau

4. De onderzoekende houding is uitgewerkt op bestuursniveau

5. Het project geeft een extra impuls aan de ontwikkeling van de R&D functie

Resultaten

6. De doelstellingen zijn concreet uitgewerkt in succesfactoren en prestatie indicatoren

7. De voor dit schooljaar geplande opbrengsten zijn gerealiseerd

8. Het bestuur/de projectleider is tevreden over voortgang en de resultaten

Eigenaarschap en borging

9. De directeuren zijn mede projecteigenaar

10. Het bestuur heeft een planning gemaakt voor het borgen van de resultaten

11. Het bestuur besteedt aandacht aan het project in regionale netwerken

Besteding van de middelen

12. De beschikbare middelen zijn besteed binnen het vooraf gesteld budgettaire kader

13. De besteding de middelen blijft binnen de begroting

In de tabel op de volgende pagina’s zijn de gegevens uit de gespreksverslagen verwerkt en per project naast

elkaar gezet.

Page 8: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 8 van 22

3. Monitor - Tabel, deel 1

Deelnemers Thema

Voortgang R&D functie Resultaten

Aan

tal s

cho

len

bet

rokk

en b

ij

uit

voer

ing

Rea

lisat

ie v

an d

e p

lan

nin

g

jun

i 20

13

On

der

zoek

end

e h

ou

din

g

sch

oo

lger

ich

t

On

der

zoek

end

e h

ou

din

g

bes

tuu

r ge

rich

t

Imp

uls

aan

R&

D f

un

ctie

Succ

esfa

cto

ren

en

pre

stat

ie

ind

icat

ore

n

Op

bre

ngs

t ja

ar 2

gere

alis

eerd

Pro

ject

leid

er t

evre

den

1 - INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring

A 26 +/- + + + + +/- +

2 - INOS Breda – Doorontwikkeling

Eureka

B 22 +/- + - + + +/- +

3 - Stg. IJsselgraaf Zelhem –

didactiekschrijven van teksten A 4 + + - + + + +

4 - Zaan Primair Zaandam – Digitaal

leren A 5 +/- + - + + +/- +

5 - PCBO Leeuwarden –

schrijfvaardigheid A 5 + + - + + + +

6 - PCBO Leeuwarden –mondeling taalvaardigheid

A 5 + + - + + + +

7 - Stg. Acis Puttershoek –

Kwaliteits standaard VVTO (Engels) A 10 + + - + + + +

8 - De Groeiling Gouda – Toptalent,

werken met hoogbegaafde leerl. B 10 +/- + - +/- + +/- +/-

9 - Stg. PCBO Apeldoorn –

Optimaal onderwijs voor elke

leerling

A 10 + + + + + + +

10 - GPO-WN Alphen aan de Rijn -

Innovest A 25 +/- + + + + +/- +

11 - ASKO Amsterdam – Vol Lof!

C 5 + + - +/- + +/- +

12 - Federatie WSNS Gorinchem

C 9 + + - + + + +

13 - Conexus Nijmegen –

Datafeedback A 6 + + - + + +/- +/-

Page 9: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 9 van 22

Tabel, deel 2

Eigenaarschap en borging

Besteding middelen Opmerkingen

Dir

ecte

ure

n z

ijn m

ede-

pro

ject

eig

en

aar

Co

ncr

ete

afsp

rake

n o

ver

bo

rgin

g

Reg

ion

ale

uit

stra

ling

Per

son

eel i

nte

rn

Per

son

eel e

xter

n

Mat

eria

len

Bes

tee

d b

ed

rag

in

verg

elijk

ing

tot

beg

roti

ng

+/- + +/-

Evaluatie onderzoek niet uitgevoerd (IVA opgeheven)

Deelname van alle scholen is gespreid over meer dan 2 jaren

Doelrealisatie: kwantitatief niet – kwalitatief wel

+/- +/- +

Eureka is onderdeel van het bestuursbeleid

Directeuren zijn geen eigenaar, denken wel actief mee

Doelrealisatie: niet volledig conform intenties

+/- + +

Zeer gemotiveerde groep leraren, veel uitstraling in regio

Directeuren voelen zich mede eigenaar

Doelrealisatie: nagenoeg volledig

+/- + +/-

ICT-beleid is op de agenda van Zaanstad Primair gekomen

Continuïteit onder druk door krimp van de financiën

Doelrealisatie: niet volledig conform de intenties

+ + +

Gedrag leraren minder methodegeboden, meer kindgericht

Directeuren adopteren de werkwijze en leggen deze vast

Doelrealisatie: nagenoeg volledig (project verlengd tot okt)

+ + +

Gedrag leraren minder methodegeboden, meer kindgericht

Directeuren adopteren de werkwijze en leggen deze vast

Doelrealisatie: nagenoeg volledig (project verlengd tot okt)

+ + +

Project heeft impact op het gedrag van de leraar

De directeuren zijn betrokken bij auditen van collega scholen

Doelrealisatie: volledig

+/- +/- +/-

Onvoldoende aansluiting op voorafgaande ontwikkeling

Directeuren accepteren project, groot afbreukrisico blijft

Doelrealisatie: niet volledig

+ + +

Project succesvol ingebed in breder zorgbeleid regionaal

Directeuren zijn medeverantwoordelijk, bestuur betrokken

Doelrealisatie: nagenoeg volledig

+ + +

Project nog niet afgerond, loopt door in 2013-2014

Directeuren en bestuur zijn actief betrokken

Doelrealisatie: nog niet volledig

+/- - +/-

Project afgerond, perspectief op continuering is somber

Betrokkenheid directeuren groeit

Doelrealisatie: nagenoeg volledig

+/- + +

Afsluiting met presentaties van onderzoeksresultaten

Betrokkenheid directeuren groeit, is wisselend

Doelrealisatie: nagenoeg volledig

+/- +/- +/-

Na een voortvarende start, lijkt het afbreukrisico te groeien

Niet alle directeuren zijn actief betrokken

Doelrealisatie: nog niet volledig

Page 10: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 10 van 22

4. Toelichting bij de tabel

In de tabel op de pagina’s 6 en 7 hebben wij de resultaten van de monitoring op verschillende manieren

weergegeven: letters, cijfers en leestekens. De cijfers en percentages spreken voor zichzelf. De betekenis van

letters en leestekens is als volgt:

De letters A, B en C staan voor de verschillende thema’s die de projecten hebben gekozen:

A Versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)

B Aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen

C Verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht

De leestekens + , - , +/- en ? staan voor de volgende betekenis:

+ ja, geheel

- nee, helemaal niet

+/- gedeeltelijk

? onbekend

In de laatste kolom zijn relevante opmerkingen opgenomen.

Toelichting per project (eind 2e schooljaar, juni 2013)

1 - INOS Breda – Kwaliteitsmonitoring (zie bijlage pagina 18)

Deelname: 26 scholen. Niet alle scholen hebben in de projectperiode deelgenomen, gebleken is dat er

meer tijd nodig is om alle scholen te laten deelnemen (3 jaar); er is bij een aantal scholen nog enige

terughoudendheid.

Onderzoekende houding: directeuren en teams zeer actief - bestuur heeft ook een actieve rol

gekregen in het project die blijvend is: het bestuur spreekt 2 x per jaar met alle directeuren over de

kwaliteit en de voortgang van de schoolontwikkeling

Implementatie en borging: Het werken met het zelfevaluatiekader is onderdeel van het strategisch

meerjarenbeleid van INOS. Elke directeur neemt het zelfevaluatiekader op in het schoolplan.

Kennisdeling sector: door het wegvallen van IVA zijn er geen concrete plannen voor een artikel. Het

project heeft een handleiding opgeleverd voor het uitvoeren van de zelfevaluatie en een

Kwaliteitsmeter.

Producten: Kwaliteitsmeter en handleiding zijn beschikbaar voor andere organisaties.

Doelrealisatie: kwantitatief niet (een aantal zelf gekozen doelen zijn niet of niet geheel gerealiseerd) –

kwalitatief zijn de doelen wel gerealiseerd. Van de aangepaste doelrealisatie is melding gemaakt bij

het ministerie van OCW.

Slotopmerkingen: Het project heeft meer dan alleen bijgedragen aan het verbeteren van het primaire

proces: het heeft ook effect gehad op secundaire processen als: zorgsysteem, onderwijsaanbod,

ziekteverzuim, etc.

2 - INOS Breda – Doorontwikkeling Eureka (zie bijlage, pagina 21)

Deelname: alle 22 scholen hebben in de projectperiode deelgenomen aan de leergemeenschap

hoogbegaafden. De vertegenwoordigers per school zijn aanspreekpunt op hun eigen school.

Onderzoekende houding: het onderzoek richtte zich op het ontwikkelen van een databank voor het

onderwijs aan hoogbegaafden in de groepen 3 t/m 8 (2 thema’s per leerjaar). Er zijn in totaal 6

Page 11: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 11 van 22

thema’s ontwikkeld. Daarnaast is er samen met Oberon onderzoek gedaan naar het effect op het

welbevinden van leerlingen in het Eureka programma. De vragenlijsten zijn getest en vervolgens in

2013 uitgezet. De resultaten zijn nog niet verwerkt en geanalyseerd. De directeuren zijn regelmatig

geïnformeerd en geïnteresseerd. De projectleider constateert met tevredenheid dat het project in

een beperkte groep (de leden van de leergemeenschap) heeft geleid tot een onderzoekende houding

en reflectie. Door het onderzoek naar het welbevinden in het VO zijn de leden van de

leergemeenschap anders naar hun leerlingen gaan kijken.

Implementatie en borging: Het uitwerken van een aantal thema’s voor het onderwijs aan

hoogbegaafden (internet toepassing) is in de praktijk tijdrovender gebleken dan verwacht. Eureka

heeft een stevige positie gekregen in de INOS organisatie, het voortbestaan staat niet ter discussie.

Directeuren participeren meer dan voorheen in de leergemeenschap hoogbegaafden. Er is een

discussie gestart over de vraag hoe onderwijs aan hoogbegaafden het best kan worden georganiseerd

(meer of minder inclusief).

Kennisdeling sector: Regelmatig presentaties tijdens symposia en conferenties, veel contacten met

andere besturen die met hetzelfde onderwerp bezig zijn.

Producten: 6 uitgewerkte thema’s voor onderwijs aan hoogbegaafden.

Doelrealisatie: Niet alle geformuleerde doelen zijn gerealiseerd. Het terugbrengen van het aantal

leerlingen in een aparte setting naar 150 in twee jaar is niet gelukt. Dat geldt ook voor het

ontwikkelen van een eigen leerweg voor hoogbegaafden.

Slotopmerkingen: De projectleider stelt dat de verwachtingen vooraf hoog waren. Ze constateert dat

zij die verwachtingen niet heeft kunnen waarmaken. Bovendien was er meer tijd nodig dan we

hadden gedacht.

3 - Stichting IJsselgraaf – Didactiek van het schrijven van teksten (zie bijlage, pagina 24)

Deelname: 5 scholen hebben zich ingeschreven voor deelname aan het project. In de beginfase is één

school afgehaakt, hetgeen is gemeld bij OCW.

Onderzoekende houding: Het project is gestart van onderop. Een werkgroep van leraren van de

deelnemende scholen vormden de motor van het project. Er was veel vaart en uitstraling binnen de

teams. Het project heeft (nog) niet geleid tot een meer onderzoekende houding op bestuursniveau.

Implementatie en borging: Het project is voortvarend aangepakt en voltooid, ondanks het plotselinge

vertrek van de projectleider. De betrokkenheid van de directeuren van de deelnemende scholen is

gegroeid. Zij hebben de resultaten van het project gepresenteerd in hun eigen organisatie

(directieoverleg). Het project wordt voortgezet, er hebben zich 9 nieuwe scholen aangemeld. De

hogeschool Iselinge blijft betrokken.

Kennisdeling sector: Kennisdeling tot nu toe in de eigen omgeving. Het project krijgt steeds meer

uitstraling in de regio, andere scholen raken geïnteresseerd. Eind juni verschijnt een artikel over het

project in het Tijdschrift voor Taal van SLO.

Producten: Kijkwijzer voor instructie, bronnenboek stelinstructie, brochure, handleiding feedback.

Doelrealisatie: De door het project gesteld doelen zijn nagenoeg alle gerealiseerd. Het is nog te vroeg

om vast te stellen wat het effect van de werkwijze is op de scores op de taaltoetsen van het Cito-

volgsysteem.

Slotopmerkingen: De motivatie bij de betrokken leraren is groot en de samenwerking is prima, er

vindt veel uitwisseling plaats van ervaringen. De projectleider vindt de belangrijkste opdracht van het

project de verandering in het gedrag van leraren gericht op de behoefte van leerlingen. Zij

ontwikkelen zich van methodegebonden leraar naar leraren die vrijer omgaan met de methode en

nieuwe media gebruiken. Het gebrek aan financiële middelen vormt een knelpunt voor de

continuïteit.

Page 12: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 12 van 22

4 - Stichting Zaan Primair – Digitaal leren (zie bijlage, pagina 27)

Deelname: 5 scholen, waarvan één school de trekker is van het project: de Koploperschool.

Onderzoekende houding: Het project richt zich vooral op de ICT medewerkers van de deelnemende

scholen die binnen de eigen school de teams ondersteunen bij het werken met ICT-toepassingen. Een

belangrijke doelstelling is ook het versterken van de competenties van leraren bij de toepassing van

ICT in het onderwijs. Het project richt zich niet direct op het versterken van de onderzoekende rol van

het bestuur.

Implementatie en borging: Na een vertraagde start is het project goed op gang gekomen, de

directeuren maken zich sterk voor het toepassen van ICT in het onderwijs. Het ICT-beleid voor de

komende jaren is nog niet helder, mede door krimp van de financiën.

Kennisdeling sector: Beperkt: tot nu toe via de website en in ICT-netwerken in Noord-Holland.

Producten: Competenties ‘Onderzoekende houding’, stappenplan voor het het scholen van leraren,

aanbod professionaliserings-activiteiten, inventarisatie digitale leermiddelen.

Doelrealisatie: Nog niet volledig. Twee onderdelen zijn onvoldoende uitgewerkt. Het eerste is de

aanpassing van lesprogramma’s voor taal en rekenen is niet gerealiseerd, het tweede betreft de

ontwikkeling van de competenties van leerkrachten.

Slotopmerkingen: De projectleider is het meest tevreden over de motivatie van de medewerkers. Het

project heeft ervoor gezorgd dat het ICT-beleid op de agenda van Zaan Primair is gekomen.

5 - Stichting PCBO Leeuwarden – Schrijfvaardigheid (zie bijlage, pagina 30)

Deelname: 5 scholen

Onderzoekende houding: Het project richt zich met name op de onderzoekende houding van de

leraar. Daarin is in de afgelopen twee jaar veel veranderd met als resultaat dat deze onderzoekende

houding ook doorwerkt in andere vakken.

Implementatie en borging: De implementatie van de werkwijze en opbrengsten kost meer tijd dan

gedacht. De verwachting was dat de deelnemers aan de projectgroep de resultaten in het tweede jaar

gemakkelijk aan hun collega’s zouden kunnen overdragen. Dat was niet het geval, ook zij hebben tijd

nodig om zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Het project is om die reden verlengd waarbij de

eventuele meerkosten door de besturen zelf worden betaald. De directeuren hebben de nieuwe

werkwijze en opbrengsten geadopteerd en vastgelegd in het schoolplan. Het project heeft zicht niet

gericht op de betrokken besturen, de borging vindt in scholen plaats.

Kennisdeling sector: schoolleidersnetwerken, lerarenopleidingen, artikelen, conferenties

Producten: Observatie- en beoordelingsinstrument schrijfvaardigheid

Doelrealisatie: Nagenoeg volledig (project is verlengd tot oktober 2013 met de bedoeling om de

implementatie in de deelnemende scholen te realiseren.

Slotopmerkingen: De projectleider is het meest enthousiast over de verandering in het gedrag van de

leraren die hebben deelgenomen, ze zijn anders naar het taalonderwijs gaan kijken, observeren beter,

analyseren de resultaten en spelen beter in op leervragen. Deze veranderde houding werkt ook door

in andere vakken.

6 - Stichting PCBO Leeuwarden – Mondelinge taalvaardigheid (zie bijlage, pagina 33)

Zie project nr. 5 met dien verstande dat het hier gaat om een instrument mondelinge taalvaardigheid

7 - Stichting Acis Puttershoek – Kwaliteitsstandaard en kerndoelen VVTO (Engels) - (zie bijlage, pagina 35)

Deelname: 10 basisscholen

Page 13: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 13 van 22

Onderzoekende houding: Het project spitst zich toe op de relatie tussen leerlingen en leerstof, leraar

en didactiek (kijkwijzer, eindtermen) en directeur en beleid (implementatie VVTO en audits). In de

uitvoering lag de nadruk op de ontwikkeling van VVTO in de praktijk (kwaliteitsstandaards,

tussentermen, eindtermen).

Implementatie en borging: De directeuren hebben een audit uitgevoerd bij collega-scholen met als

doel de kwaliteit van VVTO Engels in beeld te brengen. Verdere implementatie is afhankelijk van

beschikbare financiële middelen.

Kennisdeling sector: via Expertise Centrum (Early Bird), artikelen en presentaties, landelijke

conferenties

Producten: Handboek VVTO Engels

Doelrealisatie: volledig

Slotopmerkingen: De medewerking van de scholen en professionals was groot. De financiële positie

van de deelnemende schoolbesturen leidt tot krimp in het vakonderwijs Engels en ontslag van enkele

leraren.

8 – De Groeiling Gouda – Toptalent, werken met hoogbegaafde leerlingen - (zie bijlage, pagina 38)

Deelname: 10 basisscholen

Onderzoekende houding: het project had vooral de focus op het ontwikkelen van leerkringen van

leraren als middel om de onderzoekende houding bij hen te bevorderen. Het bestuur wil het werken

met leerkringen evalueren en is voor de uitvoering daarvan op zoek naar externe deskundigheid.

Directeuren en bestuur zijn niet direct betrokken geweest in het ontwikkelen van een onderzoekende

houding.

Implementatie en borging: Het project is niet verlopen zoals verwacht en gehoopt. Het functioneren

van leerkringen bleek in de praktijk erg lastig, soms werden andere prioriteiten gesteld. De

projectleider geeft als mogelijke oorzaak dat dit project niet goed aansloot op het hieraan

voorafgaande project over de ontwikkeling van toptalent. Dit was eigenlijk nog niet goed afgerond.

De introductie van leerkringen riep weerstand op. Het bestuur heeft inmiddels besloten het project

voort te zetten en hiervoor (scholings)middelen in te zetten. De directeuren hebben het project en de

implementatie van leerkringen inmiddels geaccepteerd en er is bij een aantal directeuren

belangstelling om deel te nemen aan de leerkringen.

Kennisdeling sector: resultaten op de website, verspreiding via netwerken, artikel in blad ‘Groeilink’.

Producten: onderwijsarrangementen voor hoogbegaafde leerlingen (nog niet gerealiseerd), kijkwijzer

leerkrachtvaardigheden, checklist onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen.

Doelrealisatie: nog niet volledig. Het project heeft zich niet ontwikkeld zoals vooraf gedachte en

gepland (zie hierboven). Daardoor zijn verschillende doelen die vooraf werden gesteld niet

gerealiseerd, zoals: het ontwikkelen van arrangementen voor hoogbegaafden, het organiseren van

leerkringen op alle scholen, een instrument voor het volgen van de doorstroming in het VO.

Slotopmerkingen: De projectleider schat dat het afbreukrisico groot is, hij zal alle zeilen moeten

bijzetten om het project op koers te houden.

9 – Stichting PCBO Apeldoorn – Optimaal onderwijs voor elke leerling - (zie bijlage, pagina 41)

Deelname: 10 basisscholen

Onderzoekende houding: De focus van het project lag op het versterken van het diagnosticerend en

onderzoekend handelen van leerkrachten in groep 1-3. De ontwikkeling heeft effect op alle niveaus:

directies en bestuur zijn hierbij nauw betrokken.

Implementatie en borging: alle activiteiten die waren gepland zijn uitgevoerd. Het project is ingebed

in een bredere beleidsontwikkeling (1-zorgroute) die beoogt het handelingsgericht werken te

Page 14: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 14 van 22

verbeteren. De directeuren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering op schoolniveau. Twee keer per

jaar vinden voortgangsgesprekken plaats tussen bestuur en directeuren en IB-ers van de scholen.

Kennisdeling sector: regiobijeenkomsten directeuren, netwerken IB, workshops PO-Raad,

vakliteratuur, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, uitwisseling materialen met collega

besturen en scholen.

Producten: Kijkwijzer (screeningslijst 4 jarigen), stappenplan, inrichtingsplan leeromgeving

Doelrealisatie: nagenoeg volledig.

Slotopmerkingen: De projectleider is heel tevreden over de bereikte resultaten. De vroegtijdige

signalering functioneert goed en heeft samen met de specifieke inrichting van de leeromgeving veel

winst opgeleverd voor passende zorg. Leraren observeren en begeleiden systematischer. Helaas zijn

de teams nog niet toegekomen aan het werken met geïntegreerde programmatuur via de computer.

10 – GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest - (zie bijlage, pagina 46)

Deelname – 25 basisscholen

Onderzoekende houding: het project focust op een onderzoekende cultuur in de hele organisatie op

alle niveaus met als concreet resultaat: op alle niveaus werken mensen samen in een professionele

leergemeenschap.

Implementatie en borging: Het project heeft veel van de achterstand uit de beginfase kunnen goed

maken, maar niet helemaal. In het volgend schooljaar wordt meer tijd genomen om het project goed

af te ronden: in juni is er een vervolgsessie over de voortzetting van het project. Het bestuur wil het

project in 2013-2014 voortzetten en de meerkosten voor eigen rekening nemen. De werkgroep blijft

bestaan en de studiedagen worden voortgezet. De scholen hebben besloten de toetsen te

harmoniseren. Harmonisatie betekent dat alle scholen dezelfde toetsen gaan gebruiken op dezelfde

momenten. Analyse van de resultaten lezen, taal en rekenen vindt voor het eerst plaats in juni 2013.

Voor het borgen van de resultaten wordt een plan opgesteld. De bestuurder wordt meegenomen in

de nieuwe cultuur van werken (leergemeenschap) en de daarbij behorende werkwijzen (socratische

gespreksvoering). Werkwijzen worden vastgelegd in documenten (beleidsplan, schoolplan).

Kennisdeling sector: intranet, website, bovenschoolse netwerken, landelijke studiedagen, artikel in

School en Management, Workshop PO-Raad, Regionaal Symposium.

Producten: vragenlijst Leiderschap in Professionele Leergemeenschappen.

Doelrealisatie: nog niet volledig: Presentaties van de door directeuren uitgevoerde onderzoeken

vraagt meer tijd en vindt plaats in december 2014. Ook het analyseren van de CITO scores en moet

nog plaatsvinden en wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar uitgevoerd.

Slotopmerkingen: Projectleider is zeer tevreden

11 – ASKO Amsterdam – Vol Lof! - (zie bijlage, pagina 49)

Deelname: 5 basisscholen

Onderzoekende houding: het project richtte zich op het versterken van het handelingsgericht werken

van leerkrachten door het ontwikkelen en toepassen van didactisch coachen. Het effect op het

handelen van de leraren werd gemeten via tussenmetingen en eindmetingen. Van de deelnemende

scholen werden de IB-ers opgeleid tot coaches. Directeuren en besturen waren niet direct actief

betrokken. De onderzoekende houding heeft vooral betrekking op de reflectie van leraren op hun

eigen gedrag. Deze reflectie vindt plaats op basis van de effectmeting van het didactisch coachen met

positieve feedback.

Implementatie en borging: Het was de bedoeling om 54 leraren op te leiden als didactisch coach

(positieve feedback). Die doelstelling was enerzijds te hoog gegrepen, anderzijds was er meer dan

gemiddeld verloop in het personeelsbestand. Daardoor is die doelstelling niet geheel gerealiseerd.

Page 15: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 15 van 22

Het aantal komt naar verwachting uit op 40. De resultaten uit de tussenmeting en de eindmeting

laten een stijgende lijn zien in het gedrag van leerkrachten en leerlingen. Er is veel aandacht besteed

aan het presenteren van de resultaten aan andere scholen via studiedagen, nieuwsbrieven en de

website. De belangstelling bij de leraren, ook van andere scholen, is groot. Financiële problemen

belemmeren de continuïteit van het project. ASKO heeft te kennen gegeven het project niet voort te

zetten op de andere scholen. De projectleiders gaan in gesprek met de gemeente over voortzetting.

Kennisdeling sector: samenwerkingsverband, Artikel JSW, Onderwijssummit, workshops

Producten: Kijkwijzer ‘beoogd doelgedrag’

Doelrealisatie: niet volledig – met name het aantal opgeleide coaches (zie boven)

12 – SWV WSNS 41-07 – Academieteams - (zie bijlage, pagina 53)

Deelname – 9 basisscholen

Onderzoekende houding: Het project richt zich op de onderzoekende houding van leraren, waarbij

pedagogisch sensitief handelen centraal staat. Per deelnemende school neemt een ambassadeur

deel aan trainingen om onderzoek te doen op hun school. De ambassadeur draagt zorgt voor het

stimuleren van onderzoek binnen zijn/haar school en werkt in het team samen met een groepje

leraren. In het tweede jaar zijn per school academieteams gevormd die onderzoek doen op een

bepaald terrein.

Implementatie en borging: De onderzoeken op de 9 deelnemende scholen zijn afgerond en worden

tijdens een afsluitende bijeenkomst aan alle scholen gepresenteerd. De directeuren van de scholen

zijn in het tweede jaar meer betrokken geraakt bij de schoolgebonden onderzoeksteams. Het project

wordt voortgezet. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft besloten het project te

continueren en daarvoor financiële middelen toegezegd. De betrokkenheid van directeuren is

wisselend. Een aantal directeuren gaat volgend schooljaar deelnemen aan regionale

onderzoeksbijeenkomsten. Volgens de projectleider heeft het project meer opgeleverd dan verwacht.

De grote winst is de enorme toename van de onderzoekende houding bij een grote groep leraren. Het

is onderwerp van gesprek op veel scholen en in de directie-overleggen. Elf scholen zijn inmiddels

gestart met een nieuw onderzoek.

Kennisdeling sector: Bundel met onderzoeksmethoden, bundel met reflectiemethoden, artikelen in

tijdschrift, workshops, conferenties.

Producten: Brochure over de resultaten van het literatuuronderzoek, lijst met gedragskenmerken

pedagogisch sensitief handelen, onderzoeksverslagen.

Doelrealisatie: Nagenoeg volledig

Slotopmerkingen: De projectleider vindt het mooi om te zien hoe de betrokkenheid van

onderzoekende leraren is toegenomen en welk plezier zijn hebben om te onderzoeken en zelf te

leren. Hij vindt dat het project met relatief weinig middelen een enorme opbrengst heeft

gegenereerd.

13 – Conexus Nijmegen – Datafeedback - (zie bijlage, pagina 56)

Deelname – 6 basisscholen

Onderzoekende houding: Het project richt zich op een cultuuromslag op alle niveaus naar een

onderzoekende houding met betere leerresultaten als doel. Het project ontwikkelt een kijkwijzer aan

de hand waarvan het pedagogisch didactisch handelen van de leraar kan worden geobserveerd.

Daarnaast onderzoekt het project het effect van het verbeterde pedagogisch didactisch op de

leerresultaten.

Implementatie en borging: Na het eerste jaar waarin 6 basisscholen begonnen, is het aantal

deelnemende scholen uitgebreid naar 21. Eind schooljaar wordt het aantal uitgebreid naar 24. De

Page 16: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 16 van 22

kwaliteit van scholen is bespreekbaar geworden in het directieoverleg. Er is enthousiasme over het

werken met de kijkwijzer en het monitoren van de resultaten. Alle scholen worden twee keer per jaar

bezocht, waarbij stafmedewerker en directeur observeren in de groepen. Over de rolneming van het

bestuur is de projectleider minder positief. Het bestuur is niet actief betrokken en voert de

gesprekken met de directeuren over de schoolontwikkeling en de resultaten niet zelf. Het succes van

de ontwikkeling is in hoge mate afhankelijk van de stafmedewerker die het project coördineert. Ook

het eigenaarschap van de directeuren is problematisch.

Kennisdeling sector: twee artikelen in vakblad, bestuurlijke netwerken, conferenties

Producten: Kijkwijzer

Doelrealisatie: nog niet volledig: de analyses van de leerresultaten zijn nog niet gereed. De beoogde

rol van het bestuur ten aanzien van het monitoren van de scholen is nog niet gerealiseerd.

Slotopmerkingen: De projectleider is tevreden over de voortgang van het project op een aantal

onderdelen: er is meer openheid om de kwaliteit van elkaar scholen te bespreken. Er is enthousiasme

over de nieuwe werkwijze met kijkwijzer en monitoring van resultaten. De weerstand is afgenomen.

Page 17: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 17 van 22

5. Analyse en conclusies

In de afgelopen twee schooljaren hebben vier gesprekken plaatsgevonden met de projecten in het kader van

de monitoring. Tijdens het eerste gesprek (op locatie) stond de verheldering van de doelstellingen centraal en

de vertaling daarvan in zichtbare resultaten (prestatie-indicatoren) die de projecten in de twee schooljaren

willen realiseren. Het tweede gesprek (telefonisch) was vooral bedoeld om zicht te krijgen op de voortgang van

het project en op de al dan niet gerealiseerde doelstellingen in het eerste schooljaar.

In het derde gesprek in het tweede schooljaar stond met name de borging centraal, wat is de rol van de

directeuren en hoe worden zij eigenaar van het project met het oog op de continuïteit? Ook de rol van het

bestuur was daarbij aan de orde. In het laatste (telefonische) gesprek hebben we vooral gesproken over de

voortgang, de resultaten en de continuering van het project. Hieronder een analyse van de ontwikkeling van

de projecten na twee schooljaren.

5.1 Analyse

Thema

9 projecten werken aan het thema ‘Versterken van de kwaliteit van het onderwijs (primaire proces)’

2 projecten werken aan het thema ‘Aansluiten op de onderwijsbehoeften van specifieke doelgroepen’

2 projecten werken aan het thema ‘Verhogen pedagogische kwaliteit van de leerkracht’

Voortgang

6 projecten hebben de activiteiten volledig kunnen uitvoeren. De vijf projecten die niet volledig zijn

afgerond, hebben afspraken gemaakt om de projecten in het volgend schooljaar af te ronden.

Focus op R&D Functie (onderzoekende houding)

Alle 13 projecten zijn gericht geweest op het ontwikkelen van een onderzoekende houding op

schoolniveau. De rol van de directeuren daarbij is wisselend. In 5 projecten nemen directeuren

duidelijk verantwoordelijkheid voor het project op hun school.

Bij 3 projecten is ook het bestuur actief betrokken bij het ontwikkelen van een onderzoekende

houding op bestuursniveau. Bij de overige projecten is het bestuur niet of nauwelijks actief geweest.

11 projecten leveren een bijdrage aan de R&D functie in hun organisatie, met name op schoolniveau.

Bij één project is dat niet duidelijk, een ander project focust vooral op de coachende rol van de leraar.

Resultaten

Alle projecten hebben hun doelstellingen verhelderd in een aantal concrete prestatie-indicatoren.

Zes projecten hebben hun doelstellingen nagenoeg of geheel gerealiseerd. Zeven projecten moeten

nog een aantal onderdelen afronden, maar geven aan dat dit de komende maanden alsnog gebeurt.

Op twee na alle projectleiders zijn tevreden over de resultaten van het project. Een projectleider is

gezien de omstandigheden niet ontevreden, een projectleider is bezorgd over de borging en de

continuïteit van het project.

Page 18: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 18 van 22

Eigenaarschap en borging

Bij 5 projecten nemen de directeuren duidelijk verantwoordelijkheid voor het project. Bij 8 projecten

is dat niet duidelijk of laten zij het over aan de projectleider of de betreffende leraren die in het

project participeren. De betrokkenheid van directeuren is wel gegroeid.

Bij 9 projecten zijn er afspraken gemaakt over de borging van de resultaten of zijn zeer concrete

voornemens geformuleerd. Bij 3 projecten is dat nog niet helder. Bij 1 project ontbreekt het zicht op

continuïteit door gebrek aan financiële middelen en de afhankelijkheid van directeuren en besturen

omtrent de voortzetting van de ingezette werkwijze.

Acht projecten besteden min of meer regelmatig aandacht aan hun project in regionale netwerken

(samenwerkingsverbanden, directie overleggen, bestuurlijke overleggen). Bij 5 projecten gebeurt dit

incidenteel.

5.2 Conclusies

1. De voortgang van de projecten is wisselend. Opvallend is dat een aantal projecten in het tweede

schooljaar meer vaart hebben gekregen en daarmee de opgelopen achterstand (trage start,

tegenslagen) hebben ingelopen (WNSN Gorinchem, GPO-WN Alphen). Enkele voortvarend gestarte

projecten zijn enigszins vertraagd aan de eindstreep gekomen en hadden hogere verwachtingen dan

zij hebben gerealiseerd (Eureka, Conexus). Alle projecten lijken hun geplande activiteiten volledig te

kunnen afronden, al hebben 5 projecten daarvoor iets meer tijd nodig. Die nemen zij daar ook voor.

2. Een aantal projecten geeft aan dat twee jaar te kort is voor een ingrijpende innovatie als met deze

projecten is ingezet. Zeven besturen hebben inmiddels besloten de ingezette werkwijze te

continueren en daarvoor middelen en menskracht vrij te maken.

3. De focus bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding ligt op de leraar (school). In 5 gevallen

neemt de directeur hierbij duidelijk zijn verantwoordelijkheid. Dit is met name van belang voor de

borging en de continuïteit van de ingezette werkwijze. In de 8 overige projecten is dit niet het geval of

onduidelijk. In slechts 3 projecten is het bestuur actief betrokken en is er op dat niveau ook sprake

geweest van het ontwikkelen van een onderzoekende houding.

4. Elf van de 13 projecten leveren een duidelijke bijdrage aan de R&D functie in hun organisatie, waarbij

de rol van de leraar centraal staat. Deze functie is vaak belegd in personen binnen de organisatie die

zich onderzoekend willen ontwikkelen zonder dat er goed is nagedacht over verbreding van deze

functie in de hele organisatie. Dat roept de vraag op of de deelnemende besturen en scholen kunnen

concretiseren hoe de R&D functie in hun organisatie eruit gaat zien en hoe deze kan worden

onderhouden (beschrijving functie, criteria, randvoorwaarden, toezicht, etc.).

5. Zonder uitzondering zijn alle projectleiders enthousiast over de veranderingen die zij zien in hun

organisatie. Een veel gehoorde onderbouwing daarbij is de verandering die zij zien in het gedrag en de

motivatie van de leraar die betrokken is bij het project. Het was bijzonder om getuige te mogen zijn

van dit enthousiasme en een beetje mee te kunnen kijken in de keuken van deze organisaties.

Page 19: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 19 van 22

5.2 De onderzoekende houding

Aan het eind van de projectperiode is de vraag aan de orde of we kunnen concluderen dat de R&D functie

(vertaald als onderzoekende houding) binnen de besturen die bij de projecten betrokken zijn, verbeterd is en

geborgd is in organisatie. Dat is niet eenvoudig vast te stellen. Om hierover meer te kunnen zeggen heb ik

gebruik gemaakt van de bijdrage van Ina Cijvat aan de bijeenkomst met de deelnemers in oktober 2012 over

het borgen van schoolontwikkelingen. In deze bijdrage definieert zij een succesvolle borging als volgt:

een doorgemaakte ontwikkeling is na een bepaalde tijd nog steeds algemeen zichtbaar

de in gang gezette ontwikkeling wordt getrouw gecontinueerd

de ontwikkeling is onderdeel van de eigen normen en waarden en de procedurele structuur

er is sprake van een continue evaluatie en daaruit voortvloeiende veranderingen (cyclisch)

Het is na twee jaar monitoren van de SLOA projecten niet mogelijk antwoord te geven op de vraag of de

projecten aan de hierboven genoemde criteria voldoen. Er is meer tijd nodig om dit te kunnen vaststellen.

Ik ben op zoek gegaan naar criteria waarmee meer zicht geboden kan worden op de mate van borging van

organisatie ontwikkelingen. In haar bijdrage besteedde Ina Cijvat ook aandacht aan een aantal interne

voorwaarden die voor het borgen van ontwikkelingen relevant zijn:

Structureel/organisatorisch: de nieuwe werkwijze is zichtbaar en vastgelegd in documenten

Procedureel: zichtbaar ander gedrag bij de uitvoerders van activiteiten

Cultureel: normen en waarden worden op alle niveaus onderschreven en zichtbaar in uitvoering

Ik heb deze voorwaarden vertaald in een aantal stellingen:

1. De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen

2. De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

3. De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

4. De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

5. De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

6. De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

7. De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

8. Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren.

In onderstaande tabel heb ik de bovenstaande voorwaarden vergeleken met de uitspraken die de

projectleiders tijdens de monitorgesprekken hebben gedaan over de implementatie en borging van de

resultaten van het project. Indien de uitspraak van de projectleider overeenkomst met de stelling wordt dit

geïndiceerd met een groen bolletje. Indien dat niet het geval is, wordt dit aangegeven met een rood bolletje.

Indien nog niet helemaal voldaan wordt aan de voorwaarde of indien hierover twijfel bestaat, is er een geel

bolletje geplaatst.

De tabel geeft aan in hoeverre de uitspraken van de projectleider aan de gestelde voorwaarden voldoen.

Daarmee biedt de tabel een indicatie op de kansen van een succesvolle borging van de in het project

ontwikkelde R&D functie en continuering van de in gang gezette ontwikkeling. Let wel: het gaat om een

indicatie!

Page 20: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 20 van 22

1 INOS - Kwaliteitswijzer De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

2 INOS - Eureka, onderwijs aan hoogbegaafden

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

3 Stichting IJsselgraaf – Didactiek van het schrijven

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

4 Stichting Zaan Primair – Digitaal Leren

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

5 PCBO Leeuwarden - Schrijfvaardigheid

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

Page 21: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 21 van 22

6 PCBO Leeuwarden - Taalvaardigheid

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

7 Stichting Acis – Kwaliteitsstandaard VVTO (Engels)

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

8 De Groeiling Gouda – Onderwijs aan hoogbegaafden

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

9 Stichting PCBO Apeldoorn – Passend onderwijs

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

10 GPO-WN Alphen aan de Rijn – Innovest

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

Page 22: Eindrapportage - Sectororganisatie Voor Het Primair Onderwijs · 2015. 2. 2. · Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 3 van 22 1. Inleiding In 2009 heeft de PO-Raad

Eindrapportage Monitoring R&D projecten 2011-2013 Pagina 22 van 22

11 ASKO Amsterdam – Vol Lof!

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

12 Federatie WSNS Gorinchem – Academie teams

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren

13 Conexus Nijmegen – Datafeedback

De nieuwe werkwijze is in gebruik op de deelnemende scholen De nieuwe werkwijze is onderdeel van het strategisch meerjarenbeleid van de organisatie

De nieuwe werkwijze is onderdeel van de schoolplannen van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar in het gedrag van de deelnemende professionals op schoolniveau

De nieuwe werkwijze heeft uitstraling naar andere scholen en/of naar andere vakken

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van de schoolleiders van de deelnemende scholen

De nieuwe werkwijze is zichtbaar eigendom van het bestuur van de deelnemende scholen

Het bestuur heeft besloten de in gang gezette ontwikkeling te continueren