eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was...

109
De duizendpoot onder de loep Eindrapport van een onderzoek in opdracht van Cultuurnetwerk Nederland naar de taken van ICC’ers en hun tevredenheid over de ICC-cursus

Transcript of eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was...

Page 1: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De duizendpoot onder de loep Eindrapport van een onderzoek in opdracht van Cultuurnetwerk Nederlandnaar de taken van ICC’ers en hun tevredenheid over de ICC-cursus

Augustus 2009Peter van der Zant

Page 2: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Samenvatting en conclusies

Cultuurnetwerk Nederland voert in opdracht van het ministerie van OCW een vierjarig project (2009-2012) uit met als belangrijkste doel de interne cultuurcoördinator (ICC’er) verder te professionaliseren. Om meer inzicht te krijgen in de resultaten van de afgelopen jaren vroeg het ministerie van OCW om de ICC-cursus en de resultaten daarvan door een extern bureau te laten evalueren. Cultuurnetwerk Nederland gaf vervolgens Bureau ART opdracht een onderzoek te doen onder de interne cultuurcoördinatoren in het primair onderwijs (regulier basisonderwijs en speciaal onderwijs). Het betrof de circa 2.600 interne cultuurcoördinatoren die gecertificeerd zijn, omdat zij een ICC-cursus hebben gevolgd. Het onderzoek moest informatie geven over hoe tevreden de ICC’ers achteraf zijn over de ICC-cursus en wat hun wensen zijn voor hun verdere ontwikkeling als ICC’er. Ook wilde Cultuurnetwerk Nederland op basis van een competentieprofiel meer inzicht krijgen in de taken van de ICC’er. Het onderzoek vond plaats in de maanden april tot en met juni door middel van een digitaal onderzoek en vijf groepsgesprekken met ICC’ers, gespreid over Nederland. Aan het digitale onderzoek werd deelgenomen door meer dan 40% van de gecertificeerde ICC’ers, goed gespreid over alle leeftijdscategorieën en over de verschillende typen scholen. Ook verrichtte onderzoeksbureau Sardes een secundaire analyse van de Monitor Versterking cultuureducatie, om te kijken of er verschillen zijn tussen scholen met en scholen zonder een gecertificeerde interne cultuurcoördinator. In deze samenvatting beschrijven we de belangrijkste conclusies van het onderzoek van Bureau ART. Eerst wordt ingegaan op de uitkomsten van het digitale onderzoek, daarna op de resultaten van de groepsgesprekken. Aan het eind worden de uitkomsten van de secundaire analyse van Sardes besproken en vergeleken met die van de digitale enquête en de groepsgesprekken.

Het oordeel over de ICC-cursusVrijwel alle interne cultuurcoördinatoren zijn tevreden over de gevolgde ICC-cursus. Zij waarderen de cursus met een gemiddeld rapportcijfer van 7,6. Bijna 90% van de ICC’ers geeft de cursus een rapportcijfer 7, 8 of 9. De cursussen zijn gestart in het schooljaar 2005/06. De waardering voor de cursus vertoont de afgelopen vier jaar een (licht) stijgende lijn. Positief aan de inhoud van de cursus vond men vooral het enthousiasme van docenten en gastsprekers, de bewustwording van het belang van cultuureducatie, de kennismaking met de vele mogelijkheden van kunst en cultuur in de regio en de breedte van de cursus. De cursus heeft vaak tot gevolg gehad dat culturele activiteiten, onder andere door het beleidsplan, beter verankerd zijn in de school en meer in een doorgaande leerlijn zijn geplaatst. Achteraf verbeterbaar aan de cursus is dat de inhoud nog praktischer en concreter had gekund, met (nog) meer aandacht voor zaken als financiën, het enthousiasmeren van collega’s en directie, het implementeren van beleid, het verankeren en ‘borgen’ van cultuureducatie in de school en het wegnemen van allerlei praktische belemmeringen.

Andere ondersteuning van ICC’ersNaast de ICC-cursus worden allerlei andere activiteiten georganiseerd voor ICC’ers. De meeste ICC’ers blijken bekend te zijn met de digitale nieuwsbrief voor ICC’ers, de regionale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen en de website cultuurcoördinator.nl. Minder bekend zijn de landelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen en de nascholingen. Van de digitale nieuwsbrief, de regionale netwerkbijeenkomsten en de website wordt ook veel gebruik gemaakt. ICC’ers

2

Page 3: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

die langer in het onderwijs zitten, maken gemiddeld meer gebruik van deze activiteiten dan ICC’ers die nog maar kort in het onderwijs werkzaam zijn.

3

Page 4: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Taken van de ICC’erBij 42% van de ICC’ers zit het aantal taakuren voor de taakinvulling (ongespecificeerd) in de normjaartaak; 10% van de ICC’ers geeft bovendien aan geen uren te hebben voor de taakinvulling (maar ook daarvoor geldt waarschijnlijk dat zij de taken verrichten als onderdeel van het taakbeleid), 20% heeft minder dan 20 uur per jaar, 15% heeft 20-39 uur per jaar beschikbaar. Dit betekent dat van alle ICC’ers 13% meer dan 40 uur per jaar beschikbaar heeft voor de taakinvulling, voor zover het niet (ongespecificeerd) in de normjaartaak zit. Gevraagd naar het aantal uren per jaar dat de ICC’er feitelijk besteedt aan de uitoefening van de functie, blijkt dat bijna de helft in de praktijk meer dan 40 uur per jaar besteedt aan de taakinvulling. Er is dus een groot verschil tussen het aantal uren waarover de ICC’er zegt te beschikken en het aantal uren dat men feitelijk besteedt aan de taken als ICC’er. Op de achtergrond speelt daarbij waarschijnlijk mee dat er op veel scholen geen duidelijke afspraken worden gemaakt tussen directie en ICC’er over de inhoud van de taken en het aantal uren dat daar – op jaarbasis – voor beschikbaar is; ook ervaren sommige ICC’ers taken verricht uit de niet-lesgebonden uren uit de normjaartaak als ‘extra werk’ (zie verder in deze samenvatting bij ‘Resultaten groepsgesprekken’).

Het competentieprofielCultuurnetwerk Nederland heeft een competentieprofiel opgesteld voor de taken als ICC’er met zeven verschillende taakgebieden: communiceren, plannen ontwikkelen, cultuuraanbod beoordelen, samenwerken met externen, professionaliseren, samenwerken binnen de school en coördineren. Uit het onderzoek blijkt dat samenwerken binnen de school, coördineren, plannen ontwikkelen en communiceren momenteel de belangrijkste taken zijn. Gevraagd naar de ideale taakinvulling, zouden ICC’ers graag het belang van alle zeven taakgebieden zien stijgen. Het verschil tussen de huidige en de ideale situatie is het allergrootst bij ‘professionaliseren’. Ook bij ‘samenwerken met externen’ is er een groot verschil tussen de huidige situatie en de ideale taakinvulling. Blijkbaar willen ICC’ers graag meer tijd besteden aan hun eigen professionalisering en aan het samenwerken met externen.

Samenwerking binnen de schoolDe ICC’ers werken vooral samen met de directie (83% zegt hiermee samen te werken) en het team van leerkrachten (65%) als onderdeel van hun rol als ICC’er. Toch geeft 31% aan samen te werken met andere ICC’ers binnen de school en 23% met een Klankbordgroep cultuureducatie. Gevraagd naar het belang van de overlegpartners, dan blijken de andere ICC’ers binnen de school (indien aanwezig) het belangrijkst te zijn, op de voet gevolgd door het team van leerkrachten, de klankbordgroep (indien aanwezig) en de directie; ouders zijn veel minder belangrijk als overlegpartner. Met de meeste overlegpartners wordt maandelijks of incidenteel overlegd. Alleen indien er meerdere ICC’ers in de school aanwezig zijn, dan wordt daarmee soms wekelijks overlegd.

Het belang van cultuureducatie in de schoolEr is vrijwel geen ICC’er die weleens terugverlangt naar de situatie van vóór de invoering van de regeling Versterking cultuureducatie; 78% vindt dat men goed op weg is met cultuureducatie en verwacht dat de inhoud en aandacht voor cultuureducatie alleen maar beter worden. Slechts een kleine groep is tevreden over de huidige situatie en vindt dat er niet veel meer hoeft te veranderen. Een

4

Page 5: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

andere groep (zo’n 10%) is nog niet tevreden over de huidige situatie, maar vindt ook dat de school (nog) niet op de goede weg is. Op de meeste scholen is er een speciaal budget voor cultuureducatie beschikbaar. Doorgaans betreft dit een bedrag per leerling (gem. 14,20 euro). Bijna een kwart van de scholen heeft een totaalbedrag voor de school (gem. ruim 3.500 euro). Bijna tweederde van de ICC’ers onderschrijft de stelling, dat het cultuurbeleidsplan een richtlijn is en dat van jaar tot jaar bekeken wordt hoe dat concreet wordt ingevuld, waarbij het belang van andere onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen meewegen. Besluiten over cultuureducatie worden in de school vooral genomen door de ICC’er (in overleg met de directeur). Gevraagd naar de invloed op de verdeling van het geld voor cultuureducatie op de school, noemt 86% de directie als invloedrijke betrokkene; 66% ziet de ICC’er als invloedrijk bij de verdeling van het geld. Gevraagd naar de invloed op de inhoud van cultuureducatie op de school, achten de ICC’ers zichzelf het vaakst (92%) een betrokkene met veel invloed, gevolgd door de directie (68% denkt dat deze veel invloed heeft op de inhoud van cultuureducatie).

De wensen voor de toekomstDe meeste ICC’ers (89%) willen zich de komende jaren verder ontwikkelen als ICC’er. Daarbij wordt vooral gedacht aan netwerkbijeenkomsten, conferenties/ studiedagen en websites. 41% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het ontwikkelen van plannen, m.n. het maken van een vertaalslag van visie en beleidsplan naar praktisch haalbaar beleid en het opstellen van plannen voor het ‘borgen’ van cultuureducatie in de school.40% heeft leerwensen op het gebied van het beoordelen van cultuuraanbod: criteria ontwikkelen om (de kwaliteit van het) cultuuraanbod te kunnen beoordelen en het leren (verantwoorde) keuzes te maken in het aanbod, passend bij het beleid en bij de visie van de school. 38% heeft leerwensen op het taakgebied van communiceren: enthousiasmeren van collega’s, omgaan met weerstanden, draagvlak creëren binnen (en buiten) de school voor cultuureducatie e.d. 40% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het samenwerken binnen de school.Hierbij worden over het algemeen dezelfde wensen geuit als bij communiceren: draagvlak creëren, collega’s adviseren en inspireren, praktische tips hoe mensen mee te krijgen, enthousiasme overbrengen op het team.31% heeft leerwensen op het gebied van het samenwerken met externen: het leren contacten leggen met instellingen, het leren onderhandelen met instellingen, financiële afspraken maken met instellingen en het leren (sterke) netwerken op te bouwen en uit te bouwen.27% heeft leerwensen op het gebied van coördineren, zoals het leren delegeren.43% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van professionaliseren; daarbij worden vooral onderwerpen genoemd die ook bij de andere zes taakgebieden aan de orde komen.

5

Page 6: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De resultaten van de groepsgesprekkenIn de groepsgesprekken wordt het beeld bevestigd dat ICC’ers naar hun idee over weinig uren beschikken om hun taken als ICC’er adequaat uit te voeren. De beschikbare uren worden vooral besteed aan het schrijven van het beleidsplan, het organiseren van allerlei culturele activiteiten (bijv. een Kunstmenu) en het opbouwen van netwerken. Vaak komt men niet toe aan zaken als het ‘borgen’ van cultuureducatie, het actualiseren van het beleidsplan en het creëren van doorgaande leerlijnen. Ook is het in de praktijk lastig om in de uren waarover men beschikt projecten op maat voor de school te organiseren; daardoor valt men vaak terug op het ‘standaardaanbod’ van de steunfunctie en/of lokale culturele instelling. De taken van de ICC’er worden doorgaans verricht uit de normjaartaak, dat wil zeggen uit de niet-lesgebonden uren voor ‘overige schooltaken’ (van de 1659 klokuren op jaarbasis moeten 930 aan contacturen worden besteed, 563 aan overige schooltaken en 166 uur aan deskundigheidsbevordering); een (klein) deel van de ICC’ers ervaart de ICC-taken desondanks als ‘extra werk’ dat naast het ‘gewone werk’ (het lesgeven) moet worden verricht. Dat gevoel van ‘extra werk’ lijkt te worden versterkt, doordat op slechts een minderheid van scholen zakelijke afspraken tussen directie en ICC’er worden gemaakt over de exacte taken die de ICC’er wel en niet het komende jaar zal uitvoeren, de producten die worden opgeleverd en het aantal uren dat de ICC’er hieraan op jaarbasis aan kan besteden. In de praktijk blijkt de aandacht voor cultuureducatie in de school (en daarmee het budget en het aantal uren voor de ICC’er) nog steeds sterk afhankelijk te zijn van de persoon van de directeur. Slechts een enkele ICC’er beheert zelf het budget voor cultuureducatie; in de meeste gevallen dient men voor elke uitgave toestemming te vragen van de directie en maakt men zelf geen afwegingen ten aanzien van de besteding van het beschikbare budget. Tijdens de groepsgesprekken werd naast het competentieprofiel dat in de digitale enquête werd voorgelegd, ook nog een tweede, meer schematisch taakoverzicht besproken. Uit de discussies over beide schema’s blijkt dat beide hun waarde kunnen hebben. Het profiel geeft beter inzicht in de inhoud van de taken die de ICC uitvoert (of zou moeten uitvoeren) en kan daardoor waardevol zijn in een gesprek met de directie over de taakinvulling en het beschikbaar aantal uren. Het taakoverzicht kan een praktisch hulpmiddel zijn voor de ICC’er zelf, om bij te houden welke taken men verricht of moet verrichten. In de groepsgesprekken formuleerden de ICC’ers – aanvullend op de uitkomsten van de digitale enquête - de volgende wensen voor de komende jaren:

- Het ontvangen van ondersteuning om het belang van kunst en cultuur over het voetlicht te brengen bij de directie en in het team (minimaal in de vorm van een lijst van argumenten waarom kunst en cultuur zo belangrijk zijn, maar zo mogelijk ook in de vorm van een film, een ‘rondreizend ambassadeur’ e.d.).

- Het creëren van een formele functie van ICC’er in plaats van een leerkracht die taken van een ICC’er verricht, zodat er meer erkenning komt van de ICC’er in de school.

- Het uitvaardigen van een richtlijn in minimaal hoeveel uren per week een ICC’er de taken (die beschreven worden in het competentieprofiel) kan verrichten (gegeven de grootte van de school).

- Het opstellen van een competentieprofiel voor de directie (en het bestuur) voor wat betreft kunst en cultuur.

- Een overzicht van subsidiemogelijkheden en bijbehorende criteria en een handleiding hoe subsidies aan te vragen.

6

Page 7: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

- Een overzicht van alle voor een ICC’er relevante informatiebronnen, websites e.d.

- Het leren budgetteren en het leren beheren van een budget voor cultuureducatie.

- Het leren aanbrengen van leerlijnen in het aanbod (per discipline). - Het leren projectmatig werken.

7

Page 8: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Secundaire analyse SardesUit de analyse van Sardes blijkt dat er verschillen zijn tussen scholen waarvan een of meer personeelsleden de ICC-cursus hebben gevolgd en scholen zonder gecertificeerde ICC’ers. Scholen met gecertificeerde ICC’ers zijn verder gevorderd bij het ontwikkelen van cultuureducatie (werken met een doorgaande lijn en met culturele projecten). Ook zijn ze verder met het maken van beleid met betrekking tot cultuureducatie: het vastleggen van een langetermijnvisie, coördinatie van cultuureducatie, het samenstellen van een aanbod dat is toegesneden op de eigen school, structurele samenwerking met andere basisscholen en culturele instellingen. Dit wijst er volgens Sardes op dat het volgen van de ICC-cursus een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van cultuureducatie in het basisonderwijs. Het is echter de vraag of bij het gelijktijdig optreden van twee factoren a (het beschikken over een gecertificeerde ICC’er) en b (het verder zijn met cultuureducatiebeleid) geconcludeerd mag worden dat b het gevolg is van a. Het omgekeerde kan namelijk ook het geval zijn: scholen die verder zijn met hun cultuureducatiebeleid vinden het eerder noodzakelijk over een gecertificeerde ICC’er te beschikken. De uitkomsten van ons onderzoek wijzen ook nog op een andere mogelijke relatie, namelijk dat zowel a als b het gevolg zijn van een derde factor: het belang dat de directie/ het management hecht aan cultuureducatie voor de leerlingen. Met andere woorden: op scholen waar men (m.n. de directie) veel belang hecht aan kunst en cultuur is men verder met het cultuureducatiebeleid en beschikt men ook eerder over een gecertificeerde ICC’er.Overigens moet men zich bij een vergelijking tussen de uitkomsten van het onderzoek van Sardes en ons onderzoek realiseren, dat beide onderzoeken verschillend van aard en opzet zijn. Zo zijn de vragenlijsten van Sardes vooral ingevuld door directeuren, terwijl ons onderzoek zich uitsluitend richtte op de ICC’ers.

8

Page 9: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

InhoudsopgaveBlz.

Samenvatting en conclusies 2

1. Inleiding 8

2. De opzet van het onderzoek 10

2.1 De onderdelen van het onderzoek2.2 De kenmerken van de deelnemers aan het digitale onderzoek

3. De secundaire analyse van Sardes 153.1 De invulling van cultuureducatie door de scholen3.2 Cultuurbeleid op de scholen 3.3 Conclusies

4. Het gebruik van de ondersteuningstructuur18

4.1 Het oordeel over de ICC-cursus4.2 Het gebruik van andere activiteiten

5. De taken van de ICC’er24

5.1 De omvang van de taak van ICC’er5.2 De huidige taakinvulling5.3 De ideale taakinvulling

6. De samenwerking binnen de school30

6.1 De overlegpartners voor ICC’ers6.2 Het belang van de overlegpartners6.3 De frequentie van de contacten

7. Het belang van cultuureducatie in de school33

7.1 De aandacht voor cultuureducatie7.2 Het budget voor cultuureducatie7.3 Het gebruik van het cultuurbeleidsplan7.4 De besluitvorming over cultuureducatie7.5 De samenwerking met culturele partners

8. De wensen voor de toekomst 38

8.1 De verdere ontwikkeling als ICC’er8.2 Communiceren8.3 Plannen ontwikkelen8.4 Cultuuraanbod beoordelen8.5 Samenwerken met externen8.6 Professionaliseren8.7 Samenwerken binnen de school8.8 Coördineren

9. De uitkomsten van de groepsgesprekken 469.1 Verslag groepsgesprek Amsterdam9.2 Verslag groepsgesprek Den Haag9.3 Verslag groepsgesprek Enschede9.4 Verslag groepsgesprek Geleen9.5 Verslag groepsgesprek Haarlem

9

Page 10: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Bijlage 1: Digitale enquêteBijlage 2: Draaiboek groepsgesprekken

10

Page 11: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

1. Inleiding

In 2003 werd het rapport Hart(d) voor Cultuur gepresenteerd door de Taakgroep Cultuureducatie in het Primair Onderwijs. Daarop werd in 2004 door het Ministerie van OCW de Regeling Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs gepubliceerd. Een van de onderdelen van de Regeling betrof de interne cultuurcoördinator (ICC’er); scholen werden in staat gesteld een of meer medewerkers te laten opleiden tot ICC’er. In 2005 startte de eerste cursus voor deze interne cultuurcoördinatoren.

Niet iedere ICC-cursus in Nederland is hetzelfde. ICC-trainers kunnen variëren tussen tenminste vijf dagen cursus tot maximaal negen dagen. Maar de basisinhoud wordt overal op dezelfde manier aangeboden. Iedere ICC’er moet in staat zijn passend beleid voor de school te ontwikkelen en tevens in staat zijn een relevant cultureel netwerk op te bouwen1. Inmiddels zijn er zo’n 2.600 gecertificeerde ICC’ers en 125 actieve trainers. Van die 2.600 ICC’ers zijn er ongeveer 130 niet werkzaam op een basisschool, maar bij een culturele instelling. De meeste trainers zijn verbonden aan een lokale of provinciale instelling voor kunst en cultuur, een erfgoedinstelling of een onderwijsbegeleidingsdienst. De ICC’ers en trainers ontmoeten elkaar regelmatig tijdens (netwerk)bijeenkomsten.

Naast de ICC-cursus worden er andere activiteiten ontplooid om interne cultuurcoördinatoren te ondersteunen en te professionaliseren. Zo is er de website cultuurcoördinator.nl, met informatie, handreikingen, onderzoeksgegevens en nieuws voor de ICC’ers. Ook wordt regelmatig een digitale nieuwsbrief uitgebracht.

In 2008 voerden medewerkers van Cultuurnetwerk deskresearch uit naar de interne cultuurcoördinator2. Hieruit bleek onder andere dat de gemiddelde leeftijd van de ICC‘er 45,8 jaar is (dat is iets boven de gemiddelde leeftijd van 43 jaar van het totale personeel in het onderwijs). Er zijn relatief veel ICC’ers (bijna 43%) geboren tussen 1950 en 1960, dus tussen de vijftig en zestig jaar oud.

Onderzoeksbureau Sardes besteedde in de jaarlijkse Monitor Versterking cultuureducatie primair onderwijs aandacht aan de rol en positie van de interne cultuurcoördinator. Sardes concludeerde op basis van de laatste monitor dat in 2008 ruim driekwart van de scholen inmiddels over een cultuurcoördinator beschikte3. Dit betrof overigens voor een groot deel cultuurcoördinatoren die geen gecertificeerde ICC-cursus hebben gevolgd, omdat er circa 7.000 basisscholen zijn in Nederland en er in 2008 bijna 2.400 ICC’ers waren opgeleid.

Cultuurnetwerk Nederland schreef in opdracht van het Ministerie van OCW een projectplan om in de periode 2009 – 2012 de interne cultuurcoördinatoren te ondersteunen bij verdere professionalisering. Een van de onderdelen van het plan betrof een onderzoek naar de taken van ICC’ers, hun tevredenheid over de

1 De interne cultuurcoördinator in beeld, een kwalitatief onderzoek naar de taak en de positie van de Interne Cultuurcoördinator, uitgevoerd door Liesbeth Osse, december 2008. In het rapport wordt de ICC’er een Donquichot en Duizendpoot genoemd. Met de titel van ons rapport hebben we hierbij enigszins willen aansluiten. 2 Rapportage deskresearch ICC, Cultuurnetwerk Nederland, 20083 Karin Hoogeveen en Anne Luc van der Vegt, Cultuureducatie in het primair onderwijs, Eindrapportage monitor regeling Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs, Sardes, juni 2008

11

Page 12: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

ICC-cursus en hun wensen ten aanzien van verdere professionalisering. Cultuurnetwerk Nederland vroeg aan Bureau ART dit onderzoek uit te voeren. In overleg met Cultuurnetwerk Nederland werd aan alle 2.600 deelnemers aan de ICC-cursus een link naar een uitgebreide digitale vragenlijst toegezonden. Ter aanvulling op de uitkomsten werden vijf groepsgesprekken belegd met interne cultuurcoördinatoren. Het onderzoek betrof uitsluitend de ICC’ers4 werkzaam in het onderwijs. Dit is het eindrapport van dit onderzoek. In hoofdstuk 2 wordt eerst ingegaan op de onderzoeksopzet, inclusief de achtergrondkenmerken van de deelnemers en de scholen. In hoofdstuk 3 volgen de uitkomsten van een secundaire analyse die onderzoeksbureau Sardes op verzoek van Cultuurnetwerk Nederland uitvoerde van de gegevens uit de Monitor Versterking cultuureducatie primair onderwijs. In hoofdstuk 4 komt het gebruik van de ondersteuningstructuur aan de orde. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de taken van de ICC’er, waarbij de huidige taakinvulling wordt vergeleken met de (volgens de ICC’er) ideale situatie. Hoofdstuk 6 handelt over de samenwerking binnen de school, hoofdstuk 7 over het belang van cultuureducatie in de school waar de ICC’er werkzaam is. In hoofdstuk 8 wordt uitgebreid beschreven welke wensen de interne cultuurcoördinatoren hebben voor de toekomst. In hoofdstuk 9 zijn tot slot de verslagen opgenomen van de vijf groepsgesprekken met ICC’ers.

In aparte kaders staan letterlijke, vaak typerende citaten van ICC’ers, ontleend aan de digitale enquête (hoofdstukken 1 tot en met 8) of de groepsgesprekken (hoofdstuk 9).

“Ik heb de vragenlijst uitgebreid ingevuld. Ik hoop dat jullie er iets mee kunnen. Goed om eens te informeren hoe het in de praktijk overal gaat. Waar ik het meest tegenaan loop, is dat ik veel te weinig uren krijg om deze taak/functie goed uit te kunnen voeren (20 uur op jaarbasis). Mijn collega's vinden dat ik het daarmee zou moeten kunnen doen. Er is dit jaar voor het eerst een schaduw-ICCer met 10 uur (goede zaak) Zij heeft nog geen cursus gehad, dus ik moet haar ook nog helpen met van alles. Jullie zouden het voor elkaar moeten zien te krijgen dat ICC-werk minstens zo belangrijk is als het werk van de computerdeskundige en techniekcoördinator op scholen. De directeur van ons ziet wel dat het veel werk is, maar kan of wil toch niet meer uren geven. Met die 20 uur doe ik eigenlijk alleen maar het hoognodige en dat is wekelijks toch al minstens 1 uur werk: het culturele aanbod voor alle groepen regelen. Inhoudelijk dingen ontwikkelen voor de school kan dus niet. Beleids/activiteitenplan heb ik wel gemaakt, maar daar waren geen extra uren voor. Al met al erg jammer. Tja, er zijn zoveel prioriteiten, dat cultuur toch nog niet echt bovenaan staat. Werk aan de winkel, leg het maar neer bij de hoge heren.”

4 In dit rapport wordt gesproken over de ICC’er, conform de wijze waarop Cultuurnetwerk over de interne cultuurcoördinator in de eigen publicaties schrijft. Onderzoeksbureau Sardes heeft het in haar publicaties over de ICC en dat is taalkundig juister, want het is een afkorting van interne cultuurcoördinator.

12

Page 13: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

2. De opzet van het onderzoek

In dit hoofdstuk wordt de opzet van het onderzoek beschreven. In paragraaf 2.1 worden de diverse onderdelen van het onderzoek kort toegelicht. In paragraaf 2.2 volgt een beschrijving van de kenmerken van de respondenten en van de scholen waar zij werkzaam zijn.

2.1 De onderdelen van het onderzoek

In overleg met Cultuurnetwerk Nederland werd voor een onderzoeksopzet gekozen, die uit vier fasen bestond:

a. Voorbereidingb. Verkenningc. Verbreding d. Verdieping.

a. Voorbereiding: het profiel van de ICC’erAls eerste fase van het onderzoek werd geïnventariseerd op welke vragen Cultuurnetwerk Nederland door middel van het onderzoek een antwoord wilde krijgen. Deze inventarisatie geschiedde op basis van beschikbare documenten en een gesprek met projectleider Eeke Wervers van Cultuurnetwerk. Op 2 april werd door Bureau ART deelgenomen aan de expertmeeting over ‘de ideale ICC’er’. Tijdens deze bijeenkomst werd door experts en ICC’ers van gedachten gewisseld over de vraag welke competenties een ICC’er moet bezitten. Cultuurnetwerk Nederland stelde voor deze bijeenkomst een mogelijk competentieprofiel op en maakte een uitgebreid verslag van de bijeenkomst. Vervolgens werd in overleg met medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland een vragenlijst opgesteld voor de derde fase van het onderzoek, waarin dit competentieprofiel een van de rode draden in de vraagstelling vormde. De vragenlijst werd bij drie proefpersonen getest en op basis daarvan hier en daar bijgesteld (het betrof met name de formulering van enkele antwoordcategorieën).

“Positief aan de ICC-cursus vond ik de uitwisseling tussen mensen in het onderwijs en mensen van culturele instellingen. Kennismaken met een scala aan mogelijkheden om zelf gestalte te geven aan cultuuronderwijs. Hulp bij het schrijven van een concept voor het sterkte-zwakteplan.”

b. Verkenning: secundaire analyse gegevens SardesOp verzoek van Cultuurnetwerk Nederland verrichtte Sardes een secundaire analyse op de gegevens van de Monitor Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs. Sardes bleek in de vragenlijst van het monitoronderzoek namelijk enkele vragen te hebben opgenomen die relevant konden zijn voor het ICC-onderzoek, met name:

- De vraag of een school over een cultuurcoördinator beschikte;- De vraag naar de taken van de cultuurcoördinator.

Op basis van de Monitor bleek het mogelijk om binnen het bestand van Sardes een vergelijking te maken tussen scholen met ICC’ers uit het bestand van Cultuurnetwerk Nederland (de ICC’ers die een gecertificeerde ICC-cursus hebben gevolgd) en de overige scholen (die ofwel niet over een cultuurcoördinator beschikken, ofwel een of meerdere cultuurcoördinatoren hebben die geen gecertificeerde ICC-cursus hebben gevolgd). Zo kon een indicatie worden

13

Page 14: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

verkregen van de effecten van de aanwezigheid van een gecertificeerde ICC’er in de school.

14

Page 15: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Verbreding: het raadplegen van alle ICC’ersIn de derde fase werd het onderzoek verbreed naar alle 2.600 gecertificeerde ICC’ers door middel van een digitaal onderzoek. Op basis van een bestand van Cultuurnetwerk Nederland met mailadressen ontvingen alle mensen die vanaf 2005 aan een ICC-cursus hadden deelgenomen een mail, met een link naar een on-line vragenlijst (zie bijlage 1). Het bestand van 2.600 ICC’ers bevatte ook de mailadressen van ICC’ers werkzaam bij culturele instellingen; deze konden de vragenlijst niet goed invullen, omdat de vragen specifiek betrekking hadden op het onderwijs. Er bleken er 330 mailadressen niet te kloppen. Zes ICC’ers gaven per mail aan dat zij de link naar de vragenlijst niet konden openen; deze ontvingen de vragenlijst per mail als attachment, zodat zij de vragenlijst toch konden invullen. Uiteindelijk vulden 912 ICC’ers de vragenlijst in, een respons van 40%. Bureau ART ontving verschillende mails van ICC’ers die aangaven de vragenlijst samen met hun collega-ICC’er te hebben ingevuld; het werkelijke responspercentage ligt dus waarschijnlijk nog iets hoger.

c. Verdieping: het uitdiepen van de gegevensTot slot werden in de maand juni vijf groepsgesprekken belegd met ICC’ers, in samenwerking met lokale trainers. De gesprekken vonden plaats in Geleen, Den Haag, Enschede, Amsterdam en Haarlem. Aan elk gesprek namen 7 of 8 ICC’ers deel, alsmede de lokale begeleider van de ICC-cursus. Ook was bij vier van de vijf gesprekken een vertegenwoordiger van Cultuurnetwerk Nederland aanwezig. In de gesprekken werd nader ingegaan op vragen die beter met een kwalitatief onderzoek konden worden beantwoord, zoals naar de precieze wensen ten aanzien van de verdere professionalisering, naar de effecten van de gevolgde cursus en de belemmeringen die men in de praktijk ervaart. Voor de groepsgesprekken werd in overleg met Cultuurnetwerk een draaiboek opgesteld (zie bijlage 2).

2.2 De kenmerken van de deelnemers aan het digitale onderzoek

Van de ICC’ers die de digitale vragenlijst invulden is 84% vrouw en 16% man.

De grootste groep respondenten (39%) is geboren tussen 1955 en 1964, dat wil zeggen tussen 45 en 54 jaar oud (tabel 2.1).

Tabel 2.1: Geboortejaren respondenten

Percentage

< 1945 1%

1945 – 1954 28%

1955 – 1964 39%

1965 – 1974 16%

1975 – 1984 14%

> 1984 2%

15

Page 16: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Deze verdeling naar leeftijd komt overeen met de verdeling van gecertificeerde ICC’ers over geboortecohorten, zoals weergegeven in de Rapportage deskresearch van Cultuurnetwerk Nederland.

16

Page 17: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Van de respondenten is 87% werkzaam in het regulier basisonderwijs, 8% in het speciaal (basis)onderwijs (tabel 2.2).

Tabel 2.2: Schooltype waar respondent werkzaam is

Percentage

Regulier basisonderwijs 87%

Speciaal (basis)onderwijs 8%

Niet meer werkzaam in het onderwijs 1%

Anders 4%

Meer dan de helft (51%) is meer dan 20 jaar werkzaam in het onderwijs (tabel 2.3)

Tabel 2.3: Hoe lang werkzaam in het onderwijs?

Percentage

< 6 jaar 10%

6 – 10 jaar 17%

11 – 15 jaar 13%

16 – 20 jaar 9%

> 20 jaar 51%

“Ik ben momenteel 60 jaar en ben bezig om de laatste twee jaren een andere collega enthousiast te maken voor ICC. “

Bijna een kwart (23%) is ook al meer dan 20 jaar werkzaam op de huidige school (tabel 2.4).

Tabel 2.4: Hoe lang werkzaam op huidige school?

Percentage

< 6 jaar 24%

6 – 10 jaar 27%

11 – 15 jaar 15% 16 – 20 jaar 11%

> 20 jaar 23%

17

Page 18: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De scholen waar de respondenten werkzaam zijn, staan voor meer dan de helft (57%) in een kleine stad of dorp van minder dan 50.000 inwoners (tabel 2.5). Vergelijken we dat met landelijke gegevens over het onderwijs, dan zien we dat de verdeling vrijwel exact overeenkomt met het landelijke beeld. Volgens het CBS (Jaarboek onderwijs, 2009) zijn er 7075 vestigingen van scholen voor basisonderwijs in Nederland. Daarvan zijn er 1.658 (24%) gevestigd in steden met meer dan 100.000 inwoners en 5.417 (76%) in steden met minder dan 100.000 inwoners.

Tabel 2.5: Waar staat uw school?

Percentage

Een van de vier grote steden 6%

Een grotere stad (> 100.000 inwoners) 19%

Een kleinere stad (50.000 tot 100.000 inwoners)

18%

Een kleine stad of dorp (< 50.000 inwoners)

57%

De grootste groep scholen (31%) betrof scholen met 100-199 leerlingen (tabel 2.6). Deze verdeling komt overeen met het gegeven dat het gemiddeld aantal leerlingen van een school voor regulier basisonderwijs momenteel 225 bedraagt (Ministerie van OCW, Kerncijfers, 2009).

Tabel 2.6: Hoeveel leerlingen heeft uw school?

Percentage

< 100 leerlingen 13%

100 – 199 leerlingen 31%

200 – 299 leerlingen 29%

300 – 399 leerlingen 13%

400 – 499 leerlingen 8%

500 – 599 leerlingen 3%

> 600 leerlingen 3%

18

Page 19: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De ICC’ers zijn in ruime meerderheid werkzaam op een ‘witte school’ (tabel 2.7).In Nederland zijn er (volgens deze definitie van ‘zwarte scholen’) ongeveer 340 (ca. 5%) van de 7.000 scholen ‘zwarte scholen’ (onderzoek Trouw). Dat betekent dat de ICC’ers de vragenlijst invulden min of meer evenredig zijn verspreid over ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen. Het CBS hanteert afwijkende definities (zie publicatie Allochtonen in Nederland, CBS, 2004); volgens het CBS had 4% van de scholen in Nederland meer dan 80% leerlingen van niet-westerse afkomst en 5% van de scholen 50-80% leerlingen van niet-westerse afkomst.

Tabel 2.7: Wat is de aard van uw school?

Percentage

een zogeheten ‘zwarte school’ (>70% van de leerlingen van niet-westerse afkomst) 6%een zogeheten ‘witte school’ (>70% van de leerlingen van autochtone afkomst) 72%

een zogeheten ‘gemengde school’ 22%

Ruim de helft van de respondenten (56%) beschrijft hun school als ‘vooral traditioneel’ of ‘meer traditioneel dan innovatief’ (tabel 2.8).

Tabel 2.8: Zou u uw school als traditioneel beschrijven of Eerder als innovatief?

Percentage

Vooral traditioneel 13%

Meer traditioneel dan innovatief 43%

Meer innovatief dan traditioneel 31%

Vooral innovatief 9%

Weet niet 4%

19

Page 20: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

3. De secundaire analyse van Sardes

Op verzoek van Cultuurnetwerk Nederland voerde Sardes een secundaire analyse uit op de gegevens van de Monitor Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs. Met de analyse werd nagegaan of er verschillen zijn tussen het cultuurbeleid en de culturele activiteiten van scholen waarvan personeelsleden de ICC-cursus hebben gevolgd en scholen waarvoor dat niet geldt. De deelnameregistratie van de ICC-cursus werd gekoppeld aan de gegevensbestanden van de Monitor Versterking Cultuureducatie en er werden vergelijkingen gemaakt tussen de twee groepen scholen. Bij de analyses werd gebruik gemaakt van de gegevens van twee verschillende meetmomenten: een beginmeting in het najaar van 2005 en 2006 (voordat personeel de ICC-cursus had gevolgd) en een eindmeting in het najaar van 2007 (nadat de meeste ICC-cursisten hun certificaat hadden behaald).In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten van de secundaire analyse van Sardes samengevat, op basis van het rapport dat Sardes over de analyse uitbracht aan Cultuurnetwerk Nederland. In paragraaf 3.1 wordt gekeken naar de invulling van cultuureducatie door de scholen, in paragraaf 3.2 naar het cultuurbeleid van de scholen. Paragraaf 3.3 geeft de conclusies weer, die Sardes op basis van de analyse formuleerde. Waar in dit hoofdstuk over ‘ICC-scholen’ wordt gesproken, worden daarmee de scholen bedoeld die volgens het adressenbestand van Cultuurnetwerk Nederland beschikken over een interne cultuurcoördinator die de ICC-cursus heeft gevolgd.

3.1 De invulling van cultuureducatie door de scholen

De scenario’s uit Hard(t) voor cultuurDe Taakgroep Cultuureducatie in het Primair Onderwijs heeft in het rapport Hard(t) voor Cultuur drie scenario’s uitgewerkt aan de hand waarvan scholen hun identiteit en ambities op het terrein van cultuureducatie kunnen bepalen: scenario 1 ‘Komen & gaan’, scenario 2 ‘Vragen & aanbieden’, scenario 3, ‘Leren & ervaren’. Later heeft Cultuurnetwerk Nederland hier een nulscenario aan toegevoegd, ‘Alle begin is moeilijk’. Bij de nulmeting was er een klein verschil tussen de ICC-scholen en de overige scholen. Bij de eindmeting zijn de verschillen groter. Bij zowel ICC-scholen als overige scholen is het percentage scholen in scenario 2 toegenomen, maar deze toename is het grootst bij de ICC-scholen.

Doorlopende leerlijnBij de beginmeting had de meerderheid van de ICC-scholen een gedeeltelijke of volledige doorlopende leerlijn (58 procent). Bij de overige scholen lag dit percentage lager (46 procent). Bij de eindmeting is een grote verschuiving te zien. Onder de scholen zonder ICC is het percentage scholen met een gedeeltelijk doorlopende leerlijn gestegen, van 36 naar 51 procent. Bij de ICC-scholen is vooral het percentage scholen met een volledig doorlopende leerlijn gestegen, van 9 naar 23 procent.

ProjectenBij de beginmeting verschilde het aantal projecten voor cultuureducatie nauwelijks tussen beide groepen scholen. Bij de eindmeting was het percentage ICC-scholen zonder projecten gehalveerd (van 34 naar 17 procent) en het percentage met meer dan twee projecten is flink toegenomen (van 11 naar 20 procent). Bij de overige scholen is de verschuiving veel minder groot.

20

Page 21: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Bij een aantal aspecten van de invulling van cultuureducatie zijn geen significante verschillen aangetroffen tussen ICC-scholen en overige scholen: het aantal uren cultuureducatie op het lesrooster, het gebruik van leermethoden, de hoeveelheid culturele activiteiten, alsmede de verhouding tussen actieve, receptieve en reflectieve cultuureducatie.

3.2 Cultuurbeleid op de scholen

Lange-termijnvisie vastleggenTen tijde van de beginmeting had 27 procent van de ICC-scholen het beleid vastgelegd in schoolplan/schoolgids of cultuurbeleidsplan; van de overige scholen 15 procent. Bij de eindmeting is het verschil veel groter geworden. Van de ICC-scholen heeft 85 procent beleid schriftelijk vastgelegd, van de overige scholen 55 procent.

Coördinatie cultuureducatieBij de beginmeting had 90 procent van de ICC-scholen al een cultuurcoördinator aangewezen; van de overige scholen had 70 procent een cultuurcoördinator. Twee jaar later hadden alle ICC-scholen een interne cultuurcoördinator; van de overige scholen 74 procent. Bij de eindmeting in schooljaar 2007/2008 had 27 procent van de scholen een werkgroep cultuureducatie. Scholen met een ICC hebben vaker dan gemiddeld een werkgroep (40 procent). Samenstellen aanbod cultuureducatieVan de ICC-scholen waren er bij de beginmeting relatief veel scholen die (naast een kunstmenu) een eigen programma samenstelden (ICC-scholen 20 procent; overige scholen 10 procent).Bij de eindmeting is het percentage scholen met een eigen programma fors gestegen; bij de ICC-scholen tot 40 procent, bij de overige scholen tot 20 procent. Het tijdstip waarop een keuze voor activiteiten wordt gemaakt verschilde bij de beginmeting nauwelijks, maar bij de eindmeting wel. Vooral bij de ICC-scholen maken steeds meer scholen een keuze voor meerdere jaren; het percentage is gestegen van 5 naar 16 procent. Bij de andere scholen was er een stijging van 5 naar 8 procent.

Overleg, samenwerking en ondersteuningIn de monitor is nagegaan met welke instellingen de scholen overleg voeren over culturele activiteiten. Het meeste structurele overleg wordt gevoerd met andere scholen voor primair onderwijs. Ook overleg met instellingen voor cultuureducatie (gemeentelijk en provinciaal) komt veel voor, net als overleg met lokale culturele instellingen. Bij de ICC-scholen is vooral het structurele overleg met andere basisscholen en gemeentelijke instellingen voor kunsteducatie toegenomen. Die toename is groter dan bij de overige scholen. Het overleg met lokale culturele instellingen en provinciale instellingen voor cultuureducatie is ook toegenomen, maar minder sterk.Deelname aan netwerken is toegenomen, maar niet sterker bij de ICC-scholen dan bij de overige scholen.

Resultaten beleid cultuureducatieVan de ICC-scholen vindt ruim de helft (54 procent) ten tijde van de eindmeting dat de gestelde doelen grotendeels zijn behaald; bij de overige scholen is dit ruim

21

Page 22: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

een derde (36 procent). Dit past het in het algemene beeld dat de ICC-scholen op een aantal terreinen een sterkere ontwikkeling hebben doorgemaakt dan de overige scholen.

ICC-scholen en overige scholen bleken niet significant te verschillen in het werken met vakleerkrachten en/of freelancers. Ook wat betreft de evaluatie van het cultuurbeleid werden geen verschillen aangetroffen.

3.3 Conclusie

Sardes formuleert op basis van de secundaire analyse de volgende conclusies:“De scholen waarvan één of meer personeelsleden de ICC-cursus hebben gevolgd, verschillen in een aantal opzichten van de overige scholen die gebruik hebben gemaakt van de regeling Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs. De ICC-scholen zijn verder gevorderd in:

a. het ontwikkelen van cultuureducatie: werken met een doorgaande lijn en met culturele projecten;

b. het maken van beleid met betrekking tot cultuureducatie: vastleggen van een lange-termijnvisie, coördinatie van cultuureducatie, het samenstellen van een aanbod dat is toegesneden op de eigen school, structurele samenwerking met andere basisscholen en culturele instellingen.

Sommige verschillen zijn al zichtbaar bij de beginmeting, maar in de meeste gevallen zijn de verschillen bij de eindmeting aanmerkelijk groter. Dit wijst er op dat het volgen van de ICC-cursus een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van cultuureducatie in het basisonderwijs.”

22

Page 23: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

4. Het gebruik van de ondersteuningstructuur

In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de ondersteuningsstructuur voor interne cultuurcoördinatoren beschreven. Eerst wordt gekeken wanneer men de ICC-cursus volgde en hoe men daar over oordeelt (paragraaf 4.1). Daarna wordt gekeken naar de bekendheid met en het gebruik van andere elementen van de ondersteuningsstructuur, zoals de netwerkbijeenkomsten, de landelijke website en de digitale nieuwsbrief (4.2).

“Positief vond ik het enthousiasme waarmee de cursusleiders het gaven, de praktische voorbeelden van iedere cursist, de meerwaarde voor de dagelijkse praktijk en de link die hiernaar tijdens elke bijeenkomst werd gelegd. De vele bezoeken aan musea e.d. met daarbij uitleg van diverse educatieve diensten. Deze cursus was absoluut een topper!”

4.1 Het oordeel over de ICC-cursus

De meeste respondenten volgden de ICC-cursus in het schooljaar 2006/07 of 2007/08 (grafiek 4.1).

Grafiek 4.1: In welk jaar volgde u de ICC-cursus?

percentage

Schooljaar 2005/06 10%

Schooljaar 2006/07 32%

Schooljaar 2007/08 40%

Schooljaar 2008/09 18%

“Het werd ons echt goed duidelijk gemaakt wat er zoal onder cultuureducatie kan vallen en ook hoe dat in de praktijk op een interessante manier gestalte kan worden gegeven. Alle kunstdisciplines kwamen aan bod. Ook een 'snuffel-contactdag' met kunstenaars vond ik heel positief, omdat dat de drempel om contact te zoeken heel erg verlaagde. Bovendien heb ik de injecties om te komen tot een cultuurbeleidsplan voor onze school heel goed kunnen gebruiken.”

23

Page 24: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De cursus wordt gemiddeld beoordeeld met een rapportcijfer 7,6; 3% van de respondenten geeft de cursus een onvoldoende (meestal een 5), de andere respondenten geven de cursus meestal een 7 of 8.

Tabel 4.2: Rapportcijfers voor ICC-cursus, in percentages

percentage

Rapportcijfer 1 0%

Rapportcijfer 2 0%

Rapportcijfer 3 0%

Rapportcijfer 4 1%

Rapportcijfer 5 2%

Rapportcijfer 6 7%

Rapportcijfer 7 29%

Rapportcijfer 8 50%

Rapportcijfer 9 10%

Rapportcijfer 10 1%

“Ik vond de cursus erg leuk en erg leerzaam. Ik heb zelfs schilderijen leren bewonderen. Er is voor mij een wereld opengegaan.”

De waardering voor de cursus vertoont in de loop der jaren een iets stijgende lijn (grafiek 4.3).

Grafiek 4.3: Waardering ICC-cursus, naar jaar waarin men de cursus volgde

Gem. rapportcijfer

Schooljaar 2005/06 7,4

Schooljaar 2006/07 7,6

Schooljaar 2007/08 7,6

Schooljaar 2008/09 7,7

“Ik geef les op een school voor voortgezet speciaal onderwijs, maar val onder het primair onderwijs. De cursus gaf mij mogelijkheden in verband met financiën, lesinhouden en aangepaste excursiemogelijkheden. Omdat ik de cursus volgde nam de schoolleiding het vak Beeldende Vorming serieus en gaf meer uren.”

24

Page 25: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

“De cursus werd zeer boeiend en duidelijk gebracht. Daarbij vond ik het erg fijn dat elke school de vorm waarin cultuureducatie binnen de school zou worden bepaald, zelf mocht kiezen. Wij hebben hierdoor een vorm gekozen, die goed werkzaam is binnen de school en die past bij onze school. Daarnaast vind ik het zelf erg prettig dat we niet verplicht zijn om mee te doen aan alle activiteiten die aangeboden worden rondom cultuureducatie. Wij hebben een fijne manier gevonden, die al jaren goed werkt! “

Gevraagd naar wat men positief aan de inhoud van de cursus vond, worden met name de volgende acht aspecten genoemd:

Het praktische karakter van de cursus, de praktische tips die men kreeg. Het enthousiasme van de docenten en gastsprekers. Het (kunnen) maken van een beleidsplan, visie, missie of sterkte-zwakte

analyse. De contacten met medecursisten, andere ICC’ers. Het in aanraking komen met culturele activiteiten en mogelijkheden in de

regio, de samenwerking met culturele instellingen, de contacten met culturele instellingen.

De bewustwording wat cultuureducatie kan inhouden. De originele manier van presenteren, de afwisseling, de wisselende

plekken waar de cursus werd gegeven. De breedte van de cursus, alle disciplines die aan bod kwamen.

“Het vervolg na de cursus zou intensiever kunnen. Je staat nu alleen, soms zakt je de moed in de schoenen, hoe draag je alles uit naar het team: mensen zijn druk! “

Gevraagd naar de verbeterpunten voor de inhoud van de cursus, heeft ongeveer de helft van de respondenten geen enkel verbeterpunt. De andere helft noemt vooral de volgende zeven verbeterpunten (waarvan de eerste drie het vaakst worden genoemd):

De cursus kan nog praktischer, minder theoretisch, concreter, vertaalslag van mooie ideeën naar realisatie, meer aandacht voor de praktische belemmeringen, meer praktische handvatten.

Meer aandacht voor financiën, subsidiemogelijkheden. Zorgen dat er ook inderdaad beleidsplan voor de school ligt, meer

begeleiding bij schrijven beleidsplan, meer aandacht voor implementatie van het plan, onderlinge uitwisseling van plannen.

Aandacht voor bewustwording bij de directie van het belang van cultuureducatie.

Meer aandacht voor betrekken team en ouders bij cultuureducatie, enthousiasmeren van collega’s.

Meer aandacht voor verwevenheid cultuur met andere vakken. Meer aandacht voor het speciaal onderwijs.

“Het is naar mijn idee (of voor mij) niet moeilijk leuke dingen te bedenken op cultureel gebied, maar om er een samenhangend geheel van te maken is niet eenvoudig en kost tijd en een veel groter budget dan nu voorhanden is. Bovendien, als je ergens heen wil is vervoeren ook vaak een probleem en kostenpost. Binnen de cursus dus meer tijd besteden aan het maken van een raamwerk wat aan bepaalde minimumdoelen voldoet en streefdoelen waarnaar je kunt toewerken. Minder tijd aan wat voor leuke dingen heb je wel eens gedaan of bedenk met een groepje wat je op dit gebied zou kunnen doen.”

25

Page 26: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Sommige ICC’ers vragen om een vervolgcursus of vervolgbijeenkomsten, waarin met name deze aspecten nadrukkelijk aan de orde komen.

“Ik vind dat je te vaak tegen het struikelblok aanloopt, dat er geen geld is op school voor bepaalde activiteiten! In de cursus gaan ze te veel uit van het ideale beeld. Het moeilijke is ook om een team dezelfde kant op te krijgen. Misschien is een middag hieraan besteden niet zo'n gek idee. Collega's denken heel vaak dat het er allemaal bij komt! En dat is vaak ook wel zo, maar een aantal handvaten hoe je keuzes kunt maken is een uitkomst.”

4.2 Het gebruik van andere activiteiten

Naast de ICC-cursus worden andere activiteiten georganiseerd voor ICC’ers. De meeste ICC’ers blijken bekend te zijn met de digitale nieuwsbrief voor ICC’ers (90% zegt hiervan op de hoogte te zijn), de regionale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen (85%) en de website cultuurcoördinator.nl (74%). Minder bekend zijn de landelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen (51%) en de nascholingen (39%).

Tabel 4.2: Bekendheid van andere activiteiten voor ICC’ers

26

Page 27: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Van de digitale nieuwsbrief, de regionale netwerkbijeenkomsten en de website wordt ook veel gebruik gemaakt.

Tabel 4.3: Percentage ICC’ers dat weleens gebruik heeft gemaakt van andere activiteiten voor ICC’ers

Er zijn kleine verschillen tussen respondenten werkzaam in het reguliere basisonderwijs en het speciaal onderwijs.

Tabel 4.4: Percentage ICC’ers dat weleens gebruik heeft gemaakt van andere activiteiten voor ICC’ers, uitgesplitst regulier basisonderwijs en speciaal onderwijs

Regulier basisonderwijs Speciaal

onderwijs

Landelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen 16% 31%

Regionale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen 68% 60%

Website cultuurcoördinator.nl 62% 62%

Nascholingen 16% 7%

Digitale nieuwsbrief 81% 89%

27

Page 28: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

ICC’ers die langer in het onderwijs zitten, maken gemiddeld meer gebruik van de andere activiteiten dan ICC’ers die nog maar kort in het onderwijs werkzaam zijn (tabel 4.5).

Tabel 4.5: Percentage ICC’ers dat weleens gebruik heeft gemaakt van andere activiteiten voor ICC’ers, uitgesplitst naar aantal jaren dat men in onderwijs werkzaam is

<6 jaar

6-10 jaar

11-15 jaar

16-20 jaar

>20 jaar

Landelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

13% 14% 20% 17% 18%

Regionale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

44% 60% 68% 72% 73%

Website cultuurcoördinator.nl 59% 63% 61% 67% 62%

Nascholingen 5% 7% 15% 17% 20%

Digitale nieuwsbrief 73% 77% 80% 85% 84%

Er zijn nauwelijks verschillen tussen respondenten werkzaam op ‘witte’, ‘zwarte’ en ‘gemengde’ scholen (grafiek 4.6).

Tabel 4.6: Percentage ICC’ers dat weleens gebruik heeft gemaakt van andere activiteiten voor ICC’ers, uitgesplitst naar aard school waar men werkzaam is

Zwarte school

Witte school

Gemengde school

Landelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

19% 15% 26%

Regionale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

67% 69% 65%

Website cultuurcoördinator.nl 60% 63% 62%

Nascholingen 17% 17% 9%

Digitale nieuwsbrief 86% 82% 78%

43% zegt gebruik te maken van nog andere activiteiten of vormen van ondersteuning als ICC’er. Zij noemen vooral:

- Lokale bijeenkomsten met ICC’ers.- Internet, websites (bijv. talentindebuurt.nl), websites lokale en provinciale

instellingen/ steunfuncties. - Marktplaatsen.- Contacten met lokale instellingen. - Klankbordgroepen, cultuurcommissies, werkgroepjes.- Vakbladen/ tijdschriften.- Bezoeken aan musea en voorstellingen.

28

Page 29: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

5. De taken van de ICC’er

Hoofdstuk 5 is gewijd aan de taken van de ICC’er. In paragraaf 5.1 kijken we eerst naar het aantal uren dat men besteedt aan de taak. Vervolgens wordt in paragraaf 5.2 de huidige taakinvulling beschreven. In paragraaf 5.3 wordt tot slot de huidige taakinvulling vergeleken met de volgens de ICC’ers ideale taakinvulling.

5.1 De omvang van de taak van ICC’er

Bij bijna de helft van de ICC’ers (42%) zit het aantal taakuren voor de taakinvulling (ongespecificeerd) in de normjaartaak; 10% van de ICC’ers geeft aan geen uren te hebben voor de taakinvulling (maar ook daarvoor geldt waarschijnlijk dat zij de taken verrichten als onderdeel van het taakbeleid), 20% heeft minder dan 20 uur per jaar, 15% heeft 20-39 uur per jaar beschikbaar. Dit betekent dat van alle ICC’ers 13% meer dan 40 uur per jaar beschikbaar heeft voor de taakinvulling, voor zover het niet in de normjaartaak zit.

Grafiek 5.1 Aantal uren per jaar beschikbaar voor taak van interne cultuurcoördinator

“Ik heb de enquête net ingevuld. Graag echter wil ik nog het volgende kwijt. Zoals heel veel collega's vecht ik al jaren voor facilitering als ICC-er binnen de school. Ik vind dat ik erg veel werk als ICC-er verzet in mijn vrije tijd, omdat ik geen uren beschikbaar krijg als ICC-er. Ik heb al diverse malen aangegeven bij de directie dat er wel uren beschikbaar gemaakt moeten worden, net als een ib-er en ict-er uren krijgt, maar de directie zegt altijd dat dat niet kan en dat het bestuur het niet toestaat dat een ICC-er extra niet-lesgebonden uren krijgt. Toen ik aangaf de cursus voor ICC-er te willen volgen, heeft de directie zelfs aangegeven dat ik dan maar mijn vrije dagen moest inleveren! Nu moet ik al blij zijn als ik voor een bijeenkomst vrij geroosterd kan worden, terwijl ik ook regelmatig naar bijenkomsten ga in mijn vrije tijd (ik werk namelijk parttime). Dit is mijn keuze en de uren worden dan ook op geen enkele wijze vergoed.”

29

Page 30: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Er zijn geen duidelijke verschillen in het aantal beschikbare taakuren tussen ‘zwarte’, ‘gemengde’ en ‘witte’ scholen (tabel 5.2).

Tabel 5.2: Aantal taakuren, gesplitst naar aard school

Zwarte school Gemengde school Witte school

Zit in normjaartaak 43% 35% 44%

0 uur 7% 12% 10%

<20 uur per jaar 12% 15% 22%

20 – 39 uur per jaar 19% 16% 14%

40 – 59 uur per jaar 12% 8% 7%

60 – 79 uur per jaar 0% 4% 2%

80 – 99 uur per jaar 0% 2% 1%Meer dan 99 uur per jaar 7% 5% 1%

Er is, zoals te verwachten viel, een verband tussen het aantal taakuren dat men als ICC’er ter beschikking heeft en de omvang van de school, uitgedrukt in aantallen leerlingen (daarbij moet overigens worden aangetekend dat sommige (grotere) scholen over meer dan één ICC’er beschikken). Op bijna de helft van de scholen met 600 of meer leerlingen heeft de ICC’er 40 uur of meer ter beschikking.

Tabel 5.3: Aantal taakuren, gesplitst naar grootte school< 100 leerlingen

100 – 199 leerlingen

200 – 299 leerlingen

300-399 leerlingen

400-499 leerlingen

500-599 leerlingen

>600 leerlingen

Zit in normjaartaak 48% 43% 46% 37% 35% 32% 13%

0 uur 15% 12% 9% 6% 10% 11% 0%<20 uur per jaar 18% 23% 18% 23% 18% 18% 27%20 – 39 uur per jaar 11% 14% 15% 16% 18% 14% 13%40 – 59 uur per jaar 4% 5% 9% 9% 6% 14% 27%60 – 79 uur per jaar 1% 0% 1% 6% 4% 4% 0%80 – 99 uur per jaar 1% 0% 3% 0% 4% 0% 0%Meer dan 99 uur per jaar 2% 1% 0% 4% 4% 7% 20%

30

Page 31: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Gevraagd naar het aantal uren per jaar dat de ICC’er feitelijk besteedt aan de uitoefening van de taken als ICC’er, blijkt dat bijna de helft van de ICC’ers (48%) in de praktijk meer dan 40 uur per jaar besteedt aan de taakinvulling.

Grafiek 5.4 Geschat aantal uren per jaar dat feitelijk wordt besteed aan functie ICC’er

Er is dus een groot verschil tussen het aantal uren dat ter beschikking staat en het aantal uren dat men feitelijk besteedt aan de taken als ICC’er. Bijvoorbeeld: van de groep ICC’ers die zegt 0 taakuren ter beschikking te hebben, zegt 70% meer dan 20 uur per jaar aan de taak van ICC’er te besteden. Van de groep ICC’ers die officieel 1 – 20 uur ter beschikking heeft, schat 79% de feitelijke besteding op meer dan 20 uur, 28% zelfs op meer dan 40 uur per jaar.

Van de respondenten die aangeven dat de uren voor de taak van ICC’er in de normjaartaak zitten, geeft 40% aan 20 – 39 uur te besteden aan de taak, 29% 40 – 59 uur (tabel 5.5.).

Grafiek 5.5 Geschat aantal uren per jaar dat feitelijk wordt besteed aan functie ICC’er, respondenten waarvan taak ICC’er in normjaartaak zit

31

Page 32: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

5.2 De huidige taakinvulling

In de vragenlijst werd vervolgens aan de hand van het competentieprofiel van Cultuurnetwerk Nederland gevraagd hoe belangrijk verschillende onderdelen van de taak van ICC’er momenteel zijn. Het competentieprofiel onderscheidt zeven verschillende taken, die als volgt in de vragenlijst werden samengevat:

Communiceren, d.w.z. gesprekken met collega's binnen en buiten de school, relaties onderhouden met ouders, buurt en instellingen, ervaringen uitwisselen met leerlingen, collega's, ouders en instellingen, enzovoorts.

Plannen ontwikkelen, d.w.z. de pedagogische opvatting van de school vertalen naar een visie op en beleid voor cultuureducatie, een vertaling maken van die visie naar activiteiten, het inbedden van cultuureducatie in het curriculum enzovoorts.

Cultuuraanbod beoordelen, d.w.z. het beoordelen van de kwaliteit van kunst- en cultuuraanbod en op basis hiervan een beargumenteerde keuze maken, enzovoorts.

Samenwerken met externen, d.w.z. als contactpersoon fungeren tussen school en instellingen, cultuurverschillen tussen culturele instellingen en de school overbruggen, mensen van buiten de school betrekken bij plannen en activiteiten, enzovoorts.

Professionaliseren, d.w.z. bij het uitoefenen van de taken als ICC'er de eigen sterke en zwakke punten benoemen, daaruit leervragen destilleren en scholing zoeken, netwerken gebruiken voor uitwisselen ervaringen, faciliteiten creëren voor eigen werkzaamheden (zoals uren), enzovoorts.

Samenwerken binnen de school, d.w.z. draagvlak creëren, collega's adviseren en inspireren op het gebied van cultuureducatie, collega's (en ouders en derden) inzetten bij vormgeven en uitvoeren van cultuureducatie, enzovoorts.

Coördineren, d.w.z. activiteiten, leeromgeving en middelen op schoolniveau op elkaar afstemmen, vanuit de vraag van de school projecten op het gebied van cultuureducatie selecteren, initiëren en organiseren, inschatting maken van inzet collega's, ouders en anderen daarbij, enzovoorts.

Kijken we naar het belang van deze taken in de huidige taakvervulling, dan blijkt ‘samenwerken binnen de school’ het vaakst als belangrijk onderdeel te worden gezien(61% vindt dit een belangrijk onderdeel), gevolgd door ‘coördineren’ (59%) en ‘plannen ontwikkelen’ (58%). Vooral ‘professionaliseren’ wordt als minder belangrijk gezien. Tabel 5.6: Scores op belang van zeven onderdelen taak ICC’er, huidige taakinvulling

Belangrijk onderdeel

Tamelijk belangrijk onderdeel

NeutraalTamelijk onbelangrijk onderdeel

Onbelangrijk onderdeel

Communiceren 51% 38% 5% 5% 1%Plannen ontwikkelen 58% 33% 5% 3% 1%Cultuuraanbod beoordelen 40% 46% 9% 4% 1%Samenwerken met externen 42% 42% 8% 7% 1%

Professionaliser 23% 41% 21% 12% 3%

32

Page 33: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

enSamenwerken binnen de school

61% 32% 4% 3% 0%

Coördineren 59% 33% 5% 3% 0%

Geven we aan ‘belangrijk onderdeel’ een score +2, ‘tamelijk belangrijk’ een score +1, ‘tamelijk onbelangrijk’ een score -1 en ‘onbelangrijk’ een score -2, dan ontstaat de onderstaande rangorde van het belang van de taken in de huidige taakinvulling (maximale score +2, minimale score -2).

Grafiek 5.7: Rangorde van belang taakonderdelen, huidige taakinvulling

5.3 De ideale taakinvulling

Aan de respondenten werd ook gevraagd in hoeverre de taak idealiter deel uitmaakt van de competentie van de ICC’er. Als weer de bovenstaande scores aan de zeven taken worden gegeven, dan blijkt dat het belang van alle taken in de ideale situatie stijgt. De rangorde van het belang van de taken verandert nauwelijks; alleen de taak ‘samenwerken met externen’ komt in de ideale situatie hoger in de rangorde (grafiek 5.8).

Grafiek 5.8: Rangorde van belang taakonderdelen, huidige taakinvulling, vergeleken met ideale taakinvulling

33

Page 34: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Het verschil tussen de huidige en de ideale situatie is het allergrootst bij ‘professionaliseren’. Blijkbaar willen de meeste ICC’ers graag veel meer aandacht aan dit onderdeel van hun taak besteden, maar is dit in de huidige taakvervulling niet of nauwelijks mogelijk. Ook bij ‘samenwerken met externen’ is er een groot verschil tussen de huidige situatie en de ideale taakinvulling. Blijkbaar willen ICC’ers meer tijd besteden aan het samenwerken met externen.

34

Page 35: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

6. De samenwerking binnen de school

Hoofdstuk 6 gaat in op de samenwerking binnen de school. Eerst wordt gekeken met wie de ICC’er samenwerkt (paragraaf 6.1), daarna naar het belang van de gesprekspartners (6.2) en tot slot naar de frequentie van de contacten (6.3).

6.1 De overlegpartners voor ICC’ers

De ICC’ers werken vooral samen met de directie (83% zegt hiermee samen te werken) en het team van leerkrachten (65%) als onderdeel van hun rol als ICC’er. Toch geeft 31% aan samen te werken met andere ICC’ers binnen de school en 23% met een Klankbordgroep cultuureducatie.

Grafiek 6.1: Met wie werkt u samen?

Bij ‘anders’ worden vooral externe overlegpartners genoemd; verder worden met name vermeld:

Cultuurwerkgroep, stuurgroep, commissie, vakgroep Brede school, werkgroep brede school, coördinator brede school.

35

Page 36: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

6.2 Het belang van de overlegpartners

Gevraagd naar het belang van de overlegpartners, dan blijken de andere ICC’ers binnen de school (indien aanwezig) het belangrijkst te zijn, op de voet gevolgd door het team van leerkrachten, de klankbordgroep (indien aanwezig) en de directie.

Grafiek 6.2: Hoe belangrijk is de overlegpartner, uitgedrukt percentage ‘belangrijk’?

Bij ‘zwarte scholen’ is de directie iets belangrijker in vergelijking met andere scholen, terwijl de ouders juist veel minder belangrijk zijn (tabel 6.3).

Tabel 6.3: Belang overlegpartners, naar aard school

Zwarte school Gemengde school Witte school

Directie 83% 73% 75%

Team van leerkrachten

74% 76% 76%

Andere ICC’ers 83% 94% 90%

Klankbordgroep 62% 81% 74%

Ouders 2% 25% 32%

36

Page 37: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Kijken we naar de grootte van de school dan zijn er kleine verschillen in het belang van de overlegpartners, maar door de kleine aantallen zijn deze verschillen niet significant.

Tabel 6.4: Belang overlegpartners, naar grootte van school< 100 leerlingen

100 – 199 leerlingen

200 – 299 leerlingen

300-399 leerlingen

400-499 leerlingen

500-599 leerlingen

>600 leerlingen

Directie 77% 71% 77% 74% 83% 52% 92%Team van leerkrachten 87% 78% 71% 73% 75% 67% 80%

Andere ICC’ers 92% 89% 91% 95% 93% 81% 86%

Klankbordgroep

65% 75% 71% 72% 79% 100% 100%

Ouders 43% 28% 31% 15% 32% 25% 67%

6.3 De frequentie van de contacten

Met de meeste overlegpartners wordt maandelijks of incidenteel overlegd. Alleen indien er meerdere ICC’ers in de school aanwezig zijn, dan wordt daarmee soms wekelijks overlegd (grafiek 6.5).

Grafiek 6.5: Frequentie van het overleg met samenwerkingspartners

37

Page 38: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

7 Het belang van cultuureducatie in de school

In dit hoofdstuk kijken we naar het belang van cultuureducatie in de school. In paragraaf 7.1 wordt ingegaan op de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie. In paragraaf 7.2 wordt aangegeven welk budget op de scholen beschikbaar is voor cultuureducatie. Paragraaf 7.3 gaat in op het gebruik van het cultuurbeleidsplan, paragraaf 7.4 op de besluitvorming over cultuureducatie en paragraaf 7.5 op de samenwerking met de culturele partners.

7.1 De aandacht voor cultuureducatie

Er is vrijwel geen ICC’er (minder dan 1%) die weleens terugverlangt naar de situatie van vóór de invoering van de regeling Versterking cultuureducatie; 78% vindt dat men goed op weg is met cultuureducatie en verwacht dat de inhoud en aandacht voor cultuureducatie alleen maar beter worden. Slechts een kleine groep (11%) is tevreden over de huidige situatie en vindt dat er niet veel meer hoeft te veranderen.

Tabel 7.1: Wat vindt u van de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs?

Stelling ScoreIk ben tevreden over de huidige situatie, wat mij betreft hoeft er niet veel meer te veranderen. 11%Ik verlang weleens terug naar de situatie van vóór de invoering van de regeling versterking cultuureducatie. 1%We zijn goed op weg met cultuureducatie, en ik verwacht dat de inhoud en aandacht voor cultuureducatie alleen maar beter worden. 78%

Anders 10%

Bij ‘anders’ wordt vooral aangegeven dat men enerzijds nog niet tevreden is met de huidige situatie, maar anderzijds ook niet vindt dat men ‘goed op weg is’. Bijvoorbeeld:

Cultuureducatie wordt vooral gezien als iets extra's. Er is nog een lange weg te gaan.

Te afhankelijk van de ICC’er. Er is geen vervolg, waardoor het doodbloedt omdat er al zoveel op het bordje van de leerkrachten ligt.

We moeten eigenlijk de hele cultuureducatie als team bespreken en implementeren in het onderwijs.

Ik verwacht dat de aandacht voor cultuureducatie op veel scholen na verloop van tijd verslapt.

Door allerlei wisselingen van het team is het belang van cultuureducatie op dit moment een beetje naar de achtergrond geraakt, maar als het weer wat stabieler is gaan we er zeker weer mee aan de slag.

Ik zou veel meer willen dan mogelijk is. Cultuur staat niet hoog op de prioriteitenlijst.

Het is nog een lange weg. We staan als school nog steeds aan het begin als het gaat over visie en

beleidsvoering, culturele activiteiten zijn in wezen niet veel veranderd. Er is redelijk wat aanbod maar erg vrijblijvend, een duidelijke visie ontbreekt nog.

De door mij gemaakte beleidsplannen komen niet van de grond. Er zijn op dit moment te veel veranderpunten.

38

Page 39: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Bij meer innovatieve scholen wordt iets vaker de stelling onderschreven dat men met cultuureducatie goed op weg is.

Tabel 7.2: Wat vindt u van de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs?, verschillen tussen meer traditionele en meer innovatieve scholen

StellingVooral traditioneel

Meer traditioneel dan innovatief

Meer innovatief dan traditioneel

Vooral innovatief

Ik ben tevreden over de huidige situatie, wat mij betreft hoeft er niet veel meer te veranderen.

13% 10% 11% 8%

Ik verlang weleens terug naar de situatie van vóór de invoering van de regeling versterking cultuureducatie.

1% 1% 1% 1%

We zijn goed op weg met cultuureducatie, en ik verwacht dat de inhoud en aandacht voor cultuureducatie alleen maar beter worden.

69% 77% 82% 88%

Anders 17% 12% 6% 3%

7.2 Het budget voor cultuureducatie

Op de meeste scholen is er een budget voor cultuureducatie beschikbaar. Doorgaans betreft dit een bedrag per leerling (57%). Bijna een kwart van de scholen (24%) heeft een totaalbedrag voor de school.

Grafiek 7.3 Budget beschikbaar voor cultuureducatie

Het totaalbedrag per leerling bedraagt gemiddeld 14,20 euro.

Het totaalbedrag per school bedraagt gemiddeld ruim 3.500 euro.

Bij ‘anders’ wordt onder andere genoemd: Bedrag per leerling en bijdrage Ouderraad.

39

Page 40: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Geld van de provincie voor projecten. Een bedrag per leerling en extra subsidie van de gemeente. Bedrag per leerling en sponsoring. Waar geld voor nodig is wordt geld voor vrijgemaakt.

7.3 Het gebruik van het cultuurbeleidsplan

Bijna tweederde van de respondenten (64%) onderschrijft de stelling, dat het cultuurbeleidsplan een richtlijn is en dat van jaar tot jaar bekeken wordt hoe dat concreet wordt ingevuld, waarbij het belang van andere onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen meewegen (tabel 7.4).

Tabel 7.4: Wat vindt u van de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs?

Stelling ScoreIn het cultuurbeleidsplan zijn onze uitgangspunten over cultuureducatie vastgelegd en daar houden wij ons ook aan. Onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen hebben daar geen of nauwelijks invloed op.

20%

Het cultuurbeleidsplan is een richtlijn, van jaar tot jaar bekijken we hoe we het concreet gaan invullen. Daarbij laten we het belang van andere onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen meewegen.

64%

Geen van beide 16%

Bij meer innovatieve scholen wordt de tweede stelling nog iets vaker onderschreven, maar de verschillen zijn klein.

Tabel 7.5: Wat vindt u van de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie in het onderwijs?, verschillen tussen meer traditionele en meer innovatieve scholen

StellingVooral traditioneel

Meer traditioneel dan innovatief

Meer innovatief dan traditioneel

Vooral innovatief

In het cultuurbeleidsplan zijn onze uitgangspunten over cultuureducatie vastgelegd en daar houden wij ons ook aan. Onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen hebben daar geen of nauwelijks invloed op.

11% 22% 23% 18%

Het cultuurbeleidsplan is een richtlijn, van jaar tot jaar bekijken we hoe we het concreet gaan invullen. Daarbij laten we het belang van andere onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen meewegen.

62% 63% 67% 69%

Geen van beide 27% 15% 10% 13%

40

Page 41: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

7.4 De besluitvorming over cultuureducatie

Besluiten over cultuureducatie worden vooral genomen door de ICC’er (in overleg met de directeur).

Tabel 7.5: Hoe worden besluiten over cultuureducatie op school vooral genomen?

Stelling Score

Door de ICC’er (in overleg met de directeur) 68%

Via procedures waar bijvoorbeeld het bestuur of commissies bij betrokken zijn

5%

Anders 27%

Bij ‘anders’ wordt vooral aangegeven dat besluitvorming met het team plaatsvindt, of in overleg met directie en team.

Gevraagd naar de invloed op de verdeling van het geld voor cultuureducatie op de school, noemt 86% de directie als invloedrijke betrokkene; 66% ziet de ICC’er als invloedrijk bij de verdeling van het geld.

Grafiek7.6: In hoeverre hebben de verschillende betrokkenen invloed op verdeling van het geld voor cultuureducatie?

41

Page 42: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Gevraagd naar de invloed op de inhoud van cultuureducatie op de school, achten de ICC’ers zichzelf het vaakst (92%) een betrokkene met veel invloed, gevolgd door de directie (68% denkt dat deze veel invloed heeft op de inhoud van cultuureducatie).

Grafiek7.7: In hoeverre hebben de verschillende betrokkenen invloed op de inhoud van cultuureducatie?

7.5 De samenwerking met culturele partners

Over de samenwerking met culturele partners werden twee uitspraken voorgelegd:

- Een goed en persoonlijk contact is voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken.

- Duidelijke en zakelijke afspraken zijn voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken.

De meeste ICC’ers (65%) vinden beide uitspraken even belangrijk; 20% vindt het persoonlijk contact het belangrijkste, 15% de zakelijke afspraken.

Tabel 7.8: Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking met culturele partners?

Stelling ScoreEen goed en persoonlijk contact is voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken. 20%Duidelijke en zakelijke afspraken zijn voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken. 15%

Anders 65%

42

Page 43: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8 De wensen voor de toekomst

In dit laatste hoofdstuk worden de wensen voor de toekomst beschreven. Eerst wordt in het algemeen ingegaan op de wens zich verder te ontwikkelen als ICC’er, daarna komen de behoeften aan bod op achtereenvolgens de zeven taakelementen uit het functieprofiel van de ICC’er dat Cultuurnetwerk Nederland heeft opgesteld: communiceren (8.2), plannen ontwikkelen (8.3), cultuuraanbod beoordelen (8.4), samenwerken met externen (8.5), professionaliseren (8.6), samenwerken binnen de school (8.7) en coördineren (8.8).

8.1 De verdere ontwikkeling als ICC’er

De meeste ICC’ers (89%) willen zich de komende jaren nog verder ontwikkelen als ICC’er.

Daarbij wordt vooral gedacht aan netwerkbijeenkomsten (66% van alle respondenten wil dat), conferenties/ studiedagen (53%) en websites (52%).

Tabel 8.1: Op welke wijze wilt u zich de komende jaren nog verder ontwikkelen als ICC’er?

Bij ‘anders’ wordt onder andere aangegeven (het eerste punt wordt het vaakst genoemd):

Cultuur bekijken, bezoeken van voorstellingen, theaterdagen, cultuureducatiedagen, cultuurmarkten e.d.

Samenwerking met andere scholen Cursus Bijeenkomsten met het team Tijdschriften.

43

Page 44: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.2 Communiceren

“Op een luchtige, plezierige wijze collegae leren stimuleren, activeren, warm maken voor cultuur. Meer geïnformeerd willen zijn (niet alleen nieuwsbrieven) over actuele zaken in de omgeving die te realiseren zijn met het budget wat we nu hebben per leerling. Handreikingen om meer grip te hebben op bovenschools beleid.”

38% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van communiceren.

“Er komt veel weerstand vanuit de collega's en merk dat het me veel energie kost om mijn enthousiasme keer op keer over te dragen. Ik sta open voor vernieuwingen maar als je geen of weinig respons van het team krijgt dan houdt het voor mij op!”

De meest voorkomende leerwensen hebben te maken met: Enthousiasmeren, inspireren van collega’s (zonder weerstand op te

wekken). Omgaan met weerstanden. Draagvlak creëren in (en buiten) de school.

“Hoe beter om te gaan en goed te anticiperen op de mantra binnen het onderwijs: 'we hebben het zo druk' . De negatieve blik van de leerkracht.”

Daarnaast worden onder andere genoemd: Tijdsplanning, timemanagement Structuur aanbrengen en duidelijkheid geven (o.a. in het aanbod). Communiceren met externe partijen. Informatie krijgen over aanbod in omgeving. Communiceren met ouders. Relaties onderhouden met de wijk. Communiceren met de leerlingen. Communiceren met gemeente (o.a. over geld).

“Als ICC'er verlies ik soms de realiteit uit het oog. Niet alle collega's zitten te wachten op cultuureducatie. Er is al genoeg werkdruk. Heel belangrijk blijft het om open te staan voor wat zij willen, goed te luisteren en niet te veel tegelijk willen. Dus goed luisteren en op het juiste moment er gedoseerd op inspelen.”

Verschillende ICC’ers geven aan niet zozeer leerwensen te hebben op het gebied van communiceren, maar vooral tijd te willen krijgen om de communicatie goed te kunnen aanpakken.

44

Page 45: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.3 Plannen ontwikkelen

“Hoe zorg je ervoor dat cultuureducatie niet een losstaand iets is, maar onderdeel wordt van het lesprogramma en op die manier gewaarborgd is.”

41% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het ontwikkelen van plannen.

“Hoe dit op eenvoudige wijze kan, zonder al te veel tijdverspilling en niet to the point geklets.”

De wensen zijn zeer divers, maar regelmatig worden genoemd: Het maken van een vertaalslag van visie en beleidsplan naar de praktijk. Het vertalen van de visie in haalbaar beleid.

“Op onze school wordt al best veel aan cultuureducatie gedaan, maar een aantal zaken moeten structureel worden, zoals een bezoek van groep 8 aan de 'Twentse Welle ' en het Rijksmuseum (Enschede)”

Ook worden vaak genoemd zaken als:

Het inbedden van cultuureducatie in de school, toepassen kunst en cultuur in bestaande methodes, cultuur integreren in het onderwijs.

Inbedden van de visie in de praktijk. Het opstellen van een plan om cultuureducatie te ‘borgen’ in de school.

“Er speelt op onze school al heel erg veel. 'Borgen' van een aantal zaken is nu naast het cultuurbeleidsplan heel belangrijk voor ons.”

Daarnaast worden onder andere genoemd: Het opstellen van een meerjarenplan, een visie. Een stappenplan maken om afwegingen te maken. Een plan voor het onderdeel cultureel erfgoed. Het maken van een portfolio voor de leerlingen. Voor elk project een goed onderbouwd plan maken. SMART formuleren.

“Hoe integreer je zaakvakken en andere vaste methode gerelateerde vakken met kunst en cultuur, zodat het geen extra belasting lijkt?”

45

Page 46: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.4 Cultuuraanbod beoordelen

“Ik vind het beoordelen van de inhoudelijke kwaliteit moeilijk omdat ik op dit punt te weinig kennis bezit.”

40% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het beoordelen van cultuuraanbod.

Het meest genoemd worden: Criteria ontwikkelen om cultuuraanbod te kunnen beoordelen. Het beoordelen van kwaliteit. Het leren (verantwoorde) keuzes te maken in het aanbod, passend bij het

beleid, bij de visie van de school. Het maken van een checklist om aanbod te beoordelen.

“Ik zou graag een passend instrument willen ontwikkelen bij de visie van de school, dat door meerdere mensen te gebruiken is.”

Ook wordt veel genoemd: Een beter overzicht krijgen van het aanbod in de regio, meer informatie

over het aanbod. Een duidelijker structuur in de veelheid van aanbod.

“Het maken van verantwoorde keuzes voor de school. Dat alles aan bod komt in alle groepen en je een doorlopende lijn krijgt. “

Daarnaast worden onder andere de volgende suggesties gedaan: Het leren opstellen van een evaluatieformulier om aanbod door

leerkrachten te laten beoordelen. Het plaatsen van aanbod in een doorlopende leerlijn. Beter inzicht in aanbod voor het speciaal onderwijs.

“Weten wat je wel of niet de prullenbak in kunt gooien wat betreft foldermateriaal, zodat je niet met een berg blijft zitten en door de bomen het bos niet meer ziet!”

Ook bij dit punt wordt regelmatig aangegeven, dat men niet zozeer leerwensen heeft als wel over de tijd zou willen beschikken om zelf cultuuraanbod te kunnen beoordelen.

“Ik zou graag het cultuuraanbod bekijken, ernaar luisteren en kijken in de context die een klas dat ook te zien krijgt. Er is soms een groot verschil tussen wat je krijgt en denkt te krijgen. Daardoor kan het zo zijn dat het helemaal niet bij je doel past.”

46

Page 47: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.5 Samenwerken met externen

“De manier waarop ik de contacten vastleg zou wat professioneler kunnen volgens mij. Zodat andere mensen hier ook een duidelijk overzicht op hebben: met wie is er wat en wanneer afgesproken?”

31% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het samenwerken met externen.

“Meer kennis hebben van alle verschillende instellingen die iets te bieden hebben op het gebied van CKV en hun duidelijk maken wat de vraagstelling vanuit het onderwijs naar hun toe is.”

Het vaakst gaat het om onderwerpen als: Het leren contacten leggen met instellingen. Het leren onderhandelen met instellingen. Financiële afspraken maken met instellingen. Het leren (sterke) netwerken op te bouwen en uit te bouwen.

“Ik zou nog beter willen zijn in contacten onderhouden. Momenteel heb ik contact met de mensen die ik direct nodig heb. Andere contacten laat ik dan weer even verwateren.”

Soms wordt daarbij ook gezegd:

De cultuurverschillen tussen school en instellingen leren overbruggen.

“Hoe leg je contacten met mensen en/of instellingen waarvan jij denkt dat je er op school iets aan hebt? Hoe kom je erachter welk aanbod er is en wat geschikt is?”

Daarnaast worden onder andere genoemd: De juiste informatie krijgen bij wie ik voor wat moet zijn. Kennis van de omgeving. Een Cultuurkaart opstellen met wie wat doet. De juiste mensen in de school halen om mee te denken.

“Hiervoor geldt hetzelfde als bij de 'communicatie': het is belangrijk cultuuraanbieders weten te vinden en mensen met elkaar in verband te brengen. Dat is echt een leerpunt.”

47

Page 48: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.6 Professionaliseren

“Omdat we het volgende schooljaar beginnen moet ik de sterke en zwakke punten nog ontdekken. Dan kan ik eraan werken.”

43% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het gebied van professionaliseren.Sommigen wijzen er op dat dit taakgebied eigenlijk dwars staat op de vraag naar de leerwensen op de andere taakgebieden:

Komt bij de andere onderdelen aan bod. Zie vorige vragen.

“Ik heb dit jaar al aangegeven dat de 20 uur per jaar bij lange na niet genoeg zijn. Zowel intern als extern kost het heel veel tijd. Het plaatje voor de gemeente wordt wel heel mooi, maar er moet nog zeer veel werk verzet worden.“

De leerwensen hebben soms betrekking op het reflecteren op het eigen functioneren:

Meer zicht krijgen op je eigen situatie. Meer inzicht in eigen sterke en zwakke punten.

“Blijven professionaliseren, maar dat blijft een heikel punt. Als ik dit zo zou willen doen als ik wenselijk acht dan, moet ik driekwart van mijn dagelijkse taken laten vallen en mij alleen daarmee bezig houden!”

Veel genoemd wordt ook: Faciliteiten krijgen voor je werkzaamheden. Meer uren krijgen. Meer taakuren krijgen voor je taak als ICC’er. Meer uren voor verdieping.

“Meer scholing in financiële kant van cultuureducatie en integratie met andere schoolvakken. Meer gebruik maken ervaringen andere icc-ers via netwerk.”

Ook worden bij deze taak vaak manieren genoemd om te professionaliseren: Een vervolgcursus, een uitvoeriger cursus. Nascholing. Bij andere scholen kijken. Ervaringen van andere ICC’ers horen. Op de hoogte worden gebracht van de scholingsmogelijkheden. Terugkomdagen.

“Op welke manier kan ik de collega's uitleggen hoe belangrijk cultuur is voor de ontwikkeling van en kind (mens). En wat het kan bijdragen in het welbevinden, leerprestaties e.d.”

48

Page 49: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.7 Samenwerken binnen de school

“Hoe ik collega's kan motiveren zonder ze het gevoel te geven weer wat extra's op hun bordje te krijgen. “

40% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van het samenwerken binnen de school.

“Hoe collega's motiveren en erbij betrekken: draagvlak. Hoe de belangrijkheid van kunst en cultuur aantonen als basis van waaruit leren kan plaatsvinden.”

Bij dit taakgebied worden over het algemeen dezelfde wensen geuit als bij communiceren:

Draagvlak creëren. Collega’s adviseren en inspireren. Praktische tips hoe mensen mee te krijgen. Enthousiasme overbrengen op het team.

“Tips en methoden om draagvlak te creëren met daarbij behorend materiaal, bijv. PowerPoint, artikelen om de teamleden beter te informeren en te interesseren.”

Ook worden onder andere genoteerd:

Effectief met tijd omgaan. Afstemming tussen vraag en aanbod. Leeromgeving en middelen op school beter op elkaar leren stemmen.

Hoe kan ik duidelijk maken dat het integreren van de diverse vakken ten gunste komt van het onderwijs en uiteindelijk 'lucht' geeft, omdat je niet steeds aan iets nieuws hoeft te beginnen?

Soms gaat het bij dit punt ook om een balans in het eigen functioneren: Balans in lesgebonden en niet lesgebonden taken.

“Handreiking om leerkrachten na de overdracht van lespakketten ook tot een goede voorbereiding te laten komen. Vaak hoor ik achteraf dat het is blijven liggen door drukte, andere prioriteiten of gewoon vergeten.”

49

Page 50: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

8.8 Coördineren

“Alleen vanuit een visie en inspiratie kunnen mensen betrokken worden bij extra activiteiten. Mijn visie zal meer helderheid mogen krijgen. Ik wil ook leren om een stappenplan te maken zodat de activiteiten in goede banen geleid worden.”

27% van de ICC’ers heeft leerwensen op het gebied van coördineren.

“Het afstemmen van de verschillende onderdelen van cultuur voor de verschillende doelgroepen die bij de leerlijnen horen of de leerlijnen daarop aanpassen.”

Er wordt een veelheid aan onderwerpen genoemd. Het meest komt terug: Leren delegeren. Beter delegeren van taken.

Daarnaast worden onder andere genoteerd: Leren projecten te plannen. Inplannen activiteiten in de schoolagenda. Planning en verslaglegging. Afstemming van het aanbod naar de projecten en thema's op

schoolniveau. Inschatting maken van inzet collega's, ouders en anderen. Wat mag je van

elkaar verwachten? Leren managen en organiseren.

“Moeilijkheid is dat er voor instanties een planning gemaakt moet worden. Door leervragen van collega's en leerlingen, word je wel eens verrast en blijkt de gevraagde instantie niet op je vraag in te kunnen gaan op korte termijn.”

50

Page 51: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

9. De uitkomsten van de groepsgesprekken

Als aanvulling op het digitale onderzoek werden verspreid over Nederland vijf groepsgesprekken gehouden met telkens zeven of acht ICC’ers en een lokale begeleider van de ICC-cursus. In dit hoofdstuk staat een kort verslag van de gesprekken in respectievelijk Enschede(paragraaf 9.1), Den Haag (9.2), Amsterdam (9.3), Geleen (9.4) en Haarlem (9.5).

9.1 Verslag groepsgesprek EnschedeDe zeven aanwezige ICC’ers hebben aan verschillende ICC-cursussen deelgenomen. Sommigen hebben al enkele jaren geleden de cursus afgerond, anderen pas zeer recent. Er zijn dan ook grote verschillen in de groep. Sommige ICC’ers zijn al enkele jaren werkzaam en hebben veel ervaring, andere aanwezigen staan nog volledig aan het begin van hun taakinvulling.

In de introductieronde stellen de ICC’ers zich niet alleen voor, maar geven op verzoek ook een voorbeeld van een moment dat ze dachten: ‘Dit is waarom ik het allemaal doe, dit maakt het waard om ICC’er te zijn’. Voorbeelden van zulke momenten zijn: “We hebben tijdens een personeelsuitje ook een kunstzinnige activiteit voor de medewerkers georganiseerd en dat was heel leuk om de collega’s praktisch bezig te zien”.“Wij hadden hier een BiK’ker en die heeft samen met de leerlingen een prachtig schilderij in de kleuren van de regenboog gemaakt en dat hangt nu in de hal. Dat is echt super om te zien.”“We hebben een vader van een van de leerlingen bereid gevonden om gratis en voor niets gitaarles aan de kinderen te geven, in het kader van de brede school. Dat is nu al een groepje van vijftien leerlingen dat les krijgt. En binnenkort ga ik nu zelf ook gitaar leren spelen.” “We hebben dit jaar voor het eerst een kunstmarkt in de school gehouden en daar is nu van besloten om dat om de twee jaar gaan doen.”“We hadden hier ook een BiK-stagiaire en nu hangt de school vol met maskers.”

“We organiseren elk jaar een speciale cultuurdag. Dat was dit jaar muziek. Er kwam een oud-leerling van de school die speelt in het Rotterdams Philharmonisch Orkest en die kwam een workshop geven met trommelen en zo. Dat was geweldig om te zien, ook de reacties van de leerkrachten.”

Er blijken grote verschillen in positie van de ICC ‘er en het aantal uren dat ze ter beschikking hebben. Zo is een van de aanwezige ICC’ers, overigens geen leerkracht maar beeldend kunstenaar, werkzaam voor een samenwerkingsverband van vier basisscholen en heeft daardoor tamelijk royaal uren en budget ter beschikking. Een ander heeft twee ochtenden per week beschikbaar, ook voor praktische uitvoering van kunstzinnige activiteiten. Weer een ander heeft 80 uur per jaar beschikbaar, uit de normjaartaak, maar dat is inclusief de coördinatie van culturele activiteiten in de brede school: “Daardoor gaat helaas de meeste tijd verloren aan vergaderen en overleggen.” Maar enkele beginnende ICC’ers hebben niet eens uren voor hun taak: “De directeur heeft gezegd dat ik het er maar bij moet doen. Maar ik geef alle dagen les en doe daarnaast nog een aantal taken, dus ik heb geen idee hoeveel uur ik er aan kan en moet besteden.”

51

Page 52: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Opvallend in de discussie is dat niet iedereen precies weet hoe het zit met het verschil tussen lesgebonden en niet-lesgebonden uren en dat ICC’ers die geen uren hebben (nog) niet hebben overwogen om met de directeur afspraken te maken over de exacte besteding van hun niet-lesgebonden uren en daarmee over het aantal uren dat ze per jaar kunnen en moeten besteden aan hun rol van ICC’er. Zo zegt iemand: “Ik heb net de cursus afgerond, maar ik weet niet hoe het nu verder gaat. Ik sta voor de klas, dus gaan ze dan vervanging regelen of zo, als ik mijn taak van ICC’er moet vervullen? “

De aanwezigen vinden het moeilijk aan te geven waar ze niet aan toe komen in hun taakvervulling. Ze vinden vooral dat je zelf de ambities niet teveel moet opschroeven. Sommigen noemen het geld, want er zijn allerlei ‘potjes met geld’, maar het is lastig ze te vinden. Ook is er nu geld voor de brede school waaruit culturele activiteiten kunnen worden bekostigd, maar is niet duidelijk of de gemeente daar volgend jaar mee doorgaat. Een ICC’er merkt op, waarbij enkele anderen knikken omdat ze dit herkennen: “Ik zou graag mijn eigen pot geld beheren. Nu moet ik alles aan de directeur vragen. Die vindt alles goed, dus dat is heel fijn, maar je kunt dus zelf geen afwegingen maken. Bovendien verlaat hij deze zomer de school en dan moet je maar weer afwachten wat voor directeur je dan krijgt.” Een ander: “Wij hebben een cultuurcommissie. Ik zou het prettig vinden als ik inzicht had in het geld dat er binnenkomt voor cultuureducatie, om dat in de commissie te bespreken hoe we dat besteden. Dat kan nu niet.” De aanwezigen zijn het er over eens, dat op veel scholen het geld en de aandacht voor cultuureducatie nog sterk afhankelijk is van de persoonlijke interesses van de directeur.

“Ik heb nu eindelijk een afspraak gemaakt met de adjunct-directeur die het geld beheert. We maken voortaan een afspraak over het budget voor het schooljaar en ik krijg voortaan een overzicht van de uitgaven, zodat het transparant blijft. Bijvoorbeeld, we willen ook nieuwe methodes gaan aanschaffen en dan kun je een inschatting maken of daar nog geld voor is.”

Ook hebben enkele ICC’ers de behoefte zich meer inhoudelijk te verdiepen in de diverse kunstdisciplines. Zo zegt iemand: “Ik heb zelf wel een achtergrond op het gebied van beeldende kunst, maar ik zou graag meer willen weten van dans, muziek en zo, zeker ook als ik mijn collega’s iets moet vertellen over de achtergrond van een bepaald project. Bovendien worden we geacht een doorgaande leerlijn te maken, maar dan moet je wel iets van zo’n kunstdiscipline afweten.” Meerdere aanwezigen noemen in het bijzonder ‘nieuwe media’ en ‘audio-visueel’.

De aanwezigen kijken zonder uitzondering positief terug op de ICC-cursus. Sommigen staan nog aan het begin van hun taakvervulling als ICC’er en kunnen dus nog niet aangeven wat zij aan de cursus hebben gehad. Anderen geven wel voorbeelden wat de cursus voor hen heeft betekend: “Ik heb geleerd om te netwerken. Gewoon de telefoon pakken en brutaalweg kijken of er iets te regelen valt, vanuit het motto: nee heb je, ja kun je krijgen. Dat heb ik daar geleerd.” “Ik heb de cursus samen met een collega gedaan en dat is heel leuk om dan nu zo samen te werken op de school.” “Het fijne van de cursus vond ik dat we een plan moesten maken. Dat plan hebben we uitgevoerd op school en daardoor is cultuureducatie veel beter

52

Page 53: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

verankerd. Er is een cultuurcommissie opgezet en het is veel meer gaan leven in de school.”Er is bij de aanwezigen veel instemming met een reactie van een van de ICC’ers: “Dat is toch een belangrijk punt. Hoe krijg je de collega’s mee, hoe krijg je ze warm?”.

Gevraagd wat ze hebben gemist in de cursus wordt vooral het geld genoemd: “Ik zou meer willen weten over de potjes met geld die er zijn en hoe je daar aan kunt komen.” Ook missen ze aandacht aan hoe je een doorgaande leerlijn creëert in de diverse kunstdisciplines: “Ik vind projecten vaak te vluchtig. En je kunt niet voor elke kunstdiscipline een externe inhuren. Dus dan wil ik toch weten hoe je dat opzet in elke discipline.”

Meerdere aanwezigen geven aan dat zij niet toekomen aan het bijhouden van hun vak als ICC’er: “Het wordt op school weleens vergeten, maar zo’n ICC-cursus volgen kost ook uren. En dan heb ik het nog niet eens over nieuwsbrieven lezen, je zelf scholen, culturele activiteiten evalueren en dergelijke.”

De ICC’ers in de regio Enschede komen twee maal per jaar bij elkaar in netwerkbijeenkomsten. Deze worden als zeer nuttig ervaren. Ook is er behoefte om daarmee door te gaan. Bovendien is er elk jaar een contactpersonenbijeenkomst, twee weken nadat de school begonnen is, georganiseerd door Concordia; contactpersonen kunnen ICC’ers zijn, maar ook de contactpersonen voor kunst en cultuur van de scholen die nog geen ICC’er hebben. Bovendien organiseert Kunst&Cultuur Overijssel elk jaar een cultuurmarkt. Ook worden de landelijke bijeenkomsten van Cultuurnetwerk door enkelen genoemd.

Als nuttige informatiebron worden enkele malen de ‘BiK-brieven’ en de BiK-site genoemd. De BiK-site is bijvoorbeeld ook gelinked aan de website van Concordia. Drie van de zeven ICC’ers kennen de digitale nieuwsbrief ICC’ers en raadplegen die ook, bijvoorbeeld om op de hoogte te komen van interessante bijeenkomsten. Sommigen lezen het informatiebulletin Cultuur en School. Een ander noemt de krant als informatiebron: “In de Volkskrant las ik over het Prinses Christina concours. Dat je daar geld uit kon krijgen, maar dat dan wel via de muziekschool moest lopen.” Twee van de zeven ICC’ers zijn op de hoogte van website cultuurcoordinator.nl. Anderen hebben er nog nooit van gehoord. Degenen die bekend zijn hebben er weleens gezocht naar informatie, bijvoorbeeld over subsidies. Zij zijn positief over de website, maar “ik zou er eigenlijk meer op moeten kijken”. Een ander: “Ik heb er tot nu toe alleen diagonaal doorheen gelezen, maar ik heb hem nu in mijn favorieten gezet.” De aanwezigen komen in de discussie tot de conclusie dat ze eigenlijk meer informatie met elkaar zouden moeten delen, bijvoorbeeld over subsidiemogelijkheden. Dat zou kunnen door de distributielijsten te gebruiken van de ICC-cursussen.

Aan de aanwezigen worden de twee competentieprofielen uitgereikt. Er is verdeeldheid over de vraag welk profiel het meest herkenbaar is vanuit de eigen praktijk. Twee vinden het uitgebreide profiel met de zeven dimensies het meest aanspreken, omdat daarin duidelijk wordt wat de verschillende taken inhouden en “goed beschrijft wat je doet”. Een ander vindt juist het kortere profiel duidelijker: “Al die taken die in dat langere profiel staan, die doe ik gewoon niet. Ik stuur de cultuurcommissie aan en zo, maar verder moet het ook zonder mij

53

Page 54: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

lopen.” Een ander: “Er staat bijvoorbeeld cultuuraanbod beoordelen. Dat doe ik eigenlijk niet. Ik ga ervan uit dat wat Concordia aanbiedt, dat dat in orde is.” Anderen corrigeren die conclusie: “Bijna altijd schakel je ook ander aanbod in, bijvoorbeeld van een ouder die wat doet. Dat moet je vooraf of achteraf toch beoordelen.” De groep komt tot een gezamenlijke conclusie dat beide profielen elkaar eigenlijk aanvullen: “Het kortere profiel geeft duidelijk en schematisch aan welke taken er zijn, het langere laat vervolgens zien wat de verschillende taken precies inhouden.”

54

Page 55: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De aanwezigen formuleren, mede aan de hand van de competentieprofielen, een aantal leerwensen voor de toekomst:

Leren waar financiële bronnen voor cultuureducatie zitten en elkaars bevindingen hierover delen. “Mijn directeur wist dat je voor een bepaalde activiteit subsidie bij de provincie kon krijgen. Dat hebben we ook binnen gehaald. Maar ik zou graag willen weten of er nog meer subsidiemogelijkheden zijn.” Een ander: “Je hebt ook Euregio subsidies. Daar zit heel veel geld in, maar dan moet je wel met een school over de grens samenwerken.” Een volgende: “Er is bij de gemeente ook een subsidie voor het opnieuw inrichten van een schoolplein. Daar kun je ook een kunstzinnig project van maken.” Een vierde: “Wij hebben activiteiten gedaan in het kader van het Comeniusproject.”

Praktijkverhalen, praktijkvoorbeelden, informatie over zaken op andere scholen met succes worden opgepakt, bijvoorbeeld over het betrekken van ouders en buurt bij culturele activiteiten: “Hoe doen anderen dat? Welke school heeft ervaringen die je zelf kunt gebruiken.” Of over het betrekken van collega’s bij bijvoorbeeld een dansproject: “Het gaat mij er om dat je ze duidelijk maakt dat het niet gewoon een lesje is, maar dat er bepaalde doelen mee bereikt worden en dat duidelijk aan iedereen is wat je ermee wilt bereiken.” Een ander vult aan: “Het gaat vooral ook om het meekrijgen van collega’s die geen enkele affiniteit met de kunstdiscipline hebben.” Een derde: “Zoals bij ons, waar vier scholen met elkaar samenwerken bij cultuureducatie, zodat je meer uren hebt voor de ICC’er en meer budget hebt.”

Een begroting kunnen opstellen. Een overzicht krijgen van alle informatiebronnen, relevante websites en

dergelijke. Meer leren over diverse kunstdisciplines en over het creëren van

doorgaande leerlijnen daarin. Audiovisuele middelen gebruiken en nieuwe media.

Het idee van het handboek spreekt de aanwezigen aan. Het zou mooi zijn als aan bovengenoemde onderwerpen aandacht zou worden besteed. De aanwezigen zeggen zich te realiseren dat elke school weer anders is, maar hebben vooral behoefte aan formats, ‘kapstokken’, stappenplannen. Het handboek zou bijvoorkeur zowel digitaal moeten worden gepresenteerd als op papier. Het voordeel van digitaal vindt men, dat er regionale informatie aan kan worden gekoppeld en dat informatie geactualiseerd kan worden. Het voordeel van papier is, dat men het eerder denkt te lezen: “Dan kan ik het lekker in de tuin meenemen.”

9.2 Verslag groepsgesprek Den Haag

In de introductieronde stellen de zeven ICC’ers zich niet alleen voor, maar geven op verzoek ook een voorbeeld van een moment dat ze dachten: ‘Dit is waarom ik het allemaal doe, dit maakt het waard om ICC’er te zijn’. Voorbeelden van zulke momenten zijn: “Als ik ergens gratis zie staan dan schrijf ik onze school meteen in, zo nu bij Heden, de voormalige Artotheek, daar bieden ze een gratis workshop Digitaal Alfabet Ontwerpen aan”.“Voor mij was de ICC-cursus mijn kans om in het onderwijs te komen, aangezien ik hiervoor administratief medewerker was. Ik heb bereikt dat er het afgelopen schooljaar kunstworkshops op school gegeven worden.”

55

Page 56: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

“Ik heb voor de school van mijn kinderen een kunst- en cultuurbeleidsplan geschreven en het maakte me trots dat we hebben bereikt dat alle koppies dezelfde kant op zijn gaan kijken.”“Vanuit mijn eigen cultuur en achtergrond kreeg ik interesse voor de ICC-cursus. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en vakoverstijgend cultuur spelenderwijs proberen toe te voegen. We krijgen pluimpjes omhoog, dus dat gaat goed!” “We hebben een erg leuk contact gelegd met het Loosduinse Museum, dus daar komt een structurele samenwerking uit en daar zijn we erg blij mee.”“Ik heb voor een muziekproject bij Fonds 1818 een subsidie aangevraagd en 5.000 euro gekregen! Leerkrachten vonden het eng om mee te doen aan het project, maar uiteindelijk hebben alle leerlingen en leerkrachten meegedaan en waren ze erg enthousiast.”

Van de zeven aanwezige ICC’ers hebben er twee de cursus dit schooljaar gedaan, twee in het schooljaar 2007-2008 en drie in het schooljaar 2006-2007. Er blijken grote verschillen in positie van de ICC ‘er en het aantal uren dat ze ter beschikking hebben. Zo geeft een van de aanwezige ICC’ers geen les. Zij heeft achttien uur per week voor kunst en cultuur en de Verlengde Schooldag. Het blijkt een luxe positie te zijn dat zij genoeg tijd en ruimte heeft voor haar functie als ICC’er. Sommige andere aanwezigen krijgen helemaal geen extra uren om ICC’er te zijn. “Ik had eerst één dag in de week voor mijn ICC-taken, maar toen viel er een collega uit en moest ik invallen”. “We steken allemaal veel meer tijd in kunst en cultuur dan er voor staat, ik vind dat het onder schooltijd zou moeten kunnen”. Veel ICC’ers vervullen de uren in de normjaartaak, maar hoeveel uur er nu precies beschikbaar is : “Ik krijg er geen vrije tijd voor. Leerkrachten vinden het vanzelfsprekend wat ik doe en vinden alles leuk totdat ze zelf iets moeten doen, dan hebben ze ineens geen zin meer.” Ook wordt doorgaans niet bijgehouden hoeveel uren men aan de ICC-taken besteedt.

De groep is het erover eens dat ICC’er evenals bijvoorbeeld een IB’er een aparte functie zou moeten zijn en dat het belangrijk is dat er uren voor deze functie vrijkomen. Zo kunnen de taken van leerkracht en ICC’er wat meer los naast elkaar bestaan. Het switchen van leerkracht naar ICC’er wordt als lastig ervaren: “Als er in de klas naast die van mij een workshop wordt gegeven dan wil ik het liefste zien hoe dat gaat, maar dan kan ik mijn eigen klas niet alleen laten.” De groep komt tot de conclusie dat het belangrijk is dat een ICC’er niet wordt gezien als iemand met een leuke hobby: “Het is je werk.” Een ICC’er zou het gezicht in de school moeten zijn voor de kunst en cultuur, de contacten met externen moeten onderhouden en controle kunnen uitvoeren op de workshops en andere activiteiten die plaatsvinden.

Er wordt door verschillende ICC’ers aangegeven dat ze niet gestimuleerd worden, of zelfs afgeremd, door de directie van de school. Het lijkt alsof de directie en sommige leerkrachten het belang van de ICC’er niet inzien. Een ICC’er zegt bijvoorbeeld: “Mijn beleidsplan ligt ergens achterin een kast, dus in de koelkast”.

“Je moet maar net geluk hebben met de interesse van je directeur. Als hij kunst en cultuur belangrijk vindt, dan is er niks aan de hand en krijg je waarschijnlijk je uren en geld. Maar zodra je directeur meer heeft met bijvoorbeeld taal of iets anders, dan komt het kunst- en cultuurgebeuren gewoon niet van de grond.”

56

Page 57: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Als er een netwerkbijeenkomst plaatsvindt dan wordt de ICC’er benaderd, maar eigenlijk zou de directie zelf moeten worden aangesproken. Misschien gaat de directie dan het belang van de ICC’er en kunst en cultuur meer inzien. Er wordt als idee geopperd om de directie van scholen advies te geven over hoe om te gaan met de ICC en de kunst en cultuur. Misschien moet er een “mannetje met een stropdas” langs de directies en de schoolbesturen om uit te leggen wat het grote belang is van culturele activiteiten. Nu moet het belang van kunst en cultuur telkens verdedigd worden door de ICC’er. Dat betekent dat men ook behoefte heeft aan een overzicht van argumenten waarom kunst en cultuur zo belangrijk zijn, naast taal en rekenen.

Een van de ICC’ers kijkt heel bewust naar het speerpunt van haar directie: taal. Zij probeert kunst en cultuur te laten inhaken op wat er verder al gebeurt op school. Als er vakoverstijgend gewerkt wordt, dan is het mogelijk om meer spelenderwijs te bereiken dan als er het etiket cultuur op wordt geplakt: “Ik ga ze duidelijk maken hoe belangrijk kunst en cultuur is!” Toch wordt het ook door veel van de aanwezige ICC’ers jammer gevonden dat het op die manier moet: “Waarom moeten er telkens omweggetjes worden bedacht en kan aandacht voor kunst en cultuur niet op zichzelf bestaan?”

Er wordt gesproken over de functiemix. Een van de aanwezigen weet dat 30% van de leerkrachten in een hogere salarisschaal komen, zodra ze meer doen of specifieke kwaliteiten hebben die ze inzetten. Dit zou dan ook voor de ICC’er kunnen gelden. Zorgt dit ervoor dat het dan belangrijk gevonden gaat worden of dat er het gevoel van erkenning ontstaat? De een vindt van wel: “Als het een wat meer erkende functie wordt, dan is er waarschijnlijk genoeg tijd en geld en krijg je meer inzicht in het financiële stuk. Hoeveel budget is er, waar wordt het geld aan besteed? Ook kun je meer op maat gaan bedenken wat voor jouw school specifiek belangrijk is en past”. De ander vindt juist dat door zo’n erkenning er meer onderlinge onrust kan ontstaan en dat is ook niet prettig.

Een paar ICC’ers vertellen wat over de eigen ontwikkeling in hun functie: “Tegenwoordig regel ik gewoon een activiteit en ik kom met een plan. Als de leerkrachten het een maal gedaan hebben dan vinden ze het ineens best leuk. Ook probeer ik verschillende kanten te benaderen en aan te sluiten op de ideeën rond meervoudige intelligentie. Zo spreek je snel iedereen aan. Ze moeten het nu eenmaal eerst zelf ervaren voordat ze zien dat het echt belangrijk is.”Een ander vertelt: “Na een tijdje hapsnap aan het werk te zijn geweest, merk ik dat ik me steeds meer begin te specialiseren in dit vak. Ik ben steeds bezig het budget beter te investeren en de planning voor volgend schooljaar is al bijna rond. Ik krijg meer en meer een visie achter het handelen en dan wordt het iets structureels en meer gespecialiseerd.”Iemand vult aan: “Ik heb laatst gefilmd tijdens een activiteit. Dat klinkt misschien gek, maar toen ik ze de film terug liet zien en ze zichzelf bezig zagen ging het meer leven. ‘Dat was eigenlijk best leuk’, zeggen ze dan en zo krijg je ze steeds meer dezelfde kant op.” Dit leidt tot de suggestie dat Cultuurnetwerk Nederland voor een filmpje zou zorgen, waarin duidelijk wordt gemaakt wat het belang van kunst en cultuur in het onderwijs is.

Terugkijkend op de ICC-cursus zit het belang van het volgen van de cursus vooral in het opbouwen van een netwerk: “Je maakt kennis met elkaar en vervolgens kom je elkaar overal weer tegen.” Overigens zijn de aanwezigen het er over eens, dat het volgen van de cursus niet iets eenmaligs moet zijn, maar een continue proces. De ICC-cursus wordt als een opstapje ervaren of als een begin

57

Page 58: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

van de functie als ICC’er en het begin van het netwerk van de ICC’er. Netwerkbijeenkomsten zijn ook in de toekomst erg welkom. “Je weet dan dat je er niet alleen voor staat als je met veel meer ICC’ers samen bent. Je kunt delen wat je weet en anderen op weg helpen of zelf ideeën opdoen”.

Alle ICC’ers vinden het gemakkelijk om over de noodzakelijke informatie te beschikken. Verschillende ICC’ers kijken op cultuurplein.nl en ontvangen folders en lezen tijdschriften. Zo verwerven ze kennis en zoeken ze naar nieuwe initiatieven. Enkelen zeggen de nieuwsbrief en de website cultuurcoördinator.nl te kennen en te gebruiken; ze zijn er tevreden over en vinden er af en toe informatie van hun gading. Anderen geven de voorkeur aan mondelinge informatieoverdracht: “Ik vind het het fijnst om gewoon even bij elkaar te gaan zitten. Ik heb het idee dat dan de aandacht voor kunst en cultuur zich langzaam en onzichtbaar verspreidt in het onderwijs, als een soort veenbrand.”

Aan de aanwezigen worden de twee competentieprofielen uitgereikt. Er is verdeeldheid over de vraag welk profiel het meeste aanspreekt. Twee personen vinden het meer schematische profiel het meest aanspreken, dat komt vooral doordat het wat minder woorden zijn en overzichtelijker lijkt. De andere ICC’ers worden meer aangesproken door het wat uitgebreidere profiel met de zeven dimensies. “Dat gaat meer over onderwijs, is meer gespecialiseerd. Verschillende facetten worden weergegeven en duidelijk uitgelegd.” Een ander: “Er wordt duidelijk verwoord wat wij precies doen en belangrijk vinden”. Toch blijken alle ICC’ers uiteindelijk te vinden dat de twee profielen naast elkaar kunnen bestaan en elkaar aanvullen. De een voor jezelf en de andere voor je directeur. Ook wordt er aangegeven dat de uitgebreide versie heel geschikt zou kunnen zijn voor een beginnende ICC’er als basis en als houvast.

Voor de toekomst geven de aanwezigen aan dat ze ook behoefte hebben aan meer zicht op de financiën en dat de directie en andere leerkrachten het belang van kunst en cultuur in gaan zien: “Het gaat om het bewustwordingsproces dat het er niet bij komt, maar dat het er in hoort.”

“Er is een groot verschil tussen crea en een beetje knutselen en het bezig zijn met onderwijs!”

Gevraagd wat Cultuurnetwerk nog meer zou kunnen doen ter ondersteuning, worden genoemd:

- Iemand moet het belang van de kunst en cultuur aan de directie duidelijk maken. Er is zoveel bereidheid vanuit de ICC’ers om op de scholen actief te zijn, dat het heel fijn zou zijn als er iemand anders het zakelijke stuk zou kunnen aanpakken. Als een soort tussenpersoon die als steun kan dienen en ervoor kan zorgen dat bijvoorbeeld geld en tijd beter geregeld zou worden.

- Een ICC’er geeft aan een betere gesprekspartner te willen zijn van de directie. Zij geeft aan behoefte te hebben aan bijvoorbeeld een workshop, noem het een expertmeeting, zakelijk communiceren.

- Financiële kennis. Op financieel gebied blijkt er veel onduidelijk te zijn. Hoeveel geld is er nu precies beschikbaar voor kunst en cultuur en is de directie wel altijd even eerlijk over hoeveel geld er beschikbaar is? De ICC’ers zouden zelf graag het eigen budget beheren, maar hebben daar

58

Page 59: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

nog extra kennis voor nodig m.b.t. het budgetteren van de financiën. Ook het aanvragen van subsidie is voor velen nog onduidelijk.

- Kennis over de mogelijkheden van het besteden van het budget voor de kunst en cultuur. Er wordt aangegeven dat dat bijvoorbeeld besteed mag worden aan het uitroosteren van leerkrachten en dit blijkt nieuwe informatie te zijn voor de meesten.

- Iemand merkt op: “Een manier bedenken om mensen geïnspireerd te laten raken, zodat ze gaan snappen dat het belangrijk is wat een ICC’er doet en wat het inhoudt.”

- Een ander: “Geef ons allemaal een museumjaarkaart om het enthousiasme erin te houden.”

Er wordt door de aanwezigen geopperd om vanuit landelijke organisaties samen met lokale partners een charmeoffensief te starten voor cultuurambtenaren bij de gemeenten en voor de directies en besturen van de scholen. Dan kan bijvoorbeeld aan directies duidelijk worden gemaakt, dat het essentieel is dat ICC’ers aanwezig zijn bij netwerkbijeenkomsten. Anders bestaat er een kans dat de directie verwacht dat ze toch bij een ‘normale vergadering’ aanwezig zijn, terwijl ze tegelijkertijd worden verwacht op een netwerkbijeenkomst.

Bij het promoten van kunst en cultuur zouden ook andere instellingen kunnen worden ingeschakeld, bijvoorbeeld onderwijsbegeleidingsdiensten zoals HCO in Den Haag. Maar men kan ook aan andere organisaties denken, bijvoorbeeld het Platform Allochtone Ouders dat jaarlijks samenkomt en waar 300 tot 400 ouders samenkomen, in bijzijn van vertegenwoordigers van het Ministerie aantrekt.

9.3 Verslag groepsgesprek Amsterdam

Ook in Amsterdam stellen de zeven aanwezige ICC’ers zich in de introductieronde niet alleen voor, maar geven op verzoek ook een voorbeeld van een moment dat ze dachten: ‘Dit is waarom ik het allemaal doe, dit maakt het waard om ICC’er te zijn’. Voorbeelden van zulke momenten zijn: “Dit jaar was een speciaal kunst- en cultuurjaar voor onze school. Elk jaar is er weer een ander thema. Daarvoor heb ik een aantal projecten gedaan en als je dan ziet hoe blij en gelukkig iedereen daar van wordt. Daar word je zelf ook blij en gelukkig van.”“Het moment dat ik het beleidsplan ga afschrijven en inleveren.”“Elke keer als je iets organiseert en het lukt allemaal met de hele school, terwijl je er flink achteraan hebt gezeten en er veel tijd in hebt gestopt. Als je dan de reacties van al die ouders en kinderen ziet, dat maakt het voor mij de moeite waard.”“De toneelvoorstelling van De Krakeling. Op mijn voorspraak mogen we er komend schooljaar weer heen.” “Ik zag toevallig gisteren bij Praatjesmakers hoe aan een kind werd gevraagd wat kunst was. Toen zei ze: Dat is dat je naar dingen mag kijken, maar niet mag aankomen. Dat geeft mooi aan dat we bezig zijn kinderen te leren hoe ze moeten kijken. We hebben onlangs een fotografieproject afgerond en dat gaat bij uitstek over kijken en daar kan ik ontzettend van genieten. Ik denk dat dat onderwijs mooi maakt.” Eén ICC’er werkt gemiddeld 8 uur per week als ICC’er. In de loop van het gesprek legt zij uit hoe zij aan die 8 uur komt: “Ik ben geen leerkracht, ik ben ouder. Ik heb de ICC-cursus gevolgd en wordt vanuit de vrijwillige ouderbijdrage betaald als ICC’er. Het bestuur wil er geen eigen budget in steken. Ook mijn collega heeft

59

Page 60: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

nog 4 uur per week, dus in totaal is er 12 uur per week, volledig betaald door de ouders.” Die 8 uur zijn zeer royaal in vergelijking met de andere aanwezige ICC’ers. Iemand heeft een dag in de maand, een ander 40 uur per jaar uit de normjaartaak (naast 60 uur techniek e.d.), bij weer anderen zit het in de normjaartaak, maar zonder specificatie van het aantal uren: “Het zit gewoon in mijn taakbeleid, maar ik zit ook in de MR en doe de nationale voorleesdagen, de Kinderboekenweek e.d. Dat betekent dat je veel in je vrije tijd doet.”

Typerend is dat vrijwel niemand de uren bij houdt: “Je doet veel thuis of tussendoor of ik kom in de vakantie een dagje terug. Ik heb geen idee of ik die uren overschrijd.” Het maakt de taken van de ICC’er ook kwetsbaar. Zo vertelt iemand: “Ik had eerst 2 of 3 uur per week voor mijn taken als ICC’er, maar nu zijn er problemen met de formatie en dan valt dat toch weer weg.” Een van de aanwezigen verzucht, met instemming van de anderen: “Dat is gewoon onderwijs.” Degene die acht uur per week vanuit de ouderbijdrage ter beschikking heeft, houdt wel de uren bij, omdat deze uren verantwoord moeten worden naar de ouders: “Dat is een groot voordeel, want daarmee maak je inzichtelijk dat het half bureauwerk is en half gesprekken met mensen voeren en het organiseren van activiteiten.”

Het valt op dat veel afhangt van de directeur. De ene directeur vindt kunst en cultuur belangrijk, de ander veel minder. Zo merkt een van de aanwezigen op: “Ik heb de ene week een dagdeel, de andere week twee dagdelen ter beschikking als ICC’ers, dat is heel royaal. Maar dat komt omdat mijn directeur erg pro kunstontwikkeling is. Hij is zelf kunstenaar.” Iemand vraagt zich hardop af: “Hoe kan dat toch dat bij kunst en cultuur het allemaal zo afhankelijk van de directie is. We krijgen toch allemaal hetzelfde geld ervoor?”

De aanwezige ICC’ers besteden vooral hun uren aan het opstellen van het beleidsplan en het zorgen dat het wordt uitgevoerd. Zo zegt iemand: “Ik probeer met mijn uren het beleidsplan uit te voeren. Dat is voor een deel gelukt, voor een deel niet. We proberen een leerlijn aan te brengen in de creatieve vakken. Ook het lijn brengen in de uitstapjes is gelukt.” Ook wordt getracht met de beschikbare uren het overzicht te bewaren en ‘witte vlekken’ op te vullen: “Dat je probeert alvast te bedenken wat je volgend jaar gaat doen en dat plant en alvast onder je hoede neemt. Je kijkt dan waar aandacht aan wordt besteed en waar minder. Bij ons op school werd nog weinig aan muziek gedaan, dus ga je daar dan projecten bij zoeken en afspraken maken. Daarvoor moet je dan ook nog je team enthousiasmeren.”Een ander vertelt: “Ik schrijf lessen voor de klassen, behalve de beeldende lessen, en die sluit ik aan op de methodes voor wereldoriëntatie. Ik zorg dat er een excursie per jaar is, die aansluit bij wereldoriëntatie en dan hebben we nog de jaarthema’s.”

De aanwezigen zijn het er over eens, dat veel tijd gaat zitten in praktisch regelwerk en administratie: roosters maken, kijken wie wanneer ergens naar toe gaat. Waar men vaak niet aan toekomt zijn de financiën. Ook komt men niet toe aan het zelf bedenken van projecten.

“Als je projecten op maat voor de school wilt, moet je zelf dingen gaan verzinnen, bedenken wat je wil, met je collega’s overleggen, met de directie en dat kost veel te veel tijd. Dus neem je toch gewoon maar weer het aanbod van instellingen zoals de muziekschool af.”

60

Page 61: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De ICC’er die afgelopen schooljaar een aantal projecten organiseerde rondom het jaarthema kunst en cultuur: “Dat heb ik nu een keer gedaan, maar dat ga ik niet elk jaar doen, want dat zou ik niet overleven.” Iemand verzucht: “Ik wil vooral meer tijd.” Alleen degene die acht uur per week ter beschikking heeft, geeft aan dat zij eigenlijk aan alles wel toe komt. De anderen stellen zich vooral pragmatisch op: “Ik heb zoiets van: ik heb gewoon de tijd die ik heb en daar in doe ik wat ik kan doen. Wat vandaag niet kan, komt morgen wel.“

De aanwezigen zijn het erover eens dat de directie geen idee heeft, hoeveel uur de taken van een ICC’er vergt: “Als je een gedegen kunst- en cultuurbeleid wilt voeren, dat je daar tijd en mensen en geld voor vrij moet maken.” Daarnaast is draagvlak bij het team erg belangrijk. Cruciaal is het verschil tussen ‘taken’ en ‘functie’: de ICC’er vervult nu taken, maar doet dat er een beetje bij, want het is geen erkende functie, zoals een vakleerkracht.

De ICC-cursus heeft vooral waarde gehad als ‘stok achter de deur’ om eindelijk eens het beleidsplan te schrijven. Daardoor kwam er structuur in wat tot nu toe ‘hapsnap’ was. Ook is er inzicht ontstaan wat er al op de school gebeurt op het gebied van kunst en cultuur. Door het volgen van de cursus is bij sommigen ook de positie als ICC’er in de school versterkt: “Ze zien mij nu als degene waar je moet zijn als het om kunst en cultuur gaat. Het heeft mij een bepaalde status gegeven.” Tegelijkertijd wordt opgemerkt dat dit nadelen met zich meebrengt: “Al gauw wordt gedacht dat de ICC’er nu voortaan wel alles regelt.” Eén ICC’er plaatst een kritische kanttekening bij de cursus: “Het had allemaal wel wat steviger gemogen, compacter, waarbij je zou worden gedwongen de informatie goed te gebruiken. Nu kreeg je veel informatie aangereikt, maar het was allemaal wel tamelijk vrijblijvend.”

Als relevante informatiebronnen worden onder andere genoemd: Cultuurplein.nl, BiK’kers (inclusief nieuwsbrieven en informatiebijeenkomsten), de website en nieuwsbrief van Mocca, cultuureducatiemarkten en dergelijke. Niet alle aanwezigen blijken de nieuwsbrief voor cultuurcoördinatoren te ontvangen, wellicht omdat hun mailadres veranderd is in de loop der jaren. Ook de website cultuurcoördinator.nl is aan sommigen maar niet aan iedereen bekend. Een aantal aanwezigen klaagt over de hoeveelheid aanbiedingen die men via folders, brochures en andere media over cultuureducatief aanbod in Amsterdam krijgt: “Je wordt overspoeld met informatie.” Ongeveer twee keer per jaar zijn er netwerkbijeenkomsten met ICC’ers en andere cultuurcontactpersonen van de scholen. Deze worden als zeer nuttig beschouwd. Wel is het lastig dat er zowel bijeenkomsten zijn per stadsdeel als voor de hele stad en dan ook nog landelijke bijeenkomsten. Dat dwingt je keuzes te maken.

Als de aanwezigen de twee competentieprofielen bekijken die Cultuurnetwerk heeft opgesteld, blijken sommigen de voorkeur te hebben voor het uitgebreide profiel. Argumenten zijn dat daar meer inhoudelijk op de taken wordt ingegaan en niet over geld wordt gesproken, “want dat is toch de verantwoordelijkheid van de directie”. Anderen hebben juist de voorkeur voor de kortere, schematische versie, omdat deze kort en duidelijk aangeeft “waar het uiteindelijk om gaat.” Ook wordt in deze versie duidelijk genoemd wie je nog meer bij cultuureducatie moet betrekken. Er lijkt consensus over de constatering dat beide profielen elkaar aanvullen, want in de ene lees je wat je moet kunnen, wat je competenties moeten zijn, in de andere wat je moet doen.

61

Page 62: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Zeker het uitgebreide profiel vindt men nuttig naar de directie toe: “Ik krijg straks een nieuwe directeur en als die dan vraagt wat ik doe als ICC’er, dan kan ik hem dit geven.” Het geeft ook een indruk van het aantal uren dat je er voor nodig hebt. Bij voorkeur zou Cultuurnetwerk Nederland een indicatie geven van het aantal uren op jaarbasis dat je minimaal nodig hebt voor de uitoefening van je taken. Het schematische profiel lijkt vooral nuttig voor de ICC’er zelf om in te vullen of bij te houden.

Naar aanleiding van de opmerking over de financiële verantwoordelijkheid van de directeur blijkt dat de meeste aanwezigen uitgaven voor cultuureducatie moeten voorleggen aan de directie. Een enkeling stelt voor het komende schooljaar een begroting op, anderen vragen gewoon per keer toestemming voor de uitgaven.

“Aan de ene kant zegt een deel van OCW: doe meer aan kunst en cultuur en stimuleert dat er interne cultuurcoördinatoren worden aangesteld. En aan de andere kant komt de inspectie op bezoek en die zegt: stel taal en rekenen centraal en schuif die cultuureducatie maar even aan de kant, ga maar even niet naar de Hermitage in Amsterdam.”

Voor de een betekent dit dat je moet kijken hoe je het team en de directie kunt overtuigen dat kunst en cultuur ook kan bijdragen aan bijvoorbeeld taalontwikkeling. Maar een ander heeft daar grote aarzelingen bij: “Ik ben toch van degenen die zeggen dat het bij kunst en cultuur om een waarde op zich gaat.” Dat zelfde geldt voor de koppeling van techniek: sommige ICC’ers werken op een VTB-school en proberen te laten zien dat men met cultuureducatie techniek kan ondersteunen, bijvoorbeeld het stimuleren van creativiteit.

62

Page 63: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Voor de toekomst blijft het noodzakelijk om aandacht te blijven besteden aan het draagvlak in het team. Dat hangt sterk van de school af. Bij de ene school vindt het team kunst en cultuur belangrijk. Maar bij andere scholen ligt dat anders. Zo zegt iemand: “Dat is lastig, want we hebben inmiddels 43 leerkrachten en veel parttimers en sommigen zwak, ziek of zwanger. De motivatie om nog iets naast hun gewone werk te doen is er bijna niet.”

Ook zou er op de een of andere manier meer druk op de directies moeten komen om hen te overtuigen van het belang van cultuureducatie. Mocca is een van de weinige lokale organisaties in Nederland die juist ook met directies en schoolbesturen praat en dat wordt door de aanwezigen als zeer nuttig ervaren. Een van de aanwezigen pleit ervoor meer met ouders te praten over kunst en cultuur. Dat levert soms interessante suggesties op voor cultureel aanbod dat je nog niet kent, “buiten het schreeuwerige aanbod dat er al ligt”.

Ook is er behoefte bij sommigen aan een soort forum, waarop ervaringen met cultureel aanbod in Amsterdam kunnen worden uitgewisseld, of aan recensies op een website. Mocca geeft aan daarmee bezig te zijn. Het lastige blijft echter dat scholen nu eenmaal zeer verschillend zijn in de criteria die ze hanteren om kwaliteit te beoordelen. Bovendien kunnen negatieve oordelen die zo breed gepubliceerd worden vervelende gevolgen hebben voor de aanbieder.

Een van de aanwezigen wijst in dit verband op de mogelijkheden van webmail, waardoor je met elkaar kunt praten over bijvoorbeeld een film die je hebt gezien. Anderen zien meer heil in het uitwisselen van ervaringen tijdens een netwerkbijeenkomst.

Met instemming van anderen benadrukt een van de aanwezigen hoe nuttig het is als iemand van Mocca de school persoonlijk begeleidt en af en toe op school komt. Dan krijg je gericht advies over je eigen situatie en heb je aan zo iemand bijna een persoonlijke coach.

Enkele aanwezigen hebben tot slot behoefte aan ondersteuning bij erfgoed: “Cultuur is niet alleen kunst, maar is inclusief erfgoed. Dat biedt veel mogelijkheden om de buurt van de school te benutten, maar het kost wel ontzettend veel tijd om dat uit te zoeken.”

9.4 Verslag groepsgesprek Geleen

Bij de introductie wordt ook aan deze acht ICC’ers gevraagd een moment te beschrijven dat zij zich realiseerden dat het de moeite waard is om ICC’er te zijn. Voorbeelden van zulke momenten zijn:“Een kind kwam laatst naar mij toe en zei tegen mij: ah, jij bent de juf van de leuke dingen”.“We hebben vorig jaar een groot kunstproject gedaan met de Kunstkaravaan, met een tentoonstelling aan het eind van de week. Toen had ik echt het gevoel: yes, daar doe je het voor. Helaas stond dit jaar kunst en cultuur bij ons op een laag pitje, omdat de directeur vergeten was er geld voor te reserveren.”“Van de kinderen die al jaren de school hebben verlaten hoor je dat ze zich juist het tweejaarlijkse kunstproject nog goed herinneren. Dat laat dan toch zien dat het iets voor ze heeft betekend.”“Het is me gelukt afgelopen week een presentatie aan het team te verzorgen. Dat heeft ertoe geleid dat het team nu zelf met een aantal zaken aan de slag gaat, zonder dat ik ze nog hoef te pushen.”

63

Page 64: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

“We hebben een groot Afrika-project gedaan en dat was heel erg geslaagd.”“Ik heb een paar jaar moeten knokken voor kunst en cultuur in de school. Ik ben bij die school nu weg en zie hoe de projecten die ik toen heb aangedragen nu gewoon doorgaan. Dat geeft voldoening.”

De aanwezige ICC’ers hebben uiteenlopende afspraken gemaakt over het aantal uren dat zij voor hun taken als ICC beschikbaar hebben. Voor sommigen maken deze taken gewoon onderdeel uit van hun taakbeleid, dat wil zeggen de niet-lesgebonden uren, zonder dat het aantal uren daarvoor is bepaald. Zo vertelt iemand: “Ik word er niet voor vrij geroosterd.” Een tweede: “Ik heb nul uren. Je doet het er toch allemaal maar bij. Dat is toch anders dan als je ervoor wordt vrij geroosterd.”Anderen hebben wel een aantal uren afgesproken: “Mijn collega-ICC’er en ik hebben allebei twintig uur per jaar voor onze taken, uit het taakbeleid.” Een ander: “Ik heb vijftien uur per jaar.”Enkele ICC’ers zijn wel vrij geroosterd voor hun taak als ICC’er (vaak samen met nog een of meer andere taken), bijvoorbeeld een vaste woensdagochtend. Een van de aanwezigen is vrij geroosterd voor vijftien woensdagen per jaar. Een ander legt uit: “Ik kreeg eerst twintig uur per jaar, maar heb ik met het bestuur geregeld dat ik tien vrijdagmiddagen werd uitgeroosterd om het beleid te proberen te schrijven.” Een derde heeft een woensdagochtend per maand: “Maar dat is niet altijd handig. Want zo’n ochtend krijg je niet vol met ICC-werk, terwijl je er op andere momenten juist veel tijd aan moet besteden.” Soms staan er naast zo’n ochtend of middag ook nog een aantal uren uit de normjaartaak ter beschikking.

De beschikbare tijd wordt besteed aan het schrijven van een beleidsplan en stappen die vooraf gaan aan het beleid, zoals het houden van presentaties in de school en het overtuigen van het team van het belang van kunst en cultuur. Maar veel uren gaan ook zitten in het praktisch organiseren van allerlei activiteiten. Men probeert, zo blijkt uit de discussie, in elk geval te zorgen dat het Kunstmenu goed is geregeld als een soort basis van culturele activiteiten in de school: “Door het Kunstmenu heb je in elk geval de garantie dat elke leerkracht iets aan kunst en cultuur doet.”

Ook worden uren soms besteed aan het uitzoeken van methoden en het opzetten van ‘creamiddagen’. Sommigen proberen in de beschikbare tijd een relatie te leggen tussen deze activiteiten en de methode die men op school gebruikt, zoals Moet je doen.

“De meeste leerkrachten willen vastigheid. Dat kan het Kunstmenu zijn of een methode. Als je het overlaat aan hun eigen creativiteit, dan raken ze in paniek.”

De uren zijn vaak al niet toereikend om een volgende stap te zetten, namelijk het er op toezien dat de leerkrachten in de school de activiteiten van het Kunstmenu ook goed voorbereiden en na afloop evalueren. Bovendien moet de ICC’er tijd besteden aan het verzorgen van de post: “Alles wat tegenwoordig binnenkomt aan post over kunst en cultuur gaat naar de ICC’er. Dat zijn hele stapels. Dat moet je allemaal lezen en als het iets interessants is, dan ga je naar een leerkracht toe en zegt: lijkt je dit soms wat of dat?” Een ander vult aan: “Er komt steeds meer bij. Zelfs als het over de Kinderboekenweek gaat of zo, er hoeft maar een klein raakvlakje te zijn of het gaat naar mij.” Iemand vertelt dat op

64

Page 65: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

haar school daar ook bewust voor gekozen is: “Ik krijg alles, ook over de houtwal drie straten verderop. Dat hebben juist zo afgesproken, dat hoort bij mijn taak, want dan kan ik selecteren wat wel belangrijk voor de school is en wat niet.”

Veel van de aanwezige ICC’ers komen aan bepaalde taken niet toe. Enkele malen wordt genoemd het opzetten van projecten op maat voor de school: “Ik ben al blij als ze de Kunstmenu-activiteiten serieus nemen. Dat proberen we in de onderbouw sinds kort wel zo te doen, dat de activiteiten aansluiten bij de kleuterthema’s; dan wordt het door de leerkrachten minder ervaren als ‘dat moeten we er ook nog bij doen’. Maar in de praktijk is het lastig, want het Kunstmenu is pas net voor de zomer beschikbaar en pas in de loop van het schooljaar hoor je of je ook krijgt wat je gekozen hebt.” Ook genoemd wordt het voeren van gesprekken met de leerkrachten om de culturele activiteiten te evalueren, bijvoorbeeld de voorstelling waar ze naar toe zijn geweest. De ICC’er die vijftien woensdagen ter beschikking heeft, zegt: “Ik mis in het verhaal eigenlijk het je zelf verdiepen in het aanbod, alles wat er is. Want daar is mijn tijd vooral in gaan zitten. Eer je beleid kunt maken zul je zelf eerst een goed beeld moeten hebben van wat er in Nederland op kunstgebied allemaal gaande is.”

Het overtuigen van het team is heel belangrijk. Een ICC die juist een presentatie voor het team heeft verzorgd, vertelt dat hij probeert aan te sluiten bij de persoonlijke interesses en vaardigheden: “Om weerstand te overwinnen heb ik gezegd tegen de collega’s: kijk eens waar je eigen kwaliteiten nu liggen als het gaat om kunst en cultuur. Ben je goed in fotografie of in sieraden? Iedereen heeft wel iets waar hij goed in is, dat kun je ook uitbuiten.”

Ook is het nuttig als men over een collega-ICC (een ‘kunstmenu-maatje’) in de school beschikt, om samen te bespreken welke stappen men in de school kan zetten: “Scholen waar twee ICC’ers zijn, die hebben toch meer power.” Iemand anders: “Je hebt dan toch meer waarborgen voor als er iemand uitvalt. Je moet dat eigenlijk gewoon van je directie eisen.”

Een probleem blijkt ook de kloof tussen woorden en de praktijk. Iemand zegt: “Als we het over de identiteit van de school hebben, vindt iedereen creativiteit heel belangrijk, maar als het dan in de praktijk moet worden uitgevoerd, dan is het opeens een heel ander verhaal.” Een tweede: “We hebben nu een heel mooie visie en een beleidsplan, maar ja, papier is geduldig.” Een derde: “Van kunst en cultuur zegt iedereen dat het belangrijk is, maar als de Onderwijsinspectie op bezoek komt, kijken ze alleen naar de CITO-scores, naar taal en rekenen.”Toch benadrukken enkele ICC’ers dat er niet te negatief moet worden gedacht over wat er allemaal al bereikt is de laatste jaren.

“Eerst was er niets op school, ze maakten alleen een leuk uitstapje. Sinds ik er ben en de cursus heb gevolgd, wordt er veel bewuster met kunst en cultuur omgegaan. Het zelf doen door leerkrachten is nog moeilijk, maar het begint nu echt door te sijpelen.”

Wel blijkt aandacht voor kunst en cultuur nog vaak afhankelijk van de directeur, die bereid is geld en uren ter beschikking te stellen; “Je merkt heel duidelijk of een directeur passie voor kunst en cultuur heeft of niet. Als hij die passie niet heeft, dan moet je knokken om zaken voor elkaar te krijgen.” Een van de aanwezige ICC’ers zegt zelfs: “Ik denk dat het niet onafhankelijk van de directeur kán, omdat hij het geld beheert.” Slechts een van de aanwezigen heeft nu de

65

Page 66: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

beschikking over een eigen budget: “Mijn directeur zei laatst tegen me: jij gaat nu ook de financiën doen.” De anderen zijn voor het geld (mede) afhankelijk van de directeur.

Een van de aanwezigen laat een brochure met portretten van scholen in Limburg zien, waarin wordt ingegaan op de aandacht voor kunst en cultuur bij deze scholen. De aanwezigen zijn het er over eens dat zo’n brochure kan helpen om aan directeur en schoolbestuur te laten zien wat andere scholen en schoolbesturen allemaal aan kunst en cultuur doen. Maar tegelijkertijd wordt ook opgemerkt dat schoolbesturen in zo’n brochure een prachtig beeld kunnen schetsen, dat in werkelijkheid toch heel anders kan uitvallen.

Terugkijkend op de ICC-cursus blijkt dat de waarde vooral ligt in het opbouwen van netwerken, de contacten met andere scholen en het schrijven van het beleidsplan. Bovendien is er door de cursus een culturele kaart gekomen, die helpt om snel uit te zoeken wat er allemaal is. Ook wordt opgemerkt dat het heel belangrijk is dat het goed wordt onderhouden, met name in de vorm van terugkomdagen of vervolgcursussen. Het moet geen eenmalige exercitie blijven.

Achteraf mist men vooral de volgende zaken:- Het opzetten van een project, projectmatig werken (een van de

aanwezigen verwijst naar een uitgave van Mocca hierover).- Het motiveren en enthousiasmeren van collega’s. Dat kan bijvoorbeeld

door te laten zien hoe er vaak al meer in de school aan kunst wordt gedaan dan men zelf denkt.

- Het motiveren van de directie, zodat deze de collega’s kan overtuigen niet alleen aandacht aan taal en rekenen te geven, “bijvoorbeeld door te laten zien dat aandacht voor kunst en cultuur niet iets extra’s hoeft te zijn, maar kan helpen bij de andere vakken. Cultuurnetwerk zou lokale aanbieders van culturele activiteiten moeten helpen hun aanbod op zo’n manier te presenteren aan de scholen.”

- Het implementeren van het beleid, in de zin van draagvlak creëren, ook naar het bestuur toe (bijvoorbeeld met behulp van het spel Cueka).

Aan de aanwezigen worden de twee competentieprofielen uitgereikt. Er is verdeeldheid over de vraag welk profiel het meest herkenbaar is vanuit de eigen praktijk. Sommigen vinden de meer schematische versie duidelijker, overzichtelijker en meer praktisch bruikbaar. Anderen vinden het uitgebreide profiel met de zeven dimensies het meest bruikbaar, bijvoorbeeld om de directie te overtuigen wat je als ICC’er eigenlijk idealiter moet doen: “Dit zou je eigenlijk moeten gebruiken in je gesprek over de taakuren, omdat het laat zien wat de taken van een ICC’er inhouden.”

Wel wordt bij de uitgebreide versie opgemerkt, dat zo’n profiel niet haalbaar is gegeven de vijftien of twintig uur per jaar die men ter beschikking heeft. Gevraagd waar men dan prioriteit legt, worden genoemd: communicatie met de collega’s binnen de school (“als start van cultuurbeleid”), samenwerken in de school (ook weer: “praten met je collega’s”) en coördineren (“zorgen dat in elk geval het Kunstmenu wordt geregeld”). Maar het blijft lastig om zo’n prioriteit aan te geven: “Het een kan eigenlijk niet zonder het ander.”

66

Page 67: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Er blijkt naast zo’n competentieprofiel voor de ICC’er ook behoefte aan een soortgelijke beschrijving van taken voor anderen in de school als het gaat om kunst en cultuur, bijvoorbeeld de directie.

67

Page 68: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Tot slot worden nogmaals een aantal wensen genoemd ten aanzien van ondersteuning en opleiding:

- Leerlijnen bedenken en maken, zodat culturele activiteiten niet meer los staan, maar dat er een zekere opbouw in zit.

- Een handreiking voor het motiveren van collega’s, juist om ze te overtuigen van het feit dat het om iets professioneels gaat en niet alleen “iets leuks”.

- Draagvlak creëren bij team en directie. - De terugkomdagen zijn belangrijk, die geven je weer een impuls.- Een overzicht van argumenten waarom kunst en cultuur in het onderwijs

zo belangrijk zijn. - Een overzicht, bijvoorbeeld bij Artamuse, van interessant materiaal dat er

allemaal is, zoals de instructie die Bureau Erfgoededucatie in Noord-Holland heeft gemaakt voor erfgoededucatie, hoe je je team warm kunt maken voor cultuur.

- Lokale culturele instellingen (niet Artamuse of instellingen die met een Kunstmenu werken, maar andere) zouden met hun aanbod beter moeten laten aansluiten op de vraag, ook financieel.

9.5 Verslag groepsgesprek Haarlem

Ook in het gesprek in Haarlem geven de acht aanwezige ICC’ers desgevraagd eerst voorbeelden van momenten de afgelopen maanden dat ze zich realiseerden hoe leuk het is om ICC’er te zijn: “Ik vond het heel leuk dat een collega van mij die groep 6 heeft naar mij toe kwam. Ze zat met de handen in het haar, want ze was met een muziekproject bezig van het kunstencentrum in Heemskerk, maar het niveau was veel te hoog. Toen heb ik ervoor gezorgd, dat er iemand op school kwam die aan de slag ging met de kinderen. Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de eindpresentatie.” “We hebben twee galeries op het dorp. Die heb ik dit jaar benaderd. Kinderen hebben zelf kunstwerken gemaakt en die hebben tussen het professionele werk in gehangen.” “Op mijn initiatief doen we nu elk jaar een project, waarbij elke groep ergens naar toe gaat. Dat vonden mijn collega’s eerst wel eng, maar nu vinden ze het eigenlijk heel leuk om naar het Zuiderzeemuseum of Kasteel Radboud te gaan.”“Onze school bestond dit jaar honderd jaar en toen hebben we een heel groot erfgoedproject gedaan.”

“Iedereen op school deed maar wat, maar sinds ik de ICC-cursus heb gevolgd en een beleidsplan heb geschreven gaat iedereen een keer per jaar met zijn klas naar het museum, een keer per jaar naar een voorstelling en komt er ook nog een muziek- of dansvoorstelling op school. Dat was best schipperen, want we zijn een VTB-school en er wordt op school onwijs veel aan techniek gedaan.”

Naar aanleiding van deze ronde wordt door diverse aanwezigen opgemerkt, dat het een punt van zorg is dat na het voltooien van het beleidsplan de aandacht voor kunst en cultuur in de school niet verslapt. Zo vertelt een van de aanwezigen: “Het is toch nog allemaal ‘ik en de directeur’. Er zijn wel collega’s van me die in een werkgroep voor cultuur willen, maar die werken weer op andere dagen dan ik, dus dat is een probleem.” Ook dreigt volgens sommigen het gevaar dat juist door de komst van een ICC’ers de andere leerkrachten achterover leunen en denken dat deze ICC’er voortaan de

68

Page 69: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

culturele activiteiten regelt: “Ze gaan er nu van uit, dat de ICC’er wel met een voortstel komt” . Maar anderen wijzen er op, dat een ICC’er zelf een taak heeft om dat te voorkomen: “Wij hebben juist door de cursus de leerkrachten er nauw bij betrokken. Ze moeten bij ons echt aan de bak.”De aanwezige ICC’ers hebben allemaal een verschillend aantal uren per jaar beschikbaar om de taken van ICC’er te vervullen. Een ICC’er heeft bijvoorbeeld 10 uur per jaar: “Die besteed ik aan het opzetten van projecten, samen met een werkgroep, op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed, die aansluiten bij de projecten wereldoriëntatie.” Sommigen krijgen er geen aparte uren voor, maar verrichten de taken vanuit de niet-lesgebonden uren: “Het gaat allemaal een beetje tussen neus en lippen door. Als er een stagiair is, kan ik soms even onder schooltijd dingen doen. Ik heb geen afspraken met mijn directeur over het aantal uren.” Vaak hangt de situatie af van de directeur: “Van mijn vorige directeur kreeg ik twee uur per week. Maar die is nu weg, en de nieuwe directeur is net aangetreden, dus ik moet nog even zien of ik er weer uren voor krijg.”

Bij de ICC’ers is wel behoefte aan meer duidelijkheid, hoeveel uur per week een ICC’er nodig heeft, gerelateerd aan de grootte van de school: “Ik heb ergens gelezen dat een bureau dat had uitgezocht en die kwam op vier uur per week.” Een ander vult aan, met instemming van de overige aanwezigen: “En dan zou het ook zo moeten zijn dat het geen taak is maar een functie, want dat is volgens mij de kern waar het om draait.”

Het blijkt moeilijk om aan te geven aan welke taken men door het beperkt aantal uren niet toekomt: “Ik probeer zo’n beetje toch alles te doen.” Daarbij wordt er op gewezen, dat een ICC’er ook veel administratieve taken moet vervullen: “Je moet administrateur worden en formats invullen voor subsidieaanvragen en dergelijke. Je zou eigenlijk een maatje nodig hebben die de administratie voor je doet.” Enkele ICC’ers geven aan dat het vooral moeilijk is om in de beperkte tijd het beleidsplan bij te stellen en te actualiseren: “Mijn directeur kijkt het niet meer in, dus dan denk ik: daar ga ik mijn tijd niet meer in stoppen. Want ik moet ook al die activiteiten regelen.”

“Tegenwoordig zijn ze dol op de term ‘borgen’, maar het kost veel tijd om te zorgen dat kunst en cultuur in de school geborgd worden.”

Daarnaast is het lastig om eigen projecten te organiseren: “Je moet op internet gaan kijken wie iets kan doen. Die moet je dan benaderen, er afspraken mee maken. Dat kost veel tijd. Je valt dan gauw weer terug op het aanbod van de steunfunctie.” Iemand vat het probleem als volgt samen: “Als ik organiseer zijn mijn collega’s laaiend enthousiast. Dan roepen ze meteen: dat willen we volgend jaar weer. Maar wat is het kenmerk van enthousiaste leerkrachten? Dat ze zelf zo weinig mogelijk hoeven te doen.”

Maar het is volgens sommigen ook een kwestie van delegeren: “We hebben afgesproken dat iedere leerkracht met zijn groep elk jaar naar een museum gaat. Dat moeten ze zelf regelen, dat ga ik niet voor hen doen. Ik houd alleen in de gaten of ze het doen.” Een ander vult aan: “Waarom moet je alles zelf kunnen. Haal de expertise de school in. Het barst van de kunstenaars die iets in de school willen doen.” Wat bij dit laatste helpt is als gemeenten bij hun subsidies aan lokale culturele instellingen de eis stellen, dat ze ook educatieve projecten doen

69

Page 70: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

voor het onderwijs. Lastig is dat de provinciale subsidie naar de steunfunctie gaat: “Die subsidie hebben wij eigenlijk nodig. Nu moet je naar de steunfunctie met je wensen en dan moet je afwachten hoe ze daar op reageren. Terwijl ze daar zoveel mensen hebben rondlopen.” De ervaringen met de steunfuncties blijken wisselend te zijn. De ene ICC’er klaagt dat het maanden duurt voordat men er reageert op wensen van een school, terwijl de ander juist lovend is over het gratis verzorgen van een groot project op de school.

Terugkijkend op de ICC-cursus zit de waarde van het volgen van de cursus onder andere in de continuïteit die door middel van het beleidsplan in de culturele activiteiten wordt aangebracht. Velen zeggen behoefte te hebben aan een vervolg: “De meeste beleidsplannen zijn nog niet af. Ik heb er behoefte aan dat iemand met ons vragen bespreekt als: waar loop je in de praktijk tegenaan?’.” Er zijn wel netwerkbijeenkomsten vanuit de steunpunten die zo’n functie kunnen vervullen, maar er blijkt wel een verschil te zijn: “Als ik tegen mijn directeur zeg dat ik naar een bijeenkomst moet vanuit mijn opleiding, krijg ik daarvoor eerder vrij dan als ik zeg dat ik naar een netwerkbijeenkomst wil.”De netwerkbijeenkomsten worden erg belangrijk gevonden: “Je doet ideeën op, je hoort hoe anderen het doen. Je kunt zelfs af en toe projecten van elkaar over te nemen, dan hoef je het zelf niet uit te vinden.”

Een van de aanwezigen stelt de vraag waarom op het certificaat van de cursus de naam van de school staat. Zij heeft de indruk dat dit belemmerend werkt bij subsidieaanvragen voor meerdere scholen tegelijk. Andere aanwezigen bestrijden dat dit een probleem zou vormen, maar vragen zich inderdaad af waarom de naam van de school staat vermeld in plaats van de naam van het opleidingsinstituut of op zijn minst de naam van het schoolbestuur.

De aanwezigen blijven als ICC’er op de hoogte door middel van Internet, nieuwsbrieven, waaronder de ICC-nieuwsbrief. De meesten kijken wel eens op de website cultuurcoördinator.nl, bijvoorbeeld voor subsidiemogelijkheden. Eén ICC’er noemt ook de contacten met de cultuurambtenaar van de gemeente als belangrijke informatiebron, bijvoorbeeld voor subsidiemogelijkheden.

Er is behoefte aan ondersteuning bij de vraag: hoe krijg ik kunst en cultuur in de missie en visie van de school, terwijl het belangrijkste voor de school de CITO-scores zijn? Hoe maak je duidelijk dat je je als school kunt onderscheiden met cultuur in de richting van kinderen en ouders? Hoe overtuig ik de directie van het belang van kunst en cultuur? Zo vertelt iemand: “Het wordt bij ons nooit op de agenda gezet. Ik mag hooguit bij de rondvraag even iets zeggen. Het moet altijd even tussendoor.” Aandacht voor kunst en cultuur blijkt nog vaak afhankelijk van de persoon van de directeur: “Mijn vorige directeur was heel erg ‘into the culture’, maar mijn huidige directeur zegt gewoon klip en klaar: ik vind het hartstikke leuk wat je doet en iedereen vindt het leuk, maar het is nou niet het belangrijkste voor de school, het is geen speerpunt.” Iemand anders merkt op: “Bij de overheid is kunst en cultuur hot. Vanuit die kant zou het meer in de school moeten worden gegooid, bijvoorbeeld door van ICC’er een functie te maken.”

Ook hebben sommigen de wens om over een contactpersoon te beschikken waar men terecht kan met vragen als: ik wil iets aan cultureel erfgoed doen, welke mogelijkheden zijn er? Of: ik wil iets met theater doen, welke theatergezelschappen zijn er? wie kan ik benaderen? . Zo zegt iemand: “Ik ben er geloof ik al vijf jaar mee bezig uit te zoeken wat er allemaal is”. Anderen wijzen

70

Page 71: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

er op, dat ICC’ers met dergelijke vragen in principe bij de lokale steunfunctie terecht kunnen. Daarbij wordt wel aangetekend, dat deze steunfuncties alleen leveren wat een meerderheid van de scholen wenst en nauwelijks maatwerk voor één school kunnen of willen bieden: “Als je zelf andere ideeën ergens over hebt, dan kan dat vaak niet.” Een ander vult aan: “En ze leggen je dan altijd drie mogelijke data voor die zij al hebben uitgekozen en je krijgt het nooit op de datum die jouw eerste voorkeur had, dat is zo waardeloos.” Een van de ICC’ers wijst er op, dat je voor maatwerk beter kunt beschikken over een bovenschoolse ICC’er die voor een aantal scholen tegelijk het aanbod bekijkt, bijvoorbeeld een voorstelling, en dan op maat een aanbod voor de scholen laat samenstellen.

De twee conceptcompetentieprofielen van Cultuurnetwerk Nederland worden uitgedeeld en besproken. Net als in de andere gespreksgroepen is er verdeeldheid over de vraag welk competentieprofiel het meeste aanspreekt. Sommigen geven de voorkeur aan het uitgebreide profiel: “Dat is veel duidelijker” en “Daar staat veel meer in”. Volgens de aanwezigen ontbreekt er zo op het eerste gezicht niet veel aan het uitgebreide profiel. Hooguit zou het onderwerp ‘financiën’ meer aandacht mogen krijgen: budgetteren, budget beheren en dergelijke. Een enkeling vindt het profiel zelfs te uitgebreid: “Het is te veel, het kan zeker niet allemaal op hetzelfde moment”. Maar een ander zegt: “Dit zou wel moeten”. Het andere profiel vinden sommige anderen juist een “lekker afstreeplijstje” en “veel overzichtelijker”. Het is meer praktisch te gebruiken als checklist of schema waarin je namen invult. Men komt tot de conclusie beide profielen elkaar aanvullen: het uitgebreide profiel geeft inhoud aan het schematische profiel, wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld in een gesprek met je directeur.

Gevraagd naar de ondersteuningsbehoeften die men heeft, als men de zeven taken van het uitgebreide competentieprofiel bekijkt, worden genoemd:

Samenwerken binnen de school, draagvlak in het team krijgen en bij de directie en het bestuur. Een typerende opmerking: “Als een project voorbij is, zeggen ze nog steeds: wat was jouw project leuk zeg”.

Professionaliseren zou veel meer aandacht moeten krijgen: “Dat je onderzoekt wat de effecten zijn, dat je kunt laten zien dat dit de basis van leren is.”

Financiën: “Handvatten hoe je subsidies kunt aanvragen, waar het geld zit, wat de meest kansrijke manier is om het aan te vragen.” Uit de discussie blijkt dat veel van de aanwezigen geen inzicht hebben in het budget dat de school beschikbaar heeft voor cultuureducatie en in de uitputting van dit budget gedurende het jaar. Zo vertelt iemand: “Mijn directeur zegt gewoon: dat zijn zaken die ik doe. In overleg, dat wel, maar hij doet dat.” De uitputting van het budget blijkt vaak pas als men aan de directeur vraagt om toestemming voor een uitgave: “Dan willen we met een klas naar een museum gaan en dan zegt de directeur: dat kan nog wel of dat kan niet.”

Een lokale of regionale actualisering van de ICC-cursus, onder andere over de subsidiemogelijkheden.

Een speciale cursus voor bovenschoolse ICC’ers. Het cultuuraanbod beoordelen, zeker wanneer men als school meer

maatwerk wil.

Gevraagd naar de manier waarop men in de toekomst informatie wil ontvangen die bestemd is voor de ICC’er worden blijkt er zowel behoefte aan bijeenkomsten

71

Page 72: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

als aan digitale nieuwsbrieven en Internet. Bij digitale nieuwsbrieven en website kan men snel even een selectie maken van informatie die men op dat moment nodig heeft. Maar bijeenkomsten, bijvoorbeeld twee keer per jaar, zijn in aanvulling daarop heel zinvol.

72

Page 73: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

BIJLAGE 1: VRAGENLIJST ONLINE ONDERZOEK ICC’ERS

1. Bent u momenteel werkzaam als interne cultuurcoördinator werkzaam in het primair onderwijs?

0 Ja 0 Binnenkort 0 Nee

Zo nee, waarom niet? (daarna door naar vraag 4 en na vraag 5 door naar vraag 17)

2. Hoeveel taakuren per jaar heeft u officieel beschikbaar voor uw taken als ICC’er?

0 0 uur0 < 20 uur per jaar0 20 – 39 uur per jaar0 40 – 59 uur per jaar0 60 – 79 uur per jaar0 80 – 99 uur per jaar0 meer, namelijk:

3. Hoeveel uur per jaar besteedt u naar schatting feitelijk aan de uitoefening van uw taken als ICC’er?

0 < 20 uur per jaar0 20 – 39 uur per jaar0 40 – 59 uur per jaar0 60 – 79 uur per jaar0 80 – 99 uur per jaar0 100 – 199 uur per jaar0 meer, namelijk:

Er volgen nu enkele vragen over de ondersteuning van ICC’ers tot nu toe.

4. In welk jaar volgde u de ICC-cursus?0 schooljaar 2005/060 schooljaar 2006/070 schooljaar 2007/080 schooljaar 2008/09

5. Hoe beoordeelt u achteraf met een rapportcijfer de inhoud van deze ICC-cursus die u volgde?

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Kunt u kort aangeven wat u positief vond aan de inhoud van de cursus:

Kunt u kort aangeven wat u achteraf gezien verbeterbaar vond aan de inhoud van de cursus:

73

Page 74: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

6. Naast de ICC-cursus worden andere activiteiten georganiseerd voor ICC’ers. Kunt u aangeven of u daarmee bekend bent en zo ja, of u daarvan weleens gebruik heeft gemaakt?

Bekend GebruikLandelijke netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

Ja/ nee Ja/ nee/ weet niet

Regionale/lokale netwerkbijeenkomsten/ terugkomdagen

Ja/ nee Ja/ nee/ weet niet

Website cultuurcoördinator.nl Ja/ nee Ja/ nee/ weet nietNascholingen Ja/ nee Ja/ nee/ weet nietDigitale nieuwsbrief voor ICC’ers Ja/ nee Ja/ nee/ weet niet

7. Maakt u nog gebruik van andere activiteiten of ondersteuning als ICC’er?

0 Nee 0 Ja, namelijk

8. Wilt u zich de komende jaren verder ontwikkelen als ICC’er?

0 Nee

0 Ja namelijk door (u kunt meerdere antwoorden kiezen)0 Netwerkbijeenkomsten0 Conferenties/ studiedagen0 Intervisie/supervisie 0 Websites0 Nascholing0 Publicaties0 Anders, namelijk

Hier kunt u een toelichting geven op uw wensen:

74

Page 75: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Nu volgt een vraag over de taakomschrijving van de ICC’er.

9. Hieronder staan zeven mogelijke taken van ICC'ers. Kunt u aangeven hoe belangrijk deze taak is in de huidige invulling van uw rol als ICC’er?

Taak Mate van belang voor de huidige invulling van uw rol als ICC’er

Communiceren, d.w.z. gesprekken met collega’s binnen en buiten de school, relaties onderhouden met ouders, buurt en instellingen, ervaringen uitwisselen met leerlingen, collega’s, ouders en instellingen, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Plannen ontwikkelen, d.w.z. de pedagogische opvatting van de school vertalen naar een visie op en beleid voor cultuureducatie, een vertaling maken van die visie naar activiteiten, het inbedden van cultuureducatie in het curriculum enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Cultuuraanbod beoordelen, d.w.z. het beoordelen van de kwaliteit van kunst – en cultuuraanbod en op basis hiervan een beargumenteerde keuze maken, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Samenwerken met externen, d.w.z. als contactpersoon fungeren tussen school en instellingen, cultuurverschillen tussen culturele instellingen en de school overbruggen, mensen van buiten de school betrekken bij plannen en activiteiten, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Professionaliseren, d.w.z. netwerken gebruiken voor uitwisselen ervaringen, systematisch cultuureducatie evalueren en erover reflecteren, de eigen sterke en zwakke punten als ICC’er kunnen benoemen en daar scholing bij zoeken, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Samenwerken binnen de school, d.w.z. draagvlak creëren, collega’s adviseren en inspireren op het gebied van cultuureducatie, collega’s (en ouders en derden) inzetten bij vormgeven en uitvoeren van cultuureducatie, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Coördineren, d.w.z. activiteiten, leeromgeving en middelen op schoolniveau op elkaar afstemmen, vanuit de vraag van de school projecten op het gebied van cultuureducatie selecteren, initiëren en organiseren, inschatting maken van inzet collega’s, ouders en anderen daarbij, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

75

Page 76: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Kunt u ook aangeven in hoeverre u vindt dat deze taak idealiter deel uitmaakt van uw rol als ICC’er? (het gaat dus nu om de ideale situatie, niet om de feitelijke situatie)

Taak Mate van belang voor het ideale profiel van de ICC’er

Communiceren, d.w.z. gesprekken met collega’s binnen en buiten de school, relaties onderhouden met ouders, buurt en instellingen, ervaringen uitwisselen met leerlingen, collega’s, ouders en instellingen, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Plannen ontwikkelen, d.w.z. de pedagogische opvatting van de school vertalen naar een visie op en beleid voor cultuureducatie, een vertaling maken van die visie naar activiteiten, het inbedden van cultuureducatie in het curriculum enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Cultuuraanbod beoordelen, d.w.z. het beoordelen van de kwaliteit van kunst – en cultuuraanbod en op basis hiervan een beargumenteerde keuze maken, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Samenwerken met externen, d.w.z. als contactpersoon fungeren tussen school en instellingen, cultuurverschillen tussen culturele instellingen en de school overbruggen, mensen van buiten de school betrekken bij plannen en activiteiten, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Professionaliseren, d.w.z. netwerken gebruiken voor uitwisselen ervaringen, systematisch cultuureducatie evalueren en erover reflecteren, de eigen sterke en zwakke punten als ICC’er kunnen benoemen en daar scholing bij zoeken, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Samenwerken binnen de school, d.w.z. draagvlak creëren, collega’s adviseren en inspireren op het gebied van cultuureducatie, collega’s (en ouders en derden) inzetten bij vormgeven en uitvoeren van cultuureducatie, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

Coördineren, d.w.z. activiteiten, leeromgeving en middelen op schoolniveau op elkaar afstemmen, vanuit de vraag van de school projecten op het gebied van cultuureducatie selecteren, initiëren en organiseren, inschatting maken van inzet collega’s, ouders en anderen daarbij, enzovoorts

0 belangrijk onderdeel0 tamelijk belangrijk onderdeel0 neutraal, weet niet0 tamelijk onbelangrijk onderdeel0 onbelangrijk onderdeel

76

Page 77: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

Wat zou u willen leren om deze taken in de praktijk beter te kunnen uitvoeren?

Communiceren

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Plannen ontwikkelen

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Cultuuraanbod beoordelen

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Samenwerken met externen

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Professionaliseren

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Samenwerken binnen de school

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

Coördineren

0 Geen leerwensen

0 Wel leerwensen, namelijk

77

Page 78: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

De volgende vraag gaat over de samenwerkingsrelaties binnen uw school.

10.Met wie en hoe vaak werkt u binnen de school samen als onderdeel van uw rol als ICC’er?

Belangrijke overlegpartner voor u als ICC’er?

Wat is de frequentie van de contacten, in uw rol als ICC’er

Directie 0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

Andere ICC’ers binnen de school

0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

Klankbordgroep cultuureducatie

0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

Het team van leerkrachten

0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

Ouders 0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

Anders, namelijk 0 belangrijk0 tamelijk belangrijk0 neutraal, n.v.t.0 tamelijk onbelangrijk0 onbelangrijk

0 dagelijks0 wekelijks0 maandelijks0 incidenteel

De volgende vragen gaan over het belang van cultuureducatie binnen uw school.

11.Tijdens de ICC-cursus wordt een cultuurbeleidsplan geschreven. Hoe wordt dit beleidsplan bij u op school gebruikt?

0 In het cultuurbeleidsplan zijn onze uitgangspunten over cultuureducatie vastgelegd en daar houden wij ons ook aan. Onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen hebben daar geen of nauwelijks invloed op. 0 Het cultuurbeleidsplan is een richtlijn, van jaar tot jaar bekijken we hoe we het concreet gaan invullen. Daarbij laten we het belang van andere onderwijsontwikkelingen zoals brede school of aandacht voor taal en rekenen meewegen.

12.Besluiten over cultuureducatie worden bij ons op school vooral genomen:

0 door de ICC'er (in overleg met de directeur)

78

Page 79: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

0 via procedures waar bijvoorbeeld het bestuur of commissies bij betrokken zijn13.Wat is voor u belangrijk op het gebied van samenwerking met culturele

partners?

0 Een goed en persoonlijk contact is voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken.0 Duidelijke en zakelijke afspraken zijn voor mij een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken.

14. Zou u uw school als traditioneel beschrijven, of eerder als innovatief?

0 Vooral traditioneel0 Meer traditioneel dan innovatief 0 Meer innovatief dan traditioneel 0 Vooral innovatief

15.Wat vindt u van de huidige inhoud van en aandacht voor cultuureducatie?

0 Ik ben tevreden over de huidige situatie, wat mij betreft hoeft er niet veel meer te veranderen.0 Ik verlang weleens terug naar de situatie van vòòr de invoering van de regeling versterking cultuureducatie. 0 We zijn goed op weg met cultuureducatie, en ik verwacht dat de inhoud en aandacht voor cultuureducatie alleen maar beter worden. 0 Anders, namelijk

16.Kunt u in onderstaande tabel aangeven in hoeverre de verschillende betrokkenen invloed hebben op cultuureducatie op uw school?

Invloed op financiën voor cultuureducatie

Invloed op inhoud van cultuureducatie

Bestuur Veel/weinig/ weet niet Veel/weinig/ weet nietDirectie Veel/weinig/ weet niet Veel/weinig/ weet nietOuders Veel/weinig/ weet niet Veel/weinig/ weet nietICC'er Veel/weinig/ weet niet Veel/weinig/ weet niet

Tot slot enkele feitelijke vragen.

17. Wat is uw geboortedatum?0 < 19450 1945 – 19540 1955 – 19640 1965 – 19740 1975 – 19840 > 1984

Hoe lang bent u werkzaam in het onderwijs?0 < 6 jaar0 6-10 jaar0 11 – 15 jaar0 15 – 20 jaar0 > 20 jaar

Hoe lang bent u werkzaam op uw huidige school? 0 < 6 jaar0 6-10 jaar0 11 – 15 jaar0 15 – 20 jaar

79

Page 80: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

0 > 20 jaar

U bent:0 vrouw0 man

In welk schooltype bent u werkzaam?0 regulier basisonderwijs0 speciaal (basis)onderwijs0 niet meer werkzaam in het onderwijs (enquête beëindigen)0 anders

Uw school staat in:0 Een van de vier grote steden0 Een grotere stad (> 100.000 inwoners)0 Een kleinere stad (50.000 tot 100.000 inwoners)0 Een kleine stad of dorp (< 50.000 inwoners)

Hoeveel budget is er dit schooljaar op uw school beschikbaar voor cultuureducatie? (incl. de bijdrage van €10,90 per leerling uit de regeling Versterking cultuureducatie)0 Er is geen specifiek budget0 Een bedrag per leerling, namelijk € ….. per leerling0 Een totaalbedrag voor de school, namelijk €………….0 Anders, namelijk 0 Weet niet

Hoeveel leerlingen heeft uw school?0 < 100 leerlingen, nl.0 100 – 199 leerlingen0 200 – 299 leerlingen0 300 – 399 leerlingen 0 400 – 499 leerlingen0 500 – 599 leerlingen0 > 600 leerlingen, nl.

Uw school is:0 een zogeheten ‘zwarte school’ (>70% van de leerlingen van niet-westerse

afkomst)0 een zogeheten ‘witte school’) (>70% van de leerlingen van autochtone afkomst)0 een zogeheten ‘gemengde school’

Wat is de postcode van uw school (het gaat alleen om de vier cijfers):….

Dit was het. Nogmaals veel dank voor uw antwoorden. U zult na afloop van het onderzoek op de hoogte worden gesteld van de resultaten.

80

Page 81: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

BIJLAGE 2: DRAAIBOEK GROEPSGESPREKKEN ICC’ERS

Doel: Verdiepen uitkomsten digitaal onderzoek ICC’ers

Inventariseren behoeften om als ICC’er zich verder te ontwikkelen

Deelnemers: ICC’ers, werkzaam in het onderwijs Locatie: Doorgaans: zaal van lokale organisatie

Tijd: Afhankelijk wensen lokale organisatie

Tijdsduur: max. 2 uur

Gespreksleiding: Peter van der Zant, Bureau ART

Verslag: Peter van der Zant, Bureau ART

Globale tijdsindeling

00.00 uur Start, welkom, uitleg doel en opzet bijeenkomst 00.10 uur Introductie en startvraag:

Kun je voorbeeld geven van moment afgelopen tijd dat je dacht: het is prachtig om ICC’ er te zijn

00.20 uur De functie van ICC’erHoeveel tijd heeft u beschikbaar voor uw taak als ICC’er?

Hoe besteedt u deze tijd? Waar komt u niet aan toe, terwijl dat volgens u wel bij de functie zou passen?

00.35 uur TerugblikHoe kijkt u terug op de ICC-cursus?

Kunt u voorbeelden geven dat de cursus in de praktijk nuttig bleek te zijn?

Wat heeft u achteraf gezien gemist?

Op welke wijze heeft u zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld in uw functie van ICC’er?

Hoe belangrijk waren voor u de regionale netwerkbijeenkomsten? Waarom?

Wat vindt u van de digitale nieuwsbrief voor ICC’ers? Wat is voor u nuttig, wat is overbodig?

Wat vindt u van de landelijke website cultuurcoördinator.nl?

01.00 uur Pauze

81

Page 82: eindrapport ICC  · Web viewDaar word je zelf ook blij en gelukkig van. ... Mijn collega was laaiend enthousiast en vertelde dat ze zich voor het eerst geen zorgen maakte over de

01.15 uur Toekomst(competentieprofiel ICC’er van Cultuurnetwerk wordt

uitgereikt)Wat vindt u van dit competentieprofiel? In welke mate komt het overeen met uw huidige functie?

In hoeverre komt dit competentieprofiel overeen met uw ideaalbeeld van een ICC’er?

Op welke van de zeven taken zou u zich verder willen ontwikkelen? Wat zou u willen leren? Op welke manier zou u dat willen leren?

Hoeveel tijd heeft u daarvoor beschikbaar?

01.55 uur Afronding

82