Eindopdracht ICT Bij Nederlands

12
BIJ NEDERLANDS ICT Door Jonneke Muilwijk Studentnummer 0800081 - Hogeschool Rotterdam Schooljaar 2009/2010

description

ICT bij NederlandsHogeschool RotterdamLerarenopleiding NederlandsJanuari 2010

Transcript of Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Page 1: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

BIJ NEDERLANDS

ICT

Door Jonneke Muilwijk – Studentnummer 0800081 - Hogeschool Rotterdam – Schooljaar 2009/2010

Page 2: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Inhoudsopgave Inleiding …………………………………………………………………………………………………….. 3

De sleutelvragen uit Geerligs …………………………………………………………………….. 4

De verantwoording van mijn keuze van opdrachten in relatie tot het thema 5

Het lesvoorbereidingsformulier ………………………………………………………………… 6

Beoordelen en reflectie …………………………………………………………………………….. 8

Lesmateriaal en een docentenhandleiding ……………………………………………….. 9

Reacties van leerlingen ……………………………………………………………………………… 12

Page 3: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Inleiding

Voor u ligt de eindopdracht van de cursus ICT bij Nederlands.

Ik heb deze opdracht ontworpen voor de eerstejaars van de BBL-Kappers van het Albeda College te

Rotterdam. Deze leerlingen zijn één dag per week op school, de rest van de week leren ze in de

praktijk.

Deze lessenserie bestrijkt ongeveer vier weken: de eerste week heb ik de opdracht geïntroduceerd

en de weken daarna werken de leerlingen voornamelijk zelfstandig aan de opdracht. Iedere les

besteed ik ongeveer 10 minuten aan de opdracht. Ik bespreek de struikelblokken en geef de

leerlingen indien nodig extra uitleg.

In dit dossier vindt u:

- Antwoorden op de sleutelvragen uit Geerligs

- De verantwoording van mijn keuze in relatie tot het thema

- Het lesvoorbereidingsformulier

- Informatie over het beoordelen en de reflectie

- Lesmateriaal en een docentenhandleiding

Tot slot vindt u enkele reacties van leerlingen.

Ik hoop dat ik met dit dossier mijn enthousiasme voor het werken met de website

www.beterspellen.nl weet over te brengen.

Jonneke Muilwijk

Januari 2010

Page 4: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

De sleutelvragen uit Geerligs

1. Welke leerdoelen heb ik op het oog? - De leerlingen leren gebruik te maken van oefenmateriaal dat op internet beschikbaar is. - De leerlingen leren hun spelling te verbeteren. - De leerlingen leren zelfstandig hun tijd in te plannen om de test te maken.

2. Welk begingedrag bezitten de leerlingen (voorkennis, vaardigheden en houdingen) gelet op

de beoogde leerdoelen? De leerlingen hebben dit jaar nog geen spelling gehad tijdens het vak Nederlands. De vooropleiding is verschillend van de leerlingen. De ene leerling heeft meer moeite met spelling dan de andere. Er zit één leerling in de klas met dyslexie. De leerlingen zijn niet heel enthousiast over spelling. Ze zijn snel geneigd om te zeggen ‘dat kan ik toch niet’. 3. Hoe differentieer ik? (Hoe speel ik in op verschillen tussen leerlingen?) De leerlingen vullen de dagelijkse test op een voor hun geschikt moment in. Ze krijgen van mij een boekje waarin ze de zinnen goed over kunnen schrijven. Door iedere week te vragen welke zinnen moeilijkheden op hebben geleverd, kan ik zien bij wie het goed gaat en bij wie minder. Tijdens de les is er voldoende tijd om de leerlingen die extra hulp nodig te hebben te helpen.

4. Welke werkvormen en groeperingsvormen gebruik ik? De leerlingen werken zelfstandig aan hun spelling. Tijdens de les bespreken we klassikaal de struikelblokken. 5. Welke leermiddelen zet ik in? Ik maak voor deze les gebruik van de website www.beterspellen.nl. Ook heb ik een spellingboekje gemaakt voor de leerlingen waarin de leerlingen de zinnen in de goede spelling op kunnen schrijven. 6. Welke didactische volgorde breng ik aan? Iedere les start ik met het klassikaal bespreken van de spellingtesten, en met name de struikelblokken, van die week. Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met hun opdrachten en heb ik tijd om leerlingen nog wat extra uitleg te geven. Omdat de leerlingen maar 45 minuten per week Nederlands hebben, zullen ze een groot gedeelte thuis moeten doen: de dagelijkse test. 7. Hoe en wanneer bepaal ik de leerresultaten? Ik behandel iedere week de struikelblokken, zo kan ik per week nagaan of er problemen zijn. Na vier of vijf weken krijgen de leerlingen een spellingtoets. Zo kan ik zien of ze begrepen hebben waar ze mee bezig zijn geweest. 8. Hoe faseer ik de les wat betreft tijd? Per les besteed ik 10 minuten aan de spelling. Mochten de leerlingen tijd over hebben, dan kunnen ze (indien beschikbaar) extra oefenen achter de computer. 9. Hoe motiveer ik leerlingen zoveel mogelijk?

Ik motiveer de leerlingen door de spellingsoefeningen op de computer te laten doen, in plaats van uit een boekje. Op de website wordt bijgehouden hoe de leerlingen de test maken. Dit motiveert hen om goed hun best te doen.

Page 5: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

10. Hoe zorg ik voor een goede sfeer in de klas? Ik vind het belangrijk dat de leerlingen respect voor elkaar hebben. Ik benadruk daarom dat ze hulp kunnen zoeken bij elkaar en als er dan niet uitkomen, kunnen ze mij altijd om hulp vragen. Door persoonlijk betrokken te zijn bij de leerlingen wil ik de sfeer bevorderen in de klas.

De verantwoording van mijn keuze van opdrachten in relatie tot het thema De meeste jongeren tussen de 16 en 19 jaar zitten iedere dag wel een moment achter de computer. Door een opdracht te verzinnen waarbij ze de computer moeten gebruiken, sluit je aan bij de belevingswereld van deze jongeren. De onderdelen grammatica en spelling zijn niet in hetzelfde werkboek opgenomen als de vaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren. De leerlingen op het Albeda College hebben (tot nu toe) alleen het werkboek waarin aandacht is besteed aan lezen, schrijven, spreken en luisteren. Hoewel de leerlingen op de middelbare school gewoon Nederlands hebben gevolgd, is hun spelling niet optimaal. Daarom ben ik van mening dat het goed is om ook aan dit onderdeel aandacht te besteden. Aangezien we de leerlingen niet op kosten wilden jagen door nog een werkboek te kopen, heb ik gezocht naar een andere manier om de spelling te oefenen. Ik vind het belangrijk dat de oefeningen:

- aantrekkelijk zijn voor de leerlingen; - duidelijk en overzichtelijk zijn; - inhoudelijk goed zijn.

Na een tip van een collega kwam ik op de website www.beterspellen.nl terecht. Ik heb meteen een account aangemaakt en na zelf een aantal weken geoefend te hebben, besloot ik dat deze website geschikt is voor de leerlingen. De leerlingen kunnen de test thuis of op school maken. Aangezien ze maar 45 minuten Nederlands per week hebben, vind ik deze manier van werken erg prettig; ze kunnen het grootste deel thuis oefenen en tijdens de les kunnen we de opdrachten bespreken. Zo zijn ze in ieder geval iedere week (en als het goed is iedere dag) én met hun spelling én met ict bezig.

Page 6: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Tijdsfasering Concrete leerdoelen +

beheersingsvorm

Leerstof +

lesmateriaal

Didactische aanpak

0 – 5 min

5 – 7 min

7 – 15 min

De leerlingen weten hoe

ze de computer op school

op moeten starten.

De leerlingen weten na de

uitleg van de docent, wat

de bedoeling is van de

opdracht.

De leerlingen volgen een

instructie op.

De leerlingen weten de

weg op de website

Computer met

internet

Instructiekaart

Instructiekaart + de

website

www.beterspellen.nl

De leerlingen

starten de

computer op.

De leerlingen

luisteren naar de

docent.

De leerlingen

volgen de instructie

op met behulp van

de instructiekaart.

De docent helpt

de leerlingen

(indien nodig) bij

het opstarten van

de computer.

De docent legt uit

wat de leerlingen

gaan doen en

waarom de

leerlingen het

doen.

De docent heeft

een begeleidende

rol. Ze laat de

leerlingen eerst

zelf uitzoeken hoe

L E S V O O R B E R E I D I N G S F O R M U L I E R

School: Albeda College Klas: BBL 1B Aantal leerlingen: 8

Lesonderwerp: Spellen Datum: vanaf 20 januari 2010

Algemene lesdoelen:

De leerlingen hebben een werkboek dat vooral

gericht is op de vaardigheden lezen, schrijven,

spreken en luisteren.

Er staan geen gerichte spelling- en

grammaticaoefeningen in dit werkboek.

Daarom heb ik gezocht naar een aantrekkelijke

manier om spellingsoefeningen aan te bieden.

De deelnemers leren zelfstandig aan hun

spelling te werken door middel van de website

www.beterspellen.nl.

Beginsituatie:

De leerlingen hebben verschillende taalniveaus

door hun verschillende vooropleidingen (vmbo-

t/g/k/b).

In periode 1 hebben ze geen Nederlands gehad. In

periode 2 hebben de leerlingen 2x 45 minuten

Nederlands per week gehad. Tijdens deze lessen

hebben ze voornamelijk uit het werkboek

gewerkt. Het onderwerp spelling is nog niet aan

de orde geweest.

L E S 1

Page 7: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

15 – 20 min

20 – 30 min

0 – 5 min

5 – 15 min

www.beterspellen.nl.

De leerlingen kunnen hun

mail openen en

doorlinken naar een

website.

De leerlingen begrijpen

wat ze (eventueel) fout

hebben gedaan.

De leerlingen noteren de

zinnen in de goede

spelling in hun

spellingboekje.

De leerlingen durven hun

struikelblokken te

bespreken en vragen te

stellen.

De leerlingen komen het

lokaal binnen.

De leerlingen durven hun

struikelblokken te

bespreken.

De leerlingen leren door

naar elkaar te luisteren en

met elkaar over een

antwoord na te denken.

E-mail +

www.beterspellen.nl

Spellingsboekje om

alle goede zinnen in

te schrijven.

Dagelijkse test op

www.beterspellen.nl

+ spellingboekje.

De leerlingen

hebben allemaal

een account

aangemaakt op de

website en maken

hun eerste

spellingtest. Ze

verzenden de test,

die meteen wordt

nagekeken.

De leerlingen kijken

hun test na en

lezen de uitleg die

erbij vermeld staat.

De leerlingen

schrijven de zinnen

met de goede

spelling over in hun

spellingboekje.

De leerlingen

pakken hun

spullen.

De leerlingen

hebben de

dagelijkste test

gemaakt en hun

struikelblokken

genoteerd.

De leerlingen

durven vragen te

stellen.

de website werkt.

De docent heeft

een begeleidende

rol.

De docent kijkt

met de leerlingen

mee en geeft

extra uitleg als de

leerlingen dat

nodig hebben.

De docent zorgt

voor een veilige

sfeer in de klas,

zodat de

leerlingen hun

struikelblokken

bespreekbaar

durven te maken.

De docent is op

tijd in het lokaal

aanwezig en

verwelkomt de

leerlingen (ruimte

voor social talk).

De docent heeft

de dagelijkse test

gemaakt.

De docent zorgt

voor een goede,

veilige sfeer in de

klas, zodat de

leerlingen vragen

durven te stellen.

V o l g e n d e l e s s e n

Tijd over? De leerlingen kunnen de test nogmaals maken, nieuwe testen maken of extra uitleg bekijken op de website.

Page 8: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Beoordelen en reflectie Reflectie De leerlingen gaan iedere week aan de slag met de testen op www.beterspellen.nl. Aan het begin van iedere les blik ik met de leerlingen terug op de testen die ze gemaakt hebben:

- Welke problemen ben je tegengekomen? - Wat begrijp je niet?

Ik geef de leerlingen vervolgens extra uitleg. Beoordelen Door de leerlingen na vier of vijf weken een toets te geven over de spelling, beoordeel ik of ze de spelling die we die periode behandeld hebben, begrepen hebben. Nederlands is op dit moment nog geen officieel vak op het Albeda College. De toetsresultaten tellen daarom ook nog niet mee.

Page 9: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Lesmateriaal en een docentenhandleiding Lesmateriaal

- Een computer - Internet (www.beterspellen.nl) - Een e-mailadres - Een instructiekaart voor de leerlingen - Een spellingboekje voor de leerlingen

De instructiekaart:

Page 10: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Het spellingsboekje: (Per week kun je dezelfde pagina gebruiken.)

Datum: ……………………………………………………………………………………

1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Datum: ……………………………………………………………………………………

1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Datum: ……………………………………………………………………………………

1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Datum: ……………………………………………………………………………………

1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Datum: ……………………………………………………………………………………

1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Page 11: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Docentenhandleiding

1. Maak een account aan op www.beterspellen.nl. Je ontvangt vanaf het moment dat je je

aanmeldt iedere dag een mail met een link naar de dagelijkse spellingtest.

2. Maak zelf de dagelijkse testen. Dit kun je op ieder moment dat je schikt doen. Zo weet je wat

voor zinnen de leerlingen voorgeschoteld krijgen, weet je hoe de site werkt en kun je

struikelblokken inschatten.

3. Leg de leerlingen uit waarom je ervoor gekozen hebt op deze manier aan hun spelling te

werken:

- Ze kunnen op hun eigen tempo werken en op het moment dat hun het meest schikt.

- De website geeft een duidelijke uitleg bij de zinnen.

- Door regelmatig met spelling bezig te zijn, zal de spelling langzaamaan verbeteren.

4. Deel de instructiekaart (zie lesmateriaal) uit. Geef de leerlingen de ruimte om zelf uit te

zoeken hoe de website werkt. Als docent heb je de rol van begeleider.

5. Blik iedere les (1 x in de week) terug op de dagelijkse testen en bespreek de struikelblokken.

Wijs de leerlingen op het spellingboekje, waarin ze de zinnen in de goede spelling over

kunnen schrijven.

6. Toets na ongeveer vier weken hun spelling door ongeveer 20 zinnen met diverse

spellingsvormen die tijdens de periode zijn voorgekomen te vragen.

Page 12: Eindopdracht ICT Bij Nederlands

Reacties van leerlingen

Wat vind je ervan om je spelling op deze manier te oefenen?

Wat vind je van de uitleg die

op de website staat?

Heb je nog opmerkingen of tips?

Naomi Ik vind het een goede manier om mijn spelling te oefenen. Het is ook best makkelijk.

De uitleg op de website is heel duidelijk. Het komt er allemaal vanzelf bij te staan. Ik hoef niet zo te zoeken.

Elaine Ik vind het wel fijn om mijn spelling op deze manier te oefenen, omdat er ook uitleg

bij staat en het is niet in één keer zoveel. Soms vind ik de uitleg wel ingewikkeld, maar dan kan ik het op woensdag aan de docent vragen. Ik zou het fijn vinden om het per dag even kort te bespreken.

Larissa Ik vind het goed om de spelling via deze website te oefenen, want ik ben er best

slecht in. Zeker omdat i het al een tijdje niet gedaan heb. Maar als het allemaal weer een beetje begint te dagen, lukt het wel redelijk. De uitleg vind ik ook goed, maar ik heb er eerlijk gezegd nog niet zo goed naar gekeken.

Patricia Ik vind deze manier van spelling oefenen erg van de tijd en handig, omdat je meteen

ziet wat je fout en goed gedaan hebt. De uitleg vind ik soms wel een beetje lastig te begrijpen. Misschien is het leuk als er een geluid ofzo bijkomt op de site?

Dominique Ik vind het makkelijk om mijn spelling op deze manier te oefenen. De website

www.beterspellen.nl is heel erg duidelijk. Ook de uitleg is duidelijk.