EhBmagazine #9 najaar 2012

24
TEMPUS IS LEREN VAN ELKAAR OP EUROPEES NIVEAU HOOFDROL BEN X VOOR MUSICAL ALUMNUS WORKSHOPS MAKEN LEERLINGEN WARM VOOR BRUSSEL RITS CAFÉ EhB! magazine 09 OKTOBER 2012 Magazine van de Erasmushogeschool Brussel verschijnt tweemaal per jaar GEEFT KANSEN AAN CREATIEF TALENT

description

Rits Café geeft kansen aan creatief talent. Tempus is leran van elkaar op Europees niveau. Hoofdrol Ben X voor musical alumnus. Workshops maken leerlingen warm voor Brussel.

Transcript of EhBmagazine #9 najaar 2012

Page 1: EhBmagazine #9 najaar 2012

• TEMPUSISLERENVANELKAAROPEUROPEESNIVEAU

• HOOFDROLBENXVOORMUSICALALUMNUS

• WORKSHOPSMAKENLEERLINGENWARMVOORBRUSSEL

RITS CAFÉ

EhB!magazine

09OKTOBER 2012

Magazine van de Erasmushogeschool Brusselverschijnt tweemaal per jaar

GEEFT KANSEN AAN CREATIEF TALENT

Page 2: EhBmagazine #9 najaar 2012

Sociaal Werk | Office Management | Journalistiek | Communicatiemanagement | Vertalen | Tolken | Hotelmanagement | Toerisme- & Recreatiemanagement | Verpleegkunde | Vroedkunde | Biomedische Laboratoriumtechnologie | Voedings- & Dieetkunde | Oncologie | Pediatrie | Zorgmanagement | Landschaps- & Tuinarchitectuur | Pedagogie van het Jonge Kind | Kleuteronderwijs | Lager Onderwijs | Secundair Onderwijs | Buitengewoon Onderwijs | Toegepaste Informatica | Multimedia & Communicatietechnologie | Industrieel Ingenieur | Stedenbouw & Ruimtelijke Planning | Koninklijk Conservatorium Brussel | Muziek | Musical | Rits | Audiovisuele Technieken (beeld, geluid, montage, assistentie, podiumtechnieken) | Drama | Audiovisuele Kunsten |

EhB!magazine (maart 2012) advertentie EhB (297 x 210 mm)_INP.indd 1 20-3-2012 14:01:51

Page 3: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 3

09OKTOBER 2012

Colofon | Verantwoordelijkuitgever: Luc Van de Velde, Nijverheidskaai 170, 1070 Brussel, www.ehb.be | Contact: [email protected] | Redactieteam: Dorien Brouwer, Bart Deseyn, Valéry De Smet, Jochen Vandenbergh, Peter Van Rompaey | Vormgeving: Sven Versmissen | Fotografie: Bart Deseyn, tenzij anders vermeld | Tekstredactie,fotografie,vormgeving&opmaak: Bonsai publicatiebureau | EhB!magazinewordtverspreidonderdestudenten,personeelsledenenrelatiesvandeErasmushogeschoolBrussel.

EN VERDER ...

Brussels Brost | 10

Kort nieuws | 11

Br(ik wil studenten op de fiets krijgen | 16

Evelien Doms blijft na haar stage hangen in Mauritius | 20

Kort nieuws | 22

Nog één jaar hogeschool | 23

RITS CAFÉInterview met Ben Van Beeck, mede-werker bij Stuvo en stuwende kracht achter het café.

HOOFDROL BEN X VOOR MUSICAL ALUMNUSDe job van mijn leven!

TEMPUSPROJECTHoe kunnen we universiteiten in de Balkan begeleiden bij het opzetten van een integraal kwaliteitszorgsysteem?

WORKSHOPS MAKEN LEERLINGEN WARM VOOR BRUSSEL

MULTECMultec stoomt studenten klaar voor de digitale toekomst.

WORD LEERKRACHT IN BRUSSELInterview met Walentina Cools en Sarah D’Hondt.

4

12

6

14

8

18

Sociaal Werk | Office Management | Journalistiek | Communicatiemanagement | Vertalen | Tolken | Hotelmanagement | Toerisme- & Recreatiemanagement | Verpleegkunde | Vroedkunde | Biomedische Laboratoriumtechnologie | Voedings- & Dieetkunde | Oncologie | Pediatrie | Zorgmanagement | Landschaps- & Tuinarchitectuur | Pedagogie van het Jonge Kind | Kleuteronderwijs | Lager Onderwijs | Secundair Onderwijs | Buitengewoon Onderwijs | Toegepaste Informatica | Multimedia & Communicatietechnologie | Industrieel Ingenieur | Stedenbouw & Ruimtelijke Planning | Koninklijk Conservatorium Brussel | Muziek | Musical | Rits | Audiovisuele Technieken (beeld, geluid, montage, assistentie, podiumtechnieken) | Drama | Audiovisuele Kunsten |

EhB!magazine (maart 2012) advertentie EhB (297 x 210 mm)_INP.indd 1 20-3-2012 14:01:51

EhB!magazine

Page 4: EhBmagazine #9 najaar 2012

4 | EhB!magazine 09

In 2009 startte het Rits Café op de gelijkvloers van het Rits. Pijl-snel schoot het café uit de startblokken. In 2011, amper twee jaar na de opening, vonden er, films inbegrepen bij Cinema Rits, 146 activiteiten plaats. Om dit getal even te plaatsen, alles samen organiseerden de Brusselse studenten 172 activiteiten. Dat heet een voltreffer. Ook dit academiejaar is er al heel wat gepland. “Tij-dens het eerste semester is er op twee dagen na van maandag tot donderdag minstens één activiteit per dag”, aldus Ben. “Allemaal initiatieven van studenten.”

De voorgaande jaren knalde het Rits Café het academiejaar op gang met een stevig feest. Dit jaar veranderde de formule en gaven jullie de kans aan talent uit eigen huis. Waarom?Ben Van Beeck: “De Erasmushogeschool herbergt zoveel creatief talent dat het zonde zou zijn om daar niet mee uit te pakken. Zo zetten we meteen de toon. Esther & Fatou bijvoorbeeld telt een studente van de campus Dansaert en Geppetto & The Whales een student van het Koninklijk Conservatorium. Het theaterstuk Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe van Hof van Ede is een productie van recent afgestudeerde Rits-studen-ten met steun van studenten van de Bottelarij. Het was een zeer geslaagde avond waarbij we duidelijk hebben gemaakt dat alle

studenten welkom zijn om hier iets te organiseren. Zo’n 400 stu-denten feestten met ons het nieuwe academiejaar in.”

En toch kan het beter. U zegt zelf dat de aantrekkingskracht van het Rits Café voor niet-studenten naar omhoog moet? Ben Van Beeck: “Zeg eens eerlijk? Wat dacht u toen u hier buiten voor de deur stond? Is dit wel een café? Mag ik hier zomaar bin-nen? Veel mensen vragen zich af of ze hier wel welkom zijn. Het Rits Café heeft van op de straat niet de look van een café, maar meer van een privéclub. Althans ’s avonds toch. Overdag is het een kantine voor studenten, maar na 17 uur gaan de deuren open voor het publiek. Eenmaal dat geweten is, zien we mensen ook geregeld terugkeren. Onder de studenten, zeker de kotstuden-ten, hebben we zo een quasi 100 procent bereik. Ik begrijp de verwarring omtrent ons café ook heel goed. Mensen hebben een zekere verwachting van hoe een café eruit ziet. Maar wij kunnen als café in een schoolgebouw moeilijk aan onze gevel adverte-ren met biermerken. Dat past niet. Bovendien liggen wij in een woonwijk, dus ook wat lawaaihinder betreft, moeten wij oplet-ten. Nu, het is zeker niet zo dat hier geen ‘gewone’ Brusselaars komen. Verschillende verenigingen organiseren hier activiteiten, bijvoorbeeld Wij Brusselaars, de Scenaristengilde of de Louis Paul

Al eens in het Rits Café geweest? Als student is de kans erg groot. Als ‘gewone’ Brusselaar kaatst u waarschijnlijk de vraag terug. “Is dat dan toegankelijk voor iedereen?” Jazeker en Stuvo EhB wil dat benadrukken. “Het Rits Café dankt zijn succes aan de studenten die hier wekelijks meermaals allerhande evenementen organiseren”, vertelt Ben Van Beeck, mede-werker bij Stuvo en stuwende kracht achter het café. “Maar het Rits Café wil ook de schakel zijn tussen de studenten en Brussel als fijne, boeiende stad. Helaas komen er nog te weinig niet-studenten naar het café. Puur omdat ze niet weten dat dit een café is. Omdat we in een school huizen kunnen we namelijk geen bierreclame tegen de muur hangen en dat geeft het Rits Café een minder uitnodigende look.”

IEDEREEN

Page 5: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 5

Boonkring. Bovendien proberen we veel promotieactiviteiten of bepaalde stadsinitiatieven aan te trekken. Wij krijgen dus wel degelijk niet-studenten over de vloer, alleen mag dat meer zijn.”

Waarom eigenlijk? Wat is er mis met een studentenbar? Ben Van Beeck: “Daar is niets mis mee, alleen zijn wij dat niet. Het Rits Café wil geen Fakbar (Faculiteitscafé) zijn, maar een ontmoetingsplaats voor iedereen die in Brussel woont. Waarom? Omdat dit het samenleven bevordert en de zichtbaarheid in twee richtingen verbetert. Enerzijds leert de Brusselaar het studen-tenbestaan kennen in zijn stad en anderzijds leren de studen-ten Brussel kennen als een stad waar gewoond en geleefd wordt. Over Brus-sel heersen namelijk veel valse vooroorde-len. Maar het is echt opvallend hoe snel die vooroordelen wegeb-ben eenmaal de stad gekend is. Bovendien, en daar moeten we niet hypocriet over doen, is het goed voor de levensvatbaarheid van het café. Studenten geven nu eenmaal minder uit dan mensen met een job. Begrijp me niet verkeerd, het is zeker niet de bedoeling om de prijzen op te krikken hoor. Een pintje blijft 1,50 euro kosten. Maar momenteel draaien we net break-even. Voor onze activiteiten doen we een beroep op werkingssubisidies. Niet dat we uit zijn op immense winstmarges. Alles wat we extra verdienen, investeren we integraal in het café.”

Het Rits Café begint aan z’n vierde academiejaar. Al feestjes mee-gemaakt die gegrift staan in het collectief studentengeheugen van Brussel? Ben Van Beeck: “De silent message party! Vorig jaar kwamen een aantal studenten met het idee om een silent party te organiseren. Hierbij krijgen de feestvierders een koptelefoon die ze konden af-stemmen op een frequentie waarop een dj muziek speelt. Zonder koptelefoon hoorde je niets van de muziek. Om het nog wat inte-ressanter te maken, hadden we twee dj’s uitgenodigd. Eentje uit het hippe clubmilieu en een andere die commerciële ambiance-muziek draaide. In het café zelf klonk Bach, Mozart, Beethoven,……

Wie langs het café wandelde, hoorde dus klassieke muziek en zag tegelijkertijd allemaal jongeren uit de bol gaan. Nu, om-

dat het met een koptelefoon op ook moeilijk praten is, hebben we er tegelijkertijd een message party van gemaakt, waarbij de studenten met elkaar communiceerden via briefjes. Ik herinner mij trouwens goed dat de dj’s zich afvroegen op welke muziek er het meest werd gedanst, de hippe of de commerciële muziek. Tot op een gegeven moment de zaal plots schreeuwde: ‘Kom van dat dak af’ (Een nummer van Peter Koelewijn. nvdr.) “

Info: Op www.ritscafe.be vindt u het hele programma terug

STUVO

“In het café klonk klassieke muziek terwijl alle jongeren uit de bol gingen”

RITS CAFÉ GEEFT KANSEN AAN CREATIEF TALENTIS WELKOMIEDEREEN

SOVEHB WORDT STUVO EHBSOVEhB heet sinds dit academiejaar Stuvo EhB, kort voor Studentenvoorzieningen Erasmushogeschool Brussel. De naamsverandering kadert in een reorganisatie van het statuut en de structuur van de studentenvoorzieningen. Traditioneel was het namelijk zo dat in heel Vlaanderen studentenvoorzieningen van hogescholen opereerden als een vzw naast de werking van de hogeschool. Vanaf 2013 verandert dat naar het model van de universiteiten. Decretaal is vastgelegd de studentenvoorzieningen ingebed worden in het dagelijks beleid van de hogeschool. Voor de studenten verandert er echter niets. “Althans we doen toch ons best om de overgang zo geruisloos mogelijk te laten verlo-pen”, zegt Dirk Liebaers, algemeen coördinator van Stuvo EhB. Ook de baseline voor

Stuvo EhB blijft behouden: ‘Alle studentenzaken, behalve leerstof.’ De Raad van Bestuur wordt vervangen door een Stuvo Raad die blijft bestaan uit een combinatie van studenten en personeel van de Erasmushogeschool. Wel worden de taken van Stuvo EhB in de nieuwe overeenkomst gebundeld van 13 naar 6 domeinen: Voeding, Vervoer, Huisvesting, Studentenwerking, Sociale begelei-ding en Medische & Psychologische begeleiding. “Onze grootste uitdagingen zijn voeding en huisvesting” zegt Dirk. “Brussel telt 12.000 koten te weinig om alle studenten op te vangen. Wat voeding betreft, maakt de versnippering van onze school het moeilijk en duurder om een gezonde, betaalbare maaltijd aan te bieden. Onze studenten zitten verdeeld over verschillende campussen. We denken momenteel na of we toch niet al het eten op één plaats kunnen bereiden en van daaruit naar alle campussen leveren. Maar in ieder geval vragen voeding en huisvesting naast onze sociale opdrachten ook dit academiejaar heel wat inspanningen van ons.”

Page 6: EhBmagazine #9 najaar 2012

6 | EhB!magazine 09

Op 19 juni 1999 ondertekenden 29 Europese ministers van On-derwijs de Bolognaverklaring. Voortaan zou het hoger onderwijs er heel anders uit zien. Gedaan met A1-diploma’s, kandidaturen en licenties. De lidstaten van de Europese unie kozen voor één uniform systeem in het hoger onderwijs: de bachelor-master-formule. Vandaag richten ook al heel wat landen van buiten de Europese unie hun hoger onderwijs in via de bama-structuur. 46 landen al hebben de bama-formule geïmplementeerd in hun hoger onderwijs, goed voor meer dan 1.600 opleidingen. Om deze overgang te begeleiden, biedt de Europese unie haar on-derwijsinstellingen de kans om hun kennis te delen met de haar omringende landen. Hiervoor werd Tempus in het leven geroepen, waarbij universiteiten en hogescholen van binnen en buiten de EU een samenwerking aangaan. Binnen die contouren ging de Eras-mushogeschool een samenwerking aan met vier universiteiten in Bosnië, Servië en Macedonië. “Wij hebben ons geëngageerd om met name de kwaliteitszorg op die universiteiten mee vorm te geven”, legt Nora Laermans uit, verantwoordelijk voor de integrale kwaliteitszorg op EhB. “Ons eerste bezoek betrof Bosnië. Wij zijn naar daar gegaan om te kijken hoe we hen kunnen ondersteunen bij de processen die ze nodig hebben om een kwaliteitszorgsys-teem uit te bouwen. Het gaat bijvoorbeeld om het organiseren van studentenenquêtes of bevragingen onder het personeel, het uitvoeren van zelfevaluaties of het voorbereiden van visitaties en accreditaties.”Annelore Schittecatte is coördinator van de International Office van de Erasmushogeschool Brussel en in die hoedanigheid be-trokken bij verschillende Tempusprojecten. Zij beaamt dat er op

bepaalde vlakken nog grote verschillen zijn binnen en rond Eu-ropa. “Al betekent dat niet dat wij naar ginder gaan om er onze manier van werken botweg uit te rollen”, aldus Annelore. “Neen, we zijn geen kolonialisten (lacht). In een eerste fase leren we elkaars werkwijze kennen en wisselden we informatie en good practices uit."Nora Laermans trok samen met Ignace Van Dingenen, hoofd van de dienst Strategische Planning, Integrale Kwaliteitszorg en Databeheer, naar vier universiteiten. “Meteen viel op dat de uni-versiteiten geen cultuur hebben van samenzitten met elkaar en informatie delen”, aldus Nora. “Hoe dat komt? Geen idee. Maar dankzij Tempus onderhouden de universiteiten nu niet alleen con-tact met ons, maar ook onderling met elkaar. Wat kwaliteitszorg betreft staat Bosnië waar wij tien jaar geleden stonden. Daarom is het nuttig dat wij hen onze bevindingen meegeven. Momenteel werken we aan een rapport waarin de opmerkingen en aanbeve-lingen worden gebundeld. Maar dat rapport betekent zeker niet het einde van onze samenwerking. Als alles goed gaat keren wij in april 2013 terug om te kijken hoe onze aanbevelingen ginder in de praktijk uitdraaien. Trouwens, ook wij steken heel wat op van hen. Misschien geen zaken die hier onmiddellijk te implementeren zijn, maar dit project heeft wel onze kijk verbreed. Tempus, dat is leren van elkaar op Europees niveau.”

ZWARTE SNEEUW Hoewel Bosnië ongeveer op eenzelfde afstand ligt als Spanje, leek het Balkanland soms op een andere wereld. “De oorlog is nog altijd niet helemaal verteerd”, aldus Nora. “Dat voel je. Verder zijn sommige dingen bij ons ook compleet ondenkbaar. Autogordels worden er bijvoorbeeld niet gedragen. Als je drie uur doorheen besneeuwde heuvels moet rijden, is dat toch wel even spannend. Op sommige plaatsen ziet de sneeuw er trouwens zo zwart als pek door de industriële vervuiling. Onvoorstelbaar hoe fabrieken ginder zonder enige belemmering hun afvalstoffen in de lucht pompen. Maar het frappantste was misschien wel toen we op de universiteit een computerlokaal binnenwandelde. Tot onze verbazing werkten ze nog op floppy’s. En dat in de 21ste eeuw.” Geld is altijd een probleem in de Balkan. Zo is er om te begin-nen een enorm verschil tussen overheidsuniversiteiten en privé-universiteiten, waar enkel de rijke studenten het studiegeld kun-nen betalen. De IT-afdelingen en ingenieursopleidingen kunnen

NIVEAUHoe kunnen we universiteiten in de Balkan begeleiden bij het opzetten van een integraal kwaliteitszorgsysteem? Met die vraag trok EhB naar Bosnië in het kader van het Euro-pese Tempusproject. Tempus staat voor een partnerschap tussen Europese hogescholen en universiteiten uit de Europese Unie met de omringende landen en doelt op de moderni-sering van het hoger onderwijs. Zo verbroe-derde EhB in Bosnië met de universiteiten van Tuzla, Zenica, Banja Luka en Mostar.

INTERNATIONAAL

TEMPUS IS LEREN VAN ELKAAR

OP EUROPEES

Page 7: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 7

rekenen op de beste infrastructuur. Allemaal gefinancierd door de industrie. De overheidsuniversiteiten daarentegen huizen vaak in erbarmelijke gebouwen. Naast die verschillen heb je ook nog eens een andere onderwijswetgeving per kanton. Ook wordt de instroom van studenten bepaald door de vraag van de markt. Elk jaar beslist de lokale overheid per opleiding hoeveel studenten toegelaten worden en daarvan starten de beste gratis. De anderen betalen een hoger inschrijvingsgeld.

IDEEËN AANREIKEN Tijdens hun bezoek keken Nora Laermans en Ignace Van Dingenen vooral naar de manier waarop onderwijs intern wordt gecontroleerd en verbeterd. Ze stelden vast dat het er nog erg bureaucratisch aan toe kan gaan. “Op het eerste zicht leken ze erg bedreven in het af-nemen van studentenenquêtes”, aldus Nora. “Als je dan wat dieper graaft, dan zie je echter dat ze met de resultaten van de enquêtes niets doen. Zo leek op papier ook dat de studentenparticipatie er op een hoog niveau staat. Een kleine rondvraag onder de studenten vertelde ons dat er nauwelijks sprake is van inspraak. Universiteiten hebben dus wel studentenraden en nemen enquêtes af, maar er wordt geen gevolg aan gegeven.”

“Ook hun vorm van les geven is nogal traditioneel”, gaat Nora verder. “Wij zijn ondertussen geëvolueerd naar verschillende vor-men van les geven. Bijvoorbeeld voor communicatievaardigheden achten wij het beter om in kleinere groepjes te werken. In Bosnië daarentegen houden ze voor elk vak vast aan de oude formule, namelijk de prof voor de aula. Ik bedoel dit niet als kritiek, maar louterweg als een vaststelling. Zoals daarnet als gezegd was het nooit onze bedoeling om onze werkwijze daar op te dringen. Wij hebben wel een aantal ideeën aangereikt en hopen dat ze via zelf-

reflectie hun eigen systemen zullen moderniseren op een manier die aan hun context is aangepast.” Annelore Schittecatte haalt aan dat EhB in het verleden ook bij andere Tempusprojecten betrokken was: “In Centraal Azië wer-den door Europese en lokale universiteiten cursussen toerisme ontwikkeld, die vandaag door verschillende instellingen worden gebruikt. De lerarenopleiding van EhB is er momenteel betrokken bij een project rond het moderniseren van de lerarenopleiding."Over die gelijkschakeling van het Europees onderwijs toch nog een kritische bedenking. Dreigt hier niet het gevaar van de ver-vlakking? Europa is als unie erg divers en de onderwijssystemen van de lidstaten zijn ook geënt op traditionele en culturele waar-den. Is het dan niet jammer dat Europa overal in het onderwijs eenheidsworst wil?

“Daar is geen enkel politieke motivatie voor om het zo ver te drij-ven”, weerleggen beide dames meteen. “De uniformisering die Tempus nastreeft, is allerminst een aanval op de eigenheid van Europese universiteiten en hogescholen. Integendeel, politiek is er net een groot draagvlak voor die diversiteit. Daarom ook dat voorstellen om van Engels de voertaal te maken in het ho-ger onderwijs het niet halen. Europa wil zich met Tempus vooral profileren als een regio waar veel mogelijk is. De gelijkschakeling moet het voor studenten makkelijker maken om over te stappen naar buitenlandse universiteiten en hogescholen. Een bachelor in Duitsland volgen en nadien een master in Frankrijk moet bijvoor-beeld soepeler kunnen. Daarnaast wil Europa ook topstudenten aantrekken. Vandaag zijn Groot-Brittannië en USA de plaatsen waar de grootste breinen naar toe trekken. Door de ‘nieuwe’ lan-den zoals Bosnië te betrekken in het Europese onderwijssysteem maak je ons ook onderwijs aantrekkelijker en sterker.”

NIVEAU

Annelore Schittecatte (l), Ignace Van Dingenen (m) en Nora Laermans (r)

Page 8: EhBmagazine #9 najaar 2012

8 | EhB!magazine 09

Multec, geef toe, het woord bekt alvast als een succesonderne-ming. En op basis van het lesprogramma lijkt de opleiding die verwachting in te lossen. De inschrijvingen lopen bovendien als een trein. Dankzij de combinatie van Multec en Toegepaste Infor-matica is de nieuwe instroom aan de EhB in de ICT-opleidingen met maar liefst 80 procent gestegen. In de bedrijfswereld staan ze nu al te popelen tot de eerste Multeccers zijn afgestudeerd.

“Mensen die zowel technisch als creatief zijn opgeleid zijn heel moeilijk te vinden in deze business”, zegt Stef Smet van True Story, een jong bedrijf dat apps ontwikkelt. “Wij worden daar eigenlijk voortdurend mee geconfronteerd. De markt voor app-ontwikke-ling is erg jong, maar booming. Steeds meer bedrijven vinden ons. Het werk stroomt binnen, maar voor ons is het niet makkelijk om gekwalificeerd personeel te vinden. Een goede appbouwer heeft kennis van programmeren, oog voor design en vooral een

doorgedreven conceptuele aanpak. Je vindt altijd wel mensen die gespecialiseerd zijn in één van die vaardigheden, maar de com-binatie van deze skills is moeilijk te vinden op de arbeidsmarkt.” Bart De Waele, CEO van digital agency WIJS tapt uit hetzelfde vaatje. “Een developer moet vandaag een breder zicht hebben dan vroeger. Ze moeten onder andere ook kunnen spreken met een designer. Elke bijkomende opleiding die studenten daarop voorbereidt, is top voor ons.” Zoveel hebben ze op de Erasmushogeschool dus ook begrepen en daarom werd op 12 september de nieuwe opleiding Multec boven het doopvont gehouden. De opleiding richt zich op het leren ont-wikkelen van multimediatoepassingen voor smartphones, tablets, pc’s en interactieve installaties. “De cijfers bevestigen de oproep van de markt”, vult opleidingshoofd Frank Lanssens aan. “Als we in ons land kijken naar de afgestudeerden in de multimedia en

MULTEC WORDT EEN

BEGRIP

Multec, dat is powertaal voor de nagelnieuwe bacheloropleiding Multimedia & Communi-catietechnologie. Multec verwelkomt dit jaar een tachtigtal studenten. Allemaal creatieve techneuten die menen dat de digitale revolutie nog maar net in gang is gezet. Multec leert studenten applicaties maken voor smartphones, tablets en al wat er nog mag worden uitge-vonden aan digitale communicatietoestellen. “De markt schreeuwt om dit soort mensen”, aldus opleidingshoofd Frank Lanssens en docent Herman Gillaerts in koor.

Frank Lanssens

Page 9: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 9

communicatietechnologie dan komt amper 7 procent uit Brussel. Kijken we tegelijkertijd naar de openstaande vacatures in deze sector dan valt op dat meer dan 60 procent van de jobaanbiedin-gen zich in Brussel en Vlaams-Brabant bevindt. De discrepantie tussen werk en opleiding is dus enorm. Vandaar dat de Erasmus-hogeschool deze opleiding voortaan inricht. Het aanbod aan com-municatietoestellen is bovendien immens en evolueert razend-snel. Tablets, smartphones,…. dag na dag winnen deze toestellen aan gebruiksmogelijkheden en dus ook aan belang. Hun impact is ondertussen zo groot dat er in de traditionele informaticaoplei-ding simpelweg te weinig ruimte is om het de aandacht te geven die het verdient. Een aparte, specifieke op-leiding drong zich op. Na overleg met de privésector waren we daar meer dan ooit van overtuigd.” Departementshoofd Mark Runacres zegt het zo: “Zelfs de Druivelaar heeft ondertussen een eigen app. Het beperkt zich dus niet meer tot grote culturele evenementen of tv-programma’s. De Erasmushogeschool Brussel levert nu de mensen die dat kunnen uitwerken.”

CREATIEF-TECHNISCHE OPLEIDINGDe verzuchtingen van de bedrijven zijn gekend, maar hoe zit het met de studenten. Wat mogen zij, naast werkzekerheid, verwach-ten van een diploma Multec. De opleiding is opgebouwd rond vijf clusters: Digital Technology, Design, Programming, Business and Communication en Integration. De naam van de vakken zegt ge-noeg over de inhoud van de lessen. De clusters lopen trouwens als brede basis doorheen de driejarige opleiding. “Deze lessen worden doorweven met seminaries, lessen van gastdocenten, het bijwo-nen van evenementen, bedrijfsbezoeken, drie maanden stage in het laatste jaar en veel praktijk”, vertelt Herman Gillaerts, docent communicatie bij Multec en in een nabij verleden nog netmanager bij VT4. “Wij verwachten van de studenten een zekere technische en creatieve bagage, dan is het maar logisch dat we de opleiding ook inrichten op maat van die eigenschappen. Multec is flexibel, out-of-the-box en laat van zich horen. Zo sluiten we beter aan bij de arbeidscultuur waar onze studenten uiteindelijk in zullen terechtko-men. Daarom ook dat we topdocenten uit de privésector hebben weten te strikken. Dit zijn mensen uit de media en de reclame, maar ook 3D-artiesten en designers. Stuk voor stuk specialisten in hun vak. Want vergis u niet, studenten van vandaag zijn al erg bedreven in het programmeren en vormgeven van websites. Het is een generatie die computertaal met de paplepel is ingegeven. Het niveau van docenten moet dus erg hoog zijn om hen te boeien en te onderwijzen. Multec wil bovendien tonen wat het kan. Wij ge-bruiken alle tools om continu aanwezig te zijn. Wat onze studenten bedenken zal zichtbaar zijn op de campus. Multec is meer dan een opleiding. Het wordt een merknaam, een begrip.”

SPELENDERWIJS Om de studenten zoveel mogelijk praktijkervaring te laten opdoen, staat er ook elk semester één project centraal waar groepjes van vier tot vijf studenten aan werken. Een jury van mensen uit de bedrijfswereld beoordeelt het werk. Dat kan een website, een app, een touchscreen-project, enz. zijn. De mogelijkheden zijn legio in het digitale bestaan. Vanaf het tweede jaar richt Multec ook specialisaties in, namelijk ‘Mobile App & Web’ en ‘Art ’n Technology’. “Twee zaken die niet meer weg te denken zijn in de toekomst”, aldus Frank. “Mobiele toestellen gaan het internet veroveren ten opzichte van de pc. Dat is een kwestie van hooguit twee jaar. Nu al zitten heel wat mensen meer op het internet met hun smartphone of tablet dan met hun computer. Vooral dankzij serious gaming en augmented reality lijkt de mobiele online markt open te breken. Serious gaming is zoals de naam het suggereert spelenderwijs leren. Stel bijvoorbeeld dat je kiné-oefeningen

moet doen omdat je een slechte rug hebt. Vroeger kostte dat een bezoek aan de kinesist die je de oefeningen leerde

waarna je een blad mee naar huis kreeg met de uitleg op. Nog even en je downloadt simpelweg een app die je met beeld en commentaar wegwijs maakt in de verschillende oefeningen. De medische sector zet momenteel heel erg in op zulke evoluties. Het zit er dus aan te komen en dat zal geen jaren meer duren.”Frank en Herman voorspellen bovendien dat ook augmented reality weldra een deel wordt van het straatbeeld. Stel je loopt in Brussel langs het standbeeld van Manneken Pis. Met het oog van je smartphone scan je het beeld waarna je alle mogelijk info krijgt over het standbeeld. Of je hebt een nieuwe bril nodig, maar houdt er niet van om allerhande modellen te passen in de winkel. Wel, je neemt een foto van je eigen hoofd en via een app kun je in alle rust op je tablet thuis alle mogelijke modellen passen en kopen. Allemaal in 3D-visualisatie. “De technologie is er. Het is louterweg een kwestie van tijd, weinig tijd”, aldus Frank. “De toekomst is aan de apps. ‘Art ’n Technology’ is dan weer een unieke specialisatie voor België. Dit gaat over het ontwikkelen van interactieve multimedia-installaties. In klerenwinkels duikt het nu en dan al eens op. De schermen scannen je lichaam in de juiste proporties en je virtuele ik kan vervolgens makkelijk kleren passen in de winkel zonder aan te hoeven schuiven aan pashokjes. Het lichtfestival in Gent is ook een voorbeeld van zo’n multimedi-ale technology-performance. Of dacht je dat er één iemand was die bij de grootschalige projecties het licht aan en uit knippert? Natuurlijk niet, daar is heel wat voorbereidend computerwerk en sturing mee gemoeid. Er zit heel wat in de pijplijn in de digitale wereld. Onze studenten Multec zullen voorbereid zijn op die di-gitale toekomst.”

Info: www.multec.be

MULTEC WORDT EEN

IWT

”De toekomst is aan de apps”

MULTEC STOOMT STUDENTEN KLAAR VOOR DE DIGITALE TOEKOMST

Page 10: EhBmagazine #9 najaar 2012

10 | EhB!magazine 09

Tijdens de eerste editie van Brussel Brost, twee jaar geleden, moest het gratis festival zich tevreden stellen met ruim 1.000 feestvier-ders. Het kick-off-evenement groeit echter in sneltempo. Eind sep-tember genoten er al zo’n 4000 studenten van bands als Cody and the Albatross, AKS en 't Hof van Commerce. Maar daar houden de ambities niet op. Organisator Br(ik meent dat het potentieel een pak hoger ligt, ook al lokt het festival vandaag toch al een dikke 15 procent van de studenten. “In Gent en Leuven trekt het openings-feest zo’n 30 tot 50 procent van de studenten aan”, liet coördinator Kasper Demeulemeester van Bri(ik optekenen in de kranten. “Brus-sel telt zo’n 25.000 studenten. Op termijn moeten wij daar zeker zo’n 10.000 studenten van kunnen aanspreken. Vergeet niet dat de kick off-evenementen in Gent en Leuven al acht jaar bestaan. Wij zijn pas toe aan onze derde editie en groeien jaar na jaar. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat Brussel Brost zal groeien. Ondertussen hebben we namelijk al heel wat naambekendheid verworven.” Aan creatieve ideeën ontbreekt het alvast niet om Brussel Brost te laten uitgroeien tot hét festival van de hoofdstad. Brussel Brost biedt namelijk meer dan enkel muziek en, tja, drank. Langs de kade

werden een urban market opgetrokken met tal van inventieve spe-len en standjes. Zo werd er het spel Twister gespeeld waarbij de gekleurde bollen waren vervangen door foto’s van bekende Brus-selse plaatsen. Spelenderwijs je stad leren kennen, heet dat. Verder lieten ook culturele instellingen als De Munt, KVS en Botanique van zich horen op het ‘marktplein’. “De bedoeling van Brussel Brost is om studenten kennis te laten maken met de hoofdstad”, aldus Kasper Demeulemeester. “Brussel is namelijk een grootstad en zit helemaal anders in elkaar dan studentensteden als bijvoorbeeld Leuven. We maken plezier, maar het loopt hier niet de spuigaten uit. Hier zie je geen scheve zuiptoestanden.”Ook aan de sportievelingen werd trouwens gedacht. Zo konden de studenten het tegen elkaar opnemen in een wedstrijdje zakspringen. Wie het wat ruwer wilde, mocht aantreden in de boksring. Een boksring als een springkasteel weliswaar, waar de boksers elkaar bekampten met reusachtige handschoenen van mousse. Studen-tenhumor, nietwaar. “Dit festival is anders dan de kick off-evene-menten in andere studentensteden”, vertelt Nick, eerstejaarsstu-dent aan de Erasmushogeschool. “Het festival is niet geïsoleerd van de stad. Als het hier straks rond middernacht is afgelopen gaan we nog op kroegentocht in de stad tussen de Brusselaars. Studenten maak deel uit van de stad, maar Brussel biedt veel meer. Daarom ook dat ik voor Brussel koos. Zoals in elke wereldstad heeft ook Brussel z’n problemen, maar dat wordt allemaal overdreven. Het straatbeeld kenmerkt zich net door een veelheid aan initiatieven, zowel voor studenten als voor de Brusselaars. Leuven bijvoorbeeld is dood zonder studenten. Brussel leeft altijd.”

BRUSSEL BROST

“Op termijn willen we 10.000 jongeren be-reiken”, klonk organisator Br(ik ambitieus in de kranten na de derde editie van Brus-sel Brost. Eind september verwelkomde het festival zo’n 4000 studenten op de 300 meter lange kasseistrook langs het ka-naal. “Dit feest zegt alles over Brussel als studentenstad. Op maat van de student, maar ook deel van de grootstad.”

TRAPT ACADEMIEJAAR OP GANG

BRUSSEL

Page 11: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 11

KORTNIEUWS

ERE-DIRECTEUR NU OOK

GROOTOFFICIER "Het heeft zijne Majesteit Ko-ning Albert II behaagd, a ls blijk van erken-telijkheid voor bewezen dien-sten, bij Konink-lijk Besluit van 6

februari 2012 en met ranginneming op 15 november 2006 het ereteken van Grootofficier in de Kroonorde te verlenen aan de heer Frank Roos." Was getekend: de minister van Buitenlandse zaken, Didier ReyndersDat staat op de oorkonde die onze voorzitter Bart De Schut-ter mocht overhandigen aan ere-directeur Frank Roos. De Kroonorde werd ingesteld in 1897 en wordt voor verdiensten op gebied van de industrie, de handel, wetenschap, onder-wijs, de strijdkrachten, cultuur of liefdadigheid toegekend. Het is in België al langer de traditie om eervolle onderschei-dingen in de Nationale Orden te verlenen aan het personeel dat werkzaam is in het onderwijs, maar het is de eerste keer dat een (oud-)directeur van een Vlaamse hogeschool deze erkenning ontvangt. Roos was tot de aanstelling van Luc Van de Velde in 2007 algemeen directeur van de Erasmushoge-school Brussel en voordien directeur van het Rits.

OPENING ACADEMIEJAAR OPGELUISTERD DOOR AANWEZIGHEID NASA

Op 25 september werd als vanouds samen met associatiepartner VUB het academiejaar geopend. Naast de toespraken van algemeen directeur Luc Van de Velde en de rector Paul De Knop luisterden de genodigden van de Universitaire Associatie Brus-sel ook naar astronaut Dirk Frimout en Charles Bol-den, hoofd van de NASA. Dit alles naar aanleiding van de “Space Day in Brussels”. Voor de Erasmushogeschool Brussel start het academiejaar met een mooie stijging qua in in-schrijvingscijfers, de hogeschool telt ruim 5000 studenten. De nieuwe opleiding Multec (zie el-ders) neemt meteen een hoge vlucht en ook de jonge opleiding Pedagogie van het Jonge Kind gaat zijn tweede jaar in met een sterke instroom.

SAMEN WERKENAAN STRATEGISCH PLAN EhB begon het nieuwe academiejaar met twee teambuildingsdagen in een gezellige stad in Limburg. Samen met de departements- en diensthoofden boog de directie zich over de missie, de visie en de doelstellingen van de hogeschool en werd er een geactualiseerd Strategisch Plan op de rails gezet. Het werden twee intense dagen. Dankzij de werkgroepen kwam iedereen aan het woord en werden de meningen meteen afgetoetst bij de collega’s.

KLIMAATFIKSERS GEZOCHT!

In de aanloop naar Dikketrui-endag 2013 – op 20 februari – daagt Ecocam-pus studenten uit om tijdens het eerste se-mester van dit academiejaar een doe-het-zelf

idee te bedenken én uit te werken dat op haar eigen manier bijdraagt aan CO

2-reductie.

Deelnemers aan deze uitdaging, de wedstrijd ‘De klimaatfik-sers!’, maken kans op het – onder professionele begeleiding - in de markt zetten van het CO

2-arme of -besparende project van

hun team. Studenten vanuit alle studierichtingen zijn meer dan welkom om aan de wedstrijd deel te nemen, idealiter in mul-tidisciplinaire teams. CO

2-besparing is immers niet alleen een

zaak van technici. Inschrijven kan tot 5 november 2012 en de afgewerkte projecten moeten ten laatste op 28 januari 2013 ingestuurd worden.

Charles Bolden (NASA) en Dirk Frimout tijdens academische opening

Voorzitter Bart De Schutter speldt Frank Roos het ereteken op

Page 12: EhBmagazine #9 najaar 2012

12 | EhB!magazine 09

“Wel ik ben echt blij dat je er bent. Ik dacht, die knappe gast zie ik nooit meer terug” en wat volgt is een kus tussen Franky en Max in de populaire één-soap Thuis. De outing van Franky zorgde voor heel wat deining in het tv-programma. In de rol van zijn vriend Max zien we Leendert De Vis. Drie jaar geleden studeerde Leendert af aan de opleiding Musical van het Koninklijke Conservatorium Brussel. Tijdens zijn studies kreeg hij onder andere les van Leah Thijs (Ma-rianne in Thuis), Jessie De Caluwé (Radio 1, Studio Brussel) en Els Olaerts (Annemie in Witse). En meteen na zijn opleiding overtuigde Leendert op de planken. Zijn eerste professionele rol was die van Rolf in de musical The Sound of Music. Ook in Dans der Vampieren van Musical van Vlaanderen en in Alice in Wonderland van Studio 100 blonk Leendert uit. Dit voorjaar sleepte hij zelfs de Vlaamse Musical Prijs voor Beste Mannelijke Bijrol in de wacht voor zijn vertolking van de jonge bisschop Jean Bilodeau in de theaterproductie Lelies.

“Het gaat allemaal ongelooflijk snel, maar ik geniet van elk moment”, aldus Leendert, een trotste acteur die lak heeft aan sterallures.

De hoofdrol spelen in een immens populaire voorstelling. Wat doet dat met iemand van 25? Leendert De Vis: “Ik had nooit durven dromen dat het allemaal zo snel zou gaan. Deze rol mogen vertolken en voorstellingen spelen in een zaal voor bijna 2.000 mensen maakt mij zo gelukkig als een

kind. Ik herinner mij nog het ‘verlossende’ telefoontje. Na drie audi-ties belden ze me op met de boodschap dat ik de rol van Ben had. Ik vroeg of ze het nog eens konden herhalen, want ik dacht dat ik het niet goed had gehoord. Er viel zoveel van mij af. Het acteursbestaan is namelijk een hard leven. Er kan maar één iemand de rol hebben en de concurrentie is groot. Ook al doe je je uiterste best, je heb nooit alles zelf in de hand. Maar de solidariteit onder de acteurs is erg groot. We hebben een geweldige cast en ik krijg veel steun van mensen als Jan Schepens (Pierre Vinck in Thuis) en Peter Van de Velde (Piet Piraat). Het is een eer om met zulke ervaren mensen te mogen spelen. Ik steek zoveel op van hen. Er gaat iets extra van uit wanneer ze op het toneel verschijnen. Ze maken me beter als acteur. Ik ben me er heel goed van bewust dat dit de job van mijn leven is.”

Hoe verklaar je zelf het succes? Hard werk? Geluk gehad? Leendert De Vis: “Ook ja, maar om te beginnen is er de uitstekende opleiding. Het Koninklijk Conservatorium Brussel (departement van de EhB. nvdr.) is echt een school met wereldfaam en de opleiding Musical is uniek. Uniek omdat ze de enige is in Vlaanderen, maar ook uniek omdat ze andere accenten legt dan andere Europese musical-opleidingen. Ik heb bijvoorbeeld ook geïnformeerd om in Nederland te studeren omdat musical daar meer ingeburgerd is dan bij ons. Maar bleek dat zij vaak iets meer de nadruk leggen op zang en dans, terwijl ik vooral acteerlessen wou hebben. Op de muziekschool had ik mijn stem al goed leren begrijpen. Ik wil niet arrogant klinken hoor, ik kan nog veel bijleren als zanger. Alleen had ik veel meer nood aan

Amper drie jaar nadat hij afstudeerde aan het conservatorium speelt Leendert De Vis al de hoofdrol in de musical Ben X. In Ant-werpen en weldra ook in Gent doet hij zalen vollopen met zijn vertolking van een autisti-sche jongen die gepest wordt. De media zijn unaniem lovend over de voorstelling in het algemeen en het acteerwerk in het bijzon-der. De Standaard prees de musical zelfs aan met vijf sterren. “De opleiding aan het conservatorium is van absoluut topniveau”, verklaart Leendert De Vis zijn blitzcarrière. “De lat ligt hoog, maar ik heb er immens veel geleerd.”

HOOFDROL BEN X VOOR MUSICAL ALUMNUS DE JOB VAN MIJN LEVEN

Page 13: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 13

en interesse in acteren. Het conservatorium in Brussel is de zowat enige school die dat benadrukt. Je merkt ook dat veel mensen die studeren in Nederland aan de slag gaan in een ensemble, zeg maar het achtergrondkoor bij de musical. Terwijl ik wou acteren. Trouwens, ook dat valt op, haast iedereen die Musical studeert aan het Brus-sels conservatorium vindt snel werk. Dat is niet zo evident in deze sector. Zowel in binnen- en buitenland zien ze ons graag komen. Bert Verbeke bijvoorbeeld zat bij mij in de klas.”

Bert is al lang een goede vriend van je, maar in Ben X is hij de pestkop die je het leven zuur maakt. Hoe ga je daar mee om?Leendert De Vis: “Mentaal valt dat inderdaad soms moeilijk. Dat kan ik niet ontkennen. Kijk, als acteur plaats ik mezelf in de leefwe-reld van het personage dat ik vertolk. Ik kruip in z’n hoofd en probeer te denken wat hij denkt, te voelen wat hij voelt. Als je dan als Ben elke dag wordt doodgepest, ja, dan doet dat iets met me. Opvallend genoeg heb ik er minder last van wanneer ik voor een publiek speel. Maar tijdens de repetities had ik het soms echt lastig als Bert, die ik erg goed ken, voor de zoveelste keer mijn broek uittrekt en iedereen mij uitlacht. Veel mensen onderschatten dat aspect van acteren ook. Begrijp me niet verkeerd. Ik heb de meest fantastische job die er is, dus wil zeker niet klagen. Maar mentaal en fysiek is het een

uitputtingsslag. Na elke voorstelling ben ik kapot. Gelukkig hebben wij een geweldige cast met ervaren acteurs en kunnen we naast de voorstelling heel goed samen lachen en plezier maken.”

Ben je nog zenuwachtig voor een voorstelling of is het ondertussen een routineklus geworden? Leendert De Vis: “Routine? Zeker niet, elke voorstelling is uniek. Wees dus maar zeker dat ik nog zenuwachtig ben, maar het is ge-zonde stress. Geen verlammend gevoel. Elke keer voor ik het po-dium opga vraag ik me af of alles vlekkeloos zal verlopen. Maar het simpele feit dat ik dingen kan doen die in het echte leven onmogelijk zijn, maakt deze job natuurlijk extra boeiend. Daarnaast is er ook de druk. Tijdens onze conservatoriumopleiding speelden we stukken voor een proefpubliek. Een voorstelling kostte toen 2,5 euro. Voor Ben X betalen mensen 50 tot 60 euro. Ja, ik neem dat mee op de planken. Aan mijn stemming van de dag hebben deze mensen dan ook geen boodschap. Het moet gewoonweg supergoed zijn. Dat beschouw ik als een minimum aan respect voor het publiek.”

Hoe bereid je je voor op zo’n rol? Temeer omdat het een hightech – musical is met een heel grote videowall.Leendert De Vis: “Ik heb met heel wat autisten en mensen met het syndroom van Asperger gepraat. Het opvallende is dat de aan-doening zo onopvallend is. Je kan nauwelijks zien dat iemand lijdt aan autisme. Maar plots kan hun hoofd op tilt slaan. Verder viel het me op dat ze enorm gefascineerd zijn door computerspelletjes. Net zoals Ben X zichzelf totaal kan verliezen in een videogame. In de musical hebben we dat aspect benaderd met videoschermen waarop te zien is wat er in Ben X zijn hoofd omgaat. Hij communi-ceert namelijk weinig en moeilijk, ook typisch voor autisten, maar we moesten het publiek wel duidelijk maken wat hij voelt en denkt. Vandaar de led-schermen. Voor mij was dat ook nieuw, maar het is een leerrijke ervaring gebleken.Verder heb ik heel wat films gezien over en met autisten. Je denkt spontaan aan Rainman, maar er zijn erg veel films gemaakt over het thema. Snow Cake en Adam zijn recentere films en absolute aanraders. In Being There is Chance dan weer een autistische tuinman die door een toeval mee de wereldeconomie bepaalt.

Het zijn maar enkele voorbeelden. Ik wou niemand kopiëren uit die films, maar zocht naar aspecten die telkens terugkeerden.

Ben is een speciale jongen die weinig spreekt, dus moeten zijn handeling alles duidelijk maken. Daar heb ik op gefocust tijdens het bekijken van al die films.”

Misschien een wat indiscrete vraag, maar kan je leven van je ac-teerwerk? Leendert De Vis: “Met opdrachten zoals dit, zeker en vast, maar het blijft een onzeker bestaan. Daarom geef ik ook nog les aan de muziekacademie in Sint-Lambrechts-Woluwe, waar ik zelf ook school heb gelopen. Het probleem is dat Vlaanderen maar een zakdoek groot is en niet iedereen geïnteresseerd is in musical. Tou-ren in Nederland? Heel graag, maar Ben X geniet in het buitenland nog niet dezelfde bekendheid als Daens bijvoorbeeld. Wat jammer is, want het thema autisme is brandend actueel over de ganse wereld. Hoe vaker we het stuk kunnen spelen, hoe meer begrip er groeit voor autisten.”

HOOFDROL BEN X VOOR MUSICAL ALUMNUS DE JOB VAN MIJN LEVEN

MUSICAL

“Het conservatorium in Brussel is een school met wereldfaam”

Page 14: EhBmagazine #9 najaar 2012

14 | EhB!magazine 09

“De workshop heeft grotendeels mijn studiekeuze of beter mijn in-stellingskeuze bepaald”, aldus Bart Ceusters (28). “Ik wist al vrij vroeg dat ik voor de lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding zou kiezen, maar over de stad twijfelde ik nog. Tijdens de workshop heb ik hier kennisgemaakt met de omgeving en met de infrastruc-tuur. Dat heeft mij overtuigd. Vlak bij de campus ligt bijvoorbeeld een bowlingbaan. Dat is een sport die in het secundair onderwijs nauwelijks aan bod komt, maar hier kan je ze toch beoefenen en zo als leerkracht LO een bredere basis opbouwen. Verder zijn hier twee sporthallen en is de campus voor een bos gelegen, ideaal om te gaan lopen. Het is de locatie die mij voor de Erasmushogeschool heeft doen kiezen en dankzij de workshops heb ik de campus echt

leren kennen en waarderen.” Ook Sam Van Cauter (19), eveneens student LO, koos na een workshop voor EhB. “Na mijn humaniora ben ik gestart bij het leger”, aldus Van Cauter. “Maar na ander-halve week had ik door dat ik er niet op mijn plaats zat en ik moest dus een school kiezen. Ik herinnerde mij de workshop die ik in het zesde jaar met de klas had bijgewoond. Op basis daarvan twijfelde ik dus tussen EhB of de Hogeschool Gent. Ik heb de beide hoge-scholen dan nog maar eens bezocht en wist toen vrijwel meteen dat het Brussel zou worden. De locatie van de campus in Jette is fantastisch. Het is er rustig en toch vlakbij Brussel. Bovendien is de sportaccommodatie superieur ten opzichte van andere hogescho-len. Maar vooral de sfeer deed mij voor de Erasmushogeschool kiezen. Op andere hogescholen kennen ze je niet, ze kennen alleen je ‘dossier’. Hier niet zo. Je bent geen nummer, maar een persoon. Er is een nauw en intens contact tussen student en docent.”

IEDEREEN WELKOMScholen uit heel Vlaanderen worden ook dit academiejaar door de Erasmushogeschool uitgenodigd om met hun vijfde- en zesdejaars een workshop bij te wonen in Brussel. De leerlingen uit de derde graad leren zo op een aangename manier kennismaken met de opleiding en met de stad Brussel. Iedereen is trouwens welkom. ASO, BSO, TSO, KSO, alle secundaire scholen worden aangeschre-

CENTRAAL

HELPEN BIJ DE

WORKSHOPS MAKEN LEERLINGEN WARM VOOR BRUSSEL

STUDIEKEUZEVoor het vierde academiejaar op rij orga-niseert de Erasmushogeschool workshops voor laatstejaarsscholieren uit Brussel en heel Vlaanderen. Het is de bedoeling om leerlingen kennis te laten maken met de opleidingen en de campussen van EhB. “We willen leerlingen helpen bij het maken van de juiste studiekeuze”, zegt Kris Franceus, communicatieadviseur van EhB. “Hopelijk kiezen ze dan ook voor ons. Indien dat niet het geval is, hopen we dat ze er op z’n minst een fijne en leerrijke ervaring aan hebben overgehouden.”

Bart

Ceu

ster

s (l

) en

Sam

Van

Cau

ter (

r)

Page 15: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 15

ven. Net zoals Bart en Sam hierboven helpt een workshop veel studenten bij het bepalen van hun studiekeuze of instellingskeuze.

“Wij merken dat veel laatstejaarsleerlingen uit het humaniora niet altijd even goed op de hoogte zijn van de pedagogische aanpak van een hogeschool en evenmin van de organisatie”, legt Kris Franceus van de communicatiedienst uit.

“Na de workshop krijgen we dan ook regelmatig reacties als ‘Ah, zo doen jullie dat hier’ of ‘Oef, ik dacht dat verder studeren vooral bete-kende theorie blokken, maar praktijk telt hier wel degelijk mee’. Ik kan die verwarring bij de leerlingen best begrijpen. Vandaag zijn er zoveel bachelors, masters en zoveel hogescholen en universiteiten, dat ze soms door het bos de bomen niet meer zien. Ons initiatief biedt net duidelijkheid in het aanbod en dat niet alleen. Ze maken de opleidingen ook erg concreet. Leerlingen die aan zo’n workshop deelnemen, weten daarna ook waaraan ze zich mogen verwachten als ze voor die opleiding zouden kiezen. We willen helderheid schep-pen, zodat leerlingen weten waar ze aan toe zijn. Opendeurdagen slagen daar vaak niet genoeg in, omdat alles wat oppervlakkiger blijft. Openlesdagen doen het op dat vlak al beter, maar met onze workshops hebben we echt iets op maat van de leerlingen zonder te raken aan het niveau en de authenticiteit van de opleidingen.”

UITBREIDEN In totaal biedt de Erasmushogeschool zo’n 25 workshops aan, verdeeld over de verschillende opleidingen. Onder Wetenschap, Technologie en ICT leren leerlingen in een workshop bijvoorbeeld een iPhone-applicatie maken. In één van de workshops van de Gezondheidsopleidingen zoals Verpleegkunde of Voedings- & Di-eetkunde, moeten leerlingen zelf het hematrocrietgehalte testen in hun bloed. Het Conservatorium biedt dan weer namiddagcon-certen aan. Het is maar een losse greep uit het aanbod. De Erasmushogeschool doet haar uiterste best om deze ‘inleefles-sen’ zo boeiend mogelijk te maken en toch ook een realistisch beeld

op te hangen. Want studeren betekent ook werken. “Wij zouden het aantal workshops natuurlijk graag nog uitbreiden, hoewel we besef-fen dat dit voor sommige opleidingen met de huidige personeelsbe-zetting niet altijd even makkelijk realiseerbaar is”, aldus Kris Fran-ceus. “In de lerarenopleiding kunnen we volgend jaar hopelijk meer doen met Kleuter en Lager Onderwijs. Temeer omdat het Brussels onderwijs echt wel nood heeft aan leerkrachten. Al zijn de work-shops niet alleen bedoeld als rekruteringsinstrument. Ze zijn meer dan dat. Toch maken ze wel degelijk deel uit van een wervingscom-municatiecampagne en hebben we uiteraard graag dat iedereen aan

EhB komt studeren. Maar in nauwe sa-menwerking met de secundaire scholen, willen we leerlingen ook vertrouwd maken

met het hogeschoolmilieu. Omdat daar nood aan is, maar ook om-dat wij als EhB vanuit onze maatschappijvisie uiteraard 100 procent achter al onze opleidingen staan. Als Nederlandstalige hogeschool in Brussel geloven we in ons project en daar willen we mee uitpak-ken in Brussel én in Vlaanderen. Hopelijk volgen de rest van België én het buitenland later ook nog. De kans is natuurlijk zeer reëel dat we leerlingen warm maken voor een bepaalde opleiding, maar dat ze kiezen voor een hogeschool dichter bij huis. Leerlingen uit Oos-tende, bijvoorbeeld, zullen veel sneller voor Gent of Kortrijk kiezen dan voor Brussel. Dat weten we, maar iedereen heeft de vrije keuze om te studeren waar hij of zij dat wil. Met onze workshops grijpen we ten minste de kans om EhB én Brussel jaarlijks op een niet al-ledaagse manier voor te stellen aan vele honderden jonge mensen. Bij nogal wat Vlaamse leerlingen heerst namelijk het hardnekkige misverstand dat Brussel een saaie, vuile en onveilige stad is. Maar dat beeld verandert, nadat ze op onze uitnodiging zijn ingegaan. Met de workshops bereiken we dus ook leerlingen die anders nooit aan Brussel zouden hebben gedacht om er te studeren. Want Brus-sel is een geweldige stad, niet in het minst voor studenten. Wie hier studeert of lesgeeft kan dat beamen.”

Meer info: www.ehb.be/workshops

ERASMUSHOGESCHOOL PALMT HET ATOMIUM IN

De Vlaamse overheid organiseert op zondag 25 november de tweede editie van de Dag van de Wetenschap. Universiteiten, hogescholen, musea, bibliotheken, sterrenwachten, onderzoeks-centra uit heel Vlaanderen worden uitgenodigd om op deze dag hun kennis te delen met het grote publiek aan de hand van demonstraties, lezingen, workshops, tentoonstellingen,…. En dus mag ook de Erasmushogeschool Brussel niet ontbreken. Samen met de Vrije Universiteit Brussel palmt EhB tijdens de Wetenschapsdag het Atomium in. De Erasmushogeschool wil uitpakken met een aantal technologische innovaties en onder-zoeksprojecten. Zo zullen de ingenieurs van Industriële Weten-schappen demonstraties geven over 3D-printen en met een mobiele Fablab XL allerhande gadgets maken. Daar bovenop wordt er ook een multifunctioneel roboticaplatform voor voet-balwedstrijden voorgesteld. Het departement Gezondheidszorg demonstreert dan weer de nieuwste technologieën inzake reani-

matie. Het zijn maar enkele voorbeelden uit het ruime aanbod.De Dag van de Wetenschap is de afsluiter van de Weten-schapsweek die loopt van 19 tot en met 23 november. Leer-lingen van het secundair onderwijs kunnen er ervaren hoe het is om te studeren aan onder andere de Erasmushogeschool. Ze kunnen bijvoorbeeld 3D-prototypes ontwerpen binnen de nieuwe MCT-opleiding (Multimedia- en Communicatietech-nologie) of een dagje journalist zijn op Campus Dansaert. In totaal dokterde de Erasmushogeschool 30 verschillende work-shops uit voor meer dan 2000 leerlingen. Bezoekers krijgen op de Dag van de Wetenschap gratis toegang tot het Atomium. Voor de kinderen is er zelfs een aparte doe-hoek.

Inschrijven kan op www.wetenschapsweekbrussel.be. Uiteraard gratis.

“Brussel is een geweldige stad, ook voor studenten”

STUDIEKEUZE

Bart

Ceu

ster

s (l

) en

Sam

Van

Cau

ter (

r)

Page 16: EhBmagazine #9 najaar 2012

16 | EhB!magazine 09

“Maak een campagne die Brusselse studenten warm moet maken voor de fiets.” De opdracht voor een van de afleveringen van Jim Kot Deluxe, een tv-programma waarbij studenten een luxekot kon-den winnen, klonk simpel. De Brusselaar aan het fietsen krijgen, is nochtans geen makkelijke klus. “Er is al heel wat verbeterd voor de fietser, maar hij is nog niet dominant in het straatbeeld," legt Frederik Depoortere uit. “De auto is dat wel in Brussel. We komen ook van ver. Eind jaren '90 was de fietser zo goed als uitgestorven in de hoofdstad. De oorzaak was de opmars van de auto vanaf de jaren '60. Straten en andere infrastructuur werden sindsdien ingericht op maat van de auto. Er verdwenen heel wat fietspa-den. Vandaag zitten we voor het woon-werkverkeer opnieuw aan zo’n zeven procent. In totaal gaat het om 40 tot 50.000 fiets-verplaatsingen per dag. Dat lijkt weinig, maar vergeet niet dat bijna de helft van het Brussels verkeer wordt gegenereerd door mensen die buiten Brussel wonen. Voor velen van hen is de fiets sowieso geen optie omwille van de afstand. Dus zeven procent

van de werkende Brusselaars is al een hele stap vooruit. Maar uiteraard is het potentieel veel groter. Al heeft Brussel natuurlijk een morfologisch nadeel. Ons heuvelachtig reliëf maak het minder aantrekkelijk om te fietsen dan pakweg in Antwerpen of Amster-dam, maar dit knelpunt is zeker niet onoverkomelijk. München en Zürich hebben bijvoorbeeld ook veel reliëf en toch wisten zij het aandeel van de fietsverplaatsingen op te krikken tot 15 procent. Dat is het dubbel van hier. En als dat daar kan, waarom zou het hier dan niet lukken?”Tot zover Brussel fietsstad in cijfers. Over studenten op de fiets bestaat in Brussel nauwelijks data. Maar daar komt weldra ver-andering in, want de studentencentrale Br(ik plant een aantal acties rond fietsen. Een kleine rondvraag maakt echter meteen duidelijk dat fietsen niet meteen de voorkeur geniet bij de meeste studenten. “Te gevaarlijk”, klinkt het meest gehoorde argument.

“Ik heb in Brussel nog maar één keer gefietst”, zegt architectuur-student Sam De Dobbeleer. “Dat was niet meteen een aange-

Fietsers in Brussel, het blijft een zeldzaam fenomeen. Ook onder studenten is de fiets geen populair vervoermiddel in Brussel. De studentencentrale Br(ik plant dit academiejaar daarom een aantal acties om studenten op de tweewieler te krijgen. “Vanaf de jaren '60 tot eind jaren ‘90 was het aandeel van de fietsverplaatsingen in Brussel zo goed als nul procent”, aldus Brussels fietsmanager Frederik Depoortere. “Gelukkig is de opmars van de fiets ingezet.”

ZIEN FIETSEN, DOET FIETSEN

BR(IK WIL STUDENTEN OP DE FIETS KRIJGEN

Page 17: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 17

name fietstocht, maar fietsen in Brussel is zeker te doen. Wat mij dan tegenhoudt om het vaker te doen? Ik heb geen fiets.” “Dat is iets wat mij meteen opviel toen ik hier kwam studeren”, vult Marijke Van der Veer aan, studente psychologie uit Nederland.

“In Nederlandse steden rijdt haast iedereen met de fiets. Het is er als student zelfs raar als je geen fiets hebt. In Brussel lijkt het omgekeerd, terwijl een fiets enorm praktisch is. Ik neem dagelijks de fiets naar de universiteit. Tenzij het weer echt tegenzit, dan neem ik het openbaar vervoer.”Marijke en Sam waren één van de deelnemende koppels aan Jim Kot Deluxe. Zij wonnen de aflevering met de campagne ‘Fiets je Brussel.’ Bedoeling is om studenten kennis te laten maken met Brussel per fiets. Daarom stippelden Sam en Marijke enkele fiets-routes uit langs belangrijke gebouwen, cafés, scholen,…. Opval-lend detail, elke route passeert ook langs een fietsenmaker. Op de affiches die bij de campagne ho-ren zien we in café Merlo een toog vol pintjes. Daarnaast is een fiets geparkeerd. “De boodschap is dat zo’n fietstocht ideaal is om vrienden te maken”, legt het duo uit. “De fiets is een sociaal vervoermiddel.” Een tweede affiche werd gemaakt van op het dak van Campus Dansaert. Het beeld is veel braver en toont een magnifiek uitzicht op Brussel. Op de voorgrond is de fiets te zien.

“Om de studenten ervan te overtuigen dat de fiets de ideale ma-nier is om Brussel te verkennen”, klinkt het.

HARDE ACTIESBij Br(ik zien ze de studenten graag nadenken over de Brusselse mobiliteit. Het is de studentencentrale namelijk ook opgevallen dat Brussel achterop hinkt als fietsstad. Brussel heeft een imago als autostad en de fiets komt zelden positief in het nieuws. Zo werd de zomervakantie afgesloten met het krantenbericht ‘Kwart Villo!-fietsen gestolen’. Blijkt dat een vierde van de ruwweg 2.000 huur-fietsen van Villo! in 2011 werd gestolen. Onbegrijpelijk toch, als je weet dat een jaarabonnement amper 32 euro kost. Bovendien zijn de fietsen erg herkenbaar, dus als een gestolen exemplaar ergens anders dan in Brussel opduikt, wordt de dief meteen geklist. Dat verklaart misschien ook dat 70 procent van de gestolen tweewielers werd teruggevonden. “Dat hun fiets toch gestolen wordt, is een argument dat we vaak horen als we studenten vragen waarom ze

BRUSSEL

niet fietsen”, vertelt Ward Joppen van Br(ik. “De hoge fietsendiefstal is inderdaad een probleem, maar wordt ook actief aangepakt. Ik geloof dat de stad dit fenomeen op korte termijn wel onder controle krijgt.” Br(ik zal zich dit jaar ook actief inzetten om de Brusselse studenten aan het fietsen te krijgen. Concrete acties heeft Br(ik nog niet uitgedokterd, maar een visie is er al wel. “In een eerste fase gaan we informatie inzamelen bij experts uit andere steden. Antwerpen heeft met A-Velo bijvoorbeeld een geslaagd fietsconcept. Daar kun-

nen we van leren. Belangrijk is dat we eerst verkennen wat er al be-staat aan fietsmogelijkheden en infrastructuur”, legt Ward uit. “In een volgende fase moeten we de struikelblokken leren kennen en via enquêtering uitvissen welke

rol de studenten weggelegd zien voor de fiets in de stad. Als we een goed beeld hebben van ‘de markt’ kunnen we met harde acties komen. Uit de losse pols denk ik bijvoorbeeld aan het aanbieden van degelijke fietssloten aan een redelijke prijs als antwoord op de hoge fietsendiefstallen. Of we kunnen inzetten op meer en veilige fietsen-stallingen. Ook lobbywerk voor bredere fietspaden en uitgestippelde routes in de stad is een optie. We denken zo breed mogelijk en staan voor alles open: het ontwikkelen van software voor smartphones om aangename fietsroutes te berekenen, een deal sluiten met een fietsenmaker voor goedkope herstellingen, zelf workshops fietsher-stellingen aanbieden, goedkoop tweedehandsfietsen verkopen,….. Ook wat de studenten deden voor Jim Kot Deluxe beschouwen we als frisse input. Temeer omdat hun campagnes vanuit de doelgroep zelf komen. Het zijn dan geen reclamegoeroes, maar het idee om

fietstours uit te stippelen langs cafés en andere ontmoetingsplaatsen voor studenten vind ik erg sterk. Er zijn tal van mogelijkheden om fiet-

sen aantrekkelijker te maken en dit academiejaar zullen we daar hard aan werken. Ik denk dat we in de eerste plaats meer bekende Brusselaars op de fiets moeten krijgen. Zien fietsen, doet fietsen om-dat mensen er dan van overtuigd raken dat het een mogelijkheid is."

FIETSEN IS VOORDELIGKarel Rowiers deelt die mening. Hij is al drie jaar fietskoerier in Brussel. Per fiets brengt hij pakketjes van het ene bedrijf naar het andere. “Je hoort vaak dat fietsen in Brussel erg gevaarlijk is”, aldus Karel. “Het klopt inderdaad dat de fietsinfrastructuur en het drukke verkeer afschrikken. Maar veel mensen vergeten dat het verkeer stil staat in Brussel. Hoge snelheden worden nooit gehaald omwille van de congestie. Als fietser wals je gewoon tussen de stilstaande auto’s en dat is best veilig. In het verkeer moet je natuurlijk altijd opletten hé, of je nu met de fiets, met de auto of te voet bent. Bij steeds meer mensen dringt dat besef ook door. Tien jaar geleden telde je amper drie tot vier fietsers per dag in de stad. Toen ik drie jaar geleden startte met deze job was dat al een pak meer, maar was je voor automobilisten toch nog vooral een obstakel op de weg. Vandaag begrijpen de meeste autobestuurders dat de weg niet alleen van hun is. De voorde-len van fietsen sijpelen langzaam, maar zeker door. Niet alleen is fietsen goedkoper en gezonder, maar ook veel sneller in Brussel.”

“In Brussel wals je met de fiets makkelijk tussen de auto’s”

ZIEN FIETSEN, DOET FIETSEN

Page 18: EhBmagazine #9 najaar 2012

18 | EhB!magazine 09

“Veel van onze studenten worstelen met het vak Nederlands en behalen het diploma van leerkracht niet omdat ze niet over vol-doende taalcompetenties beschikken”, zegt Walentina Cools, de-partementshoofd van de lerarenopleiding en voorzitster van het Lokaal Overleg Platform Basisonderwijs. Nochtans beschikken veel van deze studenten over het nodige engagement en dyna-misme om goede leerkrachten te worden. Een groot potentieel aan goede leerkrachten gaat zo dus verloren. “Vorig jaar studeer-den bijvoorbeeld slechts vijftien studenten af als onderwijzer van een basisschool, terwijl er veertig waren gestart met het eerste jaar van de opleiding”, aldus Walentina. “Die gaan natuurlijk niet

het hele Brusselse lager onderwijs bevolken.” Eindelijk eens een eerlijk gesprek zonder verbloemingen, vooroordelen of politieke belangen over lesgeven in Brussel.

Moet Brussel het over een andere boeg gooien? Walentina Cools: “Als hoofdstad van Europa herbergt Brussel tal van culturen en talen, alleen ervaren we deze smeltkroes nog al te vaak als een hindernis en niet als een bron van rijkdom. Waarom zouden we Engels, Spaans en Frans niet erkennen als evenwaardige talen in de school. Een controversiële gedachte is dit al lang niet meer.“

“Voorbeelden in Wallonië tonen aan dat meertaligheid de schoolresul-taten positief beïnvloedt”, bevestigt Sarah D’Hondt, die als project-medewerker bij het Brussels Expertisenetwerk Onderwijs onderzoek verricht naar de specifieke competenties van Brusselse leerkrachten. Walentina Cools: “Voor de duidelijkheid, het gaat hier niet om het discours tussen Franstalig en Nederlandstalig Brussel. Het is veel breder dan dat. De halve wereld komt samen in Brussel. Van Azië over Afrika tot Latijns-Amerika. Bij veel studenten is Nederlands dus niet de moedertaal en dat merk je. Ze begrijpen

DURVEN

WORD LEERKRACHT IN BRUSSEL

“Brusselse kleuter- en lagere scholen kreu-nen onder lerarentekort”, kopten een aantal kranten in het voorjaar. Aan de instroom op de lerarenopleiding van de Erasmushoge-school zal het alvast niet liggen. Ruwweg 550 studenten schreven zich dit jaar in voor een bachelor Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs, Secundair Onderwijs of voor de nieuwe opleiding Pedagogie van het Jonge Kind. Het grote probleem is de uitstroom van afgestudeerde leerkrachten.

NADENKEN OVER MEERTALIG ONDERWIJS

Page 19: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 19

en spreken Nederlands maar maken veel fouten tegen de stan-daardgrammatica, zoals foute lidwoorden, foute vervoegingen, veel dt-fouten, enz. Het Nederlands gaat er dus niet op vooruit en dat terwijl het decreet zegt dat elke leerkracht vanuit zijn of haar voorbeeldfunctie vlekkeloos Nederlands moet praten. Sarah D’Hondt: “Het jammere daarbij is dat we veel studenten zien starten met het juiste profiel en attitude om voor de klas te staan, maar ze struikelen over de taal. Allemaal verloren talent.De Brusselse problemen beperken zich trouwens niet tot de ma-gere uitstroom in de opleiding. Er is ook het capaciteitsprobleem. De stad kan de explosieve bevolkingsgroei simpelweg niet volgen. Bovendien kampt Brussel net zoals het beroep van leerkracht met een imagoprobleem. Geheel onterecht!”

Brussel is gestart met een affichecampagne om het imago van lesgeven op te krikken. Een goed idee? Walentina Cools: “Ik mag het hopen. Met de slogan ‘Word leer-kracht in Brussel’ wil men inderdaad meer leerkrachten naar Brus-sel trekken. Anders dan vroeger leven studenten vandaag terug dichter bij de kerktoren. Ze gaan studeren op een hogeschool in de buurt en blijven ook thuis wonen. Als Erasmushogeschool rekruteren wij dus vooral uit Brussel en Vlaams-Brabant. In mijn ogen een ongunstige evolutie omwille van de beperking in de in-stroom, maar ook omdat dit het moeilijker maakt om de clichés te doorbreken. Brussel schrikt namelijk veel studenten af. De grote stad is vreemd en vuil. Vanuit die vooroordelen overwegen ze een job als leerkracht in Brussel niet eens meer. En dat is jammer, want wij merken onder onze eigen studenten keer op keer dat Brussel hen positief verrast. Eenmaal ze voor een Brusselse klas staan, vallen de vooroordelen weg. Dat is echt frappant, maar gezien de beeldvorming ben ik niet verbaasd. De School van Lukaku is het zeldzame voorbeeld van positieve beeldvorming over het Brussels onderwijs. Voor het overige brengen de media voortdurend slecht nieuws.”

Waar moeten we de oplossingen zoeken? Walentina Cools: “Wij steken enorm veel energie in extra taal-ondersteuning en werken daarbij ook samen met het Huis van het Nederlands. Deze inspanningen lonen, maar het is niet de wonderoplossing. Recent laaide ook de discussie weer op tussen standaardtaal of tussentaal in het onderwijs. Ik volg dat op de voet, al kan ik enkel zeggen dat wij als onderwijsinstelling decre-taal verplicht zijn perfect Nederlandssprekende leerkrachten af te leveren. En daar situeert zich de echte discussie. Zolang we vasthouden aan een verouderd onderwijssysteem kunnen we weinig doen. We moeten durven nadenken over een systeem dat is aangepast aan de grootstedelijke, multilinguale context van vandaag. In het buitenland en in Wallonië zijn er heel wat geslaagde voorbeelden van immersiescholen.”Sarah D’Hondt: “We zeiden het al, ondertussen is trouwens vol-doende aangetoond dat meertaligheid een positief effect heeft op de schoolresultaten. In Waalse immersiescholen bijvoorbeeld volgen lagere schoolkinderen hun eerste jaar nog volledig in het Frans. Vanaf het tweede jaar sijpelt het Nederlands binnen. Wis-kunde bijvoorbeeld wordt in het Nederlands gegeven. Jaar na jaar wordt de verhouding Frans/Nederlands bijgepast. Op het einde

van de lagere school zijn de leerlingen perfect tweetalig en is er geen kennisachterstand opgebouwd. Integendeel, zij ontwikkelen hun metacognitieve vaardigheden blijkbaar beter.”

Zulke voorstellen druisen wel in tegen de politieke realiteit van vandaag. Alles wat tweetalig is, moet gesplitst worden. Sarah D’Hondt: “Ik wil niet stellig beweren dat immersiescho-len dé oplossing zijn voor Brussel, maar het is wel de discussie waard. In Wallonië en elders in Europa bewijst het zijn nut. Maar inderdaad, vooral in Vlaanderen kijkt men bedenkelijk naar dit onderwijssysteem. Zij vrezen dat het Nederlands in de verdruk-king komt. De realiteit is dat net nu, in het huidige systeem, het Nederlands jaar na jaar verslechtert. Walentina Cools: “Brussel is een multiculturele stad maar voor de klas staan enkel de blanke, Nederlandstalige, meestal vrouwe-lijke leerkrachten uit een middenklasse gezin. De samenstelling van het lerarenkorps is geen afspiegeling meer van de Brusselse samenleving. Veel leerlingen met een andere socio-culturele ach-tergrond zien geen voorbeeld in die blanke, Nederlandstalige juf. En ook andersom is het voor de juf vaak moeilijk om zich in te leven in bepaalde andere culturele waarden en gewoontes. Veel leerlingen kennen een andere levensstandaard dan hun leerkrach-ten waardoor het moeilijker is om elkaar te begrijpen. Meertalig onderwijs zou dat probleem verhelpen omdat leerkrachten met diverse achtergronden dan makkelijker toegang vinden tot de klas.

De lerarenopleiding telt genoeg aspirant leer-krachten met een an-dere socio-culturele achtergrond. Maar om-dat hun Nederlands niet

goed genoeg is, komen ze niet voor de klas te staan. Dat is echt een serieus probleem. Zowel voor deze potentiële leerkrachten, als voor de leerlingen als voor de geloofwaardigheid van het Brussels onderwijs.”

Misschien nog een positieve boodschap voor toekomstige Brus-selse leerkrachten. Sarah D’Hondt en Walentina Cools zijn het eens: “Les geven in Brussel vraagt een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar de voldoening van de job is immens. Wij horen regelmatig van onze stagiairs dat ze dankwoorden krijgen van anderstalige ouders om-dat ze hun kind iets bijbrengen. Wie goed les geeft in een Brusselse klas ziet dag na dag de leerlingen openbloeien. Kinderen leren snel bij en in een multiculturele klas valt er veel te aan te leren. Nergens in het onderwijs heb je zo’n impact op het leven van kinderen als in Brussel. Toegegeven, lesgeven in Brussel vereist inderdaad een groter engagement. Maar dat maakt ook dat er ruimte is voor cre-atieve ideeën. Verschillende culturen vragen namelijk verschillende aanpakken. Bovendien staat er een heel team klaar om je daarbij te helpen. Brussel heeft een enorm netwerk van organisaties die erg betrokken zijn bij het onderwijs en die voeling hebben met de onderbuik van de samenleving. Niemand staat hier alleen voor de klas. En trouwens, Brussel is een fantastische stad. Dat is ook van belang wanneer de lesuren erop zitten.”

Zie ook www.lesgeveninbrussel.be

LERARENOPLEIDING

“Wie goed lesgeeft in Brussel, ziet dag na dag de leerlingen openbloeien”

Page 20: EhBmagazine #9 najaar 2012

20 | EhB!magazine 09

“Mauritius is het eiland waar iedereen naar toe trekt om te trou-wen”, klinkt het cliché. Wie Mauritius googelt, stoot op tal van reisbureaus die huwelijksreizen aanbieden naar het kleine eilandje, 1800 kilometer ten oosten van het Afrikaanse continent. Mau-ritius ligt in de Indische Oceaan, maar hoort bij Afrika. Door het bezoek van verschillende kolonisten de voorbije eeuwen, herbergt Mauritius echter een smeltkroes van culturen onder haar circa 2 miljoen bewoners. En dat is heus niet de enige troef van het tropi-sche eilandje, ongeveer 15 keer zo klein als België. Mauritius heeft een kustlijn van 177 kilometer en het derde grootste koraalrif ter wereld. Een tuin van Eden voor snorkelaars en duikers. Ook boven de zeespiegel biedt Mauritius een paradijselijke pracht. Wist u dat de dodo hier ooit voorkwam? De uitgestorven loopvogel heeft ondertussen plaats moeten ruimen voor de kalkoen, maar voor het overige heeft Mauritius zijn ecologische rijkdom bewaard. Of zoals Mark Twain het ooit omschreef in ‘Langs de evenaar, een reis rond de wereld’ : “God nam Mauritius als voorbeeld om de hemel te creëren.” En in die blauwdruk voor de hemel volgde Evelien Doms (23), studente Vroedkunde, drie maanden stage op de dienst verloskun-de van een openbaar ziekenhuis. Ze kwam terug naar België in april, maar in gedachten heeft ze het eiland nooit verlaten. Haar hart klopt voor het simpele, authentieke leven op het eiland en voor de man die ze er leerde kennen. En daarom keerde ze onlangs terug. Om te trouwen, om er een bestaan op te bouwen. “Geld en status zijn minder van belang in Mauritius”, zegt Evelien. “De eilandbewoners hebben een positievere dyna-miek om iets te maken van het leven.”

Hoe ben je eigenlijk bij Mauritius terecht gekomen? Waren er ook andere landen waar je naar toe kon? Evelien Doms: “Het is allemaal wat anders gelopen dan volgens de normale procedures voor een buitenlandse stage. Mauritius is namelijk geen land dat contacten onderhoudt met West-Europese hogescholen en universiteiten of stageplaatsen aanbiedt aan bui-tenlandse studenten. Maar de vader van een klasgenote is afde-lingshoofd van de kinderafdeling in het UZ Brussel. In die hoeda-nigheid woont hij congressen bij over de hele wereld. Hij heeft een wereldwijd netwerk en die contacten reiken ook tot in Mauritius.

VROEDKUNDE

Ze deed er dertig bevallingen en leerde er de man van haar leven kennen. Na drie maanden stage was Evelien Doms, studente Vroedkun-de, helemaal verkocht aan Mauritius. En dus ruilt ze het koude België voor het zonovergo-ten Afrikaanse eiland. “Het levenstempo en de no-nonsense-aanpak liggen mij veel beter”

BELGIË IS NIETS

VOOR MIJ

EVELIEN DOMS BLIJFT NA HAAR STAGE HANGEN IN MAURITIUS

Wij, drie andere studentes van de Erasmushogeschool en ikzelf, wilden heel graag naar het buitenland en waren op zoek naar iets anders. De vader van onze vriendin heeft vervolgens in Mauritius bij een aantal mensen gepolst of een stage een mogelijkheid was. Zij waren blijkbaar erg geïnteresseerd.”

Strookten de eerste ervaringen met de verwachtingen die je had over het land? Evelien Doms: “Ik ben met een open geest vertrokken, maar ik wist wel dat Mauritius niet het Afrika van de honger, armoede

en oorlogszucht was. De welvaart houdt er het midden tussen onze Europese luxe en wat wij normaal van Afrika zouden verwachten. Ze heb-ben minder middelen dan wij, maar meer

dan op het Afrikaanse vasteland. Begrijp me goed, ik heb het over de gewone bevolking hé, een Mauritiaan. Ik zeg dit om dat Mauritius erg toeristisch is en heel wat toeristische luxe-oor-den telt. Wij logeerden ook in zo’n appartementencomplex met zwembad, maar ik was daar enkel en alleen om te slapen. Op mijn vrije dagen trok ik het land in en dan kom je al snel in dorpjes met lemen huisjes met daken van golfplaten. Is dat arm? Het is weinig luxueus, maar de mensen hebben genoeg te eten en zien er erg gelukkig uit. Uiteraard is het contrast groot wanneer je verderop stoot op een ommuurde villawijk met poortwachters, maar Mauritius telt ook nog een grote middenklasse. De kloof tussen arm en rijk is er dus niet zo groot als in de rest van Afrika. Al heb je ook privé-ziekenhuizen voor de rijke klasse. Daar gelden dezelfde standaarden, en dus ook lonen, als in het rijke westen. Die ziekenhuizen zijn voor toeristen en sterren die een optrekje hebben op het eiland. Ik werkte daarentegen in een openbaar ziekenhuis, waar er minder middelen waren, maar dat zeker niet primitief te noemen was. De vroedvrouwen en artsen genieten

“De vroedvrouwen in Mauritius compenseren het gebrek aan middelen

met kennis en ervaring”

Page 21: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 21

ook veel respect onder de bevolking voor wat ze doen. In het loon wordt dat respect weliswaar niet weerspiegeld. Een arts verdient er minder dan een vroedvrouw bij ons. En het is niet zo dat het leven er veel goedkoper is. Groenten en fruit kosten inderdaad twee keer niks, maar brandstof is even duur als in België en meu-bels zijn zelfs duurder omdat alles er met de hand gemaakt is en ze geen kant-en-klaar-concept kennen zoals Ikea. Maar geld en status zijn er van een andere orde. Het is zeker niet zo dat er onder medisch personeel een wedijver is om zo snel mogelijk in een privé-ziekenhuis aan de slag te kunnen. De meesten zijn trouwens verplicht om een aantal jaren in openbare ziekenhuizen te werken omdat de overheid hun opleiding heeft betaald.”

Was je goed voorbereid vanuit de opleiding? Evelien Doms: “Absoluut. Omdat we een ‘abnormale’ stageplaats kozen, moesten we veel zelf regelen. Verblijf, inentingen, vliegtic-kets, contacten met het hospitaal, maar dat vond ik net leerrijk. Vanuit de opleiding werden we vooral voorbereid op situaties waaraan we ons konden verwachten. We leerden bijvoorbeeld dat vroedvrouwen er veel meer verantwoordelijkheid dragen dan hier. Zij doen eigenlijk de hele bevalling. Daar komt geen dokter aan te pas. In Afrika is een dokter voor zieke mensen en vroedvrouwen voor zwangere vrouwen. Logisch eigenlijk. Ik heb veel geleerd van een docente die ook actief is bij Artsen zonder Vakantie en regelmatig Afrika bezoekt. De belangrijkste les die we kregen, was misschien wel dat we in de eerste plaats moesten oppassen voor onszelf. We hebben ontsmettingsmiddelen meegekregen, steriele handschoenen, een veiligheidsbril en ja, ook een AIDS-kit.”

Kun je je werkomgeving eens omschrijven? Primitief is het niet, zei je al.Evelien Doms: “In de drie maanden die ik er heb gewerkt, heb ik meegeholpen aan 30 bevallingen. Niet één kind of moeder is gestorven. Elk doodgeboren kind is er natuurlijk één te veel, maar voor een Afrikaans land valt de mortaliteit bij geboorte erg goed mee in Mauritius. Per duizend geboortes sterven er 11 kinderen binnen het eerste levensjaar. (Ter vergelijking, in de Europese unie staat dat cijfer op 4 per 1000 geboortes. In pakweg Marokko gaat het al om 26 doden per 1000 geboortes. nvdr.). Het is ook niet zo dat vrouwen er vijf, zes kinderen baren. (Het gemiddelde geboor-tecijfer ligt op 1,78 kinderen per vrouw. België telt 1,65 kinderen per vrouw. nvdr.). De medische kennis is trouwens van een hoog niveau, vergelijkbaar met bij ons. Zij kunnen perfect een hartope-ratie uitvoeren bij een pasgeboren kindje. Alleen zijn er minder middelen. Minder instrumenten om bepaalde ingrepen te doen of een bevalling te begeleiden. Zo is er geen bad of bevallingsbal in de verloskamer. Een epidurale verdoving is evenmin een optie. Je ziet er dus erg pijnlijke bevallingen. Maar zij kunnen dat gebrek aan middelen grotendeels compenseren met kennis en ervaring. Ze zijn minder afhankelijk van machinerie en hebben daardoor hun zintuigelijke waarneming op het menselijk lichaam verfijnd. Dokters en vroedvrouwen kunnen er op de tast even goed vast-stellingen doen als wij met dure echo’s. Wel een mankement is het gebrek aan sterilisatie. Let op, sterilisatie gaat veel verder dan enkel hygiëne. Ze werken er erg hygiënisch, maar steriel betekent: als er een steriel voorwerp op de hoek van een steriele tafel ligt en ik leg op de tegenovergestelde hoek een niet-steriel voorwerp dan mogen we het eerste voorwerp noch de tafel steriel noemen. Zo ver gaat steriliteit. In Mauritius maakt om te beginnen de tem-peratuur, gemiddeld 37 graden, het moeilijk om alles steriel te houden. Bovendien hebben ze veel minder een wegwerpcultuur dan wij. Een medisch voorwerp wordt hier één keer gebruikt en gaat de vuilbak in. Ginds heeft men daar de middelen niet voor. En tot slot is er ook minder privacy in de verloskamers. Dat valt op. Een bevalling is veel minder dan bij ons een intiem gebeuren.”

En die manier van werken spreekt jou aan. Want volgende week (Interview werd midden september afgenomen) vertrek je naar Mauritius om te trouwen. Evelien Doms: “Tijdens mijn stage heb ik mijn toekomstige man leren kennen. Hij werkt als kinderarts in het ziekenhuis waar ik stage deed. Het klikte meteen, zowel met hem als met de cultuur op Mauritius. Het is minder prestatiegericht, maar toch willen de mensen nog iets maken van het leven. Ik heb namelijk ook een vereniging voor straatkinderen in Senegal en ben dus ook al een paar keer naar Senegal gereisd. Het is erg moeilijk om daar voor-uitgang te boeken omdat er heel veel nihilisme heerst onder de bevolking. Veel mensen kan het eigenlijk niet schelen dat er kin-deren op straat leven, honger hebben en criminele feiten plegen. In Senegal is er geen engagement of verantwoordelijkheidsgevoel en dat werkt ook frustrerend. Hier is er dan weer te veel druk en prestatiedrang. Daarom is België niets voor mij. Mauritius ligt er net tussenin. Hun levenstempo en no-nonsense-aanpak passen veel beter bij hoe ik in het leven sta. Al blijft het natuurlijk voor mij ook een avontuur!”

EVELIEN DOMS BLIJFT NA HAAR STAGE HANGEN IN MAURITIUS

Page 22: EhBmagazine #9 najaar 2012

22 | EhB!magazine 09

KORTNIEUWS

DOCENTEN OP NOORD-ZUIDSTAGE IN

CONGODe Erasmushogeschool en UCOS (Universitair Centrum voor Ontwikke-lingssamenwerking) or-ganiseren voor de tweede keer een zestiendaagse er-varingsreis voor docenten naar de Zuid-Oostelijke Congolese provincie Ka-tanga. De docenten ont-

dekken er het wel en wee in de stad Lubumbashi en ervaren de dagdage-lijkse realiteit van mensen op het platteland. Thema’s als de werking van de maatschappij, ontwikkelingsmoeilijkheden en de impact van armoede zijn de rode draad. Maar ook de interactie met een andere cultuur staat op het programma: interculturele communicatie is een wezenlijk deel van de reis. Zo worden de lesgevers geïnformeerd en bewust gemaakt van de situatie (de problematiek en de kansen) in een ontwikkelingsland. De op-gedane kennis, de beleefde ervaring en een eventueel engagement kun-nen ze nadien doorgeven aan studenten en collega’s op de hogeschool.

Ook in 2013 gaat deze reis weer door van 22 maart tot 7 april. Docenten die interesse hebben kunnen contact opnemen met de dienst interna-tionalisering van de EhB.

HOTELMANAGEMENT VIERT 50E VERJAARDAG MET

GALABAL Op 23 november ontvangen Christel Theunissen, opleidingshoofd, en Gilles Rasson, departements-hoofd Campus Dansaert en voorzitter van IFMA (Facility Management en Facilitaire Dienstverle-ning), studenten, alumni (van COOVI-PIVIT, Wem-mel, EhB, …), (oud-)personeel, sympathisanten en partners in het Brussels Stadhuis ter gelegenheid van 50 jaar Hotelmanagement in Brussel. Enkele oud-studenten die ondertussen aan de top van de hotelsector staan nemen het woord en daarna verplaatsen de festiviteiten zich naar het Sheraton Hotel aan de luchthaven voor een galabal. En de reacties op LinkedIn liegen er niet om: “Looking forward to it”, “Schitterend initiatief”, “Kijk er naar uit”, “Zullen er zijn”… En waarom iemand hiervoor zelfs een nieuwe kilt wil gaan kopen, vernemen we allicht op het feestje zelf!

Inschrijven tot 28/10/2012. Meer info: www.ehb.be/50-jaar-hotelmanamgent

ONDERZOEKSEVENT 2012 LEGT ACCENT OP CREATIVITEIT EN INNOVATIE IN KUNST EN WETENSCHAP

Op vrijdag 16 november 2012 organiseert de EhB haar Onder-zoeksevent Meet, Match & Create. Voor de tweede keer trekken we de registers open rond het onderzoek aan de hogeschool. Meet, Match & Create is een open platform waarbij een aantal inspirerende best practices, case studies, vernieuwende approa-

ches en projecten aan bod komen. Dit jaar leggen we het accent op ‘Creativiteit en Innovatie in Kunst en Wetenschap’. Naast een keynote toespraak van prof.dr. Jean-Paul Van Bende-gem, komen heel wat EhB-onderzoekers aan het woord. Men kan kiezen uit deze presentaties:

Stijn De Mil en Lieven Standaert Wetenschap, Technologie & ICT Arduino: creatief aan de slag met interactieve, omgevingsgevoelige apparaten en objecten

Chris De Smedt Management, Bedrijf & Toerisme The best of both worlds: kunst en recreatie verenigd in augmented reality

Chris Van Goethem Kunst & Cultuur Niet gehinderd door… Een universeel en digitaal portfolio voor competentiemanagement

Tom Peeters Gezondheid & Maatschappij Synthetische biologie: het leven 2.0

Karel Vanhaesebrouck en Pol Dehert Kunst & Cultuur Ein Denkmal für Rochester: 17de eeuwse libertijns protestschrijver John Wilmot in beeld

Kasia Glowicka Kunst & Cultuur What can computers do for you? Een audiovisueel labo voor interdisciplinair muziekonderzoek

Geert Meysmans Groen & Stad Privatief groen als sleutel tot een kwaliteitsvol stedelijk groenplan

Annick Dhooge Wetenschap, Technologie & ICT One touch & go mobile Het Expertisecentrum Mobiele Applicaties van de EhB

Het onderzoeksevent start om 13u en gaat door op Campus Dansaert. Meer info of inschrijven: www. ehb.be/onderzoeksevent2012

Page 23: EhBmagazine #9 najaar 2012

EhB!magazine 09 | 23

De academische opleidingen van de Erasmushogeschool Brussel die in de Vrije Universiteit Brussel integreren, zijn de bachelors en masters Industriële Wetenschappen, de master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning en de bachelors en masters Toegepaste Taalkunde (masters Tolken, Vertalen en Journalistiek). Henri Ei-sendrath, VUB-professor Fysica met emeritaat, kreeg de opdracht om de operatie voor te bereiden en om de samenwerking – zowel binnen als buiten de te integreren opleidingen – te bevorderen. Eisendrath heeft goede banden met zowel de VUB als de EhB en is officieel opdrachthouder ‘Integratie en Samenwerking VUB-EhB’.

“We hebben met alle betrokkenen een heel lange weg afgelegd”, zegt hij. “In het begin was er veel ongerustheid bij het EhB-per-soneel. Dat is normaal, want veranderingen zorgen altijd voor onzekerheid. De communicatie tussen EhB-departementen en VUB-faculteiten was zo goed als onbestaand. Bovendien was in de EhB de onderzoekscultuur veel minder ontwikkeld en moet met de integratie het onderzoek net een belangrijke pijler van de academische opleidingen worden. Maar door de positieve inzet van vele collega’s, zowel bij de EhB als de VUB, is dat onderzoek bij de meeste personeelsleden - niet alleen van de integrerende opleidingen, maar ook in de departementen zonder integrerende opleidingen - een belangrijk aandachtspunt geworden.” “Alles begon in 2010 met de zogenaamde case studies: Ingenieurs, Talen, Gezondheid en Lerarenopleidingen. Voor alle case studies werden projectleiders aangesteld, die met enkele trekkers uit EhB en VUB de knelpunten en mogelijkheden van de integratie en sa-menwerking bespraken en hierbij concrete voorstellen formuleer-den. Dat betekende veel vergaderen, met heel veel mensen, veel communiceren ook, zowel op het terrein als op het hoogste niveau van beide instellingen. Naarmate de ongerustheid wegebde, verliep de communicatie op het terrein trouwens een stuk vlotter.” Voor de grondige voorbereiding van de integratie werden twee case studies omgevormd tot zogeheten Transitiefaculteiten. Die Transitiefaculteiten bleken een goede structuur te zijn om voor elke integrerende EhB-opleiding de vele aspecten van de overgang minutieus te plannen. Om de integratie en de samenwerking te bevorderen, zijn ook de ‘Platformen’ een belangrijke hefboom. Die academische sa-menwerkingsverbanden (Kunsten, Talen, Stad en binnenkort ook Journalistiek) moeten bovendien de brug slaan tussen het hoger onderwijs en het werkveld.

MEERWAARDEMaar waarom is zo’n ingewikkelde operatie voor de integratie ei-genlijk nodig?

“Vooreerst krijgen we door de overheveling van de academische hogeschoolopleidingen naar de universiteiten een zelfde situatie in Vlaanderen als in de rest van Europa. Al mag de integratie de eigenheid van de hogeschoolopleidingen wel niet teniet doen. De Industriële Wetenschappen bijvoorbeeld worden een eigen vakgroep binnen de VUB. Voor de universiteit is dit een echte meerwaarde”, zegt Henri Eisendrath. “De industrieel ingenieurs kunnen bijvoorbeeld nauwere banden ontwikkelen met het be-drijfsleven, met de KMO’s. Zo versterken ze de universiteit.”Ook voor de studenten zelf wordt het beter. Door het bredere aanbod binnen dezelfde instelling zullen ze makkelijker kunnen overstappen van bijvoorbeeld burgerlijk naar industrieel ingenieur of omgekeerd. Dat zal na zes maanden nog altijd kunnen zonder een studieachterstand op te lopen.”

GEEN VERHUIZING Wat de locatie van de opleidingen betreft, verandert er voor de stu-denten overigens weinig of niets. De integrerende opleidingen van de EhB blijven waar ze nu zijn. De vertalers, tolken en journalisten van het departement Toegepaste Taalkunde trokken enkele jaren geleden al van hun oude vertrouwde stek aan de Trierstraat naar de campus van de VUB in Etterbeek. Het departement Industriële Wetenschappen blijft voorlopig op de campus aan de Nijverheids-kaai. Pas over enkele jaren is een verhuizing gepland naar nieuwe gebouwen op de ULB-campus, vlakbij campus Etterbeek van de VUB. Op die nieuwe locatie zullen alle Brusselse ingenieursoplei-dingen van ULB, VUB, ISIB en EhB samengebracht worden. Na de integratie van de academische opleidingen is het samenwer-kingsverhaal voor VUB en EhB niet afgelopen. Er zal ook een nog intensere samenwerking komen in de medische opleidingen en de lerarenopleiding. “Ik denk dan aan de problematiek van onderwijs in een grootstedelijke context”, zegt Henri Eisendrath. “Of aan het gemeenschappelijk gebruik van het skills lab op de medische campus. Maar ook in andere domeinen kunnen academische en professionele opleidingen elkaar de hand reiken om samen sterker te worden. Met dit alles willen we concurrentiëler worden en onze maatschappelijke inbedding vergroten.” [pvr]

Zie ook www.ehb.be/integratie

NOG ÉÉN JAAR BIJ DE HOGESCHOOL

VUB

HOE ZIT DAT NU MET DIE INTEGRATIE?

Voor 700 studenten van de Erasmushogeschool Brussel is 2012-2013 meteen het laatste jaar in hun vertrouwde hogeschool. In september 2013 worden ze allemaal VUB’ers. Alle aca-demische opleidingen aan Vlaamse hogescholen worden immers tegelijk geïntegreerd in de universiteiten, meteen de grootste aardverschuiving in het hoger onderwijslandschap sinds de Bolognahervorming en de invoering van bachelors en masters. Volgens prof. Henri Eisendrath die als opdrachthouder ‘Integratie en Samenwerking VUB-EhB’ de overstap van hogeschool naar universiteit mee in goede banen moet leiden, is er al een lange weg afgelegd en zijn intus-sen heel wat obstakels opgeruimd.

Page 24: EhBmagazine #9 najaar 2012

De Erasmushogeschool Brussel telt 25 bacheloropleidingen (20 professioneel gerichte bacheloropleidingen en 5 academisch gerichte bacheloropleidingen) en 9 masteropleidin-gen. Daarnaast biedt de hogeschool meerdere voortgezette op-leidingen (banaba en manama), en via het Centrum voor Perma-nente Vorming EhB+ ook postgraduaten en bij- en nascholingen aan. Zij is partner in de Universitaire Associatie Brussel.Het onderwijs aan de Erasmushogeschool Brussel wordt geken-merkt door een talentwaarderende aanpak. We gaan ervan uit dat studenten het beste leren wanneer ze een actieve rol hebben. De opleidingen bereiden niet alleen voor op een toekomstig beroep, maar bieden ook een integrale vorming, gericht op een plura-listische maatschappij waarin steeds meer zelfwerkzaamheid, aanpassingsvermogen en wereldgerichtheid worden verwacht. Onze studenten kunnen zo als competente deelnemers in de maatschappij stappen.De Erasmushogeschool Brussel is samengesteld uit 7 departe-menten. In totaal zijn er 8 campussen verspreid over Brussel.

www.erasmushogeschool.be

Het departement Rits - School of Arts verzorgt de opleidingen Audiovisuele Kunsten (programmamaker, regisseur of scenarist voor speelfilm, radio en televisie, animatiefilm en documentaire), Audiovisuele Technieken beeld-geluid-montage, audiovisuele as-sistentie, podiumtechnieken en Drama (spel/regie).

Het departement Industriële Wetenschappen & Technologie (IWT) verzorgt de opleidingen Industriële Wetenschappen (in-dustrieel ingenieur)*, Stedenbouw & Ruimtelijke Planning*, Toe-gepaste Informatica en Multimedia & Communicatietechnologie.

Het departement Toegepaste Taalkunde (TTK) verzorgt de op-leidingen Toegepaste Taalkunde*, Vertalen* en Tolken* (Duits, Engels, Frans, Italiaans, Spaans en Nederlands) en Journalistiek (master)*.

Het departement Koninklijk Conservatorium Brussel – School of Arts (KCB) verzorgt de opleidingen Muziek, de Specifieke Le-rarenopleiding Muziek en Musical.

Het departement Campus Dansaert verzorgt de opleidingen Com-municatiemanagement, Office Management, Journalistiek, Sociaal Werk, Toerisme- & Recreatiemanagement en Hotelmanagement.

Het departement Gezondheidszorg & Landschapsarchitectuur verzorgt de opleidingen Verpleegkunde, Vroedkunde, Biomedi-sche Laboratoriumtechnologie, Voedings- & Dieetkunde, Zorg-management en Landschaps- & Tuinarchitectuur.

Het departement Lerarenopleiding verzorgt de opleidingen Kleu-teronderwijs, Lager Onderwijs, Secundair Onderwijs, Buitenge-woon Onderwijs en Pedagogie van het Jonge Kind.

De Erasmushogeschool Brussel (EhB) ontleent haar naam aan de humanistisch filosoof Desiderius Erasmus. Pluraliteit, openheid en verdraagzaamheid vormen im-mers de basisfilosofie van de hogeschool. We koppelen deze eigenschappen aan een maatschappij- en toekomstgerichtheid en aan een internationale ingesteldheid.

* Deze opleidingen integreren vanaf academiejaar 2013-2014 in de Vrije Universiteit Brussel. Meer info hierover op www.ehb.be/integratie