Effect op landbouwkundige aspecten - Ruraal Netwerk · 24/09/2013 Van Gils B. & Nietvelt H....
Embed Size (px)
Transcript of Effect op landbouwkundige aspecten - Ruraal Netwerk · 24/09/2013 Van Gils B. & Nietvelt H....

Graslanden onder natuurbeheer
Effect op landbouwkundige aspecten
Instituut voor Landbouw- en VisserijonderzoekEenheid Plant
www.ilvo.vlaanderen.be
Beleidsdomein Landbouw en Visserij
‘Grasduinen in het grasland’24/09/2013
Van Gils B. & Nietvelt H.

Graslanden onder landbouwbeheer
Intro: kencijfers graslanden onder landbouwbeheer in Vlaanderen
Danckaert et al. (2008):
• Vlaanderen: 614.000ha landbouwland
• 165.000ha blijvend grasland (2007) 401.000
158.000
55.000
Overig
Blijvend gr.
Tijdelijk gr.
2
• 165.000ha blijvend grasland (2007) (premie gerechtigd: 150.000ha)
• Merendeel agrarische bestemming (83%)
• Ook een aandeel groene bestemming (11%)
• Ca. 25% op licht tot sterk erosiegevoelige percelen
• Ca. 25% op plaatsen waar ook akkerbouw mogelijk is
401.000
Danckaert S., Carels K. & Van Gijseghem D. 2008. Juridisch-wetenschappelijke toestand
van blijvend grasland in Vlaanderen in het kader van de randvoorwaardenregeling.
Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel.

Graslanden verweven landbouw met natuur …
Graslanden onder landbouwbeheer
Danckaert et al. (2008):
• 20.000ha blijvend grasland in SBZ + Ramsar (+ 10.000ha tijdelijk)
• 9.150ha wordt natuurgericht beheerd (AMM + natuurvereniging)
• Biologisch waardevol tot zeer waardevol: 23% van blijvend grasland (36.000ha,
waarvan 7.000ha niet beschermd)
3
waarvan 7.000ha niet beschermd)
• Biologisch minder waardevol: 47% van blijvend grasland
• Historisch permanent grasland: 30.000ha (van blijvend grasland). Helft heeft verbod of
vergunningsplicht op vegetatiewijziging
De Becker (2008):
• ‘Halfnatuurlijk grasland’: 5.600ha, veelal natuurreservaat
• Soortenrijk cultuurgrasland: 57.000ha
De Becker P. 2008. Belang van graslanden voor natuurbehoud. Instituut voor Natuur-
en Bosonderzoek, presentatie op de studiedag “Graslanden” op 3 juni 2008 te Brugge.

Graslanden onder natuurbeheer
4

1. Weidevogelbeheer
Mogelijke opties:
- Uitstellen van maai- of beweidingsdatumNa 1 april geen bewerkingen, maaien na 15 juni, bodem en waterhuishouding niet wijzigen
- Omzetting akker in graslandGrasmengsel zaaien voor 1 mei, uitsluitend gebruiken als grasland + zie voorgaande
Beheerovereenkomsten VLM
1706ha (980ha nestbescherming),
52 starters in 2012
5
Grasmengsel zaaien voor 1 mei, uitsluitend gebruiken als grasland + zie voorgaande
- VluchtstrokenStroken min. 4m later maaien (min. 2weken en na 15 juni), min. 10% van perceel
- NestbeschermingBodem en waterhuishouding niet wijzigen, nesten ontwijken tijdens het maaien
� Enkel mogelijk in afgebakende weidevogelgebieden

2. Botanisch beheer
Beheerovereenkomsten VLM
Mogelijke opties (grasland):
Maaien vanaf 1 juni
• Grasland in stand houden (niet doorzaaien, scheuren, rollen, …)
• Geen bemesting, geen bestrijdingsmiddelen (m.u.v. pleksgewijze distelbestrijding)
• Bodem en waterhuishouding niet wijzigen of beïnvloeden
288 ha, 42 starters in 2012
6
� Enkel mogelijk in afgebakende gebieden
• Bodem en waterhuishouding niet wijzigen of beïnvloeden
• Minstens 2 keer per jaar maaien, eerste snede vanaf 1 juni, niet (na)beweiden
Maaien vanaf 16 juni
• Idem voorgaande, maar eerste snede vanaf 16 juni
Beweiden vanaf 1 juni
• Idem voorgaande, behalve:
• Op elk ogenblik maximaal 2 GVE/ha
• Maaien toegestaan na 1 juli

Graslanden onder natuurbeheer
Vergelijking tussen intensief-, botanisch- en weidevogelbeheer
naar landbouwkundige parameters
7
Geïllustreerd a.d.h.v. twee onderzoeken:
1. Beheersgrasland. Opbrengst, rantsoenen, bedrijfseconomie (Ternier et al., 2001)*
2. “Landbouwkundige waarde van graslanden onder natuurbeheer” (Hans Nietvelt – ILVO)
*Ternier K., Bronchart F., Reheul D., Mahieu J. & Nevens F. 2001.
Beheersgrasland. Opbrengst, rantsoenen, bedrijfseconomie. Proclam vzw
(Beitem), in samenwerking met Ugent, Vakgroep Plantaardige Productie. 40p.

Graslanden onder natuurbeheer
PROEFOPZET
• Studiegebied Westhoek-Middenkust (prov. West-Vlaanderen, vnl. kleibodems)
• Proeven aangelegd op 10 (hoofdzakelijk) intensief uitgebate landbouwpercelen
• Kwadraten van intensief, botanisch- en weidevogelbeheer (2 herhalingen)
1. Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
8
• Intensief: 4 sneden en/of begrazing, bemesting en maaidata volgens praktijk
• Weidevogel: verminderde bemesting (100 N, 60 P2O5 en 100 K2O), 3 sneden, eerste na 15 juni
• Botanisch: nulbemesting, 2 of 3 sneden rond 1 juli (en 15 augustus) en oktober
• Beheer en monitoring gedurende 3 jaar
• Opvolging van parameters:
• Opbrengst: drogestof productie
• Kwaliteit: ruw eiwit, ruwe celstof, mineralen, verteerbaarheid, … � VEM waarde
• Bodem: grondwatertafel, pH, gehalte P, K, Ca, en Na
• Botanische analyse

Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
9
Studiegebied Ternier et al. (2001)
Ternier K., Bronchart F., Reheul D., Mahieu J. & Nevens F. 2001.
Beheersgrasland. Opbrengst, rantsoenen, bedrijfseconomie. Proclam vzw
(Beitem), in samenwerking met Ugent, Vakgroep Plantaardige Productie. 40p.

Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
RESULTATEN - Grasproductie
• Zware eerste snede, ook bij LB (nat)
• Productie volgt de bemesting input
LB (100%) > WV (83%) > BB (67%)
Maar !12000
14000
16000
Grasproductie (kgDS/ha) onder intensief landbouw-
(LB), weidevogel- (WV) en botanisch beheer (BB).
Jaaropbrengsten, gemiddelden over 3 jaar.
10
Maar !
• Grote verschillen tussen proefvelden
• Producties blijven relatief hoog, zelfs bij
nulbemesting (BB) nog bijna 10 ton DS/ha
• Goede bodems konden verminderde
bemesting gedurende 3 jaar compenseren 0
2000
4000
6000
8000
10000
Eerste snede Hergroei Totaal
LB
WV
BB

Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
RESULTATEN - Graskwaliteit
• Voeder eenheid melk (VEM, kJ/kgDS) en ruw eiwit (RE, %) eerder laag (late eerste snede)
• VEM en RE dalen sterk met uitstel maaidatum, ongeacht bemesting (WV)
• Hergroei kent gelijkaardige VEM en RE bij alle behandelingen
• Grote vossenstaart had duidelijk negatieve invloed op VEM
11
• Grote vossenstaart had duidelijk negatieve invloed op VEM
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Eerste snede Hergroei
LB
WV
BB
Graskwaliteit onder intensief landbouw- (LB), weidevogel- (WV) en botanisch beheer (BB). Gemiddelden over 3 jaar.
A. Voeder eenheid melk (kJ/kgDS) B. Ruw eiwit (%)
0
2
4
6
8
10
12
14
16
Eerste snede Hergroei
LB
WV
BB

Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
RESULTATEN - Overige
• Variabele bodems, bv. pH van de proefvelden varieerde van 4,8 tot 6,9
• Gehalte chemische bodemelementen onveranderd na 3 jaar beheer (0-30cm laag)
• Grondwaterpeil meestal hoog, 5 proefvelden min. eenmaal overstroomd
• Botanisch: dominantie Ruw beemdgras (+ Grote vossenstaart), Engels raaigras en Kweek
12
• Botanisch: dominantie Ruw beemdgras (+ Grote vossenstaart), Engels raaigras en Kweek
Slechts 1 proefvlak (BB) was na 3 jaar geëvolueerd naar een gras-kruidenmix
Bron: http://nl.wikipedia.org
Ruw beemdgras – Poa trivialis Grote vossenstaart
Alopecurus pratensis
Kweek
Elytrigia spp.
Engels raaigras
Lolium perenne

Beheersgrasland (Ternier et al., 2001)
CONCLUSIES
• Productie (kgDS/ha) daalt langzaam bij verminderde of nulbemesting (bodem!)
• Uitstel eerste snede geeft lagere VEM en ruw eiwitgehalte, zelfs bij bemesting
Stikstofbemesting dus weinig verantwoord voor late maaidatum, houden voor hergroei
• VEM geeft een betere aanduiding van het ‘landbouwkundig verlies’ onder
13
• VEM geeft een betere aanduiding van het ‘landbouwkundig verlies’ onder
natuurbeheer omstandigheden (uitstel maaidatum: daling 25,8 VEM/week)
• Chemische bodemvruchtbaarheid bleef nagenoeg constant bij 3 jaar beheer (bodem!)
• Drie jaar nulbemesting is onvoldoende voor evolutie in botanische samenstelling
zelfs bij een relatief arme uitgangssituatie (bodem!)
Aanvullend: rekenoefening gerantsoeneerd voederen van beheersgras (650 VEM).
Resultaat: een bedrijf met 50 zoogkoeien (30ha) kan 27 tonDS beheersgras vervoederen op
jaarbasis. Dit komt overeen met ca. 4,5ha grasland (15% opp.) onder botanisch beheer.

Graslanden onder natuurbeheer
2. Thesis Hans Nietvelt (Thomas More Kempen – ILVO)
DOELSTELLING
Nagaan van de landbouwkundige waarde van percelen onder natuurbeheer beheer, met oog
op mogelijkheden tot beheer en gebruik door landbouwers
Landbouwkundige waarde: grasproductie, graskwaliteit, bodemgesteldheid
14
Landbouwkundige waarde: grasproductie, graskwaliteit, bodemgesteldheid
Verschillend natuurbeheer: weidevogel- en botanisch beheer
Achterliggende doelstelling: landbouwers inschakelen in natuurbeheer
Studiegebied Turnhouts vennengebied
• Gekend als een van Vlaanderens beste weidevogelgebieden
• Kent ook botanische doelstellingen

Turnhouts vennengebied
15

Turnhouts vennengebied
PROEFOPZET
• Studiegebied Turnhouts vennengebied (prov. Antwerpen, zandgrond)
• Proefvlakken (3 keer 10m2) op percelen met “langetermijn” beheer
• Intensief (2): tijdelijk grasland, praktijkuitbating (LB - landbouwer)
• Weidevogel (2): verminderde bemesting (100 N, stalmest), maaien/beweiden na 15 juni (ANB)
• Botanisch (2): nulbemesting, maaien/beweiden na 15 juni (NP - Natuurpunt)
16
• Monitoring voor, tijdens en na eerste snede (15 juni, 2013)
• Eerste helft mei: 8 mei (LB) en 13 mei (ANB en NP)
• Rond 15 juni: 5 juni (LB) en 17 juni (ANB en NP)
• Eerste helft augustus: 9 augustus (LB, ANB en NP)
• Opvolging van parameters:
• Opbrengst: drogestof productie (kgDS/ha)
• Kwaliteit: voederwaarde (VEM), berekend met gehalten ruw eiwit, ruwe celstof, ads
• Bodem: pH, Ntot en Nmin, gehalte P, K, Ca, Na en Mg (eenmalig)

RESULTATEN – Grasproductie
• Hoogproductief grasland: 12 ton DS/ha
• Duidelijk en consistent verschil
LB > ANB > NP
Tabel: Productiecijfers (kg DS/ha) van 3 sneden
MEI JUNI AUG. TOTAAL PERCEEL
Perceel Plot kg DS/ha kg DS/ha kg DS/ha kg DS/ha kg DS/ha
ANB1 P1 1648 4802 1352 6154
P2 1240 4433 1675 6108 6251
P3 1910 4853 1639 6492
ANB2 P1 4018 5381 2651 8032
P2 1887 4028 2182 6209 7014
P3 1435 4762 2038 6800
Turnhouts vennengebied
17
LB > ANB > NP
• Volgt de input van bemesting:
LB: volgens de norm (300 kgN/ha)
ANB: stalmest (100 kgN/ha) + begrazing
NP: nulbemesting (begrazing)
• Enkele ‘uitschieters’ in de data
P3 1435 4762 2038 6800
NP1 P1 999 2470 1575 4045
P2 776 2075 1554 3629 4089
P3 312 2783 1811 4594
NP2 P1 775 3391 2270 5661
P2 565 2582 650 3232 4106
P3 969 2936 489 3425
LB1 P1 4660 7909 / /
P2 6272 8769 / / /
P3 4529 5761 / /
LB2 P1 2813 2966 3180 8959
P2 3119 3275 3903 10297 9772
P3 2644 3935 3480 10060
Bron: http://nl.wikipedia.org
Grutto

RESULTATEN – Graskwaliteit
Ruw eiwitgehalte (RE)
• Streefwaarde 18 - 20%
• Duidelijke daling bij uitstellen maaidatum
Turnhouts vennengebied
MEI JUNI AUG.
RE (%)
ANB1 12,6 7,8 11,5
ANB2 12,9 8,8 12,7
NP1 18,4 11,1 18,8
Tabel: Graskwaliteit van 3 sneden
18
• LB > NP > ANB
Voedereenheid melk (VEM)
• Streefwaarde graskuil 850 kJ/kgDS
• Volgt dezelfde evolutie als RE
• LB > ANB + NP
NP1 18,4 11,1 18,8
NP2 14,2 10,4 14,0
LB1 18,9 10,7 /
LB2 25,2 22,9 22,8
VEM (kJ/kgDS)
ANB1 922 659 735
ANB2 961 721 777
NP1 1000 740 763
NP2 808 663 689
LB1 950 760 /
LB2 1065 1013 955
Bron: http://nl.wikipedia.org
Gevlekte orchis

RESULTATEN – Productie in combinatie met kwaliteit
• LB: combineert hoge productie met hoge energiewaarde
• ANB: combineert matige productie met lage energiewaarde (uitz. mei)
• NP: combineert lage productie met lage energiewaarde (uitz. mei)
Turnhouts vennengebied
19
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
10000
LB ANB NP LB ANB NP LB ANB NP
MEI JUNI AUG
Cumulatieve productie (kgDS/ha)
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1100
LB ANB NP LB ANB NP LB ANB NP
MEI JUNI AUG
VEM (kJ/kgDS)

RESULTATEN – Bodemanalyses (1)
• Algemeen hoog OC gehalte, uitz. NP2
• Ntot gerelateerd aan OC
• Algemeen hoge C/N ratio � trage afbraak OM
pH OC (0-30) Ntot (0-30) PERCEEL
Perceel Plot % % C/N ratio
ANB1 P1 4,8 2,2 0,19
P2 5,1 2,9 0,21 13,2
P3 5,0 2,4 0,18
ANB2 P1 5,1 2,4 0,17
Tabel: Bodemparameters pH, organisch koolstof
(OC) en totale stikstof (Ntot), bepaald op de 0-30cm
bodemlaag (staalname 8 en 13 mei 2013)
Turnhouts vennengebied
20
• Algemeen hoge C/N ratio � trage afbraak OM
- Optimum tussen 10 en 12 (Reubens et al., 2010)
- Voorgeschiedenis heidebeheer (Sleutel et al., 2008)
- Iets hoger voor NP percelen
• Algemeen lage pH (optimum grasland 5,2 – 5,8)
• Relatief kleine verschillen LB, ANB en NP
ANB2 P1 5,1 2,4 0,17
P2 4,8 2,4 0,17 14,1
P3 5,1 2,0 0,15
NP1 P1 5,1 2,9 0,18
P2 4,9 2,7 0,19 15,2
P3 5,0 3,1 0,20
NP2 P1 4,9 1,1 0,08
P2 4,8 1,7 0,11 14,4
P3 4,8 1,3 0,09
LB1 P1 5,3 2,3 0,16
P2 4,7 2,1 0,17 13,2
P3 5,4 2,5 0,19
LB2 P1 5,1 2,0 0,16
P2 4,7 2,1 0,13 14,1
P3 4,8 2,4 0,18
VOORGESCHIEDENIS !
Bron: http://nl.wikipedia.org
Wulp

RESULTATEN – Bodemanalyses (2)
• Beschikbare fosfor varieert sterkNog te vergelijken met analyses totale fosforvoorraad
• Nmin op ANB en NP vrij laag (uitz. NP1),
ook LB zijn normale tot lage waarden
P (0-30) P (30-60) Nmin (0-60) PERCEEL
Perceel Plot mg/kg mg/kg kg/ha Nmin (0-60)
ANB1 P1 2,3 0,3 26,6
P2 1,4 1,6 18,8 22,0
P3 0,9 0,2 20,6
ANB2 P1 0,5 0,3 29,9
Tabel: Bodemparameters beschikbare fosfor (P-CaCl2)
en minerale stikstof (Nmin), bepaald op de 0-30cm en
30-60cm bodemlaag (staalname 8 en 13 mei 2013)
Turnhouts vennengebied
21
ook LB zijn normale tot lage waarden
• Verschil in beheer (bemesting)
ANB2 P1 0,5 0,3 29,9
P2 0,4 0,2 18,5 21,9
P3 0,8 0,3 17,3
NP1 P1 0,5 0,6 31,4
P2 0,7 0,5 22,6 25,6
P3 0,6 0,4 22,8
NP2 P1 1,1 0,7 12,6
P2 1,4 0,5 14,5 13,6
P3 1,5 0,4 13,8
LB1 P1 0,9 0,3 32,5
P2 0,7 0,2 29,7 31,6
P3 0,7 0,2 32,6
LB2 P1 1,0 0,5 37,3
P2 0,9 0,4 24,4 45,9
P3 1,2 0,4 76,1
DwergvlasBron: http://nl.wikipedia.org

Voorlopige conclusies
GRASPRODUCTIE
• Duidelijke productieverschillen, gerelateerd aan bemesting: LB > ANB > NP
• Sluit aan bij primaire natuurdoelstellingen (ANB: weidevogels, NP: botanisch)
GRASKWALITEIT
• Voorjaar (mei) eenzelfde kwaliteit, nadien verschil LB > ANB + NP (ook hergroei!)
Turnhouts vennengebied
22
• Voorjaar (mei) eenzelfde kwaliteit, nadien verschil LB > ANB + NP (ook hergroei!)
• Beheer ANB (100 kgN/ha) geeft hogere productie maar zelfde kwaliteit (VEM) als NP !
• Uitstel maaidatum geeft daling van ca. 40 VEM/week (Ternier et al., 2001: 25,8 VEM/week)
BODEM
• LB bodems in goede staat (lage pH), ANB percelen relatief nutriënten rijk
• NP1 en NP2 kennen een gelijkaardige productie, maar NP2 heeft lage Nmin, Ntot,
OC, (maar hoge P besch.) … � meest verschraalde perceel (voorgeschiedenis)
• Verschraling van de bodem wordt vertraagd door hoge OC gehalten (N voorraad)
Volledige en meer diepgaande analyse bij publicatie van de thesis !

Afsluiter
Landbouwers inschakelen in natuurbeheer en de rol van onderzoek
15 juni � VEM,
ruw eiwit (%), …
23
http://www.natuurenbos.be
forum.belgiumdigital.com
nl.dreamstime.com
Rantsoenering voeder,
compostering, …

Graslanden onder natuurbeheer
Effect op landbouwkundige aspecten
Instituut voor Landbouw- en VisserijonderzoekEenheid Plant
www.ilvo.vlaanderen.be
Beleidsdomein Landbouw en Visserij
Van Gils B. & Nietvelt H.
‘Grasduinen in het grasland’24/09/2013
Met dank aan prof. Dirk Reheul, Vakgroep Plantaardige Productie, UGent