Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

115
Eerste generatie oplossings - richtingen voor klimaatadaptatie in de r egio Rijnmond-Drechtsteden Syntheser apport: verkenning van kosten en baten 1204302-000  © Deltares, 2011 Ad Jeuken Jarl Kind Johan Gauderis

Transcript of Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

Page 1: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 1/115

Eerste generatie oplossings-

richtingen voor klimaatadaptatie in

de regio Rijnmond-Drechtsteden

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten

1204302-000

 © Deltares, 2011

Ad JeukenJarl KindJohan Gauderis

Page 2: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 2/115

FLAPTEKST 

De alternatieve oplossingsrichtingen en varianten (hoekpunten):

0. Voortzetting huidig beleid (0-alternatief)

1. Verbeterd afsluitbaar zeezijde

2. Verbeterd afsluitbaar zee- en rivierzijde

a. Nieuwe Lek

b. Pannerdense Kop

3. Gesloten

a. Zee- en rivierzijde

b. Zee- en rivierzijde, open Haringvliet

c. Zeezijde en waterberging in de Grevelingen

4. Open

De scenario’s:

Scenario

Bevolkingsgroei

(%/jaar, 2002-2040

Groei BBP

(%/jaar, 2002-2040

GE Global Economy 0,5 2,6

RC Regional Communities 0,0 0,7

Scenario Maatgevende

Rijnafvoer [m3/s]

Zeespiegel t.o.v. 1990

[m]

Referentie 2015 16.000 0,08

W+-2050 / G-2100 17.000 0,35

W+-2100 18.000 0,85

Page 3: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 3/115

Page 4: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 4/115

Page 5: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 5/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

i

Samenvatting

In opdracht van het deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden ondersteund door hetdeltaprogramma Zuidwestelijke Delta zijn een aantal sterk uiteenlopende

oplossingsrichtingen (ook wel hoekpunten genoemd) voor adaptatie aan klimaatveranderingglobaal verkend. Deze ‘hoekpuntenverkenning’ gaat vooraf aan de formulering van meeromvattende mogelijke strategieën voor het Deltaprogramma in 2012.

Het doel van de verkenning is dan ook niet om meteen een goede oplossing aan te dragen,maar om te leren van de aard en omvang van de effecten van deze hoekpunten:

x welke onderdelen pakken gunstig uit en welke ongunstig?

x hoe reageert het hoofdwatersysteem binnen en buiten het onderzoeksgebied op de

ingrepen?x hoe kunnen de effecten in beeld worden gebracht en hoe kan een afweging worden

gemaakt?

x Welke kennis ontbreekt?

De oplossingsrichtingen zijn hoofdzakelijk gedefinieerd vanuit het perspectief vanhoogwaterbescherming. Belangrijk uitgangspunt bij het definiëren van deoplossingsrichtingen is dat er in deze fase géén compenserende maatregelen voorzien zijnvoor andere functies, zoals een andere vormgeving van de haven van Rotterdam,bellenschermen tegen zoutindringing, het ophogen van buitendijkse woongebieden, etc. Vooralle oplossingsrichtingen geldt bovendien dat aan de huidige hoogwaterbeschermingsnormenwordt vastgehouden. Vier alternatieve oplossingsrichtingen zijn bekeken. Binnen dealternatieven zijn soms weer varianten onderscheiden:0. Voortzetting huidig beleid (0-alternatief): De essentie van dit alternatief is dat de

hoogwaterbeschermingstrategie ongewijzigd blijft. Zodra de Maeslantkering aan het eindvan zijn levensduur is, wordt deze vervangen door een kering met dezelfdeprestatiekenmerken, dus een faalkans van 1/100 per sluitvraag.

1. Verbeterd afsluitbaar zeezijde: Zodra de Maeslantkering aan het eind van zijn levensduuris, wordt deze vervangen door een kering met verbeterde prestatiekenmerken, defaalkans hiervan is 1/1000 per sluitvraag.

2. Afsluitbaar -open zee- en rivierzijde: Dit hoekpunt komt overeen met de oplossingsrichtinguit het rapport van de Commissie Veerman De hoogwaterbescherming voor Rijnmond-Drechtsteden wordt gerealiseerd met verbeterde afsluitbare keringen aan de zeezijde in

combinatie met afsluitbare keringen in de omliggende riviertakken om het stedelijk gebiedook tegen hoge rivierafvoeren te kunnen beschermen. In deze oplossingsrichting wordennaast de bestaande te verbeteren Maeslantkering, Hartelkering en Haringvlietsluizen nogvier extra afsluitbare keringen gebouwd: in de Lek, in de Beneden-Merwede, in de DortseKil en in het Spui. Tijdens een storm moet het rivierwater dat normaliter door de Lekstroomt worden omgeleid via:a. een Nieuwe Lek , een bypass vanuit de Lek naar de Merwede ten westen van

Gorinchem.b. de Waal door direct bij de Pannerdense Kop met een regelwerk de afvoer naar de

Lek te minimaliseren.

Page 6: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 6/115

ii

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: maatschappelijke kosten en baten 

3. Gesloten

a. Zee- en rivierzijde : in plaats van een ring met tijdelijk afsluitbare stormvloedkeringenwordt het stedelijk gebied afgesloten van hoogwater doormiddel van dammen metschutsluizen voor de scheepvaart. Het rivierwater dat normaliter door de Lek stroomtwordt permanent omgeleid via Pannerden. Stormvloeden en hoge rivierafvoerenworden volledig buiten het gebied gehouden. De afvoer van de Rijn verloopt volledigvia Hollandsch Diep en Haringvliet.

b. Zee- en rivierzijde, open Haringvliet : Voorgaande wordt gecombineerd met herstelvan estuariene dynamiek in de Zuidwestelijke Delta door de Haringvlietsluizenpermanent te verwijderen.

c. Zeezijde en waterberging in de Grevelingen : Alleen aan zeezijde wordt het gebiedafgesloten door in de Nieuwe Waterweg een dam met zeesluizen te plaatsen. Hogerivierafvoeren worden opgevangen met extra waterberging in de Grevelingen.

4. Open: het watersysteem wordt teruggebracht naar een volledig open estuarium, waarbijin de meest vergaande vorm het opheffen van de Europoortkering, de Haringvlietdam ende Hollandsche IJsselkering aan de orde is. De estuariene dynamiek en de geleidelijkeovergangen van zoet naar zout worden in deze oplossingsrichting maximaalteruggebracht

De belangrijkste doelen van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden zijn een duurzamebescherming tegen overstromingen en voldoende zoetwater in de laaggelegen, dichtbevolkte,en economisch belangrijke Rijn-Maasmonding. De hoogwaterbescherming en de zorg voorzoet water moeten samengaan met een duurzame ontwikkeling van een economisch sterke,sociale, én aantrekkelijke regio. Bij de beoordeling en vergelijking van oplossingsrichtingen isgeprobeerd met de beoordelingscriteria aan te sluiten bij deze doelen.De vergelijking van oplossingsrichtingen is gebaseerd op een kengetallenkosten-

batenanalyse (KKBA), die alle effecten in welvaartstermen beschouwt. Daarom zijn deeffecten ( zie tabel 1) zoveel mogelijk gemonetariseerd.

Beoordelingscriteria

Overstromingsrisico binnendijks

Overstromingsrisico buitendijks

Zoetwatertekort

Hinder voor scheepvaart

Natuur

Ruimtelijke kwaliteit

Kosten

Tabel 1 Beoordelingscriteria gebruikt in de verkenning van effecten, kosten en baten

Niet voor alle relevante effecten waren ‘state-of-the-art’ -methoden beschikbaar die ookpassen bij het karakter van zo een verkenning: niet te gedetailleerd en niet te bewerkelijk.Voor het berekenen van (binnendijkse) overstromingsrisico’s en het bepalen van kosten voordijkversterking bestaat er een landelijk breed toegepast instrumentarium en kon wordengeput uit bestaande studies, waarvan sommige in het kader van het deltaprogramma (WV21).

Page 7: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 7/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

iii

Voor veel andere effecten zijn in het kader van deze KKBA vaak nieuwe benaderingen

afgeleid van meer gedetailleerde of voor volstrekt andere toepassingen ontwikkeldemethoden. De effectbepaling en de beoordeling zijn hierdoor deels experimenteel en slechtsbeperkt gevalideerd. De onderlinge vergelijking van hoekpunten (rangorde) voor eenzelfdebeoordelingscriterium kent een grotere betrouwbaarheid dan de onderlinge vergelijkbaarheidvan de monetaire effecten voor verschillende beoordelingscriteria; ofwel: dezoetwatertekorten, scheepvaartschade en overstromingsrisico’s zijn weliswaar allemaaluitgedrukt in euro’s, maar over de orde van grootte bestaan twijfels.

overstromingsrisico 

Hoekpunt binnend. buitend. zoetwater scheepvaart natuur Kosten 

verbeterd afsluitbaar

afsluitbaar open zee- en rivierzijde

gesloten zee- en rivierzijde + - -Gesloten zee- en rivierzijde / open HV

gesloten zeezijde + waterberging + +Open - - + -

Tabel 2. Vergelijking van de hoekpunten met het 0-alternatief. Rood betekent een sterk negatieve score, oranje een negatieve score,

blanco betekent een niet significant afwijkende score, lichtgroen een positieve score, groen een sterk positieve score. Het meest positief

scorende hoekpunt krijgt een plus mee, het sterkst negatief scorende hoekpunt een minteken.

Dit noopt tot voorzichtigheid bij het trekken van conclusies. Een beoordeling die daarbij pastwordt gegeven in tabel 2, waarin de relatieve score ten opzichte van het 0-alternatief wordtweergegeven.Toch komt er een behoorlijk consistent en eenduidig beeld naar voren uit deze verkenning.De belangrijkste conclusies over de hoekpunten en aanbevelingen voor alternatievestrategieën zijn:1 De huidige strategie blijkt effectief voor het beheersen van (maatgevende)

hoogwaterstanden en is aldus nog een van de meest aantrekkelijke strategieën.Verdere overstromingsrisicobeheersing en een aanvullende zoetwaterstrategie zijndaarbij gewenst.

2 De Nieuwe Waterweg aan zeezijde afsluiten blijkt binnen- en buitendijkseoverstromingsrisico’s effectief verder te kunnen reduceren, evenals de externe verziltingvia de Nieuwe Waterweg. Daar staan kosten tegenover, vooral in de vorm van hinder enschade aan haven en scheepvaart, en nadelige effecten voor de natuur. Deze

oplossingsrichting is een aantrekkelijke strategie als er een oplossing kan wordengevonden voor de verminderde bereikbaarheid van de haven en de natuureffectenkunnen worden gecompenseerd door een ander beheer van de Haringvlietsluizen.Uitbreiding met extra waterberging op de Grevelingen is mogelijk

3 Grote investering in afsluitbare (rivier)keringen of dammen lijken weinig kosten-effectief.Baten op de ene plek worden door schade elders teniet gedaan, doordat waterstandenin het bovenrivierengebied worden opgestuwd. Onderzocht zou kunnen worden ofonderdelen van deze hoekpunten, zoals een (licht!) aangepaste afvoerverdeling over deRijntakken, in nog te ontwikkelen alternatieven kunnen worden ingepast evenalscompenserende maatregelen zoals een verruiming van de Nieuwe Merwede.

Page 8: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 8/115

iv

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: maatschappelijke kosten en baten 

4 Een volledig open Haringvliet, of dit nu is in combinatie met een open Nieuwe Waterweg

of met een volledig gesloten Rijnmondring, leidt tot hoge kosten, vergaande verzilting ensterk toegenomen overstromingsrisico’s. Een vergroting van de natuurwaarden vanestuariene systemen op het Haringvliet/Hollandsch Diep, waar deze oplossingsrichtingvooral voor is bedacht, zou volgens de deelanalyse van natuureffecten ook kunnenworden bereikt met een systeem dat afsluitbaar is aan zeezijde (bijv. Haringvlietsluizenals stormvloedkering gebruiken).

5 Mogelijk aantrekkelijke alternatieve strategieën liggen deels binnen de hoekpunten,maar kunnen ook maatregelen nodig hebben die daarbuiten liggen. In een volgendefase zal een nauwere verbinding met de andere deltaprogramma’s, met name Zuid-westelijke Delta, Rivieren, Veiligheid en Zoetwatervoorziening, nodig zijn.

Page 9: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 9/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

v

Inhoud

1 Inleiding 11.1 Kader 1

1.2 Doel 2

1.3 Afbakening 21.4 Leeswijzer 2

2 Aanpak 52.1 Algehele aanpak 5

2.2 Beoordeling en beoordelingskader 62.2.1 Effectbepaling bij verschillende scenario’s 8

2.2.2 Salderen van kosten en baten in de KKBA 92.2.3 Discontovoet en tijdshorizon in de KKBA 10

2.3 Alternatieve oplossingsrichtingen: de hoekpunten 11

2.3.1 Algemene uitgangspunten 112.3.2 Voortzetting huidig beleid (nulalternatief/ referentiealternatief) 122.3.3 Oplossingsrichting ‘Verbeterd afsluitbaar aan zeezijde’ (hoekpunt 1) 12

2.3.4 Oplossingsrichting ‘Afsluitbaar-open aan zee- en rivierzijde’ (hoekpunt 2) 122.3.5 Oplossingsrichting ‘Gesloten’ (hoekpunt 3) 13

2.3.6 Oplossingsrichting ‘Open’ (hoekpunt 4) 16

2.4 Waterstanden als basis 16

3 Kosten 193.1 Inleiding 19

3.2 Kosten van nieuwe infrastructuur 203.3 Kosten van dijkversterking 22

3.3.1 Methode 22

3.3.2 Resultaten 24

4 Overstromingsrisico’s 54.1 Binnendijkse overstromingsrisico’s 5

4.1.1 Methode 5

4.1.2 Resultaten 74.2 Buitendijkse overstromingsrisico’s 10

4.2.1 Methode 10

4.2.2 Resultaten 11

5 Zoetwatervoorziening 155.1 Methode 155.2 Resultaten 20

Page 10: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 10/115

vi

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: maatschappelijke kosten en baten 

6 Scheepvaart en havens 236.1 Typen effecten 236.2 Autonome ontwikkeling scheepvaart en havens 236.3 Effecten van de hoekpunten op de bereikbaarheid 24

6.4 Eenheidskosten 276.5 Totaal van de gemonetariseerde effecten voor de scheepvaart en havens 28

6.6 Conclusies 286.7 Aanbevelingen voor vervolganalyses voor de scheepvaart 28

7 Natuur 317.1 Inleiding 31

7.2 Aanpak 31

7.3 Huidige situatie 327.4 Resultaten 33

7.5 Conclusies 357.6 Aanbevelingen 35

8 Ruimtelijke kwaliteit 378.1 Inleiding 378.2 Methode 378.3 Resultaten, conclusies en aanbevelingen 41

9 Kosten en baten op een rij 43

9.1 Inleiding 439.2 Resultaten en conclusies 43

10Conclusies en aanbevelingen 47

10.1 Inleiding 4710.2 Ten aanzien van mogelijke strategieën 47

10.2.1 De huidige strategie blijkt kosten-effectief 49

10.2.2 Afsluiten van de Nieuwe Waterweg in combinatie met extra waterberging blijkt

effectief 4910.2.3 Grote investering in rivierkeringen en dammen blijken weinig effectief 5010.2.4 Open Haringvliet 51

10.2.5 Mogelijkheden binnen en buiten de hoekpunten 51

10.3 Ten aanzien van het beoordelingskader en onderliggende methoden 52

11Referenties 54

Page 11: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 11/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

vii

Bijlage(n)

Samenvatting i

A Technische bijlage overstromingsrisico’s binnendijks A-1A.1 Aanpak A-1

A.2 Inputs: overstromingsschade en –slachtoffers A-2

A.3 Bepaling van de verwachte schade en slachtoffers A-2A.4 Indexering van de risicobedragen naar hun waarden in 2015 A-2A.5 Opslag ontbrekende schadeposten A-3

A.6 Waardering van het slachtofferrisico A-3A.7 Economische en bevolkingsgroei A-4

B Technische bijlage overstromingsrisico buitendijks B-1

B.1 Aanpak B-1B.2 Inputs: overstromingsschade en –slachtoffers voor drie herhalingstijden B-2B.3 Bepaling van de verwachte schade en slachtoffers B-2

C Zoetwatertekort C-1C.1 Aanpak C-1

C.2 Inputs: directe schade voor drie herhalingstijden C-1C.3 Bepalingvan het jaarlijks verwachte zoetwatertekort C-2

C.4 Opslagpercentage voor indirecte schade en prijseffecten C-3C.5 Economische groei C-3

D Berekening van het buitendijkse overstromingsrisico D-1

E Waardering van productieverliezen E-1

Page 12: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 12/115

Page 13: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 13/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1

1 Inleiding

1.1 KaderHet Deltaprogramma is een nationaal programma. Rijksoverheid, provincies, gemeenten enwaterschappen werken hierin samen met inbreng van maatschappelijke organisaties enbedrijfsleven. Het doel is om Nederland ook voor toekomstige generaties te beschermentegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoet water (www.deltacommissaris.nl).

In het deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden wordt onderzocht hoe voor de lange termijnkan worden gezorgd voor een duurzame bescherming tegen overstromingen en voldoende

zoetwater in de laaggelegen, dichtbevolkte, en economisch belangrijke Rijn-Maasmonding.De hoogwaterbescherming en de zorg voor zoet water moeten samengaan met eenduurzame ontwikkeling van een economisch sterke, sociale, én aantrekkelijke regio.

Het Deltaprogramma volgt bij de zoektocht naar een voorkeursstrategie een route van grofnaar fijn: eerst worden in 2012 mogelijke strategieën in beeld gebracht, vervolgens wordt er‘getrechterd’ via kansrijke strategieën naar een voorkeursstrategie per regio. Tenslottemoeten in 2014 op landelijk niveau gecombineerde Deltabeslissingen worden genomen (zieFiguur 1.1).

Figuur 1.1: Van mogelijke strategieën naar Deltabeslissingen. Elke volgende stap stelt hogere eisen de beoordeling en vergelijking van

strategieën.

Bij aanvang van het deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden lag de vraag voor om eerst eenaantal sterk uiteenlopende oplossingsrichtingen voor (hoog)waterbeheersing globaal teverkennen. Deze ‘hoekpuntenverkenning’ gaat dus vooraf aan de formulering van meeromvattende kansrijke strategieën voor het Deltaprogramma in 2012.In 2010 is Deltares gevraagd deze hoekpuntenverkenning in samenwerking met partners uitte voeren. Eerst zijn de consequenties van de oplossingsrichtingen voor de maatgevende

hoogwaterstanden berekend (Slootjes et al., 2011). Daarna is een verkenning van demaatschappelijke kosten en baten van de oplossingsrichtingen gestart. Het voorliggenderapport is hier het resultaat van.

Page 14: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 14/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

2

Het deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden is nauw verweven met het deltaprogramma

Zuidwestelijke Delta. Niet alleen is er een geografische overlap (Haringvliet), ook dewederzijdse afhankelijkheid van keuzes omtrent oplossingsrichtingen is groot. Daarom is hetdeltaprogramma Zuidwestelijke Delta mede-opdrachtgever van deze verkenning.

1.2 DoelDoel van deze studie is de positieve en negatieve effecten (maatschappelijke baten enkosten) van oplossingsrichtingen voor (hoog)waterbeheersing (hoekpunten) te identificerenen waar mogelijk te kwantificeren. Het woord hoekpunten geeft al aan dat het gaat om sterkuiteenlopende oplossingsrichtingen, waarbij nog geen aandacht wordt besteed aanoptimalisatie of aan maatregelen om mogelijke negatieve effecten te mitigeren.

Het doel van de verkenning is dan ook niet om meteen een goede oplossing aan te dragen,

maar om te leren van de aard en omvang van de effecten van deze hoekpunten:x Welke onderdelen pakken gunstig uit en welke ongunstig?x Hoe reageert het hoofdwatersysteem binnen en buiten het onderzoeksgebied op de

ingrepen?x Hoe kunnen de effecten in beeld worden gebracht en hoe kan een afweging worden

gemaakt?

x Welke kennis ontbreekt?

1.3 AfbakeningDe verkenning van effecten beperkt zich geografisch tot de regio Rijnmond-Drechtsteden(ook wordt er gesproken over de Rijn-Maasmonding), het Haringvliet en hetbenedenstroomse deel van Lek en Waal tot respectievelijk Nieuwegein en Tiel en de

aangrenzende dijkringen. Per beschouwd effect kan dit enigszins afwijken (zie dehoofdstukken 3 tot en met 8). Het Volkerak-Zoommeer en de Grevelingen worden in dezestudie beschouwd als mogelijke waterbergingsgebieden en aldus als mogelijk onderdeel vanmaatregelenpakketten met bijbehorende kosten.

Met eventuele nieuwe randvoorwaarden die vanuit de generieke deltaprogramma’s van hetDeltaprogramma (Veiligheid, Zoetwatervoorziening, en Nieuwbouw en Herstructurering)zouden kunnen voortkomen, kon in deze verkenning nog geen rekening worden gehouden.Uitgangspunt zijn de huidige normen, criteria etc.

1.4 LeeswijzerDit rapport geeft een samenhangend overzicht van de belangrijkste resultaten vanverschillende parallelle onderzoeken waarin de effecten van de hoekpunten zijn verkend bijverschillende scenario’s van sociaaleconomische ontwikkeling en klimaatverandering. Overdeze onderzoeken is gerapporteerd in afzonderlijke deelrapporten (zie de lijst metreferenties).

In hoofdstuk 2 wordt de algehele opzet van het onderzoek beschreven, en in het bijzonderhoe tot een synthese van resultaten wordt gekomen in de vorm van een kengetallenkosten-batenanalyse (KKBA).

Daarna worden de afzonderlijke effectstudies in achtereenvolgende hoofdstukkensamengevat: kosten in hoofdstuk 3, overstromingsrisico’s in hoofdstuk 4,zoetwatervoorziening in hoofdstuk 5, scheepvaart en haven in hoofdstuk 6, natuur inhoofdstuk 7 en ruimtelijke kwaliteit in hoofdstuk 8. In deze hoofdstukken komen zowel de

gebruikte methode als de resultaten aan bod.

Page 15: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 15/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

3

In hoofdstuk 9 worden alle effecten op een rij gezet en worden deze zowel onderling als

tussen de hoekpunten vergeleken.

In hoofdstuk 10 tenslotte worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen gegeven.

Page 16: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 16/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

4

Page 17: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 17/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

5

2 Aanpak

2.1 Algehele aanpakIn het deltaprogramma wordt gewerkt van grof naar fijn, waarbij enige iteraties plaatsvinden

van ontwikkeling van alternatieve oplossingsrichtingen, effectbepaling en beoordelingdaarvan, en weer terug naar een nieuwe ronde van ontwikkeling van – betere – alternatieven.In schema is dat weergegeven in Figuur 2.1.

Figuur 2.1 Stappenplan van de beleidsanalyse, zoals gevolgd in DP-Rijnmond-Drechts teden (naar Klijn et al., 2011): dit rapport gaat

over een eerste ronde van de onderste helft van dit stappenplan

Belangrijke stappen in zo’n verkenning zijn de afbakening en verkenning van het systeem ende analyse van het huidig beleid. Die stappen zijn in deltaprogramma Rijnmond-Drechtstedenal afgerond, in samenspraak met het deltaprogramma als geheel (met name de scenario’s).

Daarna volgen de ontwikkeling van een beoordelingskader en een analyse van alternatieveoplossingsrichtingen. Die beide staan in dit rapport centraal, evenals de vergelijking van eeneerste generatie  oplossingsrichtingen met behulp van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA), die in deze eerste ronde het karakter heeft van een kentallenkosten-batenanalyse (KKBA).

Afbakening en verkenning

systeem

Analyse huidig beleid

(0-alternatief)

Analyse alternatieve

oplossingsrichtingen

(Verkenning vanoplossingsrichtingen)

Vergelijking huidig beleid

met alternatieve

oplossingsrichtingen

Identificatie van mogelijke maatregelen

Ontwikkeling alternatieve oplossingsrichtingen

Effectbepaling alternatieve oplossingsrichtingen

Vergelijking alternatieven/ MKBA

Afbakening

kenmerken en

dimensieswatersysteem

Bepaling

mogelijke

toekomsten(scenario’s)

Vaststelling

problemen inhuidige situatie

Vaststelling

problemen intoekomstige

situatie

Ontwikkeling

beoordelingskader

Page 18: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 18/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

6

2.2 Beoordeling en beoordelingskader

De verkenning van de oplossingsrichtingen heeft het karakter van een maatschappelijkekengetallenkosten-batenanalyse (KKBA, zie kader). Dat betekent dat deze analyse isopgesteld op basis van kengetallen voor de belangrijkste relevante effecten en eenverkennend karakter heeft. De belangrijkste relevante effecten zijn daartoe opgenomen ineen beoordelingskader.

Voor het beoordelingskader is aangesloten bij beoordelingscriteria (en wijze vankwantificering) zoals toegepast in de generieke deltaprogramma’s. Daaraan zijn criteriatoegevoegd die specifiek van belang werden geacht voor de regio Rijnmond-Drechtsteden.Dit is uitgemond in het beoordelingskader dat is weergegeven in Tabel 2.1.

Dit beoordelingskader reflecteert de belangrijkste doelen van het Deltaprogramma(overstromingsrisicobeheersing en zoetwatervoorziening), alsmede een aantal regio-specifieke nevendoelen en neveneffecten van de maatregelen, en natuurlijk ook deimplementatiekosten van de strategische alternatieven.

Tabel 2.1 Overzicht van beoordelingscri teria

Beoordelingscriteria Indicatoren/ maatlatten

Overstromingsrisico binnendijks Materiële schade

Immateriële schade van getroffenen en dodelijke slachtoffers

Overstromingsrisico buitendijks Materiële schade

Immateriële schade van getroffenen en dodelijke slachtoffers

Zoetwatertekort Vermindering van landbouwopbrengsten ten gevolge van

zoetwatertekorten voor beregening

Kosten van ontzilting van water voor glastuinbouw, industrie endrinkwater

Hinder voor scheepvaart Wacht- en inhaalkosten zeevaart

Wacht- en inhaalkosten binnenvaart

Verplaatsing van activiteiten naar buitenlandse havens

Natuur Natuurlijkheid (kwalitatief)

Diversiteit (kwalitatief)

Connectiviteit (kwalitatief)

Ruimtelijke kwaliteit Gebruikswaarde (kwalitatief)Belevingswaarde (kwalitatief)

Toekomstwaarde (kwalitatief)

Kosten Kosten van dijkversterking

Kosten van keringen

Page 19: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 19/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

7

Wat is een kosten-batenanalyse?In een (maatschappelijke) kosten-batenanalyse wordt een overzicht gegeven van alle voordelige en

nadelige effecten (baten en kosten) die de samenleving als gevolg van een plan, een project of een

beleidsmaatregel ondervindt. In beginsel moeten hierbij alle effecten die voor mensen van belang zijn

(waarde hebben), worden meegenomen. In een maatschappelijke kosten-batenanalyse worden ook ‘niet-

economische’ effecten beschouwd, zoals effecten op natuur.

Voor zoverre dat op een verantwoorde wijze mogelijk is, worden de effecten in geld uitgedrukt

(gemonetariseerd). Indien alle effecten gemonetariseerd kunnen worden én het saldo van de effecten

positief is, dan draagt het project of de maatregel bij tot de maatschappelijke welvaart. Als monetarisering

niet goed mogelijk is, zal een afweging plaats moeten vinden van de gemonetariseerde en niet-

gemonetariseerde effecten.

Het welvaarteconomische waarderingskader is belangrijk, maar niet het enige mogelijke

waarderingskader. De conclusies van een kosten-batenanalyse vormen dan ook slechts één van

verscheidene bijdragen aan een evenwichtige besluitvorming over projecten.

Onderscheid tussen KBA en KKBA

In de leidraad voor kosten-batenanalyse die in Nederland van toepassing is (Eijgenraam et al, 2000),

wordt een onderscheid gemaakt tussen een ‘kengetallen kosten-batenanalyse’ (KKBA) en een

diepgaande KBA. Een KKBA is bedoeld voor een vroeg stadium van de beleidsvoorbereiding. In dit

stadium worden oplossingsrichtingen verkend.

Een eerste afweging van de kosten en baten is dan nuttig, maar tegelijkertijd ontbreken vaak de tijd, demiddelen en de informatie om voor elke oplossingsrichting een volledige kosten-batenanalyse uit te

voeren. Daarom wordt in dit stadium het principe van de kosten-batenanalyse als uitgangspunt genomen,

maar de raming van de kosten en baten wordt gebaseerd op beschikbare of snel produceerbare

informatie (zoals kengetallen uit eerder onderzoek). Het is belangrijker dat alle relevante onderwerpen

aan de orde komen, dan dat ze op diepgaande wijze onderzocht zijn.

In een later stadium wordt een KKBA in het algemeen opgevolgd door een diepgaande KBA. Het aantal

oplossingsrichtingen in de KBA is meestal beperkter dan in een KKBA. De resultaten van een KBA

dienen als hulpmiddel voor beleidsmakers bij het nemen van een beslissing om een project al dan niet uit

te voeren, en, zo ja, welk projectalternatief. Het onderscheid tussen een KKBA en een KBA is dus

tweevoudig:

KKBA KBA

Rol in de beleids-voorbereiding

Verkennend

Input voor ontwerp vanprojectalternatieven

Ondersteuning vanbesluitvorming

Input voor keuze tussenprojectalternatieven

Mate vanonderbouwing

Minder Meer

De opbouw en de principes van een KKBA en KBA zijn dus gelijk. Het belangrijkste methodologische

verschil is de mate van onderbouwing.

Page 20: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 20/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

8

In hoofdstuk 3 worden de aanpak en specifieke uitgangspunten per criterium toegelicht. Eerst

wordt echter uiteengezet hoe de effecten in een onzekere toekomst zijn bepaald, en hoe toteen integrale beoordeling van maatschappelijke kosten en baten gekomen is.

2.2.1 Effectbepaling bij verschillende scenario’s

Om de effecten op een aantal van deze criteria te kunnen kwantificeren is het noodzakelijk detoekomstige hoogwaterstanden, bevolkingsaantallen, economie, landgebruik en dergelijke tekennen. Daarvoor wordt in het deltaprogramma gebruik gemaakt van scenario’s, die zijnopgesteld voor gebruik in alle deltaprogramma’s (Bruggeman et al., 2011). Deze scenario’szijn samengesteld op basis van bestaande klimaatscenario’s van het KNMI en degezamenlijke planbureaus (de zogenaamde WLO-scenrio’s; Huizinga en Smid, 2004), eenaangevuld met modelberekeningen betreffende rivierafvoeren en andere relevante

hydrologische parameters. In essentie gaat het om combinaties van klimaatscenario’s(inclusief zeespiegelstijging en aangevuld met bodemdaling) en sociaal-economischescenario’s (demografie en economie).

Voor het deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden is steeds gebruik gemaakt van de tweemeest extreme scenario’s voor elk beoordelingscriterium, die door combinatie van deklimaatscenario’s en sociaal-economische scenario’s verkregen kunnen worden. Door voordeze extremen de effecten te bepalen, wordt een indruk verkregen van de bandbreedte vanelk effect.

Tabel 2.2 Overzicht van in deze studie gebruikte scenario’s

Effect Bovengrensscenario Ondergrensscenario Toelichting

Overstromingsrisico(binnendijks enbuitendijks)

GE / W+ RC / G Verwachteoverstromingsschade is hetgrootste bij warmer en meerextreem klimaat (W+), en bijgrote bevolkings- eneconomische groei (GE)

Zoetwatertekort RC / W+ GE / G In scenario RC is hetlandbouwareaal het grootste,en die sector is de grootstewaterverbruiker. Dewaterbevoorradingsproblemenzijn het ernstigste inklimaatscenario W+

Enkele kengetallen van de scenario’s zijn gegeven in Tabel 2.3 en Tabel 2.4.

Behalve de groei van het BBP geven de WLO scenario’s ook groeicijfers voor verschillende

sectoren zoals transport, industrie en landbouw. Waar relevant zijn deze sectorale groeicijfersgebruikt in de berekening van de baten (zie ook hoofdstuk 5, 6 en de bijlage).

Page 21: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 21/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

9

Tabel 2.3 Maatgevende rivierafvoeren en gemiddelde zeespiegel voor G en W+ (naar Slootjes et al. 2011), en laagwaterafvoeren (uit

Bruggeman et al, 2011).

Scenario Maatgevende Rijnafvoer

[m3/s]

Zeespiegel t.o.v. 1990

[m]

Gemiddelde Rijnafvoer in

september [m3/s]

Referentie 2015 16.000 0,08 1800

G- 2050 16.500 0,20 2000

W+- 2050 17.000 0,35 1300

G- 2100 17.000 0,35 2100

W+- 2100 18.000 0,85 900

Tabel 2.4 Kengetallen van de twee gebruikte sociaaleconomische scenario’s

ScenarioBevolkingsgroei

(%/jaar, 2002-2040

Groei BBP

(%/jaar, 2002-2040

GE Global Economy 0,5 2,6

RC Regional Communities 0,0 0,7

2.2.2 Salderen van kosten en baten in de KKBA

Doorgaans worden in een (K)KBA de in geld uitgedrukte kosten en baten over de levensduurvan een project geaggregeerd tot een netto contante waarde (NCW). De netto  contantewaarde betreft de baat minus de kosten om die baat te realiseren. Hoe hoger de NCW, hoerendabeler het project is.

De NCW kan berekend worden met de volgende formule:

¦

t t 

K BNCW 

0 )1(

waarin:B t  = baten in jaar t;K t  = kosten in jaar t;d  = discontovoet;T  = tijdshorizon van de analyse.

In de voorliggende studie bestaan de kosten K t  uit de kosten (investeringen en beheer en

onderhoud) van dijkversterkingen, dammen en keringen, en de baten B t  uit de in geldgewaardeerde baten voor overstromingsrisico’s, zoetwater, scheepvaart, etc. In het NCWcriterium is geen plaats voor niet in geld gewaardeerde effecten. Daarom worden deze laternaast het NCW-saldo vermeld.

De effecten van de hoekpunten (en het nulalternatief) zijn in de deelrapporten bepaald vooreen drietal jaren: 2015, 2050 en 2100. De effecten voor tussenliggende jaren zijn door middelvan interpolatie verkregen (zie ook paragraaf hierna). Door interpolatie naar de afzonderlijke jaren ontstaat per effect een kasstroom voor de periode 2015-2100. Door toepassing van eendiscontovoet kan uit de kasstroom per effect een contante waarde worden berekend.

Page 22: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 22/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

10

In de KKBA zijn de meeste in geld gewaarde effecten ‘negatieve effecten’, omdat ze zijn

uitgedrukt als ‘schades. Dat geldt voor binnen- en buitendijkse overstromingsrisico’s,landbouwschade en schade voor de haven en scheepvaart. Die moeten bij voorkeur zo laagmogelijk worden gehouden. Ook de kosten van de aanleg en het onderhoud van dammen endijken zouden bij voorkeur zo laag mogelijk gehouden worden; vanuit economisch oogpuntzijn kosten dus ook negatieve effecten.

In een KKBA kunnen de alternatieve oplossingsrichtingen dan op twee verschillendemanieren vergeleken worden:1 door alle kosten en negatieve effecten bij elkaar op te tellen. Het hoekpunt met de

laagste maatschappelijke totaalkosten scoort dan het meest gunstig vanuit economischoogpunt;

2 door de extra kosten en effecten van de hoekpunten te bepalen ten opzichte van die inhet nulalternatief. In dit geval is het hoekpunt met het grootste  positieve verschil (degrootste baat) het meest gunstig.

Beide wijzen van vergelijken leveren vanzelfsprekend dezelfde rangorde van alternatievenop. In hoofdstuk 9 van dit rapport worden beide vergelijkingwijzen gevolgd, en is explicietaangegeven welke.

2.2.3 Discontovoet en tijdshorizon in de KKBA

Om de NCW te berekenen, moeten de kosten en baten in de tijd uitgezet worden en moeteen waarde voor de discontovoet worden gekozen. Voor deze reële discontovoet (inclusiefrisico-opslag) is 5,5% per jaar genomen. Deze waarde is ook gebruikt voor de MKBA vanWV21 en is conform de vigerende voorschriften van het Ministerie van Financiën.

Verder is het ongebruikelijk om in MKBA’s rekening te houden met algemene prijsinflatie. DeKKBA is daarom opgesteld in prijzen van 2011. Bij zowel kosten als baten is gerekend metprijzen exclusief BTW.

De tijdshorizon die gebruikt wordt in een kosten-batenanalyse is bij voorkeur gelijk aan delevensduur van een project. Maar voor projecten met een zeer lange levensduur wordt ompraktische redenen vaak een kortere (maar nog steeds lange) tijdshorizon gehanteerd. In deKKBA is daarom een tijdshorizon tot het jaar 2100 beschouwd. In de uitgevoerde KKBA isnog geen aandacht aan het precieze moment van optreden van de effecten binnen dezetijdshorizon besteed.

De raming van de investeringskosten omvat alle investeringen tot 2100. De overige effectenzijn in de deelrapporten geraamd voor 3 zichtjaren: 2015, 2050, en 2100. Voor de jaren 2050en 2100 is in de deelrapporten verondersteld dat de maatregelen al volledig zijngeïmplementeerd. Voor de KKBA zijn hierover echter afwijkende aannames gedaan, en wel:x kosten van keringen en dijkversterking: 50% in 2025 en 50% in 2075;

x overige effecten:o de effecten beginnen vanaf 2025 af te wijken van die in het nulalternatief;o de effecten tussen 2025 en het zichtjaar 2050 kunnen via interpolatie worden

geschat; eno de effecten tussen 2050 en 2100 kunnen eveneens voor elk hoekpunt uit interpolatie

tussen deze zichtjaren worden afgeleid.

Page 23: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 23/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

11

Omdat in het zichtjaar 2050 de effecten alleen voor het klimaatscenario W+ in combinatie met

hoge en lage economische groei bepaald zijn, is de NCW van de verschillende hoekpuntenenkel voor het scenario W+/GE en W+/RC berekend, en niet voor combinaties met het G-scenario.

2.3 Alternatieve oplossingsrichtingen: de hoekpuntenIn deze verkenning zijn vier alternatieve oplossingsrichtingen bekeken. Binnen dealternatieven zijn soms weer varianten onderscheiden:0. Voortzetting huidig beleid (0-alternatief):1. Verbeterd afsluitbaar zeezijde2. Afsluitbaar-open zee- en rivierzijde

a. Nieuwe Lekb. Pannerdense Kop

3. Geslotena. Zee- en rivierzijdeb. Zee- en rivierzijde, open Haringvlietc. Zeezijde en waterberging in de Grevelingen

4. Open

Deze oplossingsrichtingen zijn hoofdzakelijk gedefinieerd vanuit het perspectief vanhoogwaterbescherming. Belangrijk uitgangspunt bij het definiëren van deoplossingsrichtingen is dat er in deze fase géén compenserende maatregelen voorzien zijnvoor andere functies, zoals een andere vormgeving van de haven van Rotterdam,bellenschermen tegen zoutindringing, het ophogen van buitendijkse woongebieden, etc.

2.3.1 Algemene uitgangspunten

Elke oplossingsrichting is vormgegeven door een aantal uitgangspunten vast te stellen, dievoor alle oplossingsrichtingen gelden:

x De huidige normen voor waterveiligheid en criteria voor inlaat van zoetwater blijvengelden (zie ook paragraaf 1.3);

x Er is aangenomen dat de Ruimte-voor-de-Rivierprojecten Noordwaard, OverdiepsePolder, Avelingen, en waterberging Volkerak-Zoommeer (projecten waartoeuitvoeringsbesluiten zijn genomen) zijn uitgevoerd; overige mogelijke maatregelen uit hetlange termijnpakket van Ruimte-voor-de-Rivier zijn niet geïmplementeerd.

x In de PKB Ruimte voor de Rivier is afgesproken dat de Nederrijn- Lek wordt ontzien bijafvoeren van de Bovenrijn hoger dan 16.000 m3  /s. Afvoeren boven de 16.000 m3 /sworden verdeeld over Waal en IJssel.

x Van het Kierbesluit is aangenomen dat het is uitgevoerd met het oog op herstel van deestuariene dynamiek, en – conform het besluit – zonder nadelige effecten voor dezoetwatervoorziening (de kier sluit weer bij te lage debieten over het Haringvliet).

x Voor de bepaling van de waterstandseffecten is voor de Haringvlietsluizen uitgegaan vaneen alternatief spuiprogramma: bij Bovenrijn-afvoeren hoger dan 2000 m3  /s wordtmaximaal gespuid;

x Voor de bepaling van de maatgevende hoogwaterstanden is uitgegaan van een faalkansvan de Hollandse-IJsselkering van 0, vanwege beperkingen aan hetrekeninstrumentarium.

x Er is uitgegaan van een stormvloedduur van 35 uur (zie ook Slootjes et al., 2011).x Het 2e hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) is uitgevoerd, het 3e (HWBP-3) nog

niet (zie ook hoofdstuk 3)

Page 24: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 24/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

12

2.3.2 Voortzetting huidig beleid (nulalternatief/ referentiealternatief)

De essentie van dit alternatief is dat de hoogwaterbeschermingstrategie ongewijzigd blijft.Dijken worden zo aangepast dat ze aan de huidige normen blijven voldoen.

Zodra de Maeslantkering aan het eind van zijn levensduur is, wordt deze vervangen door eenkering met dezelfde prestatiekenmerken, dus een faalkans van 1/100 per sluitvraag. Voor dehoogte van de nieuwe kering wordt wel rekening gehouden met de stijgende zeespiegel.

2.3.3 Oplossingsrichting ‘Verbeterd afsluitbaar aan zeezijde’ (hoekpunt 1)

De essentie van deze oplossingsrichting is dat het hoogwaterbeschermingssysteem

gehandhaafd blijft zoals we het nu kennen in de Rijn-Maasmonding. Het omvat eenafsluitbare stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg aan zeezijde en hetHaringvlietsluizencomplex. Dat betekent dat de Nieuwe Waterweg open is onder normaleomstandigheden, maar kan worden afgesloten bij extreme omstandigheden op zee.

Figuur 2.2 Hoekpunt 1, Verbeterd afsluitbaar zeezijde.

De stormvloedkeringen in de Nieuwe Waterweg en het Hartelkanaal worden verbeterd omeen faalkans van 1/1000 per sluitvraag te realiseren (t.o.v. 1/100 in het nulalternatief). DeHollandsche IJsselkering blijft ongewijzigd gehandhaafd.

2.3.4 Oplossingsrichting ‘Afsluitbaar-open aan zee- en rivierzijde’ (hoekpunt 2)

Dit hoekpunt komt overeen met de oplossingsrichting uit het rapport van de CommissieVeerman (Deltacommissie, 2008). Afsluitbaar aan zee- en rivierzijde betekent dat dehoogwaterbescherming voor Rijnmond-Drechtsteden wordt gerealiseerd met verbeterdeafsluitbare keringen aan de zeezijde in combinatie met afsluitbare keringen in de omliggenderiviertakken. Deze oplossing heeft als achterliggende gedachte om de Drechtsteden nietalleen tegen stormvloed, maar ook tegen hoge rivierafvoeren te kunnen beschermen. In dezeoplossingsrichting worden naast de bestaande te verbeteren Maeslantkering, Hartelkering enHaringvlietsluizen nog vier extra afsluitbare keringen gebouwd: in de Lek, in de Beneden-Merwede, in de Dortse Kil en in het Spui (Figuur 2.3).

Page 25: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 25/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

13

Figuur 2.3 Hoekpunt 2, Afslui tbaar aan zee- en rivierzijde ('Afsluitbaar Open').

Door de kering in de Lek moet het water op een alternatieve wijze worden afgevoerd. In dezeverkenning is uitgegaan van twee varianten :a. één waarbij een nieuwe blauwe of groene rivier aangelegd wordt ('Nieuwe Lek') enb. één waarbij al het Lekwater al bij Pannerdense Kop over de Waal gestuurd wordt

('Pannerden').

Specifieke uitgangspunten voor deze oplossingsrichting zijn:x de Hollandsche IJsselkering blijft gehandhaafd. In het model krijgt deze faalkans 0; en

x de rivierkeringen in de Lek, Spui, Dordtsche Kil en Beneden Merwede worden aangelegdop de locaties zoals aangegeven in het advies van de commissie Veerman en ze krijgen

dezelfde faalkans (1/1000) en hetzelfde sluitcriterium als de verbeterde Maeslantkering.Ze worden gesloten als de stormvloedkeringen in de Nieuwe Waterweg sluiten. Voor deSpuikering en Drechtkering (in de Dortsche Kil) geldt dat ze sluiten als destormvloedkering is gesloten en de waterstand in het Rijnmondgebied lager is dan op hetHaringvliet.

2.3.5 Oplossingsrichting ‘Gesloten’ (hoekpunt 3)

De gesloten oplossingsrichting is een systeem met permanent gesloten keringen (dammen)met spuimiddelen aan zeezijde, met of zonder gesloten keringen met scheepvaartsluizen aanrivierzijde. Dit alternatief kent nog drie varianten:

a. gesloten aan zee- en rivierzijde;b. gesloten aan zee- en rivierzijde, maar met een geheel open Haringvliet en zonder

waterberging in de Zuidwestelijke Delta; enc. gesloten aan zeezijde met waterberging in de Grevelingen, aanvullend op die in het

Volkerak-Zoommeer.

De centrale gedachte achter deze oplossingsrichting en haar varianten is het garanderen vande bescherming tegen stormvloeden op zee. De faalkansen kunnen met permanent geslotenkeringen aanzienlijk kleiner zijn dan bij beweegbare keringen. In de dammen zijndoorlaatconstructies (spui- en scheepvaartsluizen) nodig. Zo wordt de Maeslantkering isvervangen door een dam met 4 schutsluizen en spuisluizen. De Hartelkering wordt eveneensvervangen door een dam met sluizen.

In varianten a en b ontstaat een gesloten ring van dammen om het Rijnmond-Drechtstedengebied. Het water binnen deze ring zal op een vast peil komen metgecontroleerde marges. De scheepvaart zal door schutsluizen heen moeten.

Page 26: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 26/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

14

Doordat er geen water meer via de Nieuwe Waterweg uitstroomt, ontstaat er voor hetHaringvliet een grotere zoetwaterstroom, die frequenter en langdurigere spuien naar zeenodig maakt, ook bij lage rivierafavoeren.

Aanvullende uitgangspunten variant ‘Gesloten zee- en rivierzijde’ 

Er worden dammen aangelegd in Lek, Spui, Dordtsche Kil en Beneden-Merwede. In dedammen worden schutsluizen aangelegd en spuivoorzieningen.

De Nieuwe Waterweg en de wateren binnen de ring van keringen worden ‘peilbeheerst’. Hetstreefpeil en bijbehorende toelaatbare marges moeten nader worden vastgesteld. Hierbij zijneen aantal criteria van belang:

x voorkomen overlast door kwel;

x voldoende vaardiepte;

x spuien onder vrij verval moet mogelijk zijn.

Specifieke uitgangspunten voor deze oplossingsrichting zijn:

x Het huidige gemiddelde zeeniveau bij Rotterdam varieert tussen -0,4 en +0,8 m+NAP. Indeze verkenning is 1,0 m+NAP gehanteerd als streefpeil.

x De Lekafvoer wordt via een ‘Nieuwe Lek’ (gelijk aan oplossingsrichting 'Afsluitbaar zee-en rivierzijde’) permanent naar de Merwedes geleid.

x De Hollandsche IJsselkering verliest z'n functie.

Figuur 2.4 Variant 3a, 'Gesloten zee- en rivierzijde'.

Page 27: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 27/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

15

Figuur 2.5 Variant 3b, 'Gesloten zee- en rivierzijde', open Haringvliet, geen waterberging Zuidwestelijke Delta'.

Figuur 2.6 Variant 3c, 'Gesloten aan zeezijde, maar open aan rivierzijde, extra waterberging Grevelingen'.

Aanvullende uitgangspunten variant ‘Gesloten aan zee- en rivierzijde, open Haringvliet’ 

De aanvullende uitgangspunten zijn dezelfde als die in variant 'Gesloten zee- en rivierzijde'met als toevoeging: de Haringvlietdam en –sluizen worden geheel verwijderd . De estuarienedynamiek en de geleidelijke overgangen van zoet naar zout worden in dezeoplossingsrichting maximaal teruggebracht, ook bij stormvloed. Er ontstaat weer een open

verbinding van het achterland naar de zee. In deze variant is er geen extra waterberging in deZuidwestelijke Delta nodig, omdat de dijken langs het Hollands Diep en Haringvliet forsworden verhoogd.

Aanvullende uitgangspunten variant ‘Gesloten zeezijde, open rivieren’ 

Behalve in het Volkerak-Zoommeer, is er ook berging in de Grevelingen. Dit vergt een grotedoorlaatcapaciteit richting het Grevelingenmeer. Dit houdt in vergroting van de spuimiddelentussen het Hollands Diep en het Volkerak-Zoommeer naar 2000 m 2, en een even grotedoorlaat door de Grevelingendam. De Hollandsche IJsselkering blijft gehandhaafd.

Page 28: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 28/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

16

2.3.6 Oplossingsrichting ‘Open’ (hoekpunt 4)

De oplossingsrichting volledig open betekent dat het watersysteem teruggebracht wordt naareen volledig open estuarium, waarbij in de meest vergaande vorm het opheffen van deEuropoortkering (Hartelkering en Maeslantkering), de Haringvlietdam en de HollandscheIJsselkering aan de orde is. De estuariene dynamiek en de geleidelijke overgangen van zoetnaar zout worden in deze oplossingsrichting maximaal teruggebracht. Ten opzichte van deandere varianten zullen de havens te allen tijde vanaf de zee bereikbaar zijn. Bij dezeoplossingsrichting zijn ingrijpende dijkverhogingen nodig, evenals een aangepaste inrichtingvan buitendijkse en wellicht ook binnendijkse gebieden. In dit systeem zal dehoogwaterbescherming volledig worden verzorgd door hogere dijken.

Specifieke uitgangspunten voor deze oplossingsrichting zijn:x alle stormvloedkeringen en de Haringvlietsluizen zijn verwijderd.

Figuur 2.7 Hoekpunt 4, Volledig open

2.4 Waterstanden als basis

Voor een aantal effecten in de KKBA vormen waterstanden de basis. Voor de raming vankosten voor dijkversterking zijn dit de maatgevende waterstanden. Voor de bepaling vaneffecten in buitendijkse gebieden zijn dit waterstanden die frequenter optreden.

Voor de achtergrond van de berekeningen van de maatgevende waterstanden verwijzen we

naar Slootjes et al. (2011). De belangrijkste resultaten zijn weergegeven in Figuur 2.8 tot enmet Figuur 2.13. Deze vormen de belangrijkste invoer voor de effectbepalingen, die in devolgende hoofdstukken worden besproken.

Page 29: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 29/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

17

Figuur 2.8 Effecten van het W+ scenario (85 cm zeespiegelstijging en 18.000 m3/s Rijnafvoer) bij voortzetting van het huidige beheer (0-

alternatief). MHW-stijging t.o.v. referentie 2015.

Figuur 2.9 Verkregen waterstandsdaling bij het W+ scenario als gevolg van het verkleinen van de faalkans van de Maeslantkering van

1/100 naar 1/1000 (hoekpunt 1)

.

Figuur 2.10 Effecten van het W+ scenario (85 cm zeespiegelstijging en 18.000 m3/s Rijnafvoer) bij de oplossingsrichting ‘afsluitbaar-open

zee- en rivierzijde met ‘Nieuwe Lek’ (hoekpunt 2a). MHW-stijging t.o.v. referentie 2015.

Page 30: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 30/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

18

Figuur 2.11 Effecten van het W+ scenario (85 cm zeespiegelstijging en 18.000 m3/s Rijnafvoer) bij de oplossingsrichting ‘gesloten zee- en

rivierzijde’ (hoekpunt 3a). MHW-stijging t.o.v. referentie 2015.

Figuur 2.12 Effecten van het W+ scenario (85 cm zeespiegelstijging en 18.000 m3/s Rijnafvoer) bij de oplossingsrichting ‘gesloten

zeezijde’ (hoekpunt 3c). MHW-stijging t.o.v. referentie 2015.

Figuur 2.13 Effecten van het W+ scenario (85 cm zeespiegelstijging en 18.000 m3/s Rijnafvoer) bij de oplossingsrichting ‘open’ (hoekpunt

4). MHW-stijging t.o.v. referentie 2015.

Page 31: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 31/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

19

3 Kosten

3.1 InleidingIn dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de kosten voor de alternatieve oplossingsrichtingen envarianten uit paragraaf 2.3 zijn bepaald. De kosten zijn daarbij in twee categorieën onder teverdelen:

x kosten van nieuwe infrastructuur zoals keringen, dammen, bypasses, waterberging etc.Het gaat hierbij om de typische maatregelen voor beheersing van hoogwatersituaties(Tabel 3.1).

x kosten van dijkversterking.

Kosten van verdere adaptatie, bijvoorbeeld in de buitendijkse gebieden of in de landbouw,worden verondersteld niet te worden gemaakt.

Tabel 3.1 Maatregelen (‘projecten’) per alternatieve oplossingsr ichting en varianten

Hoekpunten*Projecten

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Vervanging bestaande kering Nieuwe

WaterwegX X X X

Tweede kering Nieuwe Waterweg1

(achter eerste kering)

X X X

Vervanging Hartelkering X X X X

Vier rivierkeringen met sluizen X X

Blauwe Rivier X

Regelwerk Pannerden X

Dam Nieuwe Waterweg (met 4 sluizen) X X X

Vier rivierdammen met sluizen X X

Waterberging Grevelingen X

Verwijdering kering Nieuwe Waterweg X X X X

Verwijdering Hartelkering X X X X

Verwijdering Haringvlietdam X X

* 0 Afsluitbaar open zeezijde (continuering huidige beleid); 1 Verbeterd afsluitbaar open zeezijde; 2a Afsluitbaar open zee- en rivierzijde -

Nieuwe Lek (Blauwe Rivier); 2b Afsluitbaar open zee- en rivierzijde - Regelwerk Pannerden; 3a Gesloten zee- en rivierzijde; 3b Gesloten

zee- en rivierzijde, maar Haringvliet open; 3c Gesloten zeezijde, open rivierzijde; 4 Open.

1. Met een dubbele kering wordt verondersteld minstens een faalkans van 1/1000 sluitvraag te kunnen realiseren.

Page 32: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 32/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

20

3.2 Kosten van nieuwe infrastructuurEr is een grove schatting gemaakt van kosten van nieuwe infrastructuur op basis vanbeschikbare literatuur. Kostenkentallen zijn zoveel mogelijk overgenomen uit eerderonderzoek (Van der Krogt et al., 2010), waarin voor vergelijkbare adaptatiestrategieën kostenzijn geraamd. Voor maatregelen waarvoor geen ramingen in deze studie aanwezig waren zijnandere bronnen benut. Voor deze KKBA zijn geen nieuwe kosteninschattingen gedaan.

In Tabel 3.2 en Tabel 3.3 zijn respectievelijk de investeringsbedragen en kosten van beheeren onderhoud per ‘project’ weergegeven. Voor het schatten van kosten waren geen nieuweontwerpen beschikbaar. De kostenramingen zijn daarom grotendeels gebaseerd opbestaande ontwerpen. Zo zijn alle nieuwe stormvloedkeringen gemodelleerd naar deHartelkering. Om aan de eis van een faalkans van 1/1000 (zie ook paragraaf 2.3) per

sluitvraag te kunnen voldoen, zijn de keringen dubbel uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor eenverbeterde Maeslantkering. Daardoor is er voor de stormvloedkeringen mogelijk sprake vanoverdimensionering en een te hoge kosteninschatting.

Tabel 3.2 Investeringskosten van dammen en keringen (miljoen EUR, prijspeil 2011, excl. BTW)

ProjectInvesterings-

bedragBron

Vervanging bestaande kering Nieuwe Waterweg 600 DHV en Deltares (2010)

Tweede kering Nieuwe Waterweg

(achter eerste kering)

600 DHV en Deltares (2010)

Vervanging Hartelkering 100 DHV en Deltares (2010)

Vier rivierkeringen met sluizen 1600 DHV en Deltares (2010)

Blauwe Rivier 2500 DHV en Deltares (2010)

Regelwerk Pannerden 8 DHV en Deltares (2010):

enkel bypass

Dam Nieuwe Waterweg (met 4 sluizen) 1200 HKV en Deltares (2010): 800 miljoen

voor dam met 2 sluizen (op basis

raming nieuwe sluis IJmuiden).

Vier rivierdammen met sluizen 1600 Voorlopig zelfde als keringen

Waterberging Grevelingen 330 DHV en HKV (2010), maximaleraming (zonder synergie)

Verwijdering kering Nieuwe Waterweg 30 Voorlopig 5% van investeringen

Verwijdering Hartelkering 5 Voorlopig 5% van investeringen

Verwijdering Haringvlietdam 120 Voorlopig 5% van 50% van

investeringen voor vervanging

Oosterscheldekering (DHV en

Deltares, 2010)

Page 33: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 33/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

21

Voor de verbinding van de Lek met de Merwede uit hoekpunt ‘afsluitbaar-open aan zee- en

rivierzijde’ was door Van der Krogt et al. (2010) een iets afwijkend (korter) tracé gekozen.Omdat de grootste kosten echter samenhangen met doorsnijdingen van lijninfrastructuur,waaronder de Betuwelijn en A15, die voor beide tracés hetzelfde zijn, is hier geen correctieop toegepast. Bovendien is voor alle kosten uitgegaan van een onzekerheidsmarge van -20tot + 50 % voor de keringen en dammen, en van -30 tot + 60 % voor de ‘nieuwe rivier’.

Voor een regelwerk bij Pannerden kon geen goede kostenschatting worden gegeven. Nu zijnenkel kosten opgenomen voor een extra nevengeul, vergelijkbaar met de HondsbroekschePleij. Voor het betrouwbaar sturen van de afvoerverdeling is waarschijnlijk meer nodig.

Tabel 3.3 Onderhoudskosten van dammen en keringen (miljoen EUR/jaar, prijspeil 2011, excl. BTW)

Project Bedrag Bron

Vervanging bestaande kering Nieuwe Waterweg 12 DHV en Deltares (2010)

2% van investeringsbedrag

Tweede kering Nieuwe Waterweg

(achter eerste kering)

12 DHV en Deltares (2010)

Vervanging Hartelkering 2 DHV en Deltares (2010)

Vier rivierkeringen met sluizen 32 DHV en Deltares (2010)

Blauwe Rivier 7 DHV en Deltares (2010)

0,3% van investeringsbedrag

Regelwerk Pannerden

Dam Nieuwe Waterweg (met 4 sluizen) 24 Voorlopig 2% van

investeringsbedrag

(zoals keringen)

Vier rivierdammen met sluizen 32 Voorlopig zelfde als keringen

Waterberging Grevelingen 1 Voorlopig 0,3% van

investeringsbedrag

(zoals Blauwe Rivier)

Verwijdering kering Nieuwe Waterweg 0 Geen onderhoud

Verwijdering Hartelkering 0 Geen onderhoud

Verwijdering Haringvlietdam 0 Geen onderhoud

Page 34: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 34/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

22

3.3 Kosten van dijkversterking

3.3.1 Methode

Voor de schatting van kosten voor dijkversterking is gebruik gemaakt van dezelfde methodedie in de studie Waterveiligheid 21e eeuw is gebruikt (Kind, 2011). In de methode worden devolgende stappen doorlopen:1. Allereerst wordt de uitgangssituatie gedefinieerd:

- opdelen van dijkringtrajecten in representatieve vakken. Dit is in overleg met dewaterbeheerders in het kader van het project Waterveiligheid 21e eeuw gebeurd;

- schematisatie van de ondergrond. Welk soort bodem i.v.m. later ontwerp;- schematisatie dijkprofiel: wat is het meest representatieve actuele profiel voor het

betreffende dijkvak. Als basis dient een door de waterbeheerders gevalideerdedatabase van de actuele dijkhoogtes voor het jaar 2006 (dus voor uitvoering van het2e hoogwaterbeschermingsprogramma).

2. Ontwerp nieuwe waterkering:- welke versterkingsmaatregelen zijn nodig gegeven de benodigde kruinhoogtes. De

benodigde kruinhoogtes zijn berekend op basis van de maatgevende waterstandenen windstatistiek.

- afhankelijk van uitgangssituatie, ondergrond en beschikbare ruimte wordt eenontwerp gekozen voor de dijkversterking (zie ook Figuur 3.1)

3. Tenslotte wordt de kostenraming uitgevoerd. Daarbij wordt er onder andere ook rekeninggehouden met de aanwezige lijninfrastructuur op de dijk.

Figuur 3.1 Ontwerpregels voor dijkversterking in de toegepaste methode. Bijvoorbeeld veel ruimte en een slappe ondergrond betekenen

een dijkversterking met grond met extra steunberm. Weinig ruimte voor versterking betekent het inzetten van (dure) verticale

staalconstructies.

Page 35: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 35/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

23

In Hoogendoorn et al (2011) wordt de aanpak van de berekening van de kosten van de

investeringen in dijkversterking in meer detail toegelicht. Belangrijkste uitgangspunt voor dekostenberekeningen is dat er bij hogere waterstanden als gevolg van klimaatverandering ofals gevolg van maatregelen in het watersysteem steeds voldaan moet worden aan de huidigehoogwaterbeschermingsnormen.

Vervolgens kunnen er twee verschillende aannames worden gedaan over de uitgangssituatiein 2015:

a. In 2015 zijn alle huidige dijken op orde zowel qua hoogte als qua sterkte. Waar de dijken een overhoogte kennen  (en dat is op veel dijktrajecten in de regio het geval  ) wordt aangenomen dat overhoogte ook oversterkte betekent. Dus alleen waar nodig worden dedijken versterkt. Dit leidt mogelijk tot een onderschatting van de kosten omdat uit delaatste toetsingen blijkt dat juist veel dijken in de regio Rijnmond-Drechtsteden wel hooggenoeg maar niet sterk genoeg zijn. Aan de andere wordt verwacht dat in het huidigehoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) veel van deze dijken worden versterkt (zieook tekstbox hieronder).

b. In 2015 zijn alle dijken op orde zowel qua hoogte als qua sterkte. Aangenomen wordt dat er nergens sprake van overhoogte is . Dus overal waar de maatgevende waterstandenzullen stijgen, wordt de dijk verhoogd. Dit leidt tot een ‘conservatieve’ kostenschatting.

De werkelijkheid zal waarschijnlijk ergens tussen deze twee uitersten in liggen. Daaromworden de kosten van a als ondergrens gegeven en de kosten van b als bovengrens. Omdatrecente resultaten van de studie Veiligheid Nederland in Kaart erop duiden dat in veelgebieden nog onvoldoende rekening gehouden is met piping  (onderloopsheid) als

faalmechanisme, is voor de verwachtingswaarde van de kosten gerekend met eenkostencurve waarin rekening is gehouden met extra kosten voor anti-piping maatregelen.

De onzekerheidsmarge tussen de bovengrens en ondergrens van de kostenschatting komtdaarmee gemiddeld op ongeveer -25 % tot + 40 %.

In de KKBA zijn aanvullend aan de investeringskosten de jaarlijkse kosten voor onderhoud enbeheer meegenomen. Deze zijn gelijk aan 0,3% van het investeringsbedrag per jaar.

Hoe wordt het HWBP meegenomen in de kostenschattingen?

Na de eerste (2001) en tweede toetsing (2006) zijn de afgekeurde dijktrajecten opgenomen in het

hoogwaterbeschermingsprogramma. In het tweede hoogwaterbeschermingsprogramma zijn veel

dijkversterkingsprojecten in de regio Rijnmond-Drechtsteden opgenomen.

Een oppervlakkige beschouwing van de projecten leert ons dat:

1 het vooral voormalige hoge zeedijken betreft die op stabiliteit moeten worden verbeterd en dus

voornamelijk verbreed of versterkt;2 sommige dijken in het rivierengebied (voornamelijk langs de Lek) ook hoogtetekort kennen; deze

worden dus verhoogd.

Voor de kostenschattingen is de consequentie van 1) dat de aanname ‘overhoogte is oversterkte’ verder

wordt gestaafd. De consequentie van 2) is dat kosten voor dijkversterking langs de Lek worden berekend

die na uitvoering van het HWBP-2 niet meer hoeven te worden gemaakt. De kosten worden geschat op

100-200 miljoen euro.

Page 36: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 36/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

24

3.3.2 Resultaten

In Figuur 3.2 zijn de totale kosten voor nieuwe infrastructuur en dijken weergegeven, inclusiefde kosten voor beheer en onderhoud tot 2100.

Bovenaan in Figuur 3.2 zijn de verwachtingswaarden van de kosten met hunonzekerheidsmarge getoond voor het W+ scenario. Uit deze figuur blijkt dat de onderlingepositie van de oplossingsrichtingen niet verandert door het meenemen van onzekerheden.Wel zijn de absolute verschillen in kosten bij de bovengrensschatting een stuk hoger dan bijde ondergrens.

In de onderste figuren is goed te zien dat de kosten voor dijkverzwaring (groen) sterkafhangen van de mate van klimaatverandering.

Figuur 3.2 Kosten voor het 0-alternatief en de hoekpunten. Linksboven zijn (in rood) de boven- en (in blauw) de ondergrenzen aangegeven,

evenals de verwachte kosten (in grijs) voor W+2100. Linksonder de kosten voor G 2100 en rechtsonder voor W+ 2100 verdeeld over

keringen en dijkversterking om aan de huidige normen te kunnen voldoen

Page 37: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 37/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

25

Verder kunnen de volgende constateringen worden gedaan ten aanzien van de kosten van

de hoekpunten:x Het nul-alternatief kent de laagste kosten zowel onder snelle als gematigde

klimaatverandering.x Het hoekpunt ‘open’ (4) kent de hoogste kosten bij snelle klimaatverandering (scenario

W+). Alle kosten komen voort uit dijkversterking.x Het hoekpunt ‘afsluitbaar open zee- en rivierzijde’ met daarin een bypass voor de Lek

kent de hoogste kosten bij een gematigde klimaatverandering (G). In dit hoekpunt gaande grootste investeringen zitten in nieuwe infrastructuur, met name in de nieuwe rivier.Deze investeringen zijn onafhankelijk van de uiteindelijke zeespiegelstijging of toenamevan rivierafvoer en moeten altijd gemaakt worden.

x Bij gematigde klimaatverandering (G) zijn de hoekpunten ‘gesloten’ en ‘afsluitbaar-openaan zee- en rivierzijde’ (2a t/m 3b) een factor 3 tot 4 duurder dan het nul-alternatief. Bij

snelle klimaatverandering (W+) is dit verschil kleiner (ongeveer een factor 2). Dit komtdoordat de benodigde dijkversterking dan verhoudingsgewijs een grotere kostenpostwordt.

Page 38: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 38/115

   E  e  r  s   t  e  g  e  n  e  r  a   t   i  e  o  p   l  o  s  s   i  n  g  s  r   i  c   h   t   i  n  g  e  n  v  o  o  r   k   l   i  m  a  a   t  a   d  a  p   t  a   t   i  e

   i  n   d  e  r  e  g   i  o   R   i   j  n  m  o  n   d  -   D  r  e  c   h   t  s   t  e   d  e  n  -

   S  y  n   t   h  e  s  e  r  a  p  p  o  r   t  :  v  e  r   k  e  n  n   i  n  g  v  a  n   k  o  s   t  e  n  e  n   b  a   t  e  n

   1   2   0   4   3   0   2  -   0   0   0  -   V   E   B  -   0   0   1   8 ,

   6  s  e  p   t  e  m   b  e  r   2   0   1   1 ,

   d  e   f   i  n   i   t   i  e   f

   2   6

   F   i  g  u  u  r   3 .   3

   K  o  s   t  e  n  v  a  n   d   i   j   k  v  e  r  s   t  e  r   k   i  n  g  p  e  r   t  r  a   j  e  c   t   (  e  u  r  o   /   k  m   )  v  o  o  r   h  e   t   h  o  e   k  p  u  n   t   ‘  a   f  s   l  u   i   t   b  a  a  r  -  o  p  e  n ,  v  a  r   i  a  n   t   P  a  n  n  e  r   d  e  n   ’   (   2   b   ) .   B  e   h  a   l  v  e   d  e   k  o  s   t  e  n

  w  o  r   d   t  p  e  r   t  r  a   j  e  c   t   d  e  o  v  e  r   h  o  o  g   t  e   i  n  c   i   j   f  e  r  s  a  a  n  g  e  g  e  v  e  n .

Page 39: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 39/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1

Ook is gekeken naar de ruimtelijke verdeling van de dijkversterkingkosten in het gebied.

Daarin is voor een indeling in deelgebieden (Figuur 3.3) gekozen:x deelgebied 1: het gebied dat afgesloten wordt met keringen of dammen (‘Rijnmond

binnen de ring’);x deelgebied 2: het gebied buiten de ring van voorgestelde keringen (‘Rijnmond buiten de

ring’), met onder andere het Haringvliet, maar ook nog Werkendam en Sliedrecht.x Deelgebied 3: het gebied ten oosten van Rijnmond-Drechtsteden (‘Stroomopwaarts’), tot

Wijk bij Duurstede voor de Lek en tot Tiel voor de Waal (zie ook Figuur 3.3 ).x Alleen voor hoekpunt ‘open’ (4) zijn apart nog de kosten voor de Hollandse IJssel

berekend.

0

2

4

6

8

10

12

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Dijkversterking langs

Hollandse IJssel

Stroomopwaarts

Rijnmond buiten ring

Rijnmond binnen ring

Miljard EUR

Figuur 3.4 Kosten van dijkversterking per deelgebied bij snelle klimaatverandering tot 2100 (W+): Rijnmond-Drechtsteden binnen de

ring (1), buiten de ring (2) en stroomopwaarts (3) en de Hollandse IJssel.

De Hollandsche IJssel: een verhaal apart

De dijken langs de Hollandsche IJssel zijn in 2010 voor het eerst getoetst bij de landelijke toetsing en

daarbij allemaal afgekeurd. Dijkversterkingen in dit gebied zijn lastig vanwege de veelal aanwezig

lintbebouwing en slappe ondergrond. Er ligt in dit gebied dus sowieso al een behoorlijke opgave ook

zonder klimaatverandering. Bij het zoeken naar oplossingen speelt de stormvloedkering – en de faalkans

hiervan – een belangrijke rol. Ook de keuze van het sluitcriterium is kritisch.

Bij hogere maatgevende waterstanden zal de kering op termijn bijna dagelijks moeten sluiten bij

handhaving van het huidige sluitcriterium. Vanwege beperkingen aan het rekeninstrumentarium ( het

moeten hanteren van een irrealistische faalkans bij de MHW-berekeningen en het ontbreken van

gegevens over C-keringen in het kosteninstrumentarium) worden knelpunten op de Hollandsche IJssel in

deze KKBA nog onvoldoende zichtbaar gemaakt. Hier moet in een vervolg verder aandacht aan worden

geschonken.

Page 40: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 40/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

2

Op basis van de geografische verdeling van de kosten van dijkversterking (zie Figuur 3.4)

kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

x Onverwacht zijn de kosten van dijkversterking in het hoogstedelijk gebied in Rotterdamen Dordrecht niet duidelijk het hoogste. In het 0-alternatief kent deelgebied 1, ‘Rijnmondbinnen de ring’ de zelfde ordegrootte kosten als de andere deelgebieden. Verklaringenhiervoor zijn:

De meeste en grootste overhoogtes zitten in dit deelgebied.

In het rivierengebied (deelgebied 3, ‘stroomopwaarts’ en deels deelgebied 2‘Rijnmond buiten de ring’) zijn de overhoogtes het kleinst en er zal eerderdijkversterking nodig zijn. Op enkele plekken is hier ook sprake van complexe (dusdure) inpassingen door historische lintbebouwing.

x Bij de oplossingsrichtingen waarbij de Rijnmondring aan de achterzijde wordt afgesloten

ontstaat opstuwing van rivierwater. Dit vertaalt zich voor de hoekpunten 2a t/m 3b inhogere kosten voor deelgebied 2 en 3.

Voor de varianten waarbij het water van de Lek reeds bij Pannerden wordt omgeleidzijn de kosten voor het bovenrivierengebied het hoogst.

De kosten ten oosten van Tiel zijn in de kostenberekening niet meegenomen. Tochzullen hier vanwege deze omleiding ook extra kosten gemaakt moeten worden. Eengrove schatting hiervan is 1,8 miljard euro (waarvan ongeveer 1 miljard als gevolgvan de extra afvoer en 0,8 miljard vanwege klimaatverandering) bij een maatgevendeRijnafvoer van 18.000 m3 /s.

x Voor het hoekpunt ‘gesloten aan zee- en rivierzijde’ hoeven binnen de ring geen kostenvoor dijkversterking meer gemaakt te worden.

x Het hoekpunt ‘open’ kent de hoogste kosten voor dijkversterking. Nu telt het westelijk deel

van het gebied (deelgebied 1 en 2) wel flink mee omdat bij de forse stijging van demaatgevende waterstanden van meer dan 2 meter (zie Figuur 2.7) de aanwezigeoverhoogte niet meer voldoende is.

x Het hoekpunt ‘gesloten aan zeezijde’ kent in totaal de laagste kosten voor dijkversterking.De ‘besparing’ ten opzichte van het nul-alternatief is gelijkelijk verdeeld over dedeelgebieden. Let op: bij deze oplossingsrichting moeten ook extra kosten voordijkversterking worden gemaakt om het Grevelingenmeer geschikt te maken voorwaterberging. Deze kosten zijn niet als kosten voor dijkversterking opgenomen, maar zijnverdisconteerd in de kosten van deze maatregel (‘project’), zoals weergegeven in Tabel3.2.

Page 41: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 41/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

3

Page 42: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 42/115

Page 43: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 43/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

5

4 Overstromingsrisico’s

4.1 Binnendijkse overstromingsrisico’s

4.1.1 Methode

De overstromingsrisico’s in de Rijn-Maasmonding zijn afhankelijk van deoverstromingskansen en de potentiële gevolgen van overstromingen. Deoverstromingskansen worden bepaald door de kans op hoogwater, golven en de sterkte vande dijken en kunstwerken. Ook de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg heeft een grote

invloed op de overstromingskansen. Deze kering heeft een relatief grote faalkans (1/100 persluitvraag), zodat bij het bepalen van de maatgevende belasting voor de waterkeringenachter de Maeslantkering toch rekening moet gehouden moet worden met het mogelijk niet-sluiten van de kering.

De gevolgen van een overstroming zijn afhankelijk van het overstromingsverloop en van dekwetsbaarheid van het gebied voor overstromingen. Het overstromingsverloop wordtbeïnvloed door de hoeveelheid buitenwater die naar binnen kan stromen, de helling en hetreliëf van het gebied, de aanwezigheid van regionale waterlopen (die het water snel kunnenverspreiden), en de aanwezigheid van obstructies die mogelijk het water kunnentegenhouden en de overstroming beperken. Zie Figuur 4. voor de maximale waterdieptes diein de dijkringen op deze manier kunnen ontstaan. De kwetsbaarheid van een gebied is vooral

afhankelijk van het landgebruik, het aantal inwoners en de evacuatiemogelijkheden.

Figuur 4.1 Huidige beschermingsnorm voor de dijkringen in de regio Rijnmond-Drechts teden

Page 44: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 44/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

6

Omdat het lastig is de werkelijke overstromingskans per dijkring te bepalen is er in deze

studie van uitgegaan dat de overstromingskans gelijk is aan de overschrijdingskans en datdeze benaderd wordt door de huidige beschermingsnorm per dijkring (zie Figuur 4.1 ). Ditbetekent dat is aangenomen dat de dijken zullen falen bij maatgevende condities.

De tweede belangrijke aanname is dat de norm gehandhaafd wordt in alle hoekpunten en allesociaaleconomische en klimaatscenario’s. Door zeespiegelstijging en een toename vanrivierafvoeren zullen echter de buitenwaterstanden stijgen (zie Figuur 4.1 ). Bijgelijkblijvende normen zullen daarom maatregelen genomen moeten worden om de hogerewaterstanden horend bij die normfrequenties te keren. De dijken zullen worden verhoogd enversterkt en pas breken bij hogere waterstanden dan nu het geval is. Door die hogerebuitenwaterstanden zal, bij doorbraak, de bresbreedte groter worden en er zal meer waternaar binnen kunnen stromen. Hierdoor zullen in de dijkring de maximale waterdieptes enstijgsnelheden toenemen en de aankomsttijden korter worden. Naast verhoging van demaximale waterstand tijdens de storm gaat ook de gemiddelde waterstand omhoog. Hierdoorzal ook na de storm bij vloed meer water door het reeds ontstane gat naar binnen stromen enzal er bij eb minder water naar buiten stromen. Kortom, ondanks dat dezelfde norm wordtaangehouden zullen bij stijgende waterstanden de risico’s toenemen omdat de schadestoenemen.

Figuur 4.2: Maximale waterdiepte gebaseerd op alle ‘WV21- overstromingsscenario’s’ bij maatgevende condities rekening houdend met

systeemwerking van dijkring 15 (Lopiker- en Krimpenerwaard) en dijkring 44 (Kromme Rijn) naar dijkring 14 (Zuid-Holland) (zie De Bruijn &

Van der Doef, 2011)

Page 45: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 45/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

7

Stappen in de bepaling van de risico’s 

Om de toekomstige risico’s te schatten is de volgende aanpak gebruikt:

x Eerst is per dijkring of dijkringdeel de stijging van de maatgevende waterstand in deklimaatscenario’s afgeleid uit Slootjes et al. (2011).

x Ten tweede is de toename van de schade door een hogere buitenwaterstand berekend

door de waterstandstijging in de verschillende scenario’s te vermenigvuldigen met deverwachte schadetoename per meter waterstandstijging. Deze laatste informatie isbeschikbaar uit de kennisbasis voor WV21(De Bruijn & Van der Doef, 2011).

x Voor de toename per meter waterstandstijging van het aantal getroffenen en slachtoffers

zijn aannames gedaan met een ‘worst case’ benadering. Voor slachtoffers wordt een perdijkring gedifferentieerde correctie toegepast voor de verwachte fractie mensen die noggeëvacueerd kan worden

x Het nieuwe schaderisico wordt berekend door de overstromingskansen (de huidigenormen, we nemen immers aan dat die gehandhaafd blijven) te vermenigvuldigen met de

nieuwe schades. Hetzelfde is gedaan voor het aantal getroffenen en slachtoffers.

Deze stappen zijn doorlopen voor zowel het 0-alternatief als de hoekpunten. Voor meerinformatie over de methode wordt verwezen naar De Bruijn (2011). Specifiek voor de KKBAzijn daarna nog de volgende nabewerkingen uitgevoerd:

x Getroffenen en slachtoffers zijn economisch gewaardeerd, waarvoor twee kengetallenzijn gebruikt:- Het kengetal VOE (Value of Evacuation) is gesteld op 12.000 euro (conform WV21)

en wordt vermenigvuldigd met het aantal getroffenen.- Het kengetal VOSL (Value of a Statistical Life) is gesteld op 6,7 miljoen euro (conform

WV21) en wordt vermenigvuldigd met het aantal dodelijke slachtoffers.x Tenslotte wordt het totaal van materiële plus immateriële schade opgehoogd met een

  jaarlijks groeipercentage van 0,9 en 2,6% voor respectievelijk het RC en GE scenario.Deze percentages zijn niet regiospecifiek maar landelijk (Bruggeman et al., 2011).

Voor een gedetailleerdere beschrijving van de toepassing in de KKBA wordt verwezen naarbijlage A.

4.1.2 Resultaten

De volgende algemene conclusies kunnen worden getrokken uit de resultaten per dijkring(Figuur 4.3 ) en per schadecategorie (Figuur 4.4) :

x Hogere buitenwaterstanden leiden vooral tot een toename van materiële schade (Figuur4.4).

x De materiële schade is voor alle hoekpunten een factor 2 a 3 hoger dan de immateriële(Figuur 4.4).

x De verschillen tussen het GE en RC scenario en met of zonder economische groei latenzien dat de toename van gevolgen door economische en bevolkingsgroei groot is (zieFiguur 4.4 ).

x De grootste potentiële gevolgen treden in alle oplossingsrichtingen op in dijkringen 15, 16en 22 (Figuur 4.3 ).

Page 46: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 46/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

8

Figuur 4.3 Totaal schaderisico bij snelle klimaatverandering (W+) en hoge economisc he groei (GE) in 2100.

Over de invloed van de alternatieve oplossingsrichtingen en varianten (hoekpunten) kan het

volgende worden geconcludeerd:x Alleen de hoekpunten ‘verbeterd afsluitbaar’ (1) en ‘gesloten zeezijde’ (3c) leiden ten

opzichte van het nul-alternatief tot een lichte daling van het overstromingsrisico.

x De varianten die aan de rivierzijde zijn afgesloten (3a en b) leiden tot hogere

waterstanden door opstuwing van rivierwater op juist de meest kwetsbare plaatsen langsdijkringen 15, 16 en 22 (zie Figuur 4.3 ).

x In een open variant (4) worden de waterstanden langs de zuidrand van dijkring 22 (Eiland

van Dordrecht) sterk verhoogd, hetgeen tot een toename van het overstromingsrisico

leidt.x Het aandeel van dijkringen 14 (Centraal Holland) en 17 (IJsselmonde) in het

overstromingsrisico is alleen in het hoekpunt ‘open’ (4) substantieel.

x Het overstromingsrisico van dijkring 14 wordt in de gesloten varianten vrijwel 0.

Page 47: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 47/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

9

0

200

400

600

800

1 000

1 200

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële schade

Materiële scha de

Miljoen EUR/jaar

0

200

400

600

800

1 000

1 200

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële s chade

Materiële scha de

Miljoen EUR/jaar

0

200

400

600

800

1 000

1 200

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële schade

Materiële schade

Miljoen EUR/jaar

Figuur 4.4 Materiële en immateriële schade voor de hoekpunten onder snelle klimaatverandering/hoge economische groei (W+/GE

boven) en gematigde klimaatverandering en economische groei (G/RC midden) en snelle klimaatverandering zonder economische groei

(W+ onder).

Page 48: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 48/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

10

4.2 Buitendijkse overstromingsrisico’s

4.2.1 Methode

Om de buitendijkse overstromingsrisico’s te bepalen, zijn eerst voor elk hoekpunt en deklimaatscenario’s de overstroomde oppervlaktes en waterdieptes bepaald voor 3herhalingstijden (zie Figuur 4.5 ).

Figuur 4.5 Overstroomd areaal bij 3 herhalingstijden voor de huidige situatie (boven) en het W+ scenario (onder).

Vervolgens zijn met het schade- en slachtoffermodel HIS-SSM (Kok et al., 2005) op basis vanverkregen waterdieptes en bijbehorende stroomsnelheden de schade en de slachtoffersberekend. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat de mogelijkheden voor zogenaamde‘verticale evacuatie’ in buitendijkse gebieden groot zijn. De waterstanden stijgen geleidelijk enkomen doorgaans niet hoger dan 1 meter zodat mensen naar een hogere verdieping kunnenvluchten. Aangenomen is dat 90%2 op deze manier kan ‘evacueren’.

2. Dit is nog steeds een conservatieve aanname, want het betekent dat 10% van de mensen in het water blijft zitten in 

plaats van naar boven te gaan. Door de geringe waterdieptes worden er ook bij deze aanname overigens vrijwel 

geen slachtoffers berekend in het buitendijks gebied.

Overstroomt bij herhalingstijd van 1000 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 100 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 10 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 1000 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 100 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 10 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 1000 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 100 jaar

Overstroomt bij herhalingstijd van 10 jaar

Page 49: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 49/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

11

De schades bij verschillende herhalingstijden zijn tenslotte omgerekend naar een jaarlijkse

verwachtingswaarde. Een uitgebreidere toelichting op de methode is te vinden in Huizinga etal (2011) en een uitgebreidere toelichting op toepassing in de KKBA in bijlage B.

De resultaten zijn geaggregeerd per deelgebied zoals aangegeven in Figuur 4.6 .Hierdoor is net als bij de kosten voor dijkversterking goed het verschil tussen ‘binnen de ring’(deelgebieden 0, 1, 3 en 5) en ‘buiten de ring van keringen’ (2, 4 en 6) aan te geven.

2 1

5

6

3

4

02 1

5

6

3

4

0

Traject 0 – Lek Traject 4 – Haringvliet/ Hollands Diep

Traject 1 – Rotterdam Traject 5 – Dordrecht

Traject 2 – Hartelkanaal/ Calandkanaal Traject 6 – Merwede

Traject 3 – Oude MaasFiguur 4.6 Gebruikte gebiedsindeling voor de weergave van schade- en slachtofferrisico’s in buitendijks gebied

4.2.2 Resultaten

Vooraf moet worden vastgesteld dat de berekende buitendijkse schaderisico’s (uitgedrukt als jaarlijks gemiddelde schade) in vergelijking met de binnendijkse schaderisico’s erg groot zijnen niet overeen stemmen met de resultaten van eerder onderzoek van Veerbeek et al.(2010), noch met de perceptie en ervaring in het gebied. De absolute schadegetallen moetendaarom eerst verder worden gevalideerd alvorens ze verder te gebruiken en de resultaten teverspreiden.

Er is nog weinig ervaring met de toepassing van HIS-SSM voor buitendijkse gebieden. Dehier gepresenteerde resultaten moeten daarom met de nodige voorzichtigheid wordenbetracht. Aan de relatieve verschillen tussen de hoekpunten kan wel enige waarde wordentoegekend, maar aan de absolute grootte van de weergegeven schades nauwelijks.

De belangrijkste bevindingen voor de buitendijkse gebieden zijn:

x De slachtofferrisico’s (immateriële schade) zijn zeer laag in verhouding tot de materiëleschade. Alleen in hoekpunt ‘open’ is er kans op dodelijke slachtoffers. Dit stemt overeenmet het beeld dat het bij buitendijkse ‘overstromingen’ vooral om wateroverlast gaat.

x De schade in Rotterdam (deelgebied 1) domineert in de totale schade bij alleoplossingsrichtingen waarbij de ‘Rijnmondring’ niet is afgesloten.

x Afsluiten van het hoogstedelijk gebied verkleint de risico’s in Rotterdam en Dordrecht tot

nagenoeg 0. De gebieden buiten de ring van keringen krijgen hierdoor te maken metextra hoge waterstanden met extra schade tot gevolg, vooral langs de Merwedes(deelgebied 6).

Page 50: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 50/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

12

x Hoekpunt ‘open’ (4) geeft een 6- 7 keer grotere schade dan de overige hoekpunten. Dit

bewijst hoe effectief de Haringvlietdam en Maeslantkering zijn in het beperken van debuitendijkse overstromingsrisico’s. Met name het weghalen van de Maeslantkeringverhoogt de buitendijkse schade aanzienlijk, hetgeen blijkt uit de forse toename indeelgebied ‘Rotterdam’.

x Het hoekpunt gesloten aan zeezijde (3c) laat over de hele linie de laagste schade zien.

In het algemeen geldt dat ook voor de buitendijkse gebieden is gevonden dat de aannamesover de economische groei (de scenario’s GE en RC) een grote invloed hebben op deberekende risico’s (zie Figuur 4.8). De aanname dat bij economische groei de schadeevenredig toeneemt is hier echter niet geheel logisch, alhoewel wel in overeenstemming methoe daar voor binnendijks gebeid mee is omgegaan. Ten eerste is in buitendijkse gebiedenhet besef van risico’s groter dan in binnendijkse gebieden en wordt er in ieder geval door de

autoriteiten met hoogwater rekening gehouden (bijvoorbeeld met uitgiftepeilen doorRijkswaterstaat). Ten tweede betekent economische groei veelal (her)ontwikkeling van debuitendijkse gebieden, hetgeen adaptief kan.

0

1 000

2 000

3 000

4 000

5 000

6 000

7 000

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Deelgebied 6 (Merwede)

Deelgebied 5 (Dordrecht)

Deelgebied 4 (Haringvliet-Hollands Diep)

Deelgebied 3 (Oude Maas )

Deelgebied 2 (Hartel-/Callandkanaal)

Deelgebied 1 (Rotterdam)

Deelgebied 0 (Lek)

Miljoen EUR/jaar

Figuur 4.7 Totale schaderisico voor de buitendijkse deelgebieden onder snelle klimaatverandering en hoge economische groei in 2100.

Page 51: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 51/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

13

0

1 000

2 000

3 000

4 000

5 000

6 000

7 000

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële scha de

Materiël e schade

Miljoen EUR/jaar

0

100

200

300

400

500

600

700

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële s chade

Materiële s chade

Miljoen EUR/jaar

0

100

200

300

400

500

600

700

800

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Immateriële schade

Materiële schade

Miljoen EUR/jaar

Figuur 4.8 Materiële en immateriële schade voor de hoekpunten onder snelle klimaatverandering/ snelle economische groei (W+/GE

boven) en gematigde klimaatverandering en gematigde economische groei (G/RC midden) en snelle klimaatverandering zonder

economische groei (W+, onder). Let op verschillende verticale schaal!

Page 52: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 52/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

14

Page 53: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 53/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

15

5 Zoetwatervoorziening

5.1 MethodeVanuit het perspectief van het hoofdwatersysteem als leverancier van zoetwater voor deregio’s zijn de baten van zoetwatervoorziening bepaald. Daarbij wordt gekeken naar driehoofdinnamepunten (Figuur 5.1)met achterliggende voorzieningsgebieden:

x Gouda met voorzieningsgebied Rijnland

x Bernisse met voorzieningsgebied: Voorne-Putten, Industrie in het haven gebied enDelfland

x Middelharnis met voorzieningsgebied: Goeree en Overflakkee-Oost

Gouda

Middelharnis

Bernisse

Gouda

Middelharnis

Bernisse

Figuur 5.1 Lokatie van de 3 bekeken innamepunten in deze studie

Om de uiteindelijke inlaatschade te bepalen worden een aantal stappen doorlopen zoals

aangegeven in Figuur 5.2.

Figuur 5.2 Schematische weergave van stappen om te komen tot inlaatschade

Als eerste stap wordt het tekort aan m3 water voor de inlaatpunten bepaald door dewatervraag op dit punt voor beregening te matchen met het aanbod. Als dit aanbod te zout isdan kan niet aan de vraag worden voldaan. Het criterium voor te zout zijn de chloride-werknormen voor de inlaatpunten:

x 250 mg/l voor Goudax 150 mg/l voor Bernissex 600 mg/l voor Middelharnis (de Koert)

Bepaling watervraag

bij de inlaten

Bepaling inlaatmogelijkheden

onder chloridedrempelwaarde

Bepalen inlaattekort

per jaar

Bepalen waarde

van inlaatwater

Bepalen schade door

verminderde inlaat

Page 54: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 54/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

16

Het zoetwateraanbod is berekend met een 1-dimensionaal hydrodynamisch zoutmodel voor

het benedenrivierengebied (zie Van Oostrom et al., 2011), voor de klimaatscenario’s G enW+ (naast het huidige klimaat) en voor 3 verschillende droogtejaren met kans van optredenvan circa 1/2, 1/10 en 1/100 per jaar.

Figuur 5.3 Verloop van de chlorideconcentratie in een 1/10 karakteristiek jaar onder huidig en toekomstig klimaat (G en W+ 2100) terhoogte van inlaatpunt Bernisse. Zwart is de decadegemiddelde chlorideconcentratie; grijs is de maximum chlorideconcentratie in een

decade. De rode lijn is het inlaatcriterium (150 mg Cl/l).

Figuur 5.3, Figuur 5.4 en Figuur 5.5 laten het resultaat zien van de zoutconcentraties opde inlaatpunten bij klimaatverandering en voor de verschillende oplossingsrichtingen. Daarbijis van belang:

x Er is aangenomen dat de zoutindringing bij hoekpunten 0, 1, 2a en 2b hetzelfde is. Destormvloedkeringen worden immers allen bij storm gesloten.

x Voor hoekpunt 3a (‘gesloten zee- en rivierzijde’) zijn twee verschillende variantendoorgerekend: één waarbij er geen doorspoeling van de gesloten ring plaatsvindt metrivierwater en één waarbij er ongeveer 100 m3 /s van de Lek en Beneden-Merwede wordtbenut om de het gebied binnen de ring met zoet water door te spoelen.

x Voor hoekpunt 3b (‘gesloten met open Haringvliet’) is er geen extra doorspoelingaangenomen.

x Hoekpunt ‘gesloten zeezijde’ wordt in de figuren aangeduid als ‘gesloten NWW’.

Page 55: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 55/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

17

Figuur 5.4 Verloop van de chlorideconcentratie in een 1/10 karakteristiek jaar onder huidig en toekomstig klimaat (G en W+ 2100) ter

hoogte van inlaatpunt Gouda. Zwart is de decadegemiddelde chlorideconcentratie; grijs is de maximum chlorideconcentratie in een decade.

De rode lijn is het inlaatcriterium (150 mg Cl/l).

Figuur 5.5 Verloop van de chlorideconcentratie in een 1/10 karakteristiek jaar onder huidig en toekomstig klimaat (G en W+ 2100) ter

hoogte van inlaatpunt Koert. Zwart is de decadegemiddelde chlorideconcentratie; grijs is de maximum chlorideconcentratie in een decade.

De rode lijn is het inlaatcriterium (150 mg Cl/l).

Page 56: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 56/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

18

De figuren laten zien dat:

x In het 0-alternatief (in de figuur aangeduid als ‘huidige situatie’) er bij Gouda en Bernisseoverschrijdingen van de huidige inlaatcriteria gaan optreden in een 1/10 droogtejaar bij

het W+-scenario zowel voor de decadegemiddelde als decademaximumconcentraties. BijBernisse treden ook onder de huidige omstandigheden en in het G-scenario

overschrijdingen op in de maximumconcentraties. Uit de praktijk is echter bekend dat dehoge zoutgehalten bij Bernisse slechts bij vloed optreden en bij eb weer ‘verdwijnen’. Met

de aanwezige buffercapaciteit van het Brielse Meer levert dit voor de waterinname dangeen knelpunt op (zie Klijn et al., 2011).

x Het hoekpunt ‘gesloten zee- en rivierzijde’ (3a) levert onder beide klimaatscenario’s envoor het huidige klimaat verzilting op van innamepunten Gouda en Bernisse. Metdoorspoeling kunnen deze knelpunten echter worden verholpen.

x In combinatie met een open Haringvliet (3b) is er ook een knelpunt voor Middelharnis (De

Koert).x Gouda blijft het gehele zomerhalfjaar zoet bij hoekpunt ‘gesloten zeezijde’. Voor de

Bernisse treedt hier aan het eind van het groeiseizoen een kleine overschrijding van de

norm op, door lekverliezen bij de Haringvlietsluizen.

x Voor Middelharnis levert alleen hoekpunten ‘open’ en ‘gesloten met open Haringvliet’verzilting op. Overigens verzilten bij hoekpunt ‘open’ alle innamepunten een groot deelvan het groeiseizoen.

Voor de watervraag wordt uitgegaan van de verdringingsreeks zoals die landelijk geldt. Eenaanvullende aanname is dat er zonder de benodigde doorspoeling beregening niet mogelijkis. De prioriteitenvolgorde wordt daarmee:

1. Peilhandhaving2. Drinkwater3. Doorspoeling

4. Beregening

De ontwikkeling van de watervraag wordt bepaald door vele ontwikkelingen, zoals van hetlandgebruik, het neerslagtekort, de interne verzilting en de bodemdaling, en is in hetdeltaprogramma Zoetwater berekend met het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (Klijnet al., 2011). De vraag voor beregening is hier voor de beschouwde innamepunten uitgedestilleerd voor de deltascenario’s G/GE en W+/RC.

Om de schade die ontstaat door het niet kunnen leveren van zoetwater te kunnen bepalen

zijn per innamepunt en voorzieningsgebied de volgende stappen doorlopen:x bepaal de gemiste m3 water: vraag min aanbod;

x bepaal de gemiddelde waarde per gemiste m3 per voorzieningsgebied. Hierbij wordenverschillende benaderingen gevolgd voor verschillende gebruiksfuncties:- voor de landbouw wordt de schade die ontstaat als er niet kan worden beregend

bepaald uit de opbrengstderving per gewassoort (zie Tabel 5.1) en de verdeling vande gewassen over de voorzieningsgebieden voor de beide sociaal-economischescenario’s en de huidige situatie;

- voor industrie en glastuinbouw is aangenomen dat de schade niet wordtgeaccepteerd en dat men overschakelt op respectievelijk bijmenging met drinkwaterof ontzilting. De kosten hiervan worden als schade opgevoerd.

x Vermenigvuldig de waarde van een niet geleverde m3 (zie Figuur 5.6) met de werkelijk

niet geleverde aantallen m3

voor de verschillende hoekpunten en klimaatscenario’s.

Page 57: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 57/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

19

Gewassoort Gemiddelde opbrengst (€ per ha) Waardecategorie van beregening (€ per m3

)

granen 1100 <0,50

gras 1400 <0,50

maïs 2000 <0,50

(suiker)bieten 2400 <1,00

overige landbouw 4100 <1,50

aardappelen 4800 <1,50

boomteelt 15000 >1,50

boomgaard 15000 >1,50

bollen 19000 >1,50

glastuinbouw 418000 1,50*

Industrie Europoort 1,05*

Tabel 5.1 Overzicht van de gemiddelde gewasopbrengst per hectare en de daarbij afgeleide waarde van het beregeningswater. *Voor

glastuinbouw en de industrie is de waarde bepaald aan de hand van te nemen maatregelen om toch aan zoet water te komen.

Waarde van 1 m3 beregeningswater

€0,00

€0,50

€1,00

€1,50

€2,00

€2,50

€3,00

€3,50

Rijnland Goeree Overflakkee

Oost

Voorne Voorne Oost Putten Delfland Industrie

Europoort

Huidig

GE

RC

Figuur 5.6 Waarde van een kubieke meter beregeningswater per gebied voor de huidige situatie en de situaties onder de sociaal-

economische scenario’s Global Economy en Regional Communities. De verschillen in de waarde worden alleen veroorzaakt door verschillen

in het grondgebruik en de beregende oppervlakten.

Het is goed te beseffen dat de gevolgde methode gebaseerd is op een groot aantalaannames. De belangrijkste hiervan zijn:

x De schade is enkel bepaald voor het niet kunnen beregenen van gewassen en het nietkunnen leveren van voldoende proceswater. De schade representeert daarom alleen

schade aan de landbouw en de industrie. Voor de landbouw kan er daarnaast ook directeschade ontstaan door verzilting; die is niet meegenomen in de schattingen.

x Er is weliswaar gerekend met reële marktprijzen voor de verschillende gewassen, maar

de relatie tussen droogte en opbrengstderving is uitsluitend gebaseerd op aardappelen.

Page 58: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 58/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

20

x Er is gerekend met karakteristieke droogtejaren, maar volgens Beersma et al. (2005)

komen deze niet overeen met karakteristieke verziltingsjaren. De herhalingstijd van deze jaren voor de externe verzilting is in het huidige klimaat voor een gemiddeld jaar (1:2) 1,2  jaar, voor een droog jaar (1:10) 4,3 jaar en voor een zeer droog jaar (1:100) 32,1 jaar.Door het gebruik van deze karakteristieke jaren is de verziltingsschade mogelijk wat

onderschat.

x Er is aangenomen dat het aantal beregeningsinstallaties niet toeneemt, noch functieswijzigen als een inlaat vaker gesloten is.

Voor meer informatie over de toegepaste methode en aannames wordt verwezen naar VanOostrom et al. (2011). Daar is ook een gevoeligheidsanalyse voor de verschillendeaannames te vinden.

Ten behoeve van de KKBA zijn aanvullend opslagpercentages voor indirecte schade enprijseffecten bepaald, zijn de effecten van economische groei toegevoegd (0,5% per jaar voorRC en 1% per jaar voor GE voor landbouw, -0,9% en 0,7% voor industrie) en zijn de schadesvan de 3 karakteristieke droogtejaren omgerekend naar jaarlijkse verwachtingswaarden (ziebijlage C).

5.2 Resultaten

Alvorens de resultaten te bespreken is een waarschuwing op zijn plaats over debetrouwbaarheid en wat dat naar de mening van de auteurs zou moeten betekenen voor deinterpretatie. De toegepaste methode is eenvoudig en berust op een groot aantal aannames.Zo zijn de eenheidsprijzen per ‘gemiste m3 water’ af en toe hoger dan de prijs van drinkwater;

het is dus maar de vraag of die schade wordt ‘genomen’. Ten tweede nemen schades nulineair toe met het tekort aan beregening, waar ondernemers zich in werkelijkheidwaarschijnlijk zullen aanpassen. Dat betekent dat de resultaten voor een eerste globalevergelijking van hoekpunten ons inziens wel volstaan, maar dat voor een kosten-batenafweging van meer doordachte beleidsalternatieven naar een verbeterde en meergedragen methode moet worden gestreefd. Met andere woorden: een onderlinge vergelijkingvan de oplossingsrichtingen is mogelijk, maar hecht aan de absolute getallen niet al te veelwaarde.

In Figuur 5.7, Figuur 5.8 en Figuur 5.9 zijn de berekende schades per hoekpunt envoorzieningsgebied weergegeven voor de huidige situatie en voor 2100 in twee verschillendescenario’s.

Page 59: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 59/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

21

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

0 1 2a 2b 3a_1 3a_2 3b 3c 4

Bernisse - I ndustrie Europoort

Bernisse - Delfland

Bernisse - Voorne

Gouda - Rijnland

Middelharnis - Overflakkee Oost

Middelharnis - Goeree

Miljoen EUR/jaar

Figuur 5.7 Schade ( miljoen euro/ jaar) per deelgebied voor de verschillende hoekpunten in 2015

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

0 1 2a 2b 3a_1 3a_2 3b 3c 4

Bernis se - I ndustrie Europoort

Bernisse - Delfland

Bernis se - Voorne

Gouda - Rijnland

Middelharnis - Overflakkee Oost

Middelharnis - Goeree

Miljoen EUR/jaar

Figuur 5.8 Schade (miljoen euro/ jaar) per deelgebied voor de verschillende hoekpunten in 2100 bij gematigde klimaatverandering en

snelle economische groei (G/GE)

0

20

40

60

80

100

120

140

0 1 2a 2b 3a_1 3a_2 3b 3c 4

Bernisse - Industrie Europoort

Berniss e - Delfland

Bernisse - Voorne

Gouda - Rij nland

Middelharnis - Overflakkee Oost

Middelharnis - Goeree

Miljoen EUR/jaar

Figuur 5.9 Schade (miljoen euro/ jaar) per deelgebied voor de verschillende hoekpunten in 2100 bij snelle klimaatverandering en

gematigde economische groei (W+/RC).

Page 60: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 60/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

22

De volgende algemene bevindingen zijn relevant:

x Zoals te zien is aan de zoutconcentraties in Figuur 5.3, Figuur 5.4 en Figuur 5.5 zijn inhet W+- scenario (in een 1/10 jaar, maar overigens ook in een 1/1 jaar) dezoetwaterinlaatpunten in een groot deel van het groeiseizoen niet te gebruiken.

x De grootste schades door watertekorten worden vervolgens gevonden in de industrie. Datkomt door de relatief grote volumina en de hoge eenheidsprijs

x In scenario GE is de schade aan de industrie dominant door de sterke economischegroei.

x In alle gevallen is inlaatpunt Gouda (met Rijnland als voorzieningsgebied) de grootstepost in de beregeningsschade voor de landbouw, vooral in droge en zeer droge jaren. Ditheeft te maken met de hoogwaardige teelten in het voorzieningsgebied waardoor degemiddelde waarde van een m3 water voor beregening hier de hoogste is (zie Figuur 5.6).

En specifiek over de oplossingsrichtingen kunnen de volgende conclusies worden getrokken:x Het hoekpunt ‘gesloten’ met weinig doorspoeling (eventueel in combinatie met een openHaringvliet) kent de grootste totale schade, en wel in scenario G/GE in 2100. In ditscenario ondervindt vooral de industrie zeer grote schade.

x Hoewel de hoeveelheid ‘gemist inlaatwater’ kleiner is in het G- scenario dan in het W+scenario, is de totale verwachte schade per jaar hoger in het G/GE-scenario dan in hetW+/RC scenario. Dat komt door de grote bijdrage van de industrie. De landbouwondervindt juist de meeste schade in het W+/RC- scenario bij hoekpunt ‘open’.

x Voor het hoekpunt ‘gesloten’ is het, zoals eerder geconstateerd, belangrijk om goed doorte spoelen met rivierwater, anders laadt het gebeid op met zout en kan de schade hoogoplopen (3a1 en 3b). Met doorspoelen is de schade voor de voorzieningsgebieden vanBernisse en Gouda een stuk lager.

xVoor Goeree treedt er geen schade op zolang het Haringvliet zoet wordt gehouden. Bijeen open Haringvliet verandert dat, al zijn de schadebedragen verhoudingsgewijs gering.

Page 61: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 61/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

23

6 Scheepvaart en havens

6.1 Typen effectenDe bereikbaarheid van het Rotterdamse havengebied kan worden beïnvloed door de

waterbeheersingsmaatregelen die genomen worden in de verschillende oplossingsrichtingen.In het kader van de KKBA zijn door TNO de effecten voor de scheepvaart en havensberekend en vervolgens ook economisch gewaardeerd (Jonkhoff & Groen, 2011):

x Zeevaart:

wacht- of schuttijden bij waterkeringen (gesloten kering of dam met sluizencomplex);

extra brandstofkosten voor schepen die besluiten om de wachttijd in te halen;

x Binnenvaart: wacht- of schuttijden als gevolg van een waterkering (gesloten kering of dam met

sluizencomplex);

extra brandstofkosten voor schepen die besluiten om de wachttijd in te halen;

x Haven:

direct verlies aan economische activiteiten doordat verladers kiezen voor andere(buitenlandse) havens; en

indirecte effecten als gevolg van het directe verlies.

6.2 Autonome ontwikkeling scheepvaart en havensEen belangrijke aanname in de berekeningen is de veronderstelde autonome groei van de

haven in het RC en GE-scenario. Deze groei is in de berekeningen afhankelijk van hetgekozen sociaaleconomische (WLO-) scenario, maar onafhankelijk verondersteld van degekozen oplossingsrichting. Hiervoor zijn de jaarlijkse groeipercentages uit de WLO-scenarios die gelden voor de periode tot het jaar 2040, in principe ook gehanteerd voor de jaren daarna.

Voor het GE- scenario leidt dit echter tot dermate grote aantallen kadebezoeken dat dezedoor deskundigen, mede gelet op de bereikbaarheid van de haven en het benodigderuimtegebruik, niet meer als realistisch worden gezien. Daarom is er in dit geval gekozen omvoor het GE- scenario voor het jaar 2100 de getallen voor het jaar 2050 te gebruiken.

Tabel 6.1 Aantal kadebezoeken per jaar in 2010, 2050 en 2100 in het RC en GE scenario (afgeronde getallen op basis van bezoeken

per dag, zoals berekend door Jonkhoff & Groen ( 2011)).

2050 2100Categorie 2010

RC GE RC GE

Zeevaart 30 000 28 000 110 000 23 000 110 000

(410 000)

Binnenvaart 200 000 150 000 410 000 140 000 410 000

(2 100 000)

Tabel 6.1 geeft een raming van de autonome ontwikkeling van de haven op basis van deWLO- scenario’s, aangevuld met aannames met betrekking tot modaliteitkeuzes enschaalvergroting. De oorspronkelijke getallen uit het GE- scenario voor het jaar 2100 zijn hiertussen haakjes vermeld; deze zijn in de verdere berekeningen dus niet gebruikt.

Page 62: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 62/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

24

Uit Tabel 6.1 blijkt dat de het aantal kadebezoeken in 2050 en 2100 in het RC- scenario licht

daalt ten opzichte van het huidige aantal, mede als gevolg van de schaalvergroting waardooreen gemiddeld schip meer lading zal vervoeren. Het GE- scenario laat daarentegen eenforse groei zien ten opzichte van de huidige situatie: meer dan een verdubbeling van hetaantal binnenvaartschepen en meer dan een verdrievoudiging van het aantal zeeschepen inhet jaar 2050 (en 2100).

6.3 Effecten van de hoekpunten op de bereikbaarheid

Afsluitbare keringen 

De bereikbaarheid van de haven voor zowel de zeevaart als binnenvaart in de ‘afsluitbaar-open’ varianten met flexibele keringen wordt beïnvloed door de sluitfrequentie van de

Maeslantkering en die van de andere keringen. Deze zullen bij een hogere zeespiegel in detoekomst steeds vaker sluiten, waardoor schepen vaker voor de kering zullen moetenwachten. Bij een afsluitbare kering hoeft alleen gewacht te worden in geval van een sluitingbij een hoogwater. Uitgegaan is van een wachttijd van 24 uur in geval van sluiting.

In de berekeningen is er vanuit gegaan dat van alle zeeschepen die (over het algemeenonverwachts) voor een afsluitbare kering moeten wachten, uiteindelijk bijna 90 % de verlorentijd zal inhalen door harder te varen om contractuele afspraken na te komen. Voor debinnenvaart is dit percentage circa 40%. Door het ‘’inhalen’ zal de reistijd niet toenemen,maar het leidt wel tot een hoger brandstofverbruik. In de tabellen zijn de schepen die de tijdinhalen gerekend tot ‘inhalende schepen’ en niet tot ‘wachtende schepen’.

Vaste keringen 

Bij een vaste kering is er extra reistijd bij elke passage omdat de schepen geschut moetenworden. Dit is onafhankelijk van het klimaatscenario. Uitgegaan is van een schuttijd van ruimeen uur voor zeeschepen en bijna anderhalf uur voor binnenvaartschepen. Bij een vastekering wordt er vanuit gegaan dat de wachttijd al ingecalculeerd is en dat deze daarom doorde schepen niet ingehaald zal worden door harder te gaan varen.

In de gesloten varianten met vaste keringen blijkt de schutcapaciteit van de sluizen eencruciale factor te zijn. In de berekeningen is ervan uitgegaan dat er in de keringen ruimte isvoor maximaal 4 scheepskolken. Door een gebrek aan schutcapaciteit kunnen in de‘gesloten’ varianten steeds langer wordende wachtrijen ontstaan. Het aantal schepen dat zichvolgens de berekeningen ‘permanent in een wachtrij’ zou bevinden, zou men kunnen

beschouwen als ‘niet-gerealiseerd transport’. Dit is kortweg aangeduid als ‘uitval’.

In de berekeningen is er onderscheid gemaakt tussen kadebezoeken, scheepvaartbezoekenen passages van een vaste of flexibele waterkering. De relatie tussen deze is niet altijdeenduidig; zeevaart die de Maasvlakte of Europoort aandoet, passeert immers geen kering ofsluis. De kadebezoeken van zeeschepen aan de Maasvlakte en Europoort zijn dan ook nietmeegenomen bij het schatten van de scheepvaartbezoeken. De scheepvaartbezoeken maaltwee geeft een schatting van het aantal scheepsbewegingen, omdat een schip meestaltweemaal door een sluis of kering moet.

Tabel 6.2 geeft voor het G/RC- scenario de effecten op de haven. In de gesloten variantenondervindt vooral de binnenvaart in dit scenario hinder door de noodzakelijke passages van

de vaste keringen. Ook is er in de gesloten varianten een klein tekort aan schutcapaciteit voorde binnenvaart (1300 schepen x 2 passages bij een totaal van 410 000 kadebezoeken in2050). Dat betekent een niet- gerealiseerd transport (‘uitval’).

Page 63: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 63/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

25

Tabel 6.2 Effecten van de hoekpunten op de haven in verschillende jaren in het G/RC- scenario (op basis van Jonkhoff & Groen (2011))

1 2a + b 3a + 3b 3cCategorie Eenheid JaarAfsluit-

baar

open,

zeezijde

Afsluit-baar

open, zee-

en rivier-

zijde

Gesloten

zee- en

rivierzijde

Gesloten

zeezijde,

open

rivierzijde

2010

2050 1 1 21 000 21 000

Wachtende schepen

2100 2 2 18 000 18 000

2010

2050 5 5 - -

Zeevaart

Inhalende schepen

2100 15 15 - -

20102050 20 60 300 000 83 000

Wachtende schepen

2100 85 230 290 000 80 000

2010

2050 10 25 - 5

Binnenvaart

Inhalende schepen

Passages

2100 15 40 - 25

2010

2050 - - - -

Uitval zeevaart

2100 - - - -

2010

2050 - - 1300 1300

Haven

Uitval binnenvaart

Schepen

2100 - - - -

In het W+/GE/- scenario, waarin het aantal kadebezoeken in 2050 al meer dan verdubbelt,zijn de effecten op de bereikbaarheid veel groter. In dit scenario is er in de gesloten varianteneen groot tekort aan schutcapaciteit, voor zowel de zeevaart als de binnenvaart. Dit leidt weertot ‘uitval’, ofwel ‘niet-gerealiseerde kansen voor transport’ via de Rotterdamse haven.

Page 64: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 64/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

26

Tabel 6.3 geeft de effecten voor dit scenario.

Page 65: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 65/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

27

Tabel 6.3 Effecten van de hoekpunten op de haven in verschillende jaren in het W+/GE- scenario (op basis van Jonkhoff & Groen

(2011)).

1 2a + b 3a + 3b 3cCategorie Eenheid Jaar

Afsluit-

baar

open,

zeezijde

Afsluit-baar

open, zee-

en rivier-

zijde

Gesloten

zee- en

rivierzijde

Gesloten

zeezijde,

open

rivierzijde

2010

2050 5 5 45 000 45 000

Wachtende schepen

2100 5 5 45 000 45 000

2010

2050 45 45 - -

Zeevaart

Inhalende schepen

2100 45 45 - -

2010

2050 140 380 410 000 82 000

Wachtende schepen

2100 140 380 410 000 82 000

2010

2050 90 260 - 40

Binnenvaart

Inhalende schepen

Passages

2100 90 260 - 40

2010

2050 - - 19 000 19 000

Uitval zeevaart

2100 - - 19 000 19 000

2010

2050 - - 240 000 72 000

Haven

Uitval binnenvaart

Schepen

2100 - - 240 000 72 000

6.4 EenheidskostenDe effecten op de scheepvaart en havens, zoals die geraamd zijn in paragraaf 6.3, zijngewaardeerd tegen eenheidskosten (Tabel 6.4, naar Jonkhoff & Groen, 2011).

De inhaalkosten voor de zeevaart blijken in geval van een flexibele kering ruim tien keerhoger dan de wachtkosten en die voor de binnenvaart vijf keer hoger. Dit geeft aan dat deaangenomen percentages van schepen die inhalen doorslaggevend zijn voor het berekendeeindresultaat.

Het verlies aan havenactiviteiten is gewaardeerd tegen het volledige verlies aan toegevoegde

waarde. Impliciet wordt daarmee verondersteld dat (1) deze activiteiten worden overgenomendoor buitenlandse havens en (2) dat de investeringen in de havenuitbreiding al gedaan zijnonafhankelijk van het scenario en het hoekpunt (deze zijn daarmee sunk costs ). Ook dit zijntwee belangrijke aannames om verder te onderzoeken. Ten eerste zullen ook concurrerendehavens waarschijnlijk te maken krijgen met een vergelijkbare problematiek als deRotterdamse havens wanneer de zeespiegel stijgt. Ten tweede is het de vraag of voor hetvervolgonderzoek de toekomstscenario’s (en daarmee de investeringen) voor de haven nietafhankelijk moeten worden gemaakt van de mogelijk te kiezen oplossingsrichting voorhoogwaterbeheersing.

Page 66: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 66/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

28

Tabel 6.4 Waardering van de effecten (in euro per passage of schip; op basis van kosten per uur van Jonkhoff & Groen, 2011)

2050 2100Categorie 2010RC GE RC GE

wachtkosten flexibele kering *) 2 100 2 600 2 900 3 300 4 200

wachtkosten sluis *) 100 120 135 155 195

Zeevaart

inhaalkosten 27 000 33 000 37 000 42 000 53 000

wachtkosten flexibele kering *) 2 200 2 600 2 900 3 400 4 200

wachtkosten sluis *) 120 145 160 185 235

Binnenvaart

inhaalkosten 10 000 12 000 13 000 15 000 19 000

Toegevoegde waarde zeevaart 22 000 29 000 42 000 61 000 70 000

Toegevoegde waarde binnenvaart 2 100 4 400 6 200 12 000 16 000

Haven

Indirecte effecten 30% van de toegevoegde waarde

6.5 Totaal van de gemonetariseerde effecten voor de scheepvaart en havensIn Tabel 6.5 en Tabel 6.6 zijn de totale effecten voor respectievelijk het G/RC en W+/GEscenario geraamd.

In het G/RC-scenario zijn de economische effecten relatief bescheiden, maximaal 60 miljoeneuro per jaar in 2100 in de gesloten varianten. Het belangrijkste effect is hier de extraschuttijd voor de binnenvaart.

Voor het W+/GE- scenario zijn de economische effecten van een andere orde, zoals Tabel6.6 laat zien.

In het W+/GE- scenario zijn de effecten in de gesloten variant aanzienlijk, als gevolg van deniet-gerealiseerde transpoten (‘uitval’). De totale effecten bedragen in 2050 maximaal 3miljard euro per jaar en, onder de aanname dat het aantal schepen tussen 2050 niet meertoeneemt maar de toegevoegde waarde en reiskosten wel, in 2100 7 miljard euro per jaar.

6.6 ConclusiesDe economische effecten van de hoekpunten voor de scheepvaart en haven zijn zeeronzeker maar in potentie zeer omvangrijk. In een sociaal-economisch scenario waarin deautonome groei van de haven beperkt is, zijn ook de effecten van alle oplossingsrichtingenrelatief bescheiden.

De ‘gesloten’ varianten vormen daarentegen een belangrijke potentiële belemmering vooreen scenario waarin de haven sterk groeit, doordat de verbinding van de haven met het

achterland wordt afgesloten.

6.7 Aanbevelingen voor vervolganalyses voor de scheepvaart

Ten eerste dienen een aantal aannames en kengetallen in het vervolgonderzoek nader teworden onderbouwd. Daarna zou naar aanleiding van het onderzoek van Jonkhoff & Groen(2011) kunnen worden aanbevolen vervolgonderzoek te richten op:

x de ontwikkeling van op de Rotterdamse haven toegespitste toekomstscenario’s, waarbijrekening wordt gehouden met een mogelijke verminderde bereikbaarheid van deRotterdamse havens, maar ook van die van concurrerende havens, met het ruimtebeslag,en met mogelijke alternatieve modaliteiten;

x de verkenning van mogelijkheden er om de maatregelen in de verschillende hoekpunten

anders vorm te geven, zodat de gesloten varianten geen of minder een knelpunt vormen.

Page 67: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 67/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

29

Tabel 6.5 Economische effecten van de varianten op de haven in verschillende jaren in het G/RC- scenario (in miljoen euro per jaar, op

basis van Jonkhoff & Groen (2011))

1 2a + b 3a + 3b 3cCategorie Jaar

Afsluitbaar open,

zeezijde

Afsluitbaar open,

zee- en rivier-

zijde

Gesloten

zee- en

rivierzijde

Gesloten zeezijde,

open rivierzijde

2010

2050 0,2 0,2 2,6 2,6

Zeevaart

2100 0,7 0,7 2,7 2,7

2010

2050 0,2 0,6 48 12

Binnenvaart

2100 1,1 3,0 57 15

20102050 - - 5,6 5,6

Haven

2100 - - - -

2010

2050 0,4 0,8 56 20

Totaal

2100 1,8 3,7 60 18

Tabel 6.6 Economische effecten van de varianten op de haven in verschillende jaren in het W+/GE- scenario (in miljoen euro per jaar,

op basis van Jonkhoff & Groen (2011))

1 2a + b 3a + 3b 3cCategorie Jaar

Afsluitbaar open,

zeezijde

Afsluitbaar open,

zee- en rivier-zijde

Gesloten

zee- enrivierzijde

Gesloten zeezijde,

open rivierzijde

2010

2050 2 2 6 6

Zeevaart

2100 12 12 7 7

2010

2050 2 4 66 14

Binnenvaart

2100 12 32 96 48

2010

2050 - - 3 000 1 600

Haven

2100 - - 6 900 3 300

2010

2050 4 6 3 000 1 700

Totaal

2100 24 44 7 000 3 300

Page 68: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 68/115

Page 69: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 69/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

31

7 Natuur

7.1 InleidingIn de regio Rijnmond-Drechtsteden kan onderscheid gemaakt worden tussen buitendijksenatuur en binnendijkse natuur. In het eerste geval gaat het om de natuur in en rond hethoofdwatersysteem (slikken, gorzen, uiterwaarden, de Biesbosch etc.). In het tweede gevalgaat het om de natte natuurgebieden in de regio die vanuit het hoofdwatersysteem vanzoetwater worden voorzien. In het kader van de KKBA is alleen gekeken naar buitendijksenatuur om twee redenen:

x De gedefinieerde hoekpunten hebben vooral effect op het hoofdwatersysteem via

veranderingen in chlorideconcentratie, waterstanden en getijdendynamiekx De effecten van een verminderde zoetwaterbeschikbaarheid voor het regionale

watersysteem worden onderzocht in het Deltaprogramma zoetwater.

7.2 AanpakBij de beoordeling van effecten op de natuur spelen een aantal vragen een belangrijke rol:wat is de referentiesituatie? Welke doelen moeten worden gehaald en hoe kan wordengemeten of ze ook worden bereikt (indicatoren en maatlatten)?

Europese natuurwetgeving biedt hiervoor aanknopingspunten. Op nationaal niveau zijn in hetkader van Natura 2000 en de Kaderrichtlijn water natuurdoelen afgesproken: welke soortenen habitats zijn van belang op Nederlandse en Europese schaal en welke maatlatten kunnen

worden gebruikt om doelbereik vast te stellen?

De invulling hiervan houdt nog onvoldoende rekening met klimaatverandering. Doelen zijnvaak vastgesteld aan de hand van een referentiesituatie uit het verleden, terwijl dezereferentie als gevolg van klimaatverandering zal verschuiven. In deze verkenning vannatuureffecten wordt daarom het bereiken van doelen van de KRW en Natura 2000 niet alsmaatstaf genomen maar wordt gebruik gemaakt van abstractere criteria zoals denatuurlijkheid, diversiteit en connectiviteit van en tussen natuurgebieden.

Om tot een beoordeling van de verschillende hoekpunten te komen zijn twee stappendoorlopen:1. Als eerste zijn basiskaarten van zogenaamde ‘ecoseries’ gemaakt voor het gebied (zie

ook Figuur 7.1). Een ecoserie is een ecologisch relevante ruimtelijke eenheid diehomogeen is voor wat betreft de belangrijkste abiotische randvoorwaarden die bepalendzijn voor het voorkomen van soorten (planten, insecten, vissen, vogels, etc). Dezeabiotische randvoorwaarden zijn berekend met een dynamisch zout- enwaterbewegingsmodel voor de Rijn-Maasmonding. Met behulp van een GIS-analyse zijnhieruit de arealen aan ecoseries bepaald.

2. Vervolgens zijn in een expertsessie op basis van de kaarten de criteria natuurlijkheid,diversiteit en connectiviteit kwalitatief gescoord (van - - tot ++). Deze scores zijn relatieften opzichte van de huidige situatie.

Page 70: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 70/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

32

De beoordelingscriteria zijn op de volgende manier verder gedefinieerd en toegepast:

x Bij natuurlijkheid gaat het erom in hoeverre natuurlijke processen manifest kunnen zijnin het gebied. In de Rijn-Maasmonding gaat het om estuariene dynamiek. Dezeestuariene dynamiek kan bestaan uit: hydrodynamiek ((getij)stroming); morfodynamiek(sedimentatie en erosie); en zoutdynamiek. Deze processen bepalen de abiotischerandvoorwaarden en aldus welke natuur (ecoseries) in het gebied kan ontstaan.

De veranderingen in de morfodynamiek als gevolg van de ingrepen in hetwatersysteem worden in deze eerste verkenning niet meegenomen, omdat datgeavanceerder modellering vergt.

- De belangrijkste vraag bij de beoordeling op natuurlijkheid is daarmee: duiden de ruimtelijke patronen van de ecoseries (voor de verschillende klimaatscenario’s en hoekpunten) op een toename of afname van de estuariene dynamiek? 

xEen grotere dynamiek leidt tot meer gradiënten en hiermee een grotere diversiteit aanmilieutypen en soorten in het gebied. In deze studie wordt de milieudiversiteit beoordeeldop basis van de (diversiteit aan) ecoseries. Behalve een kwantitatieve analyse van deresulterende arealen van verschillende ecoseries bij de verschillendeoplossingsrichtingen wordt ook gekeken naar hun ruimtelijke verdeling.Sommige ecoseries zijn waardevoller vanwege hun grote zeldzaamheid. Wereldwijd en inNederland zijn intergetijdegebieden schaars en met het behouden of creëren van dezegebieden wordt bijgedragen aan de diversiteit: lokaal, maar ook op grotere schaal.- De belangrijkste vraag bij de beoordeling op diversiteit is daarmee: neemt het areaal 

en aantal waardevolle ecoseries toe of af? 

x Sommige hoekpunten hebben door de toepassing van dammen en keringen grote invloedop de migratiemogelijkheden voor verschillende typen migrerende vis. Een grote matevan connectiviteit (mate van verbinding tussen natuurgebieden) is van belang voor hetvoortbestaan van levensvatbare populaties van soorten.Het benedenrivierengebied is voor trekvissen van belang om van zoete naar zoutewateren te trekken en omgekeerd. Mogelijkheden voor vis om te migreren zijn niet alleenvan belang voor de visstand in Nederland maar voor het gehele stroomgebied.De connectiviteit wordt bevorderd door het opheffen van barrières (keringen e.d.).- De belangrijkste vraag bij de beoordeling op connectiviteit is daarmee: neemt de 

verbondenheid tussen gebieden van hetzelfde type ecoserie toe of af en zijn er meer of minder belemmeringen voor vismigratie? 

De aanpakt leunt dus sterk op een kwantitatieve analyse van abiotische randvoorwaarden. Ofde gewenste natuur binnen deze randvoorwaarden ook werkelijk zal ontstaan blijft een vraag,

maar onttrekt zich ook aan de invloed van de mens; het is natuur per definitie: dat wat vanzelfkomt. Voor meer informatie over de aanpak wordt verwezen naar Maarse (2011).

7.3 Huidige situatieDe huidige situatie (Figuur 7.1) wordt gekenmerkt door een gesloten Haringvliet en een openNieuwe Waterweg. Daardoor is er invloed van getijden tot aan Gorinchem en Culemborg.Van het totale studiegebied is 40% zoetwatergetijdegebied. Het zoute water komt gemiddeldtot en met Vlaardingen en Spijkenisse. Daardoor is ca 8% te karakteriseren alszoutwatergetijdegebied.

Page 71: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 71/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

33

Figuur 7.1 Natuurontwikkelingsmogelijkheden (ecoseries) in het benedenrivierengebied in de huidige situatie

7.4 ResultatenVoor alle oplossingsrichtingen (hoekpunten) zijn ecoseries bepaald voor de klimaatscenario’sG en W+. Voor elke combinatie is een kaart vervaardigd, zoals in Figuur 7.1 (Maarse, 2011).

Op basis daarvan is de procentuele verdeling van ecoseries over het gehele gebied en indeelgebieden vastgesteld. Figuur 7.2 toont de procentuele verdeling van ecoseries voor hetgehele gebied voor de huidige situatie en voor de verschillende hoekpunten. Hieruit kanworden afgeleid welke natuurtypen toe- en afnemen onder invloed van enerzijdsklimaatverandering en anderzijds de maatregelen in de verschillende oplossingsrichtingen.Uit de figuur blijkt duidelijk dat de verschillen tussen de hoekpunten veel groter zijn dan dietussen de klimaatscenario’s.

Daarom zijn bij de beoordeling op de genoemde drie hoofdcriteria door de experts alleen dekaartbeelden met de geografische verdeling van de ecoseries voor het G- scenario bekeken.De beoordeling heeft geleid tot de scores zoals weergegeven in Tabel 7.1.

Page 72: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 72/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

34

0%

20%

40%

60%

80%

100%

  H  u  i  d  i  g 

  1 .  C o  n  t  i  n

  u  r e  r  i  n  g 

h  u  i  d  i

  g  +G

  1 .C o  n  t  i

  n  u e  r  i  n  g 

h  u  i  d  i

  g  +W +

  2 .A  f s  l .

o  p e  n

z e e e  n

r  i  v  i e  r

G

  2 .A  f s  l .

o  p e  n

z e e e  n

r  i  v  i e  r

W +

  3  a . G

 e s  l o  t

 e  nz e e  /  r  i  v  i

 e  rG

  3  a .  G

 e s  l o  t

 e  nz e e  /  r  i  v  i e

  r W +

  3  b . G

 e s  l o  t

 e  n  / o  p e

  n H  V  G

  3  b . G

 e s  l o  t

 e  n  / o  p

 e  nH  V

W +

  3  c . G

 e s  l o  t

 e  nz e e G

  3  c . G

 e s  l o  t

 e  nz e e W +

 4 .O  p e  n

G

 4 .O  p e  n

W +

Niet overstroomd Hardhoutzone

Zachthoutzone Droogvallende zone

Helofytenzone Zoet matig diep tot diep water

Brak tot zoute droogvallende zone Brak tot zout ondiep water

Brak tot zout matig diep en diep water (stagnant) Zoet intergetijdegebied

Zoet ondiep getijdenwater Zoet matig diep getijdenwater

Zoet diep getijdenwater Zoet zeer diep getijdenwater

Brak tot zout ondiep laagdynamisch getijdenwater Brak tot zout diep laagdynamisch getijdenwater

Brak tot zout hoogdynamisch intergetijdengebied Brak tot zout hoogdynamisch getijdenwater

Figuur 7.2: Procentuele verdeling van arealen over de verschillende ecoserietypen (natuurontwikkelingsmogelijkheden) in 2100 per

oplossingsrichting voor steeds 2 klimaatscenario’s, in vergelijking met de huidige situatie (uiterst links)

Page 73: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 73/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

35

Tabel 7.1: Scorekaart met kwalitatieve scores voor de beoordelingscriteria, voor alle oplossingsrichtingen ten opzichte van de huidige

situatie (2011). De beoordeling is uitgevoerd op basis van kaarten met ecoseries voor het G scenario.

Continuering

huidig (0)

Afsluitbaar

open zee-rivierzijde

(1)

Gesloten

zee- enrivierzijde

(3a)

Gesloten

 /open HV(3b)

Gesloten

zee zijde(3c)

Open

(4)

Natuurlijkheid 0 0 -- -/+ -- ++

Diversiteit + + -- -/+ -- +/-

Connectiviteit 0 0 -- + - ++

7.5 ConclusiesDe belangrijkste conclusies over de alternatieve oplossingsrichtingen en hun varianten zijn:

x Oplossingsrichting 0 en 1: afsluitbaar open aan zeezijde of verbeterd afsluitbaar aanzeezijde- Scoren neutraal op natuurlijkheid vanwege overeenkomsten met huidige situatie- De zeespiegelstijging leidt tot een toename van het aandeel getijdewateren en een

afname van niet-overstroomd gebied (‘verdrinking’).- Scoren licht positief vanwege de toename aan zoet intergetijdegebied.

x Oplossingsrichting 2a,b: afsluitbaar open aan zee- en rivierzijde- Scoort gelijk aan oplossingsrichting 1 vanwege de geringe invloed van de

maatregelen op de gemiddelde abiotische randvoorwaarden in het gebied. Daarmeeis deze oplossingsrichting wat betreft effecten op natuur niet onderscheidend.

x Oplossingsrichting 3a: gesloten aan zee- en rivierzijde- Scoort sterk negatief vanwege de afsluitingen en de daarmee gepaard gaande

oplading met zout (in combinatie met verlies aan getijde).- Scoort sterk negatief vanwege verlies aan getijdendynamiek en oppervlakte aangetijdenwateren.

- Scoort sterk negatief vanwege beperkte migratiemogelijkheden voor vis.x Oplossingsrichting 3b: gesloten Nieuwe Waterweg, open Haringvliet

- Scoort negatief vanwege de afsluiting van de Nieuwe Waterweg en het daarmeegepaard gaande verlies aan getijdendynamiek en het ontstaan van brakke zones

- Scoort positief vanwege de opening van het Haringvliet de vergroting van degetijdendynamiek op het Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch.

- Scoort positief vanwege de vergroting van migratiemogelijkheden voor vis

x Oplossingsrichting 3c: gesloten zeezijde- Scoort sterk negatief vanwege verlies van getijdendynamiek en daarmee gepaard

gaande verlies aan diversiteit.- Scoort negatief vanwege beperkte migratiemogelijkheden voor vis.

x Oplossingsrichting 4: open- Scoort positief vanwege volledig herstel getijdendynamiek.- Scoort negatief vanwege verlies van bestaande natuurtypen.- Scoort positief vanwege herstel van migratiemogelijkheden voor trekvissen.

7.6 AanbevelingenVoor de mogelijke kansrijke strategieën kunnen op basis van deze resultaten de volgendeaanbevelingen worden gedaan:

x stagnant water dient te worden voorkomen door te zorgen voor voldoende doorspoeling:liever zoet stagnant water dan brak water zonder getijde. Zoals reeds opgemerkt inhoofdstuk 5 is er voldoende water beschikbaar vanuit de rivieren voor doorspoeling.

Page 74: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 74/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

36

x Zorg voor zoveel mogelijk getijdendynamiek, deze is sterk bepalend voor de kwaliteit van

de natuur in het benedenrivierengebied. Als het enige zeegat, de Nieuwe Waterweg, datin open verbinding staat met zee wordt afgesloten zou het verlies aan getijdennatuurelders gecompenseerd moeten worden. Het meest logisch zou zijn om deze compensatiete zoeken via het verder openen van het Haringvliet. In plaats van een open Haringvlietkan een afsluitbaar Haringvliet (‘stormvloedkeringsvariant’) bijvoorbeeld een vergelijkbareestuariene dynamiek waarborgen, zonder dat zeer hoge dijken nodig zijn: een variant op3c dus

x Overweeg bij ‘afgesloten’ varianten de mogelijkheden voor zoet-zoutovergangen door deafsluiting te beperken tot hoogwatersituaties: afsluitbaar, in plaats van permanent dicht.

x Zoek naar mogelijkheden om natuur en hoogwaterbescherming te combineren. Hierbijkan men denken aan golfremmende vooroevers.

Page 75: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 75/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

37

8 Ruimtelijke kwaliteit

8.1 InleidingIngrepen in het watersysteem zoals beschreven in de hoekpunten kunnen allerlei ruimtelijkeconsequenties hebben in het gebied: dijken moeten worden versterkt, buitendijkse gebiedenof gebouwen moeten worden aangepast aan veranderende waterstanden. Dit heeft gevolgenvoor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied.

Ruimtelijke kwaliteit is een begrip waarvoor geen scherpe definitie bestaat. Breedgeaccepteerd is echter de omschrijving van ruimtelijke kwaliteit als een combinatie van

gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde , die is gebaseerd op de vrije (endaardoor eigenlijk niet geheel juiste) vertaling van Vitruvius’ utilitas , venustas  en firmitas.Deze drie basisbegrippen kunnen op allerlei schaalniveaus van toepassing worden verklaard.Als je een huis koopt houd je er rekening mee, maar ook als je een ontwikkelingsplan vooreen regio maakt (www.ruimtexmilieu.nl).

Een kant-en-klare methode om een beoordeling te geven van ruimtelijke kwaliteit voor eenvergelijkbaar gebied en programma als het deltaprogramma Rijnmond- Drechtsteden wasniet beschikbaar. In een studie van Nillesen et al. (2011) is een eerste poging gedaan degevolgen van ingrepen ten behoeve van de waterveiligheid op de ruimtelijke kwaliteit in hetRijnmond-Drechtsteden gebied te beoordelen.

De belangrijkste uitdagingen hierbij waren:x hoe krijg je een representatief beeld op het juiste schaalniveau?

x hoe de ruimtelijke kwaliteit te beoordelen zonder dat er een concreet ontwerp

beschikbaar is (zoals bijvoorbeeld in andere studies voor Ruimte voor de Rivier wel hetgeval was)?

x in hoeverre zijn eerder toegepaste beoordelingscriteria uit het programma Ruimte voor de

Rivier toepasbaar op het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden?

De toegepaste methode is daarom nog vooral experimenteel van karakter. Conclusies overde toepasbaarheid van de methode zijn van minstens even groot belang als de uitkomstenvan de beoordeling. Beide zullen in dit hoofdstuk aan bod komen.

8.2 MethodeOm een representatief beeld te krijgen van de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit is er voorgekozen om op lokaal niveau naar de ruimtelijke implicaties te kijken. Hiervoor zijn een aantaldoorsnedes in het gebied gekozen (Figuur 8.1), die representatief worden verondersteld voorgrotere gebieden en die de diversiteit van het gebied goed representeren(buitendijks/binnendijks, rivierdijk/zeedijk, stad/agrarisch gebied/natuur). Het totaal van debeoordelingen per doorsnede vormt dan de representatieve beoordeling voor het gehelegebied.

Page 76: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 76/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

38

Figuur 8.1 Representatieve doorsnedes voor de regio Rijnmond- Drechtsteden ten behoeve van de beoordeling van de ruimtelijke

kwaliteit.

Alle doorsnedes zijn op dezelfde neutrale manier geschetst waarbij verschillendewaterstanden als gevolg van klimaatverandering en de ingrepen in het hoofdwatersysteem(de hoekpunten) in de schetsen zijn aangegeven. De waterstanden zijn in de doorsnedenweergeven voor de gemiddelde en maatgevende situatie en voor de situatie eens in de 1:100en 1:1000.

De oplossingsrichtingen (hoekpunten) omvatten alleen de maatregelen in het hoofdwater-systeem. Deze maatregelen hebben gevolgen voor de waterstanden in het gebied. Watvervolgens de lokale respons op deze veranderende waterstanden zal zijn is grotendeelsonbekend.

Een belangrijk uitgangspunt in deze (zie ook hoofdstuk 2) is dat de huidige veiligheidsnormengehandhaafd blijven en dat zodra waterstanden te hoog worden, dijken worden versterkt. Opwelke wijze dit zal gebeuren is onbekend evenals hoe in de buitendijkse gebieden metveranderende waterstanden zal worden omgegaan. Omdat er toch een soort van ontwerpnodig is om iets over ruimtelijke kwaliteit op lokale schaal te zeggen zijn maatregelen die wekennen uit de praktijk (‘business as usual’ ) vooraf gedefinieerd en op een neutrale maniergeschetst (Figuur 8.2)

Page 77: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 77/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

39

Figuur 8.2 Mogelijke lokale respons op veranderende waterstanden.

Page 78: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 78/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

40

Er is gewerkt met een expertpanel bestaande uit ongeveer 6 experts vanuit de disciplines,

stedenbouw, landschapsarchitectuur en ecologie. De werkwijze per locatie was daarbij alsvolgt:

1. Het beschrijven van de situatie2. Kiezen van ingrepen uit de vooraf opgestelde mogelijke maatregelen.3. Het benoemen van de veranderingen ten gevolge van de ingreep4. Het waarderen (op basis van ruimtelijke kwaliteitscriteria) van de veranderingen ten

gevolge van de ingreep5. Waarderingen van de veranderingen samenvatten in een groepsoordeel

Uitwerking Doorsnede 2: Stadshavens Rotterdam Mercuriusweg

Figuur 8.3 Doorsnede 2 ‘Transformatiegebied Stadshavens’ voor verschillende klimaatscenario’s en hoekpunten. De

bijpassende lokale maatregelen zijn in rood weergegeven.

De Stadshavens zijn buitendijkse haventerreinen dicht bij de stad die hun functie als haventerrein deels

hebben verloren. Hier worden de komende jaren transformaties verwacht naar een gemengd stedelijk

gebied. De doorsnede geeft een beeld uit de Vierhavens, waar zich een bedrijventerrein bevindt en de dijk

het buitendijks gebied afsnijdt van het omringende stedelijke gebied. Het water staat hier in de huidige

situatie vrij dicht op de kade.

Hier zijn bij herstructurering allerlei beschermingsmaatregelen mogelijk, behalve dammen of sluizen. Het

gebied kan immers zo worden ontworpen dat maatregelen worden geïntegreerd in het gebiedsontwerp. Voor

de huidige situatie (2C) wordt het plaatsen van een lage kaderand als meest logische ingreep gezien. Ook

als het water tot ongeveer 50 cm boven de kade komt (2C) wordt het plaatsen van een kaderand als meest

logische ingreep gezien. Komt het water hoger (zoals bij 2B & 2E), dan kan er een keuze gemaakt worden

tussen de kaderand, het verhogen van het terrein, het water binnenlaten en de waterveiligheid oplossen in de

bebouwing. Komt het water lager te staan dan in de huidige situatie (2d) dan kan de bestaande kaderand

eventueel zelfs verwijderd worden. In de open variant (2F) neemt het MHW flink toe waardoor de bestaande

dijk niet meer voldoet. De experts kiezen ervoor om in dat geval een nieuwe dijk aan te leggen (langs de rand

van de kade), waarmee het buitendijks gebied binnendijks komt te liggen. De bestaande dijk verliest dan z’n

waterkerende functie en kan verlaagd / verwijderd worden.

Page 79: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 79/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

41

Het expertpanel heeft bij de beoordeling gebruik gemaakt van een ‘waarderingskader‘, dat is

opgesteld op basis van de Ruimtelijke Kwaliteitstoets (RKT), zoals die voor de PKB Ruimtevoor de Rivier in 2006 is gebruikt. Op grond van de ervaringen van het expertpanel is hetwaarderingskader aangepast om het beter toepasbaar te maken voor een meer stedelijkeregio, zoals Rijnmond- Drechtsteden. Zo zijn enkele criteria uit het RKT komen te vervallen of

ze zijn samengevoegd, en enkele nieuwe criteria zijn toegevoegd. De uiteindelijk gebruiktecriteria staan in het beoordelingsformulier in Figuur 8.4.

8.3 Resultaten, conclusies en aanbevelingenUiteindelijk zijn door de experts de implicaties van de oplossingsrichtingen (hoekpunten) voor5 van de 7 doorsnedes beoordeeld. Niet elke doorsnede is voor elk hoekpunt aan bodgekomen. Hierdoor is de uiteindelijke omvang van de ‘steekproef’ te klein bevonden om debeoordeling mee te nemen in de KKBA. Een beoordeling van een hoekpunt kan immersgebaseerd zijn op slechts 1 a 2 doorsnedes waarmee de representativiteit in het geding komt.

Toch zijn er enkele conclusies te trekken (deze zijn niet volledig, voor een meer volledigoverzicht wordt verwezen naar Nillesen et al. (2011)):

x Voor de verstedelijkte buitendijkse gebieden zijn belangrijke criteria het goede zicht ophet water en de identiteit van het water, die bijdragen aan de belevingswaarde. Zolang dewaterstanden niet te hoog zijn scoren meerdere hoekpunten (o.a. ‘gesloten’, ‘afsluitbaar-open’, ‘verbeterd afsluitbaar’) met verschillende lokale ingrepen hier gunstig. Bijvoorbeeldwaterbestendig bouwen in Stadshavens en een kademuur voor Dordrecht. Beideingrepen passen ook in een traditie van hoogwaterbescherming. Voor het hoekpunt openworden de waterstanden buitendijks zo hoog dat buitendijkse gebieden omdijkt moeten

worden of dat er hoge kademuren moeten worden gebouwd (>0,7-1 meter wordt door deexperts gezien als kwaliteitsverlies), waardoor het zicht op en de beleving van het waterwordt beperkt.

x Een grote ingreep hoeft niet op alle locaties een verlies van ruimtelijke kwaliteit tebetekenen. Flinke dijkverzwaring is goed in te passen langs het Haringvliet, zoals nodig inhoekpunten met een open Haringvliet, maar daarentegen langs de Lek of de Beneden-Merwede (zoals nodig voor de hoekpunten ‘afsluitbaar open’ en ‘gesloten aan rivier enzeezijde’) weer niet. In het laatste geval is o.a. de schaal van de ingreep ten opzichte vande schaal van de bestaande bebouwing niet in verhouding.

x Over het algemeen geldt dat in gebieden waar herstructurering mogelijk en gewenst iseen hoogwaterbeschermingsmaatregel beter in te passen is met behoud of verbeteringvan de ruimtelijke kwaliteit.

Naar verwachting is de gevolgde methode met een aantal verbeteringen goed te gebruiken inhet vervolg van het deltaprogramma. Maatregelen en strategieën zullen steeds concreterworden waardoor ook de ruimtelijke consequenties beter te beoordelen zullen zijn. Debelangrijkste aanbevelingen voor verbetering zijn:

x Representativiteit: zorg voor voldoende doorsnedes. Bekijk daarnaast ook verschillendeschaalniveaus. Ken eventueel gewichten toe aan de verschillende doorsnedes.

x Zorg voor een vaste groep van experts met een evenwichtige vertegenwoordiging van

disciplines. Belangrijk is de inbreng van een civiel-technicus of waterbouwer die deconsequenties van klimaatverandering en maatregelen kan toelichten.

x Maak de beoordelingscriteria specifiek voor de regio.

Page 80: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 80/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

42

Figuur 8.4 Het beoordelingsformulier zoals gebruikt voor ruimtelijke kwaliteit

Page 81: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 81/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

43

9 Kosten en baten op een rij

9.1 InleidingIn dit hoofdstuk worden de effecten van de hoekpunten op een rij gezet. Een volledigekosten-batenanalyse kon alleen voor het W+-scenario worden gemaakt omdat het zichtjaar2050 ontbrak in enkele analyses voor het G- scenario. Om toch iets van een bandbreedte tekunnen geven is het W+- scenario gekoppeld aan beide economische scenario’s van snelle(GE) en matige economische groei (RC). Volgens de deltascenario’s wordt hiermee debandbreedte geschetst tussen STOOM en WARM (zie Bruggeman et al., 2011).

Tabel 9.1 en Tabel 9.2 geven voor achtereenvolgens de combinatie van W+/GE en W+/RCde effecten van de verschillende hoekpunten. De wijze van presenteren volgt die van‘Heldere Presentatie OEI. Aanvulling op de Leidraad OEI’ (Koopmans, 2004). Hierbij staanbovenin in eigen eenheden de absolute waarden van de effecten in het jaar 2050. Onderaanstaan van alle effecten de contante waarden over de periode 2015- 2100.

In de tabellen is er voor gekozen om de effecten te presenteren conform de eerste werkwijzebeschreven in paragraaf 2.2. Dat betekent dat de effecten opgeteld kunnen worden en dathet alternatief met het laagste saldo van kosten en in geld gewaardeerde baten het gunstigstuit de KKBA komt. Behalve dit saldo dienen ook de overige niet in geld gewaardeerdeeffecten te worden meegenomen; deze zijn onder het saldo vermeld.

Omdat de absolute uitkomsten op onderdelen nog als erg onzeker worden beoordeeld doorde betrokken onderzoekers moeten de opgetelde schades (negatieve baten) metvoorzichtigheid worden betracht. Vooral de berekende buitendijkse risico’s en de hinder voorde scheepvaart en haven zijn nog omstreden. Dit vraagt om verbeteringen van de aanpak envalidatie van de uitkomsten.

In Figuur 9.1 worden de totale kosten en vermeden schades tot 2100 voor de verschillendehoekpunten gepresenteerd, in dit geval ten opzichte van die van het nul-alternatief(‘continuering van huidige beleid’).

9.2 Resultaten en conclusiesIn de vorige hoofdstukken zijn de afzonderlijke batenposten al besproken. In dit hoofdstuk

wordt daarom de nadruk gelegd op de verschillen tussen hoekpunten wat betreft het totalesaldo en de bijdragen van verschillende posten hieraan. Uit de tabellen en figuren kunnen devolgende conclusies worden getrokken:

x Alleen hoekpunt 3c (gesloten aan zeezijde met waterberging op de Grevelingen) geefteen positief saldo ten opzichte van het 0-alternatief, zowel over de periode tot 2050 alsover de periode tot 2100. Dit is echter alleen het geval bij een matige economische groeivolgens scenario RC (0,6 % gemiddelde groei, 1,9% voor scheepvaart). In scenario GE(2,6% gemiddelde groei, 5,2% voor scheepvaart) domineert de schade aan haven enscheepvaart alle andere posten. Hierdoor komt bij aanname van hoge economische groeihet 0-alternatief als beste uit de bus.

Page 82: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 82/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

44

Eenheid

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Afsluitbaaropen

zeezijde

Verbeterdafsluitbaar

open

zeezijde

Volledigopen

Blauwe 

Rivier 

Pannerden Gesloten 

zee- en 

rivierzijde 

Gesloten 

zee- en 

rivierzijde,

Haringvliet 

open 

Gesloten 

zeezijde,

open 

rivierzijde 

Overstromingsrisico binnendijks

Verwachte schade m€/jaar 55 54 57 57 102 125 50 91

Aantal getroffenen aantal/jaar 406 393 399 399 576 612 376 547

Aantal slachtoffers aantal/jaar 3 3 3 3 3 3 3 5

Overstromingsrisico buitendijks

Verwachte schade m€/jaar 103 102 105 107 113 150 43 475

Aantal getroffenen aantal/jaar 524 465 520 452 57 108 53 3 066

Aantal slachtoffers aantal/jaar 0 0 0 0 0 0 0 1

Zoetwatertekort (voor W+, RC) Mm3/jaar 22 22 22 22 3 74 4 66

Hinder voor scheepvaart / havens

Reistijdverlies m€/jaar - 0 0,8 0,8 51 51 15 -

Verlies toegevoegde waarde haven m€/jaar - - 6 6 6

Indirecte effecten m€/jaar - - - - 2 2 2 -

Natuur

Natuurlijkheid 0 0 0 0 -- -- -/+ ++

Diversiteit 0 + + + -- -- -/+ +/-

Connectiviteit 0 0 0 0 -- - + ++

Ruimtelijke kwaliteit

PM

Kosten van maatregelen

Kosten van keringen en dammen m€ 700 1 300 5 400 2 908 2 835 2 955 1 565 155

Beheer en onderhoud

Kosten van dijkversterking m€ 1 464 1 406 1 621 2 591 1 939 3 530 708 6 365Beheer en onderhoud

Saldo

Overige effecten (natuur)

Overstromingsrisico binnendijks 1 195 1 168 1 196 1 196 1 577 1 779 1 086 1 590

Verwachte schade

Aantal getroffenen

Aantal slachtoffers

Overstromingsrisico buitendijks 1 200 1 186 1 212 1 219 1 216 1 494 701 4 259

Verwachte schade

Aantal getroffenen

Aantal slachtoffers

Zoetwatertekort (voor W+, RC) 232 232 232 232 31 543 37 545

Hinder voor scheepvaart / havens - 3 7 7 421 421 155 -

Reistijdverlies

Verlies toegevoegde waarde haven

Indirecte effecten

Natuur

Natuurlijkheid 0 0 0 0 -- -- -/+ ++

Diversiteit 0 + + + -- -- -/+ +/-

Connectiviteit 0 0 0 0 -- - + ++

Ruimtelijke kwaliteit

PM

Kosten van maatregelen 1 024 1 193 2 466 2 043 1 730 2 380 1 119 2 735

Kosten van keringen en dammen

Beheer en onderhoud

Kosten van dijkversterking

Beheer en onderhoud

Saldo 3 652 3 783 5 114 4 697 4 976 6 618 3 099 9 128

Overige effecten (natuur) 0,0,0 0,+,0 0,+,0 0,+,0 --,--,-- --,--,- -/+,-/+,+ ++,+/-,++

Contante waarde 2015-2100, miljoen euro

Absolute waarde los van jaar

Afsluitbaar open zee-en rivierzijde

Gesloten

Projecteffecten in 2050, W+, RC

Tabel 9.1 Effecten voor 2050 en verdisconteerde effecten voor de hoekpunten, snelle klimaatverandering (W+) en hoge economische groei

(GE).

Page 83: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 83/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

45

Eenheid

0 1 2a 2b 3a 3b 3c 4

Afsluitbaaropen

zeezijde

Verbeterdafsluitbaar

open

zeezijde

Volledigopen

Blauwe 

Rivier 

Pannerden Gesloten 

zee- en 

rivierzijde 

Gesloten 

zee- en 

rivierzijde,

Haringvliet 

open 

Gesloten 

zeezijde,

open 

rivierzijde 

Overstromingsrisico binnendijks

Verwachte schade m€/jaar 106 103 109 109 197 241 96 175

Aantal getroffenen aantal/jaar 484 468 475 475 685 728 448 651

Aantal slachtoffers aantal/jaar 4 4 4 4 4 4 3 5

Overstromingsrisico buitendijks

Verwachte schade m€/jaar 198 196 201 205 217 288 83 913

Aantal getroffenen aantal/jaar 624 553 619 538 68 129 63 3 648

Aantal slachtoffers aantal/jaar 0 0 0 0 0 0 0 1

Zoetwatertekort (voor W+, RC) Mm3/jaar 22 22 22 22 3 74 4 66

Hinder voor scheepvaart / havens

Reistijdverlies m€/jaar - 3 6 6 72 72 20 -

Verlies toegevoegde waarde haven m€/jaar - - 2 321 2 321 1 264

Indirecte effecten m€/jaar - - - - 696 696 379 -

Natuur

Natuurlijkheid 0 0 0 0 -- -- -/+ ++

Diversiteit 0 + + + -- -- -/+ +/-

Connectiviteit 0 0 0 0 -- - + ++

Ruimtelijke kwaliteit

PM

Kosten van maatregelen

Kosten van keringen en dammen m€ 700 1 300 5 400 2 908 2 835 2 955 1 565 155

Beheer en onderhoud

Kosten van dijkversterking m€ 1 464 1 406 1 621 2 591 1 939 3 530 708 6 365Beheer en onderhoud

Saldo

Overige effecten (natuur)

Overstromingsrisico binnendijks 1 877 1 823 1 879 1 879 2 568 2 932 1 675 2 608

Verwachte schade

Aantal getroffenen

Aantal slachtoffers

Overstromingsrisico buitendijks 2 103 2 052 2 103 2 147 2 026 2 555 1 097 8 598

Verwachte schade

Aantal getroffenen

Aantal slachtoffers

Zoetwatertekort (voor W+, RC) 234 234 234 234 33 545 38 546

Hinder voor scheepvaart / havens - 17 33 33 15 653 15 653 8 339 -

Reistijdverlies

Verlies toegevoegde waarde haven

Indirecte effecten

Natuur

Natuurlijkheid 0 0 0 0 -- -- -/+ ++

Diversiteit 0 + + + -- -- -/+ +/-

Connectiviteit 0 0 0 0 -- - + ++

Ruimtelijke kwaliteit

PM

Kosten van maatregelen 1 024 1 193 2 466 2 043 1 730 2 380 1 119 2 735

Kosten van keringen en dammen

Beheer en onderhoud

Kosten van dijkversterking

Beheer en onderhoud

Saldo 5 238 5 319 6 714 6 336 22 008 24 064 12 267 14 487

Overige effecten (natuur) 0,0,0 0,+,0 0,+,0 0,+,0 --,--,-- --,--,- -/+,-/+,+ ++,+/-,++

Contante waarde 2015-2100, miljoen euro

Absolute waarde los van jaar

Afsluitbaar open zee-en rivierzijde

Gesloten

Projecteffecten in 2050, W+, GE

Tabel 9.2 Effecten voor 2050 en verdisconteerde effecten voor de hoekpunten, snelle klimaatverandering (W+) en lage economische groei

(RC).

Page 84: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 84/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

46

x Alternatieven 3a en 3b (‘gesloten aan zeezijde en rivierzijde’) scoren het slechtste onder

het GE scenario door de grote negatieve invloed op haven en scheepvaart; bij scenarioRC scoren ze ook niet heel goed door de hoge kosten en binnendijkse risico’s.

x Bij het RC- scenario scoort hoekpunt ‘open’ het slechtst door met name de hoge kostenvoor dijkversterking en de grote buitendijkse schaderisico’s. Hoekpunt ‘open’ scoort wel

het meest positief op natuur (hier kwalitatief gewaardeerd).

x De negatieve baten (kosten) van zoetwatertekorten voor beregening en industrie zijn kleinvergeleken bij de andere schadeposten.

In hoofdstuk 10 zal uitgebreider worden teruggekomen op de conclusies en aanbevelingendie kunnen worden gedaan op basis van alle resultaten.

Figuur 9.1 Netto contante waarde tot 2100 van de hoekpunten ten opzichte van het nul-alternatief, uitgesplitst naar verschillende effecten.

Boven bij scenario W+/RC, onder bij scenario W+/GE

Page 85: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 85/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

47

10 Conclusies en aanbevelingen

10.1 InleidingIn voorgaande hoofdstukken zijn de kosten en effecten beschreven van enkele grootschaligeoplossingsrichtingen die beogen de waterstanden in het Rijn-Maasmondinsggebied tebeheersen bij een stijgende zeespiegel en een veranderend rivierafvoerregime. Op dezemanier is inzicht verkregen in welke maatregelen aantrekkelijk zijn om op te nemen inmogelijke strategieën.

De vergelijking van alternatieve oplossingsrichtingen is gebaseerd op een kengetallenkosten-

batenanalyse (KKBA), die alle effecten in welvaartstermen beschouwt. Daarom zijn effectenzoveel mogelijk gemonetariseerd.

Niet voor alle relevante effecten waren ‘state-of-the-art’ -methoden beschikbaar die ookpassen bij het karakter van zo een verkenning: niet te gedetailleerd en niet te bewerkelijk.Voor het berekenen van (binnendijkse) overstromingsrisico’s en het bepalen van kosten voordijkversterking bestaat er een landelijk breed toegepast instrumentarium en kon wordengeput uit bestaande studies, waarvan sommige in het kader van het deltaprogramma (WV21).Voor veel andere effecten zijn in het kader van deze KKBA vaak nieuwe benaderingenafgeleid van meer gedetailleerde of voor volstrekt andere toepassingen ontwikkeldemethoden. De effectbepaling en de beoordeling zijn hierdoor deels experimenteel en slechtsbeperkt gevalideerd. De onderlinge vergelijking van hoekpunten (rangorde) voor eenzelfde

beoordelingscriterium kent een grotere betrouwbaarheid dan de onderlinge vergelijkbaarheidvan de monetaire effecten voor verschillende beoordelingscriteria; ofwel: dezoetwatertekorten, scheepvaartschade en overstromingsrisico’s zijn weliswaar allemaaluitgedrukt in euro’s, maar over de orde van grootte bestaan twijfels. Dit noopt totvoorzichtigheid bij het trekken van conclusies.

Toch komt er een behoorlijk consistent en eenduidig beeld naar voren uit deze eerstegrofstoffelijke verkenning. In paragraaf 10.2 worden de belangrijkste conclusies getrokken uitde KKBA en worden aanbevelingen gegeven voor wat deze betekenen voor de verdereontwikkeling van mogelijk kansrijke strategieën. In paragraaf 10.3 worden de belangrijksteconclusies t.a.v. de bruikbaarheid van de toegepaste methodes beschreven.

10.2 Ten aanzien van mogelijke strategieënIn Tabel 10.1 wordt een vergelijking van de hoekpunten gepresenteerd. De relatieve scoreten opzichte van het 0-alternatief is weergegeven in kleur.

Page 86: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 86/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

48

Criterium Overstromingsrisico Zoetwater Scheepvaart Natuur Kosten

Hoekpunt binnendijks buitendijks

verbeterd afsluitbaar

afsluitbaar open zee- en rivierzijde

gesloten zee- en rivierzijde - -Gesloten zee- en rivierzijde / open HV

gesloten zeezijde + waterberging + +Open - + -

Tabel 10.1 Vergelijking van de hoekpunten met het 0-alternatief. Rood betekent een sterk negatieve score, oranje een negatieve score,

blanco betekent een niet significant afwijkende score, lichtgroen een positieve score, groen een sterk positieve score. Het meest positief

scorende hoekpunt krijgt een plus mee, het sterkst negatief scorende hoekpunt een minteken. Scores zijn afgeleid van de resultaten voor de

W+/GE combinatie van scenario’s.

Welke conclusies kunnen worden getrokken uit de veelheid aan effecten en de vergelijkingvan maatschappelijke kosten en baten voor de hoekpunten? En welke aanbevelingen levertdit op voor de mogelijke strategieën? Een top 5, die hierna in achtereenvolgende paragrafenwordt toegelicht:

1 De huidige strategie blijkt effectief voor het beheersen van (maatgevende)hoogwaterstanden en is aldus voor de komende decennia nog een van de meestaantrekkelijke strategieën. Verdere overstromingsrisicobeheersing en een aanvullendezoetwaterstrategie zijn daarbij gewenst, maar met andere middelen dan de beheersingvan het hoofdwatersysteem.

2 De Nieuwe Waterweg aan zeezijde afsluiten blijkt binnen- en buitendijkseoverstromingsrisico’s effectief verder te kunnen reduceren, evenals de externe verziltingvia de Nieuwe Waterweg. Daar staan kosten tegenover, vooral in de vorm van hinder enschade aan haven en scheepvaart, en zeer nadelige effecten voor de natuur Dezeoplossingsrichting en is een aantrekkelijke strategie als er een oplossing kan wordengevonden voor de bereikbaarheid van de haven en de natuureffecten kunnen wordengecompenseerd door een ander beheer van de Haringvlietsluizen. Uitbreiding met extrawaterberging op de Grevelingen is mogelijk

3 Grote investering in afsluitbare (rivier)keringen of dammen lijken weinig kosten-effectief.Baten op de ene plek worden door schade elders teniet gedaan, doordat waterstandenin het bovenrivierengebied worden opgestuwd. Onderzocht zou kunnen worden of

onderdelen van deze hoekpunten, zoals een (licht!) aangepaste afvoerverdeling over deRijntakken, in nog te ontwikkelen alternatieven kunnen worden ingepast.

4 Een volledig open Haringvliet, of dit nu is in combinatie met een open Nieuwe Waterwegof met een volledig gesloten Rijnmondring, leidt tot hoge kosten, vergaande verzilting ensterk toegenomen overstromingsrisico’s. Een vergroting van de natuurwaarden vanestuariene systemen op het Haringvliet/Hollandsch Diep, waar deze oplossingsrichtingvooral voor is bedacht, zou volgens de deelanalyse van natuureffecten ook kunnenworden bereikt met een systeem dat afsluitbaar is aan zeezijde (bijv. Haringvlietsluizenals stormvloedkering gebruiken).

5 Mogelijk aantrekkelijke alternatieve strategieën liggen deels binnen de hoekpunten,maar kunnen ook maatregelen nodig hebben die daarbuiten liggen. In een volgendefase zal een nauwere verbinding met de andere deltaprogramma’s nodig zijn.

Page 87: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 87/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

49

10.2.1 De huidige strategie blijkt kosten-effectief

Gemiddeld over de range van de deltascenario’s kent de huidige strategie de laagste kostenen gemiddeld kleinste negatieve gevolgen. De toenemende rivierafvoeren enzeespiegelstijging zijn op te vangen met dijkversterkingen en met het behoud van eenstormvloedkering met faalkans 1/100 per sluitvraag. Hiertoe moeten in de loop van 100 jaarinvesteringen worden gedaan tussen de 2,5 (bij gematigde klimaatontwikkeling enondergrens kostenschatting) en 7 miljard euro (bij snelle klimaatontwikkeling en bovengrenskostenschatting).

De risico’s van overstromingen (schade, slachtoffers en aantal getroffenen) binnen- enbuitendijks zullen echter wel toenemen als gevolg van hogere waterstanden. Dit effect is

beperkt: voor het binnendijks schaderisico is dit bijvoorbeeld maximaal 30% gemiddeld overalle dijkringen in 2100 voor het scenario met snelle klimaatontwikkeling. Net als in de huidigesituatie zullen er naar verwachting buitendijks geen slachtoffers hoeven te vallen in debeschouwde scenario’s. De invloed van economische groei en bevolkingsgroei op deoverstromingsrisico’s is potentieel groot (maximaal factor 3,6 voor schade in 2050), maar ookonzeker.

In de huidige strategie wordt vastgehouden aan de huidige hoogwaterbeschermingsnormen.Uit het Deltaprogramma veiligheid zullen voorstellen komen voor aanpassingen van hethuidige normstelsel. Door normen te verhogen voor enkele kwetsbare dijkringen (zoalsbijvoorbeeld voor dijkring 15 en 16 die ook onder de huidige omstandigheden de hoogsterisico’s kennen) zullen weliswaar meer kosten gemaakt moeten worden voor dijkversterkingmaar zullen de risico’s ook afnemen. Speciale aandacht daarbij verdienen de dijken langs deHollandsche IJssel die bij de laatste toetsing in 2011 zijn afgekeurd.

Aanbeveling: 

De huidige strategie is ’één van de meest aantrekkelijke strategieën’ om op voort te bouwen.Voortzetting ervan levert echter geen verbetering op ten opzichte van de huidige situatie watbetreft beheersing van de overstromingsrisico’s of zekerstelling van de zoetwatervoorziening.

Voor beide doelen moet dan ook gezocht worden naar aanvullende maatregelen. Vooroverstromingsrisicobeheersing betekent het bijvoorbeeld een combinatie vangevolgbeperking en kansverkleining. Voor de zoetwatervoorziening is een verplaatsing vaninlaatpunten denkbaar.

10.2.2 Afsluiten van de Nieuwe Waterweg in combinatie met extra waterberging blijkt effectief

Door de combinatie van het afsluiten van de Nieuwe Waterweg en het vergroten van dewaterbergingscapaciteit gaan in een groot gebied de maatgevende waterstanden forsomlaag. Dit hoekpunt levert de grootste reductie van overstromingsrisico’s op, zowel binnen-als buitendijks, en gespreid over het hele gebied. De zoetwatervoorziening wordt ermee voorlange tijd veiliggesteld, doordat inlaatpunten vrijwel geen last meer ondervinden van externeverzilting.

Door afsluiting van de Nieuwe Waterweg gaat waardevol intergetijdegebied verloren langs deOude Maas en verslechtert de bereikbaarheid van de haven met mogelijk grote economische

consequenties.

Page 88: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 88/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

50

Hoe groot de consequenties voor haven en scheepvaart zullen zijn hangt sterk af van de

autonome ontwikkeling van de haven inclusief de bereikbaarheid. Bij een gematigdeconomisch groeiscenario pakt dit hoekpunt over het geheel genomen het meest gunstig uitin de KKBA. Bij sterke economische groei is scheepvaarthinder echter de grootsteschadepost in de KKBA. De aangenomen autonome ontwikkeling van de haven enscheepvaart dient nog nader te worden onderzocht.

Aanbeveling 

Deze strategie is aantrekkelijk om voor de lange termijn (over enkele decennia) mee tenemen als alternatieve strategie. Er dient dan wel beter inzicht te worden gegeven inoplossingen voor de bereikbaarheid van de haven. En de negatieve gevolgen voor de natuurzouden kunnen worden gecompenseerd door een ander beheer van de Haringvlietsluizen(bijvoorbeeld ‘stormvloedkering’ of ‘getemd getij’).

10.2.3 Grote investering in rivierkeringen en dammen blijken weinig effectief

Het afsluiten van het laaggelegen hoogstedelijke gebied voor hoge waterstanden door middelvan dammen of flexibele keringen aan zee- en rivierzijde heeft tot doel mogelijk kostbare

complexe dijkversterking te voorkomen en zo op een andere manier de overstromingsrisico’s

te verkleinen. De geraamde kosten voor dijkversterking blijken echter niet zo hoog dat zegrote ingrepen rechtvaardigen. Het bijplaatsen van extra stormvloedkeringen in deriviertakken en het aanleggen van een bypass voor de Lek (zoals voorgesteld in het

Deltacommissierapport) of het afsluiten van het hoogstedelijke gebied met dammen metschutsluizen vergt veel grotere investeringen dan er uitgespaard worden aan

dijkversterkingen.Daarnaast treden de positieve effecten op de overstromingsrisico’s van deze ingrepen vooral

op in die gebieden waar de dijken al het meest robuust zijn, namelijk het westelijk deel vanhet gebied (voormalige ‘zeedijken’ van de waterschappen Delfland en Hollandse Delta).Afsluiten leidt zeker tot een betere bescherming van de buitendijkse gebieden binnen de ring.

Onduidelijk is echter nog in hoeverre hier überhaupt grote schade zal optreden bijvoortzetting van het huidige beleid. aangezien de berekende schades erg afwijken vaneerdere studies en ervaringen. Bovendien ontstaat ten oosten van een eventuele kering in deBeneden-Merwede (rond Sliedrecht en Werkendam) opstuwing van het rivierwater (zie

Slootjes et al., 2011). Hierdoor worden de overstromingsrisico’s juist op de meest kwetsbare

plaatsen in het gebied (dijkring 15 en 16) vergroot waarmee via systeemwerking (domino-effect) ook de risico’s voor dijkring 14 toenemen. Vanwege deze opstuwing moeten dan ook

extra kosten voor dijkversterking worden gemaakt.

Aanbeveling: 

De ‘Rijnmondring’ in zijn twee doorgerekende vormen, met flexibele keringen en dammen, isweinig aantrekkelijk vanuit de KKBA en heeft grote consequenties voor de verdeling vanlusten en lasten. Aanbevolen wordt daarom om slechts enkele onderdelen hiervan verder teverkennen namelijk:

x De afvoerverdeling tijdens hoogwatersituaties aanpassen om de Lek verder te ontziendan al voorgenomen.

x In combinatie met het voorgaande bekijken of een enkele flexibele kering in de Beneden-Merwede zinvol is in combinatie met extra rivierverruiming langs de Nieuwe Merwede om

het water van de Waal naar de Zuidwestelijke Delta te geleiden.

Page 89: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 89/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

51

10.2.4 Open Haringvliet

Een open Haringvliet is aantrekkelijk in een streefbeeld van herstel van estuariene dynamiekin de Zuidwestelijke Delta. Uit de KKBA blijkt ook dat hiermee natuurwinst is te halen(alhoewel er ook deels bestaande natuur door verdrinking verloren gaat). In combinatie meteen open Nieuwe Waterweg leidt dit tot hoge kosten, grote overstromingsrisico’s enverregaande verzilting. Bij een open Nieuwe Waterweg kunnen er mogelijk zelfs slachtoffersvallen in buitendijkse gebieden (in tegenstelling tot in andere onderzochte hoekpunten).

Ook in combinatie met een volledig gesloten Rijnmondring pakt een open Haringvliet nietgunstig uit (zie 10.2.3) alhoewel de buitendijkse slachtofferrisico’s en verzilting kunnenworden beperkt.

Aanbeveling: 

Een open Haringvliet zou onderdeel kunnen zijn van mogelijke strategieën mits niet incombinatie met een gesloten Rijnmondring of een open Nieuwe Waterweg. Maatgevendewaterstanden worden hoe dan ook in een deel van het gebied verhoogd. Aantrekkelijkerdaarom lijkt het om te onderzoeken of de gewenste natuurwinst op het Haringvliet/HollandschDiep niet kan worden gehaald met een minder open systeem (bijv. Haringvlietsluizen alsstormvloedkering gebruiken). Let wel: natuurwinst in dit gebied gaat altijd samen met verliesaan zoetwaterbeschikbaarheid.

10.2.5 Mogelijkheden binnen en buiten de hoekpunten

De onderzochte alternatieve oplossingsrichtingen (hoekpunten) en varianten bestaanvoornamelijk uit maatregelen in het hoofdwatersysteem ter beheersing vanhoogwatersituaties. Hiermee wordt zeker nog niet de volledige oplossingsruimteweergegeven. Zowel binnen als buiten de scope van de hoekpunten zijn andere mogelijkemaatregelen wellicht aantrekkelijk om verder te onderzoeken. Hierbij enkele suggesties opbasis van de resultaten van de KKBA.

Binnen de scope van de hoekpunten:x Zoals in 10.2.1 geconstateerd nemen de overstromingsrisico’s bij het doorzetten van de

huidige strategie toe ook als vastgehouden wordt aan de huidige overstromingsnormen.Interessant zou zijn om te bekijken hoe hoog de kosten zouden oplopen als de normwordt aangepast aan het toenemend overstromingsrisico.

x Het afsluiten van de Nieuwe waterweg in combinatie met een vergroot bergingsgebied

leidt tot een reductie van de overstromingsrisico’s zowel binnen- als buitendijks. Het isdaarom interessant om in het verlengde hiervan maatregelen te bekijken die mindernegatieve effecten veroorzaken voor haven en scheepvaart en natuur. Denk daarbij aande combinatie van extra waterberging met:- afsluiten van de Nieuwe Waterweg op een gunstigere locatie;- een kering in de Nieuwe Waterweg met een kleinere faalkans;- het verkleinen van het doorstroomprofiel (versmallen en/of verondiepen) van het

oostelijke deel van de Nieuwe Waterweg (waar zeescheepvaart op termijn minder vanbelang zal zijn).

x Daarnaast zijn zeker in het rivierengebied nog niet alle waterbeheersingsmaatregelengoed onderzocht zoals de mogelijkheden voor het sturen van de afvoerverdeling inhoogwatersituaties ten gunste van de Lek.

Page 90: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 90/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

52

Buiten de scope van de onderzochte hoekpunten:

x Maatregelen voor de zoetwatervoorziening anders dan afsluiten van de NieuweWaterweg, zoals keringen, verondiepen, bellenschermen, alternatieve aanvoerroutes enaanpassingen in de watervraag, etc.

x Maatregelen gericht op gevolgbeperking bij overstromingen zoals deltadijken voorkwetsbare plekken (zie bijvoorbeeld het MARE-project in Dordrecht, verkenningdeltadijken), risicozonering en adaptief bouwen.

Het verder onderzoeken van mogelijk kansrijke maatregelen zoals hierboven genoemd kanhet deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden niet alleen. Daarvoor is ook inzicht nodig in deresultaten van de andere deltaprogramma’s zoals Veiligheid (o.a. normen en deltadijken),Nieuwbouw en Herstructurering (risicozonering, adaptief bouwen), Zoetwatervoorziening(zoetwaterstrategieën en maatregelen), Rivieren, en Zuidwestelijke Delta (gezamenlijke

deltabeslissing).

10.3 Ten aanzien van het beoordelingskader en onderliggende methodenDeze verkenning van hoekpunten was een eerste brede exercitie in het definiëren envervolgens vergelijken en beoordelen van strategieën. Niet alleen heeft dat inzicht opgeleverd

in welke oplossingsrichting meer en minder goed werken en voor welke doelen, criteria en

locaties, maar ook is ervaring opgedaan met een beoordelingskader en onderliggendemethoden voordat er landelijke kaders (Deltainstrumentarium) of een regionaal

beoordelingskader beschikbaar waren. In deze paragraaf worden enkele belangrijkeaanbevelingen voor verbetering gedaan….

… over het gebruik van de Deltascenario’s: 

De klimaatscenario’s geven een goede indruk van de mogelijke bandbreedte van uitkomstentot 2100. Voor economische en demografische ontwikkelingen zijn de planbureaus huiverigom verwachtingen voor na 2040 te verstrekken. In deze studie zijn bij gebrek aan beter degroeicijfers uit de WLO- scenario’s voor de verschillende sectoren doorgetrokken tot 2100. Ditleidt in veel gevallen tot onrealistisch hoge schadeposten; dat kan ten koste kan gaan van hetdraagvlak voor de analyse. Daarnaast bevatten de scenario’s nog weinig regionaledifferentiatie. Voor een vervolg wordt aanbevolen om Deltaprogrammabreed een gedragenwerkwijze voor te stellen voor de ‘downscaling’ naar regio en sector voor de periode tot 2050en voor het gebruik van sociaal- economische scenario’s na 2050.

…over de kostenschattingen: De gebruikte methode geeft een goed en ruimtelijk gedifferentieerd beeld van tekorten aan

kruinhoogte, de beschikbare ruimte voor inpassing van dijkversterking, en de kosten. In debasisgegevens ontbreken gegevens over de sterkte van de dijken en lokatiespecifiekezetting. C-keringen zijn nog niet in de methode opgenomen. Dit maakt het lastig om voor hetzoeken naar oplossingen belangrijke trajecten als de Hollandsche IJssel, Volkerak-Zoommeer en Grevelingenmeer, op een zelfde wijze kosten te schatten. Aanbevolen wordtom bij een vervolg deze tekortkomingen op te lossen.

… over de berekening van de buitendijks overstromingsrisico’s Zoals benoemd in hoofdstuk 4 levert de toepassing van HIS-SSM voor de buitendijksegebieden veel hogere schades op dan in eerdere studies berekend (Veerbeek et al., 2010).Ook lijken de resultaten niet overeen te komen met eerdere resultaten. Aanbevolen wordtdaarom om de toegepaste methode kritisch te evalueren, oorzaken van te hoge schattingen

te achterhalen, en verbeteringen door te voeren.

Page 91: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 91/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

53

… over de negatieve effecten op de zoetwatervoorziening 

In het kader van deze KKBA is een eenvoudige methode ontwikkeld gebaseerd op een grootaantal aannames. De methode is dus niet breed gedragen. Aanbevolen wordt om in hetkader van het Deltaprogramma Zoetwatervoorziening verder te werken aan een gedragenmethode voor het schatten van de mogelijke schades die ontstaan bij het niet meer kunneninlaten van voldoende zoetwater.

… over de Haven en Scheepvaart Wanneer de exponentiële groeicijfers voor de transportsector worden toegepast ontstaanzeer hoge verwachtte aantallen scheepsbewegingen voor 2050 en 2100. Het lijkt echter nietrealistisch dat de haven en de achterlandverbindingen deze grote aantallen kunnenverwerken. Dit zal zijn weerslag hebben op de autonome groei van de haven. Ook bij anderemogelijke uitwijkhavens zullen bereikbaarheids problemen bij te hoge groei een rol gaanspelen.Aanbevolen wordt om de scenario’s en beoordelingsmethode voor de haven en scheepvaartvoor een vervolg nog eens kritisch te evalueren en met verbetervoorstellen te komen.

Page 92: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 92/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

54

11 Referenties

Beersma, J.J., T.A. Buishand,S. de Goederen en P. Jacobs, Zout, zouter, zoutst, Statistiek van de externe

verzilting in Midden-West Nederland, KNMI publicatie 199-III, 2005

Bruggeman, W., Haasnoot, M., Hommes, S., Linde, A. te, Brugge, R. van der, Rijken, B., Dammers, E.,

Born,G.J. van den, (2011). Deltascenario’s: Verkenning van mogelijke fysieke en sociaaleconomische

ontwikkelingen in de 21ste eeuw op basis van KNMI’06 en WLO-scenario’s, voor gebruik in het

Deltaprogramma 2011 –2012. Deltares/PBL, april 2011.

De Bruijn, K. (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-

Drechtsteden, deelrapport: effecten op de binnendijkse overstromingsrisico’s, Deltares, 2011.

De Bruijn, K. en M. Van der Doef (2011). Gevolgen van overstromingen. Informatie ten behoeve van het

project Waterveiligheid in de 21ste

eeuw, Deltares, Delft 2011.

Hoogendoorn, R. (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-

Drechtsteden, deelrapport: kosten voor infrastructuur en dijkversterking, Deltares, 2011.

Huizinga, J. (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-

Drechtsteden, deelrapport: effecten op buitendijkse overstromingsrisico’s, HKV lijn in water, 2011.

Huizinga, F. en B. Smid, (2004), Vier vergezichten op Nederland: Productie, arbeid en sectorstructuur in vier

scenario’s tot 2040, CPB Bijzondere publicatie, no. 55.

Jeuken, A., N. Slootjes en N. van Oostrom, (2010). Klimaatbestendigheid en opties voor adaptatie in de regio

Rijnmond-Drechtsteden:Analyse van recente resultaten uit Klimaatbestendig NL Waterland en Kennis voor

klimaat, Deltares/HKV, 2010.

Jonkhof W. en T. Groen (2011). Consequenties van 1e generatie oplossingen voor haven en scheepvaart in

de Rijn-Maasmonding, TNO, 2011

Kind, J., (2011). Maatschappelijke kosten-batenanalyse Waterveiligheid 21e

eeuw. Deltares, 2011.

Klijn, F., J. ter Maat en E. van Velzen, (2011). ‘Zoetwatervoorziening in Nederland; landelijke analyse van

knelpunten in de 21e

eeuw’ Deltares, mei 2011.

Kok, M., H.J. Huizinga, A.C.W.M.Vrouwenvelder en W.E.W. van den Braak, (2005). Standaardmethode

2005. Schade en Slachtoffers als gevolg van overstromingen. HKVLIJN IN WATER en TNO Bouw. November

2005.

Koopmans, C., (2004), Heldere presentatie OEI: aanvulling op de leidraad OEI, Ministerie van Verkeer en

Waterstaat, Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.

Maarse, M. (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-

Drechtsteden, deelrapport: effecten op natuur, Deltares 2011

Nillesen, A., M. Bos en O. Lagendijk (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in

de regio Rijnmond-Drechtsteden, deelrapport: effecten op ruimtelijke kwaliteit. Defacto/TU-Delft/Deltares,

2011.

Rijk, P., R. Michels, J. van Dijk, (2009). Indicatie van inkomens- en vermogensdervingen van de land- en

tuinbouwsector in de Zuidwestelijke Delta ten gevolge van het niet meer kunnen beregenen door een zoutVolkerak-Zoommeer, Berekeningen op basis van droogteschade (exclusief verziltingschade), LEI, April 2009

Page 93: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 93/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

55

Slootjes N., T. Botterhuis, A. Jeuken en Q. Gao (2011). Resultaten MHW berekeningen t.b.v.

probleemanalyse en verkenning hoekpunten. Voor het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Project-nummer 1202134-016. HKV/Deltares, Delft.

Van Oostrom, N., A. Jeuken, J. van Zetten (2011). Eerste generatie oplossingsrichtingen voor

klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden, deelrapport: effecten op zoetwaterbeschikbaarheid,

Deltares, 2011.

Veerbeek, W., Zevenbergen, C., Gersonius, B., (2010). Flood risk in unembanked areas Part C Vulnerability

assessment based on direct flood damages, Kennis voor Klimaat, 2010.

Page 94: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 94/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

56

Page 95: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 95/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

A-1

A Technische bijlage overstromingsrisico’s binnendijks

A.1 AanpakDe volgende figuur schetst de aanpak van de bepaling van het binnendijkseoverstromingsrisico voor toepassing in de KKBA.

Directe schade in

zichtjaar/

klimaatscenario

Kans=Norm

Aantal getroffenen in

zichtjaar/

klimaatscenario

Kans = Norm

Aantal slachtoffers

in zichtjaar/

klimaatscenario

Kans = Norm

Opslag ontbrekende

schadepostenVOE VOSL

Verwachte totale

materiële schade in

zichtjaar/

klimaatscenario

Economische groei:

WLO-scenario’s

= =

+

Verwachte schade

getroffenen in

zichtjaar/

klimaatscenario

Verwachte schade

doden en gewonden

in zichtjaar/

klimaatscenario

+

=

Verwachte directe

schade in zichtjaar/

klimaatscenario

Verwacht aantal

getroffenen in

zichtjaar/

klimaatscenario

Verwacht aantal

slachtoffers in

zichtjaar/

klimaatscenario

x xx

Totaal

overstromingsrisico

in zichtjaar/

klimaatscenario

=

x

=

Totaal overstromingsrisico in

zichtjaar/

gecombineerde economische en

klimaatscenario’s

x =normkans x =normkans x =normkans

x xx

Index 2000-2015

(prijspeil en BBP)

Index 2000-2015

(bevolkingsgroei)

Figuur 11.1: Aanpak overstromingsrisico’s binnendijks

Page 96: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 96/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

A-2

A.2 Inputs: overstromingsschade en –slachtoffersDe input voor de bepaling van het buitendijkse overstromingsrisico bestaat uit de resultatenvan de berekening met behulp van HIS-SSM van drie indicatoren van overstromingsschade:

x directe materiële schade (in euro);

x aantal getroffenen;x aantal dodelijke slachtoffers;

Deze zijn door De Bruijn (2011) achtereenvolgens bepaald voor:x de zestien dijkring(del-)en die in het studiegebied liggen;

x alle hoekpunten en hun varianten;

x de huidige situatie en twee scenario’s:- S1: klimaatscenario W+ in 2050; en

- S2: klimaatscenario W+ in 2100;

Deze basisgegevens zijn in bovenstaande figuur door middel van groene rechthoekenweergegeven.

In alle hoekpunten is verondersteld dat de huidige wettelijke veiligheidsnormen gehandhaafdblijven en dat de overstromingskans per dijkring(deel) gelijk is aan de wettelijkeoverschrijdingskansnorm. Dit betekent dat er verondersteld is dat de dijken versterkt wordenom het effect van de stijgende waterstanden op de overstromingskans te compenseren. Ditbetekent ook dat de overstromingskansen van de dijkringdelen in alle hoekpunten gelijk zijn.Er zijn wel verschillen tussen de schadebedragen en slachtofferaantallen, omdat in sommigehoekpunten de maatgevende buitenwaterstanden fors hoger zijn, waardoor de schade in

geval van een overstroming groter is.

3

In deze rekenstap is voor alle scenario’s uitgegaan van de verwachte bevolking, deeconomische activiteit en het prijspeil in het jaar 2000, het basisjaar van HIS-SSM. De impactvan prijsinflatie tot 2011, economische en bevolkingsgroei zijn in latere stappen in rekeninggebracht.

Op de schadebedragen en slachtofferaantallen moeten verschillende bewerkingen uitgevoerdworden vooraleer ze in de KKBA gebruikt kunnen worden. Deze bewerkingen worden in devolgende paragrafen toegelicht.

A.3 Bepaling van de verwachte schade en slachtoffersDe eerste bewerking is de berekening van het jaarlijks overstromingsrisico, d.w.z. deverwachte overstromingsschade per jaar. Deze is eenvoudigweg gelijk aan deoverstromingsschade maal de overstromingskans (d.w.z. de normkans van de waterkering).De verwachte aantallen getroffenen en slachtoffers worden op dezelfde wijze berekend.

A.4 Indexering van de risicobedragen naar hun waarden in 2015De bedragen van de overstromingsschade en van het aantal slachtoffers die de input voor deberekening van het overstromingsrisico vormen, gaan uit van de economische situatie, hetprijspeil en het bevolkingsaantal in 2000.

3 Als gevolg van de veronderstelling dat de overstromingskansen constant gehouden worden op het niveau van de 

bestaande normen, komen de verschillen tussen de hoekpunten minder tot uiting in het binnendijkse 

overstromingsrisico dan in de kosten van de dijkversterking die nodig is om de veiligheidsnormen te behouden. Die 

kosten zijn hoger naarmate de maatgevende buitenwaterstanden hoger zijn.

Page 97: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 97/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

A-3

De KKBA is uitgevoerd met het prijspeil van 2011 en het eerste zichtjaar is 2015. De

inputgegevens voor de schade en de slachtofferaantallen moeten dus geïndexeerd wordennaar hun waarden in 2015 (met prijspeil 2011 voor de schade). De daarvoor gehanteerdeindexeringsfactoren zijn in de onderstaande tabel gepresenteerd.

Tabel 11.1: Indexering 2000-2015

Schade-indicator PeriodeBasis voorindexering

Indexerings-factor

Bron

Directe materiëleschade

2000-2011 Groei nominaalBBP

4Nederland

1,46 (2000=1) CBS (2000-2009) en CPB,Centraal Economisch Plan2011 (2010-2011)

2011-2015 Groei reëel BBPNederland

1,05 (2011=1) CPB, ActualisatieEconomische Verkenning

2011-2015

Aantal getroffenenen aantalslachtoffers

2000-2015 BevolkingsgroeiNederland

1,06 (2000=1) CBS (historischebevolkingsgegevens enprognoses)

A.5 Opslag ontbrekende schadepostenHet materiële schaderisico wordt verhoogd met 60%. Deze opslag dient om rekening tehouden met schadeposten die niet of onvoldoende in de bepaling van de materiëleoverstromingsschade meegenomen zijn. Het betreft onder meer:

x indirecte economische schade;

x kosten van hulpverlening, evacuatie, opruiming en nazorg;x een opslag vanwege risicoaversie.

Deze opslag is in overeenstemming met de rekenmethode die in de kosten-batenanalyseWaterveiligheid 21e eeuw (KBA WV21) gehanteerd is (Kind, 2011). Een nadereonderbouwing van het opslagpercentage kan in het rapport van de KBA WV21 gevondenworden.

A.6 Waardering van het slachtofferrisicoHet slachtoffergerelateerde risico wordt berekend door de verwachte aantallen getroffenen endodelijke slachtoffers te vermenigvuldigen met kengetallen die de gemiddelde schade pergetroffene of per dodelijk slachtoffer weergeven. Er worden twee kengetallen gebruikt:

x Het kengetal VOE (Value of Evacuation) is gelijk aan 12.000 euro en wordtvermenigvuldigd met het aantal getroffenen. Het omvat naast de persoonlijke kosten van

evacuaties (ongemak, inkomensverlies,…) ook de immateriële schade aan de bezittingenvan de getroffenen (verlies van onvervangbare bezittingen zoals souvenirs).

x Het kengetal VOSL (Value of a Statistical Life) is gelijk aan 6,7 miljoen euro en wordtvermenigvuldigd met het aantal dodelijke slachtoffers. Het omvat de persoonlijke schadevan zowel dodelijke slachtoffers als gewonden.

Deze kengetallen zijn gelijk aan diegene die in de KBA WV21 gehanteerd zijn. Een naderebeschrijving en onderbouwing ervan kunnen in het rapport van de KBA WV21 gevondenworden.

4 Bruto Binnenlands Product 

Page 98: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 98/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

A-4

A.7 Economische en bevolkingsgroeiDe bedragen van de overstromingsschade en van het aantal slachtoffers bij verschillendeherhalingstijden die de input voor de berekening van het overstromingsrisico vormen, gaan uitvan de economische situatie en het bevolkingsaantal in 2015. Deze bedragen moetenaangepast worden aan de economische en de bevolkingsgroei tussen 2015 en de zichtjarenvan de KKBA (2050 en 2100).

Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde reële groeivoeten van het brutobinnenlands product van Nederland in de langetermijnscenario’s die in het kader van destudie ‘Welvaart en Leefomgeving’ (WLO) opgesteld zijn voor het Regional Communities (RC) en Global Europe (GE) scenario (Huizinga en Smid, 2004).

De materiële overstromingsschade hangt af van het niveau van de economische activiteit.Het is dus logisch om de toekomstige evolutie van deze schade aan de groei van het BBP tekoppelen.

Maar ook het slachtoffergerelateerde risico volgt de groei van het reële BBP. Het exacteverband tussen immateriële schade van getroffenen en slachtoffers en het inkomenspeil isniet goed bekend. Een redelijke aanname is dat de waarde van de immateriële schade perslachtoffer proportioneel stijgt met het gemiddelde inkomen of het BBP per hoofd van debevolking (hoe hoger het inkomen, hoe hoger de waarde die aan de persoonlijke veiligheidgehecht wordt). Aangezien het aantal verwachte slachtoffers in geval van overstroming(ongeveer) groeit in proportie met de bevolking, groeit de totale slachtoffergerelateerdeschade aan het ritme van het BBP.

De werkwijze waarop economische en bevolkingsgroei in de KKBA in rekening gebracht zijnis dezelfde als in de KBA WV21. De keuze van de scenario’s is licht verschillend. In de KBAWV21 is de BBP-groei van een middenscenario gehanteerd (Transatlantic Market). Deimpact van alternatieve groeiscenario’s zijn in een gevoeligheidsanalyse bestudeerd. In deKKBA Rijnmond-Drechtsteden zijn voor elk hoekpunt de twee uiterste groeiscenario’sdoorgerekend: Regional Communities en Global Economy.

Page 99: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 99/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

B-1

B Technische bijlage overstromingsrisico buitendijks

B.1 AanpakDe volgende figuur schetst de aanpak van de bepaling van het buitendijkseoverstromingsrisico.

De aanpak is grotendeels dezelfde als die van de bepaling van het binnendijkseoverstromingsrisico. Enkel de inputgegevens en de eerste bewerkingsstap (berekening vanhet risico) zijn verschillend en worden hier verder uiteengezet. Voor de beschrijving van deoverige bewerkingen wordt naar de vorige paragraaf over het binnendijkse

overstromingsrisico verwezen.

Directe schade in

zichtjaar/

klimaatscenario

10j/100j/1000j

Aantal getroffenen in

zichtjaar/

klimaatscenario

10j/100j/1000 j

Aantal slachtoffers

in zichtjaar/

klimaatscenario

10j/100j/1000j

Opslag ontbrekende

schadepostenVOE VOSL

Verwachte totale

materiële schade inzichtjaar/

klimaatscenario

Economische groei:

WLO-scenario’s

= =

+

Verwachte schade

getroffenen inzichtjaar/

klimaatscenario

Verwachte schade

doden en gewondenin zichtjaar/

klimaatscenario

+

=

Verwachte directe

schade in zichtjaar/

klimaatscenario

Verwacht aantal

getroffenen in

zichtjaar/

klimaatscenario

Verwacht aantal

slachtoffers in

zichtjaar/

klimaatscenario

x xx

Totaal

overstromingsrisicoin zichtjaar/

klimaatscenario

=

x

=

Totaal overstromingsrisico in

zichtjaar/

gecombineerde economische en

klimaatscenario’s

x xx

Index 2000-2015

(prijspeil en BBP)

Index 2000-2015

(bevolkingsgroei)

Gewogen som Gewogen som

Figuur 11.2: Aanpak overstromingsrisico’s buitendijks

Page 100: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 100/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

B-2

B.2 Inputs: overstromingsschade en –slachtoffers voor drie herhalingstijdenDe input voor de bepaling van het buitendijkse overstromingsrisico bestaat uit de resultatenvan de berekening door Huizinga (2011) van drie indicatoren van overstromingsschade:

x directe materiële schade (in euro);x aantal getroffenen;

x aantal dodelijke slachtoffers;

voor:

x overstromingen met drie herhalingstijden (10 jaar, 100 jaar en 1000 jaar);

x het totale studiegebied en vijf deelgebieden;5

x huidige situatie en twee scenario’s:

x S1: klimaatscenario W+ in 2050; enx S2: klimaatscenario W+ in 2100.

Deze inputs zijn in de bovenstaande figuur met groene rechthoeken voorgesteld.

In deze rekenstap is voor alle scenario’s uitgegaan van de verwachte bevolking, deeconomische activiteit en het prijspeil in het jaar 2000, het basisjaar van HIS-SSM. De impactvan prijsinflatie tot 2011, economische en bevolkingsgroei zijn in latere stappen in rekeninggebracht.

B.3 Bepaling van de verwachte schade en slachtoffersIn het geval van buitendijkse gebieden is de bepaling van het overstromingsrisico iets

complexer dan bij binnendijkse gebieden. In buitendijkse gebieden is er geen waterkering. Bijelke hoogwatersituatie (door stormtij of hoge rivierafvoer) treden er overstromingen enschade op. Naarmate de waterstanden hoger zijn, is de schade groter. Om de verwachteschade te bepalen, moet de schade bij overstromingen met verschillende herhalingstijden,gewogen met hun kans, opgeteld worden.

Er zijn inputgegevens over schade en slachtoffers beschikbaar voor herhalingstijden 10 jaar,100 jaar en 1000 jaar. De onderstaande tabel toont de gewichten waarmee de inputgegevensvermenigvuldigd zijn om de verwachte schade en de verwachte slachtofferaantallen teberekenen. De afleiding van deze gewichten is toegelicht in bijlage D.

Tabel 11.2: Gewichten voor bepaling van risico

Herhalingstijd Gewicht

10 jaar 0,045

100 jaar 0,0495

1000 jaar 0,0055

5 Zie de resultaten voor een lijst van de deelgebieden.

Page 101: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 101/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

C-1

C Zoetwatertekort

C.1 AanpakDe volgende figuur schetst de aanpak van de bepaling van de schade van zoetwatertekorten.

Directe schade

in 3 scenario’s

1j/10j/100j

Economische groei:

WLO-scenario’s

Verwachte

directe schade

in 3 scenario’s

=

Verwachte schade in zichtjaar/

gecombineerde economische en

klimaatscenario’s

Gewogen som

Zoetwatertekort

in 3 scenario’s

1j/10j/100j

Verwacht

zoetwatertekort

in 3 scenario’s

x

Opslag

indirecte schade en

prijseffecten

=

Verwachte

totale schade

in 3 scenario’s

x

Figuur 11.3: Aanpak overstromingsrisico’s zoetwatertekorten

C.2 Inputs: directe schade voor drie herhalingstijdenDe input voor de bepaling van de schade van zoetwatertekorten bestaat uit de resultaten vande berekening (op basis van de NHI- en SOBEK-modellen) van twee indicatoren vanoverstromingsschade (zie Van Oostrom et. al., 2011):

x volume van het zoetwatertekort (in m³);x directe materiële schade (in euro per m³).

Page 102: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 102/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

C-2

voor:

x drie herhalingstijden (1 jaar, 10 jaar en 100 jaar);x drie innamepunten (Gouda, Middelharnis en Bernisse) en zes deelgebieden die door

deze innamepunten bevoorraad worden;6

x huidige situatie en twee scenario’s:- klimaatscenario G / landgebruik in economisch scenario ‘Global Economy’ in 2050

(voor 2100 gelijk gesteld aan 2050);- klimaatscenario W+ landgebruik in economisch scenario ‘Regional Communities’ in

2050 (voor 2100 gelijk gesteld aan 2050).

Deze inputs zijn in de bovenstaande figuur met groene rechthoeken voorgesteld.

In de scenario’s is rekening gehouden met de effecten van de klimaatsverandering en met de

verwachte wijzigingen van het landgebruik tot 2050. De bepaling van de watervraag perhectare is echter gebaseerd op de huidige technologie en opbrengstniveaus. De impact vanproductie- en productiviteitsgroei is in een latere rekenstap in rekening gebracht.

Ten gevolge van de klimaatsverandering zal de zoutconcentratie in het riviersysteemgemiddeld toenemen. Daardoor verhoogt het zoutgehalte aan de inlaatpunten van zoetwater,waardoor dit water niet langer voor verbruik door de afnemers geschikt is. Er ontstaan danwatertekorten (met productieschade tot gevolg), of er moeten extra kosten gemaakt wordenom toch water van voldoende kwaliteit te verkrijgen (ontzilting, aanvoer van water uit verdergelegen inlaatpunten,…). De toename van het zoutgehalte varieert naargelang het hoekpunt,zodat ook de schade en kosten van watertekorten tussen de hoekpunten verschillen.

Ten behoeve van de KKBA is uitgegaan van een vereenvoudigde effectenketen om deschade en kosten van een verhoging van het zoutgehalte te bepalen. Daarbij zijn tweegroepen van activiteiten onderscheiden:x Industriewater en glastuinbouw. Er is verondersteld dat het benodigde water steeds

ingenomen wordt. Indien het zoutgehalte te hoog is, wordt het water ontzilt. De schade isbijgevolg gelijk aan de ontziltingskosten;

x Grondgebonden akker- en tuinbouw. In perioden dat de zoutconcentratie aan hetinlaatpunt te hoog is, kan geen water ingelaten worden. Er ontstaat een watertekort meteen negatieve effect op de opbrengst. De schade is bijgevolg gelijk aan de omzetwaardevan de gederfde opbrengst.7

C.3 Bepalingvan het jaarlijks verwachte zoetwatertekortOm het jaarlijks verwachte zoetwatertekort (en daarmee gepaard gaande schade) te bepalen,

moeten de zoetwatertekorten met verschillende herhalingstijden, gewogen met hun kans,opgeteld worden.

Er zijn basisgegevens over het zoetwatertekort beschikbaar voor herhalingstijden 1 jaar, 10  jaar en 100 jaar. De onderstaande tabel toont de gewichten waarmee de inputgegevensvermenigvuldigd zijn om de verwachte schade en de verwachte slachtofferaantallen teberekenen. De berekening van het jaarlijks verwachte zoetwatertekort gebeurt op dezelfdewijze als de berekening van het buitendijkse overstromingsrisico (zie bijlage A), met ditverschil dat er van het zoetwatertekort slechts schadegegevens voor 3 herhalingstijdenbeschikbaar zijn: 1 jaar, 10 jaar en 100 jaar.

6 Zie de resultaten voor een lijst van de deelgebieden.

7 Er is verondersteld dat de teeltkosten niet beïnvloed worden.

Page 103: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 103/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

C-3

Tabel 11.3: Gewichten voor de bepaling van het verwachte zoetwatertekort per jaar

Herhalingstijd Gewicht

1 jaar 0,45

10 jaar 0,495

100 jaar 0,055

C.4 Opslagpercentage voor indirecte schade en prijseffectenDe directe opbrengstverliezen van de teelten veroorzaken een verlies aan toegevoegdewaarde bij de bedrijven die deze teelten verwerken. De indirecte schade wordt geraamd op40% van de directe opbrengstverliezen (zie onderstaande tabel voor de afleiding van ditpercentage).

Tabel 11.4: Gewichten voor de bepaling van het verwachte zoetwatertekort per jaar

Parameter Waarde Bron

Omzet / bruto toegevoegde waarde in de

grondgebonden akker en tuinbouw

1/4 Binternet

Toegevoegde waarde in agrocomplex / 

toegevoegde waarde in primaire landbouwsector

2,5 Silvis en Leenstra (2009)8

Opslagpercentage indirecte schade

(% van directe schade)

40% 1/4 * (2,5 – 1) = 37,5%

(afgerond 40%)

Dit opslagpercentage is enkel toegepast op de schade in de grondgebonden akker- entuinbouw. Voor de andere watervragende activiteiten (industrie en glastuinbouw) is immersverondersteld dat de zoetwatertekorten door ontzilting opgevangen worden, zodat er geenproductieverlies optreedt.

In de KKBA is de directe schade door zoetwatertekort bij de grondgebonden akker- entuinbouw bepaald op basis van het opbrengstverlies vermenigvuldigd met de verkoopprijs,waarbij de verkoopprijs constant gehouden is. In de werkelijkheid zal een significante dalingvan het productievolume prijsstijgingen kunnen veroorzaken. Daardoor is de schade nieteenvoudigweg gelijk aan het opbrengstverlies vermenigvuldigd met de verkoopprijs. Demogelijke impact van deze prijseffecten is besproken in bijlage B. Op basis van die analyse isbesloten om in de KKBA geen extra opslagpercentage voor prijseffecten te voorzien.

C.5 Economische groeiDe schade van de zoetwatertekorten bij verschillende herhalingstijden die de input voor deberekening van de verwachte zoetwaterschade vormen, gaan uit van het toekomstigelandgebruik en klimaat, maar van de huidige economische waarde per ha. Deze bedragen

moeten aangepast worden aan de economische groei tussen 2011 en de zichtjaren van deKKBA (2015, 2050 en 2100). De daarvoor gebruikte groeipercentages worden in de

onderstaande tabel getoond.

8 Silvis en Leenstra (2009) ramen de bruto toegevoegde waarde van het totale Nederlandse agrocomplex in 2006 op 

9,3 procent van de totale economie. Activiteiten die met de verwerking, toelevering en distributie van binnenlandse 

agrarische grondstoffen te maken heeft, vertegenwoordigen daarvan 55%, of ongeveer 5% van de nationale 

economie. De primaire landbouwsector vertegenwoordigde in dat jaar ongeveer 2% van het Nederlandse BBP. De 

verhouding tussen beide is gelijk aan 2,5.

Page 104: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 104/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

C-4

Tabel 11.5: Economische groei (% per jaar)

2015-2100

Schadecategorie 2011-2015 RegionalCommunities

GlobalEconomy

Landbouw 0% +0,5% +1%

Industrie 0% -0,5% +0,7%

Tussen 2011 en 2015 wordt gezien de korte periode geen groei in rekening gebracht.

De schade aan de landbouw wordt geïndexeerd met de gemiddelde stijging van de opbrengst

per ha in de WLO-scenario’s: +0,5% per jaar in het ‘Regional Communities’ scenario en +1%in het ‘Global Economy’ scenario.9

De schade aan de industrie wordt geïndexeerd op basis van de groei van de ruimtevraagnaar zeehaventerreinen in de periode 2020-2040 in het ‘Regional Communities’ scenario

(9%) het ‘Global Economy’ scenario (+14%), waarbij de vooropgestelde groei over 20 jaar ineen gemiddelde jaarlijks stijgingspercentage omgezet is.10

9 Bron: WLO Achtergrondrapport Landbouw. Door deze aanpak is impliciet verondersteld dat de opbrengststijging 

geen impact op de watervraag heeft. Indien dit laatste het geval is, moet de economische groei via de impact op de 

watervraag in rekening gebracht worden. Dit zal leiden tot hogere ramingen van de zoetwatertekorten.10 

Bron: WLO Achtergrondrapport Werken. Hierbij is verondersteld dat de watervraag voor de industrie direct aan de 

evolutie van het areaal zeehaventerreinen gerelateerd is. Om modeltechnische redenen is de verwachte evolutie 

van de watervraag niet direct in de evolutie van het vraagvolume (m³) verwerkt, maar in de evolutie van het 

schadebedrag per m³.

Page 105: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 105/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

D-1

D Berekening van het buitendijkse overstromingsrisico

De blauwe curve toont het verband tussen de jaarlijkse waarschijnlijkheid (d.w.z. inverse vande herhalingstijd in jaren) van overstromingen en de overstromingsschade. Stormen met eenlagere waarschijnlijkheid (grotere herhalingstijd) veroorzaken een grotere schade. Op decurve zijn tien discrete punten aangeduid, overeenstemmende met herhalingstijden van 1 toten met 10 jaar, maar de curve is continu. Bijvoorbeeld, punt H4 vertegenwoordigt eenoverstroming met een herhalingstijd van 4 jaar. Ze heeft een jaarlijkse waarschijnlijkheid van0,25 (op Y-as) en veroorzaakt een schade van 17 (op X-as).

0,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

0 20 40 60 80 100 120 140

    W   a   a   r   s   c    h    i    j   n    l    i    j    k    h   e    i    d

Schade

H1

H2

H3

H4

H5

H6H7

H8H9

H10

Figuur D.1

Page 106: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 106/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

D-2

De verwachte schade is gelijk aan de lichtblauwgekleurde oppervlakte onder de curve. Deze

oppervlakte stemt overeen met de op basis van waarschijnlijkheid gewogen som (of eigenlijkintegraal, aangezien de curve continu is) van alle overstromingen:

dpV  pS

 p

 p³ 

�1

0

waarin:11

S  = verwachte overstromingsschade of overstromingsrisico (jaarlijks);

p  = jaarlijkse waarschijnlijkheid van een overstroming (inverse van de herhalingstijd in

 jaren);

V p  = gemiddelde schade van een overstroming met jaarlijkse waarschijnlijkheid p  (en

herhalingstijd van 1/ p jaar ).

In de praktijk wordt de overstromingsschade slechts voor enkele herhalingstijden berekend.Veronderstel bijvoorbeeld dat de gemiddelde schade geraamd is voor overstromingen meteen herhalingstijd van 1, 2, 5 en 10 jaar (aangeduid met rode vierkanten in de bovenstaandefiguur). Om de verwachte overstromingschade (de bovenstaande integraal) te kunnenbepalen, moet de schade voor alle ontbrekende herhalingstijden geïnterpoleerd ofgeëxtrapoleerd worden.

Er zijn verschillende interpolatiemethoden. Een eerste methode is ‘getrapte’ interpolatie.

Hierbij is verondersteld dat de schade van alle overstromingen tussen twee gekendeherhalingstijden gelijk is aan de schade van de kleinste herhalingstijden. Dit resulteert ingeval van het bovenstaande voorbeeld in de volgende formule voor het overstromingsrisico:

10/15/12/1110

1

10

1

5

1

5

1

2

1

2

11 V V V V S �¸

 ¹

 ·¨© 

§ �¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§ 

Het overstromingsrisico bepaald met de ‘getrapte’ formule is gelijk aan de lichtblauwgekleurde oppervlakte in de onderstaande figuur.

11Dezelfde notatieconventies worden gebruikt als in de kosten-batenanalyse van Waterveiligheid 21

e eeuw (WV21),

waarbij V staat voor schade en S voor verwachte schade (risico).

Page 107: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 107/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

D-3

0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1

0 20 40 60 80 100 120 140

    W   a   a   r   s   c    h    i    j   n    l    i    j    k    h   e    i    d

Schade

Figuur D.2

De ‘getrapte’ formule blijft volledig onder de blauwe curve en leidt dus steeds tot eenonderschatting van het overstromingsrisico.

Bovendien wordt verondersteld dat alle overstromingen met een herhalingstijd groter dan degrootste gekende herhalingstijd een schade veroorzaken gelijk aan die van de grootstegekende herhalingstijd. Er wordt dus geen rekening gehouden met de nog grotere schadevan minder waarschijnlijke overstromingen. Dit is overigens ook zo bij de andere formules diehieronder nog besproken zijn. Maar indien de grootste herhalingstijd voldoende groot is(bijvoorbeeld 1000 jaar), dan wordt hiermee geen grote fout gemaakt. De waarschijnlijkheidvan nog grotere overstromingen en hun bijdrage tot het overstromingsrisico is dan zeer klein.

Een tweede methode is ‘lineaire’ interpolatie. Hierbij is verondersteld dat de schade van alle

overstromingen tussen twee gekende herhalingstijden gelijk is aan het gemiddelde van deschade van beide herhalingstijden. Dit resulteert in geval van het bovenstaande voorbeeld inde volgende formule voor het overstromingsrisico:

10/1

10/15/15/12/12/11

10

1

210

1

5

1

25

1

2

1

22

11 V 

V V V V V V S �¸

 ¹

 ·¨© 

§ ¸

 ¹

 ·¨© 

§  �¸

 ¹

 ·¨© 

§ ¸

 ¹

 ·¨© 

§  �¸

 ¹

 ·¨© 

§ ¸

 ¹

 ·¨© 

§  �¸

 ¹

 ·¨© 

§ 

Het overstromingsrisico bepaald met de ‘lineaire’ formule is gelijk aan de lichtblauw gekleurde

oppervlakte in de onderstaande figuur.

Page 108: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 108/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

D-4

0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1

0 20 40 60 80 100 120 140

    W   a   a   r   s   c    h    i    j   n    l    i    j    k    h   e    i    d

Schade

Figuur D.3

Indien de blauwe curve convex is (d.w.z. dat de schade van overstromingen met een grotereherhalingstijd meer dan proportioneel toeneemt), ligt de ‘lineaire’ formule boven de blauwecurve en wordt het overstromingsrisico overschat.

Het Waterbouwkundig Laboratorium van de Vlaamse overheid gebruikt een combinatie vande ‘getrapte’ en de ‘lineaire’ formule.12 Het startpunt van deze formule is een getrapteinterpolatie tussen alle discrete herhalingstijden:

10/19/18/17/16/1

5/14/13/12/11

10

1

10

1

9

1

9

1

8

1

8

1

7

1

7

1

6

1

6

1

5

1

5

1

4

1

4

1

3

1

3

1

2

1

2

11

V V V V V 

V V V V V S

�¸ ¹

 ·

©̈ 

§ 

�¸ ¹

 ·

©̈ 

§ 

�¸ ¹

 ·

©̈ 

§ 

�¸ ¹

 ·

©̈ 

§ 

�¸ ¹

 ·

©̈ 

§ 

�¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§  �¸ ¹

 ·¨© 

§ 

Vervolgens worden de ontbrekende, discrete herhalingstijden door middel van lineaire

interpolatie bepaald op basis van de gekende discrete herhalingstijden. In het voorbeeldontbreken de herhalingstijden van 3 en 4 jaar (tussen 2 en 5 jaar). De schade voor deze

herhalingstijden wordt als volgt bepaald:

2/15/12/13/1

25

1V V V V  �

2/15/12/14/125

2V V V V  �

12 Vanneuville e.a (2002).

Page 109: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 109/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

D-5

Op dezelfde wijze worden de schadebedragen voor de ontbrekende herhalingstijden tussen 5

en 10 jaar bepaald. Na vereenvoudiging wordt de volgende formule verkregen:

5/110/12/15/112/11510

10

1

9

1

8

1

7

1

6

1

25

5

1

4

1

3

1

2

1V V V V V V V S �

Het overstromingsrisico bepaald met de ‘getrapt/lineaire’ formule is gelijk aan de lichtblauw

gekleurde oppervlakte in de onderstaande figuur.

0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1

0 20 40 60 80 100 120 140

    W   a   a   r   s   c    h    i    j   n    l    i    j    k    h   e    i    d

Schade

Figuur D.4

De ‘getrapt/lineaire’ formule heeft meer stappen en sluit daardoor nauwer aan bij dewerkelijke schadecurve (blauwe curve).

In de uitgevoerde KKBA zijn er inputgegevens beschikbaar voor herhalingstijden 10 jaar, 100 jaar en 1000 jaar. Er is verondersteld dat de schade bij herhalingstijd 1 jaar gelijk aan nul is,zodat er vier herhalingstijden gekend zijn.

De gewichten volgens de drie formules worden in de onderstaande tabel weergegeven.

Tabel D.1: Gewichten voor berekening van overstromingsrisico

Schadepunt Getrapt Lineair Getrapt/lineair

V 1 0,9 0,45 0,7857

V 1/10  0,09 0,495 0,1892

V 1/100  0,009 0,0495 0,0225

V 1/1000  0,001 0,0055 0,0026

Page 110: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 110/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

D-6

Om de verschillende formules te vergelijken is het overstromingsrisico voor alle hoekpunten

in klimaatscenario W+ in het zichtjaar 2100 berekend. De resultaten van de oefening zijn inde volgende tabel gepresenteerd.

Tabel D.2: Overstromingsrisico (miljoen euro, huidig prijspeil)

Hoekpunt (klimaatscenario W+ 2100) Getrapt Lineair Getrapt/lineair

Verbeterd afsluitbaar zee 58 318 124

Afsluitbaar zee en rivier 58 320 126

Gesloten zee en open rivier 29 158 62

Gesloten zee en rivier 37 205 81

Open 241 1.323 525

Zoals verwacht produceert de getrapte formule de laagste uitkomst, de lineaire formule dehoogste en zit de getrapt/lineaire formule daar tussenin. De verschillen tussen de formuleszijn echter aanzienlijk.

Voor de rangschikking van de hoekpunten voor het criterium buitendijks overstromingsrisicomaakt de keuze van interpolatieformule geen verschil uit (zie onderstaande tabel). Maar voorhet optellen van het buitendijkse overstromingsrisico met andere effecten is het absolutebedrag van het overstromingsrisico wel van groot belang.13

Tabel D.3: Overstromingsrisico (hoekpunt ‘verbeterd afsluitbaar zee’ = 1)

Hoekpunt (klimaatscenario W+ 2100) Getrapt Lineair Getrapt/lineair

Verbeterd afsluitbaar zee 1,00 1,00 1,00

Afsluitbaar zee en rivier 1,01 1,01 1,01

Gesloten zee en open rivier 0,50 0,50 0,50

Gesloten zee en rivier 0,64 0,64 0,65

Open 4,17 4,17 4,22

De grote verschillen tussen de formules worden vooral verklaard door de wijze waarop deoverstromingen met herhalingstijden tussen 1 en 10 jaar behandeld worden. In de getrapte

formule is verondersteld dat al deze overstromingen een schade van nul hebben. In delineaire formule hebben deze overstromingen een gemiddelde schade gelijk aan de helft vande schade bij een herhalingstijd van 10 jaar. Deze kleinere overstromingen dragen door hungrotere frequentie in belangrijke mate bij tot het totale overstromingsrisico.

13  Deze conclusie moet echter op een belangrijk punt genuanceerd worden. Het is mogelijk dat de formule die het 

dichtste bij de werkelijke, onbekende schadecurve aansluit, verschilt naargelang het hoekpunt. Bijvoorbeeld: voor 

hoekpunt “verbeterd afsluitbaar zee” levert de lineaire formule de meest nauwkeurige raming van het schaderisico,

maar voor hoekpunt “open” vormt de getrapte formule de beste benadering. In dat geval heeft een vergelijking per 

interpolatieformule zoals in de tabel geen zin, en is betrouwbare informatie over het absolute bedrag van het risico 

noodzakelijk voor een correcte rangschikking van de hoekpunten.

Page 111: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 111/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

D-7

In de onderstaande figuur zijn de lineair geïnterpoleerde schadecurven van de hoekpunten in

klimaatscenario W+ in het zichtjaar 2100 getoond. Uit de figuur blijkt dat de driehoeken onderde curven tussen de herhalingstijden 1 jaar (kans van 1) en 10 jaar (kans 1/10) een groteoppervlakte vertegenwoordigen.

0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000

    J   a   a   r    l    i    j    k   s   e   w   a   a   r   s   c    h    i    j   n    l    i    j    k    h   e    i    d

Schade (miljoen euro)

Verbeterd afsl uitbaar zee

Afsluitbaar zee en rivier

Gesloten zee en rivier

Gesloten zee en open rivier

Open

Figuur D.5

Volgens de getrapte formule wordt niets van deze driehoek bij het overstromingsrisicogerekend. Volgens de lineaire formule behoort de volledige driehoek tot hetoverstromingsrisico. De getrapt/lineaire formule omvat een deel van de driehoek. Welkeformule de meest juiste raming van het overstromingsrisico hangt af van het verloop van dewerkelijke schadecurve. Om deze te bepalen is er meer informatie nodig over de schade vanoverstromingen met kleine herhalingstijden (tussen 1 en 10 jaar).

Experten terzake van HKV en Deltares stellen dat de schade van alle overstromingen meteen herhalingstijd kleiner dan 10 jaar insignificant is. Indien verondersteld wordt dat dezeschade gelijk aan nul is, dan zijn de gewichten voor de berekening van hetoverstromingsrisico zoals getoond in de onderstaande tabel.

Tabel D.4: Gewichten voor berekening van overstromingsrisico

Schadepunt Getrapt Lineair Getrapt/lineair

V 1 0 0 0

V 1/10  0,09 0,045 0,0749

V 1/100  0,009 0,0495 0,0225

V 1/1000  0,001 0,0055 0,0026

Page 112: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 112/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

D-8

De verschillen tussen de interpolatieformules zijn dan veel kleiner, zoals uit de onderstaande

tabel blijkt.

Tabel D.5: Overstromingsrisico (miljoen euro, huidig prijspeil)

Hoekpunt (klimaatscenario W+ 2100) Getrapt Lineair Getrapt/lineair

Verbeterd afsluitbaar zee 58 65 60

Afsluitbaar zee en rivier 58 67 61

Gesloten zee en open rivier 29 37 31

Gesloten zee en rivier 37 57 44

Open 241 349 277

In de KKBA is de lineaire formule gehanteerd zonder schade onder een herhalingstijd van 10 jaar. Deze formule is ook bij eerdere onderzoeken over overstromingsrisico’s toegepast.

Page 113: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 113/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

E-1

E Waardering van productieverliezen

De waardering van productieverliezen wordt in de onderstaande figuur weergegeven.

Qn

Pn

Q

P

Qt

Pt

Q

P

-B

-A

Qn

Pn

Q

P

Qt

Pt

Normaal jaar  Jaar met watertekort  Welvaartsverlies 

door watertekort 

Figuur E.1

In alle grafieken geldt:

Q = productievolume van een bepaalde teelt (d.w.z. oogst in tonnen of aantal eenheden);P = prijs per ton of per eenheid betaald aan de landbouwer, verminderd met de

oogstkosten.

De schuine curve geeft de vraag naar het landbouwproduct weer. Hoe lager de prijs, hoegroter de vraag.

Er is verondersteld dat op het oogsten na alle productiekosten (zaaien, bemesten,…) algemaakt zijn. De economische waarde van de teelt is dan gelijk aan de oppervlakte onder devraagcurve (lichtgrijs gekleurd in de bovenstaande figuur). Deze economische waardebestaat uit twee delen:

x de opbrengsten voor de landbouwer (P x Q);x het consumentensurplus voor de verbruikers (gelijk aan de oppervlakte van de

driehoek tussen vraagcurve en de prijs P).

In een ‘normaal’ jaar (met normale zoetwatervoorziening) is het productievolume gelijk aanQn met resulterende prijs Pn. In een jaar met een watertekort valt het productievolume terugtot Qt. Door de schaarste stijgt de prijs tot Pt. De impact van het watertekort op deeconomische waarde van de teelt is gelijk aan het verschil van de grijsgekleurdeoppervlakten onder de vraagcurven. Dit verschil is weergegeven in het rechterpaneel van defiguur.

Het verlies van economische waarde ten gevolge van een zoetwatertekort is ongelijkverdeeld over de producenten en de consumenten (zie onderstaande figuur).

Page 114: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 114/115

Eerste generatie oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie in de regio Rijnmond-Drechtsteden - 

Syntheserapport: verkenning van kosten en baten 

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

E-2

+C-C-A

Qn

Pn

Q

P

Qt

Pt

-B

Qn

Q

P

Qt

Welvaartsverlies 

consumenten 

Welvaartsverlies 

producenten 

Figuur E.2

De consumenten verliezen een economische waarde gelijk aan de oppervlakten van A en C.De producenten verliezen B (ten gevolge van de kleinere oogst), maar winnen C (ten gevolgevan prijsstijging). Indien de prijs proportioneel meer stijgt dan het productievolume daalt, danstijgen de inkomsten voor de landbouwers in een jaar met watertekorten. Met anderewoorden: de landbouwers zijn ‘beter’ af in een ‘slecht’ jaar.

De impact voor Nederland hangt af van de nationaliteit van de consumenten. Indien deconsumenten allemaal in Nederland wonen, dan is de impact voor Nederland gelijk –A–B.Indien de consumenten allemaal in het buitenland wonen, dan is de impact voor Nederlandgelijk aan –B+C (en is deze bij een voldoende sterke prijsstijging zelfs positief).

In de KKBA is de directe schade van de zoetwatertekorten berekend als de oppervlakte van -B (d.w.z. de waarde van het productieverlies bij gelijkblijvende prijzen). De vraag stelt zichdan in welke mate deze raming de werkelijke schade onderschat.

Veronderstel dat de consumenten allemaal in Nederland wonen, zodat de werkelijke schadegelijk is aan –A–B.

Tijdreeksen van het productievolume en het prijspeil van aardappelen in Nederlandsuggereren dat in een ‘slecht’ jaar met een laag productievolume de prijs ongeveer 4 maalhoger is dan in een ‘normaal’ jaar. De prijzen van andere belangrijke akkerbouwgewassen(zaaiuien, winterpenen) vertonen ook grote schommelingen, maar de correlatie met hetproductievolume is veel minder duidelijk dan in het geval van aardappelen.

Veronderstel echter dat prijsverschillen voor aardappelen ook voor de andere teelten vantoepassing zijn, en dat in een jaar met een zoetwatertekort de prijzen met 4 vermenigvuldigdworden. In dat geval is de oppervlakte van A anderhalf maal zo groot als de oppervlakte vanB. De werkelijke schade (–A–B) is dus 2,5 maal de berekende schade (–B).

Deze factor van 2,5 vormt echter een grote overschatting van de graad van onderschatting.

x Niet alle teelten kennen zo’n grote prijsschommelingen als aardappelen.x Niet elk jaar met een zoetwatertekort resulteert in een ‘slecht’ jaar met een maximale

prijsstijging. In de meeste jaren zijn het productieverlies en de prijsstijgingen beperkter.De jaren met het grootste zoetwatertekort (herhalingstijd 100 jaar) hebben bovendienmaar een zeer klein gewicht in de totale verwachte schade.

x Een deel van de effecten worden via uitvoer op buitenlandse consumenten afgewenteld.

Page 115: Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

8/3/2019 Eerste Generatie Oplossingsrichting en Verkenning van Kosten en Baten

http://slidepdf.com/reader/full/eerste-generatie-oplossingsrichting-en-verkenning-van-kosten-en-baten 115/115

1204302-000-VEB-0018, 6 september 2011, definitief 

Om deze redenen is besloten om voor de prijseffecten geen extra opslagpercentage te

voorzien.