EENN LEEERRLLIIJJNN V MUUZZIISSCCH HE E D ... en eindtermen... · Een leerlijn Muzische opvoeding...

80
Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 1 EEN LEERLIJN MUZISCHE OPVOEDING DOORHEEN DE BASISSCHOOL VANUIT DE DOELEN versie september 2011

Transcript of EENN LEEERRLLIIJJNN V MUUZZIISSCCH HE E D ... en eindtermen... · Een leerlijn Muzische opvoeding...

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 1

EEEENN LLEEEERRLLIIJJNN MMUUZZIISSCCHHEE OOPPVVOOEEDDIINNGG DDOOOORRHHEEEENN DDEE BBAASSIISSSSCCHHOOOOLL

VVAANNUUIITT DDEE DDOOEELLEENN

versie september 2011

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 3

Vooraf Wie een leerplan op een goede manier wil implementeren, staat vroeg of laat ook voor de zorg om voldoende de horizontale en verticale samenhang in de leerinhoud te realiseren en dat niet alleen binnen het leergebied zelf, maar ook binnen het geheel van alle leergebieden. Voor muzische opvoeding is dat niet anders. Door de inhoudelijke en vormelijke verscheidenheid van de verschillende deelleerplannen is het niet altijd eenvoudig om voor muzische opvoeding een ‘leerlijn doorheen de basisschool’ uit te tekenen. Daarom geven we een inspirerende aanzet met dit model.

Leessleutel In deze leerlijn wordt gewerkt met kleuren en symbolen. Die zijn zo te begrijpen:

zwart Algemene doelen

groen Doelen beeldopvoeding

blauw Doelen muzikale opvoeding

rose Doelen muzisch taalgebruik

bruin Doelen bewegingsexpressie

oranje Doelen dramatisch spel

paars Doelen mediaopvoeding

groen Doelen van beschouwen

oranje Doelen van creëren

kennis

vaardigheden

attitudes

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 4

De gebruikte afkortingen zijn: OWP Ontwikkelingsplan voor de katholieke basisschool OD/ET Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs bv. OD4.1 of ET6.1* ET..* De asterisk verwijst naar attitudinale eindtermen SD Streefdoel (komt enkel voor bij Beeldopvoeding) bv. SD2 AD Algemeen doel, terug te vinden in het Algemeen deel van het leerplan muzische opvoeding (p. 17-22)

Een leerlijn voor muzische opvoeding op basis van de doelen: horizontale samenhang Dit model van leerlijn bevat alle doelen uit het algemeen deel en de vijf verschillende deelleerplannen die samen het leerplan Muzische opvoeding vormen. Deze leerlijn wil het probleem van de inhoudelijke en vormelijke verscheidenheid van de afzonderlijke delen oplossen. Daarom werden enkele belangrijke keuzes gemaakt bij het tot stand komen van dit model: Als ordeningskader wordt uitgegaan van de algemene doelen uit het algemeen deel. Ze zijn genummerd van 1 tot en met 21. Doelen 1 tot en met 11 vormen de cluster beschouwen en staan in een groen veld afgedrukt. Doelen 12 tot en met 21 vormen de cluster creëren en worden in een oranje veld afgedrukt. Deze ordening wil geenszins een vastliggende volgorde suggereren. Tijdens een muzisch proces zijn beschouwen en creëren namelijk niet van elkaar te scheiden. En al gaat het beschouwen vaak het creëren vooraf, dat is lang niet altijd zo. De ordening is evenwel logisch en zorgt voor enige systematiek in de leerlijn. Om dit model goed te begrijpen is een rudimentair inzicht in het leerplan belangrijk. Dat inzicht kunnen we gemakkelijk opbouwen rond drie getallen: 2, 5 en 21. We leggen dit kort uit.

2 Het muzisch proces is een tweeledig proces waarbij we „beschouwen‟ en „creëren‟ onderscheiden. Wie goede muzische opvoeding wil geven zal voor beide componenten aandacht dienen te hebben. De ambitie van het leergebied is om van kinderen competentere beschouwers en competentere creëerders te maken. Met een doelgericht aanbod, doelgerichte opdrachten en een doelgerichte coaching is dat mogelijk. Een tip (1) voor de praktijk: Wanneer je een week muzische activiteiten plant, zorg dan dat beschouwen en creëren beide doelgericht aan bod komen.

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 5

5 Het beschouwen en creëren gebeurt binnen vijf muzische domeinen: beeldopvoeding , muzikale opvoeding , muzisch taalgebruik, bewegingsexpressie en dramatisch spel . In een goedlopende muzopraktijk zullen deze domeinen hetzij specifiek of op een geïntegreerde wijze, evenwaardig aan bod komen. Een tip (2) voor de praktijk: Wanneer je een maand muzische activiteiten plant, zorg dan dat de vijf muzische domeinen evenwaardig en doelgericht aan bod komen. Opgelet: Binnen het kader van OD/ET zijn de vijf muzische domeinen: beeld, muziek, drama, bewegingsexpressie en media. Het leerplan van het VVKBaO wijkt daar in die zin van af dat er een apart leerplan mediaopvoeding bestaat.

21 Binnen deze vijf muzische domeinen streven we de muzische ontwikkeling van kinderen na rond 21 algemene doelen. Deze doelen vormen de rode draad doorheen de volledige schoolloopbaan van kinderen in de basisschool. Het zijn de doelen die elke leerkracht dient na te streven bij zijn leerlingen. Een tip (3) voor de praktijk: Bewaak dat het muzische aanbod van een trimester toelaat om in voldoende mate aan elke van deze algemene doelen te werken..

In onderstaand overzicht worden enkele relaties tussen doelen van het beschouwen en doelen van het creëren aangegeven. Deze 21 doelen worden nagestreefd binnen elk van de muzische domeinen.

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 6

Algemene doelen Muzische opvoeding VVKBaO

1 INTENSIEF GEBRUIK MAKEN VAN ALLE ZINTUIGEN. 13

2 DE WERELD, EN IN HET BIJZONDER DE MUZISCHE EXPRESSIE DAARVAN, MET EEN OPEN HOUDING BENADEREN. 20

3 DE EIGENHEID VAN DE MUZISCHE EXPRESSIEVORM AANVOELEN, BEGRIJPEN EN WAARDEREN. 14

4 GEVOELIG ZIJN VOOR HET OVERDRACHTELIJK OF SYMBOLISCH KARAKTER VAN EEN MUZISCHE EXPRESSIEVORM. 17

5 DE ANDER IN ZIJN EXPRESSIE WILLEN ONTMOETEN. 10 12/16/17

6 DE BAND LEGGEN MET DE EIGEN INNERLIJKE WERELD. 12

7 WILLEN KENNIS MAKEN MET DE WERELD VAN DE KUNST. 9 16

8 GENIETEN VAN EEN KUNSTZINNIGE EXPRESSIE OF EEN KUNSTWERK. 19

9 OVER KUNST COMMUNICEREN. 7

10 ERVAREN DAT HET SCHOONHEIDSBELEVEN OF DE SMAAK VAN MENSEN VERSCHILT. 5

11 OVER KUNSTZINNIGE EXPRESSIES EEN OORDEEL GEVEN. 10 21

12 EROP GERICHT ZIJN DE EIGEN ERVARINGEN, IDEEËN, GEVOELENS EN WAARDERING IN MUZISCHE TALEN UIT TE DRUKKEN. 5/6

13 EROP GERICHT ZIJN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN TE EXPLOREREN EN ERMEE TE EXPERIMENTEREN. 1

14 TECHNISCHE VAARDIGHEDEN IN VERBAND MET MUZISCHE VORMGEVING TRACHTEN TE BEHEERSEN. 3

15 JE VOORSTELLINGSVERMOGEN, JE FANTASIE OF JE VERBEELDING DURVEN AANSPREKEN. 16

16 GERICHT ZIJN OP EEN OORSPRONKELIJKE VORMGEVING. 5/7 15

17 GERICHT ZIJN OP EEN VERSTAANBARE OF SPREKENDE VORMGEVING. 4/5

18 WERKEN VANUIT GELOOF IN EIGEN KUNNEN. 21

19 GENOEGEN BELEVEN AAN MUZISCH BEZIG ZIJN. 8

20 OVERAL MOGELIJKHEDEN TOT MUZISCHE VORMGEVING ONTDEKKEN EN TOEPASSEN. 2

21 HET MUZISCH BEZIG ZIJN ZELF KUNNEN VERRIJKEN EN STUREN (leren leren). 11 18

Beschrijving van deze 21 doelen: Leerplan Muzische opvoeding, Algemeen deel, p. 17- 22

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 7

Een leerlijn voor muzische opvoeding op basis van de doelen: verticale samenhang Drie pakketten Het spreekt vanzelf dat elk van deze doelstellingen worden nagestreefd afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Daarom wil deze leerlijn ook aandacht hebben voor de verticale samenhang van het onderwijsaanbod. In die zin wordt er in dit model gewerkt met drie pakketten doelen. Pakket 1 bevat de doelen bedoeld voor de kleuters en kinderen van het eerste leerjaar. Pakket 2 is bedoeld voor de kinderen uit het tweede, derde en vierde leerjaar. Pakket 3 bevat de doelen voor de leerlingen van vijf en zes. Door de doelen af te drukken in de respectievelijke kleuren van het muzisch domein is in dit model bijkomend een leerlijn per muzisch domein zichtbaar. Tegelijk is daardoor ook de samenhang van de verschillende domeinen onderling zichtbaar. Dat kan helpen bij de geïntegreerde aanpak van de verschillende domeinen binnen het leergebied muzische opvoeding. In de leerlijn worden de doelen telkens in dezelfde volgorde afgedrukt. Eerst, in zwarte tekst onder het algemeen doel, wordt verwezen naar de onderliggende doelen zoals die zijn opgenomen in het algemeen deel van het leerplan. Ze worden aangegeven met de afkorting „AD‟. Vervolgens volgen, telkens in dezelfde volgorde, de doelen van beeld, muziek, muzisch taalgebruik, bewegingsexpressie en drama. Geduldige leerlijn Voor het realiseren van de doelen wordt uitgegaan van respectievelijk vier (ks+ 1°lj.), drie (2°- 4°lj.) en twee (5° en 6°lj.) schooljaren om de doelen te realiseren. Deze „geduldige timing‟ vraagt vanzelfsprekend overleg en uitwisseling tussen de verschillende leerkrachten die bij de ontwikkeling van

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 8

dezelfde kinderen betrokken zijn gedurende deze periodes. Bij de tips voor het gebruik van deze leerlijn zijn daarvoor suggesties te vinden. Bij het tot stand komen van deze verticale verdeling werd uitgegaan van de leerlijnen die in de deelleerplannen werden aangegeven met de vertrouwde streepjescodes:

kennis maken met, aanzetten geven verwerven, systematisch en nadrukkelijk aangepakt verder integreren, verdiepen, verbreden geleidelijk aan op te bouwen attitudes

Achter elke doelstelling die in deze pakketten werd opgenomen wordt verwezen naar de plaats waar de doelstelling in het leerplan is terug te vinden. Dat lijkt ons handig om zo nodig bijkomende informatie en verduidelijking over de betreffende doelstelling terug te vinden. In pakket 1 worden een aantal doelstellingen opgesplitst in groeilijnen, conform de ontwikkelingslijnen bij de Ontwikkelingsaspecten van het Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool. Daarvoor werd de tekst van de oorspronkelijke doelen hier en daar aangepast. Het eerste streepje geeft dan telkens het eerste beheersingsniveau van de doelstelling aan. De codes onderaan de doelen verwijzen naar de oorspronkelijke doelstellingen in het leerplan. Bijvoorbeeld:

11 Over kunstzinnige expressie een oordeel geven OWP

- Ik kan vragen beantwoorden die peilen naar mijn mening over een kunstzinnige uiting. - Ik geef spontaan mijn mening over een kunstzinnige uiting. 8.13, 3.9, 3.10, 11.2, 14, 11, 6.4, 10

16 38 71 72 84

- Ik laat me bij het beoordelen van een muzische uiting leiden door de criteria die de leerkracht aanreikt.

- Ik laat me bij het beoordelen van kunstzinnige uitingen leiden door eigen criteria. 13, 4.4, 10.5

84

- Ik beschik over voldoende woordenschat om me, op mijn niveau, over kunst uit te drukken. - Ik beschik over een ruime woordenschat om me, op mijn niveau, over kunst uit te drukken. SD2, 11.3

38 62 63 71 73

OD3.1

Verwijzing naar doelen in leerplannen.

Verwijzing naar ontwikkelings-aspecten OWP

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 9

Concordanties In deze leerlijn worden er nog andere verwijzingen gemaakt. In pakket 1 wordt verwezen naar de ontwikkelingsaspecten uit het Ontwikkelingsplan van de kleuterschool en naar de Ontwikkelingsdoelen van de overheid. In pakket 2 en 3 wordt er bijkomend verwezen naar de eindtermen muzische vorming. Op die manier willen we ertoe bijdragen dat leerkrachten hun praktijk uitbouwen rond het voor hen bestemde leerplan en tegelijk over alle relevante informatie beschikken bij de eventuele verantwoording naar derden toe. Bijvoorbeeld:

1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen. ET

Ik kan geconcentreerd kijken, beluisteren, betasten, smaken, ruiken. AD1 1.2

Ik sta open voor muzische prikkels van buitenaf en neem de tijd om ze op mij te laten inwerken. AD1 6.1*

Ik communiceer met anderen over wat ik heb waargenomen. AD1 1.2

Ik ondersteun mijn waarneming door in mijn verbeelding beelden op te roepen. 4.1

Ik heb aandacht voor details in werkstukken. 4.2 1.3

Ik bekijk grote kunstwerken van op een afstand om een beter overzicht te hebben. 4.3 1.3

Meer over OD/ET: AKOV, Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs, Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming, Brussel, 2010. Of: www.ond.vlaanderen.be/basisonderwijs.

Een leerlijn voor muzische opvoeding op basis van de doelen: meer dan een opsomming van doelen Een goede leerlijn is een goede basis voor een goede doelgerichte werking. Zo een doelgerichte werking start vanzelfsprekend met goed voorbereide doelgerichte activiteiten. Daaronder verstaan we: activiteiten die leiden tot een verdere stap in de ontwikkeling van een leerling of een groepje leerlingen. Het moet met andere woorden mogelijk zijn om tijdens of na de muzische activiteit, bij de evaluatie, te duiden wat er wordt of werd geleerd. Het kan gaan om een techniek, een kennisonderdeel of een evolutie, hoe klein ook, op het vlak van het „zijn‟.

Algemeen doel uit het leerplan.

Verwijzing naar de overeenkomstige eindterm of

ontwikkelingsdoel

Verwijzing naar doel in deelleerplan beeld

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 10

Om die communicatie op weg te helpen werden de doelen uit de leerplannen, in deze leerlijn opgenomen als „ik-zinnen‟. We projecteren de doelstelling als het ware in de persoon van de leerling die dan kan zeggen: “Ik kan me inleven in een rol.” Of: “Ik kan de kleuren groen en oranje mengen.” Of: “Ik weet op welke manier ik het best iets kan waarnemen.” Vanzelfsprekend zullen kinderen soms ook vaststellen dat een vooropgestelde doelstelling nog onvoldoende werd gerealiseerd. Wij vonden het ook nuttig, om bij de doelen aan te geven om welke soort doelstelling het gaat: een kennisdoel, een vaardigheidsdoel of een

attitudinaal doel. Daarom staan er voor de doelen pictogrammen. Respectievelijk , en . Dat kan helpen om na te gaan op welke manier

er kan geëvalueerd worden. Vergeet niet dat valide evalueren inhoudt dat de evaluatieprocedure geschikt is om de doelstelling te evalueren. Op die manier kan je een vaardigheid zoals het bespelen van een instrument met een juiste techniek bijvoorbeeld gemakkelijk evalueren via een testje en kan naar verworven kennis gepeild worden met enkele weet-vraagjes. Of een kind een open houding ten opzichte van het nieuwe heeft is dan weer niet te testen, maar kan wel besproken worden tijdens een gesprek, of kan aangetoond worden vanuit een portfolio. Meer over evaluatie van muzische opvoeding: DE RUYSSCHER, K., in Leerlingen evalueren in de basisschool, PLantijn, Mechelen, 2009, hoofdstuk 7, p.209 -238.

Bijvoorbeeld:

14 Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen.

Ik zoek spontaan naar nieuwe technieken die kunnen bijdragen tot een betere zelfexpressie. AD14

Ik streef naar een zeker „métierschap‟ binnen één of meerdere muzische talen. AD14

Op mijn niveau beheers ik de beeldtaal. 6.2

Ik ken de verschillende beeldaspecten: licht ( 9.3, 9.4), ruimte ( 10.4, 10.6, 10.7, 10.8, 10.9, 10.10, 10.11, 10.12), lijn (11.2, 11.3, 11.4, 11.6, 11.7), vorm (12.5, 12.6, 12.7,12.8, 12.9, 12.10), kleur (13.3, 13.4, 13.5, 13.6, 13.7, 13.8, 13.9, 13.10, 13.11, 13.12, 13.13), compositie (14.4, 14.5, 14.6, 14.7, 14.8, 14.9) en textuur (15.2, 15.3) en pas die toe in mijn beeldend bezig zijn. 3.1, 3.2, 3.4, 3.8.

1.5

Het zal de aandachtige lezer van de leerlijn niet ontgaan dat bepaalde doelen, ook al komen ze uit de verschillende muzische domeinen, zeer veel gelijkenis vertonen. Dat ze ondanks die gelijkenis toch zijn opgenomen, heeft alleen te maken met het streven naar volledigheid. Op een aantal plaatsen staan er meerdere codes achter een doelstelling. Bij de doelen over de beeldsaspecten () is dat bijvoorbeeld het geval. Het is interessant om er dan even het deelleerplan op na te slaan en te kijken wat de precieze draagwijdte is van deze doelstelling.

Gericht op verwerven van een houding.

Gericht op verwerven van kennis én vaardigheid.

Gericht op verwerven van kennis.

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 11

Tips voor het gebruik van de leerlijn

Voorzie voldoende tijd voor de inhoudelijke verkenning van het Leerplan muzische opvoeding vooraleer met deze leerlijn aan de slag te gaan. In die zin „vervangt‟ dit model van leerlijn het leerplan niet. Het maakt de concrete realisatie van het leerplan wel handiger en is dan ook bedoeld als een synthesedocument voor dagelijks gebruik in de praktijk. Het heeft echter weinig zin dit document te gebruiken zonder inzicht in „beschouwen‟ en „creëren‟, kennis van de muzische domeinen en inzicht in de betekenis van de algemene doelen. De leerlijn is bedoeld voor gebruik door het volledige schoolteam. Pas dan kan er echt samenhang gerealiseerd worden. Dat veronderstelt ook een bereidheid bij de teamleden om met elkaar te communiceren en informatie uit te wisselen. Niet één keer, maar elk jaar opnieuw. Geen enkele klasgroep, geen enkele leerling is namelijk dezelfde. Dat kan door doorheen het jaar, bij de voorbereiding van de onderwijsactiviteiten, aanduidingen te maken in dit document van nagestreefde en/of gerealiseerde doelen en deze aan elkaar door te geven bij de doorschuif van leerlingengroepen. Bij de opstart van de leerlijn verdient het aanbeveling dat elke leerkracht het pakket dat betrekking heeft op zijn leerlingengroep aandachtig doorneemt. Dat heeft twee bedoelingen. Enerzijds nagaan of de doelen wel voldoende duidelijk zijn. Anderzijds, zicht krijgen op de vooropgestelde doelen voor zijn leerlingen. Onduidelijkheden dienen sowieso met het team besproken te worden. Ook over het dagelijks gebruik van de leerlijn worden best afspraken gemaakt. Doordat dit model van leerlijn te downloaden is van op de website van het VVKBaO, is het ook gemakkelijk aan te passen aan de noden van het team. Er kunnen kolommen toegevoegd of gewijzigd worden. Er kunnen bijkomende verduidelijkingen worden aangebracht. Enzovoort. Onthoud in elk geval dat niet alle opgenomen doelstellingen binnen één schooljaar dienen gerealiseerd te worden! Mits de nodige afspraken binnen het team en de inachtneming van de drie tips voor de praktijk kan het geen probleem zijn om tegen het einde van het eerste, het vierde en het zesde leerjaar de vooropgestelde doelen van elke pakket in „voldoende mate‟ bij de „meeste leerlingen‟ gerealiseerd te hebben. Bij deze leerlijn werd de portfolioformule Muzenbum ontwikkeld. Alle informatie daarover is te vinden op www.vvkbao.be,> leergebieden> muzische opvoeding> documentatie> Muzenbum. Daar vind je deze leerlijn ook terug in de vorm van een handige doelenklapper. Wij hopen dat dit model van leerlijn een handig middel kan zijn bij de realisatie van kwalitatieve muzische opvoeding in elke klas.

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 12

KLEUTER EN EERSTE LEERJAAR

Verwijst naar houdingen, attitudes Verwijst naar vaardigheden

Verwijst naar kennis

OWP

OD/ET

1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen.

- Wanneer ik ertoe word uitgenodigd, gebruik ik bepaalde zintuigen bij het waarnemen. - Ik gebruik spontaan al mijn zintuigen bij het waarnemen. SD26,SD 27, SD33

53

Ik weet al op welke manier ik bepaalde dingen het best kan waarnemen: door te voelen, te kijken, te luisteren,…

SD33

53 54

- Ik kan goed waarnemen. - Ik neem echt de tijd om waar te nemen, om de dingen op me te laten inwerken. 4.4

53

- Bij het waarnemen heb ik vooral oog voor het geheel. 4.3 - Bij het waarnemen heb ik al aandacht voor details en nuances. 4.2

54

- Ik heb reeds heel wat ervaringen opgedaan via het betasten van voorwerpen en materialen. - Ik kan heel wat voorwerpen en materialen herkennen door ze te betasten. SD26, SD27, SD33

57 OD1.2

- Ik heb reeds heel wat ervaringen opgedaan met mijn reukzintuig. - Ik slaag er in om typische geuren uit de omgeving te identificeren. SD26, SD27, SD33

58

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 13

- Ik heb reeds heel wat ervaringen opgedaan rond smaken. - Ik kan al typische smaken identificeren. SD26, SD27,SD33

59

- Ik kan vragen beantwoorden over wat ik heb waargenomen. - Ik kan vlot communiceren over wat ik heb waargenomen. 5.3,1, 1.6

53 OD1.3

- Ik kan in algemene termen uitdrukken wat ik heb waargenomen. - Ik kan genuanceerd uitdrukken wat ik heb waargenomen. 11.1, 5.2

71 72

- Bij het kijken herken ik duidelijke vormen en contrasten (kleur, vorm, structuur, patroon, …). - Bij het kijken heb ik oog voor details en nuances. SD1, SD26, SD33, SD37

55 54

OD1.1

- Ik kan geluidsbronnen herkennen en benoemen. 5 - Bij het beluisteren van dingen heb ik aandacht voor de nuances van wat ik hoor (klanksterkte,

klankrichting, klankduur, klankkleur,…) 7

56 54

OD2.1

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 14

2 De wereld, en in het bijzonder de muzische expressie ervan, met een open houding benaderen

OD6.1

- Ik sta open voor het onbekende. - Ik zoek actief contact met het nieuwe rondom mij. 1, SD14, 14.2, 2.3

11 OD6.1

Bij het ontdekken van de wereld ga ik op zoek naar vertrouwde herkenningspunten en houvast.

11 12 14 53 81

Ik ga muzisch om met de wereld rondom mij: heel spontaan, open, onbevangen, speels, origineel, vindingrijk, onbevooroordeeld, ontvankelijk, kritisch, … 14.3, 2.4

14 39 40 41 42 43

OD6.1

Ik kan me laten inpalmen door de verwondering voor verrassende dingen rondom mij. 12.2, 2, 3.3, 3.5

29

OD4.6

Ik sta optimistisch in het leven.

1 4

Ik benader de wereld realistisch.

60

In mijn spontaan spel ben ik muzisch. 37 OD1.5 OD6.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 15

3 De muzische expressievorm aanvoelen, begrijpen en waarderen

- Ik ben vertrouwd met verschillende muzische expressievormen. - Ik ben vertrouwd met de eigen mogelijkheden van de verschillende muzische expressievormen.

38

- Wanneer iemand me er op wijst, herken ik vertrouwde technieken en materialen die anderen gebruiken in hun creatief werk.

- Ik herken heel wat technieken en materialen die anderen gebruiken in hun expressie. SD1, SD4, SD34

38 53

- Ik voel aan wanneer een bepaalde expressie me raakt of niet raakt. - Ik voel aan en kan zeggen waarom een bepaalde expressie me raakt of niet raakt. SD2

38 16

Ik weet dat materialen en instrumenten me kunnen helpen om me te uiten. SD11, SD36

38 79 83

Ik maakte kennis met de verschillende materialen en beelden als middel om ervaringen uit te drukken: beeldend werken (tekenen, schilderen, kleven, stempelen, boetseren,…) en beeldtaal (foto‟s, video, televisiebeelden, computerbeelden, …). 3, SD3

41 OD1.1 OD1.3

- Al spelend ontdek ik de verschillende beeldaspecten: licht, kleur, vorm, lijn, ruimte, compositie en textuur. SD3, SD4 - Ik maakte kennis met de verschillende beeldaspecten: licht (9.1), ruimte (10.1, 10.2), lijn

(11.1), vorm (12.2), kleur (13.1, 13.2, 13.4), compositie (14.2) en textuur (15.1). 3 -Ik herken de verschillende beeldaspecten in twee- en driedimensionaal beeldend werk. 3

41 53 64 81

OD1.2

- Ik maakte kennis met de wereld van klank en muziek (van omgevingsgeluiden tot muzikale meesterwerken). 5

- Ik herken eigenschappen van klanken en muziekstukken: ritme, klankduur, klanksterkte, melodie, klankkleur, samenklank, … 7

40 OD2.1 OD2.2 OD2.3

- Ik maakte luisterend en creatief kennis met speels taalgebruik en poëzie. - Ik ken de mogelijkheden van klanken, klank- en stemnuances, accentuering en intonatie, rijm,

ademhaling, articulatie, …om me muzisch te uiten. 3

42 OD3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 16

- Ik maakte kennis met bewegingsexpressie, meebewegen op muziek, dansexpressie, pantomime, … 5

- Ik ken de mogelijkheden van het lichaam als vertolker van muzische ervaringen via lichaamstaal, lichaamsbeweging en mimiek. 5

39 OD4.6

- Ik maakte kennis met het spelend uitbeelden van verhalen, eigen ervaringen, gedachten, belevingen, ideeën, gevoelens … 2.4, 2.7

- Ik herken vormen van lichaamstaal. 1.1 - Ik herken verschillende spelvormen en het materiaal dat erbij hoort. 1.4 - Ik ben verwonderd over de uitdrukkingsmogelijkheden bij dramatisch spel. 3

43 OD3.5

4 Gevoelig zijn voor het overdrachtelijke of symbolische karakter van een muzische expressievorm

OD5.1

- Ik probeer de boodschap achter een kunstzinnige uiting te begrijpen. - Ik begrijp de boodschap achter een kunstzinnige uiting. SD1, 4, 9.1

38 OD2.3

Ik weet dat de muzische uiting van iemand een boodschap in zich kan dragen. 2, 4, 3.4, 3.7

OD5.4

Ik kan meegaan in de fantasie van een ander.

14

Ik neem de kunstzinnige uitingen van de anderen in me op en tracht de beleving achter hun uitingen te begrijpen. SD2, 4.5, 2, 4, 3.4

22 60

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 17

5 De ander in zijn expressie willen ontmoeten

- Wanneer ik ertoe word uitgenodigd, heb ik interesse voor de kunstzinnige uitingen van anderen. - Ik toon spontaan interesse voor de kunstzinnige uitingen van anderen. 14

10

- Ik ben geboeid door de muzische uitingen van vertrouwde personen. - Ik ben geboeid door de muzische uitingen van iedereen, ook van personen die ik minder goed of

niet ken. 5.4, 4

10

- Ik kan me meelevend verplaatsen in de gedachten, gevoelens en waarnemingen van anderen. - Ik hou rekening met de gedachten, de gevoelens en waarnemingen van anderen. 12.3, 5, 4

22 OD6.4

- Ik geniet van het samen met de anderen muzisch bezig zijn. - Ik ga op zoek naar de andere om samen te genieten van het muzisch bezig zijn.

6 10 12 20

- Ik kan genieten van de kunstzinnige uiting van anderen. - Ik neem de kunstzinnige uitingen van anderen in me op en tracht de beleving achter de uitingen te

begrijpen. SD18

9 22 54

OD4.6

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 18

6 De band leggen met de eigen innerlijke wereld

- Ik ervaar in de expressie van anderen gevoelens en gedachten die ook bij mij leven. - Ik herken in de expressie van anderen gevoelens en gedachten die ook bij mij leven. SD20, 12.3, 10.4

15

- Ik ervaar hoe anderen in dezelfde situatie hetzelfde ervaren als ik. - Ik houd er rekening mee dat anderen in eenzelfde situatie heel andere gevoelens kunnen hebben. 12.3, 10.4

22 9

Via de kunstzinnige expressie van anderen kan ik wel tot rust komen.

7 30

7 Willen kennis maken met de wereld van de kunst OD6.5

- Na uitnodiging daartoe ben ik bereid kennis te maken met kunst. - Ik neem zelf initiatief om kennis te maken met de kunst. 1, SD14, SD34, 7, 2.4, 2.7

38 10 12

Ik heb spontaan oog voor elementen van kunstzinnige expressie rondom mij. SD33

38

Ik heb interesse voor het kunstzinnige en weet de voor mij bestemde informatie erover te vinden. SD38, 7, 9.1, 9.2

81

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 19

8 Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk OD6.2 OD6.5

- Ik beleef plezier aan mijn eigen expressieve en kunstzinnige expressie. - Ik beleef ook plezier aan andermans expressieve en kunstzinnige expressie en aan het muzisch

bezig zijn in groep.

6 OD6.2 OD6.5

- Ik beleef plezier aan kunst en aan muzische expressie. 8

6

OD6.2 OD6.5

- Ik kan genieten van „het schone‟ in de kunst.

6 29

OD6.5

- Ik draag zorg voor mijn creatief werk. - Ik koester echt mijn creatief werk. SD24

2 3 13

- Ik beleef plezier op een uitbundige manier. - Ik beleef plezier op een rustige manier. - Ik beleef plezier op een genuanceerde manier en ik kan dat ook verfijnd uiten. 8

6 16 71 73

Ik kan genieten van beelden en van beeldende kunsten. SD14, 15

6 41

OD6.5

Ik kan genieten van het creatief spel met klanken en ritmes en van muziek in het algemeen. 6 40

OD2.5 OD6.2 OD6.5

Ik kan genieten van de speelse omgang met taal, van verhalen, vertellingen, poëzie, kinderboeken, … 8

42 OD6.2 OD6.5

Ik kan genieten van de bewegingsexpressie van anderen en van elke kunstzinnige expressievorm met beweging, dans, mime, pantomime, … 5.4

6 39

OD4.6 OD6.2 OD6.5

- Ik kan geboeid kijken en luisteren naar poppenspel, verhalen, toneel over alledaagse situaties met weinig personages en met een eenvoudige verhaallijn.

- Ik kan geboeid kijken en luisteren naar vormen van spelend uitbeelden met meer personages, een echte plot en fantasievolle situaties. 2

6 10 43

OD3.5 OD6.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 20

9 Over kunst communiceren

- Ik denk na over mijn expressie en kan daarover vertellen aan anderen die daarom vragen. - Ik denk na over mijn eigen en andermans expressie en kan daar spontaan over communiceren

met anderen. 2, 11.1, 11.3, 5.5, 10.4

3 60 71 84

OD3.1 OD3.5

Ik kan luisteren naar anderen wanneer die zich uitdrukken over hun kunstbeleving.

10 38

Ik kan respect opbrengen voor de eigen manier waarop anderen zich expressief uiten. 16, 17, 14.3, 4

17

Ik beschik over voldoende woordenschat om me op mijn niveau over kunst uit te drukken. 3.2, 7, 9.1, 10.1, 10.2, 11.3, 12.2, 12.3, 13.2, 13.3, 14.1, 14.2, 15.1, 32

38 62 63 71 73

10 Ervaren dat het schoonheidsbeleven of de smaak van mensen verschilt OD6.4

- Ik voel aan dat de meningen over een kunstzinnige uiting kunnen verschillen van persoon tot persoon.

- Ik hou er rekening mee dat de meningen over kunst of een kunstzinnige uiting verschillend kunnen zijn van persoon tot persoon.

SD19, 14.2

17 22 84

Ik sta open voor andere meningen. SD19

17

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 21

11 Over kunstzinnige expressie een oordeel geven

- Ik kan vragen beantwoorden die peilen naar mijn mening over een kunstzinnige uiting. - Ik geef spontaan mijn mening over een kunstzinnige uiting. 8.13, 3.9, 3.10, 11.2, 14, 11, 6.4, 10

16 38 71 72 84

- Ik laat me bij het beoordelen van een muzische uiting leiden door de criteria die de leerkracht aanreikt.

- Ik laat me bij het beoordelen van kunstzinnige uitingen leiden door eigen criteria. 13, 4.4, 10.5

84

- Ik beschik over voldoende woordenschat om me, op mijn niveau, over kunst uit te drukken. - Ik beschik over een ruime woordenschat om me, op mijn niveau, over kunst uit te drukken. SD2, 11.3

38 62 63 71 73

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 22

12 Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken

37 14 62

Ik kan mijn ervaringen, gevoelens, ideeën uitdrukken a.d.h. van materialen en beelden, muziek, bewegingen, muzische taal en dramatische spelvormen die mij worden aangereikt.

14 37 62

Ik kies zelf de materialen, de bewegingen, de rollen, de muziek in functie van wat ik wil uitdrukken. 8.1, 8.5

12 14 38 79 83

Ik besef dat het de moeite waard is om te proberen me te uiten en ik weet dat ik daar plezier kan aan beleven.

OD6.2

Ik kan mijn ideeën, gevoelens en ervaringen uitdrukken in materialen en beelden. 7, 12, 30, 36 14 37 41 62

OD1.5

- Ik kan mijn ideeën, gevoelens en ervaringen uiten via klank en muziek. - Ik ken de verschillende uitdrukkingsmogelijkheden van muziek en gebruik die bewust. 9.1

14 37 40 62 63

OD2.2

Ik kan mijn ideeën, gevoelens en ervaringen uiten door een speelse en creatieve omgang met taal. 12

14 37 42 62

OD3.1 OD3.2 OD3.3

- Ik kan mijn ideeën, gevoelens en ervaringen uiten met bewegingen en lichaamshoudingen. - Ik kan op genuanceerde wijze via bewegingsexpressie uitdrukking geven aan mijn gevoelens,

ideeën en gedachten. 4.3, 4.4

14 16 37 39 43 62

Ik kan samen met anderen een bewegingsopdracht- of verhaal uitvoeren.

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 23

Wat ik waarneem kan ik al spelend uitbeelden. 6.1

14 19 22 37 43 54

OD4.2 OD4.4

Ik kan mijn eigen ervaringen, belevingen, gedachten, gevoelens of ideeën creatief spelend uitbeelden. 5, 6

14 19 22 37 43 54

OD4.2 OD4.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 24

13 Erop gericht zijn de muzische expressievormen te exploreren en ermee te experimenteren.

OD6.2

Ik kan genieten van het explorerend experimenteren met werkvormen, materialen en technieken. 6

39 40 41 42 43

Ik probeer al doende de wereld rondom mij speels, fantasierijk en onbevangen te exploreren. 5, 1

14 37 53

OD6.2

Ik ben bereid met bepaalde materialen te experimenteren en de mogelijkheden ervan te onderzoeken.

11 12 14 53 64 81

OD1.2

- Al doende heb ik al heel wat ervaringen opgedaan met de verschillende manieren waarop ik mij kan uitdrukken.

- Ik experimenteer spontaan met materialen en technieken om hun vele mogelijkheden te ontdekken.

14 53 60 81

OD6.2

- Ik verken het materiaal waarmee ik me beeldend wil uitdrukken. 16, 28 - Ik experimenteer vrij en gericht met materiaal. 17, 28

37 41 53 60

Door het maken van werkstukken ontdek ik de verschillende mogelijkheden van materialen en beelden. 5.2

41 63 81

OD1.2

Ik experimenteer met allerlei twee- en driedimensionaal materiaal. 5, 28

41 53 60

- Ik verken al experimenterend de verschillende klankmogelijkheden van bijvoorbeeld voorwerpen, van instrumenten of van de stem, …1, 2.1

- Ik probeer de eigenschappen van geluiden en de verschillen ertussen te ontdekken. 5.1, 5.2

40 53 60 81

OD2.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 25

Ik experimenteer met lichaamshoudingen en bewegingen bij muziek. 10.2 14 39 40 53

Ik experimenteer met de expressiemogelijkheden van mijn lichaam. 1.2, 2.1, 3.1 16 19 22 37 39 43

Ik durf expressief en ongegeneerd te bewegen zonder expliciete aandacht voor een mooie vormgeving. 1.3, 1.5

3 12 14 37

OD4.3

Ik experimenteer met bewegingen en lichaamshoudingen. 1, 2.1, 3.1

39 43 49 53

Ik beweeg spontaan mee op muziek. 1.3

14 37 39 40 49 51 63

OD4.1

Ik ervaar hoe eenzelfde boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. 3.7, 7.3

14 43

OD3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 26

14 Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen.

OD1.4

- Ik ben vertrouwd met de basistechnieken en verken eenvoudige expressietechnieken. - Ik slaag erin om vertrouwde technieken te combineren of nieuwe technieken te gebruiken bij mijn

creatief werk.

11 14 53 60 64 81

Ik toon belangstelling voor technieken die nodig zijn binnen een bepaald muzisch domein om vorm te geven aan wat in mij leeft.

Ik kan grote werkstukken maken. SD30

41 82

OD1.4

Ik kan kleine, fijnere werkstukken maken. SD30

37 41 45 82

OD1.4

Ik ken de uitdrukkingsmogelijkheden van materialen en beelden en kan deze gericht gebruiken. 8.5, 8.1

37 41 61 64 79 80

OD1.4

Ik kan een bepaalde techniek op de juiste wijze toepassen om datgene uit te drukken wat ik wil uitdrukken. 8.5, SD3

37 41 78 83

OD1.4

Ik kan materialen combineren om tot eigen constructies te komen. 7

41 78

OD1.4

Ik kan voor mij bestemd materieel nodig om materiaal te bewerken, benoemen en het juist en veilig gebruiken. 18

41 45 78

Ik ken middelen om verschillende materialen aan elkaar vast te maken en kan ze gebruiken. 19

41 64 78

OD1.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 27

Ik kan een eenvoudig ritme of melodie herkennen. 7.1

56 70

OD2.1 OD2.2

Ik kan vlot bewegen op muziek. 10

39 40 49 50 51

OD2.3 OD4.1

Ik zing en speel mee met de leid-st-er en de andere kinderen. 13.2

20 21 40

OD2.3

- Ik gebruik mijn stem goed. 1.3 - Ik kan goed meezingen met de anderen. 1.4

OD2.5

Ik kan musiceren met zelfgemaakte of bestaande instrumenten. 2.2, 2.3

40 45 51

OD2.5

Ik kan eenvoudige media hanteren die muziek brengen (bv. een cd-speler). Z3.3

64 78

Ik kan voor mij bedoelde ritmische klanknabootsingen en korte versjes nazeggen. 14

21 42 73

OD3.3

Ik kan nieuwe woorden en uitdrukkingen bedenken. 14

42 71 77

Ik ga creatief om met woorden en beelden om een boodschap vorm te geven. 14

37 41 42 71 75

OD3.3

Ik kan eenvoudige korte versjes expressief naar voren brengen ondersteund door lichaamstaal, beelden en materialen. 14

37 42 43 71 73

OD3.4

- Ik kan luisteren naar eenvoudige versjes en ze mee zeggen.14 - Ik kan langere versjes met minder ondersteuning naar voor brengen. 14

77 OD3.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 28

Ik ken de mogelijkheden van mijn lichaam als vertolker van wat er in mij leeft. 2, 3

3 16

OD4.5

Ik kan waargenomen klanken (muziek, ritmes, …) omzetten in beweging. 1.4

39

Wanneer ik iets uitdruk met mijn lichaam maak ik gebruik van houdingen, kracht, bewegingen, ritme, ruimte en tijd. 3

37 39 44 45 46 49 50 51

Ik dans en beweeg mee met de anderen en volg daarbij de gangbare manier van doen. 4.1, 4.2 17 21 39 54

OD4.2

- Ik kan mensen en dieren imiteren door me in te leven in hun gedrag. 6.1 - Ik kan in een eenvoudig rollenspel één figuur uitbeelden door bewegingsspel en woord te

combineren. 6.6, 6.7, 8.7

19 22 37 43 62 63

OD3.2

Ik tracht een rol uit te bouwen tot een samenhangend geheel. 3.1

19 43 80 85

OD3.4 OD3.3

Ik kom al tot samenspel in dramatisch spel. 2.5

17 19 20 21 22 43

OD3.2

Ik kan het gedrag van volwassenen en andere kinderen nabootsen. 6.1

19 22 39 43

OD3.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 29

15 Je voorstellingsvermogen, je fantasie of je verbeelding durven aanspreken. OD6.5

Ik laat me inspireren door de fantasie en de vindingrijkheid van anderen.

14 34 62

Ik spreek mijn fantasie of verbeelding aan bij het creëren of verzinnen van ingebeelde situaties. 5.2

14 62

Ik kan meegaan in de fantasiewereld van anderen. 6.2

14 15 17 22 62

Ik kan me fantasierijk inleven in een rol. 6

14 19 22 37 43

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 30

16 Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving OD6.3 OD6.5

- Ik volg observerend wat anderen rondom mij doen. - Ik ga spontaan op zoek naar een originele en unieke vormgeving. 8.2, 1.4, 16, 1.5, 7.3

14 37

- Ik volg bij mijn creatieve uitingen de gangbare manier van doen. - Bij het oplossen van muzische problemen gebruik ik vertrouwde oplossingswijzen.

37 78 83

- Ik tracht me uit te drukken op een zeer eigen en originele manier. - Bij het oplossen van muzische problemen ga ik op zoek naar originele ideeën en expressieve uitingen. 7, 7.3

14 37 78 83

Ik probeer me in beelden uit te drukken op een originele, doorleefde een oorspronkelijke manier. 7, SD39

14 37 41

OD1.5

Ik probeer me via klanken en muziek uit te drukken op een originele, doorleefde en oorspronkelijke manier. 1.4

16 37 40

Ik probeer me via een speelse omgang met taal op een originele, doorleefde en oorspronkelijke manier uit te drukken. 16

14 37 42 71 73

Ik probeer me via beweging uit te drukken op een originele, doorleefde en oorspronkelijke manier. 1.5

14 37 39

OD4.3

Bij het spelend uitbeelden probeer ik me op een originele en doorleefde manier uit te drukken. 7.4

16 37 39 42 43 70

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 31

17 Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving.

Ik kan met vertrouwde expressietechnieken herkenbaar en creatief vorm geven aan persoonlijke ervaringen. SD2, 9.1, 10, 17, 8.7

14 37

- Ik kies zelf de materialen en instrumenten die me kunnen helpen me beter te uiten. - Ik kies gericht de materialen en instrumenten die me kunnen helpen me beter te uiten. - Ik kies zelf én gericht de materialen en de instrumenten die me kunnen helpen me beter te uiten. 6.3

12 14 38 79 83

Ik probeer via de mij aangeboden expressievorm mijn boodschap zo vorm te geven dat anderen me begrijpen. 3.2, 6.8,8.5, 8.6

22 37

Ik kies bewust de expressievorm die aansluit bij de inhoud van mijn boodschap. SD11, 5.3, 8.1

37 38 79

Als ik merk dat anderen mijn boodschap niet goed begrijpen, vraag ik tips om de zeggingskracht van mijn creatief werk te verhogen. SD19, SD20, 6.3, 10.4, 10.8, 10.9

12 83 84

OD3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 32

18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen OD6.3

- Wanneer anderen erom vragen toon ik hen mijn creatieve uitingen. - Ik toon spontaan en zonder gêne mijn creatieve uitingen aan anderen. SD10, 12.1, 18, 1.5, 7

2 3 12 37

Wat in me leeft, wil ik op een eigen persoonlijke manier uiten. 7, 18, 7.4, 5.4

3 16 37

Ik ga op een goede manier om met mijn eigen beperkingen. SD40, 1.6, 6.1, 7.1

2 78 83

Ik kan en durf verhalen en versjes naar voor brengen. 18

3 42 71 72

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 33

19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn.

OD6.2 OD6.5

OD1.5 OD3.5 OD2.5 OD4.6

Ik besef dat het de moeite waard is me muzisch te uiten en ik weet dat ik daar plezier kan aan beleven.

4

Ik beleef plezier aan het muzische handelen en het muzisch bezig zijn. SD7, 19, 2

6 14

Ik kan genieten van en beleef plezier aan het explorerend experimenteren met werkvormen, materialen en technieken.

6 14

Ik geniet van het persoonlijk muzisch bezig zijn. SD7, 19, 2

6 13

- Ik geniet van het muzisch bezig zijn in groep en de verbondenheid die ik daarbij ervaar. - Ik beleef plezier aan expressieve en kunstzinnige expressie en aan het muzisch actief zijn in groep. 13.2, 2.5

6 9 21

Tijdens muzische activiteiten werk ik de opdrachten die ik krijg uit. 8.6, 8.7, 8.8, 8.9

13 82

Tijdens muzische opvoeding kan ik geconcentreerd, aangehouden, tijdvergetend en geëngageerd bezig zijn. 8.4, 8.9

13 14 85

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 34

20 Overal mogelijkheden tot muzische vormgeving ontdekken en toepassen

OD6.2

Wanneer iemand spontaan iets muzisch doet kan ik daarvan genieten. 6 14 38

Wanneer iemand spontaan iets muzisch doet, doe ik graag mee. 14 20 21

Waar ik kan probeer ik iets „kunstzinnigs‟ toe te voegen: een liedje, een versiering of een grapje. 5, SD36, 20

14 38 63

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 35

21 Het muzisch bezig zijn zelf kunnen verrijken en sturen

- Ik laat me inspireren door het creatieve werk van anderen om mijn expressie te verruimen. - Ik laat me inspireren door het creatieve werk van anderen en ga daar creatief mee om. SD20, SD34, 14.1, 14.2, 5.4

10 60

OD6.1

Ik kan goed samenwerken met anderen. SD21, 5.2, 12.3, 13.2, 2.5

9 20 21

Ik laat me tijdens mijn muzisch handelen leiden door de tips en suggesties van anderen. 8.13, 10.6, 10.8, 10.9

17 38 81 83

Ik ga tijdens mijn muzisch handelen zelf geregeld na of ik nog wel goed bezig ben. 8.10, 8.11, 8.12, SD25, 13.1

60 78 83 84

Vanuit vroeger opgedane ervaringen probeer ik spontaan de zeggingskracht van mijn creatief werk te verhogen. 6, 21, 10.9

38 63 83

Ik kan op basis van persoonlijke voorkeuren keuzes maken. 79

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 36

TWEEDE – VIERDE LEERJAAR

Verwijst naar houdingen, attitudes Verwijst naar vaardigheden

Verwijst naar kennis

ET

1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen.

Ik kan geconcentreerd kijken, beluisteren, betasten, smaken, ruiken. AD1 1.2

Ik sta open voor muzische prikkels van buitenaf en neem de tijd om ze op mij te laten inwerken. AD1 6.1*

Ik communiceer met anderen over wat ik heb waargenomen. AD1 1.2

Ik ondersteun mijn waarneming door in mijn verbeelding beelden op te roepen. 4.1

Ik heb aandacht voor details in werkstukken. 4.2 1.3

Ik bekijk grote kunstwerken van op een afstand om een beter overzicht te hebben. 4.3 1.3

Ik gebruik al mijn zintuigen bij het beschouwen. SD 27 1.2

Bij het luisteren naar klanken en muziek kan ik wat ik hoor omzetten in eenvoudige beelden of klanksymbolen. 6.1

2.1

Ik herken en ervaar klankverschillen en muzikale tegenstellingen via beweging. 10.1 2.1

Ik kan kenmerken van klank en muziek in tijd en ruimte via bewegingen ervaren. 10.2 2.1

Ik kan klank- en stemnuances onderscheiden en erover nadenken. 1 3.3

Ik kan vormen van lichaamstaal herkennen. 1.1

Ik kan een dramatisch spel geconcentreerd bekijken, beluisteren en beleven. 10.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 37

2 De wereld, en in het bijzonder de muzische expressie ervan, met een open houding benaderen

6.2*

Ik benader onbevangen en vol bewondering het nieuwe in de wereld. AD2 6.2*

Ik laat me in het benaderen van de expressie van anderen niet leiden door clichés en vooroordelen. AD2

6.2*

Ik ben nieuwsgierig naar beelden en naar wat ze te zeggen hebben. 1.1 1.3

Ik treed de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet. 12.2 2.1

Ik sta open voor taal en taalgebruik en kan me daarover verwonderen. 2 3.1*

Ik kan me inleven in een boodschap. 2

Ik ben geboeid door de bewegingsexpressie van anderen. 5.4 4.1*

Ik sta open voor de nieuwe dingen in mijn omgeving die een inspiratiebron kunnen zijn voor mijn dramatisch spel. 2.3

Ik kan me verwonderen over de mogelijkheden om via woord, gebaar, beeld en klank te communiceren. 3.3

3.1*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 38

3 De muzische expressievorm aanvoelen, begrijpen en waarderen 6.1*

Ik ben vertrouwd met de verschillende elementen van beeldtaal, klank- en muziektaal, bewegingstaal (lichaamstaal), verbaalmuzische taal, de taal van drama. AD3

Bij het bekijken van beelden ga ik op zoek naar de gebruikte technieken en materialen. 3.2 5.2

Ik herken de aard van een beeldend werk (een schilderij, een beeldhouwwerk, …) 3.5 1.3

Ik zie dat de wereld rondom ons in beelden „spreekt‟. 2.1 1.2

Ik herken de verschillende beeldaspecten: licht (9.2, 9.3), ruimte (10, 10.9), lijn (11.2, 11.3), vorm (12.3, 12.6, 12.9), kleur (13.4, 13.10, 13.11, 13.12, 13.13), compositie (14.4, 14.5) en textuur (15.1, 15.2). 3.1, 3.2, 3.4, 3.8.

1.2

Ik kan de kenmerken van de geluidsomgeving onderscheiden en bewust ervaren. 5.1 2.1

Ik ervaar klankeigenschappen en muzikale tegenstellingen en kan die benoemen. 5.2 2.1

Ik kan eenvoudige melodie- en ritmepartijen herkennen en vergelijken. 7.1 2.1

Ik kan een bepaald klankkeur herkennen en met eigen woorden beschrijven. 7.3 2.1

Ik ken de mogelijkheden van klanken, klank- en stemnuances, accentuering en intonatie, rijm, ademhaling, articulatie, …om me muzisch te uiten. 3

3.2

In mijn nadenken over „Wat is de weg en wat zijn de middelen?‟ heb ik aandacht voor expressieve aspecten van taal, figuurlijk taalgebruik en stijl. 3

3.2

Ik kan illustreren hoe beweging en dans waardevol zijn in het dagelijks leven, hier en in andere culturen. 5.5

3.4

Ik kan vaststellen hoe een boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. 3.7

3.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 39

4 Gevoelig zijn voor het overdrachtelijke of symbolische karakter van een muzische expressievorm

Ik begrijp de boodschap achter een kunstzinnige uiting en kan die duiden. AD4 1.3 5.5

Ik leef me in in de manier waarop iemand aan zijn beleving een eigen vorm geeft en tracht dat mee te beleven. AD4

Ik durf mee te gaan in de verbeelding of de fantasie van anderen. AD4

Ik durf op een open en spontane manier mijn eigen verbeelding en fantasie aan te spreken. AD4

Ik kan talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren op betekenisniveau: figuurlijk taalgebruik, letterlijke en overdrachtelijke betekenis of beeldspraak.4

Ik kan talige boodschappen interpreteren naar betekenis. 4

Ik ervaar hoe een boodschap via dramatisch spel wordt gebracht. 3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 40

5 De ander in zijn expressie willen ontmoeten 6.5*

Ik ben benieuwd naar de mens achter elke muzische creatie. AD5

Ik leef me in in de leef- en gevoelswereld van de mens(en) achter een creatie. AD5

Ik kan inspelen op de anderen tijdens muzische activiteiten. AD5

Ik zoek spontaan de andere op in zijn expressief bezig zijn. AD5

Ik ervaar en geniet van de verbondenheid met de anderen tijdens muzische activiteiten. AD5

In de beeldende expressie „de andere‟ trachten te ontdekken. SD18

Ik zoek in beelden naar de bedoeling ervan. 3.7

Ik heb eerbied voor het werk van anderen. SD 17 6.5*

Ik sta open voor de muzikale uitdrukking van anderen. 14.2

Ik wil persoonsgericht luisteren, lezen en spreken. 5

Ik breng respect op voor het dramatisch spel van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. 4.3

6.5*

6 De band leggen met de eigen innerlijke wereld

Ik toets de indrukken die ik opdoe in de confrontatie met de expressie van anderen aan mijn eigen ervaringen, gedachten, gevoelens en waardebeleving. AD6

Ik ben bereid een beluisterde boodschap te verwerken in mijn denken, handelen en voelen. 6

Ik verzamel materiaal door onder meer te putten uit mijn gevoelsleven, mijn ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. 6

Ik kan me inleven in de wijze waarop anderen gestalte geven aan een spelsituatie. 3.6

Ik kan me verwonderen over de boodschap die anderen dramatiseren. 3.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 41

7 Willen kennis maken met de wereld van de kunst ET6.2*

Ik zie de relatie tussen mijn eigen kunstzinnige activiteiten en de buitengewone creaties van de kunstenaars. AD7

Ik toon interesse voor kunstwerken van eigen bodem, van kunstenaars uit de buurt. AD7 6.2*

Ik betoon interesse voor beelden. SD 14 1.1*

Ik onderneem ontdekkingstochten naar beelden. 1.4

Ik treed de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet. 12.2 2.3*

Ik ben nieuwsgierig naar boeken, poëzie, verhalen, ... 7

Ik sta open voor de nieuwe dingen die ik mijn omgeving ontdek als inspiratiebron voor mijn eigen dramatisch spel en geniet daarvan. 2.3

Ik kan genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de zelfexpressie in „kunstwerken‟. 6.2

3.1*

8 Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk 6.3*

Ik kan echt genieten van mijn eigen creaties. AD8

Ik treed kunstwerken open tegemoet. AD8 6.2*

Ik kan bewondering tonen voor de bijzondere kwaliteiten van een kunstwerk. AD8 1.4*

Ik ervaar dat sommige kunstzinnige creaties me raken en andere niet. AD8

Ik toon bewondering voor diverse beelden. 1.5 1.4*

Ik beleef plezier in de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. 8 3.7*

Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in schriftelijke talige expressie.8 3.7*

Ik geniet van en toon belangstelling voor de bewegingsexpressie van anderen. 5.4 4.1*

Ik geniet ervan bezig te zijn met de dingen die me omringen om mijn expressiemogelijkheden te ontdekken. 2.2

3.7*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 42

9 Over kunst communiceren

Ik kan gevoelens en gedachten die bij me opkomen bij het beschouwen van een kunstwerk uitwisselen met anderen. AD9

1.2 3.7* 4.6

Ik kan luisteren naar de kunstbeleving van anderen. AD9 2.5 6.2*

Ik ontwikkel communicatieve vaardigheden. 9

10 Ervaren dat het schoonheidsbeleven of de smaak van mensen verschilt

Ik ervaar dat wat ik mooi vind, daarom niet mooi wordt bevonden door anderen. AD10

Ik sta open voor andere meningen. AD10 6.5*

Ik toon begrip voor verschillende interpretaties en appreciaties van beelden SD19 1.1*

Ik kan een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. 11.2

Ik kan een boodschap vergelijken met mijn eigen of met een andere mening. 10

Ik wil persoonsgericht leren lezen. 10

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 43

11 Over kunstzinnige expressie een oordeel geven 1.2, 2.5, 3.7, 5.5, 6.2*

Ik toon respect voor de uitingen van leeftijdsgenoten. AD11 6.5*

Ik durf mijn eigen mening geven over kunstwerken of kunstzinnige creaties. AD11

Bij het beoordelen van kunstwerken laat ik me leiden door criteria die mij ter hand worden gesteld. AD11

In het beoordelen van kunst bedien ik me van een passende woordenschat. AD11

Ik kan gemotiveerde appreciaties uitspreken! SD13

Ik kan niet-talige en talige boodschappen beoordelen bij luisteren en lezen. 11

Ik kan en durf verwoorden wat ik van de eigen bewegingsexpressie en die van anderen vind. 6.3 4.6

Ik kan dramatisch spel beoordelen op grond van mij aangereikte criteria zoals verhouding beeld-klank, woord-beweging, beleving, fantasie of originaliteit. 10.5

3.7*

Ik ontwikkel een kritische kijk- en luisterhouding tegenover de boodschap in een dramatisch spel. 10.7

3.7*

Ik kan het dramatisch spel van leeftijdsgenoten opbouwend-kritisch en tactvol bespreken. 10.1 3.7*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 44

12 Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken

Ik kan wat in mij leeft uitdrukken in muzische talen. AD12

Ik kan mijn ervaringen, gevoelens en ideeën uitdrukken a.d.h. van materialen en beelden, muziek, bewegingen en dramavormen die mij worden aangereikt. AD12

Ik kan mijn gevoelens uiten in beelden. SD12 1.6

Ik kan een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. 9.1 2.5

Ik tracht expressief te spreken en te schrijven. 12

Ik kan, op mijn niveau sprekend, de andere meedelen wat ik ervaar, denk en voel. 12

Ik neem deel aan allerlei soorten van gesprekken en dramatische werkvormen. 12

Ik kan een bewegingsverhaal opbouwen over iets wat ik gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt heb. 4.4

4.2

Ik ervaar de mogelijkheden van dramatisch spel als een middel om met anderen te communiceren, om iets te concretiseren, om iets van me af te spelen, om ervaringen te verwerken. 5.1

3.4

Ik kan me inleven in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een verteld of voorgelezen verhaal en geef dat al spelend vorm. 6.1

3.5 4.2

Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. 5.4

3.5

Ik kan allerlei sociale situaties spelen. 6.7 3.4 3.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 45

13 Erop gericht zijn de muzische expressievormen te exploreren en ermee te experimenteren.

6.1*

In mijn muzisch handelen draait voor mij niet alles rond het eindresultaat, maar hecht ik veel belang aan het experimenteren en verkennen.

Ik toon interesse voor nieuwe materialen en technieken.

Ik geniet ervan te experimenteren en te exploreren. 6.3*

Ik experimenteer met allerlei (twee- en driedimensionaal) materiaal. 5.1 1.2

Ik experimenteer met mijn stem. 1 2.2

Ik ben erop gericht de klankmogelijkheden van voorwerpen en instrumenten te onderzoeken. 2.1 2.2

Ik exploreer verschillende houdingen en bewegingen. 1.2

Ik experimenteer met verschillende aspecten van de tijd zoals duur, tempo en snelheid, volgorde, metrum en ritme in mijn bewegingsexpressie. 3.1

Ik durf te improviseren door in te spelen op onvoorziene omstandigheden. 7.3 3.6

Ik reageer expressief met een creatief stem- en taalgebruik, en beeld daarmee ook belevenissen uit. 8.3

3.4

Ik pas verbale en non-verbale spelvormen toe of improviseer. 6.6 3.6 3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 46

14 Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen.

1.5

Langs de weg van de muzische expressie kan ik bepaalde ervaringen opnieuw en intenser beleven. AD14

Ik ben bereid, in functie van een betere zelfexpressie, met bepaalde technieken en materialen te oefenen. AD14

1.5

Ik kies materialen in functie van het doel dat ik voorop heb gesteld. 6.3 1.5

Ik ken de verschillende beeldaspecten: licht (9.2, 9.3, 9.4), ruimte (10, 10.4, 10.5, 10.6, 10.7, 10.8, 10.9, 10.10), lijn (11.2, 11.3, 11.4, 11.5), vorm (12.3, 12.5, 12.6, 12.7,12.8), kleur (13.3, 13.4, 13.5, 13.6, 13.7, 13.8, 13.9, 13.10, 13.11, 13.12, 13.13), compositie (14.4, 14.5, 14.7) en textuur (15.1, 15.2) en pas die toe in mijn beeldend bezig zijn. 3.1, 3.2, 3.4, 3.8.

1.5

Ik respecteer materiaal en materieel. SD 24 1.5

Ik kan materieel benoemen, juist gebruiken en er veilig mee omgaan. SD32 1.5

Ik ervaar dat technische bekwaamheid de zeggingskracht van de beeldtaal kan verhogen. 6.1

Bij het musiceren verzorg ik mijn houding. 1.1

Ik voer een lied of een tekst uit met aandacht voor een correct stemgebruik. 1.3

Ik bezit een gevarieerd repertoire van kindgerichte liederen die ik zuiver en expressief kan zingen. 1.4

Ik kan een eenvoudig ritme of een eenvoudige melodie instrumentaal uitvoeren. 2.2 2.2

Bij het musiceren met instrumenten gebruik ik de juiste speeltechniek. 2.3 2.2

Ik kan beelden, klanksymbolen en grafische notatie met mijn stem of met instrumenten verklanken. 3.3

Ik herken bij het musiceren de verschillende rolverdelingen. 4.2

Ik kan een grafische partituur aanvullen. 8.2

Ik ben bereid om voldoende nauwkeurigheid aan de dag te leggen bij de omgang met klank en muziek. 13.1.

Ik neem actief deel aan het groepsmusiceren en kan mij aanpassen aan de eisen van het samenspel. 13.2

Ik verzorg de omgang met mijn stem. 14 3.6

Ik verzorg mijn articulatie. 14 3.6

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 47

Ik kan klanknabootsingen, rijmwoorden en stafrijmen vormen. 14

Ik kan bij mijn schrijven aan anderen communicatieve, schrijfstrategische, schrijftechnische, taalkundige en spellingvaardigheden op mijn niveau toepassen. 14

Ik ken de mogelijkheden van mijn lichaam als vertolker van wat er in mij leeft. 5 4.4

Ik speel met evenwicht in houdingen en bewegingen. 2.1 4.4

Ik voel de lichaamsruimte aan in de beweging. 2.2 4.4

Ik weet mijn bewegingsenergie te doseren. 2.3 4.4

Ik beweeg me in de verschillende ruimtelagen. 3.2 4.4

Ik kan samen met anderen een bewegingsopdracht of -verhaal uitvoeren. 5.2 4.5

Ik kan verbale en non- verbale spelvormen toepassen. 6.6 3.6

Ik zorg ervoor dat het dramatisch spel altijd een doe-alsof-situatie blijft. 6.8

Ik kan mijn beweging en mimiek aanpassen aan de spelsituatie. 8.1

Ik ben me bewust van het verschil tussen verbeelde en werkelijke tijd en kan de plaats en handeling juist inschatten. 8.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 48

15 Je voorstellingsvermogen, je fantasie of je verbeelding durven aanspreken.

Ik benader de werkelijkheid op een speelse manier. AD15

Ik durf ideeën en gevoelens vormgeven via verzonnen situaties. AD15

Ik beleef plezier aan het creëren van een fantasiewereld. AD15

Beelden bedenken bij geluiden. SD5 1.6

Ik kan kenmerken van klank en muziek in beweging omzetten. 10.3

Ik kan me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit de eigen verbeelding en beleving daarop inspelen. 15

Ik spreek over voorstellingen en situaties uit de fantasie. 15

Bij het verzamelen van materiaal put ik uit mijn eigen gevoelsleven, ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. 15

Ik kan een eenvoudig bewegingsverhaal uitbeelden. 4.2 3.5

Ik diep eigen ervaringen en kennis op om inhoud en vorm te geven aan een spelscenario. 6.4 3.5

Bij de voorbereiding en de uitvoering van dramatisch spel activeer ik mijn fantasie en voorstellingsvermogen. 5.2

3.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 49

16 Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving 6.4*

Ik ga steeds op zoek naar een originele en vaak niet alledaagse vormgeving. AD16

Ik durf improviseren en stappen te zetten waarvan ik vooraf niet weet waar ik uitkom. AD16

Ik probeer mijn eigen gevoelens en ideeën creatief te vertolken in een persoonlijke stijl. 7.1

Ik ben erop uit om nieuwe ideeën op te doen, ze op te zoeken en toe te passen. 16

Ik los bewegingsproblemen op een creatieve manier op. 1.6

Tijdens het spel durf ik met een eigen expressiestijl inspelen op ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën van anderen. 7.4

17 Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving.

Ik kan een expressievorm kiezen die goed aansluit bij de inhoud van mijn boodschap. AD17

Bij de vormgeving hou ik rekening met het standpunt van de ontvanger. AD17

Ik voel aan wanneer een werkstuk „afgewerkt‟ is. 7.4

Ik besef dat luisteren, spreken en schrijven basisvaardigheden zijn om me als persoon in de samenleving te ontplooien en te handhaven. 17

Ik kan op een doeltreffende en verzorgde wijze eigen boodschappen mondeling en schriftelijk aan anderen overdragen, onder meer in relevante situaties binnen en buiten de school. 17

3.4

In mijn bewegingsexpressie maak ik gebruik van de bewegingskwaliteiten van materialen, planten, dieren, mensen, personages, … 4.4

4.2

Ik besef dat een boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. 3.7 3.6

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 50

18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen 6.4*

Ik wil wat in me leeft op een eigen manier uiten. AD18

Ik ga positief om met mijn eigen beperkingen. AD18 6.4*

Ik durf mijn creatief werk aan anderen tonen. AD18 6.4*

Ik heb zelfvertrouwen. SD10

Ik durf me door middel van klank en muziek uiten. 12.1

Ik wil en durf spreken en ben bereid aan gesprekken deel te nemen. 18

Ik wil en durf schrijven. 18

Ik ervaar mijn eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen om me dramatisch- expressief te uiten. 7.1

Ik overwin lichamelijke en psychische gêne. 7.2

Ik speel iets met zelfvertrouwen, met of zonder publiek. 7.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 51

19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. 6.3*

Ik besef dat het heilzaam is me langs muzische weg te uiten en dat ik daar veel deugd kan aan beleven. AD19

Ik heb er deugd van de dingen die me bezig houden vorm te geven en te delen met de anderen. AD19

Ik geniet van het samen met anderen muzisch bezig zijn. AD19

Ik beleef vreugde aan het creëren van werkstukken. SD 7 1.4*

Ik beleef vreugde aan het samenwerken aan een werkstuk. SD 21 1.4*

Ik voel me verbonden met de anderen tijdens het groepsgericht bezig zijn met muziek. 12.3 2.4*

Ik beleef plezier aan de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. 19 3.7*

Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in talige expressie. 19 3.7*

Ik beleef plezier aan schrijven en aan schriftelijke talige expressie. 19 3.7*

Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. 19 3.7*

Ik geniet van mijn lichaam in beweging. 1.1 4.1*

Ik beleef plezier aan en geniet van het zelf spelen en het spelen met anderen. 2.5 3.7*

Ik geniet van het muzische handelen waardoor mijn expressiemogelijkheden verruimen. 2.1 3.7*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 52

20 Overal mogelijkheden tot muzische vormgeving ontdekken en toepassen

Ik tracht in gewone situaties iets kunstzinnigs te verwerken. AD20

Ik ga steeds op zoek naar creatieve oplossingen. SD9

Waar mogelijk tracht ik expressief te spreken en te schrijven. 20 3.4

Ik probeer talige boodschappen te integreren door, waar mogelijk, teksten na te vertellen en te herscheppen, aan te vullen en te veranderen, in dramatische werkvormen te verwerken en toe te passen. 20

3.4

Ik probeer niet-talige boodschappen te integreren in muzikale, manuele, lichamelijke en dramatische expressie, en ze na te vertellen en te herscheppen aan de hand van visueel materiaal. 20

3.4

Ik lees teksten expressief voor. 20

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 53

21 Het muzisch bezig zijn zelf kunnen verrijken en sturen

Ik heb aandacht voor het creatief werk van leeftijdsgenoten. AD21

Ik verrijk de inhoud van mijn creaties door dieper in mijn verbeelding, in mijn gedachten en gevoelens te graven. AD21

Ik vind het een uitdaging om nieuwe onderwerpen in mijn kunstzinnige expressie te verwerken. AD21

Ik zet vooraf stappen uit die ik wil volgen bij het uitwerken van een creatie. AD21

Na het experimenteren en exploreren, denk ik na over wat ik met mijn vormgeving wil bereiken. AD21

Tijdens mijn creatief werk ga ik geregeld na of ik nog wel goed bezig ben. AD21

Vooraleer iets te creëren, denk ik na over mijn bedoeling, over het materiaal dat ik best gebruik, over de techniek. 8.1

Ik probeer mijn creëren te bevorderen door intens te observeren en te verbeelden. 8.2 1.5

Ik kan me goed concentreren tijdens het creëren. 8.4

Ik laat een werkstuk langzaam groeien. 8.8

Tijdens het creëren bekijk ik af en toe mijn werk ook eens vanop een afstand. 8.11

Ik ben me ervan bewust dat ik mijn luister- , lees- en spreekgedrag kan sturen en verbeteren. 21

Ik kan de hulp of medewerking van anderen inroepen. 21

Ik ben bereid over mijn eigen schrijf- en spreekgedrag en over de producten ervan na te denken. 21

3.7*

Ik ervaar dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. 21

Ik ben gevoelig voor opbouwende kritiek. 10.6

Ik sta open voor suggesties van medespelers om mijn eigen dramatisch spel en het samenspel te verbeteren. 10.8

Ik ben bereid terechte opmerkingen van het „publiek‟ in mijn eigen spel te verwerken. 10.9

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 54

VIJFDE – ZESDE LEERJAAR

Verwijst naar houdingen, attitudes Verwijst naar vaardigheden

Verwijst naar kennis

ET

1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen.

Ik verken spontaan de mogelijkheden tot zintuiglijke waarneming. AD1

Ik neem de tijd voor een zo volledig mogelijke waarneming. AD1

Ik benader onbevangen en vol bewondering het nieuwe in de wereld. AD1 6.2*

Ik laat me in het benaderen van de expressie van anderen niet leiden door clichés en vooroordelen. AD1

6.2*

Vooraleer een oordeel te vellen over een kunstwerk, bekijk ik het eerst grondig. 4.4 1.1*

Ik reflecteer over mijn eigen kijkgedrag. 3.10

Ik ervaar dat beelden gekoppeld aan geluiden een grotere invloed hebben dan beelden alleen. 2.6

Ik ervaar dat bewegende beelden veel invloed hebben. 2.7

Ik ben gericht op zintuiglijke ervaringen. SD 26 1.2

Ik beschouw de omgeving intensief en met al mijn zintuigen. SD 33 6.5*

Bij het luisteren naar klanken en muziek kan ik wat ik hoor omzetten in een grafische notatie of in elementaire vormen van traditionele notatie. 6.2.

Ik heb oog voor elementen als oogcontact, mimiek, lichaamstaal en niet-talige tekens bij mondeling taalgebruik. 1

3.3 3.2

Ik heb aandacht voor aspecten van spreektechnische vaardigheden. 1 3.3 3.2

Ik kan vormen van lichaamstaal herkennen en interpreteren. 1.1

Ik sta open voor de interactie tussen woord en gebaar, beeld en klank tijdens het dramatisch spel. 3.1

3.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 55

Ik heb oog voor de uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doe-alsof-situatie. 3.2 3.2

Ik kan een dramatisch spel geconcentreerd bekijken, beluisteren en beleven. 10.2

2 De wereld, en in het bijzonder de muzische expressie ervan, met een open houding benaderen

6.2*

Ik benader de (muzische) wereld vanuit een spontane nieuwsgierigheid. AD2

Ik benader onbevangen en vol bewondering het nieuwe. AD2 6.1*

Ik laat me in het benaderen van de expressie van anderen niet leiden door clichés en vooroordelen. AD2

6.3*

Ik ben nieuwsgierig naar beelden en naar wat ze te zeggen hebben. 1.1 6.5*

Ik probeer zonder vooroordelen naar beelden te kijken. 1.3 6.2*

Ik treed de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet. 12.2 2.3* 6.1* 6.2* 6.3*

Ik neem een onbevooroordeelde houding aan tegenover taalverscheidenheid en taalvariatie en tegenover het taalgebruik van anderen. 2

3.2 3.4

Ik wil de diepere dimensie van mondelinge en schriftelijke communicatie ontdekken door waarderend, religieus en gelovig te luisteren en te spreken. 2

3.4

Ik ben geboeid door de bewegingsexpressie van anderen. 5.4 6.1* 6.5*

Ik kan zonder vooroordeel genieten van allerlei voor kinderen bestemde culturele activiteiten zoals theater, poppenspel, pantomime, filmvoorstelling, of vertelnamiddag rond een kinderboek. 2.4

3.5 3.1* 3.7* 6.1* 6.2* 6.3*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 56

3 De muzische expressievorm aanvoelen, begrijpen en waarderen 6.1*

Ik ben vertrouwd met de verschillende elementen van beeldtaal, klank- en muziektaal, bewegingstaal (lichaamstaal), verbaalmuzische taal, de taal van drama. AD3

Ik herken en begrijp in beelden de beeldaspecten: licht (9), ruimte (10), lijn (11), vorm (12), kleur (13), compositie (14) en textuur (15). 3.1

Ik herken de culturele achtergrond van beelden. 3.3 1.3

Ik kan het verband verwoorden tussen gebruikte materialen en de indrukken die ze veroorzaken. 3.4

1.2

Ik herken de verschillende soorten beelden en kan ze benoemen (bv. Stilleven of portret). 3.6 1.3

Ik zie het verband in tussen beeld en muziek. 3.8

Ik ben me ervan bewust dat beelden veel toepassingsmogelijkheden hebben in de maatschappij (bv. techniek, mode of media) 2.2

Ik ben me ervan bewust dat een vastgelegd beeld een subjectieve weergave is van de werkelijkheid. 4.6

Ik kan de functie en de betekenis van een geluidsomgeving herkennen en beschrijven. 5.3 2.1 6.2* 6.5*

Ik kan eenvoudige functies van film- en reclamemuziek herkennen. 5.4

Ik kan geluiden, klanken en klankeigenschappen herkennen, vergelijken en ordenen volgens diverse criteria. 5

2.1 6.2* 5.3

Ik kan eenvoudige vormen van samenklank herkennen en vergelijken. 7.2 2.1

Ik kan de structuur en de vorm van een ritme, een melodie of een klank- of muziekstuk aan de hand van de structurele principes (herhaling, variatie, contrast) herkennen en benoemen. 7.5

Ik kan eenvoudige muzikale vormen herkennen en vergelijken. 7.6

Ik herken beelden en symbolen van auditieve prikkels. 8.1

Ik kan die beelden en symbolen noteren. 8.1

Ik kan de vorm van talige boodschappen beoordelen. 3 3.7*

Ik kan materiaal selecteren op grond van expressieve en creatieve waarde. 3

In mijn nadenken over „Wat is de weg en wat zijn de middelen?‟ heb ik aandacht voor: 3.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 57

klankverwante woorden, spreektechnische aspecten, expressieve aspecten van taal, figuurlijk taalgebruik en stijl. 3

6.5*

Ik denk na over spreektechnische aspecten zoals articulatie, accent of intonatie. 3 3.2

Ik kan illustreren hoe beweging en dans waardevol zijn in het dagelijkse leven, hier en in andere culturen. 5.5

Ik ervaar de wezenlijke aspecten van dramatisch spel: rol en handeling, tijd en ruimte en motieven en gevoelens. 1.5

Ik weet dat vragen als „wie, wat, waarom, hoe, wanneer en waar?‟ me op het spoor brengen van de wezenlijke aspecten van dramatisch spel. 1.6

Ik kan vaststellen hoe een boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. 3.7

4 Gevoelig zijn voor het overdrachtelijke of symbolische karakter van een muzische expressievorm

Ik ben gevoelig voor beeldspraak in kunstzinnige expressie. AD4

Ik zet mijn eigen fantasie en verbeelding in tijdens de ontmoeting met kunst of een kunstzinnige uiting van anderen. AD4

Ik kan de functie en de betekenis van een geluidsomgeving herkennen en beschrijven. 2.1

Ik kan materiaal selecteren volgens expressieve en creatieve waarde. 4

Ik denk na over de betekenis van een talige boodschap en heb daarbij oog voor: figuurlijk taalgebruik, letterlijke en overdrachtelijke betekenis, beeldspraak, spreekwoorden, zegswijzen, uitdrukkingen, … 4

Ik denk na over de stijl en aspecten daarvan waarmee aan een bepaalde boodschap vorm wordt gegeven. 4

Ik zie hoe beweging en dans waardevol kunnen zijn in het dagelijkse leven, hier en in andere culturen. 5.5

6.4* 6.5*

Ik heb oog voor de uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doe-alsof-situatie. 3.2 3.2

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 58

5 De ander in zijn expressie willen ontmoeten 6.5*

Ik beschouw een kunstzinnige expressie als de uitdrukking van een boodschap, een persoon of een gemeenschap. AD5

Ik kan de boodschap van de kunstenaar koppelen aan zijn levensverhaal. AD5

In kunstzinnige uitingen ontdek ik andere culturen en breng daar waardering voor op. AD5

In elke kunstzinnige uitdrukking ervaar ik een verbondenheid met mezelf of met de andere. AD5

Ik zoek de kunstzinnige expressie van iemand op, omdat ik het als een belangrijke weg ervaar naar wie hij diep van binnen is. AD5

In expressie ervaar ik de relatie van mensen met „de Andere‟ (God). AD5

Ik stel vragen over beelden. 1.2 1.3 6.1*

Ik tracht in de beeldende expressie de andere(n) te ontdekken. SD 18

Ik sta open voor en hou rekening met de kenmerken van een bepaalde muziekcultuur. 14.3 2.3* 6.1* 6.3* 6.5*

Ik ben bereid om geconcentreerd te luisteren en inhoudsgericht te spreken door me in te leven in een boodschap. 5

Ik breng waardering op voor de vertolking van eenzelfde boodschap door anderen. 4.2 6.4* 6.5*

Ik breng respect op voor de manier waarop een bepaald idee of personage, een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid wordt gedramatiseerd. 4.1

3.4 6.5*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 59

6 De band leggen met de eigen innerlijke wereld

Ik grijp elke impressie aan om met mezelf te communiceren en me bewust te worden van wie ik ben en van wat me beweegt. AD6

Ik ben me bewust van de verschillende mogelijkheden tot zelfexpressie. AD6

Ik kan me inleven in de zeggingskracht van beelden. 2.5 1.3

In het luisteren naar anderen (tijdens het bespreken van werkstukken) doe ik zelfkennis op. SD20

Ik heb weerstand opgebouwd ten opzichte van bepaalde beelden. SD 35

Ik sta kritisch tegenover diverse vormen van muzikale communicatie. 14.1 2.3*

Ik gebruik mijn voorkennis tijdens de omgang met mondelinge en schriftelijke taal. 6

Ik kan me inleven in de wijze waarop anderen gestalte geven aan een spelsituatie. 3.6 3.2

Ik kan me verwonderen over de boodschap die anderen dramatiseren. 3.5 3.2

Ik ken de relatie tussen het spel en mijn eigen ik, mijn eigen leefomgeving, de sociale of de maatschappelijke omgeving. 6.5

3.2 3.3 3.4 6.5*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 60

7 Willen kennis maken met de wereld van de kunst 6.2

Ik begrijp dat mensen en gemeenschappen veel waarde hechten aan kunst, dat ze kunst willen tonen en bevorderen en dat ze kunstproducten met zorg bewaren.

Ik toon interesse en bewondering voor kunstwerken, ook van andere volkeren en van vroegere tijden.

Interesse betonen voor beelden SD14

Ik ben nieuwsgierig voor diverse vormen van muzikale communicatie. 14.1 2.3 6.1* 6.2*

Ik ben nieuwsgierig naar boeken. 7 6.1*

Ik sta open voor de nieuwe dingen die ik in mijn omgeving ontdek als inspiratiebron voor mijn eigen dramatisch spel en geniet daarvan. 2.3

6.1*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 61

8 Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk 6.3*

Ik koester mijn eigen creaties. AD8

Ik ben me bewust van wat me in kunstwerken aantrekt, onverschillig laat of afstoot en kan dat uitdrukken. AD8

Ik kan o.a. bewondering opbrengen voor: de expressieve kracht, de technische perfectie, de sterke verbeeldingskracht, de oorspronkelijkheid en de schoonheid van een kunstwerk. AD8

Ik ben verwonderd en toon bewondering voor beelden. SD 15

Ik beschouw aandachtig en waardeer allerlei aspecten van de beeldende kunsten van vroeger en nu en van verschillende culturen. SD 34

1.1*

Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. 8

Ik beleef plezier aan lectuur. 8 3.7* 6.3*

Ik geniet van het muzisch handelen waardoor mijn expressiemogelijkheden verruimen. 2.1 3.1* 3.7* 6.1* 6.2*

Ik geniet van het gevarieerde aanbod van hedendaagse en klassieke kinderliteratuur als mogelijk uitgangspunt voor dramatisch spel. 2.7

3.1* 3.7* 6.1* 6.2*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 62

9 Over kunst communiceren

Ik kan en durf mijn eigen ervaringen of interpretaties van een kunstzinnige creatie uitdrukken. AD9

Ik kan bij het beschouwen de leefwereld en de levensvisie van de kunstenaar ter sprake brengen. AD9

Ik kan mijn beleefde emoties rond een bepaald gebeuren, een onderwerp, een idee … onder woorden brengen. 2

Ik kan mijn auditieve ervaringen beschrijven en met een gepaste woordenschat benoemen. 11.1 2.5

Ik kan in mijn spreken over muziek veel voorkomende begrippen uit de wereld van klank en muziek passend gebruiken. 11.3

2.5

Ik kan napraten en van gedachten wisselen over leeservaringen met anderen. 9 3.5 3.7*

Ik kan met anderen praten over de keuze van spelvormen, onderwerpen en beleving in het eigen spel en dat van anderen. 10.4

3.7*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 63

10 Ervaren dat het schoonheidsbeleven of de smaak van mensen verschilt 6.2* 6.5*

Ik ervaar dat smaken en schoonheidsidealen zoals ook in de mode, de architectuur, de populaire muziek of de dans verschillen naar tijd en ruimte of van cultuur tot cultuur. AD10

Ik zie die verscheidenheid als een rijkdom en een kans voor een intense uitwisseling tussen mensen. AD10

Ik toon begrip voor verschillende interpretaties en appreciaties van beelden. ( SD19)

Een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. (11.2)

Ik kan een boodschap vergelijken met mijn eigen of met een andere mening. () 6.2*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 64

11 Over kunstzinnige expressie een oordeel geven 1.1*, 2.5 3.7*,5.5 6.2*

Ik toon respect voor de uitingen van leeftijdsgenoten die tot de eigen en andere culturen behoren. AD11

Bij het beoordelen van het typisch muzische of kunstzinnige zelf hanteer ik criteria zoals: de relatie tussen inhoud en vormgeving, de originaliteit, de doorleefdheid en de expressieve kracht. AD11

Ik gebruik passende termen om op een genuanceerde wijze het kunstzinnige te beoordelen. AD11

Ik durf mijn eigen schoonheidsbeleven en oordelen over kunst eerlijk bevragen. AD11

Ik voel niet de behoefte om elke kunstzinnige uiting te willen beoordelen. AD11

Gemotiveerde appreciaties kunnen uitspreken. SD13

Ik kan een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. 11.2 2.5

Ik kan de esthetische waarde, de originaliteit en creativiteit van niet-talige en talige boodschappen beoordelen. 11

3.7*

Ik kan op tekorten of kwaliteiten van een boodschap wijzen. 11

Ik hanteer vorm- en kwaliteitscriteria bij het beoordelen van bewegingsexpressie. 6.2 4.6

Ik kan en durf mijn eigen en andermans bewegingsexpressie kritisch te bespreken. 6.4 4.6

Ik kan het dramatisch spel van leeftijdsgenoten opbouwend-kritisch en tactvol bespreken. 10.1

Ik kan dramatisch spel beoordelen op basis van bepaalde criteria zoals: verhouding beeld - klank, woord - beweging, beleving, fantasie, originaliteit enz. 10.5

Ik ben gevoelig voor opbouwende kritiek. 10.6

Ik herken in audiovisueel opgenomen dramatisch spel opvallend goede en minder geslaagde fragmenten. 9.2

5.1 5.2 5.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 65

12 Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken

Ik kan mijn ervaringen, gevoelens en ideeën uitdrukken a.d.h. van materialen en beelden, muziek, bewegingen, muzische taal en dramavormen die mij worden aangereikt. AD12

Ik ervaar de muzische taal als onmisbaar in de communicatie tussen mensen en zet ze waar mogelijk in. AD12

Ik slaag erin om vertrouwde technieken te combineren en nieuwe technieken te gebruiken bij mijn creatief werk. AD12

Ik kan mijn gevoelens uiten in beelden. SD12

Ik druk mijn innerlijke gevoelswereld uit in creatieve beelden. SD36

Ik durf me door middel van klank en geluid uiten. 12.1

Ik tracht expressief te spreken en te schrijven. 12

Ik kan expressief, muzisch spreken: me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties vanuit de eigen verbeelding. 12

Ik verzamel materiaal door onder meer te putten uit mijn gevoelsleven, mijn ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. 12

3.5

Ik kan boodschappen en teksten integreren in manuele, muzikale, lichamelijke en dramatische expressie. 12

Ik kan een bewegingsverhaal opbouwen over iets wat ik heb gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt. 4.3

4.2

Ik kan samen met anderen een bewegingsopdracht- of verhaal uitvoeren. 5.2

4.2

Ik kan een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen over iets wat ik gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt heb. 4.3

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 66

Ik verken een spelopdracht vanuit eigen vragen. 6.3 3.3 3.4 3.6 3.5

Ik kan bewust de werkelijkheid verbeelden. 5.3 3.1 3.4 3.5

Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. 5.4

3.1 3.4 3.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 67

13 Erop gericht zijn de muzische expressievormen te exploreren en ermee te experimenteren.

Ik geniet ervan de dingen om me heen op hun expressieve mogelijkheden te onderzoeken. AD13

Ik toon belangstelling voor materialen en instrumenten die in expressieve of kunstzinnige realisaties worden aangewend. AD13

Met het oog op een originele expressie durf ik met instrumenten en materialen experimenteren. AD13

Door werkstukken te maken ontdek ik de vele mogelijkheden van de beeldtaal. 5.2 6.2*

Ik ben nieuwsgierig naar de kennismaking met nieuwe materialen en technieken. 5.3

Ik kan het materiaal verkennen waarmee ik me beeldend kan uitdrukken. 16

Ik kan vrij en gericht experimenteren met materiaal of kan het gericht verkennen. 17

Ik experimenteer met mijn stem en heb daarbij aandacht voor een goed stemgebruik, een zuivere toon en expressiviteit. 1

2.1 2.2 2.4*

Ik denk na over „Wat is de weg en wat zijn de middelen?‟ en durf te experimenteren met klankverwante woorden, spreektechnische aspecten, expressieve aspecten van taal, stijl en stilistische aspecten van zinnen, visuele aspecten van de tekststructuur, figuurlijk taalgebruik en stijl, en stilistische aspecten in verband met de semantiek. 13

3.6

Al doende ontwikkel ik een persoonlijke bewegingsstijl. 1.5 4.3 6.4*

Ik kan experimenteren met verschillende aspecten van de tijd: duur, tempo, snelheid, volgorde, metrum en ritme. 3.1

4.4

Ik durf te improviseren door in te spelen op onvoorziene omstandigheden. 7.3

Ik reageer expressief met een creatief stem- en taalgebruik en beeld daarmee ook belevenissen uit. 8.3

3.2 3.3 3.6

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 68

Ik pas verbale en non-verbale spelvormen toe of improviseer. 6.6 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

Ik kan me inleven in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een verteld of voorgelezen verhaal en geef dat al spelend vorm. 6.1

3.2 3.3 3.4 3.5 6.5*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 69

14 Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen.

Ik zoek spontaan naar nieuwe technieken die kunnen bijdragen tot een betere zelfexpressie. AD14

Ik streef naar een zeker „métierschap‟ binnen één of meerdere muzische talen. AD14

Op mijn niveau beheers ik de beeldtaal. 6.2

Ik ken de verschillende beeldaspecten: licht ( 9.3, 9.4), ruimte ( 10.4, 10.6, 10.7, 10.8, 10.9, 10.10, 10.11, 10.12), lijn (11.2, 11.3, 11.4, 11.6, 11.7), vorm (12.5, 12.6, 12.7,12.8, 12.9, 12.10), kleur (13.3, 13.4, 13.5, 13.6, 13.7, 13.8, 13.9, 13.10, 13.11, 13.12, 13.13), compositie (14.4, 14.5, 14.6, 14.7, 14.8, 14.9) en textuur (15.2, 15.3) en pas die toe in mijn beeldend bezig zijn. 3.1, 3.2, 3.4, 3.8.

1.5

Ik doorzie de mogelijkheden en beperkingen van een techniek of materiaal en hou daarmee rekening bij het aanwenden. SD 3.

Ik beheers verschillende technieken. SD 29 1.5

Ik kan zowel grote als kleine werkstukken creëren. SD30

Ik heb aandacht voor een goede lichaamshouding als een aspect van de werkhouding. SD31

Ik kan materieel nodig om materiaal te bewerken benoemen, juist gebruiken en er veilig mee omgaan. 18, SD32

Ik ken middelen en kan die aanwenden om verschillende materialen aan elkaar te bevestigen. 19

Bij het musiceren gebruik ik mijn ademhaling bewust en verzorg ik mijn lichaamshouding. 1.1 2.4

Ik voer een tekst of een lied uit met aandacht voor een correct stemgebruik en een goede stemexpressie. 1.3

2.4

Ik bezit een gevarieerd repertoire van kinderliedjes die ik zuiver en expressief kan zingen. 1.4

Ik gebruik mijn liederenschat als impuls voor diverse expressiewijzen en spelvormen. 1.4 2.4 6.3*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 70

Ik kan musiceren met voorwerpen en instrumenten en heb daarbij aandacht voor klankproductie en speeltechniek. 2

2.2

Ik gebruik elementaire muzieknotatie als hulpmiddel bij het vocaal of instrumentaal musiceren. 3.2 2.3

Ik kan een eenvoudige, grafische muziekpartituur vocaal of instrumentaal verklanken. 3.3

Ik kan de opnamemogelijkheden van audioapparatuur zinvol gebruiken. 4.3

Ik kan bij het musiceren verschillende verwerkingsmogelijkheden of musiceervormen toepassen. 4.1

2.2 2.4*

Ik herken bij het musiceren de verschillende rolverdelingen en pas die zelf ook toe. 4.2 2.4*

Ik kan een grafische partituur ontwerpen. 8.2

Ik kan een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. 9.1 2.5

Ik kan een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een muzikaal gegeven. 9.2

Ik neem actief deel aan het groepsmusiceren en kan mij aanpassen aan de eisen van het samenspel. 13.2

2.2 6.5*

Ik verzorg mijn accentueringen en intonatie. 14 3.6

Ik ken vergelijkingen, weet ze te gebruiken en kan er zelf maken. 14

Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en zelf gebruiken. 14

Ik kan teksten selecteren op grond van hun expressieve en creatieve waarde. 14

Ik kan bij mijn schrijven aan anderen communicatieve, schrijfstrategische, schrijftechnische, taalkundige en spellingvaardigheden op mijn niveau toepassen. 14

Ik voel mezelf goed aan in bewegingsexpressie. 2 4.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 71

Ik kan spelen met evenwicht in houdingen en bewegingen. 2.1 4.4

Ik voel de lichaamsruimte aan en kan die gebruiken. 2.2 4.4

Ik kan mijn bewegingsenergie doseren. 2.3 4.4

Ik kan mezelf op een dynamische wijze organiseren in mijn bewegingsexpressie. 2 4.4

Ik ga bewust om met bewegingsrichtingen, plaats en bewegingsbanen. 3.3 4.4

Ik kan weergavetoestellen bedienen om dramatisch spel van mezelf en van anderen te bekijken. 9.3

Ik ontwikkel een aangepaste spreektechniek (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte, toonsterkte, …). 8.2

3.2 3.3 3.6

Ik gebruik de ruimte op gepaste wijze (mise-en-scène). 8.4 3.2 3.6

Ik ervaar dat de juiste verhouding tussen woord en beweging mijn expressie kan vergroten. 8.7 3.2 3.3 3.4 3.6

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 72

15 Je voorstellingsvermogen, je fantasie of je verbeelding durven aanspreken. 6.4*

Ik kan allerlei belevingsmomenten bij mezelf opdiepen. AD15

Ik kan originele combinaties en ongewone verbanden leggen tussen mijn voorstellingen. AD15

Ik ben gericht op het zoeken van creatieve oplossingen. SD9

Ik kan mijn beweging afstemmen op een klank, op muziek of op andere bewegingen. 10.4

Ik kan me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit de eigen verbeelding en beleving daarop inspelen. 15

3.4

Ik spreek over voorstellingen en situaties uit de fantasie. 15 3.6

Bij het verzamelen van materiaal put ik uit mijn eigen gevoelsleven, ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. 15

Ik kan improviserend reageren op bewegingen van anderen en zo komen tot samenspel. 5.1) 4.3

Ik kan zelf dansen ontwerpen om individueel of samen met anderen te dansen. 5.3 4.3 4.5

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 73

16 Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving 6.3* 6.4*

Ik kan afstappen van het gewone, van wat „de meesten‟ denken en doen. AD16

Ik ben gericht op een oorspronkelijke en originele vormgeving. AD16

Ik ga na of ik, soms zonder het te beseffen, niet op platgetreden paden ben terechtgekomen. AD16

Ik ga gedreven door in het zoeken van een eigen weg en ben gericht op de ontwikkeling van een eigen stijl. AD16

Ik hanteer een eigen beeldtaal om impressies weer te geven. 7 1.4 1.5

Ik maak nieuwe combinaties en plannen. 16 6.1*

Ik heb een persoonlijke bewegingsstijl. 1.5

Tijdens het spel durf ik met een eigen expressiestijl inspelen op ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën van anderen. 7.4

6.4*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 74

17 Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving.

Ik ben me bewust van mijn voorkeur voor (een) bepaalde muzische ta(a)l(en), waarmee ik het best tot zelfexpressie kom. (Ik ken mijn Muzenplu.) AD17

Ik probeer de zeggingskracht van mijn creaties o.a. te vergroten door accenten te leggen, weg te laten wat niet essentieel is, een verrassend element in te bouwen, variatie, herhalingen en tegenstellingen in te bouwen. AD17

Ik kan het standpunt van de ontvanger innemen. AD17

Ik ervaar dat niet alleen het verhalende (de inhoud) van de beeldtaal van belang is, maar dat ook de vorm en de presentatie belangrijk zijn. 6.4

Tijdens het creëren toets ik mijn gedachten en beelden aan het product en laat daaruit nieuwe beelden ontstaan. 7.2

1.5 1.6

Ik streef naar een verrijking van mijn eigen beeldtaal. 7.3 6.3*

Ik besef dat luisteren, spreken en schrijven basisvaardigheden zijn om me als persoon in de samenleving te ontplooien en te handhaven. 17

3.4

Ik kan op een doeltreffende en verzorgde wijze eigen boodschappen mondeling en schriftelijk aan anderen overdragen, onder meer in relevante situaties binnen en buiten de school. 17

3.4 3.5

Ik kan mijn dramatisch spel beoordelen op grond van bepaalde criteria zoals de verstaanbaarheid van de gekozen vormgeving voor het publiek. 10.5

3.7*

Ik ben me bewust van het verschil tussen verbeelde en werkelijke tijd en kan de plaats en handeling juist inschatten. 8.5

3.2 3.3 3.4

Ik kan de werkelijke tijd (duur van het spelen) en de verbeelde tijd (in het spel gesuggereerde tijd) passend gebruiken. 8.6

3.2 3.3 3.4

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 75

18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen 6.4*

Ik heb vertrouwen in mijn eigen expressiemogelijkheden. AD18

Ik toon mijn creatief werk graag aan anderen. AD18

Ik ervaar hoe ik een stukje van mezelf kan ontdekken in wat ik met m‟n hele „zijn‟ vorm geef.

Ik heb zelfvertrouwen. SD10

Ik durf me door middel van klank en muziek uiten. 12.1

6.2* 6.3*

Ik wil en durf spreken en ben bereid aan gesprekken deel te nemen. 18 3.6

Ik wil en durf schrijven. 18

Ik durf bewegen vanuit een persoonlijke stijl. 1.5 6.4* 6.3*

Ik heb zicht op mijn eigen mogelijkheden op het vlak van bewegingsexpressie. 6.1 4.6

Ik ervaar mijn eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen om me dramatisch-expressief te uiten. 7.1

6.4*

Ik overwin lichamelijke en psychische gêne. 7.2 6.3* 6.4*

Ik speel iets met zelfvertrouwen, met of zonder publiek. 7.5 6.3* 6.4*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 76

19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. 6.3*

Ik ervaar in het samen beleven en muzisch bezig zijn de verbondenheid met de anderen en ik geniet daarvan. AD19

Ik beleef veel plezier aan een creatieve en speelse omgang met de werkelijkheid. AD19

Ik ga helemaal op in de muzisch-creatieve verwerking van de werkelijkheid. AD19

Ik beleef vreugde aan het creëren van werkstukken. SD7 1.4*

Ik beleef vreugde aan het experimenteren met materialen en technieken. (SD6)(ET1.4) 1.4*

Ik voel me verbonden met de anderen tijdens het groepsgericht bezig zijn met muziek. 12.3 2.4* 6.3*

Ik beleef plezier aan de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. 19 3.1* 6.3*

Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in talige expressie. 19 3.1* 6.3*

Ik beleef plezier aan schrijven en aan schriftelijke talige expressie. 19 3.1* 6.3*

Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. 19 3.1* 6.3*

Ik beleef plezier aan en geniet van zelf spelen en spelen met anderen. 2.5 3.1* 3.7*

Ik beleef plezier aan een presentatie voor „publiek‟. 2.6 3.1* 3.7* 6.3*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 77

20 Overal mogelijkheden tot muzische vormgeving ontdekken en toepassen 6.1*

Ik ben er op gericht waar mogelijk een muzisch-expressief element toe te voegen aan wat ik maak en doe. AD20

6.1*

Ik probeer rond mij een muzisch klimaat te scheppen bv. door aankleding en muziek. AD20

Ik ga steeds op zoek naar creatieve oplossingen. SD9 6.1*

Ik neem initiatief. SD 8

Ik probeer beeldende problemen op een creatieve manier op te lossen. SD40 1.5

Ik spreek expressief en muzisch. 20 ET3.6

Waar mogelijk probeer ik alleen of in groep een grap, een raadsel, rijmpjes, gedichten, sprookjes, verhalen, een poppenspel, dialogen of toneelstukjes naar voren te brengen. 20

ET6.1*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 78

21 Het muzisch bezig zijn zelf kunnen verrijken en sturen

Ik heb aandacht voor wat er van leeftijdsgenoten en kunstenaars te leren valt. AD21

Ik ga spontaan op zoek naar middelen om mijn vormgevingstechniek te verbeteren. AD21

Ik ga planmatig te werk bij het werken aan een creatie. AD21

Ik neem op tijd afstand van mijn werk om na te gaan of en hoe ik moet bijsturen. AD21

Ik ga voor mezelf na hoe ik nog meer genoegen kan beleven aan het beschouwend en creërend bezig zijn. AD21

Ik ben me bewust van wat me remt en waar mijn knelpunten zitten waarin ik mezelf kan verbeteren of bijsturen, zowel op het gebied van vaardigheden als op dat van houdingen waarmee ik activiteiten benader. AD21

Een moeilijk detail oefen ik vooraf in. 8.6 1.5

Bij het creëren van beelden vertrek ik vanuit globale aanzetvormen. 8.7

Ik kan een werkstuk grondig doorwerken. 8.9

Ik schrik er niet voor terug om tijdens het creëren het ontwerp te wijzigen. 8.10

Ik bekijk mijn beeldend werk nog eens na een pauze. 8.12

Tijdens het creëren wissel ik regelmatig van gedachten met anderen over onze realisatie. 8.13

Ik kan efficiënt werken. SD 23

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 79

Ik kan een gemotiveerd oordeel uitspreken over mijn eigen creaties. SD 25

Ik kan leesvaardigheden en -strategieën aanwenden, rekening houdend met de totale leessituatie, de tekstsoort en het verwerkingsniveau. 21

Ik kan communicatieve elementen integreren zoals andere hulpmiddelen kiezen of hulpmiddelen anders gebruiken, mijn communicatief gedrag aanpassen, mijn voorleesgedrag aanpassen en bijsturen, en bij voorlezen allerlei spreektechnische vaardigheden doeltreffend toepassen. 21

3.6

Ik kan als taalbeschouwer mijn taalgebruik plannen, sturen en bewaken en zo mijn taal meer bewust gebruiken en verbeteren. 21

3.6

Ik besef dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. 21

3.2

Ik ben bereid kritisch te staan tegenover mijn schrijven en spreken. 21 3.7*

Ik praat over en sta kritisch tegenover de keuze van spelvormen, onderwerpen en beleving, in het eigen spel en dat van anderen. 10.4

3.7*

Ik sta open voor suggesties van medespelers om het eigen dramatisch spel en het samenspel te verbeteren. 10.8

3.7*

Ik ben bereid terechte opmerkingen van het „publiek‟ in mijn eigen spel te verwerken. 10.9 3.7*

Een leerlijn Muzische opvoeding doorheen de basisschool vanuit de doelen versie september 2011 VVKBaO 80

Een leerlijn voor muzische opvoeding op basis van het aanbod

DRAMATISCH SPEL BEWEGINGSEXPRESSIE BEELDOPVOEDING MUZIKALE OPVOEDING MUZISCH TAALGEBRUIK

verkleden bewegingsimprovisatie tekenen ademhaling klanknabootsingen

zintuigspelen uitbeelden schilderen stem geluidsdecor

concentratiespelen mime kleven zingen jabbertalk

pantomime bewegingsverhalen stempelen en drukken lied/ liedvormen spreken

beeldenspel inlevingsoefeningen mozaïek klanken vertellen

improvisatiespelen spiegeloefeningen beeldhouwen klankspel lezen

rollenspelen standbeelden constructies klankdecor voorlezen

poppenspel tableau vivant assembleren muziekbeluisteren teksten

schimmenspel dansimprovisatie timmeren, zagen instrumenten bespelen tekstopmaak

maskerspel dans metaaldrijven Instrumenten maken boeken

zang- en dansspelen boetseren ritmekaarten poëzie

bibliodrama textiele werkvormen partituren woordspelletjes

spelen met verhalen collage spreekkoor homoniemen

musical film meerstemmigheid vergelijkingen

uitbeeldingspelen foto bewegen op muziek metaforen

toneel opnames maken

inleefspelen improvisatie

experimenteren

toonmomenten toonmomenten toonmomenten toonmomenten toonmomenten

voorstellingen voorstellingen exposities optredens voorstellingen

kunst kunst kunst kunst kunst

kunstenaars kunstenaars kunstenaars kunstenaars kunstenaars