Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een...

11
Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 Gevaarlijk voer door giftige planten Bloedafname aan de slachtlijn maakt bewaken gezondheidsstatus gemakkelijk en goedkoop voor gezonde dieren Alleen als je de risico's kent, kun je een ziekte van je bedrijf weren Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 1

Transcript of Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een...

Page 1: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006

Gevaarlijk voer door giftigeplanten

Bloedafname aan de slachtlijnmaakt bewaken gezondheidsstatus

gemakkelijk en goedkoop

voor gezonde dieren

Alleen als je de risico's kent,kun je een ziekte van je

bedrijf weren

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 1

Page 2: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

3

GD zoekt bedrijven voor onderzoek naar droogzetten melkkoeienGD zoekt rundveebedrijven voor een onderzoek naar het effect van een droogzetpreparaat ophet voorkomen van infecties in de droogstand. De koeien mogen bij het droogzetten geenbacterie in een kwartier hebben. Daarom worden koeien uitgezocht die bij de melkcontroledriemaal een celgetal onder de 200.000 cellen hadden. Het onderzoek vindt plaats van 1 meitot 31 oktober 2006. GD zoekt bedrijven binnen een straal van 35 kilometer om Deventer,waar in de genoemde periode minimaal 10 koeien worden drooggezet en die een gemiddeldtankmelkcelgetal onder de 250.000 cellen per ml hebben. De koeien in het onderzoek wordentwee dagen voor het droogzetten, en op de dag van droogzetten, door een student bemon-sterd voor bacteriologisch onderzoek. Na het afkalven worden alleen de koeien bemonsterddie bij droogzetten geen bacterie in de uier hadden.

Melkveehouders ontvangen voor iedere koe opgenomen in het onderzoek € 15,-. Nadere in-lichtingen zijn te verkrijgen bij Otlis Sampimon, uiergezondheidsdeskundige, 0570-66 03 67.

Impuls voor paratbc-aanpakHet aantal deelnemers aan paratbc-pro-gramma's is sinds de introductie vanhet Paratuberculose Programma eindvorig jaar gestegen met 6% (zie gra-fiek). Inmiddels nemen ruim 1.700bedrijven deel aan een van de tweeparatbc-programma's die GD aanbiedt.Het Intensief Programma Paratuberculose kent ruim560 deelnemers waarvan 55% met status 10. HetParatuberculose Programma heeft ruim 1.160 deelne-mers. 7% van de reeds onderzochte bedrijven heeftstatus A. Op pagina 10 leest u meer over de twee programma's.

Centraal meldpunt van NRS en GD gaat over in IntradisHet centrale meldpunt voor rundveeregistraties heet sinds 15 maart Intradis. Intradis maaktgebruik van de bestaande meldkanalen voor het doorgeven van gegevens over: geboorte,dierverplaatsing, slacht, verhuizing, bedrijfsbeëindiging, etc. Rundveehouders kunnen hierdoor ineens voldoen aan de wettelijke verplichtingen voor I&R (LNV) en tegelijkertijd de benodigde informatie voor veeverbetering (NRS) en diergezondheid (GD) doorgeven.Meldingen kunnen worden gedaan via 0900-2023030, internet of de bekende bedrijfsmanagementsystemen en handterminals.

Ontmoet GD op de NRM enregionale veekeuringen

Tijdens de komende NRM, op 30 juni en 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenterenmet een stand. Veehouders worden vanharte uitgenodigd met ons in gesprek tegaan over gezonde dieren, producten endiensten. Verder zal GD een stand neerzetten op verschillende regionale vee-keuringen, onder andere in Hellevoetsluisop 12 augustus. Veehouders die met hunrunderen naar de keuring gaan, kunnen de GD-adviezen voor deelnemers nog eensnalezen op www.gezondedieren.nl, zoekwoord: veekeuring.

GD doet klanttevredenheids-onderzoek bij veehouders

GD onderzoekt sinds 2002 jaarlijks deklanttevredenheid van veehouders. Ook ditjaar worden daarvoor weer 1.100 veehou-ders benaderd (waarvan 400 rundveehou-ders) door een onafhankelijk onderzoeks-bureau. Veehouders zal worden gevraagdhun oordeel te geven over de deskundig-heid, betrouwbaarheid, kwaliteit, en onaf-hankelijkheid van GD.Daarnaast wordt gevraagd naar de waarde-ring voor diergezondheidsprogramma's.Door dit onderzoekt hoopt GD in de toekomst nog meer aan te sluiten bij de wensen van veehouders. De veehoudersworden nog voor de zomer benaderd.

Inhoud

Colofon

GD Herkauwer is het officiële mededelingenblad van GDUitgeverAgriPersRedactiesector CommunicatieCouzijn Bos Linda van WuijckhuiseJet MarsEindredactiesector CommunicatieRedactieadresGD, sector CommunicatiePostbus 9, 7400 AA Deventer T. 0570-66 04 30, F. 0570-66 04 [email protected], www.gezondedieren.nlProductiecoördinatieFrans Visser, AgriMediaBasis ontwerpLONCC BV, DeventerVormgevingMarijke FontijnAbonnementenGD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement voor personen buiten dedoelgroep kost € 15,50 (incl. BTW en verzendkosten)AdvertentiesAgriPers B.V., T. 0317-46 56 68, [email protected] Misset, DoetinchemFotografieAlain Baars, GDSuggestiesIndien u suggesties heeft omtrent dit blad, dan verzoekenwij u deze door te geven aan de redactie. Overname vanartikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

ISSN: 1388-4026

AdreswijzigingenT. 0900-1770, kies 4

Vaccineren en Intradis

Aangifteplichtige ziekten met een enorme impact op de dierhouderij,zoals Aviaire Influenza en Klassieke Varkenspest houden de gemoede-ren, eind april wanneer ik deze column schrijf, bezig. En MKZ inZuid-Amerika en Turkije is weliswaar geen dagelijks nieuws, maar deproblemen zijn daar niet voorbij. We dienen dus op alle fronten inalle diersectoren zeer alert te blijven op besmettelijke aangifteplich-tige dierziekten. Zojuist kregen we meldingen binnen over AI H5N1in Tsjechië en AI bij een commercieel pluimveebedrijf in Groot-Brittanië. Wat varkenspest in Noordrijn-Westfalen betreft, lijkt het nustil te worden. Echter het beeld van een milde variant waarbij op ditmoment niet echt helder is wat de bron is, geeft nog geen rustiggevoel. Wat goed genoemd mag worden is dat er in Nederland sneleen aantal preventieve maatregelen zijn doorgevoerd en de gehelesector tot nu toe professioneel en alert gereageerd heeft.

Natuurlijk hebben alle problemen en daarbij behorende risico's geleidtot verdere discussies over het inzetten van vaccinatie. Door de vac-cinatiemogelijkheid voor AI is daarbij feitelijk een doorbraak opEuropees niveau gerealiseerd. Ik stel me bij een eventuele KVP ofMKZ-uitbraak - wat niet te hopen is - voor dat 'risk-based' vaccinatie,naast andere maatregelen een snel en goed middel is om een uit-braak zo snel mogelijk de kop in te drukken. De discussie hieroverhoeft wat mij betreft op Europees niveau niet zo lang te duren. Hetfeit dat we in Europa gedoseerd tegen AI vaccineren, heeft daaraanal een stevige bijdrage geleverd. In een hoog geciviliseerde westersemaatschappij moeten we de mogelijkheid van vaccinatie met effec-tieve en veilige vaccins ten volle kunnen benutten. En wij zullenblijvend aandacht moeten besteden aan de acceptatie van deze stra-tegie bij onze handelspartners en breed moeten communiceren datproducten van gevaccineerde dieren geen enkel probleem zijn voorde volksgezondheid en voedselveiligheid. Een belangrijke taak, hetgaat om grote belangen!

Ik vind het mooi om hier te kunnen melden dat de nieuwe organisa-tie Intradis Data BV is opgericht. Intradis is het nieuwe centralemeldpunt, voor de aanlevering van rundveegegevens naar LNV, GD enNRS. De huidige meldsystemen waaraan rundveeregistraties doorge-geven kunnen worden blijven gewoon bestaan, maar zijn nu onderge-bracht bij Intradis Data BV. Via Intradis worden de gegevens dandoorgegeven aan de betrokken partijen. De veehouder kan nu bij éénmeldpunt de benodigde informatie kwijt voor veebetering (NRS) endiergezondheid (GD) en tegelijkertijd voldoen aan de wettelijke ver-plichtingen voor I&R (LNV). Intradis is opgezet vanuit het privatebedrijfsleven en financieel en organisatorisch onafhankelijk van deoverheid (LNV). Initiatiefnemers voor deze organisatie zijn NRS enGD. Intradis brengt geen kosten in rekening bij veehouders en geeftde meldingen gratis door. Een goede ontwikkeling.

Prof.dr. Anton Pijpers, directeur

Nieuws

Praktische Tips

Droogzetten van melkkoeien; waar hetnog wel eens misgaat

GD onderzoekt relatie tussen zonnebrand en schimmel in gras

Paratuberculose: 'Deze paratbc-aanpakpast bij ons bedrijf'

Oorzaak 'blind' geboren fokkalveren nogonduidelijk

Gevaarlijk voer door giftige planten

'Alleen als je de risico's onderkent, kun je een ziekte van je bedrijf weren'

GD PlusZorg houdt diergezondheidbetaalbaar

Bloedafname aan slachtlijn maaktbewaken gezondheidsstatus gemakkelijken goedkoper

Scrapiebestrijding is effectief

3

4

7

9

10

11

12

15

16

17

19

2

Status A:42%

Status B: 17%

OnverdachtStatus 10:

22%

Overige statussenIntensief Programma:18%

Statussen deelnemers paratbc-programma’s 2006

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 2

Page 3: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

5

Mineralentekorten inweideseizoenIn de weideperiode worden jongvee,droge koeien en zoogkoeien vaak nietbijgevoerd. Vooral op zand- en veengron-den bestaat dan het risico op mineralen-tekorten. Bij tekorten kunnen verschil-lende afwijkingen optreden, zoals groei-vertraging en verminderde weerstand. Alsu twijfelt aan de mineralenvoorzieningkunt u straks bij het opstallen, vijf die-ren laten onderzoeken. Daarnaast is hetzinvol om de graskuil op mineralen telaten onderzoeken. Blijkt dat het ruwvoerte weinig mineralen bevat of als demineralenvoorziening op uw bedrijf eenprobleem is, voer de dieren dan in deweide bij zodat alle dieren de mineralenmet zekerheid opnemen. Als bijvoerengeen optie is, kunt u met uw dierenartsoverleggen over alternatieven.

IBR-certificeringvleesvee en de oude'positieve' koeVeehouders met vleesvee twijfelen somsover deelname aan het IBR-gezondheids-programma. Zij denken dat er nog weleens een koe tussen kan zitten, waarbijantistoffen worden aangetoond. Dat dierkan in het verleden geënt zijn met deoude entstof, maar kan ook een besmet-ting hebben doorgemaakt. Met onderzoekvalt het verschil helaas niet te maken.Tot voor kort gold dat dergelijke runde-ren (indien ouder dan 12 maanden)moesten worden afgevoerd; anders stoptedeelname aan het programma. Nu is datniet meer zo. U kunt gewoon blijvendeelnemen aan het programma, ondanksdat bij een enkel dier afweerstoffen zijnaangetoond. Zodra het laatste positieverund is afgevoerd, kan na bloedonderzoekvan drie runderen het certificaat alsnogworden behaald.

Vliegen en tekenbestrijdenVliegen en teken veroorzaken onrustbij dieren en kunnen bovendien ziek-ten overbrengen, zoals wrang, babe-sia, en erlichia. Het is dus belangrijkdeze plaaggeesten bij uw dieren wegte houden. Tegen vliegen zijn oor-merken met vliegendodende middelenbeschikbaar (bijvoorbeeld Auriplak enBoviclip) en een kortwerkende spray(bijvoorbeeld Veerust). Tegen tekenzijn er in Nederland geen geregis-treerde middelen beschikbaar.

Uit: Veel gestelde vragen over BVD

Wat is het verschil tussen een BVD-drager en een dier met BVD-afweerstoffen?Een BVD-drager is een kalf dat in de baarmoeder al is besmet. De besmetting heeft danplaatsgevonden tussen de 30e en de 120e dag van de dracht. Het kalf ziet het virus nietals lichaamsvreemd en zal geen antistoffen aanmaken. Het dragerkalf heeft virus in zijnbloed en zal dit altijd blijven uitscheiden en andere dieren besmetten. Het merendeel vandeze dragerkalveren sterft binnen twee jaar. Voer BVD dragerkalveren ook zo gauw moge-lijk af voor de dood, omdat ze een permanente besmettingsbron zijn. Een rund metafweerstoffen tegen BVD is geïnfecteerd, bijvoorbeeld door een drager en heeft vervol-gens weerstand in de vorm van afweerstoffen opgebouwd. Dit dier scheidt geen virusmeer uit en kan dus andere dieren niet besmetten. Deze dieren hoeven dan ook niet teworden afgevoerd. Als er antistoffen worden gevonden bij een dier dan is het ofwel ooitin aanraking geweest met virus ofwel de antistoffen zijn afkomstig uit de biest (materna-le antistoffen). Maternale antistoffen worden alleen gevonden bij dieren jonger dan 8-10maanden. Alle andere vragen over BVD vindt u op www.gezondedieren.nl. Klik door naarGD Rund > dierziekten > BVD. Rechts op uw scherm vindt u de rubriek 'Veel gestelde vra-gen over BVD'.

Jongvee-opfok uitbesteden met behoud statusHet uitbesteding van de jongvee-opfok betekent dat er permanent runderen worden uit-gewisseld tussen twee of meer locaties. Dit kan problemen opleveren voor de gezond-heidsstatus van melkveebedrijven (onverdacht van IBR, salmonella). GD heeft hiervooreen eenvoudige oplossing: de zogenaamde veterinaire eenheid. Alle runderen op beidelocaties worden dan onder één deelname/certificaat gebracht. Voor meer informatie kuntu terecht op 0900-1770.

GD abonnementen niet te vroeg opzeggenVeehouders die willen stoppen met hun veebedrijf, zeggen hun GD-abonnementen nogaleens op voordat ze hun dieren hebben verkocht. De bewaking van de vrij-status valt hier-mee weg, waarna het bedrijf als 'status onbekend' te boek komt te staan. Kopers van dedieren krijgen vervolgens van GD een schrijven waarin zij erop geattendeerd worden dater dieren zijn aangevoerd van een bedrijf met een lagere status en dat er dus bloedgetaptmoet worden. Wilt u uw dieren onder de 'status vrij' verkopen, dan is het verstandig deabonnementen aan te houden tot alle dieren zijn afgevoerd.

De parasiet Eimeria alabamensis kan na de start van het weideseizoen (na 5 - 10 dagen) zorgen voor ernstige diarree bij het jongvee. Dedieren zijn duidelijk ziek, krijgen waterdunne diarree en vermageren snel. De diagnose kan bij GD worden gesteld via mestonderzoek. Debehandeling bestaat uit: opstallen en medicijnen geven, zoals bij een 'normale' coccidiosebesmetting op stal. Bij een ernstige darmwand-beschadiging valt het effect van de behandeling soms tegen en duurt het herstel lang. De infectiedruk van besmette weilanden kunt uverminderen door de percelen te laten weiden door volwassen runderen die al eerder weidegang op die percelen hebben gehad of het graste maaien voor deze groep.

Pas op voor klebsiella in zaagselZaagsel kan de bacterie klebsiella bevatten als er schors inzit van bomen die over de grondzijn gesleept. Bij warm weer kan deze bacterie explosief groeien, met name in zaagsel datniet goed droog is opgeslagen en in natte ligboxen. De bacterie kan ernstige mastitis veroor-zaken en zelfs sterfte. De aangetaste kwartieren genezen slecht. Koop dus eerste kwaliteitwit en droog zaagsel en sla het droog op. Bij twijfel, kunt u de kwaliteit van zaagsel bij GDlaten onderzoeken op klebsiella (kosten: € 54,39 voor GD PlusZorg-leden en € 80,00 voorniet-leden).

Onderzoek natuur- en bermhooi op giftige plantenIn normaal bemeste weilanden die regelmatig worden gemaaid, komen weinig kruiden voor.Anders is dat in beheers- en natuurgebieden en in bermen die gemaaid worden voor voerwin-ning. Sommige kruiden zijn giftig en kunnen problemen veroorzaken, ook na drogen. Bij GDkunt u verdachte planten laten onderzoeken (bijvoorbeeld voor maaien) of een monster vaneen partij hooi aanbieden voor onderzoek. De kosten van een botanisch onderzoek bedragen€ 22,44 (excl. BTW).

Slechte start grasseizoen door weidecoccidiose

Smaakbederf kuil door hydraulische olieBij het inkuilen komt soms olie in de kuil terecht doordat een hydraulische lei-ding van de apparatuur lekt. Deze olie zorgt voor ernstig smaakbederf van de kuilen in de pens van de koe verstoort deze olie de vertering. Bovendien zijn sommi-ge oliesoorten zeer giftig. Als u ontdekt dat een leiding heeft gelekt, graaf danhet verontreinigde deel van de kuil af voordat deze wordt gesloten.

4

Bij elke sectie hoorteen goed verhaalBij GD kunnen rundveehouders sectielaten doen op een dood dier om de oorzaak van de problemen op het bedrijfte achterhalen. Na verrekening van subsidies kost zo'nsectie slechts € 63,- (inclusief ophalenop het bedrijf). Om de kans op het achterhalen van de ziekteoorzaak te vergroten, is het belangrijk dat eengoede omschrijving van de ziektebeeldenop het bedrijf en eventuele behandelin-gen worden meegeleverd. Uw dierenartsheeft hiervoor speciale inzendformulie-ren. Mocht het meezenden van zo'n formulier niet mogelijk zijn, zorg dan zelf voor een gedegen brief.

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 4

Page 4: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

7

Droogzetten

6

Minder optimaal handelen rondom dedroogstandsperiode leidt nogal eens toteen uierontsteking. GD wordt dan ookgeregeld gevraagd om adviezen voor hetprobleem. Een gezonde droogstand begintal weken voor de laatste melking.Op verschillende bedrijven zal er meer aan-dacht moeten zijn voor het afbouwen vanhet rantsoen in de laatste maand voor dedroogstand. Uit onderzoek is namelijkbekend dat er veel minder uierontstekingvoorkomt bij koeien die zijn drooggezet bijeen melkgift van maximaal vijftien kilo opde dag van droogzetten. In de praktijkblijkt de rantsoenafbouw soms lastig; dedieren doen zich tot droogzetten tegoedaan een hoog energetisch basis rantsoenaan het voerhek.

DroogzettersEr zijn verschillende droogzetters op demarkt, met verschillende werkzame stoffen.Welke droogzetter het meest geschikt is ophet bedrijf, kan worden bepaald op basisvan een bacteriologisch onderzoek. In ditonderzoek wordt uitgezocht welke bacterie-soorten op het bedrijf voorkomen en voorwelke antibiotica deze gevoelig zijn. Vooreen optimale uiergezondheid maakt hetdus wel degelijk uit welke droogzetterwordt gekozen.Het hygiënisch inbrengen van de kortecanule (punt) van de injector is op menigbedrijf een volgend punt van zorg. Als erniet hygiënisch wordt gewerkt, zie je datlater terug bij de koe. Door de speenpun-ten goed te ontsmetten met de bijgelever-de tepeldoekjes wordt het risico op eeninfectie verkleind. In de praktijk echter,worden deze doekjes maar al te vaak nietgebruikt. Verder is het bepalen van hetdroogzetmoment van de koe een mogelijk-

heid om het risico op uierontsteking teverkleinen. Het droogzetten van koeien inde klauwbekapbox, nadat ze zijn bekapt,wordt afgeraden. Op deze plek kan namelijknauwelijks hygiënisch worden gewerkt.Bovendien is het tijdsinterval tussen mel-ken en droogzetten te lang waardoor deaanmaak van melk alweer is begonnen.

Direct na het droogzetten is het advies omde spenen te dippen of te sprayen met eengeregistreerd product (RegNL). Vervolgensmoet de koe uit de melkveekoppel wordengehaald en in een aparte groep wordengeplaatst. Belangrijk is om de groep drogekoeien dagelijks te controleren op hetopdrogen van de uier. Verder is de hygiëneuitermate belangrijk in deze groep.Als het dier eenmaal is drooggezet metdroogzetters, dan moet de uier met rustworden gelaten. Toch stuiten dierenartsennog wel eens op probleemkoeien die hal-verwege de droogstand een tweede droog-

Droogzetten van melkkoeien; waar het nog wel eens misgaat

De droogstand blijft een kritische periode. Het gaat dan ook niet altijd goed. Sommige koeien krijgen te maken met

een heftige uierontsteking ofwel vlak na het droogzetten of later, rond het afkalven. In de meeste gevallen had dat

voorkomen kunnen worden.

Advertentie

Otlis Sampimon, zoötechnisch deskundige uiergezondheid

zetter kregen toegediend. De veehou-der verkeerde in de veronderstellingdaarmee zijn hoog celgetal koe eenextra handje te helpen. Niks is min-der waar. Doordat met die handelingde keratineprop in het slotgat wordtvernield, wordt een extra infectiemo-ment veroorzaakt met geregeld eenzeer ernstige klinische mastitis alsgevolg.

Controle na afkalvenTot slot kan de veehouder al op vijfdagen na het afkalven controleren ofde subklinische mastitis is genezen.Het vierkwartierenschaaltje (CMT)geeft een grove indicatie van het cel-getal op kwartierniveu. Beter is hetom dan melkmonsters in te zendenvoor bacteriologisch onderzoek enkwartiercelgetalbepaling. Is de uit-slag ongunstig, dan is afvoeren vande koe het beste advies.

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 6

Page 5: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

9

Zonnebrand

8

Omdat de oorzaak van de zonnebrandonbekend was en het welzijn van de dierenernstig was aangetast, startte GD eenpilot-onderzoek. Bijna alle bedrijven zijnbezocht door dierenartsen van GD Veekijkerom het klinische beeld, de voeding enhuisvesting te bekijken. Op alle bedrijvenwas bij bloedonderzoek sprake van zeerernstige leverschade. Bekende planten, diezonnebrand kunnen veroorzaken, werdenniet gevonden (jacobskruiskruid, boekweit,sint janskruid, berenklauw). Ook beschadi-ging van de lever door leverbot werd uitge-sloten. Na gemiddeld twee maanden werd hetbloed van de nog aanwezige dieren onder-zocht. Daaruit bleek dat de dieren nog nietvolledig waren hersteld.

Nader onderzoekOp één melkveebedrijf zijn acht droog-

staande koeien ziek geworden. Daarvanhebben zeven koeien te vroeg gekalfd; éénwierp een dood kalf en zes koeien zijndaarna afgevoerd omdat ze zeer weinigmelk gaven. Op één zoogkoeienbedrijf zijnde vier aangetaste dieren maanden laterafgevoerd omdat ze vermagerden en optwee bedrijven werd een dier afgemaaktomdat zij niet wilden opknappen; de dierengingen naar GD voor sectie. Ernstige lever-schade werd hierbij niet aangetoond, even-min werden andere oorzaken gevondenvoor het vermageren.De leverbeschadigingen en de klinischeverschijnselen deden denken aan een in deliteratuur beschreven aandoening, veroor-zaakt door schimmeltoxine. Op grasmon-sters van een aantal van de getroffenbedrijven zijn schimmelsporen gevonden(het grasonderzoek vond pas plaats als erdieren ziek waren; dus minimaal tien dagen

GD onderzoekt relatie tussen zonnebrand en schimmel in gras

In het derde en vierde kwartaal van 2005 constateerden dierenartsen zonnebrand bij meerdere pinken, droge koeien en

zoogkoeien, verspreid over Nederland. Bij GD Veekijker kwamen toen meldingen binnen van 13 bedrijven.

Advertentie

Linda van Wuijckhuise, dierenarts

na de opname). De schimmelkwekenwerden vervolgens ingezet bij hetCentraal Bureau voorSchimmelcultures (CBS). In een aan-tal gevallen werden schimmels aange-toond. Enkele van de gekweekteschimmelstammen bleken zelfs gif-stoffen te produceren. Maar of erdaarmee een relatie is tussen de zon-nebrand en schimmels in het gras, isallesbehalve zeker. Verder onderzoekmoet dat uitwijzen. Daarom wil GDgraag op de hoogte worden gebrachtvan zonnebrandgevallen. Als u hetkomende weideseizoen deze aandoe-ning ziet, stellen we het erg op prijsals u - via uw dierenarts - GDVeekijker hiervan op de hoogtebrengt (tel. 0900-1775).

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 8

Page 6: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

11

Oorzaak 'blind'geboren fokkalveren nog onduidelijk

GD Veekijker is een aantal keer gebeld over fokkalveren met een lensvertroebeling. Hoewel de dieren nog wel iets kunnen

zien worden ze in de praktijk vaak aangemerkt als blindgeboren. Uit de telefoongesprekken werd niet duidelijk wat de

aard van de aandoening was en of het steeds om dezelfde afwijking ging. Reden voor onderzoek.

Oorzaak nog onbekendHet gaat bij de blindgeboren kalverenom een aangeboren lenstroebeling(lenscataract). De kalveren zijn inwezen niet blind, maar hun gezichts-vermogen is beperkt. Hoeveel ze zienis afhankelijk van de ernst van detroebeling. Een relatie met ziekten ophet bedrijf kon niet worden gevonden.En dat het een erfelijke aandoeningbetreft, is zeer onwaarschijnlijk van-wege de variatie in voorkomen (jaar-getijde, regio en stierkeuze). Dat deaandoening vooral bij kalveren uitmeerkalfs-koeien voorkomt, kan eenaanwijzing zijn voor een relatie methet rantsoen.

Dierenartsen zijn gevraagd gevallen vanblindgeboren kalveren door te gevenaan GD. In 2004 en 2005 werden 28bedrijven gemeld waar deze aandoeningvoorkwam. In totaal ging het om 42kalveren. De meldingen kwamen vooraluit het oosten van Nederland. Klinischonderzoek van een aantal kalveren weesuit dat het ging om een aangeborenlenstroebeling (lenscataract, zie foto),die bijna altijd aan beide ogen voor-kwam. De kalveren waren feitelijk nietblind want ze vertoonden wel een reac-tie op licht, maar hadden een matig toternstig beperkt gezichtvermogen. Vaakvoerden veehouders deze kalveren afnaar de mesterij. Op één bedrijf was eenvaars met aangeboren lenstroebelingaanwezig - de aandoening was op twee-jarige leeftijd nog duidelijk zichtbaar. Om meer over de aandoening te wetente komen, is ook gezocht naar interna-tionale publicaties.

Resultaten enquêteVan de gevallen in Nederland zijn gege-vens verzameld. Daaruit blijkt het vol-gende:■ De gemiddelde draagtijd was met 283

dagen lang (normaal drachtlengtekoeien: 279 dagen).

■ De geboorte en het afkomen van denageboorte verliepen normaal.

■ De kalveren hadden een laag tot nor-maal geboortegewicht.

■ De kalveren hadden verder geenafwijkingen.

■ Op de meeste bedrijven kwam aange-boren lenstroebeling zelden voor. Driebedrijven daarentegen meldden meerdan vijf kalveren. Daar was het eenjaarlijks terugkerend probleem.

■ Er was geen relatie met de stierkeuze. ■ De moeders van de kalveren hadden

meestal twee of meer keren gekalfd.De moeders hadden gedurende de

dracht geen ziekteverschijnselengehad en geen behandelingen gekregen.

■ De blinde kalveren waren meestalgeboren tussen april - oktober (dusinseminaties tussen juli - december).

■ Er was geen relatie met het voorko-men van ziekten op het bedrijf: afwij-kende kalveren kwamen voor op welen niet-gecertificeerde bedrijven voorleptospirose, IBR, BVD, salmonella,paratbc en deelnemers aan neospora-tankmelkonderzoek. Aanvullendbloedonderzoek bij enkele kalverentoonde aan dat de aandoening voor-kwam bij kalveren waar een BVD- ofneosporabesmetting tijdens de drachtkon worden uitgesloten.

Situatie buitenlandIn Frankrijk wordt melding gemaakt vande aandoening maar er zijn geen gege-vens over gepubliceerd. Turks onderzoekgeeft aan dat 3,9% van de volwassenHolstein runderen op het slachthuis len-stroebeling heeft. In Brits onderzoekwerd bij 3,7% van de HF/FH kalverenaangeboren lenstroebeling gevonden; op sommige bedrijven ging het om wel30 - 35% van de kalveren. Het komteven vaak voor bij stier- en vaarskalve-ren, er is geen relatie met de stierkeuzeen kalveren met deze aandoening wor-den vooral geboren na inseminaties inde laatste vier maanden van het jaar. Erzijn regionale verschillen in voorkomenen de aandoening wordt zelden gezienbij kalveren uit vaarzen. Verondersteld wordt dat de oorzaakvooral gezocht moet worden in de eerste drie maanden van de dracht (vorming van het oog). Maar een relatiemet de glucose-, calcium- en ureum-bloedspiegels kon bij koeien in dit deelvan de dracht niet worden aangetoond.

Blindgeboren

Hilmar van Weering, dierenarts

Aanpak paratbc belangrijk in een gezonde bedrijfsvoering

Steeds meer veehouders willen hun paratbc-status kennen met het oog op de toekomstige afzet van vee en melk. Ook het

beperken van bedrijfsschade door paratbc is een belangrijk motief. Ze hebben daarvoor twee programma's tot hun

beschikking: het Intensief Programma Paratuberculose van GD en het Paratuberculose Programma van PPN. Welk pro-

gramma het meest geschikt is voor een bedrijf hangt af van de paratbc-historie, het risico op in- en versleep van de

ziekte en de (diergezondheids)ambities van de veehouder.

Preventie, aangevuld metperiodiek onderzoek opparatbc-bacteriën ofafweerstoffen: daardraait het om bij deaanpak van paratbc. Wevroegen twee paratbc-

bestrijders van het eerste uur naar hunervaringen en hun afwegingen bij dekeus van een programma.

Voorsprong niet weggooienMaatschap Tondeur uit het FrieseMakkinga is als een van de eersten inge-stapt in het Intensief ProgrammaParatuberculose, inmiddels zo'n tien jaargeleden. “Inzicht in diergezondheid vin-den wij heel belangrijk. Voor onzebedrijfsvoering en ook om veilig voedselte produceren,” aldus Jan Tondeur. Hetbedrijf heeft veel gezondheidscertificatenen onverdachtstatus 10 voor paratuber-

culose. “We hebben hard gewerkt en veelgeïnvesteerd om status 10 te krijgen.Daarvan profiteert de hele diergezond-heid op ons bedrijf en dat geeft eengerust gevoel. Het nieuweParatuberculose Programma biedt nietdezelfde garanties. We willen onze voor-sprong niet weggooien en blijven daaromin het Intensief Programma.”

Bewust overgestaptOp het bedrijf van Laarman in hetOverijsselse Dalfsen is in de acht jaarvan deelname aan het IntensiefProgramma nog nooit paratuberculoseaangetoond. Jan Laarman en zijn zoonStefan hebben er onlangs bewust voorgekozen over te stappen op het nieuweParatuberculose Programma. “Met onzegesloten bedrijfsvoering is het risico vaninsleep klein. Het Intensief Programma iseen goed programma, maar het vergt een

forse investering in werk en in geld. Totnu toe heeft deelname ons geen extrainkomsten opgeleverd. Vandaar dat weblij zijn met een simpeler en goedkoperalternatief.”

Diergezondheid als visitekaartjeTondeur en Laarman vinden het beidenbelangrijk dat er een collectieve aanpakvan paratbc komt. “Ik vind het belangrijkdat Nederland voorloper blijft op hetgebied van diergezondheid. Het is eenbelangrijk visitekaartje”, aldus Tondeur.“Tot nu toe zijn er geen handelsbelem-meringen in verband met paratbc, wantde landen om ons heen hebben nog geenparatbc-programma”, licht Jan Laarmantoe. “Maar willen we onze koppositie alsexportland behouden, dan is het wel tijdte kiezen voor een brede aanpak. De zui-velindustrie kan daarbij een stimulerenderol spelen.”

Paratuberculose

Paratuberculose Programma Intensief Programma Paratuberculose

Doel: paratbc beheersen (bedrijfsniveau) Doel: paratbc uitroeien (koeniveau) Periodiek melk- of bloedonderzoek Periodiek mest- en bloedonderzoekStatus A (besmetting niet aangetoond), Onverdachtstatus 6 t/m 10 (onverdacht), 5 (onbekend), 3 (besmet) B of C (besmetting aangetoond)

Minimale deelname tot hoogste status: 1 maand Minimale deelname tot hoogste status: 5 jaar Abonnement: € 65,-* per jaar Abonnement: € 280,-** Per monster: € 6,46** (bloed of melk) Per monster: € 6,46** (bloed), € 27,51** (mest, individueel)

€ 39,40** (mest, gepoold, 5 dieren)

Overstappen naar het Intensief Programma: Overstappen naar het Paratuberculose Programma: in overleg met GD - onverdachtstatus 6 t/m 10: status A;

- onverdachtstatus 3: status B (afvoer besmette dieren)of status C (geen afvoer besmette dieren)

* tarief 2006, excl. inzendkosten, monstername en BTW. ** GD PlusZorg, tarief 2006, excl. inzendkosten, monstername en BTW Meer informatie vindt u op www.gezondedieren.nl

10

Twee programma's, twee niveau'sGD biedt twee programma's voor de aanpak van paratuberculose. Hieronder vindt u de belangrijkste kenmerken van de programma's.

Aangeboren lenstroebeling bij een kalf.

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 10

Page 7: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

13

Giftige planten

Gevaarlijk voer door giftige planten

Met het extensiever gaan beheren van gronden, zijn er meer planten die risico's kunnen opleveren voor de diergezond-

heid. GD Veekijker werd in 2005 zo'n 150 keer gebeld over de risico's van bepaalde planten of bijproducten voor dieren.

Bijna een kwart van die telefoontjes ging over de risico's van Jacobskruiskruid.

Giftige plantenOp normaal bemeste weilanden die regel-matig worden gemaaid, krijgen kruidenweinig groeikansen. In toenemende matezijn er echter extensief beheerde graslan-den, overhoekjes, bermen en natuurge-bieden, waarvan het maaisel door hetvee wordt gegeten. Op deze percelenkunnen kruiden groeien, die gevaar ople-veren voor de gezondheid van de dieren.Eigenlijk zijn heel veel planten giftig alsdieren er maar genoeg van kunnen vre-ten. In de wei zullen ze dat meestal nietdoen, omdat die planten 'als waarschu-wing' niet smakelijk zijn. Als er echterweinig gras staat of als de planten inkuil/hooi zitten, hebben zij weinig keusen sommige planten blijven na drogengevaarlijk.

Giftige planten

dr. Jet Mars, immunoloog/dierenarts en Linda van Wuijckhuise, dierenarts

Boerenwormkruid Het eten van grote hoeveelhe-den van deze plant geeft aan-leiding tot krampen, spierrillin-gen, verwerpen en leverschade.

Smeerwortel Deze plant bevat dezelfde gifti-ge stoffen als jacobskruiskruidmet dezelfde gevolgen.

Sint janskruid Deze plant is vooral in vers grasgevaarlijk. In hooi en kuil ishet risico een stuk minder. Oliein de plant maakt de witte huidgevoelig voor zonnebrand.

WaterscheerlingDeze zeer giftige schermbloemi-ge staat in sommige streken insloten. Na het schonen van slo-ten komen de wortelstokken ophet land terecht en veroorzakenna opname zenuwverschijnselenen sterfte.

EikelsNa een storm kunnen onrijpeeikels en groene eikenbladerenin weilanden langs bosrandenliggen. Na opeten van grotehoeveelheden veroorzaken diedarmirritatie, diarree en nier-problemen. De darmirritatie issoms zo ernstig, dat de dierenonrustig zijn en trappen naarde buik.

TuinplantenBijna alle tuinplanten zijn giftig, met de taxusstruik als de gevaarlijkste. Tuinplan-ten vormen een risico als dieren uitbreken, maar vooralals snoeiafval in het land worden gegooid. Een preven-tief gesprek hierover met de buren is dus zeker de moeite waard.

AdelaarsvarenDe plant is vers en in gedroog-de vorm gevaarlijk en veroor-zaakt bloedwateren, bloedar-moede, kanker in de blaas endarm en blindheid.

JacobskruiskruidDeze plant is gevaarlijk in versgras, hooi en kuil en veroor-zaakt onherstelbare leverscha-de. Vooral paarden en runderenlopen risico. Klachten ontstaanals bij de dieren teveel lever-weefsel is beschadigd en danzijn ze niet meer te redden.Ziekteverschijnselen zijn: ver-mageren, dalende melkproduk-tie, dor haarkleed, stijve mesten persen, geelzucht, later her-senverschijnselen en sterfte.

Heermoes/paardestaart Deze plant is gevaarlijk in versgras, hooi en kuil en veroor-zaakt zenuwverschijnselen:schrikken, spierzwakte en ver-lammingen. Bij chronische ver-giftiging treedt diarree en ver-mageren op.

PreventieAls het kan, inspecteer dan het land voor het maaien. Kruiden komen vooral voorlangs de randen en op kapot getrapte delen van het land. Als er planten in voorko-men die u niet kent of niet vertrouwt, kunt u die voor onderzoek naar GD sturen.De onderzoekskosten bedragen € 22,44. Is het voer al gewonnen, dan kunt u optwee manieren te werk gaan: of u stuurt een plastic tas vol voer (met vooral destukken die u niet vertrouwt) in voor botanisch onderzoek (kosten € 22,44) of ustuurt het voer in voor een chemische analyse op alkaloïden (kosten € 136,89).Als u voer aankoopt, vraag dan de garantie van de leverancier dat de balen geengiftige planten bevatten.

Wat te doen bij vergiftiging

Als dieren ongewoon gedrag vertonen (diarree, speekselen, spiertrillingen) en geenkoorts hebben, kan dat een aanwijzing zijn voor vergiftiging. Zorg voor rust envoorkom verder contact met giftige stoffen/planten. Raadpleeg uw dierenarts. GDkan helpen bij het vinden van de giftige plant of stof. Bij sterfte kan sectie doorGD, een diagnose helpen stellen.

Bekende giftige planten:

taxuswaterscheerlingrododendron/azaleaPieris Japonicalaurierkersheermoes/paardestaarteikelsklimopmelde/meldeganzevoetadelaarsvarenjacobskruiskruidAmerikaanse vogelkerssint janskruidberenklauwsmeerwortelvingerhoedskruid wolfsmelk familieaardappelloofgroene aardappelsnachtschade familie

12

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 12

Page 8: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

15

Ziektenbestrijding

'Alleen als je de risico's onderkent, kun je een ziekte van je bedrijf weren'

Jan en Ingrid van Esch hebben een melkveebedrijf met 70 koeien en bijbehorend jongvee in Heukelom (NBr).

Zij hebben hun bedrijf in enkele jaren vrijgemaakt van de ziekten BVD, paratuberculose en IBR. En dit jaar

is het de beurt aan neospora.

De ervaringen met BVD van zes jaar gele-den zullen Jan en Ingrid van Esch niet snelvergeten. Met de aankoop van 12 koeienkwam de ziekte op het bedrijf. Maar liefstzestien volwassen dieren stierven of moes-ten worden afgevoerd vanwege een forsebaarmoeder- en/of longontsteking. “Dit isheel extreem”, zegt dierenarts Hans Caronvan dierenartsenpraktijk De Oude School-'tLeijdal in Chaam. Met het consequent ver-wijderen van de dragers uit de koppel,waren de problemen opgelost. Om dergelij-ke calamiteiten nooit meer mee te hoevenmaken, laat Van Esch nu elke half jaarbloedonderzoek uitvoeren bij zijn kalveren,volgens het bewakingsprogramma.

Ook paratuberculose kreeg zijn aandacht.De veehouder deed mee aan het Para-TBC-Project en begon in 1999 aan de cursusvan de ParaWijzer. “Ik heb in deze cursusveel geleerd over de risico's van ziekte-ins-leep. Als je niet weet waar de risico's zit-ten, kun je nooit een ziekte van je bedrijfweren.” Ook liet hij zijn dieren onderzoe-ken. “Bij het eerste bloedonderzoek werdendrie positieve dieren gevonden”, zegt VanEsch. Hij is er trots op dat er de laatstevier jaren geen enkel kalf meer is doodge-gaan na de geboorte. Volgens Caron getuigt dat van goed jong-veemanagement, gezien een gemiddeldsterftepercentage van vijf tot tien procentin deze diercategorie. “Men zegt datparatbc een moeilijke ziekte is, maar datvalt mee”, aldus de veehouder. Met IBR had de veehoudereveneens enige ervaring. Weer bleek aan-gekocht vee de boosdoener. Maar in tweejaar tijd werd ook deze ziekte van hetbedrijf gebannen met behulp van tank-melkonderzoek en afgelopen jaar werd hetvrij-certificaat bemachtigd.

Meer animo voor programma'sHet risico op ziekte-insleep is de afgelopenjaren fors teruggebracht. Het bedrijf kooptgeen dieren meer aan, er is geen hondaanwezig en niemand komt het bedrijf bin-nen, behalve de dierenarts. En in de jong-veestal wordt aparte bedrijfskleding aange-trokken. De koeien komen niet buiten; datheeft te maken met het beperkte areaal. Wat nog rest is neospora. Koeien uit driekoefamilies verwierpen geregeld en onder-zoek van de tankmelk in combinatie metbloedonderzoek van verwerpers brachtbesmetting met de parasiet aan het licht.Verder is het afgelopen jaar bloedonder-zoek uitgevoerd bij alle kalveren jongerdan twee jaar. Ook hier bleek besmetting

Advertentieonder te zitten. De besmette dierenzijn nu stuk voor stuk bekend.“Omdat het bloedonderzoek nogal

prijzig is, hebben we het in tegen-stelling tot de GD-adviezen beperkttot de jonge dieren. Dat is een keuze,maar kan prima bij een goede admi-nistratie”, vindt Caron, “Als een kalfbesmet blijkt, kun je alsnog zijnmoeder laten testen. Verder is hetadvies om geen kalfjes aan te houdenvan neosporakoeien. Anders raak jehet probleem niet kwijt.”Volgens dierenarts Caron groeit deanimo onder veehouders om ziektente bestrijden. “Dat komt omdatbedrijven in omvang groeien en defactor arbeid dus steeds belangrijkerwordt. Verder worden diverse dier-ziektenprogramma's goedkoper engemakkelijker toepasbaar. Met nametankmelkonderzoeken zijn eenvoudigen kosten weinig.” Van Esch zou hetliefst zien dat veehouders gezamen-lijk zouden besluiten om ziekten alsBVD, IBR en paratbc uit te bannen.“Daar heeft iedereen baat bij. Ook kunnen ent- en controlekostendan vervallen omdat het risico opherbesmetting via een buurtbedrijf isuitgesloten.” Maar bovenal vreest hijeen prijsval, bijvoorbeeld als straksmocht blijken dat er toch een link istussen rundvee en een humane ziek-te. Hij vindt dat zuivel en boerenbe-stuurders hardere garanties moetenvragen van melkveehouders, als hetom zoönozen gaat. “Een flinke plusop de melkprijs stimuleert veehoudersom ziekten aan te pakken.Nonchalant doen over een ziekte kandramatisch uitwerken - wij kunnenecht geen vier cent meer missen opeen liter melk!”

V.l.n.r.: Jan en Ingrid van Esch, Hans Caron

Herkauwer 44 09-05-2006 14:30 Pagina 14

Page 9: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

Vleesvee

17

Bloedafname aan slachtlijn maakt bewaken gezondheidsstatus gemakkelijk en goedkoper

Sinds dit voorjaar doet veehouder Jan Dijkhof in Wilp Achterhoek (Gld) weer mee aan het leptospiroseprogramma van GD.

Dijkhof vindt het een goede zaak dat de halfjaarlijkse monstername op het bedrijf straks plaatsmaakt voor bloedopvang

aan de slachtlijn. Slachterijdirecteur Henk Jansen wil graag meewerken aan het nemen van de bloedmonsters.

Bloedmonsters voor het leptospirose enIBR-programma van GD hoeven straksniet meer op het bedrijf te wordengetapt, maar kunnen dan aan de slacht-lijn worden genomen. “Ik lever jaarlijkszo'n 15 tot 20 dieren af bij de slachte-rij”, zegt Jan Dijkhof. Genoeg dierendus voor bemonstering. In WilpAchterhoek houdt Dijkhof zo'n 20 verbe-terde roodbonten. En als het grasaanbodin het voorjaar toeneemt koopt hij nogeen aantal dieren bij. “Die lever ik laterin het jaar af voor de slacht, als zij dikgenoeg zijn.” Dijkhof liet de bloedmon-sters voor het leptospiroseprogrammaenkele weken geleden nemen, toen dedieren nog op stal stonden. In de zomerzou het haast ondoenlijk zijn. Het van-gen vergt een enorme organisatie.Bloedafname aan de slachtlijn maakthet bemonsteren straks helemaal gemak-kelijk, vindt de veehouder. ”GD geeftautomatisch aan het slachthuis door vanwelke koe een monster genomen moetworden. Ik hoef helemaal niets tedoen.” In het verleden deed Dijkhof ook meeaan het programma, maar stopte er latermee. Nu wil hij gezien de ernst van mel-kerskoorts - de ziekte die via besmetvee kan worden overgebracht op demens - geen enkel risico lopen. Nietvoor zichzelf, maar evenmin voor ande-ren, zoals de kopers van zijn vee.“Dieren met leptospirose zouden nietverkocht mogen worden”, stelt hij reso-luut. “Ik snap niet waarom er inNederland zoveel aandacht is voor BSEen een ziekte als melkerskoorts blijkbaarin de doofpot zit. En dat terwijl hetmaar een relatief kleine stap is om deveestapel vrij te krijgen van de ziekte.” Slachterij Jansen in Lieren (Gld) richt

zich op de luxe runderen. Het bedrijfslacht afhankelijk van het aanbod enhet seizoen zo'n tien tot vijfentwintigdieren per week. De nieuwe manier vanbloedafname is de afgelopen maandenonder meer in deze slachterij getest.Directeur Henk Jansen: “het bloedopvangen in een buisje kost mij weinigtijd. Het is een kwestie van de schou-derslagader aansnijden en het buisje vollaten lopen. Daar komt dan nog watvoorbereidings- en afwerkingstijd bij.”En is hij niet bang dat het verkeerderund wordt getapt? “Welnee, wij houdenaltijd al precies in de gaten welk rundvan welke veehouder of slager is. Elkmoet zijn eigen dier terug krijgen. Enwe krijgen de gegevens van welke koegetapt moet worden automatisch van GD meegeleverd met de I&R en IKBgegevens.” Van Jansen mag de nieuwe methodesnel worden ingevoerd. “Het is een stukdiervriendelijker en elke vleesveehouderlaat jaarlijks wel enkele dieren slach-ten.” Ook Bert Urlings, directielid van hetgrote Vion Food in Boxtel, waar demethode eveneens werd beproefd, wildoorgaan met de monstername aan deslachtlijn. “Hiermee kunnen we aanonze afnemers laten zien dat dierenwel-zijn belangrijk is voor ons. Met namegrote afnemers als Mc Donalds zijn tespreken over dit soort zaken. Bovendienkunnen wij zo een stukje extra servicebieden aan de veehouders.”Urlings schat dat er dagelijks zo'n 500koeien worden geslacht bij Vion Food in Boxtel. Een paar procent daarvan valtbinnen de GD-programma's voor niet-melkleverend vee en moet dusbemonsterd worden.

GD en ASG hebben op verzoek, en metsubsidie,van het PVV en PZ onderzochtof bloedtappen voor GD-programma'saan de slachtlijn mogelijk is. In maarten april hebben negen slachterijen,groot en klein, proefgedraaid met denieuwe methode. En met succes. GDhoopt nu alle slachterijen over tehalen om mee te werken aan de mon-stername. Bij voldoende deelnamekunnen de monsters voor leptospiroseen IBR dan vanaf 1 juli in de slachte-rij worden genomen. Het halfjaarlijksebloedtappen op het bedrijf behoortdan tot het verleden. In de toekomstzouden ook monsters voor program-ma's als paratbc en BVD op dezemanier genomen kunnen worden.Zodra er voldoende slachterijen mee-doen, zullen veehouders nader wordengeïnformeerd.

GD PlusZorg houdt diergezondheidbetaalbaar

Om goede diergezondheidszorg betaal-baar te houden introduceerde GD in1996 GD PlusZorg. Hiermee heeft deveehouder, tegen een jaarlijkse inleg,recht op tal van voordelen en kortin-gen. Het PlusZorg-pakket wordt conti-nue onderhouden. Hieronder een over-zicht van de voordelen die GD PlusZorgnu biedt. Houd de GD PlusZorg-paginain GD Herkauwer in de gaten voor uit-breidingen in het pakket.

Korting op laboratoriumonderzoeken Naast korting op programma's en bedrijfs-bezoeken kennen ook vrijwel alle labora-toriumonderzoeken voor rundvee eengereduceerd tarief voor GD PlusZorg-deel-nemers.

Pakketkorting GD PlusZorg-deelnemers met drie of meer run-derabonnementen, ontvangen een aantrekkelij-ke pakketkorting. Bij drie abonnementen is depakketkorting 5%, bij vier abonnementen 6%en bij vijf of meer abonnementen 9%. De pak-ketkorting wordt berekend over de jaarfacturenvan de voordelige GD PlusZorg-tarieven.

Vergoeding onderzoek bij ziekteuitbraakGD PlusZorg-deelnemers die IBR-vrij en/of lep-tospirose-vrij zijn en te maken krijgen met eenuitbraak, ontvangen 50% korting op het kop-pelonderzoek voor het vaststellen van debesmettingsgraad.

Gratis e-mailnieuwsbriefDe nieuwe e-mailnieuwsbrief 'GD Rund Tips &Nieuws' is exclusief en gratis beschikbaar voordeelnemers aan GD PlusZorg, die hun laborato-riumuitslagen per e-mail ontvangen.

Ook deelnemer worden?Deelname aan GD PlusZorgkost melkleverende bedrijven€ 56,16 per jaar en niet mel-kleverende bedrijven € 43,55per jaar. Bent u nog geendeelnemer, meldt u dan nu aanvia 0900-1770. Dan bent uverzekerd van alle voordelenvan GD PlusZorg. Heeft u vra-gen over GD PlusZorg, bel danmet GD via 0900-1770.

Herkauwer 44 09-05-2006 14:31 Pagina 16

Page 10: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

19

Kleine herkauwers

Scrapiebestrijding is effectief

Het Scrapiebestrijdingsprogramma werpt zijn vruchten af. Voor alle schapenhouders is een resistente dekram beschikbaar.

Door de inzet van resistente dekrammen op een besmet bedrijf loopt de infectie snel dood. Dit maakt dat het aantal

besmette bedrijven in ons land vanaf nu snel gaat afnemen.

Met een symposium in januari van ditjaar sloot de Stuurgroep van hetScrapiebestrijdingsprogramma de pro-jectfase van de scrapiebestrijding af;het programma vaart verder onder devlag van GD. Diverse prominente spre-kers blikten terug op de werkzaamhe-den die zijn uitgevoerd en de succes-sen die zijn behaald en keken vooruitnaar de weg die nog te gaan is.

Doel bereiktIn 1998 ging de scrapiebestrijding vanstart. Doel van het programma is degevoeligheid voor scrapie terug tedringen. Die gevoeligheid is erfelijkbepaald en vast te stellen via bloedon-derzoek. “Inmiddels hebben bijna1.000 schapenhouders alleen nog scra-pie-ongevoelige schapen op hunbedrijf”, vertelde Hemmo Bolhuis bijde opening van het symposium. Vanuitzijn functie als LTO-bestuurder is hijvoorzitter van de Stuurgroep van hetScrapiebestrijdingsprogramma. “Wehebben nu voldoende ongevoeligedekrammen. Iedere schapenhouder kanzo'n resistente dekram inzetten, daar-mee hebben we een doel bereikt.”

Getoetst door onderzoekHet programma is effectief, aldusonderzoekster Gonnie Nodelijk van ASG(Animal Sciences Group vanWageningen UR). Zij deed verslag vanhet onderzoek dat zij uitvoerde opbesmette bedrijven. “Met het onder-zoek hebben we gecontroleerd of hetaantal scrapiegevallen op scrapie-besmette bedrijven in Nederland ookdaadwerkelijk afneemt door de geko-zen strategie. De uitkomsten bevesti-gen dat de infectie doodloopt en datde inzet van resistente rammen tot hetgewenste resultaat leidt.” Jack Windig(ASG) vertelde over het onderzoek dat

hij met Lucia Kaal (ASG) uitvoerdenaar het verlies van genetische varia-tie. “Met name bij rassen waarvan deNederlandse populatie klein is, is hetgevaar van inteelt aanwezig. Met eenaangepast fokprogramma is het verliesaan variatie echter in de hand te hou-den terwijl toch wordt gefokt op scra-pie-ongevoeligheid.”

Succes door inzetPiet Vellema, hoofd van de sectorKleine Herkauwers van GD en project-leider van het Scrapiebestrijdings-programma, liet zijn licht schijnenover de verschillende hindernissen diegenomen zijn gedurende het traject. “Bij de start van het programma ont-brak het aan een systeem van identifi-catie en registratie van de schapen. Erwas weinig samenwerking tussen dediverse betrokken organisaties en erwas in de schapenhouderij geeninfrastructuur die was gericht op der-gelijke programma's. Al deze hindernis-sen hebben we overwonnen. Dat isvooral te danken aan de tomelozeinzet van velen, het brede draagvlakvoor het programma en de uitgebreidecommunicatie die we steeds met desector hebben gevoerd.”

Complimenten van ministerMinister Veerman sloot het Scrapie-symposium af met zijn complimentenaan de schapenhouders en anderen diezich zo voortvarend hebben ingezetvoor het succes van hetScrapiebestrijdings¬programma. “We kunnen nu massaal ongevoeligerammen inzetten in de hele schapen-houderij. Daarmee kunnen we veel leedvoorkomen, omdat we minder gezondedieren hoeven te doden. Dit bespaartbovendien veel geld.”

18

Het scrapieprogramma in het kortHet Scrapiebestrijdingsprogrammaricht zich op het fokken van scrapie-ongevoelige dieren. Door alleen nogscrapie-ongevoelige rammen in te zet-ten, neemt de gevoeligheid van degehele populatie in snel tempo af endaarmee ook het aantal besmettebedrijven. Op scrapie-besmette bedrij-ven worden alle scrapie-gevoelige die-ren geruimd en het bedrijf wordtonder toezicht gesteld. Zodra eenbesmet bedrijf alleen bevolkt is metongevoelige dieren, worden de meestebeperkingen opgeheven.

Advertentie

dr. Piet Vellema, specialist gezondheidszorgkleine herkauwers

Herkauwer 44 09-05-2006 14:31 Pagina 18

Page 11: Een uitgave van GD, Nummer 44 / Mei 2006 · 1 juli in Utrecht, zal GD zich presenteren met een stand. Veehouders worden van harte uitgenodigd met ons in gesprek te gaan over gezonde

www.gezondedieren.nlonderdeel ‘GD Rund’

De site voor nieuws en achtergrondinformatie

GD, uw partner voor gezonde dieren, heeft alle informatie in huis om het beste uit uwrundvee te halen.Op onze websitewww.gezondedieren.nl

(onderdeel ‘GD rund’)vindt u onze adviezen, tips, nieuws enachtergrondinformatie; voor de beste diergezondheidszorg!

GDArnsbergstraat 7Postbus 97400 AA DeventerF 0570-63 41 [email protected]

TarievenAlle genoemde GD-tarieven in deze uitgavezijn exclusief BTW.

Bereikbaarheid0900-1770

via dit nummer is GD voor alle vragen bereikbaar van maandag tot en met vrijdagvan 8.30 tot 17.00 uur.

GD Veekijker: 0900-1775Telefonisch veterinair advies voor dierenartsen. Dagelijks van 8.30 tot 12.00 uuren 12.45 tot 17.00 uur.

Ophaaldienst voor sectiemateriaalAanmelden: telefonisch 0900-202 00 12Indien voor 9.00 uur aangemeld, dan wordthet materiaal dezelfde dag opgehaald.

Sectie- en monstermateriaal kan uitsluitendaangeboden worden van maandag t/m vrijdagvan 8.00 tot 17.00 uur.

Tarieven 2006, per stop:Rund, varken, schaap en geit € 31,11Spoedeisend materiaal buiten kantoortijdalleen in overleg met de patholoog:Weekend: € 228,58Avond: € 154,73

De tarieven zijn exclusief de verwijderingskosten van de destructor.

Herkauwer 44 09-05-2006 14:31 Pagina 20