EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de...

44
HET RISICO VAN EEN DILEMMA; EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER Drs. M.N.A.T. Verlinden Master of Crisis and Disaster Management Almere, augustus 2003

Transcript of EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de...

Page 1: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

HET RISICO VAN EEN DILEMMA;

EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER

Drs. M.N.A.T. Verlinden

Master of Crisis and Disaster Management

Almere, augustus 2003

Page 2: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

I

HET RISICO VAN EEN DILEMMA;

Een onderzoek naar ethiek bij de brandweer

Scriptie in het kader van de Master of Crisis and Disaster Management

Almere, augustus 2003

Afbeelding op voorpagina uit Deadline van Yrrah, Uitgeverij Querido, Amsterdam 1987.

Page 3: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

II

Voorwoord

Tijdens mijn werk als officier bij de brandweer ben ik een aantal keren in situaties terecht

gekomen waarbij het nemen van een beslissing niet zo eenvoudig was. Het betrof niet alleen

repressieve situaties maar ook beheersmatige situaties. Kenmerkend voor deze gevallen was

dat het ging om situaties waarbij ik gevoelsmatig wist wat goed was (en wat niet), maar dit

niet goed kon beargumenteren. Toen ik startte met de opleiding Master of Crisis and

Disastermanagement en ik na ging denken over een onderwerp voor mijn scriptie was deze

gauw gevonden: ethiek.

Voordat ik bij de brandweer ging werken, heb ik enige jaren in het leger gewerkt. En ik wist

mij te herinneren dat daar in de opleiding anders met dit soort vraagstukken werd omgegaan

dan bij de brandweer. Daarom was ik benieuwd hoe andere organisaties zich specifiek op

ethische kwesties voorbereiden. Ik heb tijdens de binnenlandstage een paar organisaties

bezocht die veel met ethiek omgaan en dat werd een ziekenhuis, het Openbaar Ministerie en

een rechtbank.

Tijdens het lezen viel mij op dat het praktisch toepassen van de ethiektheorie niet zo

eenvoudig was als ik had gedacht. Daarom heb ik gezocht naar een aantal personen die veel

kennis hebben op dit gebied. Hierdoor heb ik naast het lezen een aantal boeiende interviews

gehouden. Allereerst wil ik dan ook deze personen bedanken voor hun tijd en medewerking:

• Drs. B. Berends

• Maj. Drs. C.E. van den Berg

• Prof. Dr. J.J.L.M. Bierens

• Prof. Dr. M.A.P. Bovens

• Prof. Dr. J.J.M. van Delden

• Ing. R.R. Hagen MPA

• Prof. Dr. R. Jeurissen

• Prof. Mr. E. Myer

• Drs. E.J. Oomes MCDM

• Dr. D. Verweij

• Lkol. Drs. Ing. H.F.M. Vullinghs

Veel delen van de tekst zijn tot stand gekomen door de inbreng van deze personen, maar hun

persoonlijke bijdrage was niet altijd weer te geven. Op die plaatsen waar heel duidelijk het

interview de bron was van de tekst heb ik dat vermeld.

Vanuit de opleiding werd ik begeleid door Drs. H.M. van de Kar. Zijn kritische inbreng heeft

een goede bijdrage voor dit stuk opgeleverd, waarvoor ik hem wil bedanken.

In mijn zoektocht naar deskundigen, was het eenvoudig om de docent te benaderen van de

module die ik pas in het tweede jaar van deze opleiding krijg getiteld “Recht, ethiek en

samenleving”. De docent hiervan is Prof. Mr. A.M. Hol. Hij bleek niet alleen bereid om mij

meer over ethiek te vertellen, hij wilde zelfs mij begeleiden tijdens de scriptie. Dit heeft een

aantal zeer indringende en persoonlijke gesprekken tot gevolg gehad, waarvoor ik hem dank.

Page 4: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

III

Een woord van dank is ook op zijn plaats voor Brandweer Almere en de Regionale Brandweer

Flevoland. Allereerst voor het feit dat mijn werkgever mij in de gelegenheid stelt om deze

opleiding te volgen. Daardoor mist de brandweer Almere mij zeker 1 dag in de week om de

opleiding te volgen, waardoor bepaald werk blijft liggen of door anderen moet worden

overgenomen. Uiteraard zullen er collega’s zijn die zeggen dat dat eerder prettig is dan lastig,

maar dat beschouw ik dan maar als een uiting van de prettige werksfeer in ons korps. Ik wil

hiermee dan ook al mijn collega’s bedanken voor hun steun.

Als laatste wil ik mijn vriendin Rina van den Boogaard bedanken. Naast het feit dat zij de

scriptie heeft beoordeeld op schrijf- en stijlfouten en een oordeel heeft gegeven over de

scriptie als leek op het onderwerp, had ik zonder haar steun deze scriptie niet kunnen

voltooien. Het eerste jaar van de masteropleiding heeft zich gekenmerkt als een extreem druk

jaar. Dit had te maken met de combinatie van een ongeval en onderzoek waar het korps van

Almere bij betrokken was en het feit dat ik in dat zelfde jaar vader ben geworden en ging

trouwen. Met de steun van Rina is het mij gelukt om al deze zaken nog te combineren.

Zoals met ieder (wetenschappelijk) onderzoek levert het maken van deze scriptie meer vragen

op dan er antwoorden gevonden worden. Toch heeft het schrijven van deze scriptie mij meer

inzicht gegeven in de ethische vraagstukken waar mee ik geconfronteerd ben en heeft me

sterker gemaakt voor de dilemma’s van de toekomst. Ik hoop dat anderen door het lezen van

deze scriptie hetzelfde gevoel zullen overhouden.

Almere, augustus 2003

Michiel Verlinden

Page 5: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

IV

Samenvatting

Ethiek is de laatste jaren steeds meer in de belangstelling gekomen. Het lijkt erop dat deze

verhoogde aandacht voor ethiek tot nu toe niet kan worden waargenomen bij de brandweer.

Als men zich daarbij realiseert dat de waarde veiligheid de laatste jaren publiekelijk in het

middelpunt van de belangstelling staat, is het bijna onbegrijpelijk dat de aandacht voor ethiek

volledig aan de brandweer voorbij lijkt te gaan. In deze scriptie geef ik aan dat binnen het

brandweervak waarden een belangrijke rol kunnen spelen en zich situaties kunnen voordoen

waarbij deze waarden kunnen botsen. Waarom krijgt ethiek dan geen aandacht binnen de

brandweer? Om die reden is de probleemstelling van deze scriptie:

Hoe kan systematische aandacht voor ethiek bijdragen aan een verdere professionalisering

van het management van brandweer Nederland?

Om deze probleemstelling te beantwoorden wordt in deze scriptie allereerst de theorie

rondom ethiek behandeld. De belangrijkste begrippen worden benoemd. Met dit theoretisch

kader wordt gekeken op welke wijze een aantal andere organisaties met ethiek omgaat

Gekozen is voor het leger, de juridische wereld, de medische wereld en de politie.

Vervolgens wordt met het begrippenkader de situatie bij de brandweer geanalyseerd om

vervolgens deze situatie te vergelijken met de vier eerder genoemde organisaties. Dan valt op

dat de brandweer vergelijkbare kenmerken heeft als de overige vier organisaties, maar dat

ethiek zeker geen vergelijkbare plaats heeft binnen de brandweer. De volgende constateringen

worden hierover gedaan:

1. Er is bij de brandweer geen sprake van expliciete reflectie op ethische kwesties. Dit kan

te maken hebben met het feit dat men niet bewust is van de ethische dimensie van het

werk of met het feit dat de afwegingen die men maakt niet verbonden worden met

ethiek. In een aantal gevallen is er zelfs sprake van een ethische ontkenning (“er spelen

geen ethische vraagstukken bij de brandweer / dit is geen ethisch dilemma”);

2. Er zijn geen instituties die zich specifiek bezig houden met ethiek bij de brandweer;

3. Er wordt in de opleidingen voor de brandweer geen aandacht besteed aan ethiek noch

aan ethische vraagstukken noch aan ethische besluitvorming;

4. Er wordt in de praktijk weinig tot niet over ethiek gesproken;

5. In de Nederlandstalige vakliteratuur komt ethiek niet aan bod;

6. Er wordt zowel in de praktijk, in de vakliteratuur als in de opleidingen weliswaar

gesproken over situaties waarin functionarissen en met name leidinggevenden

afwegingen moeten maken of zelfs voor dilemma’s worden geplaatst, maar deze

worden vrijwel nooit benoemd als waardenconflict;

7. Er zijn regels, richtlijnen en procedures die aangeven hoe opgetreden moet worden,

maar niet wordt aangegeven hoe moet worden opgetreden als de voorschriften niet

toereikend zijn.

In deze scriptie toon ik aan dat er wel degelijk ethische waarden spelen binnen het

brandweervak en dat er veel situaties zijn waarbij deze waarden kunnen botsen. Belangrijk is

dat de leidinggevenden bij de brandweer zich bewust zijn van deze ethische dimensie van hun

vak. Mijn constatering is dat het management van de brandweer zich op dit moment

onvoldoende bewust is van deze ethische dimensie van het vak.

Page 6: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

V

Indien de brandweer in staat is dit ethisch bewustzijn te ontwikkelen heeft dat de volgende

voordelen:

1. Er zal makkelijker een unité de doctrine ontwikkeld kunnen worden;

2. De brandweer is beter in staat publiekelijk verantwoording af te leggen over haar

optreden;

3. De brandweer kan beter aangeven voor welke taken zij wel en voor welke taken zij

niet staat;

4. Het brandweerpersoneel is beter voorbereid op de meest extreme situaties waarin de

oplossing niet meteen duidelijk is, omdat zij nu ook getraind is om dit soort dilemma’s

op te lossen.

Deze veranderingen zullen binnen de brandweer leiden tot een verdere professionalisering van

het vak. Juist in deze tijden waarin veiligheid hoog op de politieke agenda staat en de

brandweer meer dan in het verleden publiekelijk ter verantwoording wordt geroepen over haar

optreden, zijn deze verbeteringen een belangrijke bijdrage op een aantal gebieden waar de

brandweer nog niet zo sterk in is.

Om te zorgen dat een eerste aanzet binnen de brandweer wordt gemaakt met ethiek doe ik de

volgende aanbevelingen, waarbij het creëren van een ethisch bewustzijn het belangrijkste doel

is:

1. In de opleidingen tot brandweerofficier zou een onderdeel ethiek gegeven moeten

worden. Binnen het NIBRA zou één persoon verantwoordelijk moeten worden

gemaakt voor het onderwijs in de ethiek en dit zou in de functiebenaming tot uiting

moeten komen;

2. Binnen de NVBR zou een ethische commissie opgericht moeten worden. De taak van

deze commissie zou in eerste instantie moeten zijn om zich bezig te houden met

werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan

zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC en het NIBRA.

3. Richting de brandweerkorpsen kunnen de volgende acties ondernomen worden:

a. Publicaties ontwikkelen die handelen over ethiek en deze verspreiden naar de

korpsen;

b. Publiceren van een artikel over ethiek in de vakliteratuur;

c. Publiceren van het dilemma van de maand in de vakliteratuur;

d. Presentaties laten houden bij brandweerkorpsen door brandweermensen die in

moeilijke dilemma situaties hebben gezeten en die vertellen welke beslissingen

zij hebben genomen en met welke motivering.

Page 7: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

VI

Inhoudsopgave

Voorwoord

Samenvatting

1. Inleiding 1

1.1. Object van deze scriptie 1

1.2. Probleemstelling 2

1.3. Relevantie van het onderwerp 3

1.4. Opbouw van de scriptie 4

2. Wat is ethiek? 5

2.1. Belangrijkste begrippen binnen de ethiek 5

2.2. Consequentalisme en deontologie 8

2.3. Ethisch handelen 8

2.4. Ethische dilemma’s en lerende organisaties 10

2.5. Objectivering van ethiek 12

3. Ethiek bij andere organisaties 14

3.1. Militaire ethiek 14

3.2. Juridische ethiek 16

3.3. Medische ethiek 17

3.4. Politiële ethiek 19

3.5. Leeraspecten van de andere organisaties 20

4. Ethiek bij de brandweer 21

4.1. Wat heeft de brandweer tot nu toe aan ethiek gedaan? 21

4.2. Vergelijking brandweer en andere organisaties 24

4.3. Aanpassingen bij de brandweer 26

5. Conclusies en aanbevelingen 28

5.1. Conclusies 28

5.2. Aanbevelingen 28

Literatuurlijst 29

Bijlage 1: Interviews 33

Bijlage 2: Inhoud van gedragscodes 34

Bijlage 3: Voorbeelden dilemma’s bij de brandweer 35

Bijlage 4: Gedragscode Glendale Fire Department 37

Page 8: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

1

1. Inleiding

“Managers zijn de ethiekdocenten van hun organisatie.”

Badaracco, 1998, p.63

In dit eerste hoofdstuk wordt beschreven waarom dit onderzoek is uitgevoerd, wat het

onderwerp is en hoe de scriptie is opgebouwd. In § 1.1 wordt het object van deze scriptie

beschreven, waarna in § 1.2 de probleemstelling aan de orde komt. Om de probleemstelling

helder te maken wordt in § 1.3 het begrip professionalisering nader toegelicht. Daarna komt in

§ 1.4 de relevantie van dit onderzoek aan de orde en als laatste wordt in § 1.5 de indeling van de

scriptie gegeven.

1.1 Object van deze scriptie De laatste jaren is een verhoogde aandacht voor ethiek te constateren. Veel bedrijven en

instanties hebben discussies gevoerd over hun belangrijkste waarden en normen en hebben

gedragscodes opgesteld. Voor deze ontwikkeling zijn meerdere oorzaken te noemen en deze

oorzaken kunnen verschillen voor verschillende organisaties. De volgende redenen kunnen

genoemd worden voor de toename voor de aandacht voor ethiek in de maatschappij1:

1. Vanzelfsprekende waarden, normen en sociale controle zijn verdwenen. Vroeger

waren waarden en normen sterk verankerd in godsdienst en cultuur. Met de

secularisatie en ontzuiling is dit fundament van de moraal verzwakt.

2. Bedrijfsrisico’s nemen toe. Bedrijven worden groter en complexer en gaan

internationaal opereren. Organisaties worden meer afhankelijk van de kennis, intenties

en kwaliteiten van hun personeelsleden. Directe aansturing is niet meer mogelijk, dus

is aansturing nodig door middel van gedeelde waarden en normen.

3. Bedrijven en overheid worden meer dan vroeger door burgers en media ter

verantwoording geroepen voor hun optreden.

4. De diversiteit in waarden en normen neemt toe. Bedrijven opereren niet alleen in

andere landen waar andere culturen heersen, maar ook onze eigen samenleving is

multicultureel en dus neemt de kans op morele conflicten en ethische discussies toe.

Vergelijk hiervoor de discussie rondom het wel of niet verbieden van het dragen van

een hoofddoek tijdens het werk.

5. De toename van de dienstverlenende samenleving. In iedere vorm van dienstverlening

is de relatie tot andere mensen aanwezig en dus de morele dimensie aanwezig en

daarmee kan de toename van de dienstverlenende sector gekoppeld worden aan de

toename voor de aandacht voor ethiek.

6. De toegenomen individualisering leidt niet alleen tot meer vrijheid maar ook tot meer

verantwoordelijkheid. Het is belangrijk om te bepalen waar de vrijheid ophoudt,

omdat door het optreden van individuen last wordt veroorzaakt aan een ander.

1 Meerdere auteurs geven redenen die gedeeltelijk overlappen of enigszins verschillen (VNO-NCW, p. 7-9 / van

Iersel, 2002, p. 194-195 / Bovens, p. 152-156 uit: Nederlandse Politie Academie, 2001 / Moelker, p.181) Het

hier genoemde overzicht is een samenstel uit deze tekstonderdelen.

Page 9: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

2

Het lijkt erop dat deze verhoogde aandacht voor ethiek tot nu toe niet kon worden

waargenomen bij de brandweer. Als men zich daarbij realiseert dat de waarde veiligheid de

laatste jaren publiekelijk in het middelpunt van de belangstelling staat, is het bijna

onbegrijpelijk dat de aandacht voor ethiek volledig aan de brandweer voorbij lijkt te gaan.

Is ethiek dan geen issue bij de brandweer? Voorop staat dat het brandweervak een vak is waar

waarden een centrale plaats hebben. Indien bepaalde waarden in een beroep centraal staan,

dient de organisatie zich met ethiek bezig te houden. Tevens kan geconstateerd worden dat bij

het optreden van de brandweer waarden kunnen botsen. Laat ik twee voorbeelden geven van

zo’n situatie:

Op een koude winterdag is een man in het water gesprongen met het doel om

zelfmoord te plegen. Omstanders zien dit en bellen de brandweer. De brandweer gaat

met duikers te water. Als de duiker bij de man komt om hem naar de kant te halen,

wordt deze man agressief en begint te slaan. Dit levert voor de duiker een gevaarlijke

situatie op. Op de kant staan veel omstanders en een paar cameraploegen. Moet je een

persoon redden die niet gered wil worden? Hoeveel gevaar laat je een brandweerman

lopen om iemand te redden? Mag je iemand buiten westen slaan om hem te redden?

Bij een ongeval op een provinciale weg zijn twee personenauto’s tegen elkaar gebotst.

In beide voertuigen zit een persoon bekneld. De officier van dienst heeft opgeschaald,

omdat de aanwezige brandweerploeg slechts een van de twee slachtoffers kan

bevrijden. De ambulancebroeder geeft aan dat de ene persoon er sneller uit moet i.v.m.

zijn verwondingen. De andere persoon is echter een lid van de brandweer. Wie geef je

prioriteit? Hoe overtuig je de brandweerploegleden dat zij eerst het andere slachtoffer

moeten bevrijden?

Deze voorbeelden zijn situaties van een moreel dilemma; een moreel dilemma wordt

gekenmerkt door een conflict van waarden.

Nu duidelijk is dat binnen het brandweervak waarden een belangrijke rol kunnen spelen en in

het brandweerwerk zich situaties kunnen voordoen waarbij deze waarden kunnen botsen, is de

vraag interessant waarom ethiek geen aandacht krijgt binnen de brandweer. En vervolgens

rijst de vraag of een invoering van systematische aandacht voor ethiek binnen het vakgebied

een meerwaarde oplevert. Deze vragen zijn de basis van deze scriptie.

1.2 Probleemstelling De probleemstelling van deze scriptie is:

Hoe kan systematische aandacht voor ethiek bijdragen aan een verdere

professionalisering2 van het management van brandweer Nederland?

Om deze probleemstelling te beantwoorden zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd

en daarbij is vermeld welke onderzoeksmethode is toegepast3:

2 Voor deze scriptie beschouw ik de term professionalisering als het proces waarbij leden van een beroepsgroep

de kwaliteit van het beroep bewaken en verhogen. 3 De gebruikte literatuur staat vermeld in de literatuurlijst en van de gehouden interviews is in bijlage 1 een

overzicht gegeven.

Page 10: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

3

Onderzoeksvragen Onderzoeksmethode

• Wat is ethiek? Literatuurstudie en interviews

• Welke rol speelt ethiek in andere organisaties en wat

kan de brandweer daarvan leren? Voor dit onderzoek

is gekozen een aantal non-profitorganisaties te

bestuderen, waarvan het vermoeden bij mij bestaat

dat personen binnen die organisaties regelmatig met

ethische vragen geconfronteerd worden (medische

wereld, rechtbank, politie, leger)

Literatuurstudie, interviews en

stage

• Wat heeft de brandweer de afgelopen jaren gedaan

aan de ontwikkeling van ethiek en wat is de huidige

rol van ethiek bij de brandweer?

Literatuurstudie en interviews

• Wat kan het management van brandweer Nederland

aan ethiek doen en wat levert het op? Ik heb gekozen

om alleen te kijken naar het management in verband

met de beperkte tijd voor de scriptie. Onder

management versta ik in deze scriptie het

officiersniveau van brandweer Nederland.

Veldonderzoek

Gezien het feit dat er, voor zover dat door mij is nagegaan, nog nooit onderzoek heeft plaats

gevonden naar de betekenis van ethiek binnen de brandweer, is dit onderzoek primair

exploratief-beschrijvend. Er wordt geen theorie getoetst en er zullen geen harde conclusies

getrokken kunnen worden. Ik zal met dit onderzoek proberen aan te tonen waarom de

brandweer ethiek een permanente plaats moet geven en wat de meerwaarde daarvan voor ons

vak is. Ik sluit af met enkele aanbevelingen.

1.3 Relevantie van het onderwerp In de probleemstelling wordt de term professionalisering genoemd. De vraag die dit oproept is

of de brandweer een professie is. Uit de beschrijving van een professionele organisatie blijkt4,

dat een aantal kenmerken wel (eigen domein, eigen selectie en opleiding) en een aantal niet

(eigen waarden en normen systeem, eigen tuchtsysteem) van toepassing zijn op de brandweer.

Tevens zijn de kenmerken van een professionele organisatie in repressieve situaties veel

sterker aanwezig dan de kenmerken van een bureaucratische organisatie. Dit is te verklaren,

omdat op die momenten personen en eenheden zeer zelfstandig werken5. Op dit moment zijn

er een aantal ontwikkelingen waar te nemen die erop duiden dat de brandweer zich meer in de

richting van een professie ontwikkelt (Hierbij moet gedacht worden aan initiatieven om een

unité de doctrine te ontwikkelen en de oprichting van een beroepsvereniging). Het is

belangrijk voor een organisatie die uitgroeit tot een professie om een eigen waarden- en

normensysteem te ontwikkelen.

4 “Een professie is een beroep dat zich op basis van een vertrouwensrelatie bezighoudt met dienstverlening van

‘hoge goederen’ aan een cliëntsysteem….Naast de vertrouwensrelatie ten opzichte van het cliëntsysteem kennen

professies hun eigen opleidingssystemen en houden zij de toegang tot de professie in hun hand door bij de

rekrutering bepaalde eisen te stellen…. Verder kennen professies hun eigen tuchtsysteem, die individuele

beroepsbeoefenaren ter verantwoording kunnen roepen. Een professie ontwikkelt altijd een eigen professionele

code, een normen- en waardensysteem dat eventueel zelfs door middel van het tuchtsysteem afgedwongen kan

worden” (Moelker, 2003, p. 118 en 119). Zie ook Heijnsdijk, 1988, p. 172 e.v. 5 Van Oostrum (2002, p. 86) vermeldt dat het kenmerkend is voor een professionele organisatie dat “een vrij

beroep wordt uitgeoefend door beroepsbeoefenaren die pas geheel zelfstandig aan de slag mogen nadat zij het

opleidingsprogramma van de beroepsverenging hebben afgerond en enkele jaren onder de hoede van een senior

collega hebben gewerkt.”

Page 11: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

4

Bij het optreden van de brandweer komen zowel in uitruksituaties als in beheerssituaties

momenten voor dat personen geconfronteerd worden met morele dilemma’s. In paragraaf 1.1

heb ik al twee voorbeelden gegeven van zo’n dilemma binnen een uitruksituatie. In de

beheerssituatie kan men bij een moreel dilemma denken aan het volgende voorbeeld.

Stel je bent preventiecontroleur. Je hebt een bedrijf gecontroleerd en dit voldoet

wederom niet aan de brandveiligheidseisen. Je overlegt met je collega ambtenaar die

verantwoordelijk is voor de handhaving. Naar jouw idee zou het bedrijf gesloten

moeten worden, gezien alle acties die nu reeds ondernomen zijn en de gevaarlijke

situatie die daar heerst. Je collega meldt dat het bedrijf in een slechte economische

situatie verkeert en dat het op de rand van een faillissement staat. Als dit wordt

doorgezet zal het bedrijf zeker failliet gaan, aangezien de verbouwingskosten

aanzienlijk zullen zijn. Hij vraagt jou te denken aan de 100 personen die dan op straat

zouden komen te staan en het feit dat er al zo weinig werkgelegenheid in de stad is.

Welke belangen laat je meewegen en welk belang weegt het zwaarst? Wat doe je als

naar jouw mening dingen gebeuren die de veiligheid niet ten goede komen?

Het is belangrijk dat het management bij de brandweer weet om te gaan met dit soort morele

dilemma’s. Immers, de werkgever is verplicht zijn personeel voor te bereiden op dit soort

situaties als je kunt voorzien dat ze daar in terecht kunnen komen. Een goede opleiding in

ethiek en een gezond ethisch klimaat binnen de organisatie kunnen ervoor zorgen dat het

personeel weerbaar is in deze situaties. Tevens heeft het een positief effect op de brandweer

als organisatie. De organisatie wordt minder snel geconfronteerd met acties van medewerkers

die niet in overeenstemming zijn met de organisatiefilosofie en kan altijd uitleggen waarom

bepaalde acties ondernomen zijn. Daarbij moet rekening gehouden worden dat we in de

huidige maatschappij vaker publiekelijk voor de motivering van ons optreden, adviezen en

besluiten ter verantwoording geroepen zullen worden.

Ook zijn er vakinhoudelijk argumenten te geven om ethiek verder te ontwikkelen. De

technisch georiënteerde brandweer probeert het optreden in incidentsituaties te vatten in

procedures en instructies. Hiermee kan de leidinggevende in een groot aantal situaties bepalen

wat de beste werkwijze is. Maar als de situatie niet precies past binnen een omschreven

procedure, wordt van de leidinggevende toch verwacht dat er een beslissing genomen wordt.

In dat geval is het goed om te weten welke waarden achter de procedures zitten en om zelf

een afweging daarvan te kunnen maken. Het levert tijdwinst op in de besluitvorming en de

kans op een gedegen afweging neemt toe. Doordat leidinggevenden dan gewend zijn hun

overwegingen te benoemen, zijn er meer leermomenten voor collega’s, waardoor de kennis in

het vakgebied vergroot wordt. Zo draagt een versterking van de rol van ethiek uiteindelijk bij

aan de professionalisering van ons vak.

1.4 Opbouw van de scriptie In het volgende hoofdstuk zal enige theorie omtrent ethiek behandeld worden. Daarna volgt in

hoofdstuk 3 een beschrijving van de rol en vorm van ethiek binnen vier andere organisaties, te

weten het leger, de medische en juridische wereld en de politie. In hoofdstuk 4 wordt

ingezoomd op de brandweer: welke plek heeft ethiek binnen de brandweer? Vervolgens gaat

dit hoofdstuk in op de vraag welke rol ethiek binnen de brandweer zou kunnen of misschien

wel zou moeten spelen. In het laatste hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen

geformuleerd.

Page 12: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

5

2. Wat is ethiek?

“Handel zo dat je de mensheid in jezelf en in anderen nooit louter als middel,

maar ook altijd als doel in zichzelf betracht.”

Kant6

In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de theorie. Ik heb er bewust voor gekozen om deze

theorie uitgebreid te behandelen, omdat veel lezers uit de eigen beroepsgroep redelijk

onbekend met deze materie zullen zijn. Een aantal relevante onderwerpen en veel

voorkomende begrippen in de literatuur over ethiek wordt aangestipt. Dit hoofdstuk

pretendeert niet een volledig overzicht te geven van deze materie. Allereerst kijken we in

§ 2.1 wat ethiek betekent en welke begrippen daarmee samenhangen. In § 2.2 worden de

begrippen consequentalisme en deontologie uitgewerkt. Wat is nu ethisch handelen? Deze

vraag zal in § 2.3 beantwoord worden. Dat waarden kunnen botsen, heb ik al vermeld in

hoofdstuk1; daarom ga ik in § 2.4 dieper in op het begrip ethisch dilemma. Vervolgens

behandel ik in § 2.5 de wijze waarop ethiek geobjectiveerd wordt. Allereerst wordt hierbij het

recht behandeld en als laatset wordt ingegaan op gedragscodes.

2.1 Belangrijkste begrippen binnen de ethiek Het woord ethiek komt waarschijnlijk van het Griekse woord ethos dat gewoonte betekent.

Aristoteles meent dat het Griekse woord voor karakter, êthos (het ‘dakje’ op de e is

belangrijk) een verbastering van ethos is. Volgens Aristoteles is ethiek de leer van de vorming

van het karakter (Nieuwenburg, 2001, p. 31). Zoals met alle begrippen bestaan er ook voor

ethiek meerdere definities. Tevens horen bij ethiek begrippen als normen en waarden,

ethische dilemma’s en komen er vaak woorden bij als integriteit en moraal. Maar wat

betekenen deze begrippen nu allemaal? Ik kies er in deze scriptie voor om aan te sluiten bij de

definities van Verweij. Zij geeft een goede definiëring van de verschillende begrippen

(Moelker, 2003, p.184):

• Ethiek: systematisch nadenken over en expliciteren van moraal;

• Moraal: geheel van normen en waarden, van zeden en gewoonten, bij een bepaalde

groep mensen in een bepaalde tijd;

• Norm: regel, richtsnoer voor het handelen. Normen zijn gebaseerd op waarden;

• Waarde: Een ideaal, een principe of innerlijke overtuiging. Waarden vormen de basis

voor de ethiek;

6 Uit: Jeurissen, 2001, p. 67

Page 13: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

6

De samenhang van deze begrippen kan weergegeven worden in een figuur:

Figuur 1: Samenhang tussen begrippen.

Bron: Koninklijke Landmacht, 2002, p.75

“Het beeld van de piramide maakt duidelijk dat ethiek een solide basis dient te hebben. Dit

betekent dat het nadenken over moraal verankerd dient te zijn in waarden die ook

daadwerkelijk in praktijk gebracht worden” (Koninklijke Landmacht, 2002, p.75).

Wat is nu de verhouding tussen waarden en normen? Voor ethisch handelen zijn zowel

waarden als normen nodig. Zonder concretisering in morele normen zijn waarden stuurloos en

abstract (Jeurissen, 2001, p. 60). Als er geen waarde achter een norm of regel ligt, kan gesteld

worden dat deze norm (of die regel) letterlijk waardeloos is (Moelker, 2003, p. 195). Van

Iersel (2002, p. 192) merkt op dat waarden en normen beiden normatief zijn, ze schrijven iets

voor, verbieden iets of staan iets toe. Het verschil tussen waarden en normen kan als volgt

weergegeven worden. Waarden zijn fundamenteel, omvattend en integrerend. Normen zijn

meer toepassingsgericht, concreter en van toepassing in een beperkt aantal situaties.

Waarden hebben daardoor een relatief statisch karakter, terwijl normen veel meer aan

verandering onderhevig zijn (Wecke, 1998, p.11). Morele normen worden ontwikkeld in

publieke debatten, door de burgers zelf, in een voortgaand proces van normontwikkeling en

normaanpassing (Jeurissen, 2001, p.16). Dit wordt ook wel democratisering van de moraal

genoemd. Dit kan ertoe leiden dat ethische opvattingen van cultuur tot cultuur kunnen

verschillen, zelfs binnen één cultuur en in onderscheiden historische perioden (van den

Heuvel, 1995, p. 11).

Page 14: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

7

Er zijn vier soorten normen te onderscheiden (Korver, p. 12-13, uit: Nederlandse Politie

Academie, 2001):

1. Publieke of universele normen: Dit zijn normen die, in principe, iedereen volgt in een

bepaalde grote gemeenschap;

2. Relationele normen: dit zijn normen die gelden binnen bepaalde relaties, zoals

vriendschappen;

3. Professionele normen: dit zijn normen die bestaan binnen een bepaalde beroepsgroep;

4. Persoonlijke normen: die zijn normen die voor jezelf gelden en die je voor jezelf

vaststelt.

Jeurissen (2001, P. 68-69) geeft aan dat morele normen moeten voldoen aan twee

fundamentele criteria: universaliseerbaarheid en wederkerigheid. Universaliseerbaarheid

houdt in dat een morele norm die betrekking heeft op een bepaalde handeling ook betrekking

moet hebben op alle andere handelingen met dezelfde eigenschappen. Populair zou je dit

kunnen vertalen in de vraag: wat zou er gebeuren als iedereen dit zou doen? Het

wederkerigheidsbeginsel kan worden opgevat als een zelftest voor universaliseerbaarheid.

Wat zou je accepteren van anderen?

Het laatste begrip dat in dit kader genoemd dient te worden is integriteit. Integriteit en ethiek

zijn niet hetzelfde. In een aantal gevallen wordt het begrip integer handelen opgerekt en krijgt

het dezelfde betekenis als ethisch handelen (vergelijk Huberts, p. 447, uit: Nederlandse Politie

Academie, 2001). Niet-integer handelen wordt vaak machtsbederf genoemd. In deze scriptie

hanteer ik integriteit in de betekenis van: onkreukbaar (Kramers’ Nederlands

woordenboek,1985). Onkreukbaar heeft hierbij de betekenis van betrouwbaar en

voorspelbaar. Daarmee beschouw ik integer gedrag als een deel van ethisch handelen. Iemand

kan wel integer zijn, maar niet ethisch handelen. Een goed voorbeeld daarvan is een arts die

principieel tegen euthanasie is. Daardoor zou hij een patiënt kunnen laten lijden, omdat hij

geen euthanasie wenst toe te passen. Deze arts zou je beoordelen als een integer persoon,

maar hij maakt geen ethische afweging.

De term ethiek komt vaak over als een zwaar woord en gebruik van het woord kan dan

contraproductief zijn. Veelal worden daarom afgeleide termen gebruikt als integriteit,

betrouwbaarheid, professionele verantwoordelijkheid of respectvol omgaan met elkaar. De

weerstand tegen het gebruik van het woord ethiek is vaak ingegeven door een verwarring over

het begrip van het woord. In het interview met Verweij gaf zij twee vaak voorkomende

voorbeelden die dit kunnen illustreren:

• verwarring tussen ethiek en moralisme: hierbij wordt gedacht dat ethiek alleen gaat

over wat niet mag (de opgeheven vinger);

• verwarring tussen ethiek en goed en fout: hierbij wordt gedacht dat de ethiek alleen

aangeeft wat goed of fout is, maar ethiek is juist het nadenken over goed en fout en

dus in principe waardevrij.

Ik ben van mening dat het belangrijk is om duidelijk te benoemen wat je bedoelt. Er schuilt

een groot gevaar in het gebruik van andere termen, omdat die op zich toch wat anders

betekenen. Osse en Van den Anker (Tijdschrift voor de politie, 2002, p. 36) noemen deze

werkwijze het gebruik van het masker van professionaliteit, terwijl professioneel handelen

niet automatisch ethisch handelen betekent. Daarom pleit ik er ook voor de term ethiek

bewust te gaan gebruiken.

Page 15: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

8

2.2 Consequentalisme en deontologie Binnen de ethiek wordt onderscheid gemaakt tussen consequentalistische ethiek en

deontologische ethiek (Nieuwenburg, 2001, p. 34). Consequentalistische ethiek wordt ook wel

gevolgenethiek (Jeurissen, 2001, p.71), verantwoordelijkheidsethiek (van Iersel, 2002, p. 42)

of utilitarisme (Muller, 2001, p. 25) genoemd en deontologische ethiek wordt

achtereenvolgens ook wel beginselethiek, gezindheidsethiek of plichtsethiek genoemd.

Bij de gevolgenethiek wordt gekeken wat de gevolgen zijn van de verschillende

keuzemogelijkheden en dan wordt dat alternatief gekozen dat de beste gevolgen heeft.

(Jeurissen, 2001, p.71) Er wordt uitsluitend gekeken naar de gevolgen van een handeling. De

handeling zelf kan wreed of meedogenloos zijn. Een voorbeeld van deze redeneerwijze is het

accepteren dat een terrorist gemarteld moet worden om uit te vinden waar hij een bom

geplaatst heeft.

Bij beginselethiek wordt uitgegaan van het feit dat er een morele plicht is om dat

handelingsalternatief te kiezen dat in overeenstemming is met een in zichzelf geldende morele

regel of beginsel ongeacht de gevolgen van een dergelijke keuze (Jeurissen, 2001, p.72). Bij

deze vorm is het resultaat niet van belang: een handeling is in zijn eigen wezen ethisch of niet.

Een voorbeeld van deze redeneerwijze is de volgende: Tijdens een oorlog is iemand op de

vlucht. Je ziet waar hij zich verstopt en even later komt de bezetter aan jou vragen of je die

persoon gezien hebt. Vanuit beginselethiek is liegen niet goed, dus moet je de waarheid

zeggen, ook al heeft dat tot gevolg dat de persoon in het ergste geval vermoord wordt door de

bezetter.

Als derde vorm wordt soms nog deugdenethiek genoemd (vergelijk Muller, 2001, p. 25 en

Wempe, p. 102, uit Nederlandse Politie Academie, 2001). Hierbij staat niet de handeling of de

gevolgen van de handeling centraal, maar de handelende persoon zelf. Belangrijk is om te

kijken over welke deugden of kwaliteiten iemand beschikt. Voor de brandweer zou deze vorm

gebruikt kunnen worden bij de selectie. Over welke deugden dient een goede brandweerman

te beschikken? Hij dient bijvoorbeeld over moed te beschikken. Een laffe brandweerman kan

zijn werk niet doen, maar een overmoedige brandweerman kan gevaarlijk zijn. Dus als een

brandweerman geselecteerd wordt op moed, zal hij de juiste mate van moed moeten bezitten.

2.3 Ethisch handelen Ethiek speelt zich af op drie niveaus (Interviews Jeurissen, Bovens en Berends):

1) Persoonlijk niveau: hierbij toets ik mijn gedrag aan mijn persoonlijke waarden en

normen;

2) Professioneel niveau: hierbij toets ik mijn gedrag aan de professionele waarden en

normen;

3) Organisatie niveau: hierbij speelt de vraag of de organisatie ethisch kan zijn. Allereerst

zou je kunnen stellen dat, als binnen de organisatie de professionele ethiek voldoende

uitgewerkt is en de individuele medewerkers zijn getraind om de juiste afwegingen te

maken bij morele dilemma’s, de waarborgen aanwezig zijn dat de organisatie als

geheel ethisch handelt. De organisatie-ethiek van de organisatie is dus feitelijk de

resultante van het gedrag van haar medewerkers. Iedere medewerker is een ‘integrity-

builder’ of een ‘integrity-destroyer’ (VNO-NCW, p. 10; in dit citaat wordt met ethiek

en integrity hetzelfde bedoeld). Daarnaast is de vraag of de organisatie als actor gezien

worden? Wempe (p. 117, uit: Nederlandse Politie Academie, 2001) stelt dat ook een

collectief als actor gezien kan worden. De aard van de eigenschappen varieert dan wel

en hierbij moet gedacht worden aan kenmerken als: openheid ten opzichte van de

Page 16: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

9

omgeving, de mogelijkheid voor interne kritiek, de aanwezigheid van interne controles

etc7. Een goed voorbeeld van een vraagstuk op het gebied van organisatie-ethiek

waarbij de organisatie als actor opereert is: Is het afhijsen van een patiënt met behulp

van een ladderwagen wel een taak voor de brandweer?

Individuele ethiek ontwikkelt zich tijdens de levensloop van een mens. Professionele ethiek is

vaak ontwikkeld vanuit de werkvloer, b.v. psychologie. De professionals vonden het

noodzakelijk om als beroepsgroep op een zelfde wijze zaken te doen en hebben om die reden

besloten om een gezamenlijke ethiek te ontwikkelen. De professionele ethiek is vaak bottom-

up ontwikkeld. Organisatie-ethiek wordt vaak ontwikkeld, omdat het management van een

organisatie het belangrijk vindt dat zij als geheel als ethisch verantwoord bedrijf gezien

worden. Organisatie-ethiek heeft daardoor vaak een top-down karakter.

Zoals ik hierboven beschreven heb is ethisch handelen niet alleen het goede doen en het

slechte laten. Ethisch handelen is het handelen in overeenstemming met de waarden en de

normen waaraan wij onszelf en de anderen in redelijkheid gehouden achten (Jeurissen, 2001,

p.18). Om deze wijze van handelen te volgen is het belangrijk dat mensen beseffen dat er

waarden en normen in het spel zijn en dat zij in staat zijn een afweging tussen de

(verschillende) waarden en normen te maken. Kenmerkend voor de ethiek is een

betrokkenheid op het welzijn van anderen. “Ethisch handelen” wil zeggen dat het niet alleen

om je eigen belangen gaat, maar ook om het effect van je handelen op de belangen van

anderen (Jeurissen, 2001, p. 17).

Om te komen tot ethisch verantwoord gedrag zijn de volgende vier voorwaarden noodzakelijk

(de Mink, 1998, p. 152-153):

1. Morele bewustwording: wie niet beseft dat er morele aspecten verbonden zijn aan

gedrag in een bepaalde situatie, denkt niet verder na over morele consequenties;

2. Moreel oordeelsvermogen: hierbij gaat het erom op grond van argumenten die

gebaseerd zijn op morele waarden, te komen tot een oordeel over wat beter of slechter

handelen is in moreel opzicht;

3. Morele motivatie: hierbij handelt het om de vraag wat je zelf in een concrete situatie

zou doen;

4. Ego-sterkte: of iemand daadwerkelijk in een bepaalde situatie doet wat hij van plan

was te doen is afhankelijk van iemands moed en volharding

Gezien deze voorwaarden worden trainingen in het kader van morele vorming veelal gericht

op de leeraspecten (van Iersel, 2002, p. 51):

1. leren de morele aspecten van een probleem waar te nemen;

2. leren morele oordelen te vellen en leren spontane morele intuïties beargumenteerd te

toetsen, bijvoorbeeld m.b.v. het ethisch besluitvormingsmodel (EBM);

3. leren een keuze te maken in een complexe situatie die met twijfel gepaard gaat;

4. leren verantwoordelijkheid te blijven dragen en verantwoording te geven als de eigen

of andermans percepties ten aanzien van een dilemma wijzigen.

Een belangrijk aspect hierbij is dat ethiek onderwijs nooit mag stoppen na de eerste fase. Met

het scheppen van bewustzijn alleen heeft de cursist twee problemen in plaats van één. Hij

heeft niet alleen een dilemma, maar weet er ook nog van.

7 Jeurissen (2001, p. 38) vermeldt daarover: “De organisatie is volgens French zelf een morele persoon en kan

dan ook morele verantwoordelijkheid hebben, ook al is de organisatie zelf geen natuurlijke persoon, dat wil

zeggen geen persoon van vlees en bloed.”

Page 17: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

10

Voor het bevorderen van ethisch handelen zijn verschillende instrumenten ontwikkeld. Ik geef

daar twee voorbeelden van om inzicht te geven waar deze over gaan en hoe ze eruit kunnen

zien.

Het eerste voorbeeld van een instrument is het ethisch besluitvormingsmodel8. Hiervan

bestaan meerdere modellen (zie ook: Lerbinger, 1997 , p. 310 en 311 en Herndon, 1996, p.

504). Verweij (Moelker, 2003, p. 204) beschrijft het model zoals dat wordt toegepast in het

onderwijs voor leidinggevenden bij de Landmacht. Het model omvat de volgende vragen:

1. Wat is het kernprobleem?

2. Wie zijn de partijen in het dilemma en wat zijn hun belangen?

3. Benoem de mogelijke oplossingen en toets deze aan de volgende vragen:

a. Heb ik alle belangen van alle partijen gewogen en welke prioriteiten heb ik

hieraan gegeven?

b. Welke oplossing vind ik het meest rechtvaardig en waarom?

c. Is de oplossing wettelijk toegestaan?

4. Neem een besluit!

Er zijn ook instrumenten bedacht om te testen of je een ethische beslissing gaat nemen of hebt

genomen (Vrij vertaald vanuit het engels, National Fire Academy, 1994,p. SM ET – 34):

1. Voel ik mij niet in verlegenheid gebracht, niet geschaamd, niet schuldig en niet in de

verdediging gedwongen?

2. Zou ik er bezwaren tegen hebben als mijn beslissing in de openbaarheid gebracht zou

worden?

3. Ben ik bereid om kritiek te incasseren op mijn beslissing?

4. Zou ik mijn beslissing kunnen rechtvaardigen en verdedigen tegen mijn grootste critici

en vijanden?

5. Heb ik met alle partijen rekening gehouden die getroffen worden door de beslissing en

heb ik al die partijen de juiste prioriteit en gewicht gegeven?

6. Voelt de beslissing goed in mij buik – is mijn geweten schoon?

2.4 Ethische dilemma’s en lerende organisaties Er bestaan de volgende soorten dilemma’s:

• Goed-goed-dilemma: iemand is gedwongen een keuze uit twee goede alternatieven te

kiezen. Een voorbeeld hiervan is kiezen tussen loyaliteit of integriteit;

• Tragisch dilemma of fout-fout-dilemma: hierbij is iemand gedwongen te kiezen tussen

twee foute alternatieven en dus zal hij het nooit goed kunnen doen.

In de vorige paragraaf heb ik beschreven dat ethiek zich afspeelt op persoonlijk, professioneel

en organisatie niveau. Ethische dilemma’s treden op als waarden botsen en dit kan plaats

vinden binnen de drie niveaus afzonderlijk en tussen de niveaus. Een aantal voorbeelden kan

dit verduidelijken:

• Conflict van waarden binnen het persoonlijk niveau: Kom ik op zondag op bij een

alarmmelding, terwijl dit in strijd is met mijn geloof?

• Conflict van waarden binnen het professionele niveau: Laat ik bij een brand een ploeg

naar binnen gaan om te redden of blijven we buiten het pand?

• Conflict van waarden binnen het organisatie niveau: Wat doe je als management als je

niet de middelen hebt om een taak uit te laten voeren?

8 Het is de vraag of dit modellen zijn, maar zo worden ze in de literatuur genoemd. Gezien de vorm zou het

eerder een agenda genoemd kunnen worden.

Page 18: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

11

• Conflict van waarden tussen persoonlijk en professioneel niveau: Op het werk moeten

we er allemaal uniform gekleed bijlopen, maar ik vind individuele keuzevrijheid op dit

gebied veel belangrijker.

• Conflict van waarden tussen persoonlijk en organisatie niveau: Je bent opgeroepen bij

een melding en het blijkt te gaan om werkzaamheden waarvan het management

nadrukkelijk heeft bekend gemaakt dat het geen taak voor de brandweer is. Jij bent

persoonlijk van mening dat je deze mensen hier nu wel hulp moet bieden.

Bij een conflict tussen persoonlijke en professionele normen, zou de professionele norm in

beginsel de voorkeur verdienen. Hol (2001, p. 48) stelt daarover:”In de professionele praktijk

van alledag leggen rolgebonden verplichtingen meer gewicht in de schaal, zij zouden niet veel

voorstellen als het anders was. Men vervult geen rol om die naar believen in te vullen.

Deelname in een professionele praktijk veronderstelt een commitment om professioneel te

handelen, dat wil zeggen, professionele verplichtingen na te komen, ook wanneer dat minder

welgevallig is”. Uiteraard kunnen er redenen zijn om met de rolgebonden verplichting te

breken. Dit kan om twee redenen. De eerste is een conflict tussen een rolgebonden

verplichting en een persoonlijke waarde die zeer zwaar weegt. De andere reden kan bestaan in

een situatie waarin de naleving van een rolgebonden verplichting een schending van een

professionele situatie zou opleveren (Hol, 2001, p. 49). Een voorbeeld van deze laatste vorm

is een situatie waarin een medewerker van de brandweer het bestuur heeft geadviseerd om een

bepaalde onveilige situatie op te lossen en dat gebeurt om andere redenen niet. In dat geval

zou het zover kunnen komen dat de medewerker om aan zijn professionele normen vast te

blijven houden hij de morele plicht heeft om de media van deze situatie op de hoogte te

stellen. De consequentie daarvan kan uiteindelijk ontslag zijn, maar zelf ontslag nemen laat de

onveilige situatie voort bestaan en zou daarmee moreel niet acceptabel zijn.

Ethische dilemma’s zijn belangrijke momenten voor mensen en organisaties. Kritische

momenten onthullen, testen en vormen (Badaracco, p. 6, 58 &59):

• Ze leggen de fundamentele waarden van een persoon of organisatie bloot;

• Ze laten zien of iemand werkelijk achter zijn individuele norm staat of deze alleen met

de mond belijdt;

• Het vormt het karakter van de persoon en de organisatie.

Duidelijk is dat ethische vraagstukken een spanning in de organisatie opleveren, omdat er in

een bepaalde situatie uit meerdere alternatieven te kiezen is en er niet duidelijk één is die

vanuit ethisch optiek de meest juiste is. Allereerst is het belangrijk hoe een persoon met deze

spanning omgaat en welke mogelijkheden er binnen de organisatie zijn om deze spanning te

bespreken. Deze spanning komt regelmatig voor in leidinggevende functies en zeker bij de

overheid. Indien een persoon niet met deze spanning om kan gaan kan dit leiden tot (Dobel,

1999, p. 6):

• het nemen van ontslag;

• het zodanig aanpassen of weigeren van acties dat zij overeenkomen met de eigen

waarden;

• het loskoppelen van het waardensysteem van de acties en de acties dan uitvoeren alsof

iemand aan het slaapwandelen is.

Juist van leidinggevenden bij de overheid wordt verwacht dat zij ethisch verantwoord

handelen. De betrouwbaarheid van de overheid is daarmee in het geding. Omdat ethische

dilemma’s nooit uit te bannen zijn, is het van belang dat medewerkers zich realiseren dat zij

in dilemma situaties kunnen komen en dat je daarbij handelingen moet verrichten die je liever

niet zou willen uitvoeren. Niewenburg (2001, p. 136) verwoordt dit door te stellen dat het

Page 19: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

12

voor de vaststelling van de integriteit van een publiek functionaris van belang is dat we erop

kunnen vertrouwen dat hij zich bewust is van de schaduwzijde van zijn handelen.

De publieke functionaris heeft bij het aanvaarden van de functie ook de verantwoordelijkheid

aanvaard dat hij in dergelijke situaties de juiste beslissing dient te nemen. Volgens Jeurissen

(2001, p. 28) is in dilemma situaties de verantwoordelijkheidsvraag niet de vraag of iemand

‘aansprakelijk’ kan worden gehouden voor het overtreden van de norm, maar of de persoon

een ‘verantwoordelijke’ keuze heeft gemaakt.

Vervolgens is het interessant hoe je de gemaakte afweging in de openbaarheid brengt. De

betekenis van verantwoordelijkheid wordt veelal gezocht in de Latijnse stam: ‘respondere’

betekent antwoorden. Het Engelse ‘responsibility’ geeft een vergelijkbare betekenis.

Verantwoordelijkheid is dan het vermogen (‘ability’) om te antwoorden (‘respons’). En

hiermee is meteen de verhouding tussen verantwoordelijkheid en verantwoording gegeven.

Indien je verantwoordelijk wilt zijn en verantwoordelijkheid neemt moet je bereid zijn om

verantwoording af te leggen, om te kunnen antwoorden op de vragen die gesteld worden.

2.5 Objectivering van ethiek Waarden en normen vormen voor mensen een richtsnoer, geven kaders en houvast. Soms

wordt er onterecht vanuit gegaan dat geaccepteerde normen en waarden wel vertaald zullen

zijn of worden in wetten en regels. In deze paragraaf zal ik twee voorbeelden behandelen van

objectivering van ethiek. Allereerst behandel ik het recht en vervolgens komen de

gedragscodes aan bod.

Ethiek en recht zijn twee verschillende zaken. Zowel recht als moraal houden de mens

bepaalde plichten voor. Daar waar recht duidelijk vastgelegd is in wetten en voorschriften, is

de moraal vaak veel meer ongeschreven. Rechtsregels zijn met een beroep op de wet of via de

rechter afdwingbaar. Er blijft echter bij de interpretatie van de wet verschil mogelijk tussen

mensen. “Zo is er zowel buiten als binnen de juridische sfeer een gebied waar niet het recht

verplicht, maar niettemin van morele plichten sprake kan zijn. Meestal duiden we dat gebied

aan als het gebied van de ethiek. Ethiek is een geheel van voorstellingen over wat plicht en

moreel goed is zonder dat die voorstellingen het karakter van juridische voorschriften

hebben.” (van den Heuvel, 1995, p. 39)

Het moet duidelijk zijn dat het recht niet de basis vormt voor de ethiek, maar dat de ethiek de

basis vormt voor het recht. Maar dat wil niet zeggen dat alle ethische discussies zullen en

kunnen leiden tot nieuw recht. “Ethiek is niet volledig te herleiden tot het recht, omdat het

recht niet op ieder aspect van menselijke verhoudingen kan worden toegepast.

Maatschappelijk gezien worden echter de belangrijkste ethische vraagstukken door het recht

ingevuld. Uit de feitelijke rechtspraak blijkt ook dat vrijwel alle actuele ethische vragen

uiteindelijk aan de rechter worden voorgelegd” (van den Heuvel, 1995, p. 69)

Bij ethiek denken veel mensen aan een gedragscode. Inderdaad kan een resultaat van een

bewuste aandacht voor ethiek binnen een bedrijf leiden tot het opstellen van een gedragscode.

Van Luijk en Schilder geven de volgende omschrijving van een gedragscode (Jeurissen, 2002,

p. 204): “een stelsel van uitspraken, waarmee een organisatie aangeeft welk gedrag haar leden

geacht worden te tonen in nader aangeduide situaties, en welke uitgangspunten de organisatie

richtinggevend wil laten zijn bij het bepalen van beleid en bij het nemen van beslissingen”. In

feite zijn ongeschreven regels die in een bedrijf gelden dus ook een gedragscode.

Sommige bedrijven zien bewust af van het opstellen van een gedragscode, omdat zij van

mening zijn dat niet alle onderwerpen die maatschappelijk of moreel relevant zijn uitputtend

kunnen worden geregeld in een code (Jeurissen, 2002, p. 206).

Page 20: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

13

Een gedragscode kan de volgende interne functies hebben (VNO-NCW, p. 20-21):

1. vergroot het bewustzijn van de normen die gelden in het werk (oriënterende functie);

2. verschaft duidelijkheid over de verantwoordelijkheden die medewerkers dragen

(expliciterende functie);

3. stelt een aantal verwachtingen die voor medewerkers gelden (sturende functie);

4. creëert checks and balances, doordat management en medewerkers elkaar kunnen

aanspreken op de naleving van de code (intern corrigerende functie);

5. stimuleert betrokkenheid en loyaliteit van medewerkers bij het functioneren van de

organisatie (enthousiasmerende functie);

6. stimuleert activiteiten gericht op de bescherming en verbetering van de identiteit en

het imago van de organisatie (initiërende functie).

Tevens vervult de code drie externe functies:

1. vergroot de herkenbaarheid van de organisatie naar buiten toe (onderscheidende

functie)

2. vergroot het vertrouwen van mensen en groepen (bijvoorbeeld consumenten,

actiegroepen, media) (legitimerende functie);

3. creëert checks and balances, doordat zij mensen en groepen in de omgeving in staat

stelt de organisatie op de naleving van de code te wijzen (extern corrigerende functie).

VNO-NCW heeft in een onderzoek vastgesteld dat 38 van de 100 onderzochte Nederlandse

bedrijven een gedragscode bezitten9. Ook veel gemeentes of afdelingen van gemeentes

hebben voor hun ambtenaren gedragscodes ontwikkeld. Soms wordt dit een huishoudelijk

reglement, handboek inwendige dienst of iets dergelijks genoemd. In Rotterdam is er zelfs in

gezamenlijk overleg met de inwoners een stadsetiquette opgesteld die handelt over de

omgangsregels van de burgers onderling (VNG, 2002, p. 23).

Belangrijk bij het opstellen van een code is dat dit niet top-down gebeurt maar bottom-up.

Indien er geen draagvlak voor een gedragscode is, zal de naleving ervan niet automatisch

plaats vinden. Daarnaast is het proces om tot een gedragscode te komen een belangrijke

periode om de bewustwording van en de discussie over waarden en normen in het bedrijf op

gang te brengen. Het proces van opstellen van een code, het nadenken over de waarden en

normen waaruit de code moet worden opgebouwd wordt door een aantal auteurs als

belangrijker gezien dan de code zelf (Huberts, p. 459, uit Nederlandse Politie Academie, 2001

/ VNO-NCW, p. 25).

9 De inhoud van de gedragscodes verschilt nogal. In bijlage 2 is een overzicht weergegeven van de onderwerpen

die regelmatig in gedragscodes genoemd worden.

Page 21: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

14

3 Ethiek bij andere organisaties

In dit hoofdstuk zal gekeken worden naar andere organisaties dan de brandweer. De vraag

hierbij is: wat kan de brandweer leren van de wijze waarop deze organisaties met ethiek

omgaan? Hierbij is gekozen voor een aantal organisaties waarvan ik het vermoeden heb dat er

ethische vraagstukken in het vakgebied spelen en dat binnen de professie een bepaalde

werkwijze ontwikkeld is om met deze vraagstukken om te gaan. De beschrijvingen zijn op de

volgende bronnen gebaseerd:

• Mijn eigen werkervaring als beroepsofficier bij de Koninklijke Landmacht;

• Stages bij een politiekorps, een ambulancedienst, een ziekenhuis, een parket van het

Openbaar Ministerie en een rechtbank;

• Interviews met personen uit de praktijk van deze organisaties en deskundigen van

opleidingsinstituten of universiteiten. Deze interviews zijn genoemd in bijlage 1;

• Lezen van literatuur en verzamelen van informatie op Internet.

Opgemerkt dient te worden dat deze wijze van informatie verzamelen niet een volledig beeld

kan geven van deze vier professies, waarbij de praktische uitvoering bij verschillende

organisatieonderdelen behoorlijk kan verschillen. Dit hoofdstuk poogt niettemin een goede

indruk te geven van de plek die ethiek binnen deze professies heeft en op welke wijze de

beroepsgroep met ethiek omgaat.

De vier genoemde organisaties worden achtereenvolgens in dit hoofdstuk beschreven

• § 3.1 militaire ethiek;

• § 3.2 juridische ethiek;

• § 3.3 medische ethiek;

• § 3.4 politiële ethiek.

In § 3.5 zal afgesloten worden met een samenvattende analyse van de onderdelen die voor de

brandweer interessant kunnen zijn.

3.1 Militaire ethiek

Je bent groepscommandant bij de mariniers en met je eenheid in een oorlogsgebied.

Een van de leden van een groep is gewond geraakt in een mijnenveld. Het is niet

mogelijk de gewonde mee te nemen. Indien de gewonde wordt achtergelaten is er een

kans dat hij krijgsgevangen wordt gemaakt en informatie over de eenheid prijs geeft,

waardoor er nog meer slachtoffers kunnen vallen. Laat je de gewonde achter? Pleeg je

euthanasie om de groep te redden? Probeer je hem toch mee te nemen?

Onderwerpen van de militaire ethiek

Binnen de militaire professie is militaire ethiek een goed uitgewerkt onderwerp. De aandacht

voor militaire ethiek heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Dit heeft met name te

maken met de uitbreiding van het takenpakket. Leidinggevende militairen worden steeds

vaker met morele dilemma’s geconfronteerd tijdens vredesoperaties (Moelker, 2003, p. 182).

Door de specifieke omstandigheden waarin militairen in vredessituaties terechtkomen, zullen

morele dilemma’s vaker voorkomen dan in klassieke oorlogssituaties. De eerste reden is dat

er tijdens vredesoperaties een grotere kans bestaat om geconfronteerd te worden met

dilemmasituaties, omdat er meer partijen zijn, meer onduidelijkheid is over regels en

richtlijnen en meer contact met andere groeperingen dan in een klassieke oorlogssituatie.

Daarnaast zal de militair gedurende zijn loopbaan vaker uitgezonden of ingezet worden dan

ten tijde van de Koude Oorlog.

Page 22: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

15

De militaire ethiek speelt zich af op drie niveaus (Interview Verweij):

- het individuele niveau;

- het niveau van de krijgsmacht;

- het niveau van de internationale betrekkingen.

Op deze verschillende niveaus kunnen verschillende waarden en normen heersen en daardoor

zijn morele dilemma’s mogelijk. Binnen de militaire ethiek wordt het accent voornamelijk

gelegd op het bevorderen van morele competenties van militairen onder operationele

omstandigheden (van Iersel, 2002, p. 250). Drie aspecten zijn bijzonder voor de militaire

professie. Allereerst is dat het feit dat de krijgsmacht een zwaardmacht is, waardoor het

gebruik van geweld onderdeel van het werk is. Daarnaast zorgt het optreden van de

krijgsmacht voor internationale vraagstukken. Het gaat hier om internationale verdragen en

afspraken en macro-ethiek die handelt over bijvoorbeeld een rechtvaardige oorlog. Als laatste

dient vermeld te worden dat veel regels en richtlijnen voor het militair optreden juridisch zijn

vastgelegd, zowel in internationale en nationale wetten en verdragen maar ook in tuchtrecht

van de organisatie.

Gedragscode

In 1996 werd de gedragscode van de Nederlandse Krijgsmacht aan het parlement

gepresenteerd. Intussen hebben alle vier de krijgsmachtdelen, Marine, Luchtmacht,

Landmacht en Marechaussee, een eigen gedragscode vastgesteld (Wecke, 1998, p. 20-21 en

Koninklijke Landmacht, 2002, p. 70).

Instituties

Bij het Ministerie van Defensie is er een Bureau Ethiek en Krijgsmacht dat zich bezig houdt

met wetenschapsvorming en advies aan de staatssecretaris. Binnen de verschillende

krijgsmachtdelen zijn er bureaus te vinden die zich met ethiek bezig houden. Bij de landmacht

is dit bijvoorbeeld het platform militaire ethiek, leidinggeven en doelgroepen (MELD). Dit

platform geeft advies aan de landmachtstaf. Op de Koninklijke Militaire Academie is er dan

nog een sectie militaire ethiek en leidinggeven die zich bezig houdt met beleidsvorming en

advisering aan de landmachtstaf. Bij de verschillende opleidingsinstituten zoals Koninklijke

Militaire Academie, zijn hoogleraren of docenten ethiek aangesteld. Buiten de militaire

opleidingsinstituten is aan de Universiteit van Tilburg een bijzonder hoogleraar Vraagstukken

geestelijke verzorging bij de krijgsmacht aangesteld.

Opleiding

Binnen defensie heeft ethiek een belangrijke plek in het onderwijs. Hierbij wordt zowel het

onderofficiersniveau als het officiersniveau in de basisopleiding met militaire ethiek

geconfronteerd (Interview Vullinghs). Bij deze opleiding worden de volgende boeken

gebruikt, genoemd in de literatuurlijst: van Iersel (2002) en Moelker (2003). De opleiding is

in grote lijnen als volgt opgebouwd (Interview van den Berg):

• een hoorcollege met als achterliggende vraag: waarom ethiek voor de krijgsmacht?;

• een film, waarin morele dilemma’s aan de orde komen;

• een werkcollege;

• daarna volgt eventueel een specialisatie.

Praktijk

Binnen de militaire praktijk is het opvallend dat militaire ethiek een bekend begrip is.

Leidinggevenden bij defensie zijn overtuigd van hun verantwoordelijkheden en de daarbij

horende verantwoordingsplicht. Om deze redenen is er alle besef dat gedegen voorbereid zijn

op morele dilemma’s belangrijk is. Uit het interview met Vullinghs blijkt dat na de opleiding

Page 23: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

16

het afhankelijk van het organisatieonderdeel is waar iemand werkt op welke wijze ethiek een

plaats heeft binnen de organisatie. Bij sommige onderdelen zullen ethische dilemma’s

besproken worden in het werkoverleg, bij andere zal collegiale coaching plaats vinden en

mogelijk zal er bij een aantal onderdelen helemaal geen ruimte zijn voor ethische reflectie op

het vak. Binnen de vakliteratuur hebben onderwerpen als ethiek, gedragscode en morele

vraagstukken regelmatig de aandacht.

3.2 Juridische ethiek

Je staat als advocaat een zware misdadiger bij die verdacht wordt van moord. De

misdadiger bekent tegenover jou dat hij deze moord daadwerkelijk heeft gepleegd. Je

beroepsgeheim geeft je de plicht deze informatie niet verder te verstrekken. Maar een

goede verdediging van jouw kant zou kunnen leiden tot een vrijspraak voor deze man.

Blijf je deze persoon verdedigen? Ga je de zaak op een andere manier behandelen?

Onderwerpen van de juridische ethiek

Onder de juridische wereld versta ik de leden van de rechterlijke macht, het Openbaar

Ministerie en de advocatuur. De verschillende professies binnen de juridische wereld houden

zich voornamelijk bezig met het afwegen van regels en belangen. Ethisch gezien gaat het hier

enerzijds om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid en anderzijds gaat het om het

normstelsel dat wordt toegepast. Tegenwoordig laat dit laatste aspect een verschuiving zien.

Niet de wet wordt toegepast, maar het recht wordt toegepast. Je zou mogen stellen dat de

juridische medewerkers mee het recht vorm geven dat zij toepassen (van den Heuvel, 1995, p.

64-65). Hier ligt een belangrijk ethisch dilemma op de loer. Hol (2001, p. 35) merkt hier over

op: “…in de moderne samenleving een groter accent is komen te liggen op de procedurele

rechtvaardiging als legitimatie van beslissingen. Niet langer wordt deze gevonden in de

algemeenheid van regels – de wetten – zonder meer. De aanvaardbaarheid van beslissingen

wordt gedragen door de vraag of de tegenstrijdige belangen die aan een conflict ten grondslag

liggen op adequate wijze voor het voetlicht zijn gebracht vooraleer werd geoordeeld”. Dit

geeft alle reden om de ethiek van rechterlijke professie opnieuw te bezien in het licht van deze

gewijzigde maatschappelijke trend. Daarnaast wordt uit het interview met Meyer duidelijk dat

uit de inventarisatie van ethische risico’s en dilemma’s blijkt dat de belangrijkste

onderwerpen binnen deze richting van de ethiek voornamelijk gaan over:

• Geheimhouding: kun je thuis over je werk vertellen?

• Collegialiteit: kan een rechter vriendschappelijk omgaan met een officier van justitie?

• Privé: hoe gedraag ik mij in privé-tijd en hoe verhoudt zich dat tot mijn functie?

Gedragscode

Op Europees niveau bestaan er verschillende documenten, die binnen Nederland meestal weer

vertaald zijn in een nationale code. Op basis van richtlijnen van de VN heeft de Raad van

Europa twee aanbevelingen (recommendations) opgesteld. Dit is voor het Openbaar

Ministerie kortweg de “Recommendation on the role of public prosecution” (Council of

Europe, 6 oktober 2000). Dit is binnen het Openbaar Ministerie door de gezamenlijk

ressortsparketten uitgewerkt in de “Gedragscode Openbaar Ministerie” (Myjer, 2002, p.22).

Voor de rechterlijke macht is dit de “Recommendation on the independence, efficiency and

role of judges” (Council of Europe, 13 oktober 1994). De rechterlijke macht kent niet een

zelfstandige gedragscode, maar er bestaat wel “de Justitiecode” (ministerie van Justitie, 2002)

bedoeld voor alle justitieambtenaren. Voor de advocatuur heeft de Europese Unie een “Code

Page 24: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

17

of Conduct for Lawyers in the European Union” (Council of the Bars and Law Societies of

the European Union, 28 november 1998) opgesteld. Door de Nederlandse Orde van

Advocaten is deze weer vertaald in de gedragsregels 1992 (Nederlandse Orde van Advocaten,

1992).

Instituties

Meyer geeft in zijn interview het volgende overzicht van de instituties. Er bestaan binnen de

juridische wereld niet zo veel instituties die zich specifiek met ethiek bezig houden. Binnen

het Ministerie van justitie is er een vertrouwenspersoon integriteit (Ministerie van Justitie,

2002, p. 34). Er bestaat vakinhoudelijk een Centrale Toetsings Commissie (CTC) die om

advies gevraagd kan worden als er zware dwangmiddelen moeten worden ingezet. Verder zijn

er op verschillende universiteiten hoogleraren of docenten ethiek te vinden. Vaak wordt dan

niet de benaming juridische ethiek gebruikt, maar komen termen voor als rechtsfilosofie of

rechtstheorie.

Opleiding

De opleidingen voor parketsecretaris, rechter en functies binnen het Openbaar Ministerie

vinden plaats aan het Opleidingscentrum voor rechterlijke macht. Binnen al deze opleidingen

wordt het vak “beroepsethiek rechterlijke macht” gegeven (Stichting Studiecentrum

Rechtspleging, 1999, p. 41). Ook in de basisopleiding voor advocaten wordt aandacht besteed

aan ethiek. Daar heet het vaak dilemma’s in de beroepsuitoefening.

Praktijk

Opvallend is dat het woord ethiek voor veel medewerkers bij Justitie onbekend is, maar dat

ethische dilemma’s zeer bekend zijn en regelmatig voorkomen. Veelal worden deze

dilemma’s gezien als gewoon onderdeel van het werk. Uiteraard bestaat het werk binnen de

juridische wereld bijna continu uit afwegen van regels en belangen. Toch is het opvallend dat

ethiek zo onbekend is, terwijl er binnen de professies veel aan gedaan wordt. Veel ethische

dilemma’s worden in een werkoverleg besproken of intercollegiaal. In de vakliteratuur komen

onderwerpen als ethiek en integer gedrag af en toe aan de orde (Hol, 2001).

3.3 Medische ethiek

Een terrorist is bezig met een hongerstaking en staat onder medisch toezicht van jou, als

arts. De politie krijgt informatie dat hij op de hoogte is van een op handen zijnde

aanslag. Men vraagt aan jou of de terrorist een “zware vorm van ondervraging “ kan

ondergaan. Sta je bepaalde vormen van geweld toe of accepteer je geen enkele fysieke

behandeling?

Onderwerpen van de medische ethiek

Omdat in de medische professie reeds eeuwen vragen over waarden gesteld worden, is

medische ethiek goed ontwikkeld. Omdat steeds meer technisch mogelijk is, is de medische

technologie booming; er ontstaan nieuwe medische mogelijkheden en daardoor nieuwe

ethische vragen (Brouwer, 2000, p. 4). De medische ethiek kan in grote lijnen verdeeld

worden in (Interview van Delden):

Page 25: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

18

• microniveau: arts – patiënt relatie: op dit niveau bevinden zich onder andere alle

vraagstukken rondom:

� In leven houden;

� Levensverlenging;

� Het leven beëindigen

� Vruchtbaarheidsvraagstukken;

� Intimiteit;

� Vertrouwelijkheid.

• mesoniveau : op dit niveau bevinden zich vraagstukken zoals:

� Preventie;

� Hoe verhoud ik mij tot de instelling/beroepsgroep?

• macroniveau: op dit niveau bevinden zich vraagstukken over verdeling van

middelen:

� Aantal behandelingen is gebudgetteerd, wat doe ik als er iemand een

behandeling nodig heeft en het geld daarvoor is op?

� Welke afweging wordt gemaakt bij sluiting van de afdeling Spoedeisende

hulp?

� Aan wie wordt zorg gegeven bij beddentekort?

� Triage bij rampen.

Gedragscode

De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) is

een federatie van beroepsverenigingen van artsen. Deze vereniging heeft gedragsregels voor

artsen opgesteld. De Nieuwe Unie ’91, de beroepsorganisatie van de verpleging, heeft in 1996

een beroepscode voor de verpleging opgesteld (NU’91, 1997), gebaseerd op de beroepscode

vastgesteld door de International Council of Nurses (ICN).

Instituties

Binnen de medische wereld zijn er tal van instanties die zich bezig houden met ethiek. Deze

beschrijving poogt dan ook geen compleet overzicht te geven. Binnen het Ministerie van

VWS is een zelfstandige afdeling medische ethiek. Bij de Brancheorganisatie zorg (voorheen

NZf) bestaat zowel een Bureau Ethiek in de Zorg als een Commissie Ethische en

Levensbeschouwelijke Aangelegenheden in de Zorg (CELAZ). Verder bestaat er sinds kort

een ethisch kenniscentrum, genaamd Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Bij vrijwel alle

universiteiten met een medische opleiding zijn hoogleraren en docenten medische ethiek

aangesteld. Zowel in universitaire als in niet-universitaire ziekenhuizen en bij de medische en

farmaceutische industrie zijn medisch-ethische commissies ingesteld. In grote lijnen zijn deze

commissies in twee soorten te verdelen (Interview van Delden):

1. toetsingscommissie: deze commissie toetst of de protocollen voor wetenschappelijk

onderzoek worden uitgevoerd zoals vastgelegd in de Wet Medisch-wetenschappelijk

Onderzoek met mensen (WMO);

2. medisch-ethische commissie: deze commissie adviseert vooral het management van de

organisatie en heeft een rol als kwaliteitsinstrument op het gebied van de ethiek.

Opleiding

In iedere medische opleiding voor artsen en verplegend personeel komt medische ethiek aan

bod (VSNU, 2001, p.42). Hierbij wordt vaak in groepjes over ethische dilemma’s

gediscussieerd waarbij de studenten inzicht krijgen in de verschillende gezichtspunten en de

consequenties van de verschillende ethische benaderingen.

Page 26: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

19

Praktijk

Medische ethiek is een bekende term bij verplegend personeel en artsen. Medisch personeel

wordt regelmatig met ethische vraagstukken geconfronteerd. Ethische vraagstukken worden

waar nodig besproken in werkoverleg of patiëntenoverleg. Tevens is het gebruikelijk om in

twijfelgevallen of bij ingewikkeld vraagstukken een collega te raadplegen. In de medische

vakliteratuur komen ethiek en ethische vraagstukken geregeld aan de orde. Er bestaat voor

belangstellenden een Tijdschrift voor geneeskunde en ethiek.

3.4 Politiële ethiek

Je bent buurtagent. Een moeder uit de buurt spreekt je aan en vertelt je dat zij zich

zorgen maakt om het nieuwe vriendje van haar dochter. Zij vermoedt dat hij in de

drugshandel zit. Ga je in het systeem kijken of je iets te weten kunt komen? Indien

blijkt dat hij inderdaad bij drugshandel betrokken is, geef je die informatie door aan de

moeder? Of adviseer je haar alleen om te zorgen dat de relatie verbroken wordt?

Onderwerpen van de politiële ethiek

Binnen de politie is het niet gebruikelijk om te spreken over ethiek, maar over integriteit.

Alhoewel in het vorige hoofdstuk is vermeld dat ethiek en integriteit niet hetzelfde betekenen,

wordt de definitie van integriteit bij de politie op een zodanige wijze geformuleerd dat

daarmee beide termen vrijwel dezelfde betekenis hebben. De praktische definitie die binnen

de politie gehanteerd wordt voor integriteit is: ‘doen waarvoor je er bent volgens de heersende

waarden en normen’ (Interview Berends). Een aantal jaren geleden kwam ethiek bij de politie

vooral in de belangstelling door discussies rondom bijzondere opsporingsmethoden (denk met

name aan de IRT-affaire). Momenteel zorgt de discussie over het gewenste gedrag in privé-

tijd voor een hernieuwde aandacht voor de gedragscode.

Gedragscode

Op basis van richtlijnen van de VN heeft de Raad van Europa aanbevelingen

(recommendations) opgesteld, kortweg genoemd de “Recommendation on the European Code

of Police Ethics” (Council of Europe, 19 September 2001). In 1997 werd in Nederland het

integriteitsstatuut (Nederlandse Politie Academie, 2001) vastgesteld voor alle

politiemedewerkers.

Instituties

Uit het interview met Berends komt het volgende overzicht van instituties naar voren. De

hoofdcommissarissen van de regiokorpsen vormen samen de raad van hoofdcommissarissen

(RHC). Binnen deze raad heeft één hoofdcommissaris de portefeuille integriteit. Daarnaast

heeft ieder korps een portefeuillehouder integriteit, die verantwoordelijk is voor het

integriteitbeleid. Vaak is deze portefeuillehouder lid van het managementteam of het hoofd

van het bureau interne onderzoek. Deze 26 portefeuillehouders in totaal zijn gegroepeerd in

een aantal clusters en per cluster zit er een vertegenwoordiger in de landelijke

adviescommissie Politie en Integriteit. Deze commissie wordt voorgezeten door de landelijke

portefeuille houder vanuit de RHC. Binnen de korpsen is er een bureau intern onderzoek die

zich bezig houdt met preventie en repressie van integriteitschendingen. Daarnaast is er een

expertisecentrum Integriteit dat gekoppeld is aan de Nederlandse Politie Academie. Dit

expertisecentrum heeft vier werkterreinen:

Page 27: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

20

• 25 % voor de landelijke commissie politie en integriteit;

• opdrachten voor de korpsen;

• onderwijs en onderwijsontwikkeling;

• onderzoek.

Aan de Vrije Universiteit is een bijzonder hoogleraar in de Politiestudies en

Veiligheidsvraagstukken en deze leerstoel maakt een onderdeel uit van het Centrum voor

Politiewetenschappen.

Opleiding

Ethiek maakt een integraal onderdeel uit van het politieonderwijs voor officieren. De huidige

opzet van het ethiekonderwijs en het daarbij behorend cursistennaslagwerk (Nederlandse

Politie Academie, 2001), zullen binnenkort vervangen worden door een opzet waarbij ethiek

integraal bij een aantal andere onderwerpen behandeld wordt. Bewust wordt dan afgestapt van

een apart vak ethiek. Dit is gedaan, omdat men ethiek beschouwt als een integraal onderdeel

van het werk en niet als iets aparts.

Praktijk

Binnen de politie is het heel duidelijk dat bepaald gedrag niet toegestaan wordt van een

medewerker, zowel tijdens diensttijd als tijdens privé-tijd. De politieambtenaren zijn zich erg

bewust van een voorbeeldfunctie en verantwoordelijkheid binnen de maatschappij. Veel

korpsen hebben grote trajecten en projecten gedaan op het gebied van integriteit of zijn daar

mee bezig. Trainingen van personeel en themadagen maken daar meestal deel van uit.

Op het politie Intranet is een plattegrond Integriteit en Leidinggeven te vinden. Dit is een

instrument dat is opgesteld om medewerkers en leidinggevenden inzicht te geven op welke

wijze de belangrijkste waarden vertaald kunnen worden naar dagelijkse praktijkvoorbeelden.

Op deze manier kunnen leidinggevenden zelf de risico’s voor integriteitproblemen signaleren

binnen het werk en daar waar nodig aanpakken. In de vakliteratuur komen onderwerpen als

integriteit regelmatig aan de orde (Tijdschrift voor de politie, 2002).

3.5 Leeraspecten van de andere organisaties Wat valt er nu op als de beschrijvingen van ethiek bij de onderzochte organisaties naast elkaar

worden gezet? Deze organisaties bezitten alle vier een aantal kenmerken die gelijk zijn:

1. De organisaties gaan om met kwesties die handelen over leven en dood of over grote

risico’s;

2. De organisaties bezitten een machtspositie om met deze kwesties te mogen omgaan;

3. Om het werk te kunnen uitvoeren hebben zij een gezagspositie nodig en daarvoor is

vertrouwen cruciaal;

4. Om dit te bereiken is een gedegen plek voor ethische vraagstukken belangrijk en dat

uit zich bij deze organisaties in het volgende:

• Bij vrijwel alle organisaties heeft ethiek een plek. Men realiseert zich dat waarden

in de professie spelen en men dus aandacht aan ethiek moet besteden, zowel in de

uitvoering van het werk als bij de opleiding. De wijze waarop dat gebeurt verschilt

daarbij;

• Verder is er de overeenkomst dat bij alle organisaties ethiek op een of andere wijze

geïnstitutionaliseerd is, hetzij binnen de organisatieonderdelen, hetzij bij een of

meerdere opleidingscentra. Tevens komt ethiek aan bod binnen de vakliteratuur;

• Als laatste is opvallend dat bij alle organisaties het denken over ethiek heeft geleid

tot een gedragscode.

In het volgende hoofdstuk wordt de brandweer nader geanalyseerd en wordt de brandweer op

deze punten vergeleken met deze organisaties.

Page 28: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

21

4 Ethiek bij de brandweer

In hoofdstuk 2 is de theorie omtrent ethiek behandeld en in hoofdstuk 3 is gekeken hoe een

aantal andere organisaties met ethiek omgaat. In dit hoofdstuk wordt de focus op de

brandweer gericht. Wat is er in het verleden bij de brandweer gedaan met ethiek en wat is de

huidige stand van zaken? In de eerste paragraaf worden deze vragen beantwoord. In § 4.2

wordt deze analyse vergeleken met de analyses van de vier andere organisaties uit hoofdstuk 3.

In de laatste paragraaf geef ik aan welke aanpassingen bij de brandweer gedaan zouden

moeten worden om ethiek meer aandacht te geven.

4.1 Wat heeft de brandweer tot nu toe aan ethiek gedaan? In deze paragraaf wordt dezelfde indeling gebruikt als in de paragrafen van hoofdstuk 3, waar

ethiek binnen andere organisaties werd geanalyseerd.

Onderwerpen van ethiek bij de brandweer

In hoofdstuk 1 heb ik aangegeven dat de brandweer een vak is waar waarden een centrale

plaats hebben. En gezien de werkzaamheden die door brandweerpersoneel uitgevoerd wordt,

kan het voorkomen dat in bepaalde situaties deze waarden botsen. Er treedt dan een moreel

dilemma op. In bijlage 3 heb ik een overzicht gegeven van morele dilemma’s waarmee

brandweerpersoneel geconfronteerd kan worden. Dit overzicht is zeker niet volledig.

Allereerst zijn die dilemma’s weggelaten, die niet specifiek voor de brandweer zijn. Hierbij

moet gedacht worden aan situaties als: mag ik op het werk privé documenten kopiëren, mag

ik een declaratie creatief invullen? In dit overzicht zijn alleen brandweer specifieke dilemma’s

opgenomen. Het overzicht is samengesteld uit de interviews, uit de literatuur en uit mijn eigen

werkervaring. Ik heb een indeling gemaakt van deze dilemma’s in de volgende onderdelen:

• Preventie;

• Repressie;

• Beheerssituatie ;

• Gedrag in privé tijd.

Gedragscode

Op grond van de beschikbare informatie heb ik geen gedragscodes voor brandweerpersoneel

kunnen vinden. Er zijn wel gemeentes met een gedragscode voor hun ambtenaren en ook de

brandweerambtenaren hebben daarmee een gedragscode. Veel onderwerpen die in een

gedragscode voorkomen en voor de brandweer relevant zijn, zijn terug te vinden in

gemeentelijke gedragscodes, spelregels of reglementen. KEMA (1999) heeft een norm

uitgegeven voor integriteitsmanagement bij gemeenten, op grond waarvan een gedragscode

voor gemeenteambtenaren ontwikkeld kan worden. Voor brandweer specifieke situaties

bestaan geen gedragscodes. De vraag die nu gesteld kan worden, is of de essentie van een

gedragscode wellicht beschreven is in een andere vorm, maar dat deze niet gedragscode

genoemd wordt? Tot op zekere hoogte kunnen documenten als een huishoudelijk reglement,

handboeken en procedures gezien worden als richtlijnen voor gedrag. Wat daarbij opvallend

is, is dat deze documenten wel normen noemen, maar vrijwel geen achterliggende waarden

aangeven. Naar mijn idee zijn er binnen de brandweer verschillende documenten die delen

van een gedragscode vormen, maar zo niet genoemd worden. Tevens is niet duidelijk of alle

belangrijke gebieden, waarop morele dilemma’s kunnen voorkomen, in deze documenten

geregeld zijn.

Anders dan bij ons zijn er in Amerika verschillende voorbeelden van gedragscodes voor de

brandweer te vinden. De Society of Fire Protection Engineers (1992) heeft een ethische code

uitgegeven voor brandweerdeskundigen. Ook hebben veel korpsen in Amerika hun eigen

Page 29: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

22

gedragscodes. In de literatuurlijst heb ik twee voorbeelden opgenomen: de ethische code van

Glendale Fire Department (1998) en de ethische code van de Washington State Association of

Fire Chiefs (1995). In bijlage 4 is de code van de Glendale Fire Department als voorbeeld

weergegeven.

Instituties

Binnen de brandweer bestaat op geen enkel niveau en binnen geen enkel instituut een ethische

commissie of een bureau ethiek. Ik ken geen korps waar een officier is aangesteld, die

speciaal belast is met ethische vraagstukken. Er bestaan geen hoogleraren ethiek voor de

brandweer of rampenethiek of iets dergelijks.

Opleiding

Alleen in de opleiding Master of Crisis and Disastermanagement komt ethiek voor. In het

tweede jaar van deze opleiding staat een module “Recht, ethiek en samenleving”

geprogrammeerd. In de basisopleidingen voor officieren en onderofficieren is geen onderdeel

ethiek opgenomen. In de literatuur van alle modules op officiersniveau heb ik het woord

ethiek niet kunnen vinden. Er zijn geen speciale lessen ethiek. Ethische vraagstukken komen

wel in de praktijk voor en interessant is om te kijken hoe deze situaties in de les- en leerstof

dan behandeld worden. Ik zal twee voorbeelden behandelen van ethische vraagstukken uit de

bestaande brandweer lesstof:

1. Het eerste voorbeeld komt uit de module repressie en gaat over afwegingen die een

OVD moet maken.

“Vaak krijgt hij (de OVD, auteur) daarbij te maken met tegengestelde belangen. Hierbij

moet u denken aan situaties waarbij de OVD, in het belang van de openbare veiligheid,

maatregelen of compromissen moet afdwingen die voor individuen en bedrijven, maar

ook voor andere overheidsdiensten kostbare gevolgen kunnen hebben.Bijvoorbeeld de

keuze tussen een brandend object (gecontroleerd) af te laten branden of te blussen met

als gevolg een grote hoeveelheid vervuild bluswater” (NIBRA, Repressie, p. 20 en 21).

“Bij brand, ongevallen en rampen is pas sprake van belemmeringen wanneer het

belang, dat met de brand-, ongevals- of rampbestrijding wordt gediend, groter is dan het

belang dat een individuele brandweerman of een derde (bijvoorbeeld een omstander)

heeft bij de handhaving van zij veiligheid, gezondheid en welzijn. In de meeste gevallen

zal daarvan pas sprake zijn als er mensenlevens in gevaar zijn” (NIBRA, Repressie, p.

30). Dit zijn twee situaties waarin een OVD een moreel dilemma moet oplossen. De

wijze waarop in de brandweeropleiding geleerd wordt om deze dilemma’s op te lossen

is het opstellen van een procedure. En die ziet er als volgt uit:

Figuur 2: Risicomatrix voor de fasen van repressief optreden (NIBRA, Repressie, p. 129)

Page 30: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

23

“De OVD weegt nu af of

(het belang van de inzet) + (de aanwezige risico’s) – (het risicobeperkend vermogen)

een restrisico geeft dat voor hem acceptabel is en hij dus nog een zekere effectieve

slagkracht van zijn eenheden kan verwachten” (NIBRA, Repressie, p. 130).

2. Het tweede voorbeeld gaat over de afweging van risico’s die een chauffeur maakt bij

het aanrijden naar een incident. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties heeft hiervoor de “brancherichtlijn optische en geluidssignalen”

uitgegeven (2002). In deze richtlijn wordt niet ingegaan op het maken van afwegingen,

behalve op één plek:

“Uitrukken waarbij dieren gered moeten worden. Het redden van dieren is natuurlijk

wel een taak van de brandweer, maar wordt in zijn algemeenheid niet gezien als

dringende taak. De reden hiervoor is de afweging van het risico op persoonlijk letsel in

verhouding tot het belang van het redden van dieren. Wanneer in specifieke gevallen

besloten wordt om een uitruk voor het redden van dieren toch als een dringende taak te

beschouwen, dan dient hier nadrukkelijk een afweging plaats te vinden tussen het

belang van het redden van dieren en de kans op persoonlijk letsel” (Ministerie van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2002, p. 24). Ook hier wordt de cursist

geleerd hoe op te treden in een dilemma situatie en wel door het stellen van een regel:

“Bij het overschrijden van de ter plaatse geldende maximum snelheid dient de nodige

voorzichtigheid te worden betracht. De ter plaatse toegestane snelheid wordt met niet

meer dan 20 km/uur overschreden” (Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties, 2002, p. 12).

Bij de buitenlandse opleidingen heb ik één voorbeeld van ethiek in het onderwijs kunnen

vinden. Het betreft de Student Manual “Leadership: strategies for personal succes” uitgegeven

door National Fire Academy (1994). In deze manual is een heel hoofdstuk gewijd aan ethiek.

Daarin wordt onder andere ingegaan op de volgende onderwerpen:

• Wat is een ethisch dilemma?

• Wat is de betekenis van ethiek?

• De inhoud en het nut van gedragscodes

• Trainingen in de klas voor afwegingen bij dilemma’s

• Ethisch besluitvormingsmodel.

Praktijk

In de praktijk blijkt het woord ethiek onbekend bij brandweerofficieren. Veel officieren

hebben in eerste instantie geen goed idee wat ethiek precies is en zijn dan ook van mening dat

ethiek niet echt interessant is voor de brandweer. In de Nederlandstalige vakliteratuur ben ik

het woord ethiek niet tegengekomen. Ik vind het zelfs opvallend dat bij beschrijvingen van

incidenten ethische vraagstukken of dilemma’s vrijwel nooit aan bod komen. In de

Engelstalige literatuur komt ethiek regelmatig voor. In de literatuurlijst zijn verscheidene

voorbeelden opgenomen. In artikelen wordt ethiek genoemd als een belangrijk onderdeel van

het brandweervak. Cleveland (1997, p. 20) noemt ‘ethical standards’ zelfs als de eerste core

value van een manager en een organisatie. Springer (1988 en 1992) geeft een groot aantal

voorbeelden van ethische dilemma’s bij de brandweer. Schneider (2000, p. 104) noemt het

een ethische verantwoordelijkheid om te zorgen dat er de beste kennis is, dat deze wordt

toegepast om de risico’s voor mensen zo klein mogelijk te maken.

Page 31: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

24

4.2 Vergelijking brandweer en andere organisaties In hoofdstuk 3 zijn een viertal organisaties beschreven en is de wijze waarop zij met ethiek

omgaan beschreven. In § 3.5 zijn een aantal aspecten beschreven waarop deze organisaties

gelijk scoren. Als we de brandweer vergelijken met deze kenmerken dan komt het volgende

beeld naar voren:

1. De brandweer behandelt kwesties van leven en dood en grote risico’s;

2. De brandweer bezit een machtspositie daar waar het gaat om haar primaire taak;

3. De brandweer geniet groot vertrouwen van de bevolking, maar haar optreden staat

steeds meer publiekelijk ter discussie.

Aangezien de brandweer in deze kenmerken vergelijkbaar is met deze vier organisaties, zou het

logisch zijn dat de brandweer ethiek een vergelijkbare plek geeft. Indien nu de wijze waarop

ethiek in de organisaties beschreven in hoofdstuk 3 voorkomt wordt vergeleken met de wijze

waarop het bij brandweer Nederland voorkomt, kan daarvan het volgende schema opgesteld

worden:

Militair Juridisch Medisch Politieel Brandweer

Onderwerpen + + + + +

Gedragscode + +/- + + +/-

Institutie binnen

organisatie

+/- +/- + + -

Institutie binnen

opleidingsinstituut

+ + + + -

Opleiding + + + + -

Praktijk + + + + -

Nederlandstalige

vakliteratuur

+ +/- + + -

Figuur 3: Vergelijking ethiek bij 5 organisaties

Legenda: + = komt voor / is aanwezig

+/- = komt niet overal voor / is niet overal aanwezig

- = komt niet voor / is niet aanwezig

Naar aanleiding van dit schema en de beschrijving van de stand van zaken van ethiek in § 4.1,

concludeer ik het volgende:

1. Er is bij de brandweer geen sprake van expliciete reflectie op ethische kwesties. Dit kan

te maken hebben met het feit dat men niet bewust is van de ethische dimensie van het

werk of met het feit dat de afwegingen die men maakt niet verbonden worden met

ethiek. In een aantal gevallen is er zelfs sprake van een ethische ontkenning (“er spelen

geen ethische vraagstukken bij de brandweer / dit is geen ethisch dilemma”);

2. Er zijn geen instituties die zich specifiek bezig houden met ethiek bij de brandweer;

3. Er wordt in de opleidingen voor de brandweer geen aandacht besteed aan ethiek noch

aan ethische vraagstukken noch aan ethische besluitvorming;

4. Er wordt in de praktijk weinig tot niet over ethiek gesproken;

5. In de Nederlandstalige vakliteratuur komt ethiek niet aan bod;

6. Er wordt zowel in de praktijk, in de vakliteratuur als in de opleidingen weliswaar

gesproken over situaties waarin functionarissen en met name leidinggevenden

afwegingen moeten maken of zelfs voor dilemma’s worden geplaatst, maar deze

worden vrijwel nooit benoemd als waardenconflict;

Page 32: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

25

7. Er zijn regels, richtlijnen en procedures die aangeven hoe opgetreden moet worden,

maar niet wordt aangegeven hoe moet worden opgetreden als de voorschriften niet

toereikend zijn.

Naar aanleiding van deze constateringen, zijn er drie onderwerpen die ik nader wil bespreken,

omdat zij cruciaal zijn voor het vervolg van deze analyse:

1. Er is bij de brandweer geen sprake van expliciete reflectie op ethische kwesties. Alle

andere opmerkingen zijn van ondergeschikt belang, omdat er eerst een ethisch

bewustzijn ontwikkeld moet worden. In deze scriptie heb ik aangetoond dat er

waarden spelen binnen het brandweervak en dat er veel situaties zijn waarbij deze

waarden kunnen botsen. Belangrijk is dat de leidinggevenden bij de brandweer zich

bewust worden van deze ethische dimensie van hun vak en dat zij dilemma’s die zij

tegen komen gaan benoemen als ethische dilemma’s. Hampshire (Nieuwenburg, p.

138) noemt drie eisen waaraan iemand moet voldoen die publieke

verantwoordelijkheid op zich neemt:

• Publieke functionarissen dienen zich bewust te zijn van de dimensies en het

gewicht van hun verantwoordelijkheid waar het gaat om het beschikken over het

leven van anderen;

• Publieke functionarissen dienen een duidelijk beeld te hebben van, en niet te

twijfelen aan, hun plicht de redelijke belangen van hun medeburgers te

beschermen;

• Publieke functionarissen dienen ervan doordrongen te zijn dat zij te allen tijde

geconfronteerd kunnen worden met waardeconflicten tussen plichten die iedere

mogelijkheid van een acceptabele oplossing uitsluiten.

Indien de brandweer in staat is dit ethisch bewustzijn te ontwikkelen heeft dat de

volgende voordelen:

• Er zal makkelijker een unité de doctrine ontwikkeld kunnen worden;

• De brandweer is beter in staat publiekelijk verantwoording af te leggen over haar

optreden;

• De brandweer kan beter aangeven voor welke taken zij wel en voor welke taken zij

niet staat;

• Het brandweerpersoneel is beter voorbereid op de meest extreme situaties waarin

de oplossing niet meteen duidelijk is, omdat zij nu ook getraind is om dit soort

dilemma’s op te lossen;

2. De brandweer zou moeten beginnen met ethiek te ontwikkelen voor dat deel van het

vak waarin zij de onbetwiste primaire partij is en dat is het repressief optreden.

Kimman (1991, p. 103) stelt dat in organisaties waar de leden zelfstandig werken de

beroepsethiek belangrijker is dan de organisatie-ethiek. Hij noemt als voorbeelden het

ziekenhuis, het advocatenkantoor en het accountantsbureau. Nu werken de

brandweerlieden wel in een strak geregelde organisatie, maar op het moment van

repressief uitoefenen van de functie, zijn zij zeer zelfstandig en is men gedwongen in

een korte tijd beslissingen te nemen die niet binnen de organisatie overlegd kunnen

worden. Om deze redenen is bij de brandweer de beroepsethiek belangrijker dan de

organisatie-ethiek. We moeten ons wel realiseren dat een eenmaal opgesteld kader

gaat werken als een wet. Dit blijkt met name uit rechtszaken waarbij de rechter het

optreden van de brandweer toetst aan eerder door de brandweer opgestelde richtlijnen,

zoals de brancherichtlijn optische en geluidssignalen en de brandweerzorgnorm. Van

Iersel stelt dat een beroepsethiek (lees: beroepscode) eenmaal vastgesteld een

instrument is voor collegiale toetsing. Ze functioneert meestal op deontologische

Page 33: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

26

wijze: de waarden en plichten die erin worden uitgedrukt moeten altijd, ook onder

externe druk, worden nageleefd (van Iersel, 2002, p. 240).

3. In de praktijk blijkt dat veel situaties opgelost kunnen worden met de reeds bestaande

procedures en richtlijnen. Er zijn dan ook mensen bij de brandweer die van mening

zijn dat het brandweeroptreden in deze procedures voldoende omschreven kan worden

en derhalve niet leidt tot ethische dilemma’s. Allereerst is het belangrijk om te

realiseren dat ook in situaties waarin de oplossing wordt geboden door middel van het

uitvoeren van een procedure er wel degelijk een waardenconflict gespeeld heeft. Hol

(2001, p. 46-47) stelt daarover: “Ethiek binnen professies is ten dele verankerd in

instituties en procedures en ten dele vervat in het geheel van waarden, opvattingen,

idealen en normen dat wij beschouwen als de beroepsethiek. Indien nu morele

dilemma’s opgelost kunnen worden via de vastgestelde procedures, wil dat niet

zeggen dat daarmee het morele dilemma weg is. De beslissing is in die gevallen niet

moreel neutraal of indifferent, maar de moraliteit daarvan ligt opgesloten in de

procedures.” Het brandweerpersoneel dient dus een ethisch bewustzijn te ontwikkelen

om deze waarden achter de procedures en de situaties te doorzien. Dit inzicht is nodig

in die gevallen dat de procedure niet helemaal passend is en er op grond van een goede

afweging afgeweken moet worden van de procedure. Alleen in uitzonderlijke gevallen

schieten de gangbare procedures en praktijken tekort en wordt de brandweerman met

bijzondere dilemma’s geconfronteerd. Zonder training in ethische besluitvorming is

het onmogelijk om op dat soort momenten ethisch verantwoord op te treden.

4.3 Aanpassingen bij de brandweer Welke aanpassingen moeten er nu binnen het brandweerveld plaats vinden om te zorgen dat

ethiek een plek gaat krijgen? Jeurissen (2001, p. 200 en 201) noemt drie strategieën gericht op

de beïnvloeding van moreel handelen:

1. Naleven; deze strategie beoogt het normconform handelen te bevorderen door het

vergroten van het toezicht op de interne beheersing van het handelen van managers en

medewerkers. Onderdelen van de strategie zijn:

a. Communicatie over standaarden en procedures;

b. Controle om te onderzoeken of de leden zich aan de regels houden;

c. Procedures om onethisch gedrag te rapporteren;

d. Disciplinaire maatregelen bij overtredingen.

2. Stimuleren; bij deze strategie ligt de kern van de gedragsbeïnvloeding niet in het

naleven van strakke regels maar in het zorgvuldig maken van morele afwegingen en

legt daarbij de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid. Binnen deze strategie wordt

met name aandacht besteed aan:

a. Heldere basiswaarden;

b. Educatie en opleiding;

c. Voorlichting;

d. Mentorschap.

3. Faciliteren: deze strategie legt de nadruk op de ontvankelijkheid voor de zienswijze,

belangen en waarden van anderen. Centraal staat de dialoog en het leren in de

organisatie. Het is vooral een procesgerichte strategie. Belangrijke aspecten zijn

daarbij:

a. Het voortgaande gesprek over morele vraagstukken;

b. Het vastleggen van de resultaten daarvan;

c. Het zoeken naar informatie over andere culturen en mores;

d. Permanente educatie;

e. Het afleggen van verantwoording ten overstaan van de stakeholders.

Page 34: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

27

Op dit moment is de strategie van faciliteren niet mogelijk bij de brandweer, omdat daarvoor

in ieder geval een ethisch bewustzijn aanwezig moet zijn. De strategie van naleven heeft het

risico dat de normen en waarden niet geïncorporeerd worden en dat is bij ethisch handelen nu

juist een voorwaarde. Ik ben van mening dat voor de introductie van ethiek bij de brandweer

de strategie van stimuleren gebruikt moet worden, waarbij het creëren van ethisch bewustzijn

het belangrijkste doel is. Zoals in hoofdstuk 2 opgemerkt mag het daar niet bij blijven en

daarom ben ik van mening dat de volgende aanpassingen binnen het brandweerveld gedaan

moeten worden:

1. In de opleidingen tot brandweerofficier zou een onderdeel ethiek gegeven moeten

worden. Voor het opzetten van dit onderdeel kan aansluiting gezocht worden bij het

expertisecentrum integriteit van de Nederlands Politie Academie. Indien hier ervaring

mee is opgedaan, zou ook in de opleiding tot onderofficier een onderdeel ethiek

ingebracht moeten worden. Binnen het NIBRA zou één persoon verantwoordelijk

moeten worden gemaakt voor het onderwijs in de ethiek en dit zou in de

functiebenaming tot uiting moeten komen;

2. Binnen de NVBR zou een ethische commissie opgericht moeten worden. De taak van

deze commissie zou in eerste instantie moeten zijn zich bezig te houden met

werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan

zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC en het NIBRA. De commissie

zal samengesteld moeten worden uit personen uit het werkveld met interesse in en/of

kennis van ethiek, aangevuld met deskundigen op het gebied van ethiek. Deze

commissie kan beginnen met een lijst van waarden en normen op te stellen voor de

repressieve werkzaamheden in samenwerking met het veld (vergelijk hiervoor

Schiphol uit Jeurissen, 2001, p. 61). In de toekomst zou bekeken moeten worden of

deze commissie moet uitgroeien tot een verantwoordelijkheidsforum (van Gunsteren,

p. 64, Nederlandse Politie Academie);

3. Richting de brandweerkorpsen kunnen de volgende acties ondernomen worden:

a. Publicaties ontwikkelen die handelen over ethiek en deze verspreiden naar de

korpsen;

b. Publiceren van een artikel over ethiek in de vakliteratuur;

c. Publiceren van het dilemma van de maand in de vakliteratuur;

d. Presentaties laten houden bij brandweerkorpsen door brandweermensen die in

dilemma situaties hebben gezeten en die vertellen welke beslissingen zij

hebben genomen en met welke motivering.

Voor het uitvoeren van deze activiteiten kan goed gebruik worden gemaakt van de informatie

die in de literatuur reeds voor handen is, zoals beschreven in hoofdstuk 2, en van de

ervaringen van andere organisaties, zoals beschreven in hoofdstuk 3.

Page 35: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

28

Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen

Dit hoofdstuk bevat de conclusies en aanbevelingen. In hoofdstuk 1 werd de volgende

probleemstelling geformuleerd voor deze scriptie:

Hoe kan systematische aandacht voor ethiek bijdragen aan een verdere

professionalisering van het management van brandweer Nederland? In § 5.1 worden de conclusies gepresenteerd waarna in § 5.2 de aanbevelingen worden

genoemd.

5.1 Conclusies In deze scriptie heb ik aangetoond dat er ethische waarden spelen binnen het brandweervak en

dat er veel situaties zijn waarbij deze waarden kunnen botsen. Belangrijk is dat de

leidinggevenden bij de brandweer zich bewust zijn van deze ethische dimensie van hun vak.

Mijn constatering is dat het management van de brandweer zich op dit moment onvoldoende

bewust is van deze ethische dimensie van het vak. Indien de brandweer in staat is dit ethisch

bewustzijn te ontwikkelen heeft dat de volgende voordelen:

1. Er zal makkelijker een unité de doctrine ontwikkeld kunnen worden;

2. De brandweer is beter in staat publiekelijk verantwoording af te leggen over haar

optreden;

3. De brandweer kan beter aangeven voor welke taken zij wel en voor welke taken zij

niet staat;

4. Het brandweerpersoneel is beter voorbereid op de meest extreme situaties waarin de

oplossing niet meteen duidelijk is, omdat zij nu ook getraind is om dit soort dilemma’s

op te lossen.

Deze veranderingen zullen binnen de brandweer leiden tot een verdere professionalisering van

het vak. Juist in deze tijden waarin veiligheid hoog op de politieke agenda staat en de

brandweer meer dan in het verleden publiekelijk ter verantwoording wordt geroepen over haar

optreden, zijn deze verbeteringen een belangrijke bijdrage op een aantal gebieden waar de

brandweer nog niet zo sterk in is.

5.2 Aanbevelingen Om te zorgen dat een eerste aanzet binnen de brandweer wordt gemaakt met ethiek doe ik de

volgende aanbevelingen, waarbij het creëren van een ethisch bewustzijn het belangrijkste doel

is:

1. In de opleidingen tot brandweerofficier zou een onderdeel ethiek gegeven moeten

worden. Binnen het NIBRA zou één persoon verantwoordelijk moeten worden

gemaakt voor het onderwijs in de ethiek en dit zou in de functiebenaming tot uiting

moeten komen;

2. Binnen de NVBR zou een ethische commissie opgericht moeten worden. De taak van

deze commissie zou in eerste instantie moeten zijn om zich bezig te houden met

werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan

zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC en het NIBRA.

3. Richting de brandweerkorpsen kunnen de volgende acties ondernomen worden:

e. Publicaties ontwikkelen die handelen over ethiek en deze verspreiden naar de

korpsen;

f. Publiceren van een artikel over ethiek in de vakliteratuur;

g. Publiceren van het dilemma van de maand in de vakliteratuur;

h. Presentaties laten houden bij brandweerkorpsen door brandweermensen die in

moeilijke dilemma situaties hebben gezeten en die vertellen welke beslissingen

zij hebben genomen en met welke motivering.

Page 36: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

29

Literatuurlijst

Algemene Inlichtingen- en veiligheidsdienst, Handboek integriteitsonderzoek, Den Haag,

2003.

Badaracco, J.L., Onmogelijke keuzes, Zaltbommel, 1998.

Bletz, J., “Bedrijven investeren in ethiek uit welbegrepen eigenbelang”, Filosofiemagazine,

jaargang 10 nummer 7 (september 2001), p. 8-11.

Bovens, M.A.P., Verantwoordelijkheid en organisatie, Beschouwingen over

aansprakelijkheid, institutioneel burgerschap en ambtelijke ongehoorzaamheid, Zwolle, 1990.

Brouwer, A. & T. de Hoog, Opmars der medische ethiek, De Groene Amsterdammer,

1-7-2000, Internet, 31-5-2003.

Burkell, C., “Integrity”, American Fire Journal, March 1987, p. 44-45.

Cleveland, E., The Quality of a leader’s path: a self examination of core values”, The voice,

Vol. 26 no. 1 (june 1997), p. 20.

Compton, D, “Ethics in the fire service…an expanded perspective”, Speaking of fire, Vol. 3

no. 4 (winter 1996), p. 17-20.

Council of Europe, Recommendation R(2000)10 of the Committee of Ministers to

member States on codes of conducts for public officials, 11 May 2000 , Internet,

2 juni 2003.

Council of Europe, Recommendation R(2000)19 of the Committee of Ministers to

member states on the role of public prosecution in the criminal justice system,

6 October 2000, Internet, 2 juni 2003.

Council of Europe, Recommendation R(2001)10 of the Committee of Ministers to

member states on the European Code of Police Ethics, 19 September 2001, Internet,

2 juni 2003.

Council of Europe, Recommendation R(94) 12 of the Committee of Ministers to the

member states on the independence, efficiency and role of judges, 13 October 1994,

Internet, 2 juni 2003.

Council of the Bars and Law Societies of the European Union, Code of Conduct for

Lawyers in the European Union, 28 november 1998, Internet 2 juni 2003.

Dobel, J.P., Public integrity, Baltimore, 1999.

Ebskamp, J. & H. Kroon, Ethisch leren denken in de hulpverlening, verzorging en sociale

dienstverlening, Nijkerk, 1990.

Folisi, K., “Teaching ethics: can we, should we?”, The voice, Vol. 24. no.3 (april 1995), p.

25-26.

Page 37: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

30

Folisi, K., “The voice of america; fire service ethics”, Fire professional, Vol. 4 no. 2

(summer 1996), p. 20.

Glendale Fire Department, Fire department code of ethics, 1998, Internet, 18-5-2003.

Heijnsdijk, J., Vitale organisaties, Groningen, 1988.

Herndon, N.C., “A new context for ethics education objectives in a college of business:

ethical decision-making models”, Journal of business ethics, vol. 15 (1996), p. 501-510.

Heuvel, J.H.J. van den (red), Ethiek in politiek en openbaar bestuur, Utrecht, 1995.

Hol, A.M. & M.A. Loth, “Iudex mediator; naar een herwaardering van de juridische

professie”, Nederlands tijdschrift voor rechtsfilosofie en rechtstheorie, jaargang 30

(januari 2001), p. 9-57.

Iersel, A.H.M. van & Th. A. van Baarda (red), Militaire ethiek, Morele dilemma’s van

militairen in theorie en praktijk, Budel, 2002.

Jeurissen, R.J.M., “Bedrijfsethiek als management-instrument”, Manager’s clout, jaargang 3

nummer 1 (september 1997), p. 6-9.

Jeurissen, R.J.M. (red), Bedrijfsethiek een goede zaak, 2e ongew. druk, Assen, 2001.

KEMA, 8001-1 Norm voor integriteitsmanagement bij gemeenten, Arnhem, juli 1999.

Kimman, E., Gedragscode: voorbeeld van bedrijfsethiek?”, Manager’s clout, jaargang 3

nummer 1 (september 1997), p. 10-13.

Kimman, E.J.J.M., Organisatie-ethiek, Assen, 1991.

Koelewijn, J., “Integriteit is te managen”, NRC Handelsblad, 23 november 2002.

Koninklijke Landmacht, Handboek leiding geven in de KL, Breda, 2002.

Lerbinger, O., The crisis manager, Facing risk and responsibility, Mahwah, 1997.

Machiavelli, N., De heerser, Amsterdam, 2002.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Brancherichtlijn optische en

geluidssignalen brandweer, Den Haag, 2002.

Ministerie van Justitie, De justitiecode, Den Haag, 2002.

Ministerie van Justitie, Visiekubus, oprechte koers 2000, Den Haag, 2000.

Mink, F.B. de, “Toegepaste ethiek in onderwijs en opleidingen”, Handboek effectief

opleiden, Den Haag, 1998, p. 137-167.

Page 38: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

31

Moelker, R. & J. Soeters (red), Krijgsmacht en samenleving, Klassieke en eigentijdse

inzichten, Amsterdam, 2003.

Muller, E.R. & C.J.J.M. Stolker (red.), Ramp en recht, Beschouwingen over

rampen,verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, Den Haag, 2001.

Myjer, B.E.P., OM: de praktijk; gedragscodes, Tilburg, 2002

National Fire Academy, Leadership: Strategies for personal success, january 1994,

Internet, 18 mei 2003.

Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding, Module

Adjuncthoofdbrandmeester Operationeel Management, 3e druk, Arnhem, 1999.

Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding, Module

Adjuncthoofdbrandmeester Repressie, 5e druk, Arnhem, 2002.

Nederlandse Orde van Advocaten, Gedragsregels, 1992, Internet, 2 juni 2003.

Nederlandse Politie Academie, Module Ethiek voor politiële leidinggevenden, Apeldoorn,

2001.

Nieuwenburg, P., Ethiek in het openbaar bestuur, Bussum, 2001.

Nieuwenhuis, E., “Ethiek BV”, De Groene Amsterdammer, 8 juli 2000.

NU’91, Beroepscode voor de verpleging, Utrecht, 1997.

Oostrum, H.A.J. van, Toevallige weetbaarheden, Een onderzoek naar integriteitsbewaking in

advocatenkantoren, Amsterdam, 2002.

Oppers, P.A.A., “Gedragscode bekend, maar nog niet bemind…”, Jaarboek 1999-2000

Koninklijke vereniging ter beoefening van de krijgswetenschap, Den Haag, 2000, p. 59-

69.

Post, H., “Zijn succes en ethiek te combineren?”, Manager’s clout, jaargang 3 nummer 1

(september 1997), p. 22-24.

Raat, C., “Weg met de gedragscode”, Binnenlandsbestuur, 23e jaargang week 48 (29

november 2002), p.22.

Rongen, T., “Iedereen sjoemelt”, Managementteam, jaargang 25 nummer 4 (maart 2002), p.

26-28.

Silljé, A. (red), Waarborging van waarden, Over het samenspel van kwaliteitsmanagement

en bedrijfsethiek, Assen, 2002

Schneider, R.O., “Knowledge and ethical responsibility in industrial disasters”, Disaster

prevention and management, Vol. 9 no. 2 (2000), p. 98-104.

Page 39: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

32

Shapiro, J.P. & J.A. Stefkovich, Ethical leadership and decision making in education,

Applying theoretical perspectives to complex dilemmas, Mahwah, 2001.

Society of Fire Protection Engineers, Canon of Ethics for Fire Protection Engineers, 17-9-

1992, Internet, 17-5-2003.

Solberg, J., K.C. Strong & C. McGuire Jr., “ Living (not learning) ethics”, Journal of

business ethics, vol. 14 (1995), p. 71-81.

Sorell, T. & J. Hendry, Business ethics, 2e druk, Oxford, 1996.

Springer, A.M., “Is your ethical compass working?”, Fire Chief, Vol. 30 no. 1 (january

1988), p.29-31.

Springer, A.M. & P.C. Stittleburg, “Ethics and the fire service”, Fire Chief, Vol. 36 no. 9

(september 1992), p. 49-53.

Springer, A.M. & P.C. Stittleburg, “Ethics and the fire service”, Fire Chief, Vol. 36 no. 10

(oktober 1992), p. 51-60.

Steketee, H., “Gedragscode vervangt geweten”, NRC Handelsblad, 31 oktober 1997, p. 3.

Stichting Studiecentrum Rechtspleging, Programma-overzicht 1999, Zutphen, z.j.

Tijdschrift voor de politie, Themanummer integriteit, jaargang 64 nummer 10 (oktober

2002).

United Nations, Promoting ethics in the public service, New York, 2000.

Vergouw, G., Ethiek: het kind van de jaarrekening, 25 september 2002, Internet, 30 april

2003.

VNG, VNG magazine Themanummer Normen en waarden, Amsterdam, 20 december

2002.

VNO-NCW, De integere organisatie, het nut van een bedrijfscode, Den Haag, z.j.

Vos, A. de, “De eenzame strijd van Leo Verhoef”, Binnenlandsbestuur, 24e jaargang week

20 (16 mei 2003), p. 43-45.

VSNU (Vereniging van Universiteiten), Raamplan 2001 Artsopleiding, 2001, Internet, 31-

5-2003.

Washington State Association of Fire Chiefs, Code of ethics, 25-4-1995, Internet, 18-5-2003.

Wecke, L.W., “Gedragscode voor de krijgsmacht: effectief hulpmiddel of overbodig?”,

Carré, jaargang 21 (januari 1998), p. 10-21.

Winter, P. de, “Jong en correct”, Managementteam, jaargang 24 (december 2002), p. 10-17.

Page 40: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

33

Bijlage 1: Interviews

Datum Naam Functie Organisatie Lokatie

25 jan

2003

Prof. Dr.

J.J.L.M. Bierens

Professor in Emergency

Medicine

VU medisch centrum Amsterdam

28 jan

2003

Prof. Dr. R.

Jeurissen

Professor of Business

Ethics

Universiteit Nyenrode Breukelen

25 mrt

2003

Prof. Dr. M.A.P.

Bovens

Hoogleraar Bestuurskunde Universiteit Utrecht Utrecht

31 mrt

2003

Prof. Dr. J.J.M.

van Delden

Hoogleraar Medische

Ethiek

Universitair Medisch

Centrum

Utrecht

31 mrt

2003

Prof. Mr. E.

Myer

Bijzonder hoogleraar

rechten van de mens

Vrije Universiteit Amsterdam

10 apr

2003

Lkol. Drs. Ing.

H.F.M.

Vullinghs

Bataljonscommandant

Schoolbataljon Centraal

Opleidings- en

trainingscentrum

Koninklijke

Landmacht

Ermelo

23 apr

2003

Drs. E.J. Oomes

MCDM

Manager Repressieve

Dienst

Brandweer Amsterdam

Airport Schiphol

Schiphol

1 mei

2003

Drs. B. Berends Onderzoeker en adviseur

expertisecentrum

integriteit

LSOP Nederlandse

Politieacademie

Apeldoorn

8 mei

2003

Dr. D. Verweij Universitair Hoofddocent

Wijsbegeerte

Koninklijke Militaire

Academie

Breda

Maj. Drs. C.E.

van den Berg

Docent

Gedragswetenschappen

12 mei

2003

Ing. R.R. Hagen

MPA

Programmamanager

Opleidingen

Nederlands Instituut

voor Brandweer en

Rampenbestrijding

Arnhem

Page 41: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

34

Bijlage 2: Inhoud van gedragscodes1

De volgende onderwerpen worden in gedragscodes behandeld:

• Belangenverstrengeling

• Aannemen van geschenken

• Vastlegging gegevens

• Openheid/Transparantie

• Corruptie/steekpenningen

• Geheimhouding

• Omgang bedrijfseigendommen

• Ongewenste omgangsvormen

• Aanbieden geschenken

• Handel met voorkennis

• Contacten met de media

• Concurrentiebeding

• Intellectueel eigendom

• Mensenrechten

• Milieuzorg

• Kinderarbeid

• Dwangarbeid

• Arbeidsomstandigheden

• Vrijheid van associatie

• Zorg voor veiligheid en gezondheid op de werkplek

1

Zie VNO-NCW, z.j.

Page 42: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

35

Bijlage 3: Voorbeelden dilemma’s bij de brandweer

Preventie

Accepteer je een gratis hamburger of glas cola bij een inspectieronde? Accepteer je kaarten

voor een theatervoorstelling voor het personeel van de afdeling preventie?

Wat doe je als je leidinggevende een door jou ongegeven brandonveilige situatie bewust niet

aan pakt?

Wat doe je als een bedrijf niet voldoet aan de wettelijke normen en je collega op het stadhuis

stelt voor om niet te handhaven omdat het bedrijf bijna failliet is? En wat doe je als je dit

verteld wordt door de burgemeester?

Je weet na een inspectie dat een bepaald kinderdagverblijf zeer onveilig is. Al vaker in het

verleden zijn er problemen geweest bij dit kinderdagverblijf. Dit wordt via het

handhavingsproces aangepakt. Je hoort thuis van je partner dat het zoontje van de buurvrouw

volgende week uitgerekend op dat kinderdagverblijf begint. Vertel je de situatie aan je

buurvrouw? Adviseer je haar een ander kinderdagverblijf te zoeken,maar geef je aan dat je er

verder niks over kunt vertellen? Zou je om die reden je eigen kinderen niet naar dat

kinderdagverblijf sturen? Ook als het om de hoek ligt? En wat zeg je als buren vragen

waarom jouw kinderen op een kinderdagverblijf een paar wijken verderop verblijven?

Repressie

Red je iemand uit een brandend pand?

Neem je meer risico om een kind te redden?

Red je eerst een kind en daarna een bejaarde?

Hoe ga je om met dieren?

Hoeveel risico neem je om dieren te redden?

Neem je meer risico om een hond te redden, of een kat of een paard?

Hoe ga je om met mensen in vervelende situaties?

Breek je ledematen van een overleden persoon om diegene in een lijkenzak te stoppen?

Red je iemand die zelf in het water is gesprongen?

Red je iemand die agressief wordt als je erbij komt?

Blus je iemand die zichzelf in brand heeft gestoken?

Laat je mensen risico lopen voor materiele belangen?

Indien er twee mensen bekneld zitten in hun voertuig en de één is dronken en heeft duidelijk

het ongeluk veroorzaakt en is van de twee de zwaarst gewonde. Wie van de twee geef je dan

de prioriteit?

Indien er twee mensen bekneld zitten in een voertuig en de één is een bekende van een van de

brandweermensen, maar is wel het lichtste gewond. Wie van de twee geeft je dan de hoogste

prioriteit?

Hoe ga je om met spullen van mensen die je uit een brandend pand moet halen of scheppen?

Er raast een hevige storm door de stad, waardoor alle brandweerwagens in het korps, maar

ook in de omliggende gemeentes op staart zijn. Op de kazerne worden de berichten van de

RAC verzameld en worden de meldingen met prioriteit doorgegeven aan de wagens. Er komt

een melding binnen van een dak dat van een woning dreigt te waaien bij een brandweerman

thuis. Krijgt deze uitsluitend al de hoogste prioriteit omdat het een huis en familie van een

brandweerman betreft?

Welke afweging maak je als je kunt kiezen tussen niet blussen van een brand en dus

luchtvervuiling en wel blussen en daardoor grondvervuiling via vervuild bluswater?

Is het slim om bij een inklimming altijd te zorgen dat er politie mee gaat zodat er achteraf

claims van diefstal weerlegd kunnen worden?

Page 43: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

36

Beheerssituatie

Neem je een fles wijn aan van de eigenaar van een dier dat jullie de vorige dag gered hebben?

Neem je een CD aan van de eigenaar van een platenzaak, die aangeeft dat de CD’s na een

brand toch geen waarde meer hebben voor de verkoop en hij toch alles vergoed krijgt van de

verzekering?

Laat je als leidinggevende je auto onderhouden door een van de monteurs in het korps

Mag de werkplaats door brandweermedewerkers gebruikt worden voor privé-reparaties?

Geldt dat ook voor het gereedschap, de doeken en de olie?

Indien je privé een blessure oploopt, probeer je dan op een volgende werkdag het zo voor te

doen dat je deze blessure hebt opgelopen bij een dienstinzet?

Je doet een onderzoek aar een incident met een brandweerauto. Je komt erachter dat de

bestuurder zegt dat hij door groen is gereden en een paar omstanders dat hij door rood is

gereden. Laat je deze feiten weg in het onderzoeksverslag?

Laat je je tegelijkertijd betalen door je werkgever en het opleidingsinstituut dat jou inhuurt

voor een les?

Geef je aan de gedupeerde van een brand een kaartje van je eigen klusbedrijf, zodat je de

volgende dag wel komen om het pand in orde te maken?

Accepteer je korting op de ijsjes als je die met een brandweerwagen gaat halen?

Accepteer je het dat bedrijven alle brandweermensen voor prive aankopen korting geven op

produkten van het bedrijf, omdat zij ook zaken doen met de brandweer?

Verkoop je apparatuur dat niet meer voldoet aan de wettelijke normen? Geef je deze spullen

wel weg aan een hulpactie voor Oost-Europa of Afrika?

Gedrag in privé tijd

Gedraag je je in privé tijd anders dan je zou willen, omdat je een functie bij de brandweer

hebt?

En wordt dat anders als je commandant van een korps bent of wordt?

Ga je als leidinggevende naar feestjes van je medewerkers?

Je collega is ziek, omdat hij door zijn rug is gegaan. Op je vrije dag zie je hem bij een huis dat

verbouwd wordt sjouwen met zware spullen. Spreek je hem daar op aan? Bespreek je dit met

collega’s? Geef je het door aan zijn leidinggevende?

Wat doe je als je met je vriendin gaat uit eten in een restaurant en je ziet dat de nooduitgang

geblokkeerd is: Ga je weg, meld je aan de eigenaar dat hij de situatie moet veranderen of

onderneem je actie richting het pand op de eerst volgende werkdag?

Page 44: EEN ONDERZOEK NAAR ETHIEK BIJ DE BRANDWEER...werkzaamheden die het ethisch bewustzijn bij de brandweer vergroten. In die rol kan zij optreden als adviesorgaan aan de NVBR, het RRC

37

Bijlage 4: Gedragscode Glendale Fire Department

Glendale Fire Department Dedicated to provide professional fire protection, public education and total community

service.

Fire Department Code of Ethics

As a firefighter of the Glendale Fire Department it is a fundamental duty to serve mankind,

safeguard lives and property; maintain a private life as a positive example to all; maintain

courageous calm in the face of danger; develop self-restraint; and be constantly mindful of the

welfare of others.

The public demands that the integrity of its firefighting personnel be above reproach, and the

dishonesty of a single department firefighter may impair public confidence and cast suspicion

upon the entire department.

Department firefighters must cautiously avoid any conduct, which might compromise the

integrity of their fellow firefighters, the department, or the city, and have the obligation to

report the dishonesty of others.

Every firefighter of the Glendale Fire Department is expected to adhere to the policies and

procedures of the City of Glendale and the rules, regulations and policies of this department

that govern conduct.

Never act impertinent or permit personal feelings, prejudices, animosities or friendships to

influence decisions.

Copyright © 1998 City of Glendale, Colorado