Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd – Hubert_Luns

download Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd – Hubert_Luns

of 56

Transcript of Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd – Hubert_Luns

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    1/24

    - 1 -3e editie

    Een Nieuw Kosmogonisch Model

    gerelateerd aan de

    Merkabah-MystiekDe Davidster is een symbolische voorstelling van de Merkabah-mystiek, ook wel

    gekend als de Geheime Leer. (1)De Merkabah is wiskunde en filosofie tegelijk, een

    soort van meditatieve handleiding waarmee werelden gecreerd en vernietigd zouden

    kunnen worden, waarmee zelfs interstellair zou kunnen worden gereisd (merkabah

    betekent in het Hebreeuws voertuig). Het is als de geest uit de fles die alles doet wat

    zijn meester gebiedt. In de artikelenreeks van Wedstrijd der Altarenwordt uiteen-

    gezet dat de Merkabah-mystiek verboden terrein is, want er zijn ook gevaren aan

    verbonden. Pas na de schoonmaking van de innerlijke kosmos (onze ziel) zal dit

    terrein ook voor mensen toegankelijk zijn gemaakt. De Merkabah-mystiek staat gelijk

    aan het verborgene, volgens het bepaalde in Deuteronomium 29:29: De verborgen

    dingen zijn voor de Heer onze God, maar de geopenbaarde voor ons. Omdat de

    Merkabah-mystiek weer volop in de belangstelling staat en zijn beoefenaars kent, is

    het thans geoorloofd hier dieper op in te gaan, zij het in algemene termen, want nog

    steeds geldt de waarschuwing: raak niet aan.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    2/24

    - 2 -3e editie

    1 Is dat niet Prometheus vuur?

    Merkabah is een Hebreeuws, maar ook Arabisch woord, dat gewoon voertuig betekenten meer dan veertig keer in de Bijbel voorkomt. Maar het mystieke, zeg maar rustigmagische concept, is heel wat anders. De term is oorspronkelijk ontleend aan de Egyp-tische mysteriediensten. De grafische voorstelling van de term bestaat uit twee driehoe-

    ken die, net als bij de Davidster, door elkaar heen zijn gevlochten. Het woord isafgeleid uit drie Egyptische woorden: Mer, Ka en Ba, waarvan de laatste twee ookvoorkomen in het woord Kabala, een gegeven dat nauwelijks op toeval kan berusten.Dat is ook van toepassing voor het woord Kabah, de naam voor het Islamitisch hei-ligdom in Mekka.

    Ka en Ba zijn bekende termen die in de meeste boeken worden verklaard die zich methet oude Egypte bezighouden. Mer is ook een courante term en komt bijvoorbeeld voorin het woord merkhet, een soort sextant. Mer wordt in hiroglief als een driehoek gete-kend en meestal met pyramide vertaald, maar dezelfde tekening kan natuurlijk ook eentetrahedron voorstellen (met drie i.p.v. vier zijvlakken zoals bij de pyramide). Merbestaat, zo schijnt, uit een ongebruikelijke combinatie in de Egyptische grammatica van

    m en er en de exacte betekenis is onzeker. De m zou plaats of instrument kunnenbetekenen en er opstijging, wat kan worden genterpreteerd als entiteit om (het li-chaam of de ziel) naar een hogere dimensie te vertalen. Derhalve kan mer, dat in decombinatie merkabah voorkomt, heel goed als voertuig worden vertaald.

    De betekenis van Mer-Ka-Ba is populair gesteld een wagen (Mer), een paard (Ka) eneen voerman (Ba). Het Egyptische Mer wijst op een lichaam of container van vuur (heteigenlijke voertuig) - is dat niet Prometheus vuur?; Ba slaat op de aan de Merlevengevende ziel, dat is de mens die het voertuig met zijn gedachten en ziel in gangzet en bestuurt; Ka, tenslotte, wijst op de stoffelijke werkelijkheid waarbinnen dezedualiteit zich begeeft. Binnen de Egyptische terminologie kan de Ka als de vertalerworden beschouwd voor dat wat het normale lichaam niet kan: het vertaalt het lichaam

    naar elders. De Merkabah is dus wel degelijk een voertuig dat zich binnen een hogerdimensionele werkelijkheid begeeft.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    3/24

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    4/24

    - 4 -3e editie

    natuurwetten overal identiek, want de natuurwetten ontvouwen zich wiskundig vanuitelke begin- of middelpunt. Andersom bewijst het overal identiek zijn van de natuur-wetten dat het heelal oneindig is. Punten bezitten geen enkele uitgebreidheid, maar elk-een bezit wel alle de door God toegekende mogelijkheden tot ontvouwing. Omdat ineen punt nog geen keuzes zijn gemaakt naar ontvouwing toe, draagt een punt alle keu-zes in zich en vertegenwoordigt het daarom een zuiver potentieel. Dit leeg zijn van elkebepaling komt overeen met het aristotelische begrip van materia prima of dat wat on-der de materie ligt. (4)Materia prima is op geen enkele wijze waarneembaar en is nietiets kwantitatief: zij is een zijnsbeginsel dat voorafgaat aan de verdere opbouw van hetconcrete ding. Via ontvouwing wordt een punt in de 2edimensie een lijn (as), in de 3eeen rechthoekig assenkruis, cirkel of vierkant, in de 4 eeen driedimensioneel rechthoe-kig assenstelsel, een bol of kubus, en zo verder.

    Men spreekt gewoonlijk over de vierde dimensie alsof deze door tijd wordt vertegen-woordigd. (5)Tijd is evenwel geen dimensie, zelfs geen quantum, maar een stap naareen volgend referentieel, of noem het een tijdscapsule, waarin de tijd zelf tot een on-deelbaar moment is gereduceerd waarin tijd leeg is en niet bestaand. Tijd ontstaatdoor vergelijking van twee momenten, maar is geen op zichzelf staande grootheid.Deze capsules zweven bij wijze van spreken in het niets. In ons huidig tijdsvensterwordt elk stapje naar een volgende capsule berekend door de Plancklengte (de kleinstelengte in een gegeven referentieel) te delen door de lichtsnelheid (de grootste snelheidin een gegeven referentieel), wat momenteel uitkomt op 10 -43 seconde, ook wel de

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    5/24

    - 5 -3e editie

    Plancktijd (Pt) genoemd, wat de stap is of vergelijking tussen twee opeenvolgendereferentilen. (6)Zoals de theoretisch natuurkundige Julian Barbour in Het Eind derTijd (1999) uiteenzet, is tijd een zuiver lokaal fenomeen, een manier om dingen waarte nemen, in plaats van iets dat een eigen betekenisvol bestaan heeft in wat het heelalwezenlijk voorstelt. Tijd is daarom een afgeleide. Het blijkt aldus een factor van ener-gie te zijn. Als bijvoorbeeld de energie ergens naar het nulpunt wordt teruggebracht,verdwijnt de tijd; deze wordt niet gecomprimeerd maar totaal gelimineerd. Dit voor-beeld geeft aan dat de tijd niet als onafhankelijke variabele bestaat.

    De lokaliteit geeft een manier om binnen ons beperkt bevattingsvermogen een voorstel-ling van de oneindigheid te maken. Daartoe hoef ik mij slechts voor te stellen dat ik opelk willekeurig moment kan inspringen; omdat het volstrekt willekeurig is, ontstaathierdoor een bevatbare (geen rele) voorstelling van de oneindigheid. In een recensievan Barbours boek stelt Roz Kaveney het volgende, wat hierbij aansluit: Tijd bestaatuit een grote agglomeratie van Nu-momenten, afzonderlijke momenten die met elkaar

    in nauw verband staan, maar niet intrinsiek oorzakelijk. Barbour zegt op pagina 329:Iedere tijdscapsule, die een ervaring van een Nu-moment vertegenwoordigt, reflec-

    teert in een oneindig aantal andere Nu-momenten. Deze Nu-momenten zijn als kralenop een ketting, die wellicht in spiralen zijn gearrangeerd die misschien weer als spiralenin elkaar zijn gedraaid, waardoor kralen op elkaar liggen die anders ver van elkaarverwijderd zouden zijn; zo kunnen twee ver verwijderde kralen een onderlinge relatiehebben. In een soort predestinatie van eerdere gebeurtenissen benvloedt zon kraalveel latere gebeurtenissen, of andersom: werkt een latere kraal op het Nu in. Met ge-beurtenissen doel ik vooral op psychologische, en niet bijvoorbeeld op de wetten van dezwaartekracht of stuitende bal. Barbour continueert (p.18):Een ogenblik in de tijd ()is als een driedimensioneel kiekje. Op pagina 56: Elk Nu-moment staat afzonderlijken is een wereld op zichzelf, maar de rijk gestructureerde Nu-momenten weten van el-

    kaar af omdat ze elkaar letterlijk op bepaalde essentile aspecten bevatten. Tijd isdaarom een gebeurtenissenmachine. Julian Barbour zegt ronduit dat tijd niet bestaat;

    het enige wat zou bestaan zijn dingen die veranderen. Volgens deze opvatting is watwij tijd noemen - althans in de klassieke physica - een complex van regels dat veran-dering beheerst. In dit concept is tijd het element waardoor de ontwikkelingsstadia vanhet universum - van alfa tot omega, doorlopen kunnen worden als bij een compositiemet voor de deelnemers improvisatievrijheid om op de heersende themas in te spelen.Dit wetenschappelijk concept impliceert onomkeerbaarheid (assymetrie) en de inhe-rente onvoorspelbaarheid van bepaalde gebeurtenissen.

    Daar wil ik aan toevoegen dat het universum er niet op uit is de totale energievorm teconserveren (zoals men thans aanneemt), maar de totale materie, terwijl het naar deconstante luistert van Rc2, ofwel de radius van het materile heelal vermenigvuldigdmet de lichtsnelheid in het kwadraat. (7) Dit is in feite de alles bepalende constante

    zonder dat dat iets afdoet aan Einsteins relativiteitstheorie. (8)De lichtsnelheid is waar-neembaar als een constante omdat de progressie pas na honderden jaren waarneembaarwordt. (9)Trouwens, een klok die langzamer begint te lopen is slechts langzamer tenopzichte van een andere klok die op tijd loopt. Voor de langzamer lopende klok is eenminuut nog steeds een minuut. In de tijd terugkijkend via onze astronomische waarne-mingen zien we inderdaad een redshift optreden, getuige van de veel grotere lichtsnel-heid in veel eerdere tijdsmomenten.

    De formule Rc2 impliceert dat het aantal universa niet alleen oneindig is naar de toe-komst toe, maar ook naar het beginpunt toe (omdat de stapjes steeds kleiner worden).De singulariteit, ook wel de oerknal genoemd, wordt dus nooit bereikt. (10)Het begripnul en oneindigheid zijn gelieerde begrippen: een oneindige reeks natuurlijke getallen van 1 en groter (1, 2, 3, 4, 5, enz.) reflecteert in een oneindige reeks van 1 tot 0 (1/1,1/2, 1/3, 1/4, 1/5, enz.) een oneindige reeks die nooit nul bereikt, maar naar nul tendeert.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    6/24

    - 6 -3e editie

    In het Hebreeuws wordt dit in psalm 147:5 vertolkt door ayin, mispar of een nietbestaand, onmetenlijk getal. De psalm luidt: Groot is onze Heer en oppermachtig;zijn wijsheid is oneindig.Als zelfstandig begrip bestaat het woord oneindig noch inhet Hebreeuws noch het Grieks. Ayin zelf betekent volgens de Strongs Concordance(woord 369): niets zijn of niet bestaan: een non-entiteit.Omdat een moment geenoorzaak is van een volgend, maar omdat alle momenten gewoon naast elkaar bestaan,hoeft niet naar een eerste veroorzaker te worden gezocht in een regressie naar het begintoe. Immers, elk moment heeft zijn eigen begin, dus zijn eigen onmiddelijke oorzaak endie is God.

    Einsteins relativiteitstheorie is als een rubikcubus met veel gezichten, waarbij Einsteinslechts n van de configuraties heeft ontdekt. Binnen die context is het niet vreemd dateen totaal andere oplossing overeenstemt met de relativiteitstheorie. Dat het aantaluniversa (referentilen) naar het nulpunt toe (een limietwaarde) oneindig is, lijkt op dewedstrijd tussen Achilles en de schildpad, een paradox die door de Griekse filosoofZeno van Elea (ca 490 - ca 430 BC) werd bedacht.

    In de paradox van Achilles en de schildpad is Achilles in een hardloopwedstrijd ver-wikkeld met een schildpad. Achilles geeft de schildpad een voorsprong van 99 meter.Als we aannemen dat iedere renner met constante snelheid loopt (de een heel snel en deander heel langzaam), zal Achilles na een afgemeten tijd 99 meter hebben gehold,waarmee hij het punt bereikt waar de schildpad startte. Tijdens die periode zal deschildpad een veel kleinere afstand hebben afgelegd, laten we zeggen bijna 1 meter.Achilles heeft dan extra tijd nodig om die afstand te overbruggen, maar tegen die tijdzal de schildpad ongeveer 1 centimeter hebben afgelegd; en de ander heeft dan opnieuwtijd nodig om dit derde punt te bereiken, terwijl de schildpad verdergaat. Dus telkensals Achilles het punt bereikt waar de schildpad is geweest, moet hij nog verder lopen.Omdat er een oneindig aantal punten zijn die Achilles moet bereiken waar de schildpadreeds is geweest, kan hij de schildpad nooit inhalen. De schildpad en de atleet komen

    nooit aan de finishlijn van 100 meter, maar ze komen daar wel heel heel dichtbij! Deconclusie is dat de oerknal niet bestaat, want het nulpunt (de finish) wordt nooitgehaald! (11)

    In deze visie geldt dat momenten nooit vergaan. Elk Nu-moment is een op zichzelfstaande schepping. Wij passeren in de tijd Nu-momenten en alleen in die zin wordteen moment verleden tijd. In een Nu-moment kunnen wij vooraf in diens structuuringrijpen. Wat Christus betreft, heeft Hij in zijn Kruislijden niet alleen het Nu-momentvan destijds verzoend, nu tweeduizend jaar geleden, maar ook de momenten die tot hetverre verleden behoren en zelfs tot aan de verre toekomst toe. Om het eens plat uit tedrukken: de Nu-momenten van alle oneindigheden zijn door Hem, waar nodig, geher-structureerd. God, vanaf zijn Troon ziet alle Nu-momenten in de zogenaamde pluri-

    kosmos tegelijk voor zich uitgestald die nooit vergaan en daarom bestaat in Godgeen tijd. (12)Een geschiedenisboek kent ook geen tijd. Het beschrijft de tijd, maar datis wat anders dan tijdsbeleving. De menselijke ervaring dient om deze tijdloosheid tij-dig te maken en gebeurlijk. Menselijke tijd is derhalve een ingreep om het onver-anderlijke in God voor ons veranderlijk te maken.

    Het Merkabah-voertuig zou via meditatieve technieken in staat zijn om via de wens dergedachte in een tijdscapsule ergens in het verleden te belanden, zeg 500.000 jaar n hetnulpunt toen de sterren nog niet waren gevormd en de lichtsnelheid veel sneller wasdan nu en het materile universum veel kleiner was. In dat tijdsvenster kan binnen detoen bestaande matrix in enkele weken worden afgelegd wat nu miljoenen jaren kost(want de relatieve afstanden zijn veel kleiner). Vervolgens kan worden teruggereisd inde tijd en belanden we met het toestel (want we zitten in een toestel met een reelaandrijvingsmechanisme) op een andere plaats in het huidige heelal. Het spreekt van-

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    7/24

    - 7 -3e editie

    zelf dat niet alle theoretische mogelijkheden binnen bereik liggen. Het zal daarom on-mogelijk zijn naar de tijd terug te reizen van bijvoorbeeld je overgrootvader, voordat hijkinderen kreeg, en hem te vermoorden. Daardoor zou een paradox ontstaan. Slechts datis binnen Gods scheppingsplan geoorloofd wat nooit tot een tijdsparadox leidt.

    3 Het gehanteerde uitgangspunt

    De natuurkundige ontdekking dat electronen rondom de atoomkern in vaste banenverkeren, met voor iedere baan bepaalde energiequanta (13), heeft tot de onafwendbareconclusie geleid dat er een kleinste afstand bestaat. De electron glijdt niet maar springtvan de ene baan naar de andere, met gelijktijdige opname of afgifte van een bepaaldehoeveelheid energie. (14)Vanuit de ontdekking van het bestaan van een kleinste af-stand volgt de conclusie dat er dus ook een kleinste tijd bestaat, de tijd waarmee met desnelheid van het licht die kleinste afstand wordt overbrugd. Ook hieruit volgt dat tijdeigenlijk niet bestaat en dus ook beweging niet, zoals wij die menen waar te nemen,want tijd is niet anders dan het meten van beweging. Er bestaan slechts tijdscapsules.Een tijdscapsule is in feite bevroren beweging. Zo bezien is de kleinste tijd geen gevolg

    van de kleinste afstand, maar is de kleinste afstand het gevolg van de opeenvolgendetijdscapsules, waarin alles is geregistreerd als in opeenvolgende filmopnamen.

    Als die tijdscapsules zelf een bevroren toestand weergeven, hoe is het dan mogelijk datik iets waarneem? Want in de capsule zelf gebeurt niets. Dit geeft aanleiding tot eenparadox. Hoe is het onder die condities mogelijk dat ik in mijn verrekijker sterrenontdek die miljoenen tot miljarden jaren geleden bestonden? Volgens Julian Barbourbestaat tijd uit afzonderlijke momenten die met elkaar in verband staan; de rijk gestruc-tureerde Nu-momenten weten van elkaar af omdat ze elkaar op bepaalde essentile as-pecten bevatten. Toch blijft de vraag: Als een willekeurige capsule een Nu-momentvertegenwoordigt, hoe kan ik dan iets waarnemen dat tot het verleden behoort?

    Hawking versus God

    Het Grote Ontwerp van de bekende natuurkundigen Stephen Hawking enLeonard Mlodinow, heeft veel reacties ontlokt, want het boek stelt dat het uni-versum uit het nietszou zijn ontstaan. Dominee Robert Barron, een theologie-professor aan de Universiteit van Saint Mary, verzuchtte dat het boek filosofischvreselijk naef is. Bijvoorbeeld, zo stelt Barron, de natuurwettelijke structuurdie de verschijningsvorm van het universum heeft bepaald, moet aan de oer-knal vooraf zijn gegaan. De zwaartekrachtwetten lijken iets meer te zijn danniets. De theorien die Hawking en Mlodinow gebruiken om hun argumentatiekracht bij te zetten,zo zei de kosmoloog Marcelo Gleiser op een blog, hebbenevenveel emperische waarde als God.(Scientific American, nov. 2010, p. 10)

    Barrons idee is niet nieuw. Reeds de Joodse wijsgeer Philo van Alexandria (ca25 BC - ca 50 AD) schreef in zijn De Opificio Mundi (4:16): Toen God het planopvatte om deze zichtbare wereld te scheppen, schiep Hij eerst als een model dedenkbeeldige wereld (het universum van ideen) opdat via het gebruik van eenimmateriel en godgelijkend patroon Hij de materile wereld zou kunnen pro-duceren zijnde een jongere kopie van de oudere.

    Hetzelfde fenomeen, dat bij de waarneming van sterren optreedt, speelt zich af bijiemand die op ruim drie meter afstand van mij af zit. Indien wij dit in Plancktijden (Pt)uitdrukken, zit desbetreffende op een afstand van een miljard tot de vierde macht Pt,wat een onvoorstelbaar groot getal is, en gigantisch veel groter dan een ster die, inseconden uitgedrukt, op tien miljard lichtjaren van ons af staat. Die persoon op driemeter afstand lijkt nabij, maar in Nu-momenten is die persoon astronomisch ver weg.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    8/24

    - 8 -3e editie

    De enige manier dat wij die persoon kunnen waarnemen is via een soort herinnerings-macht, waardoor Nu-momenten niet alleen van elkaar afweten, maar elkaar ook ken-nen. Ik kom nu tot een gewaagde stelling: elk Nu-moment is via de herinneringsmachtbewust van alle aspecten van alle overige Nu-momenten. Het vermogen tot bewustzijnof herinnering (die twee zijn synoniem) vertegenwoordigt dus de fundamentele weef-selstructuur van de schepping. Herinnering ligt niet in de synapses van onze hersensopgesloten staat er wel mee in verband maar is omnipresent en kan opgeroepenworden via het het universele bindmiddel van overeenkomst en affiniteit. Affiniteit iseen vorm van liefde. Het is dankzij deze liefde of gemeenschapszin dat eenheid wordtgecreerd. In de boodschap van 3 maart 2014 van de eindtijdprofetes Maria van deGoddelijke Barmhartigheid wordt een opmerkelijke verklaring gegeven, die past bijeerdere verklaringen van J.N.S.R. (http://www.jnsr.be/fr.htm):

    Het is Gods altijddurende Liefde voor elkeen, waardoor Zijn Licht op aarde kanblijven gloeien. Zonder dit Licht zou er alleen maar duisternis zijn, niet slechts vangeest, maar op Aarde zelf. Het daglicht zou niet bestaan. De zon zou niet schijnen.Evenmin zou de maan de nacht verlichten. De sterren zouden verdwijnen (menzou ze niet meer kunnen zien). Toch blijven al deze Gaven voortbestaan vanwege

    Gods Liefde. Indien deze Liefde wordt beantwoordt, brengt dat Mijn Vader grotevreugde (zegt Jezus Christus), want Hij weet dat als eenmaal de gave van liefde inzielen aanwezig is, daarmee alle duisternis van de ziel kan worden overwonnen.

    Aldus geschiedt waarneming via de macht der herinnering, die op zijn beurt op liefde isgebaseerd, en aldus is alles wat ooit is geschied voor altijd vastgelegd. In de tijdlozewereld wordt geen energie tussen de capsules doorgegeven, die tot een reactie voert,maar wel informatie dankzij de macht der liefde. Wat wij menen waar te nemen, zelfsvia een of ander meetinstrument, is niet anders dan een schouwen in het verleden(Bestaan er ook toekomstkijkers? Nee, uitgezonderd voor heel dichtbij, want alleenGod kent de toekomst). Deze herinnering is niet zomaar verbeelding; het heeft eenrealiteitseffect in de precieze betekenis die wij aan realiteit toekennen. Bewustzijn ismet andere woorden in de materie, of wat daarvoor doorgaat, ingegraveerd. Dat bete-kent dat een golf zich door de referentilen (tijdscapsules) kan voortplanten en toch deillusie wekt dat slechts van n ruimte sprake is. In plaats van dat we naar de film kij-ken, zitten we zelf in de film!

    Bevroren Tijd, van Alex Algo

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    9/24

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    10/24

    - 10 -3e editie

    raakt. Dit valt te vergelijken met de octaven op een pianoklavier waarbij de achtste toonidentiek is aan de eerste van de volgende toonladder, alhoewel ik geneigd ben te den-ken dat beide een onhoorbare fractie van elkaar zouden moeten verschillen. Een andere,maar minder bevredigende opvatting, houdt in dat een nieuwe progressie pas n deachtste begint. En dan telt nummer negen als de eerste van de volgende etappe.

    Het punt in het midden van de Davidster, in het Hebreeuws tikkun geheten in de be-tekenis van nieuw begin of herstel, transformeert in zijn eerste ontwikkeling tot eenlijn, wat de energiebaan voorstelt waarlangs zich op weg naar verlichting de 7+1chakras of stations bevinden; het is niet toevallig dat de acht punten van de ster-tetrader overeenkomen met de acht chakras die zich op en in het verlengde van onzewervelkolom bevinden, overdrachtelijk ook boom of spies genoemd. Deze opganglangs de wervelkolom verklaart waarom in de Vrijmetselaarsbeweging het getal 33 dehoogste initiatiegraad voorstelt, want het wijst naar de menselijke ruggegraat met zijn32 wervels, die met De WERVEL worden bekroond, de 33e, bestaande uit de schedel,de plaats van de zevende chakra, waarin de geestvermogens zetelen. Chakra is eenSanskriet woord dat wiel betekent en een knooppunt aangeeft.

    5 - Georkestreerd door een universele symfonie

    Dat tikkun zich in het meetkundig middelpunt van de stertetrader bevindt en dus in hetcentrum van de Davidster, onderschrijft dat het ook een evenwichtsprincipe is. Iedereontvouwing hangt samen met een evenwichtstoestand van kracht en tegenkracht (diezich in trillingen uit), zo leert ons de Joodse Sefer Yetzirah. Overal heerst symmetrie.Ook man en vrouw staan in een symmetrische relatie als het goed is. Asymmetrieneigt naar herstel, naar symmetrie, naar de perfecte evenwichtstoestand. De juiste defi-nitie van tikkun is misschien dat het een trekkracht vormt naar herstel. De eerste ont-vouwing vanuit een punt, die van een lijn, kent uitsluitend evenwicht en wordt daaromook wel de inertialijn genoemd. Pas bij de tweede ontvouwing kan sprake zijn van een

    asymmetrische beweging als van een trillende snaar die geleidelijk terugkeert naar zijnoorspronkelijke evenwichtstoestand, naar inertia: een niet-trillende snaar. Bij toevoe-ging van nog een extra dimensie (de derde zichtbare) wordt de heen en weer gaandebeweging (de trilling) spiraalvormig, wat de ruimtelijke voortplantingswijze is van eendoor trilling in gang gezette geluidsgolf.

    Ritme is van nature veranderlijk. Verandering vormt, net als bij muziek, zijn grondslag.Muziek kennen is tijd kennen. De menselijke en kosmische gebeurtenissen wordendoor een universele symfonie georkestreerd. Jeremy Rifkin formuleert dat in zijn boekTime Wars uit 1987 als volgt:

    Op het meest elementaire vlak van de stoffelijke werkelijkheid ontdekken

    wij geen tastbare stoffelijke zaken, maar oscillerende velden en ritmische golven.Onder de stoffelijke wereld die wij lange tijd hebben aanvaard als de basis vanalles, ligt een andere wereld die het natuurkundig onderzoek in de twintigste eeuwheeft ontdekt: een onstoffelijke wereld die volledig door tijd wordt gedirigeerd,een wereld van vibrerende krachten, een wereld van pulserende energien dieritmisch op elkaar inwerken in een zorgvuldig ingestudeerde dans die zich op eensteeds groter toneel lijkt af te spelen en orde en betekenis lijken te geven aan dekosmos in zijn totaal.

    () Onder het oppervlak der dingen, diep in de harde materie, in compactekernen, wordt voor ons een nieuwe realiteit zichtbaar, een gebied waar kloppingen,ritmen en gebondenheid aan perioden regel zijn, maatstaf, en werkelijkheid. Wijzien de tijd niet meer als een stoffelijk bestanddeel, maar ervaren de materilewereld als niets anders dan een uitdrukkingsvorm van een fundamenteleretijdkennende werkelijkheid. (pp. 29, 34)

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    11/24

    - 11 -3e editie

    Het is binnen dit belangrijke ontwerp dat de Merkabah-mystiek functioneert. Dit ken-nende, begrijpen wij waarom de huidige mens met zijn onstabiele geest zich niet metdit soort zaken mag bezighouden, want de ene onstabiliteit leidt tot de andere.

    Hubert Luns

    Noten

    Het Merkabah concept in het Judasme

    (1) Volgens de Joodse Encyclopedie uit 1905 zijn de maaseh bereshit en de maasheh merkabaht talmoedische termen voor de esoterische opvatting van het heelal ofdelen daarvan. Maaseh Bereshit omvat in navolging van Genesis 1 de kosmogonie uittalmoedische tijden; de Ma'aseh Merkabah, die gebaseerd is op de beschrijving van hetgoddelijk voertuig uit Ezechil 1 en op andere profetische beschrijvingen van goddelijkemanifestaties, zoals die van Jesaja 6, richt zich op de theosofische ideen uit die tijd.

    De Geheime Leer mocht niet openlijk worden besproken. Het boek Wijsheid van

    Jezus van Sirach waarschuwt tegen de bestudering hiervan: Zoek niet wat te moeilijkvoor u is en vors niet na wat uw krachten te boven gaat. Schenk uw aandacht aan dedingen die u zijn opgedragen. Neem dit ter harte, want het brengt geen voordeel teaanschouwen wat voor u verborgen had moeten zijn. De Talmoed zegt (Hag. 2:1):Maaseh Bereshit moet niet aan twee worden uitgelegd, noch de Maaseh Merkabah

    aan n, tenzij deze wijs is en zoiets uit zichzelf kan begrijpen.Hag. 13a gaat dan ver-der met uit te leggen dat de hoofdstuktitels van de Maaseh Merkabah op de wijze vanR. Hiyya mogen worden uitgelegd. Volgens Yer. Hag. 2:1 las de leraar de titels van dehoofdstukken voor waarna de leerling met toestemming van de leraar tot aan het eindvan het hoofdstuk mocht lezen. R. Zera zei dat zelfs hoofdstuktitels slechts aan iemandmochten worden meegedeeld die hoofd van een school was en voorzichtig van aard.Volgens R. Ammi mocht de Geheime Leer slechts aan iemand worden toevertrouwd diede vijf eigenschappen uit Jesaja 3:3 bezit. Een bepaalde minimum leeftijd was natuur-

    lijk vereist. Toen R. Johanan aan R. Elizer de Maaseh Merkabah wilde uitleggen, ant-woordde de laatste: Ik ben nog niet oud genoeg.Een jongen die de betekenis doorzagvan Ezechil 1:4: Dit is wat ik zag: een stormwind komend uit het noorden, een grotegloeiende wolkenmassa, een vuur van bliksemflitsen. Daar middenin zag ik iets datglansde als wit goud.,welnu, deze jongen werd door vuur verteerd. (Hag. 13b) De ge-varen die verband houden met de ongeoorloofde bespreking van deze onderwerpen zijnvaak beschreven. (Hag. 2:1; Shab. 80b) Nu is echter de tijd aangebroken om dit aan eengroter publiek mee te delen, nu dat de mens op de drempel staat van het Vrederijk.

    Geometrieen getallen zijn objecten in de werkelijkheid

    (2) De moderne Westerse mens kijkt wellicht vreemd aan tegen de propositie dat eronzienbare geometrische velden zijn met een reel bestaan, die in beweging zoudenkunnen worden gezet. Maar aangezien het onzienlijke, net als God zelf die onzienlijk is,de basis vormt van al het zienlijke (Hebr. 11:3), moeten we daar niet verbaasd overstaan. Wel beweren beoefenaars van de Merkabah-mystiek deze geometrische veldenbuitenzintuiglijk te kunnen waarnemen.

    Niet alleen geometrische structuren hebben een op zichzelf staand bestaan, ookgetallen zijn, zoals Peter Plichta uitlegt, objecten in de werkelijkheid. In feite kunnendie twee niet van elkaar gescheiden worden. Daarmee onttrek ik mij aan de discussiewat nu het belangrijkste is: de geometrische ontwerpen waaraan de getallen en de daar-aan gelieerde natuurwetten hun betekenis ontlenen of andersom. Dus indien ik over ge-tallen en algebra spreek, doel ik impliciet op geometrie; indien over geometrie, implicietop de getallen die daaruit voortvloeien. Het n volgt altijd uit het ander.

    Er bestaat inderdaad een geometrische voorstelling die tot getallen leidt als objec-ten in de werkelijkheid, welke is ontdekt door Arnoud van Thiel en uiteen wordt gezet

    in zijn boekje Analytical Dialectic and Basic Physics (Boucher Publ., The Hague #1962). Dit is gebaseerd op de gelijkmatige ruimtevulling van de rombic dodecahedronof 12-Ruiten lichaam, opgevat als een uitbreiding van de kubus en octahedron. Het 12-R

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    12/24

    - 12 -3e editie

    lichaam, met zijn 24 ribben, heeft veel aspecten die in de kernfysica voorkomen. Kwa-dratische funkties volgen vanuit de veelheid van relaties, en de priemgetallen speleneen belangrijke rol bij kwadratering. Bijvoorbeeld, de 12-R heeft 43 diagonalen waarvanhet kwadraat 1849 is. Deze 1849 is de som der priemgetallen 3 tot en met 131.

    Het onderscheid tussen leegte en niets

    (3) Creatio ex nihilo is alleen juist als wij het begrijpen als geschapen vanuit bestaans-punt zero of uit iets dat buiten het referentieel van ons universum staat. Zo is een va-cum niet niets omdat het zich binnenin een referentieel bevindt, het vermogen bezit-tend om wat tot het referentieel behoort te bevatten. Leegte of leeg zijn van iets is metandere woorden heel wat anders dan niets, want het niets heeft niet eens het vermogeniets te bevatten. Als ruimte leeg is en veldloos, is het nog niet van elke bepaling ont-daan. Zijn wiskundige structuur, die het veld mogelijk maakte, blijft bestaan.

    Het begrip Materia Prima

    (4) Door naar de materia prima te verwijzen, een term die van Aristoteles komt,verwijs ik naar een bepaalde traditie binnen de filosofie. In feite was het de Grieksewijze Anaximander, die in de 6e eeuw voor Christus leefde, die de fundamentele ge-dachte lanceerde van de materia prima. Hij was de eerste kosmologist die de term

    physis (!"#$%) introduceerde. Waarschijnlijk is hij het geweest die de kosmos (&'#(%),als georganiseerde natuur, en de logos ()'*(#), als de wet achter de natuur, combi-neerde in wat de kosmogonie heet. Anaximander beweerde dat een onuitgedrukt/on-bepaald apeiron principe (+,-$.(/) ten grondslag ligt aan alle natuurlijke fenomenen.Apeiron betekent wat niet kan worden waargenomen, door verwijzing naar perao(iets waarnemen) in plaats van peras (limiet). Dit komt overeen met het Hebreeuwsemah. A-peiron kan worden gezien als de vertaling van het Hebreeuwse blee mah(blee betekent zonder), zoals dat in Job 26:7 voorkomt, een boek dat toevallig indezelfde tijd is ontstaan dat Anaximander leefde. Plato (ca 427-347 BC) legt het apeironuit met de constructie van het idee waaraan de materile wereld door onvolmaakteimitaties zijn bestaan dankt. Beide, de imitaties en het idee, zouden een onafhankelijkbestaan leiden. Aristoteles (384-322 BC) legt van zijn kant de apeiron middels de mate-ria prima uit, wat ongerealiseerd potentieel vertegenwoordigt. Daar tegenover staat ge-

    realiseerd potentieel. Dat laatste is een uiting van het eerste, en is iets dat waarneem-baar is in onze materile wereld. Die twee zijn in volmaakte harmonie verenigd. Aris-toteles zag het goed, Plato zag het fout.

    De Minskowski vierdimensionele tijdsruimte

    (5) Dat tijd de vierde dimensie is, werd in 1907 voor het eerst gepostuleerd door deDuitse wiskundige Hermann Minkowski. Het begin van zijn toespraak voor de 80ebijeenkomst van Duitse natuurwetenschappers en natuurkundigen (21 sept. 1908) is nuwereldberoemd: De opvattingen over ruimte en tijd die ik aan u voorleg zijn uit dekraamkamer van de experimentele natuurkunde ontstaan, en daarin ligt juist hunkracht. Ze zijn radicaal. Vanaf nu zullen ruimte als iets onafhankelijks, en tijd als ietsonafhankelijks, gedoemd zijn om tot vluchtige schaduwen te vergaan. Slechts eenbepaald soort vereniging van die twee zal in staat zijn een onafhankelijke realiteit te

    handhaven. Het lezing heette Raum und Zeit. De theorie van de vierdimensioneletijdsruimte is sindsdien gekend als de Minkowski tijdsruimte.

    De geboorte van de quantum physica

    (6) De moeilijkheden die ontstonden om een verklaring te geven aan de straling vaneen theoretisch zwart lichaam werden in december 1900 opgelost toen Max Planckconcludeerde dat energie niet continu wordt uitgestraald, maar in afgemeten hoeveel-heden, die later Planck quanta heetten. December 1900 is daarom de datum van de ge-boorte van de quantum physica. Planck schreef de natuurkundige betekenis van eenactie (of geografische betekenis) aan deze constante toe, die ook vectoreigenschappenbezit. Wegens het feit dat het de kleinste afstand is, kan zulks niet experimenteel wor-den vastgesteld. Het is zuiver het resultaat van berekeningen. Omdat alle fundamentelewaarden met elkaar verband houden en samen in de wiskundige vergelijkingen voorko-

    men, betekent de kleinste waarde indien al het andere gelijk blijft (ceteris paribus),wat natuurlijk niet zo is.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    13/24

    - 13 -3e editie

    Wetenschappelijke publicaties volgens de stelling van Rc2

    (7) An interpretation of cosmological model with variable light velocity door Jean-Pierre Petit (Observatoire de Marseille) Modern Physics Letters A, vol. 3 no. 16 #1988 (pp. 1527-32), alsook Cosmological model with variable light velocity: the inter-pretation of red shifts door J.-P. Petit Modern Physics Letters A, vol. 3 no. 18 # 1988(pp. 1733-44), alsook Gauge cosmological model with variable light velocity: III

    Comparison with QSO observational data door J.-P. Petit en M. Viton Modern Phy-sics Letters A, vol. 4 no. 23 # 1989 (pp. 2201-10), alsook Scale invariant cosmologydoor J.-P. Petit en Pierre Midy International Journal of Modern Physics, D 08:03 #online publ. 1 juni 1999 (pp. 271-89), alsook Scale invariant cosmology II: extradimensions and the redschift of distant sypernovae door J.-P. Petit en Pierre Midy International Journal of Modern Physics, D 12:04 # online publ. 1 april 2003 (pp. 597-638), alsook Cosmological bimetric model with interacting positive and negative masses and two different speeds of light, in agreement with the observed acceleration of theUniverse by J.-P. Petit and G. DAgostini Modern Physics Letters, A 29:34 # onlinepubl. 10 november 2014. Zie ook de Annex.

    Deze publicaties vertrekken vanuit de volgende premissen: De absolute constanteis de ratio van zwaartekracht en lichtsnelheid, of G/(cxc), zoals uitgedrukt in de zoge-naamde Einsteinconstante. Op zijn beurt leidt dit tot de constante van R(cxc) waar R

    een maat is van de omvang van het bezette of materile universum (R is een soort chro-nologische parameter). Massas worden verondersteld gelijk te blijven. In het klassiekemodel geldt het omgekeerde: in plaats van de massas neemt men aan dat de energieconstant blijft, maar dat beantwoordt niet aan een aantal belangrijke waarnemingen,die nu worden verklaard door middel van variabele zwaartekracht en lichtsnelheid.

    Einstein over de lichtsnelheid

    (8) De befaamde formule van Einstein is E = m(cxc), waaruit ook de kracht blijkt vaneen atoombom, want deze zet massa om in energie. In E = m(cxc) staat E voor Energiedat gelijk is aan de massa (m) maal het kwadraat van de lichtsnelheid (c). Einsteinbeweerde dat de m vervangen kon worden door een term die een golf-vorm aangeeft.Gebaseerd op de geometrie van een cirkel en de maximum lichtsnelheid van 144.000boogminuten per seconde kan m worden ontwikkeld naar c+!(1/c). E = m(cxc) be-

    hoort tot Einsteins Speciale Relativiteitstheorie uit 1905. De Algemene Relativiteits-theorie uit 1915 bevat Einsteins ideen over de zwaartekracht. In een boek dat Einsteinin 1952 heeft herzien en dat Relativity - the Special and the General Theory heet,maakt hij in hfst. 22 de volgende belangwekkende opmerking: Volgens de AlgemeneRelativiteitstheorie kan de wet van de constantheid van de lichtsnelheid in vacuo, wateen der twee fundamentele veronderstellingen is in de Speciale Relativiteitstheorie,geen aanspraak op een ongelimiteerde geldigheid maken. () De resultaten van despeciale theorie zijn alleen van toepassing voor zover wij voorbij kunnen zien aan deinvloeden van de zwaartekrachtvelden op de fenomenen (zoals licht).In app. 5, p. 17verduidelijkt hij zijn standpunt met de uitleg dat in de Algemene Relativiteit de licht-snelheid van de cordinaten van het aanwezige zwaartekrachtsveld afhangt en dat deruimte (en zijn samenhangende tijd) voor de cordinaten bepalend is. Dus zelfs volgensEinstein is de lichtsnelheid niet absoluut constant!

    Bij ongewijzigde energiematerie ontstaat een gigantisch grotere lichtsnelheid bijhet ontstaan van het heelal, gekend als de oerknal, toen de deeltjessnelheid enorm veelgroter was dan onze huidige maximum lichtsnelheid van 299.780 km per seconde. Ditgaf een probleem in de klassieke theorie omdat dit niet zou mogen plaatsvinden, wantde lichtsnelheid is de ultieme snelheid die nooit zou kunnen worden overschreden. Metvariabele lichtsnelheid in de tijd wordt dit probleem opgelost. De oplossing houdt ookin dat het gravitatie-effect geen exponent is van de massa, maar dat de massa een expo-nent is van de veldenergetische beschrijving van het universum. Ter conclusie blijkenmassa, zwaartekracht en licht minder antithesisch dan tot heden aanvaard.

    Lichtsnelheidsmetingen hebben sinds 1676 plaatsgevonden. Barry Setterfield enTrevor Norman hebben op grond van notities uit het verleden aangetoond dat in delaatste eeuwen een statistisch significante daling van de lichtsnelheid heeft plaatsgevon-den (met een betrouwbaarheidsfactor van +99%), resulterend in een totale daling van

    1,17% sinds de jaren 1700, of met ongeveer 35 meter per dag! Hun ontdekkingen wer-den in het rapport van de SRI International (Menlo Park, California) gepubliceerd. Zie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    14/24

    - 14 -3e editie

    artikel:The speed of light has steadily been declining since the dawn of time

    Dit zou konsekwenties kunnen hebben voor de leeftijd van de Aarde, waarvan menveronderstelt dat deze 4,5 miljard jaren oud is, wat op onderzoek van rotsmaterieaal isgebaseerd dat van nature bepaalde elementen bevat en andere niet. Via het proces vanradioactief verval van onstabiele elementen ontstaan in de loop der tijd een aantal exo-tische elementen in het rotsmateriaal. Door de concentratie van stabiele eindproducten

    te meten kan de leeftijd van het materiaal worden berekend, wat op zijn beurt deminimum leeftijd voor de Aarde aangeeft (de rots kan niet langer hebben bestaan dat deAarde zelf). Deze berekeningen zijn impliciet gebaseerd op de veronderstelling van eenstabiele halveringstijd van het verval. Als teruggaand in de tijd de lichtsnelheid accele-reert, dan accelereert ook het radioactief verval, wat tot een andere uitkomst van de be-rekening leidt. Jean-Pierre Petit zegt dan ook: Het is onmogelijk een experiment op tezetten ter verifiring van de berekeningen omdat de meetinstrumenten en observatie-mogelijkheden in tandem met elkaar lopen.Echter, als het licht accelereert, wordt dePt tussen tijdscapsules kleiner; dit bepaalt eigenlijk de ware tijd, maar iets dergelijks isvan weinig praktisch nut. De oplossing zou kunnen zijn om R als de chronologischeparameter te gebruiken (zie noot 5), afgezet op een logaritmische shaal (de expansie isexponentieel). Op zijn beurt kan R worden gebruikt om de berekeningen aan te passengebaseerd op de factor van het radioactief verval. Op een grafiek geeft de logaritme de

    ware astronomische leeftijd aan en de lineaire jaren de schijnbare, wat wellicht niet veelafwijkt van wat tegenwoordig wordt berekend. Als u zich afvraagt wat met de Planck-lengte gebeurt in termen van miljarden jaren en hoe dit verband houdt met R, geven decalculaties van Petit daar het juiste antwoord op: De Planck lengte varieert met R; dePlanck-muur is gevallen; bestaat niet meer.

    De aberratiemethode geeft geen geldig argument

    (9) Op grond van de aberratiemethode rapporteerden C. Barnet et al. in 1985 dat lichtvan verafgelegen quasars hier met dezelfde snelheid arriveren als het licht van nabijge-legen sterren. Ze concludeerden hieruit dat tijdens de gehele tijdsduur van het univer-sum de lichtsnelheid binnen een marge van 0,4% constant is gebleven. Maar, zoalsBarry Setterfield opmerkte, begrenzen deze resultaten niet perse de variatie die de kos-mologische lichtsnelheid kan aannemen, maar bevestigen eerder het principe dat de

    lichtsnelheid op elk gegeven moment t (of tijdscapsule) een vaste universele waardebezit. Zie: The Aberration Constant for QSOs van C. Barnet, R. Davis en W. L. Sanders Astrophysical Journal 295 # aug. 1985 (pp. 24-27).

    Zwarte gaten zijn pompen

    (10) Indien wij in de tijd teruggaan nadert alles tot aan een limietwaarde, een zoge-naamd nulpunt. Dit punt wordt in vakjargon de singulariteit genoemd, wat een conditieaangeeft die ontdaan is van elke bepaling. Dat geeft in de klassieke natuurkunde con-ceptuele problemen als de levensduur van het universum dichter bij dat punt geraakt.Wij spreken over de eerste fracties van de eerste seconde vanaf de singulariteit. Hierheeft de zogenaamde snaartheorie een oplossing voor, want zij leert dat vanaf de singu-lariteit een inflatie optreedt. Dat is omdat de snaar niet in elkaar kan klappen, in over-weging nemend dat zijn minimale lengte n meter is maal 10 tot de macht -34, hetgeen

    ongelooflijk klein is maar toch gelimiteerd. Indien wij via experimentele toepassing vaneen gigantische druk naar het nulpunt teruggaan (naar de druk die volgens de klassiekenatuurkunde toen bestond), vormt deze inflatie de poort die toegang geeft tot onstweelingheelal, zij het in een verschillend ruimtereferentieel en met de bijzonderheiddat zijn wetten tegengesteld zijn aan de onze: de tijdsrichting loopt bijvoorbeeld omge-keerd. Dit verklaart ook waarom zulk een druk antimaterie creert (de normale materiein ons tweelingheelal). Bij bepaalde drempelwaardes kan de poort als een soort pompwerken tussen de twee universa, een term die door de theoretisch physicus Jean-PierrePetit werd gebruikt in een Paris Match interview. Aldus is een zwart gat fundamenteelanders dan hetgeen plaatsvindt in de beginstadia (niet begintijd, want tijd bestaat niet)van ons heelal, dat wil zeggen in de stadia die dicht tegen de limietwaarde aanliggen.(Het idee van een antagonistisch en enantiomorf tweelingheelal is van Andrei Sakharoven later onafhankelijk door Jean-Pierre Petit ontdekt: zie Comptes rendus de lAcad-

    mie des sciences de Paris, 28-3-1977.) Nota bene: de klassieke natuurkunde is tot op ze-kere hoogte wel van toepassing voor zwarte gaten omdat die dicht tegen ons eigen tijds-venster aanliggen.

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    15/24

    - 15 -3e editie

    De pijlparadox

    (11) Een andere paradox van Zeno luidt als volgt: Indien alles dat een identieke ruimtebezet zich in rusttoestand bevindt, en indien iets dat beweegt op ieder moment altijdzijn eigen ruimte bezet, volgt daaruit dat een vliegende pijl op elk moment onbeweeglijkis. In de pijlparadox zegt Zeno dat een beweging slechts kan plaatsvinden als het objectde positie verlaat dat het op dat moment bezet. Hij zegt dat voor elk afzonderlijk tijds-

    moment de pijl, indien het wil bewegen, moet bewegen naar waar het is of naar waarhet niet is. Echter, het kan niet bewegen waar het niet is omdat we een enkel ogenblik inogenschouw nemen, en het kan niet bewegen naar waar het is omdat het zich daar reedsbevindt. Dit betekent anders gezegd dat de pijl voor elk afzonderlijk tijdsmoment totaalonbeweeglijk is, want er is sprake van een momentopname net als bij een foto. En om-dat het op geen afzonderlijk moment kan bewegen, kan het op geen enkel moment be-wegen en wordt dus iedere continue beweging onmogelijk gemaakt. Terwijl de Achillesen schildpad paradox de ruimte verdeelt en daarna de tijd, begint deze paradox methet verdelen van de tijd, niet in segmenten, maar in punten, en precies zo gaat het metde Plancktijd. Echter, twee opeenvolgende Planckmomenten houden rekening metelkaar: de gegevens van het ene punt worden naar het volgende punt (of moment) over-gedragen en daarom springt de pijl in het algemeen van n punt naar het daarop-volgende als ware het een continue beweging, en dit wordt mogelijk gemaakt door de

    verwevenheid van twee punten die beide een quantumgeheugen delen. Geheugen vormtdus een intrinsiek onderdeel van het heelal; volgens mij niet enkel op microcosmischemaar ook macrocosmische schaal.

    De oorsprong van het plurikosmos concept

    (12) Anaximander (ca 610 - ca 545 BC), die een leerling van Thales was en de leraar vanPythagoras, vatte het heelal op als bestaande uit een ontelbaar aantal werelden die vol-gens ordentelijke regels in symmetrisch evenwicht tot elkaar bestaan. Dit concept situ-eert Anaximander in de buurt van de Atomisten en Epicuristen, die meer dan een eeuwlater ook de oneindigheid van voortdurend verschijnende en verdwijnende universavoorstonden. In chronologie van de Griekse opvattingen postuleerden sommige filoso-fen een op zichzelf staande wereld zoals Plato en Aristoteles, terwijl anderen speculeer-den over een serie werelden, hetzij continu of discontinu, zoals we zien bij Anaximenes,

    Heraclitus, Empedocles en Diogenes.

    Het raadsel van de kleinste afstand

    (13) Op een klein aantal Planckafstanden en -tijden draaien electronen niet om de kernheen zoals planeten om de zon. Daar is immers geen tijd voor. Maar ze verspringenvan positie binnen een bepaalde schil. Omdat bij energieopname of -afgifte een nieuweschil wordt betreden, liggend op een ander veelvoud van de Planckafstand, onstaan ookminima, of quanta, in de energieafgiften. Het zij vermeld dat, in tegenstelling tot watdikwijls beweerd wordt, de Bohrafstand niet de absoluut minimale afstand is voor eenschil. De Bohrafstand is immers een veelvoud van de Planckafstand. Theoretisch zijndaarom kleinere afstanden mogelijk, die tot een ultrastabiel element aanleiding geeft,gekend als de zogenaamde dark matter. See: http://www.brilliantlightpower.com/

    (14) Dimensionele analyse suggereert dat afmetingen die van bijzondere betekenis zijnin quantumzwaartekracht waarschijnlijk kleine veelvouden zijn van de Planckafstand.

    De blee mah

    (15) De blee mah komt als uitdrukking slechts eenmaal in de Schrift voor, in Job 26:7:God laat de aarde hangen aan het Ongrijpbare (blee mah).De uitdrukking is een sa-menvoegsel van beli, wat: zonder betekent, en mah: wat, of materie. Er is een an-der Hebreeuws vers dat daarbij past. Bij zijn bespreking van het eerste vers van Genesislegt Rambam (Mozes Maimonides) uit dat hemel en aarde de mogelijkheden aangevendie bij het ontstaan tegenwoordig waren ten aanzien van alle toekomstige schep-pingsstadia. (ontleend aan de ArtScroll Tanach Series) Met ontstaan wordt het puntaangegeven dat iets met zijn loopbaan begint, wat in dit geval door het volstrekte niets-zijn werd voorafgegaan toen alleen God bestond. Vervolgens, legt Rambam uit, was in

    het eerste scheppingsstadium het universum creatie zonder substantie, om pas materiete worden nadat God het met vorm had omkleed (d.w.z. een verwezenlijkt potentieel).

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    16/24

    - 16 -3e editie

    .ANNEX-1.

    Mills Grote Alomvattende Theorie der Klassieke Natuurkunde

    Dr. Randell L. Mills heeft een methode ontdekt waarin alle klassieke natuurwetten opiedere schaal standhouden (de Maxwell vergelijkingen, Newtons wetten, de speciale-en algemene relativiteitstheorie). In zijn Theory Overview zegt hij daarover:

    Wat velen van de eerste moderne natuurkundigen zoals Einstein, Schrdingeren De Broglie net als zoveel andere chemici en natuurkundigen sinds deintroductie van de quantumtheorie en de overvloed van navolgende theorien als de ultieme natuurkundige realiteit zagen kan worden gelogenstraft. Hetnieuwe paradigma is de constatering dat conform de Mills Theorie er GEENTHEORIEN van de natuurkunde of chemie bestaan. Er bestaan alleen deeenvoudige wetten van de Newtonmechanica, de electriciteitsvergelijkingenvan Maxwell, die van het magnetisme en de electrodynamica, alsook de

    fundamentele constanten der natuur. Wetten zijn GEEN THEORIEN. Ze zijndirect vastgesteld, noodzakelijk en compleet, en verklaren op iedere schaal allephysische waarnemingen. Het universum is deterministisch en physisch ende onderliggende resulterende fenomenen kunnen daarin worden beschreven

    middels overeenkomstige exacte vergelijkingen, in plaats van dat het universumeen onbepaalde manifestatie van waarschijnlijkheidswiskunde is. Er is geenspeciale- noch algemene relativiteitstheorie, geen quantummechanica theorie,geen quantuminformatie theorie, geen quantumelectrodynamica theorie, geenextradimensionele theorie, geen quantumverwevenheidstheorie, geen theorie van

    Dirac-mechanica, geen theorie van quantum chromodynamica, geen StandaardModel theorie, geen oerknaltheorie, geen inflatietheorie, geen zwarte energie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    17/24

    - 17 -3e editie

    theorie, geen snaartheorie, geen supersymmetrische theorie, geen quantumzwaartekrachtstheorie, geen Heitler-London theorie, geen Hartree-Fock theorie,geen dichtheids functionele theorie, geen BSC theorie, enzovoorts enzovoorts.Er bestaan geen veronderstelde principes of regels zoals het Heisenbergonzekerheidsprincipe, het Einstein equivalentie principe van inertia raamwerken,het Pauli uitsluitingsprincipe, het Hawking onzekerheidsprincipe of de Hund-regel.Theorema zoals dat van de Zeno No Go zijn niet op de werkelijkheid gebaseerd.Alle observeerbare waarden van quarks tot kosmos over alle 85 orden vangrootheid worden direct door de wetten van het universum voorspeld in opzichzelf staande analytische uitdrukkingen die uitsluitend gebruik maken vande fundamentele constanten.

    In het atoom accelereren de electronen constant in een atoombaanrondom het proton. Maar de klassieke natuurkunde onderwijst dat accererendeladingen energie uitstralen, wat ertoe zou leiden dat het electron in een fractievan een seconde in de kern spiraalt. Dit essentile probleem van de stabiliteitvan het atoom was een van de voornaamste obstakels die de natuurkundigen inhet begin van de 20eeeuw confronteerde. Hun onvermogen hier een oplossing

    voor te vinden leidde tot de totstandkoming van de quantumtheorie. Millsloste de structuur van het electron op met behulp van de wetten van deklassieke natuurkunde, en wel zo dat de electronbanen stabiel zijn betreffendede uitstraling. Dit stelde Mills in staat om met een nieuwe atoomtheorie te komendie uitsluitend op de klassieke natuurkunde was gebaseerd. Anders dan metandere pogingen tijdens de 20eeeuw was het resultaat niet slechts een verborgen-variabelen interpretatie van het quantumformalisme, maar een vanaf de grondopbouwen van de atoomtheorie. Dit nieuwe model van het atoom voorspelde hettheoretische bestaan van het hydrino, of energietoestanden van het waterstofatoomdie beneden de -13,6eV energietoestand van atomair waterstof bestaan, dat de bronis van briljant lichtvermogen (http://brilliantlightpower.com/). Zijn alomvattendetheorie der klassieke natuurkunde is geen verborgen-interpretatie van het

    formalisme van de quantummechanica maar is in plaats daarvan een nieuweklassieke theorie die op de Maxwell vergelijkingen is gebaseerd en op de wettenvan Newton.

    Om meer te weten te komen van Mills theorie en over hoe duizenden experimentelewaarden kunnen worden opgelost die buiten het bereik van de vroegere theorie lagen,zie daartoe zijn boek The Grand Unified Theory of Classical Physics (GUT-CP), watdownloadable is ophttp://brilliantlightpower.com/book/

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    18/24

    - 18 -3e editie

    .ANNEX-2.

    HIER VOLGT EEN UITLEG VAN JEAN-PIERRE PETIT

    Ontleend aan de website van Jean-Pierre Petit:

    http://www.savoir-sans-frontieres.com - (pdf: Faster than Light)

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    19/24

    - 19 -3e editie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    20/24

    - 20 -3e editie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    21/24

    - 21 -3e editie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    22/24

    - 22 -3e editie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    23/24

    - 23 -3e editie

  • 7/30/2019 Een Nieuwe KOSMOGONIE 3eEd Hubert_Luns

    24/24

    - 24 -3e editie