Een machtinge Vriend

52
‘Een machtige Vriend’ Voorganger: dhr Lowijs Organist: Johannes de Vries

description

voorganger dhr Lowijsorganist Johannes de VriesLuister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Een machtinge Vriend

Page 1: Een machtinge Vriend

‘Een machtige Vriend’Voorganger: dhr Lowijs

Organist: Johannes de Vries

Page 2: Een machtinge Vriend

VDD ELB 377

U bid ik aan, o macht der liefde,

Page 3: Een machtinge Vriend

1

U bid ik aan, o macht der liefde,

die zich in Jezus openbaart.

God zocht ook mij, hoezeer 'k Hem

griefde;

voor mij ook kwam zijn Zoon op aard.

'k Vergeet mijzelf, waar 'k in de golven

van zulk een liefde word bedolven.

Page 4: Een machtinge Vriend

2

Hoe zijt Gij mij zo zeer genegen

en hoe verlangt uw hart naar mij?

Gij komt mij met uw liefde tegen,

opdat ook ik de uwe zij.

Gij, trouwe Heer, hebt mij verkoren:

U wil ik eeuwig toebehoren.

Page 5: Een machtinge Vriend

3

U wil ik zoeken, U mij geven;

bij U slechts vind ik lafenis.

In U alleen heb ik het leven

en niet in 't geen van de aarde is.

Bij U is rust, bij U verblijden;

U, Heer, U wil mijn hart zich wijden.

Page 6: Een machtinge Vriend

‘Een machtige Vriend’Voorganger: dhr Lowijs

Organist: Johannes de Vries

Page 7: Een machtinge Vriend

P 138 – 1, 4

U loof ik, Heer, met hart en ziel,

Page 8: Een machtinge Vriend

U loof ik, Heer, met hart en ziel,

in eerbied kniel / ik voor U neder.

Ja, in de tegenwoordigheid

der goden wijd / ik U mijn beden.

Naar 't heiligdom waar Gij vertoeft

hef ik het hoofd, / ik zal U prijzen.

Gij zult, o Here, wijd en zijd

uw heerlijkheid / en trouw bewijzen.

Page 9: Een machtinge Vriend

4

Als ik, omringd door tegenspoed,

bezwijken moet, / schenkt Gij mij leven.

Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,

uw rechterhand / zal redding geven.

De HEER is zo getrouw als sterk,

Hij zal zijn werk / voor mij voleinden.

Verlaat niet wat uw hand begon,

o Levensbron, / wil bijstand zenden.

Page 10: Een machtinge Vriend

Stil gebed

Votum en Groet

Page 11: Een machtinge Vriend

G 452 – 1, 2

Verlosser, Vriend, o hoop, o lust

Page 12: Een machtinge Vriend

Verlosser, Vriend, o hoop, o lust

van die U kennen, neem het lied,

dat U in 't stof een stervling biedt,

een zondaar, die uw voeten kust.

Een zondaar, een verlost', o Heer,

en nu geen zondaar meer.

O, neem het aan!

Gij laat geen bidder staan,

Gij hoort in hemelingen

verloste zondaars zingen.

O, neem het aan!

Page 13: Een machtinge Vriend

Bedreigt mij leed, ontmoet mij smart,

ik vrees geen kwaad, maar klaag het Hem

Hoe groot in eer, Hij hoort mijn stem,

hoe ver van de aard, Hij kent mijn hart.

Gods zoon vergeet de broeder niet

die Hij op aarde liet.

Hij is mijn hoop.

Hij wies mij met zijn doop,

Hij geeft mij brood en beker,

'k ben van zijn liefde zeker.

Hij is mijn hoop!

Page 14: Een machtinge Vriend

Wetslezing

Page 15: Een machtinge Vriend

P 103 – 4, 5

Zo hoog en wijd de hemel staat

gerezen

Page 16: Een machtinge Vriend

4

Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen

boven de aarde, is voor wie Hem vrezen

zijn liefde en zijn goedertierenheid.

Zo ver verwijderd 't westen is van 't

oosten,

zo ver doet Hij van hen die Hij wil

troosten

de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd

Page 17: Een machtinge Vriend

5

Zoals een vader liefdevol zijn armen

slaat om zijn kind, omringt ons met

erbarmen

God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,

Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht

gekomen,

slechts leven op de adem van zijn stem.

Page 18: Een machtinge Vriend

Gebed.

Page 19: Een machtinge Vriend

ELB 440

Hoor, de vogels zingen weer.

Page 20: Een machtinge Vriend

1

Hoor, de vogels zingen weer.

Wat doe jij, wat doe jij?

Samen danken zij de Heer.

Wat doe jij?

Page 21: Een machtinge Vriend

Refrein:

Dank de Heer voor elke dag,

die je van Hem leven mag.

Vogels doen dat telkens weer,

wat doe jij?

Page 22: Een machtinge Vriend

Elb. 440 : 2

Vogels maken zich niet druk,

wat doe jij, wat doe jij?

zingen zomaar van geluk:

Wat doe jij?

Page 23: Een machtinge Vriend

Refrein:

Dank de Heer voor elke dag,

die je van Hem leven mag.

Vogels doen dat telkens weer,

wat doe jij?

Page 24: Een machtinge Vriend

3

Vogels leven vrij en blij,

wat doe jij, wat doe jij?

God de Vader danken zij.

Wat doe jij?

Page 25: Een machtinge Vriend

Refrein:

Dank de Heer voor elke dag,

die je van Hem leven mag.

Vogels doen dat telkens weer,

wat doe jij?

Page 26: Een machtinge Vriend

Wij gaan, tot straks!!

Page 27: Een machtinge Vriend

Lezen Math 26 : 57 – 66

Jezus verhoord en verloochend

Page 28: Een machtinge Vriend

57 Zij die Jezus gevangengenomen hadden, leidden hem voor aan Kajafas, de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren. 58 Petrus volgde hem op een afstand tot op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester; daar ging hij tussen de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen.

Page 29: Een machtinge Vriend

59 De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood zouden kunnen veroordelen, 60 maar ze vonden er geen, hoewel zich vele valse getuigen meldden. Ten slotte meldden er zich twee 61 die zeiden: ‘Die man heeft gezegd:

Page 30: Een machtinge Vriend

“Ik kan de tempel van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen.”’ 62 De hogepriester stond op en vroeg hem: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ 63 Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’

Page 31: Een machtinge Vriend

64 Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ 65 Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig?

Page 32: Een machtinge Vriend

Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert. 66 Wat denkt u?’ Ze antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’

Page 33: Een machtinge Vriend

G 183 – 3, 4, 7

O Heer uw smaad en wonden,

ja alles wat Gij duldt,

Page 34: Een machtinge Vriend

3

O Heer uw smaad en wonden,

ja alles wat Gij duldt,

om mij is het, mijn zonden,

mijn schuld, mijn grote schuld.

O God ik ga verloren

om wat ik heb gedaan,

als Gij mij niet wilt horen.

Zie mij in liefde aan.

Page 35: Een machtinge Vriend

4

Houd Gij mij in uw hoede,

Gij die uw schapen telt,

o bron van al het goede,

waaruit mijn leven welt.

Gij die mijn ziel wilt laven

met liefelijke spijs,

Gij overstelpt met gaven

tot in het paradijs.

Page 36: Een machtinge Vriend

7

Wees Gij om mij bewogen

en troost mijn angstig hart.

Voer mij uw beeld voor ogen,

gekruisigde, uw smart.

Dan zal ik vol vertrouwen,

gelovig en bewust,

uw aangezicht aanschouwen.

Wie zo sterft, sterft gerust.

Page 37: Een machtinge Vriend

Een machtige Vriend

Page 38: Een machtinge Vriend

ELB 299 – 1, 2, 3

Welk een vriend is onze Jezus,

Page 39: Een machtinge Vriend

Welk een vriend is onze Jezus,

die in onze plaats wil staan!

Welk een voorrecht, dat ik door Hem

altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede,

dikwijls drukt ons zonde neer,

juist omdat wij 't al niet brengen

in 't gebed tot onze Heer.

Page 40: Een machtinge Vriend

2

Leidt de weg soms door verzoeking,

dat ons hart in 't strijduur beeft,

gaan wij dan met al ons strijden,

tot Hem, die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen,

dan Hij, die ons lijden draagt!

Jezus biedt ons aan genezing;

Hij alleen is 't die ons schraagt.

Page 41: Een machtinge Vriend

3

Zijn wij zwak, belast, beladen,

en ter neer gedrukt door zorg,

dierb're Heiland! Onze Toevlucht!

Gij zijt onze Hulp en Borg.

Als soms vrienden ons verlaten,

gaan wij biddend tot de Heer;

in zijn armen zijn wij veilig.

Hij verlaat ons nimmermeer.

Page 42: Een machtinge Vriend

Danken en bidden

Page 43: Een machtinge Vriend

Collecte

1ste Bouw en onderhoud

2de voor eigen gemeente

Page 44: Een machtinge Vriend

ELB 371 – 1, 2, 3, 4

Mijn Jezus, ik houd van U,

Page 45: Een machtinge Vriend

1

Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U

mijn vriend,

want U nam de straf op U die ik had

verdiend.

De grote Verlosser, mijn Redder bent U;

'k heb van U gehouden, maar nooit

zoveel als nu.

Page 46: Een machtinge Vriend

2

Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield

van mij,

toen U aan het kruis hing, een wond in

uw zi,j.

Voor mij de genade, een doornenkroon

voor U;

'k heb van U gehouden, maar nooit

zoveel als nu.

Page 47: Een machtinge Vriend

3

Ik zal van U houden in leven en dood

en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn

nood.

Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:

'k Heb van U gehouden, maar nooit

zoveel als nu.

Page 48: Een machtinge Vriend

4

Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom,

Dan buig ik mij voor U in uw heiligdom.

Gekroond met uw heerlijkheid zal 'k

zingen voor U:

'k Heb van U gehouden, maar nooit

zoveel als nu.

Page 49: Een machtinge Vriend

Zegenbede

daarna ELB 501

Page 50: Een machtinge Vriend

Vrede van God, de vrede van God,

de vrede van God zij met jou.

Vrede van Hem, vrede van God,

de vrede van God zij met jou.

In Jezus' Naam, in Jezus' Naam,

In Jezus' Naam geef ik jou

Vrede van Hem, vrede van God.

De vrede van God zij met jou.

Page 51: Een machtinge Vriend

Heilige Geest, de heilige Geest,

De heilige Geest zij met jou.

Vrede van Hem, vrede van God,

De vrede van God zij met jou.

Page 52: Een machtinge Vriend