Educatief project Lesbrief -...

24
1 Kriebelende en fladderende beestjes Educatief project Lesbrief Handleiding

Transcript of Educatief project Lesbrief -...

1

Kriebelende en fladderende beestjes

Educatief project

Lesbrief

Handleiding

2

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Les 1 Vlinders 4

Les 2 Bijen 7

Les 3 Bloemen en een bezoek aan Kruidentuin ‘De Groene Kruidhof’ 10

Bijlagen 13 Bijlage 1 Klassenopdracht ‘Vlinders en rupsen’ Bijlage 2 klassenopdracht ‘Meedoen aan de Landelijke Vlindertelling’ Bijlage 3 Klassenopdracht ‘bijen’ Bijlage 4 Klassenopdracht ‘Bloemonderzoek’ Bijlage 5 Extra klassenopdrachten

3

Inleiding

De Kruidentuin De Groene Kruidhof In het oudste deel van Elburg bevindt zich een fraai en historisch stukje groen: De Groene Kruidhof. Bijna verscholen in de noordwestelijke uithoek van de vesting. In 1981 werd op initiatief van de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop een vrijwilligersgroep voor de aanleg en het onderhoud van een nieuwe kruidentuin in het leven geroepen. De vermaarde kruidentuin van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem diende als voorbeeld. Kriebelende en fladderende beestjes Planten krijgen bloemen om insecten of vogels te lokken. Vaak hebben deze de mooiste kleuren. De leerlingen komen in aanraking met bloemen in de kruidentuin en kloostertuin en leren hierbij meteen een aantal belangrijke begrippen. Het is belangrijk voor de leerlingen dat ze betrokken, nieuwsgierig en verwonderd zijn over bloemen en de natuur er omheen. Moedig ze dan ook aan om de bloemen te ruiken, te voelen en te bekijken. Daarnaast leren zij over vlinders, bijen en andere kriebelende beestjes. Vragen zoals ‘Hoe groeit een vlinder?’, ‘Wat is de nationale Vogeltelling?’, ‘Welke bloemen kunnen wij eten?’ en ‘Steken bijen?’ komen aan de orde. Doelgroep Het educatieproject is bedoeld voor de groepen 1 t/m 4 Inhoud van het project In de eerste les maken de leerlingen kennis met de vlinders. Hoe worden de vlinders geboren? Wat eten een vlinder? In de tweede les maken de leerlingen kennis met de bijen. Welke kleuren heeft een bij? Waarom steekt een bij? In de derde les maken de leerlingen kennis met allelei soorten bloemen en waardplanten en brengen de leerlingen een bezoek aan de Kruidentuin ‘De Groene Kruidhof’. Tijdens het bezoek aan de Kruidentuin gaan de leerlingen op zoek naar de verschillende soorten bloemen en planten doormiddel van zoekkaarten en brengen zij een bezoek aan de Kloostertuin om kennis te maken met kriebelende beestjes. Doel van het project » Leerlingen maken kennis met de natuur (insecten en bloemen). » Leerlingen kunnen beschrijven welke rol insecten hebben in de natuur. Kerndoelen Het project sluit in meer of mindere mate aan bij de volgende kerndoelen: Natuur en techniek Kerndoel 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Kerndoel 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

4

Les 1 Vlinders Doelen » Leerlingen maken kennis met de vlinder en hoe de vlinder leeft Duur 50 minuten Benodigdheden » Digibord of computer met beamer en internetverbinding » Deze lesbrief geprint » Deze lesbrief digitaal gepresenteerd » Bijlage ‘ Klassenopdracht Vlinders’ en bijlage ‘Klassenopdracht ‘Meedoen aan de Landelijke Vlindertelling’ Werkwijze Klassikaal: onderwijs-leergesprek Door deze lesbrief digitaal bij de hand te hebben, kunt u gebruik maken van de links. Stap 1 De leerkracht vraagt de leerlingen wat zij weten over de vlinder. Voorbeeld vragen kunnen:

• Hoe wordt een vlinder geboren?

• Hoeveel poten heeft een vlinders?

• Wat eet een vlinder? Stap 2 De leerkracht leest het volgende verhaaltje voor aan de leerlingen: Hé, wat ben jij voor iets? Waarom zeg je niks? Ben je een rond spinnenwebje of ben je een beestje? Nou, ik weet het niet. Misschien weet ik het morgen wel… Hang je hier nu nog steeds onder aan het blad? Mmm... vreemd! Ik weet nog steeds niet wat je bent. Ik zal eens aan papa vragen of hij mee komt kijken.

Weet je wat dat is, Evi? Dat is nou een echte pop. Een pop? Ik zie helemaal geen hoofd, geen armen, geen benen. Dat lijkt toch niet op een póp?

Nee, niet zó’n pop. Een pop van een rups. Een rups gaat als hij wordt geboren superveel blaadjes eten en dan heel groot en dik. Daarom kan hij met zo’n volle buik heel lang zonder eten. Hij zoekt een rustig plekje op, het liefst onder een blad. Hij bouwt dan een soort huisje van draadjes stevig om zich heen. Zo’n huisje heet ook wel een cocon. In die cocon gaat hij heel lang slapen.

En wanneer wordt de rups dan weer wakker, papa? Dat weet ik niet precies, maar het duurt wel een poos. Weet je wát...

5

Ga elke dag maar even kijken of hij al wakker is geworden. Ik weet zeker dat de rups dan een leuke verrassing voor je heeft.

Een verrassing? Voor mij? Ja, wacht maar af. Het is heel leuk.

Hoi rups in je cocon. Ben je al wakker? Moet je nog lang slapen? Word je morgen wakker misschien? Nou, dan kom ik morgen nog even kijken. Hallo slaapkopje, zit je er nog in?

Ja. Hè hè, eindelijk ben je wakker. Eindelijk kun je met me praten. Is het donker daarbinnen?

Ja en zeg eens, hoe heet je eigenlijk? Ik heet Evi.

Dag Evi, ik heet Fladder. Fladder? Waarom heet je Fladder? Ik zie je helemaal niet fladderen. Je hangt daar maar zo stilletjes.

Ja, maar morgen kan ik wél fladderen. Kom morgen maar eens terug als de zon heel hoog staat.

Oké, tot morgen. Poeh poeh, wat is het heet. Oei, wat gebeurt er met je, Fladder?

Kijk maar eens goed. Mijn huisje is weg en ik heb vleugels gekregen. Vleugels… wáár dan?

Ze zitten nog vastgeplakt, ze zijn nog nat, maar zo meteen droogt de zon ze op en dan zie je ze pas goed.

O, ik ben zo nieuwsgierig. Hoe komt het dat je nu vleugels hebt? Papa zei dat je een rups was en rupsen hebben toch geen vleugels?

Ja, dat klopt. Maar als een rups kan zichzelf veranderen in een vlinder. Is dat echt waar? Heb jij jezelf in een vlinder veranderd?

Ja! En als je nog even blijft kijken, dan zie je mijn vleugels. Ohooo, ja ja ja, nu zie ik het. Wat bijzonder zeg. Je hebt mooie rode vleugels met blauwe rondjes erop. Kun je nu ook echt vliegen?

Ja hoor. Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik weet zeker dat ik het kan. Ik wens je véél vliegplezier!

Dank je. Joei, daar ga ik… ik vlieg! Stap 3 De leerkracht gaat samen met de leerlingen het onderstaande filmpje kijken op het digibord over de vlinder: https://www.npo.nl/huisje-boompje-beestje/08-09-2011/NPS_1187968 Achtergrond informatie voor de leerkracht over de vlinder: Vlinders zijn er in alle kleuren, maten en soorten. In Nederland zie je ze niet zo vaak meer rondvliegen, maar het is en blijft altijd prachtig om ze te zien. Ook zijn vlinders hele bijzondere dieren waar ontzettend veel over te vertellen valt. Vlinders Je zou het niet zeggen, maar vlinders zijn eigenlijk insecten. Nu denk je bij insecten vaak aan spinnen, vliegen, wespen en andere beestjes die voor sommigen heel eng zijn, maar vlinders zijn dus ook insecten, gevleugelde insecten. Vlinders worden ook wel vliegende bloemen genoemd, doordat ze zulke mooie, versierde vleugels hebben. Prachtig zijn ze, vind je niet? Wil je meer weten over insecten? Lees verder op de pagina ‘spreekbeurt insecten‘.

6

Leefomgeving van de vlinder Vlinders komen vrijwel overal ter wereld voor, zowel in warme als in koude landen. Al moeten we wel zeggen dat de meeste vlinders voorkomen in een warme omgeving. Eigenlijk is dat ook wel de plek waar je vooral vlinders kunt voorstellen: in mooie kleurrijke omgevingen, aangezien de vlinder zelf ook zeer kleurrijk is! Vliegende bloemen Vlinders worden ook wel vliegende bloemen genoemd. Dit komt door de versieringen die ze meedragen. Hun vleugels zijn versierd met prachtige kleuren en figuren en ook zijn er verschillende vormen vleugels. Het is prachtig om te zien. Je zou tijdens je spreekbeurt vlinders foto’s kunnen laten zien van mooie vlinders. De geboorte van een vlinder Vlinders worden op een hele bijzondere manier vlinders. Wist je bijvoorbeeld dat een vlinder eerst een rups is? Pas later ontpopt een vlinder zich tot een vlinder. Dit gaat op een hele bijzondere manier. Een vlinder verandert dus helemaal van gedaante, een paar keer zelfs. Een vlinder legt eitjes waaruit nieuwe vlinders geboren zullen worden. Wanneer deze eitjes uitkomen, worden het rupsen. Deze rupsen zijn alleen maar bezig met eten. Ze eten zich zo snel mogelijk vol. De rups wordt groter en dikker en vervellen steeds. Bij de laatste keer dat de rups vervelt, wordt de huid dik, waardoor er een pop ontstaat. De rups zal zich met deze pop gaan ontpoppen tot een prachtige vlinder die eruit zal komen, met prachtige vleugels. Dit kan kort, maar ook lang duren. Soms een week en soms een aantal jaar. Wanneer de vlinder ontpopt is, zal het kunnen vliegen en de vlinder houdt zich dan vooral bezig met het voortplanten. Voedsel van de vlinder Veel vlinders eten alleen in de tijd dat ze rups zijn. Ze eten eerst hun eigen ei op en eten daarna voornamelijk planten. Ze eten zichzelf zo vol mogelijk, maar eten vaak niet meer wanneer ze eenmaal ontpopt zijn tot een vlinder. Stap 4 De leerlingen gaan zelf aan de slag met de klassenopdracht ‘Vlinders en rupsen’ en deze opdracht is achter in deze lesbrief te vinden. Stap 5 Samen met de leerlingen meedoen aan de Landelijke Vlindertelling? De informatie is achter in deze lesbrief te vinden onder klassenopdracht ‘Meedoen aan de Landelijke Vlindertelling’ De leerlingen hebben na deze les veel over de vlinder gehoord en geleerd. De volgende les gaat over de bij. In les drie zal aandacht gegeven worden aan de bloemen en planten. En het verhaal van de bestuiving van deze bloemen en planten. De lessen zijn zo opgebouwd om het belang van insecten voor de bloemen en planten weer te geven.

7

Les 2 Bijen Doelen » De leerlingen gaan leren over bijen. Waar kun je een bij vinden? Wat doet hij dan? Enz. Zo zijn de leerlingen op een speelse manier bezig met bijen en leren ze al vroeg dat bijen niet eng zijn als je niks doet. Duur 50 minuten Benodigdheden » Digibord of computer met beamer en internetverbinding » Deze lesbrief geprint » Deze lesbrief digitaal gepresenteerd » Bijlage ‘ klassenopdracht Bijen’ Werkwijze Klassikaal: onderwijs-leergesprek Door deze lesbrief digitaal bij de hand te hebben, kunt u gebruik maken van de links. Stap 1 De leerkracht vraagt de leerlingen wat zij weten over de bij. Voorbeeld vragen kunnen:

• Welke kleuren heeft een bij?

• Hoeveel vleugels heeft een bij?

• Wat eet een bij? Stap 2 De leerkracht gaat samen met de leerlingen de onderstaande filmpjes kijken op het digibord over de bij: http://www.schooltv.nl/video/huisje-boompje-beestje-bijen-2/ https://www.npo.nl/huisje-boompje-beestje/20-06-2011/NPS_1182484 Stap 3 De leerkracht vertelt de leerlingen de onderstaande informatie: Zoem, zoem, zoemmmm. De bij is een klein beestje, maar is tot heel veel in staat en is ook heel belangrijk voor ons mensen. Wat is een bij? Een bij is een insect. Insecten herken je aan de volgende lichaamskenmerken: Het lichaam van een insect bestaat uit drie delen, namelijk: kop, borststuk en achterlijf. En daarnaast heeft een insect twee antennes of voelsprieten. Ook hebben bijna alle insecten vleugels en facetogen. En nog een kenmerk waar je een insect aan kunt herkennen: ze hebben altijd zes pootjes Bijen zijn een beetje harig en hebben een bruinige met zwarte kleur. Ze hebben daarnaast dunne vleugeltjes (vliesjes) en zijn klein.

8

Hoe leven bijen? Bijen leven in kolonies (bijenvolk) bij elkaar en iedere kolonie heeft een bij die belangrijker is dan andere bijen. Dit is de koningin. Haar taak is om eitjes te leggen, zodat er nieuwe bijen komen. Verder leven er in bijenkolonies mannenbijtjes (de darren) en vrouwtjesbijtjes (de werksters). Bijen worden pas actief bij een temperatuur hogel dan 12 graden. Dan kunnen ze vliegen en bloemen bezoeken. Bijen zitten vooral op bloemen omdat ze daar hun eten vinden (nectar). Ze brengen hun eten naar hun korf. Wat doen bijen? De werksters verzorgen de koningin het hele jaar en verzamelen stuifmeel. Ze zorgen ook voor voedsel, bouwen het nest, zorgen voor het bijenbroed (larven) en verdedigen de kolonie. Zij werken dus het hele jaar door. De darren hebben alleen de taak om de koningin te bevruchten, zodat ze eitjes kan leggen. En de koningin legt de eitjes en voed het eitje met haar gelei. Wat doen bijen voor de mens? Veel mensen vinden bijen niet leuk, omdat ze denken dat bijen steken. Ten onrechte, want bijen steken bijna nooit. Ze steken alleen als ze het idee hebben in gevaar te zijn, maar zolang je ze met rust laat en niet rommelt met hun korf zal er niks gebeuren. Ze gaan zelfs dood gaan als ze prikken. Door haakjes aan hun angel trekken ze zichzelf kapot als ze wegvliegen na een steek. Bijen zijn dus niet of nauwelijks agressief, maar kunnen wel prikken en zullen dat ook doen als: • Bedreigd worden • Ze aangeraakt worden • Je in de buurt van hun huis komt • Ze klem zitten tussen bijvoorbeeld kleren. Verschil tussen en wespen en bijen Veel mensen kennen het verschil niet tussen wespen en bijen, jij wel? Bijen kunnen 1 keer steken, wespen vaker. Bijen maken honing, wespen niet Bijen zijn harig, wespen niet. Bijen zijn bruinig met zwart, wespen geel met zwart. Bijen verzamelen stuifmeel, wespen niet.

9

Bescherm de bij

Stap 4 De leerlingen gaan zelf aan de slag met de klassenopdracht ‘Bijen’ en deze opdracht is achter in deze lesbrief te vinden. Voor de volgende les moeten de de leerlingen zelf 1 wilde bloem meenemen naar school!

10

Les 3 Bloemen en bezoek aan de Kruidentuin Doelen » Leerlingen maken kennis met de bloemen en planten in een Kruidentuin en Kloostertuin. Duur 50 minuten Benodigdheden » Digibord of computer met beamer en internetverbinding » Deze lesbrief geprint » Deze lesbrief digitaal gepresenteerd » Door de leerlingen meegebrachte bloemen Werkwijze Klassikaal: onderwijs-leergesprek Door deze lesbrief digitaal bij de hand te hebben, kunt u gebruik maken van de links. Stap 1 De leerkracht leest het volgende verhaal voor: Er was eens een kleine bij, deze bij leefde in een bijenkorf. Dit is een heel groot huis waar alle bijen bij elkaar leven. Van de koningin hebben de bijen gehoord dat ze op zoek moeten gaan naar de lekkerste bloemen. Uit deze bloemen halen ze het sap die ze dan terugbrengen naar de bijenkorf. Dan kunnen ze honing maken. De kleine bij ging aan de slag, maar wist niet zo goed waar hij bloemen kon vinden, of hoe ze eruit zagen. Dus begon de kleine bij te zoeken. Hij kwam bij een plant aan, en vroeg aan de regenworm die net zijn hoofd boven de grond stak: ‘weet jij waar ik de lekkerste bloem kan vinden?’. De worm zei ‘een bloem? Nee, ik leef onder de grond, hier zijn alleen wortels’. De kleine bij vloog verder en zag opeens iets kleurigs op de grond. ‘Dat zal wel een bloem zijn’ zei de bij tegen zichzelf. Maar toen de kleine bij bij het kleurige plekje was kon hij geen blaadjes vinden, en deze bloem rook ook helemaal niet! Er kwam een vlieg voorbij vliegen en de kleine bij vroeg: ‘weet jij of dit een bloem is, vlieg?’. De vlieg zei: ‘nee gekkie, dit is plastic! Afval van de mens’. De kleine bij keek nog eens goed naar het stuk plastic en vloog verder. Terwijl hij druk aan het zoeken was naar de lekkerste bloemen botste hij tegen een vlinder. ‘Hee kijk uit waar je vliegt’ zei de vlinder. ‘Sorry mevrouw de vlinder, ik was zo druk op zoek naar de lekkerste bloem’ zei de kleine bij. Mevrouw de vlinder moest hard lachen. ‘Weet jij niet waar de bloemenweide is dan?’ vroeg ze. ‘Nee’ zei de kleine bij, ‘kunt u mij de weg wijzen?‘ ‘Natuurlijk’ zei mevrouw de vlinder, ‘volg me maar als je kan!’. Mevrouw de vlinder vloog op met haar sierlijke vleugels. De kleine bij volgde haar. En na even vliegen zag de kleine bij voor het eerst de bloemenweide. Het was zo prachtig, en het rook zo lekker dat de kleine bij op een blad ging zitten om naar deze pracht te kijken. Overal vlogen insecten. Vlinders, bijen, hommels. En er waren zo veel bloemen! Na even rond gevlogen te hebben koos hij de mooiste bloem en toen hij op de bloem landde rook deze zo lekker! Hij stak zijn tong tussen de bloemblaadjes en begon het heerlijke zoete sap te drinken. Nu kon de kleine bij naar de bijenkorf vliegen om honing te maken. Hij wist de rest van zijn leven waar de bloemenweide was, en genoot elke dag van de mooie heerlijk ruikende bloemen.

11

Stap 2 De leerkracht gaat samen met de leerlingen het onderstaande filmpje kijken op het digibord over bloemen: https://www.schooltv.nl/video/popup/bloemen-wat-is-een-bloem/#autoplay Stap 3 Vraag de leerlingen wat zij weten over bloemen. Voorbeeld vragen kunnen:

• Welke bloemen ken jij en welke kleur hebben deze?

• Hebben jullie bloemen in de tuin en welke? Stap 4 De meegebrachte wilde bloemen worden allemaal apart onderzocht aan de hand van de volgende website: http://www.wildebloemen.info De leerlingen gaan zelf aan de slag met de klassenopdracht ‘Bloemonderzoek’ en deze opdracht is achter in deze lesbrief te vinden. Achtergrond informatie voor de leerkracht: Elk onderdeel van een bloem heeft een functie - zonder deze onderdelen kan een bloem niet goed werken. De bloemsteel of stengel is de steel waarmee de bloem aan de stengel van de plant vast zit. De bloemsteel moet sterk zijn om de bloem te kunnen dragen. De steel zorgt er ook voor dat de bloem genoeg voeding krijgt om te kunnen groeien. De kelkbladeren zijn de kleine groene blaadjes aan de onderkant van de bloem. Toen de bloem nog in knop zat waren dit de blaadjes die de kleine bloem beschermden. Je kunt zeggen dat dit de buitenkant van de bloemknop was. Nu de bloem is uitgekomen, hebben deze kelkbladeren geen grote functie meer. De kroonbladeren zijn de (vaak) mooi gekleurde bladeren die je als bloem herkent. De kroonbladeren hebben als functie het aantrekken van en als landingplaats fungeren voor de insecten. Je kunt het zien als het reclamebord van de bloem waarop staat dat er gratis nectar te halen is. De stempel is niet bij alle bloemen makkelijk te vinden. Als hij er is, zit hij in het midden van de bloem. De bovenkant van de stempel is vaak plat en plakkerig. De stempel heeft als functie het opvangen van het stuifmeel (komt van de meeldraden). Dit is eigenlijk het vrouwelijke deel van de bloem. Aan de onderkant hiervan in de verdikking ontstaan later de zaden en de vrucht. De meeldraden zijn de dunne sprietjes in het midden van de bloem, vaak om de stempel heen. De meeldaden produceren stuifmeel. Dit is het mannelijke deel van de plant. Vaak staan de meeldraden zo dat als de insecten op zoek gaan naar de nectar ze op de rug van het insect terecht komen en daar stuifmeel achterlaten. Als het insect dan naar de volgende plant gaat, raakt hij daar de stempel en is de bloem bestoven. Stap 5 Hoe gaat het bestuiven van bloemen? De leerkracht gaat samen met de leerlingen het onderstaande filmpje kijken op het digibord over het bestuiven: https://www.schooltv.nl/video/bestuiving-bijen-verspreiden-stuifmeel/

12

Stap 6 Nadat de voorgaande lessen zijn behandeld, is de volgende stap een bezoek aan de kruidentuin

• Welke bloemen vinden bijen, vogels en vlinders super lekker?

• Welke planten hebben een lekkere geur en welke planten stinken?

• Zie je nog meer beestjes in de tuin? Werkwijze Na een korte introductie worden de leerlingen in 2 groepen verdeeld. Groep 1 wordt rondgeleid door de tuin en de leerlingen gaan daarna zelf op onderzoek. Groep 2 gaat naar de Kloostertuin bij museum Elburg (Jufferenstraat 8, Elburg) om te leren over kriebelende beestjes. Het bezoek wordt gezamenlijk afgesloten. Aantal leerlingen Er kunnen groepen ontvangen worden van maximaal 30 leerlingen. Tijdens het bezoek wordt de groep verdeeld in maximaal 15 leerlingen. Vervoer De leerlingen worden ontvangen in de Kruidentuin (Ellestraat 44 in Elburg). Komen jullie met de fiets? Dan kunnen de fietsen geplaatst worden bij de ingang van de Kruidentuin. Komen jullie met de auto? Dan mag er geparkeerd worden in de blauwe zone binnen de vesting, de parkeerplaats De Oude Vos. Begeleiding Om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden door de tuin, is het verstandig om begeleiding te regelen. 1 begeleider per 6 leerlingen. Benodigheden De leerkracht hoeft geen materiaal mee te nemen naar de Kruidentuin. Toegangelijkheid De tuin is van 31 maart tot en met 31 oktober open. Contact in geval van calamiteiten of bij slecht weer Mocht er iets gebeuren waardoor u vertraging oploopt, dan kunt u bellen naar: 06 27033324

13

Bijlagen

Bijlage 1 Klassenopdracht ‘Vlinders en rupsen’ Bijlage 2 klassenopdracht ‘Meedoen aan de Landelijke Vlindertelling’ Bijlage 3 Klassenopdracht ‘bijen’ Bijlage 4 Klassenopdracht ‘Bloemonderzoek’ Bijlage 5 Extra klassenopdrachten

14

Bijlage 1 klassenopdracht ‘Vlinders en rupsen’ Print voor elke leerling de vlinder of de rups uit op A4 papier (volgende pagina’s). Voor groep 1 en 2: laat de leerlingen de vlakken mooi inkleuren. Voor groep 3 en 4: Laat de leerlingen de meerdere vlakken uitprikken of uitknippen. Zo ontstaat hier lege ruimten en vul deze op met gekleurd doorzichtig papier.

15

16

17

Bijlage 2 klassenopdracht ‘Meedoen aan de Landelijke Vlindertelling’ Het is mogelijk om samen met de leerlingen mee te doen aan de Landelijke Vlindertelling. Dit is heel makkelijk! Print voor elke leerling het ‘telformulier vlinders’ en de ‘zoekkaart vlinders’ (volgende pagina’s). Loop een rondje door je tuin en noteer alle vlinders op het ‘telformulier vlinders’. Om de vlinders te herkennen is er een ‘zoekkaart vlinders’. Kies een zonnig moment, want dan vliegen de vlinders vooral. Kijk hoeveel vlinders van een bepaald soort je tegelijkertijd ziet en noteer die. Verzamel de telformulieren van de leerlingen en meld alle vlinderwaarnemingen op www.vlindermee.nl.

18

19

20

Bijlage 3 Klassenopdracht ‘Bijen’ Print voor elke leerling de volgende pagina uit. Verbind de juiste woorden aan de plaatjes.

larf

korf

angel

bloemen

zwerm

imker

bij

honing

raat

koningin

21

Bijlage 4 Klassenopdracht ‘Bloemonderzoek’ Print voor elke leerling de volgende pagina uit en laat iedere leerling zijn/haar eigen bloem onderzoeken aan de hand van dit formulier.

22

Wat het je nodig:

• 1 bloem

• Potlood, pen en kleurpotloden

• Loep

• Mesje

• Liniaal

Bloemonderzoek Bekijk en onderzoek de bloem Hoe heet de bloem? Hoe ruikt de bloem? __________________________________ __________________________________ Hoeveel blaasjes heeft de bloem? Welke kleuren heeft de bloem? __________________________________ __________________________________ Wat valt je op aan de bloem? Hoe groot is de bloem? __________________________________ __________________________________ Wat zie je in de bloem? __________________________________ Maak een tekening van de bloem: Maak ook een tekening van de binnenkant

van de bloem:

Schrijf bij de bloem de volgende onderdelen:

• Stamper

• Meeldraden

• Kroonblad

• kelkblad

23

Bijlage 5 Extra klassenopdrachten Vogels, vlinders, bijen zijn dol op tuinen. Hoe kunnen we deze dieren naar onze tuin of schoolplein lokken? Van welke planten en bloemen houden ze? Onderstaand een lijst met allemaal planten en bloemen waar deze dieren dol op zijn. Alle kinderen op school kunnen de groei en bloei volgen en zien hoe de vlinders en insecten op de bloemen afkomen. Deze planten en bloemen kunnen in de volle grond of in leuke planten bakken. Deze kunnen de kinderen ook zelf opschilderen met naambordjes.

Bloemen en planten Latijnse naam

Lavendel Lavandula angustifolia

Klimop Hedera helix

Bieslook Allium schoenoprasum

Hemelsleutel Sedum (Hoog type)

Druif Vitis vinifera

Salie Salvia (varieteiten)

Vingerhoedskruid Digitalis purpurea

Hulst Ilex aquifolium

Stokroos Alcea rosea

Rode zonnehoed Echinacea purpurea

Herfstaster Aster novi-belgii

Vlinderstruik Buddleja davidii

Rode zonnehoed Echinacea purpurea

Koninginnekruid Eupatorium maculatum

Damastbloem Hesperis matronalis

Lavendel Lavandula angustifolia

Marjolein Origanum laevigatum

Vlambloem Phlox Paniculata-groep

Hemelsleutel Sedum spectabile

IJzerhard Verbena bonariensis

Echte koolwitjes in de klas? Dat kan met het kweekpakket van De Vlinderstichting. Je ontvangt een pakket met eitjes, rupsen en poppen. Deze kunt u in de klas opkweken tot vlinders. (de kosten zijn voor de school zelf) https://www.vlinderstichting.nl/koolwitjes-in-de-klas Zelf geurwater van bloemen maken in de klas? Via de volgende link wordt het proces stapje voor stapje uitgelegd: https://www.schooltv.nl/video/popup/geurwater-maken-bloemblaadjes-en-water-in-een-koffiefilter/#autoplay

24

Contact in geval van calamiteiten of bij slecht weer Mocht er iets gebeuren waardoor u vertraging oploopt, dan kunt u bellen naar: 06 27033324

Contactgegevens Kruidentuin De Groene Kruidhof Adres: Ellestraat 44 in Elburg Contactpersoon van de Kruidentuin: Marjan van der Geer Telefoonnummer: 06 27033324 Mailadres: [email protected] Website: www.degroenekruidhof.nl

Cultuurmakelaar: Alida Achter de Molen - Willeke van Asselt Telefoonnummer: 0525 688688 Mailadres: [email protected]

Colofon Ontwikkeling en samenstelling Marian van der Geer (Kruidentuin De Groene Kruidhof) en gemeente Elburg Uitvoering Vrijwilligers van de Kruidentuin De Groene Kruidhof Dit project is tot stand gekomen in samenwerking met Gemeente Elburg