Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

22
ECONOMISCHE VERGELIJKING TUSSEN DRIE TOEZICHTVARIANTEN Sebastiaan Barlagen MSc. Beleidsmedewerker VPB December 2010 Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Transcript of Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Page 1: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

ECONOMISCHE VERGELIJKING TUSSEN DRIE TOEZICHTVARIANTEN

Sebastiaan Barlagen MSc. Beleidsmedewerker VPB December 2010

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 2: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ...........................................................................................2 2 SAMENVATTEND OVERZICHT ..........................................................4

3 WERKWIJZE........................................................................................5 4 DE VERGELIJKING .............................................................................6

4.1 Stap 1: de functieselectie ................................................................. 6 4.2 Stap 2: analyse van arbeidsvoorwaarden ......................................... 7 4.3 Stap 3: productieve uren ................................................................ 12 4.4 Stap 4: Overhead ........................................................................... 15

5 VOORUITBLIK ...................................................................................20

BRONNENLIJST .......................................................................................21

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 3: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

2

1 INLEIDING De VPB voert reeds geruime tijd een constructief overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en inmiddels het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J). In dit overleg is onder meer gesproken over de meerwaarde van de particuliere beveiliging op het gebied van privaat toezicht en handhaving in het publieke domein. Recente gesprekken hebben zich hierbij afgespeeld tegen de achtergrond van forse overheidsbezuinigingen - als gevolg van de economische crisis - de rijksbrede heroverwegingen en de Tweede Kamer verkiezingen van juni 2010. Meer in het bijzonder de spanning tussen overheidsbrede bezuinigingen enerzijds en de inzet van politieke partijen om zich in te zetten voor 'meer blauw op straat' anderzijds. Beide ontwikkelingen geven aanleiding - en vormen daarmee een zogenaamd 'window of opportunity' - voor een hernieuwde dialoog over de mogelijkheden van particuliere beveiligingsbedrijven om een positieve bijdrage te leveren aan deze uitdagingen. Hierbij is het van belang om bewust te zijn van de lange geschiedenis die de dialoog over privaat toezicht in het publieke domein al heeft en haar raakvlakken met de kerntakendiscussie bij de politie. Zo zijn begin jaren '90 al de eerste stappen gezet op het gebied van private toezichthouders in het publieke domein. Voorbeelden hiervan zijn de private toezichthouders in de gemeente Enkhuizen (sinds '93) of het Parcon experiment ('95). Sindsdien is de dienstverlening van particuliere beveiligingsbedrijven op het publieke veiligheidsdomein verder ontwikkeld en uitgebreid. Dit leidde in sommige gevallen tot discussies of zelfs controverse over de wenselijkheid van private betrokkenheid bij publieke veiligheidszorg. Enkele belangrijke onderwerpen in deze discussie zijn:

de principiële overtuiging dat veiligheidszorg een overheidstaak is waar private partijen geen bijdrage aan behoren te leveren;

de mogelijke aantasting van het gelijkheidsbeginsel als gevolg van financiële impulsen of;

de democratische controleerbaarheid van private veiligheidszorg. Deze discussie is echter wel productief geweest omdat gaandeweg het kader waarbinnen private beveiligers actief zijn in het publieke domein steeds verder is ontwikkeld en specifieker is afgebakend. De brief van de Minister van Justitie uit 2004 die onder meer betrekking heeft op de inzet van particuliere toezichthouders in het publieke domein, is hiervan een goed voorbeeld. Toch zien zowel de overheid als de beveiligingsbedrijven nog ruimte voor verbetering en verbreding. Zo worden de mogelijkheden van particuliere toezichthouders in het publieke domein door gemeenten nog maar beperkt benut. Dit roept de vraag op wat er voor nodig is om de meerwaarde van particuliere toezichthouders optimaal voor het voetlicht te brengen. Maar ook wat er voor nodig is om (semi) publieke organisaties hiervan te overtuigen. Vanuit deze gedachte heeft de VPB - in overleg met BZK/V&J - besloten om een aantal studies te verrichten. Ten eerste een onderzoek naar de werkwijzen die van belang zijn voor een succesvolle samenwerking, zogenaamde 'good practices' voor privaat toezicht en handhaving. Ten tweede een studie naar prestatie-indicatoren die kunnen helpen bij het in beeld brengen van het effect of resultaat van de inzet van privaat toezicht en handhaving. Ten derde; een quick scan enquête onder leden van de VPB naar de aard en omvang van deze dienstverlening in 2009. Tot slot een economische vergelijking van de drie toezichtvarianten: gemeentelijk toezicht, privaat toezicht en politietoezicht. Met dit document wordt invulling gegeven aan dit laatste punt, de economische vergelijking. De gedachte hierbij is dat er uiteenlopende redenen zijn om toezicht en handhaving in de openbare ruimte op een bepaalde manier te organiseren. Hierbij spelen principiële en politieke afwegingen een rol maar ook kwalitatieve en economische aspecten. Om een gedegen

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 4: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

3

afweging te kunnen maken dient er inzicht te zijn in al deze facetten van toezicht en handhaving. Een robuuste economische vergelijking tussen de drie toezichtvarianten is naar het oordeel van de VPB waardevol voor dit laatste punt. Vooral omdat er - voor zover bekend - nog geen eenduidig en robuust kader is waarmee deze economische vergelijking tussen politie toezicht, gemeentelijk toezicht en privaat toezicht kan worden gemaakt. De uitdaging hierbij zit hem vooral in het feit dat de drie toezichtvarianten op een aantal punten van elkaar verschillen. Een aantal van deze verschillen dienen eerst overbrugt te worden voordat de verschillende varianten met elkaar vergeleken kunnen worden. De voornaamste drempels hierbij zijn:

verschillen in bevoegdheden en opleidingsniveau en; verschillen in organisatiestructuur.

In dit document doet de VPB een voorstel voor de werkwijze om een dergelijke vergelijking te kunnen verrichten en presenteert zij de voorlopige resultaten uit de toepassing van deze methode. Hierbij dient expliciet aangegeven te worden dat het gaat om een werkdocument met een voorlopige werkwijze en resultaten die nog nader getoetst dienen te worden door andere belanghebbenden. Er is optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare informatie maar er dient opgemerkt te worden dat deze in een aantal gevallen zeer beperkt is gebleken. Het is dan ook wenselijk dat andere stakeholders de gepresenteerde werkwijze grondig bestuderen en de gehanteerde cijfermatige informatie verifiëren. In het volgende hoofdstuk wordt allereerst een samenvattend overzicht gepresenteerd van de kern van de economische vergelijking tussen politietoezicht, privaat toezicht en gemeentelijk toezicht. In hoofdstuk drie wordt de gehanteerde werkwijze beschreven en worden enkele specifieke aandachtpunten benoemd. In hoofdsstuk vier wordt de economische vergelijking stapsgewijs onderbouwd en toegelicht. In hoofdstuk vijf worden enkele opmerkingen geplaatst over het verdere gebruik van de inzichten uit deze vergelijking.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 5: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

4

2 SAMENVATTEND OVERZICHT Het onderstaande overzicht geeft schematisch de voornaamste resultaten weer uit de economische vergelijking tussen politie toezicht, gemeentelijk toezicht en privaat toezicht. Bijzondere onkosten en reiskosten zijn niet meegenomen in deze vergelijking. Hiernaast worden onregelmatigheid (overwerk) en beschikbaarheid (consignatie) apart vergeleken in hoofdstuk vier. Uit dit overzicht blijkt dat:

Het economische voordeel van privaat toezicht (inclusief BTW) ten opzichte van politietoezicht kan oplopen tot circa 41,4%.

Het economische voordeel van privaat toezicht (inclusief BTW) ten opzichte van

gemeentelijk toezicht kan oplopen tot circa 30,4%. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat privaat toezicht in het publieke domein economisch significant voordeliger is dan politietoezicht en gemeentelijk toezicht. POLITIE BEVEILIGING GEMEENTEN Basisuurloon € 16,35 € 13,23 € 14,87 Vakantiegeld 8,0% € 1,31 8,0% € 1,24 8,0% € 1,64 Eindejaarsuitkering 8,0% € 1,31 0,0% € - 5,5% € 0,82 Sociale lasten 27,7% € 5,26 25,7% € 3,72 31,0% € 5,37 Opslag improductiviteit 36,7% € 8,88 32,9% € 5,98 51,8% € 11,76

BRUTO LOONKOSTEN / UUR € 33,11 € 24,17 € 34,46

Overhead 47,4% € 29,83 17% € 5,27 35% € 18,56 Winst 0% € - 5% € 1,55 0,0% € -

TARIEF PER UUR ex. BTW € 62,94 € 30,99 € 53,02

BTW 0% 19% € 5,89 0%

TARIEF PER UUR incl. BTW € 62,94 € 36,88 € 53,02 In het volgende hoofdstuk wordt de gehanteerde werkwijze beschreven en in hoofdstuk vier is uitgewerkt hoe de verschillende componenten uit bovenstaand overzicht tot stand zijn gekomen.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 6: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

5

3 WERKWIJZE Een economische vergelijking bestaat in principe uit een kosten-baten analyse. Dit vereist inzicht in zowel de kostencomponent van een activiteit als inzicht in de baten - het resultaat - van deze activiteit. In deze economische vergelijking ligt de focus geheel op de kostencomponent omdat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de bredere baten van de drie toezichtvarianten. Zo is er bijvoorbeeld geen (systematisch) inzicht in de mate waarin de drie afzonderlijke toezichtvarianten in staat zijn om een bepaald toezicht- of handhavingsprobleem op te lossen. De analyse is uitgevoerd aan de hand van de volgende stappen:

1. De selectie van functionarissen die in de praktijk belast zijn met toezicht en handhaving in het publieke domein en een beoordeling van de functiezwaarte. De functies die in de praktijk belast zijn met toezicht en handhaving verschillen onderling. Hierdoor is het van belang om te toetsen of, en zo ja welke, functies qua zwaarte en beloning met elkaar vergeleken kunnen worden.

2. Een analyse van de arbeidsvoorwaarden om inzicht te krijgen in de verschillende salariscomponenten.

3. Een analyse van het aantal productieve uren op jaarbasis. Hierbij gaat het om het beoordelen van het gemiddelde aantal werkbare uren per jaar.

4. Een analyse van de overhead van de verschillende organisaties en de vertaling hiervan naar een opslagpercentage per gewerkt uur.

Deze stappen resulteren uiteindelijk in een uurtarief dat is gecorrigeerd voor improductiviteit en overhead. Dit tarief dient beschouwd te worden als een richtsnoer en niet als een hard gegeven. In de praktijk is het mogelijk dat er afwijkingen zijn waardoor dit tarief hoger of lager uitvalt. De gepresenteerde werkwijze is tot stand gekomen op basis van een onderzoek naar beschikbare open en gesloten bronnen. Vervolgens is een eerste opzet gepresenteerd en besproken met de financiële commissie van de VPB en twee financiële professionals werkzaam bij G4S en Trigion. De feedback uit deze consultatie is hierna verwerkt in de eerste versie van deze economische vergelijking. De eerste versie van deze economische vergelijking is vervolgens besproken met het Ministerie van BZK, tegenwoordig het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Op basis hiervan zijn er enkele aanvullingen en verbijzonderingen aangebracht in deze herziene versie van de economische vergelijking.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 7: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

6

4 DE VERGELIJKING In dit hoofdstuk wordt de economische vergelijking van de drie toezichtvarianten stap voor stap uitgewerkt. Hierbij wordt aandacht besteedt aan de gemaakte keuzes, gebruikte bronnen en eventuele voorbehouden die hierbij gemaakt dienen te worden.

4.1 Stap 1: de functieselectie Om een economische vergelijking te kunnen maken moet eerst geselecteerd worden welke activiteiten of functies met elkaar vergeleken dienen te worden. Op basis van het AWVN Beloningsvergelijkingsonderzoek Nederlandse Politie (2009) kan worden beoordeeld in hoeverre een aantal functies binnen het Landelijke Functiehuis Nederlandse Politie (LFPN) aansluiten bij de functiewaarderingsschalen vanuit de ORBA systematiek. ORBA is een functiewaarderingssystematiek waarmee de zwaarte van functies op een gestandaardiseerde wijze wordt uitgedrukt in een cijfer. Aan de hand van dit cijfer kan een functie worden ingeschaald in een bepaalde ORBA schaal. Uit het onderzoek van het AWVN blijkt dat er een grote overeenstemming is tussen de inschaling van de onderzochte functies uit het LFNP in ORBA en de feitelijke inschaling binnen de salarisschalen van de CAO politie. Met andere woorden; wanneer een politiefunctie is ingedeeld in salarisschaal 5 dan geldt voor de overgrote meerderheid dat deze functie ook is ingedeeld in ORBA schaal 5. Bij navraag is door BZK aangegeven dat de huidige inschaling van politiefuncties in de CAO salarisschalen weinig verschilt van de nieuwe situatie in het LFNP. Dit betekent dat de inschaling volgens ORBA in de meeste gevallen correspondeert met de inschaling in een salarisschaal van de CAO politie. In 2009 heeft de VPB eveneens een functiewaarderingsonderzoek gedaan volgens de ORBA systematiek. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een beoordeling van de inschaling van beveiligingsfuncties in ORBA schalen. Een van de meest gangbare functies binnen de particuliere beveiliging is die van objectbeveiliger. Deze functie heeft volgens de ORBA systematiek 106 punten gescoord. Uit deze analyse is gebleken dat de beveiligingsfuncties in salarisschalen 3 en 4 uit de COA particuliere beveiliging corresponderen met schaal 5 in de ORBA systematiek (90 tot 110 ORBA punten). Omdat zowel politie als beveiliger volgens de gestandaardiseerde ORBA systematiek zijn beoordeelt op functiezwaarte kunnen zij op basis van de ORBA scores met elkaar vergeleken worden. Op basis van het Besluit Rangen Politie kan tevens worden vastgesteld dat de rang van surveillant bij de politie wordt ingeschaald in salarisschaal 4 en 5. Dit is de laagste rang bij de politie met uitzondering van dat van aspirant. Op basis van diverse bronnen en interviews zijn er tevens aanwijzingen dat het gebruikelijk is dat de toezichthoudende en handhavende taken met betrekking tot het gemeentelijke APV of het parkeerbeleid vanuit de politie worden verricht door politiesurveillanten. Hierbij gaat het echter om de functie van politiesurveillant en niet automatisch om de rang surveillant van de politie. Wanneer we dit toetsen aan beschikbare informatie over de functie van politiesurveillant met behulp van de officiële website van de Nederlandse Politie dan valt op dat de salarisindicatie voor de functie van politiesurveillant overeenkomt met de salarisschalen voor de rang. Samengevat betekent dit dat salarisschaal 4 in de CAO particuliere beveiliging mag worden vergeleken met salarisschaal 5 bij de CAO politie.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 8: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

7

Gemeenten Gemeenten kunnen niet op dezelfde manier als hierboven worden vergeleken omdat er geen beloningsvergelijkingsonderzoek volgens de ORBA systematiek beschikbaar is. Op basis van interviews blijkt echter dat in de praktijk gemeentelijke toezichthouders en handhavers die belast zijn met de handhaving van het parkeerbeleid of het APV en het toezicht in de openbare ruimte worden ingeschaald volgens de gemeente CAO (CAR-UWO) volgens salarisschaal 4 en 5. De selectie van de gemeentelijke functie en bijbehorende salarisschaal volgens de CAR-UWO dient dus met grote omzichtigheid te worden gedaan. Het is mogelijk om meer zekerheid te krijgen over de selectie van de overeenkomstige functie bij gemeenten door een beloningsvergelijkingsonderzoek volgens de ORBA systematiek uit te voeren of door een enquête onderzoek onder Nederlandse gemeenten naar de inschaling van gemeentelijke toezichthouders. Deelconclusie 1 Op basis van de beschikbare bronnen en onderzoek kan worden geconstateerd dat particuliere beveiligers in CAO salarisschalen 3 en 4 qua functiezwaarte vergelijkbaar zijn met de politiefunctionarissen die zijn ingeschaald in CAO salarisschaal 5. Voor gemeenten is er voor deze vergelijking gekozen voor CAO salarisschaal 5 omdat dit de hoogste schaal is die in interviews is genoemd als gangbare salarisschaal voor gemeentelijke toezichthouders en handhavers in de openbare ruimte belast met het toezicht op het parkeerbeleid en de APV.

4.2 Stap 2: analyse van arbeidsvoorwaarden Hierboven is bepaald welke functies met elkaar vergeleken dienen te worden en of deze qua functiezwaarte overeenkomen. In deze paragraaf worden de arbeidsvoorwaarden die corresponderen met deze functies geanalyseerd. Hierbij wordt gekeken naar de beloning en het aantal werkbare dagen per jaar. CAO's Op basis van de CAO politie 2008-2010 - pijldatum 2010 - kan worden vastgesteld dat het maximaal bruto maandsalaris van politiefunctionaris in schaal 5, €2.550,- bedraagt. Op basis van het Besluit Algemene Rechtspositie Politie kan worden opgemaakt dat een full time dienstbetrekking bij de politie een 36 urige werkweek omvat. Dit maandsalaris kan worden teruggerekend naar een bruto uurloon. Hiervoor wordt het bruto maandsalaris vermenigvuldigt met 12 maanden en gedeeld door 52 weken en vervolgens gedeeld door 36 uur. Dit levert een bruto uurloon op van €16,35. Op basis van de CAO particuliere beveiliging 2008-2010 - pijldatum 2010 – kan worden vastgesteld dat het maximaal bruto uurloon voor een particuliere beveiliger in schaal 4, ligt op €13,23. De gemeente CAO, de CAR-UWO 2007-2009 is gehanteerd voor het vaststellen van het maximaal bruto uurloon voor een gemeente ambtenaar in salarisschaal 5. In mei 2010 is er een principe akkoord gesloten tussen de betrokken vakbonden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de CAO 2009-2011. Hierin verandert niets ten aanzien van de salarisschalen behalve dat er twee eenmalige uitkeringen plaatsvinden ter waarde van 1,5% van het jaarsalaris. Er is gekozen om deze uitkeringen en het principe akkoord niet door te berekenen in deze economische vergelijking.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 9: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

8

Het maximaal bruto uurloon voor een gemeente ambtenaar in salarisschaal 5 bedraagt € 14,87. Hierbij is het bruto maandsalaris van €2320,- vermenigvuldigd met 12 maanden en gedeeld 52 weken en vervolgens gedeeld door 36 uur. Deze 36 uur vertegenwoordigt een voltijd dienstbetrekking. In de CAR-UWO wordt de volgende definitie gegeven van het uurloon van een gemeente ambtenaar: "1/156 gedeelte van het - zo nodig naar een volledige betrekking herberekende - salaris van de ambtenaar per maand.". Het gevonden bruto uurloon is getoetst aan deze definitie en leverde hetzelfde resultaat op van € 14,87. ORT toeslag Op basis van beide CAO's kan voor kalenderjaar 2010 worden beoordeeld wat het gemiddelde Onregelmatigheidstoeslag (ORT) is dat voor een volcontinurooster voor de verschillende functionarissen betaald zou moeten worden. 1. ORT politie

basis toeslag dagen uren ma-vrij regulier € 16,35 255 15 ma-vrij 2200-0700 € 16,35 3,82 255 9 za-zo 0700-2200 € 16,35 3,82 100 15 za-zo 2200-0700 € 16,35 5,73 100 9 feestdagen € 16,35 5,73 10 24

gewogen basis ma-vrij regulier € 62.524 € 62.524 ma-vrij 2200-0700 € 46.281 € 37.514 za-zo 0700-2200 € 30.249 € 24.519 za-zo 2200-0700 € 19.869 € 14.712 feestdagen € 5.298 € 3.923 Totaal 2010 € 164.221 € 143.192 ORT toeslag/jaar € 21.029 ORT toeslag/week € 404 ORT toeslagpercentage 114,7%

2. ORT particuliere beveiliger

dagen uren ort dag 255 11 100% avond 255 6 110% nacht 255 7 120% weekend 100 24 135% feest dag 6 11 150% feest avond 6 6 160% feest nacht 6 7 170% feest weekend 4 24 185%

gewogen basis dag € 37.110 € 37.110

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 10: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

9

avond € 22.266 € 20.242 nacht € 28.339 € 23.616 weekend € 42.865 € 31.752 feest dag € 1.310 € 873 feest avond € 762 € 476 feest nacht € 945 € 556 feest weekend € 2.350 € 1.270 Totaal 2010 € 135.946 € 115.895 ORT toeslag/jaar € 20.051 ORT toeslag/week € 386 ORT toeslagpercentage 117,3%

3. ORT gemeente ambtenaar

basis dagen uren toeslag ma-vrij regulier 0800-1800 € 14,87 255 10 100% ma 0000-0600 € 14,87 52 6 175% za 0000-0600 € 14,87 50 6 175% di-vrij 0000-0600 € 14,87 203 6 150%

zon 0000-2400 € 14,87 50 24 200% ma-vrij 2000-2400 € 14,87 255 4 150% ma-vrij 0600-2000 € 14,87 255 11 125%

feestdagen € 14,87 10 24 175%

dag na feestdag 0000-0600 € 14,87 10 6 175%

gewogen basis ma-vrij regulier 0800-1800 € 37.923 € 37.923 ma 0000-0600 € 8.120 € 4.640 za 0000-0600 € 7.808 € 4.462 di-vr 0000-0600 € 27.171 € 18.114 zon 0000-2400 € 35.692 € 17.846 ma-vr 2000-2400 € 22.754 € 15.169 ma-vr 0600-2000 € 52.144 € 41.715 feestdagen € 6.246 € 3.569 dag na feestdag 0000-0600 € 1.562 € 892 Totaal 2010 € 99.420 € 144.331 ORT toeslag/jaar € 55.089 ORT toeslag/week € 1.059 ORT toeslagpercentage 138,2%

Consignatie Naast een toeslag voor overwerk is er in de verschillende CAO's ook sprake van een beschikbaarheidtoeslag of consignatie. Hierbij gaat het om de toeslag die iemand ontvangt wanneer hij of zij wordt opgeroepen om bij onvoorziene omstandigheden aan het werk te gaan. Hierbij dit op voorhand opgemerkt te worden dat deze toeslag in de praktijk binnen de particuliere beveiliging zeer zelden wordt toegepast.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 11: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

10

1. Consignatie politie basis toeslag dagen uren kosten Maandag - vrijdag € 16,35 € 1 255 24 € 6.120 Zaterdag € 16,35 € 1 50 24 € 1.200 Zondag € 16,35 € 1 50 24 € 1.200 Feestdag € 16,35 € 1 10 24 € 240 Totaal per jaar € 8.760 Totaal per week € 168 2. Consignatie particuliere beveiliging basis toeslag dagen uren kosten maandag t/m vrijdag € 13,23 € 1 255 24 € 6.120 zaterdag € 13,23 € 2 50 24 € 2.400 zondag € 13,23 € 2 50 24 € 2.400 feestdag € 13,23 € 2 10 24 € 480 Totaal per jaar € 11.400 Totaal per week € 219 3. Consignatie gemeente ambtenaar De consignatie voor gemeente ambtenaren is een lokale aangelegenheid en daarom niet vastgelegd in de CAO. Gemeenten maken hierover zelf afspraken met hun werknemers en leggen dit vast in de bezoldigingsverordening. Op basis van een korte verkenning kan worden vastgesteld dat niet elke gemeente een consignatietoeslag heeft. Hieronder is volledigheidshalve wel het schema voor de berekening toegevoegd. basis toeslag dagen uren kosten maandag t/m vrijdag € 14,87 € - 255 24 zaterdag € 14,87 € - 50 24 zondag € 14,87 € - 50 24 feestdag € 14,87 € - 10 24 Totaal per jaar Totaal per week De ORT en consignatie vergoeding kan in een overzicht worden weergegeven. Hiermee ontstaat het volgende schema:

ORT en Consignatie obv 7*24 uur Politie Particuliere beveiliging Gemeenten

ORT toeslag Per jaar € 21.029,- 100% € 20.051,- 95,4% € 55.089 262,0% Per week € 404,- 100% € 385,- 95,4% € 1.059,- 262,0%

Per uur € 2,40 100% € 2,29 95,4% € 5,68 236,5% Consignatie Per jaar € 8.760,- 100% € 11.400,- 130,1% Nb 0,0%

Per week € 168,- 100% € 219,- 130,1% nb 0,0% Eindejaarsuitkering

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 12: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

11

Zowel bij de politie als bij gemeenten is er sprake van een eindejaarsuitkering. Deze bedragen 8,0% van het jaarsalaris bij de politie en 5,5% van het jaarsalaris van gemeente ambtenaren. De particuliere beveiliging kent geen eindejaarsuitkering. Vakantietoeslag Voor zowel de politie, de gemeenten als de beveiliging geldt een vakantietoeslag van 8%. Werkgeverslasten Het werkgeversaandeel in de sociale lasten wordt gevormd door een aantal regelingen en wetten. In de eerste versie van de economische vergelijking waren deze lasten voor alle drie de toezichtvarianten gemakshalve gelijkgesteld op 21,13% van het bruto uurloon. Na overleg met vertegenwoordigers van het Ministerie van V&J is dit verder aangescherpt wat het geresulteerd in de volgende overzichten. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de gemeentelijke werkgeverslasten zo goed mogelijk in kaart zijn gebracht op basis van de beschikbare informatie. 1. Werkgeverslasten politie

Pensioengrondslag Maandsalaris x 12 plus vakantiegeld en eindejaarsuitkering

€ 35.496

Levenslooptoelage 3,0% Werkgeverspremie pensioen Francise € 10.500 Werkgeversdeel 14,29% 10,06% Wergeverspremie bw IP Francise € 18.200 Premie 0,60% 0,29% Werkgeverspremie FPU Premie 1,60% 1,60% Werkgeverspremie extra opbouw NP 65+ Francise € 10.500

Premie 0,70% 0,49% Sectorfonds incl kinderopvang 1,49% Zorgverzekeringswet (ZVW) 7,05% WIA/WAO premie 6,40% Sociale fondsen 0,35% Wet op de Ondernemingsraad 0,02% Totaal sociale lasten (% van het brutoloon) 27,75%

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 13: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

12

2. Werkgeverslasten particuliere beveiliging

Pensioengrondslag Maandsalaris x 12 plus vakantiegeld en eindejaarsuitkering

€ 29.719

Werkgeverspremie pensioen Francise € 17.821 Werkgeversdeel 18,00% € 30.895 7,21% Werkloosheidswet (WW-AWF) Franchise € 16.704 Premie 4,20% 1,84% Sectorfonds incl kinderopvang 2,16% Zorgverzekeringswet (ZVW) 7,05% WIA/WAO premie 6,40% Sociale fondsen 0,35% VUT 0,68% Wet op de Ondernemingsraad 0,02% Totaal sociale lasten (% van het brutoloon) 25,70%

3. Werkgeverslasten gemeenten

Pensioengrondslag Maandsalaris x 12 plus vakantiegeld en eindejaarsuitkering

€ 31.598

Werkgeverspremie pensioen Francise € 10.500 Werkgeversdeel 14,29% 9,54% Sectorfonds incl kinderopvang 1,49% Zorgverzekeringswet (ZVW) 7,05% WIA/WAO premie 6,40% Sociale fondsen 0,35% VUT 6,12% Wet op de Ondernemingsraad 0,02% Totaal sociale lasten (% van het brutoloon) 30,97%

4.3 Stap 3: productieve uren Het gemiddelde aantal werkbare dagen per jaar is van belang om een inschatting te kunnen maken van de gemiddelde productiviteit van een functionaris. Hierbij dienen de volgende aspecten meegenomen te worden:

Het aantal vakantiedagen per jaar; Het aantal ADV dagen per jaar Gemiddeld aantal verzuimdagen per jaar; Het aantal feestdagen dat op werkdagen valt; Het aantal opleidings- en cursusdagen per jaar; Administratie niet zijnde de verwerking. Hierbij gaat het om het aantal dagen per jaar

dat besteedt wordt aan administratieve werkzaamheden die niet rechtstreeks verband houden met het toezicht of de handhaving;

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 14: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

13

Voor het bepalen van het gemiddelde aantal improductieve dagen per jaar is er gebruik gemaakt van informatie over zogenaamde exogeen gefinancierde politiesurveillanten. In de Politiewet van 1994 is de mogelijkheid gecreëerd voor publieke opdrachtgevers om aanvullende politiecapaciteit te realiseren door het financieren van aanvullende formatieplaatsen bij een politiekorps. Hier is de afgelopen zestien jaar door diverse gemeenten en politiekorpsen gebruik van gemaakt. De afspraken die hierover zijn gemaakt zijn veelal vastgelegd in convenanten. Hieruit is op te maken hoeveel uur een opdrachtgever de beschikking krijgt over een exogeen gefinancierde politiesurveillant. Dit fenomeen is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) beschreven in de 'Beleidsnotitie Handhaving bijzondere wetten/algemene plaatselijke verordening' (2004). Van de volgende gemeenten is bekend dat zij gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid:

Maarssen; Soest; Duiven; Eemnes Amersfoort; Baarn; Breda;

Drimmelen; Leidschendam Voorburg; Loenen; Veenendaal; Wijk bij Duurstede en; Woudenberg.

Van een aantal van deze gemeenten is in het convenant beschreven hoeveel uur per jaar de gemeente gebruik kan maken van de dienstverlening van de betreffende politiesurveillant. Deze gemeenten zijn:

Maarssen; Soest; Duiven en; Eemnes.

Een analyse van deze convenanten leverde het volgende beeld op over het aantal inzetbare uren per jaar:

Gemeente Jaar Bruto uren Verlof ziekte Opleidingstijd Onvoorzien Admin. Netto uren per jaar

Maarsen 2006 1829 166 110 80 192 1281

Soest 2010 1152

Duiven 2005 1752 252 1500

Eemnes 2009 1700 208 1492

Veenendaal 2008 1847 190 92 185 369 1011 Op basis van de afspraken in deze convenanten ligt het gemiddelde aantal productieve uren per jaar van een politiesurveillant op circa 1287 uur. Hierbij is in enkele convenanten expliciet uitgewerkt hoe er wordt omgegaan met; verlof, ziekteverzuim, opleidingstijd, onvoorziene gebeurtenissen en administratieve handelingen. Voor gemeenten is er gebruik gemaakt van een VNG norm van 1360 productieve uren per jaar op basis van een voltijd dienstbetrekking van 36 uur. Deze norm wordt aangehaald in de 'Toelichting rekennorm formatie (inter-)gemeentelijke Archiefinspectie' (2010) van het Landelijk Overleg van Provinciale Archiefinspecteurs (LOPAI) en het Werverband Gemeentelijke Archiefinspectie (WGA).

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 15: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

14

Naast bovengenoemde bronnen heeft het Ministerie van Financiën eveneens becijferd hoeveel (direct) productieve uren een ambtenaar gemiddeld genomen per jaar heeft. Op basis van de 'Handleiding overheidstarieven 2009' was dit in 2008, 1372 uur en voor 2009, 1370 uur. Binnen de particuliere beveiliging is het gemiddelde aantal werkbare uren per jaar 1.565. Dit getal is aangedragen en getoetst onder de leden van de financiële commissie van de VPB. Gemiddeld aantal verzuimdagen per jaar Op basis van het jaarverslag van de Nederlandse politie (2009) was er in 2009 sprake van een landelijk verzuimpercentage van 5,7%. Voor de particuliere beveiliging ligt dit percentage gemiddeld op 5,9%. Het gemiddelde verzuim bij Nederlandse gemeenten in 2009 bedraagt 5,4%. Dis is vastgesteld aan de hand van de personeelsmonitor gemeenten van het A+O fonds. Feestdagen op werkdagen Voor het aantal feestdagen dat valt op een werkdag kan een jaarlijks gemiddelde van zes dagen worden gehanteerd. Dit geldt voor alle functionarissen. Vakantiedagen De politie en de particuliere beveiliging hebben beide 25 vakantiedagen per jaar volgens hun CAO. Gemeente functionarissen met een voltijd betrekking hebben op jaarbasis recht op 158,4 uur. Dit getal in uren is vervolgens teruggerekend naar dagen. Hiertoe is de 36 uur van een volledige werkweek gedeeld door vijf werkdagen per week. Hieruit volgt dat een gemiddelde werkdag op basis van een 36 urige werkweek 7,2 uur is. De 158,4 uur vakantie kan vervolgens omgerekend worden naar 22 vakantiedagen. Deelconclusie 2 Er is uitgegaan van 260 werkbare dagen per jaar. Het onderstaande overzicht geeft weer welk deel van deze dagen productief zijn en welke - om verschillende redenen - improductief zijn. Politie Beveiliging Gemeente Basis per jaar 260,0 260,0 260,0 Vakantiedagen 25,00 25,00 22,00 ADV 13,00 Gemiddeld ziektedagen per jaar (2009) 14,82 15,34 14,04 Feestdagen op werkdagen 6,00 6,00 6,00 Opleiding 10,00 5,00 24,00 Administratie niet zijnde verwerking 13,95 22,70

Totaal improductief 69,8 64,3 88,7 Totaal productief 190,2 195,7 171,3 Improductief als % van productief 36,7% 32,9% 51,8%

In uren per jaar 1.370 1.565 1.370 Het aantal werkbare uren per jaar van 1.370 van een politiefunctionaris en gemeenteambtenaar is gebaseerd op de rekennorm van het Ministerie van Financiën. Het aantal werkbare uren van een particuliere beveiliger is getoetst aan de leden van de financiële commissie. Het aantal vakantiedagen is een gegeven op basis van de CAO's. Het aantal verzuimdagen is vastgesteld

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 16: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

15

aan de hand van het verzuimpercentage in het jaarverslag van de Nederlandse politie, de personeelsmonitor gemeenten en de feitelijke verzuimcijfers onder beveiligingsorganisaties. Het aantal opleidingsdagen en de 'administratieve activiteiten niet zijnde verwerking' is lichtblauw gearceerd omdat deze voor de politie en gemeenten zijn geschat en nog nader getoetst moeten worden. De individuele getallen zijn echter ondergeschikt aan hun gezamenlijke omvang. Deze kan wel afgeleid door terug te rekenen van 260 werkbare dagen per jaar naar 1.370 productieve uren. Omdat het verzuim, de vakantiedagen en de feestdagen op werkdagen bekend zijn, kan worden uitgerekend dat er voor de politie nog 23,95 dagen ontbreken. Voor gemeenten komt dit getal op 46,7 dagen. Dit zijn naar verwachting de opleidings- of cursusdagen en administratieve werkzaamheden, anders dan de verwerking van gegevens over het feitelijke toezicht en handhaving. Hierbij valt te denken aan personeelsaangelegenheden, werkzaamheden voor de ondernemingsraad,

4.4 Stap 4: Overhead Op basis van het jaarverslag politie Nederland 2009 kan er een zeer grove schatting worden gemaakt van de omvang van de overhead bij de Nederlandse politie. Zo is vast te stellen dat er voor 2010, de lasten voor personeel bij de Nederlandse politie €3.156.185.000,- bedraagt. De overige lasten bedragen voor 2010 €1.134.385.000,- waarmee de totale netto lasten voor 2010 uitkomen op €4.290.570.000,-. Op basis van de berekening van de operationele sterkte kan van 2009 kan een schatting worden gemaakt van het aantal operationeel inzetbare functionarissen. Deze operationele sterkte staat beschreven in het Jaarverslag Nederlandse Politie 2009 en in de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de tweede kamer (kamerstuk 29 628 Nr. 219).

Dit levert het volgende beeld op van het percentage van de personele lasten, dat aangewend wordt voor de inzet van operationele politiefunctionarissen. Schematisch ziet dit er als volgt uit.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 17: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

16

Overhead landelijke politie (bedragen x 1.000)

Personeelskosten € 3.156.185

Overige kosten € 1.134.385

Totale kosten € 4.290.570 Totaal aantal FTE's bij de politie 63.513 Aantal aspiranten dat operationeel inzetbaar is in FTE's 2.474 Aantal aspiranten dat niet inzetbaar is, in FTE's 4.183 De reguliere politiebezetting in FTE's 42.941 Niet operationele sterkte 13.916

Totaal FTE's operationeel inzetbaar 45.415 Uitgedrukt in een % van het total aantal FTE's 71,5% Overhead bedraagt dan van personeel 28,5% Totale overhead €2.033.718 Totale overhead percentage 47,4% Het overhead percentage van 47,4% kan vervolgens verdisconteerd worden in de kostprijs van een politiesurveillant. Naast de overhead voor het landelijke politieapparaat is tevens gekeken naar de overhead bij twee regionale politiekorpsen te weten; Rotterdam-Rijnmond en Twente. Hiervoor is dezelfde grove rekenmethode gehanteerd. Op basis van het Korpsjaarverslag 2009 Politie Rotterdam-Rijnmond is de volgende berekening gedaan. Einde jaar is als peildatum gehanteerd. Overhead Rotterdam-Rijnmond Personeel € 344.842.000 Overige kosten € 130.290.000

Totaal € 475.132.000 Totaal aantal FTE's bij het korps (incl studenten) 5.997 Studenten 551 Aantal aspiranten dat operationeel inzetbaar is in FTE's 220 Aantal aspiranten dat niet inzetbaar is, in FTE's 331 De reguliere politiebezetting in FTE's 3.633 niet operationele sterkte 1.813

Totaal FTE's operationeel inzetbaar 3.853 64,3% Pecentage personele overhead 35,7% Omvang personele overhead € 123.273.683 Overige kosten € 130.290.000 Totale overhead € 253.563.683 Totale overhead percentage 53,4%

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 18: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

17

De onderstaande afbeeldingen zijn ter illustratie overgenomen uit het Korpsjaarverslag 2009 Politie Rotterdam Rijnmond. De middelste kolom betreft de getallen voor 2009 (bedragen x 1.000). Kosten:

Reguliere FTE's:

Studenten:

In deze berekeningen zijn aspiranten voor 40% operationeel inzetbaar beschouwd. Voor het politiekorps Twente is eveneens gebruikgemaakt van het officiële jaarverslag 2009. Dit resulteert in het volgende overzicht. Overhead Twente

Personeel € 86.335.000 Overige kosten € 34.093.000

Totaal € 120.428.000 Totaal aantal FTE's bij het korps (incl studenten) 1.559 Studenten 67 Aantal aspiranten dat operationeel inzetbaar is in FTE's 26,8 Aantal aspiranten dat niet inzetbaar is, in FTE's 40 De reguliere politiebezetting in FTE's 1.085

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 19: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

18

niet operationele sterkte 408

Totaal FTE's operationeel inzetbaar 1.111 71,3% Pecentage personele overhead 28,7% Omvang personele overhead € 24.800.825 Overige kosten € 34.093.000 Totale overhead € 58.893.825 Totale overhead percentage 48,9%

Kosten:

Reguliere FTE's:

Studenten:

In strijd met de verwachtingen ligt het overheadpercentage op het niveau van een regiokorps hoger dan op landelijk niveau. In plaats van de 47,4% landelijk, ligt de overhead regionaal op gemiddeld 51,15%. In deze economische vergelijking het laagste overheadpercentage binnen de politie gehanteerd. Dit is de 47,4% op basis van de landelijke cijfers.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 20: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

19

Voor de particuliere beveiliging wordt een overhead percentage van circa 17% gerekend. Hiernaast is er een opslagpercentage voor de winst van de private dienstverlener. Hiervoor bestaan omwille van mededingingsrecht geen richtlijnen dus is hiervoor een bescheiden schatting gemaakt van 5%. Het is goed mogelijk dat er in de praktijk andere percentages worden gehanteerd. Dit percentage dient dan ook louter als een indicatie en is geen gegeven. Als finale toetssteen zou er uiteindelijk gekeken moeten worden naar het uurtarief dat uit deze economische vergelijking volgt. Als dit een realistisch tarief is dat in de praktijk wordt gehanteerd dan mag ook worden aangenomen dat het opslagpercentage voor de winst een redelijke schatting is. Voor gemeenten is gebruik gemaakt van het gemiddelde overhead percentage uit een meerjarig onderzoek naar de overhead bij 1048 uiteenlopende organisaties, uitgevoerd door organisatieadviesbureau Berenschot. Op basis van de publicatie van 'Heeft iemand de overhead gezien' (2008) is vast te stellen dat dit percentage voor gemeenten (tussen 2004 en 2007) gemiddeld op 35% ligt. De ontwikkelingen tussen 2007 en 2010 zijn in het gehanteerde overhead percentage echter niet meegenomen. Voorbehouden bij overheadberekening Ten aanzien van de gehanteerde overhead percentages dienen expliciete voorbehouden gemaakt te worden vanwege verschillende rekenmethoden. Aangezien de overhead voor alle drie de toezichtvarianten op verschillende manieren is berekend dienen de uitkomsten dan ook met uiterste omzichtigheid te worden gehanteerd. In het Berenschot onderzoek wordt een voorbeeld gegeven van de berekening van de overhead bij de ministeries. De uitkomst van één van deze methoden resulteerde in een overhead percentage van elf procent voor ministeries terwijl een andere methode voor dezelfde ministeries resulteerde in een overhead percentage van 44%. Dit illustreert de mate waarin een gekozen werkwijze de gevonden overhead percentages kunnen beïnvloeden. Idealiter wordt de overhead voor de drie sectoren volgens eenzelfde systematiek berekend.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 21: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

20

5 VOORUITBLIK Deze economische vergelijking bevat een vergelijking tussen politietoezicht, gemeentelijk toezicht en privaat toezicht. Het omvat een voorstel voor een werkwijze en presenteert de eerste resultaten van de toepassing van deze werkwijze. Hierbij is gebruik gemaakt van diverse bronnen en verschillende methoden om de benodigde informatie te vergaren. Het rapport is dan ook de weerslag van de beschikbare informatie en inzichten. Nieuwe informatie of nieuwe inzichten kan altijd aanleiding geven tot een herziening of vervolgstudie. Dit neemt echter niet weg dat een dergelijke vergelijking, voor zover bekend, nog niet eerder is uitgevoerd. Hiermee voorziet dit onderzoek in een behoefte ten aanzien van het toezicht en handhaving in het publieke domein. Het is evident dat de voorlopige bevindingen uit deze economische vergelijking een belangrijke rol spelen in de dialoog over de invulling van toezicht en handhaving in Nederland. Hierbij dient in overweging te worden genomen dat deze economische vergelijking het slotstuk vormt van een aantal studies van de VPB rond privaat toezicht in het publieke domein. Zij dienen dan ook in onderlinge samenhang te worden bezien. De studies over prestatie-indicatoren en 'good practice' zijn bijvoorbeeld primair gericht op verbetering van de kwaliteit en transparantie van privaat toezicht in het publieke domein. De economische vergelijking draagt eveneens bij aan transparantie maar met name aan het vermogen van (semi) publieke opdrachtgevers om een gedegen kosten-baten afweging te maken. Er is echter een kans dat deze vergelijking gelezen wordt als pleidooi voor het gebruik van de goedkoopste toezichtvariant. Dit doet geen recht aan de intentie van de VPB om de meerwaarde van privaat toezicht, zowel op basis van kwaliteit als op basis van prijs, beter voor het voetlicht te brengen. De VPB acht het dan ook van belang dat de vier producten in onderlinge samenhang en in de juiste context bezien worden.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)

Page 22: Economische vergelijking tussen drie toezichtvarianten

Economische vergelijking tussen drie toezicht varianten.

21

BRONNENLIJST

AWVN (2009) Beloningsvergelijkingsonderzoek Nederlandse Politie; Stichting A+O fonds gemeenten (2010) Monitor gemeenten 2009; Personeel in

perspectief. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2010) Brief van de Minister

van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, Kamerstuk 29 628 nummer 219. Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties et al (2008) Akkoord

Arbeidsvoorwaarden sector Politie (2008-2010). Ministerie van Binnenlandse Zaken (2010) 09 Jaarverslag Nederlandse Politie;

Kerngegevens Nederlandse Politie. Ministerie van Financiën (2008) Handleiding overheidstarieven 2009. Politie Twente (2010) Officiële jaarverslagen Politie Twente 2009. Politie Rotterdam-Rijnmond (2010) Korpsjaarverslag 2009 Politie Rotterdam-Rijnmond. Landelijk Overleg Provinciale Archief Inspecteurs (LOPAI) & Werkverband

Gemeentelijke Archiefinspecteurs (WGA) (2010) Toelichting rekennorm formatie (inter-) Gemeentelijke archiefinspectie.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2004) Beleidsnotitie Handhaving bijzondere wetten/algemene plaatselijke verordening.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2008) Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst 2007-2009.

Gemeente Maarssen (2006) Raamcontract inzet politiesurveillanten. Politie Regio Utrecht, District Eemland Noord (2010) Viermaandsrapportage

Politiesurveillanten Soest/Soesterberg. Politie Gelderland Midden & Gemeente Duiven (2005) Uitvoeringsafspraken ten

behoeve van de Weekendsurveillance in de gemeente Duiven. Politie Utrecht en gemeente Eemnes (2009) Convenant Politiesurveillant gemeente

Eemnes 2009. Gemeente Veenendaal (2009) Rapportage politiesurveillanten gemeente Veenendaal

2008. Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties et al. (2008) CAO Particuliere

Beveiliging 2008-2010. Huijben en Geurtsen (2008) Heeft iemand de overhead gezien? Een beproefde

methode om overhead te managen.

Create PDF files without this message by purchasing novaPDF printer (http://www.novapdf.com)