Ecomie Onvoltooide Globalisering

download Ecomie Onvoltooide Globalisering

If you can't read please download the document

description

 

Transcript of Ecomie Onvoltooide Globalisering

  • 1. De OnvoltooideGlobalisering Paul De Grauwe

2. Themas

  • Waarom zijn we zo rijk geworden?
  • We zijn rijk geworden, maar zijn we gelukkiger geworden?
  • Globalisering en geluk
  • De toekomst van onze sociale zekerheid
  • De toekomst van de industrie

3. Waarom zijn we zo rijk geworden?

  • Drie factoren verklaren waarom sommige landen materieel vooruit gaan en andere niet
    • Vrije markten
    • Openheid (globalisering)
    • Goed bestuur

4. Vrije markten

  • Weekt vrij initiatief los
  • Dit is de bron technologische vooruitgang (nieuwe productieprocessen en nieuwe producten)
  • Concurrentie brengt discipline
  • En komt ten goede aan consumenten

5. Openheid (globalisering)

  • Laat aan elk land toe zich te specialiseren in die activiteiten waar het relatief het best in is
  • Laat toe te profiteren van kennis die elders is ontwikkeld. (het wiel moet niet opnieuw uitgevonden worden)
  • Maar: materile vooruitgang is slechts mogelijk door oude activiteiten te laten vallen en nieuwe op te nemen (creatieve destructie)

6. Goed bestuur

  • Moet zorgen voor orde en veiligheid (the rule of law) zonder dewelke vrijheid en marktsysteem niet mogelijk zijn
  • Moet zorgen voor sociaal opvangnet omdat in marktsysteem veel mensen uit de boot vallen

7. 8. 9. MARKT OPENHEID GOEDBESTUUR 10. 11. Zijn we gelukkiger geworden? Tendenzen in geluksbeleven Nederland Er is geen evidentie dat Nederlanders zich vandaag gelukkiger voelen dan de Nederlanders van 50 jaar geleden 12. Hetzelfde geldt in andere Europese landen 13. Belgi Colombia Geluk en inkomen internationaal vergeleken inkomen geluk Belgie Colombia Nederland 14. Waarom leidt materile welvaart niet tot meer geluk?

  • Gewenningseffecten
  • Inkomen maakt gelukkig wegens statuseffect. Dit is echter een zero sum game
  • Materile vooruitgang is gebaseerd op creatieve destructie
    • Deze dynamiek creert onzekerheid en angst voor de toekomst
    • Wordt nog verstevigd door globalisering

15. Globalisering en flexibiliteit

  • De voordelen van globalisering zijn slechts mogelijk indien mensen flexibel zijn
  • D.w.z. bereid en in staat zijn andere jobs te nemen
    • Velen kunnen dat niet
    • Er zijn er ook veel die dit niet willen

16. 17. De toekomst van onze sociale zekerheid

  • Sociale zekerheid is essentieel om mensen die niet meekunnen een menswaardig bestaan te garanderen
  • Maar, zal globalisering niet leiden tot een uitholling van onze sociale zekerheid
  • Spiraal naar beneden (race to the bottom)

18. De feiten: hoge sociale uitgaven hoeven niet samen te gaan met verlies aan comptitiviteit, integendeel Landen die veel uitgeven aan sociale zekerheid scoren heel hoog in competitiviteits-ranking Vooral Scandinavische landen Andere landen (vooral continentaal Europese landen) scoren slecht en geven veel uit aan sociale zekerheid 19. Waarom sociale zekerheid niet moet leiden tot verlies aan competitiviteit

  • Sociale zekerheid is duur en verhoogt loonkosten
  • Maar produceert sociale meerwaarde
    • Sociale stabiliteit
    • Identificatie met systeem
    • Dit leidt tot hogere productiviteit
  • Verstandige systemen van SZ zorgen ervoor dat de sociale baten hoger zijn dan de kosten

20. Hoe sociale zekerheid verstandiger maken

  • Scandinavisch model
    • uitgebreid en vrijgevig systeem van werkloosheidssteun;
    • actief beleid om de werklozen zo snel mogelijk uit de werkloosheid te halen;
    • een flexibele wetgeving i.v.m. aanwervingen en afdankingen, die ervoor zorgt dat werknemers vlot ontslagen kunnen worden maar ook vlot aan het werk kunnen gesteld worden.
    • sterke financile prikkels om langer te blijven werken.

21.

  • Ik ben hier optimistisch
  • Het is mogelijk om een sterk systeem van SZ te behouden en mee te kunnen in de globalisering
  • We moeten ons systeem van SZ niet afbouwen
  • We hoeven ook niet te evolueren naar een minimaal Amerikaans systeem

22.

  • De toekomst van de industrie

23. Het probleem: gestadige afbraak van de industrile tewerkstelling 24. De oorzaken van de teloorgang

  • De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging
  • Deze laat toe elk jaar dezelfde productie te realiseren met gemiddeld 2,5% minder arbeiders.
  • Deze productiviteitsstijging vinden we niet in dezelfde mate in de dienstensector

25. Productiviteitsstijging: vooral geconcentreerd in industrie 26. En de loonkosten dan?

  • De werkgevers doen ons geloven dat de fundamentele oorzaak ligt in te hoge loonkosten.
  • De hoge loonkosten leiden tot verlies aan competitiviteit en dus minder productie en tewerkstelling
  • Deze analyse is fout

27.

  • Ondernemingen in een markteconomie, met veel concurrenten, zoeken voortdurend naar de goedkoopst mogelijke productiewijze.
  • Ze proberen te besparen op alle kosten, arbeidskosten, materiaalkosten, energiekosten.

28.

  • ze zijn voortdurend op zoek zijn naar nieuwe technologien die de productiekosten drukken.
  • Gevolg: de productie vergt steeds minder arbeid, maar ook minder energie, materialen, enz. nodig heeft.
  • Productiviteit stijgt en leidt tot uitstoot van arbeid

29.

  • Degenen die hun job behouden hebben een hogere productiviteit en dus een hoger loon
  • De causaliteit gaat dus van productiviteit naar lonen
  • De oorzaak van de afbouw van de industrile tewerkstelling is dus de productiviteitsgroei

30. analogie met de landbouw

  • Honderdvijftig jaar geleden werkte ongeveer de helft van de actieve bevolking in de landbouw. Vandaag nog amper 2%.
  • Niemand beweert vandaag dat dit het resultaat is van te hoge loonkosten in de landbouw.
  • De oorzaak is dezelfde als in de industrie. Technologische vooruitgang drijft de productiviteit naar omhoog met het gevolg dat arbeid uit de landbouw wordt gestoten.
  • Dit proces is nu reeds 150 jaar aan de gang en gaat nog altijd verder.

31. De rol van globalisering

  • Meer concurrentie heeft tot gevolg dat technologische vernieuwing versnelt
  • Concurrentie van lage loonlanden heeft tot gevolg dat die activiteiten die veel gebruik maken van ongeschoolde arbeid bij ons verdwijnen

32.

  • Maar tegelijk zorgt globalisering voor creatie en uitbreiding van nieuwe activiteiten
  • Het netto effect van globalisering op tewerkstelling is dus niet noodzakelijk negatief

33. Is de industrie gedoemd te verdwijnen? NEEN 34. Is de industrie gedoemd te verdwijnen? NEEN 35. Is de industrie gedoemd te verdwijnen?

  • Deproductiehoeft niet te dalen; kan zelfs stijgen
  • Maar de industriletewerkstellingzal jaar in jaar uit blijven dalen

36. Perspectieven voor de toekomst van de industrile tewerkstelling

  • Tendensen zullen zich verder zetten
  • de productiviteitsstijgingen zullen zichdoorzetten
  • de technologie staat niet stil
  • en vooral nu niet in een geglobaliseerde wereld
  • Dit is in feite goed nieuws: de vrijgekomen arbeidskrachten kunnen ingezet worden in interessantere jobs
  • In sectoren die meedraaien internationaal

37. Het goede nieuws: de expansie van de dienstensector

  • Het vorige kan leiden tot groot pessimisme
  • Is ons tewerkstellingsprobleem niet onoplosbaar?
  • Antwoord : neen
  • Er worden meer jobs gecreerd in de dienstensector dan er verloren gaan in de industrie
  • Deze laatste zijn meestal interessantere jobs

38. 39. Implicaties voor het beleid

  • Enig zinvol beleid bestaat erin omgeving mogelijk te maken die
    • de kwaliteit van het menselijk kapitaal verbetert
    • voldoende stimulansen geeft om creatief te zijn
  • Als we daar in slagen ziet de toekomst er rooskleurig uit
  • Immers globalisering creert dan minstens evenveel jobs als ze er vernietigt

40. Samenvatting

  • Globalisering creert fantastische mogelijkheden van toename materile welvaart
  • vooral voor de armsten in de wereld
  • Globalisering creert ook veel problemen
    • Creatieve destructie
    • Noodzaak van flexibiliteit

41. Globalisering creert nieuwe problemen

  • Ongelijkheid
  • Het milieu

42. Ongelijkheid

  • Paradox: globalisering vermindert armoede in de wereld en verhoogt ongelijkheid
  • Hoe kan dat?
  • Globalisering geeft heel grote beloning aan schaars talent

43. Voorbeeld: voetbal

  • Waarom verdient Beckham een veelvoud van Johan Cruyff?
  • Hij is zeker niet beter
  • Internationalisering van voetbal zorgt ervoor dat superstars plots heel veel meer verdienen
  • Enkele honderden miljoenen Chinezen kijken nu naar de TV-uitzendingen van de English Premier League.

44.

  • Hetzelfde gebeurt met een aantal beroepen zoals top-managers
  • Verdienen nu veel meer dan vroeger

45. 46. The winner takes it all

  • Markten van topvoetballers, top-managers, operazangers, etc worden gekenmerkt door het feit dat de winnaar in de strijd voor de top gaat lopen met de hoofdprijs
  • Cfr 100 meter loper: de winnaar is slechts enkele fracties van seconde sneller dan de tweede en krijgt de hoofdprijs

47.

  • Deze markten zijn nu volledig genternationaliseerd
  • Gevolg: de hoofdprijs is veel groter geworden.
  • Dit leidt tot veel grotere ongelijkheid
  • Vele mensen vinden zo een systeem verwerpelijk
  • cfr. Ultimatum game

48. Het milieu

  • Probleem van externaliteiten
  • Ondernemers spuwen CO2 in de lucht.
  • Dit creert kosten buiten de onderneming
    • Slechte lucht die we inademen vermindern kwaliteit van het leven
    • Meer ziektekosten
    • Opwarming van aarde brengt grote gebieden van de aarde in gevaar

49.

  • Maar onderneming in een marktsysteem houdt geen rekening met deze externe kosten
  • Wanneer ze de kostprijs van het product berekent
  • Dus de kostprijs zal te laag zijn
  • Waardoor consumenten teveel van deze producten kopen
    • Voorbeeld: boontjes uit Kenya

50.

  • Hoe kan dit opgelost worden?
  • Antwoord: de overheid moet het kostenplaatje presenteren aan onderneming
  • Zodanig dat die de juiste kost berekent en aanrekent aan de consument
  • Gemakkelijker gezegd dan gedaan

51.

  • Er is relatief succes daar waar het gaat om milieuvervuiling die lokaal is
  • Voorbeeld : onze rivieren zijn zuiverder geworden
  • Dank zij interventies van de overheid
    • Milieuheffingen
    • Regulering

52.

  • Er is heel weinig succes daar waar milieuvervuiling grensoverschrijdend is
  • Voorbeeld: CO2 en Kyoto-akkoord
  • Waarom?
  • Afwezigheid van wereldregering die heffingen kan opleggen of uitstoot dan reguleren.
  • Er zijn alleen nationale regeringen die puur nationalistisch denken

53.

  • Het grensoverschrijdend milieuprobleem is waarschijnlijk de Achilleshiel van globalisering
  • Kan slechts opgelost worden als ook de overheden zich globaliseren
  • Dat lijkt vandaag nog ver verwijderd
  • In die zin is globalisering onvoltooid

54. Dank u voor uw aandacht