Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt...

90
® 1625 Earth/Ground Tester Gebruiksaanwijzing January 2006 (Dutch) © 2006 Fluke Corporation. All rights reserved. All product names are trademarks of their respective companies.

Transcript of Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt...

Page 1: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

®

1625 Earth/Ground Tester

Gebruiksaanwijzing

January 2006 (Dutch) © 2006 Fluke Corporation. All rights reserved. All product names are trademarks of their respective companies.

Page 2: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

BEPERKTE GARANTIE EN BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID Fluke garandeert voor elk van haar producten, dat het bij normaal gebruik en onderhoud vrij is van materiaal- en fabricagefouten. De garantieperiode bedraagt 2 jaar en gaat in op de datum van verzending. De garantie op onderdelen en op de reparatie en het onderhoud van producten geldt 90 dagen. Deze garantie geldt alleen voor de eerste koper of de eindgebruiker die het product heeft aangeschaft bij een door Fluke erkend wederverkoper, en is niet van toepassing op zekeringen, wegwerpbatterijen of enig ander product dat, naar de mening van Fluke, verkeerd gebruikt, gewijzigd, verwaarloosd of verontreinigd is, of beschadigd is door een ongeluk of door abnormale bedienings- of behandelingsomstandigheden. Fluke garandeert dat de software gedurende 90 dagen in hoofdzaak in overeenstemming met de functionele specificaties zal functioneren en dat de software op de juiste wijze op niet-defecte dragers is vastgelegd. Fluke garandeert niet dat de software vrij is van fouten of zonder onderbreking werkt. Door Fluke erkende wederverkopers verstrekken deze garantie uitsluitend aan eindgebruikers op nieuwe en ongebruikte producten, maar ze zijn niet gemachtigd om deze garantie namens Fluke uit te breiden of te wijzigen. Garantieservice is uitsluitend beschikbaar als het product is aangeschaft via een door Fluke erkend verkooppunt of wanneer de koper de toepasbare internationale prijs heeft betaald. Fluke behoudt zich het recht voor de koper de invoerkosten voor de reparatie-/vervangingsonderdelen in rekening te brengen als het product in een ander land dan het land van aankoop ter reparatie wordt aangeboden. De garantieverplichting van Fluke beperkt zich, naar goeddunken van Fluke, tot het terugbetalen van de aankoopprijs, het kosteloos repareren of vervangen van een defect product dat binnen de garantieperiode aan een door Fluke erkend service-centrum wordt geretourneerd. Voor garantieservice vraagt u bij het dichtstbijzijnde door Fluke erkende service-centrum om een retourautorisatienummer en stuurt u het product vervolgens samen met een beschrijving van het probleem franco en met de verzekering vooruitbetaald (FOB bestemming) naar dat centrum. Fluke is niet aansprakelijk voor beschadiging die tijdens het vervoer wordt opgelopen. Nadat het product is gerepareerd op grond van de garantie, zal het aan de koper worden geretourneerd met vervoerkosten vooruitbetaald (FOB bestemming). Als Fluke van oordeel is dat het defect is veroorzaakt door verwaarlozing, verkeerd gebruik, verontreiniging, wijziging, ongeluk of abnormale bedienings- of behandelingsomstandigheden, met inbegrip van overspanningsdefecten die te wijten zijn aan gebruik buiten de opgegeven nominale waarden voor het product of buiten de normale slijtage van de mechanische componenten, zal Fluke een prijsopgave van de reparatiekosten opstellen en niet zonder toestemming aan de werkzaamheden beginnen. Na de reparatie zal het product aan de koper worden geretourneerd met vervoerkosten vooruitbetaald en zullen de reparatie- en retourkosten (FOB afzender) aan de koper in rekening worden gebracht. DEZE GARANTIE IS HET ENIGE EN EXCLUSIEVE VERHAAL VAN DE KOPER EN VERVANGT ALLE ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT STILZWIJGENDE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. FLUKE IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR BIJZONDERE SCHADE, INDIRECTE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, MET INBEGRIP VAN VERLIES VAN GEGEVENS, VOORTVLOEIENDE UIT WELKE OORZAAK OF THEORIE DAN OOK. Aangezien in bepaalde landen of staten de beperking van de geldigheidsduur van een stilzwijgende garantie of de uitsluiting of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet is toegestaan, is het mogelijk dat de beperkingen en uitsluitingen van deze garantie niet van toepassing zijn op elke koper. Wanneer een van de voorwaarden van deze garantie door een bevoegde rechtbank of een andere bevoegde beleidsvormer ongeldig of niet-afdwingbaar wordt verklaard, heeft dit geen consequenties voor de geldigheid of afdwingbaarheid van enige andere voorwaarde van deze garantie.

Fluke Corporation Postbus 9090 Everett, WA 98206-9090 VS

Fluke Europa B.V. Postbus 1186 5602 BD Eindhoven Niederland

11/99

Page 3: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

i

Inhoudsopgave

Titel Pagina Inleiding...................................................................................... 1 Modellen en accessoires............................................................ 3 Veiligheidsvoorschriften ............................................................. 4

Gekwalificeerd personeel ....................................................... 5 Instelling ..................................................................................... 5

Uitpakken................................................................................ 5 De levering op volledigheid controleren.................................. 5

Algemeen ................................................................................... 6 Extra accessoires ....................................................................... 6 Constructie ................................................................................. 7 Omschrijving van functies .......................................................... 7

Meting van stoorspanning (UST).............................................. 8 Meting van stoorfrequentie (FST)............................................. 8 Meting van aardingsweerstand (RE) ....................................... 9 Selectieve meting van aardingsweerstand (RE A)............... 9 Weerstandsmeting (R~).......................................................... 9 Meting van laagohmige weerstanden (RF) ............................ 9 Meetsnoeraansluiting controleren........................................... 9 Pieper ..................................................................................... 9 LO-BAT................................................................................... 10

Specificaties ............................................................................... 10 Meting van stoorspanning DC + AC (UST)............................... 13 Meting van stoorfrequentie (FST)............................................. 13 Aardingsweerstand (RE) ......................................................... 13 Selectieve meting van aardingsweerstand (RE A ).............. 17 Weerstandsmeting (R~).......................................................... 18 Weerstandsmeting (RF)......................................................... 19 Compensatie van snoerweerstand (RK).................................. 20

Omschrijving van bedieningselementen..................................... 21 Omschrijving van display-elementen ...................................... 23

Meetprocedure ........................................................................... 24 Inschakelfuncties................................................................. 25 Bediening ............................................................................ 26 Meetsnoeraansluiting controleren (toewijzing van aansluitingen)...................................................................... 30 Veiligheidscontrolemetingen ............................................... 31

Page 4: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

ii

Meting van storingen - spanningen en frequenties................. 31 Meting van aardingsweerstanden .......................................... 32

3-/4-polige meting van aardingsweerstand ......................... 33 Meting van de weerstand van afzonderlijke aardelektroden in vermaasde aardingssystemen door middel van een selectieve meting met stroomtang.......................................... 36

3-/4-polige meting van weerstand van afzonderlijke aardelektroden.................................................................... 37 Metingen aan hoogspanningsmasten ................................. 39 Fouten van stroomtang/-transformator corrigeren .............. 42 Compensatie van de weerstand van het op de aardelektrode aangesloten snoer ....................................... 44

Meting van bodemweerstand ................................................. 45 Meting van weerstanden ........................................................ 48

Weerstandsmeting (R~)...................................................... 48 Weerstandsmeting (RF)..................................................... 49 Compensatie van meetsnoerweerstand ............................. 50

Wijzigen van alle gegevensinstellingen met een persoonlijke code ....................................................................................... 51

Code opslaan ..................................................................... 53 Code wissen ....................................................................... 54

Omschrijving van displayschermen ........................................... 55 Gebruik en onderhoud ............................................................... 60

Batterijen vervangen .............................................................. 61 Herkalibratie ........................................................................... 62 Opslag.................................................................................... 62

Specificaties............................................................................... 64 Meetprincipe .............................................................................. 65

Doel........................................................................................ 65 Bediening ............................................................................... 68

Instellingen op de tester...................................................... 69 Toepassingen......................................................................... 70

Omschrijving van displayschermen .................................... 72

Page 5: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

iii

Lijst met tabellen

Tabel Titel Pagina 1. Modellen en accessoires............................................................ 3 2. Specificaties elektrische metingen ............................................. 14 3. Omschrijving van displayschermen ............................................ 55

Page 6: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

iv

Page 7: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

v

Lijst met afbeeldingen

Afbeelding Titel Pagina 1. Fluke 1625 Earth/Ground Tester ................................................ 2 2. Omschrijving van functies .......................................................... 8 3. Display ....................................................................................... 10 4. Bedieningselementen................................................................. 21 5. Display-elementen...................................................................... 23 6. Bedrijfsmodi ............................................................................... 27 7. Meting van storingen - spanningen en frequenties..................... 32 8. Aardingsweerstandsmeting - methode ....................................... 33 9. 3-/4-polige meting van aardingsweerstand - procedure ............. 34 10. Aardingsweerstand - maximaal toegestane waarde................... 35 11. Meting van de weerstand van afzonderlijke aardelektroden in

vermaasde aardingssystemen.................................................... 36 12. 3-/4-polige meting van weerstand van afzonderlijke aardelektroden ........................................................................... 37 13. Meten van de aardingsweerstand zonder loskoppeling van de

bliksemdraad.............................................................................. 40 14. Fouten van stroomtang/-transformator corrigeren...................... 43 15. Compensatie van de weerstand van het op de aardelektrode

aangesloten snoer...................................................................... 44 16. Meting van bodemweerstand ..................................................... 45 17. Weerstandsmeting (R~) ............................................................. 48 18. Weerstandsmeting (RF) ............................................................ 49 19. Beoordeling van meetwaarde..................................................... 50 20. Compensatie van meetsnoerweerstand ..................................... 51

Page 8: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

vi

Page 9: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1

Earth/Ground Tester

Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde veiligheidsmaatre-gelen voldoen. In veel gevallen zijn deze veiligheidsmaatregelen in nationale en internationale voorschriften vastgelegd en dienen deze veiligheidsmaatrege-len regelmatig te worden gecontroleerd. Aarden, het verbinden van blootlig-gende geleidende delen met de aarde voor het geval van een defect, is de meest fundamentele veiligheidsmaatregel. Er zijn vereisten opgesteld voor het aarden van transformatoren, midden- en hoogspanningsmasten, spoorlijnen, tanks, vaten, funderingen en bliksembeveiligingssystemen.

De effectiviteit van aardingssystemen dient te worden gecontroleerd met aard-ingstesters zoals de 1625, die de effectiviteit van de verbindingen met de aarde controleert. De 1625 vormt de ideale oplossing doordat hierin de nieuwste technologie wordt gecombineerd met een compact, robuust en zeer gebruiks-vriendelijk ontwerp. Naast standaard 3- en 4-polige aardingsweerstandsmetin-gen kan door middel van een innovatief proces op nauwkeurige wijze de indi-viduele aardverspreidingsweerstand van enkelvoudige en vermaasde aard-ingssystemen worden gemeten zonder dat parallelle elektroden hoeven te worden losgekoppeld. Een specifieke toepassing van deze functie is het snel en nauwkeurig meten van de aarding van spanningsmasten. Daarnaast beschikt de 1625 over een automatische frequentieregeling (AFC) om de storingen tot een minimum te beperken. Voorafgaand aan een meting identificeert het instru-ment de aanwezige storingen en selecteert een meetfrequentie waarmee het storingseffect tot een minimum wordt beperkt. Verder kunnen met de 1625 microprocessorgestuurde automatische metingen worden uitgevoerd, inclusief een aansluitcontrole van de probes, om te garanderen dat de metingen correct worden uitgevoerd. Daarbij worden alle aardingsweerstandswaarden van de probes gemeten, om betrouwbare, reproduceerbare resultaten te garanderen. Ook worden de probeweerstand en de weerstand van de hulpaardelektrode gemeten en weergegeven.

Page 10: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

2

Opmerkingen

• De begrippen "aarde" en "aarding" worden in deze handleiding gelijkwaardig en uitwisselbaar gebruikt.

• Voor elektrodeloze aardingsweerstandsmetingen moet de EI-1625 worden aangeschaft. (De EI-1625 wordt standaard meege-leverd met de 1625-kit). Zie bijlage A voor de complete gebruik-sinformatie inclusief specificaties.

• Selectieve metingen worden beschreven in het hoofdgedeelte van deze handleiding.

Afbeelding 1 toont de Fluke 1625 Earth/Ground Tester:

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

ST

edw001.eps

Afbeelding 1. Fluke 1625 Earth/Ground Tester

Page 11: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Modellen en accessoires

3

Modellen en accessoires Tabel 1 geeft een overzicht van modellen en accessoires.

Tabel 1. Modellen en accessoires

Omschrijving Type/onderdeelnr. Earth Ground Tester – standaard (Inclusief handleiding, 2 snoeren en 2 klemmen)

Fluke 1625

Earth Ground Tester - alles inbegrepen (Inclusief handleiding, 2 snoeren en 2 klemmen, ES162P4, EI-1623)

Fluke 1625-kit

Servicekit met vervangende onderdelen (Inclusief 2 snoeren, 2 klemmen)

Fluke 162x-7001

Aardingspennenset voor 3-polige meting (inclusief drie aardingspennen, 1 haspel met 25 m draad, 1 haspel met 50 m draad)

ES-162P3

Aardingspennenset voor 4-polige meting (inclusief vier aardingspennen, 2 haspels met 25 m draad, 1 haspel met 50 m draad)

ES-162P4

Stroomtangset voor selectieve/elektrodeloze meting, voor de 1625 (inclusief EI-162X en EI-162AC en adapter-kabel met 2-3 draden)

EI-1625

Stroomtang met clipbevestiging (detecter-end) met set afgeschermde kabels

EI-162X

Afgeschermde kabel (gebruikt met stroom-tang EI-162X)

2539195

Stroomtang met clipbevestiging (inducer-end)

EI-162AC

Split-core-transformator van 12,7 inch (320 mm)

EI-162BN

Adapterkabel met 2-3 draden voor de 1625 voor stroomtang EI-162AC

2577171

Aardingspen 2539121

Haspel met 25 m draad 2539100

Haspel met 50 m draad 2539117

Gebruiksaanwijzing 1625 2560348

Page 12: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

4

Veiligheidsvoorschriften

W Waarschuwing Dit meetinstrument mag alleen worden bediend door gek-walificeerd personeel en volgens de technische gegevens in overeenstemming met de hierna volgende veiligheids-maatregelen en instructies. Bovendien dient dit instrument conform de wettelijke voorschriften en veiligheidsvoor-schriften te worden gebruikt die voor de specifieke toe-passing in kwestie gelden. Soortgelijke maatregelen gel-den voor het gebruik van accessoires.

Let op Bij het werken met elektrische apparatuur is het onvermi-jdelijk dat bepaalde delen van deze apparatuur onder ge-vaarlijke spanning staan. Het niet in acht nemen van voor-zorgsmaatregelen kan ernstig letsel of materiële schade veroorzaken.

Voor een storingsvrije en betrouwbare werking van dit instrument dient het op geschikte wijze te worden getransporteerd, opgeslagen, ingesteld en geïn-stalleerd en zorgvuldig te worden bediend en onderhouden.

Als er reden is om aan te nemen dat een risicovrije werking niet langer mogelijk is, dient het instrument onmiddellijk te worden uitgeschakeld en te worden beschermd tegen ongewenst opnieuw inschakelen. Een risicovrije werking wordt niet langer mogelijk geacht als het instrument

• zichtbare schade vertoont,

• niet werkt terwijl de batterijen normaal functioneren,

• gedurende een bepaalde tijd is blootgesteld aan ongunstige om-standigheden (bijvoorbeeld opslag buiten de toegestane klimatolo-gische grenswaarden zonder aanpassing aan het omgevingsklimaat etc.),

• tijdens transport is blootgesteld aan extreme belastingen (als het bi-jvoorbeeld vanaf een bepaalde hoogte naar beneden is gevallen zon-der daarbij zichtbare uitwendige schade te hebben opgelopen etc.), of

• " E1 ... E5 " op het display weergeeft.

Page 13: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Instelling

5

Gekwalificeerd personeel Personen die bekend zijn met het instellen, installeren, starten en bedienen van het product en gekwalificeerd zijn voor het uitvoeren van zulke activiteiten, zoals door middel van

• training, instructie en/of autorisatie voor het uitvoeren van de vol-gende werkzaamheden aan circuits en apparatuur volgens de tech-nische veiligheidsnormen: in- en uitschakelen, loskoppelen, aarden, labelen,

• training of instructies voor het onderhouden van geschikte bescher-mingsmiddelen volgens de technische veiligheidsnormen,

• training voor het verlenen van eerste hulp.

Instelling

Uitpakken Controleer de levering op transportschade. Bewaar het verpakkingsmateriaal voor toekomstig transport en controleer de levering op volledigheid.

De levering op volledigheid controleren Controleer na het uitpakken onmiddellijk of de accessoires compleet zijn. De meegeleverde accessoires staan vermeld op pagina 2.

Let op Ondanks het feit dat het instrument eenvoudig te bedienen is, dient u deze bedieningsinstructies met het oog op de veiligheid en een optimaal gebruik van het instrument zorgvuldig door te lezen.

De meetfuncties zijn alleen allemaal geactiveerd als het instrument is aangesloten.

Page 14: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

6

Algemeen Universele, microprocessorgestuurde aardingsweerstandmeter met volledig geautomatiseerd frequentieselectieproces en het automatisch testen van de probeweerstand en de weerstand van de hulpaardelektrode en van mogelijke stoorspanningen conform DIN IEC61557-5/EN61557-5.

• Meting van stoorspanning (UST)

• Meting van stoorfrequentie (FST)

• Meting van probeweerstand (RS)

• Meting van weerstand van hulpaardelektrode (RH)

• Meting van aardingsweerstand, 3-polig, 4-polig, (RE) met of zonder het gebruik van een externe stroomtang voor de selectieve meting van afzonderlijke aftakkingen in vermaasde aardingssystemen A

• Weerstandsmeting met wisselspanning, 2-polig (R~)

• Weerstandsmeting met gelijkspanning, 2-polig, 4-polig (RF)

Met zijn verschillende meetmogelijkheden en volledig automatische meetse-quentieregeling (incl. automatische frequentieregeling AFC) biedt dit instru-ment de nieuwste meettechnologie op het gebied van aardingsweerstandsmet-ingen. Deze instrumenten kunnen aan de hand van de selecteerbare gepro-grammeerde grenswaarde met visuele en akoestische bevestigings-/foutmelding en met de programmeerbare code en door de klant te definiëren speciale functies, zoals meetspanning 20 V (voor landbouwsystemen), aarding-simpedantie R* (meetfrequentie 55 Hz) in- of uitgeschakeld etc., individueel worden geprogrammeerd en zij kunnen worden gebruikt als een eenvoudige meter of als een hoogwaardig volledig geautomatiseerd meetinstrument.

Extra accessoires Een externe stroomtang met een transformatieverhouding tussen 80:1 en 1200:1 voor de meting van afzonderlijke aftakkingen in vermaasde aard-ingssystemen is als optie leverbaar. Hiermee kan de gebruiker metingen uitvo-eren aan hoogspanningsmasten zonder de bliksemdraden of de aardstrips aan de voet van de masten te hoeven scheiden, en ook aan bliksembeveiligingssys-temen zonder de afzonderlijke bliksembeveiligingsdraden te hoeven scheiden.

Page 15: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Constructie

7

Constructie Het instrument bestaat uit twee delen:

1. Het basisgedeelte dat de meetelektronica bevat.

2. De beschermende behuizing.

De verschillende functies kunnen worden geselecteerd met de centrale draais-chakelaar. Vier rubberen knoppen, waarmee metingen kunnen worden gestart, aanvullende meetwaarden kunnen worden uitgelezen en speciale functies kun-nen worden geselecteerd, bevinden zich aan de linkerzijde van het frontpaneel. Dit ontwerp maakt een snelle en duidelijke bediening met één hand mogelijk.

De meetwaarden worden weergegeven op een LCD-display met de decimale punt op de juiste positie en met de juiste eenheid. Er zijn verschillende extra speciale pictogrammen beschikbaar ter aanduiding van de meetmodus, de bedrijfstoestand en de verschillende foutmeldingen.

De batterijvoeding bestaat uit 6 batterijen van 1,5 V (IEC R6 of LR6 of type AA).

Dit instrument is ontwikkeld, ontworpen en geproduceerd conform kwaliteits-borgingssysteem DIN ISO 9001.

Omschrijving van functies Het volgende schema biedt een overzicht van de functies van de 1625 Earth/Ground Tester.

Page 16: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

8

EXT

HS

ESE

Schakelen

Spanningsmeting Stroommeting Bron Voedingsspanning

AC/DC-comp. Processor LCD-aansturing Display

RelaisaansturingSchakelknoppen draaischakelaar

Detectie te lage spanning

gpi003.eps

Afbeelding 2. Omschrijving van functies

Meting van stoorspanning (UST) Dubbelzijdige gelijkrichting voor DC en AC (DC-signaal zonder voorteken, sinus van AC-signaal gekalibreerd voor RMS-waarden). Als de grenswaarden worden overschreden, wordt er geen meting uitgevoerd.

Meting van stoorfrequentie (FST) Voor stoorspanningen >1 V wordt de frequentie afgeleid van de periodetijd.

Page 17: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van functies

9

Meting van aardingsweerstand (RE) De aardingsweerstand wordt bepaald aan de hand van een 3- of 4-polige stroom- en spanningsmeting. De meetspanning is een blokgolfvormige wissel-spanning van 48/20 V en met een frequentie van 94, 105, 111 of 128 Hz. De frequentie kan handmatig of automatisch (AFC) worden geselecteerd.

Selectieve meting van aardingsweerstand (RE A) Meting van een enkele aardelektrode in een vermaasd (parallel) aardingssys-teem. De stroom door deze enkele aardelektrode wordt gemeten met behulp van een externe stroomtang.

Weerstandsmeting (R~) De weerstand wordt bepaald aan de hand van een 2-polige stroom- en span-ningsmeting. De meetspanning is een blokgolfvormige wisselspanning van 20 V en met een frequentie van 94, 105, 111 of 128 Hz. De frequentie kan hand-matig of automatisch (AFC) worden geselecteerd.

Meting van laagohmige weerstanden (RF) De weerstand wordt bepaald aan de hand van een gelijkstroom- en gelijkspan-ningsmeting. Er is zowel een 2- als een 4-polige meting mogelijk. De kortsluitstroom is > 200 mA. De weerstand van beide stroomrichtingen wordt gemeten en opgeslagen.

Meetsnoeraansluiting controleren De processor controleert of het meetsnoer correct is aangesloten voor de gese-lecteerde functie aan de hand van geïsoleerde, tweedelige contacten aan de binnenzijde van elke 4mm-ingangsbus (banaanstekkerbus), in combinatie met een detectieschakeling. Een verkeerde of ontbrekende aansluiting wordt aangeduid door een optisch of akoestisch signaal.

Pieper Het ingebouwde piepsignaal heeft twee functies:

1. Het genereren van meldingen als de ingestelde grenswaarden worden overschreden.

2. Het aanduiden van gevaarlijke omstandigheden of een verkeerde be-diening.

De bewaking wordt uitgevoerd met behulp van een microprocessor.

Page 18: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

10

LO-BAT De batterijlaadstatus wordt bewaakt met behulp van een vergelijkingss-chakeling. Met behulp van een microprocessor wordt een vermindering van de batterijcapaciteit tot ca. 10% van de gespecificeerde waarde op het display weergegeven met het LO-BAT-pictogram.

Specificaties Algemeen: Microprocessorgestuurd, volledig geautomatiseerd

instrument voor het meten van de aarding, met extra functies

Meetfunctie: Stoorspanning en -frequentie, aardingsweerstand, 3- en 4-polig, met/zonder stroomtang, weerstand, 2-polig voor AC, 2- en 4-polig voor DC

Display (zie afbeelding 4):

4-cijferig (2999 digits) LCD-dislay met 7 segmenten, cijfergrootte 18 mm, met speciale pictogrammen en achtergrondverlichting.

ST

edw004.eps

Afbeelding 3. Display

Page 19: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Specificaties

11

Bediening: Centrale draaischakelaar en functietoetsen

Temperatuurbereik tijdens bedrijf: -10 °C …+50 °C

Bedrijfstemperatuurbereik: 0 °C …+35 °C

Bereik nominale temperatuur: 18 °C …+28 °C

Opslagtemperatuurbereik: -30 °C …+60 °C

Opmerking

De vier temperatuurbereiken voor het instrument bestaan om te vol-doen aan de vereisten van Europese normen; het instrument kan over het volle werktemperatuurbereik worden gebruikt door aan de hand van de temperatuurcoëfficiënt de nauwkeurigheid bij de omgeving-stemperatuur tijdens gebruik te berekenen.

Temperatuurcoëfficiënt: ± 0,1% van het bereik / Kelvin

Werkingsfouten: Heeft betrekking op het bedrijfstemperatuur-bereik en RH < 20 RE, RS < 100 RE

De maximale werkingsfout binnen het meetbereik is niet hoger dan ± 30% met de meetwaarde als referentiewaarde, zoals vastgelegd in overeenstemming met TABEL 1.

De werkingsfout geldt binnen de nominale bedrijfsomstandigheden conform IEC1557-1 en onder de volgende omstandigheden:

• Inductie van seriële stoorspanningen met systeemfrequenties van 400 Hz, 60 Hz, 50 Hz, 162/3 Hz of met gelijkspanning over de aansluitin-gen E (ES) resp. S. De RMS-waarde van de seriële stoorspanning moet 3 V bedragen;

• Weerstand van de hulpaardelektrode en de probes: 0 tot 100 x RA maar ≤ 50 kΩ;

• Systeemspanningen tussen 85 en 110% van de nominale spanning en tussen 99 en 101% van de nominale systeemfrequentie voor meetin-strumenten met een netvoeding en/of meetinstrumenten die hun uit-gangsspanning rechtstreeks van de verdeelinrichting krijgen.

Foutlimieten: Heeft betrekking op het bereik van de nominale tem-peratuur

Page 20: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

12

Klimaatklasse: C1 (IEC 654-1), -5 °C…+45 °C, 5%…95% RH

Bescher-mingsklasse:

IP 56 voor behuizing, IP 40 voor batterijklep volgens EN 60529

Max. spanning: WBus A t.o.v. busEFGH

Urms = 0 V

Bussen “ E ES S H ” ten opzichte van elkaar in elke willekeurige combinatie, max. Urms = 250 V (m.b.t. mis-bruik)

EMC (emissie en immuniteit):

IEC 61326-1:1997 klasse A

Kwaliteitsnorm: Ontwikkeld, ontworpen en geproduceerd conform DIN ISO 9001

Invloed van ex-tern veld:

Conform DIN 43780 (8/76)

Batterijvoeding: 6 x 1,5V-alkalimangaanbatterijen (IEC LR6 of type AA)

Levensduur bat-terij:

Met IEC LR6/type AA: normaal 3000 metingen (RE+RH ≤1 kΩ)

Met IEC LR6/type AA: normaal 6000 metingen (RE + RH >10 kΩ)

Afmetingen: 240 mm (B) x 220 mm (D) x 90 mm (H)

Gewicht: ≤1,1 kg zonder accessoires

≤5,5 kg incl. accessoires en batterijen in draagkoffer

Materiaal van behuizing:

NORYL, schok- en krasbestendig thermoplast

Page 21: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Specificaties

13

Meting van stoorspanning DC + AC (UST) Meetmethode: Dubbelzijdige gelijkrichting

Meetbereik Weergavebereik Resolutie Frequentiebereik Foutlimieten

1…50 V 0,0…50 V 0,1 V DC/AC 45…400 Hz sinus

± (5% van uitlezing + 5 digits)

Meetsequentie: ca. 4 metingen/s

Inwendige weerstand: ca. 1,5 MΩ

Max. overbelastingsspanning: Urms = 250 V

Meting van stoorfrequentie (FST) Meetmethode: Meting van oscillatieperiode van de stoorspanning

Meetbereik Weergavebereik Resolutie Bereik Foutlimieten

16,0 … 400 Hz

16,0…299,9… 999 Hz

0,1 … 1 Hz

1 V … 50 V

± (1% v. uitlezing + 2 digits)

Aardingsweerstand (RE) Meetmethode: Stroom- en spanningsmeting met probe con-

form IEC61557-5

Nullastspanning: 20 / 48 V AC

Kortsluitstroom: 250 mA AC

Meetfrequentie: 94, 105, 111, 128 Hz, handmatig of automa-tisch (AFC) geselecteerd,55 Hz in functie R*

Ruisonderdrukking: 120 dB (16 2/3, 50, 60, 400 Hz)

Max. overbelastingsspanning: Urms = 250 V

Page 22: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

14

Tabel 2. Specificaties elektrische metingen

Intrinsieke fout of

invloedsgrootheid

Referentieomstandigheden of

gespecificeerd werkbereik

Aanduidingscode

Testvereisten conform de relevante delen van IEC 1557

Soort test

Intrinsieke fout

Referentieom-standigheden

A Deel 5, 6.1 R

Stand Referentiepositie ± 90°

E1 Deel 1, 4.2 R

Voedingss-panning

Volgens de gren-swaarden zoals opgegeven door de fabrikant

E2 Deel 1, 4.2, 4.3

R

Temperatuur 0 °C en 35 °C E3 Deel 1, 4.2 T

Seriële stoorspan-ning

Zie 4.2 en 4.3 E4 Deel 5, 4.2, 4.3

T

Weerstand van de probes en de hulpaardelektroden

0 tot 100 x RA

maar ≤ 50 kΩ

E5 Deel 5, 4.3 T

Systeemfre-quentie

99 tot 101% van de nominale fre-quentie

E7 Deel 5, 4.3 T

Systeem-spanning

85 tot 110% van de nominale spanning

E8 Deel 5, 4.3 T

Werkingsfout 28

27

26

25

24

23

22

2115,1( EEEEEEEEAB +±=

Deel 5, 4.3 R

Page 23: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Specificaties

15

A = intrinsieke fout

En = afwijkingen

R = routinetest

T = typetest

[ ] 100% x valuefiducial

B%B ±=

Meetbereik Weergavebereik Resolutie Intrinsieke fout

Maximale werkings-

fout

0,001 Ω...2,999 Ω 0,001 Ω

3,00 Ω...29,99 Ω 0,01 Ω

0,020 Ω 30,0 Ω…299,9 Ω 0,1 Ω

300 kΩ 0,300 kΩ…2,999 kΩ 1 Ω

± (2% v. uitlezing + 2 digits)

± (5% v. uitlezing + 5 digits)

3,00 kΩ…29,99 kΩ 10 Ω

30,0 kΩ…299,9 kΩ 100 Ω

Meetduur: Normaal 8 sec. met een vaste frequentie

30 sec. max. met AFC en volledige cyclus van alle

meetfrequenties

Extra fout vanwege probeweerstand en weer-stand van hulpaardelek-trode:

digitsR

RR

E

SH 5%1025.1)2000( 6 +××Ω+ −

Meetfout van RH en RS: Normaal 10% van HsE RRR ++

Max. probeweerstand: ≤ 1 M Ω

Max. weerstand van hul-paardelektrode:

≤ 1 M Ω

Automatische controle als de fout binnen de grenswaarden blijft, zoals voor-geschreven door IEC61557-5.

Page 24: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

16

Als na de meting van de weerstand van een probe of hulpaardelektrode of de aardingsweerstand op basis van beïnvloedende omstandigheden (zie schema) het vermoeden bestaat dat er sprake is van een meetfout groter dan 30%, geeft het display een waarschuwingspictogram W weer en een melding dat RS of RH te hoog is.

%0001F

%001

%01

%1

%1,0

M1 k001 k01 k1 001 01

3,0

1

3

01

03

001

=R/R EH 003

00010003

RS

edw005.eps

Automatische omschakeling naar een ander meetresolutie afhankelijk van de weerstand van de hulpaardelektrode RH:

RH met Umeet = 48 V RH met Umeet = 20 V Resolutie

< 300 Ω < 250 Ω 1 mΩ

< 6 kΩ < 2,5 kΩ 10 mΩ

< 60 kΩ < 25 kΩ 100 mΩ

< 600 kΩ < 250 kΩ 1 Ω

Page 25: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Specificaties

17

Selectieve meting van aardingsweerstand (RE A ) Meetmethode: Stroom- en spanningsmeting met probe conform

EN61557-5 en stroommeting in afzonderlijke aftakkin-gen met extra stroomtang (patent aangevraagd).

Nullastspanning: 20 / 48 V AC

Kortsluitstroom: 250 mA AC

Meetfrequentie: 94, 105, 111, 128 Hz, handmatig of automatisch (AFC) geselecteerd, 55 Hz (R*)

Ruisonderdrukking: 120 dB (16 2/3, 50, 60, 400 Hz)

Max. overbelast-ingsspanning:

Max. Urms = 250 V (meting wordt niet gestart)

Meetbereik Weergave-bereik Resolutie

Intrin-sieke fout *

Werkings-fout *

0,001...2,999 Ω 0,001 Ω

3,00...29,99 Ω 0,01 Ω

0,020 Ω... 30,0...299,9 Ω 0,1 Ω

30 kΩ 0,300...2,999 kΩ 1 Ω

± (7% v. uitlezing + 2 dig-its)

± (10% v. uitlezing

+ 5 digits)

3,00...29,99 kΩ 10 Ω

* Met aanbevolen stroomtangen/-transformatoren.

Extra fout vanwege probeweerstand en weer-stand van hulpaardelek-trode:

digitsR

RR

ETOTAL

SH 5%1025.1)2000( 6 +××

Ω+ −

Meetfout van RH en RS: Normaal 10% van HSETOTAL RRR ++

Meetduur: Normaal 8 sec. met een vaste frequentie, 30 sec. max. met AFC en volledige cyclus van alle meet-frequenties

Page 26: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

18

Minimale stroom in afzonderlijke door te meten aftakking:

0,5 mA met stroomtang (1000:1)

0,1 mA met stroomtang (200:1)

Max. stoorstroom door stroomtang:

3 A met stroomtang (1000:1)

Weerstandsmeting (R~) Meetmethode: Stroom- en spanningsmeting

Meetspanning: 20 V AC, blokgolf

Kortsluitstroom: > 250 mA AC

Meetfrequentie: 94, 105, 111, 128 Hz, handmatig of automatisch (AFC) geselecteerd

Meetbereik Weergavebereik ResolutieIntrin-sieke fout

Werkings-fouten

0,001 Ω … 2,999 Ω 0,001 Ω

3,0 Ω … 29,99 Ω 0,01 Ω

0,020 Ω… 30 Ω … 299,9 Ω 0,1 Ω

300 kΩ 300 Ω … 2999 Ω 1 Ω

± (2% v. uitlezing + 2 digits)

± (5% v. uitlezing + 5 digits)

3,0 kΩ … 29,99 kΩ 10 Ω

30,0 kΩ … 299,9 kΩ 100 Ω

Meetduur: Normaal 6 sec.

Max. stoorspanning: 24 V, bij hogere spanningen wordt de meting niet gestart

Max. overbelastingsspan-ning:

Urms max. = 250 V

Page 27: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Specificaties

19

Weerstandsmeting (RF) Meetmethode: Stroom-/spanningsmeting conform IEC61557-4

mogelijk

Nullastspanning: 20 V DC

Kortsluitstroom: 200 mA DC

Vorming van meetwaarde: Bij de 4-polige meting kunnen de draden aan H, S en ES worden verlengd zonder extra fouten te veroorzaken.

Weerstanden >1 Ω in draad E kunnen een extra fout van 5mΩ/Ω veroorzaken.

Meetbereik Weergavebereik Resolutie Intrin-sieke fout

Werkings-fout

0,001 Ω ... 2,999 Ω 0,001 Ω

0,020 Ω 3,0 Ω ... 29,99 Ω 0,01 Ω

3 kΩ 30,0 Ω ... 299,9 Ω 0,1 Ω

± (2% v. uitlezing + 2 digits)

± (5% v. uitlezing + 5 digits)

300 Ω … 2999 Ω 1 Ω

Meetsequentie: Ca. 2 metingen/s

Meetduur: Normaal 4 sec. incl. omkering van de polariteit (2- of 4-polig)

Max. stoorspanning: ≤ 3 V AC of DC, bij hogere spanningen wordt de meting niet gestart

Max. inductiviteit: 2 Henry

Max. overbelastingsspan-ning:

Urms = 250 V

Page 28: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

20

Compensatie van snoerweerstand (RK) Compensatie van snoerweerstand (RK) kan

worden ingeschakeld voor de functies RE 3-polig, RE 4-polig A, R~ en R F 2-polig.

Vorming van meetwaarde:

Rdisplay = Rgemeten - Rgecompenseerd*

* Waarde van instelwaarde RK = 0,000 Ω, variërend van 0,000…29,99 Ω door middel van meetinstelling.

Page 29: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van bedieningselementen

21

Omschrijving van bedieningselementen Afbeelding 4 toont de bedieningselementen die hieronder worden beschreven.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

6

12 13

Achterzijde

2

3

4

5

1

7

8

10

9

11

gpi006.eps

Afbeelding 4. Bedieningselementen

A Centrale draaischakelaar voor het selecteren van meetfuncties en het in- en uitschakelen van het instrument.

B "START TEST"-knop voor het activeren van de ingestelde meetfunctie. C "DISPLAY MENU"-knop voor het oproepen van corresponderende aan-

vullende waarden.

Page 30: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

22

D "CHANGE ITEM"-knop voor het wijzigen van instelwaarden.

E "SELECT"-knop voor het selecteren van de digit die moet worden gewi-jzigd.

F LCD-display met 18mm-digits met automatische decimale punt en achter-grondverlichting.

G Aansluitbus H (hulpaardelektrode) (ø 4 mm), ook te gebruiken met veiligheidsmeetsnoer.

H Aansluitbus G (probe) (ø 4 mm), ook te gebruiken met veiligheidsmeets-noer.

I Aansluitbus voor een externe stroomtang (optioneel).

W Waarschuwing Geen spanning toegestaan op bussen EFGH.

J Aansluitbus F (aardingsprobe) (ø 4 mm), ook te gebruiken met veiligheidsmeetsnoer. Potentiaalaansluiting bij 4-polige aardingsmeting.

K Aansluitbus E (aardelektrode) (ø 4 mm), ook te gebruiken met veiligheidsmeetsnoer.

W Let op Gebruik geen kracht bij het openen of sluiten van het in-strument!

L Batterijvak voor 6 x IEC LR6-batterijen of batterijen van het type AA.

W Waarschuwing Koppel alle meetsnoeren los voordat u het instrument opent!

M Schroeven ter bevestiging van het batterijvak

Page 31: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van bedieningselementen

23

Omschrijving van display-elementen Het display (afbeelding 5) is onderverdeeld in vier display-elementen:

1. Digitale weergave van meetwaarde

2. Een veld voor het weergeven van de meetfunctie

3. Een veld voor het weergeven van de eenheid: V, Ω, kΩ, Hz

4. Speciale pictogrammen ter ondersteuning van de gebruiker

1

4

2 3

edw008.eps

Afbeelding 5. Display-elementen

Omschrijving van display-pictogrammen:

UST Stoorspanning (AC + DC)

FST Frequentie van stoorspanning

FM Frequentie van meetspanning

UM Grenswaarde meetspanning 20/48 V

RE Aardingsweerstand

RH Weerstand hulpaardelektrode

RS Probeweerstand

RK Compensatieweerstand

R1, R2 Laagspanningsmeting met polariteitsindicatie

Page 32: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

24

R ~ AC-weerstand

R* Aardingsimpedantie (meetfrequentie 55 Hz)

AFC Automatische frequentieregeling

TEST Meetsequentie wordt uitgevoerd

LIMIT Grenswaarde

> LIMIT Grenswaarde overschreden

EFGH Herkenning van aansluitingen

B Herkenning van bus voor stroomtang

Melding van een overschreden grenswaarde met piepsignaal

LO-BAT Batterijspanning te laag; vervang de batterijen.

REMOTE Interface (optioneel) actief - knopbediening geblokkeerd

C Meetcircuit (E-S, E-H) onderbroken of meetwaarde instabiel

W Waarschuwing Raadpleeg de bedieningsinstructies.

Meetprocedure

W Waarschuwing Gebruik het instrument alleen voor het uitvoeren van met-ingen aan systemen die niet onder spanning staan.

1. Selecteer de gewenste meetfunctie met de centrale draaischakelaar 1.

2. Sluit het instrument aan; zonder aangesloten meetsnoer wordt er geen meting gestart.

3. Start de meting met de knop "START TEST".

4. Lees de meetwaarde af.

Voor optimale prestaties en een optimaal gebruik van het instrument, dient u de volgende punten in acht te nemen:

Page 33: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

25

Inschakelfuncties Tijdens het inschakelen van het instrument met de centrale draaischakelaar kunnen met bepaalde knoppencombinaties bepaalde bedrijfstoestanden worden geactiveerd: a) Normale modus Als het instrument in bedrijf wordt genomen zonder dat er ook maar één knop wordt bediend, schakelt het instrument over naar de batterijspaarstand (stand-by-weergave "---"), ca. 50 seconden na beëindiging van een meting of na bedi-ening van een knop of de draaischakelaar. Door op de knop knop "DISPLAY MENU" te drukken, wordt het instrument weer geactiveerd; de "oude" meet-waarden kunnen opnieuw worden afgelezen. Na 50 minuten in de stand-by-modus wordt het display volledig uitgeschakeld. Het instrument kan met de AAN/UIT-stand op de draaischakelaar weer in bedrijf worden genomen. b) Stand-by-modus gedeactiveerd Door de knoppen "DISPLAY MENU" en "CHANGE ITEM" tijdens het in-schakelen tegelijkertijd in te drukken, wordt voorkomen dat het instrument automatisch wordt uitgeschakeld (stand-by). De batterijspaarstand kan met de AAN/UIT-stand op de centrale draaischakelaar weer opnieuw worden geac-tiveerd. c) Verlengde displaytest Door de knop "DISPLAY MENU" tijdens het inschakelen ingedrukt te houden, kan de displaytest met een willekeurige tijdsduur worden verlengd. Door op een willekeurige knop te drukken of de centrale draaischakelaar te bedienen, keert u terug naar de normale bedrijfsmodus. d) Softwareversienummer Door de knop "SELECT" tijdens het inschakelen ingedrukt te houden, wordt het softwareversienummer op het display weergegeven. Door op de knop "DISPLAY MENU" te drukken, wordt de datum van de laatste kalibratie weergegeven. Deze bedrijfstoestand kan worden verlaten door de centrale draaischakelaar te bedienen of op de knop "START TEST" te drukken. Weergaveformaat: SOFTWARE-versie: X. X X

Datum van kalibratie: M M . J J

Opmerking

Bij aflevering staat de kalibratiedatum ingesteld op 0.00. Pas na de eerste herkalibratie wordt een datum weergegeven.

Page 34: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

26

e) Activering van displayverlichting

Door de knop "CHANGE ITEM" tijdens het inschakelen ingedrukt te houden, wordt de displayverlichting geactiveerd. De verlichting dooft automatisch als het instrument in de "Stand-by"-modus wordt gezet en wordt samen met het instrument weer ingeschakeld door bediening van een willekeurige knop. Het instrument kan alleen worden uitgeschakeld met de AAN/UIT-stand van de draaischakelaar.

Bediening De meetfuncties hebben in principe twee bedrijfsmodi: de regelkring en de meetkring (zie afbeelding 6).

Page 35: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

27

REGELKRING MEETKRINGAAN/UIT

INSCHAKELFUNCTIE

MEETFUNCTIE SELECTEREN MET CENTRALE DRAAISCHAKELAAR

1 X DISPLAY

INGESTELDE GRENSWAARDE OF SPANNINGSMETING

1 X CHANGE 1 X SELECT

SNELLE OMSCHAKELING, INGESTELDE WAARDE

SELECTIE DIGIT/DECIMALE PUNT

1 X CHANGE

GESELECTEERDE DIGIT/DECIMALE PUNT VERHOGEN MET 1

1 X DISPLAYMEETWAARDE OF AANVULLENDE WAARDE WEERGEVEN

METING

1 X START

gpi009.eps

Afbeelding 6. Bedrijfsmodi

Page 36: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

28

Regelkring Na bediening van de functiedraaischakelaar verschijnt de weergavemodus voor de spanning. Door op de knop "DISPLAY MENU" te drukken, wordt vervol-gens de regelkring opgeroepen. Afhankelijk van de geselecteerde meetfunctie kunnen verschillende instelwaarden in de regelkring worden weergegeven en gewijzigd. Met de knop "DISPLAY MENU" kan worden geschakeld tussen de verschillende instelwaarden binnen een gesloten kring. Met de knop "SELECT" kan de decimale punt worden geselecteerd, die moet worden gewi-jzigd. Door op de knop "CHANGE ITEM" te drukken, schakelt het instrument tussen bepaalde instelwaarden of wordt de decimale punt, die met de knop "SELECT" is geselecteerd, met een waarde van 1 verhoogd. Als het instellen van parameters is voltooid, kan de volgende weergave worden opgeroepen met de knop "DISPLAY MENU" of kan de meting worden gestart met de knop "START TEST". Afhankelijk van de geselecteerde functie kunnen de volgende parameters worden weergegeven of gewijzigd:

Functie Parameter Instelbereik Opmerkingen

UST alleen weergave

FST alleen weergave

RE 3-polig

FM (AFC/94/105/111/128) Hz

UM 48 V/20 V selecteerbaar tot 20 V met CODE

en RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω alleen in stand RE 3-polig *

RE LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ alleen bij activer-ing met CODE

RE 4-polig

(waar-schuwings-

Aan/uit alleen als RE LIMIT

signaal) is geactiveerd met CODE

R* Aan/uit alleen bij activer-ing met CODE

UST alleen weergave RE

FST alleen weergave

Page 37: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

29

A UM 48 V/20 V selecteerbaar tot 20 V met CODE

en RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω alleen in stand RE 3-polig *

I (verhouding)

80 ... 1200 alleen weergave RE 4-polig A RE LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ alleen bij activer-

ing met CODE (waarschu-

wings- Aan/uit alleen als RE

LIMIT signaal) is geactiveerd

met CODE R* Aan/uit alleen bij activer-

ing met CODE * (raadpleeg Compensatie van de weerstand van het op de aardelektrode aangesloten snoer)

Functie Parameter Instelbereik Opmerkingen UST alleen weergave FST alleen weergave FM (AFC/94/105/111/128) Hz R~ RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω R ~ LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ alleen bij activer-

ing met CODE (waar-

schuwings-Aan/uit alleen als R ~

LIMIT signaal) is geactiveerd

met CODE RF UST alleen weergave 2pole FST alleen weergave en RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω 4pole R LIMIT 0,000 Ω ... 9,99 kΩ alleen bij activer-

ing met CODE (waar-

schuwings-signaal)

Aan/uit alleen als R LIMIT is geac-tiveerd met CODE

Page 38: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

30

Meetkring Deze kring kan worden geactiveerd door op de knop "START TEST" te druk-ken. Na het loslaten van de knop "START TEST" wordt de laatste meetwaarde op het display weergegeven. Door vervolgens nog een keer/meerdere keren op de knop "DISPLAY MENU" te drukken, kunnen aanvullende waarden worden opgeroepen. Als een meetwaarde de vooraf ingestelde grenswaarde over- of onderschrijdt, kan ook de grenswaarde worden weergegeven (met "DISPLAY MENU"). In dat geval wordt de meetwaarde weergegeven met een knipperend "LIMIT"-pictogram en de grenswaarde met een continu zichtbaar "LIMIT"-pictogram.

Binnen de meetkring kunnen de parameters niet worden gewijzigd.

Verdere opties van de knopbediening:

Annuleren van waarschuwingssignaal () met de knop "DISPLAY MENU" (met wisseling van weergave) of met de knop "CHANGE ITEM" of "SELECT" (zonder wisseling van weergave).

Meetsnoeraansluiting controleren (toewijzing van aansluit-ingen) Op basis van de geselecteerde meting voert het instrument een automatische controle uit om te verifiëren of de juiste ingangsbussen worden gebruikt.

De pictogrammen EFGH en B zijn aan een specifieke bus toege-wezen, zie afbeelding 4.

De juistheid van de aansluitingen kan worden afgeleid van de wijze waarop de pictogrammen worden weergegeven, en wel als volgt:

• Bus verkeerd aangesloten (of per ongeluk niet aangesloten): het des-betreffende pictogram knippert.

• Bus juist aangesloten: het desbetreffende pictogram is continu actief.

• Bus met geen aansluiting: het desbetreffende pictogram is blanco.

Page 39: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

31

Veiligheidscontrolemetingen Voorafgaand aan elke meting controleert het instrument automatisch de meet-voorwaarden en voorkomt, terwijl tegelijkertijd de soort fout wordt weer-gegeven, dat metingen onder de volgende voorwaarden worden gestart:

• Te hoge spanning op de bussen (> 24 V in RE en R~; > 3 V in RF)

• Verkeerde of niet-volledige aansluiting

• Problemen tijdens de meetsequentie ("E1 ... E5" wordt weergegeven), zie omschrijving van display in het gedeelte ‘Meetprocedure’

• Batterijspanning te laag (LO-BAT wordt weegegeven)

Meting van storingen - spanningen en frequenties Deze meetfunctie detecteert mogelijke stoorspanningen en de bijbehorende frequenties. Deze functie is automatisch actief in elke schakelaarstand vooraf-gaand aan een aardings- of weerstandsmeting. Als de vooraf ingestelde waarden worden overschreden, wordt de stoorspanning als te hoog beschouwd en wordt de meting automatisch voorkomen. De frequentie van een stoorspan-ning kan alleen worden gemeten als deze stoorspanning hoger is dan 1 V. Zie afbeelding 7.

Zet de centrale draaischakelaar in de gewenste stand, lees de meetwaarde van de stoorspanning af; de meetwaarde van de stoorfrequentie kan met de knop "DISPLAY" worden weergegeven.

Page 40: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

32

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

HulpaardelektrodeProbeAardelektrode

>20 m >20 m

gpi010.eps

Afbeelding 7. Meting van storingen - spanningen en frequenties

Meting van aardingsweerstanden Dit instrument beschikt over zowel een 3-polige als een 4-polige weerstands-meting, waarmee de weerstanden in aardingssystemen kunnen worden gemeten alsook de bodemweerstand in geologische lagen. Een specifieke omschrijving van de verschillende toepassingen wordt verderop in deze handleiding gegeven. Het instrument beschikt over een speciale functie voor het uitvoeren van met-ingen met een externe stroomtang/-transformator, waarmee de weerstand in afzonderlijke aftakkingen van vermaasde netwerken (bliksembeveiligingssys-temen en hoogspanningsmasten met bekabeling) kan worden gemeten zonder delen van het systeem te hoeven scheiden.

Om tijdens metingen een zo groot mogelijke stooronderdrukking te bereiken, beschikt het instrument over 4 meetfrequenties (94 Hz, 105 Hz, 111 Hz, 128 Hz), die indien nodig automatisch kunnen worden omgeschakeld (AFC - automatische frequentieregeling). De desbetreffende meetfrequentie die voor een specifieke meting is gebruikt, kan na afloop van de meting worden op-geroepen en weergegeven met de knop "DISPLAY MENU". Bovendien kan voor speciale gevallen een van de vier meetfrequenties worden geselecteerd en permanent worden vastgelegd. In dat geval kan, om de weergave te stabiliseren, gedurende 1 minuut een gemiddelde-meting worden uitgevoerd door de knop "START TEST" ingedrukt te houden.

Page 41: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

33

Voor het bepalen van de aardingsimpedantie (R*) wordt een meting uitgevoerd met een frequentie die dicht bij de netfrequentie (55 Hz) ligt. Deze meetfre-quentie wordt automatisch bij vrijgave van R* met behulp van een gebruiker-scode geactiveerd.

Om bij aflevering een zo eenvoudig mogelijk instrument aan te leveren, zijn alle speciale functies, zoals geprogrammeerde grenswaarde, geprogrammeerd piepsignaal, meting van de aardingsimpedantie (R*) etc., bij aflevering niet geactiveerd. Deze kunnen worden geactiveerd met een persoonlijke gebruiker-scode (raadpleeg het onderdeel "Wijzigen van alle vooraf ingestelde gegevens met een persoonlijke code"). Zie afbeelding 8.

G

I

E

Umeas.

E

UERE RS

S

S

I

H

H

RH

edw011.eps

Afbeelding 8. Aardingsweerstandsmeting - methode

3-/4-polige meting van aardingsweerstand Met deze meetfunctie worden de aardings- en aardverspreidingsweerstanden van afzonderlijke aardelektroden, aardelektroden in funderingen en andere aardingssystemen gemeten met behulp van 2 aardingspennen. Zie afbeelding 9.

Page 42: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

34

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

HulpaardelektrodeProbeAardelektrode

4-polig

>20 m >20 m

gpi012.eps

Afbeelding 9. 3-/4-polige meting van aardingsweerstand - procedure

1. Zet de centrale draaischakelaar in stand "RE 3 pole" of "RE 4 pole". Het instrument moet worden bedraad overeenkomstig de afbeelding en de informatie die op het display wordt weergegeven. Een knipperende weergave van de buspictogrammen EFGH of A duidt op een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.

2. Druk op de knop "START TEST". Er wordt een volledig automatische testsequentie van alle belangrijke parameters, zoals de weerstand van de hulpaardelektrode, de probe en de aardelektrode, uitgevoerd en afgesloten met de weergave van het resultaat RE.

3. Lees meetwaarde RE af. 4. Roep RS en RH op met "DISPLAY MENU".

Opmerkingen voor het plaatsen van aardingspennen:

Voordat u de aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektrode plaatst, dient u ervoor te zorgen dat de probe buiten de spanningstrechter (potentiaal-gradiënt) van de aardelektrode en de hulpaardelektrode wordt geplaatst (raad-pleeg ook het onderdeel “De invloed van spanningstrechters op de aard-ingsweerstandsmeting”). Normaal gesproken bereikt u een dergelijke situatie door een afstand van > 20 m tussen de aardelektrode en de aardingspennen alsook tussen de aardingspennen onderling te bewaren.

Page 43: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

35

Aan de hand van een nieuwe meting kan, na verplaatsing van de hulpaardelek-trode of probe, de betrouwbaarheid van de resultaten worden gecontroleerd. Als de waarde onveranderd blijft, is de afstand voldoende. Als de meetwaarde afwijkt, moet de probe of hulpaardelektrode worden verplaatst tot meetwaarde RE constant blijft. De draden van de pennen mogen zich niet te dicht bij elkaar bevinden.

3-polige meting met langere aansluitsnoeren voor de aardelektrode

Gebruik een van de als accessoire verkrijgbare kabelhaspels als aansluitsnoer voor de aardelektrode. Rol de kabel volledig af en compenseer de leidingweer-stand zoals beschreven in het onderdeel “Compensatie van de weerstand van het op de aardelektrode aangesloten snoer”.

Meting van gemiddelde waarde:

Als na een testsequentie de waarschuwing "meetwaarde instabiel" (raadpleeg de onderdelen “Meetprocedures”, “Omschrijving van displayschermen”) op het display verschijnt, is er waarschijnlijk sprake van sterk storende signalen (bijv. instabiele ruisspanning). Om desondanks betrouwbare waarden te verkri-jgen, bestaat de mogelijkheid een meting uit te voeren gedurende een langere periode en hier de gemiddelde waarde van te nemen.

1. Selecteer een vaste frequentie (raadpleeg het onderdeel “Regelkring” in “Bediening”).

2. Houd de knop "START TEST" ingedrukt tot de waarschuwing "meetwaarde instabiel" verdwijnt. De maximale te middelen periode is ca. 1 min.

Beoordeling van meetwaarde:

Afbeelding 10 toont de maximaal toegestane waarde van de aardingsweerstand, die, rekening houdend met de maximale bedrijfsfout, een toegestane gren-swaarde niet zal overschrijden.

0

5

10

10

20

20

50

50

100

100

200

200

500

500

1000

1000 2000 2999

3000 3152

Streefwaarden

Meetwaarden gpi013.eps

Afbeelding 10. Aardingsweerstand - maximaal toegestane waarde

Page 44: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

36

Meting van de weerstand van afzonderlijke aardelek-troden in vermaasde aardingssystemen door middel van een selectieve meting met stroomtang Deze meetmethode is ontwikkeld voor het meten van afzonderlijke aardelek-troden in permanent bedrade of vermaasde systemen (bijv. bliksembev-eiligingssystemen met meerdere elektroden of hoogspanningsmasten met aard-bekabeling etc.). Met deze speciale meetmethode bestaat de mogelijkheid tot het selectief meten van alleen deze afzonderlijke weerstand, door meting van de feitelijke stroom door de aardelektrode met behulp van een stroomtang/-transformator (accessoire). Andere aanwezige parallelle weerstanden worden niet in de meting meegenomen en verstoren het meetresultaat niet.

Het is daarom niet langer noodzakelijk de aardelektrode voorafgaand aan een meting los te koppelen.

G

I IZtr

VA

Hulpaardelektrode

Probe

I3

Umeet

RE1 RE2 RE3 RS RH

RE3 = Umeet

I3

= Umeet

tr . IZ

gpi014.eps

Afbeelding 11. Meting van de weerstand van afzonderlijke aardelektroden in vermaasde aardingssystemen

Fouten van de stroomtang/-transformator kunnen worden gecorrigeerd zoals beschreven in het gedeelte “Fouten van stroomtang corrigeren”.

Page 45: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

37

3-/4-polige meting van weerstand van afzonderlijke aardelektroden Zie afbeelding 12.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

HulpaardelektrodeProbe

Aardelektrode

4-polig

>20 m >20 m

gpi015.eps

Afbeelding 12. 3-/4-polige meting van weerstand van afzonderlijke aardelektroden

Zet de centrale draaischakelaar in stand "A RE 3 pole" of "A RE 4 pole". Het instrument moet worden bedraad overeenkomstig de afbeelding en de in-formatie die op het display wordt weergegeven.

Een knipperende weergave van de buspictogrammen EFGH of A duidt op een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.

Breng de stroomtang/-transformator om de door te meten aardelektrode aan.

Controleer of de transformatieverhouding die op het instrument is ingesteld overeenkomt met de gebruikte stroomtang/-transformator. Wijzig de instel-lingen indien nodig (raadpleeg het onderdeel “Wijzigen van alle gegevensin-stellingen met een persoonlijke code”).

Opmerking

De verhouding die af fabriek is ingesteld, is correct voor de detecter-ende stroomtang EI162X.

Page 46: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

38

Druk op de knop "START TEST".

Er wordt een volledig automatische testsequentie van alle belangrijke parame-ters, zoals de weerstand van de hulpaardelektrode, de probe en de aardelek-trode, uitgevoerd en afgesloten met de weergave van het resultaat RE.

1. Lees meetwaarde RE af.

2. Roep RS en RH op met "DISPLAY MENU".

Opmerkingen voor het plaatsen van aardingspennen Voordat u de aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektrode plaatst, dient u ervoor te zorgen dat de probe buiten de spanningstrechter (potentiaal-gradiënt) van de aardelektrode en van de hulpaardelektrode wordt geplaatst (zie ook 12.5). Normaal gesproken bereikt u een dergelijke situatie door een afstand van > 20 m tussen de aardelektrode en de aardingspennen alsook tus-sen de aardingspennen onderling te bewaren. Aan de hand van een nieuwe meting kan, na verplaatsing van de hulpaardelektrode of probe, de be-trouwbaarheid van de resultaten worden gecontroleerd. Als de waarde on-veranderd blijft, is de afstand voldoende. Als de meetwaarde afwijkt, moet de probe of hulpaardelektrode worden verplaatst tot meetwaarde RE constant blijft.

De draden van de pennen mogen zich niet te dicht bij elkaar bevinden.

3-polige meting met langere aansluitsnoeren voor de aardelektrode

1. Gebruik een van de als accessoire verkrijgbare kabelhaspels als aans-luitsnoer voor de aardelektrode.

2. Rol de kabel volledig af en compenseer de leidingweerstand zoals beschreven in het onderdeel “Compensatie van de weerstand van het op de aardelektrode aangesloten snoer”.

Meting van gemiddelde waarde Als na een testsequentie de waarschuwing "meetwaarde instabiel" (raadpleeg de onderdelen “Omschrijving van displayschermen”, “Meetprocedures”) op het display verschijnt, is er waarschijnlijk sprake van sterk storende signalen (bijv. instabiele ruisspanning). Om desondanks betrouwbare waarden te verkri-jgen, bestaat de mogelijkheid een meting uit te voeren gedurende een langere periode en hier de gemiddelde waarde van te nemen.

1. Selecteer een vaste frequentie (raadpleeg het onderdeel “Regelkring”, “Bediening”).

Page 47: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

39

2. Houd de knop "START TEST" ingedrukt tot de waarschuwing "meetwaarde instabiel" verdwijnt. De maximale te middelen periode is ca. 1 min.

Metingen aan hoogspanningsmasten

Meten van de aardingsweerstand zonder loskoppeling van de bliksemdraad door middel van een selectieve meting met stroomtang Voor het meten van de aardingsweerstand van een afzonderlijke hoogspan-ningsmast moet normaal gesproken de bliksemdraad worden losgekoppeld of het aardingssysteem van de mastconstructie worden gescheiden. Anders leidt dit, door de parallelle schakeling van de andere, met een bliksemdraad met elkaar verbonden masten, tot foutieve weerstandswaarden voor de aardelek-trode van de mast.

Met deze nieuwe, in dit instrument gebruikte meetmethode met externe stroomtang/-transformator voor het meten van de feitelijke stroom door de aardelektrode, kunnen metingen aan aardelektroden worden uitgevoerd zonder loskoppeling van het aardingssysteem of van de bliksemdraad.

Omdat alle vier de mastvoeten zijn verbonden met de funderingsaarde van de mast, wordt de meetstroom Imeet op basis van de aanwezige weerstanden op-gesplitst in vijf delen.

Eén deel stroomt via de mastconstructie naar de bliksemdraad en verder naar de parallel geschakelde aardingsweerstanden van de mast.

De andere vier stroomcomponenten (I1... I4) stromen weg via de afzonderlijke mastvoeten.

De som van alle stromen resulteert in de stroom IE door de aardingsweerstand, d.w.z. de weerstand van de 'samengestelde' aardelektrode naar de aarde.

De stroomtang/-transformator moet achtereenvolgens op elke mastvoet worden aangesloten, waarbij telkens (viermaal) de weerstand moet worden gemeten. Deze weerstanden zijn omgekeerd evenredig met de desbetreffende stroom-componenten I1 ... I4. Daarbij moet het voedingspunt van de meetstroom on-gewijzigd worden gelaten, om een verandering van de stroomverdeling te voorkomen.

Deze vervangingsweerstanden worden als volgt weergegeven:

liU

R measEi =

Page 48: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

40

De aardingsweerstand RE van de mast kan vervolgens worden bepaald als een parallelle schakeling van de afzonderlijke vervangingsweerstanden:

4321

11111

EEEE

E

RRRR

R+++

=

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

HulpaardelektrodeProbe

4-polig

>20 m >20 m

gpi016.eps

Afbeelding 13. Meten van de aardingsweerstand zonder loskoppeling van de bliksemdraad

1. Zet de centrale draaischakelaar in stand “ARE 3 pole" of ARE 4 pole". Het instrument moet worden bedraad overeenkomstig de af-beelding en de informatie die op het display wordt weergegeven.

Een knipperende weergave van de buspictogrammen EFGH of B duidt op een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.

2. Breng de stroomtang/-transformator aan de mastvoet aan. Controleer of de transformatieverhouding die op het instrument is ingesteld over-eenkomt met de gebruikte stroomtang/-transformator. Wijzig de in-stellingen indien nodig (raadpleeg het onderdeel “Wijzigen van alle gegevensinstellingen met een persoonlijke code”).

3. Druk op de knop "START TEST". Er wordt een volledig automatische testsequentie van alle belangrijke parameters, zoals de weerstand van de hulpaardelektrode, de probe en

Page 49: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

41

de aardelektrode, uitgevoerd en afgesloten met de weergave van het resultaat RE.

4. Lees meetwaarde RE af. 5. Roep RS en RH op met "DISPLAY MENU".

Opmerkingen voor het plaatsen van aardingspennen:

Voordat u de aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektrode plaatst, dient u ervoor te zorgen dat de probe buiten de spanningstrechter (potentiaal-gradiënt) van de aardelektrode en van de hulpaardelektrode wordt geplaatst (raadpleeg ook het onderdeel “De invloed van spanningstrechters op de aard-ingsweerstandsmeting”). Normaal gesproken bereikt u een dergelijke situatie door een afstand van > 20 m tussen de aardelektrode en de aardingspennen alsook tussen de aardingspennen onderling te bewaren. Aan de hand van een nieuwe meting kan, na verplaatsing van de hulpaardelektrode of probe, de be-trouwbaarheid van de resultaten worden gecontroleerd. Als het resultaat on-veranderd blijft, is de afstand voldoende. Als de meetwaarde afwijkt, moet de probe of hulpaardelektrode worden verplaatst tot meetwaarde RE constant blijft. De draden van de pennen mogen zich niet te dicht bij elkaar bevinden.

1. Breng de stroomtang/-transformator aan de volgende mastvoet aan. 2. Herhaal de meetsequentie.

Daarbij moeten het voedingspunt van de meetstroom (krokodillenklem) en de polariteit van de split-core-stroomtransformator ongewijzigd worden gelaten. Nadat de waarde van REi voor elke mastvoet is bepaald, moet de feitelijke aardingsweerstand RE worden berekend:

4321

11111

EEEE

E

RRRR

R+++

=

Opmerking Als ondanks een correcte oriëntering van de stroomtang/-transformator de weergegeven waarde van RE negatief is, stroomt een deel van de meetstroom omhoog in de constructie van de mast. De ef-fectieve aardingsweerstand kan correct worden berekend door de afzonderlijke vervangingsweerstanden (rekening houdend met hun po-lariteit) in de bovenstaande vergelijking op te nemen.

Page 50: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

42

Meting van gemiddelde waarde:

Als na een testsequentie de waarschuwing "meetwaarde instabiel" (raadpleeg de onderdelen “Omschrijving van displayschermen”, “Meetprocedures”) op het display verschijnt, is er waarschijnlijk sprake van sterk storende signalen (bijv. instabiele ruisspanning). Om desondanks betrouwbare waarden te verkrijgen, bestaat de mogelijkheid een meting uit te voeren gedurende een langere periode en hier de gemiddelde waarde van te nemen.

1. Selecteer een vaste frequentie (raadpleeg het onderdeel “Regelkring”, “Bediening”).

2. Houd de knop "START TEST" ingedrukt tot de waarschuwing "meetwaarde instabiel" verdwijnt. De maximale te middelen periode is ca. 1 min.

Meting van aardingsimpedantie met 55 Hz (R*) Voor de berekening van de kortsluitstroom in elektriciteitscentrales is de com-plexe aardingsimpedantie van belang. Directe meting is mogelijk onder de volgende omstandigheden:

Fasehoek bij 50 Hz: 30°... 60° inductief

Hulpaardelektrode (ohms): >100 • ZE

Meetprocedure:

De meting van de aardingsimpedantie (R*) is alleen mogelijk als deze met een persoonlijke gebruikerscode is geactiveerd (raadpleeg het onderdeel "Wijzigen van instelgegevens met een persoonlijke code"). Als deze meetfunctie is geac-tiveerd, wordt voor alle metingen van de vier RE-standen voorafgaand aan alle andere meetwaarden de aardingsimpedantie R* weergegeven.

Fouten van stroomtang/-transformator corrigeren Als de meting van een aardingsweerstand met stroomtang/-transformator re-sulteert in een significant andere waarde dan zonder stroomtang/-transformator, kan deze afwijking worden teruggevoerd op de toleranties van de stroomtang/-transformator. Deze fout kan worden gecorrigeerd door de transformatiever-houding van de stroomtang/-transformator (basisinstelling 1000:1) nauwkeurig in te stellen. Deze correctie geldt voor het bereik van de stroomtang/-transformator waarbij de meting is uitgevoerd. Voor andere bereiken kan een andere correctie noodzakelijk zijn.

1. Sluit een laagohmige weerstand (ca. 1 ohm, in de grootteorde van de waarde die u wilt corrigeren) aan zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.

Page 51: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

43

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw017.eps

Afbeelding 14. Fouten van stroomtang/-transformator corrigeren

2. Zet de centrale draaischakelaar in stand "A RE 3 pole".

3. Druk op de knop "START TEST" en noteer de waarde van RE.

4. Sluit de stroomtang/-transformator aan.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw018.eps

5. Zet de centrale draaischakelaar in stand "A RE 3 pole".

6. Druk opnieuw op de knop "START TEST".

Als de op deze wijze verkregen waarde van RE meer dan 5% afwijkt van de waarde van RE die zonder stroomtang/-transformator is bepaald, dient u de transformatieverhouding (tr) van de stroomtang/-transformator dienover-eenkomstig aan te passen:

)()(

meronTransfprpwithoutcliRmerontransforwithclipRtroldtrnew

E

E

−−

×=

Page 52: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

44

Voorbeeld:

Uw stroomtang/-transformator heeft een transformatieverhouding van tr = 1000:1. De meting zonder stroomtang/-transformator resulteert in een waarde van RE = 0,983 Ω . Met een stroomtang/-transformator wordt een waarde van RE = 1,175 Ω gemeten.

De afwijking bedraagt dus 1,175 - 0,983) Ω = +0,192 Ω en met betrekking tot RE = 0,983 Ω is er sprake van een fout van:

%5.19983.0192.0%100 +=

ΩΩ×

De nieuwe, in te stellen transformatieverhouding kan als volgt worden berekend:

1195983.0175.11000 =×=trnew

Compensatie van de weerstand van het op de aardelek-trode aangesloten snoer Als de leidingweerstand naar de aardelektrode niet verwaarloosbaar is, kan de weerstand in het snoer dat is aangesloten op de aardelektrode worden gecom-penseerd. Ga te werk zoals hieronder beschreven:

Meetprocedure:

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

HulpaardelektrodeAardelektrode

gpi019.eps

Afbeelding 15. Compensatie van de weerstand van het op de aardelek-trode aangesloten snoer

Page 53: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

45

1. Zet de centrale draaischakelaar in stand "RE 3 pole".

2. Sluit het instrument aan zoals aangegeven in de afbeelding.

3. Roep de waarde van RK op met de knop "DISPLAY MENU".

4. Start de compensatie met de knop "START TEST".

De compensatieweerstand wordt weergegeven zolang de knop "START TEST" ingedrukt wordt gehouden. Zodra de knop "START TEST" wordt los-gelaten, wordt de meetwaarde opgeslagen en keert het meetinstrument terug naar de standaardinstellingen vóór aanvang van de meting, zodat vervolgens een aardingsweerstandsmeting kan worden uitgevoerd door opnieuw op de knop "START TEST" te drukken. Bij volgende weerstandsmetingen wordt RK van de feitelijke meetwaarde afgetrokken.

Als de compensatiewaarde moet worden teruggesteld naar de standaardinstel-ling (0,000 Ω), moet de compensatiesequentie worden uitgevoerd met een open (losgekoppeld) meetsnoer of moet de schakelaar naar de volgende stand worden gedraaid en weer terug.

Meting van bodemweerstand De bodemweerstand is de geologische, fysische grootheid voor het berekenen en ontwerpen van aardingssystemen. De hierna beschreven meetprocedure is gebaseerd op de methode van Wenner (F. Wenner, A method of measuring earth resistivity; Bull. National Bureau of Standards, Bulletin 12(4), Paper 258, p. 478-496; 1915/16).

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw020.eps

Afbeelding 16. Meting van bodemweerstand

Page 54: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

46

1. Vier aardingspennen van dezelfde lengte worden in een rechte lijn en op gelijke afstand "a" van elkaar in de bodem gedreven. De aarding-spennen mogen niet dieper dan maximaal 1/3 van "a" in de bodem worden geslagen.

2. Zet de centrale draaischakelaar in stand "RE 4 pole".

Het instrument moet worden bedraad overeenkomstig de afbeelding en de informatie die op het display wordt weergegeven.

Een knipperende weergave van de buspictogrammen EFGH of B duidt op een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.

3. Druk op de knop "START TEST".

4. Lees meetwaarde RE af.

Op basis van de weergegeven weerstandswaarde RE kan de bodemweerstand volgens de volgende vergelijking worden berekend:

EE Ra..2πρ =

ρE ...... gemiddelde waarde van bodemweerstand (Ωm)

RE ...... gemeten weerstand (Ω)

a ...... afstand tussen probes (m)

Met de meetmethode van Wenner kan de bodemweerstand worden bepaald tot een diepte die ongeveer overeenkomt met de afstand "a" tussen twee pennen. Door afstand "a" te vergroten kunnen metingen worden uitgevoerd in dieper gelegen aardlagen en kan de homogeniteit ervan worden bepaald. Door afstand "a" meerdere keren te wijzigen, kan een profiel worden bepaald op basis waar-van een geschikte aardelektrode kan worden geselecteerd.

Afhankelijk van de te meten diepte kan "a" worden gekozen tussen 2 en 30 m. Deze procedure resulteert in krommen zoals weergegeven in de volgende grafiek.

Page 55: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

47

Afstand tussen probes

Bod

emw

eers

tand

E

A

1

2 3

gpi021.eps

Kromme 1: Omdat ρE pas op grotere diepte afneemt, wordt een aardelektrode met een grote diepte aanbevolen.

Kromme 2: Omdat ρE slechts tot punt A afneemt, zal een grotere diepte dan A niet tot een verbetering van de waarden leiden.

Kromme 3: Op grotere diepten neemt ρE niet af: het gebruik van stri-paardelektroden wordt aanbevolen.

Omdat meetresultaten vaak vertekend en onbruikbaar worden door de aan-wezigheid van stukken metaal in de bodem, waterhoudende grondlagen etc., is het altijd raadzaam een tweede meting uit te voeren waarbij de as van de aard-ingspen 90° is gedraaid (zie afbeelding).

Page 56: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

48

HSE ES

90O

I

edw022.eps

Meting van weerstanden

Weerstandsmeting (R~) Met deze meetfunctie kan de ohmse weerstand tussen 0,001 Ω en 300 kΩ worden bepaald. De meting wordt uitgevoerd met wisselspanning. Voor het meten van zeer laagohmige weerstanden wordt compensatie van de aansluits-noerweerstand aanbevolen (raadpleeg het onderdeel “Compensatie van meets-noerweerstand”).

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw023.eps

Afbeelding 17. Weerstandsmeting (R~)

1. Zet de centrale draaischakelaar in stand "R~".

Page 57: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

49

2. Sluit het instrument aan zoals aangegeven in de afbeelding.

3. In deze modus kunnen alle beschikbare instellingen en LIMIT-waarden met "DISPLAY MENU" worden opgeroepen en kan de meetfrequentie worden ingesteld.

4. Druk op de knop "START TEST".

5. Lees de meetwaarde af.

Weerstandsmeting (RF) In deze meetmodus kunnen alle weerstanden van 0,001 Ω tot 3 kΩ conform EN61557-5 worden gemeten met gelijkspanning en automatische po-lariteitsomkering.

Om een zo hoog mogelijke nauwkeurigheid te verkrijgen, zijn ook 4-polige metingen mogelijk. Verlengsnoeren moeten worden gecompenseerd.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw024.eps

Afbeelding 18. Weerstandsmeting (RF)

1. Sluit het instrument aan zoals aangegeven in de afbeelding.

2. Zet de centrale draaischakelaar in stand "RF".

3. In deze modus kunnen alle beschikbare instellingen en LIMIT-waarden met "DISPLAY MENU" worden opgeroepen.

W Waarschuwing Voordat een meting wordt gestart, dient de installatie of het testobject te worden uitgeschakeld of spanningsloos te worden gemaakt! Bij een externe spanning van meer dan 3 V wordt de meting niet gestart.

Page 58: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

50

W Waarschuwing Door de hoge meetstroom kunnen inductieve belastingen levensgevaarlijke geïnduceerde spanningen veroorzaken tijdens onderbreking van het meetcircuit.

4. Start de meting met de knop "START TEST". Eerst wordt "R1" met positieve spanning gemeten op bus "E". Na het loslaten van de knop "START TEST" wordt "R2" met negatieve spanning gemeten op bus "E". De hogere meetwaarde wordt altijd als eerste weergegeven.

5. De tweede meetwaarde kan worden opgeroepen met "DISPLAY MENU". Als de ingestelde grenswaarde (R LIMIT) wordt overschre-den, kan ook de grenswaarde worden weergegeven.

Beoordeling van meetwaarde:

Rekening houdend met de maximale werkingsfout toont het schema de maxi-maal toegestane afleeswaarden zonder overschrijding van de vereiste weer-stand.

Meetbereik 29, 99 ... 299, 9 ... 2999 Ω

0

5

10

10

20

20

50

50

100

100

200

200

500

500

1000

1000 2000 2999

3000 3152

Streefwaarden

Meetwaarden gpi025.eps

Afbeelding 19. Beoordeling van meetwaarde

Compensatie van meetsnoerweerstand 1. Roep de waarde van RK op met de knop "DISPLAY MENU".

2. Sluit de meetsnoeren kort zoals aangegeven in de afbeelding.

3. Druk op de knop "START TEST". Waarde RK wordt opgeslagen zodra de knop "START TEST" wordt losgelaten; het display keert terug naar spanningsmeting. Bij volgende weerstandsmetingen wordt RK van de feitelijke meetwaarde afgetrokken. Door kort aan de cen-

Page 59: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

51

trale draaischakelaar te draaien, wordt de weerstandscompensatie weer gewist.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625

edw026.eps

Afbeelding 20. Compensatie van meetsnoerweerstand

Wijzigen van alle gegevensinstellingen met een per-soonlijke code Met deze functie kunnen grens- en instelwaarden (FM, UM-Limit, Limit, piep-signaal, verhouding, R*, F*) vast worden geprogrammeerd, opdat ze ook na het uit- en inschakelen van het instrument in het geheugen opgeslagen blijven. Met deze functie kan de gebruiker het instrument aan de hand van gebrui-kergedefinieerde instellingen naar eigen behoefte instellen.

Instellingen kunnen alleen binnen de desbetreffende functies worden gewijzigd:

Page 60: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

52

Functie Parameter Instelbereik Standaard-voorinstelling

FM (AFC/94/105/111/128) Hz AFC

RE 3-polig

UM 48 V/20 V 48 V

RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω 0,000 Ω

en LIMIT Aan/uit Uit

RE LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ 999 kΩ

RE 4-polig

(waarschu-wingssignaal)

Aan/uit Uit

R* Aan/uit Uit

FM (AFC/94/105/111/128) Hz AFC

RE 3-polig

UM 48 V/20 V 48 V

A RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω 0,000 Ω

en I (ver-houding)

80 ... 1.200 1.000

RE 4-polig

LIMIT Aan/uit Uit

A RE LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ 999 kΩ

(waarschu-wingssignaal)

Aan/uit Uit

R* Aan/uit Uit

FM (AFC/94/105/111/128) Hz AFC

RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω 0,000 Ω

R~ LIMIT Aan/uit Uit

R ~ LIMIT 0,000 Ω ... 999 kΩ 999 kΩ

(waarschu-wingssignaal)

Aan/uit Uit

Page 61: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Meetprocedure

53

RF

2-polig RK 0,000 Ω ... 29,99 Ω 0,000 Ω

en LIMIT Aan/uit Uit

4-polig R LIMIT 0,000 Ω ... 9,99 kΩ 9,99 kΩ

(waarschu-wingssignaal)

Aan/uit Uit

Code opslaan 1. Druk alle 4 de knoppen gelijktijdig in en draai de centrale draais-

chakelaar van OFF naar de gewenste meetmodus.

Het display toont de melding "C _ _ _".

2. Voer nu het CODE-nummer in. Elk willekeurig driecijferig nummer kan worden ingevoerd.

Opmerking

Zodra een CODE is opgeslagen, kunnen alle vervolgens geprogram-meerde waarden alleen met het CODE-nummer worden gewijzigd. Een eenmaal ingevoerde CODE kan alleen worden gewist of gewi-jzigd wanneer de code bekend is. Als de gebruiker de CODE is ver-geten, kan deze alleen door de fabrikant van het instrument worden achterhaald of gewist. Schrijf uw persoonlijke CODE daarom hier op.

CODE . . .

3. De code kan worden ingevoerd met de knoppen "CHANGE ITEM" en "SELECT".

4. Druk op de knop "DISPLAY MENU" om de invoer te voltooien.

De CODE is nu opgeslagen; het display geeft de melding "C ON" weer.

5. Als de melding "C ON" met "DISPLAY MENU" wordt bevestigd, wordt de eerste parameter van de geselecteerde meetfunctie weer-gegeven en kan deze worden gewijzigd met de knoppen "CHANGE ITEM" en "SELECT".

Page 62: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

54

6. De gewijzigde waarde kan worden opgeslagen door op de knop "DISPLAY MENU" te drukken.

7. Door op de knop "START TEST" te drukken, wordt het instelpro-gramma verlaten.

Opmerking

Indien de volgens de actuele voorschriften voorgeschreven gren-swaarden in onjuiste waarden worden gewijzigd, kunnen er foutieve testresultaten worden weergegeven.

Code wissen 1. Druk alle 4 de knoppen gelijktijdig in en draai de centrale draais-

chakelaar van OFF naar een willekeurige meetmodus.

Het display toont de melding "C _ _ _".

2. Voer nu het bestaande CODE-nummer in.

3. De code kan worden ingevoerd met de knoppen "CHANGE ITEM" en "SELECT". Druk op de knop "DISPLAY MENU" om de invoer te voltooien.

4. Het display toont de melding "C ON". In de "C ON"-modus kan de CODE-functie worden gedeactiveerd door op de knop "CHANGE ITEM" te drukken. Het display toont nu de melding "C OFF".

5. Als deze melding met "DISPLAY MENU" wordt bevestigd, worden de gebruikerscode en alle opgeslagen grenswaarden gewist. De oor-spronkelijke standaardwaarden zijn nu weer in het geheugen opgesla-gen.

6. Nu kan een nieuw CODE-nummer worden geprogrammeerd en ge-bruikt voor het instellen van nieuwe parameters.

Page 63: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van displayschermen

55

Omschrijving van displayschermen

Tabel 3. Omschrijving van displayschermen

Functie Display Toestand Aanwijzing

Voorafgaand aan "START"

edw027.eps

Stand-by-modus ter beperking van het energieverbruik

Draai aan de draaischakelaar of druk op een knop. Alle meetwaarden blijven opgeslagen.

ST V

edw028.eps

Meetsnoer niet of verkeerd aangesloten

Met uitzondering van de spanningsmeting zijn alle meetfuncties geblokkeerd.

LO-BATedw029.eps

Batterijspanning te laag

Vervang de batterijen.

edw030.eps

Piepsignaal aan

Akoestische waarschuwing bij overschrijding van grenswaarde.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 64: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

56

Functie Display Toestand Aanwijzing

ST

LIMIT

V

edw031.eps

Gevaarlijke wisselspan-ning > 50 V

Met uitzon-dering van de span-ningsmeting zijn alle meetfuncties geblokkeerd.

Vooraf-gaand aan "START"

edw033.eps

Draaischakelaar in tussenstand

Selecteer een juiste stand.

Na "START" S

TEST

edw034.eps

Probeweer-stand wordt gemeten

Wacht op het testresul-taat.

H

TEST

edw035.eps

Weerstand van hul-paardelek-trode wordt gemeten

Wacht op het testresul-taat.

E

TEST

edw036.eps

Aard-ingsweer-stand wordt gemeten

Wacht op het testresul-taat.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 65: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van displayschermen

57

Functie Display Toestand Aanwijzing

ST V

edw037.eps

Meetcircuit van aard- en hul-paardelek-trode on-derbroken

Controleer de aans-luiting van de meets-noeren op de aard-ingspen-nen; meetsnoer mogelijk defect.

ST V

edw038.eps

Meetcircuit van aardelek-trode en probe on-derbroken

Controleer de aans-luiting van de meets-noeren op de aard-ingspen-nen; meetsnoer mogelijk defect.

H

LIMIT

K

edw039.eps

Max. toe-laatbare meetfout overschre-den van-wege te hoge probeweerstand of weerstand van de hul-paardelek-trode

Probeer de aarde te bevochti-gen of breng par-allel een tweede hul-paardelek-trode aan.

Na "START"

E

LIMIT

k

edw040.eps

Meetbereik overschre-den

Meet-waarde is groter dan 300 kΩ.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 66: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

58

Functie Display Toestand Aanwijzing

E

LIMIT

edw041.eps

Weer-gegeven meet-waarde overschrijdt LIMIT

Meet-waarde is groter dan de in-gestelde LIMIT.

K

LIMIT

edw042.eps

Compensa-tie groter dan meet-waarde

Wis de compensatiewaarde of schakel het in-strument AAN/UIT.

ST

edw043.eps

Verkeerde polariteit op bussen E en ES.

Draai de polariteit om.

E

edw044.eps

Meet-waarde in-stabiel

Instabiele ruisspan-ning. Voer een gemid-delde-meting uit.

ST V

edw045.eps

Stroom in externe stroom-tang/-transforma-tor te laag

Verlaag de weer-stand van de hul-paardelektrode.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 67: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Omschrijving van displayschermen

59

Functie Display Toestand Aanwijzing

No reactions to button control etc.

edw046.eps

Bedrijf on-der on-juiste om-standigheden.

Controleer de batteri-jen. Schakel het instru-ment AAN/UIT; neem con-tact op met Service als het probleem zicht blijft voordoen.

Na "START"

E

edw047.eps

Verkeerde oriëntering van stroom-tang/-transfor-mator of "op-waartse" stroom.

Draai de stroom-tang/-transforma-tor om of zie op-merking op pagina 28.

edw048.eps

Controle-som van EE PROM onjuist

edw049.eps

Hardware-fout (bijv. stroo-moverbe-lasting).

Schakel het instru-ment AAN/UIT, als het probleem zicht blijft voordoen. Het picto-gram kan verschijnen bij elek-trodeloze metingen aan laagohmige circuits.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 68: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

60

Functie Display Toestand Aanwijzing

edw050.eps

Toegangs-fout EE PROM-geheugen

Neem con-tact op met Service.

edw051.eps

Interne rekenfout

edw052.eps

Thermische overbelast-ing

Laat het instrument goed afkoelen.

STE

12MKH

REMOTELIMITTEST

VmAk HznFmH

LO-BAT

edw053.eps

Batteri-jspanning daalt tijdens meting

De interne weerstand van de batteri-jen is te hoog (veroudering, lage tempera-turen). Ver-vang de bat-terijen; laat het instrument op tem-peratuur ko-men.

Legenda: W= knipperende weergave

Gebruik en onderhoud Als het instrument correct wordt gebruikt en behandeld, heeft het geen onder-houd nodig. Gebruik voor het reinigen van het instrument alleen een vochtige doek met wat zeepsop, mild huishoudreinigingsmiddel of spiritus. Gebruik

Page 69: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Earth/Ground Tester Gebruik en onderhoud

61

geen agressieve reinigingsmiddelen en oplosmiddelen (trileen, chlooretheen etc.). Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold, gekwalificeerd personeel. Bij alle reparatiewerkzaamheden moet erop worden gelet dat de ont-werpparameters van het instrument niet ten koste van de veiligheid worden gewijzigd, dat aangebrachte onderdelen overeenkomen met de originele onder-delen en dat deze zorgvuldig worden aangebracht (zoals af fabriek).

Let op Voordat onderhouds- of reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd of onderdelen worden vervangen, moet het in-strument van alle spanningsbronnen worden gescheiden.

Batterijen vervangen

Opmerking NiMH- of NiCAD-batterijen mogen worden gebruikt, maar moeten buiten het instrument worden opgeladen. Het aantal metingen dat met deze batterijen kan worden uitgevoerd zal normaal gesproken afwi-jken van het aantal metingen dat met alkalinebatterijen kan worden uitgevoerd.

Dit instrument is uitgerust met zes 1,5V-batterijen, IEC RL 6 of type AA. Als na het indrukken van de knop "START" alle displaysegmenten oplichten (reset van instrument, displaytest) of als tijdens een meting "LO-BAT" op het display verschijnt, moeten de batterijen worden vervangen of de oplaadbare batterijen opnieuw worden opgeladen.

Let op Voor het vervangen van batterijen moet het meetsnoer worden losgekoppeld en het instrument worden uit-geschakeld. Vervolgens kunnen de twee schroeven aan de achterzijde van het instrument met een geschikt gereed-schap (schroevendraaier) worden losgedraaid en kan de klep van het batterijvak worden verwijderd. Houd bij het vervangen van de batterijen rekening met de juiste po-lariteit.

Vervang altijd de complete set batterijen.

Opmerking

Zorg ter bescherming van het milieu voor een correcte afvoer van de batterijen.

Page 70: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

62

Herkalibratie Dit instrument voldoet bij aflevering ruimschoots aan de voorgeschreven nau-wkeurigheid. Om dit zo te houden, wordt een jaarlijkse controle aanbevolen. Neem hiertoe contact op met het dichtstbijzijnde verkoop- of servicecentrum.

Als extra service bieden wij een periodieke controle en kalibratie van uw meetinstrumenten. Desgewenst kunt u tegen een vergoeding bedrijfstestcertifi-caten of testcertificaten van de openbare kalibratiedienst bestellen. U kunt kiezen voor een algemene controle of een controle met extra metingen (meet-punten).

Service Als u vermoedt dat de tester defect is, raadpleeg dan deze handleiding om er zeker van te zijn dat u het instrument correct gebruikt. Als de meter nog steeds niet naar behoren werkt, pak deze dan goed in (met behulp van het originele verpakkingsmateriaal, indien aanwezig) en verzend het instrument portvrij naar het dichtstbijzijnde Fluke-servicecentrum. Voeg een korte beschrijving van het probleem toe. Fluke is NIET aansprakelijk voor beschadiging die tijdens het vervoer wordt opgelopen.

Bel Fluke op een van de volgende telefoonnummers voor adressen van erkende servicecentra:

VS: 1-888-99-FLUKE (1-888-993-5853) Canada: 1-800-36-FLUKE (1-800-363-5853) Europa: +31 402-678-2005 Japan: +81-3-3434-0181 Singapore: +65-738-5655 Vanuit andere landen: +1-425-446-5500 U vindt ons ook op internet onder: www.fluke.com. Registreer dit product op register.fluke.com

Opslag Als de tester wordt opgeslagen of gedurende bepaalde tijd niet wordt gebruikt, dienen de batterijen te worden verwijderd en apart te worden bewaard om beschadiging door lekkende elektrolyt te voorkomen.

Page 71: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

63

Bijlage A Elektrodeloos meten van aard-

ingsweerstanden

Inleiding Met de functie voor het elektrodeloos meten van aardingsweerstanden beschikt de aardingstester over een unieke functie voor het meten van afzonderlijke aardingsweerstanden in meervoudig geaarde systemen met behulp van twee stroomtangen.

Het gebruik van aardingspennen is overbodig.

Voordat deze methode werd geïntroduceerd, moesten gebruikers de afzonderli-jke te testen aardverbindingen van andere aardingen scheiden om de invloed van parallelle aardverbindingen te elimineren.

Dit was tijdrovend en in veel gevallen gevaarlijk.

Zodra de aardverbindingen van elkaar waren gescheiden, werd de 3-polige standaardmethode voor het meten van de aardingsweerstand gebruikt, waarbij het gebruik van hulpaardingspennen noodzakelijk was. Het zoeken van geschikte locaties voor de aardingspennen was behalve tijdrovend vaak lastig en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. De methode voor het elektrodeloos meten van de aardingsweerstand elimineert deze problemen en vormt een ideale aanvulling op de standaard-testmethoden van de aardingstester.

Page 72: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

64

edw060.eps

Specificaties

Algemeen: Adaptereenheid voor gebruik met aardingstester in de modus: RE D 3 pole (bestelnr. EI-1625)

Alle informatie in dit onderdeel heeft expliciet betrekking op deze toepassing.

Principe: Aardingsweerstandsmetingen zonder ge-bruik van aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektrode

Temperatuurbereik tijdens bedrijf: –10° C ... +55° C

Bedrijfstemperatuurbereik: 0° C ... +30° C

Opslagtemperatuurbereik: –30° C ... +70° C

Kwaliteitsnorm: Ontwikkeld, ontworpen en geproduceerd conform DIN ISO 9001

Page 73: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Elektrodeloos meten van aardingsweerstanden Meetprincipe

65

Afmetingen: Totale lengte van adapterkabel 1,8 m, lengte van afgeschermde kabel aan stroom-tang/-transformator 1,5 m

Werkingsfout*: ± (10% v. uitlezing + 5 digits)

Weergavebereik*: 0,010 Ω ... 130 Ω

Meetfrequentie: 128 Hz

Meetspanning: Um = 48 V AC (primair)

Meetbereik*: 0,020 Ω ... 100 Ω

Resolutie: 0,001... 0,1 ohm

*bij gebruik van: Stroomtang EI-162AC voor het induceren van spanning en

Stroomtang EI-162X voor het detecteren van stroom

Aanbevolen afstand tussen stroomtangen: 10 cm

Meetprincipe

Doel Het testen van de weerstanden van afzonderlijke aardverbindingen in systemen met parallelle aardverbindingen (meervoudig geaarde systemen).

Page 74: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

66

U

RX R1 R2 R3 Rn-1 Rn

AC-bron

Overeenkomstig schema

gpi061.eps

RRRR

n

XIU

1111

21

+⋅⋅⋅⋅+++=

Page 75: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Elektrodeloos meten van aardingsweerstanden Meetprincipe

67

Als de waarde van de parallel geschakelde weerstanden R1...Rn aanzienlijk lager is dan de weerstand van de te testen aardverbinding RX:

RRRR

X

n

<<⋅⋅⋅⋅++ 111

1

21

dan is I

URX = een goede benadering.

De testspanning (U) wordt, zonder de aardingspen en/of de directe elektrische verbinding los te koppelen, met behulp van een stroomtang aangelegd en de stroom wordt gedetecteerd met behulp van een tweede stroomtang.

RX R1 R2 Rn-1 Rn

Stroomsterkte

Spanning U

I

gpi062.eps

Na synchrone gelijkrichting van de stroom en de spanning geeft de tester RX weer.

Page 76: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

68

Bediening Sluit de adapter volgens het schema en de aanduidingen E, S en H (C1, P1 en P2 voor VS-versie) op de tester en op een stroomtang aan.

RRA REarth/Ground Resistance 300k

AC Resistance 300k DC Low Resistance 3k

CHANGEITEM

SELECT

STARTTEST

DISPLAYMENU

H/C2

S/P2

ES/P1

E/C1

4 POLE

3 POLE4 POLE

2 POLE

2 POLE

4 POLE

OFF

3 POLE

EARTH / GROUND TESTER1625 H

EI-162X

Rood

EI-162AC

ZwartS

E

gpi063.eps

Gebruik het meetsnoer dat deel uitmaakt van de set om de tweede stroomtang op de bus aan te sluiten. Controleer of de aansluitingen de juiste polariteit heb-ben. Zet de draaischakelaar van de tester in stand RE D 3 pole.

Opmerking

Gebruik alleen die stroomtangen/-transformatoren waarnaar in deze handleiding wordt verwezen.

Klem beide stroomtangen om de te testen aardgeleider.

Opmerking

Probeer een afstand > 10 cm tussen de stroomtangen aan te houden om een zo optimaal mogelijk meetresultaat te verkrijgen.

Page 77: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Elektrodeloos meten van aardingsweerstanden Meetprincipe

69

>10 cm

Aardelektrode

gpi064.eps

Door op de START-knop te drukken, wordt de waarde van RE weergegeven.

Opmerking

In deze modus hebben de waarden van RH en RS geen betekenis.

Instellingen op de tester

Raadpleeg het onderdeel Bediening in de gebruiksaanwijzingen van de tester.

De draaischakelaar van de tester moet in stand RE 3 pole staan.

- Um Stel de testspanning in op 48 V (standaard-waarde).

- Rk Stel de compensatieweerstand in op 0,000 ohm.

- I Stel de transformatieverhouding in op 1000 (standaardwaarde).

- R* Instellen op OFF (niet van betekenis in deze modus).

Page 78: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

70

Toepassingen Voorbeeld 1: aardingspennen van hoogspanningsmasten

edw065.eps

Voorbeeld 2: metingen aan meervoudig geaarde (onderling verbonden) syste-men:

Aardgeleiders worden bijvoorbeeld verbonden met netwerken of aardingen van betonnen funderingen en andere geleidende elementen, zoals bliksembev-eiligingssystemen of constructies.

In deze gevallen zijn de weerstanden van de afzonderlijke aardverbindingen niet van belang.

Er moet worden gecontroleerd of de weerstand van de verbinding voldoende laag en betrouwbaar is.

Page 79: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Elektrodeloos meten van aardingsweerstanden Meetprincipe

71

M

Bliksembeveiliging

Funderingsaarding Frame

gpi066.eps

Page 80: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

72

Omschrijving van displayschermen Bij het elektrodeloos meten van de aardingsweerstand hebben bepaalde weer-gavecombinaties een bepaalde betekenis.

Display Betekenis Aanwijzing

E

edw067.eps

Polariteit van stroomtangen omgedraaid

Draai één stroomtang om.

edw068.eps

De te testen weerstand ligt onder het meetbereik of de adapter-kabel is on-juist aangesloten op de aard-ingstester

Schakel het instrument AAN/UIT voor de volgende meting.

Legenda: W= knipperende weergave

Page 81: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Elektrodeloos meten van aardingsweerstanden Meetprincipe

73

Display Betekenis Opmerking

ST V

edw069.eps

De te testen weerstand ligt boven het meetbereik

Legenda: W= knipperende weergave

Page 82: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

74

Bijlage B Aardingsweerstand

Inleiding Per definitie bestaat de aardingsweerstand uit verschillende afzonderlijke weerstanden:

1. de weerstand in het snoer dat is aangesloten op de aardelektrode;

2. de weerstand in de eigenlijke aardelektrode, aardingspen, aard-ingsplaat, aardstrip, aardelektrode in een vermaasd systeem etc.;

3. De aardverspreidingsweerstand, de weerstand tussen de aardelektrode en de bodempotentiaal.

Omdat bij juiste dimensionering de weerstand in de verbindingskabels en de weerstand van de aardelektrode verwaarloosbaar klein zijn, wordt de aard-ingsweerstand hoofdzakelijk bepaald door de aardverspreidingsweerstand. Dit betekent dat een nauwkeurige meting van de aardverspreidingsweerstand noodzakelijk is om de exacte aardingsvoorwaarden te kunnen bepalen en de juiste beschermingsmaatregelen te kunnen nemen. Omdat de aardverspreid-ingsweerstand niet alleen afhankelijk is van de specifieke bodemweerstand, dat is de weerstand van de desbetreffende bodem (kiezel, klei, graniet), maar ook in grote mate afhankelijk is van de vorm van de aardelektrode, moet een meet-controle worden uitgevoerd, zelfs als de positie van de aardelektrode en de bodemgesteldheid precies bekend zijn.

Voor het herdimensioneren van een aardingssysteem, voor bijvoorbeeld blik-sembeveiliging, kan aan de hand van de volgende tabel een eerste berekening worden gemaakt. Voor deze berekening moet de bodemweerstand van de plek waar de aardelektrode in de bodem zal worden gedreven, bekend zijn.

Page 83: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Aardingsweerstand Meetprincipe

75

Aardingsweerstand (Ω) Type

bodem

Bodemweerstand

[ρE] Aardingspen m diepte Aardstrip m

Ω.m 3 6 10 5 10 20

Vochtige humusrijke bodem,

30 10 5 3 12 6 3

veengrond, moerasland

Leem-houdende, landbouw- en kleigron-den

100 33 17 10 40 20 10

Zanderige kleigrond

150 50 25 15 60 30 15

Vochtige zandgrond

300 66 33 20 80 40 20

Droge zandgrond

1.000 330 165 100 400 200 100

Beton 1:5* 400 160 80 40

Vochtig kie-zelzand

500 160 80 48 200 100 50

Droog kiezelzand

1.000 330 165 100 400 200 100

Steen-achtige bodem

30.000 1.000 500 300 1.200 600 300

Rotsbodem 107 - - - - - -

* voor betonmengsels 1:7 moeten de waarden met 24% worden verhoogd

Page 84: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

76

Bodemweerstand ρE De bodemweerstand is de gemeten weerstand tussen twee tegenovergestelde zijden van een kubus van homogeen bodemmateriaal met een dwarslengte van 1 meter. De eenheid is Ωm (zie afbeelding)

A = 1 m2

p = E

AL

. R( m)

L=1 m

edw054.eps

De bodemweerstand hangt in belangrijke mate af van de specifieke soort mate-riaal (landbouwgrond, droge zandgrond, vochtige zandgrond, beton, kiezelzand etc.), maar is tevens afhankelijk van seizoensgebonden veranderingen. Droge grond heeft een hogere weerstand dan vochtige grond, en bevroren grond heeft een hogere weerstand dan droog, warm zand (zie afbeelding).

De twee onderstaande voorbeelden geven de verandering van de weerstand gedurende één jaar weer.

Page 85: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Aardingsweerstand Meetprincipe

77

MaandDec.

0 1 2 3 4 5 6 87 9 10 11 120

4

8

12

16

20

24

28

Aar

ding

swee

rsta

nd R

e

JuliJan.

gpi055.eps

Tijdelijke verandering van de aardingsweerstand van een geleider-aardelektrode (aardstrip, aardingsdraad).

14

Maand

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 120

2

4

6

8

10

12

Dec.JuliJan.

Aar

ding

swee

rsta

nd R

e

gpi056.eps

Tijdelijke verandering van de aardingsweerstand van een aardelektrode in de grond (stafaardelektrode, aardingsbuis, aardingsplaat)

Page 86: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

78

Meetmethode De actuele methode voor het meten van spanning is gebaseerd op de principe-schakeling in onderstaande afbeelding.

U meas.

V

G

I

E ES S

E S

RSRE

UE

I

H

H

RH

edw057.eps

Een AC-generator G voert stroom I toe via aardelektrode E (weerstand RE van de aardelektrode) en hulpaardelektrode H (weerstand RH van de hulpaardelek-trode). Spanning UE daalt bij aardingsweerstand RE (UE proportioneel met RE.) Deze spanning wordt geregistreerd en gemeten door probe S. Bij het zogenaamde circuit met drie geleiders worden de bussen E en ES van het instrument met elkaar verbonden. In een circuit met vier geleiders wordt een afzonderlijke draad gebruikt om de bus ES met de aardelektrode te verbinden. Daardoor wordt de spanningsval van de draad tussen bus E en de aardelektrode niet gemeten. Omdat het spanningsmeetcircuit een zo hoge impedantie heeft, kan de invloed van de probeweerstand RS binnen bepaalde grenzen worden verwaarloosd.

Daarmee bedraagt de aardingsweerstand

1Meas

EU

R =

en is onafhankelijk van de weerstand RH van de hulpaardelektrode. De genera-tor heeft een frequentie tussen 70 en 140 Hz.

Deze moet een afstand van ten minste 5 Hz hebben ten opzichte van één van de nominale frequenties tussen 16 2/3, 50 of 60 Hz en hun harmonischen. Er is een frequentieselectief filter aan de generatorfrequentie toegewezen.

Page 87: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Aardingsweerstand Meetprincipe

79

Spanningstrechter (potentiaalgradiënt) Rondom elke aardelektrode ontstaat tijdens het vloeien van een elektrische stroom een spanningstrechter (zie onderstaande afbeelding).

U

US UE

E

40 60 m

edw058.eps

Als de spanning wordt gemeten tussen de aardelektrode en een probe die zich op afstand "a" van de aardelektrode bevindt, loopt de waarde bij een steeds grotere afstand steeds minder op. Als de spanning uiteindelijk niet meer toeneemt, bevindt de probe zich op het niveau van de aardpotentiaal FE, dus buiten de spanningstrechter.

Het is voornamelijk de bodemweerstand die de diameter van de spannings-trechter beïnvloedt. Dit betekent dat de diameters in bodems met een slechte geleidbaarheid dienovereenkomstig groot zijn (30 ... 60 m), en in bodems met een goede geleidbaarheid dienovereenkomstig klein (10 ... 15 m).

Het bepalen van de weerstand van de probe en van de hulpaardelektrode ver-schaft informatie over de grootte van een mogelijke spanningstrechter. Hoge weerstanden leiden tot dienovereenkomstig grote de spanningstrechters en vice versa. In dit verband dient er rekening mee te worden gehouden dat bodems met een goede geleidbaarheid en een dienovereenkomstig kleine spannings-trechter resulteren in een relatief steile spanningsvorm en daardoor in een rela-tief hoge stapspanning. Indien nodig, moet er bij dergelijke systemen een po-tentiaalcontrole worden uitgevoerd.

Page 88: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

80

De invloed van spanningstrechters op de aardingsweer-standsmeting Om de werkelijke spanningsval van de aardingsweerstand (= de weerstand tussen de aardelektrode en de aardpotentiaal FE) te registreren, moet ervoor worden gezorgd dat de probe buiten de spanningstrechter van alle aangesloten aardelektroden en de hulpaardelektrode H wordt geplaatst.

I1E1

US1

S1

US1

I2E2

US2

US2

S2

IUG

G

US2

S3

FE

US3

UG

US4

US4

S4

I

HVVV V

edw059.eps

Een probe binnen een spanningstrechter leidt tot onjuiste meetresultaten. Zoals te zien in de bovenstaande afbeelding, leveren de probespanningen US1 en US2 van de probes S1 en S2 een te lage waarde op, wat ook betekent dat de aard-ingsweerstand lager lijkt te zijn dan hij in werkelijkheid is (laagohmig). Probe S 4 met US4 registreert echter een te hoge waarde, wat op slechtere (hoogoh-mige) aardingscondities wijst.

Alleen probe S3 registreert de juiste spanning tussen de aardelektrode en de aardpotentiaal FE.

Daarom is het aan te bevelen elke meting met verplaatste probes te herhalen, en een meting alleen dan als geslaagd en nauwkeurig te beschouwen als meerdere achtereenvolgende metingen dezelfde waarden opleveren.

Normaal gesproken, is een afstand van 20 m ten opzichte van de aardelektrode en ten opzichte van de probes onderling voldoende.

Page 89: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

Aardingsweerstand Meetprincipe

81

Aardimpedantie (R*) bij hoogspanningsleidingen De aardingen van hoogspanningsmasten zijn via de zogenaamde bliksemdraad met elkaar verbonden.

Deze bedrading is niet alleen laagohmig. Er is tevens sprake van inductiviteit en weerstand (L´, R´). Voor de berekening van de kortsluitstroom moet deze impedantie bij netfrequentie worden bepaald.

De inductiviteit en weerstand zijn in de meeste gevallen bekend. Daarom kan, door middel van een complexe berekening met inachtneming van de afzonder-lijke mastweerstanden, de werkelijke impedantie voor elk punt in het net worden bepaald. Deze berekening moet voor elke afzonderlijke mast worden uitgevoerd.

De aardimpedantie kan met dit instrument worden gemeten.

Het inductieve aandeel van de impedantie van de luchtlijn is afhankelijk van de frequentie.

Daarom moet de door de tester aangelegde meetfrequentie in de buurt van de netfrequentie liggen om correcte uitlezingen te verkrijgen.

Om die reden geven gebruikelijke testers die frequenties tussen 70 Hz en 140 Hz gebruiken incorrecte uitlezingen. Dit instrument meet met 55 Hz dicht ge-noeg bij de netfrequentie van 50 / 60 Hz.

Page 90: Earth/Ground Tester...1 Earth/Ground Tester Inleiding Locaties waar elektrische energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en ver-bruikt, moeten ter bescherming van personen aan bepaalde

1625 Gebruiksaanwijzing

82