in·ter·ac·tief bn, bw onderling samenwerkend:een ~ computerprogramma dat vragen stelt aan de gebruiker, waarop deze moet antwoorden.

(Bron: Dikke van Dalen)

(Peter Kent; Interactive Whitebaords, Productive Pedagogies and Literacy Teaching in a Primary Context.)

Belang van een goede leerkrachtTabel: Percentage invloed op de ontwikkeling van het kind.

Leerling (50%)

Thuis (5-10%)

School (5-10%)

Beleidsbepaler (5-10%)

Mede leerlingen (5-10%)

Leerkracht (30%)

(*John Hattie: “Distinguishing Expert Teachers from Novice and Experienced Teachers” (2003)

(T.J. SHUEL, The role of the student in learning from instruction. Contemporary Educatonal Psychology., 13, 277-278)

Constructieve leerstijl:

Actief: De leerling voert bepaalde handelingen uit terwijl hij de aangeboden informatie verwerkt, om zo de leerstof op een zinvolle manier te leren.

Constructief: Nieuwe informatie moet worden uitgewerkt en in verband worden gebracht met aanverwante informatie, waardoor de leerling simpele informatie kan onthouden en ingewikkelde informatie kan begrijpen.

Opbouwend:Al het nieuw geleerde bouwt op en/of maakt gebruik van de voorkennis van de leerling en is zo bepalend voor wat en hoeveel er is geleerd.

Doelbewust:Leren heeft de meeste kans op succes als de leerling zich bewust is van het beoogde leerdoel, en realistische verwachtingen heeft deze te kunnen behalen.

Checklist E-teacher

Over jou (leerkracht) Over de leerling Over leren buiten school Over jouw rol in de school

Bedenk hoe je ICT gebruikt om je vaardigheden als leerkracht verder te ontwikkelen.

Bedenk hoe je leerlingen in contact brengt met verschillende vormen van ICT, en ze vaardigheden laat ontwikkelen die ze kunnen gebruiken in het dagelijkse onderwijs.

Bedenk hoe jouw school ICT gebruikt om het gesprek en de betrokkenheid van ouders, verzorgers, de wijk op gang te brengen.

Bedenk in hoeverre jouw school ICT ziet als onderdeel van het beleidsplan en de onderwijsvisie.

Gebruik je ICT bij de planning van je les?

Heb je hoge verwachtingen van de leerlingen en het resultaat als je ICT inzet?

Draag je bij aan de visie van school voor het gebruik van ICT op school en thuis?

Gebruik je ICT om met collega’s te communiceren?

Zet je ICT tijdens de lessen in als aanvulling op de lesstof?

Hebben de leerlingenpersoonlijke, creatieve en onafhankelijke leerervaringen bij het gebruik van ICT?

Gebruik je ICT om (gepaste) informatie met ouders te delen? (Huiswerk, nieuws, agenda,etc)

Deel je jouw inzet /kennis van ICT met collega’s?

Gebruik je ICT om informatie en opvattingen over te brengen?

Gebruik je ICT om leerlingen met speciale behoefte te ondersteunen?

Geef je ouders informatie over hun kind online (veilig) (rapporten, aanwezigheid, etc)

Sluiten de door jou gestelde doelen voor ICT gebruik aan bij de visie/het beleid van school?

Gebruik je ICT om (complexe) ideeën en informatie te onderzoeken?

Beoordeel je de ICT vaardigheden van je leerlingen?

Help je ouders omgaan met veilig internet gebruik?

Draag je bij aan de evaluatie van de inzet van ICT op school?

Gebruik je ICT om leerlingen te beoordelen en hun vorderingen bij te houden?

Gebruik je ICT om leerlingen bijhun opdrachten te betrekken?

Deel je de visie van school met jeleerlingen over het gebruik van ICT thuis en op school?

Deel je de visie / het beleid van jouw school op ICT gebied?(op school, thuis, leerlingen, leerkrachten)

Gebruik je ICT om leerling-gegevens vast te leggen en te analyseren voor aanvullende opdrachten.

Weten jouw leerlingen hoe ze verantwoordelijk en veilig kunnen internetten?

Gebruik je ICT om het leren buiten school te ondersteunen en verbeteren? (webiste)

Steun je jouw school bij de noodzakelijke ontwikkeling op ICT gebied?

Evalueer je jouw eigen ICT vaardigheden, en de effectiviteit van je inzet van ICT bij het leren, lesgeven en je klassenmanagement?

Hou je in de gaten dat het belangrijk is om persoonlijke informatie van je leerlingen te beschermen?

Biedt je meerdere mogelijkheden aan leerlingen om buiten schooltijd het leren met behulp van ICT te continueren?

Stel je duidelijke doelen vast voor je eigen ontwikkeling op ICT gebied? (POP)

Lukt het je om ICT flexibel in te zetten om zo te garanderen dat leerlingen een breed scala aan ICT middelen in verschillende situaties tot hun beschikking hebben?

Bescherm je jouw persoonlijkeinformatie online?

Vaak

Som

s

No

oit

Vaak

Som

s

No

oit

Vaak

Som

s

No

oit

Vaak

Som

s

No

oit

Nooit Soms Vaak

Zijn er collega’s binnen school met wie je samen kunt werken om je vaardigheden te verbeteren?

Zijn er collega’s binnen school met wie je samen kunt werken om je vaardigheden te verbeteren?

Deel je jou kennis en ervaringen met collega’s op school?

Zijn er onderdelen waarvan je denkt ze onder de knie te kunnen krijgen door de hulp van een collega?

Zijn er onderdelen waarvan je vindt dat je ze nog eigen moet maken door ze te oefenen? (routine)

Zijn er nog nieuwe onderdelen waar je jezelf in wilt verdiepen of dingen die uitgediept / verbetert kunnen worden?

VaakSomsNooit

Hulp bij de aanpak.

Vind manieren om goed te oefenen met ICT en stel persoonlijke doelen(POP).

Evalueer op welke wijze je de leerlingen toegang tot ICT verleent.

Bedenk hoe ICT de communicatie en het leren met ouders(thuis) kan verbeteren.

Evalueer je eigen oefeningen of laat ze evalueren, en noteer verbeterpunten.

Geef leerlingen de mogelijkheid zelf aan te geven hoe ze het liefst leren met behulp van ICT.

Hoe kan je ICT inzetten om huiswerk door te geven en te communiceren met ouders.

Werk samen met andere leerkrachten die ICT op een interessante/effectieve manier in de klas inzetten. (Collegiale consultatie)

Verbreed je kennis/inzet van ICT door andere/nieuwe vormen van ICT in te zetten tijdens de les.

Welke software/programma’s zijn eventueel thuis te gebruiken door de leerling.

Word lid van een forum deel ervaringen van andere leerkrachten.

Bespreek samen met je leerlingen wat veilig computer en internetgebruik inhoud.(internet protocol)

Geef ouders voorlichting over veilig internetgebruik.

Vaardigheden van een E-teacher

Vaardigheden en toepassingen. Kennis en begrip. Waarden en attributen.

Heeft een visie aangaande de inzet en meerwaarde van ICT bij het lesgeven en leren.

Laat zien dat hij/zij ICT effectief in kan zetten tijdens de les.

Ontwikkeld activiteiten waarin gebruik word gemaakt van ICT om de leerprestaties en het leerproces te verbeteren.

Waardeert de rol van ICT binnen de bredere context van de leerling.

Heeft inzicht in de rol die ICT speelt binnen effectief leren en lesgeven.

Geeft effectief les met behulp van ICT.

Heeft hoge verwachtingen van alle leerlingen bij het gebruik van ICT,hij/zij heeft begrip voor kwesties rond gelijkheid en diversiteit.

Heeft voldoende /passende specialistische kennis van ICT In het onderwijs .

Beheert het gebruik van ICT door de leerlingen en bevorderd debetrokkenheid en het leerproces.

Beoordeeld en evalueert de rol van ICT bij het lesgeven en leren.

Is in staat vast te stellen wat het niveau van de leerling is, en kan deze stimuleren en begeleiden bij zijn/haar verdere ontwikkeling.

Overziet de inzet van ICT tijdens het leren, maakt inschattingen over het effect ervan en rapporteert de vooruitgang.

Ontwikkelt voldoende vakspecifieke kennis en vaardigheden op het gebied van ICT.

Begrijpt dat hij/zij verantwoordelijk is voor de veiligheid van de leerlingen en hun informatie.

Zorgt dat het fysieke en virtuele leren veilig en effectief verloopt.

Gebruikt ICT voor communicatie en samenwerking.

Strategieën en vaardigheden van een succesvolle E-learner.

Hulp (durven) vragen. Eerst denken dan doen.

Leren op eigen tempo. Actief meedoen!

Overal kunnen werken. (ook buiten klas)

Voldoen aan de minimaal gestelde doelen.

Realistisch zijn. Zelf doelen stellen.

Jezelf en je werk serieus nemen.

Iedere (school)dag op deze wijze werken.

Communiceren door schrijven.(digitaal)

Jezelf kunnen motiveren en discipline op kunnen leggen.

Openstaan voor het delen van ervaringen.

Kunnen plannen. Afleiding en onderbreking voorkomen.

Abstracte ideeën en concepten vorm geven.

Verhoogde interactie tussen de leerkracht, de leerlingen, het onderwerp en de technologie.

Groot genoeg voor centrale instructie.

Motiveren en activeren door leerlingen te prikkelen.

Veel multimedia materiaal beschikbaar.

Beeld/tekst manipuleren/ aanpassen.

Werk voorbereiden, bewaren en delen.

Duidelijke, efficiënte en dynamische instructie.

Stimuleert het stellen van vragen en het geven van (directe)feedback.

Visueel en auditief ondersteunen.

Makkelijk terugkijken op eerder aangeboden stof.

Substitutie fase.

Het digitaal schoolbord wordt grotendeels gebruikt als vervanging van het krijtbord/whiteboard.. Leerkracht heeft controle over het bord. Het wordt vooral gebruikt om dingen aan leerlingen te laten zien (filmpjes, websites, plaatjes, etc)

Fase van de lerende gebruiker.

Er wordt meer gebruik gemaakt van reeds aanwezige ICT vaardigheden. De leerkracht kan lessen aanpassen en opslaan. De lessen worden steeds beter voorbereid en krijgen steeds meer structuur. Lessen zijn vooral eenrichtingverkeer. Leerkracht Leerling. Bij technisch mankement raakt de leerkracht snel gedemotiveerd.

Fase van de ingewijde gebruiker.

Lessen worden steeds beter voorbereid. Er ontstaat tijdens de lessen steeds meer interactiviteit tussen de leerkracht en de leerlingen. De leerkracht gaat beseffen dat het digibord nieuwe mogelijkheden biedt om beter les te geven en de leerling beter te laten leren. De leerlingen worden steeds actiever bij het digibord betrokken.

Fase van de gevorderde gebruiker.

Het veelal lineaire verloop van een les wordt doorbroken. Aandacht voor de techniek is veranderd in aandacht voor de didactiek. Multimedia wordt nu doelbewust ingezet op het moment dat het meerwaarde heeft. Het groeiende vertrouwen zorgt ervoor dat de leerkracht het digibord steeds vaker “spontaan” inzet tijdens de les.

Fase van de samenwerkende gebruiker.

Het digitaal schoolbord wordt in deze fase door zowel leerkracht als leerling optimaal ingezet. Docent houdt wel controle maar de leerlingen werken steeds vaker zelfstandig met het digibord. De docent krijgt nu steeds meer de rol als coach, observator en facilitator van het leerproces. Het digibord biedt de leerkracht nieuwe didactische en pedagogische mogelijkheden.

(Bron: Beauchamp, 2004)

Interactieve hulpmiddelen

Visualiser microscoop

Tablet/SlateDraadloos-toetsenbord/muis

Web cam Foto/video camera

Stemkastjes Tablet (i-pad)Hdbord forum

New

Samenwerking & ondersteuning

Leid

ers

chap

Didactisch gebruik van ICT voor leren

VisieDigitale

leermiddelenICT-

Infrastructuur

Bouwstenen 4 in balans, Vier in balans monitor 2009)

Bronnen:

Peter Kent – Ridchardson Primary School (Aus)> “e-Teaching – The Elusive Promise” (2004)> “Interactive Whiteboards and the yourney to e-Teaching”(2004)

Becta (Eng.)

> “Teaching interactively with Electronic whiteboards in the PrimaryPhase(2010)”

> “21st Century teacher (2010)”> “Designing e-learning resources to meet the needs of users”(2006)

> “Getting the most from your interactive whiteboard A guide for secondary schools”(2005)

John Hattie>“Distinguishing Expert Teachers from Novice and Experienced Teachers”

(2003)

T.J. SHUEL > “The role of the student in learning from instruction. Contemporary

Educatonal Psychology.”(1988)

Kennisnet> “Vier in Balans Monitor”(2009)

Allard Bijlsma/Jori Mur> “Handboek Digibord & Didactiek”(2010) Hal 11, stand B010

Meer weten?