Dynamic Valve™ stand Dynamic Valve™ Inregelen van cv … · 2020. 9. 20. · Inregelen van...

6
Selectiegids Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectoren In de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op. Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties beter en energiezuiniger te laten functioneren. Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren, met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig inregelen van cv-installaties bij de hand. inregelen.danfoss.nl

Transcript of Dynamic Valve™ stand Dynamic Valve™ Inregelen van cv … · 2020. 9. 20. · Inregelen van...

  • Meting verrichten met dP tool

    Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp draait.

    Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter

    Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter

    Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil is

    Selectiegids

    Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op. Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties beter en energiezuiniger te laten functioneren.

    Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren, met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig inregelen van cv-installaties bij de hand.

    inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06

    Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] • www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter (vervolg)

    Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.

    Stel de overstort drukverschilregelaar in

    Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil over de radiatorafsluiters.

    Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15 kPa = 0,15 bar.

    Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD

    Inregel-stand

    DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50

    0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75

    0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25

    0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69

    0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12

    0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58

    1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07

    1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6

    1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18

    1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8

    1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46

    2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14

    2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84

    2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55

    2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27

    2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10

    3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74

    3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49

    3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27

    3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09

    3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95

    4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88

    4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89

    4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17

    4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21

    4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54

    5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97

    5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51

    5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12

    5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76

    5,8 2,04 5,27 7,34 27,38

    6 2,14 7,69 28,9

    6,2 2,22 7,98 30,21

    6,4 8,17 31,17

    6,6 31,61

    Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.

    Plaatsen van dP-tool

    Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de radiatorafsluiter.

    Stap 3d

    Stap 3e

    Stap 4a

    Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende inregelafsluiter m.b.v.dP-tool

    Aanpassen drukverschil

    Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter.

    1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen

    2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.

    1 2

    U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil heeft bereikt.

    Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20

    1)

    2)

    DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450 124/90

    Montering

    Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er fri for snavs, og at:

    1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den monteres på gevindrør.

    2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste nøjagtighed.

    Afmontering af håndtag

    1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.

    Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget genmonteres

    Afspærring

    Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.

    Aftapning

    Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange. Se billede.

    Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.

    Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.

    Flow-indstilling

    1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også anvendes.

    2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles. Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk

    3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.

    Plombering

    4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.

    1. 2. 3. 4.

    DKManuel strengventil

    Fitting

    Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe system is clean and:

    1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is used.

    2) the valve is oriented according to the flow arrow.

    Removal of handle

    1. The union nut become accessible when the green lock is released.

    2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.

    Calibration

    3. Before refitting handle ensure that the setting displays 0.0

    Open and close

    An indicator shows: White = open valve Red = closed valve

    Setting the flow

    1. When valve is open the lock is released. Allen key can also be used.

    2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow diagrammes are found in http://heating.danfoss.com

    3. Lock the setting by pressing the handle until click.

    Seal

    4. The setting may be protected using a sealing strip.

    Drain

    Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See illustration.

    Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.

    Draintap and nipples can rotate to any position.

    GB

    Manual balancing valve

    Монтаж

    Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть промыты, а также:

    1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана, для обеспечения его наворачивания на трубопровод

    2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением движения среды.

    Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при разболкированной настройке.

    Открыть / Закрыть

    Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет индикатора в окне рукоятки информирует о положении клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан закрыт.

    Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3. Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка защелкнется.

    Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью пластиковой стяжки

    Дренаж

    Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны клапана.

    Поворотом синего - открываем проток после клапана.

    Макс. 3 оборота обоих ниппелей!

    Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое удобное положение.

    RUSРучные балансировочные клапаны

    Manuelles Strangregulierventil

    Montage

    Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.

    Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen

    einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.

    2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen

    Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf

    0.0 stellen

    Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot = geschlossenes Ventil

    Einstellen der Durchflussmenge

    1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden. Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens zusätzlich gesichert werden.

    EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3 Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in beliebige Position ge-dreht werden.

    DE FRVanne d’équilibrage manuelle

    Montage

    Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le système de conduites est propre et que :

    1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté est utilisé.

    2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du débit.

    Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation

    Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que l’affichage indique 0.0

    Ouverture , fermeture

    Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne fermée.

    Régler le débit

    1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté. Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier vert.

    2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur http://heating.danfoss.com.

    3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à entendre un clic.

    Plombage

    4. Une fente permet le plombage du réglage.

    VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3 tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la sortie (maxi. 3 tours).

    Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans n’importe quelle position.

    PLRęczny zawór równoważący

    0.0 !

    1 2 3

    Montaż

    Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o 360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.

    Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2) ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.

    Otwieranie i zamykanie

    Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor czerwony: zawór zamknięty

    Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za pomocą opaski zaciskowej.

    Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3 obroty.Jak na rysunku.

    Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.

    Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.

    VIB4

    A10

    2

    05

    .200

    8

    013

    R948

    1

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    Stap 4b

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

  • Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale – handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de installatie tot een minimum beperken.

    Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4 is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie. Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.

    Toelichting gebruik inregelgids

    Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u nodig bij stap 2.

    Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805 W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij 70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.

    Inregelen van de radiatoren en convectoren

    Stap 1

    Stap 2 Stap 3

    Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C

    Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000

    Hoogte Type

    300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644 703 761 820 878

    11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107 1208 1308 1409 1509

    22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921 2113 2305 2498 2690 2882

    33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732 3006 3279 3552 3825 4099

    400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825 900 975 1050 1125

    11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1676 1805 1934

    21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2438 2626 2813

    22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3200 3446 3692

    33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4551 4901 5251

    500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006 1098 1189 1281 1372

    11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730 1887 2044 2201 2359

    21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287 2516 2745 2973 3202 3431

    22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002 3302 3602 3902 4203 4503

    33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842 4269 4696 5123 5550 5977 6404

    600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174 1281 1388 1494 1601

    11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834 2018 2201 2385 2568 2752

    21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668 2935 3202 3469 3736 4002

    22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152 3502 3852 4203 4553 4903 5253

    33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483 4981 5479 5977 6475 6973 7471

    750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287 1416 1544 1673 1802 1930

    11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212 2433 2654 2875 3097 3318

    21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217 3539 3861 4182 4504 4826

    22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800 4223 4645 5067 5489 5912 6334

    33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405 6005 6606 7207 7807 8408 9008

    900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 2251

    11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579 2837 3094 3352 3610 3868

    21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376 3751 4126 4501 4876 5251 5626

    22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431 4923 5415 5908 6400 6892 7385

    33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301 7002 7702 8402 9102 9802 10502

    Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van 70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type 20 de gegevens van type 11.

    Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem. Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap 1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien. De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’ geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.

    Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.

    Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie. Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap 3 nodig.

    Omrekentabellen

    Vermogen Druk Flow

    W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h

    1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001

    1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1

    De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld. Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te geven.

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 150 300 450

    2 0,08 300 600 900

    3 0,12 450 900 1.300

    4 0,2 750 1.500 2.200

    5 0,3 1.150 2.200 3.300

    6 0,4 1.500 3.000 4.400

    7 0,51 1.900 3.750 5.650

    N 0,73 2.700 5.350 8.100

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 500 1.050 1.550

    2 0,21 800 1.550 2.300

    3 0,26 950 1.950 2.900

    4 0,32 1.200 2.350 3.500

    5 0,46 1.700 3.400 5.100

    6 0,59 2.200 4.350 6.500

    7 0,73 2.750 5.400 8.050

    N 0,87 3.200 6.400 9.600

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 200 450 600

    2 0,08 400 850 1.250

    3 0,12 650 1.250 1.900

    4 0,2 1.050 2.100 3.150

    5 0,3 1.550 3.150 4.650

    6 0,4 2.100 4.200 6.300

    7 0,51 2.650 5.350 7.950

    N 0,73 3.800 7.600 11.400

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 750 1.500 2.200

    2 0,21 1.100 2.200 3.300

    3 0,26 1.350 2.700 4.050

    4 0,32 1.700 3.350 5.000

    5 0,46 2.400 4.800 7.200

    6 0,59 3.050 6.150 9.200

    7 0,73 3.800 7.600 11.400

    N 0,87 4.550 9.100 13.600

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts

    De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval alle afsluiters worden afgesloten.

    Bepaal de totale volumestroom door de installatie

    Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x 0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW ΔT = delta T in K

    Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan 11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.

    Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp

    Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende stap.

    Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500 l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 – 10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale inregelafsluiter worden weggeregeld.

    Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP = overschot aan restopvoerhoogte in Bar

    Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde instelling en de installatie is ingeregeld.

    320

    100

    = weg te regelen restopvoerhoogte

    500

    Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator

    Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of insert

    Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter

    Stap 3a

    Stap 3b

    Stap 3c

    Stap 3d

  • Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale – handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de installatie tot een minimum beperken.

    Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4 is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie. Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.

    Toelichting gebruik inregelgids

    Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u nodig bij stap 2.

    Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805 W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij 70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.

    Inregelen van de radiatoren en convectoren

    Stap 1

    Stap 2 Stap 3

    Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C

    Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000

    Hoogte Type

    300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644 703 761 820 878

    11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107 1208 1308 1409 1509

    22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921 2113 2305 2498 2690 2882

    33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732 3006 3279 3552 3825 4099

    400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825 900 975 1050 1125

    11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1676 1805 1934

    21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2438 2626 2813

    22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3200 3446 3692

    33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4551 4901 5251

    500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006 1098 1189 1281 1372

    11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730 1887 2044 2201 2359

    21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287 2516 2745 2973 3202 3431

    22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002 3302 3602 3902 4203 4503

    33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842 4269 4696 5123 5550 5977 6404

    600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174 1281 1388 1494 1601

    11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834 2018 2201 2385 2568 2752

    21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668 2935 3202 3469 3736 4002

    22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152 3502 3852 4203 4553 4903 5253

    33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483 4981 5479 5977 6475 6973 7471

    750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287 1416 1544 1673 1802 1930

    11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212 2433 2654 2875 3097 3318

    21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217 3539 3861 4182 4504 4826

    22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800 4223 4645 5067 5489 5912 6334

    33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405 6005 6606 7207 7807 8408 9008

    900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 2251

    11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579 2837 3094 3352 3610 3868

    21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376 3751 4126 4501 4876 5251 5626

    22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431 4923 5415 5908 6400 6892 7385

    33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301 7002 7702 8402 9102 9802 10502

    Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van 70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type 20 de gegevens van type 11.

    Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem. Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap 1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien. De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’ geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.

    Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.

    Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie. Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap 3 nodig.

    Omrekentabellen

    Vermogen Druk Flow

    W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h

    1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001

    1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1

    De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld. Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te geven.

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 150 300 450

    2 0,08 300 600 900

    3 0,12 450 900 1.300

    4 0,2 750 1.500 2.200

    5 0,3 1.150 2.200 3.300

    6 0,4 1.500 3.000 4.400

    7 0,51 1.900 3.750 5.650

    N 0,73 2.700 5.350 8.100

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 500 1.050 1.550

    2 0,21 800 1.550 2.300

    3 0,26 950 1.950 2.900

    4 0,32 1.200 2.350 3.500

    5 0,46 1.700 3.400 5.100

    6 0,59 2.200 4.350 6.500

    7 0,73 2.750 5.400 8.050

    N 0,87 3.200 6.400 9.600

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 200 450 600

    2 0,08 400 850 1.250

    3 0,12 650 1.250 1.900

    4 0,2 1.050 2.100 3.150

    5 0,3 1.550 3.150 4.650

    6 0,4 2.100 4.200 6.300

    7 0,51 2.650 5.350 7.950

    N 0,73 3.800 7.600 11.400

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 750 1.500 2.200

    2 0,21 1.100 2.200 3.300

    3 0,26 1.350 2.700 4.050

    4 0,32 1.700 3.350 5.000

    5 0,46 2.400 4.800 7.200

    6 0,59 3.050 6.150 9.200

    7 0,73 3.800 7.600 11.400

    N 0,87 4.550 9.100 13.600

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts

    De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval alle afsluiters worden afgesloten.

    Bepaal de totale volumestroom door de installatie

    Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x 0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW ΔT = delta T in K

    Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan 11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.

    Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp

    Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende stap.

    Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500 l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 – 10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale inregelafsluiter worden weggeregeld.

    Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP = overschot aan restopvoerhoogte in Bar

    Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde instelling en de installatie is ingeregeld.

    320

    100

    = weg te regelen restopvoerhoogte

    500

    Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator

    Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of insert

    Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter

    Stap 3a

    Stap 3b

    Stap 3c

    Stap 3d

  • Om een cv-installatie met radiatoren of convectoren goed in te kunnen regelen is het gebruik van voorinstelbare radiatorafsluiters een eerste vereiste. Daarnaast is, in veel gevallen, een centrale – handbediende – inregelafsluiter noodzakelijk. In 3 stappen kunt u de cv-installatie inregelen en zo het energieverbruik van de installatie tot een minimum beperken.

    Stap 1 en 2 doet u bij elke radiator of convector. Stap 3 of 4 is de afsluitende handeling en geldt voor de gehele installatie. Deze stap hoeft u dus maar 1x te doen.

    Toelichting gebruik inregelgids

    Wanneer u geen informatie heeft over het afgegeven vermogen van de radiatoren kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Aan de hand van het type radiator en de afmetingen kunt u in de tabel het gemiddelde warmteafgevende vermogen aflezen. Dit getal heeft u nodig bij stap 2.

    Voorbeeld: U wilt de handafsluiter van een radiator type 11 met een hoogte van 40 cm en een lengte van 280 cm vervangen door een thermostatische radiatorafsluiter en deze inregelen. Uit de tabel volgt dat deze radiator bij benadering een vermogen levert van 1805 W (bij 80/60/20°C). Als dezelfde radiator wordt gebruikt bij 70/40/20°C levert deze een vermogen van 1805 W x 0,58 = 1047 W.

    Inregelen van de radiatoren en convectoren

    Stap 1

    Stap 2 Stap 3

    Gemiddelde warmteafgifte radiatoren bij 80°C / 60°C / 20°C

    Lengte 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000

    Hoogte Type

    300 10 117 146 176 205 234 263 293 322 351 410 468 527 586 644 703 761 820 878

    11 201 252 302 352 403 453 503 553 604 704 805 906 1006 1107 1208 1308 1409 1509

    22 384 480 576 672 768 865 961 1057 1153 1345 1537 1729 1921 2113 2305 2498 2690 2882

    33 546 683 820 956 1093 1230 1366 1503 1639 1913 2186 2459 2732 3006 3279 3552 3825 4099

    400 10 150 188 225 263 300 338 375 413 450 525 600 675 750 825 900 975 1050 1125

    11 258 322 387 451 516 580 645 709 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1676 1805 1934

    21 375 469 563 656 750 844 938 1031 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2438 2626 2813

    22 492 615 738 862 985 1108 1231 1354 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3200 3446 3692

    33 700 875 1050 1225 1400 1575 1750 1925 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4551 4901 5251

    500 10 183 229 274 320 366 412 457 503 549 640 732 823 915 1006 1098 1189 1281 1372

    11 314 393 472 550 629 708 786 865 943 1101 1258 1415 1572 1730 1887 2044 2201 2359

    21 457 572 686 800 915 1029 1144 1258 1372 1601 1830 2058 2287 2516 2745 2973 3202 3431

    22 600 750 901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 2101 2401 2702 3002 3302 3602 3902 4203 4503

    33 854 1067 1281 1494 1708 1921 2135 2348 2562 2988 3415 3842 4269 4696 5123 5550 5977 6404

    600 10 213 267 320 374 427 480 534 587 640 747 854 961 1067 1174 1281 1388 1494 1601

    11 367 459 550 642 734 826 917 1009 1101 1284 1468 1651 1834 2018 2201 2385 2568 2752

    21 534 667 800 934 1067 1201 1334 1468 1601 1868 2135 2401 2668 2935 3202 3469 3736 4002

    22 700 876 1051 1226 1401 1576 1751 1926 2101 2451 2802 3152 3502 3852 4203 4553 4903 5253

    33 996 1245 1494 1743 1992 2241 2490 2739 2988 3487 3985 4483 4981 5479 5977 6475 6973 7471

    750 10 257 322 386 450 515 579 643 708 772 901 1030 1158 1287 1416 1544 1673 1802 1930

    11 442 553 664 774 885 995 1106 1217 1327 1548 1769 1991 2212 2433 2654 2875 3097 3318

    21 643 804 965 1126 1287 1448 1609 1769 1930 2252 2574 2895 3217 3539 3861 4182 4504 4826

    22 845 1056 1267 1478 1689 1900 2111 2322 2534 2956 3378 3800 4223 4645 5067 5489 5912 6334

    33 1201 1501 1802 2102 2402 2702 3003 3303 3603 4204 4804 5405 6005 6606 7207 7807 8408 9008

    900 10 300 375 450 525 600 675 750 825 900 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 2251

    11 516 645 774 903 1031 1160 1289 1418 1547 1805 2063 2321 2579 2837 3094 3352 3610 3868

    21 750 938 1125 1313 1500 1688 1875 2063 2251 2626 3001 3376 3751 4126 4501 4876 5251 5626

    22 985 1231 1477 1723 1969 2215 2462 2708 2954 3446 3938 4431 4923 5415 5908 6400 6892 7385

    33 1400 1750 2100 2451 2801 3151 3501 3851 4201 4901 5601 6301 7002 7702 8402 9102 9802 10502

    Bij een temperatuurtraject van 70/40/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,58. Bij een temperatuurtraject van 70/50/20°C, geldt een correctiefactor van x 0,73. Gebruik voor type 20 de gegevens van type 11.

    Bepaal eerst het toelaatbare drukverschil (Δ P) over de radiatorafsluiter en het temperatuurtraject (dΔ T) in het systeem. Zoek in de betreffende kolom uit onderstaande tabellen het bij stap 1 bepaalde vermogen op. Rechts in de tabel kunt u vervolgens de voorinstelling van de RA-N afsluiter of insert aflezen. Deze stelt u in door de instelring van de RA-N op te tillen en te verdraaien. De afsluiters en inserts worden in de neutrale stand ‘N’ geleverd.Wanneer u geen gegevens heeft over het toelaatbare drukverschil en temperatuurtraject adviseren wij u uit te gaan van een drukverschil (Δ P) van 10 kPa en bij een ΔT van 20 K.

    Voorbeeld: De radiator van stap 1 (1805 W) wordt voorzien van een afsluiter RA-N ½”. Het toelaatbaar drukverschil is 10 kPa en de ΔT is 20 K. Uit de tabel volgt bij een vermogen van 1805 W een voorinstelling op stand 4.5 van de RA-N afsluiter.

    Voer de stappen 1 en 2 uit voor elke radiator in de installatie. Schrijf de bepaalde vermogens van stap 1 op, deze heeft u bij stap 3 nodig.

    Omrekentabellen

    Vermogen Druk Flow

    W kW kPa Pa mbar Bar l/h m3/h

    1 0,001 1 1.000 10 0,01 1 0,001

    1000 1 100 100.000 1.000 1 1.000 1

    De afsluiters RA-N kunnen met halve stappen worden ingesteld. Als het vermogen precies tussen 2 waarden in ligt kunt u dus tussen de twee gevonden voorinstellingen instellen. De RA-N inserts zijn traploos instelbaar. Voor een duidelijk overzicht is gekozen alleen afsluiters van het type RA-N met een ½” aansluiting weer te geven.

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 150 300 450

    2 0,08 300 600 900

    3 0,12 450 900 1.300

    4 0,2 750 1.500 2.200

    5 0,3 1.150 2.200 3.300

    6 0,4 1.500 3.000 4.400

    7 0,51 1.900 3.750 5.650

    N 0,73 2.700 5.350 8.100

    Drukverschil (Δp) 10 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 500 1.050 1.550

    2 0,21 800 1.550 2.300

    3 0,26 950 1.950 2.900

    4 0,32 1.200 2.350 3.500

    5 0,46 1.700 3.400 5.100

    6 0,59 2.200 4.350 6.500

    7 0,73 2.750 5.400 8.050

    N 0,87 3.200 6.400 9.600

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,04 200 450 600

    2 0,08 400 850 1.250

    3 0,12 650 1.250 1.900

    4 0,2 1.050 2.100 3.150

    5 0,3 1.550 3.150 4.650

    6 0,4 2.100 4.200 6.300

    7 0,51 2.650 5.350 7.950

    N 0,73 3.800 7.600 11.400

    Drukverschil (Δp) 20 kPa

    Inregelstand Kv-waarde Toelaatbaar radiatorvermogen

    ΔT 10K ΔT 20K ΔT 30K

    1 0,14 750 1.500 2.200

    2 0,21 1.100 2.200 3.300

    3 0,26 1.350 2.700 4.050

    4 0,32 1.700 3.350 5.000

    5 0,46 2.400 4.800 7.200

    6 0,59 3.050 6.150 9.200

    7 0,73 3.800 7.600 11.400

    N 0,87 4.550 9.100 13.600

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorafsluiters

    Voorinstelling RA-N 1/2” radiatorinserts

    De totale volumestroom wordt ingeregeld m.b.v. een handbediende inregelafsluiter type MSV-BD welke het overschot aan restopvoerhoogte van de circulatiepomp weg regelt. Een overstort drukverschilregelaar type AVDO garandeert watercirculatie in geval alle afsluiters worden afgesloten.

    Bepaal de totale volumestroom door de installatie

    Dit doet u door allereerst de vermogens van alle radiatoren die in stap 1 zijn bepaald bij elkaar op te tellen. De totale volumestroom kunt u vervolgens berekenen met de formule Q = P x 0,86 / ΔTWaarbij Q = volumestroom in m3/h P = totale vermogen in kW ΔT = delta T in K

    Voorbeeld: in een woning wordt totaal 11.600 W (=11,6 kW) aan radiatorvermogen geïnstalleerd. Er wordt gekozen voor een temperatuurtraject van 20K. De totale volumestroom bedraagt dan 11,6 x 0,86 / 20 ≈ 0,5 m3/h ≈ 500 l/h.

    Bepaal de restopvoerhoogte van de ketel/pomp

    Zoek in de technische beschrijving van de cv-ketel of pomp de pompgrafiek op. Zet in deze grafiek de bij stap 3a bepaalde maximum volumestroom uit en bepaal de bijbehorende restopvoerhoogte van de pomp. Let eventueel op de ingestelde pompstand (kies deze bij voorkeur in de laagste stand). Het verschil tussen de restopvoerhoogte (behorend bij de bij 3a berekende volumestroom) en het gekozen ontwerp drukverschil (bij stap 2) noemen we het overschot aan restopvoerhoogte. Deze heeft u nodig in de volgende stap.

    Voorbeeld: de totale volumestroom voor de woning bedraagt 500 l/h (0,5 m3/h). Met de pomp in de lage stand wordt bij deze volumestroom een restopvoerhoogte van ca. 320 mbar = 32 kPa gecreëerd. Als bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa is het overschot aan restopvoerhoogte 32 – 10 = 22 kPa = 0,22 Bar. Deze druk moet door de centrale inregelafsluiter worden weggeregeld.

    Bepaal de Kv-waarde van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3a en 3b gevonden waarden in te vullen in de formule Kv = Q / √ ΔPWaarbij: Q = volumestroom in m3/h ΔP = overschot aan restopvoerhoogte in Bar

    Voorbeeld: De Kv waarde kan nu worden berekend door de maximum volumestroom Q = 0,5 m3/h te delen door de wortel van het overschot aan restopvoerhoogte ΔP = 0,22 bar. Kv = 0,5 / √0,22 = 1,07

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter

    Dit doet u door de bij 3c bepaalde Kv waarde op te zoeken in de tabel van de MSV-BD inregelafsluiter. Let hierbij op de juiste maat van de MSV-BD. Rechts in de tabel wordt de instelling in stappen van 0.2 nauwkeurig weergegeven. Draai de MSV-BD naar de bepaalde instelling en de installatie is ingeregeld.

    320

    100

    = weg te regelen restopvoerhoogte

    500

    Bepaal het warmteafgevende vermogen per radiator

    Bepaal de voorinstelling van de Danfoss radiatorafsluiter of insert

    Inregelen m.b.v. een handbediende inregelafsluiter

    Stap 3a

    Stap 3b

    Stap 3c

    Stap 3d

  • Meting verrichten met dP tool

    Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp draait.

    Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter

    Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter

    Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil is

    Selectiegids

    Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op. Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties beter en energiezuiniger te laten functioneren.

    Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren, met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig inregelen van cv-installaties bij de hand.

    inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06

    Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] • www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter (vervolg)

    Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.

    Stel de overstort drukverschilregelaar in

    Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil over de radiatorafsluiters.

    Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15 kPa = 0,15 bar.

    Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD

    Inregel-stand

    DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50

    0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75

    0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25

    0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69

    0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12

    0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58

    1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07

    1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6

    1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18

    1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8

    1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46

    2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14

    2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84

    2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55

    2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27

    2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10

    3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74

    3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49

    3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27

    3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09

    3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95

    4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88

    4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89

    4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17

    4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21

    4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54

    5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97

    5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51

    5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12

    5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76

    5,8 2,04 5,27 7,34 27,38

    6 2,14 7,69 28,9

    6,2 2,22 7,98 30,21

    6,4 8,17 31,17

    6,6 31,61

    Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.

    Plaatsen van dP-tool

    Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de radiatorafsluiter.

    Stap 3d

    Stap 3e

    Stap 4a

    Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende inregelafsluiter m.b.v.dP-tool

    Aanpassen drukverschil

    Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter.

    1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen

    2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.

    1 2

    U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil heeft bereikt.

    Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20

    1)

    2)

    DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450 124/90

    Montering

    Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er fri for snavs, og at:

    1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den monteres på gevindrør.

    2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste nøjagtighed.

    Afmontering af håndtag

    1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.

    Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget genmonteres

    Afspærring

    Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.

    Aftapning

    Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange. Se billede.

    Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.

    Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.

    Flow-indstilling

    1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også anvendes.

    2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles. Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk

    3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.

    Plombering

    4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.

    1. 2. 3. 4.

    DKManuel strengventil

    Fitting

    Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe system is clean and:

    1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is used.

    2) the valve is oriented according to the flow arrow.

    Removal of handle

    1. The union nut become accessible when the green lock is released.

    2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.

    Calibration

    3. Before refitting handle ensure that the setting displays 0.0

    Open and close

    An indicator shows: White = open valve Red = closed valve

    Setting the flow

    1. When valve is open the lock is released. Allen key can also be used.

    2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow diagrammes are found in http://heating.danfoss.com

    3. Lock the setting by pressing the handle until click.

    Seal

    4. The setting may be protected using a sealing strip.

    Drain

    Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See illustration.

    Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.

    Draintap and nipples can rotate to any position.

    GB

    Manual balancing valve

    Монтаж

    Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть промыты, а также:

    1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана, для обеспечения его наворачивания на трубопровод

    2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением движения среды.

    Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при разболкированной настройке.

    Открыть / Закрыть

    Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет индикатора в окне рукоятки информирует о положении клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан закрыт.

    Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3. Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка защелкнется.

    Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью пластиковой стяжки

    Дренаж

    Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны клапана.

    Поворотом синего - открываем проток после клапана.

    Макс. 3 оборота обоих ниппелей!

    Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое удобное положение.

    RUSРучные балансировочные клапаны

    Manuelles Strangregulierventil

    Montage

    Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.

    Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen

    einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.

    2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen

    Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf

    0.0 stellen

    Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot = geschlossenes Ventil

    Einstellen der Durchflussmenge

    1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden. Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens zusätzlich gesichert werden.

    EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3 Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in beliebige Position ge-dreht werden.

    DE FRVanne d’équilibrage manuelle

    Montage

    Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le système de conduites est propre et que :

    1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté est utilisé.

    2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du débit.

    Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation

    Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que l’affichage indique 0.0

    Ouverture , fermeture

    Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne fermée.

    Régler le débit

    1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté. Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier vert.

    2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur http://heating.danfoss.com.

    3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à entendre un clic.

    Plombage

    4. Une fente permet le plombage du réglage.

    VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3 tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la sortie (maxi. 3 tours).

    Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans n’importe quelle position.

    PLRęczny zawór równoważący

    0.0 !

    1 2 3

    Montaż

    Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o 360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.

    Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2) ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.

    Otwieranie i zamykanie

    Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor czerwony: zawór zamknięty

    Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za pomocą opaski zaciskowej.

    Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3 obroty.Jak na rysunku.

    Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.

    Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.

    VIB4

    A10

    2

    05

    .200

    8

    013

    R948

    1

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    Stap 4b

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEn

    OPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h

    5 60 l/h 50 l/h 50 l/h

    6 80 l/h 75 l/h 70 l/h

    7 100 l/h 95 l/h 90 l/h

    N 135 l/h 125 l/h 110 l/h

    1. 2. 3.

    4. 5. 6.

    7. 8. 9.

    10. 11.

  • Meting verrichten met dP tool

    Zorg dat alle radiatorafsluiters geopend zijn en de pomp draait.

    Meting 1: Meetstuk in geopende toestand en druk op enter

    Meting 2: Druk meetstuk dicht en druk op enter

    Resultaat: Uw display geeft aan wat het gemeten drukverschil is

    Selectiegids

    Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectorenIn de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde installatie levert nagenoeg altijd geluids- en opwarmklachten op. Bovendien wordt er veel energie verspild. In de particuliere sector is inregelen echter een grote onbekende. En dat is – zeker met het huidige ‘energieklimaat’ – een niet benutte kans om installaties beter en energiezuiniger te laten functioneren.

    Door cv-installaties, voorzien van radiatoren of convectoren, met radiatorthermostaten te regelen en waterzijdig in te regelen kan het energieverbruik tot wel 20% afnemen! Als toonaangevend leverancier van inregelappendages willen wij u helpen uw klanten te motiveren om hun installatie in te laten regelen. Met behulp van deze inregelgids heeft u alle informatie over het waterzijdig inregelen van cv-installaties bij de hand.

    inregelen.danfoss.nlVRHSC110 © Copyright Danfoss | 2017.06

    Danfoss B.V. • Heating Segment • Postbus 218, 3100 AE SchiedamTel.: 010 80 82 222 • Email [email protected] • www.klimaatregeling.danfoss.nlDanfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.

    Bepaal de voorinstelling van de centrale inregelafsluiter (vervolg)

    Voorbeeld: Er is gekozen voor een inregelafsluiter MSV-BD in de maat DN 15LF. De berekende Kv waarde van 1,07 is bij benadering te realiseren door de inregelafsluiter in te regelen op stand 3.8.

    Stel de overstort drukverschilregelaar in

    Als laatste wordt de overstort drukverschilregelaar AVDO ingesteld. Deze kan worden ingesteld tussen 5 en 25 kPa. De juiste instelling is 5 kPa hoger dan het bij stap 2 gekozen drukverschil over de radiatorafsluiters.

    Voorbeeld: Bij stap 2 is gekozen voor een toelaatbaar drukverschil van 10 kPa. De AVDO kan worden ingesteld op 10+5 = 15 kPa = 0,15 bar.

    Voorinstelling centrale inregelafsluiter MSV-BD

    Inregel-stand

    DN 15LF DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50

    0 0,07 0,1 0,12 0,34 0,51 1,05 1,75

    0,2 0,09 0,12 0,2 0,53 0,92 1,36 2,25

    0,4 0,12 0,14 0,32 0,67 1,26 1,74 2,69

    0,6 0,15 0,19 0,45 0,79 1,6 2,17 3,12

    0,8 0,17 0,24 0,6 0,9 1,97 2,64 3,58

    1 0,2 0,29 0,74 1,01 2,39 3,13 4,07

    1,2 0,23 0,34 0,89 1,14 2,87 3,64 4,6

    1,4 0,27 0,4 1,03 1,29 3,38 4,16 5,18

    1,6 0,32 0,47 1,16 1,46 3,92 4,69 5,8

    1,8 0,37 0,54 1,3 1,65 4,48 5,24 6,46

    2 0,43 0,61 1,45 1,85 5,05 5,8 7,14

    2,2 0,49 0,69 1,61 2,07 5,65 6,38 7,84

    2,4 0,56 0,77 1,78 2,29 6,27 6,99 8,55

    2,6 0,62 0,85 1,97 2,53 6,94 7,63 9,27

    2,8 0,69 0,93 2,17 2,77 7,67 8,33 10

    3 0,76 1,01 2,4 3,01 8,48 9,08 10,74

    3,2 0,83 1,08 2,65 3,25 9,38 9,9 11,49

    3,4 0,9 1,16 2,91 3,49 10,38 10,79 12,27

    3,6 0,97 1,25 3,19 3,74 11,46 11,74 13,09

    3,8 1,06 1,35 3,47 4 12,58 12,77 13,95

    4 1,14 1,47 3,75 4,26 13,64 13,85 14,88

    4,2 1,23 1,59 4,02 4,53 14,52 14,98 15,89

    4,4 1,31 1,73 4,28 4,82 16,13 17

    4,6 1,39 1,91 4,52 5,13 17,25 18,21

    4,8 1,47 2,08 4,72 5,46 18,32 19,54

    5,0 1,54 2,23 4,9 5,81 19,25 20,97

    5,2 1,66 2,36 5,04 6,19 19,98 22,51

    5,4 1,79 2,46 5,14 6,57 20,41 24,12

    5,6 1,93 2,54 5,21 6,96 25,76

    5,8 2,04 5,27 7,34 27,38

    6 2,14 7,69 28,9

    6,2 2,22 7,98 30,21

    6,4 8,17 31,17

    6,6 31,61

    Om het overschot van de restopvoerhoogte weg te smoren met de MSV-BD handbediende inregelafsluiter, kunt u ook de dP-tool gebruiken. Dit bespaart u veel rekenwerk en biedt uitkomst wanneer u niet beschikt over de juiste gegevens van de pompcapaciteit.

    Plaatsen van dP-tool

    Kies de meest ongunstig gelegen radiator (verste weg van de pomp) voor de meting van het drukverschil. Stel de RA-N afsluiter in op stand 2 en verwijder de pakkingbus (onder druk) met ringsleutel 10. Plaats vervolgens de dP-tool op de radiatorafsluiter.

    Stap 3d

    Stap 3e

    Stap 4a

    Stap 4cStap 4 Alternatief op Stap 3, instellen handbediende inregelafsluiter m.b.v.dP-tool

    Aanpassen drukverschil

    Wanneer het resultaat van de meting uit Stap 4b hoger is dat het gewenste drukverschil (10kPa of 20kPa), kunt u indien mogelijk de pompcapaciteit verlagen of u verkleint de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter.

    1. Indien mogelijk pompcapaciteit verlagen

    2. Wanneer nodig, overtollig drukverschil wegsmoren door de doorlaat van de MSV-BD inregelafsluiter te verkleinen.

    1 2

    U herhaalt de stappen 4b en 4c tot u het gewenste drukverschil heeft bereikt.

    Type MSV-BD DN15 - 50, PN 20

    1)

    2)

    DN R1/R2 (mm)15 86/6720 89/6925 91/7132 118/8440 118/8450 124/90

    Montering

    Installatøren bør før monteringen sikre sig at rørsystemet er fri for snavs, og at:

    1) der er plads til at dreje ventilen 360 grader, hvis den monteres på gevindrør.

    2) ventilen orienteres efter flow-pilen for bedste nøjagtighed.

    Afmontering af håndtag

    1. Omløberen bliver tilgængelig når den grønne pal trykkes ned.2. Sæt indstillingen på 0.0 og skru omløberen af.

    Kalibrering3. Skala stilles på 0.0 før hånd-taget genmonteres

    Afspærring

    Ventilens lukkeindikator viser: Hvid = åben, rød = lukket.

    Aftapning

    Rød målenippel åbner for indløb-ssiden. Drejning max. 3 omgange. Se billede.

    Blå nippel åbner for udløbssiden. Drej max. 3 omgange.

    Slangestuds og nipler er frit dreje-lige.

    Flow-indstilling

    1. Når ventilen er åben, kan låsen åbnes. Inbusnøgle kan også anvendes.

    2. Håndtaget springer op ventilen kan forindstilles. Flowdiagrammer findes her: http://varme.danfoss.dk

    3. Lås indstillingen ved tryk på håndtaget.

    Plombering

    4. Indstillingen kan beskyttes med en plomberingsstrip.

    1. 2. 3. 4.

    DKManuel strengventil

    Fitting

    Before fitting the valve the installer must ensure that the pipe system is clean and:

    1) the valve can be turned 360 de-grees if threaded pipe is used.

    2) the valve is oriented according to the flow arrow.

    Removal of handle

    1. The union nut become accessible when the green lock is released.

    2. Turn scale to 0.0 and unscrew the union nut.

    Calibration

    3. Before refitting handle ensure that the setting displays 0.0

    Open and close

    An indicator shows: White = open valve Red = closed valve

    Setting the flow

    1. When valve is open the lock is released. Allen key can also be used.

    2. The handle pops up and the required flow may be set. Flow diagrammes are found in http://heating.danfoss.com

    3. Lock the setting by pressing the handle until click.

    Seal

    4. The setting may be protected using a sealing strip.

    Drain

    Red measuring nipple opens the inlet. Max. 3 turns. See illustration.

    Blue nipple opens the outlet. Max. 3 turns.

    Draintap and nipples can rotate to any position.

    GB

    Manual balancing valve

    Монтаж

    Перед установкой клапана трубопроводы системы должны быть промыты, а также:

    1) следует предусмотреть свободное пространство вокруг клапана, для обеспечения его наворачивания на трубопровод

    2) стрелка на корпусе клапана должна совпадать с направлением движения среды.

    Съемная рукояткаРукоятка может быть демонтирована при разболкированной настройке.

    Открыть / Закрыть

    Повернув рукоятку на 90° по часовой стрелке, можно полностью перекрыть клапан без изменения его настройки.При этом цвет индикатора в окне рукоятки информирует о положении клапана:индекатор белый - клапан открыт, индикатор красный - клапан закрыт.

    Настройка клапана1. Разблокировать настройку поворотом шестигранного ключа, клапан при этом должен быть открыт.2. Рукоятка приподнимется, что позволит выставить требуемую настройку.Диаграммы для выбора настройки в интернете www.heating.dnfoss.ru3. Заблокировать настройку, нажав на рукоятку сверху, рукоятка защелкнется.

    Пломбировка4. Настройка может быть опломбирована с помощью пластиковой стяжки

    Дренаж

    Поворотом красного ниппеля открываем проток с входящей стороны клапана.

    Поворотом синего - открываем проток после клапана.

    Макс. 3 оборота обоих ниппелей!

    Блок дренажного крана с ниппелями может быть повернут в любое удобное положение.

    RUSРучные балансировочные клапаны

    Manuelles Strangregulierventil

    Montage

    Vor dem Einbau des Ventils ist sicherzustellen, dass das Rohrsys-tem frei von Verunreinigungen ist und folgende Bedingungen erfüllt sind:1) Das Ventil kann um 360 ° gedreht werden, falls ein Gewind-erohr verwendet wird.2) Das Flussrichtung entspricht dem auf dem Ventil aufgeprägten Durchflusspfeil.

    Demontage des Griffs1. Der Handgriff kann nach Lösen

    einer Verriegelung (grüner Hebel)abgenommen werden.

    2. Die Skala auf 0 drehen und die Überwurfmutter lösen

    Kalibrierung3. Vor wiedermontage Anzeige auf

    0.0 stellen

    Öffnen und SchließenEine spezielle Anzeige gibt Infor-mation über folgende Betrieb-szustände:Weiß = offenes Ventil,rot = geschlossenes Ventil

    Einstellen der Durchflussmenge

    1. Die Verriegelung (grüner Hebel) kann gelöst werden, wenn das Ventil nicht geschlossen ist. Alternativ kann hierzu ein 3mm Innnensechskantschlüssel verwendet werden.2. Der Griff springt nach oben und die gewünschte Durchflussmenge kann eingestellt werden. Durchflussdiagramme können unter www.danfoss-waermeautoma-tik, www.at.danfoss.com oder www.danfoss.ch abgerufen werden.3. Die Einstellungen werden gesichert, indem der Griff bis zum Ertönen eines Klicks heruntergedrückt wird.Sicherung (Plombierung)4. Die Einstellungen können durch Anbringen eines Sicherungsstreifens zusätzlich gesichert werden.

    EntleerenDurch drehen des roten Messnip-pels (max. 3 Umdrehungen) wird der Vorlauf geöffnet. Siehe Ab-bildung. Durch drehen des blauen Messnip-pels max. 3 Umdrehungen) wird der Rücklauf geöffnet. Entleerhahn und Messanschlüsse können in beliebige Position ge-dreht werden.

    DE FRVanne d’équilibrage manuelle

    Montage

    Avant de monter la vanne, l’installateur doit s’assurer que le système de conduites est propre et que :

    1) la vanne peut être tournée à 360 degrés si un tuyau fileté est utilisé.

    2) la vanne est orientée conformé-ment à la flèche du sens du débit.

    Démontage de la poignée1. L’écrou de fixation est accessible après avoir déverrouillé le petit levier vert.2. Tourner l’échelle jusqu’à 0.0 et devisser l’écrou de fixation

    Calibration3. Avant de remettre le volant , bien s’assurer que l’affichage indique 0.0

    Ouverture , fermeture

    Un indicateur signale :blanc = vanne ouverte,rouge = vanne fermée.

    Régler le débit

    1. Lorsque la vanne est ouverte , le verrouillage peut-être oté. Une clé Allen peut être aussi utilisée à la place du levier vert.

    2. La poignée se soulève et le réglage souhaité peut être effectué. Les courbes de débit sont disponibles sur http://heating.danfoss.com.

    3. Verrouiller le réglage en enfonçant la poignée jusqu’à entendre un clic.

    Plombage

    4. Une fente permet le plombage du réglage.

    VidangeLa prise de pression rouge ouvre l’entrée (maxi. 3 tours). Voir l’illustration. La prise de pression bleue ouvre la sortie (maxi. 3 tours).

    Prise de vidange et prises de mesure peuvent être tournés dans n’importe quelle position.

    PLRęczny zawór równoważący

    0.0 !

    1 2 3

    Montaż

    Przed zamontowaniem zaworu należy upewnić się, że instalacja jest wolna od zanieczyszczeń oraz, że:1) zawór może być obrócony o 360° w przypadku połączenia gwin-towego.2) zawór jest ustawiony zgodnie ze strzałką określającą kierunek przepływu.

    Zdjęcie głowicy nastawczej1) zdjęcie głowicy nastawczej jest możliwe wtedy gdy zielona dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona.2) ustawić zawór w pozycji 0.0 i odkręcić głowicę nastawczą.Kalibracja3) Przed ponownym założeniem głowicy należy upewnić się, że nastawa na niej wynosi 0.0.

    Otwieranie i zamykanie

    Kolor wskaźnika oznacza:Kolor biały: zawór otwartyKolor czerwony: zawór zamknięty

    Ustawienia przepływu1. nastawę dokonuję się kiedy zawór jest otwarty i dźwignia zabezpieczenia jest zwolniona. Do zwolnienia zabez-pieczenia można użyć również klucza imbusowego. 2. po zwolnieniu zabezpieczenia głowica nastawcza zaworu odskakuje i można dokonać 3. żądanej nastawy. Charakterystyki przepływu dostępne są na stronie www.heating.danfoss.pl.zablokowanie nastawy następuje poprzez wciśnięcie głowicy nastawczej aż nastąpi kliknięcie.Zabezpieczenie4. nastawa może zostać zabezpieczona za pomocą opaski zaciskowej.

    Kruciec spustowyCzerwony króciec pomiarowy wlotowy. Max. 3 obroty.Jak na rysunku.

    Niebieski króciec pomiarowy wy-lotowy. Max. 3 obroty.

    Spust i króćce można obracać w dowolną pozycję.

    VIB4

    A10

    2

    05

    .200

    8

    013

    R948

    1

    1Danfoss Heating Solutions VUFQA102 03/2014

    User Guide

    Danfoss ∆p Tool for Dynamic Valve™ Type RA-DV

    Dynamic Valves™ Type RA-DV

    10 mm Select Enter

    0.1kPa

    0.0

    Select Enter

    0.1kPa

    OPEnOPEN

    CLO

    SE

    Select Enter

    0.1kPa

    CLOS

    Select Enter

    0.1kPa

    0.0∆P

    10 mmPreset Q max. w/RA2000

    w/ RAW, RAE or RAS-C

    1 25 l/h 20 l/h 15 l/h

    2 30 l/h 25 l/h 20 l/h

    3 35 l/h 30 l/h 30 l/h

    4 45 l/h 40 l/h 40 l/h