Duurzame financiering

20
VKW Beleidsnota 81 juni 2015 Duurzame financiering Auteur: Geert Janssens, hoofdeconoom VKW

Transcript of Duurzame financiering

Page 1: Duurzame financiering

VKW Beleidsnota

81juni 2015

Duurzame financiering

Auteur: Geert Janssens, hoofdeconoom VKW

Page 2: Duurzame financiering

Inhoudstafel

81juni 2015

Intro

1. Een moeilijke periode

2. Liquiditeit

3. Financiering van de exploitatie

4. Financieel gezond?

De integrale tekst van de VKW beleidsnota is te vinden op:

http://www.vkw.be/kennisbank/duurzame-financiering

Page 3: Duurzame financiering

Duurzamefinanciering

81juni 2015

Geert Janssens - @jrgeert

Page 4: Duurzame financiering

Intro

81juni 2015

• Wie overleeft de tocht door de woestijn? Niet de slimste, maar diegene met het meeste water.

• 3 pijlers verantwoord ondernemen: duurzaam omgaan met medewerkers en milieu én de financiële gezondheid van een bedrijf.

Figuur 1:Duurzaam ondernemen

Page 5: Duurzame financiering

81juni 2015

• Verantwoord of duurzaam ondernemen kan niet voorbij aan een sterke financiële gezondheid. De basis is winst en/ of cashflow.

Vraag: beschikken onze bedrijven over voldoende financiële reserves en nog ruimte om te groeien?

Volgens Trends Top-databank zijn heel wat bedrijven in de gevarenzone. Daardoor veel jobs op de helling.

• Falingspredictiemodellen houden rekening met winstgevendheid, netto bedrijfskapitaal, reserves, omzet, schulden...

• Altman = vrij betrouwbaar falingspredictiemodel.

Staal van 210.000 jaarrekeningen van de Belgische bedrijven: 30% in de gevarenzone bij 20% is de toestand onzeker iets meer dan de helft is in een gunstige positie

Page 6: Duurzame financiering

81juni 2015

• Bedrijven zijn geen eilanden op zichzelf. Goederen, producten en diensten worden aangekocht bij andere bedrijven.

=> een economische ketting van stakeholders

• Wanneer niet (tijdig) betaald wordt, dan komt de financiële gezondheid van de leveranciers in gevaar.

1/3 van de faillissementen is het gevolg van één of meerdere andere faillissementen.

• Terugbetalingsverantwoordelijkheid geldt t.a.v. leveranciers en externe financiers.

Page 7: Duurzame financiering

81juni 2015

1. Een moeilijke periode

• De voorbije jaren waren geen cadeau. De lange periode van zwakke groei heeft gewogen op de

marktvooruitzichten. Een doorsnee bedrijf zag zijn omzet en brutomarge dalen met meer dan 2% per jaar. Vooral de kleine bedrijven verloren veel van hun markpotentieel.

Het regende de voorbije jaren faillissementen. 2013 was een recordjaar: 11.740 bedrijven gingen in faling. 90% van de faillissementen betrof micro-ondernemingen met

minder dan 5 werknemers, waardoor de impact op de rest van de economie en de tewerkstelling relatief beperkt blijft.

Page 8: Duurzame financiering

81juni 2015

2. Liquiditeit

• Een bedrijf heeft liquide middelen nodig voor betalingen op korte termijn zoals leveranciers voor het financieren van eventuele groei op langere termijn.

• Op korte termijn is het belangrijk dat schulden t.a.v. leveranciers gedekt worden door vorderingen op klanten.

• Microbedrijven zijn iets minder liquide dan kmo’s en grote bedrijven.

• Ongeveer een derde van de bedrijven heeft onvoldoende bedrijfskapitaal om haar financiële behoeftes te dekken.

Page 9: Duurzame financiering

81juni 2015

3. Financiering van de exploitatie

• Bedrijven met een onvoldoende bedrijfskapitaal staan voor een belangrijke opdracht: hoe financiële toestand verbeteren om hun normale werking te financieren, maar eventueel ook klaar te staan voor investeringen in groei.

3.1. Eigen vermogen • In 2010-2013 steeg het eigen vermogen van bedrijven in onze

steekproef met 46 miljard euro.

De mediaanwaarde van het groeipercentage bedroeg 10%. • De groei concentreerde zich vooral bij de kmo’s en grote bedrijven en

minder bij de microbedrijven. De globale stijging verbergt echter dat heel wat bedrijven geconfronteerd werden met een daling van het eigen vermogen.

Page 10: Duurzame financiering

81juni 2015

• Inbreng aandeelhouders

Wanneer het eigen vermogen is gedaald tot onder de wettelijke minimumdrempel van het maatschappelijk kapitaal, dan treedt de alarmbelprocedure in werking.

Iedere belanghebbende kan dan de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen.

• Conclusies figuur 2: 55.000 bedrijven konden hun kapitaalsituatie niet veranderen Slechts 11,5% van de microbedrijven kon kapitaal bijsteken. Bij grote bedrijven kon bij de helft het kapitaal verhogen. Bij 934 bedrijven kapitaalverminderingen.

Page 11: Duurzame financiering

81juni 2015

Figuur 2:Evolutie kapitaal bij probleembedrijven, 2010-2013

Aandelen binnen elke grootteklasse en bedragen in miljard euro.

Bron: VKW op basis van TrendsTop-data

Page 12: Duurzame financiering

81juni 2015

• Winstretentie

Klassiek aandeelhoudersdilemma is kiezen tussen winstuitkering op korte termijn of opbouw van reserves voor lange termijn.

Daarbij spelen verschillende elementen:

1. Reserves moeten aangelegd worden in goede tijden.

2. Wanneer een bedrijf te veel reserves aanlegt dan riskeert men een te grote hoeveelheid kapitaal te immobiliseren.

3. Wie verlies maakt, beschikt meestal over weinig reserves en komt in vicieuze cirkel.

Page 13: Duurzame financiering

81juni 2015

• Figuur 3:

Dankzij de opbouw van buffers steeg de graad van zelffinanciering.

Uit cijfers van NBB blijkt dat de graad van zelffinanciering van het Belgische bedrijfsleven op een historisch hoog peil staat.

Figuur 3:Opbouw reserves en graad van zelffinanciering

Bron: VKW op basis van TrendsTop-data

Page 14: Duurzame financiering

81juni 2015

• Dividend of inhouding?

Uitkeringsgedrag van bedrijven bestuderen bij winst.

Hebben ze winst uitgekeerd aan aandeelhouders of hebben ze winsten in het bedrijf gehouden en toegevoegd aan de reserves of het overgedreven resultaat?

In 2013: 80,3% uitgekeerd, 19,7% ingehouden.

Uitzonderlijk lage retentiegraad van 5% (o.a. door liquidatiebonus)

Figuur 4:Winstuitkering en –retentie.

Bron: VKW op basis van TrendsTop-data

Page 15: Duurzame financiering

81juni 2015

3.2. Meer langetermijnschulden

Een laatste piste voor bedrijven om hun financieringsvermogen op te krikken, is door meer schulden op lange termijn aan te gaan.• De bedrijven in de steekproef gingen in de periode 2010-2013

voor 47 miljard euro extra schulden aan.• Vooral meer schulden op middellange termijn (1 tot 5 jaar) werden

aangegaan.

Figuur 5:Evolutie schulden.

Bron: VKW op basis van TrendsTop-data

Page 16: Duurzame financiering

81juni 2015

• Gevolgen voor de solvabiliteit

De toename van de schulden heeft beperkte gevolgen gehad voor de schuldgraad van de bedrijven, omwille van 2 redenen:

1. Het eigen vermogen is toegenomen. De solvabiliteitsratio steeg bij de bedrijven.

2. Lage rentevoeten.

Page 17: Duurzame financiering

81juni 2015

4. Eigen vermogen

• Duurzame financiering houdt in dat bedrijven en hun aandeelhouders financiële verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van alle stakeholders.

• Teveel bedrijven hebben de voorbije jaren geleden onder het zwakke economische klimaat.

• 30% van de bedrijven in onze steekproef vertoeft in zeer moeilijk economisch vaarwater. 1 op 3 microbedrijven bevinden zich in een precaire financiële

situatie. Bij kmo’s en de grote bedrijven: verhouding 1 op 7, wat veel is.

Page 18: Duurzame financiering

81juni 2015

• Lichtpunten:

1. Een significante groep grote bedrijven is in staat geweest om hun kapitaal te versterken.

2. Bedrijven hebben hun graad van zelffinanciering verder kunnen opdrijven.

3. Bedrijven zijn zich meer op de middellange termijn gaan financieren. (wellicht door de lagere rentevoeten)

• Eindconclusie:• Onze analyse heeft aangetoond hoe belangrijk het is voor bedrijven

om winst te maken en een behoorlijk deel ervan in te houden voor het aanleggen van reserves.

• Wijzigingen aan de fiscale spelregels (notionele intrestaftrek en de liquidatiebonus) hebben grote gevolgen voor de wijze waarop bedrijven zich financieren.

Page 19: Duurzame financiering

81juni 2015

• SWOT-analyse

Figuur 6: We relateren de liquiditeitspositie van bedrijven aan de rendabiliteit van het eigen vermogen.

Figuur 6:SWOT-analyse

Bron: VKW op basis van TrendsTop-data

Page 20: Duurzame financiering

81juni 2015

4 kwadranten die idee geven van de financiële gezondheid van het Belgisch bedrijfsleven.

1. Bedrijven met zowel een sterke liquiditeit als rendabiliteit zijn fundamenteel gezond. (grootste groep)

2. Bedrijven met zwakke liquiditeit en sterke rendabiliteit zijn tijdelijk ziek.

3. Bedrijven met een sterke liquiditeit en zwakke rendabiliteit hebben een redelijke toekomst maar niet voor lang.

4. In de linkbovenhoek: de probleemgevallen. 4.930 bedrijven vertegenwoordigen 229.000 bedreigde jobs, alsook 17,5 miljard openstaande factoren t.a.v. leveranciers. 582 miljoen belastingen staan op het spel.